Commissie voor de Landsverdediging

Commission de la Défense nationale

 

van

 

dinsdag 23 februari 2010

 

Namiddag

 

______

 

 

du

 

mardi 23 février 2010

 

Après-midi

 

______

 

 


Le développement des questions et interpellations commence à 15.34 heures. La réunion est présidée par M. Denis Ducarme.

De behandeling van de vragen en interpellaties vangt aan om 15.34 uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer Denis Ducarme.

 

01 Vraag van de heer Bruno Stevenheydens aan de minister van Landsverdediging over "de sluiting van het kwartier Westakkers" (nr. 19162)

01 Question de M. Bruno Stevenheydens au ministre de la Défense sur "la fermeture du quartier Westakkers" (n° 19162)

 

01.01  Bruno Stevenheydens (VB): Mijnheer de minister, in uw herstructureringsnota is erin voorzien om het kwartier Westakkers tegen 2015 te sluiten. Dat staat op pagina 36 van het eerste document. Er staan daar echter kleine lettertjes bij en ik citeer die: “De invoering van de maatregel van de vrijwillige opschortende prestaties voor burgerpersoneel zou kunnen leiden tot vervroeging van het verlaten van het kwartier.” U geeft dus de mogelijkheid aan om het kwartier reeds in 2011 te sluiten. U hebt dat vorig jaar ook mondeling toegelicht.

 

Zowel het militair personeel als het burgerpersoneel heeft reeds scherp gereageerd tegen de vervroegde sluiting in 2011, waarvoor zij vrezen. Het burgerpersoneel heeft daar ook actie tegen gevoerd. Er zijn ook een aantal bezwaren, die zeer valabel klinken, om zeker niet tot die vervroegde sluiting over te gaan, maar 2015 als oorspronkelijke datum aan te houden, zoals het ook in uw plan staat. U hoeft dus eigenlijk geen tegemoetkoming te doen of af te wijken van uw plan.

 

Men zou daarbij rekening houden met de gemiddelde leeftijd van het personeel. Een sluiting in 2011 kan voor een aantal personeelsleden, zowel militair personeel als burgerpersoneel, verstrekkende gevolgen hebben, die er in 2015 niet meer zijn, omdat de betrokkenen dan reeds op de pensioengerechtigde leeftijd zijn gekomen.

 

Mijnheer de minister, ik zal er in het kader van deze vraag niet over uitweiden, want dan ga ik over mijn spreektijd. Hoe dan ook, gelet op de taken die men daar vervult, kan men zeker tot 2015 voldoende en zinvol werk geven aan de militairen aldaar, in tegenstelling tot andere kazernes die u oorspronkelijk wilde sluiten, maar die u onder druk van de Waalse meerderheidspartijen open hebt gehouden.

 

Zowel in de gemeenten Beveren en Sint-Niklaas als ook in de provincieraad van Oost-Vlaanderen werden moties besproken, goedgekeurd, getekend en aan u bezorgd om ofwel de sluiting te vermijden of om ze op zijn minst niet te vervroegen en de datum van 2015 aan te houden.

 

Mijnheer de minister, bent u bereid om, zoals uw herstructureringsnota aangeeft, het kwartier Westakkers minstens niet voor 2015 te sluiten?

 

01.02 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, waarde collega, laat ik duidelijk zijn. De implementatie van het transformatieplan van Defensie voorziet in de sluiting van het kwartier Westakkers tegen eind 2011. Het transformatieplan voorziet in de hergroepering van eenheden op bepaalde plaatsen, teneinde enerzijds, de operationele efficiëntie te verbeteren en anderzijds, ook de rationalisatie van de infrastructuur en de besparing van de werkingsonderhoudskosten van de verouderde en gedeeltelijk leegstaande kwartieren te garanderen.

 

De verkoop van de verlaten infrastructuur moet het departement toelaten bijkomende budgettaire middelen vrij te maken om de vereiste investeringen voor de resterende infrastructuur te kunnen blijven verwezenlijken.

 

Mag ik u nogmaals zeggen dat Defensie zich inschrijft in de budgettaire sanering van 100 miljoen euro?

 

Voorzitter, ik heb ook vernomen dat er gevraagd wordt een aantal bezoeken te brengen aan kazernes, wat ik toejuich. Ik ben zelfs bereid een tour te organiseren. Mag ik suggereren dat er ook een bezoek wordt gebracht aan kazernes die openblijven en versterkt worden? Dat brengt toch wat evenwicht in het verhaal.

 

Le président: Nous communiquerons cela au président de la commission, monsieur le ministre.

 

Un certain nombre de parlementaires ont demandé à visiter des casernes. À ce sujet, nous avons veillé à un équilibre entre le Nord et le Sud du pays. Je pense également que nous pourrions visiter les casernes qui seront renforcées et pas uniquement celles qui seront fermées; en effet, il convient d'être équitables et objectifs.

 

01.03  Bruno Stevenheydens (VB): Mijnheer de minister, u fietst er eigenlijk omheen. U zegt niet af te wijken van uw plan, maar in uw plan staat om Westakkers pas in 2015 te sluiten. Zult u uw plan behouden? In de kleine lettertjes staat wel dat men vervroegd zou kunnen overgaan tot het verlaten van het kwartier. De datum van 2011 wordt daarbij niet genoemd. U zegt momenteel dat het kwartier in 2011 zal worden gesloten, maar in het document heeft men het over 2015. Door middel van een VOP zou er eventueel een vervroegde sluiting kunnen komen. Er komt massaal reactie op het feit dat die VOP voor Westakkers geen oplossing is.

 

Ik begrijp uw probleem. U wijkt af van uw plan in Bastenaken en Aarlen en nu zegt u dat de Westakkers misschien vervroegd dicht kunnen. U wijkt nog eens af van uw plan. Mijnheer de minister, ik vind dat geen goede oplossing. Ik zou u willen vragen of de datum van 2015 voor Westakkers, gelet op de specifieke situatie, al dan niet behouden kan worden. U hebt daarop niet geantwoord. U hebt verwezen naar het plan, maar daarin staat 2015.

 

01.04 Minister Pieter De Crem: Ik zal nogmaals heel duidelijk zijn. Het plan is in uitvoering en in het plan wordt bepaald dat de kazerne Westakkers eind 2011 sluit.

 

01.05  Bruno Stevenheydens (VB): Dat staat niet in het plan.

 

01.06 Minister Pieter De Crem: U hebt de voetnoot zelf gelezen. Er komt een regeling voor het burgerpersoneel, die een vrijwillige onderbreking van de prestaties inhoudt. Op dit moment ligt het ontwerp van koninklijk besluit ter goedkeuring van onze collega van Begroting. Eens die goedkeuring er is, zal er ook gewerkt worden aan een sluiting. Ik ben daarover heel duidelijk en formeel. Die sluiting zal gebeuren met individuele begeleidingsmaatregelen, maar het zal eind 2011 zijn.

 

01.07  Bruno Stevenheydens (VB): Mijnheer de minister, ik betreur dat kazernes in uw provincie nog vroeger moeten sluiten dan in het oorspronkelijke plan werd aangekondigd, waarschijnlijk omdat men aan de andere kant kazernes langer of definitief openhoudt. Ik betreur dat u afwijkt van uw plan.

 

01.08 Minister Pieter De Crem: Mijnheer Stevenheydens, ik zal u een zaak zeggen. Ik ken veel van de mensen die er werken en ik heb er veel gezien de voorbije weken en maanden. Ik durf zelfs zeggen dat ik er meer heb gezien dan degenen namens wie u beweert te spreken. Ik zeg dat in alle kalmte zonder enige tremolo.

 

Die mensen zeggen mij dat zij, indien zij in een goede regeling kunnen stappen, als burgers van Defensie akkoord gaan met het plan dat ik voorstel. Het is een engagement van beide zijden. Ik zal mijn uiterste best doen om in het kader van de VOP-regeling voor de burgers een goede oplossing uit te werken.

 

01.09  Bruno Stevenheydens (VB): Ik betreur het antwoord van de minister en ik betreur dat die goede uitwerking nog op tafel moet liggen, terwijl de datum van 2011, die in het oorspronkelijke document niet werd vernoemd, nu al wordt aangehouden. Ik betreur dat.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

02 Question de Mme Brigitte Wiaux au ministre de la Défense sur "le commandement de la mission Atalante" (n° 19170)

02 Vraag van mevrouw Brigitte Wiaux aan de minister van Landsverdediging over "het commando over de operatie Atalanta" (nr. 19170)

 

02.01  Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le ministre, je ne sais plus très bien où l'on en est dans les questions/réponses au sujet de notre participation à la mission Atalante et de son commandement éventuel par notre pays. Puisque ma question est inscrite à l'ordre du jour, pourriez-vous faire le point sur cette mission?

 

02.02  Pieter De Crem, ministre: Monsieur le président, chère collègue, la Belgique planifie une deuxième participation à la mission de l'Union européenne Atalante par le biais de la mise en œuvre d'une frégate dans le courant du second semestre de cette année.

 

Cette période coïncidera avec la période de commandement de la France qui a exprimé le désir de ne pas la céder à la Belgique. En revanche, le commandement sera bel et bien partagé, c'est-à-dire que le commandant en second de la mission sera un officier de la Marine belge et qu'une participation significative à l'état-major embarqué lors de la rotation assurée par la France renforcera la contribution de la Belgique à cette opération.

 

Par ailleurs, aucun bâtiment de commandement néerlandais n'étant disponible durant la seconde moitié de 2010, la Marine belge ne disposera pas à ce moment d'une plate-forme de commandement adaptée à la taille de la mission. La situation politique particulière en Hollande ne me permet pas d'insister.

 

02.03  Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos précisions.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Samengevoegde vragen van

- de heer Bruno Stevenheydens aan de minister van Landsverdediging over "de financiële gevolgen van de vertragingen van het A400M-project en van het eventueel afvoeren van het project" (nr. 19223)

- de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "de impact van het Airbus A400M-programma op de Vlaamse bedrijven" (nr. 19388)

- mevrouw Brigitte Wiaux aan de minister van Landsverdediging over "de A400M en de onderhandelingen in Berlijn" (nr. 19426)

- de heer Georges Dallemagne aan de minister van Landsverdediging over "de A400M" (nr. 19562)

- de heer Bruno Stevenheydens aan de minister van Landsverdediging over "de bijkomende financiering van de 7 deelnemende landen aan het A400M-project" (nr. 19687)

- mevrouw Brigitte Wiaux aan de minister van Landsverdediging over "de A400M en zijn financiering" (nr. 19777)

03 Questions jointes de

- M. Bruno Stevenheydens au ministre de la Défense sur "les conséquences financières du retard pris par le projet A400M ou de son éventuel abandon" (n° 19223)

- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "l'impact du programme Airbus A400M sur les entreprises flamandes" (n° 19388)

- Mme Brigitte Wiaux au ministre de la Défense sur "l'A400M et les négociations de Berlin" (n° 19426)

- M. Georges Dallemagne au ministre de la Défense sur "l'A400M" (n° 19562)

- M. Bruno Stevenheydens au ministre de la Défense sur "le financement complémentaire par les 7 pays participant au projet A400M" (n° 19687)

- Mme Brigitte Wiaux au ministre de la Défense sur "l'A400M et son financement" (n° 19777)

 

03.01  Bruno Stevenheydens (VB): Mijnheer de voorzitter, ik zal mijn twee vragen tegelijk stellen.

 

Mijnheer de minister, in antwoord op eerdere vragen antwoordde u dat u een alternatief hebt of een duidelijke visie voor de problemen met het huidig A400M-project. Ik heb de vorige keer gevraagd om die te geven. U hebt toen geantwoord dat u dat zou doen bij de vraag die ik nu stel, die uiteindelijk uitgesteld werd tot deze commissievergadering.

 

Mijnheer de minister, kunt u die alternatieven of die visie toelichten?

