Commission des Finances et du Budget

Commissie voor de Financiën en de Begroting

 

du

 

Mercredi 9 février 2011

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Woensdag 9 februari 2011

 

Namiddag

 

______

 

 


La séance est ouverte à 14.24 heures et présidée par Mme Muriel Gerkens.

De vergadering wordt geopend om 14.24 uur en voorgezeten door mevrouw Muriel Gerkens.

 

01 Vraag van mevrouw Karolien Grosemans aan de vice-eerste minister en minister van Begroting over "de kliklijn verspilling" (nr. 1675)

01 Question de Mme Karolien Grosemans au vice-premier ministre et ministre du Budget sur "la ligne de gaspillage" (n° 1675)

 

01.01  Karolien Grosemans (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, in april 2010 startte de federale regeringscommissaris voor de Interne Audit, Guido De Padt, met een kliklijn voor verspillingen door overheidsdiensten, met name de website www.verspilling.be, ook wel de kliksite genoemd.

 

De regeringscommissaris, toegevoegd aan de minister van Begroting, beloofde de meldingen door te spelen aan de bevoegde diensten.

 

Als er geen bevredigend antwoord kwam of als er structurele problemen waren, dan gingen de klachten naar het centrale Auditcomité van de federale overheid, ACFO.

 

Inmiddels is er geen regeringscommissaris voor de Interne Audit meer en is de website www.verspilling.be sinds 12 oktober 2010 niet meer actief.

 

Graag had ik u hierover een aantal vragen willen stellen, mijnheer de minister.

 

Hoeveel klachten werden er bij het afsluiten van de website uiteindelijk geregistreerd? Hoeveel meldingen hebben betrekking op federale instellingen, regio's en gemeenten? Welke federale overheidsdiensten kregen de meeste klachten?

 

Werden de meldingen daadwerkelijk behandeld? Hoeveel klachten werden er aan het centrale auditcomité bezorgd en wat is de aard van deze klachten?

 

Komen er nog andere initiatieven waar de burger verspilling door de overheidsdiensten kan melden?

 

01.02 Minister Guy Vanhengel: Mevrouw de voorzitter, collega Grosemans, de verspillingslijn die opgestart werd op 17 april 2010 was inderdaad een initiatief van toenmalig regeringscommissaris Guido De Padt. Met dit elektronisch meldpunt wenste de regeringscommissaris om op basis van meldingen van burgers een beeld te krijgen van waar en op welke wijze overheidsmiddelen niet steeds efficiënt ingezet werden, om vervolgens de resultaten ervan aan de overheidsdienst in kwestie te bezorgen, zodat zij verbeteringsinitiatieven konden nemen. De regeringscommissaris heeft deze verspillingslijn met andere woorden in het kader van de hem toegemeten opdracht opgestart. Het komt dan ook de verschillende departementen zelf toe om uit te maken of zij eventuele andere of gelijkaardige initiatieven binnen de hun toegemeten bevoegdheidsdomeinen al dan niet opstarten ter aanvulling van wat de regeringscommissaris zelf in gang zette.

 

Zoals u aangaf, werd de verspillingslijn op 12 oktober 2010 stopgezet. Tussen 17 april 2010 en 12 oktober 2010, ongeveer 6 maanden, zijn er uiteindelijk 1 598 meldingen binnengekomen. Daarvan waren er 587 of 37 % anoniem, 127 meldingen of zowat 8 % waren afkomstig van personen die op dat ogenblik in overheidsdienst werkten. Twee derde was afkomstig van Nederlandstaligen, een derde van Franstaligen. Van de 1 598 meldingen hadden er 467 of iets minder dan 3 op 10 een zeer algemene en meer politieke inhoud. 513 klachten, dus iets meer dan 3 op 10, hadden betrekking op specifieke problemen in de federale overheid en de sociale zekerheid.

 

Het gaat ter zake vooral, met name voor 95 gevallen, over problemen die in de FOD Financiën werden aangekaart. De FOD Justitie is goed voor 39 gevallen, het RIZIV voor 32 gevallen, de RVA voor 29 gevallen, de FOD P&O voor 25 gevallen, het leger voor 25 gevallen en de federale politie voor 24 gevallen.

