Commission de l'Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique

Commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt

 

du

 

Mercredi 10 novembre 2010

 

Matin

 

______

 

 

van

 

Woensdag 10 november 2010

 

Voormiddag

 

______

 

 


De vergadering wordt geopend om 11.42 uur en voorgezeten door de heer Ben Weyts.

La séance est ouverte à 11.42 heures et présidée par M. Ben Weyts.

 

01 Vraag van de heer Gerolf Annemans aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie-en asielbeleid, over "de noodscenario indien de regering vaststelt dat de vorming van een nieuwe regering niet vlot" (nr. 365)

01 Question de M. Gerolf Annemans au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "le scénario d'urgence si le gouvernement constate l'échec de la formation d'un nouveau gouvernement" (n° 365)

 

01.01  Gerolf Annemans (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, ik neem aan dat u the time of your life doormaakt. Als dat zo is – ik zou het misschien ook doen – probeert u dat zo lang mogelijk te rekken, of probeert u zich in ieder geval goed voor te bereiden op de dagen die komen en die misschien nog meer plezier zullen verschaffen aan een premier in lopende zaken die hoe dan ook geacht wordt premier te zijn van het land, en dit vooralsnog een tijdje zal blijven.

 

Ik kan begrijpen dat u hebt laten nakijken hoe dit verder moet worden geregeld, als het sociaal overleg moet beginnen, als de begroting of zelfs de begrotingscontrole volgend jaar aan de orde is, wie weet. Ik was niet zo heel verbaasd toen ik in de pers las dat u een nota had laten maken.

 

In de hele pers, Het Laatste Nieuws, Het Nieuwsblad, De Morgen, De Standaard, is er sprake van twee sporen. Het lijkt wel een mededeling te zijn geweest. Enerzijds is er de uitbreiding van de bevoegdheden van de regering in lopende zaken en anderzijds de installatie van een noodregering die volheid van bevoegdheid zou hebben en op basis daarvan verder zou kunnen werken.

 

Alleen in Het Nieuwsblad heb ik het volgende gelezen: “Het is een juridisch document over de verhouding van een regering in lopende zaken tot het Parlement. Interessante lectuur, meer niet, luidt het op het kabinet van Leterme.” Er werd niet bij vermeld of u het zelf zei; vandaar dat ik verplicht was deze vraag te stellen. Het is niet zo heel duidelijk. Ik heb de eer om u hierover zelf te ondervragen.

 

Ik heb zelf een map teruggevonden met alle nota’s, zelfs nog van in de tijd dat u hier samen met mij fractievoorzitter was, over lopende zaken in de Kamer.

 

01.02 Eerste minister Yves Leterme: (…)

 

01.03  Gerolf Annemans (VB): Het is wederzijds, mijnheer de eerste minister.

 

Daarin hebben wij toen al een vaste rechtspraak over lopende zaken doen ontwikkelen. Dat werd in 2007 voortgezet, naar aanleiding van speciale gevallen, mijnheer Landuyt.

 

01.04 Eerste minister Yves Leterme: 2010 was een topjaar voor de Belgische atletiek.

 

01.05  Gerolf Annemans (VB): Ja. Ik denk ook dat het land er nu beter aan toe is dan in de tijd dat het werd geregeerd door een regering met volheid van bevoegdheid. Misschien moeten wij aan de koninklijke ‘ik weet niet wat allemaal’ wel vragen om zo traag mogelijk te werken, zodat het land goed loopt.

 

Ik heb hier een pak nota’s van 2007 en daarna. Zijn het die nota’s waarover u aan Het Nieuwsblad lapidair hebt gezegd dat het interessante lectuur was? Dat is een beschrijving, stricto sensu, van wat de regering in lopende zaken mag doen, alleen hoogdringende zaken.