 

Op zijn minst loopt het A400M-project vier jaar vertraging op, zodat de eerste toestellen aan ons land pas vanaf 2021 of 2022 worden geleverd. Dat heeft uiteraard gevolgen voor het optimaal gebruik van de C-130-toestellen die dateren van het begin van de jaren ’70.

 

Mijnheer de minister, kunt u de financiële consequenties daarvan toelichten?

 

Kan Defensie met de huidige vloot aan C-130-toestellen de vertraging of de eventuele afvoering opvangen? Daarop hebt u al positief geantwoord. Maar daar staat natuurlijk een kostenplaatje tegenover. Dat zouden we toch wel graag willen kennen.

 

Voorzitter: Ludwig Vandenhove.

Président: Ludwig Vandenhove.

 

De zeven landen die hebben ingetekend op het A400M-project zouden een voorstel hebben gedaan aan EADS van een bijkomende financiering van 2 miljard euro en daarbovenop 1,5 miljard aan kredietgaranties. Is dat correct? Kunt u dat toelichten?

 

Wat is de reactie van het luchtvaartconcern EADS?

 

Vindt u dat de beste optie? De vorige keer zei u dat u wel een bepaald standpunt hebt, maar u hebt toen het achterste van uw tong niet laten zien. Ik had eerder de indruk dat u liever zou investeren in een nieuw type C-130, een soort vliegtuig dat meer geschikt is voor de transporttaken van ons leger. Van de A400M zei u vroeger, toen u lid van de oppositie was, dat het te groot is voor de taken die het zou moeten vervullen. Vandaar mijn vraag of u dat de beste optie vindt die besproken is.

 

Was er een overeenkomst tussen de zes andere landen die mee ingetekend hebben op het A400M-project?

 

Zal dat zowel qua leveringstermijn als qua kostprijs een besparing opleveren, als u bijvoorbeeld aan een ander type vliegtuig zou denken?

 

Komt dat dan niet tegemoet aan de visie die u oorspronkelijk, enkele jaren geleden al, hebt ingenomen over de A400M, zoals ik zojuist zei, dat het een te groot en te duur vliegtuig zou zijn voor de taken die ons leger moet vervullen?

 

Dat zijn mijn twee vragen.

 

03.02  Luc Sevenhans (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, over het A400M-project werden hier de jongste tijd al heel wat vragen gesteld. U weet dat het onderwerp al een jaar of acht in de commissie rondwaart. Ik onderschrijf de opmerkingen van collega Stevenheydens. Ik heb geen echt probleem met het programma. Ik dacht op dat moment dat het een goede keuze was. Ik ben minder goed geplaatst om te beoordelen of het vandaag nog de juiste keuze is. We zijn nu 8 of 9 jaar na de beslissing en dan blijkt dat we nog eens 10 jaar zullen moeten wachten vooraleer het vliegtuig hier zal landen. De redelijke termijn wordt toch stilletjes aan overschreden.

 

Er is nog een ander, vergeten aspect aan deze kwestie, dat van cruciaal belang is voor onze Vlaamse bedrijven. Twee Vlaamse bedrijven zijn immers betrokken bij het project, namelijk Sabca Lummen en Asco te Zaventem. Indien het programma zou worden beëindigd, heeft dat natuurlijk een impact. Dat betekent voor hen een serieuze streep door de rekening. Zij hebben ook een langetermijnplanning, net zoals wij bij Defensie. Mijnheer de minister, ik moet u zeker niet vertellen dat die streep door de rekening, gelet op de economische situatie van de sector, wel eens dramatisch zou kunnen zijn.

 

Recentelijk zijn er nog enkele artikels over verschenen. Vlaanderen zou in de return slechts 30 % van de winsten krijgen, terwijl we 70 % betalen van de aanloopkosten. Ik heb nog interpellaties nagelezen van sommige parlementsleden die dat in het verleden ook hebben gezegd.

 

Ik zou u graag enkele vragen stellen.

 

Wat is het totale verlies aan orders als het project zou worden stopgezet? Bestaat er voor die bedrijven eventueel een mogelijkheid tot schadevergoeding? Wie zal dan heel die miskleun betalen?

 

Zijn de cijfers die ik zojuist heb aangehaald in verband met de winstverdeling ook vandaag nog valabel? Kloppen die nog altijd? Zou er eventueel nog een mogelijkheid zijn om er iets aan te doen?

 

03.03  Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, début février, les discussions relatives à l'A400M et à ses surcoûts se sont tenues à Berlin.

 

Complémentairement à cette question, je souhaiterais également poser ma question n° 19777. Selon une dépêche de l'Agence France-Presse du 16 février, les sept pays clients de l'A400M auraient proposé 1,5 milliard d'euros supplémentaire sous la forme de garanties de crédits à EADS.

 

Monsieur le ministre, le ministère allemand de la Défense aurait précisé que notre pays avait donné son accord, tout comme les autres pays clients, pour faire cette proposition à EADS. Ces informations sont-elles exactes? Comment évolue ce dossier?

 

03.04 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, het A400M-dossier is een rollercoasterdossier: het gaat soms naar boven en soms naar beneden, het gaat soms vlug en soms traag.

 

Mme Wiaux nous a communiqué une dépêche de l'Agence France-Presse de la semaine dernière. Je viens d'apprendre ce matin, de source couramment fiable, que l'US Air Force serait intéressée: "USAF can buy 118 A400M with savings from C-130 C-5 retirements". Selon les dernières nouvelles, les Américains pourraient acheter 118 A400M. Cela confirme ma thèse selon laquelle avec les A400M, de nouvelles informations nous parviennent toujours!

 

À partir de demain midi jusque jeudi soir aura lieu en Espagne une réunion des ministres de la Défense où, une fois de plus, le dossier des A400M reviendra sur la table. Nous sommes dans une situation de open ending, étant donné que les contours sont toujours loin d'être fixes concernant la finalisation du dossier A400M.

 

Le contrat actuel prévoit la livraison du premier A400M belge en 2018 et le dernier en 2020. L'appareil luxembourgeois est prévu en 2017.

 

Volgens de nieuw overeengekomen planning worden de Belgische toestellen geleverd in 2019 en in 2020 en het Luxemburgse toestel in 2019.

 

Met betrekking tot de C-130’s, daarover hebben wij reeds een discussie gehad, is het TINA-principe van toepassing, there is no alternative. Zij zullen continu moeten gemoderniseerd worden, geüpdate moeten worden om aan de operationele vereisten te blijven voldoen en zullen zowel in de 15de wing luchttransport als in de industrie strikter moeten worden onderhouden volgens de door de constructeur opgelegde onderhoudsprogramma’s.

 

That’s it, tenzij wij een consensus vinden om over te gaan, tussentijds, in afwachting van de levering, als die ooit wordt geleverd, tot een volledige of gedeeltelijke vernieuwing van de C-130-vloot. Laten wij echter eerlijk zijn, de waarschijnlijkheid daarvan is niet bijzonder groot.

 

Selon le dernier Work Allocation Report de mars 2009, le retour économique vers des sociétés belges s'élève à environ 585 000 euros.

 

Voor meer vragen hierover moet u zich wenden tot mijn collega, minister Van Quickenborne. Het totaalbedrag is ongeveer 585 000 euro.

 

In mijn tekst komen de cijfers van de Nederlandstalige en de Franstalige tekst niet overeen, maar zij zijn allebei in de omgeving van 585 000 euro. Ik meen dat daar de zetduivel zijn rol heeft gespeeld.

 

Het contract voor de aanschaf van de A400M-toestellen werd afgesloten tussen de organisatie die u kent: de Organisation conjointe de Coopération en matière d'Armement (OCCAR,) die de verschillende naties vertegenwoordigt, en de European Aeronautic Defence and Space Company – Airbus Military Sociedad Limitada (EADS-AMSL.)

 

In de problematiek van eventuele schadevergoedingen is voorzien in het voornoemde contract. Er kon natuurlijk geen contract tot stand komen als er geen schadeclausules bepaald waren.

 

À l'heure actuelle, les négociations entre les partenaires et l'industrie sont toujours en cours afin de trouver un accord définitif, dont je faisais mention voilà quelques instants, sur les conditions financières du programme.

 

La Belgique, en collaboration avec ses partenaires, met tout en œuvre pour aboutir à un résultat acceptable et privilégie la solidarité avec ses partenaires européens.

 

De bijkomende financiering zal moeten vallen binnen de door België goedgekeurde budgettaire enveloppe voor het programma. De financiering van het vliegtuig door middel van terugvorderbare voorschotten of kredietgaranties —“les prétendues avances remboursables ou garanties de crédit” — wordt momenteel door de hiervoor bevoegde diensten geanalyseerd.

 

Alle betrokken partijen werken constructief aan het zoeken naar een oplossing die de voortzetting van het programma toelaat. U kunt dit als een platitude beschouwen, maar dit is nu eenmaal de “geworpenheid” van het dossier van de A400M, constructief, rekening houdend met alle factoren, met de vraag van de deelnemende landen en de budgettaire context waarin wij moeten werken.

 

Momenteel worden er geen andere alternatieven bestudeerd, maar eens te meer tikt de klok met betrekking tot definitieve besluitvorming inzake het A400M-order. Ik ben, als lid van de regering, gelast een trouwe uitvoerder te zijn van de contracten zoals die sinds het voorjaar van 1999 tot stand zijn gekomen.

 

03.05  Bruno Stevenheydens (VB): Mijnheer de minister, u zegt dat het een rollercoaster is die omhoog en omlaag gaat.

 

Het is ook mogelijk dat het vliegtuig nooit omhoog zal gaan.

 

U zegt dat de klok tikt en dat er een moment zal komen dat er een definitieve beslissing moet worden genomen. Mocht dat negatief zijn, dan is een plan B noodzakelijk.

 

Wanneer wordt die definitieve beslissing genomen?

 

03.06 Minister Pieter De Crem: Het is niet mijn gewoonte om het paraplusysteem toe te passen. Het is heel goed mogelijk dat mijn Franse collega Hervé Morin, of mijn Duitse of Britse collega morgen met een voorstel komen waardoor wij in dit dossier geen rol spelen.

 

Ik herhaal het verleden niet. Het was een bewuste keuze om ons in 2000 pas op het einde van het orderboek te plaatsen.

 

Het is mogelijk dat er de komende dagen een beslissing wordt genomen. Het is evenmin uit te sluiten dat een aantal zaken met betrekking tot liability, schadevergoeding en eventuele participaties nog wordt uitgeklaard.

 

Het waren geen gesloten vergaderingen. Ik heb erop aangedrongen om zo vlug mogelijk uitsluitsel te krijgen. Helaas moet ik zeggen dat wij in deze een kleine speler zijn. Het standpunt van mijn buitenlandse collega's is in een afgeleide vorm ook dat van ons.

 

03.07  Bruno Stevenheydens (VB): U gelooft dus nog in het project en u zult pas een plan B ontwikkelen vanaf het moment dat het antwoord definitief nee is. Is dat de juiste conclusie?

 

03.08 Minister Pieter De Crem: Ja.

 

03.09  Luc Sevenhans (N-VA): Mijnheer de minister, de melding dat er blijkbaar een groot order zal komen heeft natuurlijk een zeer grote impact op het geheel. Kunt u dat bevestigen?

 

03.10 Minister Pieter De Crem: Ik heb dat gezegd, maar dat dossier is uiteraard het Staatsblad niet. Het gaat om informatie die ik vernomen heb net voordat ik naar de commissie kwam.

 

03.11  Luc Sevenhans (N-VA): Dat zou natuurlijk zeer belangrijk zijn, want dat betekent dat de levensvatbaarheid bijna gegarandeerd wordt, wat ik ook goed zou vinden. Ik heb reeds gezegd dat ik het zeker geen goede beslissing zou vinden om nu het dossier te verlaten. Dat zou ook een grote impact hebben, maar in dat verband hebt u nog geen cijfers gegeven.

