CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 53 COM 107
CRIV 53 COM 107
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE
A
LGEMENE
Z
AKEN EN HET
O
PENBAAR
A
MBT
Mercredi
Woensdag
26-01-2011
26-01-2011
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti Socialiste
MR
Mouvement réformateur
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
sp.a
socialistische partij anders
Ecolo-Groen!
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales ­ Groen!
Open Vld
Open Vlaamse Liberalen en Democraten
VB
Vlaams Belang
cdH
centre démocrate Humaniste
LDD
Lijst Dedecker
PP
Parti Populaire
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 53 0000/000 Document parlementaire de la 53
e
législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 53 0000/000
Parlementair stuk van de 53
e
zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
Version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
Séance plénière
PLEN
Plenum
COM
Réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
Motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige)
MOT
Moties tot besluit van interpellaties (op beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 53
COM 107
26/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Tanguy Veys à la ministre de
l'Intérieur sur "la publicité de l'administration au
sein des conseils de police" (n° 2074)
1
Vraag van de heer Tanguy Veys aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de openbaarheid
van bestuur bij de politieraden" (nr. 2074)
1
Orateurs:
Tanguy
Veys,
Annemie
Turtelboom, ministre de l'Intérieur
Sprekers:
Tanguy
Veys,
Annemie
Turtelboom, minister van Binnenlandse
Zaken
Question de M. Gerald Kindermans à la ministre
de l'Intérieur sur "le nombre de fonctionnaires de
police belges à l'étranger" (n° 1957)
3
Vraag van de heer Gerald Kindermans aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het aantal
Belgische politiebeambten in het buitenland"
(nr. 1957)
3
Orateurs: Gerald Kindermans, Annemie
Turtelboom
, ministre de l'Intérieur
Sprekers: Gerald Kindermans, Annemie
Turtelboom
, minister van Binnenlandse
Zaken
Question de M. Éric Jadot à la ministre de
l'Intérieur sur "le succès mitigé rencontré par le
service 'fraude football'" (n° 2078)
6
Vraag van de heer Éric Jadot aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "het matige succes van
het meldpunt 'voetbalfraude'" (nr. 2078)
6
Orateurs: Éric Jadot, Annemie Turtelboom,
ministre de l'Intérieur
Sprekers: Éric Jadot, Annemie Turtelboom,
minister van Binnenlandse Zaken
Question de M. Éric Jadot à la ministre de
l'Intérieur sur "les attaques de 'tophackers'
présumés dans le cadre de l'affaire WikiLeaks et
leur suivi par la Computer Crime Unit" (n° 2087)
8
Vraag van de heer Éric Jadot aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de aanvallen van
tophackers die verdacht worden in het kader van
de WikiLeaksaffaire en het daarmee verband
houdende
onderzoek
van
de
Computer Crime Unit" (nr. 2087)
8
Orateurs: Éric Jadot, Annemie Turtelboom,
ministre de l'Intérieur
Sprekers: Éric Jadot, Annemie Turtelboom,
minister van Binnenlandse Zaken
Question de M. Peter Logghe à la ministre de
l'Intérieur sur "les vols dans la zone frontalière
avec la France" (n° 2188)
9
Vraag van de heer Peter Logghe aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "diefstallen in de
grensstreek met Frankrijk" (nr. 2188)
9
Orateurs:
Peter
Logghe,
Annemie
Turtelboom, ministre de l'Intérieur
Sprekers:
Peter
Logghe,
Annemie
Turtelboom, minister van Binnenlandse
Zaken
Question de Mme Myriam Delacroix-Rolin à la
ministre de l'Intérieur sur "l'arrêté royal relatif à la
perception d'une rétribution pour les missions de
police administrative de la police locale" (n° 2205)
12
Vraag van mevrouw Myriam Delacroix-Rolin aan
de minister van Binnenlandse Zaken over "het
koninklijk besluit betreffende de inning van een
vergoeding voor opdrachten van bestuurlijke
politie van de lokale politie" (nr. 2205)
12
Orateurs: Myriam Delacroix-Rolin, Annemie
Turtelboom
, ministre de l'Intérieur
Sprekers: Myriam Delacroix-Rolin, Annemie
Turtelboom
, minister van Binnenlandse
Zaken
Question de Mme Myriam Delacroix-Rolin à la
ministre de l'Intérieur sur "les redevances
communales en matière de stationnement de
véhicules à moteur sur la voie publique" (n° 2221)
14
Vraag van mevrouw Myriam Delacroix-Rolin aan
de minister van Binnenlandse Zaken over "de
gemeentelijke retributies voor het parkeren van
motorvoertuigen op de openbare weg" (nr. 2221)
14
Orateurs: Myriam Delacroix-Rolin, Annemie
Turtelboom
, ministre de l'Intérieur
Sprekers: Myriam Delacroix-Rolin, Annemie
Turtelboom
, minister van Binnenlandse
Zaken
Question de Mme Leen Dierick à la ministre de
l'Intérieur
sur
"l'attribution
de
distinctions
honorifiques aux membres des services de police"
(n° 2232)
15
Vraag van mevrouw Leen Dierick aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de toekenning van
eretekens aan de leden van de politiediensten"
(nr. 2232)
15
Orateurs:
Leen
Dierick,
Annemie
Turtelboom, ministre de l'Intérieur
Sprekers:
Leen
Dierick,
Annemie
Turtelboom, minister van Binnenlandse
26/01/2011
CRIV 53
COM 107
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
ii
Zaken
Question de Mme Juliette Boulet à la ministre de
l'Intérieur sur "la modification de la législation sur
les systèmes d'alarme" (n° 2264)
16
Vraag van mevrouw Juliette Boulet aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
wijziging
van
de
wetgeving
inzake
de
alarmsystemen" (nr. 2264)
16
Orateurs:
Juliette
Boulet,
Annemie
Turtelboom, ministre de l'Intérieur
Sprekers:
Juliette
Boulet,
Annemie
Turtelboom, minister van Binnenlandse
Zaken
Question de M. Peter Logghe à la ministre de
l'Intérieur sur "des nouvelles formes de
coopération ou des nouvelles missions pour les
sociétés de gardiennage" (n° 2282)
17
Vraag van de heer Peter Logghe aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "een nieuwe
samenwerking
of
nieuwe
taken
voor
bewakingsfirma's" (nr. 2282)
17
Orateurs:
Peter
Logghe,
Annemie
Turtelboom, ministre de l'Intérieur
Sprekers:
Peter
Logghe,
Annemie
Turtelboom, minister van Binnenlandse
Zaken
Question de M. Kristof Calvo à la ministre de
l'Intérieur sur "la délivrance de certificats de
sécurité par l'AFCN" (n° 2315)
19
Vraag van de heer Kristof Calvo aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "het afleveren van
veiligheidsattesten door het FANC" (nr. 2315)
19
Orateurs:
Kristof
Calvo,
Annemie
Turtelboom, ministre de l'Intérieur
Sprekers:
Kristof
Calvo,
Annemie
Turtelboom, minister van Binnenlandse
Zaken
Question de M. Kristof Calvo à la ministre de
l'Intérieur sur "l'impact du projet MYRRHA sur
l'AFCN" (n° 2319)
22
Vraag van de heer Kristof Calvo aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de impact van het
MYRRHA-project op het FANC" (nr. 2319)
22
Orateurs:
Kristof
Calvo,
Annemie
Turtelboom, ministre de l'Intérieur
Sprekers:
Kristof
Calvo,
Annemie
Turtelboom, minister van Binnenlandse
Zaken
Question de M. Josy Arens à la ministre de
l'Intérieur sur "la dotation fédérale 2010
encourageant la politique de recrutement dans les
zones de police" (n° 2305)
25
Vraag van de heer Josy Arens aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de federale dotatie
2010 om het aanwervingsbeleid in politiezones te
stimuleren" (nr. 2305)
25
Orateurs: Josy Arens, Annemie Turtelboom,
ministre de l'Intérieur
Sprekers: Josy Arens, Annemie Turtelboom,
minister van Binnenlandse Zaken
Questions jointes de
27
Samengevoegde vragen van
27
- M. Tanguy Veys au secrétaire d'État au Budget,
à la Politique de migration et d'asile, à la Politique
des familles et aux Institutions culturelles
fédérales sur "les problèmes avec les Roms à
Gand" (n° 1778)
27
- de heer Tanguy Veys aan de staatssecretaris
voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor
Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele
Instellingen over "de problemen met Roma in
Gent" (nr. 1778)
27
- M. Tanguy Veys au secrétaire d'État à
l'Intégration sociale et à la Lutte contre la
pauvreté, adjoint à la ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "les problèmes avec les
Roms à Gand" (n° 1779)
27
- de heer Tanguy Veys aan de staatssecretaris
voor
Maatschappelijke
Integratie
en
Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast
met Maatschappelijke Integratie, over "de
problemen met Roma in Gent" (nr. 1779)
27
- M. Tanguy Veys à la ministre de l'Intérieur sur
"les problèmes avec les Roms à Gand" (n° 1781)
27
- de heer Tanguy Veys aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de problemen met
Roma in Gent" (nr. 1781)
27
Orateurs: Tanguy Veys, Melchior Wathelet,
secrétaire d'État - Budget, Migration et asile,
Familles et Institutions culturelles fédérales
Sprekers: Tanguy Veys, Melchior Wathelet,
staatssecretaris - Begroting, Migratie en Asiel,
Gezinsbeleid
en
Federale
Culturele
Instellingen
Question de Mme Sarah Smeyers au secrétaire
d'État au Budget, à la Politique de migration et
d'asile, à la Politique des familles et aux
Institutions culturelles fédérales sur "le nombre
30
Vraag van mevrouw Sarah Smeyers aan de
staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en
asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de
Federale
Culturele
Instellingen
over
"het
30
CRIV 53
COM 107
26/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
iii
record de demandes d'asile en 2010" (n° 1924)
recordaantal asielaanvragen in 2010" (nr. 1924)
Orateurs:
Sarah
Smeyers,
Melchior
Wathelet, secrétaire d'État - Budget, Migration
et asile, Familles et Institutions culturelles
fédérales
Sprekers:
Sarah
Smeyers,
Melchior
Wathelet,
staatssecretaris
-
Begroting,
Migratie en Asiel, Gezinsbeleid en Federale
Culturele Instellingen
Question de M. Theo Francken au secrétaire
d'État au Budget, à la Politique de migration et
d'asile, à la Politique des familles et aux
Institutions culturelles fédérales sur "les cartes
pour étrangers" (n° 2027)
33
Vraag van de heer Theo Francken aan de
staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en
asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de
Federale
Culturele
Instellingen
over
"de
vreemdelingenkaarten" (nr. 2027)
33
Orateurs:
Theo
Francken,
Melchior
Wathelet, secrétaire d'État - Budget, Migration
et asile, Familles et Institutions culturelles
fédérales
Sprekers:
Theo
Francken,
Melchior
Wathelet,
staatssecretaris
-
Begroting,
Migratie en Asiel, Gezinsbeleid en Federale
Culturele Instellingen
Question de M. Peter Logghe au secrétaire d'État
à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la
pauvreté, adjoint à la ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "les vols à l'étalage en
Belgique" (n° 2033)
37
Vraag van de heer Peter Logghe aan de
staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie
en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
belast met Maatschappelijke Integratie, over
"winkeldiefstallen in België" (nr. 2033)
37
Orateurs: Peter Logghe, Melchior Wathelet,
secrétaire d'État - Budget, Migration et asile,
Familles et Institutions culturelles fédérales
Sprekers: Peter Logghe, Melchior Wathelet,
staatssecretaris - Begroting, Migratie en Asiel,
Gezinsbeleid
en
Federale
Culturele
Instellingen
Question de M. Bart Somers au secrétaire d'État
au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à
la Politique des familles et aux Institutions
culturelles fédérales sur "la politique de retour des
demandeurs d'asile" (n° 2193)
39
Vraag van de heer Bart Somers aan de
staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en
asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de
Federale
Culturele
Instellingen
over
"het
terugkeerbeleid voor asielzoekers" (nr. 2193)
39
Orateurs: Bart Somers, Melchior Wathelet,
secrétaire d'État - Budget, Migration et asile,
Familles et Institutions culturelles fédérales
Sprekers: Bart Somers, Melchior Wathelet,
staatssecretaris - Begroting, Migratie en Asiel,
Gezinsbeleid
en
Federale
Culturele
Instellingen
Question de M. Theo Francken au secrétaire
d'État au Budget, à la Politique de migration et
d'asile, à la Politique des familles et aux
Institutions culturelles fédérales sur "la politique
de retour en Afghanistan" (n° 2038)
45
Vraag van de heer Theo Francken aan de
staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en
asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de
Federale
Culturele
Instellingen
over
"het
terugkeerbeleid naar Afghanistan" (nr. 2038)
45
Orateurs:
Theo
Francken,
Melchior
Wathelet, secrétaire d'État - Budget, Migration
et asile, Familles et Institutions culturelles
fédérales
Sprekers:
Theo
Francken,
Melchior
Wathelet,
staatssecretaris
-
Begroting,
Migratie en Asiel, Gezinsbeleid en Federale
Culturele Instellingen
Question de Mme Zoé Genot au secrétaire d'État
au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à
la Politique des familles et aux Institutions
culturelles fédérales sur "la notion d'enfant à
charge dans les demandes de régularisation"
(n° 2144)
49
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de
staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en
asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de
Federale Culturele Instellingen over "het begrip
'kind ten laste' bij regularisatieaanvragen"
(nr. 2144)
49
Orateurs: Zoé Genot, Melchior Wathelet,
secrétaire d'État - Budget, Migration et asile,
Familles et Institutions culturelles fédérales
Sprekers: Zoé Genot, Melchior Wathelet,
staatssecretaris - Begroting, Migratie en Asiel,
Gezinsbeleid
en
Federale
Culturele
Instellingen
Question de Mme Zoé Genot au secrétaire d'État
au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à
la Politique des familles et aux Institutions
culturelles fédérales sur "les expulsions vers la
Côte d'Ivoire" (n° 2206)
50
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de
staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en
asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de
Federale
Culturele
Instellingen
over
"de
uitwijzingen naar Ivoorkust" (nr. 2206)
50
26/01/2011
CRIV 53
COM 107
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
iv
Orateurs: Zoé Genot, Melchior Wathelet,
secrétaire d'État - Budget, Migration et asile,
Familles et Institutions culturelles fédérales
Sprekers: Zoé Genot, Melchior Wathelet,
staatssecretaris - Begroting, Migratie en Asiel,
Gezinsbeleid
en
Federale
Culturele
Instellingen
Question de M. Rachid Madrane au secrétaire
d'État au Budget, à la Politique de migration et
d'asile, à la Politique des familles et aux
Institutions
culturelles
fédérales
sur
"la
réglementation européenne du 15 décembre 2010
exemptant
les
ressortissants
albanais
et
bosniaques de visa pour circuler dans l'espace
Schengen" (n° 2223)
51
Vraag van de heer Rachid Madrane aan de
staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en
asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de
Federale Culturele Instellingen over "de Europese
reglementering
van
15 december 2010
die
Albanese en Bosnische burgers vrijstelt van
visumplicht om in de Schengenruimte te reizen"
(nr. 2223)
51
Orateurs:
Rachid
Madrane,
Melchior
Wathelet, secrétaire d'État - Budget, Migration
et asile, Familles et Institutions culturelles
fédérales
Sprekers:
Rachid
Madrane,
Melchior
Wathelet,
staatssecretaris
-
Begroting,
Migratie en Asiel, Gezinsbeleid en Federale
Culturele Instellingen
Question de M. Rachid Madrane au secrétaire
d'État au Budget, à la Politique de migration et
d'asile, à la Politique des familles et aux
Institutions culturelles fédérales sur "l'arrêté royal
du 8 juin 2009 en vertu duquel l'Office des
étrangers est l'autorité compétente pour gérer le
centre INAD et les centres assimilés" (n° 2224)
52
Vraag van de heer Rachid Madrane aan de
staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en
asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de
Federale Culturele Instellingen over "het koninklijk
besluit van 8 juni 2009 krachtens hetwelk de
Dienst
Vreemdelingenzaken
de
bevoegde
autoriteit is voor het beheer van het INAD-centrum
en gelijkgestelde centra" (nr. 2224)
52
Orateurs:
Rachid
Madrane,
Melchior
Wathelet, secrétaire d'État - Budget, Migration
et asile, Familles et Institutions culturelles
fédérales
Sprekers:
Rachid
Madrane,
Melchior
Wathelet,
staatssecretaris
-
Begroting,
Migratie en Asiel, Gezinsbeleid en Federale
Culturele Instellingen
Question de M. Theo Francken au secrétaire
d'État au Budget, à la Politique de migration et
d'asile, à la Politique des familles et aux
Institutions culturelles fédérales sur "le rapport
d'évaluation critique de Fedasil concernant
l'absence de coordination entre les retours forcés
et volontaires" (n° 2149)
54
Vraag van de heer Theo Francken aan de
staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en
asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de
Federale Culturele Instellingen over "het kritische
evaluatierapport van Fedasil met betrekking tot de
gebrekkige coördinatie tussen de gedwongen en
de vrijwillige terugkeer" (nr. 2149)
53
Orateurs:
Theo
Francken,
Melchior
Wathelet, secrétaire d'État - Budget, Migration
et asile, Familles et Institutions culturelles
fédérales
Sprekers:
Theo
Francken,
Melchior
Wathelet,
staatssecretaris
-
Begroting,
Migratie en Asiel, Gezinsbeleid en Federale
Culturele Instellingen
Question de Mme Sarah Smeyers au secrétaire
d'État au Budget, à la Politique de migration et
d'asile, à la Politique des familles et aux
Institutions
culturelles
fédérales
sur
"l'augmentation du nombre de demandes d'asile
en provenance du Kosovo" (n° 2242)
55
Vraag van mevrouw Sarah Smeyers aan de
staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en
asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de
Federale Culturele Instellingen over "het stijgende
aantal asielaanvragen uit Kosovo" (nr. 2242)
55
Orateurs:
Sarah
Smeyers,
Melchior
Wathelet, secrétaire d'État - Budget, Migration
et asile, Familles et Institutions culturelles
fédérales
Sprekers:
Sarah
Smeyers,
Melchior
Wathelet,
staatssecretaris
-
Begroting,
Migratie en Asiel, Gezinsbeleid en Federale
Culturele Instellingen
Question de M. Éric Jadot au secrétaire d'État au
Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la
Politique des familles et aux Institutions culturelles
fédérales sur "la grève du personnel survenue au
sein
du
centre
fermé
de
Vottem
le
19 janvier 2011" (n° 2255)
57
Vraag van de heer Éric Jadot aan de
staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en
asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de
Federale Culturele Instellingen over "de staking
van het personeel in het gesloten centrum van
Vottem op 19 januari 2011" (nr. 2255)
57
Orateurs: Éric Jadot, Melchior Wathelet,
secrétaire d'État - Budget, Migration et asile,
Familles et Institutions culturelles fédérales
Sprekers: Éric Jadot, Melchior Wathelet,
staatssecretaris - Begroting, Migratie en Asiel,
Gezinsbeleid
en
Federale
Culturele
CRIV 53
COM 107
26/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
v
Instellingen
Questions jointes de
58
Samengevoegde vragen van
58
- M. Theo Francken au secrétaire d'État au
Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la
Politique des familles et aux Institutions culturelles
fédérales sur "les centres ouverts de retour"
(n° 2230)
58
- de heer Theo Francken aan de staatssecretaris
voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor
Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele
Instellingen over "de open terugkeercentra"
(nr. 2230)
58
- Mme Nahima Lanjri au secrétaire d'État au
Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la
Politique des familles et aux Institutions culturelles
fédérales sur "la proposition de création de
centres de retour" (n° 2259)
58
- mevrouw Nahima Lanjri aan de staatssecretaris
voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor
Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele
Instellingen over "het voorstel tot oprichting van
terugkeercentra" (nr. 2259)
58
- M. Damien Thiéry au secrétaire d'État au
Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la
Politique des familles et aux Institutions culturelles
fédérales sur "l'ouverture de centres ouverts pour
les personnes bénéficiant d'un programme de
retour volontaire" (n° 2289)
58
- de heer Damien Thiéry aan de staatssecretaris
voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor
Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele
Instellingen over "de oprichting van open centra
voor personen die gebruik maken van een
programma voor vrijwillige terugkeer" (nr. 2289)
58
Orateurs: Theo Francken, Nahima Lanjri,
Melchior Wathelet
, secrétaire d'État - Budget,
Migration et asile, Familles et Institutions
culturelles fédérales
Sprekers: Theo Francken, Nahima Lanjri,
Melchior
Wathelet,
staatssecretaris
-
Begroting, Migratie en Asiel, Gezinsbeleid en
Federale Culturele Instellingen
Question de Mme Nahima Lanjri au secrétaire
d'État au Budget, à la Politique de migration et
d'asile, à la Politique des familles et aux
Institutions
culturelles
fédérales
sur
"la
condamnation de notre pays pour le renvoi d'un
demandeur d'asile vers la Grèce" (n° 2252)
62
Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de
staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en
asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de
Federale
Culturele
Instellingen
over
"de
veroordeling van ons land door doorverwijzing van
een asielzoeker aan Griekenland" (nr. 2252)
62
Orateurs: Nahima Lanjri, Melchior Wathelet,
secrétaire d'État - Budget, Migration et asile,
Familles et Institutions culturelles fédérales
Sprekers: Nahima Lanjri, Melchior Wathelet,
staatssecretaris - Begroting, Migratie en Asiel,
Gezinsbeleid
en
Federale
Culturele
Instellingen
Question de Mme Nahima Lanjri au secrétaire
d'État au Budget, à la Politique de migration et
d'asile, à la Politique des familles et aux
Institutions
culturelles
fédérales
sur
"le
renforcement des instances compétentes en
matière d'asile" (n° 2257)
64
Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de
staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en
asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de
Federale
Culturele
Instellingen
over
"de
versterking van de asielinstanties" (nr. 2257)
64
Orateurs: Nahima Lanjri, Melchior Wathelet,
secrétaire d'État - Budget, Migration et asile,
Familles et Institutions culturelles fédérales
Sprekers: Nahima Lanjri, Melchior Wathelet,
staatssecretaris - Begroting, Migratie en Asiel,
Gezinsbeleid
en
Federale
Culturele
Instellingen
Question de Mme Sarah Smeyers au secrétaire
d'État au Budget, à la Politique de migration et
d'asile, à la Politique des familles et aux
Institutions culturelles fédérales sur "la grève
évitée au centre pour illégaux 'De Refuge' à
Bruges" (n° 2260)
66
Vraag van mevrouw Sarah Smeyers aan de
staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en
asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de
Federale
Culturele
Instellingen
over
"de
afgewende staking in asielcentrum De Refuge te
Brugge" (nr. 2260)
66
Orateurs:
Sarah
Smeyers,
Melchior
Wathelet, secrétaire d'État - Budget, Migration
et asile, Familles et Institutions culturelles
fédérales
Sprekers:
Sarah
Smeyers,
Melchior
Wathelet,
staatssecretaris
-
Begroting,
Migratie en Asiel, Gezinsbeleid en Federale
Culturele Instellingen
CRIV 53
COM 107
26/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE L'INTÉRIEUR,
DES AFFAIRES GÉNÉRALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
du
M
ERCREDI
26
JANVIER
2011
Après-midi
______
van
W
OENSDAG
26
JANUARI
2011
Namiddag
______
De vergadering wordt geopend om 14.20 uur en voorgezeten door de heer Ben Weyts.
La séance est ouverte à 14.20 heures et présidée par M. Ben Weyts.
01 Vraag van de heer Tanguy Veys aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de openbaarheid
van bestuur bij de politieraden" (nr. 2074)
01 Question de M. Tanguy Veys à la ministre de l'Intérieur sur "la publicité de l'administration au sein
des conseils de police" (n° 2074)
01.01 Tanguy Veys (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, de aanleiding van mijn vraag is te peilen naar een principieel
standpunt van u in verband met de openbaarheid van bestuur van
politieraden. Daarnaast wens ik u te wijzen op de huidige situatie in de
politiezone Schelde-Leie, bijvoorbeeld.
In het model van huishoudelijk reglement van de Vereniging van
Vlaamse Steden en Gemeenten wordt voor de politieraden gesteld
dat de agenda van de raadszittingen openbaar wordt gemaakt via
aanplakking in de gemeentehuizen. Het gaat dan uiteraard om de
gemeentehuizen van de gemeenten die deel uitmaken van de
betrokken zone. Geïnteresseerde burgers kunnen zich elektronisch
abonneren op die agenda. Dat alles past in het raam van de
openbaarheid van bestuur.
Concreet, in de politiezone Schelde-Leie, voor de gemeenten
De Pinte, Gavere, Nazareth en Sint-Martens-Latem, is van
openbaarheid van bestuur toch weinig te merken. Zowel de
raadsleden van de betrokken politieraad als de pers worden pas op
het laatste nippertje verwittigd. Er wordt niets aangeplakt aan de
gemeentehuizen. Evenmin bestaat de mogelijkheid tot abonneren op
die agenda, laat staan elektronisch.
Mevrouw de minister, op welke wijze moet een politiezone de agenda
van de raadszittingen openbaar maken? Ik heb vernomen dat de
betrokken politiezone Schelde-Leie, bijvoorbeeld, geen huishoudelijk
reglement heeft waarin dat gestipuleerd zou kunnen worden.
Als er dan toch een huishoudelijk reglement is, wat moet het
huishoudelijk reglement van een politiezone minstens voorzien
omtrent het openbaar maken van de agenda van de raadszittingen?
Wat moet de politiezone doen indien er geen huishoudelijk reglement
is?
01.01 Tanguy Veys (VB):
Conformément
au
règlement
d'ordre intérieur de la VVSG
(l'Union des villes et communes
flamandes), l'ordre du jour des
séances des conseils de police est
rendu public par affichage dans
les maisons communales des
communes des zones concer-
nées. Les citoyens intéressés
peuvent s'abonner à cet ordre du
jour par la voie électronique. Ces
dispositions s'inscrivent dans le
cadre
de
la
publicité
de
l'administration. Dans la zone de
police Escaut-Lys, rien n'indique
que ce règlement soit appliqué.
Les conseillers et la presse sont
avertis à la dernière minute, il n'est
procédé à aucun affichage et
aucune possibilité d'abonnement
électronique à l'ordre du jour n'est
offerte. Cette zone de police ne
serait même pas dotée d'un
règlement d'ordre intérieur.
Comment une zone de police doit-
elle rendre public l'ordre du jour
des séances du conseil? Si le
règlement d'ordre intérieur d'une
zone de police ne comporte
aucune disposition en matière de
publicité,
quelles
mesures
26/01/2011
CRIV 53
COM 107
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
2
Indien het huishoudelijk reglement van een politiezone niet voorziet in
de minimale vormen van openbaarheid, welke maatregelen kunnen er
dan genomen worden? Kan een burger, een gemeenteraadslid, een
lid van de politieraad, of desnoods de gouverneur, de Vlaamse
minister van Binnenlandse Aangelegenheden of uzelf als federaal
minister voor Binnenlandse Zaken daartegen optreden?
Is de overname van richtlijnen van het VVSG-model afdwingbaar? Ik
veronderstel van niet, maar ik denk dat er vanuit de overheid wel een
stimulerende rol gespeeld kan worden.
Welke politiezones zijn in gebreke op het vlak van de openheid en het
tijdig vastleggen van data voor de raadszittingen? Hebt u daar al
navraag rond gedaan en bent u daarvan op de hoogte?
Worden er maatregelen genomen tegen politiezones, bijvoorbeeld de
politiezone Schelde-Leie, die in gebreke blijven op het vlak van
openheid en het tijdig vastleggen van data voor raadszittingen? Indien
er al maatregelen zijn genomen, voor welke politiezones was dat dan?
Welke maatregelen werden er genomen? Wat was het resultaat
daarvan? Zo nee, waarom niet?
peuvent-elles être prises? Quelle
instance
peut-elle
intervenir?
L'application des directives du
modèle de la VVSG est-elle
contraignante? Quelles zones de
police restent-elles en défaut en
matière de publicité et de fixation à
temps des dates des séances du
conseil? Les zones coupables de
négligence sont-elles rappelées à
l'ordre?
Dans
l'affirmative,
comment? Dans la négative,
pourquoi?
01.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, beste
collega's, artikel 87bis van de nieuwe gemeentewet van toepassing
verklaard door artikel 27 van de wet op de geïntegreerde politie,
bepaalt dat de agenda van de politieraad moet aangeplakt worden ter
bekendmaking aan het publiek, en dit volgens dezelfde termijnen die
gelden voor de oproeping van de raadsleden. Dit wil zeggen dat voor
een gewone vergadering de aanplakking zeven vrije dagen voor de
vergadering moet gebeuren. Aanplakking weliswaar wettelijk verplicht,
is tegenwoordig niet meteen het meest adequate communicatiemiddel
om de bevolking te bereiken. Publicatie van de agenda van de
gemeenteraad in de streekkrant is een bijkomend medium dat vaak
wordt gebruikt. De evolutie van het internet heeft de meeste besturen
er ook toe aangezet om hun burgers via dit kanaal actief te
informeren over hun werking.
Artikel 91 van de nieuwe gemeentewet is ook van toepassing op de
politieraad. Dit bepaalt het volgende: "De politieraad dient een
reglement van orde aan te nemen. Behalve de bepalingen van de wet
kan dit reglement bijkomende maatregelen bevatten in verband met
de werking van de raad." Dit reglement kan niet in tegenspraak zijn
met de wet. De reglementering voorziet niet in enige definiëring, maar
laat de invulling over aan het bestuur. Minimaal wordt er echter
verwacht dat er wordt verwezen naar wat wettelijk is voorzien. Deze
informatie kan worden aangevuld met meer praktische en
pragmatische informatie. Zo kan het reglement er bijvoorbeeld in
voorzien dat er actief gebruik zal worden gemaakt van de website van
de politiezone om de agenda en de besluiten van de politieraad te
publiceren. Het huishoudelijk reglement kan ook alternatieve
manieren van bekendmaking bepalen.
Het huishoudelijk reglement is dus een wettelijke verplichting en dit
reglement moet de wettelijke bepalingen bevatten betreffende de
werking van de politieraad, met name deze in verband met de
openbaarheid. De politieraad is een emanatie van de bevolking en
dient verantwoording af te leggen. In de eerste plaats zou het
01.02 Annemie Turtelboom
,
ministre: L'ordre du jour du conseil
de police doit, selon la loi, être
affiché au moins sept jours à
l'avance en cas de séance
ordinaire. Dans de nombreuses
communes, l'ordre du jour est
également
publié
dans
le
Streekkrant et/ou sur internet.
Le conseil de police de chaque
zone est libre de communiquer
comme il l'entend, pour autant que
sa communication satisfasse à un
minimum légal. Les systèmes de
communication sont clairement
décrits dans le règlement d'ordre
intérieur de chaque zone. Ce
règlement d'ordre intérieur est
donc une obligation légale, et il
doit contenir les dispositions
légales requises en ce qui
concerne le fonctionnement du
conseil de police, notamment en
matière de publicité. Si une zone
manque à ses obligations, c'est au
collège de police qu'il faut s'en
référer en première instance. Les
membres des conseils de police
disposent, dans le cadre de leur
mandat, de voies appropriées qui
leur permettent d'agir. Si les
défaillances perdurent, on peut
alors s'adresser à l'autorité de
tutelle, au cas où elle ne serait pas
CRIV 53
COM 107
26/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
3
politiecollege er moeten worden op aangesproken om de wetgeving
toe te passen met betrekking tot het aannemen en het bepalen van de
inhoud van het huishoudelijk reglement. Politieraadsleden hebben
geëigende wegen binnen hun mandaat om actie te ondernemen om
eventueel de zaken recht te zetten. Bij het blijvend in gebreke blijven,
kan de toezichthoudende overheid worden aangesproken en zal zij,
mocht zij dit nog niet spontaan hebben gedaan op basis van de
controle van de besluiten die haar worden toegestuurd door de
politieraad, het reglement laten corrigeren.
De gouverneur treedt op als toezichthoudende overheid, zowel
namens de gewestelijke minister van Binnenlandse Zaken, als
namens de federale minister, elk wat betreft hun specifieke
bevoegdheid.
Om te antwoorden op uw vierde vraag, het volgende. Het betreft hier
één model van huishoudelijk reglement. Elk bestuur is vrij in het
ontwerp van zijn reglement. De wetgever heeft niet voorzien in een
opgelegd model, noch bepaald wat er in moet staan. Een andere
regeling zou niet conform de geldende wetgeving zijn, omdat het een
beknotting inhoudt van de autonomie van de lokale overheid.
Het komt tot slot de toezichthoudende overheid toe te controleren of
de minimale wijze van openbaarheid van bestuur verzekerd is. Elk
bestuur dient immers binnen de twintig dagen na de raadzitting
attesten ter bewijs mee te sturen met de lijst van de behandelde
punten.
Er is mij niet gemeld dat zich in deze fundamentele problemen inzake
de openbaarheid van bestuur voordoen.
encore intervenue afin de faire
corriger le règlement.
C'est le gouverneur qui exerce ici
l'autorité de tutelle, tant au nom du
ministre régional de l'Intérieur
qu'au nom du ministre fédéral, et
ce, dans le respect de leurs
compétences propres.
Le modèle cité n'est qu'un
exemple. Chaque direction est
libre de concevoir son propre
règlement, tant sur la forme que
sur le contenu. Une autre
réglementation ne serait pas
conforme à la législation en
vigueur, car elle constituerait une
entrave à l'autonomie des pouvoirs
locaux.
L'autorité de tutelle est chargée de
faire en sorte qu'un minimum de
publicité de l'administration soit
garanti. Je ne suis pas au courant
des problèmes.
01.03 Tanguy Veys (VB): Mevrouw de minister, ik dank u voor het
antwoord. Ik vermoed dat de nodige elementen er zijn opdat men ter
plekke de nodige stappen kan nemen om de openbaarheid te
garanderen.
01.03 Tanguy Veys (VB): Je
suppose que tous les éléments
sont réunis pour résoudre le
problème.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Gerald Kindermans aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het aantal
Belgische politiebeambten in het buitenland" (nr. 1957)
02 Question de M. Gerald Kindermans à la ministre de l'Intérieur sur "le nombre de fonctionnaires de
police belges à l'étranger" (n° 1957)
02.01 Gerald Kindermans (CD&V): Mevrouw de minister,
momenteel zou er een veertigtal Belgische politiebeambten
deelnemen aan buitenlandse missies in het kader van opleiding en
training van buitenlandse collega's. Volgens de berichtgeving zouden
er 26 politieagenten actief zijn in Kosovo, 2 in Bosnië, 5 in Congo, 3 in
Afghanistan en nog eens 3 aan de Israëlisch-Palestijnse grens. Die
missies kaderen binnen samenwerkingsakkoorden die de Europese
Unie sloot en die bepalen dat België tot 45 politiebeambten in het
buitenland kan posteren voor burgerlijke en niet-gemilitariseerde
opdrachten.
Aangezien de opleiding en training van politiebeambten en
veiligheidsdiensten een cruciale rol spelen bij het stabiliseren van
conflictgebieden, het wederopbouwen van samenlevingen en het
02.01 Gerald Kindermans
(CD&V): Une quarantaine d'agents
belges participeraient à des
missions à l'étranger dans le cadre
de la formation et de l'entraîne-
ment de collègues étrangers.
Vingt-six agents seraient actifs au
Kosovo, 2 en Bosnie, 5 au Congo,
3 en Afghanistan et 3 le long de la
frontière israélo-palestinienne. Ces
missions s'inscrivent dans le cadre
d'accords de coopération signés
avec l'UE.
26/01/2011
CRIV 53
COM 107
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
4
creëren van rechtszekerheid, heb ik de volgende vragen.
Kunt u de cijfers betreffende de deelname van de Belgische
politiebeambten aan buitenlandse missies bevestigen of corrigeren?
Kunt u voorts bevestigen dat dergelijke deelnames aan buitenlandse
missies gebeuren via Europese samenwerkingsakkoorden, die
gesloten werden met elk van de voorheen vermelde landen? Klopt het
dat België tot 45 politiebeambten kan posteren in het buitenland?
Wat is de brutokostprijs per politiebeambte per missie, naargelang het
land waar hij of zij wordt ingezet? Worden die kosten gedekt door de
Europese Unie of komt ook de federale overheid tussen in de
financiering?
Welke taken moeten de betrokkenen in de verschillende landen
uitvoeren? In welke mate verschillen die taken van elkaar?
Ten slotte zou ik graag meer uitleg krijgen over de gehanteerde
verdeelsleutel betreffende het aantal politiebeambten per missie. Het
leeuwendeel van de politieagenten lijkt immers actief te zijn in
voormalig Joegoslavië en niet in landen zoals Congo of Afghanistan.
La ministre est-elle en mesure de
confirmer
ces
données? La
participation à ces missions est-
elle régie par des accords de
coopération européens? Est-il
exact que la Belgique peut
envoyer un maximum de 45
agents de police à l'étranger? Quel
est le coût brut par agent, par
mission et par pays où se déroule
le projet? Ces coûts sont-ils
remboursés par l'UE ou le fédéral
intervient-il également? Quelles
tâches les agents doivent-ils
assurer dans les divers pays? Ces
tâches sont-elles diversifiées?