 

Deze twee elementen, uitbreiding van bevoegdheid en volheid van bevoegdheid, zouden moeten worden geduld door een koninklijk ‘ik weet niet wat allemaal’ die met het communautaire bezig is. Een soort Verhofstadtmodel dat nadien door Leterme wordt overgenomen; men evacueert het communautaire en men heeft een regering met volle bevoegdheid.

 

Als daarover nota’s bestaan, dan zou ik die ook graag lezen. Ik neem aan dat ook de rest van het land die graag zou lezen. Wat is het nu precies? Ik ben zeer benieuwd naar uw antwoord.

 

01.06 Eerste minister Yves Leterme: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Annemans, ik kan daarin heel duidelijk zijn. Ik heb op een bepaald moment – ik denk eind september – gevraagd aan de juridische dienst, of de studiedienst, van de Kanselarij om voor mij een nota te maken over de precieze positie van een regering in lopende zaken, vooral met betrekking tot de indiening van wetsontwerpen.

 

De Kanselarij heeft een nota van drie bladzijden geproduceerd, waarvan twee bladzijden effectief te maken hebben met de omschrijving van een regering in lopende zaken. Daar staan geen andere zaken in dan degene die men verwacht, over de indiening van wetsontwerpen en de bekrachtiging van wetten. Daarnaast is er ook een kort studie-element over wat er in het verleden kon worden vastgesteld inzake de controle door het Parlement op de werkzaamheden van een regering in lopende zaken.

 

Ondertussen is er over de verschillende punten een modus vivendi gevonden met uw Vergadering. Ik meen mij trouwens te herinneren dat wij het daarover in de Conferentie van voorzitters nog gehad hebben. Het ging toen over het stellen van vragen in commissies, zoals dat bij deze gebeurt. Er is in de nota eigenlijk nauwelijks sprake van een regering met een beperkt programma, van een noodregering of van een regering in lopende zaken plus, tenzij over zaken die wij allemaal weten. Er is dus een nota, van 5 oktober, met twee bladzijden over lopende zaken en met een korte alinea over een tijdelijke regering. Ik citeer: “Een noodregering impliceert de benoeming van een nieuwe regering, een nieuwe regeringsverklaring en het vragen van het vertrouwen aan de Kamer.” Dat zijn zaken die wij weten.

 

Much ado about nearly nothing.

 

01.07  Gerolf Annemans (VB): Mijnheer de eerste minister, zoals steeds geloof ik u blindelings. Ik zal u dus niet vragen – tenzij u dat vrijwillig zou willen doen – om in het kader van de openbaarheid van bestuur die nota aan de commissiediensten te bezorgen, zodat het Parlement kan nagaan hoever u daarin bent gegaan.

 

01.08 Eerste minister Yves Leterme: Ik wil de nota voorlezen. Het eerste punt betreft een regering in lopende zaken. “De regering werkt verder zoals zij momenteel werkt, met naleving van de circulaire van 26 april 2010. Voor wat het indienen van wetsontwerpen betreft, zijn er drie pistes. Ten eerste, het volgen van een procedure zoals voorzien in de Conferentie van voorzitters van 26 september 2007 en de motivering dat het ontwerp inhoudelijk past binnen lopende zaken. Ten tweede, werken met een lijst van ontwerpen.” Op 27 september heb ik dat gedaan en de lijst geadresseerd aan de voorzitter van de Kamer en trouwens ook voor een deel aan de voorzitter van de Senaat. Het betreft immers bicamerale zaken, zoals verdragen, omzettingen van richtlijnen, het Beneluxverdrag en dergelijke. “Het overmaken van een lijst van wetsontwerpen waarvan de regering van mening is dat de parlementaire behandeling van deze wetsontwerpen aangevat zou moeten worden.” Daarna volgt over welke wetsontwerpen het gaat. De vraag om te voorzien in een oplossing werd verdaagd tot 5 oktober. “Er wordt voorgesteld om voor deze verschillende wetsontwerpen ten overvloede te wijzen op hun dringend karakter om ze mee in te dienen.”

