Commission de la Défense nationale |
Commissie
voor de Landsverdediging |
du Jeudi 9 décembre 2010 Après-midi ______ |
van Donderdag 9 december 2010 Namiddag ______ |
De behandeling van de vragen en interpellaties vangt aan om 15.59 uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer Filip De Man.
Le développement des questions et interpellations commence à 15.59 heures. La réunion est présidée par M. Filip De Man.
- de heer Jan Jambon aan de minister van Landsverdediging over "de NH90-helicopters" (nr. 1256)
- mevrouw Annick Ponthier aan de minister van Landsverdediging over "de stand van zaken in de aankoop van NH90-helicopters" (nr. 1349)
- M. Jan Jambon au ministre de la Défense sur "les hélicoptères NH90" (n° 1256)
- Mme Annick Ponthier au ministre de la Défense sur "la situation en ce qui concerne l'achat d'hélicoptères NH90" (n° 1349)
01.01 Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, graag kreeg ik wat meer informatie over de NH90-helikopters die binnenkort de verouderde Seakings moeten vervangen. In 2007 was er sprake van de aankoop van 8 helikopters, eventueel 2 in optie, waarvan 4 voor de marine moesten dienen en 4 en die 2 in optie voor de landmacht. De totale prijs voor aankoop van de 8 zou 300 miljoen euro bedragen. In de vorige legislatuur heeft collega Vijnck daar al een vraag over gesteld. Uit het antwoord bleek dat de levering van de eerste helikopters 5 maanden vertraging had opgelopen.
Heeft de levering van die 8 helikopters nog verder vertraging opgelopen het afgelopen jaar? Hoeveel bedraagt de boete die de leverancier op dit ogenblik moet betalen voor opgelopen vertraging?
Waar voorziet u de stationering van respectievelijk de helikopters voor de marine en de helikopters voor de landmacht?
01.02 Annick Ponthier (VB): Mijnheer de minister, ook van mijnentwege een vraag in verband met de stand van zaken inzake de vervanging en de operationaliteit van de helikopters van het veertigste smaldeel Koksijde.
Er zouden op dit moment 4 Seakinghelikopters zijn, waarvan 2 operationeel en de anderen inactief wegens onderhoud. In 2007 werd beslist 4 marineversies en 4 landversies van de NH90 te bestellen, en een optie te nemen op 2 bijkomende TTH’s voor een bedrag van meer dan 300 miljoen euro. U hebt toen verklaard dat de leveringsdata voor de 4 NFH’s juni 2011, september 2011, november 2011 en januari 2012 zouden zijn. De 4 TTH’s volgen in april 2012, september 2012, december 2012 en februari 2013.
Wat is de huidige stand van zaken in verband met de vervanging? Is het in 2007 vermelde antwoord nog geldig?
01.03 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik zal op elke vraag kort maar duidelijk antwoorden.
De vertraging van de NFH-variant – NATO frigate helicopter – is op dit ogenblik opgelopen tot negen maanden ten opzichte van het initieel leveringsschema. De levering van de eerste heli van het NFH-type wordt verwacht in maart 2012.
Tot de levering en de integratie van deze heli zullen de search and rescue-opdrachten – SAR –worden verzekerd met de Seakings. Dit stelt vandaag geen probleem. De TTH-variant – tactical transport helicopter – kent actueel geen vertragingen.
De boete voor laattijdige levering bedraagt 0,5 % van de prijs van de helikopter per maand vertraging, met een maximum van 5 % en zal op ons verzoek in mindering worden gebracht van de laatste factuur.
De NFH-variant die de taken van de Seaking overneemt, zal opereren vanaf de basis van Koksijde. De andere TTH’s worden gestationeerd op de basis van Beauvechain.
Op 30 januari 2007 werd het NH90-dossier behandeld in de commissie Legeraankopen. Toen werd de confidentialiteit van militaire aankoopdossiers nog ten volle gerespecteerd.
Het is heel betreurenswaardig dat bepaalde leden van de commissie in deze legislatuur menen te moeten lekken om politieke spelletjes te spelen en het dossier te bemoeilijken.
Ik heb dan ook een brief gericht aan de Kamervoorzitter en de voorzitter van de commissie Legeraankopen. Aan de Kamervoorzitter vraag ik de nodige maatregelen te nemen ten aanzien van leden die de confidentialiteit schenden. Aan mijn departement heb ik gevraagd te onderzoeken in welke mate deze schending van de vertrouwelijkheid een inbreuk uitmaakt op artikel 458 van het Strafwetboek of op enige andere strafrechtelijke bepaling, zoals bijvoorbeeld de wetgeving op de overheidsopdrachten.
01.04 Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik wil in mijn repliek ingaan op mijn tweede vraag, namelijk die van de plaatsing van de helikopters. Ik begrijp het niet goed. Volgens mij is dat weer een voorbeeld van wafelijzerpolitiek. Heel de reorganisatie van het leger was bedoeld om te rationaliseren, te moderniseren en de concentratie van de schaarse bestaande middelen te verwezenlijken.
Dan begrijp ik niet goed dat men acht helikopters op twee verschillende basissen stationeert, terwijl het voor heel wat operationele taken zoals bijvoorbeeld onderhoudstaken voordelig zou zijn dat ze op een basis zouden worden gestationeerd. Koksijde lijkt mij dan de normale aangewezen plaats omdat de SAR van daaruit moet gebeuren.
Ik begrijp dat niet en volgens mij is dat weer een vorm van misplaatste wafelijzerpolitiek.
01.05 Minister Pieter De Crem: Mijnheer Jambon, ik moet…
De voorzitter: Mijnheer de minister, laat misschien eerst mevrouw Ponthier reageren en dan kunt u het woord nemen. Nee? Oké.
01.06 Minister Pieter De Crem: Mijnheer Jambon, ik moet u tegenspreken. De transportcapaciteit is heel duidelijk geconcentreerd in het centrum van het land op de basis van Bevekom omdat ook de aanvliegtijden naar de verschillende operationele en transporteenheden van daaruit het best kunnen gebeuren. Het onderhoudsplatform bevindt zich ook daar.
