KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
CRIV 52 COM 740
CRIV 52 COM 740
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTEGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
I
NFRASTRUCTUUR
,
HET
V
ERKEER EN DE
O
VERHEIDSBEDRIJVEN
C
OMMISSION DE L
'I
NFRASTRUCTURE
,
DES
C
OMMUNICATIONS ET DES
E
NTREPRISES
PUBLIQUES
maandag
lundi
11-01-2010
11-01-2010
Namiddag
Après-midi
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
Ecolo-Groen!
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales ­ Groen!
FN
Front National
LDD
Lijst Dedecker
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
Open Vld
Open Vlaamse Liberalen en Democraten
PS
Parti Socialiste
sp.a
socialistische partij anders
VB
Vlaams Belang
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 52 0000/000 Parlementair stuk van de 52e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
DOC 52 0000/000
Document parlementaire de la 52e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
PLEN
plenum
PLEN
séance plénière
COM
commissievergadering
COM
réunion de commission
MOT
alle moties tot besluit van interpellaties (op beigekleurig papier)
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
CRIV 52
COM 740
11/01/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde vragen van
1
Questions jointes de
1
- de heer Bruno Stevenheydens aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "het alcoholverbod voor
jongeren in het verkeer, motorrijders en
beroepschauffeurs" (nr. 17003)
1
- M. Bruno Stevenheydens au secrétaire d'État à
la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"l'interdiction d'alcool pour les jeunes au volant,
les motards et les chauffeurs professionnels"
(n° 17003)
1
- de
heer
Roland
Defreyne
aan
de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "het alcoholverbod voor
jongeren in het verkeer" (nr. 17079)
1
- M. Roland Defreyne au secrétaire d'État à la
Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"l'interdiction d'alcool pour les jeunes au volant"
(n° 17079)
1
- mevrouw
Françoise
Colinia
aan
de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de verplichting voor
automobilisten die hun rijbewijs B minder dan
twee jaar bezitten en voor bepaalde inbreuken
veroordeeld werden, opnieuw het rijexamen af te
leggen om hun rijbewijs te behouden" (nr. 17319)
1
- Mme Françoise Colinia au secrétaire d'État à la
Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "la
représentation du permis de conduire B pour les
automobilistes qui possèdent leur permis de
conduire depuis moins de deux ans et qui
subissent une condamnation pour certaines
infractions" (n° 17319)
1
- de heer Paul Vanhie aan de staatssecretaris
voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister,
over
"de
verlaging
van
de
alcoholdrempel
voor
bepaalde
groepen"
(nr. 17365)
1
- M. Paul Vanhie au secrétaire d'État à la Mobilité,
adjoint au premier ministre, sur "l'abaissement du
degré d'alcoolémie pour certaines catégories"
(n° 17365)
1
Sprekers: Bruno Stevenheydens, Roland
Defreyne, Françoise Colinia, Paul Vanhie,
Etienne Schouppe
, staatssecretaris voor
Mobiliteit
Orateurs: Bruno Stevenheydens, Roland
Defreyne, Françoise Colinia, Paul Vanhie,
Etienne Schouppe
, secrétaire d'État à la
Mobilité
Samengevoegde vragen van
10
Questions jointes de
10
- de heer Koen Bultinck aan de staatssecretaris
voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "de regionale luchthaven Kortrijk-
Wevelgem" (nr. 17013)
10
- M. Koen Bultinck au secrétaire d'État à la
Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"l'aéroport régional de Courtrai-Wevelgem"
(n° 17013)
10
- de heer Roel Deseyn aan de staatssecretaris
voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "de regionale luchthavens"
(nr. 17533)
10
- M. Roel Deseyn au secrétaire d'État à la
Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "les
aéroports régionaux" (n° 17533)
10
Sprekers: Koen Bultinck, Roel Deseyn,
Etienne Schouppe
, staatssecretaris voor
Mobiliteit
Orateurs: Koen Bultinck, Roel Deseyn,
Etienne Schouppe
, secrétaire d'État à la
Mobilité
Samengevoegde vragen van
14
Questions jointes de
14
- de heer Patrick De Groote aan de minister van
Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven over
"de ontsporing van een treinstel te Bergen"
(nr. 17021)
14
- M. Patrick De Groote à la ministre de la Fonction
publique et des Entreprises publiques sur "le
déraillement d'un train à Mons" (n° 17021)
14
- mevrouw Ine Somers aan de minister van
Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven over
"het treinongeval te Bergen" (nr. 17073)
14
- Mme Ine Somers à la ministre de la Fonction
publique et des Entreprises publiques sur
"l'accident de train à Mons" (n° 17073)
14
- de heer David Lavaux aan de minister van
Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven over
"de oorzaken van de ontsporing van een trein in
het station van Bergen" (nr. 17256)
14
- M. David Lavaux à la ministre de la Fonction
publique et des Entreprises publiques sur "les
causes du déraillement d'un train en gare de
Mons" (n° 17256)
14
- de heer Jan Mortelmans aan de minister van
Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven over
"het treinongeval in het station van Bergen"
(nr. 17353)
14
- M. Jan Mortelmans à la ministre de la Fonction
publique et des Entreprises publiques sur
"l'accident ferroviaire en gare de Mons"
(n° 17353)
14
- de heer Éric Thiébaut aan de minister van
Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven over
"de ontsporing van een trein in h et station van
Bergen" (nr. 17655)
14
- M. Éric Thiébaut à la ministre de la Fonction
publique et des Entreprises publiques sur "les
déraillement d'un train en gare de Mons"
(n° 17655)
14
11/01/2010
CRIV 52
COM 740
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
ii
Sprekers: Patrick De Groote, David Lavaux,
Jan Mortelmans, Eric Thiébaut, Etienne
Schouppe
, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: Patrick De Groote, David Lavaux,
Jan Mortelmans, Eric Thiébaut, Etienne
Schouppe
, secrétaire d'État à la Mobilité
Samengevoegde vragen van
20
Questions jointes de
20
- de heer Jan Jambon aan de staatssecretaris
voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "Belgocontrol" (nr. 17036)
20
- M. Jan Jambon au secrétaire d'État à la Mobilité,
adjoint au premier ministre, sur "Belgocontrol"
(n° 17036)
20
- de heer David Lavaux aan de staatssecretaris
voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "de resultaten van de audit over de
werking van Belgocontrol" (nr. 18162)
20
- M. David Lavaux au secrétaire d'État à la
Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "les
résultats de l'audit sur le fonctionnement de
Belgocontrol" (n° 18162)
20
Sprekers: Jan Jambon, voorzitter van de N-
VA-fractie,
David
Lavaux,
Etienne
Schouppe, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: Jan Jambon, président du groupe
N-VA, David Lavaux, Etienne Schouppe,
secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van de heer Roland Defreyne aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de alcoholcontroles bij
letselongevallen" (nr. 17083)
23
Question de M. Roland Defreyne au secrétaire
d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre,
sur "les contrôles d'alcoolémie après un accident
avec blessés" (n° 17083)
23
Sprekers:
Roland
Defreyne,
Etienne
Schouppe, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs:
Roland
Defreyne,
Etienne
Schouppe, secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "het verbod op quads"
(nr. 17139)
24
Question de M. Xavier Baeselen au secrétaire
d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre,
sur "l'interdiction des quads" (n° 17139)
24
Sprekers:
Xavier
Baeselen,
Etienne
Schouppe, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs:
Xavier
Baeselen,
Etienne
Schouppe, secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de actieve veiligheid van
voertuigen" (nr. 17140)
25
Question de M. Xavier Baeselen au secrétaire
d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre,
sur "la sécurité active des véhicules" (n° 17140)
25
Sprekers:
Xavier
Baeselen,
Etienne
Schouppe, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs:
Xavier
Baeselen,
Etienne
Schouppe, secrétaire d'État à la Mobilité
Samengevoegde vragen van
26
Questions jointes de
26
- de heer Xavier Baeselen aan de staatssecretaris
voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "de Europese nummerplaten"
(nr. 17141)
27
- M. Xavier Baeselen au secrétaire d'État à la
Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "les
plaques minéralogiques européennes" (n° 17141)
26
- de heer Jan Mortelmans aan de staatssecretaris
voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "de onenigheid binnen de regering
over de kleur van de nummerplaten" (nr. 17354)
27
- M. Jan Mortelmans au secrétaire d'État à la
Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "les
dissensions au sein du gouvernement au sujet de
la
couleur
des
plaques
minéralogiques"
(n° 17354)
26
- de heer Paul Vanhie aan de staatssecretaris
voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "de Europese nummerplaat"
(nr. 17569)
27
- M. Paul Vanhie au secrétaire d'État à la Mobilité,
adjoint au premier ministre, sur "la plaque
minéralogique européenne" (n° 17569)
26
- de heer Bruno Stevenheydens aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de prijs van de Europese
nummerplaat" (nr. 17712)
27
- M. Bruno Stevenheydens au secrétaire d'État à
la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "le prix
de la plaque d'immatriculation européenne"
(n° 17712)
26
Sprekers: Xavier Baeselen, Jan Mortelmans,
Paul
Vanhie,
Bruno
Stevenheydens,
Etienne Schouppe, staatssecretaris voor
Mobiliteit
Orateurs: Xavier Baeselen, Jan Mortelmans,
Paul
Vanhie,
Bruno
Stevenheydens,
Etienne Schouppe, secrétaire d'État à la
Mobilité
Vraag van de heer Jean-Jacques Flahaux aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de fraude met Z-platen"
30
Question de M. Jean-Jacques Flahaux au
secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier
ministre, sur "le trafic illégal de plaques Z"
30
CRIV 52
COM 740
11/01/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
iii
(nr. 17159)
(n° 17159)
Sprekers: Jean-Jacques Flahaux, Etienne
Schouppe
, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: Jean-Jacques Flahaux, Etienne
Schouppe
, secrétaire d'État à la Mobilité
Samengevoegde vragen van
31
Questions jointes de
31
- de heer Jean-Jacques Flahaux aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de
eerste
minister,
over
"de
rijopleidingsvoorwaarden" (nr. 17162)
31
- M. Jean-Jacques Flahaux au secrétaire d'État à
la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "les
conditions de formation à la conduite automobile"
(n° 17162)
31
- mevrouw
Françoise
Colinia
aan
de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de hervorming van het
rijbewijs B" (nrs. 17200 en 17322)
31
- Mme Françoise Colinia au secrétaire d'État à la
Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "la
réforme du permis de conduire B" (n°s 17200 et
17322)
31
Sprekers: Jean-Jacques Flahaux, Françoise
Colinia, Etienne Schouppe
, staatssecretaris
voor Mobiliteit
Orateurs: Jean-Jacques Flahaux, Françoise
Colinia, Etienne Schouppe
, secrétaire d'État
à la Mobilité
Samengevoegde vragen van
35
Questions jointes de
34
- mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de toegang tot de
bevindingen van de expertengroep die belast is
met de herziening van de windnormen en het
tracé van de vliegroutes van en naar de
luchthaven van Zaventem" (nr. 17472)
35
- Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers au secrétaire
d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre,
sur "l'accès aux résultats du groupe d'experts
chargé de revoir les normes de vent et le tracé
des routes aériennes de l'aéroport Bruxelles
National" (n° 17472)
34
- de heer Bart Laeremans aan de staatssecretaris
voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "de aangekondigde voorstellen
inzake procedurewijzigingen en de studie over de
windnormen voor het luchtverkeer in Zaventem"
(nr. 18213)
35
- M. Bart Laeremans au secrétaire d'État à la
Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "les
propositions
annoncées
en
matière
de
changements de procédure et l'étude sur les
normes de vent pour le trafic aérien à Zaventem"
(n° 18213)
35
Sprekers: Thérèse Snoy et d'Oppuers, Bart
Laeremans,
Etienne
Schouppe,
staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: Thérèse Snoy et d'Oppuers, Bart
Laeremans, Etienne Schouppe
, secrétaire
d'État à la Mobilité
Vraag van de heer Jean-Jacques Flahaux aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de hervorming van de
examens voor rijinstructeurs" (nr. 17172)
39
Question de M. Jean-Jacques Flahaux au
secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier
ministre, sur "la réforme des examens de
moniteurs auto-école" (n° 17172)
39
Sprekers: Jean-Jacques Flahaux, Etienne
Schouppe
, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: Jean-Jacques Flahaux, Etienne
Schouppe
, secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van de heer Jean-Jacques Flahaux aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "het gebrek aan
reglementering
inzake
het
gebruik
van
paramotoren" (nr. 17173)
42
Question de M. Jean-Jacques Flahaux au
secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier
ministre, sur "l'absence de réglementation de
l'usage des paramoteurs" (n° 17173)
42
Sprekers: Jean-Jacques Flahaux, Etienne
Schouppe
, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: Jean-Jacques Flahaux, Etienne
Schouppe
, secrétaire d'État à la Mobilité
Samengevoegde vragen van
43
Questions jointes de
44
- de
heer
Patrick
De
Groote
aan
de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de alcoholcontroles"
(nr. 17358)
44
- M. Patrick De Groote au secrétaire d'État à la
Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "les
contrôles d'alcoolémie" (n° 17358)
44
- de heer Bruno Stevenheydens aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de alcoholcontroles
tijdens de eindejaarsperiode" (nr. 17362)
44
- M. Bruno Stevenheydens au secrétaire d'État à
la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "les
contrôles d'alcoolémie pendant la période de fin
d'année" (n° 17362)
44
- de
heer
Roland
Defreyne
aan
de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de jaarlijkse Bob-
campagne" (nr. 17497)
44
- M. Roland Defreyne au secrétaire d'État à la
Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "la
campagne Bob annuelle" (n° 17497)
44
11/01/2010
CRIV 52
COM 740
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
iv
Sprekers: Patrick De Groote, Etienne
Schouppe
, staatssecretaris voor Mobiliteit,
Bruno Stevenheydens, Roland Defreyne
Orateurs: Patrick De Groote, Etienne
Schouppe
, secrétaire d'État à la Mobilité,
Bruno Stevenheydens, Roland Defreyne
Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de heffing op
vliegbiljetten
voor
een
solidariteitsfonds"
(nr. 17444)
49
Question de M. Xavier Baeselen au secrétaire
d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre,
sur "le prélèvement sur émissions de billets
d'avion pour un fonds de solidarité" (n° 17444)
49
Sprekers:
Xavier
Baeselen,
Etienne
Schouppe, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs:
Xavier
Baeselen,
Etienne
Schouppe, secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van de heer Jean-Jacques Flahaux aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de gedwongen betaling
van de transportverzekering bij de aankoop van
een biljet bij Ryanair" (nr. 17769)
52
Question de M. Jean-Jacques Flahaux au
secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier
ministre, sur "le paiement contraint de l'assurance
transport lors de l'achat d'un billet chez Ryanair"
(n° 17769)
52
Sprekers: Jean-Jacques Flahaux, Etienne
Schouppe
, staatssecretaris voor Mobiliteit,
Patrick De Groote
Orateurs: Jean-Jacques Flahaux, Etienne
Schouppe
, secrétaire d'État à la Mobilité,
Patrick De Groote
Vraag van de heer Paul Vanhie aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de totstandkoming van
een luchtvaartinformatiekruispunt" (nr. 17911)
54
Question de M. Paul Vanhie au secrétaire d'État à
la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "la
mise en place d'une Banque-carrefour des
informations aéronautiques" (n° 17911)
54
Sprekers: Paul Vanhie, Etienne Schouppe,
staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: Paul Vanhie, Etienne Schouppe,
secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van de heer Patrick De Groote aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de BIVV-studie met
betrekking tot de houding in het verkeer"
(nr. 17979)
55
Question de M. Patrick De Groote au secrétaire
d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre,
sur "l'étude de l'IBSR sur le comportement dans la
circulation" (n° 17979)
55
Sprekers: Patrick De Groote, Etienne
Schouppe
, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: Patrick De Groote, Etienne
Schouppe
, secrétaire d'État à la Mobilité
Samengevoegde vragen van
57
Questions jointes de
57
- de heer Xavier Baeselen aan de staatssecretaris
voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "strengere veiligheidsmaatregelen
op Brussels Airport" (nr. 17986)
57
- M. Xavier Baeselen au secrétaire d'État à la
Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "le
renforcement de la sécurité à l'aéroport national
de Bruxelles" (n° 17986)
57
- de heer Peter Logghe aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "bodyscans op de
Belgische luchthavens" (nr. 17992)
57
- M. Peter Logghe à la ministre de l'Intérieur sur
"les scanners corporels dans les aéroports
belges" (n° 17992)
57
- de
heer
Roland
Defreyne
aan
de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de veiligheid van de
nationale luchthaven" (nr. 18092)
57
- M. Roland Defreyne au secrétaire d'État à la
Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "la
sécurité à l'aéroport national" (n° 18092)
57
- de heer Bart Laeremans aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de invoering van
bodyscans op de luchthaven van Zaventem"
(nr. 18139)
57
- M. Bart Laeremans à la ministre de l'Intérieur sur
"l'introduction de scanners corporels à l'aéroport
de Zaventem" (n° 18139)
57
- de heer Jan Mortelmans aan de staatssecretaris
voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "de veiligheid in de luchthaven van
Zaventem" (nr. 18187)
57
- M. Jan Mortelmans au secrétaire d'État à la
Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "la
sécurité à l'aéroport de Zaventem" (n° 18187)
57
Sprekers: Xavier Baeselen, Peter Logghe,
Jan
Mortelmans,
Etienne
Schouppe,
staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: Xavier Baeselen, Peter Logghe,
Jan
Mortelmans,
Etienne
Schouppe,
secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "het overleg met de
65
Question de M. Xavier Baeselen au secrétaire
d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre,
sur "la concertation avec les Régions pour
65
CRIV 52
COM 740
11/01/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
v
Gewesten voor het gebruik van de busstroken
door motorrijders" (nr. 18060)
l'utilisation des couloirs de bus par les motards"
(n° 18060)
Sprekers:
Xavier
Baeselen,
Etienne
Schouppe, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs:
Xavier
Baeselen,
Etienne
Schouppe, secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van de heer Paul Vanhie aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "het bekomen van
gelijkvormigheidsattesten door invoerders van
wagens en motorfietsen" (nr. 18082)
66
Question de M. Paul Vanhie au secrétaire d'État à
la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "les
problèmes rencontrés par les importateurs de
voitures et de motocyclettes pour obtenir le
certificat de conformité" (n° 18082)
66
Sprekers: Paul Vanhie, Etienne Schouppe,
staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: Paul Vanhie, Etienne Schouppe,
secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "het rijden met
ondoorzichtige voorruit" (nr. 18120)
67
Question de M. Jef Van den Bergh au secrétaire
d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre,
sur "la conduite avec des pare-brises givrés"
(n° 18120)
67
Sprekers: Jef Van den Bergh, Etienne
Schouppe
, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: Jef Van den Bergh, Etienne
Schouppe
, secrétaire d'État à la Mobilité
Samengevoegde vragen van
68
Questions jointes de
68
- de heer Jef Van den Bergh aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "het toelaten van
elektrische wagens op busstroken" (nr. 18121)
68
- M. Jef Van den Bergh au secrétaire d'État à la
Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "l'accès
aux couloirs de bus pour les voitures électriques"
(n° 18121)
68
- mevrouw Katia della Faille de Leverghem aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "het toelaten van
elektrische voertuigen op busbanen" (nr. 18178)
68
- Mme Katia della Faille de Leverghem au
secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier
ministre, sur "l'autorisation pour les voitures
électriques de circuler dans les couloirs réservés
aux bus" (n° 18178)
69
Sprekers: Jef Van den Bergh, Katia della
Faille de Leverghem, Etienne Schouppe
,
staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: Jef Van den Bergh, Katia della
Faille de Leverghem, Etienne Schouppe
,
secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van de heer Peter Logghe aan de minister
van Klimaat en Energie over "de evolutie inzake
elektrische auto's en de uitdagingen voor België"
(nr. 18138)
70
Question de M. Peter Logghe au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "l'évolution en matière
de voitures électriques et les défis pour la
Belgique" (n° 18138)
70
Sprekers: Peter Logghe, Etienne Schouppe,
staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: Peter Logghe, Etienne Schouppe,
secrétaire d'État à la Mobilité
CRIV 52
COM 740
11/01/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
INFRASTRUCTUUR, HET
VERKEER EN DE
OVERHEIDSBEDRIJVEN
COMMISSION DE
L'INFRASTRUCTURE, DES
COMMUNICATIONS ET DES
ENTREPRISES PUBLIQUES
van
MAANDAG
11
JANUARI
2010
Namiddag
______
du
LUNDI
11
JANVIER
2010
Après-midi
______
La séance est ouverte à 14.40 heures et présidée par M. François Bellot.
De vergadering wordt geopend om 14.40 uur en voorgezeten door de heer François Bellot.
01 Samengevoegde vragen van
- de heer Bruno Stevenheydens aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "het alcoholverbod voor jongeren in het verkeer, motorrijders en beroepschauffeurs"
(nr. 17003)
- de heer Roland Defreyne aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister,
over "het alcoholverbod voor jongeren in het verkeer" (nr. 17079)
- mevrouw Françoise Colinia aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "de verplichting voor automobilisten die hun rijbewijs B minder dan twee jaar bezitten
en voor bepaalde inbreuken veroordeeld werden, opnieuw het rijexamen af te leggen om hun rijbewijs
te behouden" (nr. 17319)
- de heer Paul Vanhie aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister, over
"de verlaging van de alcoholdrempel voor bepaalde groepen" (nr. 17365)
01 Questions jointes de
- M. Bruno Stevenheydens au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"l'interdiction d'alcool pour les jeunes au volant, les motards et les chauffeurs professionnels"
(n° 17003)
- M. Roland Defreyne au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "l'interdiction
d'alcool pour les jeunes au volant" (n° 17079)
- Mme Françoise Colinia au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "la
représentation du permis de conduire B pour les automobilistes qui possèdent leur permis de
conduire depuis moins de deux ans et qui subissent une condamnation pour certaines infractions"
(n° 17319)
- M. Paul Vanhie au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "l'abaissement du
degré d'alcoolémie pour certaines catégories" (n° 17365)
01.01 Bruno Stevenheydens (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de staatssecretaris, u bereidt een wetsontwerp voor dat voorziet in de
invoering van een alcoholverbod voor jonge bestuurders. Voor wie
minder dan twee jaar over een rijbewijs beschikt, wordt de
alcohollimiet van 0,5 op 0,2 promille gebracht. De limiet van 0,2 komt
overeen met een nultolerantie van alcohol voor jonge bestuurders.
Voor motorrijders en beroepschauffeurs zou eveneens een limiet van
0,2 promille worden ingevoerd.
Tijdens de bespreking van de beleidsnota hebben wij daarover reeds
van gedachten gewisseld. U verwees toen naar statistieken waaruit
bleek dat, van de vijftien West-Europese landen van de Europese
Unie, ons land, na Griekenland, het hoogste aantal dodelijke
01.01 Bruno Stevenheydens
(VB): Le secrétaire d'État prépare
un projet de loi ramenant le taux
d'alcoolémie autorisé à 0,2 milli-
grammes pour les conducteurs
titulaires d'un permis de conduire
depuis moins de deux ans, pour
les motocyclistes et pour les
conducteurs professionnels.
Lors des discussions relatives à la
note politique, le secrétaire d'État
avait souligné que nos résultats, à
11/01/2010
CRIV 52
COM 740
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
2
slachtoffers op de weg heeft, namelijk 10 per 100 000 inwoners. De
statistieken waarnaar u verwees, dateren echter van enkele jaren
geleden, nog vóór de toetreding van de twaalf nieuwe Europese
lidstaten.
U hebt geen nieuwe cijfers toegelicht waaruit zou blijken dat bepaalde
leeftijdscategorieën voor de meeste risico's zorgen.
Mijnheer de staatssecretaris, kunt u meer actuele gegevens en
cijfermateriaal aanhalen om het wetsontwerp dat u voorbereidt te
ondersteunen? Wat zijn de bevindingen van de alcoholcontroles van
de voorbije jaren? Werd er nagegaan in welke mate bepaalde
leeftijdscategorieën oververtegenwoordigd waren bij de bestuurders
die een positieve test aflegden? Wat zijn de bevindingen uit de
ongevallenstatistieken van de jongste jaren? Is daarin een bepaalde
leeftijdscategorie oververtegenwoordigd? Beschikt men over relevant
te vergelijken cijfermateriaal?
Mijnheer de staatssecretaris, uiteraard zijn wij niet tegen maatregelen
die ervoor zorgen dat er minder verkeersongevallen en minder
verkeersdoden en ­gewonden zijn. Specifieke aandacht voor de
groep van jonge en nieuwe bestuurders is aangewezen. Wij stellen
net als u vast dat het aantal controles moet worden opgedreven.
Straks kom ik daar naar aanleiding van een andere vraag nog op
terug. Twee derde van de alcoholcontroles gebeurt op dit moment
overdag of in de week, dus buiten de risicoperiodes.
U hebt er tijdens de bespreking van de beleidsnota's op gewezen dat
u het algemene maximumgehalte voor bestuurders op 0,5 promille wil
houden omdat de andere Europese landen dat ook doen. Quid met de
uitzondering van 0,2 promille voor de doelgroepen die u wil invoeren?
Is dat eenvormig met de regeling in de andere Europese landen? In
welke landen geldt deze grens reeds voor de verschillende groepen
die u aanhaalt in het wetsontwerp dat u voorbereidt?
Hebt u er al aan gedacht voor die doelgroepen een andere grens te
hanteren wat betreft de promille? Hebt u er al aan gedacht met een
voorlopig rijbewijs te werken, waarvoor bijvoorbeeld voor een periode
van een jaar 0,2 promille geldt? Een voorlopig rijbewijs zou immers
voor een beter onderscheid zorgen dan een gewoon rijbewijs voor
jonge en nieuwe bestuurders.
savoir dix tués pour 100 000
habitants, sont plus mauvais que
ceux de tous les autres 'anciens'
pays de l'Union européenne, à
l'exception de la Grèce. Dispose-t-
il de chiffres actualisés?
À quelles conclusions ont permis
d'aboutir les contrôles d'alcoolémie
effectués au cours des dernières
années?
Quelles
conclusions
peut-on tirer des statistiques
d'accidents? Une catégorie d'âge
particulière est-elle surreprésentée
dans les contrôles positifs et les
accidents?
Nous ne sommes pas opposés à
des mesures visant à réduire le
nombre de victimes de la route. Il
faut renforcer le nombre de
contrôles à cet effet. Deux tiers
des contrôles sont aujourd'hui
effectués en dehors des périodes
à risques.
Le secrétaire d'État veut maintenir
la limite générale à 0,5 milli-
grammes parce que les autres
pays européens font de même.
Une limite de 0,2 milligrammes
est-elle également d'application
dans d'autres pays pour certains
groupes? Le permis de conduire
provisoire est-il envisagé pour ces
groupes?
01.02 Roland Defreyne (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de staatssecretaris, alcohol en verkeer is al vaker een dodelijke
cocktail gebleken. In 25 % van alle ongevallen met verkeersdoden
speelt alcohol ook een rol. De terugdringing van het aantal
verkeersdoden en verkeersslachtoffers is een opdracht die zeker
niemand in twijfel trekt. Dat er bijkomende acties en maatregelen
nodig zijn om de bewustwording te vergroten en om de
verkeersveiligheid te garanderen, verdient onze grootste aandacht.
De gebeurtenissen van eind vorig jaar mogen de realiteit echter geen
geweld aandoen. Niet alle jonge bestuurders kruipen dronken achter
het stuur, en niet alle oudere, meer ervaren chauffeurs besturen hun
voertuig nuchter. Het tegendeel is veeleer waar.
Mijnheer de staatssecretaris, bent u op de hoogte van het frequenter
alcoholgebruik door bestuurders die de leeftijd van 40 jaar hebben
01.02 Roland Defreyne (Open
Vld): L'alcool et la conduite
semblent souvent constituer une
combinaison mortelle. L'alcool
joue en effet un rôle dans un quart
des accidents mortels. Des actions
et des mesures supplémentaires
s'imposent par conséquent.
Toutefois, il ne serait pas exact
d'affirmer que tous les jeunes
conducteurs
circulent
sous
l'influence d'alcool et que tous les
conducteurs plus âgés soient
sobres, bien au contraire.
CRIV 52
COM 740
11/01/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
3
overschreden? Zo ja, kunt u dat duiden?
Hoe motiveert u, rekening houdend met dat feit, uw overweging om
jonge bestuurders een grens van 0,2 promille op te leggen?
U stelde ook dat u bestuurders die beroepshalve op de baan zijn,
zoals vrachtwagenchauffeurs, een grens van 0,2 promille wil
opleggen. Beschikt u over statistieken van ongevallen, veroorzaakt
door vrachtwagenbestuurders onder invloed? Waarom wordt die
grens opgelegd aan bijvoorbeeld vrachtwagenchauffeurs, maar
bijvoorbeeld niet aan vertegenwoordigers, die beroepshalve ook veel
op de baan zijn?
Vreest u niet dat dit discriminerende maatregelen zijn? Hoe motiveert
u dat?
Waarom stelt u in die gevallen een grens van 0,2 promille voor in
plaats van bijvoorbeeld nultolerantie?
Le
secrétaire
d'État
a-t-il
connaissance des chiffres qui
indiquent que la consommation
d'alcool est plus fréquente chez
les conducteurs de plus de
40 ans? Comment justifie-t-il dès
lors la limite de 0,2 pour mille
imposée aux jeunes conducteurs?
Le secrétaire veut également
appliquer
cette
règle
aux
conducteurs à titre professionnel.
Possède-t-il des statistiques des
accidents provoqués par les
chauffeurs
de
camion
sous
influence. Pourquoi cette limite
est-elle imposée aux chauffeurs
de camions et pas, par exemple,
aux délégués commerciaux?
Ne s'agit-il pas en l'espèce de
mesures discriminatoires? Comment
sont-elles motivées? Pourquoi une
limite de 0,2 pour mille et pas une
tolérance zéro?
01.03 Françoise Colinia (MR): Monsieur le président, monsieur le
secrétaire d'État, chers collègues, je souhaite tout d'abord vous
présenter mes voeux de bonheur pour l'année 2010.
Monsieur le secrétaire d'État, ma question est jointe à celles de mes
collègues. Pour ma part, je voulais parler de la sanction qui consiste à
représenter le permis de conduire plutôt qu'exclusivement de
l'alcoolémie.
Concrètement, plus de 700 automobilistes possédant leur permis de
conduire depuis moins de deux ans sont condamnés, chaque mois, à
représenter leur permis de conduire, la plupart du temps à leur plus
grande surprise car cette règle est assez méconnue.
Monsieur le secrétaire d'État, il apparaît qu'à l'heure actuelle, les
délais d'attente pour présenter son permis de conduire dans un centre
d'examen sont de plus en plus longs. Ne pensez-vous pas qu'ajouter
à cela des conducteurs qui possèdent déjà le permis mais qui doivent
le représenter à la suite d'une condamnation ne fera qu'engorger
davantage les centres d'examen qui sont déjà dépassés?
En outre, n'est-il pas discriminatoire de condamner les automobilistes
possédant le permis depuis moins de deux ans pour de telles
infractions et non pas les autres automobilistes qui, malgré leur
expérience de conduite, commettent des fautes similaires? En effet,
face à des infractions identiques, pourquoi ne pas condamner les
fautifs, expérimentés ou non, de la même manière? Je pense
notamment aux personnes âgées qui ont de nombreuses années de
conduite à leur actif mais qui, dans de nombreux cas, sont de réels
dangers pour les autres automobilistes.
Imaginons aussi le cas précis d'un jeune qui passe son permis de
01.03 Françoise Colinia (MR):
Elke maand moeten meer dan
zevenhonderd automobilisten die
hun rijbewijs minder dan twee jaar
geleden gehaald hebben, na een
veroordeling opnieuw het rij-
examen afleggen. Die regel is bij
het grote publiek niet bekend en
dreigt
voor
nog
langere
wachttijden te zorgen bij de
examencentra, die de vraag nu al
niet aankunnen.
Is het niet discriminerend dat
alleen die categorie automo-
bilisten, en niet de andere, voor
dezelfde overtredingen daartoe
veroordeeld wordt? Bejaarden,
bijvoorbeeld, kunnen een heus
gevaar op de weg vormen, terwijl
zij beschouwd worden als ervaren
bestuurders. En een jongere die
zijn rijbewijs wél meer dan twee
jaar
geleden
haalde,
kan
evengoed maar heel weinig
gereden hebben omdat hij geen
auto tot zijn beschikking heeft. In
geval van een overtreding loopt hij
echter niet langer het risico
veroordeeld te worden tot het
opnieuw halen van zijn rijbewijs.
11/01/2010
CRIV 52
COM 740
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
4
conduire étant étudiant mais qui n'a pas la possibilité de conduire
fréquemment car il ne dispose pas de véhicule personnel. À la fin de
son cursus, il peut s'offrir une voiture mais il possède son permis de
conduire depuis plus de deux ans. Il est alors tout aussi
inexpérimenté qu'un conducteur qui vient d'avoir son permis. Or, il ne
risque plus d'être condamné à devoir repasser son permis de
conduire en cas d'infraction. Ne pensez-vous pas qu'il s'agit là d'une
lacune?
Enfin, cette mesure a-t-elle réellement un impact sur le comportement
au volant des nouveaux conducteurs? Vous êtes-vous procuré des
chiffres montrant qu'après avoir dû repasser leur permis, ces
automobilistes sont plus attentifs et plus prudents au volant?
Beschikt u over cijfers die
aantonen dat de automobilisten
die hun rijbewijs opnieuw moesten
halen, nadien voorzichtiger zijn?
01.04 Paul Vanhie (LDD): Mijnheer de staatssecretaris, u hebt
bekendgemaakt dat u een wetsontwerp klaar hebt dat een verlaging
van het toegelaten alcoholpromille invoert voor bepaalde
doelgroepen. Onder andere jonge chauffeurs zijn er het slachtoffer
van. Wie minder dan 2 jaar over een rijbewijs beschikt, mag amper
0,2 promille in zijn bloed hebben. De maatregel zal ook voor
motorrijders, vrachtwagen- en buschauffeurs gelden. U verklaarde
daarbij over een studie te beschikken die de maatregel verantwoordt,
waaruit blijkt dat bij 25 % van alle verkeersdoden alcohol een rol
speelt. Uit het onderzoek blijkt daarenboven dat hoe jonger de
bestuurder is, hoe groter het risico is op een zwaar ongeval, als er
drank mee gemoeid is. Zo loopt een 18- tot 25-jarige die gedronken
heeft, minstens 8 keer meer risico op een zwaar ongeval dan
leeftijdsgenoten die nuchter blijven. Ter vergelijking, bij 55-plussers is
dat maar anderhalve keer.
Kunt u verder uitleg verschaffen over de studie?
Wat vindt u van het argument dat de maatregel een discriminatie
inhoudt voor bepaalde doelgroepen, zeker gezien het feit dat jongere
chauffeurs bij controles minder vaak positief worden bevonden dan
hun oudere collega's?
Hebt u plannen om strengere regels in te voeren in het verkeer voor
nog andere doelgroepen?
01.04 Paul Vanhie (LDD): Le
secrétaire d'État a préparé un
projet de loi qui impose une limite
d'alcoolémie de 0,2 pour mille aux
conducteurs qui ne possèdent leur
permis que depuis deux ans, aux
motocyclistes et aux chauffeurs de
camion ou de bus. Il ressort d'une
étude que les jeunes conducteurs
qui ont bu de l'alcool courent un
risque beaucoup plus élevé d'être
impliqués dans un accident.
Le ministre peut-il fournir des
précisions sur cette étude? Les
jeunes conducteurs ne sont-ils pas
discriminés?
La
mesure
s'appliquera-t-elle à l'avenir à
d'autres groupes cibles?
01.05 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer de voorzitter,
dames en heren collega's, ten eerste, de verlaging van de
promillegrens van 0,5 naar 0,2 promille voor bepaalde risicogroepen,
namelijk de beginnende bestuurders, de vrachtwagen- en
autocarchauffeurs en de motorrijders, is gebaseerd op de
aanbeveling van 17 januari 2001 van de Europese Commissie. Daarin
zijn ook de overwegingen opgenomen die de Commissie heeft doen
besluiten tot de aanbeveling. Heel wat Europese landen hebben
hieraan gevolg gegeven door de alcohollimiet te verlagen voor
doelgroepen zoals beginnende bestuurders of bestuurders van zware
voertuigen. De lijst van de landen is opgenomen in de BIVV-studie,
die ik had gevraagd over de wenselijkheid om al dan niet de 0,2
promille in te voeren.
Ik kom dan tot een specifieke vraag. Waarom geldt de maatregel niet
voor de 40- tot 54-jarigen? Er wordt inderdaad dikwijls opgeworpen
dat het niet de jonge bestuurders zijn die meest onder invloed rijden,
maar wel de bestuurders van de categorie 40 tot 54 jaar en dat wij
01.05
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: L'abaissement
de la limite d'alcoolémie de 0,5 à
0,2 pour mille
pour
certains
groupes à risque est fondée sur
une
recommandation
de
la
Commission
européenne
du
17 janvier 2001. De nombreux
pays européens, dont la liste figure
dans l'étude de l'IBSR, ont déjà
abaissé la limite pour certains
groupes.
Il est exact que les conducteurs de
40 à 54 ans conduisent plus
fréquemment sous l'influence de
l'alcool. Les statistiques d'acci-
dents montrent toutefois que les
CRIV 52
COM 740
11/01/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
5
ons bijgevolg veeleer tot die doelgroep zouden moeten richten. Het is
een feit dat de 40- tot 54-jarigen meer onder invloed rijden - en wij
moeten die doelgroep van meestal zware gewoontedrinkers
inderdaad aanpakken ­ dan jonge bestuurders. Volgens de
ongevalstatistieken is echter het aandeel van de 18- tot 25-jarige
bestuurders onder invloed betrokken bij zware verkeersongevallen
hoger dan het aandeel van de 40- tot 54-jarigen.
Hoe jonger de bestuurder is, hoe meer hij of zij na consumptie van
alcohol het risico loopt op zware ongevallen. Een achttien- tot
vijfentwintigjarige loopt minstens acht keer zoveel risico op een zwaar
ongeval als hij of zij gedronken heeft dan als hij of zij nuchter is. Bij
vijfenvijftigplussers is dat maar anderhalf keer zoveel. Bovendien
lopen zelfs in nuchtere toestand de achttien- tot vijfentwintigjarigen
een veel hoger risico op een ongeval dan de oude bestuurders, wat
nog versterkt wordt door het gebruik van alcohol.
Studies tonen aan dat bij vergelijking van de relatieve risico's voor de
verschillende leeftijdsgroepen een reductie van het alcoholpromille
van 0,5 tot 0,2 voor de categorie vijftien- tot negentienjarigen het
relatieve ongevalrisico terugbrengt van 55 naar 25. Voor de groep
twintig- tot negenentwintigjarigen is dat van 40 naar 15 en voor de
dertigplussers van 10 tot 2. De beperking van het alcoholpercentage
bij de eerste twee groepen leidt met andere woorden tot een
belangrijke daling van hun nog steeds verhoogde risico. Onervaren
bestuurders in het bijzonder blijken gevoelig te zijn voor de gevolgen
van alcoholconsumptie, omdat alcohol hun nog onvoldoende
ontwikkelde competenties die nodig zijn om een auto te besturen, in
alle omstandigheden aantast.
Voorts blijkt uit de beschikbare gegevens dat er voor
vrachtwagenbestuurders inderdaad geen bijzonder probleem bestaat
met betrekking tot het rijden onder invloed. De Europese Commissie
heeft in de aanbeveling van 17 januari 2001 ­ in de inleiding heb ik
daarnaar verwezen ­ ook die categorie opgenomen voor een
verlaagde alcohollimiet van 0,2 promille en dat wegens het hogere
risico op een ongeval vanwege het soort voertuig en vooral vanwege
de grotere gevolgen wanneer er een ongeval met dat soort voertuig
gebeurt. De grote ernst van ongevallen met vrachtwagens alsook de
grote afstand en de lange rijtijden die zij vaak afleggen, spreken voor
zich.
