Commissie voor de Binnenlandse Zaken, de algemene Zaken en het Openbaar Ambt

Commission de l'Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique

 

van

 

woensdag 6 januari 2010

 

Voormiddag

 

______

 

 

du

 

mercredi 6 janvier 2010

 

Matin

 

______

 

 


La séance est ouverte à 10.18 heures et présidée par M. André Frédéric.

De vergadering wordt geopend om 10.18 uur en voorgezeten door de heer André Frédéric.

 

De voorzitter: Vraag nr. 17564 van de heer Waterschoot is omgezet in een schriftelijke vraag.

 

01 Vraag van de heer Koen Bultinck aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid, over "de fotosessie van de minister van Pensioenen in Paris Match" (nr. 17620)

01 Question de M. Koen Bultinck au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "la séance de photos du ministre des Pensions pour Paris Match" (n° 17620)

 

01.01  Koen Bultinck (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, ik kom toch nog even terug op de veelvuldige mediaoptredens van de minister van Pensioenen, de heer Daerden. Ik verwijs enerzijds naar de fameuze fotoreportage in Paris Match en anderzijds naar het optreden op de RTBF in het programma De Twaalf Werken. Hij bedenkt u ook zeer uitdrukkelijk, heb ik gemerkt. Er ontstaat wel een zeer nauwe band tussen u en de minister van Pensioenen, als nu ook de nieuwjaarskaartjes van de minister van Pensioenen een cartoontje brengen met de eerste minister als zijn private leraar Nederlands. Ik verwijs ook uitdrukkelijk naar de reactie van de minister van Financiën, de heer Reynders, van enkele weken geleden. Hij was vrij scherp voor minister Daerden. Hij vroeg zich af of er niet meer problemen zijn met de pensioenen en of de minister zich niet beter met het zeer ernstige dossier van de pensioenen zou bezighouden in plaats van met allerlei mediaoptredens.

 

Vandaar een aantal vragen, mijnheer de eerste minister. Hebt u ondertussen met de minister van Pensioenen over zijn veelvuldige mediaoptredens een gesprek gehad? Ze zijn immers op zijn zachtst gezegd niet altijd even goed gekozen. Zou u het niet beter vinden dat de minister van Pensioenen zich meer gaat bezighouden met de zeer ernstige pensioenproblematiek? Bevestigt dit niet dat er zich door de politici zelf en door een aantal optredens van ministers een ernstig probleem met het imago van de politiek begint voor te doen? Vindt u niet dat we moeten komen tot een aantal deontologische afspraken, al dan niet geschreven, om ministers duidelijk te maken waar zij zich gezien de ernst van hun functie aan moeten houden? Tot hier een aantal vragen om het jaar goed in te zetten met de eerste minister.

 

01.02 Eerste minister Yves Leterme: Mijnheer de voorzitter, het antwoord op de eerste vraag is ja.

 

Ten tweede, wat de ernstige zaken betreft, ik zie de minister van pensioenen volgende week om het te hebben over het pensioendossier.

 

Ten derde, ik denk dat de deontologie door elk lid van de regering moet worden ingeschat. Als er zich problemen stellen dan moeten die door de collega’s aan de Ministerraad worden voorgelegd.

 

01.03  Koen Bultinck (VB): Mijnheer de voorzitter, ik denk dat ik de eerste minister voor zijn antwoord kan bedanken. Het was kort maar voldoende duidelijk.

 

Mijnheer de eerste minister, u hebt het goed omfloerst omschreven, maar ik meen dat wij het eigenlijk erover eens zijn dat een aantal mediaoptredens van de minister van Pensioenen niet voor herhaling vatbaar zijn.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Vraag nr. 17681 van de heer Jambon wordt op zijn verzoek ingetrokken.

 

Wij komen thans tot punt 4 van onze agenda die bestaat uit samengevoegde vragen. Mevrouw Douifi heeft evenwel haar vraag nr. 17685 omgezet in een schriftelijke vraag en de heer Dedecker is niet aanwezig voor het stellen van zijn vragen nrs. 17717 en 17855. Ik geef aldus het woord aan de heer De Man voor het stellen van zijn vragen.

 

02 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Dalila Douifi aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid, over "de instructie regularisatie" (nr. 17685)

- de heer Jean Marie Dedecker aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid, over "de onwettige regularisatieprocedure" (nr. 17717)

- de heer Jean Marie Dedecker aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid, over "de onwettige regularisatieprocedure" (nr. 17855)

- de heer Filip De Man aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid, over "zijn bevoegdheid 'coördinatie van het migratie- en asielbeleid'" (nr. 18016)

- de heer Filip De Man aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid, over "zijn uitspraak op de televisie over het zoeken naar pistes na de vernietiging van de 'instructie' regularisaties" (nr. 18017)

02 Questions jointes de

- Mme Dalila Douifi au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "l'instruction régularisation" (n° 17685)

- M. Jean Marie Dedecker au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "la procédure de régularisation illégale" (n° 17717)

- M. Jean Marie Dedecker au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "la procédure de régularisation illégale" (n° 17855)

- M. Filip De Man au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "sa compétence 'coordination de la Politique de migration et d'asile'" (n° 18016)

- M. Filip De Man au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "ses propos tenus à la télévision au sujet des pistes de recherche à la suite de la destruction de 'l'instruction' régularisation" (n° 18017)

 

02.01  Filip De Man (VB): Mijnheer de eerste minister, mijn eerste vraag gaat over uw bevoegdheid inzake de coördinatie van migratie en asiel. U bent in de regering-Leterme II de eindverantwoordelijke voor het beleid inzake immigratie en asiel.

 

Aangezien u zich daar voor het kerstreces aan hebt onttrokken, vernam ik graag het antwoord op de vraag wat uw houding is in verband met het arrest van de Raad van State, dat duidelijk bepaalt dat regularisatieaanvragen vanuit het buitenland moeten worden ingediend, behoudens buitengewone omstandigheden. Volgens de Raad van State slaan die buitengewone omstandigheden natuurlijk niet op argumenten die ten gronde kunnen worden gebruikt, elementen zoals een langdurige asielprocedure of een duurzame lokale verankering.

 

Ik was erg verbaasd over de reactie van uw staatssecretaris, de heer Wathelet, na het arrest van de Raad van State, die geen reden zag om een en ander aan te passen en de volgens de wet en de vaste rechtspraak van de Raad van State ongeldige elementen zou blijven aanvaarden om regularisatieaanvragen ontvankelijk te verklaren. Het gaat hier wel degelijk over de ontvankelijkheid en niet over de behandeling ten gronde.

 

Volgens mij bepaalt de wet dat de discretionaire bevoegdheid van de staatsecretaris of de minister, afhankelijk van de samenstelling van de regering, alleen ten gronde en in uitzonderlijke gevallen kan worden aangewend.

 

Daar rijst een tweede probleem. De staatssecretaris zegt dat hij de dossiers nu individueel zal behandelen. Dat betekent dat hij wellicht tienduizenden regularisaties individueel zal behandelen. Is er dan nog sprake van uitzonderlijk? Men kan toch moeilijk volhouden dat men te uitzonderlijke titel al eens iemand een verblijfsvergunning wil toekennen, als het gaat over vele tienduizenden. Ik had graag een antwoord op mijn vraag in verband met het het element van het uitzonderlijk zijn van de aanvraag, mijnheer de eerste minister.

