CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 53 COM 173
CRIV 53 COM 173
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
F
INANCES ET DU
B
UDGET
C
OMMISSIE VOOR DE
F
INANCIËN EN DE
B
EGROTING
Mercredi
Woensdag
23-03-2011
23-03-2011
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti Socialiste
MR
Mouvement réformateur
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
sp.a
socialistische partij anders
Ecolo-Groen!
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales Groen!
Open Vld
Open Vlaamse Liberalen en Democraten
VB
Vlaams Belang
cdH
centre démocrate Humaniste
LDD
Lijst Dedecker
INDEP-ONAFH
Indépendant - Onafhankelijk
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 53 0000/000 Document parlementaire de la 53
e
législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 53 0000/000
Parlementair stuk van de 53
e
zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
Version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
Séance plénière
PLEN
Plenum
COM
Réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
Motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige)
MOT
Moties tot besluit van interpellaties (op beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.lachambre.be
e-mail : publications@lachambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.dekamer.be
e-mail : publicaties@dekamer.be
CRIV 53
COM 173
23/03/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Questions jointes de
1
Samengevoegde vragen van
1
- M. Peter Logghe au vice-premier ministre et
ministre des Finances et des Réformes
institutionnelles sur "l'adaptation tardive des
cotations de risque de l'Office national du
Ducroire" (n° 3031)
1
- de heer Peter Logghe aan de vice-
eersteminister en minister van Financiën en
Institutionele Hervormingen over "de te late
aanpassing
van
risicoquoteringen
door
Delcredere" (nr. 3031)
1
- M. Peter Logghe au vice-premier ministre et
ministre des Finances et des Réformes
institutionnelles sur "les questions de la
Commission européenne concernant l'aide de
l'État à l'Office national du Ducroire" (n° 3056)
1
- de heer Peter Logghe aan de vice-
eersteminister en minister van Financiën en
Institutionele Hervormingen over "vragen van de
Europese Commissie bij overheidssteun aan de
Nationale Delcrederedienst" (nr. 3056)
1
Orateurs: Peter Logghe, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
et des Réformes institutionnelles
Sprekers: Peter Logghe, Didier Reynders,
vice-eersteminister en minister van Financiën
en van Institutionele Hervormingen
Question de M. Olivier Henry au vice-premier
ministre et ministre des Finances et des Réformes
institutionnelles sur "un rapport de la CBFA relatif
au déroulement des offres publiques d'obligations
'corporate'" (n° 3049)
5
Vraag van de heer Olivier Henry aan de vice-
eersteminister en minister van Financiën en
Institutionele Hervormingen over "een verslag van
de CBFA over het verloop van openbare
aanbiedingen van corporate obligaties" (nr. 3049)
5
Orateurs: Olivier Henry, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
et des Réformes institutionnelles, Hagen
Goyvaerts
Sprekers: Olivier Henry, Didier Reynders,
vice-eersteminister en minister van Financiën
en van Institutionele Hervormingen, Hagen
Goyvaerts
Question de M. Hagen Goyvaerts au vice-premier
ministre et ministre des Finances et des Réformes
institutionnelles sur "le remboursement anticipé
éventuel de l'emprunt contracté par KBC auprès
des autorités fédérales" (n° 3124)
8
Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-
eersteminister en minister van Financiën en
Institutionele Hervormingen over "de eventuele
vervroegde terugbetaling van de door KBC
aangegane lening bij de federale overheid"
(nr. 3124)
8
Orateurs:
Hagen
Goyvaerts,
Didier
Reynders, vice-premier ministre et ministre
des Finances et des Réformes institutionnelles
Sprekers:
Hagen
Goyvaerts,
Didier
Reynders, vice-eersteminister en minister van
Financiën en van Institutionele Hervormingen
Questions jointes de
10
Samengevoegde vragen van
10
- M. Dirk Van der Maelen au vice-premier ministre
et ministre des Finances et des Réformes
institutionnelles
sur
"la
circulaire
n°
Ci.RH.421/607.890 (AAF 64/210)" (n° 3188)
10
- de heer Dirk Van der Maelen aan de vice-
eersteminister en minister van Financiën en
Institutionele Hervormingen over "circulaire nr.
Ci.RH.421/607.890 (AAF 64/210)" (nr. 3188)
10
- M. Hagen Goyvaerts au vice-premier ministre et
ministre des Finances et de
s Réformes
institutionnelles sur "le fonctionnement du service
des
Décisions
anticipées
et
notamment
l'adaptation du texte d'une circulaire afin de
déterminer la légitimité de rulings établis
précédemment" (n° 3550)
10
- de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-
eersteminister en minister van Financiën en
Institutionele Hervormingen over "de werking van
de dienst Voorafgaande Beslissingen en onder
andere de aanpassing van de tekst van een
circulaire om de legitimiteit van eerder afgesloten
rulings vast te leggen" (nr. 3550)
10
Orateurs: Dirk Van der Maelen, Hagen
Goyvaerts, Didier Reynders, vice-premier
ministre et ministre des Finances et des
Réformes institutionnelles
Sprekers: Dirk Van der Maelen, Hagen
Goyvaerts,
Didier
Reynders,
vice-
eersteminister en minister van Financiën en
van Institutionele Hervormingen
Question de M. Peter Logghe au vice-premier
ministre et ministre des Finances et des Réformes
institutionnelles sur "l'incidence de l'arrêt rendu
par la Cour européenne de Justice sur les
assurances-vie" (n° 3243)
14
Vraag van de heer Peter Logghe aan de vice-
eersteminister en minister van Financiën en
Institutionele Hervormingen over "de gevolgen
van het arrest van het Europees Hof van Justitie
voor de levensverzekering" (nr. 3243)
14
Orateurs: Peter Logghe, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
et des Réformes institutionnelles
Sprekers: Peter Logghe, Didier Reynders,
vice-eersteminister en minister van Financiën
en van Institutionele Hervormingen
23/03/2011
CRIV 53
COM 173
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
ii
Questions jointes de
16
Samengevoegde vragen van
16
- M. Hagen Goyvaerts au vice-premier ministre et
ministre des Finances et des Réformes
institutionnelles sur "le nombre croissant de
contribuables qui ne remplissent plus de
déclaration" (n° 3250)
16
- de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-
eersteminister en minister van Financiën en
Institutionele Hervormingen over "het toenemend
aantal belastingplichtigen die geen aangifte meer
doen" (nr. 3250)
16
- M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et
ministre des Finances et des Réformes
institutionnelles sur "la déclaration fiscale"
(n° 3368)
16
- de heer Hendrik Bogaert aan de vice-
eersteminister en minister van Financiën en
Institutionele
Hervormingen
over
"de
belastingaangifte" (nr. 3368)
16
Orateurs:
Hagen
Goyvaerts,
Didier
Reynders, vice-premier ministre et ministre
des Finances et des Réformes institutionnelles
Sprekers:
Hagen
Goyvaerts,
Didier
Reynders, vice-eersteminister en minister van
Financiën en van Institutionele Hervormingen
Question de M. Peter Logghe au vice-premier
ministre et ministre des Finances et des Réformes
institutionnelles sur "la part de l'État dans Ethias
Finance" (n° 3323)
19
Vraag van de heer Peter Logghe aan de vice-
eersteminister en minister van Financiën en
Institutionele Hervormingen over "het aandeel van
de overheid in Ethias Finance" (nr. 3323)
19
Orateurs: Peter Logghe, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
et des Réformes institutionnelles
Sprekers: Peter Logghe, Didier Reynders,
vice-eersteminister en minister van Financiën
en van Institutionele Hervormingen
Question de M. Peter Logghe au vice-premier
ministre et ministre des Finances et des Réformes
institutionnelles sur "l'intervention du Fonds
spécial de protection auprès d'un assureur"
(n° 3488)
21
Vraag van de heer Peter Logghe aan de vice-
eersteminister en minister van Financiën en
Institutionele Hervormingen over "de tussenkomst
van het Bijzonder Beschermingsfonds bij een
verzekeraar" (nr. 3488)
20
Orateurs: Peter Logghe, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
et des Réformes institutionnelles
Sprekers: Peter Logghe, Didier Reynders,
vice-eersteminister en minister van Financiën
en van Institutionele Hervormingen
Question de M. Peter Logghe au vice-premier
ministre et ministre des Finances et des Réformes
institutionnelles sur "la sous-assurance des
centrales nucléaires" (n° 3509)
22
Vraag van de heer Peter Logghe aan de vice-
eersteminister en minister van Financiën en
Institutionele
Hervormingen
over
"de
onderverzekering van kerncentrales" (nr. 3509)
22
Orateurs: Peter Logghe, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
et des Réformes institutionnelles
Sprekers: Peter Logghe, Didier Reynders,
vice-eersteminister en minister van Financiën
en van Institutionele Hervormingen
Question de M. Theo Francken au vice-premier
ministre et ministre des Finances et des Réformes
institutionnelles sur "l'avantage royal accordé au
FC Standard de Liège et au Basketclub Oostende
par la Loterie Nationale" (n° 3545)
25
Vraag van de heer Theo Francken aan de vice-
eersteminister en minister van Financiën en
Institutionele Hervormingen over "de royale
bevoordeling van FC Standard de Liège en
Basketclub Oostende door de Nationale Loterij"
(nr. 3545)
25
Orateurs: Theo Francken, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
et des Réformes institutionnelles
Sprekers: Theo Francken, Didier Reynders,
vice-eersteminister en minister van Financiën
en van Institutionele Hervormingen
Question de M. Georges Gilkinet au vice-premier
ministre et ministre des Finances et des Réformes
institutionnelles sur "les déductions fiscales
forfaitaires
applicables
aux
accueillantes
autonomes d'enfants" (n° 3563)
31
Vraag van de heer Georges Gilkinet aan de vice-
eersteminister en minister van Financiën en
Institutionele Hervormingen over "de forfaitaire
belastingaftrek voor zelfstandige onthaalouders"
(nr. 3563)
31
Orateurs:
Georges
Gilkinet,
Didier
Reynders, vice-premier ministre et ministre
des Finances et des Réformes institutionnelles
Sprekers:
Georges
Gilkinet,
Didier
Reynders, vice-eersteminister en minister van
Financiën en van Institutionele Hervormingen
Question de M. Georges Gilkinet au vice-premier
ministre et ministre des Finances et des Réformes
institutionnelles sur "les nouvelles recettes
annoncées ou étudiées dans le cadre du
33
Vraag van de heer Georges Gilkinet aan de vice-
eersteminister en minister van Financiën en
Institutionele Hervormingen over "de in het kader
van de begroting 2011 aangekondigde of
33
CRIV 53
COM 173
23/03/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
iii
budget 2011" (n° 3572)
bestudeerde nieuwe ontvangsten" (nr. 3572)
Orateurs:
Georges
Gilkinet,
Didier
Reynders, vice-premier ministre et ministre
des Finances et des Réformes institutionnelles
Sprekers:
Georges
Gilkinet,
Didier
Reynders, vice-eersteminister en minister van
Financiën en van Institutionele Hervormingen
CRIV 53
COM 173
23/03/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES FINANCES ET
DU BUDGET
COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN
EN DE BEGROTING
du
M
ERCREDI
23
MARS
2011
Après-midi
______
van
W
OENSDAG
23
MAART
2011
Namiddag
______
Le développement des questions et interpellations commence à 15.48 heures. La réunion est présidée par
Mme Muriel Gerkens.
De behandeling van de vragen en interpellaties vangt aan om 15.48 uur. De vergadering wordt voorgezeten
door mevrouw Muriel Gerkens.
La présidente: Les questions n° 2886 de M. André Frédéric, n° 2891 de M. Guy Coëme et n° 2990 de
Mme Nathalie Muylle sont transformées en questions écrites.
01 Samengevoegde vragen van
- de heer Peter Logghe aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele
Hervormingen over "de te late aanpassing van risicoquoteringen door Delcredere" (nr. 3031)
- de heer Peter Logghe aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele
Hervormingen over "vragen van de Europese Commissie bij overheidssteun aan de Nationale
Delcrederedienst" (nr. 3056)
01 Questions jointes de
- M. Peter Logghe au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles
sur "l'adaptation tardive des cotations de risque de l'Office national du Ducroire" (n° 3031)
- M. Peter Logghe au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles
sur "les questions de la Commission européenne concernant l'aide de l'État à l'Office national du
Ducroire" (n° 3056)
01.01 Peter Logghe (VB): Mijnheer de minister, een van de twee
vragen over de Delcrederedienst is van 23 februari en al een beetje
gedateerd. De kern blijft wel overeind. Niet alleen de politieke
overheden in Europa zijn blijkbaar verrast door snelle evoluties en
revoluties in de Arabische wereld. De Delcrederedienst biedt ik hoop
dat u zult zeggen: bood nog steeds informatie aan die toen totaal
achterhaald was. Nochtans kan het belang van de Delcrederedienst
moeilijk worden overschat. De Belgische openbare kredietverzekeraar
verzekert bedrijven en banken tegen politieke en commerciële risico's
van internationale handeltransacties die vooral betrekking hebben op
kapitaalgoederen, industriële projecten, aannemingswerken en
diensten. ONDD werkt voor deze risico's samen met banken op basis
van risk sharingschema's. ONDD verzekert eveneens politieke risico's
verbonden aan directe investeringen in het buitenland. ONDD
financiert ook rechtstreeks handelstransacties van beperkte omvang.
Op de webstek van ONDD kreeg ik bijvoorbeeld een rating inzake de
politieke stabiliteit in Libië die op dat moment, einde februari, totaal
niet meer overeenstemde met de politieke realiteit. Op welk ritme
worden de ratings aangepast?
Twee. Quid met ondertussen aangegane contracten? Zouden
bedrijven of banken een deel van de verantwoordelijkheid bij het
01.01 Peter Logghe (VB):
L'Office national du Ducroire
(ONDD) assure les entreprises et
les banques contre les risques
politiques et commerciaux liés aux
transactions commerciales inter-
nationales.
Les
informations
disponibles sur le site web de
l'ONDD ne sont pas toujours
nécessairement d'actualité. C'est
ainsi par exemple qu'à la fin
février, la cote de stabilité politique
de la Libye n'était pas conforme à
la réalité.
Quelle est la fréquence de mise à
jour de ces cotes? Les entreprises
ayant reçu des informations
erronées ou dépassées peuvent-
elles rendre l'ONDD partiellement
responsable de l'échec de gros
contrats? À combien s'élève
actuellement
l'encours
des
23/03/2011
CRIV 53
COM 173
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
2
mislukken van grote contracten kunnen proberen af te schuiven op de
Delcrederedienst wegens overduidelijk verkeerde of achterhaalde
informatie?
Hoeveel
bedragen
de
momenteel
uitstaande
verbintenissen in het Midden-Oosten of Noord-Afrika? Op welke
manier worden deze verbintenissen gevolgd? Verdient het geen
aanbeveling om de ratings sneller op te volgen en aan te passen? Het
gaat hier om een openbare kredietverzekeraar, waarvan de verliezen
gedragen zullen worden door de belastingbetaler. Met andere
woorden, heeft die belastingbetaler geen recht op een rationeel en
zuinig gebruik van de overheidsmiddelen? Ik hoop dat u mij daarin
zult bevestigen.
Ik ga onmiddellijk over naar de volgende vraag, ook in verband met
de Delcrederedienst. Dit gaat over de Europese Commissie. Die is
een formeel onderzoek gestart naar de overheidssteun aan de nv
Delcredere. Die steun is er via het moederbedrijf ONDD gekomen. Er
zou in 2007 al een vooronderzoek zijn geweest en daarbij zouden
aanwijzingen naar boven zijn gekomen in de richting van illegale
overheidssteun. Het moederbedrijf ONDD is de openbare
kredietverzekeraar voor exportrisico's die niet op de private markt
kunnen worden verzekerd en zou als dusdanig een beroep kunnen
doen op staatswaarborg.
Hoeveel steun heeft het moederbedrijf van de Belgische overheid
ontvangen? Werd er een beroep gedaan op de staatswaarborg?
Hoeveel en wanneer?
Ten tweede, ONDD, het moederbedrijf, zou bij nv Delcredere een
kapitaalinbreng hebben gedaan van 100 miljoen euro en later nog
eens van 50 miljoen euro.
Het probleem is dat die kapitaalinbreng blijkbaar niet aan Europa
werd gemeld. Waarom niet, is de vraag die men zich blijkbaar op
Europees vlak stelt.
Een van de aanwijzingen van vermenging van ONDD en
nv Delcredere zou zijn dat ONDD personeel en gebouwen ter
beschikking had gesteld van de nv Delcredere. Klopt dat en zijn er
nog andere transfers tussen die beide bedrijven? Voor welke
activiteiten heeft ONDD zijn staatswaarborg gebruikt? Volgens Europa
zou die mogelijk gebruikt zijn voor courante risicodekkingen. U zult mij
kunnen bevestigen of tegenspreken of dat ook klopt. Wat kunnen de
gevolgen zijn van een negatief resultaat van het formeel onderzoek
door de Europese Commissie? Zijn de resultaten te verwachten voor
de nv Delcredere?
engagements d'entreprises belges
au Moyen-Orient et en Afrique du
Nord? Comment s'effectue le suivi
de ces engagements?
La Commission européenne a par
ailleurs ouvert une enquête sur les
aides publiques octroyées à la
S.A. Ducroire par le biais de la
société mère ONDD. Quel est le
montant des aides que l'ONDD a
reçues de l'État belge? A-t-on
parfois recours à la garantie de
l'État dans ce contexte? L'ONDD
aurait injecté des capitaux dans la
SA Ducroire, d'abord pour un
montant de 100 millions d'euros, et
puis pour 50 millions supplémen-
taires. L'Europe se demande
pourquoi ces opérations n'ont pas
été signalées. Quels transferts
ont-ils lieu entre ces deux
organisations?
Pour
quelles
activités l'ONDD a-t-il eu recours à
la garantie de l'État? Quelles
seraient
les
conséquences
possibles si les résultats de
l'enquête s'avéraient négatifs pour
l'État belge?
01.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer Logghe, twee reeksen van
vragen. Ik zal proberen een antwoord te geven op alle vragen.
De Nationale Delcrederedienst stelt per land meerdere classificaties
op die elk betrekking hebben op verschillende risico's. Met betrekking
tot de classificatie van het politieke risico, elke gebeurtenis in het
buitenland die voor de verzekerde of voor de debiteur een geval van
overmacht inhoudt, zoals deviezenschaarste of oorlog, revolutie,
natuurrampen en willekeurige overheidsmaatregelen, maakt de
Nationale Delcrederedienst in zijn landenbeleid een onderscheid
tussen betalingsrisico's op korte termijn en betalingsrisico's op
middellange of lange termijn, meer dan een jaar. De classificaties
01.02 Didier Reynders, ministre:
Pour
les
classifications
des
assurances
de
crédits
à
l'exportation, l'Office national du
Ducroire établit une distinction
entre les risques de paiement à
court terme et à long terme. Les
classifications pour le risque
politique à court terme sont
réexaminées au moins tous les
trois mois. Les classifications pour
le risque politique à moyen et à
CRIV 53
COM 173
23/03/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
3
voor het politieke risico op korte termijn worden minstens trimestrieel
herbekeken. De classificaties voor het middellang en langlopend
politiek risico worden systematisch geëvalueerd telkens als er nieuwe
belangrijke informatie beschikbaar is, zoals artikel IV-rapporten van
het IMF, en minimum eenmaal per jaar. Naast de classificaties voor
de verzekering van exportkredieten worden ook classificaties
opgesteld voor de verzekering van directe investeringen in het
buitenland. Deze classificaties voor het investeringsrisico worden
minstens driemaandelijks geactualiseerd. Indien nodig worden de
classificaties
tussentijds
aangepast.
Wanneer
een
verzekeringsbelofte of -polis is uitgegeven, is de verzekerde gedekt.
