KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
CRIV 52 COM 681
CRIV 52 COM 681
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTEGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
B
UITENLANDSE
B
ETREKKINGEN
C
OMMISSION DES
R
ELATIONS EXTERIEURES
dinsdag
mardi
27-10-2009
27-10-2009
Namiddag
Après-midi
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
Ecolo-Groen!
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales ­ Groen!
FN
Front National
LDD
Lijst Dedecker
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
Open Vld
Open Vlaamse Liberalen en Democraten
PS
Parti Socialiste
sp.a
socialistische partij anders
VB
Vlaams Belang
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 52 0000/000 Parlementair stuk van de 52e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
DOC 52 0000/000
Document parlementaire de la 52e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
PLEN
plenum
PLEN
séance plénière
COM
commissievergadering
COM
réunion de commission
MOT
alle moties tot besluit van interpellaties (op beigekleurig papier)
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
CRIV 52
COM 681
27/10/2009
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Uiteenzetting door de minister van Buitenlandse
Zaken en gedachtewisseling over de politiek
betreffende de Democratische Republiek Congo
en samengevoegde vragen van
1
Exposé par le ministre des Affaires étrangères et
échange de vues sur la politique relative à la
République démocratique du Congo et questions
jointes de
2
- de heer Dirk Van der Maelen aan de minister
van Buitenlandse Zaken over "de activiteiten van
Belgische
bedrijven
in
de
Congolese
mijnbouwsector" (nr. 14652)
1
- M. Dirk Van der Maelen au ministre des Affaires
étrangères sur "les activités de sociétés belges
dans le secteur minier congolais" (n° 14652)
2
- mevrouw Nathalie Muylle aan de minister van
Buitenlandse Zaken over "de diplomatieke
betrekkingen tussen België en de Democratische
Republiek Congo" (nr. 14700)
1
- Mme Nathalie Muylle au ministre des Affaires
étrangères sur "les relations diplomatiques entre
la Belgique et la République démocratique du
Congo" (n° 14700)
2
- mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van
Buitenlandse Zaken over "de relaties met de
Democratische Republiek Congo" (nr. 14761)
1
- Mme Hilde Vautmans au ministre des Affaires
étrangères sur "les relations avec la République
démocratique du Congo" (n° 14761)
2
- de heer Bruno Tuybens aan de minister van
Buitenlandse Zaken over "de relaties tussen D.R.
Congo en ons land" (nr. 14779)
1
- M. Bruno Tuybens au ministre des Affaires
étrangères sur "les relations entre la République
démocratique du Congo et notre pays" (n° 14779)
2
- de heer Francis Van den Eynde aan de minister
van
Buitenlandse
Zaken
over
"de
verantwoordelijkheid voor het Afrikabeleid in de
regering" (nr. 15103)
1
- M. Francis Van den Eynde au ministre des
Affaires étrangères sur "les responsables de la
politique africaine au sein du gouvernement"
(n° 15103)
2
- de heer Dirk Van der Maelen aan de minister
van Buitenlandse Zaken over "de evolutie in Oost-
Congo" (nr. 15438)
1
- M. Dirk Van der Maelen au ministre des Affaires
étrangères sur "l'évolution dans l'Est du Congo"
(n° 15438)
2
- de heer Georges Dallemagne aan de minister
van Buitenlandse Zaken over "het seksueel
geweld in Congo en de toepassing van het
nationaal actieplan tot uitvoering van resolutie
1325 van de VN-Veiligheidsraad" (nr. 15662)
1
- M. Georges Dallemagne au ministre des Affaires
étrangères sur "les violences sexuelles au Congo
et la mise en oeuvre du plan d'action national de
mise en oeuvre de la résolution 1325 du Conseil
de sécurité des Nations unies" (n° 15662)
2
- de heer Georges Dallemagne aan de minister
van Buitenlandse Zaken over "de normalisatie van
de betrekkingen met Congo" (nr. 15735)
1
- M. Georges Dallemagne au ministre des Affaires
étrangères sur "la normalisation des relations
avec le Congo" (n° 15735)
2
- de heer Francis Van den Eynde aan de minister
van Buitenlandse Zaken over "de nog steeds
voortdurende verkrachtingen, plunderingen en
moorden die door het Congolese leger gepleegd
worden in Oost-Congo en de maatregelen die de
regering hieromtrent voorzien heeft" (nr. 15752)
1
- M. Francis Van den Eynde au ministre des
Affaires étrangères sur "les viols, les pillages et
les meurtres que l'armée congolaise continue de
commettre dans l'Est du Congo et les mesures
prévues par le gouvernement en la matière"
(n° 15752)
2
- de heer Xavier Baeselen aan de minister van
Buitenlandse Zaken over "de soldaten van het
Congolese leger die zich mogelijk hebben
schuldig gemaakt aan wreedheden" (nr. 15768)
1
- M. Xavier Baeselen au ministre des Affaires
étrangères sur "les soldats de l'armée congolaise
potentiellement coupables d'atrocités" (n° 15768)
2
< DIV style="position:absolute;top:855;left:85">- de heer Bruno Tuybens aan de minister van
Buitenlandse Zaken over "het aanhoudend
seksueel geweld in DR Congo" (nr. 15819)
1
- M. Bruno Tuybens au ministre des Affaires
étrangères sur "la violence sexuelle continuelle en
République démocratique du Congo" (n° 15819)
2
- de heer Wouter De Vriendt aan de minister van
Buitenlandse Zaken over "het standpunt van de
regering over de mensenrechtenschendingen in
Congo" (nr. 15906)
1
- M. Wouter De Vriendt au ministre des Affaires
étrangères sur "la position du gouvernement en
ce qui concerne les atteintes aux droits de
l'homme au Congo" (n° 15906)
2
- mevrouw Marie Arena aan de minister van
Buitenlandse Zaken over "het seksueel geweld in
de Democratische Republiek Congo" (nr. 16007)
2
- Mme Marie Arena au ministre des Affaires
étrangères sur "les violences sexuelles en
République démocratique du Congo" (n° 16007)
2
Sprekers: Yves Leterme, minister van
Buitenlandse Zaken, Philippe Mahoux,
senator, Dirk Van der Maelen, Philippe
Fontaine,
senator, Nathalie Muylle, Hilde
Vautmans
, voorzitter van de Open Vld-fractie,
Sabine de Bethune
, senator, Herman De
Croo, Bruno Tuybens, Francis Van den
Eynde, Georges Dallemagne, Wouter De
Orateurs: Yves Leterme, ministre des Affaires
étrangères, Philippe Mahoux, sénateur, Dirk
Van der Maelen, Philippe Fontaine,
sénateur, Nathalie Muylle, Hilde Vautmans,
présidente du groupe Open Vld, Sabine de
Bethune
, sénatrice, Herman De Croo, Bruno
Tuybens, Francis Van den Eynde, Georges
Dallemagne, Wouter De Vriendt, Marie
27/10/2009
CRIV 52
COM 681
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
ii
Vriendt, Marie Arena, François-Xavier de
Donnea
Arena, François-Xavier de Donnea
Samengevoegde vragen van
51
Questions jointes de
51
- de heer Peter Luykx aan de minister van
Buitenlandse Zaken over "de opeenvolgende
veroordelingen
van
België
door
het
Hof van Justitie
van
de
Europese
Gemeenschappen" (nr. 15449)
51
- M. Peter Luykx au ministre des Affaires
étrangères sur "les condamnations successives
de la Belgique par la Cour de justice des
Communautés européennes" (n° 15449)
51
- de heer Bruno Tuybens aan de minister van
Buitenlandse Zaken over "de omzetting van EU-
richtlijnen naar Belgisch recht" (nr. 15818)
51
- M. Bruno Tuybens au ministre des Affaires
étrangères sur "la transposition en droit belge de
directives européennes" (n° 15818)
51
Sprekers: Bruno Tuybens, Yves Leterme,
minister van Buitenlandse Zaken
Orateurs: Bruno Tuybens, Yves Leterme,
ministre des Affaires étrangères
Samengevoegde vragen van
54
Questions jointes de
54
- de heer Bruno Tuybens aan de minister van
Buitenlandse Zaken over "de goedkeuring van het
Goldstone-rapport
door
de
VN-
Mensenrechtenraad" (nr. 15817)
54
- M. Bruno Tuybens au ministre des Affaires
étrangères
sur
"l'approbation
du
rapport
Goldstone par le Conseil des droits de l'homme
de l'ONU" (n° 15817)
54
- de heer Dirk Van der Maelen aan de minister
van Buitenlandse Zaken over "de Belgische
houding ten aanzien van het Goldstone-rapport"
(nr. 15885)
54
- M. Dirk Van der Maelen au ministre des Affaires
étrangères sur "la position de la Belgique par
rapport au rapport Goldstone " (n° 15885)
54
- mevrouw Alexandra Colen aan de minister van
Buitenlandse Zaken over over "het misbruik van
het Goldstone-rapport" (nr. 15986)
54
- Mme Alexandra Colen au ministre des Affaires
étrangères sur "la mauvaise utilisation qui est
faite du rapport Goldstone" (n° 15986)
54
Sprekers: Dirk Van der Maelen, Alexandra
Colen,
Yves
Leterme,
minister
van
Buitenlandse Zaken
Orateurs: Dirk Van der Maelen, Alexandra
Colen, Yves Leterme
, ministre des Affaires
étrangères
Samengevoegde vragen van
57
Questions jointes de
57
- mevrouw Alexandra Colen aan de minister van
Buitenlandse Zaken over "de kandidaturen voor
permanent voorzitter van de Europese raad"
(nr. 15888)
57
- Mme Alexandra Colen au ministre des Affaires
étrangères sur "les candidatures au poste de
président permanent du Conseil européen"
(n° 15888)
57
- mevrouw Alexandra Colen aan de minister van
Buitenlandse Zaken over "de kandidaturen voor
EU-minister van Buitenlandse zaken" (nr. 15950)
57
- Mme Alexandra Colen au ministre des Affaires
étrangères sur "les candidatures au poste de
ministre des Affaires étrangères de l'Union
européenne" (n° 15950)
57
Sprekers: Alexandra Colen, Yves Leterme,
minister van Buitenlandse Zaken
Orateurs: Alexandra Colen, Yves Leterme,
ministre des Affaires étrangères
Vraag van mevrouw Alexandra Colen aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de
ratificering van het Verdrag van Lissabon en het
verzet van de Finse autonome regio Aland"
(nr. 15889)
59
Question de Mme Alexandra Colen au ministre
des Affaires étrangères sur "la ratification du
Traité de Lisbonne et l'opposition de la région
autonome finlandaise de Aland" (n° 15889)
60
Sprekers: Alexandra Colen, Yves Leterme,
minister van Buitenlandse Zaken
Orateurs: Alexandra Colen, Yves Leterme,
ministre des Affaires étrangères
Vraag van mevrouw Alexandra Colen aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de
ratificering van het Verdrag van Lissabon en de
juridische rechten van voormalige Duitse
verdrevenen uit de Tsjechische Republiek en
Slovakije" (nr. 15890)
60
Question de Mme Alexandra Colen au ministre
des Affaires étrangères sur "la ratification du
Traité de Lisbonne et les droits juridiques des
anciens ressortissants allemands chassés de la
République tchèque et de la Slovaquie"
(n° 15890)
61
Sprekers: Alexandra Colen, Yves Leterme,
minister van Buitenlandse Zaken
Orateurs: Alexandra Colen, Yves Leterme,
ministre des Affaires étrangères
Vraag van mevrouw Alexandra Colen aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de
gemeenschappelijke
Europese
diplomatieke
61
Question de Mme Alexandra Colen au ministre
des Affaires étrangères sur "le service
diplomatique européen commun" (n° 15891)
61
CRIV 52
COM 681
27/10/2009
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
iii
dienst" (nr. 15891)
Sprekers: Alexandra Colen, Yves Leterme,
minister van Buitenlandse Zaken
Orateurs: Alexandra Colen, Yves Leterme,
ministre des Affaires étrangères
Vraag van de heer Dirk Van der Maelen aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "het
Europese defensiepakket" (nr. 15913)
63
Question de M. Dirk Van der Maelen au ministre
des Affaires étrangères sur "le paquet défense
européen" (n° 15913)
63
Sprekers: Dirk Van der Maelen, Yves
Leterme
, minister van Buitenlandse Zaken
Orateurs: Dirk Van der Maelen, Yves
Leterme
, ministre des Affaires étrangères
Vraag van mevrouw Alexandra Colen aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de
mensenrechten in Marokko" (nr. 15926)
64
Question de Mme Alexandra Colen au ministre
des Affaires étrangères sur "les droits de l'homme
au Maroc" (n° 15926)
64
Sprekers: Alexandra Colen, Yves Leterme,
minister van Buitenlandse Zaken
Orateurs: Alexandra Colen, Yves Leterme,
ministre des Affaires étrangères
Vraag van mevrouw Katrien Partyka aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "het
bezoekrecht door familieleden van de 'Cuban five'
in de Verenigde Staten" (nr. 15974)
66
Question de Mme Katrien Partyka au ministre des
Affaires étrangères sur "le droit de visite pour les
membres de la famille des 'Cuban five' aux Etats-
Unis" (n° 15974)
66
Sprekers: Katrien Partyka, Yves Leterme,
minister van Buitenlandse Zaken
Orateurs: Katrien Partyka, Yves Leterme,
ministre des Affaires étrangères
CRIV 52
COM 681
27/10/2009
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
BUITENLANDSE BETREKKINGEN
COMMISSION DES RELATIONS
EXTERIEURES
van
DINSDAG
27
OKTOBER
2009
Namiddag
______
du
MARDI
27
OCTOBRE
2009
Après-midi
______
De vergadering wordt geopend om 15.05 uur en voorgezeten door mevrouw Marleen Temmerman,
senator, en door de heer Geert Versnick.
La séance est ouverte à 15.05 heures et présidée par Mme Marleen Temmerman, sénatrice, et par
M. Geert Versnick.
Voorzitter Geert Versnick: Collega's, er waren heel wat vragen over de situatie in Congo in al haar diverse
aspecten. We hebben voorgesteld om al deze vragen te bundelen en tot een soort minidebat over Congo te
komen. Ik stel voor dat de minister eerst een inleidende uiteenzetting houdt en dat u in uw repliek uw
aandachtspunten of vragen aanhaalt. Ik ga ervan uit dat de minister de aandachtspunten die u in uw vragen
hebt gemeld deels zal meenemen in zijn uiteenzetting zodat we daarna het debat kunnen voeren.
Om geen nutteloze debatten te voeren hebben we onze collega's van de Senaat erbij gevraagd zodat we dit
debat met verenigde commissies kunnen voeren. Ondertussen wordt een schema van de uiteenzetting van
de minister aan alle leden uitgedeeld.
01 Uiteenzetting door de minister van Buitenlandse Zaken en gedachtewisseling over de politiek
betreffende de Democratische Republiek Congo en samengevoegde vragen van
- de heer Dirk Van der Maelen aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de activiteiten van
Belgische bedrijven in de Congolese mijnbouwsector" (nr. 14652)
- mevrouw Nathalie Muylle aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de diplomatieke
betrekkingen tussen België en de Democratische Republiek Congo" (nr. 14700)
- mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de relaties met de
Democratische Republiek Congo" (nr. 14761)
- de heer Bruno Tuybens aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de relaties tussen D.R. Congo
en ons land" (nr. 14779)
- de heer Francis Van den Eynde aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de
verantwoordelijkheid voor het Afrikabeleid in de regering" (nr. 15103)
- de heer Dirk Van der Maelen aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de evolutie in Oost-
Congo" (nr. 15438)
- de heer Georges Dallemagne aan de minister van Buitenlandse Zaken over "het seksueel geweld in
Congo en de toepassing van het nationaal actieplan tot uitvoering van resolutie 1325 van de VN-
Veiligheidsraad" (nr. 15662)
- de heer Georges Dallemagne aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de normalisatie van de
betrekkingen met Congo" (nr. 15735)
- de heer Francis Van den Eynde aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de nog steeds
voortdurende verkrachtingen, plunderingen en moorden die door het Congolese leger gepleegd
worden in Oost-Congo en de maatregelen die de regering hieromtrent voorzien heeft" (nr. 15752)
- de heer Xavier Baeselen aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de soldaten van het
Congolese leger die zich mogelijk hebben schuldig gemaakt aan wreedheden" (nr. 15768)
- de heer Bruno Tuybens aan de minister van Buitenlandse Zaken over "het aanhoudend seksueel
geweld in DR Congo" (nr. 15819)
- de heer Wouter De Vriendt aan de minister van Buitenlandse Zaken over "het standpunt van de
regering over de mensenrechtenschendingen in Congo" (nr. 15906)
- mevrouw Marie Arena aan de minister van Buitenlandse Zaken over "het seksueel geweld in de
Democratische Republiek Congo" (nr. 16007)
27/10/2009
CRIV 52
COM 681
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
2
01 Exposé par le ministre des Affaires étrangères et échange de vues sur la politique relative à la
République démocratique du Congo et questions jointes de
- M. Dirk Van der Maelen au ministre des Affaires étrangères sur "les activités de sociétés belges dans
le secteur minier congolais" (n° 14652)
- Mme Nathalie Muylle au ministre des Affaires étrangères sur "les relations diplomatiques entre la
Belgique et la République démocratique du Congo" (n° 14700)
- Mme Hilde Vautmans au ministre des Affaires étrangères sur "les relations avec la République
démocratique du Congo" (n° 14761)
- M. Bruno Tuybens au ministre des Affaires étrangères sur "les relations entre la République
démocratique du Congo et notre pays" (n° 14779)
- M. Francis Van den Eynde au ministre des Affaires étrangères sur "les responsables de la politique
africaine au sein du gouvernement" (n° 15103)
- M. Dirk Van der Maelen au ministre des Affaires étrangères sur "l'évolution dans l'Est du Congo"
(n° 15438)
- M. Georges Dallemagne au ministre des Affaires étrangères sur "les violences sexuelles au Congo et
la mise en oeuvre du plan d'action national de mise en oeuvre de la résolution 1325 du Conseil de
sécurité des Nations unies" (n° 15662)
- M. Georges Dallemagne au ministre des Affaires étrangères sur "la normalisation des relations avec
le Congo" (n° 15735)
- M. Francis Van den Eynde au ministre des Affaires étrangères sur "les viols, les pillages et les
meurtres que l'armée congolaise continue de commettre dans l'Est du Congo et les mesures prévues
par le gouvernement en la matière" (n° 15752)
- M. Xavier Baeselen au ministre des Affaires étrangères sur "les soldats de l'armée congolaise
potentiellement coupables d'atrocités" (n° 15768)
- M. Bruno Tuybens au ministre des Affaires étrangères sur "la violence sexuelle continuelle en
République démocratique du Congo" (n° 15819)
- M. Wouter De Vriendt au ministre des Affaires étrangères sur "la position du gouvernement en ce qui
concerne les atteintes aux droits de l'homme au Congo" (n° 15906)
- Mme Marie Arena au ministre des Affaires étrangères sur "les violences sexuelles en République
démocratique du Congo" (n° 16007)
01.01 Minister Yves Leterme: Mijnheer de voorzitter, ik meen dat het
effectief het beste is om op deze manier te werken zodat er straks
nog voldoende ruimte blijft voor debat terwijl ik eerst de feiten en de
visie op het Congo-beleid dat we willen voeren, bekendmaak. Wat het
eerste luik betreft, zal ik niet te ver in de tijd terugkeren.
01.01 Yves Leterme, ministre: Je
vais d'abord exposer les faits et
notre vision de la politique
congolaise. Je commencerai par
les relations bilatérales entre la
Belgique et la RDC.
Vous savez que les relations entre la Belgique et la RDC ont connu
des difficultés à partir du printemps 2008.
In 2008 stonden de betrekkingen
tussen België en de DRC onder
spanning.
We hebben dan gewerkt aan normalisatie. Als men samen met een
land een beleid wil voeren en een en ander gedaan wil krijgen in het
voordeel van de bevolking, is het essentieel dat men goede
diplomatieke betrekkingen of bilaterale relaties heeft. Vandaar dat er
vorig jaar inspanningen zijn geleverd, die uiteindelijk hebben geleid tot
het vastleggen van een gemeenschappelijke verklaring.
Pour réaliser quelque chose avec
un pays en faveur de la population
de ce dernier, il est essentiel
d'entretenir d'excellentes relations
diplomatiques. Dans ce domaine,
les
efforts
déployés
l'année
dernière ont débouché sur une
déclaration commune.
Une déclaration commune a été signée, si ma mémoire est bonne, le
24 janvier 2009. Cette déclaration avait pour but de relancer nos
relations bilatérales sur base - et je cite les termes exacts de la
déclaration commune - "d'un dialogue permanent, franc, ouvert et
constructif".
C'est donc dans cet esprit respectueux de l'égalité souveraine des
In de geest van die gemeen-
schappelijke verklaring, onder-
tekend op 24 januari 2009, en die
ertoe strekt tussen onze twee
landen
een
"permanente,
oprechte, open en constructieve
dialoog op te starten en te
CRIV 52
COM 681
27/10/2009
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
3
États et de la réciprocité, que nous avons obtenu des résultats
tangibles.
onderhouden" hebben wij reeds
tastbare resultaten behaald.
Wat de resultaten betreft van de normalisatie. Zoals u weet is de heer
Mova ­ die trouwens op initiatief van de heer De Croo, denk ik, hier
een paar maanden geleden te gast is geweest, misschien niet in deze
zaal, maar wel in het Parlement ­ sinds juli in functie als de nieuwe
Congolese ambassadeur. Ik heb de heer Mova zeer snel na zijn
aankomst ontmoet en in Kinshasa krijgt ondertussen ook onze nieuwe
ambassadeur, de heer Dominique Struye, toegang tot alle ministers
en functionarissen. Hij kan reeds maanden zijn werk doen op een
normale manier zoals dat geacht wordt te gebeuren vanuit een
ambassade in het kader van normale bilaterale betrekkingen.
Midden augustus heeft consul-generaal Loncke dan zijn exequatur
gekregen voor het consulaat-generaal in Lubumbashi, waar hij
onmiddellijk op post vertrokken is. De officiële heropening van het
consulaat-generaal in aanwezigheid van onze ambassadeur en ook
van collega Charles Michel heeft plaatsgevonden op maandag 14
september.
Ik weet niet of de heer Van den Eynde hier is. De heer Van den Eynde
heeft een vraag gesteld of het niet de heer Michel is die het Congo-
beleid voert. Wat dat betreft, kan ik heel duidelijk zijn. Er is een goede
bevoegdheidsverdeling. Het is wel zo dat ik met de heer Michel tot nu
toe ­ we zijn toch al 100 dagen ver ­ een uitstekende samenwerking
heb en dat het mij normaal lijkt dat wanneer wij prioriteiten stellen in
ons beleid inzake ontwikkelingssamenwerking en wat Congo betreft
dan nog kunnen bogen op een traditie en een speciale band met het
land.
Quels sont les résultats de cette
normalisation? M. Mova, le nouvel
ambassadeur congolais, est en
poste depuis juillet. Entre-temps,
notre nouvel ambassadeur à
Kinshasa,
M. Struye
peut
également effectuer son travail
normalement.
La
réouverture
officielle de notre consulat général
à Lubumbashi a eu lieu le lundi 14
septembre.
M. Van den Eynde se demande si
ce n'est pas le ministre Michel qui
mène la politique congolaise. Je
peux le rassurer sur ce point: la
répartition des compétences est
équilibrée et la collaboration est
excellente.
Je crois qu'il est normal que le collègue de la Coopération au
développement s'intéresse plus particulièrement et prioritairement,
dans le cadre de sa politique, à la situation dans ce pays. Je trouve
normal que Charles Michel ait été présent à l'ouverture du consulat à
Lubumbashi. Ne fût-ce que parce que le consulat est aussi le siège
de l'attaché au Développement. Il a assisté à l'installation de ce
dernier.
Het
is
normaal
dat
de
heer Charles Michel aanwezig was
bij de opening van het consulaat te
Lubumbashi, te meer dat zich daar
ook de zetel bevindt van de
attaché voor de coöperatie.
Een van de volgende stadia in de normalisatie van onze betrekkingen
zou de opening van een tweede consulaat-generaal in Bukavu zijn,
als ik me zo mag uitdrukken. Dat is ter sprake gekomen in het
gesprek dat ik met de heer Tambwe in New York heb gehad. De
precieze datum van de opening laten wij nog wat afhangen van het
tijdstip van de normalisatie van de toestand in het gebied waarvan
sprake.
De samenspraak in New York met collega Tambwe was ook een stap
in de normalisatie. Precies een jaar nadat oorspronkelijk was gepland
dat wij elkaar zouden ontmoeten ­ ik nu in een andere hoedanigheid
dan toen ­ is die ontmoeting toch kunnen doorgaan.
Over de normalisatie van de gewone bilaterale relaties kan ik u nog
zeggen dat er bij de Congolese collega's een voornemen bestaat om
een consulaat-generaal in Antwerpen te heropenen.
La prochaine étape dans la
normalisation de nos relations
serait l'ouverture d'un deuxième
consulat général à Bukavu, mais
la situation dans ce territoire doit
d'abord être quelque peu norma-
lisée. Les Congolais envisagent
eux-mêmes la réouverture d'un
consulat général à Anvers.
Nous allons traiter aussi vite que possible la demande éventuelle
d'exequatur du nouveau consul général en question.
We zullen de vordering tot
exequatur van de betrokken
27/10/2009
CRIV 52
COM 681
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
4
Au niveau des relations bilatérales, après les incidents et les
problèmes que nous avons connus en 2008, on peut dire aujourd'hui
que ces relations sont normalisées. Il me semble essentiel que cela
soit le cas puisque, encore une fois, pour avoir une bonne coopération
et pour travailler dans l'intérêt de la population du pays en question, il
est très important qu'on ait des relations bilatérales normalisées telles
qu'elles le sont maintenant.
J'ajoute encore, au niveau de ce premier point de mon exposé
introductif, que l'année 2010 sera une année très importante pour le
Congo comme pour la Belgique, vu que l'on fêtera le cinquantenaire
de l'indépendance du Congo. Nous avons, à ce sujet, des contacts,
tant à mon niveau qu'au niveau de l'administration, pour voir de part et
d'autre, tant du côté congolais que du côté belge aussi ­ c'est une
partie de notre histoire belge ­ de quelle façon ce cinquantenaire peut
être commémoré avec tout ce qui entre en ligne de compte à ce sujet.
Deuxième élément, la situation à l'Est du Congo. Beaucoup de
questions déposées traitent essentiellement de l'évolution de cette
situation dans l'Est et à raison. Les messages au sujet de la situation
humanitaire difficile dans cette partie du pays ne laissent personne
indifférent.
nieuwe consul-generaal zo snel
mogelijk behandelen.
De bilaterale betrekkingen zijn dus
genormaliseerd. 2010 zal een zeer
belangrijk jaar zijn want het zal het
jaar zijn van de vijftigste verjaar-
dag van de onafhankelijkheid. Er
zijn contacten gelegd om te zien
hoe beide landen deze gebeurte-
nis kunnen herdenken.
Ik kom nu tot het tweede punt van
mijn uiteenzetting. De humanitaire
toestand in Oost-Congo laat
niemand onberoerd.
Wat dat betreft, laat het van bij de aanvang voor iedereen duidelijk
zijn, ook na het maatschappelijk debat van de afgelopen weken, dat
het de enige doelstelling van eenieder is die zich mengt in het debat,
in welke positie hij ook verkeert ­ het Parlement, ministers, ngo's,
politieke verantwoordelijken in dit land en elders ­ om zo spoedig
mogelijk en zo degelijk mogelijk tegemoet te komen aan de
verzuchtingen, de wensen en de terechte en gerechtvaardigde vraag
van de lokale bevolking om een menswaardig leven te kunnen leiden.
Ik denk dat we daarover niet van mening kunnen verschillen.
Er wordt wel een debat gevoerd over de wijze waarop wij die
doelstelling bereiken, namelijk de toestand van de mensen ter plekke
te verbeteren. Het is ook goed dat daarover een debat wordt gevoerd,
omdat dat toelaat de politiek nog bij te stellen en te verbeteren.
Persoonlijk ben ik mij bijzonder goed bewust van de humanitaire
gevolgen van zowel de soms afschuwelijke handelingen van
bijvoorbeeld de leden van de FDLR als van de militaire acties
vanwege het Congolese leger, die in principe tegen die rebellen
gericht zijn.
Quelque position que l'on adopte,
il faut tendre que vers un seul but:
satisfaire l'aspiration légitime de la
population à une vie digne. La
discussion ne peut porter que sur
la meilleure manière d'atteindre
cet objectif.
Je suis parfaitement conscient des
conséquences humanitaires des
abominations des FDLR et des
actions militaires menées par
l'armée congolaise.
D'ailleurs, au début des opérations dont nous parlons aujourd'hui,
notre pays avait déjà exprimé sa préoccupation quant aux suites
humanitaires des opérations, tant à l'égard de la MONUC que des
autorités congolaises. La Belgique avait plaidé pour une prise en
compte de l'impact potentiellement négatif de ces opérations sur la
population civile et pour que tout soit mis en place afin de minimaliser
cet impact. J'en veux pour preuve que, déjà dans un communiqué de
presse du 4 février dernier, le gouvernement belge avait déclaré
"qu'une approche exclusivement militaire dans l'Est du Congo n'était
ni souhaitable ni réaliste".
België heeft er sinds het begin
voor gepleit om rekening te
houden met de negatieve impact
van
die
operaties
op
de
burgerbevolking. Dit blijkt uit een
perscommuniqué van 4 februari
2009, waarin de regering ervan uit
gaat dat een puur militaire aanpak
noch wenselijk noch realistisch
was.
Om een beleid te voeren, om ervoor te zorgen dat het lot van de
mensen verbetert, is het organiseren van de fysieke veiligheid van de
La sécurité physique des gens
constitue bien évidemment une
CRIV 52
COM 681
27/10/2009
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
5
mensen natuurlijk een voorafgaande voorwaarde. Het is een
voorafgaande voorwaarde voor welk beleid dan ook, evenals voor de
duurzaamheid ervan.
Wat is het resultaat van de militaire operaties voor de ontwikkelingen
op het terrein?
condition préalable à l'amélioration
du sort de la population.
Cette analyse n'est pas univoque.
Du point de vue diplomatique, il faut souligner l'aspect positif du
rapprochement entre le Rwanda et la RDC. En effet, depuis fin 2008,
on a assisté à des événements assez spectaculaires. Je vous
rappelle la rencontre qui eu lieu au mois d'août entre M. Kagame et
M. Kabila. Je crois que ce rapprochement est une donnée très
importante qui offre de nouvelles perspectives de paix dans la région.
Donc, au niveau diplomatique, il est indéniable que l'on assiste à une
amélioration de la situation.
Au niveau militaire, la situation s'est également améliorée si on la
compare avec celle que l'on a connue, il y a un an.
L'opération militaire conjointe rwando-congolaise Umoja Wetu II
contre les FDLR au Nord-Kivu a mené à l'arrestation ­ je vous le
rappelle ­ du général Nkunda par les autorités rwandaises. Elle a
mené aussi à l'intégration, qui n'est pas encore terminée, des troupes
CNDP dans les forces armées de la RDC et à un retour croissant des
FDLR vers le Rwanda.
L'opération militaire FARDC Kimya II en cours au Nord et au Sud-Kivu
a aussi permis de prendre un certain nombre de points tenus
auparavant par les FDLR et de progresser substantiellement sur le
terrain. Naturellement, ce dernier aspect est crucial car une partie des
actuelles avancées militaires s'explique par le simple fait que jamais,
jusqu'à présent, les forces armées de la RDC n'avaient soutenu une
action aussi prolongée, surprenant ainsi un ennemi qui n'a pas le
temps de se réorganiser et qui cherche à nouveau à négocier avec
les autorités congolaises.
Die analyse is niet eenduidig.
Vanuit diplomatiek standpunt moet
de toenadering tussen Rwanda en
de DRC onderstreept worden.
De militaire situatie is ook
verbeterd.
De
gezamenlijke
Rwandees-Congolese
operatie
Umoja Wetu heeft geleid tot de
aanhouding van generaal Nkunda,
de geleidelijke incorporatie van de
CNDP-troepen in het Congolese
leger en een groeiend aantal
FDLR-soldaten die naar Rwanda
terugkeren. Dankzij de lopende
operatie Kimya II in Noord- en
Zuid-Kivu heeft men veel terrein
kunnen winnen. Het Congolese
leger had nog nooit zo'n lange
actie volgehouden en slaagde erin
de vijand te overrompelen, die
geen tijd kreeg om zich opnieuw te
organiseren en nu wil onder-
handelen met de Congolese
autoriteiten.
Tot zover de positieve ontwikkelingen. Er zijn natuurlijk ook een aantal
negatieve ontwikkelingen. Er is de negatieve vaststelling dat de
toestand in de streek nog altijd heel instabiel is. Zelfs al zijn er op
vandaag geen grote concentraties meer van FDLR-rebellen, dan nog
is het heel duidelijk dat die rebellen een belangrijke capaciteit
behouden.
Il y a évidemment aussi des
développements
négatifs.
La
situation dans la région reste par
exemple très instable. S'il n'y a
plus de grandes concentrations de
rebelles des FDLR, ces derniers
conservent
une
capacité
importante.
Les rebelles conservent une capacité de nuisance très importante.
Les forces armées de la RDC doivent prouver quant à elles qu'elles
sont en état de poursuivre les actions et de conserver les territoires
repris, comme je l'ai souligné précédemment.
En outre, il y a les effets secondaires. L'effet secondaire principal de
l'opération réside dans les graves conséquences humanitaires dans
lesquelles toutes les parties belligérantes portent une responsabilité.
En effet, depuis le début des opérations, on assiste à des représailles
à grande échelle des FDLR à l'encontre des populations civiles. Il
apparaît aussi de plus en plus clairement que les FDLR étant privées
De mogelijke hinder van de
rebellen blijft zeer groot. De
strijdkrachten van DRC moeten
bewijzen dat ze in staat zijn hun
acties voort te zetten en de
heroverde gebieden te behouden.
Iedere oorlogvoerende partij is
verantwoordelijk voor de ernstige
humanitaire gevolgen van de
operatie. Zonder inkomsten uit de
27/10/2009
CRIV 52
COM 681
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
6
de leurs revenus provenant du secteur minier, malgré la poursuite du
commerce du charbon de bois, cela les rend plus dépendantes du
pillage pour assurer la survie au jour le jour.
mijnbouwindustrie moest de FDLR
strooptochten organiseren om te
overleven.
Daarnaast is het ook heel duidelijk dat het gedrag, de wijze van
handelen van de Congoleze troepen ook een punt van bijzondere zorg
is sinds de gemeenschappelijke acties.
Les agissements des soldats
congolais depuis que des actions
conjointes ont été entreprises en
RDC sont très préoccupants.
Il y a les nombreux viols, les nombreux pillages, les meurtres
perpétrés en partie par l'armée gouvernementale en raison du non-
paiement de la solde et de l'intégration très sommaire des ex-troupes
CNDP de Nkunda, qui ont aussi entraîné de grands flux de déplacés
internes. Je reviendrai ultérieurement sur la problématique des
déplacés ainsi que sur celle des violences sexuelles.
Les méfaits commis par les forces armées de la RDC diminueraient
du fait des actions plus sévères menées par le chef d'état-major
Etumba et de la politique de tolérance zéro du président Kabila. C'est
du moins ce qu'on dit partant de la situation sur le terrain.
De verkrachtingen, plunderingen
en moordpartijen, die deels het
werk zijn van het regeringsleger ­
omdat de soldij niet wordt betaald
en als gevolg van de gebrekkige
integratie van de vroegere CNDP-
troepen van Nkunda ­ dreven het
aantal ontheemden sterk op. Ik zal
daar verder op terugkomen.
De wandaden zouden afnemen
omdat de stafchef van het leger,
generaal Didier Etumba, strenger
optreedt en als gevolg van de
nultolerantie van president Kabila.
Dienaangaande denk ik dat het relatief gunstige nieuws is dat een
aantal soldaten effectief ook veroordeeld is. Jammer genoeg echter
zijn het aantal vaststellingen en de sancties die hiermee verbonden
zijn, tot op vandaag te beperkt. Bovendien blijkt dat de hogere
officieren, die vaak deel uitmaken van die bataljons, helemaal niet in
verlegenheid worden gebracht voor daden die in principe onder hun
gezag, leiding en toezicht zouden zijn gesteld.
Le fait que certains soldats aient
été
condamnés
est
plutôt
réjouissant mais c'est un fait
encore trop isolé. De plus, les
officiers
supérieurs
ne
sont
absolument pas inquiétés par la
justice pour des faits qui ont
pourtant été commis sous leur
autorité et leur commandement.
En ce qui concerne ce constat, nous avons convenu avec les
partenaires de la communauté internationale de continuer notre
incessant plaidoyer auprès des autorités congolaises en général et du
président Kabila en particulier, pour que continue et s'intensifie la
politique de tolérance zéro. C'est un point essentiel de crédibilité dans
les mois et les semaines à venir pour le régime de la RDC.
Les signes tangibles de la politique de lutte contre l'impunité sont, à
notre avis, encore trop peu nombreux et la situation y afférente doit
s'améliorer. En outre, le paiement erratique des soldes reste un point
d'achoppement que la communauté internationale n'omet pas de
souligner auprès des autorités congolaises.
Naturellement, conseiller est une chose, agir en est une autre! C'est
dans cet esprit que, depuis la dernière semaine de septembre, une
action dénommée Caribou a été entamée au Kivu. Elle est menée par
la mission européenne de sécurité EUSEC. Il s'agit du recensement
des ex-rebelles, qui viennent d'être intégrés dans les forces armées
de la RDC, recensement qui doit rendre à nouveau possible le
paiement de la solde.
Wij zullen bij de Congolese
overheid blijven pleiten voor een
intensivering
van
het
zero-
tolerancebeleid.
Dat
is
van
essentieel
belang
voor
de
geloofwaardigheid van het regime.
Er worden nog te weinig tastbare
signalen afgegeven dat het de
autoriteiten menens is met de
strijd tegen de straffeloosheid. De
sporadische uitbetaling van de
soldij blijft een ander struikelblok.
Sinds eind september wordt in het
kader van de Europese veilig-
heidsmissie EUSEC RD Congo in
Kivu een telling verricht van de ex-
rebellen die in het leger van de
Democratische Republiek Congo
ingelijfd werden; dat zou de
uitbetaling van de soldij opnieuw
mogelijk moeten maken.
