CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 53 COM 075
CRIV 53 COM 075
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
N
ATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
Mardi
Dinsdag
21-12-2010
21-12-2010
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti Socialiste
MR
Mouvement réformateur
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
sp.a
socialistische partij anders
Ecolo-Groen!
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales ­ Groen!
Open Vld
Open Vlaamse Liberalen en Democraten
VB
Vlaams Belang
cdH
centre démocrate Humaniste
LDD
Lijst Dedecker
PP
Parti Populaire
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 53 0000/000 Document parlementaire de la 53
e
législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 53 0000/000
Parlementair stuk van de 53
e
zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
Version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
Séance plénière
PLEN
Plenum
COM
Réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
Motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige)
MOT
Moties tot besluit van interpellaties (op beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 53
COM 075
21/12/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Questions jointes de
1
Samengevoegde vragen van
1
- M. Bert Wollants à la ministre des PME, des
Indépendants, de l'Agriculture et de la Politique
scientifique sur "la réglementation concernant les
magasins de nuit" (n° 1560)
1
- de heer Bert Wollants aan de minister van
KMO's,
Zelfstandigen,
Landbouw
en
Wetenschapsbeleid over "de reglementering rond
nachtwinkels" (nr. 1560)
1
- Mme Christiane Vienne à la ministre des PME,
des Indépendants, de l'Agriculture et de la
Politique scientifique sur "l'effet pervers de la loi
du 10 novembre 2006 relative aux heures
d'ouverture dans le commerce, l'artisanat et les
services" (n° 1712)
1
- mevrouw Christiane Vienne aan de minister van
KMO's,
Zelfstandigen,
Landbouw
en
Wetenschapsbeleid over "de negatieve gevolgen
van de wet van 10 november 2006 betreffende de
openingsuren
in
handel,
ambacht
en
dienstverlening" (nr. 1712)
1
Orateurs: Bert Wollants, Christiane Vienne,
Sabine Laruelle
, ministre des PME, des
Indépendants, de l'Agriculture et de la
Politique scientifique
Sprekers: Bert Wollants, Christiane Vienne,
Sabine Laruelle
, minister van KMO's,
Zelfstandigen,
Landbouw
en
Wetenschapsbeleid
Question de Mme Zuhal Demir à la ministre des
PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de la
Politique scientifique sur "la pauvreté chez les
indépendants" (n° 1737)
5
Vraag van mevrouw Zuhal Demir aan de minister
van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en
Wetenschapsbeleid over "het armoedeprobleem
bij zelfstandigen" (nr. 1737)
5
Orateurs: Zuhal Demir, Sabine Laruelle,
ministre des PME, des Indépendants, de
l'Agriculture et de la Politique scientifique
Sprekers: Zuhal Demir, Sabine Laruelle,
minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw
en Wetenschapsbeleid
Question de M. Willem-Frederik Schiltz au
ministre du Climat et de l'Énergie sur "le rapport
annuel de l'Agence internationale de l'énergie"
(n° 1289)
8
Vraag van de heer Willem-Frederik Schiltz aan de
minister van Klimaat en Energie over "het
jaarrapport van het Internationaal Energie
Agentschap" (nr. 1289)
8
Orateurs: Willem-Frederik Schiltz, Paul
Magnette
, ministre du Climat et de l'Énergie
Sprekers: Willem-Frederik Schiltz, Paul
Magnette
, minister van Klimaat en Energie
Question de M. David Clarinval au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "le budget des missions
internationales de la Direction générale Énergie"
(n° 1435)
10
Vraag van de heer David Clarinval aan de
minister van Klimaat en Energie over "de
begroting voor de buitenlandse zendingen van de
Algemene Directie Energie" (nr. 1435)
11
Orateurs: David Clarinval, Paul Magnette,
ministre du Climat et de l'Énergie, Peter
Logghe
Sprekers: David Clarinval, Paul Magnette,
minister van Klimaat en Energie, Peter
Logghe
Question de M. Bert Wollants au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "la consommation
d'énergie au Parlement fédéral" (n° 1646)
14
Vraag van de heer Bert Wollants aan de minister
van Klimaat en Energie over "het energiegebruik
in het Federaal parlementsgebouw" (nr. 1646)
14
Orateurs: Bert Wollants, Paul Magnette,
ministre du Climat et de l'Énergie
Sprekers: Bert Wollants, Paul Magnette,
minister van Klimaat en Energie
Questions jointes de
15
Samengevoegde vragen van
15
- M. Peter Logghe au ministre du Climat et de
l'Énergie sur "le plan belge pour les énergies
renouvelables" (n° 1419)
15
- de heer Peter Logghe aan de minister van
Klimaat en Energie over "het Belgisch plan voor
hernieuwbare energie" (nr. 1419)
15
- M. Willem-Frederik Schiltz au ministre du Climat
et de l'Énergie sur "le plan d'action énergies
renouvelables de la Belgique" (n° 1458)
15
- de heer Willem-Frederik Schiltz aan de minister
van Klimaat en Energie over "het Belgisch
actieplan hernieuwbare energie" (nr. 1458)
15
- M. Joseph George au ministre du Climat et de
l'Énergie sur "le plan national adopté en matière
d'énergie renouvelable" (n°s 1713 et 1714)
15
- de heer Joseph George aan de minister van
Klimaat en Energie over "het nationaal actieplan
voor
energie
uit
hernieuwbare
bronnen"
(nrs. 1713 en 1714)
15
- Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "la provenance des
biocarburants dont il est question dans le Plan
d'action
national
en
matière
d'énergies
15
- mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de
minister van Klimaat en Energie over "de
herkomst van de biobrandstoffen vermeld in het
nationaal actieplan hernieuwbare energie" (nr.
15
21/12/2010
CRIV 53
COM 075
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
ii
renouvelables" (n° 1415)
1415)
Orateurs: Peter Logghe, Willem-Frederik
Schiltz, Joseph George, Paul Magnette
,
ministre du Climat et de l'Énergie, Thérèse
Snoy et d'Oppuers
Sprekers: Peter Logghe, Willem-Frederik
Schiltz, Joseph George, Paul Magnette
,
minister van Klimaat en Energie, Thérèse
Snoy et d'Oppuers
Questions jointes de
22
Samengevoegde vragen van
22
- M. Peter Logghe au ministre du Climat et de
l'Énergie sur "le fonds d'assainissement des
citernes à mazout" (n° 1461)
22
- de heer Peter Logghe aan de minister van
Klimaat en Energie over "het saneringsfonds voor
stookolietanks" (nr. 1461)
22
- Mme Liesbeth Van der Auwera au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "la création du fonds
pour les citernes à mazout des particuliers"
(n° 1747)
22
- mevrouw Liesbeth Van der Auwera aan de
minister van Klimaat en Energie over "de
oprichting van het fonds voor particuliere
stookolietanks" (nr. 1747)
22
- M. Bert Wollants au ministre du Climat et de
l'Énergie sur "le fonds pour les citernes à mazout"
(n° 1768)
22
- de heer Bert Wollants aan de minister van
Klimaat en Energie over "het fonds voor
stookolietanks" (nr. 1768)
22
Orateurs: Peter Logghe, Liesbeth Van der
Auwera, Bert Wollants, Paul Magnette
,
ministre du Climat et de l'Énergie
Sprekers: Peter Logghe, Liesbeth Van der
Auwera, Bert Wollants, Paul Magnette
,
minister van Klimaat en Energie
Questions jointes de
27
Samengevoegde vragen van
27
- M. Olivier Deleuze au ministre du Climat et de
l'Énergie sur "la mise en oeuvre de la loi du
9 février 1981 relative aux conditions d'exportation
des matières et équipements nucléaires, ainsi que
des
données
technologiques
nucléaires"
(n° 1571)
27
- de heer Olivier Deleuze aan de minister van
Klimaat en Energie over "de tenuitvoerlegging van
de wet van 9 februari 1981 houdende de
voorwaarden voor export van kernmaterialen en
kernuitrustingen, alsmede van technologische
gegevens" (nr. 1571)
27
- Mme Catherine Fonck au ministre du Climat et
de l'Énergie sur "l'application de la loi du
9 février 1981 relative aux conditions d'exportation
des matières et équipements nucléaires, ainsi que
des
données
technologiques
nucléaires"
(n° 1723)
27
- mevrouw Catherine Fonck aan de minister van
Klimaat en Energie over "de tenuitvoerlegging van
de wet van 9 februari 1981 houdende de
voorwaarden voor export van kernmaterialen en
kernuitrustingen, alsmede van technologische
gegevens" (nr. 1723)
27
- M. Kristof Calvo au ministre du Climat et de
l'Énergie sur "les licences d'exportation régionales
pour les appareils de gammagraphie destinés à
l'Iran" (n° 1727)
27
- de heer Kristof Calvo aan de minister van
Klimaat en Energie
over "de regionale
exportvergunningen
voor
de
gammagrafietoestellen aan Iran" (nr. 1727)
27
- M. Olivier Deleuze au ministre du Climat et de
l'Énergie sur "l'exportation vers l'Iran d'un appareil
de gammagraphie en 2009" (n° 1729)
27
- de heer Olivier Deleuze aan de minister van
Klimaat en Energie over "de uitvoer van een
gammagrafietoestel naar Iran in 2009" (nr. 1729)
27
- M. Peter Logghe au ministre du Climat et de
l'Énergie sur "les exportations d'uranium vers
l'Iran" (n° 1765)
27
- de heer Peter Logghe aan de minister van
Klimaat en Energie over "uraniumuitvoer naar
Iran" (nr. 1765)
27
Orateurs: Olivier Deleuze, président du
groupe Ecolo-Groen!, Kristof Calvo, Peter
Logghe, Paul Magnette
, ministre du Climat et
de l'Énergie
Sprekers: Olivier Deleuze, voorzitter van de
Ecolo-Groen!-fractie, Kristof Calvo, Peter
Logghe, Paul Magnette
, minister van Klimaat
en Energie
Questions jointes de
36
Samengevoegde vragen van
36
- M. Joseph George au ministre du Climat et de
l'Énergie sur "la décision de la Cour
constitutionnelle concernant l'indépendance de la
CREG" (n° 1347)
36
- de heer Joseph George aan de minister van
Klimaat en Energie over "de uitspraak van het
Grondwettelijk Hof met betrekking tot de
onafhankelijkheid van de CREG" (nr. 1347)
36
- Mme Liesbeth Van der Auwera au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "l'arrêt de la Cour
constitutionnelle concernant l'autonomie de la
CREG" (n° 1410)
36
- mevrouw Liesbeth Van der Auwera aan de
minister van Klimaat en Energie over "het arrest
van het Grondwettelijk Hof in verband met de
autonomie van de CREG" (nr. 1410)
36
Orateurs: Joseph George, Liesbeth Van der
Auwera, Paul Magnette
, ministre du Climat et
de l'Énergie
Sprekers: Joseph George, Liesbeth Van der
Auwera, Paul Magnette
, minister van Klimaat
en Energie
Questions jointes de
40
Samengevoegde vragen van
40
CRIV 53
COM 075
21/12/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
iii
- Mme Ann Vanheste au ministre du Climat et de
l'Énergie sur "la stratégie commerciale de
Delta Lloyd" (n° 1668)
40
- mevrouw Ann Vanheste aan de minister van
Klimaat en Energie over "de commerciële
strategie van Delta Lloyd" (nr. 1668)
40
- Mme Karine Lalieux au ministre du Climat et de
l'Énergie sur "les agissements de la banque
Delta Lloyd" (n° 1696)
40
- mevrouw Karine Lalieux aan de minister van
Klimaat en Energie over "de handelwijze van
Delta Lloyd Bank" (nr. 1696)
40
Orateurs: Karine Lalieux, Paul Magnette,
ministre du Climat et de l'Énergie
Sprekers: Karine Lalieux, Paul Magnette,
minister van Klimaat en Energie
Question de M. Theo Francken au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "les méthodes de travail
du fournisseur de gaz Fluxys" (n° 1643)
42
Vraag van de heer Theo Francken aan de
minister van Klimaat en Energie over "de
werkwijze van
de
gasleverancier Fluxys"
(nr. 1643)
42
Orateurs: Theo Francken, Kristof Calvo,
Paul Magnette
, ministre du Climat et de
l'Énergie
Sprekers: Theo Francken, Kristof Calvo,
Paul Magnette
, minister van Klimaat en
Energie
Question de M. Anthony Dufrane au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "l'impact de la cotisation
fédérale sur les tarifs de l'électricité en 2011"
(n° 1728)
45
Vraag van de heer Anthony Dufrane aan de
minister van Klimaat en Energie over "de impact
van de federale energiebijdrage op de
elektriciteitstarieven van 2011" (nr. 1728)
45
Orateurs: Anthony Dufrane, Paul Magnette,
ministre du Climat et de l'Énergie
Sprekers: Anthony Dufrane, Paul Magnette,
minister van Klimaat en Energie
Question de M. Kristof Calvo au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "l'utilisation abusive faite
du logo WWF par le Forum nucléaire" (n° 1734)
46
Vraag van de heer Kristof Calvo aan de minister
van Klimaat en Energie over "het misbruik van het
WWF-logo door het Nucleair Forum" (nr. 1734)
46
Orateurs: Kristof Calvo, Paul Magnette,
ministre du Climat et de l'Énergie
Sprekers: Kristof Calvo, Paul Magnette,
minister van Klimaat en Energie
Question de M. Kristof Calvo au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "les objectifs
contraignants de l'UE en matière d'économie
d'énergie" (n° 1736)
47
Vraag van de heer Kristof Calvo aan de minister
van Klimaat en Energie over "bindende EU-
doelstellingen voor energiebesparing" (nr. 1736)
47
Orateurs: Kristof Calvo, Paul Magnette,
ministre du Climat et de l'Énergie
Sprekers: Kristof Calvo, Paul Magnette,
minister van Klimaat en Energie
Question de M. Kristof Calvo au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "les conséquences du
permis de production accordé à la centrale au
charbon de E.ON" (n° 1740)
49
Vraag van de heer Kristof Calvo aan de minister
van Klimaat en Energie over "de gevolgen van de
productievergunning
voor
de
E.ON-
steenkoolcentrale" (nr. 1740)
49
Orateurs: Kristof Calvo, Paul Magnette,
ministre du Climat et de l'Énergie
Sprekers: Kristof Calvo, Paul Magnette,
minister van Klimaat en Energie
Question de M. Kristof Calvo au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "les coûts croissants de
la dénucléarisation dans la cotisation fédérale"
(n° 1763)
51
Vraag van de heer Kristof Calvo aan de minister
van Klimaat en Energie over "de stijgende kosten
van denuclearisatie in de federale bijdrage"
(nr. 1763)
51
Orateurs: Kristof Calvo, Paul Magnette,
ministre du Climat et de l'Énergie
Sprekers: Kristof Calvo, Paul Magnette,
minister van Klimaat en Energie
CRIV 53
COM 075
21/12/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE L'ÉCONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'ÉDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
du
M
ARDI
21
DÉCEMBRE
2010
Après-midi
______
van
D
INSDAG
21
DECEMBER
2010
Namiddag
______
De vergadering wordt geopend om 13.49 uur en voorgezeten door de heer Willem-Frederik Schiltz.
La séance est ouverte à 13.49 heures et présidée par M. Willem-Frederik Schiltz.
01 Samengevoegde vragen van
- de heer Bert Wollants aan de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid
over "de reglementering rond nachtwinkels" (nr. 1560)
- mevrouw Christiane Vienne aan de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en
Wetenschapsbeleid over "de negatieve gevolgen van de wet van 10 november 2006 betreffende de
openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening" (nr. 1712)
01 Questions jointes de
- M. Bert Wollants à la ministre des PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de la Politique
scientifique sur "la réglementation concernant les magasins de nuit" (n° 1560)<br>- Mme Christiane Vienne à la ministre des PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de la Politique
scientifique sur "l'effet pervers de la loi du 10 novembre 2006 relative aux heures d'ouverture dans le
commerce, l'artisanat et les services" (n° 1712)</b>
01.01 Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren
in handel, ambachten, dienstverlening en dergelijke, voorziet in
beperkingen van de openingsuren van gewone winkels en
nachtwinkels. Gewone winkels mogen niet open zijn voor 5 u 00 of na
20 u 00. Nachtwinkels mogen niet open zijn voor 18 u 00 en na
7 u 00. Het is de bedoeling de positie van de winkels wat meer gelijk
te schakelen en de uitbaters te beschermen tegen overdreven lange
openingsuren. Men zou anders immers permanent open kunnen zijn.
In de praktijk blijkt echter dat er dag-nachtwinkels opduiken. Ik heb
zo'n geval gezien in de stad Lier, maar ook in andere steden ben ik er
al enkele tegengekomen, waar in één gebouw twee toegangsdeuren
worden gemaakt en twee winkelruimtes worden gekoppeld. De
uitbater wisselt dan van winkel, afhankelijk van het uur, om de
verkoop te verrichten. De verhuis van de ene kant naar de andere
kant wordt aangeduid met een mooie wegwijzer zodat de klanten altijd
aan de juiste deur staan.
Is dit wel conform de wetgeving? Of schort er iets aan de wetgeving?
01.01 Bert Wollants (N-VA): La
loi fixe les restrictions en matière
d'heures d'ouverture des maga-
sins classiques et des magasins
de nuit. Cependant, un nouveau
type de commerce, constitué de
deux surfaces commerciales, a fait
son apparition. L'exploitant passe
d'une surface à l'autre en fonction
du régime
horaire qui est
d'application.
Est-ce légal? La législation est-elle
lacunaire? Quelles conditions doi-
vent remplir les exploitants qui
souhaiteraient adopter ce système
pour gérer leur magasin? Combien
de cas de magasins gérés de
cette façon ont été recensés? Les
agents chargés de contrôler les
21/12/2010
CRIV 53
COM 075
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
2
Want dit is natuurlijk een uitholling van de wet.
Is dit toegelaten volgens het huidig wetgevend kader? Aan welke
voorwaarden moeten winkels voldoen om in zo'n systeem te
opereren?
Hebt u weet van het aantal gevallen waar zo wordt gewerkt? Is dit een
courante praktijk? Hebt u dit al vastgesteld bij de controle van de
nachtwinkels?
Tot slot, meent u dat er een initiatief nodig is om in te grijpen tegen
zulke recent opgedoken combinaties, om ervoor te zorgen de geest
van de wetgeving gerespecteerd wordt?
magasins de nuit ont-ils déjà
constaté ce type de gestion? Est-il
nécessaire
de
prendre
une
initiative législative pour y mettre
un terme?
01.02 Christiane Vienne (PS): Madame la ministre, je souhaite
attirer votre attention sur un effet pervers de la loi du
10 novembre 2006 relative aux heures d'ouverture dans le
commerce, l'artisanat et les services. Pour résumer, cette loi oblige
les commerces de détail à fermer leur établissement la nuit et, au
minimum, un jour par semaine. La loi prévoit cependant des
exceptions. Celles-ci concernent notamment les commerces dont la
vente de tabac constitue l'activité principale, c'est-à-dire plus de 50 %
du chiffre d'affaires annuel. Si tel est le cas et s'il effectue de la
publicité uniquement pour la vente de tabac, le commerce n'est alors
plus soumis aux heures de fermeture régulières; il peut donc ouvrir
7 jours sur 7 et 24 heures sur 24.
La conséquence concrète de cette exception sur le terrain est que,
pour pouvoir rester ouverts toute la nuit, certains night shops qui
vendent du tabac, mais aussi un peu de tout et notamment de l'alcool,
se sont tout simplement transformés en débits de tabac. Ainsi, à titre
illustratif, dans ma ville de Mouscron, sur une distance de 400 mètres,
dans une rue située à la frontière française, il y a aujourd'hui plus de
quinze magasins de ce type ouverts 24 heures sur 24.
Il est inutile de vous expliquer les désagréments que cela engendre,
pour les habitants, que d'avoir quinze bars-tabac ouverts jour et nuit,
7 jours sur 7, à côté de leur domicile. Il en va de leurs conditions de
vie, bien sûr, mais aussi de la valeur de leur patrimoine immobilier et
de la fréquentation des autres commerces.
Madame la ministre, comment envisagez-vous de remédier à cet effet
pervers?
01.02 Christiane Vienne (PS):
Overeenkomstig de wet van
10 november 2006 betreffende de
openingsuren in handel, ambacht
en dienstverlening zijn kleinhan-
delaars verplicht 's nachts hun
winkel te sluiten en een wekelijkse
rustdag in acht te nemen, maar er
bestaan een aantal afwijkingen,
onder meer voor tabakswinkels.
Zo zijn er vandaag in mijn thuis-
stad Moeskroen, in een vierhon-
derd meter lange straat nabij de
Franse grens, meer dan vijftien
dergelijke winkels die de klok rond
open zijn. Ik hoef u niet uit te leg-
gen welke overlast dat veroorzaakt
voor de buurtbewoners. Hun
woonkwaliteit, maar ook de waar-
de van hun vastgoed en de
beklanting van de andere winkels
heeft eronder te lijden. Bent u van
plan dat kwalijke effect van de wet
weg te werken?
Voorzitter: Kristof Calvo.
Président: Kristof Calvo.
01.03 Minister Sabine Laruelle: Mijnheer de voorzitter, ik zal twee
antwoorden geven. De vragen gaan immers over twee verschillende
thema's. De heer Wollants had het met name over de nachtwinkels
en Mevrouw Vienne over de problematiek van de openingsuren. Ik zal
echter een link leggen tussen de twee antwoorden.
Mijnheer Wollants, de activiteiten die worden uitgeoefend door een
dag- en een nachtwinkel kunnen dezelfde zijn. Bij de inschrijving in de
Kruispuntbank van Ondernemingen wordt geen onderscheid gemaakt
tussen een dag- en een nachtwinkel. Indien zich in een zelfde gebouw
twee zaken met twee aparte toegangsdeuren en twee aparte
01.03 Sabine Laruelle, ministre:
Les activités d'un magasin de jour
et d'un magasin de nuit peuvent
être identiques. Lors de l'inscrip-
tion à la Banque-Carrefour des
Entreprises, aucune distinction
n'est faite entre les deux types de
magasins. Si, dans un même
immeuble, deux commerces avec
deux portes d'entrée distinctes et
deux surfaces commerciales dis-
CRIV 53
COM 075
21/12/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
3
gescheiden winkelruimtes bevinden, waarbij in beide winkelruimtes de
verplichte sluitingsuren worden gerespecteerd, is deze zaak wettelijk
in orde. De nachtwinkel dient wel te voldoen aan bepaalde
voorwaarden. De nettoverkoopoppervlakte mag namelijk niet meer
dan 150 vierkante meter bedragen. Er mogen geen andere activiteiten
worden uitgeoefend, naast de verkoop van algemene voedingswaren
en huishoudelijke artikelen, en er dient op een duidelijke en
permanente manier te worden gemeld dat het over een nachtwinkel
gaat.
Het referentiecriterium is dat van de vestigingseenheid, zoals
gedefinieerd in artikel 2, 6°, van de wet. Ik citeer: "Een plaats die men
geografisch gezien kan identificeren door een adres en die voor de
consument toegankelijk is, waar activiteiten waarop de wet van
toepassing is, uitgeoefend worden." In dat specifieke geval is het dus
belangrijk dat er twee verschillende adressen zijn.
Ik kom tot uw tweede vraag. Ik ben niet op de hoogte van het aantal
gevallen over het hele land, noch van het feit dat er zich een
verhoging van dat soort activiteiten voordoet. Ik kan u binnen dit korte
tijdsbestek hierop geen antwoord leveren, maar de vraag wordt
voorgelegd aan de Algemene Directie Controle en Bemiddeling bij de
FOD Economie, die hiervoor bevoegd is. U kunt misschien ook een
schriftelijke vraag indienen voor die statistieken. Binnen deze termijn
heb ik echter geen antwoord.
Thans kom ik tot uw laatste vraag. Zonder wijziging van de wet kan
hiertegen niet worden opgetreden.
tinctes respectent les heures
d'ouverture légales, il n'y a aucune
illégalité, à condition qu'il soit
satisfait à certaines conditions en
matière de superficie de vente et
concernant la nature des activités.
Les deux commerces concernés
doivent en outre avoir deux
adresses différentes.
L'auteur de la question s'est
attaché à dépeindre un mode
particulier de contournement de la
législation. Je ne connais pas le
nombre de cas recensés mais je
soumettrai la question à la
direction générale Contrôle et
Médiation du SPF Économie. Une
réponse
écrite
suivra. Sans
modification légale, rien ne pourra
être entrepris pour lutter contre
cette pratique.
Voorzitter: Liesbeth Van der Auwera.
Présidente: Liesbeth Van der Auwera.
Pour en venir à la question de Mme Vienne qui porte sur un autre type
de magasin, je dois rappeler qu'en ce qui concerne les magasins de
nuit ­ même s'il ne s'agit pas spécifiquement de magasins de nuit
mais cela répond en partie à Mme Vienne ­, on a donné la possibilité
aux communes de limiter le nombre d'implantations, les heures
d'ouverture, etc.
Pour compléter la réponse à Mme Vienne, comme vous le rappelez,
la loi du 10 novembre 2006 oblige les commerçants à respecter une
fermeture hebdomadaire et à fermer leur établissement à 20 h 00 ou
21 h 00 le vendredi et ce, jusque 05 h 00 du matin. Un certain nombre
d'exceptions existe: les centres touristiques, les buralistes, les
stations services, les loueurs de dvd ou jeux vidéo, tout ce qui est
activité de service. Rappelez-vous: nous avions connu un problème
qui nous a poussé à modifier la loi pour les centres de fitness qui
étaient considérés comme des commerces et qui devaient fermer à
20 h 00, ce qui était évidemment complètement sot! On a donc
adapté la loi. Autre exemple, les jeux vidéo, vous les louez le soir!
C'est ainsi que la loi exclut les établissements dont l'activité principale
constitue la vente de journaux et de magasines, produits de tabac,
articles fumeurs, cartes téléphoniques et produits de la Loterie
Nationale.
La notion d'activité principale ne se fonde pas uniquement sur le
plafond des 50 % du chiffre d'affaires évoqué dans votre question.
Met betrekking tot nachtwinkels,
hebben de gemeenten de moge-
lijkheid het aantal vestigingen of
de openingsuren te beperken.
De verplichte sluiting waarvan
sprake in de wet van 10 november
2006, is niet van toepassing op de
zaken waarvan de hoofdactiviteit
uit de verkoop van kranten, tijd-
schriften, rookartikelen, telefoon-
kaarten en producten van de
Nationale Loterij bestaat. Het
begrip hoofdactiviteit is niet alleen
op de omzet, maar ook op andere
criteria gebaseerd, zoals reclame
en het ­ beperkt ­ aanbod van
andere producten die niet tot de
hoofdactiviteit behoren.
We hebben met de middenstands-
sectoren en -organisaties onder-
handeld om voor de toeristische
centra, tabakswinkels, benzine-
stations en verhuurders van video-
games uitzonderingen vast te leg-
21/12/2010
CRIV 53
COM 075
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
4
C'est un des critères. L'établissement doit respecter d'autres
conditions pour ne pas être soumis au repos hebdomadaire et aux
heures de fermeture légales. Ainsi, dans l'établissement, il doit être
fait référence à l'activité principale. La publicité relative à
l'établissement doit uniquement concerner l'activité principale et le
choix des autres produits que ceux visés par l'activité principale doit
être limité.
Ces exceptions ont été négociées avec les secteurs et les
organisations des classes moyennes et traduisent un point d'équilibre
entre les exigences sociales pour les travailleurs indépendants et la
liberté de commerce et d'industrie dans un secteur qui pourvoit un
nombre important d'emplois.
La loi sur les heures d'ouverture a donc principalement visé le
caractère social qui a pour but de préserver la vie de famille et les
activités de loisir des indépendants. Ce n'est évidemment pas
l'instrument privilégié pour préserver la sécurité publique et prévenir
d'éventuelles nuisances. À cet effet, les pouvoirs locaux disposent
d'instruments spécifiques.
En ce qui concerne la concentration de magasins échappant à la
législation sur les heures d'ouverture, il n'existe pas de règles en la
matière, sauf bien évidemment lorsque les implantations
commerciales excèdent les 400 m². Autrement dit, pour le cas précis
que vous soulevez, il y aura très certainement lieu d'abord de vérifier
que la loi s'applique entièrement. Il n'y a donc pas uniquement les
50 % d'activité à titre principal.
S'agissant des nuisances sonores, la commune doit pouvoir prendre
des dispositions afin de les limiter.
Il faudrait d'abord voir s'ils respectent bien la législation et s'ils ne
tombent pas sous le coup de la loi sur les magasins de nuit. À cet
effet, la commune a la possibilité d'intervenir.
gen, die een evenwicht bieden tus-
sen de maatschappelijke vereisten
en de vrijheid van handel.
