KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
CRIV 52 COM 786
CRIV 52 COM 786
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTEGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET
O
PENBAAR
A
MBT
C
OMMISSION DE L
'I
NTERIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GENERALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
dinsdag
mardi
09-02-2010
09-02-2010
Namiddag
Après-midi
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
Ecolo-Groen!
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales ­ Groen!
FN
Front National
LDD
Lijst Dedecker
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
Open Vld
Open Vlaamse Liberalen en Democraten
PS
Parti Socialiste
sp.a
socialistische partij anders
VB
Vlaams Belang
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 52 0000/000 Parlementair stuk van de 52e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
DOC 52 0000/000
Document parlementaire de la 52e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
PLEN
plenum
PLEN
séance plénière
COM
commissievergadering
COM
réunion de commission
MOT
alle moties tot besluit van interpellaties (op beigekleurig papier)
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
CRIV 52
COM 786
09/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de strijd
tegen professionele cannabiskwekers" (nr. 19019)
1
Question de M. Ludwig Vandenhove à la ministre
de l'Intérieur sur "la lutte contre la culture
professionnelle de cannabis" (n° 19019)
1
Sprekers: Ludwig Vandenhove, Annemie
Turtelboom
, minister van Binnenlandse
Zaken
Orateurs: Ludwig Vandenhove, Annemie
Turtelboom
, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
toekenning van een compenserende vergoeding
in de politiezone Brussel-Hoofdstad/Elsene"
(nr. 19021)
2
Question de M. Ludwig Vandenhove à la ministre
de l'Intérieur sur "l'octroi d'une indemnité
compensatoire dans la zone de police de
Bruxelles-Capitale/Ixelles" (n° 19021)
2
Sprekers: Ludwig Vandenhove, Annemie
Turtelboom
, minister van Binnenlandse
Zaken
Orateurs: Ludwig Vandenhove, Annemie
Turtelboom
, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
gemeentelijke
administratieve
sancties"
(nr. 19022)
3
Question de M. Ludwig Vandenhove à la ministre
de l'Intérieur sur "les sanctions administratives
communales" (n° 19022)
3
Sprekers: Ludwig Vandenhove, Annemie
Turtelboom
, minister van Binnenlandse
Zaken
Orateurs: Ludwig Vandenhove, Annemie
Turtelboom
, ministre de l'Intérieur
Samengevoegde vragen van
4
Questions jointes de
4
- mevrouw Annick Ponthier aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de spreiding van de
alcoholcontroles" (nr. 18309)
4
- Mme Annick Ponthier à la ministre de l'Intérieur
sur "la répartition des contrôles d'alcoolémie"
(n° 18309)
4
- de heer Josy Arens aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de systematische
Alcotest bij politiecontroles" (nr. 18764)
4
- M. Josy Arens à la ministre de l'Intérieur sur
"l'Alcotest systématique lors de contrôles de
police" (n° 18764)
4
Sprekers: Annick Ponthier, Josy Arens,
Annemie
Turtelboom,
minister
van
Binnenlandse Zaken
Orateurs: Annick Ponthier, Josy Arens,
Annemie Turtelboom
, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Peter Logghe aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "het nieuw
antidiefstalsysteem voor tweewielers" (nr. 18353)
7
Question de M. Peter Logghe à la ministre de
l'Intérieur sur "le nouveau système antivol pour les
deux-roues" (n° 18353)
7
Sprekers:
Peter
Logghe,
Annemie
Turtelboom, minister van Binnenlandse
Zaken
Orateurs:
Peter
Logghe,
Annemie
Turtelboom, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Jean Marie Dedecker aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de orde-
en tuchtmaatregelen bij de politie" (nr. 18464)
9
Question de M. Jean Marie Dedecker à la ministre
de l'Intérieur sur "les mesures d'ordre et les
mesures disciplinaires au sein de la police"
(n° 18464)
9
Sprekers: Jean Marie Dedecker, voorzitter
van de LDD-fractie, Annemie Turtelboom,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Jean Marie Dedecker, président du
groupe LDD, Annemie Turtelboom, ministre
de l'Intérieur
Vraag van de heer Eric Thiébaut aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de aanwijzing van
de verbindingsofficieren van de federale politie"
(nr. 18465)
10
Question de M. Eric Thiébaut à la ministre de
l'Intérieur sur "la désignation des officiers de
liaison de la police fédérale" (n° 18465)
10
Sprekers:
Eric
Thiébaut,
Annemie
Turtelboom, minister van Binnenlandse
Zaken
Orateurs:
Eric
Thiébaut,
Annemie
Turtelboom, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Eric Thiébaut aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de hervorming van
12
Question de M. Eric Thiébaut à la ministre de
l'Intérieur sur "la réforme de la classification des
12
09/02/2010
CRIV 52
COM 786
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
ii
de classificatie van de nucleaire inrichtingen"
(nr. 18483)
établissements nucléaires" (n° 18483)
Sprekers:
Eric
Thiébaut,
Annemie
Turtelboom, minister van Binnenlandse
Zaken
Orateurs:
Eric
Thiébaut,
Annemie
Turtelboom, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Eric Thiébaut aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de bescherming
van de werknemers tegen de ioniserende
stralingen" (nr. 18484)
13
Question de M. Eric Thiébaut à la ministre de
l'Intérieur sur "la protection des travailleurs contre
les rayonnements ionisants" (n° 18484)
13
Sprekers:
Eric
Thiébaut,
Annemie
Turtelboom, minister van Binnenlandse
Zaken
Orateurs:
Eric
Thiébaut,
Annemie
Turtelboom, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Jean Marie Dedecker aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de inzet
van de federale politie in het kader en als gevolg
van het voorzitterschap van ons land van de Raad
van Europese Unie" (nr. 18494)
15
Question de M. Jean Marie Dedecker à la ministre
de l'Intérieur sur "l'engagement de la police
fédérale dans le cadre et à la suite de la prise en
charge par notre pays de la présidence du
Conseil de l'Union européenne" (n° 18494)
15
Sprekers: Jean Marie Dedecker, voorzitter
van de LDD-fractie, Annemie Turtelboom,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Jean Marie Dedecker, président du
groupe LDD, Annemie Turtelboom, ministre
de l'Intérieur
Samengevoegde vragen van
17
Questions jointes de
18
- de heer Jef Van den Bergh aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de inning van boetes
met draagbare betaalterminals" (nr. 18505)
18
- M. Jef Van den Bergh à la ministre de l'Intérieur
sur "la perception d'amendes à l'aide de
terminaux portatifs" (n° 18505)
18
- mevrouw Annick Ponthier aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "het betalen van
parkeerboetes via betaalterminals" (nr. 18539)
18
- Mme Annick Ponthier à la ministre de l'Intérieur
sur "le paiement des amendes de stationnement
par le biais de terminaux de paiement" (n° 18539)
18
- de heer Ludwig Vandenhove aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "draagbare
terminals" (nr. 19020)
18
- M. Ludwig Vandenhove à la ministre de
l'Intérieur
sur
"des
terminaux
portables"
(n° 19020)
18
Sprekers: Jef Van den Bergh, Annick
Ponthier, Ludwig Vandenhove, Annemie
Turtelboom
, minister van Binnenlandse
Zaken
Orateurs: Jef Van den Bergh, Annick
Ponthier, Ludwig Vandenhove, Annemie
Turtelboom
, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Olivier Maingain aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
gebrek aan taalpariteit bij de directeurs-generaal
van de federale politie" (nr. 18521)
20
Question de M. Olivier Maingain à la ministre de
l'Intérieur sur "l'absence de parité linguistique
pour les directeurs généraux au sein de la police
fédérale" (n° 18521)
20
Sprekers:
Olivier
Maingain,
Annemie
Turtelboom, minister van Binnenlandse
Zaken
Orateurs:
Olivier
Maingain,
Annemie
Turtelboom, ministre de l'Intérieur
Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
ASTRIDnetwerk" (nr. 18591)
22
Question de Mme Jacqueline Galant à la ministre
de l'Intérieur sur "le réseau ASTRID" (n° 18591)
22
Sprekers: Jean Marie Dedecker, voorzitter
van de LDD-fractie, Annemie Turtelboom,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Jean Marie Dedecker, président du
groupe LDD, Annemie Turtelboom, ministre
de l'Intérieur
09/02/2010
CRIV 52
COM 786
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
iv
Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
veiligheid op de luchthaven van Charleroi"
(nr. 18667)
40
Question de M. Xavier Baeselen à la ministre de
l'Intérieur sur "la sécurité à l'aéroport de Charleroi"
(n° 18667)
40
Sprekers:
Xavier
Baeselen,
Annemie
Turtelboom, minister van Binnenlandse
Zaken
Orateurs:
Xavier
Baeselen,
Annemie
Turtelboom, ministre de l'Intérieur
Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de verhuis
van de verkeerspost van Bergen" (nr. 18700)
41
Question de Mme Jacqueline Galant à la ministre
de l'Intérieur sur "le déménagement du poste de
circulation de Mons" (n° 18700)
41
Sprekers: Jacqueline Galant, Annemie
Turtelboom
, minister van Binnenlandse
Zaken
Orateurs: Jacqueline Galant, Annemie
Turtelboom
, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Joseph George aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
organisatie
van
de
brandweerdiensten"
(nr. 18739)
43
Question de M. Joseph George à la ministre de
l'Intérieur sur "l'organisation des services
d'incendie" (n° 18739)
43
Sprekers:
Joseph
George,
Annemie
Turtelboom, minister van Binnenlandse
Zaken
Orateurs:
Joseph
George,
Annemie
Turtelboom, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Joseph George aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
financiering van de hulpdiensten" (nr. 18742)
44
Question de M. Joseph George à la ministre de
l'Intérieur sur "le financement des services de
secours" (n° 18742)
44
Sprekers:
Joseph
George,
Annemie
Turtelboom, minister van Binnenlandse
Zaken
Orateurs:
Joseph
George,
Annemie
Turtelboom, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Josy Arens aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "het gebruik van
bodyscans op de luchthavens" (nr. 18744)
45
Question de M. Josy Arens à la ministre de
l'Intérieur sur "l'utilisation de scanners corporels
dans les aéroports" (n° 18744)
45
Sprekers: Josy Arens, Annemie Turtelboom,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Josy Arens, Annemie Turtelboom,
ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Michel Doomst aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de politie in burger
op EU-vluchten" (nr. 18752)
46
Question de M. Michel Doomst à la ministre de
l'Intérieur sur "les policiers en civil sur les vols
dans l'UE" (n° 18752)
46
Sprekers:
Michel
Doomst,
Annemie
Turtelboom, minister van Binnenlandse
Zaken
Orateurs:
Michel
Doomst,
Annemie
Turtelboom, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Michel Doomst aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de dringende
oproepen van politie" (nr. 18753)
47
Question de M. Michel Doomst à la ministre de
l'Intérieur sur "les appels d'urgence à la police"
(n° 18753)
47
Sprekers:
Michel
Doomst,
Annemie
Turtelboom, minister van Binnenlandse
Zaken
Orateurs:
Michel
Doomst,
Annemie
Turtelboom, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Michel Doomst aan de minister
van
Binnenlandse
Zaken
over
"communicatieproblemen" (nr. 18754)
49
Question de M. Michel Doomst à la ministre de
l'Intérieur sur "les problèmes de communication"
(n° 18754)
49
Sprekers:
Michel
Doomst,
Annemie
Turtelboom, minister van Binnenlandse
Zaken
Orateurs:
Michel
Doomst,
Annemie
Turtelboom, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Michel Doomst aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "incidenten op het
openbaar vervoer" (nr. 18755)
51
Question de M. Michel Doomst à la ministre de
l'Intérieur sur "des incidents dans les transports
en commun" (n° 18755)
51
Sprekers:
Michel
Doomst,
Annemie
Turtelboom, minister van Binnenlandse
Zaken
Orateurs:
Michel
Doomst,
Annemie
Turtelboom, ministre de l'Intérieur
CRIV 52
COM 786
09/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
v
Vraag van de heer Michel Doomst aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de subsidies voor
Europese toppen" (nr. 18756)
52
Question de M. Michel Doomst à la ministre de
l'Intérieur sur "les subsides dans le cadre des
sommets européens" (n° 18756)
52
Sprekers:
Michel
Doomst,
Annemie
Turtelboom, minister van Binnenlandse
Zaken
Orateurs:
Michel
Doomst,
Annemie
Turtelboom, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Josy Arens aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de bijkomende
opdrachten van de politiezone 'Semois en Lesse'"
(nr. 18765)
53
Question de M. Josy Arens à la ministre de
l'Intérieur sur "les missions supplémentaires de la
zone de police 'Semois et Lesse'" (n° 18765)
53
Sprekers: Josy Arens, Annemie Turtelboom,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Josy Arens, Annemie Turtelboom,
ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Joseph George aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
statuut van de vrijwillige brandweermannen"
(nr. 18794)
55
Question de M. Joseph George à la ministre de
l'Intérieur sur "le statut des pompiers volontaires"
(n° 18794)
55
Sprekers:
Joseph
George,
Annemie
Turtelboom, minister van Binnenlandse
Zaken
Orateurs:
Joseph
George,
Annemie
Turtelboom, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Joseph George aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
invoering van hulpverleningszones" (nr. 18795)
56
Question de M. Joseph George à la ministre de
l'Intérieur sur "la mise en place des zones de
secours" (n° 18795)
56
Sprekers:
Joseph
George,
Annemie
Turtelboom, minister van Binnenlandse
Zaken
Orateurs:
Joseph
George,
Annemie
Turtelboom, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Gerald Kindermans aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het niet
sturen van Belgische politiemensen naar Haïti"
(nr. 18850)
57
Question de M. Gerald Kindermans à la ministre
de l'Intérieur sur "sa décision de ne pas envoyer
de policiers belges en Haïti" (n° 18850)
57
Sprekers: Gerald Kindermans, Annemie
Turtelboom
, minister van Binnenlandse
Zaken
Orateurs: Gerald Kindermans, Annemie
Turtelboom
, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Gerald Kindermans aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het sturen
van Belgische politietrainers naar Afghanistan in
navolging van het recente debat in de gemengde
commissie" (nr. 18851)
58
Question de M. Gerald Kindermans à la ministre
de l'Intérieur sur "sa décision d'envoyer des
formateurs belges de policiers en Afghanistan à la
suite du débat récent en commission mixte"
(n° 18851)
58
Sprekers: Gerald Kindermans, Annemie
Turtelboom
, minister van Binnenlandse
Zaken
Orateurs: Gerald Kindermans, Annemie
Turtelboom
, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Josy Arens aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de provincie
Luxemburg als mogelijke pilotzone" (nr. 18962)
60
Question de M. Josy Arens à la ministre de
l'Intérieur sur "le choix de la province du
Luxembourg comme zone pilote" (n° 18962)
60
Sprekers: Josy Arens, Annemie Turtelboom,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Josy Arens, Annemie Turtelboom,
ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Paul Vanhie aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "prioritaire
voertuigen" (nr. 18996)
62
Question de M. Paul Vanhie à la ministre de
l'Intérieur
sur
"les
véhicules
prioritaires"
(n° 18996)
62
Sprekers:
Paul
Vanhie,
Annemie
Turtelboom, minister van Binnenlandse
Zaken
Orateurs:
Paul
Vanhie,
Annemie
Turtelboom, ministre de l'Intérieur
Samengevoegde vragen van
63
Questions jointes de
63
- mevrouw Leen Dierick aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de subsidies aan de
63
- Mme Leen Dierick à la ministre de l'Intérieur sur
"les subventions versées aux communes dans le
63
09/02/2010
CRIV 52
COM 786
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
vi
gemeenten in het kader van het veiligheids- en
preventiebeleid" (nr. 19014)
cadre de leur politique de sécurité et de
prévention" (n° 19014)
- mevrouw Annick Ponthier aan de minister van
Binnenlandse
Zaken
over
"de
federale
veiligheidssubsidies aan gemeenten" (nr. 19259)
63
- Mme Annick Ponthier à la ministre de l'Intérieur
sur "les subsides fédéraux en matière de sécurité
octroyés aux communes" (n° 19259)
63
Sprekers:
Annick
Ponthier,
Annemie
Turtelboom, minister van Binnenlandse
Zaken
Orateurs:
Annick
Ponthier,
Annemie
Turtelboom, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer André Frédéric aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de implementatie
van de Ariadnesoftware in de provincies"
(nr. 19030)
65
Question de M. André Frédéric à la ministre de
l'Intérieur sur "la mise en place du logiciel
'Ariadne' dans les provinces" (n° 19030)
65
Sprekers:
André
Frédéric,
Annemie
Turtelboom, minister van Binnenlandse
Zaken
Orateurs:
André
Frédéric,
Annemie
Turtelboom, ministre de l'Intérieur
CRIV 52
COM 786
09/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
COMMISSION DE L'INTERIEUR,
DES AFFAIRES GENERALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
van
DINSDAG
9
FEBRUARI
2010
Namiddag
______
du
MARDI
9
FEVRIER
2010
Après-midi
______
La séance est ouverte à 14.49 heures et présidée par M. André Frédéric.
De vergadering wordt geopend om 14.49 uur en voorgezeten door de heer André Frédéric.
Le président: Chers collègues, M. Vandenhove, ayant un rendez-vous important, a demandé de poser sa
question en début de cette réunion. Je suppose que cela ne pose aucun problème et je remercie les
membres de cette commission pour leur compréhension. Je donne donc la parole à M. Vandenhove pour
poser sa question.
Je vous rappelle que cette commission se terminera à 17 h 45 comme cela vous a été communiqué.
J'espère que nous en aurons terminé avec les questions d'ici-là.
01 Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de strijd
tegen professionele cannabiskwekers" (nr. 19019)
01 Question de M. Ludwig Vandenhove à la ministre de l'Intérieur sur "la lutte contre la culture
professionnelle de cannabis" (n° 19019)
01.01 Ludwig Vandenhove (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mevrouw
de minister, collega's, ik dank u mijn vraag als eerste te mogen
stellen. Ik moet nog deelnemen aan een debat bij de NMBS over de
veiligheid rond stations. Mijn excuses daarvoor. Het is wel iets anders
dan naar de dokter gaan, maar het heeft ook met veiligheid te maken.
Ik zal het kort houden.
Mevrouw de minister, ik heb begrepen dat u vorige week al een aantal
maatregelen hebt aangekondigd inzake de zonnepanelen die alsmaar
toenemen, met het oog op de brandweer, dat wil zeggen met het oog
op een grotere veiligheid.
Een bijkomende probleem is dat zonnepanelen steeds meer de strijd
bemoeilijken tegen professionele cannabiskwekers.
Ik weet wel dat de plaatsing van zonnepanelen behoort tot de
bevoegdheid van de Gewesten, maar ik had toch graag geweten of u
ter zake reeds overleg pleegde met de Gewesten, in het geval dat ons
bezighoudt met het Vlaams Gewest.
Bent u al dan niet van plan om daartegen specifieke initiatieven te
nemen, zodanig dat de politiezones en ook de federale politie hun
werk kunnen doen?
01.01 Ludwig Vandenhove
(sp.a): L'utilisation de panneaux
solaires rend de plus en plus
difficile
la
lutte
contre
les
cultivateurs
professionnels
de
cannabis. Je n'ignore pas que le
placement de ces panneaux
relève de la compétence des
Régions, mais je voudrais savoir si
la ministre prévoit des mesures
spécifiques en vue de permettre
aux services de police de lutter
efficacement contre la culture de
cannabis et si elle s'est déjà
concertée avec les Régions à ce
sujet.
01.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, 01.02 Annemie Turtelboom,
09/02/2010
CRIV 52
COM 786
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
2
mijnheer Vandenhove, in de pers verscheen inderdaad recent een
artikel over het gebruik van zonnepanelen bij professionele
cannabisproductie en de potentiële moeilijkheden voor de
politiediensten bij de bestrijding daarvan.
In 2009 werden in België meer dan zevenhonderd cannabisplantages
opgerold. In geen enkel geval werd door de onderzoekende
politiediensten het gebruik van zonnepanelen gemeld. Ook in
Nederland is er geen expliciete melding van deze modus operandi bij
professionele cannabisteelt.
Occasioneel zou het aanvullend gebruik van zonnepanelen kunnen
worden toegepast door kleine thuiskwekers, maar voor een illegale
bedrijfsmatige of industriële teelt wordt, buiten nog ander zwaar
elektrisch
aangedreven
kweekmateriaal,
een
groot
aantal
kweeklampen van 400, 600 en zelfs 1000 Watt gebruikt. De daarvoor
noodzakelijke energie kan bijna onmogelijk worden opgevangen door
het gebruik van zonnepanelen en wordt vandaag nog steeds meestal
verworven door diefstal van elektriciteit vóór de meterkast of door
bypasses, of door het gebruik van dieselgeneratoren. Bovendien
worden de gebruikte locaties voor bedrijfsmatige cannabisteelt
meestal slechts beperkte tijd gehuurd en blijken de betrokken
personen of criminele organisaties niet echt bezorgd te zijn over hun
energieverbruik.
ministre: Un article de presse
dénonce l'utilisation de panneaux
solaires dans la production de
cannabis par des professionnels.
En 2009, 700 plantations de
cannabis ont été découvertes mais
l'utilisation de panneaux solaires
n'est mentionnée nulle part. Aucun
lien n'a été fait, ni en Belgique ni
aux Pays-Bas. L'utilisation de
panneaux
solaires
est
envisageable dans les petites
cultures mais quasi impossible
dans la culture industrielle car les
lampes de culture de 400 à
1 000 watts sont trop énergivores.
L'énergie
nécessaire
provient
généralement du vol d'électricité
au compteur, de l'installation de
by-pass ou de générateurs diesel.
Par ailleurs, les sites de culture du
cannabis sont en général loués
pour une durée limitée et les
criminels ne se soucient guère de
leur consommation d'énergie.
01.03 Ludwig Vandenhove (sp.a): Mevrouw de minister, ik ga ervan
uit dat de zaak wordt opgevolgd. Het is niet omdat er nu geen
meldingen worden gedaan in België noch in Nederland, dat dit in de
toekomst ook het geval zal zijn.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
toekenning van een compenserende vergoeding in de politiezone Brussel-Hoofdstad/Elsene"
(nr. 19021)
02 Question de M. Ludwig Vandenhove à la ministre de l'Intérieur sur "l'octroi d'une indemnité
compensatoire dans la zone de police de Bruxelles-Capitale/Ixelles" (n° 19021)
02.01 Ludwig Vandenhove (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mevrouw
de minister, uiteraard stelt mijn vraag weinig voor in verhouding tot de
problemen die wij de voorbije anderhalve week hebben gehoord over
de politiezone en alles wat met Brussel te maken heeft.
Een aantal mensen heeft mij echter gesignaleerd dat er voor de
politiezone Brussel-Hoofdstad- Elsene ten aanzien van een aantal
leden
van
de
lokale
onderzoek-
en
recherchedienst
onregelmatigheden zouden optreden. Terwijl zij er op basis van de in
mijn vraag opgesomde artikelen recht op hebben, zouden zij van de
compenserende vergoeding geen gebruik kunnen maken. Anderzijds
zouden een aantal niet-rechthebbenden voornoemde vergoeding wel
ontvangen.
Bent u op de hoogte van de aangelegenheid in kwestie?
Zo ja, hebt u al dan niet reeds bepaalde opdrachten gegeven om de
zaak via het Comité P of andere instanties te laten onderzoeken?
02.01 Ludwig Vandenhove
(sp.a): Dans la zone de police
Bruxelles-Capitale-Ixelles,
des
membres du service local de
recherche auraient été victimes
d'irrégularités. Ils ne recevraient
apparemment pas d'allocation
compensatoire, alors qu'ils y ont
droit. En revanche, certains les
recevaient sans y avoir droit. Le
ministre est-il au courant de cette
situation?
Demandera-t-il
au
Comité P ou à d'autres instances
d'examiner ce dossier? Cette
question concerne certes un
collège de police local, mais sa
pertinence ne se limite pas à tel ou
tel conseil ou collège de police en
CRIV 52
COM 786
09/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
3
U kan mij uiteraard antwoorden dat het een zaak van het lokale
politiecollege is. Indien onze informatie correct zou zijn, gaat het
dossier echter verder dan de politieraad of het politiecollege.
particulier.
02.02 Minister Annemie Turtelboom: De problematiek die u aanhaalt
is mijn administratie bekend. Een personeelslid van de zone Brussel
Hoofdstad van de afdeling antiagressie heeft zich erover beklaagd dat
hij de compenserende toelage niet geniet in tegenstelling tot sommige
van zijn collega's. Om van deze toelage te kunnen genieten als
voormalig lid van de gemeentepolitie diende men de vergoeding
bedoeld in het koninklijk besluit van 22 december 1997 te genieten. In
dit geval heeft de gemeenteraad indertijd de doelgroep bepaald en
heeft de vergoeding waarvan sprake toegekend aan de gerechtelijke
brigade die inderdaad belast was met rechercheopdrachten. De
afdeling antiagressie werd echter niet opgenomen bij de
begunstigden. Het betrokken personeelslid voldoet dan ook niet aan
de voorwaarden om deze toelage te krijgen. Ik zal mij bij de betrokken
politiezone informeren om de eventuele andere betwiste situaties na
te gaan.
02.02 Annemie Turtelboom,
ministre: Un agent de la brigade
anti-agressions de la zone de
police Bruxelles capitale-Ixelles
s'est plaint de ne pas percevoir,
contrairement à certains de ses
collègues,
l'indemnité
compensatoire.
Pour
pouvoir
bénéficier de cette indemnité en
tant qu'ancien membre de la police
communale, il fallait bénéficier de
l'indemnité visée par l'arrêté royal
du 22 décembre 1997. À l'époque,
le
conseil
communal
avait
déterminé le groupe cible et
octroyé cette indemnité à la
brigade judiciaire chargée des
missions de recherche. La brigade
anti-agressions n'avait cependant
pas
été incluse parmi les
bénéficiaires. L'agent concerné ne
remplit par conséquent pas les
conditions pour pouvoir percevoir
cette indemnité. Je m'informerai
auprès de la zone de police
concernée
pour
vérifier
les
éventuels autres cas litigieux.
02.03 Ludwig Vandenhove (sp.a): Mevrouw de minister, dank u
voor het antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
gemeentelijke administratieve sancties" (nr. 19022)
03 Question de M. Ludwig Vandenhove à la ministre de l'Intérieur sur "les sanctions administratives
communales" (n° 19022)
03.01 Ludwig Vandenhove (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mevrouw
de minister, ik weet dat enkele weken geleden reeds vragen werden
gesteld over deze aangelegenheid. Toch heb ik mijn vraag
aangehouden, omdat ik het thans niet zal hebben over de leeftijd --
daarover gingen de vragen toen wel --, maar veeleer over uw
aankondiging om de leeftijd eventueel te verlagen tot veertien jaar. Ik
heb een wetsvoorstel ingediend om de leeftijd te brengen op twaalf
jaar.
Mijn vraag is evenwel hoe dit zich verhoudt tot de problematiek van
het grootstedenbeleid. Zoals u wellicht weet, zijn er op dit ogenblik
een aantal jongerenbemiddelaars in dienst, onder andere in de stad
waar ik woon, voor het heel gerechtelijk arrondissement, waarbij de
jongerenbemiddelaars precies worden ingeschakeld bij gemeentelijke
03.01 Ludwig Vandenhove
(sp.a): La ministre veut ramener à
14 ans l'âge auquel des mineurs
peuvent se voir infliger des
sanctions
administratives
communales.
Personnellement,
j'ai déposé une proposition de loi
visant à abaisser cet âge à 12 ans.
Quel rapport y a-t-il entre
l'abaissement de la limite d'âge,
d'une part, et la question de la
politique des grandes villes et du
recours à la médiation en ce qui
concerne les jeunes, d'autre part?
09/02/2010
CRIV 52
COM 786
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
4
administratieve sancties, zeker naar minderjarigen toe.
Is er al overleg geweest met de betrokken minister voor
Grootstedenbeleid, volgens mij nu de heer Daerden?
Wat is het resultaat van dat overleg? Of de leeftijd wordt gebracht op
veertien jaar of op twaalf jaar, jaar is uiteraard een punt van discussie,
maar ik blijf het belangrijk vinden dat ten aanzien van jongeren
veeleer het bemiddelen wordt benadrukt dan wel het sanctioneren.
Hoe verhoudt zulks zich tot de maatregelen die eigenlijk komen vanuit
het Grootstedenbeleid, en ook gefinancierd worden vanuit
Grootstedenbeleid?
Une concertation a-t-elle été
organisée avec le ministre des
Grandes villes?
03.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter,
mijnheer Vandenhove, zoals u weet heb ik tijdens de vorige
commissievergadering, tijdens dewelke u trouwens een identieke
vraag stelde, al uitvoerig antwoord gegeven op het luik gemeentelijke
administratieve sancties.
De verlaging van de leeftijd van de minderjarigen is niet de enige
maatregel. Mijn administratie is ook bezig met een globale evaluatie,
waarbij de toepassingsgebieden van de gemeentelijke administratieve
sancties op het terrein gedetecteerd en geanalyseerd worden. Ik wil
daarbij ook de stem horen van de Vereniging voor Steden en
Gemeenten. Daarom heb ik aan de overkoepelende verenigingen ook
gevraagd om hun opmerkingen en voorstellen tot wijziging van
artikel 119 van de nieuwe Gemeentewet over te maken. Uiteraard
zullen wij bij de analyse van dat knelpunt en de voorbereiding van het
wetsontwerp ook rekening houden met de initiatieven van het
departement Grootstedenbeleid. Dat geldt zeker in het kader van de
bemiddeling.
Ik heb het kabinet van de minister van Grootstedenbeleid reeds
gecontacteerd. Zij zullen worden betrokken bij de voorbereiding van
het wetsontwerp om een voldoende afstemming te verzekeren.
Ik kan u in elk geval verzekeren dat dit project mijn volle aandacht
geniet. Ik hoop dat ik dit ontwerp nog voor het zomerreces in het
Parlement kan indienen.
03.02 Annemie Turtelboom,
ministre: J'ai déjà répondu en
détail à cette question lors d'une
précédente
réunion
de
commission. L'abaissement de
l'âge n'est pas l'unique mesure.
Une évaluation globale est en
cours et l'on y examine les
sanctions
administratives.
J'entends y associer l'Union des
villes
et
communes.
J'ai
également
demandé
aux
associations de coordination de
formuler des propositions de
modification de l'article 119 de la
nouvelle loi communale. En
préparant le projet de loi, nous
tiendrons bien entendu compte
des
initiatives
prises
par
l'administration de la Politique des
grandes villes. Cela s'applique
certainement à la médiation.
J'espère encore pouvoir soumettre
le projet au Parlement avant les
vacances d'été.
03.03 Ludwig Vandenhove (sp.a): Mevrouw de minister, het is
inderdaad nodig dat ter zake Grootstedenbeleid en Binnenlandse
Zaken op elkaar worden afgestemd.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Annick Ponthier aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de spreiding van de
alcoholcontroles" (nr. 18309)
- de heer Josy Arens aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de systematische Alcotest bij
politiecontroles" (nr. 18764)
04 Questions jointes de
- Mme Annick Ponthier à la ministre de l'Intérieur sur "la répartition des contrôles d'alcoolémie"
(n° 18309)
- M. Josy Arens à la ministre de l'Intérieur sur "l'Alcotest systématique lors de contrôles de police"
(n° 18764)
CRIV 52
COM 786
09/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
5
04.01 Annick Ponthier (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, onlangs mochten we via de pers vernemen dat er een
nieuwe sensibiliseringscampagne langs de snelwegen en de
gewestwegen gestart zal worden in het kader van de Bobcampagne
en de daarmee gepaard gaande alcoholcontroles.
Mevrouw de minister, daarover heb ik de volgende vragen.
Hoe wordt dat concreet aangepakt? Wordt er gericht gecontroleerd,
op bepaalde tijdstippen, op bepaalde plaatsen?
Wordt er opnieuw een streefcijfer vooropgesteld voor bepaalde acties,
zoals die tijdens de afgelopen eindejaarscampagne?
Worden er nog andere sensibiliseringscampagnes gepland in de loop
van dit jaar? Zo ja, met welke frequentie? Zullen die in dezelfde trend,
met name onder de noemer van de harde aanpak, ressorteren?
Worden dezelfde speerpunten gehanteerd bij die campagnes als
tijdens de afgelopen Bobcampagne tijdens het eindejaar.
04.01 Annick Ponthier (VB):
Selon la presse, une nouvelle
campagne
de
sensibilisation
relative aux contrôles d'alcoolémie
sera organisée. Des contrôles
ciblés à certains moments et à
certains
endroits
seront-ils
organisés? Un objectif chiffré
sera-t-il fixé pour le nombre de
contrôles? D'autres campagnes de
sensibilisation sont-elles encore
prévues au cours de cette année?
L'accent est-il mis sur une
approche dure?
04.02 Josy Arens (cdH): Monsieur le président, madame la ministre,
dorénavant, la police devra contrôler systématiquement le taux
d'alcoolémie lors de chaque contrôle de voiture. Les policiers devront
donc ajouter cette mission outre les contrôles de vitesse, du port de la
ceinture et des documents du véhicule. Cette décision intervient à la
suite d'un accord conclu avec le secrétaire d'État à la Mobilité.
Madame la ministre, je souhaiterais savoir si le contrôle systématique
d'alcool devra être effectué uniquement par la police de la route, qui
dépend de la police fédérale, ou également par les policiers locaux.
Dans le deuxième cas, les zones de police percevront-elles des
moyens supplémentaires de la part du fédéral pour l'achat
d'alcootests supplémentaires? À partir de quelle date cette mesure
sera-t-elle d'application?
04.02 Josy Arens (cdH): De
politie zal voortaan bij elke
voertuigcontrole systematisch een
alcoholcontrole moeten uitvoeren.
Zal
de
systematische
alcoholcontrole
enkel
worden
uitgevoerd door de wegpolitie, die
onder
de
federale
politie
ressorteert, of ook door de lokale
politie?
Zullen de politiezones in het
tweede geval ook aanvullende
middelen van de federale overheid
krijgen om extra ademtests te
kopen?
Wanneer
zal
die
maatregel ingaan?
04.03 Minister Annemie Turtelboom: De politie heeft tijdens de
voorbije BOB-campagne 212 592 automobilisten aan een ademtest
onderworpen. Daarmee werd de doelstelling van 180 000 dus ook
ruimschoots gehaald. Van alle gecontroleerde bestuurders hadden er
3.68 % te diep in het glas gekeken. Dat is een opmerkelijke daling ten
opzichte van de vorige campagne, waar gemiddeld 4.89 % onder
invloed van alcohol reed.
Ik heb de politiediensten gevraagd hun inspanningen gedurende het
hele jaar, dus ook buiten de BOB-campagne, verder te zetten met als
doel het aantal verkeersdoden op de Belgische wegen te doen dalen.
De federale wegpolitie die bevoegd is op de autosnelwegen en enkele
gewestwegen, is in 2009 al gedeeltelijk met de nieuwe visie
begonnen: stoppen is blazen. De doelstelling is om elke
gecontroleerde bestuurder te doen blazen, zelfs al gaat het om een
routinecontrole van de documenten of de vaststelling van een andere
inbreuk.
04.03 Annemie Turtelboom,
ministre: Lors de la dernière
campagne BOB, la police a
soumis 212 592 automobilistes à
un test de l'haleine. L'objectif de
180 000 contrôles a donc été
dépassé.
Le
nombre
de
chauffeurs pris en flagrant délit de
conduite sous l'influence de
l'alcool est en nette diminution
puisque ce nombre représentait
une proportion de 4,89 % lors de
la campagne précédente contre
seulement 3,68 % aujourd'hui. J'ai
demandé à la police de procéder à
des contrôles pendant toute
l'année de façon à faire baisser le
nombre de tués.
