Commissie voor de Binnenlandse Zaken, de algemene
Zaken en het Openbaar Ambt |
Commission
de l'Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique |
van woensdag 22 juli 2009 Namiddag ______ |
du mercredi 22 juillet 2009 Après-midi ______ |
La séance est ouverte à 14.00 heures et présidée par M. André Frédéric.
De vergadering wordt geopend om 14.00 uur en voorgezeten door de heer André Frédéric.
01 Samengevoegde interpellaties en vragen van
- de heer Filip De Man tot de eerste minister over "het conclaaf "asiel en migratie"" (nr. 340)
- mevrouw Sarah Smeyers aan de eerste minister over "het falende migratiebeleid" (nr. 14439)
- de heer Robert Van de Velde tot de eerste minister over "het asiel- en migratieconclaaf" (nr. 341)
- mevrouw Sarah Smeyers tot de eerste minister over "het asiel- en migratieconclaaf" (nr. 342)
- mevrouw Dalila Douifi aan de eerste minister over "het asielbeleid" (nr. 14472)
- mevrouw Muriel Gerkens aan de eerste minister over "de door de regering genomen beslissingen inzake regularisatie" (nr. 14473)
- mevrouw Sofie Staelraeve aan de eerste minister over “het akkoord binnen de regering m.b.t. regularisaties en het toekomstig asielbeleid” (nr. 14476)
- mevrouw Tinne Van der Straeten tot de eerste minister over "de instructie regularisatie" (nr. 343)
- mevrouw Jacqueline Galant aan de eerste minister over "de instructie tot nadere bepaling van de regularisatiecriteria" (nr. 14477)
- mevrouw Karine Lalieux aan de eerste minister over "de regularisatie-instructie" (nr. 14478)
- mevrouw Clotilde Nyssens aan de eerste minister over "de instructie inzake de toepassing van de vreemdelingenwet wat bepaalde humanitaire toestanden betreft" (nr. 14479)
- de heer Servais Verherstraeten aan de eerste minister over "de instructies inzake de regularisatie van vreemdelingen" (nr. 14480)
01 Interpellations et questions jointes de
- M. Filip De Man au premier ministre sur "le conclave qui sera consacré à l'asile et à l'immigration" (n° 340)
- Mme Sarah Smeyers au premier ministre sur "l'échec de la politique de migration" (n° 14439)
- M. Robert Van de Velde au premier ministre sur "le conclave qui sera consacré à l'asile et à l'immigration" (n° 341)
- Mme Sarah Smeyers au premier ministre sur "le conclave qui sera consacré à l'asile et à l'immigration" (n° 342)
- Mme Dalila Douifi au premier ministre sur "la politique d'asile" (n° 14472)
- Mme Muriel Gerkens au premier ministre sur "les décisions prises par le gouvernement en matière de régularisation" (n° 14473)
- Mme Sofie Staelraeve au premier ministre sur "l’accord conclu au sein du gouvernement sur les régularisations et la politique d’asile" (n° 14476)
- Mme Tinne Van der Straeten au premier ministre sur "l'instruction relative à la régularisation"(n° 343)
- Mme Jacqueline Galant au premier ministre sur "l'instruction détaillant les critères de régularisation" (n° 14477)
- Mme Karine Lalieux au premier ministre sur "l'instruction régularisation" (n° 14478)
- Mme Clotilde Nyssens au premier ministre sur "l'instruction relative à l'application de la loi sur les étrangers en ce qui concerne certaines situations humanitaires" (n° 14479)
- M. Servais Verherstraeten au premier ministre sur "les instructions relatives à la régularisation d'étrangers" (n° 14480)
01.01 Sarah Smeyers (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik zou mijn vraag ten voordele van mijn interpellatie willen intrekken. Ik ga dus direct over tot mijn interpellatie.
Mijnheer de eerste minister, collega’s, er zijn eindelijk criteria bij het asielbeleid of bij wat er in het verleden op het vlak van het asielbeleid is misgegaan.
Het document heet “Instructie”. Wat het verschil met een omzendbrief is, is meteen mijn eerste vraag. Ik hoor de Open Vld verklaren verheugd te zijn omdat het niet om een omzendbrief maar wel om een instructie gaat, zodat er nog ruimte voor de discretionaire bevoegdheid van de betrokken minister of ministers wordt gelaten. Mijn eerste vraag is dus wat het verschil is met een omzendbrief, waarover maanden en zelfs jaren is gesproken en waarvan ook in het regeerakkoord en in de beleidsnota’s gewag wordt gemaakt? Als intro is dat mijn eerste vraag.
In de instructie zelf wordt onder punt 2.8 gewag gemaakt van een lokale, duurzame verankering in het land. Wat gebeurt er met de combinatie van voornoemde, verschillende criteria? Het blijft voor mij immers onduidelijk aan welke criteria de vreemdelingen moeten voldoen om voor een regularisatie in aanmerking te komen. Is het bijvoorbeeld mogelijk om te worden geregulariseerd, zonder kennis van de landstalen te hebben? Er wordt gesproken van kennis van een van de landstalen. Voornoemde voorwaarde zou echter geen conditio sine qua non zijn. Is het mogelijk om, zonder ooit legaal op het grondgebied te hebben verbleven, toch te worden geregulariseerd?
Mijn vraag betreft aldus de combinatie van de verschillende criteria in uw instructienota.
Voorts had ik graag geweten om hoeveel personen het gaat. U zei zelf dat u niets kon zeggen omtrent het aantal, precies omdat het gaat om illegalen en dat, waren zij niet illegaal geweest, het probleem zich niet zou hebben gesteld. Dat is een aanvaardbare reden, maar alvorens ter zake een beslissing te nemen of alvorens over te gaan tot een bepaald beleid, zou men toch mogen weten om hoeveel personen het precies gaat. Dit heeft toch gevolgen wat betreft de kostprijs van de tweede regularisatiegolf.
U spreekt altijd over de economische crisis en over het feit dat in tijden zoals nu, men het beleid in deze of gene richting moet aanpassen, maar over de economische gevolgen van deze regularisatiegolf, daarover kan niemand iets zeggen en daarop heeft niemand een antwoord. Dat is nochtans een belangrijke vraag. Ofwel kent u het antwoord niet, ofwel willen CD&V en Open Vld het niet zeggen, uit angst voor de frappante cijfers die naar boven zouden komen en uit angst voor hun kiezers, mijnheer Van Biesen, aan wie destijds een totaal ander verhaal werd verteld. Inderdaad, voor de verkiezingen van 2007 heb ik duidelijk andere taal gehoord; ik hoorde dat er moest worden gestreefd naar een humaan uitwijzingsbeleid. Nu gaat het nog slechts over een deelakkoord omtrent het asielbeleid, niet eens over het probleem van de opvang van asielzoekers.
Vervolgens wil ik de aandacht vestigen op een typisch Belgisch fenomeen. Men zet twee Franstalige ministers op het dossier, een week voor het conclaaf waarover zoveel te doen was.
Men benoemt twee Franstalige ministers en de daaropvolgende week is er zogezegd een oplossing op federaal niveau. Ik wil erop wijzen dat dit een oplossing is die de eisen van de Franstaligen volledig inwilligt, maar dat de Vlamingen in heel dit verhaal compleet monddood zijn gemaakt. Ik heb de stem van de Vlamingen in dit verhaal niet gehoord, mijnheer de minister. Zult u ook met hen rekening houden? Is deze instructienota er gekomen in overleg met de Gewesten? Zal dit een impact hebben op het inburgeringsbeleid? Indien ja, welke?
Ik kom terug op een van de criteria voor de lokale duurzame verankering, met name de kennis van een van de landstalen. Daar knelt het schoentje alweer. Gaat het dan om de kennis van de taal van het grondgebied waarop die persoon zich zal vestigen, of is het een van de drie landstalen? Ik vraag mij af hoe CD&V en Open Vld hun kiezers hieromtrent nog recht in de ogen kunnen kijken.
Ik merk dat er in Vlaanderen geen enkel draagvlak bestaat voor uw instructienota. Dit is opnieuw een typisch Belgisch verhaal. De eis van de Franstaligen op dit vlak is ingewilligd en alle andere vragen van de Vlamingen inzake gezinshereniging, economische migratie, schijnhuwelijken, verbetering of wijziging van de snel-Belgwet en een degelijk asiel-, opvang- en verwijderingsbeleid, worden verdaagd naar september of oktober. De ervaring met dergelijke Belgische federale problemen leert ons evenwel dat wanneer de Franstaligen gekregen hebben wat ze wilden, er niet meer wordt tegemoetgekomen aan de wensen van de Vlamingen.
Uw regering is gered, maar is de maatschappij daarmee gebaat? Zijn de illegalen daarmee gebaat? Wat zal het volgende aanzuigeffect zijn? Komt er een derde regularisatieronde? De problemen uit het verleden zijn opgelost, maar de problemen van de toekomst zijn dat allerminst.
Mijnheer de eerste minister, vraag is wat u in de toekomst zult doen. Zal u een degelijk asielbeleid uitbouwen en komt er een degelijk verwijderingsbeleid, een humaan uitwijzings- en uitzettingsbeleid?
Dit zijn mijn concrete vragen in een eerste ronde. Wellicht zal ik in de repliek de discussie verder uitdiepen.
01.02 Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, een paar weken geleden heb ik u gezegd dat ik het nogal geniepig vond om in volle vakantieperiode en wanneer de Kamer in reces is, een beslissing te nemen in dit delicate dossier. Ik heb er eveneens op gewezen dat u niet toevallig na de Vlaamse verkiezingen een conclaaf hebt belegd. U weet immers dat in Vlaanderen geen draagvlak bestaat voor deze massale regularisatieronde. Dat is het, een tweede massale regularisatieronde.
Onder Verhofstadt I hebben 50.000 illegalen een verblijfsvergunning gekregen. Aan de bevolking heeft Open Vld toen gezworen dat het een eenmalige operatie was. Diezelfde Open Vld bedriegt haar kiezers een tweede maal en gaat overstag voor de eisen van de Franstalige partijen. Erger nog, ik las in de krant dat Open Vld opnieuw beweert dat dit een eenmalige maatregel zal zijn. Plaatsvervangende schaamte voelt men als men de Vld-kiezer zo bedrogen ziet worden.
Mijnheer de eerste minister, bravo! U hebt de Belgische nationale feestdag extra luister bijgezet. Binnen een paar jaar zullen er ongeveer honderdduizend nouveaux Belges bijkomen. 100.000. Dat is het cijfer dat PS en cdH voorop hadden gesteld. Zelfs indien het slechts om 50.000 zou gaan zoals Open Vld beweert, overdrijf ik nog niet want het is geweten dat deze nouveaux Belges zo snel mogelijk hun familie zullen laten overkomen. Aan de lakse wetgeving inzake gezinshereniging wijzigt u immers niet.
Ik zeg wel degelijk “nouveaux Belges”, want de lading geregulariseerden van destijds, in het tijdperk-Verhofstadt, werd sindsdien reeds grotendeels genaturaliseerd in deze Kamer, door alle andere partijen buiten het Vlaams Belang trouwens, dus ook door N-VA, LDD: iedereen behalve het VB. Straks kunnen dus de PS en de cdH beginnen met de volgende lichting naturalisaties: de geregulariseerden komen daarvoor binnen een paar jaren reeds in aanmerking.
Ik lees, premier, dat staatssecretaris Wathelet “een idee heeft van de aantallen”, ik citeer letterlijk, maar ik lees ook dat de regering overeenkwam om daarover niet te communiceren met de pers. Mijn eerste vraag is: mag ten minste de volksvertegenwoordiging weten welke schatting in regeringskringen rondgaat over het aantal illegalen dat in aanmerking komt voor deze tweede ronde?
Verder is het doodjammer – de Vlaamse regimepartijen prijzen zich wellicht gelukkig ter zake, ook de uwe, mijnheer Van Rompuy – dat de bevolking niet echt weet wat zich in dit land afspeelt. Als ook deze nieuwe regularisatieronde doorgang vindt, zullen in tien jaar tijd tussen 150.000 en 200.000 illegalen van uw partijen – CD&V, Open Vld en sp.a – een verblijfsvergunning hebben gekregen. Als men nog maar aanneemt dat zij slechts een familielid laten overkomen, betekent dat op tien jaar tijd 300.000 tot 400.000 allochtonen erbij, alleen al via dit kanaal.
01.03 Eerste minister Herman Van Rompuy: (…)
01.04 Filip De Man (Vlaams Belang): Ja maar, u wilt geen cijfers geven, dus ben ik vrij om mijn cijfers hier op het publieke forum even ten berde te brengen.
Ik heb het niet over de andere kanalen. Dat zijn, zoals bekend, schijnhuwelijken, asielaanvragen, studentenvisa en de gewone gezinshereniging. Daarover, ook belangrijk, is niets beslist. CD&V en Open Vld zijn zonder een winstpuntje ter zake door de knieën gegaan: PS en cdH triomferen over de hele lijn.
Vandeurzen zal nog lang mogen wachten op de herziening van de snel-Belg-wet, iets wat hij toch wel met luide stem tijdens de verkiezingscampagne heeft verkondigd.
Zoals gezegd, de triomf van de Franstaligen is werkelijk totaal. Door de herschikking binnen de regering hebben PS en cdH nu de volledige bevoegdheid over werkelijk alle aspecten van het immigratiebeleid. Natuurlijk zullen de PS- en cdH-burgemeesters straks van Milquet en Di Rupo hun richtlijnen krijgen, om zeer vlot te besluiten dat er sprake is van de zogeheten duurzame lokale verankering.
Erger nog, Wathelet krijgt het recht om helemaal alleen te beslissen over, ik citeer de instructie: "de prangende humanitaire situaties". Hij mag ook beslissen over: "de vreemdelingen die behoren tot een kwetsbare groep".
CdH-minister Wathelet is lid van een partij waarvan geweten is dat ze massaal wil regulariseren. Milquet heeft de voorbije maanden en ook vorig jaar al meermaals gezegd dat ze minstens honderdduizend van die illegalen zou regulariseren. Welnu, die Wathelet krijgt alle marge daartoe.
Vlaamse collega's, de hardnekkigheid waarmee de Franstaligen te werk zijn gegaan, wekt eigenlijk bewondering. Ik geef een voorbeeld. De PS-burgemeester van Sint-Joost-ten-Node verplichtte vorige week zijn politie om illegalen in te schrijven. Dat is de wereld op zijn kop. Zowel de vreemdelingenwet als de wet op het politieambt schrijven voor dat de politie illegalen opspoort en oppakt. Dat staat in de dierbare Belgische wetgeving. Blijkbaar is dat voor de PS niet nodig.
