KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
CRIV 52 COM 802
CRIV 52 COM 802
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTEGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
N
ATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
woensdag
mercredi
24-02-2010
24-02-2010
Voormiddag
Matin
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
Ecolo-Groen!
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales ­ Groen!
FN
Front National
LDD
Lijst Dedecker
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
Open Vld
Open Vlaamse Liberalen en Democraten
PS
Parti Socialiste
sp.a
socialistische partij anders
VB
Vlaams Belang
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 52 0000/000 Parlementair stuk van de 52e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
DOC 52 0000/000
Document parlementaire de la 52e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
PLEN
plenum
PLEN
séance plénière
COM
commissievergadering
COM
réunion de commission
MOT
alle moties tot besluit van interpellaties (op beigekleurig papier)
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
CRIV 52
COM 802
24/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Peter Logghe aan de minister
voor Ondernemen en Vereenvoudigen over "de
overname
van
Belgische
bedrijven
door
buitenlandse bedrijven" (nr. 19305)
1
Question de M. Peter Logghe au ministre pour
l'Entreprise et la Simplification sur "la reprise
d'entreprises
belges
par
des
entreprises
étrangères" (n° 19305)
1
Sprekers: Peter Logghe, Vincent Van
Quickenborne
, minister voor Ondernemen en
Vereenvoudigen
Orateurs: Peter Logghe, Vincent Van
Quickenborne
, ministre pour l'Entreprise et la
Simplification
Vraag van mevrouw Kattrin Jadin aan de minister
voor Ondernemen en Vereenvoudigen over "de
sluiting van het SABAM-agentschap te Weismes"
(nr. 19368)
4
Question de Mme Kattrin Jadin au ministre pour
l'Entreprise et la Simplification sur "la fermeture
de l'agence SABAM à Waimes" (n° 19368)
4
Sprekers: Kattrin Jadin, Vincent Van
Quickenborne
, minister voor Ondernemen en
Vereenvoudigen
Orateurs: Kattrin Jadin, Vincent Van
Quickenborne
, ministre pour l'Entreprise et la
Simplification
Vraag van mevrouw Sofie Staelraeve aan de
minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen
over
"de
eengemaakte
aangifte
voor
auteursrechten en billijke vergoeding" (nr. 19585)
5
Question de Mme Sofie Staelraeve au ministre
pour l'Entreprise et la Simplification sur "la
déclaration unique pour les droits d'auteur et la
rémunération équitable" (n° 19585)
5
Sprekers: Sofie Staelraeve, Vincent Van
Quickenborne
, minister voor Ondernemen en
Vereenvoudigen
Orateurs: Sofie Staelraeve, Vincent Van
Quickenborne
, ministre pour l'Entreprise et la
Simplification
Vraag van mevrouw Liesbeth Van der Auwera aan
de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen
over "het akkoord over een vergoeding voor het
afspelen van muziek binnen ondernemingen" (nr.
19381)
8
Question de Mme Liesbeth Van der Auwera au
ministre pour l'Entreprise et la Simplification sur
"l'accord sur les droits dus pour la diffusion de
musique dans les entreprises" (n° 19381)
8
Sprekers: Liesbeth Van der Auwera, Vincent
Van
Quickenborne,
minister
voor
Ondernemen en Vereenvoudigen
Orateurs: Liesbeth Van der Auwera, Vincent
Van Quickenborne
, ministre pour l'Entreprise
et la Simplification
Vraag van mevrouw Katrien Partyka aan de
minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen
over "de administratieve sancties in het kader van
het consumentenkrediet" (nr. 19552)
11
Question de Mme Katrien Partyka au ministre
pour l'Entreprise et la Simplification sur "les
sanctions administratives dans le cadre du crédit
à la consommation" (n° 19552)
11
Sprekers: Katrien Partyka, Vincent Van
Quickenborne
, minister voor Ondernemen en
Vereenvoudigen
Orateurs: Katrien Partyka, Vincent Van
Quickenborne
, ministre pour l'Entreprise et la
Simplification
Vraag van de heer Peter Logghe aan de minister
voor Ondernemen en Vereenvoudigen over "de
winkeldiefstallen" (nr. 19462)
13
Question de M. Peter Logghe au ministre pour
l'Entreprise et la Simplification sur "les vols à
l'étalage" (n° 19462)
13
Sprekers: Peter Logghe, Vincent Van
Quickenborne
, minister voor Ondernemen en
Vereenvoudigen
Orateurs: Peter Logghe, Vincent Van
Quickenborne
, ministre pour l'Entreprise et la
Simplification
Vraag van de heer Jean-Jacques Flahaux aan de
minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen
over "het Belgisch prijsbeleid" (nr. 19485)
15
Question de M. Jean-Jacq rne,
minister
voor
Ondernemen en Vereenvoudigen
Van Quickenborne, ministre pour l'Entreprise
et la Simplification
Vraag van mevrouw Liesbeth Van der Auwera aan
de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen
over
"de
tarieven
van
SABAM
voor
carnavalsstoeten" (nr. 19159)
20
Question de Mme Liesbeth Van der Auwera au
ministre pour l'Entreprise et la Simplification sur
"les tarifs de la SABAM pour les cortèges
carnavalesques" (n° 19159)
20
Sprekers: Liesbeth Van der Auwera, Vincent
Van
Quickenborne,
minister
voor
Ondernemen en Vereenvoudigen
Orateurs: Liesbeth Van der Auwera, Vincent
Van Quickenborne
, ministre pour l'Entreprise
et la Simplification
CRIV 52
COM 802
24/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
van
WOENSDAG
24
FEBRUARI
2010
Voormiddag
______
du
MERCREDI
24
FÉVRIER
2010
Matin
______
De behandeling van de vragen en interpellaties vangt aan om 11.40 uur. De vergadering wordt voorgezeten
door mevrouw Liesbeth Van der Auwera.
Le développement des questions et interpellations commence à 11.40 heures. La réunion est présidée par
Mme Liesbeth Van der Auwera.
01 Vraag van de heer Peter Logghe aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen over "de
overname van Belgische bedrijven door buitenlandse bedrijven" (nr. 19305)
01 Question de M. Peter Logghe au ministre pour l'Entreprise et la Simplification sur "la reprise
d'entreprises belges par des entreprises étrangères" (n° 19305)
01.01 Peter Logghe (VB): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, waar ik voor vreesde, is uitgekomen. Ik was al bevreesd
voor het feit dat de evolutie in de tijd en de gevolgen voor de
tewerkstelling en het economisch weefsel van België van het
verschijnsel van de overnames van Belgische bedrijven, Vlaamse en
Waalse bedrijven, door buitenlandse bedrijven nergens cijfermatig en
administratief werd bijgehouden.
U hebt dit ook bevestigd in antwoord op een schriftelijke vraag van
mij. Ik heb hierover toch nog een aantal bijkomende vragen.
Ten eerste, u moet toch toegeven dat overnames van eigen bedrijven
niet zo onschuldig zijn als het op het eerste gezicht lijkt? De
overnames gaan gepaard met het verplaatsen van de
beslissingscentra naar het buitenland, met het schrappen van heel
wat banen ten voordele van banen in het buitenland, het opdoeken
van hele afdelingen. Bevestigt u deze zienswijze?
Ten tweede, zou het niet nuttig kunnen zijn om in het licht van het
voorgaande en vooral in het licht van de economische crisis, van de
nieuwe centrale, economische en administratieve Kruispuntbank voor
Ondernemingen gebruik te maken om hierover informatie bij te
houden? Dat lijkt ons belangrijke informatie die de overheid de
gelegenheid kan geven op tijd in te grijpen en die zou kunnen
vermijden dat het economische weefsel van het land in zijn geheel of
in stukken wordt overgenomen of verplaatst.
01.01 Peter Logghe (VB): Quand
des entreprises étrangères repren-
nent des entreprises belges, cela
a des répercussions sur l'emploi.
En réponse à ma question écrite,
le ministre a confirmé qu'il n'existe
aucun chiffre concret permettant
de quantifier ces retombées.
Dans le cadre de telles reprises,
les centres de décision se
déplacent à l'étranger et des
emplois belges sont perdus. Le
ministre en est-il d'accord?
Ne serait-il pas utile de se servir
de la nouvelle Banque-Carrefour
des Entreprises pour indexer les
informations ayant trait à ces
reprises? Il n'est évidemment pas
possible d'empêcher les reprises
mais il serait extrêmement utile
d'archiver
ces
informations
chiffrées. Mesurer, c'est savoir et,
à mon avis, on ne mesure pas
assez.
24/02/2010
CRIV 52
COM 802
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
2
Ik weet wel dat u de overname zelf niet kunt vermijden, maar het zou
toch nuttig zijn dat hierover tenminste cijfermatige informatie wordt
bijgehouden. Meten is weten, zegt men altijd. Dan moet men eerst
meten. Ik heb de indruk dat wij daar toch enkele stukken missen.
01.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw de voorzitter,
collega, u weet dat ons land een klein, maar tegelijk ook zeer open
land is met een open economie. Dat is nog bevestigd door een studie
van het KOF-Instituut in Zwitserland, waaruit bleek dat België het
meest geglobaliseerde land ter wereld is. Dat betekent dus niet alleen
dat wij zeer sterk staan op het vlak van export en import, maar ook
dat buitenlandse investeringen in België en Belgische investeringen in
het buitenland zeer belangrijk zijn voor ons. Dat alles hangt samen
met elkaar.
Naar mijn mening is het niet verstandig om het ene aspect als
negatief te bestempelen en het andere als positief. U weet dat er een
economische theorie bestaat die zegt dat importeren slecht is en
exporteren goed, terwijl importeren echter vaak de kans geeft aan
consumenten om producten aan een lage prijs te kopen. Dat maakt
allemaal deel uit van de concurrentie, die er in bestaat dat de ene de
andere wil overtroeven door betere diensten of goederen aan lagere
prijzen aan te bieden. Dat is het economische spel.
Mijns inziens behoren buitenlandse overnames van maïsbedrijven tot
de normale werking van een wereldeconomie, zoals er ook Belgische
bedrijven zijn die overnames realiseren in het buitenland. Eigenlijk is
de onderliggende theorie die van de economische welvaart en
economische groei die groter en groter wordt. De reden waarom
mensen vandaag tot 80 jaar oud worden en 150 jaar geleden maar
40 jaar oud, is de economische vooruitgang. Een van de belangrijkste
redenen daarvan is de internationale handel en globalisering, die ik
uiteraard steun. Dat zal u geen seconde verbazen.
U verwijst met uw betoog naar het debat over de verankering.
Daarover gaat het. Ik weet dat bepaalde partijen daarvoor in ons land
iets gevoeliger zijn dan andere. Het debat over verankering vind ik
belangrijk, op voorwaarde dat het gaat over de concurrentiepositie
van ons land. Het beste anker dat wij kunnen uitgooien voor bedrijven,
is ervoor zorgen dat België ­ of Vlaanderen, want ik weet dat dit voor
u iets gevoeliger ligt ­ een interessante plaats is om te investeren.
Dan moeten we natuurlijk kijken naar al de verschillende rankings.
Daarbij stellen we vast dat België het beter moet doen. De oproep van
de ondernemers, "laat ons ondernemen", was een terechte oproep.
Als wij concurrentieel willen zijn, dan denk ik dat wij het beter moeten
doen dan de buurlanden Nederland, Frankrijk en Duitsland.
De component loonkosten is bijvoorbeeld wel degelijk een probleem
in ons land. Ik verwijs naar het incident dat nu volop plaatsvindt, het
drama bij Carrefour. Een van de redenen is natuurlijk voor een stuk
mismanagement, maar ook het feit dat het niet normaal is dat een
bedrijf als Carrefour moet concurreren met bedrijven als Colruyt,
Delhaize en andere, met loonkosten die 20 tot 25 % hoger liggen.
Daarvoor betaalt men nu de prijs. De loonkostencomponent is dus wel
degelijk een probleem.
01.02
Vincent
Van
Quickenborne,
ministre:
Une
étude suisse a fait apparaître que
la Belgique est le pays le plus
mondialisé du monde, ce qui a
deux implications: nous sommes
très forts dans le domaine de
l'import-export et les investis-
sements étrangers en Belgique
comme
les
investissements
belges à l'étranger revêtent une
grande importance pour nous.