Collega's, de EUSEC moet op dat vlak op de medewerking van de Il faut pour cela pouvoir compter
CRIV 52
COM 681
27/10/2009
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
7
hiërarchie van het Congolese leger kunnen rekenen. Het betreft een
operatie die normaal in de loop van november 2009, dus komende
maand, haar volledige beslag zou moeten kunnen krijgen, wat
normaal en theoretisch gezien zou moeten toelaten een substantiële
verbetering te kennen van de wijze waarop de soldaten van het
Congolese leger worden vergoed en dus de soldij van de soldaten
wordt uitbetaald.
sur la coopération de l'armée
congolaise.
Cela
devrait
se
traduire le mois prochain par une
amélioration substantielle du mode
de rémunération des soldats de
l'armée congolaise.
Plus au nord du pays, dans le Haut-Uélé, les troupes congolaises et
ougandaises continuent leurs opérations militaires conjointes contre la
Lord's Resistance Army (LRA), le groupe rebelle ougandais de
Joseph Kony. A l'instar de ce qui se passe au Kivu, les succès
militaires engrangés, comme la mise hors de combat de plusieurs
chefs de la LRA ou la dispersion de groupes rebelles,
s'accompagnent de tristes résultats humanitaires.
Outre cela, il est clair que les opérations militaires contre les FDLR
(Forces démocratiques de libération du Rwanda) et contre la LRA ont
conduit à un important accroissement du nombre de déplacés, dont le
nombre total est énorme, même si les chiffres avancés sont parfois
contestés et même s'il apparaît que les retours volontaires de
déplacés, en particulier au Nord du Kivu, ont commencé.
In Hoog-Uele zetten de Congolese
en de Oegandese troepen hun
gezamenlijke acties voort tegen de
Lord's Resistance Army (LRA).
Zoals dat ook het geval is in Kivu
gaan militaire successen gepaard
met grote problemen op huma-
nitair vlak. De acties ondernomen
tegen
de
FDLR
(Forces
démocratiques de libération du
Rwanda) en tegen de LRA hebben
geleid tot een groot aantal
verplaatsten, alhoewel er een
aantal nu vrijwillig terugkeren.
In elk geval, wat die problematiek aangaat, volgen wij de
ontwikkelingen op het terrein zeer nauw op in overleg met de partners
van de internationale gemeenschap ­ de Verenigde Naties, de
MONUC, de Europese Unie, de speciale gezant van de Europese
Unie, Roeland Van de Geer ­ maar uiteraard ook met de bilaterale
partners, waaronder Groot-Brittannië, Frankrijk en Nederland de
bijzonderste zijn. België onderhoudt ook uitstekende contacten met de
nieuwe VS-administratie in dat verband.
Het volgende lijkt mij belangrijk in het debat dat wij voeren. Uit die
contacten, uit die ruggespraak met alle internationale partners in de
aanpak van de problematiek in Congo, blijkt ontegensprekelijk
eensgezindheid omtrent de noodzaak om de druk, ook de militaire
druk, op de FDLR, aan te houden. Het hoofd van de missie in de DRC
waarschuwt er trouwens voor dat de stopzetting van militaire
operaties een verkeerd signaal zou geven en zelfs een mobiliserend
effect zou kunnen hebben op het FDLR.
Wel is het ook voor ons heel duidelijk dat die militaire druk deel moet
uitmaken van een ruimere en meer globale aanpak die de problemen
structureel aanpakt, waarvoor dus bijsturingen nodig zijn, en die ook
voorziet in de terugkeer en/of herlokalisatie van de rebellen en hun
families. Het is ook heel duidelijk dat er maatregelen moeten worden
genomen om de humanitaire gevolgen van de militaire acties, meer
dan vandaag het geval is, in te dijken.
Dat behelst in de eerste plaats ­ iedereen is het daarover eens ­ een
verbetering van het gedrag, van de werkwijze, van de wijze van
handelen van het Congolees leger. Samen met de partners zijn wij er
dus van overtuigd dat een serieuze hervorming van de gehele
veiligheidssector ­ niet alleen van het Congolees leger, defensie,
maar daarnaast ook politie en justitie ­ onontbeerlijk is.
Voorts zijn wij ervan overtuigd en zullen wij het standpunt verdedigen
­ het blijkt een mening te zijn die wordt gedeeld door veel
Nous suivons attentivement les
développements avec nos parte-
naires internationaux et bilatéraux.
La Belgique entretient, à cet
égard, d'excellents contacts avec
l'administration américaine.
Les débats internationaux sur les
problèmes congolais font, en tout
cas, l'objet d'un large consensus
sur le fait qu'il est indispensable de
maintenir la pression militaire sur
les FDLR. D'après le chef de
mission au Congo, sa disparition
pourrait même exercer un effet
mobilisateur sur les rebelles.
Il est évident que cette pression
fait partie d'une approche structu-
relle plus large. Une attention
suffisante doit être consacrée au
retour des rebelles dans leur
région et auprès de leur famille et
des mesures doivent être prises
pour endiguer mieux encore les
conséquences humanitaires du
conflit armé.
Par conséquent, nous devons, en
premier lieu, veiller à l'amélioration
du fonctionnement de l'armée
congolaise. À cet effet, il faudra
engager une réforme de l'armée,
de la défense, de la police et de la
justice.
27/10/2009
CRIV 52
COM 681
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
8
internationale partners ­ dat de MONUC versterking nodig heeft,
precies met het oog op een betere bescherming van de
burgerbevolking.
Enerzijds is het dienaangaande positief dat wij een versterking
kunnen verwelkomen van troepen, welke versterking ongeveer een
jaar geleden beslist is en die nu haar beslag zal krijgen. Als onderdeel
van de toegekende versterking, is trouwens ook een C130 van het
Belgisch leger sinds enkele maanden ter beschikking gesteld van de
missie.
Dat is dus, laten wij zeggen, operationeel aan het worden. Daarnaast
-- dat is natuurlijk een politiek debat dat de komende weken zijn
beslag moet krijgen -- is het ook heel duidelijk dat dit ons standpunt
zal zijn in New York, bij de besprekingen die zullen beginnen omtrent
het mandaat van de MONUC en de aanpassingen ervan. Wat dat
betreft kan ik u nu al zeggen dat men denkt aan de verduidelijking van
het concept van de bescherming van de bevolking, maar tevens aan
de versterking van de coördinatie van de internationale inspanningen
rond de hervorming van de veiligheidssector, alsook aan een
versterking van de zogenaamde DDRRR-operaties van MONUC
waarvan u weet dat ze bedoeld zijn om buitenlandse gewapende
groepen te ontwapenen en te repatriëren. Wat dat betreft is het van
belang dat de MONUC over de nodige mankracht en middelen
beschikt voor die inzet. Wat die mankracht betreft moeten wij er ons
als internationale gemeenschap ook bewust van zijn dat wij staan
voor een operatie zonder voorgaande.
De MONUC is de grootste operatie ooit en het is niet evident om
daarvoor manschappen te mobiliseren. Ik kan u zeggen dat een van
de zaken die mij zijn bijgebleven, en mij nog lang zullen bijblijven, uit
de gesprekken die ik in New York heb gevoerd met de mensen van
de veiligheidswerking van de VN, van de vredesmissies, het bord was
waarop men de herkomst van de middelen toonde voor de
financiering van de operaties en de herkomst van de manschappen
voor het uitvoeren van de operaties. In het ene is het Westen sterk en
in het andere zijn we minder sterk.
Een tweede element inzake de situatie in Oost-Congo, is het
volgende. Het gaat om een antwoord op de vragen van de collega's in
verband met de straffeloosheid en in het bijzonder de verschrikkelijke
problematiek van het seksueel geweld in de regio. Collega's, het
beschikbaar cijfermateriaal over het aantal gevallen van seksueel
geweld blijft ontoereikend. Het is echter evident dat het aantal te hoog
is en dat het verontrustend hoog blijft.
Volgens een rapport van het UNFPA werden er meer dan 14 000
gevallen van seksueel geweld gemeld in 2008. Gedurende de eerste
zes maanden van 2009 werden er 6 433 incidenten gemeld. Het
aantal verkrachtingen geregistreerd in het eerste semester van 2009
bedraagt alleen al voor Zuid-Kivu meer dan 2 500 en iets meer dan
2 000 voor Noord-Kivu tegenover iets meer dan 1 400 voor Zuid-Kivu
en een kleine 2 000 voor Noord-Kivu in dezelfde periode van vorig
jaar.
Het blijft moeilijk om evoluties op basis van deze cijfers te evalueren,
aangezien specialisten ons zeggen dat er rekening moet worden
gehouden met het aangiftegedrag. Dat aangiftegedrag hangt heel
La MONUC a, en outre, besoin de
renforts pour assurer au mieux la
protection de la population civile.
C'est la raison pour laquelle nous
devons travailler à l'augmentation
des effectifs militaires ­ il est
positif de constater que cette
augmentation des effectifs, fruit
d'une décision prise l'année
dernière, va être mise en oeuvre
d'ici peu. De plus, la mission
dispose depuis quelques mois
d'un C130.
C'est également la position que
nous défendrons à New York lors
des réunions sur la protection de
la population, le renforcement de
la
coordination
des
efforts
internationaux pour la réforme du
secteur de la sécurité et le
renforcement des opérations de la
MONUC en vue du désarmement
des groupes armés étrangers et
de leur rapatriement.
La MONUC doit disposer des
troupes
et
des
moyens
nécessaires à cet effet. Pour ce
qui est des troupes, nous sommes
confrontés à une opération sans
précédent. Il ne sera pas facile de
mobiliser des troupes. Lors d'une
réunion de l'ONU, j'ai clairement
compris que l'occident est très fort
en ce qui concerne la provenance
des moyens mais l'est nettement
moins en ce qui concerne la
fourniture d'effectifs.
Le point suivant est celui de
l'impunité
et
des
violences
sexuelles commises dans la
région. Les chiffres sur les
violences
sexuelles
sont
incomplets, mais il est évident que
malheureusement ils sont et
restent élevés. Plus de 14 000 cas
de violences sexuelles ont été
rapportés en 2008, 6 433 pour le
premier semestre de cette année.
Le nombre de viols serait
également
à
nouveau
en
recrudescence.
Il est difficile de distiller des
CRIV 52
COM 681
27/10/2009
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
9
sterk af van de veiligheidssituatie. De paradox is dat hoe beter de
veiligheidssituatie is, hoe meer mensen de mogelijkheid zullen zien
om een geval van verkrachting of een andere geweldpleging aan te
geven. Wanneer de veiligheidssituatie slecht is, komen de
slachtoffers niet naar een medisch centrum, of ze komen in elk geval
minder snel aangifte doen.
Belangrijk in verband met die verschrikkelijke cijfers is dat volgens de
Verenigde Naties 90 procent van de misdrijven worden gepleegd door
gewapende groepen en regulieren troepen. Ik wil wel onderlijnen, en
dat is een triest feit, dat ook in de rest van Congo seksueel geweld
een acuut probleem blijft. Het is dus blijkbaar niet alleen gebonden
aan de ongeregeldheden in Oost-Congo. Dat lijkt mij een tendens tot
wat ik bijna sociale en maatschappelijke aanvaarding zou durven
noemen, wat toch echt wel zorgwekkend is. In Oost-Congo is het
natuurlijk zo dat verkrachting ook uitdrukkelijk wordt gebruikt als
oorlogswapen.
Het is daarom evident dat de toestand van de mensenrechten en de
problematiek van het seksueel geweld één van de absolute prioritaire
aandachtspunten moet blijven en blijft in van ons beleid ten aanzien
van de RDC. Ons land blijft deze thema's bij elke gelegenheid bij de
Congolese autoriteiten aankaarten, samen met andere partners van
de internationale gemeenschap. Ik heb hier reeds in deze vergadering
gezegd dat bij de evaluatie van de ministeriële week in New York het
goed is dat deze prioritaire aandacht ook wordt gedeeld, meer nog
dan vroeger wellicht, door de nieuwe administratie in Washington.
évolutions à partir des chiffres, car
plus la sécurité est précaire, plus
les victimes hésitent à déclarer les
faits. D'après l'ONU, 90 % de ces
violences sont commises par des
groupes armés et des troupes
régulières. La violence sexuelle
est un problème qui affecte aussi
le reste du Congo, mais dans l'Est
du Congo, elle est également
utilisée comme arme de guerre.
Notre pays s'intéresse en priorité
aux droits de l'homme ainsi qu'au
problème des violences sexuelles
et continuera à dénoncer ces
problèmes à l'échelon interna-
tional. Nous nous félicitons que cet
intérêt soit désormais partagé par
le nouveau gouvernement de
Washington.
Mesdames, messieurs, je tiens à insister à nouveau sur le fait que la
Belgique et ses partenaires internationaux entendent intégrer la lutte
contre les violences sexuelles dans une approche globale.
Vous savez peut-être qu'à la demande du Conseil de sécurité, la
MONUC a élaboré une stratégie globale de lutte contre les violences
sexuelles. L'élaboration de cette stratégie se trouve dans une phase
de finalisation. Elle a été soumise entre-temps pour discussion aux
autorités congolaises et sera mise en oeuvre le plus rapidement
possible à travers des projets concrets. Il est clair que la politique
belge doit s'inscrire dans ce cadre.
Dans ce contexte, il s'agit d'insister auprès des autorités congolaises
pour qu'elles donnent réellement corps à leur politique de tolérance
zéro et à leur lutte contre l'impunité. Mais ce n'est naturellement qu'un
aspect de la nécessaire réforme du secteur de sécurité dont j'ai déjà
parlé. Cette réforme plus connue sous son acronyme anglais SSR ne
doit pas être imposée de l'extérieur mais la communauté
internationale se doit d'apporter le soutien qu'elle peut aux autorités
congolaises pour la réaliser.
Cette aide extérieure venant de la communauté internationale devra
être coordonnée par la MONUC. Elle visera plus particulièrement
dans l'urgence à poursuivre les programmes de formation. La
Belgique a mené un programme de formation et d'encadrement à
Kindu dans le cadre de notre partenariat militaire bilatéral. Je tiens à
insister sur le fait que de tels programmes de formation comprennent
un volet de sensibilisation aux droits de l'homme. L'Europe a
également parfaitement intégré cet aspect puisque les mandats des
missions EUSEC et EUPOL prévoient explicitement un effort
De MONUC ontwikkelt een globale
strategie
ter
bestrijding
van
seksueel geweld. Die strategie
staat bijna op poten en werd ter
bespreking voorgelegd aan de
Congolese overheid. Ze zal zo
spoedig mogelijk in concrete
projecten worden omgezet. Het
Belgisch beleid moet daarop
worden afgestemd.
De Congolese overheid moet echt
gestalte geven aan haar nul-
tolerantiebeleid en haar strijd
tegen de straffeloosheid. Maar dat
is slechts een aspect van de
noodzakelijke hervorming van de
veiligheidssector, die niet van
buitenaf mag worden opgelegd.
De internationale gemeenschap
moet de Congolese overheid alle
mogelijke ondersteuning bieden.
Die hulp moet door de MONUC
worden gecoördineerd. Gelet op
de urgentie, zal die steun vooral
gericht zijn op de opleidings-
programma's,
waarin
een
hoofdstuk gewijd is aan de sensi-
bilisering voor het mensenrechten-
thema. In het kader van die
27/10/2009
CRIV 52
COM 681
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
10
transversal sur les aspects, je cite "de lutte contre les violences
sexuelles et les aspects gender".
L'aide internationale porte aussi sur la prise en compte des besoins
élémentaires des militaires et de leurs familles. D'ailleurs, la Belgique
poursuit un tel programme à Kindu où la Défense assure la formation
des militaires, la Coopération au développement assurant la
construction de logements pour les familles et les Affaires étrangères
réhabilitant les baraquements des soldats. Cet appui à la politique de
casernement est également suivi par d'autres partenaires tels que le
Royaume-Uni, les Pays Bas et les États-Unis. L'aide porte aussi sur le
paiement des soldes et sur ce qu'on appelle communément la chaîne
des paiements, comme je vous en ai parlé au sujet de l'opération
Caribou.
Notre collègue, M. Dallemagne, a posé une question au sujet de la
mise en oeuvre du Plan d'action national de mise en oeuvre de la
résolution 1325 du Conseil de sécurité des Nations unies.
Dans le cadre de l'exécution du Plan d'action national 1325 "Femmes,
paix et sécurité", une matrice a été élaborée pour clarifier les
responsabilités des uns et des autres au niveau belge dans
l'exécution des différentes actions et des lignes de conduite.
Périodiquement, il sera procédé à une évaluation du suivi du plan en
question.
En ce qui concerne les actions de la Belgique contre la violence dans
les conflits et l'impunité, permettez-moi de vous signaler les
démarches de la diplomatie belge auprès des différentes
représentations des membres du Conseil de sécurité, entre autres
auprès des États-Unis, du Royaume-Uni et de la France, afin de
pousser à la création d'un nouveau mandat de représentant spécial
pour la violence sexuelle dans les conflits armés.
hulpverlening zal er ook rekening
gehouden worden met de basis-
behoeften van de militairen en hun
gezinnen. België voert in Kindu
een dergelijk hulpprogramma uit.
Andere partnerlanden zoals het
Verenigd Koninkrijk, Nederland en
de Verenigde Staten, volgen dat
voorbeeld. De hulp betreft ook de
uitbetaling van de soldij en wat
doorgaans
de
betalingsketen
wordt genoemd.
In het kader van de uitvoering van
het Nationaal Actieplan "1325:
vrouwen, vrede en veiligheid"
werden de respectieve bevoegd-
heden inzake de uitvoering van de
diverse acties op Belgisch niveau
vastgelegd. De follow-up van dat
plan
zal
regelmatig
worden
geëvalueerd.
De Belgische diplomatie heeft
contact gehad met de diverse
vertegenwoordigers van de leden
van de Veiligheidsraad, teneinde
hen warm te maken voor de
invoering van een nieuw mandaat
van speciaal vertegenwoordiger
bevoegd voor seksueel geweld in
gewapende conflicten.
Dit maakt integraal deel uit van de resolutie 1888 van de VN
Veiligheidsraad die op 30 september 2009 werd aangenomen.
Als gevolg van de aanvaarding van deze resolutie zullen werkgroepen
aan de slag gaan om concrete aanbevelingen uit te werken in de
landen die met seksueel geweld worden geconfronteerd. De DRC is
het eerste land waar een dergelijke groep zal worden samengesteld.
Cela fait partie intégrante d'une
résolution du Conseil de sécurité
de l'ONU du 30 septembre 2009
préconisant la création de groupes
de travail dans les pays où cette
problématique est courante. La
RDC sera le premier pays à mettre
en place un tel groupe de travail.
Mon administration étudie pour le moment d'ailleurs la possibilité de
financer cette nouvelle fonction de représentant spécial, mais aussi la
possibilité pour la Belgique de pouvoir détacher des experts dans le
groupe d'experts qui travaillera avec le groupe de travail.
Mijn administratie onderzoekt de
mogelijkheid om die nieuwe
functie van bijzonder gezant te
financieren
alsook
de
mogelijkheid, voor België, om
deskundigen af te vaardigen in de
groep die met de werkgroep zal
werken.
Ik voeg er nog aan toe, wat ik ook al op de debriefing van de
ministeriële week in New York heb gezegd, dat de Belgische
Permanente Vertegenwoordiging op initiatief van ambassadeur
Grauls een werkoverleg heeft georganiseerd in de ministeriële week
met als thema "Bescherming van vrouwen en kinderen in conflicten".
De directeurs van Unifem, Unicef en Care International waren daar
La Représentation permanente
belge a organisé, à l'initiative de
l'ambassadeur
Grauls,
une
réunion de concertation sur la
protection des femmes et des
enfants dans les zones de conflits.
CRIV 52
COM 681
27/10/2009
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
11
aanwezig en ook de speciale vertegenwoordiger van de VN-
secretaris-generaal voor kinderen in het gewapend conflict. We
hadden een zeer indringend gesprek. Naar aanleiding van dat
gesprek heb ik mondeling en schriftelijk collega Clinton van de
Verenigde Staten een aantal voorstellen bezorgd. Ik denk dat ik u een
kopie van deze brief heb bezorgd.
Nous avons mené des discussions
approfondies avec des repré-
sentants notamment d'Unifem,
d'Unicef et de Care International.
Sur la base de ces discussions,
nous avons formulé une série de
propositions que nous avons
transmises
à
la
ministre
américaine,
Mme Clinton.
J'ai
remis une copie de cette lettre aux
membres de la commission.
En ce qui concerne la question de M. Dallemagne au sujet du projet
FNUAP (Fonds des Nations unies pour la population), je peux vous
donner la réponse suivante. Afin de prévenir et de lutter contre les
violences sexuelles en RDC, la Belgique a effectivement financé, à
concurrence de 7 820 000 euros, un projet conjoint de prévention et
de réponse aux violences sexuelles faites aux femmes, aux jeunes et
aux enfants en République démocratique du Congo. Initialement
conçu pour une période de 4 ans allant de 2005 à 2008, par la suite
prolongée jusqu'à la fin de cette année, ce projet est mis en oeuvre
dans les provinces de l'Equateur, la province orientale et le Maniema.
Un deuxième projet conjoint de prévention et de réponse aux
violences sexuelles faites aux femmes, aux jeunes et aux enfants en
République démocratique du Congo a été financé par l'Agence
canadienne de Développement international et couvre quant à lui, les
provinces du Nord-Kivu et du Sud-Kivu.
België heeft een project voor
7,82 miljoen euro gefinancierd in
het kader van de preventie en de
bestrijding van seksueel geweld in
de DRC. Oorspronkelijk zou dat
project over vier jaar lopen (van
2005 tot 2008), maar het werd tot
het einde van dit jaar verlengd. Dit
project loopt in de Oostprovincie,
de Evenaarsprovincie en de
provincie Maniema. Een tweede
project dat door het Canadees
Bureau
voor
Internationale
Ontwikkeling gefinancierd wordt,
heeft betrekking op de provincies
Noord- en Zuid-Kivu.
Naast die projecten is er een aantal andere inspanningen gericht op
de verbetering van het rechtssysteem. Dat kan een gunstig effect
sorteren op de aanpak van de problematiek waarvan sprake. Daarbij
gaat het om projecten van Advocaten zonder Grenzen, Réseau
Citoyen en Penal Reform International. Voorts is er het REJUSCO-
project, dat in samenwerking met de Europese Commissie het
rechtssysteem in het oosten van de DRC ondersteunt.
Het derde onderdeel in verband met Oost-Congo is de SSR, de
Security Sector Reform. Duurzame vrede en veiligheid komen tot
stand door de versterking van de fysieke veiligheid van mensen, en
dat middels een globale hervorming van de veiligheidssector. Ons
land heeft die kwestie altijd hoog op de agenda geplaatst, zowel bij de
partners als bij de Congolese autoriteiten. België steunt de
inspanningen van de Congolese autoriteiten op dat vlak actief. Naast
onze inspanningen op internationaal vlak, zijnde VN en Monuc, en op
Europees vlak, zijnde EUSEC, EUPOL en REJUSCO, moeten ook
onze bilaterale inspanningen ter zake worden vermeld. Wij zijn ervan
overtuigd dat er blijvend werk moet worden gemaakt van de opleiding
en de vorming van Congolese militairen. Daarom verwelkomen wij de
inspanningen van landen zoals Frankrijk, Zuid-Afrika, China en
Angola.
De legerhervorming maakt deel uit van de SSR. Onder de
internationale partners maakt stilaan de idee opgang dat de
toekomstige afbouw van MONUC aan de mate van opbouw van het
Congolese leger moet worden gekoppeld. De financiële middelen die
nu aan de instandhouding van MONUC in de streek worden besteed,
kunnen desgevallend naar de opbouw van het Congolese leger gaan.
Nous soutenons également les
autres efforts fournis dans le but
d'améliorer le système juridique en
RDC, cela en collaboration avec
certaines ONG. Nous apportons
aussi notre soutien au projet
REJUSCO de la Commission
européenne pour une réforme du
système juridique.
En ce qui concerne la Security
Sector Reform (SSR), sa finalité
est de consolider durablement la
sécurité. À cette fin, notre pays
fournit des efforts à la fois sur le
plan bilatéral et à l'échelon
européen. Il faut en outre
continuer ce qui a déjà été
entrepris dans le domaine de la
formation des militaires et à cet
égard, nous sommes satisfaits du
fait que certains pays tels que la
Chine, l'Angola, la France et
l'Afrique du Sud s'y investissent
également.
Nous
sommes
convaincus de la nécessité de
conditionner un démantèlement de
la MONUC à l'édification de
l'armée congolaise, le cas échéant
27/10/2009
CRIV 52
COM 681
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
12
Een derde aandachtspunt in de vragen van de collega's gaat over de
mensenrechten en de persvrijheid. Mijnheer Tuybens, ik deel u graag
mee dat België sinds 19 juni 2009, voor een periode van een jaar, het
voorzitterschap waarneemt van de Mensenrechtenraad. Het nemen
van specifieke initiatieven maakt uiteraard geen deel uit van dat
mandaat. Men doet dat als lid van de raad, niet als voorzitter in het
bijzonder. Dat is veeleer een bemiddelende functie en doelt op de
bevordering van de besluitvorming, die moet leiden tot resoluties van
de betrokken Raad.
In de hoedanigheid van gewoon lid zal ons land uiteraard, samen met
de Europese partners, erover waken dat de aandacht behouden blijft
voor de situatie in de DRC. Daarbij moet worden genoteerd dat in de
maand december de Democratische Republiek Congo aan de beurt
zal zijn voor het ondergaan van het zogenaamd universeel periodiek
examen. Het is duidelijk dat het universeel periodiek examen voor
Congo in december een gelegenheid bij uitstek zal zijn om de situatie
van de mensenrechten in Congo te evalueren en ter zake
aanbevelingen te doen aan de Congolese autoriteiten.
par le biais d'un transfert des
moyens.
Depuis le mois de juin, notre pays
préside effectivement le Conseil
des droits de l'homme de l'ONU
mais cette présidence n'implique
pas que nous puissions prendre
des initiatives spécifiques. Cela dit,
nous est dévolu un rôle de
médiation et de stimulation. Dans
notre qualité de membre ordinaire,
nous souhaitons tenir à l'oeil la
situation des droits humains au
Congo. En décembre, la RDC sera
soumise à son tour à un examen
périodique universel qui fournira
une occasion idéale de faire une
évaluation et de formuler des
recommandations aux autorités de
Kinshasa.
Le Conseil peut décider d'avoir des séances ou des sessions
spéciales supplémentaires lorsque la situation des droits de l'homme
est particulièrement préoccupante. Ce genre de session s'est
déroulée fin de l'année passée, à la fin du mois de novembre et au
début du mois de décembre 2008.
Monsieur Dallemagne, en ce qui concerne la situation des droits de
l'homme telle qu'elle a été abordée dans votre question, je peux vous
dire que nous partageons les inquiétudes de nombreux observateurs
quant à la situation des droits de l'homme et surtout de ses
défenseurs au Congo, tels Golden Misabiko, Firmin Yangambi ou
Robert Ilunga pour n'en citer que quelques-uns dernièrement
inquiétés, arrêtés voire même condamnés par la justice congolaise.
À l'instar des autres ambassades européennes à Kinshasa, nos
diplomates sur place suivent ces dossiers de près et évoquent
régulièrement la question des droits de l'homme dans leurs contacts
avec les responsables du gouvernement congolais.
Par ailleurs, en ce qui concerne la liberté de la presse, je peux vous
dire que suite aux événements récents, la semaine dernière, les chefs
de poste européens à Kinshasa se sont longuement entretenus avec
le ministre de l'Information Lambert Mendé. Les réponses à leurs
questions laissent entrevoir un développement encourageant du
dossier mais elles restent souvent incomplètes. Il est dans nos
intentions de continuer à aborder ces dossiers avec nos interlocuteurs
congolais. Tout d'abord dans un contexte européen dans le cadre du
dialogue politique via l'article 8 de l'accord Cotonou.
De Raad kan beslissen bij-
komende speciale vergaderingen
of zittingen te beleggen wanneer
de mensenrechtensituatie zorg-
wekkend is. Zo een zitting had
plaats
eind
november-begin
december 2008.
Wat de mensenrechten betreft,
delen we de ongerustheid van
talrijke observatoren en voor-
vechters van de mensenrechten in
Congo, zoals Golden Misabiko,
Firmin Yangambi of Robert Ilunga,
die aangehouden of zelfs veroor-
deeld werden door de Congolese
justitie. Net als de andere Euro-
pese ambassades in Kinshasa
volgen onze diplomaten ter plaatse
die dossiers nauwlettend op en
brengen ze deze aangelegenheid
regelmatig ter sprake tijdens hun
contacten met de Congolese
beleidsmensen.
Na de recente evenementen
hadden de Europese posthoofden
te Kinshasa vorige week een
onderhoud over de persvrijheid
met de minister van Informatie
Lambert Mende. De door hem
verstrekte
antwoorden
zijn
weliswaar bemoedigend, maar
vooralsnog niet afdoend. We
zullen deze dossiers bij onze
gesprekspartners
blijven
CRIV 52
COM 681
27/10/2009
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
13
aankaarten, onder meer in het
kader van de politieke dialoog, via
artikel 8 van het Cotonou-akkoord.
Dan kom ik bij de vragen met betrekking tot de politieke en
economische analyse.
À ce sujet, certains développements récents peuvent laisser croire
que nous évoluons vers une plus grande structuration du pouvoir.
Certains parlent même d'une certaine concentration du pouvoir de la
présidence, d'une prise en main des événements. C'est possible et
cela tend à plaider pour un soutien maximum de la communauté
internationale au déroulement des prochaines élections. Il y va de la
crédibilité de la communauté internationale qui, depuis le début, s'est
résolument engagée dans le soutien à la démocratisation de la RDC.
Quand je parle d'élections, je parle tant des élections locales prévues
pour 2010 que des élections législatives et présidentielles prévues
pour 2011. Bien entendu, il faudra que cela fasse partie d'un
engagement renouvelé des autorités congolaises, engagement qui
devra lui-même se traduire par un réel effort financier.
Bepaalde recente ontwikkelingen
doen vermoeden dat we op weg
zijn naar een sterkere structurering
van de macht, wat pleit voor een
maximale steun van de interna-
tionale gemeenschap bij de
organisatie van de komende
verkiezingen (plaatselijke verkie-
zingen in 2010, en parlements- en
presidentsverkiezingen in 2011).
De Congolese overheid zal in dat
verband opnieuw een engagement
moeten aangaan en een echte
financiële
inspanning
moeten
leveren.
Wat dat betreft, collega's, meen ik dat het belangrijk is in ieder ruim
debat over de situatie in Congo en over de verantwoordelijkheid van
de enen en de anderen toch een beeld te hebben van het beheer van
de staatsbegroting en het economisch beleid.
Ik meen dat het evident is dat er bijzondere hervormingen nodig zijn in
Congo, structurele hervormingen. Er zullen ook verbeteringen nodig
zijn om ervoor te zorgen dat Congo al zijn verplichtingen ­ onder meer
zijn financiële verplichtingen ­ kan nakomen.
Wat dat betreft ­ ik heb het al gezegd, maar ik weet niet meer of het
hier was ­ mogen wij niet vergeten dat de staatsbegroting van Congo
vergeleken bij normen die in het Westen worden gehanteerd natuurlijk
haar beperkingen heeft. Congo heeft een staatsbegroting die een
fractie is van wat wij bijvoorbeeld aan onderwijs uitgeven, of wat wij
uitgeven aan mobiliteit in ons land. Met een begroting van die omvang
moet men een land besturen dat vele tientallen keren groter is dan
ons land en dat meer dan 60 miljoen inwoners telt. Het is belangrijk
dat wij dat in het achterhoofd houden wanneer wij een evaluatie
maken van de toestand van het beheer van de economie van Congo.
Ik meen trouwens dat het goed nieuws zou zijn, collega's, mochten de
wijzigingsclausules van de ondertussen minstens beroemd geworden
Chinese contracten door China uiteindelijk ook worden ondertekend.
Het zou het IMF toelaten de besprekingen over de zogenaamde
poverty reduction and growth facility voor Congo effectief van start te
laten gaan.
Als alles goed vooruitgaat de komende weken is het niet uitgesloten
dat de Congolese leiding tegen volgende zomer beschikt over een
aanzienlijke schuldverlichting. Dat zou de actiemogelijkheden van de
Congolese regering belangrijk versterken.
Gezien het vaak gebrekkige beheer van de staatsfinanciën in de
Democratische Republiek Congo is het uiteraard van belang dat deze
Dans le cadre de tout débat sur le
Congo et sur les responsabilités, il
est important que les participants
aient une idée du budget de l'État
et de la politique économique.
Des réformes et des améliorations
structurelles
sont
bien
sûr
nécessaires en tant que telles et
pour que le pays puisse répondre
à ses obligations financières. Le
pays est beaucoup plus grand que
le nôtre mais doit être géré avec
une enveloppe qui ne représente
qu'une part de ce que nous
consacrons à l'enseignement. Il
faut tenir compte de ce facteur
pour porter un jugement réaliste
sur la politique menée.
Nous serons satisfaits lorsque les
clauses de modification des
"contrats chinois" seront signées
par la Chine car ce n'est qu'à ce
moment-là que les discussions
avec le FMI sur la réduction de la
pauvreté et la croissance pourront
débuter. Une réduction considé-
rable de la dette renforcerait les
possibilités d'action du Congo et
un tel allègement devrait pouvoir
intervenir pour l'été prochain. Étant
donné la piètre gestion des
finances de l'État, les établis-
sements
financiers
et
les
27/10/2009
CRIV 52
COM 681
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
14
hele ontwikkeling van zeer nabij wordt gevolgd, zowel door de
financiële instellingen als door de partners van Congo.
partenaires doivent suivre la
situation de près.
J'en viens au dernier élément de mon introduction qui concerne
notamment la question de M. Van der Maelen.
Dan kom ik tot de vraag van de
heer Van der Maelen.
De vraag van de heer Van der Maelen heeft betrekking op een thema
dat iedereen interesseert die te maken heeft met het Congo-dossier.
Het gaat over de illegale exploitatie van de natuurlijke rijkdommen,
particulièrement des ressources minières.
Le thème de l'exploitation illégale
des richesses naturelles intéresse
toutes celles et tous ceux qui
suivent le dossier congolais.
Vous n'ignorez pas qu'à un moment donné, on a créé la task force
MIRECA, un groupe d'experts belges chargés d'aider à la définition de
notre politique en la matière, plus particulièrement en ce qui concerne
la filière minière artisanale contrairement à la filière minière de plus
grande envergure, exploitation plus classique.
À ce sujet, j'ai non seulement décidé de poursuivre le financement de
cette task force, mais aussi de l'augmenter considérablement, afin
que la Belgique puisse rapidement intervenir dans les différents
domaines concernés. Je citerai par exemple comme domaines
potentiels d'intervention le soutien au mapping des sites miniers en
RDC ou encore le soutien aux initiatives régionales concernant la
certification des matières premières.
Il importe également de souligner qu'en février 2008, un groupe de
travail international a été lancé, la task force on illegal exploitation of
mineral resources in the Great Lakes Region
, à laquelle la Belgique
participe activement, puisque nous en avons organisé la quatrième
réunion cette année le 6 octobre dernier à Bruxelles. L'idée en est de
mieux comprendre les mécanismes qui permettent aux groupes
armés de profiter des minerais congolais et de chercher des pistes de
solution aux problèmes qui ont trait à ce profit.
Le groupe de travail a plus particulièrement approfondi les aspects
suivants: le mapping de la certification, la "diligence raisonnable", due
diligence
ou comment les entreprises acheteuses de minerais
peuvent s'assurer que ces derniers n'ont pas profité à l'un ou l'autre
groupe armé, et la question de la législation du commerce du minerai.
Je n'entrerai pas ici dans le détail de toutes ces conclusions. Selon la
principale d'entre elles, il importe d'entrer rapidement en contact avec
les autorités congolaises, parfois très présentes, surtout le ministère
des Mines, afin de discuter de la façon d'améliorer les capacités de
contrôle, capacités de certification et d'inventaire des mines de l'Est.
Plusieurs pistes intéressantes sont proposées par les Congolais,
comme la création de centres de négoce, inspirée d'ailleurs d'une
idée de la task force MIRECA, qui devraient rendre plus transparent
par exemple le commerce du cuivre artisanal au Katanga. Les projets
pilotes des centres de négoce auxquels Kinshasa pense seraient
installés dans le Kivu et l'Iturie pour s'occuper essentiellement de
cassitérite et d'or.
Ik heb beslist om meer middelen
toe te kennen aan de taskforce
MIRECA, een groep van Belgische
deskundigen die ons beleid met
betrekking tot de ambachtelijke
mijnsector helpen uitstippelen.
De task force on illegal exploitation
of mineral resources in the Great
Lakes Region
, waaraan België
actief deelneemt, tracht een beter
inzicht
te
krijgen
in
de
mechanismen waardoor gewapende
groeperingen voordeel kunnen
trekken
uit
de
Congolese
bodemrijkdommen,
en
tracht
oplossingen aan te dragen. Die
werkgroep heeft zich verdiept in de
mapping van de certificering, de
due diligence (de wijze waarop
bedrijven die ertsen aankopen,
zich ervan vergewissen dat de
opbrengst
niet
naar
een
gewapende groepering gaat) en
de wetgeving met betrekking tot
de
ertshandel.
Volgens
die
werkgroep moet er onverwijld
overleg worden gepleegd met de
Congolese overheid, teneinde na
te gaan hoe de controle, de
certificering en de inventarisering
van de mijnen in Oost-Congo kan
worden verbeterd.
De Congolezen hebben zelf een
aantal interessante voorstellen
aangereikt.
In het laatste rapport van de groep van experts van de Verenigde
Naties, worden verschillende Belgische bedrijven genoemd, omdat zij
ertsen hadden verkocht waarvan de opbrengst ten goede zou zijn
gekomen van die gewapende groepen. Mijn departement staat in
Plusieurs entreprises belges sont
citées dans le dernier rapport de
l'ONU. Elles auraient acheté du
minerai et les recettes des
CRIV 52
COM 681
27/10/2009
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
15
contact met die bedrijven. Het is belangrijk om te vermelden dat
verschillende onder hen ondertussen alle activiteiten in Oost-Congo
hebben stopgezet.