Mijnheer de voorzitter, ik ben de eerste interpellant. Ik krijg tien minuten spreektijd.
Le président: Vous étiez le premier interpellateur inscrit à l'agenda, mais vous n'étiez pas présent à l'ouverture des travaux à 14.00 heures! C'est Mme Smeyers qui est devenue la première interpellatrice. C'est comme ça! Même si je sais que vous n'aimez pas le Règlement, je l'applique!
01.05 Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, er stond lange tijd 14.15 u, ik heb blijkbaar uw bericht gemist dat het plots om 14 u was.
Ik wil het toch ook even hebben over de houding van CD&V. Ik weet natuurlijk dat als men spreekt over hypocrisie bij CD&V dat een pleonasme is. Het is eigenlijk niet nodig om dat nog eens aan te tonen maar ik wil toch een voorbeeldje geven, premier, van die hypocrisie. We hebben uw vicepremier Vanackere een paar dagen geleden schaamteloos horen beweren dat deze nieuwe regularisatieronde juist het aanzuigeffect zal tegengaan. U hebt dat deze ochtend op de radio nog eens beweerd. Welnu, ik beweer dat het net het omgekeerde is. Wanneer u de boodschap rondstuurt, in de derde wereld en bij de mensensmokkelaars, dat als men hier een paar jaar illegaal kan verblijven op het grondgebied men hoe dan ook geregulariseerd wordt, a rato van 10.000 à 12.000 in een gewoon jaar en dit jaar tussen 50.000 en 100.000, dan is dat een boodschap die een bijzonder groot aanzuigeffect heeft. De illegaal krijgt dan – ook een element dat belangrijk is – recht op sociale steun, leefloon en dergelijke. Zoals ik heb uitgelegd krijgt hij na enkele jaren de nationaliteit. Met een beetje geluk kan hij dan ook nog een deel van of heel zijn familie laten overkomen. Dat is de waarheid, premier. Het cascade-effect zal groter zijn dan ooit.
Om af te ronden de pecunia, een belangrijk element. Op een moment waarop de werkloosheid overhand toeneemt, de sociale kassen leeglopen, de OCMW-kassen leeg zijn, organiseert Van Rompuy II de meeruitgave van enkele honderden miljoenen euro’s. Daar gaat het immers om. U moet het maar eens berekenen, tienduizenden steuntrekkers die allemaal een leefloon en een sociale woning vragen. Reken het maar uit, dat komt op enkele honderden miljoenen euro’s per jaar: leeflonen, uitgebreide medische zorgen, sociale woningen. Mijnheer de eerste minister, mijn vraag is of mijn inschatting juist is dat die massa steuntrekkers enkele honderden miljoenen euro’s gaan kosten. Zegt u soms dat u daarover ook niet gaat communiceren, dat u ook daarover de volksvertegenwoordiging en de bevolking in het ongewisse laat?
Ik kom dan bij mijn twee laatste vragen. Premier, beseft u dat een algemene regularisatie botst met de afspraken die gemaakt zijn op Europees niveau? Weet u dan niet dat er naar aanleiding van de massale regularisatie door de socialist Zapatero afspraken zijn gemaakt dat men niet langer zo eenzijdig kan beslissen in Europa om dat door te voeren? Hebt u de Europese Commissie ingelicht over uw voornemen? Wat denkt u van de klacht die de Nederlandse europarlementsleden indienen bij de Europese Commissie? U hebt dat deze morgen weggeveegd als oppositiepraat maar eerlijk gezegd gaat het niet alleen over de VVD of de PVV in Nederland, het gaat ook over CDA, toch een regeringspartij? Ik kan u alleszins meedelen dat ons europarlementslid Van Hecke in het Europees Parlement zal interpelleren.
Ten slotte een laatste vraag in verband met de zogenaamde instructie. Premier, denk u nu werkelijk dat u de wet zomaar kunt wijzigen door middel van zo’n instructie? Wat mij betreft is dat een nieuwigheid. Ik begrijp natuurlijk dat u het Parlement liever buitenspel zet maar is het geen bevoegdheid van de wetgevende macht om zonodig – zonodig – de vreemdelingenwet aan te passen? In elk geval zal ik u nu al zeggen dat wij zullen pogen om uw instructie aan te vechten bij de Raad van State. Wij hebben dat trouwens – het zal u minder plezier doen – met succes gedaan in 1999.
01.06 Robert Van de Velde (LDD): Mijnheer de premier, u bent er afgelopen weekend in geslaagd om met onderhavig halfslachtig asielakkoord de Vlaming met verstomming te slaan. Wellicht was het ook voor een stukje de strategie van deze Franstalig georiënteerde federale regering om met een stuk lamlendig non-beleid de Vlaming lam te leggen.
Mijnheer de eerste minister, wanneer ik de commentaren op de krantenartikels vandaag lees, heb ik toch slecht nieuws. De Vlaming hekelt het akkoord, hekelt die vorm van beleid.
Trouwens, in 2007 waren alle Vlaamse partijen tegen een algemene regularisatie. Na twee jaar een verrottingsstrategie te hebben gedoogd, een verrottingsstrategie onder uw persoonlijke curatele trouwens, waarbij nu illegaliteit en zelfs misdrijven worden beloond, gaan de Vlaamse partijen door de knieën, for the sake of the power.
In tegenstelling tot collega Smeyers is mijn fractie helemaal niet blij met de criteria. De criteria zijn niet meer dan een camouflage en een nieuwe basis voor geïnteresseerden om zich te organiseren en zo te voldoen aan de nieuwe zogenaamde criteria.
Ik wil eventjes samen met u de feiten overlopen. Wij vinden dat de regeringstop zich er nogal gemakkelijk van af maakte door alleen de contouren te definiëren voor de eenmalige – laten wij het maar duidelijk zeggen – algemene regularisatie, want criteria voor de toekomst zijn er niet.
Er blijft de grootst mogelijke rechtsonzekerheid, met uiteraard het mogelijke aanzuigeffect. Op dat vlak lijkt het mij niet oninteressant om te duiden waarom de periode van 15 september tot 15 december loopt. Is dat opdat iedereen zich nog goed kan organiseren en kan zorgen voor een extra aanzuiging? Of heeft het een andere reden?
Vervolgens, op Europees vlak - collega De Man heeft er reeds op gewezen – bestaat er een akkoord dat duidelijk stipuleert: “Voor een gemeenschappelijk immigratiebeleid is het essentieel dat lidstaten effectief coördineren en elkaar informeren over belangrijke beslissingen op het gebied van immigratie, met name in het geval van regularisaties.”
De kritiek die u krijgt van de Nederlanders, is terecht. En het gaat hier niet over de minsten. Het gaat niet over een of andere extremistische groep. Neen, het gaat over christendemocraten en liberalen.
De afspraak die op Europees niveau is gemaakt, wordt inderdaad niet altijd nagekomen. Echter, in 2004 hebben Frankrijk en Duitsland reeds heel scherp de regularisatiegolf die Zapatero in Spanje organiseerde, bekritiseerd.
Mijnheer de eerste minister, heeft uw regering contact gehad op Europees niveau? Heeft de regering het nieuw voornemen inzake regularisatie aangekaart en daarover de nodige akkoorden gesloten?
Belangrijke dossiers in heel het verhaal, zoals de gezinshereniging – waarvan wij toch merken dat er strengere voorwaarden zijn in andere Europese landen –, de schijnhuwelijken met een Belg, de snel-Belgwet, werden van de tafel gehaald. Op een zeer sterke, op Verhofstadt lijkende manier hebt u die dossiers vooruitgeschoven. De hete aardappel is van de tafel. U zorgt er uiteindelijk voor dat de schade voor u beperkt wordt, maar er wordt geen beleid uitgetekend, het probleem wordt niet aangepakt.
Daarbij komt dat het kwakkelend terugkeer- en verwijderingsbeleid zelfs helemaal niet is aangepakt. Laten wij wel wezen: dat is gewoon, politiek gezien, een open deur in de aanslepende en herhaalde procedures. U hebt zelf ook weet van asielzoekers die tot meer dan twintig procedures aanhangig maken. Welnu, dat wordt door onderhavig akkoord in de hand gewerkt. Meteen ook zullen chantageacties zoals de bezetting van gebouwen en hongerstaking, aangewakkerd worden.
Vandaar heb ik heel duidelijk de volgende vraag. Volgens artikel 75 van het Strafwetboek is illegaliteit op het grondgebied nog steeds een misdrijf. Welke middelen zult u daartegen inzetten?
Hoe zult u ervoor zorgen dat overtreders effectief het land uit worden gezet? Op dit moment wordt dat nog veel te veel overgelaten aan de vrijwilligheid. En de cijfers spreken voor zich: in 2008 deed zelfs een drieduizendtal vreemdelingen dat.
Bovendien heeft uw regering de gevolgen niet berekend. U zult niet anders kunnen dan dat bevestigen; u hebt dat vanochtend trouwens gedaan. Er wordt gesproken over 25.000, over 50.000, over 100.000. Voorlopig zal ik het cijfer in het midden houden. U zult het ons leveren. In elk geval, uw partijgenoot, Cathy Berx, onderstreepte in 2005 al heel duidelijk dat de meeste kosten van de geregulariseerden niet ten laste van de overheid mogen vallen.
Welnu, ik heb dienaangaande slecht nieuws voor u. Uit een sociaaleconomische studie over de gevolgen van de regularisatie van 1999-2000 blijkt dat slechts 50% van de geregulariseerden uit 1999 aan het werk is, 14% blijft werkloos, 19% is OCMW-gerechtigd en over 16% hebben we geen gegevens.
Als we uitgaan van 25.000 geregulariseerden, dan hebt u 8.500 nieuwe uitkeringsgerechtigden aangetrokken.
Wanneer komt u met een correct en duidelijk overzicht? Welke criteria zult u hanteren om de kostprijs van de hele operatie te berekenen, gelet op het feit dat ook de gezinsherenigingen weer op gang zullen komen. Daarbij komt dat u de lasten op het conto van de gemeenschappen en de gemeenten onderschat en doorschuift?
Het uitstippelen van een langetermijnbeleid inzake migratie en asiel was blijkbaar te moeilijk voor de regering en niet eens aangevat. Daardoor zal een groot deel van het migratiebeleid na 15 december terugvallen op de schimmige situatie van voorheen. Net zoals bij de operatie 1999-2000 wordt het regularisatiebeleid na 15 december 2009 weer grotendeels overgelaten aan de bevoegdheid van de minister. Dat is geen goede zaak, omdat het rechtsonzekerheid in de hand werkt en een aanzuigeffect kan en zal hebben.
Heeft de regering trouwens het advies van de Raad van State over het akkoord in verband met het gelijkheidsbeginsel en de tegenstrijdigheid met artikel 75 van het Strafwetboek gevraagd? Om humanitaire redenen is het vandaag blijkbaar toegestaan om een misdrijf te plegen. U zet hiermee de beginselen van de rechtsstaat op de helling.
Resumerend, heeft de regering-Van Rompuy, ten eerste, de EU-lidstaten geïnformeerd over de regularisering?
Ten tweede, welke middelen zal de regering aanwenden om het misdrijf van illegaliteit op het grondgebied aan te pakken en overtreders het land uit te zetten?
Ten derde, wanneer komt de regering met een correct overzicht van het aantal te verwachten regularisaties en welke criteria hanteert zij om de kostprijs van de operatie te berekenen?
Ten vierde, heeft de regering advies gevraagd aan de Raad van State in verband met het gelijkheidsbeginsel en de tegenstrijdigheid met artikel 75 van het Strafwetboek?
Ten vijfde, waarom wacht u, als u per se wil regulariseren, mijnheer de eerste minister, met de regularisatie tot 15 december en zet u ze niet meteen in gang? Op die manier worden alle organisaties internationaal met de tamtam op de hoogte gebracht van de komende operatie, waardoor opnieuw vreemdelingen worden aangetrokken.
01.07 Dalila Douifi (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik zal proberen beknopt te zijn en mijn vraag binnen de mij toegekende spreektijd van vijf minuten te stellen.
Mijnheer de eerste minister, mocht u mij uit de commissie kennen, zou u weten dat het voor mij een hele opdracht is om op vijf minuten tijd alles gezegd te krijgen.
Le président: Mme Douifi, vous avez déjà perdu quinze secondes.
01.08 Eerste minister Herman Van Rompuy: (…)
01.09 Dalila Douifi (sp.a): Dat wordt, naar ik aanneem, niet op het conto aangerekend.
Mijnheer de eerste minister, collega’s, de manier waarop de regering na de vergaderingdag, die u het asielconclaaf noemde, naar buiten is gekomen en de oplossing heeft gecommuniceerd, wekt alleszins de indruk dat het asieldossier is opgelost. Niets is natuurlijk minder waar.
Mijnheer de eerste minister, wat wel klopt, is dat er een politieke oplossing is gekomen voor het politieke probleem, het gekibbel, de ruzie en de onenigheid, wanneer het het voorbije anderhalf jaar over regularisaties ging. Er is een politieke oplossing uit de bus gekomen. Ten gronde zijn de knelpunten van het asieldossier echter niet opgelost, heel zeker niet voor de toekomst.
Collega’s, het is iedereen iets wijsmaken, indien het huidige akkoord na de vergadering van zaterdag als een oplossing voor “het” asieldossier zou worden gecommuniceerd.
Mijnheer de eerste minister, inzake de langdurige procedures lag de instructie of handleiding die staatssecretaris Wathelet de komende periode naar zijn kabinet meeneemt, voor de hand. Niettemin zijn er inhoudelijk, technisch gezien en zelfs op het vlak van de interpretatie nog verduidelijkingen nodig om de instructie toe te passen.
Ik zal een voorbeeld geven en het is meteen mijn eerste vraag.
Is er met de deelstaten en met de gewestelijke administraties overlegd over de arbeidscontracten? Het element “regularisatie” koppelen aan het element “over een arbeidscontract voor een jaar beschikken”, lijkt mij een debat dat binnen een visie op economische migratie moet worden gevoerd.
Is luik B in de tekst over de prangende, humanitaire situaties de visie van de regering op het debat over economische migratie voor de resterende termijn? Zult u het daarbij houden of komt er daadwerkelijk nog een debat over economische migratie in het algemeen, zoals minister Turtelboom, toen zij bevoegd was inzake asiel en migratie, steeds aankondigde?