Het is mijn beslissing geweest in het hervormingsplan om de search-and-rescuecapaciteit, die de opvolgingscapaciteit is van de Seaking, te concentreren in Koksijde. Dat was een nieuw voorstel van mij dat niet-conform de oorspronkelijke voorstellen was van de transformatie.
01.07 Jan Jambon (N-VA): Het is logisch dat men die search-and-rescuehelicopters aan zee stationeert. Dat is logisch. In dezelfde logica had u daar alle acht de helikopters kunnen stationeren. Ik denk dat de tijdsdimensie heel belangrijk is voor de search and rescue, maar minder belangrijk voor het transport. Ik denk dat een samenvoeging efficiënter zou zijn. Ik denk dat de spreiding over twee landsgedeelten er ook iets mee te maken heeft.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Normaal was er nu een vraag van de heer Geerts, maar de heer Geerts is niet aanwezig en heeft ook niet laten weten dat er iets aan de hand is wat betreft zijn timing.
Vraag nr. 1290 van de heer Geerts wordt dan ook geschrapt.
02 Question de Mme Juliette Boulet au ministre de la Défense sur "les informations divulguées par WikiLeaks sur la présence d'armes nucléaires en Belgique" (n° 1315)
02 Vraag van mevrouw Juliette Boulet aan de minister van Landsverdediging over "de door WikiLeaks bekendgemaakte inlichtingen over de aanwezigheid van kernwapens in België" (nr. 1315)
02.01 Juliette Boulet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, monsieur le ministre, j'ai également interrogé le ministre des Affaires étrangères sur les informations divulguées par le site WikiLeaks concernant la présence d'armes nucléaires en Belgique. On peut critiquer ou émettre des réserves quant à la démarche de WikiLeaks ou de la personne qui se trouve derrière ce site. Quand on lit la presse internationale, on sait combien ceci suscite des polémiques.
Cela étant dit, je pense qu'il est très intéressant de découvrir ce que contiennent ces câbles diplomatiques. L'un de ces mémos diplomatiques américains confirme l'existence d'armes nucléaires sur le sol belge, à Kleine Brogel. Ce mémo date du 12 novembre 2009 et a été émis par l'ambassade américaine de Berlin. Il fait partie de la catégorie "mémo confidentiel" et non pas "confidentiel interdit aux étrangers". Ce n'est donc pas un niveau de confidentialité énorme. On aurait envie de penser qu'il s'agit d'un secret de polichinelle!
Ce mémo confirme également l'existence de charges nucléaires en Allemagne, aux Pays-Bas et en Turquie.
Même si aucun ministre n'a jamais confirmé ni infirmé ces faits, on sait que de nombreuses ONG et des mouvements d'activistes pacifistes cherchent, par leurs actions, à démontrer la présence d'ogives nucléaires sur notre territoire, à Kleine Brogel en particulier.
Dès lors que ces informations ont été révélées par des documents officiels américains, la Belgique va-t-elle faire un geste de transparence par rapport à cette information? J'aimerais y croire.
En tant que ministre de la Défense, êtes-vous en mesure de confirmer l'existence d'armements nucléaires sur notre territoire? Dans l'affirmative, ce qui serait une grande nouvelle, quel est l'arsenal nucléaire en présence à Kleine Brogel et à qui appartient-il? Ce mémo nous apprend que ce matériel ne nous appartient pas.
Depuis quand se trouve-t-il sur notre territoire et pour combien d'années encore? Fait-il partie d'un arsenal nucléaire? Si oui, quels sont les autres emplacements?
A-t-on discuté de cet arsenal et de son renforcement ou de sa suppression lors du sommet de l'OTAN à Lisbonne?
02.02 Pieter De Crem, ministre: Madame Boulet, la Belgique participe à la politique de dissuasion nucléaire de l'OTAN. Dans ce cadre, notre pays fait preuve de solidarité envers ses partenaires de l'Alliance en mettant à leur disposition des moyens et une infrastructure pour l'exécution des tâches nucléaires.
Il est à souligner que toute initiative au débat concernant la politique nucléaire doit se faire sous le sceau de la solidarité des États membres de l'OTAN. Il revêt, en effet, un caractère politique et est lié aux conditions auxquelles un échange d'informations est soumis, afin de ne pas compromettre les principes de sécurité et de solidarité.
Ainsi, vu la confidentialité du dossier concerné, la Belgique ne confirme ni ne nie l'éventuelle présence d'armes nucléaires sur son territoire.
02.03 Juliette Boulet (Ecolo-Groen!): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse. Je prends l'habitude de poser ces questions également au ministre des Affaires étrangères, parce que je vous avoue que nous avons l'occasion d'avoir, avec lui, un débat plus fourni et un échange plus complet.
Je prends acte de votre réponse. Je constate qu'au niveau belge, on maintient ce positionnement, même si, à l'étranger, l'information est tout autre.
Het incident is gesloten.
03 Question de M. Anthony Dufrane au ministre de la Défense sur "l'exercice militaire aérien au-dessus de la région de Charleroi" (n° 1323)
03 Vraag van de heer Anthony Dufrane aan de minister van Landsverdediging over "de luchtmachtoefening boven de streek van Charleroi" (nr. 1323)
03.01 Anthony Dufrane (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, le 23 novembre dernier, un bruit assourdissant retentit dans une grande partie de la région de Charleroi. Cette détonation créa des scènes d'étonnement, voire même de panique chez de nombreux concitoyens. Les centraux des différents services de secours ont connu une saturation d'appels après cette déflagration, sans compter les nombreux départs de véhicules de secours en direction des lieux les plus touchés par le bruit. Il s'est finalement avéré que deux F-16 avaient survolé la région et avaient franchi le mur du son à trop basse altitude.
Je ne dois pas vous cacher que les conséquences de cet incident auraient pu être catastrophiques si, à ce même moment, des personnes vraiment en danger avaient essayé de joindre les services de secours, sans compter les pertes financières et de temps pour ces mêmes services.