De
plaatselijke
overheden
beschikken over specifieke instru-
menten om de openbare veiligheid
te vrijwaren en mogelijke overlast
te voorkomen.
Er bestaan geen regels om een
concentratie van winkels die niet
onder de wetgeving inzake ope-
ningstijden vallen, te voorkomen.
Wat het door u gemelde geval
betreft, moeten we eerst nagaan
of iedereen de wet correct heeft
toegepast.
De gemeente kan maatregelen
nemen als er sprake is van
geluidsoverlast. Eerst moet nage-
gaan worden of zij de wetgeving
naleven en of zij niet vallen onder
de
regelgeving
inzake
nachtwinkels.
01.04 Christiane Vienne (PS): Madame la ministre, n'est-il pas
possible de faire glisser les bars-tabac dans la même catégorie que
les magasins de nuit? En effet, ces derniers se sont transformés en
bars-tabac. Ce n'est pas plus compliqué que cela.
01.04 Christiane Vienne (PS): Is
het niet mogelijk de tabakswinkels
in dezelfde categorie onder te
brengen als de nachtwinkels?
Deze
laatste
zijn
in
feite
tabakswinkels geworden.
01.05 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, volgens uw
antwoord is deze praktijk toegelaten door de wet, maar ik kan mij niet
van de indruk ontdoen dat de wetgever dit niet voor ogen had toen de
wet werd gemaakt. Hiermee wordt de beperking die wordt ingesteld,
omzeild. Technisch gezien zouden alle nachtwinkels op die manier
ervoor kunnen zorgen dat zij overdag gewoon hun activiteiten
voortzetten. Dat moeten wij goed in het achterhoofd houden.
Ik zal de cijfers inzake controle via een schriftelijke vraag opvragen.
01.05 Bert Wollants (N-VA): La
loi autorise donc cette pratique
mais à mon avis, ce n'était pas la
volonté du législateur car ainsi, la
restriction voulue est contournée.
Je demanderai par écrit les
chiffres y relatifs.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nr. 1600 van de heer Schoofs, die weerhouden
is omwille van zijn aanwezigheid in de commissie voor de Justitie,
02.04 Minister Sabine Laruelle: Welke factoren liggen volgens u aan
de basis van het hogere armoederisico bij zelfstandigen?
02.05 Zuhal Demir (N-VA): Ja, inderdaad.
02.06 Minister Sabine Laruelle: Mevrouw de voorzitter, informatie
over mogelijke voorzieningen in geval van een financieel probleem is
cruciaal voor de zelfstandigen. Op dat vlak ben ik het met u eens. In
02.06 Sabine Laruelle, ministre:
L'information est cruciale et les
caisses d'assurances sociales
21/12/2010
CRIV 53
COM 075
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
6
het
sociaal
statuut
der
zelfstandigen
vormen
de
socialeverzekeringsfondsen voor zelfstandigen de belangrijkste
informatiebron voor de zelfstandigen. Daarom nam ik reeds een reeks
initiatieven met het oog op de voortdurende verbetering van de
informatie voor de zelfstandigen. Vorig jaar werd een belangrijke stap
gezet. Op mijn initiatief werd een charter voor een goede
dienstverlening aan de zelfstandigen opgesteld. Dit charter werd door
alle socialeverzekeringsfondsen onderschreven. In dit charter wordt
heel veel aandacht besteed aan de informatie en de
begeleidingsplicht van de fondsen naar hun zelfstandigen.
Toegespitst op zelfstandigen in moeilijkheden betekent dit een zo
goed mogelijke informatieverlening over alle mogelijke voorzieningen
in geval van betalingsmoeilijkheden. Op het vlak van begeleiding
wordt vooral toegespitst op een degelijke begeleiding bij de aanpak
van deze financiële moeilijkheden.
Aanvullend op dit initiatief zette ik een hervorming van de financiering
van de socialeverzekeringsfondsen op de rails. Een belangrijk
element daarin is een financiering die rekening houdt met de
geleverde kwaliteit van de dienstverlening. Het charter zou dus geen
louter symbolisch engagement mogen zijn. Wij zijn nu in lopende
zaken en dus is de hervorming nog niet in werking getreden. Als u dat
wil, dan zend ik u het charter per mail.
Alvorens heel specifieke maatregelen te nemen voor heel specifieke
doelgroepen dient een heel gedegen onderzoek te gebeuren naar de
oorzaken van bepaalde fenomenen. Er zijn reeds een hele reeks
maatregelen voor bepaalde groepen kwetsbare zelfstandigen
opgezet, zoals een supplement kinderbijslag voor alleenstaanden, het
familieplan voor een betere verzoening van werk en gezinsleven en
het moederschapverlof voor vrouwen, of voor zelfstandigen met
financiële problemen. Er waren crisismaatregelen en de
faillissementsverzekering in het sociaal statuut der zelfstandigen werd
verbeterd.
Momenteel buigt een werkgroep van het Algemeen Beheerscomité
voor het sociaal statuut der zelfstandigen zich over de specifieke
vraag voor hulp aan zelfstandigen in moeilijkheden. Uw vraag kan
zeker aan dit adviesorgaan voor verder onderzoek worden
voorgelegd. We hebben al verschillende maatregelen genomen, maar
dat is zeker nog niet voldoende. Het meest cruciale punt is voor mij
wel de informatie: hoe kunnen we alle zelfstandigen betere informatie
geven? Via de verzekeringskas, dat is zeker, maar de zelfstandige
moet de informatie die hij krijgt ook nog lezen.
pour indépendants constituent le
moyen de communication le plus
important. J'ai pris une série d'ini-
tiatives visant à améliorer la com-
munication pour les indépendants,
telles qu'une charte pour la
fourniture d'un service de qualité
que toutes les caisses d'assu-
rances sociales ont signée et dans
laquelle l'accent a été mis sur
l'information et l'accompagnement.
J'ai également commencé à déve-
lopper un système de financement
qui tient compte de la qualité du
service mais cette réforme n'a pas
pu être mise en oeuvre parce que
le gouvernement est en affaires
courantes.
De nombreuses mesures existent
déjà pour certaines groupes
d'indépendants vulnérables, telles
que les allocations majorées pour
les isolés, le plan familial pour une
meilleure
harmonisation
entre
travail et vie de famille, une
réglementation pour le congé de
maternité et des mesures pour les
indépendants confrontés à des
problèmes financiers. Des mesu-
res de crise ont également été
prises et l'assurance faillite a été
améliorée. Des études supplé-
mentaires seront nécessaires en
vue de prendre d'autres mesures
pour des groupes spécifiques.
Un groupe de travail du Comité
général de gestion pour le statut
social des travailleurs indépen-
dants examine les possibilités
d'accorder
une
aide
aux
travailleurs
indépendants
en
difficultés.
02.07 Zuhal Demir (N-VA): Het charter is, zoals u zelf ook zegt, heel
vrijblijvend. Misschien moet uw opvolger of het Parlement het initiatief
nemen om het charter effectief dwingend te maken en in een wettekst
te gieten.
Mijn tweede vraag betreft specifiek de vrouwen. Ik ben zelfstandige
en vrouw en dat is niet evident. Ik spreek niet alleen voor mezelf,
maar voor veel vrouwen die een zelfstandige activiteit uitoefenen.
Misschien moeten we met een volgende minister toch initiatieven
nemen zodat vrouwen die aan een zelfstandige activiteit beginnen,
daarmee voortdoen als ze een gezin en kinderen hebben, en dan niet
stoppen, wat we momenteel nog te vaak zien bij vrouwelijke
zelfstandigen. Dat is misschien iets voor uw opvolger.
02.07 Zuhal Demir (N-VA): La
charte est très peu contraignante.
Le prochain ministre pourrait la
rendre contraignante et prendre
par ailleurs des mesures pour les
travailleuses indépendantes qui
ont beaucoup de peine à concilier
vies professionnelle et familiale.
CRIV 53
COM 075
21/12/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
7
02.08 Minister Sabine Laruelle: Hebt u mijn familieplan gelezen?
02.08 Sabine Laruelle, ministre:
C'est précisément l'objectif du plan
famille.
02.09 Zuhal Demir (N-VA): Deels.
02.10 Minister Sabine Laruelle: Mijn familieplan is niet een deel. We
kunnen u misschien het familieplan sturen.
02.11 Zuhal Demir (N-VA): Dat familieplan is een goed idee.
02.12 Minister Sabine Laruelle: Sommige maatregelen zijn al in
werking getreden. Het familieplan bevat ook een aantal maatregelen
voor de Gewesten. U spreekt over kinderen en vrouwelijke
zelfstandigen.
02.12 Sabine Laruelle, ministre:
Certaines de ses mesures sont
déjà appliquées, d'autres doivent
être exécutées par les Régions.
02.13 Zuhal Demir (N-VA): Zwangerschapsverlof bijvoorbeeld.
02.14 Minister Sabine Laruelle: Weet u wat nu het
moederschapsverlof is voor vrouwelijke zelfstandigen?
02.14 Sabine Laruelle, ministre:
Mme Demir connaît-elle par exem-
ple la durée du repos de maternité
accordé
aux
travailleuses
indépendantes?
02.15 Zuhal Demir (N-VA): In principe is er geen.
02.15 Zuhal Demir (N-VA): En
principe aucun.
02.16 Minister Sabine Laruelle: Neen, dat is niet waar.
02.17 Zuhal Demir (N-VA): Tenzij men is aangesloten bij...
02.18 Minister Sabine Laruelle: Dat is niet waar, mevrouw. U moet
eerst misschien over de juiste informatie beschikken.
02.18 Sabine Laruelle, ministre:
Ce n'est pas vrai, vous êtes mal
renseignée.
02.19 Zuhal Demir (N-VA): Acht weken, maar dat is niet voldoende.
02.20 Minister Sabine Laruelle: De heer Wollants weet dat dit acht
weken bedraagt. Vroeger waren het slechts zes weken. Wij hebben
met de vrouwelijke middenstandsorganisaties gesproken en de
vrouwelijke zelfstandigen willen niet meer weken moederschapsverlof
omdat zij het toch niet kunnen opnemen. Wat hebben wij gedaan? Wij
zijn gekomen tot acht weken en niet langer zes. Bovendien is er een
echte flexibiliteit in de mogelijkheden voor de vrouwelijke
zelfstandigen om week per week op te nemen. Vroeger namen veel
vrouwelijke zelfstandigen het moederschapsverlof niet op, omdat zij
verplicht waren om die zes weken in een keer op te nemen. Nu zitten
we op acht weken en de vrouwelijke zelfstandigen kunnen week per
week nemen.
De vrouwelijke zelfstandigen beschikken nu ook over 105 kosteloze
dienstencheques. U als zelfstandige weet misschien beter dan ik dat
een vrouwelijke zelfstandige na het moederschapsverlof een beroep
moet kunnen doen op hulp bij haar thuis, omdat zij niet alles zelf kan
doen. De vrouwelijke zelfstandigenorganisaties willen niet meer dan
acht weken moederschapsverlof.
02.20 Sabine Laruelle, ministre:
M. Wollants sait que le congé est
de huit semaines, contre six
auparavant. Il y a aussi une véri-
table flexibilité car les femmes
indépendantes peuvent prendre
leur congé une semaine à la fois.
Les 105 titres-services sont gra-
tuits pour elles également. Les
organisations de femmes indépen-
dantes ne désirent pas plus de huit
semaines de congé de maternité.
21/12/2010
CRIV 53
COM 075
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
8
De voorzitter: Mevrouw de minister, u heeft de collega op een gevoelige plek geraakt.
02.21 Zuhal Demir (N-VA): Ja, omdat ik weet dat heel wat
vrouwelijke zelfstandigen ­ ik kom uit het advocatenmilieu ­ niet eens
een maand thuisblijven. Zij gaan na twee à drie weken terug werken.
02.21 Zuhal Demir (N-VA): Bon
nombre de femmes indépen-
dantes reprennent le travail après
deux à trois semaines.
02.22 Minister Sabine Laruelle: Het moederschapsverlof wordt week
per week betaald. Een vrouwelijke zelfstandige die niet meer dan vier
weken kan nemen, kan die vier weken opnemen en zij zal hiervoor
betaald worden. Vroeger was dit niet het geval.
02.22 Sabine Laruelle, ministre:
Le congé de maternité est payé
sur une base hebdomadaire. Une
femme indépendante qui ne peut
pas prendre plus de quatre
semaines peut prendre ces quatre
semaines et sera rémunérée, ce
qui n'était pas le cas avant.
De voorzitter: Maar het kan beter.
La présidente: Mais on peut faire
mieux encore.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Uw taak zit erop, mevrouw de minister.
03 Vraag van de heer Willem-Frederik Schiltz aan de minister van Klimaat en Energie over "het
jaarrapport van het Internationaal Energie Agentschap" (nr. 1289)
03 Question de M. Willem-Frederik Schiltz au ministre du Climat et de l'Énergie sur "le rapport annuel
de l'Agence internationale de l'énergie" (n° 1289)
03.01 Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, ik heb in deze bijzondere tijden een vraag over
het jaarrapport van het Internationaal Energieagentschap.
Het agentschap heeft zich in zijn jaarlijks rapport gebogen over de
mondiale energie- en broeikasgassentoekomst, voor zover er
uiteraard een toekomst voor broeikasgassen is.
Uit zijn berekeningen blijkt dat het aandeel van alle hernieuwbare
energiebronnen zal verdubbelen van 7 % in 2008 naar 14 % in 2035.
Deze berekeningen zijn gebaseerd op de meest vooruitstrevende
beleidsplannen met betrekking tot hernieuwbare energie. Toch
volstaan zij niet om te voldoen aan de Kopenhagendoelstelling,
waarbij men ernaar streeft de opwarming van de aarde te beperken
tot 2 graden Celsius.
Wetenschappers bestempelen een opwarming van 2 graden als een
kritische drempel, zoals u ongetwijfeld weet. Een sterkere stijging zou
het risico doen toenemen dat de opwarming niet meer omkeerbaar
wordt.
Volgens de chief economist van het IEA is een gebrek aan politieke
wil de grote boosdoener in dit verhaal. U zult in Cancún ongetwijfeld
ook op hetzelfde gebrek aan bereidwilligheid bij de politieke leiders
zijn gebotst. Het prijskaartje om de opwarming van de aarde te
beperken, blijft elk jaar dat er geen akkoord is of waarin we geen
omkering krijgen, stijgen.
03.01 Willem-Frederik Schiltz
(Open Vld): Selon le rapport
annuel de l'Agence internationale
de l'Énergie, la part globale des
sources d'énergie renouvelables
devrait doubler, passant de 7 % en
2008 à 14 % en 2035. Ces
estimations sont basées sur les
programmes politiques les plus
ambitieux, mais même ceux-ci ne
suffiront pas à limiter le réchauffe-
ment planétaire à 2°C, c'est-à-dire
le seuil critique au-delà duquel le
réchauffement est considéré com-
me irréversible. Selon l'AIE, le
principal responsable de cette
situation est le manque de volonté
politique.
Le ministre est-il prêt à aligner
davantage notre politique natio-
nale sur les recommandations de
l'AIE? La politique suivie en
matière de réchauffement climati-
que est-elle essentiellement axée
sur l'atténuation ou sur l'adapta-
tion? Le rapport annuel de l'Agen-
ce internationale de l'Énergie pour-
CRIV 53
COM 075
21/12/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
9
Experts bij het IEA zijn ervan overtuigd dat de technologie bestaat,
maar dat er nood is aan een technologische revolutie en vooral
voldoende politieke wil. Daarnaast pleiten zij ook voor meer acties om
het energieverbruik te laten dalen.
Uit de berekeningen van het agentschap blijkt dat het energieverbruik
tot 2035 jaarlijks met 1,4 % zal toenemen. Dit is al een stuk beter dan
de cijfers van de voorbije jaren. Toen zaten wij nog op 2 %. Toch is
het onvoldoende om de drempel van 2 graden Celsius te halen. Om
die drempel te behouden, zou er slechts een verbruiksgroei van niet
meer dan 0,7 % mogen zijn.
Het Internationaal Energieagentschap is met mij bezorgd dat er te
weinig landen zijn die deze extra inspanningen zullen leveren.
Mijnheer de minister, bent u bereid ons nationaal beleid meer af te
stemmen op de aanbevelingen van het IEA, met name meer geld,
technologische revolutie, energieverbruik enzovoort?
Zo ja, hoe kan daar volgens u werk van gemaakt worden? Als u denkt
dat dit niet nodig of nuttig is, kunt u mij dan uitleggen waarom niet?
Wordt voor het beleid inzake klimaatopwarming vooral gefocust op
mitigatie of op adaptatie? Hoe verklaart u die keuze?
Hoe waardeert u het jaarrapport van het IEA? Kan dat jaarrapport
volgens u een baken zijn voor de toekomstige nationale
beleidsplannen inzake klimaat en energie?
rait-il servir de balise aux futurs
plans énergie-climat échafaudés à
l'échelon national?
03.02 Minister Paul Magnette: Mevrouw de voorzitter, mijnheer
Schiltz, de aanbevelingen zijn in overeenstemming met de nieuwe
Europese energiestrategie 2020, waarover door de Europese
ministers voor Energie, onder mijn voorzitterschap, voor het eerst
werd gedebatteerd op 3 december 2010. Ik ondersteun dan ook de
aanbevelingen van het IEA ter zake. Het is, mijns inziens, nodig dat
onder meer verder werk wordt gemaakt van een versterkt energie-
efficiëntiebeleid. Ik herinner eraan dat energie-efficiëntie een van de
drie prioriteiten was van het Belgische voorzitterschap inzake energie.
Belangrijke aandacht dient te worden besteed aan sectoren waarin
het besparingspotentieel groot is, in het bijzonder gebouwen en
transport. Hierbij dient de overheid een voorbeeldfunctie te vervullen.
Verder dient te worden ingezet op de verdere ontwikkeling van
hernieuwbare energie. In dat raam wens ik te melden dat op
3 december tussen tien landen een memorandum of understanding
werd
ondertekend
dat
de
verdere
uitbouw
van
een
offshorewindmolennetwerk in de Noordzee mogelijk maakt.
Het klimaatbeleid, op welk niveau dan ook, internationaal, Europees,
Belgisch of gewestelijk, moet noodzakelijkerwijs beide aspecten
tegelijkertijd aanpakken. Het is evident dat zeer ambitieuze
mitigatiemaatregelen een prioritaire vereiste zijn om binnen de
doelstelling van een maximale mondiale temperatuurstijging van
2 graden te blijven, zoals opgenomen in het akkoord van
Kopenhagen.
Tegelijkertijd weten wij dat de verzamelde reductie-inspanningen van
03.02 Paul Magnette, ministre:
Les recommandations formulées
dans ce rapport sont en conformité
avec la nouvelle stratégie énergé-
tique européenne à l'horizon 2020.
Il est impératif de poursuivre l'éla-
boration d'une politique d'efficacité
énergétique accordant une atten-
tion spéciale aux bâtiments et au
transport. Les pouvoirs publics
doivent remplir à cet égard une
fonction d'exemple. En outre, il est
indispensable de continuer à
investir dans un développement
poussé des énergies renouve-
lables. Le 3 décembre dernier, dix
pays ont signé un memorandum of
understanding qui nous permettra
de poursuivre la construction d'un
réseau éolien offshore.
La politique climatique se doit
d'embrasser les deux aspects,
l'atténuation et l'adaptation. Il va
de soi que l'adoption de mesures
d'atténuation ambitieuses consti-
tue une exigence prioritaire si nous
voulons rester sur les rails qui
21/12/2010
CRIV 53
COM 075
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
10
de landen in dat akkoord op dit ogenblik onvoldoende zijn om de
doelstelling te halen. Zelfs als de doestelling van 2 graden tijdig
gehaald wordt, blijven klimaatveranderingen onvermijdelijk. Die
veranderingen zijn overigens ook nu al tastbaar. Een adaptatiebeleid
is met andere woorden onvermijdelijk. Naast de initiatieven die ik in
mijn antwoord op uw eerste vraag vernoemd heb, heb ik een reeks
van activiteiten ondernomen in het licht van het Belgische
voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie.
Eerder dit jaar organiseerde ik meerdere ontmoetingen met de landen
die, zoals India, een doorslaggevende rol aan het spelen zijn in de
internationale klimaatonderhandelingen.
WEO 2010 is een belangrijk referentiedocument inzake datavergaring
en analyse, alsook inzake prospectieve inzichten. De gegevens
worden gebruikt voor de uitwerking van nationale beleidsplannen,
onder meer voor de prospectieve studie inzake energie en
klimaatbeleid.
De nationale adaptatiestrategie werd op 7 december aangenomen
door de Nationale Klimaatcommissie en zal weldra gepubliceerd
worden, onder meer op de website www.klimaat.be. De nationale
adaptatiestrategie bestaat ruwweg uit drie onderdelen: een
inventarisatie
van
de
sectoren
die
effecten
van
de
klimaatveranderingen ondervinden, een inventarisatie van de
inspanningen die nu al gedaan worden, en een voorstel tot principes
en uitgangspunten voor de opstelling van een nationaal adaptatieplan
dat in 2012 afgerond moet zijn.
nous conduiront à notre objectif
d'une augmentation maximale de
température de deux degrés.
Les
efforts
additionnés
de
réduction des émissions fournis
par les pays signataires de cet
accord ne seront pas suffisants
pour atteindre cet objectif mais
même si cet objectif est atteint à
temps, certaines mutations climati-
ques seront inéluctables. Nous ne
pouvons donc faire l'économie
d'une politique d'adaptation. De
plus, j'ai entrepris une série
d'activités dans le cadre de la
présidence belge de l'UE. C'est
ainsi que j'ai déjà organisé
plusieurs rencontres avec les pays
qui jouent un rôle déterminant
dans le cadre des négociations
internationales consacrées au
climat.
WEO 2010 est un document de
référence important dans les
domaines de la collecte d'informa-
tions, de l'analyse et des études
prospectives. Les données qui en
résultent sont utilisées aux fins de
l'élaboration de plans politiques à
l'échelon national.
La stratégie d'adaptation nationale
a été adoptée le 7 décembre par
la Commission nationale Climat et
elle sera publiée prochainement,
entre
autres
sur
le
site
www.climat.be. Cette stratégie se
compose de trois volets: un inven-
taire des secteurs qui subissent
l'influence des mutations climati-
ques, un inventaire des efforts qui
sont déjà fournis actuellement et
une proposition de principes et de
fondements pour un plan national
d'adaptation qui devra être finalisé
en 2012.
03.03 Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Mijnheer de minister, wij
zullen met veel genoegen uitkijken naar de website en 2012
afwachten.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de M. David Clarinval au ministre du Climat et de l'Énergie sur "le budget des missions
internationales de la Direction générale Énergie" (n° 1435)
CRIV 53
COM 075
21/12/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
11
04 Vraag van de heer David Clarinval aan de minister van Klimaat en Energie over "de begroting voor
de buitenlandse zendingen van de Algemene Directie Energie" (nr. 1435)
04.01 David Clarinval (MR): Madame la présidente, monsieur le
ministre, la Direction générale de l'Énergie dispose d'un budget
annuel de 125 000 euros dédié aux missions internationales de ses
agents. Pour l'année 2010, il semblerait qu'apparaissent des
dépassements budgétaires.
En cause, entre autres, des voyages onéreux effectués par la
fonctionnaire dirigeante de cette administration et d'une proche
conseillère. Malgré le dépassement budgétaire, nous apprenons que,
les 8 et 9 novembre 2010, ces deux dames sont parties en Corée du
Sud. sur l'île de Jeju, afin de prendre part à un colloque international
consacré aux Smart Grids. La Commission européenne, en pointe
dans ce dossier, s'est pourtant abstenue d'y participer. Le coût de
cette mission serait estimé à environ 10 000 euros.
Il semble, en outre, que de nouvelles dépenses semblables soient
programmées pour le mois de décembre 2010, pour une mission de
trois jours à Ryad. Ce qui viendrait à d'autant plus accentuer le
dépassement budgétaire en cours.
Monsieur le ministre, pouvez-vous nous indiquer quelles ont été les
différentes missions, avec leur durée et leur coût, effectuées par cette
fonctionnaire dirigeante et sa conseillère au cours de l'année 2010?
Le voyage de deux jours en Corée du Sud et de trois jours en Arabie
Saoudite ont-ils fait l'objet de votre autorisation ministérielle?
Quel est le montant du dépassement budgétaire lié à ces missions?
En ces temps de rigueur budgétaire et de crise, un recentrage sur des
missions essentielles n'apparaît-il pas souhaitable?
04.01 David Clarinval (MR): De
Algemene Directie Energie be-
schikt over een budget van
125 000 euro per jaar voor de
internationale zendingen van haar
ambtenaren. Naar verluidt zou de
begroting voor 2010 overschreden
zijn. Dat zou onder andere te
wijten zijn aan dure reizen van de
leidinggevende ambtenaar en een
van haar naaste adviseurs. Op 8
en 9 november zouden beide
dames naar Zuid-Korea vertrok-
ken zijn om een internationaal
colloquium bij te wonen. In decem-
ber zouden er nog extra uitgaven
geboekt zijn voor een zending in
Riyad.
Welke zendingen, met vermelding
van de duur en de kosten, voerden
beide dames in 2010 uit? Had u
toestemming gegeven voor de
reizen naar Zuid-Korea en Saudi-
Arabië? Met welk bedrag werd de
begroting voor de internationale
zendingen overschreden? Is het in
deze tijden van crisis niet wenselijk
om zich te bepalen tot de
kernopdrachten?
04.02 Paul Magnette, ministre: Madame la présidente, monsieur
Clarinval, je vous remercie pour cette question, car elle permet de
mettre en lumière le caractère toujours plus international de notre
politique énergétique.
Vous le savez, la Belgique n'est pas un pays producteur, au sens
classique du terme, et l'énergie devient de plus en plus un enjeu
géostratégique global. C'est pourquoi la Belgique est et sera toujours
plus amenée à négocier sa politique énergétique sur la scène
européenne et internationale, ce qui justifie un certain nombre
d'interventions à l'étranger, notamment les missions auxquelles vous
faites référence.
Je vous donnerai des réponses précises sur ces missions afin que
vous ayez tous vos apaisements et que vous passiez de bonnes fêtes
et de bonnes vacances.
Pour ce qui concerne la mission en Corée du Sud, le secrétaire d'État
américain à l'Énergie, M. Steven Chu, a organisé dans le cadre du
G20 une réunion des ministres de l'Énergie à Washington en juillet
dernier. La Belgique y était invitée puisque responsable de la
présidence de l'Union européenne.
04.02 Minister Paul Magnette:
België zal almaar vaker op
Europees en internationaal niveau
energieakkoorden moeten sluiten,
en daarvoor zijn een aantal
zendingen in het buitenland
onontbeerlijk.
Wat de zending in Zuid-Korea
betreft, had de Amerikaanse
minister voor Energie in het kader
van de G20 een bijeenkomst van
de energieministers in Washington
georganiseerd. België was daar-
voor uitgenodigd. Tijdens die ver-
gadering werden er vijf initiatieven
voor internationale samenwerking
genomen, waaronder een waar-
voor België belangstelling toonde.
Een eerste interministeriële bijeen-
komst met betrekking tot dat
initiatief op het niveau van de
algemene directies zou in Zuid-
21/12/2010
CRIV 53
COM 075
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
12
Au cours de cette réunion, cinq initiatives de coopération
internationale ont vu le jour, dont l'une appelée International Smart
Redaction Network
, pour laquelle la Belgique a montré son intérêt.
Une première réunion interministérielle de cette initiative au niveau
des directions générales était, en effet, programmée en Corée du Sud
en marge du sommet du G20 en novembre.
La Belgique a été invitée au lancement de cette initiative mondiale,
l'objectif étant de fixer les principes de gouvernance et financiers de
ce projet. Nous avons acquis la participation au steering committee
chargé de la rédaction du statut de cette organisation ainsi qu'à deux
groupes de travail chargés de la rédaction d'un inventaire des actions
entreprises dans le monde en matière de smart grid et de l'élaboration
d'un manuel sur le fonctionnement des smart grids pour les décideurs
politiques. Je considère donc le fait que la Belgique participe à une
réunion au niveau du G20 comme un acquis pour notre présidence
belge. C'est d'ailleurs la seule réunion du G20 à laquelle la Belgique
participera.
Il est exact que la Commission européenne a été empêchée au
dernier moment et qu'elle n'a pas participé à cette réunion mais elle
comptait le faire et elle a demandé à la Belgique de parler en son
nom, ce que nous avons fait.
Pour ce qui concerne la mission en Arabie Saoudite, un
high level steering group de l'International Energy Forum s'est tenu en
Arabie Saoudite la semaine passée, à l'invitation du prince
Abdulaziz Bin Salman qui est aussi Assistant minister for petroleum.
L'objectif de cette réunion était de préparer la réunion ministérielle de
cette organisation qui est prévue à Riyad en février prochain.