Ongevallen met vrachtwagens kunnen inderdaad catastrofale
gevolgen hebben, denk maar aan het ADR-vervoer.
De nadelige effecten van alcohol en vermoeidheid versterken elkaar
ontegensprekelijk, zodat een vermoeide bestuurder zelfs bij een lage
dosis alcohol 35 keer meer kans maakt om van de weg af te raken
dan een vermoeide chauffeur die niets gedronken heeft.
Bovendien moet ik vaststellen dat de transportfederaties zelf
voorstander zijn van een nultolerantie en dat rijden en drinken van
alcohol tijdens het werk absoluut niet toegelaten is. Ingevolge de cao
van 1 april 2009 kunnen bedrijven nu ook een alcoholbeleid voeren op
het vlak van de onderneming, waarbij ze zelfs kunnen overgaan tot
het opleggen van ademtesten of de installatie van een alcoholslot in
het voertuig. Dat is ook van bijzonder belang voor werknemers zoals
handelsvertegenwoordigers die met een personenwagen rijden. Het
conducteurs de 18 à 25 ans qui
ont bu courent beaucoup plus de
risques d'êtres impliqués dans un
accident
grave
que
les
conducteurs plus âgés. Un abais-
sement de la limite d'alcoolémie
de 0,5 à 0,2 pour mille se traduit
chez les jeunes conducteurs par
une diminution sensible du risque
accru d'avoir un accident. Il
semble que les conducteurs
inexpérimentés soient sensibles
aux
effets
qu'induit
la
consommation d'alcool.
En ce qui concerne la conduite
sous influence, les conducteurs de
camion ne posent pas de pro-
blème particulier. La Commission
européenne a toutefois repris cette
catégorie
dans
sa
recom-
mandation de 2001 relative à
l'abaissement
de
la
limite
d'alcoolémie
en
raison
des
conséquences plus graves d'un
accident impliquant un camion et
de la longueur des périodes de
conduite des chauffeurs. Même s'il
n'a absorbé qu'une faible quantité
d'alcool, un chauffeur fatigué court
35 fois plus de risques d'accident
qu'un chauffeur lui aussi fatigué,
mais sobre. Les fédérations de
transporteurs
sont
mêmes
favorables à une tolérance zéro.
La CCT du 1
er
avril 2009 permet
aux entreprises de définir elles-
mêmes leur politique en matière
d'alcool, et notamment d'imposer
des tests d'haleine ou d'installer
des alcolocks.
Si la tolérance zéro devrait
constituer notre objectif final,
l'abaissement à 0,2 pour mille pour
certains groupes cibles est déjà un
pas important. Nous maintenons
une infime tolérance pour l'alcool
qui reste présent dans le sang au
bout de quelque temps.
Je ne suis pas favorable à une
généralisation de la limite de
0,2 pour mille, qui alourdirait trop
les contrôles. Il importe par ailleurs
que l'Europe recommande une
limite générale de 0,5 pour mille,
assortie d'un abaissement pour
11/01/2010
CRIV 52
COM 740
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
6
risico bij vrachtwagens of autocars nu eenmaal veel groter.
U vroeg waarom er dan geen nultolerantie wordt ingevoerd in plaats
van de 0,2 promillegrens. Ik heb er geen probleem mee om te zeggen
dat de nultolerantie eigenlijk het doel is waar we naar moeten streven.
Op dit ogenblik bedraagt de wettelijke limiet echter 0,5 promille. Door
die limiet te verlagen tot 0,2 promille voor bepaalde doelgroepen,
zetten we al een hele stap naar de vermindering van het ongevalrisico
en geven we bovendien nog een kleine tolerantie voor wat ­ en ik
beschouw dat als zeer belangrijk ­ we restalcohol zouden kunnen
noemen. Ik ben er ook geen voorstander van om de 0,2 promille te
veralgemenen. De controleactiviteiten zouden zich dan te zeer
moeten concentreren op die alcohollimiet. Bovendien vind ik het ook
wenselijk dat we ons richten op Europa, waar de algemene limiet is
vastgesteld op 0,5 promille met verlaging voor bepaalde doelgroepen.
Men vroeg of ik daarbij niet discriminerend werk. Ik geef doe dat
bijzondere maatregelen voor bepaalde doelgroepen dikwijls als
discriminerend of stigmatiserend worden ervaren.
Beginnende bestuurders worden evenwel nu reeds aan zogenaamde
discriminerende maatregelen onderworpen. Bij het sluiten van een
autoverzekering betalen zij tot driemaal zoveel als een ervaren
bestuurder. Ook wanneer zij binnen een tijdspanne van twee jaar een
zware overtreding begaan, worden zij door een verplicht rijverbod en
het herafleggen van het theoretische en praktische examen nu al
strenger bestraft dan de andere bestuurders.
Voor alle duidelijkheid kan ik u mededelen dat op 20 oktober 2009 het
Grondwettelijk Hof heeft beslist dat de bedoelde regeling geen
schending van het gelijkheidsbeginsel inhoudt. Het gelijkheidsbeginsel
wil niet zeggen dat iedereen altijd en overal op dezelfde wijze moet
worden behandeld. Het betekent juist dat personen die zich in
dezelfde, objectieve situatie bevinden, op dezelfde manier moeten
worden behandeld. Met andere woorden, ongelijke gevallen kunnen in
de mate van hun ongelijkheid ongelijk worden behandeld.
Bijgevolg zijn er voldoende, objectieve redenen aanwezig om op
bepaalde doelgroepen een andere promillegrens toe te passen.
certains groupes cibles.
On comprend aisément que le
groupe cible perçoit cette mesure
comme
discriminatoire.
Les
conducteurs débutants sont déjà
traités différemment aujourd'hui,
en effet, lorsqu'ils souscrivent une
assurance automobile ou lorsqu'ils
commettent une infraction grave.
La Cour constitutionnelle a conclu
le 20 octobre 2009 que cette
disposition ne viole pas le principe
d'égalité.
Les raisons ne manquent donc
pas pour appliquer un taux
d'alcoolémie différent à certains
groupes cibles.
J'en arrive à la question de Mme Colinia ayant trait à la période de
deux ans après l'obtention du permis de conduire.
Madame, vous avez évoqué la discrimination des conducteurs
débutants, qui sont plus sévèrement punis pour une même infraction,
que les autres conducteurs.
Comme je viens de l'expliquer, la Cour constitutionnelle a jugé que
cette disposition spéciale pour les nouveaux conducteurs n'est pas
discriminatoire dès lors qu'elle s'applique à une catégorie objective
d'automobilistes qui possèdent leur permis de conduire depuis moins
de deux ans et qui ont commis des infractions bien spécifiques et
caractérisées par leur gravité (consommation d'alcool ou de drogue,
vitesse excessive, délit de fuite, etc.). Ces nouveaux conducteurs sont
­ il faut le reconnaître ­ principalement des jeunes conducteurs
débutants. Les statistiques montrent que de manière générale, les
jeunes conducteurs ont une probabilité disproportionnellement plus
élevée d'êtres impliqués dans un accident de la route. Les accidents
Het Grondwettelijk Hof heeft
geoordeeld dat de bijzondere
bepaling die voorziet in een
strengere bestraffing van jonge
bestuurders, geen discriminatie
inhoudt,
aangezien
ze
van
toepassing is op een objectief
omschreven categorie van auto-
bestuurders, namelijk personen
die nog geen twee jaar houder zijn
van
hun
rijbewijs
en
die
welbepaalde,
ernstige
over-
tredingen hebben begaan. Uit de
statistieken
blijkt
dat
jonge
bestuurders over het algemeen
een onevenredig hoog risico op
een
verkeersongeval
lopen.
Ongevallen met jonge bestuurders
CRIV 52
COM 740
11/01/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
7
impliquant les jeunes conducteurs se caractérisent par le fait qu'ils
surviennent le plus souvent la nuit, pendant les week-ends et qu'ils
n'impliquent qu'un seul véhicule, ce qui suggère la perte de contrôle
du véhicule. Ce sont notamment l'alcool, la drogue ou la vitesse qui,
combiné à l'inexpérience et aux attitudes des jeunes (la prise de
risque,
la
recherche
de
sensations,
etc.),
augmentent
considérablement le risque d'accidents, ce qui n'est pas le cas pour
les conducteurs plus âgés et expérimentés.
En ce qui concerne les délais d'attente pour passer les examens,
dans la majorité des centres d'examen, le temps d'attente pour
présenter un permis de conduire est d'environ six semaines. Cette
situation devrait encore s'améliorer puisque seize candidats
examinateurs sont en formation au GOCA, ce qui augmentera l'offre
d'examens pratiques.
Ce ne sont d'ailleurs pas les automobilistes possédant leur permis
depuis moins de deux ans et condamnés à repasser un examen
théorique et pratique (en moyenne 600 par mois depuis l'entrée en
vigueur de la loi) qui influencent défavorablement les délais d'attente.
Pour l'année 2008, il y a eu en moyenne et par mois 24 900 examens
théoriques et 16 200 examens pratiques.
En ce qui concerne l'exemple donné d'un étudiant qui roule peu
pendant ses études, on ne peut établir des mesures au cas par cas.
Chaque personne est différente et se trouve dans des circonstances
différentes. On doit s'en tenir aux critères objectifs et mesurables,
comme le délai de deux ans à partir de l'obtention du permis de
conduire. Il serait, par contre, très complexe, de contrôler
l'expérience. Aux Pays-Bas, la période probatoire est de cinq ans.
En ce qui concerne l'impact de cette mesure, qui date seulement du
1
er
septembre 2007, il n'existe encore aucune étude d'évaluation.
Selon moi, cette mesure a un double objectif: d'une part, faire en
sorte que les nouveaux conducteurs ne commettent pas d'infraction
grave, entre autres par le biais des informations qui sont données
dans les auto-écoles ou par les médias, d'autre part, éviter que les
conducteurs débutants, qui ont commis une infraction grave et qui ont
repassé les examens théoriques et pratiques, retombent dans cette
mauvaise attitude.
Le fait d'avoir été condamné à une déchéance du permis de conduire,
alors que l'on vient de l'obtenir, et de devoir repasser l'examen
théorique et pratique ne peut être vécu comme quelque chose
d'anodin dans le chef d'un jeune conducteur. Il me semble important,
durant les premières années de conduite, de prendre conscience des
responsabilités qui incombent au conducteur d'un véhicule et de
développer un style de conduite sûr.
Voilà, monsieur le président, mes réponses aux multiples questions
qui ont été posées à ce sujet.
gebeuren het vaakst tijdens
weekendnachten, en er is meestal
maar één voertuig bij het ongeval
betrokken, wat laat vermoeden dat
de bestuurder de controle over het
voertuig
verloren
heeft.
Die
vaststelling geldt niet voor oudere,
ervaren bestuurders.
In de meeste examencentra
bedraagt de wachttijd zes weken.
Daarnaast
volgen
zestien
kandidaat-examinatoren
een
opleiding bij GOCA; het aanbod
voor de praktische proef zal dus
weldra verhogen.
Het zijn niet de bestuurders die
nog geen twee jaar in het bezit zijn
van hun rijbewijs en die het
rijexamen
opnieuw
moeten
afleggen (600 per maand), die een
invloed hebben op de wachttijden:
in 2008 werden er maandelijks
24 900 theoretische en 16 200
praktische examens afgelegd!
U geeft het voorbeeld van de
student die weinig met de wagen
rijdt. Men kan echter geen
maatregelen op maat opstellen.
We moeten ons aan objectieve en
meetbare criteria houden, zoals de
termijn van twee jaar vanaf het
halen van het rijbewijs. In
Nederland geldt een proefperiode
van vijf jaar.
Die
maatregel
dateert
van
1 september 2007 en werd nog
niet geëvalueerd. Hij heeft een
tweevoudig doel: voorkomen dat
nieuwe
bestuurders
zware
overtredingen
begaan,
en
voorkomen
dat
beginnende
bestuurders
die
een
zware
overtreding
hebben
begaan,
volharden in de boosheid.
De
veroordeling
tot
de
vervallenverklaring van het recht
op sturen (intrekking van het
rijbewijs)
en
de
bijhorende
verplichting om het rijexamen
opnieuw af te leggen, is niet
zomaar een straf. In de loop van
de eerste jaren moeten de
bestuurders zich bewust worden
11/01/2010
CRIV 52
COM 740
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
8
van hun verantwoordelijkheden en
een veilige rijstijl ontwikkelen.
01.06 Bruno Stevenheydens (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de staatssecretaris, ik dank u voor uw uitgebreid antwoord. Wij delen
uw bezorgdheid over de verkeersveiligheid, ook van die drie bewuste
doelgroepen. U mag het mij echter niet kwalijk nemen als ik zeg dat
het allemaal nogal verwarrend is.
Er worden niet alleen vandaag, maar ook tijdens de bespreking van
de beleidsnota, kritische vragen door parlementsleden van de
meerderheid
gesteld,
die
uw
voorbereidend
wetsontwerp
discriminerend noemen.
Het is ook allemaal niet zo eenvoudig. Als ik uw uitleg in een
notendop samenvat, is er een algemene grens van 0,5 promille in
Europa. De afwijking is 0,2 promille. Dat is eigenlijk een nultolerantie.
Men hanteert die afwijking omdat er nog sprake van restalcohol kan
zijn.
Tijdens de bespreking van de beleidsnota hebt u naar likeurbonbons
verwezen. Het onachtzaam nuttigen ervan kan al leiden tot een
alcoholpercentage boven 0,2 promille.
01.06 Bruno Stevenheydens
(VB):
Nous
partageons
la
préoccupation du secrétaire d'État
concernant l'emploi et la sécurité
des trois groupes cibles. Les
mesures sont toutefois assez
confuses, également pour la
majorité. Alors que la norme est
de 0,5 pour mille, le secrétaire
d'État la ramène à 0,2 pour mille
pour
certains
groupes.
La
tolérance
zéro
n'est
pas
envisageable
parce
que
la
consommation de certains mets
ou bonbons pourraient induire un
teste d'haleine positif.
01.07 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Coq au vin is eleganter.
01.08 Bruno Stevenheydens (VB): Naar zulke zaken verwijst u als
reden om 0,2 promille te hanteren, wat eigenlijk gelijk staat aan een
nultolerantie.
U hebt nog veel werk om op alle kritische vragen van de meerderheid
te antwoorden. Wij delen in elk geval uw bezorgdheid.
Wij willen een aanbeveling doen, mijnheer de staatssecretaris. Er zijn
veel studies ter zake. De een kan naar een studie verwijzen, de ander
naar een andere studie. U verwijst naar een studie van het BIVV. Als
het resultaat daarvan van zulk doorslaggevend belang is dat u een
wetsontwerp ter zake voorbereidt, dan zou ik willen voorstellen om die
onmiddellijk aan de commissieleden te bezorgen, of tenminste te
zeggen waar we die kunnen terugvinden. Op die manier kunnen wij in
een volgende vergadering meer gerichte vragen stellen en praten wij
niet naast elkaar.
Nog een bijkomend vraagje, ook in de beleidsnota van 2009 voorzag
u in een wetsontwerp. Dit jaar opnieuw. Gaat het wetsontwerp er dit
jaar komen, en wanneer gaat u dat aan de commissie voorleggen?
01.08 Bruno Stevenheydens
(VB): Les études ne manquent pas
mais celle de l'IBSR semble
prépondérante aux
yeux du
secrétaire d'État. Je souhaiterais
dès lors pouvoir en prendre
connaissance.
Il était déjà question dans la note
de politique de 2009 d'un projet de
loi. Ce projet sera-t-il déposé en
2010?
01.09 Roland Defreyne (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de staatssecretaris, ik begrijp dat u zich in uw voorstellen tot verlaging
van het alcoholgehalte voor bepaalde doelgroepen vooral hebt laten
leiden, en ik kan u daarin volgen, door de Europese regelgeving ter
zake.
Ik heb het wel moeilijker met het voorstel voor de doelgroep van de
vrachtwagenchauffeurs. Er zijn ter zake immers geen objectieve,
statistische gegevens die wijzen op het feit dat alcohol voor die
doelgroep een bijkomend gevaar zou betekenen. Daarom stel ik voor
het terugdringen van het alcoholgebruik voor die doelgroep aan de
01.09 Roland Defreyne (Open
Vld): Je comprends que le
secrétaire d'État s'inspire princi-
palement des règles européennes.
Mais je ne vois pas pourquoi il
faudrait réserver aux chauffeurs
de camion un traitement plus
sévère. Rien n'indique en effet que
ce soit nécessaire. Mieux vaut
laisser cela aux organisations
professionnelles.
CRIV 52
COM 740
11/01/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
9
beroepsorganisaties over te laten.
01.10 Françoise Colinia (MR): Monsieur le secrétaire d'État, je vous
remercie.
01.11 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer Defreyne, ik wil
toch wel de bal terugkaatsen. De verenigingen wensen de absolute
nultolerantie. Dat is natuurlijk het gemakkelijkste voor de
verenigingen, want dan is de chauffeur steeds de kop van jut.
Men kan van een minister natuurlijk veel verwachten, behalve dat hij
alle chauffeurs culpabiliseert en dat zij voor het minste pintje dat zij na
hun wielerkoers of voetbalmatch op zondagmiddag drinken, als zij
dan 's nachts om 04 u 00 vertrekken en ze hebben een ongeluk met
zware materiële of andere schade, persoonlijk verantwoordelijk
gesteld worden.
Ik zit hier niet om de verzekeringmaatschappijen een paraplu te
bezorgen, als u begrijpt wat ik bedoel. Dat moet voldoende duidelijk
zijn.
01.11
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: Les associations
demandent une tolérance zéro
parce que, dans ce cas, le
conducteur sera toujours le bouc
émissaire. Cependant, mon rôle
n'est pas de culpabiliser tous les
chauffeurs de poids lourds ni
d'offrir
un
paravent
aux
compagnies d'assurance.
Il est vrai, par contre, que les
conséquences des accidents dans
lesquels sont impliqués des bus
ou des camions sont toujours plus
tragiques que lorsqu'il s'agit de
voitures personnelles.
01.12 Roland Defreyne (Open Vld): Mijnheer de staatssecretaris,
niet ik, maar u zei dat zij veel grotere risico's lopen dan andere
weggebruikers.
Ik verwijs naar de statistieken die u vernoemde. Als die bewijzen dat
zij inderdaad een kleiner gevaar vormen, dan moeten we in die zin
niet wetgevend optreden door die groep 0,2 promille op te leggen.
01.12 Roland Defreyne (Open
Vld): On peut tout prouver au
moyen d'études. On ne peut pas,
sur la base de chaque étude,
prendre à chaque fois d'autres
mesures. Il appartient à chacun de
prendre ses responsabilités. Je
plaide pour une tolérance zéro.
01.13 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Men kan niet ontkennen
dat het gevolg van een ongeluk met een vrachtwagen of met een bus
altijd veel dramatischer is dan een ongeluk met een personenwagen.
Dat moeten wij voor ogen houden.
01.14 Paul Vanhie (LDD): Mijnheer de staatssecretaris, waar liggen
de grenzen van zulke maatregelen? Met studies kan men alles
bewijzen. Er zijn ook studies die beweren dat mannen veel
gevaarlijker zijn in het verkeer dan vrouwen, dat mannen in het
verkeer meer misbruik maken van alcohol, dat mensen met een lange
rijafstand meer kans op een ongeval hebben dan mensen met een
korte rijafstand.
Als we voor elk van deze gevallen een maatregel moeten treffen, dan
hebben we nog veel werk. De overheid moet een basiskader
opstellen waarin individuen en groepen kunnen functioneren, en niet
voor alles en nog wat maatregelen opleggen, die dan ook nog dubieus
zijn.
Ik wil nog even een punt aanhalen in uw discussie met collega
Defreyne. Bij nultolerantie moet iedereen zijn verantwoordelijkheid
dragen en niet meer drinken. Een maatregel van 0,2 promille zorgt
voor verwarring: je mag nog iets drinken, maar liever niet.
Ik pleit voor nultolerantie. Dat is ook zo in andere landen. In de
Oostbloklanden mag men niet drinken. Die chauffeurs kruipen niet
11/01/2010
CRIV 52
COM 740
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
10
achter het stuur. Zij leven volgens een andere mentaliteit. Wij zijn
Vlamingen, mijnheer de staatssecretaris, wij zijn bourgondiërs.
Iedereen moet zijn verantwoordelijkheid nemen.
01.15 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer Vanhie, het
Parlement mag in Vorst niet vergaderen want alle parlementairen
zouden daar zitten.
01.16 Paul Vanhie (LDD): Sommigen hebben een chauffeur.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Samengevoegde vragen van
- de heer Koen Bultinck aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister,
over "de regionale luchthaven Kortrijk-Wevelgem" (nr. 17013)
- de heer Roel Deseyn aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister, over
"de regionale luchthavens" (nr. 17533)
02 Questions jointes de
- M. Koen Bultinck au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "l'aéroport
régional de Courtrai-Wevelgem" (n° 17013)
- M. Roel Deseyn au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "les aéroports
régionaux" (n° 17533)
02.01 Koen Bultinck (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, ik kom nog even terug op een oud dossier, dat
ondertussen reeds vele jaren hangende is in dit Parlement. Ik zou
kunnen verwijzen naar vragen van een aantal collega's en van mijzelf,
ten tijde dat minister Anciaux op uw post zat en ten tijde dat minister
Landuyt bevoegd was voor deze materie.
Het gaat over een zeer specifiek geval, met name de luchthaven van
Kortrijk-Wevelgem, die in het luchthavenlandschap een beetje een
buitenbeentje is. Die luchthaven is immers niet in het
samenwerkingsakkoord opgenomen tussen het federale niveau, wat
luchtverkeer betreft, en het respectievelijk gewestelijke niveau, in dit
concrete geval het Vlaams Gewest. Daardoor levert Belgocontrol niet
de klassieke gratis diensten op het vlak van verkeersleiding aan die
luchthaven.
De respectievelijke collega's, waaronder ikzelf, hebben vanuit een
West-Vlaamse
gevoeligheid
de
respectieve
ministers
en
staatssecretarissen zeer frequent op dit dossier gewezen. Wij hebben
erop gewezen dat ter zake minstens sprake is van discriminatie is en
dat dit dringend moet worden opgelost.
Mijnheer de staatssecretaris, er is een nieuw element in dat dossier,
zijnde de fameuze Europese verordening van 14 november 2009, die
Belgocontrol verbiedt om gratis luchtverkeersleiders te leveren aan de
regionale luchthavens, waardoor wij uiteindelijk het dossier anders
moeten gaan bekijken dan zoals het er oorspronkelijk uitzag. Op
basis daarvan hebben een aantal collega's en ikzelf voorstellen van
resolutie ingediend.
Mijnheer de staatssecretaris, ik heb ook akte genomen van de
bespreking in deze commissie naar aanleiding van de begroting. U zei
toen dat Belgocontrol vanaf januari 2010 een studie zal opstarten om
02.01 Koen Bultinck (VB):
L'aéroport régional de Courtrai-
Wevelgem,
qui
n'est
pas
mentionné dans l'accord de
coopération
avec
la
Région
flamande, ne peut pas faire appel
aux
contrôleurs
aériens
de
Belgocontrol.
Cette
situation
s'explique surtout par le fait qu'une
directive européenne interdit à cet
aéroport de recourir à ces services
de Belgocontrol.
Quel est l'échéancier prévu pour
l'étude de Belgocontrol qui a été
annoncée pendant les discussions
budgétaires? Qu'en est-il en ce qui
concerne l'accord de coopération?
Et le remaniement du contrat de
gestion
entre
l'État
et
Belgocontrol?
CRIV 52
COM 740
11/01/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
11
uiteindelijk de mogelijkheden na te gaan om ook voor Kortrijk-
Wevelgem in een gecontroleerd luchtruim te voorzien. Wij moeten
echter wel akte nemen van het feit dat in verband met de financiering
van de dienst van Belgocontrol, nu toch een concrete regeling moet
worden uitgewerkt.
Mijnheer de staatssecretaris, ik zou mijn vraag dus wat willen
actualiseren. Ik zou graag, als dit mogelijk is, van u vandaag een
strikte timing horen in verband met de studie die u aangekondigd hebt
tijdens de begrotingsbesprekingen. U zei dat vanaf januari 2010
Belgocontrol zou nagaan in welke mate ook voor Kortrijk-Wevelgem
in een gecontroleerd luchtruim kan worden voorzien. In welke mate en
binnen welk tijdskader kunnen wij de afwerking van die studie
verwachten?
Voorts is er het samenwerkingsakkoord. Graag kreeg ik thans een
stand van zaken in verband met de herziening van het
samenwerkingsakkoord tussen het federaal en het gewestelijk niveau.
Mijnheer de staatssecretaris, bovendien is er het fameuze
beheerscontract tussen de overheid en Belgocontrol. Er moet ook
worden nagegaan in welke mate het beheerscontract aan herziening
toe is. Wat is de stand van zaken dienaangaande?
02.02 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, het is inderdaad helaas een oud dossier, maar
allerminst een verouderd dossier. Hoewel de vraag al van een tijdje
geleden dateert, is de zaak nog de jongste weken in het parlementair
streekoverleg, in het Resoc, met de sociale partners, en op andere
fora bediscussieerd. Allen onderstrepen het belang van de
luchthaven, die nu kansen kan krijgen, omdat in het Vlaams Gewest
met de LOM en de LEM ook stappen vooruit worden gezet voor de
ontwikkeling en exploitatie van de luchthaven. We moeten de zaken
op federaal niveau dus absoluut op een goede manier kunnen regelen
om die luchthaven alle kansen te geven.
Belgocontrol levert aan de regionale luchthavens van Antwerpen,
Charleroi, Luik en Oostende inderdaad kosteloos de diensten voor de
luchtverkeersleiding, naar rato van de activiteitsgraad van 1989, zoals
ze dat ook doet voor Zaventem.
In 1994 is men op de site Kortrijk-Wevelgem de gebouwen beginnen
te gebruiken, maar in 2010 wacht men nog altijd op de dienstverlening
van Belgocontrol. Men schat dat het over 18,5 miljoen euro onkosten
per jaar zou gaan, ten gunste van de VIER regionale luchthavens
samen. Er is inderdaad de Europese verordening en de juridische
antwoorden die we in deze zaak moeten formuleren om niet het
verwijt van kruissubsidiëring te krijgen.
Ik zou graag van u vernemen hoeveel onkosten Belgocontrol maakte
per regionale luchthaven in 2007 en 2008. Welke inkomsten stonden
daartegenover?
Bij de bespreking van de beleidsnota hebt u bevestigd dat de
luchthaven van Kortrijk-Wevelgem op dezelfde wijze moet worden
behandeld als de andere regionale luchthavens, wat de status inzake
dienstverlening betreft. Ik denk dat we die horde reeds hebben
genomen. Dat impliceert natuurlijk wel dat de Vlaamse overheid moet
02.02 Roel Deseyn (CD&V):
C'est un vieux dossier qui devrait
être réglé une fois pour toutes au
niveau fédéral.
Belgocontrol règle le trafic aérien
civil à Zaventem et dans quatre
aéroports régionaux. L'aéroport
Courtrai-Wevelgem ne bénéficie
toutefois pas de ses service.
Quels
frais
a
consentis
Belgocontrol par aéroport régional
en 2007 et en 2008? Quelles
recettes ont été réalisées en
contrepartie?
Qu'en est-il des projets relatifs à la
reconnaissance à part entière de
l'aéroport de Courtrai-Wevelgem?
L'aéroport disposera-t-il à l'avenir
de
contrôleurs
aériens
de
Belgocontrol? Il faut résoudre
d'urgence
le
problème
du
financement.
11/01/2010
CRIV 52
COM 740
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
12
instaan voor de vergoeding van de diensten, net zoals dat het geval is
voor de andere luchthavens in Vlaanderen.
Er zou deze maand een studie worden opgestart met betrekking tot
de organisatie van de dienstverlening voor Kortrijk-Wevelgem.
Hoe zullen we het probleem van de financiering oplossen, waarvoor
dringend een oplossing moet worden gevonden? Als daarvoor op
korte termijn geen stappen kunnen worden gezet, dan dreigt een heel
belangrijk project gehypothekeerd te worden, doordat de
aantrekkingskracht er niet zal zijn ten aanzien van de investeerders,
de toekomstige verantwoordelijken voor de exploitatie en ontwikkeling
van de luchthaven.
Daarom zou ik graag een update krijgen, mijnheer de
staatssecretaris, waarvoor ik u bij voorbaat dank.
02.03 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer de voorzitter, in
antwoord op de vragen kan ik mededelen dat voor het jaar 2007 de
kostprijs voor de prestaties van Belgocontrol aan de regionale
luchthavens van Antwerpen, Charleroi, Luik en Oostende,
20,1 miljoen euro
bedroeg,
waarvan,
conform
het
samenwerkingsakkoord van 1989, 16,9 miljoen euro gratis werd
geleverd. Het verschil tussen beide bedragen werd door de Gewesten
gedragen.
Mijnheer Deseyn, u hebt over de verdeling gesproken. Voor 2007 was
dat afgerond 5,6 miljoen voor Antwerpen, 5 miljoen voor Charleroi,
3,9 miljoen voor Luik en 2,4 miljoen voor Oostende. De last was in
2008 al tot 18,3 miljoen opgelopen, waarvan 5,3 miljoen voor
Antwerpen, 6,4 miljoen voor Charleroi, 4 miljoen voor Luik en
2,6 miljoen voor Oostende.
De gratis geleverde diensten werden tot nu toe in grote mate via de
kruissubsidiëring door de inkomsten uit de en-routeheffingen
gefinancierd. Sinds januari 2010, dus sinds een paar dagen geleden,
verbiedt het tweede pakket van de Europese reglementering inzake
de totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim
echter elke kruissubsidiëring tussen de kosten van en-routediensten
en lokale luchtvaartnavigatiediensten. Daarom moet op korte termijn
een nieuwe regeling worden uitgewerkt om Belgocontrol te vergoeden
voor de prestaties die voor de regionale luchthavens worden geleverd.
Verschillende financieringsscenario's worden thans onderzocht. Zij
zullen binnenkort voor overleg aan de betrokken partijen worden
voorgelegd.
Een logische regeling zou kunnen zijn dat de vergoedingen worden
gedragen, hetzij door de uitbaters van de luchthavens, hetzij door de
betrokken gebruikers, hetzij dat de vergoedingen onder beide partijen
worden verdeeld.
Wat specifiek de vragen over de luchthaven Kortrijk-Wevelgem
betreft, kan ik u mededelen dat voornoemde luchthaven inderdaad
niet in het samenwerkingsakkoord van november 1989 is
opgenomen. Dat akkoord betrof alleen de regionale luchthavens die
op dat ogenblik openbare vliegvelden waren en waarop Belgocontrol
reeds actief was.
02.03
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: En 2007, le coût
des prestations de Belgocontrol
aux aéroports régionaux d'Anvers,
de
Charleroi,
de
Liège
et
d'Ostende s'élevait à 20,1 millions
d'euros.
Sur
cette
somme,
16,9 millions
d'euros
des
prestations ont été réalisées
gratuitement en vertu de l'accord
de coopération de 1989; le reste a
été financé par les Régions. Il
s'agissait de 5,6 millions d'euros
pour Anvers, de 5 millions pour
Charleroi, de 3,9 millions pour
Liège et de 2,4 millions pour
Ostende. En 2008, il s'agissait de
5,3 millions pour Anvers, de
6,4 millions pour Charleroi, de
4 millions pour Liège et de
2,6 millions pour Ostende.
Les
prestations
réalisées
gratuitement ont été jusqu'à
présent financées en grande partie
par les recettes provenant des
redevances de route, en vertu du
subventionnement croisé.
Depuis le 1
er
janvier 2010, la
réglementation européenne interdit
ce subventionnement croisé. Une
nouvelle réglementation doit donc
être élaborée à court terme.
Différents
scénarios
de
financement sont actuellement à
l'examen et ils seront bientôt
soumis aux intéressés dans le
cadre d'une concertation. Le
financement pourrait par exemple
être supporté par les exploitants,
CRIV 52
COM 740
11/01/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
13
Er zijn reeds gesprekken gevoerd omtrent de voorwaarden en de
modaliteiten op om die luchthaven ook luchtverkeersleidingdiensten
en een gecontroleerd luchtruim op te richten. Deze maand zal
Belgocontrol daaromtrent een studie opstarten met een voorziene
duur van vier maanden.
Voor de financiering van die diensten zal alles afhangen van de
oplossing die wordt gevonden voor het probleem van de financiering
van Belgocontrol zelf, voor de diensten die op de regionale
luchthavens door Belgocontrol worden verzekerd.
Tot daar, mijnheer de voorzitter, het antwoord op de twee vragen.
les utilisateurs ou les deux.
L'aéroport de Courtrai-Wevelgem
n'est pas mentionné dans l'accord
de coopération de 1989. Des
pourparlers ont déjà été menés
sur les conditions de création de
services de contrôle aérien et d'un
espace aérien contrôlé pour cet
aéroport. Belgocontrol entamera
ce mois-ci une étude qui s'étalera
sur quatre mois. Le financement
de ces services dépendra de la
solution qui sera trouvée pour le
financement de Belgocontrol pour
les services fournis aux aéroports
régionaux.
02.04 Koen Bultinck (VB): Mijnheer de staatssecretaris, op een van
mijn vragen kreeg ik een concreet antwoord. Inzake de studie spreekt
u namelijk over een timing van vier maanden.
Ik blijf eerlijk gezegd een beetje op mijn honger zitten aangaande de
herziening van het samenwerkingsakkoord uit 1989 tussen het
federaal niveau en het Vlaams Gewest. Dat samenwerkingsakkoord
is aan herziening toe. Daarvan zouden we toch eens werk moeten
maken.
Ik zou u in extenso voorlezing kunnen geven van antwoorden van
voorgangers op uw departement. Elk van hen had al zeer lang dat
hele dossier geconcretiseerd moeten hebben. Ik zou u dus willen
stimuleren om minimaal daar werk van te maken. Idem dito, wat het
beheerscontract tussen de federale overheid en Belgocontrol
aangaat. Een aantal zaken daarin moet bijgestuurd worden.
Mijnheer de voorzitter, op zijn zachtst uitgedrukt, denk ik dat ik moreel
verplicht ben om dat dossier verder op te volgen. Te gelegener tijd zal
ik de staatssecretaris nog eens lastigvallen met dat concreet dossier.
Gezien het algemeen karakter van de antwoorden en gelet op enkele
financieringsprocessen die terecht, als gevolg van de Europese
verordening, moeten worden herzien, zal deze aangelegenheid
moeten worden opgevolgd door deze commissie. Ik zal dus op deze
zaak terugkomen.
02.04 Koen Bultinck (VB): Votre
réponse à propos de l'étude est
très concrète mais je reste sur ma
faim en ce qui concerne la révision
de l'accord de coopération. Une
série d'éléments du contrat de
gestion de Belgocontrol avec l'État
fédéral doivent aussi être rectifiés.
Je resterai attentif à ce dossier.
02.05 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, in
tegenstelling tot de vorige spreker meen ik dat wij hier te maken
hebben met een echte trendbreuk. Het is de eerste keer dat een
staatssecretaris voor Mobiliteit zich zo expliciet engageert wat het
principe betreft.
Kortrijk-Wevelgem hoort inderdaad thuis in het rijtje. Belgocontrol
heeft daar een taak te vervullen. Jammer genoeg zal de financiering
niet meer kunnen geschieden zoals in het verleden. U sprak over een
aantal logische regelingen, met drie scenario's, te weten voor
uitbaters, gebruikers of beiden. Misschien is er nog een andere
logische regeling die een kleinere luchthaven een aantal startkansen
kan bieden, eventueel met een fading out van bepaalde
overheidstoelagen.
02.05 Roel Deseyn (CD&V):
Cette réponse constitue un vrai
changement de cap. Pour la
première fois, un secrétaire d'État
à la Mobilité s'engage sur le
principe selon lequel Courtrai-
Wevelgem a sa place dans la liste.
Le secrétaire d'État a parlé des
scénarios de financement. Il existe
peut-être un autre régime logique
pouvant offrir des chances de
démarrage à un aéroport de plus
petite taille, éventuellement avec
11/01/2010
CRIV 52
COM 740
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
14
De luchthaven Kortrijk-Wevelgem heeft in het verleden nog geen
gebruik kunnen maken van overheidssubsidiëring. Wanneer alle
kosten doorgeschoven worden naar de uitbaters of de gebruikers,
vrees ik dat het voor vele economische activiteiten op die luchthaven
zeer moeilijk wordt om nog tot een goede business case te komen die
compatibel is met de nieuwe regeling. Dit thema verdient zeker
verdere opvolging.
Mijnheer de staatssecretaris, ik wil u alvast bedanken voor het
engagement dat u neemt inzake Kortrijk-Wevelgem en voor de
verantwoordelijkheid die Belgocontrol op die site zal opnemen.
une réduction progressive de
certaines subventions de l'État. Je
crains qu'en reportant tous les
coûts sur les exploitants ou sur les
clients, on crée de graves
difficultés pour de nombreuses
activités économiques à l'aéroport
en question.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Samengevoegde vragen van
- de heer Patrick De Groote aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven over "de
ontsporing van een treinstel te Bergen" (nr. 17021)
- mevrouw Ine Somers aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven over "het
treinongeval te Bergen" (nr. 17073)
- de heer David Lavaux aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven over "de
oorzaken van de ontsporing van een trein in het station van Bergen" (nr. 17256)
- de heer Jan Mortelmans aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven over "het
treinongeval in het station van Bergen" (nr. 17353)
- de heer Éric Thiébaut aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven over "de
ontsporing van een trein in het station van Bergen" (nr. 17655)
03 Questions jointes de
- M. Patrick De Groote à la ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques sur "le
déraillement d'un train à Mons" (n° 17021)
- Mme Ine Somers à la ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques sur "l'accident de
train à Mons" (n° 17073)
- M. David Lavaux à la ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques sur "les causes
du déraillement d'un train en gare de Mons" (n° 17256)
- M. Jan Mortelmans à la ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques sur "l'accident
ferroviaire en gare de Mons" (n° 17353)
- M. Éric Thiébaut à la ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques sur "les
déraillement d'un train en gare de Mons" (n° 17655)
03.01 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, mijn vraag dateert al van een tijdje geleden. Door de
ministerwissel en de feestdagen komt die vraag nu bij u terecht en
komt ze nu pas aan bod.
Op 19 november laatstleden, om 23.26 uur, kwam een
treinbegeleidster om het leven bij een ongeval, meer specifiek door
een ontsporing van een trein in een bocht bij het binnenrijden van het
station te Bergen op de lijn Doornik-Charleroi. Daarnaast werd ook de
conducteur ernstig gewond en een passagier licht verwond van de
twintig passagiers die op de trein zaten. Bovendien kwam de trein tot
stilstand op een vijftal meter van een aantal huizen.
Men kan zich natuurlijk afvragen wat de echte oorzaken zijn van dit
ongeval. Natuurlijk is er van het voorbereidend officieel
onderzoeksrapport naar het treinongeval in Bergen al een en ander in
de pers verschenen. Men heeft het in de pers over een tweetal zaken.
Ten eerste reed de trein veel te snel. Er was sprake van 142 kilometer
per uur, terwijl een signaal 60 kilometer per uur had moeten
03.01 Patrick De Groote (N-VA):
Le
19 novembre
2009,
une
accompagnatrice de train est
décédée à la suite du déraillement
d'un train au moment de l'entrée
en gare de Mons sur la ligne
Tournai-Charleroi. Le train s'est
arrêté à cinq mètres d'un groupe
de maisons.
Le rapport d'enquête préparatoire
officiel a déjà révélé quelques
éléments: le train roulait à 142 km
à l'heure et la signalisation
présentait un défaut mécanique.
Ceci me laisse un sentiment
d'amertume car M. Vanackere
avait précisé, il y a quelques
semaines, en réponse à une
CRIV 52
COM 740
11/01/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
15
aangeven. Ten tweede zou het te wijten zijn aan een mechanisch
defect in de signalisatie: het signaal werkte gewoon niet.