Als dat zich hiertoe zou beperken, moet daarover absoluut nog een parlementair debat worden gevoerd.
Wat zal er
gebeuren met de precaire toestanden, de problemen op het terrein in de
opvangsector, mijnheer de minister? Wat zal er tussen nu en 15 september,
de datum waarop de regularisatieaanvragen kunnen worden ingediend en alles op
gang zal worden getrokken, op het terrein met die mensen gebeuren?
700 mensen logeren in hotels. Er is de overcapaciteit van de opvangsector.
Er zijn ook gezinnen met kinderen die op straat verblijven. Ik heb daarover nog
niets gehoord. Dat is niet opgelost door de aankondigingen van zaterdag. Wat
zal er met die mensen gebeuren?
Ik wil het ook hebben over wat niet is beslist. Ceci n'est pas un accord, mijnheer de eerste minister. Er is zeker geen globale oplossing. Er is zeker geen visie op wat in de toekomst moet gebeuren. Er is al heel lang een duidelijke roep om de regularisaties, ook in de toekomst, duidelijk af te lijnen. Zelfs naast de discretionaire bevoegdheid van de staatssecretaris zult u op een of andere manier toch duidelijk moeten maken wie in de toekomst nog kan worden geregulariseerd. Vice-eerste minister Vanackere zegt de voorbije dagen in de pers dat dit zichzelf eigenlijk moet oplossen. Wat echter met de mensen die hier net buiten vallen, die net niet binnen het akkoord van de regularisatie zullen vallen? Men zal toch duidelijk moeten maken wie in de toekomst nog kan worden geregulariseerd.
Ik heb ook een vraag over het aantal nog af te handelen regularisaties, waarvan u een idee hebt over hoeveel mensen dat gaat. De Dienst Vreemdelingenzaken moet sowieso al een achterstand wegwerken van de voorbije periode. Dat gaat over de langdurige procedures. Er zal echter ook een aantal dossiers bijkomen met alle verschillende mogelijkheden die de regering heeft ingebouwd. Ik denk dat wij allemaal weten dat, met de huidige personeelsbezetting en de huidige bevoegdheden van een aantal mensen op de DVZ, het voor de administratie onmogelijk is om dat op een ordentelijke manier te verwerken en af te werken. Mijnheer de eerste minister, komen er extra middelen om de DVZ voldoende slagkracht en de nodige middelen te geven om hiervan deftig werk te maken?
Wat er ook niet aan de orde is geweest op het asielconclaaf, is het structureel tekort aan bijkomende opvangplaatsen. Zelfs met de uitstroom via de regularisaties blijft men kampen met een hoge bezetting en de sector zegt zelf dat er een structureel tekort is. Daarover werd niets beslist en dat is nochtans een heel groot pijnpunt in een asielbeleid, dat goed moet worden aangepakt.
Er werd ook niets beslist over de begeleiding. De sector vraagt, en daarmee gaan wij absoluut akkoord, om een begeleiding in de diepte vanaf het begin, van bij de opvang in de opvangcentra. Dit gebeurt nu niet. Er is een begeleiding nodig op twee sporen en in dezelfde richting, zowel wat de juridische bijstand van de asielzoeker als de begeleiding met het oog op een vrijwillige terugkeer betreft. Dit is een belangrijk onderdeel in een asielbeleid, waarover niets wordt gezegd. Men doet alsof er een oplossing uit de bus is gekomen, maar dat is niet waar. Er is alleen een beslissing genomen over wie kan worden geregulariseerd, maar niet over wie niet zal kunnen worden geregulariseerd. Voor de toekomst is dus niets beslist.
De regering heeft een nieuwe deadline vooropgesteld, met name september. Mijnheer de eerste minister, een veertiental dagen geleden, tijdens de mondelinge vragen, bevestigde u dat er voor aanverwante dossiers en waarvoor het beste een akkoord met een visie wordt bereikt – gezinshereniging, schijnhuwelijken, de problematiek van de studentenvisa en zelfs de nationaliteitswetgeving –, een akkoord zou komen. Welnu, daarover werd niets beslist. U hebt zichzelf daarvoor een nieuwe deadline opgelegd, met name in september. September is ook de periode waarin de begroting voor volgend jaar zal worden vastgelegd en een beleid voor een jaar zal worden uitgestippeld. Ik hoop dat het dan wel lukt. Want als het opnieuw anderhalf jaar duurt vooraleer deze regering tot een politiek akkoord komt over al deze aanverwante dossiers, kunt u er beter nu een punt achter zetten. Als het in het komend jaar niet zal gebeuren, is de politieke agenda van deze regering eigenlijk afgewerkt en zal de met veel bravoure aangekondigde aparte bevoegdheid van een minister van Asiel en Migratie die een pak werk zou verzetten, niet veel uitgehaald hebben.
Dit is dus absoluut een gemiste kans geweest om dieper in te gaan op al deze tekortkomingen ingevolge het niet nemen van beslissingen.
Nochtans was iedereen die ik daarover gehoord en gelezen heb het voorbije weekend, het erover eens dat de sfeer in de regering goed, zelfs zeer goed was. Men zat dicht bij een akkoord, behalve over alle belangrijke knelpunten. Het is jammer, mijnheer de eerste minister, als de sfeer dan zo goed was, dat niet meteen is doorgewerkt in al die andere, aanverwante dossiers, want ik denk niet dat de sfeer nog zo goed zal zijn als het straks, in september, op de begroting aankomt.
01.10 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, vous savez combien pour Ecolo et Groen!, une politique d'asile juste, transparente et cohérente est importante. Pour notre part, nous aurions souhaité que les critères de régularisation soient inscrits dans une loi. Cependant, nous avons accepté qu'ils le soient dans une circulaire conformément à l'engagement du gouvernement en mars dernier.
Aujourd'hui, il s'agit d'instructions qui figureront sur le site et qui seront censées être suivies. Franchement, je n'ai pas l'intention de soulever une polémique aujourd'hui à ce sujet. Ce qui importe, c'est ce premier pas d'objectivation et, enfin, un accord du gouvernement qui a pour but de traiter tous ces dossiers, en considérant avant tout les personnes qui les introduisent, afin d'accorder des régularisations individuelles de manière transparente.
Il est en effet exaspérant d'entendre parler de demandes de régularisation collective, dont le traitement des dossiers nous submergera, de l'arrivée de personnes d'origine étrangère sur le territoire, le tout échappant à notre contrôle. Même au sein des partis les plus progressistes, tels que les écologistes, il n'a jamais été question de régularisation collective. Elles doivent être consenties de façon individuelle sur la base de critères en travaillant de concert avec toutes les personnes qui rencontrent…
01.11 Herman Van Rompuy, premier ministre: (…)
01.12 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Et bien, sous le gouvernement Verhostadt I, les régularisations ont été accordées à titre individuel et au total, la situation d'un nombre de personnes a été régularisée parce que celles-ci répondaient aux critères fixés. Il en ira de même cette fois-ci.
Aussi, j'espère, monsieur le premier ministre, que le chiffre de 25.000 régularisations avancé par certains n'est pas un chiffre définitif, qu'il ne convient pas d'outrepasser, ne fût-ce que d'une unité, car, dans ce cas, il est superflu de fixer des critères qualifiés d'objectifs.
Néanmoins, par rapport au texte qui nous a été proposé et aux différentes interprétations qui ont été données par les composantes du gouvernement, nous avons droit à des informations claires. D'ici le 15 septembre prochain, moment où les personnes vont pouvoir introduire leur dossier, le gouvernement ne se réunira pas outre mesure, sauf si nous décidions aujourd'hui de nous revoir régulièrement. Or, en la matière, un dispositif doit être mis en place. Nous avons pu constater en l'an 2000 le nombre de commissions qu'il a fallu mettre en place et le nombre d'années qui ont été nécessaires au traitement des dossiers.
Je voudrais donc savoir de quelle manière ont été organisées, à partir d'aujourd'hui jusqu'au début de la procédure et sur le long terme, l'introduction des demandes et leur traitement. Le succès de la démarche en dépendra. Pourquoi n'avez-vous pas été plus loin en la matière? À part le critère pour la procédure d'asile longue, il s'agit d'une régularisation "one shot". Dans l'accord de gouvernement de mars 2008, on indiquait que l'opportunité de la mise en place d'une commission permanente de régularisation serait examinée, pour traiter les cas de toutes les personnes qui sortent du champ habituel de l'asile. Ici, par contre, il s'agit uniquement d'un "one shot".
L'examen d'une commission permanente est-il reporté à septembre avec les autres sujets que vous n'avez pas traités ou bien avez-vous complètement abandonné cette idée? Dans ce cas, d'ici cinq ou six ans, nous allons nous retrouver exactement dans la même situation avec des personnes qui seront sur le territoire et dont on débattra de la régularisation, alors qu'on sait très bien qu'on risque alors des dénis de droit et des tentatives désespérées de se voir reconnaître. J'aimerais donc que vous m'expliquiez ce qui vous a amené à cette position.
J'aimerais également recevoir des explications sur la manière dont cela va fonctionner avec l'Office des étrangers puisque l'avis de la commission consultative n'est pas contraignant. Il y a des critères clairs, un avis est donné mais celui-ci n'est pas contraignant. Qu'est-ce qui garantira que l'Office des étrangers fonctionne correctement?
Un autre élément qui m'interpelle est le contrat de travail que les demandeurs de régularisation qui séjournent en Belgique depuis le 31 mars 2007 au moins devront joindre à leur demande. Ce qui m'étonne d'après ce que je lis et ce que je comprends de l'accord, c'est que les instructions prévoient que l'étranger va devoir communiquer une copie de son contrat de travail à l'Office des étrangers avec la preuve qu'il séjourne dans le pays depuis mars 2007 pour obtenir une attestation d'immatriculation lui permettant d'introduire une demande de permis de travail B et par la suite une régularisation d'un an renouvelable.
Quand on ne dispose pas d'un permis de séjour, autrement dit quand on se trouve dans une situation irrégulière, il est impossible d'obtenir un contrat de travail. Précédemment, on parlait de promesse ou de projet d'emploi, en tant que salarié ou indépendant, comme critère de régularisation. Á présent, il faut présenter la copie d'un contrat d'emploi. Cette disposition sera-t-elle appliquée de façon stricte ou allez-vous mettre en place un dispositif plus souple qui permettrait au requérant de faire référence à une promesse d'emploi? Selon moi, devoir présenter obligatoirement un contrat de travail consiste à empêcher toute une série de personnes d'obtenir ce droit à la régularisation.
Par ailleurs, il est prévu de pouvoir déroger à ce principe en faisant référence à un métier en pénurie mais cette dérogation peut être délivrée uniquement par les Régions. Les personnes sans papiers risquent donc d'être traitées différemment en Flandre, à Bruxelles et en Wallonie. N'aurait-il pas été intéressant de veiller à un traitement équitable de toutes les demandes de régularisation sur l'ensemble du territoire en prévoyant une règle commune au niveau fédéral?
Autre élément: actuellement, de nombreuses personnes sont détenues administrativement en vue de leur expulsion mais répondent aux critères des instructions de régularisation. Que va-t-il se passer pour ces dernières? Ne conviendrait-il pas de les remettre en liberté afin de leur permettre, comme aux autres, à partir du 15 septembre, d'adresser à l'Office des étrangers la preuve qu'elles répondent à ces conditions de régularisation?
Quant au calcul de la durée de la procédure d'asile de 4 ou 5 ans pour les familles avec enfants, de nombreux cas de figure existent; ils vont susciter des doutes et des questions. L'accord ayant été dévoilé, tout le monde commence à s'interroger sur sa situation personnelle. Comment allons-nous aider tous ces gens? Prenons le cas d'une personne qui a introduit plusieurs demandes d'asile depuis 2004. Après avoir reçu une réponse négative, elle a systématiquement réintroduit une demande avant, finalement, d'introduire une demande de régularisation. Allons-nous considérer que toutes ces étapes constituent une procédure longue et que cette personne est en ordre, ou bien le fait d'avoir reçu des réponses négatives, y compris du Conseil d'État, et d'avoir introduit uniquement une demande de régularisation lui permet d'entrer dans la procédure?
Monsieur le premier ministre, je souhaiterais également vous interroger sur "les tentatives crédibles pour obtenir un permis de séjour avant le 18 mars 2008". Cette condition figure dans les instructions pour éviter un appel d'air de sans-papiers qui viendraient de l'étranger uniquement pour profiter de cette opportunité.
Or, avant l'accord du gouvernement, il n'existait aucun critère clair de régularisation. De ce fait, l'Office des étrangers régularisait rarement pour des raisons humanitaires. Par conséquent, avant la date du 18 mars 2008, quasi aucun avocat ou service social ne conseillait aux sans-papiers d'introduire une demande de régularisation puisqu'elle était vouée à l'échec et qu'en outre, ils risquaient l'expulsion. Nous estimons dès lors qu'il n'est ni juste, ni logique, d'exiger de ces personnes la preuve de l'introduction d'une procédure de séjour, étant donné qu'à l'époque, il n'y avait aucune perspective. La situation est paradoxale: on semble ouvrir un droit pour des personnes, alors qu'antérieurement, ce droit ne pouvait pas être exercé par elles.
Monsieur le premier ministre, les critères figurant dans les instructions semblent clairs. Néanmoins, ils demandent, à mon sens, des appréciations relativement souples ou, en tout cas, des interprétations qui tiennent compte de la réalité antérieure. On ne peut pas demander aujourd'hui à ces personnes d'avoir fait des démarches antérieurement qui, de toute façon, étaient vouées à l'échec et qui risquaient de les faire expulser.
Au vu de ces différents éléments, monsieur le premier ministre, je souhaiterais obtenir des réponses claires. J'espère aussi que pendant les vacances, avant le 15 septembre 2009, le sort de tous ces demandeurs d'asile non hébergés – même si l'on tombe dans un autre registre, celui de Fedasil – aura également trouvé des solutions durables.
01.13 Sofie Staelraeve (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, geachte premier, het akkoord dat de federale regering dit weekend neerpende over de criteria voor mogelijke regularisaties is, wat ons betreft, een goede zaak. Laten we elkaar geen liesbeth noemen: het is het resultaat van het zorgzaam zoeken naar een evenwicht in deze materie.
Open VLD staat achter de gemaakte afspraken en wel omdat ze de kern van onze visie op migratie goed weergeven: open, duidelijk, correct en rechtvaardig. Wij geloven in een maatschappij waar vele talenten welkom zijn, mijnheer De Man, maar dit binnen duidelijke en rechtvaardige regels. Het is trouwens een opinie die wij de voorbije jaren consequent zijn blijven vertolken en toepassen.
