Commissie voor de Binnenlandse Zaken, de algemene
Zaken en het Openbaar Ambt |
Commission
de l'Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique |
van woensdag 30 september 2009 Voormiddag ______ |
du mercredi 30 septembre 2009 Matin ______ |
La séance est ouverte à 10.21 heures et présidée par M. André Frédéric.
De vergadering wordt geopend om 10.21 uur en voorgezeten door de heer André Frédéric.
01 Samengevoegde interpellaties en vragen van
- de heer Michel Doomst aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de rellen in Molenbeek en Anderlecht" (nr. 14609)
- de heer Bart Laeremans aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de belegering van een politiepatrouille in Anderlecht" (nr. 14724)
- de heer Bart Laeremans tot de minister van Binnenlandse Zaken over "de aanhoudende problemen met gewelddadige bendes in Brussel" (nr. 359)
- de heer Jan Jambon tot de minister van Binnenlandse Zaken over "de recente onlusten in verschillende Brusselse gemeenten" (nr. 361)
- de heer Michel Doomst aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de rellen in Molenbeek op 17 september 2009" (nr. 14927)
- de heer Michel Doomst aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de toestand in Kuregem" (nr. 14829)
- de heer Xavier Baeselen aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de incidenten te Molenbeek van de voorbije dagen" (nr. 14979)
- mevrouw Clotilde Nyssens aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de inzetbare mankracht van de federale politie" (nr. 15067)
01 Interpellations et questions jointes de
- M. Michel Doomst à la ministre de l'Intérieur sur "les émeutes à Molenbeek et Anderlecht" (n° 14609)
- M. Bart Laeremans à la ministre de l'Intérieur sur "l'agression contre une patrouille de police à Anderlecht" (n° 14724)
- M. Bart Laeremans à la ministre de l'Intérieur sur "les problèmes que continuent à poser les bandes violentes à Bruxelles" (n° 359)
- M. Jan Jambon à la ministre de l'Intérieur sur "les troubles récents dans diverses communes bruxelloises" (n° 361)
- M. Michel Doomst à la ministre de l'Intérieur sur "les émeutes survenues à Molenbeek le 17 septembre 2009" (n° 14927)
- M. Michel Doomst à la ministre de l'Intérieur sur "la situation à Cureghem" (n° 14829)
- M. Xavier Baeselen à la ministre de l'Intérieur sur "les incidents à Molenbeek au cours des derniers jours" (n° 14979)
- Mme Clotilde Nyssens à la ministre de l'Intérieur sur "la capacité de mobilisation d'effectifs de la police fédérale" (n° 15067)
01.01 Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de voorzitter, misschien is het voor de goede gang van zaken beter dat ik mijn vragen zou bundelen. Het heeft geen zin om die apart te stellen.
De voorzitter: Geen probleem, mijnheer Doomst.
01.02 Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik heb het gevoel dat we met een serieus probleem zitten. We voelden dat in deze commissie al lang aan. Wij hebben ook al talloze vragen over dit onderwerp gesteld, maar volgens mij zitten we nu met een dubbel probleem.
Enerzijds is er een fundamenteel maatschappelijk probleem. Ik bedoel daarmee dat een aantal groepen, los van hun origine, blijkbaar moeilijk integreerbaar zijn in ons maatschappelijk bestel. Wij hebben daarover in de commissie al vaak gesproken. Wij moeten naar de grondige redenen peilen waarom het daar fout loopt, maar we moeten er ook daadwerkelijk iets aan doen.
Dat element lijkt mij te cumuleren met het feit dat ook Brussel met een fundamenteel organisatorisch probleem zit op gemeentelijk, bovengemeentelijk en politioneel niveau. Ik heb het gevoel dat het nu heel duidelijk is dat de cumul van die beide fenomenen ervoor zorgt dat we hier met verschijnselen te maken hebben die blijkbaar zeer moeilijk op te lossen zijn.
Tijdens de vakantiemaanden zijn er meermaals spanningen geweest tussen de politie en, vooral, groepen jonge mensen, waarbij niet duidelijk is door welk motief die mensen tot een dergelijk gedrag worden aangezet. Er gebeuren heel rare dingen. Zo probeert men door middel van valse oproepen de politie in een hinderlaag te lokken. Geweld, vernielingen en brandstichting worden blijkbaar alledaagse fenomenen.
Molotovcocktails en kalashnikovs liggen als het ware voor het rapen in bepaalde buurten van Brussel. De Anderlechtse wijk Kuregem is men ondertussen meer het Wilde Westen gaan noemen en blijkbaar spelen twee bendes er de hoofdrol in wat stilaan een Amerikaanse toestand wordt. De autoriteiten erkennen het probleem en geven toe dat de lokale politie het er moeilijk heeft.
Ook elders heeft de politie het mogelijk. Op 17 september werd in Molenbeek een veertienjarige gearresteerd waarna het tot hevige onlusten is gekomen waarbij maar liefst negen agenten gewond raakten en tien wagens werden vernield. De politievakbond heeft daarop gevraagd om extra manschappen en bijstand vanuit de federale politie. De situaties blijven voortduren.
Wij hebben in de commissie al heel vaak vragen gesteld en licht gedebatteerd over dat onderwerp. Ik wou u vragen of wij bij de verschillende feiten toch nog een toelichting konden krijgen. In welke mate zal er voor deze fenomenen ondersteuning komen van de lokale korpsen? In welke mate gebeurt dit al op dit ogenblik? Is er in overleg voorzien omtrent het overnemen van bepaalde taken door de federale politie en wat is uw standpunt ter zake? Welke actoren zullen bij dit overleg worden betrokken? Hoe zal de rust worden teruggebracht? Wat heeft het crisisoverleg opgeleverd?
Ik wil ten slotte een bedenking formuleren voor de commissie inzake algemene activiteit. Het is mijn aanvoelen dat wij vanuit het Parlement graag wat nauwer bij de uiteindelijke besluitvorming willen betrokken worden. Persoonlijk zou ik graag eens een van de rechtstreeks betrokkenen in het Parlement horen om die mensen eens rechtstreeks onze mening te kunnen zeggen over een aantal dingen die in Brussel volgens mij fundamenteel maatschappelijk verkeerd aan het lopen zijn.
01.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik had zowel een interpellatie ingediend als een mondelinge vraag. Ik ga ze samenvoegen, dat lijkt mij het meest logische.
Mijnheer de voorzitter, ik wil mij eerst tot u richten en niet tot de minister omdat deze commissie al veel eerder had moeten bijeengekomen. Brussel stond deze zomer in brand. Wij zijn van de ene gewapende overval naar de andere executie in het midden van de straat op klaarlichte dag gegaan. Wij hebben een dubbele moord meegemaakt, door een bendelid dat al een moord had gepleegd. Wij hebben hinderlagen tegen politiepatrouilles meegemaakt, het gebruik van oorlogswapens, bendeoorlogen, opstanden, bestorming van een politiecommissariaat, enzovoort, enzovoort.
Maar de commissie voor de Binnenlandse Zaken vond het niet nodig bijeen te komen. Ik begrijp dit niet. Er waren op tijd vragen ingediend. Met de commissie voor de Justitie zijn wij vanaf begin september wel bijeengekomen. Eerst was er een debat over mevrouw De Tandt, eind augustus, maar nadien zijn wij wekelijks bijeengekomen. Waarom kon de commissie voor de Binnenlandse Zaken toen het in Brussel zo heet was niet bijeenkomen? Was dat toevallig om de burgemeester van Molenbeek, die ook van de PS is, te beschermen, ik weet het niet, maar ik betreur het ten zeerste.
Het kan zo niet meer. Het Parlement kan niet langer achter de feiten aanhollen zoals nu gebeurt. Alle debatten zijn gevoerd in de televisiestudio’s, maar wanneer puntje bij paaltje komt en het parlementaire debat wordt weken na de feiten gevoerd, dan is de televisie, buiten Actua TV, afwezig. Dat is schrijnend. Dat is het Parlement onwaardig. Ik vind het zeer erg en ik hoop dat de commissie zich in de toekomst zal herpakken en vaker zal bijeenkomen, ook in recesperiodes.
In tweede orde is dit een debat over onveiligheid. In de eerste plaats is wat in Brussel gebeurt het bewijs van de totaal mislukte immigratie en het totaal mislukte immigratiebeleid in Brussel. Wij zijn in een situatie beland van steeds groter wordende getto’s waar criminele bendes de plak zwaaien en waar de brandweer alleen nog wil komen als zij door de politie begeleid wordt en waar politiepatrouilles alleen nog willen komen als zij met meer wagens zijn, want anders vrezen zij in een hinderlaag gelokt te zullen worden. Zo erg is het vandaag. Dat is de toestand anno 2009!
Dat heeft in de eerste plaats te maken met de totaal mislukte immigratie. Wij zijn lang niet de enigen die dat zeggen. Er zijn vandaag anderen die dat overnemen. Wij zijn zelf nog uitgescholden en uitgekreten omdat wij dat hebben durven poneren en omdat wij de multiculturele dogma’s hebben durven aanklagen en hebben gezegd dat wij daar niet in geloven. Wij zijn daarvoor zelfs voor de rechtbank gesleept, omdat wij moesten geloven in die multikul. Wel, vandaag lezen wij heel andere zaken. Blijkbaar is er dan toch een kentering bezig. Ik ga even iets citeren.
Toevallig staat er vandaag in de krant een vrije tribune van één van de linkse goeroes, die eigenlijk erkent dat zij zich op fenomenale manier hebben vergist. Ik citeer Luckas Vander Taelen, vandaag in De Standaard: “Ik woon vlakbij een buurt in Vorst die men zelfs met de meeste multiculturele vooringenomenheid…” – hij zegt het zelf – “…niet anders dan een getto kan omschrijven. Twintig jaar geleden was ik ervan overtuigd dat de jonge nieuwe Belgen snel geassimileerd zouden worden.” Als wij dat woord gebruiken, worden wij al als racistisch bestempeld. “Maar nu is in Brussel een generatie van rebels without a cause opgegroeid die zich altijd verongelijkt en tekortgedaan voelt.”