Wat dit laatste betreft, blijf ik toch met een wrang gevoel achter. Een
aantal weken geleden heb ik uw collega, de heer Vanackere, nog
ondervraagd over de bevindingen van een collega uit het Vlaams
Parlement over onbeveiligde en onbewaakte seinkasten. Toen was
het antwoord van de minister dat alles wel degelijk veilig was, want als
de signalen niet werkten, traden er beveiligingen in werking waarbij er
wel hinder ontstond, maar er niet echt een gevaar was. Ik heb hierbij
nog vragen.
Waarom deze hoge snelheid bij het binnenrijden van een station?
Was daar een oorzaak voor? Had deze trein een vertraging
opgelopen? Hoe komt het dat de signalen die 60 kilometer per uur
aangeven, niet werkten? Was dit al lange tijd zo of kan dat niet
achterhaald worden? Gebeurt het regelmatig dat men problemen met
dergelijke signalisatie heeft?
De voornaamste vraag: wat zijn de conclusies en de eventuele
maatregelen die u zult nemen naar aanleiding van dit ongeval?
question relative aux cabines de
signalisation non sécurisées et
sans surveillance, que tout était
alors
sécurisé.
Selon
les
informations fournies alors, le non-
fonctionnement
des
signaux
entraînerait l'enclenchement de
protections,
processus
qui
engendrerait des désagréments
sans provoquer toutefois de réel
danger.
Pourquoi le train roulait-il si
rapidement au moment de l'entrée
en gare? Pourquoi les signaux
indiquant la vitesse de 60 km à
l'heure n'ont-ils pas fonctionné?
Ne fonctionnaient-ils pas depuis
longtemps? De tels problèmes de
signalisation
se
produisent-ils
souvent?
Quelles
sont
les
conclusions et quelles mesures le
secrétaire d'État prendra-t-il?
03.02 David Lavaux (cdH): Monsieur le président, monsieur le
secrétaire d'État, l'accident en gare de Mons en novembre dernier
délie la colère des conducteurs de trains, mais ne les étonne pas.
Pour eux, l'erreur humaine qui est manifestement à l'origine du
déraillement aurait pu survenir plus tôt, à de nombreuses reprises et
avec des conséquences plus graves encore que la mort malheureuse
d'une jeune accompagnatrice. Tout simplement parce que l'erreur est
humaine et que ni le matériel roulant, hormis les TGV, ni le réseau ne
disposent des équipements optimaux en matière de sécurité ou
d'assistance à la conduite.
Infrabel installe actuellement un système de contrôle de la vitesse aux
endroits dits "à risque" du réseau: 80 % dudit parcours à risque
devrait être équipé d'ici à 2015.
Monsieur le secrétaire d'État, pourquoi ce délai est-il si long? Quel
dispositif d'assistance à la conduite ou d'analyse du parcours la SNCB
installe-t-elle sur son matériel? Si ce n'est pas fait, quelles sont les
échéances d'installation de ces systèmes?
Il semble également que les conducteurs soient actuellement formés
sur des locomotives mieux équipées. Dans la pratique, ils seront
pourtant contraints d'utiliser du matériel plus désuet, moins bien
équipé. N'y a-t-il pas là un défaut de stratégie? Quels sont les
équipements actuellement installés par la SNCB sur ses locomotives?
Pouvez-vous nous décrire les grandes lignes et l'agenda des
modifications prévues?
Plus généralement, existe-t-il un groupe de travail commun Infrabel-
SNCB qui travaillerait à la coordination des mesures à prendre en
termes de sécurité?
03.02 David Lavaux (cdH): Het
ongeval in het station van Bergen
in november vorig jaar wekt bij de
treinbestuurders woede op. Het
ongeval is dan wel aan een
menselijke fout te wijten, maar
behalve op de hst-lijnen zijn de
nodige veiligheidsinrichtingen niet
voorhanden. Infrabel installeert
momenteel een treinverkeers-
leidingssysteem dat de snelheid
controleert; tegen 2015 zou
80 procent van de risicolijnen met
het systeem worden uitgerust.
Waarom moeten we nog zo lang
wachten?
Welk
systeem
wordt
er
geïnstalleerd, en volgens welk
tijdpad zal het systeem worden
geïnstalleerd?
Schiet de opleidingsstrategie haar
doel
niet voorbij, aangezien
bestuurders momenteel worden
opgeleid
in
goed
uitgeruste
locomotieven, maar in de praktijk
met ander materieel moeten
rijden?
Over welke uitrusting beschikken
de locomotieven momenteel?
11/01/2010
CRIV 52
COM 740
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
16
Volgens welk tijdschema worden
de
geplande
wijzigingen
uitgevoerd?
Bestaat er een werkgroep van
Infrabel en de NMBS die toeziet op
de
coördinatie
van
de
veiligheidsmaatregelen?
03.03 Jan Mortelmans (VB): Ik zal bondig zijn. Het feit dat u
antwoordt betekent vermoedelijk dat de FOD Mobiliteit en Vervoer
ondertussen volledig voor het onderzoek naar spoorwegongevallen
bevoegd is. Ik weet dat het vroeger tot de bevoegdheid van de
FOD Overheidsbedrijven behoorde. Nu is het dus naar uw diensten
overgeheveld.
Is dat proces volledig afgerond? Loopt het naar wens?
Hoe is het ongeval kunnen gebeuren? Welke maatregelen moet men
treffen om zulks in de toekomst te vermijden, of om er alleszins voor
te zorgen dat de veiligheid maximaal wordt gegarandeerd?
03.03 Jan Mortelmans (VB): Le
SPF Mobilité et Transports est
apparemment compétent aujour-
d'hui pour les enquêtes réalisées
en cas d'accidents ferroviaires.
Cette enquête est-elle entièrement
terminée?
Comment l'accident a-t-il pu se
produire?
Grâce
à
quelles
mesures
avez-vous
l'intention
d'éviter ce type d'accidents dans le
futur?
03.04 Eric Thiébaut (PS): Monsieur le secrétaire d'État, l'accident de
train survenu en gare de Mons est l'un des pires drames qu'ait connus
cette gare. Comme mes collègues l'ont rappelé, le déraillement d'une
locomotive a causé la mort d'un accompagnateur de train et provoqué
de graves blessures au conducteur et aux passagers.
Il faut saluer le travail du personnel de la SNCB et d'Infrabel qui ont
uni leurs efforts à ceux des services de secours et des autorités
locales afin de fournir toute l'assistance possible aux voyageurs du
train. Cet accident a toutefois plongé les usagers du rail dans une
profonde inquiétude. Une collaboration sans faille entre les
responsables de la SNCB, Infrabel et les autorités judiciaires doit
aboutir le plus rapidement possible à des éclaircissements.
Aussi, monsieur le secrétaire d'État, pouvez-vous nous donner des
explications exhaustives sur les circonstances de l'accident en gare
de Mons? Avez-vous des renseignements sur les responsabilités
dans cet accident? Doit-on incriminer des infrastructures inadaptées?
Que comptez-vous faire pour que ce genre d'accident ne survienne
plus? Un audit est-il envisagé sur la fiabilité des infrastructures et de
l'équipement du rail sur le réseau belge?
03.04 Éric Thiébaut (PS): Het
treinongeval in het station van
Bergen was een van de ergste
incidenten ooit in dat station!
Kan u ons uitleggen in welke
omstandigheden het ongeval zich
precies heeft voorgedaan?
Is het gedeeltelijk toe te schrijven
aan
de
ontoereikende
infrastructuur?
Welke maatregelen zal u nemen?
Behoort een audit inzake de
veiligheid van de spooruitrusting
tot de mogelijkheden?
03.05 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer Mortelmans, ik
zou eerst op uw bijkomende beschouwing willen terugkomen. Met de
goedkeuring van de eerste vier wetten omtrent de herverdeling van de
bevoegdheden inzake het spoorwegvervoer ­ alleen in de Kamer, de
Senaat volgt ­ hebben wij in elk geval politiek reeds de stap gezet om
dat soort zaken uit de bevoegdheid van die ene maatschappij te halen
en op het niveau van de FOD Mobiliteit te gaan situeren. Strikt
juridisch is dat nog niet definitief rond maar politiek is de stap al gezet
aangezien de Kamer met de goedkeuring van de wetten vorige
donderdag eigenlijk de oriëntatie klaar en duidelijk heeft aangegeven.
Zoals u weet werd dat trouwens inhoudelijk door de Europese
Commissie en het Europees Parlement gewenst.
03.05
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: Avant toute
chose,
je
rappelle
à
M. Mortelmans que la Chambre a
adopté les quatre premières lois
relatives à la redistribution des
compétences dans le transport
ferroviaire. L'initiative politique a
donc été prise mais l'aspect
juridique
n'est
pas
encore
entièrement réglé.
CRIV 52
COM 740
11/01/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
17
Nous sommes profondément attristés par les conséquences
tragiques de ce regrettable accident survenu à Mons le 19 novembre
2009. Les pensées du gouvernement vont en premier lieu aux
familles des victimes,
particulièrement à la famille de
l'accompagnatrice du train.
L'enquête judiciaire suit un cours normal; le parquet a procédé au
recueil des premières déclarations, confidentielles pour l'instant, et a
saisi tous les éléments pour mener cette enquête à bien.
À ce stade, aucune conclusion définitive ne peut encore être tirée
quant aux causes réelles de l'accident. Vous comprendrez donc que
je m'abstiendrai de tout autre commentaire pour l'instant.
Le gestionnaire de l'infrastructure ferroviaire, Infrabel, et l'entreprise
ferroviaire concernée, la SNCB, collaborent activement à l'enquête
judiciaire. Les premières constatations d'Infrabel ont montré que la
signalisation était conforme aux prescriptions. La sécurité ferroviaire
belge pour les trains conventionnels repose en effet sur le respect
immédiat par le personnel de conduite de la signalisation latérale
lumineuse et fixe. Cette signalisation fonctionnait normalement lors de
l'accident de Mons.
L'instrument d'infrastructure d'aide à la conduite appelé "crocodile" ne
fonctionnait, quant à lui, pas normalement et n'a pu attirer l'attention
du conducteur sur le franchissement d'un signal de limitation de
vitesse. Infrabel a pris toutes les mesures nécessaires pour sa
réparation dans le respect des procédures prévues dans le
Règlement de sécurité de l'exploitation de l'infrastructure ferroviaire
(RSEIF) et dans le règlement interne d'Infrabel.
Le RSEIF précise que: "Les dispositifs d'aide à la conduite ne sont
pas des systèmes de sécurité; ils apportent une aide au conducteur.
L'aspect d'un signal ne peut être déduit de l'information transmise par
le dispositif de répétition. Le conducteur est responsable de
l'observation visuelle des signaux et du respect de leur indication."
Indépendamment de l'enquête judiciaire, de l'enquête de l'entreprise
ferroviaire et de l'enquête du gestionnaire de l'infrastructure, les
accidents et incidents graves affectant la sécurité de l'exploitation
ferroviaire font l'objet d'investigations complémentaires par l'organe
d'enquête autonome mis en place au sein du SPF Mobilité et
Transports.
Les moyens adéquats ont été mis en oeuvre sans délai. Toutefois, ce
ne sera que lorsque les éléments probants, légitimement saisis par le
parquet, seront disponibles qu'on pourra procéder à des analyses
techniques très approfondies et qu'il sera possible, si nécessaire, de
proposer des recommandations qui viseront à minimiser les risques
d'accident.
L'amélioration de la sécurité de l'exploitation ferroviaire reste un
objectif prioritaire du gouvernement. Tous les moyens sont et seront
mis en oeuvre pour qu'il en soit bien ainsi. Par exemple, en ce qui
concerne l'infrastructure, Infrabel déploie le système TBL1+ de
protection de la marge des trains. Il couvrira 50 % du réseau en 2011
et 80 % en 2013. Ce système offrira deux avantages par rapport au
système actuel. Les crocodiles, à savoir les capteurs physiques sur
We zijn diep bedroefd over de
tragische
gevolgen
van
dat
betreurenswaardige ongeval. De
gedachten van de regering gaan
uit naar de slachtoffers en hun
familie.
Het gerechtelijk onderzoek neemt
zijn loop. Er kunnen nog geen
besluiten worden getrokken in
verband
met
de
werkelijke
oorzaken van het ongeval. Ik zal
me dus vooralsnog van nader
commentaar onthouden.
Infrabel en de NMBS werken actief
mee
aan
het
gerechtelijk
onderzoek.
Uit de eerste vaststellingen van
Infrabel is gebleken dat de
seininrichting
naar
behoren
functioneerde.
Het
'borstel-krokodil'-besturings-
hulpsysteem werkte echter niet
normaal en de treinbestuurder
werd er dus niet op geattendeerd
dat hij de opgelegde maximum-
snelheid niet in acht nam. Infrabel
heeft alle nodige maatregelen
genomen om dit systeem te laten
herstellen.
De
veiligheids-
voorschriften
betreffende
de
exploitatie van de spoorweg-
infrastructuur (VVESI) bepalen dat
(citeert in het Frans) besturings-
hulpsystemen geen veiligheids-
systemen
zijn.
(...)
De
treinbestuurder is verantwoordelijk
voor de visuele waarneming van
de
seinen
en
voor
de
inachtneming ervan.
Het autonome onderzoeksorgaan
bij de FOD Mobiliteit en Vervoer
stelt een bijkomend onderzoek in
naar ernstige ongevallen en
incidenten met gevolgen voor de
veiligheid
van
de
spoorwegexploitatie.
Er werd onmiddellijk adequaat
gereageerd. Het zal echter pas
mogelijk
zijn
om
eventuele
aanbevelingen
inzake
de
beperking van het ongevallenrisico
te doen wanneer de gegevens van
11/01/2010
CRIV 52
COM 740
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
18
les voies, seront complétés par des balises, d'où une fiabilité accrue.
Ensuite, une fonction "stop" sera installée sur chaque feu de telle
sorte que lorsqu'un train franchira un feu rouge, le système procédera
à un freinage d'urgence automatique.
Ce dispositif est une première étape dans l'implantation du système
européen ECTS. Ce dernier permettra une surveillance continue de la
vitesse des convois.
Je tiens à souligner que le plan d'urgence a parfaitement fonctionné.
Toutes les instances concernées ont réagi très promptement et avec
un très grand professionnalisme. Je souhaite remercier toutes celles
et ceux qui ont agi de la sorte dans des circonstances parfois
difficiles.
Dans ce contexte, je voudrais également mettre en évidence
l'excellente collaboration entre les TEC de Mons et la SNCB qui a
permis de mettre en place très rapidement des navettes de
substitution par autobus afin de limiter au minimum les inconvénients
pour les voyageurs. De son côté, le groupe SNCB a apporté toute son
assistance aux victimes et à leurs familles. Il a pris à sa charge tous
les frais médicaux en attendant que les responsabilités soient
définitivement établies. Il a également mis à disposition une cellule
d'assistance psychologique et sociale qui était présente la nuit même
de l'accident et qui reste active pour accompagner et soutenir les
personnes qui sont touchées par ces pénibles circonstances.
het parket beschikbaar zullen zijn.
Het verhogen van de veiligheid
van het treinverkeer blijft een
prioriteit van de regering. Alle
middelen worden aangewend en
zullen aangewend worden om dat
doel te bereiken. Infrabel gebruikt
bijvoorbeeld
het
beveiligings-
systeem TBL1+ voor de remmarge
van de treinen. Dat systeem zal in
2011 op 50 procent van het net
operationeel zijn, en in 2013 op
80 procent van het spoorwegnet.
Het zal het treinverkeer veiliger
maken. Als een trein een stopsein
negeert, zal het systeem er
bovendien voor zorgen dat de trein
automatisch een noodstop maakt.
Dat systeem is een eerste stap in
de invoering van het Europese
ECTS-systeem,
waarmee
de
snelheid
van
de
treinen
voortdurend zal kunnen worden
gecontroleerd.
Het
noodplan
heeft
perfect
gewerkt.
Dankzij de uitstekende samen-
werking tussen de vervoers-
maatschappij TEC in Bergen en
de NMBS kon de hinder voor de
reizigers tot een minimum beperkt
worden.
De
NMBS-Groep
heeft,
in
afwachting dat de aansprake-
lijkheid definitief is vastgesteld, alle
medische kosten te zijnen laste
genomen en tevens een dienst
voor psychosociale hulpverlening
ter beschikking gesteld.
03.06 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, ik dank u voor uw uitgebreid antwoord. Ik begrijp uw
stelling. U zegt dat er momenteel nog geen enkele definitieve
conclusie getrokken kan worden. Hoe lang zal dat nog duren? U zegt
dat u diepbedroefd bent. Dat zijn wij allemaal, mijnheer de
staatssecretaris. De hulpdiensten hebben schitterend samengewerkt
en in zeer moeilijke omstandigheden puik werk geleverd. Dat vinden
wij allemaal. Hoe erg de gebeurde zaken ook zijn, het belangrijkste is
dat er dringend conclusies worden getrokken en maatregelen worden
genomen. Dat was de essentie van mijn vraag.
Het verheugt mij dat u reeds een aantal maatregelen aankondigt,
onder andere het invoeren van het ECTS. Wij moeten echter opletten.
Ik heb de beleidsnota's van de NMBS gelezen en vastgesteld dat er
een opeenvolging van grote problemen is. Er waren problemen met
03.06 Patrick De Groote (N-VA):
L'élément le plus important est que
nous
puissions
tirer
des
conclusions définitives et prendre
des mesures. Je me réjouis que le
secrétaire d'État annonce déjà
quelques
mesures,
comme
l'instauration du système ECTS
mais les notes politiques de la
SNCB semblent indiquer que
plusieurs problèmes importants se
posent: les conditions climatiques,
la sécurité, les procédures de
départ,
les
cabines
de
signalisation et la ponctualité. Il
CRIV 52
COM 740
11/01/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
19
de weerstoestanden, de veiligheid, de vertrekprocedures, de
seinhuizen en de stiptheid. Dat zijn allemaal prioriteiten. Ik vraag mij
af wanneer die prioriteiten ooit eens echt goed aangepakt zullen
worden. Als er nog veel dergelijke ongevallen zullen gebeuren, dan
zal men op termijn een angstgevoel creëren. Wij moeten proberen om
de trein als openbaar vervoersmiddel bij de bevolking te promoten.
Als er zich veel dergelijke ongevallen zullen voordoen, dan zal men
het omgekeerde effect krijgen.
faut s'attaquer à toutes ces
priorités une bonne fois pour
toutes et renforcer dès lors la
confiance du public dans les
chemins de fer.
03.07 David Lavaux (cdH): Monsieur le président, monsieur le
secrétaire d'État, je vous remercie pour votre réponse très complète.
Il est clair que notre but n'est pas de faire porter la responsabilité à
quiconque, que ce soit le conducteur ou le personnel de la
signalisation. L'important est de tirer des conclusions pour que ce
phénomène ne se reproduise plus. Là selon moi se trouve l'essentiel.
J'ai pris acte de tous les investissements qui vont être consentis sur le
réseau pour améliorer la sécurité. J'espère qu'ils se concrétiseront
dans un délai le plus court possible.
03.07 David Lavaux (cdH): Het is
niet de bedoeling wie dan ook de
schuld te geven. Wat telt, is dat er
conclusies
getrokken
worden,
opdat zoiets zich niet opnieuw zou
voordoen.
Er zal geïnvesteerd worden in
meer veiligheidsmaatregelen, zegt
u. Waarvan akte. Ik hoop dat die
investeringen zo snel mogelijk hun
beslag krijgen.
03.08 Jan Mortelmans (VB): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
staatssecretaris voor zijn uitgebreid antwoord. Ik sluit mij aan bij de
repliek van collega Lavaux dat wij lering moeten trekken uit hetgeen is
gebeurd en nog eventjes wachten.
Ik kom misschien voor een stuk tegemoet aan de opmerkingen van
collega De Groote als ik zeg dat het niet slecht zou zijn om binnen
een aantal maanden een volledige commissiebespreking te wijden
aan de veiligheid op het spoor. Naar aanleiding van dit ongeval heb ik
de commissieverslagen van het ongeval van 7 of 8 jaar geleden in
Pécrot nog eens nagelezen. Het ging toen om een dramatisch
ongeval waarbij 8 mensen om het leven zijn gekomen. Ik heb kunnen
vaststellen in de commissieverslagen dat de heer Schouppe toen een
aantal maatregelen aankondigde. U was toen nog geen minister van
Overheidsbedrijven, maar u hebt wel een aantal maatregelen
aangekondigd die op korte, middellange en lange termijn zouden
worden geïmplementeerd.
Het lijkt mij dan ook belangrijk om als commissie die aangekondigde
maatregelen eens te bekijken. Ik denk dat dit heel belangrijk is om te
vernemen hoe het zit met de veiligheidsmaatregelen die werden
genomen en welke van de investeringen, die werden aangekondigd,
ook werden geïmplementeerd. Ik zal hierover desgevallend een brief
schrijven aan de voorzitter om in een van de volgende maanden
daaraan toch eens een bespreking te wijden als het onderzoek van dit
ongeval volledig is afgerond.
03.08 Jan Mortelmans (VB):
Nous devons effectivement tirer
des leçons des événements et
attendre encore un peu. Il serait
toutefois utile de consacrer un
débat global à la sécurité
ferroviaire en commission dans
quelques mois. Lors des débats
en commission relatifs à l'accident
de Pécrot, le secrétaire d'État avait
en
effet
annoncé
plusieurs
mesures. Il est très important de
disposer d'une évaluation de ces
mesures.
03.09 Eric Thiébaut (PS): Monsieur le secrétaire d'État, je vous
remercie pour votre réponse. Comme mon collègue David Lavaux, je
dirai qu'au-delà de la recherche des responsabilités dans ce dossier,
l'important est de tirer des conclusions pour l'avenir. Dans votre
réponse, vous parlez de la mise en oeuvre d'un système de freinage
automatique. Je trouve cela très intéressant. Avez-vous une idée du
délai de mise en oeuvre de ce dispositif?
03.09 Éric Thiébaut (PS): Los
van het blootleggen van de
verantwoordelijkheid
is
het
inderdaad zaak dat de nodige
conclusies worden getrokken voor
de toekomst. Het automatisch
remsysteem waarover u het had in
uw
antwoord
is
een
zeer
interessant denkspoor.
11/01/2010
CRIV 52
COM 740
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
20
03.10 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Comme je l'ai indiqué
dans ma réponse, en 2011 quelque 50 % du réseau disposera déjà
du TBL1+ et en 2013, ce sera 80 %. M. Mortelmans citait l'accident de
Pécrot. C'est l'impossibilité de freiner le train au départ d'un point
central qui a empêché d'éviter cette collision. Nous voulons empêcher
cela. L'enquête en cours doit nous apprendre comment certains
accidents peuvent encore se produire malgré les précautions prises
dans le passé.
03.10 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: De heer Mortelmans
verwees naar het ongeval in
Pécrot. Die botsing kon niet
worden vermeden omdat de
remmen van de trein niet van op
een centraal punt konden worden
bediend. Het onderzoek dat loopt
zal moeten uitwijzen hoe het komt
dat bepaalde ongevallen zich
ondanks
de
genomen
voorzorgsmaatregelen
toch
kunnen voordoen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Samengevoegde vragen van
- de heer Jan Jambon aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister, over
"Belgocontrol" (nr. 17036)
- de heer David Lavaux aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister,
over "de resultaten van de audit over de werking van Belgocontrol" (nr. 18162)
04 Questions jointes de
- M. Jan Jambon au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "Belgocontrol"
(n° 17036)
- M. David Lavaux au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "les résultats de
l'audit sur le fonctionnement de Belgocontrol" (n° 18162)
04.01 Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, mijn vraag was al ingediend eind november en gaat
over de audit die bij Belgocontrol is uitgevoerd en die rond
15 december af zou zijn. Die datum is nu verstreken. Vandaar mijn
vragen.
Mijnheer de staatssecretaris, is het definitieve rapport van de audit bij
Belgocontrol reeds klaar? Is het bedoeling om dat rapport aan de
Kamer, misschien in onze commissie, voor te stellen? Als het rapport
nog niet klaar is, is dan al een tussentijds rapport afgeleverd? Kunt u
ons een idee geven van de teneur en de conclusies van dat rapport?
04.01 Jan Jambon (N-VA):
L'audit réalisé chez Belgocontrol
devait normalement s'achever le
15 décembre. Le rapport définitif
est-il
disponible
et
sera-t-il
présenté à la Chambre? Dans la
négative, un rapport intermédiaire
a-t-il déjà été rédigé? Le secrétaire
d'État peut-il nous en présenter les
lignes de force ainsi que les
conclusions?
04.02 David Lavaux (cdH): Monsieur le président, monsieur le
secrétaire d'État, en octobre dernier, je vous interrogeais sur les
inquiétudes des contrôleurs aériens de Belgocontrol qui accusaient
leur direction d'une surcharge de travail et menaçaient de prolonger la
grève entamée dans la soirée du 25 septembre 2009 qui avait
paralysé les mouvements à l'aéroport de Bruxelles-National.
Vous avez rapidement rencontré les parties concernées et celles-ci se
sont accordées pour renouer avec la concertation. D'après vous, les
tensions de la fin du mois de septembre résultaient surtout de
malentendus entre la direction et le personnel. Ces malentendus
combinés à la préparation d'un prochain contrat de gestion vous ont
décidé à commander un audit sur la politique mise en oeuvre au sein
de Belgocontrol. Cet audit a été commandé à un bureau d'experts
indépendants.
Monsieur le secrétaire d'État, les résultats de cet audit devaient vous
04.02 David Lavaux (cdH): In
oktober 2009 stelde ik u een vraag
in verband met de ongerustheid
van de luchtverkeersleiders van
Belgocontrol. Zij beschuldigden
hun directie ervan de werkdruk al
te zeer te verhogen en dreigden
ermee
de
staking
van
25 september 2009 voort te zetten.
U had toen een ontmoeting met de
betrokken partijen, die opnieuw
om de tafel zijn gaan zitten.
Volgens u vloeiden de spanningen
vooral voort uit misverstanden
tussen
de
directie
en
het
personeel. Rekening houdend met
CRIV 52
COM 740
11/01/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
21
parvenir en décembre. Les avez-vous reçus? Pouvez-vous nous les
commenter? Quelles initiatives vous inspirent-ils? Enfin, cet audit
influencera-t-il la préparation du prochain contrat de gestion?
die misverstanden en in het licht
van de voorbereiding van een
volgend beheerscontract besliste u
een audit te bestellen over het
beleid bij Belgocontrol.
De resultaten daarvan werden
tegen december ingewacht. Hebt
u ze intussen ontvangen? Kan u
ze voor ons becommentariëren?
Welke initiatieven zal u in het
verlengde ervan nemen? Zal die
audit de voorbereiding van het
volgende
beheerscontract
beïnvloeden?
04.03 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer de voorzitter,
mijne heren, de studie die het beleid en de werking van Belgocontrol
doorlicht, heb ik nog niet. Die zou bijna afgerond zijn. Men heeft ze mij
beloofd voor midden januari. Ik zou de presentatie van de conclusies
dus zeer binnenkort moeten krijgen.
Ik hecht enorm veel belang aan die studie, omdat ­ de heer Lavaux
heeft er al op gewezen ­ er enerzijds, mistevredenheid is bij het
personeel van Belgocontrol en anderzijds, ik moet vaststellen dat de
tarieven die Belgocontrol aanrekent, niet bij de laagste van West-
Europa zijn. Dat is een eufemisme. Ik stel ook vast dat Belgocontrol
beweert dat het bedrijf het financieel zeer moeilijk heeft. Dat brengt
mij ertoe de cijfers van het interne beheer grondig door te lichten om
te zien waar wij naartoe gaan.
Op dit ogenblik komt het er immers op aan Belgocontrol duidelijk te
maken waar wij naartoe willen. De Europese Commissie wil naar een
enig luchtruim. Dat betekent dat er binnen Europa een taakverdeling
moet komen voor wie wat moet doen in dat enig luchtruim. Ik
beschouw het als een opdracht ervoor te zorgen dat Belgocontrol in
de toekomst in het belang van de werkgelegenheid in het bedrijf
degelijk werkt. Onze Belgische controlediensten in Brussel kunnen
daarin een rol spelen, door te vergelijken op basis van de kostprijs
van de prestaties en op basis van de kwaliteit van de prestaties. De
resultaten van de doorlichting moeten ons toelaten een traject voor te
stellen dat de toekomstige concurrentiepositie van Belgocontrol zal
versterken in het licht van zowel de nationale als de internationale
besluitvorming. Ze moeten ook als basis dienen voor de volgende
beheersovereenkomst die we met Belgocontrol in de loop van dit
voorjaar zullen sluiten.
Ik zal dus gretig gebruikmaken van die analyse en daar de elementen
uithalen die ik nuttig en noodzakelijk acht voor de onderhandelingen
over het derde beheerscontract. Vervolgens zal ik aan de commissie
toelichting geven over het wat en het waarom van de nieuwe
maatregelen die ik voorstel, om maar duidelijk te maken dat het er
ons echt om te doen is België de ­ misschien bescheiden, dat weten
wij nog niet ­ rol te laten spelen die in FABEC ­ 6 West-Europese
landen ­ of eventueel in een ruimer geheel gespeeld kan worden.
Ik vraag u om er begrip voor op te brengen dat ik dienaangaande
vandaag niet alle kaarten op tafel leg. Ik moet eerst beschikken over
04.03
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: L'audit portant
sur la stratégie et le fonction-
nement de Belgocontrol vient de
m'être promis pour la mi-janvier.
J'y attache beaucoup d'importance
en raison, d'une part, de la grogne
au
sein
du
personnel
de
Belgocontrol et, d'autre part, du
fait que les tarifs pratiqués par
Belgocontrol
ne
comptent
assurément pas parmi les plus
bas
d'Europe
de
l'Ouest.
Paradoxalement,
Belgocontrol
prétend être en butte à de grosses
difficultés financières. D'où ma
décision de soumettre sa gestion
interne à un audit sérieux. Nous
devons
faire
comprendre
à
Belgocontrol dans quel sens nous
souhaitons le faire évoluer.
La Commission européenne veut
mettre en place un espace aérien
unique global, ce qui impliquera la
nécessité
de
prévoir
une
répartition des tâches. Pour ma
part, je voudrais que Belgocontrol
soit à même de jouer réellement
un rôle à l'avenir sur la base d'une
comparaison entre le coût et la
qualité des produits.
Le but visé est que les résultats de
cet audit débouchent sur des
propositions de trajet appelées à
consolider sa compétitivité. Ces
résultats devront servir de base à
la conclusion du troisième contrat
de gestion au printemps.
11/01/2010
CRIV 52
COM 740
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
22
de grondige analyse van de doorlichting die ik gevraagd heb.
Je
présenterai
devant votre
commission
les
nouvelles
mesures que je compte proposer
pour faire en sorte que la Belgique
joue un rôle au sein du FABEC ou
d'une entité plus large.
04.04 Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik heb nog
twee bemerkingen. Als ik goed ben ingelicht, hebt u intussen wel al
een tussentijds rapport gekregen. Dat was tenminste voor eind
november beloofd. Als ik u goed beluisterd heb, komt u wel met uw
beleidsopties voor het nieuwe beheersplan naar het Parlement, maar
niet met de resultaten van de studie. Ik betreur dat, want ik meen dat
wij recht hebben op die doorlichting van Belgocontrol. Er is immers
een verschil tussen de doorlichting en de conclusies die u daaruit trekt
om een beheerscontract op te stellen. Ik herhaal dus mijn vraag of het
ook mogelijk zou zijn om inzage te krijgen in de studie van KPMG zelf.
04.04 Jan Jambon (N-VA): J'ai
ouï dire que le secrétaire d'État
avait
reçu
un
rapport
intermédiaire.
Il nous a annoncé son intention de
présenter au Parlement ses
options politiques relatives au
nouveau plan de gestion mais non
les résultats proprement dits de
l'étude réalisée. Je le déplore car il
y a une différence entre prendre
connaissance
d'un
audit
et
examiner les conclusions de cet
audit. Nous serait-il possible
d'examiner l'audit lui-même?
04.05 David Lavaux (cdH): Monsieur le président, monsieur le
secrétaire d'État, nous resterons très attentifs à cette analyse et à la
traduction que vous en ferez en termes de contrat de gestion.
J'espère que tout cela arrivera à rencontrer les trois objectifs que
vous avez définis, à savoir apaiser les tensions avec le personnel,
assurer une viabilité financière à l'entreprise Belgocontrol et faire en
sorte qu'elle en sorte renforcée dans un cadre européen. C'est ce que
nous souhaitons.
04.05 David Lavaux (cdH): We
zullen nagaan hoe u uw analyse in
het beheerscontract zal vertalen.
Ik hoop dat u erin zal slagen de
spanning met het personeel weg
te nemen en de financiële levens-
vatbaarheid van Belgocontrol zal
weten te waarborgen en in
Europees verband te versterken.
04.06 Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik had u
nog een punctuele vraag gesteld.
04.07 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur le président,
tout d'abord en réponse à M. Lavaux, je préciserai que la fiabilité
financière de l'entreprise est une chose, en assurer l'avenir en est une
autre. En effet, la fiabilité sous-entend ce que le secteur public est
prêt à affecter pour l'assurer. Vous admettrez que, de temps en
temps, il faut partir d'une autre réflexion!
04.07 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Mijnheer Lavaux, de
financiële levensvatbaarheid van
het bedrijf is een zaak, het
veiligstellen van de toekomst
ervan is nog wat anders. Indien
men wil dat de onderneming
levensvatbaar is, moet de overheid
bereid zijn te investeren. Soms is
echter een andere denktrant
aangewezen!
Mijnheer Jambon, ik heb uw vraag zeer goed begrepen, maar ik zou
uit de studie graag beleids- en beheersconclusies trekken. Ik zal ze u
niet ontzeggen. Dat begrijpt u wel. Anderzijds wil ik ook niet dat de
negotiatie tussen Belgocontrol en de overheid op basis van publieke
elementen moet gebeuren. De informatie zal u te gelegener tijd
gegeven worden, zoals u verlangt. Dat is evident.
Mon souhait est de tirer de cet
audit des conclusions politiques et
des conclusions concernant la
gestion de Belgocontrol. Il n'entre
pas
dans
mes
intentions
d'empêcher
M. Jambon
de
prendre connaissance de cet audit
mais je ne veux pas mener ces
négociations sur la base d'élé-
CRIV 52
COM 740
11/01/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
23
ments publics. Votre commission
recevra ces informations en temps
opportun.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Roland Defreyne aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de
eerste minister, over "de alcoholcontroles bij letselongevallen" (nr. 17083)
05 Question de M. Roland Defreyne au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"les contrôles d'alcoolémie après un accident avec blessés" (n° 17083)
05.01 Roland Defreyne (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de staatssecretaris, verkeersveiligheid is uiteraard een topprioriteit.
De minister van Binnenlandse Zaken heeft daarvan terecht een
basistaak voor de politie gemaakt.
Rijden onder invloed in combinatie met een overdreven snelheid is
een van de belangrijkste oorzaken van ongevallen met een lichamelijk
letsel. De verhoging van de alcoholcontroles heeft een positief effect
op het aantal verkeersongevallen en dat wordt bewezen door de
BOB-campagne tijdens de eindejaarsperiode.
In 2007 is vastgesteld dat 49 % van de bestuurders die bij een
letselongeval waren betrokken, ook daadwerkelijk een alcoholtest
hebben moeten afleggen.
Sinds 2003 is een sterke stijging van deze alcoholcontroles waar te
nemen. In 2003 werd amper 27 % van het aantal bestuurders getest.
Deze stijging is uiteraard nog geen reden tot juichen, want meer dan
de helft van de bestuurders wordt niet gecontroleerd.
Mijnheer de staatssecretaris, bent u niet van oordeel dat een
alcoholcontrole bij een letselongeval standaard zou moeten
gebeuren? Zo ja, op welke termijn kan dat dit worden verplicht? Zo
neen, kunt u dit uitvoerig motiveren?
05.01 Roland Defreyne (Open
Vld): La sécurité routière constitue
à juste titre une mission de base
de la police. La conduite en état
d'ébriété en combinaison avec les
excès de vitesse constitue une
des
principales
raisons
des
accidents entraînant des lésions
corporelles.
En 2007, 49 % des conducteurs
impliqués dans des accidents
entraînant des lésions corporelles
ont été soumis à des contrôles
d'alcoolémie. En 2003, ce chiffre
ne s'élevait encore qu'à 27 %. La
moitié des conducteurs concernés
n'est donc toujours pas contrôlée.
Le secrétaire d'État estime-t-il
qu'un contrôle d'alcoolémie doit
être effectué d'office lors d'un
accident entraînant des lésions
corporelles? Dans quel délai ce
contrôle
peut-il
être
rendu
obligatoire? S'il ne partage pas
mon avis, pourrait-il motiver son
point de vue?
05.02 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer de voorzitter,
mijnheer Defreyne, in de wegverkeerswet wordt bepaald dat elke
persoon die betrokken is bij een verkeersongeval aan een
alcoholcontrole kan worden onderworpen.
Ingevolge de circulaire 08/2006 COL van de minister van Justitie en
het College van procureurs-generaal, die in werking is getreden in
maart 2006, is de politie verplicht om elke bestuurder die betrokken is
bij een verkeersongeval aan een alcoholcontrole te onderwerpen,
ongeacht of het gaat om een verkeersongeval met doden of
gekwetsten dan wel met louter materiële schade en ook al zijn er
geen aanwijzingen van alcoholgebruik. Dit verklaart de grote stijging
van het aantal gecontroleerde bestuurders, namelijk 49 % in 2007, ten
opzichte van de door u geciteerde 27 % in 2003.
Het feit dat slechts één op twee bestuurders betrokken bij een
ongeval effectief wordt gecontroleerd heeft wellicht te maken met het
05.02
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: En vertu de la loi
relative à la police de la circulation
routière, toute personne impliquée
dans un accident peut être
soumise
à
un
contrôle
d'alcoolémie. La circulaire COL
08/2006 du ministre de la Justice
et du Collège des procureurs
généraux, entrée en vigueur en
mars 2006, oblige la police à
soumettre
tout
conducteur
impliqué dans un accident de
roulage à un contrôle d'alcoolémie.
Cette
obligation
explique
l'augmentation du nombre de
contrôles de 27 à 49 %.
11/01/2010
CRIV 52
COM 740
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
24
feit dat wanneer de bestuurders ook slachtoffer zijn en bijvoorbeeld
naar het ziekenhuis worden afgevoerd, zij niet aan een
alcoholcontrole worden onderworpen. Uiteraard geldt dit ook voor de
bestuurders die overleden zijn of wanneer er andere omstandigheden
zijn waardoor de test niet kan worden uitgevoerd.
Om dit te ondervangen werd in de wet van 31 juli 2009 betreffende de
invoering van de speekseltesten op drugs in het verkeer er ook n
voorzien dat voor het rijden onder invloed van alcohol ook nog
achteraf een bloedproef kan worden uitgevoerd, bijvoorbeeld wanneer
het slachtoffer in het ziekenhuis is opgenomen. De deur is op dat vlak
dus opengezet.
Si des conducteurs sont amenés à
un hôpital, en cas de décès ou si
d'autres circonstances entravent la
réalisation du contrôle, celui-ci
n'est toutetefois pas réalisé. C'est
la raison pour laquelle la loi du
31 juillet
2009
relative
à
l'introduction des tests salivaires
en matière de drogues dans la
circulation autorise également
qu'un prélèvement sanguin soit
réalisé par la suite.
05.03 Roland Defreyne (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de staatssecretaris, dit antwoord volstaat en is bevredigend.
05.03 Roland Defreyne (Open
Vld): Cette réponse me satisfait.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de M. Xavier Baeselen au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"l'interdiction des quads" (n° 17139)
06 Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de
eerste minister, over "het verbod op quads" (nr. 17139)
06.01 Xavier Baeselen (MR): Monsieur le président, monsieur le
secrétaire d'État, je reviens sur la problématique de l'interdiction ou
plutôt d'une meilleure réglementation de la circulation des quads dans
nos communes.