Het is onze bedoeling om deze bedrijven aan te moedigen om hun
verplichtingen na te leven betreffende de verificatie van de oorsprong
van de ertsen, ook in moeilijke omstandigheden. Wij zijn blij om vast
te stellen dat deze ondernemingen samenwerken aan het nieuwe
initiatief van de tinindustrie, het helpt namelijk de bedrijven hun
verplichtingen van due diligence na te leven. Het is ook mijn bedoeling
om de bedrijven waarvan sprake te laten ondervragen door het
nationale OESO Focal Point, de werkgroep van ambtenaren die de
zaak opvolgt, om te verifiëren of de betrokken bedrijven effectief de
aanbevelingen van de OESO naleven.
Tot daar in vijf luiken het antwoord op de vragen van mijn collega's. Ik
wil nogmaals zeggen dat deze materie iedereen bezighoudt die
bezorgd is om de toestand van de bevolking in Oost-Congo. Wij zijn
het met de deelnemers aan het maatschappelijk debat niet oneens
over de doelstelling: het lot verbeteren van de mensen die soms in
verschrikkelijke omstandigheden leven. Het is ook goed dat er in het
Parlement een debat wordt gevoerd over de middelen om dat doel te
bereiken, uiteraard met de kennis dat de beslissingen in internationaal
verband worden genomen. België heeft, gezien zijn verleden, een
belangrijke inbreng en impact op het uiteindelijke standpunt en de
actie die daaraan is verbonden.
transactions auraient abouti entre
les mains de bandes armées. Mon
département est en contact avec
les entreprises en question.
Certaines d'entre elles ont mis un
terme à toutes leurs activités au
Congo. Les entreprises sont
encouragées
à
vérifier
la
destination des recettes, même
dans des circonstances difficiles.
Nous les incitons à suivre les
recommandations de l'OCDE.
Les personnes qui se préoccupent
surtout du sort de la population et
d'autres
qui s'occupent
des
moyens matériels ne doivent pas
nécessairement s'opposer dans le
cadre d'un débat.
De voorzitter: Dank u, mijnheer de minister. Ik denk dat de collega's zeer zeker bereid zijn om het debat
aan te gaan. Om het in goede banen te leiden stel ik voor dat ik de vraagstellers in volgorde van hun vraag
aan het woord laat. Om redenen van hoffelijkheid geef ik ondertussen ook het woord aan een aantal
collega's van de Senaat.
01.02 Philippe Mahoux, sénateur (PS): Cela ne va pas, monsieur le
président. Il faut que nous soyons prévenus de la méthodologie. En
cas de réunions communes Chambre et Sénat, nous devons nous
mettre d'accord sur la méthode, sinon nous ne pourrons pas nous en
sortir. Pour le reste, ce qui est important, c'est de pouvoir entendre le
ministre des Affaires étrangères.
Le président: C'est ce qui est important. Je ne pense pas qu'il y ait un problème à donner alternativement
la parole à la Chambre et au Sénat. On discutera de la méthode mais je propose de procéder de la sorte
cet après-midi.
Als wij de hoffelijkheid verder doortrekken, laten wij eerst de collega's van de Senaat aan het woord.
01.03 Philippe Mahoux, sénateur (PS): Monsieur le président, je
remercie le ministre des Affaires étrangères pour la clarté de son
intervention et je remercie tous les collègues d'avoir posé des
questions précises, ce qui a permis le cheminement de l'exposé du
ministre. Cela dit, je répète qu'il est préférable d'être mis au courant
de la méthodologie, ce qui nous permet de poser des questions; c'est
peut-être plus pratique.
Pour ma part, j'ai deux ou trois questions.
La première concerne la situation politique à Kinshasa. Un élément
important quant à l'évolution de cette situation politique devra se faire
à la lumière du rapprochement de la République démocratique du
01.03 Philippe Mahoux, senator
(PS): De evolutie van de politieke
situatie in Kinshasa zal afhangen
van de toenadering tussen de
DRC en Rwanda. Wij krijgen
melding van berichten over een
zekere weerstand tegen die
toenadering. Wat vindt de minister
van Buitenlandse Zaken van dat
gegeven met betrekking tot het
binnenlands beleid? Tot waar
zullen wij bereid zijn te gaan op het
stuk van de samenwerking met
27/10/2009
CRIV 52
COM 681
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
16
Congo et du Rwanda. En effet, les échos nous parviennent au sujet
d'une forme de résistance à un tel rapprochement, pour de bons ou
de mauvais motifs, d'ailleurs.
J'aimerais connaître l'appréciation du ministre des Affaires étrangères
par rapport à cet élément de politique intérieure pour le Congo, mais
qui n'est pas sans influence par rapport à la situation à l'Est, problème
qui nous préoccupe le plus.
Ma deuxième question concerne également la situation en
République démocratique du Congo. Je ne vous poserai pas la
question de savoir où est Nkunda, mais cette question est cependant
préoccupante. Selon vous, monsieur le ministre, jusqu'où irons-nous
en termes de collaboration par rapport à la situation de Nkunda, donc
par rapport à l'impunité dont il continue à jouir pour le moment, même
si les mesures prises ont nettement réduit sa faculté de nuire? Où en
sommes-nous de manière précise?
Il a été dit que, par rapport aux génocidaires, les avancées actuelles -
que l'initiative vienne de Kigali ou non, vienne de Kinshasa ou non -,
n'étaient pas très importantes par rapport à Nkunda.
Une dernière question: qu'en est-il de l'autre problème qui concerne la
Cour pénale internationale ­ et cela se rapporte aussi à la situation
intérieure au Congo ­, qu'en est-il de ce personnage qui apparaît
comme quelque peu encombrant?
betrekking tot de situatie van
Nkunda, en dus met betrekking tot
de straffeloosheid die hij blijft
genieten, ook al hebben de
maatregelen die werden genomen
zijn vermogen om nog meer
schade te berokkenen, vermin-
derd? Hoe zit het daarmee? Wat
met het andere probleem met
betrekking tot het Internationaal
Strafhof?
Le président: Vous ne voulez pas prononcer son nom?
01.04 Philippe Mahoux, sénateur (PS): Si, si, je veux bien le
prononcer. Vous savez ce que j'en pense et ce que j'en ai toujours
pensé. Il s'agit de M. Bemba: il est attrait pour des raisons qui, en
principe, n'ont rien à voir avec la RDC, mais avec la République
centrafricaine.
Qu'en est-il de M. Bemba et du caractère encombrant qu'il peut
représenter?
01.04 Philippe Mahoux, senator
(PS): Hoe zit het met mogelijke
sta-in-de-weg
Jean-Pierre
Bemba?
01.05 Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik wil van
mijn micro misbruik maken om een suggestie te doen. Ik herinner mij
dat tussen 1995 en 2004 onder de ministers van Buitenlandse Zaken
Erik
Derycke
en
Louis
Michel
en
de
ministers
van
Ontwikkelingssamenwerking Reginald Moreels en Eddy Boutmans
samen met de Senaat interessante debatten over Congo werden
gevoerd. Die werden gevoerd op basis van driemaandelijkse
vooruitgangsrapporten.
De minister van Buitenlandse Zaken en de minister van
Ontwikkelingssamenwerking maakten ten behoeve van Kamer en
Senaat een driemaandelijks rapport op over de situatie. Dat werd ons
twee of drie dagen op voorhand toegestuurd en dan werd er over
gedebatteerd. Mij lijkt dat nog altijd, met mijn twintig jaar ervaring, de
best georganiseerde manier om het debat te organiseren over dit
dossier dat altijd bovenkomt in de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen, met name ons Congo-beleid.
Dit is een suggestie van mezelf. Als ik zo naar mezelf luister, begin ik
te spreken als een oude man die goede raad geeft aan jonge
01.05 Dirk Van der Maelen
(sp.a): Des débats captivants sur
le Congo ont été organisés à
l'époque avec le Sénat. Nos
discussions étaient basées sur un
rapport de suivi trimestriel qui
nous était toujours fourni deux ou
trois jours à l'avance. Il s'agissait
de la procédure la plus efficace et
je veux dès lors défendre ce
système.
Le ministre Leterme a déclaré que
dans le cadre de sa politique
congolaise, il mettrait l'accent sur
les droits de l'homme, la bonne
administration et le leadership.
Si cela agrée le ministre Leterme
de laisser planer un doute sur la
CRIV 52
COM 681
27/10/2009
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
17
collega's. Dat wil ik vermijden.
Mijnheer de minsister, ik ben heel blij dat wij eindelijk met elkaar eens
over Congo kunnen praten. Ik heb met veel aandacht naar uw
uiteenzetting geluisterd. Ter voorbereiding heb ik gepeild: Yves
Leterme en Congo: wat betekent dat? Ik heb bijzonder goed opgelet
bij alles wat u hebt gezegd in de pers. Ik heb een uitspraak genoteerd
van u in Het Nieuwsblad van 19 september: "Mensenrechten en goed
bestuur zullen centraal staan in mijn buitenlands beleid." Ik heb ook
een uitspraak genoteerd van 20 september, die ik even citeer:
Je cite La Dernière Heure: "Nous avons toujours eu une réelle
capacité d'influence en RDC. C'est un des rares pays où on peut
prendre le leadership."
Dat hebt u gezegd. Er zijn dus drie woorden cruciaal: mensenrechten,
leadership, goed bestuur. Dat zijn de verklaringen die mij hebben
gefrappeerd. Nu wil ik dat even aftoetsen aan drie punten.
Ten eerste, de algemene politieke situatie in Congo. Als ik vertrek van
die drie uitgangspunten, mensenrechten, leadership en goed bestuur,
wat zou dan de houding moeten zijn? Ik ben het met u niet eens als u
enige twijfel laat bestaan over de huidige politieke situatie in Kinshasa.
Ik meen te mogen zeggen dat alle experts ter zake die enige
objectiviteit aan de dag leggen, zullen bevestigen dat sinds de
zogezegde hoopvolle periode van de verkiezingen in Congo, de komst
van Kabila, een parlement en zo meer, de voorbije drie jaar alle
tekenen aantonen dat alle politieke macht hoe langer hoe meer wordt
gecentraliseerd in de présidence en de entourage. Parlement en
regering staan er op zijn Vlaams gezegd bij voor spek en bonen. De
oppositie is uitgeschakeld of ingekocht door de meerderheid. De
economie is geen staatsgeleide maar een presidentsgeleide
economie waarvan de baten niet naar de staatskas vloeien maar
elders terechtkomen. Corruptie tiert welig.
Men
kan
de
rapporten
niet
meer
tellen
van
mensenrechtenorganisaties die wijzen op problemen inzake
mensenrechten. In Kinshasa is er breed verspreide hongersnood.
Voor mij is de conclusie dat de situatie in het land in de laatste drie à
vier jaar niet is verbeterd, dit ten gevolge van het tegendeel van goed
bestuur. In diezelfde periode, ik denk juni-juli, sloot minister van
Ontwikkelingssamenwerking Charles Michel een akkoord met de
Congolese overheden waardoor wij onze samenwerking opdrijven tot
ongeveer 150 miljoen euro per jaar.
Mijnheer de minister, waar en wanneer heeft de Belgische regering de
Congolese autoriteiten aangesproken op mensenrechten en goed
bestuur. Waar en wanneer hebben wij leadership getoond om
duidelijk te maken aan alle Congolezen dat wij ­ daar ben ik ook voor
­ voluit willen samenwerken met een regering die goed bestuur in het
land wil brengen?
Ik waarschuw u echter dat wij ons met de huidige regering volgens het
oordeel van de Congolese bevolking in nesten aan het werken zijn.
De Congolese bevolking stelt immers dag na dag vast dat haar
levensomstandigheden niet verbeteren ­ zelfs integendeel ­ en dat
een politieke klasse en kaste opnieuw, zoals in de periode van
Mobutu, vooral met zichzelf bezig is en het volk aan zijn lot overlaat.
situation politique actuelle en
RDC, je ne peux pas approuver
son attitude. Chacun sait qu'au
cours des trois dernières années,
le président et son entourage ont
exercé le pouvoir de façon de plus
en plus centralisée. Le Congo
s'est mué graduellement en une
économie caractérisée par un
dirigisme présidentiel. Les recettes
ne sont pas reversées dans les
caisses de l'État, et la corruption et
les violations des droits de
l'homme sont omniprésentes. La
situation en RDC ne s'est donc
pas améliorée au cours des trois
dernières années en raison de ce
que nous pouvons appeler le
contraire d'une bonne adminis-
tration. Cela n'a pas empêché le
ministre Michel de conclure cet été
un accord avec les autorités
congolaises, accord en vertu
duquel la Belgique consacrera
annuellement 150 millions d'euros
supplémentaires à sa coopération
au développement.
Où et quand la Belgique a-t-elle
fait preuve de leadership et
interpellé le Congo sur les droits
de
l'homme
et
la
bonne
gouvernance? La Belgique va
perdre tout crédit auprès de la
population congolaise qui ne
constate
pas
la
moindre
amélioration de sa situation et doit
se contenter d'observer la classe
politique uniquement soucieuse de
son sort et qui, en réalité, rétablit
le système Mobutu.
Le Congo est parfois qualifié de
scandale géologique parce que ce
pays recèle pratiquement toutes
les matières premières. Tout aussi
scandaleux est le budget: le
produit
de
ces
ressources
naturelles y est fixé à 1 million de
dollars.
Une bonne gouvernance dans le
domaine de la politique des
matières
premières
est
fondamentale. Où et quand notre
pays
a-t-il
fait
preuve
de
leadership et attiré l'attention du
Congo sur le fait que les recettes
27/10/2009
CRIV 52
COM 681
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
18
Steeds meer stellen wij vast dat het Mobutu-systeem terug in het land
is. Dat hoeft niet te verwonderen, indien u ziet hoeveel Mobutisten tot
de entourage van de president behoren.
Dat was het eerste punt dat ik wou aanraken.
Het tweede punt is de mijnbouw. Het is ook het punt waarover mijn
vraag handelt.
Wanneer over Congo en de natuurlijke rijkdommen wordt gesproken,
wordt nogal vaak opgemerkt dat Congo een geologisch schandaal is.
In Congo is alles te vinden: goud, koper, koltan, kasseriet en
wolfraam. Het is echter een even groot schandaal ­ ik verwijs
bijvoorbeeld naar wat Marie-France Cros in La Libre Belgique heeft
geschreven ­ dat moet worden vastgesteld dat een dergelijk
geologisch rijk land in de begroting 2008, die inderdaad een fractie is
van wat wij aan onderwijs uitgeven, aan opbrengsten uit natuurlijke
rijkdommen welgeteld één miljoen dollar heeft ingeschreven.
Opnieuw spreek ik de meeste experts na. Zij stellen dat goed beheer,
zeker van de natuurlijke grondstoffen, voor Congo minstens even
belangrijk, zoniet belangrijker is dan alle hulp die wij het mogen
geven.
Mijnheer de minister, waar is op genoemd vlak onze inzet op goed
bestuur? Waar is ons leadership, wanneer het erop aankomt de
natuurlijke rijkdommen ten voordele van het Congolese volk aan te
wenden?
Omdat de Congolese regering dat weigert, heeft het Congolese volk
en de internationale gemeenschap geen zicht op de zestig
heronderhandelde mijncontracten. Het is niet geweten wat in
bedoelde contracten staat. Het is niet geweten hoeveel naar de
mijnmaatschappijen vloeit en hoeveel naar Congo terugvloeit, omdat
de Congolese regering ter zake geen duidelijkheid wil verschaffen.
Ten tweede, er is een internationaal initiatief waarover u niet hebt
gesproken: Extractive Industries Transparency Initiative. Dit is een
initiatief dat van de betrokkenen ­ de mijnmaatschappijen ­ vraagt om
met betrekking tot de natuurlijke rijkdommen te publiceren wat zij
betalen en dat ook de overheid openbaar maakt wat zij ontvangt. Die
aanpak lukt in sommige Afrikaanse landen, maar in Congo niet om de
simpele reden dat de Congoleze machthebbers het saboteren.
Ten derde, u heeft verwezen naar Global Witness. Deze organisatie
wijst België aan als een van de grootste afnemers van de natuurlijke
rijkdommen en vooral degene die in Oost-Congo worden gedolven. Ik
heb gelezen in La Libre Belgique dat u werkt aan de uitwerking van
specifieke en aangepaste maatregelen. Ik zou van u graag vernemen,
mijnheer de minister, welke specifieke en aangepaste maatregelen u
hebt genomen ten aanzien van die Belgische firma's.
Ik zou uw aandacht, en ook die van de collega's, willen vestigen op
een Amerikaanse aanpak. Ik hoop dat de meerderheid bereid is om
dat te onderzoeken. In de Verenigde Staten is er Congo Conflict
Minerals Act waarbij een deel van de verantwoordelijkheid wordt
gelegd bij de eigen bedrijven en maatschappijen die in die sector
de
ces
richesses
minières
devaient revenir à la population?
La communauté internationale n'a
aucune idée sur le contenu des
soixante
contrats
miniers
négociés.
Le
gouvernement
congolais refuse d'apporter la
moindre précision à ce sujet.
Il existe une extractive industry
transparency initiative
en vertu de
laquelle les compagnies minières
doivent publier ce qu'elles paient
et les autorités ce qu'elles
perçoivent. Ce système fonctionne
dans d'autres pays mais pas au
Congo parce que le régime en
place sabote le système.
La Belgique est l'un des principaux
acheteurs des métaux extraits
dans l'Est du Congo. Des règles
spécifiques et adaptées sont-elles
d'application
pour
les
deux
sociétés belges en question? Aux
États-Unis, le Congo conflict
minerals act
co-responsabilise les
sociétés pour la situation dans la
région. Si nous voulons résoudre
le conflit au Congo, nous devons
prendre des mesures contre nos
deux
sociétés
belges,
qui
collaborent avec des
mines
exploitées par les rebelles ou
l'armée à leur propre profit.
En ce qui concerne la situation
dans l'est du Congo, 84 ONG
indiquent que l'offensive militaire a
échoué. Le coût en vies humaines
est incalculable: pour chaque
rebelle des FDLR désarmé, on
compte un décès, neuf viols et 700
déplacés. La MONUC est faible et
la plus grande pagaille règne au
sein de l'armée congolaise. Les
rebelles connaissent le terrain
comme leur poche et mènent une
sorte de guérilla. Nous n'arriverons
jamais à mettre fin à ce conflit par
la voie militaire. Le ministre
Leterme reste-t-il partisan de
l'opération militaire?
CRIV 52
COM 681
27/10/2009
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
19
actief zijn. Die maatschappijen sluiten hun ogen. De ketting is gekend
­ de creuseurs, de comptoirs, de négociants en dan de afnemende
bedrijven. Onze Belgische bedrijven ­ ik zal de naam niet noemen
want ze zijn al voldoende in de pers vernoemd ­ zijn de twee grootste
afnemers van metalen uit Oost-Congo. Als wij iets willen doen aan het
conflict in Oost-Congo moeten wij, mijns inziens, kordaat durven
optreden tegen bedrijven die wetens willens ervoor zorgen dat de
rebellen die in Oost-Congo mijnmaatschappijen uitbouwen.
Wij moeten iets doen tegen de rebellen die in Oost-Congo de
mijnmaatschappijen uitbouwen of, misschien nog slechter, de mijnen
waar de FDLR-rebellen verdwenen zijn en die uitgebaat worden door
het Congolese leger of fracties ervan, soms zogezegd net
geïntegreerde delen van rebellengroepen die de mijnen ten eigen
bate uitbaten. Ik kijk met belangstelling uit of de initiatieven die ik ter
zake zal nemen, door de meerderheid zullen worden gesteund.
Laatste punt. Oost-Congo. Ik stel eerst al een positieve evolutie vast
bij de minister. Ik heb hier de speech die hij heeft uitgesproken bij de
voorstelling van het boek "Réforme du Congo: attentes et illusions". Ik
meen dat collega Herman De Croo daar wel iets mee te maken heeft;
hij heeft het boek bij. Op dat moment hebt u gesproken over de
situatie in Oost-Congo en u noemde ze "behoorlijk positief". Ik heb
met genoegen vastgesteld dat u, naar ik aanneem ingevolge het
maatschappelijk debat, al een beetje bent opgeschoven in die richting
waarbij u erkent dat er daar serieuze problemen zijn.
De vierentachtig ngo's, niet van de minste, zoals Pax Christi, Save the
children, International Crisis Group, Broederlijk Delen, Oxfam
International, komen allemaal tot de conclusie dat het militair offensief
aan het mislukken is of mislukt is en, vooral, dat de kostprijs enorm
hoog is. De cijfers zijn ook al in de pers verschenen; voor elke
ontwapende rebel van het FDLR is er een burger gedood, zeven
personen verkracht en negenhonderd mensen ontheemd, uit hun huis
gevlucht. In totaal zijn er negenhonderd rebellen ontwapend. Als u ziet
wat de kostprijs daarvan is, dan stel ik mij daar vragen bij.
Ik stel vast, mijnheer de minister, en misschien is dat tekenend, dat u
samen met al degenen die indertijd hebben beslist tot die militaire
operatie en ondanks dat nu cijfers worden voorgelegd waaruit blijkt
dat de humanitaire kostprijs enorm hoog is, blijft vasthouden aan die
militaire operatie. Ik denk dat men geen groot militair expert moet zijn
om te weten dat op een terrein zoals Oost-Congo, waar men werkt
met een MONUC waarvan men de zwakheden kent, met een
Congolees leger dat, nog diplomatisch uitgedrukt, een bende
ongeregeld is, men met die wapens in handen er nooit in zal slagen
om de FDLR-rebellen te verslaan.
De FDLR-rebellen kennen immers het terrein als hun broekzak, zij
hebbendie zich omgebouwd tot een guerrillaorganisatie en zij trekken
zich terug in onherbergzame plaatsen van waaruit zij hit-and-run-
operaties uitvoeren. Militair gezien zult u dat conflict nooit kunnen
winnen. Dat voorspel ik u. Ik weet dat degenen die beslist hebben tot
die operatie, dat nog niet willen toegeven. Bij de driemaandelijkse
evaluaties zullen wij u echter telkens opnieuw vragen of u samen met
de anderen van oordeel blijft dat die militaire operatie moet doorgaan,
ondanks het gebrek aan resultaat en ondanks de zware humanitaire
kost.
27/10/2009
CRIV 52
COM 681
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
20
01.06 Philippe Fontaine, sénateur (MR): Monsieur le président,
monsieur le ministre, je vous remercie pour votre exposé sur la
situation actuelle en RDC. Nous ne pouvons que nous réjouir de
constater que les relations diplomatiques entre nos deux pays sont
aujourd'hui nettement meilleures. C'est dans l'intérêt de tout le
monde.
Je voudrais vous poser deux questions. Tout d'abord en ce qui
concerne l'évolution de la démocratie en RDC, vous avez évoqué les
élections de 2010 et 2011. Je vous en ai d'ailleurs parlé lors de
séances précédentes. Je pense que c'est particulièrement important
pour que le processus démocratique aboutisse.
Comment la communauté internationale et la Belgique vont-elles
aider la RDC à aboutir à cette élection municipale qui n'a pas encore
pu avoir lieu?
Je vous fais part de mon inquiétude en ce qui concerne une
prolongation éventuelle du mandat présidentiel.
Je sais qu'il s'agit d'affaires intérieures de la République démocratique
du Congo mais à partir du moment où la Constitution est remise en
question, tout un ensemble de processus démocratiques risquent de
l'être aussi.
Depuis ma précédente question, j'ai pu lire dans la presse que le
processus suivait toujours son cours, avec une éventuelle
prolongation du mandat présidentiel.
Ensuite, vous avez beaucoup parlé de l'Est. Il est vrai que pour que la
démocratie fonctionne au Congo, outre la nécessité d'un
rétablissement de l'État de droit partout, il faut que cette zone soit
pacifiée. Ce problème existe depuis longtemps et la communauté
internationale s'en préoccupe depuis longtemps également.
Notre pays a pris en charge à plusieurs reprises la formation de
l'armée congolaise. Or, il faut malheureusement constater que
l'armée nationale congolaise n'est pas beaucoup plus sécurisante
pour les civils que les bandes armées qui pillent et violent dans ces
zones. Souvent, l'armée fait exactement la même chose que ceux
qu'elle est chargée de combattre. Dans ces conditions, il est évident
que le rétablissement de la confiance de la population envers l'État
devient très difficile, surtout quand on voit qu'un certain nombre
d'officiers qui ont eux-mêmes participé à des exactions sont intégrés
dans l'armée congolaise.
Le fait de former l'armée congolaise a-t-il vraiment un sens à partir du
moment où une partie de son encadrement, qui provient des groupes
armés, n'est pas particulièrement recommandable, et à partir du
moment où cette armée n'est pas payée?
Comment peut-on former des gens au respect de certaines valeurs
alors qu'ils ne sont pas payés? Ne pensez-vous pas que le premier
problème qui doit être résolu, au-delà des problèmes de formation,
est celui du paiement de la solde de l'armée congolaise, qui se
comporte d'une manière inadmissible dans les zones dangereuses?
01.06 Philippe Fontaine, senator
(MR): De vaststelling dat de
diplomatieke betrekkingen tussen
onze beide landen heden duidelijk
beter zijn, kan ons alleen maar
verheugen.
U had het over de verkiezingen
van 2010 en 2011. Die zijn erg
belangrijk voor het welslagen van
het democratisch proces.
Hoe zullen de internationale
gemeenschap en België de DRC
helpen om van die gemeente-
raadsverkiezingen een succes te
maken?
De eventuele verlenging van het
presidentieel mandaat baat me
echter zorgen.
Vanaf het moment dat de
Grondwet ter discussie wordt
gesteld, dreigt ook het gehele
democratische proces op losse
schroeven te komen te staan.
Ik heb in de pers gelezen dat de
grondwetswijziging
nog
altijd
onderzocht
werd,
met
een
verlenging van het presidents-
mandaat.
U heeft veel gesproken over het
Oost-Congo en de rust in die regio
moet inderdaad hersteld worden
opdat de democratie in Congo
kans van slagen heeft. We houden
ons ook al lange tijd met dat
probleem bezig.
Ons land heeft militairen van het
Congolese leger opgeleid. Men
kan echter niet ontkennen dat het
Congolese leger de burger-
bevolking
niet
veel
meer
vertrouwen inboezemt dan de
gewapende bendes die in die regio
plunderen en verkrachten. In die
omstandigheden
wordt
het
bijzonder
moeilijk
om
het
vertrouwen van de bevolking in de
Staat te herstellen.
Heeft het eigenlijk wel zin het
Congolese leger op te leiden
CRIV 52
COM 681
27/10/2009
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
21
Il faut rétablir une armée qui travaille pour la protection de la
population et pas une armée qui vit sur le dos de la population.
wanneer een deel van het kader
vroeger
deel
uitmaakte
van
gewapende groepen en dat leger
niet betaald wordt?
Er moet weer een leger komen dat
de bevolking beschermt en dat
zich niet op haar kosten in leven
houdt.
01.07 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de minister, het is een jaar
geleden dat we in onze commissie een Congodebat hebben gehad. Ik
heb hier mijn nota's bij me, ze dateren van 22 oktober 2008, en
wanneer we de feiten vandaag horen, moeten we concluderen dat er
op het terrein zeer weinig veranderd is, integendeel zelfs.
Hier is echter wel iets veranderd. Sommigen die een jaar geleden
pleitten voor de versterking van de militaire actie of zelfs voor een
Europese interventiemacht, houden nu een totaal ander pleidooi,
namelijk voor het opschorten van de militaire actie. Ik zal daarover
geen oordeel geven. Het toont alleen hoe complex de situatie is.
Vandaag wordt er nog steeds systematisch geplunderd en blijft de
humanitaire situatie verschrikkelijk. Dat was trouwens al zo voor de
start van de gemeenschappelijke actie Kimya II. De internationale
gemeenschap, de donorlanden, de ngo's ter plaatse en de Verenigde
Naties blijven machteloos toekijken.
Wat moet er nu gebeuren? Ik heb de voorbije dagen heel veel
gehoord en in de kranten gelezen hoe het niet moet. Doch, hoe het
dan wel moet, daarover heb ik nog heel weinig gelezen. Mijn fractie
wenst dat er een politieke oplossing komt voor het probleem, liefst
zonder militaire interventie. Maar, als we stabiliteit tot stand willen
brengen, zullen beide factoren noodzakelijk zijn. We moeten ook
realistisch zijn. Wat is er de voorbije jaren allemaal niet geweest aan
politieke initiatieven op het hoogste diplomatieke niveau? Er waren
verschillende conferenties en er zijn verschillende beloften gedaan.
We zien echter dat we op het diplomatieke vlak vandaag geen stap
verder zijn gekomen. Ik hoor bepaalde mensen zeggen dat we de
centen voor ontwikkelingshulp dan maar moeten verminderen en dat
we druk moeten uitoefenen. In andere dossiers, om Israël en
Palestina niet te noemen, is gebleken wie het eerst de dupe is van
zo'n maatregel, namelijk de lokale bevolking.
Ik wil toch even terugkomen op de repliek van de heer
Van der Maelen. Ik heb hier het rapport van de International Crisis
Group bij me. Die onderstreept dat men inderdaad, om stabiliteit in
Oost-Congo tot stand te brengen, een allesomvattende strategie moet
hebben om het FDLR te ontwapenen en raadt aan "to suspend the
operation Kimya II", omdat die operatie tekort is geschoten. Ik kan
hem deels volgen in die redenering.
Wanneer ik verder kijk, dan stel ik vast dat zij ook heel duidelijk
pleiten voor een nieuwe ontwapeningsstrategie die moet worden
gevolgd. Zij pleiten ook voor een versterking van het Congolese leger,
een betere opleiding en een betere samenwerking tussen de MONUC
en het Congolese leger. Ik denk dat de minister hiernaar heeft
verwezen toen hij heeft gesproken over het mandaat. Op het terrein
01.07 Nathalie Muylle (CD&V):
Le dernier débat sur le Congo
dans cette commission remonte
au 20 octobre 2008. Malheureuse-
ment, sur place, la situation n'a
guère changé depuis et pillages et
situation humanitaire catastro-
phique sont toujours d'actualité
pendant que la communauté
internationale observe, impuis-
sante. L'unique différence par
rapport à l'année dernière est
l'orientation des plaidoyers que
j'entends: l'année dernière, il
s'agissait
principalement
de
renforcer l'action militaire, tandis
qu'à présent, c'est la suspension
de l'action militaire qui est
préconisée. Tout cela témoigne
simplement de la complexité de la
situation.
Que faut-il faire? Mon groupe
politique est évidemment favorable
à une solution politique, de
préférence en l'absence de toute
intervention militaire, mais nous
sommes convaincus que les deux
seront nécessaires pour dégager
une solution. Il faut être réaliste:
diverses initiatives politiques ont
déjà été prises, jusqu'au plus haut
niveau, mais n'ont encore donné
aucun résultat. Inutile de compter
sur nous pour soutenir un
plaidoyer
en
faveur
d'une
réduction des moyens pour la
coopération au développement.
L'expérience a montré que c'est la
population qui est victime de telles
mesures.
Il ressort du rapport du Groupe de
crise international que ce dernier
juge nécessaire une stratégie
intégrale. Il estime que Kimya II a
failli et préconise non seulement le
démantèlement des FDLR mais
27/10/2009
CRIV 52
COM 681
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
22
moet dit mandaat in de toekomst veel beter worden uitgebouwd dan
wat er vandaag is afgesproken. Ik lees in het rapport dat men maar
op twee manieren tot stabiliteit kan komen, namelijk door politieke
onderhandelingen en militaire druk. Samen met mijn fractie zijn wij
ervan overtuigd dat dit de goede manier is om resultaten te boeken.
Welke rol kan België daarin spelen? Na veel collega's te hebben
gehoord, krijg ik de indruk dat België het alleen kan oplossen. De
Chinezen hebben vorig jaar 350 miljoen geïnvesteerd alleen in
infrastructuurwerken rond de mijnconcessies. Dit is meer dan het
dubbele dan wij per jaar aan ontwikkelingssamenwerking geven. Wij
hebben daar wel iets te zeggen en wij kunnen het ons ook permitteren
om daar iets te zeggen. Men luistert daar naar ons. Ik zou dit echter in
een correct perspectief willen plaatsen.
Mijnheer de minister, onze fractie voelt aan dat Europa tekort is
geschoten. Ik denk dat het Europees voorzitterschap op dat vlak voor
een ommekeer kan zorgen. Wij hebben een jaar geleden het debat
gevoerd over de Europese interventiemacht. Wij hebben toen
vastgesteld hoe moeilijk het was om steun te krijgen in de EU voor
meer middelen. Ik denk dat men terecht kijkt naar Europa. Ik denk
ook dat België volgend jaar wel een belangrijke rol kan spelen door dit
tijdens het Europees voorzitterschap aan te kaarten.
Als ik mag, heb ik nog een drietal vragen. Mijnheer de minister, ik vind
dat er ook in het beleid van België meer aandacht moet gaan naar de
primaire sector, de landbouw. Amper 1,7 % van het BNP gaat naar
landbouw. Deze zomer stond er in Knack een heel goed artikel
hierover. Met die 1,7 % werden zevenhonderd tractoren gekocht om
landbouwers te ondersteunen die boeren op nauwelijks een halve
hectare. Ik vroeg mij af welke middelen men daar inzet.
encore une nouvelle stratégie de
désarmement, le renforcement de
l'armée congolaise, une formation
plus efficace et une meilleure
collaboration avec la MONUC. Il
est convaincu aussi que seules les
négociations politiques et la
pression
militaire
permettront
d'assurer la stabilité.
Quel pourrait être le rôle de la
Belgique? Nous devons situer la
portée de cette influence dans une
juste perspective. La Chine a par
exemple déjà investi 350 millions
d'euros dans les travaux d'infra-
structure dans le cadre de
concessions minières, soit le
double de la contribution de la
Belgique à la coopération au
développement.
L'Union
européenne
manque
clairement à ses responsabilités.
Le débat de l'an dernier sur la
force d'intervention européenne
avait déjà mis en évidence la
difficulté à trouver de l'appui pour
dégager davantage de moyens.
C'est un thème que la Belgique
pourra tres certainement aborder
sous la présidence belge.
Wij zijn ervan overtuigd dat, op een paar uitzonderingen na, de
meeste landen weten dat veiligheid en vooruitgang in eerste instantie
door een sterke uitbouw van de primaire sector moet gebeuren. Ik
vind dat nog te weinig terug in het ontwikkelingsbeleid en in het totale,
buitenlandse beleid ten aanzien van Congo. Ik ben dus van mening
dat wij daarvoor meer aandacht moeten hebben.
Ten tweede, mijnheer de minister, hoe zit het met de Belgische,
militaire samenwerking die eind 2009 afgelopen zal zijn? Wat zijn de
plannen voor de Belgische, militaire samenwerking tot eind 2010? De
samenwerking loopt immers eind 2009 af. Welke inzet kan ter zake
worden verwacht?
Ten derde, wij weten dat in de planning normaal lokale verkiezingen in
2010 waren opgenomen. Wij horen ook dat de organisatie van
voornoemde verkiezingen begrijpelijkerwijze in moeilijkheden zou
komen en dat de verkiezingen dus niet zouden doorgaan.
Wat is de stand van zaken inzake de planning van de lokale
verkiezingen?
Mijnheer de minister, dat waren mijn vragen. Ik wil hier echter ook een
oproep doen, zoals ook de heer Van der Maelen heeft gedaan. Ik
hoop echt dat het geen jaar meer duurt, vooraleer wij een nieuw debat
over Congo kunnen houden.
J'insiste pour que le secteur
primaire fasse l'objet de davantage
d'attention au Congo, tant il est
vrai que domaine d'activités est
porteur de sécurité et de stabilité.
Actuellement, seulement 1,7 % du
PNB est affecté à l'agriculture. À
mes yeux, ce secteur est sous-
représenté dans les politiques
étrangère et de développement
menées à l'égard du Congo.
Sachant que la coopération
actuelle s'achèvera fin 2009, quels
projets sont prévus en 2010 dans
le cadre de la coopération militaire
belge? Les élections locales
prévues en 2010 pourront-elles
avoir lieu?
Je demande à la commission et
au ministre de ne pas attendre un
an de plus pour mener un débat
sur la situation au Congo. Ce sujet
mérite toute notre attention. Loin
CRIV 52
COM 681
27/10/2009
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
23
Mijnheer de voorzitter, wij moeten het debat hier terecht voeren. Dat
mag voor mij zelfs twee- of driemaandelijks gebeuren. Het onderwerp
verdient immers de nodige aandacht.
Mijnheer de voorzitter, ik hoop dat het onderwerp, gezien ook de ernst
ervan, van profilering gevrijwaard blijft.
Mijnheer de minister, wij hebben in het dossier de voorbije jaren te
veel profilering gezien. Ik hoop op minder profilering en op meer
samenwerking, ook vanwege het Parlement, om iets voor Congo te
kunnen doen.
des belles paroles, privilégions la
coopération.
Voorzitter Geert Versnick: De heer Van der Maelen heeft mij
gecharmeerd door mij een jonge collega te noemen. Ik ben dus een
en al oor voor zijn voorstel, dat overigens een goed voorstel is. Het is
een goede werkwijze om voor een dossier dat wordt opgevolgd, tot
een vooruitgangsrapportage over te gaan, omdat aldus op bepaalde
zaken kan worden voortgebouwd. Wij zullen een en ander tijdens de
bespreking van onze toekomstige werkzaamheden behandelen.
Le président: Je suis également
favorable
à
l'élaboration
de
rapports de suivi, une piste déjà
évoquée par M. Van der Maelen.
Nous
examinerons
cette
proposition lors de la discussion
relative aux travaux de notre
commission.
01.08 Hilde Vautmans (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, nog even
kort over het laatste punt. Daarover werd een akkoord gesloten met
de commissies van Kamer en Senaat, tot een driemaandelijks
voortgangsrapport. Ik heb daarover als toenmalig commissievoorzitter
de nodige brieven geschreven aan de drie bevoegde ministers. Het is
wel degelijk de bedoeling dat met de drie ministers samen het
voortgangsrapport wordt besproken. Dat is natuurlijk de enige manier
om het geïntegreerd beleid goed te kunnen controleren vanuit deze
gezamenlijke commissie. Op die brieven werd vanuit verschillende
hoeken bevestigend gereageerd. Ik wil dus vragen dat dit in de
praktijk wordt voortgezet, zoals overeengekomen tijdens de
voorgaande commissievergaderingen.
(...): (...)
01.08 Hilde Vautmans (Open
Vld): Lorsque j'étais présidente de
cette commission, nous étions
parvenus à un accord pour
discuter tous les trois mois d'un
rapport
d'avancement.
