CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 53 COM 008
CRIV 53 COM 008
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
D
ÉFENSE NATIONALE
C
OMMISSIE VOOR DE
L
ANDSVERDEDIGING
Mercredi
Woensdag
20-10-2010
20-10-2010
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti Socialiste
MR
Mouvement réformateur
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
sp.a
socialistische partij anders
Ecolo-Groen!
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales ­ Groen!
Open Vld
Open Vlaamse Liberalen en Democraten
VB
Vlaams Belang
cdH
centre démocrate Humaniste
LDD
Lijst Dedecker
PP
Parti Populaire
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 53 0000/000 Document parlementaire de la 53
e
législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 53 0000/000
Parlementair stuk van de 53
e
zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
Version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
Séance plénière
PLEN
Plenum
COM
Réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
Motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige)
MOT
Moties tot besluit van interpellaties (op beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 53
COM 008
20/10/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Annick Ponthier au ministre de
la Défense sur "la démilitarisation des munitions
conventionnelles" (n° 39)
1
Vraag van mevrouw Annick Ponthier aan de
minister
van
Landsverdediging
over
"de
demilitarisering van de conventionele munitie"
(nr. 39)
1
Orateurs: Annick Ponthier, Pieter De Crem,
ministre de la Défense
Sprekers: Annick Ponthier, Pieter De Crem,
minister van Landsverdediging
Questions jointes de
2
Samengevoegde vragen van
2
- Mme Annick Ponthier au ministre de la Défense
sur "l'exposition à des rayonnements nocifs lors
de l'utilisation du système anti-aérien HAWK"
(n° 40)
2
- mevrouw Annick Ponthier aan de minister van
Landsverdediging over "schadelijke stralingen bij
het gebruik van het HAWK-luchtafweersysteem"
(nr. 40)
2
- M. David Geerts au ministre de la Défense sur
"les répercussions de l'installation radar HAWK
sur la santé" (n° 47)
2
- de heer David Geerts aan de minister van
Landsverdediging over "de gevolgen van de
HAWK-radarinstallatie voor de gezondheid"
(nr. 47)
2
Orateurs: Annick Ponthier, Pieter De Crem,
ministre de la Défense
Sprekers: Annick Ponthier, Pieter De Crem,
minister van Landsverdediging
Questions jointes de
5
Samengevoegde vragen van
5
- M. Dirk Van der Maelen au ministre de la
Défense sur "le nouveau concept stratégique de
l'OTAN" (n° 120)
6
- de heer Dirk Van der Maelen aan de minister
van
Landsverdediging
over
"het
nieuwe
strategische concept van de NAVO" (nr. 120)
5
- Mme Juliette Boulet au ministre de la Défense
sur "les propos du secrétaire général de l'OTAN,
le renouvellement du concept stratégique de
l'OTAN ainsi que le positionnement de la Belgique
sur ce dossier" (n° 341)
6
- mevrouw Juliette Boulet aan de minister van
Landsverdediging over "de uitspraken van de
NAVO-secretaris-generaal,
het
nieuwe
strategische concept van de NAVO en het
standpunt van België ter zake" (nr. 341)
5
- M. Wouter De Vriendt au ministre de la Défense
sur "le nouveau concept stratégique de l'OTAN"
(n° 363)
6
- de heer Wouter De Vriendt aan de minister van
Landsverdediging over "het nieuwe strategische
concept van de NAVO" (nr. 363)
5
Orateurs: Dirk Van der Maelen, Juliette
Boulet, Wouter De Vriendt, Pieter De Crem
,
ministre de la Défense
Sprekers: Dirk Van der Maelen, Juliette
Boulet, Wouter De Vriendt, Pieter De Crem
,
minister van Landsverdediging
Questions jointes de
12
Samengevoegde vragen van
12
- M. Anthony Dufrane au ministre de la Défense
sur "la réunion informelle des ministres de la
Défense de l'Union européenne les 23 et
24 septembre à Gand" (n° 127)
12
- de heer Anthony Dufrane aan de minister van
Landsverdediging over "de informele bijeenkomst
van de EU-ministers van Defensie in Gent op 23
en 24 september" (nr. 127)
12
- M. Wouter De Vriendt au ministre de la Défense
sur "le sommet de la Défense informel à Gand"
(n° 326)
12
- de heer Wouter De Vriendt aan de minister van
Landsverdediging over "de informele Defensietop
in Gent" (nr. 326)
13
Orateurs: Anthony Dufrane, Wouter De
Vriendt, Pieter De Crem
, ministre de la
Défense
Sprekers: Anthony Dufrane, Wouter De
Vriendt, Pieter De Crem
, minister van
Landsverdediging
Question de Mme Juliette Boulet au ministre de la
Défense sur "l'essai de munitions par l'armée
belge dans le camp militaire d'Elsenborn à
Bütgenbach" (n° 146)
19
Vraag van mevrouw Juliette Boulet aan de
minister van Landsverdediging over "het uittesten
van munitie door het Belgische leger in het militair
kamp van Elsenborn te Bütgenbach" (nr. 146)
19
Orateurs: Juliette Boulet, Pieter De Crem,
ministre de la Défense
Sprekers: Juliette Boulet, Pieter De Crem,
minister van Landsverdediging
Questions jointes de
21
Samengevoegde vragen van
21
- M. Philippe Blanchart au ministre de la Défense
sur "le projet de décompression des militaires à
Chypre" (n° 156)
21
- de heer Philippe Blanchart aan de minister van
Landsverdediging over "het plan om onze
militairen op Cyprus te laten ontstressen" (nr. 156)
22
- M. Denis Ducarme au ministre de la Défense sur
"l'opération de décompression de nos soldats de
21
- de heer Denis Ducarme aan de minister van
Landsverdediging over "het plan om onze
22
20/10/2010
CRIV 53
COM 008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
ii
retour d'Afghanistan à Chypre" (n° 383)
soldaten die uit Afghanistan terugkeren op Cyprus
te laten ontstressen" (nr. 383)
Orateurs:
Philippe
Blanchart,
Denis
Ducarme, Pieter De Crem, ministre de la
Défense
Sprekers:
Philippe
Blanchart,
Denis
Ducarme, Pieter De Crem, minister van
Landsverdediging
Questions jointes de
24
Samengevoegde vragen van
25
- M. Anthony Dufrane au ministre de la Défense
sur "la situation sécuritaire en Afghanistan"
(n° 158)
24
- de heer Anthony Dufrane aan de minister van
Landsverdediging over "de veiligheidssituatie in
Afghanistan" (nr. 158)
25
- M. Wouter De Vriendt au ministre de la Défense
sur "les images vidéo de la fusillade à Kunduz le
15 juin 2009" (n° 232)
24
- de heer Wouter De Vriendt aan de minister van
Landsverdediging over "videobeelden van het
vuurgevecht in Kunduz op 15 juni 2009" (nr. 232)
25
- M. Dirk Van der Maelen au ministre de la
Défense sur "les images de l'incident entre des
militaires belges et des combattants talibans, le
15 juin 2009" (n° 236)
24
- de heer Dirk Van der Maelen aan de minister
van Landsverdediging over "de beelden van het
incident
tussen
Belgische
militairen
en
Talibanstrijders van 15 juni 2009" (nr. 236)
25
- M. Gerald Kindermans au ministre de la Défense
sur "l'engagement entre des militaires afghans et
des insurgés au mois de juin 2009 auquel
participèrent également des militaires belges"
(n° 239)
24
- de heer Gerald Kindermans aan de minister van
Landsverdediging over "het gewapend treffen
tussen Afghaanse militairen en opstandelingen in
juni 2009 waarbij ook Belgische militairen
betrokken waren" (nr. 239)
25
- M. Dirk Van der Maelen au ministre de la
Défense sur "les engagements pris par le
gouvernement concernant le redéploiement du
contingent belge en Afghanistan" (n° 244)
24
- de heer Dirk Van der Maelen aan de minister
van Landsverdediging over "de toezeggingen van
de regering met betrekking tot de herschikking
van het Belgische contingent in Afghanistan"
(nr. 244)
25
- M. Wouter De Vriendt au ministre de la Défense
sur "le redéploiement du contingent belge en
Afghanistan" (n° 247)
24
- de heer Wouter De Vriendt aan de minister van
Landsverdediging over "verschuivingen in het
Belgische contingent in Afghanistan" (nr. 247)
25
- M. Servais Verherstraeten au ministre de la
Défense sur "l'engagement entre des militaires
afghans et des insurgés au mois de juin 2009
auquel participèrent également des militaires
belges" (n° 296)
24
- de heer Servais Verherstraeten aan de minister
van Landsverdediging over "het gewapend treffen
tussen Afghaanse militairen en opstandelingen in
juni 2009 waarbij ook Belgische militairen
betrokken waren" (nr. 296)
25
- M. Servais Verherstraeten au ministre de la
Défense sur "la récente rencontre avec le général
américain David Petraeus et la participation de la
Belgique aux opérations de l'OTAN en
Afghanistan" (n° 297)
24
- de heer Servais Verherstraeten aan de minister
van
Landsverdediging
over
"de
recente
ontmoeting met de Amerikaanse generaal David
Petraeus en de Belgische deelname aan de
NAVO-operatie in Afghanistan" (nr. 297)
25
- M. Patrick Dewael au ministre de la Défense sur
"la participation de la Belgique aux opérations de
la FIAS en Afghanistan" (n° 300)
24
- de heer Patrick Dewael aan de minister van
Landsverdediging over "de Belgische deelname
aan de ISAF-operatie in Afghanistan" (nr. 300)
25
- M. Wouter De Vriendt au ministre de la Défense
sur "le niveau 4 pour les EPR qui opèrent en
Afghanistan" (n° 324)
24
- de heer Wouter De Vriendt aan de minister van
Landsverdediging over "het niveau 4 voor PRT's
Afghanistan" (nr. 324)
25
- Mme Juliette Boulet au ministre de la Défense
sur "la diffusion de vidéos amateurs filmant des
militaires belges en Afghanistan" (n° 337)
24
- mevrouw Juliette Boulet aan de minister van
Landsverdediging over "het uitzenden van
amateurbeelden van Belgische militairen in
Afghanistan" (nr. 337)
25
Orateurs: Anthony Dufrane, Wouter De
Vriendt, Dirk Van der Maelen, Juliette
Boulet, Pieter De Crem
, ministre de la
Défense
Sprekers: Anthony Dufrane, Wouter De
Vriendt, Dirk Van der Maelen, Juliette
Boulet, Pieter De Crem
, minister van
Landsverdediging
Questions jointes de
40
Samengevoegde vragen van
40
- M. Theo Francken au ministre de la Défense sur
"l'action récente de l'asbl Vredesactie à Kleine
Brogel" (n° 160)
40
- de heer Theo Francken aan de minister van
Landsverdediging over "de recente actie van de
vzw Vredesactie te Kleine Brogel" (nr. 160)
40
- Mme Juliette Boulet au ministre de la Défense
sur "la présence et la démonstration des
activistes de Bomspotting à Kleine Brogel"
(n° 171)
40
- mevrouw Juliette Boulet aan de minister van
Landsverdediging over "de aanwezigheid van en
demonstraties door activisten van Bomspotting te
Kleine Brogel" (nr. 171)
40
CRIV 53
COM 008
20/10/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
iii
- Mme Annick Ponthier au ministre de la Défense
sur "le coup d'éclat de militants pacifistes sur la
base militaire de Kleine Brogel" (n° 223)
40
- mevrouw Annick Ponthier aan de minister van
Landsverdediging
over
"de
stunt
van
vredesactivisten op de legerbasis van Kleine
Brogel" (nr. 223)
40
Orateurs: Theo Francken, Juliette Boulet,
Annick Ponthier, Pieter De Crem
, ministre
de la Défense
Sprekers: Theo Francken, Juliette Boulet,
Annick Ponthier, Pieter De Crem
, minister
van Landsverdediging
Question de M. Guy Coëme au ministre de la
Défense sur "le retard de versement des primes"
(n° 279)
43
Vraag van de heer Guy Coëme aan de minister
van Landsverdediging over "het laattijdig betalen
van de premies" (nr. 279)
43
Orateurs: Guy Coëme, Pieter De Crem,
ministre de la Défense
Sprekers: Guy Coëme, Pieter De Crem,
minister van Landsverdediging
Question de M. Theo Francken au ministre de la
Défense sur "la participation belge à l'opération
Atalante" (n° 306)
44
Vraag van de heer Theo Francken aan de
minister van Landsverdediging over "de Belgische
deelname aan operatie Atalanta" (nr. 306)
44
Orateurs: Theo Francken, Pieter De Crem,
ministre de la Défense
Sprekers: Theo Francken, Pieter De Crem,
minister van Landsverdediging
Question de M. Theo Francken au ministre de la
Défense sur "la reconversion de la caserne du
premier bataillon paracommando à Diest" (n° 307)
46
Vraag van de heer Theo Francken aan de
minister
van
Landsverdediging
over
"de
reconversie van de kazerne van het eerste
bataljon para te Diest" (nr. 307)
46
Orateurs: Theo Francken, Pieter De Crem,
ministre de la Défense
Sprekers: Theo Francken, Pieter De Crem,
minister van Landsverdediging
Question de M. Theo Francken au ministre de la
Défense sur "la situation au Pakistan" (n° 308)
47
Vraag van de heer Theo Francken aan de
minister van Landsverdediging over "de huidige
situatie in Pakistan" (nr. 308)
47
Orateurs: Theo Francken, Pieter De Crem,
ministre de la Défense, Denis Ducarme,
Patrick Moriau, Juliette Boulet, Christophe
Bastin
Sprekers: Theo Francken, Pieter De Crem,
minister
van
Landsverdediging,
Denis
Ducarme, Patrick Moriau, Juliette Boulet,
Christophe Bastin
Questions jointes de
52
Samengevoegde vragen van
51
- Mme Annick Ponthier au ministre de la Défense
sur "les déclarations d'un colonel à propos d'une
supposée flamandisation de l'état-major de
l'armée" (n° 320)
52
- mevrouw Annick Ponthier aan de minister van
Landsverdediging over "de uitspraken van een
kolonel i.v.m. de veronderstelde vervlaamsing van
de legertop" (nr. 320)
51
- M. Denis Ducarme au ministre de la Défense sur
"le déséquilibre linguistique au sein du
département de la Défense pour ce qui concerne
les fonctions à responsabilité" (n° 334)
52
- de heer Denis Ducarme aan de minister van
Landsverdediging over "het taalonevenwicht in
het
departement
Defensie
wat
de
verantwoordelijke functies betreft" (nr. 334)
51
- Mme Juliette Boulet au ministre de la Défense
sur "les propos du colonel Gennart au sujet d'une
'flamandisation' de l'armée et des risques de
fermeture de la base de Florennes" (n° 338)
52
- mevrouw Juliette Boulet aan de minister van
Landsverdediging over "de uitlatingen van kolonel
Gennart met betrekking tot de vervlaamsing van
het leger en de mogelijke sluiting van de basis
van Florennes" (nr. 338)
51
- M. Patrick Moriau au ministre de la Défense sur
"la 'flamandisation' de l'armée" (n° 352)
52
- de heer Patrick Moriau aan de minister van
Landsverdediging over "de vervlaamsing van het
leger" (nr. 352)
51
- M. Bert Maertens au ministre de la Défense sur
"le déséquilibre linguistique au sein du corps des
officiers de l'armée belge" (n° 377)
52
- de heer Bert Maertens aan de minister van
Landsverdediging
over
"het
taalkundige
onevenwicht in het officierenkorps van het
Belgisch leger" (nr. 377)
51
- M. Christophe Bastin au ministre de la Défense
sur "la 'flamandisation' de l'armée et de la base
aérienne de Florennes" (n° 413)
52
- de heer Christophe Bastin aan de minister van
Landsverdediging over "de vervlaamsing van het
leger en de luchtmachtbasis te Florennes"
(nr. 413)
51
- M. Damien Thiéry au ministre de la Défense sur
"les déclarations de 'flamandisation' de l'armée
par un membre de la hiérarchie militaire" (n° 419)
52
- de heer Damien Thiéry aan de minister van
Landsverdediging over "de verklaringen van een
militaire bevelhebber over de vervlaamsing van
51
20/10/2010
CRIV 53
COM 008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
iv
het leger" (nr. 419)
- Mme Valérie Déom au ministre de la Défense
sur "une éventuelle fermeture de la base de
Florennes" (n° 372)
52
- mevrouw Valérie Déom aan de minister van
Landsverdediging over "de mogelijke sluiting van
de basis van Florennes" (nr. 372)
51
- M. David Clarinval au ministre de la Défense sur
"l'éventuelle fermeture de la base militaire de
Florennes" (n° 404)
52
- de heer David Clarinval aan de minister van
Landsverdediging over "de mogelijke sluiting van
de luchtmachtbasis van Florennes" (nr. 404)
51
- M. Denis Ducarme au ministre de la Défense sur
"l'étude réalisée au sein du département de la
Défense visant à une réduction des dépenses de
15 %" (n° 335)
52
- de heer Denis Ducarme aan de minister van
Landsverdediging over "de studie bij het
departement Defensie om de uitgaven met 15
procent in te krimpen" (nr. 335)
51
Orateurs: Annick Ponthier, Denis Ducarme,
Juliette Boulet, Patrick Moriau, Bert
Maertens, Christophe Bastin, Damien
Thiéry, Valérie Déom, David Clarinval,
Pieter De Crem
, ministre de la Défense
Sprekers: Annick Ponthier, Denis Ducarme,
Juliette Boulet, Patrick Moriau, Bert
Maertens, Christophe Bastin, Damien
Thiéry, Valérie Déom, David Clarinval,
Pieter
De
Crem,
minister
van
Landsverdediging
CRIV 53
COM 008
20/10/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA DÉFENSE
NATIONALE
COMMISSIE VOOR DE
LANDSVERDEDIGING
du
MERCREDI
20
OCTOBRE
2010
Matin
______
van
WOENSDAG
20
OKTOBER
2010
Voormiddag
______
De behandeling van de vragen en interpellaties vangt aan om 10.23 uur. De vergadering wordt voorgezeten
door de heer Filip De Man.
Le développement des questions et interpellations commence à 10.23 heures. La réunion est présidée par
M. Filip De Man.
01 Vraag van mevrouw Annick Ponthier aan de minister van Landsverdediging over "de
demilitarisering van de conventionele munitie" (nr. 39)
01 Question de Mme Annick Ponthier au ministre de la Défense sur "la démilitarisation des munitions
conventionnelles" (n° 39)
01.01 Annick Ponthier (VB): Mijnheer de minister, ik vat deze
commissie aan met een concrete technische vraag. Begin dit jaar
werd aangekondigd dat er een nieuwe installatie zou worden gebouwd
om conventionele munitie te vernietigen in het kwartier Wevelsmoer in
de kazerne van Wiemesmeer, Zutendaal. Ik heb daarover enkele
vragen.
Hoeveel ton munitie zal door de nieuwe installatie vernietigd kunnen
worden? Hoe gebeurt de vernietiging precies?
Begin dit jaar mochten wij vernemen dat de selectieprocedure eind
juni zou worden afgerond. Ik wil u vragen of u daar meer informatie
over kunt geven?
Mijn laatste vraag is binnen welke termijn de vernietigingsinstallatie
operationeel zal zijn?
01.01 Annick Ponthier (VB): Au
début de l'année a été annoncée
la construction d'une installation
de destruction de munitions
conventionnelles dans le quartier
Wevelsmoer de la caserne de
Wiemesmeer à Zutendaal.
Combien de tonnes de munitions
pourront être détruites dans cette
installation? Quel est le procédé
utilisé? Comment s'est déroulée la
procédure de sélection? Quand
l'installation
sera-t-elle
opérationnelle?
01.02 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, ik wens in de
eerste plaats de ondervoorzitters te feliciteren met hun aanduiding.
Ik ga antwoorden op de vraag van mevrouw Ponthier, maar ik wil wel
zeggen dat vragen die over technische aspecten gaan, traditioneel
schriftelijk worden behandeld en normaal gezien dus in het Bulletin
van Vragen en Antwoorden terechtkomen. Ik ga wel een antwoord
geven.
Geachte collega, de planning voorziet erin dat de nieuwe installatie in
totaal ruim 41 000 ton zal vernietigen. De vernietiging zal gebeuren
door
middel
van
een
thermische
behandeling
in
een
draaitrommelinstallatie, met zuivering van rookgassen, as en zware
metalen, en dit volgens de geldende milieunormen.
Drie tijdelijke handelsverenigingen hebben een offerte ingediend.
Deze offertes waren alle regelmatig en conform. Op 13 augustus
01.02 Pieter De Crem, ministre:
Je vais vous répondre même si les
questions techniques doivent en
principe être posées par écrit.
La nouvelle installation devrait en
principe permettre la destruction
de 41 000 tonnes de munitions. La
destruction s'opère par traitement
thermique dans un tambour rotatif,
avec épuration des fumées, des
cendres et des métaux lourds
conformément
Mijn laatste vraag is of u het wenselijk acht, zoals dokter Degrave en
zijn team van onderzoekers, dat er een opvolgingsstudie komt? Dank
02.01 Annick Ponthier (VB):
D'après une étude commandée il y
a douze ans par la Défense, les
militaires qui ont utilisé un système
de défense anti-aérienne HAWK
courent un risque accru de cancer.
Le ministre peut-il commenter
l'étude? A-t-il été informé des
résultats? Quand? Ces résultats
seront-ils communiqués à cette
commission? Quand?
Une concertation a-t-elle été
organisée avec l'état-major de
l'armée et/ou la ministre de la
Santé publique à propos de ces
résultats? Quels ont été les
résultats de cette concertation ou
quand cette dernière aura-t-elle
lieu?
Si un lien est établi entre
CRIV 53
COM 008
20/10/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
3
u wel.
l'utilisation du système de défense
et la maladie, les victimes
peuvent-elles s'adresser à un point
de contact? Lequel? Comment
est-il organisé? Qui prendra en
charge
les
dédommagements
éventuels? Les victimes seront-
elles activement recherchées?
Le ministre considère-t-il qu'une
étude de suivi est souhaitable?
02.02 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, mevrouw, ik
ga uitvoerig antwoord geven inzake deze bijzonder ingewikkelde
technische aangelegenheid, die overigens nog het voorwerp uitmaakt
van een juridische zaak.
U weet dat Defensie een retrospectieve studie heeft uitgevoerd naar
de mortaliteit en de oorzaken van mortaliteit bij een doelgroep die
werd blootgesteld aan de radarstraling van de zogenaamde HAWK-
eenheden en bij een controlegroep.
De doelgroep van deze studie werd gevormd door de personen die
tussen 1963 en 1994 tewerkgesteld werden in de 43
e
A-HAWK en de
62
e
A-HAWK eenheden. A staat voor artillerie. De studie zelf liep van
1999 tot 2009 en werd uitgevoerd in samenwerking met het
Bordetinstituut en het IARC, het International Agency for Research on
Cancer.
De resultaten van de studie werden geenszins stilgehouden, zoals
een andere, nu afwezige collega vraagsteller in De Morgen van
17 september 2010 heeft gesteld, wel integendeel. Zij werden
gepubliceerd in wetenschappelijke tijdschriften, zij werden besproken
met de vakorganisaties, en er werden parlementaire vragen over
gesteld.
02.02 Pieter De Crem, ministre:
Cette matière technique complexe
fait l'objet d'une procédure en
justice.
La Défense a réalisé une étude
rétrospective sur la mortalité et
ses causes auprès d'un groupe
cible exposé aux ondes radars des
unités HAWK et auprès d'un
groupe de contrôle.
Le groupe cible de cette étude se
composait des personnes actives
au sein de la 43
e
unité A-HAWK et
de la 62
e
unité A-HAWK entre
1963 et 1994. L'étude s'est
déroulée de 1999 à 2009 et a été
réalisée en collaboration avec
l'Institut
Bordet
et
l'Agence
internationale de la recherche sur
le cancer (IARC).
Les résultats de l'étude n'ont
nullement
été
passés
sous
silence, contrairement à ce qu'a
prétendu dans le journal De
Morgen
du 17 septembre 2010
l'auteur d'une question qui n'est
pas présent.
De voorzitter: Mag ik even onderbreken. Ik hoor storende gsm-geluiden. Wil iedereen zijn gsm uitzetten?
02.03 Minister Pieter De Crem: Ik herhaal dat deze resultaten in
wetenschappelijke tijdschriften werden gepubliceerd. Zij werden ook
besproken met de vakorganisaties, die vandaag in de zaal aanwezig
zijn, en er werden parlementaire vragen over gesteld, die werden
beantwoord.
Ik kan begrijpen dat de collega's niet alle wetenschappelijke
tijdschriften raadplegen, maar dat het blad dat door dit Huis wordt
uitgegeven niet wordt geraadpleegd in deze aangelegenheid, lijkt mij
eigenaardig.
De publicatie van de resultaten vond plaats in 2005, in The European
Journal of Epidemiology
, onder de titel: "All-cause of mortality among
02.03 Pieter De Crem, ministre:
Ils ont été publiés dans des revues
scientifiques, ont été examinés
avec les organisations syndicales
et ont fait l'objet de questions
parlementaires.
Les résultats ont été publiés en
2005 dans The European Journal
of Epidemiology
et en 2009, dans
The
International Journal of
Cancer.
20/10/2010
CRIV 53
COM 008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
4
Belgian military radar operators: a 40-years longitudinal study" en in
2009 in The International Journal of Cancer, onder de titel: "Causes of
death among Belgian professional military operators: a 37-year
retrospective cohort study."
Samengevat stelt deze studie dat het sterftecijfer bij HAWK-personeel
niet hoger is dan bij de controlegroep. Het viel evenwel op dat er
onder het HAWK-personeel een statistisch hoger aantal overlijdens
aan hemolymfatische kankers voorkwam, nog steeds ten opzichte
van dezelfde controlegroep. De auteur van de studie kon echter niet
achterhalen wat de oorzaak van dit verschil was.
De geïnteresseerde leden van deze commissie kunnen deze
wetenschappelijke publicaties opvragen bij mijn diensten. Ik ben
daarvoor ter beschikking.
De resultaten van de HAWK-studie werden veelvuldig besproken in
het Hoog Overlegcomité Welzijn, evenals gedurende een aantal
technische
vergaderingen, waarbij
op 11 september
2009
vertegenwoordigers aanwezig waren van het PDOS, de
Pensioendienst voor de Overheidssector, en van MEDEX, het Bestuur
Medische
Expertise
van
de
Federale
Overheidsdienst
Volksgezondheid.
Verder zal in de personeelskrant van Defensie een artikel over dit
onderwerp verschijnen, en zal ook op het welzijnsloket van Defensie-
intranet meer informatie over deze studie worden geafficheerd,
samen met een overzicht van de literatuur. Er kunnen, zoals over alle
welzijnsmateries, via dit forum vragen worden gesteld.
Wat de HAWK-studie zelf betreft, deze zal niet worden voortgezet. De
HAWK-radars werden uit gebruik genomen in 1994. De eerste
signalen dat deze radars de gezondheid beïnvloed zouden hebben
dateren van 1998. Een eerste studie werd gestart in 1999. Hierbij
werden meer dan 40 000 dossiers geanalyseerd. De eerste resultaten
van deze studie werden bekomen in 2005, de eindresultaten in 2009.
Het gevolg hiervan is dat er bijna 50 jaar is verstreken sinds de eerste
blootstelling, in 1963, en meer dan 15 jaar sinds de laatste
blootstelling, in 1994. Interveniërende factoren als leeftijd,
omgevingsfactoren
of
levensstijl
van
de
verschillende
personeelsleden die werden blootgesteld aan de HAWK-radar wegen
hierdoor te zwaar in relatie tot mogelijke langetermijneffecten van
radargolven.
Een verdere exploratie van de gegevens kan dan ook nooit leiden tot
eenduidige resultaten. Maar ook zonder de voortzetting van de
HAWK-studie blijft Defensie bijzonder aandachtig de resultaten en de
aanbevelingen onderzoeken van andere longitudinale studies,
waarover informatie wordt ingewonnen via direct contact met de leden
van de verschillende NAVO-werkgroepen, het Europees Agentschap
voor Defensie, en via de publicaties in wetenschappelijke tijdschriften.
Uit al deze informatie die vandaag beschikbaar is, kunnen geen
eenduidige aanwijzingen worden gedistilleerd dat vroegere
personeelsleden van Defensie moeten worden opgevolgd omdat zij
mogelijk werden blootgesteld aan gevaarlijke stoffen en/of straling.
Le taux de mortalité du personnel
HAWK ne s'avère pas plus élevé
que celui du groupe de contrôle.
Toutefois, un nombre statistique-
ment plus élevé de décès dus à
des cancers hémolymphatiques a
été constaté parmi le personnel
HAWK. L'auteur de l'étude n'a pas
pu déterminer quelle était la cause
de cette différence.
Pour obtenir ces publications
scientifiques, il suffit d'en faire la
demande auprès de mes services.
Les résultats de cette étude ont
été examinés par le Haut Comité
de Concertation Bien-Être et lors
d'une
série
de
réunions
techniques. Lors de la réunion du
11 septembre
2009,
étaient
présents des représentants du
Service des Pensions du Secteur
Public
(SdPSP)
et
de
l'administration
de
l'Expertise
médicale du SPF Santé publique
(MEDEX).
Dans le journal du personnel de la
Défense
paraîtra
un
article
consacré à ce thème et certaines
informations seront postées sur le
guichet du bien-être de l'intranet
de la Défense. Des questions
pourront être posées par le biais
de ce forum.
L'étude ne sera pas poursuivie.
Les radars HAWK ont été retirés
du service en 1994. Les premiers
signaux indiquant que ces radars
auraient été nuisibles pour la santé
datent de 1998. Une première
étude a été entamée en 1999. Les
premiers résultats de cette étude
ont été obtenus en 2005 et les
résultats finaux, en 2009.
Près de cinquante ans se sont
écoulés
depuis
la
première
exposition et plus de quinze ans,
depuis la dernière. D'autres
facteurs tels que l'âge, l'environ-
nement ou le mode de vie sont
aujourd'hui trop prépondérants.
Aussi
est-il
exclu
qu'une
exploitation
poursuivie
des
CRIV 53
COM 008
20/10/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
5
Tot slot moet worden benadrukt dat Defensie gezondheidsrisico's
bestrijdt door de blootstelling tot het minimaal noodzakelijke te
beperken, het personeel dat wordt blootgesteld zo goed mogelijk te
beschermen, en het personeel medisch op te volgen.
données puisse jamais aboutir à
des
résultats
clairement
interprétables mais la Défense
continuera d'analyser avec un soin
tout particulier les résultats et les
recommandations
provenant
d'autres études longitudinales.
Il n'est pas possible de dégager de
l'exploitation de toutes les infor-
mations disponibles aujourd'hui
des indices clairs montrant que
d'anciens membres du personnel
de la Défense doivent faire l'objet
d'un suivi parce qu'ils ont peut-être
été exposés à des produits ou à
des rayonnements dangereux.
La Défense lutte contre les risques
pour
la
santé
en
limitant
l'exposition au strict nécessaire, en
protégeant
au
maximum
le
personnel exposé et en le faisant
suivre médicalement.
De voorzitter: Volstaat dit omstandig antwoord, mevrouw Ponthier?
02.04 Annick Ponthier (VB): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw
zeer uitgebreide antwoord. Ik onthoud dat u de studie zeer ernstig
neemt en dat er in de toekomst een belangrijke opvolging komt van
vergelijkbare studies.
Het was misschien beter geweest de ongerustheid in de pers voor te
zijn en de studies openbaar te maken in deze commissie. U zegt wel
dat zij gepubliceerd werd in wetenschappelijke tijdschriften, maar
inderdaad, niet iedereen heeft die tijdig of grondig geraadpleegd.
Ik wil u nog vragen of de resultaten ons ter beschikking gesteld
worden?
02.04 Annick Ponthier (VB): Je
remercie le ministre pour sa
réponse
circonstanciée
et
j'observe qu'il prend l'étude au
sérieux. La diffusion des études au
sein de la commission aurait peut-
être permis de devancer les
inquiétudes. Les résultats des
études seront-ils mis à notre
disposition?
02.05 Minister Pieter De Crem: Dat zal gebeuren.
02.05 Pieter De Crem, ministre:
Nous n'y manquerons pas.
02.06 Annick Ponthier (VB): Dat is voldoende, dank u wel.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Samengevoegde vragen van
- de heer Dirk Van der Maelen aan de minister van Landsverdediging over "het nieuwe strategische
concept van de NAVO" (nr. 120)
- mevrouw Juliette Boulet aan de minister van Landsverdediging over "de uitspraken van de NAVO-
secretaris-generaal, het nieuwe strategische concept van de NAVO en het standpunt van België ter
zake" (nr. 341)
- de heer Wouter De Vriendt aan de minister van Landsverdediging over "het nieuwe strategische
concept van de NAVO" (nr. 363)
03 Questions jointes de
- M. Dirk Van der Maelen au ministre de la Défense sur "le nouveau concept stratégique de l'OTAN"
20/10/2010
CRIV 53
COM 008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
6
(n° 120)
- Mme Juliette Boulet au ministre de la Défense sur "les propos du secrétaire général de l'OTAN, le
renouvellement du concept stratégique de l'OTAN ainsi que le positionnement de la Belgique sur ce
dossier" (n° 341)
- M. Wouter De Vriendt au ministre de la Défense sur "le nouveau concept stratégique de l'OTAN"
(n° 363)
03.01 Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de minister, ik
beschouw deze vragenronde als een opwarmertje voor een
uitgebreider debat dat wij hierover moeten houden. Het lijkt mij
voldoende belangrijk het nieuwe strategische concept van de NAVO
uitgebreid in de Kamer te bespreken. Ik betreur dat de ministers van
Defensie en van Buitenlandse Zaken de kans niet te baat hebben
genomen vooraf met de Kamer te overleggen. Ik vrees ­ de NAVO
kennende, het besluitmechanisme kennende, en vooral de sluipende
besluitvorming kennende ­ dat een reeks beslissingen van de Top
van 14 en 15 oktober in feite reeds genomen was, zonder enige
parlementaire dekking. Ik vrees dat België één van de enige landen is
waar het zo gelopen is.
Mijnheer de minister, ik heb als opwarming voor u een aantal vragen.
Ik wil u vragen welke positie België ingenomen heeft inzake de
volgende punten.
Ten eerste, nucleaire ontwapening. Ik herinner mij dat op 26 februari
2010 ­ ik meen toen nog onder minister Yves Leterme ­ België zich
aangesloten heeft bij een vier- of vijftal andere landen met de vraag
binnen de NAVO ruimte te creëren voor de terugtrekking van de
tactische kernwapens.
Mijnheer de minister, heeft dat initiatief, genomen door de minister
van Buitenlandse Zaken en naar ik aanneem gesteund door uzelf,
enig gevolg gehad? Bent u erin geslaagd om binnen dat nieuw
concept openingen te creëren om aan de landen die nucleaire
wapens op hun grondgebied hebben, de ruimte te geven om die
wapens terug te trekken?
Ten tweede, wat is er gezegd geweest over ISAF? Er bestaat een
Nederlands document dat ik de collega's aanraad te raadplegen op
de site van de Nederlandse Kamer. U zult merken hoe een regering in
lopende zaken een parlement volledig kan informeren. Dat steekt
schril af tegen wat onze Belgische regering van lopende zaken
presteert op dat vlak. Mijn vraag is dus wat er werd gezegd over ISAF.
Mijn derde vraag gaat over het raketschild. Ik denk, wat dat betreft,
dat wij inderdaad zullen vaststellen dat er een beslissing is genomen.
Het was op die uitzonderlijke raad, waar ministers van Defensie en
Buitenlandse Zaken bij mekaar waren, dat België eventueel nog
bezwaar had kunnen maken, maar ik neem aan, de minister van
Defensie kennende en afgaand op echo's, dat de beslissing daar
gevallen is. Ik betreur dat dit zonder voorafgaand debat gebeurd is.
Mijnheer de minister, in dat verband heb ik de volgende vragen voor
u.
Is zo'n raketschild volgens u technisch werkzaam?
Kan dit inderdaad raketten uit de lucht halen?
03.01 Dirk Van der Maelen
(sp.a):
Le nouveau concept
stratégique de l'OTAN doit être
l'objet d'un examen approfondi à la
Chambre. Je déplore que les
ministres de la Défense et des
Affaires étrangères ne se soient
pas concertés au préalable avec
notre Assemblée. Je crains qu'une
série de décisions prises lors du
Sommet des 14 et 15 octobre
avaient en réalité déjà été prises,
et ce sans avoir été en aucune
manière
cautionnées
par
le
Parlement.
Je voudrais connaître la position
de la Belgique sur un certain
nombre de points.
Le 26 février 2010, la Belgique
s'est ralliée aux pays partisans de
la création, au sein de l'OTAN,
d'un espace pour le retrait des
armements nucléaires tactiques.
Cette initiative a-t-elle eu une
suite?
Qu'a-t-on dit à propos de la FIAS?
Est-il exact qu'une décision ait été
prise sur le bouclier antimissile
sans qu'un débat ait été consacré
à cette question? Je le déplore. Le
ministre croit-il que ce bouclier est
techniquement opérationnel? A-t-
on réfléchi à l'incidence de
l'installation de ce bouclier sur les
relations avec la Russie? La
question de l'implication de la
Russie a-t-elle été abordée? Le
ministre pense-t-il comme moi que
ce bouclier est susceptible de
déclencher
une
course
aux
armements nucléaires? Peut-il
garantir que son coût ne sera pas
supérieur à 200 millions d'euros?
Où la capacité de défense
antimissile sera-t-elle installée?
Quid
de
la
chaîne
de
commandement?
CRIV 53
COM 008
20/10/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
7
Werd er nagedacht over de impact ervan op de relaties met Rusland?
Er is sprake geweest van eventuele betrokkenheid van Rusland bij
het ontwerpen van dit raketschild. Werd daarover gesproken?
Is de minister het met mij eens dat het raketschild een stimulans kan
zijn voor de nucleaire wapenwedloop? Als er zo'n raketschild is en
men weet dat het technisch niet perfect is, dan volstaat het immers
dat een land verschillende nucleaire raketten in zijn arsenaal opneemt
en tegelijk afschiet om erdoor te komen. Het is dus een stimulans
voor de nucleaire wapenwedloop.