09/02/2010
CRIV 52
COM 786
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
6
Het gevolg daarvan is dat de wegpolitie in 2009 154 808
automobilisten aan een controle onderworpen heeft. Dat is een
stijging van 24 % procent ten opzichte van 2008 toen maar 124 822
automobilisten gecontroleerd werden.
La police des routes fédérale, qui
est compétente sur les autoroutes
et quelques routes régionales,
appliquait déjà partiellement en
2009 cette nouvelle philosophie
qui tient dans la formule: qui doit
s'arrêter, doit souffler! Ce qui
signifie
que
nous
voulons
dorénavant soumettre chaque
conducteur contrôlé à un test de
l'haleine, même lors d'un contrôle
de routine des documents de bord
ou lors de la constatation d'une
autre infraction. En 2009, la police
fédérale des routes a contrôlé
154 808
chauffeurs,
ce
qui
représente une augmentation de
24 % par rapport à 2008.
À côté de cela, les zones de police locale préféreront, aux grands
contrôles planifiés, de plus petits contrôles à des endroits ciblés
comme les abords des dancings ou d'établissements horeca. Il est
important que l'automobiliste intègre le fait qu'il ou elle peut être
contrôlé par la police à n'importe quel moment de la journée. Ce n'est
que de cette façon que le nombre de tués sur les routes belges
pourra diminuer et atteindre ainsi l'objectif fixé par les États généraux
pour la sécurité routière, à savoir moins de 500 tués en 2015.
Enfin, comme cette extension annuelle de la campagne BOB n'est
pas accompagnée d'objectifs chiffrés à atteindre, ce seront les
différentes zones de police qui détermineront leur mise en oeuvre
spécifique avec une priorité pour la qualité des contrôles. Elles
devront donc aussi, le cas échéant, adapter leurs réserves
d'alcootests, sans qu'il ne soit nécessaire au niveau fédéral de
constituer un stock supplémentaire.
Bovendien
verkiezen
de
politiezones
gerichte,
klein-
schaliger controles. Automobilisten
kunnen op elk moment van de dag
door de politie gecontroleerd
worden. Bedoeling is het aantal
verkeersdoden in België terug te
dringen. Ten slotte beslissen de
politiezones over de concrete
organisatie van de controles,
waarbij de kwaliteit steeds zal
vooropstaan.
De
politiezones
zullen in voorkomend geval ook
hun alcoholtestvoorraad moeten
aanpassen.
04.04 Annick Ponthier (VB): Bedankt mevrouw de minister voor uw
antwoord. Ik denk dat het belangrijk is om de hoofdzaak niet uit het
oog te verliezen. Ieder chauffeur onder invloed van drugs of alcohol is
er één te veel, daar is iedereen het over eens. De rest zal natuurlijk,
zoals iedere campagne die uitgevoerd wordt, opgevolgd moeten
worden. U bent op de hoogte van de kritiek die tijdens de
eindejaarscampagne werd geuit door de politievakbonden, namelijk
dat het niet zozeer ging om gerichte controles, maar dat het halen van
het streefcijfer vooropgesteld werd. Ik denk dat we in het achterhoofd
moeten houden dat dit niet de hoofdzaak mag zijn. Er moet worden
gefocust op gerichte controles, op bepaalde tijdstippen en op
bepaalde plaatsen.
04.04 Annick Ponthier (VB):
L'essentiel ne doit pas être
d'atteindre les objectifs chiffrés. Il
faut se concentrer sur des
contrôles
ciblés
en
matière
d'alcool et de drogue, à certains
endroits et à certaines heures.
04.05 Josy Arens (cdH): Monsieur le président, je remercie Mme la
ministre pour sa réponse. Cependant, je pense en avoir raté une
partie. Donc, le contrôle systématique de l'alcoolémie est également
obligatoire pour les policiers locaux?
04.05 Josy Arens (cdH): De
lokale politieagenten moeten die
alcoholcontrole
dus
ook
systematisch uitvoeren?
04.06 Annemie Turtelboom, ministre: La décision de procéder à
180 000 contrôles est intervenue au niveau de la police fédérale en
concertation avec le conseil permanent. En effet, c'est lors de cette
concertation que le nombre de tests est décidé. Toutefois, il revient à
04.06
Minister
Annemie
Turtelboom: De federale politie
heeft in overleg met de Vaste
Commissie beslist dat er 180 000
CRIV 52
COM 786
09/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
7
chaque police locale de décider du nombre de tests d'alcoolémie à
réaliser.
L'an dernier, j'ai pris un arrêté royal précisant une septième
fonctionnalité pour la police: la mobilité. Cela signifie que 7 ou 8 % de
ses tâches doivent y être consacrées. Il ne s'agit pas seulement des
campagnes BOB, mais de la mobilité en général.
ademtests
afgenomen
zullen
worden. Elke politiezone beslist
echter zelf hoeveel ademtests er
afgenomen worden.
Vorig jaar heb ik een koninklijk
besluit uitgevaardigd waarin een
zevende functionaliteit voor de
politie
wordt
vastgelegd: de
mobiliteit. Dat betekent dat 7 of
8 procent van de politietaken in dat
doel moet worden ingepast.
04.07 Josy Arens (cdH): Bien entendu, j'approuve entièrement votre
objectif. Nous devons même envisager zéro mort par accident sur nos
routes. À nouveau, il s'agit de moyens supplémentaires exigés par le
fédéral au niveau des zones de police. Je vous poserai d'autres
questions, dans les semaines qui viennent, sur les décisions prises
par le niveau fédéral et, malheureusement, financées par le niveau
local.
04.07 Josy Arens (cdH): Ik sta
volledig achter uw doelstelling. We
moeten
zelfs
naar
nul
verkeersdoden op onze wegen
streven.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Peter Logghe aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het nieuw
antidiefstalsysteem voor tweewielers" (nr. 18353)
05 Question de M. Peter Logghe à la ministre de l'Intérieur sur "le nouveau système antivol pour les
deux-roues" (n° 18353)
05.01 Peter Logghe (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, eind 2009 werd Bike Guardian voorgesteld, een nieuw
antidiefstalsysteem voor tweewielers. U weet net als ik dat het
momenteel zeer moeilijk tot onmogelijk is om een diefstalverzekering
voor tweewielers te sluiten, om de eenvoudige reden dat er zoveel
diefstallen gebeuren en dat de beveiliging van tweewielers bijna
onmogelijk is.
Op de voorstellingsvergadering van dit antidiefstalsysteem werden
daarom vooral verzekeraars uitgenodigd. Het systeem is vrij
eenvoudig en treedt in werking zodra het contact met de tweewieler
wordt verbroken. Een meldkamer ontvangt een signaal en er komt
een procedure op gang. Het systeem zou het hele Europese
territorium dekken. Er hoort ook een SIM-kaart en een abonnement
bij. Ook de bestuurder wordt beschermd, want het alarmsysteem
schiet in werking als de tweewieler, met het contact aan, horizontaal
komt te liggen, met andere woorden, wanneer er iets met de
tweewieler en de bestuurder gebeurt.
Kent u het alarmsysteem Bike Guardian? Zo ja, volgen uw diensten
dit systeem op? Zijn er al bevindingen?
Heeft u enig idee van de kostprijs van dit systeem?
Denkt u eraan om dit systeem bij eenotor?
Als het niet verplicht wordt, is het dan niet denkbaar om de plaatsing
05.01 Peter Logghe (VB): Un
nouveau système d'alarme pour
les deux-roues a été présenté fin
2009. Le système fonctionne à
l'aide d'une sorte de carte SIM et
d'un abonnement. Si quelqu'un
essaie de voler le deux-roues ou si
le conducteur tombe, un central
d'appel reçoit un signal. Ce
système est appelé Bike Guardian.
Quel est son coût et serait-il
possible de le rendre obligatoire
ou déductible fiscalement?
09/02/2010
CRIV 52
COM 786
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
8
fiscaal aftrekbaar te maken, zodat er toch een aanmoedingseffect is
ten aanzien van de consument?
Het is toch een criminaliteitsontmoedigend apparaat. In deze moeilijke
tijden moeten wij alle middelen aangrijpen om de wereld veiliger te
maken.
05.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, Bike
Guardian is een relatief nieuw antidiefstalsysteem. Het idee dat achter
dit systeem schuilgaat, namelijk tracking en tracing, is echter niet
nieuw. Deze technologie wordt ook gebruikt bij de beveiliging van
auto's en vrachtwagens.
Mijn administratie onderzoekt het Bike Guardian-systeem in
samenwerking met de federale politie. Het verplichten lijkt mij echter
niet aangewezen, daar ik van mening ben dat de eigenaar zelf de vrije
keuze moet hebben om al dan niet gebruik te maken van een
dergelijk systeem.
Een antidiefstalsysteem voor tweewielers valt niet onder de
voorwaarden waaraan voldaan moet worden om in aanmerking te
komen voor de belastingvermindering voor uitgave voor beveiliging
van een privéwoning tegen inbraak of brand. Dit gaat immers enkel
om de beveiliging van de woning en niet van voertuigen.
Een dergelijk apparaat in de toekomst fiscaal aftrekbaar maken is een
mogelijkheid, maar alvorens hierover uitspraken te doen wil ik eerst
de bevindingen van mijn diensten over dit systeem afwachten.
05.02 Annemie Turtelboom,
ministre: Il s'agit d'un système
relativement
neuf
mais
la
technologie à laquelle il recourt est
également employée aux fins de la
sécurisation des voitures et des
camions. En collaboration avec la
police
fédérale,
mon
administration étudie actuellement
ce système. Il ne me paraît pas
opportun de prévoir son utilisation
obligatoire. En revanche, il serait
peut-être
envisageable
d'en
prévoir éventuellement à l'avenir la
déductibilité fiscale.
05.03 Peter Logghe (VB): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw
kort antwoord.
Ik heb toch nog een paar bijkomende vragen. U zegt dat het wordt
opgevolgd door uw diensten. Kunt u een datum geven waarop u
meent met de evaluatie klaar te zullen zijn of wanneer ik u opnieuw
een bijkomende vraag zal kunnen stellen?
05.04 Minister Annemie Turtelboom: Nee.
05.05 Peter Logghe (VB): In ieder geval moeten wij dit blijven
opvolgen. Het is belangrijk voor de consument die met de fiets of de
bromfiets rondrijdt. Het is ook belangrijk voor de verzekeraars want zij
zullen hun statistieken in elk geval kunnen verbeteren.
Het zal in alle geval nuttig zijn als u in een universiteitsstad woont of
komt zoals ik, om de nationale sport van de studenten, namelijk het
stelen van fietsen, ingedijkt te zien. Ik denk dat iedereen daarop zit te
wachten.
Ik volg deze zaak op en in de loop van het voorjaar mag u van mij
zeker nog een bijkomende vraag verwachten.
05.05 Peter Logghe (VB): Ce
système est intéressant à la fois
pour
les
cyclistes
et
les
cyclomotoristes
et
pour
les
assureurs. Aujourd'hui, le nombre
de vols de bicyclette est en effet
beaucoup trop élevé.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Le président: M. Robert Van de Velde étant absent, sa question
n° 18364 est reportée. La question n° 18451 de Mme Leen Dierick est
reportée à sa demande.
De voorzitter: Aangezien de
heer Van de Velde afwezig is,
wordt
zijn
vraag
nr. 18364
CRIV 52
COM 786
09/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
9
uitgesteld. Vraag nr. 18451 van
mevrouw Dierick wordt op haar
verzoek ook uitgesteld.
06 Vraag van de heer Jean Marie Dedecker aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de orde- en
tuchtmaatregelen bij de politie" (nr. 18464)
06 Question de M. Jean Marie Dedecker à la ministre de l'Intérieur sur "les mesures d'ordre et les
mesures disciplinaires au sein de la police" (n° 18464)
06.01 Jean Marie Dedecker (LDD): Mevrouw de minister, over de
orde- en tuchtmaatregelen, artikel 127 van de Politiewet, bestaat er
heel wat onduidelijkheid. Ik geef een paar voorbeelden.
Onlangs werd er bij de wegpolitie te Zelzate een vluchtmisdrijf
gepleegd door een diensthoofd van de federale politie. Die man is
overgeplaatst naar Brussel. De zaak-De Wolf werd op 1 jaar
behandeld, tot in beroep. De zaak-Van Wymeersch is nog in
behandeling. Ik kan nog meer namen noemen, zoals de zaak-
Koekelberg, waar al heel wat constateringen gemaakt zijn door het
Comité P.
Laten wij kortom zeggen dat de huidige orde- en tuchtmaatregelen bij
de politie in de praktijk heel eigenaardig werken. Uw voorganger,
minister De Padt, verklaarde in maart 2009 nog dat hij aanvoelde dat
er iets moest gebeuren. De Federale Politieraad stelde in de evaluatie
van de politiehervorming zelfs onomwonden dat het tuchtstelsel
complex en zwaar is en daardoor zijn functie verliest het personeel
wanneer nodig, in het verlengde van de coaching, te sanctioneren.
Uit de evaluatie door de Federale Politieraad blijkt tevens dat de
toepassing van het tuchtrecht veel moeilijkheden veroorzaakt, door
onder andere te complexe procedures, te korte termijnen, afwezigheid
van jurisprudentie en zo meer. In het bijzonder in de kleine
politiezones, die niet over juristen of experts inzake de materie
kunnen beschikken, stapelen de moeilijkheden zich op.
Vier concrete noodwendigheden worden opgesomd. Ten eerste is er
de noodzaak wettelijke en reglementaire aanpassingen aan het
tuchtstatuut aan te brengen. Ten tweede moeten er voortgezette of
gespecialiseerde opleidingen worden georganiseerd. Ten derde moet
er een gespecialiseerde steundienst, extern aan de politiezones,
worden geïnstalleerd. Ten vierde moet er een gegevensbank met
administratieve rechtspraak ter beschikking worden gesteld.
Vandaar mijn volgende vragen, mevrouw de minister. Welke
meerwaarde heeft de overplaatsing van de hoofdcommissaris naar
Brussel wegens de vermelde feiten? Wat hebt u reeds gedaan met de
opmerkingen van de Federale Politieraad die ik daarnet opgesomd
heb? Wanneer zult u werk maken van de uitvoering van artikel 59 van
de tuchtwet, waardoor de wetgever de minister heeft opgedragen alle
andere ordemaatregelen te bepalen naast die van de voorlopige
schorsing? Wanneer zult u voorzien in de mogelijkheid van beroep
tegen ordemaatregelen, zoals bepaald is in artikel 139 tweede lid van
de Wet op de geïntegreerde politie?
06.01 Jean Marie Dedecker
(LDD): Un chef de service de la
police fédérale a été muté à
Bruxelles après avoir commis un
délit de fuite à Zelzate. Alors que
l'affaire De Wolf avait été bouclée
en un an, l'affaire Van Wymeersch
est toujours en cours. Bien
d'autres exemples montrent que
les procédures liées aux mesures
d'ordre
et
aux
sanctions
disciplinaires à la police se
déroulent de manière singulière.
M. De Padt, l'ancien ministre,
déclarait en mars 2009 qu'il fallait
agir. Dans son évaluation de la
réforme des polices, le Conseil
fédéral de la police affirmait que le
régime disciplinaire était trop
complexe et que l'application du
droit disciplinaire entraînait de
nombreuses
difficultés,
particulièrement dans les petites
zones de police ne disposant pas
de juristes. Le Conseil de la police
demande dès lors l'adaptation du
statut disciplinaire, l'organisation
de formations spécialisées, la
création d'un service de soutien
aux zones de police et la mise à
disposition d'une banque de
données de la jurisprudence
administrative.
Quel bénéfice tire-t-on de la
mutation,
à
Bruxelles,
du
commissaire concerné? Comment
la
ministre
réagit-elle
aux
remarques du Conseil fédéral de
la police? Quand s'occupera-t-on
de l'article 59 de la loi disciplinaire,
qui prévoit qu'à côté de la
suspension provisoire, d'autres
mesures d'ordre doivent aussi être
prises? Quand prévoira-t-on la
possibilité d'un recours contre les
mesures d'ordre?
09/02/2010
CRIV 52
COM 786
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
10
06.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, de
overplaatsing van de commissaris naar Brussel betreft een
detachering bij ordemaatregel. De detachering is een tijdelijke
aanstelling van een personeelslid in een andere betrekking. Het doel
van de ordemaatregel is het herstellen van de goede werking van de
dienst door de oorzaak van de verstoring te verwijderen. Een
ordemaatregel beoogt dus enkel de goede werking van de dienst
zonder dat daarbij de schuldvraag wordt gesteld.
Uit de rechtspraak van de Raad van State kan men trouwens afleiden
dat de ordemaatregelen zich opdringen wanneer de overheid te
maken krijgt met feiten die zo ernstig zijn dat ze ofwel een
vertrouwensbreuk kunnen teweegbrengen, ofwel een tijdelijke
verwijdering uit de dienst noodzakelijk maken. Bij het opleggen van
een ordemaatregel moet er wel over gewaakt worden dat de
maatregel niet meer schaadt dan nodig is, opdat de dienst weer
behoorlijk zou functioneren. Daarom, indien de omstandigheden het
toelaten, moet er in afwachting van het beëindigen van de straf- en
eventueel de tuchtprocedure de voorkeur gegeven worden aan een
detachering boven bijvoorbeeld de herplaatsing of de voorlopige
schorsing. In dit geval werd geoordeeld dat een detachering bij
ordemaatregel een voldoende resultaat waarborgt voor de goede
werking van de betrokken dienst.
Mijn diensten hebben in nauw overleg met mijn collega van Justitie
een conceptuele fiche opgesteld met heel wat vernieuwende ideeën.
Daarover is nu een adviesprocedure aan de gang. Ik betrek daarbij
uiteraard de lokale instanties, waarover u het hebt in uw vraag.
Eenmaal die adviezen binnen zijn, zal ik het nodige politieke
draagvlak zoeken en teksten voorleggen, zoals ik trouwens in mijn
beleidsverklaring
van 2010
duidelijk
heb
aangegeven.
De
ordemaatregelen zullen daarvan deel uitmaken. Het uitgangspunt
daarbij is wel dat teveel regulering meer schaadt dan baat.
06.02 Annemie Turtelboom,
ministre: Le commissaire a été
déplacé à Bruxelles par mesure
d'ordre. Une mesure d'ordre a
pour but de rétablir le bon
fonctionnement du service sans
poser la question de la culpabilité.
Le Conseil d'État estime que des
mesures d'ordre sont nécessaires
en cas de rupture de confiance
nécessitant
l'éloignement
du
service. Il faut toutefois veiller à ce
que la mesure n'occasionne pas
encore plus de dommages. En
attendant la fin d'une procédure de
sanction ou de discipline, le
déplacement est préférable à la
suspension.
En concertation avec le ministre
de la Justice, mes services ont
rédigé une fiche conceptuelle
suggérant des idées innovantes.
Nous attendons encore l'avis des
instances locales. Je me mettrai
ensuite en quête de l'assise
politique avant de présenter les
textes. Les mesures d'ordre font
également partie de ces textes,
mais le principe de base est
qu'une réglementation excessive
est nuisible.
06.03 Jean Marie Dedecker (LDD): Mevrouw de minister, hebt u
een termijn inzake de adviesronde en uw ingrijpen vooropgesteld?
06.03 Jean Marie Dedecker
(LDD): Quel sera le timing?
06.04 Minister Annemie Turtelboom: Neen, het hangt er gewoon
van af hoe snel we tot een consensus of een breed draagvlak kunnen
komen. Wij zijn daar alleszins zeer intens mee bezig.
06.04 Annemie Turtelboom,
ministre: Tout dépend de la
rapidité
avec
laquelle
un
consensus est trouvé.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de M. Eric Thiébaut à la ministre de l'Intérieur sur "la désignation des officiers de liaison
de la police fédérale" (n° 18465)
07 Vraag van de heer Eric Thiébaut aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de aanwijzing van
de verbindingsofficieren van de federale politie" (nr. 18465)
07.01 Eric Thiébaut (PS): Madame la ministre, la police fédérale
compte un certain nombre d'officiers de liaison répartis sur la surface
du globe. La désignation de ces officiers semble toujours poser
quelques questions et difficultés juridiques tant à la police fédérale
mais aussi bien, ou bientôt, à votre cabinet. En effet, il apparaît que,
sur un total de seize officiers de liaison répartis sur l'ensemble du
globe, il n'y a que cinq francophones.
07.01 Éric Thiébaut (PS): Er
werken wereldwijd een aantal
liaisonofficieren voor de federale
politie.
Van
de
zestien
liaisonofficieren zijn er maar vijf
Franstalig. De samenstelling van
de selectiecommissie werd al aan
de kaak gesteld onder de vorige
CRIV 52
COM 786
09/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
11
Pour rappel, déjà la composition de la commission de sélection avait
été remise en cause sous le précédent gouvernement et ce
notamment, par rapport à la procédure de désignation, à l'implication
du Collège des procureurs généraux et à la qualité de l'autorité
désignant.
En ce qui concerne les nominations en tant que tel, le Conseil d'État
a, à deux reprises, donné raison à certains recours introduits cassant
certaines de ces nominations. Toutefois, la direction de la police
fédérale n'a pas tenu compte de ces arrêts et renomme dans d'autres
pays les personnes dont les nominations avaient été "cassées".
On peut évidemment se poser la question de la valeur que réserve le
service juridique de la police fédérale aux arrêts du Conseil d'État,
mais comment expliquer la non-prise en compte des recours et, plus
largement, la fin de non-recevoir réservée aux interpellations de
certains avocats impliqués dans ces dossiers.
Madame la ministre, êtes-vous informée de cette inégalité de
répartition entre agents de liaison francophones et néerlandophones?
Si oui, pouvez-vous nous en donner les raisons? À ce propos,
pouvez-nous nous donner une vue d'ensemble quant à la répartition
de nos agents de liaison en fonction de leur régime linguistique?
En ce qui concerne les nominations qui ont été cassées par le Conseil
d'État, comment expliquez-vous cette attitude de la police fédérale,
qui ne tient pas compte des arrêts du Conseil d'État et plus largement
de la fin de non-recevoir réservée aux interpellations de certains
avocats impliqués dans ces dossiers?
regering. De Raad van State heeft,
tot twee keer toe, de partijen die in
beroep gingen tegen een aantal
van die benoemingen, in het gelijk
gesteld. De top van de federale
politie heeft echter geen rekening
gehouden met die arresten en
benoemt de personen van wie de
benoeming
werd
vernietigd,
opnieuw in andere landen.
Hoe verklaart u dat men beroepen
en interpellaties van advocaten die
in die dossiers in de arm genomen
werden,
zomaar
naast
zich
neerlegt? Bent u op de hoogte van
die
wanverhouding
tussen
Franstalige en Nederlandstalige
liaisonofficieren? Zo ja, welke
redenen kan u daarvoor opgeven?
Kan u ons een overzicht geven
van de verdeling van onze
liaisonofficieren over de taalrollen?
Hoe verklaart u dat de federale
politie zich niets aantrekt van de
arresten van de Raad van State tot
nietigverklaring
van
die
benoemingen?
07.02 Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur Thiébaut, la
situation est actuellement la suivante: un officier de liaison
francophone est présent en Russie, au Venezuela, en Roumanie, en
France et au Luxembourg; un officier de liaison néerlandophone est
présent en Espagne, aux Pays-Bas, en Autriche, en Turquie, au
Maroc, en Thaïlande, aux États-Unis, en Pologne, en Italie, en
Allemagne et en Albanie.
J'attire votre attention sur le fait qu'il n'existe pas de clé de répartition
spécifique pour les emplois d'officiers de liaison. Ces emplois sont
attribués, eu égard au profil de la fonction, au candidat estimé le plus
apte à l'issue des procédures de sélection.
Les arrêts d'annulation du Conseil d'État en la matière ont été
exécutés par l'adoption de nouvelles décisions de désignation, eu
égard aux moyens, souvent d'ordre procédural, retenus par cette
haute juridiction.
De plus, les règles statutaires de désignation des officiers de liaison
sont en cours d'adaptation et ce, en conformité avec les conclusions
que l'on peut tirer des divers contentieux portés devant le Conseil
d'État.
07.02
Minister
Annemie
Turtelboom: Momenteel is er een
Franstalige
verbindingsofficier
aanwezig is Rusland, Venezuela,
Roemenië,
Frankrijk
en
Luxemburg,
terwijl
er
een
Nederlandstalige
verbindings-
officier gestationeerd is in Spanje,
Nederland, Oostenrijk, Turkije,
Marokko, Thailand, de Verenigde
Staten, Polen, Italië, Duitsland en
Albanië.
Er
bestaat
geen
specifieke
verdeelsleutel
voor
de
betrekkingen van verbindings-
officier, die worden toegewezen
aan de persoon die het meest
geschikt wordt geacht. Na de
vernietigingsarresten van de Raad
van State werden er nieuwe be-
noemingsbeslissingen genomen,
in het licht van de middelen, vaak
van procedurele aard, die door dit
hoge rechtscollege in aanmerking
werden
genomen.
Bovendien
worden de statutaire regels voor
de
aanwijzing
van
09/02/2010
CRIV 52
COM 786
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
12
verbindingsofficieren momenteel
aangepast, overeenkomstig de
conclusies die kunnen worden
getrokken uit de diverse geschillen
die voor de Raad van State
werden gebracht.
07.03 Eric Thiébaut (PS): Merci beaucoup, madame la ministre. Je
pense que, sur les quatre millions de francophones que compte la
Belgique, nous pourrions sans doute en trouver un ou deux qui soient
capables d'exercer les fonctions d'officier de liaison, même si
l'intelligence des francophones est souvent mise en doute par
certains de nos partenaires. Je peux comprendre que la compétence
prime, mais la répartition est tout de même curieuse.
07.03 Éric Thiébaut (PS): In
België wonen er vier miljoen
Franstaligen en ik vermoed dat wij
er toch een of twee zouden
moeten kunnen vinden die in staat
zijn
om
de
functie
van
verbindingsofficier uit te oefenen,
ook al wordt de intelligentie van de
Franstaligen door sommige van
onze partners vaak in twijfel
getrokken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de M. Eric Thiébaut à la ministre de l'Intérieur sur "la réforme de la classification des
établissements nucléaires" (n° 18483)
08 Vraag van de heer Eric Thiébaut aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de hervorming van
de classificatie van de nucleaire inrichtingen" (nr. 18483)
08.01 Eric Thiébaut (PS): Madame la ministre, la résolution visant à
améliorer le fonctionnement de l'Agence fédérale de contrôle
nucléaire (AFCN) adoptée par la Chambre le 26 avril 2007 comporte
la recommandation suivante: "La Chambre se dit favorable à une
réforme de la classification des établissements tenant mieux compte
des risques et des besoins de contrôle." Par cette résolution, la
Chambre avait constaté que la diversité des situations dans les
établissements de classe II imposait une réforme.
En effet, certains établissements de classe II présentent un risque de
débit de doses très élevé par rapport à d'autres de cette même
classe. Il convient donc de leur accorder un traitement particulier pour
parer aux problèmes de sûreté spécifiques de ces établissements.
Cette question est d'autant plus importante que l'Agence fédérale de
contrôle nucléaire a repris depuis le 1
er
juin 2009 à AVC le contrôle
des établissements de classe I et II+ dont l'organisme agréé avait
encore la charge.
Avec plusieurs parlementaires de la majorité, j'ai déposé une motion
de recommandation le 4 juin 2009 qui a été adoptée en séance
plénière et dans laquelle nous demandions à votre prédécesseur de
prendre un arrêté royal afin de concrétiser cette modification de la
classe II.
Madame la ministre, quand comptez-vous prendre les initiatives
réglementaires nécessaires pour que deux sous-classes (par
exemple, la classe II+ et la classe II) soient prévues pour les
établissements de classe II?
08.01 Éric Thiébaut (PS): Op
26 april 2007 nam de Kamer een
resolutie aan met het oog op de
verbetering van de werking van
het Federaal Agentschap voor
Nucleaire Controle (FANC). Daarin
wordt aangedrongen op een
classificatie van de inrichtingen
van klasse II die beter rekening
zou houden met de uiteenlopende
veiligheidssituaties (doc. 51/3089).
In
een
door
mij
medeondertekende
motie van
aanbeveling, die op 4 juni 2009
werd goedgekeurd, werd uw
voorganger verzocht om daartoe
de nodige koninklijke besluiten uit
te vaardigen. Wanneer zult u het
initiatief
nemen
om
twee
subklassen bij klasse II in te
stellen?
08.02 Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur le président, cher
collègue, la motion de recommandation à laquelle vous faites
08.02
Minister
Annemie
Turtelboom: Na de stemming
CRIV 52
COM 786
09/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
13
référence faisait suite à plusieurs interpellations adressées à mon
prédécesseur en sous-commission de la Sécurité nucléaire. Celles-ci
résultaient de la confusion née au sein de la sous-commission au
sujet du régime d'inspection et de contrôle en application dans le
secteur nucléaire mais aussi au sujet du rôle précis de l'Agence
fédérale de contrôle nucléaire dans sa filiale BEL V et des organismes
de contrôle privés comme Controlatom.
L'Agence a remis, au terme de ces interpellations, une note aux
membres de la sous-commission pour clarifier sa vision sur certains
points de la discussion et afin de réagir à la motion de
recommandation votée.
En ce qui concerne la classification des établissements de classe II et
des deux sous-classes, la motion de la Chambre invitait le
gouvernement à prendre les initiatives législatives nécessaires.
Dans sa réponse du 9 juillet 2009, l'Agence précisait avoir préparé un
avant-projet de loi et une proposition visant à mettre en application
une réforme fondamentale du régime de contrôle et d'inspection.
L'objectif consiste à appliquer, pour les établissements de chacune
des deux sous-classes, un régime de contrôle et d'inspection différent
qui doit être préalablement défini dans la législation. La proposition de
l'Agence a été mise à disposition de la sous-commission. L'Agence
m'a transmis la version finale de ce texte le 23 octobre 2009.
Étant donné les discussions qui ont eu lieu en sous-commission, il me
semble opportun que les membres de cette commission expriment
d'abord leur avis sur cette proposition avant de la soumettre au
Conseil des ministres.
over de motie bood een nota van
het FANC een antwoord op de
verwarring die in de subcommissie
Nucleaire Veiligheid was ontstaan
omtrent
de
regeling
inzake
inspectie en nucleaire controle, en
de rol van het Agentschap in haar
filiaal
BEL-V
en
andere
instellingen, zoals Controlatom.
Er werden een voorontwerp van
wet
en
een
voorstel
met
betrekking tot een ingrijpende
hervorming van de inspectie- en
controlemaatregelen
bij
de
subcommissie
ingediend.
De
commissieleden
moeten
hun
mening daarover kunnen geven
voordat ik de eindversie van die
tekst, die ik op 23 oktober 2009
heb
ontvangen,
aan
de
ministerraad voorleg.
08.03 Eric Thiébaut (PS): Madame la ministre, il y a déjà bien
longtemps que les membres de la sous-commission sont
unanimement d'accord sur le fait qu'il faille revoir la classification.
Nous attendons donc des initiatives de votre part. De plus, c'est
également une volonté de l'Agence. Je nous vois mal avancer dans
ce domaine sans voir la ministre compétente prendre des initiatives
concrètes.
08.03 Éric Thiébaut (PS): De
subcommissie en het Agentschap
zijn al lang akkoord met een
herziening van de classificatie. We
wachten op uw initiatief.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de M. Eric Thiébaut à la ministre de l'Intérieur sur "la protection des travailleurs contre les
rayonnements ionisants" (n° 18484)
09 Vraag van de heer Eric Thiébaut aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de bescherming
van de werknemers tegen de ioniserende stralingen" (nr. 18484)
09.01 Eric Thiébaut (PS): Madame la ministre, la recommandation
n° 38 de la résolution visant à améliorer le fonctionnement de
l'Agence fédérale de contrôle nucléaire insiste "sur la nécessité
d'élaborer, à court terme, une réglementation relative à la dosimétrie
active et de garantir aux travailleurs exposés à des rayonnements
ionisants le suivi médical qui s'impose. L'Agence devrait, par ailleurs,
reprendre la banque de données du SPF Emploi".
Vous n'êtes pas sans savoir, madame la ministre, que le recueil des
données sur l'exposition de toutes les personnes professionnellement
exposées aux rayonnements ionisants réalisé par le SPF Emploi n'est
09.01 Éric Thiébaut (PS): In
aanbeveling
nr. 38
van
de
resolutie met het oog op de
verbetering van de werking van
het Federaal Agentschap voor
Nucleaire Controle wordt de
noodzaak beklemtoond om een
regelgeving uit te werken met
betrekking
tot
de
actieve
dosimetrie en om te zorgen voor
de nodige medische begeleiding
09/02/2010
CRIV 52
COM 786
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
14
pas, à l'heure actuelle, suffisamment efficace.
Afin de remédier à ce problème et de concrétiser la recommandation
n° 38 de la résolution de 2007, j'ai moi-même déposé, en juin 2009,
une proposition de loi afin de permettre à l'Agence d'établir et
d'exploiter une base de données dosimétriques. Il me semble, en effet
que, sans amputer les missions de protection des travailleurs qui
reviennent au SPF Emploi, l'Agence possède toutes les compétences
requises afin de gérer au mieux cette banque de données.
Dans le cadre de nos travaux en sous-commission de la Sécurité
nucléaire, nous avons appris que l'Agence vous avait transmis un
avant-projet de loi sur le sujet. Dans votre note de politique générale,
vous annoncez d'ailleurs que vous allez réaliser ce transfert du SPF
Emploi vers l'Agence.
Aussi, madame la ministre, vous serez bien évidemment d'accord
avec moi pour dire que les travaux actuels de la sous-commission de
la Sécurité nucléaire ne peuvent servir de "prétexte" au gel d'une
initiative législative du gouvernement afin de protéger au mieux les
travailleurs du secteur nucléaire.
J'ajouterai que l'unanimité qui règne autour de l'opportunité de
transférer la charge de la gestion du réseau dosimétrique vers
l'Agence devrait vous encourager à avancer au plus vite dans ce
dossIer. Permettez-moi donc de vous demander des précisions sur
les délais et les modalités de cette réforme du recueil des données
dosimétriques, qui est, je le répète, fondamentale pour les travailleurs
du secteur.
voor de aan ioniserende stralingen
blootgestelde
werknemers.
Bovendien zou het Agentschap de
gegevensbank van de FOD
Werkgelegenheid
moeten
overnemen. Momenteel is de
inzameling van gegevens met
betrekking tot de toestand van al
wie beroepshalve aan ioniserende
stralingen
wordt
blootgesteld,
zoals
die
door
de
FOD
Werkgelegenheid wordt verzekerd,
onvoldoende efficiënt.
In juni
2009
heb
ik
een
wetsvoorstel ingediend teneinde
het Agentschap te machtigen een
dosimetrische
gegevensbank
samen te stellen en te beheren
(doc.
nr. 52/2059).
In
de
subcommissie Nucleaire Veiligheid
hebben we vernomen dat het
Agentschap u daaromtrent een
voorontwerp
van
wet
heeft
voorgelegd.
De
huidige
werkzaamheden
van
de
subcommissie Nucleaire Veiligheid
mogen geen aanleiding zijn om
een
wetgevend
initiatief
te
bevriezen. Iedereen is het erover
eens dat de overdracht van de
beheerslast van het dosimetrisch
netwerk naar het Agentschap
aangewezen is. Welke zijn de
voorwaarden van die hervorming
en welk tijdpad werd ervoor
vastgelegd?
09.02 Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur Thiébaut, afin de
garantir un meilleur suivi des personnes professionnellement
exposées aux rayonnements ionisants, l'Agence fédérale de contrôle
nucléaire prépare la prise en charge de la gestion du registre
d'exposition dosimétrique dont elle héritera du SPF Emploi, Travail et
Concertation sociale. L'adaptation d'un cadre légal et réglementaire
qui doit accompagner cette reprise sera effective avant mi-2010.