Wij, liberalen, staan ook achter de gekozen oplossing omdat het gaat om een individuele operatie waarbinnen mensen die hier al zijn en asiel hebben aangevraagd, de kans krijgen om hun verblijf in België te regelen. Zij moeten om deze gunst te krijgen – want dat is een regularisatie – aan duidelijke voorwaarden voldoen. Het gaat dus niet om een automatisme, wel om een guide-line van situaties die werden afgesproken waarin mensen kunnen geregulariseerd worden. Betrokkenen krijgen een faire en eerlijke kans binnen de bestaande asielwetgeving, het huidige artikel 9bis, niet binnen een nieuw kader. Dat enkel dossiers uit het verleden tot deze procedure worden toegelaten, zorgt voor duidelijkheid en sluiting van een discussie die, volgens ons, lang genoeg aansleept. Dat de afspraken in een instructie aan de administratie worden neergeschreven, zorgt er ook voor dat er voldoende oog blijft voor individuele situaties van gezinnen en dat situaties waarvoor er een ruim maatschappelijk draagvlak bestaat, een oplossing vinden.
Verder zijn wij als liberalen ook tevreden met de inhoud van de door de regering vastgelegde criteria: een te lange asielprocedure enerzijds, de situatie van gezinnen met kinderen anderzijds en een duurzame lokale verankering waarbij inburgering, kennis van een landstaal en werk belangrijk zijn. Ik denk dat die drie elementen de kern van een mogelijkheid tot uitbouw van een eigen leven voor vele gezinnen mogelijk maakt. Houden we met deze elementen geen rekening, hadden we met andere woorden een ander akkoord, dan maken we de mensen alleen maar meer afhankelijk van anderen.
Voor ons is ook de betrokkenheid en verantwoordelijkheid van lokale besturen, gemeenten en OCMW’s een goede zaak. Gemeenten en OCMW-besturen staan immers het dichtst bij de mensen waarover het hier gaat. Net zoals voor de andere regeringspartijen is deze instructie voor Open Vld een noodzakelijke, eerste stap naar een volledig en correct asiel- en migratiebeleid. Nu moet worden voortgewerkt aan volledige afspraken ter zake in het regeerakkoord. Dat is wat de bevolking vraagt en dat is ook maar eerlijk tegenover de mensen die hier rechtmatig de bestaande procedures hebben gevolgd. Kortom, de oplossing die voorligt kan de steun van Open Vld wegdragen. We vinden dat ze een eerlijk perspectief aan de mensen biedt. Ze is voor ons een startpunt voor wat in september volgt. We zijn dan ook bereid loyaal mee te werken aan de verdere uitbouw van dit volledig asielbeleid.
Om een en ander te verduidelijken en die uitwerking voor te bereiden hadden wij graag enkele zaken gevraagd aan de premier.
Ten eerste kreeg ik graag een toelichting over de verdere uitvoering van de beslissingen in het regeerakkoord, dus de timing en de concrete stappen die gezet worden in september.
Ten tweede, wat is de precieze rol die OCMW’s en gemeenten zullen spelen binnen de toepassing van de instructie?
Ten derde, kunt u bevestigen dat het principe van lokale verankering van toepassing is op alle individuen die regularisatie aanvragen, dus alle gezinsleden?
Ten vierde, we hebben hier al gehoord dat verspreide en diffuse communicatie ervoor zorgt dat er alleen meer onduidelijkheid komt. Het is dus uitermate belangrijk dat de regering eensgezind communiceert over deze maatregelen. Hoe zullen we deze communicatie aanpakken, zowel voor de mensen die in aanmerking komen als in het buitenland?
01.14 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!): Mijnheer de eerste minister, er is, zoals u op voorhand hebt gezegd, een akkoord. Het feit dat er een akkoord is, is een verdienste op zich. Blijkbaar zijn de regeringsleden, hopelijk vanaf nu, voor verscheidene dossiers in staat om elkaar diep in de ogen te kijken en iets op papier te zetten. Dat betekent echter niet dat het hele dossier daarom is opgelost, zoals mevrouw Douifi ook al zei. Ik hoop dat u zich daarvan ook bewust bent.
Ik volg de redenering dat het akkoord op principes veeleer dan op cijfers is gestoeld. Ik hoop dat dat zo is en dat er niet iemand streepjes staat te trekken na elk dossier, tot men aan het magische getal is gekomen en dan alles wordt stopgezet of dat er dan nog extra kunnen bijkomen.
Wanneer het gaat over regularisatie, gaat het uiteindelijk over hoe wij als samenleving omgaan met mensen die hier zijn, ook al hebben ze niet de nodige papieren. Het dossier gaat over meer dan dat. Het gaat ook over opvolging, over wat daarna met die mensen gebeurt.
De eerste regularisatieperiode heeft aanleiding gegeven tot een studie van de Koning Boudewijnstichting, waarnaar in het Parlement in verschillende commissies de nodige aandacht is gegaan, niet het minst dankzij de vele vragen van mevrouw Staelraeve daarover. Ik hoop dat dat ook het geval zal zijn met onderhavig akkoord en de uitvoering ervan voldoende zal worden opgevolgd, al is het maar om mogelijke opduikende problemen voortaan te kunnen vermijden.
In die zin is het spijtig dat een probleem dat wij in 1999 ondervonden, nu niet is opgelost. Toen had men voor een bepaald deel van het akkoord met tijdelijke criteria gewerkt om nadien af te wachten wat er verder kwam. In 1999 verkeerden wij ook in de illusie dat wij alles zouden opruimen waarna het beter zou gaan. Wij moeten vandaag vaststellen dat dat niet het geval is.
In die zin denk ik dat het nog mangelt aan het akkoord. Ik ben ervan overtuigd dat regularisatie altijd een onderdeel van het beleid zal moeten vormen, weliswaar als uitzondering en het sluitstuk van een globaal beleid over asiel en migratie. Die uitzonderingsmaatregel zou eigenlijk zo weinig moeten worden toegepast, tenminste als wij een goed zicht hebben op het migratiebeleid niet alleen in ons land, maar ook in Europa.
Regularisatie is altijd een beetje een end-of-pipe-oplossing. Hoewel het akkoord zeer nodig was, is er vandaag echter weinig aanzet tot een structurele aanpak na december.
In voornoemde zin valt het akkoord tussen twee stoelen. Enerzijds is er slechts een beperkte visie op migratie. Ter zake rijst ook de vraag welke andere dossiers in het conclaaf aan bod zijn gekomen en wat de timing is voor de behandeling van andere dossiers.
Er zijn hier tal van zaken genoemd. Ik denk echter ter zake eerst en vooral aan de problemen inzake de opvang. Het is niet omdat wij vandaag voor de regularisatie een oplossing hebben of een compromis hebben bereikt – de pers noemt het een Alexiusakkoord* –, dat morgen de problemen inzake opvang zullen zijn opgelost.
Er worden nu wel een aantal gebouwen geconfisqueerd en extra plaatsen gecreëerd. De asielzoekers zullen echter niet zomaar uit de opvang verdwijnen.
Hoe zit het met de timing voor het vervolg van de andere dossiers, zeker voor het gedeelte dat vóór de regularisatie komt?
Wat betreft de regularisatie zelf, merk ik dat het akkoord, enerzijds, bepaalt hoe artikel 9 van de vreemdelingenwet moet worden geïnterpreteerd. Het akkoord is, anderzijds, slechts ten dele structureel. Het heeft het immers over een tijdelijke regularisatie voor een beperkt aantal asielzoekers.
Daarom heb ik de volgende vraag. Wat is de werking in de tijd van de instructie? Het ene deel is immers duidelijk tijdelijk. Op het andere deel staat echter geen timing. Blijven die bepalingen dus gewoon doorlopen? Worden die de gangbare praktijk bij de interpretatie van de vreemdelingenwet?
Wat vandaag en voor de toekomst belangrijk is, is de toepassing van de instructie in de praktijk. Is die dan wel voldoende duidelijk? Ik maak mij geen illusies. De instructie zal zeker niet op alle punten voldoende duidelijk zijn. De vraag is in dat geval wie de leidende hand in de instructie heeft.
Vandaag zijn in de huidige regering drie leden bevoegd. Uzelf bent bevoegd voor de coördinatie. Staatssecretaris Wathelet is bevoegd voor de uitvoering van de instructie in de praktijk. Er ligt echter ook een bevoegdheid bij minister Milquet. Hoe verhouden voornoemde drie bevoegdheden zich tot elkaar? Indien er een probleem bij de interpretatie of de toepassing van de instructie in de praktijk opduikt, wie zal het dan trancheren? Gebeurt zulks bij de coördinatie en dus bij uzelf, gebeurt het bij de staatssecretaris of gebeurt het bij mevrouw Milquet? Ik zal het heel simpel verwoorden. Wie moeten wij in het Parlement interpelleren, indien wij vragen hebben over de afhandeling van een of ander punt in de instructie?
Ten slotte, over de eventuele toepassingsproblemen zou ik graag vandaag al enkele verduidelijkingen krijgen, hoewel er zich de komende maanden zeker nog nieuwe vragen zullen opwerpen.
Ten eerste, wat gebeurt er met asielzoekers die onder de criteria vallen en die eventueel maar niet noodzakelijk vandaag in gesloten centra verblijven? Kunnen zij worden uitgewezen?
Heel veel partijen in het Parlement hebben gevraagd om de uitwijziging te bevriezen, totdat er een akkoord inzake regularisatie voorhanden was. Voornoemd moratorium is er nooit gekomen. Vandaag is het akkoord er. Betekent zulks dat er nu alsnog een moratorium is op uitwijzingen van asielzoekers die voor regularisatie in aanmerking zouden kunnen komen?
Ten tweede, er wordt in de instructie gesproken over vreemdelingen die behoren tot een kwetsbare groep. Die groep komt enkel ter sprake wanneer het gaat over de discretionaire bevoegdheid, die behoort tot de staatssecretaris. Wordt het criterium van de kwetsbare groep alleen op dat moment gehanteerd, of wordt het toegepast bij de uitvoering van de hele instructie? Wie moeten wij begrijpen onder kwetsbare groep? Hoe zal dat criterium verder worden ingevuld? Nogmaals, wie zal dat doen?
Ten derde, de commissie speelt een rol bij de uitvoering van een drietal punten van de instructie. Dat is volgens mij een heel goede zaak. In het regeerakkoord was er een wetenschappelijke studie beloofd die zou onderzoeken wat de rol zou kunnen zijn van een dergelijke commissie. Is die studie er ooit geweest? Indien ja, wat waren daarvan dan de conclusies? Of zal die studie er alsnog komen?
Ten slotte, in het regeerakkoord was er ook sprake dat mensen die het statuut van zelfstandigen verworven, in aanmerking zouden kunnen komen voor regularisatie. Er wordt in de instructie heel veel gesproken over werk, maar nooit over de zelfstandigen. Is dat een vergetelheid of worden die nog meegenomen en komen ze nog in aanmerking voor regularisatie?
01.15 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, comme mes collègues et la population, nous avons pris connaissance de l'accord du comité ministériel restreint élargi portant sur une instruction détaillant les critères de régularisation. Bien des points ont déjà été évoqués par mes collègues mais avant de vous poser mes questions, je me permets de vous dire que cette décision de régulariser est la preuve que la Belgique n'a pas de politique d'immigration globale. Il est urgent pour notre pays de mener une discussion à ce sujet en y associant les Régions et de réfléchir notamment à la migration économique. En effet, avec la décision prise ce week-end, nous sommes assis sur une soupape qui risque d'exploser à tout moment avec ce type d'opérations "one shot".
Pour revenir à l'accord de ce week-end, monsieur le premier ministre, quelle est la portée juridique exacte du terme "instruction". On a l'impression en effet que cette notion a été inventée ce week-end par le gouvernement. Personne n'en connaît vraiment les tenants et les aboutissants. Pouvez-vous préciser également l'application de la répartition des compétences dans le dossier des sans-papiers dont vous seriez apparemment le coordinateur? Quel est le rôle exact de M. Wathelet dans ce dossier?
Quant à la notion d'ancrage local durable qui vise à prendre en compte la pleine intégration des personnes qui ont tissé des liens sociaux en Belgique, sur quelles bases et comment s'exercera le contrôle du respect de ce critère? Je m'interroge également sur le futur. La politique de régularisation après le 15 décembre 2009 continue à laisser un grand pouvoir d'appréciation au ministre seul ou aux ministres qui ont en charge ce dossier. Cette incertitude n'est-elle pas une source d'insécurité juridique, de pressions, d'instabilité politique et communautaire? Ne risque-t-elle pas d'entraîner à nouveau des grèves de la faim et autres manifestations comme nous les avons connues dernièrement?
Pour conclure, je rappellerai que l'accord conclu ce week-end satisfait le MR pour autant qu'on respecte les points suivants: le maintien d'une régularisation sur une base individuelle et au cas par cas, pas de commission permanente de régularisation, pas d'hypothèque ni d'appel d'air pour l'avenir. Il s'agit aussi de revenir sur l'ancrage local qui nous agrée mais dont nous voudrions savoir comment vous allez le mettre en œuvre. Dans les petites communes, il est bien plus facile d'interroger le bourgmestre ou les services sociaux Mais comment comptez-vous procéder dans les grandes villes?
01.16 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, nous saluons, bien entendu, l'accord intervenu, que nous attendions depuis le 18 mars 2008, date de la déclaration gouvernementale. Celle-ci précisait qu'un accord devait intervenir rapidement à ce sujet. Nous y sommes enfin. Nous n'allons évidemment pas bouder notre plaisir ici. J'espère que nous allons sortir des milliers de personnes de l'insécurité. J'espère que nous allons sortir le pays de l'hypocrisie, de la discrimination et de l'arbitraire, du moins pendant trois mois, par rapport à certains types de critères.
Lorsqu'ils interrogeaient l'ancienne ministre de l'Asile, Mme Turtelboom, les partis francophones notamment revendiquaient une régularisation massive. On a entendu cela une dizaine de fois. Je rappelle que nous avons toujours plaidé pour une régularisation individuelle. C'est d'ailleurs ce qui figurait dans la déclaration gouvernementale et rien d'autre. C'est nous qui avons également insisté pour que ces termes y figurent.
La compétence a changé de main. Nous avons dès lors davantage confiance en ce qui concerne l'application honnête et correcte de cet accord. M. Wathelet et Mme Milquet s'en chargeront.
