Commission de l'Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique

Commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt

 

du

 

Mardi 8 février 2011

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Dinsdag 8 februari 2011

 

Namiddag

 

______

 

 


De vergadering wordt geopend om 14.21 uur en voorgezeten door de heer Ben Weyts.

La séance est ouverte à 14.21 heures et présidée par M. Ben Weyts.

 

01 Samengevoegde vragen van

- de heer Peter Luykx aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid, over "de Duitse uitlatingen over de IJzeren Rijn" (nr. 1951)

- de heer Bert Schoofs aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid, over "de recente ontwikkelingen in Duitsland inzake het dossier van de IJzeren Rijn" (nr. 2023)

01 Questions jointes de

- M. Peter Luykx au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "les déclarations de l'Allemagne relatives au Rhin de fer" (n° 1951)

- M. Bert Schoofs au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "les développements récents en Allemagne dans le dossier du Rhin de fer" (n° 2023)

 

01.01  Peter Luykx (N-VA): Mijnheer de eerste minister, mijn vraag dateert al van 10 januari. In januari regende het berichten over de IJzeren Rijn. Het waren geen positieve berichten. Wij kregen toen te horen en te lezen dat het Duitse ministerie de investering met het oog op de reactivering van de IJzeren Rijn op de zeer lange baan ging schuiven en dat de investeringen zouden worden geschrapt tot 2030.

 

Dit werd iets later wel tegengesproken, aanvankelijk door de Duitse ambassadeur in België, de heer Bettzuege, op 13 januari, en nog later werd het ook door uw collega, de heer Schouppe, in de commissie ontkend.

 

Ik heb een aantal opvolgingsvragen voor u naar aanleiding van uw antwoord tijdens de vorige commissie. Toen had u aangekondigd dat mevrouw Vervotte een bezoek zou brengen aan de heer Voigtsberger en dat u daar in de mate van het mogelijke bij aanwezig wou zijn. Ik lees: “Als ik ten minste nog eerste minister ben op dat moment.” Op dit moment bent u nog eerste minister en bent u in een positie haar te vergezellen.

 

In het licht van dat mogelijke bezoek en de uitlatingen die destijds door Duitsland zijn gedaan, wil ik u volgende vragen stellen.

 

Ten eerste, lopen de gemaakte afspraken met de deelstaatregering van Nordrhein-Westfalen al, en kunnen zij de voortgang van het dossier IJzeren Rijn verder bespoedigen?

 

Ten tweede, hebt u reeds overleg gepleegd binnen de federale regering, en met uw collega’s van de Vlaamse regering welk standpunt de Belgische regering zal innemen in verband met de uitspraken, en hoe u de Duitse en Nederlandse regeringen van antwoord gaat dienen?

 

Ten derde, en tot slot, plant u op korte termijn een initiatief waarbij ons land zowel bij de Duitse als de Nederlandse regering gaat aankloppen voor een eventueel trilateraal overleg? Kunt u ons de stand van zaken van dit dossier geven?

 

01.02  Bert Schoofs (VB): Mijnheer de eerste minister, ik heb hier weinig aan toe te voegen. De heer Luykx is zeer volledig geweest.

 

De zaak is op de lange baan geschoven, dat weten wij. Alleen, wij kregen het bericht dat de kwestie naar de Griekse kalender verschoven zou worden. Dat was wel zeer onheilspellend.

 

De vraag is nu wat er op korte termijn moet gebeuren op de verschillende niveaus waarop overlegd wordt. Het belangrijkste is het overleg dat zou moeten worden gehouden tussen Duitsland, Nederland en België, waarbij Duitsland en België blijkbaar aan hetzelfde koord trekken en Nederland wordt gewezen op zijn plichten ter zake.

 

Naar ik meen is er zelfs sprake van schendingen van internationaal recht en wordt het tijd dat Nederland daarop gewezen wordt. Met Duitsland als belangrijke bondgenoot moet het mogelijk zijn Nederland daarop te wijzen en eventueel wat hardere taal te gaan spreken. Bent u daartoe bereid, mijnheer de eerste minister?