Quelle est la clé de répartition
appliquée pour définir le nombre
d'agents par mission? La majeure
partie d'entre eux semblent en
effet être actifs en ex-Yougoslavie
et non dans des pays tels que le
Congo et l'Afghanistan.
02.02 Minister Annemie Turtelboom: Ik kan de aangehaalde cijfers
bevestigen. De deelname van de Belgische politiebeambten kadert
telkens in een missie van civiel crisisbeheer, die gewoonlijk door de
Europese Unie of een andere internationale organisatie, zoals de
Verenigde Naties, wordt georganiseerd. De beslissing om een missie
op te starten, wordt dus op het niveau van de Europese Unie
genomen, in het kader van het Europese veiligheid- en
defensiebeleid.
België neemt als lidstaat van de Europese Unie dan ook deel aan die
missies, naar ratio van zijn vermogen. Zo kan de geïntegreerde politie
inderdaad jaarlijks 45 fulltime equivalenten ter beschikking stellen
voor de deelname aan internationale missies van civiel crisisbeheer.
De indicatieve planning die de Belgische deelname aan de
verschillende missies weergeeft, wordt elk jaar goedgekeurd door de
Ministerraad.
De kosten verbonden aan de deelname aan internationale missies
van civiel crisisbeheer, worden gezamenlijk gedragen door de
Europese Unie en de Belgische Staat.
Kosten en vergoedingen die verband houden met de aanwezigheid ter
plaatse, zijn steeds ten laste van de internationale organisaties onder
wiens auspiciën de missie wordt uitgevoerd.
De andere kosten worden gedragen door de contribuerende landen.
Het federaal budget dient aldus de kosten te dekken voor de
voorbereiding van de inzet, enerzijds, en voor de effectieve inzet,
anderzijds.
Het buitenlands aandeel in de financiering wordt bij ons grotendeels
gedragen
door
de FOD
Buitenlandse
Zaken,
die een
interdepartementale budgettaire lijn in het leven heeft geroepen om
02.02 Annemie Turtelboom,
ministre: Je confirme les chiffres
que
vous
avez
cités.
La
participation des agents belges
s'inscrit chaque fois dans le cadre
d'une mission de gestion civile de
crise généralement organisée par
l'UE ou par les Nations unies. La
décision d'envoyer une mission est
dès lors prise par l'UE.
Nous participons à ces missions
en fonction de nos propres
possibilités. La police intégrée est
en mesure d'affecter annuellement
45 équivalents temps plein à des
missions
internationales
de
gestion civile de crises. Le
calendrier de ces missions doit
être approuvé annuellement en
Conseil des ministres.
Les
frais
inhérents
à
la
participation à ces missions
internationales sont partagés par
l'Union européenne et l'État belge.
Les frais et indemnités liés à la
présence sur place sont toujours à
charge
des
organisations
internationales sous le contrôle
desquelles
la
mission
est
exécutée. Les autres frais sont
payés par les pays participants. Le
CRIV 53
COM 107
26/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
5
die kosten te dekken.
In dat verband geldt het principe van de looncompensatie, wat wil
zeggen dat Buitenlandse Zaken het loon van een nieuwe agent die
wordt aangeworven ter vervanging van het personeelslid dat zich bij
de missie gaat vervoegen, als compensatie uitkeert aan het betrokken
departement, in dit geval dus de federale politie.
In 2009 bedroeg de gemiddelde kostprijs per fulltime equivalent ten
laste van de federale overheid ongeveer 34 000 euro. Voor 2010 zijn
nog geen volledige cijfers beschikbaar.
De leden van de geïntegreerde politie die deelnemen aan de
Europese missies van civiel crisisbeheer, oefenen diverse functies uit,
vooral monitoring-, mentoring-, advising en trainingactiviteiten, zowel
in de domeinen van de bestuurlijke als van de gerechtelijke politie.
Het doel van de politiemissies is telkens de politiediensten van het
gastland te helpen ontwikkelen. In die zin zijn er geen grote
verschillen tussen de verschillende missies. Er is dus geen sprake
van ordehandhaving of echt operationele functies, maar van
strenghtening van het politieapparaat.
De beslissing om deel te nemen aan een bepaalde internationale
missie, wordt genomen door de Ministerraad op basis van de
Belgische geopolitieke prioriteiten. De Belgische bijdrage wordt voorts
bepaald door de grootte van de missie en de functies die in de missie
moeten worden bekleed.
Er wordt niet alleen een beroep gedaan op politiemensen. Het aantal
leden van de geïntegreerde politie dat effectief deelneemt aan de
verschillende missies waarvoor België zich heeft geëngageerd, is op
zijn beurt afhankelijk van de mate waarin de beschikbare kandidaten
beantwoorden aan het profiel van de door de Europese Unie gezochte
experts en de selectie van de Europese Unie doorstaan.
Uiteraard is de geïntegreerde politie, alsook de regering gevoelig voor
het zogenaamde return on investment verbonden aan een bepaalde
missie, zijnde de impact uitgaande van de veiligheidssituatie incluis de
openbare veiligheid van een land zoals Congo op de Belgische
interne veiligheid.
budget fédéral couvre dès lors les
coûts
de
préparation
de
l'engagement et le coût de
l'engagement effectif. La partie
étrangère du financement est
principalement prise en charge par
le SPF Affaires étrangères. C'est
le principe de la compensation
salariale qui est appliqué dans ce
domaine.
En
guise
de
compensation,
les
Affaires
étrangères paient le salaire d'un
nouvel agent recruté par la police
fédérale pour remplacer l'agent
parti en mission.
En 2009, le coût moyen par
équivalent temps plein à charge du
gouvernement fédéral s'est élevé
à près de 34 000 euros. Les
chiffres ne sont pas encore
disponibles pour 2010.
Les agents participants accom-
plissent
essentiellement
des
tâches de surveillance, de tutorat,
de conseil et d'entraînement. À
chaque fois, l'objectif est de
contribuer au développement des
services de police du pays hôte. Il
ne s'agit donc jamais de maintien
de l'ordre ou de fonctions
opérationnelles. La décision de
participer à une mission déter-
minée est prise par le Conseil des
ministres sur la base des priorités
géopolitiques belges. L'étendue de
la participation est déterminée
mission par mission.
Les demandes ne concernent pas
que des policiers. Le nombre
d'agents qui participent effective-
ment aux différentes missions est
fonction de l'accord entre le profil
des
candidats
et
le
profil
recherché et de leur réussite à la
procédure de sélection opérée par
l'Union européenne.
Les retombées pour la sécurité
interne de la Belgique des
conditions de sécurité qui règnent
dans un pays comme le Congo
sont
évidemment
prises
en
compte.
02.03 Gerald Kindermans (CD&V): Mevrouw de minister, ik dank u
26/01/2011
CRIV 53
COM 107
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
6
voor uw antwoord.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de M. Éric Jadot à la ministre de l'Intérieur sur "le succès mitigé rencontré par le service
'fraude football'" (n° 2078)
03 Vraag van de heer Éric Jadot aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het matige succes van
het meldpunt 'voetbalfraude'" (nr. 2078)
03.01 Éric Jadot (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, madame la
ministre, les dossiers de corruption liés au monde du football sont en
principe attribués à la police judiciaire fédérale et sont, en grande
partie, traités par l'Office central de la répression de la corruption
(OCRC) de la Direction de la lutte contre la criminalité économique et
financière (DJF). Les dernières années, l'OCRC a acquis une
expérience certaine dans le traitement des dossiers en matière de
corruption dans le cadre de matchs de football.
Suite à la récurrence de tels faits, il a été décidé de créer au sein de
l'OCRC, un point de contact en matière de fraude football qui était
donc de votre ressort. Ce point de contact à été lancé le 28 mai 2010.
Depuis cette date, la population a accès à une plate-forme internet
ainsi qu'à un numéro vert permettant le signalement des cas de
fraude aux tickets, de falsification de compétitions ou de matchs
truqués.
Il me revient toutefois que le succès rencontré par ce service serait
plus que mitigé. La presse fait état du seul enregistrement de quatre
plaintes depuis les sept derniers mois. En outre, une grande part des
plaintes adressées à ce service s'avérerait non exploitable ou relevant
d'autres juridictions.
Madame la ministre, comment expliquez-vous le faible succès
rencontré par le service "fraude football"? Ce service reçoit-il une
publicité suffisante depuis son lancement en mai dernier? Une
campagne de diffusion d'informations quant à ses missions et aux
faits et plaintes qu'il est susceptible de traiter a-t-elle été réalisée?
Quelle analyse en est-elle faite par les agents étant actifs au sein du
point de contact?
Quelles perspectives souhaitez-vous développer quant au service
"fraude football" pour l'année 2011?
03.01 Éric Jadot (Ecolo-Groen!):
De afgelopen jaren zou de
Centrale Dienst voor de Bestrijding
van de Corruptie (CDBC) heel wat
ervaring hebben verworven bij de
behandeling van dossiers van
vervalste
voetbalwedstrijden.
Omdat er steeds nieuwe gevallen
opdoken, werd er op 28 mei 2010
in de CDBC een meldpunt
`voetbalfraude' opgericht. Via dat
meldpunt kunnen online of via een
gratis telefoonnummer ticketfraude
of vervalste wedstrijden worden
gemeld. De resultaten van die
dienst zouden echter beneden de
verwachtingen blijven. Volgens de
pers zouden er in zeven maanden
tijd slechts vier klachten zijn
ingediend, waarmee er meestal
niets kon worden aangevangen of
die onder een andere jurisdictie
vielen.
Waaraan schrijft u dit gebrek aan
succes toe? Werd er een
voorlichtingscampagne over de
opdrachten van dat meldpunt
opgezet?
Wat
denken
de
ambtenaren over hun dienst? Aan
welke verwachtingen moet deze
dienst volgens u in 2011 voldoen?
03.02 Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur le président, cher
collègue, le policier coordinateur pour la fraude football de l'Office
central de la répression de la corruption de la police judiciaire fédérale
a pris plusieurs initiatives depuis le lancement du point de contact
pour faire connaître auprès des partenaires et développer ce point de
contact.
Dans cette optique, des contacts réguliers ont d'ailleurs eu lieu avec
les principaux partenaires, à savoir le parquet fédéral à qui il incombe
de décider de la destination des avis, mais aussi la Commission des
jeux de hasard et l'Union royale belge de football. Des accords ont été
passés, notamment dans le domaine de l'échange d'informations.
Une réunion de coordination a également été organisée avec la
cellule de traitement de l'information financière pour savoir comment
03.02
Minister
Annemie
Turtelboom: De politieambtenaar
die in de CDBC de strijd tegen de
voetbalfraude coördineert, heeft
diverse initiatieven genomen om
de aandacht van de partners op dit
meldpunt te vestigen. Er werd
trouwens
regelmatig
overleg
gepleegd met het federaal parket,
de Kansspelcommissie en de
Koninklijke Belgische Voetbal-
bond. Er werden overeenkomsten
gesloten, met name op het stuk
van de informatie-uitwisseling. Er
CRIV 53
COM 107
26/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
7
collaborer concrètement.
Le coordinateur football a présenté le fonctionnement de la cellule
"fraude football" aux gestionnaires locaux des dossiers football de la
police locale responsable du suivi de l'aspect ordre public. Il a aussi
visité la Ligue néerlandaise de football (KNVB) non seulement pour
présenter l'approche belge, mais aussi pour mieux connaître la façon
dont les Pays-Bas luttent contre la fraude football.
L'UEFA s'intéresse également à la lutte contre ce phénomène et des
discussions préparatoires relatives à une possible collaboration ont
été menées avec le responsable Karel D'Hont en concertation avec le
parquet fédéral.
Des accords ont été passés au sein de la police fédérale avec les
services responsables de la lutte contre la criminalité organisée
depuis le milieu est-asiatique, plus précisément dans le domaine
d'accords sur l'échange de connaissances et d'informations relatives
à la fraude sur le football. En Belgique, le coordinateur football a pris
des contacts ou passé des accords avec la Pro League, la cellule
"Football" du SPF Intérieur, Interpol dans le cadre de l'approche
"Football Match Fixing Joint Initiative" et avec les enquêteurs de la
DJF Bruxelles.
Au sujet de la capacité, je n'ai reçu à ce jour aucun signal de la police
judiciaire fédérale permettant de dire que la capacité actuelle serait
insuffisante pour un fonctionnement optimal du point de contact. Ce
n'est d'ailleurs pas le coordinateur policier qui mène les enquêtes sur
la fraude footballistique: à cette fin, le parquet local ou fédéral peut
faire appel à d'autres enquêteurs.
L'objectif est de réaliser une analyse après l'été 2011, après un an
d'existence du point de contact et au terme de la saison de
football 2010-2011 et de vérifier dans quelle mesure ce projet pourrait
encore être amélioré. Il est vrai que la publicité autour du point de
contact auprès du grand public est importante. Je demanderai à la
cellule d'y veiller et ce, sans attendre l'évaluation préconisée.
Au sujet des cas de fraude en matière de football signalés à la justice
via le point de contact, je vous renvoie à la compétence des autorités
judiciaires et de mon collègue le ministre de la Justice.
vond ook een vergadering plaats
met de Cel voor Financiële
Informatieverwerking om na te
gaan hoe er concreet zou kunnen
worden samengewerkt.
De voetbalcoördinator heeft de
beheerders
van de voetbal-
dossiers van de lokale politie de
werking
van
het
meldpunt
toegelicht. Hij heeft ook de
Nederlandse voetballiga bezocht
om er de Belgische aanpak voor te
stellen en een beter zicht te krijgen
op de manier waarop Nederland
het probleem benadert.
De UEFA is ook geïnteresseerd in
de bestrijding van dit fenomeen,
en er werden gesprekken gevoerd
over een mogelijke samenwerking.
De
federale
politie
heeft
akkoorden
gesloten
met de
diensten die verantwoordelijk zijn
voor de bestrijding van de
georganiseerde misdaad in het
Oost-Aziatische milieu. In België
heeft
de
voetbalcoördinator
contact opgenomen of akkoorden
gesloten met de Pro League, de
Voetbalcel
van
de
FOD
Binnenlandse Zaken, Interpol en
de
onderzoekers
van
de
politiezone Brussel.
Tot dusver heb ik geen enkel
signaal opgevangen van de
federale
gerechtelijke
politie
waaruit zou blijken dat de huidige
capaciteit van het meldpunt
ontoereikend zou zijn. Het is
trouwens niet de coördinator van
de politie die het onderzoek voert.
Het is de bedoeling na de zomer
van 2011, na afloop van het
voetbalseizoen, een analyse te
maken. Het klopt dat het belangrijk
is om publiciteit aan een en ander
te geven bij het grote publiek, en ik
zal aan de cel vragen om daarop
toe te zien.
Voor de voetbalfraude die via het
meldpunt bij justitie aangegeven
wordt, verwijs ik u naar mijn
collega, de minister van Justitie.
26/01/2011
CRIV 53
COM 107
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
8
03.03 Éric Jadot (Ecolo-Groen!): Merci, madame la ministre. Je ne
doute pas des efforts de coordination de la part de vos services que
vous avez soulignés. Il y a certainement un éventail de mesures à
prendre en la matière mais vu le faible nombre de plaintes déposées,
les efforts devraient porter sur la publicité et l'information.
03.03 Éric Jadot (Ecolo-Groen!):
Gezien
het
kleine
aantal
ingediende klachten, moeten de
inspanningen betrekking hebben
op het geven van publiciteit.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de M. Éric Jadot à la ministre de l'Intérieur sur "les attaques de 'tophackers' présumés
dans le cadre de l'affaire WikiLeaks et leur suivi par la Computer Crime Unit" (n° 2087)
04 Vraag van de heer Éric Jadot aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de aanvallen van
tophackers die verdacht worden in het kader van de WikiLeaksaffaire en het daarmee verband
houdende onderzoek van de Computer Crime Unit" (nr. 2087)
04.01 Éric Jadot (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, madame la
ministre, les quotidiens De Standaard et The Guardian se sont fait
récemment l'écho d'attaques électroniques de "tophackers" pilotées
depuis les Pays-Bas et la Belgique en marge de l'affaire Wikileaks.
Une enquête serait actuellement menée par la Computer Crime Unit
de la police fédérale afin d'identifier ces groupes sur notre territoire.
Je constate toutefois que les informations concernant les attaques sur
les sites web à travers le monde comme modalité de revanche de
partisans de Wikileaks suite à l'arrestation de son concepteur, Julien
Assange, sont multiples et contradictoires. Criminalité électronique
pour les uns, "hacktivisme" citoyen pour les autres, les réseaux pro-
Wikileaks font débat. En ce, l'événement Wikileaks constitue bel et
bien un tournant, introduisant de nouveaux enjeux de société entre les
logiques citoyennes d'approfondissement démocratique et les
intérêts, aussi bien politiques, économiques et de sécurité, dont elles
dérangent les situations acquises.
Madame la ministre, comment expliquez-vous les difficultés
d'identification des groupes de "tophackers" présumés par les
services spécialisés de votre administration? Les services de police
des Pays-Bas semblent quant à eux plus avancés en la matière.
Cette apparente efficacité néerlandaise est-elle le reflet de moyens
moindres mis à disposition ou d'un retard dans les formes de suivi de
la criminalité électronique?
En ce qui concerne l'enquête en cours menée sur les actes présumés
de "hacking" de groupes pro-Wikileaks basés en Belgique, des
éléments nouveaux ont-ils été mis au jour par la Computer Crime Unit
depuis décembre? Dans l'affirmative, pouvez-vous m'éclairer quant à
la nature des faits leur étant incriminés?
De façon plus générale, quelle approche souhaitez-vous développer
au sein des services spécialisés de votre administration concernant
ces phénomènes numériques nouveaux et sans cesse fluctuants?
04.01 Éric Jadot (Ecolo-Groen!):
De Standaard en The Guardian
pakten onlangs uit met berichten
over elektronische aanvallen door
tophackers vanuit Nederland en
België, in de marge van de
WikiLeaksaffaire.
Er
zou
momenteel een onderzoek aan de
gang zijn.
Waarom is het zo moeilijk om de
tophackers te identificeren? Hoe
komt het dat de Nederlandse
politie meer succes boekt? Zijn er
nieuwe elementen opgedoken in
het onderzoek van de Federal
Computer Crime Unit (FCCU)?
Welke feiten worden die personen
ten laste gelegd? Welke aanpak
staat u voor?
04.02 Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur le président, cher
collègue, selon les spécialistes de la Federal Computer Crime Unit
(FCCU), il n'existe pas à l'heure actuelle de difficultés particulières
dans l'identification de "hackers". Néanmoins, il est utile de rappeler
que le caractère international de ce genre de phénomènes rend les
enquêtes plus complexes et exige un cadre légal adapté. De plus, à
04.02
Minister
Annemie
Turtelboom: Volgens de FCCU-
specialisten doen er zich geen
specifieke moeilijkheden voor wat
de identificatie van de hackers
betreft. Het internationale karakter
CRIV 53
COM 107
26/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
9
ce jour, la Belgique doit encore transposer certaines dispositions de la
législation cadre 2005/222/JAI du 24 février 2005 relative aux
attaques visant les systèmes d'information.
La FCCU a soumis diverses propositions d'initiatives législatives pour
transposer cette décision cadre aux services concernés de la justice,
mais cela n'a pas encore abouti. L'enquête en cours au sein de la
FCCU ne concerne pas les attaques qui ont été perpétrées en
décembre sous le mode anonymous. Il n'y a donc pas de lien direct
avec Wikileaks. Ce dossier étant en cours, je vous renvoie à la
compétences des autorités judiciaires et de mon collègue le ministre
de la Justice.
eCops est une plate-forme mise en place pour permettre aux citoyens
de dénoncer des faits dont ils auraient connaissance sur internet. En
ce qui concerne la liberté d'information et de communication, chaque
dénonciation faite sur eCops est analysée et seuls les cas relevant
d'une infraction font l'objet d'une communication au service de police
concerné ou d'un procès-verbal adressé au parquet compétent.
Par exemple, pour des cas de pédopornographie, les renseignements
sont transmis au service "Traite des êtres humains".
van deze misdrijven maakt de
onderzoeken
wel
complexer.
België moet nog een aantal
bepalingen
van
het
kaderbesluit 2005/222/JBZ
van
24 februari 2005 over aanvallen op
informatiesystemen omzetten.
De FCCU heeft een aantal
voorstellen
geformuleerd.
Het
lopende onderzoek bij de FCCU
staat los van de aanvallen in
december en er is dus geen
rechtstreeks
verband
met
WikiLeaks. Ik verwijs u in dit
verband naar de minister van
Justitie.
E-cops is een meldpunt waarop
internetgebruikers internetmisdrijven
kunnen melden. Elke melding
wordt onderzocht, maar enkel de
inbreuken worden meegedeeld
aan de betrokken politiedienst of
er
wordt
proces-verbaal
opgemaakt, dat aan het bevoegde
parket wordt overgezonden.
04.03 Éric Jadot (Ecolo-Groen!): Madame la ministre, je vous
remercie. Il s'agit ici d'un champ nouveau qui nous invite à adapter
notre cadre législatif. Je ne manquerai pas d'interroger votre collègue
le ministre de la Justice et de revenir vers vous au sujet de la suite
des enquêtes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Peter Logghe aan de minister van Binnenlandse Zaken over "diefstallen in de
grensstreek met Frankrijk" (nr. 2188)
05 Question de M. Peter Logghe à la ministre de l'Intérieur sur "les vols dans la zone frontalière avec
la France" (n° 2188)
05.01 Peter Logghe (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik kom terug op de zaak die al een aantal keren werd
besproken met onder anderen uw voorganger, minister Dewael.
Grensoverschrijdende misdaadbestrijding stelt niet zoveel voor, toch
niet in de richting van Frankrijk. Wat met Nederland wel kan en wat
met Schengen de doodnormaalste zaak had moeten kunnen zijn, kan
in Frankrijk blijkbaar nog altijd niet. Ik bedoel daarmee de opsporing
en arrestatie van daders van grensdiefstallen. Ook in de gevallen
waar er herkenbare filmbeelden zijn, de feiten bewezen zijn en de
Belgische politie de daders heeft kunnen identificeren, kan men in
Frankrijk blijkbaar nog altijd niet overgaan tot arrestatie van de
criminelen.
Wij dringen al jaren aan op actie. De politiediensten van de
grensstreek en vooral de winkeliers in de grensstreek dringen ook al
05.01 Peter Logghe (VB): La
lutte contre la criminalité trans-
frontalière ne représente toujours
pas grand-chose, surtout du côté
français. Si elle est une réalité
avec les Pays-Bas, et alors qu'elle
aurait dû être la règle en vertu des
accords de Schengen, elle s'avère
apparemment toujours impossible
avec la France: la recherche et
l'arrestation d'auteurs de vols
transfrontaliers laisse toujours à
désirer.
Quelle a été, au cours des cinq
dernières années, l'évolution du
26/01/2011
CRIV 53
COM 107
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
10
jaren aan op actie. Dat zult u wel begrijpen. Ik ken iemand die al acht
keer werd overvallen. Die mensen zijn het meer dan beu. Een aantal
winkeliers in de buurt van Menen geeft het op en sluit zijn winkels; zij
zijn het beu.
Mijn concrete vragen zijn de volgende. Kunt u mij een cijfermatig idee
geven van de evolutie van de grensdiefstallen aan de Franse grens?
U mag dat gerust schriftelijk doen. De jongste vijf jaren spreken wij
daar van een stijging van dat soort grenscriminaliteit.
Op mijn volgende vraag wil ik graag een mondeling antwoord. Toen ik
hierover een eerste mondelinge vraag stelde aan de toenmalige
minister werd ik gesust met de woorden dat er overleg aan de gang
was met Frankrijk en dat eraan werd gewerkt.
Wat is de staat van het dossier? Hoever staan wij? Wanneer mag de
Belgische politie inderdaad over de Franse grens trekken om daar
daders te arresteren? Welke juridische hindernissen blijft de Franse
Staat opwerpen om de arrestatie van dieven op zijn grondgebied door
Belgische politiemensen te verwerpen?
Welke concrete actie zult u verder ondernemen om dit dossier vlot te
trekken, vooruit te krijgen en afgewerkt te krijgen? Mag de burger in
de grensstreek acties verwachten? Welke en binnen welke termijn?
nombre de vols transfrontaliers à
la frontière française? Qu'en est-il
de la concertation avec la France?
Quand la police belge pourra-t-elle
franchir la frontière française pour
y arrêter des auteurs de délits?
Quels arguments juridiques l'État
français
invoque-t-il
pour
s'opposer à l'arrestation de voleurs
sur
son
territoire?
Quelles
initiatives prendra la ministre pour
résoudre ce problème?
05.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, uit
informatie van de politiezones Westkust, Veurne en Ieper blijkt dat zij
in dit kader geconfronteerd worden met twee fenomenen. Enerzijds
de criminaliteit gepleegd door Noord-Fransen en anderzijds de
criminaliteit gepleegd door Oost-Europese rondtrekkers die opereren
vanuit Belgische grootsteden zoals Charleroi, Luik en Brussel en
gebruikmaken van het Franse grondgebied bij hun verplaatsing.
Wel is het zo dat het aantal zware diefstallen, homejackings,
ramkraken en garagediefstallen daalt. Zo telde de politiezone Ieper
bijvoorbeeld nog 2 476 gevallen van diefstal en afpersing in 2006 en
nog 1 951 in 2010. De ramkraak in het arrondissement Veurne en
Ieper daalde vanaf 2008 spectaculair bij aanhouding van de bende
Callewaert, een Noord-Franse zigeunerbende, na een gezamenlijk
onderzoek door Belgische en Franse politie en Justitie. Zij pleegden
118 feiten in Noord-Frankrijk en 50 feiten in België.
In 2010 heeft de lokale recherche van de politiezone Westkust
10 dossiers van carjacking, diefstal van voertuigen en afpersing
afgehandeld met aanhouding van 16 Noord-Fransen.
Maandelijks zijn er operationele recherchevergaderingen, franco-
belges. Er is een permanente uitwisseling van informatie, bijvoorbeeld
ook over verdachte nummerplaten. De politiezones beschikken over
verbindingsambtenaren die zeer frequent met de Franse collega's
overleggen en er worden uitwisselingsstages voor officieren
georganiseerd. Er worden ook gezamenlijke acties op het terrein
georganiseerd, ook op het openbaar vervoer. Daarnaast werden ook
al gemengde onderzoeksteams opgericht voor bepaalde specifieke
dossiers.
Ook op strategisch niveau bestaan er overlegfora zoals de "groupe de
travail opérationnel" en "comité stratégique". Wij doen dus zoveel
05.02 Annemie Turtelboom,
ministre: Les zones de police
West-kust,
Veurne
et
Ieper
m'informent
qu'elles
sont
confrontées à deux phénomènes:
d'une part, la criminalité commise
par les Français du Nord et,
d'autre part, la criminalité commise
par les bandes itinérantes de
l'Europe de l'Est qui opèrent au
départ de grandes villes belges et
passent par le territoire français
lors de leurs déplacements. Le
nombre de vols qualifiés, de
homejackings, d'attaques à la
voiture-bélier et de vols dans les
garages a diminué et est passé de
2 476 cas en 2006 à 1 951 cas en
2010 Le nombre d'attaques à la
voiture-bélier
a
chuté
après
l'arrestation
de
la
bande
Callewaert.
En
2010,
les
enquêteurs locaux ont arrêté seize
Français du Nord.
Des réunions opérationnelles de
recherche dites "franco-belges"
sont organisées tous les mois. Il y
a un échange d'informations
permanent, par exemple en ce qui
concerne
des
plaques
minéralogiques suspectes. Les
zones
de
police
disposent
CRIV 53
COM 107
26/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
11
mogelijk en vooral zo pragmatisch mogelijk.
Op basis van het Verdrag van Schengen, artikel 41, en het verdrag
van Prum, artikel 25, kan de Belgische politie in dringende gevallen bij
zware misdrijven, waaronder moord, doodslag, verkrachting,
brandstichting, ontvoering en gijzeling, handel in drugs, misdrijven
inzake wapens en mensenhandel, de verdachten over de grens
achtervolgen. Op basis van het Verdrag van Prum mogen
politiemensen in dringende situaties voorlopige maatregelen treffen
die nodig zijn om een acuut gevaar van lichamelijke integriteit van
personen af te wenden. Op basis daarvan kan de Belgische politie
verdachten dus achtervolgen en staande houden op Frans
grondgebied, waarbij de Franse politie onmiddellijk wordt verwittigd en
overgaat tot arrestatie.
Wat de juridische hindernissen betreft, voor het arresteren van
verdachten op Frans grondgebied is het zo dat, om
grensoverschrijdende arrestaties mogelijk te maken, er een wijziging
nodig is van de Code de procedure pénale, artikel 73, en van de
Franse Grondwet. Dat is de reden waarom Frankrijk op dit punt nog
geen onderhandelingen met ons land wenst te voeren. Eerst moeten
de noodzakelijke wettelijke aanpassing in hun Grondwet en in hun
Code de procédure pénale worden doorgevoerd, alvorens een en
ander te kunnen omzetten in wetgeving.
d'agents de liaison qui se
concertent très fréquemment avec
les collègues français et des
stages d'échange sont organisés
pour les officiers. Des actions
communes
sont
également
organisées
sur
le
terrain,
notamment dans les transports en
commun. Par ailleurs, des équipes
d'enquête mixtes ont déjà été
constituées
également
pour
certains dossiers spécifiques. Il
existe une concertation au niveau
stratégique
également.
Nous
faisons donc un maximum et
surtout, nous opérons de la
manière la plus pragmatique
possible.
En vertu des traités de Schengen
et de Prüm, la police belge peut,
dans les cas urgents et pour des
délits graves, poursuivre les
suspects au-delà de la frontière et
les intercepter sur le territoire
français; la police française est
alors immédiatement prévenue et
procède à l'arrestation. Pour
permettre
les
arrestations
transfrontalières, la Constitution
française doit être modifiée. Ce
n'est qu'après cette modification
que la France pourra la transposer
dans la législation. La France ne
négocie dès lors pas encore avec
notre pays à ce sujet.
05.03 Peter Logghe (VB): Mevrouw de minister, ik dank u voor het
antwoord.
Samen met u ben ik blij dat de cijfers van zware misdrijven dalen. Het
zal u echter niet ontgaan dat de cijfers van kleinere misdrijven zeer
hoog blijven en dat het onveiligheidsgevoel in de grensstreek zeer
hoog blijft. Ik onthoud ook dat arrestatie nog altijd niet mogelijk is.
Het antwoord van Frankrijk is precies hetzelfde als het antwoord dat ik
van uw voorganger heb gekregen, namelijk dat eraan wordt gewerkt.
Alleen zegt u niet dat eraan wordt gewerkt. Neen, er wordt blijkbaar
niet meer aan gewerkt. Er wordt blijkbaar ook niet meer met Frankrijk
overlegd.
Minister Dewael had destijds gezegd dat men met Frankrijk in overleg
was en dat dit moest worden aangepast. Wij zijn nu drie jaar verder
en ik stel vast dat wij eigenlijk nog geen stap verder zijn. Of vergis ik
mij?
05.03 Peter Logghe (VB): Si
nous pouvons nous réjouir de la
baisse du nombre de délits
graves, nous devons toutefois
constater que le nombre de délits
mineurs reste élevé, ainsi que le
sentiment d'insécurité chez nos
concitoyens qui habitent dans une
zone frontalière. Le ministre
Dewael déclarait il y a trois ans
que cette question faisait l'objet
d'une concertation. Apparemment,
celle-ci est au point mort. En trois
ans, aucun résultat n'a été
engrangé.
05.04 Minister Annemie Turtelboom: Er moeten twee zaken duidelijk
zijn. Er is een permanent overleg. Er zijn gemengde teams met
05.04 Annemie Turtelboom,
ministre: Une concertation est
26/01/2011
CRIV 53
COM 107
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
12
Frankrijk en België op operationeel vlak.
Wettelijk gezien zitten wij echter vast zolang Frankrijk zijn Grondwet
niet aanpast. Wij blijven druk zetten op Frankrijk, maar ik denk dat u
ook begrijpt dat als Frankrijk druk op ons zou zetten opdat wij onze
Grondwet zouden aanpassen, wij dat pas doen als wij daar zelf van
overtuigd zijn. Het is niet zo dat ik daarover kan onderhandelen met
Frankrijk.
De operationele teams kunnen blijven zeggen dat dit absoluut nodig
en nuttig is, maar ik heb niets in handen naast psychologische macht
die wij daar nog altijd daadwerkelijk gebruiken. Als u daar een andere
macht voor hebt, moet u niet aarzelen om die met volle gewicht in de
schaal te leggen, zou ik zeggen, om de Franse Grondwet aan te
passen.
menée en permanence, des
équipes opérationnelles mixtes ont
été mises sur pied mais seule une
modification par la France de sa
Constitution pourrait débloquer le
dossier. Et la France doit d'abord
être convaincue de la nécessité de
cet aménagement constitutionnel.
Je
ne
vois
pas
quelles
négociations je pourrais mener à
cet égard. Je puis uniquement
tenter de convaincre la France et
exercer une certaine pression
psychologique.
05.05 Peter Logghe (VB): Ik zal er eens over nadenken, mevrouw
de minister. Ik ben niet in uw situatie natuurlijk, maar ik stel alleen
maar vast dat wij drie jaar later nog geen stap verder zijn. Ik stel
voorts vast dat het in Nederland wel kan. Ik betreur die vaststellingen.
05.05 Peter Logghe (VB): Après
trois ans, nous n'avons pas
avancé d'un pouce, alors qu'avec
les Pays-Bas, de réels progrès ont
été accomplis. Je le déplore.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de Mme Myriam Delacroix-Rolin à la ministre de l'Intérieur sur "l'arrêté royal relatif à la
perception d'une rétribution pour les missions de police administrative de la police locale" (n° 2205)
06 Vraag van mevrouw Myriam Delacroix-Rolin aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het
koninklijk besluit betreffende de inning van een vergoeding voor opdrachten van bestuurlijke politie
van de lokale politie" (nr. 2205)
06.01 Myriam Delacroix-Rolin (cdH): Monsieur le président,
madame la ministre, si l'article 90 de la loi du 7 décembre 1998
organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux
(LPI), permet au Conseil de police d'arrêter un règlement relatif à la
perception d'une rétribution pour des missions de police
administrative de la police locale, un arrêté royal réglant les conditions
des cette perception et ses modalités est nécessaire et n'a pas
encore été publié à ce jour.
Les zones de police sont régulièrement confrontées à des demandes
relatives à des missions de police administrative qui ne relèvent pas
des missions légales de la police, en ce qu'elles servent davantage un
intérêt particulier que l'intérêt général. Or, ces missions dites
exceptionnelles doivent pouvoir être rétribuées afin de pouvoir
dédommager la zone de police concernée pour la mise à disposition
de personnel policier et/ou la mobilisation de matériel policier.
La circulaire ministérielle PLP n°28 dispose qu'en attendant la
promulgation de l'arrêté royal d'exécution de l'article 90 de la loi
organisant un service de police intégré, il faut appliquer mutatis
mutandis
l'arrêté royal du 14 septembre 1997. Dans un tel cas, le
conseil communal (pour les zones de police monocommunales) ou le
conseil de police (pour les zones pluricommunales) peut adopter un
règlement dans lequel il décrit les missions de police administrative
pour lesquelles une rétribution peut être perçue. Néanmoins, la
régularité juridique d'une telle pratique n'est pas certaine. En effet,
en 2004, lors d'une question parlementaire, le ministre de l'Intérieur
06.01 Myriam Delacroix-Rolin
(cdH): Artikel 90 van de wet van
7 december 1998 tot organisatie
van een geïntegreerde politie-
dienst, gestructureerd op twee
niveaus, bepaalt dat de politieraad
een reglement kan vaststellen
betreffende de inning van een
vergoeding voor opdrachten van
bestuurlijke politie van de lokale
politie.
Het
daartoe vereiste
koninklijk
besluit, waarin de
voorwaarden en modaliteiten van
die inning nader worden bepaald,
is tot op heden echter nog niet
bekendgemaakt.
Heeft de ministerraad wel degelijk
een ontwerp van koninklijk besluit
tot uitvoering van artikel 90 van
voornoemde
wet
van
1998
goedgekeurd? Zo ja, in welke fase
van goedkeuring bevindt het zich
en
wanneer
wordt
het
bekendgemaakt? Zo niet, kan u
ons meedelen wanneer dat besluit
zal worden goedgekeurd?
CRIV 53
COM 107
26/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
13
avait indiqué qu'il n'existe pas encore d'arrêté royal mettant en oeuvre
l'article 90 de la LPI, de sorte que les conseils communaux et les
conseils de police ne peuvent pas encore arrêter les règlements
visés.
En outre, il y a lieu de constater que l'article 115, §1, de la LPI,
pendant de l'article 90 pour la police fédérale, a, lui, fait l'objet d'un
arrêté royal d'exécution, en l'occurrence l'arrêté royal du
3 novembre 2001 fixant les modalités relatives aux demandes et au
paiement des missions de police administrative présentant un
caractère exceptionnel, effectuées par la police fédérale. Cette
différence de traitement entre la police fédérale et les polices locales
est évidemment extrêmement dommageable pour les zones de
police. Enfin, dans un communiqué de presse du Conseil des
ministres du 17 juillet 2009, il est indiqué que le Conseil des ministres
a approuvé un projet d'arrêté royal fixant les conditions et les
modalités relatives à la perception d'une rétribution pour des missions
de police administrative accomplies par la police locale. Le projet
serait transmis au Conseil d'État pour avis.