Vous avez déjà été appelé à prendre attitude par rapport à
l'interdiction que certaines communes avaient désiré introduire dans
leurs règlements généraux de police, notamment la Ville d'Anvers et
plusieurs communes bruxelloises.
Réagissant, à juste titre selon moi, à ces propositions, vous aviez
alors annoncé d'abord que le quad n'est pas un véhicule en soi, ni
une catégorie spécifique reprise dans le Code de la route. Selon sa
cylindrée, il dépend soit de la réglementation des motos, soit de la
réglementation des voitures. Vous préfériez donc engranger deux
mesures: la création d'une catégorie "quad" dans le Code de la route
et l'instauration d'un panneau de circulation propre concernant ce
véhicule.
Je souhaitais donc vous interroger sur l'état d'avancement de vos
réflexions en la matière.
06.01 Xavier Baeselen (MR): Het
is niet de eerste keer dat het
vraagstuk
van
een
betere
reglementering van quads in onze
gemeenten aan de orde gesteld
wordt. Sommige steden willen
quads
op
hun
grondgebied
verbieden.
U
heeft
destijds
geantwoord dat quads geen
voertuigcategorie op zich vormen,
en ofwel onder de reglementering
betreffende de motorfietsen, ofwel
onder
de
reglementering
betreffende de personenauto's
vallen. U heeft aangekondigd dat
er een specifieke categorie in het
verkeersreglement in het leven
zou worden geroepen, met een
bijbehorend verkeersbord. Wat is
de
stand
van
zaken
dienaangaande?
06.02 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur le président,
cher collègue, comme vous l'avez signalé, actuellement le quad n'est
pas repris comme faisant partie d'une catégorie de véhicule dans la
législation routière.
Si l'on se réfère à ses caractéristiques techniques, un quad est soit
une motocyclette, soit un quadricycle à moteur, soit un tracteur
agricole. En raison de ces diverses caractéristiques techniques et des
différentes autorisations prévues pour les quads, il n'est pas opportun
de regrouper ces différents types de véhicule en une seule catégorie.
06.02 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Op dit ogenblik is een
quad, op grond van zijn technische
kenmerken, ofwel een motorfiets,
ofwel
een
gemotoriseerde
vierwieler, ofwel een landbouw-
trekker. Omdat ze uiteenlopende
kenmerken
hebben
en
er
verschillende
soorten
vergun-
ningen bestaan, is het niet
aangewezen ze in een enkele
CRIV 52
COM 740
11/01/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
25
Jusqu'à ce jour, il n'existe aucun panneau de signalisation concernant
un quadricycle à moteur qui représente de loin le plus grand groupe
de ce type de véhicule et qui fait en fait l'objet de nombreuses
remarques formulées par les responsables des villes et communes.
Toutes les autres catégories disposent d'un panneau de signalisation
spécifique.
Mon administration travaille actuellement au développement d'un tel
panneau de signalisation. Dans la nouvelle législation en matière de
circulation routière, des caractéristiques spécifiques seront reprises
pour ce matériel.
categorie onder te brengen. Er
bestaat geen verkeersbord voor
de gemotoriseerde vierwielers, de
categorie waartoe de meeste
quads behoren en die ook het
zwaarst onder vuur ligt bij de
verantwoordelijken van steden en
gemeenten. Voor de andere
categorieën bestaat er wel een
specifiek bord. Mijn administratie
bereidt
momenteel
dergelijke
specifieke verkeerstekens voor en
in het raam van de nieuwe
verkeerswetgeving zullen er ook
specifieke maatregelen worden
genomen voor die voertuigen.
06.03 Xavier Baeselen (MR): Monsieur le président, je remercie M.
le secrétaire d'État pour sa réponse.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de M. Xavier Baeselen au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"la sécurité active des véhicules" (n° 17140)
07 Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de
eerste minister, over "de actieve veiligheid van voertuigen" (nr. 17140)
07.01 Xavier Baeselen (MR): Monsieur le secrétaire d'État, de nos
jours, les véhicules automobiles offrent un niveau de sécurité sans
cesse plus élevé. Citons pour exemples l'ABS, le dispositif anti-
patinage, l'airbag, etc.. La liste est encore longue.
Certains systèmes voient le jour et concernent ce qu'on appelle la
sécurité active ou la conduite assistée des véhicules, qui fait donc
usage de la technologie pour éviter l'accident. Cette piste s'avère
intéressante. Ainsi, en cas de fatigue ou de déconcentration lors de la
conduite, le véhicule pourrait être plus facilement maîtrisé. De même,
les outils de régulation de la vitesse ou de la communication route-
véhicule peuvent aider à davantage limiter le nombre d'accidents. Ces
technologies sont en plein essor.
Monsieur le secrétaire d'État, prévoyez-vous, peut-être avec votre
collègue de la Politique scientifique, d'encourager la recherche et le
développement de logiciels étudiés en vue d'éviter les accidents
grâce à des corrections d'erreurs de conduite? Dans un même ordre
d'idées, envisagez-vous de considérer une prime lors de l'acquisition
de véhicules disposant de technologies avancées de sécurité, à
l'instar de ce que nous avons fait pour les véhicules propres?
07.01 Xavier Baeselen (MR):
Actieve
veiligheid,
waarbij
technologie wordt aangewend ter
voorkoming van ongevallen en
meer bepaald om vermoeidheid en
concentratieverlies beter te onder-
vangen, lijkt een veelbelovend
spoor te zijn. Intelligent Speed
Assistance
-systemen
of
weg-
voertuigcommunicatie
kunnen
eveneens bijdragen tot een lager
ongevallencijfer.
Zal u, samen met de minister voor
het Wetenschapsbeleid, onder-
zoek en ontwikkeling aanmoedigen
op het stuk van de software om
stuurfouten te corrigeren en zo
ongevallen voorkomt?
Zullen
er
premies
worden
ingesteld om de aankoop van
voertuigen met
geavanceerde
technologische veiligheidssystemen
aan te moedigen?
07.02 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur le président,
monsieur Baeselen, en ce qui concerne la politique scientifique belge,
je me permets d'attirer votre attention sur le fait que les
développements concernant de nouveaux véhicules se font
07.02 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: De ontwikkelingen met
betrekking tot nieuwe voertuigen
situeren zich over het algemeen
11/01/2010
CRIV 52
COM 740
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
26
généralement aux niveaux européen et international dans le cadre
d'une harmonisation en constante évolution, et la Belgique y participe
d'ailleurs activement.
Sur le plan européen, je me réfère volontiers aux programmes-cadres
de recherche européens qui se suivent. Des millions d'euros sont
investis, depuis des années, dans la recherche et le développement
de technologies pour le transport. Le contenu de ce programme est
défini par la Commission en accord avec les États membres. Ces
programmes sont ouverts à toutes les institutions, tous les
entrepreneurs et tous les centres de recherche en Europe et, par
conséquent, aussi en Belgique. Comme exemple, dans ce contexte
européen, je voudrais citer l'ITS, Intelligent Transport System, une
notion qui couvre des technologies d'information et de communication
qui s'appliquent à l'infrastructure du transport et aux véhicules afin de
rendre le trafic plus sûr, plus efficient, plus fiable et plus écologique.
Pour répondre à votre deuxième point, aucune prime n'est prévue à
l'heure actuelle. D'une part, les constructeurs doivent être encouragés
afin qu'ils fournissent les dispositifs de sécurité tant actifs que passifs
dans leur version standard, ce qui devient possible par la continuité
des projets tant au niveau européen qu'international et qui mènent à
des règlements contraignants. D'autre part, l'acheteur potentiel doit
aussi porter son attention sur des modèles disponibles effectivement
équipés de ce dispositif de sécurité. Il appartient au consommateur de
bien s'informer à ce propos, par exemple en se renseignant sur l'Euro
NCAP, European New Car Assessment Program, pour ce qui
concerne la sécurité passive tout en gardant bien entendu à l'oeil la
sécurité active.
op Europees en internationaal
niveau, in het kader van de
voortdurend evoluerende harmoni-
satie. België neemt daar actief aan
deel.
De inhoud van de Europese
kaderprogramma's voor onderzoek
wordt
vastgesteld
door
de
Commissie, in overleg met de
lidstaten. Deze programma's staan
open
voor
alle
instellingen,
ondernemers en onderzoekscentra
in Europa. De ITS (Intelligent
Transportation
Systems),
bijvoorbeeld,
verwijzen
naar
informatie-
en
communicatie-
technologieën, die ontworpen zijn
om het verkeer veiliger, efficiënter,
betrouwbaarder
en
milieuvriendelijker te maken.
Momenteel is men nog niet van
plan een premie in te voeren. De
constructeurs
moeten
worden
aangemoedigd om hun standaard-
versies met actieve en passieve
veiligheidsvoorzieningen
uit te
rusten,
wat
mogelijk
wordt
gemaakt door de continuïteit van
de projecten op Europees en
internationaal niveau, die tot
bindende regelgevingen leiden. De
consument moet zich informeren
over de modellen die uitgerust zijn
met
veiligheidsvoorzieningen,
bijvoorbeeld door de informatie op
de website van Euro NCAP
(European New Car Assessment
Program
) te consulteren.
Le président: Monsieur le secrétaire d'État, M. Baeselen semble satisfait de votre réponse et ne souhaite
faire aucun commentaire.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Questions jointes de
- M. Xavier Baeselen au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "les plaques
minéralogiques européennes" (n° 17141)
- M. Jan Mortelmans au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "les dissensions
au sein du gouvernement au sujet de la couleur des plaques minéralogiques" (n° 17354)
- M. Paul Vanhie au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "la plaque
minéralogique européenne" (n° 17569)
- M. Bruno Stevenheydens au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "le prix de
la plaque d'immatriculation européenne" (n° 17712)
08 Samengevoegde vragen van
- de heer Xavier Baeselen aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister,
CRIV 52
COM 740
11/01/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
27
over "de Europese nummerplaten" (nr. 17141)
- de heer Jan Mortelmans aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister,
over "de onenigheid binnen de regering over de kleur van de nummerplaten" (nr. 17354)
- de heer Paul Vanhie aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister, over
"de Europese nummerplaat" (nr. 17569)
- de heer Bruno Stevenheydens aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "de prijs van de Europese nummerplaat" (nr. 17712)
08.01 Xavier Baeselen (MR): Monsieur le président, cette question a
été reportée à plusieurs reprises et entre-temps une décision est
intervenue à propos des plaques minéralogiques européennes. Je ne
vais donc pas revenir sur la question, monsieur le secrétaire d'État. Je
vais seulement profiter de votre venue devant la commission pour
examiner avec vous où en est ce dossier sur le plan des procédures
(notamment des appels d'offres lancés) et vous demander quand on
peut espérer la mise en circulation sur nos routes de véhicules
immatriculés
avec
les
nouvelles
plaques
minéralogiques
européennes? Est-ce pour mai ou juin comme annoncé? Tiendra-t-on
ce délai? Je vous épargnerai toutes mes autres questions qui sont
devenues sans objet.
08.01 Xavier Baeselen (MR):
Wat is de stand van zaken in het
dossier van de Europese nummer-
plaat, wat de procedures betreft?
Wanneer zullen er voertuigen met
de nieuwe nummerplaten op onze
wegen rijden?
08.02 Jan Mortelmans (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, deze vragen komen thans nog aan bod, hoewel wij
over dit onderwerp reeds van gedachten konden wisselen tijdens de
begrotingsbesprekingen. Ik ben de antwoorden erop nagegaan.
Aansluitend bij de opmerking van collega Baeselen had ik graag
vernomen of ter zake verandering is gekomen. Kunt u ons thans meer
informatie verstrekken dan tijdens de begrotingsbesprekingen?
08.02 Jan Mortelmans (VB):
Nous avons déjà eu un échange
de vues à ce sujet lors de la
discussion
du
budget.
Des
changements
sont-ils
encore
intervenus en la matière?
08.03 Paul Vanhie (LDD): Mijnheer de staatssecretaris, ik zal mijn
vraag niet opnieuw stellen.
Onze bekommernis gaat uit naar de kleinhandelaars. Wat is de
huidige stand van zaken? Hebt u rekening gehouden met deze
categorie? Ik heb die vraag vroeger al gesteld en nu zou ik er graag
een antwoord op krijgen.
08.03 Paul Vanhie (LDD): J'ai
également déjà posé ma question
au cours de la discussion du
budget. Où en est ce dossier? Va-
t-on tenir compte des détaillants?
08.04 Bruno Stevenheydens (VB): Mijnheer De staatssecretaris,
aan de nieuwe nummerplaat hangt een prijskaartje vast. In dat
verband zei u tijdens de bespreking van de beleidsnota dat er een
bedrag van ongeveer 20 euro naar voren wordt geschoven, maar dat
het definitieve bedrag pas na afloop van de openbare aanbesteding
voor de uitreiking van de nummerplaat wordt vastgelegd. Nochtans is
de inschrijvingsretributie in 2006 in ons land afgeschaft.
Hoe verloopt zulks in andere landen? Wordt daarvoor ook telkens een
bedrag gevraagd?
Waarom deze retributie?
08.04 Bruno Stevenheydens
(VB): Lors de la discussion de la
note de politique générale, le
secrétaire d'État avait déclaré que
la nouvelle plaque d'immatricu-
lation coûtera environ 20 euros. La
rétribution pour l'immatriculation a
été supprimée en 2006. Quelle
procédure est suivie dans les
autres
pays?
Pourquoi
une
nouvelle
rétribution
est-elle
demandée?
08.05 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer de voorzitter,
mijne heren, ik kan niet ontkennen dat er rond de keuze van de kleur
van de Europese kentekenplaat binnen de regering van gedachten
werd gewisseld. De definitieve beslissing hieromtrent zal worden
genomen bij de toewijzing van de concessieovereenkomst. Dit zal
zeer binnenkort gebeuren. Dit neemt niet weg dat wij ondertussen
werken aan de verdere bewijsvoering van de verantwoording.
08.05
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: Un débat sur la
couleur de la plaque d'imma-
triculation européenne a effective-
ment eu lieu au sein du
gouvernement.
La
décision
définitive sera prise bientôt lors de
l'attribution
du
contrat
de
11/01/2010
CRIV 52
COM 740
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
28
concession.
Les motivations à l'origine du changement de couleur proposé sont
une meilleure lisibilité des plaques d'immatriculation afin de permettre
une meilleure identification et un renforcement de la sécurité routière.
Une lisibilité améliorée contribuera à une meilleure détection des
véhicules volés, des véhicules non assurés et des véhicules n'ayant
pas été présentés au contrôle technique.
De voorgestelde nieuwe kleur
moet ervoor zorgen dat de
nummerplaten duidelijker leesbaar
zijn, waardoor het voertuig gemak-
kelijker
geïdentificeerd
kan
worden, wat de verkeersveiligheid
moet verbeteren. Op die manier
zullen gestolen, onverzekerde en
niet-gekeurde
voertuigen
ook
vlotter
kunnen
worden
opgespoord.
Elementen met betrekking tot het toezicht op de markt, als ik het zo
mag omschrijven, hebben er ons dus toe aangezet om het netwerk
dat de politie heeft, waarmee wordt toezicht gehouden op het
verkeersnet, zo vertrouwensvol mogelijk te maken.
De aangerekende prijs voor de kentekenplaat zal de productie- en
verzendingskosten moeten dekken. Dat staat dus los van de
voorziene inschrijvingsretributie. Het is de inschrijving die gratis was.
Ik weet niet of u er voorstander van bent dat alles gratis moet zijn. U
weet dat gratis niet bestaat; het werd door de belastingbetaler
betaald, niet door de autobezitter. Ik wil opnieuw invoeren dat de
kentekenplaat wordt betaald. Ik geef in alle eerlijkheid toe -- ik heb
dat ook gezegd in de commissie, mijnheer Mortelmans -- dat ik
eventueel kon overwegen om de twee platen te laten afleveren, maar
we zitten in elk geval met het feit dat wij nog altijd instellingen nodig
hebben, meestal kleinhandelaars, die een derde en vierde plaat
kunnen maken voor aanhangwagens of bij verlies of beschadiging.
Men mag dat niet uit het oog verliezen. Daarom hebben wij de
voorkeur gegeven aan het bestaande systeem, waarbij de aflevering
van de voorplaat ook in de toekomst verder door de kleinhandelaren
zal gebeuren. Wij zullen bij die gelegenheid wel minimumnormen
vastleggen om de kwaliteit van de reproductie van de plaat te
garanderen en om de erkenning van de uitvoerders aan welbepaalde
contraintes te onderwerpen.
Dat is de basisfilosofie. Het zal in de toekomst nog altijd één
nummerplaat zijn, maar wij willen gespreid de mogelijkheid behouden
dat men de tweede of bijkomende nummerplaat, die men voor om het
even welke reden moet of wil hebben, zelf kan laten produceren.
L'objectif est de rendre aussi fiable
que possible le réseau dont
dispose la police pour contrôler la
circulation.
La production et l'envoi des
plaques d'immatriculation engendre
évidemment un coût. Jusqu'à
présent, l'inscription était gratuite,
ce qui signifie en fait que le
contribuable paie à la place de
l'automobiliste.
La plaque d'immatriculation à
l'arrière du véhicule délivrée par
l'administration publique restera
obligatoire. En ce qui concerne la
reproduction des plaques, le
conducteur pourra s'adresser aux
détaillants. Nous avons cependant
l'intention de fixer des normes
minimales pour la qualité des
plaques.
08.06 Xavier Baeselen (MR): Monsieur le ministre, j'ai peut-être été
inattentif. En ce qui concerne la date ...
08.06 Xavier Baeselen (MR):
Wanneer zal een en ander van
start gaan?
08.07 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Comme je l'ai déjà dit, je
souhaiterais lancer le tout pour le 1
er
juillet, date à laquelle la Belgique
assumera la responsabilité de la présidence européenne.
08.07 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Ik zou alles willen
opstarten tegen 1 juli, datum waar-
op het Belgisch voorzitterschap
van de Europese Unie ingaat.
08.08 Xavier Baeselen (MR): Quel symbole, monsieur le ministre!
08.08 Xavier Baeselen (MR): Dat
is een symbolische datum.
08.09 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: En effet!
CRIV 52
COM 740
11/01/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
29
Le président: Vous pourriez réserver la première pour le président
Van Rompuy.
De voorzitter: U zou het eerste
exemplaar voor de heer Van
Rompuy,
voorzitter
van
de
Europese
Raad,
kunnen
reserveren.
08.10 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Oui, s'il a une voiture
immatriculée en Belgique.
08.10 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Ja, indien hij over een
auto beschikt die in België
ingeschreven is.
08.11 Jan Mortelmans (VB): Mijnheer de staatssecretaris, ik heb
goed begrepen dat de beslissing over de kleur nog altijd genomen
moet worden. Mocht u er op het ogenblik van de aanbesteding nog
niet uit geraken, dan weet u dat de Franstaligen rood en wit willen,
terwijl u zelf grote voorstander bent van zwart en wit. Ik wil een
compromisvoorstel formuleren, dat u trouwens vermeld hebt tijdens
de begrotingsbesprekingen, namelijk zwart en geel. Ik denk dat
iedereen dan tevreden kan zijn.
Die discussie bewijst toch maar weer eens dat alles, maar dan ook
echt alles in dit land, communautair is. Dat is eigenlijk het enige
goede aan het incident.
08.11 Jan Mortelmans (VB):
Aucune décision n'a encore été
prise concernant la couleur. Je
propose un compromis, à savoir
une plaque noire et jaune. Cette
discussion prouve que dans ce
pays, aucun dossier n'échappe à
l'aspect communautaire.
08.12 Paul Vanhie (LDD): Mijnheer de staatssecretaris, ik resumeer.
De achterste nummerplaat wordt geleverd door het nationaal niveau,
als ik dat zo mag zeggen, en wordt te betalen door de eigenaar, niet
meer door de belastingbetaler tout court. De volgende nummerplaten
worden door de kleinhandel geleverd.
08.13 Staatssecretaris Etienne Schouppe: En betaald door de klant.
08.14 Paul Vanhie (LDD): Ja, waarschijnlijk wel!
Ik wil u ervoor bedanken dat u met onze verzuchting rekening hebt
gehouden.
08.14 Paul Vanhie (LDD): Je
remercie le secrétaire d'État de
prendre en considération nos
préoccupations concernant les
détaillants.
08.15 Bruno Stevenheydens (VB): Mijnheer de staatssecretaris, sta
me toe een samenvatting te maken inzake de kostprijs. Het verschil
tussen de huidige plaat en de toekomstige Europese plaat zal
ongeveer 20 euro bedragen. Momenteel wordt de nummerplaat
namelijk gratis verstrekt. Het gaat over een retributie die in 2006, toen
uw partij in de oppositie zat, werd afgeschaft. Nu wordt die retributie
kostprijs genoemd, dus op een andere manier heringevoerd.
Wie in de kleinhandel een tweede nummerplaat zal laten maken, zij
het voor de wagen vooraan of voor op een aanhangwagen, zal niet
aan een kostprijs van 20 euro komen.
08.15 Bruno Stevenheydens
(VB): La redevance à l'immatricu-
lation a été supprimée en 2006. La
future
plaque
européenne
coûterait 20 euros alors que dans
le commerce de détail, son prix
serait nettement moindre.
08.16 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer Stevenheydens,
u mag niet vergeten dat in die prijs het gehele beheer, de verzending
en zo meer, inbegrepen zit. Ik houd er niet aan ­ daar ben ik zeer
open en eerlijk in ­ om alles af te wentelen op de anonieme overheid,
die dan maar moet zien hoe de eindjes aan mekaar geknoopt moeten
worden. Voor een specifieke dienstverlening, die dus niet algemeen
van aard is, maar op specifieke klanten gericht is, heb ik graag dat de
08.16
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: Ce prix inclut les
coûts de production, l'expédition et
les frais administratifs. J'estime
que les services spécifiques
doivent être payés par le client lui-
même
et
non
par
une
11/01/2010
CRIV 52
COM 740
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
30
prijs van de prestatie betaald wordt door degene die er echt voordeel
van heeft.
administration anonyme.
08.17 Bruno Stevenheydens (VB): Mijnheer de staatssecretaris, dat
wil dan eigenlijk zeggen dat iets wat in 2006 door de regering met veel
tromgeroffel afgeschaft werd, nu opnieuw wordt ingevoerd. Dat is een
logische en eerlijke uitleg, toch?
08.17 Bruno Stevenheydens
(VB): Nous assisterons dès lors au
rétablissement d'une redevance
pourtant supprimée en 2006 à
grand renfort de communication.
08.18 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Dat lijkt mij nogal
begrijpbaar, ja.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de M. Jean-Jacques Flahaux au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre,
sur "le trafic illégal de plaques Z" (n° 17159)
09 Vraag van de heer Jean-Jacques Flahaux aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de fraude met Z-platen" (nr. 17159)
09.01 Jean-Jacques Flahaux (MR): Monsieur le président,
monsieur le ministre, une pratique de trafic illégal de plaques Z
semble se développer dans le Hainaut, tout particulièrement dans la
région du Centre. Il semblerait que des garagistes proposent contre
rémunération la location de véhicules à des particuliers en défaut
d'immatriculation pour leur permettre de passer au contrôle technique.
Cette pratique, doublement illégale puisqu'elle favorise aussi le
marché noir de la voiture d'occasion, provoque la colère des
responsables du contrôle technique, entre autres de La Louvière mais
sans doute bien au-delà.
En effet, pour éviter ces malversations, vous avez demandé à ces
responsables de vérifier que l'identité du conducteur correspond à
celle référencée pour la plaque d'immatriculation. Or, n'étant pas
assermentés, ils n'ont pas autorité pour effectuer ce contrôle et ils
pourraient d'une certaine manière s'en rendre complices si malgré
l'infraction demandée, ils effectuent le contrôle technique demandé.
Comment les contrôleurs techniques doivent-ils réagir pour que les
contrevenants ne puissent faire contrôler leur véhicule et pour que le
délit soit constaté et sanctionné dans la mesure où ils ne sont pas
agents de la force publique? Comment pouvez-vous améliorer le
dispositif de lutte anti-fraude en la matière en assurant aux
professionnels du contrôle technique un confort accru dans leur
pratique quotidienne? Monsieur le secrétaire d'État, pourriez-vous
améliorer le dispositif anti-fraude par arrêté royal par exemple?
09.01 Jean-Jacques Flahaux
(MR): In Henegouwen, en meer
bepaald in de regio Centre, zou de
illegale handel in Z-platen floreren.
Garagehouders
zouden
garageplaten
verhuren
aan
particulieren zonder inschrijvings-
bewijs en kentekenplaat opdat zij
hun voertuig kunnen laten keuren.
Die praktijk werkt de zwarte
handel in tweedehandswagens in
de
hand.
U
heeft
de
keuringscentra
gevraagd
te
verifiëren of de identiteit van de
bestuurder overeenstemt met de
identiteit van de houder van de
kentekenplaat.
Aangezien
de
werknemers van de centra niet
beëdigd zijn, mogen zij dergelijke
controles niet uitvoeren.
Hoe moeten de keuringscentra op
deze situatie reageren? Zou u die
fraude via een koninklijk besluit
kunnen tegengaan?
09.02 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur le président,
monsieur Flahaux, il est exact que les contrôleurs techniques
demandent aux personnes présentant un véhicule muni de plaques
"marchand" la preuve qu'elles sont titulaires de cette plaque ou
qu'elles sont le préposé du titulaire dans le cadre d'une entreprise. Il
ne s'agit donc pas d'un contrôle d'identité proprement dit.
Ainsi, on a voulu faire arrêter le trafic illégal des plaques Z, parfois
louées à des particuliers en défaut d'immatriculation afin de leur
permettre de passer le contrôle technique. En général, il semble que
la solution proposée soit très satisfaisante (d'après le GOCA -
09.02 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Wanneer een voertuig
met een handelaarsplaat in een
keuringsstation wordt aangeboden,
moeten de personen die het
voertuig aanbieden, bewijzen dat
ze houder zijn van die nummer-
plaat of aangestelde zijn van de
houder in het kader van een
bedrijf. Er is dus geen sprake van
een identiteitscontrole
in de
CRIV 52
COM 740
11/01/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
31
Groupement des centres de contrôle technique). Si le titulaire de la
plaque Z ne correspond pas, le véhicule est refusé au contrôle
technique; si l'on constate qu'une plaque est présentée à plusieurs
reprises par des conducteurs différents, le centre de contrôle
technique a la possibilité d'appeler la police.
D'ailleurs, on me signale que certaines stations de la région dont vous
parlez ont développé des collaborations avec la police précisément
dans ce cadre.
eigenlijke zin van het woord.
Indien de persoon die de wagen
aanbiedt niet overeenstemt met de
houder van de Z-plaat wordt het
voertuig
geweigerd.
Wanneer
verschillende bestuurders een
voertuig aanbieden met dezelfde
nummerplaat, kan het keurings-
station
de
politiediensten
inschakelen. Een aantal keurings-
stations in de streek waarnaar u
verwijst, heeft in dat verband
trouwens samenwerkingsverbanden
opgezet met de politie.
09.03 Jean-Jacques Flahaux (MR): Monsieur le président,
monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie pour cette réponse qui
me satisfait. Plutôt que de devoir passer par un nouvel acte législatif,
via arrêté royal ou via une autre voie, une collaboration avec la police
peut effectivement rencontrer mon attente.
09.03 Jean-Jacques Flahaux
(MR): Met die samenwerking met
de
politie
wordt
aan
mijn
verwachtingen tegemoetgekomen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Questions jointes de
- M. Jean-Jacques Flahaux au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "les
conditions de formation à la conduite automobile" (n° 17162)
- Mme Françoise Colinia au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "la réforme
du permis de conduire B" (n°
s
17200 et 17322)
10 Samengevoegde vragen van
- de heer Jean-Jacques Flahaux aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "de rijopleidingsvoorwaarden" (nr. 17162)
- mevrouw Françoise Colinia aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "de hervorming van het rijbewijs B" (nrs. 17200 en 17322)
10.01 Jean-Jacques Flahaux (MR): Monsieur le président,
monsieur le secrétaire d'État, le mercredi 11 novembre, un jeune
homme de 22 ans, qui apprenait à conduire en filière libre, a renversé
mortellement deux étudiantes à vélo et en a blessé très grièvement
une troisième à Oosterzele. Le jeune homme qui était sous l'influence
de l'alcool et roulait à une vitesse excessive, a été remis en liberté
sous conditions le mercredi soir.
Nombre de commentateurs se sont querellés quant à la formation en
filière libre. Certains remettent en cause un possible renforcement du
monopole des auto-écoles, arguant du risque de hausse des prix au
détriment des consommateurs désireux de se former à la conduite
pratique, avec la peur d'une entente sur les prix entre auto-écoles.
D'autres craignent la suppression de la filière libre et l'alternative
intéressante de la filière libre professionnalisée avec présence d'un
instructeur de conduite breveté, garante d'efficacité en termes de
prévention des accidents de la route. Ce qui est aussi remis en
question, c'est le raccourcissement de la durée d'apprentissage,
depuis 2006.
Monsieur le secrétaire d'État, au-delà de cet événement dramatique
dont l'enquête nous dira si la raison en est due à la faiblesse de la
formation du conducteur ou à son état d'ébriété et à sa vitesse de
10.01 Jean-Jacques Flahaux
(MR): Op 11 november heeft een
22-jarige jongeman, die leerde
rijden in het systeem van de vrije
begeleiding,
drie
fietsende
studentes
aangereden
te
Oosterzele.
Twee
van
hen
overleefden de klap niet, de derde
raakte zeer zwaar gewond. De
bestuurder, die gedronken had en
te snel reed, werd dezelfde dag
nog
vrijgelaten
onder
voorwaarden.
Een en ander doet vragen rijzen
over het systeem van de vrije
begeleiding: sommigen hekelen
het monopolie van de rijscholen,
terwijl anderen vrezen dat de vrije
begeleiding zal worden afgeschaft.
Ook
de
inkorting
van
de
rijopleiding sinds 2006 wordt ter
discussie gesteld.
11/01/2010
CRIV 52
COM 740
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
32
conduite, ces différentes lectures montrent la complexité de la gestion
de ce dossier où il faut garantir l'accès à une formation à la conduite
automobile pour tous, tout en garantissant une efficacité optimale de
celle-ci afin d'assurer la plus grande sécurité possible à tous les
usagers de la route.
Je vous ai déjà interpellé sur le manque de moniteurs auto-école qui
ne permettrait pas en l'état actuel de rebasculer vers la formation en
auto-écoles. Comment comptez-vous réformer la formation à la
conduite dans notre pays afin de faire de nos conducteurs des
personnes aguerries au volant de leur véhicule?
Comment comptez-vous réglementer la durée, la forme, les
conditions de formation des candidats au permis de conduire?
Quels moyens humains et financiers comptez-vous mobiliser pour
améliorer rapidement le nombre et la qualité des différents moyens
d'apprendre à conduire?
Comptez-vous, éventuellement, réaliser un mixage entre les
différentes formes d'apprentissage afin de sécuriser au maximum
cette formation?
Vous avez annoncé le 12 novembre attendre l'avis d'un comité de
réflexion pour faire des propositions. Avez-vous, à l'heure où je vous
interpelle ­ j'ai déposé la question le 25 novembre -, des réponses à
nous donner en la matière?
Ik heb u reeds ondervraagd over
het tekort aan rijinstructeurs. Zal u
de rijopleiding hervormen, zodat
automobilisten voortaan gepokt en
gemazeld achter het stuur kunnen
plaatsnemen? Zal u de duur, de
vorm en de voorwaarden van de
rijopleiding aanpassen? Hoe zal u
de lesmiddelen uitbreiden en
verbeteren: zal u de diverse
opleidingsvormen
combineren
teneinde de rijopleiding zo veilig
mogelijk te maken?
Op 12 november deelde u mee dat
u het voorstel van een advies-
comité
inwachtte.
Hebt
u
ondertussen
al
antwoorden
gekregen?
10.02 Françoise Colinia (MR): Monsieur le président, monsieur le
secrétaire d'État, ma question a également été déposée le
30 novembre.
Monsieur le secrétaire d'État, lors de la réunion plénière du
12 novembre 2009, vous avez évoqué votre volonté de réformer le
permis de conduire B.
Face à la réforme que vous envisagez, plusieurs questions me
viennent à l'esprit. Ainsi, vous avez émis l'idée que toute personne
voulant passer son permis de conduire devra passer par une
formation de base donnée par des professionnels. Ne pensez-vous
pas que cette décision engendrera un monopole des auto-écoles?
Avez-vous envisagé des mesures pour éviter cela? Disposez-vous de
chiffres prouvant que les personnes qui suivent leur formation pour le
permis de conduire en auto-école ont moins d'accidents que celles
qui passent par la filière libre? Si oui, lesquels? Avoir recours à une
auto-école pour passer son permis de conduire engendre un certain
coût qui n'est pas supportable pour tout le monde. Avez-vous
envisagé de réduire le coût des cours de conduite si vous persévérez
dans votre volonté de réformer le permis de conduire B?
Par ailleurs, après avoir suivi cette formation donnée par des
professionnels, vous proposez que les apprentis conducteurs soient
accompagnés par des personnes qui répondent à certains critères en
limitant précisément le nombre de ces personnes accompagnatrices.
Quelle mesure envisagez-vous de mettre en place pour contrôler ces
accompagnateurs alors que les centres d'examen de permis de
conduire ne peuvent pas répondre à la demande? J'ai entendu votre
réponse, tout à l'heure. Vous parliez d'un délai inférieur à six
10.02 Françoise Colinia (MR):
Op
12 november
jongstleden
verklaarde u dat u de rijopleiding
categorie B wil hervormen. U
opperde
de idee dat elke
kandidaat-chauffeur
een
door
beroepsmensen verstrekte basis-
opleiding zou moeten volgen. Zal
die beslissing niet leiden tot een
monopolie voor de autorijscholen?
Blijkt uit de statistieken dat
personen die een door een
autorijschool gegeven rijopleiding
hebben
gevolgd
minder
ongelukken hebben dan degenen
die voor de vrije begeleiding
hebben gekozen? Niet iedereen
kan een opleiding door een
autorijschool betalen. Heeft u
overwogen om de kosten van de
rijopleiding te verminderen?
U stelt tevens voor dat nadat de
kandidaat-chauffeurs
die door
beroepsmensen
verstrekte
opleiding hebben gevolgd, ze
begeleid zouden worden door
personen die aan bepaalde criteria
voldoen. Hoe zal u die begeleiders
controleren,
terwijl
de
CRIV 52
COM 740
11/01/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
33
semaines. Mais comment comptez-vous tester la capacité des
personnes qui veulent être accompagnatrices?
examencentra nu al niet aan de
vraag kunnen voldoen?
10.03 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur le président,
chers collègues, tout d'abord, il est intéressant que l'on regarde ce qui
se passe dans les autres pays européens pour voir comment la
formation à la conduite y est organisée. Je tiens aussi à signaler que
la plupart des autres pays européens obtiennent de meilleurs scores
en matière de sécurité routière que la Belgique.
Je constate que nous sommes un des seuls pays, sinon le seul, à
disposer d'un système de filière libre permettant de ne pas suivre des
cours en auto-école. Je ne plaide pas ici en faveur des auto-écoles,
mais en faveur d'une formation de base que j'appellerais
professionnelle.
De plus, je crois à la complémentarité de la formation professionnelle
et de la filière libre. En effet, je me base, notamment sur les
recherches et études qui ont été menées au niveau européen,
notamment en ce qui concerne les objectifs à atteindre dans le cadre
de l'éducation et de la formation des jeunes pour obtenir une conduite
sûre et sociale, défensive, économique et écologique.
Je propose donc de prendre ce qui fonctionne bien dans les autres
pays en matière de formation à la conduite pour trouver des solutions
transposables à notre pays. Je suis persuadé qu'il faut tout miser sur
une bonne formation de base qui peut faire la différence dans la
détermination du comportement du conducteur. De plus, il faut
acquérir autant que possible une expérience de la conduite dans un
environnement sécurisé, en présence d'un guide et selon certaines
conditions ou modalités de conduite pendant un certain temps. Selon
moi, cette formation de base doit être entre les mains de
professionnels. Certains acquis en matière de conduite défensive ne
peuvent être donnés d'une façon professionnelle et pédagogique que
par des spécialistes.
J'ai l'impression que le débat concernant la formation à la conduite est
souvent réduit à ses aspects purement financiers. L'investissement
dans une bonne formation, qui ne doit se faire qu'une fois pour toute
la vie, est souvent considéré comme superflu. D'un autre côté,
l'acquisition d'une voiture, avec parfois plusieurs accessoires coûteux,
le paiement de la taxe de circulation et de la prime d'assurance ne
posent apparemment pas de problème.
On parle souvent du monopole des auto-écoles. Je ne comprends
pas bien comment on peut parler d'un monopole lorsqu'on sait que le
secteur est complètement libéralisé. Toute personne qui satisfait aux
critères d'agréation peut ouvrir une auto-école. Si on parle d'une
entente sur les prix entre les auto-écoles, il revient aux autorités
compétentes de remédier aux abus constatés, tout en supposant que
le coût de revient de l'exploitation d'une auto-école doit
nécessairement être identique pour tout le secteur. Je ne pense pas
qu'une concurrence déloyale par des instructeurs brevetés, qui font la
même chose que les auto-écoles, soit une bonne solution pour faire
baisser les prix.
Il est encore trop tôt pour déterminer les modalités de cette réforme à
la formation à la conduite. Les orientations ont été définies et il nous
10.03 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: De meeste andere
landen scoren beter dan ons land
wat de verkeersveiligheid betreft.
België is een van de enige landen,
zoniet het enige, met een systeem
van vrije begeleiding waarbij men
niet verplicht is een door een
autorijschool verstrekte rijopleiding
te volgen. Ik pleit hier niet voor
autorijscholen, maar wel voor een
door professionelen verstrekte
basisopleiding.
Ik vind dat de professionele
opleiding en de vrije begeleiding
complementair zijn. Ik baseer me
daarvoor
op
onderzoek
op
Europees niveau, met name over
een opleiding voor jongeren voor
een veilig, sociaal, defensief,
zuinig
en
milieuvriendelijk
rijgedrag. Ik stel voor dat we de
regelingen ter zake die in andere
landen goed werken, zouden
overnemen.
Ik vind dat de basisopleiding aan
vakmensen
moet
worden
toevertrouwd. Sommige vaardig-
heden inzake defensief rijgedrag
kunnen
alleen
maar
door
specialisten op een professionele
en pedagogisch verantwoorde
worden aangeleerd.
Ik heb de indruk dat het debat over
de rijopleiding vaak teruggebracht
wordt tot het louter financiële
aspect. Investeren in een degelijke
opleiding, die levenslang door-
werkt, wordt als geldverspilling
beschouwd,
maar
voor
de
aankoop van een auto, soms met
dure opties, de verkeersbelasting
en de verzekeringspremie heeft
men wél geld.
Men gewaagt van het monopolie
van de autorijscholen, maar de
sector is volledig geliberaliseerd: al
wie voldoet aan de erkennings-
criteria, kan een autorijschool
openen! Als er sprake is van
prijsafspraken, moet de bevoegde
11/01/2010
CRIV 52
COM 740
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
34
faut maintenant passer à l'acte. Un groupe de travail doit élaborer ces
modalités en tenant compte des conséquences organisationnelles et
financières.
overheid misbruiken beteugelen,
in de veronderstelling dat de
exploitatiekosten voor de hele
sector dezelfde zijn.
Het is nog te vroeg om de
concrete modaliteiten van de
hervorming van de rijopleiding vast
te leggen. Die zullen bepaald
moeten
worden
door
een
werkgroep, die alle consequenties
zal moeten afwegen.
10.04 Jean-Jacques Flahaux (MR): Monsieur le secrétaire d'État, je
vous remercie pour votre réponse. Je constate que vous êtes
conscient de la problématique, que vous vous prononcez en faveur
d'une combinaison des deux possibilités mais que votre réflexion n'est
pas encore définitivement arrêtée. Avec ma collègue Françoise
Colinia, nous aurons probablement l'occasion de vous interroger à
nouveau à ce sujet.