Il serait déraisonnable de qualifier
tel aspect de négatif et tel autre de
positif. Les reprises étrangères
d'exploitations productrices de
maïs font partie du fonctionnement
normal d'une économie mondiale.
La théorie sous-jacente est celle
d'une croissance constante de la
prospérité économique et de la
croissance économique.
Au fond, M. Logghe fait référence
au débat sur l'ancrage. Ce débat
est important, à condition d'avoir
pour enjeu la compétitivité de
notre pays. Le meilleur ancrage
que nous puissions prévoir au
bénéfice des entreprises consiste
à faire en sorte que la Belgique ­
ou la Flandre ­ soit un lieu
d'investissement attractif.
Il ressort des classements que la
Belgique doit mieux faire. C'est à
juste titre que les entrepreneurs
ont lancé cet appel. Si nous
voulons être compétitifs, nous
devons faire mieux que les pays
qui nous entourent. Le coût
salarial belge pose effectivement
problème. C'est l'une des causes
de la tragédie de Carrefour.
En tant que gouvernement, nous
devons
absolument
faire
le
nécessaire pour être en mesure,
avec les partenaires sociaux et les
Régions et les Communautés, de
consolider la compétitivité de notre
CRIV 52
COM 802
24/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
3
We moeten er dus voor zorgen ­ dat is ook de opdracht van onze
premier ­, samen met de sociale partners, de Gewesten en de
Gemeenschappen, dat wij op lange termijn de concurrentiepositie van
ons land absoluut kunnen versterken. Dat is noodzakelijk. Dat zijn
mijn ideeën. Het is een algemene bedenking, die volgens mij wel de
meest belangrijke is.
Er is inderdaad geen systematische aanmeldingsplicht over
buitenlandse overnames van Belgische ondernemingen, maar er zijn
wel enkele wetten die melding mogelijk of verplicht maken.
Concentraties van ondernemingen, fusies en overnames moeten
worden aangemeld op het moment dat de betrokken ondernemingen
in België samen een totale omzet van meer dan 100 miljoen euro
realiseren en minstens twee van de betrokken ondernemingen in
België elk een omzet van meer dan 40 miljoen euro realiseren. Op de
webstek van de FOD Economie kunnen deze concentraties worden
teruggevonden.
Het Federaal Planbureau en de Nationale Bank hebben heel wat
studies gemaakt over de delokalisatie. Ik verwijs naar een
interessante studie van januari 2009 van het Federaal Planbureau
over de impact van delokalisatie op de werkgelegenheid in ons land
tijdens de periode 1995-2003. Hieruit bleek onder meer dat de
offshoringintensiteit hoger is voor goederen dan voor diensten, wat de
traditionele gerichtheid van delokalisatie op industriële activiteiten
bevestigt.
Uit de resultaten blijkt ook dat noch de delokalisatie van industriële
activiteiten, noch die van dienstverlenende activiteiten een significante
impact heeft gehad op de totale werkgelegenheid, wat mijn
economische stelling bevestigt. Wij zitten echter in de politiek om van
mening te verschillen.
Wat de Kruispuntbank van Ondernemingen betreft, in de wettelijke
opdracht van de KBO 2003 behoort het opvolgen van overnames niet
tot de finaliteit en de missie. Ik heb, ingevolge uw suggestie, wel aan
de Beheersdienst van de KBO gevraagd om na te gaan in welke mate
wij bepaalde cijfergegevens en indicatoren kunnen gebruiken om,
onder meer, de vragen die u gesteld hebt partieel of geheel te
beantwoorden.
pays à long terme.
Il n'existe effectivement aucune
obligation de notification systéma-
tique en cas de reprise étrangère
d'entreprises belges mais certaines
lois permettent ou imposent cette
notification. Je songe à cet égard
à la loi sur la protection de la
concurrence économique en cas
de concentrations d'entreprises,
de fusions et de reprises.
Concentrations
d'entreprises,
fusions et reprises doivent être
notifiées si le chiffre d'affaires total
collectif en Belgique est supérieur
à 100 millions d'euros et si au
moins deux des entreprises
concernées réalisent chacune, en
Belgique, un chiffre d'affaires
supérieur à 40 millions d'euros.
Une étude réalisée en janvier 2009
par le Bureau fédéral du Plan a
notamment fait apparaître que
l'intensité offshore est plus élevée
pour les biens que pour les
services.
En
outre,
ni
la
délocalisation d'activités indus-
trielles ni celle d'activités de
fourniture de services n'ont eu une
incidence majeure sur l'emploi
total.
La
Banque-Carrefour
des
Entreprises n'a pas pour mission
légale d'assurer le suivi des
reprises. J'ai néanmoins demandé
à mes services d'essayer de voir
dans
quelle
mesure
nous
pourrions exploiter ses données
pour
répondre
à
certaines
questions.
01.03 Peter Logghe (VB): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, ik dank u voor uw antwoord. Het venijn zit bij u niet in de
staart, want ik hoorde op het einde een stuk tegemoetkoming aan
mijn vraag. Het verheugt mij dat u de suggestie meeneemt. Ik kan u
onmiddellijk geruststellen. Ik heb geen waardeoordeel uitgesproken,
ook niet in mijn vraagstelling, over het nut of het gevaar van
overnames. Ik zeg alleen dat wij niet kunnen reageren en geen beleid
kunnen voeren, als wij niet weten wat, hoe, hoeveel en in welke
richting er wordt overgenomen. Ik klaag dus het gebrek aan
cijfergegevens aan, zoals ik dat ook in een aantal andere sectoren
heb aangeklaagd. U neemt de suggestie mee. Ik zal het opvolgen.
01.03 Peter Logghe (VB): Je me
réjouis que le ministre suive ma
suggestion. Mon intention n'était
pas de porter un jugement de
valeur sur les reprises mais de
faire
comprendre
qu'il
n'est
possible de mener une politique
que sur la base d'une corbeille
suffisante de chiffres.
L'incident est clos.
24/02/2010
CRIV 52
COM 802
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
4
Het incident is gesloten.
02 Question de Mme Kattrin Jadin au ministre pour l'Entreprise et la Simplification sur "la fermeture
de l'agence SABAM à Waimes" (n° 19368)
02 Vraag van mevrouw Kattrin Jadin aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen over "de
sluiting van het SABAM-agentschap te Weismes" (nr. 19368)
02.01 Kattrin Jadin (MR): Madame la présidente, monsieur le
ministre, dans la foulée du processus de restructuration lancé au sein
de la SABAM, il a été décidé par le conseil d'administration de fermer
définitivement son agence établie à Waimes, dans les cantons de
l'Est.
Cette information m'a été relayée par la ministre de la Culture en
Communauté germanophone dont l'attention avait été attirée par les
acteurs culturels de ma région qui avaient déjà toutes les peines du
monde à s'y retrouver tant l'information donnée sur le site de la
SABAM manquait de précision en allemand, ce qui a déjà causé des
problèmes de compréhension par le passé et risque de mener dans le
futur à de mauvaises applications des dispositions administratives et
légales en vigueur.
Qu'en serait-il, par exemple, si, pour des manifestations diverses
d'ordre culturel, les responsables se voyaient imposer une amende,
parce qu'ils n'auraient pas suffisamment compris lesdites dispositions
applicables?
Cette spécificité doit, selon moi, être respectée et j'espère que cette
décision pourra être retirée.
Monsieur le ministre, mon questionnement est donc le suivant. Aviez-
vous connaissance de la décision de la SABAM? J'imagine que, oui!
Que motive cette décision de fermer l'agence de Waimes? La
SABAM garantira-t-elle un bon service rendu aux organisateurs des
manifestations culturelles en Communauté germanophone?
02.01 Kattrin Jadin (MR): De
raad van bestuur van SABAM
heeft beslist het agentschap in
Weismes, in de Oostkantons, te
sluiten. De cultuurbeoefenaars uit
mijn regio hadden al alle moeite
van de wereld om hun weg te
vinden op de Duitstalige site van
SABAM, omdat die bijzonder
onduidelijk is. Door die sluiting
bestaat het gevaar dat de
geldende wettelijke en adminis-
tratieve bepalingen nog slechter
zullen worden toegepast. Wat
gebeurt er als de organisatoren
een boete krijgen, omdat ze de
toepasselijke
bepalingen
niet
hebben begrepen? Onze eigen-
heid dient te worden gerespec-
teerd. Waarom wordt het agent-
schap in Weismes gesloten? Zal
SABAM een goede dienstverlening
blijven verlenen aan de organisa-
toren van culturele evenementen
in de Duitstalige Gemeenschap?
02.02 Vincent Van Quickenborne, ministre: Madame la présidente,
madame Jadin, la décision de la SABAM de fermer son agence de
Waimes m'a été communiquée. Son website précise d'ailleurs que les
demandes d'utilisation du répertoire doivent désormais, pour les
provinces de Liège et du Luxembourg, être adressées à son siège
social à Bruxelles.
De manière générale, la SABAM a motivé la restructuration de son
réseau d'agences, opérée depuis plusieurs années, par le souhait de
réduire ses coûts, en centralisant à son siège social situé à Bruxelles
les activités d'octroi des autorisations et de facturation auparavant
confiées à ses agences. Les agences sont ainsi progressivement
remplacées par des bureaux locaux où les agents commerciaux
s'occuperont encore des activités de prospection, d'information et de
contrôle.
La fermeture de l'agence de Waimes s'inscrit dans cette opération de
restructuration qui est déjà réalisée en Wallonie, à Bruxelles, à Anvers
et dans le Brabant flamand. Ce n'est donc pas une question
communautaire. Même si vous ne l'avez pas suggéré, madame Jadin,
d'autres questions peuvent surgir d'ailleurs!
02.02 Minister Vincent Van
Quickenborne: Om de kosten te
drukken herstructureert SABAM
haar kantorennetwerk en centra-
liseert ze de diensten voor het
verlenen van vergunningen en de
facturering
ervan
in
haar
hoofdkantoor in Brussel. De
agentschappen worden geleidelijk
vervangen door lokale kantoren,
waar handelsagenten nog aan
prospectie
doen,
informatie
verstrekken
en
controletaken
uitoefenen. Deze herstructurering
is al uitgevoerd in Wallonië,
Brussel, Antwerpen en Vlaams-
Brabant.
Het
is
dus
geen
communautaire aangelegenheid.
Wat
de
kwaliteit
van
de
dienstverlening aan de organisa-
toren van culturele manifestaties in
CRIV 52
COM 802
24/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
5
Quant à la seconde partie de la question relative à la qualité du
service rendu aux organisateurs des manifestations culturelles en
Communauté germanophone, la SABAM m'a fait savoir qu'elle
dispose de deux collaborateurs germanophones à Eupen et de
collaborateurs germanophones au siège social. Par ailleurs, les
principaux documents seront traduits en langue allemande.
de
Duitstalige
Gemeenschap
betreft, beschikt SABAM over twee
Duitstalige medewerkers in Eupen
en Duitstalige personeelsleden in
de zetel van de vereniging. De
belangrijkste documenten worden
in het Duits vertaald.
02.03 Kattrin Jadin (MR): Il y a des collaborateurs à Eupen qui
parlent l'allemand?
02.04 Vincent Van Quickenborne, ministre: Oui.
02.05 Kattrin Jadin (MR): Depuis quand cette antenne est-elle
implantée à Eupen?
02.06 Vincent Van Quickenborne, ministre: Je ne sais pas. Nous
allons nous renseigner et vous communiquer la réponse
ultérieurement.
02.07 Kattrin Jadin (MR): (...) (hors micro)
02.08 Vincent Van Quickenborne, ministre: Vous ne savez pas où
elle se situe. Je crois que si vous cherchez des informations via le
moteur de recherche Google, vous pourrez trouver l'information. Mais
nous vous les communiquerons.
