D:\wwwroot\Documents\CCRI\html\52\ic680

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

cdH

centre démocrate Humaniste

CD&V

Christen-Democratisch en Vlaams

Ecolo-Groen!

Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales Groen!

Front National

LDD

Lijst Dedecker

Mouvement réformateur

N-VA

Nieuw-Vlaamse Alliantie

Open Vld

Open Vlaamse Liberalen en Democraten

Parti Socialiste

sp.a

socialistische partij anders

Vlaams Belang

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

Abréviations dans la numérotation des publications :

DOC 52 0000/000 Parlementair stuk van de 52e zittingsperiode + basisnummer en

volgnummer

DOC 52 0000/000

Document parlementaire de la 52e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif

QRVA

Schriftelijke Vragen en Antwoorden

QRVA

Questions et Réponses écrites

CRIV

voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)

CRIV

version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte)

CRABV

Beknopt Verslag (blauwe kaft)

CRABV

Compte Rendu Analytique (couverture bleue)

CRIV

Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)

CRIV

Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)

PLEN

plenum

PLEN

séance plénière

COM

commissievergadering

COM

réunion de commission

MOT

alle moties tot besluit van interpellaties (op beigekleurig papier)

MOT

motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige)

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :

publicaties@deKamer.be

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :

publications@laChambre.be

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

INHOUD

SOMMAIRE

Samengevoegde vragen van de heer Josy Arens
aan de vice-eerste minister en minister van Werk
en Gelijke Kansen over "de controles inzake
veiligheid en gezondheid op het werk" (nrs. 14135
en 14188)

Questions jointes de M. Josy Arens à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi et de
l'Égalité des chances sur "les contrôles en
matière de sécurité et de santé au travail"
(nos 14135 et 14188)

Sprekers: Josy Arens, Joëlle Milquet, vice-
eerste minister en minister van Werk en
Gelijke Kansen

Orateurs: Josy Arens, Joëlle Milquet, vice-
première ministre et ministre de l'Emploi et de
l'Égalité des chances

Vraag van mevrouw Françoise Colinia aan de
vice-eerste minister en minister van Werk en
Gelijke Kansen over "de toestand van de
beschutte werkplaatsen" (nr. 14373)

Question de Mme Françoise Colinia à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi et de
l'Égalité des chances sur "la situation des
entreprises de travail adapté" (n° 14373)

Sprekers: Françoise Colinia, Joëlle Milquet,
vice-eerste minister en minister van Werk en
Gelijke Kansen

Orateurs: Françoise Colinia, Joëlle Milquet,
vice-première ministre et ministre de l'Emploi
et de l'Égalité des chances

Samengevoegde vragen van

Questions jointes de

- de heer Stefaan Vercamer aan de vice-eerste
minister en minister van Werk en Gelijke Kansen
over "de mogelijke niet-naleving van de regels
inzake collectief ontslag door DHL Express"
(nr. 14452)

- mevrouw Camille Dieu aan de vice-eerste
minister en minister van Werk en Gelijke Kansen
over "het niet naleven door DHL van de procedure
bepaald bij de wet-Renault" (nr. 15340)

- Mme Camille Dieu à la vice-première ministre et
ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances
sur "le non-respect par DHL de la procédure
prévue par la loi Renault" (n° 15340)

Sprekers: Camille Dieu, Joëlle Milquet, vice-
eerste minister en minister van Werk en
Gelijke Kansen

Orateurs: Camille Dieu, Joëlle Milquet, vice-
première ministre et ministre de l'Emploi et de
l'Égalité des chances

Samengevoegde vragen van

Questions jointes de

- de heer Xavier Baeselen aan de vice-eerste
minister en minister van Werk en Gelijke Kansen
over "het Centrum voor gelijkheid van kansen en
racismebestrijding" (nr. 14485)

- M. Xavier Baeselen à la vice-première ministre
et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances
sur "le Centre pour l'égalité des chances et la lutte
contre le racisme" (n° 14485)

- de heer Francis Van den Eynde aan de vice-
eerste minister en minister van Werk en Gelijke
Kansen over "de topbenoemingen bij het Centrum
voor gelijke kansen en racismebestrijding"
(nr. 14571)

- M. Francis Van den Eynde à la vice-première
ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des
chances sur "les nominations aux plus hautes
fonctions du Centre pour l'égalité des chances et
la lutte contre le racisme" (n° 14571)

- de heer Robert Van de Velde aan de vice-eerste
minister en minister van Werk en Gelijke Kansen
over "de benoemingen bij het CGKR" (nr. 14617)

- M. Robert Van de Velde à la vice-première
ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des
chances sur "les nominations au CECLR"
(n° 14617)

- de heer Francis Van den Eynde aan de vice-
eerste minister en minister van Werk en Gelijke
Kansen over "het niet toepassen van de
taalwetten door het Centrum voor gelijkheid van
kansen en racismebestrijding" (nr. 15281)

- M. Francis Van den Eynde à la vice-première
ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des
chances sur "la non-application des lois
linguistiques par le Centre pour l'égalité des
chances et la lutte contre le racisme" (n° 15281)

- mevrouw Meyrem Almaci aan de vice-eerste
minister en minister van Werk en Gelijke Kansen
over "het invullen van 3 functies van coördinator
bij het CGKR" (nr. 15690)

- Mme Meyrem Almaci à la vice-première ministre
et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances
sur "les 3 fonctions de coordinateur à pourvoir au
CECLR" (n° 15690)

Sprekers: Francis Van den Eynde, Joëlle
Milquet, vice-eerste minister en minister van
Werk en Gelijke Kansen

Orateurs: Francis Van den Eynde, Joëlle
Milquet, vice-première ministre et ministre de
l'Emploi et de l'Égalité des chances

Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de
vice-eerste minister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid over "borstvoeding"

Question de Mme Jacqueline Galant à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "l'allaitement

27/10/2009

CRIV 52

COM 680

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

(nr. 14532)

maternel" (n° 14532)

Sprekers: Jacqueline Galant, Joëlle Milquet,
vice-eerste minister en minister van Werk en
Gelijke Kansen

Orateurs: Jacqueline Galant, Joëlle Milquet,
vice-première ministre et ministre de l'Emploi
et de l'Égalité des chances

Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-
eerste minister en minister van Werk en Gelijke
Kansen over "het recht op werkloosheid voor
deeltijdse werknemers" (nr. 14622)

Question de Mme Zoé Genot à la vice-première
ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des
chances sur "le droit au chômage des travailleurs
à temps partiel" (n° 14622)

Sprekers: Zoé Genot, Joëlle Milquet, vice-
eerste minister en minister van Werk en
Gelijke Kansen

Orateurs: Zoé Genot, Joëlle Milquet, vice-
première ministre et ministre de l'Emploi et de
l'Égalité des chances

Samengevoegde vragen van

Questions jointes de

- mevrouw Martine De Maght aan de vice-eerste
minister en minister van Werk en Gelijke Kansen
over "de studentenarbeid" (nr. 14695)

- Mme Martine De Maght à la vice-première
ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des
chances sur "le travail étudiant" (n° 14695)

- de heer Xavier Baeselen aan de vice-eerste
minister en minister van Werk en Gelijke Kansen
over "studentenarbeid" (nr. 14728)

- M. Xavier Baeselen à la vice-première ministre
et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances
sur "le travail étudiant" (n° 14728)

- de heer Guy D'haeseleer aan de vice-eerste
minister en minister van Werk en Gelijke Kansen
over "de hervorming van de studentenarbeid"
(nr. 15677)

- M. Guy D'haeseleer à la vice-première ministre
et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances
sur "la réforme du travail des étudiants"
(n° 15677)

Sprekers:

Martine

Maght,

Guy

D'haeseleer, Joëlle Milquet, vice-eerste
minister en minister van Werk en Gelijke
Kansen

Orateurs:

Martine

Maght,

Guy

D'haeseleer, Joëlle Milquet, vice-première
ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité
des chances

Vraag van mevrouw Camille Dieu aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de opheffing van
de beperkingen op het vrije verkeer van
werknemers" (nr. 14696)

Question de Mme Camille Dieu à la ministre de
l'Intérieur sur "la libre circulation des travailleurs et
la fin des restrictions d'ouverture des frontières
belges" (n° 14696)

Sprekers: Camille Dieu, Joëlle Milquet, vice-
eerste minister en minister van Werk en
Gelijke Kansen

Orateurs: Camille Dieu, Joëlle Milquet, vice-
première ministre et ministre de l'Emploi et de
l'Égalité des chances

Samengevoegde vragen van

Questions jointes de

- de heer Hans Bonte aan de vice-eerste minister
en minister van Werk en Gelijke Kansen over "de
one-shotbesparingsoperatie bij PWA-besturen"
(nr. 15904)

- M. Hans Bonte à la vice-première ministre et
ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances
sur "les mesures d'économie à caractère unique
auprès des administrations ALE" (n° 15904)

- mevrouw Sarah Smeyers aan de vice-eerste
minister en minister van Werk en Gelijke Kansen
over "de geplande besparingsmaatregelen op
PWA's" (nr. 15921)

- Mme Sarah Smeyers à la vice-première ministre
et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances
sur "les mesures d'économie prévues pour les
ALE" (n° 15921)

Sprekers: Hans Bonte, Sarah Smeyers,
Joëlle Milquet, vice-eerste minister en
minister van Werk en Gelijke Kansen,
Georges Gilkinet, Guy D'haeseleer, Camille
Dieu

Orateurs: Hans Bonte, Sarah Smeyers,
Joëlle Milquet, vice-première ministre et
ministre de l'Emploi et de l'Égalité des
chances,

Georges

Gilkinet,

Guy

D'haeseleer, Camille Dieu

Samengevoegde vragen van

Questions jointes de

- de heer Stefaan Vercamer aan de vice-eerste
minister en minister van Werk en Gelijke Kansen
over "de toegang tot het gewoon tijdskrediet"
(nr. 15285)

- M. Stefaan Vercamer à la vice-première ministre
et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances
sur "l'accès au crédit-temps ordinaire" (n° 15285)

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

iii

- de heer Wouter De Vriendt aan de vice-eerste
minister en minister van Werk en Gelijke Kansen
over "de toekomstplannen in verband met
tijdskrediet" (nr. 15761)

- M. Wouter De Vriendt à la vice-première ministre
et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances
sur "les plans d'avenir relatifs au crédit-temps"
(n° 15761)

- de heer Georges Gilkinet aan de vice-eerste
minister en minister van Werk en Gelijke Kansen
over "het ter discussie stellen van het beleid
inzake tijdskrediet" (nr. 15773)

- M. Georges Gilkinet à la vice-première ministre
et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances
sur "la remise en cause de la politique de crédit-
temps" (n° 15773)

Sprekers: Hans Bonte, Georges Gilkinet,
Joëlle Milquet, vice-eerste minister en
minister van Werk en Gelijke Kansen

Orateurs: Hans Bonte, Georges Gilkinet,
Joëlle Milquet, vice-première ministre et
ministre de l'Emploi et de l'Égalité des
chances

Samengevoegde vragen van

Questions jointes de

après

les

élections

régionales"

(n° 14878)

- de heer Georges Gilkinet aan de vice-eerste
minister en minister van Werk en Gelijke Kansen
over "de bestrijding van de sociale fraude in de
bouwsector" (nr. 15451)

- M. Georges Gilkinet à la vice-première ministre
et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances
sur "la lutte contre la fraude sociale dans le
secteur de la construction" (n° 15451)

Sprekers: Hans Bonte, Georges Gilkinet,
Joëlle Milquet, vice-eerste minister en
minister van Werk en Gelijke Kansen

Orateurs: Hans Bonte, Georges Gilkinet,
Joëlle Milquet, vice-première ministre et
ministre de l'Emploi et de l'Égalité des
chances

Samengevoegde vragen van

Questions jointes de

- de heer Hans Bonte aan de vice-eerste minister
en minister van Werk en Gelijke Kansen over "de
verlenging van de tijdelijke crisismaatregelen van
juni 2009" (nr. 14880)

- M. Hans Bonte à la vice-première ministre et
ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances
sur "la prorogation des mesures temporaires de
crise prises en juin 2009" (n° 14880)

- mevrouw Camille Dieu aan de vice-eerste
minister en minister van Werk en Gelijke Kansen
over "de economische werkloosheid voor
bedienden" (nrs. 15276 en 15339)

- Mme Camille Dieu à la vice-première ministre et
ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances
sur "le chômage économique des employés"
(nos 15276 et 15339)

- mevrouw Camille Dieu aan de vice-eerste
minister en minister van Werk en Gelijke Kansen
over "de verlenging van de tijdelijke werkloosheid
voor bedienden" (nr. 15581)

- Mme Camille Dieu à la vice-première ministre et
ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances
sur "la reconduction du chômage temporaire des
employés" (n° 15581)

- de heer Guy D'haeseleer aan de vice-eerste
minister en minister van Werk en Gelijke Kansen
over "de stand van zaken in verband met het
eenheidsstatuut" (nr. 15678)

- M. Guy D'haeseleer à la vice-première ministre
et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances
sur "l'état de la situation dans le dossier du statut
unique" (n° 15678)

- mevrouw Meryame Kitir aan de vice-eerste
minister en minister van Werk en Gelijke Kansen
over

"de

impact

van

tijdelijke

crisismaatregelen" (nr. 15900)

- Mme Meryame Kitir à la vice-première ministre
et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances
sur "l'impact des mesures temporaires de crise"
(n° 15900)

Sprekers: Camille Dieu, Guy D'haeseleer,
Meryame Kitir, Joëlle Milquet, vice-eerste
minister en minister van Werk en Gelijke
Kansen

Orateurs: Camille Dieu, Guy D'haeseleer,
Meryame Kitir, Joëlle Milquet, vice-première
ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité
des chances

Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-
eerste minister en minister van Werk en Gelijke
Kansen over "VW Vorst en het Europees Fonds
voor aanpassing aan de globalisering" (nr. 15030)

Question de Mme Zoé Genot à la vice-première
ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des
chances sur "VW Forest et le Fonds européen
d'ajustement à la mondialisation" (n° 15030)

- de heer Stefaan Vercamer aan de vice-eerste
minister en minister van Werk en Gelijke Kansen
over "de uitbreiding van het statuut voor
onthaalouders" (nr. 15313)

- M. Stefaan Vercamer à la vice-première ministre
et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances
sur "l'extension du statut des accueillants
d'enfants" (n° 15313)

- de heer Georges Gilkinet aan de vice-eerste
minister en minister van Werk en Gelijke Kansen
over "de stand van zaken met betrekking tot het
statuut van de onthaalouders" (nr. 15757)

- M. Georges Gilkinet à la vice-première ministre
et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances
sur "l'état d'avancement du dossier relatif au
statut des accueillantes d'enfant" (n° 15757)

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Sprekers: Georges Gilkinet, Joëlle Milquet,
vice-eerste minister en minister van Werk en
Gelijke Kansen

Orateurs: Georges Gilkinet, Joëlle Milquet,
vice-première ministre et ministre de l'Emploi
et de l'Égalité des chances

Vraag van mevrouw Carine Lecomte aan de vice-
eerste minister en minister van Werk en Gelijke
Kansen over "de impact van uitzendarbeid op de
werkloosheidsuitkeringen" (nr. 15418)

Question de Mme Carine Lecomte à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi et de
l'Égalité des chances sur "l'impact du travail
intérimaire sur les allocations de chômage"
(n° 15418)

Sprekers: Carine Lecomte, Joëlle Milquet,
vice-eerste minister en minister van Werk en
Gelijke Kansen

Orateurs: Carine Lecomte, Joëlle Milquet,
vice-première ministre et ministre de l'Emploi
et de l'Égalité des chances

Samengevoegde vragen van

Questions jointes de

- mevrouw Sofie Staelraeve aan de vice-eerste
minister en minister van Werk en Gelijke Kansen
over "de mogelijkheden van uitzendarbeid als
springplank naar vast werk" (nr. 15442)

- mevrouw Meryame Kitir aan de vice-eerste
minister en minister van Werk en Gelijke Kansen
over "het afspringen van de besprekingen tussen
de sociale partners over de uitzendarbeid"
(nr. 15790)

- Mme Meryame Kitir à la vice-première ministre
et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances
sur "la suspension des discussions entre
partenaires sociaux sur le travail intérimaire"
(n° 15790)

- mevrouw Valérie De Bue aan de vice-eerste
minister en minister van Werk en Gelijke Kansen
over "de hervorming van de uitzendarbeid"
(nr. 15985)

- Mme Valérie De Bue à la vice-première ministre
et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances
sur "la réforme du travail intérimaire" (n° 15985)

Sprekers: Meryame Kitir, Joëlle Milquet,
vice-eerste minister en minister van Werk en
Gelijke Kansen, Georges Gilkinet

Orateurs: Meryame Kitir, Joëlle Milquet,
vice-première ministre et ministre de l'Emploi
et de l'Égalité des chances, Georges Gilkinet

Interpellatie van de heer Georges Gilkinet tot de
vice-eerste minister en minister van Werk en
Gelijke Kansen over "het aantal banen in de
postsector en de kwaliteit daarvan" (nr. 368)

Interpellation de M. Georges Gilkinet à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi et de
l'Égalité des chances sur "la qualité et le volume
de l'emploi dans le secteur postal" (n° 368)

Sprekers: Georges Gilkinet, Joëlle Milquet,
vice-eerste minister en minister van Werk en
Gelijke Kansen

Orateurs: Georges Gilkinet, Joëlle Milquet,
vice-première ministre et ministre de l'Emploi
et de l'Égalité des chances

Moties

Motions

Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-
eerste minister en minister van Werk en Gelijke
Kansen over "het verlof van uitkeringsgerechtigde
werklozen" (nr. 15793)

Question de Mme Zoé Genot à la vice-première
ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des
chances sur "les congés des demandeurs
d'emploi indemnisés" (n° 15793)

Sprekers: Zoé Genot, Joëlle Milquet, vice-
eerste minister en minister van Werk en
Gelijke Kansen

Orateurs: Zoé Genot, Joëlle Milquet, vice-
première ministre et ministre de l'Emploi et de
l'Égalité des chances

Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-
eerste minister en minister van Werk en Gelijke
Kansen over "de arbeidsovereenkomsten van de
regularisatieaanvragers" (nr. 15899)

Question de Mme Zoé Genot à la vice-première
ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des
chances sur "le contrat de travail des demandeurs
de régularisation" (n° 15899)

Sprekers: Zoé Genot, Joëlle Milquet, vice-
eerste minister en minister van Werk en
Gelijke Kansen

Orateurs: Zoé Genot, Joëlle Milquet, vice-
première ministre et ministre de l'Emploi et de
l'Égalité des chances

Vraag van mevrouw Valérie Déom aan de vice-
eerste minister en minister van Werk en Gelijke
Kansen

over

"de

eerste

Wereldvrouwenconferentie" (nr. 15901)

Question de Mme Valérie Déom à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi et de
l'Égalité des chances sur "la première Conférence
mondiale des femmes" (n° 15901)

Sprekers: Valérie Déom, Joëlle Milquet, vice-
eerste minister en minister van Werk en
Gelijke Kansen

Orateurs: Valérie Déom, Joëlle Milquet, vice-
première ministre et ministre de l'Emploi et de
l'Égalité des chances

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

COMMISSIE VOOR DE SOCIALE

ZAKEN

COMMISSION DES AFFAIRES

SOCIALES

van

DINSDAG

OKTOBER

2009

Namiddag

______

MARDI

OCTOBRE

2009

Après-midi

______

De vergadering wordt geopend om 14.28 uur en voorgezeten door de heer Hans Bonte.
La séance est ouverte à 14.28 heures et présidée par M. Hans Bonte.

01 Questions jointes de M. Josy Arens à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité

des chances sur "les contrôles en matière de sécurité et de santé au travail" (n

14135 et 14188)

01 Samengevoegde vragen van de heer Josy Arens aan de vice-eerste minister en minister van Werk

en Gelijke Kansen over "de controles inzake veiligheid en gezondheid op het werk" (nrs. 14135 en
14188)

01.01 Josy Arens (cdH): Monsieur le président, madame la ministre,

le rôle des inspections compétentes pour la santé et la sécurité au
travail est fondamental. En effet, même si les statistiques démontrent
une diminution du nombre des accidents au travail, il a toutefois été
constaté que le nombre d'accidents légers non déclarés dépassait
très nettement le nombre d'accidents total officiellement enregistré. Il
ne faut donc pas croire que le nombre réel d'accidents est moindre.

La Belgique n'impose pas la création d'un comité pour la prévention et
la protection des travailleurs pour les entreprises de moins de 50
travailleurs. Pourtant, il est démontré que les accidents graves sont
plus fréquents dans ce type d'entreprises que dans les entreprises
plus importantes.

Par rapport à ces différentes constatations, nous remarquons un
manque d'effectifs au sein de la direction générale Contrôle du bien-
être au travail. Cette section doit veiller à ce que tous les employeurs
de notre pays respectent la législation en matière de sécurité. Il reste
pourtant des places à pourvoir au sein du cadre existant. De plus,
celui-ci ne suffit pas à garantir une inspection efficiente.

Malgré différentes annonces faites, les effectifs de l'inspection n'ont
pas été augmentés. Ils se réduisent même de plus en plus puisqu'en
janvier de cette année, l'inspection comptait 154 inspecteurs
positionnant ainsi la Belgique en bas du classement européen en
matière d'inspection.

Alors que les experts de l'Organisation internationale du Travail (OIT)
recommandent aux pays industrialisés de prévoir au moins 1
inspecteur de sécurité et de santé publique pour 10 000 travailleurs, la
Belgique n'en compte qu'un pour 22 0000 travailleurs.

Les conventions internationales de l'OIT que la Belgique a signées
recommandent également d'effectuer au moins une visite par an dans
chaque entreprise. Pour atteindre cet objectif, il faudrait au moins
doubler les effectifs de l'inspection.

01.01 Josy Arens (cdH): De rol

van de inspectiediensten die
bevoegd zijn voor de gezondheid
en de veiligheid op het werk is
fundamenteel. In ons land hoeven
bedrijven met minder dan vijftig
werknemers geen Comité voor
preventie en bescherming op het
werk oprichten, hoewel zich daar
meer

ernstige

ongevallen

voordoen dan in grotere bedrijven.

De AD Toezicht op het Welzijn op
het Werk moet erop toezien dat de
werkgevers de regelgeving in acht
nemen. Bij die directie is er een
aantal betrekkingen vacant, zodat
ze haar inspectieopdracht niet
langer naar behoren kan vervullen.
Ondanks de beloften kwam er
nooit een personeelsuitbreiding.
Het aantal personeelsleden is zelfs
gedaald, want in januari waren er
slechts 154 inspecteurs, waarmee
ons land in Europa aan het staartje
bengelt.

Volgens de aanbevelingen van de
deskundigen van de Internationale
Arbeidsorganisatie (IAO) aan de
geïndustrialiseerde landen zou er
minstens een veiligheids- en
gezondheidsinspecteur

moeten

zijn per 10 000 werknemers. In
ons land is dat er slechts een per
22 000 werknemers. De IAO-

27/10/2009

CRIV 52

COM 680

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Madame la ministre, quelles sont les raisons pour lesquelles notre
pays ne compte qu'un inspecteur pour 22 000 travailleurs au lieu d'un
inspecteur pour 10 000 travailleurs comme le préconise l'OIT?
Envisagez-vous d'augmenter le nombre de l'effectif de l'inspection
pour la sécurité et la santé au travail? Si oui, dans quels délais? Si
non, pourquoi?

verdragen die ons land onlangs
ondertekende, voorzien eveneens
in een jaarlijkse inspectie voor alle
bedrijven. Om die doelstelling te
halen, zou het aantal inspecteurs
moeten verdubbelen.

Waarom is er in ons land slechts
een

inspecteur

per

22 000

werknemers en niet per 10 000?
Bent

van

plan

personeelsformatie

van

inspectiediensten uit te breiden?
Zo ja, tegen wanneer? Zo neen,
waarom niet?

01.02 Joëlle Milquet, ministre: Monsieur le président, cher collègue,

je vous remercie pour votre question.

Au 1

juillet 2009, le nombre d'inspecteurs de l'Inspection de la

sécurité et de la santé au travail de la division Contrôle régional
s'élevait à 151, y compris les chefs de direction. Il est vrai qu'à la fin
des années 60 et au début des années 70, on a connu une période de
recrutement massif d'inspecteurs. Et le non-remplacement
systématique durant plusieurs années du fait du blocage des
recrutements pour des raisons budgétaires a évidemment eu comme
conséquence qu'à l'heure actuelle, la pyramide d'âge est défavorable.
En effet, on a engagé beaucoup de gens qui petit à petit arrivent à
l'âge de la retraite sans qu'il n'y ait eu d'engagement durant une
période relativement longue.

C'est un problème qui se pose au niveau de l'Inspection du bien-être
au travail, mais aussi dans tous les services d'inspection fédéraux.

Cela dit, malgré les restrictions budgétaires, des efforts ont quand
même été consentis en fonction des crédits disponibles dans
l'enveloppe du personnel pour que l'on puisse engager de nouveaux
inspecteurs.

Pour la période 2003-2009, les entrées et sorties se sont réparties
comme suit: en 2003, 10 sorties et 17 entrées; en 2004, 11 sorties
pour 4 entrées; en 2005, 9 entrées et 9 sorties; en 2006, 19 entrées
pour 19 sorties; en 2007, 9 sorties pour 7 entrées; en 2008, 14 sorties
pour 16 entrées; en 2009, 2 sorties pour 6 entrées. En fait, en 2008,
16 inspecteurs ont été recrutés en tant qu'experts techniques de
niveau B au cours du deuxième trimestre. En 2009, il a été approuvé
et prévu de recruter 10 inspecteurs ingénieurs civils, 3 experts
techniques, 2 assistants techniques, 2 assistants administratifs et
1 inspecteur médecin.

Nous avons donc veillé à compenser les départs et à tâcher
d'augmenter le ratio dans le cadre du budget. Vous le savez, nous
avons dû prévoir 3,4 milliards d'économies à l'horizon 2011 et plus de
1,5 milliard à l'horizon 2010. En ce qui concerne les dépenses
primaires, il nous est imposé une augmentation de 2 % nominal et de
réaliser des économies d'un montant de 200 millions en dépenses
primaires en 2010 et de 200 millions en 2011.

01.02 Minister Joëlle Milquet: Op

1 juli 2009 waren er in ons land
151 inspecteurs aan de slag bij de
regionale

controledienst.

Eind

jaren 60 en begin jaren 70 werden
er massaal inspecteurs in dienst
genomen. Omdat jarenlang om
budgettaire redenen uit dienst
tredende inspecteurs niet werden
vervangen, is de leeftijdspiramide
momenteel ongunstig.

Dit probleem doet zich voor in alle
federale inspectiediensten.

Binnen de grenzen van de
beschikbare

kredieten

voor

personeelsuitgaven werden er wel
inspanningen gedaan om nieuwe
inspecteurs in dienst te nemen.

In 2008-2009 hebben wij ervoor
gezorgd

dat

uitstromende

werknemers vervangen werden,
en hebben wij getracht de ratio te
verhogen binnen het bestek van
de

begroting.

Wij

moesten

3,4 miljard besparen tegen 2010
en 1,5 miljard tegen 2010. Er
wordt ons een nominale verhoging
van 2 procent van de primaire
uitgaven opgelegd, en wij moeten
200 miljoen besparen op de
primaire uitgaven in 2010 en nog
eens zo veel in 2011.

ideale

ratio

van

1 inspecteur per 10 000 werk-
nemers binnen twee jaar te halen,
zouden we 200 inspecteurs in
dienst moeten nemen, en dat kost
12 miljoen. Gelet op de huidige

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Dès lors, pour arriver dans les deux ans au ratio idéal que vous
évoquez d'un inspecteur pour 10 000 travailleurs, nous devrions
engager 200 inspecteurs, soit un coût minimal de 12 millions. Ce ratio
reste donc un objectif. Vu les deux années de crise et le problème
budgétaire que nous connaissons, il nous a été impossible de réaliser
ce projet.

Par ailleurs, contrairement à d'autres pays, nous avons beaucoup
investi dans les structures de prévention et dans les services externes
de prévention, qui ont également toute une expertise de contrôle.
Dans l'exécution de notre politique au niveau fédéral, il ne faut pas
compter uniquement les structures d'inspection interne, mais aussi
les services de prévention externes, ce qui produit finalement un
doublement des mesures de prévention et de contrôle. C'est loin
d'être le cas pour tous les pays européens. Quand on considère le
ratio, le personnel de prévention externe n'est pas compris.

Il est clair que cette préoccupation reste constante et se poursuivra
dans les années à venir aux fins d'un rattrapage du chiffre 1/10 000.

begrotingsproblemen na twee jaar
crisis is dat onhaalbaar.

Wij hebben veel geïnvesteerd in
preventie en in de externe
diensten voor preventie, die ook
met de nodige expertise controles
kunnen uitvoeren, waardoor de
strekking van de preventie- en
controlemaatregelen

meteen

dubbel zo ver gaat. Het externe
preventiepersoneel

wordt

niet

meegeteld in de ratio.

Het

blijft

evenwel

een

voortdurende bekommernis, en
ook in de komende jaren is het de
bedoeling dat er een inhaal-
beweging wordt uitgevoerd om te
komen tot die 1 per 10 000-ratio.

01.03 Josy Arens (cdH): Madame la ministre, je vous remercie pour

votre réponse. Nous tentons d'évoluer vers une situation plus
confortable pour ces inspecteurs et aussi pour les travailleurs. De fait,
lorsque les entreprises ne sont pas du tout inspectées, comme c'est
assez souvent le cas, le laisser-aller arrive très vite. Je comprends
que le budget nécessite d'autres actions. Mais n'oubliez pas que c'est
là où il y a le moins d'inspecteurs qu'il y a le plus d'accidents et surtout
des accidents non déclarés!

01.03 Josy Arens (cdH): Ik

begrijp dat de begroting andere
acties vergt, maar als de bedrijven
niet geïnspecteerd worden kan er
vlug sprake zijn van nonchalance.
Hoe minder inspecteurs, hoe meer
ongevallen!

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

De voorzitter: Collega's, ik wil erop wijzen dat heel wat vragen in schriftelijke vragen zijn omgezet. Verwittig
dus uw collega's dat de behandeling van de vragen relatief snel zou kunnen gaan. Ik weet dat ook heel wat
collega's in andere commissies aanwezig zijn. Mevrouw Smeyers heeft ook gevraagd om haar vraag te
vervroegen, om ook in een andere commissie aanwezig te kunnen zijn. Ik wil galant zijn en mijn vraag, die
eerder op de agenda staat, omwisselen met haar vraag. Als daar geen bezwaren tegen zijn, dan gaan wij
verder met de agenda en zijn de agendapunten 17 en 40 verwisseld.

Vraag nr. 14224 van de heer Vercamer en vraag nr. 14241 van mevrouw Almaci zijn uitgesteld. Vraag
nr. 14268 van de heer Peeters wordt omgezet in een schriftelijke vraag.

02 Question de Mme Françoise Colinia à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de

l'Égalité des chances sur "la situation des entreprises de travail adapté" (n° 14373)

02 Vraag van mevrouw Françoise Colinia aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke

Kansen over "de toestand van de beschutte werkplaatsen" (nr. 14373)

02.01 Françoise Colinia (MR): Madame la vice-première ministre,

l'entreprise de travail adapté (ETA) Deneyer située à Strépy-
Bracquegnies a connu de très graves difficultés au début de l'été
dernier. Ses principales activités, le câblage en sous-traitance et des
travaux d'entretien pour les parcs et jardins, étaient en net recul.

Confrontée à la perte de plusieurs marchés importants du fait de la
crise de la sous-traitance, cette entreprise était virtuellement en
faillite. Son conseil d'administration avait donc décidé de tenter de
sauver l'activité en lançant la procédure Renault, le but étant de

02.01 Françoise Colinia (MR):

De beschutte werkplaats Deneyer
in Strépy-Bracquegnies die met
zware moelijkheden kampt als
gevolg van de crisis in de sector
van de onderaannemingen, heeft
getracht de activiteit te redden
door het plan Renault in werking te
stellen voor het ontslag van 50 van
de 116 personeelsleden van het

27/10/2009

CRIV 52

COM 680

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

supprimer 50 emplois sur les 116 que compte l'entreprise afin de
pouvoir ensuite relancer l'activité sur une base plus saine. Cette
entreprise de travail adapté dispose d'excellentes installations, d'un
bâtiment récemment construit et son personnel est extrêmement
motivé.

Mais le plan Renault impliquait un montant estimé à 1,5 million
d'euros dont une grande partie était destinée à financer le volet social.
Or, l'entreprise ne disposait pas de cette somme. Le conseil
d'administration a tenté d'obtenir des aides publiques. En vain. Son
statut d'ASBL lui fermait toutes les possibilités d'aides financières
qu'une entreprise de type classique pourrait obtenir. Et, pour la même
raison, elle n'a pu bénéficier d'une requête en réorganisation
judiciaire.

Face à la menace de liquidation qui pesait sur l'entreprise, Willy
Taminiaux, le président du conseil d'administration, a proposé un
changement de statut de la société. Celle-ci est devenue une
coopérative à finalité sociale. Ce nouveau statut a permis à la société
d'accéder aux aides économiques auxquelles elle n'avait pas droit.

Depuis le 1

août, les ateliers Deneyer ont engagé une directrice

adjointe qui assure la gestion quotidienne. Les employés sont passés
à quatre cinquième temps. Les travailleurs sont soumis au chômage
technique. L'ETA employait 121 travailleurs; ils ne sont plus que 108.
Certains ont été recasés dans d'autres sociétés similaires. Des
mesures d'économie ont été prises et ont permis une économie de
50 000 euros.

Les ETA fonctionnent comme des entreprises classiques. Elles sont
confrontées aux mêmes réalités économiques et aux mêmes
contraintes en termes de concurrence. Madame la ministre, ne
conviendrait-il pas d'adapter le statut de ce type particulier d'ASBL en
leur permettant de bénéficier d'aides comparables à celles qui sont
accordées à des entreprises en difficulté?

D'autres ETA sont en difficulté et pourraient connaître la même
situation avec toutes les conséquences sociales que cela implique
pour des travailleurs handicapés dont la reconversion est toujours
problématique. Confrontées aux mêmes difficultés que l'ETA
Deneyer, ces autres ETA devraient-elles elles aussi adopter un
changement de statut? Quelles mesures avez-vous prises à ce sujet?
Avez-vous pris contact avec l'ETA Deneyer afin de vous rendre
compte des difficultés en question et de les éviter si une telle situation
devait se reproduire dans une autre ETA?

bedrijf. Omdat het bedrijf niet over
het bedrag van anderhalf miljoen
euro beschikt dat noodzakelijk is
voor dat plan, heeft het de
rechtsvorm van een coöperatieve
vennootschap

met

sociaal

oogmerk moeten aannemen om
overheidssteun

kunnen

ontvangen. Met het vzw-statuut
had het daar immers geen recht
op. Van de 121 werknemers stelt
het bedrijf er nog 108 te werk die
vier vijfde werken, en er werd voor
meer dan 50 000 euro bespaard.
Zou het vzw-statuut van beschutte
werkplaatsen niet moeten worden
aangepast, aangezien zij met
dezelfde economische realiteit
worden geconfronteerd als de
overige

bedrijven,

zodat

zij

dezelfde steunmaatregelen als
laatstgenoemde kunnen genieten?
Andere beschutte werkplaatsen
die met dezelfde problemen
worden geconfronteerd, zouden
ook van rechtsvorm moeten
veranderen. Welke maatregelen
heeft

genomen

voorkomen

dat

nog

andere

beschutte

werkplaatsen

dezelfde situatie terechtkomen?

02.02 Joëlle Milquet, ministre: Chère collègue, c'est à la suite des

difficultés rencontrées par l'entreprise Deneyer, tant d'ordre financier
que relatives aux statuts et aux divergences de vues sur la
transformation de l'entreprise en société coopérative, qu'une série de
problèmes ont pu se résoudre.

Votre question est certes pertinente. J'ai demandé à l'administration
de mener une petite enquête afin de déterminer si le cas est limité ou
non, si d'autres problèmes similaires existent pour les mêmes
raisons, concernant par exemple le statut, l'obtention des aides
régionales complémentaires et si, sur la base de cette évaluation, une
adaptation de la réglementation ne s'avèrerait pas judicieuse.

02.02 Minister Joëlle Milquet: Op

basis van dat geval heb ik de
administratie belast een enquête
uit te voeren om na te gaan of
andere beschutte werkplaatsen
met gelijksoortige problemen te
kampen hebben en of een
aanpassing van de regelgeving
wenselijk is. Zodra de situatie
duidelijk is, dus eind november of
begin december, zal ik u de
resultaten

van

evaluatie

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Je me demandais si la problématique était d'ordre plus structurel,
auquel cas, il conviendrait de changer les choses. J'ai chargé
l'administration de procéder à cette analyse et de rencontrer avec les
membres de mon service les représentants du secteur, afin de
déterminer s'il existait une demande en la matière et ses
conséquences éventuelles, son opportunité, etc. Dès que la situation
sera éclaircie, nous pourrons nous rencontrer afin d'en débattre et
que je puisse vous transmettre le résultat de l'évaluation.

bezorgen zodat we hierover van
gedachten kunnen wisselen.

02.03 Françoise Colinia (MR): Madame la ministre, je vous

remercie pour votre réponse. Avez-vous une idée du temps que cette
analyse prendra?

02.04 Joëlle Milquet, ministre: La rencontre avec les secteurs ne

devrait pas prendre plus d'un mois. Nous pourrons nous retrouver fin
novembre, début décembre!

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

03 Questions jointes de

- M. Stefaan Vercamer à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances
sur "le non-respect éventuel par DHL Express des règles relatives au licenciement collectif" (n° 14452)
- Mme Camille Dieu à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances sur
"le non-respect par DHL de la procédure prévue par la loi Renault" (n° 15340)

03 Samengevoegde vragen van

- de heer Stefaan Vercamer aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over
"de mogelijke niet-naleving van de regels inzake collectief ontslag door DHL Express" (nr. 14452)
- mevrouw Camille Dieu aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over "het
niet naleven door DHL van de procedure bepaald bij de wet-Renault" (nr. 15340)

Le président: M. Vercamer étant absent, je vous donne la parole, madame Dieu.

03.01 Camille Dieu (PS): Monsieur le président, madame la

ministre, le 8 juin 2009, l'entreprise DHL Express, filiale de la
Deutsche Post, annonçait son intention de licencier 220 emplois sur le
territoire belge, précisément à Diegem.

À l'époque, DHL ne possédait pas de conseil d'entreprise ni même de
délégation syndicale car aucun candidat ne s'était présenté lors des
dernières élections sociales. Les syndicats ont donc créé une
délégation syndicale étant entendu que 25 % des salariés de DHL
étaient affiliés à une organisation syndicale. La direction n'a pas voulu
reconnaître cette délégation et a refusé de recevoir les permanents
syndicaux. La direction de DHL Express s'est alors adressée
directement aux travailleurs en anglais, ce qui est en contradiction
avec les dispositions relatives au droit du travail. De plus certaines
questions posées à la direction sont restées sans réponse et aucune
alternative n'a été négociée. DHL Express a ensuite transmis les
documents requis auprès du VDAB qui les a acceptés.

Estimant que la procédure de licenciement collectif prévue par la loi
de 1998 portant des dispositions en faveur de l'emploi (loi dite
"Renault") n'avait pas été respectée, le front commun syndical, qui
s'était reconstitué à ce moment-là, a introduit une demande
d'annulation de la procédure auprès du tribunal du travail. Ce dernier
a rendu un jugement en référé déclarant l'action recevable mais n'a

03.01 Camille Dieu (PS): Op 8

juni 2009 kondigde DHL Express
aan dat hij in Diegem 220 mensen
wilde ontslaan. Indertijd had DHL
geen ondernemingsraad of een
vakbondsafvaardiging

omdat

niemand zich bij de jongste sociale
verkiezingen kandidaat gesteld
had. Daarom heeft DHL Express
de documenten die bij collectief
ontslag vereist zijn, bij de VDAB
ingediend. De VDAB heeft ze
aanvaard.Het gemeenschappelijk
vakbondsfront

vond

dat

procedure van de wet "Renault"
niet nageleefd was en heeft een
kort geding aangespannen bij de
arbeidsrechtbank

procedure nietig te verklaren. De
rechtbank

heeft

het

geding

ontvankelijk

verklaard,

het

dringende karakter heeft hij echter
verworpen.

27/10/2009

CRIV 52

COM 680

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

pas retenu le caractère urgent. Depuis lors des licenciements ont eu
lieu alors même que la direction de DHL a repris la consultation au
début du mois de septembre.

Je m'interroge sur le rôle et l'attitude du VDAB dans cette affaire. En
effet, on lui demande de fournir la preuve du respect de la procédure
préalable au licenciement collectif alors qu'il s'agit d'une loi fédérale
dont l'application devrait échapper à l'autorité régionale.