10.04 Jean-Jacques Flahaux
(MR): Het denkwerk is dus nog
niet helemaal rond. We zullen
wellicht nog terugkomen op deze
aangelegenheid.
10.05 Françoise Colinia (MR): Monsieur le secrétaire d'État, je n'ai
pas entendu ce que vous répondiez au sujet du contrôle et du nombre
des accompagnateurs.
10.05 Françoise Colinia (MR):
Hoe staat het met de controle op
de
begeleiders?
Hoeveel
begeleiders zullen er worden
toegelaten?
10.06 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Madame, lorsque j'ai
répondu à des questions lors de la présentation de mon budget et de
mon plan d'action, j'ai déjà dit que j'aspirais à un nombre très limité de
personnes (maximum deux personnes), ayant de l'expérience et une
certaine reconnaissance de leur capacité à agir comme
accompagnateurs, en dehors des membres de la famille. En effet, je
souhaite que les apprentis conducteurs acquièrent l'expérience
requise partant d'une formation de base limitée ­ je dois encore en
fixer les modalités avec l'aide de spécialistes en la matière ­ mais
complétée par la conduite en présence de personnes ayant les
qualités nécessaires.
Je ne suis donc ni en faveur d'une formation complète par les auto-
écoles ni par la filière libre, mais pour un mélange des deux avec une
formation de base, qui englobe les aspects économiques,
écologiques et défensifs, complétée par l'enseignement de personnes
bénéficiant d'une longue expérience et qui peuvent indiquer aux
jeunes apprentis les tenants et les aboutissants des dangers qu'ils
peuvent rencontrer dans le trafic journalier.
10.06 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Ik ben voorstander
van een zeer beperkt aantal
personen, die over de nodige
ervaring
en
de
vereiste
vaardigheden moeten beschikken
om als begeleider op te treden. Ik
ben er geen voorstander van de
volledige opleiding over te laten
aan de rijscholen noch aan de vrije
begeleiding, maar wens een
combinatie van de twee systemen,
met een basisopleiding aangevuld
met
een
begeleiding
door
personen met de nodige ervaring,
die de leerling kunnen wijzen op
de gevaren van het verkeer.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: Les membres de la commission veulent-ils permettre à Mme Thérèse Snoy de poser sa
question n
o
17472 car elle doit assister à une réunion? Une question sur le même objet transmise vendredi
au secrétariat y a été jointe. C'est la question n
o
18213 de M. Bart Laeremans.
11 Questions jointes de
- Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"l'accès aux résultats du groupe d'experts chargé de revoir les normes de vent et le tracé des routes
aériennes de l'aéroport Bruxelles National" (n° 17472)
CRIV 52
COM 740
11/01/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
35
- M. Bart Laeremans au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "les
propositions annoncées en matière de changements de procédure et l'étude sur les normes de vent
pour le trafic aérien à Zaventem" (n° 18213)
11 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de
eerste minister, over "de toegang tot de bevindingen van de expertengroep die belast is met de
herziening van de windnormen en het tracé van de vliegroutes van en naar de luchthaven van
Zaventem" (nr. 17472)
- de heer Bart Laeremans aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister,
over "de aangekondigde voorstellen inzake procedurewijzigingen en de studie over de windnormen
voor het luchtverkeer in Zaventem" (nr. 18213)
11.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Monsieur le
président, monsieur Flahaux et tous les autres collègues présents, je
vous remercie de bien vouloir me laisser poser ma question.
Monsieur le secrétaire d'État, ma question date quelque peu et elle a
été redéposée après le changement de gouvernement. En
décembre 2008, vous aviez déjà publié sur votre site une information
relative à la réalisation d'une étude par des experts internationaux
portant sur les normes de vent et leur impact sur la sécurité et la
capacité d'utilisation des pistes et les nuisances sonores.
Toujours sur votre site, on peut lire que les résultats de cette étude
devaient être soumis au Conseil des ministres en septembre 2009.
L'étude a-t-elle abouti à des résultats? Quand sera-t-elle rendue
publique? C'est ce que j'écrivais le 29 octobre.
J'ai à nouveau déposé la question le 3 décembre. Je sais que cette
étude est déposée et j'ai connaissance de ses grandes lignes mais je
voudrais des précisions sur son contenu. Nous constatons sur le
terrain que l'augmentation du trafic sur la piste 02/20 est évidente et
suscite nombre de plaintes dans l'est et le sud-est de Bruxelles. Vous
connaissez mes revendications en matière de concertation avec le
Brabant wallon.
Ma question n'est plus de savoir si cette étude est réalisée mais de
savoir ce que vous allez en faire. Y a-t-il une décision? Y aura-t-il
concertation? Le Parlement pourra-t-il en débattre? Il s'agit d'un
résultat très important. Si on pouvait enfin mettre tout le monde
d'accord sur cette question des routes aériennes, ce serait
merveilleux!
11.01 Thérèse Snoy et
d'Oppuers
(Ecolo-Groen!):
In
december 2008 publiceerde u op
uw website de resultaten van een
studie over de windnormen en hun
impact op de veiligheid, het
gebruik van de start- en landings-
banen en de geluidshinder. Die
resultaten dienden in september
2009 aan de ministerraad te
worden overgelegd.
Heeft u, gelet op het toegenomen
verkeer op baan 02/20, op grond
van deze studie een beslissing
genomen?
Zal er overleg komen? Zal het
Parlement er een debat over
kunnen voeren? Wat is uw agenda
voor 2010?
11.02 Bart Laeremans (VB): Mijnheer de voorzitter, ik zal in
afwachting van de volgende voorzitter bij de vraag aansluiten.
Mijnheer de minister, mijn vraag is ook informatief en sluit bij de
vorige vraag aan.
Tijdens het commissiedebat van 21 oktober 2009 hebt u gesteld dat
de commissie die met het uitwerken van de procedurewijzigingen voor
de luchthaven was belast, op dat moment bezig was met het opstellen
van het eindrapport. Tegelijk was een internationaal studiebureau
bezig met het finaliseren van het rapport over de windnormen en met
het opstellen van aanbevelingen.
Mijn vragen zijn de volgende.
11.02 Bart Laeremans (VB): Le
21 octobre 2009, le secrétaire
d'État
a
déclaré
que
la
commission chargée d'élaborer les
modifications de procédure pour
l'aéroport de Zaventem était en
train de rédiger son rapport final. Il
a ajouté qu'un bureau d'études
international
s'attelait
en
ce
moment à finaliser le rapport sur
les normes de vent et à formuler
des recommandations.
Le secrétaire d'État a-t-il déjà reçu
ces rapports et ces recomman-
11/01/2010
CRIV 52
COM 740
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
36
Wat is de stand van zaken, zowel bij de werkgroep als bij het
studiebureau?
Ontving u de aangekondigde rapporten en aanbevelingen? Zo neen,
tegen wanneer is de ontvangst dan wel voorzien?
Ten tweede, wat is de inhoud van voornoemde rapporten? Kan u alle,
desbetreffende documenten aan de geïnteresseerde parlementsleden
mededelen, zodat wij ze kunnen doornemen?
Ten slotte, welke conclusies trekt u uit de rapporten? Welke
beslissingen zijn ter zake genomen of voorbereid? Werden de
genoemde rapporten en uw voorstellen ter zake op de Ministerraad
besproken?
dations?
Les
parlementaires
pourraient-ils prendre connais-
sance du contenu de ces
rapports? Quelles conclusions le
secrétaire d'État tire-t-il de ces
rapports? Le Conseil des ministres
s'est-il déjà penché sur cette
question?
11.03 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur le président,
madame Snoy, je vous informe que l'étude sur les normes de vent
réalisée par des experts internationaux est terminée.
Elle établit différentes recommandations sur la base d'une analyse
des risques et des arguments relatifs à la sécurité du transport aérien.
Le gouvernement ne s'est pas encore prononcé sur la mise en oeuvre
de ces recommandations.
11.03 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Die studie leidt tot een
aantal aanbevelingen waarover de
regering zich nog niet heeft
uitgesproken.
Mijnheer Laeremans, ik verheel niet dat dit het sluitstuk is van het
geheel aan hervormingen in en rond de luchthaven van Zaventem. U
hebt de uiteenzetting van mevrouw Snoy over de gevoeligheden van
welbepaalde regio's gehoord. Ik verzwijg ook niet dat het een politiek
uitermate delicaat dossier is. Het is mijn grote bezorgdheid om
vooruitgang te boeken tegenover de toestand in het verleden. U kent
de huidige maatregelen rond de QC, het nachtlawaai en het gebruik
van pistes. U begrijpt dat het vastleggen van de routes en de
windnormen het sluitstuk is, teneinde het luchtruim op een
geobjectiveerde manier te gebruiken. Ik verzwijg evenmin dat ik
binnen dat geheel een aantal nieuwe technieken progressief verplicht
zal maken. Ik zeg het in vliegtuigtermen: het CDA, continuous descent
approach, zijnde het langzaam dalen van op grote afstand met
verminderde motorkracht; het P-RNAV, zijnde het vliegen via vaste
bakens, een techniek die vliegtuigen geen brede corridor maar wel
eenzelfde stramien laat volgen. Die elementen wil ik daarin
verwerken. Ze zijn mogelijk bij moderne vliegtuigen, maar waren dat
niet bij de vroegere vliegtuigtypes.
Dat geheel wil ik als een pakket aan de regering voorleggen, maar
voor ik dat doe wil ik voldoende zekerheid over de aanvaardbaarheid
verkrijgen. In het belang van de leefbaarheid rond de luchthaven wil ik
een zo objectief mogelijke verdeling van het gebruik van het luchtruim
rond de luchthaven. Alles wat te maken heeft met het NIMBY-
syndroom moet ik zoveel mogelijk wegdenken.
Het is een uitermate delicaat dossier. Voor een groot stuk zijn wij op
de goede weg. De contacten worden heel discreet gelegd, maar ze
worden wel gelegd. Ik hoop een politieke consensus te bereiken over
het uiteindelijke voorstel dat ik binnenkort wil indienen.
Ik maak mij geen illusies over het uiteindelijke resultaat. Ik hoop dat
iedereen tegelijk voldoende tevreden en mistevreden is. Uit het
Ce dossier extrêmement délicat du
point de vue politique constitue le
volet final de l'ensemble des
réformes réalisées à l'aéroport de
Zaventem et alentour. Je suis
déterminé à enregistrer des
progrès par rapport à la situation
précédente.
M. Laeremans
connaît
les
mesures qui sont d'ores et déjà en
vigueur pour ce qui regarde le QC,
les nuisances sonores nocturnes
et l'utilisation des pistes. La
détermination des itinéraires et
des normes de vent devra
constituer la touche finale d'une
réforme globale dont la finalité est
une utilisation objectivée de
l'espace aérien. J'ai l'intention de
rendre progressivement obligatoires
de nouvelles techniques telles que
l'approche en descente continue et
la navigation de précision. Ces
techniques peuvent être utilisées
avec les avions modernes mais
elles ne pouvaient l'être avec les
anciens modèles d'appareils.
Mon objectif est de présenter au
gouvernement l'ensemble de ces
mesures sous la forme d'un
paquet mais avant, je veux avoir
CRIV 52
COM 740
11/01/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
37
uiteindelijke resultaat mogen er geen bijzondere voor- of nadelen voor
om het even wie voortspruiten. Ik wil het aantal van de soms boze
reacties die ik krijg verminderen.
des garanties suffisantes qu'elles
seront acceptées. Dans l'intérêt de
la viabilité aux alentours de
l'aéroport, j'ai l'intention de prévoir
une répartition aussi objective que
possible de l'utilisation de l'espace
aérien
dans
l'environnement
immédiat de l'aéroport, en faisant
abstraction autant que possible de
tout ce qui est lié directement ou
indirectement au syndrome de
Nimby. Des contacts discrets ont
été établis. J'espère parvenir à ce
qu'un consensus politique puisse
se
dégager
concernant
la
proposition finale que je compte
déposer prochainement. Il ne
pourra résulter du résultat final
aucun avantage ni inconvénient
particulier pour qui que ce soit.
L'ensemble de cette réforme devra
fournir l'occasion de réduire
substantiellement le nombre de
réactions d'insatisfaction.
Madame Snoy, l'exploitation d'un aéroport est toujours accompagnée
de certaines nuisances et d'inconvénients. Les riverains ont le
"désavantage de l'avantage" d'être proches de l'aéroport. Croyez-moi,
dans la proposition finale, je ferai tout ce qui est possible pour arriver
à un équilibre raisonnable, dans l'intérêt d'un maximum de personnes
afin que ma résolution soit acceptable politiquement. En effet, mieux
vaut une telle acceptation que ce qui s'est passé précédemment.
De werking van een luchthaven
gaat altijd gepaard met hinder. De
omwonenden hebben zowel het
nadeel als het voordeel dicht bij de
luchthaven te wonen. Ik zal al het
mogelijke doen om tot een billijk
evenwicht te komen.
11.04 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Monsieur le
président, monsieur le secrétaire d'État, vous savez que si des règles
objectives de répartition des vols sont définies, je les accepterai tout à
fait. Autant les groupes politiques que les comités de riverains
pourraient se satisfaire d'une répartition objective des nuisances
sonores.
Le problème est que, pour le moment, vous ne mettez en oeuvre
aucune concertation, ce qui laisse tout le monde dans le brouillard, et
que la situation des vols est incompréhensible. Ce matin, je reçois un
courriel à propos d'un survol d'Enghien à basse altitude. Pourriez-
vous expliquer pourquoi des vols à basse altitude une fois au-dessus
de Grez-Doiceau, une fois au-dessus d'Enghien? Était-ce pour
prendre la piste 02?
Je suis soumise à de nombreuses contestations de la part de
l'Oostrand. Des gens protestent contre l'utilisation de la piste 02-20;
personnellement, je ne suivrai pas nécessairement toutes leurs
doléances, car j'estime qu'en cas de vent du nord ou vent d'est, il est
normal de changer de piste. Dans ce cas, il s'agit d'une constante
utilisation de cette piste sans présence de vent. Il m'a pourtant été
signalé que votre étude faisait état qu'à partir de 5 noeuds de vent
arrière, le trafic serait renvoyé vers la piste 02-20. Actuellement, sans
vent, le trafic est quand même renvoyé sur cette piste: les gens ne
comprennent pas et aucune explication plausible ne leur est
11.04 Thérèse Snoy et
d'Oppuers
(Ecolo-Groen!):
Mochten er objectieve regels
bestaan voor de spreiding, dan
zou ik ze aanvaarden; op dit
ogenblik wordt er echter geen
overleg gepleegd en verlopen de
vliegbewegingen
volgens
een
ondoorgrondelijk patroon. Zelfs bij
windstilte wordt het luchtverkeer
tegenwoordig afgeleid naar baan
02/20. Ik vind het zeer interessant
dat u naar andere methoden zoekt
om de hinder te verminderen.
Ingrijpen aan de bron is inderdaad
de beste werkwijze.
U zou kunnen instemmen met een
overleg met het Waals Gewest en
Waals-Brabant!
11/01/2010
CRIV 52
COM 740
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
38
proposée.
Il convient, selon moi, de sortir de la situation actuelle, le plus vite
possible. Je comprends bien que le dossier est complexe et je suis
très intéressée d'entendre que vous cherchez d'autres méthodes
qu'une simple répartition des vols dans l'espace aérien, comme la
CDA ou les quota counts pour diminuer les nuisances.
Le mieux est évidemment de travailler à la source. Cependant, il
conviendrait de sortir de la situation actuelle, plutôt chaotique, en tout
cas non expliquée quant à sa rationalité, et j'insiste à nouveau
instamment pour que vous vous concertiez avec les gens concernés
et élargissiez le cercle.
Voorzitter: Jef Van den Bergh.
Président: Jef Van den Bergh.
J'estime que vous pourriez élargir un peu cette notion et accepter une
concertation avec la Région wallonne et le Brabant wallon, en
particulier, qui est constamment confronté à ces nuisances.
11.05 Bart Laeremans (VB): Mijnheer de staatssecretaris, u spreekt
van een objectivering en tot daar kan ik zeker volgen. Als een en
ander op een objectieve manier wordt verdeeld dan denk ik dat wij in
het algemeen belang werken en in het belang van zowel de
luchthaven als de omwonenden. Tot op heden was dat echter niet het
geval.
Met windnormen kan men een objectieve verdeling helemaal op zijn
kop kan zetten en ongedaan maken door bijvoorbeeld tegen de wind
in te vliegen. Op die manier wordt die verdeling opnieuw niet objectief
en niet evenwichtig gemaakt, zoals nu gebeurt.
Bovendien zijn er in heel het bestaande systeem nog altijd heel wat
irrationele aspecten. Voor het opstijgen maakt men op bepaalde
momenten bijvoorbeeld een grote toer rond Brussel. Dat is nog altijd
niet rationeel verantwoord. Bij het landen volgt men ook soms
dusdanige procedures waardoor Brussel wordt vermeden en
eigenaardige bochten worden gemaakt. Ook dat is irrationeel en moet
worden weggewerkt. Ik hoop dat u dat zal doen.
Ik blijf ook met een paar vragen. Ten eerste, u zegt dat u binnenkort
het voorstel zult voorleggen aan de regering. Wat is binnenkort? Kunt
u daarover iets meer zeggen?
Ten tweede, u hebt gezegd dat u een en ander hebt ontvangen. Ik
vraag mij af of u het over de twee documenten heeft, dus zowel het
document van de commissie die de procedurewijzigingen zou
bespreken als dat van het internationale studiebureau over de
windnormen. Zijn dat de documenten die u hebt ontvangen? Ik zie u
knikken. Waar kunnen wij ze raadplegen? Het is vrij logisch dat wij als
parlementslid, willen wij meespreken in het verhaal en uw
objectivering al dan niet beamen, inzage krijgen in die documenten,
die opgesteld zijn met het oog op het algemeen belang. Het lijkt mij
logisch dat wij ze kunnen inkijken, zodat wij een zicht krijgen op de
situatie. Mag ik u vragen om ze ons op te sturen?
Mocht u het te vroeg vinden om ze op te sturen, zou ik u willen vragen
11.05 Bart Laeremans (VB): Une
répartition objective relève de
l'intérêt général et de l'intérêt de
l'aéroport et des riverains. Ce
n'était pas le cas jusqu'à présent.
Si des normes de vent sont
appliquées,
une
répartition
objective peut être totalement
annulée en volant contre le vent
par exemple. Le système actuel
est par ailleurs irrationnel pour de
nombreux aspects que nous
espérons voir rectifiés. Pour le
décollage
par
exemple,
les
appareils font un grand tour autour
de Bruxelles et pour l'atterrissage,
des procédures sont appliquées
pour éviter Bruxelles.
Quand toutes ces procédures
seront-elles
soumises
au
gouvernement?
Le
secrétaire
d'État a manifestement reçu les
rapports. Pouvons-nous consulter
ces documents? Nous voulons en
vérifier l'objectivité. Il est inadmis-
sible que des parlementaires
restent dans l'incertitude pendant
plusieurs semaines alors que ces
études sont disponibles. Comment
la
transparence
sera-t-elle
organisée?
CRIV 52
COM 740
11/01/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
39
om ons mee te delen waar wij ze kunnen inkijken. Het kan echter niet
dat wij nog weken of maanden in het ongewisse blijven als die studies
er zijn. Wij vragen transparantie en mijn vraag is hoe die transparantie
zal worden georganiseerd.
11.06 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer Laeremans,
mevrouw Snoy, ik zal mijn verantwoordelijkheid nemen, gesteund op
de voorbereidingen en de studies die ik heb laten maken om mijn
voorstel te ondersteunen. Ik zal daar niet of zo weinig mogelijk van
afwijken met de bedoeling een globale consensus te krijgen. U weet
immers dat de belangen erg tegengesteld zijn. Zodra ik de passende
consensus heb bereikt, zal ik mij verantwoorden met verwijzing naar
de studies.
11.06
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: Dès que j'aurai
obtenu le consensus voulu, je
vous fournirai des explications sur
la base des études réalisées.
11.07 Bart Laeremans (VB): En wat met inzagerecht?
11.07 Bart Laeremans (VB): Et
qu'en
est-il
du
droit
de
consultation?
11.08 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Ik heb gezegd "met
verwijzing naar de studies". Ik zal de elementen uit de studies,
waarvan ik gebruik heb menen te moeten maken, op dat moment
klaar en duidelijk naar voren schuiven.
11.08
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: Je commenterai
clairement les éléments, provenant
des études, que j'ai jugés utiles.
11.09 Bart Laeremans (VB): Mijnheer de staatssecretaris, u hebt het
over de elementen uit de studies waarvan u gebruik zult maken. Het
lijkt mij nogal logisch dat wij de integrale studies krijgen, zodat er geen
geheime politiek of achterkamertjespolitiek wordt gevoerd in het
verhaal. Absolute transparantie lijkt mij toch wel noodzakelijk. Als u op
staatskosten studies laat maken, dan moeten wij die studies ook
kunnen inzien.
Ik begrijp al niet dat we ze nu niet mogen inzien. Ik betreur dat heel
erg.
11.09 Bart Laeremans (VB): Il
me semble quand même logique
que nous puissions consulter
l'étude dans son intégralité et
qu'aucun élément ne reste secret.
J'estime que la transparence doit
être absolue dans ce dossier.
11.10 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Monsieur le
ministre, je constate que vous avez une politique du secret totalement
déplacée! Si vous cachez les choses, il ne faut pas vous attendre à ce
que les gens soient d'accord et se calment sur quoi que ce soit! Vous
n'arriverez à aucun consensus si vous travaillez de la sorte!
11.10 Thérèse Snoy et
d'Oppuers
(Ecolo-Groen!):
U
voert een totaal voorbijgestreefd
beleid
van
geheimhouding.
Wanneer u bepaalde dingen
verbergt, kan u niet verwachten
dat de mensen kalm worden. Zo
zal u nooit een consensus
bereiken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Question de M. Jean-Jacques Flahaux au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre,
sur "la réforme des examens de moniteurs auto-école" (n° 17172)
12 Vraag van de heer Jean-Jacques Flahaux aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de hervorming van de examens voor rijinstructeurs" (nr. 17172)
12.01 Jean-Jacques Flahaux (MR): Monsieur le président,
monsieur le secrétaire d'État, les effectifs de moniteurs d'auto-école
sont en déficit important tant en Flandre qu'en Wallonie. Il en manque
environ 350 dans la partie néerlandophone du pays et 250 dans la
partie francophone.
12.01 Jean-Jacques Flahaux
(MR): In het Nederlandstalige
landsgedeelte zijn er ongeveer
350 rij-instructeurs te kort, in het
Franstalige landsgedeelte 250.
11/01/2010
CRIV 52
COM 740
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
40
Si, pour le brevet de niveau 3 concernant ceux qui n'enseignent que la
théorie, les examens ne posent pas de problème, en revanche, pour
le brevet de niveau 2 qui concerne les moniteurs enseignant la
conduite, cela est beaucoup plus problématique.
En effet, aux épreuves de théorie portant sur les articles du Code de
la route viennent s'ajouter des épreuves de cours de la route, pour
lesquelles il n'y a rien à dire, ainsi qu'une épreuve sur la police des
infractions routières mais aussi une épreuve mécanique pour
lesquelles les enseignements préparatoires sont basés sur
l'expérience des examens antérieurs sans s'appuyer sur un
programme préétabli, ce qui revient à jouer à la loterie lorsqu'on
postule.
Ajouté au fait que les épreuves de mécanique et celles du cours de la
route se déroulent dans la même matinée, à savoir une heure de
mécanique et deux heures de cours de la route, on ne peut pas dire
que les conditions d'examen soient optimales, d'autant que les
résultats des examens sont communiqués un mois après et qu'en cas
de succès aux épreuves en question, il ne reste au candidat
admissible que 10 à 15 jours pour préparer son épreuve orale. Enfin,
c'est ainsi que cela se passe du côté francophone, les Flamands
semblent avoir leurs résultats au bout 2 à 3 semaines. Ce n'est que
lorsque ces épreuves ont été couronnées de succès que les
moniteurs peuvent entrer en stage dans une auto-école.
Monsieur le secrétaire d'État, il y a déjà plus de 100 inscrits en
formation au VAB pour préparer ces examens. Le potentiel de
600 emplois à pourvoir ne saurait être négligé, d'autant que ces
moniteurs seront autant de formateurs pour apprendre à conduire
notamment aux demandeurs d'emploi qui ont besoin, faute d'une
desserte par les transports en commun, d'un véhicule et du permis
qui va avec pour se rendre à un emploi.
Monsieur le secrétaire d'État, comment comptez-vous agir pour
réformer cet examen? Comptez-vous rationaliser les programmes et
les épreuves demandées, afin de permettre aux candidats de mettre
un maximum de chances de leur côté pour passer les épreuves et ce,
de manière égale pour les francophones et les néerlandophones?
Comptez-vous augmenter en nombre et en lieux d'enseignement les
formations préparatoires? Comptez-vous augmenter le nombre de
sessions d'examens, à savoir une par trimestre, afin de résorber
rapidement le manque criant de moniteurs dans notre pays?
Er zijn problemen met de examens
voor het brevet II (praktijklesgever
categorie B). Naast het theorie-
examen met betrekking tot de
artikelen
van
het
verkeers-
reglement, is er ook een modelles
in het sturen en een ondervraging
over de bij die les toegepaste
onderwijsmethode. Voorts moet
men een proef met betrekking tot
de
verkeerspolitie
afleggen,
evenals een examen autotechniek
en automechanica, waarvoor de
opleidingen niet gebaseerd zijn op
een vooraf vastgesteld programma.
Daardoor is solliciteren eigenlijk
een loterij.
Aangezien de automechanicaproef
en de modelles bovendien op
dezelfde ochtend worden georga-
niseerd, zijn de omstandigheden
waarin men het examen moet
afleggen allesbehalve optimaal, te
meer daar de examenresultaten
pas een maand later worden
bekendgemaakt,
waardoor
geslaagde kandidaten nog maar
tien à veertien dagen de tijd
hebben om zich voor te bereiden
op de mondelinge proef. Zo gaat
het er althans toe aan Franstalige
kant; naar verluidt krijgen de
Vlamingen hun resultaten sneller.
Er zijn 600 vacatures voor
rijschoollesgevers, dat is niet niets,
en die rij-instructeurs zullen onder
meer
werkzoekenden
leren
autorijden die een auto én het
bijbehorende
rijbewijs
nodig
hebben om werk te kunnen
vinden.
Hoe zal u te werk gaan om het
examen te reorganiseren? Zal u
de programma's en proeven
rationaliseren en gelijkmaken voor
Nederlandstaligen
en
Franstaligen?
Zullen er meer opleidingscentra
komen waar men de voorafgaande
opleiding kan volgen? Zal u het
aantal examenperioden optrekken,
zodat er per kwartaal een examen
wordt georganiseerd?
CRIV 52
COM 740
11/01/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
41
12.02 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur le président,
monsieur Flahaux, les épreuves de cours de la route (2 heures) et de
mécanique (1 heure) ont lieu la même matinée. Cette jonction des
deux épreuves correspond au fait que la formation préparatoire aux
examens ne distingue pas ces deux matières.
Lorsque le candidat réussit ces épreuves, une convocation à
l'épreuve orale est communiquée et laisse au minimum 10 jours, cette
durée étant prévue par le règlement d'ordre intérieur du jury
d'examen, pour se préparer. En outre, l'épreuve orale porte sur les
mêmes matières que l'épreuve écrite. Lorsque le candidat échoue à
cette épreuve, il reçoit une attestation d'échec.
L'envoi de l'un et l'autre document par le secrétariat du jury d'examen
est fait aussi rapidement tant du côté néerlandophone que
francophone. Cet envoi est lui-même dépendant de la communication
par le jury des résultats des épreuves. En effet, les membres du jury
d'examen corrigent les copies aussi vite que possible mais ces
personnes ont, elles aussi, des activités professionnelles qui les
empêchent de faire parvenir au secrétariat les résultats dans la
semaine. C'est la raison pour laquelle, en règle générale, un délai
d'un mois est donné au jury pour corriger les copies.
Tant les jurys francophones que néerlandophones fonctionnent de la
même manière. Il peut se produire que les résultats de l'un soit
communiqué un peu plus rapidement que ceux de l'autre. De manière
générale, les délais d'envoi des convocations à l'épreuve orale sont
fort proches, tant pour les candidats francophones que
néerlandophones.
En ce qui concerne les matières prévues aux examens, elles sont
reprises dans l'annexe 2 de l'arrêté royal du 11 mai 2004 relatif à
l'agrément des véhicules à moteur.
En 2008, à la suggestion du SPF Mobilité et Transports, les membres
de tous les jurys se sont réunis pour discuter de l'opportunité de
proposer des ouvrages de référence en mécanique mais n'ont retenu
aucun des ouvrages examinés. Dans ces circonstances, seul
l'enseignement préparatoire adéquat en la matière peut être fourni
aux candidats.
Quant aux examens, les questions ont été analysées afin de vérifier
que leur niveau de difficulté était similaire dans les deux langues.
Aucune différence fondamentale n'a été décelée par le membre du
jury ayant procédé à cette analyse.
Une augmentation des lieux d'enseignement pour des formations
préparatoires n'est pas prévue à l'heure actuelle.
Actuellement trois sessions d'examens sont organisées, soit le
nombre minimal prescrit par l'arrêté royal.
Ces sessions couvrent des périodes de quatre mois. Instaurer une
session par trimestre amène un problème au niveau de la période des
vacances de juillet/août. En effet, lors de cette période estivale, la
plupart des membres du jury sont absents, tout comme la plupart des
candidats par ailleurs.
12.02 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: De examenonderdelen
in verband met het verkeers-
reglement en met mechanica
worden
samen georganiseerd
omdat er ook op het niveau van de
voorbereidende opleiding geen
onderscheid wordt gemaakt.
Wanneer de kandidaat slaagt voor
het schriftelijke gedeelte ontvangt
hij een uitnodiging voor het
mondelinge gedeelte en wordt
ervoor gezorgd dat hij over
minstens tien dagen beschikt om
zich voor te bereiden. Bovendien
gaat het mondelinge gedeelte over
dezelfde
leerstof
als
het
schriftelijke.
Er bestaat geen verschil tussen de
termijnen voor het overzenden van
het document door het secretariaat
van
de
examenjury
aan
Franstalige en aan Nederlands-
talige kant. De termijnen worden
beïnvloed door het tijdstip waarop
de jury de resultaten overzendt.
De juryleden hebben nog andere
beroepsactiviteiten en zijn niet in
de mogelijkheid om de resultaten
binnen de week over te zenden.
De
Franstalige
en
de
Nederlandstalige
jury
volgen
dezelfde werkwijze.
De examenleerstof is terug te
vinden in bijlage 2 van het
koninklijk besluit van 11 mei 2004
betreffende de voorwaarden voor
de erkenning van scholen voor het
besturen van motorvoertuigen.
In 2008 werd er door de leden van
alle examenjury's gepraat over het
voorstellen van referentiewerken
inzake mechanica, maar geen van
de onderzochte werken kreeg de
voorkeur. De enige referentie blijft
dus de voorbereidende opleiding.
Wat de examens zelf betreft, werd
nagegaan of de moeilijkheids-
graad van de vragen vergelijkbaar
is in beide landstalen. Er werd
geen
aanmerkelijk
verschil
vastgesteld.
11/01/2010
CRIV 52
COM 740
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
42
Cela laisse concrètement les six premiers mois de l'année pour
organiser les deux premières sessions et les quatre derniers mois
pour organiser les deux autres sessions, ce qui reviendrait à
compresser deux sessions en fin d'année. De plus, la période du mois
de décembre étant une période de festivités également, il s'agirait en
pratique d'instaurer deux sessions sur une période inférieure à quatre
mois. Dans ce cadre, il apparaît, dès lors, difficile de modifier le
système actuel.
Er wordt vooralsnog niet aan
gedacht het aantal opleidings-
centra op te trekken.
Momenteel
worden
er
drie
examensessies
georganiseerd;
dat is het minimumaantal waarin
het koninklijk besluit voorziet.
Deze sessies betreffen periodes
van vier maanden. Als men een
sessie per trimester zou invoeren,
zou dat een probleem geven voor
de vakantieperiode juli-augustus.
Op die wijze zou men immers de
eerste twee sessies de eerste zes
maanden van het jaar moeten
organiseren, en de twee andere
sessies de laatste vier maanden.
Aangezien december bovendien
een feestmaand is, zou men in de
praktijk twee sessies tijdens een
periode van minder dan vier
maanden moeten organiseren. In
het licht daarvan lijkt het moeilijk
om het huidige systeem te
veranderen.
12.03 Jean-Jacques Flahaux (MR): Monsieur le secrétaire d'État,
j'ai bien entendu votre réponse. Néanmoins, je reste sur ma
frustration quant au fait que nous manquons toujours de 600
moniteurs d'auto-école, ce dans une période de chômage important.
J'espère que vous aurez l'occasion, avec les Communautés, de
réfléchir aux moyens de résorber ce déficit et d'offrir, par ce biais, 600
emplois supplémentaires au cours de cette année 2010 dont on sait
qu'elle sera particulièrement préoccupante.
12.03 Jean-Jacques Flahaux
(MR): Er is nog steeds een tekort
van
zeshonderd
rijschool-
instructeurs, en dat terwijl er
zoveel werkloosheid is. Ik hoop dat
u samen met de Gemeen-
schappen zal kunnen onderzoeken
hoe dit tekort kan worden
weggewerkt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Question de M. Jean-Jacques Flahaux au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre,
sur "l'absence de réglementation de l'usage des paramoteurs" (n° 17173)
13 Vraag van de heer Jean-Jacques Flahaux aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "het gebrek aan reglementering inzake het gebruik van paramotoren"
(nr. 17173)
13.01 Jean-Jacques Flahaux (MR): Monsieur le président,
monsieur le secrétaire d'État, les paramoteurs, petits avions
permettant de voler seul ou avec un passager sont des engins
propulsés par une grande hélice et dirigés à l'aide de cordes de
parachute.
Ce sont en quelque sorte des parachutes motorisés qui décollent
comme n'importe quel avion, avec pour seule exception que le
lancement n'exige que quelques pas. Dès que l'engin se met en
route, le parachute est gonflé et remplit le rôle des ailes d'un avion
13.01 Jean-Jacques Flahaux
(MR): Paramotoren zijn een soort
gemotoriseerde parachutes die
worden aangedreven door een
grote propeller en die worden
bestuurd
door
middel
van
parachutekoorden.
Bij
het
opstijgen volstaat het een korte
aanloop te nemen.
CRIV 52
COM 740
11/01/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
43
normal.
Actuellement, il n'existe pas de législation concrète pour les
paramoteurs. On peut donc décoller et atterrir où l'on veut à
l'exception de la voie publique et des installations militaires. Aucune
licence officielle de vol n'est demandée, même si les fédérations
sportives en procurent provisoirement. Seule une assurance civile est
obligatoire. Elle coûte entre 100 et 500 euros par an avec une
couverture pouvant aller jusqu'à 625 000 euros, plus 125 000 euros
par passager.
Monsieur le ministre, ces engins, aussi sympathiques puissent-ils
être, n'en sont pas moins des moyens de transport et l'absence de
maîtrise totale ou la non-fiabilité technique peuvent s'avérer
dangereuses pour ceux qui les pilotent comme ceux qui se trouvent
sur la terre ferme.
Monsieur le ministre, envisagez-vous de légiférer en la matière afin de
mettre en place des règles, des normes de sécurité pour ces engins?
Comptez-vous mettre en oeuvre une licence de vol avec cours et
examen exigé afin d'assurer aux utilisateurs une maîtrise de ces
paramoteurs lors de leur utilisation? Comptez-vous enfin définir des
espaces où ces engins volants peuvent ou non se poser en fonction
des conditions de sécurité minimales requises?
Doordat er momenteel geen
wetgeving bestaat met betrekking
tot die paramotoren mag men
eender waar opstijgen en landen,
behalve op de openbare weg en
op militaire terreinen. Er is geen
officieel vliegbrevet vereist. Alleen
een
verzekering
burgerlijke
aansprakelijkheid is verplicht.
Die paramotoren zijn niettemin
vervoermiddelen en kunnen zowel
voor hun bestuurders als voor
personen op de grond een gevaar
vormen als men ze niet volledig
meester is of als ze technisch
onbetrouwbaar zijn.
Zal u ter zake een wetgevend
initiatief nemen? Zal u een
vliegbrevet
op
grond
van
cursussen en examens verplicht
maken? Zal u vastleggen op welke
plaatsen die paramotoren mogen
opstijgen en landen, rekening
houdend
met
de
minimale
veiligheidseisen?
13.02 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur le président, je
peux confirmer à M. Flahaux qu'un projet de réglementation
concernant l'utilisation des paramoteurs est en préparation au sein de
mon administration. Son entrée en vigueur est envisagée en cours
d'année. La réglementation comprendra des mesures dans le
domaine des compétences des pilotes et de la qualité et de la
sécurité du matériel volant. Elle comprendra également des
dispositions relatives aux endroits où les paramoteurs peuvent
décoller et atterrir et les zones de l'espace aérien où cette activité
sera permise. Avec cela, on devrait résoudre le problème.
13.02 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: De administratie werkt
momenteel
aan
een
ontwerpreglementering die in de
loop van het jaar in werking zou
moeten treden. Die reglementering
zal maatregelen bevatten op het
stuk van de vaardigheden van de
piloten en de kwaliteit en de
veiligheid
van
het
vliegend
materieel. Zij zal tevens voorzien
in bepalingen met betrekking tot
plaatsen
waar
paramotoren
mogen opstijgen en landen en de
zones van het luchtruim waar die
activiteit toegestaan is. Daarmee
zou het probleem opgelost moeten
zijn.
13.03 Jean-Jacques Flahaux (MR): Je suis ravi de votre réponse et
j'en resterai donc là.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: De vragen nr. 17177 van mevrouw Jadin, nr. 17187 van mevrouw De Bue en nr. 17192 van
mevrouw Lejeune worden uitgesteld.
14 Samengevoegde vragen van
- de heer Patrick De Groote aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister,
11/01/2010
CRIV 52
COM 740
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
44
over "de alcoholcontroles" (nr. 17358)
- de heer Bruno Stevenheydens aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "de alcoholcontroles tijdens de eindejaarsperiode" (nr. 17362)
- de heer Roland Defreyne aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister,
over "de jaarlijkse Bob-campagne" (nr. 17497)
14 Questions jointes de
- M. Patrick De Groote au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "les contrôles
d'alcoolémie" (n° 17358)
- M. Bruno Stevenheydens au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "les
contrôles d'alcoolémie pendant la période de fin d'année" (n° 17362)
- M. Roland Defreyne au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "la
campagne Bob annuelle" (n° 17497)
De vragen nrs. 17386 van de heer Van Biesen en 17479 van de heer Geerts werden omgezet in
schriftelijke vragen.
14.01 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, enige tijd geleden kondigde u aan dat u in de periode
van 27 november tot en met 11 januari 180 000 alcoholcontroles zou
laten uitvoeren. Daarop kwamen een aantal reacties op het terrein.
De politievakbond VSOA noemde dat aantal onrealistisch en
onhaalbaar. Er zou een gebrek aan manschappen en middelen zijn,
vooral bij de lokale korpsen.
Veel controles gebeuren overdag, om zeker geen overuren te moeten
presteren. 's Nachts, in de weekends en op feestdagen zou het veel
te duur zijn. Het is blijkbaar overal crisis.
De lokale politie moet natuurlijk ook haar eigen prioriteiten kunnen
stellen. Als dit op het einde van het jaar echter beleidsmatig wordt
opgelegd, rijzen er vragen over de subsidiariteit en de lokale
autonomie ter zake.
Volgens de krant zou de federale politie wel het streefcijfer van de
BOB-campagne zou halen. Aan dit alles is toch een positief element
geweest en dat is het afschrikeffect.
Desondanks lees ik vandaag in een Belgabericht dat nog altijd 3,7 %
positief zou zijn. Vorig jaar bleek dit 4,8 % te zijn. Ook dit moet
worden gerelativeerd, want blijkbaar haalt men tijdens de weekends
percentages van 6,5 %, althans volgens hetzelfde bericht.