Monsieur le premier ministre, l'information est, à mes yeux, le plus important. En effet, la lecture de l'accord s'avère compliquée en raison de la matière abordée et de la formulation des phrases. Comment le gouvernement compte-t-il organiser l'information vers les sans-papiers, vers les demandeurs d'asile, vers les associations afin que l'accord ne soit pas interprété de différentes manières et qu'une certaine homogénéité réside dans ces explications? Les ministres compétents ont-ils envisagé cet aspect pour l'information des avocats, des associations, des demandeurs eux-mêmes? C'est fondamental pour que ces procédures se déroulent correctement étant donné le délai imparti – 3 mois - pour déposer les dossiers?
En ce qui concerne les moyens, le gouvernement compte-t-il, peut-être dans le cadre du Budget, dégager des moyens surtout en personnel pour que l'Office des étrangers, qui croule déjà sous les dossiers, puisse gérer tous ces dossiers? En effet, la pire des choses serait de consacrer 12 à 24 mois pour gérer les dossiers déposés jusqu'au 15 décembre? Comment les personnes vont-elles vivre pendant ces 12, 24 ou 36 mois? Avez-vous prévu des moyens à cet égard?
Le cas échéant, il est également prévu la possibilité d'obtenir un mot de son administration locale. Je suis à la Ville de Bruxelles, comment le gouvernement considère-t-il cette situation car cela risque de créer énormément de files devant les administrations locales? Même s'il est important que les administrations locales donnent leur avis, comment pourra-t-on organiser la chose?
Mes questions resteront générales aujourd'hui car je pense que nous aurons la possibilité d'en discuter avec M. Wathelet ou Mme Milquet.
En ce qui concerne la Commission consultative des étrangers, je ne me souviens plus de la manière dont elle est composée au niveau fédéral ni si elle est active aujourd'hui. Elle aura un rôle fondamental à jouer.
Nous savons
très bien qu'aujourd'hui, il y a des personnes en centres fermés qui répondent
à ces critères. L'objectif, que nous n'avions encore jamais atteint, est
d'avoir un moratoire en fonction des critères de la déclaration
gouvernementale. Ici, qu'allez-vous faire avec les personnes en centres fermés
qui, par exemple, doivent être expulsées dans trois jours et qui correspondent
aux critères? Il y a là quelque chose à faire immédiatement pour ces personnes.
Il faut veiller à ne pas expulser des personnes qui répondent aux critères
définis par le gouvernement ce week-end.
Enfin,
monsieur le premier ministre, je crois qu'il est important que le Parlement
puisse suivre régulièrement ce processus. Je ne parle pas des dossiers
individuels car ce n'est pas du tout notre rôle. Il faudrait que nous ayons des
débats réguliers à ce sujet car il est important que le Parlement puisse avoir
un suivi du processus.
01.17 Clotilde Nyssens (cdH): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, je dois avouer qu'il est des moments en politique où la prise de décisions rend particulièrement heureux non seulement ceux qui y aboutissent mais aussi ceux auxquels ces décisions s'appliquent. En effet, l'accord conclu permettra à de nombreuses personnes de retrouver l'espoir d'une vie meilleure pour elles et pour leur famille. C'est non sans émotion que je pense à toutes ces personnes qui, depuis plusieurs mois voire plusieurs années, ont cru à cet accord qui permettra qu'au cas par cas, leur histoire soit entendue par l'Office des étrangers et, en fin de compte, se termine peut-être par une décision positive.
Depuis quelques jours, une grande sérénité règne à nouveau parmi les mouvements des sans-papiers dont je ne vais pas refaire l'histoire ici. Au cours des dernières années, ces mouvements, avec la société civile dans son ensemble, ont pris conscience de cet enjeu planétaire et de ce défi majeur que constituent les flux migratoires. Certes, ce "petit" accord ne va pas résoudre à lui seul la politique migratoire dans notre pays. C'est pourquoi je souhaite profondément qu'avec les ministres compétents, et en particulier Mme Milquet et M. Wathelet, et tout le gouvernement, ainsi qu'avec le parlement se poursuivent une réflexion et la prise de décisions en matière de politique migratoire. Il est évident que cette question n'est pas résolue par le texte que vous nous présentez et que d'autres défis sont à relever. En 2010, à l'occasion de la présidence européenne, la Belgique devra participer à une politique cohérente, ferme peut-être, humaine très certainement, de gestion des migrations. L'Europe devra prendre ses responsabilités vis-à-vis du reste du monde.
Quant à l'accord plus précisément, qu'il s'agisse d'une circulaire ou d'instructions, peu importe, des critères sont désormais fixés. C'est ce que les gens attendaient; ils voulaient savoir s'ils pouvaient oser espérer entrer dans des catégories leur permettant d'être régularisés. Aujourd'hui, nous sommes déjà interrogés sur l'interprétation des phrases de l'accord; c'est un bon signe. Les permanences des services sociaux et les avocats se posent plusieurs questions sur l'application du texte.
J'invite le gouvernement à adresser un dépliant, une brochure ou tout autre document explicatif non seulement à l'attention des personnes concernées mais aussi à tous ces services qui aident ces personnes à remplir ou compléter leur dossier ainsi qu'aux conseils des avocats qui croulent sous le poids du travail et qui devront éventuellement compléter les dossiers en fonction des critères, de manière à résoudre certaines situations humanitaires.
Il me semble indispensable non pas de mener des campagnes d'information mais d'avoir des explications claires, intelligibles et compréhensibles par les personnes concernées.
La période du 15 septembre au 15 décembre 2009 sera importante car, c'est à ce moment que les demandes pourront être soit introduites, soit complétées. Si certaines personnes n'attendent pas ce délai, les documents qui parviendront avant le 15 septembre à l'Office des étrangers ou via les communes seront-ils considérés comme des pièces recevables dans les dossiers déjà existants ou à venir?
Je lis dans la circulaire que, si un dossier est à compléter, les documents doivent être envoyés par lettre recommandée à l'Office des étrangers. Dans le cas de l'introduction d'une nouvelle demande, ne faut-il pas s'adresser à la commune conformément à la loi actuelle? Ou bien, cette demande doit-elle également être envoyée à l'Office des étrangers par voie recommandée?
Je me réjouis qu'il y ait un volet "régularisation par le travail". C'est un critère important car c'est par le travail que de nombreuses personnes s'insèrent, vivent et survivent dans notre pays. Une concertation est nécessaire avec les Régions car ce sont elles qui délivrent le permis de travail. Il faudrait également prévoir des instructions pour ce volet. J'ignore si elles doivent être données par la ministre compétente ou par le gouvernement fédéral. Quoi qu'il en soit, une concertation spécifique devrait avoir lieu, de manière à ce que les Régions puissent prendre officiellement connaissance de ces instructions mais aussi pour régler les questions pratiques qui ont déjà été posées par mes collègues.
Monsieur le premier ministre, ce sont là les questions les plus importantes que je souhaitais vous poser. Il est évident qu'un approfondissement de certaines phrases sera nécessaire pour que le ministre compétent, M. Wathelet, puisse lui-même les interpréter. J'ai entendu parler de la Commission consultative des étrangers qui a d'ailleurs fait l'objet de plusieurs questions de mes collègues. Il est important de faire revivre cette commission consultative qui, pour le moment, ne se réunit pas pour que la compétence discrétionnaire du ministre compétent ne soit pas arbitraire.
Il est évident que le texte mise sur le fait que le secrétaire d'État puisse garder une compétence discrétionnaire pour tous les groupes vulnérables et préserver la souplesse de l'outil pour certains cas mais il est évident également que le secrétaire d'État ne décide pas seul de l'avenir des personnes ou des familles concernées et qu'il devrait utiliser, comme cela figure dans l'accord, cette Commission consultative des étrangers à faire renaître mais qui existe bel et bien dans la législation. Je vous remercie, monsieur le premier ministre, pour tous vos efforts et pour l'accord que vous avez réussi à conclure avant les vacances selon le timing que vous aviez imposé.
01.18 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, in een geglobaliseerde samenleving met sterke onderlinge economische verschillen en met regio’s met een zeer instabiel politiek klimaat, zijn migratiestromen eigenlijk onafwendbaar. Het komt de diverse politieke overheden toe om die migratiestromen beheersbaar te houden en correct en rechtvaardig te regelen.
Het probleem waar u en uw regering mee geconfronteerd werden, is dan ook geen louter Belgisch probleem. Het was echter ook een Belgisch probleem, onder meer in het licht van regelgeving die gemaakt is eind 1999 en in het licht van de procedureregelgeving die er eind 2006 gelukkig gekomen is, toepasbaar in 2007. De tussenperiode heeft uiteindelijk aanleiding gegeven tot een onverwerkt verleden waarmee we kampen. Op een menselijke en rechtvaardige wijze, denk ik, moeten we dat oplossen.
Collega’s, ik heb naar sommige collega’s van de oppositie geluisterd. Sommigen zeggen dat dit veel te ver gaat. Er worden getallen uitgesproken in de tienduizenden, zelfs honderdduizenden, en er wordt gesproken over honderden miljoenen euro. Ook heb ik collega’s gehoord die stelden dat de illegaliteit en de criminaliteit wordt beloond, terwijl ik in de instructie toch meen te lezen dat zij die de openbare orde schenden, zij die misdrijven plegen, niet in aanmerking kunnen komen voor die regelgeving. Andere collega’s betreuren dat het niet ver genoeg gaat. Zij hadden liever een aanpassing van de wet gezien.
Een van de belangrijke aspecten van het akkoord is dat de wet juist niet wordt aangepast. Ook met een rondzendbrief zouden wij de wet trouwens niet hebben aangepast. Een rondzendbrief wijzigt geen regelgeving.
Sommige collega’s noemen dit een grote collectieve regularisatie. Het doet mij genoegen om van de fractievoorzitster van Ecolo-Groen! te horen dat zij dat ontkent, zeggende dat dit een regelgeving is op individuele basis. Ik dank haar voor die intellectuele eerlijkheid ter zake. Ik denk ook dat zij daarmee de nagel op de kop slaat.
Dat sommigen zeggen dat het te ver gaat en anderen zeggen dat het niet ver genoeg gaat, toont aan dat deze regering gestreefd heeft naar en gelukt is in een akkoord dat evenwichtig is en dat realistisch is.
Mijnheer de eerste minister, nu komt het erop aan om dit akkoord concreet uit te voeren op het terrein. Dit zal uiteraard niet evident zijn. Daarom heb ik ook enkele vragen en bedenkingen daaromtrent. Hoe kan dit vlekkeloos georganiseerd worden in het licht van het bestaand personeelskader? Vergt dit bijkomend personeel? Vergt dit bijkomende budgetten? Zullen de lokale overheden daarbij betrokken worden zodat zij niet overbelast worden met bureaucratie en werk? Hoe kunnen wij waken over die gelijke toepassing van de wet?
Ik heb ook van een van de collega’s van de oppositie gehoord dat er met betrekking tot ons migratiebeleid een eenheid van visie moet zijn. Ik volg dat ook. Ik heb steeds in het regeerakkoord die eenheid van visie teruggevonden in verband met het migratiebeleid in de meest ruime zin van het woord. Daar was een sleutelwoord, namelijk integratie.
Het gaat over integratie voor regularisatie vanwege humanitaire redenen, de duurzame lokale verankering. Het gaat over integratie met betrekking tot de wijziging van de nationaliteitswetgeving, gezinshereniging, wat numeriek zelfs relevanter is dan regularisatie vanwege humanitaire redenen. Het gaat over het humane terugkeer- en verwijderingbeleid.
Eén aspect hiervan is ingevuld. Het andere aspect, mijnheer de eerste minister, daarover hebben wij uw woordvoerder kunnen horen. Wij hebben ook het persbericht hieromtrent gelezen. U zei daar zelf dat deze gegevens en deze dossiergegevens in september kunnen aangepakt worden.
Hetgeen aangepakt is geworden, is belangrijk. Hetgeen in september nog moet aangepakt worden is ook belangrijk.
Kan u dit nog eens bevestigen? Kan u bevestigen dat de voorwaarden en afspraken die hieromtrent in het regeerakkoord zijn gemaakt door alle partijen rond de tafel zijn bevestigd geworden?
01.19 Eerste minister Herman Van Rompuy: Mijnheer de voorzitter, waarde collega’s, zoals ik u vooraf had aangekondigd, is de regering het voorbije weekend in beraad geweest om een oplossing te zoeken voor het asiel- en migratiedossier. Er werd, zoals u weet, een akkoord bereikt inzake de criteria van het regularisatiebeleid.
Collega’s, wat heb ik donderdagmiddag bij de mondelinge vragen allemaal niet moeten horen over de daadkracht van de regering? Bij een aantal is de toon nu anders dan enkele dagen geleden en, gelukkig maar, niet voor mij, maar voor hen. Ik heb in april gezegd wat het tijdspad is voor de aanpak van de grote problemen die zich voordoen. Dat schema wordt nu geëerbiedigd, tot spijt van wie het benijdt.
Het regeerakkoord van 18 maart 2008 stelde een precisering van de regularisatiecriteria in het vooruitzicht en maakte daarbij de opening voor twee nieuwe criteria, enerzijds inzake bepaalde langdurige procedures, anderzijds inzake bepaalde prangende humanitaire situaties, meer in het bijzonder betreffende personen die hier duurzaam lokaal verankerd zijn. Meer dan een jaar lang bleek een invulling van de bepaling hieromtrent niet mogelijk. Na vele onderhandelingen, maatschappelijke druk, bilaterale gesprekken die ik zelf voerde met de betrokken ministers, en na de regionale verkiezingen van 7 juni waren de omstandigheden voldoende gewijzigd en was bij de vijf regeringspartijen de politieke wil aanwezig om tot een evenwichtig akkoord te komen. Zaterdag heb ik aan het uitgebreide kernkabinet een voorstel van tekst voorgelegd en vervolgens hebben constructieve discussies plaatsgehad die hebben geleid tot het akkoord dat vandaag voor u ligt. Ik zal dat akkoord toelichten en vervolgens thematisch op een aantal van uw vragen en bedenkingen ingaan.
L'objectif de cette instruction est, comme je viens de l'expliquer, de clarifier les critères de régularisation pour les demandes introduites sur la base de l'article 9bis de la loi sur les étrangers et de l'ancien article 9, 3° de la loi sur les étrangers ancienne mouture. L'administration examinera les demandes pendantes et nouvelles en fonction des dispositions et critères coulés dans l'instruction.
