Commission de la Santé publique, de l'Environnement et du Renouveau de la Société

Commissie voor de Volksgezondheid, het Leefmilieu en de Maatschappelijke Hernieuwing

 

du

 

Mercredi 10 novembre 2010

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Woensdag 10 november 2010

 

Namiddag

 

______

 

 


De vergadering wordt geopend om 14.04 uur en voorgezeten door de heer Hans Bonte.

La séance est ouverte à 14.04 heures et présidée par M. Hans Bonte.

 

01 Vraag van mevrouw Liesbeth Van der Auwera aan de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid over "het autocontrolesysteem van het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen" (nr. 88)

01 Question de Mme Liesbeth Van der Auwera à la ministre des PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de la Politique scientifique sur "le système d'autocontrôle de l'Agence fédérale pour la sécurité de la chaîne alimentaire" (n° 88)

 

01.01  Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mevrouw de minister, ik heb deze vraag eerder schriftelijk ingediend, maar ze daarna omgezet in een mondelinge vraag.

 

Het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende de autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen verplicht de operatoren van de voedselketen te beschikken over een betrouwbaar autocontrolesysteem. Gecertificeerde bedrijven krijgen een bonus op hun jaarlijkse FAVV-heffing. Niet-gecertificeerde bedrijven wordt een malus aangerekend.

 

Zelfstandigen die in orde zijn met de voedselveiligheid of zelfs een gunstige controle hebben gekregen van het FAVV, moeten toch een malus betalen, omdat ze niet gecertificeerd zijn. Die malus bedraagt ongeveer 60 % bovenop de FAVV-bijdrage. Vanaf 2011 is dat zelfs 100 %. De bonus daarentegen is slechts een korting van 50 %.

 

Voor een aantal activiteiten is het zelfs voor de certificeringsinstellingen niet duidelijk onder welke gids de activiteiten vallen. Die zelfstandigen krijgen een malus aangerekend, terwijl het hun niet duidelijk is welke ACS zij moeten invoeren. Er zouden zich duizenden operatoren in die situatie bevinden.

 

Mevrouw de minister, moeten bedrijven die een gunstige controle van het FAVV hebben gekregen, geen bonus krijgen in plaats van een malus? Zou het niet beter zijn om de uitbaters positief in plaats van repressief te begeleiden door middel van een hogere bonus en een lagere malus? Wat is uw mening hierover?

 

Bent u op de hoogte van de onduidelijkheid die er bij sommige ondernemers bestaat wat betreft de gids waaronder hun activiteiten vallen, wat als gevolg heeft dat zij niet weten welke ACS in te voeren? Wat kunt u hieraan doen?

 

01.02 Minister Sabine Laruelle: Het klopt inderdaad dat voor gunstige controles door het FAVV geen bonus gegeven wordt. Een gunstige controle of inspectie betekent eigenlijk dat de operator op het moment van de inspectie aan de wettelijke vereisten voldoet. Een bonus kan in het FAVV-systeem enkel verkregen worden indien de operator een kwaliteitssysteem ingevoerd heeft en dat heeft laten certificeren door het agentschap of door een onafhankelijke derde, in dit geval een daartoe erkende organisatie op basis van een gunstige audit.

 

De operator heeft in dit geval een extra inspanning geleverd, die niet alleen tot een bonus leidt, maar ook tot minder inspecties in zijn bedrijf. Die aanpak is grondig overlegd met de sectoren, die achter het principe staan. Heel wat sectoren en organisaties hebben bij het FAVV een gids die als referentie dient voor de certificaties door derden.

 

Het FAVV heeft in eerste instantie de opdracht om door middel van controles toe te zien op de veiligheid van de voedselketen. Indien non-conformiteiten vastgesteld worden, is het de taak van het FAVV om op gepaste wijze op te treden en, indien nodig, repressief. Maar het agentschap heeft eveneens een vulgarisatiecel opgezet die gratis opleidingen geeft en informatie aan de operatoren over de goede werkmethodes en voedselveiligheid.

