Commission de la Santé publique, de l'Environnement et du Renouveau de la Société

Commissie voor de Volksgezondheid, het Leefmilieu en de Maatschappelijke Hernieuwing

 

du

 

Mardi 5 avril 2011

 

Matin

 

______

 

 

van

 

Dinsdag 5 april 2011

 

Voormiddag

 

______

 

 


De vergadering wordt geopend om 10.06 uur en voorgezeten door de heer Hans Bonte.

La séance est ouverte à 10.06 heures et présidée par M. Hans Bonte.

 

De voorzitter: Mijnheer de minister, deze vergadering zal niet lang duren aangezien een reeks collega’s hun vragen hebben uitgesteld of omgezet in schriftelijke vragen. Enkel de vragen van de heer Beuselinck en mevrouw Temmerman zullen worden behandeld.

 

01 Vraag van de heer Manu Beuselinck aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, over "geluidshinder door een transformatorstation" (nr. 3099)

01 Question de M. Manu Beuselinck à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "des nuisances sonores liées à un poste de transformation" (n° 3099)

 

01.01  Manu Beuselinck (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, sedert enkele maanden klagen een aantal inwoners uit Oostende en Bredene, in de omgeving van de Spuikom, over een storend brommend geluid dat sommigen uit hun slaap houdt. Dit zou te maken hebben met het transformatorstation dat in Bredene staat en waarop sedert een jaar offshore windmolens zijn aangesloten.

 

De stad Oostende stelde een onafhankelijke expert aan die geluidsmetingen heeft uitgevoerd. Deze laatste bevestigde dat er pieken zijn op 250 en 1 000 hertz. Omwille van deze zeer lage frequentie zijn deze tonen niet voor iedereen waarneembaar. Degenen die ze wel horen, schieten er hun slaap bij in. Het belang van een goede nachtrust voor de volksgezondheid moet ik hier natuurlijk niet onderstrepen. Ook overdag blijken voor sommigen deze tonen te horen negatief te zijn voor hun welbevinden.

 

Het Oostends stadsbestuur stelt, vanuit de overweging dat dit een gemeenteoverstijgend probleem is, de FOD Volksgezondheid te hebben ingelicht. Ofschoon geluidsoverlast een zaak van de gewesten is, zijn de gevolgen ervan voor de volksgezondheid soms niet te verwaarlozen.

 

Ik heb hierover dan ook enkele vragen. Heeft de FOD Volksgezondheid in het verleden nog soortgelijke klachten over zulke transformators ontvangen? Welke stappen werden toen ondernomen? Welke rol kunnen andere overheden of overheidsdiensten spelen om samen met de FOD Volksgezondheid dit soort van problemen aan te pakken of zo mogelijk te voorkomen? Is de minister op de hoogte van dit specifiek dossier? Zo ja, welke stappen zullen vanuit de FOD Volksgezondheid in deze worden genomen?

 

01.02 Minister Paul Magnette: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Beuselinck, mijn antwoord zal heel kort zijn. Uw vragen vallen inderdaad volledig onder de bevoegdheid van de gewestelijke minister van Leefmilieu.

 

De voorzitter: Daarmee is een van uw fundamentele verzuchtingen ingevuld, denk ik.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Vraag nr. 3228 van de heer George wordt omgezet in een schriftelijke vraag.

 

02 Vraag van mevrouw Karin Temmerman aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen over "een tweede leven voor telefooncellen als oplaadpalen voor elektrische wagens" (nr. 3665)

02 Question de Mme Karin Temmerman au ministre pour l'Entreprise et la Simplification sur "la transformation de cabines téléphoniques en bornes de rechargement pour les voitures électriques" (n° 3665)

 

02.01  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, op 16 maart 2011 verscheen in verschillende kranten het bericht dat de Belgische telefooncellen nog amper worden gebruikt, met gemiddeld 16 minuten per maand. Een duizendtal wordt helemaal niet gebruikt.

 

Ik heb vernomen dat het de bedoeling van minister Van Quickenborne is om de telefooncellen systematisch af te bouwen. Het zou volgens mij goed zijn dat er zeker op cruciale plaatsen nog een aantal telefooncellen blijft bestaan. Er zijn immers nog altijd mensen die geen gsm hebben, zeker onder de oudere bevolking.

 

Wij moeten nagaan wat wij met de andere telefooncellen zullen doen. Zullen wij ze zomaar ontmantelen of kunnen wij daarmee andere zaken doen?

 

Een van de creatievere oplossingen is dat zij zouden kunnen worden omgebouwd tot oplaadpalen voor elektrische wagens. Dit is niet zo'n onwaarschijnlijke gedachte, want bijvoorbeeld in Spanje en ook in Oostenrijk is men daarmee al bezig en staat men al veel verder.

 

Dit zou een aantal voordelen kunnen opleveren omdat bijvoorbeeld de bekabeling er al ligt. De omvorming zou echt minimaal moeten zijn. Allicht zijn er nog praktische zaken die zouden moeten worden opgelost.