J'ai
adressé une lettre à ce sujet aux
ministres compétents et ils avaient
acquiescé. Or cela n'a finalement
été le cas qu'à une seule reprise,
au début de la législature.
01.09 Hilde Vautmans (Open Vld): Zij zijn wel een keer hier
geweest. Eén keer, heel in het begin.
01.10 Dirk Van der Maelen (sp.a): Er was één klein probleem, met
name dat Karel De Gucht en Charles Michel een verschillende
mening hadden over Congo. Dat is de reden waarom dat niet gebeurd
is.
01.10 Dirk Van der Maelen
(sp.a): Il y avait un problème, à
savoir les divergences d'opinion
entre Karel De Gucht et Louis
Michel à propos du Congo.
01.11 Hilde Vautmans (Open Vld): Toch wel, bij het begin van de
legislatuur. Het is wel degelijk gebeurd.
01.12 Minister Yves Leterme: Het voortgangsrapport van april of mei
ergens, van drie maanden geleden dus, kunt u mij dat eens
bezorgen?
01.12 Yves Leterme, ministre:
Pourrait-on me communiquer le
rapport d'avancement d'il y a trois
mois?
01.13 Hilde Vautmans (Open Vld): Dat is niet gebeurd.
01.13 Hilde Vautmans (Open
Vld): Nous ne l'avons pas reçu.
27/10/2009
CRIV 52
COM 681
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
24
01.14 Sabine de Bethune, senator (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
ik vraag daarover ook het woord.
Ten eerste, een rapportage hebben wij in de Senaat nooit gezien.
Ten tweede, ik hoor de heer Van der Maelen zeggen dat in het
verleden de collega's een paar dagen op voorhand een nota kregen.
Sta mij toe te melden dat ik ook die nota nooit gezien heb. Ofwel werd
die gereserveerd, onder paars, aan de leden van de meerderheid,
ofwel aan de collega's van de Kamer. In de Senaat hebben wij nooit
een prealabele nota gezien.
Laten wij dus het leven en de methodiek verbeteren. Ik ben
voorstander van een driemaandelijks overleg, maar de waarheid heeft
ook haar rechten wat de aanpak betreft.
01.14 Sabine de Bethune,
sénatrice (CD&V): Je voudrais
attirer l'attention sur le fait qu'il n'a
jamais été question d'un tel
rapport d'avancement au Sénat.
Nous n'avons par ailleurs jamais
vu
de
note
préalable.
Il
conviendrait d'améliorer l'actuelle
méthode de travail.
Voorzitter Geert Versnick: We zullen de werkwijze bespreken.
Collega Van der Maelen had het over de periode 1995-2004. Dat was
de referentieperiode.
Le président: M. Van der Maelen
visait la période de référence
1995-2004. Nous en reparlerons.
01.15 Hilde Vautmans (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik stel
vast dat de minister bereid is om dat te doen, dus ik zou nu al noteren
dat wij binnen drie maanden de drie ministers hier zouden zien. Er zijn
nu ook verschuivingen gebeurd binnen de regering, dus ik denk dat
dit allemaal wel goed moet komen.
Ik kom tot de kern van de zaak. Zoals ik al zei, ook wij zijn er
voorstanders van dat de drie terreinen samen worden bekeken. Zowel
op het vlak van Ontwikkelingssamenwerking, Defensie als
Buitenlandse Zaken zijn wij zeer actief in Congo. Het lijkt mij dus
zinvol om de drie violen samen te horen.
Iedereen die vandaag het woord al heeft gevoerd, blijkt zeer begaan
te zijn met de situatie op dit ogenblik in Congo. Ook de minister stelt
heel duidelijk dat er een negatieve evolutie te merken is.
Ik zal het kort houden, want ik weet dat veel leden het woord willen
voeren. Graag wil ik een stukje van mijn spreektijd afstaan aan mijn
collega Herman De Croo.
Ik wil enkele zeer punctuele elementen aanhalen.
Ten eerste, wanneer plant u uw eerste bezoek aan Congo, mijnheer
de minister? Bestaat de bereidheid om deze commissie te laten
deelnemen aan dat bezoek? Goede contacten met onze collega's in
het Parlement ter plekke zouden volgens mij kunnen helpen om ook
de controle aldaar goed uit te oefenen. Dat is een eerste, heel
concrete vraag.
Mijnheer de voorzitter, het is heel moeilijk om te spreken wanneer ik
mezelf bijna niet hoor praten door het rumoer in de zaal. Ik kan mijzelf
bijna niet horen spreken.
Voorzitter Geert Versnick: Mevrouw Vautmans heeft het woord,
niemand anders.
01.15 Hilde Vautmans (Open
Vld): Je prends acte du fait que le
ministre est disposé à faire rapport
à ce sujet tous les trois mois en
commission. Je propose dès lors
de nous mettre d'accord à ce sujet
immédiatement.
Nous
sommes
véritablement
préoccupés par la situation au
Congo
et
nous
sommes
convaincus du fait qu'il convient
d'agir dans trois domaines: la
coopération au développement, la
défense et les affaires étrangères.
Quand le ministre effectuera-t-il sa
première visite au Congo? La
commission
pourrait-elle
y
participer?
01.16 Hilde Vautmans (Open Vld): Ik vind dat essentieel.
01.16 Hilde Vautmans (Open
CRIV 52
COM 681
27/10/2009
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
25
Ten tweede, ik hoor de minister heel graag spreken over de
versterking van het mandaat van de MONUC en de controle op het
regeringsleger. De situatie in Oost-Congo is inderdaad, zoals deze
week aangeklaagd door een aantal ngo's, dramatisch, zeker wat
betreft de seksuele rechten van de vrouwen. Verkrachting is daar
immers een oorlogswapen. Hoe zullen wij te werk gaan voor de
versterking van het mandaat van de MONUC? Het is immers niet de
eerste keer dat ik dat voorstel hoor en dat kunt u niet alleen bepleiten;
dat zult u moeten bespreken met de andere landen en volgens mij
vooral met de landen die troepen leveren ter plaatse. Het is essentieel
om bij het debat zeker die landen te betrekken.
Ten derde, wat betreft de misdrijven die zowel door de blauwhelmen
gebeuren als door het Congolese leger, moeten we ervoor pleiten dat
deze zwaar worden bestraft. Een essentiële voorwaarde om die
misdrijven te stoppen is natuurlijk het Congolees leger goed betalen.
Ook daarvoor moeten we absoluut aandacht hebben in onze bilaterale
contacten. Er zijn resoluties daarover goedgekeurd in deze
commissie, waarin wij vragen om stappen te ondernemen ter
bestrijding van het seksueel geweld en ter bestrijding van verkrachting
als oorlogswapen in Congo.
Ik vraag ook uw aandacht voor een heel speciaal moment, volgende
jaar, met name vijftig jaar onafhankelijkheid van Congo. Men zal
natuurlijk ook naar ons land kijken wat wij gaan doen, hoe wij dat
vorm gaan geven. Ik denk dat de internationale gemeenschap ook wel
een beetje naar ons zal kijken. Mijnheer de minister, hoe kunnen wij
dat momentum aangrijpen om, hopelijk, eindelijk een en ander in
beweging te zetten?
Ons laatste debat over Congo dateert niet van een jaar geleden; het
vond plaats in februari of maart.
We hebben de laatste keer gedebatteerd in februari of maart 2009.
We hebben duidelijk op de illegale exploitatie van grondstoffen
gehamerd. Daarin moeten we het voortouw nemen, zoals we dat met
de diamanten hebben gedaan. We moeten het internationaal
aanpakken. Het Belgisch voorzitterschap in de tweede helft van 2010
kan daarbij misschien een rol spelen. Hoe ziet u dat in de toekomst?
Vld): Je me réjouis d'entendre le
ministre évoquer le renforcement
du mandat de la MONUC et le
contrôle de l'armée congolaise,
mais comment s'y prendra-t-on?
Les pays qui déploient des troupes
dans le cadre de la MONUC y
seront-ils associés? Les délits
commis par les casques bleus et
par l'armée congolaise doivent
être
sanctionnés
sévèrement,
mais il importe aussi que les
militaires
congolais
soient
rémunérés correctement.
Nous avons adopté une résolution
dans laquelle nous demandons
que soient prises des initiatives
pour combattre le recours à la
violence sexuelle comme arme de
guerre. L'an prochain, à l'occasion
du cinquantenaire de l'indépen-
dance du Congo, les regards de la
communauté internationale seront
tournés
vers
la
Belgique.
Comment allons-nous saisir cette
occasion pour faire bouger les
choses?
Notre pays doit également prendre
les devants dans le cadre de la
lutte contre l'exploitation illégale de
matières premières. Peut-être
pourrions-nous jouer un rôle dans
ce dossier sous la présidence
belge de l'Union. Le ministre
pourrait-il nous en dire davantage
à ce sujet?
01.17 Herman De Croo (Open Vld): Ik zou uren over Congo kunnen
spreken. Ik hou mij er al 45 jaar mee bezig en ik ben er al een
dertigtal keer geweest. Ik ken heel veel Congolezen.
Ik geef u een paar feiten voor het verslag en voor de
geestesverrijking. Congo is volgend jaar bijna zolang onafhankelijk als
het een Belgische kolonie is geweest. Op enkele maanden na is de
koloniale periode even groot als de onafhankelijke periode: 50 jaar
tegenover 51 jaar.
Sinds ons vertrek uit Congo staken enkele demografische elementen
de kop op. Kinshasa telde toen 300 000 inwoners. Het was de
Congolezen verboden om naar hun hoofdstad te verhuizen. Vandaag
heeft Kinshasa twintig keer meer inwoners: zes of meer miljoen. De
Congolese bevolking is vervierdubbeld.
Vroeger was er een mop: Congo is zo groot als Europa en heeft de
01.17 Herman De Croo (Open
Vld): L'an prochain marquera le
cinquantenaire de l'indépendance
du
Congo.
Cinquante
d'an
d'indépendance, donc, soit une
durée presqu'équivalente à celle
de la colonisation. Depuis que
nous avons quitté le Congo, les
Kinois sont vingt fois plus
nombreux et la population totale
du pays a quadruplé. Le ministre a
rappelé que la superficie du Congo
est comparable à celle de
l'Europe, tandis que son budget
l'est à celui du Luxembourg. Mais
la réalité est pire encore: le budget
congolais permettrait peut-être
27/10/2009
CRIV 52
COM 681
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
26
begroting van Luxemburg. Het is nog minder dan dat. Met de
begroting van Congo koop je een onzichtbare Amerikaanse
bommenwerper, misschien twee, met ontwikkelingskosten en
uitbatingskosten erbij.
Het is ook belangrijk om te weten dat men de enorme mogelijkheden
van dat land onvoldoende begeleidt. De Congo-stroom stroomt deels
in het zuidelijk en deels in het noordelijk halfrond. Daarom is het de
enige stroom ter wereld waarvan het debiet bijna constant is. Men
hoeft er geen dammen te leggen, zoals de Aswan Dam, om een
energie tot stand te brengen die vernieuwbaar is en bekwaam om
gans Afrika te bedienen. Ik heb het dus over de Inga Dammen. Een
boom op twaalf in de wereld groeit in Congo. Het land heeft enorme
capaciteiten qua mijnen en landbouw maar met 280 talen en nog veel
meer groepen en subgroepen is het verscheurd.
Men heeft niet genoeg nagedacht over de inkomensstroom. Als men
in de officiële mijnen terugvalt van 500 000 ton naar 15 000 ton, dan
heeft men plots geen kapitaal, inkomsten of mogelijkheden meer.
De heer Van der Maelen heeft gelijk. Wij geven 150 miljoen euro aan
Congo. Collega's, dat is 5 % van de steun die wij elk jaar in België
aan de NMBS geven. De NMBS kost 2,850 miljard euro. Wij geven
150 miljoen euro aan Congo. Wij moeten de zaken toch enigszins in
perspectief plaatsen.
Het probleem is dat men met die landen niet goed weet waar te
beginnen. De Chinezen waren daar aanwezig. Met die 250 miljoen
euro wil men wegen naar de mijnen en scholen en hospitalen
bouwen, maar er is geen follow up of een equipering. Er is in 8 of
9 miljard dollar voorzien en voor 70 of 75 miljard dollar
exploitatiemogelijkheden.
Men weet echter niet waar te beginnen in dat land. Moet men
beginnen met infrastructuur: ja, met landbouw: zeker, met
gezondheid: wellicht, naar opleiding: ook, en staatshervorming.
De minister was aanwezig bij dit boekvoorstel. Ik heb de eer een
centrum voor te zitten, Centre de Référence et d'Expertise d'Afrique
Centrale. Er was een peer review, met mensen die dat zonder de
auteur te kennen hebben onderzocht. Dat is vernietigend voor dat
land. Er is geen staat in Congo vandaag. Al wat men helaas ziet, zijn
uiterlijke kenmerken. Dat is door de inspanningen van de verkiezing
die buitengewoon is geweest. Er is geen administratie in dat land. Er
is geen justitie. Er is, met alle respect voor onze collega's, weinig
parlement. Er is geen leger.
Waar begint men dan? Al de ngo's, de inspanningen van onze
regering, van andere regeringen zijn gemotiveerd, maar waar begint
men de structuur van dit land aan te pakken, onder meer op het vlak
van veiligheid en communicatie?
Men mag ook de ingeslotenheid van dat land niet vergeten. Het is een
land waar de grote rijkdommen op ongeveer 2 000 kilometer van de
zee liggen en dat ook omringd is door twaalf landen.
Als men de densiteit van de bevolking bekijkt, dan woont bijna
iedereen op de breuklijn tussen Congo, Uganda, Rwanda, Burundi en
tout au plus de financer un lance-
missiles américain.
Le Congo dispose de possibilités
presque infinies mais il est en
proie à des dissensions internes
très graves et les recettes qu'il
engrange sont quasi nulles. Il
convient par ailleurs de replacer
dans son juste contexte l'aide au
développement que notre pays lui
accorde car elle ne représente que
5 % de ce que nous investissons
dans la SNCB.
Le Congo est confronté à des
difficultés si nombreuses ­ dans
les domaines de l'infrastructure,
de l'enseignement, des soins de
santé, de la réforme de l'État, de
l'agriculture ­ qu'une question
cruciale se pose d'abord: par où
devons-nous commencer? Au
Congo, l'État est en effet absent: il
n'y a ni administration, ni justice, ni
parlement, ni armée. Dans lequel
de ces domaines les ONG ou les
gouvernements étrangers doivent-
ils concentrer leurs efforts? Quand
nous voyons que des pays comme
la Chine, les États-Unis, la
Grande-Bretagne, l'Afrique du Sud
et la France s'intéressent au
Congo, je pense que la Belgique
doit nourrir, elle aussi, cette
ambition.
CRIV 52
COM 681
27/10/2009
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
27
Tanzania. Het midden van dat land is leeg. Dat verklaart ook de
problemen met de buurlanden.
Ik denk dat we daar nog geloofwaardig zijn en dat we dat land dichter
bij ons moeten nemen, niet onder de vorm van -- en ter zake deel ik
de mening van onze collega's -- van oud-paternalisme of oud-
kolonialisme. Als klein land kunnen we de ambitie hebben om
daarover regelmatig van gedachten te wisselen en ons daarover te
informeren.
Ten slotte, indien de Chinezen -- voor de reserves aan grondstoffen
-- de Zuid-Afrikanen, de Amerikanen onder Clinton en nu, de
Engelsen en de Fransen zich voor dat land interesseren op een wijze
die velen zou verbazen, dan vind ik het om praktische en humanitaire
redenen onontbeerlijk dat België zich fundamenteel voor dat land blijft
interesseren.
Ik zou daarover uren kunnen spreken, maar hiermee kom ik tot mijn
besluit.
01.18 Sabine de Bethune, senator (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik wil mij aansluiten bij collega Muylle en u
danken voor uw uitgebreide, genuanceerde uiteenzetting. Het was
een goede briefing aan onze gezamenlijke commissie. Ik dank u
daarvoor, ook omdat u ons de kans geeft ten gronde op een aantal
vragen in te gaan.
Ik zal mij ook beperken tot een paar thema's, om de verschillende
collega's de kans te geven hun vragen te stellen.
Ik zou eerst willen inpikken op de manier waarop u Congo vanuit het
Belgisch buitenlands beleid opnieuw centraal op de internationale
agenda wil plaatsen.
Het Belgisch Europees voorzitterschap is daarvoor natuurlijk een
unieke kans. Zult u op uw ronde langs de hoofdsteden van de
Europese Unie de komende weken het thema van Congo en
Centraal-Afrika al aankaarten, minstens op twee terreinen? In de
eerste plaats denk ik aan vrede en peacekeeping. Hoe kunnen we
anders de vrede stabiliseren in Congo en de buurlanden, zoals
Rwanda, Angola en Uganda, dan met een sterk Europees beleid? Ik
hoop dat u de Europese partners op één lijn kan krijgen om de vrede
te stabiliseren en zo het geweld te ontmijnen.
Ten tweede, ook wat de wederopbouw betreft hebben collega's de
nood
in
Congo
onderstreept.
Uw
collega
voor
ontwikkelingssamenwerking is niet aanwezig vandaag, hij was ook
niet uitgenodigd denk ik. Ik wil zeggen dat op het vlak van
ontwikkelingssamenwerking bijvoorbeeld ik het goed zou vinden
indien ons land voor het toekomstige programma eventueel zou
focussen op landbouw. Ik denk dat het belangrijk is die primaire
sector in de kijker te zetten. Tegelijk mogen we niet minder investeren
in bijvoorbeeld de gezondheidszorg of andere sectoren. Congo is een
land dat het zich niet kan permitteren om op één flank steun te krijgen
terwijl het verzwakt op andere flanken.
Het Europese beleid stuurt aan dat de Europese landen in de
partnerlanden maar twee of drie sectoren zouden kiezen. Dat is
01.18 Sabine de Bethune,
sénatrice
(CD&V):
Comment
ferons-nous en sorte que la
question
congolaise
soit
de
nouveau à l'ordre du jour des
assemblées internationales? La
présidence belge fournira une
occasion unique à cet égard. Le
ministre abordera-t-il aussi cette
question dans le cadre de sa
tournée des capitales? Une
politique européenne forte est en
effet nécessaire en matière de
maintien de la paix.
En ce qui concerne la coopération
au développement, je pense qu'il
est positif que nous concentrions
nos efforts sur l'agriculture mais
cela ne peut se faire au détriment
des investissements dans le
secteur de la santé. L'Europe nous
demande de choisir trois secteurs
bénéficiaires pour notre aide au
développement. Je veux bien, à
condition d'avoir la garantie que
les autres secteurs reçoivent un
soutien suffisant des autres pays.
D'après
certains
experts,
le
secteur de la santé au Congo est
dans un état si pitoyable qu'il ne
vaut pas la peine que nous y
investissions. Je ne partage
absolument pas ce point de vue.
S'agissant de la question des
matières premières, un groupe de
travail recherchera des solutions
27/10/2009
CRIV 52
COM 681
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
28
weliswaar een regel, maar ik denk voor Congo dat dat vanuit ons land
niet verantwoord is, tenzij we echt ijzersterke garanties zouden krijgen
dat alle domeinen zouden worden afgedekt. Precies daar schuilt mijn
bezorgdheid, namelijk dat we voor de toekomst voor de hulp naar
Congo, voor zover ik weet, geen garanties hebben op dat vlak.
Wanneer wij sterk zouden investeren in landbouw, hebben we geen
garanties dat andere landen van de Europese Unie de fakkel op het
vlak van gezondheidszorg of andere sectoren zouden overnemen.
Wellicht is dat een punt dat u in uw ronde van de hoofdsteden kan
meenemen: één lijn naar het vredesbeleid toe, maar ook één lijn naar
de wederopbouw, zodat de puzzel perfect klopt. Anders zullen we
door oplossingen aan te reiken nieuwe problemen creëren.
Ik ontmoette een dokter van de Wereld Gezondheidsorganisatie die
zei: "We zijn zo ontmoedigd over Congo dat we de armen laten
zakken. Als we de materniteit van het grote ziekenhuis in Kinshasa
bezoeken, liggen daar vier moeders op één bed zonder matras. In
een andere plaats waar de aidspatiënten liggen is zelfs geen primaire
hulpverlening en kan men de medicatie niet betalen. Het is dus zelfs
de moeite niet meer om te investeren in gezondheidszorg in
Kinshasa." Dat zijn feiten die experten ons melden en die we toch niet
kunnen laten gebeuren. We moeten zorgen voor een sluitende puzzel.
Ik wil u geen onmogelijke opdracht geven, maar de leiding nemen in
die coördinatie is naar mijn mening een mooie opdracht. Ik denk dat u
meer dan een jaar nodig zal hebben om dat hoog op de agenda van
het Europees voorzitterschap te krijgen.
Een tweede punt dat ik wil benadrukken, is de problematiek van de
grondstoffen. Ik dank u voor de voorstellen die u doet en het feit dat u
zegt dat enerzijds, een aantal concrete oplossingen wordt
geformuleerd door de werkgroep, en dat anderzijds ook de Congolese
overheid een aantal maatregelen zou nemen. Sta mij toe ter zake
toch een aantal verduidelijkingen te vragen.
Het proces is positief, als ik afga op de informatie die u ons geeft.
Maar kunt u ons ook zeggen wanneer het in hoofde van de Congolese
overheid transparanter zal worden? Hebt u daar zicht op? Zijn zij van
plan met die voorstellen naar buiten te komen en in het Parlement te
agenderen? Kunt u ons het proces toelichten? Misschien zult u
zeggen dat ook dat hun bevoegdheid is, maar kunt u ons daarover
concretere informatie geven?
Ik wil ook terugkomen op onze verantwoordelijkheid. U herinnert zich
dat wij ter zake een paar jaar geleden in dit Parlement een
onderzoekscommissie hebben gehad. Als resultaat daarvan hebben
verschillende collega's in de legislatuur daarna voorstellen ingediend.
Ik heb zelf een wetsvoorstel ingediend dat binnenkort, verneem ik, op
de agenda zal staan van de commissie voor de Financiën van de
Senaat, maar dat de vorige legislatuur niet ten gronde behandeld kon
worden. Het strekte ertoe voorwaarden te stellen zodat de
Delcrederediensten in ons land slechts publieke waarborgen geven
aan bedrijven die exporteren naar die landen indien de OESO-normen
worden gerespecteerd. Ik meen dat dit een oplossing zou zijn voor
een deel van dit probleem.
Een tweede voorstel van mij was toen het nationaal contactpunt voor
de OESO-normen in ons land te versterken. In de vorige legislatuur
concrètes en collaboration avec
les autorités congolaises. C'est
une bonne chose mais le ministre
pourrait-il nous donner plus de
précisions à ce sujet? Quand les
autorités
congolaises
se
décideront-elles à faire preuve
d'une plus grande transparence?
Voici quelques années, une
commission
parlementaire
d'enquête a émis différentes
propositions.
J'ai
moi-même
déposé une proposition de loi qui
sera examinée sous peu au Sénat.
J'y requiers que les services du
Ducroire respectent les normes
OCDE et j'y préconise de
consolider le point de contact
national pour les directives OCDE
en lui donnant plus de moyens.
Les propositions sont disponibles
et peut-être devrions-nous les
examiner
rapidement
au
Parlement
pour
les
rendre
contraignantes. Nous pourrons
ainsi renforcer les normes à partir
de notre pays. Le ministre pourrait-
il se prononcer à cet égard?
À votre avis, comment peut-on
avoir prise sur les mouvements
rebelles internationaux, comme les
FDLR?
Apparemment, des multinationales
achètent
indirectement
des
matières premières provenant du
Congo. Il faut investiguer plus
avant. Cet aspect figure-t-il dans
les recommandations du ministre?
Telles étaient les conclusions de la
commission d'enquête, que nous
pourrions peut-être enfin traduire
dans la pratique de la politique
belge.
Nous demeurons préoccupés par
la situation de la population civile
dans l'Est du Congo et nous
devons réfléchir à ce que nous
pouvons faire dans le cadre du
mandat revu de la MONUC pour
que l'armée congolaise, à tout le
moins, se comporte correctement.
Selon
le
ministre,
quelles
CRIV 52
COM 681
27/10/2009
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
29
kon dat niet. Ik meen dat wij er nu wel werk van zullen kunnen maken
dat contactpunt meer middelen en slagkracht te geven om zo de
naleving van de richtlijnen beter te kunnen bewaken.
Wat ons betreft, zijn die voorstellen alleszins beschikbaar. Ik meen
dat het wenselijk is dat wij ze op korte termijn in het Parlement
kunnen behandelen en afdwingbaar maken om zo vanuit eigen land
de normen te kunnen versterken.
Ik weet niet of u zich daar nu over kunt uitspreken? Kunt u ook
zeggen wat men kan doen om een internationale rebellenbeweging
als bijvoorbeeld het FDLR te dwarsbomen? In verslagen waar de
collega's al naar verwezen hebben, wordt gezegd dat de FDLR onder
meer via ons land zou functioneren om de inkomsten van de
grondstoffen te innen.
Ik weet niet of u voornoemde informatie al dan niet kan bevestigen.
Mocht u het evenwel bevestigen, dan moet ook hier een mechanisme
worden opgezet om de betrokken actoren te vatten.
Ten slotte, grote multinationals zouden grondstoffen aankopen die
van Congo afkomstig zijn, maar die zij indirect, via comptoirs of
plaatsen buiten Congo ­ Oeganda, Rwanda of andere landen ­,
aankopen. Op voornoemde manier komen de grondstoffen niet uit
een conflictgebied, maar uit een land waar de grondstoffen via
indirecte of informele kanalen zijn geraakt.
Op voornoemd probleem moet dieper worden ingegaan. Mijnheer de
minister, ik weet niet of u in uw aanbevelingen nader op de kwestie
ingaat.
Dat zijn de inzichten die wij uit de onderzoekscommissie hebben
meegenomen en die misschien nu eindelijk in het Belgische beleid
kunnen worden geconcretiseerd.
Ten slotte, u hebt uw bezorgdheid voor de civiele bevolking in Oost-
Congo terecht benadrukt. De vraag blijft echter hoe wij, rekening
houdende met het herziene mandaat van de MONUC en met het
optreden van het Congolese leger, de druk op Congo en het
Congolese leger kunnen verhogen, opdat het zich correct zou
gedragen. De vraag blijft ook welke investeringen de internationale
gemeenschap ter zake kan doen.
Collega's zijn geschrokken van de betaling van wedden. Welke
kanalen of strategieën kunnen volgens u het Congolese leger
betrouwbaarder maken?
stratégies conviendrait-il de mettre
en oeuvre pour rendre l'armée plus
fiable?
01.19 Bruno Tuybens (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik zal uiteraard niet de uiteenzetting van de heer Van der
Maelen overlappen. Niettemin wou ik één opmerking en twee vragen
aan het debat toevoegen.
Mijnheer de minister, mijn opmerking is dat ik moet vaststellen dat de
regering in het Congo-beleid het geweer klaarblijkelijk van schouder
heeft veranderd. Ik herinner mij de spectaculaire uitspraken van de
toenmalige minister van Buitenlandse Zaken tijdens het vorige,
parlementaire jaar. Hij maakte een groot punt van het corruptiegehalte
in Congo. Ik hoor u vandaag weinig of niets zeggen over de corruptie
01.19 Bruno Tuybens (sp.a): Le
gouvernement a changé son fusil
d'épaule en ce qui concerne le
Congo. Je me souviens des
déclarations musclées de l'ex-
ministre des Affaires étrangères à
propos de la corruption au Congo.
Le ministre actuel en dit très peu à
cet égard. Peut-être cherche-t-il
uniquement
à
tempérer
la
surexposition
du
précédent
27/10/2009
CRIV 52
COM 681
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
30
in Congo.
De term "corruptie" staat vandaag klaarblijkelijk niet langer hoog op de
politieke agenda. Dat betekent dat de federale regering het geweer
compleet van schouder verandert, tenzij u daarmee niet akkoord zou
gaan. In dat geval hebt u echter misschien een mening over de over-
exposure die in het verleden aan corruptie is gegeven en
compenseert u dat door vandaag veel minder over corruptie te
spreken.
Wellicht ligt het antwoord ergens in het midden, maar ik vind dat er
vandaag toch wel degelijk over corruptie moet worden gesproken. Dit
is in elk geval veel te weinig naar voren gekomen tijdens uw inleiding.
België
geeft
niet
alleen
150 miljoen
euro
aan
ontwikkelingssamenwerking, maar ook nog eens een bedrag van
ongeveer dezelfde omvang aan Congo. Ik merk op dat er vandaag in
ons land weinig of geen strategie bestaat betreffende corruptie en
corporate governance.
Mogen wij van u, als nieuwe minister van Buitenlandse Zaken, een
even krachtdadig beleid verwachten ten aanzien van de Congolese
autoriteiten op het vlak van corruptie? Dat was mijn eerste bedenking.
Het is toch opvallend dat u daar weinig of niet over hebt gesproken.
Ik heb twee vragen voor u. U verwijst naar collega Dallemagne als het
gaat over het actieplan ter implementering van de VN-resolutie 1325.
Ik heb u daarover trouwens ook een vraag gesteld. U hebt vijf of zes
volzinnen uitgesproken, maar volgens mij eigenlijk weinig of geen
antwoord gegeven. Ik zou willen weten wat de timing is van de
uitvoering van het actieplan. Ik zou willen weten of het actieplan
deeluitmaakt van het algemene veiligheidsbeleid dat wij voeren. Of
staat dit er los van? Ik vraag mij ook af of u inzake het actieplan al
expliciete contacten hebt gehad met de Congolese autoriteiten. Tot op
heden hebt u hier nog niet naar verwezen. Ik denk dat het belangrijk is
om meer dan alleen maar lippendienst te bewijzen. Ik denk dat
lippendienst welkom is, maar er is uiteraard meer nodig. Ik blijf tot nu
toe een beetje op mijn honger zitten.
Derde vraag. Ik zal heel kort zijn, voorzitter. In september heeft de VN
een aantal rapporten uitgevaardigd rond de ernstige schendingen van
mensenrechten en het humanitaire recht in de DRC.
Een van de rapporten gaat over de mensenrechtenschendingen die
door de regeringstroepen worden uitgeoefend. Daarin stond zeer
uitdrukkelijk wat ik nu citeer: "De mensenrechtenschendingen van de
FARDC zijn zo significant dat het falen van het politiek en operationeel
niveau om de situatie in de hand te houden, op zich een ernstige
schending is van de mensenrechten." Dat op zich is al een schending
van de mensenrechten. Het is duidelijk dat de regering onmiddellijk en
onverbiddelijk moet reageren. Zo staat het in het VN-rapport.
U heb ­ terecht ­ verwezen naar de oefening die in december in de
Mensenrechtenraad zal plaatsvinden, het periodic review. Ik zou u
willen vragen of het niet mogelijk zou zijn of wij de suggesties en de
aanbevelingen die ons land in de Mensenrechtenraad zal formuleren,
het voorwerp zouden kunnen uitmaken van een parlementair debat
zoals wij dat vandaag voeren. Met andere woorden, ik vraag of het
eerste voortgangsrapport waarnaar verwezen is, begin december al
ministre en taisant provisoirement
le problème.
Je pense qu'il ne faut pas éluder le
problème de la corruption. Nous
donnons près de 150 millions
d'euros au Congo, mais nous
n'avons aucune stratégie en
matière de bonne gouvernance.
Pouvons-nous
espérer
du
nouveau ministre une politique
ferme à l'égard des autorités
congolaises sur la question de la
corruption?
Où en est la mise en oeuvre de la
résolution 1325 de l'ONU? Quel
est le calendrier de réalisation du
plan d'action? Ce plan fait-il partie
intégrante de la politique générale
de sécurité que nous déployons ou
en est-il dissocié? Le ministre a-t-il
déjà eu des contacts explicites
avec les autorités congolaises à
propos du plan d'action? Il faut
davantage
qu'une
simple
approbation de pure forme.
En septembre, l'ONU a publié une
série de rapports sur les violations
des droits de l'homme, commises
notamment
par
l'armée
gouvernementale. Les troupes
violent gravement les droits de
l'homme et, d'après le rapport, le
gouvernement congolais aurait dû
réagir
immédiatement
et
implacablement.
Le ministre fait référence à
l'exercice prévu en décembre au
Conseil des droits de l'homme. Un
débat parlementaire peut-il être
consacré aux suggestions que
formulera notre pays? Le premier
rapport d'avancement pourrait
nous être fourni juste à temps.
Cela pourrait stimuler le débat et
entraîner
des
conséquences
positives
pour
la
population
congolaise, ce qui est précisément
l'objectif
de
notre
politique
congolaise.
CRIV 52
COM 681
27/10/2009
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
31
kan plaatsvinden, zodanig dat wij met het Parlement een volledig
overzicht zouden kunnen maken van de mensenrechtenschendingen
die plaatsvinden in Congo en zodat wij de aanbevelingen van ons land
in die periodic review kunnen bespreken. Ik denk dat het de discussie
daarover sterk zou kunnen voeden in positieve zin, in constructieve
zin. Finaal zal één entiteit daaruit voordeel ondervinden: niemand
meer en niemand minder dan de Congolese bevolking, de mensen
voor wie wij aan buitenlands beleid doen.
01.20 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de
voorzitter, ik heb twee vragen, die ik zo kort mogelijk zou willen
stellen. Als u het ermee eens bent, voeg ik mijn beide vragen samen.
Mijnheer de minister, mijn eerste vraag hebt u al gedeeltelijk
beantwoord. Die vraag sloeg op wie het Afrikabeleid voert in de
regering. Mijnheer de minister van Buitenlandse Zaken, ik baseer die
vraag op twee zaken. Wat de heer Van der Maelen daarnet zei, klopt:
er waren in de vorige regering twee totaal verschillende visies over
Congo. De ene was die van de minister van Buitenlandse Zaken, de
andere die van de minister van Ontwikkelingssamenwerking.
Wij hadden hier allemaal sterk de indruk dat het Centraal Afrika-beleid
werd gevoerd door de minister van Ontwikkelingssamenwerking,
vermits Buitenlandse Zaken zelfs niet meer binnen mocht in Congo,
op een zeker ogenblik.
Ten gevolge van die conflicten met Buitenlandse Zaken, werden er
enkele consulaten gesloten.
Het consulaat in Lubumbashi werd deze zomer opnieuw geopend.
Wie was aanwezig? Niet de minister van Buitenlandse Zaken, maar
de minister van Ontwikkelingssamenwerking.
Voorzitter: Dirk Van der Maelen.
Président: Dirk Van der Maelen.
Daarom vond ik het passend, billijk en rechtvaardig om u te vragen of
de situatie nog steeds is zoals wij ze hebben gekend, of neemt u
opnieuw de teugels in handen van het beleid inzake Centraal-Afrika,
dat trouwens een van de belangrijkste onderdelen van de Belgische
buitenlandse politiek is? Dat is de eerste vraag die ik wou stellen.
Een andere vraag heeft betrekking op de rampzalige situatie in Oost-
Congo. Ik ga daar niet te veel woorden aan vuil maken. Het werd hier
al veel beschreven. Mijnheer de minister, ik hoor soms mensen
spreken over de Belgische knowhow in Congo. Ik moet zeggen dat ik
die tevergeefs zoek. Wat de heer De Croo zei is juist. Congo is nu
een halve eeuw onafhankelijk. Dat is dezelfde periode dat Congo
Belgisch is geweest. Zoals u weet, hebben wij dit gebied helaas
geërfd van Leopold II en die is gestorven in 1909.
Vanaf 1 januari 1959 vonden de eerste rellen plaats in het toenmalige
Leopoldstad, die tot de onafhankelijkheid hebben geleid. Sindsdien
hebben wij daar niet veel goeds meer kunnen uitspoken. Af en toe
moesten wij eens troepen sturen voor de ontzetting van landgenoten
die dan een paar maanden later teruggingen.
Op een zeker moment was de hoop dat het beter zou gaan als
01.20 Francis Van den Eynde
(Vlaams
Belang):
Sous
le
précédent gouvernement, il exis-
tait deux visions sur le Congo:
celle du ministre des Affaires
étrangères et celle du ministre de
la Coopération au développement.
C'est surtout ce dernier qui menait
la politique au Congo parce que
l'autre s'y était rendu indésirable,
ce qui a même entraîné la
fermeture de consulats. Cette
situation est-elle inchangée ou le
ministre des Affaires étrangères
en a-t-il repris les rênes?
De plus, la situation dans l'Est du
Congo reste catastrophique. On
parle du savoir-faire de la
Belgique, mais je m'interroge
encore quant à savoir ce qu'il
convient
d'entendre
par-là.
MM. Kabila père et fils n'ont
apporté aucune amélioration, pas
plus d'ailleurs que les élections.
L'armée allait tout résoudre et
nous allions former cette armée.
Les officiers formés chez nous ont
disparu
dans
les
forêts
ardennaises et l'armée que nous
avons entraînée se comporte de
manière aussi scandaleuse que
les rebelles.
Le ministre relaie un message
d'espoir réservé. Je n'y crois plus
et nous n'arriverons à rien en
pratiquant
une
politique
néocolonialiste. Je plaide pour une
aide d'urgence par solidarité
humaine, mais nous ne pourrons
ni mettre en place une armée
loyale ni imposer la démocratie.
Même M. De Croo ne souhaite
pas la recolonisation.
27/10/2009
CRIV 52
COM 681
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
32
Mobutu weg zou zijn. Mobutu ging, Kabila kwam. Hij had van alles
beloofd tijdens zijn lange marche door het oerwoud, maar van die
verbeteringen hebben wij niet te veel gezien. Kabila ging, Kabila junior
kwam. Wij hebben niet al te veel gezien van verbeteringen.
Toen kwam er een nieuwe hoop: verkiezingen. Alles werd op de
verkiezingen gezet. Ik heb hier zo vaak horen verkondigen dat er
beterschap zou komen na de verkiezingen. De verkiezingen vonden
plaats, maar ik heb geen verbeteringen kunnen vaststellen. Ik hoor u
al spreken van nieuwe verkiezingen. Ik vraag mij af waarom wij dat
nog zouden organiseren.
Dan zou het leger alles oplossen. Wij gingen dat leger vormen en de
kaders organiseren. Wij brachten hier een aantal officieren voor
bijscholing en binnen de 14 dagen waren er al 17 verdwenen. Zij
voelden zich beter thuis in de bossen in de Ardennen dan in dat grote
regenwoud, waarover de heer De Croo daarstraks sprak.