Kan de minister ons de garantie geven dat de kostprijs niet hoger
oploopt dan de 200 miljoen euro waarvan nu sprake is?
Waar wordt de afweercapaciteit geplaatst?
Ten slotte, hoe zit het met de commandoketen? Ik reken erop dat de
minister ons hier vandaag ter voorbereiding van het debat minstens
die informatie geeft.
03.02 Juliette Boulet (Ecolo-Groen!): Monsieur le ministre, le mois
prochain, vous aurez l'occasion de participer au sommet de l'OTAN
qui va entériner le renouvellement du concept stratégique. Par
ailleurs, la semaine dernière, vous avez participé au sommet des
ministres des 28 pays membres de l'OTAN. J'aurais apprécié que
vous nous donniez un compte rendu des propos que vous y avez
tenus.
Il me semble important que vous nous expliquiez la position
qu'inspirent à la Belgique les propos du secrétaire général de l'OTAN,
tenus lors d'une conférence qui a eu lieu voici une semaine ou deux,
et dans laquelle il dévoilait les orientations futures qu'il désirerait faire
adopter à Lisbonne le mois prochain.
Que pense la Belgique des déclarations du même secrétaire général
au sujet de la lutte contre la prolifération nucléaire? On se rappelle
que, lors de la précédente législature, la Belgique et d'autres pays
avaient affiché leur volonté d'un monde sans nucléaire. Notre pays
s'était fait le fer de lance ­ en compagnie des États-Unis en
particulier ­ du désarmement nucléaire, de la lutte contre la
prolifération nucléaire et d'une défense ardente du TNP. Or les
propos de M. Rasmussen entrent en contradiction totale avec ce
positionnement.
Ensuite, il a évoqué de potentielles collaborations rapprochées, mais
aussi un élargissement à d'autres pays tels que le Japon et l'Australie.
C'est assez étonnant pour un traité dit de l'Atlantique Nord. Nous
savons aussi combien cette perspective pourrait hérisser la Russie et
la Chine.
Il a adopté une posture beaucoup plus offensive que son
prédécesseur ­ et cette attitude contredit les principes fondamentaux
du traité. Il a également plaidé pour le maintien au sein des armées
alliées de capacités militaires effectives et modernisées, y compris
nucléaires, tant pour la défense de ses États membres que pour
intervenir dans le monde, en dépit des coupes claires que certains
alliés imposent à leur budget de la Défense en raison de la crise
03.02 Juliette Boulet (Ecolo-
Groen!): Volgende maand wordt
de hernieuwing van het strategisch
concept tijdens een NAVO-top
bekrachtigd en vorige week hebt u
een bijeenkomst van de ministers
van
de
28
NAVO-lidstaten
bijgewoond. Wat vindt u van de
standpunten van de secretaris-
generaal over het toekomstige
beleid dat hij in Lissabon wil laten
goedkeuren?
De
verklaringen
van
de
heer Rasmussen zijn lijnrecht in
strijd met het streven naar
nucleaire ontwapening, waarin ons
land het voortouw heeft genomen.
De secretaris-generaal had het
ook over nauwere samenwerkings-
verbanden, en zelfs over een
uitbreiding
van
het
bond-
genootschap met landen zoals
Japan of Australië, wat Rusland of
China tegen de borst zou kunnen
stuiten. De heer Rasmussen is
duidelijk offensiever dan zijn
voorganger: hij pleit immers voor
het behoud van moderne militaire
capaciteiten, met inbegrip van
nucleaire wapens, zowel voor de
verdediging van de bondgenoten
als voor interventies elders, terwijl
de lidstaten zich door de financiële
en economische crisis genood-
zaakt
hebben
gezien
hun
defensiebudgetten in te krimpen.
20/10/2010
CRIV 53
COM 008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
8
financière et économique.
Quand vous avez défendu votre plan appelé "finalisation de la
transformation", vous faisiez état de cette attitude des pays
européens consistant à réduire les moyens militaires. Comment agir
pour concilier ces deux prises de position?
Et enfin, dernière question, monsieur le ministre, sa position était en
contradiction assez forte avec la volonté affichée de l'Union
européenne de développer une force d'intervention civile; on en avait
également beaucoup débattu lors des évènements survenus en Haïti.
Je vous demande donc comment la Belgique, en tant que présidente
de l'Union européenne, va-t-elle se positionner sur ce sujet?
Hoe vallen die beide zienswijzen
met elkaar te verzoenen?
Ten slotte staat het standpunt van
de heer Rasmussen haaks op het
voornemen van de EU om een
civiele interventiemacht op poten
te zetten. Welk standpunt neemt
België als EU-voorzitter ter zake
in?
03.03 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, op donderdag 14 oktober hebt u namens België,
samen met uw collega, de minister van Buitenlandse Zaken, een
NAVO-top bijgewoond.
Ik betreur dat er zowel op onze brieven en onze vraag aan de
Parlementsvoorzitter als op ons pleidooi in de Conferentie van
voorzitters om een voorafgaand parlementair debat te organiseren,
geen positief antwoord is gekomen. Voor alle duidelijkheid, niets staat
u in de weg om vanuit een parlementaire reflex, die u zou kunnen
hebben, een vraag te stellen aan het Parlement om een debat te
organiseren, omdat u het belangrijk zou vinden om een uitwisseling
met de parlementsleden te hebben. Dat is niet gebeurd. Het gaat
niettemin over een belangrijk onderwerp, namelijk een nieuw
strategisch concept van de NAVO.
Zoals u weet, is er al heel lang sprake van een nieuwe invulling van
de NAVO in een gewijzigde mondiale veiligheidsstructuur. Het is een
thema dat belangrijk genoeg is om er een parlementair debat over te
organiseren. Het debat komt eraan, maar de top is voorbij en er rijzen
een aantal vragen aan u. Ik heb er een zestal.
Ten eerste, heeft er, wat de afstemming binnen de Europese Unie
betreft ­ voor ons is voldoende overleg met de Europese partners een
belangrijk item ­, een gezamenlijk overleg plaatsgevonden met de
EU-lidstaten die deel uitmaken van de NAVO? Hebt u, als voorzitter
van de Europese Unie, een initiatief genomen om tot zo'n overleg te
komen?
Ten tweede, wat is uw standpunt over het voorstel van de Verenigde
Staten om de unanimiteitsregel bij de besluitvorming in de NAVO af te
schaffen? Dat is ter sprake gekomen in een aantal publicaties. Het
zou uiteraard als gevolg hebben dat landen hun vetorecht zouden
verliezen. Dat zou een ingrijpende beslissing zijn. Ik wil graag uw
standpunt daarover kennen.
Ten derde, een van de besparingsbeslissingen die op de top
genomen werden, betrof het terugschroeven van het aantal
hoofdkwartieren van elf naar zes. Zal deze maatregel een impact
hebben op het akkoord tussen de NAVO en de EU waarbij de NAVO
infrastructuur ter beschikking stelt voor Europese operaties?
Ten vierde, in het huidige strategische concept staat een VN-mandaat
voor een NAVO-interventie niet als absolute eis ingeschreven. Ik
03.03 Wouter De Vriendt (Ecolo-
Groen!): Le 14 octobre dernier, le
ministre et son collègue des
Affaires étrangères ont participé à
un sommet de l'OTAN. Les
demandes répétées du Parlement
d'organiser un débat sont restées
lettre morte alors qu'il s'agit d'un
nouveau concept stratégique pour
l'OTAN. Le débat se tient
maintenant, mais le sommet est
terminé.
Les membres européens de
l'OTAN se sont-ils concertés? En
tant que président de l'Union
européenne, le ministre a-t-il pris
une initiative dans ce sens?
Quel est le point de vue du
ministre sur la proposition radicale
émise par les États-Unis de
supprimer la règle de l'unanimité
dans le processus décisionnel de
l'OTAN?
Le nombre de quartiers généraux
est ramené de 11 à 6. Cette
réduction aura-t-elle des répercus-
sions sur l'accord conclu entre
l'OTAN et l'Union européenne en
vertu duquel les infrastructures de
l'OTAN sont accessibles pour
l'organisation
d'opérations
européennes?
Quelle est l'attitude de la Belgique
à propos de la nécessité de
disposer d'un mandat de l'ONU
pour pouvoir intervenir dans le
cadre de l'OTAN?
Le gouvernement juge-t-il néces-
saire que l'OTAN se concentre
CRIV 53
COM 008
20/10/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
9
verwijs naar artikel 31 van het huidige strategische concept. Welke
formulering zal in het nieuwe strategische concept gekozen worden?
Welk standpunt over een VN-mandaat als voorwaarde om op te
treden binnen NAVO-verband wordt door België verdedigd? Ook dat
is een heel belangrijk punt, zeker gezien de afnemende legitimiteit van
de NAVO naar aanleiding van het debacle in Afghanistan.
Ten vijfde, vindt de regering het nodig dat de NAVO zich toespitst op
de dreiging van cyberaanvallen? Zijn er op dat vlak binnen Europees
verband geen lopende initiatieven die misschien een breder en
efficiënter antwoord op die problematiek kunnen bieden?
Tot slot, vindt u het opportuun dat de NAVO een civiele capaciteit zou
krijgen? Waarom wil de NAVO deze capaciteit krijgen? Hoe wordt
daarop gereageerd in Europees verband? Wat vindt u daarvan?
sur les menaces d'attaques
informatiques? N'existe-t-il pas
d'initiatives
européennes
susceptibles
d'apporter
une
réponse plus large et plus efficace
à ce problème?
03.04 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, collega's van
de oppositie, ik heb een antwoord dat past in het licht van het grote
debat van 17 november in de Kamer, samen met de eerste minister
en de minister van Buitenlandse Zaken.
Voor alle duidelijkheid wil ik, voor ik het antwoord geef, even blijven
stilstaan bij wat de heer Leterme, niet als eerste minister maar wel als
minister van Buitenlandse Zaken in de commissie heeft gezegd. Dat
is misschien een aanrader voor nieuwe collega's, maar ook voor iets
oudere collega's in deze commissie. Het is altijd goed om de
verslagen van de commissie te raadplegen, zeker wanneer men
iemand citeert.
Wat heeft de heer Leterme als minister van Buitenlandse Zaken een
jaar geleden, op 17 november 2009, gezegd? "Ik kom niet terug op
het debat van daarstraks, maar ik denk dat alle landen en niet alleen
de grote, maar ook de middelgrote en de kleine landen, actief moeten
proberen bijdragen tot een coherente en dus resultaatgerichte
strategie ter zake. Wat ons betreft zal die multilateraal tot stand
komen en worden ingebed in de context van de NAVO. Wij zijn een
royale bondgenoot en in overeenstemming met de objectieven van
het reeds bestaande non-proliferatieverdrag".
Ziehier thans mijn antwoorden op de vragen.
In het kader van het Europese voorzitterschap is er geen voorafgaand
EU-overleg geweest voor de ministeriële vergadering van de NAVO
van 14 oktober laatstleden.
De NAVO is een transatlantisch forum voor consultatie over alle
onderwerpen die de veiligheid van haar lidstaten aanbelangt en waar
openlijk,
zonder
enige
voorafgaande
blokvorming,
wordt
gediscussieerd. De NAVO is een organisatie met een eigen
lidmaatschap en met een besluitvormingsmechanisme dat op
consensusvorming is gebaseerd. Een voorafgaandelijk EU-overleg is
niet in overeenstemming met deze principes.
03.04 Pieter De Crem, ministre: Il
n'y a pas eu de concertation
préalable au sein de l'UE, dans le
cadre
de
la
présidence
européenne, en vue de la
Conférence
ministérielle
de
l'OTAN du 14 octobre. Pareille
concertation n'est pas conforme
aux principes de l'OTAN, qui est
une organisation au sein de
laquelle des débats sont menés
ouvertement et sans formation de
blocs sur tout ce qui a trait à la
sécurité des États membres.
Monsieur le président, chers collègues, le mécanisme de prise de
décision de l'OTAN, basé sur la formation d'un consensus, n'est pas
discuté. La Belgique reste très attachée au maintien de ce
mécanisme et le défendra toujours.
België verdedigt de besluitvorming
van de NAVO, die gestoeld is op
het bereiken van een consensus.
20/10/2010
CRIV 53
COM 008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
10
Bij de herziening van de NAVO-bevelvoeringsstructuur werd een
generiek model met zes commando's goedgekeurd. De geografische
inplanting van die commando's werd nog niet beslist.
In het licht van de Berlijn Plus afspraken, kunnen enkel NAVO-
bevelvoerings- en controlecapaciteiten ter beschikking van de Unie
worden gesteld, en geen infrastructuur. Er is dus geen impact van de
herziening van de NAVO-bevelvoeringsstructuur op de Berlijn Plus
afspraken.
Un modèle générique de six
commandements a été adopté lors
de la révision de la structure de
commandement
au sein de
l'OTAN. Toutefois, rien n'a encore
été décidé quant à l'implantation
géographique
de
ces
commandements.
La révision de la structure de
commandement de l'OTAN n'aura
aucune incidence sur les accords
Berlin Plus, étant donné que ces
derniers prévoient que l'Union peut
disposer
des
capacités
de
commandement et de contrôle de
l'OTAN et non des infrastructures
de l'Organisation.
Avant l'entrée en vigueur du Traité de Lisbonne, la capacité de l'Union
européenne à relever les défis de sécurité est renforcée. L'Union
européenne est un partenaire important de l'OTAN étant donné
qu'une Union européenne active et efficace contribue également à la
paix et à la sécurité internationale. L'Union européenne et l'OTAN
doivent donc jouer un rôle complémentaire et se renforcer
mutuellement. Les capacités développées pour faire face aux
nouvelles menaces, telles les cyber-attaques auxquelles sont
confrontées de manière croissante les deux organisations, doivent
dès lors être mises à la disposition des deux parties. Afin de prévenir
les doublons, il convient que les deux organisations collaborent dans
la réponse à ces nouvelles menaces.
De inwerkingtreding van het
Verdrag van Lissabon versterkt de
veiligheidscapaciteit
van
de
Europese
Unie,
die
een
belangrijke partner is van de
NAVO. De Europese Unie en de
NAVO
moeten
elkaar
dus
aanvullen en versterken; beide
organisaties kunnen zodoende
samenwerken om een antwoord te
bieden op de nieuwe dreigingen,
zoals bijvoorbeeld cyberaanvallen.
Collega's, wat de crisisbeheersing betreft, heeft de ervaring geleerd
dat enkel de inzet van militaire middelen niet volstaat om crisissen op
te lossen. Een overkoepelende aanpak is en blijft noodzakelijk. Dit
betekent voor België echter niet dat de NAVO zelf naast de militaire
capaciteiten ook de hele reeks van civiele capaciteiten dient te
ontwikkelen om aan crisisbeheersing te doen. België benadrukt dat de
NAVO zich als politiek-militaire organisatie tot die domeinen moet
beperken waarin ze ervaring en knowhow heeft ontwikkeld. Ze dient
eerder samen te werken met andere internationale organisaties die
over deze civiele capaciteiten beschikken, in het bijzonder de
Verenigde Naties en de Unie.
De oprichting van een kleine coördinatiecel op het strategisch niveau
die werkt maakt van deze civiel-militaire samenwerking en die juist
elke vorm van duplicatie dient te voorkomen, zal volgens ons
volstaan. Bovendien oordeelt België dat in het geval er nog geen
civiele partners aanwezig zijn op het terrein de NAVO wel in staat
moet zijn om in een overgangsfase de inzet van de verschillende
capaciteiten op zich te nemen, inclusief de civiele opdrachten die
eventueel door sommige landen ter beschikking worden gesteld. In dit
geval zou de rol van deze coördinatiecel dienen te liggen in de
gecoördineerde
en
geleidelijke
overdracht
van
de
verantwoordelijkheden qua inzet van civiele capaciteiten aan deze
andere relevante civiele actoren.
Op
de
ministeriële
vergadering
van
de
NAVO
van
L'engagement
de
moyens
militaires à lui seul ne suffit
généralement pas à résoudre les
crises.
Une
approche
plus
générale reste nécessaire. Nous
ne
jugeons
toutefois
pas
nécessaire que l'OTAN développe
toute une série de capacités
civiles, et pensons plutôt qu'elle
doit se limiter aux domaines dans
lesquels elle a accumulé une
expertise. Pour les capacités
civiles, l'OTAN doit collaborer avec
d'autres organisations interna-
tionales comme l'ONU et l'UE.
Il suffirait, selon nous, de créer
une petite cellule de coordination
au niveau stratégique qui serait
chargée de mettre en oeuvre cette
collaboration. La position de notre
pays est que lorsqu'il n'y a pas
encore de partenaires civils sur le
terrain, l'OTAN doit être en
mesure d'assurer elle-même ces
missions pendant une période de
CRIV 53
COM 008
20/10/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
11
14 oktober laatstleden werden aan de ministers van Defensie de
beleidsrichtlijnen over de rol van de NAVO in stabilisatieoperaties en
reconstructieactiviteiten
voorgelegd.
Dit
document,
dat
bovenvermelde standpunten herneemt, werd bij consensus
goedgekeurd.
transition.
La
cellule
de
coordination pourrait ensuite être
chargée de coordonner le transfert
de ces responsabilités.
Lors de la réunion ministérielle de
l'OTAN
du
14 octobre,
les
ministres de la Défense ont
approuvé par consensus ces
lignes directrices concernant le
rôle de l'OTAN dans les opérations
de stabilisation et les activités de
reconstruction.
Le document, le nouveau concept stratégique, est classifié "secret
OTAN". Je me dois de respecter cette classification et ne peux
malheureusement pas en dévoiler le contenu.
Naturellement, nous pouvons mener un débat sur les principes et ne
discuter du document même que lorsque sa diffusion aura été
autorisée. Je pense d'ailleurs qu'un débat en présence du premier
ministre et du ministre des Affaires étrangères est planifié pour le
17 novembre dans cette même commission.
Dit document is als NATO Secret
geclassificeerd. Ik moet die status
in acht nemen en mag de inhoud
ervan dus niet bekendmaken. We
kunnen wel een debat voeren over
de principes en het document zelf
later bespreken wanneer de
verspreiding
ervan
wordt
toegelaten. Er is op 17 november
een debat gepland in deze
commissie in aanwezigheid van de
eerste minister en van de minister
van Buitenlandse Zaken.
03.05 Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, u hebt, op een paar vragen na, niet geantwoord op de
vragen van de parlementsleden. Ik heb u een reeks vragen gesteld
over het wapenschild waarop ik geen antwoord heb gekregen. Ik heb
u gevraagd of er ruimte was in het concept om met vijf of zes landen
te beslissen om tactische kernwapens terug te trekken en heb daarop
geen antwoord gekregen.
Ik raad alle collega's aan om na te gaan wat de Nederlandse regering,
hoogstwaarschijnlijk in een Kamerbrief, zal bekendmaken aan haar
Parlement. Ik stel vast dat de minister van Defensie, minister in
lopende zaken, zich verschuilt achter NAVO-secrets om niet te
debatteren met de Kamer, om de Kamer vooraf geen informatie te
geven zodat zij op 17 november een interessant debat kan voeren. Ik
betreur dit en zal dit blijven aanklagen.
03.05 Dirk Van der Maelen
(sp.a): Le ministre n'a pas répondu
à
toutes
mes
questions,
notamment à celle sur le bouclier
antimissile ni à celle sur le fait de
savoir si cinq ou six pays peuvent
décider
du
retrait
d'armes
nucléaires tactiques. Le ministre
de la Défense gère les affaires
courantes et s'abrite derrière de
soi-disant secrets de l'OTAN pour
éviter un débat avec la Chambre.
Je le déplore et ne cesserai de le
dénoncer.
Les
informations
fournies à ce sujet par le
gouvernement néerlandais à son
Parlement seront probablement
plus instructives.
03.06 Juliette Boulet (Ecolo-Groen!): Monsieur le ministre, je reste
sur ma faim. J'espère que ce point pourra être clarifié avec le ministre
des Affaires étrangères qui, je l'espère, nous donnera des réponses
plus précises.
Par ailleurs, j'éprouve quelques difficultés à cerner la position de la
Belgique qui, d'une part, va visiblement s'insérer dans une démarche
de renforcement nucléaire, puisqu'elle se veut un bon élève de
l'OTAN, et, d'autre part, dans d'autres instances - j'en veux pour
preuve le dernier discours du ministre Vanackere en mai 2010 à
l'ONU, mais aussi encore plus récemment, celui prononcé par le
03.06 Juliette Boulet (Ecolo-
Groen!): Ik hoop dat het antwoord
van de minister van Buitenlandse
Zaken duidelijker zal zijn, want het
standpunt van ons land is koffiedik
kijken: België stapt klaarblijkelijk
mee in het verhaal van meer
kernwapens, terwijl het in het
kader van andere instanties voor
mondiale nucleaire ontwapening
blijft pleiten. Dezelfde vaststelling
20/10/2010
CRIV 53
COM 008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
12
représentant de l'Union européenne, le 4 octobre à l'ONU sur ces
questions précises - continue à plaider en faveur d'un désarmement
nucléaire mondial. À moins de relever d'une pratique intellectuelle que
je ne maîtrise pas, je comprends difficilement cette option que vous
défendez. Il en va de même pour la réflexion menée au niveau
européen au sujet du déploiement d'une capacité civile tout en
poursuivant cette discussion parallèlement à l'OTAN de manière
totalement contradictoire.
J'espère que d'autres personnes y répondront plus clairement.
kan worden gemaakt wat het
Europese denkspoor inzake de
ontplooiing
van
een
civiele
capaciteit
betreft,
en
de
gelijktijdige besprekingen bij de
NAVO, die daar lijnrecht tegen
indruisen.
03.07 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, u hebt het gepresteerd om bij een van uw eerste
antwoorden op parlementaire vragen al onmiddellijk amper te
antwoorden.
Het gaat over een belangrijk thema als de NAVO, waarover, zoals
gezegd, geen voorafgaand debat werd georganiseerd. Nu proberen
wij hier een eerste reeks vragen te stellen. Wij gaan tot de inhoud, tot
op het bot en spreken over belangrijke kwesties, zoals over de vraag
of een VN-mandaat al dan niet als voorwaarde voor de NAVO-
operaties moet gelden en ook over het rakettenschild en de nucleaire
ontwapening. U antwoordt heel erg fragmentair op onze vragen,
waardoor wij met amper een antwoord op onze vragen naar huis
worden gestuurd.
Ik hoop dat het debat ter zake op 17 november 2010 door u op een
ander niveau zal worden gevoerd.
Ik wil niettemin ingaan op twee kleine puntjes die u hebt vermeld.
Ten eerste, over het VN-mandaat voor NAVO-operaties wil ik graag,
zeker op 17 november 2010, een debat met u houden. Het wordt een
belangrijke kwestie. De NAVO heeft aan geloofwaardigheid verloren.
Wij moeten dus nadenken over de rol en het belang van de NAVO
evenals over de huidige veiligheidsstructuur.
Ten slotte, u bent relatief breed ingegaan op de vermenging, ook in
NAVO-verband, van de militaire en de civiele taken. Zulks is een
evolutie waarbij wij grote vraagtekens willen plaatsen. Bij een
vermenging van de civiele taken komt de neutraliteit van de
hulpverleners immers in gevaar. Het is een problematiek waarop door
diverse ngo's wordt gewezen. Het is dus een belangrijke kwestie, die
wij, zeker ook op 17 november 2010, uitgebreid en veel uitgebreider
dan vandaag met u willen bespreken.
03.07 Wouter De Vriendt (Ecolo-
Groen!): Une fois de plus, le
ministre ne répond guère à mes
questions. Aucun débat préalable
n'a été organisé sur un thème
aussi important que l'OTAN et
aujourd'hui, le ministre ne répond
pas à des questions aussi
fondamentales que celle de savoir
si un mandat des Nations unies
est nécessaire pour les opérations
de l'OTAN ni à des questions
relatives au bouclier antimissiles et
au
désarmement
nucléaire.
J'espère que le ministre adoptera
une autre attitude lors du débat du
17 novembre.
Nous
devons
réfléchir au rôle et à l'importance
de l'OTAN et à la structure de
sécurité actuelle.
Le ministre s'est exprimé de
manière relativement détaillée sur
la confusion des tâches militaires
et civiles. La neutralité des
sauveteurs est ainsi mise en péril.
Nous espérons que cette question
sera également examinée plus en
détail le 17 novembre.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Questions jointes de
- M. Anthony Dufrane au ministre de la Défense sur "la réunion informelle des ministres de la Défense
de l'Union européenne les 23 et 24 septembre à Gand" (n° 127)
- M. Wouter De Vriendt au ministre de la Défense sur "le sommet de la Défense informel à Gand"
(n° 326)
04 Samengevoegde vragen van
- de heer Anthony Dufrane aan de minister van Landsverdediging over "de informele bijeenkomst van
de EU-ministers van Defensie in Gent op 23 en 24 september" (nr. 127)
- de heer Wouter De Vriendt aan de minister van Landsverdediging over "de informele Defensietop in
CRIV 53
COM 008
20/10/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
13
Gent" (nr. 326)
04.01 Anthony Dufrane (PS): Monsieur le président, je tiens tout
d'abord à me joindre à mes collègues pour me réjouir de l'élection des
vice-présidents.
Monsieur le ministre, les 23 et 24 septembre a eu lieu la réunion
informelle des ministres de la Défense de l'UE à Gand, sous votre
direction. Cette réunion informelle s'est centrée essentiellement sur
les capacités, à l'heure où des réductions budgétaires frappent
plusieurs États membres, à rechercher des synergies et des
coopérations afin de réaliser des économies.
Vous avez évoqué et suggéré à ce titre à vos collègues européens la
mise en place d'un escadron multinational d'hélicoptères comme une
forme possible de coopération dans le futur. Pouvez-vous nous fournir
des informations complémentaires à ce propos? Dans quelles
situations précises ces hélicoptères pourraient-ils être mis à
disposition? D'autres pays européens ont-ils marqué un intérêt
particulier pour votre proposition? Ce pool d'hélicoptères
fonctionnerait-il à l'image du groupement d'avions stratégiques
(EATC) basé à Eindhoven qui vient d'être inauguré et auquel la
Belgique contribue? Qu'en est-il ressorti des discussions concernant
l'Agence de défense européenne et la volonté de la rendre plus
opérationnelle?
Le ministre autrichien de la Défense a lancé une proposition d'utiliser
des battlegroups en cas de catastrophe naturelle? Qu'en pensez-
vous? Avez-vous évoqué la coopération entre l'UE et l'OTAN?
Que pensez-vous de l'idée avancée par le secrétaire général de
l'OTAN, M. Rasmussen, quelques jours après la réunion informelle
des ministres de la Défense de l'UE, de créer une unité civile au sein
de OTAN? Cette unité ne risque-t-elle pas de concurrencer les
capacités civiles dont dispose l'Union européenne, alors que l'OTAN
reste avant tout une organisation militaire?
Enfin, la coopération structurée permanente a-t-elle été abordée dans
les discussions ainsi que les opérations de l'UE? Dans le cadre de
notre présidence belge et des priorités en matière de défense que
vous êtes venu exposer au Parlement au mois de mars, avez-vous pu
engranger des avancées? Enfin, quels seront les sujets abordés lors
de la prochaine réunion des ministres de la Défense de l'Union
européenne? Quand aura-t-elle lieu? Je vous remercie pour votre
réponse.
04.01 Anthony Dufrane (PS): Op
23 en 24 september vond er in
Gent een informele bijeenkomst
plaats van de EU-Defensie-
ministers, waarbij vooral gesproken
werd over de capaciteit, net op het
ogenblik dat een aantal landen in
hun begroting moeten snoeien. U
zag in de oprichting van een
multinationaal helikoptersquadron
een
mogelijke
vorm
van
toekomstige samenwerking.
In welke specifieke omstandig-
heden zouden die helikopters ter
beschikking
kunnen
worden
gesteld? Hebben andere Europese
landen een bijzondere interesse
voor uw voorstel getoond? Zou die
"pool" van helikopters op dezelfde
manier werken als het European
Air Transport Command
(EATC),
dat in Eindhoven gevestigd is? Tot
welke besluiten is men tijdens de
besprekingen
gekomen
met
betrekking tot het Europees
Defensieagentschap
en
het
voornemen om het operationeler
te maken?
De Oostenrijkse minister van
Defensie
heeft
voorgesteld
battlegroups in te zetten in geval
van een natuurramp. Wat is uw
standpunt ter zake?
Heeft u het gehad over de
samenwerking tussen de EU en
de NAVO? Wat denkt u van het
voorstel
van
de
secretaris-
generaal om een civiele eenheid
op te richten in het kader van de
NAVO? Dreigt die eenheid niet in
concurrentie te treden met de
civiele capaciteit van de Europese
Unie?
Werd er op de vergaderingen
gesproken over de permanente
gestructureerde samenwerking en
de EU-operaties? Heeft u in het
kader
van
het
Belgisch
voorzitterschap enige vooruitgang
kunnen boeken?
Welke onderwerpen zullen er
20/10/2010
CRIV 53
COM 008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
14
worden
besproken
op
de
eerstvolgende vergadering van de
EU-Defensieministers? Wanneer
zal die plaatsvinden?
04.02 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!): Mijnheer de minister, op
23 en 24 augustus was u gastheer van de informele Defensietop in
Gent. U spitste de top toe op de vraag hoe de militaire middelen in
Europa beter en efficiënter gebruikt kunnen worden door meer
samenwerking. U hebt zelf een samenwerking voorgesteld met
betrekking tot de helikopters, naar analogie van de multinationale
samenwerking rond de A400M transportvliegtuigen. België,
Nederland, Frankrijk en Duitsland hebben op dat vlak in september
een akkoord getekend om 200 transportvliegtuigen te poolen onder
een eengemaakte commandostructuur. De Europese Unie heeft al
jaren een tekort aan helikopters die zouden kunnen worden gebruikt
in noodsituaties. Ik denk dat uw voorstel toch wel een zeker potentieel
had.
Ik heb een aantal vragen.
Ten eerste, welke concrete resultaten heeft die top opgeleverd met
betrekking tot meer samenwerking en dan in het bijzonder op het vlak
van uw voorstel in verband met een multinationale helikopterwing?
Werd dit opgepikt door uw collega's? Op welke wijze wordt dit
eventueel geconcretiseerd?
Ten tweede, de top vroeg aan het Europees Defensieagentschap een
verslag op te maken van de gebieden waarin meer samenwerking
kan worden gerealiseerd. Heeft de top hierbij specifieke
samenwerkingsvormen of toepassingsvelden naar voren geschoven?
Wat betreft de vraag aan het Europees Defensieagentschap had ik
graag geweten tegen wanneer het rapport zal zijn afgerond. Wij
hopen dat wij, het Parlement, toch kennis zullen krijgen van de
conclusies van dit rapport.
Ten derde, kan u meer uitleg geven over de vorm van de
samenwerking tussen de partnerlanden als de A400M zal zijn
geleverd? Hoe zal het commando geoperationaliseerd worden?
Tot slot, uw Franse collega Hervé Morin heeft een voorstel gedaan
waarbij de lidstaten een lijst zouden moeten opstellen met
capaciteiten die op het nationale niveau moeten blijven en de
capaciteiten die moeten worden gedeeld. Ik denk dat dit een
interessant voorstel is. Kwam dit voorstel aan bod op die top? Hoe
was de reactie van de lidstaten? Gaat u zelf mee aan die kar trekken?
Binnen welke termijn worden die lijsten verwacht? Zal u ons die lijst
betreffende België bezorgen?
04.02 Wouter De Vriendt (Ecolo-
Groen!): Lors du sommet informel
de la Défense qui s'est tenu à
Gand fin août, le ministre a
proposé
une
collaboration
européenne en ce qui concerne
les hélicoptères. Étant donné la
pénurie d'hélicoptères pour les
situations d'urgence, je pense que
cette proposition est intéressante.
Comment le ministre veut-il
concrétiser cette collaboration?
Quels résultats plus concrets le
sommet a-t-il apportés?
Le sommet a demandé à l'Agence
européenne de la Défense un
rapport sur les domaines dans
lesquels une collaboration accrue
est envisageable. Des champs
d'application spécifiques ont-ils été
avancés? Quand ce rapport sera-
t-il disponible? Le ministre peut-il
donner des explications sur la
manière dont la collaboration sera
organisée après la livraison des
A400M?
Le ministre français de la Défense
a proposé que les États membres
dressent une liste des capacités
qui doivent rester nationales et des
capacités
qui
doivent
être
partagées. Le sommet a-t-il
examiné cette proposition? Le
ministre communiquera-t-il la liste
de la Belgique au Parlement?
04.03 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, de
Defensietop in Gent was informeel. In die zin is het niet mogelijk om
te spreken over een formele besluitvorming, maar de informele
besluiten van de top zijn bijzonder gesmaakt en zij zullen het
voorwerp uitmaken van een latere formalisering.
Toch heb ik op 8 oktober een brief gestuurd naar de Hoge
Vertegenwoordiger die de discussies, gehouden te Gent, heeft
samengevat en de besproken onderwerpen en voorstellen opsomt. In
04.03 Pieter De Crem, ministre:
Les conclusions informelles du
sommet ont été particulièrement
appréciées et seront formalisées
ultérieurement.
Le 8 octobre, j'ai envoyé au Haut
Représentant un résumé des
sujets et propositions examinés
CRIV 53
COM 008
20/10/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
15
de geest van het Verdrag van Lissabon is het aan lady Ashton om
deze elementen uit te baten en de capacitaire initiatieven voor te
stellen aan de lidstaten.
Daarenboven heeft het Politiek en Veiligheidscomité ­ het COPS ­ op
27 september over dit onderwerp gedebatteerd en het Europese
Defensieagentschap uitgenodigd, in consultatie met het Civiel-Militaire
Planningsdirectoraat ­ het CMPD ­ en de militaire staf van de
Europese Unie ­ de EUMS. Het was daarbij de bedoeling een rapport
voor te stellen met betrekking tot de mogelijkheden om dit, met het
zicht op de formele vergadering van de ministers van Defensie in
december 2010, vast te leggen.
De vraag aan het EDA (European Defence Agency) om een verslag
te maken van de gebieden waar men meer samenwerking kan
hebben of kan realiseren, komt van het COPS en vermeldt geen
specifieke samenwerkingsvormen noch toepassingsvelden. Toch
hebben mijn collega's, de ministers, wel verschillende voorstellen en
verschillende domeinen naar voor gebracht zoals training en vorming.
Daar komt bij oefeningen, concepten, verwerving, onderhoudskosten
bijvoorbeeld voor de A400M, logistieke en medische steun, tactisch
transport, refueling airtankers, maritieme bewapening en disasters
relief interventiecapaciteiten.
Volgens de vraag van het COPS zou het rapport afgerond moeten zijn
voor de ministeriële vergadering waar ik naar heb verwezen, dus voor
de vergadering van december. Van zodra de gegevens uit het rapport
beschikbaar zijn, zal ik zeker niet nalaten het Parlement te informeren
over de gevraagde informatie.
lors du sommet. Il appartient à
présent à Mme Ashton de formuler
des propositions relatives à la
capacité aux États membres sur
cette base. Le 27 septembre, le
Comité politique et de sécurité
(COPS) a débattu à ce sujet avec
l'Agence européenne de Défense,
la direction de la planification
civilo-militaire (CMPD) et l'état-
major de l'Union européenne
(EMUE). Le but était de rédiger un
rapport qui peut être ratifié lors de
la réunion formelle des ministres
de la Défense en décembre 2010.
La
demande
de
l'Agence
européenne de la Défense (AED)
de rédiger un rapport sur les
domaines qui se prêtent à la
coopération émane du COPS et
ne mentionne pas de champs
d'application
spécifiques.
Les
ministres européens ont eux-
mêmes
avancé
certains
domaines, comme l'entraînement
et la formation, l'appui logistique et
médical, l'armement maritime et
les capacités d'intervention dans le
cadre
de
l'aide
lors
de
catastrophes. Le rapport doit être
prêt pour la réunion de décembre.
Je ne manquerai pas de tenir le
Parlement informé.
Monsieur le président, chers collègues, la proposition de former une
escadrille multinationale d'hélicoptères prévoit la possibilité de
partager la charge de l'acquisition et de la maintenance commune
d'hélicoptères d'attaque et de transport, lourds et moyens, entre
plusieurs nations. Toutefois, mon département de la Défense s'est
déjà engagé dans l'acquisition d'hélicoptères moyens du type NH90 et
n'envisage aucune acquisition à court terme dans les deux autres
domaines.
En ce moment, cette proposition est étudiée au sein des pays
européens sans qu'on soit déjà arrivé au stade des déclarations
d'intention.
Comparée à l'European Air Transport Command (EATC) à
Eindhoven,
l'initiative
concernant
l'escadrille
d'hélicoptères
multinationale présente les différences suivantes: l'EATC est l'unité
multinationale (Belgique, France, Allemagne et Pays-Bas)
responsable de l'allocation des missions pouvant être effectuées par
les avions des pays qui constituent l'unité. L'EATC ne possède pas
d'avion.
L'échelon organisationnel de l'EATC dans la structure de
commandement militaire est supérieur à celui qui est envisagé dans
De
samenstelling
van
een
multinationaal helikoptersquadron
maakt het mogelijk om de kosten
van de gezamenlijke aankoop en
het gezamenlijke onderhoud van
helikopters
te
delen.
Mijn
departement is evenwel reeds
overgegaan tot de aankoop van
middelgrote helikopters van het
type NH90
en plant geen
aankopen van helikopters van
andere types op korte termijn. Dat
voorstel
wordt
momenteel
onderzocht, zonder dat er evenwel
intentieverklaringen zijn afgelegd.
Het European Air Transport
Command
(EATC) is bevoegd
voor de toekenning van de missies
die kunnen worden uitgevoerd
door de vliegtuigen van de landen
die tot de eenheid behoren. Het
EATC bezit zelf geen vliegtuigen.
20/10/2010
CRIV 53
COM 008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
16
le cas de l'escadrille proposée, qui est supposé assurer la mise en
oeuvre d'hélicoptères pour effectuer des missions qui elles-mêmes
devront être commandées par un échelon de commandement
national ou multinational.