 

Er waren 567 meldingen gerelateerd aan de werking van de Gemeenschappen en de Gewesten; 346 meldingen waren gerelateerd aan de lokale besturen, met andere woorden provincies, gemeenten, steden, OCMW’s en intercommunales. De andere meldingen hadden betrekking op het supranationale niveau, bijvoorbeeld internationale instellingen, of op meerdere bevoegdheidsniveaus.

 

De specifieke en relevante informatie over de federale overheidsdiensten werd steeds aan de leidende ambtenaren van de betrokken overheidsdiensten en aan hun verantwoordelijke ministers bezorgd. Meldingen over gewest- en gemeenschapsbevoegdheden zijn in hun geheel aan de kabinetten van de ministers-presidenten van de Gewesten en de Gemeenschappen in kwestie doorgezonden.

 

Er zijn geen meldingen aan het ACFO doorgestuurd, aangezien, zoals ik zonet al even aangaf, in eerste instantie elk betrokken departement de mogelijkheid moet hebben de melding op haar pertinentie te onderzoeken en desgevallend de nodige verbeteracties te ondernemen.

 

De meldingen konden ten slotte in een paar categorieën worden ondergebracht. Een aantal meldingen ging over een betere organisatie van overheidsdiensten, overlappingen van bevoegdheden of een minder goede kwaliteit van de dienstverlening. Sommige meldingen gingen over het snoeien in de kosten van de politiek. Als de bevolking wordt bevraagd, komt zoiets nogal evident naar voren. Nog een reeks meldingen had betrekking op het realiseren van interne efficiëntiewinsten in de overheidsdiensten en in de uitkeringsinstellingen van de sociale zekerheid. Ten slotte is er een derde categorie, die ik zou willen benoemen als mogelijke besparingen op andere overheidsniveaus, bijvoorbeeld in de Gemeenschappen, Gewesten, provincies en gemeenten.

 

Dit initiatief heeft dus een relatief succes gekend en ongeveer 1 500 meldingen gekregen, die aan de bevoegde diensten werden doorgespeeld, in de hoop dat zij daarmee eventueel verbeteringen zouden kunnen aanbrengen met betrekking tot de meldingen die binnenkwamen.

 

01.03  Karolien Grosemans (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. De heer Guido De Padt vond zijn verspillingslijn een heel groot succes. Dat zei hij in de media. Er kwamen heel veel klachten. Het is natuurlijk pas een groot succes als die klachten ook behandeld worden. U gaf zelf al aan dat de betrokken diensten die klachten zelf moeten onderzoeken en zelf een antwoord moeten formuleren, maar ik heb niet de indruk dat daar heel veel mee gebeurt. Ik heb gelezen dat er een feedbackmail werd verstuurd met het antwoord dat men de klacht ontvangen had, maar ik heb geen weet van rapporten die werden opgesteld met de uitleg waarom er eventueel zaken misgelopen zijn.

 

Het Auditcomité van de federale overheid zou een jaarverslag opstellen. Ik begrijp dat dit heel moeilijk is, want uiteindelijk heeft de lijn maar een zestal maanden gewerkt, maar het zou ook acute problemen en wantoestanden openbaar maken. Guido De Padt sprak van naming and shaming. Dat zou heel goed werken.

 

Mij lijkt het dat de kliklijn voor verspillingen door overheidsdiensten helaas zelf een prachtig voorbeeld van verspilling is gebleken, hoe goed die ook bedoeld was.

 

 

01.04  Guy Vanhengel, ministre: Madame la présidente, je n'ai rien à ajouter

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

De behandeling van de vragen en interpellaties wordt geschorst van 14.32 uur tot 17.35 uur.

Le développement des questions et interpellations est suspendu de 14.32 heures à 17.35 heures.

