Commission de l'Intérieur, des Affaires générales et de
la Fonction publique |
Commissie
voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt |
du Mardi 9 novembre 2010 Après-midi ______ |
van Dinsdag 9 november 2010 Namiddag ______ |
De vergadering wordt geopend om 16.06 uur en voorgezeten door de heer Ben Weyts.
La séance est ouverte à 16.06 heures et présidée par M. Ben Weyts.
01 Vraag van de heer Theo Francken aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "het uitwijzingsbeleid ten aanzien van Afghanen" (nr. 439)
01 Question de M. Theo Francken au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "la politique d'expulsions appliquée à l'égard des Afghans" (n° 439)
01.01 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik heb mij vergist. Een aantal weken geleden kreeg ik een mail van iemand die mij liet weten dat Wathelet niet meer repatrieerde naar Afghanistan. Meer nog, staatssecretaris Wathelet hield geen rekening met Dublin; hij stuurde ook al geen Afghanen meer terug naar Griekenland, want Griekenland wijst wel uit naar Afghanistan. De alarmbel werd geluid en ik besloot dat te onderzoeken en daar een vraag over te stellen, wat ik ook heb gedaan.
De voorbije weken is de situatie in Griekenland heel sterk in de actualiteit gekomen met de erbarmelijke omstandigheden waarin kandidaat-vluchtelingen worden opgevangen en de manier waarop zij worden behandeld. Het leek mij dus een goede beslissing Afghanen niet terug te drijven naar Griekenland. Dat is een goede zaak en ik sta daar eigenlijk achter; momenteel is dat niet verantwoord. Het is uw discretionaire bevoegdheid als staatssecretaris om dat te beslissen. Toch wens ik u een aantal vragen te stellen.
Waarom nam u deze beslissing? Geldt dit voor alle Afghanen en alle provincies in Afghanistan? Gaf u daarbij de instructie aan de Dienst Vreemdelingenzaken om deze aanvragen ook allemaal volledig in België af te handelen en dus geen Dublindoorverwijzing te organiseren? Of betreft de instructie een louter tijdelijke opschorting tot de situatie in Griekenland evolueert en zij deze asielaanvragen alsnog zouden kunnen behandelen?
Wanneer zal u deze beslissing intrekken? Wat zijn de voorwaarden voor intrekking om terug naar Afghanistan te repatriëren en om terug te leiden naar Griekenland?
Zijn er nog andere Dublinlanden waarvoor u een gelijkaardige instructie gaf en waar dus niet naar mag worden teruggedreven? Zo ja, welke en waarom?
Behalve Griekenland zijn er een aantal andere Europese landen die repatriëren naar een aantal Afghaanse provincies. U kan zeggen dat u ze niet terugstuurt naar Griekenland, want Griekenland stuurt ze terug naar Afghanistan en u wilt niet dat ze daar verzeild geraken. In dat geval kunt u ook zeggen ze niet terug te sturen naar Nederland of Duitsland of andere landen die ook naar Afghanistan repatriëren.
Zijn er nog andere landen waarvoor u een gelijkaardige instructie gaf? Zo ja, welke en waarom? Wordt er op dit moment bijvoorbeeld naar Irak gerepatrieerd?
01.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Recent heb ik een brief gekregen van het Europees Hof van de Rechten van de Mens met de melding dat alle geplande transfers naar Griekenland in het kader van Dublin II zullen worden opgeschort. Dat gebeurt in afwachting van een uitspraak van het Hof in 2010-begin 2011 over de mogelijkheid van lidstaten van de Europese Unie om asielzoekers naar Griekenland over te dragen.
Ik deel u verder ook nog mee dat er dit jaar al 135 zaken en opschortingsmaatregelen werden opgelegd door het Europees Hof van de Rechten van de Mens voor overdrachten naar Griekenland. In afwachting van die uitspraken heb ik naar het voorbeeld van het VK, Nederland, Noorwegen en andere Europese landen, beslist om geen transfers meer uit te voeren naar Griekenland. Die beslissing geldt voor alle nationaliteiten.
Daarnaast wijs ik u erop dat ook recente rapporten, waaronder dat van de Speciale Rapporteur van de Verenigde Naties inzake Foltering, melding maken van de uiterst precaire detentie-omstandigheden van illegale migranten en de massale influx waarmee Griekenland wordt geconfronteerd, waardoor hun asiel- en opvangsysteem onder druk komt te staan.
Bovendien heb ik de instructie gegeven aan de asielinstanties om die asielaanvragen prioritair te behandelen om het opvangnetwerk niet verder te belasten en het aanzuigeffect te beperken. Diegenen die niet voldoen aan de criteria voor internationale bescherming moeten terugkeren naar hun land van herkomst en zullen niet naar Griekenland worden overgedragen. Dat wil niet zeggen dat wij het Dublin II-systeem niet langer steunen als een essentieel element dat asielshopping bestrijdt, integendeel.
Wij zullen ook tussenkomen in een zaak voor het Hof van Justitie in Luxemburg – niet meer in Straatsburg – om ons vertrouwen in het Dublin II-systeem te herhalen en te bevestigen. Uit de formulering van uw vraag blijkt niet zo duidelijk dat u ook informatie wenst omtrent de verwijdering van Afghanen naar hun land van herkomst, los van de stopzetting van de overdracht aan Griekenland onder Dublin II. Indien dit het geval zou zijn, mag ik u dan vragen om deze vragen opnieuw te stellen? In zoverre u de stopzetting van de overdracht aan Griekenland in het kader van Dublin II bedoelt, kan ik u meedelen dat wij de beslissing in de zaken tegen België voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens afwachten eind 2010-begin 2011.
Wat uw derde vraag betreft, er zijn geen andere lidstaten waarvoor de transfers in het kader van Dublin II zijn opgeschort. Zoals ik al eerder heb vermeld, is deze beslissing genomen omwille van het verzoek van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dat specifiek betrekking had op de overdracht aan Griekenland.
Wat uw vierde vraag betreft, of er nog andere landen zijn waarvoor ik een gelijkaardige instructie gaf en waarnaar er dus niet mag worden gerepatrieerd, is het antwoord neen.
01.03 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, dat is een duidelijk antwoord. U zegt dat u zult wachten op de uitspraak van begin 2011 om te zien of – eender welke nationaliteit – zal worden teruggedreven naar Griekenland.
Ik vind het wel een beetje bizar dat u zegt dat mijn vraag niet duidelijk was. Ik denk dat mijn vraag heel duidelijk is. Ik zal ze nog eens letterlijk voorlezen.
Geldt dit ook voor alle Afghanen? Waarom nam u de beslissing om niet te repatriëren naar Afghanistan? Geldt dit voor alle Afghanen in alle provincies in Afghanistan?
Mijnheer de staatssecretaris, ik wil die vraag nog wel eens indienen, maar het staat zo zwart op wit in mijn ingediende vraag. Ik weet niet waarom u daarop niet wenst te antwoorden. Ik zie niet goed in wat daar onduidelijk aan is.
01.04 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Het probleem is dat het niet gaat over Griekenland. Er is geen Dublin-repatriëring naar Griekenland. In het begin gold de beslissing enkel voor Afghanen. Nu hebben wij dat echter moeten uitbreiden voor alle landen. Wat de origine ook is van de persoon in Afghanistan, hij wordt niet meer gerepatrieerd naar Griekenland.
01.05 Theo Francken (N-VA): Wordt er gerepatrieerd naar Afghanistan vanuit België? Het gaat om mensen die in België toekomen vanuit Griekenland. Worden er momenteel Afghanen, die hier illegaal worden aangetroffen, teruggestuurd naar Afghanistan? Worden ze naar geen enkele provincie in Afghanistan teruggestuurd, of wel naar bepaalde delen? Dat was mijn vraag.
01.06 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Ik zie dat het gaat om 47 Afghanen in 2010. Er zijn verschillende streken in Afghanistan waar we mensen natuurlijk niet naar terugsturen. Het gaat om beperkte regio’s in Afghanistan waarnaar er echt repatriëringen kunnen plaatsvinden. In 2010 vonden er 24 repatriëringen zonder escorte plaats en 23 met escorte. Dat brengt het totaal op 47 personen.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nr. 534 van mevrouw Colen is uitgesteld. Vraag nr. 538 van de heer Somers is ingetrokken.
02 Vraag van de heer Theo Francken aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "drugsdealers die illegaal op Belgisch grondgebied verblijven" (nr. 590)
02 Question de M. Theo Francken au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "des trafiquants de drogues en séjour illégal sur le territoire belge" (n° 590)
02.01 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, het betreft hier geen nieuw probleem. Ik heb een artikel gevonden van de alom bekende John De Wit uit de Gazet van Antwerpen van 6 december 2008. “De Antwerpse burgemeester, Patrick Janssens heeft met de dienst Vreemdelingenzaken een akkoord gesloten om illegale drugsdealers onmiddellijk na vatting door de politie uit het land te laten zetten. Zo wil hij paal en perk stellen aan de drugsoverlast in bepaalde Antwerpse wijken. DVZ houdt iedere dag twee plaatsen in de gesloten centra vrij voor illegale drugsdealers uit Antwerpen. De stad doet daarmee wat Charleroi al sinds augustus 2007 doet. Maar het experiment in Charleroi om illegale drugsdealers onmiddellijk uit het land te verwijderen is niet zo succesvol, omdat meestal de identiteit van de dealers niet kan worden vastgesteld, waardoor zij niet kunnen worden gerepatrieerd. Dat blijkt uit cijfers van migratieminister Annemie Turtelboom van Open Vld.”