Quelle est la mission exacte des services régionaux? Doivent-ils
simplement prendre acte des documents que les employeurs sont
tenus de leur transmettre quant au respect de la procédure préalable
au licenciement collectif? Dans l'affirmative, quelle est l'utilité de cette
alternative puisque, dans ce cas, le seul recours possible est d'aller
en justice?

Étant entendu que l'article 6 de la directive européenne 98/59 dispose
que les États membres doivent veiller à ce que les représentants des
travailleurs et/ou les travailleurs disposent de procédures
administratives et/ou juridictionnelles aux fins de faire respecter les
obligations prévues dans ladite directive, avant même l'épuisement
des recours en justice, trouvez-vous normal que l'on ait licencié de
cette façon chez DHL Express?

Ik stel me vragen bij de rol van de
VDAB in deze zaak. Moeten de
gewestelijke diensten enkel akte
nemen van de documenten die
werkgevers hun moeten toesturen
volgens de procedure die een
collectief ontslag voorafgaat? In
dat geval, is een rechtszaak het
enige verweermiddel? Vindt u het
normaal dat DHL Express op die
manier mensen ontslaat, zelfs
voor de rechtsmiddelen opgebruikt
zijn?

03.02 Joëlle Milquet, ministre: Chère collègue, il convient d'opérer la

distinction entre deux éléments: l'application de la loi Renault et la
procédure relative au licenciement collectif.

En ce qui concerne le licenciement collectif, la législation relève de la
compétence fédérale, mais tout le contrôle, dans notre système
institutionnel compliqué, relève du directeur des services régionaux.
Ce sont donc ces derniers qui doivent déterminer si respect des
procédures en matière de licenciement collectif il y a eu. Telle est la
situation actuelle qui, bien entendu, pose un certain nombre de
problèmes. Mais je suppose qu'il n'y aurait pas de grand consensus
institutionnel pour adapter la répartition de compétences pour le
moment.

Eu égard à l'application de la loi Renault, tout problème ou litige doit
évidemment être réglé au niveau judiciaire.

Dans le cas présent, nous sommes dans la situation d'une entreprise
dépourvue de délégation syndicale. Par conséquent, les règlements
ont lieu directement entre les travailleurs de la société. Par ailleurs, un
conciliateur social du SPF avait été désigné La conciliation a eu lieu
fin octobre. Certes, un petit nombre de travailleurs est passé de
DHL Aviation à DHL Express. Depuis lors, apparemment, selon
l'administration, l'employeur aurait respecté les dispositions en
matière de résiliation conformément à la loi du 3 juillet 1978. Mais en
cas d'hésitation ou de contestation à ce sujet, l'on peut alors introduire
une assignation et entamer une procédure au niveau judiciaire.

03.02 Minister Joëlle Milquet: De

toepassing van de wet Renault is
een zaak, de procedure op het
gebied van collectief ontslag is een
andere zaak.

Bij collectief ontslag geldt de
federale wetgeving, maar de
controle wordt door de directeur
van

gewestelijke

dienst

uitgeoefend. Hij moet nagaan of
de procedures nageleefd werden.
Dat leidt tot problemen, maar ik
denk dat er vandaag geen
consensus is om de verdeling van
de bevoegdheden aan te passen.

Wat de toepassing van de wet
Renault betreft, moet elk geschil
uiteraard via gerechtelijke weg
beslecht worden.

Omdat

geen

vakbonds-

afvaardiging was, moest het bedrijf
rechtstreeks met de werknemers
tot een vergelijk komen.

Overigens, er is een sociaal
bemiddelaar

aangewezen.

bemiddeling vond eind oktober
plaats.

Sindsdien

zou

werkgever de bepalingen op het
gebied van collectief ontslag
nageleefd hebben, aldus de

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

betrokken overheidsdienst. Wie
echter betwist dat die bepalingen
inderdaad

in acht

genomen

werden, kan altijd een rechtszaak
aanspannen.

03.03 Camille Dieu (PS): Madame la ministre, votre réponse est

plutôt floue. De plus, elle recourt à l'emploi du conditionnel. Vous me
dites que la législation fédérale prévoit un contrôle régional, afin de
déterminer s'il y a eu respect de la procédure. Ce que j'aimerais
savoir, c'est si ce contrôle a eu lieu. En effet, alors qu'il n'y a pas eu
de mise en route de la procédure, le VDAB n'a pas pipé mot à ce
sujet.

Vous me signalez que l'application de la loi relève de la procédure
judiciaire et qu'un conciliateur social a été désigné fin octobre. Les
problèmes ont surgi en juin mais entre juin et octobre, on a procédé à
des licenciements.

D'autre part, il n'est pas normal de me répondre qu'en l'absence de
délégation syndicale, on ne fait rien! Non! En l'absence de délégation
syndicale, soit on reçoit les permanents syndicaux cela n'a jamais
été interdit dans une entreprise soit on s'adresse directement aux
travailleurs, et pas en anglais!

Eu égard à la situation que je viens de décrire, rien ne me paraît
correct en tout cas dans le chef de cette entreprise.

Par ailleurs, vous dites que l'employeur aurait respecté les
dispositions en matière de résiliation. Or, je viens de vous exposer
que ce n'était pas le cas et que le VDAB n'a pas joué son rôle, si tant
est qu'on puisse lui assigner ce rôle-là.

En répondant de cette manière, vous acceptez le fait qu'il y ait eu des
licenciements entre le 8 juin et le mois de septembre, entre le 8 juin et
la désignation d'un conciliateur. On aurait quand même pu attendre la
fin de la procédure.

Je vais communiquer votre réponse à ceux qui m'ont interpellée et
nous verrons comment nous en sortir. Mais cette façon de procéder
mériterait d'être modifiée.

03.03 Camille Dieu (PS): Uw

antwoord is vaag en zeer
voorwaardelijk. Heeft de VDAB
daadwerkelijk

controle

uitge-

oefend? Er is eind oktober
bemiddeld, maar de ontslagen zijn
daarvoor gevallen.

Wanneer er geen vakbonds-
afvaardiging is, kunnen altijd de
vakbondspermanenten

worden

ontvangen, dat is niet verboden.
Een andere oplossing is de
werknemers rechtstreeks aan-
spreken, maar dan niet in het
Engels!

Het dossier loopt volgens mij
overal mank. U zegt dat de
werkgever

zijn

verplichtingen

nagekomen is, maar ik heb u net
uitgelegd dat dat niet het geval
was.

Door op die manier te antwoorden
aanvaardt u de ontslagen die
tussen juni en september zijn
gevallen. Het bedrijf had ten
minste kunnen wachten tot de
procedure afgelopen was.

03.04 Joëlle Milquet, ministre: Je suis prudente car diverses

interprétations sont possibles dans cette affaire selon que l'on se
place ou non du côté patronal.

Je ne suis pas là pour remplir le rôle du pouvoir judiciaire ou de toute
autre instance arbitrale. Vous savez très bien comment peuvent
évoluer les choses. Je me permets uniquement de faire l'état des
lieux. Mais je ne suis pas habilitée à pouvoir me pencher sur le
dossier ut singuli et à procéder à un arbitrage.

Il est vrai que l'entreprise prétend que, selon leurs informations, elle a
respecté les procédures et que la loi Renault stipule qu'en l'absence
d'une délégation syndicale, une information doit être faite en ligne
directe avec les travailleurs. Je ne dis pas que c'est satisfaisant. Mais
je ne veux pas porter de jugement de valeur. Je ne peux pas entrer
dans un cas d'espèce qui, en cas de contestation, doit être réglé à un

03.04 Minister Joëlle Milquet:

Het is niet aan mij om rechter te
spelen. Ik maak louter een stand
van zaken op. Ik kan me echter
niet over een dossier ut singuli
buigen of tot arbitrage overgaan.
Ik ben voorzichtig omdat het over
een specifiek geval gaat dat
aanleiding

kan

geven

tot

gerechtelijke procedures. Boven-
dien is de bemiddelaar opgetreden
toen dat werd gevraagd.

27/10/2009

CRIV 52

COM 680

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

autre niveau.

Certes, il y a une problématique au niveau de notre cadre actuel
réglementaire et législatif. Les services régionaux sont chargés
d'effectuer le contrôle. Jusqu'à présent, les choses ne se sont pas
mal passées. Peut-être y a-t-il eu un manque de vigilance. Je ne peux
me substituer au VDAB.

Je répète que ma prudence est liée au fait qu'il s'agit d'un cas
spécifique pour lequel il peut y avoir des procédures judiciaires. À un
certain moment, il appartient au magistrat de trancher.

En outre, le conciliateur est intervenu quand on lui a demandé
d'intervenir. Une demande n'avait pas été faite antérieurement, sinon
il serait évidemment intervenu plus tôt. En outre, aucune demande ne
m'a été adressée pour demander de détacher quelqu'un comme ce
fut le cas dans d'autres dossiers où nous sommes intervenus de
manière anticipative et souvent proactive.

Ma prudence est simplement liée au fait qu'il s'agit d'un cas particulier
pour lequel il y a des interprétations et des prises de position
différentes et que je ne dispose pas, à ce stade, des éléments qui me
permettent de juger. Mais j'ai demandé aux services et, notamment
au conciliateur social et au SPF Emploi, de faire preuve de vigilance
par rapport à cette problématique.

03.05 Camille Dieu (PS): Madame la ministre, nous allons

poursuivre l'examen de cette affaire car les choses ne peuvent être
laissées en l'état.

Le rôle du VDAB doit être clarifié. Il faut savoir si, en l'absence de
délégation syndicale, on peut faire semblant que la voie est libre.
Pourtant, dans ce cas, on a recréé une délégation parce que
l'entreprise comptait 25 % d'affiliés. Il faut savoir exactement quand le
conciliateur social peut entrer en lice au regard de toute la procédure
qui a été mise en route. Les choses doivent absolument être
clarifiées. En fonction des réponses que je recevrai, j'interrogerai la
ministre pour voir comment améliorer les choses.

03.05 Camille Dieu (PS): De rol

van de VDAB moet worden
verduidelijkt.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

De voorzitter: Het volgende onderwerp heeft vijf collega's ertoe aangezet een vraag in te dienen. Ik stel
vast dat er op dit moment maar een collega aanwezig is. Een aantal collega's is verontschuldigd. Ik geef
het woord dan ook aan collega Van den Eynde die over dezelfde problematiek twee vragen heeft ingediend.
Ik laat het aan u over om te zien of u beide vragen samen kunt behandelen vermits u de enige bent die ter
zake zal tussenbeide komen.

04 Questions jointes de

- M. Xavier Baeselen à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances sur
"le Centre pour l'égalité des chances et la lutte contre le racisme" (n° 14485)
- M. Francis Van den Eynde à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des
chances sur "les nominations aux plus hautes fonctions du Centre pour l'égalité des chances et la
lutte contre le racisme" (n° 14571)
- M. Robert Van de Velde à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances
sur "les nominations au CECLR" (n° 14617)
- M. Francis Van den Eynde à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des
chances sur "la non-application des lois linguistiques par le Centre pour l'égalité des chances et la

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

lutte contre le racisme" (n° 15281)
- Mme Meyrem Almaci à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances
sur "les 3 fonctions de coordinateur à pourvoir au CECLR" (n° 15690)

04 Samengevoegde vragen van

- de heer Xavier Baeselen aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over
"het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding" (nr. 14485)
- de heer Francis Van den Eynde aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen
over "de topbenoemingen bij het Centrum voor gelijke kansen en racismebestrijding" (nr. 14571)
- de heer Robert Van de Velde aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen
over "de benoemingen bij het CGKR" (nr. 14617)
- de heer Francis Van den Eynde aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen
over "het niet toepassen van de taalwetten door het Centrum voor gelijkheid van kansen en
racismebestrijding" (nr. 15281)
- mevrouw Meyrem Almaci aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over
"het invullen van 3 functies van coördinator bij het CGKR" (nr. 15690)

04.01 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de

voorzitter, ik dank u daarvoor en ik zal ook op uw suggestie ingaan.
Dat spaart tijd voor deze commissie en ook voor mij, want ik moet
over een paar minuten naar de commissie voor de Buitenlandse
Zaken naar het Congo-debat en zelfs ik kan mij niet in twee snijden.

Mevrouw de minister, de vragen die ik u ga stellen, handelen over het
Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding, een
instelling aan wier nut niemand op straffe van uitsluiting uit de
maatschappij mag twijfelen. Ik noem dat af en toe wel eens de
"Gedapo", de gedachtenpolitie. Dat zijn immers mensen die met meer
dan 100 zijn om de standpunten van onze landgenoten in het oog te
houden en er in slagen een paar processen per jaar te organiseren,
tot zover de inleiding.

Présidente: Carine Lecomte.
Voorzitter: Carine Lecomte.

Bij het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding
kwamen, als ik mij niet vergis, op 31 maart 3 topfuncties vrij. Dat is vrij
interessant voor benoemingen. Het is dan ook zeer merkwaardig dat
slechts op 3 augustus, toch enkele maanden later, bekend werd
gemaakt in het Belgisch Staatsblad dat die functies vacant kwamen.

Men had in het midden van de zomervakantie slechts 15 dagen om te
reageren, wat zeer weinig is. Op de webstek van het CGKR heeft men
pas op 14 augustus, een paar dagen voor de einddatum van de
periode tijdens dewelke men mocht kandideren, deze vacatures
aangekondigd. Het is dan ook niet moeilijk dat men in de pers ging
vermoeden dat men hier voor de zoveelste keer zou te maken hebben
met politieke benoemingen. De afscheidnemende hogere ambtenaren
waren immers iemand met VLD-sympathieën, de andere een
Franstalige die aanleunde bij ECOLO en de derde zou eerder bij de
sp.a hebben thuisgehoord. Deze laatste is ook de enige die een
hernieuwing ambieerde van zijn functie.

Er is in de pers nogal wat heisa gemaakt over deze zaak. Ik had u
willen vragen naar een stand van zaken. Zijn er ondertussen
benoemingen gebeurd? Hoe is te verklaren dat men in volle zomer
slechts 15 dagen tijd laat om te kandideren en dat men de vacatures
zo laat bekend maakt op de webstek? Men wist nochtans al vanaf het
einde van de maand maart dat die functies moesten worden ingevuld.

04.01 Francis Van den Eynde

(Vlaams Belang): Il ne semble
donc pas permis de mettre en
doute l'utilité du Centre pour
l'égalité des chances et la lutte
contre le racisme sous peine
d'exclusion de la société. Trois
fonctions au sommet se sont
libérées le 31 mars 2009 mais,
curieusement, ces vacances n'ont
été publiées au Moniteur belge
que le 3 août. Il ne restait alors
plus que 15 jours pour y réagir. Le
site du centre a annoncé les
vacances

quelques

jours

seulement avant la date limite
pour

l'introduction

des

candidatures, de sorte que la
presse s'est évidemment fait
l'écho de rumeurs de nominations
politiques qui ont suscité un vif
émoi.

A-t-il entre temps déjà été procédé
aux

nominations?

Dans

l'affirmative, sur quelle base?
Pourquoi n'a-t-on laissé, en
pleines période estivale, que 15
jours pour l'introduction des
candidatures?

Pourquoi

les

vacances ont-elles été annoncées
aussi tardivement sur le site du
Centre? Il semblerait qu'il n'ait pas
été recouru au Selor pour pourvoir
ces

fonctions

importantes.

Pourquoi?

Le CECLR, qui est censé
combattre

partout

les

discriminations, semble lui-même
faire

discrimination,

puisqu'une

enquête

27/10/2009

CRIV 52

COM 680

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Is er ondertussen iemand benoemd? Het zou interessant zijn om te
vernemen op welke basis dit gebeurde. Naar verluidt zou ook Selor
niet betrokken zijn bij de aanstelling van deze hoge ambtenaren, tot
zover mijn eerste vraag.

De tweede vraag heeft betrekking op het feit dat het Centrum voor
gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding, dat verondersteld
wordt discriminatie te bestrijden, zelf nogal geneigd is tot discriminatie
over te gaan, vermits de Vaste Commissie voor Taaltoezicht een
onderzoek naar de naleving van de taalwetten betreffende
bestuurszaken heeft uitgevoerd. Daaruit bleek dat de voorgeschreven
taalverhoudingen in het Centrum helemaal niet worden toegepast. Er
zijn dus ook geen taalkaders.

Uit het jaarverslag van 2008 van de Vaste Commissie voor
Taaltoezicht blijkt dat heel wat van de hoofdbesturen, waaronder het
hoofdbestuur van het Centrum, niet over taalkaders beschikken. De
Vaste Commissie voor Taaltoezicht heeft het Centrum attent gemaakt
op die overtredingen, evenwel zonder resultaat. Er komt zelfs geen
antwoord. Het Centrum is dus duidelijk geïnspireerd door een oud
Vlaams spreekwoord: "Luister naar mijn woorden, maar kijk niet naar
mijn daden." Het zou goed zijn, mocht de Vaste Commissie volgend
jaar in haar jaarverslag toch een verbetering kunnen noteren. Ik
signaleer u de naam van het Centrum op bladzijde 20 van het
jaarverslag, bij de namen van de hoofdbesturen die de taalwetten niet
toepassen. Ik signaleer u dat het Centrum ook wordt vermeld op
bladzijde 38, inzake de ontstentenis van taalkaders. Ik citeer ten slotte
één zin uit het verslag. U vindt het op bladzijde 40: "In 2008 kwam er
geen enkele reactie aangaande de ontstentenis van taalkaders bij het
Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding."

Hetzelfde geldt trouwens voor enkele andere hoofdbesturen, maar ik
zal mij vandaag beperken tot een vraag in dit verband.

Mevrouw de minister, graag kreeg ik een verklaring omtrent deze
weigering om de taalwetten toe te passen.

Commission

permanente

contrôle linguistique a montré que
la clé de répartition linguistique
prescrite n'est pas appliquée au
sein de cette institution qui, en
outre, n'est pas dotée de cadres
linguistiques.

L'attention

CECLR a été attirée sur ces
problèmes, mais en vain. Ces
infractions figurent noir sur blanc
dans le rapport annuel de la
Commission

permanente.

ministre

peut-elle

expliquer

pourquoi

CECLR

refuse

d'appliquer les lois linguistiques?

04.02 Minister Joëlle Milquet: Mevrouw de voorzitter, inzake het

taalkader heeft de Vaste Commissie voor Taaltoezicht in haar rapport
voor 2010 89 taalinstellingen met de vinger gewezen, omdat zij niet
over een taalkader beschikten. Voornoemd taalkader moet worden
vastgelegd krachtens de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op
het gebruik van de talen in bestuurszaken.

Hoewel het Centrum voor de gelijkheid van kansen en voor
racismebestrijding er steeds op toeziet dat de taalpariteit onder het
personeel wordt gerespecteerd, is het een van de instellingen die nog
een dergelijk taalkader moet uitwerken.

Het koninklijk besluit van 20 november 2006 bepaalt het organieke
statuut van het centrum. Mijn voorgangers hebben voor het bedoelde
dossier evenwel nagelaten een koninklijk besluit op te stellen om het
taalkader van het centrum vast te leggen. Mijn kabinet heeft contact
genomen met het centrum, zodat het bedoelde koninklijk besluit zo
snel mogelijk, uiterlijk eind 2009 of begin 2010, kan worden
afgehandeld. Dat is noodzakelijk.

Voorts merk ik op dat de functies van coördinatoren sinds april 2009

04.02 Joëlle Milquet, ministre:

Dans son rapport pour 2010, la
Commission

permanente

contrôle linguistique a pointé du
doigt 89 institutions parce qu'elles
ne possèdent pas de cadre
linguistique, alors que celui-ci est
pourtant obligatoire en vertu des
lois du 18 juillet 1966 sur l'emploi
des

langues

matière

administrative. Le Centre pour
l'égalité des chances et la lutte
contre le racisme est l'une des
institutions qui doivent encore
élaborer

cadre.

Mes

prédécesseurs

ont

omis

promulguer un arrêté royal pour
fixer le cadre linguistique du
Centre. Cet arrêté royal devrait
être prêt d'ici à la fin de 2009 ou
au début de 2010.

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

vacant zijn. Mijn diensten hebben er echter inderdaad voor gekozen
een dergelijke selectieprocedure niet in volle verkiezingscampagne te
lanceren. Zulks zou niet gepast zijn geweest.

Er zijn tot nu toe verschillende mensen in functie. Het Centrum voor
de gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding werkt goed in de
huidige situatie.

Voor voornoemde, nieuwe selectieprocedure hebben mijn diensten
een nieuwe analyse van de vorige selectieprocedure van 2005
gemaakt. Zij hebben op eigen initiatief en op initiatief van het centrum
gekozen zich voor de nieuwe procedure op de vroegere procedure te
baseren.

Ik heb hier de twee verschillende extracten uit het Belgisch
Staatsblad. De procedure in 2005 was helemaal dezelfde als de
procedure in 2009. De enige twee verschillen zijn de volgende.

Ten eerste, de vereiste, nuttige ervaring bedraagt in 2009 tien jaar,
terwijl dat in 2005 slechts vijf jaar was. In tegenstelling tot 2005
werden er de volgende criteria aan toegevoegd: geschiktheid inzake
administratief management en informatiemanagement, capaciteiten
om een team aan te sturen, te mobiliseren en er dynamiek aan te
geven, de capaciteit om samen te werken en te netwerken en
openheid tegenover verandering en innovatie.

Men had, net zoals vroeger, nog steeds veertien dagen om zich
kandidaat te stellen. Dat was echter tijdens de vakantie.

Ik heb dus een brief aan het Centrum voor gelijkheid van kansen
gestuurd. Ik heb de raad van bestuur ook laten weten dat ik in elk
geval akkoord ga dat de kandidaten door een externe instantie
worden gescreend. Dat is natuurlijk normaal en dat was de
doelstelling van de procedure. In dat geval zal de screening gebeuren
volgens een samenstelling en met modaliteiten die door de raad van
bestuur worden vastgelegd. Volgens mij is het verstandig om een
beroep te doen op de diensten van Selor. Dan zal natuurlijk de raad
van bestuur beslissen welke de modaliteiten zijn en welk type van
screening er gebeurt.

Ik heb ook laten weten dat ik volkomen de mening deel dat de termijn
voor kandidaatstelling misschien vrij kort was en bovendien in de
zomervakantie viel. Ik heb dat aan mijn diensten laten weten. Ik laat
het aan raad van bestuur over om een eventuele nieuwe
kandidatuuroproep te realiseren, wat een langere responstijd
impliceert.

Les fonctions de coordinateurs
sont vacantes depuis avril 2009.
Cependant, nous avons préféré ne
pas lancer de procédure de
sélection en pleine campagne
électorale. Le CECLR fonctionne
d'ailleurs correctement dans la
situation actuelle. Mes services ont
analysé la précédente procédure
de sélection en 2005, et ils ont
choisi de la prendre comme
modèle

pour

nouvelle

procédure, sauf sur deux points: la
période d'expérience utile requise
a été doublée et une série de
critères supplémentaires ont été
ajoutés.

délai

d'introduction

des

candidatures était de quinze jours,
comme en 2005. Cette période
coïncidait toutefois avec la période
des vacances.

J'ai fait savoir au CECLR que je
marquais mon accord sur un
examen externe des candidatures,
conformément bien entendu aux
modalités arrêtées par le conseil
d'administration. Personnellement,
j'impliquerais le Selor dans cette
procédure.

Les délais pour le dépôt des
candidatures étaient relativement
courts et coïncidaient par ailleurs
avec les vacances d'été. Il
appartient

naturellement

conseil

d'administration

d'éventuellement lancer un nouvel
appel aux candidatures.

04.03 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Hartelijk dank voor

uw antwoord op mijn eerste vraag. Ik zie het koninklijk besluit dat u
voor binnenkort belooft, graag tegemoet. Op dat vlak ben ik tevreden
met uw antwoord.

Over de kandidaatstelling zegt u dat u, op een paar details na,
dezelfde procedures heeft gebruikt als die van 2005. Goed, maar
niets bewijst dat de procedure van 2005 de beste was. U kunt zich
daarop uiteraard inspireren. Maar bij een probleem, zoals datgene dat
ik net heb aangekaart, is enige creativiteit toch aan te bevelen.

04.03 Francis Van den Eynde

(Vlaams Belang): La ministre ne
peut-elle pas tout simplement
décider d'un nouvel appel aux
candidatures en automne?

27/10/2009

CRIV 52

COM 680

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

U geeft toe dat een periode van 15 dagen tijdens de vakantie om zich
kandidaat te stellen, zeer kort is. Dat is zo. Wie toen toevallig op
vakantie was, is te laat, zelfs al is die zeer geschikt.

U zegt dat u de raad van bestuur van het centrum daarop attent hebt
gemaakt. Het is aan hem om te beslissen wat hij daaraan zal doen.

Is het niet mogelijk dat u, als minister, zegt dat men in de herfst
opnieuw de mogelijkheid moet krijgen om zich kandidaat te stellen?

04.04 Minister Joëlle Milquet:Ik heb daar geen bezwaar tegen. Ik

heb in mijn brief duidelijk geschreven dat ik bereid ben om een
nieuwe procedure in te stellen. Ik heb een externe en objectieve
screening gevraagd. Dat was al gepland voor het begin van de
procedure.

04.04 Joëlle Milquet, ministre: Je

n'y vois pas d'inconvénient.

04.05 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Ik begrijp dat u hen

niet tot zoiets kan verplichten. Ik vrees dat een en ander voortvloeit uit
het statuut. Men zou in de toekomst voorzichtiger moeten omspringen
met die onafhankelijke instellingen.

Ik geef toe dat het uw schuld niet is. U hebt die instelling niet in het
leven geroepen.

04.05 Francis Van den Eynde

(Vlaams Belang): Mais il n'est pas
possible d'imposer une obligation,
vu le caractère indépendant de ce
type d'organe. Sans doute faudra-
t-il se montrer plus prudent à
l'avenir.

04.06 Minister Joëlle Milquet: Er is een vergadering van de raad van

bestuur op 11 november 2009. Misschien willen ze het probleem dan
bespreken.

04.06 Joëlle Milquet, ministre:

Le conseil d'administration se
réunira le 11 novembre. Peut-être
ce dossier figurera-t-il à son ordre
du jour.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

05 Question de Mme Jacqueline Galant à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et

de la Santé publique sur "l'allaitement maternel" (n° 14532)

05 Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de vice-eerste minister en minister van Sociale Zaken

en Volksgezondheid over "borstvoeding" (nr. 14532)

05.01 Jacqueline Galant (MR): Madame la présidente, madame la

ministre, la Semaine de l'AIlaitement a été organisée il y a quelque
temps maintenant étant entendu que ma question a été déposée il y a
quelques semaines.

Il est souvent reproché aux mères belges de ne pas suffisamment
privilégier l'allaitement maternel. Je ne suis pas encore maman
personnellement mais plusieurs jeunes mères m'ont interpellée sur
les conditions de cet allaitement.

Apparemment, les conditions d'application du congé d'allaitement ne
sont pas uniformes dans tous les secteurs d'activité. Il semble
également que l'employeur accorde ce congé s'il en a envie ou pas. Il
n'y a donc pas vraiment de règle applicable malgré l'entrée en vigueur
de la loi.

Madame la ministre, n'est-il pas envisageable d'allonger le congé de
maternité pour les mères qui allaitent? N'y a-t-il pas moyen
d'uniformiser toutes les conditions pour pouvoir accorder ce congé
d'allaitement?

05.01 Jacqueline Galant (MR):

De voorwaarden die toegepast
worden voor het borstvoedings-
verlof lijken te variëren in functie
van

werkgever

bedrijfssector.

het

niet

mogelijk

het

zwangerschapsverlof te verlengen
voor de moeders die borstvoeding
geven? Zouden de voorwaarden
voor de toekenning van dat verlof
niet

geüniformeerd

kunnen

worden?

Europa buigt zich over de
verlenging van het zwanger-
schapsverlof.

Zou

men

borstvoeding

niet

kunnen

aanmoedigen in België (de WHO

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

L'Europe travaille au niveau de l'allongement du congé de maternité.
Du côté belge, ne pourait-on pas faire en sorte que l'allaitement chez
nous soit en hausse? Comme l'OMS recommande l'allaitement
pendant six mois, ne pourrait-on dès lors envisager d'allonger le
congé de maternité pour les mères allaitantes?

beveelt zes maanden borstvoeding
aan)?

05.02 Joëlle Milquet, ministre: Madame la présidente, madame

Galant, dans un monde idéal, le congé de maternité durerait une
année. D'ailleurs, certains pays scandinaves le pratiquent.

05.03 Jacqueline Galant (MR): Le Luxembourg également!

05.04 Joëlle Milquet, ministre: Le Luxembourg, ses banques, son

capital.

Reconnaissons toutefois que notre système est plus favorable que
celui d'autres pays, le congé de maternité ayant une durée de quinze
semaines. Une mesure très intéressante vient d'être prise et permet
d'adoucir la reprise au travail. Elle consiste à étaler les deux dernières
semaines pour pouvoir reprendre le travail à mi-temps pendant un
mois.

Dès que la directive européenne sera d'application ce qui n'est pas
encore le cas, étant donné qu'elle vient d'être proposée , nous
devrons prévoir une augmentation de trois semaines. Le congé de
maternité passera dès lors de quinze à dix-huit semaines, ce qui
représente un coût de 75 millions d'euros. En effet, il faut savoir que
cela coûte 25 millions d'euros par semaine de congé de maternité. Si
cette directive est adoptée, nous devrons prévoir ce budget dans un
plan pluriannuel. C'est un sujet que je souhaite pousser et porter dans
le cadre de la problématique d'harmonisation lors de la présidence
belge de l'Union européenne.

Pour ce qui concerne l'allaitement, la convention collective de travail
n° 80 ayant été négociée au Conseil national du Travail prévoit qu'une
travailleuse a le droit de suspendre ses prestations de travail afin
d'allaiter son enfant au lait maternel ou de tirer son lait. Elle peut faire
usage de ce droit jusqu'à sept mois après la naissance de l'enfant.
Cette période peut être prolongée de deux mois maximum dans des
circonstances exceptionnelles. C'est souvent le cas. La pause est
d'une durée d'une demi-heure pour un travail de quatre heures et de
plus d'une heure pour une journée de travail d'au moins sept heures
et demie. Pour pouvoir en bénéficier, la travailleuse doit conclure un
accord avec son employeur.

La suspension pour allaitement n'est pas rémunérée par l'employeur
mais la travailleuse bénéficie d'indemnités de la mutuelle qui s'élèvent
à 82 % de la dernière rémunération brute non plafonnée. Le droit à
ces pauses est ouvert à toutes les travailleuses occupées dans le
secteur privé.

Le système doit certainement être amélioré. À ce stade, il est sans
doute trop restrictif. Cela fait partie de l'évaluation du système des
congés existant qui a été lancé, pour lequel nous avons demandé au
Conseil national du Travail de nous remettre une analyse pour la fin
de l'année et pour lequel nous devrons venir avec des propositions
phasées et budgétées en début d'année.

05.04 Minister Joëlle Milquet:

Onze regeling inzake bevallings-
verlof (15 weken) is gunstiger dan
in andere landen. Onlangs werd
nog een maatregel genomen op
grond waarvan de laatste twee
weken kunnen worden gespreid,
zodat men het werk gedurende
een maand halftijds kan hervatten.

Zodra de Europese richtlijn van
toepassing wordt, zullen we het
bevallingsverlof met drie weken
moeten verlengen. Een en ander
zal 75 miljoen euro kosten en die
middelen zullen moeten worden
ingeschreven in een meerjaren-
plan.

zal

hieronder

schouders zetten in het kader van
de harmonisatieproblematiek tijdens
het Belgische voorzitterschap.

De collectieve arbeidsovereenkomst
nr. 80 bepaalt dat een werk-
neemster het recht heeft haar
arbeidsprestaties te schorsen om
haar kind met moedermelk te
voeden en/of melk af te kolven tot
7 maanden na de geboorte van
het

kind.

uitzonderlijke

omstandigheden kan de totale
duur tijdens welke de werk-
neemster recht heeft op borst-
voedingspauzes met maximum
twee maanden worden verlengd.
De werkneemster dient met haar
werkgever overeen te komen op
welk(e) moment(en) van de dag zij
de borstvoedingspauze(s) kan
nemen.

schorsing

van

arbeidsprestaties wordt niet door
de werkgever bezoldigd, maar de
werkneemster heeft recht op een

27/10/2009

CRIV 52

COM 680

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Comme je l'ai toujours dit, également au Sénat, le débat relatif aux
nouveaux congés ou à l'adaptation de congés existants doit être
mené au niveau du parlement. Le parlement doit être relativement
souverain, l'idée étant d'arrêter une enveloppe possible. Le conclave
budgétaire a eu lieu et nous avons une vue sur les économies à
réaliser. Il y a une capacité d'adaptation des congés existants et
d'amélioration mais, en contrepartie, il faudra revoir, de manière plus
globale, le système du crédit-temps et l'interruption de carrière. Des
mesures doivent être prises d'un côté pour pouvoir dégager des
moyens et avancer notamment sur certains types de congé, tels que
le congé pour l'allaitement maternel. Des priorités devront être
dégagées au niveau du parlement car il y a également des demandes
pour le congé de deuil, le congé d'adoption, le congé pour enfant
gravement malade, etc. Nous avons tenté d'exprimer les priorités;
nous avons déterminé les congés urgents qui présentent
véritablement un déficit et pour lesquels des améliorations sont
possibles pour un budget raisonnable.

On pourra y joindre le débat sur le congé d'allaitement.

uitkering ten laste van het
ziekenfonds. Alle werkneemsters
van de particuliere sector hebben
recht op borstvoedingspauzes.

hebben

Nationale

Arbeidsraad gevraagd om tegen
eind dit jaar de verlofregeling te
analyseren en begin volgend jaar
zouden

we over voorstellen

moeten beschikken.

Het debat betreffende de nieuwe
types van verlof of de aanpassing
van de bestaande verloven moet
worden

gevoerd

door

het

Parlement dat, soeverein, moet
beslissen over de enveloppe en de
prioriteiten. Het is mogelijk om de
bestaande verlofregelingen aan te
passen maar in dat geval zouden
ook het tijdskrediet en de
loopbaanonderbreking

moeten

worden herzien. Er moet ook
rekening worden gehouden met de
vraag om andere verlofregelingen
(rouw, adoptie, ernstige ziekte van
een kind, enz.) in te voeren. We
moeten

nagaan

welke

verlofregelingen prioritair zijn en
waar betaalbare verbeteringen
mogelijk zijn. De bespreking in
verband

met

het

borstvoedingsverlof kan in dat
kader aan bod komen.

05.05 Jacqueline Galant (MR): Madame la ministre, je vous

remercie pour votre réponse.

Vous êtes mieux placée que moi pour parler de l'application concrète
du congé d'allaitement puisque vous êtes mère. Je pense que vous
êtes consciente que c'est très important et idéal pour la relation
mère/enfant et la santé de l'enfant.

Il y a énormément de jeunes mères qui voudraient allaiter mais qui ne
savent pas car même si la loi est passée, certains employeurs ne leur
permettent pas de le faire et elles ne disposent pas d'endroit propice.
Ce n'est pas l'idéal, il est vrai, de débarquer avec son enfant sur son
lieu de travail et de commencer à allaiter en prenant une pause d'un
quart d'heure.

On a voulu légiférer mais on n'a pas prévu les conditions
d'application. Dans le cadre de la présidence belge de l'Union
européenne, je voudrais revenir sur ce sujet et réfléchir à terme pour
proposer des choses plus concrètes et permettre à un plus grand
nombre de mères de pouvoir allaiter.

05.05 Jacqueline Galant (MR):

Men heeft een wetgevend initiatief
genomen zonder echter toepas-
singsvoorwaarden vast te leggen.
In het kader van het Belgische
voorzitterschap van de Europese
Unie wil ik op dit onderwerp
terugkomen

over

meer

concrete oplossingen nadenken.

L'incident est clos.

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Het incident is gesloten.

La présidente: La question n° 14550 de M. Baeselen est reportée.

06 Question de Mme Zoé Genot à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des

chances sur "le droit au chômage des travailleurs à temps partiel" (n° 14622)

06 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen

over "het recht op werkloosheid voor deeltijdse werknemers" (nr. 14622)

06.01 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Madame la présidente, madame la

ministre, j'ai été interpellée par une citoyenne pour une problématique
déjà souvent abordée.

Elle m'explique qu'après avoir travaillé huit ans à mi-temps, quelle ne
fut pas sa surprise d'être licenciée: elle était admise au chômage sur
base de ses études et pas sur base de son travail pendant huit ans.
C'est difficile à admettre et peu gratifiant pour quelqu'un qui a fait
l'effort de travailler à temps partiel dans un boulot pas facile tous les
jours!

Madame la ministre, est-il possible pour une travailleuse à mi-temps
d'être admise au chômage sur base du travail?
À partir de quel temps de travail est-ce possible?
En termes d'allocations de chômage octroyées, de quel avantage
dispose quelqu'un ayant travaillé à mi-temps par rapport à quelqu'un
n'ayant pas travaillé?
Des évaluations ou des modifications de ce système sont-elles
prévues? En effet, il constitue un contre-incitant pour des gens
confrontés à un nouveau travail avec pour horizon le risque d'être
inscrits plus tard au chômage comme s'ils n'avaient jamais travaillé.

06.01 Zoé Genot (Ecolo-Groen!):

werd

door

een

dame

aangesproken over een probleem
dat al meermaals aan de orde is
geweest.

een

deeltijdse

loopbaan van acht jaar werd ze
ontslagen. Ze werd tot de
werkloosheid toegelaten op basis
van haar studies en niet op grond
van die acht jaar dat ze had
gewerkt.

Kan een deeltijdse werknemer op
grond van zijn loopbaan tot de
werkloosheid worden toegelaten?
Vanaf welke arbeidsduur is dat
mogelijk?

Welk voordeel heeft een deeltijdse
werknemer ten opzichte van
iemand die niet heeft gewerkt wat
de werkloosheidsuitkering betreft?

Zal

dat

systeem

worden

geëvalueerd of gewijzigd?

06.02 Joëlle Milquet, ministre: Madame la présidente, chère

collègue, à mon avis, certains éléments manquent: a-t-elle travaillé à
mi-temps pendant les huit ans? D'après la réponse que je vous
donnerai, cette citoyenne doit avoir connu un break durant cette
période. Sans cela, ce n'aurait pas dû être le cas. Il est en effet tout à
fait possible pour un travailleur à temps partiel d'être admis au
chômage sur la base de ses prestations de travail.

La règle est la suivante: d'une part, un travailleur à temps partiel peut
être assimilé à un travailleur à temps plein et peut être admis au
bénéfice des allocations de chômage dans le régime des travailleurs
à temps plein pour autant qu'il perçoive un salaire au moins égal au
salaire mensuel de référence le fameux 1 387,49 euros et qu'il
prouve le nombre de jours de travail requis pour sa catégorie d'âge
pour une admission à temps plein. C'est la première règle.

Dans cette hypothèse, le nombre d'heures de travail du travailleur à
temps partiel est converti en nombre de jours; pour être admis à
temps plein, le travailleur âgé de moins de 36 ans doit prouver au
moins 312 jours de travail au cours des 18 mois qui précèdent sa
demande d'allocations. Pour justifier le nombre de jours de travail
requis, il est nécessaire que le travailleur ait une fraction d'occupation
d'environ 25 heures et demi sur 38.

06.02 Minister Joëlle Milquet:

Volgens mij ontbreken er bepaalde
elementen: heeft de betrokkene
gedurende die hele periode van
acht

jaar

deeltijds gewerkt?

Blijkbaar heeft ze haar loopbaan
op

een

gegeven

moment

onderbroken.

De regel luidt als volgt: een
deeltijdse werknemer kan tot de
voltijdse werkloosheid worden
toegelaten indien hij een loon heeft
getrokken dat gelijk is aan het
maandelijkse

referentieloon

(1 387,49 euro) en het bewijs
levert van het aantal werkdagen
dat voor een voltijdse baan in zijn
leeftijdscategorie vereist is. Het
aantal uren deeltijdse arbeid wordt
dan

omgezet

dagen;

werknemers

jonger

dan

moeten het bewijs leveren van 312

27/10/2009

CRIV 52

COM 680

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Par ailleurs, le travailleur à temps partiel peut être admis au bénéfice
des allocations de chômage dans le régime spécifique des travailleurs
à temps partiel volontaire pour autant qu'il ait travaillé au moins
12 heures par semaine ou au moins le tiers d'une occupation à temps
plein et qu'il prouve un certain nombre de demi-jours de travail salarié
au cours d'une certaine période période de référence précédant
immédiatement la demande d'allocations de chômage.

Par exemple, pour un travailleur de moins de 36 ans, il s'agit de
prouver 312 demi-jours au cours des 24 mois précédant la demande
d'allocations de chômage; s'il réunit les conditions d'admission
précitées, le travailleur pourra bénéficier des demi-allocations de
chômage pour les heures habituelles d'activité.

Pour la personne dont vous parlez, il s'agirait de voir si elle remplissait
bien ces conditions pour ses huit ans d'activité, c'est-à-dire 12 heures,
occupation en tiers-temps, etc.

