CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 53 COM 044
CRIV 53 COM 044
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
N
ATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
Mardi
Dinsdag
23-11-2010
23-11-2010
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti Socialiste
MR
Mouvement réformateur
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
sp.a
socialistische partij anders
Ecolo-Groen!
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales ­ Groen!
Open Vld
Open Vlaamse Liberalen en Democraten
VB
Vlaams Belang
cdH
centre démocrate Humaniste
LDD
Lijst Dedecker
PP
Parti Populaire
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 53 0000/000 Document parlementaire de la 53
e
législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 53 0000/000
Parlementair stuk van de 53
e
zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
Version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
Séance plénière
PLEN
Plenum
COM
Réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
Motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige)
MOT
Moties tot besluit van interpellaties (op beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 53
COM 044
23/11/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Willem-Frederik Schiltz au
ministre pour l'Entreprise et la Simplification sur
"la diminution de la valeur ajoutée directe des
ports belges" (n° 550)
1
Vraag van de heer Willem-Frederik Schiltz aan de
minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen
over
"de
achteruitgang
van
de
directe
toegevoegde waarde van de Belgische havens"
(nr. 550)
1
Orateurs: Willem-Frederik Schiltz, Vincent
Van Quickenborne
, ministre pour l'Entreprise
et la Simplification
Sprekers: Willem-Frederik Schiltz, Vincent
Van
Quickenborne,
minister
voor
Ondernemen en Vereenvoudigen
Questions jointes de
4
Samengevoegde vragen van
4
- Mme Liesbeth Van der Auwera au ministre pour
l'Entreprise et la Simplification sur "les pratiques
mises en oeuvre par des démarcheurs
publicitaires malhonnêtes" (n° 594)
4
- mevrouw Liesbeth Van der Auwera aan de
minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen
over
"de
praktijken
van
malafide
reclameronselaars" (nr. 594)
4
- M. Karel Uyttersprot au ministre pour l'Entreprise
et la Simplification sur "la lutte contre les
démarcheurs publicitaires" (n° 641)
4
- de heer Karel Uyttersprot aan de minister voor
Ondernemen en Vereenvoudigen over "de strijd
tegen de reclameronselaars" (nr. 641)
4
- M. Bert Schoofs au ministre pour l'Entreprise et
la Simplification sur "les mesures de lutte contre
le démarchage publicitaire" (n° 660)
4
- de heer Bert Schoofs aan de minister voor
Ondernemen en Vereenvoudigen over "de
aanpak van de reclameronselaars" (nr. 660)
4
Orateurs: Liesbeth Van der Auwera, Karel
Uyttersprot, Vincent Van Quickenborne
,
ministre pour l'Entreprise et la Simplification
Sprekers: Liesbeth Van der Auwera, Karel
Uyttersprot, Vincent Van Quickenborne
,
minister
voor
Ondernemen
en
Vereenvoudigen
Questions jointes de
10
Samengevoegde vragen van
10
- M. Ronny Balcaen au ministre pour l'Entreprise
et
la
Simplification
sur
"l'obsolescence
programmée
des
produits
électriques
et
électroniques" (n° 574)
10
- de heer Ronny Balcaen aan de minister voor
Ondernemen en Vereenvoudigen over "de
geprogrammeerde veroudering van elektrische en
elektronische toestellen" (nr. 574)
10
- M. Ronny Balcaen au ministre pour l'Entreprise
et
la
Simplification
sur
"l'obsolescence
programmée des produits électroniques et
électriques" (n° 682)
10
- de heer Ronny Balcaen aan de minister voor
Ondernemen en Vereenvoudigen over "de
geplande veroudering van elektronische en
elektrische producten" (nr. 682)
10
Orateurs: Ronny Balcaen, Vincent Van
Quickenborne
, ministre pour l'Entreprise et la
Simplification
Sprekers: Ronny Balcaen, Vincent Van
Quickenborne
, minister voor Ondernemen en
Vereenvoudigen
Question de Mme Liesbeth Van der Auwera au
ministre pour l'Entreprise et la Simplification sur
"les conséquences de l'arrêt de la Cour de Justice
européenne relatif à la taxe Auvibel" (n° 637)
12
Vraag van mevrouw Liesbeth Van der Auwera aan
de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen
over "de gevolgen van de uitspraak van het
Europese Hof van Justitie voor de Belgische
Auvibel-taks" (nr. 637)
12
Orateurs: Liesbeth Van der Auwera, Vincent
Van Quickenborne
, ministre pour l'Entreprise
et la Simplification
Sprekers: Liesbeth Van der Auwera, Vincent
Van
Quickenborne,
minister
voor
Ondernemen en Vereenvoudigen
Question de Mme Karine Lalieux au ministre pour
l'Entreprise et la Simplification sur "la mobilité
bancaire" (n° 639)
14
Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de
minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen
over "de cliëntmobiliteit in de banksector"
(nr. 639)
14
Orateurs: Karine Lalieux, Vincent Van
Quickenborne
, ministre pour l'Entreprise et la
Simplification
Sprekers: Karine Lalieux, Vincent Van
Quickenborne
, minister voor Ondernemen en
Vereenvoudigen
Question de M. Peter Logghe au ministre pour
l'Entreprise et la Simplification sur "le point de
contact pour les plaintes dans le domaine de la
construction" (n° 746)
16
Vraag van de heer Peter Logghe aan de minister
voor Ondernemen en Vereenvoudigen over "het
meldpunt voor misnoegde bouwers" (nr. 746)
16
Orateurs: Peter Logghe, Vincent Van
Sprekers: Peter Logghe, Vincent Van
23/11/2010
CRIV 53
COM 044
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
ii
Quickenborne, ministre pour l'Entreprise et la
Simplification
Quickenborne, minister voor Ondernemen en
Vereenvoudigen
Question de M. Peter Logghe au ministre pour
l'Entreprise et la Simplification sur "l'avenir du
brevet européen" (n° 1084)
19
Vraag van de heer Peter Logghe aan de minister
voor Ondernemen en Vereenvoudigen over "de
toekomst van het Europese octrooi" (nr. 1084)
19
Orateurs:
Peter Logghe, Vincent Van
Quickenborne, ministre pour l'Entreprise et la
Simplification
Sprekers: Peter Logghe, Vincent Van
Quickenborne
, minister voor Ondernemen en
Vereenvoudigen
Question de Mme Veerle Wouters au ministre
pour l'Entreprise et la Simplification sur "les
ouvertures de crédit 'Cash Facility'" (n° 1114)
21
Vraag van mevrouw Veerle Wouters aan de
minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen
over "'Cash Facility'-kredietopeningen" (nr. 1114)
21
Orateurs: Veerle Wouters, Vincent Van
Quickenborne
, ministre pour l'Entreprise et la
Simplification
Sprekers: Veerle Wouters, Vincent Van
Quickenborne
, minister voor Ondernemen en
Vereenvoudigen
Question de Mme Karine Lalieux au ministre pour
l'Entreprise et la Simplification sur "l'abus de
position dominante de l'AMP" (n° 1124)
24
Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de
minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen
over
"het
misbruik
van een
dominante
marktpositie door AMP" (nr. 1124)
24
Orateurs: Karine Lalieux, Vincent Van
Quickenborne
, ministre pour l'Entreprise et la
Simplification
Sprekers: Karine Lalieux, Vincent Van
Quickenborne
, minister voor Ondernemen en
Vereenvoudigen
Question de M. Karel Uyttersprot au ministre pour
l'Entreprise
et
la
Simplification
sur
"le
fonctionnement et le contrôle des Centres
De Groote" (n° 1105)
25
Vraag van de heer Karel Uyttersprot aan de
minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen
over "de werking en controle van de Centra
De Groote" (nr. 1105)
25
Orateurs:
Karel
Uyttersprot,
Sabine
Laruelle,
ministre
des
PME,
des
Indépendants, de l'Agriculture et de la
Politique scientifique
Sprekers:
Karel
Uyttersprot,
Sabine
Laruelle, minister van KMO's, Zelfstandigen,
Landbouw en Wetenschapsbeleid
Question de M. Peter Logghe à la ministre des
PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de la
Politique
scientifique
sur
"le
pool
de
remplacement pour les entrepreneurs" (n° 962)
28
Vraag van de heer Peter Logghe aan de minister
van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en
Wetenschapsbeleid over "de vervangingspool
voor ondernemers" (nr. 962)
28
Orateurs: Peter Logghe, Sabine Laruelle,
ministre des PME, des Indépendants, de
l'Agriculture et de la Politique scientifique,
Karel Uyttersprot
Sprekers: Peter Logghe, Sabine Laruelle,
minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw
en Wetenschapsbeleid, Karel Uyttersprot
CRIV 53
COM 044
23/11/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE L'ÉCONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'ÉDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
du
M
ARDI
23
NOVEMBRE
2010
Après-midi
______
van
D
INSDAG
23
NOVEMBER
2010
Namiddag
______
De vergadering wordt geopend om 14.27 uur en voorgezeten door mevrouw Liesbeth Van der Auwera.
La séance est ouverte à 14.27 heures et présidée par Mme Liesbeth Van der Auwera.
De voorzitter: We beginnen de commissievergadering met een prioritaire vraag van de heer Willem-
Frederik Schiltz.
01 Vraag van de heer Willem-Frederik Schiltz aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen
over "de achteruitgang van de directe toegevoegde waarde van de Belgische havens" (nr. 550)
01 Question de M. Willem-Frederik Schiltz au ministre pour l'Entreprise et la Simplification sur "la
diminution de la valeur ajoutée directe des ports belges" (n° 550)b>
01.01 Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, het wel en wee van de Belgische havens is voor
mij van prioritair belang, vandaar de prioritaire vraag.
Ik stel u deze vraag naar aanleiding van de cijfers die de Nationale
Bank heeft bekendgemaakt. Jaarlijks berekent zij wat de bijdrage is
van de Belgische zeehavens aan de algemene Belgische economie.
Uit dat rapport is gebleken dat dit aandeel dit jaar er met maar liefst
12 % op achteruit is gegaan. Ik vind dat persoonlijk een heel
verontrustende terugval. Bovendien moeten we er nog rekening mee
houden dat die 12 % eigenlijk nog positief is, omdat bij de berekening
van het aandeel niet alleen de havenactiviteiten op zich, maar ook de
randactiviteiten in overweging werden genomen.
Vooral de haven van Antwerpen ­ mijn heimat ­ is zwaar getroffen en
hinkt in alle statistieken het meest achterop. Wij stellen bijvoorbeeld
vast dat de werkgelegenheid met 3 % terugviel in Antwerpen.
Mijnheer de minister, kunt u ons wat toelichting geven bij deze
cijfers?. Hebt u een verklaring voor de reden waarom de Antwerpse
haven het zwaarst getroffen zou zijn? Wat acht u mogelijke
maatregelen om het probleem te verhelpen, uiteraard met dien
verstande dat ik weet dat Economie uw bevoegdheid is, maar dat een
havenbeleid voor een groot deel ook een regionale bevoegdheid is?
01.01 Willem-Frederik Schiltz
(Open Vld): La Banque Nationale
a annoncé que la contribution des
ports maritimes belges à l'écono-
mie a régressé de 12 % cette an-
née. Le port d'Anvers, principale-
ment traîne et
enregistre un recul du taux
d'emploi de 3 %.
Le ministre pourrait-il commenter
les chiffres? Pourquoi le port
d'Anvers est-il le plus touché?
Quelles
mesures
pourrait-on
envisager?
23/11/2010
CRIV 53
COM 044
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
2
01.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw de voorzitter,
dierbare collega, de ramingen van de Nationale Bank melden voor
2009 inderdaad een daling in tonnage van de trafiek in de Belgische
havens. De haven van Antwerpen vertoonde een daling van trafiek
met 16,7 % qua tonnage. De toegevoegde waarde van alle Belgische
havens daalde met 11,7 % terwijl die van Antwerpen afnam met
15,6 %. Ook de werkgelegenheid in de havens werd getroffen door
een daling met 3,3 % tegenover 2,9 % in Antwerpen. Uiteraard heeft
veel te maken met de financieel-economische crisis van eind 2008
(het derde en vierde kwartaal van 2008 tot het tweede kwartaal van
2009) die ook onze havens en de internationale handel heeft
getroffen.
In het rapport World Economic Situation and Prospects 2010 van de
Verenigde Naties is de jaarbalans van de wereldhandel negatief, -
13 %, ondanks het feit dat de wereldhandel zich in de tweede helft
van 2009 enigszins herstelde. De zeevaart krijgt dan ook de volle laag
door de daling van de wereldwijde handelsvolumes. Volgens hetzelfde
rapport nemen de handelsstromen tijdens deze periode met 30 tot
50 % op jaarbasis af, waarbij de Aziatische exporteurs het zwaarste
getroffen worden.
Specifiek voor de haven van Antwerpen is volgens de Nationale Bank
van België de toegevoegde waarde scherp gedaald, onder meer door
de verliezen die de rederijen leden ten gevolge van een volledig
slabakkende zeevaart en de afgenomen activiteit in de
goederenbehandeling. Daarnaast is volgens de Nationale Bank van
België de daling van de toegevoegde waarde in België als gevolg van
de economische crisis vooral opvallend in de industrie. Het is duidelijk
dat de samenstelling en de specifieke aard van de bedrijvigheid in de
omgeving van de haven hierdoor kan worden beïnvloed. Het
havengebied van Antwerpen omvat een grotere of verder ontwikkelde
industriële bedrijvigheid dan de andere havens. Denk onder meer aan
de chemische sector. Dit kan verklaren waarom de Antwerpse haven
zwaarder getroffen is dan de andere havens op het vlak van
toegevoegde waarde en werkgelegenheid, gezien de omvang van de
havenactiviteiten, zowel voor bedrijven uit de maritieme als de niet-
maritieme cluster, industrie en diensten.
Tijdens mijn deelname aan economische missies naar verschillende
groeimarkten heb ik kunnen vaststellen dat de aanwezigheid van onze
havens een sterke meerwaarde biedt. Hun expertise en kwalitatieve
dienstverlening zijn troeven die zeer worden geapprecieerd. Goede
samenwerking tussen havens maakt dat wij hier een succesvolle
economische troef kunnen uitspelen in de wereld. De vraag is of die
samenwerking altijd van ganser harte is. Dit debat speelt zich
natuurlijk meer af op het Vlaamse niveau, maar de vraag is of wij
onze havens wel voldoende goed laten samenwerken. Er is natuurlijk
de concurrentie tussen de havens van Zeebrugge, Gent en
Antwerpen, maar de vraag is of deze stedelijke aanpak wel aangepast
is aan de Vlaamse realiteit. Ik zal mij hierover niet uitspreken, want wij
zitten hier op het Belgische niveau.
Wat betreft de beleidsmaatregelen die de economische bedrijvigheid
in de Belgische havens zouden kunnen ondersteunen, werden op
federaal niveau globale begeleidende crisismaatregelen uitgewerkt. U
kent die: de tijdelijke werkloosheid, de lastenverlaging op
01.02
Vincent
Van
Quickenborne,
ministre:
La
Banque Nationale a annoncé une
diminution du trafic dans les ports
belges en 2009. Dans le port
d'Anvers, cette diminution corres-
pondait à 16,7 %. La valeur
ajoutée de tous les ports belges a
diminué de 11,7 % et celle
d'Anvers de 15,6 %. L'emploi a
diminué de 3,3 % dans tous les
ports, par rapport à 2,9 % à
Anvers.
La crise financière et économique
a évidemment aussi touché nos
ports et le commerce international.
On peut lire dans un rapport des
Nations Unies de 2010 que le
commerce mondial présente un
bilan annuel négatif de 13 %,
malgré un léger redressement au
cours du second semestre de
2009. Les flux commerciaux ont
diminué de 30 à 50 %. La
navigation
maritime
en
est
évidemment la victime.
Selon la Banque Nationale, la
valeur ajoutée du port d'Anvers a
fortement régressé en raison de la
navigation maritime qui est à la
traîne et de la baisse d'activités
dans le secteur de la manutention
des marchandises. Par ailleurs, la
crise économique s'est surtout fait
sentir dans le secteur de l'in-
dustrie, ce qui influence également
l'activité dans le port. L'activité
industrielle est plus importante
dans la région portuaire d'Anvers
que dans les autres ports.
Nos ports offrent une forte plus-
value économique. Leur expertise,
leur service de qualité et leur
coopération constituent un atout
économique. Nous devons cepen-
dant nous demander si la
coopération de nos ports est
suffisante mais il s'agit là d'un
débat qui doit être mené au niveau
de la Flandre.
Au niveau fédéral, des mesures de
crise d'accompagnement globales
ont été élaborées en matière de
CRIV 53
COM 044
23/11/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
3
ploegenarbeid ­ belangrijk in Antwerpen! ­ de overuren. Wat
eventuele bijzondere maatregelen betreft, zijn de Gewesten bevoegd
voor het havenbeleid. Specifiek voor de Antwerpse haven zou ik dan
ook voorstellen dat voortaan de Vlaamse regering dit doet, aangezien
de uitbouw van concurrentiële zeehavens een prioriteit is van onder
meer het plan Vlaanderen in Actie. Dat is een van de pijlers.