De quel type d'exercice militaire aérien s'agissait-il? Les pilotes ont-ils respecté leurs instructions de vol au niveau de l'altitude et du plan de vol?
Il semblerait qu'à l'heure actuelle, les chefs de corps des bases opérationnelles sont encouragés à inviter périodiquement les autorités locales, en particulier les bourgmestres, afin de leur présenter et expliquer le plan de vol et ses conséquences.
Après avoir pris mes renseignements auprès du général-major Claude Van de Voorde, commandant de la composante Air, il s'avère que la méthode de communication au sujet des exercices militaires pourrait être sensiblement améliorée. Qu'en pensez-vous?
Quelle information précise est-elle soumise aux bourgmestres lors des séances d'information? Sont-ils prévenus des exercices militaires aériens à venir?
Pensez-vous qu'il serait envisageable que les chefs de corps préviennent également les services régionaux d'incendie lorsqu'un exercice militaire aérien est prévu au-dessus d'une ou de plusieurs régions de notre pays, ce qui leur permettrait, lorsqu'ils sont confrontés au problème, de pouvoir faire l'éventuel parallèle avec ces fameux exercices et ainsi gagner un temps précieux?
03.02 Pieter De Crem, ministre: Monsieur le président, cher collègue, il s'agissait d'un vol d'entraînement régulier effectué par deux avions de la base de Florennes qui, à cette époque, était sous le commandement du colonel Gennart.
Ce vol ne faisait pas partie d'une manœuvre ou d'un exercice particulier. L'ensemble des règles et des instructions de vol ont été respectées durant la mission, sauf à une occasion où la vitesse maximale prévue a été dépassée par le pilote du F-16 engendrant le passage du mur du son.
La communication telle qu'appliquée par la Défense est proactive et moderne. Le site internet de la Défense permet à tous et à toute heure de consulter librement la liste exhaustive des manœuvres et exercices non réguliers organisés par la Défense et, plus particulièrement, par la composante Air.
Les chefs de corps des unités opérationnelles invitent régulièrement les autorités locales concernées. Ils les informent au sujet de l'entraînement journalier et de la planification des exercices ou des manœuvres spécifiques.
En outre, concernant les contacts avec les services de secours et d'incendie locaux, de fréquents exercices sont organisés afin de garantir l'efficacité de la coordination et de la communication en cas d'incident réel.
Lors des exercices d'évaluation PCM (Post Crash Management), les procédures claires et préalablement établies sont appliquées et les réactions sur le terrain évaluées.
03.03 Anthony Dufrane (PS): Monsieur le ministre, il m'a été expliqué que les bases aériennes invitaient les bourgmestres pour des briefings périodiques dont j'ignore la fréquence. Sont-ils annuels? Quel est le taux de participation des autorités locales?
L'autre volet de ma question concernait les services de secours. Je suis bien au courant du fait que des exercices militaires sont organisés en partenariat avec les services de secours. Je parle ici d'exercices en vue de se préparer à des risques plus importants. Lors de tels exercices, il arrive que l'on entende des détonations. Je ne veux pas faire du sous-régionalisme mais cela s'est produit à deux reprises dans la région de Charleroi; cela pourrait se passer ailleurs. N'y voyez pas là des réprimandes. Je tiens simplement à ce que de tels problèmes puissent être mieux gérés. Au niveau de la communication, le site internet me semble insuffisant. Peut-être faudrait-il inciter les gens à le consulter plus régulièrement car tous ne savent pas qu'ils peuvent y trouver ce type d'information. Monsieur le ministre, je tenais simplement à porter à votre connaissance un problème qui s'est posé.
03.04 Pieter De Crem, ministre: Monsieur le président, M. Dufrane vient de me poser deux questions supplémentaires d'ordre technique. Je tâcherai d'y répondre au plus vite par écrit.
Ces réunions ont effectivement lieu et sont une base constructive pour éviter que des incidents se produisent. En cas d'incident, il faut veiller à ce qu'une communication uniforme puisse s'organiser.
Cet incident n'est pas des plus graves mais il faut pouvoir l'éviter. Des consignes ont été données en ce sens.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
- M. Anthony Dufrane au ministre de la Défense sur "les attachés de défense" (n° 1324)
- M. Karel Uyttersprot au ministre de la Défense sur "les attachés militaires" (n° 1437)
- de heer Anthony Dufrane aan de minister van Landsverdediging over "de defensieattachés" (nr. 1324)
- de heer Karel Uyttersprot aan de minister van Landsverdediging over "de militaire attachés" (nr. 1437)
04.01 Anthony Dufrane (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, permettez-moi de vous interpeller sur les attachés de Défense afin d'obtenir quelques renseignements.
Premièrement, pouvez-vous me dire, de manière assez précise, quelles sont les fonctions des attachés de Défense au sein de nos ambassades à l'étranger? Quelles missions remplissent-ils pour la Défense?
Ces attachés de Défense ont-ils des contacts ou coopèrent-ils avec les agents de l'AWEX, du Flanders Investment & Trade et de Bruxelles export lors de leurs missions?
Deuxièmement, combien y a-t-il d'attachés de Défense répartis dans nos ambassades à l'étranger? Dans quels pays sont-ils répartis? Quels sont les critères qui déterminent la mise en place d'un attaché de Défense dans un pays?
Troisièmement, la répartition linguistique de ces attachés de Défense respecte-t-elle la proportion suivante: 60 % de néerlandophones et 40 % de francophones, norme supposée de rigueur au sein de la Défense? Quelle est cette répartition pour les attachés? Quels sont les critères de sélection pris en compte pour désigner un militaire au poste d'attaché de Défense?
Enfin, je voudrais vous signaler que, lors de la préparation de cette question, j'ai consulté le site de la Défense et j'ai constaté que le département des attachés de Défense n'était pas disponible. C'est pourquoi il me faut revenir sur le nombre des attachés de Défense et les pays leur assignés. Ce n'est pas la première fois que certaines pages ne sont pas disponibles sur ce site.