De uitstaande verbintenissen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika
bedroegen op 31 december 2010 17,33 % van de totale
verbintenissen die 20 252 000 000 euro beliepen. De opvolging van
de uitstaande verbintenissen gebeurt door de afdeling Risk
Management die deze verbintenissen periodiek rapporteert aan de
raad van bestuur. Driemaandelijks wordt een rapport opgesteld van
de concentraties inzake landen, sectoren en debiteuren. De
classificaties kunnen te allen tijde worden aangepast. Restrictieve
maatregelen zoals het opschorten van de verzekeringsmogelijkheid
voor bepaalde landen kunnen worden getroffen wanneer zich acute
situaties voordoen. Er wordt echter vermeden om te overreageren op
snel en dikwijls sterk gemediatiseerde ontwikkelingen. Om een jojo-
effect inzake verzekeringsmogelijkheden vandaag wel verzekeren
en morgen niet meer te vermijden, worden de risico's steeds
gekaderd in een langer lopend perspectief.
ONDD is een autonome overheidsinstelling die wel de staatsgarantie
geniet, maar geen beroep moet doen op staatsmiddelen.
Wat betreft uw tweede reeks van vragen over de Europese
Commissie, heb ik een antwoord vanuit de ONDD zelf gekregen. De
Nationale
Delcrederedienst,
een
openbare
instelling
met
rechtspersoonlijkheid, is opgericht door de wet van 31 augustus 1939.
Bij de oprichting van de ONDD werd hem een dotatie toegekend die in
de loop van de jaren, en voor het laatst in 1981, werd verhoogd. Ik
verwijs naar artikel 5 van de wet van 31 augustus 1939. De dotatie
betreft een eenmalige en niet een jaarlijkse bijdrage, dient beschouwd
te worden als het kapitaal van de ONDD en bedraagt vandaag
297 470 000 euro.
ONDD was indertijd en is ook vandaag nog van mening dat de
oprichting van een vennootschap waarin een deel van haar activiteiten
wordt ondergebracht, geen steunmaatregel betreft in de zin van het
Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. Aangezien de
lidstaten de Europese Commissie slechts over de invoering of
wijziging van steunmaatregelen moeten informeren, gaat ONDD er
bijgevolg van uit dat er voor de oprichting van de nv Delcredere en de
opdracht
van
de
kortlopende
verzekeringsactiviteit
geen
notificatieplicht bestond.
De dienstprestaties die ONDD levert aan de nv Delcredere en vice
versa zijn strikt contractueel vastgelegd in outsourcingakkoorden en
maken het voorwerp uit van service level agreements die aan
marktconforme prijzen zijn gesloten. De nv Delcredere heeft haar
eigen personeel. Er wordt geen personeel gedetacheerd in de zin van
de arbeidswetgeving. De nv Delcredere betaalt een marktconforme
long terme sont évaluées au
moins une fois par an et
également chaque fois que de
nouvelles informations importantes
sont rendues publiques. Les
classifications des assurances
d'investissements
directs
à
l'étranger sont actualisées au
moins tous les trois mois. Si une
promesse
ou
une
police
d'assurance est émise, l'assuré
est couvert.
Les engagements en cours au
Moyen-Orient et en Afrique du
Nord s'élevaient à 17,33 % de
l'engagement
total
au
31 décembre 2010. Le suivi est
assuré par le département Risk
Management. Tous les trois mois,
des rapports sont rédigés sur les
concentrations en fonction du
pays, du secteur et du débiteur.
Dans certaines situations, la
possibilité d'assurance peut être
suspendue pour certains pays.
Pour
éviter
les
réactions
exagérées et l'effet yoyo, les
risques sont examinés dans une
perspective à plus long terme.
L'ONDD est un établissement
public autonome qui bénéficie
effectivement de la garantie de
l'État, mais qui ne fait pas appel à
des fonds publics.
L'Office national du Ducroire a été
institué par la loi du 31 août 1939.
Une dotation, revue à la hausse au
fil des ans, lui a été attribuée lors
de sa création. Cette dotation est
une prime unique et pas annuelle
et est considérée comme le capital
de
l'ONDD
qui
s'élève
actuellement à 297 470 000 euros.
L'ONDD estime que la création
d'une société qui abrite une partie
de ses activités ne constitue pas
une aide au sens du Traité
instituant la Communauté euro-
péenne. Selon l'ONDD, la création
de la S.A. Ducroire et la mission
d'activités d'assurances à court
terme n'étaient pas soumises à
l'obligation de notification.
23/03/2011
CRIV 53
COM 173
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
4
huurprijs voor haar lokalen. Buiten de marktconforme vergoeding voor
geleverde diensten bestaan er geen transfers tussen beide entiteiten.
Alle relaties zijn volledig transparant en de enige andere stroom van
fondsen tussen beide maatschappijen zijn de afrekeningen uit
eveneens
aan
marktconforme
voorwaarden
gesloten
herverzekeringsovereenkomsten.
Wat uw eerste vraag over de Europese Commissie betreft, de
beschreven dotatie dient ter financiering van alle activiteiten van
ONDD, voor rekening van ONDD, die met de staatsgarantie worden
uitgevoerd. Dat zijn alle activiteiten van ONDD, met uitzondering van
deze die voor rekening van de Staat worden uitgevoerd en deze die
van september 2003 tot en met eind 2004 op de zogenaamde
commerciële rekeningen werden geboekt.
ONDD heeft sinds 1993 geen verhandelbare risico's in de betekenis
van de Europese Commissie meer gedekt met de staatsgaranties en
zal de Commissie hiervan op de hoogte brengen.
ONDD is op 24 februari 2011 op de hoogte gebracht van de opening
van het onderzoek en beschikt over een periode van 1 maand om te
antwoorden op de gestelde vragen. De mogelijke concrete gevolgen
van het formeel onderzoek worden momenteel nog onderzocht. De
rechtsgevolgen van een beslissing door de Commissie dat niet-
toegelaten staatssteun zou aanwezig zijn, staan beschreven in het
Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, een
verordening en mededeling die hiervan uitvoering geeft.
Er is een antwoord van de ONDD aan de Europese Commissie.
Les services que se rendent
mutuellement l'ONDD et la S.A.
Ducroire sont définis contractuel-
lement
dans
des
accords
d'externalisation et sont tarifés à
des prix conformes à ceux du
marché. La S.A. Ducroire dispose
de son propre personnel et paie
pour la location de ses locaux, des
loyers conformes à ceux pratiqués
sur le marché. Il n'y a aucun
transfert entre les deux entités,
hors ceux effectués pour les
prestations de services. Les seuls
autres flux financiers entre les
sociétés sont ceux générés par le
décompte
des
contrats
de
réassurance
conclus
à
des
conditions conformes à celles du
marché.
La dotation est destinée à financer
l'ensemble
des
activités
de
l'ONDD
accomplies
avec la
garantie de l'État.
L'ONDD n'a plus couvert de
risques négociables assortis de
garanties d'État depuis 1993 et en
informera la Commission. L'ONDD
a pris connaissance de l'enquête
le 24 février 2011 et dispose d'un
délai d'un mois pour répondre aux
questions.
Les
conséquences
éventuelles de l'enquête sont
actuellement
examinées.
Les
conséquences
juridiques
de
l'octroi d'une aide d'État non
autorisée figurent dans le Traité
instituant
la
Communauté
européenne.
01.03 Peter Logghe (VB): Mijnheer de minister, als ik uw antwoord
op de tweede vraag aandachtig beluister, meen ik te begrijpen dat u
met alle vertrouwen het resultaat van het onderzoek van de Europese
Commissie afwacht. Ik hou een vinger aan de pols. Men heeft een
maand de tijd om te antwoorden.
Ik heb geen duidelijk antwoord gekregen op de vraag wat de gevolgen
kunnen zijn. Moet men het geld kunnen terugbetalen?
01.03 Peter Logghe (VB): Le
ministre semble attendre l'enquête
de la Commission européenne en
toute confiance. Doit-on être en
mesure de rembourser ces fonds?
01.04 Minister Didier Reynders: Ik heb naar de regelgeving
verwezen. Ik kan niet alle artikelen van dat verdrag opsommen.
01.04 Didier Reynders, ministre:
J'ai renvoyé à la réglementation.
Je ne peux énumérer tous les
articles du Traité.
01.05 Peter Logghe (VB): Ik kom nog even terug op de vierde vraag
of het geen aanbeveling verdient om die rating sneller op te volgen. Ik
01.05 Peter Logghe (VB): N'est-il
pas souhaitable de suivre ce rating
CRIV 53
COM 173
23/03/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
5
meen uit uw antwoord te mogen begrijpen dat het nogal dikwijls gaat
om driemaandelijkse rapporten. Er is een betalingsrisico op korte
termijn. Men kan sneller aanpassen. Het gaat om een openbare
kredietverzekeraar. Ik begrijp uw reactie dat wij geen jojo mogen
spelen. Hier gaat het om informatie die maanden beschikbaar is en
waarmee men niets doet. Men blijft nog altijd met dezelfde rating
zitten. Men speelt met het geld van de mensen. Het gaat om
gemeenschapsgeld.
Daarmee mag, mijns inziens, toch rationeler en zuiniger worden
omgegaan.
Ik zou er dus voor willen pleiten om de desbetreffende termijnen in te
korten en van drie maanden naar een maand terug te brengen.
plus rapidement? Il s'agit quand
même de fonds publics.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de M. Olivier Henry au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes
institutionnelles sur "un rapport de la CBFA relatif au déroulement des offres publiques d'obligations
'corporate'" (n° 3049)
02 Vraag van de heer Olivier Henry aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en
Institutionele Hervormingen over "een verslag van de CBFA over het verloop van openbare
aanbiedingen van corporate obligaties" (nr. 3049)
02.01 Olivier Henry (PS): Monsieur le ministre, j'ai posé à M. le
secrétaire d'État, le 10 février dernier, une question relative à une
communication récente de la CBFA sur certaines pratiques
d'institutions financières. Dans sa réponse, il m'invitait à ne pas
confondre "inefficiences pouvant conduire à un traitement inéquitable
et manquement administratif ou infraction pénale".
Le document du 20 décembre 2010 de la CBFA, intitulé "Déroulement
des offres publiques d'obligations corporate", ne parle toutefois pas
d'inefficiences. Les termes qui y sont utilisés sont très clairs. La CBFA
confirme avoir constaté que plusieurs offres publiques d'obligations
ont été entachées de problèmes. Voici les termes utilisés par la CBFA
elle-même pour les décrire: "non-respect du délai légal de mise à
disposition du prospectus", "réception de souscriptions en dehors de
la période d'offre, ce qui constitue une offre irrégulière", "cette
pratique ne semble pas admissible au regard de l'article 7 de l'arrêté
royal du 17 mai 2007", "Cette 'notice' contient généralement plus
d'informations que ce qui est prévu par l'article 31 du règlement
809/2004".
La CBFA précise également dans son document les normes légales
qui n'ont pas été respectées. Selon ma lecture, ce ne sont donc pas
des inefficiences que la CBFA a épinglées, mais bien des infractions
aux normes légales et réglementaires. De plus, la description d'un
des manquements nous amène à supposer que des infractions
pénales auraient été commises. En effet, la CBFA relève que, dans
certains cas, le trading desk de banques chargées du placement
d'obligations reçoit une position en cas de forte demande pour cette
émission. Cette position est généralement revendue peu de temps
après, avec bénéfice pour la banque.
Outre le non-respect de l'article 7 de l'arrêté royal du 17 mai 2007,
identifié par la CBFA, nous sommes peut-être confrontés à des cas
02.01 Olivier Henry (PS): In
antwoord
op
een
vraag
betreffende een recente mede-
deling van de CBFA wees de
staatssecretaris er mij vorige
maand op dat ik 'inefficiëntie, die
kan leiden tot een oneerlijke
behandeling',
niet
mocht
verwarren met een 'adminis-
tratieve tekortkoming of een
strafrechtelijk misdrijf'.
Naar mijn oordeel heeft de CBFA
het niet over inefficiëntie, maar
over
overtredingen
van
de
wettelijke
en
regelgevende
normen. Bovendien doet de
beschrijving
van
de
tekort-
komingen ons vermoeden dat er
strafrechtelijke
misdrijven
zijn
gepleegd. In sommige gevallen
ontvangt de trading desk van
banken die beleggen in obligaties
een positie als er veel vraag naar
deze uitgifte is. Deze positie wordt
meestal korte tijd later opnieuw
verkocht, met winst voor de bank.
Naast het niet naleven van
artikel 7 van het koninklijk besluit
van 17 mei 2007, waarop door de
CBFA werd gewezen, hebben wij
hier misschien te maken met
23/03/2011
CRIV 53
COM 173
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
6
de délit d'initié. En effet, une banque membre d'un syndicat de
placement dispose d'une information privilégiée puisqu'elle connaît le
niveau de demande d'une nouvelle émission. L'article 40 de la loi du
2 août 2008 interdit toutefois d'utiliser une information privilégiée en
acquérant les instruments financiers sur lesquels porte cette
information.
Dans ce contexte, je me permets de vous poser les questions
suivantes. La CBFA mène-t-elle des instructions relativement aux
infractions qu'elle a constatées? Dans le cas contraire, quelle en est
la raison? Certains de ces dossiers font-ils actuellement l'objet d'une
procédure de sanction administrative?
gevallen
van
handel
met
voorkennis. Een bank die lid is van
een plaatsingssyndicaat beschikt
over voorkennis, omdat zij weet
hoeveel vraag er zal zijn naar een
nieuwe uitgifte. Artikel 40 van de
wet van 2 augustus 2008 verbiedt
echter
het
aanwenden
van
voorkennis, door het verwerven
van de financiële instrumenten
waarop de voorkennis betrekking
heeft.
Heeft de CBFA een onderzoek
ingesteld met betrekking tot de
overtredingen die door haar
werden vastgesteld? Loopt er
betreffende sommige dossiers een
administratieve sanctieprocedure?
02.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur Henry, j'ai déjà eu
l'occasion d'apporter des précisions à ce sujet. J'en rappellerai
d'abord quelques aspects. La CBFA a en effet rendu publique, en
décembre 2010, une communication sur le déroulement des offres
publiques d'obligations corporate. Elle fait le point sur certaines
inefficiences et formule des recommandations de bonnes pratiques
pour y remédier. Le titre de cette recommandation est: "Les bonnes
pratiques du secteur". Les inefficiences récentes ne sont pas propres
aux marchés belges, mais trouvent leur source dans le mécanisme
d'allocation des titres généralement utilisé dans d'autres marchés
obligataires lors de ce type d'émissions basées sur le principe
"premier arrivé, premier servi".
Bien que ce mécanisme d'allocation soit une pratique de marché
répandue très largement dans les pays étrangers, y compris dans les
pays immédiatement voisins de la Belgique, la CBFA a décidé de
prendre l'initiative de recommander aux intermédiaires financiers
d'opter pour un autre mécanisme d'allocation des titres, basé sur une
répartition proportionnelle si nécessaire.
À ma connaissance, la Belgique est le seul pays à avoir osé ce pas. Il
s'agit d'un réel progrès en termes de traitement plus équitable des
clients. Cette initiative a été généralement saluée. Il convient toutefois
de ne pas confondre inefficience pouvant conduire à un traitement
inéquitable, d'une part, et manquement administratif ou infraction
pénale, d'autre part. Comme indiqué dans le document précité, la
CBFA procèdera à une évaluation du suivi de cette recommandation.
Cette évaluation se fera après qu'un nombre suffisant d'opérations
auront été réalisées pour que des enseignements puissent être
utilement tirés de l'expérience. En l'espèce, il n'y a pas eu
d'opérations de ce type depuis la publication de la communication. Il
est dès lors aujourd'hui totalement prématuré de vouloir procéder à
une évaluation. Nous pourrons y revenir lorsque l'occasion s'en
présentera.
Pour le surplus, il est évident que si la situation avait été optimale, il
n'aurait pas été nécessaire que la CBFA intervienne pour clarifier les
règles qu'elle entend voir respectées. Je trouve par ailleurs un peu
02.02 Minister Didier Reynders:
De CBFA maakte in december
2010 een mededeling bekend over
het verloop van openbare aan-
biedingen van corporate obligaties.
Zij maakt melding van een aantal
problemen
die
leiden
tot
inefficiëntie en zet uiteen hoe deze
kunnen worden verholpen. Dat
een en ander recentelijk niet
vlekkeloos is verlopen, is niet
eigen aan de Belgische markten,
maar vindt zijn oorsprong in het
toekenningsmechanisme van de
effecten dat meestal toegepast
wordt voor andere obligatie-
markten bij dit soort uitgiften op
grond van het principe 'wie eerst
komt, eerst maalt'.
Dat toekenningsmechanisme is
een courante marktpraktijk in het
buitenland, maar de CBFA beveelt
de financiële tussenpersonen aan
te
kiezen
voor een ander
mechanisme voor de toewijzing
van effecten.
Bij mijn weten is België het enige
land dat die stap heeft durven te
zetten, die beschouwd wordt als
een
grote
vooruitgang
en
algemeen wordt toegejuicht. Men
mag inefficiëntie, die kan leiden tot
een onbillijke behandeling, niet
verwarren met een administratieve
tekortkoming of een strafrechtelijk
misdrijf. De CBFA zal de opvolging
CRIV 53
COM 173
23/03/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
7
délicat d'extraire des bouts de texte de leur contexte pour en déduire
de manière non nuancée l'existence d'infractions.
Vous relevez ainsi comme exemple le fait que "la CBFA relève
l'existence de réception de souscriptions en dehors de la période
d'offre, ce qui constitue une offre irrégulière." En réalité, le texte dit
ceci - je cite -: "La CBFA considère que ce système de pré-
souscription doit en réalité être assimilé à la réception de
souscriptions en dehors de la période d'offre et souvent à un moment
où le prospectus n'est pas encore disponible, ce qui constitue une
offre irrégulière." Cette phrase réfère à des marques d'intérêt
exprimées avant l'ouverture de l'offre. Les marques d'intérêt ne sont
pas interdites en tant que telles. Mais dans le contexte particulier
d'une allocation premier arrivé, premier servi, la CBFA assimile ces
marques d'intérêt à des souscriptions afin d'éviter un déplacement de
l'offre dans le temps et une inégalité de traitement entre investisseurs.
Il en va de même de votre renvoi au non-respect du délai légal de
mise à disposition du prospectus. La communication dit ce qui suit à
cet égard. Je cite: "Dans les faits, on constate cependant dans les
placements obligataires les plus récents que le prospectus est
rarement disponible pendant trois jours ouvrables avant la clôture de
l'offre. À titre d'exemple, si la fixation du prix intervient le jeudi, le
placard annonçant l'offre, en ce compris le prix, est publié dans la
presse du samedi et le prospectus est mis à disposition du public le
lundi. L'offre étant parfois entièrement souscrite après quelques
heures, les intermédiaires souhaitant clôturer celle-ci sans délai le
lundi. En effet, vu la méthode d'allocation des obligations qui prévoit
que les souscriptions sont servies dans l'ordre où elles arrivent, il n'y a
aucun intérêt à maintenir l'offre ouverte. On notera que dans certaines
opérations, on a cependant annoncé que l'offre restait ouverte afin de
satisfaire au prescrit de l'article 21, § 1
er
, alinéa 1
er
de la loi mais
qu'aucune souscription ne serait plus acceptée. Ceci ne constitue
évidemment pas une solution satisfaisante." Il s'agit donc d'un
problème de fait et pas d'un manquement formel. La CBFA n'utilise
d'ailleurs jamais les mots "manquement" ou "infraction" dans sa
communication.
Par contre, elle relève des problèmes, c'est-à-dire des
comportements qui posent question et qui appellent des réponses. La
CBFA précise également son interprétation de certaines dispositions
réglementaires, par exemple le fait que la détention de courte durée
tombe également dans le champ d'application de l'article 7 de l'arrêté
royal du 17 mai 2007.
Enfin, il n'est pas interdit qu'une notice contienne plus d'information
que ce qui est prévu par le règlement 809/2004 mais la CBFA
assimile en ce cas la notice à un document commercial devant être
soumis à son accord préalable.
Je ne comprends pas les considérations que vous faites quant à
l'assimilation de certaines pratiques critiquées à du délit d'initié. Ce
qui a été critiqué, c'est le fait que dans l'allocation, à un moment où le
montant de la demande n'est pas encore connu, une position soit
attribuée au trading desk, considéré pour les besoins de la cause
comme un client institutionnel pour alimenter le marché secondaire.