Néanmoins, il est parfois avantageux pour quelqu'un qui commence à
travailler à temps partiel et qui réunit également les conditions pour
être admis sur la base de ses études de demander le statut de
travailleur avec maintien des droits. Dans ce cas, à l'issue de son
occupation à temps partiel, il aura le statut de travailleur à temps
plein. S'il n'a pas presté suffisamment d'heures pour pouvoir
bénéficier des allocations de chômage à temps plein, il pourra être
admis au bénéfice des allocations d'attente, sur la base de ses
études. Ses prestations pourront éventuellement être prises en
considération pour une admission à temps plein ultérieurement. Ce
n'est valable que pour les personnes ayant travaillé un nombre
d'heures insuffisant.

En termes d'allocations de chômage octroyées, l'avantage dépendra
du montant de l'allocation auquel le demandeur aura droit en fonction
de sa situation familiale, du salaire perdu ainsi que de la durée de son
chômage. Ainsi, un travailleur cohabitant qui peut prétendre au
montant maximum de la demi-allocation de chômage percevra un
montant plus élevé au début de son chômage que celui qui est prévu
en raison de son niveau d'études. En revanche, si son chômage
perdure et qu'il est indemnisé comme travailleur cohabitant au forfait,
il percevra une somme moins élevée.

Donc, cela dépend vraiment des situations. Il n'y a pas de règle
générale, et les règles en vigueur n'ont pas été remises en cause par
les partenaires sociaux. Et demander des évaluations ne me pose
aucun problème.

En l'occurrence, cette personne a travaillé à mi-temps pendant huit
ans. Elle aurait donc dû être admise sur la base de ses prestations
professionnelles.

werkdagen gedurende de achttien
maanden die hun aanvraag
voorafgaan. Om het vereiste
aantal

werkdagen

rechtvaardigen,

moet

tewerkstellingsbreuk

25,30 op

38 uur bedragen.

Een deeltijdse werknemer kan tot
de werkloosheid worden toege-
laten in het specifieke stelsel van
vrijwillig deeltijdse werknemers
indien hij minstens twaalf uur per
week heeft gewerkt of een derde
van een voltijdse betrekking heeft
gepresteerd, en indien hij aantoont
dat hij gedurende een referentie-
periode voorafgaand aan de
uitkeringsaanvraag een aantal
halve dagen in loondienst heeft
gewerkt. Werknemers jonger dan
36 moeten het bewijs leveren van
312 halve dagen tijdens een
periode van 24 maanden vooraf-
gaand aan de uitkeringsaanvraag;
indien ze aan de voorwaarden
voldoen, kunnen ze een halve
werkloosheidsuitkering ontvangen
voor de gebruikelijke werkuren.

Iemand die deeltijds begint te
werken én toelaatbaar is op grond
van zijn studies doet er soms
echter beter aan het statuut van
werknemer met behoud van
rechten aan te vragen. Wanneer
zijn parttimejob afgelopen is, zal hij
het statuut van voltijds werknemer
krijgen. Mocht hij niet voldoende
uren

hebben

gewerkt

aanspraak te kunnen maken op
een

voltijdse

werkloosheids-

uitkering, dan zal die persoon toch
een wachtuitkering kunnen krijgen
op grond van zijn studies.

Wat de werkloosheidsuitkering
betreft, hangt de omvang van het
voordeel af van het bedrag waarop
de aanvrager, afhankelijk van zijn
gezinssituatie, zijn vroegere loon
en de duur van zijn werkloosheid,
recht heeft.

Een algemene regel is er niet, en
de vigerende regels werden door
de sociale partners niet ter
discussie gesteld.

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Indien de persoon waarvan sprake
gedurende acht jaar halftijds
werkte, zou hij dus toegelaten
moeten zijn op grond van zijn
arbeidsprestaties.

06.03 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Madame la ministre, je

m'interrogeais à propos des 312 jours sur les 24 dernières années.
Imaginons quelqu'un qui preste un mi-temps en travaillant deux
journées par semaine. Selon la manière dont le temps partiel est
réparti sur la semaine, un autre accès au chômage est-il possible?
Cela ne risque-t-il pas d'entraîner des conséquences financières?

06.03 Zoé Genot (Ecolo-Groen!):

Ik heb wel vragen over de 312
dagen tijdens de 24 voorgaande
maanden. Stel, iemand heeft een
halftijdse job en een tweedaagse
werkweek. Kan er afhankelijk van
de spreiding van de deeltijdse
arbeid over de week een andere
toelaatbaarheid gelden? Zijn er
financiële gevolgen?

06.04 Joëlle Milquet, ministre: Il faudrait faire preuve de plus de

flexibilité. L'important est que nous ayons un volume, et nous
pourrions donc être moins rigides quant à la répartition des heures. Je
n'ai aucun souci à demander l'avis des partenaires sociaux.

06.04 Minister Joëlle Milquet:

Wat telt is dat men een zeker
arbeidsvolume bereikt; op het stuk
van de spreiding van de werkuren
zouden we minder streng kunnen
zijn. Ik wil daaromtrent best het
advies van de sociale partners
inwinnen.

06.05 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Il me semblerait intéressant que

votre cabinet examine différents cas de figure avant de les renvoyer
aux partenaires sociaux. Il ne sert à rien de noyer ceux-ci sous le
travail! Mais si des différences d'admission apparaissaient entre des
gens qui ont travaillé le même nombre d'heures, cela vaudrait la peine
d'appliquer la mesure la plus favorable.

06.05 Zoé Genot (Ecolo-Groen!):

Uw kabinet zou zich moeten
buigen over de diverse mogelijke
gevallen, alvorens de zaak naar de
sociale partners te verwijzen.
Indien er qua toelaatbaarheid
verschillen blijken te bestaan
tussen personen die een gelijk
aantal uren hebben gewerkt, zou
het goed zijn de meest voordelige
regeling toe te passen.

06.06 Joëlle Milquet, ministre: Ce sont des demi-jours; c'est donc

déjà plus flexible.

Je peux franchement poser la question.

06.06 Minister Joëlle Milquet:

Het gaat om halve dagen; dat is
dus al flexibeler.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

07 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Martine De Maght aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over
"de studentenarbeid" (nr. 14695)
- de heer Xavier Baeselen aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over
"studentenarbeid" (nr. 14728)
- de heer Guy D'haeseleer aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over
"de hervorming van de studentenarbeid" (nr. 15677)

07 Questions jointes de

- Mme Martine De Maght à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances
sur "le travail étudiant" (n° 14695)
- M. Xavier Baeselen à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances sur

27/10/2009

CRIV 52

COM 680

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

"le travail étudiant" (n° 14728)
- M. Guy D'haeseleer à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances sur
"la réforme du travail des étudiants" (n° 15677)

07.01 Martine De Maght (LDD): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de

minister, hoewel deze vraag al van een tijd geleden dateert, is zij nog
zeer actueel.

Zowel Unizo, vzw Jobwerking als het NSZ publiceerden hun
opmerkingen eind augustus, begin september, met de dringende
vraag om de aanpassing van de huidige wetgeving inzake
studentenarbeid. Ik geef enkele citaten die aantonen dat ook zij er
heel veel belang aan hechten dat de huidige wet zou worden
aangepast.

Unizo wijst op wat zij de huidige complexe wetgeving inzake
studentenarbeid noemen. Op dit moment kan een student
drieëntwintig dagen tijdens de zomermaanden werken, en
drieëntwintig dagen daarbuiten. Nergens wordt echter bijgehouden
hoelang er al gewerkt is. Een werkgever kan dus onmogelijk nagaan
of een student die hij aanwerft niet al meer dan het aantal toegelaten
aantal dagen heeft gewerkt. Dat kan belangrijke gevolgen hebben bij
ongevallen of betwistingen.

Volgens de vzw Jobwerking moeten jobstudenten aan de kust dit jaar
opvallend meer zwartwerken. Volgens de voorzitter van het NSZ,
mevrouw Christine Mattheeuws is het nogmaals een bewijs dat het
huidige stelsel voor studentenarbeid niet voldoet.

Het wordt eens te meer betreurd dat de huidige regelgeving te strikt
en te beperkend is. Om tegemoet te komen aan de verzuchtingen van
zowel de werkgevers als de studenten, dringt een uitbreiding en een
vereenvoudiging van de huidige wetgeving zich op. Duidelijke
controlemogelijkheden moeten daarvoor worden gecreëerd. Zowel de
werkgevers

als

studenten

moeten

ter

zake

hun

verantwoordelijkheid nemen. Dat kan alleen maar in het belang van
het systeem zijn.

Uiteraard is 1 oktober al voorbij. Wij zijn haast een maand verder. 1
oktober is de datum waarop opnieuw drieëntwintig dagen arbeid
toegelaten zijn voor jobstudenten, tegen verminderde RSZ-tarieven.
Nogmaals, mijn vragen blijven pertinent.

Mevrouw de minister, wanneer gaat u over tot de hervorming van het
systeem van de studentenarbeid? Wanneer mogen wij een nieuwe
regelgeving ter zake verwachten? Welke maatregelen om
studentenarbeid te controleren op zwartwerk neemt u in afwachting
van een nieuwe regeling? Mogen wij onder de term "zwartwerk" ook
verstaan werk dat buiten die drieëntwintig dagen toegestane arbeid
wordt verricht?

07.01 Martine De Maght (LDD):

Après l'été, Unizo, le Syndicat
neutre des indépendants et l'ASBL
Jobwerking ont publié le fruit de
leurs réflexions concernant le
travail

des

étudiants.

Tous

réclament l'aménagement de la
législation en vigueur. Il a été
constaté que la législation en
vigueur est à la fois trop complexe
et trop stricte. Jamais on ne
comptabilise combien de jours sur
les 23 autorisés un étudiant a déjà
travaillé et le travail au noir reste
important.

À quand la réforme de la
législation sur le travail des
étudiants? Quelles mesures peut-
on prendre dès à présent pour
empêcher le travail au noir parmi
les étudiants?

07.02 Guy D'haeseleer (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter,

mevrouw de minister, collega De Maght heeft al een aantal praktische
problemen aangehaald die wij allemaal kennen en die inderdaad de
hervorming van het systeem van studentenarbeid noodzakelijk
maken. U hebt in juni gemeld dat het heel moeilijk was om een
consensus te bereiken en dat het aangewezen was de hervorming uit
te stellen tot januari 2010.

07.02 Guy D'haeseleer (Vlaams

Belang): Dans le courant du mois
de juin, la ministre a annoncé
qu'un projet de réforme du travail
des étudiants devait être prêt pour
la confection du budget en octobre
2009.

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Inzake de timing meldde u dat er voor het conclaaf van oktober een
project moest klaar zijn, daar "een efficiënte oplossing rekening zal
moeten houden met de Dimonaregeling voor de elektronische
aangifte van gesalarieerde prestaties die de RSZ op dat moment
voorbereidde". U wou dus een éénsleutelsysteem dat efficiënte
controles toeliet, met een aanpassing van het Dimonasyteem.
Wegens het vastgestelde zwartwerk in de sector is dat misschien
geen overbodige luxe.

U hebt gemeld dat de wetsontwerpen dienaangaande in oktober of
ten laatste in november zouden worden besproken.

Mevrouw de minister, hoever staat het? Zult u die timing halen? We
zijn ondertussen halfweg. Voorziet u dat die wetsontwerpen in de
komende weken in het Parlement kunnen worden besproken? Als u
wil starten in 2010 en de nodige uitvoeringsbesluiten wenst te nemen,
is een dringende behandeling van die wetsontwerpen absoluut
noodzakelijk.

Où en sont les projets de loi? Le
timing sera-t-il respecté? Les
textes doivent être examinés
d'urgence

l'on

souhaite

commencer en 2010.

07.03 Minister Joëlle Milquet: Mevrouw de voorzitter, door de crisis

en de technische problemen van de RSZ moesten mijn collega
Laurette Onkelinx en ikzelf het project een beetje uitstellen. Ik heb er
al verschillende keren op gewezen dat het moeilijk is om tot een
akkoord te komen over de hervorming. Door de economische crisis
wordt het steeds moeilijker de posities te verzoenen. Uit de
besprekingen met alle betrokken partijen blijkt elke keer duidelijker
dat iedereen wil dat de juridische problemen worden opgelost die
voortvloeien uit de onmogelijkheid op dit ogenblik om zich een idee te
vormen van het aantal dagen dat een student werkelijk heeft gewerkt.
Dat probleem moet als eerste worden opgelost. Een hervorming van
de studentenarbeid mag in geen geval meer problemen creëren dan
ze oplossingen biedt. Er wordt gezocht naar een praktische en
aanvaardbare oplossing.

Een reglementering moet op het terrein kunnen worden uitgevoerd en
moet voldoende juridische bescherming bieden aan de personen voor
wie de maatregelen bestemd zijn. Er moet worden tegemoetgekomen
aan de nood aan juridische bescherming. Daarom mag de hervorming
van de studentenarbeid niet op een drafje worden afgehandeld. Dan
bestaat immers het risico dat er meer problemen worden veroorzaakt
dan er worden opgelost.

Om al die redenen hebben minister Laurette Onkelinx en ikzelf de
RSZ gevraagd voorbereidingen te treffen voor de hervorming van de
studentenarbeid en een project uit te werken rekeninghoudend met
het Dimonastelsel om de gepresteerde loonarbeid elektronisch aan te
geven. We hebben een tiental vergaderingen gehad met de RSZ, met
de leden van mijn kabinet en met die van het kabinet van mevrouw
Onkelinx. De reglementering die momenteel door de RSZ wordt
uitgewerkt, houdt rekening met die parameters.

Een voorstel van wetgeving is bijna klaar en zal voor het einde van het
jaar aan de Ministerraad worden voorgelegd.

De hervorming beoogt twee grote doelen, enerzijds de
vereenvoudiging en, anderzijds de uitbreiding van het huidige stelsel.

07.03

Joëlle Milquet, ministre:

La crise et les problèmes
techniques survenus au sein de
l'ONSS nous ont forcées, la
ministre Onkelinx et moi-même, à
repousser quelque peu le projet. Il
est difficile d'arriver à un accord.
Tout le monde veut trouver une
solution aux problèmes juridiques
liés au fait que l'on ne connaît pas
la durée effective de travail des
étudiants. La réforme du travail
des étudiants ne peut, en aucun
cas,

créer

davantage

problèmes qu'elle n'en résout.
C'est la raison pour laquelle elle
ne peut se faire à la hâte.

La ministre Onkelinx et moi-même
avons demandé à l'ONSS de
préparer la réforme et d'élaborer
un projet qui tienne compte de
Dimona pour la déclaration. Il
existe un texte qui sera soumis au
Conseil des ministres avant la fin
de l'année.

L'objectif

poursuivi

est

simplification et l'extension du
régime actuel. Il existe deux
grandes lignes: l'instauration d'un
nombre déterminé de jours par an
et une cotisation uniforme par
étudiant et par employeur. Nous
soumettrons prochainement une
proposition

conseil

des

ministres et demanderons l'avis du
CNT.

27/10/2009

CRIV 52

COM 680

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Er zijn dus twee grote lijnen: het invoeren van één bepaald aantal
dagen per jaar, zonder twee verschillende stelsels, en één uniforme
bijdrage per student en per werkgever. Binnenkort zullen we een
voorstel in de Ministerraad indienen alsook een vraag om advies van
de NAR.

Het voorontwerp van wet zal aan de sociale partners in de Nationale
Arbeidsraad worden voorgelegd. Als deze hierover snel tot een
akkoord komen, kunnen die nieuwe bepalingen misschien rond Pasen
2010 al in werking treden en in elk geval ten laatste voor de zomer
van 2010. Daarvoor moeten we natuurlijk een stemming in de Kamer
over de nieuwe wetgeving houden. Deze zou idealiter plaatsvinden
rond december of januari, met een inwerkingtreding voor Pasen. Ik zal
in afwachting van de inwerkingtreding van deze nieuwe regels aan de
Federale Raad voor de strijd tegen de illegale arbeid en de sociale
fraude vragen om na te gaan of er nood is aan controle die specifiek
gericht is op studentenarbeid, binnen het raam van de prioriteiten
inzake fraudebestrijding.

Si les partenaires sociaux se
mettent rapidement d'accord, les
nouvelles dispositions pourront
entrer en vigueur vers Pâques
2010, moyennant adoption du
projet par la Chambre en
décembre ou janvier.

En attendant, je demanderai au
Conseil fédéral de lutte contre le
travail illégal et la fraude sociale
s'il faut un contrôle spécifique pour
le travail des étudiants.

07.04 Martine De Maght (LDD): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de

minister, ik heb met aandacht geluisterd naar wat u hebt gezegd. U
geeft aan dat we hier niet op een drafje een nieuwe wetgeving moeten
goedkeuren. Nochtans stellen enkele collega's en ik daarover reeds
meer dan een jaar vragen om die wetgeving bij te sturen. U geeft zelf
aan dat u met uw collega zal moeten overleggen om na te gaan in
welke mate die sociale fraude moet worden ingeperkt. Ik denk dat het
niet meer van deze tijd is dat we deze wetgeving moeten toepassen,
wetende dat er inderdaad misbruik van wordt gemaakt.

Daar gaat het vandaag over: er wordt misbruik gemaakt van die
wetgeving. U geeft zelf aan dat er vandaag geen controleorganisme
is. Daarvoor gaat u de Dimona-regeling gebruiken, maar die is
vandaag nog niet actief. Een project is nodig dat rekening houdt met
een Dimona-regeling, en waarbij de RSZ daarmee rekening houdt om
een vereenvoudiging en uitbreiding van het huidige stelsel door te
voeren. Ik denk dat als er vandaag niets gebeurt, dat dit niet meer
beantwoordt aan de bedrijfseconomische realiteit van vandaag de
dag. Een praktische aanvaardbare oplossing, misschien een
overgangsoplossing, moet toch mogelijk zijn. Het moet toch mogelijk
zijn om inderdaad die fraude tegen te gaan en om zo snel mogelijk tot
een akkoord te komen. Ik vind dat we daar mee blijven treuzelen en
dat het onverantwoord is dat dit dossier blijft meegesleurd worden,
zeker gezien de huidige economische toestand.

07.04 Martine De Maght (LDD):

Selon la ministre, nous ne devons
pas

adopter

une

nouvelle

législation au petit trot, mais nous
posons des questions à ce sujet
depuis plus d'un an. Il est inutile
d'appliquer une loi qui fait l'objet
d'abus.

Il faut un projet qui tienne compte
de la réglementation Dimona et
qui soit pris en compte par l'ONSS
pour simplifier et étendre le
régime actuel. Il faut au moins une
solution transitoire. La fraude doit
être réprimée et il faut arriver
rapidement à un accord.

07.05 Guy D'haeseleer (Vlaams Belang): Mevrouw de minister, ik

dank u voor uw antwoord. Ik pleit in ieder geval niet voor een
tussentijdse regeling, in afwachting van uw wetsontwerp want dat zou
de chaos en de onduidelijkheid op het terrein nog groter maken
volgens mij.

Als ik mij niet vergis werden deze wetsontwerpen al begin 2008
aangekondigd. Er kan dan ook niet echt sprake zijn van op een drafje
afhandelen. Er is heel veel overleg gepleegd, heel veel gestudeerd en
heel veel uitgesteld. Ik denk dan ook, mevrouw de minister, dat het
tijd is om te landen. U kondigt het advies van de NAR aan tegen het
einde van dit jaar. Ik weet al welke discussies zich op de Ministerraad
zullen ontspinnen. Als u tegen Pasen wilt klaar zijn met een wetgeving
die op het terrein toepasbaar is, dan denk ik dat het hoog tijd is dat u

07.05 Guy D'haeseleer (Vlaams

Belang):

Une

réglementation

intermédiaire en attendant la
réforme définitive ne ferait que
favoriser l'anarchie. J'invite la
ministre à transmettre le plus
rapidement possible les projets de
loi sur la réforme au Parlement.

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

met de wetsontwerpen naar het Parlement komt. Het is in elk geval
een goede zaak dat ze sowieso wordt uitgebreid. Als dit nog kan
worden gekoppeld aan een efficiënte controle kan iedereen daar
alleen maar blij om zijn.

Ik dring nogmaals aan om zo vlug mogelijk naar het Parlement te
komen met uw wetsontwerpen.

07.06 Martine De Maght (LDD): Voor alle duidelijkheid: ik pleit hier

niet als enige heilige om een tussenoplossing te creëren. Wat ik
vandaag vaststel, en u geeft dat terecht aan, is dat het dossier zo lang
aansleept dat er iets moet gebeuren. Als de enige mogelijkheid om
het dossier enigszins van de grond te krijgen via een tussenoplossing
moet verlopen, zie ik dat als enig alternatief. Uiteraard is een
definitieve oplossing de beste oplossing. Wij pleiten daar ook voor.
Het dossier beweegt echter niet en ik moet eerlijk bekennen dat, met
alles wat er de afgelopen twee jaar is gebeurd, ik het niet zie
gebeuren dat wij begin volgend jaar al een nieuwe wetgeving zullen
hebben die van toepassing kan zijn. Dat is mijn grootste bezorgdheid.

07.06 Martine De Maght (LDD):

Une révision de l'actuel système
s'impose d'urgence, par le biais
d'une solution intermédiaire si
nécessaire, mais de préférence
sur la base d'une réforme
définitive.

07.07 Minister Joëlle Milquet: Een voorlopige reglementering zal

helemaal niet noodzakelijk zijn. Het wetsontwerp is bijna klaar. Wij
hadden absoluut de hulp nodig van de RSZ want anders hadden we
geen toezichtmiddelen en het is noodzakelijk om over aanvullende
toezichtmiddelen te beschikken.

Binnen twee maand zal een nieuw wetsontwerp op de Ministerraad en
in het Parlement worden ingediend. De RSZ zal misschien nog 2, 3 of
4 maanden nodig hebben om een aangepaste techniek te ontwikkelen
voor de controle op Dimona. Tegen Pasen zal de nieuwe wetgeving
volgens mij in werking treden.

07.07 Joëlle Milquet, ministre:

Les projets de loi seront soumis au
Parlement avant la fin 2009. Il
faudra alors peut-être encore
quelques mois à l'ONSS pour
élaborer une technique de contrôle
appropriée pour Dimona. Je pense
que la nouvelle législation pourra
entrer en vigueur d'ici Pâques.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

08 Question de Mme Camille Dieu à la ministre de l'Intérieur sur "la libre circulation des travailleurs et

la fin des restrictions d'ouverture des frontières belges" (n° 14696)

08 Vraag van mevrouw Camille Dieu aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de opheffing van

de beperkingen op het vrije verkeer van werknemers" (nr. 14696)

08.01 Camille Dieu (PS): Madame la présidente, madame la

ministre, j'avais adressé cette question à l'époque à M. De Padt. Nous
savons que la Belgique n'a pas reconduit les dérogations qu'elle avait
sollicitées jusque-là et qui limitaient l'accès au territoire aux
travailleurs provenant des dix nouveaux États membres. Ces
travailleurs polonais, lettons, lituaniens, estoniens, tchèques,
slovaques, hongrois et slovènes ont acquis le droit de venir travailler
en Belgique sans permis de travail préalable, à l'exception toutefois
des travailleurs bulgares et roumains.

Madame la ministre, pouvez-vous me fournir des statistiques
concernant les flux de travailleurs, pour chaque nationalité? Combien
sont-ils venus s'installer en Belgique? Quelle est la durée moyenne
des contrats offerts à ces travailleurs? Dans quels secteurs sont-ils le
plus souvent employés?

08.01 Camille Dieu (PS): België

heeft de afwijkingen die de
toegang tot het territorium voor
werknemers uit de tien nieuwe
lidstaten

beperkten,

niet

vernieuwd. Met uitzondering van
de Bulgaarse en Roemeense
werknemers hebben de Poolse,
Letse, Litouwse, Estse, Tsjechische,
Slowaakse, Hongaarse en Sloveense
werknemers het recht verworven
om in België te komen werken
zonder

een

voorafgaande

werkvergunning,.

Kan u me per nationaliteit
statistische gegevens bezorgen
met betrekking tot instroom van

27/10/2009

CRIV 52

COM 680

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

die werknemers? Hoeveel van die
werknemers hebben er zich in
België gevestigd? Wat is de
gemiddelde

looptijd

van

contracten

die

aan

die

werknemers worden aangeboden?
In welke sectoren worden ze het
vaakst tewerkgesteld?

08.02 Joëlle Milquet, ministre: Madame la présidente, madame

Dieu, nous ne disposons pas de chiffres pour ce qui concerne les
travailleurs des huit nouveaux États membres qui sont autorisés à
travailler depuis la levée des restrictions au 1

mai 2009. Étant donné

que le permis de travail n'est plus obligatoire, il n'y a pas
d'enregistrement de données à ce sujet. Par ailleurs, les déclarations
trimestrielles à l'ONSS permettent d'établir des statistiques sur la
nationalité des travailleurs mais elles ne permettent pas de faire la
différence entre les travailleurs nouvellement occupés en Belgique sur
la base des nouvelles dispositions et ceux qui y travaillaient déjà
précédemment sous le couvert d'un permis de travail, dans les
métiers en pénurie par exemple.

Les chiffres dont on dispose actuellement par nationalité comportent
aussi bien des travailleurs qui étaient déjà actifs avant le 1

mai 2009,

les nouveaux ainsi que les travailleurs saisonniers. Ils révèlent que
ces huit nationalités, que vous avez citées, représentent en août 2009
un total de 3 539 travailleurs dont 87,5 % de Polonais. J'étais moi-
même étonnée. Je savais qu'il y avait une majorité de Polonais mais
je ne pensais pas que c'était à ce point. C'est quasiment 90 %! Il n'y a
donc pas d'accès majeur au marché du travail en provenance des
sept autres pays. Une analyse détaillée sera effectuée par l'ONSS
lorsque les déclarations trimestrielles du 3

trimestre 2009 auront été

traitées. À ce moment-là, je vous transmettrai les chiffres. Je vous
remets déjà un tableau avec les proportions des différentes
nationalités.

08.02 Minister Joëlle Milquet: De

cijfers die momenteel per nationa-
liteit beschikbaar zijn, slaan zowel
op de werknemers die hier al
werkten vóór 1 mei 2009, als op
de nieuwe werknemers en de
seizoensarbeiders. Er blijkt uit dat
in augustus 2009 hier in totaal
3 539

werknemers

werkten,

afkomstig uit de acht landen waar
u het over had. De Polen
vertegenwoordigden 87,5 procent
van dat totaal. Er zijn dus niet veel
werknemers uit de zeven andere
landen op onze arbeidsmarkt aan
de slag. De RSZ zal een
gedetailleerde analyse maken,
zodra

driemaandelijkse

aangiften voor het derde trimester
van 2009 zullen afgehandeld zijn.
Ik zal u dan de cijfers bezorgen. Ik
bezorg u nu al een tabel met de
verhoudingen van de diverse
nationaliteiten.

08.03 Camille Dieu (PS): Je remercie la ministre pour sa réponse et

j'attends les précisions qui nous parviendront ultérieurement.

08.03 Camille Dieu (PS): Ik

wacht op de preciseringen die ons
later zullen worden toegezonden.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

09 Samengevoegde vragen van

- de heer Hans Bonte aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over "de
one-shotbesparingsoperatie bij PWA-besturen" (nr. 15904)
- mevrouw Sarah Smeyers aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over
"de geplande besparingsmaatregelen op PWA's" (nr. 15921)

09 Questions jointes de

- M. Hans Bonte à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances sur "les
mesures d'économie à caractère unique auprès des administrations ALE" (n° 15904)
- Mme Sarah Smeyers à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances
sur "les mesures d'économie prévues pour les ALE" (n° 15921)

09.01 Hans Bonte (sp.a): Mevrouw de minister, ik wil terugkomen op

het debat dat we vorige week in onze commissie hebben gewijd aan
het evaluatierapport inzake de dienstencheques en meer specifiek op
de oneshotbesparingsmaatregelen voor 55,2 miljoen euro in de

09.01 Hans Bonte (sp.a): Je me

pose des questions à propos des
55,2 millions d'euros d'économies
prévues dans les administrations

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

PWA's met dienstenchequeactiviteiten, aangevuld met 4 miljoen euro
besparingen in de andere PWA's. U zult misschien samen met mij
gemerkt hebben dat er nogal wat ongerustheid heerst in het veld, of
dat nu in het noorden, het zuiden of het centrum van het land is, over
de toekomst van de vermoedelijk ongeveer 11 000 werknemers die in
grote mate zijn doorgestroomd vanuit de werkloosheid naar
dienstenchequecontracten. Die ongerustheid vloeit natuurlijk voort uit
het feit dat de reserves voor een groot stuk moeten dienen voor het
opvangen van toekomstige loonkosten.

Mevrouw de minister, ik wil hierover een aantal precieze vragen
stellen, in de hoop dat we de oneshotmaatregel, die volgens mij
discriminerend is en veel jobs op de helling dreigt te zetten, nog
kunnen tegenhouden. Ten eerste, hoe verklaart u dat u een dergelijke
besparingsmaatregel

kunt

nemen

bij

een

enkel

type

dienstenchequewerkgevers,

namelijk

PWA-

dienstenchequesondernemingen? Het gaat hierbij om gemeentelijke
vzw's. Andere dienstenchequeondernemingen die zijn erkend als vzw
of als commerciële bedrijven in de uitzendsector of de lokale
besturen, blijven buiten schot. Mevrouw de minister, op welke
juridische basis baseert u zich om die 55,2 miljoen euro enkel en
alleen te besparen bij dienstenchequewerkgevers opgericht vanuit het
bestuur, te meer daar de federale regering alle PWA's toen nogal
sterk gemotiveerd heeft om die stap te zetten?

Ten tweede, is er hierover overleg geweest met de regio's? Zo niet, is
dat gepland? Als dat er al is geweest, kunt u mijn dan informeren over
het resultaat ervan?

De derde vraag gaat over de juridische mogelijkheden vandaag voor
PWA's om te participeren in andere lokale tewerkstellingsinitiatieven.
Mevrouw de minister, het zou veel zinvoller zijn om in deze moeilijke
economische situatie PWA's te doen participeren en initiatieven te
nemen die leiden naar werk in plaats van dat er jobs op de helling
worden gezet. Kortom, wat mogen PWA's vandaag doen in het kader
van de wetgeving om lokale tewerkstellingsinitiatieven te nemen?

Ten vierde, op welke manier zullen de PWA's worden geïnformeerd?
Ik wil samen met de mensen van ACV, ABVV en de lokale besturen
permanent telefoons blijven beantwoorden maar de vraag is hoe en
wanneer de PWA's hierover zullen worden geïnformeerd.

Ten vijfde, wat is nu het precies het aandeel van de reserves die
PWA's moeten afgeven? Vorige week wist u dat het meer 90 miljoen
euro is maar ik zou graag weten welke verdeelsleutel u per PWA zult
hanteren.

Ten zesde, hoe zit het met de regionale verdeling? Het aantal
erkenningen van PWA-ondernemingen door de cel dienstencheques
is ongelijk gespreid over de Gewesten. Kunt u ons daar een verdeling
van geven? Kunt u ook een verdeling geven van het aantal jobs dat in
die bedrijven inmiddels is gerealiseerd, evenals van hun financiële
reserves?

Ten zevende, kunnen PWA-bureaus beslissen om hun afdeling
dienstencheques te verzelfstandigen tot een autonome vzw? Dat is
een suggestie die wij zeer veel horen dezer dagen.

ALE qui exercent des activités
dans le cadre des titres-services,
ainsi qu'à propos des 4 millions
d'euros d'économies visées dans
les autres administrations ALE.
Sur le terrain, l'inquiétude est
palpable à propos de l'avenir des
quelque 11 000 travailleurs du
secteur. Une grande part des
réserves doit en effet servir à faire
face aux futurs coûts salariaux.
Comment la ministre explique-t-
elle

qu'une

telle

mesure

d'économie soit prise uniquement
pour les ALE, alors que d'autres
entreprises de titres-services ne
sont pas concernées. Sur quelle
base juridique cette règle se
fonde-t-elle? Y a-t-il eu une
concertation à ce sujet avec les
Régions?

Quelles

possibilités

juridiques les ALE ont-elles à leur
disposition pour pouvoir participer
à d'autres initiatives locales pour
l'emploi? De quelle manière les
ALE

seront-elles

informées?

Quelle part de leurs réserves vont-
elles devoir sacrifier? Quelle clé de
répartition sera-t-elle utilisée?

Qu'en est-il de la répartition
régionale? La ministre pourrait-elle
également fournir une répartition
du nombre d'emplois qui ont été
créés entre-temps dans ces
entreprises, ainsi que de leurs
réserves financières? Les ALE
peuvent-elles décider de transfor-
mer leur section Titres-services en
ASBL

autonomes?

Combien

d'ALE sont également reconnues
comme

initiatives

socio-

économiques par les autorités
régionales? Quel montant les ALE
investissent-elles dans l'encadre-
ment des chômeurs de longue
durée par rapport aux autres types
d'entreprises de titres-services?

27/10/2009

CRIV 52

COM 680

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Ten achtste, hoeveel PWA-dienstenchequeondernemingen zijn ook
door regio-overheden effectief erkend als sociale economie-
initiatieven?

Ik kom tot mijn laatste vraag. Het is veeleer een pleidooi om toch van
de betreffende maatregel af te zien. Hoeveel investeringen doen
PWA-dienstenchequeondermeningen in de omkadering van langdurig
werklozen die op die manier aan het werk zijn, in vergelijking met
andere types van dienstenchequeondernemingen? Ik hoop dat het
antwoord op die laatste vraag u kan overtuigen om toch een en ander
te herzien.

09.02 Sarah Smeyers (N-VA): Ik heb wat minder gedetailleerde

vragen, maar toch ook enkele vragen over uw besparingsmaatregel.

Tijdens de voorbije begrotingsbesprekingen hebben uw plannen om
55 miljoen euro weg te halen bij de PWA's niet echt veel aandacht
gekregen, ook niet in de pers. Het is dan ook niet echt duidelijk op
welke manier u dat verwachte bedrag zal inzamelen. Daarom wil ik u
daarover een paar vragen stellen. Daarbij wil ik uitgaan van het feit
dat de Plaatselijke Werkgelegenheidagentschappen vzw's zijn die op
gemeentelijk of intergemeentelijk vlak bestuurd worden door enerzijds
leden aangewezen door de gemeenteraad of de betrokken
gemeenteraden, en anderzijds door afgevaardigden van de sociale
partners. Voor zover ik weet bestaat er amper een overzicht op de
middelen die de PWA's in de loop van hun bestaan hebben
opzijgezet. Dit geldt temeer omdat enkel grote vzw's verplicht zijn om
elk jaar hun jaarrekening neer te leggen bij de Nationale Bank.
Informatie uit een bepaalde krant leert mij dat het in totaal om een
100 miljoen euro zou gaan, waarvan het merendeel het batig saldo
zou zijn van verrichtingen in verband met de dienstencheques.

Mevrouw de minister, hebt u zicht op de spreiding van deze reserves
over de verschillende PWA's? Op welke wijze wilt u de inning
realiseren? Zal elk agentschap een vast percentage moeten
inleveren, of zal u de toegelaten reserves plafonneren tot een bepaald
bedrag en het saldo eventueel afromen? Op welke wijze zal u
vermijden dat sommige PWA's een schaduw-vzw zullen creëren om
hun reserves daarin onder te brengen?

Mevrouw de minister, het spreekt voor zich dat de benadering van
een centrale overheid, om in het kader van het begrotingsprobleem
fondsen op te eisen die op gemeentelijk of intergemeentelijk vlak
werden verworven, nogal vreemd overkomt. Het is wel belangrijk,
zoals de heer Bonte ook al heeft gezegd, dat deze budgettaire hold-
up, zoals het in sommige kranten wordt genoemd, wellicht tot gevolg
zal hebben dat duizenden laaggekwalificeerde en oudere werknemers
opnieuw werkloos dreigen te worden. Vreest u niet dat het
terugverdieneffect van uw besparingsmaatregel eigenlijk zeer klein zal
zijn?

09.02 Sarah Smeyers (N-VA):

Lors des discussions budgétaires,
les projets visant à prélever
55 millions d'euros auprès des
ALE n'ont guère retenu l'attention,
pas même dans la presse. La
question se pose dès lors de
savoir comment ce montant sera
récolté. On ne dispose pas d'un
réel

aperçu

des

réserves

constituées par les ALE au fil de
leur existence, et ce d'autant plus
que seules les grandes ASBL sont
tenues de déposer chaque année
leurs comptes annuels auprès de
la Banque nationale.

Selon les informations diffusées
dans la presse, il s'agirait d'un
montant approximatif total de
100 millions

d'euros,

qui

représenterait en grande partie le
solde positif d'opérations liées aux
titres-services. La ministre a-t-elle
une idée de la répartition de ces
réserves entre les différentes
ALE? Comment s'opérera la
perception?

Chaque

agence

devra-t-elle fournir un pourcentage
fixe ou les réserves seront-elles
limitées à concurrence d'un certain
montant? Comment évitera-t-on
que certaines ALE ne créent une
"ASBL fantôme" pour y loger leurs
réserves? La ministre ne craint-
elle pas que l'effet de retour de
cette mesure d'économie soit
minime?

09.03 Minister Joëlle Milquet: Mevrouw de voorzitter, de regering

heeft tijdens het begrotingsconclaaf inderdaad beslist een deel van de
reserves te recupereren. Zij werden door de sui generisafdeling
dienstencheques van de PWA's aangeboord en werden niet gebruikt.
Dat is dus voor de verschillende, genoemde gevallen.

Op 31 december 2008 werden de reserves die de PWA's via hun

09.03 Joëlle Milquet, ministre:

Durant le conclave budgétaire, le
gouvernement

décidé

récupérer une partie des réserves.
Fin 2008, les réserves accumulées
par les ALE par le biais de leurs
activités de titres-services étaient

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

dienstenchequeactiviteiten hadden opgebouwd, op 93,5 miljoen euro
geschat. Dat is bijna 100 miljoen euro.

De regering heeft beslist 55,2 miljoen euro van de opgebouwde
reserves te recupereren. Dat is 60 % van het huidige bedrag. Over
twee of drie jaar zullen de reserves van de PWA's natuurlijk groter
worden. Het gaat dus om een bedrag van 60 %. De PWA's kunnen
achteraf evenwel opnieuw reserves opbouwen. Het is belangrijk dat
toch even te vermelden.

Dankzij

voornoemde

maatregel

kunnen

nieuwe

tewerkstellingsmaatregelen, die werden genomen om aan de crisis
het hoofd te bieden, worden gefinancierd. Dat was natuurlijk de
compensatie, met name het nemen van nieuwe crisismaatregelen.

Het gaat om een one-shotoperatie die in de context van de huidige,
economische, budgettaire en tewerkstellingscrisis werd uitgevoerd.
Het is dus helemaal geen structurele maatregel.

De reserves werden wel opgebouwd maar niet gebruikt. Wij willen
ervoor zorgen dat het geld ervan niet langer slapend is.

De taken van de PWA's zijn vastgelegd in de reglementering op basis
van artikel 8, §§ 1 en 2, van de besluitwet van 28 december 1944
betreffende de sociale zekerheid van de werknemers. Voornoemde
taken zijn beperkt tot en ik citeer "de organisatie en de controle van
activiteiten waaraan niet tegemoetgekomen wordt door de reguliere
arbeidscircuits". De PWA's zijn dus per definitie in het gebruik van hun
reserves beperkt.

De PWA's genieten bovendien van de volgende voordelen in
vergelijking met andere dienstenchequeondernemingen.

Zij hebben, ten eerste, lagere personeelskosten. De PWA-beambten
kunnen gedeeltelijk of niet naar de sui generisafdeling
dienstencheques worden gedetacheerd. De sui generisafdeling moet
in voorkomend geval naar gelang van het aantal verkochte
dienstencheques in vergelijking met het aantal verkochte PWA-
cheques en naar gelang van het aantal personeelsleden in het eigen
kader een deel van het loon aan de RVA terugbetalen. De lonen van
de PWA-beambten die door de sui generisafdeling aan de RVA
moeten worden terugbetaald, liggen lager dan de werkelijke
loonkosten. Dat is het eerste voordeel.

Het tweede voordeel zijn lagere infrastructuurkosten. De PWA's
krijgen vaak van de gemeenten of de OCMW's lokalen ter
beschikking.

Het derde voordeel zijn lagere aanwervingskosten voor werknemers.
De dienstenchequewerknemers van PWA's zijn vaak vroegere PWA-
werknemers die reeds in de sector van de huishoudhulp actief waren.
Het kan dus gebeuren dat een PWA van de volgende voordelen
geniet. De sui generisafdeling moet een bepaald aantal kosten inzake
de aanwerving van werknemers niet of in elk geval in mindere mate
verzekeren. Er zijn minder opleidingskosten, omdat de betrokken
werknemers vaak al voor de functie zijn opgeleid en al ervaring
hebben. Er zijn ook de lagere prospectiekosten bij gebruikers en
werknemers. De sui generisafdeling kan eveneens gebruik maken

estimées à 93,5 millions d'euros. Il
a été décidé de récupérer
55,2 millions d'euros, soit 60 %.
Grâce à la mesure précitée, de
nouvelles mesures en faveur de
l'emploi peuvent être financées.