04.02 Karel Uyttersprot (N-VA): Mijnheer de minister, in mijn vroegere leven kwam ik nogal eens in Belgische ambassades in het buitenland, voor de buitenlandse missies die wij organiseerden. Ik kwam daar regelmatig militaire attachés tegen. Ik was altijd nieuwsgierig, ik wou weten waarmee die mensen bezig waren. Ik dacht dat ik dat in mijn latere leven maar eens moest vragen aan de bevoegde minister.
Ik meen dat ons land beschikt over een twintigtal militaire attachés, gestationeerd in een twintigtal landen en verantwoordelijk voor vijfenveertig landen. Als ik het goed voorheb werken zij nauw samen met onze ambassades in het buitenland waar zij doorgaans ook kantoor houden. Zij zouden, zo lees ik, technische raadgevers van de ambassadeurs zijn op het vlak van defensie en van de Belgische strijdkrachten in het buitenland. Daarnaast moeten zij u ook relevante informatie sturen. In de rapporten lees ik dat een militaire attaché ons jaarlijks, los van zijn loonkost, 500.000 euro kost.
Ik heb dan ook een aantal vragen.
Wat is de taak van de militaire attachés? Hebben zij nog een rol te spelen binnen onze NAVO-contacten?
Wat is de totale kost van de militaire attachés, loonkost inbegrepen? In welke landen, ook waar geen strijdkrachten gevestigd zijn, vertoeven zij?
Ik vermoed dat zij aan u rapporteren of kunnen wij dat ook lezen op WikiLeaks?
04.03 Pieter De Crem, ministre: Monsieur le président, chers collègues, les fonctions et les missions des attachés de Défense, en accord avec la convention de Vienne du 16 avril 1961, sont les suivantes. Il s'agit des conseillers militaires de l'ambassadeur, des représentants du ministre de la Défense et des Forces armées. Ils doivent apporter leur appui à la Défense pour le développement de la vision stratégique et leur l'appui aux relations bilatérales; informer le ministre de la Défense, le chef de la Défense et les autorités militaires; en cumul, ils sont un élément national d'appui, conseillers en sécurité et appui aux plans d'évacuation.
A priori, les attachés de Défense ne coopèrent pas avec les agents de l'AWEX ou de Flanders Investment & Trade. En ce moment, il y a 20 attachés de Défense et trois conseillers militaires auprès de nos ambassades. Les pays dans lesquels se trouvent nos attachés de Défense sont les suivants: la Jordanie, la Turquie, la Serbie, le Burundi, le Bénin, le Pakistan, l'Égypte, l'Ouganda, l'Argentine, l'Ukraine, le Rwanda, le Congo, la Biélorussie, le Kenya, la Chine, l'Afrique du Sud, le Maroc, l'Arabie saoudite, la Tunisie, les États-Unis et les Nations unies, l'Autriche et l'OSCE.
Mijnheer de voorzitter, drie European Bilateral Network Officers of EBNO werden in 2005 voor de hiernavolgende landen in plaats gezet: Kroatië, Cyprus, Tsjechië, Duitsland, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Griekenland, Hongarije, Ierland, IJsland, Italië, Litouwen, Luxemburg, Letland, Malta, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Roemenië, Slowakije, Slovenië, Spanje, Oostenrijk, Zwitserland en Zweden.
Ik zie u al kijken. Een EBNO wordt niet geaccrediteerd. Hij voert enkel taken van politieke, militaire of bilaterale aard uit. Hij opereert vanuit Brussel. Hij is wat u vliegend personeel zou kunnen noemen.
Na vijf jaar werking kan worden vastgesteld dat de invoering van het EBNO-concept grote kostenbesparingen op budgettair en op personeelsvlak met zich heeft gebracht. Het heeft tevens aan de Belgische Defensie toegelaten om contact te houden met de landen waar vroeger een defensieattaché geaccrediteerd was en ook om nieuwe rechtstreekse contacten op te bouwen met landen waar nooit een Belgische defensieattaché aanwezig was.
Als nadeel dient de niet-accreditatie te worden vermeld evenals het feit dat de EBNO niet residerend is, wat hem minder contactmogelijkheden met de lokale defensieautoriteiten en met de lokaal geaccrediteerde defensieattachés geeft.
Monsieur le président, chers collègues, les critères de mise en place d'un attaché de Défense dans un pays sont déterminés en fonction des intérêts stratégiques et opérationnels de la Défense.
De aanduiding verloopt volgens een gelijksoortige procedure als die voor de in plaats stelling bij internationale organisaties. De vacante plaatsen worden via een oproep bekendgemaakt en de kandidaturen worden bij het directoraat-generaal Human Resources ingewacht. Dit departement brengt een gemotiveerd advies uit. Op basis van dit dossier beslist de minister van Landsverdediging over de aanduiding.
La répartition linguistique 60/40 n'est pas d'application pour le groupe restreint des attachés de Défense, pas plus d'ailleurs que pour d'autres groupes fonctionnels. La répartition linguistique actuelle pour les attachés de Défense est de 16 néerlandophones et de sept francophones. Les critères du profil repris dans les messages d'appel déterminent la sélection et sont le grade, la connaissance du pays et des langues (l'anglais et la langue ou les langues locales), l'aptitude médicale outre-mer et l'aptitude physique, des expériences opérationnelles et/ou internationales, la connaissance en matière de softwares et la possession de qualités morales et de personnalité nécessaires.
De uitgaven verbonden aan de posten defensieattaché, bedragen 11 174 827 euro. Deze kunnen als volgt worden opgesplitst. Voor werking 1 267 000 euro; voor zendingen 176 000 euro; voor infrastructuur 2 660 000 euro; voor postvergoedingen 3 112 000 euro en voor lonen 3 958 000 euro, wat ons op de totale kosten van 11 175 000 euro brengt.
Ik wens nogmaals te benadrukken dat onze attachés in een minimumbezetting werken, maar dat zij op de terreinen en de posten waar zij zijn uitgezonden, een bijzonder belangrijke rol spelen.