Cette pratique a été considérée non conforme dès lors que le montant
demandé excède in fine le montant de l'offre sur le marché primaire. Il
van die aanbeveling evalueren.
Aangezien dat soort verrichtingen
niet meer werden gedaan sinds de
publicatie van de mededeling, is
het nog te vroeg om tot zo een
evaluatie over te gaan.
Als een en ander vlekkeloos was
verlopen, had de CBFA de regels
niet hoeven te verduidelijken. Wat
heeft
het
voor
zin
om
tekstfragmenten uit de context te
rukken om daaruit ongenuanceerd
af te leiden dat er misdrijven
gepleegd worden?
In haar mededelingen gebruikt de
CBFA nooit de termen 'tekort-
koming' of 'misdrijf'. Wel legt ze de
vinger op problemen, dat wil
zeggen gedragingen die vragen
oproepen en waarop een antwoord
moet worden gegeven. De CBFA
verduidelijkt eveneens hoe ze
sommige bepalingen van de
regelgeving interpreteert.
Het is niet verboden dat een
bericht meer informatie bevat dan
vereist door verordening 809/2004,
maar de CBFA stelt het bericht
dan
wel
gelijk
met
een
commercieel document, waarvoor
haar voorafgaande goedkeuring
moet worden verkregen.
Ik begrijp niet waarom u bepaalde
bekritiseerde praktijken gelijkstelt
met misbruik van voorkennis. De
kritiek sloeg op het feit dat de
trading desk een positie ontvangt
tijdens de toewijzing, wanneer de
opbrengst van het aanbod nog niet
bekend is, en in dat geval wordt
beschouwd als een institutionele
klant die de secundaire markt
moet bevoorraden. Die praktijk
wordt als niet-conform beschouwd
wanneer
het
bedrag
aan
inschrijvingen uiteindelijk hoger
uitvalt dan het bedrag van de
aanbieding op de primaire markt.
Er is bij dit mechanisme geen
sprake van voorkennis, maar wel
van een probleem met de goede
werking van de primaire markt,
waarvoor een antwoord wordt
geboden met de mededeling.
23/03/2011
CRIV 53
COM 173
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
8
n'y a pas, dans ce mécanisme, d'information d'initié au sens de
l'article 3, 14° de la loi du 2 août 2002 mais bien un problème de bon
fonctionnement du marché primaire auquel la communication apporte
une réponse.
Je rappelle que la CBFA procèdera à une évaluation de l'application
des recommandations. Je ferai volontiers rapport au Parlement des
initiatives réglementaires qui pourraient s'avérer nécessaires s'il
échet.
De CBFA zal de toepassing van
de aanbevelingen evalueren. Ik zal
het Parlement verslag doen van de
regelgevende initiatieven die nodig
zouden blijken te zijn.
02.03 Olivier Henry (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie. La
qualification est effectivement différente et je me réjouis du fait que
nous ne soyons pas dans des cas de délit d'initié. Je me pencherai
également sur l'évaluation qui sera faite par la suite.
02.03 Olivier Henry (PS): Ik ben
blij dat er hier geen sprake is van
misbruik van voorkennis.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Ik geef de heer Goyvaerts het woord voor vraag nr. 3085 over het uitblijven van
uitvoeringsbesluiten.
02.04 Hagen Goyvaerts (VB): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, er is blijkbaar een door de regering overlegd antwoord met
betrekking tot de koninklijke besluiten. Als u hetzelfde antwoord als
uw collega's hebt, trek ik mijn vraag in, tenzij u specifieke KB's hebt
die liggen te wachten.
Hebt u een ander antwoord dan uw collega's of hetzelfde, mijnheer de
minister?
02.04 Hagen Goyvaerts (VB):
Mon groupe a déjà demandé à
plusieurs ministres quels arrêtés
royaux sont encore en suspens
dans l'attente d'un gouvernement
bénéficiant de la plénitude des
compétences. Tous ont donné la
même réponse. Si le ministre des
Finances donne la même réponse,
je retire ma question.
02.05 Minister Didier Reynders: Ook ik heb hetzelfde antwoord.
02.05 Didier Reynders, ministre:
Ma réponse n'est pas différente.
03 Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en
Institutionele Hervormingen over "de eventuele vervroegde terugbetaling van de door KBC aangegane
lening bij de federale overheid" (nr. 3124)
03 Question de M. Hagen Goyvaerts au vice-premier ministre et ministre des Finances et des
Réformes institutionnelles sur "le remboursement anticipé éventuel de l'emprunt contracté par KBC
auprès des autorités fédérales" (n° 3124)
03.01 Hagen Goyvaerts (VB): Mijnheer de minister, wanneer wij de
voorbije weken de financiële berichtgeving in de krant opvolgen, lijkt
het alsof de banken de financiële crisis al hebben verteerd. Wij horen
dat zij dividenden zullen uitbetalen en dat er opnieuw winsten zijn
geboekt. Vandaag is ook het verhaal van de bonussen opnieuw
actueel.
Ik kom u vandaag ondervragen over de lening die de federale
overheid aan KBC heeft verleend. Mijn vraag is op twee elementen
gebaseerd.
Toen KBC begin 2011 de jaarresultaten van 2010 voorstelde, meende
ik mij te herinneren dat er vanwege KBC een verzoek was om de
terugbetaling van voornoemde lening te herbekijken.
Ook een andere topman van KBC, zijnde Jan Vanhevel, lanceerde in
03.01 Hagen Goyvaerts (VB):
Les banques donnent l'impression
d'avoir déjà digéré la crise
financière. Elles verseront des
dividendes et engrangent de
nouveau des bénéfices. Les bonus
font à nouveau la une de l'actualité
également.
Des discussions ont-elles déjà été
menées à propos d'un rembourse-
ment anticipé des prêts octroyés
aux banques? A-t-on envisagé
dans ce contexte une réduction
éventuelle des bonus? En quoi un
remboursement anticipé pourrait-il
CRIV 53
COM 173
23/03/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
9
een interview op Kanaal Z, een financieel-economisch tv-kanaal, op
25 februari 2011 de piste van het heronderhandelen met de federale
overheid van de voorwaarden van vervroegde terugbetaling van de
lening.
Mijnheer de minister, ik heb ter zake de hiernavolgende vragen voor
u. Ik overloop ze even voor de volledigheid van het verslag.
Ten eerste, hebt u al contacten gehad of zijn er al gesprekken
gevoerd over een vervroegde terugbetaling van leningen van banken,
in casu KBC?
Ten tweede, werd daarbij een eventuele korting op de bonus ter
discussie gesteld?
Ten derde, op welke manier zou een vervroegde terugbetaling voor
de federale overheid voordelig kunnen zijn?
Ten vierde, is de mogelijkheid van een vervroegde terugbetaling in de
met KBC en dus ook met andere banken aangegane overeenkomsten
opgenomen?
Tot slot en ten vijfde, overweegt de federale regering in het
tegenovergestelde geval de terugbetalingsvoorwaarden van de
leningen aan de banken te herbekijken?
Mijnheer de minister, ik kijk uit naar uw antwoord.
être avantageux pour les autorités
fédérales? La possibilité d'un
remboursement anticipé figure-t-
elle dans les accords conclus avec
KBC et d'autres banques? Si ce
n'est pas le cas, le gouvernement
fédéral envisage-t-il de réexaminer
les conditions de remboursement
des prêts octroyés aux banques?
03.02 Minister Didier Reynders: Mevrouw de voorzitter, ik zal
eveneens mijn antwoorden overlopen.
Op de eerste twee vragen is mijn antwoord neen.
De derde vraag is niet aan de orde.
Voor de vierde vraag is het inderdaad juist dat er een communicatie
met specifieke voorwaarden is, die al door de communicatiedienst
van KBC werd medegedeeld. Het is dus mogelijk om een en ander bij
de informatie van KBC terug te vinden.
Op de vijfde vraag is mijn antwoord neen.
03.02 Didier Reynders, ministre:
Ma réponse aux deux premières
questions
est
négative.
La
troisième question n'est pas à
l'ordre du jour. En ce qui concerne
la quatrième question, il existe une
communication
assortie
de
conditions spécifiques qui a déjà
été divulguée par les services de
communication de KBC. Ma
réponse à la cinquième question
est négative.
03.03 Hagen Goyvaerts (VB): Mevrouw de voorzitter, het is altijd
goed, wanneer een minister een klaar en duidelijk antwoord geeft.
Ik begrijp uit zijn antwoord dat de federale overheid niet bereid is de
voorwaarden te herbekijken.
Mijnheer de minister, ik ben geen voorstander van het herbekijken
van de voorwaarden. Het is echter goed dat u ter zake klare wijn
schenkt.
Ik had nog een kleine, bijkomende vraag.
Mijnheer de minister, kunt u soms mededelen of de contracten tussen
de federale overheid en KBC publiek zijn dan wel of er ter zake
geheimhouding is? Kunt u de contracten ter beschikking stellen van
het Parlement of van de Parlementsleden die om de contracten
03.03 Hagen Goyvaerts (VB): Le
ministre peut-il porter les contrats
conclus
entre
les
autorités
fédérales et KBC à la connais-
sance du Parlement?
23/03/2011
CRIV 53
COM 173
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
10
vragen?
03.04 Minister Didier Reynders: (...) (Zonder micro.)
03.05 Hagen Goyvaerts (VB): Is de inhoud van het contract tussen
de federale overheid en KBC publiek?
03.06 Minister Didier Reynders: Ik zal verifiëren of het mogelijk is het
hele contract met de financiële clausules ter beschikking te stellen.
Uw vraag ging echter over de condities voor een vervroegde
terugbetaling. U stelt nu een nieuwe vraag. Ik zal vragen of een
vervroegde terugbetaling op basis van het contract mogelijk is. Ik kan
het mij niet herinneren.
03.06 Didier Reynders, ministre:
Je vérifierai s'il est possible de
vous fournir l'ensemble du contrat
ainsi que les clauses financières.
Je demanderai également si un
remboursement
anticipé
est
possible en vertu du contrat. Je ne
m'en souviens pas.
03.07 Hagen Goyvaerts (VB): Ik dank u voor het eventueel ter
beschikking stellen van de informatie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Samengevoegde vragen van
- de heer Dirk Van der Maelen aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele
Hervormingen over "circulaire nr. Ci.RH.421/607.890 (AAF 64/210)" (nr. 3188)
- de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele
Hervormingen over "de werking van de dienst Voorafgaande Beslissingen en onder andere de
aanpassing van de tekst van een circulaire om de legitimiteit van eerder afgesloten rulings vast te
leggen" (nr. 3550)
04 Questions jointes de
- M. Dirk Van der Maelen au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes
institutionnelles sur "la circulaire n° Ci.RH.421/607.890 (AAF 64/210)" (n° 3188)
- M. Hagen Goyvaerts au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes
institutionnelles sur "le fonctionnement du service des Décisions anticipées et notamment
l'adaptation du texte d'une circulaire afin de déterminer la légitimité de rulings établis précédemment"
(n° 3550)
04.01 Dirk Van der Maelen (sp.a): Mevrouw de voorzitter, mijnheer
de minister, ik zou u willen vragen of het juist is dat mevrouw
Véronique Tai, de voorzitster van de Dienst Voorafgaande
Beslissingen in fiscale zaken, bij Jean-Marc Delporte, adjunct-
administrateur-generaal van de belastingen, en bij de heer Carlos Six,
dienstdoend administrateur-generaal van de fiscaliteit, heeft
aangedrongen om de circulaire van 22 oktober 2010 betreffende de
commentaar op de artikelen 128, 133, 134 en 136 van de
programmawet van 23 december 2009, met name de betalingen aan
belastingparadijzen, aan te passen om ervoor te zorgen dat de ruling
die enkele maanden eerder werd afgesloten voor Total België voor
zijn transfers naar de Bermuda-eilanden niet in gevaar werd gebracht.
Ten tweede, is het juist dat Jean-Marc Delporte, administrateur-
generaal van de belastingen, en Carlos Six, dienstdoend
administrateur-generaal, hiermee hebben ingestemd en de circulaire
van 22 oktober 2010 hebben aangepast naar de wens van de
voorzitster van de Dienst Voorafgaande Beslissingen met als resultaat
de tekst van de aangepaste circulaire van 30 november 2010?
04.01 Dirk Van der Maelen
(sp.a):
Est-il
exact
que
Mme Véronique Tai, présidente du
service des Décisions anticipées
en matière fiscale, a insisté auprès
de
M. Jean-Marc
Delporte,
administrateur général adjoint des
Impôts, et auprès de M. Carlos
Six, administrateur général faisant
fonction de la Fiscalité, pour que la
circulaire du 22 octobre 2010
relative aux paiements dans des
paradis fiscaux soit adaptée de
telle sorte que le ruling conclu par
le passé pour Total Belgique pour
ses transferts vers les îles
Bermudes ne soit pas remis en
question?
Est-il exact que M. Jean-Marc
CRIV 53
COM 173
23/03/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
11
Ten derde, is het de normale gang van zaken dat de voorzitter van de
Dienst Voorafgaande Beslissingen tussenkomt om omzendbrieven en
circulaires in overeenstemming te brengen met de door de Dienst
Voorafgaande Beslissingen afgesloten rulings?
Ten slotte, de ruling van Total op datum van 6 juli 2010 werd niet
gepubliceerd. Wat is daarvoor de reden? Bent u het met mij eens dat
alle rulings moeten worden gepubliceerd, ten eerste, omdat de
Europese staatssteunregels dit vereisen, maar, ten tweede, vooral
omdat artikel 24 van de wet van 24 december 2002 tot instelling van
het systeem van voorafgaande beslissingen in fiscale zaken dit
oplegt?
Delporte et M. Carlos Six ont
accédé à cette demande et que la
circulaire adaptée du 30 novembre
2010 a dès lors été adoptée?
Est-il normal que la présidente du
service des Décisions anticipées
intervienne
pour
que
des
circulaires
soient
mises
en
concordance
avec
des
réglementations conclues par le
service des Décisions anticipées?
Pourquoi le ruling de Total du
6 juillet 2010 n'a-t-il pas été
publié? N'existe-t-il pas une
obligation légale à ce sujet?
04.02 Hagen Goyvaerts (VB): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, de aanleiding van ons beider vraag is een artikel in Knack
onder de titel "Geen artificiële constructie?" Ik neem aan dat u dat ook
gelezen hebt. Bijgevolg kwam het mij toch nogal vreemd over dat een
belastingplichtige uit de petroleumsector een buitengewoon gunstige
beslissing weet af te dwingen en dat daarvoor een circulaire wordt
aangepast, teneinde het akkoord veilig te stellen.
Aansluitend bij collega Van der Maelen heb ik ook een aantal vragen,
die deels gelijklopend zijn.
Ten eerste, in het betrokken artikel, waarvan ik aanneem dat u het
kent, staat de chronologie der feiten beschreven. Kunt u dat
bevestigen? Is dat als dusdanig verlopen?
Ten tweede, behoort het tot de praktijk van de Dienst Voorafgaande
Beslissingen om bij andere diensten, in casu de adjunct-directeur-
generaal en de dienstdoende administrateur-generaal van de
fiscaliteit, aan te dringen om aanpassingen aan circulaires door te
voeren of paragrafen aan circulaires toe te voegen om de legitimiteit
van een eerder afgesloten ruling vast te leggen?
Ten derde, hoe zit het met de hiërarchie der beslissingen tussen de
Dienst Voorafgaande Beslissingen en uw fiscale diensten? Wie heeft
daar voorrang op wie?
Ten vierde, waarom werd de betrokken ruling niet gepubliceerd, terwijl
het toch de bedoeling was om alle rulings te publiceren? De
argumentatie heeft de heer Van der Maelen juist gegeven.
Ten vijfde, wordt met een dergelijke praktijk vanuit de Dienst
Voorafgaande Beslissingen de verstrenging van de controles op de
transacties met fiscale paradijzen niet uitgehold, elke keer als men
zo'n soort van overrruling doet?
Hoever komt men dan nog met controles op transacties met fiscale
paradijzen?
Staat u achter de werkwijze van de Dienst Voorafgaande Beslissingen
in dit dossier? Bent u van oordeel dat het een goede zaak is dat zulke
04.02 Hagen Goyvaerts (VB): La
chronologie qui figure dans l'article
de Knack à propos de cette affaire
est-elle exacte? Le service des
Décisions anticipées a-t-il pour
habitude
d'intervenir
auprès
d'autres services pour que des
circulaires soient adaptées en vue
d'établir la légitimité d'un ruling
conclu par le passé? Quel service,
du
service
des
Décisions
anticipées ou des services fiscaux,
est prépondérant? Pourquoi le
ruling en question n'a-t-il pas été
publié? Une telle pratique ne mine-
t-elle pas le renforcement des
contrôles sur les transactions
conclues
avec
des
paradis
fiscaux?
Le ministre cautionne-t-il le mode
opératoire
du
service
des
Décisions anticipées dans ce
dossier?
23/03/2011
CRIV 53
COM 173
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
12
praktijken ingang vinden in uw departement?
04.03 Minister Didier Reynders: Ik heb dezelfde vraag beantwoord in
de plenaire vergaderingen van Kamer en Senaat op 3 maart 2011, in
de Kamer op vraag van de heer Mathot en in de Senaat op een vraag
van mevrouw Matz.
Ik verwijs naar dat antwoord. Het is dezelfde vraag. Ik begrijp echt de
bedoeling er niet van.
04.03 Didier Reynders, ministre:
J'ai déjà répondu à cette question
lors des séances plénières de la
Chambre et du Sénat le 3 mars
2011,
dans
le
cadre
des
interpellations de M. Mathot et
Mme Matz. Je me réfère à cette
réponse.
04.04 Dirk Van der Maelen (sp.a): Ik verwijs naar het gesprek dat
we vanochtend in de Conferentie van voorzitters hebben gehad.
Mijn vraag was eerder ingediend dan de vraag van collega Mathot in
de plenaire vergadering. U hebt daar geantwoord. Ik heb andere
vragen en ik krijg daar geen antwoord op. Ik sta erop dat u mij een
antwoord geeft. Ik heb daar recht op. Ik heb als eerste het thema
aangebracht en ik krijg geen antwoord. Als u dat niet doet, dan maak
ik daar een incident van.
04.04 Dirk Van der Maelen
(sp.a): Ma question est antérieure
à celle de M. Mathot et est assortie
de questions annexes. Je suis le
premier à avoir évoqué ce dossier.
Si le ministre refuse de répondre,
j'en ferai un incident.
04.05 Minister Didier Reynders: Ik zal niet dezelfde tekst lezen. Ik
verwijs enkel naar mijn antwoord aan de heer Mathot en mevrouw
Matz. Het is hetzelfde antwoord. Dan moet ik dat toch niet lezen? Ik
heb geen nieuwe elementen.
De heer Goyvaerts heeft verwezen naar Knack. Drie weken geleden
was het dezelfde Knack.
04.05 Didier Reynders, ministre:
J'ai répondu aux questions de
M. Mathot et Mme Matz et je ne
vois pas pourquoi je relirais ici ma
réponse. Aucun nouvel élément
n'est apparu depuis.
04.06 Dirk Van der Maelen (sp.a): Ik zal doen alsof u het antwoord
heeft voorgelezen dat u aan collega Mathot heeft gegeven. Zijn vraag
was niet zo uitgebreid als ons beider gemeenschappelijke vragen.
Ik breng dit opnieuw in de Conferentie van voorzitters.
Ik was aanwezig op die plenaire vergadering waarnaar u verwijst. Ik
heb aandachtig geluisterd naar uw antwoord. U schermde met het feit
dat de aankopen van ruwe olie werkelijk hebben plaatsgevonden en
daarom zou het niet gaan om een artificiële constructie. Ik zal dat niet
tegenspreken, maar ik wijs wel onmiddellijk op het volgende: wat
indien Total Belgium meer dan de marktprijs heeft betaald voor de
olie? Wat indien de betrokken betalingen ook zouden zijn gebeurd
voor zogenaamde prestaties die de brievenbusvennootschap op
Bermuda nooit heeft geleverd?