Op het ogenblik dat u de vraag hebt ingediend, wist u dat nog niet,
maar in een recent verleden hebt u gezien dat om competitief te zijn
in ons land, wij niet altijd naar China moeten kijken, laat staan naar
buurlanden. We kunnen het in ons land zelf zien. De topman van de
Antwerpse haven, de heer Bruyninckx, heeft deze week nog in de
krant bevestigd dat de verantwoordelijken van de Vlaamse havens
twee weken geleden hebben samengezeten met de bevoegde
Vlaamse minister om concrete initiatieven te nemen rond Flanders
Port Area. Dat is één zaak.
Ten tweede is er de ganse problematiek van de tewerkstelling:
flexibiliteit, vandaag nog prominent aanwezig in de krant. Ik zou het
niet het West-Vlaamse model durven noemen, want ik weet dat zoiets
bij een Antwerpenaar hard kan aankomen. Zeebrugge doet het op dat
vlak blijkbaar toch beter dan Antwerpen. Hopelijk kan dat mensen in
Antwerpen inspireren, maar omgekeerd denk ik ook dat we veel van
Antwerpen kunnen leren.
Ik denk, eerlijk gezegd, dat uw vraag een zeer belangrijke vraag is.
Wat het verleden betreft, heeft iedereen gedeeld in de klappen van de
economische en financiële crisis. Dat is de vraag niet. De vraag is wat
we in de toekomst doen. Hoe zorgen we ervoor dat de haven terug
competitief is? Daar heeft Eddy Bruyninckx terecht een vinger op de
wonde gelegd. Het is de taak van de beleidsverantwoordelijken,
Vlaams en federaal, om daar iets aan te doen. Mijn mening is dat we
beter een samenwerkingsverband tussen de havens ­ Antwerpen,
Zeebrugge en Gent ­ creëren, dan een model waarin we te veel
concurreren. Als Chinezen moeten kiezen en wij elkaar het leven zuur
maken, dan zullen ze snel naar Rotterdam, Hamburg of Duinkerke
gaan. Misschien moeten we daar enige ruimte voor reflectie laten.
chômage temporaire, de réduction
des charges pour le travail en
équipes et les heures supplémen-
taires. Les Régions sont compé-
tentes en ce qui concerne la
politique
portuaire
et,
par
conséquent, il appartient au
gouvernement flamand de prendre
éventuellement
des
mesures
particulières pour le port d'Anvers.
Le développement des ports mari-
times constitue d'ailleurs une
priorité dans le plan "Vlaanderen in
Actie"
et les responsables des
ports flamands se sont réunis, il y
a deux semaines, avec le ministre
flamand
compétent
afin
de
prendre des initiatives concrètes
dans le cadre du plan Flanders
Port Area. En ce qui concerne la
flexibilité professionnelle, Zeebrug-
ge présente apparemment de
meilleurs résultats qu'Anvers mais
inversement
Zeebrugge
peut
encore
beaucoup
apprendre
d'Anvers.
Chacun a été touché par la crise
économique et financière. La
question se pose de savoir
comment nous pourrons rendre à
nouveau le port compétitif. Il
appartient aux responsables politi-
ques flamands et fédéraux de
trouver des solutions. Il serait
préférable de conclure un accord
de coopération entre les ports
d'Anvers, de Gand et de Zee-
brugge au lieu de stimuler la
concurrence, sinon les investis-
seurs n'hésiteront pas à partir à
Rotterdam, à Hambourg ou à
Dunkerque.
01.03 Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Mijnheer de minister,
dank u voor het zeer bevredigend antwoord. Het is inderdaad federaal
vooral de werkgelegenheid. Dat is ook net een van de punten die,
onder andere in Antwerpen, een blijvend probleem in de sector zijn.
We hebben het dan nog niet gehad over de binnenvaart, die ook een
onderdeel van de logistieke draaischijf rond de havens vormt.
Ik kan van u de komende maanden niet veel meer verwachten, maar
ik hoop dat u mij zult ondersteunen in mijn queeste om meer flexibele
arbeidsvoorwaarden in de havenclusters te verkrijgen, zodat die
belangrijke economische pool toch kan zorgen voor iets meer
welvaart in deze nog twijfelachtige tijden.
01.03 Willem-Frederik Schiltz
(Open Vld): L'emploi est préci-
sément l'un des problèmes récur-
rents à Anvers, sans oublier la
navigation intérieure qui constitue
également un élément de la plate-
forme logistique autour des ports.
J'espère que le ministre me
soutiendra dans le cadre de ma
lutte pour des conditions de travail
plus flexibles dans les clusters
portuaires.
Het incident is gesloten.
23/11/2010
CRIV 53
COM 044
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
4
L'incident est clos.
De voorzitter: We gaan nu over tot de volgende samengevoegde vragen van mezelf en collega
Uyttersprot. Collega Schoofs heeft laten weten dat hij ziek is, maar aangezien deze vragen het label
"prioritair" hebben gekregen, laten we ze toch stellen.
02 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Liesbeth Van der Auwera aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen over "de
praktijken van malafide reclameronselaars" (nr. 594)
- de heer Karel Uyttersprot aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen over "de strijd tegen
de reclameronselaars" (nr. 641)
- de heer Bert Schoofs aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen over "de aanpak van de
reclameronselaars" (nr. 660)
02 Questions jointes de
- Mme Liesbeth Van der Auwera au ministre pour l'Entreprise et la Simplification sur "les pratiques
mises en oeuvre par des démarcheurs publicitaires malhonnêtes" (n° 594)
- M. Karel Uyttersprot au ministre pour l'Entreprise et la Simplification sur "la lutte contre les
démarcheurs publicitaires" (n° 641)
- M. Bert Schoofs au ministre pour l'Entreprise et la Simplification sur "les mesures de lutte contre le
démarchage publicitaire" (n° 660)
02.01 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mijnheer de minister, het
gaat opnieuw over de strijd tegen reclameronselaars. Wij hebben het
er in het verleden al verschillende malen over gehad. U kent het
principe van malafide reclameronselaars die tientallen miljoenen euro
verdienen door nietsvermoedende scholen, ondernemers en
verenigingen allerlei waardeloze advertenties aan de hand te doen.
Vaak doen zij dat onder het voorwendsel dat zij tot officiële instanties
behoren, zoals politie en brandweer of dat zij een goed doel dienen.
Zij doen dat op allerlei manieren, zoals het toesturen van brieven met
opzettelijk fout ingegeven adresgegevens. Men vraagt de bedrijven
dan die gegevens te controleren en te verbeteren. Bedrijven sturen dit
dan terug en krijgen dan een gepeperde factuur omdat zij zogezegd
een overeenkomst zijn aangegaan.
In het verleden hebben wij het hier vaak over gehad. U zei toen ook
dat dit een ideaal punt was om aan te kaarten tijdens het Europees
voorzitterschap van België. De minister van Justitie heeft in de zomer
gesteld dat dit op die manier aan de orde zou moeten worden
gebracht omdat die reclameronselaars vaak werken via websites van
buitenlandse ondernemingen, zodat er toch actie nodig is. Blijkbaar is
het probleem nog lang niet uitgedoofd, want UNIZO is recent met een
actieplan tegen reclameronselaars naar buiten gekomen. U zult het
beslist kennen. Zij vragen dan ook op welke manier die misdrijven in
ons land worden vervolgd.
Mijnheer de minister, is dit aangekaart in het kader van het Europees
voorzitterschap? Wat gebeurt er met de klachten die binnenkomen bij
de dienst Controle en Bemiddeling van de FOD Economie? Kunt u
ons daarover cijfergegevens meedelen? Wij hebben daarover
ondertussen ook de minister van Justitie ondervraagd. Hij zei dat dit
past in een Europese context van consumentenbescherming, eerlijke
handelspraktijken en dergelijke. Daarvoor verwees hij naar u. Zelf
heeft hij het College van procureurs-generaal de opdracht gegeven
om daaromtrent voldoende en geregeld acties te ondernemen.
Vandaar ook deze vragen aan u.
02.01 Liesbeth Van der Auwera
(CD&V): Nous avons déjà évoqué
à plusieurs reprises la lutte contre
les démarcheurs qui proposent à
la vente des annonces publici-
taires sans valeur en se présen-
tant souvent comme une instance
officielle ou en prétendant dé-
fendre une noble cause. Ils
procèdent de manières diverses.
Parfois, ils font corriger de fausses
données concernant une adresse
pour ensuite envoyer une facture
salée aux entreprises qui auraient
prétendument
conclu
une
convention.
Il avait été dit que ce problème
serait traité au mieux au moment
de la présidence européenne de la
Belgique. Apparemment, il con-
tinue de se poser car l'UNIZO
vient de présenter son plan
d'action contre les démarcheurs
publicitaires.
Ce problème a-t-il été abordé au
cours de la présidence euro-
péenne? Qu'advient-il des plaintes
déposées auprès du service
Contrôle et Médiation? Quels sont
les chiffres? Le ministre de la
Justice a déjà chargé le Collège
des procureurs généraux de
prendre des initiatives.
02.02 Karel Uyttersprot (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de 02.02 Karel Uyttersprot (N-VA):
CRIV 53
COM 044
23/11/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
5
minister, wij zijn gelijkgestemde geesten in dit dossier, maar ook in
andere, denk ik.
Ook uit het verleden heb ik een aantal dossiers meegenomen rond
die malafide praktijken. Mocht er een prijs worden uitgereikt voor de
creativiteit van dat soort van ronselaars, dan denk ik dat zij de eerste
prijs zouden behalen.
Er zijn, zoals de voorzitter daarnet zei, de valse gegevens. Men krijgt
een papier toegestuurd. Ik sta daar bijvoorbeeld op als ijzerhandelaar.
Er worden ook foute faxnummers opgegeven, en daar staat dan bij
dat het telefoonnummer en het faxnummer zeker ingevuld moeten
worden. Eens het document wordt teruggestuurd, zit men voor een
paar jaar vast aan 1 000 tot 1 200 euro.
Betrokkenen houden er nog andere ideeën op na. Men krijgt
bijvoorbeeld een brief toegestuurd waarin staat dat men opgenomen
wenst te worden in een bedrijvengids. Meestal gaat het om virtuele
internetgidsen. Wanneer men dat niet langer wenst, moet men dat
laten weten, maar men moet er wel rekening mee houden dat men er
dit jaar nog in zal staan tegen een bepaalde prijs.
Een andere ronselpraktijk gebeurt in het Gentse rond een expo. Alle
exposanten van Flanders Expo worden aangeschreven in naam van
een zogenaamd officiële expogids. Het is een Mexicaans bedrijf. Een
van onze bedrijven dat zich liet vangen, wordt nu gedagvaard door
een Cypriotisch bedrijf dat de invordering doet.
Een ander idee van die mensen is dat zij van het internet uw logo
halen. Vervolgens sturen ze u het logo door waarbij zij zeggen dat zij
een officieel trademark register zijn. Wenst u uw logo gepubliceerd te
zien, dan moet dat gemeld worden. Op dat ogenblik hangt men vast
voor 1 800 euro per jaar. Daar hebben wij ­ waarmee ik mijn vroegere
taak bij VOKA bedoel ­ wel een stokje voor kunnen steken, door de
ambassade in te schakelen.
Jaarlijks gaat er 400 miljoen euro om in Nederland. In Nederland
bedraagt de schade die alzo aan onze bedrijven wordt aangericht
400 miljoen euro, zo becijferde UNIZO.
Merkwaardig is wel dat DAD, een van die malafide ronselaars, in Gent
veertien dagen geleden is vrijgesproken. Dat is natuurlijk een domper
op het werk van UNIZO en VOKA, die hun bedrijven ertoe aanzetten
om niet te betalen, omdat het malafide is, niet zuiver op de graat en
misleidend. Het hof in Gent heeft hen nu echter vrijgesproken.
Daardoor haalt DAD nu opnieuw al zijn achterstallige facturen uit de
kast om al die bedrijven opnieuw aan te manen om hun facturen te
betalen.
Er zijn ook klachten van de Economische Inspectie, maar de gevolgen
zijn niet altijd eenduidig.
Mijnheer de minister, daarom heb ik een aantal vragen.
Kunt u ons de omvang van dat probleem schetsen? Hebt u daar een
idee van? Neemt het toe of af? Heeft de ontradingsbeïnvloeding door
UNIZO, VOKA en andere organisaties resultaat, of slagen de
ronselaars erin om toch nog, vooral kleinere, bedrijven op te lichten?
Toute une série de pratiques
malhonnêtes consistent à extor-
quer de l'argent à des entreprises
en échange du placement d'une
publicité sans aucune valeur dans
des guides tout aussi insignifiants,
voire même inexistants. Les
entreprises doivent même parfois
acheter des "droits" sur leur propre
logo.
Selon
l'UNIZO,
400 millions
d'euros sont ainsi extorqués
annuellement
aux
entreprises
présentes aux Pays-Bas.
Il est étonnant de constater que
DAD, un de ces démarcheurs
malhonnêtes, acquitté il y a deux
semaines par un tribunal de Gand,
peut déjà ressortir ses factures en
souffrance.
Des plaintes ont également été
déposées par l'Inspection écono-
mique, mais les suites de ces
démarches ne sont pas toujours
claires.
Le ministre peut-il nous éclairer
sur l'ampleur du problème? Est-il
en progression ou en régression?
Les campagnes dissuasives lan-
cées par l'UNIZO, le VOKA et
d'autres organisations ont-elles
porté leurs fruits? Le SPF Écono-
mie dispose-t-il d'une base de
données des entreprises malhon-
nêtes? Serait-il possible de publier
ces listes? Une concertation a-t-
elle été mise en place avec le
ministre de la Justice? Un plan en
plusieurs étapes sera-t-il élaboré à
l'échelon fédéral en vue de mieux
mettre en garde les entreprises
contre ce genre de pratiques?
23/11/2010
CRIV 53
COM 044
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
6
Beschikt de FOD Economie over een databank waarin de malafide
bedrijven worden opgelijst? Is het mogelijk die lijsten op de site te
zetten? Kunnen die gepubliceerd worden?
Hebt u uw collega van Justitie daarover al aangesproken, om uit te
kijken naar een gemeenschappelijke aanpak?
Europa heeft de voorzitter daarnet behandeld. Kunnen de problemen
structureel worden aangepakt? Komt er op federaal niveau een
stappenplan om de ondernemingen beter te waarschuwen tegen dit
soort van praktijken? Ik kijk uit naar uw antwoord.
02.03 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw de voorzitter,
collega's, de FOD Economie heeft in 2008 460 klachten ontvangen. In
2009 waren er 1 166. Tussen 1 januari 2010 en 15 november 2010,
een week geleden dus, waren er al 1 063.
Het fenomeen is opgedoken begin jaren 2000. Dat had veel te maken
met het internet. Terwijl er in 2008 een daling van het aantal klachten
werd vastgesteld in vergelijking met 2007, is er sinds 2009 weer een
aanzienlijke stijging waar te nemen.
Een nuance is wel dat de grote meerderheid van de betrokkenen die
klacht indienen nog geen reële schade heeft geleden, omdat zij de
facturen die hun werden toegestuurd niet hebben betaald. Door de
grotere aandacht die het thema heeft gekregen in pers en media is er
nu een grotere alertheid om dit te melden.
De FOD Economie houdt inderdaad een lijst bij van alle bedrijven die
dergelijke praktijken toepassen. Ruim een dertigtal werd
aangeklaagd, waarbij dezelfde commerciële benaming soms
meerdere publicaties aanbiedt en waarbij meerdere dienstverleners
soms met elkaar verbonden zijn.
Minder van een derde van deze firma's vertoont een link met ons
land. Die link kan verschillende vormen aannemen, zoals een
Belgisch telefoonnummer dat onmiddellijk wordt afgeleid naar
buitenlandse callcenters, een vals adres of een adres in België dat
een zakencentrum blijkt te zijn. Het gaat dus om diensten van in de
meeste gevallen virtuele bureaus, waarbij de verantwoordelijken van
vreemde origine zijn.
Beroepsfederaties of verenigingen ter bescherming van de
consument verspreiden inderdaad de namen van de betrokken
dienstverleners via hun website.
Gelet op de omvang van het probleem en de aan de ondernemingen
veroorzaakte schade, heb ik besloten de namen van de firma's en de
door
hen
gebruikte
commerciële
benamingen,
waar
de
ondernemingen bijzonder aandachtig voor moeten zijn, bij wijze van
preventie op de website van de FOD Economie te plaatsen. Dit zal
een van de volgende weken gebeuren. Ik ben ervan overtuigd dat het
constant informeren van de ondernemingen en de federaties immers
het beste instrument blijft in de strijd tegen deze praktijken.
Naast preventie is er ook nood aan repressie. De FOD Economie
analyseert juridisch elke ontvangen klacht en voert ook onderzoek om
02.03
Vincent
Van
Quickenborne, ministre: Depuis
2008, l'ampleur de ce phénomène
a plus que doublé. Il a fait son
apparition au début des années
2000. L'internet a beaucoup
contribué à son émergence.
Un élément me semble important:
beaucoup d'entreprises qui signa-
lent ces pratiques n'ont souvent
subi elles-mêmes aucun préjudice
parce qu'elles n'acquittent pas les
factures. Le fait que ce phéno-
mène reçoive une plus grande
attention a pour effet d'accroître la
vigilance des entreprises.