Op dit eigenste moment speelt onze militaire attaché, geaccrediteerd in Kinshasa, in het bijzonder in Mombasa, een eersterangs en een eerstelijns rol in het aan land brengen van de piraten die in Kenia zullen worden berecht en die van boord gehaald moeten worden van het fregat Louise-Marie, en ook in het overbrengen van die ene piraat die in Brussel berecht zal worden bij toepassing van de wetgeving op de piraterij, die collega De Clerck en ik tijdens de vorige legislatuur hebben laten goedkeuren.
04.04 Karel Uyttersprot (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik had ook een berekening gemaakt, met als resultaat 12 miljoen euro. Misschien kan daarop nog worden bezuinigd. Ik ben ervan overtuigd dat er …
04.05 Minister Pieter De Crem: (…)
04.06 Karel Uyttersprot (N-VA): Ja, de financieringswet.
In een aantal landen zal het zeker een noodzaak zijn, maar ik veronderstel dat er regelmatig wordt geëvalueerd waar de beste posten zijn, afhankelijk van de situatie in de wereld en waar er attachés zijn, en dat het geen gemakkelijkheidoplossing is, dat zij blijven zitten waar zij zitten uit gewoonte.
04.07 Minister Pieter De Crem: Er is een grote rotatie. Er is een evaluatie. Er zijn posten die geopend worden en er zijn posten die gesloten worden. De post in Vietnam in Hanoi werd bijvoorbeeld gesloten. Er is een post geopend in Islamabad, omdat het zeer belangrijk is dat de Belgische Landsverdediging een zicht krijgt vanuit Pakistan op de situatie in de grote regio Afghanistan en Pakistan.
Er is ook een post geopend in Tunis, van bijzonder belang in de 5+5-dialoog en de problematiek van de migratie, al dan niet legaal, vanuit het hele Afrikaanse continent.
Posten worden dus al dan niet aangehouden, geopend of gesloten met het oog op een aantal geografische en strategische gegevens. Met enkele uitzonderingen is er een grote rotatie in het verkeer van de attachés van Landsverdediging.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Theo Francken aan de minister van Landsverdediging over "de opvang van daklozen en asielzoekers en hun transport met militair materieel" (nr. 1395)
05 Question de M. Theo Francken au ministre de la Défense sur "l'accueil des sans-abri et des demandeurs d'asile ainsi que leur transport à l'aide de matériel militaire" (n° 1395)
05.01 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik heb één zaak geleerd van een aantal nog steeds actieve parlementsleden, ook van u trouwens: wees hardnekkig, kom altijd terug op uw punt en sla altijd op dezelfde spijker. Ik ben dat ook van plan, want dat zijn natuurlijk wijze woorden, die ik onder andere ook van wijlen Chris Vandenbroeke heb geleerd.
Ik kom dus terug op mijn dossier over de opvang van asielzoekers in kazernes, dat ongetwijfeld nog enkele maanden actueel zal blijven. U zegt dat ze tijdelijk zullen zijn, voor één jaar. Wij zullen volgend jaar wel weten of het tijdelijk was.
05.02 Minister Pieter De Crem: Daar kunnen wij dan samen iets aan doen.
05.03 Theo Francken (N-VA): Wij kunnen daar samen iets aan doen, maar dat zullen wij dan wel zien.
Mijnheer de minister, er is sinds vorige week heel wat gebeurd. Ik herinner mij de commissievergadering van vorige week als redelijk bewogen. U hebt toen uw collega, staatssecretaris Courard, serieus op zijn plaats gezet. U hebt onder andere verwezen naar het feit dat hij blijkbaar alle Vlaamse kazernes wel goed vond en de Waalse eraf wou. U hebt verwezen naar het feit dat hij onkundig is of, in uw ogen, alleszins zijn best niet doet. U hebt verwezen naar het feit dat er al meer dan een jaar 250 plaatsen beschikbaar zijn in de kazerne in Florennes, maar dat er nog altijd niemand naartoe is gestuurd, enzovoort.
Ik heb in het nieuws, en daarna in de kranten, de reacties van staatssecretaris Courard gezien en gelezen. Hij zei dat hij nog geen hond zou willen laten slapen in de kazerne van Florennes. “Wat zou ik er dan een asielzoeker heen sturen?”, vroeg hij zich af. Ik vond dat een zeer cassante en straffe uitspraak. Collega Smeyers zal staatssecretaris Courard daarover zeker ook ondervragen, maar dit is de commissie voor de Landsverdediging en ik wil u vragen wat de stand van zaken is sinds vorige week.
Ik heb in de krant ook vernomen dat de eerste kazerneopvang open is. De eerste asielzoekers zijn aangekomen. Het ging om een tachtigtal asielzoekers. Hoe staat het met de kazerneruimte? Wie zit waar? Zijn de kazernes open? Heeft het Rode Kruis de kazernes in orde gekregen? Wat heeft Fedasil ondertussen gedaan?
U ligt onder vuur. U kunt daar wel tegen, maar u ligt onder vuur van heel veel mensen en van verschillende politieke fracties, omdat u zogezegd harteloos bent, omdat u niet meegaat in de vraag om vervoer te organiseren naar de kazernes. Wat is de stand van zaken? Is er een package deal? Hoe gaat het met het vervoer van de asielzoekers? Zal Fedasil daarvoor instaan? Hebt u effectief, zoals u beloofd hebt, een lijstje van busmaatschappijen aan mevrouw François, de directeur-generaal van Fedasil, bezorgd? Zijn er bussen ingelegd? Wat is de stand van zaken betreffende het vervoer van en naar kazernes?
Wat is de stand van zaken betreffende het vervoer van daklozen van en naar de kazernes? Daar zou er blijkbaar nog een probleem zijn. Ik heb u goed gevolgd op de radio en in het nieuws. Ik heb begrepen dat u nog altijd niet bereid bent om daar enige goodwill aan de dag te leggen. Ik heb hier vorige week ook een oproep gedaan om soepel daarin te zijn. Het is niet omdat de vakbond het zegt dat ik het zeg, maar ik denk dat er daar wat marge is om te kijken wat mogelijk is, om uw hart te tonen. U zult mij wel niet horen zeggen dat u harteloos bent.