Les missions des ALE se limitent à
l'organisation et au contrôle des
activités qui ne sont pas satisfaites
par les circuits de travail réguliers.
Les ALE sont dès lors par
définition limitées dans l'utilisation
de leurs réserves. De plus, par
comparaison

avec

d'autres

entreprises de titres-services, les
ALE bénéficient d'une série
d'avantages. Leurs coûts de
personnel sont par exemple
inférieurs, de même que le coût de
leurs

infrastructures

recrutement de personnel. Les
marges bénéficiaires supérieures
des ALE par rapport à celles des
autres entreprises de titres-
services ont déjà été soulignées
dans l'audit de Pricewaterhouse-
Coopers.

Un rapport de Pricewaterhouse-
Coopers de 2006 a montré que
dans le cadre des aides à l'emploi,
les ALE réalisent une marge
bénéficiaire de 7,80 euros par
titre-service, soit beaucoup plus
que d'autres types d'entreprises.
Une analyse de la Banque
Nationale confirme ces résultats.

prochaine

loi-programme

dispose que les ALE devront déjà
prévoir le montant dû en 2010.
Cette

décision

leur

sera

communiquée cette semaine ou la
semaine prochaine. Les Régions
ne sont pas compétentes pour les
aspects

financiers.

Aucune

concertation

n'a

donc

été

organisée avec elles, mais je
soumettrai toutefois la question à
mes collègues ministres des
gouvernements régionaux.

La réglementation des ALE prévoit
qu'elle doivent affecter 25 % de
leurs bénéfices à la formation des
travailleurs

ALE

peuvent

consacrer le reste aux initiatives

27/10/2009

CRIV 52

COM 680

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

van het eventuele schoonmaakmateriaal van de traditionele afdeling.

De hogere winstmarge van de PWA's in vergelijking met andere
soorten dienstenchequeondernemingen werd in de audit door
PricewaterhouseCoopers onderstreept.

Dit werd ook bevestigd door de analyse van de Nationale Bank. Zo
heeft het rapport van PricewaterhouseCoopers over de rendabiliteit
van dienstenchequeondernemingen in 2006 aangetoond dat met de
werkgelegenheidssteun de PWA's genieten van een winstmarge van
7,80 euro per dienstencheque. Bij de andere soorten ondernemingen
had men een winstmarge tussen 0,66 en 3,80 euro, wat een stuk
minder is.

De Nationale Bank werd gevraagd de cijfers van PWC te vergelijken
met die van de jaarrekeningen van dezelfde ondernemingen voor
hetzelfde jaar. De analyse van de Nationale Bank heeft eveneens
aangetoond dat de winstmarge van de PWA's van alle soorten
ondernemingen het hoogste ligt, met marges van 6,3 euro per
gepresteerd uur tegenover 2,9 euro in het algemeen.

In de programmawet die u binnenkort wordt voorgesteld, zullen we
een bepaling opnemen die er in voorziet dat de PWA's al in 2010 in
het verschuldigde bedrag moeten voorzien. We sturen einde deze
week of volgende week een brief naar alle raden van bestuur van de
PWA's, om hen zo snel mogelijk op de hoogte te brengen van deze
beslissing van de regering, zodat ze dit geld tegen dan nog niet
hebben uitgegeven.

Er heeft nog geen specifiek overleg met de Gewesten
plaatsgevonden over dit onderwerp. Ze zijn niet bevoegd voor de
financiële aspecten van de PWA's of de dienstencheques. Volgende
woensdag heb ik nog een vergadering met de verschillende ministers
van Werk van de verschillende Gewesten. Ik kan natuurlijk over die
problematiek spreken.

De reglementering van de traditionele PWA's bepaalt dat de PWA's
25 % van hun winst moeten besteden aan de opleiding van PWA-
werknemers. De rest kan worden toegewezen aan lokale initiatieven
voor werkgelegenheid die door de reglementering worden toegelaten,
met name activiteiten waaraan niet tegemoetgekomen wordt door de
reguliere arbeidscircuits. Zoals ik al zei, bedraagt het bedrag dat wordt
gerecupereerd 60 % van de reserves die de PWA's hadden
opgebouwd op 31 december 2008.

Wat uw zesde vraag betreft, ik heb hier een cijfertabel voor u in
bijlage. Daarin vindt u de verschillende cijfergegevens.

De PWA's kunnen inderdaad beslissen een vzw-dienstencheques op
te richten, onafhankelijk van de PWA. Na de oprichting van deze vzw
moeten ze ook nog de erkenning als dienstenchequebedrijf
aanvragen. Ik kan op dit ogenblik niet zo maar het aantal PWA's
geven die een erkenning als sociale economiebedrijf hebben op
regionaal vlak. Ik kan u wel zeggen dat op basis van het IDEA-rapport
12,6 % van alle dienstenchequeondernemingen regionaal werden
erkend als sociaal economiebedrijf.

Wat uw laatste vraag betreft, vindt u als bijlage ook de gegevens voor

locales en matière d''emploi.
Comme je l'ai déjà dit, le montant
récupéré représente 60 % des
réserves constituées par les ALE
au 31 décembre 2008.

Les données chiffrées demandées
figurent dans un tableau qui va
vous être distribué.

Les ALE peuvent solliciter un
agrément en tant qu'entreprise de
titres-services. Je ne connais pas
le nombre d'ALE agréées en tant
qu'entreprises d'économie sociale,
mais il ressort du rapport IDEA
que

12,6 %

de toutes

les

entreprises de titres-services sont
agréées en tant qu'entreprises
d'économie sociale.

Les données relatives aux ALE
sont également mentionnées dans
le tableau. Nous ne disposons pas
de données sur d'autres types
d'entreprises de titres-services.

Nos

experts

analysent

actuellement

quelle

clé

répartition est la plus appropriée
pour ce prélèvement sur cette
réserve ALE. Ce pourrait être une
clé de répartition qui tient compte
du pourcentage de la réserve qui a
été constituée par chaque ALE ou
une clé plus détaillée qui tient
également

compte

d'autres

paramètres, tels que le nombre de
titres-services vendus par ALE. Il
s'agit en tout cas d'une clé de
répartition qui tient compte des
réserves constituées fin 2008. Si
elles décident donc de créer une
ASBL aujourd'hui, cela n'aura pas
de conséquences sur le montant
qu'il faudra rembourser.

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

de PWA's. We beschikken niet over gegevens van andere soorten
dienstenchequeondernemingen.

Op de vragen van mevrouw Smeyers kan ik antwoorden dat onze
experts analyseren welke verdeelsleutel het meest gerechtvaardigd is
voor de heffing op deze PWA-reserve. Het kan een verdeelsleutel zijn
die rekening houdt met het percentage van de reserve die door elk
PWA werd opgebouwd, of een meer gedetailleerde sleutel die ook
met andere parameters rekening houdt, zoals het aantal verkochte
dienstencheques per PWA. Aangezien de diensten van de RVA nog
volop bezig zijn met de analyse van alle mogelijke sleutels en hun
technische gevolgen, is het momenteel nog te vroeg om u hierover
meer te vertellen. Binnenkort is er meer duidelijkheid.

Het gaat in elk geval om een verdeelsleutel die rekening houdt met de
reserves die op 31 december 2008 waren opgebouwd. Indien ze dus
beslissen om nu een vzw op te richten, dan heeft dat geen gevolgen
voor het bedrag dat ze aan de PWA's moeten terugbetalen.

09.04 Hans Bonte (sp.a): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de

minister, ik dank u voor uw gedetailleerd antwoord. Ik begrijp dat u
geen cijfers kunt aflezen, maar ik zou het wel waarderen als ik die
straks krijg.

Een zaak moet mij van het hart. Een cruciale vraag, hoe gaat men dit
juridisch onderbouwen om de reserves van een type vzw aan te slaan
en andere types ongemoeid te laten? Ik heb gemerkt, en dat staat ook
in het IDEA-rapport, dat zij misschien meer hebben geïnvesteerd in
duurdere infrastructuur, in duurdere auto's, in het loon van de
directeur. Deze vzw's zullen ongemoeid worden gelaten. Men zoekt
het dus op het lokale niveau. Ik wil die juridische basis zien. Wij zullen
daartoe de komende weken de kans krijgen in het kader van de
programmawet.

Voorts, een aantal argumenten dat u vernoemt klopt niet met de
realiteit. De reserves zijn aan het dalen. Zeggen dat men ze zal doen
toenemen, kan dus niet. Ze zijn aan het dalen als gevolg van het feit
dat PWA's hebben gedaan wat de regering vroeg, namelijk zeer
langdurige werklozen laten doorstromen uit het PWA-stelsel. Zij
kwamen in aanmerking van Sine, zijn daarenboven lager in
productiviteit en betalen nu na vier of acht kwartalen de volle
loonkosten aangevuld met de programmatie.

De PWA's zullen u overtuigen dat zij die financiële reserve in
belangrijke mate nodig hebben om de toekomstige loonkosten van die
zwakke groep werknemers te betalen.

Met betrekking tot de begeleiding, mevrouw de minister, er is nogal
wat tumult geweest op het moment dat de regering en de RVA
facturen naar de PWA's begonnen op te sturen om de sui generis
afdelingen te laten betalen voor de PWA's. Ik kan u verzekeren dat
daar facturen tussenzitten waarmee men meer dan een voltijdse
aanwerft. Ook dat argument klopt dus niet, mevrouw de minister.

Ik stel vast dat u volgende week het werkveld gaat informeren, maar
dat u nu nog een beetje aan het kijken bent wat die precieze sleutel
zal zijn, en dat het niet 2011 maar 2010 wordt en dat de PWA's dit al
zullen moeten reserveren.

09.04 Hans Bonte (sp.a): La

véritable question consiste à se
demander comment la ministre
pourra donner un fondement
juridique à une mesure visant à
puiser dans les réserves d'un seul
type d'ASBL. Par ailleurs, ces
réserves sont en baisse puisqu'à
la demande du gouvernement, les
ALE ont écarté les chômeurs de
très longue durée du régime ALE.
Les ALE ont besoin de ces
réserves financières pour financer
les futurs coûts salariaux de ce
groupe de travailleurs fragilisés.
Nous plaidons pour la création
d'un nombre encore beaucoup
plus important d'emplois par le
biais des moyens restants et pour
un accroissement plus marqué
des investissements dans des
emplois locaux. Ces initiatives
supposent bien entendu une
concertation.

27/10/2009

CRIV 52

COM 680

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Ik voorspel dat men bij de PWA-besturen druk zal vergaderen om dat
te ontwijken. Niet omdat ze anti-etatist zijn, maar wel omdat ze
bekommerd zijn over de tewerkstelling van mensen. Wij pleiten ervoor
dat nog veel meer jobs via de resterende middelen zouden moeten
worden gecreëerd, en als de provisies ontoereikend zijn, nog veel
meer in lokale tewerkstelling moet worden geïnvesteerd. Daarvoor is
natuurlijk overleg nodig.

Ik heb nog een politieke bedenking, mevrouw de minister. Er is een
regeringspartij die zich jaren tegen one-shotmaatregelen heeft verzet.
De tribune was hier te klein. Het eerste wat wij nu op het vlak van
tewerkstelling zien, is een one-shotmaatregel voor lokale vzw's van
55,2 miljoen euro.

Ik weet dat Open Vld en CD&V ook u hebben geforceerd om dit te
doen, maar ondertussen hoor ik wat ik hoor. Binnen het ACV is CD&V
een bocht aan het maken. Ik merk opnieuw op dat, als wij daarover
discussiëren, hier niemand van CD&V aanwezig is. Ik voorspel dat u
uw maatregelen niet zult kunnen handhaven, mevrouw de minister.

Ik neem nota van uw argumentatie. Wij kijken uit naar wat precies in
de brief staat. Ik denk dat het werkveld, al of niet met ondersteuning
van het ACV, zich zal organiseren waardoor men die 55,2 miljoen
euro niet zal zien. Ik hoop dat men dat geld inzet voor tewerkstelling.

09.05 Sarah Smeyers (N-VA): Mevrouw de minister, op mijn eerste

vraag inzake cijfergegevens in verband met de spreiding van de
reserves over de verschillende PWA's, kan blijkbaar geen antwoord of
alleszins geen grafiek worden gegeven. Dat vind ik wel jammer. Op
die manier had ik namelijk verbanden willen leggen met de regionale
spreidingen of spreiding tussen de vzw's of de nv's zelf. Ik betreur dus
dat ik daarop geen gedetailleerd antwoord gekregen heb.

Op mijn tweede vraag hebt u geantwoord dat de modaliteiten of de
verdeelsleutel nog moeten worden besproken. Ik kan alleen maar de
mening van de heer Bonte delen dat het dan wel hoog tijd wordt en
dat die maatregel, indien hij er komt, ook goed wordt
gecommuniceerd naar de verschillende PWA's.

Over het algemeen betreur ik die maatregel. Ik vrees namelijk dat het
terugverdieneffect niet dermate groot zal zijn. Zeer veel mensen die
nu in de PWA zijn tewerkgesteld, dreigen werkloos te worden. Ik
vrees dus dat uw one shot-maatregel niet echt het gewenste gevolg
zal hebben.

09.05 Sarah Smeyers (N-VA): Je

n'ai malheureusement pas obtenu
de réponse à ma demande de
chiffres concernant la répartition
des réserves entre les diverses
ALE. La ministre indique par
ailleurs que les modalités ou la clé
de répartition doivent encore être
négociées. Il faut clairement le
communiquer aux différentes ALE.
Je crains surtout que l'effet de
récupération ne soit pas tellement
important et que de nombreuses
personnes actuellement employées
par les ALE ne se retrouvent au
chômage.

09.06 Minister Joëlle Milquet: Als federale overheid hebben wij de

bevoegdheid over de PWA's. Wij blijven binnen onze bevoegdheden
en hebben dus een juridische basis om dat te doen, en een wettelijke
basis binnenkort.

Het is geen one shot-politiek. Het waren wel one shot-inkomsten en
one shot-uitgaven. Dat was de compensatie voor de one shot-
maatregelen voor de activering van jongeren. Natuurlijk moesten wij
ook one shot-inkomsten hebben. De activeringsmaatregelen gelden
maar voor twee jaar. In die context is het normaal dat wij one shot-
inkomsten geregeld hebben.

09.06 Joëlle Milquet, ministre:

Nous organiserons prochainement
une concertation avec les ALE sur
la clé de répartition et les
conditions

techniques.

Nous

enverrons également un courrier
pédagogique.

Néanmoins

période de crise, les remèdes
miracles n'existent pas.

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Binnenkort zullen we overleggen met de vertegenwoordigers van de
PWA's. Over de sleutel en de technische voorwaarden zullen we
overleggen. We zullen ook een pedagogische brief sturen.

Wanneer we ons in een crisis bevinden, hebben we echter geen
wondermiddelen.

09.07 Hans Bonte (sp.a): Mevrouw de minister, indien we ons

effectief in een crisis bevinden met stijgende werkloosheid en
laaggeschoolde jongeren, maar ook andere groepen, die wegglijden
in structurele werkloosheid zouden we toch alles op alles moeten
zetten, op elk beleidsniveau op niveau van de regio's en op lokaal
niveau maar ook op federaal niveau om een maximaal
tewerkstellingseffect te bereiken.

U hebt zelf cijfers gebruikt inzake het aantal bedrijven dat op federaal
niveau is erkend als bedrijf voor sociale economie. Het overgrote deel
van de lokale PWA-dienstencheque-ondernemingen op Vlaams
niveau naar ik meen ongeveer 70 % - is erkend als bedrijf voor
sociale economie. Dat betekent dat zij zich expliciet richten tot de
allerzwaksten en ook veel meer investeren in begeleiding, opleiding
en vorming. U wilt nu hun budgettaire reserves wegnemen met als
gevolg dat deze sociale economiebedrijven niet meer in staat zijn nog
actiever te worden.

Zulk een maatregel, mevrouw de minister, zonder overleg met de
regio's of met de lokale besturen, is bijna waanzinnig in deze periode
nu de structurele werkloosheid zo hoog oploopt.

09.07 Hans Bonte (sp.a): Si nous

sommes effectivement plongés
dans une crise, avec une hausse
du chômage et du nombre de
jeunes

peu

qualifiés,

nous

devrions tout faire pour que nos
politiques aient un impact maximal
sur l'emploi. Les ALE sont, dans
leur grande majorité, reconnues
comme

des

entreprises

d'économie sociale. Cela signifie
qu'elles s'adressent explicitement
aux plus faibles et qu'elles
investissent

largement

dans

l'accompagnement et la formation.
Et

maintenant,

ministre

s'apprête à les priver de leurs
réserves. Une telle mesure, sans
concertation avec les Régions ni
avec les pouvoirs locaux, relève
quasiment du délire au vu du
niveau

actuel

chômage

structurel.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

La présidente: M. D'Haeseleer demande que l'on passe à présent au point 20 de l'agenda, à savoir
plusieurs questions concernant les mesures temporaires de crise.

09.08 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Madame la présidente, j'ai

plusieurs questions inscrites à l'ordre du jour. Je me suis renseigné
sur l'horaire des travaux. Nous avons tous d'autres choses à faire. Je
veux bien faire preuve de compréhension si les choses se déroulent
correctement mais là je viens de perdre une demi-heure. Excusez-
moi, mais des questions qui précèdent le point 20 n'ont pas encore
été posées.

09.08 Georges Gilkinet (Ecolo-

Groen!): Op de agenda staan ook
verschillende vragen die ik heb
ingediend. Ik wil wel blijk geven
van goede wil, maar enkel indien
het spel correct wordt gespeeld.
Andere vragen die vóór punt 20
zijn geagendeerd, werden nog niet
gesteld.

La présidente: Je vous comprends, monsieur Gilkinet, mais à partir
du moment où la commission a autorisé M. Bonte à le faire pour la
question figurant au point 40, la demande de M. D'haeseleer est
compréhensible.

De voorzitter: Aangezien de
commissie ermee ingestemd heeft
dat de heer Bonte hetzelfde deed
voor de vraag onder punt 40, is het
verzoek van de heer D'haeseleer
begrijpelijk.

09.09 Guy D'haeseleer (Vlaams Belang): Dat punt komt na punt 20

van de agenda. Voor hem maakt het dus weinig verschil.

La présidente: Que décide la commission au sujet de la demande de De voorzitter: Wat beslist de

27/10/2009

CRIV 52

COM 680

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

M. D'haeseleer?

Qui ne dit mot consent! Je sais, monsieur Gilkinet, c'est gênant
mais...

commissie met betrekking tot het
verzoek van de heer D'haeseleer?

Wie zwijgt, stemt toe!

09.10 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Il n'est pas question d'être

gênant ou non. Je dis simplement que je n'ai jamais vu cette manière
de fonctionner. Ce n'est pas correct. Je me suis moi-même renseigné
auprès du secrétariat de la commission pour voir comment
s'organisaient les travaux; je suis venu pour poser ma question vers
15 h 30, ce qui aurait été le cas si ce long débat intéressant je n'en
disconviens pas n'avait pas eu lieu. Maintenant, je n'accepte pas de
devoir encore attendre une demi-heure. Tout le monde a autre chose
à faire que d'attendre son tour!

09.10 Georges Gilkinet (Ecolo-

Groen!): Een dergelijke werkwijze
heb ik nooit meegemaakt. Dit is
niet correct. Ik heb zelf inlichtingen
ingewonnen over de organisatie
van de werkzaamheden bij het
commissiesecretariaat. Ik pik het
niet dat ik nog een half uur moet
wachten.

09.11 Hans Bonte (sp.a): Collega's, het verschil is dat ik daarstraks

als waarnemend voorzitter een voorstel tot agendawijziging heb
gedaan. Dat voorstel werd unaniem goedgekeurd, conform het
Reglement. De afspraak is dan ook gemaakt dat ik een vraag zou
terugtrekken om een andere vooraan op de agenda te kunnen
plaatsen. Daar was geen enkel bezwaar tegen. Bovendien levert dat
geen tijdsverlies op. Het Reglement bepaalt volgens mij wel dat een
agendawijziging met unanimiteit moet worden goedgekeurd. Ik merk
ook dat er collega's afwezig zijn.

09.12 Camille Dieu (PS): Madame la présidente, je souhaiterais que

vous fassiez respecter les temps de parole lors des répliques. Ce ne
sont plus des questions parlementaires mais de vrais débats! Cela
allonge les réunions et les questions, qui sont reportées de semaine
en semaine et perdent alors tout leur sens.

09.12 Camille Dieu (PS): Ik zou

willen dat u er tijdens de replieken
zou op toezien dat men zich aan
de spreektijd houdt, zoniet duren
de vergaderingen en de vragen-
sessies almaar langer en worden
de vragen week na week
uitgesteld, waardoor ze alle
relevantie verliezen.

10 Samengevoegde vragen van

- de heer Hans Bonte aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over "het
uitblijven van het koninklijk besluit waarmee de sociale rechten worden gewaarborgd voor de
werknemers die gebruik maken van het crisistijdskrediet" (nr. 14876)
- de heer Stefaan Vercamer aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over
"de toegang tot het gewoon tijdskrediet" (nr. 15285)
- de heer Wouter De Vriendt aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over
"de toekomstplannen in verband met tijdskrediet" (nr. 15761)
- de heer Georges Gilkinet aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over
"het ter discussie stellen van het beleid inzake tijdskrediet" (nr. 15773)

10 Questions jointes de

- M. Hans Bonte à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances sur
"l'absence d'arrêté royal garantissant les droits sociaux des travailleurs qui ont recours au crédit-
temps de crise" (n° 14876)
- M. Stefaan Vercamer à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances
sur "l'accès au crédit-temps ordinaire" (n° 15285)
- M. Wouter De Vriendt à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances
sur "les plans d'avenir relatifs au crédit-temps" (n° 15761)
- M. Georges Gilkinet à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances sur
"la remise en cause de la politique de crédit-temps" (n° 15773)

10.01 Hans Bonte (sp.a): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de

minister, niets is subjectiever dan de tijd wanneer men praat. Ik wil

10.01 Hans Bonte (sp.a):

Plusieurs formules de réduction du

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

zeer kort zijn -- en dus mijn spreektijd als het ware teruggeven,
mevrouw Dieu -- met mijn vraag in verband met sociale rechten voor
werknemers die gebruik maken van het crisistijdskrediet.

Er zijn een aantal arbeidstijdverkortingsformules uitgewerkt in het
kader van crisismaatregelen. De federale regering heeft daaraan de
belofte

toegevoegd

dat

minder

werken

door

sociale

zekerheidsrechten zou zijn gedekt. Bij mijn weten is het
desbetreffende KB nog altijd niet verschenen. Ik zie uw medewerkers
hun voorhoofd fronsen, mevrouw de minister. Het is dus mogelijk dat
het tussen de indiening van mijn vraag en vandaag wel is gebeurd. Ik
zou graag ervan de tekst krijgen.

temps de travail ont été élaborées
dans le cadre des mesures de
crise. Le gouvernement fédéral a
en outre promis que la réduction
du temps de travail serait couverte
par des droits en matière de
sécurité sociale. Je souhaiterais
obtenir le texte de l'arrêté royal
concerné.

10.02 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Madame la présidente, M.

De Vriendt, qui est absent, souhaite transformer sa question en
question écrite.

Madame la ministre, dans sa déclaration de politique générale, le
gouvernement a pris de nouvelles options en matière de crédit-temps
dans le sens d'une restriction de l'accès à celui-ci et de mesures
d'économies. Cela concerne l'âge, avec le passage de 50 à 51 ans,
pour l'accès au crédit-temps à temps partiel, et les conditions
d'ancienneté avec le passage de un à deux ans d'occupation auprès
de l'employeur. Ces deux mesures rapporteront environ 15 millions
chacune, si j'ai bien lu. Elles s'ajoutent à d'autres restrictions qui sont
intervenues dans cette matière notamment dans le cadre du Pacte
entre les générations. Pourtant, le crédit-temps est une mesure plutôt
positive pour la conciliation de la vie privée et de la vie
professionnelle, la formation continue des travailleurs, voire la
création d'emplois. Cette option est en contradiction avec une volonté
qu'on peut partager d'améliorer les fins de carrière.

Madame la ministre, confirmez-vous ces mesures? Quels sont les
objectifs autres que budgétaires de ces mesures? Ne s'agit-il pas d'un
frein à l'accès au crédit-temps, mesure essentielle pour la formation
des travailleurs, voire pour leur requalification? Quels sont vos
engagements pour renforcer à l'avenir la politique de crédit-temps?

10.02 Georges Gilkinet (Ecolo-

Groen!): De regering heeft beslist
dat halftijds tijdskrediet opge-
nomen kan worden vanaf 51 jaar
in plaats van 50 en dat men twee
jaar anciënniteit bij de werkgever
moet hebben in plaats van één
jaar. Die twee maatregelen zouden
elk zo'n 15 miljoen in het laatje
brengen. Daarnaast worden er
andere beperkingen opgelegd,
meer bepaald in het kader van het
Generatiepact.

Tijdskrediet is echter een positieve
maatregel om het privéleven en
het

beroepsleven

beter

combineren,

werknemers

bijscholing te laten volgen en zelfs
om banen te scheppen. De
beslissing van de regering strookt
niet met het streven naar een
beter loopbaaneinde.

Bevestigt u dat die maatregelen
genomen werden? Welk doel
dienen ze, afgezien van het
dichten van het begrotingstekort?
Wil men hiermee de toegang tot
het tijdskrediet niet beperken?
Welke verbintenissen bent u
aangegaan om het beleid inzake
tijdskrediet in de toekomst te
versterken?

10.03 Joëlle Milquet, ministre: Madame la présidente, chers

collègues, je confirme tout à fait les deux mesures relatives au crédit-
temps.

La première vise à permettre une allocation majorée pour les
nouveaux entrants à partir de 51 ans au lieu de 50 ans. Pourquoi?
Bien sûr, nous y trouvons immanquablement une portée budgétaire,
mais surtout une tentative d'augmenter le temps d'emploi de manière
importante après 50 ans; toutes les mesures qui touchent cet âge ont
l'air de considérer ces personnes comme quasiment sorties de

10.03 Minister Joëlle Milquet: Ik

bevestig de twee maatregelen met
betrekking tot het tijdskrediet.

Met de eerste maatregel kan er
een hogere uitkering worden
toegekend aan de nieuwkomers
vanaf 51 jaar in plaats van vanaf
50 jaar. Dat heeft ongetwijfeld een
weerslag op de begroting, maar op

27/10/2009

CRIV 52

COM 680

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

l'emploi. C'est une mentalité à faire évoluer. Il s'agit donc seulement
des nouveaux entrants et d'un report d'une année avant l'allocation
majorée.

La deuxième mesure: commençant un travail dans une nouvelle
entreprise, au lieu de pouvoir demander immédiatement un crédit-
temps pouvant s'étaler sur cinq ans après un an d'ancienneté
seulement, il a été décidé un délai de deux ans d'ancienneté. Et ce, à
la fois pour des raisons de stabilité des équipes du lieu de travail et
pour des répercussions budgétaires également.

En fait, nous avons pu sortir de ce conclave en occasionnant le moins
de dégâts possible par rapport à de nombreux sujets susceptibles
d'être discutés, comme l'augmentation des titres-services, la remise
en cause de la norme légale en matière de soins de santé, et je vous
en passe, mais il a fallu trouver des mesures les moins indolores tout
en décidant de mesures. Cela fait partie des mesures prises pour
aboutir aux 3,4 milliards en 2011: ils ne sont pas tombés du ciel.

Voilà les raisons de ces deux mesures. À ce stade, nous n'avons
absolument pas touché à la possibilité d'opter pour un crédit-temps
sans motif, ce qui pose question.

Là où vous avez raison et où je vous rejoins, qui mérite un débat que
nous organiserons avec le débat sur les congés en fin d'année ou
début d'année prochaine, c'est que l'objectif du gouvernement était
d'imaginer un nouveau système de capital-temps libre sur une période
et sur une carrière.

Ce système doit être pensé pour harmoniser sur une carrière la vie
privée et la vie professionnelle du travailleur. Il devrait consacrer le
droit à prendre des interruptions de carrière ou du temps partiel, sur la
période, en consolidant un pilier collectif et en étudiant la possibilité
d'améliorer encore les congés parentaux et autres.

die

wijze

willen

ook

verandering

brengen

opvatting dat 50-jarigen nog maar
weinig te zoeken hebben op de
arbeidsmarkt.

Men moet over twee jaar
anciënniteit

een

bedrijf

beschikken vooraleer men een
tijdskrediet kan aanvragen. We
hebben die maatregel genomen
om

stabiliteit

van

werkploegen te waarborgen, en
ook uit budgettaire overwegingen.

hebben

tijdens

dit

begrotingsconclaaf de schade
zoveel mogelijk kunnen beperken,
maar omdat we hoe dan ook
maatregelen dienden te nemen,
hebben we voor de minst pijnlijke
gekozen.

In dit stadium hebben we niet
geraakt aan de mogelijkheid om
tijdskrediet op te nemen zonder
motivatie,

waar

men

toch

vraagtekens bij kan plaatsen.

Eind dit jaar, of begin volgend jaar,
zullen we een debat organiseren
over de doelstelling van de
regering om een nieuw systeem
van vrij tijdskapitaal te bedenken,
dat over een periode of over de
loopbaan kan worden opgenomen,
om het privé- en het beroepsleven
van de werknemers met elkaar te
verzoenen.

Thans kom ik tot de vraag van de heer Bonte over het KB. De
bedoeling van de goedkeuring van de wet van 19 juli 2009 was dat de
inwerkingtreding van de genomen maatregelen de werknemers niet
benadeelt. Inzake werkloosheid of opzeg is er geen enkele
moeilijkheid. Er moeten alleen enkele aspecten van bepaalde taken
van de sociale zekerheid worden aangepast.

De Raad van State heeft bij de opstelling van een uitvoeringsbesluit
opgemerkt dat artikel 19 van de wet van 2009 de Koning toeliet alle
mogelijke maatregelen te nemen om de wetgeving inzake sociale
zekerheid aan te passen, maar zulks alleen voor de werknemers
bedoeld in hoofdstuk 2 van titel 2 van dezelfde wet, met andere
woorden, alleen voor de individuele en tijdelijke vermindering van de
prestaties om het hoofd te bieden aan de crisis.

Om daar waar nodig blijkt maatregelen te kunnen nemen voor
werknemers, anderen dan dezen bedoeld in hoofdstuk 2, wordt er per
regeringsamendement hiervoor een uitbreiding van de delegatie aan

Pour répondre à la question de
M. Bonte concernant l'arrêté royal,
l'adoption de la loi du 19 juillet
2009 vise à éviter que les mesures
ne

portent

préjudice

aux

travailleurs. En ce qui concerne le
chômage ou le préavis, aucun
problème ne se pose. Seules
certaines missions de la sécurité
sociale doivent être adaptées. Le
Conseil d'État a fait observer en ce
qui concerne la rédaction d'un
arrêté d'exécution que le Roi
pouvait prendre toute mesure
possible pour adapter la législation
en matière de sécurité sociale,
mais uniquement pour la réduction
individuelle et temporaire des

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

de Koning voor de andere werknemers bedoeld in de wet van
19 juli 2009 ingevoerd in de wet van 19 juli 2009 ter gelegenheid van
het wetsontwerp houdende sociale bepalingen.

Dat voorontwerp van amendement werd op 15 september
goedgekeurd door de Ministerraad en werd voor advies naar de Raad
van State gestuurd. Het is de bedoeling dat de sociale rechten van
geen enkele werknemer op wie de wet van 19 juli 2009 betrekking
heeft, worden verminderd door de toepassing van de maatregelen
voor crisistijdskrediet.

Ik wijs er nog op dat, aangezien de arbeidsongevallenwet van '71 een
voldoende wettelijke basis biedt, een koninklijk besluit van
31 juli 2009, dat op 24 augustus 2009 in het Belgisch Staatsblad
verscheen, de situatie inzake arbeidsongevallen regelt. Ook wat
beroepsziekten betreft, werd een koninklijk besluit gepubliceerd in het
Belgisch Staatsblad van 29 september dat de situatie regelt, alleen
voor de werknemers bedoeld in hoofdstuk 2 van titel 2.

Vanaf het moment dat de wettelijke basis wordt goedgekeurd voor het
nemen van maatregelen voor alle werknemers, bedoeld in de wet van
19 juli, zullen de enkele bijkomende maatregelen die nog nodig zijn en
al zijn voorbereid, worden genomen. Die maatregelen zullen natuurlijk
met terugwerkende kracht in voege treden vanaf de datum van
inwerkingtreding van de anticrisismaatregelen om de betrokken
werknemers niet te benadelen.

prestations dans le cadre de la
crise. On prévoira par amende-
ment du gouvernement une
extension de la délégation au Roi
pour les autres travailleurs. Cet
avant-projet d'amendement a été
soumis pour avis au Conseil
d'État. Un arrêté royal du 31 juillet
2009 règle la situation en matière
d'accidents du travail et un autre
arrêté royal récent réglemente la
question

des

maladies

professionnelles.

Dès que la base légale sera
approuvée, les mesures supplé-
mentaires encore nécessaires et
déjà préparées seront prises et
entreront en vigueur avec effet
rétroactif.

10.04 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Madame la ministre,

appelons un chat un chat! Il s'agit d'une mesure purement budgétaire.
Il y en a d'autres dans les décisions gouvernementales, certaines que
nous pouvons suivre en matière de titres-services, comme par
exemple la limitation du nombre de titres-services, et d'autres que
nous avons plus de mal à suivre, notamment celle concernant une
prime de mobilité.

La politique du crédit-temps a déjà payé alors qu'elle est
particulièrement positive, comme je l'ai dit. Je ne suis pas du tout en
phase avec cette décision du gouvernement, je tenais à le souligner.

10.04 Georges Gilkinet (Ecolo-

Groen!): Het gaat om een zuiver
budgettaire maatregel. Er werd al
beknibbeld op het tijdskrediet,
terwijl dit toch een zeer positieve
maatregel is. Ik ben het helemaal
niet eens met deze regerings-
beslissing.

10.05 Hans Bonte (sp.a): Mevrouw de minister, indien u zou

terugkeren naar het debat dat wij in de Kamer over die maatregelen
hebben gevoerd en de bespreking van de wetgeving in juni 2009, dan
zult u merken dat wij vanuit onze fractie op dat moment een
soortgelijk amendement hebben ingediend om voor de collectieve
arbeidstijdverkorting die sociale rechten te garanderen. Wij hebben u
daar toen op gewezen maar u achtte het toen niet nodig. Nu zult u iets
doen wat wij met zijn allen eigenlijk zouden moeten trachten te
vermijden, namelijk rechtszekerheid proberen te creëren in een
rechtsonzekere periode door een nieuwe wettelijke basis te creëren
die met terugwerkende kracht in werking moet treden. Intussen zitten
alle sociale diensten voor een groot stuk met de handen in het haar.

Dat is ook een vorm van werkcreatie, mevrouw de minister, maar het
is het genre van werk dat we het beste kunnen missen, want het lijkt
mij allemaal weinig productief.

10.05 Hans Bonte (sp.a): À

l'époque, notre groupe avait
déposé un amendement afin de
garantir les droits sociaux en cas
de réduction collective du temps
de travail, mais la ministre l'avait
jugé inutile. Aujourd'hui, elle doit
assurer la sécurité juridique par le
biais d'une nouvelle loi avec effet
rétroactif. En attendant, tous les
services sociaux s'arrachent les
cheveux.

10.06 Minister Joëlle Milquet: Het probleem gaat alleen maar over

de jaarlijkse vakantie en de maatregelen I. Binnenkort zullen wij een

10.06 Joëlle Milquet, ministre:

Les

problèmes

sont,

pour

27/10/2009

CRIV 52

COM 680

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

oplossing vinden. Het blijft echter beperkt tot die situatie.

l'essentiel, limités aux vacances
annuelles, et nous trouverons
bientôt le moyen de les résoudre.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

11 Samengevoegde vragen van

- de heer Hans Bonte aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over "haar
engagement dat de regering na de regionale verkiezingen het dossier hoofdelijke aansprakelijkheid
zou behandelen" (nr. 14878)
- de heer Georges Gilkinet aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over
"de bestrijding van de sociale fraude in de bouwsector" (nr. 15451)

11 Questions jointes de

- M. Hans Bonte à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances sur "son
engagement de faire examiner par le gouvernement le dossier de la responsabilité solidaire après les
élections régionales" (n° 14878)
- M. Georges Gilkinet à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances sur
"la lutte contre la fraude sociale dans le secteur de la construction" (n° 15451)

11.01 Hans Bonte (sp.a): Mevrouw de minister, ik zal beknopt zijn.

We kennen het verhaal. Ik heb het op de agenda laten staan. Het is
een pleidooi om de hoofdelijke aansprakelijkheid toch in te voeren. Ik
zou hier opnieuw kunnen citeren uit rapporten, bijvoorbeeld uit het
rapport van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor
racismebestrijding, dat opmerkt dat mensenhandel zich niet meer
zozeer in de prostitutiesfeer voordoet, maar veeleer in de
economische sfeer. Zelfs het Centrum voor gelijkheid van kansen en
voor racismebestrijding wijst er dus op dat op onze arbeidsmarkt
uitbuiting en mensenhandel schering en inslag aan het worden zijn,
zeker in een aantal sectoren.

Mevrouw

minister,

als

toch

55,2 miljoen

euro

oneshotmaatregelen neemt we kunnen lang discussiëren of het al
dan niet oneshotmaatregelen zijn , dan zou u in elk geval ook een
structurele maatregel kunnen nemen door de hoofdelijke
aansprakelijkheid in te voeren. Dat zou de rechten van werkmensen
garanderen en het zou in elk geval de RSZ ten goede komen, wellicht
voor meer dan 55,2 miljoen euro, wanneer ik werkgeversfederaties
mag geloven.

Mevrouw de minister, hoe zit het met dat dossier? We laten middelen
verdwijnen ten gevolge van misbruiken op onze arbeidsmarkt.

11.01 Hans Bonte (sp.a):

L'exploitation et la traite des êtres
humains

sont

des

réalités

courantes dans certains secteurs
du marché du travail. Si la ministre
parvient encore à prendre des
mesures non récurrentes portant
sur un montant de 55,2 millions
d'euros, pourquoi ne prendrait-elle
pas cette fois une mesure
structurelle

instaurant

responsabilité solidaire? Une telle
initiative permettrait de garantir les
droits

des

travailleurs

bénéficierait

l'ONSS

concurrence d'un montant sans
doute supérieur à 55,2 millions
d'euros. Où en est ce dossier?

11.02 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Madame la présidente, ma

question porte sur la lutte contre la fraude sociale dans le secteur de
la construction. Dans De Standaard du 1

octobre, des inspecteurs

sociaux déclaraient ne pas disposer des outils suffisants pour lutter
contre la fraude sociale sévissant sur des chantiers qui occupent des
travailleurs illégaux. En faute notamment, selon ces inspecteurs, le
fait que des entrepreneurs principaux ne sont pas responsables ou
coresponsables des pratiques frauduleuses constatées chez leurs
sous-traitants.

En effet, lorsque des travailleurs illégaux sont identifiés sur des
chantiers, les entrepreneurs principaux peuvent fréquemment se
dégager de toute responsabilité en renvoyant les inspecteurs vers les
sous-traitants. Ces derniers ne sont pas inquiétés à leur tour car ce

11.02 Georges Gilkinet (Ecolo-

Groen!): De bouwsector wordt
geteisterd door sociale fraude.
Wanneer op bouwwerven zwart-
werkers worden betrapt, proberen
de hoofdaannemers zich vaak aan
iedere verantwoordelijkheid te
onttrekken door de inspecteurs
door te verwijzen naar de onder-
aannemers. Vaak zijn dat kleine
dekmantelbedrijfjes, die worden
opgedoekt zodra er met een
onderzoek wordt gestart.
De situatie is problematisch, want

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

sont souvent des petites entreprises étrangères, fantomatiques qui
sont liquidées dès qu'une instruction est lancée, dixit ces inspecteurs.

Plusieurs projets ont été avancés en la matière mais ils suscitent sans
doute à chaque fois une polémique et à ce jour, aucune décision n'a
été prise et le problème demeure entier. La situation est
problématique, non seulement parce qu'elle prive l'état de rentrées
fiscales importantes mais aussi parce qu'elle génère une concurrence
déloyale vis-à-vis des entreprises qui jouent le jeu et qui doivent
souvent faire face à des prix moins élevés qui les tiennent éloignés de
certains marchés.

Dans ce contexte, madame la ministre, le gouvernement prévoit-il des
mesures pour régler cette question et doter les inspecteurs sociaux
d'outils suffisants pour combattre ce type de fraude? Le cas échéant,
de quelle nature sont ces mesures et quand seront-elles mises en
oeuvre?

op die manier loopt de overheid
heel wat fiscale ontvangsten mis
en is er sprake van oneerlijke
concurrentie ten aanzien van de
bedrijven die het spel wel eerlijk
spelen.

Wat onderneemt de regering om
die vorm van fraude te bestrijden?