In die gevallen kan er een schending zijn van artikel 26, het verlenen
van abnormale en goedgunstige voordelen, en van artikel 54,
vergoedingen aan vluchtlanden, en heeft de fiscus de plicht om die
transacties alsnog tegen het licht te houden. Dat blijkt ook duidelijk uit
de betrokken circulaire. Ik vraag u nu nog eens of de rulingdienst die
aspecten nagekeken heeft en of de aanvrager de artikelen 26 en 54
van het Wetboek van de inkomstenbelastingen meegenomen heeft in
de rulingvraag. Als dat niet het geval is, mijnheer de minister, dan
ontstaat er hier een lacune en dan hebben wij te maken met
fraudebestrijding à la Reynders: men keurt een wet goed en diezelfde
wet holt men uit via een voorafgaande beslissing en via een circulaire.
Mijn tweede reactie op uw antwoord dat u in de plenaire vergadering
04.06 Dirk Van der Maelen
(sp.a): Je ferai porter ce point à
l'ordre du jour de la Conférence
des présidents! J'étais présent lors
de la séance plénière à laquelle le
ministre fait référence. Dans sa
réponse, le ministre a fait valoir
que des achats de pétrole brut ont
bien été effectués et a souligné
qu'il ne s'agit nullement d'une
construction artificielle. Mais qu'en
est-il si Total Belgium a payé plus
que le prix du marché? Et si les
paiements en question ont été
effectués pour de prétendues
prestations que la société écran
aux
Bermudes
n'a
jamais
fournies?
Dans ces cas, il peut y avoir
violation des articles 26 et 54, et le
fisc a l'obligation d'examiner
attentivement ces transactions.
C'est d'ailleurs ce qui ressort aussi
clairement de la circulaire. Je
demande encore une fois au
ministre si le service du ruling a
bien examiné ces aspects et si le
demandeur a effectivement pris en
CRIV 53
COM 173
23/03/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
13
van de Kamer hebt gegeven, betreft die circulaire. Ik moet er u op
wijzen dat die circulaire contra legem is. Op grond van artikel 198,
tiende alinea, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen is het de
onderneming die moet bewijzen dat het gaat om werkelijke
verrichtingen en niet om een kunstmatige constructie. De circulaire
versoepelt de bewijslast in hoofde van de belastingplichtige. Zelfs
indien het gaat om een kunstmatige constructie kan de onderneming
aan de niet-aftrekbaarheid ontsnappen door aan te tonen dat de
constructie niet heeft gediend om aan de Belgische belastingen te
ontsnappen.
Mijnheer de minister, wat in dezen is gebeurd, is totaal
onaanvaardbaar: een fiscale administratie die ten dienste gesteld
wordt van de belangen van een grote onderneming die erop staat om
via fiscale paradijzen te kunnen blijven werken.
compte les articles 26 et 54 du
Code des impôts sur les revenus.
Si ce n'est pas le cas, il y a une
lacune et nous sommes en
présence d'un type de lutte contre
la fraude fiscale "à la Reynders":
on approuve une loi et on utilise
ensuite son expertise pour la vider
de sa substance.
Je dois en outre faire remarquer
au ministre que cette circulaire est
contra legem. Selon le Code des
impôts sur les revenus, l'entreprise
doit en effet prouver qu'il s'agit
d'opérations
réelles.
Or
la
circulaire assouplit cette obligation
de preuve. Même s'il s'agit d'une
construction artificielle, l'entreprise
peut
échapper
à
la
non-
déductibilité en montrant que la
construction n'a pas servi à éluder
l'impôt belge.
Ce qui s'est passé est tout à fait
inacceptable.
L'administration
fiscale est utilisée pour servir les
intérêts d'une grande entreprise
qui veut continuer à exercer ses
activités dans des paradis fiscaux.
04.07 Hagen Goyvaerts (VB): Mijnheer de minister, u kunt natuurlijk
verwijzen naar het antwoord dat u in de plenaire vergadering gegeven
hebt. Ik kan daar niets tegenin brengen, maar ik dacht dat zowel de
vraagstelling van collega Van der Maelen als die van mijzelf toch wel
iets specifieker was dan een actualiteitsvraag in de plenaire
vergadering.
Het gaat mij bovendien natuurlijk ook om de manier waarop er binnen
uw fiscale administratie gewerkt wordt en de interferentie tussen de
Dienst Voorafgaande Beslissingen en de andere diensten. Ik kan mij
niet herinneren dat u daarop een antwoord hebt gegeven in de
plenaire vergadering. Dat was de reden waarom ik daarover bij u
terugkom. Als Parlementslid mogen wij, zelfs nadat u in de plenaire
vergadering een antwoord hebt gegeven, nog altijd terugkomen. Het
behoort tot de vrijheid van een Parlementslid om met meer specifieke
vragen te komen, teneinde een betere kijk op het dossier te krijgen,
zelfs al is de bron dezelfde. Ik betreur ook een beetje dat u het nu een
beetje formeel en op de procedure speelt.
Ik kan bijgevolg niet tevreden zijn met het antwoord dat u geeft. U
geeft mij geen beter inzicht in wat er allemaal gebeurd is met deze
belastingplichtige. De Dienst Voorafgaande Beslissingen interfereert
blijkbaar toch met uw andere fiscale diensten. Ik vind dat op zich niet
zuiver op de graat.
Maar goed, als dat de manier is waarop u meent dit te moeten
afhandelen, dan doet u maar.
04.07 Hagen Goyvaerts (VB):
Notre question était effectivement
plus spécifique que les questions
d'actualité évoquées en séance
plénière.
Les
parlementaires
n'auraient-ils
plus
le
droit
d'approfondir un dossier en posant
de
nouvelles
questions?
Je
déplore le fait que le ministre joue
la carte de la procédure.
Ce dossier laisse supposer que
des interférences existent entre le
service des Décisions anticipées
et d'autres services fiscaux. On
peut se poser certaines questions
à ce sujet.
23/03/2011
CRIV 53
COM 173
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
14
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Peter Logghe aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en
Institutionele Hervormingen over "de gevolgen van het arrest van het Europees Hof van Justitie voor
de levensverzekering" (nr. 3243)
05 Question de M. Peter Logghe au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes
institutionnelles sur "l'incidence de l'arrêt rendu par la Cour européenne de Justice sur les
assurances-vie" (n° 3243)
05.01 Peter Logghe (VB): Mijnheer de minister, mijn vraag is
eigenlijk ingegeven door het antwoord op de vragen van collega's
George en Lalieux in de plenaire vergadering. Ik hoop dus dat ik niet
hetzelfde antwoord krijg als de collega's Goyvaerts en
Van der Maelen op de vorige vraag. Het is eigenlijk een
voortgangsvraag over een aantal gedetailleerde kwesties in verband
met het arrest van het Hof van Justitie. Het betreft een verregaand
arrest met mogelijke negatieve gevolgen voor de vrouwelijke
consumenten. U hebt dat in de plenaire vergadering ook aangehaald.
We bleven echter met een aantal vragen zitten. Ik kom nu even terug
op die vragen.
Voor een overlijdensverzekering met een bepaald kapitaal betaalt een
dame van 30 jaar nu een premie van bijvoorbeeld 241 euro en een
man van dezelfde leeftijd 400 euro om hetzelfde kapitaal in
overlijdensdekking te verzekeren. Als het arrest van het Hof van
Justitie wordt gevolgd, dan voorspellen de verzekeraars een
drastische verhoging van de premies voor vrouwen. U hebt dat
allemaal in de plenaire vergadering gezegd.
Welke producten zullen door het arrest worden getroffen? Ik meen dat
hierop nog geen antwoord is gegeven. Gaat het alleen om
overlijdensverzekeringen? Dreigen ook schuldsaldoverzekeringen
die toch belangrijk zijn, omdat mensen op basis van een
schuldsaldoverzekering een woning kopen en zich indekken tegen
overlijden hierdoor niet onbetaalbaar te worden? Wat zijn de
gevolgen hiervan?
Vooral, in de plenaire vergadering heb ik u niets horen zeggen over
de bestaande contracten. Ik meen te weten dat verzekeraars er nu al
aan denken om de premies voor vrouwen voor bestaande contracten
aan te passen.
Ten tweede, de Europese richtlijn van 2004 verbood om het geslacht
als criterium te nemen, maar men kon hier als lidstaat van afwijken
als men zich baseerde op objectieve statistische gegevens. De vraag
dringt zich natuurlijk op wat er nu ineens verkeerd is aan onze
statistische gegevens, zodat ze niet meer mogen worden gebruikt.
Het Europees Hof van Justitie vindt dus dat dat criterium moet worden
verworpen.
Ten derde, is er overleg met de sector gepland of georganiseerd? Is
dat al doorgegaan?
Ten vierde, op basis van welk criterium zullen verzekeraars nu nog
wel een onderscheid mogen maken wat levensverzekeringen betreft?
Ik meen dat u die vraag niet hebt beantwoord in de plenaire
05.01 Peter Logghe (VB): Dans
l'hypothèse où le récent arrêt de la
Cour de Justice serait suivi, le
secteur
des
assurances
vie
redoute
une
hausse
très
substantielle des primes pour les
femmes.
Quels produits seront concernés
par cet arrêt? Que deviendront les
contrats existants? La directive
européenne de 2004 interdit de
retenir le sexe comme critère mais
des dérogations étaient autorisées
sur
la
base
de
données
statistiques objectives. Ce critère
ne joue-t-il plus aujourd'hui? Une
concertation a-t-elle été menée
avec le secteur? Sur la base de
quel
critère
les
assureurs
pourront-ils encore opérer une
différenciation
en
matière
d'assurance vie? L'arrêt ne risque-
t-il pas de déboucher sur une
segmentation
particulièrement
opaque non désirée?
CRIV 53
COM 173
23/03/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
15
vergadering. Op welke basis zullen zij hun premies mogen
onderscheiden? Drijft men het arrest van het Hof van Justitie zou
een pervers effect kunnen hebben verzekeraars niet in de richting
van een zeer uitgebreide segmentatie waartegen dezelfde
consumentenorganisaties, onder andere Test-Aankoop, zullen
opwerpen dat de klanten door het bos de bomen niet meer zien? Zou
het
arrest
geen
gevolgen
kunnen
hebben,
die
de
consumentenorganisaties zeker niet willen?
05.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer Logghe, ten eerste, de
gevolgen van het arrest van het Europees Hof van Justitie zullen zich
uitstrekken tot de levensverzekeringen. Die verzekeringsproducten
waren tot voor dat arrest nog de enige producten waarvoor er een
verschil in de tarieven tussen mannen en vrouwen gemaakt kon
worden.
Het is nog te vroeg om alle gevolgen van dat arrest in te schatten, dat
een antwoord gaf op een prejudiciële vraag die door het
Grondwettelijk Hof werd gesteld.
Het is nu wachten op het eindarrest van het Grondwettelijk Hof om
alle gevolgen in te schatten, zoals de gevolgen voor de huidige
contracten. Later zullen we een meer precies antwoord kunnen geven
in dat verband.
Ten tweede, er is niets mis met statistische gegevens op zichzelf,
maar wanneer geslachtsgebonden gegevens om sociaalpolitieke
redenen niet langer gebruikt mogen worden, dan hebben de statistici
zich daarbij neer te leggen.
Op uw derde vraag is het antwoord neen. Er heeft geen overleg met
de sector plaatsgevonden wanneer die zijn genderbeleid heeft moeten
wijzigen in de tarifering van de autoverzekering en de
ziekteverzekering. Het gaat om een gewone toepassing van een
beslissing. Ik heb ook gezegd dat we moeten wachten op het
eindarrest van het Grondwettelijk Hof.
Ten vierde, elk criterium dat niet uitdrukkelijk verboden is, mag door
de verzekeraars gebruikt worden bij de segmentering. Het is
inderdaad niet uitgesloten dat de verzekeraars het wegvallen van het
geslachtsgebonden criterium zullen compenseren door het gebruik
van andere criteria, waardoor de tarifering ingewikkelder zal worden.
Ik herhaal dat we moeten wachten op het eindarrest van het
Grondwettelijk Hof om alle gevolgen te kunnen bekijken.
05.02 Didier Reynders, ministre:
L'arrêt de la Cour européenne de
Justice a des conséquences sur
les produits d'assurance vie qui
étaient, jusqu'à présent, les seuls
produits pour lesquels des tarifs
différents
s'appliquaient
aux
hommes et aux femmes. Nous
devons attendre à présent l'arrêt
définitif de la Cour constitutionnelle
pour en évaluer toutes les
conséquences, notamment pour
les contrats en cours.
Si les données liées au genre ne
peuvent plus être utilisées pour
des motifs sociopolitiques, les
statistiques devront en prendre
leur parti.
Aucune concertation n'a eu lieu
avec le secteur lorsque ce dernier
a dû adapter sa politique de genre
dans la tarification des polices
auto et maladie.
Les assureurs peuvent utiliser
pour la segmentation tous les
critères qui ne sont pas expres-
sément interdits. Par conséquent,
un critère compensatoire n'est pas
impensable, en effet.
05.03 Peter Logghe (VB): Mijnheer de minister, daaraan heb ik niet
veel toe te voegen.
Hebt u er enig zicht op wanneer dat eindarrest verwacht mag worden?
Zal dat nog voor de zomervakantie zijn, of wordt het veeleer eind dit
jaar?
05.03 Peter Logghe (VB): Quand
pouvons-nous attendre cet arrêt
définitif?
05.04 Minister Didier Reynders: Neen, ik heb daar geen informatie
over.
In tegenstelling tot wat de heer Van der Maelen heeft gevraagd, heb ik
geen contact met magistraten. Ik bel dus niet naar de voorzitter van
05.04 Didier Reynders, ministre:
Je n'en sais rien. Il n'est pas dans
mes habitudes de contacter les
magistrats. Peut-être M. Van der
Maelen pourrait-il s'en charger...
23/03/2011
CRIV 53
COM 173
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
16
een of andere kamer, zoals de heren Blondeel en Van der Maelen.
05.05 Peter Logghe (VB): Dan zal ik hem moeten terughalen.
05.06 Minister Didier Reynders: Ik kan aan de heer Van der Maelen
misschien vragen of het voor hem mogelijk is om vergelijkbare
contacten te onderhouden met het Grondwettelijk Hof als met de
voorzitter van de vierde kamer van het hof van beroep van Brussel.
05.07 Peter Logghe (VB): U zit natuurlijk in een andere politieke
fractie.
05.08 Minister Didier Reynders: Jawel. Het is misschien
gemakkelijker voor de heer Van der Maelen dan voor mijzelf om
telefonische contacten te houden met een magistraat voor een
specifieke zaak.
La présidente: (...)
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Samengevoegde vragen van
- de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele
Hervormingen over "het toenemend aantal belastingplichtigen die geen aangifte meer doen" (nr. 3250)
- de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele
Hervormingen over "de belastingaangifte" (nr. 3368)
06 Questions jointes de
- M. Hagen Goyvaerts au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes
institutionnelles sur "le nombre croissant de contribuables qui ne remplissent plus de déclaration"
(n° 3250)
- M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes
institutionnelles sur "la déclaration fiscale" (n° 3368)
06.01 Hagen Goyvaerts (VB): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, u weet dat het jarenlang een nationale sport was om
belastingen te ontduiken in dit land. Ik stel vast dat de normvervaging
zich nog verder doortrekt en dat het nu stilaan een nationale sport is
geworden om gewoon geen belastingaangifte meer in te dienen.
De cijfers spreken voor zich. In 2008 deden 307 000 inwoners geen
aangifte, in 2009 steeg dat aantal tot 325 000, en vorig jaar ging het
om 330 000 niet-ingediende aangiften. Een op 20 belastingplichtigen
doet dus geen aangifte meer.
Ook de regionale spreiding spreekt boekdelen. Brussel spant de
kroon, waar 1 op 9 belastingplichtigen geen aangifte indient. De
Waalse provincies Henegouwen, Namen, Luxemburg en Waals-
Brabant vervolledigen het lijstje van minst trouwe belastingbetalers.
Het zal u in dit land als belastingplichtige die nauwgezet zijn
belastbare inkomsten aangeeft en nauwgezet zijn belastingen betaalt
maar overkomen. Mensen die aan al die plichtplegingen voldoen,
voelen zich stilaan de idioot van dienst als zij zien dat 330 000
belastingplichtigen geen aangifte meer doen.
Met dergelijke aantallen niet-indieners slaagt u er als minister van
Financiën, verantwoordelijk voor de inning van de belastingen, niet
06.01 Hagen Goyvaerts (VB): Un
contribuable sur vingt ne remet
pas de déclaration. Ce nombre
augmente année après année.
Comment les services gèrent-ils
ce phénomène? Ne conviendrait-il
pas d'adopter au plus vite une
approche
ferme?
Pourquoi
n'applique-t-on pas systématique-
ment une imposition d'office en
l'absence de déclaration? Est-il
exact que le système informatique
des Finances ne dispose pas de
codes destinés à appliquer une
imposition d'office de manière
automatisée?
CRIV 53
COM 173
23/03/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
17
meer in om dit op een rechtvaardige manier te doen. Blijkbaar denken
sommigen dat zij hieraan moeten ontsnappen.
Mijnheer de minister, vermits de cijfers nu bekend zijn, had ik graag
vernomen hoe uw diensten omgaan met het toenemend aantal niet-
indieners van een aangifte?
Bent u van oordeel dat er een dringende bijsturing moet komen van
de kordate aanpak van de niet-indieners van een belastingaangifte?
Hoe komt het dat er bij niet-indieners van een belastingaangifte niet
systematisch wordt overgegaan tot een aanslag van ambtswege?
In de pers verscheen de informatie dat in het informaticasysteem van
Financiën geen codes bestaan om de aanslag van ambtswege op een
geautomatiseerde wijze uit te voeren. Klopt dat? Wat is de verklaring
hiervoor en wat denken uw diensten hieraan te doen?
Mijnheer de minister, met deze vragen wil ik een betere kijk krijgen op
de manier waarop de fiscus het aantal niet-aangegeven
belastingaangiften onder controle probeert te krijgen of ten minste
probeert weg te werken en alsnog over te gaan tot een ambtshalve
aanslag. Ik ben benieuwd naar uw antwoord.
06.02 Minister Didier Reynders: Mevrouw de voorzitter, mijnheer
Goyvaerts, de algemene administratie van de fiscaliteit neemt de
nodige maatregelen om zoveel mogelijk aangiften te doen indienen.
Het gaat immers om een wettelijke verplichting. De administratie
beseft ten zeerste dat niet optreden tegen een in gebreke blijvende
belastingplichtige onrechtvaardig is ten opzichte van de burger die
stipt aan zijn aangifteplicht voldoet.
De administratie heeft daarom in haar balanced scorecard die
maandelijks wordt geëvalueerd, een indicator opgenomen om het
aantal niet-indieners op te volgen, overigens niet alleen in de
personenbelasting, maar ook in de vennootschapsbelasting en de
rechtspersonenbelasting en binnenkort eveneens voor de btw.
Nochtans mag ook niet uit het oog worden verloren dat sommige van
die belastingplichtigen eenvoudigweg over geen belastbaar inkomen
beschikken. Dit is de reden waarom de doelstelling voor het
aanslagjaar 2010 als volgt is bepaald. Het aantal niet-ingediende
aangiften van de personenbelasting mag maximaal 5 % bedragen op
het einde van de controleperiode, voorheen lag de marge op 10 %.
Voor het aanslagjaar 2010 zijn er op datum van 21 maart 2011
percentsgewijs 4,91 % niet-indieners.
Mevrouw de voorzitter, ik heb twee tabellen ik zal die niet
voorlezen voor de heer Goyvaerts, met alle indicaties per regio en
per provincie, het is dus mogelijk om dat te volgen, voor 2008, 2009
en 2010.
Hieruit, uit deze twee tabellen, blijkt dat de doelstelling is bereikt en
dat er zich voor bijna 6 miljoen belastingplichtigen geen probleem
stelt. Verder is duidelijk dat de aanwezigheid van een grootstad in het
ambtsgebied een negatieve invloed op het resultaat heeft en dat ook
de economische toestand van het gebied een rol speelt.
06.02 Didier Reynders, ministre:
L'administration
prend
les
mesures nécessaires pour que le
plus grand nombre de déclarations
soient introduites. C'est pourquoi
le balanced scorecard comporte
un indicateur permettant de
surveiller le nombre de non-
déclarants.