Ze zijn nooit voor iets verantwoordelijk. Het is steeds de fout van iemand anders. Ook binnen hun eigen families blijven de jonge Maghrebijnse mannen onaantastbaar. Toen de politie in Molenbeek een jongen oppakte, organiseerde de vader meteen een betoging omdat zijn zoon “nog geen appel zou stelen”.
“Het is de verdienste van links geweest,” zegt Vander Taelen, “om meer aandacht te vragen voor discriminatie en sociale achterstand.” Dan komt het: “Het probleem ligt jammer genoeg dieper. Wij zijn bang geweest om onze waarden op te dringen aan de allochtonen.”
Dat is een bekentenis van formaat, want dat betekent dat zij dus jarenlang aan raddraaierij hebben gedaan en de mensen allerlei dogma’s hebben opgelegd die nu gewoon niet uitkomen en die vandaag totaal worden doorprikt. Er blijft niets van over, die multiculturele illusie, die multiculturele droom is niets anders dan een zeepbel waarvan niets overblijft.
Mevrouw de minister, ondertussen blijven u en uw regering doorgaan op bijvoorbeeld het heilloze pad van de open grenzen. Met de massale regularisatie hebt u het signaal gegeven dat de sans-papiers zomaar hierheen kunnen blijven komen, dat ze welkom zijn, dat hen geen strobreed in de weg wordt gelegd.
Een van de gevolgen sinds enkele weken is het volgende. De hele buurt rond het Zuidstation wordt geterroriseerd door een grote groep sans-papiers uit Algerije. Die gaan daar zeer driest te werk. Het is een nieuw fenomeen. Zij hebben een nieuwe rooftochtmethode. Het staat vandaag in Het Nieuwsblad: “Dievenbendes bestormen Brusselse winkels.” De nieuwe rooftochtmethode treft vooral – geen marginale buurten hoor – de Nieuwstraat in Brussel. Ze bestormen de winkel in bende. Vroeger werd er ergens hier of daar een trui gestolen. Nu gebeurt het in bendes, soms met twintig leden tegelijk. Ze stelen uit alle uitstalplaatsen en poetsen de plaat nog voor iemand hen kan tegenhouden. Dat is de situatie vandaag. Volgens de krant en de radio blijkt dat heel wat van die arrestanten Algerijnen zijn die geen papieren op zak hebben.
Men lokt dus de sans-papiers naar hier met een beleid van beloning, dat ze wel zullen geregulariseerd worden enzovoort. Uw regering is dus in grote mate verantwoordelijk voor wat er in Brussel gebeurt. Uw voorganger minister Dewael heeft voortdurend gezegd, toen wij hem ondervroegen, dat er in Brussel geen no-gozones waren. Dat werd steeds ontkend. Vandaag zien wij niet anders dan dat. Vandaag zeggen de politiemensen het allemaal, het kan zo niet langer blijven duren.
In Molenbeek heeft oud-minister en burgemeester Moureaux jarenlang gezegd dat er geen onveiligheidsprobleem is in zijn gemeente, dat alles peis en vree was, dat zijn gemeente zelfs een toonbeeld was van goede integratie. Hij stak zijn kop in het zand. Iedereen stak zijn kop in het zand. Ondertussen moesten de politiediensten en de brandweer het wel ontgelden en werden zij voortdurend in moeilijkheden gebracht.
Sterker nog, men is in diezelfde politiezone een paar maanden geleden tot het besluit gekomen dat men moest gaan bezuinigen op de politie, dat men minder nachtelijke uren en uren in de weekends zou moeten gaan werken enzovoort. Vandaar dat er dan nog een staking was, uitgerekend in Molenbeek waar die grote problemen hebben plaatsgevonden.
In elk geval toont die schandelijke beslissing die in Molenbeek werd genomen om de politie de vleugels af te knippen aan dat die lokale burgemeesters die situatie, die veiligheid niet meer onder controle hebben. Zij kunnen dat niet aan, noch in Anderlecht, noch in Molenbeek.
Ze hebben dat niet in de hand. Dat is ook logisch. Zij staan veel te dicht bij die mensen. Zij moeten daar hun stemmen halen, steeds meer uit die allochtone wijken en zij durven daar niet meer tegen in te gaan. Zij durven die allochtonen niet meer tegen de haren in te strijken. Wat wij al jaren geleden hebben gezegd, met name dat het opdelen van de politie in Brussel in zes zones die losstaan van mekaar onlogisch is en niet meer kan, wordt nu stilaan door steeds meer partijen beaamd. Ik geloof dat zelfs uw eigen partij met de voorbije gewestverkiezingen heeft gezegd dat er één grote politiezone in Brussel moet komen. Die zes zones gaat niet meer. Dat is ook logisch. Wij vragen dat al jaren, maar de andere partijen treden ons nu bij.
Mevrouw de minister, wij vragen u dan ook om daar meteen iets aan te doen. Als in grote steden als New York met meer dan 10 miljoen inwoners daar één sterk, goed uitgerust politiekorps de veiligheid van de stad kan waarborgen, dan kan dat in een stad van 1 miljoen inwoners zeker. Men moet durven ingaan tegen die kleine hertogdommen of graafschappen met die burgemeesters die daar de plak zwaaien. Zij kunnen het niet aan. U moet daar eindelijk de conclusies uit trekken en ervoor zorgen dat er één grote politiezone komt in Brussel.
Ook op andere vlakken stellen wij vast dat wij worden bijgetreden in de remedies die wij voorstellen, dat wij gelijk krijgen. Zowel inzake multiculturele dogma’s en de principes daaromtrent krijgen we nu zelfs vanuit de linkerhoek gelijk. Ook inzake veiligheid zeggen wij al lang dat er in die wijken zerotolerantie moet komen, die wijken die worden geteisterd door criminaliteit en waar de politie nauwelijks kan inkomen. Een beleid van niet meer provoceren en ons niet meer laten zien maakt het alleen maar erger. Men moet er systematisch optreden en nu heeft men dat gedaan. Men heeft gedurende enkele weken zerotolerantie toegepast, met succes overigens. Onze remedie heeft dus geholpen.
Wij vragen al jaren dat men ook drastisch zou optreden tegen de drug-vzw’s. Wat men met een gedoogbeleid al jaren door de vingers heeft gezien, is eindelijk gestopt. Daar zijn wij blij mee. Ondertussen had u het natuurlijk niet meer onder controle. Onze remedie heeft geholpen.
Snelrecht moet er komen. Het parket moet een lik-op-stukbeleid voeren. Wij vragen dat al jaren. Nu vraagt zelfs de sp.a dat, terwijl de sp.a dit jarenlang heeft geboycot.
Hetzelfde geldt voor het jeugdsanctierecht. Ook daar ziet iedereen nu in dat er sancties moeten komen voor jonge criminelen. Wij zijn een eiland van laksheid. In alle landen rondom ons, Frankrijk, Duitsland, Luxemburg, Nederland, Engeland, overal kunnen jongeren worden gestraft. Hier kunnen ze enkel worden beschermd. Daar moet een einde aan komen en ik reken erop, mevrouw de minister, dat u binnen de regering ermee aan duwt dat er een jeugdsanctierecht komt en dat aan die lakse jeugdbeschermingswet een einde komt, want die maakt het alleen maar erger. Het beleid van Justitie en het parket door altijd maar opnieuw vrij te laten, zorgt ervoor dat het alleen maar erger wordt.
Een laatste punt waar wij al jaren vragende partij voor zijn, is dat er in Brussel opvangcapaciteit moet komen voor jonge criminelen. Er moet een instelling komen, een soort jeugdgevangenis, waar men die gasten kan opvangen. Er zijn vele tientallen gasten die men niet onder controle heeft, die opgroeien voor galg en rad. Alleen al in Molenbeek wordt gezegd dat men er 70 totaal niet de baas kan. Wel, dan heeft het geen zin dat men in Wallonië een dertigtal plaatsen bijmaakt. Dan moet men er in Brussel zelf voor zorgen dat er 100 tot 200 plaatsen komen, zodat men die kan oppakken en maanden kan vastzetten, zoals dat in Nederland gebeurt. Dan kan men beginnen met heropvoeding, maar niet zoals men nu bezig is: men pakt ze op maar onmiddellijk worden zij weer vrijgelaten.
Ik kom tot mijn vragen. Ten eerste, gaat u ermee akkoord dat er één grote politiezone moet komen in Brussel? Wil u mee onderzoeken en helpen om dat zo snel mogelijk te realiseren?
Ten tweede, hoe zult u de problemen oplossen wat concreet de inkorting van de politiemogelijkheden betreft, de nachten en de weekends in Molenbeek? Gaat u ervoor zorgen dat die dwaze besparing niet doorgaat? Zult u ervoor zorgen dat er ’s nachts voldoende politie aanwezig blijft in Molenbeek?
Ten derde, in Molenbeek is de zerotolerantie nu met succes een aantal weken toegepast. Hoe zal dit in de komende maanden gehandhaafd worden? Hoeveel mensen van de federale politie blijven daar actief?
Ten vierde, wat met het parket? Hebt u daar eindelijk de bereidheid gevonden om snel en systematisch te vervolgen? Wij hebben immers gezien dat opgepakten de voorbije weken, zowel jongeren als volwassenen, heel systematisch weer werden vrijgelaten. Hebt u daar vat op? Hebt u met die mensen contact gehad en hebt u daarover overleg gehad met de minister van Justitie? Ik heb begrepen dat u een akkoord dat u met het parket had ging evalueren. Heeft die evaluatie plaatsgehad? Kunt u daar meer uitleg over geven?