Madame la ministre, pouvez-vous nous indiquer si un projet d'arrêté
royal d'exécution de l'article 90 de la LPI a bien été adopté en Conseil
des ministres?
Si oui, à quel stade de son adoption en est-il et quand sera-t-il publié?
Dans le cas contraire, pouvez-vous nous indiquer dans quel délai cet
arrêté royal d'exécution de l'article 90 de la LPI sera adopté?
06.02 Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur le président, chère
collègue, l'autorité locale qui souhaite percevoir une rétribution pour
l'accomplissement des missions de police administrative se trouve
dans l'impossibilité matérielle d'adopter un règlement de police en la
matière, à défaut d'adoption de l'arrêté royal exécutant l'article 90 de
la loi du 7 décembre 1998 sur la police intégrée. Un projet d'arrêté
royal a été présenté au Conseil des ministres. Il a ensuite été soumis
à l'avis du Conseil d'État, lequel a exprimé certaines réserves quant à
l'habilitation qui a été donnée au ministre compétent de définir
d'autres cas d'exclusion de la perception d'une rétribution que ceux
qui étaient mentionnés dans le projet d'arrêté royal.
Les modifications utiles ont alors été apportées à ce projet aux fins de
satisfaire aux observations du Conseil d'État. La poursuite de la
procédure d'adoption du projet se révèle toutefois impossible à
réaliser par un gouvernement en affaires courantes.
06.02
Minister
Annemie
Turtelboom: Er werd een ontwerp
van koninklijk besluit voorgelegd
aan
de
ministerraad,
dat
vervolgens voor advies aan de
Raad
van
State
werd
overgezonden. Die heeft enig
voorbehoud
gemaakt
bij
de
machtiging van de bevoegde
minister om andere gevallen,
waarin de inning van een
vergoeding uitgesloten is, vast te
leggen dan die welke al in het
ontwerp van koninklijk besluit
waren vermeld.
De nodige wijzigingen werden
vervolgens aangebracht aan het
ontwerp. Tijdens deze periode van
lopende zaken is het evenwel
onmogelijk
om
de
goedkeuringsprocedure voort te
zetten.
06.03 Myriam Delacroix-Rolin (cdH): Merci, madame la ministre,
pour votre réponse.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
26/01/2011
CRIV 53
COM 107
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
14
07 Question de Mme Myriam Delacroix-Rolin à la ministre de l'Intérieur sur "les redevances
communales en matière de stationnement de véhicules à moteur sur la voie publique" (n° 2221)
07 Vraag van mevrouw Myriam Delacroix-Rolin aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
gemeentelijke retributies voor het parkeren van motorvoertuigen op de openbare weg" (nr. 2221)
07.01 Myriam Delacroix-Rolin (cdH): Monsieur le président,
madame la ministre, depuis 2005, un certain nombre de
comportements de mauvais stationnement ont été dépénalisés.
Le nouvel article 29 des lois relatives à la police de la circulation
routière,
du
16 mars 1968,
dispose
désormais
que
"les
stationnements à durée limitée, les stationnements payants et les
stationnements sur les emplacements réservés aux titulaires d'une
carte de stationnement communale, définis dans les règlements
précités, ne sont pas sanctionnés pénalement, sauf le stationnement
alterné semi-mensuel, la limitation du stationnement de longue durée
et la fraude avec le disque de stationnement ".
Outre l'imposition d'une sanction administrative pour violation d'une
règle de stationnement, la loi du 22 février 1965 permet aux
communes d'imposer à l'occupant de l'emplacement de parking le
paiement soit d'une redevance soit d'une taxe, via respectivement un
règlement-redevance ou un règlement-taxe.
Le choix de la taxe ou de la redevance ayant d'importantes
conséquences, notamment quant à la réclamation et la poursuite du
paiement, pouvez-vous m'indiquer si la police peut constater une
infraction de stationnement aussi bien sur base d'un règlement-
redevance que d'un règlement-taxe?
07.01 Myriam Delacroix-Rolin
(cdH): Een aantal gevallen van
fout parkeren zijn sinds 2005
gedepenaliseerd.
Naast het opleggen van een
administratieve
sanctie
voor
schending van een parkeerregel,
biedt de wet van 22 februari 1965
de gemeenten, via reglementen
voor retributies of belastingen, de
mogelijkheid om parkeerretributies
of -belastingen op te leggen aan
de
gebruiker
van
een
parkeerplaats.
Graag vernam ik of de politie een
parkeerovertreding
zowel
kan
vaststellen op grond van een
retributie- als op grond van een
belastingreglement.
07.02 Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, en vertu de l'article 170, 4, de la Constitution, "les charges
et les impositions communales de toute nature, en ce compris les
redevances, les taxes et les contributions, telles celles en matière de
stationnement, ne peuvent être établies que par ordonnance
communale".
Si certaines modalités du stationnement payant ont été dépénalisées
par le législateur fédéral, c'est-à-dire qu'elles ne peuvent actuellement
pas faire l'objet d'une sanction pénale, le non-acquittement de la
somme d'argent due pour un stationnement interdit constitue, quant à
lui, un manquement à la réglementation communale, lequel est
passible de sanctions administratives uniquement. Le Conseil
communal ne pourrait, en effet, pas re-pénaliser à son niveau ce que
le niveau fédéral a dépénalisé.
En application de l'article 119bis de la nouvelle loi communale, les
agents et fonctionnaires de police sont compétents pour constater les
manquements à la réglementation communale, quelle que soit la
nature de la sanction prévue.
Tout comme la loi du 13 mai 1999 relative aux sanctions
administratives dans les communes qui, outre les agents et
fonctionnaires de police, désigne d'autres agents compétents pour
constater les manquements à la réglementation communale,
l'article 29, alinéa 2 et alinéa 3, de la loi du 16 mars 1968 relative à la
police de la circulation routière a pour finalité de permettre aux
07.02
Minister
Annemie
Turtelboom: Krachtens artikel 170
van
de
Grondwet,
kunnen
gemeentelasten en -belastingen
van alle aard enkel worden
vastgesteld
bij
gemeentelijke
verordening.
De federale wetgever heeft dan
wel bepaalde modaliteiten inzake
betalend
parkeren
gedepena-
liseerd, het niet-vereffenen van
een geldbedrag dat verschuldigd is
voor een parkeerovertreding, is
een
overtreding
van
het
gemeentereglement
die
enkel
administratief beboetbaar is.
Met toepassing van artikel 119bis
van de nieuwe gemeentewet, zijn
de politieagenten en -ambtenaren
bevoegd om de overtredingen van
het gemeentereglement vast te
stellen, ongeacht de aard van de
vastgelegde sanctie.
Artikel 29 van de wet van 16 maart
CRIV 53
COM 107
26/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
15
fonctionnaires de police de se consacrer à des missions plus
essentielles qui répondent à des attentes légitimes de la population en
matière de sécurité en établissant sans ambiguïté la pleine
compétence des agents de police en matière de circulation routière.
La possibilité reconnue par la loi de charger les agents de police de
ce type de mission ne porte aucunement atteinte au prescrit des
articles 40 et 15 de la loi sur la fonction de police établissant la
compétence policière générale de constatation des fonctionnaires de
police.
Si d'un point de vue organisationnel, ce type de tâche est confié en
priorité aux agents de police, les travaux préparatoires de l'article 29
précité de la loi relative à la police de la circulation routière
démontrent sans conteste que les fonctionnaires de police restent
pleinement compétents en la matière et ce, dans les deux hypothèses
que vous avancez dans votre question.
1968 betreffende de politie over
het wegverkeer biedt politie-
ambtenaren de mogelijkheid zich
aan taken te wijden die inspelen
op de legitieme verwachtingen van
de bevolking inzake veiligheid,
door ondubbelzinnig de volledige
bevoegdheid van de politieagenten
inzake het wegverkeer vast te
leggen.
De wettelijke mogelijkheid om de
politieagenten te belasten met dat
soort taken doet op geen enkele
wijze afbreuk aan de bepalingen
van de wet op het politieambt,
waarin de algemene vaststellings-
bevoegdheid van de politie-
ambtenaren is vastgelegd.
Hoewel dat soort taken uit
organisatorische overwegingen bij
voorrang
aan
politieagenten
toevertrouwd wordt, blijkt uit de
parlementaire
voorbereiding
betreffende voormeld artikel 29 dat
de politieambtenaren ter zake hun
volledige bevoegdheid behouden.
07.03 Myriam Delacroix-Rolin (cdH): Madame la ministre, votre
réponse me réjouit car la procédure de recouvrement peut se faire via
un règlement-taxe. Donc, cela ne coûte pas grand-chose à la
commune.
07.03 Myriam Delacroix-Rolin
(cdH): Uw antwoord verheugt mij,
want
daaruit
blijkt
dat
de
invorderingsprocedure via een
belastingreglement geregeld kan
worden en dat kost een gemeente
niet veel.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Leen Dierick aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de toekenning van
eretekens aan de leden van de politiediensten" (nr. 2232)
08 Question de Mme Leen Dierick à la ministre de l'Intérieur sur "l'attribution de distinctions
honorifiques aux membres des services de police" (n° 2232)
08.01 Leen Dierick (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, de regelgeving betreffende de eretekens van de politie werd
al geruime tijd geleden gepubliceerd. Ik verwijs naar het koninklijk
besluit van 27 januari 2008. Nochtans is er geen verdere uitvoering
aan gegeven. Op vorige mondelinge vragen, waaronder die van
collega Doomst, heeft de minister geantwoord dat er in de loop van
2010 eretekens zouden worden uitgereikt. Naar verluidt werd er tot op
de dag van vandaag nog geen enkel ereteken uitgereikt en nog geen
enkel dossier opgestart.
Wat is de reden voor het uitblijven van de uitreiking van de
eretekens? Wanneer mogen de betrokken politiemensen de uitreiking
ervan verwachten?
08.01 Leen Dierick (CD&V): Bien
que l'arrêté royal relatif aux
distinctions honorifiques de la
police date du 27 janvier 2008
déjà, aucune suite n'y a été
réservée. La ministre avait promis
que des distinctions honorifiques
seraient décernées en 2010 mais
il me revient qu'il n'en a encore
rien été à ce jour. Quelle en est la
raison?
26/01/2011
CRIV 53
COM 107
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
16
08.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, collega,
na de publicatie van de regelgevende teksten volgde ondermeer de
ontwikkeling van de interne tools. Die werd recent afgerond.
In 2010 werden 525 Eretekens voor de Laureaat van de Arbeid
toegekend. Dit jaar worden er om en bij de 9 000 dossiers behandeld.
Een ereteken betekent iets voor heel wat personeelsleden. Men meldt
mij dat de betrokken administratieve dienst met capaciteitsproblemen
kampt. Ik verwacht dat de verantwoordelijke chefs die problemen
pragmatisch oplossen. Het heeft lang genoeg geduurd. Het feit dat we
plannen om er dit jaar 9 000 uit te keren geeft dat signaal.
Na de finale publicatie in het Belgische Staatsblad en in het
Personeelsbulletin van de geïntegreerde politie zullen de oorkonden
via de respectievelijke dienstchefs aan de betrokkenen worden
bezorgd. Daarna kan het betrokken personeelslid zich desgewenst de
medaille op eigen kosten aanschaffen.
08.02 Annemie Turtelboom,
ministre: Après la publication de
l'arrêté royal, les instruments
internes devaient être développés.
Ils ont été mis en oeuvre
récemment.
En
2010,
525 distinctions honorifiques de
"lauréat du travail" ont été
décernées. Cette année, quelque
9 000 dossiers seront traités. Les
services administratifs m'ont fait
savoir qu'ils sont confrontés à des
problèmes de capacité, mais je
compte sur les chefs de service
responsables pour résoudre ce
problème. Cela a duré assez
longtemps. Les diplômes seront
délivrés
aux
personnes
concernées après la publication
finale au Moniteur belge et au
Bulletin du personnel de la police
intégrée
. Les personnes qui le
souhaitent, pourront également
acheter la médaille.
08.03 Leen Dierick (CD&V): Het is goed om te vernemen dat er
spoed wordt gezet en dat er een oplossing komt. Die mensen kijken
er uiteraard naar uit.
08.03 Leen Dierick (CD&V): Je
me réjouis que les dossiers soient
actuellement traités avec célérité.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de Mme Juliette Boulet à la ministre de l'Intérieur sur "la modification de la législation sur
les systèmes d'alarme" (n° 2264)
09 Vraag van mevrouw Juliette Boulet aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de wijziging van
de wetgeving inzake de alarmsystemen" (nr. 2264)
09.01 Juliette Boulet (Ecolo-Groen!): Madame la ministre, j'avais
déposé cette question il y a un petit temps. En raison de mon
absence en commission, elle fut retirée. Comme un concitoyen m'a
parlé de nouveau de ce problème, j'ai pu déposer une autre question
à ce propos.
J'aimerais que vous puissiez me donner votre interprétation d'un
arrêté royal relatif à l'installation des systèmes d'alarme. Pour situer le
contexte, un de mes concitoyens m'a fait part d'un litige avec
l'entreprise qui avait installé son système d'alarme. Celle-ci n'ayant
que peu honoré son obligation d'entretien annuel, il a décidé de
contacter un autre opérateur à cette fin. Cependant, il se trouve que la
première entreprise refuse de lui céder sans frais les codes
nécessaires à cet entretien.
Or il y a l'article 26 de l'arrêté royal de 2007, qui fixe les conditions
d'installation, d'entretien et d'utilisation des systèmes d'alarme et de
gestion des centraux d'alarme. En dérogation à l'article 5, il est écrit
que "sur simple demande du propriétaire du système d'alarme qui
était déjà installé à la date d'entrée en vigueur du présent arrêté,
09.01 Juliette Boulet (Ecolo-
Groen!):
Artikel 26
van
het
koninklijk besluit van 2007 tot
vaststelling van de voorwaarden
voor installatie, onderhoud en
gebruik
van
alarmsystemen
bepaalt dat de beveiligings-
onderneming, op het eenvoudig
verzoek van de eigenaar, de
codes die noodzakelijk zijn om
toegang te krijgen tot de informatie
en de programmering van het
alarmsysteem,
onvoorwaardelijk
en kosteloos overmaakt. Een
eigenaar kan een beroep doen op
een andere onderneming voor het
onderhoud of hij kan zelf het
onderhoud uitvoeren. In dat geval
moet hij wel de fabriekscodes
hebben.
CRIV 53
COM 107
26/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
17
l'entreprise de sécurité qui a réalisé l'installation, l'entretien ou la
réparation, lui transmet sans conditions et gratuitement le code qui est
nécessaire pour accéder aux informations et à la programmation du
système d'alarme". On y lit ensuite que "si un code est nécessaire
pour avoir accès aux informations et à la programmation d'un
système d'alarme, l'entreprise de sécurité transmet celui-ci au
propriétaire du système d'alarme sans conditions ni supplément de
prix, au plus tard lors de la livraison de l'installation". Cela n'a pas été
fait dès le départ puisque c'était l'entreprise ayant installé le système
qui effectuait l'entretien.
Les modifications de la loi concernent aussi la possibilité pour un
propriétaire de faire appel à une autre entreprise pour l'entretien ou de
s'en charger lui-même. Pour ce faire, il doit récupérer les "codes
ingénieur", qui sont régulièrement changés par l'entreprise, puisque
ceux de départ sont des codes standard.
J'en viens à mes deux questions, madame la ministre. Au vu des
articles mentionnés, l'entreprise agréée a-t-elle bien l'obligation de
donner les codes ingénieur au propriétaire qui veut s'occuper lui-
même de l'entretien ou le confier à une autre société, comme la loi le
lui permet? Si oui, l'entreprise doit-elle venir le faire sans frais
supplémentaires pour le propriétaire du système ou alors peut-elle
facturer sa prestation?
Is de erkende onderneming
verplicht om de fabriekscodes te
geven aan de eigenaar die het
onderhoud wil zelf uitvoeren of
laten uitvoeren door een andere
onderneming, zoals de wet hem
dat toestaat? Zo ja, kan de
onderneming de eigenaar dan
bijkomende kosten aanrekenen?
09.02 Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur le président, chère
collègue, une entreprise de sécurité doit effectivement transmettre
gratuitement au propriétaire du système d'alarme le code nécessaire
pour avoir accès aux informations et à la programmation du système
d'alarme, au plus tard lors de la livraison de tout nouveau système ou
sur simple demande du propriétaire lorsqu'il s'agit de systèmes
d'alarme existants.
Ce code est nécessaire pour effectuer des modifications aux
fonctions du système et pour procéder à l'entretien de ce dernier. Il a
été jugé nécessaire que le propriétaire puisse, à tout moment, choisir
librement qui sera chargé de procéder aux modifications ou de faire
l'entretien et ce, soit par une entreprise de sécurité agréée, soit par
lui-même.
La sécurité de son bien immobilier ne doit pas dépendre de la
collaboration de l'installateur initial du système d'alarme. Dans le
passé, mon administration a reçu de trop nombreuses plaintes à ce
sujet. Des difficultés survenaient en cas de conflit avec l'installateur
d'origine et en cas de faillite ou du décès de celui-ci.
09.02
Minister
Annemie
Turtelboom: Een beveiligings-
onderneming moet de eigenaar
van het alarmsysteem inderdaad
kosteloos de code bezorgen die hij
nodig heeft om toegang te krijgen
tot
de
informatie
en
de
programmering van het systeem,
en dit ten laatste bij de levering
van een nieuw systeem of op
eenvoudig verzoek voor wat
bestaande systemen betreft.
Het staat de eigenaar vrij om op
elk ogenblik te kiezen wie het
onderhoud voor zijn rekening zal
nemen: hetzij een erkend bedrijf,
hetzij hijzelf.
09.03 Juliette Boulet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, je
remercie la ministre pour sa confirmation de ce qui est écrit. Nous
transmettrons chaleureusement l'information à l'entreprise!
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Peter Logghe aan de minister van Binnenlandse Zaken over "een nieuwe
samenwerking of nieuwe taken voor bewakingsfirma's" (nr. 2282)
10 Question de M. Peter Logghe à la ministre de l'Intérieur sur "des nouvelles formes de coopération
ou des nouvelles missions pour les sociétés de gardiennage" (n° 2282)
26/01/2011
CRIV 53
COM 107
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
18
10.01 Peter Logghe (VB): Mevrouw de minister, ik kom nog even bij
u terug met een vraag over bewakingsfirma's. Al jaren worden
bepaalde bewakingstaken door allerlei private bewakingsfirma's
uitgevoerd. In het rapport Private Security in Belgium zouden deze
firma's ervoor pleiten om in overleg met de federale politie nog meer
taken toevertrouwd te krijgen. Ze zouden bijvoorbeeld denken aan het
bewaken van asielcentra en andere taken. De vraag is of de federale
politie natuurlijk ook vragende partij is om meer taken aan de
bewakingsfirma's toe te kennen. Er blijkt een soort maatschappelijke
draagkracht te ontstaan om die bewakingsfirma's eventueel een
grotere partner te laten worden in de strijd tegen criminaliteit. Het
uitwisselen van gegevens of informatie zit momenteel blijkbaar vast.
Zelfs het doorgeven van nummerplaten of chassisnummers van
gestolen wagens zou bijvoorbeeld door de privacywet niet mogelijk
zijn.
Ik heb enkele concrete vragen voor u. Gelet op het aanbod van de
bewakingsfirma's en gelet op de eventuele vraag van de federale
politie zelf zou het misschien nuttig zijn als elk lid van de commissie
een kopie van dit rapport zou kunnen krijgen. Kunt u daar eventueel
voor zorgen of kunnen wij dat elektronisch aanvragen? Hoe zit dat
juist? Welke informatie kan de politie nu al doorspelen aan
bewakingsfirma's of omgekeerd? Welke informatie kunnen
bewakingsfirma's
vragen?
Vallen
gegevens
betreffende
nummerplaten en chassisnummers van gestolen voertuigen
enzovoort daar ook onder? Is het bijvoorbeeld voor bewakingsfirma's
verboden om nummerplaten van geseinde voertuigen of op een
bepaalde
plaats
voorbijrijdende
voertuigen
­
waar
de
bewakingsfirma's zich in het raam van een opdracht bevinden ­ door
de politie te laten screenen? Ergens zou het normale bewaken dat
eventueel toch moeten kunnen toelaten? Denkt men er op
regeringsvlak aan om eventueel de privacywet of andere regels aan te
passen zodat bewakingsfirma's op dit vlak een en ander zouden
kunnen doen? Welke bijkomende controles zullen bewakingsfirma's
dan moeten dulden gesteld ­ ik weet dat u ontslagnemend bent en
dat er op wetgevend vlak allicht niet veel zal gebeuren ­ dat hun taak
zou kunnen worden uitgebreid tot bijvoorbeeld het bewaken van
asielcentra, het vervoeren van gevangenen of het beheren van
flitspalen? Gesteld dat de taken van de bewakingsfirma's zouden
worden uitgebreid, welke bijkomende controles zouden die firma's
dan moeten dulden?
10.01 Peter Logghe (VB): Selon
le rapport Private Security in
Belgium
,
les
sociétés
de
gardiennage souhaiteraient se voir
confier davantage de missions en
concertation
avec
la
police
fédérale. À cet égard, l'échange
d'informations
constitue
un
problème. Même la communi-
cation
de
la
plaque
d'immatriculation d'un véhicule
volé est impossible en application
de la législation sur la protection
de la vie privée.
La
commission
pourrait-elle
obtenir un exemplaire de ce
rapport?
Quelles
informations
peuvent-elles faire l'objet d'un
échange entre la police et les
sociétés de gardiennage? Le
gouvernement envisage-t-il de
modifier la loi sur la protection de
la vie privée pour que les sociétés
de gardiennage disposent de
davantage de possibilités pour, par
exemple, identifier au moyen de
caméras de surveillance et vérifier
ensuite le numéro d'immatricu-
lation de véhicules dont le vol a
été signalé? Si les tâches des
sociétés de gardiennage devaient
être étendues, notamment à la
surveillance de centres d'asile, à
quels contrôles supplémentaires
ces
sociétés
seraient-elles
soumises?
10.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, het
rapport Private Security Belgium gaat uit van de Confederation of
European Security Services, COESS, een belangenorganisatie van
bewakingsondernemingen. Het rapport kan gratis op de website van
deze organisatie worden gedownload.
In de regel werken bewakingsondernemingen op privaat terrein voor
rekening van de exploitant van deze sites. De politie houdt toezicht op
de openbare weg en openbare plaatsen. Bewakingsagenten kunnen
zoals andere burgers verdachte handelingen, wagens of situaties
melden aan de politie. De politiediensten beoordelen het gevolg dat ze
hieraan geven.
De wet op het politieambt laat de politiediensten niet toe om informatie
betreffende identificeerbare personen mee te delen aan andere
personen dan de overheden die het gezag uitoefenen over hun
10.02 Annemie Turtelboom,
ministre:
Le
rapport
Private
Security
Belgium
peut
être
téléchargé gratuitement sur le site
de la Confédération européenne
des services de sécurité.
Les entreprises de gardiennage
opèrent sur des terrains privés
pour le compte de l'exploitant de
ces terrains. La police surveille
quant à elle les lieux publics. Tout
comme n'importe quel citoyen,
l'agent de gardiennage peut
signaler à la police tout acte ou
tout véhicule suspect.
CRIV 53
COM 107
26/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
19
werkzaamheden.
Dit is bijvoorbeeld het geval met nummerplaten van wagens. Dit is het
logisch gevolg van het grondrecht van alle burgers op de
bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Het is niet de bedoeling
dit essentiële recht, eigen aan de rechtstaat, te wijzigen.
Dit belet niet dat, zeker op lokaal vlak, politiediensten met private
ondernemingen kunnen samenwerken en nuttige informatie kunnen
uitwisselen.
Net zoals in het raam van buurtinformatienetwerken en netwerken van
sommige risicogevoelige sectoren of plaatselijke handelaars kan de
politie bepaalde modus operandi of andere aandachtspunten aan
private bewakingsondernemingen kenbaar maken zolang hierbij geen
persoonsgegevens kenbaar worden gemaakt.
Voor de vragen over de uitbreiding van taken tot bewaking van
asielcentra, het vervoer van gevangenen of het beheer van flitspalen
verwijs ik u door naar mijn collega's die voor deze problematiek
bevoegd zijn.
Conformément à la loi sur la
fonction de police, les services de
police ne sont autorisés à
communiquer des informations
concernant des personnes iden-
tifiables qu'aux seules autorités qui
exercent la tutelle sur leurs
activités. La protection de la vie
privée est un droit fondamental de
tout citoyen dans un État de droit.
Ce droit ne souffre aucune
dérogation.
À l'échelon local, les services de
police
peuvent
évidemment
collaborer avec des entreprises
privées et procéder avec elles à
des
échanges
d'informations
utiles. La police peut quant à elle
communiquer les domaines sur
lesquels elle se concentre à
condition de ne divulguer aucune
donnée à caractère personnel.
10.03 Peter Logghe (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik leer uit uw antwoord dat het niet de bedoeling is om de
taken uit te breiden. Het gaat vooral over de uitwisseling van
informatie. Wij zullen deze materie natuurlijk opvolgen, want ik denk
dat de vraag van de bewakingsfirma's en misschien ook van het
maatschappelijk middenveld of de maatschappij op zich, zal stijgen.
Wij houden de zaak in het oog.
10.03 Peter Logghe (VB): Je
considère comme parfaitement
possible de voir la société civile
réclamer une extension des
missions
des
sociétés
de
gardiennage.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Kristof Calvo aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het afleveren van
veiligheidsattesten door het FANC" (nr. 2315)
11 Question de M. Kristof Calvo à la ministre de l'Intérieur sur "la délivrance de certificats de sécurité
par l'AFCN" (n° 2315)
11.01 Kristof Calvo (Ecolo-Groen!): Mevrouw de minister, mijn
vragen betreffen een aantal aspecten van de beveiliging van nucleaire
installaties. Mijn nieuwsgierigheid werd gewekt door het wetsontwerp
van de regering ter wijziging van de FANC-wetgeving enerzijds, en de
classificatiewet anderzijds, dat weldra in onze commissie zal
besproken worden.
Sinds mei 2005 heeft het FANC met de wijziging van de
classificatiewet de bevoegdheid gekregen om met veiligheidsattesten
te werken, afgeleverd op basis van een veiligheidsverificatie. Zo heeft
de directeur-generaal van het FANC de bevoegdheid om in bepaalde
gevallen attesten af te leveren voor de toegang tot lokalen, gebouwen
of terreinen waarvoor het FANC verantwoordelijk is, conform
artikel 22ter van die wet.
Ik begrijp uit het jaarverslag van 2005 van het agentschap, waaruit ik
zo nodig kan citeren, dat men voor 2005, voordat het die bevoegdheid
11.01 Kristof Calvo (Ecolo-
Groen!): Depuis 2005, l'Agence
fédérale de contrôle nucléaire
(AFCN) est compétente pour
octroyer, sur la base d'un contrôle,
des attestations de sécurité pour
l'accès aux locaux, aux bâtiments
ou aux terrains dont elle est
responsable. Aujourd'hui, un projet
de loi devrait préciser et élargir le
champ d'application de cette
compétence et je me demande,
dès lors, sur quelles bases
précises on opère aujourd'hui.
De quelles installations s'agit-il et
quelles
sont
les
modalités
26/01/2011
CRIV 53
COM 107
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
20
toevertrouwd kreeg, ook al een aantal snelle screenings zou
uitvoeren. In 2005 zou het gaan om 22 707 aanvragen voor zulke
attesten.
Gelet op het initiatief van de regering en gelet op die informatie, heb ik
een aantal vragen. Kan het FANC veiligheidsattesten toekennen voor
gebouwen waar men verantwoordelijk voor is, conform artikel 22ter?
Het wetsontwerp van de regering is erop gericht om dat
toepassingsgebied te verduidelijken en uit te breiden. Hoe wordt dat
artikel vandaag geïnterpreteerd? Gaat het om alle nucleaire
installaties onder toezicht van het FANC of enkel over de gebouwen
van het FANC zelf? Zullen werknemers en bezoekers van nucleaire
installaties enkel toegang krijgen na een dergelijk veiligheidsattest? Of
wordt
er
voor
werknemers
voornamelijk
gewerkt
met
veiligheidsmachtigingen?
Hoeveel veiligheidsattesten werden van 2006 tot 2010 toegekend?
Hoeveel werden er in die periode geweigerd?
Wat is de gemiddelde termijn voor het toekennen van een
veiligheidsattest?
Ik heb het daarnet gehad over de snelle screenings, waarvan sprake
was in het FANC-jaarverslag van 2005. Het is mij niet helemaal
duidelijk wat dat juist inhoudt en hoe dat in verhouding staat tot het
huidige systeem van veiligheidsattesten. Gaat het over dezelfde
procedures? Hebben de veiligheidsattesten het systeem van de snelle
screenings vervangen?
Het systeem van veiligheidsattesten is van toepassing sinds 2005. Is
er ooit een evaluatie gebeurd? Is het komende wetsontwerp
geïnspireerd op zo een evaluatie? Zo ja, wat waren de aanbevelingen
van die evaluatie? Welke instanties zoals de Staatsveiligheid, waren
bij die evaluatie betrokken?
d'accès? Combien d'attestations
de sécurité ont été octroyées entre
2006 et 2010 et combien ont été
refusées? Quel est le délai moyen
pour l'octroi d'une attestation? En
quoi consistent les screenings
rapides dont il est question dans le
rapport annuel 2005 de l'AFCN?
S'agit-il des mêmes procédures de
sécurité? Les attestations de
sécurité ont-elles remplacé les
screenings rapides? Le système
des attestations de sécurité a-t-il
déjà été évalué et quelles
recommandations
ont
été
formulées? Le projet de loi en est-
il une suite? Quelles instances ont
été associées à l'évaluation?
11.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, ik laat
voorafgaandelijk opmerken dat we normaal gezien volgende week
een debat over het onderwerp voeren in commissie. Ik zal toch
proberen zo goed mogelijk te antwoorden, al wil ik andere collega's
het gras niet voor de voeten wegmaaien.
11.03 Kristof Calvo (Ecolo-Groen!): Het gaat hier ook om de huidige
toepassing van de bestaande wetgeving, niet om het nieuwe
wetsontwerp.
11.04 Minister Annemie Turtelboom: Dat besef ik. Hoe dan ook
zullen collega's die volgende week het woord willen voeren, mijn
antwoord niet als een voorafname op het debat beschouwen.
De interpretatie van artikel 22ter van de wet van 11 december 1998,
ingevoegd bij de wet van 3 mei 2005 is steeds geweest dat de
directeur-generaal
van
het
FANC
gemachtigd
is
om
veiligheidsattesten af te leveren of in te trekken, waardoor de houders
ervan toegang hebben tot de nucleaire installaties vergund op basis
van de organieke FANC-wet van 15 april 1994.
Hoe is die interpretatie tot stand gekomen? Herinner u dat na de
aanslagen van 11 september 2001 de toenmalige minister van
11.04
Annemie
Turtelboom,
ministre: L'interprétation donnée à
cette législation a toujours été de
considérer que le directeur général
de l'AFCN est habilité à délivrer ou
à retirer des attestations de
sécurité
pour
l'accès
aux
installations nucléaires. En vue de
combler des lacunes d'ordre tant
juridique que structurel, le ministre
de l'Intérieur a décidé à l'époque
de recourir plus systématiquement
au screening rapide à condition
CRIV 53
COM 107
26/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
21
Binnenlandse Zaken moest verklaren waarom personen die niet
overeenkomstig de wet van 11 december 1998 betreffende de
classificatie en de veiligheidsmachten, veiligheidsattesten en
veiligheidsadviezen gemachtigd waren, toch toegang hadden tot
nucleaire sites. Om zowel de vastgestelde juridische als structurele
lacunes te verhelpen, heeft de minister van Binnenlandse Zaken
destijds beslist om meer systematisch gebruik te maken van de
administratieve praktijk van de snelle screening, evenwel steeds op
voorwaarde dat de betrokken instanties werk zouden maken van de
uitwerking van een regelgeving bestemd om de praktijk te regelen.
Met de wet van 3 mei 2005 waarbij de veiligheidsattesten werden
ingevoerd en waarbij de directeur-generaal van het FANC gemachtigd
werd om ze af te leveren of in te trekken om zo de toegang tot de
nucleaire sites die onder zijn verantwoordelijkheid werden geplaatst,
mogelijk te maken, is men evenwel slechts gedeeltelijk
tegemoetgekomen aan de vereisten. Alle werknemers die
werkzaamheden verrichten in de gevoelige zones van de nucleaire
installaties, dienen houder te zijn van een veiligheidsmachtiging
aangevraagd en afgeleverd door de nationale veiligheidsoverheid.
Aangezien het voorafgaande onderzoek tot het afleveren van zo'n
veiligheidsmachtiging een zekere tijd in beslag neemt, kunnen die
werknemers slechts toegang krijgen nadat een veiligheidsattest werd
afgeleverd door het FANC, waarbij compenserende maatregelen
worden opgelegd. Voor de bezoekers wordt enkel een
veiligheidsattest gevraagd door de veiligheidsofficier van de nucleaire
installatie bij het FANC, wanneer die voornemens zijn een gevoelige
zone te betreden. Dat kan dan ook enkel gebeuren met
compenserende maatregelen, die bijkomend door het FANC worden
opgelegd. Uiteraard krijgen de bezoekers normalerwijs geen toegang
tot de kerntechnische materialen noch inzage in gevoelige
documenten. Voor bezoekers die geen gevoelige zone betreden,
wordt geen veiligheidsattest aangevraagd en afgeleverd.
Vanaf 2006 tot en met 2010 werden de volgende veiligheidsattesten
toegekend of geweigerd: voor 2006 ­ ik geef al de cijfers, eerst
aangevraagde attesten, dan toegekende en dan geweigerde attesten
­ 5 540, 5 500 en 40; voor 2007 7 496, 7 448 en 48 geweigerd; voor
2008 9 383, 9 300 en 83 geweigerd en voor 2009 9 386, 9 331 en 55
geweigerd.
De termijn vastgesteld in de wet voor het afleveren van een
veiligheidsattest, bedraagt 15 dagen.
Beide systemen, namelijk de snelle screening en de aflevering van
veiligheidsattesten, zijn niet naast elkaar blijven bestaan. Vanaf 2005
werd het systeem van veiligheidsattesten wettelijk ingevoerd. Hoewel
de wet van 3 mei 2005 een wettelijke basis gaf aan de
veiligheidsattesten, werd aan de houders van veiligheidsattesten van
dat type evenwel niet de toelating verleend om toegang te hebben tot
materiaal, documenten of plaatsen die geclassificeerd of ­ om de
terminologie van het nieuwe wetsontwerp al te gebruiken ­
gecategoriseerd zijn. Na die vaststelling is snel gebleken dat, om aan
de behoeften van de nucleaire sector en aan de dringende noodzaak
om zich te verzekeren van de betrouwbaarheid van de persoon die tot
dat materiaal, die documenten of plaatsen toegang heeft, te
beantwoorden, een nieuwe aanvullende regeling noodzakelijk was.
Daarom werd in overleg met alle betrokken instanties een
que les institutions concernées
élaborent
une
réglementation
capable de régler définitivement
cette question. La loi du 3 mai
2005 relative aux attestations de
sécurité ne répond cependant que
partiellement à cet objectif.
L'ensemble
des
travailleurs
effectuant des travaux dans les
zones sensibles des installations
nucléaires doivent disposer d'une
attestation de sécurité délivrée par
l'autorité nationale de sécurité.
L'enquête préalable à la délivrance
de ce type d'attestation étant
assez
chronophage,
les
travailleurs concernés ne peuvent
se voir autoriser l'accès aux
installations qu'après avoir obtenu
une attestation de sécurité de
l'AFCN.
Des
mesures
compensatoires sont imposées à
cet effet. Par ailleurs, une
attestation de sécurité n'est
demandée auprès de l'AFCN que
pour les visiteurs qui doivent
pénétrer dans la zone sensible. Ici
également,
des
mesures
compensatoires ont été prévues.
Le
nombre
d'attestations
respectivement
demandées,
accordées et refusées s'est élevé
à 5 540, 5 500 et 40 en 2006,
7 496, 7 448 et 48 en 2007, 9 383,
9.300 et 83 en 2008 et 9 386,
9 331 et 55 en 2009.
Le délai pour la délivrance de
l'attestation de sécurité est de
15 jours.
Le
système
des
attestations de sécurité a été
ancré dans la loi dès 2005. Les
titulaires de ces attestations de
sécurité n'étaient toutefois pas
autorisés à accéder au matériel,
aux documents ou aux lieux
catégorisés.
Une
nouvelle
réglementation
complémentaire
était donc requise et un projet de
loi a été élaboré en concertation
avec
toutes
les
instances
concernées.
Je
compte
le
présenter la semaine prochaine au
Parlement.
26/01/2011
CRIV 53
COM 107
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
22
wetsontwerp uitgewerkt, dat ik volgende week hier in het Parlement
zal komen toelichten.
11.05 Kristof Calvo (Ecolo-Groen!): Dank u wel, mevrouw de
minister voor het uitgebreide antwoord, dat ongetwijfeld interessante
lectuur is om nog nader te bekijken.
Ik begrijp uit uw antwoord, tenzij ik mij vergis, dat er eigenlijk weinig of
geen onderscheid is in de feiten tussen het systeem van snelle
screenings en het huidig systeem van veiligheidsattesten, dat er pas
sinds 2005 een duidelijk wetgevend kader is en dat er voordien, naar
aanleiding van 11 september, in de praktijk zonder een duidelijk kader
met screenings werd gewerkt.