Certaines situations humanitaires peuvent, conformément à cette instruction, justifier l'octroi d'une autorisation de séjour. Il s'agit de certaines procédures de longue durée ou de certaines situations humanitaires urgentes. Ces deux catégories seront développées plus en détail ultérieurement.
S'agissant de la première catégorie, il existe deux sortes de procédures déraisonnablement longues. Il s'agit, d'une part, des procédures d'asile qui durent depuis quatre ans ou qui ont duré quatre ans, la procédure devant le Conseil d'État n'étant pas prise en compte. Le délai de quatre ans est ramené à trois lorsqu'il est question de familles avec enfants scolarisés.
D'autre part, il s'agit du critère des procédures de longue durée: en application de l'accord de gouvernement, une procédure d'asile de cinq ans, en ce compris la procédure devant le Conseil d'État et/ou la procédure de régularisation subséquente à une procédure d'asile. Lorsqu'il est question d'une famille avec enfants scolarisés, le délai est ramené à quatre ans.
Dans ce dernier cas, un certain nombre de nuances sont importantes par rapport au calcul du délai. Pour les procédures auprès du Conseil d'État ou selon l'article 9bis ou 9, 3° de la loi sur les étrangers, entrent en ligne de compte les procédures pendantes ainsi que les procédures clôturées depuis le 18 mars 2008, date de l'accord de gouvernement.
La procédure de régularisation n'est prise en considération que si elle a été introduite dans les cinq mois subséquents à la décision des instances d'asile ou du Conseil d'État. Une procédure, dans le cadre de l'article 9bis de la nouvelle loi sur les étrangers, qui est entrée en vigueur le 1er juin 2007, n'est prise en considération dans le calcul du délai que pour autant que cette demande ait été introduite avant le 18 mars 2008. Il n'en sera pas tenu compte, pour ces deux types de procédures d'asile de longue durée, si la durée de la procédure d'asile est entièrement ou partiellement due au comportement abusif du demandeur d'asile.
L'instruction prévoit une deuxième catégorie visant certaines situations humanitaires urgentes. On peut considérer comme principe de base qu'il est question de situation humanitaire urgente si l'éloignement du demandeur devait s'inscrire en contradiction avec les traités internationaux relatifs aux droits de l'homme. L'énumération de situations humanitaires urgentes n'est pas exhaustive. L'on ne peut définir clairement chacune des situations, sous peine de porter atteinte à la possibilité du ministre d'octroyer une autorisation de séjour dans certains cas exceptionnels non visés par la réglementation.
Dans ce cadre, les étrangers qui appartiennent à un groupe vulnérable bénéficieront d'une attention particulière.
Een heel aantal prangende humanitaire situaties is wel te definiëren. Ik som ze kort op. Ze zijn trouwens reeds van toepassing, de meeste sedert enkele jaren en andere sedert enkele maanden. Het gaat onder meer om de vreemdeling die ouder is van een Belgisch kind; de vreemdeling die ouder is van een minderjarig kind dat EU-burger is indien het kind over voldoende bestaansmiddelen beschikt, eventueel verkregen via die ouder en wanneer de ouder effectief instaat voor de zorg voor het kind; de familieleden van een EU-burger die buiten het toepassingsgebied van de gezinshereniging vallen, maar van wie het verblijf dient te worden vergemakkelijkt met toepassing van de Europese reglementering; de vreemdeling die gemachtigd of toegelaten was tot een onbeperkt verblijf in België als hij minderjarig was en die daarna is teruggekeerd naar zijn land van herkomst, maar die geen aanspraak kan maken op een recht op terugkeer; de echtgenoten met een verschillende nationaliteit die afkomstig zijn uit landen die een gezinshereniging niet toelaten met het gevolg dat in geval van verwijdering naar hun respectieve landen van herkomst hun gezinscel zou verbroken worden; vreemdelingen die een Belgisch pensioen of invaliditeitspensioen genieten, maar die hun recht op verblijf in België verloren hebben ten gevolge van hun terugkeer naar het land van herkomst; en, ten slotte, families met schoolgaande kinderen met een afgesloten of hangende asielprocedure die werd ingevoerd voor 1 juli 2007 en waarvan het onderzoek minstens een jaar heeft genomen en voor zover ze een ononderbroken verblijf van ten minste vijf jaar in België kunnen aantonen te tellen vanaf de aanvraag van de eerste asielaanvraag.
Tot slot werd er afgelopen weekend met uitvoering van het regeerakkoord een prangende humanitaire situatie aan toegevoegd. Eenmalig komen ook vreemdelingen met een duurzame lokale verankering in België in aanmerking voor een regularisatie. Het gaat dan om vreemdelingen die het centrum van hun affectieve, sociale en economische belangen in België hebben gevestigd. Aanvragen moeten binnen de drie maanden, te tellen vanaf 15 september, worden ingediend.
Qui est concerné? Deux groupes de personnes: premièrement, les étrangers ayant séjourné au moins cinq ans sans interruption en Belgique et qui, avant le 18 mars 2008, date de l'accord de gouvernement, ont séjourné légalement en Belgique ou qui avant cette date ont effectué des tentatives crédibles d'obtenir un droit de séjour en Belgique; deuxièmement, les étrangers ayant séjourné sans interruption en Belgique depuis au moins le 31 mars 2007 et qui ont produit la copie d'un contrat de travail à durée déterminée d'au moins un an ou à durée indéterminée prévoyant un salaire au moins équivalent ou supérieur au salaire minimum garanti. Le dossier doit alors être complété par un permis de travail B ou au moins par un avis favorable des Régions au sujet d'une demande de permis de travail B.
Ces deux groupes font l'objet d'un examen approfondi relatif à leur ancrage local durable. Lors de cet examen, s'agissant des dossiers déclarés recevables, on procédera à un examen au cas par cas dans lequel l'autorité compétente ne se laissera pas guider par un seul facteur mais envisagera l'ensemble des éléments factuels: les liens sociaux tissés en Belgique, le parcours scolaire des enfants, la connaissance de l'une des langues nationales et l'employabilité seront soumis à l'examen. L'autorité compétente pourra également tenir compte de l'avis des administrations locales.
L'autorité compétente s'assure que les dossiers sont recevables, qu'ils sont complets et qu'ils ne sont pas manifestement infondés. La première sélection s'opère sur cette base. Lorsqu'un dossier est recevable, complet et qu'il n'est pas manifestement infondé mais que l'autorité compétente n'entend pas prendre immédiatement une décision favorable, un avis sera demandé à la Commission consultative des étrangers – commission existante –, laquelle pourra convoquer l'étranger. Toute personne qui a obtenu une autorisation de séjour sur la base d'un contrat de travail et des conditions citées précédemment doit produire après un an la preuve qu'elle satisfait à ces mêmes conditions et qu'elle a effectivement travaillé pendant la première année.
De kritiek is, zoals verwacht, tegenstrijdig. Voor sommigen gaat deze
instructie niet ver genoeg, voor anderen gaat deze veel te ver. Dit is erg
voorspelbare kritiek.
Aan onze
collega's van N-VA wil ik zeggen dat een groot aantal onder hen het
regeerakkoord van 18 maart 2008 heeft goedgekeurd. Deze instructie is
niets anders dan de invulling van dat regeerakkoord.
Aan onze
collega's van Lijst Dedecker wil ik zeggen dat hun leider het regeerakkoord dat
aanleiding heeft gegeven tot de regularisatie van 1999 en 2000, heeft
goedgekeurd en dat ik hun kritiek nogal misplaatst vind.
Aan onze
collega's van sp.a wil ik vragen wat zij ervan denken. Na allerhande vragen tot
verduidelijking, clarificatie en precisering wil ik hun vragen wat zij over de
grond van de zaak denken. Zijn zij het eens of niet met die twee criteria? Ik
probeer dat al maanden te weten te komen. Ik vrees dat ze het zelf niet weten.
Men
probeert het voor te stellen alsof het een tweedeling zou zijn tussen Vlamingen
en Franstaligen. Als ik het hier allemaal hoor, ben ik er niet van overtuigd
dat er een eensgezind Vlaams standpunt is, zoals ik er ook niet van overtuigd
ben dat er een eensgezind Franstalig standpunt is. Ik heb hier heel wat
nuanceringen en verschillen gehoord. Tenzij sommigen zeggen dat iedereen aan
Vlaamse kant het eens is met het standpunt van de heer De Man, wat ik echt
niet kan aannemen.
Een
aantal vragen verwijst naar de keuze van het instrument instructie. Er werd
inderdaad geopteerd om de regularisatiecriteria te verduidelijken via een
instructie aan de administratie. De term omzendbrief was als het ware een
symbool geworden.
Welnu, om
tot een goed akkoord te komen, moet men soms afstand kunnen nemen van symbolen.
Wat telt, is de inhoud. Met het gebruik van de term instructie heeft de
regering willen aanduiden dat ze een duidelijke gedragslijn vooropstelt voor de
administratie.
Daarnaast
is het voor de regering van belang dat de gebruikte criteria voldoende kenbaar
worden gemaakt en transparant zijn. Daarvoor moeten de volgende weken
belangrijke inspanningen worden geleverd, zoals hier meermaals gevraagd.
Om al die
redenen zal de instructie in ieder geval worden gepubliceerd op de website van
de dienst Vreemdelingenzaken.
Zal het
resultaat van deze instructie een collectieve regularisatie zijn? Natuurlijk
niet. Het regeerakkoord dat stelt: "De regering opteert voor een
regularisatiebeleid op individuele basis", wordt gerespecteerd. Met het
oog op het creëren van meer rechtszekerheid werd afgesproken dat de
regularisatiecriteria zouden worden verduidelijkt.
Het
vastleggen van criteria betekent niet dat er automatische rechten worden
gecreëerd, maar wel dat elke aanvraag steeds opnieuw door de bevoegde overheid
moet worden onderzocht. Telkens opnieuw moeten de vastgelegde criteria worden
getoetst aan de feitelijke en juridische omstandigheden van het individuele
dossier.
De bevoegde overheid kan de gepreciseerde criteria niet zomaar naast zich neerleggen. Afwijkingen zal ze goed moeten motiveren. Telkens opnieuw moet er een individueel onderzoek plaatsvinden.
Hoeveel mensen uiteindelijk zullen worden geregulariseerd op basis van deze instructie of op basis van de nieuwe criteria, is heel moeilijk te voorspellen. Cijfers lijken op dit moment weinig grond onder de voeten te hebben. Meer dan de vraag hoeveel mensen in aanmerking zullen komen, was het voor de regering belangrijk te kijken wie in aanmerking komt. Ook hier is de inhoud andermaal belangrijker dan vaak uit de lucht gegrepen schattingen.
Ik kom tot uw vragen over de kostprijs en het uitgetrokken budget. Zoals ik net zei, is de impact van deze maatregel op voorhand niet nauwkeurig in te schatten. Het spreekt evenwel voor zich dat voor de verwerking van de aanvragen de nodige middelen zullen moeten worden uitgetrokken.
Ik hoorde mevrouw Smeyers daarstraks zeggen dat het belangrijkste in dit alles het budget was. Nee, het belangrijkste in dit alles zijn de mensen. Dat is misschien het verschil tussen u en mij.
Ik kom tot de werking in de tijd van de criteria. Alle criteria uit de instructie blijven bestaan in de toekomst, met uitzondering van een: de duurzame lokale verankering. De criteria met betrekking tot de overige prangende humanitaire situaties alsook met betrekking tot de langdurige procedures blijven bestaan in de toekomst.
Het is wel de bedoeling dat de criteria inzake de langdurige procedures uitdovend zijn. De regering zal erop toezien dat de asielprocedures in de toekomst nooit nog drie, vier of vijf jaar zullen duren. De vreemdelingenwet is intussen hervormd, waardoor in de praktijk vandaag reeds een veel kortere procedure de gangbare praktijk is.
Het criterium duurzame lokale verankering is een eenmalig criterium. Bepaalde personen zijn ondertussen zodanig lang in België. Ze hebben in het verleden geprobeerd een wettig verblijf te verkrijgen in ons land. Ze hebben zich geïntegreerd. Hun kinderen gaan hier soms al jaren naar school, waardoor het om al deze redenen samen menselijk zeer moeilijk te verantwoorden wordt om hen nog terug te sturen.
Tegelijkertijd wil de regering geen aanzuigeffect creëren. In een instructie werd gepreciseerd wie kans maakt op een regularisatie van een verblijf. Op die manier is er duidelijkheid. Ondertussen werd - zoals gezegd - ook de vreemdelingenwet hervormd waardoor mensen sneller een duidelijk antwoord hebben of er voor hen een toekomst is in ons land of niet. Duidelijkheid betekent ook dat aan sommigen ondubbelzinnig zal worden gemeld dat er voor hen geen toekomst in ons land is weggelegd.
Zij zullen het land vrijwillig of desnoods gedwongen moeten verlaten. Deze visie is alleen verdedigbaar als het criterium duurzame lokale verankering slechts een eenmalig criterium is dat in de toekomst niet meer kan worden ingeroepen. Het signaal mag in geen geval zijn dat mensen in de toekomst maar naar België moeten komen, zich een tijdje dienen te integreren en dat dit vijf jaar later automatisch tot een verblijftitel zou leiden. Ik herhaal het, de duurzame lokale verankering kan niet worden ingeroepen in de toekomst. Dat is de duidelijkheid die geboden wordt.
Eind vorig jaar werd door de bevoegde EU-Ministerraad een Europees pact over asiel en migratie gesloten. Dat gebeurde onder Frans voorzitterschap. Ook België heeft dat pact goedgekeurd. In dat verband heeft België de bevoegde EU-Ministerraad reeds in kennis gesteld van de bepalingen uit het Belgisch regeerakkoord inzake regularisatie, die zouden worden uitgevoerd. De instructie is niets anders dan de uitvoering van dat regeerakkoord. Nu het akkoord er is, zullen de nodige verdere stappen worden ondernomen bij de Europese instanties.
Er werd een aantal vragen gesteld inzake de procedure. De gewone procedure, artikel 9bis van de vreemdelingenwet, blijft gelden, ook voor de aanvragen voor regularisatie. Zoals gezegd, de administratie zal de hangende en nieuwe aanvragen beoordelen volgens de bepalingen en criteria die in die instructie zijn neergeschreven. Voor aanvullingen bij een bestaande aanvraag dient men een aangetekend schrijven te richten tot de dienst Vreemdelingenzaken. Voor aanvragen inzake het criterium duurzame lokale verankering dient dit binnen de drie maanden te gebeuren.