L'Agence m'a effectivement transmis un avant-projet de loi sur ce
sujet. Le projet a été présenté à la sous-commission de la Sécurité
nucléaire. Une fois promulguée, la réglementation proposée sera
complétée par un arrêté d'exécution qui décrira plus en détail le
contenu et les modalités de fonctionnement du réseau dosimétrique.
La version alpha du nouveau système informatique de gestion
centralisée des données fournies par les exploitants a déjà été
présentée aux stakeholders concernés à l'occasion d'une table ronde
organisée en mai 2009 avec la participation des médecins du travail,
des services de contrôle physique, des services de dosimétrie, des
exploitants, des employeurs et des travailleurs. Après cette table
09.02
Minister
Annemie
Turtelboom: De FANC treft de
nodige voorbereidingen om het
beheer van het dosimetrisch
blootstellingsregister
over
te
nemen
van
de
FOD
Werkgelegenheid,
Arbeid
en
Sociaal Overleg. Het wettelijk
kader zal vóór medio 2010
afgerond zijn. Ik heb ter zake een
voorontwerp van wet ontvangen.
Het werd voorgelegd aan de
subcommissie
Nucleaire
Veiligheid.
De
voorgestelde
reglementering
zal
worden
aangevuld
met
een
uitvoeringsbesluit.
De alfaversie van het nieuwe
informaticasysteem
voor
het
CRIV 52
COM 786
09/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
15
ronde, le système et le projet d'arrêté d'exécution ont été adaptés.
L'arrêté d'exécution fixe les modalités précises du registre
d'exposition ainsi que du passeport radiologique. Le système a été
mis en test externe le 17 novembre 2009 et l'Agence évaluera bientôt
cette première phase-test.
En ce qui concerne la proposition de loi que vous avez vous-même
introduite, une comparaison montre que les deux initiatives diffèrent
sur plusieurs aspects.
Premièrement, le champ d'application de votre proposition de loi se
limite aux informations en rapport avec la dose reçue par les
travailleurs exposés aux rayonnements ionisants, tandis que le projet
de l'Agence élargit ce champ d'application à toutes les personnes
actives sur les lieux où existe un risque d'exposition à des doses
supérieures aux limites des doses fixées pour les membres du public.
Deuxièmement, la délivrance des passeports radiologiques par
l'Agence aux travailleurs extérieurs qui souhaitent accomplir des
missions à l'étranger ne figure pas explicitement dans votre
proposition.
Par contre, votre proposition de loi aborde plus en détail le mode de
rapport à l'adresse des différentes instances, comme le Conseil
supérieur pour la prévention et la protection au travail, les ministres
compétents et les chambres législatives. La délégation de
compétence accordée au Roi en ce qui concerne la détermination de
règles plus précises pour la consultation des données requiert
davantage de détails, tant dans votre proposition que dans l'avant-
projet de l'Agence.
Mes services sont à votre disposition pour discuter de façon détaillée
des motifs qui nous ont conduit à opérer ces choix.
gegevensbeheer werd voorgesteld
aan de betrokken actoren. In het
uitvoeringsbesluit
worden
de
precieze modaliteiten van het
blootstellingsregister
en
het
stralingspaspoort vastgelegd. Het
systeem werd op 17 november
2009 extern getest, en het
Agentschap zal binnenkort deze
eerste testfase evalueren.
Het
door
u
ingediende
wetsvoorstel verschilt op het stuk
van het toepassingsgebied en de
niet-uitreiking
van
het
stralingspaspoort aan werknemers
die op missie naar het buitenland
willen. U gaat echter dieper in op
de manier waarop er aan de
diverse betrokken instanties moet
worden
gerapporteerd.
De
bevoegdheidsdelegatie die aan de
Koning wordt toegekend, moet
meer gedetailleerd worden, zowel
in uw wetvoorstel als in het
voorontwerp van het Agentschap.
Mijn diensten zijn bereid de
redenen die aan de basis van
deze keuzes liggen, verder te
bespreken.
09.03 Eric Thiébaut (PS): Madame la ministre, comme pour la
question précédente, vous ramenez la réflexion au travail de la sous-
commission. Certes, elle émettra des recommandations mais son
travail ne doit pas bloquer toute initiative législative de votre part; en
effet, vous restez la ministre compétente en la matière.
En ce qui concerne la question précédente, une recommandation a
tout de même été votée à la Chambre, à l'unanimité je pense. Vous
pouvez, à mon sens, avancer davantage dans les propositions qui
vous sont faites par l'Agence.
09.03 Éric Thiébaut (PS): De
werkzaamheden
van
de
subcommissie
mogen
het
wetgevend initiatief niet in de weg
staan. Wat de vorige vraag betreft,
heeft de Kamer toch eenparig een
aanbeveling aangenomen!
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Jean Marie Dedecker aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de inzet
van de federale politie in het kader en als gevolg van het voorzitterschap van ons land van de Raad
van Europese Unie" (nr. 18494)
10 Question de M. Jean Marie Dedecker à la ministre de l'Intérieur sur "l'engagement de la police
fédérale dans le cadre et à la suite de la prise en charge par notre pays de la présidence du Conseil de
l'Union européenne" (n° 18494)
10.01 Jean Marie Dedecker (LDD): Mevrouw de minister, van 1 juni
tot 31 december van dit jaar krijgt ons land het voorzitterschap van de
Raad van de Europese Unie en dat brengt natuurlijk ook heel wat
10.01 Jean Marie Dedecker
(LDD): La Belgique assurera la
présidence du Conseil de l'Union
er
09/02/2010
CRIV 52
COM 786
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
16
verplichtingen mee voor de federale politie. Toen ik mijn vraag
opgesteld heb, was het nog 18 januari. Ondertussen weet ik dat er al
een oefening gebeurd is en dat u ook al het terrein bezocht hebt.
Het vergt de inzet van een aantal personeelsleden. Er zou zelfs
sprake zijn van een 400-tal politiemannen of politievrouwen van de
interventiekorpsen die over het hele land worden ingezet.
Hoeveel personeelsleden zullen in totaal worden ingezet?
Zijn er nog andere diensten van de federale of de lokale politie die in
het hiervoor vermeld kader zullen worden ingezet?
In principe worden de gepresteerde overuren van het personeel van
de interventiekorpsen beperkt tot maximaal 20 uur per periode van
twee maanden. Zal dat principe gehandhaafd blijven of zal voor die
bijzonder periode een uitzondering gemaakt worden?
Wat bedraagt het totale kostenplaatje voor de inzet van het personeel
en het materiaal?
Wie zal de kosten voor zijn rekening nemen?
Welke dienstverlening of taken van de federale politie zullen, als
gevolg van de inzet van het personeel van de federale politie in het
kader van het voorzitterschap, hierdoor hinder ondervinden of slechts
minimaal geleverd worden?
Bent u ervan op de hoogte dat er geen of onvoldoende
beschermingsmateriaal beschikbaar zou zijn om alle personeelsleden
die voor de handhaving van de openbare orde zullen worden ingezet,
uit te rusten? Als ik mij niet vergis, hebt u gevraagd om een lijst in te
vullen in verband met de tekorten aan materiaal.
européenne
du
1
er
juin
au
31 décembre
2010.
De
nombreuses réunions avec des
représentants des États membres
auront donc lieu à Bruxelles. Il en
résultera qu'un nombre important
de policiers devront être mobilisés.
Combien de policiers seront
déployés? D'autres services de la
police fédérale ou locale seront-ils
également mobilisés? La limitation
à 20 heures supplémentaires par
deux mois pour le personnel du
CIK restera-t-elle d'application?
Quel sera le coût total de la
mobilisation de personnel et du
déploiement de matériel? Qui
paiera
la
facture?
Quelles
missions de la police fédérale
seront
entravées
par
ces
mobilisations? Le matériel de
protection est-il disponible en
quantité suffisante pour assurer la
protection de chaque policier qui
sera mobilisé pour assurer le
maintien de l'ordre?
10.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, tijdens
het Belgisch voorzitterschap van de EU worden er diverse
vergaderingen georganiseerd in Brussel. De meerderheid vindt plaats
in Brussel en in verscheidene andere steden. Momenteel hebben wij
weet van 26 vergaderingen. Sommige van die vergaderingen vinden
plaats in aanwezigheid van regeringsleiders of staatshoofden. Andere
vergaderingen worden gehouden met ministers van de lidstaten.
Voor elk van die vergaderingen zal de operationeel verantwoordelijke,
de korpschef van de lokale politie of de directeur-coördinator van de
federale politie, een risicoanalyse uitvoeren en de nood aan
effectieven bepalen voor het politioneel beheer van de
gebeurtenissen. De risicoanalyse betreffende de openbare orde wordt
aangevuld met een risicoanalyse inzake het terrorisme, aangereikt
door OCAD.
Het crisiscentrum heeft een aantal aanbevelingen geformuleerd aan
de organisatoren van die EU-vergaderingen om de risico's minimaal
te houden. Het voltallig interventiekorps van de federale politie,
500 personeelsleden verdeeld in 9 pelotons, zal tijdens het Belgisch
EU-voorzitterschap prioritair worden ingezet.
De personeelsleden van het CIK krijgen tijdens de komende maanden
een intensieve opleiding in het domein van de ordehandhaving; zij zijn
10.02 Annemie Turtelboom,
ministre:
Jusqu'ici,
vingt-six
réunions sont prévues à Bruxelles
ou ailleurs. Des dirigeants d'autres
États membres et/ou des ministres
s'y rendront.
Le
responsable
opérationnel
procèdera à une analyse de risque
pour
chaque
réunion
et
déterminera
les
besoins
en
effectifs. L'analyse de risque
concernant l'ordre public sera
complétée par une analyse de
risque en matière de terrorisme
fournie par l'OCAM.
Le centre de crise a formulé une
série de revendications pour les
organisateurs de ces réunions
européennes, pour minimiser les
risques. Le corps d'intervention de
la police fédérale au complet, qui
est fort de 500 hommes, sera
CRIV 52
COM 786
09/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
17
daar al mee begonnen.
Het totaal aantal politiemensen dat voor elke vergadering ingezet zal
worden, kan momenteel nog niet worden bepaald, aangezien de
risicoanalyse tot op de dag zelf nog kan veranderen.
Naast het voltallig CIK stelt de federale politie tevens een gamma aan
gespecialiseerde
steun
ter
beschikking, zoals
helikopters,
sproeiwagens, politie te paard, arrestatieteams, enzovoort. Die
capaciteit wordt aangevuld met politiemensen uit de lokale politie
volgens de principes van de rondzendbrief MFO-2 betreffende de
gehypothekeerde capaciteit of HyCap.
De federale politie levert ernstige inspanningen om binnen haar
budget te blijven. Het is niet de bedoeling om stringente normen vast
te leggen inzake overuren, te meer daar het groot aantal
gebeurtenissen tijdens die periode onvermijdelijk aanleiding zal geven
tot overuren. Waar mogelijk, dienen die overuren beperkt te worden
door een goede planning.
Het totale kostenplaatje voor de inzet van personeel en materieel
tijdens het EU-voorzitterschap kan nu nog niet worden weergegeven.
Wel heeft de regering in een extra budget voorzien van 16 miljoen
euro voor personeels- en werkingskosten.
Gedurende de zes maanden van het voorzitterschap zullen de
politiefunctionaliteiten niet in het gedrang komen. Enkel op sommige
dagen, zoals ter gelegenheid van de ASEM-top in oktober 2010
tussen de Europese en Aziatische leiders, zal er wellicht minder
politiecapaciteit beschikbaar zijn voor preventieve acties, maar dat is
maar heel beperkt.
Er wordt een bijzondere inspanning geleverd om de leden van het
interventiekorps tijdig uit te rusten met nieuw beschermingsmateriaal.
Dat werd onlangs met de politievakbonden tot in detail besproken,
voor diverse diensten overigens.
engagé en priorité pendant la
présidence belge de l'Union.
Les membres du personnel du CIK
reçoivent dès à présent une
formation
intensive
dans
le
domaine du maintien de l'ordre.
Il est impossible de se prononcer
maintenant sur le nombre de
policiers par réunion, étant donné
que l'analyse de risques pourra
être modifiée jusqu'au dernier jour.
La police fédérale s'efforcera de
rester dans les limites du budget. Il
n'y
aura
pas
de
normes
contraignantes
en
matière
d'heures supplémentaires. On
ignore encore quel sera le coût
total mais le gouvernement a déjà
dégagé un budget de 16 millions
d'euros.
La présidence de l'UE ne
menacera pas le fonctionnement
normal de la police. Certains jours
seulement,
comme
lors
du
Sommet de l'ASEM en octobre, il y
aura
une
moindre
capacité
policière
pour
les
actions
préventives.
Le corps d'intervention sera
équipé en temps voulu de
nouveau matériel de protection,
comme il en a été convenu
récemment avec les syndicats
policiers.
10.03 Jean Marie Dedecker (LDD): Mevrouw de minister, ik dank u
voor uw omstandig antwoord. Het enige wat ik zie, is dat de
gepresteerde overuren van het personeel beperkt worden tot
maximaal 20 uur per periode van twee maanden. Wordt daarop een
uitzondering gemaakt?
10.03 Jean Marie Dedecker
(LDD): Un maximum de 20 heures
supplémentaires par période de
deux mois a été fixé. Y aura-t-il
une exception?
10.04 Minister Annemie Turtelboom: Op het ogenblik dat wij de
exacte planning van het aantal vergaderingen zullen hebben, zullen
wij op basis van de risicoanalyses bekijken op welke manier wij een
en ander goed kunnen organiseren.
10.04 Annemie Turtelboom,
ministre: Nous pourrons nous
poser la question de l'organisation
pratique précise dès que nous
disposerons du calendrier exact
des réunions.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Samengevoegde vragen van
- de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de inning van boetes met
09/02/2010
CRIV 52
COM 786
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
18
draagbare betaalterminals" (nr. 18505)
- mevrouw Annick Ponthier aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het betalen van
parkeerboetes via betaalterminals" (nr. 18539)
- de heer Ludwig Vandenhove aan de minister van Binnenlandse Zaken over "draagbare terminals"
(nr. 19020)
11 Questions jointes de
- M. Jef Van den Bergh à la ministre de l'Intérieur sur "la perception d'amendes à l'aide de terminaux
portatifs" (n° 18505)
- Mme Annick Ponthier à la ministre de l'Intérieur sur "le paiement des amendes de stationnement par
le biais de terminaux de paiement" (n° 18539)
- M. Ludwig Vandenhove à la ministre de l'Intérieur sur "des terminaux portables" (n° 19020)
11.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw
de minister, onlangs verscheen het bericht dat de politiediensten
binnenkort met draagbare betaalterminals zullen uitgerust worden, na
succesvolle proefprojecten onder meer in de Noorderkempen. Het is
uiteraard een positief gegeven omdat men op die manier korter kan
inspelen op verkeersovertredingen en vlotter kan overgaan tot de
onmiddellijke inning van boetes.
Ik heb een aantal vragen met betrekking tot de implementatie of de
verspreiding van deze betaalterminals. Wordt het gebruik hiervan
veralgemeend ingevoerd of is hiervoor van elke zone een formele
beslissing van het politiecollege nodig?
Wie staat in voor de financiering? Is er in een tussenkomst van de
federale
overheid
voorzien,
eventueel
via
het
Verkeersveiligheidsfonds?
Voorziet de minister, tot slot, in een omzendbrief om de korpsen te
wijzen op de modaliteiten met betrekking tot de procedure van het
gebruik van de betaalterminals? Met andere woorden, wordt hierbij
voldoende aandacht besteed aan de rechten van de burger, indien zij
eventueel niet akkoord gaan om onmiddellijk over te gaan tot betaling
van de boete?
11.01 Jef Van den Bergh
(CD&V):
Pour
faciliter
la
perception
immédiate
des
amendes, les services de police
locaux feront bientôt l'acquisition
de
terminaux
de
paiement
portables. Une décision formelle et
individuelle de chaque collège de
police local est-elle nécessaire à
cet égard? Qui est censé financer
cette opération? Les corps de
police recevront-ils une circulaire
leur expliquant la procédure à
suivre? Une attention suffisante
sera-telle accordée aux citoyens
qui
refusent
la
perception
immédiate?
11.02 Annick Ponthier (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, zoals reeds gezegd werd, evalueerde u in januari het
proefproject waarbij Belgische verkeersovertreders hun boetes ter
plaatste kunnen betalen met een draagbare betaalterminal, positief. U
stelt dan ook een veralgemening voor van het systeem. U stelt als
termijn waarop de federale wegpolitie gebruik zal maken van dit
systeem, midden 2010 voorop. De lokale politiekorpsen zouden zelf
mogen beslissen of ze het systeem aankopen.
Ik had graag een antwoord gekregen op de volgende vragen.
Wanneer een lokaal korps of een lokale zone beslist om via het
systeem van boete-inning te gaan werken, dienen de kosten dan
integraal door de lokale korpsen gedragen te worden, of voorziet de
federale overheid in een tussenkomst? De verkeersdienst van de
lokale politie BIHORI, namelijk Bilzen, Hoeselt en Riemst, was één
van de vijf korpsen in België dat sinds begin dit jaar deelnam aan het
proefproject. Welke zijn de vier andere korpsen? Hoe is de evaluatie
daar verlopen?
Momenteel zijn de toestellen die gebruikt worden enkel geschikt voor
Belgische betaalkaarten. Het systeem werd initieel echter vooral
ontwikkeld voor buitenlandse overtreders. Dat is zeker in een
11.02 Annick Ponthier (VB): La
ministre a proposé de généraliser
le système des terminaux de
paiement
portatifs
pour
la
perception
immédiate
des
amendes. Les corps locaux
doivent-ils supporter eux-mêmes
le coût de ces terminaux? Quels
corps ont participé au projet
pilote? Comment s'est déroulée
l'évaluation?
Pour l'instant, les terminaux
fonctionnent uniquement avec les
cartes
de
paiement
belges.
Comment
et
quand
les
contrevenants étrangers pourront-
ils
également
régler
leurs
amendes par le biais de ces
terminaux? Des actions sont-elles
prévues
pour
inciter
les
contrevenants à régler leurs
CRIV 52
COM 786
09/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
19
grensgemeente niet onbelangrijk. Hoe zal dat in de praktijk aangepakt
worden, en op welke termijn zal dat gebeuren? Worden er tot slot in
de toekomst nog bepaalde acties of incentives op touw gezet om de
beboete personen aan te sporen om elektronisch te betalen? Indien
dat het geval zou zijn, wat zijn dan die acties? Indien dat niet het geval
zou zijn, zou ik graag de reden daarachter weten.
amendes par la voie électronique?
11.03 Ludwig Vandenhove (sp.a): Mevrouw de minister, ik sluit mij
aan bij de collega's die al vele vragen hebben gesteld. Het enige wat
ik er nog aan wil toevoegen is deze concrete vraag. Uiteraard zijn er
veel voordelen aan het systeem, zeker wanneer het om buitenlandse
overtreders gaat. Maar is er ook gedacht aan de eventuele nadelen
voor de betrokken politieagenten? Onmiddellijke inningen in
confrontatie met de overtreder kunnen immers aanleiding geven tot
agressief gedrag. Ik hoef u niet uit te zeggen dat dit de jongste tijd
vaker gebeurt tegenover politieagenten. Kortom, is er buiten aan de
voordelen ook gedacht aan de nadelen voor de betrokken
politieagenten?
11.03 Ludwig Vandenhove
(sp.a): Bien que l'encaissement
des amendes par le biais d'un
terminal portatif présente de
nombreux avantages, il présente
également des inconvénients. Le
système pourrait stimuler les
agressions contre l'agent de police
qui
encaisse
l'amende.
Cet
élément
est-il
pris
en
considération?
11.04 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, in de
loop van dit jaar wordt het gebruik van draagbare betaalterminals
veralgemeend. Voor lokale politie is hiervoor geen beslissing van de
politiecolleges vereist. De draagbare betaalterminals zullen de lokale
en federale politiediensten toelaten om zowel Belgische als
buitenlandse overtreders hun onmiddellijke inning ter plaatse te laten
betalen, met gebruik van hun bankkaart, zoals nu reeds bepaald is in
de wetgeving ter zake. De politiemensen en de overtreders zullen zich
dus niet langer hoeven te verplaatsen naar een vaste betaalterminal.
Initieel werden er voor het proefproject vijf korpsen van de lokale
politie in aanmerking genomen. Uiteindelijk hebben er drie met een
deelname ingestemd, in de buurt van Chimay, Bilzen-Hoeselt-Riemst
en de politiezone Noorderkempen.
Er is momenteel een evaluatie lopende van de eerste fase van het
proefproject. De conclusies van de evaluatie worden verwacht tegen
midden februari. De evaluatie betreft meer bepaald de procedure van
bestelling, levering en configuratie van het materiaal, de integratie van
het gebruik van het nieuw betaalmiddel in de politionele procedure
voor het uitschrijven van een onmiddellijke inning en de behandeling
en het beheer van klachten.
De kosten voor de aankoop van de betaalterminals en toebehoren ten
behoeve van de federale politie zullen worden betaald met middelen
van het Verkeersveiligheidsfonds, terwijl de lokale politiezones ze met
eigen middelen zullen aankopen. Hierbij dient wel opgemerkt te
worden dat alle transactiekosten die gegenereerd worden door het
gebruik van de betaalterminals, zullen worden betaald via het
Verkeersveiligheidsfonds, zowel voor de lokale als voor de federale
politie.
Het gebruik van kredietkaarten door buitenlandse overtreders zal
mogelijk zijn vanaf de tweede fase van het project, dat verdeeld is in 3
fasen. In fase 1, enkel voor de lokale politie, zal het voor Belgische
onderdanen mogelijk zijn om te betalen met een bankkaart. In fase 2,
omstreeks juni 2010 en eveneens enkel voor de lokale politie, wordt
de betaling met een kredietkaart Visa of Mastercard mogelijk, zowel
voor Belgen als voor buitenlanders. In fase 3 zal ook de federale
11.04 Annemie Turtelboom,
ministre: Dans le courant de cette
année, l'utilisation des terminaux
de
paiement
portatifs
sera
généralisée.
Aucune
décision
particulière des collèges de police
de la police locale n'est nécessaire
à cet effet.
Cinq zones ont été sélectionnées
pour
le
projet
pilote
mais
seulement trois zones ont accepté
d'y participer: Chimay, Bilzen-
Hoeselt-Riemst
et
Noorder-
kempen. Les conclusions de
l'analyse de la première phase
sont attendues pour la mi-février.
Pour la police fédérale, le coût de
l'acquisition sera réglé par le biais
du Fonds de sécurité routière. Les
zones locales devront puiser dans
leurs fonds propres. Les coûts de
transaction, également pour la
police locale, seront réglés par le
biais du Fonds de sécurité
routière.
Le système sera instauré en
différentes étapes: dans une
première phase, les paiements
pourront être réalisés à l'aide de
cartes
bancaires
belges
uniquement; dans une deuxième
phase, à l'aide de cartes de crédit
également et dans une troisième
phase, la police fédérale aura
également recours aux terminaux.
09/02/2010
CRIV 52
COM 786
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
20
politie gebruikmaken van de draagbare betaalterminals.
De huidige wettelijke procedures voor de betaling van onmiddellijke
inningen bij de interceptie van overtreders blijven onverminderd van
toepassing. Er is dus geen nieuwe wetgeving of regelgeving nodig.
Wat de rechten van de burger betreft, dient opgemerkt dat de
wettelijke procedure inzake de onmiddellijke inning erin voorziet, dat
elke overtreder met woonplaats in België eveneens kan opteren voor
een betaling via overschrijving. Dat is ook, mijnheer Vandenhove,
voor een stuk een antwoord op uw vraag. Wil men niet betalen, dan is
er nog altijd de gewone procedure. De buitenlandse overtreders
kunnen momenteel enkel cash betalen, door zich, indien nodig,
samen met de politie naar een vaste betaalterminal te verplaatsen.
Ik plan geen acties of incentives om beboete personen aan te sporen
om elektronisch te betalen. Elke burger zal zijn afweging maken.
Daarom denk ik ook dat de gevaren voor verkeersagressie niet
overschat moeten worden. Qua tijdsbesteding voor de politiemensen
is er evenmin een probleem. Integendeel, terwijl men zich nu naar
een vaste betaalterminal moet begeven, wordt het nu natuurlijk veel
makkelijker wanneer men het kan doen via een draagbare terminal.
Le paiement électronique reste un
libre choix, le contrevenant pourra
toujours décider de régler son
amende par virement. Je pense
dès
lors
que
le
système
n'entraînera pas d'augmentation
du nombre d'agressions. À l'heure
actuelle, les agents de police
doivent parfois accompagner le
contrevenant
jusqu'à
un
distributeur automatique de billets;
le terminal portatif représente dès
lors un gain de temps.
11.05 Jef Van den Bergh (CD&V): Dank u, mevrouw de minister,
voor het antwoord.
U bent niet specifiek ingegaan op het feit dat de burger ook het recht
heeft om de boete te betwisten en naar de rechter te stappen. Ik
neem aan dat de burger ter zake voldoende wordt ingelicht.
11.05 Jef Van den Bergh
(CD&V): Le ministre n'a pas réagi
à ma question sur le droit de
contester une contravention. Je
présume que le citoyen en sera
suffisamment informé.
11.06 Annick Ponthier (VB): Het initiatief is zeer positief. De praktijk
zal moeten uitwijzen waar bijsturingen wenselijk zijn.
Wat buitenlandse overtreders betreft, heb ik begrepen dat er een
oplossing komt via betaling met een kredietkaart.
Mijns inziens kan het zinvol zijn bepaalde acties te ondernemen,
teneinde de burger beter over zijn rechten in te lichten. Niet alle
burgers weten immers wat hun rechten zijn.
Voorts kijken wij uit naar de evaluatie later dit jaar.
11.06 Annick Ponthier (VB):
Voilà
une
initiative
positive.
J'espère que des actions seront
entreprises pour informer le
citoyen de ses droits.
11.07 Ludwig Vandenhove (sp.a): Mevrouw de minister, bedankt
voor uw antwoord.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: La question n° 18364 de M. Van de Velde, étant donné son absence, est retirée.
La question n° 18513 de Mme Déom est retirée à sa demande.
12 Question de M. Olivier Maingain à la ministre de l'Intérieur sur "l'absence de parité linguistique
pour les directeurs généraux au sein de la police fédérale" (n° 18521)
12 Vraag van de heer Olivier Maingain aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het gebrek aan
taalpariteit bij de directeurs-generaal van de federale politie" (nr. 18521)
12.01 Olivier Maingain (MR): Monsieur le président, madame la 12.01 Olivier Maingain (MR): Bij
CRIV 52
COM 786
09/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
21
ministre, l'arrêté royal du 6 février 2007 fixant les cadres linguistiques
des deux premiers degrés des services centraux de la police fédérale,
conformément à la législation linguistique, impose la parité pour les
deux premiers degrés linguistiques.
Par l'arrêté ministériel du 24 décembre 2009, paru au Moniteur belge
le 30 décembre 2009, vous avez nommé un nouveau directeur
général appartenant au cadre linguistique néerlandais à la direction
du secrétariat administratif et technique auprès du département de
l'Intérieur. Or, par un arrêté ministériel du 14 décembre 2009, paru au
Moniteur belge ce même 29 décembre 2009, le ministre de la Justice,
votre collègue Stefaan De Clerck, avait déjà procédé à la nomination
d'un directeur général appartenant au cadre néerlandais pour une
fonction similaire au secrétariat administratif et technique.
On peut d'ailleurs s'étonner que, pour la même fonction ou pour une
fonction similaire ­ et je compte sur une précision de votre part ­, une
personne au sein de ce même secrétariat soit désignée par le
ministre de la Justice et une autre par le ministre de l'Intérieur. Sans
doute pourriez-vous nous fournir une explication quant aux fonctions
exercées par ces deux titulaires.
Il résulte de ces nominations que, pour ce qui concerne les emplois
du premier degré linguistique des services centraux de la police
fédérale, le cadre francophone représente seulement le tiers du cadre
total et non la moitié des emplois, comme prévu par l'arrêté ministériel
du 6 février 2007.
Madame la ministre, pourriez-vous me communiquer de quelle
manière vous comptez rétablir l'équilibre linguistique exigé par la loi et
clarifier la situation en ce qui concerne les nominations ainsi
intervenues?
het koninklijk besluit van 6 februari
2007 wordt de pariteit voor de
eerste twee taaltrappen van de
centrale diensten van de federale
politie verplicht gesteld.
U heeft bij ministerieel besluit van
24 december 2009 een nieuwe
directeur-generaal aan het hoofd
van het Administratief-Technisch
Secretariaat van het departement
Binnenlandse Zaken benoemd in
het Nederlandse taalkader. De
minister van Justitie had bij
ministerieel
besluit
van
14 december 2009 echter al een
directeur-generaal benoemd voor
een gelijkaardige functie bij het
Technisch
en
Administratief
Secretariaat in het Nederlandse
taalkader.
Het is trouwens verbazingwekkend
dat de minister van Justitie en de
minister van Binnenlandse Zaken
voor dezelfde of een gelijkaardige
functie allebei iemand benoemen.
Kan u de functies van beide
titularissen nader toelichten?
Door
die
benoemingen
vertegenwoordigt
het
Franse
taalkader slechts een derde van
het totale kader voor de eerste
taaltrap van de centrale diensten
van de federale politie. Hoe zal u
het taalevenwicht herstellen?
12.02 Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur Maingain, suite au
départ vers la police locale du directeur général du SAT de l'Intérieur,
j'ai directement procédé au remplacement de celui-ci. En effet, eu
égard aux tâches qui incombent au SAT, la continuité de ce poste
devait être assurée au plus vite. J'estime que ma décision en vue de
la prise de fonction, le 31 décembre 2009, du nouveau directeur
général du SAT est tout à fait conforme aux prescriptions
réglementaires, y compris celles relatives au cadre linguistique.
12.02
Minister
Annemie
Turtelboom: Na het vertrek van
de directeur-generaal van het ATS
Binnenlandse Zaken naar de
lokale politie heb ik onmiddellijk in
zijn
vervanging
voorzien,
aangezien de continuïteit van die
post zo spoedig mogelijk diende te
worden verzekerd. Volgens mij is
mijn
beslissing
volledig
in
overeenstemming
met
de
reglementaire voorschriften, met
inbegrip van die inzake het
taalkader.
12.03 Olivier Maingain (MR): Madame la ministre, je m'étonne de
cette réponse. Je reviendrai vers vous pour que me soit donnée la
répartition linguistique précise des deux premiers degrés au sein des
services centraux de la police fédérale. Tout m'indique que cet
équilibre linguistique n'est pas respecté!
12.03 Olivier Maingain (MR):
Dat antwoord verbaast mij. Ik zal u
opnieuw ondervragen over de
precieze taalverdeling van de
eerste twee graden van de
09/02/2010
CRIV 52
COM 786
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
22
centrale diensten van de federale
politie. Alles wijst erop dat dat
taalevenwicht
niet
wordt
nageleefd.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: La question n° 18570 de Mme Kattrin Jadin est reportée à sa demande. La question
n° 18590 de M. Fouad Lahssaini est retirée à sa demande.
13 Question de Mme Jacqueline Galant à la ministre de l'Intérieur sur "le réseau ASTRID" (n° 18591)
13 Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het
ASTRIDnetwerk" (nr. 18591)
13.01 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le président, madame la
ministre, le réseau ASTRID, s'il a été adopté par l'ensemble des
zones de police, ne donne pas entière satisfaction partout.
Ainsi, pour la zone Sylle et Dendre, que vous êtes venue visiter ­ je
vous remercie d'ailleurs encore pour cette visite -, vous avez pu
constater que la couverture radio qui est assurée par deux antennes
ASTRID n'est pas optimale.
Dans cette zone, se trouvent notamment le Parc Paradisio, l'une des
plus grosses attractions touristiques du pays, ainsi que la base
aérienne de Chièvres, qui fait partie des installations du Shape.
Le site du Parc Paradisio accueille chaque année près de 700 000
visiteurs. Cette affluence implique évidemment un travail policier
important, les policiers mettant en place des services de circulation et
de sécurisation dont notamment des postes de circulation et des
patrouilles de cavalerie qui nécessitent des liaisons radio de poste
portable à poste portable.
Ne serait-il pas envisageable, madame la ministre, en raison des sites
particuliers énoncés plus avant et afin d'optimaliser les liaisons avec
les zones voisines, d'installer une antenne supplémentaire sur cette
zone?
Pourquoi ne pas repenser l'ajout d'une antenne sur Brugelette, localité
centrale proche de Paradisio, de la future école du feu et de la base
militaire? Il semble que les finances fassent défaut et que
l'équipement ne puisse être assuré en raison du manque de fonds. Il
convient pourtant d'être particulièrement attentif à ce genre de sites.
N'est-il pas envisageable de trouver une solution financière? Faisant
partie depuis peu du conseil d'administration d'ASTRID, je voudrais
savoir qui porterait la responsabilité en cas d'incident dans cette
région.
13.01 Jacqueline Galant (MR):
Het ASTRID-netwerk werkt niet
overal naar behoren. In de zone
Sylle et Dendre bijvoorbeeld is het
radiobereik via de twee aanwezige
antennes niet optimaal. In die zone
bevinden zich het Parc Paradisio
en
de
luchtmachtbasis
van
Chièvres, die bijzondere politionele
maatregelen vereisen, met goede
verbindingen via de draagbare
radio. Is het niet mogelijk om in
Brugelette
een
bijkomende
antenne te plaatsen, of ontbreken
daartoe de nodige financiële
middelen?
Wie
zou
er
verantwoordelijk worden gesteld
wanneer er zich in die regio een
incident zou voordoen en de
communicatiemiddelen het laten
afweten?
13.02 Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur le président,
madame Galant, j'ai eu le plaisir de répondre de vive voix à cette
question lors de ma visite, le lundi 18 janvier 2010, à la zone de police
Sylle et Dendre où vous êtes, par ailleurs, bourgmestre d'une des
communes.
En ce qui concerne la problématique de la couverture ASTRID sur
13.02
Minister
Annemie
Turtelboom: Ik heb met luide
stem op die vraag geantwoord
tijdens mijn bezoek op 18 januari
aan de politiezone Sylle et Dendre.
De dekking-ASTRID van die
politiezone zal verbeterd worden
CRIV 52
COM 786
09/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
23
cette zone de police et, en particulier, aux abords du parc Paradisio,
je puis vous dire que la résolution de cette problématique se trouve
dans l'installation future de plus ou moins 70 pylônes; cette
installation, planifiée par ASTRID, aura lieu endéans les douze mois.
Cette réponse a, en outre, été confirmée par courriel dès le lendemain
au chef de corps de la zone de police.
door de installatie binnen de twaalf
maanden van ongeveer zeventig
masten. De dag na mijn bezoek
heb ik de korpschef daarvan op de
hoogte gebracht.
13.03 Jacqueline Galant (MR): Madame la ministre, je vous prie de
m'excuser mais le chef de zone n'a pas transmis l'information. Je
vous remercie pour votre rapidité et votre efficacité.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Le président: Nous arrivons au point 18 de l'agenda. Plusieurs
intervenants sont absents. Ce fonctionnement est pénible. M. Ludwig
Vandenhove a retiré sa question n° 19017. Mme Leen Dierick a
transformé sa question n° 19338 en question écrite.
De
voorzitter:
De
heer Vandenhove heeft zijn vraag
nr. 19017
ingetrokken
en
mevrouw Dierick heeft haar vraag
nr. 19338
omgezet
in
een
schriftelijke vraag.