Le SPF Économie a effectivement
listé toutes les entreprises véreu-
ses. Plus de trente d'entre elles
ont eu des comptes à rendre à la
justice et il n'est pas rare qu'elles
proposent plusieurs publications.
Moins d'un tiers de ces entreprises
ont un lien avec notre pays. Elles
possèdent un numéro de télé-
phone belge mais les appels à ce
numéro sont instantanément dé-
tournés vers un call center situé à
l'étranger. Ou elles ont une
adresse fictive ou une adresse
dans un centre d'affaires.
Les fédérations professionnelles
ou les associations de protection
des consommateurs diffusent sur
leur site web les noms des
prestataires de services concer-
nés. Compte tenu de l'ampleur de
ce problème et du préjudice total
subi par nos entreprises, j'ai
décidé de publier sur le site web
du SPF Économie une liste de
dénominations commerciales. Ce-
CRIV 53
COM 044
23/11/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
7
de inbreuk vast te stellen. De bestaande wetgeving laat namelijk toe
om deze feiten te bestraffen aan de hand van een proces-verbaal van
waarschuwing en/of een pro justitia wegens overtreding in de zin van
artikel 96 inzake oneerlijke handelspraktijken tussen verkopers met
een misleidend aanbod, artikel 97 inzake oneerlijke handelspraktijken
tussen verkopers met een aanbod dat een factuur bevat en artikel 98
inzake de praktijk die lijkt op een afgedwongen aankoop volgens de
wet van 6 april 2010, die wij hier trouwens hebben goedgekeurd.
Mevrouw de voorzitter, u herinnert zich de wet op de marktpraktijken
en de consumentenbescherming.
Bovendien worden zulke praktijken in het algemeen veroordeeld door
de rechtbanken op grond van oplichting en/of poging tot oplichting in
de zin van artikel 496 van het Strafwetboek.
Daarnaast werden de feiten in de meeste gevallen al meegedeeld aan
de territoriaal betrokken parketten.
Binnen de FOD Economie bestaat ook een front office dat de
aangiften ontvangt met de mogelijkheid online een formulier in te
vullen. Naar aanleiding van een preventiecampagne vorig jaar,
georganiseerd op mijn initiatief door de FOD Economie, werden
contacten gelegd en onderhouden met de minister van Justitie. Dit
maakt dat deze problematiek regelmatig wordt besproken met de
verschillende parketten en het College van procureurs-generaal.
Op 16 december 2008 heeft het Europees Parlement een resolutie
van niet-wetgevende aard aangenomen over bedrijven die
misleidende gegevensbankdiensten aanbieden. Die resolutie had tot
doel de publieke opinie over deze kwestie te sensibiliseren en wilde
zo het aantal ondernemingen dat het slachtoffer wordt van
commerciële oplichting terugdringen. Daarnaast was het doel van de
resolutie, ten eerste, de lidstaten dringend te verzoeken het recht van
de Unie betreffende oneerlijke handelspraktijken toe te passen, zoals
wij dat trouwens hebben gedaan; ten tweede, de Europese
Commissie met aandrang te verzoeken de opvolging van de
omzetting van het recht van de Unie te verscherpen; ten derde, de
ondernemingen die al het slachtoffer werden van deze praktijk te
helpen en te adviseren.
Op 4 maart 2009 heeft de Commissie een vervolgdossier op de
resolutie van het Parlement goedgekeurd waarbij zij de nadruk legde
op de strategie gebaseerd op drie richtlijnen. Ten eerste,
sensibilisering rond oneerlijke praktijken. Ten tweede, maatregelen
coördineren in samenspraak met de nationale overheden om de
uitvoering van het nationaal recht en de grensoverschrijdende
samenwerking te versterken. Ten derde, de mogelijkheid overwegen
om amendementen aan te brengen aan het wetgevende kader.
In deze resolutie wordt het voorbeeld van België bijzonder toegejuicht
wegens de actiemogelijkheden die hier voor de gedupeerden
bestaan.
Daarnaast wordt dit thema regelmatig aangesneden bij het
International Consumer Protection and Enforcement Network, waar
hieraan een diepgaande analyse wordt gewijd en vooral informatie
wordt uitgewisseld.
la sera fait très prochainement.
Une bonne information est en effet
la meilleure arme.
La prévention ne suffit pas. Un
travail de répression s'impose. Le
SPF Économie analyse chaque
plainte et enquête afin de consta-
ter l'infraction. Des sanctions
peuvent être appliquées à tout
auteur d'infraction sur la base de
l'article 96 concernant les offres
trompeuses, l'article 97 concer-
nant les offres comportant une
facture et l'article 98 concernant la
pratique apparentée à un achat
forcé selon la loi du 6 avril 2010.
Les tribunaux condamnent aussi
sur la base d'escroquerie et/ou de
tentative d'escroquerie. Ces faits
sont généralement portés à la
connaissance
des
parquets
compétents.
Au sein du SPF Économie, il
existe en outre un front office qui
réceptionne les déclarations, une
possibilité de compléter un formu-
laire en ligne étant offerte. Ce
problème est abordé à intervalles
réguliers avec les parquets et le
Collège des procureurs généraux.
Le 16 décembre 2008, le Parle-
ment européen a adopté une
résolution ayant trait aux entre-
prises qui offrent des services
relatifs à des banques de données
qui sont de nature trompeuse.
Dans cette résolution, dont la
finalité était de sensibiliser, les
États membres étaient invités à
appliquer le droit de l'Union relatif
aux pratiques commerciales dé-
loyales et la Commission euro-
péenne était conviée à assurer un
suivi plus rapproché de la trans-
position du droit de l'Union, et à
aider et conseiller les entreprises
ayant déjà été victimes de ces
pratiques.
Le 4 mars 2009, la Commission a
adopté un dossier faisant suite à la
résolution du Parlement dans
lequel elle a mis l'accent sur une
stratégie basée sur la sensibi-
lisation, la coordination avec les
23/11/2010
CRIV 53
COM 044
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
8
Op internationaal niveau vond op 4 en 5 november laatstleden in
Brugge de tweede vergadering plaats van de International Mass-
Marketing Fraud Working Group, die mede door de Economische
Inspectie werd georganiseerd. Er werden discussies gevoerd over het
bedrog met onder meer bedrijfsgidsen. Daar bleek dat verschillende
landen, waaronder Australië en Canada, eveneens met deze
problematiek worden geconfronteerd. In de werkgroep zijn grondige
analyses gepland, specifiek over het witwassen van geld en
gegevensuitwisseling.
Tot slot werd in september in het kader van het Belgisch
voorzitterschap op mijn initiatief de Economic Inspection and
Enforcement Day
in Brussel georganiseerd. Het doel ervan was om
met alle betrokken inspectiediensten van de Europese landen na te
gaan hoe de samenwerking en de coördinatie kan worden verbeterd.
Er werd een aantal aanbevelingen geformuleerd, waarvan de EU-
Raad inzake het concurrentievermogen van 11 oktober werk heeft
gemaakt.
In het kader van de nieuwe Single Market Act zal de Europese
Commissie maatregelen uitwerken om naast consumenten ook
bedrijven beter tegen oneerlijke handelspraktijken te beschermen.
Kortom, voor de Economische Inspectie is dit dossier dus een
absolute prioriteit. Ik heb ook aan mijn collega van Justitie gevraagd
om ervoor te zorgen dat de opvolging en de veroordeling van de
bedrijven bij de parketten aan de orde wordt gesteld. Het gevoel van
straffeloosheid leidt er immers toe dat bedrijven dergelijke praktijken
voort dreigen te zetten. Blijkbaar is dat ook gebeurd. Ik hoop dat er
snelle uitspraken door Justitie gebeuren. Elke klacht die wij krijgen,
behandelt de Economische Inspectie omdat het prioritair is.
Het is natuurlijk ook een internationaal en Europees fenomeen. Wij
werden geconfronteerd met dergelijke "bedrijfsgidsen" uit Duitsland
en Zwitserland. Wij hebben op de Economic Consumer and
Protection Days
hier in Brussel afgesproken om de informatie-
uitwisseling tussen de verschillende landen en de economische
inspecties te verbeteren en ervoor te zorgen dat ook in andere landen
veroordelingen worden uitgesproken
Uw bezorgdheid die ook door verschillende federaties wordt
uitgesproken, is ook mijn bezorgdheid. Ik heb er uitdrukkelijk voor
gezorgd dat de Economische Inspectie elk dossier met veel aandacht
bestudeert. Wij moeten proberen dit fenomeen effectief de kop in te
drukken.
autorités nationales et la prise en
considération d'amendements au
cadre législatif.
La résolution salue l'exemple
belge pour ce qui est des moyens
d'action offerts aux victimes. La
question revient régulièrement au
sein du Réseau international de
Contrôle et de Protection des
Consommateurs.
Les 4 et 5 novembre derniers,
l'International
Mass-Marketing
Fraud Working Group a tenu à
Bruges sa deuxième réunion, co-
organisée par l'Inspection écono-
mique. Il a notamment été longue-
ment question des fraudes concer-
nant les guides d'entreprise. Des
pays comme l'Australie et le
Canada sont également confron-
tés à ce problème. Le groupe de
travail projette d'analyser en
profondeur le blanchiment d'argent
et l'échange d'informations.
L'Economic Inspection and Enfor-
cement Day
a été organisé à
Bruxelles en septembre dernier à
mon initiative dans le cadre de la
présidence belge. Plusieurs re-
commandations ont été formulées,
dont s'est inspiré le Conseil
européen de la Concurrence du
11 octobre.
Dans le cadre du nouvel Acte pour
le marché unique, la Commission
européenne élaborera des mesu-
res visant à mieux protéger les
consommateurs mais aussi les
entreprises face aux pratiques
commerciales frauduleuses.
Ce dossier constitue une priorité
absolue pour l'Inspection écono-
mique. J'ai demandé au ministre
de la Justice que la question du
suivi et de la condamnation des
entreprises soit abordée avec les
parquets.
J'espère
que
des
jugements
interviendront
rapidement.
Il a été décidé lors des Economic
Consumer and Protection Days
d'intensifier l'échange d'informa-
CRIV 53
COM 044
23/11/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
9
tions entre les différents pays et
services d'inspection économique
et de veiller à ce que des
condamnations soient prononcées
dans les autres pays.
02.04 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mijnheer de minister, ik
dank u voor uw heel uitvoerig antwoord.
Volgens mij moet ook op verschillende domeinen worden
samengewerkt tussen de belangenorganisaties en de departementen
Justitie en Economie. Die samenwerking is er inderdaad.
Wat ik ook heel belangrijk vind, en dat is ook belangrijk voor de
belangenorganisaties, is dat u de namen van firma's die u kent, zult
publiceren op uw website. Ik denk immers dat het eventueel ten
onrechte voorkomen op zo'n lijst... De belangen van iemand die op
die manier wordt opgelicht, kunnen veel ernstiger worden
geschonden. Dit is ook een beetje de kers op de taart. Men zal echter
moeten blijven samenwerken.
Dit is een vorm van handel die zich heel snel aanpast aan de
regelgeving. Zoals in zoveel zaken die in deze commissie naar voren
komen, maken technologie, spitsvondigheid en het kunnen opereren
via websites vanuit het buitenland het moeilijk, maar ik hoop dat
blijvende inspanningen zullen worden geleverd, ook in het kader van
de recent goedgekeurde wetgeving die ter zake van belang is.
02.04 Liesbeth Van der Auwera
(CD&V): La collaboration entre les
groupes d'intérêt et les départe-
ments de la Justice et de
l'Économie s'impose. Le fait que le
ministre publiera sur son site web
les noms des entreprises qu'il a
identifiées constituent un signal
important. Il s'agit d'un type de
commerce qui s'adapte très
rapidement à la réglementation.
Des efforts permanents seront
nécessaires.
02.05 Karel Uyttersprot (N-VA): Mijnheer de minister, ik sluit mij aan
bij de voorzitter en dank u voor uw omstandig antwoord.
Ik zal ook nagaan hoe andere belangenorganisaties de lijst die zal
worden gepubliceerd ook op hun sites zouden kunnen overnemen.
Het is wel vervelend dat er een tegenstrijdigheid is en geen
eenduidigheid bestaat bij de rechtbanken en de parketten. Ik heb hier
een recente mail waarin staat: "Met grote verbazing hebben wij
vernomen dat zowel de procureur des Konings van Eupen als de
procureur des Konings van Brussel de door uw diensten"­ dat gaat
over de FOD Economie ­"overgemaakte pro justitia's ten opzichte van
Belga Marketing hebben geseponeerd." De FOD Economie maakt
een pro justitia op en de parketten van Brussel en Eupen seponeren.
Dat is toch wel heel merkwaardig. Als er op die manier wordt
gereageerd,
doet
dat
al
de
inspanningen
van
de
middenstandsorganisaties en van kmo's die hun nek uitsteken en de
procedure aanvatten, teniet.
Daarom toch een dringende vraag om met uw collega van Justitie na
te gaan wat er kan worden ondernomen.
02.05 Karel Uyttersprot (N-VA):
Je vérifierai également comment
les
autres
groupes
d'intérêt
peuvent reprendre la liste qui sera
publiée sur leur propre site.
Malheureusement, les tribunaux et
les parquets ne traitent pas ces
dossiers de façon uniforme. Ces
disparités anéantissent tout effort
des organisations des classes
moyennes qui "se mouillent". Le
ministre
doit
examiner
en
concertation avec le ministre de la
Justice ce qu'il y a lieu de faire.
02.06 Minister Vincent Van Quickenborne: Ik denk dat collega De
Clerck echt wel heeft gereageerd. Ik heb er met hem ook over
gesproken. Het is niet aan de minister van Justitie om tussen te
komen in individuele zaken. Er is zoiets als de onafhankelijkheid van
de rechtspraak. Als politici prioriteiten bepalen, is het inderdaad
vervelend dat men en cours de route andere signalen krijgt.
Het publiceren van de lijst, mevrouw de voorzitter, op die website is
02.06
Vincent
Van
Quickenborne, ministre: M. De
Clerck a bel et bien réagi, mais il
ne peut intervenir dans des
dossiers individuels. Il est effecti-
vement fâcheux que, lorsque des
responsables politiques fixent des
priorités, des signaux divergents
23/11/2010
CRIV 53
COM 044
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
10
inderdaad een bewuste keuze van ons omdat wij merken dat het
probleem zich verder verspreidt. Ik heb recent gemerkt dat mensen
uit mijn eigen kring hiermee werden geconfronteerd. Wij moeten
proberen om daartegen op een agressievere manier in te gaan. Wij
gaan dit ook doen de komende weken. Ik zal dit doen in samenspraak
met u en met de federaties. Wij zullen de federaties inlichten over die
lijst en elke tip hierover is welkom. Ik meen dat dit voor onze bedrijven
echt een plaag, een pest, is geworden.
soient émis en cours de route.
La publication de la liste sur le site
web constitue un choix délibéré,
étant donné que le problème ne
cesse de prendre de l'ampleur. Au
cours des prochaines semaines,
nous allons essayer de le
combattre avec beaucoup plus de
détermination. Je le ferai en con-
certation avec les membres de la
commission et les fédérations.
Tout indice est le bienvenu, car
ces pratiques sont devenues un
véritable
fléau
pour
nos
entreprises.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Questions jointes de
- M. Ronny Balcaen au ministre pour l'Entreprise et la Simplification sur "l'obsolescence programmée
des produits électriques et électroniques" (n° 574)
- M. Ronny Balcaen au ministre pour l'Entreprise et la Simplification sur "l'obsolescence programmée
des produits électroniques et électriques" (n° 682)
03 Samengevoegde vragen van
- de heer Ronny Balcaen aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen over "de
geprogrammeerde veroudering van elektrische en elektronische toestellen" (nr. 574)
- de heer Ronny Balcaen aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen over "de geplande
veroudering van elektronische en elektrische producten" (nr. 682)
03.01 Ronny Balcaen (Ecolo-Groen!): Monsieur le ministre, voici
quelques semaines que j'ai introduit cette question. Cela tombe bien!
Nous sommes dans la semaine européenne de réduction des
déchets. Le moment est parfaitement indiqué de nous interroger sur
la question de l'obsolescence des produits électriques et
électroniques. Mon attention a été attirée par le rapport publié en
France par les Amis de la Terre et le Centre national d'information
indépendante sur les déchets (CNIID) intitulé L'obsolescence
programmée, symbole de la société du gaspillage
, rapport plus
précisément consacré aux cas des produits électriques et
électroniques. Ce rapport explique la façon dont, aujourd'hui, les
fabricants planifient la fin d'un produit dès sa conception. Il revient sur
toute une série de recommandations qui peuvent être faites.