La Belgique, étant membre de cette organisation depuis de très
nombreuses années, a souhaité participer à cette réunion car
l'International Energy Forum est en pleine mutation. À l'origine, cette
institution avait pour objectif d'établir un dialogue informel entre les
consommateurs et les producteurs de pétrole. Cependant, sur
l'initiative de l'Arabie Saoudite, la structure devrait devenir une
organisation internationale à part entière avec signature d'un nouveau
traité international. La réunion de haut niveau du steering group avait
pour objectif de négocier les statuts de cette nouvelle organisation
dont la Belgique est membre.
Je tiens particulièrement à cette institution internationale car elle est la
seule à avoir choisi comme thème prioritaire la question de
l'accessibilité énergétique et de la pauvreté énergétique qui, vous le
savez, était aussi un thème prioritaire de la présidence belge.
Quant aux mécanismes d'approbation des missions, les missions
sont régies par une circulaire interne du SPF Économie datée du
15 octobre 2007 qui s'applique bien entendu à l'ensemble des agents
de ce SPF. En ce qui concerne les directeurs généraux, ceux-ci
doivent soumettre, avant de partir, une proposition de mission dûment
justifiée en termes de contenu mais également en termes de budget à
l'approbation préalable du président du comité de direction du SPF. Si
cette mission se déroule en dehors de l'Union européenne, l'accord
du ministre est également sollicité. Les frais de mission font partie
intégrante des frais de fonctionnement de la DG Énergie. Chaque
rubrique de l'allocation budgétaire dédiée aux frais de fonctionnement
Korea plaatsvinden in de marge
van de G20-top in november.
België werd uitgenodigd voor de
lancering van dat mondiale ini-
tiatief. Het feit dat België deel-
neemt aan een vergadering op het
niveau van de G20 is een belang-
rijke verwezenlijking voor ons Bel-
gische EU-voorzitterschap. De
Europese Commissie was welis-
waar verhinderd en nam geen deel
aan die bijeenkomst, maar ze was
dat wel van plan en had België
verzocht om in haar naam te
spreken.
De zending in Saudi-Arabië paste
in het kader van de high level
steering group
van het Interna-
tional Energy Forum (IEF), die
daar vorige week vergaderde om
de ministeriële bijeenkomst van
het IEF die in februari 2011 in
Riyad zal plaatsvinden, voor te be-
reiden. Ons land, dat al jarenlang
lid is van het IEF, wilde die bijeen-
komst bijwonen omdat het IEF
voor grote veranderingen staat.
De zendingen worden geregeld bij
de interne omzendbrief van de
FOD Economie van 15 oktober
2007, die van toepassing is op alle
ambtenaren van de FOD. De
directeurs-generaal moeten voor
het vertrek een voorstel voor de
zending ter goedkeuring voorleg-
gen aan de voorzitter van het
directiecomité van de FOD. Daarin
moeten zowel de inhoud als de
kosten van de zending omstandig
worden gestaafd. Voor zendingen
buiten de Europese Unie wordt
tevens de toestemming van de
minister gevraagd. De kosten voor
de zending komen volledig ten
laste van de werkingskosten van
de Algemene Directie Energie.
De begroting voor de zendingen
van 2010 werd vastgesteld op
basis van de begroting van de
vorige jaren. De provisionele vast-
legging werd op 102 000 euro ge-
raamd (eventuele zendingen in het
kader van het Belgisch voorzitter-
schap niet inbegrepen), maar
CRIV 53
COM 075
21/12/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
13
a fait l'objet d'engagements provisionnels.
Celui qui est consacré aux missions 2010 a été fixé en fonction du
budget dépensé pour les missions les années précédentes.
Lors de l'élaboration de la fiche budgétaire 2010, l'engagement
provisionnel compte tenu des restrictions budgétaires n'a pas été
évalué à la hausse. Il a été estimé à 102 000 euros hors missions qui
pourraient avoir lieu en conséquence de la présidence belge, celles-ci
pouvant difficilement être prévues par définition.
Cet engagement s'avérant insuffisant, l'engagement provisionnel a
été augmenté. Cette réallocation a été faite au sein de l'allocation
budgétaire dédiée aux frais de fonctionnement de la Direction
générale de l'Énergie sans dépassement du budget de
fonctionnement.
Pour que vous ayez vraiment le sentiment d'une totale transparence,
j'ai pour vous un petit tableau très complet avec l'ensemble des
missions qui ont été accomplies, le nombre de missions par
destination, le nombre de personnes qui y ont pris part et le coût de la
mission, au centime près.
bleek onvoldoende en werd binnen
de budgettaire allocatie voor de
werkingskosten van de Algemene
Directie Energie verhoogd. Daarbij
werd het werkingsbudget niet
overschreden.
Ik heb hier een tabel met alle
zendingen.
04.03 David Clarinval (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour cette réponse complète et précise. J'attends le tableau avec
impatience.
Je ne conteste bien évidemment pas le caractère international et
l'utilité d'avoir une politique internationale en cette matière. Ce que je
trouve anormal, c'est le dépassement budgétaire qui semble être
récurrent dans le chef de certains. En cette période de difficultés
budgétaires, où tous les secteurs sont mis à contribution, il faudrait
que les hauts fonctionnaires montrent l'exemple et fassent peut-être
le choix de missions plus importantes que d'autres afin de ne pas
dépasser les prévisions budgétaires qui leurs sont affectées.
04.03 David Clarinval (MR): Ik
vind het niet normaal dat som-
migen herhaaldelijk hun budget
overschrijden. Hoge ambtenaren
zouden in deze moeilijke budget-
taire periode het voorbeeld moeten
geven.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Nu zijn we aan de samengevoegde vragen van de heren Logghe (nr. 1419), Schiltz
(nr. 1458) en George (nrs. 1713 en 1714) over het Belgisch plan voor hernieuwbare energie.
04.04 Peter Logghe (VB): Mijnheer de minister, niet alleen op
communautair vlak gaat het niet snel vooruit, ook het Belgisch plan
voor hernieuwbare energie dat eigenlijk al zes maanden geleden had
moeten ingediend zijn bij de Europese Commissie, kende dus een
ernstig...
De voorzitter: Collega, men komt mij net zeggen dat minister
Magnette in de plenaire vergadering wordt gevraagd voor minstens
een half uur.
La présidente: La présence du
ministre Magnette est requise en
séance plénière pendant une
petite demi-heure.
04.05 Peter Logghe (VB): Maar enfin!
De voorzitter: Het is al ongebruikelijk om commissievergaderingen te
houden tijdens een plenaire vergadering, maar de plenaire
vergadering gaat voor. Dat is het risico.
La présidente: C'est le genre de
désagréments auxquels on peut
s'attendre lorsqu'on organise des
21/12/2010
CRIV 53
COM 075
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
14
réunions de commission pendant
le déroulement de la séance
plénière, celle-ci ayant toujours la
priorité.
La réunion publique de commission est suspendue de 14.29 heures à 15.02 heures.
De openbare commissievergadering wordt geschorst van 14.29 uur tot 15.02 uur.
05 Vraag van de heer Bert Wollants aan de minister van Klimaat en Energie over "het energiegebruik
in het Federaal parlementsgebouw" (nr. 1646)
05 Question de M. Bert Wollants au ministre du Climat et de l'Énergie sur "la consommation d'énergie
au Parlement fédéral" (n° 1646)
05.01 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, inzake energiebesparing heeft de overheid een
voorbeeldfunctie.
Ook in het Federaal Plan inzake Duurzame Ontwikkeling en het
voorontwerp van het Federaal Plan Duurzame Ontwikkeling 2009-
2012 komt dat naar voren. Energie-efficiëntie en energieprestaties
van gebouwen zijn daarin belangrijke componenten.
Fedesco werkt op die vlakken voor de federale overheidsgebouwen,
met als doelstelling het verminderen van het energieverbruik en de
CO
2
-uitstoot en de toepassing van hernieuwbare energie, de
zogenaamde trias energetica.
Wij zitten in het federaal parlementsgebouw. Als ik door de gangen
wandel, lijkt het mij dat er werk is op die verschillende vlakken. Ook
op het vlak van de voorbeeldfunctie, lijkt er mij een probleem te zijn.
Mijnheer de minister, is er in dit gebouw ooit een audit geweest van
Fedesco? Zijn er daarvan resultaten? Werden die resultaten omgezet
in concrete investeringen? Als dat nog niet het geval is, zijn er
beslissingen genomen om dat te doen en het gebouw aan te passen
en zodoende te zorgen voor een verantwoord energiegebruik?
Wanneer zijn die werken gepland?
Tot slot, hebt u zicht op het jaarlijks energiegebruik van dit gebouw?
05.01 Bert Wollants (N-VA): Les
pouvoirs publics doivent être des
modèles en matière d'économies
d'énergie. Fedesco tente de ré-
duire la consommation d'énergie
et les émissions de CO
2
et d'uti-
liser les énergies renouvelables
dans
les
bâtiments
publics
fédéraux.
Le bâtiment du Parlement a-t-il
déjà été examiné par Fedesco?
Quels sont les résultats de cette
étude et ont-ils débouché sur des
investissements concrets? Les
responsables ont-ils pris des
décisions visant à une utilisation
responsable de l'énergie? Le
ministre a-t-il connaissance de la
consommation d'énergie annuelle?
05.02 Minister Paul Magnette: Mevrouw de voorzitter, collega's,
volgens de informatie waarover ik beschik, hebben de Kamer en de
Senaat eigen initiatieven genomen om hun verbruik te verminderen,
zoals de verwezenlijking van een haalbaarheidsstudie voor installaties
van warmtekrachtkoppeling.
Deze vergaderingen beschikken overigens over technische ploegen
die belast zijn met het energiebeheer. Krachtens de onafhankelijkheid
van deze vergaderingen, raad ik u aan u rechtstreeks te wenden tot
hun diensten om hun verbruiksbalans te kennen en de initiatieven die
werden genomen inzake vermindering van het energieverbruik.
Fedesco werd niet belast met een audit van dit parlementsgebouw,
noch
met
de
studie
voor
de
haalbaarheid
van
een
warmtekrachtkoppelingseenheid.
Er werden daarentegen intussen samenwerkingsvormen met de
Senaat ontwikkeld die zich op de openbare vennootschap van
05.02 Paul Magnette, ministre:
La Chambre et le Sénat ont pris
des initiatives visant à réduire
l'utilisation d'énergie. Ainsi, ces
institutions ont fait réaliser une
étude de faisabilité portant sur des
installations de cogénération. Elles
disposent d'équipes techniques
chargées de la gestion de l'éner-
gie. Il s'indique de se renseigner à
ce sujet directement auprès de
ces assemblées étant donné le
principe d'indépendance de ces
dernières. Fedesco n'a pas été
chargé de la réalisation d'un audit
de ce bâtiment ni d'une étude de
faisabilité pour une unité de
cogénération.
CRIV 53
COM 075
21/12/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
15
energiedienst beroept, gelet op haar bewezen deskundigheid.
Fedesco werd bijvoorbeeld recent aangesproken voor het plaatsen
van zoncontrolefilms op de ruiten van de ontvangsthal. De
samenwerking met de Senaat heeft de roeping voortgezet te worden
op precieze technische punten, zoals de verwezenlijking van een
airconditioningcontrolestudie, een ventilatiestudie of de installatie van
de warmtekrachtkoppelingseenheid. De vergaderingen bepalen zelf
de planning van hun prioriteiten.
Fedesco a récemment été con-
tacté par le Sénat à propos du
placement de films solaires sur les
vitres du hall d'entrée, d'une étude
sur le conditionnement d'air et la
ventilation et de l'installation d'une
unité de cogénération. Il est ce-
pendant évident que Chambre et
Sénat fixent eux-mêmes priorités
et calendrier.
05.03 Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de minister, het lijkt erop dat
er nog wat werk is alvorens er effectief resultaten kunnen worden
geboekt.
Ik veronderstel dat wij deze materie met zijn allen verder opvolgen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Samengevoegde vragen van
- de heer Peter Logghe aan de minister van Klimaat en Energie over "het Belgisch plan voor
hernieuwbare energie" (nr. 1419)
- de heer Willem-Frederik Schiltz aan de minister van Klimaat en Energie over "het Belgisch actieplan
hernieuwbare energie" (nr. 1458)
- de heer Joseph George aan de minister van Klimaat en Energie over "het nationaal actieplan voor
energie uit hernieuwbare bronnen" (nrs. 1713 en 1714)
- mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de minister van Klimaat en Energie over "de herkomst van
de biobrandstoffen vermeld in het nationaal actieplan hernieuwbare energie" (nr. 1415)
06 Questions jointes de
- M. Peter Logghe au ministre du Climat et de l'Énergie sur "le plan belge pour les énergies
renouvelables" (n° 1419)
- M. Willem-Frederik Schiltz au ministre du Climat et de l'Énergie sur "le plan d'action énergies
renouvelables de la Belgique" (n° 1458)
- M. Joseph George au ministre du Climat et de l'Énergie sur "le plan national adopté en matière
d'énergie renouvelable" (n°
s
1713 et 1714)
- Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers au ministre du Climat et de l'Énergie sur "la provenance des
biocarburants dont il est question dans le Plan d'action national en matière d'énergies renouvelables"
(n° 1415)
06.01 Peter Logghe (VB): Mijnheer de minister, ik zal de
opmerkingen over communautaire onderhandelingen die maar niet
willen vlotten, niet herhalen. Het feit is dat het Belgisch plan voor
hernieuwbare energie eigenlijk zes maanden geleden al bij de
Europese Commissie moest zijn ingediend. Pas nu, helemaal aan het
einde van het Belgisch voorzitterschap, werd het ingediend. Als we de
pers mogen geloven zou het heel weinig nieuwe maatregelen
bevatten. Blijkbaar zou het alleen bestaan uit een opsomming van
reeds voorheen bekende maatregelen. Daarbij rijst natuurlijk de vraag
waar de visie van de Belgische regering op hernieuwbare energie
blijft. Is er überhaupt sprake van een visie?
Ik zou u enkele concrete vragen willen voorleggen. Het is bijzonder
jammer dat het plan nu pas werd ingediend. Wat zijn de verklaringen
hiervoor? Welke indruk maakt men als voorzitter van de Europese
Unie wanneer men het plan waarvoor men andere landen oplegt om
het binnen een bepaalde termijn in te dienen, zelf niet binnen de
06.01 Peter Logghe (VB): Le
plan pour les énergies renouve-
lables a été introduit auprès de la
Commission européenne avec un
retard de six mois et ne con-
tiendrait que peu de mesures nou-
velles. Ce dépôt tardif n'est pas
une bonne chose pour notre
réputation dans le cadre de la
présidence européenne.
Pourquoi le plan a-t-il été introduit
aussi tardivement? Quelles mesu-
res nouvelles contient-il? Quelle
est la vision politique du gouver-
nement belge? Est-il exact que
l'accent est particulièrement mis
21/12/2010
CRIV 53
COM 075
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
16
gestelde termijnen inlevert?
Welke nieuwe maatregelen bevat het plan? Welke duidelijke
toekomstvisie wordt hierin meegedeeld? Kunnen wij een kopie krijgen
van dit Belgisch plan?
Wordt niet bijna alle hernieuwbare energie in uw plan uit biobrandstof
gehaald? Hoe is dat te verzoenen met het steeds sterker wordende
verzet tegen biobrandstoffen wegens niet veilig en niet zuiver
genoeg?
Hoe moet het verder? Op welke manier wordt het plan verder
uitgewerkt? Lopen wij niet het gevaar om op Europees vlak hopeloos
achterop te hinken? We zijn trouwens al goed bezig. Lopen wij niet
het gevaar om achter te blijven op het vlak van uitwerking en
implementatie?
sur les biocarburants? Qu'en est-il
de la mise en oeuvre du plan?
N'accusons-nous pas un retard
énorme sur les autres États
membres? Est-il possible d'obtenir
une copie du plan?
06.02 Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Mijnheer de minister, ik
sluit mij deels aan bij de vaststellingen van de heer Logghe, onder
andere dat het Belgisch actieplan voor hernieuwbare energie vooral
gericht is op biobrandstoffen en elektrische voertuigen. Opvallend
daarbij is dat de inschatting van het toekomstig energieverbruik geen
rekening houdt met besparingen. Zoals u daarnet op mijn vorige
vraag antwoordde, vormen energie-efficiëntie en energiebesparing
net het segment in de trias energetica waarin er nog enorm veel te
realiseren is, zonder te botsen op enorme structurele euvels.
Die opsomming van bestaande beleidsmaatregelen, waartoe het plan
zich zou beperken, hoeven wij niet alleen in de pers te vernemen,
mijnheer Logghe. Als men het actieplan leest ­ wat ik heb gedaan ­
stelt men inderdaad vast dat er niets nieuws onder de zon is, zelfs
geen zonnepanelen.
Het beleidsplan is ­ zo stel ik van bovenaf vast ­ alleszins geen
figment of your imagination, maar is intelligent bedacht en bouwt voort
op wat er is. Het komt zo uit de koker van een administratie, van uzelf
of van uw briljante medewerkers. Het valt op hoe weinig consultatie
van het middenveld er is gebeurd.
Ik grijp nogmaals terug naar de energiebesparing. Wij hebben het nu
toch over het nationale actieplan hernieuwbare energie, dat door de
brede maatschappij moet worden gedragen. Ik denk dat zo'n plan aan
efficiëntie kan winnen, als er een sterke dialoog is met de betrokken
organisaties, zoals bouworganisaties, transportorganisaties en
milieubewegingen.
Mijnheer de minister, waarom wordt ervoor geopteerd de doelstelling
van
13 %
hernieuwbare
energie
vooral
via
samenwerkingsmechanismen te realiseren? België hoeft dat niet
alleen te doen. Men kan een aantal projecten realiseren om die 13 %
te halen.
Voor de energiegewassen zijn wij al aan de tweede generatie.
Wegens de hoogst aberrante uitwassen van de eerste generatie was
er van duurzaamheid totaal geen sprake. Veel landbouwgewassen
moesten immers verdwijnen om de meer winstgevende
energiegewassen te telen. Wat is het aandeel van de
energiegewassen, de biobrandstoffen, in het actieplan? En vooral,
06.02 Willem-Frederik Schiltz
(Open Vld): Le plan pour les
énergies renouvelables est effecti-
vement surtout axé sur les biocar-
burants et les véhicules électri-
ques. Lors de l'évaluation de la
future consommation électrique, il
n'est pas tenu compte des écono-
mies alors que c'est précisément
dans ce domaine que beaucoup
de choses peuvent encore être
réalisées.
Le plan d'action se contente de
répéter les mesures politiques
existantes. La consultation de la
société civile a été très limitée.
Une implication des secteurs de la
construction et des transports et
des organisations environnemen-
tales augmenterait pourtant l'effi-
cacité d'un plan d'économies
d'énergie.
Pourquoi avoir opté pour une
réalisation de l'objectif de 13 %
d'énergies renouvelables par le
biais de mécanismes de coopé-
ration? Quelle est la part que
représentent les biocarburants
controversés dans le plan? Où
doivent-ils être produits? Pourquoi
aucun objectif n'a-t-il été arrêté
pour les voitures électriques? Le
ministre peut-il commenter l'éva-
luation de la consommation
d'énergie? Pourquoi ce plan n'est-
il pas plus ambitieux? Pourquoi la
société civile n'a-t-elle pas été
consultée? Pourquoi la responsa-
bilité de l'adaptation du réseau
CRIV 53
COM 075
21/12/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
17
waar moeten die biobrandstoffen dan worden geproduceerd, in
België, Europa of buiten Europa?
Ik merk ook op dat in het nationaal plan geen exacte nationale
doelstellingen worden vastgelegd voor elektrische wagens. Kunt u
daarbij een woordje uitleg geven?
Kunt u ons meer exacte details geven over de inschatting van het
verbruik en de energiebesparing?
Waarom bent u niet ambitieuzer geweest en hebt u niet enkele
stappen verder gezet dan de loutere opsomming van de
beleidsmaatregelen die wij al uit vorige beleidsverklaringen en
actieplannen hebben gehaald?
Waarom is de consultatie van het middenveld zo beperkt gebleven?
Ten slotte, waarom wordt enkel Elia verantwoordelijk gesteld voor de
aanpassing van het netwerk, terwijl de distributienetbeheerders ook
een belangrijk aandeel in het geheel op zich nemen en zelfs de
energieleveranciers in grote mate bepalen welke energie in ons land
zal worden geleverd?
incombe-t-elle exclusivement à
Elia?
De voorzitter: Collega's, ik wil u er even aan helpen denken dat de spreektijd om een vraag te stellen, twee
minuten bedraagt.
06.03 Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Mevrouw de voorzitter,
een complexe materie vraagt soms een extra woordje uitleg.
De voorzitter: Het zou misschien verbazend kort kunnen zijn.
06.04 Joseph George (cdH): Monsieur le ministre, le plan national a
été adopté, on vient d'en parler. Dans ce plan, il apparaît que si, lors
d'un rapport intermédiaire, on constate que les objectifs ne sont pas
atteints, on pourrait faire appel à des mécanismes de coopération.
Mes questions sont les suivantes: la répartition des fonds et des
régions n'a semble-t-il pas été défini; c'est pourtant un des éléments
clefs! Qu'en est-il? Les mécanismes de coopération pourront-ils être
utilisés avant l'élaboration du rapport intermédiaire dont il est question
ou après celui-ci? À quel horizon voyez-vous ce rapport
intermédiaire? Qu'en est-il des biocarburants et notamment de ceux
qui respectent les critères de durabilité les plus stricts? Enfin,
pourquoi la répartition de l'effort n'a-t-elle pas pu être tranchée à ce
stade? Je vous remercie.
06.04 Joseph George (cdH): In
het nationaal actieplan staat dat,
wanneer in een tussentijds rapport
wordt vastgesteld dat de doel-
stellingen niet werden bereikt, een
beroep kan worden gedaan op
samenwerkingsmechanismen.
In het plan wordt niet verduidelijkt
hoe de inspanning tussen de
Gewesten wordt verdeeld. Ik kreeg
daarover graag meer duidelijkheid.
Kan van de samenwerkings-
mechanismen gebruik worden ge-
maakt voor of pas na het tussen-
tijds rapport? Wanneer zal dit
worden opgesteld? Hoe staat het
met de biobrandstoffen, meer
bepaald met de brandstoffen die
de
strengste
duurzaamheids-
criteria in acht nemen? Waarom
konden er in dit stadium nog geen
knopen worden doorgehakt met
betrekking tot de verdeling van de
inspanning?
La présidente: Mme Snoy a demandé de joindre sa question à celle-
21/12/2010
CRIV 53
COM 075
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
18
ci, mais le cabinet a décidé qu'il s'agissait là d'une autre matière.
06.05 Paul Magnette, ministre: Je n'ai pas de problème à la joindre,
mais celle de Mme Snoy a été jointe à une autre question de
M. Logghe sur les biocarburants dans l'aviation. La manière dont on a
construit la réponse, à partir du moment où il avait été décidé de les
joindre de cette façon, fait qu'il est un peu difficile de couper. Mais si
M. Logghe veut ajouter les avions, alors on fait les cinq d'un coup.
06.06 Peter Logghe (VB): (...) Ik heb mijn vraag laten omzetten in
een schriftelijke vraag.
06.06 Peter Logghe (VB): J'ai
transformé ma question n° 1403
en question écrite.
De voorzitter: Mevrouw Snoy stelt nu haar vraag en u luistert straks naar het antwoord.
06.07 Peter Logghe (VB): Het is precies mijn eigen vrouw die ik
hoor spreken.
06.08 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Madame la
présidente, monsieur le ministre, je me suis permise d'insister car, en
écoutant mes collègues, je me suis rendu compte que ma question
rejoignait leurs préoccupations en ce qui concerne les biocarburants
dont il est question dans le Plan d'action national en matière
d'énergies renouvelables.
Je vais essayer d'être brève, étant donné que nous avons déjà parlé
de ce Plan. Monsieur le ministre, quel est l'objectif poursuivi par la
Belgique en matière de biocarburants, de production et de sources
d'énergies renouvelables pour le transport? Si j'ai bien compris, cela
tourne autour des 10 % en 2020. Toutefois, comme le Plan compte
plusieurs tableaux, je serais contente que vous puissiez clarifier ces
chiffres
Les biocarburants seront-ils produits en Belgique ou non? Devra-t-on
compter sur des importations de pays étrangers, comme les pays
d'Afrique ou d'Amérique latine? Dans l'affirmative, y a-t-il des limites?
Lesquelles? Quel sera l'impact sur les productions alimentaires et
l'affectation des terres? Je sais que des critères de certification de
développement durable ont été adoptés à la fois dans notre loi
nationale et dans la directive européenne.
Je cite dans ma question un rapport de ValBiom. Depuis le dépôt de
ma question est intervenue une étude du CETRI que vous avez
d'ailleurs commandée, monsieur le ministre, et qui a été rendue
publique vendredi dernier. Celle-ci est très critique et négative pour ce
qui est de l'objectif européen et de l'impact de cet objectif sur les
cultures alimentaires, les droits sociaux et même les droits de
l'homme dans les pays du Sud.
Au niveau du plan concernant les sources d'énergie renouvelable,
nous devons donc nous attacher à nous fixer un objectif réaliste en
matière de biocarburants et faire appel à nos propres ressources
plutôt que d'importer la matière première végétale.
Êtes-vous d'accord avec moi pour dire que l'importation de biomasses
sous forme de matières premières est coûteuse, qu'elle entre
inévitablement en concurrence avec la production alimentaire locale
et qu'elle contribue à la déforestation?
06.08 Thérèse Snoy et
d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Welke
doelstelling streeft België na op
het stuk van de biobrandstoffen,
de productie van hernieuwbare
energie en de hernieuwbare ener-
giebronnen voor transportdoel-
einden? Ze zou rond de 10 pro-
cent in 2020 schommelen. Aange-
zien er in het actieplan verscheide-
ne tabellen opgenomen zijn, zou ik
u willen vragen die cijfers toe te
lichten.
Zullen de biobrandstoffen in België
geproduceerd worden? Zal men
moeten importeren uit het buiten-
land? Zo ja, zijn er grenzen?
Welke impact zal de productie van
biobrandstoffen op de voedselpro-
ductie en het grondgebruik heb-
ben? Ik weet dat er criteria met
betrekking tot de certificaten voor
duurzame ontwikkeling werden in-
gebed in onze nationale wetgeving
en in de Europese richtlijn.
Ik verwees in mijn vraag naar een
rapport van ValBiom. Na de in-
diening van mijn vraag werd er
afgelopen vrijdag een studie van
CETRI gepubliceerd. Daarin staat
men zeer kritisch tegenover de
Europese doelstellingen en de im-
pact van die doelstellingen op de
teelt van voedingsgewassen, de
sociale
rechten
en
de
mensenrechten in de zuiderse
landen.
CRIV 53
COM 075
21/12/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
19
Par ailleurs, si on importe du biodiesel brésilien, cela ne risque-t-il pas
de mettre en difficulté nos propres unités de production? Comment
comptez-vous résoudre cette quadrature du cercle?
Met betrekking tot biobrandstoffen
moeten we een realistisch doel
stellen en moeten we gebruik-
maken van onze eigen hulpbron-
nen. Dreigt de import van grond-
stoffen de teelten voor de lokale
voedselproductie immers niet te
verdringen en de ontbossing niet
mee in de hand te werken? Dreigt
de import van Braziliaanse bio-
diesel onze eigen productie-
eenheden niet in moeilijkheden te
brengen? Hoe kan die kwadratuur
van de cirkel worden opgelost?
06.09 Minister Paul Magnette: Mevrouw de voorzitter, collega's, ik
heb reeds meermaals de gelegenheid gehad om hierover uitleg te
geven.
Het laattijdig bezorgen van het plan is het gevolg van besprekingen
die nog dienden te worden gevoerd tussen de Gewesten betreffende
de graad van terughoudendheid die men aan de dag moest leggen
om zich op flexibele mechanismen te beroepen.
Het plan dat de gegevens van elke deelnemende partij samenvoegt
en de indicatieve trajecten aanduidt voor de ontwikkeling van
hernieuwbare energie, is beschikbaar op de site van de FOD
Economie. De energiebesparingen werden in rekenschap genomen
voor de verbruiksvooruitzichten.
Een geheel van raadplegingen van de sectoren heeft plaatsgevonden
tijdens de opstelling van het plan. Mijnheer Schiltz, in dat stadium
wensten de partijen geen grote nationale raadpleging over het plan.
Er zullen gewestplannen worden opgesteld wanneer de te realiseren
doelstellingen zullen zijn verdeeld.
België heeft zich ten bewarende titel het recht voorbehouden zich op
flexibele mechanismen te beroepen ten belope van 0,5 % in het
forecast document, dat in december 2009 werd ingediend. Het geheel
der Gewesten bevoorrecht evenwel het feit dat de 13 % intern moet
worden bereikt.