 

We zullen even afwachten, en mocht dat vliegtuig definitief landen, dan kunnen we het misschien eens hebben over de kostprijs, over de kosten die zouden ontstaan.

 

Ik meen dat we enige hoop mogen hebben dat het toch de juiste richting uitgaat.

 

Ik zal de vraag terug op de agenda laten plaatsen voor de volgende commissievergadering, want dan krijgen we wellicht nieuwe informatie. Het verhaal is dus nog niet gedaan.

 

03.12  Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses. Ce dossier est effectivement complexe, même si j’ai sur ce dernier un regard plus distancé. J’épingle vos préférences dans vos éléments de réponse. Je retiens la solidarité avec les pays européens et la recherche de voies de financement, qu’il s’agisse d’avances remboursables ou de garanties de crédit. D’autres épisodes ne manqueront pas de s’ajouter, puisque vous avez encore des réunions demain et après-demain. Bonne chance dans les négociations!

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Samengevoegde vragen van

- de heer Francis Van den Eynde aan de minister van Landsverdediging over "de beveiliging van Kleine Brogel" (nr. 19333)

- de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "de bewaking op de basis van Kleine Brogel" (nr. 19636)

04 Questions jointes de

- M. Francis Van den Eynde au ministre de la Défense sur "la protection de la base de Kleine Brogel" (n° 19333)

- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "la surveillance à la base de Kleine Brogel" (n° 19636)

 

04.01  Francis Van den Eynde (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, enkele weken geleden hebt u hier een vraag gekregen van een collega van Ecolo-Groen! met betrekking tot de beveiliging van het vliegplein van Ursel. De heer De Vriendt vroeg u met aandrang en herhaaldelijk om ervoor te zorgen dat er voortaan geen burgers meer zouden rondlopen op dat vliegplein van Ursel. Ik vroeg mij toen af of de heer De Vriendt dezelfde logica zou aanhouden in verband met Kleine Brogel. Hij stelt u vandaag geen vraag, dus ik neem aan van niet, maar er moet toch iemand die logica voortzetten. Daarom voel ik mij geroepen om u vandaag die zaak voor te schotelen.

 

Het gaat over een aantal persartikels die wij de jongste weken mochten lezen in diverse kranten, waarin gewag gemaakt wordt dat minstens één keer een zestal zogenaamde bomspotters over het hek zijn geraakt en in alle peis en vree de bunkers zijn gaan filmen waarvan wordt verondersteld dat er atoomwapens liggen opgeslagen. Zij hebben die bunkers naar verluidt zelfs met stickers beplakt. Erger, na drie kwartier zouden ze uiteindelijk toch tegen iemand van de wacht zijn gebotst, maar die beschikte op dat ogenblik, volgens een film die te bekijken is op het web, alleen over een geweer zonder lader. In Brussel spraken ze vroeger van stokagenten. Dat was dus een stokmilitair.

 

Dat is opgemerkt. Wat op het web staat, kan men in de hele wereld bekijken. Naar verluidt maken zelfs Amerikaanse wetenschappers, onder meer van het FAS, zich ongerust en stellen zij zich vragen bij het feit dat een al dan niet veronderstelde stock atoomwapens zou worden bewaakt door militairen die niet over wapens beschikken. Dat verhaal wordt helaas nog eens bevestigd in de krant De Morgen van 11 februari, waarin een docent Internationale Politiek van de Universiteit Antwerpen onder meer het volgende zegt: “Els, Louis, Peter en Osama” – ik hoop dat in dit geval nomen geen omen is – “slaagden in wat nooit eerder werd voorgedaan: ze konden meer dan drie kwartier rondwandelen op Kleine Brogel. Bossen, hertjes en konijnen, maar geen militairen.” Ik citeer een naar verluidt vooraanstaand academicus en wie ben ik om daaraan te twijfelen?

 

Het lijkt mij toch niet abnormaal dat iedereen, welke politieke mening hij of zij ook heeft, in deze tijden van terrorisme toch een beetje bezorgd is met betrekking tot de opslagplaats van de wapens en de bewaking ervan. Het is daarbij niet relevant of men al dan niet een bezwaar heeft tegen de aanwezigheid van die vermeende wapens in Kleine-Brogel.

 

Ik heb in de krant gelezen dat er ondertussen maatregelen getroffen werden, maar ik wil u het volgende vragen. Wat is er ondertussen gebeurd? Welke maatregelen zijn er ondertussen effectief genomen en welke maatregelen werden er nog voorzien voor de toekomst?

 

04.02  Luc Sevenhans (N-VA): Ik kan mij aansluiten bij de inleiding van collega Van den Eynde.

 

Het zal de minister ook niet verbazen dat er vanuit de Verenigde Staten nogal ernstige vragen worden gesteld over de bewaking van de basis van Kleine-Brogel. Ik weet niet hoe het gesteld is met Florennes? Kan men daar ook binnen en buiten wandelen? Dat is blijkbaar niet aangetoond. In de veronderstelling dat er wapens zouden liggen, lijkt het mij normaal dat die dan ook deftig worden bewaakt. Ik heb altijd gehoord dat dit redelijke gevaarlijke wapens zijn. Dat alles natuurlijk vanuit de hypothese dat er wapens zouden liggen, ik ga de Kroon niet ontbloten.

 

Ik kan begrip opbrengen voor mensen die opkomen voor hun mening en willen betogen in Kleine-Brogel of voor een andere kazerne. Dat is het recht van vrije meningsuiting. Op het moment dat men een basis binnendringt, weet men echter dat men iets doet dat niet mag en dat zeer grote gevolgen kan hebben. Onder die brave jongens zou zich wel eens een slechter persoon kunnen bevinden. Als die toegang krijgt tot de installaties, zou die wel eens een serieus probleem kunnen veroorzaken, waar die brave mensen ook niet goed van zijn.

 

Ik zou willen voorstellen dat Defensie eens op een andere manier optreedt, om die personen tegen zichzelf te beschermen. Ik bedoel natuurlijk niet door ‘erop te kloppen’, zoals men in de krant al suggereert. Men kan toch op een vrij eenvoudige, vreedzame manier, die manifestanten voor stommiteiten behoeden. Ik zou van de minister willen weten welke maatregelen er effectief zijn genomen? Ik heb begrepen dat er maatregelen zijn genomen. Zoiets is natuurlijk ook niet goed voor het imago van Defensie.

 

04.03 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, collega’s, het verhaal betreffende de indringing in Kleine Brogel is een verhaal van “Dichtung und Wahrheit”. Het is verhaal dat ik niet beter kan samenvatten dan Goethe. Romantiek kan ik niet gebruiken in deze ernstige aangelegenheid, maar “Dichtung und Wahrheit” is het beste dat ik kan zeggen.

 

De veiligheidsmaatregelen die in voege zijn op de basis van Kleine Brogel zijn conform de voorschriften van de NAVO. Dit wil zeggen dat buiten de basis Defensie niet mag optreden omdat dit een bevoegdheid is van de politiediensten. Binnen de perimeter van de basis gebeurt elke tussenkomst door het vliegveldbewakingspersoneel, conform de voorschriften “Gebruik van geweld door het personeel van Defensie buiten de situaties geregeld door het recht van de gewapende conflicten” en “Gebruik van geweld door het wacht- of toezichtpersoneel op het nationale grondgebied”. Deze richtlijnen vereisen dat het gebruik van geweld steeds minimaal en in verhouding moet zijn met de bedreiging en het belang van de te beschermen vitale zones en punten.

 

Voorzitter, collega’s, ten overstaande van vredesactivisten die de omheining overschrijden, is een gewapende tussenkomst zeker niet aan de orde. Het verhinderen van een indringing wordt echter sterk bemoeilijkt door de basisperimeter van de basis die zich uitstrekt over een lengte van 14 kilometer. De totale oppervlakte van de vliegbasis bedraagt 450 hectare waarvan een derde bebost. Het beveiligingscontingent kan met dergelijke afmetingen niet te allen tijde overal aanwezig zijn en concentreert zich vooral op de te beschermen vitale zones en punten. Wij zouden dit de gevoelige zones op het terrein kunnen noemen.

 

Op 31 januari 2010 werden zes vredesactivisten 37 minuten na het overschrijden van de buitenomheining opgepakt door de vliegveldbewaking. Defensie streeft naar het inkorten van elke interventietijd door het in plaats stellen van elektronische bewakings- en wachtsystemen. Er is een investeringsprogramma, gefinancierd door de NAVO, dat ter goedkeuring ligt bij alle bevoegde instanties. Ondertussen hebben wij met het departement maatregelen genomen door het in plaats stellen van nog betere surveillancesystemen, het voorzien van fysieke hindernissen en natuurlijk het opvoeren van de patrouilles.

 

Het vliegveldbewakingspersoneel moet steeds gewapend zijn. Met betrekking tot de militair die op 31 januari 2010 een wapen droeg zonder lader zal een tuchtprocedure worden opgestart.

 

Het overleg aangaande de eventuele aanwezigheid van kernwapens op Belgisch grondgebied is een politieke aangelegenheid die deel uitmaakt van het verdrag van het Noord-Atlantisch bondgenootschap. Ik wens mij daarover naar aanleiding van deze vraag niet uit te spreken. Ofschoon het vredestijd is, is het duidelijk dat men zich op geen enkele wijze kan onttrekken aan de geldende voorschriften met betrekking tot de bewapening.

 

04.04  Francis Van den Eynde (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, er heeft hier niemand gepleit voor een keiharde aanpak van vreedzame betogers.

 

04.05 Minister Pieter De Crem: U sprak over peis en vree, maar wij leven eigenlijk in een situatie die gemeenzaam nog steeds vredestijd wordt genoemd.

 

04.06  Francis Van den Eynde (VB): Peis en vree is nog liever.

 

Het is natuurlijk zo dat een militaire basis, zeker een militaire luchtbasis, van groot strategisch belang is en verondersteld wordt te beschikken over wapens en over munitie, wat natuurlijk de zaak nog gevoeliger maakt. Dan is een scherpe bewaking aangewezen. Voor mij moet men niet direct beginnen met elke overtreder neer te knallen, maar 37 minuten is toch lang om rond te dwalen op zo’n basis.

 

Nogmaals, conform het vriendelijke verzoek van vorige keer van onze goede collega van Ecolo-Groen! om ervoor te zorgen dat in Ursel geen burgers meer zouden rondlopen op het vliegpleintje zeg ik u, en ik denk dat ik daarmee in overeenstemming ben met de radicaal linkse zijde in dit Parlement, dat ervoor moet gezorgd worden dat ook in Kleine Brogel niet meer door burgers kan rondgelopen worden op dat vliegplein, dat is misschien een iets te eufemistisch woord, maar ik kan het toch geen luchthaven noemen.

 

04.07  Luc Sevenhans (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik kan mij vinden in uw antwoord en ook in de bijkomende opmerkingen van mijn collega. Ook voor hun eigen veiligheid zou er moeten verhinderd worden dat men daar rondloopt. Er zouden ongelukken kunnen gebeuren en dat willen wij toch echt niet.

 

Natuurlijk, elke burger heeft het recht om voor zijn mening uit te komen. Als hij een probleem heeft met bepaalde zaken in bepaalde kazernes, kan ik daarmee allemaal akkoord gaan. Het zou echter toch niet mogen dat men daar gewoon binnen en buiten wandelt. Stel u voor dat wij morgen allemaal binnenvallen op uw kabinet, u zou ons ook laten buitengooien en ik kan dat begrijpen. Als men in mijn tuin binnendringt, zal ik ook de politie bellen om de persoon te laten buitengooien. Dat is evident. Ergens stopt het. Dit is te ver gegaan. Dit zou nooit meer mogen gebeuren. Dit doet onze geloofwaardigheid geen goed.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "de NAVO-begroting" (nr. 19389)

05 Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "le budget de l'OTAN" (n° 19389)

 

05.01  Luc Sevenhans (N-VA): Mijnheer de voorzitter, het is dus een vraag over centen.

 

Mijnheer de minister, op een informele NAVO-top in Istanboel kwam onder meer het budget van de NAVO ter sprake. Zo zou er niet minder dan 640 miljoen euro te kort zijn om het budget in evenwicht te brengen. Op de top werd dan ook de afspraak gemaakt ervoor te zorgen dat voornoemd probleem zou worden aangepakt. De verdeelsleutel onder de NAVO-leden moet echter nog worden vastgelegd. Tevens werd beslist voor de organisatie extra middelen vrij te maken.