 

01.09  Gerolf Annemans (VB): Dat was op mijn verzoek.

 

01.10 Eerste minister Yves Leterme: Dat was op uw verzoek en dat is intussen gebeurd.

 

“Ten derde, er kan worden gesteld dat de leer van lopende zaken niet van toepassing is op handelingen van de regering als tak van de wetgevende macht, aangezien het Parlement steeds kan beslissen om al dan niet in te stemmen met door de regering ingediende wetsontwerpen. Dat is een theoretische benadering waarvoor in de praktijk dient te blijken of deze steeds politiek haalbaar is.” Het Parlement beslist uiteindelijk wat al dan niet valt onder lopende zaken door al dan niet zijn goedkeuring te verlenen aan wetsontwerpen.

 

“Wat de bekrachtiging betreft, kan worden gesteld dat de regering de door haar ingediende wetsontwerpen ook bekrachtigt. Wat de voorstellen betreft, lijkt hetzelfde principe gehanteerd te moeten worden. Een ontslagnemende regering kan er verantwoordelijkheid voor nemen dat de Koning de door de Kamers gestemde wet bekrachtigt. Zij doet dit meestal ook, doch zij kan er niet toe worden verplicht. Bekrachtigt zij niet, dan blijft de wet liggen tot de nieuwe regering die wel het vertrouwen van de Kamer geniet, haar bekrachtigt”. Voorts is er een verwijzing naar de rechtsleer, namelijk Velaers en Peeters in een publicatie van 2008 bij Kluwer.

 

Aangaande de controle op de handelingen van de regering wordt de modus vivendi van 2007 beschreven, waarbij mondelinge vragen in de commissie worden gesteld. Uiteraard hebben wij met het Parlement niet veel meer dan dat te zien. Wij hebben geen vertrouwen gekregen van dit Parlement en worden daar ook niet geïnterpelleerd.

 

Ten slotte, aangaande het optreden van de uitvoerende macht, het volgende: “Wat de KB’s betreft, blijft de theorie van de lopende zaken onverkort van toepassing. Een te verkennen mogelijkheid kan erin bestaan dat het Parlement via een resolutie een duidelijk kader zou bieden aan de regering om in specifieke gevallen op te treden met verwijzing naar de rechtsleer. Het is belangrijk om de nodige terughoudendheid aan de dag te leggen om te vermijden dat de wetgevende macht zich op het terrein van de uitvoerende macht begeeft. Ook hier dient een parlementaire verantwoording te bestaan. Deze ‘aanbeveling van het Parlement’ kan dan ook een element betekenen bij de beoordeling door de rechter of de Raad van State of een akte van de uitvoerende macht verzoenbaar is met de theorie van de lopende zaken. Anderzijds zijn resoluties juridisch niet bindend en stelt zich de vraag wat het Parlement kan ondernemen tegen een ontslagnemende regering die in gebreke zou blijven bij de uitvoering van de betrokken resolutie.”

 

Dat is de nota waarvan sprake.

 

01.11  Gerolf Annemans (VB): Ik neem aan dat de nota in het verslag wordt opgenomen?

 

De voorzitter: Die wordt volledig opgenomen in het verslag.

 

01.12  Gerolf Annemans (VB): Ik neem ook aan dat dit het enige document is waarover het kon gaan in de pers.

 

Ik stel ook vast dat eensluidend in de pers de onderzoeken naar voren kwamen naar twee pistes met betrekking tot wat een regering kan doen.