Wat moet ik mij voorstellen bij compenserende maatregelen? Ik heb
zelf nog nooit een nucleaire centrale bezocht, als groenen zijn we
daar ook niet echt welkom.
11.05 Kristof Calvo (Ecolo-
Groen!): Dans les faits il n'y a donc
pratiquement pas de différence
entre les screenings rapides et les
actuelles attestations de sécurité
et un cadre législatif clair n'existe
que depuis 2005. Et que faut-il
penser
des
mesures
compensatoires?
11.06 Minister Annemie Turtelboom: Ik zal volgende week naar
aanleiding van de bespreking in commissie van het wetsontwerp de
inhoud van de compenserende maatregelen toelichten, mijnheer de
voorzitter.
11.06 Annemie Turtelboom,
ministre: Je répondrai à tout cela
en
commission
la
semaine
prochaine.
11.07 Kristof Calvo (Ecolo-Groen!): Ten slotte viel mij nog het
volgende op en misschien kunnen we daar later nog op terugkomen.
Volgens het jaarverslag van 2005 werden er 22 000 aanvragen voor
snelle screenings afgehandeld. Het is opmerkelijk dat het aantal
veiligheidsattesten de afgelopen jaren, sinds het wetgevend kader,
een stuk lager ligt. Waarom worden er de voorbije jaren slechts 5 000
tot 9 000 veiligheidsattesten afgeleverd, terwijl er in 2005 22 000
snelle screenings waren.
11.07 Kristof Calvo (Ecolo-
Groen!): Il est question dans le
rapport annuel de 2005 de
22 000 demandes
pour
des
screenings rapides mais depuis
l'introduction du cadre législatif, le
nombre d'attestations de sécurité
est beaucoup moins élevé.
11.08 Minister Annemie Turtelboom: Ik stel voor dat we volgende
week op die vraag ingaan, want dat is net de inzet van het ontwerp
waarmee we naar het Parlement komen.
11.08 Annemie Turtelboom,
ministre: Je propose d'en parler
également la semaine prochaine.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Kristof Calvo aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de impact van het
MYRRHA-project op het FANC" (nr. 2319)
12 Question de M. Kristof Calvo à la ministre de l'Intérieur sur "l'impact du projet MYRRHA sur
l'AFCN" (n° 2319)
12.01 Kristof Calvo (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, mevrouw
de minister, in de commissie voor het Bedrijfsleven hebben wij al een
aantal keer de kans gehad om van gedachten te wisselen over het
MYRRHA-project. De premier maakt van de lopende zaken gebruik
om daarvoor een nogal uitgebreide promotietoer te organiseren.
De Ministerraad van maart 2010 besliste om een budget toe te
kennen om de verwezenlijking van het project mogelijk te maken en
verder te investeren in onderzoek en ontwikkeling, met als
uiteindelijke ambitie, van sommigen althans, een nieuwe
onderzoeksreactor voor het Studiecentrum voor Kernenergie. Het
betreft een project van maar liefst 960 miljoen euro, in budgettair
moeilijke tijden.
12.01 Kristof Calvo (Ecolo-
Groen!): Le projet MYRRHA a
pour
objectif
ultime
le
développement d'un réacteur de
recherche pour le CEN et coûtera
pas moins de 960 millions d'euros.
L'octroi des permis nécessaires et
la définition des critères de
sécurité ressortissent, pour ce
nouveau
type
de
réacteur
également, à la compétence de
l'Agence fédérale de contrôle
nucléaire (AFCN).
CRIV 53
COM 107
26/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
23
Het is niet alleen voor onze begroting een uitdaging, maar ook voor
het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, dat onder uw
voogdij staat. Het FANC is als nucleaire veiligheidsoverheid immers
verantwoordelijk om de vergunningsaanvragen te bekijken en al dan
niet toe te kennen. Na afloop van een eventuele vergunning is het ook
verantwoordelijk voor het opstellen van veiligheidscriteria.
Het is een hele uitdaging voor het FANC, aangezien het gaat om een
nieuw type reactor, vandaar het enthousiasme van een aantal
beleidsmakers. Het is een pronkstuk van de Belgische nucleaire
innovatie, maar dat betekent natuurlijk dat het voor het FANC geen
evidente opdracht is. Ik begrijp dat het SCK en het FANC op dit
moment op zoek zijn naar een modus vivendi voor de komende
maanden en jaren en bekijken hoe een billijke lastenverdeling tot
stand kan komen.
Ik heb de volgende vragen.
Ten eerste, welke stappen hebben het FANC en u, als bevoegde
minister, gezet sinds de beslissing van maart 2010? Hoe loopt het
overleg met het SCK en de minister van Energie hierover? Ik begrijp
dat aan de minister van Energie gevraagd werd om hierin te
interveniëren.
Ten tweede, welke extra belasting betekent de ontwerp- en
voorbereidingsfase, enerzijds betreffende de veiligheidscriteria en
anderzijds betreffende de vergunning, van het MYRRHA-project voor
het FANC? Hoeveel extra mensen zullen er worden aangeworven?
Hoeveel mensen van het huidige korps zullen worden ingeschakeld
voor de nieuwe opdracht?
Ten derde, beschikt het FANC vandaag over voldoende informatie en
expertise om de ontwerp- en voorbereidingsfase op een goede
manier en zeer grondig aan te pakken, in alle onafhankelijkheid, gelet
op het feit dat de MYRRHA-reactor een nieuwe reactor is?
Ten vierde, zijn er al afspraken gemaakt tussen het FANC en het
SCK?
Ten vijfde, tegen wanneer zullen de noodzakelijke pre-
licentieveiligheidscriteria worden uitgewerkt? Binnen welke termijn zou
het FANC zich kunnen uitspreken over een eventuele vergunning?
Het SCK droomt alvast van 2014. Acht u dat een realistische timing?
Ten zesde, is er al een inschatting gemaakt over de belasting van het
FANC in een eventuele gebruiks- en bouwfase, de fase na de
vergunningsfase? Zal ons land volledig opdraaien voor de
controlekosten of zullen ook die kosten met de internationale partners
gedeeld worden? De premier is op dit moment nog volop op zoek
naar die internationale partners, maar daarover bestaan voorlopig nog
geen financiële overeenkomsten.
Quelles démarches l'AFCN a-t-elle
entreprises depuis la décision
intervenue
en
mars
2010?
Comment la concertation à ce
sujet avec le CEN et le ministère
de l'Énergie se déroule-t-elle?
Quelle
charge
de
travail
supplémentaire la phase de projet
et de programmation du projet
MYRRHA représentera-t-elle pour
l'AFCN?
À
combien
de
recrutements
supplémentaires
sera-t-il procédé? Combien de
membres du personnel de l'effectif
actuel seront-ils affectés à ce
projet? L'AFCN dispose-t-elle de
suffisamment d'informations et
d'expertise pour aborder la phase
de projet et de préparation d'une
manière
approfondie?
Des
accords ont-ils déjà été conclus
entre l'AFCN et le CEN?
Quand les indispensables critères
de sécurité seront-ils élaborés?
Dans quel délai l'AFCN pourra-t-
elle se prononcer sur un éventuel
agrément? Le CEN rêve d'une
échéance à 2014. De l'avis du
ministre, ce calendrier est-il
réaliste? A-t-on déjà évalué la
charge de travail supplémentaire
que devra supporter l'AFCN à
l'issue de la phase d'agrément?
Notre
pays
supportera-t-il
intégralement
les
frais
de
contrôle? Le premier ministre
s'active encore à la recherche de
partenaires internationaux, mais
aucun accord financier n'a encore
été conclu.
12.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, na de
beslissing van de Ministerraad van 5 maart 2010 over het MYRRHA-
project, heeft het FANC contacten gelegd met het SCK. Een voorstel
van conventie tussen het SCK en het FANC werd bezorgd aan het
SCK omtrent de invulling van de bijkomende opdrachten en de
vergoeding van de veiligheidsoverheid tijdens de fase voorafgaand
12.02 Annemie Turtelboom,
ministre: Après la décision du
Conseil des ministres du 5 mars
2010 relative au projet MYRRHA,
l'AFCN a contacté le CEN. Une
proposition de convention entre le
26/01/2011
CRIV 53
COM 107
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
24
aan het eigenlijk reglementair vergunningsproces voor MYRRHA. Het
FANC is zich bewust van zijn opdrachten in het raam van dit nieuw
innovatief project, en wenst samen met het SCK tijdig voor te
bereiden, opdat de latere vergunningsprocedure op optimale wijze
doorlopen kan worden.
Op kabinetsniveau werd vorige week nog een vergadering belegd
tussen de bevoegde adviseurs van Binnenlandse Zaken en Klimaat
en Energie.
Het FANC heeft een raming gemaakt van de extra werkbelasting
tijdens de ontwerp- en voorbereidingsfase, ook de pre-licentiefase
genoemd. Om de bijkomende werkbelasting die deze fase met zich
zal meebrengen, op te vangen, moet het FANC vier extra personen
aanwerven. Een aantal mogelijke financieringsmechanismen wordt op
dit ogenblik nader bestudeerd.
Daar de MYRRHA-reactor een nieuw en innoverend project is, zelfs
uniek op wereldniveau, is het logisch dat het FANC vandaag nog niet
beschikt over al de nodige informatie en expertise. Het FANC zal een
beroep moeten doen op buitenlandse, onafhankelijke en
projectspecifieke expertise, die uiteraard ook vergoed zal moeten
worden.
Met dat doel heeft het FANC reeds contacten gelegd met andere
buitenlandse veiligheidsautoriteiten en met instanties of deskundigen
die ervaring hebben met de specifieke deelaspecten van het
MYRRHA-project.
Zoals reeds vermeld, wordt een aantal financieringsmechanismen op
dit moment bestudeerd. Naast het aspect van de financiering, hebben
het FANC en het SCK in de loop van 2010 reeds een aantal keren
samen gezeten met als doel kennis te maken met het project-
MYRRHA, alsook met de verwachtingen en de planningen van het
SCK in verband met dat project.
Het FANC heeft ook reeds een interne projectstructuur voorbereid en
is klaar om met de wekelijkse behandeling van de doenbaarheid en
de veiligheidsaspecten te starten zodra de modaliteiten en de
financiering van haar interventies in deze voorbereidende fase op
punt staan.
Het FANC is bereid om de technische samenwerking met het SCK in
verband met het MYRRHA-project opnieuw op te nemen zodra er een
structurele oplossing voorhanden is voor de tegemoetkoming van de
veiligheidsoverheid in het pre-licentiefaseproces. Het FANC heeft nog
geen inschatting gemaakt van de omvang van zijn prestaties tijdens
de bouw- of uitbatingsfase. Eerst moet de eerste fase doorlopen zijn
en daarna moet de eigenlijke vergunningsprocedure worden
doorlopen, die samen minstens vijf jaar in beslag zullen nemen.
Het SCK is ten opzichte van het FANC de verantwoordelijke uitbater
van de installatie. Alle controle- en inspectiekosten zullen door die
uitbater gedragen moeten worden. De vraag hoe het SCK dat met
internationale partners regelt, is een vraag die tot de bevoegdheid van
de minister van Klimaat en Energie behoort. Daarom nodig ik u graag
uit om die vraag aan hem te stellen.
CEN et l'AFCN a déjà été
transmise au CEN. Une réunion
entre les conseillers compétents
de l'Intérieur et du Climat et de
l'Énergie a encore été organisée la
semaine dernière au niveau du
cabinet.
L'AFCN
recrutera
quatre
personnes
supplémentaires
pendant la phase de projet et de
préparation.
Plusieurs
mécanismes
de
financement
possibles sont actuellement à
l'examen.
Étant donné que le réacteur
MYYRHA est un projet innovant,
voire unique à l'échelle mondiale, il
est logique que l'AFCN ne dispose
pas encore de l'ensemble des
informations et de l'expertise
nécessaires. L'AFCN a dès lors
pris contact avec des autorités de
sûreté étrangères qui ont de
l'expérience pour certains aspects
spécifiques du projet. L'AFCN et le
CEN ont déjà tenu plusieurs
réunions en 2010.
L'AFCN a également préparé une
structure de projet interne et est
prête à examiner les aspects de
sécurité. L'AFCN est prête à
relancer la collaboration avec le
CEN dès que des précisions
seront données sur l'intervention
de l'autorité de sûreté dans la
phase de pré-licence.
Le
CEN
est
l'exploitant
responsable de l'installation et
supporte tous les frais de contrôle
et d'inspection. La manière dont le
CEN
règle cela avec des
partenaires internationaux est une
question
qui
relève
de
la
compétence du ministre du Climat
et de l'Énergie.
CRIV 53
COM 107
26/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
25
12.03 Kristof Calvo (Ecolo-Groen!): Mevrouw de minister, ik dank u
voor het antwoord en de uitnodiging. Ik ondervraag de minister van
Energie regelmatig over die overeenkomsten. Alleen is het mij niet
helemaal duidelijk of hij die overeenkomsten zelf ooit heeft gezien, dit
terloops gezegd.
Ik begrijp uit uw antwoord dat de discussie tussen het SCK en het
FANC nog volop bezig is. Dat zet nog maar eens in de verf welke
grote uitdaging het FANC in verband met het MYRRHA-project te
wachten staat, net op het moment dat wij met verouderde nucleaire
centrales zitten en wij zien dat het aantal nucleaire incidenten in dit
land toeneemt. Dan lijkt het MYRRHA-project mij niet meteen een
kernopdracht van onze nucleaire veiligheidsoverheid.
Mevrouw de minister, ik maak mij toch wat zorgen. Er is een discussie
tussen het FANC en het SCK over de financiering van de pre-
licentieperiodes en wat nadien zal volgen. Er is ook het risico op een
zeer grote afhankelijk, niet alleen financieel maar ook qua expertise.
U zegt enerzijds dat dit een uniek project is in de wereld. Anderzijds
zullen wij ook buitenlandse experts moeten raadplegen. Dat klopt
deels. In de feiten zal het FANC ook vaak bij het SCK te rade moeten
gaan, zij die een vergunning vragen, om te beschikken over de nodige
expertise om veiligheidscriteria en een vergunning op te stellen.
Als wij die situatie in kaart brengen, lijkt het mij dat wij daar met een
potentieel zeer groot risico zitten. Ik hoop dat u samen met ons die
onafhankelijkheid van het nucleair controleagentschap de komende
jaren zult bewaken.
12.03 Kristof Calvo (Ecolo-
Groen!): Le financement de la
période précédant l'octroi des
licences et de la période suivant
l'octroi fait dès lors l'objet d'une
discussion entre l'AFCN et le CEN.
Il faudra également tenir compte
du risque de forte dépendance,
non seulement au plan financier
mais aussi en ce qui concerne
l'expertise. L'AFCN devra en outre
consulter
souvent
le
CEN.
J'espère que la ministre veillera
avec nous à l'indépendance de
l'agence de contrôle nucléaire.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Question de M. Josy Arens à la ministre de l'Intérieur sur "la dotation fédérale 2010 encourageant la
politique de recrutement dans les zones de police" (n° 2305)
13 Vraag van de heer Josy Arens aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de federale dotatie
2010 om het aanwervingsbeleid in politiezones te stimuleren" (nr. 2305)
13.01 Josy Arens (cdH): Monsieur le président, madame la ministre,
afin d'augmenter la sécurité au sein de la société, le gouvernement
avait décidé, lors du conclave budgétaire de mars 2010, d'octroyer
des moyens supplémentaires à la fois à la police fédérale et aux
zones de police. Parmi les décisions prises figure, notamment, celle
d'encourager la politique de recrutement au sein des zones de police
par le biais d'un financement fédéral de 175 équivalents temps plein.
Aussi, un montant de 7,732 millions d'euros fut libéré à cette
occasion.
L'arrêté royal du 22 décembre 2010 portant attribution pour
l'année 2010 d'une dotation destinée à encourager la politique de
recrutement dans les zones de police fixe la partie de la dotation
attribuée à chaque zone de police, mais sans préciser la manière dont
cela a été calculé.
Madame la ministre, un groupe de travail de coordination de la
politique de sécurité était chargé de proposer les modalités et les
conditions d'octroi de cette dotation. Pouvez-vous nous indiquer quels
ont été les critères de répartition de cette dotation? Cette dotation est-
elle annuelle, une opération one shot ou sera-t-elle renouvelée
13.01 Josy Arens (cdH): Tijdens
het begrotingsconclaaf van maart
2010 had de regering besloten
extra middelen toe te kennen aan
de
federale
politie
en
de
politiezones. Er werd een bedrag
van
7,732 miljoen
euro
uitgetrokken om de politiezones in
staat te stellen 175 vte's in dienst
te nemen. In het koninklijk besluit
van 22 december 2010 wordt niet
vermeld hoe het deel van de
dotatie dat aan elke zone wordt
toegewezen, berekend wordt.
Volgens welke criteria werd die
dotatie verdeeld? Gaat het om een
jaarlijkse,
eenmalige
of
op
geregelde tijdstippen herhaalde
operatie?
Sommige
zones
ontvangen vier tot vijf keer meer
26/01/2011
CRIV 53
COM 107
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
26
chaque année?
Je me rends compte que des zones disposant d'un nombre équivalent
de policiers touchent quatre à cinq fois plus que d'autres. En outre,
une zone comme Aubange-Athus-Musson-Saint-Léger a touché très
peu alors qu'elle se trouve en déficit structurel spectaculaire.Pourriez-
vous me fournir une explication sur cette politique?
Bien sûr, le gouvernement est en affaires courantes, mais, comme le
secrétaire d'État au Budget est présent, peut-être pourrons-nous
régler certains problèmes.
dan andere, terwijl ze over
evenveel
politieagenten
beschikken. De zone Aubange-
Athus-Musson-Saint-Léger,
die
met een structureel tekort kampt,
komt er maar bekaaid af. Kan u
me dat beleid nader toelichten?
13.02 Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur le président, la
majeure partie de la dotation, soit 5 millions d'euros, a été attribuée de
manière linéaire aux 196 zones de police à concurrence de la part de
chacune d'elles dans la dotation fédérale de base. Le surplus, soit
2 732 000 d'euros a, quant à lui, été réparti entre trois catégories, et
ce, conformément à la notification du Conseil des ministres:
- premièrement, une aide supplémentaire aux zones bruxelloises pour
y améliorer la sécurité - il s'agit d'une concrétisation des différents
groupes de travail mis en place depuis 2010;
- ensuite, une dotation complémentaire a été attribuée à 3 zones de
police présentant une situation budgétaire difficile, tout à fait
particulière, et ce, conformément aussi à la notification du Conseil des
ministres. Nous y retrouvons les zones de police Condroz-Famenne,
Hermeton et Heure et Hamme-Waasmunster, la justification étant
identique à celle qui était à l'origine des arrêtés royaux antérieurs
relatifs à ces trois zones;
- finalement, quatre zones de police présentent sur leurs territoires un
établissement pénitentiaire ou une institution assimilée, dont la mise
en service et/ou de profondes modifications structurelles exercent une
particulière pression sur leur capacité opérationnelle.
Sur proposition de mon collègue de la Justice, les zones suivantes ont
été retenues. Il s'agit de la zone de police Bertrix-Bouillon-Daverdisse-
Herbeumont-Libin, etc., de la zone Hoogstraten-Merksplas-
Rijkevorsel, de la zone Herstappe-Tongeren et la zone Herent-
Kortenberg.
En effet, il y a, comme vous le savez, une nouvelle institution à Saint-
Hubert, les transferts à Tilburg, une nouvelle aile pour des jeunes
délinquants à Tongres et la problématique De Grubbe à Herent-
Kortenberg.
Certes, il y a des zones qui se comparent à d'autres. Mais il n'en reste
pas moins que ces 13 zones présentent des particularités qui
nécessitaient une intervention en attendant la réforme globale et
structurelle du financement des zones.
Ceci dit, deux tiers de l'enveloppe ont été attribués aux 196 zones. Je
m'en réjouis. Nous travaillons actuellement avec des douzièmes
provisoires. C'est dans la loi actuelle.
13.02
Minister
Annemie
Turtelboom: Het grootste deel
van de dotatie (5 miljoen euro)
werd op lineaire wijze toegekend
aan de 196 politiezones. Het saldo
(2,732 miljoen
euro)
werd
overeenkomstig de nota van de
ministerraad onderverdeeld in drie
categorieën: extra steun aan de
Brusselse zones om er de
veiligheid te verbeteren; een
bijkomende dotatie voor de drie
politiezones die in een bijzonder
moeilijke
budgettaire
situatie
verkeren
(Condroz-Famenne,
Hermeton en Heure en Hamme-
Waasmunster) en ten slotte vier
zones waarin zich een gevangenis
of een soortgelijke instelling
bevindt, die geacht wordt een
bijzondere druk uit te oefenen op
de operationele capaciteit (Bertrix-
Bouillon-Daverdisse-Herbeumont-
Libin,
Hoogstraten-Merksplas-
Rijkevorsel, Herstappe-Tongeren
en Herent-Kortenberg).
Deze zones vertonen specifieke
kenmerken waardoor er moet
ingegrepen worden in afwachting
van de algemene en structurele
hervorming van de financiering
van de zones.
13.03 Josy Arens (cdH): Madame la ministre, je me réjouis de cette
dotation supplémentaire aux zones de police.
Je regrette la façon un peu linéaire dont une grosse partie a été
répartie. Je me rends compte que, depuis la réforme donc depuis des
13.03 Josy Arens (cdH): Ik
betreur dat een groot deel op een
nogal
lineaire
manier
werd
verdeeld. In de zone Aubange is er
veel grenscriminaliteit. In de zone
CRIV 53
COM 107
26/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
27
années, nous nous battons dans le Sud-Luxembourg notamment pour
les zones frontalières vivant réellement des problèmes spécifiques.
Nous allons les régler d'une autre façon.
La zone d'Aubange a énormément de problèmes frontaliers. La zone
d'Arlon a des dizaines de milliers d'heures supplémentaires pour le
transfèrement des détenus. Comme membre du collège de police, je
vais effectivement maintenant interdire comme d'autres membres du
collège ce transfèrement des détenus.
Peut-être le ministre de la Justice trouvera alors qu'il faut agir un peu
différemment à l'égard de certaines zones.
Aarlen worden er tienduizenden
overuren
gemaakt
door
de
overbrenging van gedetineerden.
Als lid van het politiecollege zal ik
vanaf nu zoals andere leden van
het college de overbrenging van
gedetineerden
verbieden.
De
minister van Justitie zal dan
misschien begrijpen dat een aantal
zones anders moeten worden
behandeld.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Ik verwelkom de staatssecretaris. De vragen nummers 1265, 1513, 1525, 1816, 1838 en
1924 van mevrouw Smeyers worden uitgesteld, maar die werden al eens uitgesteld en zijn dus zonder
voorwerp geworden.
14 Samengevoegde vragen van
- de heer Tanguy Veys aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor
Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de problemen met Roma in Gent"
(nr. 1778)
- de heer Tanguy Veys aan de staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en
Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met
Maatschappelijke Integratie, over "de problemen met Roma in Gent" (nr. 1779)
- de heer Tanguy Veys aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de problemen met Roma in
Gent" (nr. 1781)
14 Questions jointes de
- M. Tanguy Veys au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique
des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "les problèmes avec les Roms à Gand"
(n° 1778)
- M. Tanguy Veys au secrétaire d'État à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjoint à la
ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "les
problèmes avec les Roms à Gand" (n° 1779)
- M. Tanguy Veys à la ministre de l'Intérieur sur "les problèmes avec les Roms à Gand" (n° 1781)
14.01 Tanguy Veys (VB): Mijnheer de staatssecretaris, in januari
2008 werden in Antwerpen 256 leeflonen aan EU-burgers uitgereikt
en in Gent 241. In september 2010 is dat cijfer voor Antwerpen
gedaald tot 249 en in Gent gestegen naar 984.
Het is duidelijk dat de problematiek van de Roma zeer acuut is in
Gent. Dat wordt onder meer bepaald door de manier waarop het
leefloon in Gent of Antwerpen wordt uitgekeerd en waarop men zich
baseert.
Wanneer Vlaams minister Bourgeois daarover in het verleden werd
ondervraagd, verwees hij onder meer naar de federale overheid, die
in een rondzendbrief aan de OCMW's duidelijk zou moeten maken
wat de leefloonproblematiek precies zou moeten behelzen.
Eind vorig jaar verschenen hierover in de pers een aantal zaken. Ik
citeer daaruit: "Mensen, toon alstublieft uw goed hart niet, ook al
breekt het bij het zien van zoveel ellende. Biedt de Roma geen
onderdak, geen dekens, geen soep, want hoe meer je ze helpt, hoe
meer ze naar Gent komen en onze stad zit nu al overvol". Dat zijn
14.01 Tanguy Veys (VB): À
Gand, le nombre de revenus
d'intégration versés par le CPAS à
des citoyens de l'UE a environ
quadruplé en deux ans. Le
problème posé par les Roms est
très aigu, et est lié en partie à la
manière dont on décide à qui le
CPAS octroie ou n'octroie pas le
revenu d'intégration. Le ministre
flamand Bourgeois a toujours
renvoyé la balle au gouvernement
fédéral, lui demandant d'envoyer
aux CPAS une circulaire afin de
régler ce problème.
L'année passée, le bourgmestre
de Gand a supplié la population de
ne pas aider les Roms afin de ne
pas en attirer d'autres. C'est pour
26/01/2011
CRIV 53
COM 107
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
28
geen woorden van het Vlaams Belang, maar van de burgemeester
van Gent, een notoire socialist, dus toch wel een onverdachte bron,
die zijn nood klaagt en aan de alarmbel trekt. Ik vermoed dat, als zelfs
de burgemeester van Gent dergelijke taal spreekt, er meer aan de
hand is.
Mijnheer de staatssecretaris, wat is uw standpunt over die toch wel
zeer acute problematiek?
Ofwel zegt men dat het huidige stadsbestuur van Gent de situatie zelf
heeft veroorzaakt. Ik verwijs naar de problematiek van de leeflonen
die door het OCMW worden uitgekeerd. Of vindt u dat de
burgemeester van Gent een en ander terecht aanklaagt? Hij
onderstreept dat er voor het probleem een oplossing op Europees
niveau moet worden gevonden. Of vindt u dat de federale overheid
een rol moet spelen?
Heeft de burgemeester volgens u zelf nog instrumenten in handen om
de problematiek aan te pakken? Ik zie burgemeester Termont niet
onmiddellijk optreden als een soort Sarkozy.
Het is duidelijk dat het probleem moet worden opgelost. Ik had
hierover graag uw standpunt gekend, mijnheer de staatssecretaris.
le moins une démarche atypique
de la part d'un socialiste.
Quelle est la position du secrétaire
d'État par rapport à ce problème?
Estime-t-il que le bourgmestre de
Gand a raison de tirer la sonnette
d'alarme, ou juge-t-il que la ville de
Gand
est
responsable
du
problème et doit s'en prendre à
elle-même? Pense-t-il, comme le
bourgmestre, que l'Europe doit
régler
le
problème,
ou
le
gouvernement fédéral a-t-il selon
lui un rôle à jouer?
Le bourgmestre lui-même a-t-il
encore des outils à sa disposition
pour s'attaquer à ce problème?
14.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Er dient een onderscheid
te worden gemaakt tussen Roma afkomstig uit landen van de
Europese Unie en van daarbuiten. De EU-onderdanen afkomstig uit
bijvoorbeeld Bulgarije of Slovakije, genieten vrij verkeer van personen
gedurende drie maanden. Nadien dienen zij voor een verblijf van
meer dan drie maanden aan verschillende voorwaarden te voldoen.
Wat betreft de landen van buiten de Europese Unie, meen ik dat
ontradingscampagnes het aangewezen middel blijven en dat die het
grootste effect hebben wanneer de boodschap regelmatig herhaald
wordt.
Ik ben vorig jaar in maart en in oktober naar Servië en Macedonië
geweest en in november naar Albanië en Bosnië. Tijdens die
bezoeken heb ik de autoriteiten er nogmaals op gewezen dat aan de
visa-akkoorden niet alleen rechten, maar ook plichten zijn verbonden.
In het geval van Albanië en Bosnië zullen de Belgische asielinstanties
zeer aandachtig zijn voor mogelijke misbruiken, zoals het oneigenlijk
gebruik van de asielprocedure. Indien blijkt dat er toch een grote
instroom is uit die landen, zal ik niet nalaten opnieuw een
ontradingscampagne te organiseren. Bovendien werd tijdens het
Belgisch voorzitterschap met de overheden van de Balkanlanden
overeengekomen dat de Europese Commissie de mogelijkheid
behoudt de visumvrijstelling op te schorten bij een eventuele grote
toestroom.
Er zijn effectief afspraken gemaakt tussen de diensten van de stad
Gent en de DVZ om nauwer en efficiënter samen te werken en op die
manier de aantrekkelijkheid van het beroep op OCMW-steun tegen te
gaan. De werking van de betrokken diensten zal accuraat op elkaar
worden afgestemd. Zo zal bijvoorbeeld de Vreemdelingendienst van
de stad Gent aan de DVZ meedelen of hij vermoedens of
aanwijzingen heeft aangaande fraude. Op die manier kan de DVZ
gericht te werk gaan bij het verder onderzoeken van mogelijke fraude
en tijdig een onderbouwde beslissing nemen. Er komt eveneens een
14.02
Melchior
Wathelet,
secrétaire d'État: Il faut opérer une
distinction
entre
les
Roms
originaires d'un État membre de
l'Union européenne et ceux qui ne
le sont pas.
Les ressortissants de l'Union
européenne jouissent de la libre
circulation des personnes pendant
une période de trois mois. Ils ne
doivent satisfaire à certaines
conditions qu'après cette période.
En ce qui concerne les Roms non
originaires de l'Union européenne,
j'estime que les campagnes de
dissuasion dans les pays d'origine
demeurent l'instrument le plus
efficace. Pour l'Albanie et la
Bosnie, les instances belges
compétentes en matière d'asile
accorderont
une
attention
particulière aux abus et, en cas
d'afflux massifs en provenance de
ces
pays,
j'organiserai
une
nouvelle campagne de dissuasion.
Pendant la présidence belge, des
accords qui ont également été
conclus avec les pays des Balkans
permettent de suspendre la
dispense de l'obligation de visa
lorsque
l'afflux
devient
trop
CRIV 53
COM 107
26/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
29
nauwere samenwerking tussen de stad Gent en de wijkagenten
inzake de wooncontroles. De wijkagenten zullen meer doorgedreven
wooncontroles uitvoeren om te achterhalen of nieuwkomers wel
degelijk op het aangegeven adres woonachtig zijn. Ten slotte zullen
de dossiers, eens de aanvraag tot verblijf is ingediend, beter worden
opgevolgd, opdat EU-burgers aan de voorwaarden tot hun verblijf
gehouden worden.
important.
Des accords ont effectivement été
conclus entre les services de la
ville de Gand et l'Office des
étrangers, afin d'intensifier et
d'améliorer la coopération et de
rendre ainsi moins attrayante l'aide
octroyée par les CPAS. Le
fonctionnement
des
services
concernés
sera
harmonisé
efficacement. Ainsi, le Service des
Étrangers de la ville de Gand
informera l'Office des étrangers s'il
a des soupçons ou possède des
indices de fraude, afin que l'Office
des étrangers puisse réagir plus
rapidement.
Une collaboration plus étroite sera
également organisée entre la ville
de Gand et les agents de quartier,
qui contrôleront plus efficacement
si les nouveaux habitants résident
effectivement à l'adresse qu'ils ont
déclarée.
Enfin, un meilleur suivi des
personnes sera assuré après leur
demande de séjour, afin de vérifier
si elles satisfont effectivement aux
conditions requises.
14.03 Tanguy Veys (VB): Bedankt, mijnheer de staatssecretaris,
voor het antwoord.
Tijdens dat overleg met de stad Gent heeft men ook de problematiek
van de uitkering van de leeflonen besproken, omdat het een van de
bepalende elementen is, zeker in vergelijking met Antwerpen. Dat
maakt het aantrekkelijk om massaal naar Gent te trekken.
Hebt u zelf suggesties geformuleerd of erop aangedrongen om een
andere visie te hanteren?
14.03 Tanguy Veys (VB): La
question du paiement du revenu
d'intégration a également été
évoquée lors de la concertation
avec la ville de Gand. La rapidité
de la procédure à Gand rend la
ville nettement plus séduisante
qu'Anvers
par
exemple.
Le
ministre a-t-il proposé d'autres
options?
14.04 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Een leefloon is niet direct
gelinkt met het verblijfsstatuut van de persoon. Het OCMW moet
nakijken of de persoon aan de voorwaarden voldoet om een leefloon
te krijgen.
Maatschappelijke integratie is de bevoegdheid van collega Courard.
De wet van 1965 regelt de voorwaarden om een leefloon te krijgen. Er
is een omkadering in de Europese richtlijnen en ook in onze
wetteksten zijn er mogelijkheden opgenomen.
Ik heb vorige week herhaald dat een betere samenwerking tussen de
DVZ, de gemeenten en OCMW's belangrijk is om de nodige
informatie uit te wisselen tussen de verschillende instanties om
zodanig het statuut van de persoon en de gevolgen daarvan beter te
14.04
Melchior
Wathelet,
secrétaire d'État: Un revenu
d'intégration n'est pas attribué sur
la base d'un statut de séjour, mais
bien d'une série de conditions
réglées par la loi de 1965.
L'intégration sociale est de la
compétence de mon collègue le
ministre Courard.
Pour connaître le statut d'une
personne et les conséquences qui
y sont attachées, il faut renforcer
la coopération entre l'Office des
26/01/2011
CRIV 53
COM 107
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
30
kennen. Wij werken aan een betere samenwerking tussen die
verschillende instanties.
étrangers, les communes et les
CPAS. Nous y travaillons sans
désemparer.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vragen nrs. 1265, 1513, 1525, 1816 en 1838 van mevrouw Smeyers worden zonder
voorwerp.
Mevrouw Galant heeft laten weten dat zij haar vraag nr. 1824 wenst uit te stellen wegens een
begrafenisplechtigheid.
15 Vraag van mevrouw Sarah Smeyers aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en
asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "het recordaantal
asielaanvragen in 2010" (nr. 1924)
15 Question de Mme Sarah Smeyers au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et
d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "le nombre record de
demandes d'asile en 2010" (n° 1924)
15.01 Sarah Smeyers (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik ga u
niet meer lastigvallen met vragen die zonder voorwerp zijn, vandaar
de schrapping.
Deze vraag gaat over het recordaantal asielaanvragen. Eind van 2010
werd ons door de pers nog eens de ernst van de huidige asielcrisis
duidelijk gemaakt. Er bleek uit cijfers dat eind november 2010 al
21 078 mensen geregulariseerd werden. Daarenboven is het ook een
recordjaar voor het aantal asielaanvragen zelf. Er werden 19 941
aanvragen ingediend. Dat zouden er 16 % meer zijn dan in 2009. Na
2002, dat een extreem recordjaar was, is 2010 het recordjaar. Toch
bleek slechts 21,4 % van alle aanvragen na behandeling
gerechtvaardigd. Dit erkenningcijfer is ook het laagste van de
afgelopen vier jaar. Volgens de commissaris-generaal is dit te wijten
aan het hoge aantal oneigenlijke aanvragen, onder andere uit de
Balkan. Over dit stijgend aantal asielaanvragen had ik u graag enkele
specifieke vragen gesteld.
Ten eerste, u bent naar de Balkan geweest en hebt er het afgelopen
jaar twee ontradingscampagnes gevoerd. Kunt u een significant
verschil zien tussen het aantal aanvragen uit die landen tussen de
twee ontradingscampagnes en erna? Bent u van plan om nog
ontradingscampagnes te voeren of dergelijke acties te ondernemen?
Ten tweede, we weten dat het commissariaat-generaal door de hoge
instroom in 2010 te maken heeft met een achterstand van meer dan
10 000 dossiers. U hebt al meerdere keren gezegd dat er extra
personeel ter beschikking komt van het commissariaat-generaal en
dat oneigenlijke aanvragen ook prioritair of versneld zullen behandeld
worden. In welke budgettaire middelen worden er in 2011 voorzien
opdat die achterstand in twee jaar kan worden weggewerkt? Is dat
haalbaar? Kunt u dat nu al zeggen? Wordt er een planning
opgemaakt? Is twee jaar een haalbare termijn?
15.01 Sarah Smeyers (N-VA):
Fin 2010, la gravité de la crise de
l'asile était devenue manifeste:
21 078
personnes
ont
été
régularisées en 2010 et 19 941
demandes
d'asile
ont
été
introduites. Après examen des
dossiers, il est toutefois apparu
que
21,4 %
seulement
des
demandes étaient justifiées. Selon
le commissaire général, cette
situation s'explique par le nombre
élevé de demandes irrecevables
émanant notamment de ressortis-
sants des pays balkaniques.
Le secrétaire d'État s'est rendu
dans les Balkans et y a mené, au
cours des deux dernières années,
une campagne de dissuasion. À
son estime, cette campagne a-t-
elle eu des retombées signifi-
catives? Envisage-t-il de prendre
d'autres initiatives de ce type?
L'important afflux observé en 2010
a engendré un retard de plus de
10 000 dossiers. Par le passé
déjà, il avait été promis que les
demandes irrecevables bénéfi-
cieraient d'un traitement prioritaire
ou
accéléré.