Ten slotte, heb ik nog een politieke vraag. Ik ga ze toch stellen, al zult u er waarschijnlijk niet op antwoorden. Hebt u nog vertrouwen in de PS, en meer bepaald in staatssecretaris Courard, als regeringspartner?
05.04 Minister Pieter De Crem: Wel, ik zal er een antwoord op geven. Collega Francken, zou ik een antwoord krijgen als ik vroeg: “Heeft N-VA nog vertrouwen in…”, maar ik zal die vraag niet stellen.
Wij bevinden ons natuurlijk in een moeilijke setting, voorzitter. Vragen worden ingediend en het antwoord daarop is voorbereid. Er zijn ook bijkomende vragen in de openbare vergadering van deze commissie. Ik heb daar evenwel geen enkel probleem mee.
Collega Francken, ik luister geregeld naar de nieuwsberichten en ik heb zondag gehoord dat deze aangelegenheid door het Parlement zal worden geregeld. Uw vraag of er overeenstemming in de regering is, is niet meer nodig als u zelf initiatieven neemt om het in het Parlement te regelen. Ik hoor ook maar wat ik hoor, in deze regering van lopende zaken.
Ik meen dat wij vorige week een goede discussie hebben gehad. Het probleem werd toen in alle duidelijkheid gesteld, wat volgens mij een goede zaak is.
Ik antwoord op uw vragen die te maken hebben met de werking en het transport. Op de laatste vraag die u hebt gesteld, heb ik al een antwoord gegeven.
De installatiewerken voor de opvang van asielzoekers zijn ten laste van het Rode Kruis. Dat is zo overeengekomen met de verschillende betrokken partners. Defensie stelt de terreinen, gronden en gebouwen, in de staat waarin zij zich bevinden ter beschikking. Dat is ook zo overeengekomen. Deze terbeschikkingstelling gebeurt onder de vorm van een zogenaamde “domaniale concessie,” een domeinconcessie, die wordt toegekend voor 1 jaar tot 30 november 2011, zoals ik u vorige week reeds zei.
Het Rode Kruis is volop bezig met inrichtingswerken, die nog enkele dagen kunnen duren, om alle sites in gereedheid te krijgen. De eerste asielzoekers werden deze week reeds in Helchteren opgevangen.
Wat het transport van de asielzoekers betreft, hebben zowel eerste minister Yves Leterme als de heer Peter De Roo, de afgevaardigde van de regering voor de opvang van de asielzoekers, dit weekend heel duidelijk verklaard dat dit niet de bevoegdheid is van het departement Landsverdediging.
Het transport wordt ondertussen geregeld door diegenen die er wel bevoegd voor zijn. Het transport van asielzoekers wordt dus ten laste genomen door het Rode Kruis.
Het transport van daklozen is een verantwoordelijkheid van de sociale organisaties en van de OCMW’s. Dit werd trouwens herhaald, zoals vorige jaren bij het opstarten van de operatie Winter. De gemeenten en de Gewesten kunnen hiertoe bijdragen.
Ik wens nogmaals te benadrukken dat de begeleiding van daklozen niet alleen een fysieke begeleiding is maar ook en vooral een psychosociale kadrering, wat een bevoegdheid van de sociale organisaties is zoals we ze in heel dit koepelgebeuren benoemen. Het incident in Heverlee van vorig jaar, waarover toen ook vragen zijn gesteld, waarbij een dakloze plotseling op zijn zachtst gezegd amok begon te maken heeft de noodzaak hiervan bevestigd.
Naast de opvang van daklozen in kazernes deelt Defensie overtollig materieel uit ten voordele van daklozen en minderbedeelden zoals bodywarmers, hemden, kousen, handschoenen, pulls en ander materiaal dat dienstig is voor die bepaalde doelgroep in deze periode.
05.05 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor het antwoord. Dat van de N-VA zullen we de komende weken en maanden nog wel zien.
Wat is de stand van zaken op dit moment? Hoeveel asielzoekers zijn er opgevangen? Zijn er alleen in Helchteren asielzoekers? Gaat het om enkele tientallen?
05.06 Minister Pieter De Crem: Op dit moment worden er alleen in Helchteren asielzoekers opgevangen. Ik heb u het aantal gegeven en ik zal het nogmaals herhalen.
05.07 Theo Francken (N-VA): Ik heb geen aantallen gehoord.
05.08 Minister Pieter De Crem: Ik heb gezien dat er een eerste vervoer is geweest. Het zal op dit ogenblik bij benadering om 50 à 70 asielzoekers gaan. Pin mij niet teveel op dat aantal vast. In elk geval is het eerste opvangcentrum in Helchteren.
05.09 Theo Francken (N-VA): Ik laat dit dossier niet los. Ik zal u daarover de komende weken nog ondervragen.
U zegt dat het Rode Kruis binnen enkele dagen in de verschillende kazernes klaar zal zijn. Ik kijk ernaar uit.
L'incident est clos.
- de heer Theo Francken aan de minister van Landsverdediging over "de zending van onze Special Forces naar Ivoorkust" (nr. 1446)
- mevrouw Annick Ponthier aan de minister van Landsverdediging over "het sturen van Special Forces naar Ivoorkust" (nr. 1474)
- de heer Gerald Kindermans aan de minister van Landsverdediging over "het uitsturen van Belgische Special Forces naar Ivoorkust" (nr. 1504)
- de heer Philippe Blanchart aan de minister van Landsverdediging over "het sturen van Belgische militairen naar Ivoorkust" (nr. 1518)
- M. Theo Francken au ministre de la Défense sur "l'envoi de nos Forces spéciales en Côte d'Ivoire" (n° 1446)
- Mme Annick Ponthier au ministre de la Défense sur "l'envoi de Forces spéciales en Côte d'Ivoire" (n° 1474)
- M. Gerald Kindermans au ministre de la Défense sur "l'envoi de membres des Forces spéciales belges en Côte d'Ivoire" (n° 1504)
- M. Philippe Blanchart au ministre de la Défense sur "l'envoi de militaires belges en Côte d'Ivoire" (n° 1518)
06.01 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de minister, ik kreeg enkele dagen geleden om half vijf ’s nachts een berichtje: “Ik ben onderweg naar Ivoorkust”. Een van mijn goede vrienden zit bij de special forces.
