Commission des Affaires sociales |
Commissie voor de Sociale Zaken |
du Mardi 14 décembre 2010 Après-midi ______ |
van Dinsdag
14 december 2010 Namiddag ______ |
Le développement des questions et interpellations commence à 14.55 heures. La réunion est présidée par M. Yvan Mayeur.
De behandeling van de vragen en interpellaties vangt aan om 14.55 uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer Yvan Mayeur.
De voorzitter: Mevrouw de minister, er staan, zoals afgesproken in de Conferentie van voorzitters, twee prioritaire vragen op de agenda.
Mevrouw Sminate, er is echter een probleem met uw vraag (nr. 1592). De minister vraagt mij om de vraag door een schriftelijke vraag te vervangen, omdat zij enkel en alleen over cijfers en statistische gegevens gaat. Het Reglement bepaalt dat dergelijke vragen in schriftelijke vragen moeten worden omgezet.
Nadia Sminate (N-VA): Mijnheer de voorzitter, uw redenering klopt niet helemaal. Ik zou de discussie ter zake graag in het verslag opgenomen zien.
Indien u mijn vraag leest, zult u merken dat ik een politieke inschatting van het huidige beleid vraag. Een paar subvragen gaan inderdaad over cijfers, die echter wel dienen om de impact van het bedoelde beleid te kunnen inschatten. Het gaat niet uitsluitend over cijfermateriaal.
Ik heb het Kamerreglement erbij genomen. Het bepaalt inderdaad dat het niet over het uitsluitend verstrekken van cijfergegevens mag gaan, wat helemaal niet het geval is. De hoofdvraag gaat over de inschatting van het beleid.
Daarom begreep ik de mail van mevrouw Genne helemaal niet. Zij verwees in haar mail ook naar het doorgeven van mijn mondelinge vraag aan de administratie. Het is toch de normale gang van zaken dat de minister een vraag aan de administratie doorspeelt. Het is echter aan de minister om een antwoord op de vraag te geven. Haar argumentatie kon ik al helemaal niet volgen.
Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, Mme la députée choisira, y compris pour l'avenir, ce qu'elle veut. Généralement, on essaie que les questions orales soient plus politiques. Les questions de la nature de celle de Mme Sminate, on les pose de manière écrite et, en fonction du résultat publié dans le Bulletin des questions et réponses, on propose une question orale pour examiner les chiffres.
Ceci relève de votre responsabilité, moi, je n'ai rien à dire en la matière. Tout ce que je peux vous dire à l'heure actuelle, c'est que l'INAMI, de toute façon, n'a pas encore pu me fournir les chiffres. Aujourd'hui, je ne sais donc pas répondre à cette question. En effet, j'ai interrogé l'INAMI, qui m'a demandé un peu plus de temps pour l'ensemble des données statistiques. Par conséquent, je ne peux répondre maintenant. Dès lors, soit ce sera pour la prochaine séance – mais cela risque d'être en janvier –, soit ce sera via le Bulletin des questions et réponses, ou encore directement à vous – et dans ce cas, cela me permettra de le faire plus rapidement.
Nadia Sminate (N-VA): Het gaat niet over statistische gegevens die nog niet behandeld zijn. Het gaat juist over een datamatching die gebeurd is, en die cijfers moeten dan toch beschikbaar zijn. Dus daarom begrijp ik niet dat die niet gewoon beschikbaar gesteld kunnen worden. Dan had ik toch graag op zijn minst antwoord op de vragen die niet over cijfers gaan. Die had ik toch graag vandaag nog gesteld.
U dringt erop aan om die vragen om te zetten in een schriftelijke vraag. Ik heb nog geen enkel antwoord op een schriftelijke vraag gekregen. Al mijn vragen zijn over tijd gegaan. Dan vraag ik mij af hoe ik als parlementslid nog mijn werk kan doen als ik geen antwoord krijg op de schriftelijke vragen en de mondelinge vragen?
De voorzitter: Volgens mij is dat een andere vraag.
Nadia Sminate (N-VA): Er is in een termijn van 20 werkdagen voorzien en die zijn alle 20 gepasseerd!
De voorzitter: Wat betreft de schriftelijke vragen moet u zich wenden tot de Conferentie van voorzitters. Ik kan op dat punt niet antwoorden in de plaats van de conferentie of van de minister. Dat is een zaak. Iedereen zegt dat. We maken dezelfde vaststelling: er zijn te weinig antwoorden op misschien ook te veel vragen. Dat is de realiteit van ons Parlement.