Men heeft ze nog altijd niet teruggevonden. Ik heb meermaals
gevraagd of ze nog niet werden teruggevonden, maar ze zitten nog
altijd in de bossen van de Ardennen. Dat is het minst erge: voor zo ver
ik weet, hebben we daar geen last van.
Wat hebben we aan het leger dat we daar hebben gevormd en
waarvoor we speciaal soldaten hebben gestuurd, officieren en
onderofficieren, de fameuze mix van rebellenleger en het traditionele
nationale leger? Laten we eerlijk zijn, dat leger verkracht, moordt en
plundert even erg als de rebellen. Ik hoorde daarnet een boodschap
van voorzichtige hoop en van beterschap. Neem mij niet kwalijk, maar
ik heb de indruk dat dit niet gaat. Bijgevolg kunnen we met dat min of
meer neokolonialistisch beleid waarover de heer De Croo het had,
heel weinig doen. Wij hebben niet de mogelijkheid om in Congo iets
uit te spoken.
Ik pleit voor noodhulp. De menselijke solidariteit blijft overeind. Wij
kunnen niet anders dan de mensen daar helpen. Maar laat ons niet
meer dromen: leger, democratie enzovoort. België is niet meer in
staat om dat daar tot stand te brengen. Tenzij natuurlijk de heer De
Croo, en dat is misschien een laatste oplossing die mogelijk is, gaat
herkoloniseren. Maar ik denk dat zelfs hij daar niet van droomt.
01.21 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, je
remercie le ministre des Affaires étrangères d'être venu exposer son
point de vue sur la situation au Congo, sur les actions de la Belgique
et sur l'état des relations diplomatiques entre nos deux pays.
Avant de vous faire part de quelques commentaires et de vous poser
quelques questions, je voudrais dire que si je ne devais retenir qu'un
seul indicateur, un seul chiffre pour traduire la situation qui prévaut
aujourd'hui au Congo, je prendrais celui qui vient d'être établi par le
Welthunger-Index, qui vient de sortir et qui est passé relativement
inaperçu, mais qui est pourtant extrêmement bien fait. En fait, il ne fait
que collecter les meilleures enquêtes et les meilleures sources en
matière de situation de la faim.
Ce rapport établit que la situation alimentaire au Congo est la pire au
monde en termes d'absolu et c'est celle aussi qui s'est le plus
dégradée depuis 1990.
01.21 Georges Dallemagne
(cdH): Als we maar een enkele
indicator
zouden
moeten
onthouden, dan zou ik kiezen voor
de heel recente Global Hunger
Index
, die gestoeld is op de meest
betrouwbare
bronnen
met
betrekking tot de wereldvoedsel-
problematiek. Daaruit blijkt immers
dat de toestand in Congo niet
alleen in absolute cijfers de
slechtste ter wereld is, maar ook
degene is die het meest is
verslechterd.
Als men bedenkt wat die cijfers
betekenen op het stuk van
CRIV 52
COM 681
27/10/2009
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
33
Quand on voit ces chiffres, quand on sait ce que cela représente sur
le plan de la détresse humaine, de la mortalité, sur le plan de la
situation sociale et sanitaire, on se rend compte à quel point la
situation est désastreuse, à quel point la responsabilité du
gouvernement et des autorités congolaises est engagée et à quel
point nous devons être modestes sur notre capacité à peser
véritablement sur la situation au Congo, à la fois sur le plan politique
et sur le plan de notre coopération.
Quand nous considérons ce bilan, nous ne pouvons rester insensibles
et nous devons nous questionner sur la manière dont nous
organisons notre partenariat, notre diplomatie et notre coopération. Il
n'y a pas que nous, mais nous avons une responsabilité qui, au fil des
ans, devient de plus en plus ténue. Il faut se demander comment la
communauté internationale, la Belgique ­ et vous avez parlé de
leadership de notre pays ­ peuvent contribuer à inverser la tendance,
tant il est vrai que la situation ne s'y est pas vraiment améliorée. Je ne
reprendrai pas l'ensemble des éléments cités par mes collègues. Que
ce soit sur le plan politique, social, économique ou de la violence,
nous assistons aujourd'hui à une situation réellement désastreuse au
Congo.
Par rapport à cela, vous avez tout d'abord parlé de l'importance du
dialogue politique. Je crois que vous avez raison. C'est évidemment
difficile pour la Belgique d'être à la fois le principal avocat du Congo,
que ce soit à l'égard des institutions de Bretton Woods, à New York
au Conseil de sécurité de l'ONU ou ailleurs, et en même tant son
principal procureur quand il s'agit de pointer du doigt les problèmes
internes dans ce pays.
Nous ne pouvons pas le faire seuls. Il s'agit avant tout d'avoir des
relations de proximité avec les Congolais, de faire en sorte que nous
puissions garder des relations assez importantes avec la population
congolaise et ses responsables. Au travers de l'Union européenne
mais aussi des relations, meilleures aujourd'hui, que nous
entretenons avec la Chine et d'autres grandes puissances, il faut faire
en sorte, dans tous les endroits possibles, que ce soit à Bruxelles, à
Genève, à Kinshasa ou à New York, que la tendance s'inverse sur le
plan de la situation des populations congolaises pour qu'un jour, le
Congo n'affiche plus une situation sociale aussi catastrophique
qu'aujourd'hui.
Par rapport à ce dialogue politique, il est important que le parlement
soit associé dans les efforts de la Belgique. Une coopération
parlementaire a lieu entre nos parlements. Il est important de voir
dans quelle mesure cette coopération peut se poursuivre et
s'intensifier. Il serait intéressant que nous ayons des discussions
lorsqu'il s'agit d'établir un programme indicatif de coopération.
J'imaginerais assez volontiers qu'il y ait un travail commun entre le
parlement belge et le parlement congolais à ce sujet pour essayer
d'avoir une appropriation plus importante de notre coopération de la
part des Congolais.
Je soutiens tout à fait l'idée de ma collègue Vautmans qui propose
que nous ayons une discussion régulière avec l'ensemble des
ministres concernés et que nous puissions ensuite participer à un
éventuel voyage de votre part au Congo.
menselijke ellende, sterfte en
maatschappelijke
en
sanitaire
omstandigheden, beseft men hoe
rampzalig de toestand is, hoe
groot de verantwoordelijkheid van
de Congolese overheid en hoe
bescheiden we moeten zijn over
de mate waarin we die toestand
kunnen beïnvloeden.
We moeten ons dan ook beraden
over de wijze waarop we ons
partnerschap, onze diplomatie en
onze samenwerking organiseren.
We moeten ons afvragen hoe de
internationale gemeenschap die
tendens kan helpen ombuigen.
U hebt gelijk wanneer u stelt dat
politieke dialoog onontbeerlijk is.
Maar als het erop aankomt de
interne problemen in Congo aan te
wijzen, is het voor België natuurlijk
moeilijk om zich tegelijkertijd als
de voornaamste pleitbezorger en
aanklager van Congo op te
werpen.
Wat die politieke dialoog betreft, is
het belangrijk dat het Parlement bij
de inspanningen van België
betrokken wordt. Er bestaat een
parlementaire samenwerking: het
is belangrijk dat wordt onderzocht
in welke mate ze kan voortgezet
en nog versterkt worden. Het
Belgisch
en
het
Congolees
Parlement zouden best samen
onderzoeken
hoe
ze
onze
samenwerking zo goed mogelijk
kunnen bijsturen.
Ik sta achter het voorstel van
mevrouw Vautmans
om
regelmatig met alle betrokken
ministers overleg te plegen en deel
te nemen aan uw eventuele reis
naar Congo.
Wat de toestand in Oost-Congo
betreft, herinner ik me de
toespraak van Alan Doss in de
Veiligheidsraad
op
16 oktober
2009. Hij toonde zich gematigd
optimistisch over de vooruitgang
die er sinds een jaar werd
geboekt. We hebben ook kennis
genomen van de rapporten van de
27/10/2009
CRIV 52
COM 681
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
34
Pour ce qui est de la situation dans l'Est du Congo, nous avons reçu
récemment différentes informations. Il y a eu le discours d'Alan Doss
au Conseil de sécurité le 16 octobre 2009. J'ai écouté son intervention
qui était d'un optimisme mesuré par rapport aux avancées depuis un
an. Nous avons vu également les rapports des ONG qui sont
beaucoup plus alarmistes et qui nous décrivent une situation assez
effrayante sur le plan humanitaire, notamment suite à l'opération
Kimya II, quant à l'augmentation du nombre de viols et des violences,
des personnes déplacées (400 000 personnes déplacées dans les
deux Kivu sur les derniers mois ­ 175 000 rien que pour le Sud-Kivu).
Les chiffres donnent un peu le tournis car on connaissait déjà la
situation humanitaire de base.
Nous devons absolument faire en sorte que ces opérations n'aient
pas lieu aux dépens des civils. J'ai entendu que vous partagiez cette
préoccupation. Il s'agirait, en effet, de l'inverse de l'objectif recherché.
Il convient avant tout d'assurer la protection des populations.
Á ce jour, environ 1 100 FDLR ont été soit faits prisonniers, soit
ramenés au Rwanda, mais il en reste encore 9 000 au Congo, d'après
les estimations, pour 10 000 auparavant. Ils sont aujourd'hui
dispersés dans les forêts, ce qui constitue un sujet de préoccupation,
car ils sont déjà en train de se livrer à des opérations de harcèlement
des populations.
Face à cette situation dans l'Est du Congo, je reste d'avis qu'un des
problèmes principaux que nous rencontrons est un problème de fond
qui n'a jamais été résolu et qui concerne la MONUC. Vous avez parlé
du renforcement du mandat de la MONUC, et je m'en féliciterais.
C'est peut-être la douzième ou la quinzième fois que l'on renforce son
mandat et ses moyens.
Premièrement, aucune des nations d'Europe ou de l'OCDE ne
participe aux opérations de la MONUC. Pour moi, il s'agit d'un
véritable scandale. Nous devons absolument cesser de faire croire
que nous résolvons les problèmes en envoyant des troupes de pays
non motivés ­ et je le dis après notre passage à New York ­ et qui ont
des memorandums of understanding avec le DPKO (Department of
Peacekeeping Operations) à New York, faisant en sorte qu'ils
n'appliquent pas les résolutions du Conseil de sécurité. Les caveats
leur permettent de ne pas appliquer les résolutions. L'ambassadeur
d'Inde nous l'a dit très explicitement: "Nous nous faisons une illusion
en faisant croire aux Congolais, à la communauté internationale et à
la Belgique qu'en renforçant le mandat de l'ONU et en renforçant ses
troupes, nous allons rendre celles-ci plus efficaces."
La solution passera aussi par des nations disposant d'une véritable
capacité militaire d'intervention. Je me rappelle l'envoi des Anglais en
Sierra Leone. Ceux-ci avaient tout de suite fait la différence.
Deuxièmement, nous devons avoir une autre chaîne de
commandement que celle que nous avons connue par le passé, afin
de faire en sorte que la MONUC puisse réagir rapidement sur place
en cas de besoin.
Troisièmement, nous devons éliminer les caveats secrets pour que
les forces mises à disposition là-bas mettent réellement en oeuvre les
ngo's, die veel verontrustender zijn
en
waarin
een
veeleer
afschrikwekkend beeld van de
humanitaire
toestand
wordt
geschetst.
In het Oosten van Congo komt het
er vooral op aan de bevolking te
beschermen. Vandaag zouden er
nog 9 000 FDLR-manschappen in
Congo
vertoeven
(tegenover
10 000 vroeger). Ze verschuilen
zich in de bossen en belagen van
daaruit de bevolking.
Een
van
de
belangrijkste
problemen betreft de MONUC.
Geen enkel Europees land of
OESO-lidstaat neemt deel aan de
actie van de MONUC en dat is
ronduit schandalig. Men zal de
problemen niet kunnen oplossen
door enkel troepenmachten van
niet-gemotiveerde landen naar
Congo te sturen. Landen die over
een echte militaire interventie-
capaciteit
beschikken
zullen
moeten worden ingeschakeld.
De commandostructuur moet ook
veranderen opdat de MONUC in
geval van nood sneller zou kunnen
optreden. De troepen die aldaar
aanwezig zijn moeten ook echt de
resoluties van de Veiligheidsraad
uitvoeren.
Ik heb begrepen dat u zich wel
degelijk zorgen maakt om het
seksueel geweld. Toen ik uw
voorganger
in
Oost-Congo
vergezelde, heb ik voorgesteld dat
er een DNA-databank voor de
daders
en
slachtoffers
van
verkrachtingen
zou
worden
opgericht. Uw voorganger heeft
me verzekerd dat hij daar in
beginsel voor gewonnen was. Om
vooruitgang te boeken moeten we
trachten met concrete voorstellen
de straffeloosheid op het stuk van
seksueel geweld aan te pakken.
Ik wens ook dat men de efficiëntie
van onze programma's van nabij
opvolgt. Er worden heel wat
middelen ingezet, maar slechts
CRIV 52
COM 681
27/10/2009
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
35
résolutions du Conseil de sécurité.
J'ai bien compris votre préoccupation au sujet des violences
sexuelles.
J'avais posé des questions précises à votre prédécesseur et je n'ai
toujours pas obtenu de réponse. Lorsque je l'avais accompagné dans
l'Est du Congo, j'avais suggéré qu'on mette en place une banque
ADN pour les auteurs et les victimes de viols afin de pouvoir faire la
recherche de la preuve, qui est un élément essentiel en matière
judiciaire. Techniquement, on pouvait la mettre en place. Par deux
fois, votre prédécesseur m'a assuré de son intérêt de principe mais je
n'ai jamais eu de réponse quant à l'opérationnalisation de cette
technique. C'est peut-être un élément parmi d'autres mais je trouve
qu'il faut essayer d'avancer avec des idées concrètes dans la lutte
contre l'impunité en matière de violences sexuelles.
Je souhaite aussi qu'on surveille de près l'efficacité de l'ensemble de
nos programmes. Beaucoup de ressources sont mobilisées.
Toutefois, nous avons été alertés par le fait que peu de ces
ressources permettent véritablement de protéger des femmes qui se
trouvent dans des villes dont la MONUC et les ONG sont absentes. Il
faut vérifier notre capacité, outre les déclarations et les fonds
importants mobilisés, à faire la différence en matière de violences
dont sont victimes les femmes.
Pour ce qui est des FDLR, je voudrais rapidement revenir sur la
question de l'impunité et sur le fait qu'une série de leurs dirigeants
sont accueillis dans des pays européens. On ne parle pas de la
Belgique mais de la France, de l'Italie, du Royaume-Uni, des Pays-
Bas, de la Suède, de l'Italie. Je souhaiterais que vous puissiez vous
entretenir de cette question lors de vos rencontres avec les
responsables de ces pays. Cela fait partie des éléments de la lutte
contre la violence dans l'Est du Congo.
En ce qui concerne l'armée congolaise, il n'est pas facile pour elle
d'être au service de la population. Je constate simplement que cette
armée a très rarement protégé la population congolaise. Quand je dis
très rarement, c'est un euphémisme. Je ne connais pas de cas où
l'armée congolaise ne se soit pas plutôt retournée contre sa propre
population. Cela doit nous faire réfléchir sur les moyens que nous
mettons en oeuvre pour augmenter les capacités de cette armée.
Nous savons que certaines actions de la Belgique, pleine de bonnes
intentions, ont permis à des soldats - une fois entraînés, habillés,
armés -, de se retourner contre leur propre population. La priorité des
priorités par rapport à l'armée congolaise est de la désarmer, de la
rendre à la société civile et d'empêcher qu'elle soit une menace pour
la sécurité de la population congolaise. Aujourd'hui, c'est la
communauté internationale à travers la MONUC qui assure en grande
partie la sécurité dans l'Est du Congo. Nous devrions mener une
réflexion de fond sur les capacités de cette armée aujourd'hui, hier et
demain à assurer la protection de sa population. C'est une question
de fond qu'il faudra peut-être aborder à nouveau avec votre collègue
M. De Crem.
Enfin, au sujet de la dette, je me réjouis qu'elle puisse être allégée. Je
vous sais attentif au contexte macroéconomique mais aussi à la
weinige zijn geschikt om de
vrouwen te beschermen in de
steden waar de MONUC en de
ngo's niet aanwezig zijn.
Wat de FDLR betreft, zou ik willen
terugkomen op de kwestie van de
straffeloosheid en het feit dat een
aantal FDLR-leiders in Europese
landen (Frankrijk, Italië, Verenigd
Koninkrijk, Nederland, Zweden)
worden ontvangen. Ik wens dat u
die kwestie met de leiders van die
landen bespreekt.
Het Congolees leger heeft de
burgerbevolking maar zeer zelden
bescherming geboden, en heeft
zich integendeel vaker tegen zijn
eigen bevolking gekeerd. Dat moet
ons tot nadenken stemmen over
de middelen die ter beschikking
van dat leger worden gesteld om
de capaciteit ervan te verhogen.
België bedoelt het heel goed, en
heeft getrainde, uitgeruste en
gewapende
soldaten
de
mogelijkheid geboden om zich
tegen de eigen bevolking te keren.
De prioriteit, wat het Congolese
leger betreft, is het te ontwapenen,
het terug te geven aan de
burgermaatschappij en te voor-
komen dat het een bedreiging
wordt voor de veiligheid van de
bevolking. Momenteel is het de
internationale gemeenschap die
via de MONUC de veiligheid
verzekert in Oost-Congo.
Het
verheugt
me
dat
de
schuldenlast verlicht kan worden.
Er
moeten
anti-corruptie
mechanismen ingevoerd worden
zodat die verlichting van de
schuldenlast de belangen van de
bevolking dient.
Ik ben me bewust van de beperkte
interventiecapaciteiten van België
in Congo maar ik weet dat u zich
wil inspannen om de zaken te
veranderen. Ik deel niet de visie
van Vlaams Belang, voor wie het
volstaat de deur dicht te doen en
te vertrekken. We moeten lering
halen uit de fouten van het
27/10/2009
CRIV 52
COM 681
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
36
capacité d'allègement de cette dette et à la possibilité pour le
gouvernement congolais de s'endetter à nouveau, de rechercher de
nouveaux crédits sur la scène internationale qui servent véritablement
à la population congolaise. Il faut que des mécanismes anti-corruption
puissent se mettre en place pour que cet allègement de dette serve
les intérêts de la population congolaise.
Je suis conscient de la part modeste de la Belgique dans les
responsabilités de la situation au Congo comme dans les capacités à
intervenir mais je connais votre volonté d'essayer de changer la
donne. Je ne partage absolument pas la vision du Vlaams Belang
pour lequel il suffit de fermer la porte et de s'en aller. Au contraire,
nous avons la possibilité d'agir au Congo, pour autant que nous le
fassions de manière coordonnée et que nous apprenions à ne pas
reproduire les erreurs du passé. En outre, nous devons rester
intransigeants sur la question de la sécurité et de la protection des
populations congolaises, y compris les plus fragiles.
verleden om ze niet opnieuw te
maken. Bovendien moeten we het
been stijf houden wat de kwestie
van
de
veiligheid
en
de
bescherming van de Congolese
bevolking betreft.
01.22 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!): Mijnheer de minister, ik wil
u danken voor uw inleiding en toelichting. Wij delen met zijn allen een
grote bezorgdheid om de dramatische situatie in Congo, meer
specifiek in Oost-Congo, als we de recente gebeurtenissen zien. Ik
heb echter wel de indruk dat u in uw toelichting de huidige aanpak iets
te weinig hebt geproblematiseerd terwijl wij denken dat daar toch een
en ander aan schort en dat bepaalde zaken in vraag moeten worden
gesteld en zonodig gewijzigd. De situatie is immers schrijnend en ze
stelt ons voor een aantal problemen. De VN-beschermingsmacht die
aanwezig is, de MONUC, is niet in staat om de burgerbevolking te
beschermen, onder andere omdat toegezegde troepenversterkingen
op zich laten wachten en de MONUC zich vooral ook mee inschakelt
in de militaire operaties van het Congolese leger of daar toch een zeer
grote ondersteuning aan geeft.
Er is nu een nieuw element. Zo nieuw is het eigenlijk niet want
verschillende ngo's en deskundigen hebben het al gezegd. De
rapportage van Philip Alston, de VN-rapporteur die een bezoek heeft
gebracht aan het oosten van Congo, stelt formeel dat Congolese
regeringssoldaten zich ook aan gruweldaden, oorlogsmisdaden en
schendingen van de mensenrechten schuldig maken. Deze
wetenschap stelt ons land voor een zeer scherpe uitdaging. De
oorlogsmisdaden worden dus niet alleen gepleegd door
rebellengroepen, maar ook door soldaten van het regeringsleger van
een land waarmee België bilaterale betrekkingen onderhoudt,
waaraan het ontwikkelingssamenwerking geeft en waarmee het zelfs
militaire projecten heeft opgezet.
De vraag dringt zich dus op wat België doet en wat u als minister van
Buitenlandse Zaken doet. Het is duidelijk dat een militaire operatie
alleen nooit een antwoord kan bieden op complexe politieke en
economische vragen. Er rijst dus onmiddellijk ook een diplomatieke
vraag. In hoeverre bent u bereid om druk te zetten op mensen die
verantwoordelijkheid dragen in de regio, de presidenten Kabila en
Kagame? Zij dragen niet alleen verantwoordelijkheid, zij hebben wel
degelijk ook een bepaalde capaciteit om dingen te veranderen en
opnieuw een perspectief te bieden aan de regio.
Het standpunt van ons land ten opzichte van de rol van de MONUC
interesseert ons uiteraard ook. De MONUC ondersteunt momenteel
01.22 Wouter De Vriendt (Ecolo-
Groen!): Nous nous inquiétons
tous de la situation dans l'Est du
Congo. Cependant, le ministre
Leterme a sous-estimé l'approche
actuelle. Il est clair, selon nous,
qu'il faut modifier cette approche:
la MONUC n'est pas en mesure
de protéger la population civile. De
plus, la force de maintien de la
paix des Nations unies soutient
l'armée congolaise alors qu'un
rapport des Nations unies établit
formellement que des soldats
congolais
du
gouvernement
commettent aussi des atrocités et
des violations des droits de
l'homme dans le cadre de leur
mission.
La
Belgique
entretient
des
relations importantes avec l'armée
congolaise, ce qui se traduit par
une coopération militaire, entre
autres. La Belgique poursuivra-t-
elle cette coopération alors qu'on
sait à présent que les soldats
congolais du gouvernement se
rendent aussi coupables d'abus?
Dans quelle mesure le ministre
est-il disposé à faire pression sur
les
personnes
dont
la
responsabilité est engagée dans la
région, à savoir les présidents
Kabila et Kagame? Ils ont les
moyens de faire évoluer la
situation et d'offrir de nouvelles
perspectives à la région.
Quelle
est
la
position
du
CRIV 52
COM 681
27/10/2009
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
37
niet alleen het Congolese leger, ze ziet ook het einde van haar
mandaat naderen. Tot nu toe was het de optie van de internationale
gemeenschap, zoals u ook hebt aangegeven in uw inleiding, om wat
te gaan verschuiven, om de MONUC als het ware te laten uitdoven en
meer te gaan inzetten op een versterking van het Congolese
regeringsleger zelf.
Voorzitter: Georges Dallemagne.
Président: Georges Dallemagne.
De vraag die wij als groene fractie stellen is in hoeverre die optie niet
aan verandering onderhevig moet zijn, gezien de recente rapporten
die wijzen op grote problemen inzake het gedrag van het
regeringsleger in het oosten van Congo.
Na mijn inleiding wil ik even ingaan op een aantal specifieke
elementen. Mijnheer de minister, ondersteunt ons land de vraag, die
ook in het VN-rapport wordt gesteld, om een neutraal grondig
onderzoek te voeren naar de moordpartijen in het oosten van Congo
en de verantwoordelijkheid van het Congolese leger?
Welke diplomatieke hefbomen kan België inzetten om de Congolese
regering ertoe aan te zetten zijn militairen tijdig te betalen en ook in
logistieke ondersteuning te voorzien? Blijkbaar wordt dat beschouwd
als een belangrijke oorzaak van het wangedrag van de militairen.
Ik heb ook een vraag over de Belgische samenwerking met het
Congolese leger in Kindu, waar we een opleiding hebben gegeven
aan een Congolees bataljon. Die samenwerking is gestopt. Voorlopig
is Congo geen vragende partij om die samenwerking opnieuw op te
starten. Kunt u een stand van zaken geven? In de huidige
omstandigheden lijkt het mij geen goed idee om dat alsnog te gaan
verlengen, of nieuwe projecten van militaire samenwerking op te
zetten in een context waarin er van overheidswege duidelijk geen
garanties zijn op de naleving van de mensenrechten en het
oorlogsrecht door het Congolese leger. U hebt wel gezegd dat er
tijdens die opleiding wel een cursus humanitair recht wordt gegeven,
maar dat volstaat niet als garantie dat de mensen die wij zouden
opleiden zich niet zouden bezondigen aan de schending van
mensenrechten.
U hebt gezegd dat u voorstander bent van versterking van MONUC. U
bent ook voorstander van de voortzetting van Kimya II, de Congolese
militaire operatie tegen de rebellen die door de MONUC wordt
ondersteund. Wij zijn van mening dat het niet de eerste taak van de
MONUC is om de militaire operatie Kimya II tegen de rebellen mee te
voeren, zeker niet gezien de rapporten over het gedrag van het
Congolese leger op het terrein. Voedsel, transport, medische
hulpverlening aan een leger dat zich bezondigt aan moordpartijen,
verkrachtingen en het platbranden van dorpen? Wij stellen daar
vragen bij. Dat bedoelde ik in mijn inleiding. Er zijn nieuwe gegevens,
laat ons dan toch de huidige aanpak van die crisis in Oost-Congo door
de internationale gemeenschap in vraag stellen.
Laten wij problematiseren en een aantal zaken kritisch bekijken.
De MONUC is een VN-vredesmacht en het is ook allerminst evident
voor een VN-vredesmacht om zich achter een bepaalde partij te
gouvernement belge à propos de
la mission de la MONUC, qui se
terminera fin 2009? Considère-t-il
toujours qu'il faut la laisser
s'éteindre pour mieux concentrer
ses efforts sur l'appui à apporter à
l'armée congolaise?
Le gouvernement belge appuie-t-il
la demande formulée dans le
rapport des Nations unies de
procéder à une enquête impartiale
mais minutieuse sur les meurtres
commis dans l'est du Congo et la
responsabilité
de
certains
membres de l'armée gouverne-
mentale congolaise? La Belgique
recourra-t-elle aux leviers diploma-
tiques pour faire en sorte que les
militaires
gouvernementaux
congolais reçoivent leur solde en
temps opportun et que l'aide
logistique requise soit fournie?
L'armée belge a formé un bataillon
congolais à Kindu. Cette formation
serait aujourd'hui terminée. Quel
est l'état de la situation? Envisage-
t-on de poursuivre cette forma-
tion? Il ne me paraît pas indiqué,
dans le contexte actuel, de mettre
sur pied de nouveaux projets de
coopération militaire. Il va de soi
que dispenser un cours de droit
humanitaire
n'offre
aucune
garantie que ces soldats resteront
dans le droit chemin.
Le ministre s'est exprimé ici en
faveur d'un renforcement de la
MONUC et de la poursuite de
l'opération
Kimya II.
Mais
il
n'appartient pas à la MONUC de
soutenir Kimya II. Il ne faut pas
nécessairement attendre d'une
force de paix des Nations unies
qu'elle se range derrière une des
parties en présence, particulière-
ment si cette dernière est
soupçonnée de violations des
droits de l'homme. On peut
s'interroger sur l'utilisation de nos
moyens financiers pour fournir des
vivres, des moyens de transport et
de l'aide à une armée qui incendie
des villages et viole. Ne faut-il pas
reconsidérer l'approche actuelle
de la crise dans l'Est du Congo?
27/10/2009
CRIV 52
COM 681
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
38
scharen,
laat
staan
een
partij
die
zich
aan
grove
mensenrechtenschendingen bezondigt.
Wij stellen een heronderhandeling van het mandaat en de opdrachten
van de MONUC voor, zodat meer aandacht naar de bescherming van
de burgerbevolking gaat. Voor ons kan er dan ook geen sprake zijn
van het verlenen van steun aan een regeringsleger dat onschuldige
burgers vermoordt, vrouwen verkracht, dorpen platbrandt, enzovoort.
Wij zijn van mening dat de MONUC een dam moet opwerpen, niet
alleen tegen mensenrechtenschendingen die worden begaan door de
rebellen, maar ook door het Congolese regeringsleger. Dat zet
meteen de steun die de MONUC aan het regeringsleger verleent op
de helling.
Het einde van het mandaat van de MONUC komt in zicht. Voor ons is
het geen optie om dat mandaat in de huidige omstandigheden te laten
uitdoven en de inspanningen naar het Congolese regeringsleger te
verleggen, zoals u hebt aangegeven. Zult u ijveren voor een
verlenging van het mandaat van de MONUC, uiteraard samen met
een versterking ervan?
Die versterking van de MONUC is een werk van zeer lange adem. Het
is schrijnend om vast te stellen dat, inzake een humanitaire
rampsituatie in zwart Afrika, de internationale gemeenschap zeer lang
talmt om de nodige troepen en de nodige logistiek te leveren om
burgers te beschermen. Wij hebben er blijkbaar veel minder
problemen mee om wel troepen te leveren en militairen in te zetten als
het bijvoorbeeld gaat om een conflict in Afghanistan, waar resultaat
zeer veraf is.
Mon
groupe
préconise
la
renégociation de la mission de la
MONUC, de sorte que cette force
de paix soit essentiellement axée
sur la protection des citoyens. Elle
doit être une protection contre la
violation des droits de l'homme par
les rebelles comme par les
membres de l'armée gouverne-
mentale congolaise.
La mission de la MONUC sera
bientôt terminée. Le ministre
plaidera-t-il pour une prolongation
et un renforcement de la mission?
La communauté internationale
tergiverse quand il s'agit de
protéger les citoyens congolais
alors qu'elle est prête à envoyer
des troupes en Afghanistan où les
résultats de sa présence ne sont
pas visibles immédiatement.
01.23 Minister Yves Leterme: Bent u voor het sturen van Belgische
soldaten naar Congo? Zeg ja of nee.
01.23 Yves Leterme, ministre:
M. De Vriendt veut-il que des
soldats belges soient envoyés au
Congo?
01.24 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!): Mijnheer de minister, u
stelt u het zeer zwartwit, maar België kan ook een militaire operatie,
de MONUC, versterken zonder daarom soldaten te sturen. Logistiek,
transport, enzovoort.
01.25 Minister Yves Leterme: (...)
01.26 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!): Het is ruim onvoldoende,
mijnheer de minister. De feiten op het terrein bewijzen dat de MONUC
niet werkt.
Deze Belgische regering zet vooral in, dat is budgettair ook zeer
duidelijk, op troepen in Afghanistan en doet al te weinig inspanningen,
ook diplomatiek, om te gaan naar een effectieve beschermingsmacht
in het oosten van Congo.
Alles is een kwestie van prioriteiten. Alles is een kwestie van keuzes.
De inspanning van de internationale gemeenschap voor Afghanistan
is buitensporig, maar heeft weinig rendement. De inspanning voor
Oost-Congo, maar ook voor een land als Soedan een tijd geleden,
waar er zich ook een humanitaire ramp voltrokken heeft, is
ondermaats. Wij vinden dat een verkeerde keuze, een verkeerde
01.26 Wouter De Vriendt (Ecolo-
Groen!): La Belgique ne doit pas
forcément envoyer des soldats
sur-le-champ mais peut quand
même assurer un support logis-
tique et fournir des moyens de
transport. Tout est une question
de priorités et de choix.
L'intervention de la communauté
internationale lors de la cata-
strophe humanitaire au Soudan a
été en-dessous de tout et la même
chose se répète au Congo. Nous
pensons qu'on na pas opté pour
CRIV 52
COM 681
27/10/2009
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
39
volgorde van prioriteiten.
Uiteraard, tot nu toe heb ik het gehad over de militaire aspecten van
de zaak. Die kunnen echter geen antwoord bieden aan complexe
politieke en economische vragen.
Ik wil dus aansluiten bij een vraag van een vorige spreker. Het zou
interessant zijn om te vernemen wanneer u al een gesprek hebt
gevoerd
met
de
Congolese
autoriteiten
aangaande
de
mensenrechtensituatie, goed bestuur, corruptie, zaken die ten andere
ook in uw inleiding naar mijn gevoel iets te weinig aan bod zijn
gekomen. Daarmee wil ik niet zeggen dat u zich moet spiegelen aan
uw voorganger Karel De Gucht, van wie we toch het rendement van
zijn woorden in twijfel kunnen trekken, maar ik denk toch dat een
goede mix mogelijk moet zijn. De vragen die gesteld moeten worden,
stelt u ook.
Ik denk dat de Congolese overheid een nultolerantie moet voeren ten
opzichte van mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden die
door het regeringsleger begaan worden. Zij hebben een bepaalde
politieke verantwoordelijkheid.
Mijnheer de minister, bent u bereid om aan de alarmbel te trekken en
hen rechtstreeks te confronteren met die vraag?
Sommige rebellengroepen willen ontwapenen en terugkeren naar
Rwanda. Ik meen te mogen stellen dat er zich daar ook een probleem
voordoet, omdat het potentieel dat er is, niet wordt benut. Die
rebellengroepen krijgen niet altijd de mogelijkheid om terug te keren
naar Rwanda, maar worden aangevallen door de FARDC, het
Congolees leger. Zowel de Congolese autoriteiten als de Rwandese
autoriteiten dragen daarin verantwoordelijkheid en kunnen daar dus
op aangesproken worden. Is dat al gebeurd of zal dat gebeuren?
Ik rond af met het potentieel op een politiek onderhandelde oplossing.
Wat is uw mening daaromtrent, wat is uw inschatting? Ik denk dat
Rwanda, Kagame zeker, een rol kan spelen bij de vreedzame
terugkeer van de FDLR naar Rwanda.
Om af te sluiten nog twee specifieke vragen in het licht van de
mensenrechtenschendingen.
Is het niet opportuun om onze bijdrage in het Europees project
Rejusco, dat het herstel van de rechtstaat in de betrokken Oost-
Congolese provincies, Noord- en Zuid-Kivu en Ituri beoogt, te
verhogen?
Het kan een engagement zijn van het Belgische leger dat te doen.
Het Rejusco-project heeft in Oost-Congo op twee jaar tijd tot zo'n
1 000 veroordelingen geleid, waarvan 20 % wegens seksueel geweld.
Er is dus enig resultaat. Het kan een optie zijn van de Belgische
regering die inspanning te verhogen.
Ten slotte, mijnheer de minister, kunt u een stand van zaken geven
wat de dringende humanitaire hulp aan die regio betreft? Het is een
zeer moeilijk gebied om te bereiken, maar wij zitten daar met een
acute crisissituatie. In hoeverre is het mogelijk humanitaire hulp naar
les bonnes priorités.
L'intervention militaire seule ne
permettra jamais d'apporter une
réponse satisfaisante à des
questions complexes, politiques.
Le ministre s'est-il déjà entretenu
avec les autorités congolaises sur
la bonne administration, le respect
des droits de l'homme et la
corruption? Il faut une tolérance
zéro à l'égard des violations des
droits de l'homme et des crimes
de guerre. Le ministre est-il prêt à
tirer la sonnette d'alarme?
Certains rebelles acceptent de
déposer les armes et de retourner
au Rwanda, mais ils n'en ont
souvent pas l'occasion parce qu'ils
sont
attaqués
par
l'armée
congolaise.
Les
autorités
congolaises et rwandaises ont-
elles été interpellées à ce sujet?
M. Kagame peut jouer un rôle à
cet égard.
La
Belgique
envisage-t-elle
d'augmenter sa contribution au
projet REJUSCO qui vise à rétablir
un État de droit dans les provinces
de l'Est du Congo, dans le Nord et
le Sud-Kivu et en Ituri? En deux
ans, ce projet a également permis
de prononcer des dizaines de
condamnations contre les auteurs
de crimes commis dans l'Est du
Congo, dont 20 % sont des cas de
violence sexuelle.
En somme, il n'est pas toujours
simple de fournir une aide
humanitaire urgente à une région.
Où en est ce dossier?
27/10/2009
CRIV 52
COM 681
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
40
ginder te brengen?
01.27 Marie Arena (PS): Monsieur le président, je vais essayer
d'être brève car beaucoup de choses ont été dites aujourd'hui.
Tout d'abord, je remercie M. le ministre pour son explication sur
l'ensemble de ses actions envers la République démocratique du
Congo.
J'interviendrai sur trois points:
- la stabilité démocratique;
- le rôle de la MONUC;
- les violences sexuelles et humanitaires que l'on peut vivre
aujourd'hui.
En ce qui concerne la stabilité démocratique, je suis d'accord avec
l'ensemble des intervenants affirmant que nous devons exiger de la
part du gouvernement de République démocratique du Congo plus de
transparence. Le programme de tolérance zéro en matière
d'exactions mais aussi de corruption, je pense que nous devons le
soutenir.
La communauté internationale a un rôle important à jouer en exigeant
de ses entreprises, ses secteurs économiques, un certain nombre de
comportements éthiques en la matière. Si nous avons la possibilité de
demander quelque chose au Congo, sans avoir de droit d'ingérence,
nous avons l'obligation d'exiger de nos entreprises qu'elles aient des
comportements éthiques. En tout cas, elles doivent respecter les
droits de l'homme lorsqu'elles sont dans ces pays.
Par rapport à cela, je vous pose deux questions.
Quelles sont les actions au niveau de la communauté internationale?
En effet, nous n'allons pas gérer le problème uniquement au travers
des secteurs économiques belges. Quelles sont vos capacités dans la
communauté internationale de poser ce débat? Dans quelle mesure y
a-t-il la possibilité de sanctionner ces entreprises?
Pour ce qui est de la stabilité démocratique, des élections locales sont
prévues en 2010. Auront-elles lieu ou seront-elles reportées? Il y a
également des élections en 2011. Comment la Belgique va-t-elle
soutenir à nouveau un processus démocratique? Cela ne veut pas
dire que la Belgique doive soutenir un parti politique mais elle doit voir
comment ce processus démocratique se stabilise. Car lorsqu'il y a
corruption, les pays non démocratiques, les pays fragiles sur un plan
démocratique le sont encore plus. Si on veut lutter contre les effets de
corruption, il faut impérativement soutenir les processus
démocratiques.