L'obsolescence programmée a un coût en termes environnemental,
social et géopolitique. En effet, la fabrication de ces produits
nécessite des ressources naturelles issues en grande partie des pays
en développement. De plus, le processus implique une
consommation importante d'énergie. Le rapport expose différentes
causes qui provoquent une telle obsolescence: des pièces détachées
de moins en moins disponibles et coûteuses, des produits ni
démontables ni réparables du fait de leur fabrication particulière
(moulage, batterie soudée), des appareils de plus en plus
sophistiqués qui demandent à être renouvelés régulièrement, une
préférence pour le design au détriment de la robustesse et de la
protection, l'attrait pour la nouveauté technologique, une
délocalisation massive de la production dans des régions du monde,
03.01 Ronny Balcaen (Ecolo-
Groen!): Mijn vraag gaat over de
geprogrammeerde
veroudering
van elektrische en elektronische
toestellen. Volgens een Frans
rapport van Les Amis de la Terre
en het Centre national d'infor-
mation indépendante sur les
déchets
(nationaal centrum voor
onafhankelijke informatie over af-
val) bepalen de fabrikanten in de
ontwerpfase al hoelang een pro-
duct mag meegaan: de levensduur
van het product wordt als het ware
voorgeprogrammeerd. Om de ver-
oudering te bespoedigen werkt
men met schaarse of dure
reserveonderdelen en met produc-
ten die niet gedemonteerd of
hersteld kunnen worden, wordt de
stevigheid opgeofferd aan de
geavanceerdheid, of wordt de pro-
ductie gedelokaliseerd, waardoor
er materialen van mindere kwaliteit
worden gebruikt. Als oplossing
wordt er in het rapport voorgesteld
de duur van de wettelijke garantie
CRIV 53
COM 044
23/11/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
11
qui entraîne l'utilisation de matériaux de moins bonne qualité et des
produits low cost.
Face à ces pratiques, le rapport propose plusieurs solutions. Je ne les
évoquerai pas toutes car certaines ne concernent pas vos
compétences. Je m'attarderai sur seulement trois d'entre elles:
l'allongement de la durée de garantie légale jusqu'à 10 ans, la mise
en place d'un affichage mentionnant la durée de vie d'un produit,
l'interdiction de commercialiser des produits non réparables. Test-
Achats, en réaction à la publication de ce rapport dans La Libre
Belgique
notamment, suggère de réformer le système de garantie en
modifiant la période à laquelle s'applique le défaut de conformité. La
période pendant laquelle la charge de la preuve incombe au vendeur
devrait, selon Test-Achats, être allongée à deux ans au lieu des six
mois actuels, tels qu'ils sont spécifiés dans la loi du 1
er
septembre
2004.
Monsieur le ministre, pouvez-vous nous exposer votre position sur les
pistes de solution proposées par le rapport et, en particulier, la
proposition d'allongement de la durée de garantie légale? Qu'en est-il
de la législation actuelle en matière de défaut de conformité? Que
pensez-vous de la proposition d'extension de la période de défaut de
conformité à deux ans? Envisagez-vous d'autres pistes pour répondre
à l'obsolescence des produits électriques et électroniques?
te verlengen, de levensduur op het
product te vermelden of niet-
repareerbare producten te ver-
bieden. Test-Aankoop stelt eve-
neens voor de termijn waarbinnen
het gebrek aan overeenstemming
van de goederen met de overeen-
komst zich moet manifesteren,
van zes maanden tot twee jaar te
verlengen. Wat is uw standpunt
hierover?
03.02 Vincent Van Quickenborne, ministre: Madame la présidente,
chers collègues, on constate en effet que les processus actuels de
fabrication s'orientent de plus en plus vers une production de masse
de produits plus sophistiqués. Non seulement, ce fait soulève la
question de durabilité technique des produits, mais également de la
durée de vie économique, influencée entre autres par les attentes et
les souhaits des consommateurs.
Les pistes de solutions proposées dans ce rapport, comme
l'allongement de la durée et la mise en place d'un affichage tel que
mentionné dans la question, doivent être examinées dans un cadre
européen. Pourquoi? Parce qu'il ne serait pas raisonnable de prévoir
des mesures nationales restrictives portant sur des produits circulant
librement dans le marché unique.
La proposition d'extension de la durée de garantie légale, la période
du défaut de conformité, est actuellement étudiée au niveau européen
dans le cadre des travaux relatifs à la proposition de directive sur les
droits des consommateurs.
Je vous renvoie aussi au ministre compétent en matière de
développement durable qui pourra se prononcer sur d'autres pistes
possibles de nature à répondre à l'obsolescence des produits
électriques et électroniques.
03.02 Minister Vincent Van
Quickenborne: De productie-
processen zijn immers almaar
meer gericht op de massa-
fabricage van geavanceerdere
producten. Dat doet vragen rijzen
omtrent de technische duurzaam-
heid, maar ook omtrent de
economische levensduur van het
product, die beïnvloed wordt door
de wensen van de consument. De
in dit rapport voorgestelde oplos-
singen moeten aan een Europees
kader getoetst worden. Men kan
redelijkerwijs geen restrictieve
nationale maatregelen treffen voor
producten die onder het vrije
verkeer van goederen vallen op de
interne markt.
In het kader van het voorstel voor
een richtlijn over de consumenten-
rechten buigt men zich thans over
een langere wettelijke garantie en
een langere termijn waarbinnen
het gebrek aan overeenstemming
van de goederen met de over-
eenkomst zich moet manifesteren.
De minister die over duurzame
ontwikkeling gaat, kan zich ook
over andere pistes uitspreken.
03.03 Ronny Balcaen (Ecolo-Groen!): Monsieur le ministre, merci
23/11/2010
CRIV 53
COM 044
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
12
pour votre réponse, qui est assez brève.
Effectivement, ma collègue Thérèse Snoy a interrogé votre collègue
en charge de l'Environnement et de la Protection du consommateur.
Je continuerai à travailler sur ce dossier. Nous verrons alors quelle
piste développer pour une meilleure prise en compte, particulièrement
au niveau européen, de ce phénomène. Il convient de le prendre au
sérieux étant donné son importance en matière de consommation
d'énergie, de consommation de matériaux non durables et
d'accumulation de toutes sortes de déchets.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Liesbeth Van der Auwera aan de minister voor Ondernemen en
Vereenvoudigen over "de gevolgen van de uitspraak van het Europese Hof van Justitie voor de
Belgische Auvibel-taks" (nr. 637)
04 Question de Mme Liesbeth Van der Auwera au ministre pour l'Entreprise et la Simplification sur
"les conséquences de l'arrêt de la Cour de Justice européenne relatif à la taxe Auvibel" (n° 637)
04.01 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): (...) (Microfoon niet
ingeschakeld.)
In België wordt die heffing door de fabrikanten van apparaten aan
Auvibel betaald. De heffing is afhankelijk van het opslagvermogen van
het geheugenkaartje. In Spanje weigerde de vennootschap Padawan
de heffing voor het kopiëren voor privégebruik te betalen, omdat die
werd toegepast op digitale dragers, zonder dat een onderscheid werd
gemaakt tussen privégebruik, professioneel gebruik of commercieel
gebruik.
Dat heeft geresulteerd in een arrest van het Hof van Justitie, dat
oordeelde dat de toepassing van de heffing voor het kopiëren voor
privégebruik op alle soorten apparaten en media voor digitale
reproductie, ook wanneer die door bedrijven worden aangekocht, voor
andere doeleinden dan het kopiëren voor privégebruik, niet in
overeenstemming is met het de auteursrichtlijn. Het is een
ingewikkelde materie, mijnheer de minister.
Wat is de invloed van dat arrest op de Belgische Auvibeltaks? Ik denk
dat men analoog kan zeggen dat onze taks dan ook niet in
overeenstemming is met de auteursrichtlijn. Zult u de regelgeving
aanpassen? Hoe gebeurt de Auvibelheffing nu?
Hoe kan men bij de inning praktisch een onderscheid maken tussen
digitale opslagmedia die voor particuliere dan wel voor professionele
doeleinden worden aangewend? Kunnen wij er binnenkort van uitgaan
dat onze USB-sticks veel goedkoper zullen worden?
04.01 Liesbeth Van der Auwera
(CD&V): En Belgique, les fabri-
cants de supports ou d'appareils
permettant de copier des oeuvres
sonores ou audiovisuelles sont
tenus de payer une rémunération
à Auvibel.
En Espagne, la société Padawan a
refusé de payer la redevance pour
copie privée, celle-ci étant impo-
sée sans distinction entre usage
privé, professionnel ou commer-
cial. Ce litige a fait l'objet d'un arrêt
de la Cour de Justice.
Quelle est l'incidence de cet arrêt
sur la taxe Auvibel perçue en
Belgique? N'est-elle pas davan-
tage conforme à la directive
relative aux droits d'auteur? Le
ministre entend-il modifier la
réglementation? De quelle ma-
nière la rémunération Auvibel est-
elle perçue aujourd'hui? Comment
opérer une distinction pratique
entre des supports numériques
utilisés à des fins privées ou
professionnelles au moment de la
perception? Peut-on s'attendre à
bref délai à une baisse sensible du
prix de nos clés USB?
04.02 Minister Vincent Van Quickenborne: In antwoord op de eerste
en tweede vraag, wijs ik erop dat het Hof in het arrest stelt dat,
eenmaal de installaties, apparaten en dragers ter beschikking worden
gesteld van natuurlijke personen voor privégebruik, het niet
04.02
Vincent
Van
Quickenborne, ministre: L'arrêt
stipule qu'une fois l'installation, les
appareils et les supports mis à la
CRIV 53
COM 044
23/11/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
13
noodzakelijk is om vast te stellen dat zij daarmee effectief
privékopieën hebben gemaakt. Zij worden immers geacht de functies
van de genoemde apparaten volledig te benutten.
Uit het voorgaande volgt dat de loutere omstandigheid dat met de
desbetreffende apparaten kopieën kunnen worden gemaakt, volstaat
om de toepassing van de heffing voor het kopiëren voor privégebruik
te rechtvaardigen, mits de apparaten aan de natuurlijke personen als
privégebruikers ter beschikking zijn gesteld.
Bijgevolg is volgens het Hof de ongedifferentieerde toepassing van de
heffing op apparaten en dragers die niet ter beschikking van
privégebruikers worden gesteld en die duidelijk voor andere doelen
dan het kopiëren voor privégebruik zijn bestemd, niet in
overeenstemming met de desbetreffende richtlijn.
De adviescommissie Privékopie, waarin vertegenwoordigers van
zowel de rechthebbenden als van de debiteurs zitting hebben, komt in
december 2010 samen om de gevolgen van het arrest te analyseren.
De adviescommissie is in de auteurswet ingeschreven, om mee over
een mogelijke aanpassing te adviseren.
Zodra ik eind oktober 2010 van het arrest van het Europees Hof van
Justitie kennis kreeg, heb ik op eigen houtje onmiddellijk de
samenroeping
van
voornoemde
commissie
gevraagd.
De
betrokkenen bereiden zich nu op de samenkomst voor, zodat in
december 2010 een nuttig advies kan worden verleend.
Ik sluit niet uit dat op basis van het advies van de commissie een
aanpassing van de regelgeving noodzakelijk zal zijn.
In antwoord op de derde vraag merk ik op dat de praktische werking
van de Auvibelheffing in artikel 5 van het koninklijk besluit betreffende
het recht op vergoeding is opgenomen.
De bijdrageplichtige is verplicht maandelijks, vóór de twintigste dag
volgend op de maand waarop de aangifte betrekking heeft, een
aangifte aan Auvibel te verstrekken. Genoemde verplichting is ook
van toepassing voor de maanden waarvoor de bijdrageplichtige niets
heeft aan te geven.
De maandelijkse aangifte vermeldt verplicht voor de toestellen het
aantal alsook de eigenschappen en de opnamecapaciteit en voor de
dragers het aantal alsook de eigenschappen en de opnamecapaciteit.
Op basis van de aangifte stelt Auvibel een factuur op. Fabrikanten en
groothandelaars betalen binnen een termijn van zestig dagen de
vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik.
Kan er een onderscheid tussen privédoeleinden dan wel professionele
doeleinden worden gemaakt? Voormelde vraag heb ik eveneens
uitdrukkelijk aan de adviescommissie voorgelegd. Ik verwacht van de
commissie zo spoedig mogelijk een antwoord op de vraag.
disposition de personnes physi-
ques pour un usage privé, il n'est
pas nécessaire de constater s'ils
ont effectivement réalisé des
copies privées avec ce matériel.
Le simple fait que les appareils en
question permettent de réaliser
des copies à usage privé suffit à
justifier l'application de la rede-
vance pour copie privée. La Cour
estime dès lors que l'application
indifférenciée de la redevance
n'est pas conforme à la directive.
La commission consultative en
matière de copie privée se réunit
en décembre 2010 pour analyser
les conséquences de l'arrêt. Con-
formément à la loi, la commission
consultative doit fournir un avis sur
d'éventuelles adaptations. Je n'ex-
clus pas la nécessité d'une
adaptation de la réglementation
sur la base de cet avis.
Les modalités pratiques de la
perception de la taxe Auvibel sont
contenues dans l'article 5 de
l'arrêté royal relatif au droit à
rémunération. Le redevable est
obligé de fournir mensuellement à
Auvibel une déclaration avant le
vingtième jour qui suit le mois sur
lequel porte ladite déclaration.
Cette obligation vaut également
pour les mois pour lesquels le
redevable n'a rien à déclarer. La
déclaration mensuelle mentionne
pour les appareils et les supports
le nombre, les propriétés ainsi que
la
capacité
d'enregistrement.
Auvibel rédige alors une facture
sur la base de la déclaration. Les
fabricants et les grossistes paient
dans un délai de 60 jours la
redevance pour copie privée.
J'ai également soumis à la
commission consultative le problè-
me concernant la distinction entre
usage
privé
et
usage
professionnel.
04.03 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mijnheer de minister, mijn
vraag is bijgevolg voorbarig.
Ik ben niettemin blij van u te horen dat u de adviescommissie hebt
04.03 Liesbeth Van der Auwera
(CD&V): Nous reviendrons sur le
sujet à la fin de cette année ou au
début de l'année prochaine, lors-
23/11/2010
CRIV 53
COM 044
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
14
samengeroepen. In reactie op het arrest verklaarde u immers
onmiddellijk dat de Europese uitspraak dan wel op ons land van
toepassing was, maar dat de regelgeving daarom nog niet hoefde te
worden veranderd. U verklaarde ook dat Auvibel de aanpassing op
basis van het Europese arrest zelf maar moest doen. Alle inningen die
aan het beroepsmatig gebruik zijn verbonden, zou Auvibel zelf
moeten stopzetten.
Misschien was dat een spontane reactie. Wij zullen in
december 2010, in januari 2011 of rond Valentijn 2011 even
terugkoppelen en vragen of u al meer nieuws van de
adviescommissie hebt. Wij kunnen vervolgens nader nagaan wat
eventueel nodig is.
que la commission de consultation
aura donné de ses nouvelles.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de Mme Karine Lalieux au ministre pour l'Entreprise et la Simplification sur "la mobilité
bancaire" (n° 639)
05 Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen over "de
cliëntmobiliteit in de banksector" (nr. 639)
05.01 Karine Lalieux (PS): Madame la présidente, monsieur le
ministre, en ce qui concerne la mobilité bancaire, quelques étapes ont
été franchies depuis 2004. Febelfin a constitué un dossier-type pour
lister les démarches à effectuer pour changer de banque.
L'interdiction de frais de fermeture de compte a été coulée en force de
loi. Un code de conduite est entré en vigueur le 1
er
novembre 2009.
Cependant, suite à une enquête de Test-Achats, nous ne pouvons
que constater que beaucoup reste à faire. Tout d'abord, les règles qui
se trouvent dans le code de conduite, auquel les banques sont libres
d'adhérer, sont non contraignantes. Une enquête a montré que leur
respect reste pour le moins aléatoire. Ensuite, les délais ne sont pas
respectés, ce qui est un frein à la mobilité bancaire. De plus,
l'interdiction des frais de fermeture ne protège pas le consommateur
des frais indirects liés au changement de banque, par exemple
l'augmentation du taux hypothécaire. Enfin, les banques sont
opposées à une mobilité qui intègrerait la permanence des numéros
de compte malgré le changement de banque. Or, le changement de
numéro de compte complique sensiblement les démarches du
consommateur, notamment le fait de devoir prévenir tous ses
créanciers et débiteurs.
Monsieur le ministre, ne revient-il pas aux banques d'effectuer les
démarches consécutives à leur refus?
Les frais indirects ne devraient-ils pas être considérés comme des
frais de fermeture "cachés"?
La gratuité totale ainsi que le respect des délais ne devraient-ils pas
être assurés par une loi?
05.01 Karine Lalieux (PS): Op
1 november 2009 werd er in de
banksector een gedragscode in-
zake de cliëntmobiliteit van kracht.
De regels zijn echter niet bindend
en het staat de banken dan ook
vrij ze al dan niet toe te passen.
Uit onderzoek blijkt dat de naleving
van de regels op willekeur berust;
de termijnen worden niet nage-
leefd en in plaats van afsluitings-
kosten worden indirecte kosten
gehanteerd. De banken verzetten
zich tegen een cliëntmobiliteit met
overdraagbare rekeningnummers.
Moeten de nodige stappen niet
door de banken gedaan worden,
gezien hun weigering? Moeten de
indirecte kosten niet beschouwd
worden als verdoken afsluitings-
kosten? Zouden het kosteloze
karakter van een overstap en de
uitvoeringstermijn niet bij wet
moeten worden vastgelegd?