14 Samengevoegde vragen van
- de heer Ben Weyts aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het elektronisch stemmen"
(nr. 18617)
- de heer Xavier Baeselen aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de geautomatiseerde
stemming" (nr. 18846)
- de heer Ludwig Vandenhove aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de aanschaf van
computers met het oog op het elektronisch stemmen" (nr. 19017)
- mevrouw Zoé Genot aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de toekomst van het
elektronisch stemmen" (nr. 19031)
- mevrouw Leen Dierick aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de aanbesteding voor de
ontwikkeling van de nieuwe stemcomputers" (nr. 19338)
14 Questions jointes de
- M. Ben Weyts à la ministre de l'Intérieur sur "le vote électronique" (n° 18617)
- M. Xavier Baeselen à la ministre de l'Intérieur sur le vote automatisé" (n° 18846)
- M. Ludwig Vandenhove à la ministre de l'Intérieur sur "l'acquisition d'ordinateurs en vue de
permettre le vote électronique" (n° 19017)
- Mme Zoé Genot à la ministre de l'Intérieur sur "le futur du vote électronique" (n° 19031)
- Mme Leen Dierick à la ministre de l'Intérieur sur "l'adjudication relative au développement des
nouveaux ordinateurs pour le vote électronique" (n° 19338)
14.01 Ben Weyts (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, u weet dat er sinds 1994 ten dele elektronisch gestemd
wordt in België. Volgens de recentste cijfers werd er reeds in 1999 in
143 van de 308 Vlaamse gemeenten digitaal gestemd. Dat wil zeggen
dat 49 % van de Vlaamse kiezers door middel van stemcomputers
stemt. In Wallonie is dat maar 20 %. We zijn ondertussen tien jaar
later en dat systeem is totaal verouderd. Het is niet veilig meer en er
zijn geen wisselstukken, wat maakt dat er tegen de volgende federale
verkiezingen in 2011 absoluut een nieuw stemsysteem moet komen.
In dat opzicht is er in juli 2005 een samenwerkingsovereenkomst
gesloten tussen de federale overheid en de deelstaten, die uiteindelijk
heeft geleid tot een studieopdracht aan de universiteiten en een
overheidsopdracht voor de ontwikkeling van een nieuw stemsysteem.
Enkel de federale overheid en de Vlaamse overheid hebben echter
geparticipeerd aan die overheidsopdracht. Het Waals Gewest en het
14.01 Ben Weyts (N-VA):
Environ 49 % des communes
flamandes utilisent des ordinateurs
de vote, contre 20 % des
communes
wallonnes.
Étant
donné l'état de vétusté avancé du
système actuel, pour lequel il est
désormais même impossible de
trouver des pièces de rechange, il
est indispensable de mettre en
oeuvre un nouveau système de
vote d'ici les prochaines élections
fédérales. Une procédure a été
lancée en juillet 2005. Alors qu'il
ne restait plus que trois offres en
lice en septembre 2009, nous
09/02/2010
CRIV 52
COM 786
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
24
Brussels Gewest zouden later kunnen aansluiten.
Heel die procedure is uiteindelijk nogal lang. Er moet eerst een
prototype worden goedgekeurd, dat moet worden getest en
geëvalueerd. Vervolgens moet er een certificatie door een
controleorganisme plaatsvinden, waarna het proefproject kan
beginnen. Daarna vindt er een tweede gunning plaats voor de levering
van de hardware en tot slot een derde gunning voor de software.
In september heeft de Gunningcommissie drie offertes van drie
verschillende kandidaat-bedrijven weerhouden. Nu zal men
uiteindelijk moeten komen tot een BAFO, een Best And Final Offer,
voor de ontwikkeling van een prototype. Ik heb begrepen dat
sindsdien alles geblokkeerd is en er niets meer gebeurd is. De
brieven voor de betrokken bedrijven liggen op uw kabinet sinds
september van vorig jaar. Dat is ondertussen zes maanden geleden.
Daarnaast stel ik ook vast dat in de begroting van 2010 geen
kredieten zijn voorzien voor federale subsidies voor die nieuwe
stemcomputers. Men heeft ons tot slot altijd gezegd dat eind 2009 de
ultieme deadline was voor het inzetten van die stemcomputers voor
de federale verkiezingen van 2011. Men zegt nu zelfs dat ook de
lokale verkiezingen van 2012 in het gedrang zouden komen.
Concreet wil ik het volgende vragen, mevrouw de minister. Wat is, ten
eerste, de stand van zaken? Gaan we met potlood en papier, met
griffel en lei aan de volgende federale verkiezingen deelnemen? Wat
gaat er in 2012 gebeuren?
Zult u, ten tweede, uw afspraken met de Vlaamse overheid alsnog
nakomen, zodat in 2012 de verkiezingen tenminste georganiseerd
kunnen worden op een moderne wijze?
Tot slot, welke maatregelen gaat u nemen?
attendons toujours la désignation
de la meilleure offre en vue de la
mise au point d'un prototype. Le
dossier est semble-t-il bloqué au
niveau de votre cabinet. Le budget
2010
ne
prévoit
aucune
subvention fédérale pour les
nouveaux ordinateurs de vote.
Où en est cette question? Allons-
nous en revenir au crayon et au
bulletin papier lors des prochaines
élections fédérales? La ministre
respectera-t-elle
les
accords
conclus
avec
l'administration
flamande pour les élections
communales de 2012?
14.02 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Madame la ministre, après les
dernières élections régionales et européennes, les gouvernements
wallon et bruxellois ont déclaré condamner le système de vote
électronique actuel et favoriser le système de vote traditionnel tout en
restant ouverts à l'expérimentation d'un nouveau système, à condition
que celui-ci permette le contrôle des citoyens électeurs sur les
opérations électorales.
La Belgique est le seul des 27 États de l'Union européenne à encore
imposer un système de vote automatisé à un nombre significatif
d'électeurs: 44 % des électeurs continuent à voter électroniquement.
Partout ailleurs, ces systèmes sont abandonnés ou en recul. Le
système de scrutin électronique "à la belge" actuel a été condamné
pour son manque de contrôlabilité aussi bien par le consortium
d'universitaires, auteurs du rapport "BeVoting. Étude des systèmes de
vote électronique", rédigé à la demande des administrations fédérale
et régionales que par l'OSCE. De plus, il ne répond pas aux
exigences en matière de contrôlabilité du Conseil de l'Europe.
À la suite d'une expérience menée aux Pays-Bas démontrant que les
votes des citoyens pouvaient être lus à distance, le système du vote
électronique a été abandonné. Les sociétés néerlandaises essaient
fatalement de recycler leur know how en Belgique. Aussi la société
14.02 Zoé Genot (Ecolo-Groen!):
De Brusselse en Waalse regering
laken het huidige elektronische
stemsysteem en verkiezen de
manuele stemming. Ze staan
niettemin open voor een nieuw
systeem, op voorwaarde dat er
een controle door de kiezer
mogelijk is. België is de enige van
de
27
lidstaten
waar
een
aanzienlijk aantal kiezers verplicht
elektronisch stemmen. Bovendien
werd
die
geautomatiseerde
stemming in een universitaire
studie
en
door
de
OVSE
veroordeeld wegens het gebrek
aan controleerbaarheid. Ten slotte
werd er in een experiment in
Nederland aangetoond dat de
stembusuitslag op afstand kon
worden gelezen, waarna men van
het systeem is afgestapt.
CRIV 52
COM 786
09/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
25
NEDAP annonce-t-elle un nouvel ordinateur de vote qui ressemble
étrangement à ce que décrit le rapport BeVoting.
Madame la ministre, la société NEDAP a-t-elle gagné l'appel d'offres
pour le prototype demandé par le ministère? À combien s'élève le
marché d'élaboration du prototype? Où sera-t-il testé? Madame la
ministre, les prochaines élections fédérales approchent et j'aimerais
savoir où en est le projet d' "expérimenter" un nouveau système de
vote et de dépouillement automatisé?
En ce qui concerne le nouveau système de vote automatisé, pouvez-
vous me décrire le plus précisément possible en quoi consisterait ce
nouveau système? Dans quelles régions, communes serait-il
implanté? Quel contrôle des citoyens sur les différentes étapes du
processus électoral prévoirait-il? Quel en serait le coût? Par qui ce
coût serait-il assumé? Les zones qui ne seraient pas pourvues de ce
nouveau système continueraient-elles à utiliser les vieux ordinateurs
qu'il avait été prévu de remplacer en 2006? Quels budgets sont-ils
prévus en 2010 et 2011 pour ces marchés et avec quels objectifs? Y
a-t-il une date limite pour que les communes vous communiquent leur
choix de type de vote pour 2011?
Heeft
de
offerte
van
het
Nederlandse bedrijf Nedap, dat
een
nieuwe
stemcomputer
aankondigt
-
die
trouwens
merkwaardig veel lijkt op de
computer die in de studie
beschreven wordt - het gehaald bij
de
aanbesteding
voor
een
prototype die door het ministerie
werd uitgeschreven? Hoeveel geld
is er met die overheidsopdracht
gemoeid? Waar zal die computer
getest worden?
Hoe staat het met het uittesten
van een nieuw geautomatiseerd
stem-
en
stemopnemings-
systeem? Hoe zal dat systeem
geconcipieerd worden? Waar zal
het geïnstalleerd worden? Op
welke manier zal er in een controle
door de burger voorzien worden?
Hoeveel zal het kosten? Wie zal
dat betalen? Zullen de oude
computers in de andere zones nog
gebruikt
worden?
Welke
budgetten zullen er in 2010 en
2011
voor
deze
overheidsopdrachten
worden
uitgetrokken?
Moeten
de
gemeenten
hun
keuze
met
betrekking tot de verkiezingen in
2011 vóór een bepaalde datum
bekendmaken?
14.03 Xavier Baeselen (MR): Madame la ministre, le matériel dont
disposent les communes bruxelloises remonte à un peu plus de dix
ans. L'administration fédérale nous a demandé de mettre un terme
aux contrats de maintenance. Nous avons obéi à cette instruction.
Nous nous retrouvons donc avec du matériel inutilisable, soyons
clairs!
Il est question d'un marché portant sur la fourniture d'un nouvel
équipement informatique afin de permettre le vote électronique en
juin 2011. Des négociations ont été entamées avec les Régions.
L'accord de coopération avec la Flandre a été conclu, si je ne
m'abuse. Du côté wallon et bruxellois, une demande d'un débat
parlementaire a été exprimée. Un nouveau marché a été évoqué,
mais cette fois sur un plan européen. Les délais de livraison ne
seraient pas respectés pour les élections fédérales de juin 2011, du
moins selon certaines rumeurs.
Le marché est-il lancé? Pouvons-nous espérer que le matériel sera
bel et bien livré ou bien devons-nous envisager un retour au vote
papier pour les prochaines élections fédérales?
14.03 Xavier Baeselen (MR): Op
verzoek
van
de
federale
administratie
hebben
de
onderhoudscontracten beëindigd
voor de apparatuur van de
Brusselse gemeenten, die dus niet
langer kan worden gebruikt. Er
werd
met
Vlaanderen
een
samenwerkingsakkoord gesloten
voor een overheidsopdracht met
het oog op de vervanging van die
hardware. Het Waals en het
Brussels Gewest vragen een
parlementair debat. Er werd
gewag gemaakt van een nieuwe ­
Europese ­ aanbesteding. Een en
ander zou niet rond zijn tegen
2011.
Werd de aanbestedingsprocedure
al opgestart? Zal er bij de
volgende federale verkiezingen
opnieuw op papier moeten worden
09/02/2010
CRIV 52
COM 786
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
26
gestemd?
14.04 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, in de
eerste plaats wil ik iedereen hier verzekeren dat ik het project
elektronisch stemmen zeer belangrijk vind en dat ik er ook mee wens
door te gaan.
14.04 Annemie Turtelboom,
ministre: Je trouve le projet de
vote électronique extrêmement
important
et
j'entends
le
poursuivre.
Je tiens aussi à rappeler que l'État fédéral n'impose pas aux
communes l'utilisation du système de vote électronique. Cette
décision est prise en toute autonomie par les communes.
Dans le cadre des élections régionales et européennes du
7 juin 2009, toutes les communes qui ont utilisé un système de vote
automatisé lors des élections de 2007 se sont unanimement
prononcées en faveur de la poursuite de l'utilisation de ce système.
Les communes automatisées avaient été consultées à cette fin en
conformité avec la résolution parlementaire des 10 et 18 juillet 2008
relative au vote automatisé. Cette résolution prévoyait que les
communes automatisées qui souhaitaient retourner au vote papier en
auraient la possibilité.
De gemeenten kiezen volledig
autonoom voor een bepaald
elektronisch
systeem.
De
gemeenten die er in 2007 een
beroep hebben op gedaan, en die
in het kader van de parlementaire
resolutie van 10 en 18 juli werden
geraadpleegd,
hebben
zich
eenparig voor het behoud ervan
uitgesproken.
Ik wil er eveneens aan herinneren dat de geautomatiseerde
stemsystemen die werden gebruikt tijdens de verkiezingen van
juni 2009 volledig voldoen aan de eisen die door de Raad van Europa
werden gesteld. Ter uitvoering van de parlementaire resolutie van
juli 2008 en het samenwerkingsakkoord met het Vlaams Gewest,
werd echter een overheidsopdracht voor de ontwikkeling van een
nieuw elektronisch stemsysteem opgestart. Het doel van het nieuwe
stemsysteem is de democratische controle beter te waarborgen.
Les systèmes de vote automatisé
qui ont été utilisés lors des
élections de juin 2009 satisfont
aux exigences du Conseil de
l'Europe. En exécution de la
résolution parlementaire de juillet
2008 et de l'accord de coopération
conclu avec la Région flamande,
un marché public a été attribué
aux fins de la mise au point d'un
nouveau
système
de
vote
électronique à même de mieux
garantir le contrôle démocratique.
Lors du conclave budgétaire du 13 octobre 2009, mon département
n'a pas obtenu le crédit d'engagement de 14 millions d'euros que
j'avais sollicité. Ce crédit était destiné à généraliser ce nouveau
système à l'ensemble des communes belges. Il correspond à la
contribution fédérale, équivalant à 20 % du coût d'investissement
total. La Chambre des représentants a entériné cette décision de
refus en approuvant la loi budgétaire du 23 décembre 2009.
Het vastleggingskrediet van 14
miljoen euro om het nieuwe
systeem uit te breiden tot alle
gemeenten
werd
door
het
begrotingsconclaaf van 13 oktober
2009
niet
teogekend,
die
beslissing
werd
door
de
begrotingswet van 23 december
2009 bevestigd.
Omdat het weinig zin heeft een prototype van een nieuw elektronisch
stemsysteem te ontwikkelen en een experiment daarmee te
organiseren zonder zicht te hebben op een veralgemeende invoering
van een dergelijk systeem, werd de verdere afwikkeling van de
overheidsopdracht op standstill geplaatst. De procedure kan op elk
moment hernomen worden. Dit betekent dan ook dat het
samenwerkingsakkoord, gesloten met de Vlaamse overheid, op geen
enkel moment geschonden werd.
Étant donné que mettre au point
un nouveau prototype sans savoir
s'il pourra être l'objet d'une
instauration généralisée n'a pas
beaucoup de sens, un statu quo a
été décrété pour les étapes
suivantes
de
l'exécution
du
marché public. La procédure peut
être reprise à tout moment.
L'accord de collaboration conclu
avec le gouvernement flamand n'a
été violé à aucun moment.
CRIV 52
COM 786
09/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
27
Lors de sa réunion du 3 février, le comité de concertation m'a chargée
de mettre sur pied un groupe de travail interfédéral pour se pencher
sur la problématique du vote automatisé et de faire rapport sur ce
point à la réunion de ce comité prévue au mois de mars. Je réunirai
prochainement ce groupe de travail afin de définir une position
commune avec les Régions en prévision des élections législatives de
juin 2011. Mais je persiste à demander l'octroi de ce budget le plus
rapidement possible.
Het
overlegcomité heeft mij
ermede belast op 3 februari een
werkgroep op te richten die een
gezamenlijk
standpunt
moet
uitwerken met het oog op de
parlementsverkiezingen van 2011.
Ik dring erop aan dat die begroting
snel wordt toegekend.
14.05 Ben Weyts (N-VA): Mevrouw de minister, het antwoord doet
de mond openvallen van verbazing. U zet alles on hold. Alles is
geblokkeerd. Er is niet in een budget ter zake voorzien voor de
federale overheid, wat concreet betekent dat er in 2011 geen
stemming met de stemcomputer zal plaatsvinden.
(...): (...)
14.05 Ben Weyts (N-VA): Étant
donné que la ministre met tout on
hold
, on ne votera pas par voie
électronique en 2011.
14.06 Ben Weyts (N-VA): Het zal zo zijn, want de huidige systemen
zijn totaal onafdoende. Zij kunnen absoluut niet meer worden
gebruikt. Er zijn zelfs geen wisselstukken meer in voorraad. Zij
kunnen niet worden gebruikt. Zelfs voor 2012 komt een en ander in
het gedrang. Ik stel alleen vast dat de regering van ons land, zoals
steeds, het tempo en de visie van de traagste volgt. In Wallonië wil
men geen stemcomputers. Dat staat de regio vrij, maar Vlaanderen
wil dat wel. Wat is de conclusie van de regering? Er komen geen
nieuwe stemcomputers, niet in Wallonië en niet in Vlaanderen. 2011
haalt u zeker niet. Maak daarover niemand nog iets wijs. U haalt dat
nooit. Voor 2012 is de kans ook zeer klein. Niettegenstaande het
jaartal 2010 gaat dit land niet vooruit naar de eenentwintigste eeuw,
maar achteruit naar de negentiende eeuw. Dat u dat doet met België,
tot daaraan toe. Dat u Vlaanderen daarin meesleept, vind ik echt
beneden alles. U komt de gemaakte afspraken niet na. Ik
veronderstel
dat
het
allemaal
past
in
het
vernieuwde
samenwerkingsfederalisme.
14.06 Ben Weyts (N-VA): Les
systèmes actuels ne sont en effet
plus utilisables. Comme toujours,
le gouvernement suit le rythme le
plus lent: la Wallonie ne veut en
effet pas du vote électronique. Ce
pays retourne au XIXe siècle. Il est
déplorable que la ministre y
entraîne la Flandre et ne respecte
pas les accords conclus. Sans
doute cela fait-il partie du nouveau
fédéralisme de coopération.
Présidente: Jacqueline Galant.
Voorzitter: Jacqueline Galant.
14.07 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Madame la ministre, cette question
de la contrôlabilité par les citoyens électeurs est primordiale. Comme
le système de vote électronique actuel ne permet pas un contrôle clair
et qu'en outre, les ordinateurs dont nous disposons sont de plus en
plus désuets et risquent de ne pas fonctionner, il est urgent de
transmettre des instructions claires aux communes pour qu'elles
puissent se préparer convenablement, éventuellement à un retour au
vote papier. Certains isoloirs ont déjà souvent dû être fermés lors des
dernières élections parce que les ordinateurs étaient en panne.
J'entends qu'une réunion se tiendra en mars.
Madame la ministre, en période de crise, consacrer de telles sommes
au niveau fédéral pour ce type d'expérience me semble être une drôle
de priorité, d'autant plus que, si le fédéral prend 20 % à sa charge,
cela signifie que les 80 % restants devront être assumés par les
Régions ou les communes. À l'heure actuelle, nous avons d'autres
priorités!
14.07 Zoé Genot (Ecolo-Groen!):
Aangezien er met het huidige
elektronisch stemsysteem geen
duidelijke controle mogelijk is en
de computers verouderd zijn,
moeten er dringend eenduidige
instructies gegeven worden aan de
gemeenten, opdat ze zich kunnen
voorbereiden op de herinvoering
van de stemming op papier. Ik
begrijp dat er in maart een
vergadering zal worden gehouden.
14.08 Xavier Baeselen (MR): Madame la ministre, j'entends bien 14.08 Xavier Baeselen (MR): De
09/02/2010
CRIV 52
COM 786
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
28
votre réponse et je suis inquiet par rapport à l'organisation pratique
des élections, en particulier dans les 19 communes bruxelloises qui
souhaitent poursuivre le vote électronique. Or, le marché ou les
conventions ne sont pas passés entre l'État fédéral, les Régions et les
communes.
En tant qu'échevin de la Population en charge de l'organisation des
élections, les services de ma commune veulent aujourd'hui
absolument une réponse quant à l'installation de ces ordinateurs.
Pour être clair, les ordinateurs dont nous disposons aujourd'hui et qui
datent de 1999, ne peuvent plus être utilisés. Tant les services
d'inspection du ministère fédéral de l'Intérieur que de la Région nous
disent que ces ordinateurs sont terminés. J'espère que vous
obtiendrez, indépendamment de la question du ticketing, les montants
nécessaires à l'obtention de nouveau matériel informatique. Sinon,
nous serons contraints de retourner au vote papier. Je souhaite que
vous puissiez faire avancer ce dossier et faire en sorte que, dans le
cadre de ce groupe de travail interfédéral, on puisse vraiment se
mettre d'accord pour dégager au plus vite les montants. Je ne doute
pas de votre volonté en la matière.
praktische organisatie van de
verkiezingen baart mij zorgen, in
het bijzonder in de negentien
Brusselse
gemeenten
die
elektronisch
willen
blijven
stemmen. De diensten van mijn
gemeente wensen een antwoord
in verband met de installatie van
de stemcomputers. De computers
waarover we beschikken, mogen
niet meer gebruikt worden. Ik hoop
dat u het nodige geld zal weten los
te krijgen. Anders zullen we
genoodzaakt zijn onze stem weer
op papier uit te brengen.
14.09 Minister Annemie Turtelboom: Dat computers niet meer
gebruikt kunnen worden, kan alleen door computerspecialisten
bepaald worden. De mogelijkheid bestaat dat bepaalde computers
wel nog gebruikt kunnen worden. Ik kan eigenlijk geen zinnig woord
zeggen over welk percentage het gaat.
Voor de rest wil ik benadrukken dat ik de budgetten daarvoor vraag.
Daarenboven, het vigerende samenwerkingsakkoord wordt op geen
enkel moment geschonden. Dat is net de reden waarom de
werkgroep is opgericht.
14.09 Annemie Turtelboom,
ministre: Seuls les informaticiens
sont à mêmes d'évaluer le
potentiel d'utilisation des vieux
ordinateurs.
J'ignore
quel
pourcentage d'ordinateurs sont
éventuellement encore utilisables.
Je
réclame
les
moyens
nécessaires.
L'accord
de
collaboration n'a nullement été
enfreint.
C'est
précisément
pourquoi le groupe de travail a été
mis sur pied.
14.10 Ben Weyts (N-VA): Ik zie niet hoe u het probleem van defecte
stemcomputers zult oplossen. Misschien zult u wel plakband
gebruiken! Voor sommige pc's zijn geen wisselstukken meer
beschikbaar. De software wordt algemeen als onveilig beschouwd. In
die omstandigheden kunnen onmogelijk verkiezingen georganiseerd
worden.
14.10 Ben Weyts (N-VA): Pour
certains PC, il n'y a même plus de
pièces de rechange disponibles et
le
logiciel est
généralement
considéré comme peu sûr. Il est
impossible
d'organiser
des
élections dans ces conditions.
14.11 Xavier Baeselen (MR): Je ne connais pas la situation en
Wallonie et en Flandre mais, pour Bruxelles, madame la ministre, il
nous a été demandé d'interrompre les contrats d'entretien vu la
vétusté du matériel: il ne pouvait plus être utilisé. Je souhaite donc
que, le plus rapidement possible, le ministère de la Région bruxelloise
et le ministère fédéral de l'Intérieur nous envoient les experts
capables de nous dire si nous pouvions réutiliser ce matériel;
aujourd'hui, cela nous est interdit.
14.11 Xavier Baeselen (MR):
Wat Brussel betreft, heeft men ons
gevraagd
de
onderhouds-
contracten stop te zetten, omdat
de apparatuur verouderd is. Ik
vraag dat het bevoegde ministerie
van het Brussels Gewest en de
FOD Binnenlandse Zaken snel
deskundigen zouden sturen die
ons kunnen vertellen of we dat
materiaal nog opnieuw kunnen
gebruiken.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRIV 52
COM 786
09/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
29
15 Samengevoegde vragen van
- de heer Renaat Landuyt aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de staking van de cipiers op
22 januari 2010" (nr. 18622)
- de heer Josy Arens aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de gevolgen voor de politie van
de stakingen in de gevangenissen" (nr. 18745)
- mevrouw Carina Van Cauter aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de vervanging door
politieagenten tijdens cipierstakingen" (nr. 18760)
15 Questions jointes de
- M. Renaat Landuyt à la ministre de l'Intérieur sur "la grève des gardiens de prison du 22 janvier 2010"
(n° 18622)
- M. Josy Arens à la ministre de l'Intérieur sur "l'impact des grèves dans les prisons pour la police"
(n° 18745)
- Mme Carina Van Cauter à la ministre de l'Intérieur sur "le remplacement par des agents de police lors
de grèves des gardiens de prison" (n° 18760)
La présidente: M. Landuyt a transformé sa question n° 18622 en question écrite.
15.01 Josy Arens (cdH): Madame la présidente, madame la
ministre, le 21 janvier dernier, le personnel pénitentiaire manifestait
dans les rues de Bruxelles, exigeant ainsi des avancées significatives
notamment en matière de recrutement, de sécurité dans les prisons
et d'amélioration des infrastructures.
Bien que les revendications des gardiens de prison soient légitimes, le
remplacement de ces derniers nécessite beaucoup de flexibilité et
des efforts supplémentaires de la part des policiers. En effet, les
services de police, tant au niveau fédéral qu'au niveau local, doivent,
d'une part, assumer les tâches dévolues aux gardiens de prison et,
d'autre part, veiller à ce que les sept fonctionnalités de base soient
correctement assurées dans chaque zone de police, et ce au regard
de l'article 23 de la loi sur la fonction de police, des articles 61 et 62
de la loi sur la police intégrée structurée à deux niveaux et de la
directive contraignante MFO-1, sur la base desquels la police locale
est chargée du maintien de l'ordre dans les prisons.
En 2008, 47 768 heures ont été prestées par la police dans les
prisons pour remplacer le personnel pénitentiaire parti en grève.
Madame la ministre, en cas de grève dans les prisons, comment les
tâches sont-elles réparties entre les polices fédérale et locale?
Pouvez-vous nous communiquer les chiffres sur les effectifs utilisés à
cette fin en 2009?
Quelles ont été les répercussions pendant l'année 2009 sur les
missions de base qui doivent être légalement assurées par les
services de police qui remplacent le personnel gréviste?
Président: André Frédéric.
Voorzitter: André Frédéric.
Vous aviez également indiqué à l'occasion de la commission de
l'Intérieur du 20 janvier dernier que votre collègue de la Justice avait
l'intention de fixer un service minimal pour les gardiens et ce, dans les
deux mois. Pourriez-vous préciser l'état d'avancement de ce projet?
15.01 Josy Arens (cdH): Op
21 januari jongstleden betoogde
het
personeel
van
de
strafinrichtingen in Brussel en
eiste het dat er belangrijke
stappen
voorwaarts
zouden
worden gezet op het gebied van
de indienstneming van bijkomend
personeel, de veiligheid in de
gevangenissen en de verbetering
van de infrastructuur.
Hoewel
de
eisen
van
de
gevangenbewaarders legitiem zijn,
moeten zij door politiemensen
worden vervangen, wat veel
flexibiliteit
en
bijkomende
inspanningen
van
de
politiediensten vergt.
Hoe worden de taken verdeeld
tussen de federale politie en de
lokale politie bij een staking in de
gevangenis? Kan u ons cijfers
meedelen in verband met het
aantal manschappen dat daarvoor
in 2009 werd ingezet? Wat waren
in 2009 de gevolgen voor de
basistaken die wettelijk moeten
worden
vervuld
door
de
politiediensten die het stakende
personeel vervangen?
De minister van Justitie was van
plan om binnen twee maanden
een minimale dienstverlening voor
het gevangenispersoneel in te
voeren. Hoe staat het daar precies
mee?
09/02/2010
CRIV 52
COM 786
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
30
15.02 Carina Van Cauter (Open Vld): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, naar aanleiding van de landelijke staking van
21 tot 23 januari zijn wij andermaal geconfronteerd geworden met een
staking van de cipiers. Dat is niet de eerste staking. Al geruime tijd
wordt ons land geconfronteerd met stakingsacties. Recent gebeurde
dat nog.
Ten gronde begrijp ik de situatie van de cipiers, die dikwijls
geconfronteerd worden met moeilijke werkomstandigheden. Toch
stellen wij vast dat de politie keer op keer de veiligheid in de
gevangenissen moet verzorgen. De politie moet als het ware de
opdrachten van de cipiers overnemen binnen de gevangenismuren. Ik
begrijp dat het tot de kernopdracht van de politie behoort om, in geval
van calamiteiten, te interveniëren binnen de gevangenismuren. Het
behoort echter niet tot de kernopdrachten van de politie om de
bewakingsopdracht van de cipiers, van Justitie, over te nemen als het
ware. Dat zijn twee verschillende dingen.
Wanneer we het hebben over de cijfers, dan denk ik dat het belangrijk
is te weten welke impact die interventie door de politie naar aanleiding
van stakingsacties van cipiers werkelijk heeft. Weegt dat op de
politiepraktijk? Houdt het de politie effectief weg van haar kerntaken?
Vandaar dat het belangrijk is dat we die gegevens kennen.
De minister van Justitie heeft, naar aanleiding van de bespreking en
de wijzigingen aan de basiswet van de gedetineerden, aangekondigd
dat hij, naar aanleiding van ons wetsvoorstel inzake minimale
dienstverlening, met u zou overleggen en werkt aan een ontwerp, om
desgevallend te komen tot een minimale dienstverlening, ook voor de
cipiers. Hij zou daartoe een advies hebben gevraagd aan het
Comité P aangaande het beter aflijnen van de taakomschrijving van
de politie, enerzijds, en de cipiers, anderzijds.
Naar aanleiding van vragen in de commissie heeft hij recent ook
gezegd dat hij het overleg met u en uw diensten heeft heropgestart
teneinde te komen tot een gezamenlijk gedragen ontwerp tussen
Binnenlandse Zaken en Justitie. Wat is de stand van zaken van dat
overleg? Is het effectief opgestart? Is er al enige vooruitgang
geboekt?
15.02 Carina Van Cauter (Open
Vld): Les grèves de gardiens de
prison
sont
fréquentes
en
Belgique.
Lors
de
tels
événements, c'est à chaque fois la
police qui doit reprendre la mission
de surveillance des gardiens de
prison en grève. L'intervention
dans une prison en cas d'incident
grave est l'une des tâches
essentielles de la police, mais pas
la suppléance d'une mission de
surveillance. Quelle est l'incidence
de
ces
missions
sur
le
fonctionnement normal de la
police? À l'occasion de la
proposition de loi sur le service
minimum, le ministre de la Justice
pourrait-il également consulter sa
collègue de l'Intérieur de manière
à arriver à un projet commun? Où
en est cette concertation?
15.03 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, voor
wat de basisteksten betreft, verwijs ik naar artikel 23 van de wet op
het politieambt en de omzendbrief MFO-1. Ingeval de middelen van
de lokale politie ontoereikend zijn, kan zij een beroep doen op de
nationale solidariteit van de overige lokale korpsen en van de federale
politie, op basis van de omzendbrief MFO-2 betreffende de
gehypothekeerde capaciteit.
Indien zowel de cipiers als de politie zouden staken, kan ik de politie
opvorderen.
Het is duidelijk dat de gevangenistaken een hypotheek leggen op de
werking van de politie, die hierdoor ernstige hinder ondervindt voor de
uitvoering van haar gewone werking. Ik word hierover regelmatig
aangeschreven door bestuurlijke overheden op het niveau van de
provincie en van de politiezones.
15.03 Annemie Turtelboom,
ministre: La loi dispose que si les
moyens de la police locale ne
suffisent pas, cette dernière peut
faire appel à la solidarité nationale
des autres corps locaux et de la
police fédérale. Les missions de
surveillance
des
prisons
hypothèquent
en
effet
le
fonctionnement de la police,
comme
me
le
signalent
régulièrement
les
autorités
administratives concernées.
Je plaide donc avec vigueur pour l'instauration d'un système de In die context werden er contacten
CRIV 52
COM 786
09/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
31
service minimal en cas de grève des gardiens. Dans ce contexte, des
contacts ont été pris entre le département de la Justice et de la police
en vue de rechercher un meilleur équilibre entre le droit de grève des
agents pénitentiaires et l'organisation au sein de la prison des
services habituels. En clair, il s'agit de prévoir, d'une part, un préavis
permettant l'organisation en cas d'intervention policière éventuelle et,
d'autre part, l'obligation d'assurer un service minimum au sein des
prisons en cas de grève.
gelegd tussen het departement
Justitie en de politiediensten. Het
is de bedoeling dat er enerzijds
een
stakingsaanzegging
zou
worden ingediend waardoor een
en
ander
kan
worden
georganiseerd wanneer er een
beroep wordt gedaan op de
politiediensten,
en
dat
er
anderzijds een minimumdienst zou
worden
verzekerd
in
de
gevangenissen in geval van een
staking.
De audit vermeld door Mevrouw van Cauter, heb ik gevraagd aan
Comité P naar aanleiding van de problemen die er waren met
politiemensen van de politiezone Brussel-Zuid tijdens de staking van
de cipiers in de gevangenis van Vorst. De resultaten daarvan zijn nog
niet bekend.
Tijdens de staking van 21 tot en met 23 januari 2010 werden op 22
januari in totaal 626 politiemensen van de geïntegreerde politie, zijnde
CICAP en CIK, naar 22 gevangenissen gestuurd. Zij moesten de
lokale politiezones versterken. In de 11 overige gevangenissen werd
niet gestaakt, of was er geen inzet van politie noodzakelijk. Op 21 en
23 januari werden er respectievelijk 179 en 41 politiemensen in
versterking gestuurd. Het aantal daaraan gekoppelde voltijdse
equivalenten is niet bekend.
Er werden in 2009 in totaal 78 stakingsacties geregistreerd in alle
Belgische gevangenissen samen. In 2008 en 2007 waren er dat
respectievelijk 125 en 31. In 2010 waren er tot op heden 39
stakingsacties in alle gevangenissen samen.
Het aantal ingezette politiemensen geeft een objectiever beeld van de
inspanning die de politie de voorbije jaren leverde bij de vervanging
van stakende cipiers. Gedurende heel 2009 werden in totaal 2 158
politiemensen in versterking gestuurd om stakende cipiers te
vervangen. In 2008 en 2007 waren er dat respectievelijk 3 864 en
897. In januari 2010 werden reeds 1 019 politiemensen in versterking
gestuurd.
Een regeling ter zake dringt zich op. Ik ben daarom blij met de strakke
timing die mijn collega van Justitie zich heeft opgelegd.
Les résultats de l'audit que j'ai
demandé au Comité P ne sont pas
encore connus. Lors de la grève
qui a eu lieu du 21 au 23 janvier,
179, 626 et 41 policiers ont été
respectivement envoyés dans 22
prisons les 21, 22 et 23 janvier.
Dans les 11 autres prisons, il ne
s'est pas avéré nécessaire de
mobiliser des policiers. En 2007,
2008 et 2009, 31, 125 et 78
actions
de
grève
ont
été
recensées au total dans les
prisons belges. À ce jour, on en a
comptabilisées 39 en 2010. C'est
la raison pour laquelle, en 2007,
2008 et 2009, 897, 3 864 et 2 158
policiers ont été mobilisés pour
remplacer des gardiens de prison.
En janvier 2010, 1 019 policiers
ont déjà été envoyés en renfort.
Un règlement étant dès lors
souhaitable, le calendrier serré de
mon collègue de la Justice me
comble d'aise.
15.04 Josy Arens (cdH): Madame la ministre, je vous remercie de
votre réponse.
Je pense que vous êtes vraiment consciente qu'il est grand temps de
mettre de l'ordre dans tout cela, d'autant plus quand certains
bourgmestres et chefs de zone refusent la présence de la police
locale. Mais je reviendrai sur cet aspect dans les semaines à venir. J'y
insiste: ce n'est pas à la police locale d'assumer toutes ces missions.
Elle doit déjà se charger des sept fonctionnalités.