02.09 Kattrin Jadin (MR): C'est très gentil. Je vous en remercie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Ik heb net de vraag van het kabinet gekregen om de vraag van mezelf en die van mevrouw
Staelraeve alsnog op te splitsen, omdat haar vraag echt slaat op de aangifte zelf, terwijl mijn vraag veeleer
gaat over het akkoord. Ik stel daarom voor dat zij nu haar vraag stelt. Daarna kan ik mijn vraag stellen.
03 Vraag van mevrouw Sofie Staelraeve aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen over
"de eengemaakte aangifte voor auteursrechten en billijke vergoeding" (nr. 19585)
03 Question de Mme Sofie Staelraeve au ministre pour l'Entreprise et la Simplification sur "la
déclaration unique pour les droits d'auteur et la rémunération équitable" (n° 19585)
03.01 Sofie Staelraeve (Open Vld): Mijnheer de minister, er is toch
wel een rare situatie opgedoken, die niet zo eenvoudig is, in verband
met de eengemaakte aangifte, die er eind vorig jaar gekomen is.
Een bedrijf met een ruimte die uitsluitend toegankelijk is voor het
personeel, moet twee gebruikslicenties aanvragen: een bij Sabam
voor auteurs en componisten en een bij Simim. Wanneer een bedrijf
handelsruimtes heeft die toegankelijk zijn voor het publiek, dan
moeten er eveneens twee gebruikslicenties aangevraagd worden,
namelijk bij Sabam en bij de dienst bevoegd voor de billijke
vergoeding.
Dat
alles
gebeurt
via
de
website
eengemaakteaangifte.be. Dat is natuurlijk een mooi verhaal. Het laat
uitschijnen dat alles in een keer kan gebeuren. In de praktijk merkt
een aantal bedrijven dat dat niet zo verloopt.
Ik vernoem een concrete, onduidelijke situatie van een bedrijf met
03.01 Sofie Staelraeve (Open
Vld):
Sur
le
site
internet
declarationunique.be est créée
l'impression que les entreprises
peuvent demander les deux
licences d'utilisation en une seule
fois mais, dans la pratique, la
procédure est plus complexe. Les
entreprises dont l'espace est
accessible
uniquement
aux
membres du personnel doivent
demander une licence d'utilisation
auprès de la SABAM et de la
Simim, alors que les entreprises
accessibles au public doivent faire
cette demande auprès de la
24/02/2010
CRIV 52
COM 802
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
6
zowel een ruimte die publiek toegankelijk is, als een ruimte die niet
publiek toegankelijk is.
Hoeveel licenties moet dat bedrijf dan aanvragen? Moet dat bedrijf,
met andere woorden, twee keer, of zelfs vaker, die procedure
doorlopen? Zo ja, waarom is dat zo? Waarom kan dat niet in een keer
geregeld worden?
Ten tweede, hoe komt het dat een licentie voor niet-publiek gebruik
aangevraagd moet worden bij Sabam en Simim, terwijl een licentie
voor publiek gebruik bij Sabam en de dienst bevoegd voor de billijke
vergoeding aangevraagd moet worden? De billijke vergoeding werkt
immers overkoepelend. Dat is dus een rare constellatie, waarbij voor
een bepaald type ruimte een gedeeltelijke billijke vergoeding
aangevraagd moet worden, maar voor een ander type ruimte een
volledige billijke vergoeding. Graag kreeg ik wat duidelijkheid
daarover.
SABAM et auprès du service
responsable
en
matière
de
rémunération équitable.
Combien
de
licences
doit
demander une entreprise qui
dispose à la fois d'un espace
accessible au public et d'un
espace privé? Combien de fois
pareille entreprise doit-elle suivre
la
procédure
et
pourquoi?
Pourquoi faut-il demander les
licences
auprès
d'institutions
différentes?
03.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw de voorzitter,
collega, het is niet helemaal correct dat er nu 4 licenties zouden
bestaan voor muziek in voor het publiek toegankelijke plaatsen en
voor muziek in plaatsen die enkel voor het personeel toegankelijk zijn.
SABAM en Simim hebben zich namelijk voor muziek in plaatsen die
enkel voor personeel toegankelijk zijn, verenigd onder de naam
Unisono. Dat betekent dat er één aangifte moet gebeuren, dat beide
beheersvennootschappen één licentie uitreiken en dat er één factuur
wordt verstuurd. Op de factuur wordt het tarief van SABAM en Simim
nog wel uitgesplitst, om duidelijk te maken aan de onderneming welk
bedrag naar welke beheersvennootschap zal gaan. Daar is er dus één
licentie.
Voor muziekgebruik in voor het publiek toegankelijke plaatsen blijven
SABAM en Simim voorlopig aparte licenties uitreiken en aparte
facturen uitschrijven. Daar zijn er dus twee licenties. Een plus twee is
drie en niet vier. Vanaf 1 januari kan de onderneming de licenties
echter
centraal
aanvragen
via
de
website
www.eengemaakteaangifte.be. Die vraag is al lang gesteld, onder
meer door UNIZO en andere organisaties.
De Unisonoaangifte is enkel noodzakelijk wanneer muziek wordt
meegedeeld in ruimtes die uitsluitend voor het personeel toegankelijk
zijn. De ruimtes waarin zowel publiek als personeel aanwezig zijn,
zoals de kapperszaak, vallen onder de bestaande SABAM-licenties en
de betaling van de billijke vergoeding. Daarvoor dient geen
Unisonoaangifte te gebeuren, anders zou er sprake kunnen zijn van
een dubbele betaling.
De billijke vergoeding voor het gebruik van muziek in ruimten
toegankelijk voor het publiek heeft in ieder geval betrekking op zowel
Uradex als Simim. Beide beheersvennootschappen ontvangen
precies de helft van de geïnde bedragen, zoals dat is verankerd in
artikel 43 van de auteurswet. Voor het gebruik van muziek in niet voor
het publiek toegankelijke ruimten beroepen de producenten, bij
monde van Simim, zich op een exclusief recht, zoals bepaald in
artikel 39, § 1 van de auteurswet, en niet op de billijke vergoeding.
De
uitvoerende
kunstenaars
die
door
Uradex
worden
vertegenwoordigd, beschikken op basis van artikel 35, § 1 van de
03.02
Vincent
Van
Quickenborne, ministre: Pour la
diffusion de musique dans des
lieux exclusivement accessibles
au personnel, la SABAM et la
Simim octroient une licence
unique
dénommée
"Unisono",
pour
laquelle
ces
sociétés
envoient une seule facture. Leurs
tarifs
respectifs
apparaissent
néanmoins distinctement sur cette
facture, afin que les entreprises
sachent clairement quels montants
elles versent à l'une et à l'autre de
ces sociétés de gestion.
Pour la diffusion de musique dans
des lieux également accessibles
au public, comme les salons de
coiffure, la SABAM et la Simim
continuent
provisoirement
à
octroyer des licences distinctes et
à envoyer des factures distinctes
également.
Les
entreprises
concernées ne doivent donc pas
faire de déclaration Unisono.
Depuis
le
1
er
janvier,
les
entreprises
peuvent
toutefois
demander leurs licences de
manière centralisée en utilisant le
site www.declarationunique.be.
En ce qui concerne la diffusion de
musique
dans
des
lieux
accessibles au public, Uradex, la
société de gestion qui perçoit la
"rémunération équitable" et qui
représente les artistes exécutants,
et la SABAM reçoivent chacune
précisément
la
moitié
des
CRIV 52
COM 802
24/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
7
auteurswet eveneens over een exclusief recht, maar uitvoerende
kunstenaars kunnen vrij over hun exclusieve rechten beschikken en
dragen die vaak aan de producenten over, soms bewust, maar vaak
ook in het kader van een ondergeschikte onderhandelingspositie ten
aanzien van de producenten. Uradex kan de uitvoerende kunstenaar
uiteraard alleen vertegenwoordigen voor de rechten waarvan de
artiest geen afstand heeft gedaan. Daarom werd door Uradex
onderhandeld dat hun leden, op grond van een contractuele relatie
met de producenten van Simim, een deel van de door Simim geïnde
rechten zouden ontvangen voor het gebruik van muziek op de
werkvloer op plaatsen die niet toegankelijk zijn voor het publiek. De
uitvoerende kunstenaars aangesloten bij Uradex, zijn in dat geval
aangewezen op een contractuele relatie met de producenten die zijn
aangesloten bij de beheersvennootschap Simim.
montants perçus, conformément
aux dispositions de l'article 43 de
la loi relative aux droits d'auteur.
Les artistes exécutants cèdent
souvent
leurs
droits
aux
producteurs. Pour les droits qu'ils
n'ont pas cédés, Uradex peut les
représenter. Au terme d'une
négociation avec les producteurs
affiliés à la Simim, Uradex a
d'ailleurs
obtenu
que
ses
membres reçoivent également une
partie des droits perçus par la
Simim pour la diffusion de
musique dans des lieux non
accessibles au public.
03.03 Sofie Staelraeve (Open Vld): Mijnheer de minister, ik dank u
voor de verduidelijking van het trapsgewijze systeem. Ik blijf de
situatie een beetje onduidelijk vinden voor een zelfstandige die zowel
een ruimte heeft waar enkel personeel komt, als een ruimte waar
publiek komt. Hij valt onder het oude systeem, zegt u?
03.03 Sofie Staelraeve (Open
Vld): Je note qu'il s'agit d'un
système graduel, mais pour les
indépendants qui ont à la fois des
locaux réservés au personnel et
des locaux accessibles au public,
je trouve que la situation reste
assez confuse.
03.04 Minister Vincent Van Quickenborne: (zonder micro)
03.05 Sofie Staelraeve (Open Vld): Dus er is een aangifte wanneer
een bedrijf twee verschillende soorten ruimtes heeft? Daarover
bestaat nogal wat onduidelijkheid. Aangezien u niet van
onduidelijkheid houdt, vraag ik u om dat uit te klaren. Misschien moet
het worden gecommuniceerd.
03.06 Minister Vincent Van Quickenborne: Ja, goed.
Bestaat daar echt zoveel verwarring over?
03.06
Vincent
Van
Quickenborne,
ministre:
La
situation est-elle à ce point
confuse?
03.07 Sofie Staelraeve (Open Vld): Ik heb daar heel veel signalen
over gekregen. Er is onduidelijkheid. Ze moeten op een website een
eengemaakte aangifte doen. Dat wekt de indruk dat er maar een
aangifte moet worden gedaan.
Bovendien krijgt men twee facturen. Dat is wel duidelijk, want het gaat
enkel om de aangifte en niet om het hele proces.
03.07 Sofie Staelraeve (Open
Vld): J'ai eu de nombreux échos à
ce sujet. Le site web unique donne
l'impression aux commerçants
qu'ils ne doivent faire qu'une
déclaration unique. Ils ne savent
pas s'ils doivent indiquer `un' ou
`deux'.
03.08 Minister Vincent Van Quickenborne: (zonder micro)
03.09 Sofie Staelraeve (Open Vld): De onduidelijkheid bestaat erin
dat men niet weet of men een of twee moet aanduiden.
03.10 Minister Vincent Van Quickenborne: (zonder micro)
03.11 Sofie Staelraeve (Open Vld): Dan wordt het bijzonder
ingewikkeld. Het gaat om de specifieke situatie waarbij de beide
24/02/2010
CRIV 52
COM 802
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
8
soorten ruimtes aanwezig zijn.
03.12 Minister Vincent Van Quickenborne: (zonder micro)
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Liesbeth Van der Auwera aan de minister voor Ondernemen en
Vereenvoudigen over "het akkoord over een vergoeding voor het afspelen van muziek binnen
ondernemingen" (nr. 19381)
04 Question de Mme Liesbeth Van der Auwera au ministre pour l'Entreprise et la Simplification sur
"l'accord sur les droits dus pour la diffusion de musique dans les entreprises" (n° 19381)
04.01 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Ik zal het nog wat
moeilijker maken. Mijn vraag gaat over het akkoord dat in
november 2009 over het afspelen van muziek binnen ondernemingen
werd gesloten.
Mijnheer de minister, ik zal niet letterlijk terugvallen op mijn
schriftelijke vraag. U antwoordde zopas aan collega Staelraeve dat er
een onderscheid is tussen ondernemingen met lokalen voor publiek
en personeel en met lokalen voor personeel. In de
ondernemerswereld leven daaromtrent inderdaad heel wat vragen en
bedenkingen ten gevolge van de onduidelijkheden.