 

Ook werd er over een structurele aanpassing van de financiering van de NAVO gesproken. Zo zouden er onder meer besparingen zijn gepland. De strategische projecten en de operatie zouden echter niet aan de besparingen onderhevig zijn.

 

Ten slotte blijkt er een begrotingstekort van ongeveer 1 miljard euro op het aparte fonds voor de lopende kosten van het Afghaanse leger.

 

Welke middelen heeft het departement Defensie nog ter beschikking om aan de NAVO bij te dragen? Ik vrees dat het er niet veel zullen zijn.

 

In welke grootteorde zal de Belgische bijdrage volgens u liggen? Hoe past die in uw besparingsoperatie?

 

Wanneer wordt de verdeelsleutel definitief verwacht?

 

Wat zal er met het tekort van het fonds voor het Afghaanse leger gebeuren?

 

Ik dank u voor uw antwoorden.

 

05.02 Minister Pieter De Crem: Mijnheer Sevenhans, naar aanleiding van de vastgestelde budgettaire problemen bij de NAVO heeft de Raad Senior Resource Board of SRB de opdracht gegeven te zoeken naar besparingen en voorstellen inzake de aanpassing van processen. Dat is geen marketing- of managementterm. Het hele, procesmatige gebeuren bij de NAVO wordt onderzocht.

 

In hetzelfde kader werd tijdens de informele top met de ministers van Defensie te Bratislava op 22 en 23 oktober 2009 beslist de Senior Officials Group op te richten. Naar gelang van de resultaten moet die groep het volgende doen. Ten eerste, indien de secretaris-generaal oordeelt dat het verkregen resultaat onvoldoende is, moeten er voorstellen tot bijkomende besparingen worden geformuleerd.

 

Ten tweede, de procesaanpassingen mogen niet alleen worden voorgesteld maar moeten ook worden uitgevoerd. De mogelijkheid tot verhoging van de bijdragen moet vóór de Raad van ministers van Defensie van eind 2010 worden onderzocht. Zulks is, gezien de budgettaire context waarin alle lidstaten van de NAVO leven, natuurlijk een bijzonder moeilijke opdracht.

 

De Raad Senior Officials Group is vier keer samengekomen. Een aantal besparingen is geïdentificeerd en voorgesteld. Het document over de prioriteiten van de besparingen en de behoeften is uiteengezet.

 

Het deel van het tekort dat niet door besparingen kan worden gedekt, zal tot een vraag voor bijkomende financiering aanleiding geven. Zoals ik reeds stelde, wordt evenwel tegen de informele vergadering van juni 2010 uitsluitsel verwacht. De overeengekomen, toepasselijke verdeelsleutels zullen op dat moment worden gebruikt.

 

Eens te meer is nimby tot de besluitvormingsprocedures van internationale instellingen, niet alleen binnen de NAVO maar ook binnen de Europese Unie en de UNO, doorgedrongen. Bijvoorbeeld, eventuele evidente besparingen inzake de bestaffing van staven – dat is geen sibillijns taalgebruik – zijn onmiddellijk het voorwerp van een aantal nationale weerstanden.

 

Dat is wat ik u over de kwestie kan meegeven.

 

05.03  Luc Sevenhans (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik dank u voor het antwoord.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van de heer Bruno Stevenheydens aan de minister van Landsverdediging over "het sociaal overleg rond het herstructureringsplan" (nr. 19394)

06 Question de M. Bruno Stevenheydens au ministre de la Défense sur "la concertation sociale concernant le plan de restructuration" (n° 19394)

 

06.01  Bruno Stevenheydens (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, volgens de legervakbonden is het sociaal overleg rond het herstructureringsplan sinds 17 december stilgevallen. Is dat correct? Kunt u toelichting geven over de gesprekken? Welke voorstellen rond begeleidende maatregelen werden er reeds besproken? In welke zaken heeft men reeds een oplossing gevonden?

 

06.02 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, collega Stevenheydens, op 17 december van vorig jaar vond een vergadering plaats in aanwezigheid van een ruime afvaardiging van de vakorganisaties. Meerdere vertegenwoordigers, van elk van de organisaties, hebben daar de gelegenheid gekregen om hun standpunten toe te lichten. Hierbij werden door sommige vakorganisaties een aantal nieuwe wensen, waarvan ik sommige voorstellen eisen zou kunnen noemen, naar voren geschoven.

 

Deze eisen dienden met de grootste zorg door de administratie van Defensie te worden geanalyseerd, aangezien aan elke eis een kostenplaat verbonden is. Tevens dienden de ministers van Ambtenarenzaken en Begroting te worden geconsulteerd. Na deze grondige voorbereiding werden de gesprekken met de vakorganisaties hervat, op vrijdag 12 februari laatstleden. Het is nu echt te vroeg om reeds een toelichting te geven bij de gesprekken met de vakorganisaties, aangezien de formele besprekingen op 2 maart zullen starten. Om het sociaal overleg een open kans te geven, is het noodzakelijk dat de gesprekken op een discrete wijze kunnen plaatsvinden.

 

Ik heb een overzicht van de timing met al de vergaderingen aan dit antwoord gehecht. Ik wil daarop toch even dieper ingaan. Op 12 oktober 2009 heb ik het plan aan de syndicale organisaties voorgesteld. Op 22 oktober is er een eerste ontmoeting gehouden. Ik heb er daarnet naar verwezen. Er was een vergadering op 30 november. De syndicale organisaties hebben toen de vraag gesteld in welk budget voorzien was voor de begeleidingsmaatregelen die ik had voorgesteld. Het was een open dialoog. Er konden namelijk suggesties worden aanvaard en aangenomen met betrekking tot de begeleidingsmaatregelen. Drie vakorganisaties hebben de onderhandelingstafel verlaten en hebben beslist, met leden van het niet meer actieve kader, om op 15 november te betogen.

 

Ondertussen hebben dezelfde organisaties hun voorstellen over de begeleidingsmaatregelen bezorgd. Ik heb aan mijn medewerkers gevraagd, zoals dat gaat, om het voorbereidend werk voort te zetten. Zij hebben dat gedaan op 10 november, samen met de ACMP, de aan tafel overgebleven syndicale organisatie. Op 18 november zijn de werkzaamheden opnieuw hervat. Op 26 november heeft er een vergadering plaatsgevonden. Op 2 december heeft er een specifieke vergadering plaatsgevonden voor het burgerpersoneel.

 

Op 7 en 17 december hebben nog vergaderingen plaatsgevonden. Tijdens die laatste vergadering werden nieuwe voorstellen door de vakbonden voorgelegd. Ze werden door mijn kabinet en de staf onderzocht. De resultaten van die studie werden meegedeeld tijdens de vergadering van 12 februari laatstleden. Op 15 februari werd de officiële uitnodiging voor de onderhandeling verstuurd, samen met het ontwerp van besluit voor de begeleidingsmaatregelen die met een koninklijk besluit moeten worden hervat. Ik had het tijdens deze vergadering daarover reeds eerder.

 

De formele onderhandelingen, waarvan ik hoop dat ze kort zullen duren, met het oog op de uitvoering van het plan en de sluiting en de verhuizing van kazernes, zullen op 2 maart van start gaan.

 

Er zijn 17 vergaderingen doorgegaan met de vakorganisaties sinds 12 oktober 2009. Wanneer ik daar de betoging bijtel, die ik moeilijk als een activiteit van syndicaal overleg kan beschouwen, was dat er nog een meer. Het gaat om 12 oktober, 13 oktober, 22 oktober, 30 oktober, 10 november, 15 november, 18 november, 23 november, 24 november, 25 november, 26 november, 26 november tot 29 november, 30 november, 2 december, 7 december, 17 december, 12 februari, 15 februari. Het algemene officiële overleg zal op 2 maart plaatsvinden.

 

06.03  Bruno Stevenheydens (VB): Een betoging kan men moeilijk beschouwen als een overleg en zeker niet als een constructief overleg. U somt 17 vergaderingen op. Het is wel zo dat het niet steeds met dezelfde partners was. Op sommige momenten was dit ongetwijfeld slechts met een heel select gezelschap gelet op de gespannen sfeer met het overgrote deel.

 

Dit is een zaak die moet worden opgevolgd. Ik merk in het dossier toch twee snelheden op. Wij zullen bij uw intentie tot een versnelde uitvoering van het transformatieplan hierop terugkomen. Het komen tot begeleidingsmaatregelen vergt natuurlijk enige tijd. Aan de andere kant wil u het versnelde invoeren van uw transformatieplan in werking laten treden zodat wij met een dossier zitten met twee snelheden. In deze zou dit toch te allen tijde moeten worden vermeden.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Vraag van de heer David Geerts aan de minister van Landsverdediging over "de aankoop van ROCK HEAT LAW M72 en ROCK SUB mm TP-T LAW" (nr. 19410)

07 Question de M. David Geerts au ministre de la Défense sur "l'acquisition des systèmes ROCK HEAT LAW M72 et ROCK SUB mm TP-T LAW" (n° 19410)

 

07.01  David Geerts (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, dit is een technische vraag over de aankoop van Rock Heat Law M72, en de betrokken munitie. Volgens de nota van de Inspectie van financiën was dat goed voor bijna 3 000 000 euro.

 

Wat mij in de nota eigenlijk het meest verwonderde was dat er gesteld werd dat er in 1992 een zeer grote aankoop werd gedaan waarvan het grootste deel moest worden vernietigd wegens een probleem.

 

Mijn vraag is dan ook wat de ordegrootte van de bestelling uit 1992 was, want dat heb ik niet kunnen achterhalen aan de hand van het vernietigen van de stock die dan niet meer kon ingezet worden. Wat heeft het gekost? Wat was de motivering om een dergelijke bestelling te plaatsen? Wat is het exacte cijfer van de vervallen raketpropellers en de respectie munitiewaren? Wat is de kostprijs van deze vervallen stuks, en wat is de kostprijs om deze wapens te ontmantelen?

 

07.02 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, ondanks dat dit eigenlijk het voorwerp zou kunnen uitmaken van een schriftelijke vraag, zal ik antwoord geven op alle vragen, en als er nog noodzakelijke inlichtingen zijn, dan kunnen die schriftelijk worden gevraagd.

 

De laatste bestellingen dateren van december 1990, en de bestelbrieven werden ondertekend door mijn toenmalige collega, minister Guy Coëme. De eenheidsprijs, exclusief btw, bedroeg 479,03 euro voor de oorlogsmunitie, en 25,11 euro voor de trainingsmunitie. Om technische redenen werden eind 2009, 13 400 stuks oorlogsmunitie, en 38 000 stuks trainingsmunitie buiten omloop gesteld. Het betreft loten aangekocht tussen 1979 en 1985. De loten van deze laatste bestelling onder minister Coëme worden ingezet voor trainingsdoeleinden.

 

De originele kostprijs van de vervallen munitie bedroeg 6 419 002 euro voor de oorlogsmunitie, en 954 180 euro voor de trainingsmunitie. De geschatte restwaarde bedraagt 10 % van de voorgenoemde prijzen, wat de meest gangbare verhouding is in een dergelijke aangelegenheid.