 

02 Vraag van de heer Peter Logghe aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen over "problemen met EMCS" (nr. 2403)

02 Question de M. Peter Logghe au ministre pour l'Entreprise et la Simplification sur "les problèmes rencontrés par EMCS" (n° 2403)

 

02.01  Peter Logghe (VB): Mijnheer de staatssecretaris, er zouden problemen zijn met de elektronische aangifte van accijnsgoederen. U weet dat. Volgens de berichten zou het systeem dat de elektronische aangifte van accijnsgoederen moet regelen, EMCS, niet naar behoren werken. Het gaat nochtans om de omzetting van papieren aangiften naar elektronische aangiften, een omzetting die ons door Europa is opgelegd en die van start moest gaan vanaf 1 januari 2011, ondertussen een maand geleden.

 

De minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen, aan wie ik deze vraag richtte, is altijd al een groot pleitbezorger geweest van papierloze administratie. Hij stond dus achter de omzetting. Toch blijkt er een en ander verkeerd te lopen.

 

Mijn vragen aan u zijn de volgende.

 

Ten eerste, wat loopt er precies verkeerd met de elektronische aangifte van accijnsgoederen? Gaat het om een technisch probleem? Een softwareprobleem?

 

Ten tweede, welke maatregelen hebt u genomen of gaat u nemen om dat binnen de kortste keren te verhelpen? Wordt de aangifte voorlopig opnieuw op papier gedaan?

 

Ten derde, wat is de toestand in de andere EU-lidstaten? Zijn er nog lidstaten waar de invoering van deze elektronische aangifte van accijnsgoederen vertraging oploopt of waar zij problematisch verloopt? Zijn onze aangiften compatibel met de aangiften in de andere lidstaten?

 

Ten vierde, mijnheer de staatssecretaris, wat was de kostprijs van de invoering van de elektronische aangifte van accijnsgoederen voor ons land? Ik bedoel daarmee zowel softwarematig als hardwarematig. Dank u.

 

02.02 Staatssecretaris Bernard Clerfayt: Het Excise Movement and Control System (EMCS) volgt elektronisch de transportbewegingen op het grondgebied van de Europese Gemeenschap van goederen die onderworpen zijn aan accijnzen.

 

EMCS werd op 1 april 2010 op vrijwillige basis ter beschikking gesteld van de economische actoren. Sinds 1 januari 2011 is het systeem verplicht binnen de Europese Gemeenschap.

 

De testperiode tijdens de eerste helft van december 2010 verliep bevredigend voor zowel de douanediensten als de bedrijven. Vanaf 4 januari 2011 werd echter vastgesteld dat EMCS nog niet voldoende performant was en tevens een aantal functionele gebreken vertoonde.

 

U vroeg welke maatregelen genomen werden. In samenwerking met de privécontractanten hebben de ICT-diensten van de administratie onmiddellijk een stappenplan opgesteld om de problemen snel en structureel op te lossen. Het stappenplan behandelt inzonderheid het verhogen van de performantie van EMCS, het verbeteren van de consultatiemogelijkheden en de integratie van de vergunningsdatabase voor accijnzen.

 

In afwachting van een definitieve oplossing heeft de algemene administratie van Douane & Accijnzen een noodprocedure tot en met 22 februari 2011 ingesteld. De noodprocedure bestaat uit het opmaken van een papieren aangifte. De noodprocedure mag slechts worden toegepast indien geen elektronisch geleide documenten via EMCS kunnen worden ingestuurd.

 

Wat is de toestand in de andere EU-landen? Dat was uw derde vraag. In Nederland is de start van EMCS uitgesteld tot 16 januari 2011. In Denemarken is er een noodprocedure tot en met 2 februari 2011. Sedert 1 januari 2011 werden in België reeds meer dan 18 000 elektronische AD’s, accreditaties, bij vertrek succesvol geldig gemaakt, op een totaal van 162 000 voor de hele EU. Meer dan 9 500 bevestigingen van ontvangst werden ingestuurd, op een totaal van 108 000 voor de hele EU.

 

De kostprijs voor de implementatie van EMCS bedraagt 1 628 813,98 euro. In die prijs zijn de kosten voor hardware en ondersteunende software niet inbegrepen. Die kosten zijn gemeenschappelijk voor een hele reeks applicaties van de FOD Financiën. Ik kan u dus geen precieze cijfers geven.