 

Tot slot, illegalen moesten een adres opgeven om hun aanvraag te kunnen indienen. Mijnheer de eerste minister, zult u als regeringsleider – u bent althans in theorie de leider van deze regering – erop toezien dat de bevoegde ministers de wet op het politieambt en de vreemdelingenwet toepassen? Die wetten bepalen dat politieambtenaren de illegale vreemdelingen moeten vatten, net zoals de vreemdelingenwet ook een en ander voorschrijft.

 

Nu die adressen bekend zijn, is het uw verdomde taak, mijnheer de eerste minister, om die wetten toe te passen en ervoor te zorgen dat de vreemdelingen die illegaal in het land verblijven en die de wetten overtreden, worden opgepakt en uitgezet.

 

02.02  Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, vooraf wil ik opmerken dat ik bepaalde elementen van de agendering niet begrijp. Mijn vraag, die hier in de commissie nu voorligt, heb ik al twee keer tijdens de plenaire vergadering voorgelegd. Het is precies dezelfde vraag. De tweede keer dat ik de vraag stelde wilde de eerste minister zelfs niet antwoorden. De vraag werd dan naar de heer Wathelet doorverwezen.

 

Ik ben behoorlijk gelukkig dat ik hier vandaag mijn vraag mag stellen. Volgens mij is de heer Leterme immers …

 

Le président: M. Dedecker, c’était une décision de la Conférence des présidents.

 

02.03  Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, het is geen beslissing van de Conferentie van voorzitters.

 

Le président: Votre question est à l’ordre du jour. Tout est en ordre. Tout va bien.

 

02.04  Jean Marie Dedecker (LDD): Het was een beslissing van de eerste minister zelf. Hij was aanwezig. Het Parlement heeft op het bewuste moment niet mogen antwoorden. Toen is de voorzitter van de Kamer hem gevolgd. Achteraf is er in de Conferentie van voorzitters inderdaad heel wat over de kwestie gedebatteerd.

 

Ik ben niettemin tevreden om op het dossier te kunnen terugkeren, aangezien de eerste minister bevoegd is voor de coördinatie van het asielbeleid. Ik wil mij derhalve niet alleen beperken tot de vraag die de heer De Man heeft gesteld. Ik ga 100 % akkoord met zijn ongerustheid dienaangaande. Het prutswerk dat de regering na de sluiting van het Parlement in juli 2009 heeft verricht, door te trachten een algemene regularisatie buiten het Parlement om via een gewone instructienota door de strot van onze bevolking te rammen – laat het ons op die manier stellen –, is door de Raad van State teruggefloten.

 

Hoe zal de regering de kwestie in de toekomst juridisch en legaal afhandelen?

 

Voor het overige wordt het aanzuigeffect van de bedoelde maatregel vandaag constant bewezen. Mijnheer Leterme, ik merk dat uw regering ondertussen, niettegenstaande het feit dat er nogal wat ministers mee zijn gemoeid om voornoemd probleem op te lossen, aan een chronische onbekwaamheid lijdt om een en ander te regelen.

 

U hebt hier zelf in het Parlement een heel mooie asielshow opgevoerd, waarbij bijvoorbeeld de Koning zelfs zijn buitenverblijfje in Ciergnon ter beschikking zou stellen.

 

Hoeveel asielzoekers zitten er vandaag al in Ciergnon? Vermoedelijk zit er niemand.

 

U hebt allerlei zaken beloofd. Elke dag wordt er verklaard dat de regering een nieuw asielcentrum zal openen. ’s Anderdaags wordt de verklaring al teruggefloten. Er zitten 1 200 asielzoekers op hotel, zijnde een noodoplossing die ons reeds 8 miljoen euro heeft gekost. België is door Justitie veroordeeld tot een boete van 500 euro per dag per persoon voor mensen die geen onderdak vinden.

 

U hebt in het tv-programma De Keien van de Wetstraat het bericht gelost dat de regering de asielzoekers opnieuw OCMW-steun zal geven. Voornoemde maatregel is ooit in de jaren negentig door uw partij uitgevonden. Ze is totaal nefast afgelopen.

 

Zult u in de toekomst al dan niet opnieuw OCMW-steun toekennen?

 

Het aanzuigeffect van de maatregel van de algemene regularisatie blijkt enorm nefast te zijn. Het beleid dat erop volgt, is echter nog nefaster.

 

U had allerlei zaken beloofd. Ik heb het hier dan nog niet over schijnhuwelijken en gezinsherenigingen. Ik heb het dan bijvoorbeeld wel over de vraag wat u momenteel met de meervoudige asielaanvragen zult doen. Kortom, hoe zult u de kraan die u in juli 2009 op een illegale manier hebt opengedraaid, opnieuw dichtdraaien? De maatregel was inderdaad illegaal. Dat is immers uit de uitspraak van de Raad van State gebleken. Hoe zal u in de nabije toekomst op voornoemde uitspraak reageren?

 

Wat is gebeurd, is immers compleet nefast. U verstopt zich constant achter een internationale situatie, die zelfs niet langer bestaat. U weet dat onze oosterbuur Duitsland momenteel heel wat uitwijzingen verricht. De aldus uitgewezen Kosovaren komen natuurlijk naar België. Zij worden hier door de aanzuigkracht van uw maatregel in het systeem opgenomen.

 

Bijgevolg zijn mijn vragen de volgende.

 

Wat zult u doen? Hoe zult u in de toekomst de kraan dichtdraaien? Wat zult u doen om de zaak legaal op te lossen? De zaak van de Raad van State hebt u immers gewoon naar de heer Wathelet doorgeschoven. Wat zal er in de toekomst dus gebeuren?

 

Hebt u al een zicht op het aantal asielzoekers dat algemeen zal worden geregulariseerd?

 

Ik heb de voorzitster van het OCMW van Antwerpen gehoord. Deze lieve dame, Monica De Coninck, zei dat er 17 000 nieuwe mensen worden verwacht in Antwerpen. Wij weten dat 2 000 nieuwe OCMW-klanten per jaar 2,5 miljoen euro kosten. Het budget van het OCMW van Antwerpen ligt vandaag tussen 650 en 700 miljoen euro. Drie vierde daarvan zijn OCMW-klanten. Van de nieuwe mensen die er bij komen zegt mevrouw De Coninck dat 30 % levenslang afhankelijk zal blijven van het OCMW.

 

Mijnheer de eerste minister, waar is uw verantwoordelijkheid in deze zaak om ze volledig op te lossen?

 

02.05  Filip De Man (VB): Mijnheer de voorzitter, mijn tweede vraag zal korter zijn, maar toch zeer belangrijk. De eerste minister heeft met veel aplomb in de keien van de Wetstraat gezegd dat er een oplossing zou worden gezocht nadat de Raad van State de instructie regularisaties had vernietigd. U hebt trouwens met veel aplomb ook gezegd dat de werf asiel en migratie eigenlijk min of meer afgerond was. Men moet maar durven.