 

Bovendien was een van de doelstellingen van de verhoging van de dotatie die ik heb verkregen voor het FAVV, om de bijdragen van het merendeel van de operatoren te verminderen, met name een zo groot mogelijke bonus voor de ondernemingen met een geldig autocontrolesysteem. Terwijl die in eerste instantie 15 % bedroeg, bedraagt die daardoor nu reeds 50 % van het basisbedrag.

 

Het bonus-malussysteem is een economische stimulans voor een betere voedselveiligheid. Er moet dus een aanzienlijk verschil zijn tussen bonus en malus om het stimulerende effect te behouden.

 

Voor het grootste deel van de operatoren is er geen probleem om te bepalen welke gids noodzakelijk is voor de activiteiten die zij uitoefenen. Het is wel waar dat in een beperkt aantal gevallen er onduidelijkheid bestond, vooral voor bedrijven die verscheidene activiteiten uitoefenen. Om dat te verhelpen werd een overzichtstabel op de website van het FAVV gepubliceerd, die de bedrijven wegwijs moet maken. Sommige bedrijven met meerdere activiteiten zullen evenwel in de praktijk meerdere gidsen moeten toepassen.

 

01.03  Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mevrouw de minister, nu is mij toch al een en ander duidelijk. Staat de overzichtstabel al lang op de site van het FAVV?

 

01.04 Minister Sabine Laruelle: Wat is lang? Meer dan enkele dagen. De juiste datum heb ik niet.

 

01.05  Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Er waren dan toch wel vragen van zelfstandigen.

 

01.06 Minister Sabine Laruelle: Sommige zelfstandigen en bedrijven hebben niet de reflex om de website van het FAVV te consulteren. Nu staat de tabel erop. Overigens blijft het voor een zelfstandige of een bedrijf mogelijk om contact te nemen met het FAVV in hun provincie.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

De voorzitter: Aangezien ze niet aanwezig is en ze zich niet heeft verontschuldigd voor haar afwezigheid, zal vraag nr. 416 van mevrouw Jadin worden geannuleerd.

 

02 Vraag van mevrouw Rita De Bont aan de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid over "de mogelijke gevaren van ledlampen" (nr. 691)

02 Question de Mme Rita De Bont à la ministre des PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de la Politique scientifique sur "les risques éventuels liés à l'utilisation des lampes LED" (n° 691)

 

02.01  Rita De Bont (VB): Mevrouw de minister, led-lampjes worden meer en meer naar voren geschoven als een ideaal alternatief voor gloeilampen met het oog op energiebesparingen en uit milieuoverwegingen. Een recente studie van het Anses, l’Agence national française de sécurité sanitaire, de l’alimentation, de l’environnement et du travail, wijst uit dat er medische risico’s zijn verbonden aan het gebruik van bepaalde led-lampen, meer bepaald het witte licht. Dit witte licht zou bekomen worden door een blauwe led aan een gele fosfaat te koppelen. Deze blauwe led zou problematisch kunnen zijn omdat zij een gevaarlijke invloed uitoefent op de retina wat op cellulair niveau tot een stresssituatie kan leiden, meer bepaald in de hersencellen. Vooral kinderen zouden daarvan nadelige gevolgen kunnen ondervinden. Ook huidziektes worden er mogelijk door gestimuleerd.

 

Is de minister op de hoogte van mogelijke nadelige gevolgen op de gezondheid van witte led-lampen?

 

Worden er ook bij ons onderzoeken verricht naar de mogelijke gezondheidsrisico’s verbonden aan led-lampen? Voorziet men in zulke onderzoeken?

 

Worden er maatregelen getroffen om te voorkomen dat deze lampen massaal de klassieke lampen vervangen vooraleer men meer zekerheid heeft over de eventueel daaraan verbonden risico’s?

 

Worden sommige doelgroepen verwittigd of gecontacteerd om het gebruik van deze lampen voorlopig af te raden?

 

02.02 Minister Sabine Laruelle: Mijnheer de voorzitter, mevrouw De Bont, ik heb veel bevoegdheden, maar ik ben niet bevoegd voor Volksgezondheid, Energie of Economie, maar wel voor de voedselveiligheid.