In de bevelstructuur staat het
EATC
vanuit
organisatorisch
oogpunt op een hoger echelon dan
het voorgestelde squadron. Dat
laatste zou belast worden met het
inzetten van helikopters bij de
uitvoering van missies onder
nationaal of multinationaal bevel.
Op 10 november 2008, dus twee jaar geleden, hebben de ministers
van Defensie van België, Duitsland, Frankrijk en Luxemburg een
intentieverklaring ondertekend voor de oprichting van een
multinationale luchttransporteenheid A400M.
Les ministres de la Défense de la
Belgique, de l'Allemagne, de la
France et du Luxembourg ont
signé le 10 novembre 2008 une
déclaration d'intention en vue de la
création de l'unité de transport
internationale A400M.
En ce qui concerne les discussions sur l'European Defence Agency
(EDA) et la volonté de la rendre plus opérationnelle, la grande
majorité des ministres se sont accordés sur l'importance de l'EDA,
plus spécialement dans un temps de crise budgétaire aiguë. Cela
concerne également la nécessité de recourir à l'Agence plus souvent
et de manière plus efficiente. À cette fin, la majorité des États
membres a accentué le besoin d'augmenter ses enveloppes
budgétaires et ses enveloppes relatives au personnel.
La mention de la possibilité d'utiliser les battlegroups (EUBG) dans le
cadre de catastrophes naturelles par le ministre autrichien n'a pas
suscité de commentaires de la part des autres ministres. La position
belge en ce sens n'a pas changé. Les EUBG doivent pouvoir être
préparés et entraînés dans l'hypothèse d'un engagement en réponse
à une catastrophe.
Par ailleurs, il est évident que ceux-ci ne peuvent être utilisés pour
pareille mission que dans des circonstances exceptionnelles, sur une
base volontaire, au cas par cas, et lorsque aucun autre moyen n'est
disponible ou en mesure de réaliser la mission.
La question de la coopération entre l'Union européenne et l'OTAN
était le point principal de la session consacrée au partenariat. Une
grande majorité des pays membres de l'Union européenne est
favorable à des relations améliorées entre l'Union et l'OTAN. Ils ont
exprimé leur appui pour la mission confiée à la haute représentante
par le Conseil européen de septembre ainsi que pour la méthode de
travail proposée.
Différentes options sont actuellement à l'étude. On peut, à titre
d'exemple, citer l'initiative proposée en avril dernier par neuf pays de
l'OTAN, dont la Belgique, qui recommandent une approche pas à pas
afin de remédier au déficit de certaines capacités militaires en
coordonnant, toutefois, les efforts des deux organisations sur deux
dossiers: Counter improvised explosive device (IED) et l'appui
médical.
Des synergies entre l'OTAN et l'Union sont possibles en harmonisant
les processus de développement des capacités des deux
organisations.
Een grote meerderheid van de
ministers was het eens over de
betekenis van het European
Defence Agency
(EDA) en over de
noodzaak er vaker en op een
efficiëntere manier een beroep op
te doen. De meerderheid van de
lidstaten drong daarom aan op de
terbeschikkingstelling van meer
begrotingsmiddelen
in
het
algemeen en meer kredieten voor
personeel in het bijzonder.
De Oostenrijkse minister opperde
dat een beroep zou kunnen
worden
gedaan
op
de
manschappen van de European
Union Battlegroup
(EUBG) in het
kader van natuurrampen. Dat
voorstel leidde niet tot enige
commentaar.
Het
standpunt
hierover blijft ongewijzigd: deze
interventiemacht zal enkel in
uitzonderlijke
omstandigheden
worden ingezet bij natuurrampen.
De samenwerking tussen de
Europese Unie en de NAVO was
het belangrijkste punt van het deel
met betrekking tot het partner-
schap. Een grote meerderheid van
de lidstaten is voorstander van
betere betrekkingen tussen de
Unie en de NAVO. Ze hebben hun
steun betuigd aan de missie die in
dat verband door de Europese
Raad van september aan de Hoge
Vertegenwoordiger
werd
toevertrouwd.
Er worden verschillende denk-
CRIV 53
COM 008
20/10/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
17
La poursuite du rapprochement permettrait une meilleure coopération
des forces armées de ces deux organisations principalement
lorsqu'elles sont engagées dans une même zone d'opérations. Ceci
entraînerait également une meilleure interopérabilité et des
économies d'échelle lors du développement des capacités, tout en
tenant compte du fait que 21 pays font déjà partie de ces deux
organisations.
Bien qu'un rappel des initiatives déjà prises dans ce domaine sous les
présidences espagnole et belge ait été fait et que le rapport du
séminaire de juillet dernier sur la coopération permanente structurée
ait été distribué aux ministres, la coopération permanente structurée
n'a pas été abordée en tant que telle durant la réunion.
Les discussions ont porté sur le besoin d'accroître les coopérations
en général, soit dans le cadre de l'Union européenne, soit sous forme
bi- ou multinationale. Les opérations de l'Union européenne n'étaient
pas le thème de cette réunion consacrée au développement
capacitaire. Les ministres ont toutefois mentionné le besoin d'une
vision à long terme pour l'opération en Bosnie-Herzégovine,
comprenant une stratégie de sortie de crise claire.
En ce qui concerne les priorités exposées devant le Parlement en
mars 2010, les avancées engrangées à ce jour couvrent
principalement:
- la mise en place initiale du service européen d'action externe
informellement planifiée pour décembre 2010;
- la poursuite du dialogue entre l'Union européenne et l'OTAN, basé
sur les propositions du secrétaire général Rasmussen et le mandat
donné à la haute représentante, Mme Ashton par le Conseil européen
de septembre 2010 ainsi que la continuation de projets de
coopération concrets, tel que le Counter Improvised Explosive Device
et l'appui médical;
- la publication d'un papier commun belge-hongrois-polonais sur la
coopération permanente structurée et l'appui large qu'il a reçu, plus
spécialement en ce qui concerne la poursuite par les futures
présidences de la recherche d'un consensus conceptuel;
- la confirmation de l'appui de presque tous les États membres au rôle
crucial joué et à jouer par l'European Defence Agency (EDA) dans le
développement capacitaire;
- la poursuite des opérations en cours et leur adaptation aux révisions
ponctuelles en fonction des circonstances et des contextes politiques,
stratégiques et tactiques;
- enfin, la poursuite de l'étude de la synergie civilo-militaire
nécessaire.
Toutefois, la discussion sur le quartier général opérationnel civilo-
militaire, bien qu'ayant reçu l'appui répété de presque tous les États
membres, reste bloqué par manque de consensus. Bien entendu, un
bilan complet à ce sujet ne pourra être dressé qu'une fois notre
présidence terminée, c'est-à-dire en janvier 2011.
sporen bestudeerd. Zo wordt er
bijvoorbeeld gedacht aan een
stapsgewijze aanpak om in te
spelen op bepaalde ontoereikende
militaire
capaciteiten.
De
inspanningen
van
beide
organisaties
zullen
evenwel
worden gecoördineerd in twee
dossiers: het Counter Improvised
Explosive Devices
-programma (C-
IED)
en
de
medische
ondersteuning.
Er kunnen synergieën tot stand
worden gebracht tussen de NAVO
en de Europese Unie door de
ontwikkeling van de capaciteiten
van beide organisaties op elkaar
af te stemmen.
Een verdere toenadering zou een
betere samenwerking tussen de
strijdkrachten en een betere
interoperabiliteit mogelijk maken
en kunnen leiden tot schaal-
voordelen bij de capaciteits-
ontwikkeling.
De permanente gestructureerde
samenwerking kwam niet als
dusdanig aan bod tijdens de
vergadering.
De besprekingen gingen in het
algemeen over de nood aan
nauwere samenwerking, in het
kader van de Europese Unie of
tussen twee of meer staten
onderling.
De
vergadering
handelde niet over de operaties
van de Europese Unie. De
ministers waren echter wel van
mening dat er nood is aan een
langetermijnvisie voor wat de
operatie in Bosnië-Herzegovina
betreft.
In maart 2010 werd in het
Parlement een overzicht gegeven
van de prioriteiten. Er werd op
verschillende vlakken vooruitgang
geboekt. Zo is er onder meer de
start van de Europese dienst voor
extern optreden, die officieus in
december 2010 gepland is, de
voortzetting van de dialoog tussen
de Europese Unie en de NAVO,
de
publicatie
van
een
20/10/2010
CRIV 53
COM 008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
18
gemeenschappelijk
Belgisch-
Hongaars-Pools document over de
permanente
gestructureerde
samenwerking en de ruime steun
ter zake, de bevestiging van de
bijval van bijna alle Europese
lidstaten voor de sleutelrol die het
European Defence Agency (EDA)
speelt in de ontwikkeling van de
militaire capaciteit, de voortzetting
van de huidige operaties en de
aanpassing ervan naargelang de
omstandigheden, en ten slotte het
verdere
onderzoek
naar
de
samenwerking tussen burgers en
militairen.
De besprekingen over het civiel-
militair operationeel hoofdkwartier
zitten echter nog altijd vast, omdat
er geen consensus is, hoewel
bijna alle lidstaten herhaaldelijk
hun steun hadden betuigd.
Het voorstel om een lijst op te stellen van de capaciteiten die op
nationaal niveau moeten blijven, kwam van mijn collega Karl-Theo zu
Guttenberg en had betrekking op het onderscheid van capaciteiten in
drie categorieën: de capaciteiten die op nationaal niveau zullen
blijven, de capaciteiten die de mogelijkheid voor een nauwere
samenwerking bieden, de capaciteiten voor dewelke de lidstaten
onderlinge afhankelijkheid accepteren. Het voorstel is zeker de moeite
waard om verder te analyseren. Het voorstel werd over het algemeen
goed ontvangen, maar het is uiteraard aan Lady Ashton om hierin het
initiatief te nemen.
La proposition de dresser une liste
des
capacités
devant
être
maintenues au niveau national
émanait du ministre allemand de
la Défense. La proposition a été
d'une manière générale accueillie
favorablement. Il appartient à
Mme Ashton de prendre une
initiative en la matière.
Pour conclure, aucune décision n'est arrêtée à ce jour concernant
l'agenda de la réunion formelle des ministres de la Défense de l'Union
européenne. Toutefois, cet agenda devrait suivre la traditionnelle
articulation en trois thèmes majeurs, c'est-à-dire les opérations, les
capacités et les relations avec les partenaires. La date définitive de la
réunion n'est pas arrêtée à ce jour.
Tot slot werd er tot dusver nog
geen enkele beslissing genomen
betreffende de agenda van de
formele vergadering van de
ministers van Landsverdediging
van de Europese Unie, die
traditioneel
achtereenvolgens
operaties, capaciteitsontwikkeling
en relaties met de partners
behandelt. De definitieve datum
van de vergadering is nog niet
vastgelegd.
Er werden nog geen concrete termijnen afgesproken, maar wellicht
komt de uitwerking van het voorstel opnieuw ter sprake op de formele
ministeriële vergadering van 9 december 2010.
De top van Gent is gestold in wat we vanaf nu noemen the Ghent
framework
of le "cadre de Gand". Het was een succes te noemen en
is sindsdien een referentiekader in talrijke internationale
vergaderingen en bijeenkomsten.
Aucun calendrier concret n'a
encore été arrêté. L'élaboration de
la proposition sera probablement à
nouveau inscrite à l'ordre du jour
de la réunion ministérielle formelle
du 9 décembre 2010.
Le sommet de Gand a débouché
sur le fameux Ghent framework ou
"cadre de Gand". Il s'agit d'un
CRIV 53
COM 008
20/10/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
19
cadre de référence désormais
utilisé
lors
de
nombreuses
réunions
et
rencontres
internationales.
De voorzitter: Dat was wel een zeer omstandig antwoord, mijnheer
de minister. Men zou vanuit de regering toch moeten proberen om
compacter te werken. U gaf een antwoord van tien minuten lang. Het
is fijn dat u de Kamercommissie informatie bezorgt, maar op die
manier zullen we straks in tijdsnood geraken.
Le président: Les informations
fournies à la Chambre par le
gouvernement
sont
les
bienvenues, mais elles pourraient
être légèrement plus synthétiques.
04.04 Anthony Dufrane (PS): Monsieur le président, comme la date
de ce sommet n'est pas encore décidée, je souhaiterais demander au
ministre d'être particulièrement attentif à ce que ce Conseil des
ministres de l'Union européenne puisse se dérouler avant la réunion
de l'OTAN pour éviter toute interférence avec les décisions prises
durant ce sommet de l'OTAN. Ce serait également une manière pour
nos ministres de se concerter en préparation. C'est une proposition et
un conseil que nous formons.
Par ailleurs, je remercie M. le ministre pour ses réponses.
04.04 Anthony Dufrane (PS):
Om te voorkomen dat een en
ander elkaar zou doorkruisen,
vraag ik de minister ervoor te
zorgen dat die Raad plaatsheeft
vóór de NAVO-top. Op die manier
zouden onze ministers tevens
overleg kunnen plegen met het
oog op die top.
04.05 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!): Mijnheer de minister, wij
hebben hier een heel lang verslag en een heel lange beschrijving van
de stand van zaken gekregen. Ik had in uw antwoord echter graag
meer visie van u gehoord.
Samenwerking, specialisatie en taakverdeling tussen landen op
Europees niveau zijn belangrijk om tot een efficiënter en een meer
gerationaliseerd leger te komen.
België is voorzitter van de Europese Unie. U kunt dus mee aan de kar
trekken. U kunt een bepaalde visie op de kwestie mee op tafel leggen
en op de politieke agenda plaatsen. Uit uw antwoord moet ik echter
jammer genoeg afleiden dat zulks tot op heden te weinig gebeurt. Wij
zijn net over de helft van het Belgische Voorzitterschap. U hebt dus
nog even de tijd om meer visie aan de dag te leggen en meer initiatief
te nemen.
04.05 Wouter De Vriendt (Ecolo-
Groen!):
La
réponse
était
effectivement longue, mais elle
manque de vision. En tant que
présidente de l'Union européenne,
la Belgique doit prendre l'initiative
dans
les
domaines
de
la
coopération européenne et de la
répartition des tâches. J'attends
davantage d'initiatives de la part
du ministre à cet égard.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de Mme Juliette Boulet au ministre de la Défense sur "l'essai de munitions par l'armée
belge dans le camp militaire d'Elsenborn à Bütgenbach" (n° 146)
05 Vraag van mevrouw Juliette Boulet aan de minister van Landsverdediging over "het uittesten van
munitie door het Belgische leger in het militair kamp van Elsenborn te Bütgenbach" (nr. 146)
05.01 Juliette Boulet (Ecolo-Groen!): Monsieur le ministre,
j'aimerais vous entendre concernant les activités d'essai de munitions
effectuées par l'armée belge dans le camp militaire d'Elsenborn à
Butgenbach.
Pour rappel, le ministre André Antoine avait refusé, sur recours, le
permis unique introduit par la SA Mecar en vue d'exploiter des lignes
de tirs et de cibles pour des tests de munitions dans le camp militaire
d'Elsenborn. Comme il existe un site classé Natura 2000 dans le parc
naturel "Hautes Fagnes-Eifel", un certain nombre de précautions
s'imposaient. La Division Nature et Forêts de la DGRNE concluait que
05.01 Juliette Boulet (Ecolo-
Groen!): Minister André Antoine
weigerde in hoger beroep de
unieke vergunning uit te reiken die
de NV Mecar had aangevraagd
om vuurlijnen en doelwitten te
kunnen uitbaten voor het testen
van munitie in het militaire kamp te
Elsenborn. De afdeling Nature et
Forêts van de DGRNE was
immers tot het besluit gekomen
20/10/2010
CRIV 53
COM 008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
20
les activités de tirs de cette société risquaient d'altérer les habitats
d'intérêt communautaire et de faire disparaître les espèces naturelles
protégées.
Malgré ce refus de permis, des informations feraient état du fait que
l'armée belge et d'autres États membres de l'OTAN utilisent toujours
des munitions de Mecar sur le site d'Elsenborn. De plus, outre les
activités de l'armée belge, d'autres firmes privées utiliseraient ces
munitions sur ce site. Or, la composition des munitions fabriquées par
Mecar et par d'autres firmes et leur impact sur l'environnement
inquiètent les habitants de cette région.
Monsieur le ministre, pouvez-vous confirmer que l'armée belge teste
toujours ces munitions sur ce site? D'autres firmes privées y seraient
également actives; est-ce exact?
Pouvez-vous nous en dire davantage sur la nature et la composition
de ces munitions?
Des contrats ont-ils été conclus entre l'armée belge et les firmes de
munitions? Dans l'affirmative, ces contrats prévoient-ils que les firmes
concernées soient informées des effets des tests par l'armée?
Quelles mesures sont-elles prises en faveur de la protection des
militaires, de la population et de l'environnement lorsque sont utilisées
des munitions radioactives ou composées de tungstène?
dat door de schiettests van dit
bedrijf de habitats met een
communautair belang dreigden
aangetast te worden en de
beschermde natuurlijke soorten in
het als Natura 2000 erkende
gebied, dat in het natuurpark
Hohes Venn-Eifel ligt, dreigden te
verdwijnen.
Naar verluidt zouden het Belgisch
leger en andere NAVO-lidstaten
en particuliere bedrijven echter
nog steeds munitie van Mecar op
de site te Elsenborn gebruiken.
Test het Belgisch leger nog steeds
die munitie? Heeft u informatie
over de aard en de samenstelling
van die munitie? Werden er
contracten gesloten tussen het
Belgisch
leger
en
de
munitiebedrijven? Zo ja, worden
de betrokken bedrijven door het
leger op de hoogte gehouden van
de voortgang van die tests?
Worden er maatregelen getroffen
om de militairen, de bevolking en
het
milieu
te
beschermen,
wanneer er radioactieve munitie of
munitie met wolfraam wordt
gebruikt?
05.02 Pieter De Crem, ministre: Monsieur le président, comme vous
me l'avez demandé, je serai concis.
Chère collègue, depuis la mi-2008, la firme Mecar ne dispose plus de
concession pour tester ses munitions dans le camp d'Elsenborn.
Depuis lors, ni la Défense, ni Mecar, ni d'autres firmes civiles n'ont
testé de munition dans ledit camp.
L'ensemble des tirs effectués dans le camp d'Elsenborn sont liés au
fonctionnement de la Défense, c'est-à-dire à la formation et à
l'entraînement du personnel. C'est dans ce cadre que les nouveaux
véhicules AIV (Armoured Infantry Vehicle) ont été utilisés pour la
première fois à Elsenborn, ce dans le respect de la législation en
vigueur.
L'octroi d'autorisations domaniales pour des essais de tirs par des
firmes privées est subordonné à l'obtention d'un permis unique
accordé par la Région. À ce jour, aucun permis unique n'a été
accordé, suivant les informations dont dispose la Défense.
05.02 Minister Pieter De Crem:
Sinds medio 2008 heeft de firma
Mecar geen concessie meer om
zijn munitie in kamp Elsenborn te
testen.
Sindsdien
hebben
Defensie,
Mecar
of
andere
burgerfirma's geen munitie meer
getest in dat kamp.
Alle schietoefeningen in kamp
Elsenborn houden verband met de
werking van Defensie, meer
bepaald de opleiding en training
van het legerpersoneel. Voor de
toekenning
van
domaniale
vergunningen
voor
schiet-
oefeningen door privéfirma's is er
een eenmalige vergunning van het
Gewest vereist. Tot op heden werd
er
geen
enkele
eenmalige
vergunning verleend.
05.03 Juliette Boulet (Ecolo-Groen!): Monsieur le ministre, vous
confirmez ainsi que les munitions produites par la firme Mecar ne sont
05.03 Juliette Boulet (Ecolo-
Groen!): U bevestigt dus dat er in
CRIV 53
COM 008
20/10/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
21
plus utilisées sur le camp militaire d'Elsenborn.
het militair kamp te Elsenborn
geen munitie van de firma Mecar
meer wordt gebruikt.
05.04 Pieter De Crem, ministre: La firme Mecar n'organise plus de
tests mais les munitions sont toujours utilisées.
05.04 Minister Pieter De Crem:
De firma Mecar organiseert geen
tests meer maar de munitie wordt
nog steeds gebruikt.
05.05 Juliette Boulet (Ecolo-Groen!): Malgré le refus, ces munitions
sont toujours utilisées sur ce territoire.
05.05 Juliette Boulet (Ecolo-
Groen!): Ondanks de weigering
om een eenmalige vergunning uit
te reiken aan de firma Mecar,
wordt die munitie dus nog steeds
gebruikt in dat kamp.
05.06 Pieter De Crem, ministre: Madame Boulet, je viens de vous
communiquer une réponse. Vous faites preuve de surdité sélective!
Les tests n'ont plus lieu mais, bien entendu, des munitions sont
utilisées lors d'opérations et d'entraînements.
05.06 Minister Pieter De Crem:
Er vinden geen tests meer plaats,
maar er wordt inderdaad nog
munitie gebruikt bij operaties en
oefeningen.
05.07 Juliette Boulet (Ecolo-Groen!): Monsieur le ministre, cela
pose question. Vous en conviendrez!
05.08 Pieter De Crem, ministre: Il n'y a plus de tests mais certains
armements qui portent la marque Mecar sont encore utilisés.
05.09 Juliette Boulet (Ecolo-Groen!): Ce, malgré le refus de délivrer
un permis unique à la société Mecar!
05.10 Pieter De Crem, ministre: Le gouvernement wallon est
responsable de l'octroi ou non des permis. Je vous invite dès lors à
vous informer auprès de la présidente du parlement et de vos
ministres.
05.10 Minister Pieter De Crem:
De Waalse regering is bevoegd
voor het al dan niet toekennen van
vergunningen. Ik stel dan ook voor
dat u inlichtingen inwint bij de
voorzitster
van
het
Waals
Parlement en bij de Waalse
ministers.
05.11 Juliette Boulet (Ecolo-Groen!): Ma collègue l'a d'ailleurs fait la
semaine dernière au Parlement wallon. Monsieur le ministre, je vous
ai bien écouté et je ne manquerai pas de transmettre l'ensemble des
informations.
05.11 Juliette Boulet (Ecolo-
Groen!): Mijn collega heeft dat
vorige week reeds gedaan bij het
Waals Parlement. Ik zal niet
nalaten
alle
informatie
te
bezorgen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Questions jointes de
- M. Philippe Blanchart au ministre de la Défense sur "le projet de décompression des militaires à
Chypre" (n° 156)
- M. Denis Ducarme au ministre de la Défense sur "l'opération de décompression de nos soldats de
retour d'Afghanistan à Chypre" (n° 383)
06 Samengevoegde vragen van
- de heer Philippe Blanchart aan de minister van Landsverdediging over "het plan om onze militairen
20/10/2010
CRIV 53
COM 008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
22
op Cyprus te laten ontstressen" (nr. 156)
- de heer Denis Ducarme aan de minister van Landsverdediging over "het plan om onze soldaten die
uit Afghanistan terugkeren op Cyprus te laten ontstressen" (nr. 383)
06.01 Philippe Blanchart (PS): Monsieur le ministre, nous allons
décompresser quelque peu avec cette question. Mi-septembre, la
presse se faisait l'écho d'un projet pilote préparé par votre état-major
et relatif à la décompression des militaires de retour d'Afghanistan. À
l'image des expériences menées par la France et par les Pays-Bas, il
s'agissait pour certains militaires de séjourner quelques jours dans un
hôtel cinq étoiles à Chypre avant de rentrer en Belgique pour gérer le
stress, partager leurs souvenirs d'expériences traumatisantes et se
réadapter en douceur à la vie de famille.
Toujours selon la presse, une première expérience avec nos militaires
revenant d'Afghanistan devait se dérouler du 27 au 29 octobre. Ce
projet étant encore à la mi-septembre en phase de planification, vous
a-t-il été soumis pour accord? De manière générale, que pensez-vous
de cette proposition? Plus particulièrement, comment se déroulent les
expériences de décompression aux Pays-Bas et en France? Quels
militaires pourront bénéficier de ce programme? Quel serait l'impact
budgétaire de cette mesure? Selon la presse, son coût s'élèverait à
quelque 400 euros par personne, selon les estimations françaises.
Par la même occasion, pouvez-vous nous dire s'il existe déjà au sein
de la Défense des cellules de soutien psychologique pour des
militaires ayant vécu des expériences traumatisantes en opération? Si
c'est le cas, comment fonctionnent-elles? Un tel projet pilote laisse
penser que nos militaires en opération courent de très grands risques
alors que vous relativisez régulièrement les dangers inhérents à leur
mission. Ce projet est-il proportionnel aux risques encourus par nos
militaires sur le terrain? Confirmez-vous qu'une première expérience
avec nos militaires se déroulera du 27 au 29 octobre?
06.01 Philippe Blanchart (PS):
De generale staf zou een
proefproject voorbereiden om de
militairen die uit Afghanistan
terugkeren, te laten ontstressen.
Naar het voorbeeld van wat eerder
met Franse en Britse militairen
gebeurde,
zouden
bepaalde
militairen enkele dagen door-
brengen in een luxehotel op
Cyprus voor ze naar België
terugkeren, met het oog op
stressbeheersing, het delen van
traumatiserende ervaringen en
een zachte heraanpassing aan het
gezinsleven. Deze maatregel zou
voor het eerst worden beproefd
van 27 tot 29 oktober.
Werd dit project u voor akkoord
voorgelegd? Wat denkt u van dit
experiment?
Wat
zijn
de
ervaringen in onze buurlanden?
Welke militairen kunnen er gebruik
van maken? Hoeveel zal een en
ander kosten? Staat dit project in
verhouding tot de risico's in het
veld? Zelf relativeert u immers met
de regelmaat van een klok de
gevaren van hun missie. Bestaan
er
binnen
het
departement
Defensie al cellen voor de
psychologische ondersteuning van
militairen
die
traumatiserende
ervaringen meemaakten?
06.02 Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, je commencerai par dire que je ne suis nullement étonné de
voir le bourgmestre de Thuin intervenir sur la décompression de nos
soldats. Il est adepte de divers groupes qui décompressent
régulièrement en Wallonie! C'est une private joke wallonne.
Dans la presse, nous avons pu lire qu'une polémique enflait, relative à
la décompression de nos soldats de retour d'Afghanistan. Ce qui est
malheureux, c'est que certains médias ont décrit nos soldats comme
s'ils allaient se prélasser au bord de piscines, en dégustant des
cocktails. Ce n'est pas le cas!
Pour avoir eu divers contacts avec ces militaires, nous savons que
ceux-ci préféraient rejoindre leur famille plus rapidement et ne pas
passer par Chypre. Mais, simplement, sur le plan psychologique, via
des entretiens avec des psychologues, il est important de prendre ces
deux ou trois jours afin de "se nettoyer" un peu avant de rejoindre leur
famille. L'Afghanistan n'est pas un camp de vacances: un séjour en
06.02 Denis Ducarme (MR): In
de pers wordt de polemiek over
het ontstressen van onze soldaten
bij hun terugkeer uit Afghanistan
op de spits gedreven. Maar ze
gaan niet luilekker aan de rand
van een zwembad liggen met een
cocktail, ze zouden veel liever zo
snel mogelijk bij hun gezin zijn
zonder tussenstop in Cyprus. Hoe
dan ook, psychologisch gesproken
is het belangrijk die twee of drie
dagen uit te trekken om zich een
beetje te `fatsoeneren', na zes
bijzonder slopende maanden in
Afghanistan. Kunt u ons uitleggen
waarom het verblijf in Cyprus
gegrond is?
CRIV 53
COM 008
20/10/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
23
ce pays de quatre ou six mois est particulièrement perturbant pour
ces hommes.
Monsieur le ministre, pourriez-vous nous réexpliquer le bien-fondé de
ce passage par Chypre, initiative prise conjointement avec la France?
J'estime que cette période de décompression est très importante.
06.03 Pieter De Crem, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, j'observe quelque animosité entre deux habitants de Thuin,
mais c'est un petit détail...
06.04 Denis Ducarme (MR): Monsieur le ministre, vous me semblez
être quelque peu aveugle à cet égard, parce que Philippe Blanchart
est un ami.
06.05 Pieter De Crem, ministre: Les Pays-Bas organisent en
principe systématiquement un third location decompression (TLD),
une période d'adaptation après chaque mission d'une durée de
minimum trois mois. Le TLD néerlandais dure deux jours et est
composé d'entretiens d'adaptation, de psycho-éducation, de sport et
d'activités touristiques dans une ambiance décontractée.
En France, depuis environ un an, un sas d'adaptation de trois jours
est organisé pour les militaires revenant d'Afghanistan. Le programme
contient les éléments suivants: debriefing, psycho-éducation relative
au retour auprès de la famille, relaxation psycho-physiologique par le
biais des techniques d'optimisation du potentiel, détente, sport,
massages du dos et excursions touristiques. Le sas est organisé
dans un hôtel 5 étoiles. Après leur retour, les militaires français
remplissent une fiche post-Opex qui sera suivie dans le temps.
Le sas belge à Paphos (Chypre) proposé par l'état-major est un test
case
pour une centaine de militaires qui reviennent d'Afghanistan, et
en particulier de Kunduz. Le coût de ce premier sas, prévu du 27 au
29 octobre 2010, en basse saison, revient à 400 euros par personne.
Ce prix comprend le transport aller-retour de l'aéroport à l'hôtel, le
logement en chambre double, les repas, l'accès aux installations ainsi
qu'un massage du dos. L'hôtel fournit également l'accès gratuit au wi-
fi.
Un conseiller en opérationnalité mentale (COM) est présent sur le
théâtre des opérations. Il exerce en tant que conseiller du
commandement et soutient les troupes lors d'événements graves qui
peuvent les perturber mentalement. L'engagement des COM lors de
la préparation et de l'exécution des opérations garantit une capacité
réactive des professionnels et un accompagnement sur place. Si
nécessaire, l'aide de deuxième ligne est activée.
Le département de la Défense dispose, pour les soins de santé
mentale de deuxième ligne, du Centre de santé mentale (CSM) au
sein de l'Hôpital militaire Reine Astrid. Le CSM offre un
accompagnement aux militaires et au personnel civil du département
de la Défense confrontés à des problèmes d'ordre psychiatrique ou
psychologique, parmi lesquels des troubles liés aux missions, des
séquelles résiduelles, des problèmes relationnels, etc.
Au sein du CSM, les militaires qui ont vécu des expériences
traumatisantes en opération bénéficient de l'aide spécialisée d'une
06.05 Minister Pieter De Crem:
Na elke missie van minstens drie
maanden
organiseert
het
Nederlandse leger steevast een
third location decompression. Die
duurt twee dagen en bestaat uit
debriefingsgesprekken,
psycho-
educatie, sport en toeristische
activiteiten.
Franse
militairen
die
uit
Afghanistan terugkomen, verblijven
tijdens een overgangsperiode van
drie dagen in een vijfsterrenhotel,
waar voorzien is in debriefing,
psycho-educatie, relaxatie, sport,
rugmassages
en
toeristische
uitstappen.
De Belgische ontstressingsperiode
is
een
testcase
voor
een
honderdtal
militairen
die
uit
Afghanistan
terugkeren.
De
kostprijs van dat eerste verblijf,
van 27 tot 29 oktober, bedraagt
400 euro per persoon.
Bij militaire operaties is er steeds
een
raadgever
mentale
operationaliteit (RMO) aanwezig.
Hij adviseert de bevelhebbers en
ondersteunt de troepen tijdens
gebeurtenissen waardoor ze van
slag kunnen raken. Indien er
geestelijke tweedelijnszorg vereist
zou zijn, kan het departement een
beroep doen op het Centrum voor
geestelijke gezondheid (CGG) van
het Militair Hospitaal Koningin
Astrid. Het CGG biedt begeleiding
aan militair en burgerpersoneel dat
met psychiatrische of psycho-
logische problemen kampt, onder
20/10/2010
CRIV 53
COM 008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
24
équipe pluridisciplinaire. Ces dispositifs (COM et CSM) devraient
constituer une réponse adéquate aux risques encourus par nos
militaires en opération.
J'estime que le projet de décompression à Chypre ne s'impose pas et
que les moyens actuellement mis en oeuvre sont suffisants.
meer ten gevolge van missies.
Ik ben van mening dat het
ontstressingsproject op Cyprus
geen must is en dat de huidige
middelen volstaan.
06.06 Philippe Blanchart (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, je tiens à vous signaler qu'il n'y a aucune tension vive entre
mon collègue Denis Ducarme et moi-même. J'ai d'ailleurs beaucoup
travaillé avec lui par le passé. En outre, après ces séances de travail,
nous avons décompressé ensemble. Vous savez en effet que si on
veut garder une rentabilité dans le travail, il faut gérer le stress et,
dans ce cadre, la décompression est indispensable. C'est ainsi, qu'en
Wallonie, après de longues journées de travail, il nous arrive de
décompresser de façon bien organisée.
06.06 Philippe Blanchart (PS):
Als men zijn taak efficiënt wil
blijven uitvoeren, moet men met
stress kunnen omgaan en is het
dus van fundamenteel belang dat
men kan ontstressen.
06.07 Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, pour être
sérieux, j'entends bien le ministre qui a indiqué qu'une étape de
décompression à Chypre ne s'impose pas. Je voudrais quand même
savoir ­ et je reviendrai sur ce point en commission ­ si cette
conclusion est partagée par la France qui a organisé cette étape sur
place. De plus, je souhaiterais avoir l'avis de psychologues sur la
question de savoir si une telle étape s'impose ou non.
Monsieur le ministre, je vous accorde en général toute ma confiance,
mais peut-être un peu moins pour ce qui concerne l'aspect
"psychologique". C'est la raison pour laquelle je demanderai en
commission que puissent être produits des rapports de psychologues
à ce sujet.
06.07 Denis Ducarme (MR):
Wordt de conclusie van de
minister gedeeld door zijn Franse
ambtgenoot?
Ik
zal
in
de
commissie vragen dat er rapporten
van psychologen zouden worden
voorgelegd.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Questions jointes de
- M. Anthony Dufrane au ministre de la Défense sur "la situation sécuritaire en Afghanistan" (n° 158)
- M. Wouter De Vriendt au ministre de la Défense sur "les images vidéo de la fusillade à Kunduz le
15 juin 2009" (n° 232)
- M. Dirk Van der Maelen au ministre de la Défense sur "les images de l'incident entre des militaires
belges et des combattants talibans, le 15 juin 2009" (n° 236)
- M. Gerald Kindermans au ministre de la Défense sur "l'engagement entre des militaires afghans et
des insurgés au mois de juin 2009 auquel participèrent également des militaires belges" (n° 239)
- M. Dirk Van der Maelen au ministre de la Défense sur "les engagements pris par le gouvernement
concernant le redéploiement du contingent belge en Afghanistan" (n° 244)
- M. Wouter De Vriendt au ministre de la Défense sur "le redéploiement du contingent belge en
Afghanistan" (n° 247)
- M. Servais Verherstraeten au ministre de la Défense sur "l'engagement entre des militaires afghans
et des insurgés au mois de juin 2009 auquel participèrent également des militaires belges" (n° 296)
- M. Servais Verherstraeten au ministre de la Défense sur "la récente rencontre avec le général
américain David Petraeus et la participation de la Belgique aux opérations de l'OTAN en Afghanistan"
(n° 297)
- M. Patrick Dewael au ministre de la Défense sur "la participation de la Belgique aux opérations de la
FIAS en Afghanistan" (n° 300)
- M. Wouter De Vriendt au ministre de la Défense sur "le niveau 4 pour les EPR qui opèrent en
Afghanistan" (n° 324)
- Mme Juliette Boulet au ministre de la Défense sur "la diffusion de vidéos amateurs filmant des
militaires belges en Afghanistan" (n° 337)
07 Samengevoegde vragen van
CRIV 53
COM 008
20/10/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
25
- de heer Anthony Dufrane aan de minister van Landsverdediging over "de veiligheidssituatie in
Afghanistan" (nr. 158)
- de heer Wouter De Vriendt aan de minister van Landsverdediging over "videobeelden van het
vuurgevecht in Kunduz op 15 juni 2009" (nr. 232)
- de heer Dirk Van der Maelen aan de minister van Landsverdediging over "de beelden van het incident
tussen Belgische militairen en Talibanstrijders van 15 juni 2009" (nr. 236)
- de heer Gerald Kindermans aan de minister van Landsverdediging over "het gewapend treffen
tussen Afghaanse militairen en opstandelingen in juni 2009 waarbij ook Belgische militairen betrokken
waren" (nr. 239)
- de heer Dirk Van der Maelen aan de minister van Landsverdediging over "de toezeggingen van de
regering met betrekking tot de herschikking van het Belgische contingent in Afghanistan" (nr. 244)
- de heer Wouter De Vriendt aan de minister van Landsverdediging over "verschuivingen in het
Belgische contingent in Afghanistan" (nr. 247)
- de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Landsverdediging over "het gewapend treffen
tussen Afghaanse militairen en opstandelingen in juni 2009 waarbij ook Belgische militairen betrokken
waren" (nr. 296)
- de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Landsverdediging over "de recente ontmoeting
met de Amerikaanse generaal David Petraeus en de Belgische deelname aan de NAVO-operatie in
Afghanistan" (nr. 297)
- de heer Patrick Dewael aan de minister van Landsverdediging over "de Belgische deelname aan de
ISAF-operatie in Afghanistan" (nr. 300)
- de heer Wouter De Vriendt aan de minister van Landsverdediging over "het niveau 4 voor PRT's
Afghanistan" (nr. 324)
- mevrouw Juliette Boulet aan de minister van Landsverdediging over "het uitzenden van
amateurbeelden van Belgische militairen in Afghanistan" (nr. 337)
De voorzitter: Wij hebben nu een hele resem vragen over de veiligheidssituatie in Afghanistan. Ik merk dat
de heer De Vriendt drie vragen ter zake heeft ingediend. Ik zou hem durven te verzoeken ze in een keer en
gebald te stellen.
Mijnheer Van der Maelen, u hebt twee vragen ter zake ingediend. Ik verzoek u eveneens ze enigszins
gebald te stellen.
De heer Verherstraeten geeft verstek. Zijn vragen nrs. 296 en 297 vervallen dus. De heer Dewael woont de
Conferentie van voorzitters bij. Zijn vraag nr. 300 vervalt dus ook.