Pour l'exercice d'imposition 2010,
le nombre de déclarations à
l'impôt des personnes physiques
non introduites ne pouvait pas
dépasser 5 % à la fin de la période
de contrôle il s'agissait de 10 %
précédemment. Le 21 mars 2011,
on comptait 4,91 % de non-
déclarants pour l'exercice d'impo-
sition 2010. Je communiquerai les
tableaux comportant tous les
chiffres à M. Goyvaerts. Il ressort
de ces tableaux que l'objectif a été
atteint. Il est par ailleurs évident
que la présence d'une grande ville
influence les résultats, de même
que la situation économique de la
circonscription administrative.
En septembre 2010, il a été décidé
d'envoyer automatiquement des
rappels aux contribuables n'ayant
pas encore envoyé de déclaration.
Ainsi, 21 000 courriers ont été
23/03/2011
CRIV 53
COM 173
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
18
Hoe dan ook heeft de administratie een aantal concrete acties
ondernomen om de ratio naar beneden te krijgen. In september 2010
werd de beslissing genomen om automatisch herinneringsbrieven te
verzenden naar de belastingplichtigen die hun aangifte nog niet
hadden teruggezonden. Deze brieven werden in november 2010
verzonden naar de zelfstandigen en in januari 2011 naar de
loontrekkers en bedrijfsleiders. Deze actie werd in februari 2011
geëvalueerd.
Voor de zelfstandigen werden ongeveer 21 000 brieven verzonden.
Naar aanleiding daarvan werden meer dan 10 000 aangiften
ontvangen, hetzij een respons van 49 %.
Voor de loontrekkers en bedrijfsleiders werden ongeveer 266 000
brieven verzonden. Hier bedroeg de respons 25 %, bijna 66 000
ontvangen aangiften.
Ook mag niet uit het oog worden verloren dat voor de categorie van
de loontrekkers deze actie vaak aanleiding geeft tot een teruggave
voor de belastingplichtige. De actie is dus vanuit twee oogmerken
belangrijk voor de bevolking. Ten eerste, door de nalatige burger met
belastbare inkomsten op zijn verplichting te wijzen en te vermijden dat
deze door het niet indienen van zijn aangifte onrechtstreeks uitstel
van betaling zou verkrijgen en op die manier ten onrechte een
voordeel zou krijgen ten opzichte van de burger die zijn verplichting
wel stipt nakomt. Ten tweede, door ervoor te zorgen dat de burger die
recht heeft op een terugbetaling die effectief kan verkrijgen.
De actie heeft ook een aantal misverstanden bij de belastingplichtigen
aan het licht gebracht. Het spreekt vanzelf dat zal worden getracht
deze voor het aanslagjaar 2011 te vermijden door de communicatie
rond de aangifteplicht aan te passen en te verduidelijken.
In antwoord op de schriftelijke vraag nr. 645 van 27 december 2010
van de heer Tommelein met betrekking tot het aantal niet-ingediende
aangiften heb ik al een overzicht verschaft van deze problematiek
voor de aanslagjaren 2008-2010. De gegevens in dit antwoord
hebben betrekking op de gekende situatie op 11 februari 2011.
Teneinde het verloop van de problematiek wat aanschouwelijker voor
te stellen heb ik er een tweede tabel cijfers tot en met 21 maart 2011
aan toegevoegd. Beide tabellen laten zich lezen als volgt. Voor de
aanslagjaren 2008 en 2009 zijn er momenteel weinig schommelingen
te verwachten in het aantal ingediende aangiften. De aantallen zullen
nog slechts in heel beperkte mate teruglopen, wat trouwens blijkt uit
de gegevens. Voor het aanslagjaar 2010 worden nog heel wat
aangiften gerecupereerd en dit vooral ingevolge administratieve
acties. Deze hebben tot gevolg gehad dat het aantal niet-ingediende
aangiften tussen beide tijdstippen is teruggelopen van 327 940 op
11 februari 2011 naar 309 555 op 21 maart 2011.
Concreet betekent zulks dat het aantal niet-ingediende aangiften
reeds duidelijk daalt ten opzichte van het aanslagjaar 2009 en in
relatieve termen ook reeds beneden het niveau van het
aanslagjaar 2008 is gedaald. Deze gegevens tonen dus overduidelijk
aan dat de administratieve acties ter zake zeker vruchten afwerpen.
Ten slotte moet opgemerkt worden dat het niet aangewezen is om in
envoyés à des indépendants, ce
qui a mené au dépôt de
10 000 déclarations.
Pour
les
salariés, 266 000 courriers ont été
envoyés
et
66 000 nouvelles
déclarations ont suivi.
Le but de l'opération est d'éviter
d'une part un report du paiement
en raison de l'absence de dépôt
de la déclaration, ce qui lèse le
citoyen qui remplit ses obligations
et de veiller d'autre part à ce que
le citoyen qui a droit à un
remboursement
puisse
effectivement le percevoir.
L'action a démontré qu'une série
de malentendus règnent parmi les
contribuables. La communication
sur l'obligation de déclaration des
revenus sera dès lors adaptée
pour l'exercice d'imposition 2011.
Le tableau reprend les chiffres
jusqu'au 21 mars 2011. Grâce à
nos actions administratives, une
large part des impositions ont
encore pu être obtenues: le
11 février 2011, 327 940 déclara-
tions fiscales manquaient toujours;
elles n'étaient plus que 309 555 le
21 mars 2011.
Il ne s'indique pas de procéder
dans chaque cas de non-
déclaration à une imposition
d'office dans la mesure où il n'est
pas toujours question de revenus
imposables. Cette procédure ne
peut dès lors pas être automatisée
et chaque cas doit être examiné
séparément. Il n'existe donc pas
de code dans la mesure où celui-ci
ne serait d'aucune utilité. En 2010,
il a été procédé à 89 785
impositions d'office, portant sur un
montant de revenus de 1,5 milliard
d'euros.
CRIV 53
COM 173
23/03/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
19
elk geval waarbij geen fiscale aangifte werd ingediend, een aanslag
van ambtswege te vestigen. Tijdens het jaar 2010 werden niettemin in
totaal 89 785 aanslagen van ambtswege wegens afwezigheid van
aangifte gevestigd en werd zo 1,5 miljard euro aan inkomsten belast,
1 582 959 841 euro om precies te zijn. Aangezien bij een taxatie van
ambtswege echter geval per geval moet onderzocht worden of er al
dan niet belastbare inkomsten aanwezig zijn, kan deze procedure niet
worden geautomatiseerd, maar vergt zij een individueel onderzoek
door een bevoegd taxatieambtenaar. Er is een automatiseringsproces
voor de brieven, om iedereen een nieuwe brief te sturen. Voor de
taxatie zelf is dat echter onmogelijk. Het is waar, er bestaat geen
code, maar het heeft geen nut om dat te doen.
Ik heb hier de tabellen voor u.
06.03 Hagen Goyvaerts (VB): Mijnheer de minister, uw antwoord
was relatief eenvoudig. Ik stel vast dat het spreekwoord "de
aanhouder wint" toch zijn vruchten afwerpt. Door het versturen van
een herinneringsbrief zijn er blijkbaar toch belastingplichtigen die tot
het besef komen dat ze blijkbaar een aangifte moeten indienen. U
recupereert er daarmee een heel aantal. Er zijn ondertussen ook al
een kleine 90 000 ambtshalve aanslagen.
Wat er met de rest gebeurt, weet ik natuurlijk niet. Ik neem aan dat dit
allemaal in onderzoek gaat en dat u als minister van Financiën via uw
diensten al het mogelijke doet om alles te recupereren en te komen
tot een rechtvaardige fiscaliteit. Dat moet de betrachting zijn. Ik zou u
willen aanmoedigen om dat te blijven doen teneinde iedereen die
belastingen verschuldigd is die ook te laten betalen. De inspanningen
die u daarvoor moet leveren zijn soms bij wijze van spreken
belangrijk. Maar goed, zo werkt nu eenmaal een staat.
06.03 Hagen Goyvaerts (VB): La
persévérance vient à bout de tout.
Grâce aux lettres, un nombre non
négligeable de déclarations ont
tout de même encore été
renvoyées. J'encourage le ministre
à poursuivre dans cette voie et à
oeuvrer en faveur d'une fiscalité
équitable.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Peter Logghe aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en
Institutionele Hervormingen over "het aandeel van de overheid in Ethias Finance" (nr. 3323)
07 Question de M. Peter Logghe au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes
institutionnelles sur "la part de l'État dans Ethias Finance" (n° 3323)
07.01 Peter Logghe (VB): Mijnheer de minister, in volle
economische crisis, in oktober 2008, kreeg Ethias 1,5 miljard euro
staatssteun. De federale, de Vlaamse en de Waalse regeringen, die
allemaal deelnamen aan de reddingsoperatie, namen elk
500 miljoen euro voor hun rekening.
De Europese Commissie keurde eind 2009 de reddingsactie goed,
maar drong sterk aan op een terugtrekking van de overheid, zonder
evenwel de verplichting daartoe op te leggen. Uit een mondelinge
vraag aan de Vlaamse minister, de heer Muyters, blijkt dat de
Vlaamse overheid in elk geval niet van plan is haar aandeel in Ethias
Finance onmiddellijk te verkopen.
Wat zal de federale regering doen? Zal zij in het kader van de
opmaak van de begroting bijvoorbeeld overgaan tot de verkoop van
haar aandeel in Ethias Finance?
Tot welke termijn is de regering zinnens om haar aandeel in die
07.01 Peter Logghe (VB): En
octobre 2008, Ethias a reçu
1,5 milliard d'euros d'aide publique
dont les gouvernements fédéral,
flamand et wallon ont chacun pris
en charge 500 millions d'euros. La
Commission
européenne
a
approuvé l'opération de sauvetage
fin 2009 mais a instamment
demandé que les pouvoirs publics
se retirent de la société.
Combien
de
temps
le
gouvernement fédéral compte-il
maintenir sa participation dans
cette société d'assurance? De
nombreux assureurs y voient une
forme de concurrence déloyale. À
23/03/2011
CRIV 53
COM 173
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
20
verzekeraar aan te houden? De vraag is belangrijk, omdat er toch
heel wat verzekeraars zijn, die de 1,5 miljard euro als een soort
concurrentievervalsing hebben gezien en het zo nog steeds zien.
De Vlaamse regering is zinnens om te wachten tot de
consolidatieperiode van de herstructurering bij Ethias is afgelopen.
Wanneer loopt die consolidatieperiode juist af? Wat zal het oordeel
zijn van de ontslagnemende regering: wacht zij ook tot het einde van
de consolidatieperiode?
l'instar du gouvernement flamand,
le gouvernement démissionnaire
attend-t-il la fin de la période de
consolidation?
07.02 Minister Didier Reynders: Ten eerste, de verkoop van het
aandeel van de Federale Staat in Ethias Finance is op dit moment niet
aan de orde.
Ten tweede, de regering zal daarover nog geen uitspraak doen, maar
gaat uit van een recuperatie van de geïnvesteerde sommen als
geviseerde minimumreturn.
Inzake de eventuele concurrentievervalsing heeft de Europese
Commissie aan Ethias een streng herstructureringsplan opgelegd om
dat risico weg te nemen.
Ten derde, het aandeelhouderspact voorziet in exitmogelijkheden op
zekere termijn. De aandeelhouders hebben in elk geval aanvaard om
een standstillperiode na te leven van 24 maanden na de
ondertekening
van
de
aandeelhoudersovereenkomst
op
13 februari 2011. De aandeelhouders hebben ook een exit right vanaf
de derde verjaardag van de closing. Elke aandeelhouder mag de raad
van bestuur vragen een exitprocedure op te starten met als doel een
koper voor het merendeel van de aandelen te vinden. De derde
verjaardag vindt plaats op 13 februari 2012.
Het herstructureringsplan voorgesteld door Ethias en aanvaard door
de Europese Commissie, bevat verschillende verbintenissen van
Ethias,
die
grotendeels
tegen
31 december 2013
moeten
geïmplementeerd zijn. Het is voorts van belang dat de Staat
nauwlettend kan toezien op een correcte implementatie, omdat de
Staat hierbij ook partij is, zeker nu de Europese Commissie zich heeft
geëngageerd.
Kortom, de verschillende verbintenissen tegenover de Europese
Commissie worden correct uitgevoerd.
07.02 Didier Reynders, ministre:
La vente de la part de l'État fédéral
dans Ethias Finance n'est pas à
l'ordre du jour. Pour éliminer le
risque éventuel d'une distorsion de
concurrence,
la
Commission
européenne a imposé à Ethias un
plan de restructuration strict. Le
pacte d'actionnaires prévoit des
possibilités de sortie à terme. Les
actionnaires ont en tout état de
cause accepté de respecter une
période de standstill de 24 mois.
Les actionnaires ont également un
droit de sortie à partir du troisième
anniversaire du closing. Le plan de
restructuration comprend diffé-
rents engagements qu'Ethias doit
en grande partie avoir mis en
oeuvre pour le 31 décembre 2013.
Les différents engagements seront
correctement respectés.
07.03 Peter Logghe (VB): Er zijn inderdaad drie belangrijke data:
13 februari 2011 is voorbij, 13 februari 2012 is de derde verjaardag na
de closing en op 31 december 2013 moet aan alle door Europa
opgelegde voorwaarden voldaan zijn.
Ik kom met een opvolgingsvraag in de loop van volgend jaar, bij u of
bij uw opvolger.
07.03 Peter Logghe (VB): Il y a
en effet trois dates importantes: le
13 février 2011 est passé; le
13 février 2012 est le troisième
anniversaire après le closing et au
31 décembre 2013, toutes les
conditions imposées par les
instances européennes doivent
être remplies.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Peter Logghe aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en
Institutionele Hervormingen over "de tussenkomst van het Bijzonder Beschermingsfonds bij een
CRIV 53
COM 173
23/03/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
21
verzekeraar" (nr. 3488)
08 Question de M. Peter Logghe au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes
institutionnelles sur "l'intervention du Fonds spécial de protection auprès d'un assureur" (n° 3488)
08.01 Peter Logghe (VB): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, volgens berichten in de pers is het Bijzonder
Beschermingsfonds voor een dreigend bankroet van een verzekeraar
moeten tussenkomen en dit voor de eerste keer als ik het goed
begrijp.
De Antwerpse verzekeraar Apra Leven had de door haar klanten ter
beschikking gestelde gelden belegd in allerlei duistere Spaanse
beleggingen waardoor de verzekeringsmaatschappij op sterven na
dood was.
De CBFA heeft alle vergunningen ingetrokken. Als er geen overnemer
wordt gevonden, lijkt een bankroet onvermijdelijk waardoor 2 700
klanten het valt al bij al nog mee via het Beschermingsfonds hun
spaarcenten, een tak21-levensverzekeringscontract, zullen terugzien.
Slechts enkele klanten zouden meer dan 100 000 euro hebben
belegd.
Mijnheer de minister, ten eerste, volgens de pers is dit een eerste
reddingspoging van een verzekeraar. Dat zou tot nu toe nog nooit zijn
gebeurd, maar is het niet zo dat het Beschermingsfonds al eens bij
Ethias heeft moeten bijspringen of vergis ik mij?
Ten tweede, heeft men ondertussen een overnemer voor Apra Leven
gevonden? Is deze maatschappij bankroet en zal het
Beschermingsfonds moeten tussenkomen? Is daar ondertussen al
nieuws over?
Ten derde, ik verneem uit de pers dat klanten met een
groepsverzekering niet moeten wanhopen, want de werkgever zou
verplicht zijn om de tekorten te dekken. Bedoelt men dat de
werkgevers die voor hun werknemers een groepsverzekering afsluiten
zelf voor de betaling zullen moeten instaan als een verzekeraar
overkop gaat?
Ten vierde, zijn er nog verzekeringsmaatschappijen waarnaar de
CBFA momenteel met een kritische blik kijkt? Zijn er
verzekeringsmaatschappijen in België actief die onder curatele of
bijzonder toezicht staan? Zijn er maatschappijen waarvan de
vergunningen momenteel of in de nabije toekomst kunnen worden
ingetrokken? Zijn er onderzoeken bezig?
08.01 Peter Logghe (VB): Le
Fonds spécial de protection a dû
intervenir pour la première fois.
L'assureur Apra Leven avait
investi dans d'obscurs placements
espagnols et était moribond. La
CBFA lui a retiré toutes ses
autorisations. Si aucun repreneur
n'est trouvé, la faillite sera
inévitable et 2 700 clients ne
retrouveront leur épargne un
contrat d'assurance vie de la
branche 21 que par le biais du
Fonds de protection. Quelques
clients seulement auraient investi
plus de 100 000 euros.
Le Fonds de protection n'a-t-il pas
dû intervenir chez Ethias par le
passé déjà? Un repreneur a-t-il été
trouvé dans l'intervalle pour Apra
Leven? La société est-elle en
faillite et le Fonds de protection
devra-t-il payer?
Les clients qui disposent d'une
assurance groupe ne devraient
pas désespérer car l'employeur
serait obligé de couvrir les déficits.
Cela
signifie-t-il
que
les
employeurs doivent assurer eux-
mêmes le paiement si un assureur
fait faillite?
Y a-t-il d'autres compagnies
d'assurances
que
la
CBFA
observe actuellement d'un oeil
critique? Existe-t-il en Belgique
des compagnies d'assurances qui
sont sous curatelle ou sous
surveillance spéciale? Existe-t-il
des compagnies dont les permis
pourront être retirés dans un futur
proche? Des enquêtes sont-elles
en cours?
08.02 Minister Didier Reynders: Mevrouw de voorzitter, het Bijzonder
Beschermingsfonds voor deposito's en levensverzekeringen is nog
nooit tussengekomen. Er wordt aan herinnerd dat dit fonds door het
koninklijk besluit van 16 maart 2009 betreffende de bescherming van
deposito's
en
levensverzekeringen
door
het
Bijzonder
Beschermingsfonds voor deposito's en levensverzekeringen, werd
gecreëerd.
08.02 Didier Reynders, ministre:
Le Fonds spécial de protection
des dépôts et des assurances sur
la vie n'est encore jamais
intervenu. L'adhésion à ce fonds
créé par l'arrêté royal du 16 mars
2009 est obligatoire pour tous les
assureurs sur la vie depuis le
23/03/2011
CRIV 53
COM 173
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
22
De toetreding tot dit fonds is verplicht voor alle levensverzekeraars
sinds 1 januari 2011.
De vereffeningsprocedure volgt haar koers overeenkomstig de
toepasselijke wettelijke bepalingen. De vereffenaars werden benoemd
door de algemene vergadering. Hun benoeming werd gisteren door
de CBFA goedgekeurd en werd vandaag ter bekrachtiging voorgelegd
aan de rechtbank van koophandel te Antwerpen. Zodra hun
aanstelling definitief is, zullen de vereffenaars overgaan tot de
vereffening van de activa van de vennootschap en zullen zij de
mogelijkheid tot overname onderzoeken, in overleg met de andere
betrokken partijen waaronder het Bijzonder Beschermingsfonds voor
deposito's en levensverzekeringen, dat principieel heeft toegezegd te
zullen tussenkomen.
Overeenkomstig de toepasselijke wettelijke bepalingen komt het
Bijzonder Beschermingsfonds enkel tussen voor individuele
levensverzekeringen van tak 21 ten belope van een bedrag van
100 000 euro. Wat de groepsverzekeringen betreft, hebben de
bepalingen van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende
pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van
sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, tot gevolg
dat indien zou blijken dat er een tekort aan activa is om de
pensioenverplichtingen volledig te dekken, de werkgever verplicht is
om het tekort aan te zuiveren, aangezien hij de uiteindelijke
verantwoordelijkheid heeft om zijn pensioenbeloften na te komen.
Wat uw laatste vraag betreft, alle verzekeringsondernemingen zijn
onderworpen aan het prudentieel toezicht van de CBFA en vanaf
1 april 2011 aan dat van de NBB. Zij worden gecontroleerd
overeenkomstig de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der
verzekeringsondernemingen.
De
CBFA
heeft
geen
herstelmaatregelen bekendgemaakt over andere ondernemingen.