Men is wat teleurgesteld over SABAM wat de uitvoering van het
akkoord van november 2009 betreft. De ondernemingen hebben er
geen probleem mee dat er een vergoeding moet worden betaald voor
het publiek afspelen van muziek. Dat zou echter mogen berekend
worden op basis van het aantal personeelsleden dat daadwerkelijk
naar muziek luistert. U haalde net het voorbeeld aan van een
kapperszaak. Het personeel daar maakt het gros uit van de mensen
die tewerkgesteld zijn in de onderneming. Ik kan mij echter voorstellen
dat iemand af en toe halftijds wat producten herschikt in een
magazijntje achterin. De onderneming moet dan op de volle 100 %
tewerkstelling een vergoeding betalen. U weet dat dat steeds een
heikel punt is geweest.
Mijn verwondering was groter toen ik vorige week van het kabinet de
mededeling kreeg, in antwoord op mijn vraag hoe het zat voor de
social profit, dat er voor die sector wel in uitzonderingen wordt
voorzien. Ik heb dat akkoord kunnen doornemen. Ik heb het van de
heer Verhoest gekregen. Men neemt daar niet het totale
personeelsbestand zoals het in de sociale balans zit. Men maakt een
uitzondering voor de VTE's. Daar wordt dat verminderd voor de
zorgverstrekkers, de hulpverleners en de begeleiders. Ik maak mij er
dan ook bezorgd over dat men verschillende berekeningswijzen
hanteert, terwijl alle categorieën toch verplicht zijn een bijdrage te
betalen. Dat lijkt mij objectief heel moeilijk te verantwoorden.
Ik wil hier niet weer met een beschuldigende vinger naar SABAM
wijzen. We hebben die discussie gevoerd en we weten dat men die
vergoeding
moet
betalen.
Anderzijds
is
SABAM
als
beheersmaatschappij gerechtigd om te bepalen hoe zij dat gaat doen.
Ze moet echter de regels van billijkheid in acht nemen. Toen de
vergoeding voor muziek in ondernemingen gelanceerd werd, had men
het ook over de kindercrèches. We zien dat SABAM nu de stelling
hanteert dat muziek afspelen met een oortje publiek afspelen is. Als
04.01 Liesbeth Van der Auwera
(CD&V): Ma question porte sur
l'accord conclu en novembre 2009
sur la diffusion de musique dans
les entreprises.
Les entrepreneurs jugent le calcul
totalement imprécis et également
injuste. Ils ne sont pas opposés au
paiement d'une redevance pour la
diffusion publique de musique,
mais le calcul doit être effectué sur
la base du nombre de personnes
écoutant
réellement
de
la
musique. Il existe en outre des
exceptions comme dans le secteur
social où l'effectif total n'est pas
pris en considération. D'un point
de vue objectif, la distinction me
semble difficile à justifier.
La SABAM doit agir avec équité.
Elle assimile l'écoute de la
musique à l'aide d'une oreillette à
une diffusion publique, la cabine
d'un poids lourd à une entreprise
et la diffusion de musique dans un
bureau hébergeant une ou deux
personnes
à
une
diffusion
publique. Cela vire à l'absurde.
Une renégociation des conditions
est-elle envisageable? Il me
semblait qu'en vertu de la
convention signée en novembre,
toute
entreprise
pouvant se
prévaloir
d'une
situation
particulière était autorisée à
négocier avec la SABAM. Or cette
dernière
affirme
à
présent
manifestement le contraire.
Comment faut-il interpréter la
notion de "lieu de travail"? Peut-on
renégocier
le calcul de la
CRIV 52
COM 802
24/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
9
een transportbedrijf zijn chauffeurs muziek laat afspelen in de cabine,
stelt men dat gelijk met de bedrijfsvloer. Dat wordt mee in aanmerking
genomen en is geen private sfeer. In kantoren met een of twee
werknemers gaat het eveneens om publiek afspelen van muziek. Ik
zie hier een paar collega's gniffelen, maar het wordt tot in het absurde
toe doorgetrokken. Ik vind dat dat niet meer billijk is tegenover de
ondernemingen.
Dan komt SABAM dat dan ook nog eens op die manier te werk gaat.
Ik meen dat u net als ik die houding van SABAM niet kan appreciëren.
Ik zou dus graag weten, mijnheer de minister, of er een mogelijkheid
is opnieuw over die dingen te onderhandelen? Ik zal niet zeggen dat u
- of mensen van uw kabinet ­ zich in de zak hebt laten zetten, maar
naar mijn aanvoelen wordt er in de overeenkomst van november
uitdrukkelijk bepaald dat men per onderneming vrij is te
onderhandelen met SABAM als men kan aantonen dat de situatie er
afwijkt. Bijvoorbeeld als men kan aantonen dat zoveel procent
helemaal niet naar muziek luistert in de onderneming.
Collega Staelraeve zal dit ook wel al gehoord hebben. Nu blijkt dat
SABAM tegen ondernemingen die de moeite doen een individuele
regeling af te sluiten zegt dat dit niet kan. Muziek op de werkvloer
wordt berekend op basis van het aantal personeelsleden in dienst,
bijvoorbeeld op basis van de sociale balans van 2009. Volgens
SABAM laat de regeling geen uitzondering toe, of een andere
berekening op basis van het aantal personeelsleden dat
daadwerkelijk naar muziek luistert. Als SABAM op die manier met dit
akkoord omgaat, strookt het volgens mij niet met wat u wou bekomen
toen u dat akkoord afsloot.
Ik verneem dus graag van u het volgende, mijnheer de minister. Ten
eerste, hoe moet "de werkvloer" geïnterpreteerd worden? Ten
tweede, is er een mogelijk opnieuw te onderhandelen over de
berekening? Het hoeft zelfs niet per se op voorwaarde dat die
formulering daadwerkelijk uitvoering krijgt waarin wordt gesteld dat
bedrijven een uitsluiting kunnen vragen op basis van hun eigen
specifieke situatie. Als dat niet gebeurt, meen ik dat wij in de richting
moeten evolueren van het akkoord dat vorige week werd afgesloten
met de social profitsector.
Ik had dus graag uw mening daarover gekend, mijnheer de minister.
Het is ook van belang te weten wat door onze ondernemingen ­ niet
alleen de distributiesector maar al onze ondernemingen ­ als
vergoeding voor het spelen van muziek in publieke ruimtes betaald
wordt aan SABAM. Als u daar geen overzicht van hebt, is het dan niet
mogelijk in het belang van het dossier zo'n overzicht op te stellen?
Ik weet het, dit was een lange vraag. Ik vind het een belangrijke
vraag. Ik krijg daar veel telefoontjes, mails en dergelijke over. Aan u,
mijnheer de minister, om een antwoord te geven.
redevance? Sinon, nous devons
évoluer dans le sens de l'accord
conclu la semaine passée avec le
secteur non marchand.
Quelles sommes nos entreprises
versent-elles à la SABAM pour la
musique
diffusée
dans
des
espaces publics? S'il n'existe
aucun tableau récapitulatif, ne
devrait-on pas en créer un?
04.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw de voorzitter,
collega, het akkoord waarnaar u verwijst, is een akkoord dat wij mee
hebben gefaciliteerd. Het is een akkoord tussen twee private
instanties of groepen: enerzijds de beheersvennootschappen SABAM
en SIMIM en anderzijds de werkgeversorganisaties VBO, UNIZO,
NSZ, UCM en LVZ. Ik heb die gesprekken gefaciliteerd toen er kritiek
gekomen was op de modaliteiten van de inning door SABAM en
04.02
Vincent
Van
Quickenborne,
ministre:
Cet
accord dont nous avons facilité la
conclusion réunit deux instances
ou groupes privés: les sociétés de
gestion
et
les
organisations
patronales. Le secteur de la
24/02/2010
CRIV 52
COM 802
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
10
SIMIM.
Ook de distributiesector was vertegenwoordigd, omdat het VBO
uiteraard Fedis, de Federatie van de Distributie, als lid heeft en haar
mee in de onderhandelingen betrokken heeft. Hoewel, zoals u zelf
gezegd hebt, de beheersvennootschappen strikt gezien niet verplicht
kunnen worden tot dergelijke gesprekken, leidt de onderhandeling er
wel toe dat zoveel als mogelijk rekening gehouden wordt met de
legitieme eisen van al die verschillende gebruikers en de
verschillende parameters. Het is inderdaad een moeilijke
evenwichtsoefening.
Ik zie het bereikte akkoord als een kaderakkoord, waarbij er zoveel
mogelijk getracht werd om in parameters te voorzien, die algemeen
toepasbaar waren. De partijen gingen ermee akkoord dat het aantal
voltijdse equivalenten een van de enige criteria is die algemeen
toepasbaar is, over de grenzen van de sectoren. Tegelijkertijd werd
door de partijen erkend dat het aantal VTE's dat gebruikt wordt om
het tarief te bepalen uitsluitend een tariefreferentie is en geen
weergave van het reële muziekgebruik in de ondernemingen.
Met de eenheid van de distributiesector werd rekening gehouden bij
het bepalen van de maximumbedragen, de plafonds. Voor de
vergoeding aan SABAM bedraagt het maximum 10 000 euro en voor
de vergoeding aan SIMIM 5 000 euro. Het akkoord bepaalt daarnaast
uitdrukkelijk dat het elke individuele onderneming, zoals u zelf gezegd
hebt, vrij staat om de tarieven al dan niet te aanvaarden en dus een
andere
regeling
uit
te
werken,
in
overleg
met
de
beheersmaatschappijen.
Ik heb niet de indruk ­ ik zie dat er mensen van de
ondernemersfederaties hier aanwezig zijn ­ dat er op dit ogenblik
vragen zijn. Mocht dat het geval zijn, dan wil ik opnieuw de
gesprekken faciliteren, zoals ik dat ook gedaan heb voor de non-
profitsector. Ik meen dat het belangrijk is dat er opnieuw wordt
gesproken, als er iemand de consensus in vraag stelt. Wat betreft de
voorbeelden waarnaar u, niet zozeer in uw schriftelijke vraag, maar in
uw mondelinge toelichting verwees, wij moeten natuurlijk niet de
absurditeit gaan opzoeken. Ik denk dat het gezond verstand ook in
hoofde van SABAM moet worden gehanteerd. Ik heb ooit eens
smalend gezegd dat wij geen auteursrecht moeten betalen, als ik in
het Parlement een liedje van een bekend artiest fluit. U weet dat er bij
mij altijd een liedje opkomt, als ik 's morgens in de douche sta. Het is
moeilijk om dat uit mijn hoofd te krijgen, maar als wij daarop
auteursrechten moeten betalen, dan is dat natuurlijk vergezocht.
Uw laatste vraag. Het aandeel van vergoedingen dat de
distributiesector voor zijn rekening neemt, is niet bekend bij mij FOD,
noch bij SABAM omdat de inningen niet geregistreerd worden per
sector maar wel per categorie van inning. Om te achterhalen welk
aandeel de distributiesector vertegenwoordigt in het geheel van de
inningen met betrekking tot de tarieven voor muziek in publiek
toegankelijke ruimtes zou voor elk bedrijf apart, dat van zichzelf
meent dat het tot de distributiesector behoort en waar wordt geïnd,
moeten worden geregistreerd dat het een transactie betreft die
betrekking heeft op de distributiesector. Dit gebeurt op dit ogenblik
niet.
distribution
était
également
représenté. Formellement, les
sociétés de gestion ne sont pas
tenues de participer à de telles
discussions, mais elles permettent
toutefois
une
prise
en
considération
maximale
des
exigences légitimes des différents
utilisateurs ainsi que des différents
paramètres.
Je considère cet accord comme
un accord-cadre. Les parties ont
admis que le nombre d'équivalents
temps plein était un critère
applicable en guise de tarif de
référence, sans être cependant un
reflet de l'utilisation réelle de la
musique.
La
fixation
des
montants
maximums, soit 10 000 euros pour
la SABAM et 5 000 euros pour la
Simim, a pris en considération
l'unité du secteur de la distribution.