Combien
de
membres du personnel et de
moyens supplémentaires sont-ils
prévus en 2011 pour permettre la
résorption de l'arriéré précité en
deux ans? Ce calendrier est-il
réaliste?
CRIV 53
COM 107
26/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
31
15.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mevrouw Smeyers, wat
de evolutie van het aantal asielaanvragen uit het Balkanland
Macedonië betreft kan ik meedelen dat er een duidelijke dalende
tendens is vast te stellen in november en eind december in
vergelijking met het aantal in oktober. Uit Servië, waarvoor de
erkenningsgraad toch hoger is dan voor Macedonië, blijft de influx vrij
hoog.
Er waren 116 asielaanvragen in november en 140 in december. Deze
aantallen zijn iets lager dan in oktober en bedragen de helft van het
aantal aanvragen in de piekmaand februari. Voor Kosovo schommelt
de maandelijkse instroom sinds oktober rond 200 asielaanvragen.
Het ontradingsbeleid dat ik wens te voeren ten opzichte van de
Balkanlanden mag niet herleid worden tot louter preventiecampagnes
in deze landen van herkomst. Het is de wens om deze asielaanvragen
hier in België versneld te laten behandelen door de betrokken
asielinstantie alsook effectief de terugkeer van uitgeprocedeerde
personen naar deze landen te verstrengen.
Op basis van artikel 52/2 van de vreemdelingenwet heb ik het CGVS
per brief verzocht de asielaanvragen van onderdanen uit Servië,
Macedonië en Kosovo versneld te behandelen. Ook aan de Raad
voor Vreemdelingenbetwistingen heb ik opgelegd deze groepen bij
voorrang te behandelen. Deze prioritaire en versnelde behandeling
wordt ondertussen toegepast bij beide instanties.
Het CGVS zal de snelheid waarmee deze asielaanvragen verwerkt
worden nog verder opdrijven dankzij de operationalisering van
bijkomend personeel specifiek ingezet op Balkandossiers vanaf
februari 2011. Op deze manier ben ik van oordeel dat op relatief korte
termijn structureel effect kan verwacht worden.
Of een bijkomende campagne ter plaatse in het land van herkomst
opportuun is zal ik in functie van de resultaten van de versnelde
behandeling samen met DVZ bekijken. Ik zal in elk geval in februari
naar Kosovo gaan, omdat zoals u weet Kosovo ons eerste land van
herkomst is en er zijn verschillende dalende cijfers te zien voor Servië
en voor Macedonië, maar het meest problematische op dit moment is
duidelijk Kosovo. Voor Kosovo zullen wij ook die readmissie-
akkoorden sluiten in Benelux-kader. Dat is ook een goede reden om
daar een ontradingscampagne te organiseren, om ook te zeggen dat
die readmissie-akkoorden echt toegepast zullen worden, vooral
gezien de cijfers die wij nu kennen in België.
Ik kom aan uw tweede vraag. In oktober 2010 werd door de regering
beslist om enerzijds de contracten te verlengen van het reeds eerder
aan het CGVS toegekende bijkomende personeel alsook bijkomende
middelen ter beschikking te stellen aan het CGVS voor de aanwerving
van 26 personen van niveau A en 5 van niveau C. Het betreft hier een
substantiële versterking van de asielinstanties, waardoor het CGVS in
staat wordt gesteld om zodra de nieuwe medewerkers operationeel
zijn de volgende objectieven te bereiken: de systematische
behandeling van alle asielaanvragen, het inhalen van de achterstand
in de dossierbehandeling binnen twee jaar, en dit op voorwaarde dat
de instroom terug daalt tot onder het gemiddelde van
1 500 asielaanvragen per maand.
15.02
Melchior
Wathelet,
secrétaire d'État: Le nombre de
demandes d'asile émanant de
Macédoine a clairement baissé en
novembre
et
en
décembre
derniers. Le flux entrant au départ
de la Serbie reste relativement
élevé.
116 demandes d'asile ont été
recensées en novembre et 140 ont
été dénombrées en décembre.
Ces chiffres sont inférieurs à ceux
d'octobre et représentent la moitié
du
nombre
de
demandes
introduites
en
février,
mois
caractérisé d'ordinaire par un
nombre de demandes exception-
nellement élevé. En ce qui
concerne plus particulièrement les
demandeurs d'asile kosovars, le
flux entrant mensuel se situe
depuis octobre aux alentours de
200 demandes.
La politique de dissuasion que je
mets en oeuvre dans les Balkans
n'est pas une simple campagne de
prévention. Sa finalité est de faire
traiter ces demandes d'asile plus
rapidement
en
Belgique
et
d'imposer de facto le retour dans
ces pays des personnes en fin de
droits.
J'ai demandé par courrier au
CGRA de traiter à un rythme
accéléré les demandes d'asile
introduites par des ressortissants
de Serbie, de Macédoine et du
Kosovo. J'ai également enjoint au
Conseil
du
contentieux
des
étrangers de traiter ces groupes
par
priorité.
Ce
traitement
prioritaire
et
accéléré
est
aujourd'hui appliqué par ces deux
instances.
Le CGRA augmentera encore la
vitesse à laquelle il traite ces
demandes spécifiques émanant
de ressortissants de pays des
Balkans grâce à l'assistance d'un
personnel supplémentaire à partir
de février 2011. Quant à la
question de savoir s'il est opportun
de
mener
une
campagne
26/01/2011
CRIV 53
COM 107
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
32
Dat is de basis die wij genomen hebben om het bijkomend personeel
te
berekenen,
en
om
een
plan
te
ontwikkelen.
De
beslissingscapaciteit van het CGVS is momenteel reeds zwaar
opgedreven tot een gemiddelde van 1 150 beslissingen per maand.
Met een bijkomende versterking moet de output 1 400 tot 1 500
beslissingen per maand bedragen. Er is verder ook een hogere
productiviteit bij het CGVS. Het aantal behandelde dossiers per
persoon is immers in 2010 gestegen met 35 %. Dankzij een hogere
productiviteit en meer personeel kunnen wij die betere cijfers
bereiken.
Het lijkt me overigens realistisch om te verwachten dat de instroom
van asielzoekers in België een daling zal kennen, enerzijds door het
effect van de ontradingsmaatregelen, anderzijds gezien het
conjuncturele gegeven dat de instroom van asielzoekers tegen het
eind van het jaar steeds sterk stijgt, waarna er in het begin van het
jaar opnieuw een daling intreedt.
Verder wil ik vermelden dat ik een engagement ten opzichte van de
regering ben aangegaan om op een periodieke manier te
communiceren met hen over hoe de productiviteit en de achterstand
bij CGVS aangepakt wordt. Er werd daarin immers geld geïnvesteerd,
waardoor het niet meer dan normaal is dat ik de regering op de
hoogte houd over de resultaten.
supplémentaire sur place, je
l'examinerai ultérieurement avec
l'Office des étrangers. Quoi qu'il
en soit, je me rendrai au Kosovo
en février parce que c'est dans ce
pays que se pose le problème le
plus aigu. Pour le Kosovo, nous
signerons en outre les accords de
réadmission dans le cadre du
Benelux.
Le gouvernement a également
décidé, d'une part, de prolonger
les
contrats
du
personnel
supplémentaire qui a déjà été
attribué précédemment au CGRA
et, d'autre part, de mettre à la
disposition du CGRA des moyens
supplémentaires aux fins du
recrutement de 26 personnes de
niveau A et de 5 personnes de
niveau C.
Nous
sommes
déterminés à parvenir à traiter
systématiquement
toutes
les
demandes d'asile et à combler
l'arriéré actuel dans les deux ans,
à condition que le flux entrant
redescende en dessous de la
moyenne de 1 500 demandes
d'asile par mois.
Nous avons fixé les besoins en
personnel supplémentaire sur la
base de ces critères. La capacité
de décision du CGRA a été portée
à une moyenne de 1 150 décisions
par mois et devrait passer à 1 400
ou 1 500. En 2010, la productivité
a
progressé
de
35 %
par
personne.
Le flux des demandeurs d'asile
devrait baisser à la suite des
mesures de dissuasion et d'une
diminution habituelle en début
d'année.
J'informe
régulièrement
le
gouvernement des efforts fournis
par le CGRA pour augmenter sa
productivité et résorber
son
arriéré.
15.03 Sarah Smeyers (N-VA): Ik had u al eens gevraagd naar de
resultaten van uw ontradingscampagnes. Daaruit is gebleken dat die
alleszins de eerste maanden inderdaad een effect hebben, maar dat
er achteraf helaas weer een stijging blijkt. Ik hoop dat de combinatie
van preventie en het signaal dat u geeft met de prioritaire of versnelde
15.03 Sarah Smeyers (N-VA):
J'espère
que
la
prévention,
associée au signal donné par le
ministre
en
procédant
au
traitement prioritaire ou accéléré
CRIV 53
COM 107
26/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
33
afhandeling van die dossiers, effectief werkt.
U weet dat we toch blijven pleiten voor die lijst met veilige landen. Op
zich hoop ik alleszins dat die instroom door die combinatie van
preventie en versnelde behandeling beperkt wordt. Ik hoop het,
aangezien Kosovo inderdaad het nieuwe probleem wordt. Er moet op
de drie sporen gewerkt worden, ook de uitstroom mag niet vergeten
worden. Daar stelt echter mijn collega Francken u zeer regelmatig
vragen over.
de ces dossiers produisent de
réels effets.
Nous poursuivons notre plaidoyer
pour l'établissement d'une liste de
pays sûrs.
15.04 Staatssecretaris Melchior Wathelet: We hebben reeds een
debat gevoerd over de lijst met veilige landen. Ik ken uw mening
daarover. Voor Macedonië bijvoorbeeld wordt er bijna niemand
erkend. Dat is niet gemakkelijk, maar het is duidelijk dat daar een
boodschap gebracht dient te worden. Voor bijvoorbeeld Kosovo is de
ratio erkenningen vrij laag, namelijk 6 tot 7 %, maar toch wordt dat
percentage asielzoekers erkend. Voor dat soort landen is de situatie
moeilijker.
Het is duidelijk minder dan het gemiddelde, maar het is toch 6 tot 7 %.
Daarom is een ontradingscampagne ook moeilijker te organiseren. De
boodschap is ook moeilijker en moet iets genuanceerder zijn. Dat is
gemakkelijker voor Macedonië en Servië, voor Kosovo is dat
moeilijker. Daarom vind ik het readmissie-akkoord een goede
gelegenheid om een ontradingscampagne te organiseren.
15.04
Melchior
Wathelet,
secrétaire d'État: Nous avons déjà
mené un débat sur la question de
la liste des pays sûrs. Rares sont
par exemple les demandeurs
d'asile reconnus en provenance de
l'ancienne République yougoslave
de Macédoine. La tâche n'est pas
facile, mais il est clair qu'il faut
faire passer un message. Pour le
Kosovo, le taux est relativement
faible, de 6 à 7 % seulement de
demandeurs
d'asile
étant
reconnus. Il est plus difficile dans
ces conditions d'organiser une
campagne de dissuasion. C'est la
raison pour laquelle je pense que
l'accord de réadmission constitue
une excellente occasion pour
organiser une campagne de
dissuasion.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
16 Vraag van de heer Theo Francken aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en
asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de
vreemdelingenkaarten" (nr. 2027)
16 Question de M. Theo Francken au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile,
à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "les cartes pour étrangers"
(n° 2027)
16.01 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik heb
vorige week verkeerdelijk minister Turtelboom over dit thema
ondervraagd. Zij wist mij met een glimlach te zeggen dat zij mij geen
antwoord kon geven omdat niet zij maar u bevoegd bent. Ik zal de
vraag dus opnieuw kort formuleren. Het is een technische, maar
weliswaar belangrijke vraag.
De Ministerraad besliste om de termijn van de elektronische
vreemdelingenkaart van vijf naar tien jaar te brengen. Zo sluit men
aan bij het beleid dat van toepassing was op de IDOC-kaarten die tien
jaar geldig waren en werden vervangen door eID-kaarten met een
geldigheidsduur van vijf jaar.
Zal de minister ook de geldigheidsduur van de E, E+, F en F+ kaart
naar tien jaar brengen? Zal de prijs van deze kaarten voor zover ze
vijf jaar geldig blijven worden gehalveerd opdat de totale prijs bekeken
16.01 Theo Francken (N-VA): Le
Conseil des ministres a décidé de
porter la durée de validité des
cartes d'identité électroniques pour
étrangers de cinq à dix ans.
Cette prolongation s'appliquera-t-
elle également aux cartes de
type E, E+, F et F+ et le prix des
cartes d'une durée de validité de
cinq ans sera-t-il réduit de moitié?
Quelle est la politique appliquée
aux partenaires qui dans le cadre
d'un
regroupement
familial,
n'obtiennent le droit de séjour pour
26/01/2011
CRIV 53
COM 107
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
34
over tien jaar niet meer bedraagt dan de prijs voor de Belgen? Dat
wordt immers door Europa verplicht.
Indien de geldigheidsduur voor deze kaarten op tien jaar wordt
gebracht zal er minstens een uitzondering blijven bestaan voor EU-
burgers die vandaag ook geen e-kaart voor vijf jaar krijgen,
bijvoorbeeld Europese studenten en de familieleden die hen
vergezellen.
Welk beleid is van toepassing voor de partners die in het kader van
gezinshereniging pas na een periode van drie jaar overstappen naar
een onbeperkt verblijf?
Hoe kan deze lange termijn van tien jaar in lijn worden gebracht met
de noodzaak om over een streng beveiligde identiteitskaart te kunnen
beschikken?
Hoe wordt de beveiliging ervan verzekerd gelet op de gewijzigde EU-
verordening die bepaalt dat identiteitskaarten met biometrische
gegevens moeten worden uitgerust?
Welke inspanningen levert de minister opdat de Europese blauwe
kaart tijdig zal worden afgeleverd? De richtlijn van 25 mei 2009 zegt
duidelijk dat het tegen 19 juni 2011 moet worden omgezet. Zal dat
ook lukken?
Mijnheer de staatssecretaris, het is belangrijk dat wij inzake veiligheid
een aantal zaken goed in rekenschap nemen. Mevrouw Smeyers en
ik hadden de eer om afgelopen vrijdag de luchthavenpolitie te
bezoeken in Zaventem. Wij zijn daar onder andere bij de fraudecel
geweest. U bent daar ook geweest, heb ik vernomen. De fraudecel
wist te zeggen dat er enorm veel misbruik en fraude is met
identiteitskaarten, enerzijds met het verliezen ervan maar anderzijds
ook met het namaken ervan. Zaventem vangt 16 % van alle
frauduleuze documenten in de Europese Unie op. Dat is enorm veel.
Afhankelijk van het aantal inwoners zou dat maar 2 of 3 % mogen
zijn. Dat wil zeggen dat er veel misbruik is en dat wij een heel goede
dienst hebben die heel efficiënt werkt.
Ik maak mij daar grote zorgen over. Blijkbaar is er heel veel verlies
van identiteitskaarten. Mensen verliezen die vijf keer op rij en
proberen die zaken met andere fotootjes te regelen zodat ze dus
andere mensen met dezelfde identiteit de toegang tot België verlenen.
Men brengt de termijn van 5 op 10 jaar. De redenering om ze op
5 jaar terug te brengen, was juist die veiligheid. Nu wordt ze terug
verlengd tot 10 jaar. Ik maak mij daar enige zorgen over.
une durée illimitée qu'après une
période de trois ans?
Comment cette longue durée de
validité de dix ans est-elle
conciliable avec la nécessité de
disposer d'une carte d'identité
fortement protégée? Comment la
sécurité est-elle garantie à la
lumière du règlement de l'Union
européenne relatif aux données
biométriques? Quelles mesures le
ministre prendra-t-il pour que la
carte bleue européenne soit
délivrée à temps? La cellule de
fraude de l'aéroport de Zaventem
fait état de très nombreux abus en
matière de cartes d'identité.
Zaventem intercepte ainsi quelque
16 % de tous les documents
frauduleux qui circulent dans
l'Union européenne. Je trouve cela
très inquiétant.
16.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer Francken, ik heb
ook die diensten bezocht en ik vind ook dat zij fantastisch werk doen.
De manier waarop zij werken met de nieuwe technologische
systemen is vrij ingewikkeld. Wanneer u ziet wat ze kunnen zien en
hoe zij dat merken door hun ervaring, dat is vrij indrukwekkend. Dat is
misschien geruststellend, maar als u ziet hoe de fraudeurs dat
gebruiken en wat zij kunnen doen, dan is dat minder geruststellend.
De richtlijn 2004/38 van het Europees Parlement en de Raad van
24 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het
16.02
Melchior
Wathelet,
secrétaire d'État: Les services en
question font du très bon travail.
La directive européenne sur le
droit à la libre circulation et le
séjour sur le territoire des États
membres pour les ressortissants
de l'UE et les membres de leur
famille stipule que la carte de
CRIV 53
COM 107
26/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
35
grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun
familieleden, bepaalt dat de duurzame verblijfkaart van een familielid
van een burger van de Unie, kaart F+-groen, om de 10 jaar
automatisch vernieuwbaar is. Daarom bestudeert DVZ samen met de
Algemene Directie Instellingen en Bevolking, de mogelijkheid en de
haalbaarheid om de geldigheidsduur van dit document te verlengen.
Het is echter niet mogelijk de geldigheidsduur van de verblijfkaart van
een familielid van een burger van de Unie, kaart F, en het attest van
vrije registratie, kaart E, op 10 jaar te brengen. Bovengenoemde
richtlijn bepaalt immers dat de verblijfkaart van een familielid van een
burger van de Unie maximaal 5 jaar geldig is.
De kostprijs voor de aanmaak van de kaart hangt niet af van de
geldigheidsduur van de kaart. Of de kaart nu 5 jaar of 10 jaar geldig
is, de prijs blijft hetzelfde, namelijk 12 euro. Mijn inziens is hier geen
enkele discriminatie.
Aangezien de burgers van de Unie en hun familieleden de status van
duurzaam verblijf verwerven na 3 jaar of 5 jaar verblijf op het
grondgebied van het Rijk, dient de geldigheidsduur van het attest, van
de registratie en van de verblijfskaart van een familielid van een
burger van de Unie aan die geldigheidsduur te worden aangepast. Ik
heb dan ook aan DVZ, in samenwerking met de Algemene Directie
Instellingen en Bevolking, gevraagd de kwestie te bestuderen en de
reglementaire wijzigingen die noodzakelijk zijn, door te voeren.
De geldigheidsduur van sommige verblijfstitels die zijn opgesteld
volgens het Europees uniform model van de verordening betreffende
de invoering van een uniform model van verblijfstitel voor onderdanen
van derde landen, zal ook op 10 jaar worden gebracht. Het betreft
meer bepaald de identiteitskaart voor vreemdelingen, kaart C, en de
EG-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen, kaart D.
Het
verlengen
van
de
geldigheidsduur
van
sommige
verblijfsdocumenten betekent helemaal niet dat er wordt
teruggekomen op de beveiligingsmaatregelen die momenteel zijn
ingesteld en evenmin op de toekomstige invoering van biometrische
gegevens in de verblijfstitels die volgens dit uniform model zijn
opgesteld. Integendeel, de invoering van de biometrische gegevens
versterkt juist de beveiliging van de verblijfstitel en maakt het mogelijk
een band tussen de titel en zijn houder vast te leggen.
Richtlijn 2009/50 van de Raad van 15 mei 2009 betreffende de
voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde
landen met het oog op een hoger gekwalificeerde baan moet
inderdaad worden omgezet in Belgisch recht tegen 19 juni 2011. Om
tegen die datum in staat te zijn een blauwe Europese kaart af te
geven, is de algemene directie instelling en bevolking op verzoek van
de dienst Vreemdelingenzaken en de privépartners van het eID-
project gevraagd de noodzakelijke technische aanpassingen uit te
voeren.
séjour permanent F verte est
renouvelable
automatiquement
tous les dix ans. C'est pourquoi
l'Office des étrangers examine en
collaboration avec la direction
générale Institutions et Population
la possibilité de prolonger la durée
de validité de ce document. Ceci
n'est toutefois pas possible pour
les cartes de type F et E en raison
des dispositions contenues dans
cette même directive.
Le coût de la carte ne dépend pas
de la durée de validité de telle
sorte que ce coût est toujours de
12 euros.
Étant donné que les ressortissants
de l'UE et les membres de leur
famille acquièrent le statut de
séjour permanent après un séjour
de respectivement trois et cinq
ans, la durée de validité de
l'attestation doit y être adaptée.
J'ai dès lors demandé aux
instances compétentes d'examiner
la question et de procéder aux
adaptations
réglementaires
nécessaires.
La durée de validité de la carte
d'identité C pour les étrangers et
de l'autorisation de séjour CE D
pour les résidents de longue durée
sera également portée à dix ans.
La prolongation de la durée de
validité de certains documents de
séjour ne porte pas atteinte aux
mesures de sûreté en vigueur ni à
la future instauration de données
biométriques.
La
directive
européenne relative à la carte
bleue européenne doit en effet
être transposée en droit belge
pour le 19 juin 2011. À cet effet, il
a été demandé à l'instance
compétente de procéder aux
adaptations
techniques
indispensables.
16.03 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, als ik
het goed heb begrepen, wordt er onderzocht om de E-kaart op 10 jaar
te brengen, of niet? Uw eerste vraag, ging dat over de E-kaart of de
E+-kaart? Ik neem aan dat het verblijfsrecht dan toch geen 10 jaar is
voor die mensen? We hebben nu juist de Roma gehad. Een van de
16.03 Theo Francken (N-VA):
Nous venons d'aborder la question
des Roms, alors qu'un des
problèmes est que les Roms
bénéficient
beaucoup
trop
26/01/2011
CRIV 53
COM 107
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
36
problemen is dat de Roma veel te snel de E-kaart krijgen en dat Gent
in het verleden veel te soepel is geweest met het uitreiken van de E-
kaart. Die duurt 5 jaar. Gaan we die dan verlengen naar 10 jaar of heb
ik u verkeerd begrepen?
rapidement de la carte E d'une
validité de cinq ans. Porterons-
nous la durée de validité de cette
carte à dix ans?
16.04 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Pas op, Roma is tot nu
toe geen nationaliteit. Het probleem is de nationaliteit van de persoon.
Als men een Europees onderdaan is, wordt men ingeschreven binnen
de drie maanden. Dan krijgt men een E-kaart en daarna een E+.
Velen vragen zelfs nooit een E+. U weet dat het probleem niet komt
na 5 of 10 jaar: het cruciale moment is na 3 jaar. Na 3 jaar hebben ze
recht op een E+ en mogen ze verblijven. Zelfs als de voorwaarden
niet meer vervuld zijn, mogen ze toch in België blijven. Zo gebeurt dat
voor Europese onderdanen. Ofwel doen we het na 5 jaar ofwel na
10 jaar, maar dat verandert er niets aan.
16.04
Melchior
Wathelet,
secrétaire d'État: Les Roms n'ont
pas de nationalité. En tant que
citoyen européen, on est inscrit
pour trois mois, on obtient ensuite
une carte E puis une carte E+.
Beaucoup ne demandent même
jamais la carte E+. La période de
trois ans est cruciale; on a ensuite
droit à une carte E+ et le séjour
est autorisé. Mais même si les
conditions ne sont plus remplies,
les citoyens de l'Union européenne
ont quand même le droit de rester
en Belgique.
16.05 Theo Francken (N-VA): U zegt zelf dat heel veel
vreemdelingen geen E+ aanvragen omdat ze hun E-kaart hebben. Als
men een E-kaart van 5 naar 10 jaar verlengt, gaan ze natuurlijk nooit
hun E+ aanvragen en hebben ze onmiddellijk hun 10 jaar verblijf.
16.05 Theo Francken (N-VA): Le
secrétaire d'État dit lui-même que
de très nombreux étrangers ne
demandent pas la carte E+ parce
qu'ils disposent de la carte E. Si la
durée de validité de la carte E est
portée à dix ans, la carte E+ ne
sera bien sûr plus demandée.
16.06 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Dat verandert er niets
aan.
16.06
Melchior
Wathelet,
secrétaire d'État: La prolongation
n'a pas d'importance en la
matière.
16.07 Theo Francken (N-VA): Dat weet ik niet.
16.08 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Zeg mij wat dat verandert
na 5 jaar of na 10 jaar.
16.09 Theo Francken (N-VA): Men krijgt de initiële kaart. Als die
kaart 5 jaar geldig is, is ze dat 5 jaar en geen 10 jaar. Als men die
initiële kaart na 10 jaar geeft...
16.10 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Ja, maar na 3 jaar, als er
geen teruggetrokken titel voor de Europese onderdaan is geweest,
mag hij toch blijven. Dat weet u toch. Dat is zoals voor een Belg op
een bepaald moment. Als men zijn identiteitskaart elke vijf of tien jaar
moet vernieuwen, mag hij toch blijven.
16.11 Theo Francken (N-VA): Als Belg heeft men sowieso toch
recht op verblijf in België.
16.12 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Dat is waar.
De voorzitter: Wij gaan geen minidebat houden. Er staan nog 16 vragen op de agenda.
CRIV 53
COM 107
26/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
37
16.13 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Dit is een terechte vraag.
Het probleem is niet de vijf of de tien jaar. Het cruciaal moment is drie
jaar.
16.13
Melchior
Wathelet,
secrétaire d'État: Il ne s'agit pas de
cinq ou dix ans, la période cruciale
étant celle de trois ans.
16.14 Theo Francken (N-VA): Dat begrijp ik wel.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
17 Vraag van de heer Peter Logghe aan de staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en
Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met
Maatschappelijke Integratie, over "winkeldiefstallen in België" (nr. 2033)
17 Question de M. Peter Logghe au secrétaire d'État à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la
pauvreté, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "les vols à l'étalage en Belgique" (n° 2033)
17.01 Peter Logghe (VB): Mijnheer de staatssecretaris, winkels
worden uitgerust met camera's, personeel bewaakt de uitgangen van
de winkels, het houdt winkeldieven allemaal niet tegen. Het is
belangrijk dat de politie voldoende publieke en politieke ruimte krijgt
om te investeren in gespecialiseerde eenheden, zoals de resultaten in
bepaalde politiezones aantonen.
Mijnheer de staatssecretaris, zo is er het verhaal van een eenheid van
vijf mensen, die tijdens de drukste periode van het eindejaar in de
winkelstraten van een grote Vlaamse stad 250 winkeldieven wist te
klissen. Het viel hen op dat bijzonder veel winkeldieven illegaal in
België verbleven en dat de dienst Vreemdelingenzaken, ondanks de
vaststelling van de diefstal dus, niet geneigd leek die illegalen uit het
land te zetten. Dat leidde toch tot een zekere frustratie bij die
politiemensen.
Mijn eerste twee vragen zijn van cijfermatige aard. Als u mij daarop
schriftelijk wilt antwoorden, dan mag dat gerust.
Hebt u cijfergegevens betreffende het aandeel van illegalen in
winkeldiefstallen of het aandeel van illegalen in zwaardere misdrijven,
misdaden zelfs of misdrijven met geweld?
De derde en de vierde vraag zijn specifiek politieke vragen. Waarom
weigert de dienst Vreemdelingenzaken medewerking aan de politie?
Waarom weigert de dienst illegalen die op heterdaad worden betrapt,
uit het land te zetten? Wat is de officiële gedragslijn die de dienst
Vreemdelingenzaken moet volgen?
Sommige politiemensen gaan nog verder en zijn werkelijk zeer boos.
Zij stellen dat de dienst Vreemdelingenzaken zelfs medewerking
weigert als de politie kan aantonen dat de illegalen enkel en alleen in
ons land vertoeven met het doel om winkels en mensen te beroven.
Worden er illegalen na diefstal uit het land gezet? Hoeveel en waar en
wanneer?
Bent u van plan om de gedragslijn van de dienst Vreemdelingenzaken
op dat punt bij te stellen?
17.01 Peter Logghe (VB): La
proportion des vols à l'étalage est
importante. La police a constaté
qu'un nombre très élevé de
voleurs à l'étalage se trouve
illégalement sur le territoire et que
l'Office des étrangers n'est pas
enclin à les expulser.
Existe-t-il des chiffres relatifs à la
part d'illégaux dans des vols à
l'étalage ou des délits plus
graves? Pourquoi l'Office des
étrangers
refuse-t-il
sa
coopération? Combien d'illégaux
ont-ils été expulsés après avoir été
surpris en train de voler? L'Office
des étrangers recevra-t-il de
nouvelles directives?
17.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer Logghe, de 17.02
Melchior
Wathelet,
26/01/2011
CRIV 53
COM 107
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
38
eerste twee vragen zijn voor minister Turtelboom, de twee laatste zijn
voor mijzelf.
U doelt wellicht op de zogenaamde trekkersbrigade van de politiezone
Brussel Hoofdstad-Elsene. Die heeft het afgelopen jaar in totaal
295 gauwdieven op heterdaad betrapt, waaronder 30 illegalen, die
onmiddellijk werden gerepatrieerd na tussenkomst van DVZ.
Op het centrale niveau zijn geen gegevens beschikbaar over het
aandeel van illegalen bij het plegen van misdrijven. In de algemene
nationale gegevensbank ANG wordt enkel de nationaliteit van de
verdachte opgenomen. Mogelijk kan mijn collega van Justitie u
inlichten over het wetenschappelijk onderzoek dat desbetreffend werd
gedaan.
Wat uw twee laatste vragen betreft, DVZ weigert geenszins zijn
medewerking aan de politie inzake de opsluiting van illegale personen
die op heterdaad betrapt worden. Integendeel, het is voor DVZ een
prioritaire groep om op te volgen. Zoals mijn collega, de minister van
Binnenlandse Zaken, u reeds aangaf, werden het afgelopen jaar 295
gauwdieven op heterdaad betrapt, waaronder 30 personen die met
een onregelmatig statuut in België verbleven. Zij werden onmiddellijk
gerepatrieerd, na de interventie van DVZ.
secrétaire
d'État:
L'implication
d'illégaux dans des délits relève de
la compétence de la ministre
Turtelboom.
En 2010, la brigade des "trekkers"
de la zone de police Bruxelles-
Capitale-Ixelles a pris en flagrant
délit 295 pickpockets. Parmi eux
se trouvaient 30 illégaux qui ont
été
rapatriés
immédiatement
après l'intervention de l'Office des
étrangers.
Au niveau national, il n'existe pas
de chiffres relatifs à la proportion
d'illégaux impliqués dans des
délits. Peut-être le ministre de la
Justice
sera-t-il
en
mesure
d'informer
M. Logghe
des
recherches scientifiques menées
en la matière.
L'Office des étrangers ne refuse
nullement de coopérer avec la
police. Des illégaux pris en flagrant
délit constituent au contraire un
groupe prioritaire pour l'Office.
17.03 Peter Logghe (VB): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u
voor uw antwoord. Helaas voor u gaat het niet over de politiezone
Brussel, maar over de politiezone Gent. Daarover bent u dus verkeerd
geïnformeerd. Ik neem er in elk geval nota van dat er in de
gegevensbank geen gegevens over illegalen worden bijgehouden. Als
men de perceptie wil tegengaan dat vooral vreemdelingen een
aandeel hebben in zware misdrijven, dan verdient het aanbeveling om
hierover cijfermateriaal te verzamelen.
Ik neem er verder nota van dat voor de dienst Vreemdelingenzaken
de groep illegalen gesnapt tijdens misdrijven, een prioritaire groep is.
Ik zal dat verder opvolgen en eens contact nemen met politiemensen
uit de politiezone Gent. Het gaat dus, nogmaals, niet over de
politiezone Brussel, maar over de politiezone Gent.
17.03 Peter Logghe (VB): J'ai
reçu des plaintes de la zone de
police de Gand. Il est regrettable
qu'on ne collecte pas de chiffres
concernant la proportion d'illégaux
impliqués dans un délit.
17.04 Staatssecretaris Melchior Wathelet: De volgende keer kunt u
misschien zeggen over welke politiezone het gaat.
17.04
Melchior
Wathelet,
secrétaire d'État: Il vaudrait mieux
que M. Logghe précise tout de
suite la zone de police dont il
parle.
17.05 Peter Logghe (VB): Naar aanleiding van het antwoord van
minister Turtelboom heb ik al gezegd dat het niet over de politiezone
Brussel ging, maar u hoort dat dan blijkbaar niet.
Ik blijf die materie in elk geval opvolgen, mijnheer de staatssecretaris,
want ik ben niet helemaal voldaan met uw antwoord.
17.05 Peter Logghe (VB): J'avais
déjà mentionné dans une question
adressée à Mme Turtelboom qu'il
ne s'agissait pas de Bruxelles,
mais le secrétaire d'État ne l'a
apparemment pas compris. La
réponse
ne
me
satisfait
aucunement et je reviendrai sur ce
CRIV 53
COM 107
26/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
39
dossier.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
18 Vraag van de heer Bart Somers aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en
asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "het terugkeerbeleid
voor asielzoekers" (nr. 2193)
18 Question de M. Bart Somers au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à
la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "la politique de retour des
demandeurs d'asile" (n° 2193)
18.01 Bart Somers (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, enkele dagen geleden hebt u gecommuniceerd over
het totale cijfer personen die illegaal in het land waren en het terug
hebben verlaten. Zoals u weet, is het mijn overtuiging en de
overtuiging van mijn partij ­ ik vermoed zelfs van de uwe ­ dat een
goed terugkeerbeleid staat of valt met een onderdeel gedwongen
terugkeer. Een staat moet immers op een geloofwaardige manier
kunnen aantonen dat er voor personen die hier zonder papieren zijn
en eigenlijk het grondgebied moeten verlaten, een gedwongen
sluitstuk is indien zij dat niet op vrijwillige basis doen. Op die manier
kunnen zij worden gemotiveerd in procedures van vrijwillige terugkeer
te stappen. Ik denk dat wij allemaal liefst hebben dat personen die
hier illegaal zijn, op een menswaardige en vrijwillige manier
terugkeren naar hun land van herkomst. Het sluitstuk van zo'n beleid
is een gedwongen terugkeer. Het is de stok achter de deur. Het is het
deel van het beleid dat de rest geloofwaardig en mogelijk moet
maken.
Uit informatie blijkt dat er toch nog altijd een zeer gebrekkige
informatie-uitwisseling blijft bestaan, of minstens een onvolkomen
informatie-uitwisseling, tussen Fedasil en de DVZ. Dat heeft ook zijn
weerslag op de cijfers inzake de gedwongen uitwijzingen.
Wat zijn nu de definitieve cijfers voor de terugkeer voor 2010, zowel
voor de gedwongen als de vrijwillige terugkeer?
18.01 Bart Somers (Open Vld): Il
y a quelques jours, le secrétaire
d'État a publié des chiffres relatifs
au nombre d'illégaux ayant quitté
notre pays. Le succès d'une
politique de retour dépend de la
mise en oeuvre effective des
retours forcés. En montrant que
des illégaux sont effectivement
forcés à quitter le pays, on en
motivera d'autres à retourner
volontairement dans leur pays
d'origine.
L'échange d'informations entre
Fedasil et l'Office des étrangers
reste insuffisant. Qu'en est-il des
chiffres définitifs relatifs aux
retours forcés et volontaires en
2010?
18.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: (...)
18.03 Bart Somers (Open Vld): Mijnheer de staatssecretaris, ik
begrijp uw verwarring niet.
18.04 Staatssecretaris Melchior Wathelet: U zegt overal dat ik niet
eerlijk ben met de cijfers en toch vraagt u mij cijfers. Ik wou ze aan u
vragen, want u hebt zeker de goede cijfers.
18.04
Melchior
Wathelet,
secrétaire d'État: Quelle est l'utilité
de fournir des chiffres ...
18.05 Bart Somers (Open Vld): Ik wou gewoon weten of mijn
informatie de juiste is. Ik wil altijd dubbelchecken.
18.06 Staatssecretaris Melchior Wathelet: U hebt al gezegd dat mijn
informatie niet correct was.
18.06
Melchior
Wathelet,
secrétaire d'État: ... que vous vous
apprêtez déjà à mettre en cause?
18.07 Bart Somers (Open Vld): Heb ik dat gezegd?
18.08 Staatssecretaris Melchior Wathelet: "Wathelet was niet eerlijk
26/01/2011
CRIV 53
COM 107
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
40
over cijfers".
18.09 Bart Somers (Open Vld): Mijnheer de staatssecretaris, wat
zijn de cijfers voor zowel de gedwongen als de vrijwillige terugkeer?
Wat de gedwongen terugkeer betreft, als wij dat cijfer mogen
vernemen, vernemen wij graag over welke categorieën daarover meer
informatie kan worden verstrekt. Ik bedoel zowel de regionale
opsplitsing als de terugkeer aan de grens en de terugkeer wanneer
personen in het binnenland worden aangetroffen.
Wat zijn de mogelijkheden die momenteel ter beschikking staan van
DVZ om afgewezen asielzoekers te identificeren en te lokaliseren,
misschien meer inzonderheid: die afgewezen asielzoekers of die
mensen die illegaal op het grondgebied zijn en die toevertrouwd zijn
aan Fedasil.
Mijn laatste vraag mijnheer de staatssecretaris is: welke initiatieven
gaan er genomen worden om de informatie-uitwisseling tussen de
dienst Vreemdelingenzaken en Fedasil te verbeteren?
18.09 Bart Somers (Open Vld):
Je souhaiterais tout de même
obtenir les chiffres.
De quels moyens dispose l'Office
des étrangers pour identifier des
demandeurs d'asile déboutés?
Quelles
initiatives
seront-elles
prises afin d'améliorer l'échange
d'informations entre l'Office des
étrangers et Fedasil?