 

02.06 Eerste minister Yves Leterme: (…)

 

02.07  Filip De Man (VB): Aplomb. Met veel overtuigingskracht, met veel durf. Misplaatste durf.

 

U hebt dus met veel aplomb – ik ben blij dat ik u een woord aanleer – gezegd dat de werf asiel en migratie vrijwel afgerond was. Men moet maar durven, op een moment waarop het enige wat u hebt gedaan is de kompanen van cdH en PS een groot plezier te doen met een massale regularisatie. Aan de snel-Belgwet hebt u geen barst gedaan, aan het misbruik van visa hebt u geen barst gedaan, inzake schijnhuwelijken…

 

02.08 Eerste minister Yves Leterme: (   )

 

02.09  Filip De Man (VB): Het is wel zo! Zegt u mij eens wat u hebt gedaan aan de snelbelgwet? Niets!

 

02.10 Eerste minister Yves Leterme: Kom, stel uw vraag.

 

02.11  Filip De Man (VB): U hebt daar dus niets aan gedaan. U hebt niets gedaan aan de naturalisatiewetgeving, noch aan de schijnhuwelijken of de visa. U laat dat allemaal op zijn beloop, het kan u allemaal niet schelen. Dat wil ik toch even opmerken.

 

Belangrijker is dat er een arrest is van de Raad van State. U hebt letterlijk op televisie gezegd dat u zou zoeken naar oplossingen. Ik zou dus van u willen weten welke oplossingen er ondertussen uit de bus zijn gekomen. Of is er helemaal geen oplossing en hebt u dat gewoon gezegd om de Vlaamse kiezer een rad voor ogen te draaien? Mag ondertussen de heer die nu bovenaan zit daar verder zijn gang gaan en tienduizenden illegale allochtonen regulariseren?

 

Ik wil u even wijzen op de technische kant van de zaak. Het arrest van de Raad van State van 9 december vernietigt de regularisatie-instructie en wijst er op dat het begrip “buitengewone omstandigheden” de mogelijkheid geeft om in België een verblijfsmachtiging aan te vragen, maar dat dit restrictief moet worden geïnterpreteerd. De buitengewone omstandigheden moeten bijvoorbeeld een situatie van oorlog zijn in het land van herkomst, of bijvoorbeeld de afwezigheid van een Belgische diplomatieke of consulaire post of een duidelijk bewijs van het gevaar dat die persoon daar zou lopen. In die gevallen, mijnheer de eerste minister, kan uw staatssecretaris buitengewone omstandigheden aanvaarden om dergelijke aanvraag ontvankelijk te verklaren. Dat is voor de Raad van State geen reden om massaal en ten gronde te oordelen.

 

De minister misbruikt zijn discretionaire bevoegdheid. Ik wil weten wat uw houding ter zake is, mijnheer de eerste minister.

 

02.12 Eerste minister Yves Leterme: Mijnheer de voorzitter, uiteraard sta ik niet in voor de kwaliteit van de vragen. Dat is nogal evident. Daarom distantieer ik mij van de verwachte — of veronderstelde, mijnheer Dedecker — aanzuigkracht die u mij persoonlijk toebedeelt.

 

In alle ernst, ziehier mijn antwoord op de gestelde vragen. Uiteraard heb ik met staatssecretaris Wathelet gesproken over de gevolgen van het arrest van de Raad van State dat de instructie van juli 2009 vernietigt. Ook in de regering werd hierover overlegd. Wij zullen ons daarover verder beraden.

 

Het is duidelijk dat de bevoegde staatssecretaris Wathelet op basis van de verblijfswet van 15 december 1980, en binnen de voorwaarden die deze wet oplegt, nog steeds de bevoegdheid heeft om in de hem voorgelegde individuele gevallen, beslissingen te nemen. Het arrest van de Raad van State doet daaraan geen afbreuk. Met andere woorden, in buitengewone omstandigheden kunnen mensen vanuit België een regularisatieaanvraag indienen. Wat de toekenningen van de machtigingen betreft heeft de staatssecretaris een ruime beoordelingsbevoegdheid.

 

Na het arrest van de Raad van State heeft staatssecretaris Wathelet aangekondigd dat hij de rechtszekerheid zal garanderen en dat hij de gedragslijnen zal volgen zoals die werden uitgetekend in uitvoering van het regeerakkoord. Dat doet hij uiteraard, collega's, met respect voor het arrest in kwestie en binnen het wettelijk kader en de beperkingen die in de wet zijn voorzien.

 

Hieruit volgt dat een gedragslijn geen verordenend karakter heeft. Elke aanvraag zal geval per geval worden onderzocht. Geval per geval zal dus worden nagegaan of aan de wettelijke voorwaarden is voldaan. Telkens opnieuw moeten de gebruikte gedragslijnen worden getoetst aan de juridische, feitelijke en menselijke omstandigheden van het individuele dossier. Het draagt volgens mij bij tot de principes van het goed bestuur dat de staatssecretaris binnen het wettelijk kader en binnen zijn individuele beoordelingsbevoegdheid, een gedragslijn hanteert. Ik neem immers aan dat niemand in het Parlement pleit voor een beleid van administratieve willekeur, en tegen het principe van gelijke behandeling.

 

De bevoegde staatssecretaris is aanwezig. Hij zal vandaag in deze commissie uitgebreid op het regularisatiebeleid terugkomen.

 

Tot slot, nog een woord over de vraag van de heer De Man. Mijnheer De Man, ik ben net als u van oordeel dat het uitwijzingsbeleid een belangrijk element is van het migratiebeleid. Mensen die op basis van wetten, besluiten en beslissingen in ons land geen toekomst hebben, zullen moeten terugkeren. Het terugkeerbeleid is voor mij uitermate belangrijk.

 

Ik verschil duidelijk van mening met u, in die zin dat dit terugkeerbeleid voor mij het sluitstuk is van het migratiebeleid. Het heeft in de hedendaagse samenleving geen zin om migratiebewegingen te ontkennen. Men moet hierover zonder taboes durven spreken, maar men moet ook de humanitaire aspecten van migratie durven zien en deze beleidsmatig aanpakken.

 

02.13  Filip De Man (VB): Mijnheer de eerste minister, u zegt dus in feite dat er nog geen oplossing is, want u gaat nog verder beraden binnen de regering. Dat is een eerste flinke vaststelling. Een maand na de uitspraak weet u dus nog niet waarheen.

 

Ten tweede, u hebt mij niet geantwoord op de bezwaren die ik heb inzake de ontvankelijkheid van regularisatieaanvragen. Ik zeg u dat uw staatssecretaris daar misbruik gaat maken van zijn discretionaire bevoegdheid en dingen zal ontvangen, om het zo te noemen, die hij niet mag ontvangen en niet mag aanvragen.

 

Vlaams Belang gaat dus twee acties ter zake ondernemen.

 

Ten eerste, wij gaan een wetsvoorstel indienen waarin iedereen duidelijk zal kunnen lezen hoe er in deze moet gewerkt worden. En dat is niet de manier van de heer Wathelet.

 

Ten tweede, wij gaan, zodra het duidelijk is dat de heer Wathelet uit de bocht gaat, een strafklacht indienen tegen hem en zijn ambtenaren.

 

02.14  Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de eerste minister, de aanzuigkracht van uw maatregel, om het in mooi Nederlands te zeggen, heeft inderdaad geresulteerd in een prachtig aanzuigeffect. Wij komen terug in de situatie van jaren geleden. Om klaar en duidelijk te zijn, uit de cijfers van 2009 valt duidelijk af te leiden dat het aantal asielaanvragen in december 2009 het plafond van 2 000 per maand weer heeft doorbroken.