Toen heeft zich een zeer geanimeerd debat in het Parlement ontsponnen, waarin collega De Man actief het woord heeft genomen. De afgelopen weken zien wij in de Vlaamse kranten toch weer heel wat artikelen over de kanker op en rond een aantal pleinen in Antwerpen. De Standaard heeft er zelfs 3 pagina’s aan besteed afgelopen weekend of twee weekends geleden. Er blijkt nauwelijks iets veranderd. Het probleem is zelfs erger geworden. Begin 2009 zijn maar liefst 165 drugsdealers, die illegaal op Belgisch grondgebied verbleven, gearresteerd door de politie van Antwerpen. Slechts 1 daarvan zou in die periode door DVZ gerepatrieerd zijn.
Ondertussen blijven de wijken van Antwerpen-Noord kampen met ernstige drugsproblemen. De dealers blijven duidelijk zichtbaar in het straatbeeld. Het is intussen ook voor hen duidelijk dat de inspanningen van de politie voor hen geen bedreiging vormen.
Ik kom tot mijn vragen, mijnheer de staatssecretaris. Wij zijn twee jaar verder en het probleem blijft aanhouden. Er gebeurt niets, of alleszins niets effectiefs om het probleem op te lossen.
Waarom zijn de drugsdealers niet onmiddellijk gerepatrieerd? Hun criminele feiten vormen toch voldoend argumentatie voor een onmiddellijk uitwijzing of voor vervolging? Dit is voor mij ook goed: vervolging hier of in hun land van herkomst.
Kunt u mij een overzicht bezorgen van de uitwijzingen van illegalen naar aanleiding van criminele feiten sinds 2005? Is DVZ van plan het probleem in de toekomst te verhelpen? Zo ja, hoe?
02.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik wil enkele zaken verduidelijken in verband met de genoemde politieacties.
Naar aanleiding van de acties waren onder de gevatte verdachten een aantal personen die niet verwijderbaar waren van het Belgisch grondgebied. Het ging daarbij om personen met de Belgische nationaliteit, of vreemdelingen die een rechtmatig verblijf hebben in België op grond van het bezit van een identiteitskaart vreemdelingen, het recht op tijdelijk verblijf, of omdat ze Europese onderdanen zijn… enzovoort.
Er werden in die periode niet een maar acht vreemdelingen gerepatrieerd door de dienst Vreemdelingenzaken.
Heel wat van de gevatte verdachten waren wegens het ontbreken van identiteitsdocumenten al voorheen in de gevangenis geïnterviewd door DVZ met het oog op het verkrijgen van de gewenste reisdocumenten.
Om een vreemdeling in onregelmatig verblijf te kunnen repatriëren naar het land van herkomst,is vereist dat hij of zij beschikt over identiteitsdocumenten. Dat weet u evengoed als ik. In veel gevallen is dat echter niet het geval en moet door de administratie een identificatieprocedure worden opgestart om de ware identiteit te achterhalen. Pas dan kan de betrokken vreemdeling worden gerepatrieerd.
Zoals algemeen geweten, worden veel gedetineerden opgesloten onder een valse identiteit. Hierdoor kan de identificatieprocedure een proces van lange adem zijn.
DVZ oordeelde dat – gelet op de vermoedelijke nationaliteit van de delinquenten – de wettelijk vastgelegde vasthoudingstermijn zou worden overschreden door de duur van de identificatieprocedure. De procedure vereist immers soms dat de vingerafdrukken van de betrokkenen worden geverifieerd door het land van herkomst. Dat kan veel tijd in beslag nemen.
Bovendien zijn de plaatsen in de gesloten centra steeds beperkt en moeten er rationele keuzes worden gemaakt. Om die redenen werd het merendeel van de drugsdealers vrijgelaten uit de gevangenis, met een bevel om het grondgebied te verlaten.
De identificatieprocedure werd echter nooit stopgezet. Op die manier verkreeg DVZ ondertussen voor zes personen de noodzakelijke reisdocumenten vanwege de betrokken ambassades.
Met die reisdocumenten kan DVZ een adrescontrole laten uitvoeren met het oog op een onmiddellijke repatriëring. De problemen situeren zich dus hoofdzakelijk bij de langdurige identificatieprocedure. De mate van bereidwillige medewerking door het land van herkomst en de respectieve ambassade is hierbij van cruciaal belang.
DVZ spant zich al geruime tijd in om de relaties met de ambassades en de autoriteiten van het land van herkomst te verbeteren en om de identificatieprocedure te versnellen. De voorbije jaren heeft DVZ met de hulp van het Europees Terugkeerfonds extra projecten gelanceerd om dat te versnellen. Zo organiseert DVZ jaarlijks een consulaire avond. Dat is volgende week, denk ik. Dit jaar zijn er al 5 informatiesessies gehouden met de consuls en zijn er brochures gemaakt met informatie over het Belgische terugkeerbeleid. Twee verdere infosessies zullen de komende weken worden georganiseerd.
De migratieambtenaren werken op problematische landen, bijvoorbeeld Vietnam en Pakistan, en spannen zich in om identificatieprocessen te ondersteunen door onder andere identificatieteams naar hier te halen; om de verzending van vingerafdrukken sneller te doen verlopen, bijvoorbeeld met Marokko; om MOU’s te onderhandelen, bijvoorbeeld met China en Peru; of om via actieplannen de autoriteiten van de landen van herkomst aan te zetten prioriteit te geven aan Belgische aanvragen. Dat hebben wij gedaan met Armenië en Servië bijvoorbeeld. Daarnaast vinden op regelmatige basis en op verschillende niveaus vergaderingen plaats tussen vertegenwoordigers van DVZ en vertegenwoordigers van ambassades en consulaten om gemeenschappelijk te zoeken naar oplossingen en procedures om het identificatie- en terugkeerproces te vereenvoudigen en te versnellen. Zoals u dus zelf vaststelt, worden er wel degelijk inspanningen geleverd.
02.03 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, als ik het goed heb begrepen, is een handvol mensen gerepatrieerd. Het overgrote deel is vrijgelaten met een bevel om het grondgebied te verlaten, maar de identificatieprocedure blijft ondertussen wel lopen. Ik neem aan dat, als ze opnieuw worden gevat en de gegevens van de identificatieprocedure binnen zijn, ze wel gerepatrieerd kunnen worden.
Het is natuurlijk dramatisch om te zien hoe op twee jaar tijd het probleem niet is opgelost. Er zullen waarschijnlijk ook wel hogere machten spelen, in die zin dat dat vanuit de misdaadwereld wordt georkestreerd. Daarover maak ik mij geen illusies.
Het is ook een probleem van Justitie. Is er geen mogelijkheid om via het snelrecht te gaan, via artikel 6 uit de drugswet, de Payokeregeling?
Er moeten via Justitie toch een aantal zaken mogelijk zijn, maar daar zijn ook wachtlijsten. Er zijn ook geen plaatsen in de gesloten instellingen.
Het is een zeer pijnlijk verhaal dat aantoont hoe ziek ons systeem wel is.
02.04 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Om iemand te repatriëren heb ik een identiteitsdocument nodig, anders kan ik dat niet doen. Om iemand te laten terugkeren, moet ik het land van herkomst kennen en daarvoor zijn identiteitsgegevens nodig. Daarna zijn wij afhankelijk van het land van herkomst zelf.
Natuurlijk gaat het gemakkelijker als er readmissieakkoorden zijn. Wij zullen die sluiten met Kosovo op het einde van de maand.
In andere gevallen moet er altijd met de ambassades en consulaten onderhandeld worden.
Wanneer er een beslissing is om een persoon te repatriëren, moet dat daarna worden georganiseerd en moeten er identiteitsdocumenten ter beschikking zijn om die persoon daadwerkelijk te kunnen laten terugkeren.
Dat is alles wat ik kan doen. U hebt alle initiatieven gehoord die wij nemen en blijven nemen met het oog op een betere aanpak.
02.05 Theo Francken (N-VA): Dat las ik twee jaar geleden ook, twee plaatsen per gesloten centrum per week. Annemie Turtelboom kwam met een exposé naar de commissie waar de vonken vanaf vlogen. Men zou dat aanpakken. Dat zou binnen de zes maanden opgelost zijn. Er was een actieplan. Ik kan dat allemaal opsommen, maar ik stel voor dat u zelf eens leest, mijnheer de staatssecretaris.
Ik stel alleen vast dat er twee jaar later nog altijd een groot probleem is en dat veel mensen die overlast echt beu zijn.
Men kan die mensen niet identificeren. Het zij zo. De ambassades willen niet meewerken. Ik denk dat er nog andere mogelijkheden moeten zijn, ook in samenwerking met Justitie, want het is niet alleen uw verantwoordelijkheid, mijnheer de staatssecretaris. Dat beweer ik ook niet.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
- mevrouw Alexandra Colen aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen over "de EU-grensbewakers in Griekenland" (nr. 608)
- de heer Theo Francken aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "FRONTEX en de EU-grenswachten aan de Grieks-Turkse grens" (nr. 747)
- Mme Alexandra Colen au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et des Réformes institutionnelles sur "les gardes-frontières de l'UE en Grèce" (n° 608)
- M. Theo Francken au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "FRONTEX et les gardes-frontières UE à la frontière gréco-turque" (n° 747)
De voorzitter: Mevrouw Colen is afwezig. De heer Francken heeft het woord.
03.01 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik heb een vraag over Frontex en de EU-grenswachten aan de Grieks-Turkse grens.