De overige dossiers in het pakket "migratie" zullen worden hernomen begin september. Geen enkele partner kan vandaag nog argumenten opwerpen waarom de overige dossiers, nationaliteit, gezinshereniging en andere, niet kunnen worden besproken. De verschillende partners hebben dan ook hun wil geuit deze dossiers eveneens aan te pakken. Ik heb er na de constructieve onderhandelingen van dit weekend over regularisatie, alle vertrouwen in dat wij ook in deze andere dossiers tot resultaat zullen komen.
Chers collègues, en qualité de premier ministre, je suis chargé de la coordination de la politique d'asile et de migration. Ceci englobe la coordination de tous les aspects de la politique d'asile et de migration mais porte avant tout sur la coordination entre, d'une part, les compétences en matière d'asile et de migration relevant du secrétaire d'État, M. Wathelet, lui-même sous la tutelle de la ministre chargée de la Politique de migration et d'asile, Mme Milquet et, d'autre part, les compétences en matière d'accueil des demandeurs d'asile relevant du secrétaire d'État, M. Courard, lui-même sous la tutelle de la ministre chargée de l'Intégration sociale, Mme Onkelinx.
Personnellement, je n'ai pas de compétence propre en matière d'asile et de migration. Toutefois, je m'assurerai de l'harmonisation des politiques des deux secrétaires d'État. Dans cette optique, j'organiserai régulièrement des réunions avec les différentes personnes intéressées. Une première réunion est déjà prévue pour demain matin.
Ces derniers mois, toute une série de mesures ont été prises pour faire face au problème de la sous-capacité au niveau de l'accueil. En voici quelques-unes: la création de capacité supplémentaire dans les centres d'accueil et l'organisation de l'accueil d'urgence, 850 places d'accueil supplémentaires provisoires ont vu le jour, et la prévision de l'écoulement des personnes qui disposent encore d'un ancien dossier d'asile. L'Office des étrangers a entre-temps recruté des médecins, de sorte que les demandes de séjour pour raisons médicales puissent être traitées. Pour le reste, des accords sont survenus entre Fedasil et l'Office des étrangers par lesquels des personnes qui séjournent dans le centre d'accueil et dont une demande de séjour est en cours peuvent, sur base volontaire, demander un traitement accéléré.
Ces mesures se révèlent insuffisantes et le gouvernement doit maintenant, à très court terme, chercher de nouvelles solutions. C'est entre autres le but de la réunion de demain matin.
C'est guidé par cet objectif que le Conseil des ministres a décidé vendredi de prendre les mesures nécessaires pour mettre à la disposition de Fedasil des bâtiments publics de Florennes et d'Ixelles.
En collaboration avec les ministres et secrétaires d'État compétents, des initiatives seront prises pour résoudre le problème qui se pose concernant les demandes d'asile multiples.
Tot slot, het volgende. De regering heeft een evenwichtige oplossing gezocht, waarbij rekening wordt gehouden met prangende humanitaire situaties die in de loop van de jaren gegroeid zijn, enerzijds, en het vermijden van een aanzuigeffect, anderzijds. De instructie is duidelijk, de instructie is transparant. Aan de hand hiervan kan de minister geval per geval een beslissing nemen. Deze instructie geeft uitvoering aan een humanitaire maatregel. Tegelijk moet deze ook duidelijkheid geven over wie in ons land een toekomst heeft en wie er geen heeft.
Ik verontschuldig mij bij alle collega’s dat ik nog niet op alle concrete vragen een antwoord heb kunnen geven. We hebben ze alle genoteerd. Een aantal zaken, inzake informatie, uitvoering en modaliteiten, zullen de komende weken verder worden onderzocht en in vorm worden gegoten. De bevoegde staatssecretaris staat te uwer beschikking, ook reeds vanaf september, om u daarover de nodige informatie te verstrekken. Zoals daarstraks gevraagd, ook in de komende maanden zullen, wanneer u dat vraagt, de nodige toelichtingen bij de evolutie van het dossier worden gegeven.
Le président: Merci, monsieur le premier ministre. Je rappelle que le Règlement prévoit que seuls les auteurs d'interpellations et de questions peuvent répliquer, s'ils le souhaitent, pendant cinq minutes maximum.
01.20 Sarah Smeyers (N-VA): Mijnheer de eerste minister, het is tegelijk zielig en lachwekkend om te zien hoe u, CD&V en Open Vld zich kronkelen om hun schijnbaar enthousiasme te tonen over het akkoord en om het op te hemelen. Wanneer ik mevrouw Staelraeve van Open Vld hoor zeggen dat alles rozengeur en maneschijn is en hoe blij zij is met het bereikte akkoord, dan vraag ik mij af waarom minister Turtelboom bijna twee jaar het been stijf heeft moeten houden, of althans geprobeerd heeft. Waarom heeft zij bijna twee jaar lang een standpunt moeten verdedigen dat nu klaarblijkelijk geen standpunt van Open Vld is of niet meer is?
01.21 Eerste minister Herman Van Rompuy: Mevrouw Smeyers, ik wil u graag iets vragen.
Hebt u het vertrouwen gegeven aan de regering-Leterme? Ik zal in uw plaats antwoorden. Het antwoord is: ja.
Is die instructie een uitvoering van het regeerakkoord, op welke tekst u het vertrouwen gegeven hebt? Het antwoord is: ja.
Wie is er hier zielig?
01.22 Sarah Smeyers (N-VA): Mijnheer de eerste minister, tot dat punt wilde ik nog komen. Het regeerakkoord heb ik hier bij mij.
Er is misschien een minimale oplossing, maar er is geen globaal akkoord. Er is geen akkoord over de gezinshereniging. Er is geen herziening van de snel-Belgwet en evenmin van de naturalisatieprocedure. Dat alles is niet geregeld, terwijl het toch ook in uw regeerakkoord staat. En dan zegt u voorwaar dat er daarvoor in september nog een oplossing komt! Ik verwijt u geen naïviteit, maar u veinst dan toch wel naïviteit.
01.23 Eerste minister Herman Van Rompuy: Mevrouw Smeyers, u had zelfs niet gedacht dat we hierover een akkoord zouden bereiken. Ik zal u, en al de andere collega’s, nog verrassen. Ook over die andere thema’s zullen wij een akkoord bereiken. Dan verwacht ik van u applaus.
01.24 Sarah Smeyers (N-VA): Mijnheer de eerste minster, doordat CD&V en Open Vld zwichten voor de eisen van de Franstaligen, verkrijgt u inderdaad een akkoord.
Dat brengt mij bij de woorden van de heer Verherstraeten, die zegt dat het migratieprobleem of het asielprobleem geen louter Belgisch probleem is. Dat klopt, maar er is wel een louter Belgische oplossing uit de bus gekomen. Het is weer een overleg puur op federaal niveau. Op de vraag of er overleg werd gepleegd met de deelstatenministers, hebt u immers niet geantwoord. Er is geen overleg gepleegd met de deelstatenministers. Ook de gemeenten en de OCMW’s werden niet gehoord.
Wanneer u dan zegt dat cijfers geen belang hebben en dat de kostprijs niet belangrijk is, maar wel de mensen, dan vraag ik mij af met welk geld binnenkort al die OCMW’s en gemeenten de opvangplaatsen voor bijkomende migranten zullen financieren.
Alle andere problemen worden weggewuifd met het argument dat wij in een economische crisis verkeren, waardoor het moment nu niet geschikt is om naar deze of gene oplossing te zoeken. Inzake de migratie wordt er echter niet over de economische crisis gesproken, maar wordt erover gezwegen. Het gat in de sociale zekerheid is al groot en het zal nog groter worden, maar daarop kunt of wilt u geen cijfer plakken.
01.25 Eerste minister Herman Van Rompuy: Het regent; het is de schuld van België.
01.26 Sarah Smeyers (N-VA): Het is de schuld van het federale niveau. Nogmaals, er is geen draagvlak. Er wordt schijnbaar een draagvlak gecreëerd voor de oplossing van het probleem. Uw regering is erbij gebaat, dat is wat er gebeurd is. Uw regering is tijdelijk gered, maar de maatschappij is niet gebaat bij de oplossing die hier nu uit de bus is gekomen. Het is onverantwoord om nu te zeggen dat er een draagvlak is.
01.27 Luk Van Biesen (Open Vld): …
01.28 Sarah Smeyers (N-VA): Mijnheer Van Biesen zou inderdaad beter stil zijn. Mijnheer de minister, dat u durft te zeggen dat er geen aanzuigeffect zal zijn, begrijp ik echt niet. Er is nu een tweede regularisatieronde op poten gezet. Gedurende drie maanden kan men wat u noemt eenmalig – volgens mij is het al de tweede keer – geregulariseerd worden.
01.29 Eerste minister Herman Van Rompuy: U moet dat echt eens lezen. Het gaat natuurlijk alleen om degenen die in aanmerking komen, omdat ze aan de criteria voldoen. Onder meer bij de lokale duurzame verankering is er het criterium van vijf jaar onafgebroken verblijf in België. Degenen die zich aanmelden in september, oktober of december, dat heeft met de zaak niets te maken. U moet dat echt eerst eens lezen.
01.30 Sarah Smeyers (N-VA): Natuurlijk, er is een oplossing gegeven voor het verleden. Het wanbeleid uit het verleden is bij deze opgekuist.
01.31 Eerste minister Herman Van Rompuy: Degenen die vanuit den vreemde naar hier komen, komen helemaal niet in aanmerking voor de operatie. Creëer die indruk niet, dat heeft er niets mee te maken.
01.32 Sarah Smeyers (N-VA): U maakt mij nu toch niet wijs dat wie nu vaststelt dat er een tweede regularisatieoperatie wordt uitgevoerd, geen hoop zal koesteren op een derde regularisatieronde over enkele jaren.
Wat is er gebeurd? Een probleem uit het verleden is nu opgelost, het wanbeleid uit het verleden is opgekuist. Voor de toekomst is er ten gronde niets gebeurd. Er is geen structurele oplossing gekomen, niet voor het asielprobleem, niet voor het opvangprobleem, dat blijft bestaan, niet voor het probleem van de gezinshereniging, niet voor het probleem van de schijnhuwelijken. Aan de nationaliteitsverwerving is niets veranderd, zoals de heer Verherstraeten zelf zei. De wet is niet veranderd. Ik kan dus alleen maar huilen bij het vaststellen van de schijnbare oplossing. De toekomst zal uitwijzen dat er geen oplossing komt voor al die andere deelakkoorden, waar u zo op hoopt. De Franstaligen hebben immers bereikt wat ze wilden bereiken. Voor de rest zult u op uw Belgisch niveau geen verdere oplossingen meer kunnen bereiken.
01.33 Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, u hebt daarstraks met een handgebaar willen kenbaar maken alsof ik sterk aan het overdrijven was, vooral toen ik het had over de enorme kostprijs die met deze tweede massale regularisatie gepaard zal gaan.
Ik geef u een bewijs dat u echt niet kunt tegenspreken. Indien aan 10.000 asielzoekers – een heus niet overdreven aantal – een leefloon wordt gegeven, kost zulks aan onze samenleving 100 miljoen euro. Weerleg dat bedrag maar eens! Ik wil de berekening best samen met u bekijken. Een leefloon voor slechts 10.000 asielzoekers kost 100 miljoen euro per jaar.
01.34 Eerste minister Herman Van Rompuy: Wie zegt dat 10.000 asielzoekers een leefloon zullen krijgen? Wie zegt dat?
01.35 Filip De Man (Vlaams Belang): De meerderheid van de illegalen die in het verleden werd geregulariseerd, hebben voor een leefloon en voor een sociale woning op de OCMW’s een beroep moeten doen. Indien u slechts 20.000 of 25.000 asielzoekers zou regulariseren, komen wij op 100 miljoen euro uit. Dat is mijn eerste opmerking.
01.36 Eerste minister Herman Van Rompuy: Dat zullen wij nog zien. Een groot aantal onder hen zal ook legaal werken en op die manier de staatskas spijzen.
01.37 Filip De Man (Vlaams Belang): Werk vinden in een periode waarin de werkloosheid enorm oploopt en er 500.000 tot 700.000 werklozen zijn? Hebt u economie gestudeerd?
01.38 Luk Van Biesen (Open Vld): Dat hebt u zeker niet gedaan.
01.39 Filip De Man (Vlaams Belang): U wil dus werkkrachten aantrekken op een moment dat de werkloosheid fenomenaal oploopt. Bravo!
01.40 Eerste minister Herman Van Rompuy: Nee, ik hoop dat de werkloosheid over twee tot drie jaar effectief veel lager zal zijn over de hele wereld.
01.41 Filip De Man (Vlaams Belang): U hoopt dat, maar u zult nu tienduizenden steuntrekkers aantrekken.
01.42 Eerste minister Herman Van Rompuy: Nee. Nogmaals, een groot deel van betrokkenen zal op termijn werken en aldus bijdragen tot onze sociale zekerheid. Zulks zal in de huidige context niet gemakkelijk zijn, daarover ben ik het met u eens. Het zal echter op termijn het geval zijn, zoals het – getuige andere studies – met vele anderen het geval is.
01.43 Filip De Man (Vlaams Belang): U hebt het dan over het ogenblik dat er in plaats van 700.000 werklozen slechts 100.000 werklozen meer zullen zijn. Dat moment wacht ik samen met u af.
01.44 Eerste minister Herman Van Rompuy: Onze werkloosheid zal godzijdank afnemen.
01.45 Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, het tweede element van mijn repliek is een citaat, dat de eerste minister erg zal interesseren. Het is immers een citaat van de fractieleider van zijn partij, op 24 november 1999 – tien jaar geleden, toen nog de CVP –, toen uw partij nog deel uitmaakte van de oppositie en Verhofstadt besloot de eerste regularisatieronde door te voeren. Wat verklaarde toen de fractieleider van de CVP? Ik citeer letterlijk uit de Handelingen. “België voegt zich bij de groep van landen, zoals Italië en Spanje, die door een herhaald systeem van massale regularisatie een ongelooflijk aanzuigeffect uitoefenen. Nochtans is het precies dit wat de minister en ook wij willen vermijden". Dixit de CVP, die toen natuurlijk in de oppositie zat. Nu wil u voorgaande woorden natuurlijk niet meer gehoord hebben. Nu is er plots geen aanzuigeffect meer, ondanks, zoals jullie toen verklaarden, het herhaalde systeem van massale regularisatie.