 

02.03  Peter Logghe (VB): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord. Ik zal het opvolgen, want ik merk dat er tot 22 februari een noodprocedure loopt. Ik zal u dus in elk geval nog eens opnieuw ondervragen, waarschijnlijk in maart, om te zien hoe het verder verloopt.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

La présidente: Nous ne pourrons pas entendre toutes les questions. Monsieur le secrétaire d'État, acceptez-vous que Mme Burgeon puisse poser sa question?

 

02.04  Bernard Clerfayt, secrétaire d'État: Sur les droits d'enregistrement? Oui. Ma réponse sera très rapide!

 

La présidente: Et celle de M. Logghe?

 

02.05  Bernard Clerfayt, secrétaire d'État: Sur les droits d'enregistrement! En tout cas, ma réponse sera très rapide!

 

03 Question de Mme Colette Burgeon au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "les réductions fédérales sur facture à l'achat d'un véhicule propre" (n° 2435)

03 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de vice-eerste minister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "de federale korting op de aankoopprijs van een milieuvriendelijke wagen" (nr. 2435)

 

03.01  Colette Burgeon (PS): Madame la présidente, monsieur le secrétaire d'État, depuis le 1er juillet 2007, les citoyens peuvent bénéficier d'une réduction directement déduite par le vendeur sur la facture d'achat dès lors qu'ils achètent un véhicule neuf qui ne rejette pas plus de 115 grammes de CO2 par km.

 

La réduction sur le prix d'achat d'un véhicule "propre" concerne l'achat à l'état neuf d'une voiture, d'une voiture mixte ou d'un minibus.

 

Cette mesure est effectivement très intéressante pour nos concitoyens. Elle entraîne de facto un nombre plus important d'achats de voitures dites "propres". En effet, nous pouvons imaginer que le choix d'un acheteur potentiel ira plus facilement vers des véhicules concernés par la prime, ne serait-ce que pour des raisons budgétaires.

 

En toute logique, la réduction n'est déduite qu'au moment de la livraison et de la mise en circulation du véhicule. Dès lors, les personnes ayant signé un acte d'achat fin janvier de cette année pourraient ne recevoir leur voiture que trois voire quatre mois plus tard.

 

Monsieur le ministre, certains nouveaux acheteurs expriment des inquiétudes quant à un changement éventuel de législation. En effet, que se passerait-il si une décision mettant fin ou limitant la prime à l'achat d'un véhicule propre était prise dans les prochains mois? Il semblerait logique de prendre en compte la date de commande du véhicule. Qu'en pensez-vous?

 

03.02  Bernard Clerfayt, secrétaire d'État: Madame la présidente, chère collègue, il n'y a dans le chef du ministre des Finances ou dans mon chef aucune volonté de modifier cette mesure. Je ne connais personne qui préconise actuellement de revenir sur cette dernière. Cela n'entraîne pas de dépenses budgétaires. Il s'agit d'une non-recette. Elle n'est donc pas contrainte par le mécanisme des douzièmes provisoires ou par tout autre mécanisme budgétaire de ce type. Il n'est donc pas question de la modifier à ce stade.

 

03.03  Colette Burgeon (PS): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie pour votre réponse.

 

Mais je suis consciente que cette mesure coûte cher. Je vous demande donc d'être attentif à la question et si nécessaire, de prévoir un délai de quatre mois, par exemple. Cela aura le mérite de rassurer les acheteurs car même les concessionnaires n'osaient plus tenir compte de cette prime. C'est également important pour les prêts car il est toujours difficile de modifier le montant à emprunter.

 

03.04  Bernard Clerfayt, secrétaire d'État: Rendez-y attentifs le plus grand nombre!

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Ik stel voor dat dit de laatste korte vraag wordt voor vandaag.

 

03.05  Peter Logghe (VB): Mevrouw de voorzitter, het wordt de allerlaatste vraag.

 

Mijnheer de staatssecretaris, welke vraag verkiest u, vraag nr. 2407 over de registratierechten of vraag nr. 2437 over het antifraudesysteem?