Wat betreft de mondelinge vragen, zitten we inderdaad tussen de gewone vragen en de gewone actualiteitsvragen op donderdag met onze prioritaire vragen. Dat is iets nieuws. We moeten proberen om bij de gewone vragen te blijven, zelfs inzake prioritaire vragen. Het zijn geen actualiteitsvragen, want we hebben een regering van lopende zaken. Het is moeilijk om dat te beheren misschien, maar zo is het nu tijdelijk, gezien de situatie van regering en Parlement vandaag.
Mag ik u misschien een voorstel doen, mevrouw Sminate? U kunt uw vraag misschien inderdaad schriftelijk stellen. Wat betreft de politieke toestand inzake de problematiek, met of zonder cijfers of gegevens, kunt u terugkomen met een gewone vraag voor een van de volgende vergaderingen.
Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, sur la base d'une telle question, se référant à des pages et des pages de statistiques, je vous préviens qu'un jour, je m'amuserai à donner lecture pendant une heure et demie.
Le président: Non, on ne peut pas! La question et la réponse doivent totaliser cinq minutes.
Laurette Onkelinx, ministre: M.(…) sait, lui qui pose, depuis plus de trois ans, des questions par le biais du Bulletin des questions et réponses, qu'une fois en possession des réponses de l'INAMI, nous les transmettons. Il dispose, à lui seul, de caisses de réponses statistiques. C'est bien ainsi! L'INAMI se met à disposition et se plie en quatre, mais à l'impossible, nul n'est tenu!
Nadia Sminate (N-VA): Als u niet op de cijfergegevens wilt ingaan, dan had u toch op zijn minst de politieke vragen kunnen beantwoorden. Ik begrijp echt het probleem niet. Als ik de vraag schriftelijk indien, wanneer krijg ik dan een antwoord? U kunt daarop nu niet antwoorden, dat begrijp ik wel, maar ik heb geen tool meer om mijn werk als parlementslid uit te voeren. Dat is het probleem.
De voorzitter: Parlementair werk is niet alleen maar vragen stellen.
Nadia Sminate (N-VA): Nee, maar ik moet wel aan informatie geraken om mijn werk te kunnen doen.
De voorzitter: Denkt u dat?
Nadia Sminate (N-VA): Ik ben daarvan overtuigd. Ik wil in het verslag genoteerd zien dat ik vandaag geen antwoord krijg.
De voorzitter: Dat wordt genoteerd.
01 Vraag van mevrouw Zuhal Demir aan de vice-eerste minister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, over "de organen van de dienst voor administratieve controle van het RIZIV" (nr. 1614)
01 Question de Mme Zuhal Demir à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "les organes du service de contrôle administratif de l'INAMI" (n° 1614)
01.01 Zuhal Demir (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik veronderstel dat ik deze vraag mag stellen aan de minister?
De voorzitter: Jawel.
01.02 Minister Laurette Onkelinx: Ik heb een antwoord.
01.03 Zuhal Demir (N-VA): Mevrouw de minister, met de wet van 19 mei 2010, verschenen in het Belgisch Staatsblad op 2 juni 2010, werd de beheersstructuur van het RIZIV gewijzigd. Zo werd het organigram van de dienst voor Administratieve Controle van het RIZIV grondig gewijzigd. Sedert de inwerkingtreding van die wet ontvangt die dienst zijn richtlijnen van het algemeen beheerscomité van het RIZIV en werd een technische commissie opgericht.
Mevrouw de minister, ik heb drie heel concrete vragen over die wetswijziging.
Ten eerste, kunt u de verschillende beheersstructuren van de inspectiediensten van het RIZIV schetsen? Waarom is er, enerzijds, een comité voor de dienst voor Geneeskundige Controle voor een evaluatie opgericht, en, anderzijds, een technische commissie voor de dienst voor Administratieve Controle?
Ten tweede, had ik graag een overzicht van de data waarop het comité van de dienst voor Administratieve Controle op een nuttige wijze is bijeengekomen in 2007, 2008, 2009 en 2010.
Ten slotte, is de technische commissie van de dienst voor Administratieve Controle bijeengekomen sinds de oprichting ervan?
01.04 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Demir, de doelstellingen van de dienst voor Administratieve Controle worden vastgelegd in artikel 159 van de wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, namelijk de administratieve controle op de prestaties van de verplichte ziekteverzekering. De technische commissie van de dienst voor Administratieve Controle laat toe om op een informele, gestructureerde en flexibele wijze te overleggen met de vertegenwoordigers van de verzekeringsinstellingen die deze complexe en technische wetgeving op het terrein uitvoeren.