L'accord stipule expressément que
les
entreprises
individuelles
peuvent accepter les tarifs ou
élaborer un autre accord avec les
sociétés de gestion.
Si le consensus est remis en
cause, il est important de rouvrir
les discussions.
Inutile de chercher les situations
les
plus
absurdes,
il
faut
également que la SABAM fasse
preuve de bon sens.
Les rétributions ne sont pas
enregistrées par secteur mais par
catégorie. Pour connaître la part
du secteur de la distribution, il
faudrait pour chaque entreprise de
ce secteur indiquer qu'il s'agit
d'une transaction du secteur de la
distribution, ce qui n'est pas le cas
actuellement.
En toute honnêteté, j'ai lu cette
réponse mais je trouve qu'à notre
époque, il faut pouvoir distiller
l'information. Nous évaluerons, par
le biais de la Banque-Carrefour
des
Entreprises
et
des
Déclarations,
le
montant
approximatif
des
rétributions
CRIV 52
COM 802
24/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
11
Ik ga eerlijk zijn. Ik heb dit antwoord gelezen. Ik vind dat het in tijden
van internet en elektronische aangiftes een kleintje moet zijn om dat
te kunnen distilleren. Ik weet niet waarom men dit hier zo zegt. Ik
neem echter geen afstand van mijn excellente medewerker, laat
staan van de administratie maar ik stel toch voor dat mijn goede
vriend Michael, die naast mij zit, tracht te achterhalen, op basis van de
Kruispuntbank Onderneming en Aangiftes, wat bij benadering de
vergoedingen zijn die worden betaald. Wij gaan u dit bezorgen.
Als er vragen zijn vanuit de sector van de ondernemingsorganisaties
om dat te herbekijken en als er echt problemen zijn, ben ik bereid om
rond de tafel te gaan zitten en te bekijken of wij eventueel bepaalde
dingen kunnen herbekijken. Uiteraard moet het de bedoeling zijn om
de consensus tussen de verschillende organisaties opnieuw op te
bouwen.
acquittées.
Si problème il y a, je suis disposé
à
l'analyser.
Le
but
est
évidemment
de
rétablir
le
consensus entre les différentes
organisations.
04.03 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mijnheer de minister,
bedankt voor uw antwoord. U weet uit het verleden dat wij op dezelfde
golflengte zitten wat SABAM betreft. Er zijn een aantal absurditeiten
aangehaald. Het zou goed zijn dat er duidelijkheid wordt gecreëerd
omtrent de bewoordingen van die overeenkomst. Als de bereikte
consensus om naar aanleiding van een specifieke situatie een
uitzondering te vragen dode letter blijft bij SABAM, moet het akkoord
worden herbekeken zoals voor het akkoord voor de social profit.
Hetzelfde geldt voor het begrip werkvloer. Bepaalde absurditeiten
kunnen echt niet. Als SABAM op die manier te werk blijft gaan zowel
ten opzichte van het onderwijs, de verenigingen, de bedrijven, zorgt
de maatschappij ervoor dat het draagvlak in de samenleving verdwijnt
om een vergoeding te betalen. Ik vrees ­ wij hebben dit in het
onderwijs gezien en zien het ook in andere sectoren ­ dat men zich
ervan gaat afkeren en dan zijn wij verder van huis dan nu het geval is.
SABAM moet dus dringend worden gewezen op de uitdrukking "leven
en laten leven". Dit geldt voor iedereen. Ik denk dat de auteurs er
geen belang bij hebben dat hun muziek niet meer wordt gedraaid. Die
zaken moeten op een of andere manier toch verder worden
uitgeklaard. Ik reken op u, mijnheer de minister, dat u daarvoor het
nodige zult doen, minstens SABAM daarover zult aanspreken en de
partijen terug bij mekaar zult zetten. U verwees naar een plafond. Er
zijn maar een beperkt aantal ondernemingen die boven dit plafond
uitkomen. Als u cijfermateriaal opvraagt, zou dit volgens mij ook wel
duidelijk worden. Ik denk dan ook dat er toch nog wel wat werk aan de
winkel is.
04.03 Liesbeth Van der Auwera
(CD&V): La formulation de l'accord
mérite
une
attention
toute
particulière. Si l'exception pour
une situation particulière reste
lettre morte, l'accord doit être
réexaminé. Sans quoi l'adhésion
de la société à l'acquittement
d'une
rétribution
risque
de
disparaître.
Les auteurs n'ont aucun intérêt à
ce que leur musique ne soit plus
écoutée. La SABAM doit en
prendre conscience. Le nombre
d'entreprises dépassant le plafond
est limité. Il y a encore du pain sur
la planche.
04.04 Minister Vincent Van Quickenborne: (...)
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Ik geef nu, met het akkoord van de heer Logghe, het woord aan mevrouw Partyka.
05 Vraag van mevrouw Katrien Partyka aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen over
"de administratieve sancties in het kader van het consumentenkrediet" (nr. 19552)
05 Question de Mme Katrien Partyka au ministre pour l'Entreprise et la Simplification sur "les
sanctions administratives dans le cadre du crédit à la consommation" (n° 19552)
05.01 Katrien Partyka (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, u hebt begin februari de erkenning ingetrokken van
05.01 Katrien Partyka (CD&V):
Début février, le ministre a retiré
24/02/2010
CRIV 52
COM 802
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
12
Neckermann als zijnde kredietgever en de kredietgever waarmee het
samenwerkte, Neofin. Neckermann gaat echter gewoon verder met
het aanbieden van consumentenkrediet, nu echter als bemiddelaar
voor een bank en niet langer als kredietgever. Bestaande contracten
zijn zelfs overgenomen.
Is het in de huidige wetgeving niet mogelijk om iemand die de wet
overtreedt als kredietgever, ook als kredietbemiddelaar te schrappen?
Welke zijn de eventuele mogelijkheden in de toekomst, in het kader
van onder andere het nieuwe wetsontwerp dat eraan komt, om,
wanneer iemand een administratieve sanctie krijgt als kredietgever,
ervoor te zorgen dat tegelijk alle activiteiten worden opgeschort,
eventueel ook als bemiddelaar?
l'agrément de Neckermann en tant
que prêteur. Or Neckermann
continue à proposer des crédits à
la consommation, à présent en
tant qu'intermédiaire pour une
banque.
La législation actuelle ne permet-
elle pas de radier également en
tant qu'intermédiaire de crédit un
organisme qui enfreint la loi en
tant que prêteur?
05.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw de voorzitter,
collega, de sanctie die ik recent uitgesproken heb, gaat terug tot een
zaak van juli 2000. U merkt dus dat zoiets tijd vraagt. Het is echter
niet de fout geweest van Justitie. Advocaten zijn op die zaak blijven
procederen tot en met Cassatie.
De twee kredietgevers tegen wie de sanctie werd uitgesproken,
behoren tot de groep Neckermann, met name Neckermann Immo
Beheer & Services NV en Neofin.
De inbreuken hadden enkel betrekking op de activiteiten, uitgeoefend
in de hoedanigheid van kredietgever. Het is dan ook logisch dat er
enkel een sanctie kan volgen voor de inbreuken van de betrokken
vennootschappen.
Het is niet mogelijk om op basis van de vastgestelde inbreuken ook
de kredietbemiddelaar, zijnde Neckermann.com, het postorderbedrijf,
te sanctioneren. Die visie ligt trouwens in de lijn van een eerdere
uitspraak van het hof van beroep uit Brussel inzake een andere
kredietgever.
(Het geluid van een gsm weerklinkt)
(Une sonnerie de gsm retentit)
Ik verwijs naar het ministerieel besluit van 30 maart 1995 inzake Duo
Credit Belgium en het ministerieel besluit van 31 juli 2000, dat
eveneens genomen is in verband met Duo Credit Belgium. Met
andere woorden, die rechtspraak maakt duidelijk dat een onderscheid
gemaakt moet worden tussen kredietgever en kredietbemiddelaar.
De huidige wet voorziet in een gemeenschappelijk verbod, zoals u
suggereert, voor zowel kredietgever als kredietbemiddelaar, in de
mate dat er een strafrechtelijke veroordeling wordt uitgesproken.
De huidige wet en het wetsontwerp bepalen echter geen
gemeenschappelijke administratieve sanctie, zoals door u
voorgesteld. Waarom niet? Specialisten betwijfelen of een dergelijke
maatregel wel haalbaar en zinvol is. In casu treedt een afzonderlijke
rechtspersoon op als kredietbemiddelaar die juridisch volledig
gescheiden is van de vennootschappen die inbreuken plegen.
Wanneer bijvoorbeeld een grote kredietverschaffer inbreuken zou
plegen, is het niet logisch dat alle klanten-kredietbemiddelaars van die
kredietgever ook gestraft worden.
05.02
Vincent
Van
Quickenborne,
ministre:
La
sanction
que j'ai prononcée
remonte à une affaire qui date de
juillet 2000. Les deux prêteurs
ayant fait l'objet de la sanction
appartiennent
au
groupe
Neckermann.
Il
s'agit
de
Neckermann Immo Beheer &
Services NV et de Neofin. Les
infractions ne concernaient que les
activités exercées en qualité de
prêteur. Il n'est pas possible sur la
base des infractions constatées
d'imposer également une sanction
à l'intermédiaire de crédit, à savoir
Neckermann.com, l'entreprise de
vente par correspondance. Cette
manière de voir les choses se
situe dans la ligne d'un jugement
antérieur de la cour d'appel de
Bruxelles concernant un autre
prêteur.
Les
arrêtés
ministériels
du
30 mars 1995 et du 31 juillet 2000
établissent clairement qu'il y a lieu
de faire une distinction entre le
prêteur et l'intermédiaire de crédit.
La loi actuelle prévoit une
interdiction commune pour le
prêteur
comme
pour
l'intermédiaire de crédit, en cas de
condamnation pénale.
La loi actuelle ainsi que le projet
de loi ne prévoient cependant pas
de
sanction
administrative
commune. Les spécialistes doutent
d'ailleurs de l'utilité d'une telle
mesure. C'est en effet une
personne juridique distincte qui
CRIV 52
COM 802
24/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
13
Ten slotte wil ik nog twee zaken benadrukken.
Ten eerste, het feit dat Neckermann als postorderbedrijf voortaan een
beroep zal doen op een andere, zeer ervaren aanbieder van
consumentenkrediet met een groot marktaandeel, kan een indicatie
zijn dat men finaal orde op zaken wil stellen en de wet
consumentenkrediet correct wil toepassen.
Ten tweede, gelet op de administratieve sanctie tegen een
zustervennootschap van Neckermann Postorders, wordt er
momenteel door de bevoegde ambtenaren van de FOD Economie
nauwlettend op toegezien of er geen nieuwe inbreuken plaatsvinden.
Mocht dit zo zijn, dan zal er niet geaarzeld worden om opnieuw op te
treden.
agit en tant qu'intermédiaire de
crédit, celle-ci n'ayant juridique-
ment aucun lien avec les sociétés
ayant commis des infractions.
Le fait que Neckermann, en tant
qu'entreprise
de
vente
par
correspondance, fera dorénavant
appel à une société ayant
beaucoup d'expérience dans le
crédit à la consommation et
disposant d'une large part de
marché peut indiquer que la
société
souhaite
finalement
appliquer correctement la loi sur le
crédit à la consommation.
Compte tenu de la sanction
administrative prise à l'encontre de
la société soeur de Neckermann
Catalogue sa, les fonctionnaires
compétents du SPF Économie
veilleront attentivement à ce
qu'aucune nouvelle infraction ne
soit commise.
Si tel était le cas, je n'hésiterais
pas à intervenir à nouveau.
05.03 Katrien Partyka (CD&V): Mijnheer de minister, wat u zegt is
natuurlijk helemaal waar, daaraan zou ik niet durven twijfelen.
Anderzijds is het ook niet logisch dat men een activiteit waarvoor men
bestraft wordt, probleemloos via de weg van de kredietbemiddeling
kan voortzetten. Ik begrijp dat het twee verschillende dingen zijn en
dat dit moeilijk is. Het is echter in de geest niet logisch.