 

01.03 Eerste minister Yves Leterme: Wat die hardere taal betreft, meen ik dat er sinds vorige week geen twijfel over is dat er door onze Duitse collega desnoods harde taal wordt gesproken.

 

In elk geval blijf ik ervan overtuigd, collega’s, dat de realisatie van de IJzeren Rijn van bijzonder groot belang is voor de logistieke rol van ons land en voor de havens van Zeebrugge en Antwerpen in het bijzonder.

 

Zoals ik in antwoord op uw vorige vragen reeds zei, blijft het mijn persoonlijke overtuiging dat wij om transporteconomische redenen met dit project moeten doorgaan. Het is al gezegd door de heer Schoofs: internationaalrechtelijk en verdragsrechtelijk heeft ons land er gewoon recht op.

 

Een snelle concrete vooruitgang kan alleen door resoluut in te zetten op het historisch tracé. Ik meen dat dit ondertussen duidelijk is. Ik heb dit standpunt reeds eind vorig jaar kenbaar gemaakt aan minister-president Rutte en aan bondskanselier Merkel. Op 27 december jongstleden heb ik mijn standpunt ook schriftelijk aan de bondskanselier bevestigd. Na contacten tussen de Duitse en Belgische administraties, via onze ambassade in Berlijn, hebben wij vernomen dat de IJzeren Rijn in het Duitse Parlement in het zogenaamde Bedarfsplan Schiene – het plan inzake spoorbenodigdheden – is opgenomen. In dit plan stelt het Duitse verkeersministerie duidelijk zijn voorkeur voor het historisch tracé in het licht, en dit op basis van een kosten-batenanalyse.

 

Het is een logische keuze, daar het tracé van de IJzeren Rijn voor België de hoofdroute wordt om Zeebrugge en Antwerpen naar het oosten te ontsluiten in het raam van Europese verordening 913/2010 over de goederenspoorcorridors.

 

Voor eind juni 2011 is er in Antwerpen een ministeriële conferentie gepland over deze problematiek met de betrokken landen: België, Nederland, Duitsland, Polen, Frankrijk, Litouwen en de Tsjechische Republiek. Het is evident dat ook de IJzeren Rijn daar aan bod zal komen.

 

In deze context wordt er binnen de federale regering en ook met de Vlaamse regering regelmatig over de IJzeren Rijn afgestemd. De bedoeling is tegen de conferentie in Antwerpen concrete vooruitgang te boeken in het dossier. Het spreekt dan ook voor zich dat de ministers Vervotte, Vanackere en ikzelf onze ontmoeting op 3 maart met de nieuwe minister van Economie van Nordrhein-Westfalen, de heer Voigtsberger, het dossier van de IJzeren Rijn zullen aankaarten.

 

Ik voeg hier twee elementen aan toe. Ten eerste, ik zal allicht de Koning vergezellen op zijn staatsbezoek aan Duitsland, uiteraard indien ik dan nog mijn huidige hoedanigheid bekleed. Anders zal mijn opvolger ertoe geroepen zijn eind maart de Koning te vergezellen op zijn staatsbezoek aan Duitsland. Het spreekt voor zich dat ik er over wil waken, als ik dan nog in de mogelijkheid ben, dat bij de inhoudelijke dossiers die op tafel gelegd worden ook de IJzeren Rijn aan bod komt.

 

Ten tweede, hebben wij vorige week op de Beneluxvergadering, die wij houden telkens voor een Europese Raad, afgesproken dat wij de afstemming met het oog op een gemeenschappelijk standpunt in de Europese Raad gaan activeren tussen de drie Beneluxlanden. Bij die gelegenheid wil ik collega Rutte en uiteraard ook collega Junker spreken over het dossier van de IJzeren Rijn, omdat dit een typisch Beneluxdossier is dat bovendien in het raam van de aanpassingen van het verdrag die ik heb bepleit en ook bekomen in hoofde van Nordrhein-Westfalen een mooie testcase is voor de openstelling van de Beneluxformule naar aanliggende Länder, départements en régions, en voor de verdieping van de samenwerking.