Wat zouden we nu meemaken? Ik zet de radio op, want ik was toch wakker. Om zes uur ’s morgens hoor ik inderdaad op de radio in het nieuws dat het Belgisch leger heeft beslist om onze elitetroepen naar Ivoorkust te sturen voor een beveiligingsoperatie. Ik vermoed om de Belgische burgers te beschermen of naar huis te helpen begeleiden. Dat is niet helemaal duidelijk, vandaar mijn vragen.
Mijnheer de minister, ik had graag zo veel mogelijk duiding bij de missie. Wanneer nam u de beslissing? Is de beslissing door de hele Ministerraad genomen of is dat een discretionaire beslissing van u als minister van Defensie? Hoeveel special forces zijn gestuurd? Zijn er ook gewone para’s mee? Wie is er juist mee? Waar zitten ze? Zijn er nog andere landen die hun ambassades ontzetten? Hoelang zal de operatie naar schatting duren?
06.02 Annick Ponthier (VB): Mijnheer de minister, ook ik heb een aantal vragen over de beslissing die een paar dagen geleden werd genomen om tien Belgische special forces naar Ivoorkust te sturen naar aanleiding van de instabiele situatie waarin dat land verkeert sinds de presidentsverkiezingen. Er zijn landen met twee presidenten en twee regeringen en er zijn er andere.
Mijnheer de minister, kunt u bevestigen dat de regering die beslissing heeft genomen? Zo ja, hoe en door wie is de beslissing genomen? Ik had graag een overzicht van de samenstelling van de groep militairen die ter plaatse wordt gestuurd? Waaruit bestaat de opdracht van de ter plaatse gestuurde militairen? Hoelang zullen de special forces ter plaatse blijven?
06.03 Gerald Kindermans (CD&V): Mijnheer de minister, ik sluit mij aan bij de vragen van de vorige sprekers.
Wij hebben bij de discussie over de verkiezingsuitslag in Ivoorkust vastgesteld dat daar onrust dreigt. Er zijn precedenten in Afrika, waarbij er nadien daadwerkelijk gevaar heeft gedreigd.
Mijnheer de minister, kunt u de huidige operatie schetsen? Over hoeveel mensen gaat het op het terrein? Hoeveel manschappen zijn er betrokken? Wat is de geplande duur van de operatie en kan ze verlengd worden? Hoeveel buitenlandse militairen zijn er momenteel aanwezig in Ivoorkust? Hoeveel manschappen telt de VN-vredesmacht en hoeveel militairen werden door andere landen, met name door Frankrijk, gestuurd?
06.04 Philippe Blanchart (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, je m'associerai à la pluie de questions posées par mes collègues.
Pouvez-vous nous fournir de plus amples renseignements sur les objectifs de la mission, sa durée – si possible – ainsi que les règles d'engagement?
De combien de personnes est composé le service de sécurité déjà sur place?
Au moment où j'écrivais ces lignes, les militaires envoyés étaient encore bloqués à Dakar (Sénégal), car les frontières ivoiriennes sont fermées depuis jeudi dernier.
Peut-on s'attendre à une réouverture prochaine des frontières?
Quel est le risque sécuritaire pour nos ressortissants se trouvant sur le territoire?
Combien sont-ils actuellement et des demandes d'évacuation ont-elles été adressées à notre ambassadeur?
Une coordination européenne ou avec d'autres pays européens a-t-elle déjà été envisagée, le cas échéant?
06.05 Pieter De Crem, ministre: Monsieur le président, chers collègues, le 4 décembre 2010, le Conseil des ministres a décidé en urgence, par une procédure électronique, du sort à donner à un dossier introduit par la Défense concernant l'envoi d'un détachement avancé de sécurité composé de Special Forces en Côte d'Ivoire.
Un détachement avancé de sécurité a comme mission la protection de l'ambassadeur, de l'ambassade, de la résidence et du personnel de l'ambassade, de manière à ce que l'ambassade puisse continuer à faire son travail. Une demande du SPF Affaires étrangères avait été introduite auprès de la Défense nationale.
Mijnheer de voorzitter, collega’s, de ONUCI, zijnde de operatie van de Verenigde Naties in Ivoorkust, telt ter plaatse exact 9 080 personen, waarvan 7 572 militairen en 1 316 politieagenten.
Frankrijk heeft ook militairen ter plaatse, die deel uitmaken van de ONUCI. Het gaat ter zake over de operatie Licorne/Unicorn.
Reeds voor de verkiezingen heeft ook België een militair ter plaatse gestuurd, om als raadgever ten behoeve van de ambassade te fungeren en om de coördinatie met andere militaire partners in de regio op te bouwen.
De grenzen van Ivoorkust werden op 6 december 2010 heropend. Het einde van de opdracht zal uiteraard slechts op basis van de verdere evolutie van de veiligheidssituatie ter plaatse kunnen worden bepaald.
Om voor de hand liggende redenen met betrekking tot de veiligheid van alle Belgen ter plaatse kan ik geen nadere details en/of procedures vermelden.
Monsieur le président, mesdames et messieurs, la gestion du plan de crise pour nos ressortissants sur place et l'évaluation de l'évolution de la situation politique sur le terrain sont une compétence et une responsabilité des Affaires étrangères.
Je vous invite à adresser les questions relatives à ce sujet à mon confrère M. Vanackere qui a la compétence des Affaires étrangères.
De voorzitter: Mijnheer Francken, kan dat volstaan als antwoord?
06.06 Theo Francken (N-VA): Ja, mijnheer de minister, hartelijk dank.
Ik heb nog juist één vraag. Hebt u een schatting van het aantal Belgen in Ivoorkust? Hebt u daar cijfers over, in totaal?