05.02 Vincent Van Quickenborne, ministre: Chère collègue, avant
de répondre à vos questions, je souhaite vous indiquer que le service
de mobilité bancaire semble fonctionner. Dans 99 % des cas, les
banques ont pu respecter le délai de 18 jours applicable jusqu'au
1
er
novembre dernier. Le délai moyen était de huit jours, soit le délai
maximum en vigueur à partir du 1
er
novembre 2010.
05.02 Minister Vincent Van
Quickenborne: In 99 procent van
de gevallen hielden de banken
zich aan de termijn van achttien
dagen die tot 1 november jongst-
leden van toepassing was; gemid-
deld vergde een overstap acht
CRIV 53
COM 044
23/11/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
15
En outre, les systèmes de paiement européens ne permettent pas de
conserver son numéro de compte lorsqu'on change de banque parce
que l'utilisation du BIC est obligatoire. Le BIC identifie la banque où le
compte est tenu, il est donc impossible de ne pas en changer.
Dans son communiqué de presse du 15 octobre 2010, Test-Achats
parle de cette impossibilité. Je cite: "Si la transférabilité des numéros
de compte reste la solution idéale pour le consommateur, elle s'avère
techniquement impossible".
Les banques prennent déjà en charge une bonne partie des
démarches à effectuer dans le cadre d'un changement de banque. En
pratique, le consommateur doit simplement compléter le formulaire de
demande du service de mobilité bancaire et le transmettre dûment
signé à sa nouvelle banque. Il devra, en outre, informer les personnes
qui effectuent régulièrement des versements sur son compte à vue du
changement de son numéro de compte.
Enfin, il devra détruire son ancienne carte de débit et, le cas échéant,
découper et restituer sa carte de crédit à son ancienne banque. La
seule véritable démarche du consommateur consiste dès lors à
avertir ses débiteurs. Logiquement, ces derniers sont, dans la plupart
des cas, uniquement connus du consommateur.
L'exemple de l'augmentation possible du taux hypothécaire relève de
l'offre conjointe de produits financiers. Un taux plus avantageux peut
être accordé au consommateur qui possède un compte dans la
banque qui octroie ce prêt. La loi prévoit spécifiquement que ce type
d'offres conjointes est autorisé et beaucoup de consommateurs en
profitent: ils paient moins pour le prêt hypothécaire par le simple fait
que leur salaire arrive sur un compte auprès de la même institution.
Je ne vous rejoins pas quand vous dites qu'une ristourne pour le prêt
hypothécaire est un frais caché du service de mobilité bancaire. Le
client a parfaitement connaissance des conditions lorsqu'il reçoit une
ristourne supplémentaire pour son prêt et il en tiendra compte s'il
décide de changer de banque. En outre, je crois que nous devons
respecter la logique de l'offre conjointe.
La gratuité de la fermeture du compte est prévue par la directive du
13 novembre 2007 concernant les services de paiement dans le
marché intérieur et par la loi du 10 décembre 2009 relative aux
services de paiement. Vu l'évolution positive du service de mobilité
bancaire, je crois que nous pouvons conclure que l'autorégulation du
secteur fonctionne bien pour l'instant mais que ce qui manque est
l'information du client. Dans ce dernier domaine, il reste encore du
travail.
dagen. In de Single Euro Pay-
ments Area
kan een klant zijn
rekeningnummer niet behouden,
want
het
gebruik
van
de
bankidentificatiecode
BIC
is
verplicht.
De banken nemen een groot deel
van de formaliteiten bij de
overstap naar een andere bank
voor hun rekening.
Het enige wat de consument echt
kan
ondernemen,
is
zijn
schuldenaars waarschuwen.
De mogelijke verhoging van de
hypotheekrente valt onder het
gezamenlijk aanbod van financiële
producten. Overeenkomstig de
wet zijn dergelijke aanbiedingen
toegestaan. Een ristorno voor een
hypothecaire lening zijn geen
verborgen kosten; de klant werd
daar op voorhand over geïnfor-
meerd. De richtlijn van 13 novem-
ber 2007 en de wet van
10 december 2009 voorzien in het
gratis afsluiten van een rekening.
De zelfregulering door de sector
werkt goed; wat daarentegen
ontbreekt, is de voorlichting van de
klant.
05.03 Karine Lalieux (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie.
L'enquête de Test-Achats ne parle pas de 99 % de cas dans les
délais et sans problèmes, auquel cas je n'aurais pas posé ma
question. Il y a les chiffres du SPF Économie et ceux d'une enquête
du type blind test auprès des guichets. Pour vous, cela se passe sans
problème dans 99 % des cas, dans le respect des délais. La mobilité
bancaire n'est pas possible sauf que pour un libéral, le mieux serait la
concurrence totale entre les banques. Seulement, l'absence de
mobilité bancaire limite cette concurrence.
05.03 Karine Lalieux (PS): Ik
meen dat de gezamenlijke ver-
koop van financiële producten
overeenkomstig de wet op de
handelspraktijken nog steeds ver-
boden is. Maar u beweert nu het
tegendeel. Of heb ik de wet die we
aangenomen
hebben,
totaal
verkeerd begrepen?
23/11/2010
CRIV 53
COM 044
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
16
Je voudrais bien éclaircir un point: il me semble que dans la loi sur les
pratiques du commerce, les ventes conjointes sont encore interdites
pour les produits financiers. Or vous venez de me dire le contraire. Ou
alors je n'ai rien compris à la loi que nous avons votée!
Il me semblait que l'interdiction était maintenue pour les produits
financiers en vente conjointe.
Je vous ai peut-être mal compris. Sinon il faut m'expliquer la loi que
nous avons votée.
05.04 Vincent Van Quickenborne, ministre: Non, non, mais vous
n'avez certainement pas tout lu. Le principe est l'interdiction, sauf
exceptions explicites par la loi. Or cette exception explicite est prévue
par la loi.
05.04 Minister Vincent Van
Quickenborne: Nee, maar u heeft
ongetwijfeld niet alles gelezen.
Behoudens de door de wet be-
paalde uitzonderingen geldt er in
principe een verbod. Die expliciete
uitzondering staat echter in de wet.
05.05 Karine Lalieux (PS): Concernant le prêt hypothécaire et le
compte courant?
05.05 Karine Lalieux (PS): Dus
met betrekking tot de hypothecaire
lening en de rekening-courant?
05.06 Vincent Van Quickenborne, ministre: Absolument. (...) Là, le
principe est l'interdiction, sauf exceptions.
05.06 Minister Vincent Van
Quickenborne:
Zeer
zeker!
Principieel geldt er een verbod,
behoudens uitzonderingen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Peter Logghe aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen over "het
meldpunt voor misnoegde bouwers" (nr. 746)
06 Question de M. Peter Logghe au ministre pour l'Entreprise et la Simplification sur "le point de
contact pour les plaintes dans le domaine de la construction" (n° 746)
De voorzitter: Agendapunt nr. 11, vraag nr. 1135 van de heer Luykx, handelt over hetzelfde thema, maar
de heer Luykx heeft laten weten dat hij niet komt. Die vraag mag dus worden geschrapt.
06.01 Peter Logghe (VB): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, zeven maanden geleden werd door de FOD Economie het
meldpunt voor misnoegde bouwers opgericht. De bedoeling was de
klachten over aannemers en makelaars te bundelen. De bedoeling
was ook om de drempel zo laag mogelijk te maken. Uit het
televisieprogramma Red mijn huis was namelijk gebleken dat er een
reële nood bestond. Dat was een van uw aandachtspunten. De eerste
resultaten van dit meldpunt lijken in de richting te gaan van een grote
nood; in zeven maanden tijd, lezen wij in de krant, kwamen niet
minder dan 1 000 klachten binnen.
Is het mogelijk een overzicht te krijgen van deze eerste
cijfergegevens? Ik ben vooral geïnteresseerd in de opsplitsing van de
klachten tussen makelaars en aannemers van bouwwerken. Ook
interesseert de regionale opsplitsing van de klachten mij bovenmatig,
dat kunt u aannemen. Hoeveel klachten werden er in het Vlaamse
Gewest, in het Waalse Gewest en in het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest geregistreerd? De antwoorden op deze vraag mogen gerust
schriftelijk worden gegeven.
06.01 Peter Logghe (VB): Il y a
sept mois, un point de contact a
été mis en place pour les
candidats-bâtisseurs mécontents.
Jusqu'à présent, un millier de
plaintes ont déjà été introduites.
Combien de plaintes concernaient
des agents immobiliers et combien
des entrepreneurs? Pouvez-vous
ventiler les plaintes par Région?
Quelles suites sont réservées à
ces plaintes? Dans quel délai les
citoyens peuvent-ils escompter
des résultats? Comment les
citoyens sont-ils informés de la
procédure et de la suite donnée à
la plainte?
CRIV 53
COM 044
23/11/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
17
Mijnheer de minister, als men erin geslaagd is om de mensen aan te
zetten een klacht in te dienen, heeft men reeds een belangrijke
drempel genomen. Het belangrijkste werk rest misschien nog. Wat
doet men met die klachten? Welk gevolg wordt er aan die klachten
gegeven? Op welke manier en vooral binnen welke termijn mogen de
bedrogen burgers een resultaat verwachten? Resultaten van andere
diensten doen soms het ergste vermoeden. Ik hoop dat wij hier toch
een vlugge afhandeling van dossiers mogen verwachten.
Ik heb dan nog een vraag over de communicatie. Hoe wordt de
procedure aan de burgers gecommuniceerd? Op welke manier en
binnen welke termijn krijgen ze een antwoord? Zeer belangrijk, hoe
wordt het resultaat aan hen meegedeeld?
06.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw de voorzitter,
collega, het meldpunt werd inderdaad opgericht naar aanleiding van
het programma Red mijn huis. Een van de doelstellingen van deze
reeks was om een kleine minderheid malafide en onbekwame
bouwbedrijven aan de kaak te stellen. Slechts incidenteel kwamen
daarbij andere partijen aan bod, zoals architect, onderaannemer,
ingenieur of makelaar. Het gaat vooral, voor meer dan 90 tot 95 %,
over een bouwbedrijf. Er werden dan ook geen duidelijke klachten
tegen identificeerbare makelaars geregistreerd. Red mijn huis is een
programma dat zich richt tot het Vlaamse publiek en bouwproblemen
in Vlaanderen wil laten zien. Het meldpunt heeft geen klachten
geregistreerd buiten het Vlaams Gewest.
Een belangrijke conclusie uit de ontvangen meldingen van burgers, is
dat er een behoefte is aan duidelijke en specifieke informatie over het
bouwproces. Vaak zijn de klachten te herleiden tot vragen naar
algemene of soms heel gedetailleerde informatie. Het meldpunt heeft
alle meldingen beantwoord met adviezen, richtlijnen, informatie over
verzoeningsprocedures, juridische eerste- of tweedelijnsbijstand,
faillissementsprocedure, de rol van de architect, en technische
inlichtingen waar nodig. Soms werd er doorverwezen naar bevoegde
instanties.
De gemiddelde verwerkingstermijn bedraagt vijf dagen. Het is
belangrijk te benadrukken dat veel meldingen betrekking hebben op
geschillen die al lopen voor een rechtbank en waar uiteraard niet in
wordt tussengekomen. Het opzet van het meldpunt bestaat er in om
een reeks gedupeerde consumenten te helpen in de zoektocht naar
een oplossing, maar ook om ervoor te zorgen dat toekomstige
bouwheren en bouwdames, als ik dat zo mag noemen, niet
gedupeerd worden.
De communicatie verloopt om deze reden op twee manieren.
Klachten worden individueel en persoonlijk beantwoord. Elke klacht
wordt persoonlijk beantwoord. Er zijn meer dan 1 000 klachten
binnengekomen. Daarnaast wordt informatie die van belang kan zijn
voor een breder publiek op de website van de FOD Economie
bekendgemaakt, met thema's zoals oplichting, cashbetalingen,
bouwen met een architect, de wet Breyne of aannemers zoeken:
makkelijke trefwoorden die je in het Nederlands en het Frans kunt
raadplegen op de website.
Op dit moment worden de resultaten van het meldpunt nog intern
06.02
Vincent
Van
Quickenborne, ministre: Entre 90
et 95 % des plaintes concernent
des entreprises de construction
incompétentes. Aucune plainte n'a
été déposée à l'encontre d'agents
immobiliers identifiables. Le pro-
gramme "Red mijn huis", qui est à
l'origine de la mise en place du
point de contact, est une initiative
flamande. Aucune plainte relative
à des problèmes de construction
n'a encore été enregistrée en
dehors de la Région flamande.
L'examen des plaintes fait princi-
palement ressortir un besoin d'in-
formations claires et spécifiques
concernant les différentes étapes
de la construction d'une maison.
Toutes les plaintes ont fait l'objet
d'un suivi individuel sous forme de
conseils, d'avis, d'informations sur
les procédures de conciliation,
l'aide juridique, les procédures de
faillite et le rôle de l'architecte, ain-
si que par la diffusion d'infor-
mations techniques. Le délai
moyen de traitement des plaintes
est de cinq jours. Bon nombre
d'entre elles ont trait à des litiges
déjà
pendants
devant
les
tribunaux, auquel cas aucune
intervention n'est possible.
La communication se fait de deux
manières. Les plaintes introduites
font l'objet d'une réponse directe-
ment adressée aux plaignants,
tandis que des informations sus-
ceptibles d'intéresser un public
plus large sont diffusées par le
biais du site internet du SPF
23/11/2010
CRIV 53
COM 044
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
18
geëvalueerd. Het is duidelijk dat deze stroom aan klachten moet
resulteren in een meer permanent gevolg. We bekijken op welke
manier we dat best zouden kunnen doen. Ik ben ervan overtuigd dat
er een reële behoefte aan deze informatie is, getuige ook het feit dat u
er een vraag over stelt. De FOD Economie moet dan ook een
preventieve taak op zich nemen. Daarom zal naar aanleiding van de
beurs Batibouw en de deelname van de FOD Economie een
informatiebrochure worden opgesteld met FAQ's voor bouwers en
verbouwers. De FOD Economie zal begin 2011 het overleg opstarten
met de sector om een permanent bemiddelingsorgaan uit te bouwen.
De FOD Economie wil tijdens dat overleg tevens de mogelijkheid van
modelcontracten
bespreken
naar
analogie
van
de
huwelijksbemiddeling, waarvoor een typecontract bestaat waarin een
aantal bepalingen minimaal en wettelijk verplicht moeten voorkomen.
Heel wat werken in de bouwsector worden uitgevoerd zonder een
duidelijk contract of een goed uitgeschreven overeenkomst. Wanneer
dan later problemen worden vastgesteld, is het moeilijker om een
dossier op te stellen.
Économie.
Les résultats du travail effectué
par le point de contact font
actuellement l'objet d'une évalua-
tion. Le flux des plaintes doit faire
l'objet d'un suivi plus constant.
Une brochure sera élaborée dans
la perspective du prochain salon
Batibouw; elle contiendra les ré-
ponses à des questions fréquem-
ment posées (FAQ) par des
candidats à la construction ou à la
rénovation. Au début de l'année
2011, le SPF Économie entamera
une concertation avec le secteur
sur la mise en place d'un organe
de médiation permanent. Nous
voulons également évoquer la
possibilité de mettre au point des
contrats types dans lesquels
figureraient obligatoirement un
certain nombre de clauses légales.
06.03 Peter Logghe (VB): Mevrouw de voorzitter, ik dank de
minister in elk geval voor zijn uitgebreid antwoord. Heb ik het goed
voor ­ mijn gehoor laat mij soms wat in de steek ­ dat de gemiddelde
doorlooptermijn van zo'n dossier vijf dagen is? Of is het vijftig dagen?
06.04 Minister Vincent Van Quickenborne: Wij geven gemiddeld
een antwoord binnen de vijf dagen, maar dat wil niet zeggen dat
daarmee het probleem is opgelost.
06.05 Peter Logghe (VB): Ik neem er in elk geval nota van dat u met
deze zaak min of meer prioritair bezig bent. U hoopt tegen Batibouw
met een en ander te kunnen uitpakken. U denkt aan het oprichten van
een permanent bemiddelingsorgaan. U werkt aan een interne
evaluatie van die klachten. Het zou natuurlijk nuttig en interessant zijn
voor ons als leden van deze commissie om inzage te krijgen in die
evaluatie.
Ik vraag mij ten slotte ook af of het de bedoeling is dat meldpunt uit te
breiden naar het Franstalige gedeelte van dit land.
06.05 Peter Logghe (VB): Est-il
prévu d'élargir ce point de contact
à la partie francophone du pays?
06.06 Minister Vincent Van Quickenborne: Als er een vraag zou zijn
van een Franstalig programma, zullen wij dit ook bekijken. Ik heb in
het verleden mijn medewerking verleend met de FOD Economie aan
consumentenprogramma's op de radio. Toen hebben wij dit gedaan in
samenspraak met een gelijkaardig programma. Tenzij ik mij vergis,
bestaat een dergelijk programma niet in Wallonië. Het is perfect
doenbaar om onze knowhow ook daar te verspreiden en aan te
wenden.
De ervaring die wij hebben met het meldpunt en de werking op onze
FOD Economie is de volgende. Wij hebben onze medewerkers
eigenlijk verplicht om zich in de plaats te stellen van de consument.