1er janvier 2011. Dès que la
désignation des liquidateurs sera
définitive, ces derniers procé-
deront à la liquidation des actifs de
la société et étudieront la
possibilité d'une reprise.
Le Fonds spécial de protection
n'intervient que pour les assu-
rances vie individuelles de la
branche 21 et à concurrence de
100 000 euros. Pour les assu-
rances de groupe, la loi dispose
que l'employeur est tenu d'apurer
toute insuffisance d'actifs pour
couvrir les obligations en matière
de pension.
Les compagnies d'assurance sont
soumises au contrôle prudentiel
de la CBFA et, à partir du 1er avril
2011, au contrôle de la BNB. Elles
sont contrôlées conformément à la
loi du 9 juillet 1975. La CBFA n'a
annoncé aucune mesure de
redressement concernant d'autres
entreprises.
08.03 Peter Logghe (VB): Mijnheer de minister, ik heb hieraan
eigenlijk niets toe te voegen, behalve de opmerking over de
groepsverzekering, namelijk dat het misschien toch wel aanbeveling
verdient om eens te kijken hoeveel groepscontracten er bij Apra
Leven inderdaad ondergebracht zijn. Het is toch wel een vrij
verregaande bepaling dat de werkgevers verplicht zullen zijn om het
tekort bij te passen.
Ik hoop inderdaad dat men niet te veel levensverzekeraars bankroet
zal zien gaan. Ik kom uit die sector, dus ik weet wel dat men daar
belegt in onroerende goederen enzovoort. Het geeft echter toch wel te
denken als men als werkgever reeds een stuk van de premie voor de
groepsverzekering betaalt en men dan nog eens het tekort zou
moeten bijpassen voor die groepsverzekeringen. Ik hoop dat er niet te
veel levensverzekeraars bankroet zullen gaan, want dan zullen er niet
te veel groepsverzekeringen meer worden gesloten.
08.03 Peter Logghe (VB): Il
faudrait en tout cas vérifier le
nombre de contrats d'assurance
groupe conclus auprès de la
compagnie Apra Leven, car il est
tout de même surprenant que les
employeurs soient contraints de
combler le déficit. J'espère en tout
cas qu'il n'y aura pas trop de
faillites parmi les entreprises
d'assurance vie, car sinon, il n'y
aura bientôt plus guère de contrats
d'assurance groupe.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Peter Logghe aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en
Institutionele Hervormingen over "de onderverzekering van kerncentrales" (nr. 3509)
09 Question de M. Peter Logghe au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes
institutionnelles sur "la sous-assurance des centrales nucléaires" (n° 3509)
CRIV 53
COM 173
23/03/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
23
09.01 Peter Logghe (VB): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, een van de belangrijkste instrumenten die bedrijven, en in
eerste instantie bedrijven met een zeer groot risico, hebben om zich in
te dekken tegen mogelijke schadegevallen, is de verzekering
burgerlijke aansprakelijkheid. Daarmee dekt een bedrijf zich in tegen
lichamelijke en stoffelijke schadeclaims bij een gebeurtenis, waarbij
de aansprakelijkheid van het bedrijf betrokken kan zijn. Dat hoef ik u
niet uit te leggen, want u kent dat veel beter dan ik. Belangrijk is
vooral dat men zich indekt voor voldoende hoge waarborgbedragen.
Tot mijn niet geringe verbazing stel ik vast dat het uitbatingsrisico van
de kerncentrales van Electrabel als ik het goed begrepen heb en als
ik het persbericht goed gelezen heb, dan kan ik niet anders dan dit
vaststellen sterk onderverzekerd zijn, wat natuurlijk risico's oplevert
voor Electrabel zelf, maar in de eerste plaats voor de burgers en voor
het land. Bepaald verontrustend vind ik het feit dat er na Tsjernobyl in
1986 blijkbaar afspraken waren gemaakt om de bedragen op te
trekken, maar dat dit in België niet is gebeurd, niet is toegepast, of dat
de voorwaarden niet zijn aangepast.
Mijnheer de minister, daarover heb ik vijf concrete vragen.
Ten eerste, wat bij een kernramp, waarbij zowel lichamelijke als
stoffelijke schade werd geregistreerd, die de verzekerde bedragen te
boven gaat? Ik vraag mij af wie er dan opdraait voor de
schadebetaling. Tot wie kunnen burgers zich richten voor
schadevergoeding? Bij wie kunnen bedrijven terecht voor
schadevergoeding? Komt dat allemaal op de rug van de Staat?
Ten tweede, een cijfermatige vraag. Wat zijn de huidige verzekerde
bedragen van de verschillende kerncentrales? Wat is het verzekerde
bedrag lichamelijke letsels en wat is het bedrag voor stoffelijke
letsels? In welke vrijstelling is voorzien in de aansprakelijkheidspolis?
Ten
derde,
daar
een
beetje
bij
aansluitend,
hoeveel
verzekeringsmaatschappijen
verzekeren
momenteel
de
aansprakelijkheid van de kerncentrales?
Ten vierde, toch wel belangrijk, welke afspraken werden er na de
kernramp van Tjsernobyl gemaakt? Op welke termijn moesten de
kapitaalsvereisten in de aansprakelijkheidsverzekering worden
opgetrokken? Waarom werden ze niet gehaald? Werd Electrabel
daarvoor op een of andere manier door de overheid in gebreke
gesteld of aansprakelijk gesteld?
Ten vijfde, vooral na de ervaring in Japan, welke maatregelen zal
deze regering van lopende zaken nemen om de belangrijke latente
onderverzekering op te heffen?
09.01 Peter Logghe (VB): Le
risque d'exploitation des centrales
nucléaires d'Electrabel semble
sous-assuré. Après Tchernobyl,
des engagements semblent avoir
été pris pour relever les montants,
mais cela ne s'est jamais fait en
Belgique.
En cas de catastrophe nucléaire, à
qui les citoyens et les entreprises
pourront-ils
adresser
leurs
demandes
en
dommages-
intérêts? L'État devra-t-il tout
prendre en charge? Pour quels
montants nos différentes centrales
nucléaires sont-elles assurées
actuellement? Quelle franchise
prévoit la police en responsabilité?
Combien de compagnies assurent
actuellement la responsabilité des
centrales nucléaires? Dans quel
délai
après
Tchernobyl
les
conditions de solvabilité devaient-
elles être augmentées? Pourquoi
ce délai n'a-t-il pas été respecté?
Est-ce la raison pour laquelle le
gouvernement a mis Electrabel en
demeure? Quelles mesures le
gouvernement
en
affaires
courantes
prendra-t-il
pour
résoudre ce problème latent mais
important de sous-assurance?
09.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer Logghe, in de wet van
22 juli 1985 over de wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van
kernenergie wordt de aansprakelijkheid van de exploitant beperkt tot
het bedrag waarvoor hij verzekerd moet zijn. Boven op dit bedrag zijn
er nog 125 miljoen euro aan speciale trekkingsrechten (STR) ter
beschikking ingevolge het Verdrag van Brussel van 31 januari 1963,
dat het Verdrag van Parijs van 29 juli 1960 aanvult.
09.02 Didier Reynders, ministre:
La loi du 22 juillet 1985 limite la
responsabilité de l'exploitant au
montant pour lequel il est assuré.
En
plus
de
ce
montant,
125 millions d'euros en droits de
tirage
spéciaux
(DTS)
sont
également mis à disposition
23/03/2011
CRIV 53
COM 173
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
24
Dit bedrag wordt ter beschikking gesteld door het geheel van de
partijen bij deze conventie. Als gevolg van artikel 20 van de
genoemde wet kan de Koning billijke verdelingscriteria opstellen
wanneer het totaal van de beschikbare middelen het totaal van de
vergoeding te boven gaat of dreigt te boven te gaan.
Als gevolg van de toepassing van artikel 7 van de genoemde wet
loopt het bedrag van de aansprakelijkheid van een exploitant van een
kerninstallatie nu op tot 279 472 229 euro. Dit bedrag slaat zowel op
schade die voortvloeit uit lichamelijke letsels als op materiële schade.
De verzekeringsovereenkomsten die in het bezit zijn van de
administratie vermelden geen vrijstelling. Welke ook de vrijstelling is
die in de verzekeringsovereenkomst voorzien zou zijn, deze is als
gevolg van artikel 87 van de wet van 25 juni 1992 op de
landverzekeringsovereenkomst
niet
tegenstelbaar
aan
de
slachtoffers. Zij speelt slechts in de relatie tussen de
verzekeringsnemer en de verzekeraar.
De markt van de kernverzekeringen is weinig gediversifieerd, zowel in
België als in het buitenland. In België zijn er op dit ogenblik twee
verzekeraars actief.
Op het ogenblik van het Tsjernobylincident bedroeg het voornoemde
bedrag 4 miljard Belgische frank, hetzij 99 157 409 euro. Het werd
verdrievoudigd en opgetrokken tot het bedrag dat ik geciteerd heb,
door de wijzigingswet van 5 juni 2000, dus tot bijna 280 miljoen euro.
Het vastgelegde bedrag overstijgt dus de aanbeveling van het
directiecomité van het Agentschap voor Kernenergie van de OESO.
De voornoemde bedragen werden vastgelegd in het kader van het
Verdrag van Parijs. Dit Verdrag werd in herziening gesteld. Bij de
ratificering van de herziening zal het bedrag van de aansprakelijkheid
van de exploitant op minstens 700 miljoen euro worden bepaald.
conformément
au
traité
de
Bruxelles du 31 janvier 1963
additionnel au traité de Paris du
29 juillet 1960.
Ce montant est fourni par
l'ensemble des parties à cette
convention. En vertu de l'article 20
de la même loi, le Roi peut définir
des
critères
de
répartition
équitables pour l'indemnisation.
En vertu de l'application de
l'article 7, le montant de la
responsabilité
de
chaque
exploitant s'élève actuellement à
279 472 229 euros. Ce montant
concerne tant les dommages
afférents
tant
aux
lésions
corporelles
qu'aux
dégâts
matériels.
Les conventions d'assurance en
possession de l'administration ne
prévoient aucune franchise. Quelle
que puisse être la franchise
prévue par le contrat d'assurance,
celle-ci n'est pas, en vertu de
l'article 87 de la loi du 25 juin
1992, opposable aux victimes. Elle
n'intervient que dans la relation
entre le preneur d'assurance et
l'assureur.
Le
marché
de
l'assurance
nucléaire n'est guère diversifié. En
Belgique, deux assureurs sont
actifs
dans
ce
domaine
actuellement. Lors de l'incident de
Tchernobyl, le montant précité
s'élevait à 4 milliards de francs
belges, soit 99 157 409 euros. La
loi modificative du 5 juin 2000 a
porté ce montant au chiffre que je
viens de citer.
Par conséquent, le montant fixé
dépasse celui recommandé par le
comité de direction de l'Agence
pour
l'énergie
nucléaire
de
l'OCDE.
Les montants précités ont été fixés
dans le cadre du traité de Paris.
Ce traité a fait l'objet d'une
révision. Lors de la ratification de
la révision, le montant de la
responsabilité de l'exploitant sera
CRIV 53
COM 173
23/03/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
25
porté à 700 millions d'euros au
moins.
09.03 Peter Logghe (VB): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, ik heb uw uitleg goed gehoord en heb er nota van genomen.
Ik zal alle cijfers erop moeten nalezen.
Hoe hoog men ook verzekert, het zal waarschijnlijk nooit voldoende
zijn bij een heel ernstige ramp. Ik lees vandaag in de krant dat men
het in Japan heeft over een vermoedelijke, geschatte schade van
ongeveer 250 miljard euro. Het zou wel eens kunnen dat dit bedrag
totaal niet volstaat.
Men kan zich ook afvragen of er studies ten grondslag liggen aan de
bedragen die momenteel verzekerd zijn. Het bedrag van 279 miljoen
euro dat nu verzekerd is, komt voort uit de ramp met de kerncentrale
van Tsjernobyl.
Ondertussen zitten wij met hogere bedragen en misschien met
hogere risico's. Men moet in elk geval oog hebben voor de
verzekerde bedragen en men moet ook regelmatig de rekening
durven te maken. Een goed bedrijfsleider kijkt regelmatig zijn polissen
na en gaat na of de verzekerde bedragen voldoende zijn. Als overheid
hebben wij de plicht om dat ook regelmatig te doen. Ik veronderstel
dan ook dat dit wel eens een opvolgingsvraag zou kunnen worden.
09.03 Peter Logghe (VB): On a
beau s'assurer au maximum, ce
ne sera probablement jamais
suffisant en cas de catastrophe
majeure. Au Japon, les dégâts
sont aujourd'hui estimés à environ
250 milliards d'euros. On peut
également se demander si l'on
s'est basé sur des études pour
déterminer
les
montants
actuellement
assurés.
Les
autorités ont le devoir de vérifier
régulièrement si les montants
assurés sont suffisants.
La présidente: (Intervention hors micro)
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Theo Francken aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en
Institutionele Hervormingen over "de royale bevoordeling van FC Standard de Liège en Basketclub
Oostende door de Nationale Loterij" (nr. 3545)
10 Question de M. Theo Francken au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes
institutionnelles sur "l'avantage royal accordé au FC Standard de Liège et au Basketclub Oostende
par la Loterie Nationale" (n° 3545)
10.01 Theo Francken (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, ik ben blij dat u hier in hoogsteigen persoon bent, want
anders moeten wij het stellen met staatssecretaris Clerfayt.
Ik zal de inleiding van de schriftelijke versie van mijn vraag niet
gebruiken. Ik zal u een aantal dingen zeggen die ik weet en die ik in
de loop van tien jaar Wetstraat heb ontdekt. Men beweert vaak dat de
N-VA zegt: "Wat Vlaanderen zelf doet, doet Vlaanderen beter." U zult
mij dat nooit horen zeggen. Ik heb als kabinetsmedewerker jarenlang
op allerhande kabinetten gewerkt. Ik heb ook veel meegemaakt, want
op kabinetten weet men altijd veel meer dan in het Parlement. U weet
dit beter dan ik.
Ik heb gezien dat Vlaanderen haar subsidiecontracten voor Topsport
Vlaanderen, Bloso en andere topsportactiviteiten verdeelt op een zeer
subjectieve manier waarmee veel vriendjespolitiek was gemoeid. Een
heel mooi voorbeeld daarvan is Sam Van Rossom. U zult hem
ongetwijfeld kennen, want u bent goed vertrouwd met de sportwereld.
Sam Van Rossom is een van de grootste talenten die ons land ooit
heeft gekend in het basketbal. Hij speelt nu voor de Belgian Lions. Hij
10.01 Theo Francken (N-VA):
Lors de l'attribution des fonds de la
Loterie Nationale, la subjectivité
prend manifestement le pas sur
l'objectivité. Le club de basket-ball
d'Ostende de Johan Vande
Lanotte, donc et le club de
football
Standard
de
Liège
reçoivent une subvention royale
alors que d'autres clubs n'ont
même pas l'occasion d'introduire
une demande.
Nul n'ignore que M. Reynders est
le prince politique de Liège. Ce
n'est donc pas un hasard si le
Standard a reçu, en plus d'une
subvention pour son centre de
formation
des
jeunes,
un
sponsoring pour les maillots à
23/03/2011
CRIV 53
COM 173
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
26
speelt in Milaan en is uitgeleend aan Santander. Sam Van Rossom
heeft jarenlang subsidies gekregen van de Vlaamse overheid om als
jong talent iets te worden. Ik heb dat jaren gesteund. Mijn ministers en
de N-VA hebben dat jarenlang gesteund, tot op de dag dat Sam Van
Rossom werd verpatst aan basketclub Milaan en hij toch zijn contract
behield met de Vlaamse overheid.
Het lijkt mij niet de bedoeling om subsidies te geven aan beloftevolle
jonge sporters zodat zij sterk genoeg staan om hun vleugels uit te
slaan, uit het nest geduwd te worden en op eigen benen te staan. Ik
denk niet dat dit de bedoeling kan zijn van een topsportbeleid. Het is
door mij en door minister Bourgeois, de minister waarvoor ik toen
werkte, dat daaraan een einde werd gesteld en die misbruiken
werden weggesneden.
Wat Vlaanderen zelf doet, doet het dus niet altijd beter.
Ten tweede, als ik u vragen stel over de Nationale Loterij, dan
ondervraag ik u niet over het personeel van de Nationale Loterij. Ik
ondervraag u dan niet over Marc Frederix, de grote baas van de
Nationale Loterij, want ik ben ervan overtuigd dat daar zeer capabele
mensen zitten. Ik ben ervan overtuigd dat daar mensen zitten met een
visie op marketing, een visie op sponsoring en een visie op
subsidiepolitiek. Daarover ondervraag ik u niet.
Ik wil u echter wel ondervragen over de vriendjespolitiek, de politieke
beïnvloeding bij het toekennen van subsidies en sponsoring met geld
van de Nationale Loterij. Daarover zal ik u wel ondervragen. Ik zal het
hierbij ook niet laten. U weet dat. Ik heb dat ook aangekondigd. Het
stond ook in de media. U zult dit ongetwijfeld hebben gelezen.
Ik vraag daarover hoorzittingen. Ik wil eens met die mensen spreken,
ik wil die mensen eens horen. Ik wil die mensen eens vragen hoe het
komt dat Paul Magnette 5 000 euro geeft aan een tennisclub in
Sambreville in het raam van, want het moet iets te maken hebben met
duurzaamheid en klimaat, het vuilbakkenbeleid bij tennisclubs.
Alstublieft, 5 000 euro, mooie cadeau.
Hij zegt dan in zijn parlementair antwoord dat zij geen projectoproep
hebben gelanceerd, want dat zij elk jaar toch voor 1 miljoen euro
aanvragen binnenkrijgen en dat hij daarover individueel beslist, voor
300 000 euro, voor de toekenning van subsidies.
Mijnheer de minister, uiteindelijk bent u responsabel, u bent de
eindverantwoordelijke voor de Nationale Loterij. Ik heb ook weet van
de politieke deal die er gesloten is zodat het toch zeker bij u zou
zitten, want dat is natuurlijk een magnifieke pot om te hebben. U weet
het misschien, ik ben een van de grootste tegenstanders van het
Federaal impulsfonds voor het migrantenbeleid, waarvoor u ook elk
jaar vanuit de Nationale Loterij 5 miljoen euro, 6 miljoen euro,
7 miljoen euro uittrekt.
Ik heb zeker niets tegen het personeel, ik zal zeker niet zeggen dat dit
nooit gebeurt in Vlaanderen, maar ik wil wel mijn punt maken. Mijn
punt is dat er inzake de besteding van middelen van de Nationale
Loterij te veel subjectiviteit is en te weinig objectiviteit, dat er te veel
vriendjespolitiek is en te weinig objectiviteit. Dat is mijn punt.
concurrence
de
500 000
à
600 000 euros. Cette fois encore,
aucun autre club n'a pu introduire
de demande de sponsoring.
Le programme de parrainage des
maillots du Standard va-t-il se
poursuivre?
D'autres
clubs
peuvent-ils également s'inscrire
pour la saison 2011-2012? En
réponse
à
une
précédente
question analogue, le ministre a
laconiquement déclaré qu'aucun
autre club de football de la Pro
League
n'avait
introduit
de
demande auprès de la Loterie
Nationale.
Mais
leur
a-t-on
vraiment posé la question? Quels
sont les clubs de football de
première division qui ont reçu ces
dernières années des subventions
pour un centre de formation de
jeunes? Quels sont les critères de
répartition des moyens?
CRIV 53
COM 173
23/03/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
27
Mijnheer de minister, ik zal dat zeer concreet maken met enkel
voorbeelden, als u mij even toestaat. U hebt ik heb het koninklijk
besluit van juni van vorig jaar goed bekeken een potje van 1 miljoen
euro dat u vrij kunt besteden. U besteedt dat vooral aan subsidies, het
overgrote deel. Zo is er een subsidie in het raam van het Europees
jaar. Daar sta ik volledig achter. Het is een goede zaak, zowel voor
Vlaanderen als Wallonië, geen bevoordeling; dat vind ik goed,
objectief. Proficiat.
