Commissie voor het Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de Nationale wetenschappelijke en culturele Instellingen, de Middenstand en de Landbouw

Commission de l'Economie, de la Politique scientifique, de l'Education, des Institutions scientifiques et culturelles nationales, des Classes moyennes et de l'Agriculture

 

van

 

dinsdag 23 februari 2010

 

Namiddag

 

______

 

 

du

 

mardi 23 février 2010

 

Après-midi

 

______

 

 


De behandeling van de vragen en interpellaties vangt aan om 16.20 uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer Bart Laeremans.

Le développement des questions et interpellations commence à 16.20 heures. La réunion est présidée par M. Bart Laeremans.

 

01 Vraag van mevrouw Liesbeth Van der Auwera aan de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid over "de zondagsrust in erkende toeristische centra" (nr. 19147)

01 Question de Mme Liesbeth Van der Auwera à la ministre des PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de la Politique scientifique sur "le repos dominical dans les centres touristiques reconnus" (n° 19147)

 

01.01  Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mevrouw de minister, steden en gemeenten die erkend willen worden als toeristisch centrum, badplaats of luchtkuuroord, vallen onder twee koninklijke besluiten: een KB van 2007 waarin bepaald wordt dat zij een aanvraag moeten indienen bij het ministerie van Werk, en een KB van 2009 van uw hand. Er worden dus twee procedures beschreven en die moeten beide gevolgd worden. Het eerste KB regelt de bezorging van een vergunning in het kader van de werkgelegenheid op zondag. Het tweede KB regelt de aflevering van een vergunning in het kader van de openingsuren en de afwijking van de regels op zondagsrust.

 

Door het KB van 2007 worden er acht voorwaarden opgelegd, waaraan cumulatief moet worden voldaan, wil een gemeente erkend worden. Het KB van 2009 telt maar drie voorwaarden en is eigenlijk flexibeler.

 

We zien dus dat de criteria van die twee KB’s niet compatibel zijn. Bijvoorbeeld, alleen al wat de duur van de erkenning aangaat, is er een gigantisch verschil tussen het een en het ander KB. Dat van 2007, dus in het raam van de tewerkstelling op zondag, is maar drie jaar geldig. Bij dat van 2009, van uw hand, kan de erkenning ingetrokken worden, maar het is niet de bedoeling dat de erkenning beperkt is tot een bepaald aantal jaar.

 

We besluiten dus dat er bij de gemeentes heel wat administratieve rompslomp aan te pas komt. Ik vernoem bijvoorbeeld het begrip “badplaats”. Volgens het ene KB moet de betrokken gemeente grenzen aan het water, volgens het ander KB wordt genoegen genomen met een ligging op 5 kilometer van de kust.

 

Mevrouw de minister, ook de VVSG heeft gevraagd of die twee koninklijke besluiten niet op mekaar kunnen worden afgestemd.

 

Kan het gehele pakket niet worden opgenomen in een enkel KB?

 

01.02 Minister Sabine Laruelle: De twee wetgevingen zijn verwant, er is een link tussen de twee, maar het is noodzakelijk de achterliggende filosofie te belichten die ten grondslag ligt van de twee. Terwijl de wetgeving die onder de bevoegdheid van de FOD Werkgelegenheid valt, tot doel heeft de tewerkstelling van een groter aantal loontrekkende werknemers te bevorderen, heeft het KB dat onder mijn bevoegdheid valt, tot doel een evenwicht te vinden tussen het familiaal en professioneel leven van de zelfstandigen en de belangen van de consument en is het voornamelijk op de activiteiten van de zelfstandigen gericht. Het eerste is dus voor de bescherming van de werknemers. De wet die onder mijn bevoegdheid valt, heeft tot doel de bescherming van de kleine handelaars, de kleine zelfstandigen.

 

Het is op basis van dat onderscheid dat specifieke criteria geëist worden. Gezien de vermelde verschillende doelstellingen is een harmonisatie niet aan de orde, noch, a fortiori, de versmelting in een enkel besluit. De filosofie en de doelstellingen van de twee wetgevingen zijn dus niet hetzelfde.

 

01.03  Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mevrouw de minister, ik begrijp die achterliggende filosofie. Met het eerste KB, dat van 2007, wil men het aantal loontrekkenden vergroten.

 

01.04 Minister Sabine Laruelle: Wij hebben een harmonisatie gemaakt tussen twee wetten voor de kmo’s, over de openingsuren en de sluitingsdag.

 

01.05  Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Anderzijds is er de kleine zelfstandige, die ook op een of andere manier moet beschermd worden in zijn rustdag.

 

Hier zijn het niet de werknemers of de kmo’s die vragen om erkend te worden als een toeristisch centrum, maar zijn het de steden en gemeenten, die onder twee koninklijke besluiten komen de vallen met een loodzware administratie. In het ene koninklijk besluit moet om de vier jaar de hernieuwing van die erkenning gevraagd worden. Het zijn ook totaal andere criteria. Ik betreur dat. Wij proberen in het sociaal overleg tussen werknemers en kmo’s tot een evenwicht, tot akkoorden te komen. Hier, tussen twee verschillende kabinetten, dat van Arbeid en dat van kmo’s en Zelfstandigen, zou het dan niet lukken om een regeling uit te werken. Ik vind dat een jammerlijke zaak.