Ik geef het woord aan de heer Dufrane.
07.01 Anthony Dufrane (PS): Monsieur le ministre, ces dernières
semaines, les médias nous font part presque chaque jour de décès
malheureux de civils, de policiers et de soldats des forces
internationales en Afghanistan ainsi qu'au Pakistan, où la rébellion
des talibans semble s'intensifier également.
Plusieurs événements ont eu lieu depuis le dépôt de ma question. Il y
a eu votre visite en Afghanistan, la réunion ministérielle de l'OTAN le
14 octobre ainsi que la décision du gouvernement de dépêcher
16 instructeurs supplémentaires sur place.
Monsieur le ministre, comment évaluez-vous la situation en
Afghanistan, notamment pour nos soldats impliqués dans les
opérations de l'OTAN?
Durant votre courte visite, vous avez pu rencontrer nos soldats dans
les différentes bases de l'OTAN, à Kunduz, Kaboul et Kandahar. Vous
ont-ils fait part de remarques particulières à propos de leur sécurité ou
de problèmes en termes de matériel?
07.01 Anthony Dufrane (PS):
Hoe evalueert u de situatie in
Afghanistan voor onze soldaten
die meewerken aan de NAVO-
operaties?
Formuleerden
ze
opmerkingen in verband met hun
veiligheid of over problemen met
het materieel? De NAVO is bezig
met een belangrijk offensief in de
streek van Kandahar. Beschikt u
over meer informatie in dit
verband? Hoe staat het met de
beslissing om zestien bijkomende
instructeurs naar Afghanistan te
sturen? Welke verschuivingen
zullen er gebeuren om binnen het
contingent van 626 militairen te
blijven? Wat is de teneur van de
debatten die hebben plaats-
gevonden tussen de ministers van
20/10/2010
CRIV 53
COM 008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
26
L'OTAN mène actuellement une grande offensive dans la région de
Kandahar, région où sont notamment stationnés nos six avions
chasseurs F-16. De quelles informations disposez-vous à propos de
cette opération?
Pouvez-vous nous donner de plus amples informations concernant la
décision du gouvernement d'envoyer 16 instructeurs supplémentaires
en Afghanistan? Comment allez-vous opérer les glissements afin de
respecter le contingent de 626 militaires, fixé en avril dernier?
Enfin, pouvez-vous nous informer de la teneur des débats qui se sont
tenus lors de la réunion des ministres des Affaires étrangères et de la
Défense de l'OTAN le 14 octobre dernier?
Qu'en est-il de la mission de l'ISAF en Afghanistan? Des évaluations
ont-elle été menées?
D'autres membres de l'OTAN ont-ils répondu positivement à la
demande du général Petraeus d'obtenir des formateurs
supplémentaires pour l'encadrement des forces de sécurité
afghanes?
Quelles sont les relations avec le Pakistan?
En ce qui concerne le prochain sommet de l'OTAN, mon groupe
souhaite qu'une réunion conjointe des commissions de la Défense et
des Relations extérieures puisse se tenir en présence du premier
ministre, du ministre des Affaires étrangères et de vous-même. Nous
avons formulé une demande en ce sens au président de la Chambre.
Buitenlandse
Zaken
en van
Defensie van de NAVO? Kunt u
me nadere informatie bezorgen
over
de
ISAF-missie
in
Afghanistan?
Vonden
er
al
evaluaties plaats? Gingen nog
andere NAVO-lidstaten in op de
vraag van generaal Petraeus om
bijkomende instructeurs te sturen
voor de omkadering van de
Afghaanse
veiligheidstroepen?
Hoe zijn de betrekkingen met
Pakistan?
Met betrekking tot de volgende
NAVO-top is mijn fractie vragende
partij voor een vergadering van de
commissies voor de Defensie en
voor de Buitenlandse Betrek-
kingen in aanwezigheid van de
eerste minister, de minister van
Buitenlandse Zaken en uzelf.
07.02 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, ik
zal mijn vragen bundelen. Mijnheer de minister, wij hebben allemaal
de videobeelden gezien van een incident in Kunduz op 15 juni 2009,
die de VRT in handen kreeg. Die beelden bevestigen dat uw uitspraak
dat we daar betrokken zijn in een klein oorlogje, niet gestoeld is op de
realiteit. Ik denk dat die beelden nogmaals aantonen, mijnheer de
minister, dat België daar betrokken is in een regelrechte grondoorlog.
Er is nog een tweede punt. U hebt altijd gezegd dat de Belgen in
Kunduz in het opleidingsteam, niet meegaan op patrouille met de
Afghaanse legereenheden. Daarna hebt u zichzelf gecorrigeerd en
hebt u gezegd dat dit niet in eerste lijn zou gebeuren. Uiteindelijk hebt
u, net zoals iedereen, moeten vaststellen dat de Belgen wel degelijk
deelnemen aan grondoperaties en dat het onderscheid tussen een
eerste linie en een tweede linie op het terrein vervaagt.
U hebt de inzet van de Belgen in het noorden van Afghanistan
zodoende altijd geminimaliseerd, terwijl de feiten op het terrein anders
zijn. De beelden van de VRT waren misschien niet nieuw, maar
hebben nogmaals aangetoond dat u uw communicatie moet
corrigeren en dat u moet zeggen waar het op staat. U moet aan de
mensen, aan het Parlement, aan de publieke opinie en zeker ook de
families van de militairen in Afghanistan zeggen wat de realiteit is en
waarmee onze Belgische soldaten zich moeten bezig houden.
Ik heb twee heel concrete vragen. In de militaire rapporten die
verschenen zijn op de website Wikileaks wordt het incident ook
vermeld. Naar aanleiding van het uitlekken van die rapporten,
07.02 Wouter De Vriendt (Ecolo-
Groen!): Le ministre de la Défense
a toujours minimisé l'implication
des Belges en Afghanistan. Il a
notamment toujours prétendu que
les Belges de l'équipe de
formation n'effectuaient jamais de
patrouilles en première ligne avec
les unités de l'armée afghane. Les
images
vidéo
d'un
incident
survenu à Kunduz le 15 juin 2009
montrent à présent que les Belges
de l'équipe de formation sont bel
et bien envoyés en patrouille, en
conditions réelles de conflit, et que
la différence entre la première et la
deuxième ligne s'estompe sur le
terrain.
Ces images prouvent que le
ministre devrait apprendre à
rapporter la réalité vraie. Les
rapports militaires publiés sur le
site WikiLeaks font également état
de l'incident dont les images ont
été diffusées sur la VRT. Il aurait
été question d'un blessé dans les
rangs belges, de combats pendant
CRIV 53
COM 008
20/10/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
27
verschenen er in onze Belgische kranten grote titels zoals "Ook
Belgische Defensie loog". Omwille van de vermelding van het incident
van 15 juni 2009 in die rapporten, was er sprake van een Belgische
gewonde, urenlange gevechten, de inzet van F15's, verschillende
slachtoffers langs Afghaanse kant, langs Talibankant en ook de
gedwongen terugtrekking door de Belgen omwille van een dreigend
tekort aan munitie. Nochtans meldt u in de commissie Defensie van 9
dagen later, 24 juni 2009, enkel lichte materiële schade en geen
gewonden.
Mijnheer de minister, wij zijn nu meer dan een jaar verder en het is
eigenlijk bedroevend dat wij meer dan een jaar later nog altijd in deze
openbare parlementaire commissie moeten vragen, bijna moeten
smeken, wat nu de juiste versie van de feiten is. Het publiek heeft
daar recht op. Het Parlement heeft daar recht op.
Ten tweede, mijn bezorgdheid blijft uitgaan naar de juistheid van de
informatie, zeker ook omwille van de families van de soldaten. Zij
hebben recht op ongecensureerde, juiste informatie die de waarheid
niet verbloemt. Het is normaal dat zij bezorgd zijn als de minister van
Defensie a zegt terwijl ze van het terrein signalen krijgen die eerder
wijzen op een andere realiteit. Kunt u een stand van zaken geven met
betrekking tot de informatieverstrekking aan de families van de
soldaten in Afghanistan? Welke nieuwe maatregelen worden er
eventueel door u gepland?
Ik kom tot mijn tweede parlementaire vraag, namelijk over de
verschuivingen in het contingent van de Belgen in Afghanistan.
Premier Yves Leterme heeft na zijn ontmoeting met de bevelhebber
van de internationale troepenmacht in Afghanistan David Petraeus
gezegd dat verschuivingen in het Belgische contingent mogelijk zijn.
Leterme sprak meer bepaald over meer instructeurs, zowel in Kunduz
als in Kandahar. Als er sprake is van meer instructeurs en een
blijvend plafond voor het aantal Belgen in Afghanistan, betekent dat
een verschuiving. Mijn vraag is dus ten koste van welk ander segment
er meer instructeurs zullen komen. Wanneer zal dat worden beslist?
Wat is de timing? Graag een stand van zaken met betrekking tot de
besluitvorming.
Mijnheer de minister, belangrijker is dat ik graag van u wil vernemen
of het nog steeds zo is dat België tot eind 2011 in Afghanistan zal
blijven. Geldt dit voor de drie segmenten, Kunduz, Kabul en
Kandahar? Ik heb nog een heel concrete vraag. Zullen de F-16's tot
eind 2011 in Afghanistan blijven? U kent onze kritieken en ons
standpunt ten aanzien van de oorlog in Afghanistan en het Belgische
engagement. Ik zal dat nu niet herhalen maar misschien is er ruimte
voor meer debat in de replieken.
Mijn laatste parlementaire vraag in dit verband. De Belgische
militairen in het PRT Afghanistan zouden het statuut hebben van
niveau 4, passief gewapende inzet. Dat geeft hun recht op een extra
vergoeding van 56,67 euro. De militairen die het terrein opgaan in een
OMLT hebben het statuut niveau 5, actief gewapende inzet. Voor
niveau 5 verdienen militairen een extra vergoeding van 70,84 euro. Ik
heb drie concrete vragen. Klopt het dat militairen in PRT's die het
terrein opgaan niveau 4 krijgen? Zo ja, waarom krijgen zij niveau 4 in
plaats van niveau 5? Wij kunnen immers veronderstellen dat de
risico's voor die militairen even groot zijn. Tot slot, zijn er u problemen
plusieurs heures, de l'intervention
de F-15, de victimes parmi les
Afghans et les talibans et d'un repli
forcé des Belges à la suite d'un
manque imminent de munitions.
Le
ministre
s'est
contenté
d'annoncer neuf jours plus tard en
commission
de
la
Défense
nationale que les dégâts n'étaient
que matériels et qu'aucun blessé
n'était à déplorer.
Il est affligeant de devoir encore
supplier le ministre, un an plus
tard, de nous donner la juste
version
des
faits.
L'opinion
publique ainsi que les familles des
militaires ont pourtant droit à des
informations exactes.
Qu'en est-il de la communication
des informations aux familles de
soldats en Afghanistan? Quelles
nouvelles mesures prévoit le
ministre?
Après
avoir
rencontré
le
commandant
de
la
force
internationale en Afghanistan, le
premier ministre, M. Leterme, a dit
qu'il
pourrait
y
avoir
plus
d'instructeurs belges. Comme le
nombre de militaires belges qui
peuvent être engagés est fixe, ceci
implique des glissements dans le
contingent belge. Que prévoit-on
exactement et quel est le
calendrier?
Les trois segments belges ­
Kunduz, Kaboul et Kandahar ­ et
les F16 resteront-ils militairement
actifs en Afghanistan jusque fin
2011?
Les militaires belges de l'équipe
provinciale
de
reconstruction
(EPR) en Afghanistan ont un statut
de niveau 4: engagement passif
armé. Celui-ci leur donne droit à
une rémunération supplémentaire
de 56,67 euros. Les militaires
d'une équipe opérationnelle de
conseil et de liaison ont le statut 5
(engagement actif armé), avec
une rémunération supplémentaire
de 70,84 euros. Pourquoi les
militaires de l'EPR ont-ils le
20/10/2010
CRIV 53
COM 008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
28
bekend met de uitbetaling van deze extra vergoedingen?
niveau 4?
Le
ministre
a-t-il
connaissance
de
problèmes
concernant le paiement des
rémunérations supplémentaires?
07.03 Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik heb
twee vragen en eigenlijk zijn dat twee vragen over punten van kritiek
die ik heb tegen het beleid van minister De Crem. Het eerste punt is
het communicatiebeleid en het tweede is zijn kritiekloze volgzaamheid
ten overstaan van de Verenigde Staten.
Ten eerste, wat betreft het communicatiebeleid. Heel kort. Op
6 oktober 2008 zegt de minister dat de OMLT's niet meegaan op het
terrein. Als blijkt dat dit wel het geval is, gaan ze in tweede lijn. De
beelden leren ons dat onze militairen daar in eerste lijn meegaan. De
minister kennende, wil ik nogmaals verduidelijken dat ik er geen
probleem mee heb dat Belgische militairen terugschieten als zij
worden aangevallen. Ik ben heel blij dat uit het filmpje het
professionalisme van onze militairen blijkt. Daarover gaat het echter
niet. Het gaat wel over het feit dat de minister een
communicatiebeleid heeft dat erop gericht is om op het thuisfront zo
weinig mogelijk informatie te geven zodat hij er, in de twee jaar tijd dat
hij op het departement zit, zonder veel tegenstand in is geslaagd om
te komen tot een verdubbeling van de inspanning van België in
Afghanistan en dit zowel wat betreft middelen als personen.
Wat het communicatiebeleid betreft, heb ik drie vragen.
Ten eerste, wat heeft de minister over dit incident gezegd op 18 juni in
de commissie achter gesloten deuren? De minister schermt er altijd
mee dat hij daar de informatie heeft gegeven. Ik zou willen weten wat
de minister op 18 juni over dat incident heeft gezegd.
Ten tweede, zijn de beelden van dat filmpje daar vertoond? Het lijkt
mij maar normaal dat de minister dit zou hebben gedaan.
Ten derde, na het incident sprak men over een alleenstaand incident
en over het zwaarste incident ooit. Het is echter algemeen geweten
dat er nog filmpjes zijn. Ten tijde van onze para's uit Tielen is er een
incident geweest waarbij Duitse slachtoffers zijn gevallen. Ook
daarover bestaan er filmpjes. Heeft de minister die filmpjes getoond in
die commissie achter gesloten deuren? Dit is andermaal een test voor
de geloofwaardigheid van deze minister. Hij zegt ons zo weinig
mogelijk om zo veel mogelijk zijn zin te doen. Dit incident is opnieuw
het bewijs van het feit dat die minister het niet goed voorheeft met de
communicatie in de Kamer en de publieke opinie.
Tweede punt. Ik heb de minister steeds kritiekloze volgzaamheid
verweten ten overstaan van de Verenigde Staten. Ik heb het over de
beslissing die de regering heeft genomen op vraag van generaal
Petraeus. Ik begin met een eerste vraag. Ik heb daar horen zeggen
dat deze trainers niet mee op het terrein gaan. Ik vraag het u nu
opnieuw formeel, mijnheer de minister, en onthoud dat het wordt
genoteerd in het verslag: gaan deze trainers mee op het terrein? Ik wil
daar van u een antwoord op en ik wil dat in het verslag zien.
Ten tweede, we hebben in het verleden over trainers gedebatteerd. U
hebt ons toen beloofd dat u een evaluatie zou bezorgen van de
07.03 Dirk Van der Maelen
(sp.a): Mes questions et mes
critiques concernent la politique de
communication du ministre et sa
docilité vis-à-vis des États-Unis.
Le 6 octobre 2008 le ministre
affirmait que les ELTO ne se
joindraient pas à des missions sur
le terrain ou alors tout au plus en
deuxième ligne. Les images
révèlent à présent que nos
militaires se retrouvent également
en
première
ligne.
En
communiquant comme il le fait, le
ministre est parvenu sans essuyer
beaucoup d'opposition à doubler
en deux ans l'effort belge en
Afghanistan. Laissez la Chambre
et
l'opinion
publique
dans
l'ignorance et agissez comme bon
vous semble, telle semble être la
devise du ministre.
Quelles déclarations le ministre a-
t-il faites au sujet de cet incident le
18 juin dernier en commission à
huis clos? Les images y ont-elles
été montrées? Qu'en est-il des
autres images qui circulent très
certainement? Peut-on dès lors
encore parler d'incident isolé?
La docilité dénuée de tout esprit
critique adoptée par le ministre à
l'égard des États-Unis me dérange
et la décision prise par le
gouvernement à la demande du
général Petraeus en est une
parfaite illustration. C'est la raison
pour
laquelle
je
demande
officiellement si les formateurs
accompagnent les soldats sur le
terrain? Quels sont les résultats de
ces
nombreux
efforts
de
formation? Avant de décider si
nous nous associons aux États-
Unis, il faut savoir si nos actions
menées en Afghanistan sont
efficaces?
Si la FIAS, forte de 150 000
militaires parfaitement formés et
CRIV 53
COM 008
20/10/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
29
efficiëntie en de effectiviteit van deze trainingsinspanningen. Ik
herinner me tal van rapporten die daar vraagtekens bij zetten. Ik
herinner me zelfs in een reportage van Vranckx gehoord te hebben
dat de Belgische opleiders, de verantwoordelijken voor de Belgische
opleidingsinspanningen, spraken over 40 % desertie. Kunnen wij een
evaluatie krijgen? Ik vind het maar normaal dat vooraleer we
meestappen, we weten of hetgeen we doen in Afghanistan effectief is.
Nu een aantal vragen.
Eerste vraag. Als ISAF, dus 28 NAVO-landen en 19 partnerlanden,
150 000 goed opgeleide en goed uitgeruste militairen levert en er niet
in slaagt de Taliban te verslaan, hoe ziet u dan de kansen dat het
Afghaanse leger dat wel kan? Het opleiden van troepen klinkt mooi,
maar wat is de effectiviteit ervan? We gaan daar enorm veel geld in
steken.
Tweede vraag. Hoe ziet de minister de capaciteiten en kwaliteiten van
dit Afghaanse leger? We weten allemaal dat het een etnisch zeer
verdeeld land is. Het is dromen om te denken dat een Pasjtoen op
een andere Pasjtoen gaat schieten of dat een Tadzjiek op een taliban
gaat schieten. Tot wat leidt die opleiding?
Derde vraag. Heeft men nagedacht over het budgettaire plaatje voor
de Afghaanse regering? Hoeveel procent van het budget van
Afghanistan zal opgaan aan het onderhouden van een
veiligheidsmacht van 400 000 man, leger en politie samen?
Heeft men nagedacht over de gevaren die het inhoudt om zo'n
militaire capaciteit in handen te geven van een onbetrouwbaar regime,
geleid door president Karzai? De bewijzen liggen op tafel dat dit een
kleptocratie is, een corrupte bende, die men 400 000 militairen gaat
geven.
Laatste vraag. Heeft men ook nagedacht over de gevaren die
verbonden zijn aan het creëren van dergelijke macht?
Zijn wij niet bezig een zeer bloedige burgeroorlog voor te bereiden?
Als het Westen zich daar ooit terugtrekt, zullen we vatststellen dat dit
Afghaans leger uit mekaar valt volgens etnische en clangrenzen. Dan
gaan ze beginnen, deze keer met grote getale goed opgeleide
militairen, mekaar uit te moorden.
Mijn vraag gaat over die evaluatie, laten wij nadenken vooraleer wij
kritiekloos zomaar Amerikaanse voorstellen invullen.
équipés, ne réussit pas à vaincre
les talibans, comment l'armée
afghane pourrait-elle les défaire?
Que pense le ministre des
capacités et des qualités de cette
armée afghane aux multiples
composantes
ethniques?
La
formation
donnera-t-elle
des
résultats? Quel en est le coût pour
le gouvernement afghan? On
assiste à la création d'une grande
puissance militaire. N'est-il pas
dangereux de confier une capacité
militaire de cette ampleur à un
régime aussi peu fiable et aussi
corrompu?
Ne préparons-nous pas une
guerre
civile
sanglante?
Si
l'Occident décide un jour de se
retirer, nous constaterons en effet
que cette armée afghane se
décompose en ethnies et clans.
Réfléchissons dès lors plutôt deux
fois qu'une avant d'aider les
Américains
à
réaliser
leurs
propositions et ne les suivons pas
aveuglément.
De voorzitter: De heer Dewael meldt dat hij op de Conferentie van voorzitters moet aanwezig zijn. Voorts
vervallen vragen nr. 296 en nr. 297 van de heer Verherstraeten en vraag nr. 239 van de heer Kindermans.
Zo komen wij, toch heel snel, aan de vraag van mevrouw Boulet.
07.04 Juliette Boulet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, ma
question concernait la diffusion des vidéos amateurs filmant les
militaires belges en Afghanistan. Même si, aux dires du ministre, ces
vidéos enregistrées par deux militaires sont connues depuis des
mois, elles illustrent toutefois le besoin des militaires belges de dire la
vérité sur ce qu'il se passe dans leur quotidien, voire même de rétablir
une vérité, car ils considèreraient que celle qui est véhiculée n'en est
pas une.
07.04 Juliette Boulet (Ecolo-
Groen!): Als militairen die in de
strijd
worden
betrokken,
de
behoefte voelen de amateur-
video's een tweede keer te
verspreiden, is dat de uiting van
een diep verlangen om de
werkelijkheid te tonen zoals ze is,
en niet zoals ze gewoonlijk door
20/10/2010
CRIV 53
COM 008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
30
Ces images mettent à mon sens en évidence un profond décalage
entre la réalité sur place et vos propos affirmant que les soldats ­ et
notamment les instructeurs accompagnant les OMLT ­ ne seraient
pas engagés sur le terrain en première ligne. Si des militaires
engagés sur le terrain éprouvent le besoin de diffuser ce genre
d'images une deuxième fois (puisqu'elles l'avaient été préalablement),
cela signifie pour moi qu'il y a un désir profond de dévoiler une autre
réalité que celle communément montrée par les autorités.
Monsieur le ministre, mes questions sont donc simples: d'où viennent
ces vidéos et que signifient-elles? Quelle est la portée de ces
images? Mettent-elles en danger la sécurité des militaires sur place?
Enfin ­ et il me semble qu'il s'agit là d'une information importante à
faire parvenir aux familles et aux victimes, ainsi que peut-être un
besoin des militaires sur le terrain ­ quelles procédures pourrions-
nous mettre en place pour assurer une transparence et faire montre
d'un minimum de respect, tant pour les personnes qui font le travail
sur le terrain que pour leurs familles restées en Belgique en leur
fournissant une information claire et transparente sur les risques du
métier de militaire belge en Afghanistan?
de autoriteiten wordt voorgesteld.
Uit deze beelden blijkt dat er een
diepe
kloof
is
tussen
de
werkelijkheid ter plaatse en uw
opmerking dat de soldaten niet in
de frontlinie zouden staan.
Waar
komen
deze
video's
vandaan en welke boodschap wil
men ermee verspreiden? Vormen
ze een risico voor de veiligheid van
de militairen ter plaatse? Welke
procedures zouden we kunnen
invoeren
om
tot
een
transparantere berichtgeving te
komen?
07.05 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, men spreekt
vaak over onzekere tijden maar ik denk dat er een aantal zekerheden
zijn, ook in deze legislatuur, als ik de tussenkomsten van de heren
De Vriendt en Van der Maelen hoor.
07.05 Pieter De Crem, ministre:
Les interventions de MM. De
Vriendt et Van der Maelen
m'enseignent qu'il existe encore
des certitudes en ces temps
incertains.
S'agissant de notre engagement en Afghanistan, je souhaite profiter
de l'occasion de l'arrivée de nouveaux membres parmi nous pour
éclaircir ce point. En 2008, le gouvernement a décidé que notre pays
jouerait un rôle considérable dans le domaine des opérations de
soutien de la paix. Nous sommes ainsi redevenus un partenaire fiable
pour nos alliés. Ces opérations comportent des risques. Ceci est
d'autant plus vrai pour nos militaires en Afghanistan. Pour être franc,
si ce dernier pays était un havre de paix, nos soldats ne s'y
trouveraient pas!
In 2008 heeft de regering beslist
dat ons land een belangrijke rol
zou
spelen
in
de
vredesondersteunende operaties
in Afghanistan. Die operaties
brengen risico's mee. Mocht dat
land een vredig oord zijn, zouden
onze soldaten er niet aanwezig
zijn.
Op 19 maart 2010 heeft de regering beslist de aanwezigheid van de
Belgische troepen in Afghanistan te plafonneren op 626 soldaten op
drie locaties, namelijk Kandahar, Kabul en Kunduz. Op die drie
locaties samen waren er op dinsdag 19 oktober exact 574 militairen
aanwezig. U kunt dat trouwens volgen op de website www.mil.be. De
Belgische troepen zullen tot 31 december 2011 op volle sterkte in
Afghanistan blijven. De inzet na 1 januari 2012 is een beslissing die
een volgende regering moet nemen. In die zin spreken wij van een
engagement met een open einde, "open end engagement".
Le
19 mars
2010,
le
gouvernement a décidé de limiter
à 626 soldats le contingent belge
présent en Afghanistan, plus
précisément à Kandahar, Kaboul
et Kunduz. Sur ces trois sites, 574
militaires
exactement
étaient
stationnés à la date du 19 octobre.
L'intégralité du contingent belge
restera en Afghanistan jusqu'au
31 décembre 2011. Le prochain
gouvernement devra statuer sur
l'engagement ultérieur de nos
troupes.
Les militaires belges opèrent sous le commandement de l'OTAN et
sur mandat de l'ONU. Nos missions se focalisent sur la réalisation de
l'afghanisation, comme cela fut convenu à la Conférence de Londres
du 28 janvier 2010. Il s'agit bien d'une stratégie de succès orientée à
long terme, dont le but est de permettre au peuple afghan d'assurer
De Belgische militairen opereren
onder bevel van de NAVO en met
een VN-mandaat. De focus van
onze
missies
ligt
in
de
`afghanisering', een langetermijn-
CRIV 53
COM 008
20/10/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
31
sa propre autonomie et sa propre sécurité.
Nos dernières missions montrent clairement que nous nous tournons
vers la formation de militaires afghans, de sorte qu'ils puissent opérer
par eux-mêmes. Nous sommes en train d'atteindre cet objectif.
strategie om het Afghaanse volk in
staat
te
stellen
zijn
eigen
autonomie
en
veiligheid
te
verzekeren. De opleiding van
Afghaanse militairen is dus van
essentieel belang. We zetten ons
daar voor in.
Met betrekking tot de verschillende activiteiten kan ik meedelen dat
onze opdrachten zich situeren in Kandahar, Kabul en Kunduz in het
Noorden. Ik heb vorige week trouwens een bezoek gebracht aan onze
troepen.
Nos missions se situent dans le
nord de l'Afghanistan, à Kandahar,
Kaboul et Kunduz. La semaine
passée, j'ai aussi rendu visite à
nos soldats.
Dans le sud du pays, sont stationnés sur la base aérienne de
Kandahar, jusqu'au 31 décembre 2011, six chasseurs bombardiers
F-16. Ils font partie de la flotte aérienne de la FIAS tout comme les
avions français et hollandais.
Leur mission consiste à effectuer des vols de reconnaissance et à
fournir un soutien aérien aux troupes au sol en contact avec les
éléments ennemis. Les règles d'engagement et les restrictions
imposées par la Belgique permettent d'effectuer leur mission, de
rester dans le cadre strict des opérations de la FIAS et de porter aide
aux militaires alliés si besoin en est.
Cette opération s'appelle Operation Guardian Falcon. Le détachement
comporte environ 125 membres; du personnel y assure les tâches
quotidiennes. Ce détachement est principalement composé de
pilotes, de techniciens, de planificateurs de mission et du personnel
de soutien.
Dans la partie centrale du pays, à l'aéroport international de la
capitale Kaboul, sont stationnés quelque 300 militaires. Ils effectuent
une mission capitale: la sécurisation de l'aérodrome. Ils assument la
sécurité du périmètre intérieur de l'aéroport en respectant les
consignes du commandement de Kaia et cela en coordination avec
les services de sécurité afghans.
Les militaires belges assument également le commandement de la
force de protection de KAIA. En d'autres mots, ils sont responsables
de la sécurité de toute personne, civile ou militaire, dans l'enceinte de
l'aéroport. Cet aérodrome est une des entrées principales de
l'Afghanistan; on pourrait parler de l'artère du coeur du pays. Le trafic
tant civil que militaire est en constante augmentation.
Je puis confirmer que le travail accompli par nos jeunes hommes et
femmes est remarquable.
Dans le nord du pays, nous sommes présents dans la région de
Kunduz où sont stationnés deux détachements distincts.
Zes
F16-jachtbommenwerpers
zullen op de luchtbasis van
Kandahar gestationeerd blijven tot
en met 31 december 2011. Ze
maken deel uit van de ISAF-
luchtvloot.
Ze
voeren
verkenningsvluchten
uit
en
ondersteunen de grondtroepen
vanuit de lucht. Dankzij de rules of
engagement
en de door België
opgelegde restricties kunnen ze
hun opdrachten vervullen in het
welomschreven kader van de
ISAF-operaties en indien nodig
hulp bieden aan de geallieerde
ISAF-militairen.
Die operatie draagt de naam
Operation Guardian Falcon. Het
detachement
omvat
ongeveer
125 leden
(piloten,
technici,
missieplanners
en
ondersteuningspersoneel).
Zo'n 300 militairen zijn op de
internationale
luchthaven
van
Kabul gelegerd om die compound
te beveiligen, volgens de richtlijnen
van het Commando van KAIA
(Kabul International Airport) en in
coördinatie met de Afghaanse
veiligheidsdiensten. De Belgische
militairen hebben eveneens de
leiding
over
de
beschermingscompagnie
van
KAIA. Die luchthaven is een van
de belangrijkste toegangswegen
tot Afghanistan. Het burger- en
militaire verkeer neemt er hand
over hand toe.
Onze jonge militairen verrichten
uitstekend werk.
20/10/2010
CRIV 53
COM 008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
32
Twee afzonderlijke detachementen
zijn gelegerd in de regio Kunduz.
Zo is er enerzijds de PRT-opdracht met ongeveer 35 militairen. Het
Provincial Reconstruction Team is de draaischijf voor de contacten
tussen de plaatselijke bevolking en de autoriteiten. Zij helpen bij het
creëren
van
een
veilige
omgeving,
coördineren
heropbouwingsprojecten en geven ondersteuning in verschillende
domeinen zoals gezondheid en opvoeding.
Het PRT in Kunduz wordt door Duitsland beheerd. De PRT-opdracht
werd door de regering-Verhofstadt II, waarin Open Vld, sp.a, MR en
PS aanwezig waren, in stelling gebracht. Ons land heeft er een EOD-
team, Explosive Ordnance Disposal, voor het opzoeken en
neutraliseren van explosieven, achtergelaten munitie en een aantal
andere zaken.
Een andere ploeg Belgische militairen werkt op het vliegveld van het
PRT van Kunduz en is belast met het laden en lossen van vrachten,
de zogenaamde aircraft handling. Bovendien werken meerdere
Belgen in het domein van de CIMIC, de Civil-Military Co-operation, in
de streek van Kunduz. Ze onderhouden ook de relaties met de lokale
bevolking.
Ten
slotte
zijn
er
ook
de
specialisten
Operationele
Informatieondersteuning werkzaam, beheren Belgische militairen het
beveiligd informaticanetwerk van het PRT en zijn er Belgische leden
van de militaire politie in het PRT geïntegreerd.
Ideologisch kanten verschillende collega's, dat is een constante, zich
vandaag tegen de aanwezigheid van het PRT in Kunduz. Dat zij zelf in
het verleden duidelijk hun steun aan deze opdracht hebben verleend,
is blijkbaar een blinde vlek in het geheugen.
Mijnheer De Vriendt, ik herinner er u aan dat u in 2008 verklaarde dat
we ons mee in de PRT-opdrachten in het noorden moesten
engageren omdat het daar veiliger is, en ook dat u de beslissing met
betrekking
tot
de
OMLT-opdracht,
de
opleidings-
en
vormingsopdracht, bijna prima vond omdat deze paste in
afghanisering, het door militairen opleiden van andere militairen in het
kader van een normalisatie van de situatie. Altijd goed om dit even te
herhalen.
België levert dus ook die OMLT's, een op het niveau van de brigade
en een op het niveau van het bataljon voor een totaal van ongeveer
90 militairen. Zij zijn eveneens gehuisvest in het PRT-kantoor in
Kunduz.
De opdracht van deze teams bestaat uit het begeleiden en coachen
van een Afghaanse brigadestaf en een Afghaans bataljon dat aan hen
werd toevertrouwd. De OMLT's beschikken ook over de nodige
verbindingsmiddelen, naast die van de Afghaanse eenheden, om
indien nodig luchtsteun te kunnen vragen.
Ik kom tot de begeleiding op het niveau van het bataljon.
Ainsi, il y a d'une part la mission
EPR
(équipe
provinciale de
reconstruction)
qui
mobilise
environ
35
militaires
qui
contribuent à la création d'un
environnement
sécurisé,
coordonnent des
projets
de
reconstruction et apportent une
aide dans les domaines de la
santé
et
de
l'éducation,
notamment. Il y a aussi une équipe
EOD
(Explosive
Ordnance
Disposal) dont la mission consiste
à détecter et à neutraliser des
explosifs et des munitions. En
outre, une équipe militaire belge a
pour mission de charger et de
décharger
des
cargaisons
aériennes
à
Kunduz.
Enfin,
plusieurs Belges sont actifs au
sein de la CIMIC, la Civil-Military
Co-operation
, dans la région de
Kunduz. Pour terminer, il faut citer
les
spécialistes
du
soutien
opérationnel
en
matière
d'information, les militaires belges
qui gèrent le réseau informatique
sécurisé de l'EPR et les membres
belges de la police militaire
incorporés au sein de l'EPR.
Du point de vue idéologique,
plusieurs membres s'opposent
aujourd'hui à la présence de l'EPR
à
Kunduz
quoiqu'ils
l'aient
soutenue à l'époque. M. De
Vriendt déclarait par exemple en
2008 que nous devions nous
engager dans les missions EPR
dans le nord parce que le nord est
plus sûr. À l'époque, il ne voyait
aucun inconvénient non plus à la
mission ELTO. La Belgique fournit
donc aussi un contingent d'environ
90 militaires à ces ELTO. Ces
équipes ont pour mission de
cornaquer
un
état-major
de
brigade afghan et un bataillon
afghan.
L'accompagnement du bataillon afghan se fait uniquement sur la base
des missions attribuées par la FIAS à l'armée nationale afghane. Je le
De begeleiding van het Afghaanse
bataljon gebeurt op basis van de
CRIV 53
COM 008
20/10/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
33
répète encore: nos militaires n'opèrent aucune patrouille
indépendante, comme signifié dans le jargon militaire. Ils sont là pour
conseiller dans l'exécution de leurs tâches les commandants des
différents pelotons composant le bataillon. L'AENA exécute les
missions et nous les encadrons. Cela ne signifie pas que les militaires
belges ne peuvent assurer leur propre sécurité lorsqu'ils sont en
contact avec les éléments ennemis. Je me répète encore: si les
Belges sont sous le feu ennemi, ils ne doivent pas me téléphoner
pour me demander la permission de riposter!
opdrachten die ISAF toekent aan
het
Afghaanse
leger.
Onze
militairen gaan nooit alleen op
patrouille. Hun opdracht bestaat in
het verlenen van advies aan de
pelotonscommandanten die deel
uitmaken van het bataljon. De
Belgische
militairen
mogen
uiteraard hun eigen veiligheid
verzekeren ten aanzien van de
vijand.
Zij
hoeven
mijn
toestemming niet te vragen om te
riposteren!
Met betrekking tot een aantal andere zaken, de inzet van de
Belgische OMLT's is beperkt tot het Noorden van Afghanistan. De
eerste OMLT-opdracht werd in februari 2008 onder Verhofstadt III op
mijn voorstel beslist. Het tweede team werd eind 2009 op mijn
voorstel en onder het premierschap van Herman Van Rompuy beslist.
Met betrekking tot de verhoging in maart 2010, de regering besliste op
19 maart 2010 om 28 onderrichters en ondersteuningspersoneel te
sturen voor de mentoring van Afghaanse militairen in de domeinen
van geniewerk en logistiek. Deze werden op vraag van de
Amerikaanse president Obama en de NAVO-secretaris-generaal
Anders Fogh Rasmussen toegezegd.
Le déploiement des ELTO belges
se limite au nord de l'Afghanistan.
La première mission ELTO belge a
fait l'objet d'une décision prise en
février 2008, sur ma proposition,
sous
le
gouvernement
Verhofstadt III.
La
deuxième
équipe a été déployée fin 2009,
également sur ma proposition,
sous
le
gouvernement
Van
Rompuy. À la demande du
président américain Obama et du
secrétaire général de l'OTAN,
M. Rasmussen, le gouvernement
a décidé, le 19 mars 2010,
d'envoyer 28 instructeurs et du
personnel
de
soutien
pour
encadrer la formation de militaires
afghans dans les domaines du
génie et de la logistique.
Suite à la rencontre entre le général américain Petraeus, le premier
ministre Leterme, le ministre des Affaires étrangères Vanackere et
moi-même le 13 octobre dernier, notre pays a décidé d'accepter
quelques missions supplémentaires tout en conservant le nombre de
militaires engagés sous la barre des 626. Concrètement, il s'agit donc
de 16 militaires supplémentaires.
Naar aanleiding van de ontmoeting
op
13 oktober
tussen
de
Amerikaanse generaal Petraeus,
de eerste minister, de minister van
Buitenlandse Zaken en mezelf,
hebben we enkele bijkomende
missies aanvaard, maar het aantal
ingezette militairen blijft onder de
626.
Het gaat, enerzijds, over air mentoring teams om in het kader van de
afghanisering Afghanen onderricht te geven over taken die verbonden
zijn aan de vliegoperaties op luchthavens. Anderzijds, zal een
Belgisch liaison team een peloton van de republiek Mongolië volgen
bij de uitvoering van een opdracht die gelijkaardig is aan onze
militairen in Kabul, namelijk het beschermen van de luchthaven.