Le deuxième point est l'armée. Allan Doss dresse un bilan
relativement positif des actions de la MONUC. En même temps,
Philippe Alston, le rapporteur de l'ONU dit qu'au niveau de la
population civile, c'est catastrophique.
J'aimerais que vous nous donniez une information objective
synthétisant les propos des uns et des autres.
Par ailleurs, s'il y a renforcement de la MONUC, son départ progressif
est envisagé à partir de fin 2010-2011. Or, des élections auront lieu à
01.27 Marie Arena (PS): Ik vind
eveneens dat we meer transpa-
rantie vanwege de regering van de
Democratische Republiek Congo
moeten eisen.
Wij moeten de nultolerantie inzake
machtsmisbruik
en
corruptie
steunen.
Er
is
een
belangrijke
rol
weggelegd voor de internationale
gemeenschap met betrekking tot
de mogelijkheden om ethische
praktijken op dat vlak van onze
bedrijven te eisen.
Welke acties worden er op het
niveau van de internationale
gemeenschap ondernomen op het
stuk van de mensenrechten? Over
welke mogelijkheden beschikt u
om dat debat op het niveau van de
internationale gemeenschap aan
de orde te stellen?
Zullen de in 2010 geplande lokale
verkiezingen
effectief
plaats-
vinden? Hoe zal België het
democratisch proces in 2011
ondersteunen?
Volgens de VN-rapporteur is de
situatie van de burgerbevolking
rampzalig.
Ik kreeg graag objectieve infor-
matie, waarin beide standpunten
aan bod komen.
MONUC zal vanaf eind 2010 ­
begin 2011 geleidelijk worden
teruggetrokken,
wanneer
er
verkiezingen in het verschiet
liggen. Komt een verminderde
militaire aanwezigheid de stabiliteit
in die cruciale periode wel ten
goede?
Beschikt u over informatie waaruit
blijkt dat humanitaire missies
steeds vaker gericht als doelwit
worden genomen? Hoe kunnen ze
beter worden beschermd?
U bevestigd dat de situatie met
CRIV 52
COM 681
27/10/2009
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
41
ce moment, rendant ainsi le pays plus fragile. Des retraits, un
allègement des forces militaires sont-ils de nature à garantir la
stabilité en ces moments cruciaux?
En ce qui concerne les violences sexuelles et les violences
humanitaires, le bureau de coordination des affaires humanitaires des
Nations unies dénonce le fait d'attaques de plus en plus ciblées vis-à-
vis de l'humanitaire. Disposez-vous d'informations en ce sens, selon
lesquelles ce travail humanitaire serait rendu encore plus difficile à
l'égard des populations qui en ont le plus besoin? Pouvez-vous nous
donner davantage d'informations sur ces attaques ciblées du travail
humanitaire? Quelles sont nos possibilités de protéger ces missions
humanitaires dans les régions les plus perturbées du Congo?
Vous confirmez la situation alarmante en matière de viol comme arme
de guerre. On a parlé de plan d'action national tant ici qu'au niveau de
la RDC. On a parlé des condamnations des militaires au niveau des
exactions. Vous savez qu'une des difficultés en la matière, c'est bien
entendu de condamner, mais aussi de pouvoir éviter les représailles.
Quelles sont nos possibilités de protéger les populations féminines,
tant au niveau de la prévention qu'au niveau des représailles? En
effet, les femmes violées risquent, si elles déposent plainte, d'encourir
des représailles.
On a évoqué le programme REJUSCO. A-t-il été procédé à une
évaluation positive par rapport à cette protection des femmes, hélas
violées, mais qui pourraient déposer une plainte? Dans quelle mesure
la Belgique peut-elle renforcer son action selon le programme
REJUSCO, en ciblant particulièrement les violences sexuelles?
betrekking tot het gebruik van
verkrachting als oorlogswapen
alarmerend
is.
Hoe
kunnen
vrouwen beter worden beschermd,
zowel
preventief
als
tegen
represailles achteraf?
In welke mate kan België zijn
bijdrage aan het REJUSCO-
programma versterken?
01.28 François-Xavier de Donnea (MR): Monsieur le président,
monsieur le ministre, d'abord, je voudrais vous remercier et vous dire
que, globalement, je puis me rallier à votre analyse de la situation. Je
voudrais aussi joindre ma voix à tous ceux qui dénoncent comme
révoltants et inacceptables les sévices infligés actuellement aux
populations civiles au Nord et au Sud-Kivu, mais également en Iturie;
on oublie trop souvent les situations atroces qui ont y sévi ou qui y
sévissent encore suite à l'occupation de certaines parties de cette
région, notamment dans le Haut-Uélé, par la Lord's Resistance Army.
Nous devons condamner tout cela fermement et user de notre
influence pour faire cesser ces événements.
Il est clair que le cancer du Congo, c'est son armée. Une armée
indisciplinée qui, en effet, ne vaut pas mieux que les rebelles ou que
les groupes de bandits qui circulent dans la région au point de vue du
non-respect des droits de l'homme. Je ne dis pas que c'est le fait de
toute l'armée, mais au moins de très nombreux éléments incontrôlés
de l'armée se comportent d'une façon aussi scandaleuse que certains
rebelles qu'ils sont censés combattre.
Pour moi, arrêter l'opération Kimya II ne fera pas cesser les sévices
contre la population. De toute façon, ces sévices se poursuivent. La
présence de la MONUC permet sans doute d'éviter certains excès
encore plus graves. L'État congolais ne peut pas tolérer que, sur son
territoire, continuent à exister des poches de rebelles qui ne
respectent pas l'autorité ni des autorités locales ni des autorités
nationales. Je ne pense donc pas que ce soit la solution ni que cela
arrêterait réellement les sévices. D'ailleurs, ces sévices se produisent
01.28 François-Xavier de
Donnea (MR): We moeten de
wandaden tegen de burger-
bevolking in Noord- en Zuid-Kivu,
alsook in Ituri, streng veroordelen
en onze invloed aanwenden om ze
een halt toe te roepen.
De kanker van de DRC is duidelijk
het leger, een bandeloos leger dat
niet beter is dan de rebellen of
roversgroepen die in de streek
rondwaren. Wellicht worden nog
ernstigere uitwassen voorkomen
door
de
aanwezigheid
van
MONUC. De Congolese overheid
kan niet dulden dat er op het
Congolese
grondgebied
nog
rebellenhaarden bestaan waar het
gezag niet wordt gerespecteerd.
Een uitsluitend militaire aanpak zal
niets oplossen. Er moet een
oplossing
worden
gevonden
samen met Rwanda, dat in de
regio een doorslaggevende rol
heeft;
de
diplomatieke
normalisering tussen Congo en
Rwanda verheugt me dan ook.
27/10/2009
CRIV 52
COM 681
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
42
également dans des régions où il n'y a plus de combat, notamment au
Nord-Kivu.
En ce qui concerne les FDLR, je suis entièrement d'accord pour dire
que la solution militaire seule ne peut rien apporter. Je crois qu'il faut
trouver une solution avec le Rwanda. Le Rwanda est vraiment l'acteur
clé dans la région et je me réjouis de la normalisation diplomatique
entre le Congo et le Rwanda.
Il me semble essentiel d'essayer de mettre autour de la table des
négociateurs congolais, rwandais, avec éventuellement un médiateur
international; selon moi, ce médiateur devrait être africain et non pas
européen. Je reviendrai tout à l'heure sur l'importance de faire appel à
des médiateurs africains, également dans d'autres dossiers, pour
essayer de négocier un système global de rapatriement, avec un
système de garanties pour les rapatriés (sauf les criminels avérés)
afin qu'ils ne subissent pas de vexations à leur retour au Rwanda.
Peut-être faudrait-il aussi négocier avec le Rwanda une participation
aux opérations de désarmement de ces FDLR.
Je suis passé au Congo dans les jours qui ont suivi immédiatement le
passage des Rwandais en janvier, février; je n'ai pas eu d'écho de
sévices de la part des soldats rwandais.
Ils sont disciplinés. Ils connaissent tout aussi bien le terrain que leurs
collègues congolais. Je me demande donc si on ne devrait pas
souffler au Congo qu'il serait peut-être bon de refaire une opération
conjointe avec le Rwanda. Mais je sais que l'on s'immisce alors dans
leurs affaires intérieures. En tout cas, il faudrait essayer d'organiser
une négociation avec un ou plusieurs médiateurs africains pour tenter
d'arriver à une solution globale de réintégration et de désarmement
des FDLR.
J'en arrive à l'affaire des minerais.
Il est clair qu'il existe un lien entre les groupes armés et les minerais.
Les groupes armés sont financés par l'exploitation de minerais. Et
ceux qui contrôlent ces exploitations continuent évidemment à vouloir
être armés pour pouvoir continuer à exploiter. Il est donc absolument
essentiel ­ on l'a dit et redit ici ­ de normaliser la gestion des minerais
dans la région.
On peut faire tout ce que l'on veut au niveau des réunions pour
préconiser le traçage mais il n'y a aucune solution possible en matière
de gestion normale des minerais dans l'Est du Congo, si on ne le fait
pas dans le cadre d'une solution régionale avec l'Ouganda, le
Rwanda et éventuellement le Burundi. En effet, l'exploitation a lieu au
Congo par des Congolais. Elle est contrôlée par des groupes armés
qui en profitent. Et ensuite, les minerais sont dirigés vers l'Ouganda,
le Rwanda, le Burundi ou encore vers des pays situés plus au sud.
C'est donc dans le cadre d'une solution régionale que l'on pourra
résoudre la question.
Il me semble que nous devrions essayer de relancer les projets de
coopération régionale. Par le passé, on a essayé de relancer la
CEPGL, mais cela n'a pas été très concluant. Pourquoi? Parce que
l'on s'y est pris de façon déductive alors que l'on aurait dû s'y prendre
de manière inductive. Il faut pousser le Congo, le Rwanda et le
Het lijkt me van fundamenteel
belang
de
Congolese
en
Rwandese onderhandelaars aan
de onderhandelingstafel te laten
plaatsnemen, eventueel met een
internationaal bemiddelaar, bij
voorkeur uit Afrika. Er moet ook
een beroep worden gedaan op
Afrikaanse bemiddelaars om een
globaal
terugkeerplan
uit
te
werken; dat plan moet de
gerepatrieerde bevolking (met
uitzondering van de criminelen
tegen wie er bewijzen bestaan)
garanties bieden, opdat ze bij hun
terugkeer in Rwanda niet worden
lastiggevallen. Misschien moeten
er afspraken worden gemaakt met
Rwanda over een deelname aan
de ontwapening van die FDLR.
Ik heb geen weet van mis-
handeling
door
Rwandese
soldaten tijdens hun doortocht
door
Congo.
Ze
zijn
gedisciplineerd. Ze kennen het
terrein even goed als hun
Congolese collega's. Het zou
misschien een goede zaak zijn
mochten beide landen opnieuw
een gezamenlijke operatie voeren.
Bovendien is het duidelijk dat de
gewapende groeperingen geld
halen uit de exploitatie van ertsen.
Het is dan ook van fundamenteel
belang dat het beheer van de
bodemrijkdommen in die regio
wordt genormaliseerd in het kader
van een regionale oplossing die
samen met Uganda, Rwanda en
eventueel Burundi moet worden
uitgewerkt.
We moeten tevens trachten de
regionale samenwerkingsprojecten
opnieuw aan te zwengelen. We
moeten Congo, Rwanda en
Burundi ertoe brengen over
concrete materies akkoorden te
sluiten, die zouden kunnen leiden
tot een institutionalisering van de
Economische Gemeenschap van
de Grote Merenlanden (CEPGL)
met inbegrip van Uganda. Als men
de CEPGL nieuw leven wil
inblazen, moet men dat land er
CRIV 52
COM 681
27/10/2009
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
43
Burundi à conclure des accords sur des matières concrètes. Des
accords ont d'ailleurs déjà été conclus. Je pense, par exemple, à la
gestion des parcs nationaux ougandais, rwandais et congolais. Un
accord a été signé à l'initiative des autorités locales soutenues par
Kinshasa, avec un secrétariat à Kigali. On pourrait donc très bien
imaginer de conclure des accords dans d'autres domaines (énergie,
minerais, etc.), accords qui pourraient déboucher sur une
institutionnalisation d'une CEPGL élargie à l'Ouganda. Il est vital
d'associer ce pays si on veut poursuivre l'idée d'une renaissance de la
CEPGL. Cela n'empêcherait d'ailleurs pas le Burundi, le Rwanda et
l'Ouganda de faire également partie de l'East African community; les
deux ne sont pas incompatibles. C'est comme faire partie du Benelux
tout en étant dans l'UE, cela ne devrait pas poser de problème.
Là aussi, nous devrions avec l'aide de l'Union africaine essayer de
susciter un groupe de réflexion Congo-Ouganda -Rwanda-Burundi
avec un médiateur africain. Des anciens hommes d'État actuellement
en Afrique jouent ce rôle, comme l'a fait Kofi Annan au Kenya mais il y
en a d'autres. Je pense notamment à Joaquim Chissano, l'ancien
président du Mozambique, qui a l'avantage de parler anglais et
français et qui pourrait aussi influer en la matière.
Croire que l'on va résoudre ce problème des minerais sans y associer
ceux qui profitent du commerce, c'est-à-dire l'Ouganda, le Rwanda, le
Burundi à l'est, c'est rêver tout haut! J'en ai la profonde conviction!
Quant à la réforme du secteur de la sécurité, je partage le point de
vue du président Dallemagne. Il faut désarmer l'essentiel de l'armée
congolaise. Il faut leur donner des brouettes à la place de fusils. Il faut
constituer des corps de cantonniers militaires, qui conserveraient leur
uniforme et leur chef, les officiers auxquels ils sont habitués et qui
seraient payés et logés. Ils pourraient ainsi entretenir les 90 000 km
de routes qui existent encore plus ou moins au Congo. Démobiliser
ces gens sans leur donner une alternative, c'est évidemment en faire
des bandes de bandits qui se réarmeront très facilement et
rapidement et écumeront le pays.
Je préconise cette solution depuis des années. Lorsqu'on lit les
Souvenirs de Tocqueville, on apprend qu'en politique, il ne faut pas
être gêné de répéter cent fois la même chose, contrairement aux
scientifiques qui ne publient pas une deuxième fois la même chose.
En politique, c'est le contraire!
Il faudrait que la Banque Mondiale qui investit des sommes énormes
dans le Congo accepte d'injecter de l'argent pour cela, de payer des
frais de fonctionnement et pas uniquement des frais d'investissement.
Ainsi, on pourrait démobiliser une bonne partie de l'armée et se
focaliser alors sur un noyau qui devrait être payé et logé. Il faut voir
dans quelles conditions est logée la FARDC dans l'Est du Congo. Ces
gens logent la nuit dans des huttes en herbe, même pas en paille! Ce
n'est pas étonnant qu'ils se paient sur le dos la population!
Enfin, ma dernière remarque concerne la corruption. Il est clair qu'il y
a de la corruption au Congo, comme il y en a en Belgique. La
différence, c'est que notre système judiciaire fonctionne et que
beaucoup d'hommes politiques ont été condamnés ces dernières
années. Depuis quinze ans, énormément de collègues ont été traduits
en justice. Au Congo, il n'y a pas d'appareil judiciaire. Dès lors,
absoluut bij betrekken.
Ook hier zouden we moeten
trachten een reflectiegroep Congo-
Uganda-Rwanda-Burundi met een
Afrikaanse bemiddelaar op te
richten.
In
Afrika
vervullen
gewezen staatslieden die rol. Het
is een illusie te denken dat men
dat
probleem
van
de
ertsontginning
kan
oplossen
zonder wie er baat heeft bij die
handel, bij te betrekken!
De meeste soldaten van het
Congolees leger zouden moeten
worden ontwapend. Men moet hun
kruiwagens in plaats van geweren
geven. Dan zouden ze in staat zijn
het nog bestaande wegennet van
90 000 km te onderhouden. Als
men die mensen demobiliseert
zonder hun een alternatief aan te
bieden, zullen ze in geen tijd
nieuwe bendes vormen, die zich
zeer snel zullen herbewapenen en
het land zullen leegplunderen.
De Wereldbank, die niet enorme
bedragen in Congo investeert, zou
werkingskosten moeten betalen in
plaats van uitsluitend investerings-
kosten. Zo zou men een groot deel
van het leger kunnen demo-
biliseren en zich vervolgens
kunnen concentreren op een kern
van het leger, die soldij zou
moeten ontvangen en zou moeten
gehuisvest worden.
In Congo is er geen gerechtelijk
apparaat. Als men Kabila vraagt
de corruptie te bestrijden, zie ik
niet goed hoe hij over de middelen
daartoe zou beschikken!
We zouden de Congolezen ervan
moeten overtuigen een klein deel
van de hulp die wij geven te
investeren
in
projecten
ter
versterking van het gerechtelijk
apparaat, het politieapparaat en
alle controleorganen die het
parlement kunnen steunen in de
controle op de regering. We
moeten meer in samenspraak met
de
Interparlementaire
Unie
handelen, omdat die Unie een
27/10/2009
CRIV 52
COM 681
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
44
lorsqu'on dit à Kabila qu'il doit lutter contre la corruption, ­ à supposer
qu'il veuille le faire, ce que je veux bien croire ­ je ne vois pas
comment il en aurait les moyens!
Que devons-nous faire? Continuer à renforcer le parlement, qui est un
chien de garde, et tout ce qui lui permet d'être efficace, et renforcer
l'appareil policier et judiciaire. Je me demande si nous ne devrions
pas ­ c'est un problème pour Charles Michel ­ persuader les
Congolais d'investir un pourcentage minimum de l'aide que nous leur
donnons dans des projets qui renforcent l'appareil judiciaire, l'appareil
policier et tous les organes de contrôle susceptibles de soutenir
l'action d'un parlement pour mieux contrôler l'exécutif.
D'ailleurs, dans notre action vis-à-vis du parlement congolais, nous
devrons agir davantage de concert avec l'Union interparlementaire qui
a l'avantage d'être un organe neutre auquel participent également des
Africains.
En règle générale; et je conclurai par là, monsieur le ministre, nous
croyons souvent que nous devons agir par l'Union européenne ­ et
c'est vrai. Nous n'avons plus au Congo qu'une influence indirecte,
nous n'avons plus de pouvoir d'injonction au Congo. Mais nous
pouvons toujours avoir une influence indirecte, y compris par le
truchement d'organisations internationales. Selon moi, nous
travaillons trop peu avec l'Union africaine, avec certaines
organisations régionales africaines, avec des hommes d'État africains
qui pourraient, en tant que médiateurs, nous aider à faire avancer des
dossiers concrets qui supposent une approche régionale plutôt que
dictée par les puissances occidentales, par les anciens colonisateurs,
par des Blancs qui dictent la loi à des Noirs. Nous devons faire en
sorte aujourd'hui que les Africains règlent leurs problèmes entre eux
et nous devons les aider à le faire.
neutraal orgaan is waarin ook
Afrikanen vertegenwoordigd zijn.
We werken te weinig samen met
de Afrikaanse Unie, bepaalde
regionale Afrikaanse organisaties
en Afrikaanse staatslieden, die
ons zouden kunnen helpen om
vooruitgang te boeken in concrete
dossiers die eerder om een
regionale aanpak dan inmenging
van
Westerse
mogendheden
vragen. We moeten ervoor zorgen
dat de Afrikanen hun problemen
onderling oplossen en wij moeten
ze op weg helpen.
Le président: Nous allons passer la parole au ministre qui est prêt à répondre au plus grand nombre
possible de questions orales. Avis aux membres de la Chambre encore présents.
01.29 Yves Leterme, ministre: Monsieur le président, il est
évidemment difficile dans ce débat sur le Congo de répondre in
extenso
à toutes les questions posées. Nous avons pris note ­ dans
le sens littéral du terme ­ de nombre de remarques, d'évaluations,
d'analyses. Elles nourriront nos réflexions et la préparation de notre
politique. Je vais essayer de concentrer mes réactions sur les
membres encore présents.
01.29 Minister Yves Leterme: De
talrijke opmerkingen die hier
gemaakt zijn, zullen ons denkraam
verruimen.
Wat de opmerkingen van de heer Mahoux betreft, inzake de politieke
toestand in Kinshasa en waarmee men daar nu bezig is, kan ik het
volgende zeggen. Onze indruk is dat de Congolese regering vandaag
vooral bezig is met zaken van het dagelijks leven. Zij probeert
initiatieven te nemen om de meest dringende maatregelen op het vlak
van het dagelijkse leven te verwezenlijken.
Wat de problemen in het oosten betreft, is onze indruk dat zij
weliswaar een zorg vormen maar dat die op dit moment, gelet op de
veelheid aan problemen in Kinshasa, iets minder aan bod komen.
Heel duidelijk politiek, in de enge zin van het woord, is dat de
geruchten over initiatieven voor een mogelijke herschikking van de
regering veel aandacht krijgen op dit moment.
En ce qui concerne la situation
politique à Kinshasa, il me semble
que le gouvernement s'emploie
principalement à la gestion de
questions journalières en prenant
les mesures les plus urgentes en
la matière. La situation dans l'Est
du Congo, qui représente un
souci, n'est guère abordée étant
donné le grand nombre d'autres
problèmes qui se posent. Les
rumeurs
faisant
état
d'un
remaniement gouvernemental font
également l'objet de la plus grande
CRIV 52
COM 681
27/10/2009
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
45
Wat Nkunda betreft, is er geen evolutie. De man staat onder
huisarrest. Wij hebben geen informatie over enige evolutie.
Wat de zaak-Bemba betreft, kan ik het volgende zeggen, al weet ik
niet of het nuttig is te antwoorden op vragen van leden die niet meer
aanwezig zijn. Er is een vraag gesteld over de heer Bemba, maar wij
verwachten geen beslissing voor het einde van het jaar inzake zijn
voorwaardelijke invrijheidsstelling.
Ik kom tot de opmerkingen en vragen van collega Van der Maelen.
Een eerste vraag die hij stelde -- uiteraard als lid van de oppositie --
ging over de aandacht voor de mensenrechten, voor goed bestuur en
leiderschap. Heel onze actie is daarop gericht, uiteraard. Ik meen dat
wij allen willen dat de zaken verbeteren op het vlak van goed bestuur,
mensenrechten en leiderschap. De mensen die nu de bevoegdheid
hebben, mijnheer Van der Maelen, doen daar evenveel inspanningen
voor als vroeger het geval was. Het probleem is dat het uiteindelijk
niet in onze hand ligt om ervoor te zorgen dat de corruptie daar
efficiënt wordt bestreden en dat er een systeem komt dat de veiligheid
van de mensen op een duurzame manier garandeert. Dat zijn zaken
die deels aan ons ontsnappen, omdat wij ons slechts beperkt kunnen
bemoeien met de interne gang van zaken.
Inzake de problemen waarover u sprak, het volgende. In de
contactgroep in Washington wordt op ons aansturen regelmatig van
gedachte gewisseld met de partners. Er worden ook evaluaties
gemaakt. Ik zal mijn inleiding niet herhalen, maar de boodschap is in
ieder geval dat er bij elk contact met de Congolese leiders aandacht
wordt gevraagd voor die problemen.
Mijn medewerker toont mij hier net een blad waaruit blijkt dat op dit
moment een non-paper circuleert binnen de contactgroep volgens
dewelke een poging zou worden ondernomen tot formulering van een
zogenaamde ligne rouge, die niet te overschrijden zou zijn. Die lijn
zou een begrenzing aangeven waarbinnen het beleid moet evolueren,
en als dat niet zo zou zijn, zouden wellicht andere stappen
ondernomen moeten worden.
Het gaat om een soort lignes rouges die gemeenschappelijk gebruikt
kunnen worden door eenieder die zich met de toestand daar inlaat.
Wat de AETI betreft, België financiert een conciliator zoals dat heet.
Dat is een proces dat wel vooruitgang oplevert maar dat bijzonder
moeilijk verloopt.
Wat betreft de hervorming en de betaling van het leger waarnaar u
hebt verwezen, verwijs ik naar mijn inleiding. Het programma Karibu
is daarvoor bedoeld. Ik ga daarover niet in herhaling vallen.
Wat de Belgische bedrijven betreft, verwijs ik nogmaals naar mijn
inleiding. Het activeren van het OESO focal point is daar een
instrument van, de werking van MIRECA. Wat betreft de cijfers die
zijn genoemd in verband met de menselijke kostprijs van de operatie
Kimya meen ik dat dit extrapolaties zijn die niet opgaan. Ik heb dat
ook gelezen in de krant maar ik meen dat dit extrapolaties zijn die niet
opgaan.
attention.
M. Nkunda n'a pas vu sa situation
se modifier puisqu'il est toujours
assigné à résidence. Par ailleurs,
aucun jugement n'est attendu
avant la fin de l'année concernant
l'éventuelle
mise
en
liberté
provisoire de M. Bemba.
M. Van der Maelen a évoqué les
droits de l'homme ainsi que les
notions de bonne administration et
de leadership. S'il va de soi que
ces principes guident nos actions
autant que par le passé, il n'en
reste pas moins que nous n'avons
pas le pouvoir de tout changer
nous-mêmes.
Nous
initions
souvent des échanges, au sein du
groupe de contact à Washington,
concernant ces problèmes. Nous
insistons lors de chacun de nos
contacts avec des dirigeants
congolais pour qu'ils accordent
toute l'attention requise à ces
aspects. Le groupe de contact
s'emploie par ailleurs à définir une
sorte de ligne rouge que la
politique ne devrait pas dépasser.
Fixer le coût humain d'un rebelle
désarmé comme le fait M. Van
der Maelen me semble relever
d'une extrapolation qui ne tient pas
la route.
27/10/2009
CRIV 52
COM 681
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
46
Is de heer Fontaine er nog? Neen? Er zijn nog collega's die naar de
gemeenteraad zijn. Met die driemaandelijkse debatten zal dat echter
allemaal worden geregeld.
Mevrouw Muylle is ook naar de gemeenteraad? Ook mevrouw
Vautmans en de heer De Croo zijn vertrokken.
Monsieur le président, je veux bien lire les éléments de réponse que
j'ai préparés.
Le président: Vous jugez, monsieur le ministre. Il y a peut-être des éléments qui intéressent d'autres
collègues.
01.30 Yves Leterme, ministre: En ce qui concerne les questions de
M. Fontaine sur les élections locales, il y a un élément d'appréciation
dans le chef des responsables congolais, qui restent souverains pour
décider de l'organisation d'élections locales. Nous ne sommes pas ici
pour gouverner le Congo. C'est encore un pays souverain,
indépendant, qui a son mot à dire dans l'organisation d'élections
locales.
Cela étant dit, j'ai discuté avec mon collègue Thambwe à New York
du fait que la communauté internationale, et la Belgique en particulier,
était prête à soutenir, également financièrement, les processus
électoraux de 2010 et 2011. Je l'ai interrogé sur la longueur du
mandat du président actuel et il m'a assuré qu'il n'entrait pas dans
l'esprit de M. Kabila d'essayer d'allonger la durée du mandat
présidentiel et que les élections de 2011 seraient législatives et
présidentielles.
01.30 Minister Yves Leterme: De
Congolese autoriteiten beslissen
soeverein over de organisatie van
de lokale verkiezingen. Het is niet
onze taak om Congo te besturen.
Ik heb de bereidheid van de
internationale gemeenschap, en
van België in het bijzonder, om de
verkiezingen van 2010 en 2011 te
steunen met mijn ambtgenoot de
heer Alexis Thambwe besproken.
Ik heb hem gevraagd hoe lang het
mandaat van de huidige president
nog loopt en hij verzekerde me dat
de heer Kabila niet van plan is om
de duur van dat mandaat te
verlengen en dat er in 2011
parlements-
en
presidents-
verkiezingen
zullen
worden
gehouden.
Ik begrijp dat met betrekking tot de grondwet het goed is dat we die
bezorgdheid hebben, maar dat er op dit moment niet veel meer is dan
een werkgroep die zich daarmee bezighoudt. Er zijn daarrond nog
geen initiatieven genomen.
Mevrouw Muylle heeft gevraagd naar de aandacht voor landbouw. Dat
is uiteraard een bevoegdheid van mijn collega Michel, maar het
nieuwe programma zal gebouwd zijn rond drie prioriteiten:
l'agriculture, l'éducation et l'infrastructure.
La rédaction de la Constitution est
un souci majeur mais en la
matière, on en est encore au stade
du groupe de travail.
Mme Muylle a demandé qu'une
attention particulière soit prêtée à
l'agriculture.
Notre
nouveau
programme aura trois priorités:
l'agriculture, la formation et les
infrastructures.
Le secteur primaire, comme Mme Muylle l'a nommé pudiquement,
l'agriculture, est une des priorités dans le prochain programme
commun de développement avec le Congo.
Vous pourrez questionner M. Michel sur ce point.
De primaire sector zal één van de
prioriteiten zijn van het volgende
gemeenschappelijk
ontwikkelingsprogramma.
Wat betreft de Belgische samenwerking op het vlak van defensie,
verwijs ik u door naar minister Pieter De Crem. Ik weet wel dat men in
januari een evaluatie zal uitvoeren op basis van de bevindingen van
de heer Delcour naar aanleiding van zijn recent bezoek.
Ik wil misschien toch een element van de uiteenzetting van mevrouw
Pour la coopération en matière de
défense, je vous renvoie au
ministre De Crem. Il sera procédé
à une évaluation en janvier
prochain, sur la base des consta-
tations de M. Delcour.
CRIV 52
COM 681
27/10/2009
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
47
Muylle corrigeren. Zij zei dat we nu een jaar verder zijn na het vorige
debat. Er was zelfs enige discussie met andere leden over de vraag of
het wel al een jaar geleden was. Ik vind dat er wel een en ander is
veranderd. Er is bijvoorbeeld de ontmoeting geweest tussen Kabila en
Kagame. Ik vind het op diplomatiek vlak heel belangrijk dat die
relaties voor een stuk zijn hersteld. Dat biedt trouwens perspectieven.
De heer de Donnea heeft erop gewezen dat dat de basis kan vormen
voor een grotere betrokkenheid van Rwanda bij de oplossing van het
probleem. Een jaar geleden stonden de troepen van Laurent Nkunda
aan de poorten van Goma. De heer Nkunda staat nu onder huisarrest.
Er is een integratie van de rebellen van Nkunda in het Congolese
leger. Dat verloopt bijzonder moeizaam, maar men kan niet zeggen
dat er sprake is van juist dezelfde toestand als vorig jaar. Ik verwijs
dan nog niet naar het rapport van de heer Doss, die, hoewel men hem
ter zake wel kan bekritiseren, wijst op vooruitgang.
Je ne suis pas d'accord avec ceux
qui prétendent qu'aucun change-
ment ne serait intervenu après un
an. Je songe en particulier à la
rencontre entre les présidents
Kagame et Kabila, qui marque une
grande avancée diplomatique. Il y
a un an, les troupes de Nkunda se
massaient encore aux portes de
Goma. Aujourd'hui, Nkunda est
assigné à résidence et ses
rebelles sont, certes au prix
d'importants efforts, intégrés au
sein de l'armée congolaise. Dans
son rapport, M. Alan Doss fait état
de progrès.
Je cite: "Les forces armées de la RDC ont fait des progrès dans leurs
opérations contre les groupes armés étrangers, en particulier contre
les FDLR qui ont été repoussés de la plupart des zones habitées et
qui se trouvent dispersés. L'intégration des groupes armés congolais
se poursuit. Les personnes déplacées et les réfugiés sont en train de
rentrer chez eux."
Ik vind het voorgaande niet uit. Het zijn de woorden van de heer Doss,
de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de
Verenigde Naties.
Zomaar stellen dat er op een jaar tijd niks is gebeurd, is dus te kort
door de bocht. Het zal wellicht ook niet de bedoeling van mevrouw
Muylle zijn geweest om een dergelijke uitspraak dermate
ongenuanceerd te brengen.
Voor de 50-jarige onafhankelijkheid hebben wij aan een aantal
medewerkers van de FOD Buitenlandse Zaken opdracht gegeven
zich daarmee in te laten. Er zijn contacten met de Congolese
autoriteiten om te weten wat desgevallend van onze zijde zou kunnen
gebeuren en hoe wij bijstand kunnen verlenen aan initiatieven die zij
nemen. Ik zal er nu niet in detail op ingaan. Hoe dan ook, er zijn wel
degelijk concrete projecten.
De bedoeling is om aan Belgische zijde inzake projecten in
coördinatie en financiering te voorzien en ook om beschikbaar te zijn,
voor het geval er vanuit Congo een vraag komt om een aantal
plannen te ondersteunen.
Mevrouw Vautmans vroeg wanneer mijn eerste bezoek aan Congo
zou doorgaan. Dat is een kwestie van weken of een paar maanden.
Iedereen zal echter ook uit zichzelf wel weten dat de internationale
agenda voor de komende twee of drie maanden bijzonder geladen is:
internationale samenkomsten inzake klimaat en andere. Wij zijn dus
op zoek naar een reeks van vijf of zes dagen die in het schema van
alle partijen passen. Ik ben immers van plan om tezelfder tijd Burundi
en Rwanda aan te doen, wat vrij logisch lijkt. Het is dus niet evident
om voornoemde zes aaneengesloten dagen in de agenda van alle
gesprekspartners te vinden. Het bezoek ter plaatse zal dus echter
tussen nu en uiterlijk februari 2010 plaatsvinden.
Des
collaborateurs
du
SPF
Affaires étrangères sont chargés
de préparer le cinquantième
anniversaire de l'indépendance du
Congo. Nous entretenons des
contacts à ce sujet avec les
autorités congolaises. Des projets
concrets ont été échafaudés. Nous
nous tenons à la disposition du
gouvernement
congolais
s'il
souhaite nous poser des questions
à ce propos et nous sommes
disposés à lui prêter assistance
sur le plan de la coordination et du
financement.
J'effectuerai ma première visite au
Congo au cours des prochaines
semaines ou des prochains mois,
ça sera de toute façon avant le
mois de février. J'en profiterai pour
me rendre aussi au Burundi et au
Rwanda.
J'ai entamé ma tournée des
capitales européennes. À l'occa-
sion de deux visites sur trois, j'ai
abordé la question congolaise. Je
suis déterminé à veiller à ce que la
RDC occupe une place plus
importante dans l'ordre du jour
européen et à ce que des
initiatives
soient
prises
afin
27/10/2009
CRIV 52
COM 681
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
48
Mijnheer De Croo, ik had geen vraag van u genoteerd of opgemerkt.
U lacht, maar de beschouwingen vond ik wel interessant. Inderdaad,
wanneer wij het over het budgettaire of het economische aspect of het
aspect van het leger of de wegenbouw hebben ­ ook de heer de
Donnea heeft er een aantal geformuleerd ­, dan laten die
beschouwingen toe het debat in de commissie in een juister
perspectief te plaatsen.
Mevrouw de Bethune, wij zijn nu met de ronde van de hoofdsteden
begonnen. Ik heb tot nu toe de kwestie in twee van de drie
hoofdsteden die wij hebben bezocht, ter sprake gebracht. De
betrokkenen hebben nota genomen van mijn opmerkingen. Het is
onze vaste wil te proberen ervoor te zorgen dat, ten eerste, de DRC
centraler op de Europese agenda komt en dat er, ten tweede, ter zake
enige initiatieven worden genomen die de zaak van de bevolking ter
plekke kunnen helpen.
Ik moet wel zeggen dat Slovakije, Oostenrijk en Ierland dat hebben
gedaan, tot nu toe. De mensen hebben goed geluisterd, hebben goed
nota genomen. Geen enkel van die drie landen is tot nu toe echter
rechtstreeks betrokken geweest, behalve Ierland, waar er een
bijzondere interesse was, omdat een aantal ngo's en een aantal
projecten worden gefinancierd door de Ierse regering.
U hebt verwezen naar de prioriteit landbouw. U zegt dat dit niet kan
betekenen dat er wordt gedesinvesteerd uit gezondheidszorg.
Uiteraard, wij nemen die zorg mee, maar dat is hoofdzakelijk een
bevoegdheid van collega-minister Michel.
Mijnheer Tuybens, inzake het actieplan-1325, kan ik het volgende
zeggen. Er moet nog een eerste evaluatie komen van de uitvoering
van de resolutie. Daar heb ik daarstraks al naar verwezen. Er is op
dat vlak nog geen contact geweest met de Congolese autoriteiten. De
acties heb ik opgesomd in antwoord op de vraag van de heer
Dallemagne.
De corruptie is uiteraard een aandachtspunt. U moet daarover echter
ook het volgende erkennen. Als we dat "en place publique" uitspelen
tegenover een land waarmee we aan tafel willen gaan zitten om de
toestand ter plekke te verbeteren, dan helpt dat niet. Dat geldt niet
alleen voor Congo ­ de heer de Donnea heeft verwezen naar ons
land, dat ook problemen heeft gehad op dat vlak ­, maar de meeste
landen waarmee wij te maken hebben, hebben ook wel te maken met
corruptie. Bulgarije of Roemenië zijn lidstaten van de Europese Unie
waar ook enkele dingen zijn vastgesteld.
In de contacten met de Congolese regering spreken wij daar ook
over, maar ik denk dat het verkeerd zou zijn om daar heel zware
publieke verklaringen over af te leggen die de bilaterale contacten
nadien, nodig om de toestand te verbeteren, in het gedrang zouden
brengen. Ik vind trouwens dat het IMF en de Wereldbank zich soms in
een betere positie bevinden om ter zake druk uit te oefenen, wat zij
ook doen. Soms kan België efficiënter interveniëren via haar
vertegenwoordigers in het IMF en de Wereldbank om er meer uit te
halen, dan uit zwaarwichtige publieke verklaringen die wel goed
klinken voor de eigen achterban, maar die in de landen ter plekke
zeer weinig zoden aan de dijk brengen.
d'assurer l'émancipation du peuple
congolais.
Il va de soi que l'augmentation des
investissements dans l'agriculture
n'implique
pas
que
nous
investirons moins dans les soins
de santé.
En ce qui concerne le Plan
d'action 1325,
nous
devons
d'abord évaluer l'exécution de la
résolution. Aucun contact n'a eu
lieu à ce sujet avec les autorités
congolaises.
La corruption constitue en effet un
problème important, que nous
abordons effectivement avec les
autorités congolaises mais je
pense
que
de
grandes
déclarations sur la place publique
ont peu de sens alors que nous
voulons collaborer avec ce pays.
De telles déclarations n'auraient
qu'un effet négatif sur les contacts
bilatéraux. Je pense par ailleurs
que la Belgique peut parfois
intervenir de manière plus efficace
par le biais de ses représentants
au sein du FMI et de la Banque
mondiale.