De klassieke benadering van de overheid is om te vertrekken vanuit
de instelling van de overheid. Wij hebben de zaak eigenlijk
06.06
Vincent
Van
Quickenborne, ministre: Si une
émission de télévision franco-
phone en fait la demande, ce
serait évidemment possible.
Nous avons suivi une approche
inversée pour le fonctionnement
du point de contact. Nous avons
en effet obligé nos agents à se
mettre à la place du consom-
mateur plutôt que de se fonder
initialement sur la position de
l'autorité publique. Cette approche
CRIV 53
COM 044
23/11/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
19
omgekeerd. Dat zorgt ervoor dat op onze dienst mensen ook anders
zijn gaan denken.
De eerste algemene conclusie die wij kunnen trekken uit de werking
van het meldpunt, is dat wij wel tevreden zijn over de manier waarop
er wordt gewerkt. Er wordt onder meer met de justitiehuizen goed
samengewerkt. Als mensen hulp behoeven voor de rechtbank, staan
wij hen daarin bij. Een hele hoop klachten is ook doorgestroomd naar
de politie. Er zijn ook zaken rechtstreeks bij het parket
terechtgekomen en sommige zaken zijn hangende voor de rechtbank.
Wij werken ook goed samen met de verzoeningscommissie. Binnen
de bouwsector is er een verzoeningscommissie waar een gedupeerde
die een conflict heeft met zijn aannemer, aan bod kan komen. Wij
helpen de mensen daarbij. De ervaring die wij hebben met het
meldpunt `Bouwen' is volgens mij een goede ervaring. Om die reden
willen wij daaraan een permanent karakter geven.
s'avère fructueuse. Selon nos
premières conclusions, le point de
contact fonctionne bien. Nous
travaillons en bonne collaboration
avec les maisons de justice et la
Commission
de
Conciliation
Construction.
06.07 Peter Logghe (VB): Wij kijken in elk geval uit naar uw
evaluatie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Mijnheer Logghe, wij komen dan aan uw volgende
vraag over de toekomst van het Europese octrooi. Ik denk dat u
aanwezig was toen ik reeds eerder de opmerking maakte dat men
erop moet toezien dat vragen niet de week voordien ook al eens
werden gesteld door een andere collega en de minister niets toe te
voegen heeft. Ik herinner mij dat u twee weken geleden de minister
uitvoerig hebt ondervraagd over dat Europese octrooi.
La présidente: La question
suivante à l'ordre du jour concerne
le brevet européen. Je tiens à
rappeler à M. Logghe qu'il a déjà
longuement interrogé le ministre à
ce sujet il y a deux semaines.
07 Vraag van de heer Peter Logghe aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen over "de
toekomst van het Europese octrooi" (nr. 1084)
07 Question de M. Peter Logghe au ministre pour l'Entreprise et la Simplification sur "l'avenir du
brevet européen" (n° 1084)
07.01 Peter Logghe (VB): Mevrouw de voorzitter, ik deel uw
bezorgdheid ten volle daarin.
Toen ik mijn eerste vraag indiende, was het voorstel nog hangende.
Ondertussen is het verzoeningsvoorstel van de minister voor de
Europese Unie afgeschoten door Italië en Spanje.
Mijn vraag is een vervolledigingsvraag. Hoe moet het nu verder? Er is
het veto van Italië en Spanje. Volgens bepaalde persorganen is
daarmee het Europees octrooi dood en begraven, en is het weer elke
lidstaat voor zich.
Mijnheer de minister, ik beperk mijn vragen tot mijn ingediende derde
vraag.
Als inderdaad het Europees octrooi als dood en begraven moet
worden beschouwd, wat zijn dan de overwegingen van Nederland en
Ierland om bijvoorbeeld een soort mini-Europees octrooi te
ontwikkelen en er tijd en inspanningen in te steken?
Zou het nuttig zijn voor België om daarin mee te stappen? En waarom
07.01 Peter Logghe (VB):
Lorsque j'ai posé ma première
question, la proposition entre-
temps rejetée par l'Italie et
l'Espagne était encore pendante.
Comment voyez-vous l'avenir de
ce dossier? Le brevet européen
est-il mort et enterré? Qu'en est-il
de l'idée lancée par les Pays-Bas
et l'Irlande de développer par
exemple une sorte de mini-brevet
européen? Serait-il utile que la
Belgique rejoigne cette initiative?
Pourquoi ne nous y employons-
nous pas encore? Où en est ce
dossier?
23/11/2010
CRIV 53
COM 044
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
20
doen we dat niet, vooralsnog?
Samen met mijn derde vraag, vraag ik dus naar een stand van zaken.
07.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw de voorzitter,
mijnheer Logghe, er is inderdaad nieuwe informatie. Tijdens de Raad
Concurrentievermogen van donderdag 25 november aanstaande, zal
het octrooi onder punt AOB, dat wil zeggen Any Other Business,
besproken worden. Vijf lidstaten van de Europese Unie, Ierland,
Nederland, Slovenië, Zweden en het Verenigd Koninkrijk, hebben
immers in een brief aan de Europese Commissie gevraagd om, indien
er tijdens de Raad van 10 november geen overeenkomst gevonden
zou worden, quod non, de mogelijkheden te onderzoeken voor het
opstarten van een versterkte samenwerking. Op het einde van de
Raad van 10 november is gebleken dat het niet mogelijk was om
binnen een redelijke termijn unanimiteit te vinden.
De Europese Commissie zal tijdens de Raad van 25 november de
gelegenheid krijgen om op de brief van de vijf lidstaten te antwoorden.
Zoals blijkt uit mijn antwoord, zal het Belgisch voorzitterschap het
debat van 25 november afwachten.
Inderdaad, het klopt dat verschillende landen denken aan een
versterkte samenwerking. Dat zou inhouden dat er een soort van
gemeenschappelijke octrooititel kan worden gecreëerd die geldig zou
zijn op het grondgebied van de lidstaten die deelnemen aan die
versterkte samenwerking. U noemt dat een mini-octrooi, maar ik weet
niet of het mini is, het kan ook maxi zijn. De uiteindelijke
gemeenschappelijke titel zou, net als een volwaardig EU-octrooi, een
gevoelige verbetering kunnen inhouden bij het gebruik van het
systeem, inzake kostprijs en rechtszekerheid. De aantrekkelijkheid
van een dergelijke gemeenschappelijke titel zal uiteraard afhangen
van het aantal lidstaten dat daaraan zal deelnemen.
Het is daarbij belangrijk te benadrukken dat een van de vereisten van
het mechanisme van een versterkte samenwerking is dat het voor de
lidstaten steeds mogelijk moet zijn om, ook nadat de versterkte
samenwerking van start is gegaan, zich daarbij aan te sluiten,
achteraf dus.
België heeft de brief van de lidstaten die de Commissie verzocht om
na te gaan of een versterkte samenwerking mogelijk is, inderdaad niet
mee ondertekend. Het is op dit moment belangrijk dat het Belgisch
voorzitterschap zich neutraal opstelt met betrekking tot de versterkte
samenwerking.
07.02
Vincent
Van
Quickenborne,
ministre:
Le
dossier du brevet commun sera
examiné au cours du Conseil Con-
currence du 25 novembre. Cinq
États membres, à savoir l'Irlande,
les Pays-Bas, la Slovénie, la
Suède et le Royaume-Uni ont en
effet adressé un courrier à la
Commission européenne pour lui
demander, en l'absence d'un
accord, d'examiner les possibilités
d'une collaboration renforcée. La
présidence
belge
attend
l'organisation de ce débat.
Une
collaboration
renforcée
impliquerait la possibilité de créer
une sorte de titre de brevet
commun valide sur le territoire des
États membres participants. J'ig-
nore si ce brevet serait tellement
"mini". Cette initiative permettrait
d'améliorer considérablement le
coût et la sécurité juridique de ces
documents. L'attractivité de ce titre
commun dépendra bien sûr du
nombre de pays participants. Les
États membres devraient avoir la
possibilité de rejoindre le système
a posteriori.
La Belgique n'est pas cosignataire
de la lettre des États membres,
dans laquelle la Commission est
invitée à étudier la possibilité d'une
coopération renforcée, parce que
dans le cadre de la présidence
belge elle doit pour l'heure adopter
une attitude de neutralité.
07.03 Peter Logghe (VB): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, ik dank u voor uw antwoord.
Ik versta uw bezorgdheid om u zo neutraal mogelijk op te stellen. Als
het Europees octrooi echter als dood en begraven mag worden
beschouwd, heb ik toch wat meer moeite met uw terughoudendheid.
De Nederlandse en de Zweedse economie, die toch sterke Noord-
Europese economieën zijn, spelen een voortrekkersrol in het lanceren
van het mini-Europese octrooi of hoe men dat ook kan noemen. Ik
vind dat wij daarbij moeten zijn.
07.03 Peter Logghe (VB): Je
comprends cette obligation de
neutralité, mais si le brevet
européen est considéré comme
mort et enterré, j'ai surtout du mal
à
supporter
l'attitude
incon-
séquente du ministre qui s'est
toujours montré favorable à un
droit des brevets aussi simple que
possible. Les économies néerlan-
daise et suédoise sont les
CRIV 53
COM 044
23/11/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
21
U bent altijd voorstander geweest om het octrooirecht zo eenvoudig
mogelijk te maken en vooral om die kansen voor onze economie te
grijpen. Ik vind het spijtig. Ik vind uw houding vooraf en uw huidige
houding niet helemaal consequent.
Ik deel uw mening ter zake niet. Ik had gehoopt dat u wel met Zweden
en Nederland zou meespringen. Wat niet is, kan nog komen. Ik volg
de zaak in elk geval verder op.
protagonistes du brevet européen
version mini et j'estime que nous
devons également agir en ce
sens. Mais peut-être cela sera-t-il
bientôt le cas.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Veerle Wouters aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen over
"'Cash Facility'-kredietopeningen" (nr. 1114)
08 Question de Mme Veerle Wouters au ministre pour l'Entreprise et la Simplification sur "les
ouvertures de crédit 'Cash Facility'" (n° 1114)
08.01 Veerle Wouters (N-VA): Mijnheer de minister, op 1 december
treedt de nieuwe wet op het consumentenkrediet in werking.
Die bepaalt onder meer dat de zichtrekeningen maandelijks moeten
worden aangezuiverd. Enkele grootbanken maken daarvan nu al
gebruik om via direct mailing reclame te maken voor een nieuwe vorm
van consumentenkredietopening voor privédoeleinden. Het gaat
hierbij dan onmiddellijk om termijnen van vijf jaar en de
kredietbedragen moeten minstens 1 250 euro zijn. Aan die
kredietopeningen worden mooie namen toegekend zoals Cash Facility
en zij worden ook duidelijk gepositioneerd als een nieuwe
mogelijkheid om soepel onder nul te gaan, met nog grotere bedragen
en voor nog langere termijnen.
Op die manier omzeilen de banken volgens mij niet alleen de goede
bedoelingen van de wet, maar misbruiken ze die om nu al klanten aan
te spreken en te zeggen dat zij moeten opletten, omdat zij binnenkort
in het rood zullen staan en dat tekort binnen de maand zullen moeten
aanzuiveren. Als zij een dergelijke nieuwe kredietopening doen,
hebben zij minstens een bedrag van 1 250 euro voor meer dan
vijf jaar.
Ik wil een aantal vragen stellen met betrekking tot het fenomeen. Ten
eerste, zal de gevoerde reclame worden getoetst op de
toelaatbaarheid? Ik heb al minstens een mail onder ogen gekregen
waarin letterlijk stond dat de kredietopening in slechts enkele
muisklikken kon worden aangevraagd. Hierbij wordt de toekenning
nagenoeg als een automatisme voorgesteld en wordt er geen enkele
melding gemaakt van een beoordeling van de kredietwaardigheid van
de consument. Verdere info kan pas worden verkregen wanneer men
bij de bank langsgaat, en zelfs dan weten sommigen nog niet genoeg.
Ten tweede, met betrekking tot het mechanisme van de binding
tussen de stand op de zichtrekening en de aanwending van een
dergelijke kredietopening, hoe zal dat precies in zijn werk gaan? Zult u
laten nagaan op welke wijze en met welk automatisme de bedoelde
kredietopening is gelinkt aan de zichtrekening? Zouden hierbij
bepaalde wettelijke bepalingen kunnen worden overtreden?
Zult u bijkomende acties ondernemen om te laten nagaan of
08.01 Veerle Wouters (N-VA): Le
1
er
décembre, une nouvelle loi
relative au crédit à la consom-
mation entrera en vigueur. Elle
prévoit notamment un apurement
mensuel des comptes à vue. Or
certaines banques proposent des
ouvertures de crédit du type "Cash
Facility"
, présentées explicitement
comme une nouvelle possibilité
d'aller sans trop de difficultés en
négatif, pour des montants encore
plus importants et pour une plus
longue période.
L'admissibilité de cette publicité
sera-t-elle évaluée? De quelle
manière le lien entre la situation du
compte à vue et le recours à une
telle ouverture de crédit sera-t-il
établi? Le ministre entend-il vérifier
s'il est question d'un automatisme
ou non? Certaines dispositions
légales ne risquent-elles pas d'être
bafouées? Le ministre entend-il
vérifier si la solvabilité du deman-
deur est suffisamment évaluée?
Entend-il assurer le suivi des
chiffres relatifs à ce type d'ouver-
tures de crédit afin d'évaluer
l'incidence de la nouvelle loi et de
la modifier, si besoin était.
23/11/2010
CRIV 53
COM 044
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
22
inderdaad de kredietwaardigheid van de klant bij het totstandkomen
van dat soort kredietopeningen voldoende wordt onderzocht? Bij
naleving van de wet moet dat in principe gebeuren.
Voorziet u in het algemeen in een opvolging van het aantal van
dergelijke kredietopeningen om te meten wat de gevolgen van de wet
zijn, met het oog op een eventuele bijsturing van de wet?
08.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw de voorzitter,
collega, op 1 december treedt inderdaad de nieuwe wet op het
consumentenkrediet in werking. Wij hebben die wet trouwens in de
vorige legislatuur hier uitvoerig bediscussieerd, waarna ze werd
goedgekeurd in de Kamer en in de Senaat. Het was een dubbeltje op
zijn kant. Herinner u de manoeuvres van de Senaat, maar u bent
daar, als Kamerleden, verstandig mee omgegaan.
Het gevolg is dat vanaf 1 december banken en financiële instellingen
hun producten moeten aanpassen. Dat is onder meer het geval voor
de geoorloofde debetstanden op een rekening voor bedragen kleiner
dan 1 250 euro en terugbetaalbaar binnen de drie maanden.
Dat soort producten viel niet onder de wet van 12 juni 1991 op het
consumentenkrediet. Wij hebben met de nieuwe wet het
toepassingsgebied van de wet uitgebreid, zodat dat soort producten
ook aan de wetgeving onderworpen is. Voor de klanten die van het
product gebruikmaakten, heeft een bank verschillende opties: ofwel
stopt men die kredietfaciliteit, ofwel biedt ze een alternatief aan, maar
dan moet ze rekening houden met hetgeen de wet voorschrijft.
Wat schrijft de nieuwe wet voor? Het kan gaan om een geoorloofde
debetstand voor een zichtrekening, terugbetaalbaar binnen de maand,
die slechts aan enkele bepalingen van de wet is onderworpen, ofwel
om
een
geoorloofde
debetstand
op
een
zichtrekening,
terugbetaalbaar binnen de drie maanden, die nog steeds aan enkele
van de bepalingen in de wet is onderworpen, maar wel aan meer
bepalingen dan de regeling voor een maand. Het kan ook gaan over
een kredietopening die in een langere terugbetalingstermijn voorziet,
maar die valt dan volledig onder de toepassing van de wetgeving.
Het voorbeeld dat u aanhaalt, gaat over een kredietinstelling die heeft
geopteerd voor het eerste alternatief. Zij heeft haar klanten hierover
per brief geïnformeerd. Met hetzelfde schrijven heeft de bank ook
gewezen op het bestaan van een andere kredietformule, die meer
soepelheid biedt. Dat is dus de reden waarom men een brief
geschreven heeft. Het is dus geen reclamebrief, maar een brief om de
mensen in te lichten over de nieuwe wetgeving.
Dan kom ik tot uw verschillende vragen.
Ten eerste, het klopt dat de wet vandaag reeds verbiedt om reclame
te maken die op onrechtmatige wijze het gemak of de snelheid
benadrukt waarmee het krediet kan worden verkregen. Het betreft
hier een gepersonaliseerde brief waarmee de bank de klant
informeert over de wijziging van het lopende krediet ten gevolge van
de nieuwe regels. Er kan dus moeilijk sprake zijn van reclame in die
zin van de wet. Daarnaast staat ook expliciet in de brief dat de
aanvraag met enkele muisklikken kan, wat dus niets zegt over de
soepelheid van de aanvaarding of het ontbreken van enige analyse
08.02
Vincent
Van
Quickenborne,
ministre:
Les
institutions financières devront
adapter leurs produits au 1
er
dé-
cembre, date de l'entrée en
vigueur de la nouvelle loi relative
au crédit à la consommation. Il
s'agira notamment de la facilité de
découvert pour les montants
inférieurs à 1 250 euros dont le
remboursement pourra s'effectuer
dans les trois mois. Ces produits,
qui ne relevaient pas de la loi du
12 juin 1991 relative au crédit à la
consommation, ont été inclus dans
la nouvelle loi. Les clients peuvent
choisir entre la cessation de la
facilité de crédit et une autre
solution conforme à la loi.