 

Ik zal een antwoord geven op een deel van uw vragen, maar ik kan niet al uw vragen beantwoorden.

 

De voorzitter: Vroeger verzamelde men de antwoorden op het niveau van de regering en deelde men ze mee aan het Parlement. Sinds een aantal jaren worden we geconfronteerd met een situatie waarbij een parlementslid in elke commissie een aparte minister moet ondervragen.

 

02.03 Minister Sabine Laruelle: Mijnheer de voorzitter, ik heb aan de commissiesecretaris gevraagd waarom ik op die vraag moest antwoorden, omdat ik bijna niet bevoegd ben.

 

Ik zal antwoorden wat de voedselveiligheid betreft. Onderzoek is geen bevoegdheid van de federale regering, maar wel van de gewestregeringen.

 

In antwoord op uw eerste vraag kan ik u alvast meedelen dat wij niet werden geïnterpelleerd met betrekking tot de risico’s van de led-lampen inzake volksgezondheid en/of veiligheid van de voedselketen. De verlichtingssystemen met lichtuitstralende dioden zijn in volle technologische en economische ontwikkeling.

 

De meest gangbare en momenteel economisch meest rendabele techniek is diegene die een blauwe led koppelt aan een gele fosfor. Het zijn deze leds die het voorwerp hebben uitgemaakt van de expertise van het Anses.

 

De gezondheidsrisico’s van led-verlichting zijn het resultaat van, enerzijds, een heel grote densiteit van het intens verlichte oppervlakte afkomstig van een heel kleine bron en, anderzijds, het gebruik van lichten in een emissiespectrum dat rijk is aan blauw licht, met andere woorden op korte afstand van golven dichtbij het ultraviolet.

 

Noch de POD Wetenschapsbeleid noch de FOD Volksgezondheid DG4 financiert op dit moment onderzoeksprojecten omtrent de impact op de gezondheid van het gebruik van led-verlichtingssystemen.

 

De problematiek die u aanhaalt, valt onder de medische aanpak. Er worden inderdaad biologische effecten op het netvlies vermeld, net als een ontregeling van de biologische klok, verstoringen van de pupilcontracties en risico’s verbonden aan de flikkering van led-licht.

 

02.04  Rita De Bont (VB): Mevrouw de minister, ik kan uit uw antwoord afleiden dat, voor zover u weet, hiernaar niet meer onderzoek wordt uitgevoerd. Het is misschien beter om minister Onkelinx te contacteren en indien er meer bewijzen van negatieve effecten zouden zijn, terug te komen naar u, om maatregelen te treffen, en natuurlijk ook naar de Gemeenschappen. In Frankrijk beveelt men aan om vooral in crèches dat licht voorlopig niet te gebruiken, omdat kinderen het meest kwetsbaar zijn. Dat is dan weer een andere bevoegdheid.

 

02.05 Minister Sabine Laruelle: Het is meer een problematiek van volksgezondheid, dan van de veiligheid van de voedselketen.

 

De voorzitter: Wat u betreft is het incident gesloten, mevrouw de minister, maar minister Onkelinx zal daarover nog ondervraagd worden.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Vraag van de heer Bert Wollants aan de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid over "de controle op thuisslachtingen tijdens het offerfeest" (nr. 763)

03 Question de M. Bert Wollants à la ministre des PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de la Politique scientifique sur "le contrôle des abattages à domicile lors de la fête du sacrifice" (n° 763)

 

03.01  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, op 16 november 2010 vindt het jaarlijkse offerfeest plaats. De wet schrijft ter zake een reeks maatregelen voor betreffende de slachtplaatsen, het verhandelen en het vervoeren van slachtdieren.

 

Artikel 1 van het koninklijk besluit van 11 februari 1988 betreffende sommige, door een religieuze ritus voorgeschreven, slachtingen bepaalt dat dergelijke slachtingen van runderen, schapen en geiten slechts mogen plaatsvinden in een openbaar of privéslachthuis of in inrichtingen die daartoe tijdelijk zijn erkend.