18.10 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer de voorzitter, ik
vind dit een vreemde manier van werken. Ik ben degene die niet
eerlijk is, dus ik zal zeker geen lessen geven, maar zeggen dat ik
geen eerlijke cijfers heb gegeven, zonder te weten wat ik gegeven
heb, vind ik een beetje rap. Vooral wanneer u dan daarna mijn cijfers
komt vragen nadat u eerst gezegd hebt dat ik slechte of oneerlijke
cijfers gegeven of zou gegeven hebben.
U zegt dat ik een goeie verdeling van de cijfers moet geven. Meneer
Somers, vooraleer u hebt gezegd dat ik iets oneerlijks hed gedaan,
heb ik een tabel gegeven, waarin stond: repatriëring, overnames,
repatriëring, dubbelen, bilateraal en een totaal met een verdeling van
de drie cijfers. Daarna, qua terugdrijving, heb ik dat verdeeld tussen
de grensinspectie Zaventem en andere, ­ de totale grensinspectie ­
de asielgrens, met de speciale cel van Zaventem en daarvan heb ik
ook een totaal gemaakt.
Daarna heb ik ook het vrijwillig vertrek berekend via DVZ en via de
ION. Ik heb dat allemaal verdeeld in kolommen met alle cijfers voor
iedere soort van terugkeer, voor iedere soort van repatriëring, voor
iedere soort van terugdrijving. Ik heb dit gedaan samen met mijn
administratie, die ook aanwezig was tijdens de persconferentie, want
het zijn cijfers die rechtstreeks van DVZ komen. Zeggen dat ik
daarover niet op een eerlijke manier heb gecommuniceerd, betekent
dat ook minister die de bevoegdheid van asielmigratie heeft, sinds
enkele jaren niet op een eerlijke manier communiceert. Ik heb mij
gebaseerd op de tabellen die ik direct gekregen heb van DVZ.
Zeggen dat het niet eerlijk is, vind ik dus niet eerlijk.
Is dat niet genoeg? Zeker. Moeten wij het beter doen? Zeker. Dat is
waar. Wij moeten het altijd beter doen, vooral wanneer het gaat over
het terugkeerbeleid, zeker niet het gemakkelijkste deel van mijn
bevoegdheid. Wij moeten het beter doen en op een meer efficiënte
manier. Ik zal u ook zeggen welke initiatieven ik daarvoor heb
genomen. U zegt ook dat de cijfers historisch laag zijn. Wanneer ik ze
vergelijk met 2007, 2008 en 2009 liggen ze hoger. Dat geldt voor
18.10
Melchior
Wathelet,
secrétaire
d'État:
M. Somers
prétend d'abord que je ne suis pas
honnête. Puis, il vient me
demander des chiffres. Cette
attitude est pour le moins
étonnante. J'ai transmis un tableau
reprenant des chiffres sur le
nombre de rapatriements, répartis
selon les différentes catégories.
Toutes
les
données
que
M. Somers demande de recevoir
ont déjà été rendues publiques.
J'ai également calculé le nombre
de retours volontaires, à partir de
données provenant de l'Office des
étrangers et de l'Organisation
internationale pour les migrations
(OIM). Ensuite, j'ai réparti les
données selon les différents types
de retour.
Les chiffres peuvent bien entendu
être fortement améliorés. La
politique de retour n'est pas simple
et doit être plus efficace. Les
chiffres de 2010 sont toutefois
meilleurs que ceux de 2007, 2008
et 2009.
CRIV 53
COM 107
26/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
41
alles.
18.11 Bart Somers (Open Vld): Mijnheer de staatssecretaris, met
alle respect, ik heb nu al tien minuten een les gekregen over
eerlijkheid en oneerlijkheid. Ik zal er zo dadelijk op antwoorden en ik
zal heel duidelijk zijn. Ik heb als parlementslid echter recht op een
antwoord op de vragen die ik stel. Ik stel een vraag over de
gedwongen terugkeer. Dat is uw bevoegdheid. Ik stel een vraag over
de cijfers want ik moet in de krant lezen dat u mijn partij aanvalt ­
nochtans uw coalitiepartner ­ met de woorden dat u het beter doet
dan uw voorgangers die tot mijn partij behoren. De kern van uw
bevoegdheid is de gedwongen terugkeer. Ik vraag daar de cijfers
over.
18.11 Bart Somers (Open Vld):
Le secrétaire d'État se défend à
présent. J'ai toutefois droit à une
réponse aux questions relatives au
retour forcé.
18.12 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer Somers, daar wil
ik ook graag op antwoorden. U zegt zelf dat een goede
terugkeerpolitiek globaal beheerd moet worden. Preventie is de beste
manier van terugkeer, de mensen niet laten komen. Wat de vrijwillige
terugkeer betreft, wij hebben veel meer vrijwillig teruggekeerden, ook
bij de DVZ en door de tussenkomst van de DVZ zelf. Ook bij de DVZ
kunnen wij verschillende initiatieven nemen inzake vrijwillige
terugkeer. Wij hebben daar ook fondsen voor. Misschien wist u dat
tevoren niet maar dat moet ik ook doen. Ik heb verschillende keren,
ook publiek, gezegd dat het voor mij beter zou zijn als dit onder een
minister zou vallen. Ik dacht dat dit ook de mening van Open Vld was.
Dat is dus al iets. Het is nu niet zo maar...
18.12
Melchior
Wathelet,
secrétaire d'État: Je répondrai
volontiers. La prévention est bien
sûr la politique de retour la plus
efficace. Les chiffres relatifs aux
retours volontaires sont beaucoup
plus élevés. L'Office des étrangers
peut prendre différentes initiatives
en la matière et il existe des fonds
pour ce faire. J'ai déjà dit à
plusieurs reprises que la politique
de retour devrait être du ressort
d'un seul ministre. Je pense que
nous sommes d'accord à ce sujet.
M. Somers trouvera tous les
chiffres dans les tableaux que j'ai
présentés. Il est incontestable que
les chiffres ont également été
moins
bons
pour
certaines
périodes de 2010.
De voorzitter: Mijnheer Somers, wacht het antwoord even af.
18.13 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer Somers, u kunt
in die tabellen zeker cijfers vinden die voor een bepaalde maand
slechter waren dan in 2009 of 2008. Er zullen er zeker zijn.
Omdat ik zo transparant ben geweest, kunt u zeker cijfers vinden die
slechter zijn dan het vorige jaar. Ik probeer dingen te vergelijken die
vergelijkbaar zijn en dat is wat de mensen interesseert. Hoeveel
mensen zijn teruggestuurd naar hun land van herkomst? Dat is
belangrijk. Dit moet globaal worden beheerd. Dat moeten wij
vergelijken en wij doen dat ook. Dit werd ook zo gedaan door
mevrouw Turtelboom en de heer Dewael toen zij hun terugkeerbeleid
presenteerden.
U wilt ook altijd vergelijken met 2004. In 2004 zijn er veel meer
mensen teruggekeerd. Dat is waar. Daarin begrepen, waren
bijvoorbeeld 1 006 Polen, 1 369 Roemenen en 1 267 Bulgaren.
Intussen is er iets veranderd voor die drie landen. Zij zijn lid geworden
van Europa en nu hebben wij er veel minder. Dat is waar. Ik ben ter
zake minder efficiënt dan Patrick Dewael. Dat is waar. Intussen zijn
die landen wel lid geworden van Europa en hun statuut is totaal
18.13
Melchior
Wathelet,
secrétaire
d'État:
J'ai
fait
exactement la même chose que
lorsque cette compétence était
entre les mains des ministres
Turtelboom et Dewael, à savoir
publier des chiffres et les
comparer à ceux des années
précédentes. Il est exact que
beaucoup plus de gens sont
retournés dans leur pays en 2004,
mais il y avait parmi eux beaucoup
de ressortissants de pays de l'Est,
qui sont devenus entre-temps des
citoyens européens. On peut
toujours trouver des chiffres
meilleurs
ou
plus
mauvais.
J'essaie simplement de prendre
des mesures pour accroître le
nombre de retours.
26/01/2011
CRIV 53
COM 107
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
42
anders.
Wat mij interesseert is het volgende. U zult cijfers vinden die slechter
zijn dan die van mevrouw Turtelboom en mijnheer Dewael. Er zijn er
zeker te vinden. Men kan altijd cijfers vinden die beter of slechter zijn.
Ik geef aan wat ik doe en wat nog moet worden gedaan. Om die
reden heb ik mijn "plan retour" gemaakt. Ik probeer maatregelen te
nemen om die terugkeercijfers te verbeteren en nog efficiënter te zijn.
DVZ identificeert afgewezen asielzoekers op verschillende manieren.
Op basis van interviews met de vreemdelingen ­ al dan niet met
diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging van het herkomstland
­, analyse van het dossier en controle van biometrische gegevens bij
de partnerlanden of herkomstlanden zal worden nagegaan welke
nationaliteit en/of welke identiteit de betrokken vreemdeling heeft.
Steeds meer wordt ook overgegaan tot het opstarten van de
identificatie voor de vreemdeling wordt opgesloten, teneinde de
opsluitingstermijn zo kort mogelijk te houden en om de terugkeer op
een meer efficiënte manier uit te voeren.
Binnen de DVZ is er ook overleg tussen de verschillende diensten,
asiel, humanitaire regularisatie, migratie ambtenaren, verwijdering,
om de opvolging van de geweigerde asiel- en regularisatiedossiers
beter op elkaar af te stemmen.
Het lokaliseren van de afgewezen asielzoekers is een andere zaak.
Van sommige afgewezen asielzoekers hebben wij het exacte adres.
Van veel afgewezen asielzoekers is dit minder gemakkelijk na te gaan
omdat wij niet weten of ze na de weigering nog steeds in
opvangstructuren verblijven of niet.
Ik heb een voorstel gedaan om een meer open centre de retour te
maken om nog contact met die personen te hebben en nog een
vrijwillige terugkeer te kunnen organiseren. Het is correct dat dit
gedeeltelijk de bevoegdheid van de heer Courard is. Ik vind dat wij in
deze richting moeten gaan.
Vooralsnog wordt deze informatie nog niet ter beschikking van de
DVZ gesteld.
Zijn er nog initiatieven die moeten worden genomen? Ja, natuurlijk.
Cijfers zijn belangrijk en wij moeten het nog veel beter doen.
Wij hebben onder meer een adviesaanvraag ingediend bij de
Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer om
toegang te krijgen tot de databank van Fedasil.
Er werd al een MOU getekend. U weet dat dit niet gemakkelijk was.
Dit moet nu worden uitgevoerd.
Er is ook het plan retour om beter contact met Justitie te hebben, de
identificatie van personen in de gevangenis, de uitwisseling van
informatie met Justitie.
Binnenlandse Zaken heeft ook gevraagd om een escorte ter
beschikking te stellen voor mensen die terugkeren. U weet dat men
geen gedwongen terugkeer zonder escorte kan doen.
L'Office des étrangers identifie les
demandeurs d'asile déboutés de
différentes manières, notamment
par
des
interviews
de
ressortissants
étrangers,
des
analyses de dossiers et des
contrôles
des
données
biométriques
effectués
en
collaboration avec des pays
partenaires ou avec les pays
d'origine.
Nous
essayons
également de plus en plus de
lancer la procédure d'identification
avant l'enfermement, et ce pour
réduire au maximum le délai
d'enfermement et de gérer plus
efficacement la procédure de
retour.
L'Office des étrangers organise
également
de
nombreuses
concertations internes en vue
d'une meilleure harmonisation du
suivi des dossiers d'asile et de
régularisation
refusés.
La
localisation
des
demandeurs
déboutés est une autre affaire. J'ai
formulé des propositions en vue
d'améliorer la situation. Si nous
maintenons le contact avec ces
personnes,
nous
pouvons
également mieux organiser leur
retour volontaire. Cette matière
ressortit également partiellement à
la
compétence
du
ministre
Courard. L'Office des étrangers ne
dispose actuellement pas de ce
type d'information.
D'autres initiatives encore doivent
être prises. Nous avons déposé
une demande d'avis auprès de la
Commission pour la protection de
la vie privée afin de pouvoir
accéder à la base de données de
Fedasil. Un protocole d'accord a
déjà
été
signé.
Je
citerai
également le Plan retour, qui tend
à améliorer les contacts avec la
Justice,
afin
de
permettre
l'identification
des
détenus.
L'Intérieur réclame une escorte
pour
les
demandeurs
qui
retournent
dans
leur
pays
d'origine. Une circulaire destinée à
expliquer
aux
communes
comment elles peuvent informer
CRIV 53
COM 107
26/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
43
Er wordt ook een rondzendbrief voorbereid om aan de gemeenten te
sturen zodat zij de juiste informatie geven aan de personen die hier
niet mogen verblijven.
Er is ook contact met Buitenlandse Zaken met betrekking tot de
readmissie-akkoorden, de consulaire posten enzovoort, zoals u weet.
Deze toegang van informatie is voor ons meer dan belangrijk, ook in
de samenwerking met Fedasil, om een beter terugkeerbeleid te
kunnen voeren.
au mieux les personnes en
situation
illégale
est
en
préparation. Des contacts ont
également été noués avec les
Affaires étrangères et les postes
consulaires
concernant
les
accords de réadmission. Toutes
ces informations sont importantes
pour améliorer l'organisation de la
politique de retour en collaboration
avec Fedasil.
18.14 Bart Somers (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, ik dank u voor het gedeeltelijk antwoord. Ik betreur
dat er op mijn eerste duidelijke vraag over het aantal gedwongen
terugkeren geen antwoord kwam. Ik heb een tirade mogen vernemen.
Ik betreur dat.
Ik krijg de informatie nu van u, en probeer dat snel even hier te
bekijken. Naar mijn mening, mijnheer de voorzitter, is het volgende in
het Parlement nog steeds de traditie, en zal het dat hopelijk ook
blijven. Wanneer een parlementslid een vraag stelt, hebt u de vrijheid,
mijnheer de staatssecretaris, om daar beschouwingen bij te maken
zoveel u wenst. Het begint echter met het accuraat beantwoorden van
een parlementaire vraag. Ik heb u laten uitspreken, laat mij ook
uitspreken.
U hebt een aantal zaken gezegd de voorbije dagen waar ik heel blij
om ben. U zegt in de eerste plaats dat er best één minister bevoegd
zou zijn voor het asiel- en migratiebeleid. Ik ben daar blij om. U weet
wie de voorbije jaren daar vragende partij voor was, u was immers
mee betrokken bij heel veel besprekingen waar ik de eer had om
samen met u aan tafel te zitten. U weet welke partijen dat idee niet
genegen waren. Ik ben blij dat het draagvlak vandaag groeit voor dat
idee van een minister, die bevoegd is voor het migratiebeleid. Ik
verheug me erover dat er nu ook anderen zijn die daarvoor pleiten.
Dat is naar mijn mening een goede zaak.
Ten tweede interesseert mij het aantal gedwongen terugkeringen,
omdat ik ervan overtuigd ben dat dit het sluitstuk vormt van het beleid.
Dat is niet alleen mijn politieke overtuiging, maar ook mijn overtuiging
op het terrein. Mijn stad is voorloper in het aanmoedigen van de
vrijwillige terugkeer. Mijn stad is daar voorstander van. Op het terrein
zie ik als burgemeester bijna dagelijks mensen die in een situatie
zitten van illegaliteit, mijnheer de staatssecretaris. Ik weet dat die
mensen beter overtuigd kunnen worden om vrijwillig terug te keren,
wanneer er wel degelijk een sluitstuk is in de vorm van de gedwongen
terugkeer.
Ik moet in de kranten van 9 en 12 december 2010 in interviews lezen
dat u zegt dat u het beter doet dan uw voorgangers van Open Vld. Ik
ben het daar fundamenteel mee oneens. Als ik immers kijk naar de
cijfers over de gedwongen terugkeer, dan zie ik dat dit in 2006 om 7
300 personen ging, in het jaar 2007 4 900, in 2008 4 091, en in 2009
3 791. Op welk cijfer zitten we vandaag? Op 3 500 personen.
18.14 Bart Somers (Open Vld):
Je regrette que vous n'ayez pas
répondu à ma question précise
concernant les chiffres relatifs aux
retours forcés. En guise de
réponse, vous ne m'avez servi
qu'une tirade.
Je viens de recevoir l'information
sur papier et j'essaie de la
parcourir rapidement. Dans ce
Parlement, la tradition veut que les
ministres répondent d'abord à la
question
et
qu'ils
ajoutent
éventuellement
des
réflexions
après. Je me réjouis par ailleurs
que le secrétaire d'État considère
tout
comme
moi
qu'il
est
préférable qu'un seul ministre soit
compétent pour les politiques de
migration et d'asile. Nous le
demandons depuis longtemps et
je me réjouis de constater que de
plus en plus de personnes
soutiennent cette demande.
Le retour forcé constitue la clé de
voûte de la politique de retour
volontaire. C'est un moyen de
pression indispensable. J'ai lu
dans la presse que le secrétaire
d'État déclare lui-même avoir fait
mieux que ses prédécesseurs
libéraux. Je ne suis pas du tout
d'accord.
En
2006,
7 300
personnes ont fait l'objet d'un
retour forcé, pour 4 900 en 2007,
4 091 en 2008 et 3 791 en 2009.
En 2010, il n'y en a pas eu plus de
3 500, y compris les expulsions
forcées à la frontière.
18.15 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer, de uitwijziging
betreft personen die direct gerepatrieerd worden, niet door vrijwillig
26/01/2011
CRIV 53
COM 107
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
44
terug te keren.
18.16 Bart Somers (Open Vld): Nee, u telt daar ook de uitdrijvingen
mee, mijnheer Wathelet.
18.17 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Om zeker te zijn, de
uitdrijving betekent rapatriement?
18.18 Bart Somers (Open Vld): De uitdrijving vindt plaats aan de
grens.
18.19 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Die personen mogen niet
binnen.
18.20 Bart Somers (Open Vld): Er bestaat daar een groot verschil in,
mijnheer de staatssecretaris, we moeten appelen met appelen en
citroenen met citroenen vergelijken.
18.21 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Dat probeer ik te doen.
18.22 Bart Somers (Open Vld): In 2009 zijn er 3 791 mensen in het
binnenland aangetroffen, en gedwongen het land uitgezet. Vandaag
zijn dat 3 500 personen. Dat is het laagste cijfer van de voorbije 10
jaar.
Dat is dus niet goed.
18.22 Bart Somers (Open Vld):
Au cours des dix dernières
années, le nombre de retours
forcés n'a jamais été aussi bas
qu'en 2010.
18.23 Staatssecretaris Melchior Wathelet: (...)
18.24 Bart Somers (Open Vld): Mijnheer de staatssecretaris, in
2008 en 2009 werden er ook mensen aan de grens tegengehouden
en teruggestuurd! Men kan cijfers uit het ene jaar toch niet met het
andere vergelijken?
De voorzitter: Heren, per vraag is er slechts vijf minuten. Ik richt mij tot beiden.
18.25 Bart Somers (Open Vld): Ten tweede, u zegt dat uw
voorganger het gemakkelijk had omdat hij Polen kon terugsturen. Dat
is juist. Dat kan nu niet meer, maar de migratiestromen zijn intussen
gewijzigd. De mensen die wij nu illegaal aantreffen komen
bijvoorbeeld uit de Kaukasus. Het zijn veel grotere migratiestromen.
Ten aanzien van de mensen die nu ons land binnenkomen, kan men
perfect hetzelfde uitwijzingsbeleid voeren. Bovendien zijn de aantallen
in 2010 zoveel groter dan de voorbije jaren zodat ook de massa
mensen die in aanmerking komt voor uitwijzing veel groter is. Wij
hebben nog nooit zo een grote instroom gehad en we hebben nog
nooit zo weinig mensen vanuit het binnenland gedwongen
teruggestuurd. Dat betreur ik.
Wat is nu de kern van het probleem? De samenwerking tussen DVZ
en Fedasil. Mochten zij op een ernstige manier willen samenwerken
dan zou er een verandering zijn. De administraties willen dat. Het
enige dat ontbreekt is de politieke wil om dat te doen. DVZ weet niet
wie in de instellingen van Fedasil het land zou moeten verlaten.
Omgekeerd weet Fedasil niet wie van haar cliënten het bevel heeft
gekregen om het grondgebied te verlaten. Die twee organisaties
kennen van elkaar niet de essentiële informatie die nodig is om u toe
18.25 Bart Somers (Open Vld): Il
est exact que les Européens de
l'Est ne peuvent plus être
renvoyés. Les flux migratoires ont
toutefois changé également. Les
illégaux interceptés aujourd'hui
proviennent par exemple du
Caucase.
On
peut
mener
exactement la même politique
d'expulsion. L'afflux en 2010 est
par ailleurs bien plus important
qu'au
cours
des
années
précédentes
et
un
nombre
beaucoup plus élevé de personnes
peut donc être expulsé.
Le problème se pose au niveau de
la collaboration entre Fedasil et
l'Office des étrangers. La volonté
politique fait défaut. L'Office des
étrangers ne sait pas qui se trouve
CRIV 53
COM 107
26/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
45
te laten een efficiënt en effectief terugkeerbeleid te voeren.
Ik betreur ook dat men aan window dressing doet. Het fundament van
dat beleid zijn de gedwongen terugkeringen. Daar faalt men.
dans
les
établissements
de
Fedasil et Fedasil ne sait pas qui
parmi ses clients a reçu l'ordre de
quitter le territoire. Je déplore que
le secrétaire d'État se borne à
sauver
les
apparences.
Le
fondement de la politique est le
retour forcé et c'est précisément là
que nous échouons.
De voorzitter: Mijnheer Wathelet, de termijn van vijf minuten is al lang overschreden. U heeft uw punt al
gemaakt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
19 Vraag van de heer Theo Francken aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en
asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "het terugkeerbeleid
naar Afghanistan" (nr. 2038)
19 Question de M. Theo Francken au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile,
à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "la politique de retour en
Afghanistan" (n° 2038)
19.01 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik heb
juist heel goed nieuws vernomen, want ik was even weg uit de
commissie om een vraag te stellen aan de minister van Buitenlandse
Zaken. Hij vertelde mij dat er volgende week weer een fulltime
ambassadeur in Kabul is. Dat is de eerste keer in jaren. Ik hoop dus
dat het Memorandum of Understanding voor repatriëring eindelijk
afgesloten wordt. Ik heb ook vernomen dat men sinds 2004 bezig is
met de onderhandelingen daarover en dat die nu eindelijk afgesloten
worden. Ik hoop dat er nu wat meer diplomatieke power in Kabul zit.
De ambassadeur die gaat, is blijkbaar echt een krokodil, namelijk die
van Saoedi-Arabië. Het is geen klein bier. Ik kan maar hopen dat dat
een vooruitgang betekent.
Mijnheer de staatssecretaris, ik wil u ondervragen over een aantal
cijfers waarvan ik twijfel of u mij wel helemaal de waarheid hebt
gezegd. Ik heb namelijk een probleem ontdekt.
In uw antwoord op mijn parlementaire vraag van begin november heb
ik u gevraagd hoeveel repatriëringen er geweest zijn, omdat ik via via
gehoord had dat er blijkbaar geen escortes of repatriëringen naar
Afghanistan meer zouden zijn. U hebt mij gezegd dat ik slecht
ingelicht was en dat er 47 mensen gedwongen naar Afghanistan
werden teruggestuurd, 24 zonder escorte en 23 met escorte.
Ik dacht dat u de waarheid sprak, maar vorige week las ik in de
Nieuwsbrief Terugkeerpraktijk van Vluchtelingenwerk Vlaanderen
letterlijk: "Deze informatie bleek na navraag bij de cel Repatriëring van
DVZ niet te kloppen. Sinds april zou er geen gedwongen terugkeer
meer zijn naar Afghanistan. Dit is besloten op basis van de situatie in
het land. Volgens de betrokken ambtenaar van de cel Repatriëring
zouden die cijfers gaan over Dublinovernames naar andere EU-
Ianden en niet rechtstreeks naar Afghanistan. Dit wordt bevestigd,
ook door de cel Identificatie van DVZ, die daar nog aan toevoegt dat
gevallen van rechtstreekse terugkeer waar DVZ nog mee te maken
krijgt, momenteel personen zijn die ten gevolge van de
19.01 Theo Francken (N-VA): Le
secrétaire d'État a répondu à une
question antérieure qu'il a été
procédé à 47 rapatriements forcés
vers l'Afghanistan. La semaine
dernière, j'ai toutefois lu dans le
bulletin
d'information
Terugkeerpraktijk de l'organisation
Vluchtelingenwerk Vlaanderen que
cette information n'est pas exacte
et que depuis avril 2010, plus
personne n'a été renvoyé de force
en raison de la situation du pays.
Selon un fonctionnaire de la cellule
Rapatriement,
ces
chiffres
concerneraient des transferts de
Dublin
vers
d'autres
États
membres de l'Union européenne
et pas vers l'Afghanistan. La
cellule Identification de l'Office des
étrangers
confirme
ces
informations et ajoute qu'il n'est
question
que
de
décisions
volontaires de retour pendant la
période de détention dans le cadre
de la convention de Dublin.
Aucun
accord
bilatéral
de
réadmission n'a été signé avec
l'Afghanistan
et
l'ambassade
d'Afghanistan refuserait également
de coopérer dans le cadre des
retours
forcés.
L'Office
des
étrangers peut toutefois délivrer,
en vertu d'un accord verbal, un
26/01/2011
CRIV 53
COM 107
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
46
Dublinconventie opgesloten worden met het oog op terugleiding en in
detentie beslissen te willen terugkeren naar Afghanistan."
Er bestaat geen bilateraal terugnameakkoord met Afghanistan. Er
wordt echter wel een Memorandum of Understanding onderhandeld.
Wij zijn daar al zeven jaar mee bezig, heb ik juist vernomen in de
commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen. Die onderhandelingen
slepen dus al heel lang aan, terwijl bijvoorbeeld Nederland er wel al in
geslaagd is om zo'n MOU binnen te halen.
Ik las verder in die nieuwsbrief, die trouwens zeer interessant is en
blijkbaar ook gemaakt wordt met Europese middelen en middelen van
uw kabinet, dat de ambassade van Afghanistan niet meewerkt aan
gedwongen terugkeer en zij in dat geval dus geen documenten
aflevert. Volgens DVZ bestaat er echter een mondeling akkoord op
basis waarvan DVZ een Europees laissez passer kan afleveren,
nadat de ambassade de persoon als Afghaans geïdentificeerd heeft.
DVZ stelt dat hij dat Europees laissez passer enkel aflevert, omdat de
betrokkenen vaak weigeren het nationaal paspoort te ondertekenen
en niet omdat de ambassade geen nationaal document zou willen
afleveren. Op de luchthaven komt het voor dat de teruggestuurde
personen nog een ondervraging, een migration check, van een aantal
uren ondergaan.
Daarnaast lees ik dat er voor de huidige stopzetting enkel nog werd
teruggestuurd naar Kabul, maar vrijwillige terugkeer is blijkbaar geen
probleem. Tot en met november 2010 keerden reeds tien personen
vrijwillig terug, waarvan er zes reïntegratiebijstand ontvingen van IOM,
de fameuze premie van 950 euro.
Tot slot lees ik dat uw diensten, ik neem aan op uw instructie, de
opdracht hebben gekregen om voor Afghaanse kwetsbare gevallen
een ruimere toepassing te hanteren van de soevereiniteitsclausule in
het geval van Dublin-Griekenlanddossiers, waardoor voor die gevallen
geen BGV kan worden afgeleverd.
Mijnheer de staatssecretaris, kunt u dat kort ophelderen? Ik weet
zeker dat u niet met kwaad opzet hebt geantwoord, maar misschien
heb ik het verkeerd begrepen of is er iets misgelopen in uw
administratie. Klopt het dat in 2010 47 Afghanen werden
teruggestuurd naar Afghanistan? Kunt u mij de exacte datum geven
van de repatriëringen?
Wat gebeurt er met illegale Afghanen die worden opgepakt op basis
van ernstige inbreuken op de openbare orde?
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de onderhandelingen
voor een MOU met Afghanistan? Wie is hiermee bezig? Ik heb het
daarnet gevraagd, dus als u het kort houdt, is dat geen probleem.
Klopt het dat uw diensten, op uw instructie, de opdracht hebben
gekregen om voor Afghaanse kwetsbare gevallen een ruimere
toepassing te hanteren van de soevereiniteitsclausule in het geval van
Dublin-Griekenlanddossiers, waardoor er voor die gevallen geen
bevel om het grondgebied te verlaten, zal worden afgeleverd?
Wat wordt hiermee exact bedoeld? Hoe moet dat precies worden
geïnterpreteerd? Wat zijn Afghaanse kwetsbare gevallen? Als zij geen
laissez-passer
européen
si
l'ambassade
a
identifié
la
personne
comme
étant
un
ressortissant
afghan.
L'Office
précise que le problème ne
concerne pas tant la délivrance
des documents par l'ambassade
mais
plutôt
le
refus
du
ressortissant afghan de signer le
passeport national, ce qui se
traduit par une longue procédure à
l'aéroport.
Le secrétaire d'État peut-il fournir
les chiffres précis du nombre
d'Afghans rapatriés en 2010?
Qu'advient-il des Afghans en
situation illégale arrêtés pour
infractions graves à l'ordre public?
Où en sont les négociations en
vue
de
la
signature
d'un
memorandum of understanding
avec l'Afghanistan?
Est-il exact que le secrétaire d'État
a demandé à ses services de
procéder pour les ressortissants
afghans plus vulnérables à une
application plus étendue de la
clause de souveraineté dans des
dossiers du type Dublin-Grèce, qui
se traduira par la non-délivrance
d'un ordre de quitter le territoire?
Qui
sont
précisément
ces
ressortissants vulnérables? Ai-je
raison d'affirmer que tous les
Afghans
qui
débarquent
en
Belgique obtiennent de facto un
droit de séjour? N'est-il pas
étrange de constater que les
retours volontaires ne posent
manifestement aucun problème,
mais que les retours forcés en
Afghanistan
sont
désormais
impossibles?
CRIV 53
COM 107
26/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
47
bevel krijgen, wat moet er dan met hen gebeuren? Geeft u hun dan
papieren of blijven zij ingeschreven als vreemdeling? Hoe moet ik dat
precies interpreteren?
Klopt mijn stelling dat de facto alle Afghanen die naar België komen,
verblijfsrecht krijgen? Die vraag is misschien wat kort door de bocht.
Is het niet vreemd dat vrijwillige terugkeer blijkbaar geen probleem is,
maar dat gedwongen terugkeer naar Afghanistan niet meer kan?
19.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer Francken, ik heb
ook het verslag herlezen. Er staat inderdaad dat 47 Afghanen werden
gerepatrieerd, maar dat is natuurlijk met de Dublinprocedure
inbegrepen.
De cijfers voor vorig jaar zijn dus de volgende: er werden
59 Afghaanse onderdanen gerepatrieerd: 1 persoon onder escorte,
25 personen in het kader van de Dublinprocedure zonder escorte, 29
personen in het kader van de Dublinprocedure met escorte en
4 personen naar een ander EU-land waar ze recht hadden om terug
naartoe te keren of recht hadden op verblijf, zonder escorte.
Heel weinig Afghaanse onderdanen moeten wegens ernstige
inbreuken op de openbare orde worden gerepatrieerd.
In 2010 werden 3 Afghaanse onderdanen die momenteel nog steeds
hun straf uitzitten, geïnterviewd. In totaal zijn er nu nog 15 Afghaanse
onderdanen in de strafinstellingen.
De vorige keer dat Afghanen met criminele antecedenten werden
verwijderd, was in 2009.
Een MOU geeft België wel meer rechtszekerheid bij de organisatie
van de identificatie- en terugkeerprocedure. De onderhandelingen
voor het MOU lopen nog steeds. Er is een principeakkoord over de
tekst, maar er zijn wel nog discussiepunten bij de Afghaanse regering
gerezen. Daarom werd het nog niet getekend. Dat er eindelijk een
ambassadeur is aangesteld, zoals u mij zopas meedeelde, zou zeker
moeten helpen.
Voor Griekenland is er een groter probleem, dat niet alleen te maken
heeft met het Afghaanse dossier. Er worden momenteel geen
personen naar Griekenland teruggestuurd naar aanleiding van een
aantal beslissingen op basis van Rule 39 van het Europees Hof van
de Rechten van de Mens in Straatsburg, waarbij voorlopige
maatregelen tegen de verwijdering naar Griekenland worden
genomen.
Het Europees Hof onderzoekt de situatie van de kandidaat-
vluchtelingen in Griekenland. Aangezien de termijnen om een
overnameverzoek te stellen volgens de Dublinreglementering beperkt
zijn, heeft de DVZ inderdaad in een aantal gevallen beslist om het
soevereiniteitsprincipe te hanteren en de asielprocedure zelf te
behandelen.
Nu heeft het Europees Hof een beslissing genomen. Dat betekent dat
wij nu geen personen naar Griekenland mogen terugsturen. Dat geldt
niet alleen voor inwoners uit Afghanistan. Dat geldt voor ieder land.
19.02
Melchior
Wathelet,
secrétaire d'État: Les Afghans qui
ont suivi la procédure de Dublin
figurent parmi les 47 Afghans
rapatriés.
L'année dernière, 59 Afghans ont
été rapatriés: 1 vers l'Afghanistan
sous escorte, 25 sans escorte
dans le cadre de la procédure
Dublin, 29 dans le même cadre,
mais accompagnés d'une escorte
et 4 sans escorte vers un pays de
l'Union européenne.
Rares sont les citoyens afghans
qui doivent être rapatriés pour
infractions graves à l'ordre public.
Quinze Afghans au total sont
enfermés
dans
des
établissements pénitentiaires. Des
Afghans ayant des antécédents
criminels ont été éloignés pour la
dernière fois en 2009.
Un memorandum of understanding
confère à la Belgique une plus
grande sécurité juridique pour ce
qui est de l'organisation de la
procédure d'identification et de
retour. Les négociations dans ce
cadre sont toujours en cours. Il
existe un accord de principe sur le
texte mais une discussion est
toujours en cours au sein du
gouvernement afghan.
Plus personne n'est pour l'heure
renvoyé vers la Grèce compte
tenu des mesures provisoires
prises par la Cour européenne des
droits de l'homme à Strasbourg.
Cette question est distincte de
celle de l'Afghanistan. La Cour
européenne examine la situation
des candidats réfugiés en Grèce.
26/01/2011
CRIV 53
COM 107
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
48
Dat wil zeggen dat elk dossier door de Belgische instanties moeten
worden behandeld.
Het klopt natuurlijk niet dat alle Afghanen die in België verblijven, een
verblijfsvergunning krijgen. Wij doen alles wat wij kunnen om die
personen te laten terugkeren, maar de situatie in Afghanistan is niet
hetzelfde als die in andere landen. Afghanistan is een land met heel
veel problemen. Beweren dat alle Afghanen die in België verblijven,
een verblijfsvergunning krijgen, zou zeker een aanzuigeffect creëren,
wat u ongetwijfeld niet wil.
Het is ook logisch dat vrijwillige terugkeer gemakkelijker gaat dan
gedwongen terugkeer. Iemand die vrijwillig terugkeert, kiest er immers
voor naar zijn land terug te gaan. Die persoon zal ook gemakkelijker
een reisdocument krijgen, omdat hij ook meer baat erbij heeft om zijn
echte identiteit en nationaliteit aan de ambassade te melden. De
vrijwillige terugkeer biedt bovendien de mogelijkheid om financiële en
materiele steun te ontvangen.
Étant donné que conformément à
la réglementation de Dublin les
délais
d'introduction
d'une
demande de reprise sont limités,
l'Office
des
étrangers
a
effectivement décidé dans un
certain nombre de cas de recourir
au principe de souveraineté et de
traiter lui-même la procédure
d'asile. Ceci est valable pour
toutes les nationalités.
Tous les Afghans résidant dans
notre
pays
ne
reçoivent
évidemment pas un permis de
séjour. La situation dans le pays
est certes précaire mais octroyer
automatiquement un permis de
séjour engendrerait un effet
d'aspiration, ce que M. Francken
ne désire certainement pas. Il est
logique qu'un retour volontaire est
plus facile à mettre en oeuvre
qu'un retour forcé puisque la
personne concernée s'efforce elle-
même de réunir les documents de
voyage nécessaires et qu'elle peut
également compter sur une aide
financière et matérielle.
19.03 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik ben
hier zeker niet om iemand de les te spellen, maar ik zou toch willen
vragen dat, wanneer ik u in de toekomst mondeling of schriftelijk
vraag naar cijfers, u iets voorzichtiger bent in uw antwoord. U hebt
duidelijk gezegd, letterlijk in het verslag: "Ik zie dat het gaat om
47 Afghanen in 2010: Er zijn verschillende streken in Afghanistan
waar wij mensen niet naar kunnen terugsturen. Het gaat om beperkte
regio's in Afghanistan waarnaar er echt repatriëringen kunnen
plaatsvinden. In 2010 vonden er 24 repatriëringen zonder escorte
plaats en 23 met escorte, dat brengt het totaal op 47". Ik had dat
verkeerd begrepen.
19.03 Theo Francken (N-VA): En
ce qui concerne les 47 Afghans
dont
il
était
question
précédemment, je souhaiterais
demander au secrétaire d'État de
fournir dorénavant des réponses
plus claires lorsqu'il s'agit de
chiffres.
19.04 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Ik heb het verslag
gelezen, dat was slecht gezegd door mijzelf.