De kosten noodzakelijk voor het uitrusten van deze Mongoolse
eenheid worden door de Verenigde Staten gedragen. Ons land gaat
niet in op de initiële door de Verenigde Staten gestelde vraag voor
een derde OMLT. Daarnaast bevestigde ons land andermaal de inzet
van de 28 militairen waartoe in maart werd beslist. Dit betekent dat in
totaal 44 militairen in opleidingsopdrachten zullen komen op de
Il s'agit des air mentoring teams
chargés de former les Afghans
dans le cadre des opérations
aériennes effectuées sur les
aéroports. Une équipe de liaison
belge accompagne par ailleurs un
peloton mongol dans le cadre de
la mission de protection de
l'aéroport.
Les
États-Unis
supportent
les
dépenses
d'équipement de l'unité mongole.
Notre pays ne répondra pas à la
20/10/2010
CRIV 53
COM 008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
34
plaatsen die ondertussen bekend zijn.
demande
des
Américains
d'envoyer une troisième ELTO.
Nous avons en revanche confirmé
le déploiement de 28 militaires, ce
qui portera à 44 le total des
militaires qui participeront aux
missions de formation.
Les données qui suivent proviennent d'une enquête récente de la
FIAS sur la situation en Afghanistan d'aujourd'hui.
- Le produit national brut de l'année passée a augmenté de 22,5 %.
- 59 % de la population croit que leur pays évolue dans la bonne
direction et que leur gouvernement en place gagnera la guerre.
- 70 % de la population a confiance en son armée. Même dans les
provinces de Kandahar et de Helmand, 72 % de la population pense
que leurs enfants grandiront sous le gouvernement actuel et non sous
celui des talibans.
- 6,5 millions d'enfants, dont 3,5 millions de jeunes filles, vont à
l'école. Sous les talibans, les jeunes filles ne pouvaient pas se rendre
à l'école.
Je pourrais continuer ainsi à énumérer des exemples encore
longtemps, mais d'aucuns parmi vous se sentiraient une nouvelle fois
visés par des conclusions de l'une ou l'autre enquête, comme celle du
Round Cooperation reprise ci-dessous.
En ce qui concerne les chiffres, il est vrai qu'ils démontrent que le
pays ne se redresse pas aussi vite que certains l'escomptaient, mais
il n'est pas question d'abandonner les Afghans par une fausse
interprétation de ces chiffres. Leur histoire réside en nous.
Volgens een onderzoek van ISAF
over de situatie in Afghanistan
vandaag is het bbp van vorig jaar
met 22,5 procent toegenomen,
gelooft
59 procent
van
de
bevolking dat het met het land de
goede
kant
opgaat,
heeft
70 procent van de bevolking
vertrouwen in het leger en gaan er
6,5 miljoen kinderen, onder wie
3,5 miljoen meisjes, naar school.
Die cijfers tonen aan dat de
situatie evolueert, al herstelt het
land niet zo snel als sommigen
hadden verwacht.
Er is absoluut geen sprake van de
Afghanen aan hun lot over te
laten.
Met betrekking tot de NAVO-top, het volgende. De heer Dewael heeft
mij gevraagd ter zake enige verduidelijking te geven. Afghanistan was
geen agendapunt. Alles draaide op dat moment rond het nieuwe
strategische concept van de NAVO. Tijdens de Top van Lissabon, in
de tweede helft van volgende maand, zal er wel degelijk over
Afghanistan worden gesproken als een apart agendapunt.
Met betrekking tot de rapportering van de operaties aan het
Parlement kan ik het volgende zeggen.
L'Afghanistan n'était pas inscrit à
l'ordre du jour du Sommet de
l'OTAN. Il a été question à
l'époque du nouveau concept
stratégique de l'OTAN. Lors du
Sommet
de
Lisbonne,
l'Afghanistan constituera un point
distinct de l'ordre du jour.
Chaque engagement opérationnel de nos militaires est expliqué en
détail au parlement, par l'intermédiaire de la commission mixte du
Suivi des opérations qui se tient à huis clos. J'ai demandé au collègue
Dewael de trouver la réponse à sa question sur l'équipement et les
munitions lors de la prochaine réunion de cette commission qui est
planifiée pour demain matin, le 21 octobre.
J'en viens maintenant au compte rendu de ce qui s'est passé le
15 juin 2009.
Elke operationele inzet van onze
militairen komt aan bod in de
gemengde commissie voor de
opvolging
van
buitenlandse
missies, die met gesloten deuren
vergadert.
De
volgende
vergadering van die commissie is
voor morgen 21 oktober gepland.
Ik kom nu tot de gebeurtenissen
van 15 juni 2009.
Zoals ik reeds heb gezegd, behoort die informatie toe aan de
gemengde commissie achter gesloten deuren. Voor de verwijzing en
de details maak ik nogmaals referentie naar mijn uiteenzetting in de
commissie
van
18 juni 2009,
waarvan
gewezen
Cette information appartient à la
commission mixte qui se réunit à
huis clos. Je renvoie une nouvelle
fois à mon exposé présenté le
CRIV 53
COM 008
20/10/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
35
volksvertegenwoordiger Vautmans in de openbare commissie heeft
verklaard dat er een zeer gedetailleerd verslag is gegeven.
Voorzitter, voor eens en altijd wil ik zeggen dat, indien men wil dat de
commissie in de Senaat ophoudt te bestaan, men ter zake een
initiatief moet nemen. Ik ben altijd bereid om voor om het even welke
commissie te komen. Ik wil niet meer de speelbal zijn door het opbod
tussen leden die wel naar een openbare vergadering willen gaan en
niet naar een vergadering achter gesloten deuren, omdat zij daar de
geheimhouding moeten respecteren met risico op vervolging indien zij
dat niet doen, en anderzijds leden die lid zijn van beide commissies
en een gekleurde, meestal groene, versie geven van de feiten en het
relaas zoals het is gebracht in de commissie achter gesloten deuren.
Voorzitter, ik speel open kaart. Als ik informatie los uit de commissie,
dan stel ik mij bloot aan strafrechterlijke vervolging. Dat is niet om te
lachen en dat is mij al meermaals gezegd. Indien het Parlement vindt
dat men onvoldoende is ingelicht ­ voor alle duidelijkheid, ik vind dat
niet ­, dan moet men daartoe een initiatief nemen.
Een aantal sprekers verwijzen naar WikiLeaks. Op de 20 bladzijden
die over België gaan in het totaal van 72 000 wordt er verwezen naar
het incident dat zich heeft voltrokken in juni 2009. Ik heb hier echter
zelf naar verwezen. Ik vraag mij soms af of de documenten niet
worden geplukt uit de informatie die bijvoorbeeld het Belgische
ministerie van Defensie vrijgeeft over incidenten die zich hebben
voltrokken.
Wat stond er nog in het fameuze rapport van WikiLeaks? Een
belangrijk
minister
zou
in 2007
aan
de
Amerikaanse
vertegenwoordigers in Brussel en Washington hebben gezegd dat
niemand zich zorgen hoefde te maken, want na de volgende
verkiezingen zou zeker een bijkomend engagement worden genomen
en er zouden zeker F-16's naar Kandahar worden gestuurd. Er werd
net niet bij gezegd dat een CD&V'er dat zou realiseren. Ander
belangrijk punt in het document van WikiLeaks ging over Belgische
wafels die de versheidsdatum hadden overschreden.
Ik nodig u allen uit om met betrekking tot het dossier-Afghanistan toch
enige intellectuele eerlijkheid aan de dag te leggen. Ik zou u, collega's
De Vriendt, Boulet en Van der Maelen, echt eens willen uitnodigen om
alle antwoorden die werden gegeven in de commissie, naast mekaar
te leggen en te kijken in welke mate er geen consequentie zou zijn.
Het relaas van de feiten is gegeven door luitenant-kolonel
Schoenmaekers, die commandant was van het betrokken
detachement en die, hem kennende, een exact verslag heeft
uitgebracht van wat er zich die dag heeft afgespeeld. De praktijk van
bepaalde collega's om, liefst in de aanwezigheid van camera's, de
zaak anders voor te stellen, valt zeer te betreuren. Onze militairen in
Afghanistan ergeren zich mateloos aan het politieke opbod waaraan
hier gedaan wordt en ik spaar u de termen en de bewoordingen, met
dewelke ze u hebben gekwalificeerd, want dat zou geen parlementair
taalgebruik zijn. Zij vinden het ongehoord dat zij het voorwerp
uitmaken van politiek opbod uit eigenbelang.
De beelden die door de VRT zijn uitgezonden, zijn zo uniek en zo
eenmalig dat zij op de voorbereiding van de missie worden getoond.
18 juin
2009
devant
la
commission. Si la suppression de
la commission du Sénat est
souhaitée, il faut prendre une
initiative dans ce sens. J'estime
cependant que les informations
fournies sont suffisantes et si je
dévoile des informations issues de
cette commission, je m'expose à
des poursuites judiciaires.
Sur les 72 000 pages publiées par
WikiLeaks, 20 concernent la
Belgique. Elles font notamment
allusion à l'incident de juin 2009,
incident que j'avais toutefois
mentionné personnellement. Je
me demande parfois si les
informations publiées ne sont pas
extraites des informations sur des
incidents survenus, diffusées par
exemple par le ministère belge de
la Défense.
Le rapport mentionnait également
qu'en 2007, un éminent ministre
aurait indiqué aux représentants
américains à Bruxelles et à
Washington que personne ne
devait s'inquiéter. Un nouvel
engagement
serait
très
certainement
pris
après
les
prochaines élections et des F16
ne manqueraient pas d'être
envoyés à Kandahar. Un autre
point
important
du
rapport
concernait le dépassement de la
date de péremption de gaufres
belges.
Dans le dossier sur l'Afghanistan,
j'invite chacun à faire preuve d'un
minimum
d'honnêteté
intellectuelle. Avant d'affirmer que
mes réponses manquent de
cohérence, MM. De Vriendt et Van
der Maelen, ainsi que Mme Boulet
devraient relire les différentes
réponses
données
en
commission.
Le
lieutenant-colonel
Schoenmaekers, commandant du
détachement concerné, a dressé
un rapport précis des événements
de ce jour. Je regrette que
d'aucuns se plaisent à présenter
les faits autrement. La surenchère
20/10/2010
CRIV 53
COM 008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
36
Zulke unieke en geheime beelden zijn het. Ik denk dat er ondertussen
al ongeveer 2 000 mensen de beelden gezien hebben. Daar heeft
nooit een haan naar gekraaid. Maar die beelden zijn goed. Zij helpen
om bij de publieke opinie, bij sommige politici niet, de setting te zien
waarin wij aanwezig zijn. Die is dus ook heel duidelijk. Wij zitten in
opleiding, wij zitten in de tweede lijn, wij leiden het Afghaanse leger
op. Dat is volledig binnen onze rules of engagement.
Die
beelden
werden
gemaakt
in
opdracht
van
de
detachementcommandant luitenant-kolonel Schoenmaekers, om de
heel
eenvoudige
reden
dat
hij
een
heel
goede
detachementcommandant was en dat hij zijn ervaring wilde gebruiken
om latere opleidingen en latere aanwezigheid in de OMLT's nog beter,
in de mate dat het mogelijk zou zijn, te laten verlopen.
Waarvan getuigen de beelden? Onze militairen zijn goed opgeleid, zij
beschikken over de juiste reflexen, zij beslissen over het juiste en zij
beschikken over het juiste materieel. Hoe die beelden na zo een
lange tijd bij de media zijn gekomen, eerlijk gezegd, zo zit ik niet in
mekaar. Ik was heel tevreden dat de beelden eindelijk toonden
waarmee we bezig waren en dat zij ook pasten in mijn initiatief van
embedded journalism, waarvan iedereen mij gezegd heeft het niet te
doen, niet het minst topverantwoordelijken van Defensie. Ik heb
gezegd het toch te doen, omdat dat in the long run zal tonen dat wij
weten waar we mee bezig zijn en hoe wij werken.
De informatieverstrekking aan de families gebeurt volgens een vast
stramien, goedgekeurd door de organisaties, ook door de vakbonden
en door de verschillende belanghebbenden bij dergelijke militaire
operaties in het buitenland. Er is een informatiesessie en er zijn
brochures. Tijdens de opdrachten beschikken de militairen over
verschillende vormen van communicatie, de zogenaamde sociale
communicatie, telefoon, e-mail, skype, om er enkele te noemen, om
contact te houden met hun familie.
Weet u dat voormelde contactname ongecensureerd gebeurt? Weet u
dat in andere landen ten noorden, ten oosten en ten zuiden de
contactname gecensureerd gebeurt? Bij ons gebeurt ze
ongecensureerd. Onze militairen kunnen allen in contact treden met
wie ze willen en waarover ze willen. Ik wil dat in onze vergadering toch
nog even onderstrepen.
Er zijn tijdstippen tijdens de zending waarop de familie wordt
uitgenodigd om van gedachten te wisselen. Bij voormelde
gelegenheid zijn ook militairen aanwezig die reeds aan de opdracht
hebben deelgenomen, teneinde waar nodig duiding te geven.
De militairen zelf spelen in de genoemde communicatie een
belangrijke rol. Daarom gebeurt ze ook zonder censorship. Het zijn
niet de commandanten die aan de groepen families van militairen
zullen mededelen wat er op 7 000 km van hun woonplaats gebeurt.
De militair speelt ter zake zelf een belangrijke rol.
Het is daarom dat de militair in kwestie het helemaal niet kan
appreciëren dat hij het voorwerp van opbod uitmaakt en dat families,
die heel goed weten dat hun echtgenoot, man, partner of vrouw in
moeilijke omstandigheden het werk uitvoert, nodeloos worden
verontrust.
politique à laquelle on se livre ici
exaspère au plus haut point nos
militaires en Afghanistan.
Les images diffusées par la VRT
ont déjà été vues par plus de
2 000 personnes. Nul n'en s'en
était jamais ému. Elles ont été
réalisées sur ordre du lieutenant-
colonel
pour
être
montrées
pendant les formations, pour
encore
améliorer
les
ELTO
ultérieures.
Elles
s'inscrivent
parfaitement dans le cadre de nos
règles
d'engagement.
Elles
montrent que nos militaires sont
bien formés et qu'ils ont les bons
réflexes. Elles montrent la réalité
et j'en suis satisfait. Elles
correspondent à l'initiative de
"journalisme embarqué" que j'ai
prise alors que tous me le
déconseillaient.
La
communication
des
informations aux familles se
déroule selon un modèle fixe qui a
été
approuvé
par
les
organisations, par les syndicats et
par
les
différentes
parties
concernées. Pendant les missions,
différents
moyens
de
communication sont prévus avec
les familles comme le téléphone,
l'e-mail et skype.
Au contraire des pratiques en
vigueur dans tous les pays voisins,
les contacts des militaires ne sont
pas censurés. Nous n'imposons
aucune limite à nos militaires
concernant leurs contacts et les
sujets qu'ils abordent. À certains
moments d'une mission, les
familles sont invitées à participer à
des échanges de vues lors
desquels
des
militaires
opérationnels
sont
également
présents pour commenter, le cas
échéant, certaines informations.
Les familles ne sont pas informées
des événements survenant à
7 000 km de leur domicile par des
commandants. Par ailleurs, les
militaires n'apprécient pas que les
familles
soient
sans
cesse
alarmées
par
toutes
sortes
d'informations alors même que
CRIV 53
COM 008
20/10/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
37
Er was ook nog een vraag over veiligheidscoëfficiënten. Mijnheer de
voorzitter, met het antwoord op voormelde vraag zal ik afronden.
Veiligheidscoëfficiënt nummer 4 is aan de leden van het PRT-team in
Kunduz toegekend. Ik wil u ter zake mededelen, zoals ik reeds heb
gezegd, dat de PRT-opdracht een rechtstreeks contact met de lokale
bevolking inhoudt.
Ik wil nogmaals opmerken dat de bedoelde PRT-opdracht in 2005 is
goedgekeurd, toen er een coalitie van liberalen en socialisten was.
Ik heb van de opmerking van de heer De Vriendt nota genomen. Hij is
van oordeel dat de opdracht van de betrokken militairen in het kader
van de PRT even gevaarlijk is als de opdracht van onze OMLT's. Hij
wil aan de opdracht in kwestie immers dezelfde inzetcoëfficiënt
toekennen, waarvoor ik hem dank.
Mijnheer De Vriendt, mag ik er u echter nogmaals op wijzen dat u en
uw partij de bedoelde inzet in het veilige noorden mee hebben
goedgekeurd?
Bij het begin van een operatie wordt de veiligheidssituatie beoordeeld.
Op grond van voornoemde beoordeling wordt een inzetcoëfficiënt in
de regeringsbeslissing ingeschreven. In 2005, bij het begin van de
PRT-opdracht en uitgaande van het koninklijk besluit over de
pecuniaire situatie van 2003, legde de toenmalige regering de
coëfficiënt op niveau 4, zijnde passief gewapende inzet. Aan OMLT
werd op mijn voorstel ­ ook omdat ik de opdracht hiertoe voldoende
risicovol achtte ­ factor 5, zijnde actief gewapende inzet, toegekend.
Dat is nogmaals het bewijs dat ik nooit of te nimmer het risico van de
OMLT-opdracht heb geminimaliseerd.
Mijnheer de voorzitter, daarmee beëindig ik mijn opdracht om een
antwoord te geven.
ces proches savent parfaitement
que l'époux ou le partenaire
travaille dans des conditions
difficiles.
Un coefficient de sécurité 4 a été
attribué aux membres de l'équipe
EPR à Kunduz. En d'autres
termes, la mission implique un
contact direct avec la population
locale. La mission EPR a été
approuvée en 2005 par une
coalition de libéraux et de
socialistes. La sécurité est évaluée
au début de chaque opération et
un coefficient d'engagement est
inclus dans la décision du
gouvernement.
En
2005,
le
gouvernement de l'époque a fixé
le coefficient au niveau 4, c'est-à-
dire un engagement armé passif.
Sur ma proposition, le niveau 5,
correspondant à un engagement
armé actif, a été attribué aux
ELTO. Ces décisions prouvent
une nouvelle fois que je n'ai jamais
minimisé les risques liés à la
mission des ELTO.
De voorzitter: Mijnheer de minister, ik vermoed dat er enige rode en groene replieken zullen volgen.
07.06 Anthony Dufrane (PS): Je remercie M. le ministre pour ses
réponses.
07.07 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!): Mijnheer de minister, u
bent een meester in het beantwoorden van vragen die niet gesteld
worden. U antwoordt naast de kwestie op een aantal zeer concrete en
specifieke vragen en bedenkingen die door mij en mijn collega's
gesteld worden. Ik heb een kort overzicht proberen te maken, want
het is een prestatie van uw kant.
Mijnheer de minister, wij weten dat mijn partij en mijn fractie
voorstander zijn van het opleiden van een Afghaans leger. Wij weten
dat. Toch probeert u ons daarop aan te vallen. Dat maakte echter
helemaal niet het onderwerp uit van de vraagstelling. Wij weten dat
Belgische militairen niet moeten bellen om te mogen terugschieten,
en dat is maar goed ook. Wij weten dat de beelden van het incident in
Kunduz die op de VRT vertoond werden niet nieuw zijn en al werden
gebruikt. Daarover maken wij geen enkel probleem. Ook dat is niet de
essentie van onze kritiek. Wij weten ook dat de commissie achter
07.07 Wouter De Vriendt (Ecolo-
Groen!):
Le
ministre
est
manifestement passé maître dans
l'art de répondre à des questions
non posées. Ma question était de
savoir s'il était possible de ne plus
faire de différence entre les
niveaux de risque et les primes
des ERP et des ELTO, étant
donné que ces équipes travaillent
dans des conditions de risque
similaires.
La commission à huis clos doit
bien entendu être maintenue, mais
il est inacceptable que le ministre
20/10/2010
CRIV 53
COM 008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
38
gesloten deuren best wel mag blijven bestaan, omdat bepaalde
informatie nu eenmaal niet publiek vrijgegeven mag worden. Ook dat
is geen punt van kritiek, alhoewel u dat wel als zodanig aanhaalt.
Tot slot, mijnheer de minister, wij weten allemaal, wat de opdrachten
van de PRT's en de OLMT's betreft, dat de situatie sinds 2004-2005
veranderd is. Wij maken geen enkele opmerking over het nut daarvan
voor de reconstructie en voor de opleiding van Afghaanse
legereenheden. Met dat principe op zich hebben wij weinig
problemen, maar ik heb u wel gevraagd om het risiconiveau en de
extra premies tot gelijke hoogte op te trekken, want de afgelopen
jaren bewijzen dat zowel de PRT's als de OLMT's in risicovolle
omstandigheden kunnen terechtkomen.
U bent dus een meester in het beantwoorden van vragen die niet
gesteld zijn.
De commissie achter gesloten deuren moet blijven bestaan, maar het
is onaanvaardbaar dat u het bestaan van die commissie als excuus
inroept om bepaalde informatie waarop de publieke opinie recht heeft
niet publiek vrij te geven. Het betreft informatie die zonder probleem
vrijgegeven kan worden. Ik heb verwezen naar een officieel militair
rapport. Het officiële militaire rapport geeft een hele beschrijving van
het incident in Kunduz. U hebt hier vandaag opnieuw niet willen
bevestigen of die feiten kloppen. U hebt hier vandaag opnieuw geen
alternatieve versie gegeven. U hebt die vraag opnieuw ontweken.
utilise
l'existence
de
cette
commission comme excuse pour
ne pas publier des informations
auxquelles l'opinion publique a
droit. J'ai fait référence à un
rapport militaire officiel mais, une
fois encore, le ministre n'a pas
voulu dire si les faits évoqués
étaient exacts. Il a de nouveau
éludé la question.
De voorzitter: (...)
07.08 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!): Ik rond af met een laatste
punt, mijnheer de voorzitter. Ik heb ook berichten gekregen van
militairen en van familieleden van militairen. Zij zeggen mij dat zij
aanstoot nemen aan het verschil tussen uw communicatie en wat zij,
onder meer op de op de VRT vertoonde beelden, hebben kunnen
zien.
Een aantal familieleden is ongerust.
Mijnheer de minister, ik wil u vragen om uw communicatie te
verzorgen en de feiten niet langer te verbloemen.
07.08 Wouter De Vriendt (Ecolo-
Groen!): Certains militaires, ainsi
que des membres de leur famille,
m'ont dit qu'ils étaient choqués par
l'écart entre les propos du ministre
et les images montrées à la
télévision. Je voudrais demander
au ministre de ne plus édulcorer
les faits.
07.09 Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de voorzitter, collega's,
wij hebben hier opnieuw een Pieter De Crem in zijn gewone doen
gezien. Alleen al om u op Defensie te zien vertrekken, hoop ik dat er
zo snel mogelijk een regering komt.
07.09 Dirk Van der Maelen
(sp.a): Ne fût-ce que pour assister
au départ du ministre De Crem de
la Défense, j'espère la mise en
place
rapide
d'un
nouveau
gouvernement.
De voorzitter: Collega's, ik stel voor dat we niet te persoonlijk worden en het debat beperken tot
Afghanistan.
07.10 Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de minister, ik heb u
ook niet onderbroken en heb geluisterd.
Ten tweede, opnieuw wordt hier een goednieuwsshow opgevoerd. De
minister geeft informatie komende vanuit NAVO-kanalen. Het is niet
toevallig dat verschillende landen zich uit Afghanistan terugtrekken.
Het is niet toevallig dat er in alle deelnemende landen een debat over
07.10 Dirk Van der Maelen
(sp.a): Une nouvelle fois, le
ministre revêt son habit de
messager porteur de bonnes
nouvelles. Il affirme que l'opération
se déroule parfaitement et renvoie
à ce propos aux rapports de
CRIV 53
COM 008
20/10/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
39
de zin en de onzin van de operatie gaande is.
U beweert opnieuw dat die operatie goed verloopt. U verwijst naar
rapporten. Ik verwijs naar rapporten van Unicef en andere VN-
organisaties, en van Oxfam die aangeven dat de levenssituatie van de
gewone Afghaan een ramp is. Daarover verschillen wij van mening.
Inderdaad, samen met mijn partij heb ik ingestemd met PRT's, niet
met OMLT's. Als de feiten op het terrein in de andere richting wijzen
dan moet u de politieke moed hebben om in te zien dat het bij deze
operatie gestelde objectief niet kan worden gehaald en dat er een
ander in de plaats moet komen.
Ten derde, het is Pieter De Crem in zijn gewone doen want ik heb
geen antwoord gekregen op de meeste van mijn vragen. De beelden
zijn niet getoond, neem ik aan, want anders zou u dat gezegd hebben.
Ik zou graag het verslag hebben. Ik denk niet dat er nog een reden is
om het verslag van de vergadering op 18 juni 2010 niet openbaar te
maken. Wij hebben de beelden gezien. Nu zou ik graag dat verslag
lezen om te weten wat u daar heeft gezegd. Ik heb niets gehoord over
de andere beelden.
Tenslotte, aangaande de laatste beslissing op vraag van generaal
Petraeus heb ik van u niet gehoord of de nieuwe trainers op het
terrein gaan. Ik zou graag hebben dat u zulks duidelijk maakt voor het
parlementaire verslag. Ik heb geen antwoord gekregen op een reeks
voor de hand liggende vragen over de piste die de Verenigde Staten
overal verdedigt, in casu er moeten tot 400 000 politieagenten en
militairen in Afghanistan worden opgeleid.
Daarop heb ik geen antwoord gekregen. Ik stel vast dat deze minister
weigert te antwoorden op normale vragen die door zijn Parlement aan
hem worden voorgelegd.
l'OTAN.
Personnellement,
je
renverrai plutôt notamment à des
rapports de l'Unicef et d'Oxfam
pour dénoncer les conditions de
vie désastreuses de l'Afghan
ordinaire. J'ai approuvé, avec mon
parti, les EPR, mais pas les ELTO.
Si les objectifs ne sont pas
atteints, le ministre doit avoir le
courage politique de l'admettre.
Je pense que plus aucune raison
n'empêche la diffusion du rapport
de la réunion du 18 juin 2010.
J'aimerais pouvoir le lire, pour
prendre
connaissance
des
déclarations du ministre. Je n'ai
rien entendu à propos des images
d'autres incidents qui existent sans
aucun doute.
Le ministre refuse de répondre à
une série de questions. Il n'a
notamment pas indiqué si les
nouveaux instructeurs vont sur le
terrain. Peut-il apporter une
réponse claire à cette question
pour le rapport? Quelle est par
ailleurs son opinion sur la
demande des États-Unis de
former
400 000
policiers
et
militaires en Afghanistan?
07.11 Juliette Boulet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, je serai
brève. Je soutiens ce qui a été dit précédemment. Il est en effet
intéressant de faire le point pour les nouveaux membres, mais ce
n'est pas le lieu. Nous pourrions peut-être nous y consacrer lors d'une
réunion conjointe avec la commission des Relations extérieures.
Nous pourrions aussi débattre de l'afghanisation en vue d'informer
nos nouveaux collègues.
Ensuite, nos divergences de vues ne sont pas neuves, comme vous
l'avez noté. La différence entre vos propos et ceux de la législature
précédente est assez étonnante. Je comprends que les gens sur le
terrain soient irrités par certaines prises de position, au point de
diffuser - en public ou à titre privé - les impressions que leur inspire
leur vie là-bas.
Il reste encore du travail à fournir pour aboutir à une cohérence entre
ce que vous dites et la réalité en Afghanistan.
07.11 Juliette Boulet (Ecolo-
Groen!):
Het kan
inderdaad
interessant zijn om een stand van
zaken op te maken voor de
nieuwe collega's, maar dit is
daartoe
niet
de
geëigende
commissie.
Onze meningsverschillen zijn niet
nieuw. Het verschil tussen uw
uitspraken nu en tijdens de vorige
zittingsperiode is frappant. Ik
begrijp dat de mensen in het veld
zich
dermate
ergeren
aan
bepaalde standpunten dat ze
beslissen om hun impressies over
hun leven daar bekend te maken.
Er gaapt nog een kloof tussen wat
u zegt en de realiteit op het terrein
in Afghanistan.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
20/10/2010
CRIV 53
COM 008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
40
08 Samengevoegde vragen van
- de heer Theo Francken aan de minister van Landsverdediging over "de recente actie van de vzw
Vredesactie te Kleine Brogel" (nr. 160)
- mevrouw Juliette Boulet aan de minister van Landsverdediging over "de aanwezigheid van en
demonstraties door activisten van Bomspotting te Kleine Brogel" (nr. 171)
- mevrouw Annick Ponthier aan de minister van Landsverdediging over "de stunt van vredesactivisten
op de legerbasis van Kleine Brogel" (nr. 223)
08 Questions jointes de
- M. Theo Francken au ministre de la Défense sur "l'action récente de l'asbl Vredesactie à Kleine
Brogel" (n° 160)
- Mme Juliette Boulet au ministre de la Défense sur "la présence et la démonstration des activistes de
Bomspotting à Kleine Brogel" (n° 171)
- Mme Annick Ponthier au ministre de la Défense sur "le coup d'éclat de militants pacifistes sur la base
militaire de Kleine Brogel" (n° 223)
08.01 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik meen dat we een probleem hebben met de beveiliging en
de controle te Kleine Brogel. Zeer recent, op 7 oktober, verscheen in
het nieuws beeldmateriaal van een aantal vredesactivisten. U zult dat
ongetwijfeld ook gezien hebben. Zij zijn verscheidene malen
binnengedrongen op de militaire vliegbasis in Kleine Brogel. Zij
hebben daar heel wat vliegtuighangaars gekraakt. In 15 van de 26 zijn
zij binnengeraakt en zij hebben ook 8 van de 11 bunkers gevonden en
gefilmd. U kunt het bevestigen noch ontkennen maar daarin zouden
tactische kernwapens zijn opgeslagen. Iedereen weet dat ze daar
liggen, maar goed.
Mijnheer de minister, wat zult u doen om dit in de toekomst te
vermijden? Het is immers zeer pijnlijk, zowel voor Landsverdediging
als voor u. Wij weten dat beelden van hoe het militair complex er
precies uitziet en hoe het er daar aan toegaat een aantal mensen op
verkeerde gedachten kunnen brengen. In een tijd van wereldwijde
terreurdreiging moeten wij extreem voorzichtig zijn.
Welke maatregelen plant u in de toekomst?
Wat het beeldmateriaal betreft, hebt u contact gehad met de vzw
Vredesactie? Zal dat beeldmateriaal verwijderd worden of wat zal
ermee gebeuren?
08.01 Theo Francken (N-VA): La
protection de la base de Kleine
Brogel
pose
problème.
Le
7 octobre dernier, nous avons vu
au journal télévisé des images
montrant
plusieurs
militants
pacifistes qui s'étaient introduits à
plusieurs reprises sur le site de la
base aérienne militaire. Ils avaient
pénétré par effraction à l'intérieur
des hangars abritant les avions et
avaient découvert et filmé des
bunkers, dans lesquels des armes
nucléaires tactiques pourraient
être entreposées. De telles images
pourraient donner des mauvaises
idées à certaines personnes.
Quelles mesures le ministre
prendra-t-il pour éviter ce genre de
situation à l'avenir? A-t-il contacté
l'asbl Vredesactie? Qu'adviendra-t-
il des images?
08.02 Juliette Boulet (Ecolo-Groen!): Monsieur le ministre, des
militants pacifistes se sont introduits sur la base militaire de Kleine
Brogel et en ont diffusé des images.
Le questionnement qu'ils soulèvent mérite d'être relayé. Si de simples
citoyens pacifistes ont l'occasion de pénétrer ces lieux, qu'en est-il de
la sécurisation de cet armement? Qu'adviendrait-il si des personnes
moins bien intentionnées faisaient de même?
Un syndicat militaire relayait aussi ces interrogations le
31 janvier 2010. Et pour cause, des activistes s'étaient promenés à
l'intérieur de la base militaire sur une distance de plus d'un kilomètre!
Je les cite: "Dans un autre pays, un tel incident aurait probablement
provoqué la démission du ministre de la Défense. En Belgique, on se
contente de répondre qu'avec un périmètre de plus de 16 km, il n'est
pas possible de tout surveiller!". "Pour un lecteur non averti, on frôle la
science-fiction" poursuit ce syndicat. Pour nous, ce genre de réplique
devient monnaie courante.
08.02 Juliette Boulet (Ecolo-
Groen!): Vredesactivisten zijn de
militaire basis van Kleine Brogel
binnengedrongen
en
hebben
daarvan beelden verspreid. In een
ander land zou zo'n incident
wellicht tot het ontslag van de
minister van Landsverdediging
hebben geleid!
Als burgers er al in slagen om tot
dergelijke plekken door te dringen,
hoe is het dan gesteld met de
beveiliging van het oorlogstuig?
Wat als mensen met minder
goede
bedoelingen
zoiets
ondernemen? Hoe zit het met de
aanwezigheid van kernwapens in
CRIV 53
COM 008
20/10/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
41
Monsieur le ministre, êtes-vous informé de ces incidents et, le cas
échéant, pouvez-vous me les confirmer? Car il y avait débat par
rapport à la teneur des images. Par ailleurs, ces évènements
remettent une fois de plus sur le tapis la question de la présence en
Belgique d'armes nucléaires et la cohérence de cet état de fait avec la
volonté affichée de la Belgique de s'inscrire dans une politique
volontariste de désarmement et de non-prolifération nucléaire.
J'en veux pour preuve les propos tenus en mai 2010 par le ministre
Vanackere. Il affirmait avoir, avec ses collègues des Pays-Bas, du
Luxembourg, d'Allemagne et de Norvège, contribué à lancer le débat
sur le rôle futur des armes nucléaires et sur l'importance du
désarmement et de la non-prolifération dans le nouveau concept
stratégique et que c'est avec une même ouverture d'esprit que, lors
de la Conférence TNP, avec les partenaires européens, il allait
formuler des propositions dans tous les domaines couverts par le
traité.
Monsieur le ministre, pouvez-vous vous prononcer sur ces propos?
België? Enerzijds beweert men
een voluntaristisch beleid inzake
nucleaire ontwapening en non-
proliferatie te willen voeren,
anderzijds moet men vaststellen
dat de werkelijkheid helemaal
anders is. Wat is uw reactie
daarop?
08.03 Annick Ponthier (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik zal niet herhalen wat mijn voorgangers al hebben gezegd.
U kent de feiten. Vredesactivisten hebben de voorbije maanden
verscheidene keren ongestoord kunnen rondlopen op de legerbasis
Kleine Brogel. Twee concrete vragen daarbij.
Aangezien zulke feiten reeds in het verleden gebeurden, lijkt het
vanzelfsprekend dat hiertegen maatregelen worden getroffen. Welke
zijn die maatregelen? Indien dit niet het geval zou zijn, waarom dan?
Welke maatregelen zult u dan nemen in de toekomst om voormelde
incidenten te vermijden?
Ten tweede stel ik mij vragen bij de reactie van de Amerikaanse
overheid. Die bleek not amused te zijn bij het horen van de berichten.
Ik stel mij de vraag of hierover enige communicatie werd gevoerd. Zo
ja, op wiens initiatief? Kunt u ons wat meer informatie geven
daarover?
08.03 Annick Ponthier (VB): Ces
derniers mois, des militants pour la
paix ont réussi plusieurs fois à
pénétrer sans difficultés dans la
base militaire de Kleine Brogel. Ce
n'est pas une première.
Quelles mesures avaient été
prises à la suite d'incidents
antérieurs? Quelles mesures le
ministre prendra-t-il pour prévenir
ce type d'incidents dans le futur?
Comment
s'est
déroulée
la
communication avec les autorités
américaines dans ce cas précis?
08.04 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, beste
collega's, de veiligheidsmaatregelen die op de vliegbasis van Kleine
Brogel worden toegepast, zijn volledig conform de voorschriften van
de NAVO. Het verhinderen van een indringing is, gelet op de
getalsterkte van het beveiligingscontingent, uiterst moeilijk omdat de
perimeter zich uitstrekt over een lengte van 14 kilometer en de totale
oppervlakte van de vliegbasis 450 hectare bedraagt, waarvan een
derde bebost.
Naar aanleiding van voorgaande incidenten werd een onderzoek
ingesteld. Landsverdediging heeft maatregelen genomen door het in
plaats stellen van bijkomende surveillancesystemen, het voorzien in
fysieke hindernissen en het opvoeren van bijkomende patrouilles.
Bijkomende beveiligingsvoorzieningen die voorgaande maatregelen
nog zullen bestendigen, worden gepland en getoetst op hun
budgettaire haalbaarheid.
Op geen enkel ogenblik kwam de veiligheid van de installaties in het
08.04 Pieter De Crem, ministre:
Les mesures de sécurité en
vigueur à la base aérienne de
Kleine Brogel sont conformes aux
prescriptions de l'OTAN. La base
a un périmètre de 14 km de long
et une superficie totale de 450 ha
dont un tiers est boisé. C'est
pourquoi il est extrêmement
difficile de prévenir absolument
toute intrusion.
Une enquête a été ouverte à la
suite des incidents précédents. La
Défense a placé des systèmes de
surveillance supplémentaires et
des obstacles physiques et elle a
prévu davantage de patrouilles. La
20/10/2010
CRIV 53
COM 008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
42
gedrang. Aangezien het beeldmateriaal betreft, werd een proces-
verbaal opgesteld door de politie en doorgestuurd naar het parket van
de procureur des Konings te Hasselt. Landsverdediging ziet er het nut
niet van in om de desbetreffende video van het internet te laten
verwijderen. Het voorval gaf geen enkele aanleiding tot enige vraag
van de NAVO. Een goede bekijker van de beelden zal die ook wel
kunnen beoordelen.
possibilité, sur le plan budgétaire,
de prendre d'autres mesures est
actuellement envisagée.
Jamais la sécurité des installations
n'a été menacée. La police a
dressé un procès-verbal, qui a été
transmis au parquet de Hasselt.
Pour la Défense, il n'y a pas lieu
d'enlever la vidéo de l'internet.
L'OTAN n'a posé aucune question
sur cet incident.
En réponse à la question de Mme Boulet sur la volonté de la Belgique
de s'inscrire dans une politique de désarmement, il convient de placer
ce problème dans un contexte plus vaste et international, et non
unilatéral.
Il appartient au ministre des Affaires étrangères de vous informer plus
avant à ce propos.