 

De grote reden daarvan is natuurlijk de chronische onbekwaamheid van uw beleid en uw nieuwe werf Asiel en Migratie. U hebt een aanzuigeffect op gang gebracht door deze nieuwe maatregel, die teruggeroepen werd door de Raad van State. U zult daaraan terug wat prutswerk doen, wat kunst- en vliegwerk om die zaken toch door te laten gaan.

 

Het heel grote gevolg daarvan is echter dat wij terug zitten met tienduizenden mensen, met tienduizenden mensen die blijven komen. Als u spreekt over het humanitaire aspect, dan moet u ook een keer de hand in eigen boezem steken. Het is immers net door deze maatregel te nemen, door de mensen hoop te laten koesteren dat ze automatisch geregulariseerd worden als ze hier lang genoeg zijn, dat u een vals verwachtingspatroon creëert voor veel mensen. Als er iemand niet humanitair is, dan bent u het wel in dit geval. U kweekt immers een vals verwachtingspatroon, u laat mensen hier jarenlang rondzwerven, vroeg of laat worden ze toch geregulariseerd. U doet dat op de kap van de belastingbetaler.

 

Hebt u eigenlijk ooit al eens uitgerekend wat het migratiebeleid ons kost, mijnheer Wathelet? U bent ook staatssecretaris van Begroting. Hoeveel kost ons migratiebeleid per jaar? U weet het niet. Ik heb het laten berekenen. Het komt ongeveer op acht miljard euro per jaar. Het migratiebeleid kost de belastingbetaler acht miljard euro per jaar. Roept dat bij u geen vragen op in tijden van crisis? Zult u blijven valse verwachtingspatronen scheppen? Zult u prutswerk blijven verrichten? U antwoordt niet.

 

Wat zult u doen met de meervoudige asielaanvragen en schijnhuwelijken? U belooft allerhande wetswijzigingen, maar een wetsontwerp hebt u nog niet ingediend. U hebt alleen een instructienota gemaakt, die teruggefloten werd door de Raad van State. U noemt het een werf. U noemt het een asielbeleid. Ik noem het chronische onbekwaamheid. Ik weid dan nog niet uit over de francofone kant van de zaak en de communautaire splijtzwam.

 

Ik zal u een voorbeeld geven, mijnheer de minister, van de manier waarop de asielaanvragen behandeld worden. In het gerechtelijke jaar 2008/2009 bedroeg het totale percentage asielzoekers dat in de Nederlandstalige kamer voor Vreemdelingenzaken in beroep het vluchtelingenstatuut kreeg 0,7, tegenover 6,3 in Franstalige kamers. Wat de opvang betreft, worden zij echter voor meer dan 80 % naar Vlaanderen doorgestuurd. Dat is uw beleid, wat asiel betreft, mijnheer de eerste minister.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: M. Wouter De Vriendt est absent pour poser sa question n° 17800. La question n° 17913 de Mme Sarah Smeyers est reportée. La question n° 17919 de M. Stefaan Vercamer est retirée. La question n° 17973 de M. Francis Van den Eynde est reportée. Les questions n°17273 et 17274 de M. Kristof Waterschoot sont transformées en questions écrites. La question n° 17596 de Mme Meyrem Almaci est reportée. La question n° 17807 de M. Xavier Baeselen est reportée.

 

03 Question de M. Xavier Baeselen au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "les mariages simulés" (n° 17808)

03 Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "schijnhuwelijken" (nr. 17808)

 

03.01  Xavier Baeselen (MR): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, monsieur le secrétaire d'État, je vous présente mes meilleurs vœux pour l'année 2010.

 

Monsieur le secrétaire d'État, l'Office des étrangers a communiqué qu'au cours de l'année 2007, 7 775 enquêtes portant sur des mariages simulés ont été réalisées. Aucune autre information n'est donnée concernant le nombre total de demandes qui lui ont été adressées, ni concernant le nombre de mariages refusés au niveau communal à la suite de ces 7 775 enquêtes. Cela ressort d'un rapport qui a été distribué aux membres de la Chambre.

 

Cette absence de données chiffrées est regrettable. Le Centre pour l'égalité des chances l'a par ailleurs fait remarquer dans son rapport Migration 2008.

 

Monsieur le secrétaire d'État, possédez-vous les chiffres pour l'année 2008? Envisagez-vous la mise sur pied d'outils statistiques plus fiables qui permettraient d'avoir une vision plus claire de la réalité des mariages simulés?

 

03.02  Melchior Wathelet, secrétaire d'État: Monsieur Baeselen, je voudrais d'abord revenir sur le chiffre de 7 775 que vous citez dans votre question. Il faut bien différencier deux choses: il y a l'enquête en tant que telle et l'information qui doit être transmise de la commune à l'Office des étrangers. Ainsi, dès que des personnes en situation irrégulière veulent se marier, une information doit être transmise de la commune vers l'Office des étrangers. Une enquête n'est pas nécessairement diligentée dans tous les cas. Le terme "enquête" pourrait amener une mauvaise compréhension du chiffre de 7 775 dossiers qui sont transmis des communes à l'Office des étrangers.

 

En ce qui concerne les statistiques demandées, je vous renvoie au rapport annuel 2008 que vous pouvez consulter sur le site de l'Office. Ce rapport contient notamment les informations suivantes.

 

En 2008, le bureau de recherche de l'Office des étrangers a mené des enquêtes administratives sur 9 164 mariages blancs potentiels. J'ai ici les chiffres année par année; je ne vais pas vous les lire mais je vous les communiquerai.

 

Les nationalités signalées sont les suivantes: Maroc, 2 100, Turquie, 357, Algérie, 325, République démocratique du Congo, 254, Cameroun, 240.

 

En ce qui concerne le nombre d'enquêtes par ville, nous avons Anvers avec 965, Bruxelles, 453, Charleroi, 405, Gand, 378, Liège, 374.

 

Voici maintenant les chiffres des nationalités pour lesquelles des informations ont été demandées à la suite d'un mariage blanc: Maroc, 1 051, Turquie, 356 et ensuite on tombe pour l'Algérie à 89, Ghana, 79 et Tunisie, 75.

 

Il y a également les enquêtes par parquet: Anvers, 626, Bruxelles, 551, Termonde, 289, Charleroi, 244, Gand, 208.

 

L'Office des étrangers a pris l'initiative d'adapter les statistiques avec pour objectif d'améliorer le suivi des procédures. Cependant, il faut remarquer que l'Office dépend des partenaires extérieurs qui lui transmettent l'ensemble de ces données. Le nombre de refus effectifs peut uniquement être transmis par les communes elles-mêmes. Le nombre d'avis négatifs est disponible auprès des parquets et le nombre d'annulations peut être communiqué par les tribunaux de première instance et les cours d'appel. Vous connaissez la procédure: s'il y a refus de la commune, il y a alors possibilité d'introduction de procédure devant l'ordre judiciaire.

 

Plusieurs bases de données devraient être reliées pour centraliser toutes ces données. Désormais, certains éléments pourront peut-être être réglés étant donné l'accord général sur la politique de migration et d'asile qui a été conclu le 9 octobre dernier. Plus précisément, il a notamment été décidé d'approfondir la réglementation en matière de regroupement familial, la lutte contre les mariages simulés, ainsi que de créer cette base de données relatives aux mariages simulés qui donnera accès aux corps consulaires, à l'Office des étrangers, aux parquets et aux communes qui pourront ainsi disposer de l'information en vue de la prise de leur décision en toute connaissance du dossier et de la situation des personnes concernées.