 

De kostprijs voor de ontmanteling bedraagt 53 600 euro voor de oorlogsmunitie, en 7 600 euro voor de trainingsmunitie.

 

07.03  David Geerts (sp.a): Mijnheer de minister, ik weet dat het een technische vraag was. Ik hoop alleen dat bij de nieuwe aankoop-, de ordegrootte beter gericht is naar de noodzakelijkheid waarvoor deze munitie kan worden ingezet, zodanig dat er op een budgettair verstandelijke wijze gehandeld wordt.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Samengevoegde vragen van

- de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "het inzetten van militairen voor bewakingsopdrachten in Brussel" (nr. 19471)

- de heer David Geerts aan de minister van Landsverdediging over "de bijkomende inzet van militairen bij de politiezones" (nr. 19478)

- de heer Bruno Stevenheydens aan de minister van Landsverdediging over "het inzetten van militairen voor bewakingsopdrachten in Brussel" (nr. 19490)

08 Questions jointes de

- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "le déploiement de militaires pour des missions de surveillance à Bruxelles" (n° 19471)

- M. David Geerts au ministre de la Défense sur "l'affectation de militaires dans des zones de police" (n° 19478)

- M. Bruno Stevenheydens au ministre de la Défense sur "le recours à des militaires pour des missions de surveillance à Bruxelles" (n° 19490)

 

08.01  Luc Sevenhans (N-VA): Mijnheer de voorzitter, naar aanleiding van de recente ontwikkeling inzake de veiligheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zou er sprake zijn van het ontlasten van de lokale politiemachten. Zo zouden die niet meer hoeven in te staan voor de bewaking van ambassades. Die taken zouden echter worden overgenomen door militairen. De militaire vakbonden en ikzelf kanten zich echter tegen dat plan, omdat het naar onze mening geen taak is voor Defensie.

 

Ik zou graag de volgende vragen stellen. Hebt u weet van het plan om militairen in te zetten voor de bewakingsopdrachten in Brussel in het algemeen en voor de bewaking van ambassades in het bijzonder? Wat is uw houding tegenover dat plan? Wat is vandaag de dag de houding van de regering? Wie zou moeten opdraaien voor de personeelskosten en de andere kosten van dat plan? Dat is uiteraard een zeer belangrijke vraag, gelet op de krapte van het budget.

 

08.02  David Geerts (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik heb dezelfde soort vragen.

 

De minister van Binnenlandse Zaken heeft dat plan aangekondigd. Het was voor ons daarbij onduidelijk hoeveel militairen de overgang zouden kunnen of moeten maken, of dat op vrijwillige basis gebeurt en welke taken uitgevoerd zullen worden.

 

08.03  Bruno Stevenheydens (VB): Ik heb daar niet zo veel aan toe te voegen.

 

Ik meen enkel dat de veiligheid in een bepaald deel van ons land van het hoogste belang is. Ik heb vorig jaar de minister al eens vragen gesteld over de inzet van militairen bij de ordehandhaving. We hebben de voorbeeldige oefeningen gezien in bijvoorbeeld Kosovo. Ik vroeg toen of dat ook mogelijk was in noodsituaties in België. U hebt daar positief op geantwoord. Nu komt de vraag om de politie te ontlasten met de bewaking van de ambassades. Mijns inziens moet er zeker constructief naar een mogelijkheid gezocht worden, aangezien de veiligheid in het hele land en zeker in Brussel toch van het grootste belang is.

 

08.04 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, collega’s, tijdens de kern van 22 februari werd onder meer de mogelijkheid van het inzetten van militairen voor bewakingsopdrachten in Brussel besproken. Er werd een principebeslissing genomen om het bewakingsdetachement van Binnenlandse Zaken uit te breiden waarbij in de eerste plaats gedacht wordt aan de overgang van militairen naar dit detachement. Ik zeg heel duidelijk dat het gaat om een overgang. Het gaat dus niet om militairen die het statuut behouden, zij gaan over naar een ander statuut. De financiële implicaties hiervan maken momenteel deel uit van de bespreking tussen de kabinetten van de eerste minister, de minister van Binnenlandse Zaken en de minister van Defensie. Het aantal militairen dat deze overgang op vrijwillige basis zou kunnen maken zal in functie zijn van de noden van Binnenlandse Zaken, wat deel uitmaakt van het overleg. De militairen die de overstap maken worden onderdeel van de federale politie en zullen in die nieuwe hoedanigheid ambassades en eventuele andere vitale punten bewaken gedurende vijf jaar. Nadien kunnen ze andere politionele taken op zich nemen.

 

08.05  Luc Sevenhans (N-VA): Mijnheer de minister, het zal dus niet de militair zijn die de ambassades gaat bewaken. Dan ben ik al voor een groot deel gerustgesteld. Ik zou zeggen, hou het ook zo. Dit is geen kerntaak.

 

08.06 Minister Pieter De Crem: Het is trouwens wettelijk niet mogelijk om dit te gaan doen, sinds de demilitarisering van de rijkswacht in het begin van de jaren ’90. Het is dus onmogelijk dat militairen nog worden ingezet voor het handhaven, het waarborgen en het daar waar nodig herstellen van de openbare orde.

 

08.07  Luc Sevenhans (N-VA): Dan ben ik blij dat enkele ministers zich een klein beetje vergaloppeerd hebben. Het is zoals in de goede oude cowboyfilms…

 

08.08 Minister Pieter De Crem: …het verhaal van winnaars of verliezers. Ik vind dat men solidair moet zijn wanneer men tot een zogenaamd gezagsdepartement behoort. Als er vragen worden gesteld, moeten die bekeken kunnen worden. Dat moet echter in een passend wettelijk kader kunnen. Dat is bij deze gebeurd.

 

08.09  Luc Sevenhans (N-VA): Nood breekt wet. Het is echter nog niet zo erg dat we het leger voor zoiets moeten gaan inzetten. Dat zou immers meteen het falen van onze politiemacht aantonen. Het is niet dat taak van Defensie om dat nog te gaan benadrukken. Ik hoop dat ze het probleem zelf kunnen oplossen want daarvoor zijn ze eigenlijk voldoende bemand en bevrouwd.

 

08.10  David Geerts (sp.a): Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord.

 

Ik heb nog een bijkomende vraag. Gaat het over een definitieve overgang, of gaat het om de mogelijkheid, zoals in het verleden, waarbij er samenwerkingsovereenkomsten waren met de lokale politiezones?

 

08.11 Minister Pieter De Crem: Het is een definitieve overgang.

 

08.12  Bruno Stevenheydens (VB): Mijnheer de voorzitter, ik dank de minister voor zijn antwoord.

 

Het is wel spijtig dat enkel door deze vragen een rechtzetting gegeven kan worden aan de zaken die door de minister van Binnenlandse Zaken in de media werden meegedeeld. Zo werd die perceptie geschapen om op korte termijn een oplossing te vinden voor de momenteel heersende overdruk in Brussel, waar de politie het niet de baas kan. Vandaag is daaraan een volledig andere uitleg gegeven, waarschijnlijk de juiste uitleg. Wellicht was dat niet de initiële uitleg, maar misschien is men daar later toe gekomen, wanneer er meer gedetailleerd over werd gesproken.

 

Mijnheer de minister, de overgang naar Justitie blijkt geen onverdeeld succes. Stel u voor dat dit niet aanslaat, zult u dan naar nog een andere piste zoeken? Of is dat maar een mogelijk idee dat benut zal worden?

 

08.13 Minister Pieter De Crem: Er is een beroep gedaan op Defensie. Ik zal nu niet opnieuw alle argumenten aanhalen die tijdens de discussie naar voren gebracht zijn, ook namens Defensie. Wij zetten ons constructief in die tekening, en we zullen wel zien in welke mate dat werkt.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Samengevoegde vragen van

- de heer David Geerts aan de minister van Landsverdediging over "de mogelijke aanduiding van de voormalige CHOD, generaal Van Daele" (nr. 19474)

- de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "de opdracht van generaal b.d. Van Daele bij het NIOOO" (nr. 19678)

09 Questions jointes de

- M. David Geerts au ministre de la Défense sur "la désignation éventuelle de l'ancien CHOD, le général Van Daele" (n° 19474)

- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "la mission du général en retraite Van Daele auprès de l'INIG" (n° 19678)

 

09.01  David Geerts (sp.a): Mijnheer de minister, ik had het gerucht opgevangen dat generaal Van Daele een consultancyopdracht zou uitvoeren bij het departement Defensie. Collega Sevenhans is daar duidelijker in geweest dan ik. Zoals gewoonlijk had hij meer informatie. Mijn vraag is of dit klopt.

 

Collega Sevenhans, u zegt altijd dat u meer informatie hebt dan ik en ik moet u hier bijtreden. De opdrachten heb ik reeds gezien aan de hand van de vragen die u stelt.

 

Mijn vraag is op welke basis deze overeenkomst tot stand gekomen is en hoe het zit met de bezoldiging die daaraan vast hangt.

 

09.02  Luc Sevenhans (N-VA): Mijnheer de minister, ik begrijp, en u zal deze informatie wellicht kunnen bevestigen, dat u eindelijk uw blik hebt laten vallen op het NIOOO en dat u daar ineens iemand naar toe stuurt die het departement ook wat kent.

 

U weet dat dit departement mij heel nauw aan het hart ligt. Ik heb al mijn interpellaties over die dienst nog eens nagekeken. Ik wens de heer Van Daele heel veel succes. Ik heb er zeker geen probleem mee dat u daar iemand voor aanduidt en ik heb ook geen probleem met de man die u daarvoor aanduidt. Ik ben vooral zeer tevreden dat u de problemen grondig gaat aanpakken. Ik zou van u vooral willen horen met welke bevoegdheid, met welke mogelijkheden dat u denkt de heer Van Daele te kunnen “bewapenen”? Welke bevoegdheid kan hij hebben en wat is zijn uiteindelijke taak? In hoeverre hebt u al ideeën hoelang het gaat duren vooraleer wij dat probleem eens definitief kunnen oplossen?

 

09.03 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de minister, in het advies van 27 mei 2009 in het kader van de begrotingsvoorstellen voor 2010 besloot de afgevaardigde van de minister van Financiën bij het IV-NIOOO dat een strategische beslissing met betrekking tot de toekomst van het instituut zich op korte termijn opdrong. Gesuggereerd werd dat alternatieven in overweging zouden worden genomen om de opdrachten van het personeel van het IV-NIOOO naar andere organismen te transfereren: RIZIV, ziekenfondsen voor de medische zorg, Cedisca voor de sociale hulp, het Koninklijk Legermuseum voor de morele actie enzovoort. Tevens werd erop aangedrongen dat op basis van een studie op korte termijn beslissingen zouden worden genomen in de eerste plaats in het belang van het personeel.

 

Het advies werd nogmaals hernomen in het antwoord van de inspectie van Financiën op de omzendbrief van 3 september 2009. De omzendbrief betrof de evaluatie door de inspectie van Financiën van een aantal uitgaven- en ontvangstenmechanismen. Generaal op rust, August Van Daele, werd gelast met het uitvoeren van voormelde studie en het formuleren van voorstellen in verband met de hiervoor aangehaalde mogelijke samenwerkingsverbanden. De maandelijkse nettobezoldiging die generaal op rust Van Daele ontvangt op de kredieten van mijn kabinet, behoort tot de private levenssfeer. Verdere informatie hieromtrent kan ieder parlementslid verkrijgen via zijn inzagerecht bij het Rekenhof.

 

Het instituut beschikt over een subsidie ten laste van de FOD Sociale Zaken. Zijn rekeningen worden door een revisor en door het Rekenhof gecontroleerd. Geen van beiden heeft in deze legislatuur kritiek geuit.

 

De middelen die door de verkoop van de rusthuizen van het instituut vrij zijn gekomen, werden gebruikt om een aantal maatregelen ten voordele van oorlogsslachtoffers te bekostigen.