De uitstippeling van de manier waarop elke deelstaat bovenop de
bestaande maatregelen zijn eigen traject zal verwezenlijken, zal
optreden op het einde van de verdeling van de inspanningen.
De verdeling van de inspanningen, de burden sharing, zal niet kunnen
worden afgerond, zolang de federale regering in lopende zaken is. De
verbintenissen
van
elke
deelstaat
zullen
dan
in
een
samenwerkingsakkoord moeten worden ingevuld. Ondertussen maakt
eenieder werk van de inwerkingtreding van maatregelen die gunstig
zijn voor de ontwikkeling van hernieuwbare energie.
Afgezien van het plan dragen de technologieën inzake hernieuwbare
energie bij tot de oprichting van markten en innovatie in ons land.
Niets laat vermoeden dat ons land achteraan bengelt op dat niveau.
06.09 Paul Magnette, ministre:
Le plan a été introduit tardivement
parce que des négociations
devaient encore être menées avec
les Régions. Il peut être consulté
sur le site internet du SPF Éco-
nomie. Il a bien été tenu compte
des économies d'énergie lors de
l'évaluation de la consommation
future. Le plan réunit toutes les
données et comporte des pistes
indicatives pour le développement
des énergies renouvelables. Les
secteurs ont été consultés. Il n'a
pas été jugé opportun d'organiser
une grande consultation nationale.
Nous nous fondons sur des
mécanismes flexibles qui repré-
sentent 0,5 %. Les Régions
devront atteindre ensemble 13 %.
Les efforts devront être répartis
entre les Régions. Lorsque cet
objectif aura été atteint, chaque
entité fédérée pourra suivre son
propre cap. Un gouvernement en
affaires courantes n'est toutefois
pas habilité à procéder à cette
répartition. Les entités fédérées
devront conclure un accord de
coopération. Les mesures exis-
tantes continueront à être mises
en oeuvre.
Les technologies en matière
d'énergies renouvelables sont in-
novantes. Rien n'indique que notre
pays serait à la traîne dans ce
domaine. Un rapport sur les réali-
sations devra être transmis à la
Commission européenne pour fin
2011. Il s'agit d'un rapport bisan-
nuel, ce qui permet donc d'adapter
21/12/2010
CRIV 53
COM 075
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
20
Een verslag over de verwezenlijkte vooruitgang moet aan de
Commissie op 31 december 2011 worden bezorgd. Een gelijkaardig
verslag dient vervolgens om de twee jaar te worden verwezenlijkt. Dat
verslag zal dan de gelegenheid zijn om het plan bij te sturen als de
uitvoering van bepaalde maatregelen niet bijdraagt tot de
verwezenlijking van de doelstellingen.
Met betrekking tot het vervoer is het plan in overeenkomst met de
eisen van de richtlijn, die een doelstelling van 10 % hernieuwbare
energie vooropstelt voor vervoer in 2020.
In 2020 zal het grootste deel van het transport op hernieuwbare
energie verzekerd worden door de huidige biobrandstoffen: biodiesel
698 ktep en bio-ethanol 91 ktep. De biobrandstoffen van de tweede
generatie zullen verschijnen vanaf 2016 om de huidige
biobrandstoffen geleidelijk te vervangen.
Het gaat om een hoeveelheid die wordt geschat op 127 ktep.
Elektrisch vervoer zal eveneens bijdragen. De hernieuwbare
elektriciteit die bij de spoorwegen wordt aangewend, zal tussen 2010
en 2020 verdubbelen om 56 ktep te bereiken, terwijl op de wegen de
bijdrage van de elektrische wagens vanaf 2015 voelbaar zal zijn en
constant zal toenemen om tegen 2020 42 ktep te bereiken.
certains aspects. Le plan est con-
forme aux exigences inscrites
dans la directive visant à atteindre
10 % d'énergies renouvelables
pour le transport d'ici à 2020. Cet
objectif pourra être atteint en utili-
sant plus particulièrement des
biocarburants, tels que le biodiesel
et le bioéthanol. Les biocarburants
de la deuxième génération rempla-
ceront progressivement les biocar-
burants actuels à partir de 2016.
Les moyens de transport électri-
ques pourront également contri-
buer à atteindre l'objectif. L'utilisa-
tion d'électricité d'origine renou-
velable par les chemins de fer
aura doublé d'ici à 2020.
Pour ce qui est de la fiabilité des biocarburants, la directive prévoit
que seuls les biocarburants se conformant à des critères de durabilité
stricts seront employés. Comme vous le savez, madame Snoy,
l'approvisionnement en biocarburants doit néanmoins respecter les
règles du marché. Il n'est pas permis de lier l'utilisation de ceux-ci à
leur origine. En théorie, les capacités de production de biocarburants
en Belgique sont suffisantes pour assurer l'approvisionnement
nécessaire pour atteindre notre objectif.
La question concernant la manière dont le changement d'affectation
des terres doit être pris en compte dans le critère de durabilité est,
quant à lui, en discussion, au niveau européen. Vous savez qu'il y a
un double débat. Tout d'abord, il y a un débat sur l'effet véritablement
bénéfique en termes de gain de gaz à effet de serre qui doit être
calculé sur l'ensemble du cycle du champ à la roue, comme on dit.
Cela signifie que c'est toute la chaîne qui doit être considérée et,
selon que les cultures prennent la place de forêts, de prairies ou de
tourbières, le bilan des gaz à effet de serre peut devenir plus
important. C'est la raison pour laquelle la directive insiste sur ces
critères et fixe une méthodologie harmonisée du calcul des bilans
CO
2
des carburants. Le choix du type de biomasse permet de réduire
plus ou moins les efforts et des réductions de l'ordre de 40 à 80 %
constituent des signaux importants pour les nouvelles technologies,
l'éco-innovation et les investissements.
Aujourd'hui, l'objectif pour la Belgique est de respecter les 4 % de
biocarburants dans les carburants en général. La loi du 22 juillet 2009
fixe ce pourcentage. J'ai demandé à mon administration d'évaluer la
loi et, selon les résultats, je proposerai, si cela paraît soutenable, de
relever ce pourcentage. Jusqu'au 30 septembre 2013, les volumes
produits dans le cadre des quotas fixés dans la loi du 10 juin 2006
sont garantis. Donc, la question de l'importation ne se pose pas
jusque-là.
De richtlijn bepaalt dat enkel bio-
brandstoffen die voldoen aan
strenge duurzaamheidscriteria, ge-
bruikt mogen worden. In het licht
van de regels die de marktwerking
bepalen, kan het gebruik van
biobrandstoffen echter niet gekop-
peld worden aan de herkomst
ervan. In theorie is de productie-
capaciteit in België groot genoeg
om onze doelstelling te bereiken.
De manier waarop er in het kader
van het duurzaamheidscriterium
rekening moet worden gehouden
met de herbestemming van de
gronden, wordt momenteel op het
Europese niveau besproken.
België moet ervoor zorgen dat
4 procent van de brandstoffen bio-
brandstoffen zijn. Dit percentage
werd vastgesteld bij de wet van
22 juli 2009. Ik heb mijn admini-
stratie gevraagd om deze wet te
evalueren. Afhankelijk van de re-
sultaten zal ik voorstellen dat het
percentage wordt opgetrokken, als
dat haalbaar lijkt. De volumes die
in het kader van de bij de wet van
10 juni 2006 vastgestelde quota
worden gegenereerd, zullen tot
30 september 2013 zeker worden
gehaald. Tot die datum is de
kwestie van de invoer niet aan de
CRIV 53
COM 075
21/12/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
21
Pour le reste, nous attendons l'évaluation de la Commission qui
présentera un rapport au Parlement et au Conseil européens, relatif à
l'incidence de l'augmentation de la demande en biocarburant sur la
viabilité sociale dans la Communauté et dans les pays tiers et à
l'incidence de la politique communautaire sur la disponibilité des
denrées alimentaires à un prix abordable, en particulier pour les
populations des pays en développement. Mais c'est précisément pour
tirer les sonnettes et les signaux en temps utile que j'ai commandé
cette étude, que je l'ai rendue publique et que j'ai organisé un débat
sur ce sujet, encore cette semaine, de manière à maintenir le niveau
d'attention au plan européen le plus haut possible, puisque nous
avons des critères de durabilité pour la biomasse liquide mais pas
encore pour la biomasse solide.
Là aussi, avec mes collègues du Benelux, rejoints depuis lors par le
Royaume-Uni et le Portugal, nous avons porté le débat au niveau
européen mais il faut continuer d'exercer d'amicales pressions, mais
fermes, à l'égard de la Commission pour que ce dossier reste en haut
dans l'agenda, puisque nous savons effectivement que les risques
pour les pays en développement et pour le prix des denrées
alimentaires sont des risques tout à fait considérables, sans oublier
les risques de perte en biodiversité, d'érosion des sols, etc.
C'est un sujet sur lequel, tout en promouvant les technologies, nous
devons nous assurer qu'il n'y ait pas d'effets pervers majeurs et c'est
ce à quoi nous veillons. Jusqu'en 2012-2013, la question ne se pose
pas. À ce moment-là, elle se posera éventuellement. Prenant deux ou
trois ans d'avance, nous attirons l'attention de la Commission.
orde.
Voor het overige wachten wij op
de evaluatie door de Europese
Commissie, die aan het Europees
Parlement en de Europese Raad
verslag zal uitbrengen over de ge-
volgen van de toegenomen vraag
naar biobrandstof voor de sociale
duurzaamheid in de Unie en derde
landen, en over de gevolgen van
het biobrandstofbeleid van de Unie
voor de beschikbaarheid van
levensmiddelen tegen een betaal-
bare prijs, met name voor de be-
volking in de ontwikkelingslanden.
Om tijdig te kunnen ingrijpen, heb
ik de opdracht gegeven om deze
studie uit te voeren, heb ik ze laten
publiceren en heb ik over dit
dossier een debat georganiseerd,
zodat er op het Europese niveau
zo veel mogelijk aandacht aan
wordt geschonken.
Ten slotte, met betrekking tot de toewijzing van het ontwikkelingsplan
van Elia aan het plan voor hernieuwbare energie, dienen wij eraan te
herinneren dat Elia verantwoordelijk is voor het vervoernet van
elektriciteit en reeds een intelligente werking van dit net verzekert. De
Gewesten zijn bevoegd inzake distributie.
Het schema voor het aannemen van het ontwikkelingsplan van Elia is
gebaseerd op overleg. Het advies van de CREG is niet dwingend,
maar het is van belang dat de verschillende actoren uit de sector een
samenhangende strategie zouden hebben die in overeenstemming is
met wat in het beleid voorrang geniet. Indien een van de punten van
het plan een debat zou openen, zou zodoende niets verhinderen dat
het plan zou worden aangenomen, noch dat de overlegvormen over
de problematische kwestie zouden worden voortgezet.
Elia est responsable du réseau de
transport de l'électricité. Les
Régions sont compétentes pour la
distribution.
Le schéma du plan de développe-
ment d'Elia se fonde sur la concer-
tation. L'avis de la CREG n'est pas
contraignant. Le secteur doit pou-
voir développer une stratégie en
fonction de la ligne politique. Si un
point du plan est sujet à discus-
sion, on en parle et l'application du
plan se poursuit.
06.10 Peter Logghe (VB): Mijnheer de minister, ik heb antwoorden
op een aantal vragen. Ik heb u gevraagd wanneer de zaak wordt
geïmplementeerd. Ik verneem nu dat de verdeling van de
inspanningen tussen de Gewesten eigenlijk pas zal kunnen als er een
federale regering op poten staat. Dat is nog eventjes wachten, denk
ik. Ik verneem ook van u dat u in elk geval van plan bent om het
aandeel biobrandstof te laten verhogen.
Er blijven nog vragen open inzake de vaste biomassa. Dat is
voldoende om nog een aantal keren te interveniëren in deze
commissie.
06.10 Peter Logghe (VB): Le
plan ne sera donc implémenté que
lorsqu'on aura un gouvernement
fédéral à part entière. Apparem-
ment, le ministre a l'intention
d'augmenter la part de biocarbu-
rants. Je poserai sûrement encore
des questions sur l'utilisation de la
biomasse fixée.
06.11 Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Mijnheer de minister, het 06.11 Willem-Frederik Schiltz
21/12/2010
CRIV 53
COM 075
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
22
is voor mij wel opvallend dat u zegt dat de middenveldorganisaties, of
de vakorganisaties desgewenst, niet geïnteresseerd waren in een
nationale consultatie. Dan rest ons alleen de mogelijkheid om die
organisaties wat aan te porren om wel een dergelijke open dialoog te
voeren, want volgens mij is die cruciaal.
U hebt ook kort verwezen naar de biobrandstof en de biomassa. Nog
recent
is
gebleken
hoe
de
iets
minder
doordachte
subsidiëringsmechanismen rond biomassa ervoor gezorgd hebben
dat er hele industrieën ontstaan, maar ook dat er andere instorten. Zo
begint de handel in houtpellets serieus in te vreten op de
duurzaamheidscriteria die toch ook in een dergelijk actieplan vervat
moeten zijn.
Samenvattend, ik ben wel tevreden met een aantal punten die u hebt
aangehaald in uw antwoord. Ik vind het ook zeer fijn te vernemen dat
België de Europese agenda tracht te bepalen om dat thema hoog op
de agenda te behouden.
Niettemin hoop ik de komende jaren een actieplan te mogen zien van
de minister van Energie, dat doorgedreven duurzaamheidscriteria zal
implementeren, van het gewas tot aan het wiel, zoals u zegt over
biobrandstoffen, maar dat ook in andere energieproductievormen
essentieel zal blijken te zijn.
(Open Vld): Face au manque
d'intérêt de la société civile pour
une consultation nationale, le gou-
vernement aurait dû encourager
les organisations à engager un
dialogue. Il est récemment apparu
que les subventions accordées
pour la biomasse ont entraîné
l'effondrement d'une série d'indus-
tries. Certains points me réjouis-
sent, de même que l'action menée
par notre pays pour tenter d'in-
scrire le thème parmi les priorités
européennes, mais j'espère qu'à
l'avenir, la durabilité sera davan-
tage prise en considération lors de
l'utilisation de biocarburants et que
d'autres types de production
d'énergie seront exploités.
06.12 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Monsieur le
ministre, merci pour votre réponse que je relirai attentivement. Je
pense que la meilleure réponse, c'est d'abord de réduire nos
émissions dues à la problématique des transports.
Cette anticipation de l'objectif de 10 % est déjà présente. Vous parlez
de 2012 et de 2013, mais c'est plutôt maintenant qu'il y a un effet
d'anticipation et de développement de ces cultures-là dans les pays
du Sud. Le seul moyen de s'en sortir, c'est par la réduction de nos
émissions. Il faut encourager une offre européenne de matières
premières qui se fasse de façon compatible avec les normes
environnementales, qu'on pousse maintenant assez bien dans
l'agriculture.
06.12 Thérèse Snoy et
d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Het
beste antwoord bestaat erin onze
vervoersuitstoot te verminderen.
Er is nu al sprake van een
anticipatie op de doelstelling van
10 procent, en de totstandkoming
van een aan de milieunormen
beantwoordend Europees aanbod
inzake grondstoffen moet worden
aangemoedigd.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Samengevoegde vragen van
- de heer Peter Logghe aan de minister van Klimaat en Energie over "het saneringsfonds voor
stookolietanks" (nr. 1461)
- mevrouw Liesbeth Van der Auwera aan de minister van Klimaat en Energie over "de oprichting van
het fonds voor particuliere stookolietanks" (nr. 1747)
- de heer Bert Wollants aan de minister van Klimaat en Energie over "het fonds voor stookolietanks"
(nr. 1768)
07 Questions jointes de
- M. Peter Logghe au ministre du Climat et de l'Énergie sur "le fonds d'assainissement des citernes à
mazout" (n° 1461)
- Mme Liesbeth Van der Auwera au ministre du Climat et de l'Énergie sur "la création du fonds pour
les citernes à mazout des particuliers" (n° 1747)
- M. Bert Wollants au ministre du Climat et de l'Énergie sur "le fonds pour les citernes à mazout"
(n° 1768)
07.01 Peter Logghe (VB): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de 07.01 Peter Logghe (VB): En
CRIV 53
COM 075
21/12/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
23
minister, in 2000 werd voorzien in het oprichten van een
saneringsfonds voor stookolietanks. In 2007 zat de oprichting en de
uitwerking hiervan in het slop wegens discussies tussen de federale
overheid en de Gewesten.
Er was overleg met de petroleumsector met als doel
verzekeringsproducten te ontwikkelen die de saneringskosten zouden
dekken in geval van toekomstige vervuiling die plaatsvindt nadat de
tank lekvrij en de site niet vervuild werden bevonden, met respect
voor de wettelijke controlevereisten.
Alle besprekingen hebben geleid tot een gemeenschappelijk voorstel
van de petroleum- en de verzekeringssector aan de federale
overheid. Een samenwerkingsakkoord tussen de Gewesten en de
federale overheid moet nu worden uitgewerkt. Het moest eigenlijk al
een tijdje geleden zijn uitgewerkt.
Vervolgens zou dat ontwerpakkoord met de verzekerings- en
petroleumsector worden besproken. De vraag is of men in het licht
van de wateroverlast van eind november tot een oplossing kan of zal
komen. Wat is de stand van zaken in dit dossier?
Hoever staan de besprekingen in dit dossier? Wanneer worden de
besprekingen met een akkoord afgesloten? Wanneer wordt dit
saneringsfonds voor stookolietanks geïmplementeerd?
Quid met de ondergelopen mazouttanks? Via de ontluchtingsleiding is
in veel mazouttanks water binnengelopen. Wordt dit gedekt door de
verzekeringsmaatschappijen? Ik heb daarbij mijn twijfels.
Volgens experts zit het probleem in het feit dat het water dat in de
tanks is binnengekomen naar de bodem zakt, waar de aanzuigleiding
zit. Het water moet dus uit de tanks worden verwijderd, maar om
bezoedeling met mazout te voorkomen, mag het niet in de riolering
worden gepompt en moet het worden gesaneerd.
Wie zal opdraaien voor de sanering van dat water? Gebeurt dat via
het Rampenfonds of via de verzekeringsmaatschappijen?
2007, des discussions entre le
fédéral et les Régions ont conduit
dans l'impasse le projet de 2000
visant à créer un fonds d'assainis-
sement des citernes à mazout.
Les secteurs pétrolier et des assu-
rances ont déjà rendu une propo-
sition visant à permettre de s'assu-
rer contre les coûts d'assainisse-
ment découlant d'éventuelles pol-
lutions, mais cette matière doit
d'abord faire l'objet d'un accord de
coopération entre les Régions et
l'État fédéral. Où en est ce
dossier?
Cette question m'est inspirée par
les récentes inondations qui ont
touché de nombreuses citernes à
mazout. Pour éviter toute pollution
au mazout, l'eau évacuée des
citernes ne peut être rejetée dans
les égouts. Qui supportera le coût
de ces assainissements? Les
intéressés seront-ils indemnisés
par le Fonds des calamités ou par
les compagnies d'assurance?
07.02 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mijnheer de minister, ik
sluit mij aan bij de vragen van collega Logghe.
U hebt in 2008 een particulier stookoliefonds aangekondigd. Wij zijn
twee jaar verder en dat fonds is er nog altijd niet.
De Belgische Petroleum Federatie en Assuralia hebben in 2009 een
gemeenschappelijk voorstel gedaan aan de federale overheid en er
zou een samenwerkingsovereenkomst worden gesloten tussen de
federale overheid en de Gewesten.
Mijnheer de minister, ik heb de volgende vragen. Welke initiatieven
hebt u het afgelopen jaar genomen om dit fonds op te richten? Zijn er
knelpunten in dat dossier? Welke initiatieven plant u om uit de
impasse te geraken? Wanneer verwacht u een oplossing? Wat is de
timing?
07.02 Liesbeth Van der Auwera
(CD&V):
Je
me
joins
aux
questions posées par M. Logghe.
Quelles initiatives le ministre a-t-il
prises au cours de l'année passée
pour créer ce fonds? Quelles sont
les difficultés rencontrées à cet
égard? Quelles initiatives prévoit-il
pour sortir de l'impasse? Quel est
le calendrier prévu?
07.03 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, ik heb voor een deel dezelfde vragen, al gaan sommige van
07.03 Bert Wollants (N-VA): Je
me rallie à l'avis de mes collègues,
21/12/2010
CRIV 53
COM 075
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
24
mijn vragen een beetje de andere richting uit. Ik had verwacht dat de
heer Logghe ook die richting zou uitgaan.
Bovenop wat de collega's al hebben gezegd, voorziet het Vlaams
regeerakkoord dat wanneer er in 2010 geen federaal stookoliefonds
is, zij zelf zullen overgaan tot de oprichting van een regionaal
stookoliefonds. We zijn nu al een hele tijd bezig met die oprichting.
(...): ...
mais je voudrais ajouter un
élément. L'accord de gouverne-
ment flamand stipule que la
Flandre constituera elle-même un
fonds mazout régional s'il n'y a
toujours pas de fonds équivalent
au niveau fédéral en 2010.
07.04 Bert Wollants (N-VA): Bij mijn weten gaat minister
Schauvliege akkoord met dat standpunt. Zij is de bevoegde minister,
dus ik denk niet dat er een probleem zal zijn.
We zijn een hele tijd bezig. Wat is de stand van zaken? Is er, zoals
het letterlijk in het regeerakkoord staat in Vlaanderen, een uitzicht op
de oprichting van het stookoliefonds op korte termijn? Zijn er concrete
engagementen van de sector, de deelstaten, de federale overheid?
Steunt u het engagement van de Vlaamse regering om uit deze
impasse te geraken? Denkt u dat het initiatief nu bij de deelstaten ligt?
Wij hebben vorige week in de plenaire vergadering gezien dat wij bij
het Verdrag over de Rijn- en binnenvaart een samenwerkingsakkoord
hebben goedgekeurd, unaniem zelfs, dat bepaalt dat de Gewesten
een bijdrage kunnen heffen op fossiele brandstoffen en daarmee
bepaalde milieukosten kunnen laten dragen.
Meent u, met die vaststelling in het achterhoofd en aangezien die
manier van werken zo ruim wordt gesteund, dat de federale overheid
dan in dit dossier nog een grote rol te spelen heeft? Is het dan niet
aan de Gewesten om hier werk van te maken?
07.04 Bert Wollants (N-VA): Ce
fonds mazout verra-t-il bientôt le
jour? Le ministre soutient-il l'enga-
gement du gouvernement flamand
visant à sortir de cette impasse?
La semaine passée, dans le cadre
de la Convention sur la navigation
rhénane et intérieure, nous avons
encore approuvé à l'unanimité un
accord de coopération autorisant
les Régions à prélever une taxe
sur les combustibles fossiles. Le
gouvernement fédéral a-t-il dès
lors encore un rôle important à
jouer dans ce dossier?
07.05 Minister Paul Magnette: Mevrouw de voorzitter, collega's, na
een jaar wachten op een gezamenlijk voorstel van de aardoliesector
en de verzekeringssector heeft in januari 2010 op mijn kabinet een
vergadering plaatsgevonden waarop dit voorstel werd toegelicht. Op
basis van die bespreking zou de sector een meer concreet voorstel
uitwerken, onder andere rekening houdend met de gewestelijke
reglementeringen en bevoegdheden.
Het idee was een federaal fonds op te richten, gespijsd door een
bijdrage vanwege de stookoliegebruikers, gekoppeld aan een
uitbreiding
van
de
verzekeringspolissen
en
een
samenwerkingsakkoord met de Gewesten, die het technisch luik van
de milieusanering op zich zouden nemen. Het engagement van de
betrokkenen om het dossier af te werken was reeds vrij ver
gevorderd, maar door het ontslag van de regering is dit niet
doorgegaan.
Principieel zie ik er geen probleem in dat thans stappen buiten de
regering zouden genomen worden, zoals de noodzakelijke
aanpassingen van de verzekeringspolissen of bijvoorbeeld een
sensibiliseringscampagne voor een preventiedichtheidscontrole van
de stookolietanks door de sector.
Zoals de heer Wollants aangeeft, kunnen ook de Gewesten bepaalde
initiatieven nemen, maar die dienen wel geplaatst te worden in de
meer algemene context van de gesprekken over een verdere
07.05 Paul Magnette, ministre:
Après un an, la proposition
commune du secteur pétrolier et
du secteur des assurances a été
finalement présentée à mon
cabinet en janvier 2010. Il était
convenu que le secteur élaborerait
ensuite une proposition plus
concrète. L'idée était de créer un
fonds fédéral alimenté par une
contribution des consommateurs
de mazout, en liaison avec une
extension des polices d'assu-
rances et à un accord de coopéra-
tion avec les Régions pour le volet
technique de l'assainissement de
l'environnement. La chute du gou-
vernement ne nous a pas permis
de boucler ce dossier.
Sur le principe, je n'ai aucune
objection aux initiatives prises en
dehors du gouvernement, comme
une adaptation des polices d'assu-
rances ou une campagne de
sensibilisation pour le secteur. Les
CRIV 53
COM 075
21/12/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
25
regionalisering. Het probleem ligt immers in de manier waarop het
spijzen van het fonds zou gebeuren. Vooreerst is het heffen van een
bijkomende belasting op de stookolieprijs een federale materie. Een
mogelijke regionalisering daarvan is bovendien administratief en
logistiek niet eenvoudig te realiseren door de petroleumsector.
Wat het probleem betreft van ondergelopen stookolietanks, moet ik
verwijzen naar de verantwoordelijkheid van de eigenaar, waarbij
dergelijke schade al dan niet door zijn verzekering gedekt is. Een
mogelijke
bijkomende
vergoeding
is
afhankelijk
van
de
omstandigheden van het onderlopen van de tank. Als dit gebeurd is
ten gevolge van een erkende calamiteit zou de eigenaar via het
Rampenfonds een vergoeding kunnen verkrijgen indien zijn
verzekering dit niet heeft gedekt.
Régions peuvent également déve-
lopper des initiatives, mais celles-
ci doivent s'inscrire dans les
négociations générales sur un
renforcement de la régionalisation.
Le prélèvement d'une taxe supplé-
mentaire sur le prix du mazout
destinée à alimenter le fonds est
en effet une matière fédérale. Sa
régionalisation représente en outre
un défi sur les plans administratif
et logistique.
Le propriétaire d'une citerne de
mazout inondée est responsable
et il doit vérifier auprès de sa
compagnie d'assurances si ce
type de sinistre est couvert. Si la
citerne a été inondée à la suite
d'une catastrophe reconnue, le
propriétaire peut obtenir une
indemnisation par le biais du
Fonds des Calamités, pour autant
que le sinistre ne soit pas couvert
par son assurance.
07.06 Peter Logghe (VB): Mijnheer de minister, vooral het laatste
deel van uw antwoord heeft mijn aandacht getrokken.
Ik neem er ook nota van dat men eigenlijk al vrij ver gevorderd was in
de onderhandelingen en dat het ontslag van de regering ook hier roet
in het eten heeft gegooid.
U merkt op dat een deel van de oplossing misschien ligt in het
uitbreiden van de brandpolissen. Ik wil u er toch opmerkzaam op
maken dat de statistiek van de brandpolissen voor particulieren in de
laatste vijf of zes jaar verslechterd is. Nu zitten wij met een verhouding
schade/premie van 70 %. Dat zal u misschien niets zeggen, maar dat
betekent 70 % schade voor 100 % premie. Onder de resterende 30 %
valt dan nog de commissie van de makelaar die eigenlijk al 30 % van
de 100 % uitmaakt. Dan moet men ook nog de interne kosten van de
verzekeringsmaatschappij rekenen. Ik wil maar zeggen, ik wens u
veel
geluk
met
de
onderhandelingen
met
de
verzekeringsmaatschappijen. Dit zal geen eenvoudige zaak worden.
Zij dreigen nu al met premieverhogingen voor de brandverzekering
voor particulieren, omdat zij nu al niet toekomen om de schade te
betalen. Als dit er nog eens bijkomt, dan is dat een fundamentele
uitbreiding van de polis.
Nogmaals, ik wens u veel geluk en ik ben zeer benieuwd naar de
eerste resultaten van uw onderhoud met de sector.
07.06 Peter Logghe (VB): Par
conséquent, dans ce dossier
également, la démission du gou-
vernement vient solidement com-
pliquer les choses. Étant dès à
présent incapables d'indemniser
les dégâts, les compagnies d'as-
surances menacent d'augmenter
les primes des assurances incen-
die des particuliers. Je souhaite
bonne chance au ministre pour les
négociations avec le secteur des
assurances qui risquent d'être
difficiles.
07.07 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mijnheer de minister, ik
noteer vooral dat u zegt dat als Vlaams minister Schauvliege ermee
akkoord gaat het op regionaal niveau te regelen, men ook rekening
moet houden met het verzekeringsdossier, wat uiteraard een federale
materie is.