 

03.03  Xavier Baeselen (MR): Monsieur le président, je remercie M. le secrétaire d'État pour sa réponse. Effectivement, il faut améliorer l'outil. Par rapport à la problématique de l'enquête, le rapport du Centre pour l'égalité des chances mentionne que "l'Office des étrangers ne donne aucune information concernant le nombre total de demandes qui lui ont été adressées ni le nombre de mariages refusés au niveau communal à la suite de ces 7 775 enquêtes".

 

En ce qui concerne les enquêtes, il s'agit bien de dossiers diligentés par l'Office des étrangers. Cela signifie que, initialement, plus de demandes sont introduites. Il y aurait, d'une part, plus de demandes d'information adressées à l'Office des étrangers et, d'autre part, un certain nombre d'enquêtes initiées par l'Office? C'est ainsi que je le comprends!

 

03.04  Melchior Wathelet, secrétaire d'État: Le mieux serait de lui poser la question. Nous avons tout intérêt à disposer de chiffres exacts. Il y a une différence entre l'enquête diligentée par la commune et l'information transmise à l'Office. Évidemment, ce dernier utilise ces informations, sinon ces efforts seraient vains. À nouveau, tous ces éléments seront revus, avec beaucoup plus de transparence, grâce à la création de la banque de données. Une nouvelle fois, des informations similaires seront à la disposition de l'ensemble des acteurs. Ce sera, en tout cas, beaucoup plus efficace.

 

03.05  Xavier Baeselen (MR): Un timing a-t-il été fixé par le gouvernement?

 

03.06  Melchior Wathelet, secrétaire d'État: Un accord est intervenu le 9 octobre dernier. Nous avançons bien en la matière! Plusieurs réunions inter-cabinets ont encore eu lieu à ce sujet. C'est évidemment le ministre de la Justice qui est compétent en la matière. Nous devrions donc avancer le plus rapidement possible.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van de heer Michel Doomst aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "het wettelijk geregistreerd partnerschap" (nr. 17007)

04 Question de M. Michel Doomst au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "le partenariat enregistré conformément à la loi" (n° 17007)

 

04.01  Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, midden vorig jaar is de wet van april 2007 in werking getreden waarmee België de Europese verblijfsrichtlijn heeft omgezet in een Belgische wetgeving. Vanaf dat moment komt een persoon, die een wettelijk geregistreerd partnerschap heeft afgesloten met een Belg, een EU-onderdaan of een vreemdeling met verblijfsrecht van meer dan drie maanden in België, in aanmerking voor een gezinshereniging.

 

Ik moet zeggen dat vanuit verschillende hoeken, ook administraties, berichten binnensijpelen dat dit statuut steeds meer wordt misbruikt om een verblijfsrecht in België te bekomen. Blijkbaar worden ambtenaren van de burgerlijke stand geregeld geconfronteerd met koppels die, onmiddellijk nadat hun huwelijk werd geweigerd, een samenlevingscontract afsluiten. Door de recente maatregelen in de strijd tegen de schijnhuwelijken heeft de fraude zich blijkbaar verplaatst naar dat soort van partnerschap. Toenmalig minister Turtelboom heeft zich ook bereid verklaard om dat fenomeen aan te pakken.

 

Ik wou vragen of u ook op de hoogte bent van dergelijke praktijken. Hoe zal dit worden aangepakt? Werd daarover overleg gepleegd? Denkt u er eventueel aan om dit via een wetswijziging te corrigeren? Wordt eraan gedacht om het wettelijk geregistreerde partnerschap af te schaffen?

 

04.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer Doomst, voor het antwoord op uw vraag verwijs ik graag naar vraag 112 van 19 oktober van uw collega, de heer De Man, met betrekking tot de schijnverklaring van wettelijk samenwonen.

 

U bent ongetwijfeld op de hoogte van het feit dat het beleid, dat ik wens te voeren, de strijd tegen schijnhuwelijken en schijnsamenwoningen centraal stelt. Ik verwijs hiervoor onder meer naar mijn beleidsnota van 5 november 2009.

 

Ook binnen de regering werd hierover op 9 oktober een akkoord gesloten. De regering besliste meer precies dat schijnsamenwoning moet worden aangepakt in het kader van de verblijfsregelgeving. Zoals opgemerkt in mijn beleidsnota betekent dit dat het fenomeen van de schijnsamenwoning zal worden aangepakt waar het probleem zich echt voordoet, namelijk op het niveau van het verblijf in België. Het akkoord van 9 oktober wordt momenteel in wetteksten gegoten. Daarbij wordt nagegaan of gelijkaardige middelen kunnen worden uitgewerkt als voor de strijd tegen schijnhuwelijken.

 

Wat uw tweede en derde vraag betreft, reeds verscheidene jaren wordt overleg gepleegd tussen de parketten, de gemeenten en de Dienst Vreemdelingenzaken. Daarbij wordt nagegaan wat kan worden gedaan tegen verschillende vormen van misbruik. Om de problematiek van het schijnpartnerschap sluitend te kunnen aanpakken, is echter een duidelijke regelgeving ter zake nodig. Zoals opgemerkt, worden momenteel ontwerpteksten in die zin uitgewerkt.

 

Zoals daarnet opgemerkt, hecht ik een bijzonder belang aan de strijd tegen misbruiken zoals het schijnhuwelijk en het schijnpartnerschap.

 

Wat uw laatste vraag betreft, de beleidsopties die door de regering op 9 oktober werden genomen, hebben niet als doel het wettelijk geregistreerd partnerschap of de verklaring van wettelijke samenwoning af te schaffen. Zoals ik opmerk in mijn beleidsnota zou het bovendien eventueel wenselijk zijn om de aanvraag tot gezinshereniging op grond van een duurzame relatie niet langer volledig parallel te laten verlopen met een aanvraag tot gezinshereniging op grond van een afgesloten huwelijk.

 

04.03  Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord, waaruit blijkt dat de problematiek heel duidelijk is doorgedrongen. Het verheugt mij dat er wettelijke maatregelen in het vooruitzicht worden gesteld om enkele zaken te corrigeren. Ik neem aan dat dit op vrij korte termijn zal gebeuren en dat wij dat voor Pasen mogen verwachten.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Leen Dierick aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de vernietiging door de Raad van State van de regularisatieprocedure voor asielzoekers" (nr. 17801)

- mevrouw Sarah Smeyers aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de vernietiging van de huidige regularisatieprocedure" (nr. 17802)

- de heer Xavier Baeselen aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de nietigverklaring van de regularisatieprocedure door de Raad van State" (nr. 17813)

- de heer Michel Doomst aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de regularisatiecampagne" (nr. 17829)

- mevrouw Sarah Smeyers aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "het aantal regularisatieaanvragen" (nr. 17866)

- mevrouw Martine De Maght aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de aanvragen tot regularisatie" (nr. 17924)

05 Questions jointes de

- Mme Leen Dierick au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "l'annulation par le Conseil d'État de la procédure de régularisation de demandeurs d'asile" (n° 17801)

- Mme Sarah Smeyers au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "l'annulation de l'actuelle procédure de régularisation" (n° 17802)

- M. Xavier Baeselen au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "l'annulation de la procédure de régularisation par le Conseil d'État" (n° 17813)

- M. Michel Doomst au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "la campagne de régularisation" (n° 17829)

- Mme Sarah Smeyers au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "le nombre de demandes de régularisation" (n° 17866)

- Mme Martine De Maght au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "les demandes de régularisation" (n° 17924)

 

05.01  Xavier Baeselen (MR): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, je souhaiterais revenir en détail sur la procédure de régularisation sans toutefois aborder l'arrêt du Conseil d'État.