 

Ik citeer nogmaals: “Op twee mogelijkheden onderzocht: een uitbreiding van de bevoegdheden van een regering in lopende zaken of de installatie van een noodregering met volwaardige bevoegdheid.” Stricto sensu ging het daar dus niet over. Het ging daar alleen maar op een onrechtstreekse manier over, namelijk wanneer u hebt onderzocht of het mogelijk is om een soort van volheid van bevoegdheden te creëren door middel van de constructie dat een Parlement sowieso bevoegd is om wetten te maken. Ik herhaal dat dit niet op die manier in die nota staat. Ik zal dat eens aandachtig bestuderen. U weet dat ik de zaak van nabij volg, maar dat is geen mogelijkheid om verder te gaan dan wat strikt noodzakelijk en dringend is.

 

Dit is ook in een paar politieke debatten ter sprake gekomen en in een mededeling van de N-VA die zich bereid had verklaard om een soort van gedoogbeleid te creëren ten aanzien van uw regering. Het kan niet zo zijn dat wij hier met normale wetten gaan werken in dit Parlement waarvoor u dan als regering in lopende zaken de handtekening van de Koning gaat versieren onder het motto: “Wat het Parlement doet, kan het sowieso doen.” Dat is niet waar. Zo zit het niet in mekaar. De Grondwet staat u alleen toe om te doen wat noodzakelijk en dringend is, en dat moet u dan ook nog motiveren.

 

Er wordt gezocht naar een constructie, en dan nog via een resolutie van de Kamer die een soort volmacht zou geven om toch verder te gaan dan wat strikt noodzakelijk en dringend is. Er is de waarschuwing dat zo’n resolutie u niet helemaal indekt voor wat u niet mag doen inzake KB’s enzovoort. Ik zal dit eens van nabij bekijken, want het blijft intrigerend. Waarschijnlijk heeft de pers wat overdreven en gaat het enkel over kabinettenpraat en praat achter de schermen, maar uw nota stelt mij niet helemaal gerust over het feit dat het alleen maar gaat over een herinnering aan de rechtsleer en de rechtspraak inzake lopende zaken, want die is vrij simpel. Alleen wat dringend en hypernoodzakelijk is, kan, maar zeker niet dat wat het Parlement noodzakelijk vindt onder invloed van allerlei partijen die mekaar in dit Parlement vinden om volheid-van-bevoegdheidswetten te maken en die via een regering van lopende zaken naar de Koning te brengen. Dit kan helemaal niet en wij zetten daar een vergrootglas op, wees daar maar zeker van.

 

Doe ook de groeten aan uw partijvoorzitter, mijnheer de voorzitter. Nogmaals, op deze aangelegenheid zet ik een vergrootglas.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Vraag van de heer Peter Luykx aan de eerste Minister, belast met de Coördinatie van het Migratie-en asielbeleid, over "het onderhoud met de Nederlandse regeringsleider Mark Rutte over de IJzeren Rijn" (nr. 469)

02 Question de M. Peter Luykx au premier Ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "l'entretien avec le premier ministre néerlandais Mark Rutte concernant le Rhin de fer" (n° 469)

 

02.01  Peter Luykx (N-VA): Mijnheer de eerste minister, dit dossier loopt natuurlijk al enkele jaren. In maart van dit jaar heb ik daarover minister Vervotte nog enkele vragen gesteld. Zij drukte toen het bezwaar uit dat Nederland op dat moment een regering van lopende zaken had, wat de besprekingen wat moeilijker maakte. Nu zijn de rollen omgekeerd. Ik hoop niet dat dit vandaag een probleem zal vormen, des te meer omdat in vergelijking met enkele jaren geleden het aantal dissonante standpunten en geluiden rond dit dossier blijkbaar wat zijn afgenomen. De omstandigheden zijn gunstig. We hoorden onlangs bij monde van minister-president Rudy Demotte dat Wallonië zich niet langer verzet tegen de IJzeren Rijn. Ook Deutsche Bahn zegt bij monde van Karl-Friedrich Rausch dat er geen bezwaren zijn, in tegenstelling tot persberichten van een jaar eerder, en dat zij dit project de volle steun geven.