05.03 Katrien Partyka (CD&V):
Cette explication est correcte,
mais il n'est pas logique que grâce
à la médiation de dette, on puisse
poursuivre sans problème une
activité pour laquelle on est
sanctionné.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Mevrouw Partyka, ik zie dat de heer Flahaux ook nog
een aantal vragen geagendeerd heeft staan voor uw vraag.
La
présidente:
M. Flahaux
souhaite
également
poser
quelques questions.
05.04 Katrien Partyka (CD&V): Dan zet ik mijn vraag nr. 19739 om
in een schriftelijke vraag.
05.04 Katrien Partyka (CD&V):
Dans ce cas, je transformerai ma
question n° 19739 en une question
écrite.
06 Vraag van de heer Peter Logghe aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen over "de
winkeldiefstallen" (nr. 19462)
06 Question de M. Peter Logghe au ministre pour l'Entreprise et la Simplification sur "les vols à
l'étalage" (n° 19462)
06.01 Peter Logghe (VB): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, de Federatie van de Distributiesector, Fedis, liet onlangs
verstaan dat het aantal gewelddadige overvallen op grotere
verkooppunten in 2009 bijna verdubbelde tegenover 2008. Ook het
06.01 Peter Logghe (VB):
D'après Fedis, la fédération du
secteur de la distribution, le
nombre d'attaques à main armée
24/02/2010
CRIV 52
COM 802
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
14
aantal geregistreerde winkeldiefstallen liep enorm op.
Men heeft in het verleden tijdens bepaalde periodes voor een sterkere
politieaandacht gezorgd, wat zijn vruchten heeft afgeworpen. Er blijft
echter een probleem, vooral dan met betrekking tot winkeldiefstallen,
dat te maken heeft met de aangifte. Volgens Fedis zou de
winkelcriminaliteit de sector ongeveer 350 miljoen euro op jaarbasis
kosten.
Zorgwekkend is vooral het feit dat de helft van de winkeliers blijkens
bevraging geen aangifte meer van de diefstal doeN wegens het
gebrek aan vervolging en sanctionering.
Mijnheer de minister, ten eerste, bevestigt u de cijfers van Fedis? De
sector klaagt dat het de spuigaten uitloopt en dat er weinig weerwerk
wordt geboden.
Ten tweede, ik verneem dat u samen met de minister van
Binnenlandse Zaken, mevrouw Turtelboom, 10 000 elD-kaartlezers
gratis ter beschikking van zelfstandigen wilt stellen, zodat zij
gemakkelijker en eenvoudiger aangifte van diefstal kunnen doen. Ik
was geschrokken van die maatregel. Toen ik een maand geleden in
het kader van de elektronische ticketbestelling voorstelde om
eventueel via stadhuizen gratis kaartlezers ter beschikking te stellen,
vond u dat geen goede maatregel wegens de concurrentievervalsing
ten aanzien van zelfstandigen die kaartlezers verkopen. Nu wilt u zelf
gratis kaartlezers aan winkeliers verspreiden. Ik vind het raar en niet
consequent. Met welk budget gebeurt deze actie, mijnheer de
minister?
Ten derde, ik vrees dat dit dweilen is met de kraan open is. De
winkeliers doen geen aangifte omdat Justitie niet volgt, met de
vervolging noch met de sanctionering. Moet niet in de eerste plaats bij
Justitie een omslag gebeuren? Waarom zet u daar geen druk op? U
doet dat ongetwijfeld, maar ik vraag het toch nog maar eens.
dans les grands magasins a
doublé en 2009 par rapport à
2008. Le nombre de vols à
l'étalage enregistrés a aussi
fortement augmenté. La criminalité
en magasin coûterait 350 millions
d'euros par an au secteur. La
moitié des commerçants ne
feraient même plus de déclaration
en raison de l'absence de
poursuites. Le ministre confirme-t-
il ces chiffres?
Le ministre mettrait à la disposition
des indépendants, avec la ministre
de l'Intérieur, un ensemble de
10 000 lecteurs de cartes eID
permettant de déclarer plus
facilement les vols. Voici un mois,
le ministre me répondait encore
que la mise à disposition gratuite
de pareils lecteurs dans les hôtels
de ville ne constituerait pas une
bonne mesure parce qu'elle
entraînerait
une
concurrence
déloyale vis-à-vis des indépen-
dants qui vendent des lecteurs de
cartes. Le ministre considère-t-il
que son attitude est cohérente?
Avec quel budget cette action est-
elle menée?
Les commerçants ne font pas de
déclaration parce que la Justice ne
poursuit pas ou ne sanctionne
pas. N'est-ce pas là que des
changements devraient intervenir
en tout premier lieu?
06.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw de voorzitter,
collega, over de cijfers inzake winkeldiefstallen zal mijn collega van
Binnenlandse Zaken u meer toelichting kunnen geven. Dat is ook
haar bevoegdheid. Ik weet wel dat uit de enquête van UNIZO is
gebleken dat in 2009 50 % meer zelfstandige winkeliers het
slachtoffer waren van een winkeldiefstal dan in 2008. Dat stijgt. Het
aantal aangiftes daarentegen, is gedaald. Uitgaande van die
vaststellingen, hebben we gezegd dat we de drempel om een
winkeldiefstal te melden, moeten verlagen. Dan is het initiatief Police-
on-web genomen, maar we zien dat de cijfers wat tegenvallen en dat
mensen het te weinig gebruiken. De reden daarvoor is de kaartlezer,
de drempel voor het gebruik van de elektronische identiteitskaart, een
zeer intelligente kaart. Die kaartlezer is een investering.
Bovendien, als men een computer en een kaartlezer heeft, maar men
gaat naar een andere plaats, dan heeft men die computer en
kaartlezer niet bij. Dan moet men weer op een andere plaats een
kaartlezer installeren. U kent het probleem.
06.02
Vincent
Van
Quickenborne, ministre: Les vols
à
l'étalage
relèvent
de
la
compétence de la ministre de
l'Intérieur. Il ressort en effet d'une
enquête de l'UNIZO qu'en 2009,
par rapport à 2008, le nombre de
commerçants
indépendants
victimes de vols à l'étalage a
progressé de 50 %. Le nombre de
déclarations ayant diminué entre-
temps, nous avons décidé de
faciliter le signalement de ces
faits. Les résultats de Police-on-
web sont décevants parce que
l'investissement dans les lecteurs
de cartes est trop important. C'est
la
raison
pour
laquelle
le
gouvernement a décidé de mener
CRIV 52
COM 802
24/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
15
Daarom hebben we die kaartlezers ter beschikking gesteld. Daarom
hebben we een actie ondernomen met de overheid, op het budget van
Fedict. We willen winkeliers en handelaars, zeker zelfstandige
handelaars, beter wapenen tegen winkeldiefstallen door de actie met
de kaartlezers.
U zegt dat Justitie moet volgen. Als we meer aangiftes hebben en de
politie op een gestructureerde manier kennis kan nemen van
bepaalde fenomenen ­ het voordeel van een elektronische aangifte is
dat men veel sneller data kan verzamelen, bekijken en in kaart
brengen ­ zal het ook voor Justitie gemakkelijker worden om effectief
op te treden. Dat is natuurlijk noodzakelijk. In de keten moet de politie
haar werk kunnen doen, liefst zo weinig mogelijk papierwerk en
zoveel mogelijk onderzoekswerk, en Justitie moet kunnen optreden
op het ogenblik dat de politie oordeelt dat er reden is tot vervolging.
Daarom hebben wij die actie ondernomen. We hebben dat trouwens
gedaan in samenspraak met ondernemingsorganisaties zoals UNIZO,
NSZ, LVZ en BECI. Het enthousiasme rond de actie is vrij groot. Wij
hopen hiermee de aangiftedrempel te verlagen en meer winkeliers
aan te zetten tot het melden van diefstallen, die bestraft moeten
worden. Een soort laksheid daartegenover bij bepaalde mensen, is
niet aanvaardbaar.
une action proposant des lecteurs
de cartes gratuits sur le budget de
Fedict.
L'augmentation du nombre de
déclarations facilitera une action
effective de la Justice. Il est
indispensable que la police puisse
faire son travail en limitant les
tâches administratives pour laisser
un maximum de temps aux
enquêtes et que la Justice puisse
intervenir si la police estime que
des motifs de poursuites existent.
Cette action est réalisée en
concertation avec les organisa-
tions
des
entrepreneurs
et
l'enthousiasme suscité par cette
initiative est grand.
06.03 Peter Logghe (VB): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, het antwoord ligt volledig in lijn van mijn verwachtingen. Ik
neem nota van het feit dat het hier gaat om een belangrijk probleem
en dat daarom die gratis eID-kaartlezers ter beschikking worden
gesteld.
Ik ben niet voldaan met betrekking tot de vraag over Justitie,
vervolging en sanctionering. Ik weet wel dat u daaraan niets kunt
doen, maar het is wel het probleem waarmee de sector kampt.
Steeds meer sectoren van zelfstandigen raken moeilijker aan een
diefstalverzekering.
Ik heb weet van een aantal sectoren die het moeilijk hebben. Die
mensen draaien uiteindelijk helemaal zelf op voor de schade
toegebracht door diefstal of poging tot diefstal.
Justitie moet volgen. Daar ligt de knoop gebonden. Het volstaat om
daar met eender welke zelfstandige over te praten om dat te weten.
Ik neem nota van het feit dat u daarover gedeeltelijk hetzelfde denkt.
06.03 Peter Logghe (VB): Les
vols à l'étalage représentent en
effet
un
sérieux
problème.
Nombreux sont les indépendants
qui éprouvent des difficultés à
souscrire une assurance contre le
vol et ils assument dès lors
personnellement les dommages.
Les lecteurs de cartes eID gratuits
sont
par
conséquent
les
bienvenus.
Malheureusement,
c'est toujours du côté de la Justice
que la volonté de poursuivre et de
sanctionner fait défaut.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de M. Jean-Jacques Flahaux au ministre pour l'Entreprise et la Simplification sur "la
politique de prix en Belgique" (n° 19485)
07 Vraag van de heer Jean-Jacques Flahaux aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen
over "het Belgisch prijsbeleid" (nr. 19485)
07.01 Jean-Jacques Flahaux (MR): Madame la présidente,
monsieur le ministre, un article paru voici quelques jours m'a
interpellé. Ce dernier annonçait que les prix d'IKEA Belgique étaient
au moins 22 % plus élevés qu'en France, aux Pays-Bas ou bien
encore en Allemagne et en Grande-Bretagne.
07.01 Jean-Jacques Flahaux
(MR): De prijzen van IKEA België
zouden 22 procent hoger liggen
dan in de buurlanden. De directie
schrijft dat verschil toe aan het
btw-tarief, de loonkosten en de
24/02/2010
CRIV 52
COM 802
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
16
La direction de l'entreprise a souligné que cette différence était due
aux taux de TVA, aux coûts salariaux et aux volumes des ventes. Les
taux de TVA harmonisés en Europe ne semblent pourtant pas pouvoir
justifier un tel écart, notamment dans le secteur de l'horeca qui
bénéficie de la baisse de TVA.
En outre, les écarts de volume des ventes d'un magasin IKEA à un
autre, quel que soit le pays, petit ou grand, ne doivent pas être
fondamentalement différents, sauf s'ils résultent d'une politique de
prix inadaptée. Restent donc les coûts salariaux. Qu'en est-il
réellement de ces derniers en regard de ceux pratiqués chez nos
voisins susmentionnés? Sont-ils à ce point élevés qu'ils justifient une
telle différence de prix?
Cette question recoupe d'ailleurs d'autres aspects de l'économie
belge, les mêmes arguments étant souvent avancés par les
opérateurs de téléphonie mobile ou les fournisseurs d'accès à internet
­ je sais, monsieur le ministre, que ces deux dossiers vous sont
chers! ­ ou bien encore pour ce qui est du prix de l'électricité. Or,
nous ne sommes pas le seul pays à avoir ce différentiel d'échelle en
regard de nos grands voisins. La République tchèque, la Slovaquie, la
Slovénie ou, plus près de nous, les Pays-Bas se trouvent plus ou
moins dans la même situation, sans pour autant générer les mêmes
politiques de prix.