La nouvelle loi prévoit trois
possibilités: une facilité de décou-
vert sur le compte à vue impli-
quant un remboursement dans le
mois, cette solution n'étant soumi-
se qu'à un faible nombre de
dispositions de la loi, une facilité
de découvert sur le compte à vue
impliquant un remboursement
dans les trois mois, soumise à un
plus grand nombre de dispositions
légales, et enfin, une ouverture de
crédit permettant un rembourse-
ment à plus long terme, une option
concernée par l'ensemble de la loi.
L'exemple cité relève de la
première catégorie. La banque
concernée en a informé ses clients
par courrier, soulignant à cette
occasion l'existence d'une autre
formule de crédit.
Il est exact que la loi interdit
aujourd'hui déjà de faire de la
publicité qui met illicitement en
évidence la facilité ou la rapidité
avec laquelle on peut obtenir un
crédit. Il s'agit toutefois en l'occur-
rence d'un courrier personnalisé
CRIV 53
COM 044
23/11/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
23
van de kredietwaardigheid van de aanvrager. Bovendien wordt
duidelijk in de brief bepaald dat het alternatief voorstel de klant pas
verbindt na ondertekening van een overeenkomst, na goedkeuring
van het dossier.
Met betrekking tot de andere vragen over het mechanisme van de
binding tussen de stand van de zichtrekening en de aanwending van
de kredietopening, heb ik er reeds op gewezen dat dat product in de
nieuwe wet als een geoorloofde debetstand op een zichtrekening
wordt gezien. In dat verband moeten de kredietinstellingen de nieuwe
wetsbepalingen vanzelfsprekend toepassen waar nodig.
Hetzelfde geldt voor uw vraag over de beoordeling van de solvabiliteit
van de klant. Die verplichting moet worden nageleefd. Ik wijs erop dat
de nieuwe wet de verplichting nog heeft versterkt door bijkomend in
de mogelijkheid van strafsancties te voorzien in gevallen van inbreuk.
Vroeger waren er voor een bank of een financiële instelling die geen
rekening hield met het profiel van de klant, burgerrechtelijke sancties.
Wij hebben dat verstrengd en ervoor gezorgd dat een bank
desgevallend ook strafrechtelijk kan worden veroordeeld.
Bovendien bevat het ontwerp van KB tot wijziging van de diverse
besluiten met betrekking tot het consumentenkrediet, de verplichting
voor de kredietgever om gedurende een bepaalde termijn het bewijs
van de raadpleging van de Centrale voor kredieten aan particulieren
te bewaren, teneinde de administratie toe te laten na te gaan of de
raadpleging van de Centrale wel degelijk heeft plaatsgevonden.
Ik hoop dat dat op een moderne manier zal gebeuren. Het is de
bedoeling dat men verifieert of er daadwerkelijk een controle is
geweest van de solvabiliteit van de persoon.
Wij willen dus niet alleen verstrengen, maar ook een betere controle
installeren. Wij willen vermijden wat in Ierland en andere landen is
gebeurd, waar buitensporige kredieten aan consumenten zijn
verleend. Hier is nog geen sprake van een dramatische toestand
zoals in de VS of elders, maar onderschat niet dat heel veel personen
een beroep doen op schuldbemiddeling of een betalingsachterstand
hebben. Het gaat om bijna 300 000 personen. Daarom hebben we
ook de wet verstrengd en willen we de toepassing ervan beter
controleren, zoals ik al heb geantwoord op andere vragen in dat
verband.
Ten slotte, het zou wat ongepast zijn om de wet al bij te sturen voor
ze in werking treedt. Dat is ongetwijfeld ook niet de bedoeling van uw
vraag. Wat we wel zullen doen, is op basis van de cijfergegevens van
de Centrale voor kredieten aan particulieren analyseren hoe de
kredietverlening in ons land verloopt. Als we na verloop van tijd
vaststellen dat er problemen opduiken, dan moeten de wetgever ­ u
als Parlement dus ­ en de volgende minister daar blijvend oog voor
hebben. Vandaar dat ik denk dat uw vraag interessant is. Ik hoop dat
mijn antwoord u ook geïnteresseerd heeft.
par lequel la banque informe le
client de la modification d'un crédit
en cours à la suite des nouvelles
règles. Il peut donc difficilement
être question de publicité. Par
ailleurs, rien n'est promis en ce qui
concerne la souplesse de l'accep-
tation ou l'absence d'analyse de la
solvabilité du demandeur. Il est en
outre clairement précisé que cette
proposition de substitution ne lie le
client qu'après la signature d'un
contrat après approbation du
dossier.
Ce produit est considéré dans la
nouvelle loi comme un découvert
autorisé sur un compte à vue. Il
est évident que les établissements
de crédit sont tenus de respecter
les nouvelles dispositions légales
en la matière.
Le même principe s'applique à
l'estimation de la solvabilité du
client. Cette obligation a encore
été renforcée dans la nouvelle loi
en prévoyant des sanctions
pénales, au lieu de se limiter aux
sanctions
civiles,
lorsqu'une
banque ne tient pas compte du
profil du client. Le projet d'arrêté
royal précise en outre que le
prêteur est tenu de conserver
pendant un certain délai la preuve
de la consultation de la Centrale
pour crédits aux particuliers.
L'objectif est de s'assurer qu'un
contrôle de la solvabilité de la
personne a effectivement été
effectué. Nous souhaitons donc
également améliorer le contrôle.
Nous voulons absolument éviter
d'être confrontés à une situation
identique à celle que nous avons
connue en Irlande et aux États-
Unis, où des crédits excessifs ont
été accordés aux consommateurs.
Il serait un peu déplacé d'amender
la loi avant qu'elle n'entre en
vigueur. Nous analyserons com-
ment se déroule l'octroi de crédit
sur la base des données chiffrées
de la Centrale des crédits aux
particuliers. Si d'autres problèmes
se manifestent, nous devrons y
23/11/2010
CRIV 53
COM 044
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
24
prêter attention.
08.03 Veerle Wouters (N-VA): Mijnheer de minister, dank u voor het
antwoord. Ik heb de vraag gesteld, omdat ik net als u ervaar dat
steeds meer personen in de problemen komen door kredieten waar
ze geen "recht" op hebben. Het zou beter zijn voor hen als ze die niet
zouden krijgen. Ik ben dan ook blij dat u de problematiek heel goed
zult opvolgen en dat de sancties veel zwaarder worden voor de
banken. Ik zal dat vast en zeker van nabij blijven volgen.
08.03 Veerle Wouters (N-VA): Il
vaut mieux qu'une personne
n'obtienne pas un crédit qui la
mettra en difficulté. Je me réjouis
donc que le ministre suit cette
problématique et que les sanctions
pour les banques seront plus
sévères.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de Mme Karine Lalieux au ministre pour l'Entreprise et la Simplification sur "l'abus de
position dominante de l'AMP" (n° 1124)
09 Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen over "het
misbruik van een dominante marktpositie door AMP" (nr. 1124)
Voorzitter: Peter Logghe.
Président: Peter Logghe.
09.01 Karine Lalieux (PS): Madame la présidente, monsieur le
ministre, la filiale du géant français Hachette Distribution Services, le
groupe AMP, contrôle la distribution d'environ 90 % des journaux et
magazines dans 5 800 points de vente en Belgique. Un quasi-
monopole qui commence à irriter les libraires déjà confrontés à une
baisse récurrente des ventes de la presse qui ne représentent plus
que 25 % de leur chiffre d'affaires
Dans un jugement de juin 2009, le tribunal de commerce de Bruxelles
a effectivement confirmé la position dominante de ce groupe AMP et
a ordonné une expertise judiciaire sur la justification de ce
doublement. AMP profite donc de cette domination pour prendre un
certain nombre d'initiatives de façon totalement unilatérale, comme le
doublement des frais de port ou les contrôles des invendus. Tout cela
est contesté par les libraires. Une procédure est d'ailleurs toujours
pendante, depuis des années, au Conseil de la concurrence je pense.
La situation de très nombreux libraires ne va qu'en se dégradant.
Chaque jour voit son lot de libraires mettre la clé sous la porte. Les
relations totalement déséquilibrées avec cette entreprise totalement
dominante n'arrangent évidemment rien.
Monsieur le ministre, pourriez-vous nous renseigner sur l'état des
différentes procédures en cours, dont celle devant le Conseil de la
concurrence?
De plus, à partir du moment où le tribunal de commerce de Bruxelles
reconnaît la position dominante d'AMP, ne pourrait-on pas également
demander l'avis de la commission des clauses abusives afin de
dégager une solution qui permettrait enfin aux libraires de faire jouer
une saine concurrence au bénéfice de tous, voire demander un avis
au Conseil de la concurrence?
09.01 Karine Lalieux (PS): De
AMP-groep controleert de distri-
butie van 90 procent van de kran-
ten en tijdschriften in België. De
groep maakt van dit quasimono-
polie gebruik om eenzijdige beslis-
singen op te leggen, en, bijvoor-
beeld, de portkosten te verdub-
belen of de controle op de on-
verkochte exemplaren te wijzigen.
Het water komt heel wat dagblad-
handelaars aan de lippen en hun
zwakke positie ten aanzien van
deze dominante groep maakt de
zaken er zeker niet eenvoudiger
op.
Wat is de stand van zaken van de
verschillende hangende proce-
dures tegen AMP? De Brusselse
rechtbank van koophandel oor-
deelde eerder dat AMP een
dominante positie inneemt. Kan er
geen beroep worden gedaan op
de Commissie voor Onrechtmatige
Bedingen of de Raad voor de
Mededinging om alsnog tot een
oplossing te komen?
09.02 Vincent Van Quickenborne, ministre: Chère collègue, une
plainte a été déposée le 2 mars 2010 auprès du Conseil de la
concurrence par Prodipresse, de Vlaamse Federatie van
09.02 Minister Vincent Van
Quickenborne: Op 2 maart 2010
werd er bij de Raad voor de
CRIV 53
COM 044
23/11/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
25
Persverkopers et buurtsuper.be VZW-ASBL contre l'AMP. Elle porte
sur le doublement des frais de port ainsi que sur la mise en place du
système Axon relatif au contrôle des invendus et est en cours
d'instruction en vue du respect des règles de concurrence
économique.
S'agissant de l'application des règles contenues dans la loi du 6 avril
2010 relative aux pratiques du marché et à la protection du
consommateur, il faut savoir qu'elles concernent exclusivement les
relations contractuelles entre une entreprise et le consommateur.
C'est pourquoi la Commission des clauses abusives ne peut être
saisie.
Pour le reste, il faut attendre les conclusions de l'instruction en cours.
Mededinging een klacht ingediend
tegen AMP door onder andere
Prodipresse en de Vlaamse Fede-
ratie van Persverkopers. De klacht
heeft betrekking op de verdubbel-
ing van de portokosten, alsook op
de invoering van het Axonsysteem
voor de controle op onverkochte
exemplaren,
en
wordt
nu
onderzocht.
De wet van 6 april 2010 betref-
fende marktpraktijken en consu-
mentenbescherming heeft alleen
betrekking op de relatie tussen
bedrijf en consument. Men kan
zich dus niet tot de Commissie
voor Onrechtmatige Bedingen
wenden.
09.03 Karine Lalieux (PS): (...)
09.04 Vincent Van Quickenborne, ministre: Non, pas pour le
moment.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Vraag van de heer Karel Uyttersprot aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen over
"de werking en controle van de Centra De Groote" (nr. 1105)
10 Question de M. Karel Uyttersprot au ministre pour l'Entreprise et la Simplification sur "le
fonctionnement et le contrôle des Centres De Groote" (n° 1105)
10.01 Karel Uyttersprot (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik refereer aan een wet van 63 jaar geleden, van 13 januari
1947. Ik denk dat van de aanwezigen hier er toen nog niet veel
geboren waren. Toen werden de zogenaamde Centra De Groote
opgericht door de toenmalige minister van Wederopbouw. Voor een
goed begrip, de Centra De Groote, dat is de wet die het WTCB, Sirris
en de technologische instellingen organiseert.
De doelstellingen van die wet waren vooruitstrevend en beoogden
innovatie en toegepast onderzoek; ze werden omschreven als de
bevordering en de coördinatie van de technische vooruitgang van de
verschillende takken van 's lands bedrijfsleven.
We zijn nu 63 jaar later. Op dit ogenblik zijn er negen verplichte
Centra De Groote. Zij hebben allen een verplichte fiscale
bevoegdheid. De bedrijven betalen dus een heffing op hun werking,
op basis van de omzet, die ongeveer een promille bedraagt, aan die
centra. Het minimum voor een eenmanszaak of een kleine zaak, een
loodgieter bijvoorbeeld, bedraagt algauw 150 euro per jaar, te betalen
aan het WTCB.
Die centra hebben hun verdiensten, zeker in tijden van innovatie en
ondernemerschap. Toch heb ik een aantal vragen.
Mevrouw de minister, wat is de juridische structuur van die Centra
10.01 Karel Uyttersprot (N-VA):
La loi du 13 janvier 1947 a créé les
centres De Groote, les centres de
recherche collective. Il en existe
neuf actuellement. Ces centres
paient une redevance sur leur
fonctionnement sur la base du
chiffre d'affaires.
Quelle est la structure juridique
des centres De Groote? Qu'en
est-il du contrôle sur l'affectation
des moyens de ces centres? Sont-
ils tenus d'introduire un bilan ou de
déposer des comptes annuels?
Disposent-ils
d'un
droit
de
publication? Quel est le chiffre
d'affaires des différents centres?
Existe-t-il une coordination entre
les centres? Sont-ils tenus de faire
rapport à une certaine instance?
Qu'en est-il des modalités de
plainte contre un tel centre? Tous
les secteurs sont-ils représentés
dans les centres De Groote? Cer-
23/11/2010
CRIV 53
COM 044
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
26
De Groote? Ik denk dat er een aantal vzw's tussen zitten, maar ik
denk ook dat een aantal ervan gewoon geen juridische structuur
heeft.
Het gaat om een verplichte bijdrage, een heffing, een soort van
belasting. Hoe wordt er controle uitgeoefend op die Centra De Groote,
naar de besteding en de inzet van de middelen? Worden zij ook
verplicht om een balans of jaarrekening in te dienen? Hebben zij
publicatieplicht?
Wat is de omzet die de verschillende centra genereren? Het is een
belasting op bedrijven. Wat is de omzet daarvan?
Is er een coördinatie tussen de verschillende centra? Ik refereer
bijvoorbeeld aan de sectorale opleidingsfondsen, waar een dienst
Collectieve Arbeidsbetrekkingen bestaat. Bestaat er iets gelijkaardigs
waardoor die Centra De Groote aan een bepaald orgaan moeten
rapporteren?
Welke is de beroepsmogelijkheid? Ikzelf ben bijvoorbeeld
aangesloten bij zo'n centrum De Groote, bij het WTCB, en ik heb
problemen met dat centrum. Is er dan een mogelijkheid om ergens
een klacht in te dienen, om mijn ongenoegen te uiten?
Worden alle sectoren gedekt door die Centra De Groote? Die centra
zijn een heffing. Wie tot de sector van die negen grote centra behoort,
moet de heffing betalen. Moet degene die niet tot die sector behoort,
ook voor een dergelijke vorming, opleiding en onderzoek betalen, of is
men daar dan van vrijgesteld? Dat zou dan een concurrentieel nadeel
zijn voor de sectoren die er wel onder vallen. Zijn er sectoren die de
belasting of heffing niet moeten betalen?
Ik weet dat die Centra De Groote voor velen een onbekende zijn,
maar als ik WTCB of Sirris vernoem, dan weten de meeste mensen
wel waarover het gaat.
tains secteurs sont-ils exemptés
de taxes ou de redevances?
10.02 Minister Sabine Laruelle: Mijnheer de voorzitter, de Centra
De Groote zijn non-profitorganisaties die het statuut van vzw hebben.
Ze werden tussen 1947 en 1975 na beslissing van de ondernemingen
van hun sector opgericht. De Centra De Groote werken met verplichte
bijdragen voor alle leden in de sector.
De besluitwet van 30 januari 1947 bepaalt dat de FOD Economie in
de beheersorganen van de Centra De Groote en in enkele
geassimileerde
centra
wordt
vertegenwoordigd.
Voormelde
vertegenwoordiging laat de uitvoering van een controle toe. Het
jaarverslag van de Centra De Groote kan worden geraadpleegd.
Elke sector die een centrum De Groote heeft gecreëerd, heeft de
procedure voor de berekening van de verplichte bijdrage bepaald. Elk
centrum heeft dus een eigen systeem goedgekeurd. De bijdrage
varieert van 5 % tot 80 % van de inkomsten van de centra.
Een overkoepelende organisatie ­ Union of Collective Research
Centers of UCRC ­ werd gecreëerd om de coördinatie van de
verschillende centra te verzekeren. De FOD Economie stimuleert en
steunt eveneens de intersectorale acties die door de centra worden
gevoerd.