Het Europees migratieagentschap Frontex bevindt zich in Warschau. Ik zou het graag eens met de commissie bezoeken. Ik zal dat hier nog wel eens voorstellen. Frontex stuurt een team van 175 Rapid Border Intervention Teams, RABIT’s, naar de Grieks-Turkse grens, op expliciete vraag van de Griekse overheid. Het is de eerste maal dat dit gebeurt op verzoek van een overheid. Het is bij wijze van spreken een falende overheid, want in Griekenland is het zeer erg.
Een Europees team van gespecialiseerde grenswachters en ambtenaren zal de grens bewaken. Zo moet de EU Athene helpen om de toevloed van asielzoekers af te remmen. Het is de eerste keer sinds de oprichting van Frontex in 2005 dat de speciale grenswachteenheid wordt ingezet, zoals ik al zei.
Naast steun en samenwerking voor grenscontroles beoogt Frontex ook de samenwerking tussen de lidstaten te bevorderen voor de gedwongen terugkeer van niet EU-burgers naar hun landen van herkomst. Het agentschap heeft daarvoor concrete programma's opgesteld, die onder meer bestaan uit het delen en gezamenlijk organiseren van terugleidingsvluchten.
Mijnheer de staatssecretaris, ik heb de volgende vragen.
Ik heb op de website gelezen dat er materieel ter beschikking wordt gesteld. In het persbericht van Frontex staat zelfs welke voertuigen en welk materieel ter beschikking zullen worden gesteld. Er wordt echter niet vermeld welke lidstaten ambtenaren sturen, hoeveel en voor hoelang. Wat is hun opdracht? Wat is het budget dat u daarvoor uittrekt? Wat zijn hun taken? Gaat het over mensen van DVZ, Fedasil of het Rode Kruis? Wie zal naar daar gaan? Dat vraag ik mij af. U kunt mij dat ongetwijfeld vertellen.
Zijn er nog meer initiatieven van Frontex te verwachten?
Benut België de initiatieven en faciliteiten die Frontex biedt voor het Belgisch repatriëringsbeleid? Ik heb mij laten vertellen dat België nog maar eenmaal zelf actief een Frontexvlucht heeft georganiseerd. Klopt dat?
Kunt u de samenwerking tussen België en de andere lidstaten inzake de gedwongen repatriëring via Frontex toelichten?
Kan Frontex volgens u een rol spelen in het faciliteren van repatriëringen naar landen die momenteel gedwongen terugleidingen vanuit België weigeren of vaak weigeren, zoals Algerije? Er zijn natuurlijk ook nog verschillende andere landen die terugleidingen weigeren.
03.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer de voorzitter, ten eerste, het antwoord werd in samenspraak met collega Turtelboom opgesteld. Het betreft immers gedeelde bevoegdheden.
Met de zogenaamde RABIT-verordening van het Europees Parlement werd een mechanisme ingesteld om versterkte, technische en operationele ondersteuning te bieden in de vorm van snelle interventieteams aan de grenzen, waarbij grenswachters van de andere lidstaten worden betrokken. Deze teams worden ingeschakeld op verzoek van een lidstaat, die als gevolg van een massale toestroom van illegale immigranten plotseling met een situatie van uitzonderlijke druk te maken krijgt.
België heeft zich ertoe geëngageerd voor dit mechanisme permanent vier grenswachters ter beschikking te houden. Daartoe werd een veelvoud, namelijk twintig ervaren grenswachters, geselecteerd en opgeleid.
Frontex heeft beslist om op vraag van Griekenland voorlopig voor de duur van twee maanden ter hoogte van de Grieks-Turkse grens het mechanisme in werking te stellen. België heeft de voorziene capaciteit volledig ter beschikking gesteld.
Concreet betekent dit dat vier grenswachters ter plaatse worden gestuurd. Het betreft twee documentexperts, één hondengeleider met hond en één thermische camera-expert met thermische camera. De vier eerste personeelsleden zullen na ongeveer een maand door vier andere personeelsleden worden vervangen.
De aan deze ontplooiing verbonden kosten worden door het buitengrensagentschap Frontex terugbetaald. Het gaat onder andere over vliegtuigtickets, verblijfkosten en maaltijdkosten. De loonkosten blijven ten laste van de zendende staat, zijnde België.
Inzake de taken bepaalt de vordering dat de ontplooide teamleden met controle- en toezichtmissies aan beide grenzen kunnen worden belast. Daarbij dienen zij de gemeenschapswetgeving en de nationale wetgeving van de ontvangende lidstaten te eerbiedigen.
Gedurende de interventie vallen de teamleden onder de verantwoordelijkheid van de ontvangende lidstaat. Zij volgen de opdrachten van en treden op in aanwezigheid van de nationale grenswachten. Zij blijven functionarissen of ambtenaren van het nationale korps voor grenscontrole van de lidstaat van oorsprong.
Derhalve mogen zij hun eigen dienstwapen en uniform dragen. Als identificatiemiddel dragen zij echter wel een blauwe armband met het insigne van de Europese Unie en van Frontex.
Zij kunnen in principe ook gegevensbestanden van de ontvangende lidstaten raadplegen. In Griekenland zal dat gebeuren via de interventie van een lokale grenswachter. Wanneer het nodig zou zijn, mogen zij dwang gebruiken. Twee Belgische grenscontroleurs zullen werken in Alexandropolis en twee anderen in Orestiada.
Er is vandaag geen zicht op andere RABIT-operaties. Dit is de eerste keer. Zoals reeds gezegd, werd daarover gisteren gediscussieerd in Brussel. Momenteel lopen er wel nog tal van andere Frontexoperaties. Ik wil benadrukken dat Frontex werkt aan de hand van een jaarlijks werkprogramma. Een ontwerpwerkprogramma en een ontwerpbudget worden elk jaar vastgesteld in de maand maart door de raad van bestuur, en vervolgens voorgelegd aan het Europees Parlement.
Het werkprogramma bevat tal van operaties. België neemt op regelmatige tijdstippen deel aan de meetings van de Core Country Group for Return Matters, georganiseerd door Frontex. Tijdens die meetings wordt er voornamelijk ingegaan op de joint return operations die voorzien zullen worden door diverse lidstaten. Voorts wordt ook nagegaan wat de noden zijn van de verschillende lidstaten, welke derde landen problematisch zijn op het vlak van de gezamenlijke verwijderingen en welke lidstaat daarin eventueel een faciliterende rol kan spelen.
Belgie heeft tot nu toe al een aantal keer deelgenomen aan een joint return operation, georganiseerd in het kader van Frontex. De beslissing om al dan niet deel te nemen aan dergelijke vluchten, hangt af van verschillende factoren. In de eerste plaats is de beslissing afhankelijk van de bestemming. Een JRO kan bestemmingen betreffen waarvoor België bijna geen personen heeft die in aanmerking komen om naar daar verwijderd te worden. Voorts hangt de beslissing ook af van organisatorische obstakels. Zo is het vaak maak moeilijk of geheel onrealiseerbaar om met één te verwijderen persoon deel te nemen aan een JRO georganiseerd door Italië, met vertrek in Rome.
Ik wil verduidelijken dat België wel sinds enige tijd gedwongen verwijderingen kan uitvoeren naar Algerije, door middel van commerciële lijnvluchten.
Frontex zou in de toekomst effectief een rol kunnen spelen in het faciliteren van de repatriëring. Het zou hierin een actieve rol kunnen spelen door zelf contacten te leggen met de bevoegde autoriteit van het desbetreffende derde land. Ik moet u ook zeggen dat België op 27 oktober voor de eerste keer een Frontexvlucht heeft georganiseerd. Wij hebben een paar keer deelgenomen aan Frontexvluchten, maar dit was de eerste keer dat België zo’n vlucht heeft georganiseerd. Ik denk dat het naar Congo was.
03.03
Theo Francken (N-VA): (…)
03.04 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Wij hebben daar gisteren een discussie over gehad, de operatie RABIT werd besproken. Dit gebeurde in aanwezigheid van de directeur-generaal van Frontex. Ik denk dat er een consensus bestond om te zeggen dat dit vrij goed verliep. Dit gebeurde de eerste keer omdat er problemen waren aan de Griekse grens met Turkije. Iedereen heeft willen meewerken. Elke lidstaat was bereid om steun te geven. Het was echt een interessante discussie. Ook de commissaris en Eric Besson waren aanwezig om te zien of alles goed verliep tijdens deze operatie in Griekenland.
03.05 Theo Francken (N-VA): Hartelijk dank, mijnheer de staatssecretaris, voor uw verhelderende antwoord.
Wij zullen vier grenswachters sturen: een hondenbegeleider, iemand die goed omgaat met thermische camera’s en twee grenswachters.
03.06 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Twee documentexperts.
03.07 Theo Francken (N-VA): Dat verheugt mij. Ik denk dat wij inzake grenscontrole, repatriëring en terugwijzing inderdaad veel meer op Europees niveau zullen moeten werken in de toekomst. Als wij nu horen dat dit positief wordt geëvalueerd, dan lijkt mij dit een goed signaal dat mij hoopvol stemt. Het stemt mij zelfs tevreden in die zin dat ik denk dat er met 175 extra grenswachters misschien tijdelijk voldoende capaciteit is om die zaak wat in het oog te houden en de grens af te schermen ten opzichte van alles wat via de Turkse grens naar Europa wil komen.
De voorzitter: Gelet op het antwoord is vraag nr. 608 van mevrouw Colen zonder voorwerp.