07.07 Liesbeth Van der Auwera
(CD&V): Nous devrons peut-être
proposer, en commission de l'Éco-
nomie, d'étendre les polices d'as-
surance incendie aux citernes à
mazout. Le besoin d'un nouveau
21/12/2010
CRIV 53
COM 075
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
26
Als het principe is dat de kosten gedragen moeten worden door die
twee partijen, dan kan het zijn dat een van de collega's de komende
maanden in de commissie voor het Bedrijfsleven, bijvoorbeeld
wanneer het gaat om brandpolissen, zal voorstellen deze regeling uit
te breiden tot stookolietanks.
Ik deel met collega Wollants de conclusie dat er dringend een nieuwe
regering nodig is.
gouvernement
se
fait
ef-
fectivement de plus en plus
pressant.
07.08 Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de minister, ik onthoud vooral
dat wij nog heel wat werk te doen hebben voor wij in de buurt komen
van een federaal stookoliefonds. Ik veronderstel dat het Vlaams
Gewest op basis daarvan stappen gaat ondernemen. Uiteindelijk
hebben CD&V, sp.a en N-VA op dat vlak toch een lokaal gesteund
akkoord gesloten om daar dringend werk van te maken op regionaal
vlak?
U zegt dat de bijdrage op stookolie federaal is. Dat staat natuurlijk
haaks op wat wij vorige week beslist hebben. Daar ben ik het dus niet
mee eens. Hoe ziet u dat? Vorige week hebben wij beslist dat de
Gewesten op basis van het samenwerkingsakkoord verantwoordelijk
zijn voor het heffen van een bijdrage op fossiele brandstoffen, om
daarmee de kosten voor de verwerking van olie- en vethoudende
afvalstoffen te dragen. Dat lijkt mij toch vergelijkbaar, nee?
07.08 Bert Wollants (N-VA): Le
Fonds mazout fédéral n'est pas
pour demain. Je suppose que la
Région flamande prendra les dis-
positions nécessaires. Le CD&V,
le sp.a et la N-VA ont conclu un
accord qui a obtenu le soutien
local.
Le prélèvement de la taxe sur le
mazout au niveau fédéral est
contraire à notre décision de la
semaine dernière, à savoir qu'en
vertu de l'accord de coopération,
les Régions sont responsables du
prélèvement d'une taxe sur les
carburants fossiles afin de suppor-
ter le coût du traitement des
déchets pétroliers et graisseux.
07.09 Minister Paul Magnette: Ik moet dat verifiëren. Ik weet het niet.
07.09 Paul Magnette, ministre:
Je dois vérifier.
07.10 Bert Wollants (N-VA): Misschien moet u dat inderdaad eens
nakijken. Dat is effectief wel het geval.
Het is in dit verband ook goed rekening te houden met onder andere
het advies van de Raad van State inzake het BOFAS-dossier, met
name dat het innen van een heffing met als doel het nemen van
maatregelen op een ander niveau ­ saneringskosten en dergelijke zijn
gewestelijke bevoegdheden ­ eigenlijk niet kan.
07.10 Bert Wollants (N-VA):
L'avis du Conseil d'État sur le
dossier BOFAS est clair: la per-
ception d'un prélèvement pour
prendre des mesures à un autre
niveau ­ car les coûts d'assainis-
sement relèvent de la compétence
régionale ­ n'est pas autorisée.
07.11 Minister Paul Magnette: Dat het niet kan?
07.12 Bert Wollants (N-VA): Inderdaad, dat het niet kan.
07.13 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Het federaal niveau zou
de heffing ook niet innen.
07.13 Liesbeth Van der Auwera
(CD&V): Le niveau fédéral ne
devrait
pas
percevoir
le
prélèvement.
07.14 Bert Wollants (N-VA): Nee, maar ik hoor hier wel dat het
federale niveau ervoor zou zorgen dat de heffing er kan komen.
07.15 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Het federaal niveau int
zelf de heffing niet. Het gaat om het principe.
07.16 Bert Wollants (N-VA): Het gaat niet om de inning. Het gaat
erom wie bevoegd is voor de heffing van die bijdrage.
07.16 Bert Wollants (N-VA): Il
s'agit de savoir qui est compétent
CRIV 53
COM 075
21/12/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
27
pour prélever cette taxe.
07.17 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Dat maakt deel uit van het
samenwerkingsakkoord.
Dit is een debat dat thuishoort in onze besprekingen over de
verzekeringen. Het is niet de federale overheid die int.
07.17 Liesbeth Van der Auwera
(CD&V): Cela fait partie de
l'accord de coopération.
07.18 Bert Wollants (N-VA): Oké, maar ik geef het mee.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Questions jointes de
- M. Olivier Deleuze au ministre du Climat et de l'Énergie sur "la mise en oeuvre de la loi du
9 février 1981 relative aux conditions d'exportation des matières et équipements nucléaires, ainsi que
des données technologiques nucléaires" (n° 1571)
- Mme Catherine Fonck au ministre du Climat et de l'Énergie sur "l'application de la loi du
9 février 1981 relative aux conditions d'exportation des matières et équipements nucléaires, ainsi que
des données technologiques nucléaires" (n° 1723)
- M. Kristof Calvo au ministre du Climat et de l'Énergie sur "les licences d'exportation régionales pour
les appareils de gammagraphie destinés à l'Iran" (n° 1727)
- M. Olivier Deleuze au ministre du Climat et de l'Énergie sur "l'exportation vers l'Iran d'un appareil de
gammagraphie en 2009" (n° 1729)
- M. Peter Logghe au ministre du Climat et de l'Énergie sur "les exportations d'uranium vers l'Iran"
(n° 1765)
08 Samengevoegde vragen van
- de heer Olivier Deleuze aan de minister van Klimaat en Energie over "de tenuitvoerlegging van de
wet van 9 februari 1981 houdende de voorwaarden voor export van kernmaterialen en
kernuitrustingen, alsmede van technologische gegevens" (nr. 1571)
- mevrouw Catherine Fonck aan de minister van Klimaat en Energie over "de tenuitvoerlegging van de
wet van 9 februari 1981 houdende de voorwaarden voor export van kernmaterialen en
kernuitrustingen, alsmede van technologische gegevens" (nr. 1723)
- de heer Kristof Calvo aan de minister van Klimaat en Energie over "de regionale exportvergunningen
voor de gammagrafietoestellen aan Iran" (nr. 1727)
- de heer Olivier Deleuze aan de minister van Klimaat en Energie over "de uitvoer van een
gammagrafietoestel naar Iran in 2009" (nr. 1729)
- de heer Peter Logghe aan de minister van Klimaat en Energie over "uraniumuitvoer naar Iran"
(nr. 1765)
08.01 Olivier Deleuze (Ecolo-Groen!): Madame la présidente,
monsieur le ministre, je commencerai par un bref résumé des
épisodes précédents. On a appris que la CANPAN avait donné un
avis négatif à l'exportation d'un appareil vers l'Iran, qui pouvait servir à
des fins militaires. Vous nous avez expliqué que, le 4 juin 2009, vous
aviez confirmé ce refus et que vous en aviez fait part à la firme.
Ensuite, la procédure prévoyait que vous deviez également en
informer la Région wallonne.
Or nous avons appris récemment au Parlement wallon que le
ministre-président avait accordé ce permis sous la forme d'une
attestation de non visé, voulant signifier par là que ce n'était pas du
matériel visé par les règlements belges et internationaux. C'est
évidemment bizarre puisque la Région wallonne elle-même avait
demandé l'avis à la Commission d'avis pour la non-prolifération des
armes nucléaires. Si ce n'est pas du matériel nucléaire, pourquoi a-t-
elle demandé cet avis?
08.01 Olivier Deleuze (Ecolo-
Groen!): We hadden vernomen
dat de Commissie van advies voor
de niet-verspreiding van kern-
wapens (CANVEK) een negatief
advies uitgebracht had met betrek-
king tot de uitvoer naar Iran van
een toestel dat voor militaire
doeleinden kan worden ingezet.
Op 4 juni 2009 hebt u die
weigering bevestigd en het bedrijf
daarvan op de hoogte gebracht.
Vervolgens zou u die informatie
aan het Waals Gewest meedelen.
Onlangs hebben we echter verno-
men dat de minister-president van
het Waals Gewest een 'niet
21/12/2010
CRIV 53
COM 075
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
28
Au fond, ma question est simple. En accord avec la procédure que
vous êtes venu nous expliquer le 17 novembre, avez-vous informé la
Région wallonne de votre refus?
geviseerd'-attest had afgegeven,
wat betekent dat het materiaal niet
onder de desbetreffende Bel-
gische en internationale regelge-
ving valt. Dat is vreemd, gelet op
het feit dat het Waals Gewest het
advies van de CANVEK gevraagd
had. Als het niet om nucleair
materiaal gaat, waarom werd dat
advies dan gevraagd? Hebt u uw
weigering meegedeeld aan het
Waals Gewest?
08.02 Kristof Calvo (Ecolo-Groen!): Mijnheer de staatssecretaris,
tijdens de commissie van 30 november heb ik aangekondigd dat, als
u niet meer kaarten op tafel legt, wellicht hoofdstuk 4 en 5 van dit
dossier zouden volgen. Ik dicht mezelf geen waarzeggerscapaciteiten
toe, maar vandaag blijkt het zo te zijn. Op 17 november hebt u ook
gezegd dat de vragen over de afwikkeling op regionaal niveau, op
regionaal niveau moeten worden gesteld. Ecolocollega Xavier
Desgain heeft dat gedaan. Het antwoord van minister-president
Demotte, u welbekend, zet mij aan vandaag een aantal nieuwe
vragen te stellen.
In het antwoord van minister-president Demotte lezen wij dat het
Waals Gewest twee keer een exportvergunning heeft toegekend voor
gammagrafietoestellen. Tijdens de vorige commissievergadering
waren wij het erover eens dat zij, op basis van verslagen van de
CANVEK met zeer negatieve adviezen van defensiespecialisten, van
de Amerikaanse ambassade en van specialisten van Buitenlandse
Zaken, zeer problematisch zijn. Toch zou het Waals Gewest daarvoor
twee keer een exportvergunning hebben gegeven. Dat gebeurde
zonder federale machtigingen, vermoed ik, aangezien op de
CANVEK-commissievergaderingen van maart en juni 2009 die
dossiers zijn besproken en toen voor gammagrafietoestellen federale
machtigingen werden geweigerd. Het wordt dus bijzonder complex
om te volgen. Misschien kunt u voor dit dossier een tabelletje
opmaken. Het zou misschien enige duidelijkheid verschaffen. In
afwachting daarvan kreeg ik graag een antwoord op mijn vragen van
vandaag.
Hoe is het mogelijk dat op regionaal niveau een exportvergunning
wordt afgeleverd, terwijl er geen federale machtiging is? Deze vraag is
voor mij heel cruciaal: wie initieert vandaag de CANVEK-discussie? Ik
lees in het antwoord van minister-president Demotte dat het bedrijf
per ongeluk, "commise de bonne foi", geen federale machtiging heeft
aangevraagd.
(...)
Van wie moet u die informatie krijgen? Van het Waals Gewest of van
het betrokken bedrijf? Dat is vandaag een heel belangrijke vraag.
Is het negatieve advies van CANVEK, dat wij tijdens de vorige
commissievergadering hebben besproken, niet gecommuniceerd?
Sinds wanneer bent u op de hoogte van de regionale
exportvergunningen voor producten waarvan u zelf zegt dat zij
08.02 Kristof Calvo (Ecolo-
Groen!): La Région wallonne a
accordé à deux reprises une
licence d'exportation pour des
appareils de gammagraphie, négli-
geant ainsi les avis négatifs de
spécialistes et sans avoir reçu
l'aval des autorités fédérales.
Comment une telle chose est-elle
possible? De qui l'information doit-
elle provenir, de la Région wal-
lonne ou de l'entreprise concer-
née? L'avis négatif de la CANPAN
n'a-t-il pas été communiqué?
Depuis quand le ministre est-il au
courant de l'octroi de licences
d'exportation régionales pour des
produits sensibles? Le ministre a-
t-il interpellé la Région wallonne à
propos de ces infractions?
CRIV 53
COM 075
21/12/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
29
problematisch zijn? Is dat recent gebeurd? Of hebt u dat nu ontdekt,
naar aanleiding van onze vragen? Of is dat eerder gebeurd?
Hebt u het Waals Gewest geïnterpelleerd over de inbreuken?
Ik dank u alvast voor uw hopelijk omstandig en verduidelijkend
antwoord. De Belgische politiek heeft nood aan een aantal
verduidelijkers. Misschien kunt u die rol opnemen wat voorgelegd
dossier betreft.
08.03 Peter Logghe (VB): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, het voordeel van jonge collega's voor zich te hebben,
bestaat erin natuurlijk dat ze zo uitgebreid vragen stellen dat een
aantal vragen al is gesteld voor men zelf aan het woord komt. Dank u,
mijnheer Calvo. U bent zeer volledig geweest.
Mijnheer de minister, ik zal mij beperken tot een aantal concrete,
korte vragen.
Wij hebben inderdaad vernomen dat het Waalse Gewest zijn
toestemming heeft gegeven. Ik blijf zitten met een fundamentele
vraag naar controle, controle en nog eens controle.
Tijdens de vorige vergadering hebben heel wat collega's in verband
met onderhavig dossier gevraagd of de overheid daar geen
kanttekeningen bij heeft gemaakt toen ze vaststelde dat het gaat om
bedrijven die al eens in het nieuws zijn geweest na een lek van
radioactief gas. Daarop hebt u ja geantwoord.
Ik stel vast dat de Waalse overheden dat niet doen. Hoe kan dat?
Hoe wordt dat in de toekomst vermeden?
U kondigde aan dat zou worden gezocht naar een procedure,
waardoor dergelijke ontsporingen onmogelijk worden gemaakt.
Wanneer komt men met die procedure?
Nog een fundamentele vraag voor mij: zult u het Waals Gewest voor
de aflevering van de vergunning in gebreke stellen? Wat zult u
concreet doen?
08.03 Peter Logghe (VB): Quand
disposerons-nous d'une procédure
permettant d'éviter de tels dys-
fonctionnements? Le ministre pro-
noncera-t-il une mise en demeure
à l'encontre de la Région wallonne
pour la délivrance de cette
licence?
08.04 Paul Magnette, ministre: Il y avait encore une autre question
de M. Deleuze, du 9 décembre, sur les refus depuis 2004. J'ai la
réponse, donc je peux vous la donner aussi.
08.04 Minister Paul Magnette: Ik
kan ook antwoorden op een
andere vraag die de heer Deleuze
op 9 december indiende over de
weigeringen sinds 2004.
08.05 Olivier Deleuze (Ecolo-Groen!): J'avais demandé à la
présidente. Considérez que je vous l'ai posée. Merci bien, si c'est
possible.
08.05 Olivier Deleuze (Ecolo-
Groen!): Gaat u ervan uit dat ik die
vraag gesteld heb. Dank u.
08.06 Paul Magnette, ministre: Je vais à nouveau essayer d'être
aussi complet et transparent que possible. Moi aussi, je n'espère
qu'une chose c'est que cette saga se termine, puisque j'ai chaque fois
tenté de donner toutes les informations que vous m'aviez demandées
mais sans déborder sur ce qui relève des compétences de mes
collègues régionaux. On pourra peut-être remettre tout cela dans
l'ordre, monsieur Calvo, pour avoir une vision complète puisque je
conçois bien qu'à certains moments, cela devient un peu confus.
08.06 Minister Paul Magnette: Ik
begin met de eerste vraag van de
heer Deleuze, over de weigeringen
en de uitvoervergunningen, name-
lijk onderdelen voor een isosta-
tische pers naar India (14 septem-
ber 2004); onderdelen voor een
heet-isostatische pers naar India
21/12/2010
CRIV 53
COM 075
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
30
Je commence avec la première question de M. Deleuze dont le sujet
diffère légèrement. Elle concerne l'historique, donc ce qui a été refusé
et précisément les autorisations d'exportation: le 14 septembre 2004,
les composants pour une presse isostatique vers l'Inde; le même jour,
des composants pour une presse isostatique à chaud vers l'Inde; le
18 novembre 2004, une presse isostatique à froid vers l'Inde; le
17 janvier 2005, une presse isostatique à chaud vers l'Iran; le
18 novembre 2005, une presse rotative pour la fabrication de pastilles
de combustible nucléaire vers l'Inde; le 15 janvier 2007, des
composants pour une presse rotative de graphite vers l'Iran; le 4 juin
2009, les fameux instruments de gammagraphie et les 40 000 curies
d'iridium 192 vers l'Iran; le 23 juin 2010, des ailettes pour turbines à
gaz vers l'Iran et le 28 septembre 2010, des ailettes pour les turbines
à vapeur vers l'Iran.
En ce qui concerne le rôle des Régions dans le processus
d'exportation, je rappelle simplement que, par l'arrêté royal du 5 juin
2004, qui modifie lui-même un arrêté de mai 1989 relatif aux
transferts à destination des pays non dotés d'armes nucléaires, des
matières
nucléaires,
des
équipements
et
des
données
technologiques, chaque Région est observateur. Chaque Région
reçoit ainsi toute invitation aux réunions de la CANPAN et toute
l'information sur chaque dossier. Il n'est donc pas prévu qu'il y ait des
contacts particuliers de cabinet à cabinet ou de ministre à ministre
puisque les Régions sont informées en amont et reçoivent
directement de la CANPAN les décisions qui la concernent.
(14 september 2004); een koud-
isostatische pers naar India
(18 november 2004); een heet-
isostatische
pers
naar
Iran
(17 januari 2005); een rondloper-
pers voor de aanmaak van
nucleaire brandstoftabletten naar
India (18 november 2005); onder-
delen voor een grafietrondloper-
pers naar Iran (15 januari 2007);
gammagrafietoestellen en 40 000
curies iridium 192 naar Iran (4 juni
2009); schoepen voor gasturbines
naar Iran (23 juni 2010) en schoe-
pen voor stoomturbines naar Iran
(28 september 2010).
Aangezien de Gewesten het
statuut van waarnemer hebben
(koninklijk besluit van 5 juni 2004),
worden zij uitgenodigd op alle
vergaderingen van de CANVEK en
krijgen ze volledige dossiers over
alle agendapunten. Er is dus niet
voorzien in specifieke contacten
tussen de kabinetten of tussen
ministers.
Een gammagrafietoestel bevat een radioactieve bron, hetzij iridium-
192, hetzij selenium-75, en wordt gebruikt om gebreken van lasnaden
op te sporen. Het is niet onderworpen aan een vergunning, noch aan
een federale machtiging. Er zijn ook geen vergunningen door het
Waals Gewest afgeleverd, enkel een attest dat vermeldt dat de
goederen niet onder de Europese vergunningsreglementering vallen.
Het Waals Gewest heeft dus geen vergunning afgeleverd voor de
gammagrafietoestellen, noch voor het verarmde uranium. Het Waals
Gewest heeft enkel een attest afgeleverd voor de uitvoer van
gammagrafietoestellen,
omdat
die
toestellen niet
op de
exportcontrolelijsten voorkomen. Het negatieve advies van de
CANVEK is gebaseerd op resolutie 1737 van de VN-Veiligheidsraad,
die bepaalt dat er geen goederen mogen worden uitgevoerd of
geleverd die kunnen bijdragen tot de verrijking, opwekking of
productie
van
zwaar
water
op
Iraans
grondgebied.
Gammagrafietoestellen kunnen worden gebruikt in eender welke
industrie, dus ook in de verrijkingsindustrie of de industrie van de
fabricage van zwaar water.
De CANVEK heeft op haar vergadering van 19 maart 2009 een
negatief
advies
uitgesproken.
Het
ontwerpverslag
werd
gecommuniceerd aan de vertegenwoordiger van het Waals Gewest.
Op de volgende vergadering op 24 april 2009 werd de uitvoer van
gammagrafietoestellen opnieuw besproken. De waarnemer van het
Waals Gewest was toen aanwezig. Op 4 juni 2009 werd de weigering
van machtiging zowel aan de exporteur als aan de waarnemers van
het Waals Gewest meegedeeld. Er was dus geen uitvoer meer van
die toestellen vanaf het ogenblik dat de weigering van machtiging van
de federale overheid door mij werd getekend. Pas in december 2009
werd het secretariaat van de CANVEK van het regionale attest op de
Le gammagraphe est un appareil
utilisé pour détecter des soudures
défectueuses. Son utilisation ne
requiert ni licence, ni autorisation
délivrée par les autorités fédé-
rales. La Région wallonne n'a fait
que
délivrer
une
attestation
indiquant que les marchandises
n'entraient pas dans le champ de
la réglementation européenne en
matière de licences. La Région
wallonne n'a donc pas délivré de
licence pour les gammagraphes,
ni pour d'ailleurs pour de l'uranium
appauvri. L'avis négatif de la
CANPAN est basé sur la réso-
lution 1737 du Conseil de sécurité
des Nations Unies, qui interdit
l'exportation de toute marchandise
susceptible de pouvoir contribuer à
l'enrichissement ou à la production
d'eau lourde sur le territoire
iranien. Les gammagraphes peu-
vent être utilisés dans n'importe
quelle industrie, donc aussi pour la
fabrication d'eau lourde.
Lors de sa réunion du 19 mars
2009, la CANPAN s'est prononcée
contre les exportations, et cet avis
CRIV 53
COM 075
21/12/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
31
hoogte gebracht en heeft ze de opmerking van de Europese
Commissie met betrekking tot de aanwezigheid van uranium in de
betrokken gammagrafietoestellen onder de leden verdeeld.
Persoonlijk was ik niet op de hoogte van die regionale attesten. Het
Waals Gewest werd niet geïnterpelleerd over de uitvoer van de
gammagrafietoestellen, omdat het op de vergadering van de
CANVEK van 19 januari 2010 verklaarde dat het niet op de hoogte
was van de aanwezigheid van verarmd uranium in de toestellen.
Ik ben nog steeds van mening dat het een probleem bij het bedrijf
was. Inderdaad, het betrokken bedrijf heeft het nagelaten om de
Belgische autoriteiten op de hoogte te stellen van verarmd uranium in
de toestellen.
Verarmd uranium als afschermingsmateriaal staat onder controle
krachtens de Iransancties. De uitvoer ervan naar Iran is sedert
november 2008 verboden. Indien de exporteur niet meedeelt dat er
verarmd uranium wordt uitgevoerd, dan is de exporteur daarvoor
verantwoordelijk.
Mijn administratie heeft geen enkel document of informatie waaruit
blijkt dat het Waals Gewest een vergunning heeft bezorgd voor
verarmd uranium of waaruit blijkt dat het Waals Gewest op de hoogte
was
van
de
aanwezigheid
van
verarmd
uranium
in
gammagrafietoestellen naar Iran.
Ik zou graag zeggen dat ik de functionering van de CANVEK al
verbeterd heb, ten eerste, door de samenstelling van de
interministeriële commissie, die begin 2009 hernieuwd werd en
uitgebreid werd tot de douane. Daarna heb ik ook mijn
verantwoordelijkheid genomen om de nodige maatregelen via de wet
houdende diverse bepalingen te regelen om een clausule catch all toe
te voegen.
a été transmis à la Région
wallonne. Le 4 juin 2009, le refus
d'autorisation a été notifié à l'ex-
portateur et aux observateurs de
la Région wallonne. Il n'y a donc
plus eu d'exportations de ces
appareils à partir du moment où
j'ai signé le refus d'autorisation du
gouvernement fédéral. Ce n'est
qu'en décembre 2009 que le
secrétariat de la CANPAN a été
mise au courant de l'attestation
régionale et qu'elle a diffusé la
remarque de la Commission euro-
péenne concernant la présence
d'uranium appauvri dans ces
appareils.
Personnellement, je n'étais pas au
courant de ces attestations régio-
nales. La Région wallonne n'a pas
été interpellée sur la question de
l'exportation de gammagraphes,
étant donné qu'à ce moment, la
Région ignorait que ces appareils
contenaient de l'uranium appauvri.
Il est interdit d'exporter de
l'uranium appauvri vers l'Iran
depuis novembre 2008. Si l'expor-
tateur ne communique pas les
informations requises à cet égard,
sa responsabilité est engagée. Il
ne ressort d'aucun élément que la
Région wallonne aurait délivré une
licence d'exportation pour de l'ura-
nium appauvri ni qu'elle aurait été
informée de la présence d'uranium
appauvri dans des appareils de
gammagraphie.
En modifiant la composition de la
commission interministérielle, j'ai
déjà amélioré le fonctionnement
de la CANPAN. Puis j'ai pris les
mesures nécessaires afin d'ajouter
une clause "catch all" à la loi
portant des dispositions diverses.
À cet égard, comme vous le savez puisque je l'ai déjà dit, ces
dispositions font l'objet d'un recours devant la Cour constitutionnelle
(les fameux articles 25 et 26) et ceci, en dépit du fait qu'ils sont
absolument nécessaires pour que nous respections nos
engagements en matière de non-prolifération, et en dépit du fait que
le Conseil d'État avait déjà dit à l'époque que le fédéral était bien
compétent en la matière. Toutefois, dans tous les cas de figure, soyez
assurés que nous évaluerons tous les éléments qui devraient faire
l'objet de dispositifs renforçant le contrôle fédéral en la matière.
Er werd beroep ingesteld tegen die
bepalingen bij het Grondwettelijk
Hof. U mag er hoe dan ook zeker
van zijn dat wij alle aspecten
waarvoor er maatregelen dienen te
worden genomen om het federaal
toezicht ter zake te verscherpen,
zullen evalueren.
21/12/2010
CRIV 53
COM 075
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
32
Pour résumer, en réponse à M. Deleuze, la chronologie exacte des
faits est la suivante - je la reprends; c'est un peu laborieux mais c'est
important pour bien s'y retrouver -:
- le 5 mars 2009, la Région wallonne demande une consultation de la
CANPAN concernant l'exportation d'instruments de gammagraphie
contenant une source radioactive, en l'occurrence de l'iridium 192;
- le 19 mars, deux semaines plus tard, le dossier est à l'ordre du jour
de la CANPAN qui émet un avis négatif.;
- le 6 avril, le secrétariat de la CANPAN transmet le projet de compte
rendu de la réunion aux membres et aux observateurs des Régions;
- le 21 avril, l'avis négatif de la CANPAN est signé par sa présidence;
- le 24 avril, une seconde réunion de la CANPAN a lieu sur le sujet, en
vue d'arrêter les modalités de communication de la décision aux
agences internationales, en l'occurrence l'AIEA;
- et le 4 juin, je signe, comme je vous l'ai déjà indiqué, le refus
d'autorisation. Le refus est transmis directement par la CANPAN à
l'exportateur et à la Région wallonne.
La date du 13 mars 2009 à laquelle vous faites référence, monsieur
Deleuze, ne concerne pas ici le refus d'exportation d'appareils de
gammagraphie, mais la date à laquelle je me suis porté partie civile
dans le dossier sur le zirconium.
Mme Fonck n'est pas là, sinon je lui aurais répondu que, depuis
décembre 2007, j'ai, en tout et pour tout, délivré huit autorisations
d'exportation dont je tiens la liste à disposition de qui souhaite la voir.
Il n'y a, dans ces huit autorisations, aucune autorisation fédérale pour
l'exportation des appareils de gammagraphie vers l'Iran et aucune
autorisation de quoi que ce soit vers l'Iran. Les pays concernés sont
l'Inde, l'Argentine, l'Ukraine, la Corée du sud, la Russie et les États-
Unis. Je n'ai signé aucune autorisation non plus pour la société MDS
Nordion, ni vers ce pays, ni vers aucun autre.
Dans le processus d'exportation lui-même, la douane ne peut laisser
passer des matières ou des équipements nucléaires, sans que ceux-
ci ne soient munis d'une autorisation. L'article 3 de l'arrêté royal du
12 mai 1989 relatif aux transferts à destination de pays non dotés
d'armes nucléaires, des matières nucléaires, des équipements
nucléaires, etc., dit clairement: "La licence ne peut être accordée
qu'après que l'autorisation aura été délivrée."
Pour ce qui concerne les agents mandatés pour rechercher et
constater les infractions, le texte de loi permettant leur désignation
existe. C'était l'une des améliorations du système que je comptais
mettre en oeuvre mais la situation politique belge ne m'a pas permis
de l'adopter. Cependant, ce texte est toujours envisagé dans la loi de
dispositions diverses non urgentes. La CANPAN peut faire appel aux
officiers de police judiciaire, à la Sûreté de l'État et aux Douanes et
accises. Par ailleurs, le secrétariat de la CANPAN a déjà fait appel
aussi à la Direction générale Contrôle et de médiation du
SPF Économie qui dispose également d'un pouvoir d'inspection.