Wat met het snelrecht? Gaat u dat mee verdedigen? Gaat u ervoor zorgen dat er echt een lik-op-stukbeleid komt in Brussel of blijven we aanmodderen?
Gaat u in de regering verdedigen dat er een jeugdsanctierecht moet komen dat trouwens destijds al was aangekondigd door uw partijgenoot Verwilghen? De PS heeft hem op dat vlak altijd gesaboteerd, ze heeft er alles aan gedaan om dat onmogelijk te maken.
Ik kom dan bij een aantal concrete vragen over de situatie in Anderlecht. Een van de meest schokkende zaken was de strijd die daar is gevoerd tegen een bende die met kalasjnikovs op straat kwam en daarmee in de lucht begon te schieten. Dat was op 6 september. De politie werd daar op een gegeven moment belaagd door een bende gemaskerde jongeren en moest zich terugtrekken. De kalasjnikov die men had buitgemaakt heeft men zelfs moeten achterlaten. Die is dan opnieuw in beslag genomen. Nadien zijn er opnieuw incidenten geweest met een kalasjnikov en dergelijke.
Ik wil daar toch wel wat meer duidelijkheid over. Kunt u een relaas geven van die feiten? Heeft de evaluatie van de politieprocedures intussen plaatsgehad? Waarom heeft het zolang geduurd voor er extra politie ter plaatse kwam? Klopt het dat er een aanvang was genomen met de identificatie van de verdachten? Waartoe heeft dat geleid? Werd er onderzoek verricht naar de wijze waarop oorlogswapens als kalasjnikovs in handen kwamen van die stadsbendes? Zijn er de voorbije maanden gelijkaardige gevallen gesignaleerd? Welke politieacties staan er op het getouw om dat soort toestanden tegen te gaan? Is er ondertussen duidelijkheid over de oorzaak van of de aanleiding tot die schietincidenten? Moeten die gezien worden als feestelijkheden of uitspattingen naar aanleiding van de ramadan? Zo is dat ons immers verkocht. Is dat op een andere wijze te duiden? Kunt u daarover meer uitleg geven?
01.04 Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik wil mij aansluiten bij de eerste opmerking van de heer Laeremans dat het aberrant is dat wij pas eind september voor de eerste keer met deze commissie samenkomen. Wij krijgen pas eind september de gelegenheid om in deze ontaarde situatie in Brussel de vinger aan de pols te kunnen houden.
Le président: Il est difficile de faire plus vite. Nous sommes à peine six jours plus tard et la Conférence des présidents du 22 septembre 2009, à laquelle participait d'ailleurs M. Laeremans, a décidé de la date d'aujourd'hui. En bon serviteur du président et de la Conférence des présidents, je me suis donc exécuté! Il était utile d'ajouter cette précision. Monsieur Jambon, vous avez la parole.
01.05 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, …
Le président: Monsieur Laeremans, c'est au tour de M. Jambon. Vous avez eu la parole le temps nécessaire. Vous réagirez quand ce sera votre tour!
01.06 Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik ben geëmotioneerd door uw alertheid in deze zaak, maar wij zullen in ieder geval in de Conferentie van voorzitters een voorstel indienen om het parlementair reces ernstig in te korten, want het loopt de spuigaten uit.
Mevrouw de minister, ik ben in de afgelopen weken, vanaf het moment dat de rellen feller toenamen, gaan spreken met de mensen die voor uw diensten werken op het terrein. Een en ander gebeurt daar toch wel enigszins anders dan volgens de officiële versie van de feiten, zeker dan wat het relaas in de pers soms laat vermoeden.
Ik wil in mijn interpellatie niet zozeer een hele reeks feiten over de allochtonen geven. Die zijn gekend. De heer Laeremans heeft daar de vinger aan de pols gelegd. Ik wil spreken over de schrijnende situatie van de mensen die het werk moeten doen op het terrein, die daar in de frontlinie moeten staan.
Ik wil een aantal elementen overlopen.
Ten eerste, de situatie loopt natuurlijk al veel langer uit de hand en wat die mensen meemaken, duurt al veel langer dan de rellen van september.
Ik ga zuiver exemplarisch een feit weergeven, dat dateert van 1 mei 2009. ’s Nachts, na een feestje, gaat een vrouwelijk inspecteur van de zone Brussel-West met een kennis te voet naar huis. Zij wordt in de Stationsstraat in Overijse omsingeld door negen jongeren van Noord-Afrikaanse origine. Zij beginnen de dame in kwestie onmiddellijk te bedreigen: “We leven in een mannenwereld. U zult eens leren hoe het daar is. Sal flic. Tu vas ramasser.” Die jongeren zijn niet gemaskerd – dat is blijkbaar niet noodzakelijk – en zijn schijnbaar tussen 20 en 25 jaar. De inspecteur is natuurlijk niet gewapend. Zij komt van een feestje. Ze wordt aangevallen. De kennis wordt door een aantal bendeleden opzij geduwd. De inspecteur wordt tegen de muur gezet, aan het haar getrokken en haar handen worden op de rug gehouden. Haar hoofd wordt tegen de muur gebonkt tot ze tegen de grond valt en het bewustzijn verliest. De kennis, die wordt tegengehouden, kijkt machteloos toe hoe zij op hoofd en benen wordt gestampt. Door het tumult komen een aantal mensen uit de buurt naderbij, waardoor de jongeren op de vlucht slaan. Een ploeg van de lokale politie Druivenstreek passeert toevallig en stopt. Een van de daders is op dat moment nog in het zicht en wordt door de mensen in de buurt aangegeven als een van de daders. De ploeg gaat echter niet over tot interceptie en blijft bij het slachtoffer. Het slachtoffer wordt dan overgebracht naar Saint-Luc in Woluwe. De diagnose luidt: twee blauwe ogen, zware hersenschudding, gescheurde milt, spierscheuren in dijbeen en in kuiten, achterste kruisbanden gescheurd, evenals de achillespees, knieschijf verplaatst en kapselscheur in de knie.
Het syndicaat is dan moeten tussenkomen om dat voorval als een arbeidsongeval te laten erkennen. Het slachtoffer is drie maanden werkonbekwaam geweest en krijgt tientallen behandelingen bij de kinesist.
Een informant uit de zone B-West hoort op café – ik denk dat dit inderdaad de werkplaats van dergelijke informanten moet zijn – hoe die jongeren opscheppen hoe ze die flik ineen hebben geslagen. Zonder scrupules wordt letterlijk tot in detail beschreven wat er is gebeurd. Tot op heden zijn er in deze zaak echter geen arrestaties gebeurd, mevrouw de minister.
Een tweede feit, daterend van 27 augustus, om te illustreren in welke toestand onze mensen daar moeten werken. Om 20 uur wil de SAR een voertuig controleren in de Maritiemwijk Picard. Onmiddellijk worden ze omsingeld door een groep allochtonen. Ze worden bekogeld met stenen. De agenten anticiperen met de "familial" – dat blijkt een grote bus pepperspray te zijn – om de aanvallers op afstand te houden.
Een van de allochtonen die door de pepperspray was geraakt, neemt plots zijn dochtertje van twee op de arm om zich te beschermen tegen de pepperspray, waardoor dat kind ook door die pepperspray wordt bevangen. Daardoor wordt dat kind als slachtoffer opgevoerd, wat tot een gigantische rel leidt. De ploeg vraagt dringend bijstand.
Twee voertuigen van de bijstand worden aangevallen waarbij de voorruiten sneuvelen. Op bevel van de officiers trekt men zich terug omdat het te gevaarlijk wordt. Wij gaan dus op de loop voor bendes die onze eigen mensen aanvallen.
Vervolgens komt die bende naar het commissariaat Graaf Van Vlaanderen, waar opnieuw een rel ontstaat. Twee personen worden dan opgepakt, waaronder de vader van dat meisje. Gevolg: om 23 uur wordt brand gesticht in de Ribaucourtstraat 135. Dat is een blok met lofts waar voornamelijk Vlamingen wonen. Allochtonen klimmen over de hekkens en stichten brand in de voertuigen die daar staan.
De brandweer komt ter plaatse, maar wordt ook aangevallen en moet onverrichter zake afdruipen. Die avond is er in Brugge een voetbalmatch voor de Euroleague-kwalificatie. U zult vragen wat dat ermee te maken heeft. Een peloton uit Brussel dat op de terugweg was, wordt naar de Ribaucourtstraat gehaald, samen met een waterkanon. Sindsdien weigert de dienst 100 nog uit te rijden zonder begeleiding van politie. Dat is de situatie waarin de mensen vandaag in die zone hun job moeten doen.
Als er zo'n oorlogstoestand is dan mag men er toch op rekenen dat mensen goed worden omkaderd en beschikken over adequate middelen om hun job te doen. Ook daar weer: niets is minder waar! Ik zou daarvan graag een aantal voorbeelden geven. Het gaat mij over het commissariaat Graaf van Vlaanderen. De agenten die daar worden tewerkgesteld, hebben een gratis parkeerplaats in een ondergrondse parking aan de Fernand Brunfautstraat. In die straat ligt een pleintje op wandelafstand van het commissariaat. Op dat pleintje is de bende van Brunfaut gevestigd. Die bende is heel goed herkenbaar want daar zit de enige rosse Marokkaan in die men in Molenbeek kan terugvinden. Om dat allemaal terug te vinden, moet niet zo moeilijk zijn.