Mevrouw
Boulet
kan
ik
antwoorden dat dit probleem in
een internationale context dient te
worden benaderd. Het is dan ook
aan de minister van Buitenlandse
Zaken om haar meer inlichtingen
hieromtrent te verschaffen.
08.05 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw antwoord.
Als ik het goed begrijp, komen er geen bijkomende patrouilles en is er
evenmin sprake van bijkomende maatregelen binnen het budgettair
kader. Er werd een proces-verbaal opgesteld door de politie. Er werd
evenwel geen contact opgenomen door andere NAVO-lidstaten. U
kunt toch niet ontkennen dat dit pijnlijk is, dat u hiermee een beetje in
uw hemd komt te staan. Dit is toch echt niet de bedoeling.
Die vredesactivisten zullen uiteraard niet stoppen. Zij hebben bloed
geroken en zullen hun acties voortzetten. Ik kan alleen maar hopen
dat wij binnen enkele maanden niet hetzelfde debat moeten voeren,
want mocht dit nog eens gebeuren, kan ik u garanderen dat ik
opnieuw een vraag zal indienen.
08.05 Theo Francken (N-VA): Il
n'y aura donc pas de mesures
complémentaires et aucun procès-
verbal n'a été dressé. Il s'agit d'un
incident pénible. Les militants
pacifistes
n'arrêteront
pas.
J'espère que nous ne serons pas
obligés de poser les mêmes
questions dans quelques mois.
08.06 Juliette Boulet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, il s'agit
d'une base qui est réputée impénétrable. Nous avons face à nous des
militants pacifistes très motivés et très intelligents.
Par ailleurs, il conviendrait d'être cohérent avec les discours
volontaristes prononcés par la Belgique sur la scène internationale,
notamment en qualité de représentante l'Union européenne. J'ai
déposé une question auprès du ministre des Affaires étrangères à cet
égard. Et je ne doute pas qu'il y répondra plus précisément.
08.06 Juliette Boulet (Ecolo-
Groen!):
Toch
moet
men
consequent
blijven
met
het
voluntaristische
discours
dat
België op internationaal vlak
verkondigt.
08.07 Annick Ponthier (VB): Mijnheer de voorzitter, in eerste
instantie vinden wij het goed dat er werd nagedacht over
extrabeveiligingsmaatregelen en dat die ook reeds werden genomen.
Dat is zeker positief. Ik ben er ook van overtuigd dat de woordvoerder
van het leger niet liegt wanneer zij zegt dat men er altijd goed in
geslaagd is om ervoor te zorgen dat de actievoerders niet tot het
operationele hart van de basis kunnen doordringen, terwijl het minder
prettig moet zijn voor u, mijnheer de minister, dat u weer met het
vingertje wordt gewezen door de Amerikaanse overheid. Ik heb u niet
horen concreet antwoorden op de vraag of u contact hebt gehad met
08.07 Annick Ponthier (VB): Des
mesures de sécurité supplé-
mentaires ont heureusement déjà
été prises. Je crois la porte-parole
de l'armée lorsque celle-ci affirme
que les militants n'ont encore
jamais pu s'approcher du centre
opérationnel de la base. Les
remontrances
des
autorités
américaines
ne
feront
CRIV 53
COM 008
20/10/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
43
de Amerikaanse overheid en wat haar standpunt is omtrent de feiten.
Ik lees toch in de pers dat er een reactie is gekomen van de heer
Hans Christensen en dat hij gezegd heeft dat u zeker een telefoontje
mag verwachten dat er een probleem is met de beveiliging. Ik denk
dat ik het antwoord gemist heb.
certainement
pas
plaisir
au
ministre. Il n'a pas évoqué le sujet
mais j'ai lu dans la presse qu'il
pouvait s'attendre à un coup de
téléphone.
De voorzitter: Het is ook niet gegeven, denk ik.
08.08 Minister Pieter De Crem: Ik zat te wachten op een telefonische
oproep, maar ik heb er geen gekregen. Dat is geen NAVO-geheim.
08.08 Pieter De Crem, ministre:
Ce n'est pas un secret. J'attendais
un appel téléphonique mais il n'est
pas venu.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de M. Guy Coëme au ministre de la Défense sur "le retard de versement des primes"
(n° 279)
09 Vraag van de heer Guy Coëme aan de minister van Landsverdediging over "het laattijdig betalen
van de premies" (nr. 279)
09.01 Guy Coëme (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre,
ma question sera brève. Elle concerne un aspect social à la Défense
nationale. Un montant financier a été budgété dans votre département
dans le but de récompenser, par l'octroi d'une prime, les agents ayant
réussi leurs examens de compétences. Il apparaît cependant que les
bénéficiaires du département de la Défense attendent encore le
versement de cette somme. Quand celle-ci pourra-t-elle être versée?
Par ailleurs, il semblerait qu'à la suite de soucis d'encodage
informatique, certains paiements poseraient problème pour certains
militaires qui se trouvaient sur la base de Bierset et qui ont été
transférés vers la base de Beauvechain dans le cadre de la réforme
de l'armée. C'est notamment le cas pour le personnel de garde.
Monsieur le ministre, j'aimerais savoir ce qu'il en est et si votre
département compte rapidement résoudre ce problème.
09.01 Guy Coëme (PS): In de
begroting werd er een bedrag
vastgelegd om ambtenaren die
geslaagd zijn voor hun bekwaam-
heidsproef te belonen met een
premie. Wanneer zal die aan de
rechthebbenden
worden
uitgekeerd?
Er zou een probleem zijn met de
uitbetaling van de militairen die
van de basis van Bierset naar die
van
Bevekom
werden
overgeplaatst. Wat is er daar van
aan? Zal uw departement dat
probleem snel kunnen oplossen?
09.02 Pieter De Crem, ministre: Monsieur le président, cher
collègue, les primes de compétences sont payées annuellement au
mois de septembre aux agents qui ont réussi la formation certifiée.
Des régularisations et des nouveaux droits sont payés, dès que la
Défense a reçu le procès-verbal de réussite d'une formation certifiée
par Selor. La prime de compétences sera payée avec le salaire du
mois d'octobre 2010 pour les nouveaux dossiers de régularisation et
les nouveaux droits dont la Défense aura entre-temps pris
connaissance. Tout nouveau dossier est régularisé dès sa réception
par la Défense. La Défense dépend donc de la transmission par Selor
des documents nécessaires. J'ai entre-temps entrepris des mesures
pour faire valoir cela.
Pour ce qui concerne les personnes mutées de Bierset à
Beauvechain, je vais me renseigner et vous tiendrai informé peut-être
encore aujourd'hui.
09.02 Minister Pieter De Crem:
De competentiepremies worden
jaarlijks in september uitbetaald
aan de ambtenaren die met
succes de gecertificeerde opleiding
hebben afgerond. Regularisaties
en nieuwe rechten worden betaald
zodra Defensie de betekening van
het slagen voor een door Selor
gecertificeerde opleiding ontvangen
heeft. De competentiepremie zal
samen met het loon van oktober
2010 worden uitbetaald voor de
nieuwe regularisatiedossiers en de
nieuwe rechten waarvan Defensie
ondertussen zal kennis genomen
hebben.
Ik zal vragen hoe het zit met de
personeelsleden die van Bierset
20/10/2010
CRIV 53
COM 008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
44
naar
Bevekom
werden
overgeplaatst, en zal u misschien
vandaag
nog
een
antwoord
kunnen geven.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Theo Francken aan de minister van Landsverdediging over "de Belgische
deelname aan operatie Atalanta" (nr. 306)
10 Question de M. Theo Francken au ministre de la Défense sur "la participation belge à l'opération
Atalante" (n° 306)
10.01 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik zie dat het
bijna 13 uur is, en het interessantste onderwerp van vandaag moet
nog komen.
De voorzitter: De minister kan een halfuur langer blijven, wat niet betekent dat wij de agenda kunnen
uitputten. Wij kunnen nog hooguit de brief van de heer Ducarme bespreken en het debat voeren over de
legertop.
10.02 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik zal mijn
vragen kort houden. De vervlaamsing van de legertop is natuurlijk een
onderwerp dat ons allen aanbelangt.
Mijnheer de minister, ik heb drie vragen voor u. Ik heb getwijfeld of ik
de eerste vraag schriftelijk zou indienen of mondeling. Ik heb
uiteindelijk beslist ze toch mondeling te stellen. Op 15 oktober is de
Louise-Marie opnieuw naar de Hoorn van Afrika getrokken in het
raam van operatie-Atalanta.
Ten eerste, is die operatie intussen geëvalueerd? Wat is het resultaat
van die evaluatie?
Ten tweede, hoeveel interventies zijn er geweest en waren er
eventueel slachtoffers, ook van andere Europese troepen?
Ten derde, wat is de kostprijs van de Belgische deelname aan
operatie-Atalanta tot dusver?
10.02 Theo Francken (N-VA): Le
15 octobre, le Louise-Marie est
reparti pour la Corne de l'Afrique
dans le cadre de l'opération
Atalante.
Cette
opération
a-t-elle
été
évaluée? Si oui, quel est le résultat
de son évaluation? Combien
d'interventions sont à mettre à son
crédit? Combien de victimes
européennes ont été à déplorer?
Combien l'opération Atalante a-t-
elle coûté à la Belgique?
10.03 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, collega, de
UNIFOR-operatie Atalanta heeft voor een belangrijke stap voorwaarts
gezorgd in de strijd tegen de piraterij. Na evaluatie werden er twee
tendensen vastgesteld. Ten eerste, is er een vermindering van de
piraterijactiviteiten in de Golf van Aden en ten tweede, een
seizoensgebonden opkomst van illegale activiteiten, verder van de
kust, in het Somalia Basin.
De snelheid waarmee Europa heeft gereageerd, verraste enkele
waarnemers maar was enkel mogelijk door drie belangrijke aspecten:
ten eerste, duidelijke politieke richtlijnen; ten tweede, een goede
planning; en ten derde, een goede selectie van het hoofdkwartier,
namelijk het Maritime Coordination Centre in Northwood in het
Verenigd Koninkrijk.
Hierdoor was het mogelijk dat de UNIFOR haar opdracht op optimale
manier kon vervullen, in nauwe samenwerking en coördinatie met
andere maritieme mogendheden, zoals die van de NAVO en andere,
10.03 Pieter De Crem, ministre:
L'opération NAVFOR Atalante
s'est avérée importante dans la
lutte contre la piraterie. Les
agissements des pirates dans le
golfe d'Aden ont en effet diminué.
D'autre part, on constate une
résurgence saisonnière d'activités
illégales dans le bassin Somalien.
La célérité avec laquelle l'Europe a
pu réagir est due à des directives
politiques claires, à une bonne
planification et au fait que l'on a
fait un bon choix en ce qui
concerne le siège du quartier
général. C'est ce qui a permis à la
NAVFOR d'accomplir sa mission
CRIV 53
COM 008
20/10/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
45
al dan niet individuele landen.
In een eerste fase werden dan ook een Group Transit Scheme en een
International Transit Corridor geïmplementeerd in de Golf van Aden.
Dit alles heeft het aantal gelukte kapingen in de Golf van Aden sterk
doen afnemen. Men kan stellen dat de piraterij er nu min of meer
onder controle is.
Wat de juridische aspecten van operatie-Atalanta betreft, kan gesteld
worden dat hoewel er nog een lange weg af te leggen is, tijdens de
jongste 12 maanden toch significante vooruitgang geboekt werd op dit
vlak. Echter, alle belangrijke stappen die werden gerealiseerd voor het
kunnen vervolgen en berechten van Somalische piraten moeten
gezien worden als een interim-oplossing tot Somalië opnieuw zelf de
capaciteiten heeft voor het verzekeren van de internationaal
aanvaarde rechtspraak in eigen land of op het eigen territorium.
Ten slotte dient gezegd dat de eerste inzet van het Belgische M-fregat
in de operatie Atalanta succesvol is verlopen en dat na aanpassing
van het aantal procedures voor een dergelijke minder bekende
opdracht het fregat Louise-Marie in staat is geweest haar opgelegde
taken uit te voeren. De aanwezigheid van een helikopter Alouette III is
een duidelijke meerwaarde geweest en wordt als onontbeerlijk
ervaren voor het uitvoeren van antipiraterij-opdrachten in zulke
omvangrijke regio. Ik wil benadrukken dat de regio zich in Europa zou
uitstrekken van Oslo tot Tunis en van Lissabon tot Moskou.
De
vergaarde
informatie
van
voldoende
maritieme
patrouillevliegtuigen, helikopters en vaartuigen maken het mogelijk
om een beter beeld te krijgen van mogelijke verdachte activiteiten
waarna de aanwezige schepen gerichter kunnen worden gestuurd. De
bijdrage van het fregat Louise-Marie aan de EU-NAVFOR Atalanta is
zowel door de internationale staf als de scheepsbemanning en zijn
commando als zeer waardevol ervaren. Het gros van de begeleide
schepen neemt deel aan de operatie van de UNO van het World Food
Program. In de voorbije legislatuur hebben wij ook onze eigen
wetgeving aangepast om piraten beter te kunnen berechten. Onze
ervaring op het VPD-vlak, het Vessel Protection Detachement, werd
bijzonder geapprecieerd.
De budgettaire impact in 2009 van deze opdracht op Defensie
bedroeg 12,354 miljoen euro. De geplande kostprijs voor 2010 wordt
geschat op 9,676 miljoen euro en voor 2011 op 2,982 miljoen euro.
de façon optimale en étroite
collaboration
avec
d'autres
puissances maritimes.
Dans une première phase, un
Group Transit Scheme et un
International Transit Corridor ont
été engagés dans le golfe d'Aden.
Résultat:
le
nombre
de
détournements réussis de navires
a considérablement diminué et l'on
peut même dire que la piraterie est
plus ou moins sous contrôle.
Au cours des douze derniers mois,
des progrès significatifs ont été
enregistrés sur le plan des aspects
juridiques. Toutefois, toutes ces
démarches
entreprises
pour
pouvoir poursuivre et juger les
pirates ne sont qu'une solution
provisoire en attendant que la
Somalie soit elle-même en mesure
de garantir le respect de la
jurisprudence admise à l'échelle
internationale.
La première intervention de la
frégate belge dans le cadre de
l'opération
Atalante
a
été
couronnée de succès, après
quelques petits problèmes de
procédure. La présence d'un
hélicoptère
Alouette III
s'est
avérée indispensable dans cette
région dont la superficie est
énorme. La contribution du Louise-
Marie a été jugée très positive par
l'état-major
international,
l'équipage et son commandement.
Nous avons en outre adapté notre
législation afin de mieux juger les
pirates et notre expérience dans le
domaine de la Vessel Protection
Detachement
a
été
particulièrement appréciée.
En 2009, cette mission a coûté
12,354 millions
d'euros
à
la
Défense. Selon les estimations,
son
coût
devrait
être
de
9,676 millions d'euros pour 2010
et de 2,982 millions d'euros pour
2011.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
20/10/2010
CRIV 53
COM 008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
46
11 Vraag van de heer Theo Francken aan de minister van Landsverdediging over "de reconversie van
de kazerne van het eerste bataljon para te Diest" (nr. 307)
11 Question de M. Theo Francken au ministre de la Défense sur "la reconversion de la caserne du
premier bataillon paracommando à Diest" (n° 307)
11.01 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de minister, het eerste
bataljon para in Diest is u welbekend: de kazerne en de citadel. Uw
partijgenoot en geapprecieerde burgemeester van Diest Jan Laurys
zit daar toch wel wat met de handen in het haar. Het gerucht gaat dat
er wordt aan gedacht om daar kandidaat-vluchtelingen op te vangen
in de winterperiode. Daar gaan we het niet over hebben, want dat is
nog een andere vraag, misschien voor later op de dag. Toch kort nog
even een aantal pertinente vragen.
Is voor de reconversie van de site gedacht aan een jeugdherberg? Is
er gedacht aan andere toeristische infrastructuur of iets met
leefmilieu? Het is natuurlijk een prachtige site in het centrum van de
stad, uniek en heel mooi. Wat zal daarmee gebeuren? Ik heb
ondertussen
van
mijn
partijvoorzitter
begrepen
dat
de
asielzoekerskwestie niet zal doorgaan, althans niet in Diest. Die vraag
zal ik niet stellen. Wat is er al wel gebeurd? Zijn er al contacten
geweest met de stad Diest? Is er al een schatter geweest voor de
verkoop van de site? Hoe concreet zijn de plannen voor een
jeugdherberg in de kazerne?
11.01 Theo Francken (N-VA):
Selon certaines rumeurs, il aurait
été question d'héberger des
candidats-réfugiés
dans
la
citadelle de Diest pendant la
période hivernale mais ce projet
est aujourd'hui avorté. A-t-on
songé, pour la reconversion de ce
site, à une auberge de jeunesse, à
d'autres infrastructures touristiques
ou à quelque chose en rapport
avec l'environnement. Qu'a-t-on
déjà entrepris au stade actuel?
11.02 Minister Pieter De Crem: De Vlaamse regering heeft in een
mededeling van 29 maart 2010 aangegeven dat een formele
beleidsoptie nodig is op het vlak van ruimtelijke ordening en dit in
nauw overleg met de provinciale en gemeentelijke autoriteiten voor
elke militaire site die door Defensie wordt verlaten en waarvoor een
nieuwe bestemming op het Gewestplan moet worden gegeven. U
weet dat deze als wit, dus niet toegewezen, op het Gewestplan
worden aangeduid.
Voor de sites gelegen in de provincie Vlaams-Brabant zal dit overleg
plaatsvinden op 25 oktober 2010. Vervolgens zal duidelijk worden
welke bevoegde instanties, in casu het Gewest zelf of de provincie of
de gemeente, met een dergelijk planningsinitiatief zullen starten.
Defensie hoopt dat dit overleg snel tot resultaat kan leiden, zodat de
Federale Overheidsdienst Financiën kan gevraagd worden de venale
waarde van de kazerne te bepalen. Dit is een noodzakelijke stap om
een verdere bestemming te kunnen aanduiden.
Defensie is op de hoogte van de verschillende denkpistes qua
toekomstig gebruik, waaronder ook een mogelijke inrichting als
jeugdherberg. Voor concrete plannen zal eerst het regionale
beslissingsproces qua ruimtelijke ordening moeten worden
afgewacht. Ikzelf ben vragende partij om dit zo vlug mogelijk te laten
gebeuren.
11.02 Pieter De Crem, ministre:
Dans un communiqué du 29 mars
2010, le gouvernement flamand a
fait savoir qu'une option politique
formelle est nécessaire en matière
d'aménagement du territoire pour
chaque ancien site militaire auquel
il faut donner une nouvelle
affectation. Pour les sites du
Brabant flamand, la concertation
aura lieu le 25 octobre 2010. La
Défense
espère
que
cette
concertation contribuera à faire
rapidement la clarté de façon à ce
que nous puissions demander au
SPF Finances de fixer la valeur
vénale normale. La Défense est
informée des différentes pistes de
réflexion mais elle doit attendre le
résultat du processus décisionnel
régional.
11.03 Theo Francken (N-VA): U mag waarschijnlijk niet meer
zeggen, maar wat zal er op 25 oktober juist gebeuren?
11.03 Theo Francken (N-VA):
Que se passera-t-il exactement le
25 octobre?
11.04 Minister Pieter De Crem: Op 25 oktober is er een overleg dat
wordt aangestuurd door de Vlaamse Gemeenschap die in dezen
bevoegd is omdat zij de planningsoverheid is en weet wanneer er
wijzigingen aan de Gewestplanning moeten worden doorgevoerd.
11.04 Pieter De Crem, ministre: Il
y aura une concertation à
l'initiative de la Communauté
flamande,
agissant
en
tant
CRIV 53
COM 008
20/10/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
47
Op 25 oktober zitten vertegenwoordigers van de Vlaamse
Gemeenschap, de provincie Vlaams-Brabant en de stad Diest samen
om te kijken binnen welke tijdspanne een procedure kan worden
opgestart voor het inschrijven van een nieuwe bestemming. Eens dit
is gebeurd en de bestemming zo vlug mogelijk is toegewezen, kan het
Comité tot Aankoop, dat ressorteert onder het ministerie van
Financiën, worden aangesproken met betrekking tot een absoluut
noodzakelijke stap, namelijk het bepalen van de venale waarde. Dit is
trouwens een procedure die wordt toegepast voor alle te vervreemden
domeinen en gebouwen van Landsverdediging.
qu'autorité de planification.
Les
représentants
de
la
Communauté
flamande,
du
Brabant flamand et de Diest se
réuniront alors pour examiner
dans quel délai pourrait être
lancée une procédure en vue de
l'inscription
d'une
nouvelle
affectation. Le ministère des
Finances procédera ensuite à une
détermination de valeur.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Theo Francken aan de minister van Landsverdediging over "de huidige situatie
in Pakistan" (nr. 308)
12 Question de M. Theo Francken au ministre de la Défense sur "la situation au Pakistan" (n° 308)
12.01 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de minister, in antwoord op
een NAVO-aanval waarbij drie Pakistaanse soldaten om het leven
kwamen, hebben de Pakistaanse autoriteiten de grensovergang van
Torkham gesloten. Verschillende militanten van Taliban en andere
hebben hiervan gebruikgemaakt om de bevoorrading van de NAVO-
troepen tegen te houden en zelfs de konvooien aan te vallen. Hoe en
waarlangs verloopt de logistieke bevoorrading van de Belgische
troepen? Brengt de huidige situatie in Pakistan die in het gedrang?
Een tweede vraag gaat over het feit dat op 5 oktober 4 Duitsers van
Pakistaanse origine zijn omgekomen bij een aanval van een
Amerikaanse onbemande drone (een op afstand gestuurde helikopter
of vliegtuig)
. Die personen hadden vermoedelijk banden met
extremistische organisaties in de regio. Mijnheer de minister, hebt u
kennis van Belgen of personen die in België verblijven, die in de
afgelopen jaren naar de regio zijn getrokken om daar een
terreuropleiding te volgen? Zo ja, over hoeveel mensen gaat het?
12.01 Theo Francken (N-VA):
Plusieurs militants ont profité de la
fermeture de la frontière à
Turkham
pour
empêcher
le
ravitaillement des troupes de
l'OTAN, voire même pour attaquer
des convois.
Ces actions menacent-elles le
ravitaillement
logistique
des
troupes belges? Le ministre
connaît-il des Belges ou des
personnes vivant en Belgique qui
auraient séjourné dans cette
région ces dernières années pour
y
suivre
un
entraînement
terroriste?
12.02 Minister Pieter De Crem: De logistieke bevoorrading van de
Belgische troepen in Afghanistan gebeurt hoofdzakelijk nationaal en
rechtstreeks vanuit België met het nodige luchttransport. De brandstof
daarentegen wordt wel door ISAF geleverd langs de weg. De toestand
in Pakistan brengt onze bevoorrading niet in het gedrang.
Wat het tweede deel van uw vraag betreft, of er de voorbije jaren
Belgen naar de regio zijn getrokken of uitgezonden om er een terreur
of antiterreur opleiding te volgen, dien ik u door te verwijzen naar de
ministers van Buitenlandse Zaken, die voor de materie bevoegd zijn.
12.02 Pieter De Crem, ministre:
L'essentiel
du
ravitaillement
logistique des troupes belges
stationnées en Afghanistan est
acheminé directement par voie
aérienne à partir de la Belgique.
Le carburant est toutefois fourni
par la FIAS sur la route.
La situation au Pakistan ne
menace
nullement
notre
approvisionnement. Pour ce qui
est de Belges qui auraient suivi un
entraînement terroriste, je vous
renvoie au ministre des Affaires
étrangères.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
20/10/2010
CRIV 53
COM 008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
48
Le président: Je suis en possession d'une lettre de M. Ducarme dans
laquelle il me demande de réunir la commission de la Défense à bref
délai afin de pouvoir y tenir un débat portant sur la problématique liée
au déséquilibre linguistique. Je pense que vous voyez de quoi il parle.
Er is immers een hele reeks vragen geagendeerd.
Je soumets cette proposition à la commission.
De voorzitter: Ik heb van de heer
Ducarme een brief ontvangen
waarin hij vraagt de commissie
voor de Landsverdediging op korte
termijn bijeen te roepen voor een
debat
over
de
aan
het
taalonevenwicht
verbonden
problematiek. Ik leg dat voorstel
aan de commissie voor.
12.03 Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, très brièvement,
nous avions déjà pu dénoncer d'une certaine manière en février un
déséquilibre linguistique au sein du département et recevoir à cette
occasion le soutien d'André Flahaut. On constate que ce déséquilibre
semble s'accentuer. Nous en sommes à 22 généraux
néerlandophones contre 9 francophones. Je parlais tout à l'heure de
ma confiance qui était acquise au ministre: il y a tout de même
quelques exceptions.
12.03 Denis Ducarme (MR): In
februari keurden we het taal-
onevenwicht in uw departement al
af, intussen lijkt dat nog groter
geworden te zijn. Momenteel tellen
we tweeëntwintig Nederlandstalige
generaals
tegen
negen
Franstalige.
Le président: Dans ce cas, déposez une question.
De voorzitter: U kan altijd een
vraag indienen.
12.04 Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, si vous le
permettez, j'expliquerai pourquoi j'ai écrit cette lettre. Il est intéressant
de donner un ou deux chiffres. Par exemple, malgré ce déséquilibre,
le ministre a encore nommé en juillet 2009 quatre néerlandophones et
un seul francophone. Nous avions fait ce constat mais dans le monde
politique, nous sommes suspects. La Grande Muette a vu récemment
ses cordes vocales réchauffées grâce aux déclarations d'un colonel
qui nous semble être la manifestation du fait qu'un certain nombre de
francophones au sein du département de la Défense sont à bout.
Nous demandons un débat et des auditions. Nous sommes ouverts
quant à la forme que pourra prendre ce débat, dans un groupe de
travail ou particulier ou au sein de cette commission. Il nous semble
que le caractère historique de telles déclarations de la part d'un
colonel en fonction mérite qu'on s'y attache.
12.04 Denis Ducarme (MR):
Ondanks dat onevenwicht heeft de
minister
in
juli
2009
vier
Nederlandstaligen en een enkele
Franstalige benoemd. Onlangs
heeft een kolonel verklaringen
afgelegd waarbij hij erop wees dat
een
aantal
Franstaligen
bij
Landsverdediging ten einde raad
zijn. Wij vragen een debat en
hoorzittingen. Wij staan open voor
suggesties met betrekking tot de
vorm
die
dat
debat
moet
aannemen.
De voorzitter: Mijnheer Ducarme, ik denk dat de minister daar ook een mening over heeft.
12.05 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, ik ben
vandaag naar deze Kamer gevraagd om antwoorden te geven op een
groot aantal vragen. Ik ben ook van plan om daarop een antwoord te
geven.
12.05 Pieter De Crem, ministre:
J'ai l'intention de répondre à toutes
les questions. J'estime que cela
doit être suffisant.
De voorzitter: En dat moet volgens u volstaan.
Le ministre n'est pas d'accord, monsieur Ducarme.
12.06 Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, le ministre est
en affaires courantes. Ce que je demande au nom du Mouvement
réformateur, c'est un débat parlementaire sur ces questions. À ce que
je sache, nous recevons ici le ministre pour le contrôler, pour suivre
son action, mais notre commission n'a pas besoin de voir un ministre
pleinement d'accord avec un débat que nous organiserions au sein du
parlement, via cette commission totalement souveraine de ses
travaux.
12.06 Denis Ducarme (MR): De
minister maakt deel uit van een
regering van lopende zaken. Ik
vraag, namens de MR, een
parlementair debat over deze
kwesties.
CRIV 53
COM 008
20/10/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
49
12.07 Patrick Moriau (PS): Monsieur le président, avec tout le
respect que je dois au ministre, nous n'avons pas besoin de son avis.
Il s'agit d'une initiative parlementaire.
Au nom du groupe PS, je propose la formation d'un groupe de travail.
Le débat a déjà commencé, le constat a déjà été fait. Voilà des
années que nous en parlons. Le ministre lui-même avait promis de
modifier la législation, de faire des incitations pour que les
francophones, par exemple, apprennent le néerlandais. Au sein
même d'un kern convoqué à ce sujet, il avait annoncé de nouvelles
mesures, mais nous ne voyons rien venir. Le constat est donc là.
Il faudrait maintenant étudier les mesures susceptibles de pallier ce
déséquilibre qui a crû. Il existait déjà, mais devient de plus en plus
flagrant.
Une initiative parlementaire peut créer un groupe de travail chargé
d'examiner la question, comme cela a déjà été fait à propos de la
drogue ou du statut des artistes.
En l'occurrence, l'avis du ministre, avec tout le respect que je lui dois,
je le répète, n'a aucune importance.
12.07 Patrick Moriau (PS): In
naam van PS-fractie stel ik voor
dat er een werkgroep wordt
samengesteld. De minister had
zelf beloofd de wetgeving aan te
passen, maar wij hebben daar nog
niets van gemerkt. De werkgroep
kan op initiatief van het parlement
worden opgericht. In dit geval is de
mening van de minister, met alle
respect, van geen belang.
De voorzitter: Mijnheer Moriau, wij kunnen dat natuurlijk niet zomaar
hier in deze commissie beslissen. Ik weet dat u indertijd hoog hebt
opgelopen met de werkgroep die drugs gedepenaliseerd heeft, maar
wij kunnen dat niet beslissen. Dat moet naar de Conferentie van
voorzitters, dat begrijpt u toch.
Le président: Il appartient à la
Conférence des présidents de
répondre à cette question. Notre
commission ne peut trancher en la
matière.
12.08 Pieter De Crem, ministre: Monsieur le président, je me tiens à
la disposition du Parlement. Si celui-ci décide de mettre en place un
groupe de travail ou de réflexion, cela ne me pose aucun problème.
Je participerai volontiers aux travaux. Mais, aujourd'hui, je suis
sommé par le président de la Chambre et par vous-même de venir
répondre à des questions qui m'ont été envoyées. J'ai préparé une
réponse. Et je compte vous répondre le plus vite possible, par
exemple à 12 h 45 ­ étant donné qu'il est 12 h 44.
12.08 Minister Pieter De Crem: Ik
blijf ter beschikking van het
Parlement. Als het Parlement
beslist om een werkgroep of een
denktank op te richten, dan heb ik
daar geen enkel bezwaar tegen.
Maar vandaag moet ik antwoorden
op de vragen die mij worden
gesteld.
De voorzitter: U had gezegd dat u kon blijven tot 13 u 30. Als wij dit
debat nu voeren, hebben wij drie kwartier, dat moet toch meer dan
volstaan.
Le président: Un débat de trois
quarts d'heure doit suffire à mon
avis.
12.09 Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, je suis d'accord,
mais j'aimerais que la commission prenne position sur une requête
conjointe du MR et du PS d'organiser un groupe de travail relatif à la
question du déséquilibre linguistique au département de la Défense.
Le groupe socialiste et le mien sont en phase. Je ne sais pas ce qu'il
en est des autres partis francophones, mais nous souhaitons en tout
cas que la commission se décide en vue de nous accorder la
possibilité d'instituer ce groupe de travail.
12.09 Denis Ducarme (MR): Ik
vraag
de
commissie
een
standpunt in te nemen over het
verzoek van de MR en de PS om
een werkgroep op te richten die
zich
zal
buigen
over
het
taalonevenwicht bij Defensie.
De voorzitter: Mijnheer de minister, is het niet zo dat als wij
hoorzittingen organiseren, u de toelating moet geven aan de militairen
die dan zouden moeten worden gehoord?
Le président: En ce qui concerne
les auditions, le ministre doit tout
de même octroyer une autorisation
aux militaires à entendre.
12.10 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, eerlijk gezegd, 12.10 Pieter De Crem, ministre:
20/10/2010
CRIV 53
COM 008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
50
voor mij is dat allemaal geen probleem. Het Parlement is meester van
zijn werkzaamheden en dat geldt ook voor de commissie.
Cela ne me pose pas de
problème. Le Parlement est maître
de ses travaux.
J'organiserai volontiers des auditions. Je peux faire un bilan
historique, avec les décisions prises par mes prédécesseurs. Je peux
vous parler des déséquilibres qui existent depuis pas mal de temps.
Je suis à votre disposition.
Ik zal die hoorzittingen zeker
organiseren.
Ik
kan
een
historische balans opmaken en de
onevenwichtige situaties die al
sinds
geruime
tijd
bestaan,
aankaarten.
12.11 Juliette Boulet (Ecolo-Groen!): Les propos du colonel
Gennart mettent en évidence un malaise. J'ai déposé une question
concernant la base de Florennes et les propos du colonel Gennart
quant à une "flamandisation" de l'armée.
Je n'ai pas été informée de ce courrier déposé par M. Ducarme. Je
propose que nous puissions poser nos questions et si nous
considérons que les réponses du ministre ne sont pas suffisantes,
nous rediscuterons de la proposition de M. Ducarme.
12.11 Juliette Boulet (Ecolo-
Groen!): De uitlatingen van kolonel
Gennart wijzen op een malaise. Ik
heb een vraag ingediend met
betrekking tot de basis van
Florennes en de uitspraken van
kolonel
Gennart
over
een
vervlaamsing van het leger. Ik ben
niet op de hoogte van de brief van
de heer Ducarme. Ik stel voor dat
we onze vragen stellen en indien
wij menen dat de antwoorden van
de minister niet volstaan, zullen wij
het voorstel van de heer Ducame
opnieuw bespreken.
12.12 Christophe Bastin (cdH): Monsieur le président, je me joins à
la demande de M. Ducarme concernant des auditions. J'écouterai les
réponses du ministre avec attention. Je note également qu'il est tout
disposé à organiser ces auditions et je l'en remercie.
12.12 Christophe Bastin (cdH):
Ik sluit mij aan bij het verzoek van
de heer Ducarme om hoorzittingen
te houden. Ik stel vast dat de
minister daartoe bereid is.
De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord aan Vlaamse kant?
Neen. Dan wil ik het volgende voorstel doen. Wij organiseren een
themavergadering op een ogenblik dat het de minister past. Hij is
immers de politiek verantwoordelijke en moet dus aanwezig zijn.
Ondertussen kunnen wij de diverse fracties vragen of zij namen
opgeven van personen die zij willen horen. Als men een hoorzitting wil
organiseren, moet men mensen aanduiden die men wil horen.
Mijnheer de minister, kunt u zich daarin vinden?
Le
président:
Je
propose
d'organiser
une
réunion
thématique à un moment qui
conviendra au ministre. Les
différents
groupes
peuvent
indiquer les noms des personnes
qu'ils souhaitent entendre.
12.13 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, ik kan mij in
alles vinden.
Ik denk echter dat er toch eerst een overleg zou moeten zijn tussen
de fracties in de Conferentie van voorzitters over de aanpak. Ik ben
sinds 1995 lid van deze geëerde Kamer in meerdere posities,
meerderheid, oppositie, fractieleider. Als dergelijke initiatieven werden
genomen, was er toch eerst een overleg in de Conferentie van
voorzitters.
12.13 Pieter De Crem, ministre:
Je pense qu'une telle procédure
doit faire l'objet d'une concertation
en Conférence des présidents, ...
De voorzitter: Ook voor hoorzittingen?
12.14 Minister Pieter De Crem: Niet het minst voor hoorzittingen.
12.14 Pieter De Crem, ministre:
... d'autant plus qu'il s'agit
d'auditions.
CRIV 53
COM 008
20/10/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
51
De voorzitter: Ik ben voor het eerst voorzitter van een commissie. Daarom mijn vraag.
12.15 Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, je vous félicite,
vous faites une proposition tout à fait excellente: une réunion
thématique sur ces questions. Vous proposez cela, je vois que le PS
le propose également, je vois que le cdH également nous rejoint.
J'appuie donc l'organisation au sein de cette commission d'un débat
sur cette thématique afin de donner la possibilité à l'ensemble des
commissaires de présenter un certain nombre de personnes qui
pourraient être auditionnées dans ce cadre-là.
12.15 Denis Ducarme (MR):
Mijnheer de voorzitter, ik sluit mij
aan bij uw voorstel om een
thematische
vergadering
te
beleggen over deze kwesties. De
PS en het cdH zijn het daarmee
eens. De commissieleden moeten
kunnen voorstellen dat bepaalde
personen in dat verband gehoord
worden.
12.16 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de voorzitter, (...) (zonder
micro)
De voorzitter: Laten wij dus afspreken dat voorlopig de fracties
namen kunnen voorstellen van personen die zij willen horen. Mijnheer
de minister, onder voorbehoud van goedkeuring door de Conferentie
van voorzitters, wat toch min of meer aangewezen is, plannen wij de
zitting voor over een week of over twee of drie weken. De precieze
datum moeten wij later nog bekijken.
Le président: Convenons donc
que
les
groupes
peuvent
provisoirement proposer des noms
de personnes qu'ils souhaitent
entendre. Sous réserve de l'accord
de la Conférence des présidents,
nous inscrirons cette réunion à
l'ordre du jour dans les prochaines
semaines.
12.17 Minister Pieter De Crem: (...)
De voorzitter: Kunnen wij het daarover eens zijn? Het voorstel zal
volgende week op de Conferentie van voorzitters worden voorgelegd.
Wij zijn het in principe eens.
Wij kunnen dan nu het debat al voeren. Er zijn immers heel wat
vragen over de kolonel ingediend. De eerste vraag is van mevrouw
Ponthier.
Le président: Aujourd'hui, nous
traiterons donc les questions
posées à ce sujet.