La question est donc de savoir si la politique de prix chers pratiquée
par certaines entreprises est due à notre système de charges sur les
entreprises ou si elle est surtout le fait d'abus volontaires?
Votre collègue, Mme Milquet, compte lutter contre le dumping social
entre les États européens. Comptez-vous, de votre côté, oeuvrer pour
une meilleure intégration des politiques européennes en matière de
charges sociales, afin de renforcer l'égalité entre les citoyens
européens et de donner au marché unique européen les moyens
d'une efficacité renforcée au service des citoyens comme des
entreprises?
verkoopvolumes. De geharmoni-
seerde btw-tarieven in Europa
kunnen
niet
tot
dergelijke
prijsverschillen
leiden.
De
verkoopvolumes tussen de IKEA-
winkels onderling, in welk land dan
ook,
kunnen
niet
zover
uiteenlopen.
Blijven
dus
de
loonverschillen. Zijn die dermate
hoog in ons land?
Diezelfde argumenten worden
trouwens ook aangevoerd door de
mobieletelefonieoperatoren,
de
internetproviders en de elektri-
citeitsproducenten. De vraag rijst
dus of die hoge prijzen inderdaad
te wijten zijn aan de lasten van de
bedrijven dan wel onrechtmatig
zijn. Minister Milquet wil sociale
dumping tussen Europese landen
tegengaan. Zal u, van uw kant,
aansturen op een Europese
gelijkschakeling van de sociale
lasten?
07.02 Vincent Van Quickenborne, ministre: Madame la présidente,
monsieur Flahaux, vous faites référence à l'existence de différences
de prix pour le même produit dans le marché unifié européen. Il est
vrai que les entreprises actives dans plusieurs États membres de
l'Union européenne demandent souvent des prix différents. Sur le
territoire d'un même pays, on peut également noter un écart,
notamment dans la chaîne de distribution. Force est de constater que
le groupe Colruyt applique des prix différents selon la ville.
S'agissant de la firme citée dans la question parlementaire, une étude
effectuée par le Centre européen des consommateurs révèle qu'IKEA
pratique en Belgique, pour plusieurs produits, des prix plus élevés que
chez nos voisins. Au total, 20 produits du catalogue IKEA ont été
comparés. Il a été ainsi constaté que, si ces 20 articles avaient été
achetés en Belgique, ils auraient coûté 22 % de plus qu'en France.
Il existe toutefois aussi de grands écarts entre les produits entre eux.
Pour deux de ces articles, les prix belges sont les moins onéreux, en
comparaison avec les cinq pays étudiés.
De manière plus globale, les indices des prix à la consommation
07.02 Minister Vincent Van
Quickenborne: U verwijst naar de
prijsverschillen
voor
hetzelfde
product
op
de
Europese
eenheidsmarkt. Het klopt dat
bedrijven die in verschillende
lidstaten
actief
zijn
vaak
verschillende prijzen hanteren,
soms zelfs binnen één land.
Uit een studie van het Europees
Centrum voor de Consument blijkt
dat
IKEA
in
België
voor
verscheidene producten hogere
prijzen hanteert dan in onze
buurlanden.
Er
werden
20
producten vergeleken. Indien ze in
België gekocht zouden worden,
zouden ze 22 procent meer kosten
dan in Frankrijk. Er bestaan echter
grote
verschillen
tussen
de
CRIV 52
COM 802
24/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
17
harmonisés permettent d'examiner l'évolution des prix pour le groupe
des produits "meubles et articles d'ameublement" entre les différents
pays. Pendant la période 1996-2009, les prix en Belgique (14 %) ont
augmenté moins rapidement qu'en France (14,8 %) et qu'aux Pays-
Bas (27,4 %), mais plus vite qu'en Allemagne (13,6 %) et qu'au
Royaume-Uni (8,2 %).
En Belgique, comme dans toute l'Union européenne, les entreprises
peuvent librement fixer leurs prix sauf dans certains cas réglementés.
Cette fixation s'opère par confrontation entre l'offre et la demande. Du
côté de la demande, ce sont notamment les préférences des
consommateurs qui jouent un rôle tandis que des facteurs tels que la
structure des coûts et de l'entreprise et la compétitivité sur le marché
concerné sont déterminants pour l'offre.
S'agissant de la compétitivité de nos entreprises, ces dernières sont
confrontées, selon le dernier rapport du Conseil central de l'Économie
(CCE) de novembre 2009, à un coût salarial de 3,3 % plus élevé que
celui de nos pays voisins, ce qui a un impact direct sur la
compétitivité. Le fait de mettre fin à ce handicap doit être l'une des
priorités dans le cadre des négociations entre les partenaires sociaux
sur le nouvel accord interprofessionnel qui débuteront à l'automne
2010. Comme vous le savez, votre parti, le MR, est concerné.
Par ailleurs, le rapport du CCE confirme que le modèle de croissance
économique des dernières années est devenu intenable. L'avènement
de nouvelles économies et la mondialisation engendrent une pression
concurrentielle telle qu'il est de plus en plus difficile de réaliser des
améliorations en termes d'efficience et donc de comprimer les coûts
et les prix. Nous devons passer à une économie créative à la fois plus
intelligente, plus verte et plus correcte. Par plus correcte, on entend,
par exemple, le fait de s'attaquer énergiquement aux éventuels abus
de pouvoir lors de la fixation des prix et aux monopoles. Les actions
et les analyses actuellement menées par les autorités de la
concurrence dans le secteur des télécommunications, de l'énergie et
de l'alimentation montrent bien la concrétisation de cet objectif sur le
terrain.
J'espère que d'autres collègues du gouvernement entameront aussi,
dans d'autres secteurs, cette même "bataille" contre les monopoles
qui font que nos produits et services sont trop chers.
producten.
Twee
producten
zouden in België minder kosten
dan in onze buurlanden.
Tenzij de prijzen zijn geregle-
menteerd, kunnen bedrijven in de
Europese Unie hun prijzen vrij
bepalen. Die prijsbepaling gebeurt
volgens de wet van vraag en
aanbod. Aan de kant van de vraag
speelt met name de voorkeur van
de consument mee, terwijl de
kostenstructuur
of
de
concurrentiekracht
dan
weer
doorslaggevend
is
voor
het
aanbod.
Volgens het laatste verslag van de
Centrale Raad voor het Bedrijfs-
leven, moeten onze bedrijven
opboksen tegen loonkosten die
3,3 procent hoger liggen dan die
van
onze
buren,
wat
een
rechtstreekse impact heeft op de
concurrentiekracht. Die handicap
wegwerken moet een prioriteit zijn
in de onderhandelingen over het
nieuwe interprofessioneel akkoord
die in het najaar van 2010
beginnen.
Overigens bevestigt het verslag
van de CRB dat de opkomst van
nieuwe
economieën
en
de
globalisering een dusdanig grote
concurrentie tot stand zullen
brengen dat het steeds moeilijker
zal worden om onze efficiëntie te
verbeteren en bijgevolg onze
kosten en prijzen te drukken. Wij
moeten komen tot een economie
die tegelijk intelligenter, groener en
correcter is, dat wil zeggen, die de
monopolies of de misbruiken in de
prijsbepaling bestrijdt. De analyses
van de concurrentie-overheden in
de sector van de telecom-
municatie, de energie, en de
voeding zijn een mooi voorbeeld
van de concretisering van die
doelstelling. Ik hoop dat mijn
collega's in de regering ook in
andere sectoren die strijd tegen de
monopolies die onze diensten en
producten te duur maken, zullen
aangaan.
07.03 Jean-Jacques Flahaux (MR): Monsieur le ministre, je vous 07.03 Jean-Jacques Flahaux
24/02/2010
CRIV 52
COM 802
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
18
remercie de votre réponse. Dans le cas de firmes comme IKEA, c'est
d'autant plus choquant car, le plus souvent, les produits sont
fabriqués ailleurs. Il s'agit des mêmes produits, peu importe les pays
où ils sont vendus. Je voudrais éviter que les habitants des régions
frontalières aillent acheter ailleurs qu'en Belgique. Et je ne parle
même pas de la situation actuelle de Carrefour où des pertes d'emploi
sont prévues.
Je ne peux qu'abonder dans le sens de ce que vous avez dit.
(MR): In het geval van bedrijven
zoals Ikea is het des te erger
omdat het om identieke buiten de
Unie
gefabriceerde
producten
gaat.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de M. Jean-Jacques Flahaux à la ministre de l'Intérieur sur "la problématique de
l'agréation des radars numériques et autres" (n° 19580)
08 Vraag van de heer Jean-Jacques Flahaux aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
problematiek van de homologatie van digitale en andere radartoestellen" (nr. 19580)
08.01 Jean-Jacques Flahaux (MR): Monsieur le ministre, j'ai été un
peu surpris: j'ai manqué vous appeler Mme la ministre de l'Intérieur,
car j'avais posé la question à Mme Turtelboom puisqu'il s'agit des
radars numériques de la police. Puisque ma question a été déviée
chez vous, pourquoi pas?
Ces dernières années, afin de lutter contre la violence au volant, les
différentes zones de police ont multiplié l'acquisition de radars à
placer sur des véhicules. Une nouvelle génération de ces radars vient
d'ailleurs d'être mise sur le marché: les radars numériques.
Leur efficacité sera d'autant plus grande que ces radars numériques
peuvent aisément être installés avec discrétion sur n'importe quel
véhicule détenu par nos forces de police. On ne peut que se réjouir
de cette plus grande capacité à lutter contre les excès de vitesse.
Cependant, les policiers qui sont appelés à utiliser ces radars ont des
inquiétudes quant aux ondes et radiations engendrées par ces radars,
qu'ils soient d'ancienne ou nouvelle génération.
Monsieur le ministre, pouvez-vous me faire savoir si ce critère figure
parmi ceux qui permettent ou pas à un appareil d'être agréé?
Comment ce critère d'ondes et radiations est-il analysé et par qui?
Combien de demandes d'appareillage ont-elles été introduites et
combien ont-elles été refusées?
08.01 Jean-Jacques Flahaux
(MR): De verschillende politie-
zones
hebben
inbouwradars
aangekocht voor hun flitswagens.
Er is trouwens een nieuwe
generatie van dergelijke digitale
radars in de handel gebracht. De
politieagenten maken zich echter
zorgen over de radiogolven en
straling
die
deze
radars
voortbrengen.
Wordt met dat criterium rekening
gehouden bij de homologatie van
die toestellen? Hoe en door wie
worden de radiogolven en straling
geanalyseerd?
Hoeveel
inbouwaanvragen
werden
er
ingediend en hoeveel werden er
geweigerd?
08.02 Vincent Van Quickenborne, ministre: Madame la présidente,
monsieur Flahaux, la raison pour laquelle je réponds à votre question
est qu'elle concerne le département qualité et sécurité.
Les essais de radar en vue de leur approbation de modèle, qu'ils
soient numériques ou non, comportent des mesures dans des
champs électromagnétiques afin de vérifier si ces ondes perturbent le
bon fonctionnement de l'instrument, en fonction de l'intensité des
ondes. Il s'agit de certains essais prévus sous le point 9 de l'annexe 1
de l'arrêté royal du 11 octobre 1997 relatif à l'homologation des
appareils fonctionnant automatiquement, utilisés pour surveiller
l'application de la loi relative à la police.
Les essais de comptabilité électromagnétique sont effectués suivant
la recommandation internationale OIML R91, la norme internationale
08.02 Minister Vincent Van
Quickenborne:
Tijdens
de
proeven met het oog op de
modelgoedkeuring van de radars
worden de elektromagnetische
velden gemeten teneinde uit te
maken of die golven de goede
werking van het toestel niet
verstoren.
Die
proeven
zijn
verplicht krachtens punt 9 van
bijlage 1 van het koninklijk besluit
van 11 oktober 1997. De proeven
met
betrekking
tot
de
elektromagnetische compatibiliteit
worden uitgevoerd met inacht-
CRIV 52
COM 802
24/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
19
CEI 801-3 et la norme européenne EN 301 489-3 version 1.4.1. Je
vous donnerai copie de la réponse.