- de heer Filip De Man aan de staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie over "de dramatische stijging van het aantal asielaanvragen" (nr. 623)
- de heer Filip De Man aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de dramatische stijging van het aantal asielaanvragen" (nr. 624)
- M. Filip De Man au secrétaire d'État à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale sur "l'augmentation dramatique du nombre de demandes d'asile" (n° 623)
- M. Filip De Man au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "l'augmentation dramatique du nombre de demandes d'asile" (n° 624)
De voorzitter: Mijnheer De Man, u hebt twee samengevoegde vragen, een aan staatssecretaris Courard en een aan staatssecretaris Wathelet. Ik heb begrepen dat staatssecretaris Wathelet zal antwoorden op beide vragen.
04.01 Filip De Man (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, het kan niet ontkend worden dat er een dramatische stijging aan de gang is van het aantal asielaanvragen. Ik heb eens even de gegevens van een paar jaar terug opgevraagd. In 2006 ging het over 11 590 asielaanvragen. In 2007 ging het over 11 120, dat was dus een status-quo. In 2008 waren het er 12 250. In 2009 zien wij dan plots 17 190. Wij hebben nu zeer recent vernomen dat het cijfer dit jaar, maandelijks dan, alsmaar oploopt. Wij zitten deze maand boven de 2 000 asielaanvragen. Het is dus niet onwaarschijnlijk dat wij dit jaar de kaap van 20 000 aanvragen zullen overschrijden.
Mijnheer de staatssecretaris, hoeveel zijn er tot begin november ingediend?
Vooral, omdat dit nog al eens vergeten wordt, is het waar dat de ervaring van de laatste jaren ons leert dat men het aantal dossiers van asielaanvragen moet vermenigvuldigen met ongeveer 1,3 om een goed idee te hebben van het aantal personen dat asiel aanvraagt? Het aantal aanvragen is niet gelijk aan het aantal personen, omdat in een aantal dossiers meerdere mensen kunnen vertegenwoordigd zijn.
Mijnheer de staatssecretaris, als dat zo is zou ik graag weten of het dan juist is dat wij dit jaar in de buurt van 30 000 vreemdelingen zullen komen, vreemdelingen die hier dus politiek asiel aanvragen?
Mijnheer de staatssecretaris, is die stijging in 2009 naar meer dan 17 000 en nu naar wellicht meer dan 20 000 in 2010 naar uw inschatting niet te wijten aan de massale regularisatie die door de regering in maart 2008 werd afgekondigd?
Mijnheer de staatssecretaris, u bent misschien zelf wat geschrokken van de effecten van die regularisatiecampagne. U hebt nu onlangs gezegd dat u de procedures gaat verstrengen.
Ik vraag mij af of dat een beetje een rookgordijn is dat u ophangt. In hoeverre kunt u immers de procedures verstrengen in lopende zaken? Als u een aantal wetten moet aanpassen, zult u dat niet kunnen in lopende zaken. U hebt dus in feite wat mist gespuid maar dat zal tot niet veel leiden. U zult mij misschien tegenspreken.
04.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Ik zal u de cijfers geven. Van januari tot en met eind oktober 2010 werden in totaal 15 837 asielaanvragen ingediend. Het klopt dat het aantal asieldossiers kan vermenigvuldigd worden met 1,3 om een idee te hebben van het aantal personen dat asiel heeft aangevraagd. Het gaat dus min of meer om 20 000 personen.
04.03 Filip De Man (VB): Het aantal aanvragers? Het aantal aanvragen vermenigvuldigd met 1,3.
04.04 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Het gaat dus om ongeveer 20 000 personen die een aanvraag hebben ingediend door 15 837 dossiers. Ik ben niet van mening dat de stijging van de asielaanvragen te wijten is aan de eenmalige regularisatiecampagne van 15 september tot en met 15 december 2009. In het jaar 2009 is er bijvoorbeeld een stijging waar te nemen van de meervoudige asielaanvragen maar in 2010 is dat aantal dan weer gedaald. In 2010 is het aantal eerste aanvragen dan fors gestegen. Belangrijkste oorzaak is, mijns inziens, natuurlijk de opvangcrisis. Anderzijds zijn er een aantal conflicten in de landen van herkomst die zeer frequent zijn voor België. U kunt vaststellen dat de meerderheid van de asielzoekers afkomstig is uit Kosovo, Rusland, Irak en Afghanistan. Dat is natuurlijk ook een andere reden. Ik wil ook zeggen dat die stijging ook in andere Europese lidstaten heel sterk is, vooral in de lidstaten die dichtbij België liggen zoals Frankrijk, Oostenrijk, Duitsland en Zweden. Dat zijn ook lidstaten die een sterke stijging van de aanvragen kennen.
Uw tweede vraag, over de verschillende elementen die ik op de regeringstafel heb gelegd, stond niet in uw schriftelijke versie.
04.05 Filip De Man (VB): Dat klopt.
04.06 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Straks behandelen wij een vraag van mevrouw Smeyers daarover. Ik zal dan wat meer details geven.
Wat de regering in lopende zaken betreft, kan men altijd het debat voeren of dit iets is voor een regering in lopende zaken of niet. Volgens mij is de situatie dringend genoeg om initiatieven te nemen die in de goede richting gaan. Maar het is nog niet beslist. Dat heb ik reeds gezegd. Wij zullen zien of daarover een akkoord kan worden gevonden binnen de regering in lopende zaken.
04.07 Filip De Man (VB): Mijnheer de staatssecretaris, ik heb het toch goed begrepen? Eind oktober waren er bijna 16 000 aanvragen. Wij weten dat er meer dan 2 000 bijkwamen in oktober. Met november en december nog te gaan, zullen wij eindigen met meer dan 20 000.
04.08 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Personen?
04.09 Filip De Man (VB): Er zijn nu zo’n 16 000 aanvragen. Er zijn nog twee maanden te gaan. Rekening houdend met het aantal van oktober, meer dan 2 000, komen wij eind dit jaar aan meer dan 20 000 aanvragen. Dit betekent: 27 000 of 28 000 personen die dit jaar een asielaanvraag zullen hebben ingediend.
Een andere vaststelling is dat u zegt dat de oorzaak niet ligt bij de massale regularisatie. Eén van de redenen die u aanhaalt, zijn de problemen inzake opvang. Die hebt u zelf georganiseerd, natuurlijk. Het is een nogal rare redenering van u, te zeggen dat er een opvangcrisis is en dat dit de oorzaak is. Maar u hebt die opvangcrisis zelf georganiseerd!
04.10 Staatssecretaris Melchior Wathelet: U mag niet alles mengen. U weet toch dat iemand die geregulariseerd is geen recht op opvang heeft. U weet toch dat iemand die opvang krijgt, iemand is die een asielprocedure heeft aangevraagd. U kunt dus niet zeggen dat het gelinkt is. Zeker niet! Regularisatie kan zelfs een deel van de oplossing zijn voor de opvangcrisis. Daarom heb ik gezegd dat wij de dossiers van Fedasil met prioriteit zouden behandelen. Daarom hebben wij dat zo gedaan!
U zegt dat de regularisatieprocedure een effect heeft gehad op de asielaanvragen. De andere landen van Europa kennen bijna dezelfde of zelfs een grotere stijging dan wij. Zweden heeft een regularisatiecampagne georganiseerd.
04.11 Filip De Man (VB): Er zijn tal van landen die mindere cijfers hebben. U somt selectief een aantal landen op waar het meer is. Bon, ça va. Maar er zijn ook landen waar het minder is.
04.12 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Ja, in Roemenië zijn er minder asielaanvragen dan in België! Dat is waar. Dat geef ik toe.
04.13 Filip De Man (VB): In 2000 was er een eerste massale regularisatie. Toen was er een gigantische explosie van het aantal asieldossiers. Het waren er meer dan 40 000. Een jaar na de bekendmaking door de heer Duquesne, God hebbe zijn ziel, is er een enorme explosie geweest van het aantal asielaanvragen. Nu ontkent u het licht van de zon door te zeggen: nee, dat heeft daar geen…
04.14 Staatssecretaris Melchior Wathelet: (…) heeft een regularisatiecampagne gehad. Frankrijk ook. Duitsland ook. Oostenrijk ook. De andere Europese landen hebben ook een regularisatiecampagne gehad.
04.15 Filip De Man (VB): Maar waar krijgen ze geld? Krijgen ze in al die andere landen geld?
04.16 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Dat is een Europese richtlijn! Dat moet u toch kennen? Dat moet u lezen. Er is een opvangrichtlijn.
04.17 Filip De Man (VB): Neen. Vande Lanotte heeft die afgeschaft en nu is die opnieuw ingevoerd.
04.18 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer Vande Lanotte heeft de Europese richtlijn afgeschaft? Ah ja, dat kan hij doen. Dit is een serieus debat…
04.19 Filip De Man (VB): Een laatste punt, mijnheer de voorzitter. Deze minister reist naar de Balkan om daar de asielaanvragen zoveel mogelijk te beperken. Hij wil daar de boodschap verspreiden dat asiel niet wenselijk is. Tegelijkertijd lees ik dat mensen uit de Balkan geen asielaanvraag meer moeten indienen om hierheen te komen want de visumplicht wordt afgeschaft. Ik lees vandaag nog dat de visumplicht voor Albanezen en de Bosniërs wordt afgeschaft! Dat is natuurlijk de gemakkelijkste weg. Als de visa worden afgeschaft dan krijgen we vanuit de Balkan een enorme toestroom. Uw betoog is verre van overtuigend, mijnheer de staatssecretaris.
L'incident est clos.