Hoe gebeurt het fysiek? Men moet dat meemaken. We zijn anno 2009 in de hoofdstad van Europa. Die mensen plaatsen hun wagen in die ondergrondse parking en zij bellen dan op het commissariaat agenten, de hondenbrigade of de SAR op om hen te escorteren van hun parkeerplaats naar het commissariaat. Dit gebeurt anno 2009 in de hoofdstad van Europa. Dit is toegestaan door de korpsleiding, behalve als die mensen op interventie zijn. Bij hevige regenval loopt die parking onder en is ze onbruikbaar. Die agenten moeten dan parkeren in de buurt. Systematisch worden hun banden platgezet, wordt het voertuig bekrast of wordt het raam ingegooid. Vanuit de zone gebeurt daarvoor geen enkele tussenkomst. Aan het einde van de dienst wachten de collega's elkaar op om samen naar de parking te gaan. U zult misschien zeggen dat dit goed is voor de teambuilding. In dergelijke situaties zijn al meerdere agenten aangevallen.
De bezetting van de zone. De heer Laeremans heeft het al even aangehaald, maar ik wil er toch eens een aantal concrete cijfers tegenaan gooien. Wij spreken over de zone Brussel-West die vijf gemeenten telt. Vier jaar geleden reden er gemiddeld per shift acht à tien ploegen rond. Nu zijn er dat drie, maximum vijf. Dat is een halvering van de effectieven op het terrein. Het is de bedoeling een hele hoop camera's te installeren, maar niemand weet of ze werken en worden bekeken. De agenten op het terrein ondervinden in elk geval niets van de installatie van die camera's. Wanneer er feiten worden waargenomen, wil dat helemaal niet zeggen dat de ploegen mogen uitrijden. Vaak gebeurt dit niet uit vrees voor nieuwe rellen of omwille van onvoldoende capaciteit om te intercepteren.
Er zijn – dat is algemeen geweten – voor die zone weinig kandidaten. Als zij er zijn, worden zij vaak niet aanvaard. Vaak wordt meegegeven dat zij niet competent zijn. Zij komen nochtans uit de politieschool. Ik versta eronder dat er geen geld is om mensen aan te werven.
Volgens het organigram, mevrouw de minister, zijn er in die zone acht brigades die telkens 20 tot 25 man moeten tellen. In de huidige praktijk zijn het er ongeveer 15. Er is dus een systematische onderbezetting.
Dan is er het materiaal waarmee die mensen moeten werken, in een oorlogssituatie. Er zijn niet voldoende kogelvrije vesten voor iedereen. Geen geld! Molenbeek zit met 4,3 miljoen schulden. Er wordt beknibbeld op materiaal.
Ingeval van overuren van de mensen heeft de ploeg die opkomt geen voertuigen ter beschikking, wegens het aantal beschadigde voertuigen. Daardoor moet die ploeg soms een uur wachten, of langer, vooraleer te kunnen vertrekken op patrouille.
Er is geen collectieve bewapening, in de zin van MP5’s of dergelijke, ernstige bewapening om zich in die omstandigheden te kunnen verdedigen. De agenten hebben wel training voor die wapens gekregen, maar zij kunnen er niet over beschikken. Het dient alleen voor het geval dat zij dergelijke wapens moeten afnemen. Hun tegenstrevers beschikken wel over die bewapening en zij hebben niets dat er tegenover staat.
Ondertussen beschikt de korpsleiding wel over de nieuwste wagens en het beste materiaal. U kunt zich voorstellen dat zich daardoor een agressieve sfeer manifesteert bij de agenten op de straat.
Le président: Il faudrait conclure, monsieur Jambon!
01.07 Jan Jambon (N-VA): Ik ga mijn betoog bijna afsluiten. Mijnheer de voorzitter, wij hebben weken moeten wachten op dit debat…
Le président:
Vous avez une interpellation jointe qui dure normalement 5 minutes. Cela
fait un quart d’heure que vous vous exprimez. Si tout le monde respectait le
Règlement comme vous! D’autant plus que votre interpellation de départ que j'ai
sous les yeux ne me laissait pas penser qu'il en irait ainsi. Il y avait deux
lignes dans le texte que vous avez déposé. Parfois on a des difficultés à
savoir où vous allez atterrir. Cela ne me pose pas de problèmes que vous
exposiez des détails très concrets mais vous en aviez moins en déposant cette
interpellation extrêmement importante. Essayez d’atterrir!
01.08 Jan Jambon (N-VA): Goed, ik ga verder.
Le président: Je vous en remercie.
01.09 Jan Jambon (N-VA): Mevrouw de minister, de mensen op het terrein voelen zich niet gesteund door hun eigen korpsoversten. Dat is vaak op instigatie van de politiek. Ik moet wel zeggen: de lokale politiek. In het geval van Molenbeek – dat is meer dan bekend – heerst het gedoogbeleid van burgemeester Moureaux.
Een laatste
feitelijkheid die ik naar voren wil brengen, zijn de persoonlijke bedreigingen
die de mensen op het terrein krijgen. Dat heeft mij gefrappeerd. Ik heb het
gezien. Ik heb begrepen dat u vanmiddag een bezoek aan het terrein brengt. U
moet eens vragen, mevrouw, die teksten te mogen zien. Op de muren in
welbepaalde wijken worden via graffiti beledigingen en bedreigingen geuit aan
het adres van welbepaalde agenten. Met naam en toenaam!
Die staan daar op de muurkranten, daar staat wie de agenten zijn die daar lokaal opereren. Vaak zijn de namen wel niet correct geschreven maar dat is een bijzaak. Op Youtube circuleren filmpjes met hiphopmuziek en beelden van agenten die controles aan het uitvoeren zijn. Men kan daar dus zijn slachtoffer uitkiezen. Die mensen lopen op het terrein allemaal rond met naamplaatjes, verplicht, zodat men kan aflezen met wie men in feite te doen heeft. Er wordt gesproken over no go-zones. Dat wordt van alle kanten ontkend maar ik weet van de mensen op het terrein dat er officieuze no go-zones zijn. Dat zult u nergens officieel terugvinden maar zij mogen niet meer binnen in Kuregem, Place St Antoine en St Gilles, Place Albert I in St Gilles, de Maritieme Wijk in Molenbeek en Zwarte Vijvers. Dat zijn officieuze no go-zones.
Mevrouw, ik kom tot mijn vragen. U gaat deze namiddag op het terrein. Ik hoop dat u zult vragen een bezoek te mogen brengen aan die officieuze no go-zones. Vraag alstublieft dat men u die muurkranten, die graffiti, toont. Men zal dat met heel veel plezier doen.
Ten tweede, wanneer werd u op de hoogte gesteld van de dreigende situatie? Er is altijd gezegd dat dit naar het einde van de ramadan toe zou gebeuren. Het heeft zich dit keer veel vroeger voorgedaan. Wanneer werd het ministerie van Binnenlandse Zaken op de hoogte gesteld?
Ten derde, wordt het geen tijd dat we de procedures, de wetgeving of weet ik veel wat gaan herzien wanneer lokale burgemeesters manifest in de fout gaan zoals de heer Moureaux in Molenbeek? Kunnen wij ons blijven verschuilen achter slechte afspraken, achter slechte wetgeving om te zeggen dat we wel zien dat er op het terrein versterking moet komen maar dat we van de lokale potentaat die niet bekwaam is om daar orde op zaken te stellen geen toelating krijgen om in te grijpen? Hoelang gaan wij dat hier blijven aanzien?
Volgende vraag. Wordt het niet hoog tijd om een speciale eenheid op te richten binnen de federale politie om in te grijpen in dergelijke situaties? We hebben het nu over de zware feiten en over de harde repressie die daar voor mij moet gebeuren. Repressie is echter geen oplossing. Repressie is nu noodzakelijk, we moeten dat doen, maar welke plannen hebt u daarnaast om de zaken daar lokaal fundamenteel aan te pakken? De heer Laeremans heeft gewezen op het snelrecht. Ik heb dezelfde vraag. Zijn er contacten vanuit Binnenlandse Zaken? Zijn er binnen de regering plannen om nu eindelijk werk te maken van snelrecht? De karikatuur is een feit. Mensen zitten de dossiers nog in te vullen en zien de jongeren al over de straat lopen na de feiten. Pas maanden later krijgt dat enig gevolg.
Ten slotte en heel concreet, zou u de naamplaatjes van die mensen niet laten vervangen door een nummer of iets anders? Het is toch aberrant dat men die mensen zomaar kan gaan zoeken om hen de benen te breken en de borstkas in te slaan.
01.10 Xavier Baeselen (MR): Monsieur le président, madame la ministre, en ce qui concerne la situation à Bruxelles, je pense qu'il faut oser reconnaître qu'aujourd'hui, dans un certain nombre de quartiers et de zones, la police n'est plus en mesure d'assurer ses missions fondamentales. Celui qui nie cette évidence participe au jeu de tous ceux qui préfèrent les discours simplistes de type "racisme", qui ne sont bien évidemment pas les discours que je souhaite tenir. Il faut d'urgence rétablir l'ordre et la possibilité pour les forces de l'ordre d'intervenir dans ces zones de police.
Madame la ministre, je salue votre intervention rapide sur le terrain à travers la concertation.
Il y a, dans certaines zones de police, des ordres qui sont donnés de ne pas intervenir. Il peut y avoir des instructions données pour pas intervenir afin de ne pas envenimer certaines situations. Mais, dans ce cas-ci, d'après les témoignages et contacts dont nous disposons, il semble que des ordres ont été donnés de ne pas intervenir. La police locale est démotivée!
La responsabilité en incombe, à mes yeux, aux responsables locaux de ces zones. M. Moureaux, pour ne pas le citer, découvre les limites de sa politique de non-intervention. Puis, soudainement, il ne contrôle plus la situation et fait appel aux renforts de la police fédérale. Il apparaît ensuite devant les caméras de télévision, heureusement aux côtés de la ministre de l'Intérieur, pour dire qu'un retour à l'ordre est nécessaire. Mais si un retour à l'ordre est nécessaire aujourd'hui, c'est parce qu'il y a eu un déficit majeur dans la gestion de cette zone auparavant. Il devra en porter la responsabilité politique.