Chers collègues, j'espère avoir apporté tous les éléments
complémentaires et reconstitué la chronologie de ce dossier qui paraît
un peu compliquée mais dans lequel je confirme que je pense que la
CANPAN a parfaitement fait son travail même si on peut considérer
qu'il faudra, non seulement mettre en oeuvre les améliorations votées
Ik zal nu het precieze verloop van
de gebeurtenissen schetsen: op
5 maart 2009 vroeg het Waals
Gewest advies aan de CANVEK
inzake de uitvoer van gammagra-
fietoestellen die met een radio-
actieve stralingsbron werken; op
19 maart stond het dossier op de
agenda van de CANVEK, die een
negatief advies uitbrengt; op
6 april zond het secretariaat van
de CANVEK de nog niet goed-
gekeurde notulen van de vergade-
ring aan de leden en de waar-
nemers van de Gewesten; op
21 april werd het negatieve advies
van de CANVEK ondertekend door
de voorzitter van de adviescom-
missie; op 24 april kwam de
CANVEK dienaangaande voor de
tweede keer bijeen om de modali-
teiten voor de betekening van de
beslissing aan de internationale
agentschappen vast te stellen; op
4 juni ondertekende ik de beslis-
sing tot weigering van een uitvoer-
vergunning. De CANVEK stuurde
die beslissing tot weigering on-
middellijk naar de exporteur en het
Waals Gewest.
Op 13 maart 2009 diende ik een
klacht in met burgerlijke partij-
stelling betreffende het dossier
inzake de zirkoniumlevering.
Sinds december 2007 heb ik
welgeteld acht exportvergunningen
afgegeven; de lijst houd ik ter
beschikking. In geen van die
gevallen werd er een federale
vergunning voor de export van
gammagrafietoestellen naar Iran
of om het even welke andere
exportvergunning voor Iran afge-
geven. Wat de export zelf betreft,
kan de douane geen nucleaire
stoffen of toestellen de grens laten
passeren als er geen vergunning
voor werd afgegeven.
Er bestaat een wettekst waarin de
aanstelling van de ambtenaren die
gemachtigd worden om inbreuken
op te sporen en vast te stellen,
wordt geregeld. Dat was een van
de verbeteringen aan de regeling
die ik in de praktijk wilde omzetten,
CRIV 53
COM 075
21/12/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
33
dans la loi l'année dernière, mais faire en sorte, éventuellement, de
renforcer le contrôle fédéral direct puisqu'il apparaît que, dans cette
affaire, c'est le défaut d'information par une entreprise qui est à
l'origine de l'incident.
maar dat werd mij door de poli-
tieke situatie onmogelijk gemaakt.
Die tekst is nog altijd vervat in de
wet
houdende
diverse
niet-
dringende bepalingen. Momenteel
is het zo dat de CANVEK een
beroep kan doen op de officieren
van gerechtelijke politie, de Veilig-
heid van de Staat, de Administratie
der Douane en Accijnzen en de
Algemene Directie Controle en
Bemiddeling
van
de
FOD
Economie.
Mijns inziens heeft de CANVEK
haar werk uitstekend gedaan. De
goedgekeurde verbeteringen in de
wet van vorig jaar moeten evenwel
in de praktijk gebracht worden en
het
federale
toezicht
moet
verscherpt worden, aangezien dit
incident het gevolg is van het feit
dat de onderneming onvoldoende
informatie heeft verstrekt.
08.07 Kristof Calvo (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, ik heb
nog een vraag ter precisering. De minister heeft in zijn enthousiasme
heel veel verteld en ik heb niet alles kunnen volgen. Indien u het mij
toestaat, heb ik nog drie specifieke vragen. Het zou zonde zijn het
huidige debat eindeloos te rekken en volgende keer het thema
opnieuw te moeten aansnijden. Ik stel in dat geval de vragen liever
nu.
Mijnheer de minister, u hebt een heel exacte, concrete timing van de
federale agenda gegeven voor de twee dossiers waarvan sprake. U
hebt echter niet duidelijk gemaakt of de exportvergunningen die op
het niveau van het Waals Gewest zijn toegekend en waarover het
antwoord van de heer Demotte niet heel erg duidelijk is, achteraf zijn
afgeleverd.
Hebben de bedoelde exportvergunningen of "attestations non visées"
nog plaatsgevonden na de eerste beraadslaging van de CANVEK op
19 maart 2010?
Ten tweede, mijnheer de minister, terwijl u de informatie van vorige
vraag even opzoekt, stel ik u de volgende vraag. U hebt voorlopig
geen antwoord gegeven op mijn heel belangrijke vraag, met name wie
de CANVEK-discussie initieert. U antwoordt dat de CANVEK-
discussie er komt na de informatie van het Gewest, terwijl de heer
Demotte oppert dat de CANVEK-discussie er komt na een
rechtstreekse vraag van het bedrijf. Het is het een of het ander.
Ten derde, u antwoordt dat een en ander uw bevoegdheid niet is.
Gammagrafietoestellen zijn geen federale bevoegdheid op het
moment dat u niet weet dat ze verarmd uranium bevatten. Hoe
verklaart u dat er beraadslagingen van de CANVEK hebben
plaatsgevonden, waarbij uiteindelijk de machtiging is geweigerd? U
beweert dat de kwestie geen federale bevoegdheid is. Waarom zou
08.07 Kristof Calvo (Ecolo-
Groen!): Je ne suis pas sûr d'avoir
tout à fait compris la réponse
ministérielle. Des licences d'expor-
tation ou des attestations non vi-
sées ont-elles été délivrées après
la première délibération de la
CANPAN le 19 mars 2010? Qui
initie les débats au sein de la
CANPAN? Pourquoi la CANPAN
se serait-elle prononcée sur ce
dossier si les appareils de gamma-
graphie ne sont pas de la
compétence de l'État fédéral?
Je pense que la clause "catch all"
ainsi que tout ce qui est à des fins
nucléaires doivent être examinés
par la CANPAN.
21/12/2010
CRIV 53
COM 075
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
34
de CANVEK zich dan over het dossier uitspreken?
Voor mij is de zaak wel een federale bevoegdheid. Het is tenslotte de
hele discussie waar het om gaat, met name de catch all clausule. Alle
zaken met nucleaire doeleinden, zoals gammagrafietoestellen,
worden op de CANVEK besproken.
Mijnheer de minister, indien u mij op de drie voorgaande vragen een
duidelijk antwoord kunt geven, is het misschien het laatste
commissiedebat dat wij over het bewuste dossier voeren.
Ik herhaal. De eerste vraag is of de exportvergunningen na de eerste
CANVEK-beraadslaging hebben plaatsgevonden.
De tweede vraag is wie de CANVEK-discussie initieert. Is dat het
Waals Gewest of het bedrijf?
Ten derde, over de gammagrafietoestellen zegt u in uw antwoord dat
de federale overheid ter zake niet bevoegd is en dat het Waals
Gewest derhalve een attest kan afleveren. Ik betwist dat. Waarom
zou de CANVEK zich nadien immers wel over het materiaal
uitspreken? Waarom heeft de CANVEK de machtiging, eerst in
maart 2010 en daarna in juni 2010, alsnog geweigerd?
De catch all clausule en alles met nucleaire doeleinden moet volgens
mij op de CANVEK worden besproken. De bevoegdheid wordt door
het Vlaams Gewest betwist, maar het advies wordt in het
voorliggende dossier niet door het Waals Gewest gevolgd.
08.08 Paul Magnette, ministre: Je vérifie parce que c'est compliqué
dans toutes ces dates. Mais si je vois bien, ce ne sont pas des
autorisations de la Région wallonne, je le confirme bien, ce sont des
attestions qui sont antérieures à celles du 5 mars. La date du 5 mars
est la première date à laquelle la CANPAN prend connaissance de la
situation. Elles sont antérieures et pas postérieures. Par contre, le
5 mars, quand la CANPAN prend connaissance du dossier, c'est
parce que la Région wallonne la consulte sur la question de
l'exportation de ces instruments de gammagraphie qui consomment
une source radioactive. À ma connaissance, c'est bien par
consultation de la Région et non pas d'un contact direct de l'entreprise
que la CANPAN est informée.
Je crois que ceci répond par la même occasion à votre troisième
question, si je l'ai bien comprise, puisque vous dites: "Pourquoi est-ce
qu'ils donnent une attestation?" "Waarom..."
08.08 Minister Paul Magnette: Ik
ben de data aan het checken. Als
ik mij niet vergis, zijn dat attesten
die dateren van vóór die van
5 maart. De CANVEK neemt op
5 maart kennis van het dossier
omdat het Waals Gewest haar
heeft geraadpleegd over de
kwestie van de uitvoer van die
gammagrafietoestellen die gebruik
maken van een radioactieve bron.
Bij mijn weten heeft de CANVEK
kennis van de zaak genomen
omdat het Gewest haar heeft
geraadpleegd, en niet omdat er
een rechtstreeks contact met het
bedrijf heeft plaatsgevonden.
08.09 Kristof Calvo (Ecolo-Groen!): U zegt dat er een attest kan
afgeleverd
worden
door
het
Waals
Gewest
voor
gammagrafietoestellen, omdat ze niet in de lijst voorkomen, die tot de
federale bevoegdheid behoort. Dat hebt u daarnet gezegd.
Waarom zou er dan in godsnaam ooit een discussie hebben
plaatsgevonden in de CANVEK over dezelfde gammagrafietoestellen?
Waarom is er dan in maart en juni een machtiging geweigerd door het
federale niveau als zij, zoals u gezegd hebt, niet bevoegd is voor die
toestellen? Het is mijn overtuiging dat ze wel bevoegd is, omdat de
toestellen een nucleaire doeleinde hebben. Het is het ene of het
08.09 Kristof Calvo (Ecolo-
Groen!): Le ministre nous dit à
présent qu'il est normal que la
Région wallonne ait délivré une
attestation pour des appareils de
gammagraphie, ces appareils ne
figurant pas sur la liste fédérale et
n'étant donc pas de la compétence
de l'État fédéral. Mais pourquoi
alors ces appareils ont-ils été au
centre d'une discussion à la
CRIV 53
COM 075
21/12/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
35
andere, mijnheer de minister. U kunt niet naar het Grondwettelijk Hof
stappen om te zeggen dat het een federale bevoegdheid is, waarover
u zich moet kunnen uitspreken, en tegelijkertijd stellen dat het
normaal is dat het Waals Gewest die vergunningen aflevert, omdat u
daarover niets te vertellen zou hebben. Het is het ene of het andere.
CANPAN? Pourquoi une autori-
sation a-t-elle été refusée en mars
et en juin à l'échelon fédéral si cet
échelon n'est pas compétent pour
ces appareils? Je considère pour
ma part que ces appareils relèvent
bien du fédéral pour la bonne et
simple raison qu'ils sont utilisables
à des fins nucléaires.
08.10 Paul Magnette, ministre: À nouveau, j'essaye de vous
répondre le plus précisément mais sans pouvoir répondre à la place
du niveau de pouvoir concerné. De ce que nous avons compris de
l'ensemble de la reconstitution des événements à la CANPAN, celle-ci
est saisie le 5 mars 2009 par la Région qui, effectivement, ne devrait
pas. À partir du moment où la Région considère qu'elle a à donner
une attestation et pas une autorisation parce que ce n'est pas sur la
liste des produits concernés par l'exportation, elle n'est pas tenue de
saisir la CANPAN mais elle la consulte quand même. C'est cela qui
enclenche toute la procédure puisque c'est dans le cadre de l'analyse
de ce dossier qu'on s'aperçoit que, certes, le produit ne pose pas de
problèmes mais que son emballage, lui, contient de l'uranium
appauvri. Je vous réponds ce que je peux vous répondre. Le 5 mars,
la CANPAN est saisie d'une demande de consultation par la Région
et ceci bien que la Région ait délivré son attestation auparavant et
qu'elle ne soit, en théorie, pas obligée de demander l'avis de la
CANPAN.
08.10 Minister Paul Magnette: Ik
herhaal dat ik niet kan antwoorden
in de plaats van de betrokken
overheid. Het Gewest legde dit
dossier op 5 maart 2009 voor aan
de CANVEK. Het hoefde dit inder-
daad niet te doen, want het had
geen vergunning, maar wel een
attest uitgereikt. Het toestel stond
immers niet op de lijst van de
producten waarvoor het advies
van de CANVEK moet worden
gevraagd, en dus hoefde het
Gewest die commissie er niet bij te
betrekken, wat het toch deed. Dat
is de oorzaak van alles. Als men
dit dossier analyseert, stelt men
immers vast dat het product geen
probleem oplevert, maar wel de
verpakking. Deze bevat namelijk
verarmd uranium.
08.11 Olivier Deleuze (Ecolo-Groen!): Merci bien. D'abord, ce par
quoi vous avez fini. Je ne pense pas que la Région ne doit pas
consulter la CANPAN parce qu'il n'y a pas d'uranium enrichi. La
meilleure preuve c'est que dans le procès-verbal de la réunion de la
CANPAN, il n'est nulle part fait état d'uranium enrichi et que la
conclusion de la CANPAN est la suivante: "La demande d'exportation
n'est pas claire. Il se peut qu'il s'agisse d'une demande d'exportation
d'instruments de gammagraphie contenant de l'iridium 192 ou
seulement d'iridium 192" ­ la CANPAN ne parle pas d'uranium
appauvri. "Et de toute façon", dit la CANPAN, "la différence n'a pas
d'influence sur l'avis final. Dans les deux cas, la commission donne
un avis négatif." Finalement, la question de l'uranium appauvri n'est
pas centrale ici, ce n'est pas de cela dont il s'agit. Il s'agit
effectivement, je l'ai compris maintenant, pas tout mais il y a encore
des pièces du puzzle qui se trouvent en Wallonie, du fait que la
Région wallonne, d'une part, donne un permis d'exportation à du
matériel ­ cela a été explicitement reconnu par le ministre-président
de la Région wallonne: deux attestions de non visé ont été délivrées
en 2008-2009 concernant l'exportation de gammamat vers l'Iran par
la firme Nordion, c'est donc public ­ et, d'autre part, demande à la
CANPAN ce qu'elle doit faire. La CANPAN dit non. Il y a là un
problème mais on va aller voir de l'autre côté à quel endroit. Pour ce
dossier, il y a une espèce de schizophrénie, en l'occurrence de la
Région wallonne.
08.11 Olivier Deleuze (Ecolo-
Groen!): In de notulen van de
vergadering van de CANVEK
wordt er nergens gewag gemaakt
van verrijkt uranium. In de
conclusie wordt gepreciseerd dat
de uitvoeraanvraag niet duidelijk is
en dat de kwestie van het verarmd
uranium hier niet centraal staat.
Het probleem is dat het Waals
Gewest enerzijds een uitvoerver-
gunning toekent voor materiaal en
anderzijds aan de CANVEK vraagt
wat het moet doen. Dat is
enigszins schizofreen.
08.12 Kristof Calvo (Ecolo-Groen!): Mijnheer de minister, ik hoop 08.12 Kristof Calvo (Ecolo-
21/12/2010
CRIV 53
COM 075
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
36
dat u mijn verontwaardiging deelt. Het is mijn overtuiging dat het
Waals Gewest ook zonder het verarmd uranium voor
gammagrafietoestellen de CANVEK moest raadplegen voordat een of
ander groen licht kon worden gegeven.
Wij hebben de verslagen van de CANVEK kunnen inkijken.
Specialisten van Defensie, de Amerikaanse ambassade en
specialisten van Buitenlandse Zaken zeggen duidelijk "neen" tegen de
export van gammagrafietoestellen naar Iran. Ik hoop dat u die
verslagen maandag op uw partijbureau aan de minister-president zult
overhandigen, ze zal laten lezen en hem duidelijk zult maken dat hij
een bijzonder grote fout heeft gemaakt door zulke zaken te laten
exporteren naar Iran.
Mijnheer de minister, ik wil u best geloven wanneer u zegt dat u doet
wat u moet doen en dat u een aantal stappen hebt proberen te zetten
inzake nucleaire export. Wanneer het Vlaams Gewest de wetgeving
ter zake aanvecht bij het Grondwettelijk Hof en het u zegt dat het de
CANVEK niet langer zal consulteren, en wanneer anderzijds, het
Waals Gewest een advies vraagt maar dat niet respecteert, dan kan
ik alleen maar vaststellen dat u op papier minister bent voor nucleaire
export, want tegelijkertijd exporteren andere entiteiten in ons land
naar landen als Iran. Ik stel dat vandaag, hopelijk samen met u, met
heel veel verontwaardiging vast in onze commissie.
Groen!): J'estime que la Région
wallonne devait de toute façon
consulter la CANPAN même si les
appareils de gammagraphie ne
contenaient pas d'uranium ap-
pauvri. Tous les spécialistes sont
opposés à l'exportation de ces
appareils en Iran. Espérons que le
ministre-président wallon puisse lui
aussi lire ces rapports.
Quant à la Région flamande, elle
s'est pourvue devant la Cour
constitutionnelle pour attaquer la
législation et n'entend plus consul-
ter la CANPAN. La Région wallon-
ne, elle, demande l'avis de la
CANPAN mais ne le suit pas. Par
conséquent, le ministre fédéral
n'est
compétent
pour
les
transports
nucléaires
qu'en
théorie.
08.13 Peter Logghe (VB): Mijnheer de minister, mocht dit een
kookprogramma zijn, dan zouden wij op het einde kunnen vragen wat
wij vandaag hebben geleerd. Het is geen kookprogramma, maar ik
heb toch een en ander geleerd. Ik hoop dat wij het allemaal hebben
geleerd, tot onze scha en schande.
Ik heb van u geleerd, mijnheer de minister, dat elke partij verklaart dat
zij de voorgeschreven procedure heeft gevolgd. Hier heeft niemand
fouten gemaakt. Hier heeft niemand gezondigd tegen de regels, tenzij
misschien het Waals Gewest dat het, ondanks het feit dat het maar
een attest heeft afgeleverd, toch nodig heeft gevonden om naar de
CANVEK te gaan om het dossier te laten onderzoeken. Gelukkig
heeft het dat gedaan. Ondertussen is het wel gebeurd. Dat zou ons
moeten doen nadenken en vlug doen ingrijpen.
U zegt dat u de regels bekijkt. Wij blijven op die manier bezig, maar ik
zie weinig verandering. Ik hoop dat er geen drama gebeurt.
08.13 Peter Logghe (VB):
Chaque partie en cause dit qu'elle
a suivi la procédure mais il semble
que seule la Région wallonne ait
inutilement recueilli l'avis de la
CANPAN. Il faut réexaminer
d'urgence la procédure. Il ne nous
reste plus qu'à espérer que cette
mauvaise façon de travailler ne
provoque pas une tragédie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nr. 1606 van de heer Logghe wordt omgezet in een schriftelijke vraag.
09 Questions jointes de
- M. Joseph George au ministre du Climat et de l'Énergie sur "la décision de la Cour constitutionnelle
concernant l'indépendance de la CREG" (n° 1347)
- Mme Liesbeth Van der Auwera au ministre du Climat et de l'Énergie sur "l'arrêt de la Cour
constitutionnelle concernant l'autonomie de la CREG" (n° 1410)
09 Samengevoegde vragen van
- de heer Joseph George aan de minister van Klimaat en Energie over "de uitspraak van het
Grondwettelijk Hof met betrekking tot de onafhankelijkheid van de CREG" (nr. 1347)
- mevrouw Liesbeth Van der Auwera aan de minister van Klimaat en Energie over "het arrest van het
Grondwettelijk Hof in verband met de autonomie van de CREG" (nr. 1410)
CRIV 53
COM 075
21/12/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
37
09.01 Joseph George (cdH): Madame la présidente, monsieur le
ministre, un arrêt important a été rendu le 18 novembre dernier par la
Cour constitutionnelle. Il confirme que la CREG est bien une autorité
administrative qui dispose d'un large pouvoir d'autonomie lequel ne
serait pas compatible avec une soumission quelconque à un contrôle
hiérarchique ou de tutelle. En fait, quelque part, l'arrêt préfigure le
contenu de la troisième directive Électricité qui doit être transposée en
droit belge. Dans une question précédente sur ce problème, vous
avez indiqué qu'un projet de loi transposerait le troisième paquet
Énergie avant la fin de l'année. On y est presque. Je suppose qu'en
toute hypothèse, l'enseignement de la Cour constitutionnelle sera
repris au vu du contenu de la troisième directive.
09.01 Joseph George (cdH): In
het arrest dat op 18 november
door het Grondwettelijk Hof werd
gewezen, wordt bevestigd dat de
CREG een administratieve over-
heid is die over een grote auto-
nome bevoegdheid beschikt en bij-
gevolg niet onderworpen kan zijn
aan enige hiërarchische controle
of enig toezicht.
Dit arrest loopt vooruit op de derde
Elektriciteitsrichtlijn die in Belgisch
recht moet worden omgezet. In het
kader van een eerdere vraag gaf u
aan dat het derde Energiepakket
voor het einde van het jaar via een
wetsontwerp zou worden omgezet.
Ik ga ervan uit dat daarin rekening
zal worden gehouden met de
uitspraak van het Grondwettelijk
Hof.
09.02 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mijnheer de minister, ik
verwijs naar hetzelfde arrest van het Grondwettelijk Hof dat het heeft
over de onafhankelijkheid van de CREG. U hebt in eerdere
commissievergaderingen aangegeven dat u het ontwerp dat het derde
energiepakket in nationale wetgeving zou omzetten, nog voor het
einde van het jaar zou indienen. Wij zitten in lopende zaken, blijkbaar
is het niet hoogdringend genoeg om het nu nog in een ontwerp te
gieten. Alleszins zal in dit ontwerp met deze autonomie rekening
dienen te worden gehouden.
Mijnheer de minister, de nieuwe elektriciteitsrichtlijn, artikel 35,
versterkt de onafhankelijkheid van de regulerende instanties. Wordt in
uw ontwerp ­ want u hebt gezegd dat u een ontwerp in uw lade hebt
liggen en dat u dat graag aan ons zou meedelen ­ expliciet
ingeschreven dat de CREG als instelling en haar directeurs en
personeel onafhankelijk zijn van elke andere publieke of private
entiteit?
In de huidige elektriciteitswet wordt bepaald dat het huishoudelijk
reglement van de CREG door de Koning moet worden goedgekeurd.
Om te voldoen aan de doelstelling van onafhankelijkheid zoals
bepaald in de nieuwe richtlijn, dient de goedkeuring bij KB van het
huishoudelijk reglement te worden opgeheven. Houdt u daarmee
rekening?
De nieuwe elektriciteitsrichtlijn bepaalt ook dat de regulerende
instantie juridisch onderscheiden en functioneel onafhankelijk moet
zijn van elke andere publieke of particuliere identiteit. Hoe voorziet uw
ontwerp in de onafhankelijkheid van beide organen?
De Koning zou ook niet langer bevoegd zijn om het bedrag van de
werkingskosten van de CREG te bepalen en het ontwerp van budget
goed te keuren. Is hierin ook voorzien?
09.02 Liesbeth Van der Auwera
(CD&V): Le ministre voulait encore
déposer d'ici à la fin de l'année le
projet de loi de transposition du
troisième paquet énergétique dans
la législation nationale. Il ne va
manifestement pas y parvenir et
ce projet devra en outre intégrer la
notion d'autonomie imposée par la
Cour constitutionnelle.
L'article 35 de la nouvelle directive
sur l'électricité renforce l'indépen-
dance des autorités de régulation.
Le projet du ministre précise-t-il
explicitement qu'en tant qu'institu-
tion, la CREG, ses directeurs et
son personnel sont indépendants
de toute autre entité publique ou
privée?
Comment
le
projet
donnera-t-il
forme
à
cette
autonomie?
21/12/2010
CRIV 53
COM 075
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
38
Ik heb dan nog een aantal kleinere vragen aan u.
De CREG moet de voorwaarden inzake toegang en aansluiting
vastleggen en doet daartoe een voorstel van KB. Voorziet u dat u of
uw administratie in dit KB wijzigingen kunnen aanbrengen?
Volgens de Europese richtlijnen moet de nationale regulator de
methodologie van de tarieven voor de distributie van gas en
elektriciteit vastleggen en nadien toezien of de tariefvoorstellen van de
operatoren hieraan voldoen. Gaat u hierin tussenbeide komen? Of
gaat u die methodologie zelf bepalen?
Ten slotte, met betrekking tot de certificering van de
transmissienetbeheerder, bepaalt het wetsontwerp dat u in uw lade
hebt liggen, zoals reeds aangekondigd, dat de CREG hiervoor
bevoegd wordt?
09.03 Paul Magnette, ministre: Madame la présidente, j'ai en effet
communiqué à la Commission que le projet de loi transposant le
troisième paquet dans la législation nationale serait introduit lors des
groupes de travail intercabinets très prochainement, pour respecter
les délais de transposition. En attendant, la CREG a envoyé ses
propositions et nous en avons pris bonne note. Nous avons pris un
peu plus de temps pour analyser ces textes et ajouter certaines
dispositions dans la proposition que je souhaite déposer.
L'intention de la Commission européenne est en effet de renforcer
l'indépendance du régulateur, ce qui sera clairement repris dans la
proposition. Cela se traduit concrètement par l'indépendance du
personnel, par le fait que les frais de fonctionnement et le budget
seront fixés par le parlement, le gouvernement n'intervenant plus en
la matière, par le fait que la CREG est la gardienne des procédures
de certification et qu'elle est chargée à ce titre du contrôle continu du
respect par les gestionnaires du réseau de transport de leurs
exigences d'indépendance.
09.03 Minister Paul Magnette:
Het wetsontwerp tot omzetting van
het
derde
Energiepakket
in
nationale wetgeving zal heel
binnenkort aan de interkabinetten-
werkgroepen worden voorgelegd.
De CREG heeft haar voorstellen
ingediend en we hebben de tijd
genomen om ze te analyseren.
We voegen er een aantal
bepalingen aan toe.
De Europese Commissie wil meer
onafhankelijkheid voor de regula-
tor, wat duidelijk in het voorstel zal
worden opgenomen. Zo zal de
onafhankelijkheid van het perso-
neel worden gewaarborgd, zullen
de werkingskosten en de be-
groting worden vastgesteld door
het Parlement en zal de CREG
worden belast met het permanente
toezicht op de inachtneming door
de transmissienetbeheerders van
de
vereisten
inzake
onafhankelijkheid.
Voor de drie antwoorden op uw vragen een, vier en zeven kan ik
melden dat zij duidelijk zijn aangegeven in het nieuwe Europese
energiepakket en als zodanig ook in het wetsontwerp zullen worden
opgenomen.
De algemene raad moet volgens mij behouden worden. De dubbele
structuur van de CREG met een algemene raad en een onafhankelijk
directiecomité ligt in de lijn van de Belgische traditie van overleg. Het
is een ontmoetingspunt voor de betrokken marktspelers, het beleid,
de sociale partners en ngo's. De huidige dubbele structuur van de
algemene raad is volgens mij verzoenbaar met the third package. De
opdrachten en de onafhankelijkheid van de reguleringsoverheden zijn
ertoe gehouden op het niveau van hun beslissingsorganen versterkt
te worden.
La double structure de la CREG,
qui est composée d'un conseil
général et d'un comité de direction
indépendant, doit en fin de
compte, être conservée.
Un gouvernement en affaires
courantes est habilité à transposer
d'urgence des directives ou des
règlements européens. Mon ob-
jectif est donc de présenter un
avant-projet lors d'un des Conseils
des ministres de janvier.
CRIV 53
COM 075
21/12/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
39
Wat de andere vragen betreft, wens ik vooreerst aan te stippen dat
een regering van lopende zaken wel bij hoogdringendheid Europese
richtlijnen of verordeningen kan omzetten. Mij doel is dus een
voorontwerp voor te stellen op een van de Ministerraden van januari.
La situation en rapport avec le règlement d'ordre intérieur, les
conditions relatives à l'accès au réseau, la fixation de la méthode et
des tarifs sont des points à analyser sur la base du contenu du
troisième paquet et des jugements récents en la matière de la part de
la Cour constitutionnelle et de la cour d'appel.
Le troisième paquet Énergie offre aux États membres la possibilité de
conférer au régulateur, soit le pouvoir de fixer les tarifs, soit celui de
fixer une méthodologie tarifaire. Dans le souci de respecter les
équilibres dans le troisième paquet Énergie, mon intention à ce stade
est de donner à la CREG la compétence de fixer la méthodologie du
calcul des tarifs et ce, sur proposition des gestionnaires et en
conformité avec les méthodes de calcul de ces tarifs arrêtées par le
législateur. Un tel mécanisme permet un juste équilibre entre le
contrôle législatif et l'indépendance de l'autorité de régulation.
Het huishoudelijk reglement, de
voorwaarden met betrekking tot de
toegang tot het net, de vaststelling
van de tarieven en de bereke-
ningswijze moeten worden geana-
lyseerd op basis van het derde
pakket en de recente uitspraken
van het Grondwettelijk Hof en het
hof van beroep.