De voorzitter: Mijnheer De Man, de vraag van mevrouw Smeyers sluit direct bij het onderwerp van uw vraag aan.
05 Vraag van mevrouw Sarah Smeyers aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de afschaffing van de visumplicht voor Servië en Macedonië" (nr. 669)
05 Question de Mme Sarah Smeyers au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "la suppression de l'obligation de visa pour la Serbie et la Macédoine" (n° 669)
05.01 Sarah Smeyers (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, inderdaad aansluitend op wat de heer De Man al zei, vorig jaar werd de visumverplichting voor Servië en Macedonië afgeschaft. Het gevolg was merkbaar: in datzelfde jaar 2009 kregen we 201 asielaanvragen van Serviërs en 514 van Macedoniërs.
Nu, in december, zal hetzelfde gebeuren: afschaffing van de visumplicht voor Albanië en Bosnië-Herzegovina. België verwacht zich, samen met andere landen, waaronder Zweden, opnieuw aan een toevloed van asielzoekers.
Ais reactie daarop hebt u in De Morgen gezegd dat een strenger immigratiebeleid, zoals momenteel wordt gevoerd in Nederland, niet zal helpen om de extra toestroom aan asielzoekers in te dijken. U opteert, zoals we weten, liever voor ontradingscampagnes, zoals u die hebt gevoerd in de Balkan.
U pleit ook voor een harmonisering van het beleid tussen de Europese lidstaten, zodat de concurrentie voor een strengere aanpak tussen de lidstaten wegvalt.
U hebt aan het Commissariaat-Generaal voor Vluchtelingen en Straatlozen gevraagd om de aanvragen van asielzoekers uit zogenaamd veilige landen prioritair te behandelen, om zo de uitstroom van economische vluchtelingen te versnellen.
Mijnheer de staatssecretaris, ik heb een aantal vragen voor u. U pleit voor een harmonisering tussen de EU-Iidstaten. Dat vind ik lovenswaardig. Echter, in afwachting daarvan denk ik dat het nodig is dat België zijn immigratiebeleid, net als in Nederland, dermate verstrengt en niet wacht op Europese regels ter zake. Hoe zal België antwoorden op de verstrenging van Nederland? Ik vrees namelijk dat wij met ons, in verhouding met Nederland, nog soepeler beleid, nog een grotere toestroom aan asielzoekers zullen voelen.
Kunt u aan de hand van cijfers aantonen dat de toestroom van asielzoekers uit Bosnië-Herzegovina en Albanië niet stijgt? Kunt u, met andere woorden, aan de hand van cijfers aantonen dat uw ontradingscampagne heeft gewerkt?
Denkt u dat het volstaat om het dossier van economische vluchtelingen prioritair te behandelen, teneinde hen af te raden om asiel aan te vragen wanneer zij uit die landen afkomstig zijn?
05.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mevrouw Smeyers, het is voor mij van belang een juiste beslissing te nemen inzake elke individuele asielaanvraag. Bij nood aan bescherming dient met andere woorden de status van vluchteling of de status van subsidiaire bescherming te worden toegekend. Tegelijkertijd acht ik het eveneens belangrijk om bij vaststelling van misbruik of oneigenlijk gebruik van de asielprocedure snel aan de asielzoeker duidelijk te maken dat hij geen recht heeft op asiel in België.
Het valt nog af te wachten of de effectieve liberalisering van visa-akkoorden voor de betreffende landen in België tot een verhoging van de instroom van de onderdanen uit beide landen zal leiden. Op vrijdag 12 november breng ik samen met de Europese Commissie een bezoek aan Albanië en Bosnië-Herzegovina. De doelstelling van het bezoek is tweeledig: enerzijds de boodschap geven dat de Europese Commissie en het Belgische voorzitterschap het visaliberaliseringsakkoord met beide landen verwelkomen en, anderzijds, dat aan een dergelijk akkoord niet alleen rechten maar ook plichten verbonden zijn en dat de autoriteiten aandachtig moeten zijn voor mogelijke misbruiken, zoals het oneigenlijke gebruik van de asielprocedure.
In dat opzicht zal het verband tussen een eventuele massale toevloed en de afschaffing van de liberalisering duidelijk uiteengezet worden in mijn interventies. Gisteren hebben wij in de JAI, in de raad, de reglementering over de liberalisatie goedgekeurd. Tegelijkertijd is er een verklaring van de Commissie gekomen met het engagement van de Commissie dat, indien nodig, de Commissie de noodzakelijke maatregelen tot beperkingen zal nemen en, indien nodig, tot een schorsing van de visumliberalisatie zal overgaan.
De Commissie heeft dat duidelijk verklaard. Daarom hebben wij gevraagd aan Albanië en Bosnië-Herzegovina om de noodzakelijke preventiecampagne te organiseren en de boodschap duidelijk te maken aan hun bevolking. De ministers van Binnenlandse Zaken van Albanië en Bosnië-Herzegovina waren gisteren aanwezig in Brussel. Zij hebben herhaald dat zij ook hun verantwoordelijkheid zullen nemen om misbruik van de visaliberalisatie in beide landen te voorkomen.
De prioritaire behandeling van de aanvragen ingediend door economische vluchtelingen is natuurlijk belangrijk om bijkomende druk op ons opvangsysteem ter vermijden. Parallel hiermee dienen ontrading en terugkeer eveneens een verlaging van de instroom van asielzoekers zonder reële beschermingsnoden te bewerkstelligen.
05.03 Sarah Smeyers (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik wil u wel volgen. U zegt dat wij strenger zijn. Maar die vluchtelingen zijn hier al. Dan moeten ze worden teruggeleid. U weet ook dat zij dan in de illegaliteit verdwijnen.
Het komt erop neer dat de instroom wordt beperkt en dat ze zelfs niet de moeite doen om hierheen te komen.
05.04 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Wij hebben dat gedaan. Wij zijn daar geweest om hen te zeggen niet hierheen te komen om economische redenen.
05.05 Sarah Smeyers (N-VA): Ze doen het toch.
05.06 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Dus, ik was daar beter niet geweest?
05.07 Sarah Smeyers (N-VA): Dat is de eeuwige discussie. U hebt het over ontradingscampagnes en prioritair behandelen. Het prioritair behandelen wil al zeggen dat uw ontradingscampagne niet werkt.
05.08 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Er zijn al 40% minder aanvragen.
05.09 Sarah Smeyers (N-VA): U zou beter debatteren over die lijst van veilige landen, waarover ik u al een paar keer heb gesproken. U wilt daarvan echter niets horen.
05.10 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Ze zijn toch hier, zelfs uit die veilige landen. Dat betekent dat die dossiers toch moeten worden behandeld.
05.11 Sarah Smeyers (N-VA): Dan kan de doorstroom sneller gebeuren.
05.12 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Prioritair behandelen is ook een manier om die dossiers sneller te behandelen, maar ze zijn hier toch al.
05.13 Sarah Smeyers (N-VA): Dan staat dat in de wet ingeschreven en zijn wij zeker dat ze sneller zullen worden behandeld. Ik ben er immers niet helemaal zeker van of al die dossiers wel even prioritair zullen worden behandeld.
U zegt in antwoord op de visaliberalisering dat de Europese Commissie heeft verklaard dat de afschaffing van de visumverplichting eventueel zal worden opgeschort bij problemen. Wat verstaat men concreet onder problemen? Is dat woord gedefinieerd of gaat het over aanvoelen of er al of niet een probleem is?
05.14 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Dat is het geval wanneer een land onder druk wordt gezet door misbruik van die liberalisering. Dat is precies wat wij hebben gezien met Servië en Macedonië.
Ik geef toe dat de preventiecampagne niet alles zal oplossen. Waarom geef ik daaraan een prioriteit? Ik vermoed om dezelfde reden als u.
Als er een preventiecampagne wordt georganiseerd, wil dat zeggen dat de mensen niet hierheen komen. De beste manier om dossiers snel te behandelen is toch vermijden dat die dossiers überhaupt ontstaan door ervoor te zorgen dat de mensen niet hierheen komen? Volgens mij is een preventiecampagne de beste manier om dat te bereiken.
Daarom hebben wij die initiatieven genomen met Servië en Macedonië. Die initiatieven brengen gevolgen in cijfers met zich mee, namelijk een daling van het aantal asieldossiers.
Er zijn natuurlijk landen die echt onder druk staan, zoals Zweden. De cijfers van Zweden in verband met asielzoekers uit Servië zijn gigantisch. Dit jaar komen er al 5 000 personen alleen al uit Servië.
05.15 Sarah Smeyers (N-VA): Ik had gevraagd om de gevolgen aan de hand van cijfers aan te tonen. U zegt dat u die cijfers hebt. Zou ik die dan kunnen krijgen?
05.16 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Welke cijfers bedoelt u?
05.17 Sarah Smeyers (N-VA): De cijfers die bewijzen dat de ontradingscampagne effectief geholpen heeft.
05.18 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Ik heb die niet bij mij, maar ik kan u die bezorgen.
05.19 Sarah Smeyers (N-VA): Ik zou ze graag hebben, dat was immers mijn vraag.
05.20 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Ja, dat was inderdaad zo geschreven. Mijn excuses.
05.21 Sarah Smeyers (N-VA): Het is u vergeven.
De voorzitter: U mag die bezorgen aan het secretariaat.
05.22 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Dat zal ik doen. Geen probleem.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Theo Francken aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "het personeel van de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ)" (nr. 765)
06 Question de M. Theo Francken au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "le personnel de l'Office des Étrangers (OE)" (n° 765)
06.01 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik heb nog een interessante vraag. Sinds vorig jaar werd een gevoelige toename gemeten van zowel het aantal asielaanvragen als het aantal regularisatieaanvragen.