Je poursuivrai donc mon combat en faveur d'un plus grand respect
des zones de police.
15.04 Josy Arens (cdH): Het is
niet aan de lokale politie om al die
taken op zich te nemen. Die moet
immers al zeven functionaliteiten
vervullen.
09/02/2010
CRIV 52
COM 786
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
32
15.05 Carina Van Cauter (Open Vld): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, ik denk dat de cijfers voor zich spreken en dat
er effectief dringend een wetgevend initiatief noodzakelijk is.
Ik heb uiteraard kennis van de strakke timing die de minister van
Justitie zichzelf heeft opgelegd ingevolge onze uiteenzetting in de
commissie voor de Justitie. Ik reken op u, mevrouw de minister, om
de strakke timing te bewaken en de minister af en toe eens te
herinneren aan de gemaakte beloften.
15.05 Carina Van Cauter (Open
Vld): Ces chiffres prouvent qu'une
initiative législative est urgente et
je compte sur la ministre pour
veiller à ce que son collègue de la
Justice respecte le délai serré qu'il
s'est imposé à lui-même.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: La question n° 18623 de M. Landuyt est transformée
en question écrite.
De voorzitter: Vraag nr. 18623
van
de
heer Landuyt
wordt
omgezet in een schriftelijke vraag.
16 Question de M. Josy Arens à la ministre de l'Intérieur sur "la prise en charge financière du centre
d'appel 100 à Namur" (n° 18660)
16 Vraag van de heer Josy Arens aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de financiële
tenlastenneming van het hulpcentrum 100 te Namen" (nr. 18660)
16.01 Josy Arens (cdH): Monsieur le président, madame la ministre,
la ville de Namur se trouve actuellement dans une impasse au niveau
de la prise en charge financière du centre 100. En effet, les autorités
ne sont plus à même de subvenir aux frais de fonctionnement que
nécessite la gestion du centre d'appel unifié. Par conséquent, les frais
inhérents au recrutement, à la formation du personnel engagé ainsi
qu'à l'encadrement du centre d'appel unifié ne sont plus assurés.
La situation est devenue à ce point critique qu'il est difficile pour les
services concernés de rendre un service de qualité à la population.
Désespérées par cette situation, les autorités idoines ont, à de
nombreuses reprises, sollicité une prise en charge par votre
département, mais les réponses ont toutes été négatives faute de
moyens.
En outre, vous aviez déclaré en commission de l'Intérieur de la
Chambre du 6 janvier dernier que le fédéral "ne subsidie qu'une partie
du traitement des préposés des centres 100". Or, à mon avis, il s'agit
d'une vision limitée des obligations du fédéral dans le respect de ses
obligations, puisque l'article 2 de la loi du 8 juillet 1964 relative à l'aide
médicale urgente dit clairement: "Les frais d'installation et de
fonctionnement du système d'appel unifié sont à charge de l'État dans
la mesure où les travaux, les recrutements du personnel ainsi que
l'achat du mobilier, des machines, des appareils et du matériel
estimés nécessaires ont été autorisés par le ministre compétent ou
son délégué".
Madame la ministre, la loi prévoit une prise en charge financière des
salaires des opérateurs du centre 100 par le fédéral. Comment
comptez-vous respecter cette obligation dans le cas du centre d'appel
unifié 100 à la ville de Namur?
La loi du 15 mai 2007 a initié une grande réforme des services de
secours avec, comme particularité, l'engagement d'un rééquilibrage
financier par le fédéral jusqu'à hauteur de 50 % dans les frais des
services de secours. Dans cette perspective, comment envisagez-
16.01 Josy Arens (cdH): Namen
kan geen kant meer uit wat de
financiering
van
het
oproepcentrum 100 betreft. De
stad kan de beheerskosten van
het eenvormig oproepcentrum niet
meer betalen. De toestand is
kritiek. De autoriteiten vroegen dat
uw departement die kosten op zich
zou nemen, maar dat weigerde bij
gebrek aan middelen.
Op 6 januari verklaarde u in de
commissie voor de Binnenlandse
Zaken:
"het federale niveau
subsidieert gedeeltelijk de wedde
van de werknemers van de 100-
centrales". Artikel 2 van de wet
van 8 juli 1964 betreffende de
dringende
geneeskundige
hulpverlening bepaalt dat de
installatie- en werkingskosten van
het eenvormig oproepstelsel ten
laste zijn van de Staat, in de mate
waarin de werken, de aanwerving
van
personeel
alsmede
de
aankoop
van
meubelen,
machines, toestellen en materieel
die noodzakelijk geacht worden,
toegelaten
werden
door
de
bevoegde
minister
of
zijn
afgevaardigde. Hoe zult u die
verplichting in het geval van de
stad Namen in acht nemen?
De wet van 15 mei 2007 behelst
CRIV 52
COM 786
09/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
33
vous la prise en charge financière des frais de gestion des centres
d'appel?
Le centre de Namur devrait bientôt adhérer à la plate-forme commune
ASTRID. À cette occasion, le fédéral prendra en charge les frais
afférents au déménagement et au recrutement d'opérateurs
supplémentaires. Mais qu'en est-il de la prise en charge de la gestion,
à proprement parler, du centre d'appel? Sera-t-elle assurée par le
fédéral? Dans le cas contraire, et au vu des difficultés qu'éprouve la
ville de Namur, comment envisagez-vous de garantir un service de
qualité à la population?
Pouvez-vous garantir que les agents communaux, statutaires ou
contractuels, qui seront transférés pourront conserver des conditions
d'emploi au moins égales à celles qu'ils devront quitter?
een
hervorming
van
de
hulpdiensten en voorziet in een
federale bijdrage tot 50 procent
voor
de
kosten
van
de
hulpdiensten. Hoe ziet u de
financiering van de beheerskosten
van
de
oproepcentra?
Het
oproepcentrum van Namen zou
binnenkort aangesloten worden op
het ASTRID-netwerk. Bij die
gelegenheid zal het federale
niveau de kosten voor de
verhuizing
en
voor
de
indienstneming van bijkomende
operatoren op zich nemen. Kunt u
verzekeren
dat
de
arbeidsvoorwaarden
van
de
overgehevelde
personeelsleden
ministens evenwaardig zullen zijn
aan de huidige?
16.02 Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur le président, cher
collègue, dans le cadre de la réglementation actuelle, selon la loi du
8 juillet 1964 relative à l'aide médicale urgente, les communes
désignées centres 100 sont tenues d'assurer le fonctionnement
régulier de ceux-ci. L'État fédéral quant à lui prend en charge les frais
d'infrastructure technologique et de fonctionnement qui y sont
directement liés. Il intervient également dans les frais du personnel
communal affecté aux centres 100 en remboursant aux communes
une partie de ces frais.
Lorsque les agents communaux affectés aux centres 100 auront été
fédéralisés en exécution de l'article 206 de la loi du 15 mai 2007
relative à la sécurité civile, leur traitement sera entièrement pris en
charge par l'État fédéral.
Pour ce qui concerne la gestion des centres 100, l'État fédéral a initié
un double processus de migration qui est en cours de préparation
pour le centre de Namur: la migration du centre 100 vers la nouvelle
technologie ASTRID et la migration physique, à savoir le
déménagement du centre vers le nouveau site. Les frais afférents à
ces migrations sont pris en charge par le fédéral.
Lorsque la fédéralisation des agents communaux et les migrations
auront abouti, la gestion du centre 100 sera fédéralisée dans son
intégralité, donc entièrement prise en charge par l'État fédéral.
Mes services sont actuellement occupés à la préparation de la
migration technologique qui sera pour Namur, en principe, réalisée
pour la fin 2010. La première étape de la fédéralisation des agents
communaux devrait également débuter mi-2010.
Dans le cadre de la migration technologique, un certain nombre
d'agents supplémentaires ont récemment été recrutés par le fédéral.
Un premier groupe est en ce moment en formation; le deuxième
groupe débutera la formation dès que le premier groupe aura terminé
la partie classique et que ces collaborateurs commenceront leur stage
au CS 100.
16.02
Minister
Annemie
Turtelboom: De gemeenten waar
er
een
100-centrum
werd
ingericht, moeten de regelmatige
werking van die centra verzekeren.
De federale Staat neemt de kosten
voor de technische infrastructuur
en
de
eraan
verbonden
werkingskosten voor zijn rekening,
alsmede een deel van de kosten
voor het gemeentepersoneel dat
ter beschikking wordt gesteld van
de 100-centra. Wanneer het
gemeentepersoneel voor de 100-
centra met toepassing van de wet
van 15 mei 2007 betreffende de
civiele
veiligheid
federaal
personeel is geworden, zal de
wedde van de desbetreffende
ambtenaren volledig ten laste
genomen worden door de federale
Staat.
De Staat heeft voor het centrum in
Namen een begin gemaakt met de
migratie
naar
de
ASTRID-
technologie en naar een nieuwe
locatie. De kosten daarvan zijn ten
laste van de federale Staat.
Wanneer
de
betrokken
gemeenteambtenaren
federaal
personeel geworden zijn en beide
migraties een feit zijn, zal het 100-
centrum volledig ten laste zijn van
de federale Staat. De federale
overheid heeft onlangs een aantal
personeelsleden
in
dienst
09/02/2010
CRIV 52
COM 786
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
34
Ils sont donc déjà considérés comme du personnel fédéral et leur
formation, comme leur salaire, sont déjà à charge du SPF Intérieur.
Pour ce qui concerne le service à la population pendant les
migrations, celui-ci doit évidemment continuer à être assuré. C'est la
raison pour laquelle les migrations sont préparées plusieurs mois à
l'avance par mes services, avec le personnel en place.
Les modifications qui pourraient intervenir dans les conditions de
travail des agents communaux ne sont pas tant le fait de la
fédéralisation de leur statut mais principalement de la modification de
leur environnement technologique.
Un meilleur service aux citoyens par le biais d'une meilleure
coordination des différents services de secours, à savoir la police,
l'aide médicale urgente et les pompiers, rend nécessaires les
migrations technologiques et physiques des centres 100 actuels. Il
sera néanmoins veillé à ce que les agents reçoivent les formations
nécessaires à l'utilisation des nouveaux outils informatiques.
genomen. De dienstverlening aan
de bevolking moet tijdens de
verhuizing
en
de
migraties
uiteraard gehandhaafd worden en
daarom worden ze maanden op
voorhand voorbereid.
De
wijzigingen
in
de
arbeidsomstandigheden van het
betrokken gemeentepersoneel zijn
niet zozeer toe te schrijven aan
hun nieuwe federale statuut, als
wel aan de overstap naar de
nieuwe technologie.
16.03 Josy Arens (cdH): Madame la ministre, je vous remercie de
votre réponse. Une évolution positive se dessine.
Je reviens encore sur cette fameuse loi du 15 mai 2007. Monsieur le
président, je souhaiterais sincèrement que notre commission organise
un débat d'une demi-journée sur la concrétisation de cette loi. En
effet, nous sommes quotidiennement contactés par différents
services soucieux de savoir où en est son exécution. Il est grand
temps que nous nous penchions sur cette question pour appuyer la
ministre dans ses efforts pour parfaire la mise en oeuvre de cette loi.
16.03 Josy Arens (cdH): Ik zou
willen dat onze commissie een
debat zou voeren over de
tenuitvoerlegging van de wet van
15 mei 2007. Het is tijd dat wij ons
over die kwestie buigen teneinde
de minister te steunen in zijn
inspanningen om de uitvoering
ervan te verbeteren.
Le président: Votre voeu sera exaucé, monsieur Arens.
16.04 Josy Arens (cdH): Je vous remercie, monsieur le président.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
17 Vraag van de heer Raf Terwingen aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het ter
beschikking stellen van de gemeenten van het softwaremodel 'risicoanalyse'" (nr. 18666)
17 Question de M. Raf Terwingen à la ministre de l'Intérieur sur "la mise à la disposition des
communes du modèle informatique d'analyse de risque" (n° 18666)
17.01 Raf Terwingen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, mijn vraag gaat over het softwaremodel risicoanalyse en
werd mij ingegeven naar aanleiding van de opheffing van de
bedrijfsbrandweerpost van Ford Genk. Bij de spreiding en de
berekening van het risico wordt ook rekening gehouden met dit soort
bedrijfsbrandweerdiensten. De opheffing ervan in Genk betekent dat
er opnieuw een risicoanalyse moet gebeuren voor de streek. Men
moet opnieuw komen tot een gezonde en veilige situatie.
Wat is de stand van zaken voor de modellen die toelaten om de
risicoanalyse te becijferen en te begroten? Is er ondertussen een
definitief model van risicoanalyse beschikbaar? Kan het ter
beschikking gesteld worden van de gemeenten, in casu Genk, om te
kijken hoe men tot een optimale inplanting van een eventuele nieuwe
17.01 Raf Terwingen (CD&V): La
suppression du poste d'incendie
dans l'entreprise Ford à Genk peut
avoir une incidence sur l'analyse
des
risques
existante.
Les
services d'incendie de l'entreprise
y étaient en effet repris et il faut
dès lors procéder à une nouvelle
analyse des risques pour la région.
Ce constat est-il exact? Dans
l'affirmative, l'analyse des risques
peut-elle être communiquée à la
commune de manière à ce qu'elle
puisse
éventuellement
CRIV 52
COM 786
09/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
35
brandweerpost kan komen? Kan er eventueel een beroep gedaan
worden op de diensten van Binnenlandse Zaken om hen in deze
beslissing bij te staan, aan de hand van dit soort software voor
risicoanalyse?
programmer de nouveaux postes
d'incendie? Peut-on demander au
SPF Intérieur d'aider à la prise de
décisions?
17.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter,
momenteel gebruikt de FOD Binnenlandse Zaken het programma
Experian. Dat programma is in 2006 ontwikkeld door een consortium
van universiteiten en de firma Adhoc Solutions. Het programma wordt
sinds begin 2008 gebruikt om na te gaan hoeveel extra posten er
moeten komen en om een minimale dekkingsgraad te bereiken bij
een bepaalde interventietermijn.
Het programma voldoet om dat type simulaties in situaties voor
toekomstige zones in rekening te brengen. Het is echter zo dat voor
het gebruik van dat programma grote expertise op het vlak van
informatica vereist is. Het programma is ook niet steeds gedetailleerd
genoeg voor specifieke lokale toepassingen in de voorbereiding van
de zonale werking en de optimale organisatie van het netwerk van
posten.
Omdat er nood is aan een dergelijk instrument voor lokale
toepassingen heeft mijn administratie na onderzoek een lastenboek
opgesteld, dat vandaag in het Bulletin der Aanbestedingen
gepubliceerd wordt. In dit geval moet de procedure voor Europese
overheidsopdrachten gevolgd worden, wat inhoudt dat na publicatie
potentiële inschrijvers tweeënvijftig dagen de tijd krijgen om hun
offerte in te dienen. Nadien zal een selectiecommissie de inschrijvers
onderwerpen aan een test op basis van reële Belgische gegevens. De
opdracht zal gegund worden aan de kandidaat met de beste score,
met name de kandidaat die de meest voordelige offerte heeft
ingediend. De bedoeling is dat binnen elke zone een instrument voor
de zonale toepassingen van risicoanalyses ter beschikking wordt
gesteld. Ik zal u zeker op de hoogte houden van de verdere
ontwikkelingen in dit dossier.
17.02 Annemie Turtelboom,
ministre: Actuellement, le SPF
Intérieur utilise le programme
Experian. Développé en 2006, il
est effectivement utilisé depuis
début 2008 pour vérifier le nombre
de postes supplémentaires à créer
et pour atteindre un taux de
couverture minimum dans un délai
d'intervention
déterminé.
Le
recours à ce logiciel nécessite
cependant des connaissances et
une expérience approfondies sur
le plan informatique. De plus, il
n'est pas toujours suffisamment
détaillé pour des applications
locales spécifiques dans le cadre
de
la
préparation
du
fonctionnement zonal.
Après avoir étudié la question,
mon administration a dès lors
rédigé un cahier des charges qui
doit paraître aujourd'hui au Bulletin
des Adjudications
. La procédure
des marchés publics européens
doit en effet être respectée. À
compter de la date de publication,
les candidats potentiels disposent
d'un délai de 52 jours pour
remettre une offre. Le marché
sera attribué au candidat dont
l'offre sera la plus avantageuse.
L'objectif consiste à mettre à la
disposition de chaque zone un
instrument utile dans le cadre des
applications zonales des analyses
des
risques.
J'informerai
la
commission de l'évolution future
de ce dossier.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
18 Samengevoegde vragen van
- de heer Ben Weyts aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de taalkaders bij de Brusselse
brandweer" (nr. 18689)
- de heer Bart Laeremans aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de taalkaders bij de
brandweer en de andere gewestelijke diensten" (nr. 18807)
18 Questions jointes de
- M. Ben Weyts à la ministre de l'Intérieur sur "les cadres linguistiques au sein du service d'incendie
bruxellois" (n° 18689)
- M. Bart Laeremans à la ministre de l'Intérieur sur "les cadres linguistiques des services incendie et
09/02/2010
CRIV 52
COM 786
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
36
des autres services régionaux" (n° 18807)
18.01 Ben Weyts (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, in het kader van de protestacties van de Brusselse
brandweer kondigde minister-president Charles Picqué, enerzijds,
een aanvraag bij de federale regering en, anderzijds,
onderhandelingen tot wijziging van de taalwet aan.
Kan u mededelen wat de stand van zaken inzake de taalkaders van
de Brusselse brandweer is?
Wat is het standpunt van de minister over een wijziging van de
taalwetgeving?
Bepleit de minister ter zake de omvorming tot de tweetaligheid van de
hulpverleners in plaats van de huidige tweetaligheid van de dienst en
alle miserie, kommer en kwel die uit voornoemd systeem al vijftien
jaar is voortgevloeid? Na vernietiging door de Raad van State van het
taalkader is er nu ook een uitspraak van de burgerlijke rechtbank. In
afgeleide orde is het een totale janboel.
Stapt u in de omvorming mee? Kan u ermee akkoord gaan dat de
beste oplossing om het hele dossier te deblokkeren een wetswijziging
is met een overstap naar de tweetaligheid van de hulpverleners in
plaats van de tweetaligheid van de dienst?
18.01 Ben Weyts (N-VA): Dans
le
cadre
des
actions
de
protestation
des
services
d'incendie bruxellois, M. Picqué,
ministre-président, a annoncé qu'il
insisterait
auprès
du
gouvernement fédéral pour que
des négociations relatives à une
modification de la législation
linguistique
soient
entamées.
Quels sont les cadres linguistiques
au sein des services d'incendie
bruxellois? Le ministre veut-il
modifier une législation linguistique
et instaurer le bilinguisme des
sauveteurs au lieu du bilinguisme
actuel des services?
18.02 Bart Laeremans (VB): Bij de Brusselse brandweer bestaat er
groot ongenoegen over het gebrek aan nieuwe taalkaders. Een
algemene tweetaligheid lijkt de meest evidente oplossing in
toekomstige wetswijzigingen. In 1988 werd de vergissing gemaakt te
werken met tweetalige diensten in plaats van met tweetalige
gewestambtenaren en brandweermannen. Daardoor zijn er
momenteel heel wat praktische problemen. Men moet te veel een
beroep doen op Nederlandstalig personeel dat eigenlijk in de
minderheid is. Dat heeft heel wat ongenoegen tot gevolg.
Voor een oplossing moet de federale taalwetgeving natuurlijk
gewijzigd worden. Op welke manier wil u streven naar een betere
taalkennis en een algemene tweetaligheid bij de Brusselse
brandweer, en bij uitbreiding bij de andere gewestelijke diensten?
Steunt u wettelijke initiatieven ter zake?
Daarnaast is er een soortgelijke problematiek bij de politie waar te
nemen, zoals wij vandaag kunnen lezen in de pers. Er heerst ter zake
een vorm van algemene wetteloosheid. Taalwetten worden niet
toegepast ondanks de verplichte tweetaligheid van de politiemensen.
In de praktijk wordt die verplichting echter niet gecontroleerd, noch
gesanctioneerd.
Hoe wilt u de tweetaligheid bij de Brusselse politie garanderen, ervoor
zorgen dat de wet wordt nageleefd en dat de tweetaligheid wordt
gestimuleerd via onder andere extra cursussen? Welke evoluties zijn
er ter zake waar te nemen?
18.02 Bart Laeremans (VB): Les
services d'incendie bruxellois sont
excédés
par
l'absence
de
nouveaux cadres linguistiques.
Une modification de loi a été
annoncée.
Un
bilinguisme
généralisé, selon l'exemple des
administrations locales, constitue
en effet la meilleure solution.
Comment la ministre veut-elle
parvenir
à
une
meilleure
connaissance des langues et à un
bilinguisme généralisé au sein des
services d'incendie et de police
bruxellois et au sein des autres
services régionaux?
En ce qui concerne la police
bruxelloise, l'anarchie générale
règne. La législation linguistique
n'y est pas respectée. Comment la
ministre compte-t-elle encourager
le bilinguisme et des évolutions
ont-elles déjà été observées à ce
sujet?
18.03 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, de
Brusselse hoofdstedelijke dienst voor brandweer en dringende
medische hulp is een gewestelijke instelling. Het initiatief voor de
vaststelling van een taalkader dient dan ook uit te gaan van het
18.03 Annemie Turtelboom,
ministre: Les services d'incendie
bruxellois et les services d'aide
médicale
urgente
sont
des
CRIV 52
COM 786
09/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
37
Gewest zelf, net zo wanneer men dat wil aanpassen. Het is dus het
Gewest zelf waar het initiatief start.
De stimulering van een verbeterde taalkennis en een veralgemeende
tweetaligheid bij de Brusselse brandweer en andere gewestelijke
diensten, behoort ook tot de bevoegdheden van het Gewest zelf.
Wat de ondersteuning van de talenkennis bij de Brusselse politie
aangaat, kan ik u het volgende zeggen. Vanaf 2003 werd in een
specifiek kader een bedrag voorbehouden, het zogenoemd fonds ter
financiering van bepaalde onkosten, verbonden aan de veiligheid, die
voortvloeien uit de organisatie van de Europese tops en voor de
financiële tenlasteneming van de taalopleidingen ten voordele van het
personeel van de Brusselse politiezones. Sinds de invoering van die
toelage namen tal van personeelsleden deel aan die opleidingen. De
meest recente cijfers geven een totaal van 1 950 deelnemers.
In die omstandigheden bestaan er geen plannen om de betreffende
artikelen van de taalwetgeving te wijzigen.
compétences
régionales.
La
fixation d'un cadre linguistique est
une initiative qui doit dès lors
émaner de la Région. De même,
la promotion du perfectionnement
de la connaissance des langues et
d'un bilinguisme généralisé dans
les services d'incendie bruxellois
et
dans
d'autres
services
régionaux
relèvent
des
compétences régionales.
Pour ce qui est de l'aide à
l'apprentissage des langues au
sein de la police bruxelloise, en
2003 un fonds destiné au
financement de certains frais
inhérents à la sécurité générés par
l'organisation
des
sommets
européens a été mis en place.
C'est le gouvernement fédéral qui
prend en charge les frais de
formation
linguistique
du
personnel des zones de police
bruxelloise. Depuis la création de
ce fonds, de nombreux membres
du personnel ont participé à ces
formations. Les derniers chiffres
font état d'un total de 1 950
participants. Dans ces conditions,
aucun projet de modification de la
législation linguistique n'est à
l'ordre du jour.
18.04 Ben Weyts (N-VA): Mevrouw de minister, uw antwoord wil dus
zeggen dat vijftien jaar kommer en kwel zal worden voortgezet.
Uiteindelijk zegt u dat de vaststelling van de taalkaders een
gewestelijke bevoegdheid is, maar dat heeft nooit tot een oplossing
geleid.
Wat wel een federale bevoegdheid is, een bevoegdheid van uw
regering en van ons Parlement, is een wijziging van de taalwet. Dat is
federale en geen gewestelijke bevoegdheid.
Maar eigenlijk gaan we gewoon door. Brussels staatssecretaris
Doulkeridis kondigt nu opnieuw aan dat er een talentelling van de
interventies zal komen. Dat zal weer leiden tot een taalkader, opnieuw
leiden tot procedures voor de Raad van State, opnieuw leiden tot een
vernietiging, opnieuw leiden tot miserie en alle afgeleiden.
Ik roep op tot een deblokkering van de situatie door een wetswijziging
op federaal niveau. Wij zijn echt bereid om daarin zeer inschikkelijk
en meegaand te zijn, met een overgangsfase, gratis taalcursussen,
en dergelijke, om dat probleem toch te kunnen deblokkeren.
We spreken hier trouwens over een dienst die noodsituaties
behandelt en daarbij is communicatie essentieel, niet alleen met de
inwoners van Brussel, maar ook met pendelaars. Veronderstel dat we
18.04 Ben Weyts (N-VA): Quinze
années de problèmes n'auront
donc pas suffi. La fixation des
cadres linguistiques relève des
compétences régionales, mais
cela n'a jamais permis de
résoudre
le
problème.
La
modification de la législation
linguistique est une attribution
fédérale. Changer la loi est la
seule option pour débloquer la
situation,
mais
on
préfère
poursuivre sur la même voie. Il
s'agit cependant des services
d'aide
la communication
représente une question vitale. Il
est impossible d'organiser les
services d'urgence de manière à
ce que l'équipe compte à chaque
fois un néerlandophone capable
de communiquer directement avec
les
victimes.
Seule
une
modification de la loi pourra pallier
ces lacunes. J'en appelle à
09/02/2010
CRIV 52
COM 786
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
38
binnenkort zitten met een kader van 80/20. In de praktijk kan men dan
geen urgentiedienst organiseren, want de korpsoverste zou zich er
telkens van moeten vergewissen dat bij elke opdracht altijd één
Nederlandstalige mee kan uitrukken, en die mag dan niet achter het
stuur zitten, maar moet in de eerste lijn staan, dicht bij de slachtoffers.
In de praktijk is dat gewoon niet haalbaar.
Dus, alstublieft, ik roep de meerderheidspartijen, de Vlaamse in de
eerste plaats, op tot een fundamentele oplossing, een oplossing via
een wetswijziging van de taalwet.
l'ensemble des partis de la
majorité pour prendre une initiative
dans ce sens.
18.05 Bart Laeremans (VB): Ik kan mij bij dat laatste punt zeker
aansluiten. Het is een fatale beslissing geweest om in 1989 die
tweetaligheid af te schaffen en te zorgen voor zogenaamd tweetalige
diensten die dan in de praktijk zeer slecht functioneren.
Alle ambtenaren in Brussel, en dit geldt zeker voor de hulpdiensten,
hebben er alle belang bij om de tweede landstaal te kennen. Ook
persoonlijk, wanneer dit gestimuleerd wordt met taalpremies, is dit
alleen maar een verrijking. Dit geldt zeker voor mensen die met
ambulances rondrijden, want de brandweerdiensten zijn ook op vele
plaatsen in Brussel verantwoordelijk voor de dienst 100 en het is
nogal logisch dat zij een gelijkaardig systeem zouden hebben als de
politie.
Wat de politie betreft, daar bent u dan wel ten volle voor
verantwoordelijk. Het is een beetje te gemakkelijk om te zeggen dat
er al 1 950 mensen hebben deelgenomen aan die cursussen. Als we
op het terrein geen resultaten zien en als er een zodanig groot verloop
is bij de politiediensten dat veel van die politiemensen na enkele
jaren, of uiterlijk na 5 jaar, alweer ergens naar het platteland gaan en
Brussel verlaten, dan moet daar veel meer garantie zijn dat de wet
wordt nageleefd. Bij de politie is het immers een wettelijke verplichting
voor de lokale diensten, dat iedereen die daar in dienst is tweetalig is.
Blijkens de cijfers die de jongste dagen zijn opgedoken is dat
helemaal niet het geval.
Ik mis ambitie in uwen hoofde om daar iets aan te veranderen. Ik vind
dat zeer spijtig en wij gaan u daar zeker nog over ondervragen.
18.05 Bart Laeremans (VB): Je
suis d'accord avec M. Weyts. La
suppression du bilinguisme en
1989 était une grosse erreur. Tous
les fonctionnaires et les services
de secours en particulier se
doivent d'être bilingues. C'est un
plus indéniable. Il se peut que
1 950 fonctionnaires de police
aient déjà participé à des cours de
langue mais les résultats sur le
terrain se font attendre. Il faut plus
de garanties de respect de la loi.
Le bilinguisme est une obligation
légale dans les services locaux de
police mais selon les chiffres
publiés ces derniers jours, ce n'est
pas du tout le cas. Le ministre
manque
d'ambition
dans
la
résolution du problème. Je le
regrette et reviendrai sûrement sur
la question.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nr. 18700 van mevrouw Galant komt te vervallen omdat zij niet aanwezig is.
19 Vraag van de heer Jean Marie Dedecker aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de inzet
van de operationele misdrijfanalisten bij de federale politie" (nr. 18705)
19 Question de M. Jean Marie Dedecker à la ministre de l'Intérieur sur "le recours aux analystes
criminels opérationnels au sein de la police fédérale" (n° 18705)
19.01 Jean Marie Dedecker (LDD): Mevrouw de minister, de
federale gerechtelijke politie wordt geacht om zich vooral toe te
spitsen
op
onderzoeken
waarbij
vooral
gespecialiseerd
recherchewerk belangrijk is. Eén van die specialiteiten is het werk van
de operationele misdrijfanalisten. Nog maar onlangs is gebleken dat
de analyses van deze specialisten cruciaal zijn en zelfs onontbeerlijk
blijken in bepaalde moeilijke onderzoeken. Het is een feit dat een
lopend onderzoek dat wordt ondersteund door een misdrijfanalyse in
19.01 Jean Marie Dedecker
(LDD):
Certains
événements
récents ont montré une fois de
plus combien le travail accompli
par
les
analystes
criminels
opérationnels
(ACO)
est
indispensable
dans
certaines
enquêtes. Combien de membres
CRIV 52
COM 786
09/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
39
ieder geval efficiënter kan worden gevoerd.
Hieromtrent heb ik dan ook nogal een uitgebreide vragenlijst voor u,
mevrouw de minister.
Hoeveel leden van de federale gerechtelijke politie zijn momenteel in
het bezit van een brevet van Operationeel Misdrijfanalist, de
zogenaamde OMA's?
Hoeveel van die gebrevetteerde OMA's werken effectief als
operationeel misdrijfanalist bij de federale gerechtelijke politie van een
gerechtelijk arrondissement en hoeveel op het centraal niveau?
Is de minister op de hoogte dat er in meerdere gerechtelijke
arrondissementen een tekort is aan deze mensen en dat als gevolg
hiervan in sommige onderzoeken geen analyse kon gebeuren tijdens
het lopende onderzoek of pas nadat het lopende onderzoek is
vastgelopen?
Wat is de verhouding van de gevoerde onderzoeken binnen de
federale gerechtelijke politie met een volledige analyse en zonder
dergelijke analyse?
Zijn er cijfers bekend over de verhouding tussen opgeloste en
onopgeloste misdrijven waarbij al dan niet gebruik gemaakt is van de
ondersteuning van een operationele misdrijfanalist?
Met betrekking tot de verloning en de inschakeling van de
Operationele Misdrijf Analisten blijkt één en ander weinig logisch te
verlopen. Blijkbaar krijgt een OMA, nadat hij of zij heeft voldaan aan
de strenge selectievoorwaarden na een gespecialiseerde opleiding
van 6 maanden gevolgd te hebben, wel de functie van rechercheur
met bijzondere specialisatie, maar worden deze operationele
personeelsleden van de federale gerechtelijke politie op administratief
vlak, wel ingedeeld onder de zogenaamde beheersfuncties. Dit heeft
als gevolg dat deze specialisten eigenlijk benadeeld worden ten
opzichte van hun collega's rechercheurs die geen misdrijfanalist zijn.
Dit laatste heeft dan weer als gevolg dat er de laatste jaren een
nijpend tekort is aan dergelijk personeel. Is de minister hiervan op de
hoogte? Wat zal de minister hiervoor ondernemen?
de la police judiciaire fédérale
(PJF) sont titulaires d'un brevet
d'ACO? Parmi eux, combien
travaillent pour un arrondissement
judiciaire et combien sont actifs au
niveau central? La ministre a-t-elle
connaissance
d'une
pénurie
d'ACO? Quelle est la proportion
des enquêtes ayant bénéficié
d'une analyse de ce type et quelle
est la proportion des dossiers
élucidés?
Après une formation de six mois,
un ACO se voit attribuer la fonction
d'enquêteur
avec
spécialité
particulière. Étant donné que, sur
le plan administratif, les ACO
assument
des
fonctions
de
gestion, ils sont moins bien payés
que leurs collègues enquêteurs.
Cet état de fait pourrait expliquer
en partie la pénurie d'ACO. La
ministre a-t-elle connaissance de
ce problème et quelles mesures
envisage-t-elle de prendre en la
matière?
19.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, van de
96 operationele bedrijfsanalisten van de federale gerechtelijke politie
werken er 78 in de gedeconcentreerde directies en 18 op het centrale
niveau.
De federale gerechtelijke politie streeft een verdeling na van één
operationeel misdrijfanalist, OMA, per 25 rechercheurs, wat neerkomt
op een totaal van 132 OMA's die operationeel zouden moeten zijn. De
verdeelsleutel van één OMA op 25 rechercheurs is gestoeld op het
feit dat de OMA's in omvangrijke en complexe gerechtelijke dossiers
worden ingezet.
De beslissing om al dan niet een misdrijfanalyse uit te voeren berust
bij de magistraat die de leiding heeft over het onderzoek. Indien er
door gebrek aan misdrijfanalisten geen analyse kan worden
uitgevoerd,
voorziet
de
richtlijn
COL 4/2001
in
een
arbitrageprocedure. Het komt erop neer dat de magistraten onderling
19.02 Annemie Turtelboom,
ministre: Sur les 96 ACO que
compte la PJF, 78 travaillent pour
les arrondissements et 18 au
niveau central. La répartition
idéale serait de 1 ACO pour 25
enquêteurs. Il faudrait donc 132
ACO en tout.
Le magistrat chargé de l'enquête
décide d'avoir recours ou non à un
ACO. Conformément
à une
directive, en cas de manque
d'ACO, les magistrats doivent
déterminer
entre eux quelle
enquête
est
prioritaire.
S'ils
n'arrivent pas à se mettre
09/02/2010
CRIV 52
COM 786
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
40
moeten bepalen welk onderzoek volgens hen het belangrijkste is.
Indien zij niet tot een overeenkomst kunnen komen, wordt de vraag
tot arbitrage voorgelegd aan de federale procureur.
Mijnheer de voorzitter, ik zal aan de leden van de commissie een
tabel overhandigen met de verdeling van de analyses en technische
steun voor de jaren 2002 tot 2009. Ik kan u zeggen dat het aantal
analyses van 224 in 2002 naar 518 in 2009 is gegaan. De technische
steun is gestegen van 397 naar 1 407. In totaal geeft dat tussen 2007
en 2009 een evolutie van 621 naar 1 925.
Wij beschikken niet over de verhouding tussen opgeloste en
onopgeloste misdrijven waarbij al dan niet gebruik is gemaakt van de
ondersteuning van een operationele misdrijfanalist.
Om een meerwaarde binnen het onderzoek te verlenen worden de
OMA's bijkomend opgeleid. Een functionele opleiding voor
operationele misdrijfanalyse heeft een duur van 763 uren gespreid
over zes maanden met een eindevaluatie. Binnen de federale
gerechtelijke politie bestaan er zeven bijzondere gespecialiseerd
functies, operationele misdrijfanalyse is er een van.
De analisten ontvangen een bijzondere functietoelage, maar geen
forfaitaire vergoeding voor werkelijke onkosten. Dit is het resultaat van
de redenering die stelt dat een operationele bedrijfsanalist in principe
geen werkelijke onderzoekskosten heeft, wat ook zo is. Hij kan echter
in bepaalde gevallen een dagelijkse vergoeding ontvangen in cumul
van de analistentoelage. Dat lijkt mij te volstaan. Ik ga er tenslotte van
uit dat vele personeelsleden nog andere motivaties hebben dan het
louter pecuniaire.
d'accord, la décision est prise par
le procureur fédéral.