Ik heb de volgende vragen, mijnheer de staatssecretaris. Hoe
beoordeelt u de reactie van VSOA? Acht u het aantal van 180 000
controles nog steeds haalbaar? Ik heb de indruk dat men alles in het
werk stelde om de laatste periode dat aantal van 180 000 te halen. Ik
vraag mij af of dat echt nuttig is als een persoon geen tekenen van
dronkenschap vertoont. Men kan bijvoorbeeld ook een hoogzwangere
vrouw doen blazen en dat lijkt mij weinig nuttig.
Hoe komt u eigenlijk aan het cijfer van 180 000? Is dat afhankelijk van
het jaar voordien en stelt u de doelstelling met 10 % bij? Hoe gaat dat
in zijn werk? Hoe doet u die verdeling? Ik heb het dan over de
verdeling tussen het lokaal en het federaal niveau. Hoe is de verdeling
tussen de Gewesten? Is dat een 60/40-verdeling of verloopt de
verdeling volgens het aantal flitspalen? Dat is natuurlijk een grapje.
14.01 Patrick De Groote (N-VA):
Il y a quelque temps, le secrétaire
d'État avait annoncé que 180 000
contrôles d'alcoolémie seraient
effectués entre le 27 novembre et
le 11 janvier. Le syndicat de la
police SLFP considérait ce chiffre
irréaliste en raison de la pénurie
de personnel et de moyens, plus
particulièrement au niveau local.
Que pense le secrétaire d'État de
cette réaction du syndicat de la
police? Estime-t-il utile d'effectuer
180 000
contrôles
au
total?
Comment cet objectif a-t-il été
fixé? Quelle est la répartition de ce
chiffre entre les niveaux local et
fédéral? A-t-il fait l'objet d'une
concertation préalable avec les
représentants de la police et des
objections ont-elles été émises à
l'époque? Le secrétaire d'État
s'est-il concerté avec la ministre
de l'Intérieur à propos de la
mobilisation
des
effectifs
disponibles et des éventuelles
heures supplémentaires?
14.02 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer De Groote, u
CRIV 52
COM 740
11/01/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
45
weet toch dat men in het Parlement altijd serieus moet zijn.
14.03 Patrick De Groote (N-VA): Ik heb deze week op televisie al
voorbeelden gezien van hoe serieus men wel is.
Mijnheer de staatssecretaris, hebt u vooraf overleg gepleegd met de
vertegenwoordigers van de politie? Ik heb ergens gelezen van wel. Zo
ja, hebben zij dan geen bezwaren geformuleerd? Hebt u vooraf met
de minister van Binnenlandse Zaken overleg gepleegd over de inzet
van beschikbare politiemanschappen en het eventueel presteren van
overuren?
Ik wil hier nog iets aan toevoegen, mijnheer de voorzitter, en het is
niet om te lachen.
Mijnheer de staatssecretaris, ik merk dat het stellen van vragen soms
verhelderend werkt en leidt tot snelle initiatieven. Vanmorgen heb ik
gezien dat u, samen met uw collega bevoegd voor Binnenlandse
Zaken, vaststelt dat er te weinig budget en politiemankracht is, en dat
de federale wegpolitie als doelstelling bij elke controle, op snelheid,
gordel of papieren, ook moet checken of de bestuurder gedronken
heeft. Blijkbaar komt dat altijd net vóór de commissievergadering
waarin wij die vragen stellen. Ik denk dus dat vragen stellen
verhelderend werkt. Alvast bedankt voor uw antwoord
14.03 Patrick De Groote (N-VA):
Poser des questions permet
parfois d'ouvrir les yeux des
responsables
sur
certaines
réalités. Ainsi, le secrétaire d'État
a constaté avec sa collègue de
l'Intérieur ­ et juste avant la
réunion de commission au cours
de laquelle ce sujet allait être
évoqué ­ que la police manquait
de
moyens
budgétaires
et
humains, décidant dans la foulée
que la police fédérale de la route
devait
désormais
vérifier
l'alcoolémie des chauffeurs lors
des divers contrôles qu'elle est
amenée à effectuer.
14.04 Bruno Stevenheydens (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de staatssecretaris, ik zal nog een aantal punten aanvullen; de vorige
spreker heeft de vraag eigenlijk al volledig gesteld.
Begin december heeft de politievakbond VSOA het getal van 180 000
controles onrealistisch genoemd. Vandaag werd bekend dat we
binnen enkele dagen over alle cijfers zullen beschikken om te weten
of dat aantal gehaald is. Verder wou ik u vragen hoe de relatie was
met de politievakbond. Werd er overleg gepleegd met de minister van
Binnenlandse Zaken? Hebben dezelfde problemen zich ook tijdens de
vorige eindejaarsperiode voorgedaan, in 2008-2009?
We zullen binnenkort weten of die cijfers gehaald zijn maar er is ook
kritiek van de politievakbonden, zowel van VSOA als van NSPV,
omdat men de voorbije dagen of weken alle zeilen heeft bijgezet om
zelfs op de meest onmogelijke en inefficiënte uren en plaatsen veel
controles te houden om dat cijfer toch maar te halen. Ik wil in dat
verband een en ander uit de pers aanhalen. Volgens de
politievakbonden hebben enkele zones nog alle zeilen bijgezet om de
doelstelling te halen op verbazingwekkend vroege tijdstippen en
inefficiënte locaties. Vanuit het BIVV heeft men dat deels weerlegd
door te zeggen dat men op elk moment van de dag dronken kan zijn.
Ik wil dan echter graag verwijzen naar uw beleidsnota waarin u hebt
gezegd dat "het aantal controles moet worden opgedreven in functie
van de risicofenomenen en de risicogroepen en in functie van tijd en
plaats. Op te merken valt dat twee derde van de controles overdag of
in de week gebeurt". We zullen achteraf hopelijk kunnen evalueren
wanneer de meeste controles zijn gebeurd maar het zou toch wel
goed zijn om elk jaar volgens een vast stramien te werken en
controles te doen op basis van een goed voorbereide campagne, op
basis van de efficiëntie en niet in op basis van het al of niet
beschikbaar of gemotiveerd zijn van het personeel. Dan gaan we
immers geen controles meer met elkaar kunnen vergelijken.
14.04 Bruno Stevenheydens
(VB): Au début du mois de
décembre, le SFLP, le syndicat de
la police, avait qualifié d'irréaliste
l'objectif théorique de 180 000
contrôles de l'alcoolémie. Dans
quelques jours, nous disposerons
de tous les chiffres mais selon les
syndicats de police, et selon la
presse, des contrôles de ce type
ont été effectués aux heures et
aux endroits les plus improbables
et non rentables dans le but
d'atteindre à tout prix cet objectif.
Comment se sont passées les
relations avec le syndicat de la
police? Une concertation entre
celui-ci et la ministre de l'Intérieur
a-t-elle eu lieu? Des problèmes
identiques se sont-ils posés
pendant la période de fin d'année
en 2008?
L'Institut belge pour la Sécurité
routière plaide qu'un automobiliste
peut être ivre à tout moment de la
journée. Or dans la note de
politique générale, il est précisé
que les contrôles de l'alcoolémie
doivent être très ciblés. Si tous les
contrôles étaient effectués chaque
année suivant un schéma fixe de
façon à ce que nous puissions les
11/01/2010
CRIV 52
COM 740
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
46
Ik wil nog een en ander citeren uit de pers. "Wat eind november nog
als de strengste BOB-campagne ooit werd aangekondigd blijkt uit te
monden in alcoholcontroles op plaatsen en tijdstippen" die volgens de
vakbonden VSOA en NSPV inefficiënt zijn. Zo werd vandaag vaak op
alcohol gecontroleerd op verbazingwekkend vroege tijdstippen, zoals
's ochtends vroeg op carpoolparkings, en zijn er snelheidscontroles
op besneeuwde en beijzelde autowegen". Wat verder staat te lezen
dat verschillende mensen uit de vakbonden, uit verschillende
gemeenten, bijvoorbeeld zeggen dat controleren tijdens de
kantooruren bovendien een pak goedkoper is. "Ze zijn natuurlijk wel
een pak minder efficiënt. Op vrijdag- en zaterdagavond is de pakkans
heel wat groter maar het zijn natuurlijk ook de duurste momenten".
Dan komen we uiteindelijk tot het cijfer. Het voorlopig cijfer van vorige
week is dat 3,7 % positief blaast. Op dat ogenblik waren er bijna
144 000 mensen aan een ademtest onderworpen. Vorig jaar ging het
om 4,8 %. Als men die twee cijfers met elkaar vergelijkt is er een
opvallende daling. Als echter zou blijken dat er dit jaar misschien
evenveel mensen zijn gecontroleerd maar veel meer overdag en op
uren waarvan u zelf zegt dat we dan niet of veel minder onze
risicogroepen op de baan treffen -- u bereidt immers wetsvoorstellen
voor om speciaal voor die groepen iets te doen -- en men de controle
afstemt op de beschikbaarheid van de politiemensen, dan is men
natuurlijk verkeerd bezig.
Op die manier kan men de cijfers niet meer vergelijken. Het gegeven
van 3,7 is bijgevolg absoluut onvergelijkbaar met het gegeven van 4,8
van vorig jaar. Het zou goed zijn een vast percentage controles tijdens
het weekend te behouden, alsook nachtcontroles, en een ander
percentage controles overdag te behouden. Elk jaar behandelt men
de percentages gelijkaardig om de vergelijking toch maar niet scheef
te trekken.
Kortom, mijnheer de staatssecretaris, wij krijgen graag een reactie
van u. Wij hopen dat u de zaken niet zult relativeren en glimlachend
zeggen dat ook zwangere vrouwen te veel kunnen drinken. Het is
weinig waarschijnlijk. Dat cijfer zal heel klein zijn, al kan het
theoretisch uiteraard. Om 6 uur 's morgens kan men inderdaad,
wanneer men naar zijn werk rijdt, al dronken achter het stuur stappen.
Dat is theoretisch allemaal mogelijk. Wij zouden evenwel graag
hebben dat u erkent dat er een probleem is met de acties zoals die
gevoerd zijn.
comparer entre eux, ça serait une
excellente chose.
La semaine passée, la ministre
nous a fait savoir que 3,7 % des
144 000 automobilistes contrôlés
sont en défaut. L'année dernière,
ce pourcentage était de 4,8 %.
Une baisse sensible, semble-t-il,
mais qui est peut-être attribuable
uniquement aux heures et aux
endroits où ces contrôles ont été
effectués.
14.05 Roland Defreyne (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de staatssecretaris, mijn betoog ligt uiteraard in het verlengde van dat
van vorige sprekers.
De traditionele Bob-campagne is uiteraard het middel om het aantal
verkeersongevallen op lange termijn terug te dringen. De controle is
en blijft efficiënt. Het cijfer dat men wilde bereiken, 180 000
chauffeurs laten blazen, zou blijkbaar bereikt zijn. Bij het begin van de
campagne was er al wat gemor bij de politiediensten omdat men zei
niet over onvoldoende manschappen te beschikken, enerzijds, en
geen overuren te mogen presteren, anderzijds. Dat is allemaal waar,
want ook daar moet het budget in de gaten worden gehouden.
Als al die controles zijn uitgevoerd, waarom heeft men dan in het
14.05 Roland Defreyne (Open
Vld): La traditionnelle campagne
Bob est un très bon moyen de
faire baisser à long terme le
nombre d'accidents de roulage.
Les contrôles sont et demeurent
efficaces. 180 000 automobilistes
auraient été soumis à un contrôle
de l'alcoolémie. Au début de la
campagne, on a constaté une
certaine grogne au sein des
services de police parce que ces
services ne disposent pas d'un
nombre d'agents suffisant et qu'ils
CRIV 52
COM 740
11/01/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
47
begin niet wat meer controles uitgevoerd? Dan zou men er op het
einde niet van verdacht worden om op het even welk uur van de dag
controles te moeten uitvoeren.
Hoe bepaalt men het cijfer van 180 000 chauffeurs? Gebeurt dat op
basis van vroegere cijfers?
Inzake haalbaarheid voor de politiediensten wist men op voorhand dat
men liever geen overuren zou laten presteren. Werd dat aspect mee
in rekening gebracht?
Welke maatregelen kunnen in de toekomst genomen worden om de
druk bij de politiediensten te verminderen, zonder dat de kracht van
de Bob-campagne verloren gaat?
n'ont pas été autorisés à faire des
heures supplémentaires.
Pourquoi n'a-t-on pas procédé au
début à un peu plus de contrôles?
Comment a-t-on fixé ce nombre
de 180 000 automobilistes? A-t-il
été tenu compte du fait que les
services de police n'étaient pas
autorisés à faire des heures
supplémentaires?
Quelles
mesures pourrions-nous prendre
pour faire baisser la pression que
subissent les services de police?
14.06 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer de voorzitter,
mijne heren, de planning van het aantal alcoholcontroles tijdens de
eindejaarsperiode wordt opgemaakt in gezamenlijk overleg tussen de
minister van Binnenlandse Zaken, de minister van Justitie en mijzelf
en uiteraard de lokale en de federale politie.
Elk jaar wordt er een gezamenlijke circulaire verstuurd naar de
parketten en de politie waarin het te behalen aantal alcoholcontroles
wordt vastgelegd. Ook de modaliteiten van het opleggen van de
ademtest en van de vervolging worden bepaald.
Voor de periode 2009-2010, de periode die nu vandaag is afgelopen,
hebben wij hetzelfde streefcijfer vooropgezet als het voorgaande jaar,
namelijk 180 000 alcoholcontroles. Vorig jaar zijn wij gestrand op
173 434 controles.
Er waren de negatieve berichten over het gebrek aan middelen en
manschappen om alcoholcontroles uit te voeren. Dit jaar was niet de
eerste keer, als u zich goed herinnert, vorig jaar was er ook reeds
personeel te kort. Ik heb trouwens nog nooit geweten dat een
vakbond in overheidsdienst zei dat er personeel te veel is. Als u er
een kent, signaleer het mij gerust.
Ondanks die negatieve berichten kan ik u meedelen dat op
11 december, dus na twee weken, reeds 55 000 ademtesten werden
uitgevoerd. Mijnheer Defreyne. tijdens de vorige campagne, in 2008,
werden er over dezelfde periode 37 000 uitgevoerd. Dat zijn er dus
zomaar even 18 000 meer. Dat is 50 % meer in de eerste twee
weken. Op 28 december, dus na vier weken campagne, werd er een
tussentijdse balans opgemaakt van het aantal alcoholcontroles. Op
dat ogenblik hadden wij reeds 144 000 ademtesten uitgevoerd.
De campagne is vandaag afgelopen, na zes weken in totaal. Op dit
ogenblik worden de definitieve cijfers ingezameld en verwerkt. Ik kan
dus niet met zekerheid zeggen of dat aantal van 180 000 controles
effectief bereikt is. Het ziet er echter naar uit, op basis van de cijfers
die ik u zo-even geciteerd heb, dat er misschien zelfs meer dan
180 000 controles zijn uitgevoerd.
Wat betreft de bedenking dat men gemakkelijke controles uitgezocht
zou hebben, als er van de 180 000 controles 1 % niet koosjer is, dan
zal het resultaat waarschijnlijk niet erg vervalst zijn.
14.06
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: Les contrôles de
fin d'année sont planifiés en
concertation avec les ministres de
l'Intérieur et de la Justice, moi-
même et les polices locale et
fédérale. Une circulaire adressée
aux parquets et à la police précise
le nombre de tests d'alcoolémie à
réaliser, les modalités relatives
aux éthylotests et les poursuites.
Pour 2009-2010, nous nous
sommes fixé le même objectif que
l'an passé, à savoir 180 000
contrôles
d'alcoolémie.
L'an
passé, nous avons réalisé 173 434
contrôles.
Il y a en effet eu des appréciations
négatives relatives au manque de
moyens et de personnel, comme
l'an
passé.
Néanmoins,
le
11 décembre, 55 000 éthylotests
avaient déjà été réalisés. En 2008,
ce chiffre n'était que de 37 000. Le
28 décembre, 144 000 éthylotests
avaient déjà été réalisés.
La campagne, qui a duré six
semaines,
est
terminée
aujourd'hui. Les chiffres définitifs
sont actuellement traités. Je ne
peux donc affirmer avec certitude
que le nombre de 180 000
contrôles a effectivement été
atteint. Il semble toutefois qu'un
nombre plus important de tests ont
peut-être été réalisés.
Il n'est probablement pas opportun
d'évoquer des résultats biaisés
lorsque 1 % des 180 000 contrôles
11/01/2010
CRIV 52
COM 740
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
48
Ik apprecieer het werk van zowel de federale als de lokale politie ten
zeerste. Ik heb hen trouwens reeds gefeliciteerd, omdat het niet
evident is om in deze periode van budgettaire beperkingen ­ jullie
hebben er zelf op gealludeerd ­ en besparingen en in deze
klimatologische omstandigheden alle inspanningen te leveren die
nodig zijn om de alcoholcontroles te organiseren.
Mijnheer De Groote, u hebt verwezen naar de informaties van
vandaag. Ik weet niet waar u sommige informaties haalt, want die zijn
uit de lucht gegrepen. Wij hebben wel beslist ­ dat is niet uit de lucht
gegrepen ­ dat er in de toekomst 365 dagen per jaar een BOB-
campagne zal zijn, omdat wij bij alle routinecontroles, naast het
nakijken van de administratieve paperassen, systematisch het blazen
mee zullen opnemen in de plichtplegingen van de politie.
Aansluitend op deze campagne zullen wij van nu tot 7 februari, tijdens
de periode van het autosalon, erop wijzen dat een auto misschien
acht airbags kan hebben, maar dat het koetswerk wel helemaal
toegetakeld kan zijn, omdat er geen Bob achter het stuur zat.
effectués sont critiquables.
J'apprécie énormément le travail
fourni par les polices locales et
fédérale.
Il n'est pas aisé
d'organiser
des
contrôles
d'alcoolémie en ces temps de
restrictions budgétaires et dans de
telles conditions atmosphériques.
Je voudrais préciser à M. De
Groote que nous avons décidé
d'organiser
désormais
une
campagne Bob 365 jours par an.
Les chauffeurs seront ainsi invités
à effectuer un test d'haleine même
lors des contrôles de routine. D'ici
le 7 février, nous rappellerons que
les huit airbags d'une voiture ne
sont guère utiles si le chauffeur
n'est pas sobre.
14.07 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik
dank u voor uw uitgebreid antwoord. Wat het laatste deel van uw
antwoord betreft, ik heb aangehaald dat er bij elke controle ook
gecheckt zal worden of de bestuurder gedronken heeft. Dat stond
inderdaad vandaag in de pers. Het stellen van vragen heeft dus een
effect, want men heeft al een degelijk antwoord nog voor men de
vraag stelt. U hebt een glazen bol.
Het streefcijfer vind ik op zich niet zo belangrijk. De pers heeft het
steeds over het aantal controles, maar het is vooral belangrijk om
efficiënt te controleren. Een aantal collega's is dat standpunt
bijgetreden. Efficiënte controles leveren een realistisch beeld en
efficiënte maatregelen op. Ik geloof uw cijfers. Het is een goede zaak,
als wij de cijfers vergelijken met die van vorig jaar. U hebt de cijfers
aangehaald, bijvoorbeeld tot 50 % meer in de eerste twee weken.
Misschien komen wij inderdaad tot meer dan 180 000 controles, maar
dat is voor mij niet zo belangrijk. Het moet gaan om efficiënte
controles. Dat is voor mij het allerbelangrijkste, want uiteindelijk
moeten op basis daarvan de nodige maatregelen worden getroffen.
14.07 Patrick De Groote (N-VA):
L'organisation
efficace
des
contrôles revêt une plus grande
importance que l'augmentation de
leur nombre ou qu'un quelconque
objectif chiffré.
14.08 Bruno Stevenheydens (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de staatssecretaris, u hebt uiteraard gelijkt dat u het politiepersoneel
feliciteert voor zijn inspanningen, ondanks de budgettaire
beperkingen. Al hebben wij het cijfer van 180 000 behaald, toch ga ik
niet akkoord met de manier waarop u relativeert dat er waarschijnlijk
maar 1 % inefficiënte controles zijn geweest. Het is misschien
aangeraden te luisteren naar de verschillende alarmkreten van
politiekorpsen die verklaarden dat ze te weinig middelen hebben. Men
ziet ook dat verschillende politiekorpsen spontaan hebben bekend dat
zij staan te controleren op inefficiënte uren of inefficiënte plaatsen.
Ik neem het voorbeeld van Oost-Vlaanderen, waar een tweede, extra
controle is gebeurd omdat de gouverneur er echt op had
aangedrongen. In eerste instantie verklaarden de zones dat ze geen
middelen hadden, maar in laatste instantie deden toch nog 21 van de
29 Oost-Vlaamse politiezones mee. Dat wil zeggen dat 8 zones niet
meededen en 8 op 29 is meer dan 1 %. Dat is meer dan 20 %. Ik zal
14.08 Bruno Stevenheydens
(VB): Je n'approuve pas la
manière dont le secrétaire d'État
relativise le fait qu'il n'y a
probablement eu qu'un petit pour
cent de contrôles inefficaces.
Prenez par exemple la Flandre
orientale
un
contrôle
supplémentaire a été effectué à la
demande du gouverneur. 21 des
29 zones de police de cette
province y ont participé, huit n'y
ayant pas pris part. C'est plus
qu'1 %, c'est même plus que
20 %. Nous devons à présent
vérifier si la baisse du nombre de
tests de l'haleine positifs n'est pas,
CRIV 52
COM 740
11/01/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
49
niet beweren dat er 20 % inefficiënte controles zijn geweest, maar wij
moeten die cijfers wel voldoende evalueren in vergelijking met de
cijfers uit vorige jaren, om na te gaan of de daling in positieve
ademtesten van 4,8 % naar 3,7 % wel echt een daling is of misschien
het gevolg is van een teveel aan inefficiënte controles. Het cijfer van
1 % brengt mij ertoe te zeggen dat u er te weinig belang aan hecht.
tout simplement, la conséquence
du grand nombre de contrôles
inefficaces.
14.09 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer Stevenheydens,
een controle die niet is uitgevoerd, kan niet goed, slecht, inefficiënt of
efficiënt zijn, want ze is niet uitgevoerd. Ik heb doodeenvoudig gezegd
dat als op die 179 000, 180 000 of 181 000 controles ­ ik weet niet
wat het uiteindelijke resultaat zal zijn ­ een paar procent van de
controles niet koosjer zijn geweest omdat ze op een bijna onmogelijk
uur van de dag zijn gehouden, dat op het algemeen resultaat weinig
of geen invloed zal hebben. Dat is duidelijk.
14.10 Bruno Stevenheydens (VB): Ik vind het toch interessant om
eens een volledige samenvatting te zien van alle controles en om ook
de uren waarop ze werden uitgevoerd te vergelijken met vorige jaren.
14.10 Bruno Stevenheydens
(VB): Il serait intéressant d'avoir
un résumé des heures auxquelles
tous les contrôles ont été effectués
de façon à pouvoir comparer avec
les années précédentes.
14.11 Roland Defreyne (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik denk
dat de Bob-campagne opnieuw zijn nut heeft bewezen. We kunnen
niet alleen tevreden zijn met het aantal controles dat is gebeurd, gelet
op de budgettaire context, maar ook met de vermindering van
positieve testen van 4,8 % naar 3,7 %. Ik hoor hier dat cijfer. Is dat
een cijfer van Belga?
14.11 Roland Defreyne (Open
Vld): La campagne Bob a une fois
de plus prouvé son utilité.
S'agissant de la baisse du nombre
de contrôles positifs, qui est passé
de 4,8 % l'an dernier à 3,7 % cette
année, je voudrais savoir s'il s'agit
d'une information diffusée par
l'agence Belga. Cette baisse
significative est réjouissante.
14.12 Bruno Stevenheydens (VB): Dat cijfer dateert van vorige
week, natuurlijk nog maar op 140 000 gecontroleerden. Diegenen die
worden gecontroleerd, worden gekoppeld aan die 140 000, niet aan
de 180 000. Het eindresultaat kan misschien nog een beetje
verschillen, maar het zal nooit hetzelfde cijfer zijn als vorig jaar.
14.13 Roland Defreyne (Open Vld): We kunnen daarmee alleen
maar tevreden zijn, ongeacht het tijdstip waarop de controles zijn
gebeurd. Dat is toch een substantiële vermindering in vergelijking met
vorig jaar; Dat bewijst het nut van de BOB-campagne. Ook de
mededeling dat bij alle controles voortaan stelselmatig ademtesten
zullen gebeuren, kunnen wij alleen toejuichen.
14.13 Roland Defreyne (Open
Vld): Et nous ne pouvons que
nous réjouir également du fait que
dorénavant, des tests de l'haleine
seront effectués lors de tous les
contrôles de l'alcoolémie.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
15 Question de M. Xavier Baeselen au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"le prélèvement sur émissions de billets d'avion pour un fonds de solidarité" (n° 17444)
15 Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de
eerste minister, over "de heffing op vliegbiljetten voor een solidariteitsfonds" (nr. 17444)
15.01 Xavier Baeselen (MR): Monsieur le président, monsieur le
secrétaire d'État, je souhaiterais revenir sur un dossier qui concerne
plusieurs départements, le vôtre mais aussi celui des Finances, à
15.01 Xavier Baeselen (MR): De
door
Chirac
geconcipieerde
solidariteitsbelasting
op
vlieg-
11/01/2010
CRIV 52
COM 740
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
50
savoir l'instauration éventuelle d'une taxe qui, en France, a été raillée
lors de sa sortie mais qui rencontre aujourd'hui un vrai succès. Cette
taxe a aussi été surnommée la "taxe Chirac" du fait de son initiateur,
le président français.
Pour rappel, il s'agit d'une taxe de solidarité, prélevée sur les billets
d'avion, qui sert à alimenter un fonds affecté notamment à la lutte
contre le sida des nouveau-nés dans le Tiers-Monde. En effet,
quelque 2 200 enfants naissent chaque jour avec cette infection.
Seize pays l'ont déjà adoptée, d'autres sont en train de le faire. L'idée
consiste donc en une faible contribution sur l'émission de chaque
billet d'avion qui viendrait alimenter un fonds au niveau national. C'est
effectivement ainsi que la France l'a implémenté. Fin 2010, trente
pays auront mis ce système en place. En trois ans, il rapportera
approximativement un milliard de dollars.
Monsieur le secrétaire d'État, l'instauration d'une taxe sur le billet
d'avion en vue d'alimenter ce fonds de solidarité a-t-elle déjà été
évoquée au niveau des ministres européens des Transports et des
Finances? Prévoyez-vous de porter le projet lors de la présidence
belge de l'Union européenne en 2010? Je précise également que ces
questions vous ont été adressées ainsi qu'au ministre des Finances.
biljetten, waarvan de opbrengst in
een fonds ter bestrijding van aids
bij pasgeborenen in de derde
wereld wordt gestort, zal tegen
eind 2010 door dertig landen zijn
ingevoerd. Die belasting zal in drie
jaar tijd een miljard dollar
opleveren.
Zal België die belasting invoeren?
Zullen we zo een initiatief
verdedigen tijdens het Belgische
voorzitterschap van de Europese
Unie?
15.02 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur Baeselen,
mon administration révise actuellement les tarifs qui doivent être
appliqués par la direction générale du transport aérien (DGTA) pour la
prestation des différents services qu'elle délivre au secteur
aéronautique. Cette révision a pour but d'équilibrer les dépenses de la
DGTA.
De surcroît, prenant en considération l'actuelle crise économique, qui
touche également très fortement le secteur de l'aviation, je ne vous
cache pas avoir de grands doutes quant à l'opportunité d'ajouter une
taxe aux tarifs aériens. Momentanément, je n'envisage pas de
l'appliquer. Si nous devions parvenir à un consensus au niveau
européen, je ne dis pas que je ne l'appliquerais pas, mais ajouter une
taxe n'est pas envisageable en ces temps de crise.
15.02 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Om haar uitgaven in
evenwicht te brengen is mijn
administratie momenteel bezig
met de herziening van de tarieven
die
het
Directoraat-Generaal
Luchtvaart (DGLV) aanrekent voor
de diverse diensten die het levert
aan de luchtvaartsector.
De luchtvaartsector heeft sterk te
lijden onder de economische
crisis. Daarom ben ik momenteel
niet van plan die heffing op te
leggen, tenzij er op Europees
niveau een consensus zou worden
gevonden.
15.03 Xavier Baeselen (MR): Monsieur le ministre, je le regrette! Il
s'agit généralement de la perception d'un, deux ou trois euros selon
les catégories des sièges passagers, notamment en business et en
classe affaires. Les pays européens, comme la France, qui l'ont mise
en place connaissent la même situation que nous, à savoir des
difficultés sur le plan économique.
Si l'on explique au consommateur la noble cause de ce projet, il y a
moyen de convaincre l'opinion publique de son utilité, dans la mesure
où l'on sait bien évidemment que, très souvent, l'avion est nécessaire
pour le travail mais est également un outil utilisé à des fins de
délassement. C'est légitime, cependant, la solidarité peut à cet égard
jouer face à un phénomène tragique, à savoir la mort de centaines de
milliers d'enfants atteints du sida dans le monde, en particulier en
Afrique.
Pour ma part, j'espère que d'autres pays européens ou d'autres
15.03 Xavier Baeselen (MR): Dat
is jammer. Landen die deze
belasting van slechts 1 tot 3 euro
volgens
de
categorie
van
passagiersplaats
hebben
ingevoerd,
bevinden
zich
in
dezelfde economische situatie als
wij. We kunnen de consument
uitleggen
dat
we
met
die
maatregel
een
nobele
zaak
steunen en ons solidair opstellen
ten aanzien van een dramatische
situatie die vooral Afrika treft.
Ik hoop dat andere Europese
ministers meer bereidheid aan de
dag zullen leggen.
CRIV 52
COM 740
11/01/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
51
ministres se montreront plus volontaires en cette matière. L'idée
lancée par Jacques Chirac et concrétisée en France est un exemple
de cette solidarité.
15.04 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur le président,
cher collègue, je sais que pareille taxe a déjà été envisagée en
Belgique. Elle a été appliquée aux Pays-Bas pendant une certaine
période.
On connaît le système. Il s'agit d'un tarif de base pour les cours
trajets. Suivant qu'il s'agit d'un ticket en classe économique, business
ou première classe, le montant devenait considérable.
On a constaté que, lorsque les Pays-Bas ont appliqué cette taxe, des
centaines de milliers de passagers néerlandais ont changé leur fusil
d'épaule et ont choisi de partir de l'aéroport de Zaventem. C'est ainsi
que le gouvernement néerlandais a décidé d'abolir cette taxe.
Vous avez suivi, comme moi, l'évolution du nombre de passagers
dans nos aéroports avec ses conséquences en matière d'emploi et au
niveau économique pour les aéroports et les compagnies aériennes.
Je ne pense pas, même si je reconnais le sentiment noble qui sous-
tend l'application d'une telle mesure, qu'il soit opportun d'appliquer
une telle taxe dans un secteur qui connaît actuellement des difficultés
considérables.
Par ailleurs, si on veut réellement manifester une solidarité pour
certaines causes ou à l'égard de certains pays du Tiers-monde, je ne
pense pas que ce soit la seule voie possible. D'autres moyens
peuvent être envisagés. D'autres secteurs de la vie économique,
sociale et politique peuvent être concernés sans que cela ne remette
en cause les chances de survie des compagnies aériennes ou la
rentabilité des transports aériens dans leur ensemble.
Sur le principe évoqué, je n'ai pas de problème mais, croyez-moi, ce
n'est pas le moment d'envisager une telle taxe dans un secteur en
pleine crise.
15.04 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Het bedrag van die
heffing
kan
sterk
oplopen
naargelang het om een ticket in
economy, business of first class
gaat.
Toen Nederland besliste die
heffing in te voeren, kozen
honderdduizenden
Nederlandse
reizigers
ervoor
om
vanuit
Zaventem te vertrekken. De
Nederlandse regering besliste
daarop om ze weer af te schaffen.
Het lijkt me niet opportuun een
dergelijke heffing toe te passen in
een sector die momenteel met
zware problemen kampt. Er zijn
nog andere sectoren waaraan een
solidariteitsinspanning kan worden
gevraagd.
15.05 Xavier Baeselen (MR): Monsieur le secrétaire d'État, je suis
d'accord avec vous sur le constat que des mesures isolées prises par
un seul pays peuvent entraîner les effets de concurrence que vous
évoquez. C'est pour cela qu'un des volets de ma question portait sur
la volonté dont notre pays pourrait faire preuve à l'égard d'autres pays
européens pour porter ce dossier lors de la présidence belge. Il est
préférable que des mesures de ce type soient prises au niveau
européen. Je ne pense pas qu'une taxe supportée par le
consommateur, une taxe d'un à trois euros selon la classe dans
laquelle on voyage puisse mettre en péril le secteur aérien européen
si la mesure est prise au niveau européen.
J'aurais voulu que vous vous montriez plus volontariste pour
convaincre les partenaires européens de le faire ensemble.
15.05 Xavier Baeselen (MR): Ik
denk niet dat een taks van enkele
euro's betaald door de consument
de sector van het luchtverkeer in
gevaar kan brengen indien de
maatregel op Europees niveau
wordt genomen.
Ik vind dat u zich meer moet
inzetten om de Europese partners
ervan te overtuigen samen op te
treden.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nr. 17472 van mevrouw Snoy is reeds aan bod gekomen. Vraag nr. 17531 van mezelf
wordt omgezet in een schriftelijke vraag. Vraag nr. 17658 van de heer Libert wordt uitgesteld.
11/01/2010
CRIV 52
COM 740
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
52
16 Question de M. Jean-Jacques Flahaux au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre,
sur "le paiement contraint de l'assurance transport lors de l'achat d'un billet chez Ryanair" (n° 17769)
16 Vraag van de heer Jean-Jacques Flahaux aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de gedwongen betaling van de transportverzekering bij de aankoop van een
biljet bij Ryanair" (nr. 17769)
16.01 Jean-Jacques Flahaux (MR): Monsieur le président,
monsieur le secrétaire d'État, la compagnie de transport aérien
Ryanair à Charleroi annonce une bonne nouvelle: l'instauration de six
nouvelles lignes au départ de cet aéroport, desservant diverses
destinations européennes, comme Ibiza, Kaunas, Cracovie, Nador,
Séville et Zadar. Voilà qui amènera la création de 75 nouveaux
emplois directs et de 150 emplois indirects. À cette fin, Ryanair a
investi 250 millions de dollars pour les nouveaux appareils et le
lancement de ces lignes, ce qui porte l'investissement total de Ryanair
à Charleroi à 800 millions d'euros pour un prévisionnel de plus de
4 millions de passagers par an. D'ailleurs, ils viennent d'annoncer
leurs chiffres de 2009 avec 3,9 millions de passagers.
Cette information ne peut que nous réjouir sur le plan économique
puisqu'elle nous indique la bonne santé tant de Ryanair que de
l'aéroport de Charleroi ainsi que, en ces temps de crise, la création de
dizaines d'emplois; malheureusement, le gouvernement olivier est en
train de "saquer" l'opération, mais il s'agit d'un autre problème.
En revanche, voulant acheter un billet, j'ai eu la surprise de voir
qu'alors qu'auparavant, l'acquéreur du billet pouvait choisir ou non de
prendre une assurance en cochant ou décochant une case prévue à
cet effet, aujourd'hui, cette assurance fait partie de manière non
modifiable des taxes et frais facturés par la compagnie. Il s'agit donc
de fait de vente forcée, certes d'une sécurité pour le voyageur, mais
d'une vente forcée quand même. De même, je suis surpris de
remarquer que cette compagnie facture l'achat en ligne, tout comme
celui au guichet.
Est-ce dû à une évolution dans la réglementation du transport aérien,
et donc imposé à la compagnie? Je n'en crois rien. Est-ce le résultat
d'une décision unilatérale de la compagnie Ryanair ­ ce que je crois ­
dont je rappelle qu'elle a plusieurs fois été mise en cause pour son
manque de transparence sur les prix qu'elle pratiquait, indiquant dans
ses publicités le prix du billet non grevé des taxes d'aéroport
impérativement dues?
Si tel est le cas, que comptez-vous et que pouvez-vous faire pour
mettre un terme à cette pratique de vente forcée et faire en sorte que
les compagnies aériennes jouent enfin le jeu d'une tarification
honnête, complète et clairement annoncée d'entrée de jeu?
16.01 Jean-Jacques Flahaux
(MR): De lagekostenmaatschappij
Ryanair kondigt een reeks nieuwe
bestemmingen
aan
vanuit
Charleroi. Rechtstreeks zorgt dat
voor
75
nieuwe
banen,
onrechtstreeks voor 150.
Toen ik onlangs een vliegtuigticket
wou kopen, stond ik evenwel voor
een onaangename verrassing:
waar het me vroeger vrij stond een
transportverzekering te nemen
door dat op een document aan te
duiden, wordt die verzekering me
nu opgedrongen als onderdeel van
de vaste taksen en kosten. Er is
dus sprake van een gedwongen
verkoop.
Bovendien
rekent
Ryanair mijn online aankoop aan,
net zoals een aankoop aan het
loket.
Is een en ander het gevolg van
een wijziging in de regelgeving
betreffende het luchtvervoer of is
dit een eenzijdige beslissing van
Ryanair, dat reeds herhaaldelijk
werd aangeklaagd wegens zijn
ondoorzichtige tarieven (zoals in
reclame voor tickets, waarbij de
verplichte luchthaventaksen niet
worden vermeld)? Hoe zal u in het
laatste geval paal en perk stellen
aan die praktijken?
16.02 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur le président,
monsieur Flahaux, mes services ont vérifié dans plusieurs langues le
site de Ryanair et ont pu, sans trop de difficultés, cocher l'option "pas
d'assurance voyage". Ladite option est reprise, alphabétiquement,
entre les pays de résidence du passager en sa qualité de sujet
assurable. Cette assurance est donc toujours une option et n'est pas
obligatoire.
L'article 23 du Règlement européen 1008 de l'année 2008, en vigueur
er
16.02 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Mijn diensten hebben
de
website
van
Ryanair
geraadpleegd en hebben zonder al
te veel moeilijkheden de optie
'geen
reisverzekering'
kunnen
aankruisen.
Die
optie
staat
vermeld in de alfabetische lijst van
de landen waar de passagier als
CRIV 52
COM 740
11/01/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
53
depuis le 1
er
novembre 2008, impose aux compagnies aériennes des
pays de l'Union européenne d'afficher les prix des billets toutes
charges et frais compris. Les prix affichés doivent donc inclure les
taxes d'aéroport, les surcharges ou les droits supplémentaires dont
ceux liés à la sécurité et aux carburants. Quant aux suppléments de
prix optionnels, ils doivent être communiqués de façon claire,
transparente et non équivoque au début de toute procédure de
réservation. Leur acceptation par le client doit résulter d'une
démarche explicite. Les formulaires avec les cases précochées ne
sont plus autorisés.
La nouvelle technique utilisée par Ryanair n'est certes pas la plus
intuitive pour le passager mais elle reste dans la marge
d'interprétation de la réglementation. On ne peut dans ce cas que
conseiller aux passagers de lire deux fois les conditions lors de la
réservation. J'espère avoir été suffisamment clair!
verzekerbare persoon zou kunnen
verblijven. Die verzekering is niet
verplicht.
Krachtens
artikel 23 van de
Europese verordening 1008, die
sinds 1 november 2008 van kracht
is,
zijn
de
luchtvaartmaatschappijen verplicht
de tarieven bekend te maken, met
inbegrip van alle heffingen en
kosten. Prijstoeslagen dienen op
een duidelijke, transparante en
ondubbelzinnige wijze te worden
meegedeeld.
De nieuwe techniek die door
Ryanair wordt gehanteerd, blijft
binnen de interpretatiemarge van
de regelgeving. Men kan de
passagiers enkel aanraden om bij
reservatie
de
voorwaarden
bijzonder aandachtig te lezen.
16.03 Jean-Jacques Flahaux (MR): Monsieur le secrétaire d'État,
vous avez été parfaitement clair. Il aurait été mieux d'avoir une
interprétation sur le plan législatif qui empêche Ryanair de se faufiler
à travers la réglementation.