 

De tijdelijke erkenning betreft gedelokaliseerde privéslachtingen voor eigen consumptie en niet voor handelsdoeleinden. De slachtingen worden door erkende offeraars uitgevoerd. Privéslachtingen thuis zijn strikt verboden.

 

Ten eerste, zijn er gerichte controles op de naleving van voornoemde reglementering? Beschikt u over de nodige middelen om de naleving te controleren? Hoe zal de controle gebeuren?

 

Ten tweede, komen er ook controles op illegale, rituele thuisslachtingen?

 

03.02 Minister Sabine Laruelle: De provinciale controle-eenheden, PCE, van het FAVV hebben alle operatoren en inrichtingen die een aanvraag hebben ingediend voor tijdelijke erkenning op voorhand bezocht in het kader van de erkenning. Gelijktijdig coördineert de nationale opsporingseenheid van het FAVV een schapenactie in samenwerking met de agenten van de PCE’s. De schapenactie loopt gedurende de twee eerste weken van november. Hierbij wordt een verscherpt toezicht uitgeoefend op de identificatie en registratie, dierenwelzijn, sluikslachtingen, vaccinatie, blauwtong en het vervoer en de handel van kleine herkauwers.

 

In de dagen voorafgaand aan het Offerfeest wordt het toezicht op de handel en het vervoer nog verscherpt en wordt een bijzondere klemtoon gelegd op de intracommunautaire handel van de kleine herkauwers. Op de dagen van het Offerfeest wordt er vanuit de provinciale controle-eenheden toezicht gehouden op het correct functioneren van de tijdelijk erkende inrichtingen. Hiervoor worden per provinciale eenheid naar gelang van het aantal erkende tijdelijke inrichtingen ruim voldoende mensen ingezet. Daarenboven kunnen, wanneer er zich problemen voordoen, de provinciale controle-eenheden autonoom bijkomende agenten inzetten.

 

Wat uw volgende vraag betreft, de geldende wetgeving laat het FAVV niet toe rechtstreeks op het privéadres van de inwoners op te treden, behalve op formele aanvraag van een magistraat.

 

03.03  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, ik denk dat het toezicht zeker goed gebeurt en wij daarmee zeker verder kunnen.

 

De illegale thuisslachtingen kunnen wij, als ik het goed begrijp, niet aanpakken. Wij kunnen pas achteraf vaststellen dat ze eventueel hebben plaatsgevonden.

 

03.04 Minister Sabine Laruelle: Het FAVV kan niet controleren of illegale praktijken privé hebben plaatsgevonden.

 

De voorzitter: Uit mijn ervaring op het terrein weet ik dat de politie dat perfect kan doen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

Vraag nr. 436 van mevrouw Kattrin Jadin is geschrapt.

 

04 Questions jointes de

- Mme Zoé Genot au ministre des Pensions et des Grandes villes sur "la politique des grandes villes" (n° 219)

- Mme Karin Temmerman au ministre des Pensions et des Grandes villes sur "le Fonds des grandes villes" (n° 512)

04 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Zoé Genot aan de minister van Pensioenen en Grote Steden over "het grootstedenbeleid" (nr. 219)

- mevrouw Karin Temmerman aan de minister van Pensioenen en Grote Steden over "het Grootstedenfonds" (nr. 512)

 

04.01  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik dank u hartelijk om op mij te hebben willen wachten. Zoals u hebt gehoord, ben ik in de gangen van het Parlement verloren gelopen. Ik begin het echter te leren.

 

Door het uitblijven van een nieuwe regering dreigen nu ook de steden enkele belangrijke subsidies te verliezen.

 

U had al beloofd de contracten voor nieuwe projecten in het kader van het grootstedenbeleid op de agenda van de Ministerraad van maart 2010 te zullen plaatsen.

 

Om onduidelijke redenen is zulks toen niet gebeurd. Door de val van de regering werd het grootstedenbeleid uiteraard een lopende zaak.