 

U zag niet alleen uw collega uit Nederland, de heer Mark Rutte, maar ook mevrouw Merkel onlangs, op 3 november. Ook zij kon het belang van de IJzeren Rijn enkel beamen. Ik keek dan ook met meer dan gewone belangstelling uit naar uw verslag, de informatie die u kunt geven naar aanleiding van uw ontmoeting met regeringsleider Mark Rutte in Brussel. Welke aspecten met betrekking tot de IJzeren Rijn werden tijdens uw onderhoud aangekaart? Welk standpunt neemt de Nederlandse regering vandaag in met betrekking tot de reactivering? Heeft zij hierover engagementen uitgesproken? Werd er een agenda afgesproken om het dossier op hopelijk korte termijn verder te concretiseren? Ik dank u bij voorbaat voor uw antwoord.

 

02.02 Eerste minister Yves Leterme: Mijnheer de voorzitter, ik dank de heer Luykx voor de vraag omdat ze werkelijk een groot belang heeft voor onze economie en voor de ‘aangelande’ bevolking – als ik het zo mag uitdrukken – in Nederlands en Belgisch Limburg en in Nordrhein-Westfalen. Mijn basishouding, een persoonlijke houding die ik heb ingenomen als voorzitter van de Vlaamse regering en als Belgische regeringsleider, is dat in het kader van het verbeteren van de modal shift van de haven van Antwerpen, het containervervoer en het bulkvervoer aan land, het creëren van extra overslag- en transportmogelijkheden over het spoor op middellange en lange termijn een heel belangrijk element is.

 

Ik ben mij heel goed bewust van de reticenties op het terrein, van het feit dat dit een zeer delicaat dossier is, zowel in Nordrhein-Westfalen als in Belgisch Limburg bij de betrokken gemeentebesturen. Laat ons de zaken stellen zoals ze zijn; op het historisch tracé, zoals het in het dossier wordt genoemd – een beetje vergelijkbaar met het tracé tussen De Panne en Duinkerke – zijn sindsdien zowel formeel als informeel bepaalde zaken gebeurd. Daar zijn huizen gebouwd. Er zijn situaties op het vlak van ruimtelijke ordening gecreëerd. Het gaat niet alleen om reglementaire, maar ook om feitelijke situaties, die soms wel wat knelpunten opleveren voor het samengaan van een sterke exploitatie van die spooras met een ecologische levenskwaliteit in de onmiddellijke omgeving.

 

Het is mijn persoonlijke overtuiging dat wij om economische redenen, redenen van transporteconomie, met dat project moeten doorgaan. Daarnaast moeten wij rekening houden met alle gevoeligheden.

 

Het klopt dat ik zowel in het gesprek met collega Rutte, in het gesprek met collega Merkel als deze week in het gesprek met mijn goede vriend Christian Wulff, die president van de Duitse Bondsrepubliek is geworden, dat dossier heb aangebracht.

 

Uiteraard was het bezoek van de heer Rutte een aantredebezoek. Dat is geen bezoek waarop men onderhandelt en conclusies trekt.

 

In dat gesprek heb ik het dossier van de IJzeren Rijn en de Scheldeverdieping aangekaart. In het dossier van de IJzeren Rijn heb ik verwezen naar het scheidsrechterlijk besluit.

 

U weet dat op een bepaald moment om een arbitrage is gevraagd om een uitsluitsel te geven over de gerechtigheid van onze historische aanspraak op basis van de ter zake geldende verdragsrechtelijke bepalingen. Er is een uitspraak gebeurd en ik heb gevraagd of de nieuwe regering bereid was zich te schikken naar die uitkomst. De heer Rutte heeft bevestigd dat de Nederlandse regering dat besluit wenste te respecteren en open stond om dat dossier de komende tijd te bespreken.

 

Met mevrouw Merkel heb ik het vooral gehad over het feit dat wij zeer sterk op onze rechten blijven staan met betrekking tot het historisch tracé. In Limburg gaat het vooral over een ecologisch waardevol gebied. In Nordrhein-Westfalen zijn er een aantal samenlevingsproblemen, met de realiteit dat in een aantal dorpen het tracé door bebouwd gebied gaat.