 

Cela dit, la réponse qui a été donnée consiste à dire que l'on va garantir la sécurité juridique et que le secrétaire d'État dispose d'un pouvoir discrétionnaire qui lui permet, dans le cadre de la réglementation légale, d'octroyer ces régularisations.

 

Je comprends qu'il soit difficile de donner une autre réponse, mais cette dernière n'est pas entièrement satisfaisante. L'objectif était de d'appliquer une procédure de régularisation sur base de dossiers individuels avec des critères précis comme l'ancrage local durable, par exemple.

 

Monsieur le secrétaire d'État, je voudrais que vous me donniez des précisions quant à la manière dont les choses vont se dérouler in concreto.

 

Finalement, j'ai un peu le sentiment que l'on se retrouve – vous allez sans doute me démentir, monsieur le secrétaire d'État – dans la même situation que celle que l'on a déjà connue et qui a été reprochée pendant de nombreux mois aux ministres qui vous ont précédé. En effet, durant cette période, on n'a cessé de dire que l'on ne pouvait procéder à des régularisations tant qu'un accord sur les régularisations n'était pas trouvé. Aujourd'hui, une décision a été prise mais a été annulée par le Conseil d'État. Et on en revient à la situation antérieure, ce qui est quelque peu surréaliste! Je ne dis pas que vous en êtes responsable.

 

En réalité, quelle sera la différence fondamentale entre les régularisations qui étaient opérées auparavant sur base du pouvoir discrétionnaire du ministre en charge de cette matière, et notamment Mme Turtelboom, et celles qui sont opérées aujourd'hui? Dix à onze mille dossiers étaient régularisés chaque année; il s'agit de chiffres qui ont souvent été cités depuis le gouvernement Verhofstadt. Je suppose que la différence sera d'ordre numérique. Autrement dit, elle aura trait au nombre de dossiers qui seront effectivement régularisés.

 

En bref, monsieur le secrétaire d'État, je souhaiterais obtenir des informations quant au modus operandi de la procédure de régularisation qui ne se base plus sur une circulaire mais sur un pouvoir discrétionnaire, contrairement à ce qui avait été prévu initialement.

 

Le président: La question n° 17829 de M. Michel Doomst est retirée. Mme Martine De Maght étant absente pour poser sa question n° 17924, je donne immédiatement la parole au secrétaire d'État.

 

05.02  Melchior Wathelet, secrétaire d'État: Monsieur le président, je répondrai donc à M. Baeselen uniquement, mais beaucoup d'éléments avaient été préparés en néerlandais. Ma réponse comprendra donc beaucoup d'éléments en néerlandais. Pour le reste, j'essaierai de faire de la traduction rapide.

 

Met betrekking tot het arrest van 9 december 2009 wens ik te benadrukken dat het arrest niets verandert aan de wet van 15 december 1980, die mij toelaat om een verblijfstitel toe te kennen conform de voorwaarden bepaald in de artikelen 9, 9bis en 9ter van de wet.

 

Dezelfde wet kent mij hiervoor een ruime beoordelingsbevoegdheid toe. Die ruime beoordelingsbevoegdheid heeft in het verleden vaak het voorwerp van kritiek uitgemaakt wegens de willekeur en de ondoorzichtigheid waarmee de aanvragen werden behandeld.

 

Même entre mars 2008 et juillet 2009, de nombreuses régularisations sont intervenues sur la base de la loi de 1980. Cette possibilité légale, confirmée dans l'arrêt du Conseil d'État, existe donc toujours. L'arrêt du Conseil d'État ne modifie en rien la loi du 15 décembre 1980.

 

Maar de regering heeft in het regeerakkoord duidelijk te kennen gegeven dat zij hieraan een einde wenst te maken.

 

Vanuit de bekommernis om meer transparantie aan de dag te leggen, wens ik mijn beleid inzake regularisatie dan ook anders te voeren dan in het verleden gebeurde. Ik zal ten gronde bepaalde gedragslijnen hanteren bij de individuele behandeling van de ingediende aanvragen.

 

Binnen de wettelijke beperkingen en met inachtneming van het arrest, ben ik van oordeel dat een aantal specifieke humanitaire situaties de toekenning van een machtiging tot verblijf kunnen rechtvaardigen. Dat neemt niet weg dat mijn administratie dossier per dossier zal onderzoeken of er buitengewone omstandigheden bestaan die de indiening van een aanvraag tot machtiging van een verblijf in België rechtvaardigen.

 

Volledigheidshalve kan ik u ook zeggen dat er regelmatig aanvragen afgewezen worden op grond van het ontbreken van buitengewone omstandigheden.

 

En ce qui concerne les statistiques et le nombre de dossiers, vous n'y avez pas fait référence expressément, mais je suis aujourd'hui dans l'impossibilité de vous fournir des chiffres; en effet, comme le prévoit la circulaire de 2007 du ministre Dewael, pour qu'un dossier arrive à l'Office des étrangers, il faut d'abord une enquête de résidence positive dans le chef de la personne qui a introduit son dossier dans une commune spécifique. Ce n'est qu'ensuite que le dossier est transmis à l'Office des étrangers. Pour la plupart des grandes villes, les dossiers ne sont pas encore arrivés à l'Office des étrangers. Deuxièmement, quand un dossier arrive, pour être repris dans les statistiques, il doit être analysé en profondeur. Certaines personnes vont réintroduire des dossiers alors qu'elles avaient déjà des dossiers pendants à l'Office des étrangers: certaines l'auront actualisé, d'autres auront introduit un nouveau dossier.

 

Ainsi, nous sommes décalés par rapport à l'introduction des dossiers par les communes et nous devons éviter les doublons après leur analyse.

 

Monsieur Baeselen, l'instruction a donc été annulée par le Conseil d'État. Vous avez pu voir que nous avons immédiatement pris acte et respecté cet arrêt du Conseil d'État. J'exerce évidemment ma compétence purement dans le cadre de la loi de 1980. Sur base d'analyses individuelles des dossiers, nous vérifions si, oui ou non, les personnes peuvent satisfaire aux critères de la régularisation.

 

Je répète qu'il me semble normal qu'au sein d'un gouvernement, certains membres disent quels sont, selon eux – et selon moi ici –, les critères justifiant une régularisation. Ils doivent paraître justes et correspondre à ce qu'on entend par "situation humanitaire justifiant une régularisation". Que ce soit en matière de longue procédure ou en matière de situation humanitaire urgente, ces éléments peuvent alors justifier une régularisation pour autant que ces personnes répondent aux critères de la loi pour bénéficier d'une régularisation.

 

05.03  Xavier Baeselen (MR): Je remercie M. le secrétaire d'État pour sa réponse. Dois-je en déduire que les critères exceptionnels pour une procédure de régularisation exceptionnelle sur la base de dossiers individuels seront intégrés à vos pouvoirs discrétionnaires pour les dossiers introduits en vue de cette opération-là? Cela signifierait qu'une fois ces dossiers épuisés, on en reviendrait aux critères habituels de régularisation, vous vous déferiez à un moment donné de votre pouvoir discrétionnaire et des fameux critères prévus dans l'instruction qui n'est plus une instruction pour retomber sur les critères habituels. Est-ce bien l'esprit?