Madame la ministre, quels renforts ont été demandés par le bourgmestre de Molenbeek? À quel moment précis ont-ils été demandés? Était-ce suffisamment tôt par rapport à la dégradation de la situation?
Quelle est aujourd'hui la situation sur le terrain et la disponibilité des renforts fédéraux?
Êtes-vous disposée, en tant que ministre de l'Intérieur, à prévoir tous les moyens nécessaires face à ce type de situation?
Après la concertation que vous avez eue avec le bourgmestre de la zone, êtes-vous disposée à faire en sorte qu'il y ait, dans ces zones, l'exercice d'une tutelle fédérale s'il y a à nouveau des instructions de non-intervention de la part des responsables de la police locale, de manière à ce que l'on aille là où l'on doit rétablir l'ordre public. En tant que ministre de l'Intérieur, vous seule pouvez y répondre. Aujourd'hui, dans de nombreux quartiers de Bruxelles, l'ordre public n'est plus respecté. Les policiers n'osent plus y faire leur travail avec comme première conséquence que les pompiers s'en prennent plein la figure! Ce sont les pompiers ainsi que les services de sécurité civile que l'on envoie. Ce sont eux qui en font les frais.
Enfin, je ferai une suggestion à la ministre et éventuellement à la commission de l'Intérieur. Monsieur le président, il ne serait pas inutile, vu l'émoi et la démotivation des polices locales principalement, que le niveau fédéral, à travers la commission de l'Intérieur, s'intéresse à la situation sur le terrain et rencontre des policiers locaux pour voir si les rumeurs de non-intervention sont fondées sur le terrain. Ce serait peut-être un signal fort. Je lance donc l'idée que la ministre de l'Intérieur, accompagnée d'une délégation de la commission de l'Intérieur, puisse rencontrer les polices locales pour faire le point et faire en sorte que les policiers se sentent motivés dans leur tâche. Il faut qu'un intérêt soit porté par le parlement fédéral sur la situation de la sécurité sur le terrain. C'est un exemple de signal qui pourrait être donné en termes de contrôle démocratique.
Le président: Étant en commission de la Justice, Mme Nyssens n'a pu nous rejoindre. Je clos donc la liste des interventions et je donne la parole à Mme la ministre.
01.11 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, er zijn heel veel analyses gemaakt in de vragen. Ik ga mij in mijn antwoord vooral concentreren op de oplossingen die er zijn en er moeten zijn.
De analyses zijn nuttig. Ik heb ook heel veel terreinbezoeken. Mijnheer Jambon, u hebt er naar verwezen. Ik moet wel zeggen dat mijn bezoek vanmiddag bij de spoorwegpolitie is en niet bij de lokale politie. U moet dus iets beter ingelicht zijn. Het is echter uiteraard ook wel op het terrein in Brussel.
Tijdens de rellen in Molenbeek was ik ook op terreinbezoek bij de politie van Limburg in verband met een actie rond de rondtrekkende daderbendes. Ik ben daar minuut na minuut telefonisch in contact gebleven met hetgeen er op dat ogenblik gebeurde in Molenbeek.
Voorafgaand moet ik wel zeggen dat hetgeen gebeurt rond het kalasjnikovincident en hetgeen in Anderlecht is gebeurd eind augustus het voorwerp is van een gerechtelijk onderzoek. Ik moet daar dus verwijzen naar mijn collega van Justitie.
In verband met de rellen in Molenbeek op 18 september, ik heb het de voorbije dagen meermaals gezegd en blijf dat ook zeggen, die rellen zijn ontstaan naar aanleiding van een politieoptreden. Dat wil zeggen dat dit net het bewijs is dat wij het terrein niet opgeven. Er zijn de 15 vzw’s die deel uitmaken van een onderzoek, waar de facto drugs werden gedeald. Er was een afspraak tussen justitie en de politie om die vzw’s te sluiten in die zone. Dat heeft er net voor gezorgd dat die rellen zijn ontstaan. Gemakkelijkheidhalve zou men kunnen zeggen, als ik geen rellen wil, trek ik mij terug van het terrein. Dan zouden wij die vzw’s niet hebben gesloten.
Mijnheer Laeremans, ik heb u laten uitspreken. Nogmaals, ik ga een klein beetje analyse doen en veel over oplossingen spreken.
Ik geef dat voorbeeld steeds om aan te tonen dat wij het terrein niet opgeven. Als men het terrein op korte termijn zou opgeven, dan zou men bepaalde acties niet doen. Kijk maar in de krant vandaag, over de grote actie die is gebeurd in de Stalingradwijk. Dat was net hetzelfde. Er was overlast. Er was heel wat kleine criminaliteit. Er is samenwerking geweest tussen verschillende diensten op het terrein om te zeggen tegen de mensen die daar op die manier ageren dat wij dat niet accepteren. Ik ben ervan overtuigd dat dit de manier is waarop wij de komende weken, maanden en misschien wel jaren zullen moeten verder werken om de problematiek in bepaalde wijken verder op het goede spoor te trekken.
Ik kijk dan naar die rellen met die 15 vzw’s, die in Molenbeek zijn begonnen. Het is begonnen op het moment dat men een minderjarige naar het politiebureau heeft gebracht. Dat politiebureau werd dan nadien aangevallen door familieleden of vermeende familieleden, dat wil ik nu in het midden laten. Op dat ogenblik zit men natuurlijk in een situatie dat men een regelrechte aanval heeft op het politiekantoor.
Ook vanuit de politieke overheden werden analyses gemaakt. Ik wens niet te gaan spitten, geen analyses te maken uit het verleden want dat brengt mij vandaag, noch voor mijn politiemensen, noch voor de mensen die er wonen geen stap verder.
Wat hebben we dan gedaan de avond zelf? We hebben snel gereageerd, zoals dat ook hoort. Gelukkig hebben wij in ons land een zeer flexibele politie-eenheid, die zich snel kan organiseren wanneer zich ergens onverwacht rellen voordoen. Lokale autoriteiten hebben onmiddellijk gedetecteerd dat een aanval op een politiekantoor een bijzonder ernstige situatie is. Er is onmiddellijk versterking gekomen van Brussel, maar er is ook onmiddellijk versterking gekomen vanuit Mechelen en Brugge. Bij de politieactie rond die rondtrekkende daderbendes in Limburg zou er normaal gezien ook een politiehelikopter zijn ter ondersteuning van de zones daar. Doch, die politiehelikopter was er meer nodig in Molenbeek. De politiehelikopter was op dat ogenblik dus niet in Limburg, maar is onmiddellijk naar Molenbeek getrokken omdat het daar veel dringender was.
Ik werd ook constant op de hoogte gehouden. Het materiaal en de manschappen ter plaatse waren voldoende in aantal na 22 uur en tegen 2 uur was de rust volledig teruggekeerd. Dus ook daar was er opnieuw geen sprake van een capitulatie, integendeel, een grote flexibiliteit, snel versterking op het terrein, finale bezetting van het terrein na stevig, maar professioneel politiewerk, waar ik alle politiemensen van de lokale politie van de omliggende zones, maar ook van de federale politie, uitdrukkelijk voor wil bedanken.
In totaal zijn er tussen 27 augustus en 17 september een vijftiental politieagenten lichtgewond geraakt. De vragen die er zijn naar de materiële schade kan ik op dit ogenblik niet beantwoorden omdat ik er geen zicht op heb.
Dat is voor wat er de avond zelf is gebeurd en hoe wij onmiddellijk hebben gereageerd.
Wat hebben wij de volgende dag en de dagen erna gedaan en daar zijn wij nu nog steeds mee bezig. Wij hebben uiteraard onmiddellijk contact gehad met de burgemeester. Wij hebben onmiddellijk een overeenkomst gemaakt over de versterking die nodig was en iedereen rond tafel gebracht voor die komende dagen. Dus niet alleen die donderdagavond ter versterking, maar ook vrijdag, zaterdag, zondag omdat wij met een samenloop van omstandigheden zaten. Er was het einde van de ramadan, het was mooi weer, het was een autoloze zondag en er was ook een risicomatch in de buurt Anderlecht – AA Gent.
Wij hebben die avond zelf het terrein niet prijsgegeven, wij hebben gedaan wat wij moesten doen en wat hoort bij een goed, flexibel, modern politiekorps. Wij hebben de versterking geboden die wij nodig hadden bij onverwachte situaties. Op vrijdag, zaterdag en zondag was er ook voldoende politiemacht op het terrein aanwezig om het juiste signaal te geven dat op dat ogenblik ook nodig was. Het resultaat was een zero tolerance op straat. Op vrijdag alleen al waren er 45 arrestaties.
De burgemeester heeft onmiddellijk in samenwerking met ons alle festiviteiten voor het einde van de ramadan afgelast om de straten vrij te houden en om op die manier ervoor te zorgen dat de politiecapaciteit die werd gevraagd ook werd ingezet voor hetgeen waarvoor het op dat ogenblik nodig was, namelijk de rust te laten terugkeren en geen enkele twijfel te laten bestaan over het signaal dat er op dat ogenblik moets worden gegeven.
Ook hier weer een politie die niet wijkt, maar een politie die strijdt, die present is en die het terrein bezet. Sommigen hebben al verwezen naar de persconferentie die ik samen met burgemeester Moureaux heb gehouden. Daaruit blijkt de samenwerking die nodig was tussen de verschillende autoriteiten.
Waarmee zijn wij nu bezig? Wat hebben wij gedaan de avond zelf en de dagen daarna? Wat is de aanpak op lange termijn?
Ik ben ervan overtuigd dat er repressie moet zijn waar ze nodig is. Wij hebben dat ook gedaan op de avond zelf en de dagen daarna. Ik ben er ook van overtuigd dat alleen repressie op lange termijn niet helpt. Het is nodig, men moet aanwezig zijn en het terrein bezetten, maar er moeten ook andere zaken gebeuren.