19.04
Melchior
Wathelet,
secrétaire d'État: Je me suis
effectivement mal exprimé en ce
qui concerne cette question.
19.05 Theo Francken (N-VA): Los daarvan, dat principeakkoord is
inderdaad heel belangrijk.
U zegt dat vrijwillige terugkeer gemakkelijker is om documenten te
krijgen, de betrokkenen zullen ook niet liegen over hun identiteit. Daar
ga ik helemaal mee akkoord, maar bij mij wringt het toch wel
enigszins dat wij hen niet gedwongen kunnen doen terugkeren, maar
dat ze wel massaal vrijwillig terugkeren en 950 euro opstrijken. Ik krijg
dat moeilijk uitgelegd aan mezelf.
U zegt dat niet elke Afghaan verblijfsrecht krijgt. Wat gebeurt er dan
19.05 Theo Francken (N-VA):
L'accord de principe est très
important. Le fait que nous ne
puissions rapatrier de force les
Afghans mais qu'en revanche ils
reviennent
volontairement
en
grand nombre et empochent
950 euros continue à me poser
problème.
Tous les Afghans n'obtiennent pas
CRIV 53
COM 107
26/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
49
met die mensen? Ik heb begrepen dat heel veel asielzoekers uit
Afghanistan erkend worden als vluchteling, ik denk dat het percentage
boven 80 % ligt.
un droit de séjour mais je suppose
que c'est le cas pour plus de 80 %
d'entre eux.
19.06 Staatssecretaris Melchior Wathelet: 70 %, inclusief subsidiaire
bescherming.
19.06
Melchior
Wathelet,
secrétaire d'État: Il s'agit de 70 %,
y compris la protection subsidiaire.
19.07 Theo Francken (N-VA): Ze kunnen niet teruggestuurd worden.
Wat gebeurt er dan? Zijn die illegaal hier? Het is toch niet hun schuld
dat ze niet kunnen teruggestuurd worden. Wat gebeurt met hen?
19.07 Theo Francken (N-VA):
Mais qu'advient-il du reste?
De voorzitter: Het betreft een repliek, geen bijkomende vraag. Zo
niet zullen wij hier nog lang zitten, collega's. Er staan nog 15 vragen
op de agenda. Elke vraag loopt hier uit tot een kwartier.
Le président: M. Francken vous
pouvez répliquer mais pas poser
de nouvelles questions. Il faut de
cette manière un quart d'heure
pour traiter une question.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
20 Question de Mme Zoé Genot au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à
la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "la notion d'enfant à charge dans
les demandes de régularisation" (n° 2144)
20 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en
asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "het begrip 'kind ten
laste' bij regularisatieaanvragen" (nr. 2144)
20.01 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, monsieur le
secrétaire d'État, je vous ai interrogé le 20 octobre 2010 à propos de
certaines notions de l'instruction "régularisation". Cette instruction a
été annulée, on le sait, mais dans le cadre de votre pouvoir
discrétionnaire d'appréciation, vous appliquez les critères qu'elle
contenait.
Ma question du 20 octobre dernier portait notamment sur la notion
d'enfant majeur à charge. Vous m'aviez répondu que: "la notion
d'enfant à charge se réfère à l'enfant qui est financièrement à charge
et dont l'éducation et l'entretien sont assurés". Vous avez ajouté que,
dans ce contexte, la preuve de la filiation devait être produite.
Monsieur le secrétaire d'État, j'aimerais avoir encore une petite
précision. Ainsi comment un enfant majeur peut-il prouver qu'il est à
charge de ses parents si ceux-ci n'ont pas de revenus déclarés? On
sait que les demandeurs de régularisation sont pour la plupart des
personnes ne bénéficiant pas de carte de séjour et qui, par
conséquent, ont survécu durant des années par de petits boulots. Est-
ce que le fait de résider dans le même logement que le parent qui est
locataire peut constituer un indice suffisant de ce que cet enfant est à
charge du parent qui l'héberge?
20.01 Zoé Genot (Ecolo-Groen!):
Op
20 oktober
jongstleden
antwoordde u mij dat het begrip
meerderjarig kind ten laste inzake
regularisatieaanvragen
verwijst
naar het kind dat financieel ten
laste is en waarvan de opvoeding
en het onderhoud verzekerd
worden.
Het
bewijs
van
afstamming
moet
worden
voorgelegd.
Hoe kan men bewijzen dat men
ten laste is van de ouders als zij
geen
aangegeven
inkomsten
hebben, wat het geval is voor tal
van regularisatieaanvragers die
geen verblijfskaart hebben? Is het
in dezelfde woning verblijven een
toereikende aanwijzing?
Voorzitter: Sarah Smeyers.
Présidente: Sarah Smeyers.
20.02 Melchior Wathelet, secrétaire d'État: Madame la présidente,
chère collègue, la notion d'enfant à charge appelle la réalisation de
deux conditions. Ainsi, la preuve de filiation doit être produite et les
parents ou l'enfant majeur doivent prouver que l'enfant majeur, dont
20.02 Staatssecretaris Melchior
Wathelet:
Het
bewijs
van
afstamming en van het feit dat het
meerderjarige kind financieel ten
26/01/2011
CRIV 53
COM 107
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
50
l'éducation et l'entretien doivent être assurés, est financièrement à
charge en prouvant, par exemple, que le financement de l'école
supérieure de l'intéressé est assuré par les parents.
Le fait de résider dans le même logement n'est pas une preuve
suffisante. Un enfant majeur peut très bien continuer à vivre dans le
même logement que ses parents et subvenir à ses propres besoins
en travaillant.
laste is, moet worden voorgelegd.
Het in dezelfde woning verblijven
is een ontoereikend bewijs, want
de betrokkene kan in zijn
behoeften voorzien.
20.03 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Madame la présidente, monsieur
le secrétaire d'État, on se trouve donc face à une situation difficile
lorsqu'il s'agit de jeunes qui viennent de terminer leurs études, qui ne
sont pas encore parvenus à s'insérer sur le marché du travail et qui
ne bénéficient pas de l'allocation de chômage ou d'un autre régime.
C'est un peu un no man's land.
20.03 Zoé Genot (Ecolo-Groen!):
De situatie is moeilijk voor
kinderen die hun studies beëindigd
hebben en die hun plaats op de
arbeidsmarkt nog niet gevonden
hebben, en het moeten redden
zonder werkloosheidsuitkering of
geen beroep kunnen doen op een
ander stelsel.
20.04 Melchior Wathelet, secrétaire d'État: Il faut démontrer que
l'éducation et l'entretien de l'enfant sont assurés par les parents.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
21 Question de Mme Zoé Genot au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à
la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "les expulsions vers la Côte
d'Ivoire" (n° 2206)
21 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en
asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de uitwijzingen naar
Ivoorkust" (nr. 2206)
Voorzitter: Ben Weyts.
Président: Ben Weyts.
21.01 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Monsieur le secrétaire d'État, la
Côte d'Ivoire est en crise depuis les élections de fin novembre.
Elle a deux candidats présidents: l'un Laurent Gbagbo, autoproclamé,
et l'autre, Alassane Ouattara, reconnu par la communauté
internationale. Laurent Gbagbo ne veut pas quitter la place et
Alassane Ouattara est confiné dans un hôtel. Et les médiateurs se
succèdent, sans succès!
On comptait 210 morts de la mi-décembre au début janvier. En
attendant, la situation pourrit sur place. L'ONU n'arrive pas à se
mettre d'accord sur l'envoi de casques bleus supplémentaires et la
population est menacée par une lourde crise humanitaire. Dans
certaines villes et communes d'Abidjan, un couvre-feu est en vigueur
jusque fin de semaine.
Sur le site des Affaires étrangères, on lit: "Étant donné le risque d'une
aggravation de la situation de sécurité dans un avenir proche, il est
vivement déconseillé de se rendre en Côte d'Ivoire. L'ambassade
réitère avec insistance sa recommandation aux Belges sur place de
quitter temporairement la Côte d'Ivoire, dans l'attente d'une
normalisation de la situation."
21.01 Zoé Genot (Ecolo-Groen!):
De situatie in Ivoorkust is
gespannen. In december en
januari zijn er in dat land 210
doden gevallen. De bevolking
dreigt er geconfronteerd te worden
met een ernstige humanitaire
crisis en Buitenlandse Zaken geeft
een negatief reisadvies. Worden
er
nog
uitgeprocedeerde
asielzoekers
naar
dat
land
uitgewezen?
CRIV 53
COM 107
26/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
51
Monsieur le secrétaire d'État, vu cette situation politique
excessivement tendue en Côte d'Ivoire suite aux élections, la
Belgique continue-t-elle à expulser des déboutés vers ce pays?
21.02 Melchior Wathelet, secrétaire d'État: Madame Genot,
officiellement, il n'est pas mis fin aux rapatriements. Dans la mesure
du possible et avec précaution, des rapatriements pourraient être
organisés. Il faut toutefois noter qu'il est très difficile d'obtenir des
documents de voyage pour le moment.
Des rapatriements n'ont pas été effectués récemment vers la Côte
d'Ivoire. En revanche, deux transferts Dublin ont été réalisés, l'un vers
l'Espagne, l'autre vers la Slovénie.
21.02 Staatssecretaris Melchior
Wathelet: Officieel werden de
repatriëringen niet stopgezet. Er
dient wel te worden opgemerkt dat
het momenteel heel moeilijk is om
reisdocumenten te krijgen. Er zijn
er de laatste tijd geen geweest. Er
waren twee Dublintransfers, naar
Spanje en Slovenië.
21.03 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Monsieur le secrétaire d'État, je
pense que, tant que la situation est dangereuse au point qu'on
recommande à nos ressortissants de ne pas se rendre dans ce pays,
il serait intéressant de geler les choses en attendant que la situation
se stabilise et qu'on puisse mieux la prendre en compte.
21.03 Zoé Genot (Ecolo-Groen!):
Het zou raadzaam zijn een en
ander even te bevriezen tot de
situatie zich stabiliseert.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
22 Question de M. Rachid Madrane au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et
d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "la réglementation
européenne du 15 décembre 2010 exemptant les ressortissants albanais et bosniaques de visa pour
circuler dans l'espace Schengen" (n° 2223)
22 Vraag van de heer Rachid Madrane aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en
asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de Europese
reglementering van 15 december 2010 die Albanese en Bosnische burgers vrijstelt van visumplicht om
in de Schengenruimte te reizen" (nr. 2223)
22.01 Rachid Madrane (PS): Monsieur le ministre, il apparaît que,
depuis le 15 décembre 2010, une nouvelle réglementation
européenne permettant aux ressortissants albanais et bosniaques
d'être exemptés de visa pour circuler dans l'espace Schengen a
entraîné un afflux considérable de ces citoyens à l'aéroport de Liège.
Depuis cette date, plusieurs ressortissants albanais ont été refoulés
car ils ne réunissaient pas toutes les conditions leur autorisant l'accès
au territoire. Même si je ne peux me référer à un cas particulier, je me
permettrai toutefois, pour illustrer mon propos, de vous citer l'exemple
de cette Albanaise âgée de 70 ans, venue rendre visite à son fils
installé en Belgique depuis plus de dix ans, qui a subi un
interrogatoire de près de dix heures avant de se voir signifier son
expulsion.
Monsieur le ministre, ne serait-il pas envisageable de prendre des
contacts bilatéraux avec ces pays afin qu'ils sensibilisent leurs
ressortissants respectifs aux conditions d'accès demeurant
indispensables pour l'entrée sur notre territoire malgré l'exemption de
visa dont-ils bénéficient depuis le 15 décembre dernier?
Ne serait-il pas également possible de demander aux compagnies
aériennes concernées d'organiser un contrôle de leurs passagers
avant embarquement afin de s'assurer que ces derniers remplissent
toutes les conditions d'accès à notre territoire?
22.01 Rachid Madrane (PS):
Sinds 15 december 2010 kunnen
Albanezen en Bosniërs krachtens
een nieuwe Europese regelgeving
zonder
visum
door
de
Schengenruimte reizen. Dat heeft
geleid
tot
een
aanzienlijke
toestroom van mensen uit die
landen op de luchthaven van Luik.
Veel
Albanezen
werden
uitgewezen, omdat ze niet aan alle
voorwaarden voldeden om tot het
grondgebied te kunnen worden
toegelaten.
Zouden de betrokken landen hun
burgers niet kunnen informeren
over de voorwaarden waaraan die,
ondanks de vrijstelling van visum,
moeten voldoen om toegang te
krijgen tot ons grondgebied?
Zouden
de
luchtvaartmaatschappijen
hun
passagiers
niet
kunnen
controleren voor ze aan boord
gaan?
26/01/2011
CRIV 53
COM 107
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
52
22.02 Melchior Wathelet, secrétaire d'État: Monsieur le député, le
gouvernement albanais est bien informé. De nombreuses campagnes
de prévention ont été menées au niveau européen afin de sensibiliser
les ressortissants albanais et bosniaques aux conditions qu'ils doivent
absolument remplir pour accéder au territoire Schengen. Je me suis
d'ailleurs rendu moi-même sur place avec le commissaire européen,
Cécilia Malmström.
Il a été demandé aux transporteurs de réaliser un contrôle minutieux
lors du départ et d'informer les passagers de toutes les conditions
d'entrée. Des conventions ont été conclues avec de nombreux
transporteurs. Ils s'engagent à informer correctement leur personnel
sur cette matière. Dans ce cas, nous avons mis à disposition des
dépliants en albanais expliquant clairement les conditions d'entrée
pour faire en sorte que les personnes qui veulent accéder à l'avion
puissent y entrer.
22.02 Staatssecretaris Melchior
Wathelet: De Albanese regering is
goed op de hoogte. Er werden tal
van
preventiecampagnes
georganiseerd
op
Europees
niveau, en ik ben ter plaatse
geweest. Aan de vervoerbedrijven
werd gevraagd de passagiers
grondig te controleren en hen op
de hoogte te stellen van alle
toegangsvoorwaarden. Er werden
overeenkomsten gesloten met tal
van vervoerbedrijven.
22.03 Rachid Madrane (PS): Monsieur le président, je remercie le
ministre. Je n'ai pas de question complémentaire.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
23 Question de M. Rachid Madrane au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et
d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "l'arrêté royal du
8 juin 2009 en vertu duquel l'Office des étrangers est l'autorité compétente pour gérer le centre INAD
et les centres assimilés" (n° 2224)
23 Vraag van de heer Rachid Madrane aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en
asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "het koninklijk besluit
van 8 juni 2009 krachtens hetwelk de Dienst Vreemdelingenzaken de bevoegde autoriteit is voor het
beheer van het INAD-centrum en gelijkgestelde centra" (nr. 2224)
23.01 Rachid Madrane (PS): Monsieur le ministre, il apparaît que,
depuis le 15 décembre 2010, une nouvelle réglementation
européenne permet aux citoyens albanais et bosniaques d'être
exemptés de visa. Depuis cette date, l'arrivée de ces ressortissants
via l'aéroport de Liège a mis en évidence la précarité de la structure
devant accueillir temporairement les personnes ne répondant pas aux
conditions d'entrée dans l'espace Schengen avant leur refoulement
éventuel vers leur pays d'origine.
Ces ressortissants sont actuellement hébergés dans des modules de
chantiers aménagés et ne bénéficient d'aucun encadrement social,
juridique et médical. En vertu de l'arrêté royal du 8 juin 2009, c'est
l'Office des étrangers qui est l'autorité compétente pour gérer le
centre lNAD et les centres assimilés.
Monsieur le ministre, ne serait-il pas possible de préciser les
responsabilités de l'Office des étrangers pour ce qui concerne
l'infrastructure d'accueil et l'encadrement des centres assimilés situés
dans des aéroports autres que celui de Zaventem? En attendant,
qu'envisagez-vous pour que les personnes, dont l'accès au territoire
est refusé, disposent d'infrastructures et d'un encadrement adéquat
afin d'être traitées de manière conforme à la convention des droits de
l'homme?
23.01 Rachid Madrane (PS):
Personen die niet voldoen aan de
voorwaarden om tot de Schengen-
zone te worden toegelaten en die
via de luchthaven van Luik ons
land
binnenkomen,
worden
momenteel
in
primitieve
omstandigheden op de luchthaven
zelf ondergebracht, waar ze geen
enkele sociale, juridische of
medische begeleiding genieten.
Is het niet aangewezen om de
verantwoordelijkheden
van de
Dienst Vreemdelingenzaken met
betrekking
tot
de
opvang-
voorzieningen en de omkadering
van de zogenaamde
'gelijk-
gestelde
centra'
in
andere
luchthavens dan die van Zaventem
nader
te
bepalen?
Welke
maatregelen zal u in afwachting
daarvan nemen ten aanzien van
personen aan wie de toegang tot
het Belgische grondgebied wordt
CRIV 53
COM 107
26/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
53
geweigerd?
23.02 Melchior Wathelet, secrétaire d'État: Cher collègue,
l'exploitant de l'aéroport est tenu de mettre à disposition, sur le terrain
de l'aéroport, l'infrastructure nécessaire à l'accueil des passagers non
admissibles. Dans le cas contraire, l'agrément en tant qu'aéroport
extra-Schengen peut lui être retiré. Conformément à l'article 3 de
l'arrêté royal du 8 juin 2009, le séjour dans ces centres de l'aéroport
régional est limité à 48 heures.
Avant la fin de cette période, la police doit transférer les étrangers qui
y sont maintenus dans l'un des centres fermés entièrement encadrés
par l'Office des étrangers. Si aucun départ volontaire de l'étranger
concerné n'est prévu dans les 48 heures, concrètement, il doit être
transféré le plus rapidement possible dans un centre fermé de
l'Office.
Afin de limiter autant que possible le nombre d'étrangers
inadmissibles à la frontière, l'Office s'efforce d'entretenir une
collaboration optimale avec les transporteurs pour qu'ils respectent
les obligations qui leur sont imposées en vertu du Titre IIIbis de la loi
de 1980, c'est-à-dire "Obligations des transporteurs relatives à l'accès
des étrangers au territoire".
En effet, il y est demandé aux transporteurs d'organiser un contrôle
minutieux lors du départ et d'informer les passagers de toutes les
conditions d'entrée. Des protocoles d'accord ont été conclus avec une
cinquantaine de transporteurs maintenant.
Dans le cadre de ces protocoles d'accord, les transporteurs
s'engagent à former correctement leur personnel afin de réduire le
plus possible le nombre de passagers non admissibles. Si une
compagnie ne respecte pas l'ensemble de ces conditions, nous
pouvons leur infliger un certain nombre de sanctions financières, que
nous poursuivons pour faire en sorte de contraindre le mieux possible
les compagnies aériennes de respecter les obligations qui sont les
leurs.
23.02 Staatssecretaris Melchior
Wathelet: De luchthavenuitbater
moet op het terrein van de
luchthaven de nodige infrastruc-
tuur ter beschikking stellen voor de
opvang
van
zogenaamde
inadmissible passengers. Als die
verplichting niet wordt nagekomen,
kan de erkenning als extra-
Schengen
luchthaven
worden
ingetrokken. In overeenstemming
met artikel 3 van het koninklijk
besluit van 8 juni 2009 is het
verblijf in die centra van de
regionale luchthavens beperkt tot
48 uur.
Vóór het aflopen van die termijn
moet de politie de vreemdelingen
die op de luchthaven verblijven,
naar een van de gesloten centra
van de Dienst Vreemdelingen-
zaken
overbrengen.
Als
de
vreemdeling niet vrijwillig vertrekt
binnen de 48 uur, moet hij zo snel
mogelijk
naar
een
gesloten
centrum
van
de
Dienst
Vreemdelingenzaken
worden
overgebracht.
Teneinde
het
aantal
niet-
toelaatbare vreemdelingen aan de
grens zoveel mogelijk te beperken,
tracht de Dienst Vreemdelingen-
zaken zo goed mogelijk samen te
werken met de vervoerbedrijven,
opdat deze zich zouden houden
aan hun verplichting om de
passagiers
bij
het
vertrek
zorgvuldig te controleren en hen
over de toegangsvoorwaarden te
informeren. Daartoe werden er
protocolakkoorden gesloten met
een vijftigtal vervoerbedrijven. Als
een
vliegtuigmaatschappij
die
voorwaarden niet naleeft, kunnen
er haar financiële sancties worden
opgelegd.
23.03 Rachid Madrane (PS): Monsieur le président, je remercie
M. le secrétaire d'État pour ces précisions.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
24 Vraag van de heer Theo Francken aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en
26/01/2011
CRIV 53
COM 107
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
54
asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "het kritische
evaluatierapport van Fedasil met betrekking tot de gebrekkige coördinatie tussen de gedwongen en
de vrijwillige terugkeer" (nr. 2149)
24 Question de M. Theo Francken au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile,
à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "le rapport d'évaluation critique
de Fedasil concernant l'absence de coordination entre les retours forcés et volontaires" (n° 2149)
24.01 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik heb u
daar vorige week al even kort over aangesproken. In het rapport van
oktober 2009 van het Belgisch contactpunt van het Europees
migratienetwerk, onder andere mee geschreven door Fedasil, is een
aantal straffe verklaringen opgenomen. Zo wordt er onder andere
geklaagd over het feit dat er een zeer open doelgroepdefinitie is. U
kent het verhaal van de Brazilianen die alleszins in mijn ogen misbruik
maken van de regeling van de vrijwillige terugkeer, die bedoeld is om
kwetsbare illegalen toch de mogelijkheid te geven terug te keren, die
daar bovenop wat faciliteiten krijgen. De regeling is niet bestemd voor
personen die sterk in hun schoenen staan en zich financieel perfect
kunnen redden, omdat ze hier een aantal jaar in het zwart hebben
gewerkt. Die maken in mijn ogen misbruik van het systeem.
Ik heb daarover ook collega Courard, die voor een deel bevoegd is,
ook al een vraag gesteld. De institutionele loskoppeling van vrijwillige
en gedwongen terugkeer vergemakkelijkt alvast niet de coördinatie
tussen beide domeinen. Het onderscheid tussen vrijwillige en
gedwongen terugkeer kan het uittekenen van een geïntegreerd
terugkeerbeleid als onderdeel van een globale aanpak van migratie
bemoeilijken.
Mijnheer de staatssecretaris, wat hebt u gedaan om tegemoet te
komen aan de scherpe kritiek vanwege het eigen agentschap Fedasil
aan de beleidsmakers?
Is er overleg met collega Courard? Is er een samenwerkingsakkoord?
Hoe worden de interferenties tussen gedwongen en vrijwillige
terugkeer opgevangen?
Meent u dat om een efficiënte vrijwillige terugkeer te organiseren, het
beleid ter zake gescheiden dient te blijven van het beleid tot
gedwongen terugkeer? Zouden beide materies niet best onder de
bevoegdheid van één minister worden gebracht?
24.01 Theo Francken (N-VA):
Dans son rapport d'octobre 2009,
le point de contact belge du
Réseau européen des migrations
dénonce notamment la définition
très large des groupes cibles.
Cette imprécision peut entraîner
des abus quant au principe du
retour volontaire. La dissociation
institutionnelle
des
retours
volontaires et forcés rend difficile
la coordination entre ces deux
types de retour et est susceptible
d'entraver
l'élaboration
d'une
politique intégrée en la matière.
Quelles actions le secrétaire d'État
a-t-il entreprises pour répondre
aux fortes critiques adressées aux
décideurs politiques même par un
organisme tel que Fedasil? Une
concertation a-t-elle eu lieu avec
M. Courard
concernant
une
collaboration?
Comment
les
responsables réagissent-ils aux
interactions entre retours forcés et
volontaires? Le secrétaire d'État
estime-t-il que pour être efficace,
la politique en matière de retours
volontaires doit être dissociée de
celle relative aux retours forcés?
Ne serait-il pas préférable de faire
relever ces deux matières de la
compétence d'un seul ministre?
24.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Ik kan me volledig
aansluiten bij de stelling dat een geïntegreerde aanpak noodzakelijk is
om een efficiënt humaan terugkeerbeleid te kunnen voeren. Vrijwillige
terugkeer geniet de voorkeur, maar gedwongen terugkeer moet
onmiddellijk volgen, indien betrokkenen niet bereid zijn om vrijwillig
terug te keren. Een minister of staatssecretaris hiervoor zou een stap
in de goede richting zijn.
Een specifiek samenwerkingsakkoord tussen Fedasil en DVZ inzake
vrijwillige terugkeer is er niet, maar samen werken wij aan een betere
samenhang van onze respectieve bevoegdheden met het oog op een
geïntegreerde aanpak van de terugkeer. Het samenwerkingsakkoord
tussen Fedasil en DVZ betreft de opvolging van de families met
minderjarige kinderen.
24.02
Melchior
Wathelet,
secrétaire d'État: Une approche
intégrée est en effet nécessaire si
l'on veut mener une politique de
retour efficace et humaine. Le
retour volontaire est préférable à
nos yeux, mais il doit être
immédiatement suivi d'un retour
forcé en cas de mauvaise volonté.
Un membre du gouvernement
devrait
être
spécifiquement
compétent en la matière. Même si
aucun accord de collaboration
spécifique ne lie Fedasil à l'Office
des étrangers concernant le retour
volontaire, nous tentons ensemble
CRIV 53
COM 107
26/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
55
d'harmoniser
davantage
nos
compétences
respectives.
L'accord de collaboration conclu
entre Fedasil et l'Office concerne
le suivi des familles comprenant
des mineurs d'âge.
24.03 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik neem
akte van uw antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
25 Vraag van mevrouw Sarah Smeyers aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en
asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "het stijgende aantal
asielaanvragen uit Kosovo" (nr. 2242)
25 Question de Mme Sarah Smeyers au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et
d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "l'augmentation du
nombre de demandes d'asile en provenance du Kosovo" (n° 2242)
25.01 Sarah Smeyers (N-VA): Mijnheer de voorzitter, dit kan snel
gaan want eigenlijk heb ik het antwoord daarstraks al gekregen.
Aangezien ik echter al zoveel vragen geschrapt heb gezien, zal ik
deze toch stellen.
Mijnheer de staatssecretaris, het aantal asielaanvragen in 2010 is
genoegzaam bekend, net geen 20 .000. De aanvragers uit Kosovo
zijn daarbij het sterkst vertegenwoordigd. Het gaat om 9,3 % van alle
aanvragen. Ook qua aantal meervoudige aanvragen zijn de
Kosovaren sterk vertegenwoordigd. Zij staan op de vierde plaats in de
top tien, als dat een top behoeft, met 7,7 % van alle meervoudige
aanvragen. U hebt daarstraks ook het erkenningpercentage
genoemd. Ik meen dat het ongeveer 6 % was, tussen 6 en 7 %. Dat is
niet veel of niet weinig. Toch plant u ook ontradingscampagnes. U
hebt in andere Balkanlanden al ontradingscampagnes gevoerd. De
statistieken tonen dan aan dat dit eventjes een ontradend effect heeft,
maar de aanvragen uit Kosovo blijven stijgen sinds augustus 2010.
Mijn vraag dateert al van een tijdje geleden. Wanneer is de beslissing
genomen om andermaal naar een Balkanland af te reizen met de
bedoeling om die nieuwe ontradingscampagne te voeren? Wanneer
zal die precies starten? Daarop hebt u geantwoord, dat is in februari.
Wanneer echter in februari, begin of eind?
Verwacht u dat dit meer of minder effect zal hebben? U hebt het al
min of meer gezegd. Zult u dezelfde werkwijze hanteren of plant u een
andere ontradingscampagne? Hoe gaat dat eigenlijk precies in zijn
werk? Ik ben daar eigenlijk wel nieuwsgierig naar.
Welk budget is voor deze onderneming voorzien? Hoeveel bedraagt
dit procentueel ten opzichte van uw totaal budget?
U kent mijn visie op die ontradingscampagnes. Heeft dat zin en gaat u
dat blijven doen elke keer als er een stijging is van de asielaanvragen
uit een bepaald land? Houdt u het bij Kosovo?
25.01 Sarah Smeyers (N-VA):
Quand le secrétaire d'État lancera-
t-il sa campagne de dissuasion
pour le Kosovo? Comment une
telle campagne se déroule-t-elle
en
fait?
Le
gouvernement
continuera-t-il à lancer de telles
campagnes chaque fois que les
demandes émanant de tel ou tel
pays sont en augmentation?
25.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer de voorzitter,
zoals gezegd zal ik naar Kosovo gaan in de maand februari. Ik meen
25.02
Melchior
Wathelet,
secrétaire d'État: Je me rends au
26/01/2011
CRIV 53
COM 107
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
56
dat dit het goede moment is omdat dan het admissieakkoord met
Kosovo zal gesloten worden. Er is ook onzekerheid want er zijn
verkiezingen gepland in Kosovo. Wij moeten dus bekijken wat het
beste moment is om dit te organiseren.
Ontradingscampagnes hebben hun grootste effect wanneer de
boodschap regelmatig herhaald wordt. Wij hebben ook de dossiers
voor Servië en Macedonië prioritair behandeld. Dat willen wij nu ook
doen voor de situatie met Kosovo om zeker te zijn dat er maatregelen
worden genomen die tegelijk met de ontradingscampagnes komen.
De bedoeling is dat een boodschap wordt verspreid onder de
Kosovaarse bevolking om veeleer in hun land te investeren zodat het
snel kan worden opgenomen in de regionale dynamiek die nu aan de
gang is, in plaats van "passeurs" en mensenhandelaars te betalen om
naar België te komen en hier te horen dat zij weinig kans maken op
verblijf.
De kosten van een dergelijke campagne zijn niet groot. Het gaat om
reis- en verblijfskosten voor een dag of twee. Het budget voor 2010
voor een preventiecampagne bedroeg 300 000 euro. Men kan niet
zeggen dat dit enorm is.
Het is de bedoeling dat ik ontradingscampagnes zal voeren, waarbij
mijn aanwezigheid een meerwaarde betekent en wij de doelgroep
beter kunnen bereiken. Vooral voor contacten met de media en de
bevolking helpt het wanneer wij daar zelf naartoe gaan.
Kosovo en février parce que
l'accord de réadmission avec le
Kosovo doit être conclu au cours
de ce mois. Il faut encore choisir le
meilleur moment dans la mesure
où des élections ont également
lieu dans ce pays.
Nous voulons nous assurer que
des mesures seront prises au
moment où nous mènerons notre
campagne de dissuasion. Le but
est de faire comprendre aux
citoyens
kosovars
qu'il
est
préférable pour eux d'investir dans
leur pays, qui pourra ainsi
participer plus rapidement à la
dynamique régionale, plutôt que
de payer des trafiquants d'être
humains pour venir en Belgique où
ils
ne
seront
plus
que
probablement pas autorisés à
rester.
Le coût de cette campagne est
raisonnable. Il ne s'agit que de
frais de déplacement et de séjour
pour deux jours. En 2010, le
budget
des
campagnes
de
dissuasion
s'est
élevé
à
300 000 euros.
Ma présence dans le pays apporte
incontestablement
une
valeur
ajoutée. Nous pouvons ainsi
mieux atteindre le public-cible.
25.03 Sarah Smeyers (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord.
Is het dan begin of eind februari? Dat hangt misschien af van de
verkiezingen en de readmissieakkoorden met Kosovo.
25.03 Sarah Smeyers (N-VA): La
date précise dépend dès lors des
élections et de la signature de
l'accord de réadmission?
25.04 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Inderdaad. Nederland
moet dat immers ook ondertekenen.
25.04
Melchior
Wathelet,
secrétaire d'État: C'est exact. Les
Pays-Bas
doivent
également
signer ce même accord.
25.05 Sarah Smeyers (N-VA): 300 000 euro is inderdaad een
aanvaardbaar budget, al weet u dat ik nog altijd twijfels heb bij het
duurzaam effect ervan, maar dat zullen wij dan op termijn zien. U zult
het moeten blijven doen.
Ik denk dat er efficiëntere manieren zijn, maar met betrekking tot
Kosovo is dat misschien inderdaad minder aan de orde.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
CRIV 53
COM 107
26/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
57
26 Question de M. Éric Jadot au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la
Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "la grève du personnel survenue au
sein du centre fermé de Vottem le 19 janvier 2011" (n° 2255)
26 Vraag van de heer Éric Jadot aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid,
voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de staking van het personeel in het
gesloten centrum van Vottem op 19 januari 2011" (nr. 2255)
26.01 Éric Jadot (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, monsieur le
secrétaire d'Etat, jeudi dernier, les agents de sécurité ainsi qu'une
partie du personnel social du centre fermé de Vottem ont entamé une
grève de 24 heures. La presse se fait l'écho d'une grogne concernant
une augmentation du nombre de jours de travail pour lesquels les
travailleurs n'auraient pas été avertis au préalable. La contestation
porterait également sur une diminution de leur prime de risque ainsi
qu'un système d'attribution de jours de congé.
Le travail des agents de sécurité est assuré, depuis le 19 janvier, par
la police fédérale de la Basse-Meuse.
Il me revient, par ailleurs, que les conditions de vie des personnes y
étant détenues se révéleraient problématiques. L'une d'entre elles
aurait entamé une grève de la faim.
Dès lors, puis-je vous demander, monsieur le secrétaire d'État, de
m'éclairer quant à l'état de la situation au sein du centre fermé de
Vottem?
Aujourd'hui, il est à constater qu'un mécontentement du personnel
quant à ses conditions de travail s'ajoute aux problèmes déjà
rencontrés par les détenus. Quels sont les griefs avancés par le
personnel? Votre département envisage-t-il une écoute du personnel
et la reprise de négociations? Dans l'affirmative, quelles en seraient
les grandes lignes?
Enfin, pour ce qui concerne la grève de la faim en cours, je suppose
que vous avez pris connaissance du communiqué de presse fait hier
par le CRACPE. Pourriez-vous me donner des informations à ce
sujet? Confirmez-vous le début d'une grève de la faim?
26.01 Éric Jadot (Ecolo-Groen!):
Afgelopen donderdag gingen de
veiligheidsagenten en een deel
van de maatschappelijk werkers
van het gesloten centrum in
Vottem voor 24 uur in staking.
Volgens
de
pers
was
het
personeel ontevreden over een
verhoging
van
het
aantal
werkdagen, een verlaging van de
risicopremie en de regeling voor
de toekenning van verlofdagen.
Een
gedetineerde
zou
in
hongerstaking gegaan zijn uit
protest
tegen
de
leefomstandigheden
in
het
centrum.
Wat zijn de klachten van het
personeel? Zal uw departement
naar het personeel luisteren en de
onderhandelingen hervatten?
Ik veronderstel dat u kennis heeft
genomen van het persbericht dat
gisteren werd verspreid door het
collectief CRACPE (Collectif de
résistance aux centres pour
étrangers
). Bevestigt u dat er een
hongerstaking
van
start
is
gegaan?
26.02 Melchior Wathelet, secrétaire d'État: Votre question concerne
une personne qui fait la grève de la faim? Il n'est donc pas question
du personnel?
26.03 Éric Jadot (Ecolo-Groen!): J'ai lu dans la presse qu'une grève
de la faim était en cours et qu'il y avait une grève du personnel. Ma
question porte donc sur les deux informations.
26.04 Melchior Wathelet, secrétaire d'État: Dans ces conditions, je
n'ai pas compris cet aspect de la question.
Cela dit, monsieur le président, cher collègue, pour l'instant, les
organisations syndicales représentatives n'ont communiqué aucun
point de concertation. Un comité de concertation de base avait déjà
été prévu le mardi 25 janvier. Cette concertation a effectivement eu
lieu. De nouveaux points devront encore être présentés officiellement.
26.04 Staatssecretaris Melchior
Wathelet: Op 25 januari kwam
een basisoverlegcomité bijeen.
De staking in Vottem brak
spontaan uit en de stakers hielden
zich niet aan het statuut en de
overeenkomsten
die
in
het
Comité A gesloten werden. De
26/01/2011
CRIV 53
COM 107
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
58
J'attire votre attention sur le fait que l'action de grève spontanée
survenue à Vottem ne respectait ni le statut, ni les accords conclus au
sein du comité A. Elle n'était, dès lors, pas couverte par les
organisations syndicales représentatives. C'est, en tout cas, ce
qu'elles ont déclaré à mon administration.
On suppose que le problème concerne l'exécution d'un règlement qui
a fait l'objet d'une convention au mois de septembre. Celle-ci
prévoyait une meilleure organisation du travail afin de mieux gérer la
présence des accompagnateurs de sécurité dans les différentes ailes
en vue d'améliorer l'accompagnement des résidents. Ce règlement a
été élaboré tant en faveur des résidents que de la sécurité.
En ce qui concerne la grève de la faim, aucune grève générale de la
faim n'est actuellement en cours à Vottem. Deux personnes refusent
actuellement de s'alimenter: une personne qui souhaite être mise en
liberté et une autre qui refuse d'être rapatriée.
staking werd dan ook niet
gesteund door de representatieve
vakbonden. Dat is althans wat zij
aan
mijn
administratie
meedeelden.
We vermoeden dat het probleem
verband houdt met de uitvoering
van een reglement waarvoor er in
september een overeenkomst was
gesloten. Die overeenkomst strekt
ertoe
het
werk
beter
te
organiseren om de aanwezigheid
van de veiligheidsagenten in de
verschillende vleugels beter te
regelen. Dat reglement werd
opgesteld ten behoeve van de
bewoners en met het oog op de
veiligheid.
Momenteel is er geen algemene
hongerstaking aan de gang in
Vottem. Twee personen weigeren
te eten: de ene persoon omdat hij
vrijgelaten wil worden en de
andere uit protest tegen zijn
repatriëring.