Om een verdere aangroei van de achterstand van de behandeling van deze verzoeken bij DVZ te vermijden, werd in de Ministerraad van 24 september de aanwerving van extra personeel aangekondigd.
Op de gedachtewisseling tijdens de laatste commissie voor de Binnenlandse Zaken voegde de staatssecretaris daaraan toe dat ook intern de capaciteit van de diensten voor Asiel en Regularisatie zouden worden verhoogd, door een interne verschuiving van personeel.
Een interne verschuiving betekent evenwel dat personeelsleden van bepaalde andere diensten zullen moeten vertrekken naar de diensten voor Asiel en Regularisatie, waardoor een slechtere of tragere dienstverlening door die diensten niet kan worden uitgesloten.
Ik heb verschillende klachten van burgers en bedrijven ontvangen over langere behandelingstermijnen voor gewone standaardprocedures. Ik denk dan aan studentenvisa, economische migratie, gewone visa, gezinshereniging.
Hoeveel personeel werd vanuit andere directies naar de directie Asiel overgeplaatst? Vanuit welke diensten kwamen deze personeelsleden? Hoeveel personeel werd vanuit andere directies en diensten overgeplaatst naar de dienst Humanitaire Regularisaties, onderdeel van de directie Toegang en Verblijf? Vanuit welke diensten kwamen deze personeelsleden?
Kunt u garanderen dat de interne verschuivingen geen gevolgen hebben voor de behandelingsduur van aanvragen tot kort verblijf, lang verblijf, gezinshereniging en economische migratie?
Kunt u garanderen dat de interne verschuivingen geen personeel zullen onttrekken aan de dienst Controle en Binnenland en de directie Controle, Grenzen, Gemeenten en Ondersteuning?
Ik heb ook vernomen dat ondertussen meer dan 100 mensen op de dienst Regularisaties werken, wat een veelvoud is van de diensten voor de standaardprocedures met betrekking tot visa. Als de uitzondering die in de wetgeving staat een veelvoud genereert van personeelsleden van de standaardprocedures, waarvoor de wet eigenlijk is gemaakt, is er dan niet iets grondig mis?
06.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Sinds de zomer van 2009 werden geen personeelsleden uit andere werkprocessen van de Dienst Vreemdelingenzaken voor de behandeling van asiel- of regularisatieaanvragen ingezet. Ten eerste, omdat er ook bij de overige werkprocessen een stijging van de werklast is. Om in dergelijke omstandigheden de termijnen aanvaardbaar te houden, konden er geen personeelsleden worden weggehaald. Bij de dienst Gezinshereniging bijvoorbeeld steeg de werklast van ongeveer 1 000 naar 1 300 aanvragen per maand. Ook bij de arbeidsmigratie was er een stijging met enkele duizenden aanvragen, voornamelijk door de omzetting van tijdelijke naar definitieve verblijfsvergunningen.
Een tweede reden is dat de forse besparingsmaatregelen van 2,72 miljoen euro bij de FOD Binnenlandse Zaken hun impact op de werkprocessen hadden.
Ik heb tijdens de gedachtewisseling effectief de piste geopperd dat mogelijks door een interne verschuiving van personeelsleden de asiel- en regularisatiediensten zouden kunnen worden versterkt. Het was een potentiële optie ingeval er geen aanwerving van extra personeelsleden zou plaatsvinden. Echter, door de beslissing van de Ministerraad van 24 september 2010 wordt er nu maximaal op de aanwerving van nieuwe personeelsleden voor de asiel- en regularisatiediensten ingezet, teneinde de aangroei aldaar op te vangen.
06.03 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, u geeft een tamelijk nietszeggend antwoord.
Mijn vraag is of de termijnen voor de behandeling van dossiers zijn verlengd. Wat was de behandelingstermijn voor de aanvraag van een visum in het kader van de gezinshereniging in 2005-2006 en hoe groot is dezelfde termijn in 2010? Pas met een antwoord op voorgaande vraag zullen wij een en ander kunnen inschatten.
Ik heb echter geen probleem met uw antwoord. Het is immers een mondelinge vraag. Ik zal u dan ook een schriftelijke vraag stellen. Ik hoop dat ik ooit een antwoord krijg. Ik zal u dus ter zake een vraag stellen, omdat het precies over de termijnen gaat.
Ik zal ook vragen hoeveel personeelsleden binnen DVZ er expliciet op regularisaties werken en hoeveel personeelsleden er op gezinsherenigingen werken.
Ik heb mij laten vertellen dat meer dan 120 personeelsleden ondertussen op regularisaties werken. Iedereen die enigszins vrij is, wordt dus bij de dienst Regularisaties ondergebracht. Stilaan worden personeelsleden bij de gewone standaardprocedures weggenomen, met als gevolg dat de behandelingstermijnen verlengen. Dat geldt voor gewone gezinsherenigingen en ook voor mensen die in het kader van arbeidsmigratie naar hier willen komen, waarbij hun vrouw in het land van herkomst moet blijven, omdat er nog altijd geen visum wordt afgeleverd, aangezien zij twee maanden later wilde afreizen. De aflevering van het visum duurt vervolgens maandenlang.
Het voorgaande vind ik persoonlijk een heel spijtige situatie. Soms is het echt erg. Wij moeten dan ook aan de problematiek werken. In mijn ogen kan het niet dat de standaardprocedures en de standaarddienstverlening van de DVZ onder de collectieve regularisatie moeten leiden.
Ik zal evenwel een schriftelijke vraag stellen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nummer 766 van mevrouw Smeyers werd ingetrokken.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Sarah Smeyers aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de asielcrisis" (nr. 780)
07 Question de Mme Sarah Smeyers au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "la crise en matière d'asile" (n° 780)
07.01 Sarah Smeyers (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, u hebt op 5 november in de krant La Libre Belgique aangekondigd dat in uw anticrisisplan een tip van de sluier wordt gelicht over uw plannen om de escalerende asielcrisis in te dijken. U blijkt ambitieuze plannen te hebben om het proceduremisbruik op het niveau van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen te beteugelen. U wil een rolrecht invoeren voor asielzoekers die niet op een vergoeding pro deo kunnen rekenen. U zou de motivatieplicht voor overduidelijk frauduleuze dossiers willen afzwakken, evenals het debat op tegenspraak.
U weet dat ik bijzondere interesse heb voor het versnellen van de asielprocedure. Ik wil dus een duidelijke toelichting, niet alleen van wat in de krant heeft gestaan. Ik wil namelijk van u horen hoe u precies het proceduremisbruik bij de RVV wil aanpakken. Kunt u die voorstellen wat meer toelichten? Zullen deze worden voorgelegd aan de commissie voor de Binnenlandse Zaken? Zo ja, wanneer mogen wij ze verwachten? Is het de bedoeling om deze in een wetsontwerp te gieten of zullen zij in de diverse bepalingen gezocht moeten worden?
07.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Smeyers, is er een anticrisisplan? Nee. Zal het alles oplossen? Nee. Is het ambitieus? Daarover zullen wij niet discussiëren. De bedoeling is gewoon een antwoord te bieden aan de huidige situatie betreffende de opvangcrisis. Wij moeten de asielprocedure versnellen zonder te raken aan de rechten van de mensen.
In dit kader heb ik van de gelegenheid gebruik gemaakt om in een voorontwerp van wet houdende diverse bepalingen verschillende maatregelen in te brengen die met name moeten zorgen voor een eenvoudigere en snellere verblijfs- en asielprocedure, zonder dat de kwaliteitsvolle behandeling hierbij in het gedrang komt.
Ter informatie, de neerlegging van dit ontwerp in het Parlement is door het kabinet van de eerste minister gepland op 6 december 2010.
Ik geef kort een samenvatting van de voorziene maatregelen in ontwerp 78, de wijziging van de procedure voor het bekomen van een machtiging tot verblijf om medische redenen.
Qua identificatie voorziet het voorontwerp van wet in de verplichting om de identiteit aan te tonen, evenals de documenten die aangewend kunnen worden in het kader van de indiening van een verblijfsaanvraag op basis van artikel 9ter van de wet van 1980. Wat betreft het verplichte medische attest om de regularisatieaanvraag op basis van artikel 9ter van de wet van 1980 in te dienen, wordt momenteel aanbevolen om een standaardtype medisch attest te gebruiken. Dat is beschikbaar op de site van de DVZ. In het voorontwerp van wet wordt dit medisch attest voortaan verplicht.
Zij die verblijf aanvragen op basis van artikel 9bis en artikel 9ter van de wet van 1980 dienen zich verplicht in België te domiciliëren. Deze maatregel is noodzakelijk om de efficiëntie van de volgende maatregel te verzekeren. De betekening van de beslissing op basis van artikel9bis en 9ter van de wet van 1980 gebeurt per aangetekende zending, bode of telefax. Momenteel dienen de aanvragers hun beslissing bij de gemeente te halen maar velen onder hen dienden zich daar nooit aan.
De voor hen negatieve beslissing is bijgevolg niet tegenwerpbaar.