Wat hebben wij dan onmiddellijk gedaan? Op maandag is er een vergadering geweest met de technici van justitie en politie om structurele problemen in kaart te brengen. Aanwezig waren de zonechefs, de DirCo, de DirJu, mensen van het kabinet Justitie, het parket was aanwezig evenals iemand van het kabinet van Justitie en het kabinet van Charles Picqué. Op die manier waren de mensen aanwezig die volgens ons nodig waren om het probleem structureel te bekijken en tegelijkertijd op het politieke vlak voortdurend overleg te plegen met de bevoegde autoriteiten.
Welke potentiële acties zijn daar aan bod gekomen, waaraan wij momenteel werken?
Ten eerste, een intensievere aanpak van specifieke criminaliteit zoals drugs en autozwendel in probleemwijken. Het is daarbij de bedoeling om zichtbare acties te doen die een onmiddellijke impact hebben op harde kernen. Ik verwijs naar de actie die eergisteren in de Stalingradwijk in dat kader is gebeurd.
Ten tweede, een snellere opvolging door het parket, waarmee de samenwerking volgens de politiemensen op het terrein beter is dan de verhalen die men daarover soms verspreid.
De vraag was of ik voor een snelrecht ben. Ja, ik zal de minister van Justitie ondersteunen. Dat behoort tot zijn bevoegdheid, maar mijn steun zal hij hebben als hij dat snelrecht wil installeren. Opnieuw, voor de concrete timing daarvan moet ik u naar hem verwijzen, maar mijn antwoord is daarop zeer duidelijk.
Ten derde, een inrichting van een verzamelplaats voor massale arrestaties met een capaciteit van 150 mensen. Die capaciteit komt er binnen het justitiepaleis. Onze administratie gaat ook na welke andere plaatsen daarvoor nog in aanmerking komen.
Ten vierde, steun aan en erkenning van het moeilijke werk dat de politiemensen in de wijken doen. Er moet specifieke begeleiding zijn en smaad ten opzichte van de politie moet ernstiger worden genomen. Daarvoor moet er een betere samenwerking met Justitie komen, zodat de politiemensen op het terrein zich ook gesteund voelen.
Ten vijfde, een verbetering van de informatiepositie van de politie in heel Brussel. Wat moet er juist gebeuren? Waarom? Hoe? Wie doet het? In dit geval gaat het om criminelen die een prikkelbare, kwetsbare jeugd omkopen en ophitsen om zo rustig aan de slag te kunnen gaan in hun gebied en op die manier zogenaamde no-gozones te installeren. Ik denk dat de politie de voorbije dagen heeft getoond dat zij die zones niet zal tolereren. Kijk wat er is gebeurd in Molenbeek, kijk naar de Stalingradwijk en kijk naar de acties die op dit moment gebeuren. Opnieuw repressie waar nodig is, maar op termijn zal er ook een bredere aanpak moeten komen.
Ten zesde, een versterking van de operationele politiereserve in de hoofdstad. Het gaat om een versterking met vijftig goed getrainde mensen, die onmiddellijk, accuraat en permanent inzetbaar zijn. Met het oog op het Europese voorzitterschap, zijn we al in juli of augustus gestart met de hervorming van ons interventiekorps en we gaan dat nu versnellen.
Daarnaast waren wij al bezig met een ontwerp, waarmee we tegen het einde van het jaar naar het Parlement hopen te komen. Dat is dus niet uit het overleg gekomen. Het gaat om vragen naar één politiezone. We zijn op dit ogenblik bezig met een wetsontwerp dat de vrijwillige fusie van politiezones mogelijk maakt. De onderhandelingen zijn daarover al een tijdje aan de gang. Wij hopen dat we die zo snel mogelijk kunnen afronden en dat we daarmee tegen het einde van jaar naar het Parlement kunnen komen, zodat we ook aan de zones de mogelijkheid kunnen geven om op vrijwillige basis te fusioneren.
Tot daar de operationele aanpak. Het gaat om zes punten en een zevende punt, waarmee we al bezig waren. Het zijn zes heel concrete punten. Het is niet de bedoeling om oeverloze werkgroepen te hebben, maar om telkens op het terrein te kijken wat er kan gebeuren om versterking te geven waar nodig, in een zeer goede samenwerking.
Vergeet één zaak niet. De heer Jambon heeft er terecht naar verwezen. Er is de problematiek van de lokale politie, die natuurlijk onder de lokale burgemeester valt en er is de problematiek van de versterking en ondersteuning die de federale politie kan geven aan de lokale politiezones. Ik wil hier beklemtonen dat ik respect heb voor de democratie in ons land en dat de lokale politie dus ook onder een lokale autoriteit en een lokale, democratisch verkozen politieraad valt.
Daarnaast is ook preventie belangrijk. Wij hebben gisteren bij ons op het kabinet een eerste vergadering gehad met de preventiewerkers om ook daar te kunnen vaststellen dat de problematiek niet alleen politioneel en justitieel is. Samenlevingsproblemen kan men immers niet alleen met waterkanonnen oplossen. Men moet deze instrumenten op sommige momenten misschien wel inzetten, maar er zal op het terrein dieper moeten worden gewerkt om te kijken wat er bestaat aan preventieprojecten, op welke manier die beter op mekaar kunnen worden afgestemd en op welke manier ze beter kunnen worden afgestemd op het werk dat de politie. Bovendien moet worden bekeken hoe ervoor kan worden gezorgd dat de politie exact weet welke budgetten er zijn en waarvoor zij worden gebruikt. Samen met de lokale autoriteiten en het Brusselse Gewest moet worden bekeken hoe die preventieprojecten kunnen worden geheroriënteerd, bijgestuurd of geoptimaliseerd in het kader van het werk dat door politie en justitie gebeurt. Uiteraard kan ik ter zake een overkoepelende taak uitvoeren, maar ook dit zal in samenwerking moeten gebeuren.
Versterking van de lokale politie. Er zijn daarover een aantal vragen gesteld.
Je puis vous dire que le corps de police locale des zones Midi-Anderlecht et Ouest-Molenbeek ont reçu un appui massif pendant ces événements. L'appui réciproque entre les zones de police bruxelloises et d'autres corps de police locale via le système de l'HyCap, renforcé par le corps d'intervention et par des moyens spécialisés de la police fédérale a bien fonctionné: hélicoptères, arroseuses, véhicules cellulaires, véhicules de transport de troupes, équipes canines, équipes d'arrestation, équipes chargées des preuves ont été mis à disposition.
Ainsi, entre le 28 août et le 14 septembre 2009, plus de 300 policiers de la police fédérale et d'autres zones de police ont été engagés en renfort. D'ailleurs, nous fournissons déjà, à l'heure actuelle, un appui par des détachés venant du fédéral: 36 détachés vers la zone Bruxelles-Ixelles, 29 vers la zone Ouest, 25 vers la zone Midi et 15 vers la zone Nord.
En fin de semaine, je rencontrerai les bourgmestres pour examiner comment la mise en œuvre des services de police peut être améliorée. Dans le futur, il faudra également réfléchir à une réduction des tâches policières qui ne relèvent pas du core business de la police. Je pense notamment à la charge administrative de la signification des exploits d'huissier en matière pénale.
Ik moet zeggen dat ter zake wetsvoorstellen zijn ingediend in het Parlement. Het vraagt immers een aanzienlijke capaciteit van de lokale politie.
Je pense aussi aux arrêts de travail fréquents et inopinés du personnel pénitentiaire. Ici, je préconise le concept d'un service minimal, comme il en existe un au sein de la police.
Le corps d'intervention accomplit encore à l'heure actuelle des tâches qui relèvent du corps de la sécurité de la justice.
Op dit ogenblik zijn er nog vele federale politieagenten die daar werken, niet om de bewaking van gevaarlijke gevangenen te doen maar gewoon voor de loutere begeleiding van punt A naar punt B. Het gaat hier niet om gevallen als bijvoorbeeld het proces-Habran, waar de federale politie de begeleiding van A tot Z heeft gedaan en waar er een sterke bewaking was. Hier gaat het om de inzet van een politiemacht voor een loutere fysieke overbrenging waar geen gevaren bij zijn.
Une concertation sera menée avec les responsables de la prévention afin d'examiner la manière dont ils peuvent contribuer à la pacification des quartiers concernés. Je tiens à encourager les initiatives des autorités locales qui visent une synergie maximale entre les efforts fournis par les services de police, en particulier les agents de quartiers, et l'apport d'autres partenaires dans le domaine de la sécurité comme les pompiers, les services ambulanciers et les travailleurs de rue.
À plus long terme, je souhaite aussi examiner de quelle façon la diversité au sein du personnel de la police peut encore être enrichie, par exemple via un recrutement dans les quartiers de Molenbeek. Ce ne sera pas aisé mais c'est nécessaire.
Wij merken daar dat wij het tijdelijk zeer moeilijk hebben mensen uit de lokale wijken te motiveren en te doen slagen voor politie-examens.
Lors de telles interventions, les jeunes ressentent l'engagement d'importantes forces policières comme une atteinte raciste. Des policiers qui ont leurs racines dans ces quartiers peuvent représenter une plus-value.
J'insiste aussi sur le fait que les émeutes sont liées à de profonds problèmes sociétaux. Je distingue trois axes: les parents, l'enseignement et l'emploi.
Mme Nyssens n'est pas présente aujourd'hui mais je vais quand même vous communiquer ma réponse à ses questions. Il va de soi qu'en ce qui concerne le maintien de l'ordre public lors de notre présidence de la Commission européenne, il faudra mobiliser toutes les capacités possibles. Les responsables s'y attèlent.