Le mandat de la MONUC doit être
éclairci. La MONUC doit obtenir
une plus grande marge de
manoeuvre et davantage de
moyens d'action pour aider la
population. Nous essayerons très
certainement
d'influencer
les
discussions qui débuteront en
décembre à ce sujet.
Sommes-nous aujourd'hui prêts à
envoyer des soldats belges au
Congo? Les C130 manquent, mais
nous ne participons pas parce que
les garanties en matière de
sécurité de l'opération de la
MONUC sont insuffisantes. Je
pense par ailleurs, que la Belgique
ne peut pas se permettre de
participer à ces opérations, du
moins si on prend au sérieux les
rapports
publiés
sur
de
précédentes actions militaires.
Quelqu'un a évoqué les caveats
CRIV 52
COM 681
27/10/2009
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
49
Het mandaat van de MONUC. Wat ons betreft, gaat het effectief om
een verduidelijking van het mandaat, in functie van meer ruimte, meer
actiemiddelen ter bescherming van de burgerbevolking ­ want
daarover gaat het. De besprekingen ter zake vatten in december aan.
Wij zullen daar uiteraard proberen op te wegen, zodanig dat dat
mandaat effectief verduidelijkt is en meer basis biedt om efficiënt op
te treden.
De heer De Vriendt heeft verwezen naar het feit dat het schandalig is
dat er geen Europese landen aan deelnemen.
Nogmaals, dat is niet evident. Ik vraag u, de Kamer, of men bereid is
om vandaag Belgische soldaten naar Congo te sturen. U kunt de
vraag vermijden door te verwijzen naar het feit dat er te weinig C130's
zijn, maar het cruciale punt is dat wij niet deelnemen. Dat heeft ook te
maken met de zeer moeilijke veiligheidsvoorwaarden waarin deze
MONUC-operatie moet gebeuren. Op het vlak van de command en
control zijn er onvoldoende garanties. Ik denk ook dat België vandaag
ook niet zou kunnen deelnemen, althans als men de rapporten ernstig
neemt die naar aanleiding van vorige militaire acties zijn opgestart.
Iemand verwees naar de caveats die zijn gesteld, en die remmend
werken op de MONUC, op de troepen die daar opereren. Wij hebben
ook caveats. Wij hebben hier nog een discussie gehad over de
caveats inzake de interventies in Afghanistan. Elk land heeft dat.
Waar wij misschien onze piloten en een aantal andere delen van onze
eenheden onder caveats stellen, gaat het daar over eenvoudige
troepen waarvoor ook caveats gelden die worden opgesteld op het
initiatief van de uitsturende landen.
qui freinent l'action des troupes de
la MONUC. Tous les pays ont des
caveats.
Monsieur Dallemagne, vous avez posé la question sur la banque de
données ADN.
Pour l'instant, un grand nombre d'idées sont lancées. Ces discussions
ont notamment lieu dans le cadre de l'élaboration de la stratégie de
lutte contre les violences sexuelles.
Je crois que c'est une suggestion faite l'année dernière qui doit être
prise en compte ou en tout cas dont la faisabilité doit être étudiée.
Mijnheer Dallemagne, u stelde een
vraag over de DNA-databank.
Momenteel worden er heel wat
ideeën geopperd in het kader van
de uitwerking van een strategie
tegen seksueel geweld. In mijn
ogen is dat een suggestie waarvan
de haalbaarheid moet worden
onderzocht.
Mijnheer Dallemagne, u vroeg of de FDLR niet meer onder druk
moest worden gezet. Er is overleg op Europees niveau.
Iemand vroeg of er een rapport was over de moeilijkheden om
humanitaire hulp ter plaatse te brengen.
On se concerte à l'heure actuelle
au niveau européen afin de
décider s'il faut faire davantage
pression sur les FDLR.
Il a également été fait référence à
un rapport sur les difficultés
d'acheminement
de
l'aide
humanitaire.
Je pense que Mme Arena avait demandé cela. Le rapport de
l'Organisation des Nations unies (OCHA) sur cette problématique date
du 23 octobre. Nous pouvons vous communiquer les données de ce
rapport.
Op 23 oktober werd daarover een
rapport van de UNO gepubliceerd.
01.31 Marie Arena (PS): L'aide humanitaire connaît des difficultés
d'accès aux populations.
01.31 Marie Arena (PS): Hoe
kunnen we ervoor zorgen dat de
27/10/2009
CRIV 52
COM 681
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
50
Cette question s'adresse peut-être davantage à M. Charles Michel.
Quelles sont les mesures à prendre pour protéger l'action de l'aide
humanitaire envers les publics fragilisés?
humanitaire hulp de noodlijdende
bevolkingsgroepen bereikt?
01.32 Yves Leterme, ministre: Lorsque vous avez posé la question,
je vous avais dit que les actions humanitaires devaient être ciblées, ce
qui, ici, semble être le cas. Vous devez en effet poser à M. Charles
Michel la question de la clarté à exiger de nos entreprises. Cela relève
de l'OCDE. C'est une partie du travail du focal point de l'OCDE au
sein de l'administration.
J'ai déjà répondu au sujet des élections de 2010.
REJUSCO fait l'objet d'une évaluation. Ici, il ne s'agit pas d'une
initiative belge, mais européenne. Au niveau belge, je ne sais pas si
ce dossier fait partie des priorités de mon collègue de la Coopération
sau développement, qui finance le travail de REJUSCO. En ce qui
concerne les violences sexuelles, cela peut être un instrument servant
à améliorer la situation.
01.32 Minister Yves Leterme: De
humanitaire acties moeten zich op
bepaalde doelgroepen richten, wat
hier het geval schijnt te zijn. De
vraag met betrekking tot de
duidelijkheid
die
van
onze
bedrijven moet worden gevraagd,
moet u aan de heer Charles
Michel stellen.
Het Europese REJUSCO-initiatief
wordt momenteel geëvalueerd. Ik
weet niet of dit voor mijn collega
van Ontwikkelingssamenwerking
een prioritair dossier is, maar dit
project kan wel de problemen in
verband met seksueel geweld
bestrijden.
De heer De Vriendt had het over de samenwerking in Kindu. De
evaluatie gebeurt in januari 2010 op basis van de bevindingen van de
heer Delcour.
Het mandaat van de MONUC lijkt mij duidelijk.
Voor het leger en de betaling van de soldij is er de operatie-Karibu. Ik
heb dat ook tijdens mijn inleiding vermeld.
Inzake de mogelijkheid om ten aanzien van het leger op te treden,
vernemen wij ter plaatse dat zou worden gevraagd dat de
ondersteuning van de MONUC aan het Congolese leger niet meer
zou plaatsvinden voor legereenheden die zich aan de schending van
de mensenrechten schuldig maken en waarvan zulks pertinent is
geweten.
Over de politieke dialoog hebben een paar leden, zoals de heren de
Donnea en De Vriendt, gevraagd of niet meer werk moet worden
gemaakt van de dialoog met de FDLR. Een en ander is natuurlijk ook
een kwestie van politieke inschatting van het Congolese regime, dat
een niet-oneindige, politieke ruimte heeft. Indien er politieke
gesprekken met de FDLR worden opgestart, wordt de betrokken
overheid door de eigen, publieke opinie ook op voornoemde
gesprekken afgerekend. Het is dus niet zo evident.
M. De Vriendt a parlé de la
coopération à Kindu. Il sera
procédé à une évaluation en
janvier 2010 sur la base des
constats faits par M. Delcour. Le
mandat de la MONUC me paraît
clair.
Pour l'armée et le paiement de la
solde, il y a l'opération Karibu. Par
ailleurs, des unités qui se
rendraient coupables de violations
des droits de l'homme ne
devraient plus compter sur l'aide
de la MONUC.
Des membres ont demandé s'il ne
faudrait
pas
se
préoccuper
davantage du dialogue avec les
FDLR. Ce n'est pas évident parce
que les autorités concernées sont
jugées sur ces négociations par
leur propre opinion publique.
M. de Donnea a parlé du fait qu'il fallait travailler davantage avec les
organisations multilatérales africaines. Cette idée est de plus en plus
répandue dans divers rapports.
Nous travaillons beaucoup trop au départ des Nations unies vers le
Congo, au départ des institutions de l'Union européenne vers le
Congo alors que l'Union africaine pourrait jouer un rôle beaucoup plus
important dans certains dossiers, comme cela a déjà été démontré.
Het idee van de heer de Donnea
die aanstuurt op een nauwere
samenwerking met de multilaterale
Afrikaanse organisaties vindt hoe
langer hoe meer weerklank.
De Europese Unie zou in sommige
dossiers een veel grotere rol
kunnen spelen.
CRIV 52
COM 681
27/10/2009
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
51
01.33 François-Xavier de Donnea (MR): (...) similaire pour l'Afrique
centrale qui à mon avis n'est pas très active. L'East African
Community est très active par contre. À défaut de pouvoir recréer une
CPEGL Plus, il faudrait voir si on ne pourrait pas obtenir par le biais
de l'East African Community des dynamiques d'intégration et de
coopération régionales.
01.33 François-Xavier de
Donnea (MR): Indien de oprichting
van een nieuwe CEPGL niet kan
zou men moeten nagaan of het
niet mogelijk is langs de East
African Community (EAC) een
nieuwe dynamica van gewestelijke
integratie en samenwerking in
gang te zetten.
01.34 Yves Leterme, ministre: La CPEGL fait partie des best sellers
de chaque contact avec les pays concernés: il faut à chaque fois les
encourager à coopérer dans le cadre de la CPEGL. Même à New
York, il a été demandé à l'Ouganda principalement et à l'Angola s'il y
avait un certain intérêt de leur part; leur réponse était assez positive.
La semaine passée, nous avons rencontré le président burundais,
avec qui nous avons discuté de la CPEGL: la réaction était plutôt
d'essayer d'abord à trois de voir où ils pouvaient arriver. Pour l'instant,
je crois que des pourparlers ont lieu dans les groupes de travail pour
relancer la CPEGL moyennant certaines actions concrètes.
Donc tout n'est pas négatif à propos de cette forme d'organisation
multilatérale internationale.
Énormément de questions ont été posées, de remarques formulées,
mais vu le fait que plusieurs membres ont déjà disparu et que d'autres
partent maintenant, je me limiterai à cela.
01.34 Minister Yves Leterme:
Men moet er elk betrokken land
toe aanzetten samen te werken in
het kader van de CEPGL. Er zijn
thans discussies aan de gang
binnen de werkgroepen ten einde
de CEPGL nieuw leven in te
blazen, door middel van een
aantal concrete acties.
Le président: Peut-être quelques répliques de la part des collègues?
Non. Le débat est à suivre.
Merci, chers collègues.
De voorzitter: Daar zal men nog
moeten op terugkomen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Nous poursuivons l'ordre du jour avec les collègues encore présents, puisque le ministre est disposé à
répondre aux questions.
Si je prends l'ordre du jour, M. Van den Eynde est absent; Mme Van Daele n'est pas là.
Les questions des absents seront reportées car il y a peu de collègues présents.
02 Samengevoegde vragen van
- de heer Peter Luykx aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de opeenvolgende
veroordelingen van België door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen" (nr. 15449)
- de heer Bruno Tuybens aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de omzetting van EU-
richtlijnen naar Belgisch recht" (nr. 15818)
02 Questions jointes de
- M. Peter Luykx au ministre des Affaires étrangères sur "les condamnations successives de la
Belgique par la Cour de justice des Communautés européennes" (n° 15449)
- M. Bruno Tuybens au ministre des Affaires étrangères sur "la transposition en droit belge de
directives européennes" (n° 15818)
02.01 Bruno Tuybens (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik denk dat wij al enkele jaren in het staartpeloton zitten op
02.01 Bruno Tuybens (sp.a):
Nous sommes à la traîne depuis
27/10/2009
CRIV 52
COM 681
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
52
het vlak van de omzetting van EU-richtlijnen naar Belgisch recht.
Kunt u ons een uiteenzetting geven over de opvolging van de
omzetting binnen de regering?
Welke inspanningen doet de federale regering om die achterstand zo
snel mogelijk weg te werken? Wat is de beoogde timing?
Kunt u de huidige situatie statistisch toelichten?
Ziedaar in een notendop de vraag die ik had ingediend.
des années déjà en matière de
transposition de directives de l'UE
dans le droit belge. Quel suivi des
dossiers est assuré au sein du
gouvernement belge? Comment
va-t-on résorber le retard?
02.02 Minister Yves Leterme: We moeten de gegevens over het
aantal veroordelingen nuanceren. De situatie is vaak complex.
In 2008 is ons land drie keer veroordeeld voor een laattijdige
omzetting. Daarnaast heeft de Commissie in twee zaken het Hof om
afstand van geding verzocht omdat België de richtlijn ondertussen had
omgezet. In die twee zaken is het bijgevolg nooit tot een veroordeling
gekomen. Er waren twee veroordelingen voor onjuiste omzetting
waarover betwisting bestond tussen de Commissie en België over de
juistheid van omzetting. Drie veroordelingen draaiden om de
verkeerde toepassing van het EU-recht.
In 2009 waren er negen veroordelingen voor een laattijdige omzetting,
en twee voor een verkeerde toepassing van het gemeenschapsrecht.
In heel wat gevallen gaat het om vertraging. De redenen voor die
vertraging zijn veelvuldig. Alle veroordelingen wegens laattijdige
omzetting in 2008 en 2009 betroffen richtlijnen die door het Parlement
niet tijdig zijn omgezet, waarbij het parlementair parcours dus niet
tijdig was doorlopen.
Er zijn vier terugkerende vertragende omstandigheden: ten eerste,
uitvoeringsbesluiten nog te treffen na parlementaire goedkeuringen;
ten tweede, verschillende federale departementen, Gewesten,
Gemeenschappen zijn bevoegd; ten derde, uitzonderlijke politieke
gevoeligheid van de richtlijn; ten vierde, administratieve vertraging,
deels door het verplicht raadplegen van consultatieve organen.
Sinds een aantal jaren is heel wat inspanning geleverd om de
achterstand weg te werken. Vorig jaar heb ik als eerste minister,
samen met collega Karel De Gucht, heel wat bijsturingen gedaan. Het
actieplan Omzetting van 2000 en de Vernieuwing van 2004, is in
september 2008 opgevolgd door een nieuw reflectieproces. De
doelstelling was om te komen tot een achterstandsnorm van
1 procent vanaf 2009, zijnde de Europese doelstelling, de verwerking
van de implicaties van het Verdrag van Lissabon, en de voorbereiding
van het Europees voorzitterschap.
Na een uitgebreide doorlichting werd op de Ministerraad van
6 februari 2009 een aantal maatregelen genomen waaronder, ten
eerste, een beter mogelijk maken van de vroegere opstart van de
omzettingswerkzaamheden, ten tweede, de oprichting van de hoge
werkgroep Omzetting op interkabinetsniveau met deelname van alle
bevoegde federale overheden, ten derde, de regelmatige opvolging
op het hoogste administratief niveau tijdens de vergadering van de
voorzitters van de FOD's, ten vierde, de uitbreiding van het netwerk
02.02 Yves Leterme, ministre: La
situation est complexe. En 2008,
notre pays a été condamné trois
fois en raison d'une transposition
tardive, contre neuf fois en 2009.
Nous
avons
également
été
rappelés à l'ordre quelques fois
pour une transposition erronée. Le
retard était généralement dû au
fait que la procédure parle-
mentaire complexe n'avait pas été
achevée dans les temps.
Depuis quelques années, de
nombreux efforts sont fournis pour
résorber l'arriéré. L'objectif était
d'en arriver à une norme d'arriéré
de 1 % à partir de 2009. Nous
travaillons
également
au
traitement des implications du
Traité de Lisbonne et à la
préparation de la présidence
européenne. Le conseil des
ministres du 6 février a pris
quelques mesures pour simplifier
les procédures.
Par le biais de ces mesures, notre
pays a déjà réduit en juin 2009 le
déficit de transposition général de
1,4 à 1,2 %. En novembre 2009,
nous atteindrons la norme de
déficit
de
transposition
européenne de 1 %. Plus aucune
transposition ne sera alors plus en
retard de plus de deux ans ou
davantage.
CRIV 52
COM 681
27/10/2009
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
53
van de eurocoördinatoren en de versterking van hun centrale rol in het
omzettingsproces, ten vijfde, de interactieve federale databank
Eutransbel die verder werd uitgebouwd en operationeel zou moeten
worden vanaf 1 januari 2010.
Dus, ten eerste, sneller starten, ten tweede, een werkgroep specifiek
op hoog interkabinettenniveau, ten derde, op het hoogste niveau, dus
de voorzitters van de FOD's, een vast punt tijdens hun vergadering
voor de opvolging van die omzettingsdossiers, ten vierde, die
eurocoördinatoren, en ten vijfde, de federale databank Eutransbel.
Via deze maatregelen realiseerde ons land op het scorebord van
juni 2009 al een daling van het algemene omzettingsdeficit van 1,4
naar 1,2. Voor het scorebord van november 2009 haalt België de
Europese intermediaire deficitnorm. Dat is dus nog lager. Op federaal
vlak zal er dan ook geen enkele richtlijn meer vallen onder de
nultolerantie voor de richtlijnen die een omzettingsvertraging van meer
dan twee jaar hebben. Er zal dus geen enkele richtlijn meer zijn die
daaronder ressorteert. Tot daar het antwoord op uw vragen.
02.03 Bruno Tuybens (sp.a): Heb ik het goed begrepen dat wij
vanaf november 2009 onder 1 procent vallen?
02.04 Minister Yves Leterme: Ja. Dat is natuurlijk iets dat moet
blijven. In november hebben we op het laatste overlegcomité
vastgesteld dat we onder de 1 procent zullen vallen.
02.05 Bruno Tuybens (sp.a): Het is uiteraard van belang om zeker
op het moment waarop we EU-voorzitter zijn, een goede leerling van
de klas te zijn. Ik dank u voor uw antwoord: dit is een goede evolutie.
Het constitutionele gegeven geldt natuurlijk ook voor het
Verenigd Koninkrijk, waar er ook zeer veel overleg moet worden
gepleegd met de deelstaten. Ik begrijp dat het Verenigd Koninkrijk
toch een veel betere score haalt dan België. Het is toch van belang
eens te laten nagaan hoe de situatie ginder eigenlijk is georganiseerd.
02.05 Bruno Tuybens (sp.a): La
situation évolue donc favorable-
ment et c'est une bonne chose à
présent
que
la
présidence
européenne s'annonce pour la
Belgique.
Les retards sont attribués à la
structure de l'État fédéral, avec
ses nombreux parlements fédérés
mais il en va de même pour le
Royaume-Uni. Pourquoi, dans ces
conditions,
ce
dernier
fait-il
beaucoup mieux que nous?
02.06 Minister Yves Leterme: Zij hebben een totaal andere techniek
via de Common Law. Zij zetten gewoon de richtlijn om. De tekst wordt
gewoon omgezet in een wetsontwerp dat wordt goedgekeurd. Dat
wordt niet telkens geïntegreerd in de toepasselijke wetgeving.
02.06 Yves Leterme, ministre: La
technique y est tout à fait
différente. Le texte de la directive y
est simplement transposé sous la
forme d'un projet de loi qui est
ensuite adopté.
02.07 Bruno Tuybens (sp.a): Dat is een ander systeem.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Mijnheer Tuybens, u hebt nog een vraag over het BLEU-akkoord.
02.08 Bruno Tuybens (sp.a): Mijnheer de voorzitter, het probleem is
dat ik naar mijn belangrijkste maandelijkse vergadering moet gaan: de
27/10/2009
CRIV 52
COM 681
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
54
gemeenteraad. Wij zitten daar met een situatie van tien tegen negen.
Ik zou dus graag mijn andere vragen uitstellen. Bovendien gaat
collega Van der Maelen ook een vraag stellen over het Goldstone-
rapport. Misschien kan dat tegelijk.
03 Samengevoegde vragen van
- de heer Bruno Tuybens aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de goedkeuring van het
Goldstone-rapport door de VN-Mensenrechtenraad" (nr. 15817)
- de heer Dirk Van der Maelen aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de Belgische houding ten
aanzien van het Goldstone-rapport" (nr. 15885)
- mevrouw Alexandra Colen aan de minister van Buitenlandse Zaken over over "het misbruik van het
Goldstone-rapport" (nr. 15986)
03 Questions jointes de
- M. Bruno Tuybens au ministre des Affaires étrangères sur "l'approbation du rapport Goldstone par le
Conseil des droits de l'homme de l'ONU" (n° 15817)
- M. Dirk Van der Maelen au ministre des Affaires étrangères sur "la position de la Belgique par rapport
au rapport Goldstone " (n° 15885)
- Mme Alexandra Colen au ministre des Affaires étrangères sur "la mauvaise utilisation qui est faite du
rapport Goldstone" (n° 15986)
03.01 Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik ben
inmiddels te weten gekomen wat het stemgedrag van België was.
Daarom wil ik die vraag niet meer aan de minister stellen.
Ik wil wel van de gelegenheid gebruikmaken om opnieuw mijn
verwondering te uiten over het feit dat België -- we zijn helaas niet
alleen -- het internationaal recht klaarblijkelijk niet altijd op dezelfde
manier toepast op alle rechtssubjecten. Als ik kijk naar de manier
waarop Israël het zich kan veroorloven om verschillende keren
duidelijke uitspraken van rechtsinstanties, die de internationale
gemeenschap vertegenwoordigen, naast zich neer te leggen, dan
moet ik tot mijn spijt vaststellen dat het hier opnieuw gebeurt. Ik
betreur het dat België niet de moed heeft gehad om zich in de
Mensenrechtenraad te voegen bij de groep van landen die het
Goldstonerapport wel hebben gesteund.
De heer Goldstone is een zeer gerespecteerd internationaal jurist, die,
dacht ik, openbaar aanklager is geweest in de Balkan en in Rwanda.
Hij heeft een zeer evenwichtig rapport ingediend, met een uitkomst
die ik altijd heb verdedigd. Ik was in de Kamer een van de mensen die
erop aandrong dat België mee zou pleiten voor een onderzoek naar
de gedragingen van Hamas en naar de gedragingen van het
Israëlisch leger in het Gazaconflict. De heer Goldstone komt met een
heel evenwichtig rapport. Hij concludeert dat beide partijen het
internationaal recht hebben overtreden. Ik stel dan vast dat België
zich onthoudt bij de stemming in de Mensenrechtenraad, ondanks de
belofte van België bij zijn verkiezing tot lid van de Mensenrechtenraad.
Ik citeer: "In zijn buitenlands en ontwikkelingssamenwerkingbeleid
blijft België zich dynamisch opstellen ten gunste van de
totstandbrenging van de rechtstaat (rule of law) en van de strijd tegen
de straffeloosheid". Ik vrees opnieuw dat het Goldstonerapport en zijn
aanbevelingen dode letter gaan blijven en dat beide partijen, zowel
Hamas als Israël, zich daarin gesterkt gaan voelen om op een
straffeloze wijze door te gaan met het overtreden van het
internationaal recht.
Ik betreur dat in andere conflicten, zoals bijvoorbeeld in Sri Lanka,
03.01 Dirk Van der Maelen
(sp.a):
La
Belgique
estime
apparemment que le non-respect
du droit international est moins
grave pour certains pays que pour
d'autres. Il est regrettable que
notre pays n'ait pas eu le courage
d'approuver le rapport Goldstone
au Conseil des droits de l'homme.
Le rapport de M. Goldstone, un
juriste international respecté, est
très équilibré et stipule que tant le
Hamas que l'armée israélienne ont
violé le droit international dans le
cadre du conflit à Gaza.
Dans d'autres conflits, comme au
Sri Lanka, la Belgique et l'Union
européenne insistent pour que les
résultats
d'une
enquête
internationale soient respectés.
Par contre, Israël peut tout
simplement faire fi des décisions
claires prises par la communauté
internationale.
Pourquoi la Belgique s'est-elle
abstenue lors du vote sur le
rapport Goldstone?
CRIV 52
COM 681
27/10/2009
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
55
België en de Europese Unie wel staan op de volledige naleving van
de uitkomst van een internationaal onderzoek, maar als het een
conflict betreft tussen Israël en Palestina, dan abdiceren we.
Ik zou aan de minister willen vragen waarom België zich heeft
onthouden en, zoals in de lijn waartoe wij ons hebben geëngageerd,
niet heeft gezegd dat wij van oordeel zijn dat het Goldstonerapport in
zijn integraliteit moet worden uitgevoerd. Dat wil zeggen -- en dat
hebben wij ook in andere conflicten gevraagd -- dat de betrokken
partijen de gelegenheid krijgen om gedurende zes maanden zelf een
onderzoek te doen en dat de manier waarop dat onderzoek wordt
gevoerd aan het toezicht wordt onderworpen van een comité
samengesteld door de beide partijen en andere partners.
Wij hebben dit geëist in andere conflicten, maar als het Israël en
Palestina betreft, dan abdiceren wij en daar wil ik, als aanhanger van
meer respect voor de mensenrechten en voor het internationaal recht
in de internationale betrekkingen, tegen protesteren.
03.02 Alexandra Colen (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik
stel mijn vraag in aansluiting op de mondelinge vraag van mijn collega
Van der Maelen en ik focus niet zozeer op het rapport zelf, maar wel
op de specifieke resolutie die goedgekeurd is in de VN-
mensenrechtenraad in Genève.
In de goedgekeurde resolutie, naar aanleiding van het rapport, wordt
felle kritiek geuit op vermeende schendingen van de mensenrechten
door Israël, zoals die in het rapport werden onderzocht. De Zuid-
Afrikaanse jurist Richard Goldstone ­ de auteur van het rapport, dat
ook naar hem is genoemd is ­ verklaarde intussen dat zijn rapport
wordt misbruikt door de VN-Mensenrechtenraad. Zijn rapport maakt
immers melding van schendingen van de mensenrechten door Israël
en Hamas.
In de resolutie die de VN-Mensenrechtenraad opstelde om naar de
Veiligheidsraad door te verwijzen, werden de aanklachten tegen Israël
nadrukkelijk in de verf gezet, terwijl elke verwijzing naar misdaden
door Hamas werd geschrapt. Dat zou zijn gebeurd, omdat islamitische
landen de resolutie anders niet zouden willen goedkeuren.
De heer Goldstone verklaarde aan de Zwitserse krant Le Temps dat
de door de VN-Mensenrechtenraad goedgekeurde resolutie "hem
bedroeft omdat ze enkel aanklachten tegen Israël bevat. Er is geen
enkele zin die Hamas veroordeelt, zoals wij in het rapport hebben
gedaan."
Graag vernam ik wat de Belgische houding is over de duidelijke
vooringenomenheid
die
VN-organisaties
zoals
de
VN-
Mensenrechtenraad ten toon spreiden tegen Israël. Op welke manier
kan ons land er zich voor inzetten dat de VN-organisaties zich als
neutrale organisaties gedragen, in plaats van een lobbygroep ten
voordele van een van de partijen in het Israëlisch-Palestijnse conflict?
03.02 Alexandra Colen (Vlaams
Belang):
Selon
le
rapport
Goldstone, Israël comme le
Hamas ont violé les droits de
l'homme. Pourtant, la résolution
fondée sur ce rapport souligne
exclusivement les plaintes contre
Israël et passe sous silence les
crimes du Hamas. La raison en
serait que les pays islamistes
auraient refusé, sinon, d'approuver
la résolution. M. Goldstone estime
que le Conseil des droits de
l'homme a fait de son rapport un
usage abusif.
Quelle attitude adopte la Belgique
face à la partialité dont font preuve
des organisations des Nations
unies comme le Conseil des droits
de l'homme? Que peut faire notre
pays pour que celui-ci adopte une
attitude neutre et ne joue pas le
rôle de groupe de pression contre
Israël?
03.03 Minister Yves Leterme: Mijnheer de voorzitter, de heer Van der
Maelen heeft zijn vraag vervangen door een aantal andere vragen,
waarop ik zal proberen in te gaan.
Ik wil terugkeren naar de procedure van de behandeling van het
03.03 Yves Leterme, ministre:
En janvier 2009, le Conseil des
droits de l'homme a délibéré de la
procédure de traitement du rapport
Goldstone. À l'époque, tous les
27/10/2009
CRIV 52
COM 681
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
56
Goldstonerapport in de Mensenrechtenraad in januari 2009. Toen
werd de resolutie goedgekeurd om een zogenaamde Fact Finding
Mission uit te sturen. Alle leden van de EU die toen lid waren van de
Mensenrechtenraad, hebben zich toen onthouden op grond van het
argument dat het mandaat van de Fact Finding Commission niet
gebalanceerd was. Er werd met name enkel gevraagd alle
mensenrechtenschendingen door Israël tijdens de operatie-Cast Lead
te onderzoeken.
De toenmalige voorzitter van de Mensenrechtenraad stelde de leden
van de Fact Finding Mission uiteindelijk aan en nam zelf de vrijheid
hun een mandaat te geven dat veel ruimer en meer gebalanceerd
was dan de oorspronkelijke resolutie. Hij gaf de Goldstonemissie de
opdracht beide kanten van het verhaal te bestuderen. Op basis van
dat ruimere en bredere mandaat heeft de Goldstonemissie gewerkt.
Ook de verantwoordelijkheden en daden van de Palestijnse
autoriteiten en Hamas worden belicht. Dat was al een vooruitgang ten
opzichte van de initiële resolutie waarbij de EU-leden zich hadden
onthouden.
Bovendien werd de Goldstonemissie samengesteld uit vier zeer
geloofwaardige personen. Zij hebben een ernstig rapport afgeleverd.
Beide kampen in het conflict werden belicht. De aanbevelingen van
het rapport richten zich op Israël, de Palestijnse autoriteiten en op
Hamas.
Van bij de aanvang is het streven van België geweest samen met het
voorzitterschap van de Europese Unie te komen tot een eenduidige
houding ten opzichte van de ontvankelijkheid en de behandeling van
de resolutie en de stemming erover.
Collega Van der Maelen, de aarzeling van de Palestijnse autoriteiten
zich te positioneren tegenover de behandeling van het
Goldstonerapport op de twaalfde sessie van Mensenrechtenraad in
september, valt wellicht ook te verklaren door de inspanningen om de
oorlogvoerende partijen aan beide zijden opnieuw aan tafel te
brengen.
Door druk uit te oefenen, heeft dat geleid tot ­ wat wij dan weten in
oktober ­ het opnieuw agenderen van het Goldstonerapport en van
een voorstel van resolutie. In dat voorstel van resolutie hebben wij niet
meer het evenwicht gevonden dat wel in het verslag en in de
aanbevelingen van het rapport-Goldstone aanwezig was. Dat feit,
samen met ons streven naar een eenduidig stemgedrag van de EU,
op initiatief van Zweden maar met onze steun, heeft ertoe geleid dat
wij ons hebben onthouden.
Zowel van Palestijnse kant als van Israëlische kant is er initiatief
genomen om ons land ervan te overtuigen om in deze of gene richting
stemgedrag te vertonen. Maar, zoals ik al zei, zowel het gebrek aan
evenwicht in de resolutie als ons streven naar een eenduidig
Europees standpunt heeft ons doen beslissen ons bij de stemming
over de resolutie te onthouden.
membres de l'UE siégeant au
conseil se sont abstenus lors du
vote sur la résolution visant à
envoyer une fact finding mission
car ils estimaient que son mandat
n'était pas équilibré. On allait se
contenter de se pencher sur la
question des violations des droits
de l'homme commises par Israël
durant l'opération Cast Lead.
Le président du Conseil des droits
de l'homme a suggéré aux
membres de la fact finding mission
d'étendre
leur
mandat
pour
pouvoir
examiner
les
deux
versions des faits. La mission
Goldstone a dès lors également
analysé les actes perpétrés par les
autorités palestiniennes et le
Hamas. C'était donc une avancée
par rapport au mandat initial. La
mission a produit un rapport
sérieux
incluant
des
recommandations
à
l'adresse
d'Israël, du Hamas et des autorités
palestiniennes.
Associée à la présidence de l'UE,
la Belgique souhaite une attitude
dénuée de toute ambigüité en ce
qui concerne la recevabilité et le
traitement de la résolution.
L'hésitation
des
autorités
palestiniennes à prendre position
sur le rapport Goldstone au
Conseil des droits de l'homme au
mois de septembre peut être
dictée par la volonté de ramener
les deux parties autour de la table.
Le rapport Goldstone a été remis à
l'ordre du jour en octobre, en
même temps qu'une proposition
de résolution. Toutefois, dans
cette résolution, l'équilibre présent
dans
le
rapport
et
les
recommandations avait disparu.
Pour cette raison et aussi parce
que nous souhaitons une position
européenne
commune,
à
l'instigation de la Suède, nous
nous sommes abstenus.
03.04 Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de voorzitter, wij weten
allen wat er na het Goldstonerapport is gebeurd. Er is Amerikaanse
druk op de Palestijnen uitgeoefend om de acties uit te stellen en alzo
03.04 Dirk Van der Maelen
(sp.a):
Les
fortes
pressions
exercées par Israël ont eu pour
CRIV 52
COM 681
27/10/2009
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
57
de gesprekken een kans te geven. Zware protesten aan Palestijnse
kant hebben Abbas van mening doen veranderen. Dat is wat er
enerzijds is gebeurd.
Anderzijds weten wij allemaal welke, enorme lobbycapaciteit door
Israël is ingezet. Ik moet tot mijn spijt vaststellen dat vele, bijna alle
landen van de Europese Unie -- ik geef toe dat België een van de
meest moedige houdingen heeft aangenomen, met name door zich te
onthouden -- hebben tegengestemd of niet aan de stemming hebben
deelgenomen om aan het innemen van een standpunt te ontsnappen.
Sta mij echter toe ­ een believer van de noodzaak om meer
internationaal recht in de internationale relaties en in de internationale
problemen in te brengen ­ ontgoocheld te blijven over het feit dat
België niet de moed heeft gehad te verklaren dat het
Goldstonerapport een heel evenwichtig rapport is dat beide partijen
met de neus op de feiten duwt, namelijk het feit dat het internationaal
recht is geschonden. Ik had gehoopt dat ons land de moed zou
hebben gehad te beklemtonen dat de zaak moet doorgaan. Dat wil
zeggen dat beide partijen zes maanden de tijd krijgen. Doen zij het
niet, dan wordt de zaak naar het Internationaal Strafhof doorgestuurd.
Indien wij dergelijke moed niet hebben, zal de straffeloosheid blijven
bestaan. Partijen zullen in dat geval van de zwakheden van de
internationale gemeenschap gebruik blijven maken om hun laars te
lappen aan het internationaal recht.
conséquence que presque tous
les pays de l'UE ont voté contre la
résolution ou n'ont pas voté pour
éviter de devoir prendre position.
En s'abstenant, la Belgique s'est
montrée plus courageuse. Il est
cependant regrettable que la
Belgique n'ait pas eu le cran de
souligner que les recomman-
dations du rapport devaient être
suivies.
Les
deux
parties
continueront
à
exploiter
les
faiblesses de la communauté
internationale pour se soucier du
droit international comme d'une
guigne.
03.05 Alexandra Colen (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik
dank de minister voor zijn duidelijk antwoord wat betreft de specifieke
vraag over de houding van de regering omtrent de resolutie naar
aanleiding van het Goldstonerapport.
De meer algemene vraag over de Belgische houding in verband met
VN-organisaties en hun vooringenomenheid is daarmee echter niet
beantwoord.
Ik ben wel tevreden met het antwoord van de minister op de concrete
vraag.
03.05 Alexandra Colen (Vlaams
Belang): J'ai à présent compris
l'attitude de la Belgique sur la
résolution, mais je n'ai pas obtenu
de réponse à ma question sur la
partialité
des
organisations
onusiennes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Alexandra Colen aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de kandidaturen voor
permanent voorzitter van de Europese raad" (nr. 15888)
- mevrouw Alexandra Colen aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de kandidaturen voor EU-
minister van Buitenlandse zaken" (nr. 15950)
04 Questions jointes de
- Mme Alexandra Colen au ministre des Affaires étrangères sur "les candidatures au poste de
président permanent du Conseil européen" (n° 15888)
- Mme Alexandra Colen au ministre des Affaires étrangères sur "les candidatures au poste de ministre
des Affaires étrangères de l'Union européenne" (n° 15950)
04.01 Alexandra Colen (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, mijn
twee vragen handelen over ongeveer dezelfde thematiek.
De eerste, over de kandidatuur voor permanent voorzitter van de
Europese Raad, stel ik naar aanleiding van berichten dat de Belgische
04.01 Alexandra Colen (Vlaams
Belang):
L'Union
européenne
désignera, après l'entrée en
vigueur du Traité de Lisbonne, son
propre ministre des Affaires
27/10/2009
CRIV 52
COM 681
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
58
regering sceptisch zou staan tegenover de kandidatuur van Tony Blair
als eerste permanent voorzitter van de Europese Raad, een functie
die men ook dikwijls aanduidt als president van de Europese Unie of
van de Europese Raad.
Tot dusver is Tony Blair de enige officiële kandidaat. De voormalige
Britse EU-commissaris voor Buitenlandse Betrekkingen, Chris Patton,
heeft de Spaanse oud-premier Felipe González en de Finse oud-
president Martti Ahtisaari als geschikte kandidaten genoemd. In de
media doen ook geruchten de ronde dat eerste minister Herman Van
Rompuy en voormalig eerste minister Guy Verhofstadt genoemd zijn
als mogelijke kandidaten. Recentelijk dook ook de naam Jan Peter
Balkenende op.
Mijnheer de minister, kunt u mij meedelen waarom de Belgische
regering sceptisch staat tegenover de kandidatuur van Tony Blair?
Wat vindt de Belgische regering van de mogelijke kandidatuur van de
andere kandidaten?
Meer in het algemeen, aan welke criteria moet een permanent
voorzitter van de Europese Raad volgens de Belgische regering
voldoen? Tot zover mijn vraag over de kandidaten voor permanent
voorzitter.
Er zijn ook kandidaturen voor een EU-vertegenwoordiger voor
Buitenlandse Zaken. Zodra het Verdrag van Lissabon in werking
treedt, krijgt de Europese Unie een eigen minister van Buitenlandse
Zaken hebben. Volgens de Britse pers maakt de huidige Britse
minister van Buitenlandse Zaken David Miliband een kans die
prestigieuze positie te krijgen.
De Times van 23 oktober citeert een anonieme Belgische diplomaat
die zou hebben gezegd: "We have a very favourable impression of Mr
Miliband, because he has good European credentials."