Het derde energiepakket biedt de
mogelijkheid om de regulator de
bevoegdheid te verlenen om ofwel
de tarieven vast te stellen ofwel de
berekeningswijze te bepalen. Ik
ben van plan om de CREG be-
voegd te maken voor het bepalen
van de wijze van berekening van
de tarieven, op voorstel van de
beheerders en in overeenstem-
ming met de door de wetgever
vastgestelde berekeningsmetho-
den. Daardoor kan er een goed
evenwicht worden bereikt tussen
de controle door de wetgever en
de onafhankelijkheid van de
regulator.
De markten voor elektriciteit en aardgas moeten beantwoorden aan
een evenwicht in de machts- en bevoegdheidsverdeling tussen de
minister van Energie, de regulator van de energiemarkten en de
federale overheid. Een dergelijk evenwicht is de borg voor een goede
concurrentiële werking van de elektriciteits- en gasmarkten. De
regering beschikt op de elektriciteits- en gasmarkten over koninklijke
machten. De eerste van die koninklijke machten is de macht die
verband houdt met de bevoorradingszekerheid inzake elektriciteit en
aardgas. De bevoorradingszekerheid is de sluitsteen van de visie
inzake het Belgische energiebeleid op middellange en lange termijn.
Indien het derde pakket energie de bevoegdheden van de
reguleringsoverheden doet toenemen, met het oog op de controle van
de bevoorradingszekerheid, dan neemt dat anderzijds niets weg van
de eerste bevoegdheid van het beleid betreffende de fundamentele
opties die verband houden met de bevoorradingszekerheid, zoals
bijvoorbeeld de verwezenlijking van prospectieve studies of
productietoelatingen.
Un équilibre doit exister sur le
marché de l'énergie dans la répar-
tition des compétences entre le
ministre de l'Énergie, le régulateur
du marché et les autorités fédé-
rales. Cet équilibre garantit un
fonctionnement correct du marché
sur le plan de la concurrence. La
sécurité d'approvisionnement, qui
doit être assurée par l'État,
constitue la pierre angulaire de la
politique belge en matière d'éner-
gie à moyen et long termes. Une
compétence accrue du régulateur
n'y change rien.
09.04 Joseph George (cdH): Pas d'observations, madame la
présidente.
09.05 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): La même chose pour moi.
21/12/2010
CRIV 53
COM 075
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
40
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Ann Vanheste aan de minister van Klimaat en Energie over "de commerciële strategie van
Delta Lloyd" (nr. 1668)
- mevrouw Karine Lalieux aan de minister van Klimaat en Energie over "de handelwijze van
Delta Lloyd Bank" (nr. 1696)
10 Questions jointes de
- Mme Ann Vanheste au ministre du Climat et de l'Énergie sur "la stratégie commerciale de
Delta Lloyd" (n° 1668)
- Mme Karine Lalieux au ministre du Climat et de l'Énergie sur "les agissements de la banque
Delta Lloyd" (n° 1696)
10.01 Karine Lalieux (PS): Monsieur le ministre, selon les
informations parues dans la presse le mardi 14 décembre, la banque
Delta Lloyd s'apprête à exclure, pour accroître sa rentabilité, ses
clients les moins fortunés; 125 000 clients seraient touchés par cette
décision. Ainsi, selon toute vraisemblance, Delta Lloyd projette de se
transformer d'ici fin 2011 en banque de niche pour les entreprises et
les particuliers bénéficiant de gros moyens. Une plainte pour
discrimination est actuellement étudiée par le Centre pour l'égalité des
chances et la lutte contre le racisme.
Selon nos informations, pour être admis à présent chez Delta Lloyd,
les clients de plus de 35 ans doivent avoir au moins 75 000 euros
d'épargne sur leur compte et pouvoir mettre de côté 1 200, voire
1 300 euros par mois, remboursement de leur prêt compris. C'est
énorme! Les moins de 35 ans doivent avoir au moins un diplôme de
bachelier - sinon, vous ne pouvez pas gagner de l'argent - ou être
indépendants. Ceux qui ne satisfont pas à ces conditions, à savoir la
moitié de leurs clients, seront invités l'année prochaine à quitter la
banque.
La décision de Delta Lloyd, si elle faisait boule de neige, risquerait fort
bien d'avoir de fortes conséquences. En effet, la loi du 24 mars 2003
instaurant un service bancaire de base dispose que tout
consommateur résidant en Belgique a droit à ce service de base, soit
à un compte courant. Or, la loi fixe un seuil maximal de 6 000 euros
pour avoir éventuellement accès au service de base. Si d'autres
banques suivaient Delta Lloyd, cela signifierait donc qu'un très grand
nombre de consommateurs se verraient potentiellement exclus
bancaires, car ils n'auraient même pas droit au service de base.
La loi sert à protéger les plus fragiles d'entre nous. Mais elle instaure
aussi, avec ce service de base, une solidarité entre les banques. Il ne
faudrait pas qu'il y ait des banques pour riches, qui ont encore pignon
sur rue, et des banques pour pauvres, comme le secteur bancaire
voulait d'ailleurs en créer avant cette loi de 2003.
"Celui qui recherche un Aldi n'est pas à la bonne adresse chez nous",
aurait dit le patron de Delta Lloyd. S'il faut avoir 75 000 euros
d'épargne pour être admis, je pense que nous sommes nombreux à
aller faire les courses chez Aldi! Le mépris et le cynisme sont, ici,
poussés à leur paroxysme. Nous ne pouvons l'accepter.
Le passage à un système twin peaks et le renforcement du rôle de la
CBFA pour plus de protection du consommateur est bien une décision
10.01 Karine Lalieux (PS): In de
pers staat te lezen dat de bank
Delta Lloyd op het punt staat om
125 000 van haar klanten, de
minst gefortuneerde, uit te sluiten.
Het Centrum voor gelijkheid van
kansen en voor racismebestrijding
buigt zich momenteel over een
klacht wegens discriminatie.
Bij de wet van 24 maart 2003
wordt er een basisbankdienst
ingesteld. Als andere banken het
voorbeeld van Delta Lloyd volgen,
dreigt een zeer groot aantal
consumenten van bankdiensten te
worden uitgesloten. De wet voor-
ziet echter in een solidariteits-
regeling voor de banken. Het is
niet de bedoeling dat er banken
voor de rijken en banken voor de
armen komen, alhoewel de bank-
sector dat vóór de wet van 2003
wel beoogde. Uit de actualiteit
blijkt dat er problemen zijn met de
consumentenbescherming en de
rol van de nieuwe CBFA. Daarom
moet er volgens ons ­ en ik
herhaal dat al sinds 2008 ­ een
echt
agentschap
voor
de
bescherming van consumenten in
bankzaken komen. Ik vrees dat
dat niet voor morgen zal zijn.
Heeft u uw administratie gevraagd
de situatie op te helderen en de
mogelijke risico's van de be-
slissing van Delta Lloyd te
evalueren? Als de bank haar
plannen doorzet, welke sancties
zouden er dan opgelegd kunnen
worden?
Ik heb inmiddels een brief van
CRIV 53
COM 075
21/12/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
41
fondamentale. Néanmoins, l'actualité nous montre qu'il y a des
problèmes dans la protection des consommateurs et le rôle de la
nouvelle CBFA. C'est pourquoi il nous paraît indispensable, je le
répète depuis 2008, qu'il y ait une vraie agence de protection des
consommateurs en matière bancaire. Malheureusement, nous n'y
sommes pas encore arrivés. Et j'ai l'impression qu'on en est loin.
Monsieur le ministre, avez-vous saisi votre administration afin
d'éclaircir la situation et d'évaluer les risques potentiels de la décision
de Delta Lloyd? Si la banque persiste dans sa volonté, quelles
seraient les éventuelles sanctions envisageables?
Aujourd'hui, Delta Lloyd m'a écrit pour me dire qu'on les avait mal
compris. C'est habituel avec les banques, on les comprend mal!
C'était la même chose avec Febelfin et leur décision concernant
MasterCard: on les avait mal compris.
Avez-vous des renseignements complémentaires? Apparemment,
nous avons mal compris la banque Delta Lloyd quant à ses intentions.
Delta Lloyd ontvangen waarin
staat dat een en ander verkeerd is
overgekomen. We begrijpen de
banken vaak verkeerd! Dat was
ook al het geval met de
bankenfederatie Febelfin en haar
beslissing met betrekking tot
MasterCard.
10.02 Paul Magnette, ministre: Madame Lalieux, j'ai été interrogé
par quelques proches qui sont, comme vous, mais pas comme moi,
clients de Delta Lloyd et qui ont donc reçu ce courrier.
Delta Lloyd est liée par des obligations contractuelles, comme toute
institution bancaire. Un bailleur de crédit ne saurait résilier un crédit
hypothécaire ou un crédit au consommateur en cours. Il doit respecter
la durée contractuelle de la convention. Pour les crédits au
consommateur à durée indéterminée, par exemple des crédits sur les
comptes à vue, une période de résiliation de deux mois minimum à
partir du 1
er
décembre 2010 est prévue, et ce depuis la loi du 13 juin
2010. Un même délai de résiliation est valable pour les comptes à
vue. Mais, même dans ce cas, la résiliation ne peut, en vertu du droit
commun, créer un quelconque dommage. Je suppose que Delta
Lloyd est au courant de cela et qu'elle aura vérifié si son changement
de cap commercial est conforme à ces dispositions contraignantes du
droit belge de la consommation.
Par ailleurs, l'article 6 de la loi du 24 mars 2003 instituant un service
bancaire de base, que vous connaissez bien, me semble clair: un
organisme de crédit ne saurait refuser d'accorder ou résilier un
service de base bancaire qu'en cas d'escroquerie, d'abus de
confiance, de faillite frauduleuse, de faux en écriture ou de
blanchiment de capitaux par le consommateur ou dans le cas où le
consommateur dispose déjà d'un autre compte. La disposition
d'admissibilité d'une requête en règlement collectif de dettes ne
saurait constituer une raison pour refuser ou résilier un compte.
Vu le ratio legis de ladite loi, il me semble indiqué qu'un formulaire de
demande soit disponible dans toutes les agences, et pas uniquement
dans une agence centrale ou sur internet. J'ai compris que
l'organisation de consommateurs CRIOC a introduit une plainte
auprès du Centre pour l'égalité des chances à ce propos.
L'administration est saisie de ce dossier et agira si la loi instituant un
service bancaire de base n'était pas respectée.
Par ailleurs, vous savez sans doute que la Commission européenne
réfléchit à promulguer également une directive relative au service
10.02 Minister Paul Magnette:
Een kredietverstrekker kan niet zo
maar een lopende hypothecaire
lening
of
consumentenkrediet
opzeggen. Voor consumenten-
kredieten van onbepaalde duur is
er sinds de inwerkingtreding van
de wet van 13 juni 2010 voorzien
in een opzegtermijn van minimum
twee maanden.
Artikel 6 van de wet van 24 maart
2003 tot instelling van een basis-
bankdienst bepaalt dat een kre-
dietinstelling enkel mag weigeren
een basis-bankdienst te verlenen
of hem op te zeggen in geval van
oplichting, misbruik van vertrou-
wen, frauduleus bankroet, valsheid
in geschrifte of witwassen van
kapitalen door de consument of in
geval de consument reeds over
een andere rekening beschikt. De
beschikking van toelaatbaarheid
van een verzoek tot collectieve
schuldenregeling kan geen reden
zijn om een rekening te weigeren
of op te zeggen.
Gelet op de ratio legis van
voornoemde wet, lijkt het me aan-
gewezen dat in alle bankkantoren
een aanvraagformulier voorhan-
den
is.
De
consumentenor-
ganisatie OIVO heeft daarover een
klacht ingediend bij het Centrum
voor gelijkheid van kansen. De
administratie zal ingrijpen indien
21/12/2010
CRIV 53
COM 075
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
42
bancaire de base. En l'espèce, le modèle belge a valeur de référence.
Voilà ce que je peux vous dire à ce stade, mais l'administration
continue de suivre ce dossier de très près.
de wet tot instelling van een basis-
bankdienst niet wordt nageleefd.
Ook de Europese Commissie
denkt eraan een richtlijn betref-
fende de basis-bankdienst uit te
vaardigen. Het Belgisch model kan
daarbij als referentie gelden.
10.03 Karine Lalieux (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie de
votre réponse. En effet, on devrait souhaiter que tous ceux qui ont un
compte courant et qui entrent dans les conditions du service bancaire
de base aillent ouvrir un compte bancaire de base parce qu'alors
Delta Lloyd ne pourrait pas les exclure. Donc, ce sont les plus fragiles
d'entre nous qui devraient tous aller y ouvrir un compte. Ce serait
comique comme mission pour cette banque. Mais il faudrait réfléchir à
un caractère plus contraignant de la loi, sur le modèle de la directive
MiFID.
Ce serait nécessaire, puisque des banques veulent progressivement
exclure certaines catégories de leur public, comme c'était le cas avant
que ne soit mis en place ce service bancaire de base en 2000, quand
les banques radiaient les clients peu rentables. C'est tout à fait
inacceptable.
10.03 Karine Lalieux (PS):
Iedereen die een lopende rekening
heeft en die onder de voorwaarden
van de basis-bankdienst valt, zou
een basis-bankrekening moeten
kunnen openen, wat tot komische
toestanden ten aanzien van Delta
Lloyd zou kunnen leiden.
Maar we moeten erover nadenken
om de wet een dwingender karak-
ter te geven, naar het voorbeeld
van de MiFID-richtlijn.
Dat zou nodig zijn, aangezien de
banken bepaalde categorieën van
personen
geleidelijk
willen
uitsluiten, wat onaanvaardbaar is.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Theo Francken aan de minister van Klimaat en Energie over "de werkwijze van
de gasleverancier Fluxys" (nr. 1643)
11 Question de M. Theo Francken au ministre du Climat et de l'Énergie sur "les méthodes de travail du
fournisseur de gaz Fluxys" (n° 1643)
De voorzitter: Mijnheer Francken, u bent zeker gaan joggen?
11.01 Theo Francken (N-VA): Ik ben er inderdaad nog gaan joggen,
mevrouw de voorzitter, maar er is niets meer te zien, want de
leidingen liggen volledig ondergronds. Er is geen personeel meer
aanwezig. Daarover gaat mijn vraag echter niet.
Mijnheer de minister, ik begrijp dat u zich afvraagt waarom ik
terugkom op deze zaak. Dat is omdat de ongerustheid allesbehalve
weggenomen is. De ongerustheid is zelfs aangewakkerd, vooral door
een artikel in Knack, dat u ongetwijfeld bekend is. Op de voorpagina
van Knack stond twee weken geleden: "Gasbom onder België." Op de
binnenbladzijden stond een groot artikel waarin eigenlijk twee dingen
werden gezegd.
Ten eerste, er is een geweldige ramp vermeden. Eigenlijk is door puur
geluk een gigantische ramp, die veel groter had kunnen zijn dan die in
Gellingen, niet gebeurd. Ten tweede, wat in Rotselaar en in Lubbeek
­ mijn gemeente ­ aan gasleidingen ligt, is enorm. Precies daar
kruisen de drie grootste gasleidingen van West-Europa. Dat kruispunt
ligt onder onze gemeente. Ik was natuurlijk gechoqueerd toen ik dat
las. Maar, er is blijkbaar ook een incident geweest in Lubbeek, de
11.01 Theo Francken (N-VA): Un
article paru il y a deux semaines
dans
l'hebdomadaire
Knack
révélait que l'entité de Rotselaar
avait échappé, par le plus grand
des hasards, à une explosion de
gaz qui aurait pu être encore plus
grave que celle de Ghislenghien
puisque les trois plus grands
gazoducs d'Europe de l'Ouest se
croisent sous le sol de Rotselaar
et Lubbeek. Manifestement, l'inci-
dent survenu à Rotselaar avait été
précédé, la veille, d'un autre
incident à Lubbeek.
Le ministre peut-il confirmer les
informations publiées par l'hebdo-
madaire Knack? En quoi a
consisté précisément le problème?
CRIV 53
COM 075
21/12/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
43
avond daarvoor. U hebt daar kort iets over gezegd. Dit zijn mijn
redenen om terug te komen op dit dossier.
Een andere reden om erop terug te komen, is dat u zei dat u wacht op
een rapport dat er hopelijk zal zijn tegen het einde van het jaar, maar
dat het ook langer kon duren. In de ijdele hoop dat dit rapport al
aangekomen is op uw kabinet en dat uw medewerkers of uw
kabinetschef het al hebben kunnen bekijken, stel ik mijn vraag. Wat
was er precies aan de hand toen dat incident plaatsvond? Wat is er
toen precies gebeurd?
Ten eerste, wat scheelde er precies met de gasleidingen? Is dat
incident effectief verlopen zoals het in Knack stond? Hoe is het
incident in Lubbeek verlopen?
Ten tweede, klopt wat in Knack stond, dat door puur toeval een ramp
vermeden werd? Het gasdeksel is vertikaal verschoven. Als het
deksel een klein beetje een andere wending had genomen, was er
een geweldig incident gebeurd, want dan was de hele zaak ontploft.
Klopt dat? Klopt het wat er op de voorpagina van Knack stond:
"Gasbom onder België"? Hoe luidt de evaluatie en hoe kunnen wij dit
vermijden?
Ik kan u zeggen dat wij daar echt ongerust over zijn. Het hele
Hageland stond in rep en roer die dag, en blijft nog altijd zeer
ongerust.
Ik blijf erbij, mijnheer de minister, dat de communicatie van Fluxys niet
goed is. Men heeft nu een Bongobon rondgedeeld bij alle
omwonenden.
Men kan zeggen dat het leuk en sympathiek is dat men een
Bongobon krijgt.
En réponse à ma précédente
question, le ministre a déclaré qu'il
attendait de pouvoir disposer d'un
rapport sur le sujet. Ce dernier est-
il déjà disponible? Je maintiens
que Fluxys ne communique pas
comme il sied: l'entreprise vient de
distribuer des bons Bongo à tous
les riverains concernés par cet
incident.
11.02 Kristof Calvo (Ecolo-Groen!): (...)
11.03 Theo Francken (N-VA): Nee, ik heb er zelf geen gekregen.
Het was alleen voor degenen die wonen binnen een straal van twintig
meter en ik woon niet binnen die twintig meter. Maak u dus geen
zorgen, mijnheer Calvo.
Ik vraag mij dan toch af wat de bedoeling is van heel die zaak, van die
communicatie.
Mijnheer de minister, ik roep u op om zo snel mogelijk een brief te
sturen om de opdracht te geven aan de voorzitter van de raad van
bestuur van Fluxys ­ de heer Termont van de sp.a, de zeer aimabele
burgemeester van Gent, u ongetwijfeld bekend ­ om nog voor de
lente in elk van de gemeenten een groot informatiemoment te
organiseren. Ik vraag dus heel concreet of u bereid bent om de
voorzitter van de raad van bestuur van Fluxys een brief te sturen om
te vragen of de heer Termont, samen met zijn raad van bestuur en
met een aantal ingenieurs, bereid is om naar Lubbeek, Rotselaar en
misschien ook andere gemeenten te komen om de bevolking daar
eens uit te leggen hoe het zit. Dat kan eventueel samen met het
gemeentebestuur. Mijn gemeenbestuur wil dat met veel plezier doen,
wij ontvangen de mensen van Fluxys met open armen. Dan kan men
de bewoners eens uitleggen wat daar juist ligt aan gasleidingen, van
11.03 Theo Francken (N-VA): Le
ministre pourrait-il envoyer dans
les plus brefs délais un courrier au
président du conseil d'administra-
tion de Fluxys pour l'inviter à
organiser avant le printemps une
large séance d'information dans
chacune des communes? Mon
administration communale accueil-
lera une telle séance à bras
ouverts. Ce sera l'occasion de
donner aux habitants toutes les
explications sur les conduites de
gaz existantes et ce qu'il convient
de faire en cas d'urgence.
21/12/2010
CRIV 53
COM 075
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
44
waar de leidingen komen en waar zij naartoe gaan, wat de bedoeling
is en wat de aard, de functie en de werking van die gasleidingen is.
Wat moeten wij doen bij nood, als er iets gebeurt waar wij bang voor
zijn of als wij denken dat er iets abnormaals aan de hand is? Wat
moeten wij dan doen? Wij weten het niet. De mensen van mijn
gemeente en de buurgemeente weten het niet.
Mijnheer de minister, ik hoop dat u die brief wil sturen en dat er dus
een informatiemoment komt. Dat is dringend nodig. Er is ongerustheid
in onze gemeente en ik word daar dagelijks over aangesproken. Ik
hoop dat er een initiatief kan worden genomen. Het is uiteindelijk een
intercommunale van en voor de mensen, van en door verkozen
politici.
11.04 Minister Paul Magnette: Mijnheer Francken, het onderzoek
naar het incident door mijn administratie is momenteel nog niet
afgerond. Om deze reden kan ik hierover nu nog geen verdere
toelichting geven. In Lubbeek is de dag voordien enkel geluidshinder
opgetreden en was er op geen enkel ogenblik sprake van een gaslek.
Fluxys communiceert in de voorbereidingsfase rond de aanleg van
een nieuwe leiding herhaaldelijk met de gemeenten en de
omwonenden in het kader van de diverse vergunningsprocedures. Bij
de start van de werken wordt opnieuw contact opgenomen met de
mensen die bij de werken betrokken zijn. Voorafgaand aan de
volledige ingebruikname worden de gemeente, de brandweer en de
politie op de hoogte gebracht en worden de situatieplannen bezorgd.
Vervolgens wordt de databank ondergrondse leidingen van de FOD
Binnenlandse Zaken bijgewerkt.
Voorzitter: Kristof Calvo.
Président: Kristof Calvo.
Over de communicatie bij het incident. Fluxys heeft dadelijk na het
ontstaan van het aardgaslek diverse contacten genomen met de
verschillende burgemeesters en met de gouverneur en was met
meerdere personen aanwezig, zowel ter plaatse als op het provinciaal
crisiscentrum in de brandweerkazerne in Leuven. Na het incident
heeft Fluxys van zondag 14 tot dinsdag 16 november alle bewoners
bezocht die bij het incident werden geëvacueerd. Er werd een brief
overhandigd met de uitleg hoe personen contact kunnen nemen met
Fluxys als zij schade hebben ondervonden.
Dit sluit niet uit dat verder nagedacht kan worden over
risicocommunicatie die onder de bevoegdheid valt van de
verschillende
overheden,
betrokken
bij
de
nood-
en
interventieplannen. Ook op dit gebied kan het officiële rapport
mogelijke verbeteringen aangeven.
11.04 Paul Magnette, ministre:
L'examen de cet incident par mon
administration n'est pas terminé et
je ne peux donc pas encore vous
éclairer sur ce point. Des nuisan-
ces acoustiques ont effectivement
été enregistrées à Lubbeek la
veille de l'incident mais aucune
fuite de gaz.
Durant la phase de préparation et
d'autorisation de la pose d'une
nouvelle conduite, Fluxys multiplie
les communications avec les
communes et les riverains. Au
début des travaux, elle recontacte
les personnes concernées par les
travaux. La commune, les pom-
piers et la police sont préalable-
ment informés de la mise en
service de toute l'installation. La
banque de données des canalisa-
tions souterraines du SPF Intérieur
est ensuite mise à jour.
Immédiatement après l'apparition
de la fuite de gaz naturel, Fluxys a
contacté les bourgmestres et le
gouverneur et plusieurs de ses
représentants étaient présents au
centre de crise provincial. Après
l'incident, du dimanche 14 au
mardi 16 novembre, Fluxys a
rendu visite à tous les habitants
qui avaient été évacués et leur a
donné des directives sur les
dispositions à prendre en cas
d'éventuel sinistre. Nous pouvons
évidemment approfondir la ré-
flexion sur la communication des
risques organisée par les autorités
dans le cadre de plans d'urgence
et d'intervention. Dans ce domaine
également, le rapport officiel peut
CRIV 53
COM 075
21/12/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
45
formuler
des
propositions
d'améliorations.
11.05 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de minister, ik zal zeker
wachten op het rapport.
Ik wil u vragen, niet namens mijzelf of namens de N-VA, maar
namens mijn inwoners, namens de mensen van mijn streek, dat u
een brief stuurt naar de voorzitter van de raad van bestuur ­ dat kunt
u zelfs vandaag nog doen, hij hoeft niet lang te zijn ­ om te vragen
namens de federale regering om een informatiemoment in te lassen
op korte termijn, voor het begin van de lente, zowel in Lubbeek als in
Rotselaar. Niet over de aard van het incident, wel over wat daar ligt,
wat die gasleidingen zijn, hoe het komt dat die daar liggen, wat de
aard, de werking en het nut van die gasleidingen zijn, wat het risico is
en hoe wij daarmee kunnen omgaan als bewoners, en dan niet alleen
voor mensen binnen een straal van twintig meter.
U weet even goed als ik, mijnheer de minister, dat er mensen in
Gellingen getroffen zijn die tot op 50, 60 of 100 meter van die gaslijn
woonden en daar gestorven zijn. Twintig meter is peanuts, dat weet
iedereen. Ik roep u op, ik hoop dat u dit wenst te doen. Het zou
volgens mij getuigen van goed bestuur als u een brief zou sturen en
de heer Termont zou vragen om dit zo snel mogelijk te organiseren.
11.05 Theo Francken (N-VA): Le
ministre
peut-il
adresser
un
courrier au président du conseil
d'administration pour lui demander
d'organiser très prochainement à
Lubbeek et Rotselaar une séance
d'information sur la présence des
conduites de gaz et l'attitude à
adopter par les habitants? Je ne
limiterais
pas
cette
séance
d'information aux seuls habitants
présents dans un rayon de vingt
mètres.
11.06 Minister Paul Magnette: Ik zal informeel contact opnemen met
de heer Termont.
11.06 Paul Magnette, ministre:
Je prendrai officiellement contact
avec M. Termont.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Question de M. Anthony Dufrane au ministre du Climat et de l'Énergie sur "l'impact de la cotisation
fédérale sur les tarifs de l'électricité en 2011" (n° 1728)
12 Vraag van de heer Anthony Dufrane aan de minister van Klimaat en Energie over "de impact van de
federale energiebijdrage op de elektriciteitstarieven van 2011" (nr. 1728)
12.01 Anthony Dufrane (PS): Monsieur le ministre, la presse a
rapporté que la CREG estime que les factures d'électricité vont
augmenter en 2011. Le régulateur fédéral attribue cette hausse au fait
que la cotisation fédérale qui sert à financer les obligations de service
public, tels que les tarifs sociaux ou le Fonds Kyoto, va augmenter.
Selon la presse, la cotisation fédérale pour l'électricité augmenterait
de 29 %. Personne ne peut raisonnablement remettre en cause la
pertinence du financement des tarifs sociaux ou du Fonds Kyoto.
Cependant, je pense qu'il est nécessaire que chacun comprenne les
possibles évolutions de sa facture à court terme. À ce titre, je voudrais
vous poser les questions suivantes. Pouvez-vous me confirmer les
informations parues dans la presse concernant l'augmentation de la
cotisation fédérale? Dans l'affirmative, dans quelle proportion cela se
fera-t-il? Pourquoi cette augmentation est-elle nécessaire? Quel en
sera l'impact sur la facture globale d'électricité des clients finaux?
12.01 Anthony Dufrane (PS):
Volgens de CREG zullen de
elektriciteitsfacturen
in
2011
stijgen, omdat de federale bijdrage
waarmee
de
openbaredienst-
verplichtingen worden gefinancierd
met 29 procent zou stijgen.
Het is geenszins de bedoeling de
financiering van de sociale tarie-
ven of van het Kyotofonds ter
discussie te stellen, maar men
mag ook de factuur van de
consument niet uit het oog
verliezen. Kunt u bevestigen dat
de federale bijdrage de hoogte
ingaat? Zo ja, in welke mate?
Waarom is die stijging noodzake-
lijk? Welke weerslag zal ze
hebben
op
de
globale
elektriciteitsfactuur
voor
de
21/12/2010
CRIV 53
COM 075
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
46
klanten?
12.02 Paul Magnette, ministre: Monsieur le président, monsieur
Dufrane, le montant de la cotisation fédérale est publié le 15
décembre de chaque année, sur le site internet de la CREG. Le
montant 2011 est bien de 5,2649 euros pour l'électricité et de 0,5016
euro par Mw/h pour le gaz, soit une hausse respectivement de 29 %
en électricité et de 53 % en gaz. Pour un ménage qui consomme
3 500 Kw/h par an, cela représente 18,46 euros par an pour
l'électricité, soit une augmentation de 4,25 euros par rapport à l'année
précédente sur l'ensemble de l'année. Pour le gaz, la surcharge de
cotisation fédérale représente 1,75 euro pour une même
consommation de 3 500 Kw/h, ce qui est la moyenne.