 

Ten slotte, Defensie maakt een transformatie door. Dat geldt niet alleen voor de militairen en de burgers, maar ook voor de parastatalen die deel uitmaken van Defensie.

 

09.04  David Geerts (sp.a): Ik heb twee bedenkingen. Ten eerste, wat de inhoud betreft, eigenlijk gaat het hier over de ontmanteling van het instituut waarbij de bevoegdheden overgaan naar anderen. Als ik de adviezen van de inspectie van Financiën goed heb begrepen, dan stel ik vast dat dat de finaliteit is. Er werd bekeken in welke mate uitvoering kan worden gegeven aan het advies van de IF.

 

Ten tweede, generaal buiten dienst Van Daele komt de opdracht vervullen. Ik heb er geen enkel probleem mee dat hij dat doet. Maar was er bij het actieve kader niemand te vinden die de opdracht kon uitvoeren? Of hebt u gemeend dat het beter was om een extern die wel een link met de materie had, aan te stellen? Het gaat immers toch over een opdracht waarbij verschillende richtingen mogelijk zijn en interferenties met andere componenten van uw departement kunnen bestaan.

 

09.05 Minister Pieter De Crem: (…)

 

09.06  Luc Sevenhans (N-VA): Collega Geerts, wat uw laatste opmerking betreft, ik meen dat dat klopt en dat generaal Van Daele zeer goed geschikt is om het onderzoek te verrichten. Hij kan heel wat tijd winnen. Er is al veel tijd verloren met het departement. Ik wens hem al mijn morele steun toe. Als ik hem met iets kan helpen, mag hij het mij laten weten. Ik zal hem graag helpen.

 

09.07 Minister Pieter De Crem: Generaal Van Daele zal aanbevelingen doen en dan zal het aan het departement en aan het kabinet zijn om die aanbevelingen om te zetten in concrete maatregelen. U weet evengoed als ik dat het Instituut te paard zit op twee ministeries – wij zijn geen FOD – namelijk het ministerie van Defensie en anderzijds het departement Sociale Zaken. Ik meen dat generaal Van Daele bijzonder goed geplaatst is om aanbevelingen te doen.

 

09.08  David Geerts (sp.a): Ik ben bezorgd. Ik heb tijdens het debat over de begroting en de beleidsnota van het nationaal instituut meermaals erop aangedrongen om voor (…) bijkomende middelen in te zetten. Ik vrees alleen dat, op het ogenblik dat hier beslissingen zullen worden genomen, die niet evident zijn, ook de engagementen die u hebt aangehaald bij de bespreking van de beleidsnota, weer op de lange baan zullen worden geschoven.

 

09.09 Minister Pieter De Crem: Dat is een eigenaardige vrees. Enerzijds gaan wij in de voltooiing van de transformatie te vlug, mijnheer de voorzitter, maar anderzijds mogen wij niet te vlug gaan, wanneer het een parastatale betreft.

 

09.10  David Geerts (sp.a): Het gaat over het concreet aangaan van engagementen die u aangehaald hebt tijdens de bespreking van de beleidsnota. Het speelt geen rol dat een en ander in een andere hoedanigheid en in een ander instituut gebeurt. Het gaat er mij gewoon om dat de engagementen die worden aangegaan, effectief in de praktijk worden gezet.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Vraag nr. 19480 van mevrouw Jadin werd omgezet in een schriftelijke vraag, ondanks het voorstel van de heer Geerts om mevrouw Jadin te laten voorgaan.

 

10 Samengevoegde vragen van

- de heer Bruno Stevenheydens aan de minister van Landsverdediging over "de vraag van de NAVO naar meer Belgische militairen in Afghanistan" (nr. 19577)

- de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "de vraag van de Amerikaanse ambassadeur en de secretaris-generaal van de NAVO aan België om meer troepen naar Afghanistan te sturen" (nr. 19604)

10 Questions jointes de

- M. Bruno Stevenheydens au ministre de la Défense sur "la demande de l'OTAN d'envoyer des militaires belges supplémentaires en Afghanistan" (n° 19577)

- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "la demande de l'ambassadeur américain et du secrétaire général de l'OTAN adressée à la Belgique concernant l'envoi de troupes supplémentaires en Afghanistan" (n° 19604)

 

10.01  Bruno Stevenheydens (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, op 11 februari 2009 had u een gesprek met de secretaris-generaal van de NAVO. Hij zou u hebben gevraagd of de Belgische regering de mogelijkheid zou bekijken om nog meer soldaten naar Afghanistan te sturen voor het opleiden van Afghaanse veiligheidstroepen.

 

Die materie is naar alle waarschijnlijkheid in de federale regering besproken. Wat is het standpunt van de minister en het kernkabinet na die bespreking?

 

Voor de bespreking konden wij via het journaal vernemen dat vice-eerste minister Onkelinx meedeelde dat men daar niet zou op ingaan. Dat was voor de vergadering van het kernkabinet. Zij zei dat er geen sprake was van het inzetten van bijkomende militairen in Afghanistan.

 

Ik stel u nu de vraag, want u bent degene die op de vraag van de secretaris-generaal moet antwoorden.

 

Dezelfde vraag werd ook aan de 44 andere deelnemende landen van de ISAF-operatie van de NAVO gesteld.

 

Kunt u toelichten hoeveel extra troepen men wil?

 

Kunt u toelichten wat het gevolg is van de terugtrekking van Nederland uit de ISAF-operatie, dit jaar? Zal dit leiden tot een vraag voor verhoogde inspanning van de andere landen? Nederland houdt zich wel aan de afspraak van drie jaar geleden om tot dit jaar te blijven, maar het conflict in Afghanistan is dit jaar uiteraard niet afgerond.

 

10.02  Luc Sevenhans (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, er werden twee vragen gesteld. De vraag van secretaris-generaal Rasmussen was tot iedereen gericht. Wij moeten ons niet speciaal aangesproken voelen. De vraag van onze goede vriend Gutman was evenwel rechtstreeks aan ons gericht. Daar zaten wij met een iets groter probleem.

 

Ik heb de heer Gutman een drietal keer ontmoet. Ik vind het een toffe gast, een vriendelijk man. Hij had vrij snel door wie hier de lakens uitdeelt. Hij was zeer goed geïnformeerd. Hij beschikt over een zeer goed kabinet. Hij wist meteen tot wie hij zich moest richten. Zijn charmeoffensief heeft echter niet gewerkt. De minister van defensie ad interim, mevrouw Onkelinx, heeft onmiddellijk gezegd dat hij het niet met een charmeoffensief moest proberen. Hij kon het misschien bij u proberen.

 

Alle gekheid op een stokje. Ik vond haar uitspraak ongelukkig. Ik lees veel over u, maar u spreekt nooit namens andere ministers. U spreekt altijd namens uzelf. Dat apprecieer ik. Sommigen van uw collega's moeten dat ook eens leren. Als minister van Landsverdediging kunt u evenmin beslissen of wij meer of minder troepen gaan sturen; dat gebeurt in overleg. Ik zou het appreciëren mochten uw collega’s daar rekening mee houden. Het gaat toch niet om een fait divers.

 

Gelet op de laatste ontwikkelingen kan ik begrijpen dat u met betrekking tot de toekomst van Afghanistan niet op alles kan antwoorden. Mij gaat het er vooral om dat wij door een aantal belangrijke personen worden geacht om iets meer te doen. U heeft daar een extra verantwoordelijkheid, maar dat geldt niet alleen voor u. Uw Duitse collega zit met een nog groter probleem.

 

Ik ben vooral benieuwd hoe er naderhand tussen man en vrouw is gesproken over hoe zulke reactie, waarvan niemand beter wordt, kunnen worden vermeden.

 

10.03 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik zal het antwoord dat ik heb gegeven op 3 februari, niet herhalen. Toen zijn er vragen gesteld over de kwestie van het sturen van bijkomende troepen naar Afghanistan. Ik zal mij nu beperken tot de essentie.

 

Ik heb eraan herinnerd dat de Belgische regering de aanwezigheid van Belgische militairen in Afghanistan heeft vastgelegd op mijn voorstel en na een beraadslaging van het kernkabinet en nadien in de regering. Dat is gebeurd in het voorjaar van vorig jaar inzake onze militaire aanwezigheid, tot en met 31december van dit jaar, op de verschillende operatietonelen in Afghanistan, die u kent.

 

Die werkwijze zal ook worden, en wordt, toegepast inzake het voorstel van wijziging of aanpassing aan onze militaire aanwezigheid in Afghanistan, en ook inzake onze militaire aanwezigheid in Afghanistan in de loop van het jaar 2011.

 

Nog even ter herinnering, op dit moment zijn er maximum 626 Belgische militairen aanwezig op Afghaans grondgebied, op verschillende operatietonelen. Zoals in de pers ook is verschenen, in het raam van een open communicatiepolitiek, vraagt de NAVO dat er 22 experts in het raam van de militaire vorming zouden worden aangeboden door België. Daarnaast wordt ook gevraagd om de civiele inspanningen beduidend te verhogen. Dat is het globaal kader waarin wordt gewerkt.

 

Het is duidelijk dat de regering in haar schoot, op voorstelling van mijzelf en na beraadslaging met de collega’s in het kernkabinet en daarna in de regering, een voorstel formuleert.

 

10.04  Bruno Stevenheydens (VB): Mijnheer de minister, u zegt dat de NAVO aan ons land 22 bijkomende experts vraagt.

 

Het zou toch interessant zijn om te weten wat de NAVO in totaal vraagt aan alle landen die aan de ISAF-operatie deelnemen. Van enkele landen, waaronder het onze, krijgt de NAVO namelijk een negatief antwoord. Het is dus interessant om te weten naar hoeveel extra manschappen men op zoek is binnen de NAVO.

 

In Nederland is de regering gevallen over de kwestie-Afghanistan. Bovendien eindigt dit jaar de deelname van Nederland aan de operatie. Welke gevolgen heeft dat? Zal dat ervoor zorgen dat er opnieuw een verhoogde inspanning wordt gevraagd van de landen die wel deelnemen?

 

Ik zou dus willen weten hoeveel extra manschappen de NAVO in totaal verlangt van alle landen die deelnemen aan de ISAF-operatie.

 

10.05 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, ik verwijs voor een groot deel naar mijn vorige antwoord. Het aantal dat wordt gevraagd, is duidelijk. U weet dat de Verenigde Staten op voorstel van president Obama ongeveer 35 000 extra militairen naar Afghanistan stuurt. Aan de andere NAVO-landen die deelnemen aan de ISAF-operatie, met uitzondering van Canada omdat daar een andere coëfficiënt geldt, werd gevraagd om 7 000 bijkomende militairen te sturen in verschillende verschijningsvormen. Dat zijn de cijfers. Die zijn dus gekend.

 

Met betrekking tot de andere vragen kan ik u zeggen dat ik daarover, zoals u, ook mededelingen lees. Ik heb mij voorlopig beperkt tot de vraag die aan ons wordt gesteld. Rekening houdend met het feit dat men binnen de NAVO natuurlijk ook heel goed weet dat wij een meer dan substantiële verhoging van onze bijdrage in Afghanistan hebben gedaan in een periode van 24 maanden.

 

10.06  Luc Sevenhans (N-VA): Ik denk dat de minister heeft geantwoord wat hij vandaag kan antwoorden. Dit is een dossier dat volgens mij zeer sterk in beweging is.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

11 Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "de geplande werken aan de luchthaven van Melsbroek" (nr. 19635)

11 Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "les travaux prévus à l'aéroport de Melsbroek" (n° 19635)

 

11.01  Luc Sevenhans (N-VA): Mijnheer de minister, op de Ministerraad van 12 februari jongstleden werd beslist om een budget van 700 000 euro toe te kennen voor aanpassingswerken aan de militaire luchthaven van Melsbroek in het kader van het Belgisch voorzitterschap van de Europese Unie. Het bedrag werd volgens een persbericht vrijgemaakt uit de interdepartementale provisie ten laste van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

 

Het dient echter opgemerkt te worden dat het bedrag alleen zal besteed worden aan de renovatie van de ontvangstruimte van de luchthaven, terwijl andere nodige renovaties reeds lang op zich laten wachten. Het zou misschien een goed idee zijn om de renovaties gelijktijdig aan te pakken, waarbij dan rekening wordt gehouden met de mogelijke schaal- en tijdsvoordelen.