 

01.04  Peter Luykx (N-VA): Mijnheer de eerste minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Het is geruststellend te vernemen dat het Duitse Parlement het historisch tracé gestand doet. Het is af en toe wel verontrustend al die berichten te lezen. Ik meen dat er inzake de aanpak van het hele dossier-IJzeren Rijn heel wat afgevaardigden van deze regering en van de Vlaamse regering het veld in trekken. Ik stel mij de vraag of dit niet leidt tot een verzwakte aanpak van het dossier? Misschien is een gecentraliseerde aanpak nodig door één van de regeringsleden die het dossier toegewezen krijgt, om het sneller en met zekerheid af te ronden?

 

Wij zullen opnieuw vragen stellen na uw bezoek aan de heer Voigtsberger op 3 maart. Hopelijk krijgen wij dan ook van het Duitse front goed nieuws.

 

01.05 Eerste minister Yves Leterme: Ik meen dat er een vergissing is. Het is ondertussen duidelijk dat de heer Voigtsberger ons komt bezoeken.

 

01.06  Bert Schoofs (VB): Mijnheer de eerste minister, ik dank u voor uw zeer duidelijke antwoorden.

 

Wij krijgen nu informatie die wij twee maanden geleden niet hebben gekregen. De onheilspellende boodschap die in Duitsland gelanceerd werd rond 10 of 11 januari kan blijkbaar toch positieve gevolgen hebben. Blijkbaar is het dossier daardoor dringend op de agenda gekomen, met dien verstande zelfs dat wij de komende maanden drie initiatieven ter zake mogen verwachten.

 

Dat verheugt mij. Ik hoop wel dat men de ultieme stap zal durven te zetten indien Nederland kat en muis blijft spelen. Ik hoop dat men Nederland dan op zijn internationale verplichtingen zal wijzen. Het past binnen het raam van de Europese Unie elkaar als loyale partners te behandelen. Wij moeten dat doen met Nederland, maar Nederland moet dat ook met ons doen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

02 Questions jointes de

- Mme Zoé Genot à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances, chargée de la Politique de migration et d'asile, sur "la volonté européenne de remettre en cause l'indexation" (n° 2569)

- M. Georges Gilkinet au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "les velléités franco-allemandes de remise en cause de l'index et d'harmonisation européenne de l'âge de la pension" (n° 2596)

02 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Zoé Genot aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, over "Europese pogingen om de loonindexering af te schaffen" (nr. 2569)

- de heer Georges Gilkinet aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid, over "de Frans-Duitse pogingen om de loonindexering af te schaffen en de pensioenleeftijd te harmoniseren op Europees vlak" (nr. 2596)

 

02.01  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, en préparation du sommet européen de ce vendredi 4 février, la chancelière allemande, Mme Merkel, a laissé transparaître son intention, au nom de la compétitivité européenne, de la mise sur pied d'un pacte de compétitivité avec pour effet potentiel de remettre en cause le système d'indexation automatique appliqué par plusieurs pays, dont la Belgique, et d'augmenter l'âge de la retraite.

 

Nous avons pris acte avec intérêt de votre réaction à ces propos et de la façon dont vous avez défendu le modèle belge d'indexation des salaires.

 

Ce n'est cependant pas la première fois que la question salariale est mise sur la table et elle intervient notamment dans le cadre des débats relatifs à la mise en place d'une nouvelle gouvernance économique au niveau européen – je crois vous avoir déjà interrogé à cet égard –, dont certains voudraient qu'elle touche à ces domaines pourtant traditionnellement réservés au choix des États nationaux; je pense notamment aux politiques salariales.

 

Le sommet de vendredi s'est conclu sur une programmation future des travaux, en prévoyant un nouveau sommet au mois de mars. Je sais que c'est à l'ordre du jour de la commission chargée des Questions européennes, mais je voulais néanmoins vous entendre sur le sujet.

 

Monsieur le premier ministre, quelles ont été les conclusions de ce sommet européen, en particulier pour ce qui concerne cette intention franco-allemande de Pacte de compétitivité européen? Quels sont les objectifs sur lesquels les chefs d'État se sont accordés à l'issue de ce sommet? Quel est le calendrier de travail? Qu'est-ce qui sera à l'ordre du jour du prochain sommet européen en la matière, annoncé pour le mois de mars? L'idée a-t-elle été remisée au placard ou continue-t-elle d'exister?