06.07 Minister Pieter De Crem: Ze worden geschat, in de mate dat zij zichzelf laten registreren, tussen 350 en 400.
06.08 Annick Ponthier (VB): Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord.
06.09 Gerald Kindermans (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de minister voor zijn antwoord.
Het is volgens mij vooral van belang dat in Ivoorkust ervaren wordt dat de internationale gemeenschap van mening is dat de resultaten van de verkiezingen die werden gehouden, ook worden gerespecteerd. Dat signaal moet in de marge van dit verhaal gegeven worden.
06.10 Philippe Blanchart (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse complète.
Les enjeux en Côte d'Ivoire sont certainement liés également à des problèmes d'énergie. Il serait sans doute pertinent que j'interroge aussi votre collègue M. Vanackere.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Gerald Kindermans aan de minister van Landsverdediging over "de zoektocht naar drie Belgische militaire helikopterpiloten die 45 jaar geleden verdwenen boven de Congolese jungle" (nr. 1495)
07 Question de M. Gerald Kindermans au ministre de la Défense sur "la recherche de trois militaires belges pilotes d'hélicoptère disparus il y a 45 ans alors qu'ils survolaient la jungle congolaise" (n° 1495)
07.01 Gerald Kindermans (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, eind oktober is bekend geraakt dat u onder de codenaam Buta 65 de langverwachte zoektocht naar de helikopter zou starten en dan vooral naar de stoffelijke resten van de drie bemanningsleden die 45 jaar geleden zijn omgekomen in Congo. Dit weekend konden wij op de website van defensie en ook in sommige kranten lezen dat het wrak van die helikopter gevonden was.
In aansluiting op eerdere vragen die wij over dit onderwerp stelden in de commissie voor de Landsverdediging vraag ik thans aan de minister meer uitleg bij die operatie, de identificatie van het toestel, de mogelijke repatriëring van bemanningsleden, de samenwerking met de Congolese strijdkrachten en het voorziene tijdschema.
07.02 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, ik dank de heer Kindermans voor zijn vraag. Ik heb op deze aangelegenheid reeds een antwoord gegeven, maar ik zal nu de bijkomende informatie geven die ons heeft bereikt.
Er is begin november een detachement van vierendertig Belgische militairen vertrokken naar de Democratische Republiek Congo. Na de integratie met het Congolese begeleidingsdetachement begon op 29 november de eigenlijke expeditie in het regenwoud.
In de ochtend van 3 december 2010 werd de vermiste helikopter teruggevonden. Op 7 december kwam de expeditie terug uit het regenwoud. Aan de hand van een teruggevonden serienummer op een identificatiepaneel werd de gelokaliseerde helikopter H21 wel degelijk geïdentificeerd als zijnde het toestel FG378 dat in 1965 in de buurt van Buta was verongelukt.
Er zal geen repatriëring gebeuren van de jammer genoeg verongelukte bemanningsleden. Dat zal niet kunnen gebeuren omdat er geen stoffelijke overschotten werden teruggevonden.
De expeditie verloopt volledig volgens het geplande schema en de Belgische militairen zullen op 19 december 2010 naar België terugkeren.
Tot slot kan worden gesteld dat tot op heden de samenwerking met de Congolese begeleiders en het detachement vlekkeloos is verlopen. Bij de terugkeer van de Belgische delegatie zal er ook worden gezocht naar een herinneringsmoment dat wellicht zal plaatsvinden op de basis Commandant Allaeys te Koksijde.
Tot daar mijn informatie.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Gerald Kindermans aan de minister van Landsverdediging over "een recente operatie door het Belgische fregat Louise-Marie (in het kader van de operatie-Atalanta) waarbij zeven Somalische piraten zouden zijn gearresteerd" (nr. 1496)
08 Question de M. Gerald Kindermans au ministre de la Défense sur "une opération récente menée par la frégate belge Louise-Marie (dans le cadre de l'opération Atalante) et grâce à laquelle sept pirates somaliens auraient été arrêtés" (n° 1496)
08.01 Gerald Kindermans (CD&V): Mijnheer de minister, er is de jongste tijd heel wat nieuws op het werkveld bij Defensie en men zou toch van een succes kunnen spreken gelet op de wijze waarop de bemanning van de Louise-Marie actie heeft ondernomen en de situatie aangepakt.
Volgens de berichtgeving zou een van de piraten ondertussen zijn herkend door de bemanningsleden van de Pompeï, het schip dat vorig jaar werd gekaapt, ook door Somalische piraten, en die zou ondertussen zijn aangehouden op bevel van het federaal parket.
Mijnheer de minister, ik heb u daarstraks reeds horen zeggen dat er samengewerkt wordt met onze militaire attaché om te zorgen voor overbrenging. Ik had van u graag wat meer uitleg gekregen over het dossier, inzonderheid de overbrenging van de beklaagde naar België.
08.02 Minister Pieter De Crem: Collega Kindermans, voor wie die naar VRT luistert, er was vanochtend een heel interessante reportage over de activiteiten van onze militairen aan boord van de Louise-Marie. De commentaar werd gegeven door Stijn Vercruysse; de VRT-journalist.
Op 29 november werden zeven vermoedelijke piraten opgepakt door het Belgische fregat Louise-Marie voor de kust van Kenia. Een van de vermoedelijke piraten wordt ervan verdacht betrokken te zijn geweest bij de kaping van het schip Pompeï. Op 3 december werd die laatste van op afstand ondervraagd door een onderzoeksrechter. Er werd een voorlopig aanhoudingsmandaat tegen hem uitgevaardigd.
Defensie assisteert het federaal parket bij het overbrengen van de verdachte naar België. Vannacht is de overdracht van de vermoedelijke piraat gebeurd. Sindsdien is hij in handen van de federale politie. Ik kan u bevestigen dat wanneer alles volgens planning verloopt, de betrokkene op Belgisch grondgebied zal zijn op 10 december 2010.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.49 uur.
La réunion publique de commission est levée à 16.49 heures.