 

Wij zijn allemaal voor elektrische wagens, maar het grote probleem is dat zij moeten kunnen worden opgeladen. Men zoekt overal naar manieren om oplaadpalen te kunnen plaatsen. Het zou niet goed zijn mochten in onze steden zomaar overal oplaadpalen verschijnen.

 

Mijnheer de minister, ik heb de volgende vragen. Hoe schat u die ontwikkelingen in? Denkt u dat er een mogelijkheid is voor deze reconversie in België? Ziet men daarbij al problemen of beperkingen? Zou men eventueel op termijn een dergelijk reconversieplan kunnen opstarten?

 

02.02 Minister Paul Magnette: Mevrouw Temmerman, het afbouwen van het aantal telefooncellen tot het door de telecomwet vastgestelde minimum, lijkt inderdaad een logische keuze. Het valoriseren van bestaande infrastructuur is een optie die zeker overwogen moet worden vanuit milieuoogpunt. Ook de telefoons zelf zouden kunnen hergebruikt worden of moeten op zijn minst volledig en veilig gerecycleerd worden. Een reconversieplan zoals door u voorgesteld lijkt echter niet mogelijk.

 

Het ombouwen van publieke telefoons tot oplaadpunten voor elektrische wagens is technisch niet direct mogelijk. Een telefoon krijgt zijn voeding van een telefoonlijn en niet van het elektriciteitsnet. Publieke telefoons die wel aangesloten zijn op het laagspanningsnet, bijvoorbeeld voor verlichting in de cabine, zijn aangesloten op dunne kabels voor het laagste vermogen. Op publieke plaatsen zal snelladen nodig zijn: dit vergt aanzienlijk dikkere kabels, rechtstreeks uit een distributiekast. Bovendien maken publieke telefoons gebruik van een zogenaamde forfaitaire aansluiting zonder meer. Voor een oplaadpunt moet wettelijk een elektriciteitsmeter met EAN-nummer voorzien worden.

 

Dit alles maakt dat de bestaande aansluitingen technisch niet voldoen en dat het voorzien van een nieuwe aansluiting met meter nodig is. Belgacom heeft de mogelijkheid al onderzocht en besloten dit niet te doen. In het project in Spanje blijkt het te gaan om een nieuwe telefooncel, geen omgebouwde cabine.

 

In uw vraag stelt u dat het omvormen van publieke telefooncellen een mooie sprong zou zijn voor het bereiken van de Europese 20-20-20-doelstellingen en dat het voorgestelde project meer ecologisch gedrag zou stimuleren. Het gebruik van elektrische wagens kan inderdaad de CO2-uitstoot doen dalen en de energie-efficiëntie verhogen, maar snellere, grotere en blijvende effecten kunnen verkregen worden door het Stop-principe consequent door te drijven bij alle beleidskeuzen op alle niveaus: eerst voorrang voor stappers en trappers, daarna het openbaar vervoer, gevolgd door het privévervoer. Dit bevordert de meest democratische vervoersmiddelen eerst en stimuleert ook echt ecologisch gedrag.

 

Er spelen ook andere aspecten zoals de prijs en fiscaliteit van elektrische wagens en de benodigde batterijen die gevaarlijke stoffen kunnen bevatten en die zullen zorgen voor een verhoging van de druk op biodiversiteit en het milieu door de toenemende grondstoffenexploitatie.

 

Deze aspecten moeten op een geïntegreerde manier worden bekeken met alle betrokken overheden in het raam van het pas gepubliceerde witboek Mobiliteit van de Europese Commissie.

 

02.03  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord. Ik ben het volledig met u eens. Ik heb ook niet gezegd dat we alleen moeten mikken op elektrische wagens en niet meer op openbaar vervoer en fiets. Ik ben daar absoluut voorstander van en ik heb die in mijn stad trouwens altijd gepromoot. Ik meen echter dat we sowieso niet iedereen van vandaag op morgen zullen kunnen overtuigen om op de fiets of het openbaar vervoer over te stappen. De wagen zal jammer genoeg nog altijd deel uitmaken van onze samenleving. Als we dan moeten kiezen, meen ik dat we beter voor de elektrische wagen kiezen dan voor diesel en benzine.

 

Nogmaals, het grote probleem is het opladen van deze elektrische wagens. Ik pleit dus voor een en-en-verhaal. We moeten ook eens onderzoeken op welke manier we die oplaadpalen kunnen realiseren.

 

In de inleiding van de vraag heb ik gesteld dat ik vrees dat elke stad haar manier zal vinden en dat we binnenkort op ruimtelijk vlak een aantal zeer onmogelijke dingen gaan krijgen in de verschillende steden. Het zou dus goed zijn dat we creatief nadenken.

 

U zegt dat het niet kan voor die telefooncellen. Mij goed, maar volgens de informatie die ik heb gaat het wel om het ombouwen van de oudere telefooncellen en niet om nieuwe telefooncellen. We moeten gewoon creatief nadenken en een manier zoeken om die oplaadpunten toch te concentreren en min of meer uniform te maken.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 10.15 uur.

La réunion publique de commission est levée à 10.15 heures.