 

Enfin, en matière de compétitivité, d'autres éléments interviennent que le montant des salaires, leur indexation ou les dépenses sociales. Il s'agit notamment du coût des matières premières et des dépenses énergétiques. Ceux-ci ont-ils été mis sur la table? Font-ils l'objet d'une attention particulière des chefs d'État européens? De quelle nature? La Belgique est-elle prête, le cas échéant, à les mettre sur la table? Il y aurait peut-être lieu d'aborder le débat sous cet angle-là?

 

02.02  Yves Leterme, premier ministre: Monsieur le président, cher collègue, je m'expliquerai sur ces thèmes et je répondrai aux questions lors de la réunion du comité d'avis.

 

02.03  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, je vous avais félicité au début de ma question pour la manière dont aviez défendu le point de vue de la Belgique sur l'indexation automatique. Je ne peux pas réitérer mon compliment pour ce qui concerne votre réponse.

 

Malgré le fait que j'ai des questions à poser à certains de vos collègues, je tâcherai d'être présent lors de ce comité d'avis.

 

Cela dit, dès lors que la question a été introduite dans les temps, je regrette que vous ne vouliez pas y répondre, alors que vous disposez évidemment de tous les éléments pour le faire.

 

Je prends donc acte que vous pourriez me répondre, mais que vous ne le voulez pas; ce que je regrette.

 

Le président: La question n° 2569 de Mme Genot est devenue sans objet.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Samengevoegde vragen van

- de heer Hans Bonte aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid, over "het mislukken van het interprofessioneel sociaal overleg" (nr. 2574)

- de heer Georges Gilkinet aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid, over "de gevolgen van de verwerping van het ontwerp van centraal akkoord door twee vakbonden" (nr. 2597)

03 Questions jointes de

- M. Hans Bonte au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "l'échec de la concertation sociale interprofessionnelle" (n° 2574)

- M. Georges Gilkinet au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "les conséquences du rejet du projet d'AIP par deux organisations syndicales" (n° 2597)

 

03.01  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, le thème de cette question-ci n'est pas tellement éloigné de celui de ma première question; j'espère toutefois que vous serez plus disert dans votre réponse.

 

Monsieur le premier ministre, comme vous le savez, ce vendredi, deux organisations syndicales ont rejeté le projet d'accord interprofessionnel (AIP) qui avait été durement négocié par le groupe des 10. La troisième organisation syndicale l'a approuvé, mais sans enthousiasme aucun. On peut dire qu'une majorité des représentants des travailleurs est donc opposée à ce projet de texte et qu'il n'y a pas, selon nous, d'accord interprofessionnel.

 

La balle revient dès lors dans le camp du gouvernement, qui a la particularité d'être en affaires courantes, pour sortir de cette situation complexe.

 

Monsieur le premier ministre, je vous interrogerai tout d'abord sur quelques éléments d'analyse, que j'espère vous voudrez bien partager avec moi. Quelles sont les raisons qui, selon vous, ont conduit à ce rejet de l'AIP par ces organisations syndicales? Quelles sont les marges de manœuvre du gouvernement en affaires courantes par rapport à ce projet d'AIP? Je sais que cela fait de grands débats entre constitutionnalistes, mais quelle est votre interprétation à cet égard?

 

Quelles sont les démarches que vous comptez entreprendre ou que vous avez entreprises pour sortir de cette situation, notamment auprès des négociateurs du groupe des 10? Y a-t-il eu des consultations pour les interroger sur ce qu'ils estimaient souhaitable pour sortir de cette situation difficile?

 

Enfin, qu'allez-vous proposer à vos collègues du gouvernement à ce sujet? Je crois savoir qu'une renégociation par le groupe des 10 aura lieu demain. Y aura-t-il une mise en application de certains éléments de l'accord et un gel d'autres éléments plus problématiques? Pouvez-vous avancer sur des éléments qui sont indépendants de l'AIP, comme la liaison des allocations sociales au bien-être?