 

Heeft men overwogen om gelijktijdig andere renovaties uit te voeren op de luchthaven?

 

Zullen de renovaties ook daadwerkelijk gelijktijdig plaatsvinden? Indien niet, zijn er daarvoor bepaalde redenen?

 

Zullen de renovaties in de toekomst plaatsvinden? Zo ja, wanneer?

 

Ten laste van welk departement zullen eventuele aanvullende renovaties vallen? Ik vermoed dat dat Defensie zal zijn.

 

11.02 Minister Pieter De Crem: Met het oog op het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie werd er inderdaad beslist om aanpassingswerken uit te voeren aan de militaire luchthaven van Melsbroek. De renovatie- en aanpassingswerken ten laste van Defensie zullen zowel aan de binnen- als aan de buitenkant van de gebouwen en de omgeving ervan plaatsvinden.

 

Een aantal andere werken was reeds vroeger gepland gezien de verouderde staat van de gebouwen. Die werken zullen tegelijkertijd uitgevoerd worden en zullen eveneens beëindigd zijn voor het begin van het Belgische voorzitterschap.

 

Het is op mijn voorstel en in het kader van de ontvangstpolitiek dat in het budget voor het Belgische voorzitterschap 700 000 euro werd vrijgemaakt om een aantal bijzonder noodzakelijke werken uit te voeren die betrekking hebben op de organisatie van het Europese voorzitterschap en die in het kader van de duurzaamheid ook na het voorzitterschap hun nut zullen bewijzen.

 

Welke concrete realisaties moeten er op de militaire luchthaven te Melsbroek gebeuren? Dat is de realisatie van - het spijt mij dat ik het in het Engels moet zeggen - een check-in room voor het personeel en een luggage claim voor vertrekkende en aankomende reizigers waar die hun bagage kunnen ontvangen of afgeven, het herstel en de herinrichting van de parking op de AML, die ongeveer 3 hectare groot is, 32 000 km², de constructie van nooduitgangen, de algemene aanpassing van de elektrische installaties aan de moderne behoeftes, de isolatie van het dak en de vernieuwing van de dakdichtingen, algemene opfrissingwerken, herstel en herschilderen van buitengevels en de realisatie van infopanelen en belettering.

 

11.03  Luc Sevenhans (N-VA): Mijnheer de minister, uw antwoord stelt mij tevreden.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

12 Samengevoegde vragen van

- de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "de vervroegde uitvoering van het transformatieplan" (nr. 19677)

- de heer Bruno Stevenheydens aan de minister van Landsverdediging over "de versnelde uitvoering van het transformatieplan" (nr. 19688)

- de heer André Flahaut aan de minister van Landsverdediging over "de onthullingen door de pers van een interne nota van de Chef Defensie over het hervormingsplan voor Defensie " (nr. 19691)

- mevrouw Brigitte Wiaux aan de minister van Landsverdediging over "de versnelling in de uitvoering van het transformatieplan van Defensie" (nr. 19779)

12 Questions jointes de

- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "la mise en oeuvre anticipée du plan de transformation" (n° 19677)

- M. Bruno Stevenheydens au ministre de la Défense sur "la mise en oeuvre anticipée du plan de transformation" (n° 19688)

- M. André Flahaut au ministre de la Défense sur "la révélation par la presse d'une note interne du Chef de la Défense sur la transformation de la Défense" (n° 19691)

- Mme Brigitte Wiaux au ministre de la Défense sur "l'accélération de la mise en oeuvre du plan de transformation de la Défense" (n° 19779)

 

12.01  Luc Sevenhans (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, u hebt al een belangrijk deel van de sluier opgelicht in een vorig antwoord dat u hebt gegeven in verband met het transformatieplan. U weet dat deze vraag zeer specifiek is gericht op verkeerde communicatie die zou zijn gebeurd over de brief van generaal Delcour. Mevrouw Baeck heeft, misschien met de beste bedoelingen, ook iets gezegd dat nog niet helemaal gerijpt was. Iedereen mag al eens een foutje maken.

 

Wat mij vooral bezighoudt, mijnheer de minister, is de vraag of u daarop toch eens een juiste timing zou kunnen plakken. Het was de bedoeling om de plooien een beetje glad te strijken, maar er zijn woelige baren uit voortgekomen.

 

Daarom zou ik graag een stand van zaken krijgen in verband met die onvoorzichtige manier van communiceren.

 

12.02  Bruno Stevenheydens (VB): Mijnheer de voorzitter, ik zou ook wat toelichtingen willen krijgen bij de uitgelekte nota. Hoe is die totstandgekomen? Kunt u de waarde van die nota volledig toelichten? Ik heb daarstraks in mijn vraagstelling al gezegd dat ik vrees voor een dossier met twee snelheden, met een vervroegde inwerkingtreding en uitvoering van het transformatieplan terwijl de begeleidende sociale maatregelen nog niet rond zijn.

 

In de pers werd ook gemeld dat de nota voorziet in een aantal andere benamingen voor verschillende eenheden. Is dat waar? Is dat voorbarig of niet? Zijn dat intenties? Werd dat al met de minister besproken? Wordt er wel voldoende rekening gehouden met de tradities van de verschillende eenheden? Is het noodzakelijk?

 

12.03  Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le ministre, la presse s'est très largement fait l'écho, la semaine passée, d'une accélération de la procédure de mise en œuvre du plan de transformation de la Défense. Ces informations faisaient suite à la divulgation d'une note interne du CHOD à ses chefs de corps concernant la dissolution des unités dès le mois d'avril jusqu'en juillet 2010.

 

Monsieur le ministre, je voulais savoir si ces informations étaient exactes. Qu'en est-il, dans le cadre d'une accélération éventuelle, de l'information fournie aux militaires concernés par la transformation? Qu'en est-il aussi du profil individuel dont vous nous avez déjà parlé en octobre 2009?

 

Bien que vous y ayez déjà répondu partiellement, qu'en est-il de l'évolution des négociations relatives aux mesures d'accompagnement, et surtout à leur mise en œuvre légale dans le cadre d'une accélération éventuelle?

 

Enfin, concernant la concertation syndicale, vous avez répondu qu'une réunion aura lieu le 2 mars prochain, si j'ai bien entendu.

 

12.04 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, waarde collega’s, ik wil voor alle duidelijkheid voorafgaand benadrukken dat in mijn opdracht door de CHOD een tijdslijn, een chronologie in verband met de uitvoering van de voltooiing van de transformatie werd opgesteld.

 

Cela s'est fait après une concertation intense non seulement avec le CHOD lui-même, mais aussi avec les chefs de corps et évidemment avec les généraux commandants des différentes composantes.

 

Premièrement, il est un fait établi que l'exécution du Plan entraîne des fermetures et des déménagements. C'est d'ailleurs l'étape logique après l'approbation du Plan. Le Plan de transformation est aussi un plan lié à la législature qui se termine en 2011. Cela signifie que la plus grande partie se réalisera dans le courant de 2010 et certainement avant la fin de 2011. Pour lever tout doute, le Plan sera exécuté, et ce, dans toutes ses facettes. La notion "au plus tard", "avant", "ten laatste", "voor" sera effectivement exécutée aussi dans tous ses aspects.

 

Mijnheer de voorzitter, collega’s, er moet vanzelfsprekend rekening gehouden worden met de operationele inzet van de eenheden. De afronding van de transformatie mag geen impact hebben op onze engagementen voor internationale operaties, geleid door de Verenigde Naties, de NAVO of de Europese Unie. Bepaalde berichtgevingen ter zake waren op zijn zachtst gezegd tendentieus, om niet te zeggen misplaatst en misleidend. Ik heb ze gezien – weliswaar in uitgesteld relais – hoewel zij in feite niet de moeite waard waren te bekijken of te beluisteren.

 

Nogmaals wens ik u te zeggen dat de eerste stopzettingen van activiteiten zich zullen voltrekken vanaf 1 juli van dit jaar. Het tegendeel zou verbazen. Ik meen dat het vele mensen zal verheugen dat de uitvoering van het plan wordt doorgezet.

 

De bevraging van 16 000 militairen werd eind januari afgesloten. Het is vanzelfsprekend dat niet alle militairen verplicht zullen worden mee te verhuizen met hun eenheid, zoals wordt beweerd. Ik ontken dat dus met klem!

 

Lors de la réaffectation et dans la mesure du possible, les souhaits du personnel seront pris en considération sans perdre de vue les besoins opérationnels.

 

Voor alle duidelijkheid: het plan werd in oktober 2009 bekendgemaakt. Zoals van bij het begin is aangekondigd, onder andere in een door de CHOD op 16 november 2009 ondertekende nota, zal er enkel op mutaties die tot een zelfde plateau beperkt zijn – zoals bijvoorbeeld Leopoldsburg –, op de verhuis tussen twee kwartieren van dezelfde kazerne of op sluitingen die al langer gepland en gekend zijn, een aankondigingtermijn van minder dan een jaar worden toegepast.

 

Ondertussen zijn de begeleidende maatregelen genoegzaam bekend alsook de middelen die tegenover de maatregelen staan.

 

Il y aura un élargissement de la réglementation existante pour le transfert du lieu habituel de travail, puis une intervention pour le réaménagement de la nouvelle habitation, puis une intervention dans les frais de garderie pré- et post-scolaire pour les enfants.

 

Daarenboven bestudeert mijn administratie de mogelijkheid van een flexibele arbeidstijdregeling en het eventuele toekennen van bepaalde dienstontheffingen, en dit afhankelijk van de operationele noden van de eenheid. Ik benadruk evenzeer dat de voorgestelde maatregelen en de vrijgemaakte middelen zeer omvangrijk zijn. Vanuit syndicale hoek wordt ook mij meer en meer verzocht vlug te gaan, onder druk van vele van hun leden.

 

Ik zal het nogmaals en ten overvloede duidelijk stellen.

 

Il est clair que nous sommes dans une période d'austérité budgétaire. La Défense entreprend une réorganisation, une restructuration sans le moindre licenciement, avec des mesures d'accompagnement inédites.

 

En mon propre nom, je répète que la mobilité est inhérente à la carrière militaire. Je n'ai rencontré personne qui ait nié ce fait.

 

Les partenaires sociaux ont été impliqués de manière intensive dès la publication du plan, le 12 octobre 2009. À cette date, je vous avais déjà communiqué le calendrier des réunions. Comme vous le savez, une série de réunions se sont tenues depuis novembre 2009 et la dernière en date du 12 février. Je vous ai également précisé que les réunions suivantes auraient lieu à partir du 2 mars.

 

Ik heb het voorstel gedaan om voorstellen te formuleren aan de sociale partners voor concrete en realistische maatregelen die een mutatie op een grotere afstand door een getroffen personeelslid in de meest gunstige omstandigheden te kunnen laten gebeuren, in al haar aspecten, ondanks een financieel moeilijke situatie voor het departement. Ik zeg het nogmaals, voor de eerste keer sinds de val van het IJzeren Gordijn zijn er begeleidingsmaatregelen die niet alleen worden aangekondigd maar ook budgettair voorbij zijn. De valstrik van Reforbel wordt deze keer niet gespannen. Ik heb daar persoonlijk op toegezien.

 

J'ai également l'intention de traiter les civils et les militaires sur un pied d'égalité.

 

Les syndicats ont pu introduire des propositions à tout moment. Cela a encore été souligné lors de la dernière réunion de février.