Je remettrai à la commission un
tableau de répartition des ACO de
2002 à 2009 inclus selon lequel le
nombre
d'analyses
est
en
augmentation. Il n'y a pas de
chiffres
disponibles
sur
la
proportion d'affaires résolues et
non résolues.
La formation d'un ACO dure 763
heures, réparties sur six mois. La
fonction d'ACO est une des sept
spécialisations de la PJF. Les
analystes
bénéficient
d'une
allocation de fonction spéciale
mais pas d'une indemnisation
forfaitaire
pour
frais
réels
puisqu'en principe, ils n'en ont
pas. Une indemnisation journalière
est prévue dans certains cas.
J'ose espérer que de nombreux
membres du personnel ont des
motivations autres que financières.
19.03 Jean Marie Dedecker (LDD): Dank u, mevrouw.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
20 Question de M. Xavier Baeselen à la ministre de l'Intérieur sur "la sécurité à l'aéroport de Charleroi"
(n° 18667)
20 Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de veiligheid op
de luchthaven van Charleroi" (nr. 18667)
Le président: Monsieur Baeselen, je vous donne la parole malgré le fait que n'étiez pas là au bon moment!
20.01 Xavier Baeselen (MR): Madame la ministre, des policiers
fédéraux en charge de la sécurité dans les aéroports font état de leur
inquiétude quant aux conséquences, en termes de sécurité, d'un
manque de personnel dans certains aéroports, et en particulier à
l'aéroport de Bruxelles Sud-Charleroi.
Le nombre de passagers, en provenance de toutes les régions du
pays, y est passé de 4 millions en 2008 à 5,7 millions en 2010. Par
contre, le nombre de policiers affectés à la sécurité a été réduit de 48
à 35, et la moitié d'entre eux seraient de jeunes policiers n'ayant
même pas suivi les deux mois de formation du brevet contrôleur.
Madame la ministre, pouvez-vous nous donner plus de précisions
quant au nombre de policiers patrouillant sur le terrain à l'aéroport de
Charleroi? Pourquoi le nombre de policiers affectés à la sécurité a-t-il
20.01 Xavier Baeselen (MR): De
federale politieagenten die belast
zijn met de veiligheid in de
luchthavens, maken zich zorgen
over het personeelstekort in
bepaalde luchthavens, met name
in
Brussels
South Charleroi
Airport.
Hoewel het aantal passagiers is
toegenomen van vier miljoen in
2008 tot 5,7 miljoen in 2010, is het
aantal politieagenten dat belast is
met de veiligheid, verminderd van
48 tot 35. Welke maatregelen zal u
CRIV 52
COM 786
09/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
41
été réduit de près de 30 % dans cet aéroport? Certaines
compétences relèvent de la zone, mais certaines autres de la police
fédérale. Quelles mesures comptez-vous prendre afin de remédier à
cette situation?
nemen om een en ander te
verhelpen?
20.02 Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur Baeselen, je
connais la situation actuelle à laquelle vous faites allusion. Je me
permets de faire référence à ma réponse à la question orale du 17
décembre 2009, posée par M. Josy Arens. D'après mes informations,
le nombre de passagers de l'aéroport était d'environ 3 millions en
2008 et de 4 millions en 2009. Les prévisions pour 2010 sont
d'environ 5,7 millions d'utilisateurs.
À court terme, un renfort d'une dizaine de membres du personnel
détachés est attendu. De manière plus structurelle, une adaptation du
tableau organique m'a été soumise récemment. Un renforcement
structurel est en effet envisagé, et ce à juste titre.
20.02
Minister
Annemie
Turtelboom:
In
werkelijkheid
bedroeg
het
aantal
luchthavenpassagiers in 2008 drie
miljoen en in 2009 vier miljoen.
Voor 2010 worden er ongeveer
5,7 miljoen reizigers verwacht. Op
de korte termijn wordt er gerekend
met een versterking van een
tiental
gedetacheerde
personeelsleden. Men overweegt
overigens volkomen terecht de
politieaanwezigheid structureel te
versterken.
20.03 Xavier Baeselen (MR): Madame la ministre, le premier renfort
de dix policiers est donc attendu à court terme.
20.04 Annemie Turtelboom, ministre: En effet.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
21 Question de Mme Jacqueline Galant à la ministre de l'Intérieur sur "le déménagement du poste de
circulation de Mons" (n° 18700)
21 Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de verhuis
van de verkeerspost van Bergen" (nr. 18700)
21.01 Jacqueline Galant (MR): Madame la ministre, depuis 25 ans,
le poste de circulation de Mons est logé au Chemin de la Procession
à Mons, dans un bâtiment de la police sis dans l'intra-muros.
Toutefois, ASTRID nécessitant de plus en plus de place, le service
circulation doit déménager. La gare autoroutière de Houdeng serait
réquisitionnée et affectée à ce nouvel emploi.
Il va de soi que les policiers montois ne sont pas très heureux de
cette décision, d'autant que, pour accéder à leur matériel, les policiers
devraient passer par la partie privée du bâtiment. Ils éprouvent un
petit problème de conscience à l'idée de verbaliser éventuellement
des camionneurs de la société qui les héberge.
Qu'en est-il du coût de location d'une partie d'un bâtiment privé tel
que celui-là? Ce déménagement était-il nécessaire? Une solution
n'existait-elle pas sur le territoire montois? La police ne possède-t-elle
pas d'autres bâtiments pouvant accueillir ce service en privilégiant la
proximité?
21.01 Jacqueline Galant (MR):
De verkeerspost van Bergen is al
25 jaar lang in de chemin de la
Procession
gevestigd. Aangezien
ASTRID echter steeds meer
ruimte
vergt,
moet
de
verkeerspost verhuizen naar het
logistiek knooppunt van Houdeng.
Hoeveel bedraagt de huurprijs van
een dergelijk privégebouw? Was
die verhuizing wel nodig? Kwam er
geen andere site op Bergens
grondgebied in aanmerking?
21.02 Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur le président, je
souhaite d'abord préciser que le bâtiment concerné se compose
d'une partie bureaux, uniquement utilisée par la police, et d'une partie
hangars, divisée en deux. L'une est sécurisée par un mur et une porte
blindée pour stationner les véhicules de police; l'autre est utilisée par
le propriétaire pour entreposer du matériel.
21.02
Minister
Annemie
Turtelboom: Het gebouw in
kwestie
bestaat
uit
een
kantoorgedeelte,
dat
gebruikt
wordt door de politie, en twee
loodsen. Een daarvan is beveiligd
09/02/2010
CRIV 52
COM 786
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
42
Dans le dossier de projet de location, il est prévu que cette dernière
partie privée se trouve entre les parties sécurisées destinées à la
police. Il est cependant tout à fait possible pour la police de passer
des bureaux aux garages sans traverser l'entrepôt, et ce en passant
par l'extérieur. Cependant, la décision finale est toujours en suspens
car la police pourrait aussi disposer d'une zone de stationnement
attenant aux bureaux, ce qui éviterait de devoir traverser la partie
privée ou de passer par l'extérieur.
Cela étant, le déménagement lui-même reste indispensable. En effet,
le centre d'information et de communication du Hainaut doit pouvoir
disposer au plus vite des locaux actuellement utilisés par le poste de
circulation de Mons, dans le cadre du passage au 112. Cela explique
aisément les limites dans les recherches d'alternatives et le
déménagement dans un très court délai. La police fédérale ne
dispose pas d'autres bâtiments disponibles. L'option de location a
donc été retenue.
Pour la recherche il a été tenu compte des locations actuellement
disponibles sur le marché répondant aux besoins d'un poste de
circulation et situées à proximité de l'autoroute. Différents bâtiments
ont été visités, tous dans le zoning de Houdeng, par les responsables
de la police fédérale de la route.
Le bâtiment dont il est question est celui qui répond le mieux aux
besoins de ces services, notamment en raison du fait qu'il est situé à
500 mètres de l'autoroute, ce qui va encore diminuer les délais
d'intervention.
Pour les coûts, je vous renvoie vers mon collègue des Finances dont
dépend la Régie des Bâtiments.
door
een
muur
en
een
gepantserde
deur
en
wordt
gebruikt als parking; de andere
loods wordt gebruikt door de
eigenaar om er materieel in op te
slaan. De politie kan vanuit
kantoren de garages gemakkelijk
langs buiten bereiken.
De verhuizing blijft noodzakelijk.
Het
informatie-
en
communicatiecentrum
van
Henegouwen moet immers in het
kader van de overgang naar het
noodnummer 112 zo snel mogelijk
kunnen intrekken in de lokalen die
momenteel gebruikt worden door
de verkeerspost van Bergen. De
federale politie heeft geen andere
gebouwen ter beschikking.
Het gebouw in kwestie voldoet aan
de vereisten van deze diensten,
deels omdat het op 500 meter van
de
snelweg
ligt.
Voor
het
kostenplaatje verwijs ik u naar mijn
collega van Financiën.
21.03 Jacqueline Galant (MR): Madame la ministre, je vous
remercie.
Il est tout de même interpellant que la police doive louer un bâtiment
privé pour y loger ses policiers. Je vous avouerai que d'un point de
vue déontologique, cela me pose problème. Ils vont être logés dans le
même bâtiment. Je me suis rendue sur place et j'ai pu constater qu'il
n'y a pas de mur, aucune séparation. Ils sont en contact avec le
personnel de l'autre société! Cela pose un problème qui devrait être
étudié plus en profondeur même si la réponse semble très technique.
En tout cas, les policiers sont très embêtés car ils vont contrôler les
personnes avec qui ils vont cohabiter.
Par ailleurs, je crois qu'il y a d'autres bâtiments vides et il était peut-
être possible de trouver un bâtiment public disponible dans la région
de Mons-Borinage. Je vais approfondir le sujet et reviendrai peut-être
vers vous.
21.03 Jacqueline Galant (MR):
Ik vind het niettemin eigenaardig
dat de politie een privégebouw
moet huren om politiepersoneel te
huisvesten. Ik ben ter plaatse een
kijkje gaan nemen en ik heb er
kunnen vaststellen dat er geen
scheiding is met het personeel van
de andere onderneming! Volgens
mij is het mogelijk een openbaar
gebouw in de regio Bergen-
Borinage te vinden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: Nous allons poursuivre. Soyez tous bien attentifs car il
nous reste une heure et je compte épuiser l'ordre du jour. Que chacun
soit à sa place au moment de sa question, autrement elle sera
reportée.
De voorzitter: Vraag nr. 18707
van
mevrouw Gerkens
wordt
uitgesteld.
CRIV 52
COM 786
09/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
43
La question n
o
18707 de Mme Muriel Gerkens est reportée.
22 Question de M. Joseph George à la ministre de l'Intérieur sur "l'organisation des services
d'incendie" (n° 18739)
22 Vraag van de heer Joseph George aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de organisatie
van de brandweerdiensten" (nr. 18739)
22.01 Joseph George (cdH): Madame la ministre, les services
d'incendie sont organisés en classes X, Y et Z. Est-il possible de
connaître le coût de l'organisation de ces divers services?
Dans le cadre de la future réforme, il est prévu par les dispositions
légales (article 67) que les communes ne devront pas contribuer
davantage que leur apport actuel. Y aura-t-il une mutualisation des
risques et des charges entre les communes? Le coût actuel est très
différent selon que les villes et les communes organisent un service
ou sont desservies par un service. On peut d'ailleurs se demander si
les choix opérationnels n'ont pas été guidés par des impératifs
financiers.
22.01 Joseph George (cdH):
Kan u ons meedelen hoeveel de
organisatie van de brandweer-
diensten kost?
Zullen de risico's en de kosten in
het kader van de toekomstige
hervorming over de gemeenten
verdeeld worden? Het huidige
verschil tussen de kosten voor de
steden en gemeenten die een
brandweerdienst organiseren of
aangeboden krijgen, is nogal groot
en men kan zich afvragen of de
operationele keuzes niet stoelen
op financiële overwegingen.
22.02 Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur le président,
monsieur George, mes services disposent des données relatives au
coût des services d'incendie pour l'année 2007. Ces données ont été
récoltées via la circulaire ministérielle de juin 2008 relative à la mise
en oeuvre de la loi de 2007 relative à la sécurité civile. Les données
concernant le financement des services d'incendie ont été récoltées
auprès des communes elles-mêmes, sur la base de cette circulaire et
à l'aide d'un formulaire relatif aux finances.
Il va de soi que les données reçues ne pouvaient être utilisées
comme telles sans un contrôle et une analyse préalable. Ce contrôle
a été exécuté à plusieurs niveaux par les services des gouverneurs,
les associations wallonnes et flamandes des Villes et Communes et
les receveurs communaux. Je tiens ces tableaux à votre disposition.
Il ressort des données financières qu'à l'heure actuelle le coût annuel
des services d'incendie varie d'une commune à l'autre. Dans les
futures zones de secours, c'est le conseil de la zone qui sera
compétent pour fixer chaque année les dotations des communes sur
la base d'un accord intervenu entre les différents conseils
communaux concernés. À défaut d'un tel accord, la dotation de
chaque commune sera fixée par le conseil, conformément aux
modalités de calcul et de paiement des dotations communales
déterminées par le Roi.
La délimitation des zones a été déterminée conformément à la
procédure décrite à l'article 15 de la loi de mai 2007 relative à sécurité
civile, sur la base de l'avis de comités consultatifs provinciaux et
national. Cet avis tient compte des impératifs locaux et provinciaux
mais également de l'expertise opérationnelle des pompiers. En effet,
mon prédécesseur avait largement encouragé les comités consultatifs
provinciaux à s'entourer de l'avis des services d'incendie. Par ailleurs,
la voix du terrain a pu se faire entendre également au sein du Comité
22.02
Minister
Annemie
Turtelboom: Uit de gegevens met
betrekking tot de kosten van de
brandweerdiensten in 2007 blijkt
dat het jaarlijkse kostenplaatje van
gemeente tot gemeente verschilt.
In
de
toekomstige
hulpverleningszones zullen de
dotaties van de gemeenten door
de zoneraad worden vastgelegd
op grond van een akkoord tussen
de
diverse
betrokken
gemeenteraden. Bij ontstentenis
van een akkoord zal de dotatie
door de zoneraad worden bepaald.
De afbakening van de zones
gebeurde in overeenstemming met
de wet van mei 2007 betreffende
de civiele veiligheid, op grond van
het advies van de provinciale en
nationale raadgevende comités. In
dat
advies
wordt
rekening
gehouden met de lokale en
provinciale voorschriften maar
evenzeer met de operationele
ervaring van de brandweerlieden.
De actoren in het veld werden
eveneens gehoord in het nationaal
raadgevend
comité,
waarin
vertegenwoordigers
van
de
brandweerfederaties
zitting
09/02/2010
CRIV 52
COM 786
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
44
consultatif national où siègent les représentants des fédérations des
pompiers.
hebben.
22.03 Joseph George (cdH): Madame la ministre, je souhaite
évidemment entrer en possession du tableau. Cela me paraît être un
élément essentiel. Je suppose que la divergence entre les coûts qui
existe actuellement disparaîtra à l'avenir.
22.04 Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur le président, je
peux fournir les tableaux qui concernent les provinces. Si M. George
a besoin de tableaux plus détaillés, je les lui enverrai par voie
électronique car il y en a trop!
22.05 Joseph George (cdH): Madame la ministre, je vous remercie.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
23 Question de M. Joseph George à la ministre de l'Intérieur sur "le financement des services de
secours" (n° 18742)
23 Vraag van de heer Joseph George aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de financiering
van de hulpdiensten" (nr. 18742)
23.01 Joseph George (cdH): Madame la ministre, les articles 67 et
suivants de la loi du 25 mai 2007 prévoient le mode de financement
des zones de secours: par les dotations des communes de la zone;
par les dotations fédérales; par les éventuelles dotations provinciales;
par la rétribution des missions dont le Roi autorise la récupération et
enfin par diverses sources.
Dans l'état actuel de la législation, ce sont les villes et communes qui
hébergent un centre régional d'incendie qui supportent la plus grande
partie des charges des zones pour les communes desservies. La
répartition actuelle est décidée sur la base des comptes desdites
villes et communes et d'une clef de répartition établie par les
gouverneurs des provinces.
Les villes et communes qui organisent un service régional d'incendie
ne récupèrent les sommes avancées aux villes et communes
desservies que deux, voire trois ans plus tard. Nous allons passer
d'un système ancien, qui répartissait les sommes a posteriori, à un
nouveau, qui répartira immédiatement les dotations par douzièmes
provisoires.
Madame la ministre, envisagez-vous, pendant une période transitoire,
d'inviter vos gouverneurs de province à modifier la clef de répartition
utilisée auparavant? Ou bien souhaitez-vous que cette répartition
tienne dès à présent compte des ratios prévus par la nouvelle loi?
Enfin, le principe régissant les modalités du calcul futur tiendra-t-il
compte des nouveaux critères prévus dans la loi de 2007 ou bien
conservera-t-il les anciens critères?
23.01 Joseph George (cdH): In
de artikelen 67 en volgende van
de wet van 25 mei 2007 wordt de
financieringswijze
van
de
hulpverleningszones vastgelegd,
en volgens de huidige wetgeving
moeten de steden en gemeenten
die
een
regionaal
brandweercentrum huisvesten, het
grootste deel van de lasten van de
zones voor de gemeenten die van
hun diensten gebruik maken, voor
hun rekening nemen. Deze steden
en
gemeenten
krijgen
de
voorgeschoten bedragen slechts
twee of drie jaar later terug. We
zullen overgaan van een oud naar
een nieuw systeem, waarin de
dotaties onmiddellijk via voorlopige
twaalfden zullen worden verdeeld.
Zal u tijdens de overgangsperiode
de provinciegouverneurs vragen
de oude verdeelsleutel te wijzigen,
of wil u dat er bij die verdeling nu
al rekening wordt gehouden met
de verhoudingen die in de nieuwe
wet worden opgelegd? Zal het
principe dat de toekomstige
berekeningsmodaliteiten
regelt,
rekening houden met de nieuwe
criteria uit de wet van 2007?
23.02 Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur George, les modes
de financement et les critères énoncés aux articles 67 à 69 seront
23.02
Minister
Annemie
Turtelboom: De in de artikelen 67
CRIV 52
COM 786
09/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
45
appliqués lors de la mise en oeuvre des zones. En attendant, les
règles applicables en matière de répartition des frais admissibles
demeurent inchangées. Le passage du système actuel de répartition
des coûts au mécanisme de financement des zones entraînerait
vraisemblablement une période de coexistence des deux systèmes.
Je n'écarte pas l'idée d'une période transitoire qui permettrait de
passer du système actuel au système de financement des zones de
manière aussi souple et harmonieuse que possible.
Un groupe de travail spécifique "Finances" a procédé à divers
exercices et simulations et défini une approche pour l'utilisation et la
pondération des critères fixés par la loi. Il ne s'agit pour l'heure que
d'un avant-projet. Actuellement, la clef de répartition des frais des
services d'incendie entre les communes prend déjà en compte trois
des cinq critères prévus par la loi de 2007: la population, le revenu
cadastral et les risques. Si un système transitoire devait être
envisagé, il va sans dire que les critères définis par la loi en
formeraient l'assise.
tot
69
opgesomde
financieringswijzen
en
criteria
zullen worden toegepast wanneer
de zones worden ingevoerd. In
afwachting blijven de regels die
van toepassing zijn inzake de
verdeling van de toelaatbare
kosten onveranderd. Ik ben niet
gekant tegen het idee van een
overgangsperiode, om een zo
soepel en harmonieus mogelijke
overgang van de huidige regeling
naar
de
nieuwe
financieringsregeling van de zones
mogelijk te maken.
Een
specifieke
werkgroep
`financiën' voerde een aantal
simulaties uit en kwam tot een
werkwijze voor de weging van de
in de wet vastgestelde criteria.
Momenteel
wordt
in
de
verdeelsleutel voor de kosten van
de brandweerdiensten tussen de
gemeenten al rekening gehouden
met drie van de vijf criteria die in
de
wet
van
2007
worden
opgesomd.
Indien
er
een
overgangsregeling zou worden
ingevoerd, zal die vanzelfsprekend
gebaseerd zijn op de wettelijke
criteria.
23.03 Joseph George (cdH): Vu notre ordre du jour, je n'ai rien à
ajouter, monsieur le président.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
24 Question de M. Josy Arens à la ministre de l'Intérieur sur "l'utilisation de scanners corporels dans
les aéroports" (n° 18744)
24 Vraag van de heer Josy Arens aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het gebruik van
bodyscans op de luchthavens" (nr. 18744)
24.01 Josy Arens (cdH): Madame la ministre, les États-Unis
enjoignent l'Union européenne de renforcer les systèmes de sécurité
des passagers par la mise en place de scanners corporels, suite à
l'attentat raté survenu le 25 décembre dernier sur un vol Amsterdam-
Detroit.
Aujourd'hui, il n'existe pas de politique européenne commune sur le
sujet et aucune règle européenne n'empêche les États de se doter
d'un tel système. D'ailleurs, les pays européens réagissent très
différemment en la matière. La France et l'Italie envisagent
d'expérimenter l'appareil très prochainement, tandis que les Pays-Bas
et le Royaume-Uni ont décidé d'équiper leurs aéroports de tels
systèmes. L'Allemagne et l'Espagne sont plus sceptiques face à une
telle installation.
24.01 Josy Arens (cdH): De
Verenigde Staten maanden de
EU-lidstaten
ertoe
aan
de
veiligheid van de passagiers te
versterken door bodyscans te
installeren. Momenteel bestaat er
geen
gemeenschappelijk
Europees beleid op dat vlak.
Frankrijk en Italië denken eraan
om dergelijke toestellen binnenkort
uit te testen, en Nederland en het
Verenigd Koninkrijk hebben beslist
om bodyscans op hun luchthavens
te installeren. Duitsland en Spanje
09/02/2010
CRIV 52
COM 786
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
46
Les ministres de l'Intérieur se sont réunis le 21 janvier dernier pour
discuter de l'utilisation des scanners corporels dans les aéroports des
États membres. Quelle position y avez-vous défendue?
En octobre 2008, les eurodéputés avaient réclamé des études sur
l'impact économique et éthique, et sur les éventuelles conséquences
des scanners corporels sur la santé humaine. Quelles conclusions
tirez-vous de ces études, si vous les possédez?
zijn echter meer terughoudend. De
ministers van Binnenlandse Zaken
hebben daarover op 21 januari
vergaderd. Welk standpunt heeft u
bij die gelegenheid verdedigd?
In oktober 2008 vroegen de
Europarlementsleden
dat
er
studies zouden worden verricht
over de economische impact, de
ethische consequenties en de
gevolgen voor de gezondheid van
de installatie van bodyscans. Heeft
u kennis van de resultaten van die
studies?
24.02 Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur Arens, lors du
Conseil informel des ministres de l'Intérieur, le 21 janvier 2010 à
Tolède, en présence de la secrétaire d'État américaine en charge de
la Sécurité intérieure, s'est tenu un débat sur la lutte contre le
terrorisme, la sécurité dans les aéroports et sur le recours éventuel à
des scanners dans les aéroports.
La présidence espagnole a toutefois rappelé qu'il n'existait pas de
consensus européen concernant l'utilisation des scanners corporels.
La Commission européenne devrait présenter une étude d'impact
tenant compte entre autres des aspects économiques et éthiques, tel
que demandé par le Parlement européen en octobre 2008 sur le
sujet. Sur la base de ce rapport, un débat aura lieu entre les ministres
européens en charge du Transport.
La Belgique n'a donc pas eu à défendre une position à ce stade.
Personnellement, il me semble fondamental d'examiner clairement
les incidences sur la santé. Si une décision est prise au niveau belge,
celle-ci doit également avoir été prise au niveau européen. Il ne sert à
rien d'installer des body scanners à Bruxelles, si l'on peut prendre le
train ou l'avion à partir d'Amsterdam ou de Paris.
24.02
Minister
Annemie
Turtelboom: Op de raad van de
ministers van Binnenlandse Zaken
van 21 januari is er gedebatteerd
over
terrorismebestrijding,
veiligheid in de luchthavens en de
mogelijke
invoering
van
bodyscans. Er is op Europees
niveau geen consensus over het
gebruik
van
bodyscans.
De
Commissie
zou
een
studie
voorleggen waarin er rekening
wordt
gehouden
met
de
economische
en
ethische
aspecten. Daarna zullen de EU-
ministers van Vervoer het debat
voeren. België heeft tot zover geen
standpunt moeten verdedigen.
Het lijkt me essentieel dat de
gezondheidsrisico's
bestudeerd
worden. We verkiezen te wachten
tot de knoop op Europees niveau
wordt doorgehakt.
24.03 Josy Arens (cdH): Madame la ministre, je vous remercie pour
votre réponse. Si j'ai bien compris, les études demandées en 2008 ne
vous sont toujours pas parvenues.
Le président: Ce sont de longues études!
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
25 Vraag van de heer Michel Doomst aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de politie in
burger op EU-vluchten" (nr. 18752)
25 Question de M. Michel Doomst à la ministre de l'Intérieur sur "les policiers en civil sur les vols dans
l'UE" (n° 18752)
25.01 Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, de Europese ministers van Binnenlandse Zaken hopen
blijkbaar tegen eind april een aantal maatregelen klaar te hebben om
de veiligheid op de luchthavens te verbeteren. Dat bleek althans uit
25.01 Michel Doomst (CD&V):
Les ministres européens des
affaires
intérieures
espèrent
pouvoir mettre au point pour la fin
CRIV 52
COM 786
09/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
47
een vergadering van verschillende Europese ministers van
Binnenlandse Zaken in het mooie Toledo.
Een van de maatregelen die werd overwogen, was om politiemensen
in burger op Europese vluchten te laten meevliegen, zoals dat ook het
geval is op Amerikaanse vluchten.
Mevrouw de minister, kunt u wat meer toelichting geven bij deze
maatregelen die de veiligheid zouden moeten verbeteren? Hoe ziet u
de inzet van politiemensen in burger op Europese vluchten? Staat
hierover iets in het Verdrag van Prüm?
du mois d'avril un certain nombre
de mesures visant à améliorer la
sécurité sur les aéroports. L'une
de ces mesures consiste à faire
voyager des agents en civil sur les
vols européens. Qu'en pense la
ministre? Pourrait-elle fournir des
précisions sur les autres mesures
envisagées? Que dit le traité de
Prüm à ce sujet?
25.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, de
maatregelen die worden voorbereid om de veiligheid op de
luchthavens te verbeteren hebben enerzijds betrekking op de
organisatie van een snelle en gerichte informatie-uitwisseling over
mogelijke veiligheidsproblemen en staan anderzijds in verband met
de controlemaatregelen die een gepast antwoord moeten geven
afhankelijk van het concreet dreigniveau. De details moeten nog
worden uitgewerkt.
Een van de mogelijke maatregelen is inderdaad de inzet van
gewapend veiligheidspersoneel op bedreigde vluchten, de
zogenaamde Air Marshal. Het is nog niet uitgemaakt of het
politiemensen moeten zijn of dat hiervoor ook veiligheidspersoneel
van de luchtvaartmaatschappijen kan worden ingezet. Hoe dan ook,
een maatregel van die aard kan voor mij overwogen worden wanneer
het dreigniveau toeneemt. Air Marshals kunnen dan sporadisch
tijdelijk of permanent worden ingezet op bepaalde bedreigde vluchten.
Op dit ogenblik is er nog geen sprake van de inzet van gewapende
agenten aan boord van Europese vluchten. In de toekomst kan dat
veranderen. Alles hangt daarbij af van de evolutie van de dreiging op
onze vluchten.
Het Verdrag van Prüm voorziet inderdaad in de mogelijkheid om
gewapende veiligheidsmensen in te zetten op lijnvluchten.
25.02 Annemie Turtelboom,
ministre:
Les
mesures
en
préparation portent d'une part sur
un échange d'informations rapide
concernant des problèmes de
sécurité éventuels et, d'autre part,
sur des mesures de contrôle qui
entrent en vigueur lorsqu'un
certain niveau de menace est
atteint.
Le recours à du personnel de
sécurité armé pour les vols à
risques
constitue
l'une
des
mesures possibles. Il n'a pas
encore été décidé s'il s'agirait de
policiers ou de membres d'un
autre service de sécurité. Je suis
favorable à cette mesure si le
niveau de menace augmente;
toutefois, il n'en est pas encore
question en ce moment. Cette
mesure est mentionnée dans le
traité de Prüm.
25.03 Michel Doomst (CD&V): Mevrouw de minister, uit uw
antwoord leer ik dat wij wachten of uitkijken hoe de dreiging groeit en
dat wij deze maatregel achter de hand houden.
25.03 Michel Doomst (CD&V):
Nous gardons donc cette mesure
en réserve pour le cas où la
menace augmenterait.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
26 Vraag van de heer Michel Doomst aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de dringende
oproepen van politie" (nr. 18753)
26 Question de M. Michel Doomst à la ministre de l'Intérieur sur "les appels d'urgence à la police"
(n° 18753)
26.01 Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, uit een rapport van de algemene inspectie van de politie zou
blijken dat de politie in de helft van de gevallen binnen de 16 minuten
ter plaatse is. In 90 procent van de gevallen handelen zij binnen de
44 minuten een oproep af. De studie werd besteld door uw
voorganger.
26.01 Michel Doomst (CD&V):
Un
rapport
de
l'Inspection
générale de la police révèlerait
que dans 50 % des cas, les délais
d'intervention de la police sont de
16 minutes et de 44 minutes dans
90 % des cas. Pour pallier ces
09/02/2010
CRIV 52
COM 786
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
48
Als oplossing voor de vertraagde reacties is voorgesteld om
eerstehulpploegen op te richten en in een betere communicatie bij de
ploegwissels te voorzien.
Mevrouw de minister, kunt u meer toelichting geven bij de resultaten
van de studie? Wat is uw reactie op de aanbevelingen van de
algemene inspectie? Welke maatregelen zult u nemen om de CIC's
beter te bemannen? Wat is de stand van zaken met betrekking tot de
gezamenlijke meldkamers? Wanneer zal dit in alle provincies
operationeel zijn? Is er reeds een doorbraak over het statuut voor de
calltakers? Hebt u zicht op de gemiddelde interventietijden per
provincie?
délais d'intervention trop longs, la
solution
préconisée
par
l'inspection est la mise en place
d'équipe de première intervention
et une meilleure communication
lors des changements d'équipes
d'intervention.
La ministre peut-elle commenter
les résultats de l'étude et les
recommandations? Quelles sont
les initiatives prises par la ministre
pour renforcer l'effectif des CIC?
Où en sont les centres d'appels
communs? Une avancée a-t-elle
déjà été enregistrée en ce qui
concerne le statut des calltakers?
La
ministre
connaît-elle
les
différents délais d'intervention par
province?
26.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, de notie
dringende oproep blijkt in de praktijk niet steeds overeen te komen
met wat de facto als echt dringende oproepen moet worden
beschouwd. In de geregistreerde cijfergegevens zitten hierdoor
gegevens over interventietussenkomsten die betrekking hebben op
gebeurtenissen die in werkelijkheid niet dringend blijken te zijn. Eens
de tussenkomende politiedienst vaststelt dat een dergelijke dringende
oproep toch niet echt dringend is, wordt deze dan ook als niet-
dringend behandeld, met lange interventietermijnen tot gevolg. De
registratie van de termijnen geschiedt echter formeel onder de notie
of categorie "dringende oproep".
Daarnaast zijn de in het rapport aangehaalde gegevens voor een
belangrijk
deel
gebaseerd
op
datatransmissie
van
interventiestatussen. Deze statussen zijn codes die de ploegen zelf
doorgeven aan de meldingskamer, zoals: wij hebben de oproep
ontvangen, wij zijn onderweg of we komen ter plaatse. De AIG-studie
heeft uitgewezen dat deze meldingen niet steeds stipt gebeuren. De
interventieploegen laten in geval van dringende tussenkomsten
namelijk frequent na om bijvoorbeeld de status "aangekomen ter
plaatse" door te geven. De geregistreerde gegevens met betrekking
tot de dringende interventietijden geven hierdoor enigszins een
vertekend beeld. Een zaak is wel duidelijk: met betrekking tot de
interventies die door de politiediensten intuïtief als hoogdringend
worden ervaren en die dan ook als echt dringende tussenkomsten
moeten worden beschouwd, stelt het AIG-rapport formeel dat er in
principe voldoende snel tussengekomen wordt. In de praktijk zijn er
dan ook weinig of geen klachten met betrekking tot de
interventietermijnen.
Uiteindelijk
heeft
de
AIG
in
totaal
18
daadwerkelijke
verbeteropportuniteiten geïdentificeerd, die kunnen bijdragen tot de
verbetering van de interventietermijnen. De twee zogenaamde
oplossingen die u aanhaalt, behoren daar echter niet toe. De speciale
eerste hulpploegen werden enkel in de marge gesuggereerd als
bijkomende mogelijkheid voor de grootstedelijke gebieden. Verder is
er bij de ploegwissels soms een laattijdige inlogging, met andere
26.02 Annemie Turtelboom,
ministre: Il apparaît que les appels
prétendument urgents ne sont pas
toujours si urgents en réalité. Dès
qu'elle s'en rend compte, la police
ne les traite plus comme tels et il
s'ensuit un délai d'intervention plus
long. Toutefois, les appels de ce
type
sont
classés
comme
"urgents" dans les données. Un
problème supplémentaire réside
dans le fait que pour les appels
réellement
urgents,
l'équipe
d'intervention omet parfois de
communiquer au central le code
"arrivée sur place". Dès lors, les
chiffres
donnent
une
image
faussée. Peu de plaintes sont
formulées concernant les appels
réellement urgents et que la police
traite comme tels, tout simplement
parce que, dans la plupart de ces
cas, les délais sont réellement
courts.
En définitive, l'AIG a identifié 18
possibilités d'amélioration dans le
cadre
desquelles
les
délais
d'intervention peuvent donc être
écourtés. Les solutions suggérées
par l'auteur des questions ne s'y
trouvent
pas.
Les
équipes
spéciales de premiers secours ont
seulement été évoquées en
marge, en tant que possibilité
supplémentaire pour les grandes
agglomérations. Par ailleurs, lors
CRIV 52
COM 786
09/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
49
woorden een laattijdige aanmelding van hun paraatheid in het
informaticasysteem van de meldkamers. Dat kan op sommige
plaatsen dus punctueel beter. De noodhulp in ons land mag inderdaad
niet in het gedrang komen. Met deze bekommernis zal ik aan de
federale en aan de lokale politie vragen dat de personeelseffectieven
van het CIC op peil blijven. Hetzelfde geldt voor de neutrale calltakers.
Wat deze laatste betreft, dient nog een inspanning geleverd te worden
voor het CIC Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
De federale staat heeft het initiatief genomen voor de ontwikkeling
van een dubbel migratieproces van de hulpcentrales: de migratie van
de 100-centrales naar de nieuwe cat-ASTRID-technologie en de
fysieke migratie, meer bepaald de verhuis van de centrales naar
dezelfde site als de CIC's. De huidige planning is als volgt:
Antwerpen, Limburg en Namen in 2010, West-Vlaanderen,
Henegouwen en Luxemburg in 2011 en Luik, Waals-Brabant en
Brussel in 2012. Er is in voorzien dat alle aangestelden van 100-
centrales overgaan van een gemeentelijk naar een federaal statuut,
zoals ik al verscheidene keren op vorige vragen in het Parlement heb
geantwoord. Ik verwijs voor meer gedetailleerde informatie dus naar
die eerdere vragen.