16.03 Jean-Jacques Flahaux
(MR): Er zou beter werk gemaakt
worden
van
een
duidelijke
interpretatie van de wet, waardoor
Ryanair niet meer door de mazen
van de regelgeving kan kruipen.
16.04 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mag ik even
onderbreken? Ik weet dat het ongewoon is, maar ik wil even inpikken
op wat de heer Flahaux over Ryanair stelt.
Ik heb eergisteren een vlucht geboekt. Ik kreeg te kampen met het
probleem dat de heer Flahaux aanhaalt, met name dat de boeking
altijd in verschillende fases wordt behandeld. Er is fase 1 en fase 2.
Vooraleer ik aan de laatste fase kwam, kreeg ik nogmaals een blok
op de site van Ryanair met de melding: "U hebt nog geen verzekering
genomen. Doe dat nu." Ik heb dat natuurlijk gedaan.
De vraag van de heer Flahaux is dus heel terecht.
Ik zal speciaal nogmaals een poging doen. Ik veronderstel dat u,
wanneer ik aldus een tweede reis boek, ze mij wel terugbetaalt. Ik zal
dus speciaal nogmaals op voormelde site een kijkje nemen. Ik heb
immers eergisteren het aangehaalde probleem meegemaakt.
16.04 Patrick De Groote (N-VA):
Ce que monsieur Flahaux signale
ici, je l'ai constaté moi-aussi avant-
hier au moment d'une réservation.
De voorzitter: Mijnheer De Groote, ik dank u voor uw persoonlijke toevoeging.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Vraag nr. 17863 van mevrouw Vautmans wordt uitgesteld. Vraag nr. 17895 van de heer Geerts is omgezet
in een schriftelijke vraag.
17 Vraag van de heer Paul Vanhie aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
11/01/2010
CRIV 52
COM 740
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
54
minister, over "de totstandkoming van een luchtvaartinformatiekruispunt" (nr. 17911)
17 Question de M. Paul Vanhie au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "la
mise en place d'une Banque-carrefour des informations aéronautiques" (n° 17911)
17.01 Paul Vanhie (LDD): Mijnheer de staatssecretaris, minister van
Binnenlandse Zaken Turtelboom heeft in commissie aangegeven dat
bij de invoering van een foutieve alarmcode door de piloot van een
luchtvaartuig er geen protocol bestaat tussen de federale politie,
defensie en Belgocontrol om in dergelijke situaties op te treden. De
minister deelde wel mee dat er naar analogie van het maritiem
informatiekruispunt een luchtvaartinformatiekruispunt zou worden
opgericht in het kader van de werkzaamheden van het ministerieel
comité voor inlichtingen en veiligheid.
Mijnheer de staatssecretaris, werd u in dat verband reeds uitgenodigd
door het comité?
Kunt u de stand van zaken meedelen van voornoemd initiatief?
Binnen welke
termijn zal het luchtvaartinformatiekruispunt
operationeel zijn? Welke budgetten worden er daarvoor uitgetrokken?
Wie zal het kruispunt financieren? Welke personeelsbezetting wordt
voor het kruispunt vooropgesteld?
17.01 Paul Vanhie (LDD): Aucun
protocole n'aurait été conclu entre
la police fédérale, le département
de la Défense et Belgocontrol en
vue d'intervenir lorsqu'un pilote
d'avion introduit un code d'alerte
erroné. C'est la raison pour
laquelle une banque-carrefour des
informations aéronautiques serait
mise en place par le comité
ministériel du renseignement et de
la sécurité par analogie au
Maritiem Informatiekruispunt. Où
en est-on? Qu'en est-il du
financement et de l'effectif du
personnel de cette nouvelle
banque-carrefour?
17.02 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer de voorzitter, ik
werd tot op heden niet uitgenodigd tot besprekingen van die
aangelegenheid binnen het ministerieel comité voor inlichtingen en
veiligheid, het MCIV.
Wel is mij bekend dat op 15 oktober 2009 op initiatief van het
ministerie van Landsverdediging een eerste verkennende vergadering
plaatsvond
inzake
het
luchtvaartinformatiekruispunt
met
vertegenwoordigers van genoemd ministerie, het directoraat-generaal
van de luchtvaart, met name de luchtvaartinspectie, de federale
politie, de douane en Binnenlandse Zaken. Daarbij bleek de
problematiek sterk te verschillen van die van het maritiem
informatiekruispunt, onder meer gelet op een bevoegdheidsregeling,
die verschillend is van die van de maritieme sector, de commercieel
gevoelige aard van bepaalde informatiestromen en de complexiteit
van het probleem.
Dat houdt ook in dat prioritair bepaald moet worden welke informatie
nodig is voor de respectieve diensten, waar die informatie
beschikbaar is en hoe die geraadpleegd kan worden zonder dat
daarom noodzakelijkerwijze belangrijke infrastructuurwerken hoeven
te worden uitgevoerd.
In de eerste plaats zou beoogd worden om de interne
informatiestroom binnen iedere organisatie structureel te verbeteren.
De werkgroep zou dan in het voorjaar opnieuw samenkomen met
rapportering aan het MCIV. Op dit ogenblik vinden dus uitsluitend
voorbereidende werken plaats om na te gaan of men tot een resultaat
kan komen en zo ja, onder welke voorwaarden.
17.02
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: Je n'ai pas
encore été invité à participer aux
discussions
en
la
matière
organisées au sein du comité
ministériel du renseignement et de
la sécurité.
En revanche, je suis informé du
fait que sur l'initiative du ministère
de la Défense, une première
réunion exploratoire concernant la
banque-carrefour des informations
aéronautiques a eu lieu le
15 octobre 2009 en présence des
représentants du département de
la Défense, de l'inspection de
l'aéronautique,
de
la
police
fédérale, des douanes et du
département de l'Intérieur. Il s'est
avéré qu'il existe de nombreuses
différences
par
rapport
au
problème
dans
le
secteur
maritime. Il conviendra donc de
vérifier d'abord quelles informa-
tions sont essentielles et peuvent
être consultées rapidement par les
services respectifs. Dans un
premier temps, on compte réaliser
cet objectif par une amélioration
structurelle de flux d'informations
au sein de chaque organisation.
Le groupe de travail se réunira de
nouveau au printemps.
CRIV 52
COM 740
11/01/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
55
17.03 Paul Vanhie (LDD): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u
voor het antwoord.
Blijkbaar, mijnheer de staatssecretaris, bent u verantwoordelijk voor
Belgocontrol en is er in het specifieke geval van de ontsnapping van
Sekkaki iets misgelopen met de helikopter. Als men een code indrukt,
moet dat op de radar van Defensie komen en zou dat moeten
doorgespeeld worden aan de politie. Blijkbaar kunt u daar niets aan
doen. Als u niet uitgenodigd bent op een vergadering, kunt u daar niet
aan meewerken, daar ga ik mee akkoord. Ik zal de minister van
Binnenlandse Zaken daar nog over aanspreken.
17.03 Paul Vanhie (LDD): Le
Secrétaire d'État est responsable
pour Belgocontrol. Il serait donc
logique ­ par exemple quand un
détenu s'évade avec l'aide d'un
hélicoptère ­ qu'on puisse avertir
tout de suite le ministère de la
Défense et la police en appuyant
sur un code. Mais cela suppose
évidemment que M. Schouppe soit
invité
aux
réunions
de
coordination.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Ik heb vraag nr. 17928 van mezelf omgezet in een schriftelijke vraag, om de
werkzaamheden wat vooruit te laten gaan.
18 Vraag van de heer Patrick De Groote aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de
eerste minister, over "de BIVV-studie met betrekking tot de houding in het verkeer" (nr. 17979)
18 Question de M. Patrick De Groote au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"l'étude de l'IBSR sur le comportement dans la circulation" (n° 17979)
18.01 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik zal snel
mijn vraag stellen om de zaken goed vooruit te laten gaan.
Mijnheer de staatssecretaris, het Belgisch Instituut voor de
Verkeersveiligheid heeft een onderzoek gepleegd naar de attitudes in
het verkeer. Er werd gezocht naar houdingen met betrekking tot
alcohol en snelheid, volgens leeftijd, geslacht en woonplaats. Een
attitude kan een aantal zaken verklaren, maar het blijft peilen naar. Er
blijft een verschil tussen attitudes, of zoals men wil de "goede
voornemens", en het gedrag op de weg. Ik zal de verschenen
resultaten niet opsommen; zij kwamen reeds uitgebreid in het nieuws.
Ik beperk mij tot de vraag welke conclusies u uit dit onderzoek zult
trekken. Welke beleidsconclusies trekt u uit de resultaten van de
bevraging? Wat was de kostprijs van de studie? Aan welk ritme zal de
bevraging met betrekking tot de houding in het verkeer worden
herhaald? Er was namelijk sprake van dat dit een eerste rapport zou
zijn in zijn soort. Wil dit dan zeggen dat dezelfde vraagstelling zal
worden herhaald of dat er nog zal worden gepolst naar andere
attitudes in het verkeer?
18.01 Patrick De Groote (N-VA):
L'Institut belge pour la Sécurité
routière s'est penché sur les liens
qui pourraient exister entre, d'une
part, l'âge, le sexe et le domicile,
et d'autre part l'alcool et la vitesse
dans la circulation routière. Une
différence subsiste toutefois entre
certains profils et l'attitude adoptée
au volant.
Quelles conclusions le secrétaire
d'État tire-t-il de cette étude?
Combien a-t-elle coûté? Il me
revient qu'il s'agit d'un premier
rapport. Cela signifie-t-il que cette
étude sera réitérée ou que l'on
s'interrogera sur d'autres types
d'attitudes adoptées dans la
circulation?
18.02 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer De Groote, om
de drie jaar voert het BIVV attitudemetingen uit bij de Belgische
populatie, om een idee te krijgen van de evolutie van de attitudes
inzake een aantal verkeersveiligheidsitems. De eerste meting
gebeurde in 2003, de tweede in 2006 en de derde in 2009. De
resultaten van die derde meting zullen in de loop van dit jaar worden
gepubliceerd.
Ik ben dus enigszins verbaasd te vernemen dat u via de pers al een of
ander zou hebben vernomen. Wij zijn zelfs nog niet zo ver.
Uit de metingen die vroeger werden gedaan, blijkt dat de Belgische
bestuurders sterk bezorgd zijn over de verkeersonveiligheid. Uit een
18.02
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: Depuis 2003,
l'IBSR consacre tous les trois ans
une étude à l'évolution des
comportements, étude articulée
autour d'un certain nombre de
thèmes liés à la sécurité routière.
Les résultats de cette étude pour
2009 ­ il s'agit de sa troisième
édition ­ seront rendus publics
dans le courant de l'année 2010.
Aussi suis-je surpris que M. De
Groote ait déjà pu prendre
11/01/2010
CRIV 52
COM 740
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
56
analyse van de gepercipieerde oorzaken van verkeersongevallen blijkt
dat de bestuurders een vrij objectief zicht hebben op de belangrijkste
oorzaken. Dit reflecteert zich op zijn beurt vrij goed in hun attitudes
ten
opzichte
van
de
noodzaak
om
verschillende
verkeersveiligheidsmaatregelen te treffen, zowel op het vlak van de
regelgeving, de controles en de bestraffing, als op het vlak van de
infrastructuur en de sensibiliseringscampagnes. Alleen de attitude
tegenover maatregelen om onaangepaste snelheid tegen te gaan, is
niet unaniem positief.
Het grootste probleem inzake de attitude van de Belgische
bestuurders ligt op het niveau van de subjectieve pakkans en de
subjectieve strafkans.
Ongeveer de helft van de bestuurders vindt zowel de kans op een
procesverbaal na een positieve controle, als de kans om effectief te
worden gestraft, niet groot. Snelheid is hierop een uitzondering. De
les die we daaruit kunnen trekken is dat er meer inspanningen nodig
zijn om de objectieve pak- en strafkans te verhogen. Er moet
daarover ook meer worden gecommuniceerd, teneinde de subjectieve
strafkans te vergroten. Ik verwijs daarbij naar de inhoud van mijn
beleidsnota 2010 waarin ik het heb over meer controles van de politie
inzake het rijden onder invloed van alcohol en drugs, en het dragen
van de veiligheidsgordel, de geautomatiseerde afhandeling van de
verkeersovertredingen door middel van een incassobureau en de
invoering van het rijbewijs met punten.
Tot slot, de kostprijs van de recentste attitudemeting in 2009 bedroeg
78 185 euro, exclusief btw. Deze prijs dekt het uitvoeren van face-to-
face-interviews bij een steekproef van de Belgische autobestuurders,
representatief qua leeftijd en gewest, over hun attitudes inzake
snelheid, het rijden onder invloed van alcohol, het rijden onder invloed
van drugs en de gordeldracht. De afname van de enquête werd aan
een studiebureau uitbesteed.
connaissance
de
tous
ces
éléments en lisant la presse.
Des études précédentes ont d'ores
et déjà montré que les automo-
bilistes ont une connaissance
objective des causes principales
des accidents de roulage et qu'ils
comprennent
parfaitement
la
nécessité de prendre des mesures
dans le domaine de la sécurité
routière. Seule l'attitude adoptée à
l'égard des mesures destinées à
lutter contre le fléau de la vitesse
inadaptée n'est pas unanimement
positive. Le plus gros problème en
ce qui concerne l'attitude des
automobilistes belges se situe sur
le plan du risque subjectif de se
faire prendre et du risque subjectif
de se faire sanctionner.
Quasiment
la
moitié
des
automobilistes estiment que le
risque de contrôle et de poursuite
n'est pas élevé, sauf en ce qui
concerne les excès de vitesse. Il
faut en conclure que davantage
d'efforts sont nécessaires pour
accroître le risque de contrôle et
de poursuite.
Dans ma note politique 2010, je
plaide
dès
lors
pour
le
renforcement
des
contrôles
policiers en ce qui concerne la
conduite sous l'influence de
l'alcool et de drogues et le port de
la ceinture de sécurité, mais aussi
pour le traitement automatisé de
l'encaissement des amendes de
circulation par le biais d'un bureau
de
recouvrement
et
pour
l'instauration
du
permis
de
conduire à points.
L'enquête représentative la plus
récente où figurent des interviews
d'automobilistes belges a coûté
78 185 euros.
18.03 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik
ben enigszins verwonderd dat u mij vraagt waar ik die cijfers vandaan
haal. In een artikel uit een krant van 30 december 2009 heeft de heer
De Dobbeleer, woordvoerder van het BIVV, het over een studie over
de verkeersveiligheid, en het beleid uitgesplitst naar leeftijd, geslacht
en woonplaats. Ook de heer Tegenbos heeft daarover een artikel
geschreven. Daarin stelt hij duidelijk dat burgers met een goed
18.03 Patrick De Groote (N-VA):
Je suis à nouveau étonné que le
secrétaire d'État s'émeuve du fait
que je dispose d'informations à ce
sujet. Les informations proviennent
de M. De Dobbeleer, porte-parole
de l'IBSR et figurent dans un
CRIV 52
COM 740
11/01/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
57
verkeersgedrag wonen in landen waar de pakkans heel hoog is, zoals
Nederland, de Verenigde Staten en Canada. Dat komt ongeveer
overeen met wat u zei in uw antwoord.
article de presse du 30 décembre
2009. Dans un autre article,
M. Tegenbos indique que les
citoyens dont le comportement sur
la route est correct habitent dans
des pays où le risque de contrôle
est élevé, comme les Pays-Bas,
les États-Unis et le Canada. Le
secrétaire d'État se rallie à cette
constatation.
18.04 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer De Groote, wij
moeten de zaken in hun juiste context situeren. De VAB heeft een
enquête ingesteld en heeft welbepaalde standpunten geponeerd. De
heer De Dobbeleer heeft doodeenvoudig gereageerd op standpunten
die in de enquête van de VAB naar voren kwamen. De specifieke
attitudemeeting van het BIVV heeft nog altijd geen aanleiding
gegeven tot een rapport daarover.
18.04
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: Je voudrais tout
de même mettre les points sur les
i. Dans l'article de presse en
question, M. De Dobbeleer a réagi
aux positions en conclusion d'une
enquête réalisée par la VAB. Le
rapport relatif à l'étude de l'IBSR
sur le comportement dans la
circulation n'a pas encore été
publié.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
19 Questions jointes de
- M. Xavier Baeselen au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "le
renforcement de la sécurité à l'aéroport national de Bruxelles" (n° 17986)
- M. Peter Logghe à la ministre de l'Intérieur sur "les scanners corporels dans les aéroports belges"
(n° 17992)
- M. Roland Defreyne au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "la sécurité à
l'aéroport national" (n° 18092)
- M. Bart Laeremans à la ministre de l'Intérieur sur "l'introduction de scanners corporels à l'aéroport
de Zaventem" (n° 18139)
- M. Jan Mortelmans au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "la sécurité à
l'aéroport de Zaventem" (n° 18187)
19 Samengevoegde vragen van
- de heer Xavier Baeselen aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister,
over "strengere veiligheidsmaatregelen op Brussels Airport" (nr. 17986)
- de heer Peter Logghe aan de minister van Binnenlandse Zaken over "bodyscans op de Belgische
luchthavens" (nr. 17992)
- de heer Roland Defreyne aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister,
over "de veiligheid van de nationale luchthaven" (nr. 18092)
- de heer Bart Laeremans aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de invoering van bodyscans
op de luchthaven van Zaventem" (nr. 18139)
- de heer Jan Mortelmans aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister,
over "de veiligheid in de luchthaven van Zaventem" (nr. 18187)
19.01 Xavier Baeselen (MR): Monsieur le président, je ne reviendrai
pas sur les raisons qui ont amené aux décisions de renforcer la
sécurité à l'aéroport de Bruxelles-National et dans les aéroports
européens pour les vols à destination des États-Unis. Je souhaiterais
aborder avec vous les modalités du renforcement de cette sécurité,
leur coût et ceux qui vont devoir le supporter.
Dans le même ordre d'idées, en ce qui concerne l'utilisation des
scanners corporels dans les aéroports, j'y suis tout à fait favorable à
19.01 Xavier Baeselen (MR):
Wat de versterkte veiligheids-
maatregel op de luchthaven van
Brussel-Nationaal betreft, wens ik
de modaliteiten alsook de kosten
te kennen. Wie zal die kosten
dragen?
Ik ben voorstander van scanners
11/01/2010
CRIV 52
COM 740
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
58
titre personnel; je crois qu'il y a plus d'un an, vous m'aviez répondu
que vous l'étiez aussi mais qu'il fallait des garanties. Sur le plan
européen, vous rappeliez que le Parlement européen avait renvoyé le
dossier à la Commission. Ce Parlement avait donné trois mois pour
présenter une nouvelle proposition mais ce dossier n'est pas revenu
depuis lors, même après l'événement de décembre dernier. Cela ne
relève pas de votre responsabilité, bien entendu!
Par contre, j'ai vu que par l'intermédiaire de votre porte-parole, vous
adoptiez une attitude plus prudente que par le passé. Vous évoquiez
notamment un risque de conflit entre la législation européenne et la
législation belge, conflit que vous n'avez pas envie de voir se
produire.
J'ai encore examiné la législation européenne. Elle n'interdit pas
l'utilisation des scanners corporels. Si c'était le cas, d'autres pays
européens n'auraient pas emboîté le pas. Si eux aussi risquaient un
conflit entre la législation européenne et leur législation interne,
pourquoi auraient-ils implémenté les scanners corporels dans certains
aéroports?
Monsieur le secrétaire d'État, je souhaiterais savoir où nous en
sommes dans ce dossier. Je rappelle que le principal argument, qui
est celui du respect de la vie privée, est facilement contournable.
Personne ne doit être obligé de passer par le scanner corporel. Il
suffit de dire que l'on ne souhaite pas passer par le scanner corporel,
comme cela se fait aux États-Unis. Dans ce cas, on applique la fouille
corporelle. Je ne suis pas certain que, dans le cas particulier de la
pose d'explosifs dans le slip du passager, la fouille corporelle soit de
nature à porter moins atteinte à sa vie privée que le passage par le
scanner corporel, ceci étant dit sur le ton de l'humour!
Je souhaiterais effectivement connaître l'état d'avancement de ce
dossier au niveau européen et aussi la position que la Belgique
adoptera, puisque ce dossier viendra immanquablement sur la table
européenne. Quelle position allez-vous porter au nom du
gouvernement belge au niveau européen?
op de luchthavens. U lijkt
momenteel
voorzichtiger
dan
vroeger, u hebt het over een
mogelijk
conflict
tussen
de
Europese
en
de
Belgische
wetgeving.
De Europese wetgeving verbiedt
echter het gebruik van die
scanners niet.
Het belangrijkste argument, het
respect voor de persoonlijke
levenssfeer,
kan
gemakkelijk
omzeild worden aangezien de
keuze aan de passagier wordt
gelaten! Hoe staat het met dat
dossier op Europees niveaus en
wat is het standpunt dat België
verdedigt?
19.02 Peter Logghe (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, het fundamentele kader is al door de heer Baeselen
geschetst, met name de mislukte aanslag van de islamitische
fundamentalist.
Gevolgen waren er onmiddellijk. Nederland kondigde onmiddellijk aan
tot bijkomende veiligheidsmaatregelen, zoals het invoeren van
bodyscans, te zullen overgaan. Ik zal mijn vraag enkel op de
bodyscans toespitsen en focussen. Groot-Brittannië meldde onlangs
ook tot voornoemde veiligheidsmaatregelen te zullen overgaan.
Andere Europese landen zullen volgen.
Mijnheer de staatssecretaris, u weet en wij weten dat in ons land
dergelijke scanners nog niet aan de orde zijn. Ik lees en hoor dat er
op een advies van de Europese Commissie wordt gewacht.
Ik heb, net als de heer Baeselen, in het verleden de minister van
Binnenlandse Zaken al een paar keer over de materie ondervraagd. Ik
heb nooit een fundamenteel antwoord op mijn vragen gekregen. Ik
heb dus een aantal vragen over de bodyscans, zoals ze momenteel
19.02 Peter Logghe (VB): Que
pense
le
gouvernement
de
l'instauration de scanners corpo-
rels dans les aéroports belges?
D'aucuns invoquent le non-respect
de la vie privée mais cet argument
n'a manifestement pas été retenu
aux Pays-Bas et en Grande-
Bretagne. Quel serait le coût de
l'instauration de scanners corpo-
rels? Quand le gouvernement se
prononcera-t-il?
CRIV 52
COM 740
11/01/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
59
mogelijkerwijze worden ingevoerd.
Ten eerste, mijnheer de staatssecretaris, is de mogelijke invoering
van bodyscans momenteel een gespreksonderwerp binnen de huidige
regering? Wat is nu, hic et nunc, het standpunt van de regering?
Ten tweede, er wordt geopperd dat de aankoop en het gebruik van
bodyscans te duur zouden zijn. Bodyscans zouden ook geen absolute
veiligheid garanderen. Ik heb voornoemde stellingname ook van
verscheidene andere ministers gelezen.
Wij weten allen dat absolute veiligheid niet bestaat. Het kan nooit
volledig worden uitgesloten dat er iets gebeurt. Bodyscans werken
echter wel veiligheidsverhogend. Dat lees ik toch in verschillende
studies.
Kunt u misschien aangeven wat binnen de regering de problemen zijn
om Nederland en Groot-Brittannië te volgen?
Ten derde, als de discussie in België over een mogelijke schending
van de wet op de privacy gaat, waarom is er dan geen probleem in
Groot-Brittannië en Nederland? Het zijn nochtans twee landen waar
de bescherming van de privacy altijd heel hoog in het vaandel is
gevoerd.
Ten vierde, ook de kostprijs van de bodyscans wordt hier en daar
aangevoerd als argument om ze niet in te voeren. Wat is de kostprijs
van bodyscans? Wordt in België momenteel met een proefproject
gewerkt? Worden er proefprojecten in het buitenland gevolgd?
Ten vijfde en ten slotte, mijnheer de staatssecretaris, wanneer
verwachten u en de regering een definitief antwoord op de
problematiek in kwestie te kunnen geven? Indien u inderdaad op het
advies van de Europese Commissie wacht, wanneer wordt het
bedoelde advies van de Europese Commissie dan verwacht?
De voorzitter: De vragen nrs. 18092 van de heer Defreyne en 18139
van de heer Laeremans werden ingetrokken.
Le président: Les questions
n°18092 et 18139 de MM.
Defreyne et Laeremans sont
retirées.
19.03 Jan Mortelmans (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, ik verneem van de pers dat de chef van de veiligheid
op de luchthaven van Zaventem ontslagen werd. De directie van
Brussels Airport ontkent dat dit te maken zou hebben met het incident
van enkele weken geleden waarbij een Afrikaanse man tot tweemaal
toe de luchthaven wist binnen te dringen. De nieuwe veiligheidschef
zou ondertussen al de derde zijn in zes jaar tijd.
Gelet ook op de resultaten van het rapport van het directoraat-
generaal van de luchthaven waarbij ook de controle van bagage en
handbagage en het eigen personeel voor verbetering vatbaar zou zijn,
zou ik willen vernemen of alle voorgestelde maatregelen werden
geïmplementeerd, of ze voldoende zijn en of er desgevallend
bijkomende maatregelen moeten worden getroffen.
Ik heb u daarover een schriftelijke vraag gesteld in juni. U zei toen dat
u het rapport waarnaar ik had verwezen, nog niet ontvangen had en
19.03 Jan Mortelmans (VB):
Brussels
Airport
a
procédé
récemment au licenciement de
son chef de sécurité. On nous dit
que
cette
décision
serait
totalement étrangère à l'incident,
qui s'est produit il y a quelque
temps, à l'occasion duquel un
homme est parvenu à pénétrer à
deux reprises dans l'aéroport. Où
en est la radioscopie approfondie
des systèmes de contrôle de
sécurité de l'aéroport de Bruxelles
en vue d'une adaptation du plan
de sécurisation?
11/01/2010
CRIV 52
COM 740
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
60
slechts beschikte over het verslag van een mondelinge debriefing. Tot
slot zei u, na een aantal maatregelen te hebben aangekondigd, in
antwoord op mijn schriftelijke vraag: "Deze inspectie maakt
momenteel
een
volledige
doorlichting
van
het
kwaliteitscontrolesysteem
van
de
luchthaven
en
zal
mij
dienaangaande op korte termijn rapporteren met het oog op een
herziening van het luchthavenbeveiligingsplan".
Ik zou van u graag de stand van zaken vernemen.
19.04 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur le président,
chers collègues, suite à la tentative d'attentat à bord d'un vol
Amsterdam-Detroit de Northwest Airlines, le 25 décembre dernier, le
Department of Homeland Security (DHS) a édicté des directives qui
imposent des mesures de sécurité supplémentaires aux compagnies
aériennes affrétant des vols vers les États-Unis.
Étant donné qu'en Belgique une partie de ces mesures relève des
compétences de l'inspection aéroportuaire, il a été décidé, après
concertation avec le DHS et la Transportation Security Administration
(TSA) qui en fait partie, de réaliser provisoirement et aux frais de ces
compagnies aériennes une fouille manuelle supplémentaire à la porte
d'embarquement ou au milieu du Concourse B de Brussels Airport, le
seul aéroport belge d'où partent des vols de passagers à destination
des États-Unis. Ces mesures sont toujours d'application à ce jour.
Suite à l'avis de l'Organe de coordination pour l'analyse de la menace
(OCAM), ces mesures supplémentaires ne sont pas appliquées aux
autres vols pour le moment. Pour ces vols, les règles déjà très strictes
conformes aux règles européennes sont toujours d'application.
19.04 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Na de aanslag op de
vlucht
Amsterdam-Detroit
op
25 december 2009 werden er
verscherpte veiligheidsmaatregelen
opgelegd
aan
luchtvaart-
maatschappijen
die
charter-
vluchten
inleggen
naar
de
Verenigde Staten. Zo worden
passagiers in Brussels Airport, de
enige luchthaven in ons land waar
vluchten naar de VS vertrekken,
voorlopig, en voor rekening van de
luchtvaartmaatschappijen,
extra
manueel gefouilleerd. Conform het
advies van het OCAD (Orgaan
voor de Coördinatie en de Analyse
van de Dreiging) zijn er geen
bijkomende maatregelen nodig
voor andere vluchten, waarvoor
trouwens ook al de bijzonder
strenge veiligheidsmaatregelen uit
hoofde
van
de
Europese
regelgeving gelden.
Mede op Belgische vraag werd op 7 januari2010 door de Europese
Commissie, DG TREN, een bijzondere vergadering belegd van het
Aviation Security Committee, bestaande uit experts van de
Commissie en alle lidstaten. De vergadering boog zich enerzijds, over
het innemen van een gemeenschappelijk Europees standpunt inzake
de door de US gevraagde maatregelen en anderzijds, over de te
gebruiken apparatuur inzake de nieuwe dreiging.
Wat het eerste punt betreft, werd een gezamenlijk ontwerpvoorstel
van te nemen maatregelen voor US bound vluchten uitgewerkt, dat
komende donderdag op 14 januari 2010 tijdens een bijzonder overleg
tussen de Europese Commissie en de DHSTSA in Washington
besproken zal worden.
Wat de te gebruiken apparatuur betreft, werd tijdens de vergadering
van 7 januari overleg gepleegd over de bodyscanners. In dat verband
moet worden opgemerkt dat in het oorspronkelijke ontwerp van
verordening van de Europese Commissie het gebruik van die
apparatuur als een van de mogelijkheden van screening van
passagiers was opgenomen. Hiertegen kwam evenwel verzet van het
Europees Parlement, dat de verwijdering van die mogelijkheid uit de
ontwerpverordening verkreeg om redenen van privacy, gezondheid,
regelgeving van databanken en efficiëntie. Om die reden kan die
Le 7 janvier, la Commission
européenne a convoqué une
assemblée
extraordinaire
de
l'Aviation Security Committee pour
examiner les mesures de sécurité
demandées par les États-Unis et
les possibilités offertes par les
nouveaux appareils de contrôle.
En ce qui concerne le premier
point, une position commune de
l'Union européenne sera examinée
le 14 janvier avec les États-Unis
lors d'une réunion à Washington.
En ce qui concerne les nouveaux
appareils, dans le projet initial de
règlement, l'Union européenne
avait déjà retenu les scanners
corporels comme l'un des moyens
de contrôle des passagers. Alors
que le Parlement européen s'y
était opposé au nom du respect de
la vie privée et pour des raisons de
santé, de réglementation des
CRIV 52
COM 740
11/01/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
61
apparatuur, die overigens belangrijke beperkingen heeft indien men
de gezondheid niet wil schaden, enkel gebruikt worden bij wijze van
proefprojecten onder het toezicht van de Europese Commissie of bij
wijze van bijkomende maatregel.
Tijdens de voormelde meeting van 7 januari 2010 werd besloten dat
het dossier van de bodyscanners opnieuw zal worden onderzocht
door de Europese Commissie met het oog op het innemen van een
standpunt en het nemen van voorzieningen die tegemoetkomen aan
de voormelde bezwaren van het Europees Parlement.
Ik heb zelf steeds het innemen van een gezamenlijk Europees
standpunt gesteund en ik ben verheugd dat dat ook de conclusie was
van de voormelde meeting met DG TREN. België zal actief de
besprekingen opvolgen, die mogelijk leiden tot het opnemen van de
bodyscanners als primaire screeningapparatuur in de Europese
verordening, maar dan in een zeer strikt wettelijk kader.
Zo gauw dat is verwezenlijkt, wordt de mogelijkheid tot invoering van
bodyscanners op onze luchthavens geopend.
Op de specifieke vraag van de heer Mortelmans kan ik antwoorden
dat de door The Brussels Airport Company of TBAC genomen
maatregel tot ontslag van het hoofd Beveiliging, een interne maatregel
betreft die, voor zover mijn diensten bekend is, niet is geïnspireerd op
een tekortkoming van het beveiligingssysteem van de luchthaven of
op fouten die door de betrokkene met betrekking tot de beveiliging
zouden zijn begaan.
bases de données et d'efficacité, il
avait été convenu que les
scanners corporels ne peuvent
pour l'instant être utilisés pour
l'instant que dans le cadre de
projets pilotes ou à titre de mesure
complémentaire.
Lors
de
la
réunion du 7 janvier, il a à présent
été décidé de réexaminer les
dossiers des scanners corporels
pour utiliser ceux-ci éventuelle-
ment
comme
dispositifs
de
contrôle primaires, mais dans un
cadre légal strict.
Le licenciement du chef de la
sécurité de Brussels Airport est
une mesure interne qui n'aurait
aucun
rapport
avec
une
quelconque
défaillance
du
système de sécurité ni avec des
erreurs qui auraient été commises
par la personne en question au
niveau
de
la
sécurisation
aéroportuaire.
19.05 Xavier Baeselen (MR): Monsieur le président, monsieur le
secrétaire d'État, pour être bref, en guise de réplique, j'aimerais vous
poser une question et avoir une réponse.
La Belgique suivra le débat avec attention, dites-vous, au niveau
européen, mais vous ajoutez qu'à la condition d'avoir une position
commune européenne et un cadre légal et réglementaire précis, vous
êtes favorable à l'utilisation dans ce cadre des scanners corporels,
éventuellement de manière limitée. La position de la Belgique serait
donc favorable s'il y a un cadre européen commun, réglementation et
garanties légales. Oui ou non?
19.05 Xavier Baeselen (MR): U
zegt dat België het debat op
Europees niveau aandachtig zal
volgen, maar voegt eraan toe dat
u, op voorwaarde dat er een
gemeenschappelijk
Europees
standpunt wordt bereikt en er een
precies wettelijk en reglementair
kader komt, voorstander is van het
gebruik
van
bodyscanners,
eventueel in beperkte mate. België
zou dus voorstander zijn, indien er
een gemeenschappelijk Europees
kader, een reglementering en
wettelijke
garanties
zouden
komen. Is dat correct?
19.06 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Il me semble que ma
réponse était suffisamment claire. J'ai dit qu'en cas d'accord au
niveau européen, si les objections formulées sur le plan du respect de
la vie privée et des aspects techniques touchant à la santé, car il
s'agit de rayons d'une nature totalement différente, sont rencontrées
et qu'un accord est conclu entre les États-Unis et l'Union européenne
sur l'échange des données entre les pays européens et les États-
Unis, si un consensus aboutit sur ce plan, à cet égard, je serais prêt à
l'appliquer.
19.06 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Mijn antwoord was
duidelijk: indien er een akkoord op
Europees niveau wordt gevonden,
als de bezwaren op het gebied van
respect voor de privacy en de
gezondheid uit de weg zijn
geruimd en er een overeenkomst
wordt
gesloten
tussen
de
Verenigde Staten en de Europese
Unie
over
de
gegevens-
uitwisseling, zou ik bereid zijn om
11/01/2010
CRIV 52
COM 740
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
62
de bodyscan in te voeren.
19.07 Xavier Baeselen (MR): Prêt à l'appliquer? Excusez-moi, mais
vous irez autour de la table; au moment de la discussion, quelle
position prendra la Belgique?
19.07 Xavier Baeselen (MR):
Maar welk standpunt zal België
verdedigen?
19.08 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: La Belgique demande
une attitude commune de la part de tous les pays européens. Je ne
me range pas d'office, comme suggéré par M. Logghe, du côté des
Pays-Bas et de la Grande-Bretagne, mais je suis plutôt d'avis de
suivre l'Allemagne et, en grande partie, la France pour examiner
d'abord si le Parlement européen peut se rallier à la proposition, si les
conditions de protection de la santé et du respect de la vie privée sont
respectées, et si l'échange des données entre les États-Unis et
l'Union européenne se réalisera. Si toutes ces conditions sont
remplies et que la Commission européenne suit la suggestion, avec
l'accord du Parlement, alors, nous le ferons.
19.08 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: België vraagt dat alle
Europese landen aan hetzelfde
zeel zouden trekken. Ik schaar me
niet automatisch, zoals de heer
Logghe suggereert, aan de kant
van Nederland en Groot-Brittannië.
Ik ben eerder geneigd Duitsland
en voor een groot deel Frankrijk te
volgen:
we
moeten
eerst
onderzoeken of het Europees
Parlement
het
voorstel
kan
steunen, of aan de bovenstaande
voorwaarden is voldaan, en of de
Europese Commissie het voorstel,
met
instemming
van
het
Parlement, volgt. In dat geval
zullen we het doen.
19.09 Xavier Baeselen (MR): Cela laisse beaucoup de si ...
19.09 Xavier Baeselen (MR): Dat
is wel erg voorwaardelijk!
19.10 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur Baeselen, ce
n'est pas parce qu'il neige en Grande-Bretagne que je dois faire sortir
les chasse-neige en Belgique. La Commission européenne avait pris
une décision au départ et vos collègues, nos collègues du Parlement
européen ont répondu niet, pour utiliser un mot russe.
Ils ont fixé les conditions. Je m'y rallie! N'oublions pas que, ce faisant,
même en Belgique, je devrais vérifier si notre législation nationale en
matière de respect de la vie privée est appliquée ou non. C'est aussi
simple que cela!
19.10 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Het is niet omdat het
sneeuwt in Groot-Brittannië, dat ik
de sneeuwruimers in België moet
laten uitrukken. De Europese
Commissie had aanvankelijk een
beslissing genomen, maar die
werd door onze collega's in het
Europees Parlement afgeschoten.
Zij hebben voorwaarden opgelegd,
en daar schaar ik me achter. Ook
in België zal ik, als ze er komen,
moeten nagaan of onze nationale
wetgeving inzake de eerbiediging
van de privacy wel degelijk wordt
toegepast. Zo eenvoudig is dat!
19.11 Xavier Baeselen (MR): Il est curieux que l'on ne demande pas
si la fouille corporelle est de nature à respecter ou non la vie privée!
19.11 Xavier Baeselen (MR): Het
is merkwaardig dat men zich niet
afvraagt of de privacy wel wordt
geëerbiedigd bij een fouillering op
het lichaam.
19.12 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Si une personne quitte
la Belgique pour s'exposer sur une plage et estime ne pas pouvoir
passer devant le scanner pour des motifs de respect de sa vie privée,
alors ...
19.12 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Iemand die uit België
vertrekt om op een strand te gaan
liggen en vindt dat hij omwille van
zijn privacy niet door de scanner
moet ...
CRIV 52
COM 740
11/01/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
63
19.13 Xavier Baeselen (MR): C'est son droit!
19.13 Xavier Baeselen (MR): Dat
recht heeft hij!
19.14 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: C'est son droit!
19.15 Peter Logghe (VB): Mijnheer de staatssecretaris, dank u voor
uw antwoord.
A contrario ga ik ervan uit ­ dit is toch wat u aan de heer Baeselen
hebt gezegd - dat, als er geen gemeenschappelijk Europees
standpunt komt, u niet opteert voor de invoering van de bodyscans op
Belgische luchthavens, ook al zou de veiligheid van de burgers daar
een stuk mee verbeterd kunnen worden.
Ten tweede, ik heb geen antwoord gekregen op de vraag over de
mogelijke kostprijs van de invoering van de bodyscans.
Ten slotte, u onderstreept dat zelfs indien de wil er is om bodyscans in
te voeren, er eerst moet worden onderzocht of dat wel kan gezien de
Belgische wetgeving op de privacy. Is u nooit gevraagd om dat al
eens af te toetsen met de privacywetgeving? Ik zie het immers al
gebeuren: dat gemeenschappelijk standpunt komt er niet of het komt
er erg laat. Begin met de 27 lidstaten van de Europese Unie maar
eens een gemeenschappelijk standpunt over die bodyscans tot stand
te brengen. Ik vrees dat we vertrokken zijn voor een heel lange
discussie.
19.15 Peter Logghe (VB): J'en
déduis donc qu'en l'absence d'un
point de vue commun européen en
la matière, il ne sera pas question
de l'installation de scanners
corporels dans notre pays. Quel
est le coût de l'installation d'un tel
système? Pourquoi l'impact de
pareils scanners sur la législation
belge relative à la protection de la
vie privée n'a-t-il pas encore été
étudié?