11.03 Minister Joëlle Milquet: Mevrouw de minister, op de eerste

vraag zal mijn antwoord kort zijn. U kent mijn standpunt. U kent de
huidige, zowel als de vorige situatie. Ik bereid nu met de vice-eerste
minister een nieuw voorstel voor, dat ik binnenkort in de kern en
daarna in de Ministerraad zal indienen. Het is heel moeilijk om
daarover binnen deze meerderheid, net als binnen de vorige
meerderheid, tot een akkoord te komen, maar ik wil echte vooruitgang
boeken. Daarom werk ik nu aan een nieuw voorstel inzake de strijd
tegen de fraude, samen met de heer Devlies. Binnenkort zullen wij het
in de regering bespreken.

11.03 Joëlle Milquet, ministre:

M. Bonte connaît mon avis sur
cette question. Je prépare un
nouveau projet qui sera débattu en
cabinet restreint et ensuite au
conseil des ministres. Il est
cependant très difficile de trouver
un accord sur ce point au sein de
la majorité actuelle. Je travaille
avec le secrétaire d'État Devlies à
la

rédaction

d'une

nouvelle

proposition en matière de lutte
contre la fraude.

En ce qui concerne les mesures contre la fraude dans le secteur de la
construction, des conventions sont signées avec différentes
fédérations régionales afin d'obtenir des engagements du secteur en
la matière.

Par contre, lors du conclave, nous avons pris deux mesures
complémentaires.

Nous voulons instaurer un système électronique d'enregistrement des
présences en concertation avec le secteur. C'est une proposition des
services d'inspection pour laquelle le secteur est tout à fait prêt. On
imagine d'ailleurs un système plus ou moins identique au niveau de
l'horeca.

Nous voulons également instaurer une cellule de soutien mixte avec
des policiers et des inspecteurs sociaux afin de lutter contre la fraude
sociale grave.

Ces mesures sont prises en plus de toutes les mesures anti-fraude
décidées lors du conclave, qui sont prévues dans le plan de
M. Devlies et portées par le nouveau collège de lutte contre les
fraudes.

worden

overeenkomsten

ondertekend met de verschillende
regionale

federaties

teneinde

verbintenissen van de sector
inzake fraude te verkrijgen.

Tijdens het conclaaf hebben wij
echter ook twee aanvullende
maatregelen genomen.

In overleg met de sector willen wij
een elektronisch systeem voor de
registratie van de aanwezigheden
invoeren.

Wij willen tevens een gemengde
ondersteuningscel samengesteld
uit politiemensen en sociaal
inspecteurs oprichten om de
zware sociale fraude te bestrijden.

11.04 Hans Bonte (sp.a): Mevrouw de minister, u weet dat ik u in

deze aanmoedig en een beetje aanpor. Ik doe dat ook met andere
collega's. Ook de minister van Sociale Zaken heb ik daar al

11.04 Hans Bonte (sp.a):

J'espère que la ministre réussira
son coup. On peut lire aujourd'hui

27/10/2009

CRIV 52

COM 680

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

verschillende keren op gewezen. Ik moet eerlijk bekennen dat u ook
nog wat werk zult hebben met de heer Devlies, want die wist niet goed
waarover het ging, toen ik hem iets vroeg over hoofdelijke
aansprakelijkheid.

Ik hoop effectief, mevrouw de minister, dat u uw slag binnenhaalt. U
verwijst naar de huidige situatie. Welnu, in een aantal economische
kranten staat vandaag nog dat hele sectoren, familiebedrijven, kapot
aan het gaan zijn ten gevolge van valse concurrentie. Dat is de
huidige situatie.

Ik kan slechts vaststellen dat er, om dat tegen te gaan, een keihard
front bestaat tussen MR en Open Vld met de CD&V die, zoals
gebruikelijk, naar het plafond kijkt. Het gaat hier echter ook over het
waarborgen van inkomsten voor de sociale zekerheid. Als u met uw
hoofd tegen de muur blijft lopen, moet er ooit wel eens een conclusie
worden getrokken.

dans plusieurs journaux que des
pans entiers de l'industrie et des
entreprises

familiales

sont

menacés de disparition à cause de
la concurrence déloyale. Force est
de constater que le MR et l'Open
Vld forment un front inébranlable,
avec la complicité tacite du CD&V,
pour entraver l'adoption d'une
réglementation. Pourtant, il s'agit
ici également de garantir des
revenus à la sécurité sociale.

11.05 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Madame la ministre,

j'estime que dans le contexte d'emploi actuel, ces mesures sont
prioritaires. Nous serons donc très attentifs dans les prochains mois à
la mise en oeuvre de ces systèmes qui permettraient d'éviter ces
effets dont sont victimes à la fois les travailleurs mais aussi les
opérateurs économiques.

Il faut toucher les organisateurs des fraudes qui quelquefois profitent
de la situation. On le voit avec les personnes sans statut: il est parfois
très difficile de s'en sortir; on accepte alors des emplois qui n'en sont
pas et qu'on ne devrait pas accepter.

Je vous encourage de tout coeur à essayer de dégager des moyens
pour combattre ce type de fraudes.

11.05 Georges Gilkinet (Ecolo-

Groen!):

het

huidige

werkgelegenheidsklimaat zijn die
maatregelen prioritair.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

12 Samengevoegde vragen van

- de heer Hans Bonte aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over "de
verlenging van de tijdelijke crisismaatregelen van juni 2009" (nr. 14880)
- mevrouw Camille Dieu aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over "de
economische werkloosheid voor bedienden" (nrs. 15276 en 15339)
- mevrouw Camille Dieu aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over "de
verlenging van de tijdelijke werkloosheid voor bedienden" (nr. 15581)
- de heer Guy D'haeseleer aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over
"de stand van zaken in verband met het eenheidsstatuut" (nr. 15678)
- mevrouw Meryame Kitir aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over "de
impact van de tijdelijke crisismaatregelen" (nr. 15900)

12 Questions jointes de

- M. Hans Bonte à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances sur "la
prorogation des mesures temporaires de crise prises en juin 2009" (n° 14880)
- Mme Camille Dieu à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances sur
"le chômage économique des employés" (n

15276 et 15339)

- Mme Camille Dieu à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances sur
"la reconduction du chômage temporaire des employés" (n° 15581)
- M. Guy D'haeseleer à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances sur
"l'état de la situation dans le dossier du statut unique" (n° 15678)
- Mme Meryame Kitir à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances sur
"l'impact des mesures temporaires de crise" (n° 15900)

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

12.01 Camille Dieu (PS): Madame la ministre, j'ai introduit deux

questions sur le sujet. La première ayant été reportée, j'en ai introduit
une deuxième après l'annonce des mesures par le gouvernement.

Lors des premiers signes de la crise, le gouvernement a mis sur pied
des mesures visant à minimiser le chômage des employés, dénommé
chômage temporaire. En fonction de la première mesure, l'employeur
peut suspendre partiellement ou totalement l'exécution d'un contrat de
travail et peut y avoir recours si l'entreprise prouve une baisse de
20 % de son chiffre d'affaires ou de sa production ou encore si le
chômage temporaire chez les ouvriers représente 20 %. Dans ce cas,
l'employé bénéficie immédiatement d'une indemnité de chômage.

Une forme de crédit-temps individuel de crise a également été mise
en place. Le travailleur n'est pas obligé d'accepter cette proposition.
En outre, la perte de salaire des employés est compensée par une
allocation de l'ONEM et l'employeur peut verser aux travailleurs
concernés par la mesure une indemnité complémentaire, à condition
de ne pas dépasser le salaire d'origine perçu par l'employé.

L'employeur peut réduire d'un cinquième ou d'un quart le temps de
travail pour tous les travailleurs ou pour une catégorie spécifique via
une CCT conclue au niveau de l'entreprise. Au contraire des mesures
précédentes, l'ONEM ne verse cependant aucune indemnité, mais
l'employeur bénéficie d'une réduction de cotisations ONSS, qui
pourrait lui permettre d'augmenter le salaire du travailleur et de
compenser ainsi la perte de revenus.

Ma première question a trait aux statistiques relatives à ce recours au
chômage temporaire des employés. En effet, selon la presse, au mois
d'août 2009, seuls quelque 1 200 employés auraient bénéficié du
chômage temporaire. Confirmez-vous cette information? Laquelle des
trois mesures a-t-elle été la plus utilisée? Quelle est la proportion de
dossiers de chômage temporaire pour employés acceptés par rapport
au nombre de demandes?

Je formule à présent ma seconde question. Depuis que le
gouvernement a annoncé la reconduction des mesures au-delà du 31
décembre 2009, les syndicats des employés se sont prononcés. Ils
sont favorables à cette idée, à condition toutefois qu'un montant
minimal du supplément accordé par les entreprises pour compenser
la perte de salaire des employés soit déterminé. En effet, ils
dénoncent les pratiques de certaines entreprises qui octroient moins
d'un euro de compensation par jour.

Les syndicats souhaitent également qu'une nouvelle analyse de la
situation économique des entreprises soit réalisée et que les mesures
du crédit-temps et de chômage temporaire fassent l'objet d'un accord
sectoriel. Ils justifient cette position par le fait que, là où de tels
accords ont été signés, les conditions d'application des mesures
étaient bien meilleures que les autres.

Je voulais savoir quel était votre avis sur cette position.

12.01 Camille Dieu (PS): Toen

economische

crisis

zich

aandiende, nam de regering een
aantal

maatregelen

werkloosheid bij bedienden zo
beperkt mogelijk te houden, door
de invoering van de tijdelijke
werkloosheid voor bedienden. Zo
kan de werkgever de uitvoering
van een arbeidsovereenkomst
onder

bepaalde

voorwaarden

gedeeltelijk of volledig schorsen.
In dat geval heeft de bediende
onmiddellijk

recht

een

werkloosheidsuitkering.

Er werd ook een crisistijdskrediet
ingevoerd. Het loonverlies voor de
bedienden wordt gecompenseerd
door een uitkering van de RVA en
de werkgever kan aan de
betrokken

werknemers

een

bijkomende vergoeding uitbetalen.

De werkgever beschikt daarnaast
over de mogelijkheid om via een
bedrijfs-cao de arbeidstijd voor alle
werknemers

voor

een

specifieke

categorie

van

werknemers met een vijfde of een
vierde

verminderen.

werkgever geniet in dat geval een
vermindering

van

RSZ-

bijdragen, waarmee hij het loon
van de werknemer kan verhogen
en aldus het inkomensverlies
compenseren.
Beschikt u over statistieken met
betrekking tot de toepassing van
de tijdelijke werkloosheid voor
bedienden? Van welke van de drie
maatregelen werd het meest
gebruik gemaakt? Wat is de
verhouding tussen het aantal
ingediende

het

aantal

goedgekeurde dossiers?

Sinds de regering aankondigde dat
de

maatregelen

tot

31 december 2009 zullen worden
verlengd,

hebben

bediendenvakbonden zich over
een en ander uitgesproken. Zij zijn
gewonnen voor de idee, op
voorwaarde

dat

een

minimumbedrag wordt vastgesteld
voor de compensatie die de

27/10/2009

CRIV 52

COM 680

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

bedrijven toekennen voor het door
de bedienden geleden loonverlies.
De vakbonden willen eveneens dat
er een nieuwe analyse van de
economische situatie van de
bedrijven wordt uitgevoerd en dat
de

maatregelen

inzake

het

tijdskrediet

tijdelijke

werkloosheid in een sectoraal
akkoord worden opgenomen.
Wat vindt u daarvan?

12.02 Guy D'haeseleer (Vlaams Belang): U koppelde de verlenging

van de tijdelijke werkloosheid, een van de crisismaatregelen voor
bedienden, het voorbije jaar aan de vooruitgang in het dossier van het
eenheidsstatuut. De tijdelijke werkloosheid is verlengd.

Wat is de stand van zaken in het dossier over het statuut van
arbeiders en bedienden? Mogen wij ervan uitgaan dat er, gezien de
verlenging van de tijdelijke werkloosheid voor bedienden, eindelijk een
akkoord is bereikt? Het zou me verwonderen, maar men weet nooit.

U had gezegd dat er in dit dossier eind 2009 eindelijk getrancheerd
zou worden. We zijn bijna zover. Tegen wanneer mogen de
oplossingen worden verwacht. U bent het wellicht met mij eens dat
het hoog tijd wordt dat er beslissingen volgen.

12.02 Guy D'haeseleer (Vlaams

Belang): La ministre a lié le
dossier du chômage temporaire à
la progression du dossier sur le
statut

unique.

chômage

temporaire a été prolongé dans
l'intervalle mais où en est l'autre
dossier?

Pouvons-nous

enfin

espérer obtenir une solution?

12.03 Meryame Kitir (sp.a): Mijn vraag sluit aan bij die van mevrouw

Dieu. In Vacature van 10 oktober 2009 wordt onder de titel "Is de
operatie jobbehoud mislukt?" door enkele specialisten op een
behoorlijk sceptische manier over de impact van de tijdelijke
crisismaatregelen gesproken.

Ferre Wyckmans, secretaris van LBC, zou bij u hebben
aangedrongen op een analyse om te weten of er dankzij de
maatregelen naakte ontslagen konden worden vermeden, en op het
gebruik ervan. Professor Willy van Eeckhoutte doet ik citeer :
"smalend over de technische werkloosheid voor bedienden", mede
omdat die maatregel ontzettend weinig zou zijn toegepast. Hij spreekt
zelfs over een druppel op een hete plaat.

Hoeveel werkgevers hebben voor hoeveel werknemers elk van de
drie tijdelijke crisismaatregelen ingeroepen sinds de invoering ervan?

Hoeveel werkgevers hebben in dezelfde periode voor hoeveel
arbeiders gebruikgemaakt van tijdelijke werkloosheid voor arbeiders?

Hoeveel bedienden, respectievelijk arbeiders, werden er in dezelfde
periode ontslagen? Hoeveel inschrijvingen als werkzoekende waren
er dus bij de regionale diensten voor arbeidsbemiddeling?

Bij de aanvraag voor tijdelijke werkloosheid moet, dixit de wet en dixit
de betreffende tabel op uw website, in de cao of het
ondernemingsplan de bijkomende en begeleidende maatregelen,
teneinde te komen tot een maximaal behoud van de
werkgelegenheid, worden vermeld. Beantwoorden de bij de griffie
ingediende documenten hieraan?

12.03 Meryame Kitir (sp.a):

Dans

Vacature,

plusieurs

spécialistes ont brocardé les
mesures de crise temporaires.
Combien d'employeurs ont-ils eu
recours à chacune des trois
mesures de crise temporaires?
Pour combien de travailleurs?
Combien d'employeurs ont-ils eu
recours au chômage temporaire
pour leurs ouvriers? Combien
d'employés et combien d'ouvriers
ont-ils été licenciés au cours de la
même

période?

Combien

d'inscriptions

tant

que

demandeurs d'emploi ont été
enregistrées

sein

des

organismes

régionaux

placement?

Au moment du dépôt de la
demande de chômage temporaire,
la convention collective de travail
ou le plan d'entreprise doivent
inclure les mesures qui visent au
maintien maximal de l'emploi. Les
entreprises le font-elles? Quelles
mesures d'accompagnement les
entreprises invoquent-elles?

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Welke aard van de begeleidende maatregelen werden door de
ondernemingen ingeroepen?

12.04 Joëlle Milquet, ministre: Madame la présidente, chers

collègues, avant d'aborder les réponses de manière spécifique, je
voudrais dire qu'on néglige parfois certaines choses dans l'analyse.
Cela ne tient d'ailleurs pas qu'aux mesures anti-crise.

Vous recevrez aujourd'hui un communiqué de l'ONEM qui donne les
chiffres du chômage chez nous. Le nombre de chômeurs est en forte
diminution en septembre par rapport au mois d'août, même si nous
sommes en augmentation par rapport à l'an dernier.

En Belgique, on constate que, depuis le début de la crise, le taux de
chômage a augmenté de 0,4 %, ce qui nous donne un taux de 7,9 %.
C'est inférieur à 8 %, alors que tous les pays de l'Euro connaissent
une augmentation de 2 % et présentent un taux de 9,5 %. Au niveau
de l'OCDE, le taux est également supérieur au nôtre et est d'environ
8,5 %.

Par rapport aux vingt-sept pays de l'Union européenne, nous nous
trouvons donc dans un ranking beaucoup plus favorable qu'avant la
crise. C'est un peu absurde. Il ne faut en effet pas du tout négliger
l'augmentation du taux de chômage.

Lorsque j'ai présenté la situation belge à l'OCDE, les analystes
présents ont immédiatement fait un lien entre l'importance des
mesures de chômage économique et le moindre taux de chômage
structurel. Est-ce l'explication unique? Sûrement pas! Ce n'est pas
non plus suffisant pour nous aider à traverser la crise. Nous devons
prendre des mesures complémentaires de création d'emplois dans
les services, d'activation pour les jeunes, etc. C'est la raison pour
laquelle nous avons à la fois pris des mesures pour augmenter les
indemnités en matière de chômage économique des ouvriers et des
mesures tout à fait provisoires négociées avec les partenaires
sociaux pour arriver à l'équivalent du "chômage économique des
employés", même si ces termes n'existent pas dans la loi.

Nous avons reçu hier soir les derniers chiffres. Ils seront publiés
aujourd'hui. En date du 26 octobre, 760 plans d'entreprise ont été
déposés au greffe du SPF Emploi. Parmi 682 dossiers traités,
643 plans ont été approuvés par la Commission plans d'entreprise.
Les 78 restants le seront lors de la prochaine réunion de la
commission. À ces 760 plans d'entreprise, il faut ajouter
391 demandes dans le cadre des conventions collectives d'entreprise
déposées au greffe pour examen. Dans le secteur du textile et de la
métallurgie, des conventions collectives sectorielles ont été conclues.
Nous sommes donc au-delà des 1 000 demandes en ce qui concerne
les entreprises.

En ce qui concerne la répartition, dans les 391, on en a 24 pour la
réduction du temps de travail de crise à quart temps, 139 pour la
réduction du temps de travail de crise à un cinquième temps, 51
crédits-temps de crise individuels, 91 pour la suspension collective
partielle de l'exécution du contrat de travail et 81 pour la suspension
collective de l'exécution du contrat de travail pour les employés.

Enfin, 285 entreprises du secteur de la métallurgie et 55 entreprises

12.04 Minister Joëlle Milquet:

Vergeleken met de situatie in
augustus, is het aantal werklozen
in september fors gedaald, maar
vergeleken bij vorig jaar is dat
aantal gestegen. De werkloos-
heidsgraad is sinds het begin van
de

crisis

met

0,4 procent

gestegen; hij bedraagt 7,9 procent.
In de landen van de eurozone
liggen

die

cijfers

hoger:

respectievelijk

2 procent

9,5 procent. Ook in de OESO ligt
de werkeloosheidsgraad hoger
dan in België (8,5 procent).

Onze

ranking

onder

zevenentwintig landen van de
Europese Unie is er sinds de crisis
fors op vooruitgegaan, wat absurd
is. De analisten van de OESO
hebben meteen begrepen dat hoe
meer maatregelen er op het
gebied

van

economische

werkloosheid genomen zijn, hoe
lager de structurele werkloosheid
ligt. We moeten echter meer
maatregelen

nemen.

Daarom

hebben we de uitkeringen bij
economische werkloosheid van
arbeiders verhoogd. We hebben
voorlopige maatregelen genomen
om ze op te trekken tot het
equivalent

van

"economische

werkloosheid voor bedienden", na
onderhandelingen met de sociale
partners.

Op 26 oktober had de griffie van
de FOD Werkgelegenheid 760
ondernemingsplannen ontvangen.
682 dossiers zijn behandeld, 643
ondernemingsplannen

zijn

goedgekeurd. De overige 78
worden

door

een

commissie behandeld. Daarnaast
zijn

391

verzoeken

van

bedrijfsarbeidsovereenkomsten bij
de

griffie

neergelegd

voor

onderzoek. De sectoren textiel en
metaalnijverheid hebben sectorale
collectieve

overeenkomsten

gesloten. We hebben de grens
van

1 000

aanvragen

overschreden.

27/10/2009

CRIV 52

COM 680

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

du secteur textile ont introduit une demande pour être reconnues
comme des entreprises en difficulté puisque ces deux secteurs ont
conclu une convention sectorielle.

On peut donc considérer que 1 500 entreprises (petites, moyennes ou
grandes) ont manifesté leur intérêt pour ces mesures.

En ce qui concerne l'évolution du nombre d'employés concernés, en
juillet 2009, immédiatement après la vente, on a reçu 122 notifications
de chômage temporaire employé. En août, on en a reçu 270 et en
septembre 344.

Actuellement, selon les chiffres disponibles, 4 695 employés ont déjà
subi une suspension totale ou partielle de l'exécution du contrat de
travail au cours du mois de septembre 2009. À l'heure actuelle, on
compte encore 344 notifications pour 4 280 travailleurs
complémentaires qui vont peut-être venir s'ajouter à l'ensemble.

Pour établir une comparaison, sur le mois de septembre 2009,
158 976 ouvriers ont été mis en chômage temporaire. Le nombre de
travailleurs mis en chômage complet à la suite d'un licenciement
durant la même période n'est pas tout à fait connu. En outre, les
données d'inscription comme demandeur d'emploi relèvent des
autorités régionales. Nous attendons donc de recevoir des précisions
complémentaires à ce sujet.

Voor die 391 geldt de volgende
verdeling: 24 dossiers van crisis-
arbeidsduurvermindering

een

kwart van de volledige arbeidstijd,
139

dossiers

van

crisis-

arbeidsduurvermindering

een

vijfde van de volledige arbeidstijd,
51 dossiers van individuele crisis-
tijdskredieten, 91 gevallen van
gedeeltelijke collectieve opschorting
van

uitvoering

van

arbeidsovereenkomst

dossiers

van

collectieve

opschorting van de uitvoering van
de

arbeidsovereenkomst

van

bedienden.

Tot slot hebben 285 bedrijven uit
de metaalsector en 55 bedrijven
uit de textielsector het statuut van
onderneming in moeilijkheden
aangevraagd.

We kunnen bijgevolg zeggen dat
1 500 ondernemingen belang-
stelling voor die maatregelen
getoond hebben.

Overigens hebben we in juli 2009,
meteen na de verkoop, 122
meldingen

van

tijdelijke

werkloosheid bij de bedienden
ontvangen. In augustus was dat
aantal tot 270 en in september tot
344 gestegen.

Volgens de informatie waarover
we beschikken, is in de loop van
september 2009 de volledige of
gedeeltelijke uitvoering van het
arbeidscontract

van

4 695

bedienden opgeschort. Daarbij
komen nog 344 meldingen, wat de
lijst met nog 4 280 werknemers
zou kunnen verlengen.

In september 2009 waren 158 976
arbeiders tijdelijk werkloos. We
wachten op meer details om een
precieze vergelijking te kunnen
opstellen.

Als we weten dat in de maand september 2 137 betalingen zijn
gebeurd voor het crisistijdskrediet, kunnen we ervan uitgaan dat beide
crisismaatregelen, namelijk tijdelijke werkloosheid en het tijdskrediet,
ongeveer hetzelfde lot beschoren zijn.

On peut partir du principe que le
chômage temporaire et le crédit-
temps connaissent une destinée
quasiment identique. La troisième
mesure, la réduction collective et

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

derde

maatregel,

collectieve

tijdelijke

arbeidsduurvermindering, kon nog niet geëvalueerd worden
aangezien deze per kwartaal moet aangegeven worden aan de RSZ.
De aangiften van het derde kwartaal van 2009 zijn volgens de laatste
berichten nog niet beschikbaar.

Ik denk niet dat we mogen zeggen dat er weinig beroep gedaan wordt
op deze betaling. Eerst en vooral ligt volgens mij het aantal
ondernemingen die hun belangstelling hebben laten blijken voor de
maatregelen al vrij hoog. Voorts is het voor die 4 695 bedienden en
hun werkgevers al te veel. Er moet bovendien rekening gehouden
worden met de volgende factoren. Het feit dat het gaat om nieuwe
maatregelen, en dus werkgevers tijd nodig hebben om zich te
informeren en te oordelen of de maatregelen kunnen worden
toegepast in hun onderneming. Vervolgens is er het feit dat
onderneming minder vaak een beroep doen op interim-arbeid.

temporaire de la durée du temps
de travail, ne peut pas encore être
évaluée parce que les déclarations
relatives au troisième trimestre
2009 ne sont

pas

encore

disponibles. Je ne pense pas que
la mesure soit peu utilisée.
L'intérêt pour la mesure est assez
important et les employeurs ont
besoin de temps pour déterminer
si une mesure donnée convient à
leur entreprise.

Lorsque j'ai participé à la table ronde pour le secteur automobile avec
l'ensemble des gouvernements, tous les partenaires sociaux,
syndicats comme employeurs, ont demandé qu'il y ait un allongement
des mesures anti-crise en ce qui concerne le chômage économique.

En ce qui concerne le minimum pour la compensation, j'en ai déjà
parlé avec la FEB. J'ai envoyé une demande d'avis au Conseil
national du Travail. Cet avis des partenaires sociaux est nécessaire
pour prendre la mesure d'allongement. Je ne doute pas que cette
problématique fera partie de la discussion et de l'avis.

La règle est de dire qu'on octroie la même compensation que celle
des ouvriers mais il faut qu'il y ait un minimum. Je suppose que
comme c'est une volonté syndicale collective, cela fera partie de l'avis
rendu dans le cadre de la discussion sur la prolongation des mesures.

Tijdens de rondetafel voor de
auto-industrie hebben alle sociale
partners

gepleit

voor

een

verlenging van de anticrisis-
maatregelen met betrekking tot de
economische werkloosheid.

heb

een

adviesaanvraag

betreffende

minimum-

vergoeding

bij

Nationale

Arbeidsraad ingediend.

De sociale partners moeten advies
uitbrengen om de maatregel te
kunnen verlengen.

In de regel kent men dezelfde
vergoeding toe als aan de
arbeiders, maar er moet een
minimum vastgesteld worden.

12.05 Camille Dieu (PS): Madame la ministre, je vous remercie.

J'espère que nous recevrons les chiffres dont vous avez parlé.

Nous sommes évidemment favorables à la reconduction. Je ne pense
pas que les organisations syndicales, vous l'avez dit vous-même, y
soient opposées. Elles auraient simplement souhaité qu'on tienne
compte de ce dont vous venez de parler. J'espère qu'on trouvera une
solution satisfaisante pour l'ensemble des travailleurs. Ce dossier
reste donc en attente.

12.05 Camille Dieu (PS): Wij zijn

natuurlijk voorstander van die
verlenging. Ik denk niet dat de
vakbonden er bezwaar tegen
zullen maken. Ik hoop dat we een
bevredigende oplossing kunnen
vinden voor alle werknemers.

12.06 Guy D'haeseleer (Vlaams Belang): Mevrouw de minister, ik

zou u graag bedanken voor uw antwoord, althans mocht ik een
antwoord hebben gekregen. U hebt niet geantwoord op mijn vraag
over de timing voor het eenheidsstatuut.

12.06 Guy D'haeseleer (Vlaams

Belang): La ministre n'a pas
communiqué d'échéancier pour le
statut unique.

12.07 Minister Joëlle Milquet: Dat punt heb ik niet gezien.

Wat het laatste punt betreft, is het aan de sociale partners om
hierover voorstellen te formuleren. Ik heb met veel belangstelling
opgemerkt dat ze een werkschema over dit thema hebben opgesteld.

12.07 Joëlle Milquet, ministre:

Les partenaires sociaux doivent
formuler des propositions en la
matière. Ils ont établi un plan de
travail qui, je l'espère, conduira

27/10/2009

CRIV 52

COM 680

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Ik hoop dat de sociale partners snel met resultaten over de brug
kunnen komen.

rapidement à des résultats.

12.08 Guy D'haeseleer (Vlaams Belang): Dat is het

standaardantwoord op alle kabinetten, dat constant blijft liggen op het
kabinet van Werk, zodat alle ministers het kunnen meenemen naar
de commissie.

Mevrouw de minister, u hebt duidelijk gezegd dat eind 2009 zou
worden getrancheerd in dit dossier. U hebt dat ook al eens verbonden
aan een verlenging van de tijdelijke werkloosheid voor bedienden. We
zijn meer dan zeventien jaar na het arrest van 1992 en we slagen er
nog altijd niet in om resultaat te boeken. Voor de zoveelste keer
hebben de sociale partners een werkschema opgesteld. Mevrouw de
minister, als we onszelf en het Parlement nog ernstig willen nemen, is
het toch wel het moment om met iets anders af te komen dan met
een werkschema, dat bij wijze van spreken al zevenendertig keer is
opgevoerd in deze commissie. U had nochtans toegezegd om
eind 2009 beslissingen te nemen. Blijkbaar bent u dat niet van plan en
blijft u aan het handje lopen van de sociale partners in dit dossier. Ik
vind dat zeer jammer.

Ik hoop dat de voorzitter van de commissie eind dit jaar de vele
hangende

wetsvoorstellen

agendeert.

Daarvoor

spoedbehandeling gevraagd. Ik hoop dat de commissievoorzitter, wie
het ook moge zijn, de intellectuele eerlijkheid zal hebben om de
voorstellen te agenderen. Anders zitten we hier over zeventien jaar
nog. Indien u dan nog minister van Werk zou zijn, zou u opnieuw
hetzelfde velletje papier moeten voorlezen, met de boodschap dat de
sociale partners een nieuw werkschema hebben afgesproken.

12.08 Guy D'haeseleer (Vlaams

Belang): La ministre avait annoncé
une décision pour la fin de 2009.
Le moment est donc venu de
proposer autre chose qu'un plan
de travail. Je regrette que la
ministre continue de se laisser
téléguider par les partenaires
sociaux. J'espère que le président
de la commission fera enfin
inscrire à l'ordre du jour les
nombreuses propositions de loi en
suspens. Dans le cas contraire,
nous risquons de nous retrouver
au même point dans dix-sept ans!

12.09 Minister Joëlle Milquet: Ik blijf bij mijn standpunt. Ik heb

gezegd dat men één jaar tijd heeft om daarover te spreken. Dat is
natuurlijk heel moeilijk en door de crisis is het nog moeilijker, maar als
we voor het einde van het jaar geen vooruitgang zien, zullen we
daarover een debat voeren in het Parlement. In die omstandigheden
is het normaal dat een discussie over verschillende wetsvoorstellen
worden gevoerd, bijvoorbeeld over de carensdag.

12.09 Joëlle Milquet, ministre: Je

m'en tiens à mon échéancier de
départ. Les partenaires sociaux
ont un délai d'un an et celui-ci
n'est pas terminé pour l'instant. Si,
d'ici là, ils n'ont toujours pas
dégagé de solution, je lancerai le
débat au parlement.

12.10 Meryame Kitir (sp.a): Mevrouw de voorzitter, ik dank de

minister voor haar uitgebreid antwoord.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

13 Question de Mme Zoé Genot à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des

chances sur "VW Forest et le Fonds européen d'ajustement à la mondialisation" (n° 15030)

13 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen

over "VW Vorst en het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering" (nr. 15030)

13.01 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Madame la ministre, j'avais déjà

interrogé votre prédécesseur sur ce dossier. En effet, à la suite du
licenciement d'une partie des travailleurs et sous-traitants de VW
Forest, il avait été question d'une aide possible du Fonds européen
d'ajustement à la mondialisation.

En décembre 2007, votre prédécesseur me disait qu'un dossier

13.01 Zoé Genot (Ecolo-Groen!):

Nadat een deel van het personeel
van VW Vorst en van de
onderaannemers werd ontslagen,
was er sprake van een mogelijke
tegemoetkoming

van

het

Europees fonds voor aanpassing

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

émanant du ministre de l'Économie établissait le lien entre la
mondialisation et les restructurations dans le secteur automobile, plus
particulièrement chez VW, et que ce dossier avait été transmis aux
Régions, compétentes pour les mesures de soutien au personnel
licencié. Nous entendons parler régulièrement de l'usage qui est fait
de ce Fonds d'ajustement. Ainsi, l'industrie textile flamande vient de
recevoir 9,2 millions. En Suède, l'industrie automobile a, elle aussi,
connu de graves problèmes, comme en témoignent les 4 687
licenciements (2 200 chez Volvo et le reste chez ses fournisseurs).
Une demande d'aide s'élevant à 9,8 millions a été introduite.

Madame la ministre, qu'en est-il des travailleurs licenciés de VW
Forest et des sous-traitants qui n'ont jamais retrouvé d'emplois?
Pouvez-vous me dire si ce dossier établissant le lien entre la
mondialisation et les restructurations dans le secteur automobile, et
plus particulièrement à VW Forest, a finalement été introduit au Fonds
européen d'ajustement à la mondialisation? Les travailleurs licenciés
de VW Forest et les sous-traitants vont-ils bénéficier d'une aide de ce
Fonds qui permet de financer des projets dynamiques de
reconversion?

aan de globalisering.

In december werd, in het kader
van een dossier van de minister
bevoegd voor economie, een
verband vastgesteld tussen de
globalisering en de herstructu-
reringen in de automobielsector,
meer bepaald bij VW Vorst. Dat
dossier werd aan de bevoegde
Gewesten overgezonden met het
oog

ondersteunende

maatregelen ten gunste van het
ontslagen personeel.

Hoe staat het met de ontslagen
werknemers van VW Vorst en van
de toeleveringsbedrijven die geen
andere baan vonden? Werd het
dossier waarin een verband werd
vastgesteld

tussen

globalisering en de herstructu-
reringen in de automobielsector
ingediend bij het Europees fonds
voor

aanpassing

aan

globalisering? Zullen de ontslagen
werknemers van VW Vorst en van
de toeleveringsbedrijven recht
hebben op steunmaatregelen van
dat fonds?

13.02 Joëlle Milquet, ministre: En ce qui concerne Forest, comme

vous le savez, ce sont les Régions qui doivent introduire les dossiers.
Nous ne sommes, au niveau fédéral, que les "passeurs" de
demandes à l'égard de la Commission.

À l'époque, la Région de Bruxelles-Capitale n'avait pas introduit de
demande et ce, pour deux raisons. D'une part, ils avaient utilisé la fin
des avantages du Fonds social européen pour compenser la
demande. D'autre part, à ce moment c'est d'ailleurs l'une des
raisons de la modification de la Commission -, la réglementation pour
l'accès au Fonds d'ajustement à la mondialisation était très restrictive
et ils avaient le sentiment de ne pas entrer dans les conditions.

Entre-temps, la Commission a assoupli les conditions. Maintenant,
par exemple, il ne faut plus viser que 500 personnes. C'est d'ailleurs
la raison pour laquelle d'autres évolutions ont pu avoir lieu en
Belgique qui permettront de mieux réagir si un nouveau problème
surgissait à Forest, ce que je n'espère pas.

Par ailleurs, on vient de prendre les mesures de minimis conto. Les
choses avancent.

Si un problème devait se poser à Genk ou ailleurs, nous aurons la
possibilité de recourir beaucoup plus facilement au Fonds européen
d'ajustement.

13.02 Minister Joëlle Milquet:

Wat Vorst betreft, moeten de
Gewesten de dossiers indienen.
De federale overheid geeft die
aanvragen alleen door aan de
Commissie.

Het

Brussels

Hoofdstedelijk

Gewest

heeft

destijds

geen

aanvraag ingediend; in de plaats
daarvan heeft het Gewest gebruik
gemaakt van de laatste middelen
uit het Europees Sociaal Fonds.
Daarenboven was de regelgeving
met betrekking tot de toegang tot
het

Europees

fonds

voor

aanpassing aan de globalisering
erg restrictief en dacht de
gewestelijke overheid niet aan de
voorwaarden te voldoen.

Inmiddels heeft de Commissie de
voorwaarden versoepeld. Voortaan
moet de aanvraag nog slechts 500
personen betreffen. In België is er
dan ook een en ander gewijzigd,
waardoor we sneller zullen kunnen

27/10/2009

CRIV 52

COM 680

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

reageren als het opnieuw misloopt.

13.03 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): En tout cas, de nombreuses

personnes, notamment chez les sous-traitants, étaient dans des
situations difficiles et ont été licenciées dans des conditions
défavorables. Par exemple, certains, intérimaires depuis plus de 7
ans, n'ont reçu aucune nouvelle de personne.

Aujourd'hui, ils sont donc très fâchés d'entendre, en période de crise,
les politiques affirmer qu'ils s'adresseront au Fonds européen alors
que dans les faits, il ne se passe rien. Pendant un certain nombre
d'années, en réponse à nos questions, on prétend étudier le dossier,
puis on constate que rien n'a été fait.

J'insiste pour que la prochaine fois, on ait un suivi beaucoup plus
sérieux du dossier pour pouvoir expliquer aux gens les raisons des
décisions prises.

13.03 Zoé Genot (Ecolo-Groen!):

Tal van werknemers werden alles-
zins ontslagen onder ongunstige
voorwaarden. Bepaalde uitzend-
krachten hebben zeven jaar lang
niets

gehoord.

zijn

verbolgen dat de politici beweren
dat ze naar het Europees Fonds
zullen stappen, terwijl er in de
werkelijkheid niets gebeurt.

Ik dring erop aan dat de redenen
voor de beslissingen in het vervolg
beter aan de mensen zouden
worden uitgelegd.

13.04 Joëlle Milquet, ministre: Je pense que vous devez

absolument faire poser cette question par des gens de votre parti au
gouvernement régional concerné, dont vous faites par ailleurs partie.
C'est une compétence régionale, je le répète.

13.04 Minister Joëlle Milquet:

Stel die vraag aan de betrokken
gewestregering, jullie maken er
trouwens deel van uit.

13.05 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): M. Cerexhe a été interrogé au

niveau bruxellois et a aussi donné des réponses vagues, comme
celles que j'ai obtenues ici. Ce n'est pas correct. On aurait dû pouvoir
dire beaucoup plus rapidement que la situation n'entrait pas dans les
conditions exigées et que d'autres voies allaient être explorées.

13.05 Zoé Genot (Ecolo-Groen!):

In het Brussels Gewest werd de
heer Cerexhe ondervraagd; zijn
antwoorden

waren

eveneens

vaag. Dat is niet netjes. Men had
sneller moeten melden dat de
situatie niet aan de voorwaarden
beantwoordde en dat er andere
wegen bewandeld zouden worden.

13.06 Joëlle Milquet, ministre: Je ne sais pas exactement ce qui

s'est passé à cette époque. Votre question concerne un dossier du
passé. À ce stade, c'est en tout cas ce que je peux vous répondre.

En revanche, nous avons analysé cette matière. Dès qu'on aura une
restructuration qui entre dans le champ d'application, les courriers
sont prêts à être adressés à la Région pour susciter le dépôt de la
demande, pour pouvoir ensuite négocier au niveau européen. Le
problème est que nous ne pouvons pas faire le dossier nous-mêmes.

13.06 Minister Joëlle Milquet: Ik

weet niet wat er toen allemaal is
gebeurd. Op dit ogenblik kan ik u
niet meer zeggen.

Zodra er een herstructurering is
die in het toepassingsgebied valt,
zullen de Gewesten per brief
worden aangezocht een dossier in
te dienen en onderhandelingen
aan te knopen met de Europese
overheid. We kunnen het dossier
echter niet zelf samenstellen.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

14 Vraag van mevrouw Meryame Kitir aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke

Kansen over "de acties om meer diversiteit te bewerkstelligen op de werkvloer" (nr. 15125)

14 Question de Mme Meryame Kitir à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité

des chances sur "les actions en vue de favoriser la diversité sur le lieu de travail" (n° 15125)

14.01 Meryame Kitir (sp.a): Mevrouw de minister, op 17 november

2008 heeft u naar aanleiding van een toen verschenen OESO-rapport
over discriminatie bij aanwervingen acht projecten aangekondigd voor

14.01 Meryame Kitir (sp.a): Le

17 novembre 2008, lors de la
publication d'un rapport OCDE

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

meer diversiteit op het werk. Het gaat om de lancering van de
interculturele rondetafels met de nadruk op de strijd tegen
discriminatie bij de aanwerving, het label gelijkheid/diversiteit voor de
ondernemingen versterken met invoering van een labelingproces, een
sociaaleconomische monitoring, het opzetten van een test tegen
discriminaties, een diversiteitbarometer, de promotie van diversiteit
tijdens de onderhandelingen over het IPA, een arbeidskaart voor
personen die zich in een illegaal of onzeker verblijfsstatuut bevinden
en sinds 31 maart 2007 op het grondgebied verblijven en de mobiliteit
van werknemers en werkzoekenden bevorderen met onder andere
premies voor taalopleidingen.

Kunt u voor elk van deze projecten een stand van zaken geven inzake
de uitvoering ervan en de mogelijke eerste resultaten of de
evaluaties?

concernant les discriminations
dans le cadre de recrutements, la
ministre avait annoncé huit projets
dont la finalité serait de favoriser la
diversité sur le lieu de travail. Où
en est aujourd'hui la mise en
oeuvre de ces projets?

14.02 Minister Joëlle Milquet: Mevrouw de voorzitter, collega's, de

rondetafel van de interculturaliteit.