 

Ik wil toch nog even zeggen, ter afsluiting, dat het een minister nog altijd vrij staat om opdrachten te geven in functie van de uitvoering van een regeringsbeslissing, zeker als die regeringsbeslissing tot stand is gekomen binnen het geldend kader en binnen de politiek gemaakte afspraken.

 

12.05  Luc Sevenhans (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik neem nota van het antwoord.

 

12.06  Bruno Stevenheydens (VB): Mijnheer de voorzitter, dit is inderdaad een discussie die nog voortgezet zal worden. Ik dank de minister voor zijn uitvoerig antwoord.

 

Ik denk dat de daarstraks geformuleerde suggestie om de vakbonden te horen, een zeer belangrijke waarde heeft, zodat we alle ingrediënten kennen.

 

12.07  Brigitte Wiaux (cdH): Je remercie le ministre pour les nombreux éléments de réponse fournis; je crois les avoir bien entendus.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

13 Questions jointes de

- M. Denis Ducarme au ministre de la Défense sur "le plan de réforme de l'armée et le changement d'appellation de certaines unités" (n° 19738)

- M. Eric Libert au ministre de la Défense sur "l'annonce de changement de dénomination de nombreuses unités" (n° 19756)

- M. Josy Arens au ministre de la Défense sur "le projet de révision du nom du régiment des Chasseurs ardennais" (n° 19762)

- Mme Brigitte Wiaux au ministre de la Défense sur "le choix de nouvelles dénominations pour les unités des composantes" (n° 19775)

13 Samengevoegde vragen van

- de heer Denis Ducarme aan de minister van Landsverdediging over "het hervormingsplan van het leger en de naamwijziging van sommige eenheden" (nr. 19738)

- de heer Eric Libert aan de minister van Landsverdediging over "de aangekondigde naamwijziging van tal van eenheden" (nr. 19756)

- de heer Josy Arens aan de minister van Landsverdediging over "het voornemen om de naam van het Regiment Ardense Jagers te herzien" (nr. 19762)

- mevrouw Brigitte Wiaux aan de minister van Landsverdediging over "de keuze van de benaming voor de eenheden van de componenten" (nr. 19775)

 

13.01  Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, ma question a trait au plan de réforme de l'armée et plus précisément aux annonces que nous avons pu lire et qui touchent au changement d'appellation de certaines unités.

 

Nous le savons et vous l'avez d'ailleurs souligné à l'instant, le plan de transformation de la Défense implique des changements importants, tant en matière d'organisation que de structure au sein du département. En outre, l'effort demandé aux militaires en termes de mobilité n'est pas léger, puisque les changements d'implantation géographique de certaines unités impliqueront le déplacement de plusieurs milliers de militaires. C'est une vaste réforme! Certaines modifications sont nécessaires pour assurer, à terme, davantage d'efficacité au sein du département. Cette transformation de la Défense implique donc un effort important, tellement ample que vous n'avez pas, à ce jour, pu réunir l'aval de l'ensemble des syndicats des militaires que nous aurons l'occasion d'auditionner prochainement à la Chambre. C'est une bonne chose que nous puissions, sur le plan parlementaire, prendre langue avec eux et ressentir l'ensemble des obstacles!

 

Ces difficultés ne doivent pas, à mon sens, se voir accentuées par des propositions ou des déclarations maladroites. À cet égard, je pense naturellement au changement de nom de certaines unités présentées par la presse à la suite de la dernière publication produite par votre département pour ce qui concerne une part des modalités d'application du plan. Ainsi, selon la presse, le prestigieux régiment de Chasseurs Ardennais, caserné à Marche-en-Famenne, deviendrait le "4e bataillon médian". Le 12e/13e régiment de Ligne de Spa serait appelé à devenir le "1er bataillon léger", alors que le 2e bataillon commando de Flawinne et le 3e bataillon parachutiste de Tielen seraient rebaptisés respectivement "2e et 3e bataillons légers aéroportés". Le régiment Libération 5e de Ligne de Bourg-Léopold serait renommé "1er bataillon médian" et le 1er régiment de Carabiniers-Grenadiers de Bourg-Léopold "2e bataillon médian". Le 1er/3e régiment de Lanciers de Marche-en-Famenne se muerait en "3e bataillon médian".

 

Monsieur le ministre, s'il est bien un département où les traditions et l'histoire ont un sens, c'est bien celui de la Défense. Au niveau du Mouvement réformateur, nous estimons donc qu'il s'agirait bien d'une erreur de procéder de la sorte. Nous insistons dès lors pour que soient conservées intactes les appellations de ces bataillons, cela même s'il fallait articuler les dénominations historiques aux nouvelles dénominations liées aux transformations de structures impliquées par la réforme.

 

J'ai naturellement des doutes quant à la véracité de ces informations parues dans la presse. Comme vous, j'ai appris à ne pas nécessairement croire tout ce que je lis dans le journal. Comment l'armée aurait-elle pu "gommer" ainsi plus d'un siècle de traditions et d'histoire? J'ai du mal à l'imaginer! Monsieur le ministre, pouvez-vous me confirmer qu'il n'en sera pas ainsi et que le schéma global de mise en application du plan de réforme veillera à conserver les appellations historiques de ces unités?

 

13.02  Josy Arens (cdH): Monsieur le ministre, "Résiste et mords!", telle est la devise des Chasseurs Ardennais ainsi que des Luxembourgeois et des Luxembourgeoises!

 

13.03  Pieter De Crem, ministre: Je ne puis que vous rendre heureux car quand je vais dans le Sud-Luxembourg, je ne vois que des pancartes "Gardons nos militaires!" Votre prière a donc été entendue!

 

13.04  Josy Arens (cdH): Depuis quelques jours, je suis contacté par un grand nombre de personnes de la province de Luxembourg à la suite de l'annonce dans la presse du projet de révision des noms des unités de l'armée. Dans ce projet, la dénomination du régiment de Chasseurs Ardennais caserné à Marche-en-Famenne se muerait prochainement en "1er bataillon médian".

 

Cette annonce a véritablement stupéfait et soulevé la colère non seulement parmi les Chasseurs Ardennais mais aussi dans la population luxembourgeoise. En effet, l'identité "Chasseurs Ardennais" est encore très forte dans notre province de Luxembourg. Parmi les unités de l'armée belge, le nom des Chasseurs Ardennais figure en lettres d'or.

 

Cette ligne créée en 1933 a été la première à contenir le choc des armées allemandes en 1940. Dans toutes les villes et les villages de notre province, vous trouverez un symbole rappelant le sacrifice de ces soldats qui ont tout donné pour leur pays. Il serait dommage de voir disparaître ce nom chargé d'histoire et de symboles si forts. Les traditions sont importantes au sein tant de l'armée que de la population.

 

Monsieur le ministre, en province de Luxembourg, nous savons que vous tenez comme nous à certaines valeurs et que vous n'allez pas rester insensible à cette situation. Je suis donc convaincu que vous prendrez la bonne décision et que vous allez maintenir la dénomination actuelle "Chasseurs Ardennais". Quels éléments ont été à la base de ce projet de changement de nom de régiment des Chasseurs Ardennais? Allez-vous maintenir la dénomination "Chasseurs Ardennais"?

 

13.05  Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le ministre, le changement de dénomination pour certaines unités de nos composantes, entre autres de la composante Terre, a fait grand bruit, pas uniquement dans la province de Luxembourg ou dans nos Ardennes. En effet, même en Brabant wallon, j'ai été fortement interpellée. Ces nouvelles dénominations feraient fi des traditions militaires belges en supprimant les appellations actuelles. Ces informations publiées dans la presse ont suscité beaucoup de remous et d'émotions – que je peux comprendre et que je partage –, entre autres auprès des Chasseurs Ardennais et de leurs proches.

 

Monsieur le ministre, pourriez-vous m'informer de l'exactitude de ces informations et qu'en est-il de la situation?

 

13.06  Pieter De Crem, ministre: Monsieur le président, chers collègues, des articles ont paru dans la presse au sujet d'une proposition de modification des dénominations des unités. Ces articles reposent sur une interprétation tout à fait erronée de la note du chef de la Défense du 11 février au sujet de la mise en œuvre du Plan de transformation.

 

Les dénominations des unités de la composante Terre reprises dans cette note sont des dénominations de travail. Elles furent utilisées dans la note parce qu'il n'y avait pas encore de décision au sujet des nouvelles dénominations des unités et de leurs traditions.

 

Monsieur le président, chers collègues, comme je l'ai déjà fait à plusieurs reprises, j'ai l'intention de confirmer dans le dossier des dénominations, y compris celle des Chasseurs Ardennais, ma réputation de non-progressiste, voire de conservateur, c'est-à-dire le maintien des traditions et des dénominations. Si ce n'est que cela!

 

13.07  Éric Libert (MR): Monsieur le ministre, j'arrive trop tard pour votre réponse.

 

13.08  Pieter De Crem, ministre: Pour votre tranquillité d'âme, je vous dirai que les dénominations, donc les traditions, seront maintenues dans la nouvelle structure des forces armées, y compris la dénomination tant valorisée des Chasseurs Ardennais.

 

13.09  Éric Libert (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie déjà par anticipation.

 

13.10  Pieter De Crem, ministre: Et je confirme par cela ma réputation de non-progressiste, voire de conservateur.

 

13.11  Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, je savais déjà que le ministre était conservateur.

 

Monsieur le ministre, je ne suis pas surpris par votre réponse. Je trouve simplement qu'il est malheureux qu'on n'ait pas clarifié les choses plus vite. Je ne sais pas ce qu'il en a été du côté néerlandophone mais vous avez senti l'émotion de notre collègue luxembourgeois qui était presque en larmes lorsqu'il a posé sa question. On a ressenti la même émotion partout en Wallonie compte tenu de l'attachement symbolique très fort, surtout des médias francophones.

 

Quand un journaliste ou un politique fausse, pour l'une ou l'autre raison, le message de la Défense en interprétant mal la note du général Delcour, on se doit de réagir rapidement. Il est vrai que la réforme en elle-même crée déjà pas mal d'émotion et si on en rajoute une couche sur le plan symbolique, cela fait d'autant plus mal.

 

Monsieur le ministre, bon nombre de personnes seront rassurées par votre réponse mais je vous invite, à l'avenir, à réagir plus rapidement que vous ne l'avez fait.

 

13.12  Pieter De Crem, ministre: Monsieur Ducarme, j'ai attendu que cette commission se réunisse car j'estimais que cette affaire revêtait une grande importance et je souhaitais que ma réponse figure dans les annales parlementaires.

 

13.13  Denis Ducarme (MR): Vous avez vu l'état dans lequel M. Arens se trouvait!

 

13.14  Josy Arens (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie de votre réponse. Le collègue Ducarme a bien vu que j'étais dans un triste état mais, après la neige, il y a le soleil.

 

Je suis très heureux de vous avoir entendu fournir cette réponse. Le malaise était profond dans le Luxembourg ce week-end. Un membre du gouvernement s'était exprimé dans cette province, il vous avait même écrit afin d'obtenir des garanties.

 

Monsieur le ministre, je vous remercie d'avoir réservé la réponse officielle à cette commission ainsi que du respect que vous témoignez à l'égard de notre Parlement.

 

13.15  Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le ministre, je suis heureuse de la réponse que vous nous avez fournie selon laquelle la dénomination et les traditions seront maintenues dans la nouvelle structure.

 

Je suis également contente que cette information ait été fournie en commission parlementaire.

 

Enfin, je ne vois pas d'incompatibilité entre le fait d'accorder beaucoup d'importance au devoir de mémoire, à la tradition et à l'histoire et le fait d'être progressiste.

 

13.16  Éric Libert (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse. Il y a eu plus de peur que de mal et tout est bien qui finit bien!

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.15 uur.

La réunion publique de commission est levée à 17.15 heures.