10.02 Sabine Laruelle
,
ministre:
Les centres De Groote sont des
organisations animées d'une fina-
lité non lucrative avec un statut
d'ASBL. Ils fonctionnent grâce aux
cotisations obligatoires pour tous
les membres du secteur concerné.
Le SPF Économie est représenté
dans les organes de direction des
centres De Groote et quelques
centres assimilés. Le contrôle est
ainsi assuré. Les rapports annuels
des
centres
peuvent
être
consultés.
Chaque secteur dans lequel un
centre De Groote a été créé a
instauré son propre système pour
le calcul de la cotisation obli-
gatoire. Celle-ci varie de 5 à 80 %
des revenus des centres.
CRIV 53
COM 044
23/11/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
27
Dergelijke centra worden opgericht om de kloof tussen de
ondernemingen en de onderzoekscentra te vermijden of aanzienlijk te
verminderen. Ondernemingen van de sector worden in de
beheersorganen van de centra vertegenwoordigd. Zij kunnen aan hun
strategie deelnemen.
Wanneer een onderneming ontevreden is over de diensten van een
centrum, kan zij altijd contact opnemen met de centra, maar ook met
de FOD Economie. Indien een probleem niet kan worden opgelost,
kan de onderneming contact opnemen met haar sectorale federatie of
met de FOD Economie. Er zijn dus drie mogelijkheden.
Niet alle sectoren worden door deze centra gedekt. De wetgever heeft
deze mogelijkheid wel opgestart, maar het zijn de bedrijven van een
bepaalde sector of een bepaalde activiteit die zelf het initiatief nemen.
De volgende sectoren hebben een centrum De Groote opgericht:
textiel (Centexbel), cement (CRIC), keramiek en glas (CWOBKN),
technologische sector (Sirris), wegenbouw (OCW), bouwnijverheid
(WTCB), hout (CTIB-TCHN), diamant (WTOCD), brouwerij en
mouterij (CBM).
Enkel in de sectoren waarin de bedrijven zelf het initiatief hebben
genomen om een centrum De Groote op te richten, zijn de bedrijven
van die sectoren verplicht om een dergelijke bijdrage te betalen.
Daartegenover ontvangen zij gratis of aan verlaagde kosten een
aantal interessante diensten.
L'Union des Centres de Recher-
che Collective fait office d'organi-
sation faîtière et de coordination.
Le SPF Économie soutient les
actions
intersectorielles
des
centres.
Les centres ont été créés afin de
rapprocher les entreprises des
centres de recherche. Les entre-
prises du secteur sont représen-
tées dans les organes d'admi-
nistration
des
centres
et
participent à la définition d'une
stratégie.
Une entreprise mécontente peut
prendre contact avec le centre
proprement dit, avec le SPF
Économie ou avec sa fédération
sectorielle.
Les centres ne couvrent pas tous
les secteurs. Si légalement la
possibilité existe effectivement, il
appartient aux entreprises du
secteur de prendre l'initiative elles-
mêmes. Les secteurs qui dispo-
sent d'un centre De Groote, sont
le textile (Centexbel), le ciment
(OCCN), la céramique et le verre
(CWOBKN), le secteur technolo-
gique (Sirris), la construction
routière (CRR), l'industrie de la
construction (CSTC), le bois
(CTIB-TCHN),
le
diamant
(CRSTID), la brasserie et la
malterie (CBM).
Une cotisation n'est due que dans
les secteurs dans lesquels les
entreprises ont créé un tel centre
de leur propre initiative. En
échange, elles peuvent compter
sur des services intéressants
gratuits ou à prix réduit.
10.03 Karel Uyttersprot (N-VA): Leggen die verschillende vzw's een
jaarverslag neer?
Bevinden de cijfers zich bij de FOD Economie?
Zij hebben een publicatieplicht omtrent de balansjaarrekening waarin
de financiële gegevens voorkomen.
De beroepsinstantie is, als ik het goed begrijp, de FOD Economie of
hun eigen sector?
10.03 Karel Uyttersprot (N-VA):
L'instance de recours est-elle le
SPF Économie ou le secteur
proprement dit?
23/11/2010
CRIV 53
COM 044
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
28
10.04 Minister Sabine Laruelle: Bij problemen moeten zij eerst naar
hun centrum gaan. Als dat centrum niets doet, dan kunnen zij bij de
sectorale federatie terecht of bij de FOD Economie.
10.04 Sabine Laruelle, ministre:
Les entreprises doivent d'abord
s'adresser à leur propre centre. Si
le centre n'intervient pas, il
convient de se tourner vers la
fédération sectorielle ou le SPF
Économie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Peter Logghe aan de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en
Wetenschapsbeleid over "de vervangingspool voor ondernemers" (nr. 962)
11 Question de M. Peter Logghe à la ministre des PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de la
Politique scientifique sur "le pool de remplacement pour les entrepreneurs" (n° 962)
11.01 Peter Logghe (VB): Mevrouw de minister, ik heb al eens een
vraag gesteld over de vervangingspool voor ondernemers. In uw
antwoord op mijn mondelinge vraag hebt u toen gezegd dat het vrij
magere resultaat van die maatregel misschien te maken had met het
feit dat de opportuniteit voor zelfstandigen bij het doelpubliek
misschien te weinig bekend was. Er was misschien een probleem met
de doorstroming van informatie.
De bedoeling van de maatregel, mevrouw de minister, steunt onze
fractie volledig: in een platform voorzien om vraag en aanbod van
zelfstandigen en kandidaat-vervangers op elkaar af te stemmen.
Ik heb de volgende voortgangsvragen. De zelfstandige die zich tijdelijk
wil laten vervangen, kan een beroep doen op een register dat
bijgehouden wordt door de FOD Economie, KMO, Middenstand en
Energie. De zelfstandige maakt dan met de vervanger een
vervangingscontract op, waar de FOD Economie volledig buiten blijft,
met een aantal verplichte vermeldingen: de duur, een verwijzing naar
een aantal wetsartikelen, het ondernemingsnummer en de
rechtshandelingen die de vervangende onderneming voor rekening
van de onderneming kan stellen. Voor de rest zijn de partijen vrij.
Bij een aantal organisaties leeft de bezorgdheid dat men misschien te
weinig regels oplegt of, met andere woorden, de partijen te vrij laat.
Zou het bijvoorbeeld niet nuttig zijn om ook een aantal regelingen
inzake zakengeheimen en vertrouwelijkheid verplicht te laten
opnemen?
Bepaalde zelfstandigen, die zo'n tijdelijke vervanging in principe wel
zouden zien zitten en daarin mee zouden willen gaan, maken zich
ongerust over het gebrek aan tegenstelbaarheid van het
vervangingscontract aan derden, bijvoorbeeld schuldeisers van de
ondernemer of klanten van de ondernemer die er even tussenuit gaat.
Had men de tegenstelbaarheid niet beter moeten regelen in de
wetgeving?
Algemeen heeft een aantal ondernemers vragen bij de eventuele
beperking van de aansprakelijkheid voor daden van de vervangende
ondernemer. Kan men, als vervangende ondernemer, als men als
kandidaat in de vervangingspool stapt en een andere ondernemer
vervangt, zijn eigen aansprakelijkheid uitsluiten of beperken tot
11.01 Peter Logghe (VB): Le
pool de remplacement pour les
entrepreneurs a été mis en place
dans le but de créer une plate-
forme capable de coordonner
l'offre
et
la
demande
des
indépendants et des candidats
remplaçants.
Le travailleur indépendant dési-
reux de se faire remplacer tempo-
rairement peut faire appel à un
registre tenu par le SPF Écono-
mie, PME, Classes moyennes et
Énergie. Ensuite, il signe avec son
remplaçant un contrat de rem-
placement comportant plusieurs
mentions obligatoires, à savoir la
durée du contrat, certains articles
de la loi, le numéro d'entreprise et
les actes juridiques que l'entre-
preneur remplaçant peut accomplir
pour le compte de l'entreprise.
Pour le reste, les parties sont
libres.
Plusieurs organisations craignent
que le nombre de règles établies
en la matière soit trop restreint. Ne
serait-il pas utile d'inclure égale-
ment des dispositions portant sur
le secret des affaires et la
confidentialité? Certains sont éga-
lement
inquiets
du
manque
d'opposabilité de ce contrat de
remplacement à des tiers tels que
des créanciers ou des clients.
L'opposabilité ne doit-elle pas être
régie par la loi? Un entrepreneur
de remplacement peut-il estimer
que sa propre responsabilité n'est
CRIV 53
COM 044
23/11/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
29
bepaalde grove daden? Hoe zit het precies met de aansprakelijkheid?
Is er daarover iets geregeld?
pas engagée ou limiter cette
responsabilité à certains actes
graves?
11.02 Minister Sabine Laruelle: Er worden inderdaad wettelijk slechts
een beperkt aantal vermeldingen, die u trouwens aanhaalt in uw
vraag, verplicht gemaakt in het vervangingscontract voor
zelfstandigen. Voor het overige zijn enerzijds de partijen vrij om de
verdere inhoud van het contract te bepalen. Anderzijds gelden de
gemeenrechtelijke regels.
De partijen leggen dus vrij de inhoud van hun contract vast. Meer
details kunnen ook problemen opleveren. Wij hebben nog
onvoldoende informatie om te concluderen dat in deze of gene sector
meer ondernemers werden vervangen, zodat bepaalde punten al in
de contracten kunnen worden opgenomen.
11.02
Sabine
Laruelle,
ministre: Effectivement, dans le
contrat de remplacement pour
les indépendants, ne sont
légalement obligatoires qu'un
nombre limité de mentions. Pour
le surplus, il est prévu, d'une
part, que les parties sont libres
et, d'autre part, que les règles du
droit commun sont d'application.
11.03 Peter Logghe (VB): Het is nog te vroeg.
11.04 Minister Sabine Laruelle: Het is misschien niet te vroeg, omdat
meer details minder vrijheid betekent voor de partijen. Bovendien is
de ene activiteit als zelfstandige de andere niet. Een boekhouder of
een handelaar is niet hetzelfde. De details hoeven niet dezelfde te
zijn.
Ik herinner eraan dat het typecontract vooral bedoeld was als hulp
voor de partijen en dat het wel degelijk onze bedoeling was te
verwijzen naar de beginselen van het algemeen verbintenissenrecht,
inclusief de regels betreffende de tegenstelbaarheid aan derden en de
vraag inzake de aansprakelijkheid. Het typecontract is beschikbaar op
de
website
www.vervangendeondernemer.be.
Het
beperkte
formalisme en de keuze om niet van het gemeenrecht af te wijken,
garanderen de zeer grote soepelheid van het systeem. Het is ook
duidelijker om aan de algemene rechtsregels te refereren. Ook de
jurisprudentie ter zake is volgens ons belangrijk.
Men kan voor alle activiteiten gebruikmaken van het typecontract, dat
nooit een verplichting is. Beide partijen kunnen altijd meer details
opnemen in het contract. Het is ook een nieuwe maatregel en we
moeten nagaan of die al dan niet voor problemen zal zorgen.
11.04 Sabine Laruelle, ministre:
Inclure
des
mentions
plus
détaillées aurait comme corrolaire
une limitation de la liberté dont
jouissent les parties.
En élaborant un contrat-type, nous
voulions surtout offrir une aide et
rappeler les principes du droit
général des contrats, en ce
compris l'opposabilité aux tiers et
la responsabilité. Ce contrat-type
est disponible sur le site internet
www.entrepreneurremplacant.be.
Les formalités limitées et le choix
qui a été fait de ne pas déroger au
droit commun sont garants de la
grande souplesse du système. Ce
contrat-type peut être utilisé pour
toutes les activités. Les deux
parties peuvent toujours inclure
davantage de détails dans le
contrat.
11.05 Karel Uyttersprot (N-VA): Ik heb op de radio uw campagne
over de vervanging voor de ondernemer gehoord. De spotjes zijn
bedoeld om personen aan te zetten om zich te melden. Wat is het
resultaat?
11.05 Karel Uyttersprot (N-VA):
Quel est le résultat des spots
publicitaires à la radio à ce sujet?
11.06 Minister Sabine Laruelle: Ik heb hier geen cijfers. Hoe dan ook
hebben zich nog niet veel vervangende ondernemers noch
kandidaten gemeld. Hoewel UNIZO en Markant, dat al jaren vragende
partij was voor een dergelijk systeem, veel reclame voor het initiatief
maken, kennen heel wat ondernemers de mogelijkheid niet. Hoe dan
ook, we moeten de nieuwe maatregelen tijd geven. Doordat de
regering in lopende zaken is, kan zij daar niet meer publiciteit aan
geven.
11.06 Sabine Laruelle, ministre:
Jusqu'à présent, nous n'avons pas
encore beaucoup d'entrepreneurs
remplaçants ni de candidats, puis-
que nous n'avons pas encore
beaucoup d'information. Comme
gouvernement en affaires couran-
tes, nous ne pouvons pas en faire
plus de publicité.
23/11/2010
CRIV 53
COM 044
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
30
11.07 Karel Uyttersprot (N-VA): Ik ben 25 jaar gedelegeerd
bestuurder geweest van VOKA in Oost-Vlaanderen en het was mij
zelfs onbekend.
11.08 Minister Sabine Laruelle: Maar ik doe veel mooie dingen.
Soms zijn ze nog te weinig bekend. Neem bijvoorbeeld de bvba-
starter, een nieuw systeem. Men denkt dat het een vennootschap is
van slechts één euro. Dat is natuurlijk niet zo. Het is een nieuwe
vennootschapsvorm die flexibel is wat de keuze van het beginkapitaal
betreft. Veel zelfstandigen weten bijvoorbeeld niet dat ze bij
faillissement op grond van het zelfstandigenstatuut een beroep
kunnen doen op een verzekering van één jaar. Ik heb zowel de
termijn als de bijdragen verdubbeld. De zelfstandigen weten dat
echter niet.
11.08 Sabine Laruelle, ministre:
La SPRL Starter est un nouveau
système. Un grand nombre d'indé-
pendants ne savent par exemple
pas que leur statut de travailleur
indépendant leur permet de faire
appel à une assurance d'un an en
cas de faillite.
11.09 Karel Uyttersprot (N-VA): Richt die vervangingspool zich naar
alle geledingen, ook naar kmo's en grote bedrijven?
11.09 Karel Uyttersprot (N-VA):
Les PME et les grandes entre-
prises peuvent-elles également
faire
appel
au
pool
de
remplacement?
11.10 Minister Sabine Laruelle: Een zelfstandige kan worden
vervangen door een kandidaat vervangende ondernemer. Daartoe
moet een kandidaat vervangende ondernemer zich aanbieden aan
het enig loket en vermelden dat hij of zij wil vervangen voor deze of
gene activiteit, dat hij bekwaam is om een bedrijf te beheren en dat hij
over het geschikte diploma beschikt.
De handelaar die een vervanger wenst, omdat hij ziek is of op
vakantie gaat, zoekt op de website een kandidaat en neemt ermee
contact op. Indien hij met hem of haar in zee wil, kan hij
gebruikmaken van ons typecontract, dat ze beiden invullen. Het
contract geldt voor 30 dagen, met enkele uitzonderingen.
Kortom, het is praktisch. De vervangende ondernemer betaalt enkel
75 euro om zich in te schrijven via het enig loket. Het is een heel mooi
systeem.
11.10 Sabine Laruelle, ministre:
Non, il faut être indépendant, et le
candidat entrepreneur remplaçant
aussi.
Il existe un contrat-type valable
pendant 30 jours, à quelques
exceptions près. L'entrepreneur
remplaçant ne doit payer que
75 euros pour s'inscrire par le biais
du guichet unique. C'est un
système pratique.
11.11 Peter Logghe (VB): Dank u voor uw zeer uitgebreid antwoord,
mevrouw de minister. Het zou inderdaad kunnen dat een te grote
soepelheid sommige ondernemers afschrikt.
Ik heb geen antwoord gekregen, meen ik, op mijn vraag over de
aansprakelijkheid. Kan men als vervangende ondernemer zijn
aansprakelijkheid beperken? Uiteindelijk stapt men in een
onderneming die van een ander is. Kan men de eigen
aansprakelijkheid dan beperken?
11.11 Peter Logghe (VB): Il se
pourrait
qu'une
souplesse
excessive
dissuade
certains
entrepreneurs. Un entrepreneur
remplaçant peut-il limiter sa
responsabilité?
11.12 Minister Sabine Laruelle: Ja, behalve als men tegen het recht
ingaat.
11.12 Sabine Laruelle, ministre:
Oui, sauf si l'on enfreint le droit.
11.13 Peter Logghe (VB): Ja, natuurlijk, als men strafbare feiten
pleegt. Wij zullen zeker nog de gelegenheid hebben hierop terug te
komen. Ik dank u voor uw antwoorden en voor uw aanwezigheid.
11.13 Peter Logghe (VB): Oui,
évidemment. Nous ne man-
querons pas de revenir sur ce
dossier.
Het incident is gesloten.
CRIV 53
COM 044
23/11/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
31
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.04 uur.
La réunion publique de commission est levée à 16.04 heures.