De doelstellingen van de dienst voor Geneeskundige Evaluatie en Controle werden door de wetgever vastgelegd in artikel 141 van de wet betreffende de verplichte verzekering, namelijk de geneeskundige evaluatie en controle van de prestaties van de verplichte ziekteverzekering.
Het doel van deze controle is dus anders dan die van de controle door de dienst voor Administratieve Controle. Bovendien voorziet de wetgever zeer uitdrukkelijk in het tussenbeide komen door het comité van de DGEC in de controle op de activiteiten van de adviserende geneesheren, waarop het overigens het tuchtrecht uitoefent.
Voor de afhandeling van betwistingen tussen DGEC en de zorgverleners voorziet de wetgever ook zeer uitdrukkelijk in het ingrijpen van het Comité in overconsumptiedossiers.
Het comité van de dienst voor Administratieve Controle is een laatste keer op nuttige wijze bijeengekomen op 12 december 2006. Toen werd het quorum bereikt. Het Comité is eveneens bijeengekomen op 27 maart 2007 en op 26 juni 2007, maar toen werd het quorum echter niet bereikt. Vandaar de noodzaak een technische commissie op te richten.
De technische commissie is een eerste keer bijeengekomen op dinsdag 7 december 2010. Louter volledigheidshalve en ter indicatie delen wij mee dat de vergaderingen gepland zijn voor de hiernavolgende data: 8 februari 2011, 5 april 2011, 7 juni 2011, 6 september 2011 en 8 november 2011.
01.05 Zuhal Demir (N-VA): Mevrouw de minister, vroeger was er in plaats van de technische commissie een comité. In dat comité zetelden vertegenwoordigers van de werknemers en van de werkgevers. In de technische commissie zetelen er geen vertegenwoordigers. De vertegenwoordigers van de werknemers delen hun bezorgdheid mee dat zij niet meer in de technische commissie zetelen. Vandaar mijn vraag: ziet u het zelf niet als een probleem dat de vertegenwoordigers van de werknemers er niet meer bij zitten?
01.06 Laurette Onkelinx, ministre: C'est une commission technique; dès lors, à un moment donné, cela reviendra dans le cadre de la concertation avec les partenaires sociaux.
Er zal worden overlegd met de sociale partners, maar wij zijn verplicht om binnen een technische commissie te discussiëren over een quorumprobleem.
01.07 Zuhal Demir (N-VA): Vroeger zaten in dat comité toch vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers of vergis ik mij? Die mensen zitten niet meer in die technische commissie. In welke mate worden zij nog betrokken?
01.08 Laurette Onkelinx, ministre: Pour le moment en tout cas, je n'ai pas entendu de critique de la part des partenaires. Il n'y a pas eu de problème particulier et nous n'avons pas reçu de demande précise pour que le comité technique puisse être élargi aux partenaires sociaux.
01.09 Zuhal Demir (N-VA): Als ik het goed versta, is die technische commissie nog maar een keer samengekomen. Gelet op de bevoegdheden en opdrachten van die technische commissie is dat wel weinig.
01.10 Laurette Onkelinx, ministre: Pour le moment, en tout cas, ils sont réélus, c'est déjà ça! Ils ont prévu un agenda jusqu'au mois de novembre 2011 avec une échéance régulière. Donc, je crois qu'il faudra évaluer dans les six mois si ces dates-là sont respectées. Je vous ai donné précisément ces dates et je vous propose de nous revoir plus tard pour savoir si un problème se pose à nouveau et pour vérifier si le lancement de la commission technique a permis le respect de l'agenda.
01.11 Zuhal Demir (N-VA): Ik hoop dat zij dit respecteren in 2011. U heeft vier data opgegeven.
Het incident is gesloten.
Le président: Les questions n° 467 de Mme De Block, n° 1070 de M. Bacquelaine et n° 1382 de Mme Sminate sont transformées en questions écrites.
02 Vraag van mevrouw Nadia Sminate aan de vice-eerste minister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, over "vrijwilligerswerk tijdens een periode van arbeidsongeschiktheid" (nr. 1611)
02 Question de Mme Nadia Sminate à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "le volontariat pendant une période d'incapacité de travail" (n° 1611)
02.01 Nadia Sminate (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, indien een verzekerde tijdens een periode van arbeidsongeschiktheid vrijwilligerswerk wenst te verrichten, dan gebeurt dat in de algemene regeling volgens de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen van 14 juli 1994. In de regeling van de zelfstandigen gebeurt dat volgens artikel 19 van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten.