U besteedt dat echter vooral aan subsidies voor basketclub
Oostende, van collega Vande Lanotte, en voor Standard Luik, terwijl
de andere clubs geen dossier hebben kunnen indienen, vermits er
geen projectoproep is geweest. U beslist daarover en zegt dat u nu
375 000 euro gaat geven voor een jeugdopleiding aan Luik, terwijl zij
volgens mij de meest recente en mooiste jeugdinstelling en
jeugdopleidingcentrum hebben van heel België en toch gaat u ze nog
geld geven. Dat is uw goed recht, maar lanceer dan op zijn minst ook
de aanvraag aan alle andere clubs, zodat ook zij een aanvraag
kunnen indienen. Neen, dat doet u niet.
U bent daar op een zeer dubieuze manier bezig met het bedelen van
overheidsgeld. U bent natuurlijk de politieke prins van Luik, dat weet
natuurlijk iedereen. Laat daarover geen onduidelijkheid bestaan, dat is
geen toeval. Na tien jaar Wetstraat geloof ik in één ding niet en dat is
in toeval, en u waarschijnlijk ook niet, maar u zult dat niet bevestigen;
ik kan uw gedachten zo lezen.
Ten tweede, wat hebt u, behalve het verlenen van de subsidie, nog
gedaan? U hebt een sponsoringbudget van de Nationale Loterij. U
hebt sponsoring gegeven, en niet alleen aan Lotto, de eerste ploeg bij
het wielrennen. Dergelijke sponsoring is goed. Daarover kunnen wij
discussiëren. De ploeg bevat immers zowel Vlaamse als Franstalige
renners. U geeft echter ook shirtsponsoring van e-Lotto ter waarde
van volgens mij, want u wil het bedrag niet geven 500 000 à
600 000 euro aan Standard Luik, de voetbalploeg uit eerste klasse.
Dat geeft u ook nog eens.
Geen enkele andere club heeft op voornoemde sponsoring kunnen
intekenen. Meer nog, Eupen, ook een club uit Wallonië, zij het uit het
Duitstalige gedeelte, heeft het hele seizoen zonder shirtsponsoring
gespeeld. De club vond geen shirtsponsor. Ik ben ervan overtuigd dat
Eupen ook een aanvraag zou hebben ingediend, mocht u het de club
hebben gevraagd.
Wat antwoordt u in de commissie op een vraag van mijn collega,
mevrouw De Ridder? "Tot nog toe zijn er nog geen aanvragen van
andere
Pro Leaguevoetbalclubs
bij
de
Nationale
Loterij
binnengekomen."
Kan het cynischer? U hebt geen oprechte oproep gelanceerd, waarna
u verklaart dat er geen aanvragen zijn binnengekomen. Dat is totaal
met de mensen lachen en is totaal niet ernstig.
Ik ben echt niet zinnens ter zake aan Reyndersbashing te doen.
Mijnheer de minister, een dergelijke houding is echter gewoon niet
ernstig, wat u volgens mij ook goed genoeg weet. Het is bovendien
niet uit te leggen.
23/03/2011
CRIV 53
COM 173
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
28
Ik zal u dus een aantal vragen stellen.
Wat blijkt uit de evaluatie? Zal het bewuste shirtsponsoringcontract
met Standard Luik worden voortgezet?
Zullen ook andere clubs kunnen intekenen voor shirtsponsoring in het
seizoen 2011-2012? Eupen zal nu zakken. De club zal dus misschien
geen interesse meer hebben. Ik neem echter aan dat nog andere
clubs geïnteresseerd zijn in het cashen van 500 000 euro per seizoen.
U stelt enigszins laconiek dat tot nog toe geen aanvragen van andere
Pro Leaguevoetbalclubs bij de Nationale Loterij zijn binnengekomen.
Werd het hen dan gevraagd? Waarom wordt Standard op een
dergelijke manier bevoordeeld?
Welke eersteklasseclubs ontvingen de voorbije jaren subsidies voor
een jeugdopleidingscentrum? Hoeveel geld ontvingen zij ter zake?
Waarom wordt Standard op een dergelijke manier bevoordeeld?
Volgens welke criteria worden de bedoelde middelen verdeeld? Wie
adviseert u ter zake?
Tot slot, mijnheer de minister, heb ik nog de volgende opmerking.
Voor mij gaat het niet over een Waals-Vlaams debat, waarbij de
Walen door Reynders worden bevoordeeld. Dat beweer ik niet. U
bevoordeelt immers ook de heer Vande Lanotte en zijn basketbalclub
uit Oostende. U bent dus communautair in orde. Dat is geen enkel
probleem. Ik wil evenwel in pure objectiviteit opmerken dat uw
houding vriendjespolitiek is.
10.02 Minister Didier Reynders: Mevrouw de voorzitter, mijnheer
Francken, het lijkt mij nuttig vooraf te verduidelijken dat de vraag op
twee verschillende dossiers slaat. Er is, enerzijds, een
sponsoringcontract tussen Standard Luik en de Nationale Loterij,
waarbij laatstgenoemde betaalt voor publicitaire tegenprestaties,
onder meer voor de naamvermelding op de voetbalshirts.
Anderzijds werd bij ministerieel besluit een subsidie van 750 000 euro
toegekend ten bate van de jeugdwerking van deze voetbalclub. De
subsidie is in twee helften, gespreid over twee jaar, te betalen.
Uw eerste vraag betreft de sponsoring. Zoals ik al in het door u
geciteerde antwoord aan mevrouw De Ridder heb aangegeven, is de
sponsoring van Standard Luik een test. De marketingwaarde en de
return on investment van die test zal eind maart, begin april 2011
geëvalueerd worden. Op basis van die evaluatie zal worden beslist of
en hoe de Nationale Loterij voortgaat met de sponsoring van
voetbalploegen uit de Jupiler Pro League. Tot nu toe is er een correct
resultaat op sportief vlak, met de deelname aan de Play-off 1 en de
halve finale van de Belgische beker. Tot nu toe is het dus een goede
oplossing.
Ik heb, in antwoord op andere vragen, altijd gezegd dat het om een
zeer klein bedrag gaat, in vergelijking met andere bedragen vanuit
andere bedrijven, met een participatie van de Federale Staat. Ik
verwijs bijvoorbeeld naar het veel grotere bedrag voor Club Brugge
vanuit Dexia, met als aandeelhouder niet alleen de Belgische Staat,
maar ook het Vlaams Gewest. Het moet mogelijk zijn om aan uw
10.02 Didier Reynders, ministre:
Cette question a en fait trait à deux
dossiers différents. Il y a d'une part
un contrat de sponsoring entre le
club de football du Standard de
Liège et la Loterie Nationale. La
Loterie Nationale paie notamment
pour la mention de son nom sur
les maillots. D'autre part, par
arrêté ministériel un subside de
750 000 euros, étalé sur une
période de deux ans, a été octroyé
à ce club de football pour la
formation des jeunes.
Le sponsoring du Standard de
Liège est un projet pilote qui sera
évalué fin mars, début avril. Sur la
base de cette évaluation, il sera
décidé si la Loterie Nationale
continuera ou non de sponsoriser
les équipes de football de la
Jupiler Pro League.
Comparé aux montants déboursés
à des fins de sponsoring par
d'autres
entreprises
dans
lesquelles l'État fédéral a une
CRIV 53
COM 173
23/03/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
29
minister, zoals u hebt gezegd, daarover iets te vragen. Is de
investering in Club Brugge een zeer goede investering voor Dexia? Ik
zeg dan nog niets over Anderlecht, dat misschien een nog groter
bedrag van Fortis, nu BNP Paribas Fortis, krijgt.
Het is dus geen specifiek geval. Er zijn verschillende interventies met
mogelijke interesse vanuit de Staat. Ik ben zeer geïnteresseerd in de
vragen aan uw vertegenwoordigers in de Vlaamse regering, wat
bijvoorbeeld de interventie van Dexia in een specifieke club betreft.
Voor mij is dat een zeer goed punt, voor u misschien niet.
Uw tweede vraag betreft eveneens sponsoring. Er werd vooraf geen
rondvraag gedaan bij de andere clubs over een mogelijke sponsoring.
Standard Luik had zelf het initiatief genomen om een dossier in te
dienen bij de Nationale Loterij. Op basis van de geboden
voorwaarden, die zeer voordelig waren, is die laatste bij wijze van test
op het voorstel ingegaan. Sindsdien hebben nog twee clubs uit eerste
klasse contact opgenomen met de Nationale Loterij. Eén club zal een
dossier indienen ter ondersteuning van zijn jeugdopleiding. De andere
club wacht het resultaat af van de voornoemde evaluatie van
Standard en de criteria die op basis daarvan eventueel zullen worden
opgesteld.
Vraag drie betreft de subsidies. De voorbije jaren ontvingen geen
andere clubs uit eerste klasse rechtstreekse subsidies voor hun
jeugdwerking. De jeugdopleiding van de voetbalclubs wordt
geëvalueerd door de UEFA. Van de Belgische eersteklasseclubs
kreeg Standard Luik hierin de beste evaluatie op Europees vlak. Ik
kan wel preciseren dat de Koninklijke Belgische Voetbalbond al sedert
verscheidene jaren een subsidie van 250 000 euro ontvangt voor zijn
jeugdwerking.
Vraag vier betreft de criteria voor de toekenning van de subsidies in
het algemeen. Hiervoor kan ik verwijzen naar de antwoorden die ik
respectievelijk gaf op de vraag om uitleg nr. 5311 van de heer
Anciaux, die werd behandeld tijdens de vergadering van 9 februari
2011 van de Senaatscommissie voor de Financiën en de Economie,
en op de schriftelijke vraag nr. 4350 van 31 juli 2008 van de heer Van
Hauthem. De website van de Nationale Loterij verstrekt tevens een
ruime toelichting bij de subsidiepolitiek met de winsten van de
Nationale Loterij.
participation, le montant concerné
ici est très modique. Dexia, par
exemple,
verse
un
montant
beaucoup plus important au
FC Bruges. Or la Région flamande
est aussi actionnaire de Dexia. Par
conséquent, M. Francken pourrait
tout aussi bien demander au
ministre Muyters s'il s'agit là d'un
bon investissement. Quant à
Anderlecht, il reçoit un montant
encore plus important de BNP
Paribas Fortis.
Les autres clubs n'ont pas été
interrogés au préalable concernant
un
éventuel
sponsoring.
Le
Standard de Liège a quant à lui
déposé un dossier à la Loterie
Nationale. Comme les conditions
étaient très avantageuses, la
Loterie Nationale a accepté l'offre
des Rouches. Depuis, deux autres
clubs de première division se sont
dits intéressés. L'un introduira une
demande pour sa formation des
jeunes et l'autre attend l'évaluation
concernant le sponsoring du
Standard.
Au cours des dernières années,
aucun autre club de première
division n'a reçu de subventions
directes pour la formation des
jeunes. La formation des jeunes
par les clubs de football est
évaluée par l'UEFA et, de tous les
clubs belges, c'est celle du
Standard de Liège qui a obtenu la
meilleure
évaluation.
Depuis
plusieurs années déjà, l'Union
royale belge de football octroie
une subvention de 250 000 euros
pour la formation des jeunes du
club.
En commission des Finances du
Sénat du 9 février 2011 et en
réponse à la question écrite
n° 4350 du 31 juillet 2008, j'ai déjà
précisé les critères d'octroi de
subventions. Le site internet de la
Loterie
Nationale
fournit
également
des
informations
détaillées à ce sujet.
10.03 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw antwoord. U bent, zoals altijd natuurlijk, de ironie of het cynisme
10.03 Theo Francken (N-VA):
Peu m'importe que d'autres le
23/03/2011
CRIV 53
COM 173
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
30
zelve. U zegt dat ook Dexia en Fortis hetzelfde doen. Het gaat mij er
niet om dat anderen dat ook doen. De Nationale Loterij valt volledig
onder uw bevoegdheid. Het is een overheidsbedrijf. Het is een
monopoliespeler in België.
500 000 à 600 000 euro is natuurlijk niet niets. Ik weet hoe het is
gegaan. Zij zochten een shirtsponsor en zij hebben u gewoon
aangesproken. Zo is het gegaan. Zij hebben een dossier ingediend en
u hebt dat in orde gebracht. Iedereen weet dat. Laten we daar niet
flauw over doen. Zo gaat dat natuurlijk en zeker in Luik blijkbaar.
Er zijn blijkbaar twee clubs, die zo'n dossier hebben ingediend. Ik ben
zeer nieuwsgierig. Ik zal u hierover blijven ondervragen. De andere
clubs hebben natuurlijk geld geroken en zullen zich ook
geïnteresseerd tonen in shirtsponsoring. Zij zullen ook een dossier
indienen. Ik hoop dat ook zij correct zullen worden behandeld. Ik
neem aan van wel.
Ten slotte wil ik toch nog even het volgende zeggen. Ik zal hierop
doorgaan. Ik weet dat er sponsoring is en dat subsidies worden
toegekend. Ik weet dat die twee zaken gescheiden zijn. Ik weet echter
ook dat u en uw kabinet de zaken heel goed in de gaten houden, als
het gaat over geld.
Ik vraag en ik neem aan dat u daarmee geen problemen hebt als
alles toch zo transparant en open gebeurt dat wij de mensen van de
Nationale Loterij in deze commissie uitnodigen, eventueel in
samenspraak met u of uw kabinet, en hen ondervragen over de
subsidie- en de sponsoringpolitiek van de Nationale Loterij van de
afgelopen jaren en vooral over de individuele potjes van elke minister
die elk jaar steeds groter worden.
Ik heb net het antwoord van minister Magnette gekregen, waarin hij
het had over 5 000 euro voor een tennisclub, waar hij wellicht zelf
tennist. Als dat objectiviteit is.
U hebt er blijkbaar geen enkel probleem mee. Mevrouw de voorzitter,
ik zal u een brief sturen met de vraag om, in samenspraak met het
kabinet van de bevoegde minister, hier van de mensen van de
Nationale Loterij te horen hoe het precies zit en wat de criteria en de
objectiviteit zijn bij de afweging van het al dan niet toekennen van
middelen aan deze of gene club.
fassent également mais la Loterie
Nationale relève totalement de la
compétence de M. Reynders et il
s'agit d'une entreprise publique.
Apparemment, deux clubs ont
déposé un tel dossier mais les
autres ont bien sûr compris
l'intérêt de l'opération et se
montreront également intéressés
par le sponsoring des T-shirts.
J'espère qu'ils seront également
traités correctement.
Je
voudrais
demander
au
président
d'inviter
des
représentants
de
la
Loterie
Nationale au sein de cette
commission pour pouvoir les
interroger sur la politique de
subvention et de parrainage qu'ils
ont menée au cours des dernières
années.
La présidente: La question revenant plus ou moins chaque trimestre,
elle reviendra aussi après les vacances de Pâques. Nous demandons
aux groupes quels sont les sujets prioritaires qu'ils veulent travailler
au sein de la commission. Il serait opportun de suggérer aux
membres de votre groupe de proposer les sujets à la commission ce,
en vue de l'organisation des travaux.
10.04 Minister Didier Reynders: Wij hebben tijd tot 2014. U zult dus
zeker de tijd vinden om hoorzittingen te organiseren. Zelfs in lopende
zaken moet dit mogelijk zijn.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question de M. Georges Gilkinet au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes
CRIV 53
COM 173
23/03/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
31
institutionnelles sur "les déductions fiscales forfaitaires applicables aux accueillantes autonomes
d'enfants" (n° 3563)
11 Vraag van de heer Georges Gilkinet aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en
Institutionele Hervormingen over "de forfaitaire belastingaftrek voor zelfstandige onthaalouders"
(nr. 3563)
11.01 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Monsieur le ministre, il
ressort de la réponse du secrétaire d'État, Hervé Jamar, à une
question parlementaire en mars 2007 du député Drèze, confirmée
récemment par une réponse du secrétaire d'État Clerfayt à une
question de notre collègue Goffin, que "l'application du forfait de frais
professionnels de 15 euros pour les accueillantes autonomes
d'enfants n'est pas exclue pour les accueillantes autonomes
pratiquant des formes d'accueil autres qu'à domicile lorsque les
données propres à celles-ci sont similaires à celles qui ont été prises
en compte pour les accueillantes à domicile".
Si cette déduction n'est pas exclue, elle n'est pas non plus
systématiquement autorisée, ce qui constitue un flou peu confortable
et peut conduire à de mauvaises surprises fiscales pour certaines
accueillantes. Il me revient ainsi que plusieurs co-accueillantes,
actives dans une même maison d'enfant de la province de Namur qui,
sur la base de la réponse donnée en 2007, des conseils de leur
fédération et de toute bonne foi, ont introduit dans leurs déclarations
d'impôt pour les années 2008, 2009 et 2010 une demande de
déduction de ce forfait de frais professionnels, se sont vu réserver un
traitement différent par les contrôleurs fiscaux en charge de leurs
dossiers suivant le bureau de contrôle. Certains ont accepté cette
déduction fiscale forfaitaire, d'autres l'ont refusée, décidant un
redressement fiscal de plusieurs milliers d'euros pour les revenus des
années 2008 et 2009 d'une de ces co-accueillantes.
Cela pose différentes questions d'ordre général, notamment quant à
la clarté et l'uniformité des règles communiquées et appliquées en
matière de déduction fiscale forfaitaire pour les accueillantes
autonomes mais également par rapport à la capacité de recours des
contribuables qui, ayant agi de bonne foi, ont vu l'administration
fiscale refuser cette déduction fiscale forfaitaire.
Monsieur le ministre, dans quels cas précis la règle selon laquelle la
déduction du forfait est possible pour des accueillantes autonomes
pratiquant des formes d'accueil "autres qu'à domicile" s'applique-t-
elle? Est-il possible d'obtenir une liste positive en la matière?
Ce forfait est-il par exemple applicable pour trois ou quatre
accueillantes autonomes indépendantes qui travailleraient dans une
même maison d'enfants? Sinon, comment expliquez-vous que
certains bureaux de contrôle l'acceptent et d'autres pas?
Comment l'information relative à ces règles est-elle assurée vers les
accueillantes autonomes? N'y a-t-il pas lieu de leur assurer une
information plus explicite, pour éviter une mauvaise compréhension
des possibilités de déduction?
Quelles sont les voies de recours possibles pour des co-accueillantes
qui, après avoir introduit de toute bonne foi une demande de
déduction fiscale forfaitaire, se verraient imposer le paiement d'un
supplément d'impôt? Vu le flou de la règle applicable, n'y a-t-il pas lieu
11.01 Georges Gilkinet (Ecolo-
Groen!):
Er
rijzen
diverse
algemene vragen in verband met
de duidelijkheid en de eenvormig-
heid van de bekendgemaakte en
toegepaste regels inzake de
forfaitaire belastingaftrek voor de
zelfstandige onthaalouders, maar
tevens in verband met de
mogelijkheid voor belastingplichtigen
die te goeder trouw gehandeld
hebben, om in beroep te gaan
tegen de beslissing van de
belastingadministratie
om
die
forfaitaire
belastingaftrek
te
weigeren.
In welke precieze gevallen is de
regel op grond waarvan de
forfaitaire belastingaftrek mogelijk
is voor zelfstandige onthaalouders
die kinderen elders dan bij hun
thuis opvangen, van toepassing?
Kan dat forfait van toepassing zijn
op drie of vier zelfstandige
onthaalouders die in hetzelfde
kinderdagverblijf werken? Zo niet,
hoe komt het dan dat sommige
controlekantoren
dat
wel
accepteren en andere niet?
Hoe worden de zelfstandige
onthaalouders van die regels op
de hoogte gebracht? Over welke
mogelijkheden
beschikken
de
medeonthaalouders
die
een
belastingtoeslag moeten betalen,
om in beroep te gaan? Zou men,
met het oog op het vage karakter
van de van toepassing zijnde
regel, dergelijke dossiers niet op
een specifieke wijze moeten
behandelen?
23/03/2011
CRIV 53
COM 173
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
32
de réserver un traitement spécifique à ce type de dossier?
11.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur Gilkinet, les réponses de
l'ancien secrétaire d'État, Hervé Jamar, le 6 mars 2007, et de l'actuel
secrétaire d'État, Bernard Clerfayt, le 1
er
septembre 2010,
respectivement
en
réponse
aux
questions parlementaires
n° 51/14462 et 53/1218, dont vous faites d'ailleurs mention dans votre
question, apportent toute l'information nécessaire à la bonne
compréhension de la règle applicable.