 

03.02  Yves Leterme, premier ministre: Monsieur le président, monsieur Gilkinet, le gouvernement prendra position dans les prochains jours. À la demande de collègues, je viendrai évidemment m'expliquer sur cette prise de position.

 

03.03  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Monsieur le premier ministre, les affaires courantes n'excusent pas tout. J'ai beaucoup de respect pour votre travail. J'ai bien conscience que ce n'est pas évident, à la fois au niveau institutionnel et au niveau social. Mais je trouve quand même que votre réponse, comme la précédente, manque totalement de respect à l'égard de ce parlement. J'espère que vous agissez de façon plus volontariste que vous ne répondez au parlement!

 

03.04  Yves Leterme, premier ministre: (…)

 

03.05  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Je ne fais rien d'autre que vous poser des questions, monsieur le premier ministre.

 

Vous trouvez donc normal de ne pas répondre aux questions des parlementaires!

 

De voorzitter: Vraag nr. 2574 van de heer Bonte is zonder voorwerp geworden.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van de heer Tanguy Veys aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid, over "de problemen met Roma in Gent" (nr. 1780)

04 Question de M. Tanguy Veys au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "les problèmes avec les Roms à Gand" (n° 1780)

 

04.01  Tanguy Veys (VB): Mijnheer de voorzitter, de aanleiding voor mijn vraag zijn de uitlatingen van de Gentse burgemeester Termont, die in niet mis te verstane bewoordingen zijn ongenoegen uitte over een situatie waarvoor hij – als ik het goed gelezen heb – naar politiek Europa wijst.

 

Hij zorgde onder meer voor enkele zeer scherpe citaten: “Mensen, toon alstublieft uw goed hart niet, ook al breekt het bij het zien van zoveel ellende.” “Biedt de Roma geen onderdak, geen dekens, geen soep, want hoe meer u ze helpt, hoe meer er naar Gent komen, en onze stad zit nu al overvol.” Het lijkt wel een pamflet van Vlaams Belang.

 

“Ik versta dat mensen hun goed hart willen tonen. Vaak bloedt ook het mijne. Maar daardoor haalt men alleen meer Roma naar hier. Er zijn er duizend die zich mondjesmaat integreren in de stad, maar vele anderen kennen normen noch waarden. Zij doen hun behoefte op straat of in de parken. Zij zijn vaak ongeschoold en zij spreken de taal niet. Zij bezondigen zich aan winkeldiefstallen, zakkenrollen, nachtlawaai, inbraken, prostitutie, sluikstorten, allerlei kleine criminaliteit.” “Een huis dat hier een week leegstaat, wordt meteen gekraakt.”

 

Wanneer het gaat over de aanpak van deze problemen heeft hij het enerzijds over de redenen waarom de situatie is ontstaan, en anderzijds over hoe men eraan moet verhelpen. Daarvoor wordt onder meer gewezen naar Europa. Op Europees vlak moeten de nodige maatregelen worden genomen.

 

Ik stel u dan ook graag de vraag, mijnheer de eerste minister, of u van oordeel bent dat burgemeester Termont zelf nog een aantal bijkomende maatregelen kan nemen? Of bent u van oordeel dat u op het federale vlak bijkomende inspanningen kunt leveren? Of ziet u hier veeleer een rol weggelegd voor Europa? Bent u bereid deze problematiek op Europees niveau aan te kaarten?

 

04.02 Eerste minister Yves Leterme: Mijnheer Veys, ik wijs u op het antwoord dat op uw vragen verstrekt werd door collega Wathelet op 12 januari in deze commissie.

 

04.03  Tanguy Veys (VB): U bent niet van plan de problematiek op Europees vlak aan te kaarten? De heer Wathelet heeft in zijn antwoord onder meer gepleit voor meer samenwerking en voor een betere doorstroming van informatie. Nu die noodkreet uit Gent geslaakt is, meen ik toch dat u ook op Europees vlak een rol kunt spelen?

 

04.04 Eerste minister Yves Leterme: Ik blijf bij mijn antwoord.

 

04.05  Tanguy Veys (VB): Oké.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

La réunion publique de commission est levée à 14.41 heures.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 14.41 uur.