 

Mevrouw Merkel heeft nogmaals herhaald dat zij op het niveau van de Deutsche Bundesbahn bereid was om het historisch tracé gestand te doen. Ondertussen is er wel een discussie over Nordrhein-Westfalen, waar het alternatief van de A52 is gesuggereerd, een ander tracé dan het historisch tracé.

 

Ik heb nogmaals herhaald dat wij op het respecteren van het historisch tracé staan, wetende dat wij her en der aanpassingen zullen moeten doen.

 

Ik heb die standpunten namens de Belgische regering ingenomen, goed wetende dat wij een federaal land met gefedereerde entiteiten zijn die ook hun zeg hebben, zeker rebus sic stantibus en misschien nog meer in de toekomst wanneer er een uitkomst is inzake de betrokkenheid van de Gewesten in grote infrastructuurwerken, ook met betrekking tot het spoorvervoer.

 

Ik heb hetzelfde discours gehouden bij de heer Wulff.

 

Ik kan u ook zeggen wat ik ondertussen nog heb gedaan. Gisteren heb ik een gesprek gehad met de federale minister van Overheidsbedrijven. Ik zal ook nog spreken met de staatssecretaris voor Mobiliteit.

 

Ik ben van plan om de komende dagen na te gaan of het nuttig is om met de nieuwe deelstaatregering in Nordrhein-Westfalen contact op te nemen, specifiek over dat dossier. Ik begrijp dat de regering van mevrouw Kraft in Nordrhein-Westfalen, ook met een nieuwe minister van Verkeer, het regeringswerk nog moet aanvatten. Zij starten pas. Ik ben evenwel van plan om, in overleg met de betrokken collega’s van de federale regering, heel binnenkort een overleg te vragen met de nieuwe regering van Nordrhein-Westfalen om na te gaan hoe dat dossier verder geactiveerd kan worden. Nogmaals, ik weet dat het een delicaat dossier is waarover verschillende meningen bestaan. Volgens mij is de reactivering van de IJzeren Rijn een van de middelen om op vervoerseconomisch vlak een oplossing te bieden aan het hinterlandprobleem dat Antwerpen kent. Dat hinterlandprobleem zal overigens niet alleen met de Lange Wapper opgelost zijn.

 

De voorzitter: Mijnheer de eerste minister, bedankt voor dat uitvoerig antwoord.

 

02.03  Peter Luykx (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, ik ben blij dat u het belang blijft onderschrijven van de IJzeren Rijn, zowel voor Antwerpen als Limburg, maar eigenlijk voor Vlaanderen.

 

Ik heb alle begrip voor de mogelijke problemen die de maatschappelijke impact van dat historisch tracé met zich meebrengt. Ik heb begrepen dat er ook al veel overleg plaatsvindt op lokale basis, met de burgemeesters in de Kempen en de burgemeesters in Noord-Limburg. Net zoals in Duitsland, moeten ook onze burgemeesters de mogelijke impact daarvan kunnen inschatten. De kostprijs moet dan ook mee in rekening gebracht worden.

 

Belangrijk is dat het ook uitgevoerd wordt, en snel. Het is misschien wel nuttig om in het achterhoofd te houden dat de druk toch wel wat toeneemt. Ik verwijs naar een speech van de heer Kallas in Brussel: “Towards better rail services in Europe.” Daarbij kondigt hij aan dat de Europese subsidies voor dat dossier met 4,5 miljoen euro gereduceerd kunnen worden indien er geen strikte timing gerespecteerd wordt. Dat is toch een stok achter de deur die volgens mij zeker gebruikt moet worden om dit dossier op de rails te zetten.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.04 uur.

La réunion publique de commission est levée à 12.04 heures.