La ligne de conduite sur ce sujet a toujours été la même et n'apporte
pas de surprise. Je confirme donc les deux réponses précédemment
fournies. Par ailleurs, il y est clairement mentionné que l'accueil hors
domicile doit avoir un caractère familial et que le co-accueil ne
concerne que deux accueillantes au maximum. Je vous invite donc à
parcourir les réponses dans leur entièreté.
De plus, afin de permettre un contrôle efficace et équitable des
contribuables, j'ai toujours demandé à mon administration de diffuser
ce type de réponse à des questions parlementaires aux différents
services concernés, quel que soit le sujet abordé. Il faut d'ailleurs
préciser que chaque contribuable doit déclarer ses frais
professionnels selon le prescrit qui s'applique à sa situation propre.
Les accueillantes autonomes recueillent des profits et déclarent des
frais professionnels. Ce sera, comme pour tout contribuable, lors d'un
contrôle que l'on pourra vérifier si le forfait s'applique bien ou ne
s'applique pas à la situation rencontrée.
Pour terminer, vous semblez viser le cas de dossiers précis. Si vous
me communiquez ces cas précis, je demanderai à mon administration
de s'assurer du traitement égal des contribuables dans ce dossier et
surtout d'appliquer la mesure, telle qu'elle répond à ce que je viens
d'évoquer. J'espère que ce sera à l'avantage de certains
contribuables et que cela n'entraînera pas de mauvaise surprise pour
d'autres.
11.02 Minister Didier Reynders:
In de respectieve antwoorden van
de vorige staatssecretaris, Hervé
Jamar, d.d. 6 maart 2007, en de
huidige staatssecretaris, Bernard
Clerfayt, d.d. 1 december 2010, op
de
respectieve
parlementaire
vragen nr. 51/14462 en 53/1218,
wordt alle nuttige informatie
verstrekt voor het goede begrip
van de van toepassing zijnde
regel.
Daarin wordt duidelijk vermeld dat
de
opvang
buitenshuis
een
familiaal karakter moet hebben en
dat medeonthaalouders maximaal
met twee mogen zijn. Ik nodig u uit
om de volledige antwoorden te
lezen.
Ik heb mijn administratie altijd
gevraagd dat soort antwoorden op
parlementaire vragen aan de
betrokken diensten toe te zenden
om zodoende een efficiënte en
rechtvaardige controle van de
belastingplichtigen mogelijk te
maken. Zelfstandige onthaalouders
verkrijgen
baten
en
geven
beroepskosten aan. Zoals voor
iedere belastingplichtige zal bij een
controle
kunnen
worden
nagekeken of het forfait al dan niet
van toepassing is.
Als u me de gegevens van de
betrokkenen verstrekt, zal ik mijn
administratie vragen dat ze checkt
of deze belastingplichtigen in die
gevallen gelijk behandeld worden.
11.03 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Monsieur le ministre, je
vous remercie pour ces précisions. Manifestement, la règle est mal
comprise par certaines personnes. Votre réponse est de nature à
clarifier le cas qui, d'après ce que j'ai compris, n'ouvre
malheureusement pas le droit au forfait déductible. La difficulté est
que certaines fédérations n'ont pas été claires à ce sujet. Ce n'est
évidemment pas de votre responsabilité mais il y a en tout cas un
déficit, si pas au niveau de l'information, au niveau de la
compréhension de la règle auquel je tenterai de remédier. Je prendrai
contact avec les personnes concernées.
11.03 Georges Gilkinet (Ecolo-
Groen!): Blijkbaar wordt de regel
door sommigen slecht begrepen.
Ik zal contact opnemen met de
betrokken personen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
CRIV 53
COM 173
23/03/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
33
12 Question de M. Georges Gilkinet au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes
institutionnelles sur "les nouvelles recettes annoncées ou étudiées dans le cadre du budget 2011"
(n° 3572)
12 Vraag van de heer Georges Gilkinet aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en
Institutionele Hervormingen over "de in het kader van de begroting 2011 aangekondigde of
bestudeerde nieuwe ontvangsten" (nr. 3572)
12.01 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Monsieur le ministre, j'ai lu
très attentivement le communiqué du gouvernement de ce vendredi
ainsi que la presse qui a rapporté les décisions budgétaires qui ont
été prises sur la base de ce qui a été dit par les membres du
gouvernement. Des recettes nouvelles sont annoncées à la suite
notamment de la décision de la levée du secret bancaire. D'autres
sont envisagées, comme une taxe sur des billets d'avion ou des
accises sur l'uranium. J'aurais voulu anticiper les débats budgétaires
pour les préparer au mieux.
Monsieur le ministre, quels montants de recettes supplémentaires
escomptez-vous à la suite de la levée du secret bancaire? Comment
ce montant a-t-il été évalué? Qu'est-ce qui sera mis en place comme
renforts de personnel ou en matière de réorganisation de
l'administration fiscale pour y parvenir? À quel organe a été confiée
l'étude de faisabilité en vue d'une taxe sur les billets d'avion? Quand
la décision en la matière devrait-elle intervenir? Quelles sont les
hypothèses du gouvernement en termes de types de billets taxés, de
hauteur de la taxe et de recettes escomptées? À quel organe a été
confiée l'étude de faisabilité en vue de l'instauration d'accises sur
l'uranium? Quand la décision en la matière devrait-elle intervenir?
Quelles sont les hypothèses du gouvernement quant à la base
taxable, la hauteur de la taxe et les recettes escomptées?
D'autres recettes nouvelles sont-elles envisagées, notamment via une
meilleure taxation du capital ou une taxe sur les transactions
financières?
12.01 Georges Gilkinet (Ecolo-
Groen!): Ik heb het persbericht van
vorige vrijdag, waarin de regering
haar
begrotingsbeslissingen
uiteenzet, met aandacht gelezen.
Zo wordt er verwacht dat de
opheffing van het bankgeheim
nieuwe
ontvangsten
zal
genereren. Daarnaast worden er
nog
andere
ontvangsten
bestudeerd, zoals een heffing op
vliegtuigtickets en accijnzen op
uranium.
Welke ontvangsten denkt de
regering te halen uit de opheffing
van het bankgeheim? Zal de
administratie
daartoe
worden
gereorganiseerd
of
zal
er
bijkomend personeel in dienst
worden genomen? Wie zal er
nagaan of een heffing op
vliegtuigtickets haalbaar is? Welke
hypotheses heeft de regering in
dat verband ontwikkeld? Wie zal
er nagaan of het effectief mogelijk
zal zijn om accijnzen op uranium
te heffen? Welke hypothese heeft
de
regering
daaromtrent
ontwikkeld? Worden er nog
andere nieuwe ontvangsten in het
vooruitzicht gesteld, bijvoorbeeld
door een meer doeltreffende
vermogensbelasting of door de
invoering van een heffing op
financiële transacties?
12.02 Didier Reynders, ministre: Madame la présidente, monsieur
Gilkinet, nous reviendrons sur toutes ces questions lors de l'examen
du budget. Nous allons adopter demain au Conseil des ministres les
notifications et décisions y afférant; je peux donc revenir sur certains
aspects.
Le dernier, les transactions financières: j'ai avancé cette question
devant l'Europe et devant le Fonds monétaire international. C'est
encore revenu au dernier sommet de l'Eurogroupe à travers une
indication claire de ce sommet de la volonté d'aller dans cette
direction. Nous devrons progresser rapidement sur ce sujet mais pas
en Belgique seulement. Cela se fera au moins à l'échelle de la Zone
euro. On tente de faire progresser le débat et il semble progresser car
l'engagement est pris maintenant par tous les chefs d'État de la Zone
12.02 Minister Didier Reynders:
We zullen op al die vragen
terugkomen tijdens de bespreking
van de begroting. Ik kan evenwel
nu al enkele aspecten behandelen.
Wat het laatste punt, de financiële
transacties, betreft: ik heb die
kwestie
voorgelegd
aan
de
bevoegde Europese instanties en
aan het IMF. Ze is tevens aan bod
gekomen tijdens de jongste
bijeenkomst van de Eurogroep, die
duidelijk heeft aangegeven dat
23/03/2011
CRIV 53
COM 173
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
34
euro.
Pour ce qui est plus particulièrement de notre budget, il n'y a dans ce
budget aucune augmentation d'impôt ou de taxe existante ni aucune
création de taxe ou d'impôt entrant en ligne de compte pour le calcul
du budget. Je vais revenir sur deux études en cours. J'aurai l'occasion
de détailler les divers éléments. Certains sont liés à la lutte contre la
fraude. Comme je suis toujours très prudent à l'égard de toute étude,
nous avons prévu 50 millions d'euros pour des contrôles
supplémentaires liés à la levée du secret bancaire.
J'aurais évidemment pu vous suivre et proposer de retenir 10 ou 20
milliards d'euros, ce qui aurait remis le budget de la Belgique à
l'équilibre. Mais, comme je ne suis toujours pas convaincu par les
chiffres donnés de temps en temps par certaines études et diffusés
notamment par la FGTB, je suis prudent. J'ai prévu 50 millions
d'euros, mais des montants beaucoup plus importants sont prévus.
Grâce à l'échange d'informations et à la levée du secret bancaire,
nous allons voir les régularisations fiscales augmenter. De plus, nous
aurons un complément venant de régularisations qui devaient avoir
lieu à la fin 2010, mais qui n'avaient pas pu se faire. Il avait fallu
recomposer la commission en charge, c'est-à-dire le service des
décisions anticipées. Ces opérations devraient intervenir dans le
courant de 2011.
S'y ajoutent les 50 millions qui résultent des contrôles
supplémentaires et les 50 millions en rapport avec les possibilités de
transactions prévues dans la loi portant des dispositions diverses
transactions en matière criminelle et dans le cadre de procédures
judiciaires en matière fiscale. Plus de 300 millions d'euros sont
programmés en termes de régularisations au tarif que vous
connaissez.
Les autres éléments de recettes fiscales sont surtout liés à
l'augmentation des prix du tabac, qui va permettre d'accroître les
recettes de l'État de 133 millions. Pour ce qui concerne les nouvelles
dispositions en matière de Sicafi, une taxe de sortie de l'ordre de
50 millions d'euros sera payée.
Au total, 693 millions d'euros sont prévus en recettes fiscales, mais
sans aucune augmentation de taxes ou d'impôts ni aucune création
de taxe ou d'impôt.
Je peux vous livrer quelques éléments complémentaires. Tout
d'abord, pour les accises sur l'uranium et d'autres matériaux entrant
dans la production d'énergie nucléaire, une étude a été commandée à
la Banque nationale de Belgique pour en vérifier la faisabilité et
l'ampleur. J'ai demandé aussi à mon administration d'examiner dans
quelle mesure cette taxation pourra être réalisée, notamment en
termes de contrôle. J'ai entendu à plusieurs reprises des propositions
de taxation de l'uranium au gramme. Je n'ai pas compris qui allait
vérifier les quantités utilisées... Mais, bon, il doit sans doute exister
des formules acceptables en la matière.
S'agissant de la taxation des billets d'avion, j'ai de nouveau fait
remarquer qu'il me semblait anormal qu'on ne puisse pas prélever,
par exemple, un euro sur des billets "classe économique" ou low cost
men die richting wil ingaan. Dat zal
minstens op het niveau van de
eurozone gebeuren. Alle staats-
hoofden en regeringsleiders van
de Europese lidstaten hebben zich
daartoe verbonden.
Bij de opmaak van onze begroting
wordt er niet voorzien in een
verhoging
van
bestaande
belastingen of heffingen, noch in
de
invoering
van
nieuwe
belastingen of heffingen. Sommige
aspecten houden verband met de
strijd tegen de fraude. Uit voorzorg
hebben we voorzien in een bedrag
van
50 miljoen
euro
voor
bijkomende controles in het kader
van
de
opheffing
van
het
bankgeheim.
Wellicht kunnen de bedragen veel
hoger oplopen. Er zullen steeds
meer fiscale regularisaties zijn.
Bovendien kunnen we op een
aanvullend bedrag rekenen als
gevolg van de regularisaties die
eind 2010 moesten gebeuren,
maar die pas in de loop van 2011
zullen worden uitgevoerd. Daarbij
komen nog vijftig miljoen dankzij
de bijkomende controles en
vijftig miljoen in het kader van de
transacties
waarin
de
wet
houdende
diverse
bepalingen
heeft voorzien. Dit alles zal goed
zijn
voor
een
bedrag
van
300 miljoen euro aan regulari-
saties. De andere ontvangsten zijn
te danken aan de stijging van de
tabaksprijs goed voor een
bedrag van 133 miljoen en aan
de exittaks op vastgoedbevaks
voor een bedrag van 50 miljoen. In
totaal wordt op 693 miljoen euro
gerekend, dit zonder verhoging of
invoering
van
taksen
of
belastingen.
Nog enkele punten. Ten eerste
werd de NBB een studieopdracht
toevertrouwd over de accijnzen op
uranium en andere materialen die
gebruikt worden voor de productie
van kernenergie. Ik heb ook aan
mijn administratie gevraagd om na
te gaan in welke mate die
belasting in praktijk kan worden
CRIV 53
COM 173
23/03/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
35
pour des trajets de 1 000 kilomètres. Il s'agirait de moins prélever sur
un trajet entre la Belgique et le sud de l'Espagne, le Maroc ou l'Italie
que sur un litre d'essence ou de diesel chez nous.
Nous allons mener une étude sur les billets Business et First. J'ai fait
des propositions et j'y reviendrai dans le débat budgétaire. J'espère
que vous êtes favorables à ce genre de fiscalité sur les billets d'avion.
Je dois vous avouer que, pour l'instant, le blocage concernant cette
taxation provient du gouvernement wallon.
Il faudrait un relais assez fort en la matière. L'argument le plus usité
est que l'introduction d'une telle taxe pourrait entraîner la
délocalisation d'activités de l'aéroport de Charleroi. Je reste étonné
que 1 euro par billet ait cette conséquence. Nous allons donc
commencer par les billets Business et First, sauf si vous arrivez à
convaincre certains membres du gouvernement wallon d'inverser la
tendance; c'est peut-être envisageable.
Dernier élément que je puis vous communiquer, après l'avoir évoqué
rapidement tout à l'heure: nous avons cliché le montant disponible en
termes d'aide fiscale pour les véhicules "propres" émission de
moins de 105 ou 115 g de CO
2
au km selon la cylindrée à
230 millions d'euros.
Nous évaluerons durant les semaines qui viennent quel sera le
résultat pour 2011, vu la croissance d'utilisation de ces mécanismes,
et voir avec le secteur (FEBIAC) quelles adaptations seront
nécessaires pour rester dans cette enveloppe. Je rappelle que nous
avons commencé avec une trentaine de millions d'euros la première
année, une bonne soixantaine la deuxième année et plus de 230
l'année dernière.
J'estime que 230 millions d'euros d'aide à l'acquisition de véhicules
neufs, à condition qu'ils soient moins polluants et consomment moins,
constitue une somme appréciable; au-delà serait déraisonnable.
Voilà les éléments que je peux vous donner pour l'instant. Nous y
reviendrons dans le détail sur base du budget tel qu'il sera déposé.
gebracht
en
kan
worden
gecontroleerd. Wat de heffing op
vliegtuigtickets betreft, lijkt het me
normaal dat men bijvoorbeeld een
heffing van één euro zou invoeren
op economyclass- of lowcost-
tickets voor trajecten van duizend
kilometer. Dat is minder dan op
één liter benzine of diesel in ons
land.
We zullen een studie laten
uitvoeren over de businessclass-
en eersteklastickets. Momenteel
staat
de
Waalse
regering
weigerachtig tegenover de heffing,
omdat men vreest dat sommige
activiteiten van de luchthaven van
Charleroi naar elders zullen
worden overgebracht. Het lijkt me
sterk dat een heffing van één euro
per ticket zo'n effect kan sorteren.
Tot slot kan ik aangeven dat er
een bedrag van 230 miljoen euro
is vastgelegd voor fiscale steun-
maatregelen
voor
schone
voertuigen. We zullen de komende
weken met de sector onderzoeken
welke aanpassingen er nodig zijn
om binnen dit budget te blijven.
Volgens mij gaat het om een
aanzienlijk bedrag. Nog meer zou
niet redelijk zijn.
12.03 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Madame la présidente,
monsieur le ministre, je vous remercie pour ces éléments qui
permettront de préparer les débats budgétaires.
Je note qu'en matière de fiscalité automobile, il risque d'y avoir des
changements pour rester dans l'enveloppe. Certains travaillent aussi
avec des éco-malus pour une approche plus dynamique et plus
efficace sur le plan environnemental.
Pour la taxation sur les billets d'avion, je connais des membres du
gouvernement wallon qui sont même favorables à une taxe sur le
kérosène. Ce serait encore plus efficace pour limiter certains
déplacements, notamment de marchandises, pas toujours utiles.
Je parle de membres du gouvernement wallon et je vous encourage à
parler avec une de vos collègues vice-première ministre pour qu'elle
convainque elle-même un vice-premier ministre du gouvernement
wallon qui, me semble-t-il, est le problème.
12.03 Georges Gilkinet (Ecolo-
Groen!):
Ik
noteer
dat
er
wijzigingen mogelijk zijn op het
stuk van de autofiscaliteit om
binnen het budget te blijven.
Sommigen kiezen voor een meer
dynamische aanpak met ecomali.
Wat de heffing op vliegtuigtickets
betreft, zou een kerosinebelasting
nog efficiënter zijn om het aantal
onnodige
verplaatsingen
te
beperken.
Ik heb een laatste vraag met
betrekking tot de fiscale regula-
risatie. Worden de verwachte
bedragen effectief berekend op
basis van het huidig wettelijk
kader? De staatssecretaris heeft
23/03/2011
CRIV 53
COM 173
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
36
Plus sérieusement, un dernier commentaire sur ...
het over een nieuwe regularisatie.
12.04 Didier Reynders, ministre: (...) (hors micro)
12.05 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Pardon?
12.06 Didier Reynders, ministre: Ce serait dommage de ne plus
vous voir.
12.07 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Je reviendrai. J'ai encore un
tas de questions à vous poser.
Plus sérieusement, j'ai une dernière question au sujet de la
régularisation fiscale. Les montants escomptés je suis étonné qu'on
puisse prévoir ce qui sera régularisé sont bien calculés sur la base
du cadre légal actuel? On entend votre adjoint qui parle d'une
nouvelle opération de régularisation.
12.08 Didier Reynders, ministre: C'est dans le cadre actuel puisque
les limites, semble-t-il, des affaires courantes sont précises. On peut
se lancer dans des opérations militaires à l'étranger; on peut adopter
un budget; on peut traduire un accord interprofessionnel mais on n'a
pas encore été jusqu'à modifier fondamentalement les règles en
matière de régularisation mais c'est un débat qui va se poursuivre.
Cela étant, au-delà de la DLU qui avait été faite, la régularisation est
une règle permanente et elle entraîne effectivement on l'a vu l'an
dernier une augmentation très forte des recettes fiscales et donc
des montants non seulement régularisés mais aussi des paiements
d'impôts, avec une moyenne de l'ordre de 30 % de taux d'imposition,
ce qui n'est pas rien par rapport au total régularisé.
12.08 Minister Didier Reynders:
De berekeningen gebeuren op
grond van het huidig wettelijk
kader, vermits wij in een periode
van lopende zaken zitten. De
regularisatie is een permanente
maatregel die voor een sterke
stijging van de fiscale ontvangsten
zorgt,
niet
alleen
via
de
geregulariseerde bedragen maar
ook via de belastingen.
12.09 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): En l'occurrence, ne vous
méprenez pas sur ma demande de précision. Je ne voulais pas
témoigner d'un enthousiasme démesuré à cet égard. Nous avons
déposé une proposition de loi qui devrait permettre de taxer ces
régularisations sur base de montants plus réels, notamment en
fonction de la provenance de cet argent régularisé.
Parfois je critique les affaires courantes en ce qu'elles ne permettent
pas d'avancer. En l'occurrence, je ne verrai pas arriver une nouvelle
DLU avec le sourire.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à 17.42 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.42 uur.