 

05.04  Melchior Wathelet, secrétaire d'État: J'ai pris un engagement dans le cadre d'un accord de gouvernement. Le gouvernement était d'accord sur le fait que certains critères pouvaient être invoqués pendant une période déterminée. Je n'ai aucune raison de modifier mon point de vue en la matière. Je me suis engagé à respecter l'application de ces critères de régularisation pendant une certaine période et je le ferai. Il n'y a pas de raison que cela change. Je trouve cela juste et j'y vois une bonne manière d'exercer mon pouvoir discrétionnaire et ma politique.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: La question no 17689 de Mme Sarah Smeyers est reportée.

 

06 Vraag van mevrouw Leen Dierick aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de toepassing van het artikel 9ter van de vreemdelingenwet inzake medische regularisaties" (nr. 17700)

06 Question de Mme Leen Dierick au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "l'application de l'article 9ter de la loi sur les étrangers en matière de régularisations pour raison médicale" (n° 17700)

 

06.01  Leen Dierick (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, in toepassing van artikel 9ter van de Vreemdelingenwet kunnen vreemdelingen die lijden aan een ziekte die een reëel risico inhoudt voor hun leven of de fysieke integriteit, of een reëel risico inhoudt op een onmenselijke of vernederende behandeling in het land van herkomst, een verblijfsvergunning bekomen.

 

Uit de cijfers van de Dienst Vreemdelingenzaken kunnen wij een enorme toename waarnemen van de regularisaties om medische redenen. In 2006 bedroeg de toekenning van machtigingen tot verblijf om medische redenen nog 392 gevallen. In 2007 steeg dit tot 2 100 machtigingen en in 2008 waren er 1 576 machtigingen. In uw beleidsnota kunnen wij vernemen dat ongeveer 40 % van die aanvragen om medische regularisatie betrekking heeft op psychiatrische klachten. Dat is natuurlijk wel een hoog percentage dat een aantal belangrijke vragen oproept.

 

Graag hadden wij de cijfers van 2009 gekend:

 

Hoeveel aanvragen zijn er toegekend op basis van artikel 9ter en hoeveel machtigingen tot verblijf werden hiervoor ook afgeleverd?

 

Kunt u meer informatie geven over de voornaamste oorzaken van medische klachten op basis waarvan die machtiging wordt afgeleverd?

 

Indien 40 % van die aanvragen psychiatrische klachten betreft, welke psychiatrische klachten betreft het dan in hoofdzaak?

 

Als die mensen omwille van die oorzaak een machtiging krijgen, waar verblijven deze mensen dan? Worden zij opgevangen in de normale opvangstructuren of moeten zij effectief worden opgenomen in een aangepaste instelling?

 

In de beleidsnota wordt ook gemeld dat bij de controleartsen voor regularisatie om medische redenen bijna alle medische disciplines aanwezig zijn, behalve psychiaters. Is daar ondertussen al een oplossing aan geboden of hoe worden die dossiers dan concreet behandeld?

 

06.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Dierick, in de periode van januari tot november 2009 werden 8 151 aanvragen op basis van artikel 9ter ingediend, tegenover 5 426 aanvragen voor het jaar 2008. Er is dus ook dit jaar een significante toename van de aanvragen.

 

De reden is volgens de administratie te wijten aan het feit dat het publiek op de hoogte was van een tijdelijke afwezigheid van artsen bij DVZ, van januari tot begin juni.

 

Sinds 15 oktober heeft DVZ echter zes artsen in dienst. In 2009, van januari tot en met november, werden 438 regularisaties toegekend, waarbij het medisch element als hoofdmotief werd aangenomen.

 

Dit cijfer werd door twee factoren beïnvloed.

 

Ten eerste, het feit dat een aantal medische aanvragen heeft geleid tot een regularisatie op basis van andere dan medische motieven, bijvoorbeeld de invulling van de voorwaarden die in maart 2009 door minister Turtelboom werden bepaald of de invulling van de voorwaarden van verschillende elementen die tot een ander motief van regularisatie konden leiden. Deze regularisaties werden statistisch niet als medisch aangerekend.

 

Ten tweede, de langdurige afwezigheid van de adviserende artsen bij DVZ heeft de cijfers eveneens beïnvloed.

 

Zoals u correct aanhaalt, voorziet de vreemdelingenwet in de mogelijke regularisatie op basis van artikel 9ter, voor zover de aanvrager ernstig ziek is, deze ziekte zijn leven of fysieke integriteit reëel bedreigt of een verwijdering naar zijn land van oorsprong of verblijf zou neerkomen op een onmenselijke behandeling.

 

Deze vreemdelingenwet koppelt de regularisatie geenszins met bepaalde aandoeningen. Om deze reden van gebrek aan pertinenten worden geen statistieken bijgehouden van de ziekten die tot een medische regularisatie hebben geleid. Conform de wet is het immers niet de aard van de ziekte, maar de ernst ervan en de mogelijke risicogevolgen die bepalend zijn.

 

Uw laatste vraag, het verblijf van individuen na hun regularisatie, moet worden gezien in de context van de vrijheid van woonkeuze.

 

De DVZ heeft geen redenen om daarover statistieken bij te houden. Hoeveel geregulariseerde mensen achteraf effectief moeten worden opgenomen, is een medische en private aangelegenheid waarover evenmin cijfers worden bijgehouden.

 

Met betrekking tot uw laatste vraag, dient te worden verduidelijkt over welke mensen het gaat, aanvragers voor een medische regularisatie of geregulariseerden? Welke opvangcentra worden precies bedoeld? Voor die laatste vraag kan ik u doorverwijzen naar mijn collega voor Maatschappelijke Integratie, staatssecretaris Courard.

 

06.03  Leen Dierick (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw uitgebreid antwoord. Het is toch opmerkelijk dat het aantal aanvragen zo gigantisch is gestegen. Ik kan er alleen op aandringen dat er een strenge controle gebeurt door de artsen en dat al die aanvragen met de nodige omzichtigheid op hun juistheid worden gecontroleerd.

 

Wat de aangepaste opvang betreft, zullen we ons verder informeren bij uw collega.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: La question n°17765 de Mme Smeyers est reportée.

 

07 Question de M. Xavier Baeselen au secrétaire d'État à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "l'entrée en vigueur du règlement européen CE 826/2007" (n° 17809)

07 Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, over "de inwerkingtreding van de Europese verordening EG 826/2007" (nr. 17809)

 

07.01  Xavier Baeselen (MR): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, le rapport Migration 2008 du Centre pour l'égalité des chances fait référence à la problématique de l'entrée en vigueur du règlement européen CE/826/2007 qui oblige la Belgique et l'ensemble des pays de l'Union européenne à progresser vers une harmonisation et une rationalisation des statistiques migratoires.

 

Le règlement européen du 11 juillet 2007 relatif aux statistiques communautaires sur la migration et la protection internationale impose aux États de tenir et de transmettre des statistiques harmonisées sur la population de résidence, l'acquisition de la nationalité, la protection internationale, la prévention d'entrées et de séjours irréguliers, les résidences de ressortissants de pays tiers, ou encore les retours.