19.16 Jan Mortelmans (VB): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u
voor uw antwoord. Ik heb echter natuurlijk niet specifiek een vraag
gesteld over het ontslag van de betrokken directeur. Het is uiteraard
niet bevorderlijk voor de continuïteit als het al de derde zou zijn in zes
jaar. Daar kunnen we ook al vraagtekens bij plaatsen.
Eigenlijk ging mijn vraag over het rapport dat u intussen vermoedelijk
hebt kunnen inkijken, en over de maatregelen die daarin worden
voorgesteld. Daarover hebt u in uw antwoord eigenlijk niets gezegd. Ik
vind dat jammer. Desnoods kom ik erop terug en stel ik hierover een
specifieke vraag. Ik zou u namelijk graag horen vertellen dat de
lacunes die opgemerkt werden in het verslag van het directoraat-
generaal, allemaal zijn weggewerkt en welke maatregelen er
desgevallend nog nodig zijn voor de verbetering van de veiligheid in
en om de luchthaven van Zaventem. Op die vragen heb ik eigenlijk
geen antwoord gekregen. Dat vind ik wat jammer.
19.16 Jan Mortelmans (VB): Je
n'ai pas reçu de réponse à ma
question relative au rapport d'audit
concernant
les
mesures
de
sécurité à Brussels Airport.
19.17 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Wanneer ik het heb over
de veiligheid van de luchthaven, dan heb ik het niet alleen over de
controle van de passagiers, maar ook over een veilige omgeving rond
de luchthaven. In een omtrek van ruim 20 kilometer is er een
afsluiting van 2,5 meter hoog, met prikkeldraad daar bovenop. Op
zowat driekwart van de omtrek is er een tweede afsluiting, opnieuw
met prikkeldraad daar bovenop. Tussen de twee is er een rijweg,
waar de controlediensten regelmatig passeren.
De persoon die over de afsluiting is gekropen, heeft dat gedaan op
een plaats waar er werken aan de gang zijn en er maar één afsluiting
was. Laten we zeggen dat de veiligheidsdiensten van de luchthaven
daaruit geleerd hebben. Dat is een eerste bedenking.
19.17
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: À l'occasion de la
visite de l'aéroport de Zaventem
par une délégation américaine,
nous avons proposé nos mesures
de sécurité supplémentaires: la
limitation des bagages à main à
une seule pièce, l'obligation de se
présenter trois heures avant le
départ en vue d'une vérification
approfondie des bagages et
l'instauration
d'un
deuxième
contrôle des personnes avant
11/01/2010
CRIV 52
COM 740
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
64
Tweede bedenking, wat betreft de veiligheid inzake de passagiers,
heb ik zelf de onderhandelingen gevoerd met de Amerikaanse
vertegenwoordiging. Zowel de deputy van de Homeland Security,
mevrouw Lute, als de verantwoordelijke van de Transportation
Security Administration is naar Zaventem gekomen om te zien hoe de
zaken hier georganiseerd zijn. Ik heb met hen onze voorgenomen
maatregelen besproken, die ik u kort zal herhalen.
Naast de gewone maatregelen hebben wij er drie vooropgesteld. Ten
eerste mag er voortaan maar een stuk handbagage meegenomen
worden. Ten tweede moet men zich drie uur op voorhand met de
bagage komen aanmelden voor een goede scanning van de bagage.
Ten derde wordt er een tweede persoonscontrole gedaan na de
eerste voor men instapt op het vliegtuig. De Amerikaanse
gesprekspartners hebben zich daarmee akkoord verklaard. Ik heb
hun ook klaar en duidelijk gezegd dat het niet mijn houding zou zijn
om onmiddellijk scanners te plaatsen, maar dat ik mij volkomen zou
richten op en aansluiten bij hetgeen op Europees vlak wordt
overeengekomen. Daar houd ik het bij.
Ik volg niet zomaar, met het hoofd in het zand, wat anderen gedaan
hebben. Ik houd het daarbij. Ik heb van in den beginne OCAD/OCAN
volledig bij het geheel betrokken, omdat die instantie verantwoordelijk
is voor de veiligheid. Men kent de inhoud van onze voorstellen en
onze werkwijze, waaraan wij alsnog ons houden. Als een en ander
strenger moet worden op grond van meer informatie die wij krijgen
vanuit de verschillende inlichtingendiensten, dan zullen wij dat doen.
Proactief werken doe ik niet, tenzij uit de onderhandelingen en
besprekingen tussen de verschillende instanties blijkt dat het
inderdaad nuttig en noodzakelijk is.
Trouwens, laten we er toch rekening mee houden dat de scanners
niet achter het hoekje staan te wachten. Die moeten eventueel
besteld worden en daar zullen wel voldoende maanden overheen
gaan, dat weten wij wel.
l'embarquement. Les Américains
se sont déclarés d'accord. J'ai
également exposé ma position
relative au recours au scanners
corporels, qui est que la Belgique
attendra la position européenne
commune.
De voorzitter: Ik denk dat de verschillende standpunten voldoende bekend zijn.
19.18 Jan Mortelmans (VB): Mijnheer de staatssecretaris, op mijn
schriftelijke vraag van juni hebt u geantwoord: "Bij de inspecties
werden, evenzeer als eerder bij een audit door het directoraat-
generaal Luchtvaart, tekortkomingen vastgesteld, onder meer op het
gebied van de toegangscontrole van het personeel en het
beveiligingsonderzoek van passagiers en bagage".
U bevestigt dus dat er aan de tekortkomingen die toen werden
vastgesteld, is geremedieerd, of moeten nog verdere maatregelen
worden genomen?
19.18 Jan Mortelmans (VB):
Quid des lacunes au niveau de la
sécurité que le directorat général
compétent a constatées lors d'un
audit? Je pense notamment aux
badges d'accès pour le personnel.
19.19 Staatssecretaris Etienne Schouppe: aangezien u bij de
bespreking aanwezig was, zult u zich herinneren dat de
verantwoordelijkheid van het DGLV voor de toegangsbadge werd
verlengd, omdat de veiligheidsinstanties die dat normaal zouden
moeten doen, niet klaar waren. Die instanties hebben gevraagd om
die taak voort te zetten, omdat zij daarvoor nog niet klaar waren.
19.19
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: La compétence
du directorat général en la matière
a été prolongée.
L'incident est clos.
CRIV 52
COM 740
11/01/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
65
Het incident is gesloten.
20 Question de M. Xavier Baeselen au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"la concertation avec les Régions pour l'utilisation des couloirs de bus par les motards" (n° 18060)
20 Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de
eerste minister, over "het overleg met de Gewesten voor het gebruik van de busstroken door
motorrijders" (nr. 18060)
20.01 Xavier Baeselen (MR): Monsieur le secrétaire d'État, je vous
avais interrogé au mois de novembre 2009 sur l'utilisation des couloirs
réservés aux bus par les motos. Vous m'annonciez alors qu'une
réunion avec les Régions allait avoir lieu "très prochainement" afin de
parvenir à un accord sur un projet d'arrêté royal modifiant le Code de
la route et visant à autoriser la circulation des motos sur les bandes
réservées aux bus.
Cette réunion a-t-elle déjà eu lieu? Dans l'affirmative, quelles en sont
les conclusions?
20.01 Xavier Baeselen (MR): Op
16 november 2009 deelde u mee
dat er een vergadering zou
plaatsvinden met de Gewesten
over het gebruik van de bus-
stroken door motorrijders. Hun
akkoord is immers noodzakelijk
om het verkeersreglement in dat
verband te wijzigen. Heeft die
vergadering
intussen
plaatsgevonden?
20.02 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur Baeselen, la
réunion de concertation avec les Régions a effectivement eu lieu le 17
décembre 2009. Cette réunion concernait la modification du Code de
la route, entre autres en ce qui concerne la possibilité d'accès des
motards aux bandes pour bus et aux sites franchissables, moyennant
l'apposition d'un pictogramme "motos".
Les représentants des ministres régionaux ont "pris note" mais les
gouvernements régionaux doivent encore s'exprimer. Une fois le texte
de l'arrêté royal finalisé, la procédure écrite de concertation avec les
Régions démarrera, probablement à la fin du mois de janvier. Une
demande d'avis sera également transmise au Conseil d'État. Par la
suite, l'arrêté royal prendra sa forme définitive et pourra être
promulgué.
20.02 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Die overlegvergadering
vond plaats op 17 december 2009.
De Gewestregeringen moeten hun
standpunt
nog
meedelen.
Wanneer
het
ontwerp
van
koninklijk besluit klaar is, zal de
schriftelijke overlegprocedure van
start gaan, vermoedelijk eind
januari. De Raad van State zal
eveneens om advies worden
verzocht. Nadien kan het koninklijk
besluit worden uitgevaardigd.
20.03 Xavier Baeselen (MR): C'est encore plus compliqué que pour
les scanners corporels!
20.04 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: La Belgique est un pays
compliqué!
20.05 Xavier Baeselen (MR): Le fait de faire circuler des motos dans
les couloirs réservés aux bus est encore plus compliqué que
d'installer des scanners corporels!
Monsieur le secrétaire d'État, je reconnais que vous vous êtes
impliqué dans ce dossier. Si j'ai bien compris, vous avez exposé aux
Régions votre projet de modifier l'arrêté royal. Les Régions ont pris
note et vous préparez votre arrêté royal.
Les Régions doivent-elles vous donner un avis positif pour continuer à
avancer dans ce dossier?
20.05 Xavier Baeselen (MR):
Blijkbaar is het nog moeilijker om
motorrijders gebruik te laten
maken van busstroken dan om
bodyscanners in te voeren. Wil u
wel echt dat er voortgang wordt
geboekt in dit dossier?
20.06 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Elles peuvent aussi ne
pas donner d'avis, si le Conseil d'État l'accepte.
20.07 Xavier Baeselen (MR): Vous souhaitez avancer dans ce
dossier ...
11/01/2010
CRIV 52
COM 740
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
66
20.08 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Bien sûr.
20.08 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Uiteraard.
20.09 Xavier Baeselen (MR): Merci.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
21 Vraag van de heer Paul Vanhie aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "het bekomen van gelijkvormigheidsattesten door invoerders van wagens en
motorfietsen" (nr. 18082)
21 Question de M. Paul Vanhie au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "les
problèmes rencontrés par les importateurs de voitures et de motocyclettes pour obtenir le certificat de
conformité" (n° 18082)
21.01 Paul Vanhie (LDD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, voor de inschrijving van een ingevoerde wagen heeft
men een certificaat van overeenstemming nodig. Dit certificaat, dat
vroeger het gelijkvormigheidsattest werd genoemd, bewijst dat het
voertuig voldoet aan de wettelijk voorgeschreven technische
vereisten. Ook voor motorfietsen moet een procedure worden
doorlopen om het voertuig te laten valideren. Verschillende invoerders
van motorfietsen en wagens zitten momenteel met de handen in het
haar, omdat de FOD Mobiliteit er niet in slaagt tijdig de nodige
attesten af te leveren. Sommige importeurs wachten naar verluidt al
maanden op de nodige documenten.
Mijnheer de staatssecretaris, kunt u het probleem bevestigen en
neemt u initiatieven om het te verhelpen?
21.01 Paul Vanhie (LDD): Le
SPF Mobilité ne parvient plus
actuellement
à
délivrer
les
certificats de conformité à temps.
Certains
importateurs
de
motocyclettes et de voitures
attendraient depuis des mois déjà
de
recevoir
les
documents
nécessaires. Le secrétaire d'État
confirme-t-il ce problème
et
comment y remédiera-t-il?
21.02 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer Vanhie, ik ben
op de hoogte van het feit dat er op dit ogenblik vertragingen zijn bij het
afleveren van de gelijkvormigheidsattesten voor motorfietsen. Deze
vertraging is te wijten aan een aantal factoren. In de eerste plaats was
er een uitstroom van personeel. Een belangrijk aantal medewerkers
heeft de dienst Homologaties, die instaat voor het afleveren van de
genoemde attesten, verlaten. Een andere belangrijke oorzaak is de
ingebruikname van een nieuw informaticasysteem om aanvragen te
registreren en op te volgen. De noodzakelijke opleiding van de
medewerkers tijdens het opstarten ervan heeft geleid tot een langere
behandelingstijd van de dossiers.
Ik heb er bij de FOD op aangedrongen om dringend de nodige
maatregelen te nemen om de vertragingen zo snel mogelijk te
verhelpen, zoals de onmiddellijke inschakeling van drie tijdelijke
voltijdse equivalenten. Volgens het personeelsplan zal er in 2010
trouwens een versterking van de dienst Homologaties komen, met
vier nieuwe voltijdse medewerkers, die zich echter ook nog moeten
inwerken en het vak nog moeten leren.
21.02
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: Des retards sont
actuellement enregistrés dans le
cadre de la livraison des certificats
de conformité des motocyclettes
en raison de départs de membres
du personnel et de la mise en
service d'un nouveau système
informatique. J'ai insisté auprès du
SPF pour qu'il prenne d'urgence
les mesures nécessaires, telles
que
l'embauche
de
trois
travailleurs temporaires. Selon le
plan
du
personnel,
quatre
nouveaux collaborateurs seront
engagés définitivement à temps
plein en 2010.
21.03 Paul Vanhie (LDD): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u
voor uw antwoord. Ik kan begrijpen dat er problemen zijn, maar
konden die problemen niet voorzien worden? Uw eerste opmerking
was dat er een uitstroom van personeel was. Als men dat kon
voorzien, en als men de opleiding vroeger opgestart zou hebben, dan
zouden er geen problemen zijn. De kleine handelaar komt op de rand
van het faillissement, want hij heeft een voorraad motorfietsen die hij
21.03 Paul Vanhie (LDD): Ces
problèmes
n'étaient-ils
pas
prévisibles? Les détaillants en sont
victimes.
Le secrétaire d'État prend des
mesures
pour
recruter
du
CRIV 52
COM 740
11/01/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
67
niet mag verkopen, omdat hij geen gelijkvormigheidsattest heeft. U
neemt maatregelen om personeel aan te werven, maar kon men in de
uitstroom van het personeel niet voorzien?
Zijn ze zomaar weggegaan of zijn ze, op zijn Vlaams gezegd, buiten
gesmeten?
personnel. Qu'est-il donc advenu
de
ce
personnel?
Des
licenciements ont-ils eu lieu?
21.04 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Ze zijn weggegaan.
21.04
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: Non, ces agents
sont partis de leur propre gré.
21.05 Paul Vanhie (LDD): Ik hoop dat de zaak snel in orde komt,
want de mensen beginnen zwarte sneeuw te zien.
21.05 Paul Vanhie (LDD):
J'espère
qu'une
solution se
dégagera rapidement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
22 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de
eerste minister, over "het rijden met ondoorzichtige voorruit" (nr. 18120)
22 Question de M. Jef Van den Bergh au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"la conduite avec des pare-brises givrés" (n° 18120)
22.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, de
winterse omstandigheden zorgen voor bijzondere rijomstandigheden.
Onder andere begin 2010, namelijk op 4 januari, is er helaas een
jonge vrouw in het verkeer gestorven, nadat zij op het zebrapad werd
aangereden door een bestuurder die haar niet had opgemerkt, omdat
de ruiten van zijn wagen nog berijpt waren, zoals dat blijkbaar in mooi
Nederlands wordt gezegd.
Rijden zonder de ruiten eerst vorstvrij te maken, is inderdaad
bijzonder gevaarlijk. Daarmee zal iedereen het wel eens zijn.
Er is daarna enige beweging ontstaan om het probleem van het op
een dergelijke manier rijden aan te pakken. Een dergelijke overtreding
zou kunnen worden bestraft op basis van artikel 81 van het koninklijk
besluit van 1975, dat bepaalt dat de uitrusting en de organen van
voertuigen altijd in goede staat van werking, voortreffelijk
onderhouden en geregeld moeten zijn. Ook artikel 44 van het
koninklijk besluit van 15 maart 1968 schrijft voor dat de bestuurder
bestendig een volmaakt uitzicht door de voorruit moet hebben.
Het niet naleven van voornoemde reglementering wordt beschouwd
als een overtreding van de eerste graad en wordt bestraft met een
geldboete tussen 10 en 250 euro, uiteraard te vermenigvuldigen met
de gekende factor.
Ondanks de bestaande boete zien wij niettemin vaak dat er bij
vriestemperaturen jammer genoeg al te vaak auto's rondrijden
waarvan de ruiten nog volledig bevroren of ondergesneeuwd zijn, met
alle mogelijke, daaraan verbonden gevolgen van dien, zoals wij vorige
week in de media helaas hebben moeten vaststellen.
Mijnheer de staatssecretaris, zou, gezien het gevaar dat dergelijk
rijden met beperkt zicht inhoudt, de overtreding in kwestie niet veeleer
als een inbreuk van de tweede of zelfs de derde graad moeten
22.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): Le 4 janvier 2010, une
femme est décédée dans un
accident de la route, le conducteur
du véhicule ne l'ayant pas aperçue
à travers ses pare-brise givrés.
Conformément à l'article 81 de
l'arrêté royal de 1975 l'équipement
d'un véhicule doit toujours être en
bon état de fonctionnement et
parfaitement
entretenu.
Une
infraction à ce prescrit est
punissable d'une amende de 10 à
250 euros. Or il arrive par trop
souvent
que
des
véhicules
circulent par temps de gel avec
des pare-brise givrés ou couverts
de neige.
Ne serait-il pas opportun de
considérer cette contravention
comme
une
infraction
du
deuxième, voire du troisième
degré? Le ministre entend-il
prendre
des
initiatives
pour
expliquer à la population que la
conduite avec des pare-brise non
transparents n'est pas seulement
dangereuse,
mais
également
punissable?
11/01/2010
CRIV 52
COM 740
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
68
worden beschouwd? Een dergelijk rijgedrag creëert immers
rechtstreeks gevaar. Het is op basis van het creëren van gevaar dat
de overtredingen in categorieën zijn ingedeeld.
Zult u initiatieven nemen om de bevolking in het algemeen meer te
sensibiliseren voor het feit dat het rijden met ondoorzichtige voorruiten
wel degelijk strafbaar is en dat er dus boetes kunnen worden
verwacht?
22.02 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer Van den Bergh,
rijden met een ondoorzichtige voorruit omdat zij bevroren, besneeuwd
of bedampt is, heeft volgens mij niet veel te maken met het zwaarder
bestraffen van die overtreding noch met de eventuele onwetendheid
van de bevolking dat het strafbaar zou zijn. Het heeft veel meer te
maken met gezond verstand. Als men niet door de voorruit kan kijken,
vertrekt men niet en doet men het nodige om de voorruit sneeuw- en
vorstvrij te maken. Dat lijkt mij evident. Ondanks alle informatie en
nuttige raad die daarover wordt gegeven in de media en het
voorhanden zijn van efficiënte middelen om de voorruit te ontdooien,
blijkt een aantal bestuurders dat nog altijd niet te beseffen.
Ik begrijp uw bemerking, die volkomen terecht is, maar ik zie niet
goed in hoe ik zoiets kan reglementeren. Men moet door zijn ruiten
kunnen kijken. Zo eenvoudig is dat. Hoe kan men bij een accident ooit
tot de vaststelling komen dat de ruit al dan niet voldoende doorzichtig
was? Ofwel was de ruit niet doorzichtig en is ze dat ondertussen wel,
ofwel was ze wel doorzichtig en is ze dat ondertussen niet meer. De
controle daarop is onmogelijk. Dat is mijn probleem.
22.02
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: Je crois que c'est
en premier lieu une question de
bon sens et que la notion de
sanction n'intervient pas pour
grand-chose. Toutefois, un certain
nombre de conducteurs ne se
rendent
manifestement
pas
compte du risque.
Je ne vois cependant pas
comment
réglementer
ce
phénomène. Comment peut-on
constater, après un accident, que
la vitre était ou non suffisamment
transparente? Elle pourrait en effet
l'être au moment du constat, alors
qu'elle ne l'était pas au moment de
l'accident.
22.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, het
is inderdaad moeilijk te controleren op het moment dat er iets gebeurt,
maar een politiecontrole kan wagens die zo rondrijden -- we komen
er elke morgen tientallen tegen -- wel preventief staande houden,
eventueel een proces-verbaal uitschrijven of op zijn minst een
waarschuwing geven.
Het discussiepunt is of een dergelijke verkeersovertreding tot de
eerste graad behoort. Aangezien er rechtstreekse risico's aan
verbonden zijn die anderen mogelijk in gevaar brengen, vraag ik mij af
of de categorisering van die overtreding wel correct is. Misschien
kunnen we daarop later nog eens terugkomen.
22.03 Jef Van den Bergh
(CD&V): Les policiers peuvent
arrêter les voitures qui circulent
ainsi et dresser un procès-verbal
ou à tout le moins donner un
avertissement.
Une autre question est de savoir si
ces
infractions
doivent
être
considérées
comme
des
infractions du premier degré.
22.04 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Dat is een andere zaak.
Dat kan ik laten onderzoeken. Daarmee ga ik akkoord.
22.04
Etienne Schouppe,
secrétaire
d'État:
Je
peux
demander une étude à ce sujet.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
23 Samengevoegde vragen van
- de heer Jef Van den Bergh aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "het toelaten van elektrische wagens op busstroken" (nr. 18121)
- mevrouw Katia della Faille de Leverghem aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de
eerste minister, over "het toelaten van elektrische voertuigen op busbanen" (nr. 18178)
23 Questions jointes de
- M. Jef Van den Bergh au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "l'accès aux
couloirs de bus pour les voitures électriques" (n° 18121)
- Mme Katia della Faille de Leverghem au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre,
CRIV 52
COM 740
11/01/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
69
sur "l'autorisation pour les voitures électriques de circuler dans les couloirs réservés aux bus"
(n° 18178)
23.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris,
Vlaams minister van Innovatie, Ingrid Lieten, heeft vorige week
verklaard dat ze er voorstander van is om elektrische voertuigen
tijdens de spitsuren op de busstroken toe te laten. Op die manier
denkt ze de introductie van dergelijke wagens op onze wegen te
kunnen versnellen.
Het toelaten van andere voertuigen op busstroken is mijn inziens nog
steeds een federale bevoegdheid. Hiertoe moet immers artikel 72.5
van het koninklijk besluit van 1 december 1975 worden gewijzigd.
Mijnheer de staatssecretaris, bent u op de hoogte van de plannen van
minister Lieten? Is hierover reeds contact geweest of overleg
gepleegd?
Wat is uw de houding over het toelaten van elektrische wagens tot de
busstroken? We hadden het daarnet nog over de motorrijders op de
busstroken. Wij hebben destijds in de commissie ook een meer
algemene discussie over bedrijfsvervoer gevoerd. Moeten wij de
busstroken nu voor elektrische voertuigen openstellen? En meer
fundamenteel, is dat überhaupt wel controleerbaar door de bevoegde
diensten?
23.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): La ministre flamande
Lieten veut qu'aux heures de
pointe les véhicules électriques
aient accès aux bandes réservées
aux bus. Mais il s'agit en
l'occurrence d'une compétence
fédérale. Cette question a-t-elle
déjà fait l'objet d'une concertation?
Quelle est la position du secrétaire
d'État?
23.02 Katia della Faille de Leverghem (Open Vld): Mijnheer de
staatssecretaris, Vlaams minister Lieten heeft aangekondigd dat zij de
piste om elektrische auto's op de busbanen te laten rijden, wil laten
onderzoeken. Ze verklaarde voorstander te zijn van het idee om die
wagens toe te laten op de busstroken tijdens de spitsuren.
In het kader van de aanpak van de CO
2
-uitstoot is het heel belangrijk
dat wij verder op zoek blijven gaan naar alternatieven en
milieuvriendelijke brandstoffen. Een van die brandstoffen is
elektriciteit. Uit studies is immers gebleken dat de emissies van
personenwagens die elektrisch worden aangedreven, veel gunstiger
zijn dan van voertuigen op diesel of benzine.
Verschillende merken zijn bezig met de ontwikkeling van een
elektrische auto. Volgens prognoses zal in 2020 tien procent van ons
wagenpark elektrisch zijn.
Rekening houdend met die evolutie, heb ik een resolutie ingediend,
enkele maanden geleden, om elektrische voertuigen toe te laten op
de busbanen. Het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende
algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het
gebruik van de openbare weg dient daartoe gewijzigd te worden. In
tegenstelling tot het voorstel van minister Lieten, wil ik de elektrische
voertuigen onbeperkt gebruik laten maken van die stroken, en het
gebruik dus niet beperken tot de spitsuren.
Mijnheer de staatssecretaris, graag had ik dan ook een antwoord van
u gekregen op de volgende vragen.
Wat denkt u over het toelaten van elektrische wagens op de
busstroken?
23.02 Katia della Faille de
Leverghem
(Open
Vld): La
ministre
flamande
Lieten
a
annoncé qu'elle entend faire
examiner la possibilité de faire
rouler les voitures électriques
pendant les heures de pointe sur
les voies réservées aux bus. Il
s'agit d'une initiative importante
dans le cadre la quête de modes
de transport écologiques. Les
voitures électriques sont en effet
moins polluantes que les véhicules
diesel ou à essence. Il ya
quelques mois, j'ai déposé une
résolution en la matière, dont la
mise en oeuvre nécessite une
modification de l'arrêté royal du
1
er
décembre 1975. Contrairement
à la proposition de Mme Lieten, je
souhaite
que
les
voitures
électriques puissent utiliser ces
bandes sans restrictions. Quelle
est la position du secrétaire
d'État? Est-il disposé à modifier
l'arrêté
royal?
Quel
est
l'échéancier?
11/01/2010
CRIV 52
COM 740
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
70
Bent u bereid om het koninklijk besluit van 1 december 1975 te
wijzigen, zodat elektrische voertuigen onbeperkt gebruik kunnen
maken van de busbanen? Indien ja, wat ik hoop, welke tijdspad zal in
dat geval gevolgd worden?
23.03 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer de voorzitter,
mevrouw, ik vernam de plannen van minister Lieten, van wie ik niet
wist dat ook zij bevoegd was voor Mobiliteit, via de pers vernomen. Ik
was enigszins verbaasd toen ik haar standpunt las, vermits haar
collega en geestesgenoot, mevrouw Van Brempt, die in de vorige
Vlaamse regering wel de bevoegdheid over Mobiliteit had, zelfs
weigerachtig stond tegen het openstellen van busbanen voor autocars
-- dit is nochtans een vorm van collectief en dus duurzaam vervoer --
omdat dit volgens haar de vlotte doorstroming van de bussen van De
Lijn zou beletten.
Waar ik het standpunt van de vorige Vlaamse minister van Mobiliteit
niet kon volgen omdat er natuurlijk geen massa's autocars zijn die op
de busbanen zullen rijden, denk ik dat het probleem van de vlotte
doorstroming van bussen van het geregeld stads- en streekvervoer
wel reëel zou kunnen worden indien het aantal elektrische voertuigen,
conform de vraag en de wens die werd geformuleerd, onder meer
door de fiscale gunstmaatregelen, die de regering heeft genomen,
gevoelig zou toenemen. Deze toename mag trouwens in eerste
instantie worden verwacht in het stedelijke gebied waar de
doorstroming van het openbaar vervoer tijdens de spits nu al een
probleem vormt en waar derhalve het toelaten van de elektrische
voertuigen aanleiding zou kunnen geven tot bijkomende problemen
voor het stads- en streekvervoer.
23.03
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: J'étais quelque
peu étonné en apprenant les
projets de la ministre flamande
Lieten car son prédécesseur, la
ministre Van Brempt, était même
réticente à ouvrir les couloirs de
bus
aux
autocars
­
qui
représentent pourtant un transport
collectif, donc durable ­ au motif
que leur présence entraverait le
passage aisé des bus de De Lijn.
Là où les autocars ne sont pas
très nombreux, je crois qu'un réel
problème de fluidité pourrait se
poser si le nombre de véhicules
électriques
augmentait
considérablement, à la suite
notamment des mesures de
défiscalisation. La présence de
véhicules électriques pourrait ainsi
amplifier
les
problèmes
du
transport urbain et régional.
23.04 Jef Van den Bergh (CD&V): Bedankt, mijnheer de
staatssecretaris. Dit lijkt mij duidelijk.
23.05 Katia della Faille de Leverghem (Open Vld): Het is mij ook
duidelijk maar ik vind het nog altijd jammer. Ik ben van mening dat de
vlotte doorstroming van de bussen niet in het gedrang zal komen want
in mijn resolutie staat dat de wagens 80 km per uur moeten kunnen
rijden en dat het een tijdelijke maatregel is. Momenteel zijn er nog
geen tien elektrische wagens ingeschreven. Dit zou echt als een
impuls of een boost moeten fungeren. Het bestaat trouwens ook in
het buitenland. Ik blijf dus van oordeel dat het een goed voorstel is en
ik betreur het standpunt van de staatssecretaris.
23.05 Katia della Faille de
Leverghem (Open Vld): Votre
réponse est claire. Or la fluidité du
trafic des bus ne sera pas
compromise, car ma proposition
prévoit que les voitures doivent
pouvoir atteindre 80 km/h; de plus,
la mesure est temporaire. Je reste
donc d'avis qu'il s'agit d'une bonne
proposition, et je déplore la
position du secrétaire d'État.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nr. 18183 van collega Lavaux wordt uitgesteld.
24 Vraag van de heer Peter Logghe aan de minister van Klimaat en Energie over "de evolutie inzake
elektrische auto's en de uitdagingen voor België" (nr. 18138)
24 Question de M. Peter Logghe au ministre du Climat et de l'Énergie sur "l'évolution en matière de
voitures électriques et les défis pour la Belgique" (n° 18138)
24.01 Peter Logghe (VB): Mijnheer de staatssecretaris, ik ga verder
op de kwestie van de elektrische auto's. Niets wijst er op dat aardolie
als een permanente energiebron mag worden beschouwd. Steeds
24.01 Peter Logghe (VB): Selon
une étude réalisée par Federauto,
les voitures électriques néces-
CRIV 52
COM 740
11/01/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
71
vaker worden volledig elektrische wagens als het ultieme
vervoersmiddel voorgesteld. Er zijn allerlei nationale en internationale
studies, dat weet u. Er is bijvoorbeeld de studie van Federauto. Die
merkt op dat bijkomende infrastructuur in ons land zeer snel nodig is,
willen we aanhaken op de verwachte trend in Europa. Op wereldvlak
zijn er prognoses van penetraties tot 7 miljoen hybride voertuigen op
vrij korte termijn. In Europa verwacht men in 2010 300 000 elektrische
voertuigen. In 2015 zou dat al 1 500 000 zijn, dat is een
vervijfvoudiging op vijf jaar tijd. Daarna zou het exponentieel stijgen.
In studies allerhande is te lezen dat bijna alle Europese merken en
toeleveranciers actief
zijn
op het vlak van elektrische
voertuigontwikkeling. Meestal is dat in overleg en met actieve
ondersteuning van een aantal Europese staten zoals Nederland,
Denemarken en Groot-Brittannië. België staat daar nooit tussen. In
welke concrete dossiers is de Belgische overheid momenteel
concreet aanwezig op het vlak van ontwikkeling van elektrische
voertuigen?
Volgens de prognoses rijden er tegen 2015 in Europa alleen al
ongeveer 1 500 000 elektrische voertuigen rond. U herinnerend aan
uw antwoord op mijn schriftelijke vraag, zijn er momenteel in België
negen elektrische voertuigen ingeschreven. Het is duidelijk dat België
op dit vlak een enorme achterstand heeft.
Heeft men er op federaal vlak enige notie van welke investeringen er
concreet nodig zullen zijn om België klaar te maken voor de massale
aanmaak van elektrische voertuigen?
Ten derde, verschillende rapporten, onder andere het rapport van
Federauto, maken gewag van het feit dat als België er niet snel in
slaagt om pilootprojecten actief te ondersteunen en op te zetten, de
bestaande expertise wel eens naar het buitenland zou kunnen
verhuizen. Wat is uw mening daarover? Ik had deze vraag
oorspronkelijk aan minister Magnette gesteld die daar al een paar
keer op geantwoord heeft.
Ten slotte, de fiscale stimuli. U hebt het in uw antwoord op vorige
vragen al genoemd. Er is momenteel een belastingvermindering maar
dat is natuurlijk slechts een uitgesteld voordeel. Het zou natuurlijk veel
beter, concreter en efficiënter zijn om in een korting bij de aankoop te
voorzien. Wordt deze vermindering op de aankoop als mogelijke piste
weerhouden in de regering? Wat met vzw's en vennootschappen die
momenteel niet delen in het fiscaal voordeel? Daar moet toch ook wat
voor kunnen gebeuren? Mijnheer de staatssecretaris, wat zijn de
concrete plannen van deze regering?
siteraient
des
infrastructures
supplémentaires.
D'après
certaines prévisions, à court
terme, 7 millions de voitures
hybrides
seront
mises
en
circulation à l'échelle mondiale.
Toutes les marques et l'ensemble
des fournisseurs sont actifs sur le
plan
du
développement
de
véhicules électriques.
Notre pays accuse actuellement
un retard énorme en la matière.
Quelles mesures les autorités
belges
prennent-elles
pour
stimuler la mise en circulation de
véhicules
électriques ?
Quels
investissements sont nécessaires
en la matière ?
Si notre pays ne réussit pas à
lancer
des
projets
pilotes,
l'expertise risque de se perdre.
Qu'en
pensez-vous,
M.
le
secrétaire d'État?
Une réduction d'impôt est déjà
prévue,
mais
celle-ci
ne
représente qu'un avantage différé
dont les ASBL et les sociétés ne
peuvent profiter. Le gouvernement
envisage-t-il
d'accorder
une
réduction à l'achat?
24.02 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer Logghe, wat uw
eerste vraag betreft, inzake de prognoses moeten wij zeer voorzichtig
blijven. Er zijn enorme verschillen tussen de commerciële prognoses
en de werkelijkheid.
Het Internationaal Energieagentschap voorziet weliswaar in een
aandeel van 10 % voor de elektrische voertuigen, doch volgens het
agentschap is dat tegen 2030. Dat is dus nog twintig jaar. Het gaat
hier niet over een referentiescenario, maar over een gunstig scenario.
De federale overheid is momenteel niet rechtstreeks betrokken bij
24.02
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: Nous devons
faire preuve de prudence à l'égard
des prévisions, car la réalité peut
différer sensiblement des prévi-
sions commerciales. L'Agence
Internationale
pour
l'Energie
prévoit dans son scénario le plus
avantageux que les véhicules
électriques représenteront 10 %
pour l'année 2030.
11/01/2010
CRIV 52
COM 740
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
72
concrete dossiers om de autonijverheid te ondersteunen.
Economische steun aan bedrijven is een gewestelijke materie. Ik
verwijs in dat verband naar initiatieven zoals Flanders' Drive, Vito
enzovoort.
Ik wil u er echter op wijzen dat de federale overheid fiscale incentives
geeft voor de aankoop van elektrische voertuigen. In dit verband
verwijs ik naar de maatregelen die in de programmawet van
23 december 2009 zijn opgenomen.
Zoals ik in mijn laatste beleidsnota heb vermeld, zal mijn departement
onderzoeken welke bijkomende stimulansen ter bevordering van
elektrische voertuigen kunnen worden genomen, zoals bijvoorbeeld
de faciliteiten op openbare parkeerplaatsen, een demonstratieproject
tijdens het Belgisch Voorzitterschap van de EU in 2010 en de
vernieuwing van de voertuigenvloot van de overheidsinstanties.
Op uw tweede vraag kan ik u antwoorden dat op het gebied van
investeringen inzake infrastructuur en het infrastructuurnet en over
alles wat energie betreft de FOD Economie bevoegd is. Natuurlijk
heeft ook de privésector een belangrijke rol bij de uitbouw van een
plug-innetwerk. Initiatieven in het buitenland zoals Better Place en wat
Renault-Nissan doet, bewijzen dit volkomen.
Zelf onderzoek ik of het mogelijk is om een aantal pilootprojecten voor
het plaatsen van laadpalen te ondersteunen.
Mijn departement is bevoegd voor de homologatie en de inschrijving
van de voertuigen, en werkt aan een hele hervorming van zijn
organisatie bij de directie-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid,
om onder meer de homologatie van nieuwe voertuigtypes te
versnellen en te verbeteren.
Wat uw derde vraag aangaat, denk ik dat de overheid zelf het
voorbeeld kan geven. Zo zullen mijn departement en mijn beleidscel
in de komende weken een plug-in hybridewagen in dienst nemen. Ik
hoop dat andere departementen en ministers dit voorbeeld zullen
volgen.
Ook op gewestelijk niveau zijn er al initiatieven genomen. Zo gaf het
Waals Gewest onder de vorige regering een premie van 75 % aan de
gemeenten die een elektrische wagen aankochten.
Het is duidelijk, als we expertise inzake elektrische voertuigen in
België willen houden en verder uitbouwen, dat er vooral
ondersteuning nodig is inzake research en development, innovatie en
investeringen. Dat zijn evenwel bevoegdheden van de Gewesten.
Voor uw vierde vraag moet ik u volledig verwijzen naar de
bevoegdheden die uitgevoerd worden door mijn collega, de heer
Clerfayt.
Mijnheer Logghe, tot daar mijn antwoord.
Les autorités fédérales ne sont
pas directement associées aux
dossiers concrets. L'aide écono-
mique aux entreprises est une
compétence régionale. Le pouvoir
fédéral octroie cependant des
avantages fiscaux pour l'achat de
véhicules
électriques.
Mon
département se penche sur
d'éventuels stimulants supplé-
mentaires, comme des facilités de
parking, un projet de démons-
tration lors de la présidence belge
de l'UE et le renouvellement du
parc automobile des instances
administratives.
Le SPF Énergie est compétent en
ce qui concerne les investis-
sements en matière d'infrastructure.
Le secteur privé joue un rôle
important dans le développement
d'un réseau plug-in. J'examine la
possibilité de soutenir l'installation
de bornes de rechargement
électrique.
Mon département procède à une
réorganisation afin d'accélérer
l'homologation
des
nouveaux
types de véhicules.
Les autorités publiques veulent
aussi
montrer
elles-mêmes
l'exemple. Mon département et ma
cellule
stratégique
pourront
prendre en service un véhicule
hybride dans les prochains mois
J'espère que les autres ministres
suivront cet exemple. Sous le
gouvernement
précédent,
la
Région wallonne payait déjà 75 %
de
la
facture
lorsque
les
communes achetaient une voiture
électrique.
Si
nous
voulons
continuer à développer l'expertise
en
matière
de
véhicules
électriques en Belgique, les
Régions devront en tout cas
continuer à soutenir la recherche,
les
innovations
et
les
investissements.
En ce qui concerne la dernière
question,
je
renvoie
aux
compétences de M. Clerfayt.
24.03 Peter Logghe (VB): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u 24.03 Peter Logghe (VB): La
CRIV 52
COM 740
11/01/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
73
voor uw antwoord dat uitgebreider is dan elk antwoord dat ik ooit van
minister Magnette kreeg.
Ik neem nota van de plannen van uw departement om verder te
zoeken inzake faciliteiten op openbare parkings, enzovoort.
Mijnheer de staatssecretaris, ik ben mij ervan bewust dat een en
ander misschien bemoeilijkt wordt door de opdeling van
bevoegdheden tussen de Gewesten en de federale overheid.
Ik neem er toch nota van dat u bereid bent om de vicieuze cirkel te
doorbreken van eerst investeringen en dan auto's, waarop werd
gerepliceerd eerst auto's en dan investeringen. Hopelijk zien wij
elkaar eind van dit jaar terug met iets meer dan negen ingeschreven
elektrische voertuigen, mijnheer de staatssecretaris. Ik zal mij bezig
blijven houden met de materie.
réponse du secrétaire d'État est
plus détaillée que celle que j'ai
déjà obtenue de M. Magnette. Je
prends note de son intention de
continuer
à
rechercher
des
facilités de stationnement. Je me
rends bien compte que la
répartition des compétences entre
les Régions et les autorités
fédérales complique le dossier. Je
me réjouis également de la mise
en service de quelques véhicules
à ce jour mais j'espère qu'à la fin
de l'année, il y en aura plus que
les neuf immatriculés aujourd'hui.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 18.40 uur.
La réunion publique de commission est levée à 18.40 heures.