 

03.06 Staatssecretaris Bernard Clerfayt: Dat is mij om het even. Het zijn uw vragen.

 

03.07  Peter Logghe (VB): In dat geval stel ik mijn vraag over de registratierechten. De verzekeringen kunnen wachten.

 

04 Vraag van de heer Peter Logghe aan de vice-eerste minister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "dure registratierechten in België" (nr. 2407)

04 Question de M. Peter Logghe au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "le coût élevé des droits d'enregistrement en Belgique" (n° 2407)

 

04.01  Peter Logghe (VB): Mijnheer de staatssecretaris, in een rapport van de OESO werden de registratierechten in België op de korrel genomen. U weet dat. U hebt waarschijnlijk ook het bewuste document gelezen.

 

In een rapport van de OESO, bijvoorbeeld over de transactiekosten bij de verkoop van een onroerend goed, werden de verschillende OESO-lidstaten naast elkaar gelegd. Uit de cijfergegevens bleek dat deze transactiekosten in de meeste geraadpleegde landen minder dan 8 % bedragen. Dat is het geval in buurlanden zoals Duitsland en Nederland en in het Verenigd Koninkrijk. België hanteert gewoonweg de hoogste tarieven van alle geraadpleegde lidstaten.

 

De Koninklijke Federatie van Belgische Notarissen wijst erop dat het overgrote deel van de kosten aan de fiscus zijn toe te schrijven. De eigenlijke registratierechten bedragen 12,50 %.

 

De OESO stelt in haar eindconclusie dat deze hoge transactiekosten, die onder andere de registratierechten bevatten, niet alleen nefast zijn voor de goede werking van de vastgoedmarkt, maar ook voor de economische groei.

 

Ten eerste, erkent u de stelling van de OESO dat de registratierechten in België ten opzichte van onze buurstaten uitzonderlijk hoog liggen?

 

Ten tweede, op welke manier meent men hierin verandering te kunnen brengen? Denkt men aan fiscale maatregelen? Op welke manier zal men dat proberen te normaliseren?

 

Ten derde, men kan er toch niet omheen dat dit een weerslag heeft op de totale prijs van het onroerend goed. Een registratierecht van 4 % dan wel van 14 % heeft immers een effect op de prijs van de woning.

 

Hoe verhouden onze woningprijzen zich tegenover de prijzen in het buitenland? Zijn er studies over het effect van registratiekosten op de prijs van woningen?

 

Ten vierde, door de gestegen woningprijzen wordt het voor jongeren steeds moeilijker om een woning aan te kopen. Dat weet u. Vroeger werd een woning tegen een prijs van gemiddeld twee brutojaarlonen aangekocht. Ondertussen is de prijs al tot vier brutojaarlonen gestegen.

 

Welke maatregelen neemt men om jonge gezinnen tegemoet te komen? De hoge woningprijzen worden immers een heel ernstig probleem.

 

04.02 Staatssecretaris Bernard Clerfayt: Mevrouw de voorzitter, ik erken volledig wat de OESO in haar verslag heeft geschreven. De fiscale transactiekosten op de huizen in België zijn zeer hoog en behoren tot de hoogste van Europa en van de OESO-landen.

 

Niet alleen de registratiekosten, maar ook de successierechten zijn elementen van de “transactiekosten”. Het bepalen van de aanslagvoeten en de heffingsgrondslag van de overdracht ten bezwarende titel van in België gelegen onroerende goederen, behoudens inbreng, behoort tot de bevoegdheid van de drie Gewesten. Dat is geregeld in de bijzondere wet betreffende de financiering van de Gemeenschappen en Gewesten van 16 januari 1989. Ik kan mij daarover bijgevolg niet uitlaten.

 

04.03  Peter Logghe (VB): Dat behoeft geen verdere uitleg, mijnheer de staatssecretaris. Ik begrijp dat ik beter mijn vraag over het antifraudesysteem bij verzekeringsmaatschappijen had gesteld. Dat zal dan voor de volgende keer zijn.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

La présidente: Les questions jointes n° 2382 de Mme De Wit et n° 2399 de M. Terwingen sont transformées en questions écrites; les autres sont reportées.

 

La réunion publique de commission est levée à 17.48 heures.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.48 uur.