Het AIG-verslag verduidelijkt ter zake het volgende. Wat de
interventietermijnen van gemiddeld 10, 20 en 30 minuten betreft, zijn
de resultaten in de provincies Henegouwen, Luxemburg, Namen en
Luik duidelijk minder goed. Antwerpen, Vlaams-Brabant en Waals-
Brabant scoren het best.
Brussel-Hoofdstad scoort gunstig voor de interventietermijnen
beneden de 10 minuten. 10 % van de dringende interventies binnen
de provincie Henegouwen kent een interventietermijn van langer dan
een uur.
des changements d'équipe, les
nouvelles
équipes
doivent
s'annoncer plus rapidement de
sorte
que
leur
disponibilité
apparaisse immédiatement.
L'aide urgente ne peut pas être
compromise. À cet effet, je
demanderai à la police locale et
fédérale de maintenir le niveau
des effectifs du CIC. Un effort doit
encore être réalisé en ce qui
concerne les calltakers neutres
pour le CIC de la Région de
Bruxelles-Capitale.
Les autorités ont pris l'initiative de
relier les centraux 100 à la
nouvelle technologie ASTRID et
de déménager
les centraux
physiquement vers les mêmes
sites que les CIC. Cette intégration
se fera progressivement et région
par région entre 2010 et 2012.
Tous les travailleurs des centraux
100 obtiendront un statut fédéral.
Vous trouverez plus de détails à
ce sujet dans les réponses à de
précédentes
questions
parlementaires.
En ce qui concerne les délais
d'intervention de 10, 20 et
30 minutes en moyenne, les
résultats sont nettement moins
bons dans les provinces du
Hainaut, du Luxembourg, de
Namur et de Liège. Les provinces
d'Anvers, du Brabant flamand et
du Brabant wallon enregistrent les
meilleurs résultats.
26.03 Michel Doomst (CD&V): Ik dank u, mevrouw de minister, voor
de alleszins bemoedigende vaststelling dat de interventietijd toch
onder controle blijft. Ik hoop dat wij, op basis van het rapport, tijdens
de komende maanden toch verbeteringen kunnen aanbrengen in het
gehele proces van de interventie op de plaatsen die door het rapport
zijn aangeduid.
26.03 Michel Doomst (CD&V):
Les délais d'intervention sont
heureusement maîtrisés. Nous
espérons que des améliorations
pourront encore être apportées si
nécessaire.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
27 Vraag van de heer Michel Doomst aan de minister van Binnenlandse Zaken over
"communicatieproblemen" (nr. 18754)
27 Question de M. Michel Doomst à la ministre de l'Intérieur sur "les problèmes de communication"
(n° 18754)
27.01 Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de 27.01 Michel Doomst (CD&V):
09/02/2010
CRIV 52
COM 786
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
50
minister, met het oog op de aanpak van drugsrunners in Limburg
werd de samenwerking met Nederland geoptimaliseerd en
geïntensifieerd. Fedland, een samenwerking van het Belgisch
federaal parket en het Nederlands landelijke parket, brengt
bijvoorbeeld de grote drugsbaronnen in kaart die vanuit Nederland
naar België zijn afgezakt. Toch bleken er vorig jaar nog een aantal
communicatieproblemen te zijn.
Wat is de stand van zaken in de samenwerking? Hebben beide
landen Europese steun gekregen om de systemen beter op elkaar af
te stemmen? Hoe ziet u de samenwerking met Nederland in de
toekomst evolueren?
Le projet de coopération Fedland a
été mis sur pied afin de lutter
contre le trafic de drogue entre la
Belgique et les Pays-Bas. Le
projet
connaît
hélas
des
problèmes de communication.
Qu'en est-il de ce projet? Les deux
pays bénéficient-ils d'un soutien de
l'Europe
pour
rendre
leurs
systèmes
de
communication
compatibles?
Comment
la
collaboration avec les Pays-Bas
évoluera-t-elle?
27.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, wat
betreft de samenwerking met Fedland, moet ik wel zeggen dat het
een dossier is van het Federaal Parket en dus strikt genomen onder
de bevoegdheid valt van de minister van Justitie. Ik ben er wel van op
de hoogte dat er in belangrijke gerechtelijke dossiers samengewerkt
wordt met het Nederlands Landelijk Parket, en dat die samenwerking
werd uitgebreid met de aanpak van de cannabisplantages.
Betreffende de samenwerking over de drugsrunners, kan ik het
volgende zeggen. Die samenwerking wordt niet enkel beperkt tot
drugsrunners, maar wordt verder ontwikkeld rond de problematiek
van het drugstoerisme. We blijven deelnemen aan de gemengde
patrouilles op Nederlands grondgebied door het systematisch inzetten
van twee leden van de federale politie bij de ploegen van het Joint Hit
Team in Breda en Maastricht.
Tijdens het laatste Hazeldonkoverleg eind 2009 werd ook beslist om
de informatie-uitwisseling tussen de vier betrokken landen, namelijk
Nederland, België, Luxemburg en Frankrijk, verder te versterken.
Hetzelfde geldt voor de inspanningen die daaraan worden gebonden
op het gebied van criminaliteitsanalyse. De uitvoering van de
gecoördineerde Hazeldonkacties wordt bijgestuurd, zodat de
middelen doeltreffender ingezet kunnen worden.
Volledigheidshalve wil ik ook melden dat de doelstellingen van de
Hazeldonksamenwerking aangepast werden, en ook de Nederlandse
collega's nu het belang inzien van de ontmanteling van de criminele
organisaties achter de runners en de drugspanden. Naast deze
federale initiatieven blijft ook de Euregionale Taskforce Drugsrunners
actief en komen de lokale partners regelmatig over de grenzen
samen.
Ik zie op korte termijn geen nood aan de ontwikkeling van bijkomende
initiatieven. Ik denk dat we het accent moeten leggen op de opvolging
van de bestaande initiatieven.
Wat de compatibiliteit tussen het Belgische ASTRID-netwerk en het
Nederlandse netwerk betreft, kan ik u zeggen dat de federale politie,
in afwachting van de Europese oplossing voor grensoverschrijdende
radiocommunicatie, een specifiek systeem voor het grensgebied met
Nederland heeft ontwikkeld. Dat systeem bestaat uit een koppeling
van de radiosystemen, waardoor er binnen een bepaalde regio
radiocommunicatie mogelijk is.
27.02 Annemie Turtelboom,
ministre: Bien que le dossier
Fedland relève du parquet fédéral,
je peux vous dire que la
coopération avec le parquet
néerlandais ne se cantonne pas à
la question des rabatteurs de
drogues, mais porte également sur
le tourisme de la drogue et les
plantations de cannabis. À chaque
fois, deux membres de la police
fédérale accompagnent la joint hit
team
à Breda et Maastricht.
Lors de la dernière concertation
d'Hazeldonk fin 2009, il a été
décidé de renforcer les échanges
d'informations entre la Belgique,
les Pays-Bas, le Luxembourg et la
France. Les objectifs ont d'autre
part été revus et les Néerlandais
perçoivent désormais l'intérêt de
démanteler
les
organisations
criminelles situées en amont des
rabatteurs de drogues. Outre
Fedland, la task force régionale
européenne Drugrunners reste
active
et
une
concertation
transfrontalière est régulièrement
organisée avec les partenaires
locaux. À court terme, de
nouvelles initiatives ne sont donc
pas nécessaires.
Dans l'attente d'une solution
européenne au problème des
informations
radio
transfrontalières, la police fédérale
a
développé
un
système
spécifique destiné à la zone
frontalière avec les Pays-Bas en
couplant les deux systèmes radio.
CRIV 52
COM 786
09/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
51
27.03 Michel Doomst (CD&V): Mevrouw de minister, in die
gevoelige streek en rond zo'n ernstige problematiek is het inderdaad
goed dat de afspraken maximaal worden nagekomen. Wij hopen dat
de compatibiliteit in de toekomst nog zal toenemen.
27.03 Michel Doomst (CD&V):
Nous espérons qu'à l'avenir, la
compatibilité
des
systèmes
continuera à progresser.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
28 Vraag van de heer Michel Doomst aan de minister van Binnenlandse Zaken over "incidenten op het
openbaar vervoer" (nr. 18755)
28 Question de M. Michel Doomst à la ministre de l'Intérieur sur "des incidents dans les transports en
commun" (n° 18755)
28.01 Michel Doomst (CD&V): Mevrouw de minister, dit is een heel
actuele vraag, want ook gisteren verschenen in de pers weer artikels
over agressie op het openbaar vervoer. De kwestie is en blijft
zorgwekkend.
Het aantal incidenten is blijkbaar een aantal jaren rond 13 000
aangiftes per jaar blijven hangen. De grootste plagen blijken diefstal
en afpersing te zijn. Het is ook opmerkelijk dat de helft van de feiten
zich afspeelt op klaarlichte dag. De meeste problemen spelen zich af
in Brussel en Antwerpen, maar ook in Schaarbeek, Sint-Gillis en Luik
gaan de cijfers jaar na jaar in stijgende lijn. Een aantal maanden
geleden hebt u gezegd dat u zich bewust was van de problemen en
dat tegen eind 2009 de resultaten van een grootschalig onderzoek
werden verwacht.
Hebt u al zicht op het aantal incidenten van vorig jaar en de evolutie?
Zijn er bepaalde steden of gemeenten die qua aantal een merkbaar
verschil vertonen? Wat zijn de resultaten van het grootschalige
onderzoek? Kunnen daaruit reeds oplossingen voor het
zorgwekkende probleem gedistilleerd geworden?
28.01 Michel Doomst (CD&V):
La ministre attendait pour la fin
2009 les résultats d'une étude
menée à grande échelle sur la
criminalité dans les transports en
commun. Quelles en sont les
conclusions?
Le
nombre
d'incidents a-t-il évolué l'an passé?
Observe-t-on
des
différences
significatives dans certaines villes
ou communes? Savez-vous déjà
comment vous allez lutter contre
ces problèmes?
28.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, het
aantal geregistreerde feiten in 2009 op het openbaar vervoer is nog
niet voorhanden. Ik zal die gegevens bezorgen zodra ze beschikbaar
zijn.
In het wetenschappelijks onderzoeksprogramma 2009 van de FOD
Binnenlandse Zaken is een onderzoek naar de problematiek van de
samenwerking tussen de diensten in de stations aan bod gekomen.
Het onderzoek betrof een cofinanciering tussen Binnenlandse Zaken,
de spoorwegpolitie en de NMBS. Het onderzoek resulteerde in een
inventaris van alle actoren die een rol kunnen spelen in de
optimalisatie van de veiligheid in en rond de stations.
Daarnaast
werden
de
bestaande
samenwerkingsverbanden
geëvalueerd en goede praktijken aangegeven.
Tot slot resulteert het onderzoek in de voorstelling van een theoretisch
model, waarbij het engagement van iedere partner voor de veiligheid
binnen het samenwerkingsverband voorop wordt gesteld. De
onderzoeksequipe gaat daarbij uit van een veiligheidsconvenant,
bestaande uit twee delen. Het eerste deel omvat een
intentieverklaring voor de creatie van een draagvlak, terwijl het
tweede deel een actieplan omvat, dat op lokaal niveau inhoudelijk
28.02 Annemie Turtelboom,
ministre: Dès que je disposerai
des chiffres relatifs au nombre
d'incidents enregistrés dans les
transports en commun, je vous les
transmettrai.
L'enquête scientifique du SPF
Intérieur relative à la collaboration
entre les services dans les gares a
permis d'établir un inventaire de
tous les éléments susceptibles de
jouer un rôle dans l'optimisation de
la sécurité dans les gares et aux
environs de celles-ci. L'enquête a
donné lieu à la présentation d'un
modèle
théorique
des
engagements
que
chaque
partenaire peut prendre pour
améliorer la sécurité. On se base
sur une convention de sécurité
composée de deux parties: une
déclaration d'intention pour la
09/02/2010
CRIV 52
COM 786
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
52
moet worden aangevuld. De lokale verankering van zo'n model is
volgens de onderzoekers een belangrijk gegeven. De diverse fasen,
evenals de doorslaggevende succesfactoren van een adequaat
partnerschap, worden daarin beschreven.
De onderzoeksresultaten zijn beleidsondersteunend en zullen worden
verspreid naar de lokale besturen ter ondersteuning van de reeds
talrijk genomen initiatieven voor meer samenwerking in de stations.
création d'une base et un plan
d'action dont le contenu doit être
complété à l'échelon local.
Les
résultats
de
l'enquête
constituent un soutien à la
politique et sont diffusés vers les
administrations locales.
28.03 Michel Doomst (CD&V): Mevrouw de minister, u wijst er
terecht op dat een en ander op lokaal niveau moet worden aangepakt.
Ik hoop inderdaad dat de goede stimuli en de goede voorbeelden zo
snel als mogelijk op de plaats komen waar zij door lokale inplanting zo
effectief mogelijk kunnen worden aangewend.
28.03 Michel Doomst (CD&V):
Cette problématique doit être
abordée à l'échelon local. J'espère
que les incitants
nécessaires
pourront être mis en oeuvre dans
les meilleurs délais.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
29 Vraag van de heer Michel Doomst aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de subsidies
voor Europese toppen" (nr. 18756)
29 Question de M. Michel Doomst à la ministre de l'Intérieur sur "les subsides dans le cadre des
sommets européens" (n° 18756)
29.01 Michel Doomst (CD&V): Mevrouw de minister, vorig jaar heb
ik bij uw voorganger, de heer De Padt, de mogelijke uitbreiding van de
subsidies tot de politiezones van Halle-Vilvoorde aangekaart voor de
politie-inzet bij een Europese top in Brussel. Hoewel de politiezones
van Halle-Vilvoorde niet allemaal evenveel presteren bij een Europese
top worden ze toch regelmatig geconsulteerd. Er is toen geantwoord
dat er omwille van de budgettaire middelen geen uitbreiding mogelijk
was naar de politiezones van Halle-Vilvoorde. Het KB van
december 2009 geeft nochtans een aantal miljoenen euro's aan de
zes politiezones van Brussel ter financiering van de uitgaven inzake
een Europese top. Wat zal er van de politiezones uit de rand van
Brussel verwacht worden bij de Europese hoogmissen? Welke
versterking zullen zij moeten leveren bij dit evenement? Welke
financiële compensatie zullen zij hiervoor ontvangen? In hoeveel
gevallen moeten de korpsen van de regio Vlaams-Brabant optreden in
het raam van de veiligheid? Valt dit steeds onder de toepassing van
de HyCap-richtlijn?
29.01 Michel Doomst (CD&V):
Alors qu'il est fait régulièrement
appel aux zones de police de Hal
et de Vilvorde pour assurer la
sécurité
lors
des
sommets
européens, ces zones ne reçoivent
pas de subsides à cet effet. Par
contre, les six zones de police
bruxelloises reçoivent, elles, un
subside
pour
les
dépenses
réalisées dans le cadre d'un
sommet européen.
Quelle sera la mission des zones
de police de la périphérie en ce qui
concerne la sécurité des sommets
européens ayant lieu sous la
présidence belge de l'Union
européenne?
Ces
missions
relèvent-elles de l'application de la
directive HyCap? Ces zones
recevront-elles des compensations
financières?
29.02 Minister Annemie Turtelboom: In antwoord op een
mondelinge vraag van de heer Dedecker heb ik gezegd dat de
verantwoordelijke politiechefs bij de voorbereiding van EU-
vergaderingen een risicoanalyse uitvoeren en de nood aan effectieven
bepalen voor het politionele beheer van de gebeurtenis. Dit gebeurt in
samenwerking met het OCAD, dat instaat voor de dreigingsanalyse
op het domein van terrorisme en met het Crisiscentrum voor de te
nemen maatregelen.
De inzet van zowel de federale als de lokale politiemacht wordt
29.02 Annemie Turtelboom,
ministre: Les chefs de police
responsables procèdent à une
analyse des risques, avec l'OCAM
et le Centre de crise, dans le
cadre de la préparation des
réunions de l'Union européenne.
Étant donné que l'analyse de
risques ne sera réalisée qu'à
l'approche du sommet, il est
CRIV 52
COM 786
09/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
53
geregeld door de dwingende ministeriële rondzendbrief MFO2 over de
HyCap en de vorige week aangepaste rondzendbrief GPI 44ter over
het CIK.
Daar de risicoanalyse en de daaraan gekoppelde maatregelen pas
kunnen plaatsvinden in de aanloop van een EU-Top en er tevens
rekening gehouden moet worden met gebeurtenissen die op hetzelfde
moment kunnen plaatsvinden kan de versterking door politiezones uit
de Brusselse rand niet op lange termijn vastgelegd worden.
Via de toepassing van de rondzendbrief MFO2 wordt weliswaar
betracht dat alle politiezones op jaarbasis in de mate van het
mogelijke een gelijkwaardige inspanning leveren inzake de HyCap. Er
is in geen verdere financiële compensatie voorzien voor politiezones
buiten Brussel die HyCap leveren voor Europese Toppen.
impossible de chiffrer plusieurs
mois à l'avance le renforcement
qui sera nécessaire. Par contre,
par l'application de la circulaire
MFO2, on essaye de faire en sorte
que toutes les zones fournissent
un effort équivalent dans le cadre
de
la
HyCap.
Aucune
compensation
financière
n'est
prévue pour les efforts consentis
par les zones en dehors de
Bruxelles lors des sommets
européens.
29.03 Michel Doomst (CD&V): Mevrouw de minister, dank u voor
uw antwoord. Mag ik er toch op aandringen dat, wanneer dit voor
Brussel wel gebeurt, overwogen wordt enige financiële compensatie
voor de zones in de buurt te bieden, mocht uit de risicoanalyse blijken
dat zij meer gesolliciteerd worden dan aanvankelijk gedacht werd.
29.03 Michel Doomst (CD&V):
J'espère qu'une compensation
financière
pourra
aussi
être
envisagée pour les zones de la
périphérie
si
elles
doivent
intervenir plus souvent que prévu
au départ.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
30 Question de M. Josy Arens à la ministre de l'Intérieur sur "les missions supplémentaires de la zone
de police 'Semois et Lesse'" (n° 18765)
30 Vraag van de heer Josy Arens aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de bijkomende
opdrachten van de politiezone 'Semois en Lesse'" (nr. 18765)
30.01 Josy Arens (cdH): Madame la ministre, il y a plus d'un an, le
gouvernement fédéral décidait de transférer la section francophone
du centre d'Everberg au centre de détention de Saint-Hubert, situé
dans la province de Luxembourg. Les travaux à Saint-Hubert sont en
cours d'exécution, et le centre devrait être opérationnel en avril
prochain. La capacité d'accueil de cette institution pourrait atteindre
50 mineurs d'âge.
La zone de police Semois et Lesse va donc être amenée à effectuer
des missions supplémentaires inhérentes à cette nouvelle
implantation, notamment à cause des transferts mensuels vers les
juges de la jeunesse. Je pense également à d'autres tâches policières
indispensables.
Toutes ces nouvelles missions vont provoquer une dépense de
capacité estimée à plus de 12 équivalents temps plein, soit plus de
11 % de la capacité réelle actuelle du personnel policier de cette zone
de police. Par conséquent, l'effectif actuel n'est pas en mesure
d'assumer cette nouvelle surcharge de travail, si ce n'est au détriment
des missions actuelles déjà fort nombreuses. C'est d'ailleurs
inacceptable pour la population.
Madame la ministre, quels moyens supplémentaires financiers et en
termes d'effectif policier comptez-vous déployer à la suite du transfert
de l'aile francophone d'Everberg au centre de détention de Saint-
Hubert, afin de ne pas déforcer les missions premières de la zone
30.01 Josy Arens (cdH): In april
van dit jaar wordt de Franstalige
afdeling van de instelling van
Everberg
naar
Saint-Hubert
overgebracht. Daardoor zal de
politiezone Semois en Lesse
diverse bijkomende taken op zich
moeten nemen, die naar schatting
overeenstemmen
met
twaalf
voltijdse equivalenten - elf procent
van de reële personeelscapaciteit
van die politiezone - en ten koste
zullen gaan van andere taken.
Welke bijkomende personele en
financiële
middelen
zal
u
toekennen aan de politiezone
Semois en Lesse?
09/02/2010
CRIV 52
COM 786
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
54
Semois et Lesse et de lui donner les moyens nécessaires en vue de
répondre à cette nouvelle mission?
30.02 Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur le président, j'ai
déjà répondu le 20 janvier dernier à une question similaire concernant
cette fois la zone de police Hesbaye-Ouest et la prison de Marneffe.
Pour le principe, je ne peux que vous renvoyer à la réponse donnée
conformément aux circulaires ministérielles GPI 44 et 44bis.
L'arrondissement judiciaire de Neufchâteau a reçu cinq membres du
corps d'intervention dans le cadre de la répartition opérée par la
structure de gestion après arbitrage de mon prédécesseur, à défaut
d'accord entre les autorités locales de l'époque.
Pour des raisons d'opportunité, les deux zones de police de cet
arrondissement judiciaire ont convenu entre elles, en concertation
avec leur directeur coordinateur que la zone de police Semois et
Lesse recevrait deux membres du CIK et la zone de police Centre-
Ardennes, trois membres du CIK. Les deux membres CIK de la zone
concernée ont presté 4 975 heures en 2009. Cette zone a en outre
bénéficié d'un renfort complémentaire apporté par le CIK de
l'arrondissement voisin d'Arlon, pour un total de 2 406 heures en 2009
dont une partie pour l'exécution des transfèrements.
Comme le prévoit cette même circulaire ministérielle, cette répartition
n'est pas immuable. Vous trouverez d'ailleurs au Moniteur belge du
27 janvier dernier la circulaire GPI 44ter qui comporte une adaptation
des règles de répartition et d'engagement du CIK. Ainsi, une
concertation entre les provinces devrait permettre d'optimaliser le
fonctionnement du CIK. Cependant le transfert des détenus est une
des missions prioritaires du corps de sécurité. Pour le CIK, il ne s'agit
que d'une mission subsidiaire à caractère exceptionnel, si le principe
ne change pas, même avec la nouvelle circulaire. Or l'arrondissement
judiciaire de Neufchâteau ne dispose toujours à l'heure actuelle
d'aucun membre du corps de sécurité.
Ce corps de sécurité créé par mon collègue de la Justice est
notamment destiné à renforcer la police locale pour l'exécution des
missions de transfèrement des détenus. Son encadrement est
toujours déficitaire. Il compte 350 membres sur un cadre de 380. Ce
cadre devrait cependant encore être complété cette année et un
effectif spécifique est prévu pour l'établissement pénitentiaire de
Saint-Hubert.
30.02
Minister
Annemie
Turtelboom: Voor het principe
verwijs ik u naar mijn antwoord
van
20 januari
op
een
vergelijkbare
vraag
van
de
heer Gustin in verband met de
politiezone Haspengouw-West en
de strafinrichting van Marneffe.
Overeenkomstig
de
omzendbrieven GP44 en 44bis
kreeg de politiezone Semois en
Lesse na arbitrage en overleg
twee
leden
van
het
interventiekorps
(CIK)
toegewezen, die in 2009 4 975 uur
hebben gewerkt en voor 2 406 uur
versterking hebben gekregen van
het CIK van Aarlen, deels voor het
overbrengen van gedetineerden.
De omzendbrief GP44ter voorziet
in een aanpassing van de regels
inzake de verdeling van het CIK,
dat nog beter zou moeten
functioneren na overleg tussen de
provincies. Het overbrengen van
gedetineerden is echter een
bijkomende,
uitzonderlijke
opdracht voor het CIK.
De zone Neufchâteau telt echter
geen
enkel
lid
van
het
veiligheidskorps, dat met name
instaat
voor
overbrengingsopdrachten.
De
bezetting is er ontoereikend (350
op 380) maar zou dit jaar moeten
worden vervolledigd; voor Saint-
Hubert is er in specifiek personeel
voorzien.
30.03 Josy Arens (cdH): Madame la ministre, si j'ai bien compris,
vous comptez beaucoup sur les membres du corps de sécurité pour
assurer aussi le transfèrement des mineurs. Effectivement, comme
vous l'avez dit, il n'y a personne là-bas, tout comme à d'autres
endroits dans le Sud-Luxembourg. À Arlon, seuls deux agents sont
effectifs pour le moment; or on en a besoin de neuf. Tout cela pose
quand même des problèmes aux zones de police et ce sera de même
au niveau de la zone Semois et Lesse.
À force de n'avoir personne au cours de sécurité, ce sera à nos
policiers des zones d'assurer ce travail, ce qui me semble
dommageable pour l'assurance des missions de sécurité normales de
la police.
30.03 Josy Arens (cdH): In die
zone is er inderdaad geen enkel lid
van het veiligheidskorps aanwezig,
net zo min als op andere plekken
in het zuiden van de provincie
Luxemburg. Uiteindelijk zal de
zonepolitie die taken op zich
moeten nemen, wat ten koste gaat
van
haar
gebruikelijke
veiligheidsopdrachten.
CRIV 52
COM 786
09/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
55
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: La question n° 18785 de Mme Dierick est reportée à sa
demande.
De voorzitter: Vraag nr. 18785
van mevrouw Dierick wordt op
haar verzoek uitgesteld.
31 Question de M. Joseph George à la ministre de l'Intérieur sur "le statut des pompiers volontaires"
(n° 18794)
31 Vraag van de heer Joseph George aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het statuut van
de vrijwillige brandweermannen" (nr. 18794)
31.01 Joseph George (cdH): Madame la ministre, sur 17 500
pompiers belges, les deux tiers sont des volontaires. Ceux-ci sont
répartis de manière non uniforme, puisqu'ils sont plus nombreux dans
les petites zones que dans les grandes. Jusqu'à ce jour, ils ne
bénéficient d'aucun statut. Vous aviez annoncé que vous alliez vous
attaquer au statut des pompiers volontaires et professionnels, avec
des budgets, sans reporter les frais sur les communes.
Madame la ministre, je souhaiterais connaître l'état d'avancement de
l'élaboration du statut des pompiers volontaires. Vous aviez transmis
en commission de l'Intérieur un tableau récapitulatif reprenant, pour
chaque pan de la réforme des services de secours, les dates butoirs.
Où en est-on dans le statut des pompiers volontaires?
Où en sont les négociations avec le ministère des Pensions? Qui dit
"statut" pense évidemment "protection sociale et pensions". Quand
comptez-vous présenter le projet de statut après la négociation
syndicale? Ou bien, quand prévoyez-vous d'enclencher le processus
parlementaire?
31.01 Joseph George (cdH):
Twee derde van de 17 500
Belgische brandweerlieden zijn
vrijwilligers. In de kleine zones zijn
er meer vrijwilligers actief. Hoe zit
het met de uitwerking van het
statuut
van
vrijwillige
brandweerman? Hoe staat het met
de onderhandelingen met het
departement Pensioenen? Zal u
het ontwerpstatuut onmiddellijk na
de onderhandelingen met de
vakbonden voorstellen?
31.02 Annemie Turtelboom, ministre: Cher collègue, il est inexact
d'affirmer que les pompiers volontaires ne bénéficient d'aucun statut.
Il existe un statut dont les différents aspects sont définis dans
diverses dispositions.
Je vise ici entre autres l'arrêté royal du 6 mai 1961 fixant les types de
règlements communaux relatifs à l'organisation des services
communaux d'incendie.
Ma proposition d'amélioration du statut des pompiers volontaires vise
dans un premier temps à mettre en place un régime plus cohérent de
sécurité sociale pour les pompiers volontaires.
Pour ce qui concerne le règlement de la question des pensions, cette
matière ne concerne que les pompiers professionnels. Mon
administration a analysé les résultats d'une étude externe réalisée en
la matière par une université et m'a soumis des propositions. Celles-ci
doivent être concertées avec mes collègues des Affaires sociales et
de l'Emploi et ce, dans le courant de ce mois conformément au timing
prévu dans mon plan d'action.
En ce qui concerne le texte législatif à modifier, le processus
parlementaire sera enclenché dès lors que les négociations avec les
syndicats seront clôturées et que le Conseil d'État aura remis son
31.02
Minister
Annemie
Turtelboom: Er bestaat al een
statuut
van
vrijwillig
brandweerman.
Mijn
voorstel
strekt ertoe een coherentere
socialezekerheidsregeling voor de
betrokkenen in te voeren. De
kwestie van de pensioenen heeft
enkel
betrekking
op
de
beroepsbrandweerlieden.
Mijn
administratie heeft de resultaten
van een door een universiteit
verrichte studie geanalyseerd en
heeft me voorstellen voorgelegd.
Het parlementair proces zal van
start
gaan
zodra
de
onderhandelingen
met
de
vakbonden zijn afgerond en de
Raad van State een advies heeft
uitgebracht.
09/02/2010
CRIV 52
COM 786
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
56
avis.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
32 Question de M. Joseph George à la ministre de l'Intérieur sur "la mise en place des zones de
secours" (n° 18795)
32 Vraag van de heer Joseph George aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de invoering van
hulpverleningszones" (nr. 18795)
32.01 Joseph George (cdH): Monsieur le président, madame la
ministre, l'arrêté royal du 2 février 2009 délimitant le territoire
géographique des zones de secours a été publié le 17 février 2009.
Cet arrêté royal divise la Belgique en 32 zones de secours.
La publication de cet arrêté royal constitue une avancée importante
pour la réforme, car elle permettra de mettre en place le futur
système.
Des task forces ont été constituées pour évaluer le besoin de chaque
zone en termes de recrutement, de frais de fonctionnement et de
besoins matériels. Elles vont d'ailleurs vous aider à déterminer les
normes qui s'appliqueront à chacune des futures zones.
Madame la ministre, quelle est la procédure à suivre pour les services
de secours qui souhaiteraient déjà se constituer en zone de secours?
Il est question de zones pilotes dès cette année. Y aura-t-il également
des zones pilotes l'année prochaine ou passera-t-on directement au
système définitif?
Comment allez-vous départager les communes et les villes qui en
font la demande? Allez-vous prendre en compte des critères tels que
la sécurité sur le territoire ­ je pense aux centrales nucléaires ­ ou
d'autres éléments?
32.01 Joseph George (cdH): De
publicatie van het koninklijk besluit
van 2 februari 2009, waarbij België
in 32 hulpverleningszones wordt
ingedeeld, is een belangrijke stap
voor de hervorming. Er werden
taskforces
opgericht
om
de
behoeften van elke zone te
beoordelen op het stuk van
werving,
werkingskosten
en
materiële noden. Ze zullen u ook
bijstaan bij het bepalen van de
normen die voor elk van de
toekomstige zones zullen gelden.
Welke procedure moeten de
hulpdiensten volgen die nu al een
hulpverleningszone
willen
oprichten? Hoe staat het met de
pilotzones voor volgend jaar? Zal
men rechtstreeks de overstap
naar
de
definitieve
regeling
maken? Hoe zal u de gemeenten
en steden selecteren die daarom
vragen? Zal u rekening houden
met criteria zoals de veiligheid op
het grondgebied - ik denk aan de
kerncentrales - of met andere
aspecten?
32.02 Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur le président, cher
collègue, je rappelle que l'entrée en vigueur des zones de secours est
conditionnée par l'article 220 de la loi de 2007 relative à la sécurité
civile. Cet article dispose que les zones de secours seront mises en
place lorsque le Roi constatera que les conditions suivantes sont
réunies: la circonscription territoriale de la zone a été fixée, l'effectif et
le matériel minimum de la zone ont été déterminés, la dotation
fédérale a été fixée, les dotations des diverses communes de la zone
ont été inscrites dans les budgets communaux.
Avant cela, il n'est pas possible pour les communes d'organiser leur
service d'incendie dans une zone de secours au sens de la loi de
2007. Par contre, rien n'empêche les communes qui le souhaitent de
développer déjà maintenant davantage de synergies entre les postes
d'incendie d'une zone.
Par ailleurs, je souhaite mettre en place prochainement un certain
nombre de pré-zones opérationnelles; il s'agit en quelque sorte de
32.02
Minister
Annemie
Turtelboom: De inwerkingtreding
van de hulpzones wordt geregeld
door artikel 220 van de wet van
2007
betreffende
de
civiele
veiligheid. Dit artikel bepaalt dat de
hulpzones
worden
ingevoerd
wanneer
aan
de
volgende
voorwaarden voldaan is: het
territoriale ambtsgebied van de
zone is vastgesteld, de minimale
personeelsbezetting
en
het
minimale materieel van de zone is
vastgesteld, de federale dotatie
van de zone is bepaald en de
dotaties van de gemeenten van de
zone werden ingeschreven in de
gemeentebegrotingen.
CRIV 52
COM 786
09/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
57
zones pilotes chargées de tester les normes et procédures en
développement et les principes contenus dans la loi de 2007.
L'objectif poursuivi par ces derniers reste d'ailleurs identique à celui
poursuivi par les zones de secours: un meilleur fonctionnement des
services de secours ainsi qu'une sécurité accrue pour le citoyen et les
intervenants.
Les communes d'une zone de secours qui le souhaitent peuvent
poser leur candidature pour participer au projet "pré-zones
opérationnelles".
In afwachting daarvan staat het de
gemeenten
vrij
om
meer
synergieën tot stand te brengen
tussen de brandweerposten van
een zone. Het is voorts mijn
bedoeling om proefzones in te
voeren om de normen en
procedures
die
nu
worden
ontwikkeld en de beginselen
vervat in de wet van 2007 te
testen. De gemeenten van een
hulpzone die dat wensen, kunnen
zich kandidaat stellen om deel te
nemen
aan
het
project
`operationele prezones'.
32.03 Joseph George (cdH): Je remercie la ministre.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Le président: Mme Liesbeth Van der Auwera étant absente, sa
question n° 18804 est reportée. La question n° 18822 de Mme Leen
Dierick est reportée à sa demande.
De voorzitter: Vragen nr. 18804
van mevrouw Van der Auwera en
nr. 18822 van mevrouw Dierick
worden uitgesteld.
33 Vraag van de heer Gerald Kindermans aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het niet
sturen van Belgische politiemensen naar Haïti" (nr. 18850)
33 Question de M. Gerald Kindermans à la ministre de l'Intérieur sur "sa décision de ne pas envoyer
de policiers belges en Haïti" (n° 18850)
33.01 Gerald Kindermans (CD&V): Mevrouw de minister, ik heb
eind januari een vraag ingediend in verband met het niet-sturen van
Belgische politiemensen naar Haïti. Op vraag van de Verenigde
Naties werd er een politiemissie naar Haïti gestuurd. Het zou gaan om
300 Europese agenten die samen met de lokale VN-missie moeten
instaan voor het garanderen van de algemene veiligheid zodat
ontwikkelingswerkers en andere hulpverleners hun werk zouden
kunnen doen. Ze moeten ook de Haïtiaanse bevolking beschermen
tegen het toenemend geweld van misdadige bendes. Het is echter
opvallend dat België in tegenstelling tot bijvoorbeeld Nederland niet
deelneemt aan die Europese operatie. De staatssecretaris voor
Europese Zaken, de heer Chastel, die ons land vertegenwoordigde op
die Europese raad stelde dat ons land eenvoudigweg geen extra
agenten meer heeft.
Heeft het departement Binnenlandse Zaken een officiële vraag
gekregen om deel te nemen aan een Europese politiemissie in Haïti?
Klopt het dat België geen mensen kan leveren voor
stabiliteitsoperaties zoals het recente initiatief voor Haïti, dit in
tegenstelling tot Frankrijk, Italië, Spanje of Nederland? Wat zijn de
redenen hiervoor? Ondermijnt dit niet de geloofwaardigheid van ons
land wat de rol betreft die wij kunnen spelen bij civiele wederopbouw?
33.01 Gerald Kindermans
(CD&V): Une mission de police a
été envoyée à Haïti à la demande
des Nations unies. La Belgique est
absente
de
cette
opération
européenne. Le secrétaire d'État
Chastel aurait déclaré que notre
pays
n'avait
plus
d'agents
disponibles pour une telle mission.
A-t-il été officiellement demandé
au SPF Intérieur de participer à
cette mission? Est-il exact que la
Belgique ne peut actuellement
plus fournir de policiers pour des
opérations de stabilisation? La
crédibilité de la Belgique n'est-elle
pas remise en question dans le
cadre de la participation à la
reconstruction civile?