Mevrouw de minister, waarom werd er eigenlijk voor gekozen om vrijwilligerswerk niet afhankelijk te maken van een voorafgaande beslissing van een medische instantie?
Ten tweede, is het mogelijk dat een invalide zelfstandige onder dezelfde omstandigheden als een zelfstandige in primaire arbeidsongeschiktheid ook vrijwilligerswerk uitoefent?
02.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, een sociaal verzekerde kan in een periode van arbeidsongeschiktheid inderdaad vrijwilligerswerk verrichten. Sinds 1 augustus 2006 is een voorafgaande toelating in strikte zin vanwege de adviserende geneesheer van het ziekenfonds niet meer vereist. Opdat de vergoeding voor onkosten die gemaakt zijn naar aanleiding van het vrijwilligerswerk cumuleerbaar zou zijn met de arbeidsongeschiktheidsuitkering dient de adviserende geneesheer evenwel nog steeds vast te stellen dat de activiteit verenigbaar is met de algemene gezondheidstoestand van de vrijwilliger. De uitoefening van de activiteit mag, met andere woorden, de gezondheid van de betrokkene niet in gevaar brengen. Men kan dus spreken van een impliciete goedkeuring door de adviserende geneesheer.
De voorwaarde van voorafgaande toestemming werd door artikel 15 van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers geschrapt, omdat de wetgever de uitoefening van vrijwilligerswerk door uitkeringsgerechtigden – gepensioneerden, werklozen, enzovoort – soepeler, eenvoudiger en transparanter wilde maken, aangezien het vrijwilligerswerk voor deze personen vaak een kans op maatschappelijke integratie biedt.
Naar aanleiding van een wetsvoorstel van uw collega, mevrouw Lijnen, werd aan de Nationale Arbeidsraad gevraagd zich te buigen over een aanpassing van de procedure. Na raadpleging van het RIZIV hebben de sociale partners een unaniem negatief advies gegeven over dit wetsvoorstel, omdat de procedure hoegenaamd geen problemen opleverde. De procedure werd dus niet gewijzigd.
Ik kom tot uw tweede vraag.
Een invalide zelfstandige kan inderdaad vrijwilligerswerk uitvoeren onder dezelfde voorwaarden als een zelfstandige in primaire arbeidsongeschiktheid. Artikel 20 van het KB van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten, verwijst in zijn eerste lid namelijk naar artikel 19 van ditzelfde KB.
Om af te sluiten wil ik nog verduidelijken dat de vergoedingen die vrijwilligers krijgen slechts een terugbetaling zijn van door hen gemaakte onkosten. Deze onkostenvergoedingen worden terugbetaald op basis van ofwel de reële bewezen onkosten, ofwel een in de vrijwilligerswet vastgelegd forfait dat, om misbruik te voorkomen, beperkt is tot 30,22 euro per dag en 1 208,72 euro per jaar (bedragen 2010). Indien de vrijwilliger een van deze forfaits overschrijdt, wordt hij geacht arbeidsprestaties te hebben geleverd die onderworpen moeten worden aan de sociale zekerheid.
02.03 Nadia Sminate (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.
Begrijp ik het goed dat een arbeidsongeschikte die vrijwilligerswerk doet, enkel de toestemming moet krijgen van de adviserend geneesheer wanneer hij een onkostenvergoeding krijgt? U zegt dat er enkel dan een advies moet zijn. Dan is het eigenlijk een soort impliciete goedkeuring van de adviserend geneesheer.
02.04 Laurette Onkelinx, ministre: Je vais vous donner la réponse. On y explique vraiment que
c'est (...) (hors micro).
02.05 Nadia Sminate (N-VA): Mevrouw de minister, ik wil nog even reageren. Als het inderdaad zo is dat er geen expliciete toestemming moet zijn van de adviserend geneesheer, dan is het stelsel van de arbeidsongeschiktheid wel het enige stelsel waarin er geen medisch beslissing nodig is. Voor de werkloosheid is dat bijvoorbeeld wel expliciet zo geregeld. Vandaar eigenlijk mijn vraag.
In uw antwoord op mijn tweede vraag zegt u dat in artikel 20 wel staat dat er vrijwilligerswerk mag uitgevoerd worden door invaliden. Dat staat er echter niet expliciet in. Er wordt verwezen naar de voorwaarden in artikel 19 maar er wordt niets expliciets gezegd over vrijwilligerswerk in artikel 20. Vandaar mijn vraag. Ik begrijp echter dat het wel zo is dat een invalide zelfstandige vrijwilligerswerk mag uitvoeren.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à 15.18 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.18 uur.