 

Selon ce rapport, la Belgique devra se doter des outils nécessaires pour les domaines où ces statistiques ne sont pas complètes. Notre pays n'aurait pas encore pleinement rempli ses obligations pour transmettre ces données standardisées au niveau européen. Le rapport pointe en particulier l'Office des étrangers.

 

Monsieur le secrétaire d'État, quelle est votre appréciation quant aux obligations qui incombent à notre pays en application de ce règlement européen? Où en est-on dans la standardisation des outils statistiques? Quels progrès doivent-ils encore être réalisés à cet égard?

 

07.02  Melchior Wathelet, secrétaire d'État: Monsieur le président, monsieur Baeselen, bien que la Direction générale Statistiques et Informations économiques assume la responsabilité finale de la bonne mise en œuvre de la directive Statistiques, vu la nature de la matière, l'Office des étrangers a pris la responsabilité de fournir les chiffres concernant les articles 4 (protection internationale), 5 (entrées irrégulières et séjours irréguliers), 6 (permis de séjour) et 7 (retours). Par conséquent, afin d'analyser les motifs de migration en Belgique, l'Office a instauré une base légale par l'arrêté royal du 27 janvier 2008 modifiant l'arrêté royal du 8 janvier 2006 déterminant les types d'informations.

 

En outre, l'Office a continué à préciser les données relatives aux séjours illégaux et aux retours, a renforcé la cellule ICT du SPF Intérieur chargée de collecter certains chiffres, a activement pris part aux groupes de travail nationaux et internationaux (Conseil supérieur de Statistique, groupe de travail constitué par Eurostat) et a mené une étroite concertation avec les acteurs concernés (CGRA, Conseil du Contentieux, SPF Emploi, SPF Économie, SPF Intérieur, police fédérale).

 

Dans l'ensemble, les premiers résultats de 2008 sont satisfaisants mais des améliorations pourraient évidemment encore être apportées pour l'article 4, surtout en ce qui concerne Dublin (protection internationale, retour sur la base de Dublin), et pour l'article 6 en ce qui concerne les motifs de séjour et la durée de la carte de séjour.

 

Pour les statistiques concernant l'article 6 (permis de séjour), mon administration dépend du bon vouloir des communes et de leur méthodologie de sélection et d'enregistrement des informations, qui évoluent d'une commune à l'autre. Des travaux sont néanmoins réalisés afin de parvenir à une meilleure couverture de ces données notamment par l'instauration de codes types qui seront repris dans les différents registres.

 

07.03  Xavier Baeselen (MR): Monsieur le président, je note avec satisfaction que des progrès ont été engrangés en ce qui concerne les imperfections dans les données statistiques et que l'on poursuit dans cette voie afin de remplir nos obligations européennes en la matière.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

08 Question de M. Xavier Baeselen à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances, chargée de la Politique de migration et d'asile, sur "le point de contact national belge du Réseau européen des migrations (REM)" (n° 17810)

08 Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, over "het Belgisch nationaal contactpunt van het Europees migratienetwerk (EMN)" (nr. 17810)

 

08.01  Xavier Baeselen (MR): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, pour rester dans la même thématique, il s'agit du point de contact national belge du Réseau européen des migrations (REM).

 

Pour rappel, le REM a reçu un financement fixe de la Commission européenne et des États membres. Son rôle est de répondre aux besoins en matière d'information de l'Union européenne et des vingt-sept États membres dans les domaines des migrations et de l'asile. Les points de contact nationaux, quant à eux, transmettent chaque année à la Commission européenne deux rapports, l'un politique et l'autre statistique, qui ébauchent une vue générale du débat national consacré à la migration et à l'asile.

 

Suite à l'annonce du financement fixe, vous aviez mis en avant la modification de la composition du point de contact national belge afin d'en élargir les compétences.

 

Mettre en place un tel centre demande du temps et des instruments concrets qui ont, j'en suis sûr, été mis sur pied pour atteindre cet objectif. Je tenais toutefois à revenir sur les recommandations formulées par le Centre pour l'égalité des chances dans son rapport Migration eu égard à une large série de domaines liés aux migrations. Le Centre demande, entre autres, que des outils statistiques soient développés de manière rigoureuse pour trois champs particuliers, dont deux ont été évoqués dans la question précédente: les motifs de migration, les chiffres concernant la présence de la population irrégulière ou clandestine.

 

Le Centre demande en outre que le point de contact national du Réseau européen des migrations devienne, à terme, le référent de la Belgique en matière de production et de mises à jour de statistiques migratoires.

 

Dans quelle mesure envisagez-vous de suivre cette recommandation du Centre pour l'égalité des chances?

 

Prévoyez-vous de mettre ce point, à savoir les besoins en matière d'information de l'Union européenne et des vingt-sept pays membres dans les domaines des migrations et de l'asile via le développement du REM, à l'ordre du jour de la présidence belge de l'Union européenne?

 

Effectivement, toute la problématique de l'asile et de la migration doit faire partie des éléments prioritaires des débats à l'occasion de la présidence belge de l'Union européenne.

 

08.02  Melchior Wathelet, secrétaire d'État: Monsieur Baeselen, le nombre de rapports qui doivent être produits chaque année par les différents points de contact est fixé en concertation avec les points de contact des États membres et la Commission européenne. Ainsi, en 2009, le point de contact belge a publié sept rapports dont deux stratégiques et un statistique. Comme le laisse supposer votre question, la création d'un tel centre de référence prend en effet pas mal de temps.

 

Pour le développement et l'amélioration des statistiques sur les motifs de migration et la population en séjour irrégulier, je peux vous communiquer les informations suivantes. Afin d'analyser les motifs de migration en Belgique, une base légale a été instaurée par l'arrêté royal du 27 janvier 2008 modifiant celui du 8 janvier 2006 déterminant les types d'informations. À partir de ces données, les premières estimations des motifs de migration encodés par les communes ont été rassemblées et analysées. Globalement, nous pouvons dire qu'il s'agit d'un processus graduel qui est encore perfectible. Ces premières données qui portent sur l'année 2008 seront bientôt publiées par Eurostat.

 

En ce qui concerne la migration irrégulière, des progrès ont été enregistrés ces dernières années, notamment en établissant une distinction entre les interceptions simples et les interceptions multiples de migrants en situation irrégulière et en classant ces données par âge et par sexe. Ces résultats de l'année 2008 seront également publiés par Eurostat.

 

Par ailleurs, il ne faut pas oublier qu'il n'est pas possible de disposer de données exhaustives sur le nombre de migrants en situation irrégulière ou sur la nature de ce phénomène. Vous pouviez vous en douter. Vous faites référence en outre à une recommandation du Centre pour l'égalité des chances préconisant de faire du point de contact belge le centre de référence en matière de production et de diffusion des statistiques relatives aux migrations. Je tiens à souligner que la responsabilité finale de la collecte et de la publication de statistiques relève de la DG Statistiques et Information économique, a fortiori dans le cadre du règlement relatif aux statistiques communautaires sur la migration et la protection internationales.

 

Sous la présidence belge, le point de contact belge contribuera activement au développement du REM. Il sera ainsi l'organisateur d'une conférence sur le suivi longitudinal des migrations (analyse et suivi des trajets migratoires dans le temps) à laquelle seront évidemment conviés tous les États membres et tous les acteurs belges et internationaux concernés.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

La réunion publique de commission est levée à 11.23 heures.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.23 uur.