 

Door de val van de regering kunnen er aan nieuwe projecten geen subsidies meer worden toegewezen. De nieuwe projecten zijn er in het kader van de verkleining van de ecologische voetafdruk van de steden nota bene op aandringen van uzelf gekomen. Er zijn echt wel speciale inspanningen gedaan om de nieuwe projecten te kunnen indienen.

 

Een aantal zaken is al opgestart, onder andere in de stad waar ik vandaan kom. De betrokken steden krijgen echter de daartoe beloofde subsidies niet meer. Voor de stad Gent betekent zulks een verlies van een aanzienlijk bedrag in euro.

 

De enige mogelijkheid die de steden hebben, is dat het bedrag naar een bestaand project zou worden doorgeschoven, zodat zelfs de nieuwe projecten, hoewel ze niet zijn goedgekeurd, toch zouden kunnen starten.

 

Daarom heb ik de volgende vragen.

 

Bent u bereid het geld dat voor de nieuwe projecten was uitgetrokken, naar bestaande projecten door te schuiven?

 

Bent u bereid om naar analogie van de preventie- en veiligheidscontracten ook voor het grootstedenbeleid een verlenging van zes maanden toe te staan?

 

04.02  Michel Daerden, ministre: Monsieur le président, chère collègue, que puis-je vous dire?

 

Je viens de déposer un dossier au Conseil des ministres dans lequel je propose de prolonger – notez bien ce mot – le délai d'engagement budgétaire des avenants 2010 jusqu'au 30 juin 2011.

 

Parlons d'abord de 2010 car on n'arrive pas à engager des projets pour l'année suivante.

Je viens de demander une prolongation des contrats 2010 pour 2011, pour les projets en cours et ce pour six mois. Je suis donc tout à fait dans la logique de votre demande. Je vais plus loin même: les 2010 non exécutés seront reportés jusqu'au 30 juin 2011.

 

Je tiens également à vous dire la chose suivante.

 

Ik ben tevreden dat ik 60 van de 68 miljoen euro heb gekregen die was gebudgetteerd voor de grotestedendossiers. Momenteel probeer ik een verlenging tot 2011 te bekomen. Daarna zal ik de eventuele bestemming van de beschikbare saldo’s onderzoeken. Hebt u dat goed begrepen?

 

04.03  Karin Temmerman (sp.a): Ik denk het. Als ik het goed begrepen heb, gaat het over de bestaande en niet over de nieuwe projecten. U laat echter toch nog een opening. Heb ik het goed begrepen dat, mochten er budgetten zijn, er daar nog budgetten zullen bijkomen?

 

04.04  Michel Daerden, ministre: Madame, le dossier des grandes villes est le pire qui soit!

 

04.05  Karin Temmerman (sp.a): Pas notre dossier!

 

04.06  Michel Daerden, ministre: Non, je parle en général. C'est une matière que tout le monde veut régionaliser. Je me bats comme un fou pour essayer de conserver un peu de matière au fédéral. Pour 2010, j'ai dû passer trois fois au Conseil des ministres pour obtenir ce que nous avons eu. C'est pourquoi je vous ai expliqué en néerlandais que j'étais très heureux d'avoir reçu 60 des 68 millions. Je suis donc conscient qu'il en reste huit. Croyez-moi, le ministre que vous avez en face de vous ne demande qu'une chose, c'est de les utiliser.

 

À mon avis, pour les nouveaux dossiers, c'est impossible! Mais pourquoi ne pas reporter cette somme sur d'anciens dossiers? Je pense que ce serait intéressant. Si on pouvait déjà engager 2011, ce ne serait pas plus mal pour la gestion des villes.

 

Qu'ai-je choisi? J'ai opté pour la prolongation. C'est le combat que je mène maintenant. Je vais essayer, je le dis avec modestie, de le réussir. Quand celui-là sera terminé, je pourrai encore m'occuper du solde.

 

Croyez bien que j'emploie toute ma force pour tenter de vous donner satisfaction!

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

La réunion publique de commission est levée à 14.37 heures.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 14.37 uur.