13 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Annick Ponthier aan de minister van Landsverdediging over "de uitspraken van een
kolonel i.v.m. de veronderstelde vervlaamsing van de legertop" (nr. 320)
- de heer Denis Ducarme aan de minister van Landsverdediging over "het taalonevenwicht in het
departement Defensie wat de verantwoordelijke functies betreft" (nr. 334)
- mevrouw Juliette Boulet aan de minister van Landsverdediging over "de uitlatingen van kolonel
Gennart met betrekking tot de vervlaamsing van het leger en de mogelijke sluiting van de basis van
Florennes" (nr. 338)
- de heer Patrick Moriau aan de minister van Landsverdediging over "de vervlaamsing van het leger"
(nr. 352)
- de heer Bert Maertens aan de minister van Landsverdediging over "het taalkundige onevenwicht in
het officierenkorps van het Belgisch leger" (nr. 377)
- de heer Christophe Bastin aan de minister van Landsverdediging over "de vervlaamsing van het
leger en de luchtmachtbasis te Florennes" (nr. 413)
- de heer Damien Thiéry aan de minister van Landsverdediging over "de verklaringen van een militaire
bevelhebber over de vervlaamsing van het leger" (nr. 419)
- mevrouw Valérie Déom aan de minister van Landsverdediging over "de mogelijke sluiting van de
basis van Florennes" (nr. 372)
- de heer David Clarinval aan de minister van Landsverdediging over "de mogelijke sluiting van de
luchtmachtbasis van Florennes" (nr. 404)
- de heer Denis Ducarme aan de minister van Landsverdediging over "de studie bij het departement
Defensie om de uitgaven met 15 procent in te krimpen" (nr. 335)
20/10/2010
CRIV 53
COM 008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
52
13 Questions jointes de
- Mme Annick Ponthier au ministre de la Défense sur "les déclarations d'un colonel à propos d'une
supposée flamandisation de l'état-major de l'armée" (n° 320)
- M. Denis Ducarme au ministre de la Défense sur "le déséquilibre linguistique au sein du département
de la Défense pour ce qui concerne les fonctions à responsabilité" (n° 334)
- Mme Juliette Boulet au ministre de la Défense sur "les propos du colonel Gennart au sujet d'une
'flamandisation' de l'armée et des risques de fermeture de la base de Florennes" (n° 338)
- M. Patrick Moriau au ministre de la Défense sur "la 'flamandisation' de l'armée" (n° 352)
- M. Bert Maertens au ministre de la Défense sur "le déséquilibre linguistique au sein du corps des
officiers de l'armée belge" (n° 377)
- M. Christophe Bastin au ministre de la Défense sur "la 'flamandisation' de l'armée et de la base
aérienne de Florennes" (n° 413)
- M. Damien Thiéry au ministre de la Défense sur "les déclarations de 'flamandisation' de l'armée par
un membre de la hiérarchie militaire" (n° 419)
- Mme Valérie Déom au ministre de la Défense sur "une éventuelle fermeture de la base de Florennes"
(n° 372)
- M. David Clarinval au ministre de la Défense sur "l'éventuelle fermeture de la base militaire de
Florennes" (n° 404)
- M. Denis Ducarme au ministre de la Défense sur "l'étude réalisée au sein du département de la
Défense visant à une réduction des dépenses de 15 %" (n° 335)
13.01 Annick Ponthier (VB): De commandant van de
luchtmachtbasis van Florennes, Luc Gennart, deed vorig weekend
zijn beklag. Volgens hem werden de Franstaligen in het leger
uitgerangeerd. Naar zijn zeggen moeten Franstalige topofficiers naar
het buitenland of naar militaire scholen verkassen en zouden Vlaamse
officieren het voor het zeggen hebben. Van de 33 generaals in het
Belgische leger zijn er slechts 10 Franstalig. Alle vier de
legercomponenten worden door een Nederlandstalige generaal
geleid.
Uw woordvoerder heeft hierop gereageerd en zegt dat het probleem
bij de Franstalige officieren zelf ligt. Zij kennen te weinig Nederlands
om tot de top van het leger door te stoten. Hij voegt er nog aan toe dat
de generale staf zich bewust is van de gebrekkige talenkennis en dat
ze stappen onderneemt om Franstaligen aan te moedigen deel te
nemen aan de taalexamens. Dat zijn de berichten die we in de media
konden vernemen.
Wij waren enigszins verbolgen over de uitspraken van de betrokken
kolonel. Ik was zo vrij om de geschiedenis te bestuderen. Luc Gennart
vergeet bewust of onbewust te vermelden dat er voor die functies
sinds 1959 een bij wet verplichte tweetaligheid is vastgelegd. Dat er
aan die wet een bepaalde voorgeschiedenis voorafgaat hoef ik hier
zeker niet uit te leggen. We zijn ons toch allemaal bewust van de
taaltoestanden in het Belgische leger in het verleden. Nergens was
het misprijzen voor het Vlaams zo groot en werden de
Vlaamssprekenden zo als inferieuren behandeld als in l'armée belge
van toen. Het was een anti-Vlaams bolwerk.
Het duurde meer dan 100 jaar om het Franstalige monopolie in het
leger op een wettige manier te doorbreken. Die wet op de
tweetaligheid is er dan gekomen. Men zou verwachten dat
Franstaligen en Nederlandstaligen zich aan deze wet aanpassen. We
stellen vast dat de Nederlandstaligen dit perfect hebben gedaan. Hun
slaagpercentage bij de taalexamens ligt hoger. Dat heeft volgens mij
niets te maken met intelligentie. Ik ben ervan overtuigd dat het louter
te maken heeft met een attitudeprobleem. Deze attitude vloeit nog
13.01 Annick Ponthier (VB): Luc
Gennart, commandant de la base
de la force aérienne de Florennes
affirme que les francophones sont
mis à l'écart à l'armée. Parmi les
33 généraux,
il
n'y
a
que
10 francophones.
Les
quatre
composantes de l'armée sont
commandées
par
des
néerlandophones. À en croire le
porte-parole
du
ministre,
le
problème se situe au niveau des
officiers francophones eux-mêmes
qui
ne
maîtrisent
pas
suffisamment le néerlandais pour
accéder aux plus hautes fonctions.
J'observe
que
les
néerlandophones se sont adaptés
à la loi sur le bilinguisme, mais
que les francophones sont restés
attachés à l'attitude de l'ancienne
armée belge où le néerlandais
était une langue secondaire. De
plus, l'ancien ministre Flahaut a
même déclaré qu'il faudrait peut-
être organiser des examens
séparés
pour
les
officiers
francophones, de manière à
rétablir l'équilibre au sommet de la
hiérarchie.
Que pense le ministre de ces
déclarations?
Combien de francophones et de
néerlandophones occupent les
CRIV 53
COM 008
20/10/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
53
steeds voort uit het oude armée belge, een attitude die het
Nederlands of het Vlaams nog steeds aanschouwt als een
ondergeschikt taaltje dat het niet waard is om als vol te worden
aanzien. Het is dezelfde attitude die Vlaamse soldaten de dood injoeg
omdat zij het Franse bevel niet goed hadden verstaan en omdat de
toenmalige officieren geen letter Nederlands wilden of konden
spreken.
Waarom reageert deze kolonel nu? Heeft hij niets meer te verliezen?
Wij vernamen via de pers dat hij intussen zijn brugpensioen heeft
aangevraagd.
Is het misschien omdat hij zelf heeft deelgenomen aan een
taalexamen maar hiervoor maar niet kon slagen?
Is het daarom dat hij nu op deze wijze zijn frustratie uit?
Alsof het al niet gekker kan, mochten wij dan ook nog de wens van
André Flahaut ­ Kamervoorzitter en vroeger minister van Defensie ­
vernemen om aparte examens in te richten waar alleen Franstalige
officieren mogen aan deelnemen om het evenwicht aan de top van
het leger op die manier te herstellen. Men kan het simpelweg niet
gekker bedenken.
Mijnheer de minister, ik heb bij dit alles volgende vragen.
Hoeveel Franstaligen en hoeveel Nederlandstaligen bekleden
topfuncties binnen het leger?
Wat is de visie van u op vermelde uitspraken?
Volgens generaal Delcour ligt de oorzaak bij het lager slaagcijfer van
de Franstalige officieren bij de taalexamens en zouden er
maatregelen genomen worden om die tendens te keren. Kan u dit
bevestigen? Welke maatregelen worden er dan genomen? Hoe
evalueert u de resultaten van deze maatregelen?
plus hautes fonctions à l'armée?
Est-il exact que le déséquilibre est
dû aux mauvais résultats des
francophones
aux
examens
linguistiques et que des mesures
sont prises pour inverser la
tendance? De quelles mesures
s'agit-il?
Voorzitter: Theo Francken.
Président: Theo Francken.
13.02 Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, je voudrais tout
d'abord dire que nous avons énormément de respect pour la langue
néerlandaise. C'est une très belle langue, qui doit être pleinement
respectée. Sachons néanmoins reconnaître que le colonel Luc
Gennart a réussi tous les examens linguistiques, qu'il est trilingue,
voire même "généralisable", c'est-à-dire qu'il pourrait être général en
fonction de la réussite de l'ensemble de ses examens, ce à titre
d'information pour notre collègue.
Monsieur le ministre, j'avais beaucoup de confiance en vous par
rapport à nombre de dossiers lorsque vous êtes arrivé à la tête du
département. Je me disais: "Ce ministre veut vraiment donner à
l'armée toute la plate-forme utile". L'armée, c'est un peu le ciment de
la Nation. Hélas, celle-ci est occupée à rentrer dans le champ
communautaire, car vous n'avez pas procédé à un rééquilibrage
linguistique.
13.02 Denis Ducarme (MR): Aan
het hoofd van ons leger staan er
22 Nederlandstalige en negen
Franstalige
generaals.
De
belangrijkste
functies
worden
bekleed door Nederlandstaligen.
De juridische directie, de directie
welzijn
en
de
directie
communicatie worden geleid door
Franstalige generaals. Wat de
juridische directie betreft, heeft u
zelf vreemd genoeg uw eigen
kabinetschef
aan
het
hoofd
gesteld van het secretariaat-
generaal van het burgerpersoneel.
Sommigen
beweren
dat
de
20/10/2010
CRIV 53
COM 008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
54
En effet, la tête de nos forces armées compte 22 généraux
néerlandophones et 9 francophones. Les fonctions les plus
importantes sont occupées aujourd'hui par des néerlandophones.
Nous comptons des généraux francophones à la direction juridique,
au bien-être et à la communication.
Pour ce qui est de la direction juridique, vous avez même nommé
assez bizarrement votre chef de cabinet au secrétariat général du
personnel civil. Vous avez fait cela le jour de la chute du
gouvernement en faisant signer un arrêté royal au Palais, alors que
pour ce faire, une délibération s'impose en Conseil des ministres. De
plus, ce document doit être muni de la signature de deux ministres, ce
qui n'est pas le cas!
Certains prétendent que les francophones ne se présentent pas aux
rendez-vous et ne parlent pas suffisamment bien le néerlandais. C'est
faux! Sur 70 candidats généraux, 20 candidats francophones sont
aptes à être nommés généraux et on a constaté, lors du comité 2009,
que, sur cinq généraux, vous avez préféré nommer quatre
néerlandophones, dont trois étaient commissionnés c'est-à-dire qu'ils
étaient proches de la fonction, et un seul francophone sur cinq. Donc,
plutôt que d'essayer de rééquilibrer un tant soit peu, vous vous êtes
abstenu!
Je pense aussi, dans le cadre du comité de décembre 2009 à cette
personne néerlandophone qui a été nommée colonel pour
commander la base de Kleine Brogel, alors que, lui, n'est pas
souligné, c'est à-dire qu'il ne possède pas l'aptitude linguistique.
Néanmoins, il a été nommé au commandement de Kleine Brogel en
passant devant les francophones qui avaient l'aptitude linguistique et
qui étaient soulignés.
Cela nous étonne. Ne voulait-on absolument pas d'un commandant
francophone en Flandre? Nous acceptons très bien le fait que la
brigade légère soit commandée par un néerlandophone à Marche-en-
Famenne. Cela ne nous pose aucun problème qu'un Flamand donne
des ordres en Wallonie. Cela semble plus difficile à intégrer côté
flamand, et nous nous en inquiétons.
Faut-il revenir sur le fait que le côté francophone a perdu l'Artillerie et
que le 1A a été dissous?
Faut-il vous demander, monsieur le ministre, des explications au
niveau du recrutement en 2010? 265 postes ont été ouverts pour des
néerlandophones et seulement 50 pour des francophones.
Pourquoi, du côté francophone, le déficit au niveau de l'Infanterie
s'élève-t-il à douze bataillons (avec 40 personnes par bataillon)?
L'état-major vous avait fait des propositions pour inverser de manière
temporaire le recrutement (6 Flamands et 4 francophones) afin
d'équilibrer les choses. Du côté francophone, des brigades et des
bataillons incomplets ne sont pas opérationnels et cela peut avoir de
lourdes conséquences. Vous avez refusé la proposition de l'état-
major.
Faut-il revenir sur la question des attachés de défense? Il y a 16
néerlandophones et 16 francophones.
Franstaligen geen belangstelling
tonen en onvoldoende Nederlands
spreken. Dat klopt niet! Van de 70
kandidaat-generaals zijn er 20
Franstalige
geschikt
om
tot
generaal te worden benoemd, en
men heeft vastgesteld dat u voor
de vijf te vervullen functies van
generaal vier Nederlandstaligen en
één Franstalige heeft benoemd.
Ik
denk
ook
aan
die
Nederlandstalige die tot kolonel
werd benoemd om het commando
over de basis van Kleine Brogel
over te nemen, terwijl hij niet aan
de vereisten inzake taalkennis
voldoet. Hij is de Franstaligen
voorbijgestoken,
die
wel
de
vereiste taalkennis bezaten en
aanbevolen waren.
We hebben er hoegenaamd geen
bezwaar tegen dat de lichte
brigade in Marche-en-Famenne
onder het bevel staat van een
Nederlandstalige. Dat een Vlaming
orders uitdeelt in Wallonië, is voor
ons geen probleem. Aan Vlaamse
kant valt zoiets blijkbaar moeilijker
te verteren, wat ons zorgen baart.
Moeten we terugkomen op het feit
dat de Franstaligen de Artillerie
zijn kwijtgeraakt en dat de 1A werd
opgeheven?
Moeten we uitleg vragen over het
aantal aanwervingen in 2010 (er
werden
265
betrekkingen
opengesteld voor Vlamingen en
slechts 50 voor Franstaligen)?
Waarom stemt het deficit bij de
Infanterie aan Franstalige kant
overeen met twaalf bataljons?
De generale staf had voorstellen
gedaan om het evenwicht te
herstellen. Aan Franstalige kant
zijn er brigades en bataljons die
niet operationeel zijn, wat ernstige
gevolgen kan hebben. U hebt het
voorstel van de generale staf van
tafel geveegd.
Er zijn zestien Nederlandstalige en
vijf Franstalige defensieattachés.
CRIV 53
COM 008
20/10/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
55
Monsieur le ministre, je vais revenir sur tous ces points mais je n'ai
plus assez confiance en vous pour vous interpeller directement. Vous
portez la responsabilité du fait que le département de la Défense,
l'Armée, le ciment de la Nation, passe dans le champ communautaire.
Nous le regrettons vivement en tant que francophones! Vous pouviez
rééquilibrer les choses!
Je ne souhaite pas uniquement poser une question à ce sujet au
ministre, je souhaite entendre d'autres personnes dans ce dossier.
Monsieur le président, c'est dans ce cadre que j'ai demandé des
auditions afin que le constat soit accepté. Nous devons connaître la
réalité des choses. Il y a eu un grave dérapage et, à l'issue de ces
réunions thématiques ou de ce groupe de travail, il faudra nous
accorder sur des propositions qui viseront à un rééquilibrage.
Je suis de ceux qui pensent que l'État belge doit évidemment évoluer.
Si nous continuons à faire un certain nombre de choses ensemble
telles que la Défense ­ parce qu'on voit rarement un pays fédéral ou
confédéral où la Défense est régionalisée ­ certaines choses devront
être remises à plat dans le département de la Défense et au niveau
de l'équilibre linguistique.
La réponse du ministre aujourd'hui ­ je vais vous dire ­ je n'en ai
cure! Il porte une responsabilité importante dans la situation actuelle
et c'est au niveau du Parlement que nous entendons faire un certain
nombre de propositions afin d'éviter que ce dérapage continue.
Voorzitter: Filip De Man.
Président: Filip De Man.
Mijnheer de minister, ik heb niet
genoeg vertrouwen meer in u om
u rechtstreeks te interpelleren. U
bent er verantwoordelijk voor dat
het communautaire gekrakeel nu
ook doordringt tot in het leger, dat
deze Natie bij elkaar houdt. Als
Franstaligen betreuren we dat ten
zeerste!
Ik
heb
gevraagd
dat
er
hoorzittingen
zouden
worden
georganiseerd,
opdat
de
vaststellingen algemeen zouden
worden aanvaard. Na afloop van
die vergaderingen moeten we het
eens worden over voorstellen die
het evenwicht kunnen herstellen.
Indien we bepaalde zaken, zoals
Defensie, samen blijven doen,
zullen een aantal punten opnieuw
moeten worden bekeken.
Aan het antwoord dat de minister
vandaag gaf, heb ik geen
boodschap!
Hij
draagt
een
belangrijke
verantwoordelijkheid
voor het ontstaan van de huidige
situatie en het is op het niveau van
het Parlement dat we een aantal
voorstellen willen formuleren om te
voorkomen dat de zaken nog
verder ontsporen.
13.03 Juliette Boulet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président,
monsieur le ministre, les propos du colonel de la base de Florennes ­
on l'a déjà souligné ­ trilingue parfait, voire même quadrilingue,
valent la peine d'être écoutés. Je voudrais souligner le courage qu'il a,
de s'exprimer malgré le silence qui règne au sein de la Grande
Muette et malgré le fait qu'il soit lui-même appelé au rapport par le
chef de la Défense. Je pensais que la liberté d'expression était
permise.
C'est un sujet délicat, on en convient, d'autant plus délicat au vu du
contexte actuel. C'est la raison pour laquelle j'aimerais
personnellement vous entendre sur cette question, à savoir la
nomination des personnes à des postes clefs. De manière générale,
on sent bien un climat assez délétère au sein de la Défense depuis
l'application du plan de restructuration.
Si le colonel dénonce aujourd'hui ce mal-être, je pense qu'il est de
notre devoir de relayer son inquiétude, et d'y répondre en faisant le
bilan, tant sur ce qu'on pourrait appeler une potentielle
"flamandisation" de la Défense et de ses postes clefs, mais aussi sur
ses inquiétudes au sujet de la base militaire de Florennes et de son
avenir. En effet, il est temps que la Défense nationale se défasse
13.03 Juliette Boulet (Ecolo-
Groen!): Het is de moeite waard
om te luisteren naar de uitlatingen
van de kolonel van de basis van
Florennes, die zelf perfect drietalig
is. Het is erg moedig van hem om
dit soort dingen te zeggen.
Ik kreeg graag meer informatie
over de benoeming van personen
op sleutelposten. We moeten de
ongerustheid van deze kolonel tot
de onze maken en een balans
opmaken van wat men als een
mogelijke
vervlaamsing
van
Defensie
zou
kunnen
bestempelen. Misschien kan de
minister even de wetgeving met
betrekking
tot
de
vertegen-
woordiging van de taalgroepen in
de beslissingorganen en in de
generale staven van Defensie in
20/10/2010
CRIV 53
COM 008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
56
d'une image trop malmenée ces derniers mois avec le plan de
restructuration, mais aussi de cette idée qu'elle n'appartiendrait qu'à
une partie des Belges.
Il serait bon que M. le ministre puisse faire le point sur la composition
des différents états-majors des quatre composantes militaires, ainsi
que sur l'appartenance linguistique de chaque personne qui s'y
trouve, et la même chose pour la composition des états-majors des
casernes et des bases militaires.
Peut-être M. le ministre pourrait-il également rappeler la législation en
vigueur en ce qui concerne la représentation linguistique dans les
différents organes de décision et les états-majors de la Défense
nationale et la façon dont elle est effectivement appliquée.
Par ailleurs ­ c'est la deuxième partie de mon intervention ­ le colonel
Gennart relaie une inquiétude aussi en ce qui concerne l'avenir de la
base de Florennes et des 1 300 personnes qui y travaillent.
Rappelons que ce lieu est le premier employeur de la province de
Namur. Il fait état d'un plan d'économie qui prévoirait la fermeture de
la base; je ne l'ai pas retrouvé dans le plan discuté lors de la
législature précédente.
J'aimerais donc obtenir des éclaircissements à ce sujet. Existe-t-il un
nouveau plan de restructuration qui verrait le maintien d'une seule
base aérienne en Flandre et d'une seule base en Wallonie? Dans ce
cas, en quoi Beauvechain serait-il prioritaire par rapport à Florennes?
Existe-t-il ­ j'ose l'espérer ­ des critères de sélection?
herinnering brengen.
Kolonel
Gennart
verwoordt
eveneens
de
bestaande
ongerustheid over de toekomst
van de basis van Florennes.
Bestaat
er
een
nieuw
herstructureringsplan waarin er
één
luchtmachtbasis
in
Vlaanderen
en
één
luchtmachtbasis
in
Wallonië
zouden
worden
behouden?
Waarom zou Bevekom voorrang
krijgen op Florennes? Werden er
selectiecriteria opgesteld?
13.04 Patrick Moriau (PS): Monsieur le président, le colonel Luc
Gennart ­ et je répète qu'il est parfaitement trilingue ­ commandant
de la base aérienne de Florennes, a dénoncé lors d'une interview à la
télévision, la "flamandisation" de l'armée. Il a notamment expliqué
qu'au sein de l'état-major général, les décisions étaient prises sans
tenir compte de l'avis des francophones "mis à l'écart", et "envoyés
dans les écoles ou à l'étranger".
Monsieur le ministre, outre le fait que la "grande muette" brise le
silence, cette sortie est pour le moins surprenante. En effet, lors de la
précédente législature, mon groupe vous a interrogé à plusieurs
reprises sur le problème du déséquilibre linguistique au sein de
l'armée, notamment des officiers supérieurs.
Les différents comités d'avancement organisés pour la nomination
des officiers supérieurs ont mis en lumière que la clef légale de 60
néerlandophones pour 40 francophones n'a pas souvent été
respectée, loin de là.
Je suis d'accord avec vous: ce n'est pas nouveau. Cependant, le
déséquilibre semble s'accroître. Alors que le dossier Défense, comme
les Affaires étrangères d'ailleurs, relève du fédéral, il semble
désormais verser dangereusement dans le champ communautaire.
En outre, comme le signalait Mme Boulet et toujours selon les
déclarations du colonel Gennart, il apparaîtrait que la base de
Florennes pourrait fermer ses portes au profit de la base de Kleine
Brogel. À ce jour, le 2
e
Wing tactique de Florennes abrite 1 230
13.04 Patrick Moriau (PS):
Tijdens de vorige zittingsperiode
ondervroeg
mijn
fractie
u
verscheidene keren over het
taalonevenwicht in het leger. Dat
probleem is niet nieuw, maar lijkt
wel groter te worden. Defensie is
een federale bevoegdheid, die
echter
de
inzet
van
een
communautaire strijd lijkt te
worden. Naar verluidt is het niet
uitgesloten dat de luchtmachtbasis
van
Florennes,
waar
1.230
militairen gelegerd zijn, dicht zal
moeten ten gunste van de basis
van Kleine Brogel.
Welke verdeelsleutel Nederlands-
taligen-Franstaligen
wordt
er
gehanteerd voor de opperofficiers
in het Belgische leger, alsook voor
hun functie en hun component?
Het antwoord op die vraag zal een
onevenwicht opleveren; welke in
het
vooruitzicht
gestelde
maatregelen zal
u bijgevolg
nemen? U heeft verscheidene
keren gezegd dat u dat probleem
CRIV 53
COM 008
20/10/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
57
militaires.
Dès lors, mes trois questions sont très simples.
Monsieur le ministre, pouvez-vous nous fournir la clé de répartition
entre néerlandophones et francophones des officiers généraux au
sein de l'armée belge, ainsi que leur fonction et leur composante?
Comme nous constaterons probablement un déséquilibre, quelles
sont les mesures que vous comptez prendre et que vous aviez
promises lors d'un kern ou d'un Conseil des ministres convoqué à ce
sujet?
Vous aviez affiché à plusieurs reprises votre volonté de remédier
structurellement à ce problème et également fait des propositions,
notamment en commission de la Défense du 3 février dernier, afin
d'encourager le bilinguisme. Avez-vous pu concrétiser ces mesures?
Au sujet de la base de Florennes, qu'en est-il de sa fermeture? Est-
elle à l'ordre du jour? Si oui, pouvez-vous me donner la raison de
cette fermeture?
À ce propos, vous n'êtes pas sans savoir qu'une fermeture de la base
serait désastreuse pour la région florennoise qui profite de retombées
financières importantes liées à l'implantation de cette base militaire,
sans compter les difficultés qui seraient occasionnées pour la force
aérienne par un déplacement de la base, notamment en termes
d'infrastructure, d'accès routiers, en problèmes d'espace aérien.
Monsieur le ministre, contrairement à M. Ducarme, j'attends avec
impatience et j'écouterai ce que vous avez à dire. Cependant, j'insiste
sur la nécessité d'un débat, d'auditions mais aussi et surtout de
recommandations car l'excuse du bilinguisme non accepté des
francophones ne tient plus. Je peux vous citer le nom d'un haut gradé
néerlandophone qui connaît à peine le français et qui a été nommé il y
a peu.
En outre, je suis convaincu que les propositions et les
recommandations de ce groupe de travail ne pourraient que vous être
utiles.
wilde aanpakken en u heeft ook
voorstellen
gedaan
om
de
tweetaligheid
te
stimuleren.
Hebben die maatregelen handen
en voeten gekregen?
Hoe staat het met de sluiting van
de basis van Florennes? Is die aan
de orde? Zo ja, waarom?
Dergelijke sluiting zou catastrofaal
zijn voor de regio van Florennes,
die een belangrijk financieel
voordeel haalt uit het feit dat de
basis er gevestigd is, los van de
moeilijkheden voor de luchtmacht
indien de basis zou verhuizen.
Ik dring aan op een debat en
vooral op aanbevelingen want het
excuus dat de Franstaligen zich
niet in de twee talen willen
uitdrukken, gaat niet meer op.
13.05 Bert Maertens (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik zal een ietwat ander geluid laten horen dan wat ik hier heb
gehoord.
De kern van de zaak is het gebrek aan kandidaat-opperofficieren die
voldoen aan de geldende taalvereisten, met andere woorden het
gebrek aan Franstalige kandidaten die perfect tweetalig zijn.
Het gaat hier over niets meer en niets minder dan de toepassing van
objectieve criteria. Laat ik een zaak duidelijk stellen. De N-VA-fractie
vindt het niet meer dan logisch dat personen die in aanmerking willen
komen voor dergelijke hoge functies in het Belgisch leger perfect
tweetalig moeten zijn. Dat geldt zowel voor Franstaligen als voor
Nederlandstaligen.
Wij tolereren onder geen enkel beding dat die taalvoorwaarde wordt
afgezwakt. Wat voor een Nederlandstalige kandidaat-opperofficier
geldt, is ook van toepassing op een Franstalige kandidaat. Een
13.05 Bert Maertens (N-VA): La
pénurie de candidats officiers
généraux
satisfaisant
aux
exigences linguistiques constitue
le noeud du problème. Le groupe
N-VA estime qu'il est logique
d'exiger un bilinguisme parfait de
la part des personnes aspirant à
ces hautes fonctions au sein de
l'armée belge. Nous ne pouvons
tolérer aucun assouplissement de
cette condition linguistique. On
observe
manifestement
un
déséquilibre
entre
les
rôles
linguistiques
des
officiers
généraux au sein de l'armée
belge. Le porte-parole du ministre
a déclaré que l'état-major était
20/10/2010
CRIV 53
COM 008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
58
Nederlandstalige moet perfect Frans spreken als hij die job ambieert,
en omgekeerd wat betreft een Franstalige. Het is een verhaal van
gelijke rechten en plichten en wij willen daar helemaal niets van af
doen.
Mijnheer de minister, concreet op dit voorval. Er is blijkbaar een zeker
onevenwicht wat betreft de taalrol van de opperofficieren in het
Belgisch leger. Uw woordvoerder meldde dat de generale staf zich
daarvan bewust is en stappen onderneemt om Franstaligen aan te
moedigen om deel te nemen aan de taalexamens Nederlands.
Hoe komt het dat die Franstaligen minder gemotiveerd zijn om aan
die examens "grondige kennis" deel te nemen? Hoe komt het dat zij
daaraan niet of blijkbaar in veel mindere mate willen deelnemen dan
Nederlandstaligen? Wat betreft de maatregelen die uw woordvoerder
heeft aangekondigd, welke heeft de generale staf al genomen of zal
hij nemen op uw voorspraak?
conscient du problème et qu'il
prenait des mesures visant à
encourager les francophones à
participer
aux
examens
de
néerlandais.
De quelles mesures s'agit-il?
Comment
expliquez-vous
le
manque
de
motivation
des
francophones à participer à ces
examens?
13.06 Christophe Bastin (cdH): Monsieur le président, tout d'abord,
je peux confirmer les propos de mes collègues francophones: le
colonel Gennart est parfaitement bilingue et même trilingue. J'ai été
interpellé à deux titres ­ en tant que parlementaire et en tant que
bourgmestre ­ par ses déclarations sur la "flamandisation" de l'armée.
Ma commune se situe en effet au début de la piste d'atterrissage de
la base aérienne de Florennes. Le colonel Gennart affirme que les
francophones n'ont plus rien à dire. De plus, je suis préoccupé par
l'avenir de la base de Florennes, dont il craint la fermeture et le
transfert des avions vers Beauvechain.
Le déséquilibre linguistique au sommet de l'armée n'est pas neuf.
Votre porte-parole a indiqué que des mesures étaient prises pour y
remédier. Pourriez-vous nous donner plus de précisions? Quel a été
leur impact? Quand prévoyez-vous qu'un équilibre soit établi?
S'agissant de la base de Florennes, il est vrai que votre plan de
réforme prévoit de ne pas la fermer. À court terme, nous en sommes
rassurés. Néanmoins, vous avez rappelé dans la réponse donnée par
votre porte-parole que le gouvernement est en affaires courantes.
Cela signifie-t-il que cette base serait menacée à moyen ou long
terme?
Cela me conduit à vous poser deux autres questions. Qu'en est-il du
programme d'investissements dans cette base? Ensuite, qu'en est-il
du remplacement de nos avions F-16?
Enfin, nous pourrions organiser une réunion thématique. Si nous nous
rendions sur place, cela permettrait à l'ensemble de mes collègues de
voir que la base aérienne est très bien intégrée au paysage. Surtout,
ils pourraient ainsi se rendre compte que nous avons des installations
très professionnelles. De plus, je peux vous confirmer que cette base
entretient d'excellentes relations avec les communes voisines.
13.06 Christophe Bastin (cdH):
Ik bevestig dat kolonel Gennart
perfect tweetalig is. Ik voelde me
aangesproken
door
zijn
verklaringen
over
de
`vervlaamsing' van het leger. Ik
maak me ook zorgen over de
toekomst van de basis van
Florennes waarvan hij de sluiting
vreest.
Het taalonevenwicht aan de top
van het leger is niet nieuw.
Volgens uw woordvoerder werden
er maatregelen genomen om het
te verhelpen. Welke maatregelen?
Wanneer denkt
u
dat het
evenwicht hersteld zal zijn?
Wat Florennes betreft, stelt uw
antwoord ons gerust op korte
termijn. Maar de regering bevindt
zich in een periode van lopende
zaken. Betekent dat dat die basis
bedreigd wordt op middellange of
lange termijn? Hoe ver staat men
met het investeringsprogramma?
En de vervanging van onze F16-
vliegtuigen?
We
kunnen
natuurlijk
een
thematische
vergadering
beleggen, maar we zouden ook ter
plekke kunnen gaan om de
collega's te laten vaststellen dat de
basis goed in het landschap
geïntegreerd is, dat de installaties
er heel professioneel zijn en dat
die basis uitstekende relaties
onderhoudt met de naburige
CRIV 53
COM 008
20/10/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
59
gemeenten.
De voorzitter: Ik wil tussendoor even meegeven dat vraag nr. 404 van de heer Clarinval en vraag nr. 372
van mevrouw Déom aan het huidige debat zullen worden toegevoegd. Ik neem aan dat de minister
daarmee kan instemmen.
Ik geef nu het woord aan een stem uit Vlaanderen, de heer Thiéry.
13.07 Damien Thiéry (MR): Mijnheer de voorzitter, ik zou mijn vraag
eventueel ook in het Nederlands kunnen stellen, zoals dat op het
Vlaamse niveau altijd is verplicht. In de Kamer heb ik echter de
mogelijkheid ze in het Frans te stellen.
13.07 Damien Thiéry (MR): Je
pourrais également poser ma
question en néerlandais, comme il
m'est toujours imposé de le faire
au niveau flamand. À la Chambre,
j'ai toutefois la possibilité de la
poser en français.
On peut résumer l'argumentation du colonel Gennart en quatre points:
la fermeture de la base aérienne de Florennes, la surreprésentation
de néerlandophones à la tête de la composante aérienne, le transfert
en Flandre du bastion artillerie de Bastogne et le placement de la
caserne de Marche-en-Famenne sous l'autorité d'un état-major
entièrement flamand.
Ce constat m'interpelle à plus d'un titre, ce d'autant qu'il émane
directement d'un des membres de la hiérarchie militaire.
Tout le monde a eu l'occasion de constater qu'il était particulièrement
surprenant qu'un haut gradé militaire sorte de son devoir de réserve.
Cela veut dire que l'heure est grave.
En revanche, la problématique n'est absolument pas nouvelle. À de
nombreuses reprises, notre groupe politique a dénoncé cette
tendance régionaliste, tant lors du débat sur la restructuration de la
Défense que sur la nomination des officiers généraux. Et vous
comprendrez bien, monsieur le ministre, que je sois fort intéressé par
les nominations.
Lors des commissions du 15 juillet 2009 et du 3 février dernier, vous
évoquiez ce déséquilibre linguistique. À l'époque, il était question de
prendre des mesures structurelles concernant des déséquilibres
structurels. Qu'en est-il aujourd'hui? En effet, c'est bien de dire que
vous allez prendre des mesures, encore faut-il agir.
Pour ce qui concerne le plan de restructuration, en commission du 10
février 2010, le député Éric Libert vous faisait rapport du déséquilibre
entre le Nord et le Sud du pays. Son étude évaluait les transferts
interrégionaux en termes d'effectifs. Votre réponse reposait sur les
termes de fonction et se basait sur des extrapolations partielles. Nous
attendons encore aujourd'hui qu'elle soit complétée par des chiffres
globaux élaborés sur base des effectifs.
Met andere woorden, wij wachten op cijfers.
Je voudrais donc vous poser deux questions précises.
Pouvez-vous nous communiquer, dans les détails, les mesures mises
en place pour pallier le déséquilibre entre francophones et
néerlandophones au sein de la hiérarchie militaire?
In het betoog van kolonel Gennart
waren er vier hoofdpunten: de
sluiting van de luchtmachtbasis
van Florennes, de oververtegen-
woordiging van Nederlandstaligen
aan
het
hoofd
van
de
luchtcomponent, de overbrenging
van de artillerie van Bastogne naar
Vlaanderen, en het plaatsen van
de kazerne van Marche-en-
Famenne onder het gezag van
een volledig Vlaamse staf.
Deze constatering laat mij niet
onverschillig, vooral omdat zij
wordt gedaan door iemand die
behoort tot de militaire hiërarchie.
Het feit dat een hooggeplaatste
militair zijn discretieplicht naast
zich neerlegt, duidt erop dat de
toestand ernstig is. Het probleem
is echter niet nieuw. Onze politieke
fractie heeft deze regionalistische
trend al herhaaldelijk aan de kaak
gesteld, zowel in de discussie over
de herstructurering van Defensie
als bij de benoeming van
opperofficieren.
U
hebt
dit
taalonevenwicht al aangekaart.
Hebt u al maatregelen getroffen
om dit op te lossen?
In de commissievergadering van
10 februari
2010
heeft
de
heer volksvertegenwoordiger
Libert het onevenwicht tussen het
noorden en het zuiden van het
land aangetoond met betrekking
tot
de
overplaatsing
van
personeel. Uw antwoord was toen
gebaseerd
op
gedeeltelijke
extrapolaties.
Wij
wachten
20/10/2010
CRIV 53
COM 008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
60
Vu la désignation des nouveaux ordres d'affectation du personnel,
quel est le nombre de membres du personnel militaire et civil
francophone concernés par une mutation de la Wallonie vers la
Flandre? À l'inverse, quel est le nombre de membres du personnel
militaire et civil néerlandophone concernés par une mutation de la
Flandre vers la Wallonie?
vandaag nog altijd op het volledige
cijfermateriaal.
Welke maatregelen werden er
genomen om het onevenwicht
tussen
Franstaligen
en
Nederlandstaligen in de militaire
hiërarchie te verhelpen? Hoeveel
Franstalige militaire en burgerlijke
personeelsleden
zouden
van
Wallonië naar Vlaanderen en
omgekeerd worden overgeplaatst?
13.08 Valérie Déom (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, comme certains collègues viennent de le rappeler, hormis
les déclarations sur la flamandisation de l'armée, le colonel Gennart a
fait part de sa crainte concernant l'éventuelle fermeture de la base
aérienne de Florennes. Cette fermeture entraînerait de facto le
transfert des chasseurs F-16 vers Kleine Brogel en Flandre. Or,
actuellement, la base abrite quelque 1 200 ou 1 300 militaires; de ce
fait, la région bénéficie de retombées économiques importantes. Il est
évident que cette fermeture constituerait pour elle une catastrophe
économique. De telles conséquences ne sont pas envisageables pour
cette région déjà très affectée.
Le colonel Gennart évoque plusieurs faits qui lui permettent de penser
à une telle éventualité, notamment la décision prise lors d'une réunion
de haut niveau de ne plus investir dans la base de Florennes. Il est
clair que, sans investissements, une telle base aérienne ne peut
continuer à survivre.
Autre fait relativement curieux, les hélicoptères Agusta 109 ont été
envoyés vers la base de Beauvechain alors que celle de Florennes
était plus à même à les accueillir sans modification ou travaux.
Face à cet ensemble d'éléments, il est relativement facile d'imaginer
que cette base pourrait être fermée à moyen ou long terme.
Monsieur le ministre, les informations dévoilées par le colonel
Gennart sont-elles exactes? Si oui, comment expliquez-vous ces
décisions, notamment en ce qui concerne la diminution ou la fin des
investissements à Florennes et l'envoi des hélicoptères Agusta vers
Beauvechain au détriment de Florennes? Cela a-t-il un lien avec une
éventuelle fermeture prochaine de la base de Florennes? Si oui,
quelles raisons vous pousseraient à décider de la fermeture de cette
base à moyen ou long terme?