Lors de la demande d'approbation du modèle, un rapport est requis
concernant l'intensité et la force du champ électromagnétique.
Il n'y a pas de critères pour ce point dans la législation, mais l'intensité
est largement inférieure à ce qui est admis dans d'autres domaines.
Le niveau de puissance des ondes émises par les radars est
extrêmement faible et est situé dans un faisceau très réduit, qui vise
le véhicule suivant un angle d'incidence déterminé.
De plus, la puissance de l'onde diminue avec la distance par rapport à
l'antenne du radar. Le personnel n'est donc pas soumis à des
radiations dangereuses. Les études faites par des experts
indépendants, notamment au Canada et en Australie sur un modèle
de radar approuvé également en Belgique ont fourni des données très
rassurantes: au maximum dans l'axe du faisceau radar et contre
l'antenne, on mesure 0,09 milliwatt par centimètre carré. À une
distance de 15 et de 30 cm par rapport à l'antenne du radar, on
mesure respectivement 0,05 milliwatt et 0,03 milliwatt par centimètre
carré.
En règle générale, les radiations en dehors du faisceau radar ne sont
pas mesurables et restent toujours inférieures à 0,02 milliwatt par
centimètre carré, alors que certaines normes existantes, par exemple
le ministère du Travail à Ontario au Canada, donnent la valeur limite
de 5 milliwatts par centimètre carré de moyenne pendant six minutes
pour l'exposition (...).
Nous nous situons donc pour les radars les plus puissants sur le
marché à des valeurs 250 fois plus faibles que les valeurs limites de
référence.
En ce qui concerne certains radars de nouvelle génération approuvés
en Belgique et qui sont moins puissants en émission d'ondes, les
radiations sont encore au moins dix fois plus faibles, ce qui est 2 500
fois plus faible que la valeur guide canadienne.
Eu égard à vos deux dernières questions, je ne peux que répéter qu'il
n'y a pas de critères concernant le maximum de radiations pour les
radars. Les mesures sont effectuées par des organismes accrédités,
par le SPF Économie selon une accréditation équivalente dans un
autre État membre de la Communauté européenne, en vue des
approbations de modèles délivrés par la métrologie.
Seules sont évaluées les performances des instruments au point de
vue métrologique et en aucun cas la puissance de faisceaux radars
par rapport à une norme quelconque.
Sur les cinq demandes d'approbation reçues par la métrologie pour
les applications mobiles et les trois demandes pour les applications
fixes, aucune n'aurait pu être refusée sur la base d'un critère de
radiation maximale, puisque ce critère n'existe pas.
Je vous fournirai la réponse écrite étant donné le nombre
d'explications techniques fournies par nos ingénieurs.
neming van de internationale
aanbeveling R91 van de OIML, de
internationale
norm
en
de
Europese norm. Bij de aanvraag
voor een modelgoedkeuring moet
een verslag worden ingediend met
betrekking tot de vorm en sterkte
van het elektromagnetische veld.
Er
bestaan
daarvoor
geen
wettelijke
criteria,
maar
het
vermogen van die radargolven is
bijzonder laag en geconcentreerd
in een zeer kleine bundel.
Bovendien neemt de radarstraling
af naarmate men zich verder van
de radarantenne bevindt. Het
personeel
wordt
dus
niet
blootgesteld
aan
gevaarlijke
stralingsniveaus. De straling buiten
de
radarbundel
bedraagt
doorgaans
niet
meer
dan
0,02 milliwatt
per
vierkante
centimeter. De radars van de
nieuwe generatie die in België
goedgekeurd zijn, zenden nog
minstens tien keer minder straling
uit.
Er zijn geen criteria vastgesteld
inzake de maximale stralingafgifte
van een radar. De metingen
worden verricht door erkende
instanties.
Er
worden
enkel
metrologische controles uitge-
voerd in verband met de goede
werking van de toestellen; de
straling van de radarbundels wordt
zeker niet gemeten ten opzichte
van een of andere norm. Geen
enkele van de vijf aanvragen voor
de goedkeuring van de mobiele
radars en van de drie vaste radars
had geweigerd kunnen worden op
grond van een criterium voor de
maximale afgifte van straling,
aangezien zo'n criterium niet
bestaat.
24/02/2010
CRIV 52
COM 802
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
20
08.03 Jean-Jacques Flahaux (MR): Monsieur le ministre, je vous
remercie de votre réponse. C'est en ma qualité de président de la
zone de police que j'ai été soumis à un flot de questions des
organisations syndicales policières. J'avais promis de relayer le sujet
tant auprès de la ministre de l'Intérieur que de vous. Je renverrai
aussi sur l'utilisation de plus en plus importante des radars ancienne
et nouvelle génération.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van mevrouw Liesbeth Van der Auwera aan de minister voor Ondernemen en
Vereenvoudigen over "de tarieven van SABAM voor carnavalsstoeten" (nr. 19159)
09 Question de Mme Liesbeth Van der Auwera au ministre pour l'Entreprise et la Simplification sur
"les tarifs de la SABAM pour les cortèges carnavalesques" (n° 19159)
Ten gevolge van een technisch mankement ontbreekt een deel van de digitale geluidsopname. Voor vraag
nr. 19159 van mevrouw Van der Auwera steunt het verslag uitzonderlijk op de tekst die de spreker heeft
overhandigd.
À la suite d'un incident technique, une partie de l'enregistrement digital fait défaut. Pour la question
n° 19159 de Mme Van der Auwera, le compte rendu se base sur le texte remis par l'intervenante.
09.01 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Met de carnavalsstoeten
weer in aantocht wil ik u graag herinneren, mijnheer de minister, aan
een belofte die u deed als antwoord op een schriftelijke vraag die ik u
stelde op 2 april 2009. Dit in verband met het SABAM-tarief voor
carnavalsstoeten. Het bedrag dat carnavalsverenigingen moeten
betalen aan SABAM is afhankelijk van het feit of er inkomgeld wordt
gevraagd of niet. Er is dus een groot verschil tussen de
minimumbedragen die SABAM vraagt voor carnavalsstoeten met
inkom en stoeten zonder inkom. U beloofde een formele vraag tot
uitleg hierover te richten aan Sabam.
Hebt u dit inmiddels gedaan? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is het
antwoord van SABAM?
09.01 Liesbeth Van der Auwera
(CD&V): Dans sa réponse à ma
question écrite du 2 avril 2009, le
ministre
me
promettait
de
demander des explications à la
SABAM à propos de son tarif
applicable
aux
cortèges
carnavalesques.
Le montant que les sociétés de
carnaval doivent payer dépend du
fait que l'on réclame ou non un
droit d'accès au public.
Le ministre a-t-il demandé des
explications à la SABAM? Quelle a
été sa réponse?
09.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw de voorzitter, u
vraagt, ten eerste, of ik inlichtingen gevraagd heb aan SABAM.
Uiteraard heb ik dat gedaan. Ik geef u het antwoord.
SABAM-tarief nr. 207 dat wordt toegepast in het raam van HAFABRA-
activiteiten -- harmonie, fanfare en brassband -- en dat terug te
vinden is op de website van SABAM voorziet enerzijds in een luik
gelegenheidsmanifestaties
en
anderzijds
in
een
luik
jaarovereenkomsten.
Het luik gelegenheidsmanifestaties bepaalt dat voor stoeten de
auteursrechten berekend worden op basis van 10 % van de
uitkoopsom, met een minimum van 30,55euro per deelnemende
vereniging, praalwagen of majorettevereniging indien de stoet vrij
toegankelijk is voor het publiek, en 61,10 euro per deelnemende
vereniging indien aan het publiek inkomgeld wordt gevraagd. Het
inningpercentage van 10 % heeft te maken met het feit dat tijdens
carnavalsstoeten mechanische muziek op de voorgrond treedt. Bij
09.02
Vincent
Van
Quickenborne, ministre: Le tarif
n° 207 de la SABAM, destiné aux
harmonies, fanfares et sociétés de
musique comprend une section
"contrat annuel" et une section
"manifestations occasionnelles".
Pour les manifestations occasion-
nelles comme les défilés, les droits
d'auteur sont calculés sur la base
de 10 % du budget artistique, avec
un minimum de 30,55 euros par
association si le défilé est
librement accessible au public, et
de 61,10 euros si un droit d'entrée
est réclamé. La perception d'un
pourcentage s'explique par le fait
CRIV 52
COM 802
24/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
21
gebrek aan een artistiek budget of indien het artistieke budget
ontoereikend is, worden echter de forfaitaire minima gehanteerd.
Voor alle duidelijkheid, de jaarovereenkomst geldt niet voor
carnavalverenigingen omdat die moeilijk gezien kunnen worden als
een muziekvereniging, en omdat hun activiteit slechts gedurende een
korte afgebakend periode in het jaar plaatsvinden.
Ik kom tot het antwoord op uw tweede vraag. SABAM maakt in haar
tarievenpolitiek bijna altijd het onderscheid tussen de kostloze
manifestaties en de manifestaties met betalende inkom. De algemene
regel is dat voor manifestaties waarvoor inkomprijzen worden
gehanteerd, de rechten berekend worden op basis van de recettes.
Het bedrag aan auteursrechten is bijgevolg belangrijker bij
manifestaties met inkomprijzen dan bij manifestaties met gratis
inkom.
Bij kostloze manifestaties kan er vanzelfsprekend geen sprake zijn
van ontvangsten, maar het inningpercentage kan worden toegepast.
In dat geval wordt ofwel het inningpercentage toegepast op het
artistiek budget, ofwel worden de rechten forfaitair berekend,
overeenkomstig de vastgelegde minimumbedragen.
Wat het specifieke tarief nr. 207 betreft, wordt voor de weinige stoeten
die worden georganiseerd met betalende inkom, de toepassing van
het inningpercentage niet op de ontvangsten berekend maar
onveranderlijk op het artistiek budget. Dit wordt verklaard door het feit
dat in de meeste gekende gevallen de gevraagde inkomprijs voor een
stoet met betalende inkom het publiek ook toegang verleent tot
andere evenementen die eveneens deel uitmaken van de organisatie
maar die niet noodzakelijk een rechtstreeks verband hebben met het
repertoirewerk van SABAM. Het toepassen van de volle 10 %-regel
zou voor die ontvangsten dan ook onredelijk en onverantwoord zijn.
Om die redenen werd er bijgevolg in een forfaitair minimumbedrag
voorzien, dat hoger is dan dat wanneer er geen inkomprijzen worden
gehanteerd.
que la musique diffusée lors des
défilés est principalement de la
musique mécanique. En l'absence
d'un budget artistique, ce sont les
forfaits
minimums
qui
sont
appliqués. La formule du contrat
annuel ne s'applique pas aux
sociétés de carnaval.
Dans sa politique de tarification, la
SABAM fait la distinction entre les
manifestations à entrée gratuite et
à entrée payante. La règle
générale est que pour les manifes-
tations à entrée payante, les droits
sont calculés en fonction des
recettes. Pour les manifestations
gratuites, soit on prélève le
pourcentage prescrit sur le budget
artistique, soit les droits sont
calculés de façon forfaitaire,
conformément
aux
montants
minimums fixés.
En ce qui concerne spécifique-
ment le tarif n° 207, dans le cas
des rares cortèges pour lesquels
un droit d'entrée est réclamé au
public, le pourcentage prescrit
n'est pas prélevé sur les recettes,
mais sur le budget artistique. En
effet, dans la plupart des cas, le
prix demandé pour voir le cortège
donne également accès à d'autres
manifestations. Dans pareil cas, il
ne serait donc pas raisonnable
d'appliquer strictement la règle de
prélèvement des 10 % sur les
recettes.
09.03 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mijnheer de minister, ik
dank u voor het antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Mijnheer de minister, ik heb nog een vraag over de
vereenvoudiging van de registratieprocedure voor aannemers, maar u
mag mij het antwoord schriftelijk bezorgen.
La présidente: Le ministre pourra
répondre par écrit à ma question
n° 19146 sur la simplification de la
procédure d'enregistrement.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.48 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12.48 heures.