Ontwerp 77 betreft de beroepstermijnen in het kader van de verblijfsprocedure. Het gaat daarbij om harmonisering en uniformisering van de beroepstermijnen. Het doel is natuurlijk een uniforme regelgeving in te voeren voor de drie instanties – zijnde DVZ, CIVS en RvV – inzake het vertrekpunt in de beroepstermijnen. Voor de RvV is er ook sprake van een vereenvoudiging van de procedure met betekening van de beslissing zonder ontvangstmelding. Op dit moment worden de beslissingen van de RvV per aangetekende brief verstuurd tegen ontvangstmelding of per bode tegen ontvangstmelding. Dit heeft drie nadelen, namelijk administratieve overbelasting, langere procedure omdat men moet wachten op de ontvangstmelding en de gerechtelijke kosten die 50 000 euro bedragen. De vooropgestelde wijziging biedt de RvV de mogelijkheid om voortaan via een gewone aangetekende zending te werken. De opname hiervan in de wet zorgt voor een grotere rechtszekerheid in de procedures.
Er is een verduidelijking van de motiveringsverplichting. Deze bepaling verduidelijkt de rechterlijke motiveringsverplichting in de procedure voor een rechtsmacht. De rechter wordt niet vereist een antwoord te geven op alle argumenten van de partijen, maar wel op de elementen die bepalend zijn voor zijn beslissing. Dit alles is in overeenstemming met de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en de jurisprudentie van de Raad van State in cassatie. Deze maatregel zal zorgen voor een snelle procedure aangezien de rechters op een eenvoudiger manier kunnen motiveren zonder hierbij afbreuk te doen aan de rechten van de verdediging.
De invoering van een rolrecht van 175 euro en 125 euro in het geval van tussenkomst indien de verzoeker geen aanspraak kan maken op het pro-deosysteem. De invoering van een gelijkaardige maatregel als hetgeen momenteel in gebruik is bij de Raad van State met als verschil dat men bij de RvV vooraf dient te betalen.
De afschaffing van de repliekmemorie zoals voorzien in artikel 39/81. De afschaffing van de repliekmemorie in de annulatieprocedure. De huidige praktijk toont aan dat in het merendeel van de voor de Raad ingeleide procedures meestal enkel verwezen wordt naar de middelen die in het inleidingsverzoekschrift werden uiteengezet. Teneinde te vermijden dat de procedure hierdoor vertraagt, werd dan ook beslist om deze repliekmemorie af te schaffen, met de mogelijkheid voor de verzoeker om tijdens de zitting mondeling te repliceren.
De invoering van een in bepaalde gevallen uitsluitend schriftelijke procedure. Het doel van deze maatregel is een verkorte procedure in te stellen voor de beroepen waar geen twijfel bestaat over de al dan niet gegrondheid, namelijk: beroepen zonder voorwerp of onontvankelijke beroepen, beroepen waarvan afstand genomen wordt, beroepen die van de rol dienen te worden geschrapt of die klaarblijkelijk gegrond of ongegrond zijn. In dit geval deelt de rechter de verzoeker mede dat hij zal beslissen tot afstand van geding. De verzoeker heeft acht dagen om te vragen om gehoord te worden, zoniet doet de rechter een uitspraak op basis van de elementen in het dossier.
Ten laatste, de invoering van een boete in het geval van kennelijk onrechtmatig beroep. Deze bepaling herneemt het systeem dat voorzien is voor de Raad van State en voorziet in de mogelijkheid een boete op te leggen wanneer er sprake is van een kennelijk onrechtmatig beroep. Indien er minder kennelijk onrechtmatige beroepen worden ingediend, zullen de rechters van de RvV sneller uitspraken kunnen doen inzake de andere beroepen.
Dat zijn de verschillende maatregelen die zijn voorgesteld om meer efficiënte procedures te hebben bij de asielinstanties.
07.03 Sarah Smeyers (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw uitgebreid antwoord. Uw toelichting gaat van goed naar beter. Ik heb de indruk dat u wel wat rekening houdt met suggesties van bepaalde parlementsleden.
Ten eerste, is er daarover al een akkoord in uw regering van lopende zaken?
Ten tweede, zullen wij dat voorstel tijdig op papier ontvangen? U kent de werkwijze van de programmawet en wetten houdende diverse bepalingen. Dat moet allemaal snel-snel en op een drafje afgehandeld worden. Zulke bepalingen worden dan teruggevonden in codetaal. Ik vind dat dit toch wel belangrijk is. Ik zou liever zien dat een en ander op een iets meer transparante manier in het Parlement passeert. Kunnen wij dat alleszins tijdig ontvangen?
07.04 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Dat is wat ik voorgesteld heb bij de ontslagnemende regering. Ik ben bereid om die teksten, als er goede voorstellen zijn in de regering, te verbeteren en met u te behandelen.
07.05 Sarah Smeyers (N-VA): (…) is er daarover al een beslissing?
07.06 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Neen, we hebben daarover al verschillende discussies gevoerd. De interkabinettenwerkgroepen zijn nog bezig.
07.07 Sarah Smeyers (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, de N-VA wil u steunen. Dat weet u, toch?
07.08 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Zeg dat niet te luid!
07.09 Sarah Smeyers (N-VA): Mogen we dat niet zeggen? Zo niet krijgt u zeker geen akkoord in de regering?! Ik snap het.
De voorzitter: Daar gaan de concessies!
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Theo Francken aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de onverwijderbare illegale terroristen" (nr. 788)
08 Question de M. Theo Francken au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "les terroristes en séjour illégal non éloignables" (n° 788)
08.01 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, waar zit Saber Mohammed, onze wegens terrorisme veroordeelde Irakese, in België verblijvende, illegaal?
U kent het verhaal. Ik ga het hier niet uit de doeken doen. Saber Mohammed is het bekendste geval van een onverwijderbare illegale terrorist. Hij is Irakees, en hij is veroordeeld omdat hij de aanslagen in Londen en Madrid mee heeft georganiseerd, als een van de key players van al-Qaida in Europa. Hij heeft zijn straf uitgezeten, 5 jaar effectief, en sindsdien verblijft hij illegaal in het land.
De vraag is: waar is hij? Hij verbleef in Brugge, dat weet ik. Ik heb het nagevraagd. Ik heb mijn contacten nog eens gebeld. Hij zat in Brugge, maar nu zit hij niet meer in Brugge. Volgens mij is hij nu in Irak. Dat ga ik hopelijk van u horen.
Mijnheer de staatssecretaris, in een eerste reactie op de brief van Saber Mohammed hebt u aangegeven geen commentaar te willen geven omdat de procedure toen nog liep. Is dat nog steeds het geval, of werd Saber Mohammed verwijderd? Zo ja, welk akkoord werd hierover met Saber Mohammed bereikt?
Ik weet dat de man geld vroeg. Graag krijg ik meer specificaties van de diverse elementen van het akkoord: administratief en financieel. Hoeveel geld heeft de Belgische Staat Saber Mohammed meegegeven om te kunnen vertrekken? Is hij naar Irak gegaan? Is hij naar Burundi gegaan? Er was immers sprake van Rwanda of Burundi of een ander Afrikaans land.
Ik wil in het bijzonder ook een antwoord op de vraag of het bereikte akkoord een standpunt bevatte over de geldsom waar Saber Mohammed om vroeg.
Indien Saber verwijderd werd, naar welk land werd hij verwijderd? Hoe werd de verwijdering praktisch georganiseerd? Ik neem aan dat hij niet op de Frontex vlucht naar Kinshasa zat?
Meer algemeen, welke houding neemt u aan ten aanzien van onverwijderbare illegale terroristen? Het is een probleem waarmee verschillende landen kampen, maar dat weet u. Onder andere Nederland en Duitsland hebben dat probleem. Moet dit probleem niet dringend op Europees niveau besproken worden? Hebt u dat misschien al gedaan? Ik wilde u deze vraag morgen stellen, wanneer wij spreken over de Europese Top over Asiel, die dan ter sprake zal komen.
De voorzitter: Zowel minister Turtelboom als de staatssecretaris kunnen niet aanwezig zijn. Daarvan bent u ongetwijfeld op de hoogte gesteld via mail of sms.
08.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Francken, artikel 127 van het Reglement van de Kamer bepaalt dat de vragen van algemeen belang moeten zijn. Ik zal dan ook niet ingaan op een individueel dossier. Op uw meer algemene vragen zal ik natuurlijk een antwoord geven.
Ik wil eerst opmerken dat het niet zo is dat iedere persoon die voor terrorisme is veroordeeld en geen verblijf in België heeft, onverwijderbaar is. Dat geldt alleen in het geval dat hij bij een terugkeer naar zijn land van herkomst een risico op foltering of onmenselijke of vernederende behandelingen loopt.
Artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens verbiedt mij in dat land om iemand terug te sturen naar zijn land van herkomst of een ander land waar hij een verblijf heeft.
Uit de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens blijkt immers dat dit artikel een absoluut verbod inhoudt om iemand te verwijderen. Ik volg dit standpunt nauwgezet, ook al zou het een persoon betreffen die voor terrorisme werd veroordeeld.
Uit een rondvraag bij de andere Europese lidstaten blijkt trouwens dat hun praktijk ook conform is met de rechtspraak van het Europees Hof en dat zij niemand verwijderen als er een gevaar is voor een schending van artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Indien een persoon onverwijderbaar is, wordt op regelmatige basis een advies aan het CGVS gevraagd betreffende de terugleiding van een eventuele schending van artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De situatie in het land van herkomst kan immers erg veranderen.
In afwachting wordt de betrokkene vastgehouden in een gesloten centrum of onder huisarrest geplaatst. Daarnaast wordt onderzocht of de betrokkene niet naar een ander, derde land kan worden teruggestuurd met de garantie dat hij daar geen gevaar loopt, volgens artikel 3 van het Europees Verdrag.