Mijnheer de voorzitter, ik kom aan mijn conclusie. Ik ga eens kijken op mijn blad of er nog bepaalde zaken zijn die ik heb overgeslagen en die ik heb gehoord.
Ik heb gesproken over een wetsontwerp en over het snelrecht. Over de staking in Molenbeek zou ik toch willen zeggen dat het een staking is geweest van één dag, één staking van één dag. Op een bepaald ogenblik heeft men daar terug een akkoord gevonden met de lokale overheden om een antwoord te vinden.
Concluderend zou ik het volgende willen zeggen. De politie bezet het terrein, ook al levert dat soms op korte termijn rellen op. Ik wil graag terugkomen naar het Parlement om uitleg te geven. Ik moet echter zeggen dat het een aanpak is op het terrein die soms rellen gaat uitlokken, maar die net toont dat men het terrein niet opgeeft.
Er is snel en accuraat gereageerd door de lokale politie met versterking van de andere politiezones en van de federale politie. Dat is gebeurd in een brede politieke consensus, maar ook in het besef, wat mij betreft, dat repressie nodig is, dat wij dat moeten doen, maar dat wij op termijn zullen moeten werken op andere assen. Dat zullen wij samen moeten doen. Repressie alleen zal dit probleem immers niet oplossen.
Ik heb de heel concrete punten aangehaald die op dit ogenblik op stapel staan, waaraan wij werken. Wij concentreren ons niet op analyses, maar vooral op oplossingen voor de problematiek, die een problematiek is die men vaak heeft, ook in andere Europese steden, maar die aantoont dat wij samen een concreet actieplan hebben om op die manier het hoofd te bieden aan wat er gebeurd is in Molenbeek en wat de komende weken misschien nog af en toe zal gebeuren.
01.12 Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik ben het volledig met u eens. Het heeft geen zin de feiten nog eens in detail met alle nuances erbij te vernoemen. Wij moeten inderdaad werken aan de oplossingen.
Vanuit het Parlement wil ik zeggen dat ik niet zinnens ben om hier de komende maanden elke keer alleen maar vragen te stellen. Ik zou heel graag bij de monitoring en de oplossing van de problemen nauwer worden betrokken. Het probleem is immers zeer detecteerbaar. Wij weten over welke wijken in Brussel het precies gaat. Wij weten ook precies over welke groepen en welke mensen het gaat.
U hebt dus gelijk. De politie heeft zijn best gedaan, de politie heeft ingegrepen, maar het werkt niet, wij komen er niet. Wij moeten ons de komende maanden echt concentreren op de concrete methodieken om resultaten te halen.
Ten tweede, ik denk dat preventie inderdaad – wij hebben dat tot in den treure in de commissie herhaald – heel belangrijk is. Er zal heel sterk preventief remediërend moeten worden gewerkt. Ook daar vind ik dat wij met deze commissie de mensen die daarmee bezig zijn moeten confronteren met hun werkwijze en de resultaten daarvan.
Ten derde, wij hebben hier te maken met een structureel probleem op maatschappelijk vlak. Vooral Brussel heeft een onmiskenbaar probleem. Zij krijgen structureel al meer financiële middelen voor het politiewerk. Zij krijgen ook 300 extra equivalenten om dat werk zo goed mogelijk te doen. In de feiten blijkt dat echter niet te werken.
Ik stel voor dat de commissie rechtstreeks in confrontatie treedt met de mensen die daarmee bezig zijn. Hoe dat moet gebeuren, moeten wij nog eens bekijken. Ik zou graag eens aan Moureaux zelf willen zeggen wat ik daarover denk en hem zelf voor zijn verantwoordelijkheid willen plaatsen. Ik zou graag met de medewerkers zelf willen praten en de politiemensen zelf aan het werk willen zien.
Mijnheer de voorzitter, ik wil het spel niet bemoeilijken, maar ik doe een oproep om de komende weken en maanden met de betrokkenen te praten over concrete methodieken van aanpak die resultaten opbrengen.
01.13 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Er zaten een aantal interessante elementen in. Ik zal enkele daarvan overlopen.
U zegt dat wij op het terrein aanwezig zijn en dit zou blijken uit het feit dat die 15 vzw's zijn gesloten. Die vzw's zijn er niet ineens gekomen. Dat is een na een gebeurd en men heeft dit jarenlang gedoogd en door de vingers gezien. Ineens durft men op te treden, maar men heeft het eerst veel te lang laten aanslepen. Men mag niet aan een soort van brandweerpolitiek doen en dat gebeurt veel te veel in Brussel. Men treedt maar op als het te laat is of als het niet meer anders kan. Men moet veel sneller optreden. Men moet die bendes in de kiem aanpakken. Men moet die vzw's aanpakken van zodra er een begint. Men heeft dit allemaal op de lange baan geschoven. Ik zie ter zake niet echt een kentering. U kondigt wel het een en ander aan, maar ik zie op het terrein niet onmiddellijk veel veranderen. Er moet veel korter op de bal worden gespeeld tegen criminele feiten.
Wat betreft de eventuele samensmelting van
de Brusselse politiezones. U maakt zich daar veel te gemakkelijk vanaf. U zou
eigenlijk moeten zeggen dat u wil dat zij samensmelten. U biedt ze nu enkel die
mogelijkheid. De lokale politiezones moeten daarover beslissen, maar dit zijn
allemaal kleine garnalen –
gebuisde gemeenteraadsleden of gebuisde schepenen – die zichzelf natuurlijk
niet zullen opheffen. Zij zullen zeggen dat zij nodig zijn en willen blijven
bestaan. Zij zullen ook blijven bestaan. Men moet van bovenaf zeggen dat het zo
niet langer gaat en dat men de zones zal samenvoegen. Men heeft dit destijds ook
gedaan met de inrichting van de politiezones. Ook dat werd van hogerhand
opgelegd. Door de lokale zones nu alle ruimte te geven en hen zelf te laten
beslissen over een al dan niet samengaan, heeft geen enkele zin. Een moet een
duidelijk veiligheids- en politiebeleid komen voor Brussel, net zoals dit in
Parijs, Hamburg, New York of Londen bestaat. Dit kan. Dit is beheersbaar. Een
miljoen inwoners is niet enorm veel. Men moet het echter ook willen. Als u het
aan hen overlaat, bent u verkeerd bezig en maakt u het zich veel te
gemakkelijk.
Ik ben blij dat u
aankondigt het snelrecht te zullen steunen. Ik hoop dat dit effectief zal
gebeuren. Men moet daarvan echter ook de consequenties kennen. Als men wil dat
het snelrecht nut heeft, moeten de opgelegde straffen ook kunnen worden
uitgevoerd. Daar zit precies het probleem. Straffen tot drie jaar worden
tegenwoordig in de regel nagenoeg niet meer uitgevoerd. Er zijn nauwelijks
plaatsen. U zou in de regering moeten zeggen aan uw collega van Justitie dat
het niet kan dat hij niet in extra ruimtes voorziet voor de opvang van
gevangenen. Er worden alleen maar nieuwe gevangenissen gebouwd omwille van het
comfort van de gevangenen, maar niet voor extra ruimte. Men wil naar 10 200
plaatsen en er zijn op dit moment 10 200 gevangenen. Men wil dus geen
uitbreiding van de capaciteit. Ik geef een voorbeeld. In Brussel 19 wil men de
huidige twee gevangenissen van Vorst en Sint-Gillis vervangen door een grote
nieuwe gevangenis in Haren, op de grens met Machelen. Dat is echter niet
voldoende. Men moet de oude instellingen renoveren en ook gebruiken. Men moet
in Brussel een verdubbeling realiseren van de capaciteit zodat de rechters niet
meer verplicht zijn om criminelen systematisch vrij te laten omdat er geen
opvangcapaciteit is.
Ik durf te hopen, mevrouw de minister, dat u dit mee steunt.
Wat mij verwondert, mevrouw de minister, is dat u zegt: wij gaan onder het Justitiepaleis ruimte creëren voor 150 mensen. Die ruimte is er. In of nabij het justitiepaleis. Er is een aantal plaatsen beschikbaar. Die ruimte bestaat.
01.14 Minister Annemie Turtelboom: Die bestaat, dat was een misverstand.
01.15 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Oké. Ik vind het alleen jammer dat de plaats die hier vlakbij was, aan de Leuvenseweg, weg is. Ik heb er zelf nog gezeten toen ik met het Taal Aktie Komitee mee manifesteerde, en ik ben er ook heel vaak geweest om als advocaat mensen die na acties aangehouden waren op te halen. In Brussel worden mensen van TAK vrij zwaar aangepakt, veel zwaarder dan anderen vaak. Ik ben ze daar heel vaak gaan ophalen. Maar die ruimte is nu weg. Op de Leuvenseweg is de politie verdwenen en er is niets in de plaats gekomen.
Ik hoop dat men nu op verschillende plaatsen in Brussel in voldoende ruimte voorziet. Het is niet alleen voldoende mensen tijdelijk aan te houden. Jammer genoeg kan dat maar 24 uur. Eigenlijk zou het 48 uur moeten zijn in een aantal omstandigheden. Er is nu eigenlijk een consensus om dat te doen. Maar dat is niet voldoende. Men moet ook capaciteit creëren om mensen voor een langdurige termijn vast te houden.
Zeker ook voor jongeren! U hebt jammer genoeg niets gezegd over de elementaire noodzaak aan jeugdsanctierecht. Dat bestaat gewoon niet. Ik weet het, ook dat is Justitie. Als u zegt: ik wil de minister van Justitie steunen op het vlak van het snelrecht, zeg dan ook: ik wil hem ook steunen op het vlak van jeugdsanctierecht. Het gekke is: zolang CD&V in de oppositie zat, zwaaide de heer Van Parys met het ontwerp inzake jeugdsanctierecht van de heer Verwilghen, maar nu CD&V in de meerderheid zit, is een ernstig jeugdsanctierecht blijkbaar niet meer nodig.