Diversiteit op de werkvloer is een prioriteit binnen de verschillende
domeinen die worden voorgesteld in het raam van de rondetafels van
de interculturaliteit. In dat opzicht hebben verschillende organisaties
en verenigingen uit het middenveld in antwoord op de oproep tot
subsidiëring, projecten ingediend die diversiteit op het werk moeten
bevorderen. Nog specifieker: momenteel zijn er in Vlaanderen,
Brussel en Wallonië 18 activiteiten aan de gang die rond deze
thematiek draaien. Het pilotagecomité heeft zijn eerste vergadering
gepland tijdens de komende vakantie. Een van de eerste
onderwerpen van discussie zal de diversiteit op de werkvloer zijn.

Ten tweede, het label gelijkheid-diversiteit. Reeds in september 2006
werden de organisaties uitgenodigd om hun belangstelling voor het
proefproject "label gelijkheid-diversiteit" te laten blijken. 15
organisaties van verschillende grootte en uit verschillende
activiteitssectoren hebben zich in het raam van het proefproject
geëngageerd. Deze ondernemingen hebben hun beleid inzake
diversiteit onder de loep genomen, een managementbeleid voor de
diversiteit uitgestippeld en een actieplan uitgewerkt dat over drie jaar
tijd moet worden geïmplementeerd.

De vereisten van het label houden in dat de onderneming een
diversiteitsbeleid uittekent, vertrekkend van de origine of de leeftijd
van de werknemers. Aangezien de genderdimensie transversaal is, is
elke onderneming verplicht haar actie te richten op de gelijke beloning
van alle werknemers en op de verzoening tussen privé- en
beroepsleven door daaraan de arbeidsvoorwaarden aan te passen.
De organisaties en ondernemingen die het label hebben, worden
jaarlijks onderworpen aan een externe controle onder de vorm van
een audit. Zo wordt nagegaan of hun actieplannen effectief zijn
ingevoerd en wordt er gegarandeerd dat hun beleid inzake diversiteit
blijft evolueren. Voor de jaren 2010 en 2011 voer ik op dit ogenblik
onderhandelingen met de Gewesten om een betere scheiding van de
bevoegdheden en betere harmonisering tussen de gewestelijke
projecten inzake diversiteit en het federale label te bewerkstelligen
zodat iedereen specifieke taken kan uitvoeren.

Wat de socio-economische monitoring betreft, kan ik het volgende in
herinnering brengen. Het is de bedoeling van de monitoring om

14.02 Joëlle Milquet, ministre:

La diversité sur le lieu de travail
constitue un élément prioritaire
dans le cadre des tables rondes
de l'interculturalité. Différentes
organisations et associations de la
société civile ont déposé des
projets visant à promouvoir la
diversité

travail.

Dix-huit

activités en matière de diversité
sont actuellement en cours en
Flandre, à Bruxelles et en
Wallonie. Le comité de pilotage se
réunira pour la première fois lors
des prochaines vacances et le
débat relatif à la diversité sur le
lieu de travail sera inscrit en
priorité à l'ordre du jour. Quinze
organisations de tailles diverses et
de différents secteurs se sont
engagées dans le cadre du projet
pilote "label égalité-diversité". Ces
entreprises ont élaboré un plan
d'action sur la diversité qui devra
être mis en oeuvre sur une période
de trois ans. Chaque entreprise
est tenue de cibler son action sur
la rémunération égale de tous les
travailleurs et sur la conciliation
entre vie privée et vie profession-
nelle en adaptant les conditions de
travail. Les entreprises qui ont
obtenu ce label doivent également
se soumettre à un audit annuel.
Pour 2010 et 2011, je mène
actuellement des négociations
avec

les

Régions

vue

d'améliorer la répartition des
compétences et l'harmonisation
entre les projets régionaux en la
matière et le label fédéral.
L'objectif du monitorage socio-

27/10/2009

CRIV 52

COM 680

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

objectieve, anonieme en geaggregeerde gegevens te bekomen die
afkomstig zijn van de bestaande administratieve databanken over de
stratificatie van de arbeidsmarkt door gegevens van het rijksregister,
namelijk die over de nationaliteit en de herkomst van personen, te
kruisen met klassieke socio-economische variabelen die het
datawarehouse van de kruispuntbank van de sociale zekerheid bij
elkaar brengt. Door deze gegevens te bewerken, zouden indicatoren
kunnen worden gecreëerd die in de vorm van tabellen worden
gepresenteerd en waar de informatie met elkaar wordt verbonden.

De jongste maanden hebben verschillende technische vergaderingen
plaatsgevonden

met

verschillende

actoren:

FOD

Werkgelegenheid, het Centrum voor Gelijkheid van kansen, het
Rijksregister, de Kruispuntbank en het kabinet. Hierdoor konden de
gegevens die aan het Rijksregister moeten worden aangereikt,
worden gepreciseerd en geformaliseerd, zodat de Kruispuntbank kan
beginnen met het testen van de geldigheid en de kwaliteit van de
gegevens die nodig zijn voor de uitwerking van de monitoring.

Tegen maart 2010 zullen wij, meen ik, de resultaten hebben van onze
eerste socio-economische monitoring.

Ik breng ter herinnering dat de bedoeling van de geaggregeerde
testen

onderzoek

voeren

volgens

een

bewezen

wetenschappelijke methodologie, opgesteld binnen een sociologisch
en statistisch kader, naar de mate van discriminatie op sectoraal of
regionaal niveau.

Deze testen meten de graad van discriminatie aan de hand van vier
discriminatiemotieven geslacht, leeftijd, handicap en etniciteit op
het vlak van werk. Het Centrum voor Gelijkheid van kansen, het
Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, de federale
regering en de drie Gewesten hebben beslist deze onderzoekstudie te
financieren. Intussen zijn de eerste proeftesten aanvaard. Wij zijn nu
in de tweede fase van het experiment. In de loop van 2010 zullen wij
over de laatste resultaten beschikken.

Inzake de diversiteitbarometer werd een werkstudie uitgevoerd naar
de indicatoren voor het verzamelen van gegevens over xenofobe
gevoelens en de manier waarop die gevoelens tot uiting worden
gebracht, en over het discriminerend gedrag dat er soms uit
voortvloeit. Deze studie heeft voorstellen geformuleerd voor de
ontwikkeling van een gelijkheidsbarometer voor het meten van
discriminatie, uitsluiting en racisme.

Met behulp van geaggregeerde gedragstesten wordt gepeild naar het
luik discriminatie. Voor het luik participatie meet men de omvang van
sociale uitsluiting. De monitoring is daartoe een middel. Deze twee
aspecten werden 18 maanden geleden gelanceerd. In de loop van
2010 zullen wij daarvan de resultaten kennen.

Het interprofessioneel akkoord 2009-2010 gaat niet expliciet in op de
problematiek van diversiteit op de werkvloer. Er werd in toepassing
van het IPA ter zake dus geen enkele cao afgesloten. Toch stellen wij
vast dat op basis van het IPA 2007-2008 maatregelen werden
genomen op het vlak van het behoud en de bevordering van
diversiteit.

économique est de recueillir des
données objectives, anonymes et
agrégées

recoupant

les

données du registre national avec
les variables socioéconomiques
classiques. On pourrait ainsi
regrouper des indicateurs dans
des tableaux.

Ces derniers mois, diverses
réunions techniques ont été
organisées avec les acteurs
concernés et ont permis de
préciser et de formaliser les
données du registre national. La
banque-carrefour peut dès lors
tester la validité et la qualité des
données requises pour la mise au
point du monitoring. Je pense que
les résultats du premier monitoring
socio-économique seront dispo-
nibles d'ici mars 2010. Le but est
de réaliser une étude scientifique
étayée

sur

l'étendue

des

discriminations dans le domaine
du travail, aussi bien d'un point de
vue sectoriel que régional, partant
du sexe, de l'âge, du handicap et
de l'origine ethnique. Le Centre
pour l'égalité des chances, l'Institut
pour l'Egalité des hommes et des
femmes, le gouvernement fédéral
et les trois Régions ont décidé de
financer cette étude et les derniers
résultats arriveront dans le courant
de 2010. Une étude a été réalisée
sur la collecte des données
relatives aux sentiments xéno-
phobes et à leurs manifestations.
Les résultats ont servi de base à
des propositions pour la mise au
point d'un baromètre d'égalité. La
discrimination a été sondée
partant de tests comportementaux
agrégés. Le volet participation
mesure l'étendue de l'exclusion
sociale. Le monitoring est un outil
pour procéder à ces mesures. Les
résultats seront connus dans le
courant de 2010. Des mesures
relatives au maintien et à la
promotion de la diversité ont été
adoptées sur la base de l'AIP
2007-2008. En ce qui concerne le
permis de travail pour les
personnes en séjour illégal en
Belgique, un arrêté royal a été
publié récemment, garantissant le

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Op uw vraag aangaande de arbeidskaart voor personen die zich
illegaal op het Belgische grondgebied bevinden, kan ik u zeggen dat
ik een koninklijk besluit heb genomen, dat onlangs, woensdag
14 oktober 2009, is verschenen in het Belgisch Staatsblad. Dat
koninklijk besluit wil het wettelijke kader garanderen dat nodig is om
de verblijfssituatie van buitenlanders die sinds 31 maart 2007 in
België verblijven en die over een arbeidskaart B beschikken die door
de bevoegde overheid werd afgeleverd, te regulariseren. Het is een
van de successen van ons akkoord van juni dat deze mogelijkheid
aanvaard is.

Wat de mobiliteit van werknemers en werkzoekenden betreft, hebben
we deze projecten afgeschaft omwille van economische, budgettaire
en financiële redenen. Het ging om een besparing van 10 miljoen. Tot
nu toe hebben wij geen vooruitgang geboekt in deze materie.

cadre légal indispensable pour la
régularisation du séjour des
étrangers titulaires d'un permis B
séjournant dans notre pays depuis
le 31 mars 2007.

Les projets relatifs à la mobilité
des travailleurs et des demandeurs
d'emploi ont été supprimés pour
des

motifs

économiques

budgétaires. Il en résulte une
économie de 10 millions d'euros. Il
n'y a pas d'avancée en la matière,
jusqu'ici.

14.03 Meryame Kitir (sp.a): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw

antwoord. Ik vind het positief dat u zich wil blijven inzetten om er toch
voor te zorgen dat er meer diversiteit op de werkvloer zal komen. Ik
betreur dat heel wat van uw initiatieven nog in experimentele fase zijn,
dat er maar 1 of 2 van uw voorstellen concreet zijn uitgevoerd. Ik
hoop dat daar snel verandering in komt, want diversiteit is zeker in de
huidige meer rechtse maatschappij zeer belangrijk, en ik hoop dat
met deze maatregelen vooruitgang kan worden geboekt.

14.03 Meryame Kitir (sp.a): Je

me réjouis que la ministre continue
de déployer des efforts pour la
diversité sur le lieu du travail.
Malheureusement, quantité de ses
initiatives en sont toujours au
stade expérimental et deux ou
trois propositions seulement ont
déjà été mises en oeuvre. J'espère
que cette situation changera
rapidement.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

15 Questions jointes de

- Mme Jacqueline Galant à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances
sur "la faillite de Preiss-Daimler et ses conséquences pour l'emploi" (n° 15167)
- M. Éric Thiébaut à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances sur "la
faillite de l'entreprise Preiss-Daimler Refractories située à Saint-Ghislain" (n° 15226)
- Mme Juliette Boulet à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances sur
"la faillite de l'entreprise Preiss-Daimler" (n° 15265)

15 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Jacqueline Galant aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over
"het faillissement van Preiss-Daimler en de gevolgen voor de werkgelegenheid" (nr. 15167)
- de heer Éric Thiébaut aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over "het
faillissement van het bedrijf Preiss-Daimler te Saint-Ghislain" (nr. 15226)
- mevrouw Juliette Boulet aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over
"het faillissement van het bedrijf Preiss-Daimler" (nr. 15265)

15.01 Jacqueline Galant (MR): Madame la ministre, voilà déjà plus

d'un mois que le tribunal du commerce de Mons a prononcé la faillite
de la société Preiss-Daimler de Saint-Ghislain. Cette entreprise qui
fabrique des matériaux réfractaires connaissait de graves difficultés
dues entre autres à la chute des commandes issues de l'industrie
verrière et de l'industrie sidérurgique. Un chômage économique
important avait été mis en place depuis plusieurs mois et un manager
intérimaire avait été désigné par la Région wallonne au début de
l'année. En décembre, 50 contrats à durée déterminée n'avaient pas
été renouvelés.

L'entreprise occupait 173 personnes (136 ouvriers et 37 employés).

15.01 Jacqueline Galant (MR):

Meer dan een maand geleden
sprak de rechtbank van koop-
handel te Bergen het faillissement
uit van de firma Preiss-Daimler te
Saint-Ghislain. Die fabrikant van
hittebestendige producten stelde
173 mensen te werk, plus 50
tijdelijke

arbeidskrachten

wier

contract niet werd verlengd. Dat is
bijzonder slecht nieuws voor de
Borinage, die al zwaar door

27/10/2009

CRIV 52

COM 680

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Ces emplois sont menacés aujourd'hui, malgré des négociations
officieuses de reprise. Les syndicats ne s'attendaient pas à une faillite
mais à un plan de restructuration.

Madame la ministre, cette triste nouvelle vient encore alourdir le bilan
des pertes d'emploi en Belgique et plus particulièrement dans la
région de Mons-Borinage déjà très éprouvée par le chômage. Bien
que la majorité des compétences en jeu soient régionales, je voulais
vous demander quelles mesures avaient été prises pour ces
travailleurs? Des mesures d'information et d'accompagnement ont-
elles été proposées? J'ai eu l'occasion d'aller visiter cette entreprise.
Le dernier repreneur, il y a quatre ans, a déposé sur la table 61 500
euros de capital alors que la masse salariale représente 800 000
euros. Il subsiste donc des questions quant à la vérification de la
fiabilité financière des repreneurs pour une entreprise de la taille de
Preiss-Daimler.

Enfin, même si je sais que cela dépend de la Région wallonne, un
manager de la Région avait été payé pour réaliser un audit général de
l'entreprise. Des voies de reconversion avaient été présentées mais
apparemment, aucune n'a été suivie. À l'heure actuelle, au niveau
fédéral, dans votre ministère, a-t-on fait quelque chose à ce sujet?
Existe-t-il des contacts à ce sujet avec votre homologue de la Région
wallonne?

banenverlies

werd

getroffen.

Werden er maatregelen genomen
om de betrokken werknemers te
informeren en te begeleiden? Ten
slotte had een interimmanager van
het Gewest een audit van het
bedrijf

uitgevoerd

reconversiepistes

voorgesteld,

maar geen enkele daarvan werd
gevolgd. Heeft men op federaal
vlak iets ondernomen? Heeft u
dienaangaande contact gehad met
uw ambtgenoot van het Waals
Gewest?

15.02 Eric Thiébaut (PS): Madame la présidente, madame la

ministre, comme vient de le dire Mme Galant, la faillite de l'entreprise
Preiss-Daimler Refractories (Saint-Ghislain), prononcée par le tribunal
de commerce de Mons, a frappé comme un coup de tonnerre pour
les 135 ouvriers et 38 employés qui se retrouveront du jour au
lendemain sans emploi.

Certes, cela fait quelques années que la société qui fabrique des
produits réfractaires pour fours industriels connaît des difficultés
chroniques. Mais le dépôt de bilan et la fermeture du site de Saint-
Ghislain par la maison-mère allemande constituent clairement un
nouveau coup dur pour l'emploi dans la région de Mons-Borinage, qui
détient déjà le triste record wallon au niveau des chiffres du chômage.

Dans le contexte économique actuel, la multiplication des faillites et la
perte de milliers d'emplois dans notre pays nous rappellent à quel
point, madame la ministre, une politique volontariste de maintien de
l'emploi est indispensable et urgente. Connaissant votre sensibilité
pour le sort des travailleurs et les efforts que vous entreprenez pour
proposer des mesures de relance de l'emploi, les négociations en
cours la question a été déposée voilà un mois pour fixer le cadre
budgétaire des deux prochaines années sont plus que jamais
l'occasion d'adopter des mesures complémentaires pour encadrer
davantage les innombrables travailleurs qui ont perdu leur emploi.

Dans ce cadre, madame la ministre, quel sort sera-t-il réservé aux
173 travailleurs de l'entreprise Press-Daimler de Saint-Ghislain? Une
cellule de reconversion sera-t-elle mise en place? Quelles aides leur
seront-elles accordées pour retrouver rapidement un emploi et
maintenir un niveau de salaire décent?

D'une manière générale, quelles sont les pistes que vous défendrez
en Conseil des ministres pour sauvegarder un maximum d'emplois

15.02 Eric Thiébaut (PS): Het

faillissement van het bedrijf Preiss-
Daimler Refractories is een zware
klap voor het personeel, dat van
de ene dag op de andere op straat
dreigt te komen te staan. Al
verkeerde de onderneming al
langer in moeilijkheden, deze
faillietverklaring is een nieuwe
mokerslag voor de werkgelegen-
heid in de Borinage, een streek die
op dat vlak al de trieste
recordhouder is van Wallonië. Ik
weet hoezeer u begaan bent met
het lot van de werknemers en
hoeveel inspanningen u zich hebt
getroost om de werkgelegenheid
aan te zwengelen. Zal u in dat
kader een reconversiecel voor de
werknemers van dat bedrijf op
poten zetten? Op welke steun
kunnen ze rekenen?

Meer algemeen, welke initiatieven
zal u nemen om zoveel mogelijk
banen in ons land te redden?
Zullen bestaande maatregelen
zoals de tijdelijke crisisarbeids-
duurvermindering,

vermin-

dering van de arbeidsprestaties en
de

tijdelijke

economische

crisiswerkloosheid voor bedienden
worden verlengd?

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

dans notre pays vu le contexte actuel très difficile? Des moyens
supplémentaires seront-ils octroyés pour prolonger les mesures que
vous avez déjà proposées, telles la réduction temporaire du temps de
travail de crise, la réduction des prestations et le chômage
économique temporaire de crise pour les employés?

15.03 Juliette Boulet (Ecolo-Groen!): Madame la présidente,

madame la ministre, je ne répéterai pas ce que mes collègues ont
déjà dit concernant la faillite de Preiss-Daimler.

Une faillite a donc été prononcée, il y a déjà un petit temps, à la
surprise générale, même si les travailleurs et les syndicats savaient
pertinemment bien que de gros problèmes se posaient au sein de
cette société et en particulier au sein de l'entreprise de Saint-Ghislain.

On sait aussi que la société allemande a systématiquement essayé
de faire fuir les clients du site de Saint-Ghislain et des les réorienter
vers des implantations en Allemagne avant de déclarer la faillite.

Madame la ministre, mes collègues et moi-mêmes vous avons déjà
interrogée plusieurs fois sur la désertion économique dans la région
de Mons-Borinage, même si nous n'avons pas toujours les mêmes
positions politiques

Cela étant, il est important que l'on puisse vous faire part de ce qui se
passe sur le terrain et notamment dans des régions comme celle de
Mons et du Borinage où vous savez que le taux de chômage est
assez élevé et que la population y est souvent peu qualifiée. Cette
dernière est en demande d'emploi. Une faillite comme celle dont
question provoque donc des désastres bien plus importants que dans
des régions qui souffrent moins de la crise économique.

Mes questions rejoignent celles de mes collègues.

1. Une cellule de reconversion va-t-elle être mise en place?
2. Preiss-Daimler a-t-elle bénéficié d'aides diverses du gouvernement
fédéral venant s'ajouter à celles qu'elle a reçues de la Région
wallonne?
3. Pouvez-vous me dire si Preiss-Daimler a bénéficié de mesures
liées au mécanisme des intérêts notionnels? Si oui, à quelle hauteur?
4. Avez-vous eu l'occasion de vous entretenir avec la direction de
l'entreprise?
5. Une convention collective de travail (la CCT 32) est d'application au
sein de l'entreprise à l'heure actuelle. Si la reprise de ladite entreprise
a lieu six mois après la déclaration de faillite, cette convention ne sera
plus en vigueur. Évidemment, une rumeur circule parmi les
travailleurs et les syndicats qui a trait au risque qu'un repreneur se
manifeste six mois et un jour après la déclaration de la faillite. Il existe
donc un risque au niveau des conditions de travail des travailleurs qui
auraient la "chance" de pouvoir rejoindre une nouvelle équipe.
Pourriez-vous me donner votre position à ce sujet?

15.03 Juliette Boulet (Ecolo-

Groen!): Ook al wisten de
werknemers dat die onderneming
in zwaar weer verkeerde, het
faillissement kwam toch nog als
een verrassing aan. Het is ook
algemeen

geweten

dat

moederonderneming

vóór

faillietverklaring

systematisch

getracht heeft de klanten van de
site van Saint-Ghislain door te
verwijzen naar vestigingen in
Duitsland.

De regio Bergen-Borinage wordt
stilaan een economisch braakland.
De werkloosheidsgraad ligt er
hoog

zijn

veel

laaggeschoolden. Als zo'n bedrijf
op de fles gaat, heeft dat voor de
streek rampzalige gevolgen.

Ik zou graag vernemen of Preiss-
Daimler boven op de gewestelijke
subsidies ook federale steun heeft
ontvangen. Heeft het bedrijf
gebruik gemaakt van de notionele
intrestaftrek? Zo ja, voor welk
bedrag? Heeft u met de directie
gesproken? In dat bedrijf is
momenteel de cao 32 van
toepassing. Als het werk niet
binnen de zes maanden wordt
hervat, zal die overeenkomst er
niet meer van toepassing zijn. Het
is misschien voor een overnemer
verleidelijk te wachten tot na die
termijn, met het risico dat de
arbeidsomstandigheden er zullen
verslechteren.

Wat

standpunt ter zake?

15.04 Joëlle Milquet, ministre: Chère collègue, pour savoir si la

société Preiss-Daimler a bénéficié du mécanisme des intérêts
notionnels, il faut interroger mon collègue Didier Reynders qui est
compétent en la matière. Quant aux aides comme la réduction
d'ONSS, c'est Mme Onkelinx qui est compétente mais selon nos
informations, à ce stade, la société n'a pas bénéficié de mesures anti-

15.04 Minister Joëlle Milquet: De

vragen in verband met de
notionele intrestaftrek moet u aan
mijn collega Didier Reynders
stellen. Voor de vermindering van
de RSZ-bijdragen is minister

27/10/2009

CRIV 52

COM 680

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

crise puisque le délai a été trop court avant la faillite de l'entreprise.

À l'heure actuelle, c'est le conciliateur social du SPF Emploi qui
s'occupe du dossier et il me communique que la direction de
l'entreprise a déposé le bilan le 28 septembre 2009, ne tenant de la
sorte pas compte des conclusions du manager intérimaire installé par
la Région wallonne, ce que nous regrettons car je pense que le travail
avait été bien fait. Dès lors, le dépôt de bilan a tout remis en question
alors qu'il y avait encore de l'espoir suite au projet qui avait été
élaboré. Non seulement les travailleurs n'ont reçu aucune indemnité
de rupture mais l'employeur est encore redevable des salaires et
traitements des prestations de septembre 2009. Le fonds de
fermeture va donc être activé et va indemniser les travailleurs.

Aujourd'hui, la curatelle a embauché temporairement 20 ouvriers et 8
employés pour l'aider à honorer les commandes en cours et
collaborer à toutes les formalités administratives conséquentes à la
faillite et au licenciement du personnel.

La mise en place d'une cellule de reconversion a été rapidement
effective. D'ailleurs, la première réunion du comité subrégional de
l'emploi s'est déroulée le 7 octobre 2009.

Comme vous le savez, en cas de fermeture d'entreprise, l'employeur
est tenu de fournir les informations aux travailleurs concernés et de
payer l'indemnité spéciale de licenciement, de fournir toutes les
informations aux instances fédérales et régionales.

Quant aux travailleurs, ils bénéficient de la carte de réduction
"restructuration dans le cadre de la faillite", ce qui leur permet d'avoir
une diminution des cotisations sociales importante s'ils retrouvent un
emploi. Cette réduction s'élève à 133,3 euros par mois.

En cas d'insolvabilité de l'employeur, il existe les interventions du
fonds de fermeture d'entreprises. Les travailleurs victimes d'une
fermeture d'entreprise peuvent bénéficier, sous certaines conditions
et dans certaines limites, de la garantie du fonds d'indemnisation des
travailleurs licenciés en cas de fermeture d'entreprise.

La garantie du fonds de fermeture, en cas de carence de l'employeur,
peut porter sur l'indemnité de fermeture, les indemnités
contractuelles, les arriérés de rémunération, les indemnités de
préavis, les primes de fin d'année je pense que c'est ce qui va se
passer et l'indemnité de prépension.

On ignore les possibilités. On verra ce que la curatelle décide,
notamment au sujet du repreneur ou autres. Dans le cas d'une reprise
d'actifs, toutes les indemnités de transition peuvent encore être
imaginées.

En ce qui concerne les pistes décidées en Conseil des ministres pour
sauvegarder le maximum d'emplois, les explications relatives à
l'ensemble des mesures ont été très claires. Ce qui est regrettable,
c'est d'éprouver le sentiment qu'un autre avenir pouvait se profiler.
Étant donné la faillite, les conclusions du manager peuvent-elles être
reprises par la curatelle? La Région wallonne est active en la matière
et envisage tous les moyens à mettre en oeuvre au niveau de ce
dossier Nous nous situons actuellement dans cette période

Onkelinx bevoegd. Het bedrijf zou
geen gebruik hebben kunnen
maken

van

anticrisis-

maatregelen, omdat de termijn
vóór het faillissement te kort was.

De directie heeft op 28 september
2009 de boeken neergelegd,
zonder rekening te houden met de
besluiten van de interim-manager
die door het Waals Gewest was
aangewezen, en dat betreuren we.
De werknemers ontvingen geen
enkele verbrekingsvergoeding en
bovendien werden ook de lonen
voor september 2009 nog niet
betaald.

De curatoren hebben intussen
tijdelijk

arbeiders

8 bedienden in dienst genomen
om de bestaande bestellingen af
te werken en om voor de
administratieve afwikkeling van het
faillissement te zorgen. Kort na het
faillissement

werd

een

omschakelingscel opgericht. Op
7 oktober 2009 vond een eerste
vergadering van het subregionaal
tewerkstellingscomité plaats.

De ontslagen werknemers hebben
recht op een `verminderingskaart
herstructureringen' in het kader
van het faillissement, waardoor ze
een maandelijkse bijdragevermin-
dering genieten van 133,3 euro
wanneer ze weer werk vinden.

In geval van insolvabiliteit van de
werkgever, treedt het Fonds voor
de sluiting van ondernemingen op.
De waarborgen van het fonds
hebben betrekking op de sluitings-
vergoeding,

contractuele

vergoedingen, de achterstallige
lonen,

opzeggings-

vergoedingen,

eindejaars-

premies en de brugpensioen-
vergoeding.

We moeten afwachten wat in het
kader van het curatorschap zal
worden beslist. Bij overname van
de activa behoort de toekenning
van

overbruggingsvergoedingen

tot de mogelijkheden.

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

transitoire.

Over de beslissingen die door de
ministerraad werden genomen om
zoveel

mogelijk

banen

behouden, was mijn antwoord
voldoende duidelijk.

Is het mogelijk dat de besluiten
van de interim-manager door de
curator worden overgenomen? Het
Waals Gewest sluit geen enkele
denkpiste uit.

15.05 Jacqueline Galant (MR): Madame la ministre, je vous

remercie pour cette réponse. Il est regrettable de ne pas avoir mis à
profit les conclusions du manager intérimaire, qui avait été désigné
par la Région wallonne.

En se rendant sur le site, on a vraiment l'impression que cette
entreprise a été abandonnée et d'être sur le plateau de tournage du
film Germinal, tellement l'extérieur est catastrophique. Tout donne
l'impression qu'on a délaissé ces personnes depuis des années. Voilà
la raison pour laquelle je ne comprends pas que la Région wallonne
investisse dans un manager intérimaire et que l'on ne prenne pas en
compte les conclusions déposées beaucoup plus tôt. Vu l'état de
l'entreprise, l'outil semble encore bon, malgré qu'il ait été laissé à
l'abandon et il s'avèrerait sans doute difficile de le remettre en
marche.

Vous avez insisté sur l'aspect "cellule de reconversion et
d'accompagnement", par ailleurs très important. En effet, il importe de
savoir que la majorité des ouvriers travaillent dans cette entreprise
depuis l'âge de 14 ou 15 ans. Ils ont systématiquement été repris lors
des faillites successives de l'entreprise. Ils n'ont aucune autre
formation. Par conséquent, l'accompagnement de ces personnes est
important. Aussi suivrons-nous de très près le travail de votre
conciliateur social.

15.05 Jacqueline Galant (MR):

Ik begrijp niet dat het Waals
Gewest investeert in een interim-
manager, maar geen rekening
houdt met zijn conclusies die veel
vroeger werden ingediend. Op de
site krijgt men echt de indruk dat
dat bedrijf is afgeschreven.

De omschakelingscel, die moet
zorgen voor de begeleiding van de
getroffen werknemers, is erg
belangrijk, want veel van die
arbeiders hebben geen enkele
andere opleiding.

15.06 Eric Thiébaut (PS): Madame la ministre, je vous remercie

pour ces précisions. Tant que je vous ai en face de moi, je voudrais
vous dire que votre action dans le dossier Bridgestone fut assez
efficace. En effet, le conciliateur désigné a accompli du bon travail
puisque son intervention a permis une reprise du travail. Tout n'est
pas parfait, mais l'action politique s'est révélée déterminante.

Toutefois, dans le cas qui nous occupe, à partir du moment où la
société dépose le bilan, la conciliation sociale devient difficile. Il reste
d'autres voies à suivre. Vous avez parlé du Fonds de fermeture. C'est
rassurant pour les travailleurs qui ont perdu leur emploi car ils
peuvent espérer obtenir quelques indemnités. Mais leur seule chance
de retrouver du travail sur le site serait l'arrivée d'un repreneur. Je
sais que des négociations sont en cours. Pour l'instant, il faudra sans
doute s'adresser à un autre niveau de pouvoir, qui est plus actif dans
ce dossier. D'autres parlementaires pourront certainement intervenir.

15.06 Eric Thiébaut (PS):

Wanneer

het

faillissement

aangevraagd is, wordt sociale
bemiddeling moeilijk. Er zijn
andere opties. U heeft het over het
Sluitingsfonds gehad. Dat is
geruststellend voor de werk-
nemers. Maar ze zouden pas echt
van geluk kunnen spreken als de
fabriek zou worden overgenomen.

15.07 Juliette Boulet (Ecolo-Groen!): Madame la ministre, je vous

remercie pour vos réponses. Nous vous avions déjà interrogée sur la
grève qui s'était déroulée chez Bridgestone durant près de 80 jours.
Nous avons toujours l'impression que la petite Belgique n'a quasiment

15.07 Juliette Boulet (Ecolo-

Groen!): Wij hebben de indruk dat
het kleine België nauwelijks grip
kan krijgen op de gebeurtenissen.

27/10/2009

CRIV 52

COM 680

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

aucune emprise sur les événements.

En examinant les chiffres de Preiss-Daimler, nous pouvons constater
que la maison-mère engrange d'énormes bénéfices. Il est donc
inquiétant et surprenant qu'elle décide tout d'un coup que le site de
Saint-Ghislain n'est plus du tout rentable, de sorte qu'elle va
regrouper ses sites ailleurs, et dans des conditions de travail
beaucoup moins décentes. De plus, il est curieux que l'entreprise
Preiss-Daimler ait réalisé de nouveau investissements en 2007 en
vue de pérenniser le site et d'employer vingt personnes
supplémentaires. Nous ne pouvons donc que nous associer à la
surprise des travailleurs.

Il conviendrait donc de réfléchir à une manière d'interférer pour que
les conclusions remises par le manager de la Région wallonne
puissent être davantage prises en considération par la société Preiss-
Daimler. Ne pourrait-on pas interroger cette dernière afin d'apprendre
pourquoi elle a refusé de suivre les conclusions d'un manager qui
avait justement été désigné pour éviter le scénario qui s'est déroulé?

Het moederbedrijf strijkt enorme
winsten op. Het is dus opmerkelijk
dat het ineens beslist dat de site
van Saint-Ghislain niet langer
rendabel is en dat ze de productie
naar elders overbrengt, waar de
arbeidsomstandigheden

veel

minder goed zijn. Bovendien heeft
het in 2007 nog geïnvesteerd. We
zijn dus, net als de werknemers,
een en al verbazing.

Zou men het Waalse Gewest niet
kunnen

vragen

waarom

die

onderneming de conclusies van de
manager, die nu juist aangesteld
werd om te voorkomen wat er
gebeurd is, niet heeft willen
volgen?

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

16 Questions jointes de

- Mme Zoé Genot à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances sur
"l'attitude de l'ONEm par rapport aux personnes qui hébergent des demandeurs de régularisation"
(n° 15379)
- M. André Frédéric à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances sur
"le chômeur indemnisé cohabitant avec une personne sans papiers" (n° 15892)

16 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Zoé Genot aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over "de
houding van de RVA tegenover personen die regularisatieaanvragers huisvesten" (nr. 15379)
- de heer André Frédéric aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over "de
uitkeringsgerechtigde werkloze die met een sans-papiers samenwoont" (nr. 15892)

16.01 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Madame la présidente, madame la

ministre, pour introduire une demande de régularisation, il faut une
résidence effective sur le territoire belge, qui doit être constatée dans
le cadre de l'enquête de résidence effectuée par l'agent de quartier.
Or, pour beaucoup de sans-papiers, avoir une adresse est
problématique car ils n'ont, par définition, aucun revenu. Certains
habitent seuls et travaillent au noir. D'autres sont hébergés bien
souvent par des personnes qui, elles-mêmes, ont peu ou pas de
revenus mais qui, pourtant, les soutiennent au jour le jour. Ces
hébergeants hésitent beaucoup à leur permettre de se domicilier chez
eux. En effet, s'ils sont allocataires sociaux, leur permettre de se
domicilier, même si ceux-ci n'ont pas de revenus, pourrait
hypothéquer leur statut qu'ils soient chefs de famille ou isolés

Madame la ministre, serait-il concevable de donner instruction à
l'ONEM de ne pas sanctionner les personnes qui hébergent un
demandeur de régularisation, lorsque la personne qu'elles hébergent
ne dispose pas de revenus propres pendant cette période
exceptionnelle de régularisation?

16.01 Zoé Genot (Ecolo-Groen!):

Om een regularisatieaanvraag te
kunnen

indienen

moet

men

werkelijk in België verblijven, wat
door een wijkagent dient te worden
vastgesteld. Veel sans-papiers
kunnen echter maar moeilijk een
adres voorleggen, omdat ze geen
inkomsten

hebben.

Sommige

wonen alleen en werken in het
zwart. Andere wonen in bij
steuntrekkers, die, uit angst om
hun eigen statuut in gevaar te
brengen,

hun

niet

graag

toestemming geven om daar hun
woonplaats te kiezen. Zou men de
RVA niet kunnen opdragen de
personen die een regularisatie-
aanvrager onderdak aanbieden,
niet te straffen, wanneer de
persoon die bij hen verblijft, tijdens
die uitzonderlijke regularisatie-

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

periode geen inkomsten heeft?

16.02 Joëlle Milquet, ministre: Madame Genot, votre question me

donne l'occasion de clarifier toute une série de choses relatives à la
régularisation, au-delà des vade-mecum, de toutes les précisions déjà
données et de la plate-forme avec le secteur associatif.

Les allocataires de l'ONEM sont tout à fait libres d'avoir des activités
citoyennes et d'aider certains candidats à remplir leur dossier et à
trouver des solutions en matière de régularisation. Cela peut se
matérialiser par la participation à des comités de soutien et par de
l'hospitalité.

Qui plus est, la réglementation du chômage, dans son état actuel,
prend déjà en compte des situations telles que celles évoquées dans
votre question. Concrètement, si le chômeur qui héberge un
demandeur de régularisation est un chef de ménage, la présence du
demandeur n'aura aucun effet sur la situation. Si le chômeur qui
héberge le demandeur de régularisation est un isolé, pour autant que
le demandeur reste sans revenus ce qui est le cas tout au long de la
procédure , le chômeur isolé pourra bénéficier du taux des
travailleurs chefs de ménage. Il faudra pour cela que l'un et l'autre
signalent à l'ONEM la cohabitation ainsi que la prise en charge
financière de l'un par l'autre. Il est donc acquis que l'accueil d'un
demandeur de régularisation ne disposant pas de revenus n'aura pas
d'effet néfaste sur le taux d'indemnisation de l'hébergeant, et peut
même avoir un certain effet positif. Ce ne doit évidemment pas être
un moyen pour obtenir davantage! Rien ne l'en empêche dans la
réglementation actuelle. Que du contraire! Étant donné qu'ils n'ont
pas de revenus, ils ne seront jamais sanctionnés.

Madame Genot, je trouve néanmoins votre question pertinente. Ces
précisions devraient être ajoutées sur le site et dans le vade-mecum.
Au fur et à mesure, toute une série de questions pratiques se posent.

16.02 Minister Joëlle Milquet: De

RVA-uitkeringsgerechtigden mogen
uiteraard ook uiting geven aan hun
burgerzin door kandidaten te
helpen bij het opmaken van hun
dossier en samen met hen te
zoeken naar oplossingen voor hun
regularisatie. Daartoe behoort ook
het verlenen van onderdak.

In de werkloosheidsreglementering
wordt er al rekening gehouden met
dergelijke situaties. Indien de
werkloze die een regularisatie-
aanvrager onderdak aanbiedt,
gezinshoofd is, is de aanwezigheid
van de aanvrager van geen enkele
invloed op zijn situatie. Indien de
werkloze een alleenstaande is, en
voor zover de aanvrager zonder
inkomsten blijft, zal de alleen-
staande werkloze het tarief van
gezinshoofd worden toegekend.
Daartoe

dienen

beiden

samenwoning en de financiële
tenlasteneming aan de RVA te
melden. De opvang van een
regularisatieaanvrager

zonder

inkomsten zal dus geen negatieve
weerslag hebben op de uitkerings-
graad van wie de aanvrager
onderdak aanbiedt, en kan zelfs
een licht positief effect hebben.

16.03 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Madame la ministre, je suis

enchantée par cette réponse très claire et qui permettra d'ouvrir toute
une série de portes et d'adresses.

Il serait également intéressant d'informer correctement l'ONEM de
cette jurisprudence. C'est de cette manière que j'interprétais la
législation mais il semble que cela n'a pas toujours été le cas par le
passé. Votre réponse doit permettre de rassurer!

16.03 Zoé Genot (Ecolo-Groen!):

Ik ben echt blij met uw erg
duidelijk antwoord.

De RVA moet correct over die
rechtspraak worden ingelicht.

16.04 Joëlle Milquet, ministre: Je contacterai l'ONEM pour leur faire

part de cette précision mais je suis persuadée qu'ils connaissent la
législation.

16.04 Minister Joëlle Milquet: Ik

zal in contact treden met de RVA
om hen die precisering te
bezorgen, maar ze kennen de
wetgeving.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

17 Questions jointes de

- M. Xavier Baeselen à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances sur
"la réduction du taux de TVA à 6 % dans l'horeca" (n° 15258)
- M. Georges Gilkinet à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances sur

27/10/2009

CRIV 52

COM 680

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

"la diminution de la TVA dans l'horeca et la création d'emplois" (n° 15776)

17 Samengevoegde vragen van

- de heer Xavier Baeselen aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over "de
verlaging van de btw-voet tot 6 % in de horeca" (nr. 15258)
- de heer Georges Gilkinet aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over
"de btw-verlaging in de horeca en het scheppen van banen" (nr. 15776)

17.01 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Madame la présidente,

madame la ministre, une des mesures les plus importantes, en
termes de volume financier, dans le cadre du conclave budgétaire et
de la déclaration de politique générale est cette option du
gouvernement de diminuer à 12 % la TVA dans le secteur horeca, en
tout cas pour tout ce qui concerne la nourriture.

Je dois constater dans les documents rendus publics à la suite de ce
conclave que cette mesure n'est vraiment pas très détaillée, au point
qu'on peut se demander si les coûts et les implications de cette
décision ont été mesurés. Ce sera peut-être fait a posteriori. Comme
l'un des aspects importants de la mesure est la question de l'emploi,
je voulais vous interroger en tant que ministre de l'Emploi. Je pourrais
en faire tout autant avec le ministre des Finances au sujet des
implications fiscales, en termes de recettes.

Madame la ministre, pouvez-vous néanmoins me dire le coût estimé
de cette baisse de la TVA? Combien d'emplois permettra-t-elle de
créer? Quelles seront les mesures destinées à améliorer la qualité de
l'emploi dans le secteur? C'est un enjeu important dans l'horeca,
secteur de proximité peu délocalisable certes, mais dans lequel la
qualité de l'emploi est parfois absente, en termes d'heures de travail
par exemple. Pour ce qui ressortit à vos compétences, quelles sont
les perspectives de lutte contre la fraude sociale et fiscale dans le
secteur? On sait en effet qu'il y existe beaucoup de travail au noir.
Combien peut-elle rapporter au budget de l'État par des cotisations
mieux perçues?