 

01.06 Minister Sabine Laruelle: Een groot verschil is het volgende. Wanneer ik een gemeente erken als toeristisch centrum, zijn de kleine zelfstandige handelaars van die gemeenten niet verplicht op zondag open te zijn. Het is een mogelijkheid.

 

Wanneer mijn collega van Werk een erkenning als toeristisch centrum geeft, wil dat zeggen dat de werknemers op zondag zullen moeten werken. Dan zullen zij misschien niet de keuze hebben. Zij zullen dan verplicht zijn op zondag te werken. Kortom, ook wat het effect betreft, is er een verschil.

 

Ik begrijp u heel goed. Voor een gemeente is het niet gemakkelijk te weten welke erkenning zij moet aanvragen.

 

U kunt de analyse opnieuw maken met mijn collega van Werk, maar het doel en het effect voor de zelfstandigen en hun werknemers zijn totaal verschillend.

 

01.07  Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Ja, omdat het om vergunningen gaat.

 

Ik wil het nog wel eens nakijken en die vraag aan de minister van Werk stellen. Ik voel aan dat onze economie en onze toeristische waarden in België verzilverd moeten worden. Dit is een van de mogelijkheden. Toerisme wordt nog onderschat. Er wordt niet genoeg in geïnvesteerd. Voor onze economie en voor onze ambachten is het toch belangrijk dat er toeristen naar België komen? Het lijkt mij dus belangrijk dat men tot eenvormigheid komt.

 

01.08 Minister Sabine Laruelle: Ik ben het helemaal met u eens. Maar een harmonisatie heeft niet als doel strikter te zijn.

 

01.09  Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Dat wil ik ook niet.

 

01.10 Minister Sabine Laruelle: De bal ligt in het kamp van mijn collega van Werk.

 

01.11  Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Daar wou ik toe komen. Ik zal een vraag aan minister Milquet richten. Ik voel aan dat daar de oplossing ligt.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Vraag van mevrouw Liesbeth Van der Auwera aan de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid over "de oprichting van de bvba Starter" (nr. 19435)

02 Question de Mme Liesbeth Van der Auwera à la ministre des PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de la Politique scientifique sur "la constitution d'une SPRL Starter" (n° 19435)

 

02.01  Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, in 2010 was er de wijziging van ons Wetboek van vennootschappen om de bvba Starter te kunnen oprichten. Dat werd op 26 januari 2010 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Beginnende ondernemers krijgen zo gemakkelijker toegang tot de voordelen van het rechtsstelsel van de vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid.

 

U herinnert zich wellicht van onze discussies in de commissie dat een van die oprichtingsvoorwaarden luidt dat de bedrijfsleider een financieel plan moet opstellen en zich daarvoor moet laten bijstaan door een expert uit de cijferberoepen. Een en ander om zowel de markt als de betrokkene tegen zichzelf te beschermen. U zou bij koninklijk besluit de criteria vastleggen. Die wet zou in werking kunnen treden en de nieuwe vennootschapsvorm zou van kracht worden.

 

Is er al een ontwerp? Zo ja, kunt u mij daarover iets meedelen? Zo neen, wanneer wordt het verwacht? Wanneer kan die wet echt in werking treden?

 

Is er ondertussen nog overleg gepleegd met de betrokken actoren? Bent u dat nog van plan?

 

02.02 Minister Sabine Laruelle: Mijnheer de voorzitter, zoals u weet, bepaalt artikel 7 van de wet van 12 januari 2010, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 26 januari, dat de essentiële criteria van het financieel plan dat moet worden gebruikt in het kader van een bvba Starter, bij koninklijk besluit moeten worden vastgelegd. Ook de inwerkingtreding van de wet zelf zal bij koninklijk besluit dienen te gebeuren.

 

Ik heb aan de voorzitter van de Commissie voor Boekhoudkundige Normen gevraagd om in overleg met de drie instituten van de cijferberoepen een ontwerp van koninklijk besluit voor te bereiden waarin de essentiële criteria voor het financieel plan worden opgenomen. Een ontwerp van tekst aangaande de essentiële criteria van het financieel plan, dat het resultaat is van een consensus tussen de Commissie voor Boekhoudkundige Normen en de drie instituten, werd vorige vrijdag 19 februari aan mijn kabinet overgezonden. Die voorstellen zijn overgezonden aan de andere bevoegde ministers, namelijk de minister van Justitie en de minister van Ondernemen.

 

Wat de inhoud betreft, zou een financieel plan uit 5 wezenlijke delen moeten bestaan: een beschrijving van de op te starten vennootschap, een geprojecteerde balans, een geprojecteerde resultatenrekening, een geprojecteerde vermogensstromentabel en een nettobedrijfskapitaalbehoefte. De oprichters kunnen uiteraard additionele rubrieken opnemen in het financieel plan. Deze week is een vergadering gepland met de betrokken kabinetten aangaande het ontwerp. Ik zal u de op hoogte houden van het verdere verloop van het dossier.

 

02.03  Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.34 uur.

La réunion publique de commission est levée à 16.34 heures.