33.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, België
levert een belangrijke bijdrage aan operaties in het kader van het
gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid van de Europese
33.02 Annemie Turtelboom
,
ministre: La Belgique contribue
largement à des opérations dans
09/02/2010
CRIV 52
COM 786
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
58
Unie zoals in Afghanistan maar ook in Kosovo, Congo enzovoort. De
federale politie doet dat altijd onder duidelijke voorwaarden. Een van
de belangrijkste voorwaarden is de bepaalde graad van veiligheid van
de politiemensen. Een andere parameter is dat de aanwezigheid van
de politie een meerwaarde moet betekenen voor de missie. Ik wil
hierbij overigens preciseren dat de missies waarvoor de Belgische
politie zich engageert geen ordehandhavingsmissies zijn maar
missies gericht op de vorming van lokaal personeel in het kader van
het herstel van de rechtsstaat.
Wat deze specifieke operatie betreft, is de vraag niet gesteld. De
afweging is dan ook niet gemaakt door de federale politie. De actie in
Haïti was en is geen gemeenschappelijke Europese operatie in het
kader van EVDB, het gemeenschappelijk veiligheids- en
defensiebeleid, noch een eensgezinde European Gendarmerie Force-
actie. Het zijn voornamelijk landen die over militaire politie beschikken
die op de vraag van de Verenigde Naties ingaan om een politiemacht
te zenden. De Belgische politie is een gedemilitariseerde politie en
heeft een andere filosofie en andere finaliteiten dan bijvoorbeeld de
Franse gendarmerie. Dat betekent ook dat de geïntegreerde politie
eigenlijk niet is uitgerust voor de missies die normaal gezien door de
militaire politie worden uitgevoerd.
In de huidige stand van zaken is het dan ook niet nuttig en was het
ook niet menselijk om Belgische politiemensen naar Haïti te sturen.
Men heeft het nog overwogen in het kader van de
identificatieopdracht. Maar omdat uit contacten bleek dat men te
weinig basisidentificatiegegevens had om mensen nadien mee te
identificeren, is ook die optie niet in aanmerking genomen, maar ze is
wel overwogen.
le cadre de la politique commune
de sécurité et de défense de
l'Union européenne (PESD). La
police fédérale se joint toujours à
ces opérations à des conditions
précises,
parmi
lesquelles
l'assurance d'un certain degré de
sécurité
pour
les
policiers
représente un aspect important.
De plus, sa présence doit apporter
une plus-value à la mission.
Les missions dans lesquelles la
police belge est engagée ne sont
pas des missions de maintien de
l'ordre, mais plutôt des missions
axées sur la formation de
personnel local dans le cadre du
rétablissement d'un État de droit.
Aucune
demande
concernant
cette action à Haïti ne nous est
parvenue. Cette mission ne
s'inscrit pas dans le cadre de la
PESD et n'est pas davantage une
action concertée de la Force de
Gendarmerie européenne.
Ce sont principalement les pays
disposant d'une police militaire qui
répondent positivement à la
demande de l'ONU. La police
belge est une police démilitarisée.
On a toutefois envisagé d'envoyer
des effectifs pour la mission
d'identification, mais cette option
n'a pas été retenue non plus parce
que des contacts ont révélé que
les données d'identification de
base étaient insuffisantes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
34 Vraag van de heer Gerald Kindermans aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het sturen
van Belgische politietrainers naar Afghanistan in navolging van het recente debat in de gemengde
commissie" (nr. 18851)
34 Question de M. Gerald Kindermans à la ministre de l'Intérieur sur "sa décision d'envoyer des
formateurs belges de policiers en Afghanistan à la suite du débat récent en commission mixte"
(n° 18851)
34.01 Gerald Kindermans (CD&V): Mevrouw de minister, mijn vraag
heeft te maken met het recente debat over Afghanistan in de
gemengde commissie, waar u ook aanwezig was.
Kunt u bevestigen dat er op dit ogenblik binnen de Belgische politie
nog maar een tweetal kandidaten zijn die zich hebben opgegeven om
34.01 Gerald Kindermans
(CD&V): Est-il exact que pour le
moment,
deux
personnes
seulement sont candidates à la
fonction
de
formateur
ou
d'instructeur
de policiers en
CRIV 52
COM 786
09/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
59
naar Afghanistan te vertrekken als politietrainer of -instructeur? Kunt
u, indien deze informatie klopt, ons informeren wat de reden is voor
het kleine aantal kandidaten binnen de federale politie? Het argument
dat door de hervorming onze politieagenten niet langer een militaire
opleiding krijgen, waarnaar u daarnet verwezen hebt, lijkt mij toch
onvoldoende als verklaring. Het merendeel van de Europese lidstaten
levert immers wel politietrainers en ­instructeurs voor dergelijke
missies.
Mevrouw de minister, bent u met ons van oordeel dat een dergelijk
klein aantal politiemensen voor buitenlandse stabilisatiemissies onze
geloofwaardigheid kan aantasten op het internationale toneel?
Wanneer wij pleiten voor meer civiele hulp en ondersteuning voor de
opleiding van Afghaanse politiemensen en de uitbouw van een
geloofwaardige politiemacht in Afghanistan, moeten wij er dan niet
voor zorgen dat er meer politiemensen naar Afghanistan kunnen gaan
dan die 2 instructeurs die nu zouden hebben toegezegd?
Afghanistan? L'argument selon
lequel nos agents de police ne
reçoivent
plus
de
formation
militaire me semble être une
explication insuffisante car la
majorité des États membres de
l'UE fournit des policiers et non
des militaires dans ce contexte.
Cet état de choses n'est-il pas de
nature à décrédibiliser le plaidoyer
belge
en
faveur
d'un
accroissement de l'aide civile, de
l'appui à la formation de policiers
afghans et de la contribution de
notre pays à la constitution d'une
force de police crédible en
Afghanistan?
34.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer Kindermans, ik kan u
geruststellen, er zijn op dit ogenblik 16 kandidaten geïnteresseerd in
een deelname aan de EU-missie in Afghanistan, dit op basis van de
cijfers die wij hebben. Ik moet wel zeggen dat zij eerst een interne
selectie moeten doormaken om te beantwoorden aan de profielen die
in de call for contribution staan.
De federale politie moet ook het fiat afwachten van de diensthoofden
van de geselecteerde kandidaten. Tot slot moeten zij ook een selectie
doormaken op Europees niveau. Het spreekt dus voor zich dat er
meer kandidaten nodig zijn dan het effectieve aantal dat kan
vertrekken. Het heeft geen zin mensen te sturen die niet exact in het
profiel blijken te passen wanneer zij ter plaatse zijn.
Ik meen dat de bijdrage van 2 of 3 politieagenten die wij naar
Afghanistan sturen ­ bij beslissing van de kern van 4 december 2009
­ op dit ogenblik eerder bescheiden is. Maar het is een eerste stap.
Dit is de eerste keer dat België deelneemt aan die missie in
Afghanistan. Ik meen dat het een belangrijke eerste stap is. Op
termijn zullen wij zien hoe het ter plaatse loopt, en of er uitbreiding in
zit of niet. Let op, zoiets gebeurt altijd na een call for contribution van
de Europese Unie.
34.02 Annemie Turtelboom,
ministre:
Actuellement,
seize
personnes
se
sont
portées
candidates à cette fonction. Il leur
reste toutefois à passer par les
fourches caudines d'une sélection
interne pour répondre aux profils
de l'appel aux contributions lancé
par l'Union européenne. La police
fédérale doit en outre attendre le
feu vert des chefs de service des
candidats sélectionnés. Enfin, une
sélection s'opère également à
l'échelon européen. Envoyer à
Kaboul des personnes qui ne
répondent pas exactement au
profil n'a aucun sens. Notre
contribution,
qui
consiste
à
envoyer sur place deux ou trois
agents de police conformément à
la décision du conseil des
ministres restreint du 4 décembre
2009,
est
une
contribution
modeste mais c'est un premier
pas important. À terme, nous
verrons comment les choses
évolueront sur le terrain et si une
augmentation de notre effort est
indiquée. Au demeurant, il est
toujours procédé à une telle
augmentation après un appel à
contributions de l'UE.
34.03 Gerald Kindermans (CD&V): Ik voel dat er toch werk van
gemaakt wordt politiemensen naar Afghanistan te sturen. Ik meen dat
dit goed is voor de geloofwaardigheid van ons buitenlands beleid. Wij
zeggen voortdurend dat onze militaire aanwezigheid uiteindelijk alleen
een middel is om de heropbouw van het land mogelijk te maken. Dan
is het belangrijk dat wij ook op het civiele vlak van nation building ons
steentje bijdragen onder de vorm van instructeurs.
09/02/2010
CRIV 52
COM 786
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
60
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: MM. Patrick De Groote et Ben Weyts étant absents,
leurs questions n° 18863 et n° 18874 sont reportées. La
question n° 18961 de M. Van Campenhout est reportée à sa
demande à une séance ultérieure.
De
voorzitter:
De
vragen
nr. 18863 van de heer De Groote,
nr. 18874 van de heer Weyts en
18961
van
de
heer Van
Campenhout worden uitgesteld.
35 Question de M. Josy Arens à la ministre de l'Intérieur sur "le choix de la province du Luxembourg
comme zone pilote" (n° 18962)
35 Vraag van de heer Josy Arens aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de provincie
Luxemburg als mogelijke pilotzone" (nr. 18962)
35.01 Josy Arens (cdH): Monsieur le président, madame la ministre,
la loi du 15 mai 2007 réformant la sécurité civile tend à faire passer
l'organisation des systèmes d'incendie d'un système communal vers
un système zonal. En ce qui concerne la mise en oeuvre des futures
zones, le budget de 2009 prévoyait une enveloppe de 10 millions
d'euros destinée à financer les task forces qui avaient pour mission
d'évaluer budgétairement la mise en place de chaque future zone. Or,
le budget 2010 ne prévoit que 2 millions d'euros dédiés à la même
mise en place de 6 zones pilotes.
Par ailleurs, l'arrêté royal du 2 février 2009, déterminant la délimitation
territoriale des zones de secours en exécution de la loi, prévoit une
zone unique pour la province du Luxembourg, ceci à la demande des
44 bourgmestres de cette province. Les bourgmestres des
44 communes, le gouverneur et les pompiers de la province sont tous
d'accord pour passer au plus vite dans le système zonal et espèrent,
dès lors, faire partie des 6 zones pilotes.
D'ailleurs, les arguments avancés par la province du Luxembourg en
matière de sécurité civile sont synonymes de bonne gestion des
services d'incendie. De fait, les 44 communes ont investi 6 millions
d'euros pour l'achat de matériel. Le charroi des services d'incendie a
été renouvelé et 500 000 euros sont prévus pour l'année
budgétaire 2010. Le nombre de pompiers professionnels est passé de
99 à 135. Une centrale d'achat est prévue à moyen terme, favorisant
ainsi une économie d'échelle. Le projet d'implémentation du numéro
d'appel 112 est en voie de concrétisation, conformément à la
réglementation européenne, de même qu'un projet de tarification des
différents services prestés par les services de secours est en voie de
réalisation. Enfin, le réseau informatique et la formation des pompiers
ont fait l'objet d'améliorations. Compte tenu des efforts fournis jusqu'à
présent, je constate que les services communaux d'incendie de la
province du Luxembourg ont mis tout en oeuvre pour assurer la
protection de ses 265 000 habitants.
Madame la ministre, dans le cadre de la poursuite de la réforme des
services de secours, il est question de mettre en place des zones
pilotes parmi les 32 zones. Les 6 zones pilotes ont-elles déjà été
choisies? Dans la négative, quand ce choix aura-t-il lieu?
Faire partie des zones pilotes est important pour nous. Comme je l'ai
dit, la province du Luxembourg fait preuve d'une bonne gestion en
matière de sécurité civile. Tous les acteurs du terrain demandent de
35.01 Josy Arens (cdH): Met de
wet van 15 mei 2007 betreffende
de civiele veiligheid wil men de
organisatie
van
de
brandweerdiensten
overdragen
van de gemeenten aan de
hulpverleningszones.
In
de
begroting 2009 was er een bedrag
van tien miljoen euro uitgetrokken
ter financiering van de taskforces,
die moesten onderzoeken hoeveel
de oprichting van elke toekomstige
zone de schatkist zou kosten. In
de begroting 2010 is er echter
slechts
twee
miljoen
euro
uitgetrokken voor de oprichting
van zes pilotzones.
Voorts voorziet het koninklijk
besluit van 2 februari 2009 op
verzoek van de 44 burgemeesters
van deze provincie in de oprichting
van één zone voor de hele
provincie
Luxemburg.
De
burgemeesters, de gouverneur en
brandweer van die provincie willen
zo snel mogelijk het zonesysteem
invoeren en hopen dan ook dat
hun provincie als een van de zes
pilotzones
zal
worden
geselecteerd.
De
gemeentelijke
brandweer-
diensten
in
de
provincie
Luxemburg hebben er alles aan
gedaan om de veiligheid van de
inwoners te waarborgen. Zijn de
zes pilotzones al geselecteerd? Zo
nee, wanneer zal dat gebeuren?
Verdient de provincie Luxemburg
niet als pilotzone geselecteerd te
worden? Zodra de zes pilotzones
zijn geselecteerd, hoe zal de
CRIV 52
COM 786
09/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
61
passer dans le système zonal et ce, dans les plus brefs délais.
Estimez-vous que la province du Luxembourg mérite de faire partie
de ces zones pilotes? Enfin, madame la ministre, dès que les 6 zones
pilotes seront déterminées, comment l'enveloppe de 2 millions
d'euros, destinée à financer la mise en place de ces zones, sera-t-elle
répartie?
enveloppe van twee miljoen euro
dan worden verdeeld?
Le président: La zone de Luxembourg: une ardeur d'avance!
35.02 Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur le président, cher
collègue, je puis vous donner la même réponse qu'à la question
identique de votre collègue au Sénat, M. Fourny.
Comme vous le savez, les zones opérationnelles ne sont pas encore
définies, mais je rappelle d'ores et déjà les critères dont il sera tenu
compte dans la sélection des zones: la volonté, les travaux
préparatoires des task forces et la faisabilité.
Bien évidemment, je remercie la zone de Luxembourg pour sa
candidature. Néanmoins, ma décision ne sera prise qu'après un
examen global de toutes les demandes.
Pour la concrétisation de cette initiative, deux millions d'euros ont été
prévus. Ce montant sera ventilé ultérieurement en fonction des
spécificités des zones pilotes et de leurs résultats. En outre, j'entends
demander des moyens complémentaires lors du contrôle budgétaire
afin de pouvoir mettre en place davantage de zones opérationnelles
dans le courant du second semestre 2010.
35.02
Minister
Annemie
Turtelboom: Ik kan u hetzelfde
antwoord geven als datgene wat ik
heb verstrekt op de identieke
vraag van senator Fourny.
De operationele zones zijn nog
niet afgebakend. De selectie is
gestoeld op criteria zoals de
bereidwilligheid,
de
voorbereidende werkzaamheden
van
de
taskforces
en
de
haalbaarheid. Ik zal pas een
beslissing nemen na een globaal
onderzoek van alle aanvragen.
Voor de concrete uitwerking van
dit initiatief werd twee miljoen euro
uitgetrokken. Dat bedrag zal
worden verdeeld naargelang van
de resultaten en de specifieke
noden van de pilotzones. Tijdens
de begrotingscontrole zal ik
bijkomende
middelen
vragen,
zodat er tijdens de tweede helft
van 2010 meer operationele zones
kunnen worden opgericht.
35.03 Josy Arens (cdH): Monsieur le président, je remercie la
ministre de sa réponse.
Je pensais que le choix était déjà arrêté. D'après mes sources, il
paraît que le dossier est en bonne voie. Mais je pensais vraiment que
vous alliez annoncer le nom des zones retenues.
35.03 Josy Arens (cdH): Als ik
mijn bronnen mag geloven, gaat
het dossier de goede kant op. Ik
dacht dat u de namen van de
geselecteerde
zones
zou
opsommen.
Le président: Dont celle du Luxembourg...
De voorzitter: Waaronder de
provincie Luxemburg...
35.04 Josy Arens (cdH): Je dois ajouter que tous les partis
politiques ont appuyé la candidature de la province de Luxembourg
comme zone pilote.
35.04 Josy Arens (cdH): Alle
politieke partijen hebben de
kandidatuur van de provincie
Luxemburg
als
pilotzone
ondersteund.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Le président: Dans cette belle unanimité, je vous annonce que la
question n° 18796 de Mme Jacqueline Galant est reportée à sa
De
voorzitter:
De
vragen
nr. 18796 van mevrouw Galant en
09/02/2010
CRIV 52
COM 786
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
62
demande, ainsi que la question n° 18965 de Mme Leen Dierick.
nr. 18965 van mevrouw Dierick
worden uitgesteld.
36 Vraag van de heer Paul Vanhie aan de minister van Binnenlandse Zaken over "prioritaire
voertuigen" (nr. 18996)
36 Question de M. Paul Vanhie à la ministre de l'Intérieur sur "les véhicules prioritaires" (n° 18996)
36.01 Paul Vanhie (LDD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, in het verleden werden bestuurders van prioritaire voertuigen
veroordeeld wanneer zij een ongeval veroorzaakten. Bij elk ongeval
moet steeds blijken dat er inderdaad sprake was van een dringende
opdracht en/of de vastgestelde verkeersinbreuk conform het wettelijk
kader was, zoals weergegeven in circulaire COL 16/2006 van het
College van procureurs-generaal bij de hoven van beroep.
Het probleem mag niet overschat worden, maar dat er wel degelijk
veel ongevallen gebeuren bewijzen de cijfers. In zeven jaar tijd waren
er 39 zwaargewonden, 554 lichtgewonden en zelfs 2 doden. Dit is
natuurlijk een erg delicate materie. Enerzijds moet erkend worden dat
het uitermate belangrijk is dat prioritaire voertuigen snel op hun
bestemming geraken en anderzijds is er de noodzaak van een strikte
opvolging in het belang van de verkeersveiligheid.
De techniek snelt hier echter te hulp. In Nederland startte eind vorig
jaar een experiment waarbij 40 ambulances, brandweerwagens en
politievoertuigen werden uitgerust met een systeem dat de sirenes
hoorbaar maakt op de autoradio, de zogenaamde Flister. In Gent
heeft de brandweer eind 2008 reeds een nieuwe ziekenwagen van
een zogenaamde Rumbler voorzien. Dit apparaat, afkomstig uit de
Verenigde Staten, zou een zeer lage toon veroorzaken die tot
60 meter in de omtrek voelbaar is.
Mevrouw de minister, kunt u in dit kader meedelen wat in België de
stand van zaken is betreffende het gebruik van dergelijke technische
hulpmiddelen voor prioritaire voertuigen en desgevallend een timing
naar voren schuiven voor de verdere implementatie?
Kunt u de in dit kader reeds beschikbare cijfergegevens per regio en
provincie meedelen?
36.01 Paul Vanhie (LDD): En
l'espace de sept ans, lors
d'accidents
impliquant
des
véhicules prioritaires, il a fallu
déplorer 39 blessés graves, 554
blessés légers et 2 morts. Fin
2009, les Pays-Bas ont lancé les
tests du fameux système Flister,
diffusant les sirènes des véhicules
prioritaires sur les autoradios.
Dans les ambulances, les services
d'incendie gantois utilisent un
Rumbler, c'est-à-dire un système
émettant un son très aigu,
parfaitement audible. Où en est
l'utilisation
de
dispositifs
techniques de ce type? Des
chiffres sont-ils disponibles par
région et par province?
36.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, het
Flistersysteem werd uitgetest in Nederland en het eindrapport van de
Nederlandse stuurgroep werd bestudeerd door mijn diensten. In de
aanbevelingen van dat evaluatierapport wordt gesteld dat een
uitgebreider onderzoek nodig is.
Bijgevolg kwam op uitnodiging van de minister van Verkeer en
Waterstaat op 17 november 2009 een Belgische delegatie samen op
het TT-circuit van Assen in Nederland. Deze delegatie bestond uit een
vertegenwoordiger van de algemene directie Civiele Veiligheid en
vertegenwoordigers van de drie disciplines, brandweer, medische
diensten en politie.
De conclusies van dit experiment kunnen als volgt worden
samengevat. Bij de keuze van de locatie werd over het hoofd gezien
dat er een sterke zender in de buurt stond die roet in het eten
strooide. Ook werd geen rekening gehouden met het
verwaaiingseffectcircuit van de uitgezonden signalen.
36.02 Annemie Turtelboom,
ministre: À l'issue de la lecture du
rapport final publié aux Pays-Bas
sur le système Flister, mes
services ont conclu qu'une étude
plus approfondie s'imposait.
Une délégation belge a été invitée
aux Pays-Bas pour assister à une
expérience qui a montré que le
Flister est un système adéquat
mais
que
de
nombreuses
améliorations techniques peuvent
encore y être apportées, de sorte
qu'il ne convient pas encore à une
utilisation courante. Le système
pourra également être utilisé en
Belgique dès que toutes les
CRIV 52
COM 786
09/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
63
Potentieel is dit wel een behoorlijk systeem, maar de test heeft ook
zijn zwakheden getoond. Door de onzorgvuldige plaatsing van een
antenne op de interventievoertuigen en de verminderde wattage
hoorde men het sirenesignaal veel te laat op de radioboxen en hield
het veel te lang aan nadat het interventievoertuig het
deelnemersvoertuig al was gepasseerd, wat natuurlijk niet de
bedoeling is.
Ook speelt het beperkt uitzendvermogen, opgelegd in de huidige
proefvergunning, parten. Het signaal is te zwak om alle zenders te
kunnen onderdrukken.
Kortom, het systeem is nog niet rijp om al courant te worden gebruikt.
Vooraleer testen met het Flistersysteem in België zullen kunnen
gebeuren en een dergelijk systeem in België dus eventueel zal
kunnen worden ingevoerd, zal een zendvergunning hiervoor door alle
Gemeenschappen dienen te worden afgeleverd.
Besprekingen in die zin zijn opgestart op de Conferentie van
Regulatoren voor Elektronische Communicatie.
Momenteel zijn de ambulances van de brandweer in Gent uitgerust
met een systeem, genaamd Rumbler. Het produceert golven met een
lage frequentie die ruimschoots de omgevingsgeluiden van het
verkeer en van de radio's in de voertuigen overschrijden. Daarom
dringt men aan op een gematigd gebruik van het Rumblersysteem.
Volgens de gebruikers blijkt het systeem niet afdoende te zijn.
Bovendien menen de gebruikers dat blauwe zwaailampen met
krachtige LED-lampen eigenlijk doeltreffender zijn.
Gezien het Flistersysteem niet in België is ingevoerd omwille van de
voormelde reden, heb ik alleen kennis van het Rumblersysteem bij de
brandweer van Gent.
Communautés auront délivré une
autorisation d'émettre et des
négociations ont commencé à ce
sujet. Aujourd'hui, les ambulances
des services d'incendie gantois
sont
équipées
du
système
'Rumbler', qui produit des ondes
de basse fréquence surpassant
largement
le
niveau
sonore
ambiant
du
trafic
et
des
autoradios. Pourtant, d'après les
utilisateurs, les gyrophares bleus
équipés de puissantes ampoules
LED sont en réalité plus efficaces.
36.03 Paul Vanhie (LDD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik ga er niet veel meer over
zeggen, maar het is misschien wel een probleem in Brussel. Als men
door een file moet en de radio in de wagen staat te luid, hoort men het
niet en kan men geen plaats maken. Het is zowel goed voor de
bestuurder als voor het slachtoffer waarnaar men op weg is.
Ik ben blij dat u ermee bezig bent, mevrouw de minister.
36.03 Paul Vanhie (LDD):
Néanmoins, un problème se pose
peut-être à Bruxelles: lorsqu'il faut
traverser des embouteillages et
que le volume de la radio du
véhicule est trop élevé, on
n'entend
pas
les
véhicules
prioritaires.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
37 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Leen Dierick aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de subsidies aan de
gemeenten in het kader van het veiligheids- en preventiebeleid" (nr. 19014)
- mevrouw Annick Ponthier aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de federale
veiligheidssubsidies aan gemeenten" (nr. 19259)
37 Questions jointes de
- Mme Leen Dierick à la ministre de l'Intérieur sur "les subventions versées aux communes dans le
cadre de leur politique de sécurité et de prévention" (n° 19014)
- Mme Annick Ponthier à la ministre de l'Intérieur sur "les subsides fédéraux en matière de sécurité
octroyés aux communes" (n° 19259)
09/02/2010
CRIV 52
COM 786
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
64
De voorzitter: Mevrouw Dierick heeft haar vraag nr. 19014 omgezet in een schriftelijke vraag.
37.01 Annick Ponthier (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, er is enige bezorgdheid gebleken bij verschillende
gemeenten met betrekking tot de federale subsidies die zij al dan niet
zouden ontvangen voor hun veiligheids- en preventiebeleid. De
criteria die in het verleden werden opgesteld, zouden worden
gehandhaafd na het afsluiten van deze subsidieperiode en een
nieuwe verdeling zou uitblijven.
Ik zou hierover graag enkele vragen stellen.
Kunt u bevestigen dat de criteria ongewijzigd zullen blijven? Wat zijn
de exacte criteria op dit moment? Hoelang zal de nieuwe
subsidieperiode nog lopen? Wat is uw visie omtrent de vrees of de
bezorgdheid van de gemeenten? Bent u eventueel bereid om de
criteria te herbekijken?
37.01 Annick Ponthier (VB):
Certaines communes s'inquiètent
de savoir si elles percevront des
subventions fédérales pour leur
politique de sécurité et de
prévention. La ministre est-elle en
mesure de confirmer que les
critères appliqués dans ce cadre
resteront inchangés? En quoi
consistent-ils
actuellement?
Quand la période couverte par la
subvention prendra-t-elle fin? Quel
est le point de vue de la ministre
concernant
ce
souci
des
communes?
Est-elle
éventuellement
disposée
à
reconsidérer les critères?
37.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, in 2007
zijn nieuwe strategische veiligheids- en preventieplannen gesloten
voor een periode van vier jaar. Zij lopen dus tot eind 2010. Voor deze
plannen wordt jaarlijks in een bedrag voorzien van 35 miljoen euro,
dat, conform de criteria vastgelegd in het KB, wordt verdeeld over de
honderdentwee begunstigde gemeenten, te weten drieënveertig in
Vlaanderen, veertien in Brussel en vijfenveertig in Wallonië.
Aangezien de huidige plannen eind dit jaar ten einde lopen, ben ik
bezig met een evaluatie van de bestaande plannen. We hebben al
gezegd dat we de veiligheids- en preventieplannen ook willen
afstemmen op de zonale veiligheidsplannen, met respect voor ieders
bevoegdheid, zodat men tot een geïntegreerde veiligheidsaanpak
komt.
We zijn op dit ogenblik bezig met de evaluatie en we hopen de nieuwe
criteria in april of mei van dit jaar te kunnen meedelen aan de steden
en de gemeenten. Sowieso loopt hun budget nog tot eind 2010.
37.02 Annemie Turtelboom,
ministre: Les nouveaux plans
stratégiques de sécurité et de
prévention élaborés en 2007 pour
une durée de quatre ans arriveront
à échéance fin 2010. Une
enveloppe de 35 millions d'euros
est chaque année réservée à cet
effet et doit être répartie entre 43
communes
flamandes,
14
communes bruxelloises et 45
communes wallonnes.
Je m'emploie à évaluer les plans
actuels.
L'objectif
consiste
également à les coordonner avec
les plans zonaux de sécurité en
vue d'intégrer notre approche de la
sécurité. Nous espérons pouvoir
communiquer
les
nouveaux
critères aux villes et communes en
avril ou mai 2010.
37.03 Annick Ponthier (VB): Mevrouw de minister, de huidige
criteria heb ik wel ter beschikking. Ik denk dat hier en daar toch wel
een en ander kan worden gewijzigd, als we zien hoe de verdeling op
dit moment gebeurt. Ik heb het dan natuurlijk specifiek over Limburg,
omdat ik uit die provincie kom. Als ik gemeenten met redelijk veel
criminaliteit en veiligheidsproblemen vergelijk, zijn die proporties mijns
inziens niet altijd logisch. Ik vraag u om dat concreet te bekijken en
eventueel bij te sturen. Ik zal mijn vraag tegen april of mei opnieuw
stellen.
37.03 Annick Ponthier (VB): À
mon avis, les critères actuels sont
améliorables,
notamment
au
Limbourg. Je constate que la
répartition des moyens n'est pas
toujours très logique lorsque je
compare
des
communes
confrontées à un niveau assez
élevé de criminalité et à des
problèmes de sécurité assez
importants. La ministre peut-elle
encore reconsidérer ces éléments
et, le cas échéant, apporter des
corrections au système?
CRIV 52
COM 786
09/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
65
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: À sa demande, la question n° 19023 de M. Geerts est
transformée en question écrite.
De voorzitter: Vraag nr. 19023
van de heer Geerts wordt omgezet
in een schriftelijke vraag.
38 Question de M. André Frédéric à la ministre de l'Intérieur sur "la mise en place du logiciel 'Ariadne'
dans les provinces" (n° 19030)
38 Vraag van de heer André Frédéric aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de implementatie
van de Ariadnesoftware in de provincies" (nr. 19030)
38.01 André Frédéric (PS): Madame la ministre, en vertu de la loi du
8 juin 2006 réglant les activités économiques et individuelles avec des
armes récemment modifiées, le gouverneur est et reste l'autorité
administrative principale de l'octroi des agréments et des
autorisations de détention et de port d'armes. Il dispose aussi de
prérogatives administratives en cas de non-respect des dispositions
légales en la matière.
Certaines des récentes modifications visent à simplifier et à accélérer
le traitement des autorisations. Les autorisations sont désormais à
durée indéterminée, mais tous les cinq ans, le gouverneur vérifie si
les conditions de l'autorisation sont toujours bien remplies et les
demandes d'autorisation devront être traitées dans les quatre mois,
avec une seule prolongation.
À ce propos, afin de rationaliser le travail des services des armes des
gouverneurs, la Conférence des gouverneurs avait décidé de faire
usage du logiciel Ariadne pour la gestion des dossiers et leur
centralisation.
En 2008, j'avais interrogé votre prédécesseur à ce sujet. Il nous avait
signalé que "le système était déjà installé dans les provinces du
Limbourg et du Brabant flamand et que dans les provinces du Brabant
wallon, du Hainaut et d'Anvers, on s'y attelait". M. Dewael nous avait
indiqué que les autres provinces s'y mettraient en 2009.
Madame la ministre, il apparaît que, début 2010, le logiciel Ariadne
n'est toujours pas d'application dans certaines provinces, ce qui
accentue encore le retard pris par celles-ci dans le traitement des
demandes d'autorisation.
Pouvez-vous nous donner les indications, province par province, de la
mise en place du logiciel Ariadne? A-t-on déjà une idée de l'efficacité
de ce logiciel? Une première évaluation a-t-elle déjà été faite? Si non,
quand est-elle prévue?
38.01 André Frédéric (PS): De
gouverneur
is
de
bevoegde
autoriteit voor de uitreiking van
wapenvergunningen. Een aantal
recente wijzigingen moest de
behandeling van de vergunnings-
aanvragen vereenvoudigen en
versnellen. De Conferentie van
Gouverneurs had beslist de
Ariadnesoftware te gebruiken voor
het beheer en de centralisatie van
de dossiers, maar in een aantal
provincies is dat nog steeds niet
het geval, zodat de behandeling
van de aanvragen er nog meer
vertraging opliep. Hoe staat het
met de ingebruikname en met de
efficiency van die software?
Gebeurde er al een eerste
evaluatie?
38.02 Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur Frédéric,
l'application Ariadne est actuellement opérationnelle au sein du
service des armes des provinces suivantes: Anvers, Bruxelles-
Capitale, Hainaut, Limbourg, Luxembourg, Namur, Flandre orientale,
Brabant flamand et Flandre occidentale.
Dans la province du Brabant wallon, les préparatifs d'introduction du
système sont terminés. La responsable et ses collaborateurs ont été
formés. Le lancement peut avoir lieu à tout moment au sein de ce
38.02
Minister
Annemie
Turtelboom:
Ariadne
wordt
momenteel gebruikt door de
wapendienst
van
Antwerpen,
Brussel,
van
de
provincies
Henegouwen,
Limburg,
Luxemburg, Namen, Oost- en
West-Vlaanderen
en
Vlaams-
Brabant. In Waals-Brabant is men
09/02/2010
CRIV 52
COM 786
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
66
gouvernement.
Le service des armes du gouvernement provincial de Liège ne
souhaite pas utiliser l'application.
En règle générale, les services des armes des provinces
reconnaissent qu'Ariadne offre une plus-value qui continuera
d'augmenter. En outre, l'application fait l'objet d'une adaptation et d'un
suivi permanent, notamment sous la coordination d'un groupe de
projet qui réunit périodiquement les gouvernements provinciaux.
L'introduction d'Ariadne auprès des services des armes nécessite
quelques adaptations. Ainsi, les données reprises dans les banques
de données existant au sein des services des armes provinciaux ont
dû être converties en fichiers compatibles avec l'application Ariadne.
Ces conversions ont eu lieu et ont été approuvées par les
gouvernements provinciaux. L'introduction de l'application Ariadne
produit également un impact sur les processus de travail au sein des
services des armes.
En raison de la nouvelle méthode de travail, un processus de
changement a dû être parcouru dans chaque gouvernement
provincial. Une évaluation approfondie ne pourra être menée qu'au
terme d'une période de rodage.
klaar met de voorbereidende
werkzaamheden
voor
de
ingebruikname van de software.
De wapendienst van de provincie
Luik wenst die toepassing niet te
gebruiken.
Over het algemeen erkennen de
provinciale wapendiensten dat
Ariadne een meerwaarde biedt.
Bovendien
vindt
er
een
permanente follow-up van de
toepassing
plaats
onder
de
coördinatie van een groep waarin
alle
provinciale
autoriteiten
vertegenwoordigd zijn. Pas nadat
het systeem een tijdje heeft
proefgedraaid zal er een grondige
evaluatie kunnen worden verricht.
38.03 André Frédéric (PS): Je vous remercie pour votre réponse. Je
dois donc constater qu'il n'y a qu'en province de Liège qu'existe une
opposition à l'utilisation du logiciel. Disposez-vous d'un pouvoir
d'injonction en la matière? Est-ce laissé à la libre appréciation du
gouverneur?
38.03 André Frédéric (PS):
Enkel in de provincie Luik verzet
men zich tegen het gebruik van de
software. Beschikt u over een
injunctierecht ter zake of wordt
een en ander aan het oordeel van
de gouverneur overgelaten?
38.04 Annemie Turtelboom, ministre: Je ne le sais pas.
38.04
Minister
Annemie
Turtelboom: Ik weet het niet.
38.05 André Frédéric (PS): Nous vérifierons. Je vous remercie. Il
m'intéresserait de le savoir: c'est dommage, car il y a des retards. Si
c'est laissé uniquement au bon vouloir du gouverneur, voilà qui me
semble un peu court!
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: Mme Muriel Gerkens ainsi que MM. Jean Marie
Dedecker et Ronny Balcaen étant absents, les questions n° 19038,
n° 19086 et n° 19117 sont reportées.
De
voorzitter:
Aangezien
mevrouw Gerkens
en
de
heren Dedecker
en
Balcaen
afwezig zijn, worden de vragen
nr. 19038, nr. 19086 en nr. 19117
uitgesteld.
La réunion publique de commission est levée à 17.42 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.42 uur.
;top:935;left:566">heren Dedecker
en
Balcaen
afwezig zijn, worden de vragen
nr. 19038, nr. 19086 en nr. 19117
uitgesteld.
La réunion publique de commission est levée à 17.42 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.42 uur.