13.08 Valérie Déom (PS):
Behalve over het vervlaamsen van
het leger heeft kolonel Genaart het
ook gehad over de vrees dat de
basis van Florennes eventueel zou
worden gesloten, waarbij de F16-
vliegtuigen naar Kleine Brogel
zouden worden overgeheveld en
er 1.200 of 1.300 militairen zouden
moeten vertrekken. Het staat vast
dat deze sluiting een economische
ramp zou betekenen voor deze nu
al erg zwaar getroffen streek. De
kolonel is bevreesd omdat er
blijkbaar werd beslist om niet
langer te investeren in Florennes
en om de Agusta 109-helikopters
naar Bevekom over te hevelen,
terwijl ze beter naar Florennes
zouden gaan. Is zijn vrees
gerechtvaardigd? Zo ja, waarom
zou de basis moeten sluiten?
13.09 David Clarinval (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, le commandant de la base aérienne de Florennes, le colonel
Luc Gennart exprimait récemment ses craintes de voir disparaître
cette base dans un avenir proche.
Actuellement, le 2
ème
Wing tactique de Florennes abrite
1 230 militaires; on parle même de 1 400 suite à divers mouvements.
La région florennoise bénéficie donc de retombées économiques
considérables liées à cette importante présence militaire. Selon le
colonel Gennart, il n'y aurait plus d'investissements pour la base de
Florennes dans les années à venir.
13.09 David Clarinval (MR): De
2de tactische wing te Florennes
telt voor het ogenblik 1.230
militairen. De economische return
voor
de
streek
van
die
aanwezigheid is dan ook zeer
belangrijk.
Volgens
kolonel
Gennart zou er in de komende
jaren op de basis van Florennes
niet meer geïnvesteerd worden. U
hebt ook de sluiting van de
CRIV 53
COM 008
20/10/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
61
En outre, suite à une question que je vous avais posée, il y a
quelques mois d'ici, vous aviez annoncé, dans le cadre du plan de
restructuration de la Défense nationale, la fermeture de la base
aérienne de Bierset, qui abritait 28 hélicoptères Agusta. Vous aviez
également suggéré de transférer les activités réalisées à Bierset vers
la base militaire de Beauvechain plutôt que vers Florennes. Or, selon
diverses sources, il apparaît que d'un point de vue pratique,
économique et logistique, l'implantation idéale pour les hélicoptères
de Bierset ne serait pas Beauvechain mais la base militaire de
Florennes. Je citerai notamment l'encombrement des couloirs aériens
au-dessus de Beauvechain, l'éloignement de la zone d'entraînement
ardennaise, la concurrence avec les lignes civiles, absente de la
région de Florennes.
Monsieur le ministre, la fermeture de la base de Florennes
constituerait une catastrophe économique pour la province de Namur.
Un nouveau plan d'économies prévoyant la fermeture de la base de
Florennes est-il envisagé?
Assiste-t-on à un transfert des chasseurs bombardiers F-16 de
Florennes vers la Flandre?
Pouvez-vous m'en dire davantage quant à votre plan de
restructuration de l'armée belge, qui doit passer de 34 000 à 22 000
hommes en dix ans?
luchtmachtbasis
van
Bierset
aangekondigd en de overheveling
van de 28 helikopters van die
basis naar Bevekom in plaats van
Florennes terwijl Florennes uit
praktisch, economisch en logistiek
oogpunt een betere keuze ware
geweest.
Ligt er een nieuw besparingsplan
dat de sluiting van de basis van
Florennes voorziet op tafel?
Zullen de F16-jachtvliegtuigen van
Florennes
naar
Vlaanderen
worden overgeheveld? Kan u ons
wat meer informatie verschaffen
over uw herstructureringsplan van
het leger?
De voorzitter: Heel kort, de heer Ducarme, want zijn vraag 22 sluit ook aan bij de problematiek van
Florennes.
13.10 Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, ce qui est tout
de même curieux, c'est que, selon certaines informations, le
préformateur, en juillet, aurait indiqué la nécessité d'une économie de
15 % dans l'ensemble des départements. Sur cette base, la Défense
aurait préparé un peu le terrain, y aurait réfléchi. C'est à ce moment-là
que l'information a commencé à se diffuser, voici quelques semaines:
15 % d'économies pour la Défense, cela équivaudrait à la fermeture
de la base de Florennes. Ceci a été évidemment accentué par le fait
que, lors de la réunion de haut niveau, dont nos collègues Déom et
Clarinval ont parlé - la réunion des centres régionaux pour les
infrastructures (CRI) -, il a été indiqué clairement qu'il ne fallait plus
investir à Florennes.
D'autres éléments pourraient encore être ajoutés, mais tout cela fait
que, en effet, le signal envoyé par rapport à Florennes est
extrêmement négatif pour l'avenir. Je vais donc vous demander
clairement, monsieur le ministre ­ et là votre réponse m'importe au
plus haut point ­, si vous confirmez que la fermeture de Florennes
n'est pas exclue. Pouvez-vous également confirmer ­ dans l'autre
sens cette fois ­ que tout plan à ce propos n'a pas lieu d'être ou est
suspendu et demander à l'état-major confirmation écrite à ce propos?
Je vous remercie.
13.10 Denis Ducarme (MR): In
juli
zou
de
preformateur
aangekondigd hebben dat alle
departementen 15 procent zouden
moeten besparen. Voor Defensie
zou een besparing van 15 procent
erop neerkomen dat de basis van
Florennes zou worden gesloten.
Tijdens de vergadering van de
regionale
centra
voor
infrastructuur
(RCI)
werd er
bovendien duidelijk gesteld dat er
in Florennes niet meer moest
geïnvesteerd worden.
Bevestigt u dat de sluiting van
Florennes niet uitgesloten is of a
contrario, dat er geen dergelijke
plannen bestaan of dat ze werden
uitgesteld?
13.11 Pieter De Crem, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, je serai bref. La fermeture de la base de Florennes n'est
pas à l'ordre du jour. Je demande, dès lors, aux intervenants de me
fournir un document issu de mon département prouvant que, en tant
13.11 Minister Pieter De Crem:
De sluiting van Florennes is niet
aan de orde. Ik heb daarentegen
wel studies besteld met het oog op
20/10/2010
CRIV 53
COM 008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
62
que ministre de la Défense, j'ai donné l'ordre de prévoir la fermeture
de la base.
Par contre, j'ai demandé d'autres études en vue d'investissements à
la base de Florennes qui seront planifiés dans les cinq années à venir
pour un montant total de 4 280 000 euros. Il s'agit de la réfection de la
piste principale, de la rénovation des différentes pistes secondaires
pour les taxis, de la réfection des parkings avions, de la réfection des
toitures de divers blocs et des menuiseries extérieures, du
remplacement du pupitre de commande et de contrôle et du balisage
au bâtiment F24. Il semblerait donc que le commandement de la base
connaisse mieux le chemin de la presse que celui du bureau où il
consulte ses dossiers.
Chers collègues, avec toute l'estime que je vous porte, je tiens à vous
dire que vos interventions n'ont aucun sens. N'allez pas revendiquer
demain dans la presse que la base de Florennes reste ouverte grâce
à vos interventions. C'était ma décision de la maintenir ouverte. Tous
les moyens nécessaires ont d'ailleurs été prévus.
Je vous signale également que le successeur nommé à la place du
colonel Gennart appartient au rôle linguistique francophone. Notez
que cela s'est fait sans intervention du ministre. J'ai simplement suivi,
comme pour tous les dossiers, les consignes qui m'ont été données
par le chef d'état-major et son administration.
J'en viens à la "flamandisation" de l'armée, aux propos que le colonel
Gennart a tenus à la presse. À l'instar de la loi du 18 juillet 1966 sur
l'emploi des langues en matière administrative, la loi du 30 juillet 1938
concernant l'usage des langues à l'armée ne prévoit pas de cadre
linguistique.
Le rapport 60N/40F est, toutefois, communément admis. Au 1
er
septembre de cette année, la Défense comptait 60,8 % d'officiers
néerlandophones et 39,2 % d'officiers francophones. Chez les sous-
officiers, cette répartition était de 57,9 % de néerlandophones et de
42,1 % de francophones. Enfin, dans la catégorie de personnel
volontaire, cette répartition est de 51,1 % de néerlandophones et de
48,9 % de francophones.
De manière plus détaillée, pour les officiers généraux, la Défense
dispose actuellement d'un général néerlandophone et d'un général
francophone, de 64 % de lieutenants-généraux néerlandophones et
de 36 % de lieutenants-généraux francophones, de 78 % de
généraux-majors néerlandophones et de 22 % de généraux-majors
francophones, de 67 % de généraux de brigade néerlandophones et
de 33 % de généraux de brigade francophones. Ils occupent toutes et
tous une fonction élevée, c'est-à-dire les fonctions au sommet.
Si on se limite aux états-majors des départements d'état-major et de
direction générale, ceux-ci comptent quinze officiers généraux, dont
dix néerlandophones et cinq francophones, l'ensemble étant
commandé par le général Delcour, qui est francophone.
Au niveau de la répartition du personnel au sein des états-majors des
composantes, celui de la composante Terre compte 134 militaires
francophones et 88 néerlandophones. Pour la composante Air, cette
répartition est de 110 francophones et de 71 néerlandophones. Pour
investeringen in de basis voor een
totaal bedrag van 4.280.000 euro.
Ik heb beslist om de basis te
behouden. Er werd trouwens in
alle nodige middelen voorzien.
De opvolger die benoemd werd
om kolonel Gennart te vervangen
behoort tot de Franse taalrol. Ik
heb daarin de richtlijnen van de
stafchef en zijn administratie
gevolgd. De wet van 30 juli 1938
op het taalgebruik in het leger
voorziet net zo min als de wet van
18 juli 1966 op het taalgebruik in
bestuurszaken in taalkaders.
De verhouding 60N/40F wordt
evenwel algemeen aanvaard. Op
1 september van dit jaar telde
Defensie
60,8 procent
Nederlandstalige
officieren
en
39,2 procent Franstalige officieren.
Bij de onderofficieren was de
verdeling
57,9 procent
Nederlandstaligen en 42,1 procent
Franstaligen. Bij de vrijwilligers ten
slotte is de verdeling 51,1 procent
Nederlandstaligen en 48,9 procent
Franstaligen.
Meer
in
detail,
wat
de
opperofficieren betreft, beschikt
Defensie over een Nederlands-
talige en een Franstalige generaal,
over 64 procent Nederlandstalige
en
36 procent
Franstalige
luitenant-generaals,
over
78 procent Nederlandstalige en
22 procent Franstalige generaal-
majoors, en over 67 procent
Nederlandstalige en 33 procent
Franstalige
brigadegeneraals.
Allen bekleden ze topfuncties.
Als we ons beperken tot de
generale
staf
van
de
stafdepartementen en de directies-
generaal, dan tellen we vijftien
opperofficieren, van wie tien
Nederlandstaligen
en
vijf
Franstaligen. Het geheel staat
onder het bevel van generaal
Delcour, die Franstalig is.
De
generale
staf
van
de
CRIV 53
COM 008
20/10/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
63
la Marine: 80 néerlandophones et 15 francophones. Pour la
composante Médicale: 41 néerlandophones et 24 francophones.
Pour ce qui est des différentes unités et quartiers, ces chiffres sont en
pleine mutation à la suite de la transformation. Sachez que, pour ce
qui concerne les chefs de corps, la Défense en compte 247, dont 157
néerlandophones et 90 francophones. Ces chiffres portent tant sur les
chefs de corps opérationnels que sur les chefs de corps
administratifs.
Par ailleurs, le Conseil d'État a décidé, dans un arrêt du début
octobre, que la nomination en qualité de secrétaire général de
M. Van der Veken est légale et ne doit pas être suspendue.
En effet, sa nomination était le résultat de l'annulation de l'arrêté royal
de nomination de Mme Geirnaert, pris par mon prédécesseur. Le
Conseil d'État a estimé que la nomination de M. Van der Veken était
légale et a donc insisté pour que la nomination ne soit pas annulée et
que la nomination de Mme Geirnaert soit considérée comme illégale.
Landcomponent
telt
134
Franstalige en 88 Nederlandstalige
militairen. Bij de Luchtcomponent
is de verdeling 110 Franstaligen
en 71 Nederlandstaligen. Bij de
Marinecomponent zijn er 80
Nederlandstaligen
en
15
Franstaligen. Bij de Medische
component
zijn
er
41
Nederlandstaligen
en
24
Franstaligen.
Wat de diverse eenheden en
kwartieren betreft, zijn de cijfers
volop in beweging. Defensie telt
247 korpschefs, van wie 157
Nederlandstaligen
en
90
Franstaligen. Die cijfers hebben
zowel
betrekking
op
de
operationele
als
op
de
administratieve korpschefs.
Bovendien heeft de Raad van
State
in
een
arrest
van
begin oktober beslist dat de
benoeming van de heer Ludwig
Van der Veken tot secretaris-
generaal wettig is en dus niet hoeft
te worden geschorst.
Zijn benoeming vloeit voort uit de
vernietiging van het koninklijk
besluit
tot
benoeming
van
mevrouw Catharina Geernaert dat
door
mijn
voorganger
werd
uitgevaardigd.
Voorzitter, collega's, omtrent de voorwaarden om tot een van de
graden van opperofficier te kunnen worden aangesteld of benoemd,
dient men te melden dat de betrokkenen over een grondige kennis
van de tweede landstaal moeten beschikken.
Momenteel telt de lijst van potentiële kandidaten voor deze graden
20 Franstaligen en 47 Nederlandstaligen. Mijnheer de voorzitter,
collega's, men kan dus vaststellen dat procentueel minder Franstalige
kolonels aan deze voorwaarden voldoen. Het cijfer van het aantal
officieren dat over de grondige kennis van de andere taal beschikt,
vertoont hetzelfde onevenwicht, namelijk 197 Franstaligen en
489 Nederlandstaligen.
Om dit te verhelpen moeten de Franstaligen aangemoedigd worden
om aan het examen over de grondige kennis deel te nemen en er ook
in te slagen. De militaire overheid heeft hierop bij de betrokkenen
aangedrongen bij het uitgeven van de richtlijnen betreffende deze
examens. Het zijn echter de betrokkenen zelf die uiteindelijk het
initiatief moeten nemen om aan het examen deel te nemen, zoals het
meestal gaat, en om, als het kan, te slagen.
L'une des conditions pour pouvoir
être nommé au rang d'officier
général est la connaissance
approfondie de la seconde langue
nationale. La liste de candidats
potentiels à de tels grades
comprend à l'heure actuelle 20
francophones et 47 néerlan-
dophones. Le nombre d'officiers
ayant
une
connaissance
approfondie de la seconde langue
nationale présente le même
déséquilibre,
avec
197
francophones
contre
489
néerlandophones.
Pour remédier à ce déséquilibre, il
faut encourager les francophones
à participer à l'examen linguistique
requis et les aider à le réussir.
Mais en fin compte, ce sont bien
20/10/2010
CRIV 53
COM 008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
64
De mogelijkheid werd ook aangeboden om gepersonaliseerde
taalcursussen te volgen. Vier kolonels zijn hier op ingegaan. Een van
hen, die de taalcursus bij CERAN in Spa heeft gevolgd, heeft het
examen over de grondige kennis afgelegd, maar hij was niet
geslaagd. Drie andere kolonels hebben het examen over de grondige
kennis nog niet afgelegd.
sûr les intéressés eux-mêmes qui
doivent prendre l'initiative de
participer
à
l'examen.
La
possibilité de suivre des cours de
langue existe. Quatre colonels ont
d'ailleurs
profité
de
cette
possibilité. Trois d'entre eux
doivent
encore
présenter
l'examen. Le quatrième l'a déjà
présenté mais ne l'a pas réussi.
Les chiffres montrent que des mesures doivent être prises dès le
début de la carrière des officiers. Pour ce faire, diverses initiatives ont
été prises afin d'encourager le bilinguisme, et ce, sans devoir modifier
la législation linguistique.
En donnant, par exemple, la priorité pour le choix d'arme aux officiers
bilingues, en invitant les jeunes officiers à être affectés dans une unité
de l'autre régime linguistique, en imposant des conditions de
connaissance de la deuxième langue nationale pour la participation à
certains cours ou encore en assurant un accès large à des outils
d'apprentissage du type e-learning.
Pour ce qui est de l'impact de la transformation, 526 membres du
personnel militaire et civil francophone sont concernés par une
mutation d'une unité située en Région wallonne vers une unité située
en Région flamande. À l'inverse, dans ce même cadre, 243 membres
du personnel militaire et civil néerlandophones sont concernés par
une mutation d'une unité située en Région flamande vers une unité
située en Région wallonne. Le déséquilibre apparent provient
essentiellement du mouvement de 303 militaires de Saive vers
Heverlee-lez-Louvain où la capacité centrale ISTAR (Intelligence,
Surveillance, Target Acquisition et Reconnaissance) est créée.
Il est toutefois important de noter que la plupart des unités
concernées se situent dans les environs de la frontière linguistique.
Pour conclure, il n'entre pas dans mes intentions de créer deux types
de généraux: ceux qui sont considérés bilingues selon les dispositions
légales et qui répondent à tous les critères, et puis ceux ou celles qui
ne peuvent pas y répondre. Cependant, si d'aucuns devaient estimer
cela souhaitable, une bonne piste pour les députés serait de déposer
des propositions de loi dans ce sens.
De cijfers tonen aan dat er
maatregelen
moeten
worden
getroffen van bij de aanvang van
de carrière van de officieren. Aan
de
hand
van
verschillende
initiatieven wordt de tweetaligheid
bevorderd.
Wat
de
impact
van
de
transformatie betreft, worden er
523 leden van het Franstalige
militaire
en
burgerpersoneel
overgeplaatst naar een eenheid in
het Vlaamse Gewest en 243
Nederlandstalige personeelsleden
naar een eenheid in het Waalse
Gewest. De meeste betrokken
eenheden zijn gelegen in de
omgeving van de taalgrens.
Ik ben niet van plan om twee
soorten generaals in het leven te
roepen, degenen die als tweetalig
worden
beschouwd,
overeenkomstig
de
wettelijke
bepalingen, en de anderen.
Het is dus niet mijn bedoeling om twee soorten generaals te creëren:
een categorie die wettelijk tweetalig is en aan alle voorwaarden
voldoet en een andere categorie die hieraan niet voldoet. Dit is een
benadering die voor mij totaal uitgesloten is en blijft.
Il n'entre pas dans mes intentions
de créer deux sortes de généraux,
les uns bilingues légaux et les
autres pas. Ceci est totalement
exclu.
Pour conclure, je ne puis dire qu'une seule chose. Que ce soit pour
devenir fonctionnaire au ministère de la Justice ou policier ou encore
pour travailler dans d'autres départements régaliens, lorsque l'on veut
réellement occuper des postes très importants, il faut participer aux
examens et, de préférence, les réussir.
Ensuite, les propos tenus par le commandant de Florennes ne sont
que du bla, bla, bla. Ce bavardage n'est pas à la hauteur des trois
Om te besluiten, moet men om
ambtenaar bij het ministerie van
Justitie of politieagent te worden,
of om aan de slag te kunnen in
andere gezagsdepartementen, of
wanneer men een belangrijk ambt
wil bekleden, examens afleggen
en voor die examens slagen.
CRIV 53
COM 008
20/10/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
65
étoiles que portent les colonels avec tant de fierté. Je ne m'exprimerai
pas sur les commentaires que j'ai reçus.
J'ai aussi entendu un collègue de Mme Boulet, M. Gilkinet, qui avait
manifesté autrefois devant les grilles de la base aérienne de
Florennes. Maintenant, il dit qu'il faut faire du bruit pour être entendu.
Cette prise de position est étonnante de la part d'un membre d'un
parti écologiste, mais j'en prends note.
Si je ne me trompe pas, un membre du gouvernement, qui oeuvre en
qualité de secrétaire d'État, avec lequel je siège en Conseil des
ministres, a déclaré: "Il faut un Wallon à la place de De Crem". Je
constate que l'axe bruxello-wallon du Plan B n'intervient pas dans
cette approche, puisqu'il est question d'un Wallon, et non d'un
francophone. Cette demande est très intéressante...
Que le ministre de la Défense soit anversois, hennuyer, bruxellois,
namurois, luxembourgeois, gantois ou qu'il provienne des cantons de
l'Est, il sera toujours confronté à l'exécution d'un plan de
transformation. Et il se retrouvera seul de temps en temps lorsqu'il lui
faudra défendre les intérêts légitimes de la Défense. C'est ce que j'ai
fait. D'ailleurs, je n'ai pas épargné mes enfants! J'ai fermé trois
casernes sur quatre dans ma circonscription électorale de Flandre
orientale.
En Flandre orientale, les effectifs sont passés de 1 000 à 200. Les
autorités locales ont accepté cette décision puisque cela faisait partie
d'un plan global de réforme pour avoir une armée performante.
Chers collègues, il ne faut pas trop faire de bruit, vous avez été mal
informés par quelqu'un qui a raté l'occasion de se taire.
Vervolgens beschouw ik
de
verklaringen van de commandant
van Florennes als geklets. Ik zal
mij niet uitspreken over het
commentaar dat ik heb ontvangen.
De heer Gilkinet, die ooit betoogd
heeft voor de luchtbasis van
Florennes, beweert vandaag dat
om gehoord te worden men lawaai
moet maken. In de mond van een
lid van een groene partij klink die
uitspraak enigszins verrassend.
Een staatssecretaris die samen
met mij in de ministerraad zetelt,
heeft verklaard dat een Waal de
plaats van De Crem moet
innemen. Ik stel vast dat de
Brussels-Waalse as van het
Plan B hier niet meespeelt vermits
er sprake is van een Waal en niet
van een Franstalige. Die vraag is
bijzonder interessant.
Waar hij ook vandaan komt, is de
minister van Defensie af en toe
moederziel alleen wanneer hij de
legitieme
belangen
van
het
departement moet behartigen. Dat
is mij ook overkomen. In mijn
eigen kiesarrondissement Oost-
Vlaanderen heb ik trouwens drie
kazernes op vier gesloten.
De plaatselijke autoriteiten hebben
die
beslissing
aanvaard,
aangezien een en ander deel
uitmaakte
van
een
globaal
hervormingsplan om tot een
performant leger te komen.
Geachte collega's, u moet niet
teveel gerucht maken, u werd
verkeerd
geïnformeerd
door
iemand die de kans gemist heeft
om te zwijgen.
De voorzitter: Het Parlement heeft altijd het laatste woord. Ik zou
durven voorstellen dat iedereen zeer kort repliceert en wij het debat
niet heropenen. Men heeft zijn beklag gedaan en de minister heeft
geantwoord. Men is niet noodzakelijk verplicht om akkoord te gaan
met het antwoord van de minister, maar het debat opnieuw lanceren
heeft weinig zin.
Le président: Nous n'allons pas
rouvrir le débat. Chacun a la
possibilité de répliquer brièvement.
13.12 Annick Ponthier (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, u zult het misschien niet gewoon zijn maar wij willen hier
13.12 Annick Ponthier (VB):
Nous ne doutons pas du fait que le
20/10/2010
CRIV 53
COM 008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
66
toch voor alle duidelijkheid benadrukken dat wij wel vertrouwen
hebben in uw verantwoordelijkheidzin als minister en die van uw
omkadering zodat de juiste man of vrouw op de juiste plaats wordt
gezet. Het wordt hier voorgesteld alsof het een soort van onwil zou
zijn om Franstaligen in een bepaalde positie te kaderen. Wij zijn het
daarmee niet eens.
U zegt dat de cijfers aantonen dat er maatregelen moeten worden
genomen. Voor ons zijn er geen bijkomende inspanningen nodig. De
wetgeving is wat ze is. Het staat iedereen vrij om deel te nemen aan
taalexamens. Het zijn objectieve taalexamens naar ik begrepen heb.
Ik zie hierin dan ook geen enkel probleem. Er zijn in dit geval dan ook
geen extra stimulansen nodig. Wij willen hier zeker geen apart regime
invoeren zoals onder andere collega Ducarme voorstelt.
De uitspraak van de kolonel laten wij voor wat ze is. Wat ons betreft,
is ter zake alles gezegd. Dit wil niet zeggen dat wij zullen nalaten om
tijdens de geplande hoorzittingen onze argumenten kracht bij te
zetten.
ministre
a
le
sens
des
responsabilités. Il n'est toutefois
pas nécessaire de fournir des
efforts
supplémentaires.
La
législation est ce qu'elle est.
Chacun est libre de participer aux
examens linguistiques, qui sont
organisés de manière objective.
Nous ne souhaitons certainement
pas l'introduction d'un régime
distinct et nous laissons au colonel
la responsabilité de ses propos.
13.13 Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, je voudrais dire
d'abord au ministre que son ironie est malvenue et que partout où il
est ironique, je proposerai au président de remplacer les phrases en
question par "Bla, bla, bla". Il est très malvenu en tant que ministre de
la Défense d'être aussi violent dans ses propos à l'égard d'un colonel
de l'armée. C'est irrespectueux et cela nuit à l'image du ministre de la
Défense de charger ainsi un colonel. Je vous le dirai très clairement:
Luc Gennart n'est pas un menteur. Luc Gennart est certainement l'un
de nos meilleurs éléments.
Monsieur le ministre, vous avez cité certains chiffres, je les ai
entendus mais je vais vous répéter le constat auquel nous sommes
arrivés: il y a un déséquilibre linguistique dans le département de la
Défense. Vous l'avez accentué encore en juillet dernier. Vous avez
nommé des néerlandophones, qui n'avaient pas l'aptitude linguistique
requise à la place de francophones qui eux l'avaient. Vous avez
accentué le déséquilibre en matière linguistique en nommant
davantage d'attachés de défense dans nos ambassades. Vous n'avez
pas respecté l'engagement pris devant cette commission de veiller à
réduire le déséquilibre linguistique: vous avez fait l'inverse.
Donc: "Bla, bla, bla". Nous ne nous contenterons pas de blablater lors
de la réunion thématique que nous tiendrons sur le déséquilibre
linguistique dans le département de la Défense ­ qui est un fait.
13.13 Denis Ducarme (MR): Het
is erg misplaatst dat een minister
van Landsverdediging zo'n boude
uitspraken
doet
over
een
legerkolonel. Luc Gennart is
ongetwijfeld een van onze beste
mensen.
Het
taalonevenwicht
in
het
departement Defensie is een feit.
U heeft Nederlandstaligen die niet
aan de taalvereisten voldeden,
benoemd in de plaats van
Franstaligen die er wel aan
voldeden. U heeft de bestaande
wanverhouding nog in de hand
gewerkt door meer defensie-
ttachés te benoemen in onze
ambassades. U beloofde vroeger
in deze commissie te zullen
toezien op het terugdringen van
het bestaande onevenwicht, maar
u heeft uw woord niet gehouden.
13.14 Juliette Boulet (Ecolo-Groen!): Monsieur le ministre, je suis
plutôt déçue par votre réaction, non pas tant sur le fond mais sur la
forme. Je vous sens vexé, piqué au vif et incapable de prendre de la
hauteur par rapport à des propos qui méritent qu'on s'y intéresse. J'ai
rencontré le colonel Gennart et ai visité la base de Florennes, j'ai vu
quelqu'un de totalement dévoué à son travail, qui a consacré toute sa
vie à la chose militaire, qui est loyal et qui a envie de s'en aller après
avoir fait état d'un malaise que vous ne pouvez pas nier et qui dure
depuis des mois. Il ne s'agit pas seulement de la question de
Florennes ou de la flamandisation mais aussi de votre plan de
restructuration de la Défense.
Lorsque je l'ai rencontré il y a plusieurs mois, il m'a fait savoir que sa
13.14 Juliette Boulet (Ecolo-
Groen!): Ik vind de manier waarop
u reageert erg teleurstellend.
Kolonel Gennart heeft gewezen op
het bestaan van een echte
malaise,
die
al
maanden
aanhoudt. Het gaat hier niet alleen
over Florennes of over de
vervlaamsing van het leger, maar
ook over uw herstructureringsplan
van Defensie.
Een aantal militairen heeft niet
CRIV 53
COM 008
20/10/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
67
volonté n'était pas d'en arriver là. Mais s'il ne se sentait pas écouté au
sein même des structures de la Défense, il avait l'obligation voire le
devoir de le faire. Je pense donc que cela mérite un minimum de
respect.
Je vous rappelle qu'il y a quelques mois, beaucoup de militaires ont
manifesté contre votre plan de restructuration mais aussi contre le
manque de transparence et de communication dont vous avez fait
preuve lors de sa mise place.
alleen
tegen
uw
herstructureringsplan
gedemonstreerd, maar ook tegen
uw gebrek aan transparantie en
communicatie tijdens de uitvoering
ervan.
13.15 Patrick Moriau (PS): Monsieur le ministre, je ne souhaite pas
polémiquer. Mais, la forme de votre réponse me met mal à l'aise.
Qu'on le veuille ou non, M. Gennart a parlé et il n'est pas le seul. S'il
n'y avait que lui, je pourrais encore comprendre votre manière de
répondre mais il y en a d'autres. Si nous demandons des auditions,
c'est parce que nous sommes interpellés.
Vous dites qu'il y a moins de candidats francophones qui ont une
connaissance approfondie de la deuxième langue. Pourquoi? C'est
peut-être parce qu'ils savent qu'ils ont très peu de chances d'accéder
à un poste supérieur et qu'ils ne veulent pas s'investir. On peut donc
vous retourner l'argument.
Vous avez noyé le vrai problème dans un ensemble de chiffres. Vous
avez répondu de manière quantitative. Vous avez reconnu ce qu'a dit
M. Gennart : il y a un déséquilibre au niveau des officiers généraux
(64-36, 78-22, 67-33). On ne peut le nier.
Vous n'avez pas répondu qualitativement car il y a aussi l'emploi
qu'on occupe.
Votre réponse ne peut donc pas me satisfaire.
Je ne veux pas polémiquer car je suis de ceux qui pensent que ce
problème est structurel. Il n'en est donc que plus important.
Et je répète que c'est une prérogative des parlementaires de faire des
recommandations, sans entrer dans la caricature que vous avez
donnée à propos des généraux.
13.15 Patrick Moriau (PS): Ik
word ongemakkelijk van de manier
waarop u uw antwoord formuleert.
Naast de heer Gennart hebben
zich nog anderen over de kwestie
uitgesproken. We vragen dat er
hoorzittingen
worden
georga-
iseerd, omdat we met heel wat
vragen blijven zitten.
In uw antwoord heeft u enkel
cijfermateriaal aangedragen. U
heeft de heer Gennart gelijk
gegeven: er is een wanverhouding
bij de opperofficieren.
In uw antwoord had u het niet over
de kwaliteit, want het gaat ook om
het werk dat men uitoefent. Ik kan
dus geen genoegen nemen met
uw antwoord. Daar het om een
structureel probleem gaat, is het
des te prangender.
En aanbevelingen doen is een
voorrecht van de parlementsleden.
13.16 Bert Maertens (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw
antwoord. Het ligt in de lijn van wat ik heb gezegd over gelijke rechten
en gelijke plichten. Het verwondert mij niet dat u dat ook volgt.
Blijkbaar kunnen weinig Franstaligen worden gemotiveerd deel te
nemen aan het examen grondige kennis van de andere landstaal.
Verschillende factoren liggen aan de basis daarvan. Men zou ook de
pensioenleeftijd moeten durven onderzoeken. Een full kolonel kan
met pensioen gaan op de leeftijd van 56 jaar, een generaal op de
leeftijd van 60 jaar. Misschien is ook dat een reden voor het gebrek
aan ambitie om deel te nemen aan die examens.
13.16 Bert Maertens (N-VA): La
réponse correspond à ce que j'ai
dit à propos de l'égalité des droits
et
des
devoirs.
Peu
de
francophones font manifestement
preuve de la motivation nécessaire
pour participer à l'examen portant
sur la connaissance approfondie
de
l'autre
langue
nationale.
Différentes
raisons
peuvent
certainement
expliquer
cette
situation mais il conviendrait peut-
être aussi d'avoir le courage
d'examiner la question de l'âge de
départ à la retraite des full colonels
et généraux.
13.17 Christophe Bastin (cdH): Je vais être très bref, monsieur le 13.17 Christophe Bastin (cdH):
20/10/2010
CRIV 53
COM 008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
68
président. Monsieur le ministre, je dois dire que j'ai été rassuré au
moins sur une de mes questions. Tout d'abord sur l'investissement de
4 280 000 euros dans les cinq ans à venir, c'est déjà un grand pas,
même si ce n'est probablement pas assez. Mais vous n'avez pas
répondu à la question concernant le remplacement des F-16. Ça
c'était la première chose.
La deuxième chose, en ce qui concerne la succession du colonel
Gennard, moi, j'avais l'information; je savais que c'était un
francophone ­ et bien tant mieux si cette personne remplace un autre
francophone. Au niveau de la "flamandisation", vous l'avez très bien
dit: il n'y a pas de cadre linguistique, il y a une règle. Et au niveau des
hauts généraux, vous m'annoncez un 60/40. Or, à ma connaissance,
c'était plutôt un 50/50. Alors, que l'on voit 64 % de néerlandophones
et 36 % de francophones. En ce qui concerne le colonel Gennart, je
vous assure aussi de sa loyauté et du travail qu'il a mené dans
l'intérêt général de notre pays.
De
aankondiging
van
een
investering van 4.280.000 euro in
de komende vijf jaar heeft mij
gerustgesteld, al is dat te weinig. U
hebt evenwel niet geantwoord op
mijn vraag over de vervanging van
de F16-vliegtuigen.
Met
betrekking
tot
de
"vervlaamsing"
bestaan
er
inderdaad geen taalkaders maar
wel een regel. Wat de hogere
generaals betreft, hebt u het over
een 60/40 verdeling. Voor zover ik
weet, was dat veeleer 50/50. De
Nederlandstalingen maken 64 %
uit en de Franstaligen 36 %.
De loyaliteit van kolonel Gennart
lijdt geen twijfel.
13.18 Damien Thiéry (MR): Mijnheer de voorzitter, monsieur le
ministre, je vous remercie, parce qu'au moins nous avons reçu des
chiffres, ce qui n'est pas fréquent.
Je serais tenté de dire, "le colonel", comme vous le dites, "ne raconte
que du blabla" ­ on parle de bilinguisme ­ le blabla, en français, cela
veut dire que, quelque part, vous dites clairement que le colonel
Gennart est un menteur. Et cela, c'est un manque de respect
inacceptable de la part d'un ministre.
Vous dites également ­ si je comprends bien ­ qu'il n'y a pas de
déséquilibre au sein de la hiérarchie. On va réanalyser les chiffres en
profondeur et vous verrez bien que, de notre côté, nous pourrons
vous prouver qu'il y en a. Une chose est sûre, c'est qu'il n'y a pas de
fumée sans feu. Et franchement, je ne voudrais pas être à votre place
quand vous devrez reconnaître votre erreur.
13.18 Damien Thiéry (MR): Ik wil
u bedanken want we hebben
tenminste cijfers gekregen, wat
niet zo vaak gebeurt.
Als u zegt dat de kolonel praat
verkoopt, verslijt u hem eigenlijk
voor leugenaar. En dat is voor een
minister
een
onaanvaardbaar
gebrek aan respect.
Wij zullen de cijfers op een
gedetailleerde manier analyseren
en het u het bewijs leveren dat er
sprake is van een fundamenteel
onevenwicht.
13.19 Valérie Déom (PS): Monsieur le ministre, je prends acte de
votre réponse tout à fait claire ­ et je suppose sans appel ­ quant à la
non-fermeture de la base de Florennes. Je prends acte aussi des
investissements à hauteur de 4 280 000 euros endéans les cinq ans.
Je suppose que cette somme est définitivement acquise, toutes
choses restant égales par ailleurs, au regard des économies
budgétaires qui sont nécessaires. En effet, l'investissement à
Florennes est intimement lié au maintien de la base. Il ne faudrait pas
que, dans quelques mois, on nous dise que, faute de moyens
budgétaires, la fermeture de la base sera inéluctable.
13.19 Valérie Déom (PS): Ik zou
over een paar maanden liever niet
horen dat de sluiting van de basis
onvermijdelijk is bij gebrek aan
budgettaire middelen.
13.20 David Clarinval (MR): Monsieur le président, je ne me
prononcerai pas sur la question de la flamandisation, même si je
partage l'analyse de mes collègues du MR ­ notamment en ce qui
concerne la loyauté du colonel Gennart.
S'agissant de Florennes, je me réjouis de la réponse très claire du
ministre. J'en tire deux conclusions. D'abord, ses déclarations
contredisent ce qui est dit au sein du centre régional d'infrastructure,
13.20 David Clarinval (MR): Het
heel duidelijk antwoord van de
minister staat in schril contrast met
wat er gezegd wordt binnen het
regionaal
centrum
voor
de
infrastructuur, waar de stopzetting
van de investeringen in Florennes
werd aangekondigd. Wij wensen
CRIV 53
COM 008
20/10/2010
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LEGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
69
puisque la fin des investissements à Florennes y a été annoncée. Il va
donc falloir corriger ces informations.
Ensuite, dans ce dossier, nous souhaitons que les arguments
rationnels en faveur du maintien de la base à Florennes ­ c'est-à-dire
la moindre concurrence avec les lignes civiles, la proximité avec la
zone d'entraînement des Ardennes, le faible encombrement des
couloirs aériens ­ pèsent davantage que l'argument subjectif d'une
forte présence militaire flamande dans la base de Beauvechain. Nous
restons donc très attentifs à ce dossier.
dat de rationele argumenten ten
gunste van het behoud van de
basis van Florennes (minder
concurrentie met de civiele lijnen,
nabijheid van de trainingszone van
de Ardennen, mindere bezetting
van de vliegroutes) zwaarder
zouden
doorwegen
dan
het
subjectieve argument van de
sterke
Vlaamse
militaire
aanwezigheid op de basis van
Bevekom.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Er staan nog een resem vragen op onze agenda, maar de minister moet nu weg. Wij zullen
met de diensten contact opnemen om te bepalen wanneer wij een volgende commissievergadering kunnen
beleggen waarop die vragen dan kunnen worden behandeld.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 13.50 uur.
La réunion publique de commission est levée à 13.50 heures.