17.01 Georges Gilkinet (Ecolo-

Groen!): Tijdens het begrotings-
conclaaf en in de verklaring van de
regering over haar algemeen
beleid stelde de regering voor de
btw in de horeca tot 12 procent te
verlagen.

Hoeveel zal die verlaging naar
schatting kosten? Hoeveel banen
zullen daardoor kunnen worden
gecreëerd? Welke maatregelen
zullen er worden genomen om de
kwaliteit van de jobs in de sector te
verbeteren?

Wat

zijn

vooruitzichten met betrekking tot
de strijd tegen de sociale en
fiscale fraude in de sector?
Hoeveel kan een en ander de
Staat opbrengen?

17.02 Joëlle Milquet, ministre: Comme vous le savez, cette décision

est assortie de conditions très strictes. La diminution à 12% de la TVA
est accompagnée d'exigences très claires du gouvernement et en
particulier de la ministre de l'Emploi, notamment des objectifs chiffrés
en matière de création d'emplois et de lutte contre la fraude sociale.

Pour la création d'emplois, j'ai demandé et ce sera sans doute à
l'ordre du jour d'un des prochains kerns qu'on organise la
concertation avec le secteur, la ministre des Affaires sociales, la
ministre de l'Emploi et le ministre des Finances, mais certainement
pas avec le seul ministre des Finances, car nous voulons adjoindre
des conditions en matière de création d'emplois. Cela d'autant plus
que le secteur de l'horeca pourra bénéficier des mesures d'activation
qui sont vraiment très importantes dans le secteur. Il faut le faire
savoir. Il sera alors très difficile d'expliquer qu'avec une diminution à
12% de la TVA et des mesures d'activation des jeunes s'élevant à
1 000 euros par mois, on n'arrive pas à augmenter substantiellement
le volume de l'emploi.

Nous déterminons pour l'instant quels seront les objectifs, en fonction
des études qui disent toutes des choses différentes. Cette analyse est
réalisée avec les syndicats et l'administration.

17.02 Minister Joëlle Milquet: De

vermindering van de btw tot
12 procent gaat vergezeld van
zeer duidelijke eisen, namelijk
becijferde doelstellingen op het
stuk van het creëren van banen en
van de strijd tegen de sociale
fraude.

Wij zullen overleg plegen met de
sector, de minister van Sociale
Zaken, de minister van Werk en
de minister van Financiën. Met
betrekking tot de horeca zullen er
zeer

belangrijke

activerings-

maatregelen worden genomen.
Het zal dan ook moeilijk worden
om uit te leggen hoe het komt dat
men er met een vermindering van
de

btw

tot

12 procent

maatregelen voor de activering
van jongeren die oplopen tot
1 000 euro per maand niet zou in

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

En ce qui concerne la fraude, différentes pistes se présentent.
D'abord, l'idée de rendre obligatoire la présence d'un appareil de
paiement électronique, ce qui existe rarement dans ce secteur.
Ensuite, l'objectif devient clair de mettre en oeuvre une sorte de boîte
de comptabilité qu'importe l'appellation capable d'enregistrer à la
fois les travailleurs, leurs heures, leur présence, leurs occupations et
à la fois le nombre de repas servis, le type de plats, etc. Il s'agirait
donc d'une boîte noire enregistreuse à généraliser afin d'avoir une
vision et une capacité de contrôle, outre le renforcement des
inspections.

Les groupes de travail avaient déjà planché durant le conclave sur
diverses mesures à discuter avec le secteur. Elles sont nombreuses.
Les négociations commenceront prochainement; au bout d'un an, une
évaluation sera opérée sur les engagements afin d'étudier comment
la mesure est utilisée; à ce stade, la mesure serait ponctuelle.

slagen

het

werkvolume

substantieel op te trekken.

Wij

leggen

momenteel

doelstellingen

vast

samenwerking met de vakbonden
en de administratie.

Wat de fraude betreft hebben wij
voorgesteld de aanwezigheid van
een elektronisch betaalapparaat
verplicht te maken. Ook de
aanwezigheid van een soort
"zwarte registratiedoos" voor de
boekhouding

waarmee

werknemers, hun uren, hun
aanwezigheid, hun werk, het
aantal opgediende maaltijden, de
soorten schotels, enz. worden
geregistreerd, zou interessant zijn.
De

onderhandelingen

worden

binnenkort opgestart; na een jaar
zullen de verbintenissen worden
geëvalueerd om na te gaan hoe de
maatregel wordt gebruikt; de
maatregel zal in dat stadium
gericht zijn.

17.03 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Madame la présidente,

madame la ministre, vous dites que les conditions sont très strictes.
Pourtant, j'ai cherché dans la délibération du conclave quelques
traces de ces conditions très strictes... Mais je vous entends lorsque
vous dites que le kern doit encore décider. En effet, il existe quelques
pistes, que nous avions déjà découvertes dans la presse.

Mais rien n'est encore écrit. Si, une chose est écrite: les 12 % de TVA
sur la nourriture. Vous ne citez aucun objectif en termes de création
d'emplois. Cette mesure aura un coût budgétaire certain par la
diminution de recettes. Pour le reste, nous verrons et je m'en inquiète.
Nous attendons des éléments plus clairs de la part du gouvernement
que ce que vous venez d'avancer comme pistes de travail. Nous
espérons des engagements précis, une évaluation budgétaire
précise, un objectif de création d'emplois précis, des engagements de
la part du secteur, pourquoi pas avec cette caisse d'enregistrement
d'un genre nouveau.

Pour le moment, nous avançons dans le brouillard. Cela m'inquiète,
car il s'agit d'une des mesures majeures prises par le gouvernement
dans un contexte budgétaire que vous savez difficile, avec une
dégradation des finances publiques.

C'est pourquoi je me verrai obligé de vous réinterroger régulièrement
sur le sujet, étant entendu que je peux reconnaître avec vous que le
secteur de l'horeca est important en termes de volume de main-
d'oeuvre et de proximité: des mesures devaient certainement être
prises pour le soutenir. Ici, j'ai l'impression qu'on s'est avancé, mais
sans savoir exactement ce qu'il adviendra à la suite d'une négociation
donnant-donnant.

17.03 Georges Gilkinet (Ecolo-

Groen!): Wat het scheppen van
banen betreft geeft u geen enkele
concrete doelstelling. Door de
daling van de ontvangsten zal die
maatregel zeker een budgettaire
kost hebben. Wij rekenen op
precieze

verbintenissen,

een

precieze begrotingsevaluatie, een
precieze doelstelling inzake het
scheppen

van

banen,

verbintenissen van de sector,
waarom niet met die nieuwe
registratiekas?

27/10/2009

CRIV 52

COM 680

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

17.04 Joëlle Milquet, ministre: Je voudrais vous apaiser

entièrement.

Tout d'abord, vous avez eu les mêmes craintes au sujet de l'accord
avec Suez mais vous avez vu qu'il a été signé dans la semaine.

Les deux points que j'évoque sont clairement inscrits dans les
notifications budgétaires. Au moment où la décision viendra au
Conseil des ministres, les négociations aboutiront sur des
engagements chiffrés nous sommes en train de les préparer - et sur
des mesures en matière de fraude. Tout est intimement lié dans les
notifications budgétaires.

Les discussions commencent mais il n'y aura pas de décision du
Conseil des ministres en ce qui concerne la baisse de la TVA sans les
deux éléments, qui sont concomitants. C'est d'ailleurs ainsi que cela a
été négocié.

17.04 Minister Joëlle Milquet: De

twee punten waarover ik het heb,
staan klaar en duidelijk in de
begrotingskennisgevingen. Tegen
dat de ministerraad hierover moet
beslissen,

zullen

onder-

handelingen afgerond zijn en
zullen

streefcijfers

antifraudemaatregelen

zijn

afgesproken.

17.05 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Madame la ministre, on

pourrait faire un débat sur l'accord avec Suez mais ce n'est peut-être
pas le lieu.

17.06 Joëlle Milquet, ministre: 13 000 emplois!

17.07 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Les investissements et les

créations d'emplois étaient déjà prévus. Passons.

Je ferai une autre analogie que celle avec Suez: les intérêts
notionnels. C'est le même type de mesure: une diminution linéaire de
l'impôt des sociétés. À l'époque, on nous avait parlé d'un coût limité et
d'effets retour qui ne se sont pourtant pas vérifiés. Aujourd'hui, l'une
des raisons pour lesquelles le budget s'est dégradé, sont les intérêts
notionnels, en tout cas le fait qu'ils permettent à des entreprises qui
n'en ont pas spécialement besoin, qui ne créent pas d'emplois, voire
qui en suppriment, d'en bénéficier.

Chat échaudé craint l'eau froide. En ce qui concerne la mesure
relative à l'horeca, j'ai l'impression qu'on avance aussi dans le
brouillard. Nous verrons les engagements qui seront pris tant en
termes de coûts que de création d'emplois. Vous savez ce qu'il vous
reste à faire pour nous convaincre!

17.07 Georges Gilkinet (Ecolo-

Groen!): We zouden hier een
parallel kunnen trekken met de
notionele interest. Het betreft
hetzelfde soort maatregel, name-
lijk een lineaire vermindering van
de vennootschapsbelasting. Op dit
ogenblik komt de notionele intrest
ten goede aan bedrijven die dat
niet speciaal nodig hebben, die
geen banen scheppen of zelfs jobs
schrappen, en we weten wat de
gevolgen voor de begroting zijn.

We zullen zien welke streefcijfers
er uit de bus komen, zowel op het
vlak van de kosten als op het vlak
van de jobcreatie.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

18 Samengevoegde vragen van

- de heer Stefaan Vercamer aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over
"de uitbreiding van het statuut voor onthaalouders" (nr. 15313)
- de heer Georges Gilkinet aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over
"de stand van zaken met betrekking tot het statuut van de onthaalouders" (nr. 15757)

18 Questions jointes de

- M. Stefaan Vercamer à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances
sur "l'extension du statut des accueillants d'enfants" (n° 15313)
- M. Georges Gilkinet à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances sur
"l'état d'avancement du dossier relatif au statut des accueillantes d'enfant" (n° 15757)

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

18.01 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Madame la présidente,

madame la ministre, je suis régulièrement interpellé par des
accueillantes d'enfant et des représentantes de ces dernières au sujet
de l'engagement que vous avez pris avec votre collègue, Mme
Onkelinx, il y a quelques mois, relatif à de nouvelles avancées
concernant le statut des accueillantes d'enfant à domicile.

Je rappelle que c'est sous le gouvernement arc-en-ciel que des
premières mesures ont pu être prises. Depuis lors, les secteurs
concernés sont impatients de voir la concrétisation des avancées
annoncées, certains demandant un statut complet, d'autres acceptant
que des étapes soient franchies dans ce sens.

Madame la ministre, il me semble intéressant de faire le point avec
vous sur ce dossier, même si nous y reviendrons peut-être dans le
cadre des discussion de votre note de politique générale.

Madame la ministre, mes questions sont les suivantes.
1. Quelles sont les initiatives qui ont été prises pour concrétiser cet
engagement?
2. Quelles sont les améliorations du statut des accueillantes qui
pourront entrer en vigueur au 1

janvier?

3. Quel est votre calendrier de travail pour ce qui concerne ce
dossier?

18.01 Georges Gilkinet (Ecolo-

Groen!): De kinderopvangsector
wacht op de uitvoering van de
maatregelen die u samen met
mevrouw Onkelinx had aange-
kondigd, meer bepaald inzake het
statuut

van

zelfstandige

onthaalouders.

Welke initiatieven werden er
genomen? Welke verbeteringen
aan het statuut van de onthaal-
ouders zouden vanaf 1 januari van
kracht kunnen worden? Welk
tijdpad volgt u?

18.02 Joëlle Milquet, ministre: Madame la présidente, cher collègue,

comme je l'ai dit la semaine dernière, jusqu'au élections régionales,
toute une série de rencontres avec le secteur des accueillantes et
avec les représentants du précédent gouvernement ont été
organisées afin d'arriver à une proposition qui a été mise sur la table
et qui vise à phaser les choses. Cette première proposition concernait
l'année 2010.

Nous avons repris contact pour fixer une rencontre avec les nouveaux
ministres chargés de la petite enfance des Communautés. Cette
rencontre devrait avoir lieu immédiatement après les vacances de la
Toussaint. L'objectif est d'examiner, au regard des nouvelles donnes
budgétaires, si elles sont d'accord, si les choses doivent être
adaptées, etc. En tout cas, nous avons plusieurs scénarios à
proposer. Nous en avions déjà mis un sur la table qui nous semblait
prioritaire. Cette proposition visait à donner l'accès au chômage,
prévoyait des vacances annuelles, etc. Tout un statut était prévu avec
une différence pour les nouveaux entrants et les anciens, qui avaient
un libre choix. On était donc vraiment resté dans les lignes. Autrement
dit, on avait fait une proposition technique en respectant les lignes qui
avaient été évoquées.

Maintenant, les budgets sont élaborés au niveau des Communautés.
Il faut savoir quelle est la marge et comment on peut faire évoluer les
choses.

Dès que la rencontre aura eu lieu, on pourra voir comment on avance,
s'il faut procéder ou non à une réduction des objectifs pour 2010,
quelles seront les répartitions mutuelles des niveaux de pouvoir et ce
qui pourra être mis sur la table par les Communautés. En résumé, il
faut maintenant rediscuter avec les nouveaux responsables
politiques.

18.02 Minister Joëlle Milquet:

Vóór de gewestverkiezingen werd
er overleg gepleegd met de sector
van onthaalouders en met de
vertegenwoordigers van de vorige
regering om voor 2010 tot een
voorstel te komen.

Er zal direct na de herfstvakantie
met de nieuwe gemeenschaps-
ministers bevoegd voor kinder-
welzijn overlegd worden om de
mogelijkheden binnen de nieuwe
begrotingskaders te bestuderen.

27/10/2009

CRIV 52

COM 680

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

18.03 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Madame la ministre, je vous

remercie pour votre réponse. Il s'agit clairement d'une compétence
cogérée par les Communautés et l'État fédéral. Certes, après les
élections régionales, nous avons eu un remaniement au niveau des
autorités responsables de la politique de l'enfance. C'est un élément
de la donne.

L'autre élément de la donne, c'est le conclave budgétaire qui vient de
se terminer. Des moyens ont pu être dégagés conformément à vos
engagements avec Mme Onkelinx en la matière. Je comprends que
vous ne puissiez oeuvrer sans les Communautés, mais je ne vous
entends pas dire que des moyens sont réservés pour des avancées
au niveau fédéral, alors que, selon les secteurs, l'engagement visait
clairement l'échéance du 1

janvier 2010.

Vos propos me laissent quelque peu pessimiste, parce qu'ils ne
contiennent aucun engagement d'ordre budgétaire. Bien entendu, les
contacts ne pouvaient avoir lieu aussi longtemps que les nouveaux
ministres n'étaient pas en place.

18.03 Georges Gilkinet (Ecolo-

Groen!): Ik begrijp dat u geen
initiatieven kan nemen zonder
overleg

te plegen met

Gemeenschappen, maar ik heb u
niet horen zeggen dat er middelen
zijn voorbehouden voor federale
acties. Bij de invulling van de
begrotingssectoren werd echter
duidelijk gesteld dat de verbintenis
tot 1 januari 2010 zou lopen.

18.04 Joëlle Milquet, ministre: En fait, si l'État fédéral ne devait pas

tenir compte des Régions, ce serait déjà fait. À partir du moment où
nous décidons, puisque nous avons la compétence du statut, que le
statut est complet, par exemple, cela ne nous poserait que peu de
problèmes, parce que les enveloppes à cet égard ne sont pas
fermées au niveau fédéral. Le problème financier se pose surtout au
niveau des Communautés, qui, elles, doivent engager les gardiennes
encadrées sous un statut de contrat de travail et doivent payer les lois
sociales. Voilà l'énorme problème!

Si nous y avons été aussi attentifs, c'est parce que nous ne voulons
pas soudainement entraîner, par une décision unilatérale fédérale,
des charges compliquées au niveau des Communautés en termes de
coûts du travail.

Certes, nous avons dégagé des pistes. Mais ne vous inquiétez pas,
les propositions que nous déposons sur la table sont assimilées dans
le budget de la sécurité sociale! Je le répète, les grands risques
budgétaires émargent davantage aux Communautés. C'est la raison
pour laquelle la situation doit évoluer et être relativement maîtrisée.

En ce qui nous concerne, prendre des mesures ne nous pose aucun
souci. Au niveau budgétaire, les choses sont assimilables dans les
enveloppes de l'ONSS notamment.

18.04 Minister Joëlle Milquet:

Indien de federale overheid geen
rekening hoefde te houden met de
Gewesten, was alles al in kannen
en

kruiken.

Het

financiële

probleem

betreft

vooral

Gemeenschappen, die de onthaal-
ouders moeten aanwerven in het
kader van een arbeidsovereen-
komst en de sociale wetten
moeten financieren. Dat is het
grote struikelblok! Maar maakt u
zich geen zorgen, voor de
voorstellen die wij ter tafel leggen
zijn er middelen uitgetrokken op
de begroting van de sociale
zekerheid.

18.05 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Madame la ministre, je vous

remercie pour toutes ces précisions.

Il importe de rester en contact avec les secteurs qui s'inquiètent, tout
comme moi, du sort des personnes qui n'ont pas accès à l'information
des coordinations. Certes, la communication a lieu à des degrés
divers, mais en tout cas, je perçois une certaine impatience.

18.06 Joëlle Milquet, ministre: À présent que les nouvelles majorités

sont en place et les conclaves budgétaires achevés, on a le temps de
le faire et on le fait vraiment rapidement. Je vous donnerai les
résultats dès la rencontre terminée.

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

19 Question de Mme Carine Lecomte à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité

des chances sur "l'impact du travail intérimaire sur les allocations de chômage" (n° 15418)

19 Vraag van mevrouw Carine Lecomte aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke

Kansen over "de impact van uitzendarbeid op de werkloosheidsuitkeringen" (nr. 15418)

19.01 Carine Lecomte (MR): Madame la ministre, le recours au

travail intérimaire est une démarche qui s'inscrit dans le court terme,
même si la législation en la matière autorise dans certains cas des
prestations sur des périodes de trois ou six mois.

Lorsqu'une personne perçoit des allocations de chômage sur base du
salaire de son dernier travail et a l'opportunité d'effectuer une mission
d'intérim, elle doit s'assurer que celle-ci dure moins de quatre
semaines, car au-delà, le salaire de référence dans le calcul des
allocations devient le salaire d'intérimaire. Donc s'il est inférieur au
salaire précédent, les allocations perçues seront moindres!

On perçoit bien l'effet pervers de cet état de fait. Ce système
n'encourage pas à travailler comme intérimaire.

Madame la ministre, vous connaissez notre engagement à rendre le
travail plus attractif que le revenu social et notre volonté d'assurer une
meilleure correspondance entre la première allocation et le dernier
salaire perçu, de sorte à fournir un véritable revenu de remplacement
au cours des premiers mois qui suivent la perte d'emploi avec comme
corollaire de prévoir ensuite une dégressivité plus importante de
l'allocation de chômage.

Madame la ministre, avez-vous connaissance de cet effet pervers?
Comment l'expliquez-vous?
Allez-vous prendre des mesures pour modifier cet état de fait?

19.01 Carine Lecomte (MR):

Wanneer een werkloze werkloos-
heidsuitkeringen

geniet

die

berekend werden op het loon van
zijn laatste baan en hij gedurende
meer dan vier weken uitzend-
arbeid

verricht,

wordt

het

referentieloon voor de berekening
van zijn uitkeringen het loon van
de uitzendarbeid. Indien dit lager
ligt dan zijn vorige loon, daalt het
bedrag van zijn uitkeringen.

Bent u op de hoogte van deze
ongewenste

gevolgen?

Hoe

verklaart u een en ander? Zult u
maatregelen nemen om die
situatie recht te zetten?

19.02 Joëlle Milquet, ministre: Madame la présidente, pour de

nombreux demandeurs d'emploi, le travail intérimaire est une porte
d'entrée dans le monde du travail et l'occasion de se forger ses
premières expériences professionnelles. Diverses dispositions ont été
prises en vue de faciliter l'accès des demandeurs d'emploi à l'intérim,
notamment le dispositif Activa Intérim.

Nous avons pris un arrêté royal à paraître prochainement qui vise à
alléger fortement la charge administrative du chômeur qui connaît
fréquemment des courtes périodes de travail intérimaire.

Cette volonté d'encourager le travail intérimaire est soutenue, dans la
réglementation du chômage, par les garanties qu'elle offre de
maintenir un niveau d'allocations acquis. L'article 118 de l'arrêté royal
du 25 novembre 1991 prévoit en effet que la rémunération servant
comme base de calcul de l'allocation d'un travailleur lui reste acquise
pendant toute la durée de son chômage. Ce n'est que dans le cas
d'une interruption supérieure à 24 mois que la base de calcul peut
être revue. La législation est assez claire à cet égard.

Il est exact que la rémunération servant de base au calcul de
l'allocation est la rémunération journalière moyenne à laquelle le
travailleur avait droit à la fin de la période la plus récente d'au moins

19.02 Minister Joëlle Milquet: Er

werden verscheidene maatregelen
genomen om uitzendarbeid voor
de werkzoekenden laagdrempeliger
te maken, onder meer via het Plan
Activa voor uitzendarbeid.

Via een koninklijk besluit dat
binnenkort wordt gepubliceerd,
zullen de administratieve lasten
voor de werkloze die regelmatig
korte uitzendbanen heeft, sterk
afnemen.

De bedoeling om uitzendarbeid
aan

zwengelen,

wordt

geschraagd door de werkloos-
heidsreglementering, die voorziet
in het behoud van het bedrag van
de uitkeringen. De grondslag voor
de berekening kan enkel worden
herzien

geval

van

een

onderbreking van meer dan 24

27/10/2009

CRIV 52

COM 680

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

quatre semaines durant laquelle il était occupé chez le même
employeur. C'est un principe qui vaut pour les demandes d'allocations
initiales et pas pour les demandes ultérieures Autrement dit, une fois
qu'on est demandeur d'emploi et qu'on est entré dans le système du
chômage, c'est la règle des 24 mois qui s'applique et plus du tout
celle des quatre semaines antérieures à la demande de chômage.

Concrètement, à l'issue d'une période de travail de courte durée
(moins de quatre semaines), le travailleur ne doit faire aucune
demande d'allocation et à l'issue d'une période de travail de quatre
semaines au moins, il est tenu de faire une demande d'allocation
avec remise d'un C4 mais son taux d'indemnisation ne sera pas revu.

maanden.

Het klopt dat het loon dat als basis
dient voor de berekening van de
uitkering het gemiddelde dagloon
is waarop de werknemer normaal
recht had op het einde van de
recentste ononderbroken periode
van tenminste vier weken tijdens
dewelke hij in dienst was bij
dezelfde werkgever. Dat principe
geldt echter voor de eerste
aanvraag, en niet voor de latere
aanvragen.

Concreet hoeft een werknemer
geen uitkeringsaanvraag in te
dienen wanneer hij gedurende
minder dan vier weken het werk
hervatte. Na een werkhervatting
van minstens vier weken moet hij
een uitkeringsaanvraag doen en
een C4 indienen, maar het
uitkeringsbedrag

wordt

niet

herzien.

19.03 Carine Lecomte (MR): Madame la ministre, j'essaie de bien

comprendre. Si on est indemnisé pendant une période de plus de
deux ans et qu'on accepte une mission d'intérim, on est indemnisé
ensuite sur la base du salaire intérimaire. Pour ce qui concerne les
jeunes demandeurs d'emploi qui ont terminé leur stage d'attente, ils
vont percevoir des allocations de chômage mais s'ils acceptent
ensuite une mission d'intérim, lorsqu'ils se retrouvent au chômage
quatre semaines plus tard, leurs allocations seront calculées sur la
base du salaire d'intérimaire ...

19.03 Carine Lecomte (MR):

Dus: stel, je ontvangt een
vergoeding langer dan twee jaar;
vervolgens aanvaard je een
uitzendopdracht; na afloop van die
opdracht wordt je vergoeding aan
de hand van dat uitzendsalaris
berekend.

De jonge werkzoekenden die hun
wachttijd

beëindigd

hebben,

ontvangen een werkloosheids-
uitkering. Degenen die vervolgens
een uitzendopdracht van vier
weken aanvaarden, krijgen na die
vier weken een uitkering die aan
de hand van het uitzendsalaris
berekend wordt.

19.04 Joëlle Milquet, ministre: Si la personne n'a jamais travaillé, sa

base de calcul est très faible. Il ne peut connaître à la limite qu'une
augmentation.

19.04 Minister Joëlle Milquet:

Voor wie nog nooit gewerkt heeft,
gaat het enkel in stijgende lijn.

19.05 Carine Lecomte (MR): C'était le sens de ma question: les

allocations calculées d'après le salaire intérimaire peuvent-elles être
inférieures au salaire de référence?

19.05 Carine Lecomte (MR):

Kunnen uitkeringen die aan de
hand van een uitzendsalaris
berekend worden, onder het
referentiesalaris liggen?

19.06 Joëlle Milquet, ministre: Non, pas quand on n'a jamais

travaillé.

19.06 Minister Joëlle Milquet:

Nee, niet als je nog nooit gewerkt
hebt.

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

19.07 Carine Lecomte (MR): Si on travaille en intermittence avec

des périodes de chômage, les allocations de chômage sont toujours
calculées sur la base du salaire précédent ...

19.07 Carine Lecomte (MR): Wie

werk en werkloosheid afwisselt,
heeft recht op werkloosheids-
uitkeringen die onveranderlijk aan
de hand van het vorige salaris
berekend worden.

19.08 Joëlle Milquet, ministre: C'est cela, c'est au-delà de 24 mois

que le calcul sera revu.

19.08 Minister Joëlle Milquet:

Precies. Na 24 maand wordt de
berekening aangepast.

19.09 Carine Lecomte (MR): Il faut donc une période ininterrompue

de 24 mois. Je vous remercie.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

20 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Sofie Staelraeve aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over
"de mogelijkheden van uitzendarbeid als springplank naar vast werk" (nr. 15442)
- mevrouw Meryame Kitir aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over
"het afspringen van de besprekingen tussen de sociale partners over de uitzendarbeid" (nr. 15790)
- mevrouw Valérie De Bue aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over
"de hervorming van de uitzendarbeid" (nr. 15985)

20 Questions jointes de

- Mme Sofie Staelraeve à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances
sur "les possibilités du travail intérimaire comme tremplin vers un emploi stable" (n° 15442)
- Mme Meryame Kitir à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances sur
"la suspension des discussions entre partenaires sociaux sur le travail intérimaire" (n° 15790)
- Mme Valérie De Bue à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances sur
"la réforme du travail intérimaire" (n° 15985)

20.01 Meryame Kitir (sp.a): Mevrouw de minister, het is niet de

eerste keer dat ik u hierover een vraag stel en het zal waarschijnlijk
ook niet de laatste keer zijn.

Via een gezamenlijk persbericht hebben we van de drie
representatieve vakbonden in juli vernomen dat Federgon eenzijdig
beslist heeft dat de aanslepende besprekingen voor de uitzendarbeid
moeten worden stopgezet wegens de economische crisis. Die zou
immers met zich meebrengen dat een en ander nu niet aan de orde is
en dat er andere prioriteiten zijn. Terwijl sinds het uitbreken van de
crisis dagelijks met honderden concrete en pijnlijke voorbeelden wordt
geïllustreerd in welke zwakke en precaire positie uitzendarbeiders
verkeren, beslist Federgon dat er nu wel andere prioriteiten zijn.

Mevrouw de minister, ik denk dat u zich nu niet langer kunt
verschuilen achter het aan de gang zijnde sociaal overleg daarover en
dat we nu prioritair de wetsvoorstellen die ter zake zijn ingediend,
moeten behandelen en goedkeuren in het Parlement. Mevrouw de
minister, bent u van plan een initiatief te nemen om het statuut van de
uitzendarbeiders te verbeteren? Deelt u de houding van mijn fractie
dat de wetsvoorstellen nu zeer snel en prioritair moeten worden
behandeld?

20.01 Meryame Kitir (sp.a): Alors

même que la situation précaire
des

travailleurs

intérimaires

s'accentue en cette période de
crise, Federgon décide unilatérale-
ment de retirer les négociations
relatives au travail intérimaire de la
liste de ses priorités, précisément
en raison de la crise. La ministre
ne peut dès lors plus se retrancher
derrière la concertation sociale.
Admet-elle que les propositions de
loi en la matière doivent à présent
être examinées en priorité?

20.02 Minister Joëlle Milquet: Mevrouw de voorzitter, enige tijd

geleden werden in de Nationale Arbeidsraad besprekingen tussen de

20.02 Joëlle Milquet, ministre:

Les partenaires sociaux ont

27/10/2009

CRIV 52

COM 680

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

sociale partners opgestart met het oog op het moderniseren van de
wetgeving op de uitzendarbeid.

In het kader van voornoemde besprekingen werden reeds
verschillende voorstellen en denkpistes op tafel gelegd, waaronder
ook de voorstellen waarnaar u in uw vraag verwijst.

Op vraag van de werkgeversorganisaties werden de besprekingen in
de loop van juli 2009 tijdelijk opgeschort, wat heel jammer was.

Ik verwacht nu dat voormelde besprekingen tussen de sociale
partners weldra zullen worden hervat. Om die reden zal ik op dit
ogenblik in het dossier dan ook geen eigen initiatief ontwikkelen,
teneinde de slaagkansen van het gevoerde, sociale overleg in de
bewuste materie niet te hypothekeren. Zonder spoedige resultaten,
met name tegen eind 2009, zal ik echter mijn verantwoordelijkheid
opnemen en in dergelijke omstandigheden specifieke voorstellen
doen.

Ik geef dus de komende maanden een laatste kans aan de sociale
partners. Zonder echte, doeltreffende resultaten zal de regering
echter specifieke voorstellen op tafel leggen.

entamé des discussions sur la
modernisation de la loi sur le
travail intérimaire il y a quelque
temps

CNT.

Diverses

propositions avaient déjà été
formulées. Malheureusement, en
juillet 2009, les organisations
patronales

ont

demandé

suspension

des

discussions.

J'attends leur reprise prochaine-
ment et c'est la raison pour
laquelle je ne prendrai aucune
initiative personnelle à ce stade.
En l'absence de résultats d'ici à la
fin

2009, je prendrai mes

responsabilités.

20.03 Meryame Kitir (sp.a): Mevrouw de minister, zoals ik

daarstraks al heb opgemerkt, is het niet de eerste keer dat ik u over
de kwestie ondervraag. Ik vraag al sinds 2008 ervoor te zorgen dat er
vooruitgang komt in het dossier van de verbetering van de statuten
van uitzendarbeiders.

Ik hoef u niet te overtuigen dat de uitzendarbeiders in een erg zwakke
positie zitten. De huidige crisis heeft nogmaals bewezen hoe zwak
hun positie wel is. Zij zijn alweer de eerste slachtoffers van de hele
crisis geworden.

Mevrouw de minister, mag ik u eraan herinneren dat op 19 mei 2009,
toen ik u heb ondervraagd, uw antwoord aan mij hetzelfde was als uw
antwoord vandaag, met name dat wij de sociale partners de nodige
kansen moeten geven en dat zij een advies moeten geven over de
wetsvoorstellen die wij ter zake hebben. Ik citeer uw eigen woorden:
"Als in september geen resultaten worden geboekt, zullen wij in de
regering het initiatief nemen en een overleg in het Parlement hebben."

Nu vertelt u mij alweer dat u zal wachten, met name tot eind 2009.
Eind 2009 zult u mij dan misschien alweer vertellen dat de zaak tot
maart 2010 moet worden uitgesteld, omdat er alweer geen akkoord is
bereikt.

20.03 Meryame Kitir (sp.a): Je

demande depuis 2008 déjà une
amélioration

statut

des

travailleurs intérimaires. Une fois
de plus, la crise a prouvé la
précarité de leur situation. En mai
2009, la ministre a répondu
exactement la même chose, mais
à l'époque, l'échéance avait été
fixée à septembre.

20.04 Minister Joëlle Milquet: Mevrouw de voorzitter, het is een

kwestie van een maand of van twee maanden. Ik ben echter totaal
duidelijk. Zonder een spoedig akkoord dat wil zeggen over een
maand of twee maanden zal ik voorstellen doen. De voorstellen
liggen overigens klaar op mijn kabinet.

Ik zal dus na de herfstvakantie een gesprek voeren met de
verschillende, sociale partners, zoals Federgon. Ik zal aan de sociale
partners de nodig ruimte laten. Zonder resultaten ben ik ervan
overtuigd dat ik een beslissing of verschillende beslissingen zal
nemen.

20.04 Joëlle Milquet, ministre:

En l'absence d'un accord rapide,
je formulerai personnellement des
propositions dans un délai de deux
mois, propositions du reste déjà
prêtes. Je consulterai les différents
partenaires sociaux après les
vacances

d'automne.

comprends que la crise complique
la situation, mais les négociations
doivent reprendre.

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Natuurlijk bemoeilijkte de crisisperiode de zaken. Een schorsing van
de onderhandelingen kan ik echter niet aanvaarden. De sociale
partners moeten dus de verschillende onderhandelingen hervatten en
vooruitgang boeken.

Indien

geen

resultaten

worden

geboekt

nieuwe

onderhandelingen worden opgestart, zullen wij in de regering een
beslissing nemen.

20.05 Meryame Kitir (sp.a): U zegt dat de onderhandelingen

hernomen zullen worden. Is er al een bevestiging van de sociale
partners dat ze de onderhandelingen zullen hernemen, of is dat een
vraag van uzelf.

20.05 Meryame Kitir (sp.a): La

ministre offre donc aux partenaires
sociaux la possibilité de parvenir à
un accord d'ici à la fin de l'année.
Les négociations ont déjà été
suspendues en juillet. Ont-elles
repris?

20.06 Minister Joëlle Milquet: Neen. Als er niets gebeurt, zal ik

natuurlijk een voorstel aan de regering voorleggen.

20.07 Meryame Kitir (sp.a): Maar u zegt dat u de sociale partners de

kans geeft tot het einde van dit jaar. De onderhandelingen van de
sociale partners werden in juli opgeschort. Zijn ze ondertussen al
terug opnieuw samengekomen of zullen ze dat nog doen?

20.08 Minister Joëlle Milquet: Tot nu toe zijn de werkzaamheden

opgeschort en ze hebben nog geen agenda bepaald. Ik zal dus eerst
één of twee aparte vergaderingen met hen houden om een stand van
zaken te maken en de verschillende perspectieven te bekijken. Ik zal
hen oproepen het sociale overleg binnen een bepaalde termijn herop
te starten. Zonder resultaten zullen we in de regering de verschillende
voorstellen bekijken. We kunnen discussiëren over de kwaliteit van de
arbeid, enzovoort.

20.08 Joëlle Milquet, ministre:

Pas jusqu'ici. J'organiserai une
réunion pour dresser un état des
lieux et examiner les différentes
options. À défaut, le gouverne-
ment analysera les propositions
des uns et des autres et procèdera
à des arbitrages.

20.09 Meryame Kitir (sp.a): Ik hoop dat we u op uw woord mogen

geloven en dat we op het einde van dit jaar meer vooruitgang zullen
zien.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

Présidente: Meryame Kitir.
Voorzitter: Meryame Kitir.

20.10 Joëlle Milquet, ministre: Madame la présidente, y a-t-il encore

beaucoup de questions car il est bientôt six heures?

Je suis tout à fait disponible mais je voudrais qu'il y ait des règles
précises au sujet des questions que les membres ne viennent jamais
poser alors que nous préparons les réponses. J'estime qu'il faudrait
améliorer l'organisation des commissions.

20.11 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): (...)

20.12 Joëlle Milquet, ministre: Monsieur Gilkinet, je n'ai rien contre

vous; vous devez faire partie des membres assidus. Si un membre
est absent, ne peut-on transformer sa question en question écrite? Il

27/10/2009

CRIV 52

COM 680

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

devrait y avoir des sanctions pour les gens qui ne se présentent pas.
En outre, c'est embêtant pour les gens qui sont toujours présents et
c'est une perte de temps. Je crois que nous avons tous d'autres
choses à faire dans la vie. On en reparlera mais j'aimerais qu'on
puisse régler le problème une fois pour toutes.

Par ailleurs, je suis prête à mener de vrais débats. Quand on a
beaucoup de questions sur le même sujet, j'estime qu'il est plus
intéressant d'ouvrir un débat en y insérant les questions des députés
qui permettent d'aborder certains points, de penser à autre chose.
Toutes ces questions qui ne sont jamais posées me gênent.

20.13 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Cela dit, c'est la première

fois que nous pouvons vous interroger depuis le mois de juin.

20.14 Joëlle Milquet, ministre: Je n'ai jamais demandé à ce que la

commission de septembre n'ait pas lieu et je répète que je suis
disposée à rester pour répondre aux dernières questions.

21 Interpellation de M. Georges Gilkinet à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de

l'Égalité des chances sur "la qualité et le volume de l'emploi dans le secteur postal" (n° 368)

21 Interpellatie van de heer Georges Gilkinet tot de vice-eerste minister en minister van Werk en

Gelijke Kansen over "het aantal banen in de postsector en de kwaliteit daarvan" (nr. 368)

21.01 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Madame la présidente,

madame la ministre, je voudrais vous interroger sur la situation de
l'emploi dans le secteur postal qui est un grand pourvoyeur d'emplois
avec principalement l'entreprise publique postale La Poste qui
emploie encore plus de 30 000 personnes.

Chaque année, malgré les bonis importants, La Poste se sépare, par
départ naturel de 2 000 à 3 000 travailleurs. Et le mouvement risque
de s'accélérer dans les prochaines années.

Une partie de ces travailleurs seraient, selon les projets du conseil
d'administration et de la direction de La Poste, remplacés par des
facteurs de quartier au salaire horaire minimal. L'argument utilisé par
la direction de La Poste, et relayé par le ministre en charge de la
tutelle sur La Poste et les entreprises publiques, est que les potentiels
futurs concurrents de La Poste appliqueront un tel salaire minimum.
Je pense qu'il s'agit d'un bel exemple d'utilisation d'une menace de
dumping social pour contraindre les travailleurs.

Depuis le moment où je suis devenu député à l'époque j'ai interpellé
votre prédécesseur Josly Piette sur le sujet , je suis persuadé que
l'existence d'une commission paritaire du secteur postal, fixant, via
convention collective de travail, un salaire minimum plus élevé dans le
secteur postal, par exemple aligné sur celui appliqué au sein de La
Poste, aurait permis ou permettrait d'éviter cette forme ou cette
menace de dumping social. À l'époque, M. Piette avait marqué son
intérêt par rapport à l'idée. Mme Vervotte avait déclaré dans la presse
qu'il s'agissait d'une piste intéressante à suivre. Je ne dis pas qu'il faut
suivre celle-ci mais je cherche des solutions pour éviter d'en arriver là
où on semble vouloir arriver.

C'est d'ailleurs la voie envisagée par l'État allemand qui tente, après
ouverture de son marché postal c'est peut-être une erreur, il aurait
dû le faire plus tôt, mais nous pouvons encore le faire , de fixer un

21.01 Georges Gilkinet (Ecolo-

Groen!): De Post stelt meer dan
30 000 mensen te werk. Elk jaar
stromen er 2 000 tot 3 000
personeelsleden uit. Een deel van
hen zou worden vervangen door
postbodes die een minimum-
uurloon zouden ontvangen. Een
paritair comité voor de postsector
zou in een collectieve arbeids-
overeenkomst een minimumloon
kunnen vastleggen dat afgestemd
is op het minimumloon bij De Post,
waardoor die vorm van sociale
dumping zou kunnen worden
voorkomen. De heer Piette en
mevrouw Vervotte hadden daar
wel oren naar. Dat is trouwens de
weg die de Duitse regering
bewandelt. Aan welke voorwaarden
moeten de concurrenten van De
Post voldoen met betrekking tot
het aantal uitreikingsdagen, de
bestreken zone en het uitbetaalde
loon?

Wat vindt u van de evolutie van de
werkgelegenheid bij De Post?

Bespreekt u een en ander met de
minister van Overheidsbedrijven?
Tracht u het werkgelegenheids-
beleid in dat departement te
beïnvloeden?

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

salaire minimum dans le secteur postal pour que les concurrents
privés de la poste publique allemande soient contraints de payer des
salaires décents et que la concurrence ne soit pas déloyale.

C'est un débat que j'ai régulièrement avec votre collègue M.
Vanackere. C'est toujours très agréable de discuter avec lui mais
j'estime que cela vous concerne aussi, d'une part, en tant que
ministre de l'Emploi puisqu'il s'agit du volume et de la qualité de
l'emploi et, d'autre part, en tant que vice-première ministre car des
options fondamentales sont prises par des accords au sein du
gouvernement. C'est notamment le cas même si nous n'avons pas
encore eu le projet de loi à analyser en commission Infrastructure
des conditions d'ouverture du marché. Quelles seront les conditions
auxquelles devront répondre les concurrents potentiels de La Poste
en termes de nombre de jours de distribution, de zone couverte, de
salaire payé? Il y a moyen d'agir à ce niveau pour éviter une
concurrence déloyale et l'accélération des pertes d'emploi au niveau
de La Poste. Je ne vais pas nier un phénomène qui est la diminution
du volume de courrier distribué chaque jour.