Cette augmentation est due à plusieurs facteurs. D'une part, des
facteurs techniques: le fait que le manque à gagner apparu l'année
dernière, suite à la crise, du fait de la baisse de la consommation et
une réduction de 5 % de la quantité d'énergie prise en compte au
dénominateur pour le calcul de la cotisation, la quantité consommée
en 2009 servant de base. D'autre part, l'indexation automatique (ici de
2,86 %) des fonds indexés ­ c'est, par exemple, la guidance des
CPAS, les fonds gaz à effet de serre et réduction forfaitaire ­ et puis
finalement, et surtout, le niveau d'exonération très élevé (60 %), pris
en compte en 2011 pour le calcul des surcharges dénucléarisation et
gaz à effet de serre. C'est au vu, en particulier, de ce niveau
d'exonération très élevé que j'ai proposé, mais sans avoir été suivi
jusqu'ici, la suppression de cette exonération. Nous y reviendrons très
probablement dans la loi de dispositions diverses non urgentes, après
les vacances de Noël.
12.02 Minister Paul Magnette:
Het bedrag van de federale
bijdrage wordt op 15 december
van elk jaar bekendgemaakt op de
website van de CREG. Voor 2011
bedraagt de bijdrage voor elektri-
citeit 5,26 euro en voor gas
0,50 euro per megawattuur. Het
gaat
om
een
stijging
met
respectievelijk 29 en 53 procent.
Die stijging is aan verscheidene
factoren te wijten: vooreerst waren
er vorig jaar minder inkomsten, als
gevolg van de daling van het
verbruik en van een vermindering
van 5 procent van de hoeveelheid
energie waarmee rekening wordt
gehouden voor de berekening van
de bijdrage. Ook de automatische
indexering van de fondsen speelt
een rol. Ten slotte is er het hoge
vrijstellingsniveau voor de bereke-
ning van de toeslag voor de
denuclearisatie en de broeikas-
gassen. In het licht van dat hoge
vrijstellingsniveau heb ik voor-
gesteld die vrijstelling af te schaf-
fen, maar dat voorstel werd
vooralsnog niet bijgetreden. We
zullen hierop terugkomen in de wet
houdende diverse niet-dringende
bepalingen, na het kerstreces.
12.03 Anthony Dufrane (PS): Je vous remercie, monsieur le
ministre.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Voorzitter: Anthony Dufrane.
Président: Anthony Dufrane.
13 Vraag van de heer Kristof Calvo aan de minister van Klimaat en Energie over "het misbruik van het
WWF-logo door het Nucleair Forum" (nr. 1734)
13 Question de M. Kristof Calvo au ministre du Climat et de l'Énergie sur "l'utilisation abusive faite du
logo WWF par le Forum nucléaire" (n° 1734)
13.01 Kristof Calvo (Ecolo-Groen!): Mijnheer de minister, dit is een
vraag van een heel andere orde. Het is een vraag met betrekking tot
het misbruik, door het Nucleair Forum, van het logo van de
milieuorganisatie WWF.
U hebt mijn vraag gelezen. Bij het WWF is men aardig geschrokken,
omdat zijn logo en bepaalde beperkte extracten van zijn rapport plots
opdoken op de website van het Nucleair Forum. Het WWF heeft het
13.01 Kristof Calvo (Ecolo-
Groen!): Le WWF a été frappé de
stupeur en découvrant soudain
son logo sur le site internet du
Forum nucléaire.
Le ministre a-t-il connaissance de
ce problème? A-t-il évoqué ce
CRIV 53
COM 075
21/12/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
47
Nucleair Forum gecontacteerd. Ik begrijp dat u niet de
communicatieverantwoordelijke, noch de webmaster van het Nucleair
Forum bent, maar een aantal partners, zoals het Studiecentrum voor
Kernenergie en het IRE, wordt in grote mate gefinancierd en neemt
een stevige brok van de middelen uit de federale begroting op,
vandaar mijn vragen.
Ten eerste, bent u op de hoogte van het probleem?
Ten tweede, hebt u zelf contact genomen met het Nucleair Forum
en/of zijn leden?
Ten derde, bent u al eerder geïnterpelleerd over de misleidende
communicatie van het Nucleair Forum? Mocht het de eerste keer zijn
dat ik bedenkingen heb bij de communicatie van het Nucleair Forum,
dan zou ik de vraag niet stellen, maar ik heb ook gezien wat men
verspreid heeft op de zomerfestivals, een nucleaire brainwashing,
goed georganiseerd, maar factueel niet altijd juist.
Ten slotte, als ik mij niet vergis, was u geen grote voorstander van de
deelname van het SCK en het IRE aan het Nucleair Forum. Er werd
daarover in de vorige legislatuur ook al gedebatteerd in commissie. Zij
zijn vandaag nog altijd lid. Dat begrijp ik althans uit de website. Ik
vermoed dat zij ook financieel bijdragen aan de fantastische
communicatie van het Nucleair Forum. Hoe evalueert u vandaag de
deelname van het SCK en het IRE aan het Nucleair Forum?
point avec le Forum? Que penser
des informations très douteuses
diffusées par le Forum, par
exemple lors des festivals d'été?
Le ministre n'était guère partisan
de la participation du CEN et de
l'IRE au Forum nucléaire. Partici-
pent-ils
financièrement
à
la
campagne de communication de
ce Forum?
13.02 Minister Paul Magnette: Mijnheer Calvo, ik ben niet op de
hoogte van het probleem dat werd opgeworpen door het gebruik van
het logo van de milieuorganisatie WWF op de website van het
Belgisch Nucleair Forum. Ik heb onlangs geen contact gehad met het
Forum. Ik werd vorig jaar enkele malen door mevrouw Tine Van der
Straeten over zijn informatiecampagne geïnterpelleerd. Ik heb toen
geantwoord dat die campagne een privaat initiatief was, dat losstond
van het energiebeleid van de regering.
Mevrouw Van der Straeten heeft mij toen ook vragen gesteld over het
lidmaatschap van het SCK-CEN en het IRE. Ik heb vorig jaar
inderdaad een brief aan het SCK-CEN en het IRE gestuurd, over hun
deelname aan het Forum. Het Centrum en het IRE hebben
geantwoord dat zij het lidmaatschap met hun eigen inkomsten konden
betalen en dus niet met de publieke inkomsten. Voor meer details
verwijs ik u naar het integraal verslag van de commissie van 17
februari 2009.
13.02 Paul Magnette, ministre:
Je n'ai pas connaissance du
problème et n'ai pas eu de
contacts récents avec le Forum.
Cette campagne est une initiative
privée indépendante de la politique
énergétique menée par le gouver-
nement. Le CEN et l'IRE m'ont
affirmé, en réponse à une question
de ma part concernant leur partici-
pation
au
Forum,
qu'elles
finançaient leur adhésion sur leurs
recettes propres. Pour davantage
de détails sur le sujet, je me
permets de vous renvoyer au
compte rendu de la commission
du 17 février 2009.
13.03 Kristof Calvo (Ecolo-Groen!): Mijnheer de minister, ik dank u
voor uw antwoord. Het is jammer dat u brieven stuurt en dat zulke
instellingen, door u ruim gefinancierd ­ u steekt er uw nek voor uit aan
de begrotingstafel ­ die oproep van u gewoon negeren. Dat is
bijzonder jammer. Ik stel dat samen met u vast.
13.03 Kristof Calvo (Ecolo-
Groen!): Il est regrettable que des
institutions largement financées
par l'État continuent à agir ainsi à
leur guise.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van de heer Kristof Calvo aan de minister van Klimaat en Energie over "bindende EU-
doelstellingen voor energiebesparing" (nr. 1736)
14 Question de M. Kristof Calvo au ministre du Climat et de l'Énergie sur "les objectifs contraignants
de l'UE en matière d'économie d'énergie" (n° 1736)
21/12/2010
CRIV 53
COM 075
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
48
14.01 Kristof Calvo (Ecolo-Groen!): Mijnheer de minister, mijn vraag
handelt over de bindende EU-doelstellingen inzake energiebesparing.
Ik heb in de pers mogen lezen dat u en uw Europese collega's van de
andere lidstaten het over voornoemde doelstellingen niet eens zijn
geraakt.
Wij hebben vandaag al reducties inzake CO
2
en hernieuwbare
energie besproken en hebben het daarnet ook al over het actieplan
ter zake gehad. Er zijn echter nog geen doelstellingen op het niveau
van de sectoren en/of van de lidstaten op het vlak van
energiebesparing. Er zou tijdens de meest recente ontmoeting van de
Europese ministers van Energie over de materie zijn gepraat. Helaas
hebben zij geen stappen vooruit kunnen zetten.
Ik las in hetzelfde persartikel ook dat u een van de ministers zou zijn
die niet bijzonder enthousiast over de bindende EU-doelstellingen zijn.
Ik stel de vraag waarom, te meer omdat u daarnet zelf hebt
aangegeven dat energie-efficiëntie uitermate belangrijk is en een van
de prioriteiten was van België als tijdelijke EU-voorzitter.
Ten eerste, klopt het dat voorlopig geen akkoord kon worden bereikt?
Welke landen hebben zich verzet? Zijn wij inderdaad een van de
desbetreffende landen? Zijn wij ter zake een van de conservatieve
krachten?
Ten tweede, wat was de positie van ons land in het debat?
Ten derde, de Europese commissaris gaf aan dat nog moest worden
bestudeerd welke doelstellingen mogelijk zijn en op welke manier zij
zouden kunnen worden geïmplementeerd. Welk studiewerk moet nog
worden verricht? Zijn er opnieuw bureaus ingeschakeld? Op welke
termijn acht u een akkoord mogelijk?
Ten vierde, ik weet dat ik misschien enigszins te vooruitziend ben. Ik
probeer het niettemin toch. Welke doelstelling, indien de
doelstellingen er komen, acht u realiseerbaar voor ons land? Waarop
baseert u uw inschatting ter zake?
Ik dank u alvast voor uw antwoord.
14.01 Kristof Calvo (Ecolo-
Groen!): Les États membres de
l'Union européenne ne sont appa-
remment pas parvenus à se
mettre d'accord sur les objectifs
européens
contraignants
en
matière d'économies d'énergie.
Quels pays ont marqué leur
opposition? Notre pays est-il une
des forces conservatrices? Dans
quel délai un accord pourra-t-il être
conclu? Quel serait, aux yeux du
ministre, un objectif réaliste pour
notre pays? Quel est le fondement
de cette évaluation?
14.02 Minister Paul Magnette: Mijnheer Calvo, op Europees niveau
bestaat inderdaad geen akkoord over een verplichte doelstelling
inzake energie-efficiëntie. De lidstaten zijn over de kwestie verdeeld.
De berekeningsmethodologie is uiterst complex. Welke basisjaren,
welke doelstellingen en welke berekeningsmethodologie moeten
daarbij worden gehanteerd? Een en ander is niet gemakkelijk.
In de loop van het Belgische voorzitterschap hebben wij met de
lidstaten al driemaal over de materie gedebatteerd. Een eerste debat
vond plaats tijdens de informele Raad van Energieministers in
september 2010. Een tweede debat volgde tijdens de ontmoeting op
hoog niveau van de DG's voor Energie te Oostende. Het derde debat
werd heel onlangs, tijdens de formele Raad van december 2010,
gevoerd. Waarschijnlijk zal het thema eveneens tijdens de
Ministerraad van februari 2011 worden aangekaart.
14.02 Paul Magnette, ministre:
Aucun accord européen n'a
effectivement été conclu à propos
d'un objectif contraignant en
matière d'efficacité énergétique.
Sous la présidence belge, nous
avons déjà débattu à trois reprises
de cette matière avec les États
membres. Nous sommes con-
scients que des objectifs con-
traignants peuvent générer des
économies d'énergie plus impor-
tantes mais il convient pour cela
d'élaborer une méthodologie et
d'assurer le suivi des progrès
CRIV 53
COM 075
21/12/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
49
Inzake het Belgische standpunt geeft België toe dat bindende
doelstellingen tot grote energiebesparingen kunnen leiden. Daartoe
moet echter een methodologie worden uitgewerkt. Ook moet de
werkelijk geboekte vooruitgang worden opgevolgd.
Ook zal men de meerwaarde van meer bindende doelstellingen
moeten kunnen kwantificeren.
Er bestaan overigens reeds doelstellingen voor de reductie van
broeikasgassen voor de niet-ETS-sector met de verdeling van de
lasten. In een eerste fase is het misschien aangewezen te beginnen
met sectorale doelstellingen, bijvoorbeeld op het vlak van gebouwen
en publieke gebouwen in het bijzonder. Binnen ENOVER werken de
Gewesten en de federale overheid scenario's voor 2020 uit. Er is
echter nog geen politiek akkoord. In maart 2011 moet België een
doelstelling voorleggen. In principe zal er dan meer informatie
beschikbaar zijn, onder meer dankzij de lopende evaluatie van NEAP.
De Gewesten zouden de doelstellingen halen van richtlijn 2006/32
betreffende energie-efficiëntie en energiediensten, mits een procent
verbetering per jaar inzake finale energie tot 2016. NEAP I moet tegen
2011 afgerond zijn.
réellement réalisés.
Il convient également de pouvoir
quantifier la plus-value d'objectifs
plus contraignants. Dans une
première phase, nous pouvons
commencer par des objectifs
sectoriels, par exemple pour les
bâtiments
publics.
Au
sein
d'ENOVER, les Régions et les
autorités fédérales élaborent des
scénarios pour 2020. Il n'y a toute-
fois pas encore d'accord politique.
La Belgique devra présenter des
objectifs en mars 2011. Les
Régions pourraient atteindre les
objectifs en matière d'efficacité
énergétique si elles parviennent à
améliorer leurs résultats d'1 % par
an jusqu'en 2016. NEAP I doit être
finalisé pour 2011.
14.03 Kristof Calvo (Ecolo-Groen!): Mijnheer de minister, ik begrijp
dat zulke zaken niet op een-twee-drie beslist kunnen worden. We zijn
het er naar mijn mening allemaal over eens dat energiebesparing niet
vorige week of vorige maand is opgedoken op de Belgische of de
Europese agenda. Ik zou u willen aanmoedigen om mee de motor te
zijn, om meer enthousiasme te tonen en minder scepsis. Naar mijn
mening kan dat interessant zijn in een moeilijk debat, in een moeilijke
context zoals de Europese ministerraden. We zullen er ongetwijfeld
nog op kunnen terugkomen.
14.03 Kristof Calvo (Ecolo-
Groen!): Le ministre devrait se
montrer plus enthousiaste et
moins sceptique.
14.04 Minister Paul Magnette: Dat thema is op de agenda van de
informele en de formele raad geplaatst. Ik zou dat niet doen indien ik
niet enthousiast was.
14.04 Paul Magnette, ministre:
Je n'inscrirais pas ce point à
l'ordre du jour du conseil informel
et du conseil formel si je n'étais
pas enthousiaste.
14.05 Kristof Calvo (Ecolo-Groen!): Bedankt, ik was er niet bij, maar
ik ga ervan uit dat het klopt, dus ik wil u ook bedanken, niet alleen
voor uw antwoord, maar ook voor uw enthousiasme in deze moeilijke
tijden.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Vraag van de heer Kristof Calvo aan de minister van Klimaat en Energie over "de gevolgen van de
productievergunning voor de E.ON-steenkoolcentrale" (nr. 1740)
15 Question de M. Kristof Calvo au ministre du Climat et de l'Énergie sur "les conséquences du
permis de production accordé à la centrale au charbon de E.ON" (n° 1740)
15.01 Kristof Calvo (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, ik heb begrepen dat het ontwikkelingsplan van Elia
waarover wij in de commissie al hebben gesproken, recent de revue
is gepasseerd op de algemene raad van de CREG.
In de marge daarvan zouden de vertegenwoordigers van Elia hebben
15.01 Kristof Calvo (Ecolo-
Groen!):
La
demande
de
production de deux centrales TGV
semble poser problème, à la suite
de l'octroi le 29 juin, d'une licence
de production pour la centrale au
21/12/2010
CRIV 53
COM 075
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
50
gepleit
voor
een
aanpassing
van
het
systeem
van
productievergunningen.
Men vertelt mij dat er vandaag een probleem is met de
productieaanvraag voor twee STEG-centrales. De aanvragen zouden
niet kunnen worden behandeld omdat er nog een productievergunning
werd toegekend voor de E.ON-steenkoolcentrale in Antwerpen. U
hebt die op 29 juni toegekend.
Er is niet veel mogelijk in lopende zaken, maar een
productievergunning voor de E.ON-steenkoolcentrale was wel
mogelijk. Ik denk dat u meteen vermoedt dat wij daarover niet
bijzonder enthousiast zijn.
Ondertussen is er een heel steekspel rond de steenkoolcentrale aan
de gang. De milieuvergunning werd geweigerd. E.ON heeft
aangekondigd in beroep te zullen gaan. Het lijkt nog wel een tijdje te
zullen duren.
Klopt het dat nieuwe aanvragen voor productievergunningen niet
kunnen
worden
afgehandeld
door
de
toegekende
productievergunning voor de E.ON-steenkoolcentrale van 1 100
megawatt? Klopt het dat het concreet gaat om twee STEG-centrales,
aanvragen die men zou willen indienen, maar die geblokkeerd zijn?
Zo ja, om welke twee aanvragen gaat het?
Zijn andere aanvragen tijdelijk uitgesteld door de productievergunning
die is toegekend?
Er is geen milieuvergunning toegekend. Er is beroep aangetekend.
Wat gebeurt er met de productievergunning? Wachten wij de hele
procedure af en blokkeren wij mogelijke andere aanvragen en
dossiers?
De vraag van Elia: zijn er plannen om het systeem van
productievergunningen aan te passen? Zo ja, welke verbeteringen ziet
u?
charbon d'E.ON à Anvers.
Est-il exact qu'il est impossible de
traiter les nouvelles demandes de
licence de production? Aucun
permis d'environnement n'a été
délivré et un recours a été
introduit. Quel est le sort réservé à
la licence de production? Une
révision du système des licences
de production est-elle à l'ordre du
jour à la suite de la demande
d'Elia?
15.02 Minister Paul Magnette: Mijnheer Calvo, een vergunning voor
de elektriciteitsproductie werd inderdaad op federaal niveau verleend
aan de maatschappij E.ON voor haar steenkoolcentrale in de zone
Antwerpen. Wettelijk gezien heeft wie een energievergunning bekomt
gedurende 5 jaar voorrang wat capaciteitsreservatie betreft. Een
eventuele beperking voor een bepaalde periode of een bepaald traject
van de beschikbare transportcapaciteit is echter geen reden om een
nieuwe productievergunningsaanvraag niet te gunnen, maar er zal
een opmerking aan worden toegevoegd in de zin dat de
netconfiguratie eventueel moet worden aangepast aan de concrete
realisatie van de eerder vergunde centrales.
Inzake de overige gascentrales veronderstel ik dat u verwijst naar de
aanvragen van Eneco en GdF? In deze gevallen is het onderzoek
voor de toekenning van een vergunning nog aan de gang.
Bij mijn weten is er geen enkele productievergunning voor elektriciteit
geschorst. Zonder gewestelijke vergunning, inzonderheid zonder
milieuvergunning, is de bouw van een dergelijke centrale door E.ON
niet mogelijk. De federale vergunning werd wel verleend, maar is op
15.02 Paul Magnette, ministre:
Un
permis
de
production
d'électricité a été effectivement
délivré à E.ON pour une centrale
au charbon dans la région anver-
soise. Lorsqu'une société obtient
un tel permis, elle dispose légale-
ment, pendant cinq ans, d'une
priorité en termes de réservation
de capacités. Une éventuelle
limitation, durant une période
déterminée ou sur un trajet donné,
de la capacité de transport dispo-
nible n'est pas une raison de
refuser un permis. Mais il faut que
la configuration du réseau soit
éventuellement adaptée à la
réalisation concrète des centrales
ayant fait l'objet d'une autorisation
préalable.
CRIV 53
COM 075
21/12/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
51
zich onvoldoende.
De wet heeft geen geldigheidstermijn bepaald, zodat ingeval de
nodige regionale vergunningen toch worden toegekend ­ bijvoorbeeld
na het aantekenen van beroep door de aanvrager ­ de federale
vergunning alsnog van toepassing is.
Definitief uitsluitsel is er nadat op gewestelijk vlak alle procedures
doorlopen zijn en er dus geen verdere acties mogelijk zijn.
Er werden verbeteringen aangebracht aan de vergunningsprocedures
op federaal niveau, bijvoorbeeld voor offshore energie, maar de
bevoegdheid ter zake is verdeeld over het federale en het
gewestelijke niveau. Er wordt thans niet overwogen wijzigingen aan te
brengen aan deze procedures. De Gewesten blijven vrij om al dan
niet hun toestemming te geven, onafhankelijk van het verlenen van de
federale elektriciteitsproductievergunning.
L'examen des demandes d'Eneco
et de GdF est encore en cours. À
ma connaissance, aucune licence
de production d'électricité n'a été
suspendue. Sans permis d'envi-
ronnement régional, E.ON ne peut
construire une telle centrale. La
licence fédérale n'est donc pas
suffisante en soi. La loi n'a pas
fixé de délai de validité.
Au niveau fédéral, la procédure
d'octroi de licences a été amé-
liorée, mais les compétences en la
matière sont réparties entre l'éche-
lon fédéral et l'échelon régional. Il
n'est pas envisagé pour l'instant
de modifier ces procédures.
15.03 Kristof Calvo (Ecolo-Groen!): Mijnheer de minister, begrijp ik
goed dat er geen link is tussen de toegekende vergunning voor de
steenkoolcentrale van E.ON en het onderzoek naar de twee
gascentrales, dat op dit ogenblik nog wordt gevoerd? Als er vertraging
optreedt in dat onderzoek, komt dat niet door de vergunning die werd
verleend voor de steenkoolcentrale?
Dank u voor uw antwoord, mijnheer de minister. Ik ben vooral
benieuwd naar de afloop van het dossier van de steenkoolcentrale. In
Antwerpen zijn wij zeer enthousiast over de komst van nieuwe
energieprojecten, maar niet over een steenkoolcentrale.
15.03 Kristof Calvo (Ecolo-
Groen!): Il n'y a donc pas de lien
entre la licence octroyée pour la
centrale au charbon d'E.ON et
l'examen des projets concernant
les deux centrales au gaz. Je suis
curieux de voir le dénouement de
ce dossier. À Anvers, nous
sommes très heureux d'accueillir
de nouveaux projets énergétiques,
mais pas une centrale au charbon.
15.04 Minister Paul Magnette: Ik heb de indruk dat het moeilijk zal
zijn. Vlaams minister Schauvliege is daar trouwens bevoegd voor. Wij
hebben haar de mogelijkheid gegeven geen milieuvergunning te
geven en te beslissen dat de centrale nooit gebouwd zal worden.
15.04 Paul Magnette, ministre:
J'ai l'impression que ce sera
difficile. C'est la ministre flamande
Schauvliege qui est compétente.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
16 Vraag van de heer Kristof Calvo aan de minister van Klimaat en Energie over "de stijgende kosten
van denuclearisatie in de federale bijdrage" (nr. 1763)
16 Question de M. Kristof Calvo au ministre du Climat et de l'Énergie sur "les coûts croissants de la
dénucléarisation dans la cotisation fédérale" (n° 1763)
16.01 Kristof Calvo (Ecolo-Groen!): Mijn vraag betreft de specifieke
component van de federale bijdrage, met name de kosten die
voortvloeien uit de denuclearisatie van de nucleaire sites BP 1 en
BP 2 in Mol en Dessel. Uit de cijfers waarover ik beschik, stel ik vast
dat die component de laatste jaren heel sterk zou zijn gestegen, van
0,71 euro per megawattuur in 2004 tot 2,32 euro in 2011, net niet de
helft van de federale bijdrage voor 2011, die 5,26 euro per
megawattuur zou bedragen.
U hoeft de evolutie van de verschillende componenten niet helemaal
voor te lezen. Ik neem graag akte van een schriftelijk antwoord,
anders zal het te lang duren.
16.01 Kristof Calvo (Ecolo-
Groen!): Le coût de la dénucléari-
sation des sites de Mol et Dessel
est passé de 0,71 euro par MWh
en 2004 à 2,32 euro en 2011.
Comment les six composants de
la cotisation fédérale ont-ils évolué
depuis
2004?
Constate-t-on
effectivement une forte hausse?
Comment l'expliquer?
21/12/2010
CRIV 53
COM 075
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
52
Kunt u mij vertellen hoe die zes verschillende componenten van de
federale bijdrage sinds 2004 zijn geëvolueerd? Klopt het dat de
component van denuclearisatie zo sterk is gestegen? Zo ja, wat is
specifiek voor die component de verklaring voor die sterke stijging?
16.02 Minister Paul Magnette: De federale bijdrage steeg in 2011
met 29 %; dat heb ik de heer Dufrane al geantwoord. Dat komt tussen
2010 en 2011 overeen met een stijging van 11 % voor de
werkingskosten van de CREG, 37 % voor het denuclearisatiefonds,
53 % voor het fonds inzake broeikasgassen, 7 % voor de begeleiding
van de OCMW's, 5 % voor het sociale tarief en 18 % voor het
forfaitair reductiefonds. De bijkomende lasten voor de financiering van
de denuclearisatie van de sites BP 1 en BP 2 zijn vastgelegd op
2,3227 euro per megawattuur voor 2011. Dit bedroeg 1,6925 euro per
megawattuur voor 2010. Het bedroeg 0,7176 euro per megawattuur in
januari 2004.
Het jaarlijks bedrag uit de federale bijdrage bestemd voor
denuclearisatie is een vast bedrag van 55 miljoen, niet geïndexeerd,
voorzien in het koninklijk besluit van 21 oktober 2008, voor de periode
2009-2013. Het besluit van 19 december 2003 bepaalde de bedragen
voor de vorige periode 2004-2008.
De stijging van de bijkomende lasten is in wezen te wijten aan de
toenemende vrijstelling van die component voor de verbruikers van
elektriciteit die geproduceerd wordt uit hernieuwbare bronnen of
kwaliteitsvolle warmtekrachtkoppeling. Zij is tevens te wijten, zij het
meer marginaal, aan de recuperatie van de winstderving van het
verleden.
Het niveau van de vrijstelling dat in rekenschap wordt genomen door
de CREG voor de berekening van de bijdrage 2011, is inderdaad
60 %, hetgeen op de verbruikers van grijze energie de totale lasten
afwentelt van de twee vrijgestelde fondsen, zonder evenwel de
doelstellingen te behalen inzake de bevoordeling van de productie van
hernieuwbare energie. Ter herinnering, het niveau van de vrijstelling
bedroeg 15 % in 2008, 20 % in 2009 en 40 % in 2010. Volgens de
ramingen van de CREG zou de opheffing van die vrijstelling in 2011
de federale bijdrage teruggebracht hebben tot 3,0955 euro per
megawattuur. Een voorstel in die zin, waarover geen akkoord is
gevonden, werd op de tafel van de regering neergelegd, en zal in
januari opnieuw aan de regering voorgesteld worden.
16.02 Paul Magnette, ministre:
La cotisation fédérale augmentera
de 29 % en 2011, ce qui
correspond de 2010 à 2011 à une
hausse de l'ordre de 11 % pour les
frais de fonctionnement de la
CREG, de 37 % pour le fonds de
dénucléarisation, de 53 % pour le
fonds gaz à effet de serre, de 7 %
pour
l'accompagnement
des
CPAS, de 5 % pour le tarif social
et de 18 % pour le fonds de
réduction forfaitaire. Le montant
destiné à la dénucléarisation est
passé de 0,7176 euro par MWh en
2004 à 1,6925 euro en 2010 et à
2,3227 euro en 2011.
Pour 2009-2013, la contribution
fédérale
annuelle
pour
la
dénucléarisation a été fixée à
55 millions d'euros dans l'arrêté
royal du 21 octobre 2008. Pour
2004-2008, les montants ont été
fixés dans l'arrêté royal du
19 décembre 2003.
L'augmentation
des
charges
supplémentaires est due à l'exoné-
ration croissante de la part de la
contribution supportée par les
consommateurs d'électricité pro-
duite à partir de sources renouve-
lables ou d'une co-génération
valable. Pour une petite part, il y a
aussi la récupération du manque à
gagner du passé.
Le niveau de l'exonération que la
CREG utilise pour calculer la
contribution 2011 est de 60 %. Les
charges sont intégralement réper-
cutées sur les consommateurs
sans que cela soit conditionné à la
réalisation des objectifs qui doivent
être atteints dans le domaine des
énergies renouvelables. Si l'exo-
nération se terminait en 2011, la
contribution fédérale serait rame-
née à 3,0955 euros par MWh. Une
proposition traitant de cet aspect
sera réexaminée en janvier.
CRIV 53
COM 075
21/12/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
53
16.03 Kristof Calvo (Ecolo-Groen!): Mijnheer de minister, ik zal uw
antwoord met aandacht bestuderen bij het kerstdiner.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.55 uur.
La réunion publique de commission est levée à 16.55 heures.