26.05 Éric Jadot (Ecolo-Groen!): Monsieur le secrétaire d'État, je
vous remercie pour votre réponse.
Je confirme qu'apparemment la délégation syndicale n'était pas
derrière ce mouvement de grève.
Pour ce qui concerne la grève de la faim, je voudrais simplement
attirer votre attention sur les revendications du CRACPE par rapport à
l'isolement des personnes qui font la grève de la faim.
26.05 Éric Jadot (Ecolo-Groen!):
Ik bevestig dat de vakbonds-
afvaardiging kennelijk niet achter
die staking stond.
Wat de hongerstaking betreft,
vestig ik uw aandacht op de eisen
van het collectief CRACPE met
betrekking tot het in afzondering
plaatsen van die hongerstakers.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
27 Samengevoegde vragen van
- de heer Theo Francken aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor
Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de open terugkeercentra" (nr. 2230)
- mevrouw Nahima Lanjri aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor
Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "het voorstel tot oprichting van
terugkeercentra" (nr. 2259)
- de heer Damien Thiéry aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor
Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de oprichting van open centra voor
personen die gebruik maken van een programma voor vrijwillige terugkeer" (nr. 2289)
27 Questions jointes de
- M. Theo Francken au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique
des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "les centres ouverts de retour" (n° 2230)
- Mme Nahima Lanjri au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique
des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "la proposition de création de centres de
retour" (n° 2259)
- M. Damien Thiéry au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique
CRIV 53
COM 107
26/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
59
des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "l'ouverture de centres ouverts pour les
personnes bénéficiant d'un programme de retour volontaire" (n° 2289)
27.01 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik heb
inderdaad een vraag over uw uitspraken. U hebt vorige week of twee
weken geleden een persnota verspreid met een aantal cijfers over het
terugkeerbeleid. U weet dat wij en een aantal anderen u dicht op de
huid zitten. Ik kan begrijpen dat u er op een bepaald moment voor
kiest om zelf uw cijfers mee te delen en duidelijk te maken dat u zeker
niet voor open grenzen bent en dat er nood is om ook inzake
terugkeer een versnelling in te zetten.
U vindt in ons uiteraard een bondgenoot inzake het idee van open
terugkeercentra. Toch vind ik de gang van zaken een beetje jammer.
Wij hebben dat hier enkele weken geleden in de commissie
voorgesteld. U was toen niet aanwezig, dat was in de commissie voor
de Volksgezondheid bij de bespreking van het wetsvoorstel van
mevrouw Smeyers inzake de aanpassing van de opvangwet. Wij
hadden daar een aantal voorstellen die concreet gingen over het
verbeteren van de terugkeer. We hadden het onder andere over
verlengd verblijf in de opvangstructuren, gekoppeld aan het intekenen
op een terugkeercontract en het onderbrengen van de vrijwillige
terugkeer bij de dienst Vreemdelingenzaken en dus niet langer bij
Fedasil. Met deze ingreep had u de middelen gehad om als bevoegd
staatssecretaris via het koppelen van verlengde opvang aan
terugkeertrajecten de DVZ een actieve rol te laten spelen in het
bevorderen van de vrijwillige terugkeer.
Helaas oordeelden enkele partijen, waaronder de uwe, dat het
wetsvoorstel schijnbaar geen aangelegenheid was conform artikel 78
van de Grondwet. U zult ongetwijfeld weten dat artikel 1 van dat
wetsvoorstel is weggestemd, in onze ogen zeker een desavouering en
zeker niet collegiaal. Stem het dan weg op artikel 2 maar toch niet op
artikel 1. Hiermee smoorden deze partijen dit broodnodig initiatief dat
u nu verklaart te omarmen voorbarig in de kiem. Omdat het
bevorderen van de vrijwillige terugkeer mij nog steeds na aan het hart
ligt had ik graag een antwoord gekregen op enkele vragen.
Ten eerste, hoe meent u als staatssecretaris voor Asiel en Migratie de
vrijwillige terugkeer te bevorderen nu blijkt dat uw partij zich verzet
tegen de overdracht van de bevoegdheid voor vrijwillige terugkeer van
Fedasil naar de DVZ?
Ten tweede, bent u van plan om een eigen apart open
terugkeercentrum te openen onder de hoede van de DVZ? Komt u
daarmee niet in het vaarwater van uw collega Courard, bevoegd voor
zowel de opvang van asielzoekers en andere categorieën van
vreemdelingen als voor het beleid inzake vrijwillige terugkeer? Ik zou
dus willen weten of er overleg is geweest met de heer Courard toen u
die persconferentie gaf en een zeer goed idee lanceerde. In mijn ogen
bent u echter wat kort door de bocht gegaan want u bent zelfs
helemaal niet bevoegd.
27.01 Theo Francken (N-VA): Le
secrétaire
d'État
a
diffusé
récemment une note de presse
contenant une série de chiffres
relatifs à la politique de retour des
demandeurs d'asile dans leur pays
d'origine. Il y a quelques semaines
en commission de la Santé
publique, nous avons eu à traiter
un certain nombre de propositions
visant à améliorer concrètement
les conditions dans lesquelles ces
retours
sont
effectués.
Le
secrétaire
d'État
n'était
pas
présent. Avec notre proposition, il
disposerait pourtant des moyens
nécessaires pour faire jouer à
l'Office des étrangers un rôle actif
dans le cadre de la promotion des
retours volontaires, et cela en
conditionnant une prolongation de
l'accueil à des trajets de retour.
Malheureusement,
quelques
partis, dont le parti du secrétaire
d'État,
ont
estimé
que
la
proposition de loi concernée n'est
pas une matière visée à l'article 78
de la Constitution.
Comment le secrétaire d'État
compte-t-il s'y
prendre pour
promouvoir les retours volontaires
à l'heure où son parti s'oppose au
transfert de la compétence en
matière de retours volontaires de
Fedasil à l'Office des étrangers?
A-t-il l'intention d'ouvrir un centre
de retour ouvert distinct sous la
houlette de l'Office des étrangers?
S'est-il concerté avec M. Courard?
C'était une excellente idée mais à
mon estime, le secrétaire d'État
n'est lui-même absolument pas
compétent.
27.02 Nahima Lanjri (CD&V): Het is positief dat u ook nu nog in
lopende zaken probeert werk te maken van het beleid dat u is
toegekend en ingaat op de vraag om werk te maken van terugkeer en
bij voorkeur vrijwillige terugkeer. Daar heeft CD&V altijd voor gepleit.
27.02 Nahima Lanjri (CD&V): Le
secrétaire d'État préconise la
création de centres de retour.
Certains programmes existants ne
suffisent pas à encourager le
26/01/2011
CRIV 53
COM 107
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
60
Voor iedereen die asiel aanvraagt of hier zelfs illegaal zonder asiel is
gekomen, voor iedereen die afgewezen is voor regularisatie is er de
keerzijde van de medaille, zijnde de terugkeer. Er moet veel meer
worden ingezet op de vrijwillige terugkeer omdat het beter werkt.
Daarnaast beseffen wij dat er mensen zijn die moedwillig blijven
vasthouden en tegenwerken bij de terugkeer. Dan moet men hardere
maatregelen durven te nemen, stringenter optreden en overgaan tot
gedwongen terugkeer als dat nodig is.
In elk geval gaf u te kennen dat u pleit voor de oprichting van
terugkeercentra. Er is een aantal bestaande programma's die niet
voldoende zijn om die terugkeer te stimuleren. Vorig jaar sprak u over
ongeveer 8 800 verwijderingen. Kunt u nog even situeren wat de
verdeling was tussen repatriëring, terugdrijving en vrijwillig vertrek?
Hoe ziet u concreet de rol van die terugkeercentra?
Welke maatregelen stelt u voor om die mensen te overtuigen in de
vrijwillige terugkeer te stappen?
Waarom voorzien wij in een nieuwe structuur, in een nieuw open
centrum? Waarom gebruiken we niet de huidige open centra van
Fedasil?
Net als andere fracties zijn wij al langer vragende partij voor coaches
vanaf het begin van de asielprocedure en dit in de open centra. Wij
hebben niet alleen te maken met asielzoekers maar ook met andere
groepen die we niet bereiken in de centra van Fedasil. Voor een
bepaalde doelgroep is het misschien wel zinvol.
Hoe zit het met de bevoegdheidsverdeling? Betekent zulks dat het
kan naast de centra van Fedasil? Wat valt er onder de bevoegdheid
van uw collega Courard? Wat valt er onder de verantwoordelijkheid
van de minister voor Asiel en Migratie? Hoe wordt dat afgesproken?
Welke doelgroepen beoogt men?
Zijn die reeds zeer nauwkeurig omschreven? Gaat het om een
welbepaalde doelgroep, bijvoorbeeld mensen zonder papieren die het
land moeten uitgezet worden? Of gaat het ook om uitgeprocedeerden
op het einde van de rit? Gaat het over beide of gaat het over andere
groepen?
Wat is de capaciteit van die centra?
Hebt u tot nu toe de ngo's en andere organisaties die expertise
hebben met terugkeerprojecten en vluchtelingenwerk betrokken bij de
uitwerking van dit voorstel? Zo ja, welke organisaties hebt u
betrokken?
retour. L'an dernier, le secrétaire
d'État avait évoqué environ 8 800
éloignements.
Quelle était la répartition entre le
rapatriement, le refoulement et le
départ volontaire? Comment le
secrétaire d'État envisage-t-il le
rôle des centres de retour?
Quelles mesures prendra-t-il pour
convaincre les demandeurs d'asile
de choisir le retour volontaire?
Pourquoi n'utilisons-nous pas les
centres ouverts actuels de Fedasil
afin de travailler avec des
accompagnateurs depuis le début
de la procédure d'asile? Qu'en est-
il de la répartition des compé-
tences? Quels groupes cibles sont
visés?
Quelle est la capacité de ces
centres?
Quelles
ONG
et
organisations ont été associées à
l'élaboration de cette proposition?
27.03 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer de voorzitter, het
is waar dat ik deze ideeën heb gelanceerd tijdens een persconferentie
over de cijfers van 2010 van de regularisatie, het terugkeerbeleid en
de asielaanvragen. Blijkbaar hadden die ideeën bij de pers meer
succes dan andere elementen.
Het is duidelijk dat deze ideeën door een regering met volheid van
bevoegdheid moeten worden gesteund. Dat kan men niet tijdens
27.03
Melchior
Wathelet,
secrétaire d'État: J'ai effective-
ment évoqué ces pistes lors d'une
conférence de presse relative à la
politique
d'asile.
Ces
pistes
requièrent
toutefois
un
gouvernement de plein exercice.
CRIV 53
COM 107
26/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
61
lopende zaken doen. Dit zou best door één minister of
staatssecretaris met de twee bevoegdheden worden uitgevoerd om
de link te kunnen maken tussen de opvang en daarna een
gedwongen terugkeer in gesloten centra.
Iemand die niet meer in een open opvangcentrum mag blijven, loopt
ofwel op straat ofwel komt hij in een gesloten centrum terecht. Ik denk
dat dit zou moeten worden gebruikt om een terugkeer te initiëren,
wetende dat als die persoon er niet op ingaat, er een gedwongen
terugkeer zal volgen. Dat wordt niet genoeg gebruikt.
Ik ben voor dat idee. Dat kan worden verfijnd. Er kunnen ook andere
ideeën komen. Dat staat nog niet vast. Dat is een element van debat.
Dit centrum kan instaan voor zowel de opvang van mensen die
uitgeprocedeerd zijn als van mensen die nooit een procedure hebben
opgestart maar vrijwillig wensen terug te keren. Ik denk dat wij zoveel
mogelijk moeten doen om de personen in de logica van een vrijwillige
terugkeer te brengen. Er is het niet-respecteren van een bevel dat
natuurlijk moet worden uitgevoerd. Dit moet helpen om dit uit te
voeren, met prioriteit voor de vrijwillige terugkeer.
De opvolging van dit bevel in de open centra die grotendeels worden
bewoond door personen die nog steeds in een procedure zitten is niet
altijd gepast. De doelstelling van het terugkeercentrum zou zijn om
met de betrokken personen te werken aan de voorbereiding van hun
terugkeer. De prioriteit zou meer moeten worden gelegd op de
terugkeer dan op de opvang zelf. De opvang kan dan worden
toegespitst tot mensen die op een bepaald moment toch in België
mogen blijven.
De familiehuizen hebben ook goede resultaten geboekt. Dat is de
bevoegdheid van DVZ. In die familiehuizen zijn er coaches. De
coaches praten met de familie. De resultaten op het vlak van
vrijwillige terugkeer zijn ook veel beter. Het idee om beter en vroeger
met die families over vrijwillige terugkeer te praten, door coaches met
opleiding, geeft resultaten, dus waarom zouden wij dit niet een beetje
uitbreiden?
Op dit moment maken de ngo's deel uit van de actoren die de
personen die niet worden opgevangen in het opvangnetwerk inlichten.
Daarom is samenwerking met het maatschappelijk middenveld
essentieel.
Over de financiering, dat zal natuurlijk zeker iets kosten, maar het kan
ook betere cijfers op het vlak van terugkeer geven. Het retourfonds op
Europees niveau kan zo'n project ook cofinancieren. Er zijn dus
mogelijkheden om zo'n centrum te financieren.
Ten slotte, mevrouw Lanjri, over de cijfers zelf, in 2010 waren er
3 586 verwijderingen,
2 111 uitwijzingen
en
3 094 vrijwillige
terugkeringen.
Ceux qui ne sont plus autorisés à
séjourner dans un centre d'accueil
ouvert, se retrouvent à la rue ou
dans un centre fermé. C'est à ce
moment-là qu'il faudrait entamer
une procédure de retour, suivie le
cas échéant d'un retour forcé.
Cette piste devrait être examinée.
Le centre peut aussi bien accueillir
des personnes déboutées que des
personnes
qui
souhaitent
retourner volontairement. Nous
devrions prioritairement concentrer
nos efforts sur le retour volontaire.
Les maisons familiales et leur
système d'accompagnateurs qui
s'entretiennent avec les familles
ont également prouvé leur utilité
en matière de retour volontaire.
Pourquoi ne pas étendre ce
système?
Pour l'instant, ce sont les ONG,
notamment, qui informent les
personnes qui ne seront pas
intégrées dans le réseau d'accueil.
Une coopération avec la société
civile est dès lors essentielle.
Certes, cette méthode de travail
coûte relativement cher, mais elle
peut déboucher sur de meilleurs
résultats en matière de retour
volontaire. Le Fonds européen
pour le retour pourra aussi
cofinancer un tel projet. En 2010,
on a recensé 3 586 éloignements,
2 111 expulsions et 3 094 cas de
retour volontaire.
27.04 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik
begrijp goed dat het niet doorgepraat is. Het was een idee. In het
kader van een persconferentie gaf u een persoonlijke mening over
een oplossing om het aantal terugkeerders te verhogen.
Wij delen grotendeels elkanders mening. Er moet inderdaad een
27.04 Theo Francken (N-VA): Il
s'agissait donc d'une proposition
personnelle du secrétaire d'État
visant à augmenter le nombre
d'opérations de retour, proposition
qui doit être l'objet d'un examen
26/01/2011
CRIV 53
COM 107
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
62
terugkeercentrum worden opgericht. U zegt dat zulks niet kan in een
regering van lopende zaken. Dat weet ik niet. Volgens mij kan dat
perfect. Ik heb mij daarover geïnformeerd. U neemt een beslissing in
afspraak met uw collega's in de regering om zo'n centrum op te
richten en effectief werk te maken van die vrijwillige terugkeer.
Volgens mij is er geen enkel bezwaar om dat op heel korte termijn te
doen. Het is immers nu noodzakelijk.
poursuivi. Il est en effet impératif
de créer un centre de retour mais
à mon avis, un gouvernement en
affaires courantes peut parfaite-
ment s'en charger, qui plus est à
très court terme.
27.05 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, ik denk
toch ook dat het eerder als een idee is opgeworpen maar dat het nog
niet echt over concrete plannen van de regering gaat, maar dat het
een richting is die u zou willen uitgaan.
Ik deel wel uw mening over dit nieuwe beleid. Dat impliceert wel dat
het een voldragen beslissing is. Dat doet men niet in lopende zaken.
Ik wil iedereen uitnodigen om deze situatie zo snel mogelijk te
deblokkeren zodat wij deze vormen van nieuwe en noodzakelijke
initiatieven kunnen uitvoeren. Er is een nieuwe regering nodig om dit
te kunnen realiseren. Dan kunnen wij nog vele andere maatregelen
nemen en kunnen wij ook dit uitvoeren.
27.05 Nahima Lanjri (CD&V):
Donc, nous n'en sommes pas
encore au stade de projets
gouvernementaux concrets et la
nouvelle politique devra s'adosser
à une décision aboutie, chose qui
n'est pas possible en période
d'affaires courantes. J'invite donc
chacun et chacune à débloquer le
plus
rapidement
possible la
situation actuelle.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
28 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en
asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de veroordeling van
ons land door doorverwijzing van een asielzoeker aan Griekenland" (nr. 2252)
28 Question de Mme Nahima Lanjri au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et
d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "la condamnation de
notre pays pour le renvoi d'un demandeur d'asile vers la Grèce" (n° 2252)
28.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ons land werd onlangs door het Europese Hof voor de
Rechten van de Mens veroordeeld in de zaak van een Afghaanse
asielzoeker die, conform de Dublin-akkoorden, voor de behandeling
van zijn asielaanvraag naar Griekenland werd doorverwezen, omdat
hij eigenlijk ook in Griekenland asiel had kunnen aanvragen.
Mijn vragen zijn de volgende.
Wat zijn de gevolgen van bedoeld arrest voor het Belgische
asielbeleid? Betekent het dat ons land alle aanvragen van
asielzoekers die via Griekenland de Europese Unie zijn
binnengekomen, zelf zal moeten behandelen? Zulks lijkt mij niet
conform het Dublin-akkoord.
Wat is de houding van andere Europese lidstaten tegenover
asielzoekers die via Griekenland de Europese Unie zijn
binnengekomen?
Het lijkt mij bovendien een rare beslissing. Wij weten immers dat
België, bijvoorbeeld via Frontex, heel wat middelen in de opvang van
asielzoekers investeert, teneinde tot een zo goed mogelijke opvang te
komen van asielzoekers die via Griekenland Europa zijn
binnengekomen. Indien blijkt dat wij bedoelde asielzoekers alsnog
zullen moeten opvangen en hun asielaanvraag in België zullen
moeten laten behandelen, vraag ik mij af of België hierdoor geen twee
keer betaalt. Het lijkt mij een zaak die in een Europese context nader
28.01 Nahima Lanjri (CD&V):
Voici peu, notre pays a été
condamné
par
la
Cour
européenne des droits de l'homme
dans le dossier d'un demandeur
d'asile afghan qui, conformément
aux accords de Dublin, avait été
renvoyé vers la Grèce pour le
traitement de sa demande d'asile
parce qu'il aurait aussi pu
demander l'asile dans ce pays.
Quelles seront les conséquences
de cet arrêt pour la politique d'asile
belge? Quelle est la position
d'autres États membres à l'égard
de demandeurs d'asile qui ont
pénétré dans l'Union européenne
via la Grèce?
Cette décision est tout de même
étrange. Ainsi, notre pays investit
déjà dans Frontex et il apparaît
maintenant que nous devons
accueillir les demandeurs d'asile
qui entrent en Europe via la Grèce
et traiter ici leur demande d'asile.
CRIV 53
COM 107
26/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
63
zal moeten worden besproken.
Hoeveel asielzoekers werden de voorbije drie jaar in het raam van de
Dublin-conventie naar Griekenland teruggewezen?
Bovendien zou ik er u opmerkzaam op willen maken dat ik heb
gehoord dat voormeld Europees Hof ook van oordeel is dat het een
uitspraak tegen de behandeling van de beslissingen van de Raad van
Vreemdelingenbetwistingen is. Aangezien ik voormelde component
nog niet heb doorgegeven, kan ik evenwel misschien later mijn vraag
ter zake nog indienen. Ik weet immers niet of u het antwoord erop al
hebt.
En
réalité,
nous
payons
doublement de la sorte.
Combien de demandeurs d'asile
ont été renvoyés en Grèce dans le
cadre de la convention de Dublin,
ces trois dernières années?
La Cour européenne considère
d'ailleurs aussi que l'arrêt en
question s'oppose au traitement
des décisions par le Conseil du
Contentieux des étrangers. Le
ministre en est-il informé?
28.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mevrouw Lanjri, het arrest
bevat twee delen. Het eerste deel in verband met de RVV moet nog
worden bekeken omdat voor de problematiek van de effectiviteit van
de schorsende periode maatregelen moeten worden genomen. Dit
wordt bekeken in samenwerking met de RVV. Als er initiatieven
moeten worden genomen dan zullen wij die nemen. Het andere grote
deel van het arrest heeft natuurlijk betrekking op Griekenland.
De uitspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens
dateert van 21 januari. We moeten de precieze gevolgen van dit
arrest nog bekijken. België zal een groot deel van de dossiers zelf
moeten behandelen. Op 13 oktober 2010 werd in afwachting van de
uitspraak beslist om de transfer voorlopig op te schorten. Wij hadden
een brief gekregen van het Europese Hof. Sinds 25 oktober wordt de
asielaanvraag voor Griekenland door België behandeld, ook degene
waarvoor er reeds een overnameakkoord was. Wij deden het al, maar
nu zijn we ook nog eens verplicht het te doen door het arrest.
Verschillende Europese landen waaronder het VK, Nederland,
Noorwegen en Duitsland zijn ook reeds overgegaan tot opschorting
van de overdrachten aan Griekenland.
U zegt dat België twee keer betaalt. Dat is waar omdat Griekenland
zijn Europese en internationale verplichtingen niet respecteert. Dat is
frustrerend en moeilijk te aanvaarden. Daarom hebben wij op
Europees niveau aan Griekenland gevraagd om de nodige
maatregelen te nemen tijdens het Belgische voorzitterschap.
Griekenland heeft met de Europese Commissie een actieplan
opgesteld om verschillende maatregelen te nemen. Zij hebben zelfs
geld gekregen via de Commissie, maar nu moet dit absoluut worden
uitgevoerd. Wij hebben Griekenland ook gevraagd om een stand van
zaken te geven over het actieplan. Als dat niet vlug gebeurt, zal dit het
systeem in gevaar brengen. Ik heb dit gezegd en herhaald tijdens het
Belgische voorzitterschap.
Andere Europese lidstaten moet de tijd worden gegund om het arrest
van vorige week te onderzoeken en hun standpunt te bepalen. Ook de
resultaten van hun onderzoek dienen te worden afgewacht. Ik heb u al
enkele landen aangehaald die de overdrachten aan Griekenland
hadden geschorst.
In 2010 zijn er 38 personen overgedragen aan Griekenland. Zij
vertrokken allemaal per vliegtuig.
28.02
Melchior
Wathelet,
secrétaire d'État: La première
partie de l'arrêt concerne le CCE
et doit encore être examinée parce
qu'en ce qui concerne le caractère
effectif
de
la
période
de
suspension, des mesures doivent
encore être prises.
La deuxième partie de l'arrêt
concerne la Grèce. La Belgique
devra en effet traiter une grande
partie des dossiers elle-même. Le
13 octobre 2010, dans l'attente de
la décision, il a été décidé de
suspendre
provisoirement
les
transferts. Depuis le 25 octobre, la
demande d'asile pour la Grèce est
examinée
par
la
Belgique,
également celle pour laquelle il
existait déjà un accord de reprise.
Différents pays européens, dont le
Royaume-Uni, les Pays-Bas, la
Norvège et l'Allemagne ont déjà
procédé à la suspension des
transferts vers la Grèce.
Il est frustrant que la Grèce ne
respecte pas ses engagements
européens et internationaux. C'est
la raison pour laquelle sous la
présidence belge, nous avons
demandé à la Grèce de rédiger un
plan d'action et la Grèce a même
reçu des fonds de la Commission
européenne à cet effet. Ce plan
doit aujourd'hui absolument être
exécuté, sinon, tout le système
sera ébranlé.
En 2010, 38 personnes ont été
transférées en Grèce, toutes par
avion.
26/01/2011
CRIV 53
COM 107
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
64
28.03 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, ik dank u voor het antwoord. Het lijkt mij echt wel
noodzakelijk dat dit in Europees verband, want het gaat over een
Europese kwestie, wordt aangekaart en aangepakt. Het kan niet zijn
dat een ander Europees land zijn verplichtingen inzake opvang van
asielzoekers en procedures niet nakomt en dat daardoor andere
lidstaten de gevolgen moeten dragen.
Ik ben uiteraard voor een correcte behandeling van asielzoekers,
maar daarin moet elke lidstaat zijn verantwoordelijkheid nemen. Ik
steun u als u zegt dat daarin nog stappen moeten worden genomen.
28.03 Nahima Lanjri (CD&V): Il
est inadmissible qu'un autre État
membre européen ne respecte
pas ses engagements en matière
d'accueil des demandeurs d'asile
et de procédures et que les autres
pays
membres
doivent
en
supporter les conséquences. Il va
de soi que je suis favorable à un
traitement
correct
des
demandeurs d'asile, mais chaque
État membre doit assumer ses
responsabilités à cet égard.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nr. 2289 van de heer Thiéry is zonder voorwerp geworden, door de samenvoeging.
29 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en
asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de versterking van de
asielinstanties" (nr. 2257)
29 Question de Mme Nahima Lanjri au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et
d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "le renforcement des
instances compétentes en matière d'asile" (n° 2257)
29.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, de Ministerraad van 22 oktober 2010 besliste om
extra personeel aan te werven om de asielinstanties te versterken, om
de opvangcrisis aan te pakken en de dossierachterstand bij het
Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen en de
Raad voor Vreemdelingenbetwistingen weg te werken.
Intussen zijn wij enkele maanden verder. Daarom zou ik graag
vernemen wat momenteel de stand van zaken is. Het kan zijn dat ik
het niet gezien heb, maar ik dacht dat ik geen publicatie van
vacatures heb gezien. Is dat wel gebeurd of was dat niet nodig omdat
men gebruikmaakte van wervingsreserves van vorige vacatures? Hoe
is het personeel aangeworven of is men daar nu mee bezig? Hoe
werden de vacatures bekendgemaakt?
Zijn de aanwervingen intussen al volledig gebeurd? Zo niet, hoeveel
mensen werden al aangeworven? Hoeveel moeten er nog
aangeworven worden en wanneer zal dit voltooid zijn? Het was vooral
de bedoeling om de achterstand bij het Commissariaat-generaal en
de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen weg te werken. In welke
mate heeft men ondertussen die achterstand kunnen wegwerken?
Wat is momenteel de achterstand? Wanneer zou die weggewerkt
zijn?
29.01 Nahima Lanjri (CD&V): Le
Conseil
des
ministres
du
22 octobre 2010 a décidé de
recruter du personnel supplé-
mentaire afin de renforcer les
instances d'asile, de faire face à la
crise de l'accueil et de résorber
l'arriéré
enregistré
au
Commissariat
général
aux
Réfugiés et aux Apatrides et au
Conseil du Contentieux des
étrangers.
Des appels à candidature ont-ils
déjà
été
publiés?
Des
recrutements sont-ils en cours? A-
t-on déjà commencé à résorber
l'arriéré
enregistré
au
Commissariat général et au
Conseil?
29.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer de voorzitter,
voor de aanwerving van de attachés heeft men enerzijds een beroep
gedaan op bestaande wervingsreserves van Selor en anderzijds,
gelet op de ontoereikendheid van deze reserves, nieuwe selecties
moeten doen. Deze vonden plaats na de bekendmaking van het
wervingsbericht via de gebruikelijke kanalen van Selor, namelijk de
berichten van de VDAB en Forem, alsook via de berichten in de pers.
29.02
Melchior
Wathelet,
secrétaire d'État: Les réserves de
recrutement du Selor ont été
sollicitées mais de nouvelles
sélections ont également été
organisées. Les vacances ont été
publiées par le Selor, le VDAB et
CRIV 53
COM 107
26/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
65
Voor de wervingen betreffende de functies van niveaus C en D
hoefden er geen wervingsberichten te worden gepubliceerd. Dit kan
verklaard worden door het feit dat er reeds verschillende
selectiedagen gepland waren op het moment dat de beslissing werd
meegedeeld. Op proactieve wijze werden selectieprocedures
opgestart via Selor.
Van de 57 toegestane wervingen bij de DVZ werden er al 23
gerealiseerd. Van de 41 toegestane wervingen bij het CGVS werden
er 20 gerealiseerd en van de 10 bij de RVV werd er 1 gerealiseerd.
De overblijvende wervingen zullen in de komende weken worden
gerealiseerd. Deze vertragingen zijn niet te wijten aan de
selectieprocedure maar eveneens aan de door de kandidaten
gevraagde termijn alvorens in dienst te treden en dit wegens
verplichtingen waaraan zij elders gehouden zijn.
Bij de DVZ dienst Asiel bedroeg de achterstand op 1 januari 2011 nog
3 208 af te handelen aanvragen. Bij het CGVS bedroeg de werklast
op 1 januari 2011 10 560 dossiers. Dit betekent een achterstand van
6 560 dossiers aangezien er een normale werklast is van 4 000
dossiers. Bij de RVV wachten er 5 160 dossiers.
Er dient te worden opgemerkt dat elke administratie interne
maatregelen heeft genomen met het oog op de versnelde afhandeling
van de achterstand. Deze maatregelen hielden onder meer de
herbenoeming van bepaalde agenten in.
Het is moeilijk te voorspellen hoe lang het zal duren alvorens de
achterstand volledig is weggewerkt. Alles hangt af van de instroom
van de nieuwe asielaanvragen.
Wat het CGVS betreft, een centrale instantie binnen de
asielprocedure, wordt ervan uitgegaan dat met de huidige middelen
en rekening houdend met het huidig aantal nieuwe asielaanvragen de
achterstand in twee jaar kan worden weggewerkt.
le Forem ainsi que par la presse.
Aucune
annonce
n'a
été
nécessaire pour les niveaux C et
D étant donné que plusieurs
journées de sélection étaient déjà
prévues au moment où la décision
a été communiquée.
À ce jour, 23 des 57 postes
vacants ont déjà été pourvus au
sein de l'Office des étrangers ainsi
que 20 des 41 postes vacants au
sein du CGRA et 1 des 10 au sein
du CCE. Les autres recrutements
suivront dans les mois à venir. Le
retard ne doit pas être imputé à la
procédure de sélection, mais au
délai demandé par les candidats
avant leur entrée en fonction.
Le 1
er
janvier 2011, il y avait au
service Asile de l'Office des
étrangers un retard de 3 208
demandes à traiter. À cette même
date, la charge de travail du CGRA
représentait 10 560 dossiers, ce
qui représente un retard de 6 560
dossiers. Au CCE, 5 160 dossiers
sont en attente.
Chaque service a pris des
mesures internes en vue d'une
résorption accélérée de l'arriéré,
notamment en procédant à la
renomination de certains agents.
La résorption de l'arriéré dépend
également
du
nombre
de
nouvelles demandes qui sont
introduites. Le CGRA estime
qu'avec les moyens actuels,
l'arriéré pourra être résorbé en
l'espace de deux ans.
29.03 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank
u voor uw antwoord. Ik hoop dat de achterstand zo snel mogelijk
wordt weggewerkt. Twee jaar is een lange periode, maar ik weet dat
het ook gaat om een achterstand die al jaren wordt meegedragen.
Het is van belang om op die manier tot kortere asielprocedures te
komen, meer opvangplaatsen te krijgen en een aanzuigeffect van
meer asielzoekers te vermijden. Daar zitten wij echt met een
cirkelredenering. Meer asielzoekers leidt uiteraard gemakkelijker tot
een grotere achterstand bij de asielinstanties.
29.03 Nahima Lanjri (CD&V): Un
délai de deux ans me semble long,
mais l'arriéré s'est accumulé
pendant une longue période. Il
convient
d'éviter
un
effet
d'aspiration en écourtant les
procédures d'asile.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
26/01/2011
CRIV 53
COM 107
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
66
30 Vraag van mevrouw Sarah Smeyers aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en
asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de afgewende staking
in asielcentrum De Refuge te Brugge" (nr. 2260)
30 Question de Mme Sarah Smeyers au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et
d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "la grève évitée au centre
pour illégaux 'De Refuge' à Bruges" (n° 2260)
30.01 Sarah Smeyers (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, in het
gesloten centrum De Refuge in Brugge hebben de socialistische
vakbonden met een staking gedreigd. Die staking is echter afgewend.
Ze waren van plan te staken omdat er een aantal ernstige incidenten
was waarbij de veiligheid van het personeel in gevaar kwam.
Graag stel ik ter zake enkele vragen.
Was u vooraf op de hoogte van de wantoestanden die in dit gesloten
centrum heersen? Erkent u dat die problemen vaak te wijten zijn aan
de gebrekkige psychologische begeleiding of opvolging van mensen
aldaar? Weet u hoeveel gesloten centra op dit ogenblik met
gelijkaardige moeilijkheden te kampen hebben? Is er een
engagement afgesloten om maatregelen inzake veiligheid in dit
specifieke centrum beter op te volgen en toe te passen? Zal de oude
piste die Binnenlandse Zaken hanteert, met name het speciaal regime
voor vluchtelingen die zich agressief gedragen of met psychische
problemen kampen, opnieuw worden opgevolgd of ingevoerd? Indien
dit het geval is, welk budget wordt hiervoor voorzien? Hoe gaat dit
concreet in zijn werk? Op welke termijn ziet u de situatie aldaar
verbeteren? Zal er verder overleg met de vakbonden plaatsvinden?
Wat zal daar dan besproken worden? Bent u bereid andere
maatregelen te nemen om de veiligheid van het personeel in
dergelijke terugkeercentra te bevorderen?
30.01 Sarah Smeyers (N-VA):
Les syndicats socialistes ont
menacé de faire la grève dans le
centre fermé de Bruges après une
série d'incidents sérieux menaçant
la sécurité du personnel.
Le secrétaire d'État était-il au
courant des situations inadmis-
sibles au Refuge? Reconnaît-il
que les problèmes sont souvent
dus à un accompagnement ou un
suivi psychologiques déficients de
ces personnes? Combien de
centres fermés sont à ce jour
confrontés à des problèmes
comparables? Les mesures de
sécurité
seront-elles
mieux
appliquées? Le régime spécial
destiné aux personnes agressives
ou
ayant
des
problèmes
psychiques sera-t-il à nouveau
instauré? Dans l'affirmative, quel
budget est-il prévu à cet effet? La
concertation avec les syndicats
sera-t-elle
poursuivie?
Le
secrétaire d'État est-il disposé à
prendre d'autres initiatives pour
améliorer la sécurité?
30.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer de voorzitter,
mevrouw Smeyers, DVZ heeft mij effectief al van bij de aanvang van
mijn functie op de hoogte gesteld dat veelal ex-gedetineerden, maar
ook andere bewoners, soms agressief gedrag vertonen. De
incidenten in de gesloten centra van Brugge zijn een opeenvolging
van ernstig fysiek agressief gedrag van bewoners, dat natuurlijk niet
aanvaardbaar is.
Met de representatieve vakorganisatie werd onder meer afgesproken
dat politie en parket meer gesensibiliseerd moeten worden om
dergelijke gevallen effectief te vervolgen. Ik zal tevens een delegatie
van Brugge ontvangen teneinde mijn bezorgdheid te delen met het
personeel.
Ik tracht ook van mijn kant om de minister van Justitie te overtuigen
om de collectieve brief nummer 84 in zijn geheel te laten toepassen,
dus ook de opname door de penitentiaire instellingen van zwaar
agressieve bewoners, andere administratieve vasthouding met het
oog op repatriëring. Dat laatste wordt momenteel geweigerd. Die piste
wordt nog onderzocht.
30.02
Melchior
Wathelet,
secrétaire d'État: Lorsque j'ai pris
mes
fonctions,
l'Office
des
étrangers m'a informé de la
situation. Des ex-détenus et
d'autres
habitants
présentent
parfois un comportement agressif.
Les
incidents
survenus
aux
centrex ferméx de Bruges sont
une succession de comporte-
ments
graves
d'agressivité
physique chez des habitants. C'est
inacceptable. Il a été convenu
avec les syndicats que la police et
le parquet seront sensibilisés pour
assurer un meilleur suivi de ces
dossiers. Nous examinons avec le
ministre de la Justice la manière
de résoudre le problème.
CRIV 53
COM 107
26/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
67
30.03 Sarah Smeyers (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, het is inderdaad nodig dat de minister van Justitie
zich bereid verklaard. Ik weet wel dat de gevangenissen vol zitten.
U spreekt over ex-gedetineerden, het is natuurlijk afhankelijk van wat
zij mispeuteren in de gesloten instelling. Als zij echt een gevaar
betekenen voor het personeel, is er misschien een tussenoplossing
mogelijk zodat er extra personeel komt of extra opleiding aan dat
personeel wordt gegeven ­ het gaat via DVZ ­ om met die gevallen of
gedragingen om te gaan.
Ik begrijp wel dat die uitgeprocedeerden vaak ook met psychologische
problemen of met angst zitten die zich dan in agressie uit. Het kan
evenwel niet de bedoeling zijn dat het personeel daarvan de dupe is.
Ik hoop dat er toch wel op korte termijn maatregelen genomen
worden. Het is niet de eerste klacht daarover die mij bereikt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.34 uur.
La réunion publique de commission est levée à 17.34 heures.