Madame la ministre, je crois que cela méritait une interpellation et
quelques questions précises.

Je voudrais vous entendre en tant que membre du gouvernement et
ministre de l'Emploi sur votre vision de l'évolution de l'emploi au sein
de La Poste. Quand on vous interpelle sur des entreprises dans des
zones précises, c'est important et ici il s'agit d'un des plus gros
employeurs de notre pays.

En discutez-vous avec votre collègue en charge des entreprises
publiques? Tentez-vous d'influencer la politique de l'emploi au sein de
ce département? Je le trouve parfois esseulé en tant que
représentant de l'actionnaire public de La Poste face à l'actionnaire
privé. J'ignore si ses partenaires gouvernementaux le soutiennent,
voire le poussent à se montrer plus exigeant.

Qu'en est-il, en termes de régulation, de la possibilité de fixer un
salaire minimum dans le secteur postal, qui serait applicable aux
concurrents privés de La Poste? Où en est l'idée de mise en place
d'une commission paritaire en ce domaine? Y êtes-vous favorable?
Je sais que c'est compliqué. Tout reste à écrire, mais plus tard vous
vous y prendrez, plus ce sera difficile. Le cas échéant, dans quel délai
pourra-t-elle être installée?

Peut-être avez-vous d'autres propositions pour combattre un dumping
social dans le secteur postal?

Is die mogelijkheid om een
minimumloon in de postsector vast
te stellen van toepassing op de
concurrenten uit de privésector?
Hoe zit het met de idee om een
paritair comité in die sector op te
richten en bent u daarvoor
gewonnen?

Wanneer zou dat eventueel
kunnen worden opgericht?

Heeft u nog andere voorstellen om
de sociale dumping in de
postsector te bestrijden?

21.02 Joëlle Milquet, ministre: Monsieur Gilkinet, je vous rassurerai

une fois de plus, vous qui êtes un anxieux. Nous sommes très
vigilants, en tant que vice-première ministre ou ministre de l'Emploi,
même si je n'appartiens pas à la commission de M. Vanackere et que
je ne passe pas mon temps à des communiqués de presse. Le travail
de l'ombre, surtout sur la problématique de la libéralisation, est
important.

Ce n'est pas par hasard, et j'y ai mis un point d'honneur. Pour que les
conditions de la note du 19 décembre du gouvernement soient
acceptées, nous avions posé des conditions. Les avancées ont été

21.02 Minister Joëlle Milquet: Ik

wil de heer Gilkinet, die bezorgd is,
geruststellen.

zijn

zeer

waakzaam: het werk achter de
schermen, vooral met het oog op
de liberalisering, is erg belangrijk.
We hebben voorwaarden gesteld
opdat de regeringsnota van
19 december

zou

worden

aanvaard. Terwijl men overal
elders - en in sommige Belgische

27/10/2009

CRIV 52

COM 680

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

acceptées parce que nous avons obtenu des éléments importants à
mes yeux en matière d'emploi. La mesure la plus importante est celle
qui dit que, "pour la collecte, le tri et la distribution du courrier
adressé" ce qui ne correspondait absolument pas à la position
d'autres partis , "le gouvernement prendra les dispositions
nécessaires pour que toute personne occupée à la collecte ou à la
distribution d'envois de correspondance adressée qui lui sont confiés
par un opérateur postal, en tant que personne physique ou morale,
est de manière irréfragable présumée être occupée dans les liens
d'un contrat de travail vis-à-vis de l'opérateur postal ou de ses sous-
traitants, au nom duquel il agit".

Autrement dit, alors que, partout ailleurs, et certains partis en
Belgique voulaient ouvrir tout le secteur de la distribution, notamment
les facteurs, aux indépendants et autres, nous avons refusé cette
possibilité: nous avons maintenu le cadre des contrats de travail
comme présomption irréfragable, quoi qu'il arrive, avec l'application
relative aux contrats de travail.

Dont le salaire minimum. En Allemagne, le salaire minimum a été
discuté parce qu'il n'existait pas dans le secteur. À partir du moment
où nous nous plaçons dans le giron du contrat de travail, nous
reprenons toutes les règles, y compris le salaire minimum, applicable
aux contrats de travail classiques, que ce soit dans le secteur postal
ou pas. Ce fut donc le fruit de négociations intenses; j'y tiens
beaucoup.

Quant à la commission paritaire, je suis d'avis d'en créer une ad hoc.
L'essentiel du débat est de savoir si, même en étant dans un système
avec des contractuels, nous relevons de la loi de 1991, avec un
système spécifique, ou bien nous entrons dans le cadre de la loi de
1968 et créons une commission paritaire ad hoc. Je suis de cet avis.
C'est vers cela que nous essayons de nous diriger.

Sur ces points, jusqu'à présent, nous n'avons pas encore de
concurrence et le système de La Poste reste tel quel. Cela nous
laisse un peu de temps pour cette commission paritaire. Cependant,
le débat et les avancées me semblent indispensables. C'est d'autant
plus indispensable que pour le moment, d'après les dispositions
actuelles, les droits acquis demeurent pour les personnes travaillant à
La Poste depuis longtemps, mais le projet existe d'engager 12 000
facteurs dans les années qui viennent.

C'est fondamental pour les jeunes. Il nous faudra rester très vigilants
à avoir une règle de contrat de travail et de conventions collectives
très claires à cet égard. Comme "débouchés du moment", ces points
doivent s'anticiper: nous devons prendre contact avec les différentes
Régions pour voir comment pousser les jeunes vers ce secteur. Cela
signifie que, globalement, nous avons des projets de 2 000 jeunes
dans la Défense, de 12 000 jeunes à La Poste, donc quelques
possibilités d'engagement. Il y a aussi les 13 000 à Suez.

Voilà des points qu'il convient d'anticiper pour placer des jeunes dans
ces emplois, particulièrement La Poste et la Défense. Cela se prépare
avec les Régions pour les formations, les activations, les
accompagnements et les contrats avec les secteurs concernés.

partijen - de sector van de
postbezorging voor zelfstandigen
en anderen wou openstellen,
hebben wij dat geweigerd en
hebben wij het onweerlegbaar
vermoeden van een arbeids-
overeenkomst behouden, in al zijn
aspecten en met inbegrip van het
minimumloon. Ik ben van mening
dat

ons

het

toepassingsgebied van de wet van
1968 begeven en dat we een
paritair comité ad hoc moeten
oprichten.

Dat

des

noodzakelijker

aangezien

het

personeel dat al lang bij De Post
werkt zijn verworven rechten
behoudt en eraan gedacht wordt
de

komende

jaren

12 000

postbeambten in dienst te nemen.
Daarnaast is men voornemens
2 000 jongeren aan te werven bij
Defensie en 13 000 bij Suez.
Samen met de Gewesten moeten
we voorbereidende werkzaam-
heden treffen met betrekking tot
de

opleiding,

activering,

begeleiding en overeenkomsten
van die jongeren.

21.03 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Madame la ministre, j'ignore 21.03 Georges Gilkinet (Ecolo-

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

si l'administrateur représentant votre parti vous informe correctement
de la situation. Quand vous vous flattez de créer 12 000 emplois dans
l'entreprise postale, savez-vous qu'il s'agit d'emplois comme la
direction et le conseil d'administration de La Poste les envisagent
aujourd'hui remplissant trois heures par jour à 8,41 euros de
l'heure?

Groen!): Is er werkelijk sprake van
een politiek project, indien men
werk creëert voor 12 000 mensen
die drie uur per dag tegen
8,41 euro per uur moeten werken?

21.04 Joëlle Milquet, ministre: Je n'ai pas dit dans ces conditions.

Par ailleurs, je n'ai pas d'administrateur à La Poste. Je vous parlais
des possibilités de débouchés.

21.05 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Donc, créer 12 000 emplois

est une chose, mais en créer autant de corrects en est une autre.

21.06 Joëlle Milquet, ministre: Nous devrons suivre la loi sur le

contrat de travail.

21.07 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Est-ce vraiment un projet

politique que de créer 12 000 emplois dans de telles conditions? C'est
la question que je pose régulièrement au ministre des Entreprises
publiques, qui est plus préoccupé par l'équilibre budgétaire de
l'entreprise. Je voulais vous alerter en votre qualité de ministre de
l'Emploi.

Certes, j'ai pris acte que vous aviez obtenu que les employés des
sociétés privées concurrentes de La Poste soient salariés pour une
partie de leurs missions. Si cela n'avait pas été le cas, je crierais
encore plus fort au scandale. Or, comme aucun salaire minimum n'a
été fixé dans le secteur, la direction de La Poste va refuser de garantir
des conditions de travail correctes aux 12 000 employés
supplémentaires.

Quand j'ai interrogé M. Piette voici près de deux ans, il m'avait parlé
de son intérêt pour la question. En attendant, rien n'a bougé. Je sais
que la mise en place d'une commission paritaire peut prendre du
temps. Elle peut se faire soit par reconnaissance des secteurs eux-
mêmes soit par initiative gouvernementale. Par conséquent,
qu'attendez-vous? Allons-nous poursuivre dans cette logique
d'emplois de piètre qualité destinés à remplacer des emplois
décents? Les facteurs de quartier doivent, par exemple, acheter leur
propre matériel (vélo, etc.) et ne peuvent pas parler aux citoyens qu'ils
croisent chaque matin. Le rôle social du facteur est complètement nié
par les options de La Poste. Cela nécessite de la part d'un parti
membre du gouvernement et de votre part une plus grande vigilance.

Pour être positif, je me réjouis à l'idée que les employés des sociétés
concurrentes de La Poste soient salariés. Tant mieux si vous êtes
favorable à l'idée d'une commission paritaire. Alors, annoncez son
installation après le congé de Toussaint. C'est urgent! Il faut donner
des signaux aux concurrents potentiels de La Poste et à la direction
de celle-ci. Car payer des gens à 8,41 euros de l'heure pour trois
heures de travail, ce n'est pas acceptable.

21.07 Georges Gilkinet (Ecolo-

Groen!): En aangezien er in de
sector geen minimumloon werd
vastgelegd, zal De Post weigeren
hun correcte arbeidsvoorwaarden
toe te kennen.

De oprichting van een paritair
comité kan heel wat tijd in beslag
nemen. Waarop wacht u eigenlijk
om een regeringsinitiatief in die zin
te nemen? Zal de vervanging van
degelijke

betrekkingen

door

nepjobs waarbij de sociale rol
van de postboden uit het oog
wordt verloren tot een systeem
worden verheven? We moeten
waakzamer zijn!

Ik ben blij dat de concurrerende
ondernemingen met werknemers
zullen moeten werken. Er moet
dringend werk worden gemaakt
van een paritair comité en het zou
goed zijn indien u de oprichting
daarvan na de herfstvakantie zou
aankondigen!

21.08 Joëlle Milquet, ministre: J'ai rencontré les différents syndicats,

qui savent très bien quelle position il faut essayer de défendre. Elle
est, du reste, proche de la vôtre. De plus, les contrats devront
respecter certaines règles comme le salaire minimum. Par ailleurs,
les syndicats souhaitent inclure des espaces de formation dans les

21.08 Minister Joëlle Milquet: De

vakbonden weten erg goed welk
standpunt ze moeten verdedigen.
De arbeidsovereenkomsten moeten
bepaalde regels in acht nemen,

27/10/2009

CRIV 52

COM 680

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

prestations.

C'est un travail qui se déroule dans l'ombre, mais il est actif et
déterminé. Et je n'aurai aucun problème à vous en communiquer le
résultat.

onder meer met betrekking tot het
minimumloon.

vakbonden

wensen dat er in het kader van de
arbeidstijd ook tijd zou worden
uitgetrokken voor opleiding.

21.09 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Madame la ministre, je ne

demande qu'une chose, c'est de m'être trompé, comme dans les
autres dossiers.

21.10 Joëlle Milquet, ministre: Votre crainte est légitime ...

21.11 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Je suis tout disposé à vous

présenter mes excuses si je me suis trompé.

Je rencontre régulièrement des travailleurs et des syndicalistes, qui
expriment leur inquiétude quant à l'avenir de leur emploi. Il est parfois
nécessaire de négocier discrètement pour faire avancer les choses,
mais un signal public venant de l'ensemble du gouvernement est
également indispensable.

J'entends que vous êtes d'accord avec moi. Je vais déposer une
motion de recommandation qui reprend les principes sur lesquels
nous sommes tombés d'accord. Une bonne manière de montrer au
secteur postal et aux familles concernées que nous sommes
sensibles à cette situation et que nous voulons nous battre pour éviter
ce problème, c'est en faisant voter cette motion en séance plénière.
Alors, nous nous compterons.

21.11 Georges Gilkinet (Ecolo-

Groen!): Ik bied u met veel plezier
mijn excuses aan indien ik me heb
vergist. Het kan soms nodig zijn
om in de schaduw te werken,
maar de regering moet ook een
duidelijk signaal geven.

Ik zal een motie van aanbeveling
indienen met de punten waarover
we het eens zijn. Het wordt
interessant na te gaan hoe er
tijdens de plenumvergadering zal
worden

gestemd.

Indien

regering van mening verandert,
meer bepaald wat haar beslissing
van 19 december betreft, zouden
we in het kader van de
openstelling

van

markt

strengere voorwaarden kunnen
opleggen, om een voldoende
aantal kwaliteitsvolle banen te
behouden.

21.12 Joëlle Milquet, ministre: Je réfléchissais plutôt en termes de

délai et d'efficacité. Si cela peut aider, je n'ai absolument aucun
problème à anticiper cette mesure.

21.12 Minister Joëlle Milquet:

We kunnen, waarom niet, een
gemeenschappelijke motie opstellen
tegen de plenaire vergadering.

21.13 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Je confirme que je dépose

une motion de recommandation. Nous verrons bien si une motion
pure et simple est déposée. Je souligne l'importance d'une
communication claire. S'il y a un changement de cap de la part du
gouvernement, notamment au sujet de sa décision du 19 décembre,
on pourrait être plus exigeant en matière d'ouverture du marché, ce
qui permettrait de défendre l'entreprise publique postale, d'y maintenir
de l'emploi en suffisance et de qualité. En effet, je n'accepte pas
qu'une entreprise publique envisage ce type d'emplois, de si piètre
qualité. Je l'ai déjà dit à M. Vanackere et je profite de cette occasion
pour vous le dire également.

21.13 Georges Gilkinet (Ecolo-

Groen!): Ik dien een motie in,
maar suggesties die ertoe leiden
dat de motie ingetrokken zou
worden, zijn welkom. Wat telt is
dat er beslissingen genomen
worden die echt iets veranderen.

21.14 Joëlle Milquet, ministre: Je n'ai pas à me mêler du travail

parlementaire mais comme il y a peu de représentants de la majorité,
je vous dirai que le dépôt de deux motions n'est pas incompatible
avec l'idée que vous puissiez vous mettre d'accord sur une motion
d'ici la plénière. Cela n'empêche pas d'arriver à une motion

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

commune. C'est une question de timing mais il ne m'appartient
évidemment pas de vous indiquer la marche à suivre.

21.15 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Je dépose ma motion de

recommandation mais je suis ouvert à toute suggestion de la part des
membres de la majorité pour arriver au retrait de cette motion

j'ignore d'ailleurs si c'est possible techniquement et à un texte qui

fasse l'unanimité. Même si j'ai des doutes, je suis ouvert à toute
suggestion.

Ce qui m'importe, c'est que cela ne débouche pas sur une pétition de
principe du genre "J'aime La Poste et je soutiens les facteurs" mais
sur des décisions qui permettent de modifier le cours des choses.

Motions
Moties

De voorzitter: En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.

Une motion de recommandation a été déposée par Mmes Juliette Boulet et Zoé Genot et par M. Georges
Gilkinet et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Georges Gilkinet
et la réponse de la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances,
demande au gouvernement
1. de réaffirmer son soutien à La Poste en tant que prestataire de service universel et d'assurer des
garanties de service aux utilisateurs de La Poste;
2. de prendre toute mesure en vue de la sauvegarde de l'emploi en nombre et en qualité au sein de
La Poste;
3. de revoir ses options relatives à la libéralisation du secteur postal dans le sens d'une plus grande
exigence à l'égard des candidats privés au marché postal et d'une meilleure protection de l'opérateur postal
public;
4. de mettre en oeuvre toute mesure permettant d'éviter un dumping social en matière postale à l'occasion
de l'ouverture du marché à la concurrence privée, qu'il s'agisse de la mise en place d'une commission
paritaire du secteur postal ou de toute mesure équivalente."

Een motie van aanbeveling werd ingediend door de dames Juliette Boulet en Zoé Genot en door de heer
Georges Gilkinet en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Georges Gilkinet
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen,
vraagt de regering
1. nogmaals te bevestigen dat zij De Post steunt als universele dienstverlener en te zorgen voor een
gewaarborgde dienstverlening voor de klanten van De Post;
2. alle nodige maatregelen te treffen met het oog op het vrijwaren van de werkgelegenheid bij De Post,
zowel kwantitatief als kwalitatief;
3. haar opties inzake de liberalisering van de postsector te herzien en hogere eisen te stellen aan
kandidaat-privéoperatoren op de postmarkt, en ook de openbare postoperator een betere bescherming te
bieden;
4. alle nodige maatregelen te treffen om sociale dumping te vermijden in het verlengde van de openstelling
van de postmarkt voor concurrenten uit de privésector, hetzij door de oprichting van een paritair comité
voor de postsector, hetzij door andere, equivalente maatregelen."

Une motion pure et simple a été déposée par Mmes Valérie Déom et Isabelle Tasiaux-De Neys.

Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Valérie Déom en Isabelle Tasiaux-De Neys.

27/10/2009

CRIV 52

COM 680

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.

22 Question de Mme Zoé Genot à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des

chances sur "les congés des demandeurs d'emploi indemnisés" (n° 15793)

22 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen

over "het verlof van uitkeringsgerechtigde werklozen" (nr. 15793)

22.01 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Madame la ministre, les chômeurs

ont le droit de prendre des congés; ils en ont même l'obligation. Or de
nombreux chômeurs se sont fait surprendre par ces congés
obligatoires. En effet, si des demandeurs d'emploi indemnisés ont
déjà reçu un pécule lors de leur licenciement, quelques mois ou un an
auparavant, ils ne seront pas indemnisés pour les jours de congés
obligatoires. Cela met évidemment de nombreux chômeurs en
difficulté, d'autant plus qu'ils ne sont apparemment pas informés à
temps de cette règle pour pouvoir anticiper le problème sur leur
budget déjà étriqué.

Madame la ministre, est-il prévu que l'ONEM informe les demandeurs
d'emploi indemnisés sur cette question de congés obligatoires sans
indemnité? Si oui, sous quelles modalités cette information est-elle
diffusée? Serait-il possible d'envisager une information claire sur la
question des congés obligatoires sans indemnité du demandeur
d'emploi au moment de son inscription à l'ONEM ainsi qu'un rappel
régulier de cette information pendant la durée du chômage?

22.01 Zoé Genot (Ecolo-Groen!):

Werklozen

moeten

vakantie

nemen, maar velen onder hen zijn
van een koude kermis thuis-
gekomen. Werklozen die bij hun
ontslag vakantiegeld ontvangen
hebben, krijgen niets voor de
verplichte vakantiedagen. Dat is
voor veel werklozen een probleem.
Bovendien zijn ze niet goed op de
hoogte

van

die

maatregel,

waardoor ze die terugval van hun
budget, dat al erg beperkt is, niet
hebben zien aankomen. Licht de
RVA werklozen in over die
verplichte vakantiedagen zonder
vergoeding?

22.02 Joëlle Milquet, ministre: La mesure que vous évoquez permet

aux demandeurs d'emploi d'être dispensés de leurs obligations
pendant une période de l'année. Concrètement, pendant une période
de quatre semaines au maximum (vingt-quatre jours en regard d'une
année complète), ils sont dispensés de l'obligation de résider en
Belgique et d'être disponibles sur le marché de l'emploi. Ils sont
autorisés à séjourner à l'étranger sans encourir de pénalités.

D'un autre côté, l'arrêté royal du 25 novembre 1991 prévoit que le
chômeur doit être privé de rémunérations et définit que les jours
couverts par un pécule de vacances sont rémunérés. Bien que
légitime, cette disposition peut poser des problèmes à la personne qui
se trouve en chômage consécutivement à un emploi salarié. Dans ce
cas, un certain nombre des vingt-quatre jours de congé ne seront pas
indemnisables, car ils sont déjà couverts par le pécule de vacances. À
défaut d'avoir été pris, ils seront déduits de l'indemnisation du mois de
décembre. Si le chômeur n'a pas été informé de cette retenue, cela
peut évidemment poser des difficultés.

C'est l'organisme de paiement qui est réglementairement chargé de
l'information des demandeurs d'emploi sur leurs droits et devoirs en la
matière. En effet, lors de la constitution de son dossier, le demandeur
d'emploi n'est pas censé avoir de contact avec l'ONEM. Les modalités
de l'information peuvent varier d'un organisme à l'autre, chacun
pouvant développer ses propres canaux d'information: site internet,
dépliants, explications orales.

Une pratique répandue consiste à conseiller aux chômeurs concernés
c'est-à-dire ceux dont une partie des vingt-quatre jours de congé est
couverte par un pécule de vacances de répartir les jours sur un
maximum de mois de manière à éviter une déduction trop sensible en

22.02 Minister Joëlle Milquet:

Door die vakantiedagen, moeten
werkzoekenden,

tijdens

een

bepaalde periode van het jaar, niet
in België zijn; ze moeten voor de
arbeidsmarkt niet beschikbaar zijn.
Het

koninklijk

besluit

van

25 november 1991 bepaalt dat de
dagen die gedekt zijn door
vakantiegeld, al vergoed zijn. Die
bepaling is terecht, maar loon-
trekkenden die nadien werkloos
worden, kunnen daardoor in de
problemen geraken. Hun vakantie-
dagen

worden

niet

vergoed

wanneer

door

het

vakantiegeld gedekt zijn. De
dagen die ze niet nemen, worden
van de uitkering van december
afgetrokken.

De uitbetalinginstelling moet werk-
zoekenden op hun rechten en
plichten wijzen. Iedere instelling
heeft haar eigen manier om dat te
doen. Vaak raden die instellingen
werklozen aan om hun vakantie
over verschillende maanden te
spreiden en zo al te forse
inhoudingen aan het eind van het
jaar te voorkomen.

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

fin d'année.

L'ONEM quant à lui diffuse, via son site internet, une feuille info
intitulée "Pouvez-vous prendre des vacances pendant votre
chômage?" qui reprend l'essentiel de l'information. Ce sont les
organismes de paiement des allocations qui doivent organiser
l'information à cet égard.

RVA

verstrekt

daarover

informatie op zijn website.

22.03 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Manifestement, tout le monde

n'est pas encore bien informé. Ils connaissent cette possibilité
intéressante de pouvoir prendre des congés en tant que demandeur
d'emploi mais ils ne sont pas informés des conséquences, à savoir
une diminution de leur allocation en fonction du pécule dont ils ont
bénéficié.

J'estime qu'il y a un organisme de paiement qui est sous notre
responsabilité, à savoir la CAPAC. Je crois qu'il serait intéressant de
commencer par là et de vérifier l'information que la CAPAC donne
pour être certain qu'elle est complète.

Pour le reste, les autres acteurs doivent aussi s'attacher à cet aspect.

22.03 Zoé Genot (Ecolo-Groen!):

De werklozen zijn kennelijk op de
hoogte van de mogelijkheid om
verlof te nemen, maar zijn niet
ingelicht over de gevolgen voor
hun

uitkeringen.

Het

zou

interessant zijn om na te gaan
welke

informatie

HVW

daarover verstrekt.

22.04 Joëlle Milquet, ministre: Je pourrais être encore plus vigilante

sur ce point.

22.05 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Il y a des gens à qui l'on dit

maintenant qu'il leur reste deux mois pour prendre leurs congés. Ils
vont donc perdre la moitié de leur allocation en novembre et en
décembre, deux mois qui sont, on le sait, difficiles pour tout le monde.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

23 Question de Mme Zoé Genot à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des

chances sur "le contrat de travail des demandeurs de régularisation" (n° 15899)

23 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen

over "de arbeidsovereenkomsten van de regularisatieaanvragers" (nr. 15899)

23.01 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Madame la ministre, l'arrêté royal

du 7 octobre 2009 comprenant un modèle type de contrat pour les
demandeurs de régularisation vient d'être publié au Moniteur belge.
Son article 6 prévoit que "en cas de maladie, l'employeur s'engage à
assurer au travailleur l'assistance médico-pharmaceutique et, le cas
échéant, son hospitalisation".

Madame la ministre, cela signifie-t-il dire que l'employeur doit prendre
une assurance maladie privée pour chaque travailleur? Quelle est la
raison d'être de cette assurance? En effet, lorsqu'un travailleur tombe
malade, il est normalement couvert par sa mutuelle, qui dépend de la
sécurité sociale à laquelle l'employeur verse des cotisations. Une telle
disposition ne risque-t-elle pas de conduire les employeurs à devenir
plus réticents à signer un contrat de travail avec un demandeur de
régularisation?

23.01 Zoé Genot (Ecolo-Groen!):

Het koninklijk besluit van 7 oktober
2009, waarin een model van
arbeidsovereenkomst

voor

regularisatieaanvragers vervat zit,
werd onlangs gepubliceerd in het
Belgisch Staatsblad. Artikel 6
bepaalt: "In geval van ziekte
verbindt de werkgever er zich toe
medische

apothekershulp,

alsook, desgevallend, de opname
in een ziekenhuis te garanderen."

Moet de werkgever voor elke
werknemer

een

privéziekte-

verzekering sluiten? Wat is de
bestaansreden

van

die

verzekering? Normaal gesproken
wordt een zieke werknemer toch
gedekt door zijn ziekenfonds, dat

27/10/2009

CRIV 52

COM 680

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

ressorteert onder de sociale
zekerheid waaraan de werkgever
bijdragen stort. Zal zo een
bepaling er niet toe leiden dat de
werkgevers met een regularisatie-
aanvrager geen arbeidsovereen-
komst willen sluiten?

23.02 Joëlle Milquet, ministre: Madame Genot, il s'agit d'une

obligation normale. Il y a déjà même des annexes types à l'arrêté
royal du 9 juin 1999. Mais on a refait des modèles types en les limitant
pour les alléger par rapport à la situation actuelle. En fait, cet
engagement visant à protéger le futur travailleur, ne s'applique que
pour la période transitoire, jusqu'à ce qu'il soit normalement couvert
pour des prestations par l'assurance maladie invalidité et donc
déclaré à l'ONSS. Cette disposition veut couvrir le travailleur jusqu'au
moment où le contrat est effectif et où l'ONSS reçoit la déclaration et
l'assurance maladie invalidité entre en vigueur.

Cette disposition ne couvre que cette seule période de transition. Le
reste n'est certainement pas à charge de l'employeur, sinon on
n'aurait pas beaucoup de chance au niveau des engagements, mais
le souci était de protéger le travailleur. Au départ, cette mesure était
destinée aux personnes venant de l'étranger, dans le cadre d'un
permis B. Le temps qu'elles arrivent et que la demande soit rédigée
par l'employeur, cette petite période s'écoulait.

Dans le cas présent, elle me paraît intéressante pour la durée de la
procédure qu'elle concerne.

23.02 Minister Joëlle Milquet:

Die

verplichting

heeft

niets

ongewoons. Eigenlijk geldt die
bepaling, die ertoe strekt de
werknemer te beschermen, alleen
gedurende de overgangsperiode,
tot het ogenblik waarop de
overeenkomst in werking treedt, er
bij de RSZ aangifte van wordt
gedaan,

de ziekte-

invaliditeitsverzekering van kracht
wordt.

Bij aanvang was die maatregel
bedoeld voor personen die in het
kader van een arbeidskaart B uit
het buitenland overkwamen. De
overgangsperiode liep tot ze hier
aankwamen en de werkgever zijn
aanvraag had ingediend. In het
onderhavige geval lijkt deze
maatregel me interessant voor de
duur van de procedure.

23.03 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Si je comprends bien, le

demandeur de régularisation serait assuré par l'employeur pendant la
période précédant le contrat? Logiquement, on signe le contrat et on
est déclaré à l'ONSS. Je ne comprends donc pas comment on peut
être en même temps sous contrat et pas déclaré à l'ONSS. Je ne
comprends pas bien la nature de cette période transitoire et je ne suis
visiblement pas la seule car d'autres collègues, spécialistes de la
chose, qui ont lu ma question m'avouent qu'ils ne comprennent pas
non plus comment c'est possible.

23.03 Zoé Genot (Ecolo-Groen!):

Als ik het goed begrijp, zou de
vreemdeling die een regularisatie-
aanvraag

indient

door

werkgever

verzekerd

worden

gedurende de periode vooraf-
gaand aan het contract. Normaal
gesproken ondertekent men het
contract en wordt men bij de RSZ
aangegeven. Hoe kan men onder
contract staan zonder bij de RSZ
aangegeven te worden?

23.04 Joëlle Milquet, ministre: Je veux bien redemander des

précisions. Il y a un délai entre l'octroi du permis B, les procédures et
la signature du contrat, l'envoi des dispositions au niveau Dimona. Il
peut y avoir un laps de temps réduit. C'est par souci de sécurité
quand ce délai est de quelques jours. Cela poursuit le même objectif
que la disposition dans l'arrêté royal actuel sur l'octroi du permis B. Il
est évident que dès que les données sont rentrées et la déclaration
ONSS est faite, l'assurance maladie et invalidité prend effet.

23.04 Minister Joëlle Milquet: Er

verstrijkt tijd tussen de toekenning
van een arbeidskaart B, de
procedures en de ondertekening
van het contract, het versturen van
de Dimona-aangifte. Zodra de
gegevens ingediend zijn en de
RSZ-aangifte gedaan is, treedt de
ziekte- en invaliditeitsverzekering
in werking.

23.05 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): L'intention me paraît excellente

mais cela fait peur à nombre d'employeurs qui se demandent s'il y a

23.05 Zoé Genot (Ecolo-Groen!):

De bedoeling is goed, maar veel

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

un stage de trois mois pendant lequel ils devront veiller à la
couverture du travailleur. Les employeurs sont déjà bien gentils de
participer à cette opération vu les nombreuses incertitudes sur le
moment où ils pourront vraiment engager le demandeur de
régularisation. Il faut les rassurer et cette clause est inquiétante: il faut
donc la délimiter plus clairement.

werkgevers zijn er niet gerust op
omdat ze zich afvragen of er een
stage van drie maanden is waarin
ze zullen moeten instaan voor de
verzekering van de werknemer. Ze
moeten gerustgesteld worden over
die bepaling.

23.06 Joëlle Milquet, ministre: On l'a expliquée dans nos différentes

rencontres et je crois que l'explication se trouve également dans le
vade-mecum. Si ce n'est pas le cas, on peut l'y ajouter. Cette clause
fait partie du système actuel mais il y a tant de peurs et de questions
qu'il faut rassurer les employeurs.

J'en profite pour préciser officiellement, comme nous le faisons dans
le vade-mecum, aux employeurs qui déposeraient des propositions de
contrats de travail à l'égard de personnes demandant une
régularisation, si d'aventure il apparaissait que ces personnes
auraient été engagées précédemment au noir, que l'idée n'est pas de
se livrer à une vigilance excessive. Je sais que cette peur existe
également. Nous ajouterons sur le vade-mecum que ces demandes
ne seront pas prétexte à enquêtes sur des personnes qui demandent
une régularisation.

Je veux bien ajouter ces trois éléments sur le vade-mecum je crois
que les deux derniers y sont déjà mais je vais vérifier. On dira que
c'est grâce à Mme Genot que nous avons précisé les choses.

23.06 Minister Joëlle Milquet:

We hebben een en ander uit-
gelegd tijdens onze ontmoetingen
en de uitleg staat ook in het
vademecum.

Ik wens eveneens te preciseren
dat de werkgevers die voorstellen
voor arbeidscontracten zouden
indienen voor vreemdelingen die
een regularisatieaanvraag hebben
ingediend

die

vroeger

zwartwerk bij hen verrichtten, niet
grondig zullen worden doorgelicht.

Ik ben bereid die drie zaken in het
vademecum toe te voegen.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

24 Question de Mme Valérie Déom à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité

des chances sur "la première Conférence mondiale des femmes" (n° 15901)

24 Vraag van mevrouw Valérie Déom aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke

Kansen over "de eerste Wereldvrouwenconferentie" (nr. 15901)

24.01 Valérie Déom (PS): Madame la présidente, madame la

ministre, Bruxelles a accueilli la première Conférence mondiale des
femmes en octobre dernier. Sur l'initiative de la Confédération
syndicale internationale, 450 déléguées syndicales représentant 100
pays se sont ainsi réunies pour analyser notamment l'incidence de la
crise mondiale sur les femmes. Même si tant les hommes que les
femmes ont été touchés par la crise, la Confédération syndicale
internationale estime que "l'impact sur les femmes est négativement
amplifié du fait des inégalités dont elles étaient déjà victimes au
préalable".

Le thème central de ces trois journées était "un travail décent, une vie
décente pour les femmes". Énormément d'échanges d'expériences et
de discussions ont tourné autour de ce thème.

Les principaux responsables syndicaux belges ont profité de
l'évènement pour rappeler que les femmes, majoritaires dans les
emplois précaires, étaient effectivement davantage victimes de la
crise et des multiples restructurations qui en découlent. Par ailleurs, le
détournement de certaines mesures comme le crédit-temps a été une
fois de plus dénoncé.

24.01 Valérie Déom (PS): In

oktober jongstleden vond in
Brussel de eerste Wereldvrouwen-
conferentie plaats, tijdens dewelke
onder andere de weerslag van de
wereldwijde crisis voor de vrouw
werd aangekaart.

belangrijkste

Belgische

vakbondsleiders

hebben

dit

gebeuren aangegrepen om eraan
te herinneren dat vrouwen, die
vaker

kwetsbare

beroepen

uitoefenen,

zwaarder

worden

getroffen door de crisis.

Volgens het VBO tonen de cijfers
echter aan dat de crisis een
grotere invloed heeft op de
werkloosheid bij mannen.

Zijn er precieze cijfers beschik-

27/10/2009

CRIV 52

COM 680

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Pour la FEB, il serait erroné de dire que la crise économique aggrave
les discriminations dont sont victimes les femmes sur le marché du
travail. Selon la FEB, les chiffres montreraient en effet que la crise a
davantage de conséquences sur le chômage des hommes.

Madame la ministre, des chiffres précis sont-ils disponibles et
pourraient-ils nous être fournis concernant les effets de la crise sur le
chômage des hommes et des femmes? Quelles sont les principales
conclusions de cette Conférence? Des pistes sont-elles envisagées
afin de s'assurer que les discriminations dont peuvent être victimes
les femmes ne soient précisément pas accentuées par la crise
économique?

Si vous ne pouvez communiquer les informations oralement, vu les
délais ou l'heure tardive, pourrions-nous avoir accès aux conclusions
de la Conférence, par exemple dans le cadre du Comité d'avis
Émancipation sociale?

baar? Wat zijn de belangrijkste
conclusies van die conferentie?
Worden

maatregelen

overwogen om te voorkomen dat
de mogelijke discriminatie ten
aanzien van vrouwen door de
economische crisis zou worden
aangewakkerd?

24.02 Joëlle Milquet, ministre: Oui, tout à fait. Je pensais d'ailleurs

que c'était plutôt à cet endroit que le débat devait avoir lieu mais je
n'ai pas de souci à répondre maintenant.

En ce qui concerne l'impact de la crise sur les femmes, force est de
constater que les femmes sont les moins touchées par la crise
partout en Europe, pour la simple raison qu'elles travaillent plus
souvent dans le secteur non marchand qui n'est pas touché par la
crise de la demande.

Si je prends par exemple les chiffres de septembre 2009 par rapport à
septembre 2008, on a une progression de 15 % des chômeurs
hommes, 2 % de chômeurs femmes; la moyenne générale étant de
8,8. Cela dépend des chiffres qu'on prend car pour Eurostat, on en
est toujours à 7,9.

La crise est donc masculine et parmi les chômeurs, c'est le taux de
chômage des jeunes qui augmente le plus. On est à 8 % en moyenne
pour les adultes et on est à plus de 12 %, voire 18 % dans certains
secteurs, pour les jeunes.

En ce qui concerne les principales conclusions de la conférence, j'ai
une note complète que je vais vous remettre. Pour y avoir participé, je
peux dire que cette conférence était très intéressante. Les grandes
conclusions sont notamment la priorité qui doit être donnée à la lutte
contre l'écart salarial. À cet égard, nous avons demandé un plan
pluriannuel des partenaires en 3 et 3 ou 2 AIP.

Il y a aussi l'amélioration de la conciliation entre la vie professionnelle
et la vie privée, la discussion sur le crédit-temps, sur les congés, etc.
Je pense que ce serait un thème très intéressant pour une
commission ad hoc au Parlement et au Sénat, chambres réunies,
pour analyser la problématique de l'adaptation des congés. Avec
l'idée de ce compte épargne temps sur une carrière. Je crois que le
Parlement devrait être responsabilisé en la matière.

Je compte déposer un projet de loi pour appliquer au secteur privé ce
qu'on a fait dans le secteur public et dans les entreprises publiques
autonomes, comme par exemple imposer des quotas pour les
conseils d'administration.

24.02 Minister Joëlle Milquet:

We kunnen er niet omheen dat de
vrouwen in Europa minder door de
crisis worden getroffen om de
eenvoudige reden dat zij vaker in
de non-profitsector aan de slag
zijn.

Van

september

2008

tot

september 2009 is het aantal
mannelijke

werklozen

met

15 procent toegenomen, terwijl die
stijging bij de vrouwen maar
2 procent bedroeg.

De crisis treft dus vooral mannen
en van alle categorieën van
werklozen is de stijging het grootst
bij

jongeren.

Bij

volwassenen bedraagt de stijging
gemiddeld 8 procent, maar bij de
jongeren loopt ze op tot meer dan
12 procent

sommige

sectoren zelfs tot 18 procent.

Ik bezorg u een volledige nota
over de belangrijkste conclusies
van de conferentie.

Ik heb aan de conferentie
deelgenomen

vond

bijzonder interessant. De belang-
rijkste conclusies zijn de prioriteit
die moet worden gegeven aan de
strijd tegen de loonkloof en de
verbetering van de situatie op het
stuk van de combinatie werk en
gezin. Dat zou een zeer interes-
sant thema zijn voor een ad-
hoccommissie in de Kamer en in

CRIV 52

COM 680

27/10/2009

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2009

2010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

de Senaat, met het oog op de
analyse van de problematiek van
de aanpassing van de vakantie-
periodes. Daarnaast is er ook nog
de idee van een tijdspaarrekening
gespreid over de loopbaan. Ik zal
een wetsontwerp indienen om
ervoor

zorgen

dat

maatregelen die in de overheids-
sector werden genomen, zoals het
opleggen van quota voor de raden
van bestuur, ook in de privésector
zouden worden toegepast. Er is
ook nog de kwestie van de
vrouwelijke vertegenwoordiging in
het

kader

van

collectieve

onderhandelingen. Ik bezorg u de
schriftelijke

versie

van

mijn

antwoord.

24.03 Valérie Déom (PS): Vous avez raison, nous serons à vos

côtés.

24.04 Joëlle Milquet, ministre: Il y a aussi la représentation féminine

dans les négociations collectives. Je vous remets la version écrite de
ma réponse.

24.05 Valérie Déom (PS): Merci, madame la ministre, pour ces

chiffres éclairants. Parfois on croit que la FEB se trompe mais en
l'occurrence les chiffres sont clairs. Les conclusions de la Conférence
portent sur des sujets connus sur lesquels on a déjà essayé de
travailler, sur lesquels ont sait qu'on doit travailler. Demain, il y a une
réunion du comité d'avis Émancipation sociale. On doit rédiger l'ordre
des travaux et je ne veux pas anticiper mais les groupes ont dû
présenter leurs priorités dont certaines se retrouvent parmi les
conclusions. On pourrait donc prendre les conclusions et les traiter de
manière transversale, éventuellement en commissions réunies avec
le Sénat. Je formulerai éventuellement cette proposition demain
devant le comité. Il est temps d'en discuter et de prendre le sujet à
bras-le-corps.

24.05 Valérie Déom (PS): De

conclusies van de Conferentie
hebben betrekking op bekende
thema's, waarvan men weet dat
eraan moet worden gewerkt.
Morgen komt het Adviescomité
voor Maatschappelijke Emanci-
patie bijeen. De regeling van de
werkzaamheden moet worden
vastgesteld.

Wij

zouden

conclusies op een transversale
manier

kunnen

behandelen,

eventueel

verenigde

commissies met de Senaat.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

La réunion publique de commission est levée à 18.33 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 18.33 uur.