Ik begrijp dat niet, ik vind dat bijzonder betreurenswaardig, en ik hoop dat u uw collega’s toch over de brug haalt en dat u desnoods het oude ontwerp van minister Verwilghen – dat nog gemaakt is door procureur Maes – bovenhaalt en dat u zegt: kijk, mijnheer De Clerck, zorg dat daar werk van wordt gemaakt, want dat is absoluut nodig.
Natuurlijk moet er ook, daarmee samenhangend, in Brussel opvangcapaciteit worden gecreëerd voor de langdurige opsluiting van jonge criminelen, zodat er eindelijk een bedreiging is voor die gasten en zodat zij weten dat zij niet een uur of een dag later weer bij hun kompanen alle verhalen kunnen gaan vertellen die zij willen. Wij moeten naar een ernstige aanpak gaan, en niet zoals wij hebben meegemaakt geconfronteerd worden met gevallen als dat van die jonge moordenaar die na een half jaar op zijn eentje naar zijn vriendin mocht en uiteindelijk de grootmoeder van die vriendin en het kindje vermoordde. Dat is het gevolg van de huidige laksheid en van de ontstellende manier van criminelen aanpakken, die werkelijk alle perken te buiten gaat.
Het straffe is dat dit nog door de Franse Gemeenschap, door mevrouw Huytebroeck, wordt gesteund. Ik heb er geen woorden voor. Zij zijn op die manier medeplichtig aan de moord die daar is gepleegd.
Ten slotte, ik heb u jammer genoeg ook niets horen zeggen over een kordatere aanpak van illegalen. Illegalen worden op dit moment beloond. Wij hebben al heel vaak de minister van Justitie moeten aanpakken omdat illegalen die criminele feiten pleegden onmiddellijk weer werden vrijgelaten. Nu zijn er 72 gepakt. Een groot deel daarvan is illegaal. Ik vraag mij af hoeveel er daarvan nu nog vastzitten. Wij weten allemaal hoe weinig ruimte er is in Vorst en Sint-Gillis. Ik durf er bijna mijn hand voor te verwedden dat een groot deel nu al opnieuw losloopt en dat er van die 72 maar een fractie meer vastzit.
Op die manier stimuleert men de illegalen om voort te doen. Zij lachen met de politie, omdat Justitie hen eigenlijk steunt in plaats van hen te bestraffen.
Ik vraag u ook daar voor een strengere aanpak te pleiten bij uw collega van Justitie en bij de Dienst Vreemdelingenzaken, opdat zij niet alleen worden opgepakt maar wanneer men ze niet kan straffen zij uit het land zet. Ik vraag dat men hen op het vliegtuig zet, richting Algerije. Men weet waar zij vandaan komen. Er zijn vliegtuigen naar Algerije. Zet er twee politieagenten naast en zet ze op het vliegtuig, in plaats van ze opnieuw in de jungle te laten opgaan.
Ik heb een motie ingediend, mijnheer de voorzitter, om te pleiten voor één politiezone, voor snelrecht, voor jeugdsanctierecht en ook voor een kordate bestraffing en repatriëring voor illegalen. Ik dank u.
01.16 Jan Jambon (N-VA): Mevrouw de minister, ik ben wel goed ingelicht over deze namiddag want de metropolitie behoort tot de spoorwegpolitie en de metropolitie is de enige politie die het ganse grondgebied van Brussel kan bestrijken. De metropolitie weet dus heel goed wat er op het terrein allemaal plaatsvindt. U zult deze namiddag waarschijnlijk heel nuttige informatie krijgen van die mensen.
U zegt dat het allemaal begonnen is op 27 augustus. In mijn betoog heb ik precies proberen aan te tonen dat het helemaal niet begonnen is op 27 augustus, dat het de druppel was die de emmer heeft doen overlopen. Lang daarvoor al waarschuwden de politiemensen voor de situatie op het terrein.
Mevrouw de minister, de situatie is heel ernstig. Dat heeft niets meer te maken met meerderheid-oppositie en die spelletjes moeten wij hier ook niet spelen. Ik heb geen enkel probleem om toe te geven dat op het moment dat de federale politie op het terrein is gekomen, er goed werk is geleverd. Ik heb daar geen enkele moeite mee om dat toe te geven.
Wat is mijn probleem dan wel, en daarop hebt u geen antwoord gegeven. U hebt volgens mij de middelen niet in handen om een onbekwaam lokaal potentaat te overrulen. Wij verdedigen hier allemaal de democratie, die is heel belangrijk, maar de democratie eindigt waar straatbendes de macht overnemen op straat. Daar is het gedaan met de democratie. Dat was – ik hoop niet is en zeker niet zal zijn – de situatie in Molenbeek.
De democratie is aan zichzelf verplicht dat als de lokale democratie haar taak niet naar behoren kan vervullen, dat een hogere democratie of een hogere instantie kan ingrijpen om de situatie van law and order te herstellen. Wij moeten er misschien in deze commissie eens over nadenken hoe dat moet gebeuren, maar ik denk echt wel dat het moet gebeuren.
U stelt een heel aantal goede maatregelen voor. Kijk zeker ook eens de sloten van het justitiepaleis na vooraleer u er 100 tot 150 criminelen in zult steken.
Die vrijwillige fusie waarover u het hebt is voor mij een farce. Het is in Brussel precies het probleem dat die zes baronieën dat niet willen. De lokale potentaten willen dat behouden, zij vinden het nu al te groot. Zij zouden liever hun eigen politie hebben. Vrijwillige fusie of het mogelijk maken om vrijwillig te fusioneren is absoluut een slag in het water op het Brussels terrein. Landelijk, waar gemeenten proberen hun kosten te reduceren, zal dat wel enig effect hebben. In Brussel voorspel ik u dat het resultaat nul zal zijn.
Mevrouw de minister, u stelt in de commissie een structurele aanpak voor. Een aantal sprekers heeft er al op gewezen dat er een paar hiaten inzitten, maar daar kunnen we aan werken. Ik zou er wel voor willen pleiten om hier een maandelijkse opvolging te doen van de toestand van de implementatie van die zaken op het terrein. Waar staan wij? Waar situeren zich de problemen? Hoe kunnen wij die problemen oplossen? Op die manier kunnen wij die zaak ernstig ter harte nemen en er zeker voor zorgen dat de situatie die zich nu heeft voorgedaan zich in de toekomst niet meer zal herhalen.
Voor mij is het geen spel meerderheid-oppositie. Het is een situatie waarmee wij allemaal worden geconfronteerd, waar wij allemaal onze verantwoordelijkheid in moeten dragen.
U hebt onze steun wanneer u tenminste uw beleid in de goede richting stuurt.
01.17 Xavier Baeselen (MR): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse. Je partage votre point de vue en ce qui concerne les différentes mesures et j'espère que vous parviendrez à convaincre les autres membres du gouvernement, notamment sur le service minimum dans les prisons.
Vous êtes intervenue comme il le fallait. Vous êtes dans une position délicate puisque vous devez aussi dialoguer avec les responsables locaux.
En ce qui me concerne, je n'ai pas signé la motion pure et simple parce que j'estime qu'il y a des problèmes sérieux à Bruxelles, au niveau des responsabilités locales.
Comme je l'ai dit dans mon intervention, mon groupe écrira au président de la commission pour demander, avec votre accord, une rencontre sur le terrain avec la police locale, qui est démotivée, afin de voir si les rumeurs qui circulent au sein de la population – on peut notamment voir des témoignages anonymes de policiers sur des sites internet – sont avérées à Molenbeek et dans d'autres zones. Si c'est le cas, la responsabilité politique devra être assumée.
Le MR demandera à la commission de l'Intérieur de réfléchir à une mission sur le terrain pour rencontrer les policiers locaux.
De voorzitter: Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Bart Laeremans en door mevrouw Annick Ponthier en luidt als volgt:
“De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Bart Laeremans en Jan Jambon
en het antwoord van de minister van Binnenlandse Zaken,
vraagt de regering
- zo snel mogelijk de zes Brusselse politiezones samen te smelten tot één zone, zodat de veiligheidssituatie in Brussel daadwerkelijk beheerst kan worden;
- werk te maken van een doeltreffend snelrecht en van een versterking van de middelen van het Brussels parket; over te gaan tot de daadwerkelijke uitvoering van de opgelegde straffen;
- werk te maken van een doeltreffend jeugdsanctierecht en van opvangcapaciteit voor de langdurige opvang van jonge delinquenten in Brussel;
- werk te maken van een kordaat bestraffings- en repatriëringsbeleid van criminele illegalen."
Une motion de recommandation a été déposée par M. Bart Laeremans et par Mme Annick Ponthier et est libellée comme suit:
“La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Bart Laeremans et Jan Jambon
et la réponse de la ministre de l’Intérieur,
demande au gouvernement
- de fusionner le plus rapidement possible les six zones de police bruxelloises en une seule zone pour que la situation en matière de sécurité puisse être effectivement maîtrisée à Bruxelles;
- de mettre en place une procédure accélérée efficace, ainsi qu’un renforcement des moyens du parquet bruxellois, et de veiller à l’exécution effective des peines infligées;
- d’instaurer un véritable droit sanctionnel de la jeunesse et de créer une capacité d’accueil pour la prise en charge de longue durée de délinquants juvéniles à Bruxelles;
- de définir une politique énergique de sanction et de rapatriement des criminels en séjour illégal.“
Een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Sofie Staelraeve en door de heren André Frédéric en Michel Doomst.
Une motion pure et simple a été déposée par Mme Sofie Staelraeve et par MM. André Frédéric et Michel Doomst.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
La réunion publique de commission est levée à 11.39 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.39 uur.