Is de heer Miliband de kandidaat van de Belgische regering? Aan
welke criteria ­ good European credentials ­ moet de nieuwe EU-
minister van Buitenlandse Zaken volgens de Belgische regering
voldoen?
étrangères. Selon la presse
britannique, le ministre britannique
des Affaires étrangères, M. David
Miliband, a d'excellentes chances
d'occuper
cette
position
prestigieuse. Un diplomate belge a
confirmé ­ anonymement ­ dans
le Times du 23 octobre que
l'homme fait bonne impression.
M. Miliband est-il le candidat du
gouvernement belge? À quels
critères le nouveau ministre des
Affaires étrangères européen doit-
il satisfaire?
04.02 Minister Yves Leterme: Mijnheer de voorzitter, ter inleiding zal
ik u een document bezorgen. Wij hebben samen met de collega's van
Nederland en Luxemburg een soort van memorandum opgesteld rond
de implementatie van het Verdrag van Lissabon, waarin de
voorwaarden die wij zien voor de benoeming van beide cruciale
figuren zijn verwoord en omschreven. Wij zullen ervoor zorgen dat dit
aan de leden van de commissie wordt toegestuurd. Eigenlijk had dat
al moeten gebeurd zijn.
De benoeming kan uiteraard pas na de implementatie, de
inwerkingtreding, van het Verdrag van Lissabon.
Zoals dat telkens het geval is wanneer mensen worden aangeduid
voor functies, circuleren er ook namen. België heeft nog niet bepaald
welke kandidaat zij zal steunen.
Wij hebben ons dus wel al uitgesproken over het profiel van die
toekomstige permanente voorzitter.
04.02 Yves Leterme, ministre:
En collaboration avec les Pays-
Bas et le Luxembourg, nous avons
rédigé un mémorandum portant
sur l'exécution du Traité de
Lisbonne.
Ce
mémorandum
contient entre autres les conditions
que nous avons posées s'agissant
de
la
nomination
de
ces
personnalités-clés.
Je
ferai
parvenir ce document à votre
commission.
Il ne pourra être procédé à ces
nominations qu'après l'entrée en
vigueur du Traité de Lisbonne. La
Belgique n'a pas encore choisi les
candidats qu'elle soutiendra.
CRIV 52
COM 681
27/10/2009
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
59
Voor ons moet de vaste voorzitter van de Europese Raad het formaat
hebben van een staatshoofd of regeringsleider. Hij of zij zou zijn
Europees engagement al aangetoond moeten hebben en een visie
ontwikkeld hebben op het geheel van de beleidsdomeinen van de
Unie. Belangrijk voor ons is dat hij ook bereid moet zijn om te
luisteren naar de lidstaten en de instellingen, dat hij een
communautaire approach heeft van de invulling van zijn mandaat en
dat hij gevoelig is voor het institutioneel evenwicht dat de
communautaire methode karakteriseert.
Ook het profiel van de hoge vertegenwoordiger hebben we vastgelegd
in het document met Nederland en Luxemburg. Hij zal niet enkel
moeten beschikken over ruime ervaring met het Unieoptreden in een
context van het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid
en het extern beleid van de Unie, maar ook over het vermogen
moeten beschikken om een consensus te creëren. Om te
bewerkstelligen dat de Unie zich met één stem uitspreekt, moet hij
immers regelmatig overleggen met de permanente voorzitter van de
Europese Raad en met het roterend Voorzitterschap.
In beide gevallen, maar zeker in het laatste geval, vinden wij dus dat
gezocht moet worden naar iemand die heeft bewezen dat hij ook een
bruggenbouwer kan zijn, een compromissenbouwer.
Dat zijn de criteria die wij hebben vastgelegd. Dat is de invalshoek
waarmee wij dat "benoemingsdossier" benaderen.
Over concrete namen kan ik het volgende zeggen. Van zodra dat aan
de orde is in de Europese Raad, zal ons land een standpunt innemen
ten aanzien van kandidaturen die worden gesuggereerd, die naar
voren worden geschoven in het gesprek.
Le
président
permanent
du
Conseil européen doit avoir la
stature d'un chef d'État ou de
gouvernement. Il doit aussi avoir
fourni
la
preuve
de
son
engagement européen et avoir un
projet d'avenir dans tous les
domaines de la politique de
l'Union. Il doit en outre être
disposé à écouter les points de
vue défendus par les États
membres et les institutions, à
exercer son mandat en suivant
une approche communautaire et à
réaliser et préserver l'équilibre
communautaire qui caractérise la
méthode communautaire.
Le haut représentant doit disposer
d'une grande expérience dans le
domaine de la politique étrangère
et de sécurité commune de l'Union
et dans le domaine de sa politique
extérieure. En outre, il doit être à
même de créer les conditions pour
qu'un
consensus
puisse
se
dégager étant donné qu'il devra se
concerter à intervalles réguliers
avec le président permanent du
Conseil européen et la présidence
tournante. Dans les deux cas, le
candidat devra être capable de
forger des compromis.
Dès que des noms seront
communiqués
au
Conseil
européen, notre pays prendra
position.
04.03 Alexandra Colen (Vlaams Belang): Mijnheer de minister,
bedankt voor uw antwoord.
Dat memorandum zal ons inderdaad wel interesseren. Het is logisch
dat wij die vraag stellen. Het is ook logisch dat de criteria worden
vastgelegd, zoals u zelf zegt, dat een eventuele minister van
Buitenlandse Zaken duidelijk een consensus moet kunnen creëren.
Europa is een lappendeken van talen, culturen, opvattingen en
aanhankelijkheden. Ik kijk dus met interesse uit naar het
memorandum.
04.03 Alexandra Colen (Vlaams
Belang):
J'attends
avec
impatience le mémorandum. Le
ministre européen des Affaires
étrangères devra effectivement
être en mesure de forger un
consensus, car l'Europe est un
patchwork de langues, de cultures
et d'opinions.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Alexandra Colen aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de ratificering
van het Verdrag van Lissabon en het verzet van de Finse autonome regio Aland" (nr. 15889)
05 Question de Mme Alexandra Colen au ministre des Affaires étrangères sur "la ratification du Traité
de Lisbonne et l'opposition de la région autonome finlandaise de Aland" (n° 15889)
27/10/2009
CRIV 52
COM 681
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
60
05.01 Alexandra Colen (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, u
had het daarnet ook over het Verdrag van Lissabon en het is
misschien wat voorbarig om nu al over de benoemingen te spreken.
Het verdrag moet eerst volledig worden geratificeerd en
geïmplementeerd vooraleer men kan beginnen met de concrete
organisatie van wat daarin vervat zit.
Het is misschien maar een detail, maar het is wel interessant. De
Finse autonome regio Aland, een Zweedstalig eiland in de Oostzee,
weigert het Verdrag van Lissabon te ratificeren indien Aland geen
concessies van de EU loskrijgt. Die regio is al een hele tijd bezig met
die concessies die te maken zouden hebben met een Europees
verbod op de verkoop van tabak, meer bepaald snuiftabak. In de
algemene maatregelen die zijn genomen rond roken en tabak, is
telkens gedefinieerd dat dit meer omvat dan alleen maar roken. Ook
snuiftabak valt immers onder de regeling. Aland is een land waar
snuiftabak een traditie en gewoonte is waarvan bovendien een deel
van de economie afhangt.
Sommige bronnen beweren nu dat de ratificatie door Aland vereist is
alvorens de ratificatie door Finland rechtsgeldig zou zijn. Mijn vraag is
of de Belgische regering weet heeft van deze problemen. Welke
juridische gevolgen zou een weigering van Aland om het Verdrag van
Lissabon te ratificeren kunnen hebben op de inwerkingtreding van dit
verdrag?
05.01 Alexandra Colen (Vlaams
Belang): La région autonome
finlandaise de Aland refuse de
ratifier le traité de Lisbonne si
l'Union européenne ne fait pas de
concessions concernant l'interdic-
tion de vente du tabac à priser. Le
tabac à priser fait partie des us et
coutumes de cette région et
constitue un élément clé de son
économie.
D'après
certaines
sources, une ratification du traité
par la Finlande sans la région de
Aland ne serait pas valable en
droit.
Quelles
conséquences
juridiques le refus de Aland aurait-
il sur l'entrée en vigueur du traité?
05.02 Minister Yves Leterme: Mevrouw Colen, ik zal mij uiteraard
niet moeien in de interne aangelegenheden van Finland. Ik heb in mijn
studentenperiode nog het grondwettelijk statuut van de Aland-
eilanden bestudeerd. De Aland-eilanden hebben het Verdrag van
Lissabon nog niet goedgekeurd. Ongeacht de ratificatie door de
Aland-eilanden is Finland gebonden door en aansprakelijk voor het
nakomen van de verplichtingen uit het Verdrag van Lissabon sinds het
dit verdrag op 11 juli 2008 in zijn parlement goedkeurde met meer dan
de vereiste tweederde meerderheid, namelijk 151 voor op een totaal
van 200 zetels.
Volgens het grondwettelijk statuut van de Aland-eilanden wordt de
goedkeuring gevraagd van deze eilanden om het Verdrag van
Lissabon in werking te laten treden voor de delen die onder de
Alandse bevoegdheid vallen en betrekking hebben op de Alandse
inwoners en het grondgebied. De parlementaire goedkeuring door de
Aland-eilanden was geen voorwaarde om de Finse ratificatie van het
Verdrag van Lissabon te verkrijgen. De noodzaak om de goedkeuring
van het regionale parlement te verkrijgen, betreft enkel de interne
implementatie van het Verdrag van Lissabon in Finland.
05.02 Yves Leterme, ministre:
Les Îles Aland n'ont pas encore
adopté le traité de Lisbonne mais
la Finlande est bien liée par celui-
ci. Le Parlement finlandais a, en
effet, adopté le traité le 11 juillet
2008 à une majorité de plus des
deux tiers.
En
vertu
de
leur
statut
constitutionnel, les Îles Aland
doivent adopter le traité pour que
celui-ci s'applique aux aspects qui
ressortissent à leurs compé-
tences. Cependant, l'adoption du
traité par le parlement des Îles
Aland ne conditionne pas sa
ratification par la Finlande.
05.03 Alexandra Colen (Vlaams Belang): Ik dank u voor uw
antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Alexandra Colen aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de ratificering
van het Verdrag van Lissabon en de juridische rechten van voormalige Duitse verdrevenen uit de
Tsjechische Republiek en Slovakije" (nr. 15890)
06 Question de Mme Alexandra Colen au ministre des Affaires étrangères sur "la ratification du Traité
CRIV 52
COM 681
27/10/2009
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
61
de Lisbonne et les droits juridiques des anciens ressortissants allemands chassés de la République
tchèque et de la Slovaquie" (n° 15890)
06.01 Alexandra Colen (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, deze vraag betreft uitspraken van de Slowaakse
eerste minister, de heer Robert Fico, die vorige zondag verklaarde dat
in het Verdrag van Lissabon bijkomende garantie moeten worden
gegeven om Slowakije te beschermen tegen juridische procedures
van voormalige verdreven Duitsers om hun voormalige bezittingen in
Slowakije terug te krijgen.
Slowakije doet dit in navolging van de Tsjechische president
Vaclav Klaus, die eveneens duidelijke garanties eiste alvorens hij het
Verdrag van Lissabon wou ratificeren.
Hoewel Slowakije het verdrag dus reeds ratificeerde liet Fico verstaan
dat indien de Tsjechische Republiek garanties krijgt, tegen Duitse
claims, Slowakije dezelfde garanties wil en dat als Slowakije de
garanties niet krijgt, het zijn veto zal gebruiken tegen het geven van
soortgelijke garanties aan de Tsjechische Republiek.
Er zou dus een kluwen ontstaan ingevolge de houding van
verschillende landen ten opzichte van elkaar.
Wat is de houding van de Belgische regering in deze zaak? Gaat ons
land ermee akkoord dat de rechten van voormalige Duitse
verdrevenen die mogelijk door de rechtbanken zullen worden
ingewilligd, worden opgegeven om de politieke doelstelling te bereiken
dat het Verdrag van Lissabon kan worden geratificeerd?
06.01 Alexandra Colen (Vlaams
Belang): Le premier ministre
slovaque Fico entend faire inscrire
dans le traité de Lisbonne des
garanties supplémentaires pour se
protéger contre des procédures
juridiques qui pourraient être
engagées
par
des
anciens
ressortissants
allemands
qui
avaient été chassés du territoire
slovaque
et
qui
souhaitent
récupérer
leurs
anciennes
possessions. Le président tchèque
Klaus avait déjà précédemment
exigé des garanties similaires
avant d'accepter la ratification du
traité. La Slovaquie a quant à elle
déjà ratifié le traité mais elle
menace d'utiliser son veto si des
garanties sont accordées à la
Tchéquie alors qu'elles lui seraient
refusées. Quelle est la position du
gouvernement
belge
en
la
matière?
06.02 Minister Yves Leterme: Mijnheer de voorzitter, ik kan kort zijn.
Wij hebben dit probleem vorige week nog besproken met de
Slowaakse eerste minister.
Voor België moet het Verdrag van Lissabon in werking treden voor het
einde van 2009, zoals gevraagd tijdens de Europese Raad van juni
2009.
Volgens ons kan de tegemoetkoming aan de Tsjechische eis, de eis
van de heer Vaclav Klaus, in ieder geval slechts overwogen worden,
ten eerste, indien het Verdrag van Lissabon geenszins wordt
gewijzigd. Ten tweede, als de voorgestelde oplossing voor alle
lidstaten aanvaardbaar is en, ten derde, als er garanties zijn dat in dat
geval president Klaus onverwijld het ratificatie-instrument ondertekent.
06.02 Yves Leterme, ministre:
Nous avons encore abordé la
question la semaine dernière avec
le premier ministre slovaque. La
Belgique souhaite que le traité de
Lisbonne entre en vigueur avant la
fin de l'année 2009, comme cela a
été demandé lors du Conseil
européen de juin 2009. Nous
estimons qu'il ne peut être
envisagé
de
rencontrer
les
exigences tchèques que si le traité
de Lisbonne n'est pas modifié, si
la
solution
proposée
est
acceptable pour tous les États
membres et si nous avons la
garantie que le président Klaus
signe alors sans délai l'instrument
de ratification.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Alexandra Colen aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de
gemeenschappelijke Europese diplomatieke dienst" (nr. 15891)
07 Question de Mme Alexandra Colen au ministre des Affaires étrangères sur "le service diplomatique
européen commun" (n° 15891)
27/10/2009
CRIV 52
COM 681
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
62
07.01 Alexandra Colen (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, dit is opnieuw een vraag over het Verdrag van
Lissabon en de instellingen die daardoor worden geïnstalleerd. Zodra
het verdrag in werking treedt, krijgt de EU een gemeenschappelijke
diplomatieke dienst. Welk statuut die dienst precies zal hebben, is
echter onduidelijk.
Het Verdrag van Lissabon bepaalt alleen dat de werking en de
structuur van de dienst na een voorstel van de ministers van
Buitenlandse Zaken van de 27 deelstaten zal worden geregeld. Dat
voorstel moet vervolgens de goedkeuring krijgen van de Commissie,
terwijl het Europees Parlement over het voorstel moet worden
geraadpleegd.
De te vormen diplomatieke dienst, de European External Action
Service, zal de 6 000 stafleden omvatten die thans reeds de externe
relaties van de Europese Commissie behartigen, alsmede de huidige
123 EU-delegaties in het buitenland, plus de huidige stafleden van de
Europese Raad, alsook de experts die door de nationale diplomatieke
diensten zullen worden aangewezen. Dat is dus een heel instituut.
De Poolse regering wil dat de EEAS een sui generis statuut krijgt als
uitvoerend agentschap van de 27 lidstaten. Polen wil niet dat het een
reguliere EU-instelling wordt, zoals het Europees Parlement of de
Commissie, met een eigen budget, maar wil dat de EU-lidstaten een
centrale rol spelen in de nieuwe instelling en er de uiteindelijke
beslissingsbevoegdheid hebben.
Aan de andere kant is er de opinie van de Commissie voor
Grondwettelijke Zaken van het Europees Parlement die de
diplomatieke dienst van de EU ziet als een onderdeel van de
Europese Commissie, gefinancierd door de EU-begroting en onder de
controle van het Europees Parlement. Het Verenigd Koninkrijk wenst
uitdrukkelijk niet dat de diplomatieke dienst een onderdeel van de
Commissie wordt. Dat is dus voer voor discussie.
Mijnheer de minister, wat is het standpunt van de Belgische regering
in dit debat? Welk voorstel zult u indienen of steunen? Welk deel van
de Belgische diplomatie zal worden overgeheveld naar de EEAS?
07.01 Alexandra Colen (Vlaams
Belang): Dès l'entrée en vigueur
du Traité de Lisbonne, l'UE sera
dotée d'un service diplomatique
commun, un Service européen
pour l'Action extérieure (SEAE). Le
statut de ce service n'est toutefois
pas encore précisé. Certains
souhaitent que ce SEAE dispose
d'un statut sui generis en tant
qu'agence exécutive des 27 États-
membres, d'autres considèrent le
SEAE comme une composante de
la Commission européenne.
Quelle
est
la
position
du
gouvernement belge dans ce
débat? Quelle sera la proposition
introduite ou soutenue par le
ministre
belge
des
Affaires
étrangères? Quelle partie de la
diplomatie belge sera transférée
vers le SEAE?
07.02 Minister Yves Leterme: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Colen, de EDO, zoals hij al heet in het typische jargon, moet de hoge
vertegenwoordiger bijstaan bij de uitoefening van al zijn
verantwoordelijkheden.
De
hoge
vertegenwoordiger
is
verantwoordelijk voor de externe betrekkingen in de Commissie, als
lid van het college.
Hij heeft ook andere bevoegdheden. Hij moet met zijn voorstellen
bijdragen tot de uitwerking van het gemeenschappelijk buitenlands en
veiligheidsbeleid en de uitvoering ervan verzekeren. Hij moet de EU
vertegenwoordigen in het kader van het gemeenschappelijk
buitenlands en veiligheidsbeleid. Hij moet de coherentie van het
gehele buitenlandse optreden van de EU verzekeren en ook de Raad
Buitenlandse Zaken voorzitten.
De verantwoordelijkheden van de hoge vertegenwoordiger overstijgen
zijn taken binnen de Commissie. De Europese Dienst voor Extern
Optreden mag om die reden dus niet alleen aan de Commissie
07.02 Yves Leterme, ministre: Le
SEAE est chargé d'assister le haut
représentant dans l'exercice de
l'ensemble de ses responsabilités.
Cela dépasse par conséquent ses
tâches au sein de la Commission.
C'est la raison pour laquelle le
SEAE ne peut être exclusivement
rattaché à la Commission, mais
doit disposer d'un statut sui
generis
. Les États membres sont
arrivés à un consensus sur ce
point.
La création du service se fera en
plusieurs étapes. Le personnel
sera fourni par la Commission
européenne, le secrétariat par le
CRIV 52
COM 681
27/10/2009
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
63
gebonden zijn, maar moet een sui generis statuut krijgen. Er is
daarover tussen de lidstaten een consensus bereikt.
Nu is het een kwestie de dienst op te richten. Dit zal in verschillende
fasen verlopen. Het personeel moet uit drie verschillende bronnen
komen, namelijk de Commissie, het Raadssecretariaat en de
diplomatieke diensten van de lidstaten. Wij weten al ongeveer dat we
enkele tientallen diplomaten zullen moeten leveren vanuit België.
Agenten uit de lidstaten zouden als tijdelijke agenten aan de externe
dienst worden toegevoegd en zouden tijdens deze tijdelijke affectatie
ten laste van het EU budget vallen. Het gaat dus om een soort
detachering, waarvan één van de elementen is dat de financiële last,
namelijk de loonkost, wordt gedragen door het budget van de
Europese Unie.
De EDO past in een meer dynamisch en coherent buitenlands beleid
van de Unie en kan onder andere de lidstaten bijstaan met analyses
en rapporteringen. Op termijn zou de dienst ook op consulair vlak de
diplomatieke vertegenwoordigingen van de lidstaten kunnen steunen
en aanvullen. Er zijn echter geen delen van de Belgische diplomatie
die als geheel worden overgeheveld naar de Europese dienst voor
extern optreden. Nationale diplomatieke diensten blijven immers
noodzakelijk om de specifieke belangen van het land en zijn burgers
te vertegenwoordigen.
Conseil
et
les
services
diplomatiques
par
les
États
membres. La Belgique devra
mettre à disposition quelques
dizaines de diplomates. Les
fonctionnaires des États membres
seraient temporairement joints au
service
externe
et
leur
rémunération serait à charge du
budget européen pour la durée de
leur détachement.
L'EDEO s'inscrit dans le cadre
d'une politique étrangère plus
dynamique et plus cohérente de
l'UE et peut notamment assister
les États membres dans le cadre
de la réalisation d'analyses et de
rapports. À terme, le service
pourrait également soutenir sur le
plan consulaire les représentations
diplomatiques des États membres.
Aucun
département
de
la
diplomatie belge n'est cependant
transféré dans son ensemble à
l'EDEO.
Les
services
diplo-
matiques nationaux demeurent
indispensables pour défendre les
intérêts spécifiques du pays et de
ses citoyens.
07.03 Alexandra Colen (Vlaams Belang): Bedankt voor dit
antwoord, mijnheer de minister.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Dirk Van der Maelen aan de minister van Buitenlandse Zaken over "het Europese
defensiepakket" (nr. 15913)
08 Question de M. Dirk Van der Maelen au ministre des Affaires étrangères sur "le paquet défense
européen" (n° 15913)
08.01 Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, sinds 2007 werkt de Europese Commissie aan een
regelgeving in het raam van het zogenaamde "defensiepakket". Dit
voorjaar werden twee richtlijnen afgerond: een richtlijn over de
overdracht van defensieproducten, in hoofdzaak een regionale
bevoegdheid, en een richtlijn over defensieopdrachten, waarvan ik
denk dat het in hoofdzaak een federale bevoegdheid is.
Ik heb twee vragen voor de minister.
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de omzetting van de
richtlijn die tot de federale bevoegdheid behoort, namelijk die richtlijn
over defensieopdrachten?
De tweede vraag heeft betrekking op de richtlijn met betrekking tot
handel in wapens of de overdracht van defensieproducten zoals dat in
08.01 Dirk Van der Maelen
(sp.a):
Depuis
2007,
la
Commission européenne travaille
à l'élaboration d'une réglemen-
tation dans le cadre du train de
mesures relatives à la défense.
Deux directives ont été terminées
au printemps dernier, l'une à
propos du transfert de produits liés
à la défense et l'autre sur les
marchés de la défense.
Où en est actuellement la
transposition
de
la
directive
relative aux marchés de la
défense,
qui
relève
des
27/10/2009
CRIV 52
COM 681
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
64
dat slecht Nederlands daar noemt. Daar stellen zich, mijns inziens,
problemen die ertoe kunnen leiden dat er moet worden teruggekomen
op hetgeen in de Belgische regelgeving staat, zowel langs Waalse als
langs Vlaamse kant met betrekking tot controle, de mogelijkheid van
sancties en transparantie zoals die is vertaald in de decreten.
Heeft er bij de onderhandeling van die richtlijnen overleg
plaatsgevonden met de Gewesten en heeft men in de richtlijn
geprobeerd om ruimte te creëren om de Belgische situatie voor wat
betreft die controle, de sancties en de transparantie, overeind te
houden? Indien niet, moet ik ten zeerste betreuren dat we tengevolge
van Europese richtlijnen zullen moeten inleveren voor wat betreft onze
Belgische en regionale wetgeving.
compétences fédérales?
La directive relative au transfert de
produits liés à la défense pourrait
contraindre les autorités, tant du
côté flamand que du côté wallon, à
revoir la législation belge en
matière de contrôle, de sanctions
et de transparence. Y a-t-il eu, lors
des négociations, une concertation
avec les Régions? A-t-on essayé
de
prévoir
une
marge
de
manoeuvre, compte tenu de la
situation de notre pays?
08.02 Minister Yves Leterme: Mijnheer de voorzitter, ik zal mijnheer
Van der Maelen slechts een gedeeltelijk antwoord geven op de vraag
en ik ga u ook zeggen waarom. Het is niet omdat ik pas terug ben uit
een ander deel van de wereld maar omdat ik voor het tweede deel
heb gevraagd een zeer goed juridisch onderbouwd antwoord te
geven. Als ik een antwoord geef, wil ik dat dit de regering bindt en dat
het ook het juiste antwoord is. Dat juridisch advies heb ik nog niet. De
medewerkers zeggen dat ze de vraag gisteren op hun bureel hebben
gekregen, het kan zijn dat ze vroeger is ingediend, maar wat betreft
de tweede vraag, vraag ik om enig begrip. Binnen enkele weken zal ik
een antwoord kunnen geven.
Wat het eerste betreft, is het zo dat beide richtlijnen, volgens
inschatting van de diensten, zich bevinden op het kruispunt van
Defensie, Economie en de Gewesten, dus eigenlijk een gemengde
omzetting betreffen. De omzetting is op dit ogenblik in het vroegste
stadium, zeker wanneer ik u al heb gezegd dat het juridisch nog moet
worden nagekeken.
Met de elementen vervat in het tweede deel van de vraag zit het als
volgt. Op 13 oktober zijn beide richtlijnen aan bod gekomen in de
Hoge Werkgroep Omzetting. Daar is nog geen beslissing genomen
wie als trajectbeheerder zal optreden. Er is nog wat tijd voor augustus
2011, maar gelet op het gemengd karakter denk ik toch dat wij de
zaak tussen nu en een paar maanden in procedure moeten kunnen
uitbrengen.
Ik vraag nogmaals enig begrip, ik zal op het tweede deel van de vraag
van collega Van der Maelen zo snel mogelijk een antwoord bezorgen.
08.02 Yves Leterme, ministre:
J'attends encore un avis juridique
avant de répondre à la deuxième
question.
Les deux directives concernent les
départements de la Défense et de
l'Économie ainsi que les Régions,
de
sorte
qu'il s'agit d'une
transposition mixte.
Le Groupe de travail supérieur
Transposition a examiné les deux
directives lors de sa réunion du
13 octobre dernier. Le gestionnaire
de parcours n'a pas encore été
désigné lors de cette réunion. Il
nous reste du temps jusqu'en août
2011 mais nous devrons tout de
même lancer la procédure bientôt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van mevrouw Alexandra Colen aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de
mensenrechten in Marokko" (nr. 15926)
09 Question de Mme Alexandra Colen au ministre des Affaires étrangères sur "les droits de l'homme
au Maroc" (n° 15926)
09.01 Alexandra Colen (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, mijn
vraag gaat over mensenrechten in Marokko. Artikel 222 van de
Marokkaanse strafwet bepaalt dat elke persoon waarvan algemeen is
geweten dat hij een moslim is, en die tijdens de ramadan in een
publieke plaats de vasten schendt zonder een door de islam
09.01 Alexandra Colen (Vlaams
Belang): Conformément au droit
pénal marocain, un musulman
enfreignant sans motif acceptable
le jeûne en période de ramadan
CRIV 52
COM 681
27/10/2009
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
65
toegestane uitzondering te kunnen inroepen, wordt gestraft met een
gevangenisstraf van 1 tot 6 maanden en een boete.
Om te protesteren tegen dat wetsartikel riep de Marokkaanse
journalist Zineb El Rhazoui, medestichter van de Mouvement alternatif
pour les libertés individuelles, via Facebook op tot een openbare
picknick op 13 september nabij de stad Mohammedia, niet ver van
Casablanca. Op 13 september arresteerde de Marokkaanse politie
zes mensen, waaronder Rhazoui zelf. De zes werden tijdens hun
ondervragingen vernederd door de politie, die toespelingen maakte op
hun vermeende homoseksualiteit. Zij zijn inmiddels vrijgelaten in
afwachting van een proces, waarop zij terecht moeten staan voor de
schending van artikel 222 van de Marokkaanse strafwet.
Volgt de Belgische ambassade in Marokko de zaak? Heeft ons land
zijn bezorgdheid over het respect voor fundamentele mensenrechten,
zoals het recht om voedsel te nuttigen zonder verplicht te worden om
op publieke plaatsen godsdienstige voorschriften op te volgen, reeds
kenbaar gemaakt aan de Marokkaanse autoriteiten?
dans un lieu public est passible
d'une peine d'emprisonnement de
un à six mois et d'une amende. En
guise
de
protestation,
un
journaliste marocain a lancé un
appel à participer à un pique-nique
public sur Facebook. Il a été arrêté
par la police en même temps que
cinq autres personnes et tous ont
été victimes d'humiliations durant
leur interrogatoire. Ils ont été
libérés dans l'attente d'un procès.
L'ambassade de Belgique au
Maroc suit-elle cette affaire? Notre
pays a-t-il déjà exprimé ses
inquiétudes et insisté auprès des
autorités marocaines sur le droit à
s'alimenter?
09.02 Minister Yves Leterme: Mevrouw de volksvertegenwoordiger,
de Marokkaanse en internationale pers hebben inderdaad bericht
over de arrestatie van de zes leden van de Mouvement alternatif pour
les libertés individuelles. Wij hebben meer informatie gevraagd aan de
post in Rabat. Daar wordt ons verzekerd dat men de situatie van zeer
nabij volgt.
België en de Europese Unie hechten veel belang aan de eerbiediging
van de rechten van de mens in Marokko. Dat zijn niet zomaar
woorden, want het komt onder meer tot uiting in de
mensenrechtendialoog die de Europese Unie jaarlijks met Marokko
heeft. De vorige gespreksronde vond plaats in Brussel op 24 juli 2009.
Marokko heeft in februari 2008 een UPR of universeel periodiek
onderzoek ondergaan, verricht door de Mensenrechtenraad.
Voor uw concrete vragen heb ik informatie gevraagd aan onze post in
Rabat.
09.02 Yves Leterme, ministre:
Nous avons demandé un complé-
ment d'information à l'ambassade
de Rabat, où il nous a été assuré
que la situation était suivie
attentivement. Notre pays ainsi
que l'UE attachent énormément
d'importance au respect des droits
de l'homme au Maroc. Chaque
année, l'UE organise un dialogue
sur les droits de l'homme avec ce
pays. En 2008, c'est le Maroc qui
a été soumis à un examen
périodique universel du Conseil
des droits de l'homme.
09.03 Alexandra Colen (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik
dank u voor uw antwoord. Ik zal het dossier verder opvolgen. Ik
veronderstel dat u nu verdere informatie hebt opgevraagd en dat u
voor de rest nog geen actie hebt ondernomen ten opzichte van
Marokko om uw standpunt of bezorgdheid te uiten.
België en de EU zeggen dat het geen loze woorden zijn, maar dat zij
wel degelijk willen toezien op de concrete navolging van de
mensenrechten, specifiek in Marokko. Ik weet dat de FOD
Buitenlandse Zaken er in deze legislatuur de nadruk op legt overal
goed te willen opvolgen of de mensenrechten niet geschonden
worden in de landen waarmee wij te maken hebben.
Ik zal later opnieuw vragen stellen om mij ervan te vergewissen dat
het niet bij woorden blijft. Die landen komen alsmaar vaker in het
nieuws wegens de schending van mensenrechten, in dit geval in
verband met de ramadan, maar ook dikwijls in verband met de positie
van de vrouw. Het is een verontrustende ontwikkeling, vooral omdat
dezelfde mentaliteit tegenwoordig ook dikwijls voorkomt bij groepen
inwoners van Europese steden die banden hebben met die landen of
09.03 Alexandra Colen (Vlaams
Belang): Le ministre a déjà
exprimé à plusieurs reprises son
intention de suivre attentivement
l'évolution de la situation des droits
de l'homme. J'attendrai donc de
voir comment évolue ce dossier
pour voir s'il ne se satisfait pas de
simples déclarations.
Les violations des droits de
l'homme en rapport avec le
ramadan et la position de la
femme semblent de plus en plus
fréquentes au Maroc et dans
d'autres pays. Cette situation est
inquiétante, d'autant plus que les
immigrés originaires de ces pays
transposent souvent cette menta-
lité dans les villes européennes.
27/10/2009
CRIV 52
COM 681
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
66
er oorspronkelijk vandaan komen. Zij hebben vaak de neiging
dezelfde gewoonten en tradities over te nemen.
Gelet op die context is het signaal niet alleen bedoeld voor
buitenlands gebruik. Onze houding moet ook aantonen dat we
tegenwoordig alert zijn inzake het respect voor de mensenrechten in
eigen land.
Ik dank u voor uw antwoord.
Nous devons donc non seulement
donner un signal aux pays où les
droits de l'homme sont bafoués
mais aussi rester attentifs à la
situation dans notre propre pays.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van mevrouw Katrien Partyka aan de minister van Buitenlandse Zaken over "het bezoekrecht
door familieleden van de 'Cuban five' in de Verenigde Staten" (nr. 15974)
10 Question de Mme Katrien Partyka au ministre des Affaires étrangères sur "le droit de visite pour les
membres de la famille des 'Cuban five' aux Etats-Unis" (n° 15974)
10.01 Katrien Partyka (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, u kent ongetwijfeld de problematiek van de vijf Cubaanse
onderdanen die zijn veroordeeld voor intentie tot spionage. Zij werden
over de hele lijn schuldig verklaard. Zonder op de feiten in te gaan,
stel ik vast dat mensenrechtenorganisaties die rechtszaak
bestempelen als oneerlijk en de straffen als disproportioneel. Ook de
werkgroep Willekeurige Detenties zegt dat het een hechtenis van
willekeurige aard betreft.
Het Hooggerechtshof heeft op 15 juni 2009 definitief bevestigd dat er
geen herziening van het proces moet komen. Voor drie van hen zijn er
echter nog zaken hangende. Eén heeft strafvermindering gekregen,
mede onder internationale druk, zoals blijkt uit de rechtzaak.
Welke houding zult u aannemen tegenover deze zaak?
Kunt u initiatieven nemen?
Kunt u de weigering van bezoekrecht door familieleden opnieuw ter
sprake brengen bij de Verenigde Staten?
10.01 Katrien Partyka (CD&V):
Cinq ressortissants cubains ont
été condamnés aux États-Unis
pour tentative d'espionnage. Ils ont
été déclarés coupables sur toute
la ligne. Différentes organisations
de défense des droits de l'homme
et le groupe de travail sur les
détentions arbitraires considèrent
que ce procès est inéquitable et
les peines disproportionnées. Le
15 juin 2009, la Cour suprême a
toutefois définitivement confirmé
que le procès ne serait pas revu.
Quelle est la position de la
Belgique? Notre pays peut-il
évoquer le refus du droit de visite
par les membres de la famille
avec les États-Unis?
10.02 Minister Yves Leterme: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Partyka, u houdt zich intens met deze zaak bezig en u weet dat met
het arrest van het Amerikaans Hooggerechtshof alle rechtsmiddelen
zijn uitgeput voor de zogenaamde Cuban Five. Niettemin zullen drie
van de vijf betrokkenen nog opnieuw verschijnen, of zijn zij al
verschenen voor een plaatselijke rechtbank, een zogenaamde District
Court, in verband met de eventuele herziening van de duur van hun
gevangenisstraf.
De zaak van de Cuban Five is reeds bij eerdere contacten met de VS-
administratie ter sprake gebracht. Ik verwijs daarvoor naar het
antwoord op een vroegere schriftelijke vraag aan collega De Gucht. Ik
weet niet of zij van u kwam. Ook bij volgende gelegenheden zullen wij
de problemen van de vijf Cubanen aankaarten. Vorige donderdag heb
ik een gesprek gehad met de ambassadeur van de Verenigde Staten.
Ik heb hem gevraagd naar de laatste stand van zaken. De
ambassadeur van de Verenigde Staten was niet op de hoogte van de
laatste ontwikkelingen in het dossier. Hij heeft mij beloofd informatie
te bezorgen. Zodra ik over die informatie beschik, zal ik ze u
10.02 Yves Leterme, ministre:
Après l'arrêt de la Cour suprême
des États-Unis, tous les recours
des Cuban Five sont épuisés.
Trois
des
cinq
intéressés
comparaîtront néanmoins devant
une District Court pour la révision
éventuelle de la durée de leur
peine d'emprisonnement.
Nous avons déjà évoqué cette
affaire à plusieurs reprises avec
l'administration américaine, comme
M. De Gucht l'a précisé précédem-
ment en réponse à une question
écrite. Nous continuerons à le
faire. Jeudi passé, j'ai demandé à
l'ambassadeur des États-Unis où
en était le dossier mais il n'était
CRIV 52
COM 681
27/10/2009
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
67
bezorgen.
Ik moet u wel meedelen dat, voor zover de informatie waarover ik
beschik klopt, van Amerikaanse zijde blijkbaar de mogelijkheid wordt
onderzocht om uit humanitaire overwegingen een visum te verlenen
aan mevrouw Olga Salanueva, een van de vijf echtgenotes van de vijf
gevangenen, om haar toe te laten haar man te bezoeken. Een
beslissing ter zake zou echter nog niet zijn genomen. Voor een
andere echtgenote, mevrouw Adriana Perez, wordt ons gezegd dat
het vrijwel is uitgesloten dat haar ooit een visum zou worden verstrekt
en dit omwille van veiligheidsredenen.
Het lijkt mij ook belangrijk en nuttig te preciseren dat sinds het begin
van de zaak honderden visa zijn verstrekt aan andere familieleden
van de vijf gevangenen, met inbegrip van personen verwant aan de
twee gedetineerden waarvan de echtgenotes hierboven zijn vermeld.
Ik denk dat ik daarmee op uw vragen heb geantwoord. Op uw
aangeven heb ik recent ook mevrouw Demuynck gesproken. Zij volgt
in België deze zaak op.
pas au courant des derniers
développements. Dès qu'il me
fournira davantage d'informations,
je vous les transmettrai.
Pour des raisons humanitaires, les
États-Unis examineraient appa-
remment la possibilité d'octroyer
un visa à Mme Olga Salanueva,
l'épouse de l'un des détenus, pour
qu'elle puisse rendre visite à son
mari. Mme Adriana Perez, une
autre épouse, n'obtiendrait pas ce
visa pour des raisons de sécurité.
Depuis le début de cette affaire,
des centaines de visas ont déjà
été octroyés à des membres de la
famille des cinq détenus.
J'ai évoqué l'affaire récemment
avec Mme Katrien Demuynck, qui
suit le dossier en Belgique.
10.03 Katrien Partyka (CD&V): Ik dank u.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 18.58 uur.
La réunion publique de commission est levée à 18.58 heures.