De Vreemdelingenwet heeft echter beperkingen en heeft alleen als doel om iemand te verwijderen maar is niet bedoeld om de samenleving te beschermen tegen dergelijke individuen. Precies daarom werd door de regering een taskforce opgericht die als missie heeft de problematiek verder te analyseren en maatregelen op wetgevend vlak voor te stellen.
Door de val van de regering zijn hier momenteel echter geen structurele oplossingen mogelijk.
08.03 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik wil nu geen incident veroorzaken, dat is niet mijn bedoeling. Ik zit nog niet lang genoeg in de Kamer om een incident met u te veroorzaken, maar ik heb toch een vraag. Als ik het Reglement lees, dit raakt de openbare orde. Dit is een van de zwaarste terroristen, samen met onze andere vriend die naar Amerika wordt gerepatrieerd, die voetballer, Trabelsi, die wij ooit gekend hebben. U zegt dan dat het over individuele gevallen gaat en dat u daarop niet kunt antwoorden. Dit raakt de openbare orde. Het is een van de zwaarste terroristen die ons land ooit gekend heeft. Hij verblijft reeds jaren illegaal in België. Dit is dus wel degelijk algemeen belang.
Ik vind mij perfect in staat om daarover een vraag te stellen. Die vraag is trouwens ook gepasseerd bij onze voorzitter en bij de diensten. Ik neem aan dat er daar toch wel een screening gebeurt. Ik zou hier toch wel graag als parlementslid mijn functie van controle op de regering willen vervullen.
Ik weet heel goed dat DVZ reeds heel lang heel verveeld zit met dit dossier, dat ze op het randje van het legale zaten toen ze hem elke keer opnieuw oppakten en opsloten, want hij heeft veel langer dan acht maanden in Brugge gezeten, dat weet u ook. Dan zeggen dat het een individueel geval is, dat het geen algemeen belang is, dat u mij geen antwoord geeft, vind ik eerlijk gezegd niet correct.
Volgens mij is dat ook niet de filosofie van dat artikel in het Reglement. Dit gaat duidelijk over openbare orde en raakt dus wel degelijk de algemene zaken en dus mag ik daarover een vraag stellen, een vraag waarop u normaal gezien, hoop ik, een antwoord geeft.
De voorzitter: Aan de orde is nu de vraag nr. 827 van opnieuw de heer Francken over de stijgende migratie van Marokkanen met Spaanse en Italiaanse verblijfspapieren.
08.04 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik ben nog eventjes niet goed van het vorige. Ik zal mijn werk doen en ik zal er sowieso wel achterkomen. Dat vind ik echt niet ernstig.
08.05 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Let’s be fair. Ik begrijp uw interpretatie. U moet ook mijn interpretatie begrijpen. Ik denk dat wij daarover misschien …
De voorzitter: In een gesloten vergadering?
08.06 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Neen. Dat is zeker geen oplossing. Ik zal het even nagaan en volgende week met een mogelijk antwoord komen. Wat vindt u daarvan?
08.07 Theo Francken (N-VA): Absoluut. Ik ben daartoe bereid. Ik wil ook in gesloten vergadering gaan als u niet wilt dat dit uitlekt. Dat is voor mij allemaal goed.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Theo Francken aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de stijgende migratie van Marokkanen met Spaanse en Italiaanse verblijfspapieren" (nr. 827)
09 Question de M. Theo Francken au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "l'immigration croissante de Marocains porteurs de titres de séjour espagnols et italiens" (n° 827)
09.01 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, La Dernière Heure bracht deze week een reportage over mensen met papieren en ook illegale Spanjaarden en Marokkanen die van Spanje en Italië komen. De Spanjeroute, u kent ze wel. Die Spanjeroute en Italiëroute – die laatste ben ik nog aan het uitvissen, maar blijkbaar bestaat die ook –, bent u zich daarvan bewust? Doet u daar iets aan? Is daar iets aan te doen tout court? Welk verblijfsstatuut krijgen de niet EU-burgers die in een andere lidstaat een verblijfsvergunning van onbepaalde duur dan wel van bepaalde duur hebben? Is de staatssecretaris van plan maatregelen te nemen tegen dit fenomeen? Is hierover al overleg gepleegd? Misschien moet ik dat aan de minister van Buitenlandse Zaken vragen. Hebt u dit al aangekaart?
Spanje is redelijk laks in het uitreiken van verblijfspapieren als het over de sectoren landbouw, horeca en bouw gaat. De mensen die komen zakken verder af naar Europa. Die mensen zoeken ook het beste en proberen er ook het beste van te maken. Zij zoeken hier dan werk, zij het in het zwart. Bent u zich bewust van het probleem? Wat doet u daaraan? Is daar iets aan te doen? Hoe kunnen we dit samen oplossen?
09.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Francken, langdurig ingezetenen uit andere Europese lidstaten kunnen een verblijfsvergunning bekomen in België indien zij hier belangen kunnen aantonen.
Zij krijgen een A-kaart, dus een verblijfskaart A, voor de duur van de tewerkstelling plus een maand. U kent dat systeem misschien nog beter dan ik. Voor zover zij aan een beroepskaart geraken – zeer zelden –, moet die aangevraagd worden in de lidstaat in kwestie via de Belgische ambassade. Dan krijgen zij een A-kaart voor de duur van de beroepskaart.
Indien het gaat om studenten, dan verkrijgen zij per studiejaar een A-kaart, en in zoverre zij beschikken over voldoende bestaansmiddelen en een ziekteverzekering, een A-kaart voor de duur van een jaar. Het gaat dus steeds om een beperkt verblijf, verlengbaar indien aan de voorwaarden is voldaan.
Er zijn geen contacten tussen DVZ en andere lidstaten, bijvoorbeeld bij twijfel of iemand wel degelijk het statuut heeft van langdurig ingezetene. Er is een lijst van contactpersonen voorhanden bij wie DVZ-medewerkers terechtkunnen.
Indien een langdurig ingezetene uit een andere lidstaat het statuut van langdurig ingezetene in België zou verwerven, dan moet dat kenbaar gemaakt worden aan de voormalige lidstaat of verblijfsstaat van de betrokkene.
In principe kunnen niet-EU-onderdanen met een beperkt verblijf of met een lang verblijf in een andere lidstaat ook een legaal verblijf bekomen in België. Het is echter veel moeilijker, aangezien de verblijfsvergunning van de andere EU-lidstaat dan enkel visumvervangend is. Het geeft hen echter geen voordelen om aan een arbeids- of beroepskaart te geraken, te studeren of te rentenieren. Zij moeten dan aan de voorwaarden voldoen, zoals andere niet-EU-burgers.
Ik kom nu tot de mogelijkheid van de landelijke ingezetenen om een werkloosheidsuitkering te genieten. Die kwestie behoort niet tot mijn bevoegdheden, maar tot die van mijn collega Philippe Courard, staatssecretaris voor Sociale Zaken.
09.03 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, dit is redelijk nietszeggend. Ik ben het er allemaal mee eens. Dat is juist het probleem. De vraag is wat we eraan kunnen doen, hoe we dit beter kunnen opvangen. Ik weet dat we andere problemen hebben, dat hier ook heel wat mensen uit andere landen zijn en dat er heel veel illegalen werk zoeken aan het Klein Kasteeltje. Dat zijn dan zelfs geen illegalen, die mensen hebben wel een verblijfsvergunning als asielzoeker maar ze mogen hier niet werken. Dat weet ik allemaal. Die route via Spanje en Italië bestaat echter al jaren. De vraag is hoe we daar echt iets aan kunnen doen. Die mensen zijn daar immers ook niet mee gediend. Die mensen zijn hier illegaal en komen van de regen in de drup. In Spanje hebben ze geen werk meer, dan zakken ze naar hier af en hier vinden ze ook niets of nauwelijks iets. Dat zorgt ervoor dat het zwart circuit verder wordt aangemoedigd. Het creëert alleen menselijke ellende. De vraag is hoe we dat kunnen oplossen. Dat heb ik niet echt gehoord. Het is ook heel moeilijk, dat geef ik toe. Laten we daar echter in de toekomst misschien ook aandacht voor hebben en proberen er samen aan te werken.
09.04 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Gemeenten en OCMW’s moeten ook niet aarzelen om dergelijke informatie onmiddellijk naar de DVZ te sturen. Soms worden de gemeenten of de OCMW’s meer geconfronteerd met onregelmatige situaties. Mijn antwoord was eerder technisch. De DVZ is echter niet altijd op de hoogte. Het is dan ook belangrijk dat de gemeenten en de OCMW’s die informatie aan de DVZ sturen. Ze kunnen dan nagaan of het een onregelmatige situatie is en daarna natuurlijk de noodzakelijke maatregelen nemen. Het is een prioriteit dat de DVZ daarvan op de hoogte wordt gesteld.
09.05 Theo Francken (N-VA): Wat het OCMW van Brussel betreft, komt Yvan Mayeur elk debat opnieuw met een hele uiteenzetting om te zeggen dat het echt niet meer mogelijk is dat hij 5 500 nieuwe toeleidingen krijgt naar zijn OCMW en hij het niet meer aankan. Werkt het OCMW van Brussel echter nauw samen met de DVZ? Geeft het onregelmatigheden aan? Durft men dat soms niet te doen vanuit een soort misbegrepen sociale bewogenheid? Dat weet u niet?
De voorzitter: Dat is het voorwerp voor een nieuwe vraag, mijnheer Francken.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.33 uur.
La réunion publique de commission est levée à 17.33 heures.