Eerlijk gezegd, mocht moeten bewezen worden dat CD&V bochten van 180 graden kan maken zonder blozen, het is andermaal gebeurd.
01.46 Eerste minister Herman Van Rompuy: Ik zal u zeggen wat er is gebeurd voor een groot deel. Men heeft in het begin van 2000 een regularisatie gedaan zonder de vreemdelingenwet te wijzigen. De vreemdelingenwet is gewijzigd in 2006 waardoor de procedures veel korter zijn geworden.
01.47 Filip De Man (Vlaams Belang): Dat doet niets ter zake.
01.48 Eerste minister Herman Van Rompuy: Wij stonden daar trouwens achter en hebben dat vanuit de oppositie goedgekeurd. De procedures zijn dus veel korter geworden en thans worden wij eigenlijk geconfronteerd met de laatste langdurige procedures. Deze operatie is voor een deel te wijten aan het feit dat de vreemdelingenwet helaas pas in 2006 en eigenlijk pas vanaf 1 juni 2007 in werking is getreden. Dat is de verantwoording waarom deze maatregel nu voor een groot deel nodig is geweest. Zo hypocriet was dat dus niet wanneer mijn fractieleider dat zei in 2000. Op dat ogenblik was de vreemdelingenwet niet gewijzigd, die is pas zes of zeven jaar later gewijzigd.
01.49 Filip De Man (Vlaams Belang): Daar heeft natuurlijk de illegaal die hoopt hier aan bod te komen, geen enkele wetenschap van. Die hoort alleen dat er nu en dan in dit land een enorme, massale regularisatie wordt doorgevoerd. Een hernieuwing van de regularisaties is de enige boodschap die de illegaal en ook de mensensmokkelaars onthouden.
01.50 Eerste minister Herman Van Rompuy: Ik heb u gezegd waarom deze regularisatie noodzakelijk was. U kunt nog honderd keren zeggen dat het anders is. Ik heb u de reden gegeven. Vervolgens is het geen collectieve regularisatie, maar een individuele, geval per geval.
01.51 Filip De
Man (Vlaams Belang):
Oké, I rest my case.
01.52 Robert Van de Velde (LDD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de premier, ik heb hier vandaag een zeer interessante les geleerd, met name dat de Maddensdoctrine effectief werkt.
Ik heb wel de indruk dat de Franstaligen veel beter hun les geleerd hebben dan de Vlamingen, want zij hebben niks gevraagd en alles gekregen. Ik zie hier de twee Vlaamse regeerpartijen draaien als een tol en uiteindelijk op de knieën en door de knieën gaan. Ook uw partij, mijnheer Verherstraeten. Het is puur toeval, maar ik heb hier van een week eerder, mijnheer De Man, uitspraken van de toenmalige CVP. Geef mij dan de echte CVP maar, mijnheer Van Rompuy. Dat heeft er niets mee te maken of de wetgeving veranderd is of niet. De toenmalige CVP zei dat een eenmalige campagne de indruk wekt dat het initiatief in de toekomst navolging krijgt. U doet dit vandaag terug! Het initiatief dat u vandaag toont, wekt zeer sterk de indruk dat dit in de toekomst terug zal gebeuren.
01.53 Eerste minister Herman Van Rompuy: Mijnheer Van de Velde, ik zeg u alleen dat deze operatie totaal anders is dan de operatie die de heer Dedecker, uw voorzitter, in 1999 …
01.54 Robert Van de Velde (LDD): U moet uw geschiedenis leren. De heer Dedecker is precies omwille van dat soort praktijken uit Open Vld gestapt, en gelukkig maar, als ik het standpunt van Open Vld vandaag hoor.
01.55 Servais Verherstraeten (CD&V): Collega, u zou beter het interview van de heer Dedecker in De Morgen van 27 december 2008 lezen. Toen had hij Open Vld al verlaten. "Ik ben voor een open migratie. De grenzen zijn toch open. Ze gaan nooit meer dicht."
01.56 Robert Van de Velde (LDD): Mijnheer Verherstraeten, ik zal daarop met alle plezier antwoorden. Het gaat over een migratie waarbij mensen duidelijk aan het werken zijn.
Op dit moment werkt een derde van al wie vandaag is geregulariseerd, niet en is uitkeringsgerechtigd. Dat is wat deze regering opnieuw zal doen. Op een sociale zekerheid die het niet meer kan dragen, gaat ze extra mensen toevoegen. Dat weet u goed genoeg.
Het is onbegrijpelijk dat u niet de minste poging hebt ondernomen om tot een aanzet te komen voor een structurele oplossing. U kon bijvoorbeeld het veelvoud aan procedures aanpakken, al was het maar door het beperken van het pro-Deogeld voor de advocaten die, zoals u heel goed weet, mijnheer Verherstraeten, op regelmatige tijdstippen de procedure uitmelken en telkens tot een nieuwe procedure komen. Dit is een teken dat de wet zich tegen de eigen Staat keert en wordt uitgemolken door advocaten.
Wat dat betreft, zou het niet onverstandig zijn om na te gaan of we niet tot een procedure zouden kunnen komen die gerechtvaardigd zou worden betaald en pro Deo zou worden ondersteund. Verder procederen om te procederen is niet correct en zelfs misdadig.
Ik vind het onbegrijpelijk dat dit zogenaamd akkoord misdrijven beloont. Degenen die hier vijf jaar waren, waren hier niet op hun plaats. Mijnheer Van Rompuy, de tranen die u weent om het leed van deze mensen zijn zoute tranen op een zelfgecreëerde wonde.
Dat is wat u doet. U doet het uitschijnen alsof de procedure vijf jaar moest duren. Dat was niet het geval. Dat moest niet. Die procedures zijn voor een groot stuk het gevolg van een gebrekkige wet. Zolang die wetgeving niet wordt aangepast, blijven we met deze situatie zitten.
Het is trouwens pathetisch dat u het humane leed telkens naar voren haalt om een situatie die u wetgevend niet onder controle hebt gekregen, te verdedigen. Ik vind het trouwens een onrecht ten opzichte van de mensen die in die situatie verzeild zijn geraakt.
Mijnheer de eerste minister, ten slotte, ik heb uw antwoord gehoord op wat de heer De Man vroeg over de kostprijs. Er zijn studies. De studies geven aan dat een derde na vijf jaar niet werkt. Deze mensen worden effectief uitkeringsgerechtigd en zullen onze sociale zekerheid belasten. Dat zijn mensen die onze sociale zekerheid belasten zonder ooit ertoe te hebben bijgedragen. Mijnheer de eerste minister, dat zit de Vlaming dwars en dat mag ook.
Ten slotte, ik heb geen antwoord gekregen in verband met de aantallen. U weet het niet. Ik vind dit geen daad van beleid. Ik vind dit een daad van onkunde. Het is ook niet nieuw. Wanneer wij het over de begroting hebben, krijgen wij ook nooit een deftig antwoord. Ik heb geen antwoord gekregen over de ingangsdatum. U hebt internationaal geen verhaal. Het enige dat ik vandaag gezien heb, is dat CD&V en Open Vld zo plat op de buik zijn gegaan als Jens Voigt gisteren op de Petit Saint-Bernard.
01.57 Dalila Douifi (sp.a): Mijnheer de eerste minister, ik zal niet in dezelfde lijn reageren als een aantal vorige sprekers, omdat ik het nogal oneerbiedig vind om over mensen, vreemdelingen of niet, die al jaren op een aangekondigde oplossing wachten, te spreken alsof het mensen zijn die in de hangmat van onze sociale zekerheid zullen terechtkomen.
Ik vind het oneerbiedig en misplaatst om een dergelijk sfeertje te creëren als het over een dergelijk dossier gaat. Ik vind dat ongehoord, mijnheer Van de Velde, neem mij niet kwalijk.
Wat ik wel vind, mijnheer de eerste minister, is dat wij samen moeten zoeken naar een constructieve opvolging. Er zou een objectieve audit kunnen gebeuren, bijvoorbeeld door de federale ombudsman, maar misschien zijn er nog andere mogelijkheden, eens de instructie is uitgevoerd. Op basis van een objectieve evaluatie kunnen wij kijken tot wat een dergelijk regularisatiebeleid of de instructie die vanaf september van toepassing wordt, leidt en kunnen wij de conclusies gebruiken voor het uittekenen van het regularisatiebeleid in de toekomst. Dat moet absoluut gebeuren.
Er nu al van uitgaan dat de regularisatie implicaties zal hebben voor de sociale zekerheid vind ik behoorlijk misleidend. Daardoor wordt een sfeertje opgehangen dat werkelijk ongepast is, humanitair gezien. Dat zijn dan uitspraken voor mijn rekening, net zoals de uitspraken van collega's van andere partijen voor hun rekening zijn.
Mijnheer de eerste minister, de conclusie die wel kan worden getrokken, nadat ik de interventies van de collega's in de meerderheid heb gehoord, is dat er geen sprake is van een geïntegreerd en globaal asiel- en migratiebeleid. Ik heb dat zowel de collega van het cdH als de collega van de PS horen zeggen. Er is wel een akkoord voor het verleden, dus over regularisaties, en uit uw antwoord te horen zullen er ook een aantal punten uit de instructie overblijven in de toekomst.
Maar wij hebben ook nood aan bijkomende duidelijkheid voor de toekomst. Wie net niet in aanmerking voor regularisatie komt, zal immers waarschijnlijk blijven, in de hoop dat er toch nog ergens een bepaling is die op hem of haar van toepassing is.
Op de vraag over duidelijkheid voor de regularisaties in de toekomst en over bijkomende middelen die nodig zijn op de dienst Vreemdelingenzaken om dat te kunnen bolwerken, daar heb ik u geen antwoord horen op geven.
Dit zijn eigenlijk de voornaamste punten van kritiek namens mijn fractie, mijnheer de eerste minister. Het gaat eigenlijk vooral om wat er niet is beslist. Ten eerste, er moet duidelijkheid komen voor de toekomst. Ten tweede, er moet een geïntegreerde en globale aanpak komen, zowel voor asiel als voor migratie. Ik wil eigenlijk niet dat u, zoals de voorbije maanden ongemakkelijk loopt omdat u niet goed weet wat de sp.a wil. Ik zal u onze standpunten over de verschillende dossiers eens bezorgen, zodat u dat wel weet bij de eerstvolgende discours die ik zal houden.
U hebt mij ten gronde echter geen kritiek horen geven over wie er op basis van de instructie geregulariseerd kan worden. Ik heb er geen probleem mee om dat te zeggen, mijnheer de eerste minister. Wij hebben maanden geleden al gevraagd om een oplossing te vinden en uitzicht te bieden in zeer prangende humanitaire situaties. Ik meen dat dat nu inderdaad gebeurt. Voor de toekomst zult u echter meer duidelijkheid moeten creëren. Ik heb u ook niet onmiddellijk horen zeggen wat nu, tijdens de zomervakantie, voor september zal gedaan worden om voor die mensen, die gezinnen die daar op straat of in de hotels verblijven, een oplossing te bieden. Ik neem aan dat we in september de gelegenheid zullen hebben om de structurele oplossing voor het tekort in de opvangsector toegelicht te zien.
Wat wij ook willen, voor alle duidelijkheid, is dat de begeleiding in de opvangsector veel intensiever gebeurt. Niet alleen voor de juridische bijstand, van bij het begin, maar ook voor de begeleiding met het oog op de vrijwillige terugkeer moet er in extra middelen worden voorzien.
Mevrouw Staelraeve heeft gezegd dat Open Vld vooral blij ermee is dat het geruzie is gestopt. Ik herhaal, het is geen algehele oplossing voor de problematiek van asiel en migratie. Het was inderdaad het einde van een ruzie en vooral een oplossing voor de politieke problemen in deze regering.
In september zult u echter akkoorden, lijnen, moeten uitstippelen, waarvoor u dan nog maar anderhalf jaar zult hebben om ze ook effectief uit te voeren.
Le président: Madame Gerkens, vous n'êtes pas obligée de vous exprimer pendant 5 minutes, d'autant plus qu'en principe, dans le cas de figure d'aujourd'hui, seuls les interpellateurs ont le droit de répliquer. C'est par souci de transparence et de démocratie que j'autorise chacun à réagir. Si j'avais appliqué strictement le Règlement, seuls les interpellateurs auraient pu intervenir.
01.58 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, avant d'aborder l'accord proprement dit, je voudrais faire une remarque. Il est impossible de ne pas être choqué de constater, au XXIème siècle, dans un pays civilisé et riche comme le nôtre, peuplé de gens qui ont été scolarisés, qui ont connaissance de l'histoire de l'humanité, que certains n'ont pas intégré la réalité de la migration. Les étrangers arrivent chez nous avec leurs compétences et leur savoir; l'expérience a montré que leur arrivée représente un enrichissement, de nouveaux emplois et de nouvelles activités ainsi qu'une mixité au caractère positif. Il est exaspérant d'entendre à chaque fois dire que l'on a peur de l'étranger qui vient pomper notre argent et nos emplois!
L'étude réalisée entre 1999 et 2002 – je crois – sur la régularisation indique que si 33% des étrangers bénéficient effectivement d'allocations sociales, une majorité d'entre eux travaillent, ont un logement et sont parfaitement intégrés. Relevons plutôt le défi visant à permettre qu'ils s'intègrent et puissent jouer pleinement leur rôle de développement dans notre société.
Monsieur le premier ministre, je vous ai posé toute une série de questions au sujet de l'accord intervenu. J'en ai encore à vous poser comme c'est le cas également pour les associations et les avocats notamment. À mon avis, devoir attendre jusqu'au 15 septembre pour pouvoir poser toutes ces questions, pour avoir cet échange entre les parlementaires et les acteurs de terrain, cela ne va pas! À présent que toutes ces communications ont été faites, chaque intéressé s'interroge. Aussi, il serait intéressant de pouvoir, avant la fin du mois de juillet, s'adresser aux ministres compétents, que ce soit M. Wathelet en présence de Mme Milquet ou l'un à défaut de l'autre, afin de permettre de préparer les dossiers et d'avoir toute la clarté nécessaire pour l'examen des demandes qui seront introduites à partir du 15 septembre. Je souhaiterais que l'on prenne des dispositions en ce sens.
Par ailleurs, mettre en place une commission permanente de régularisation, toujours sur la base des mêmes critères, n'équivaut pas à faire un appel d'air. Qu'est-ce que l'appel d'air? Ce sont des sans-papiers qui font la grève de la faim ou qui montent au sommet d'une grue mettant ainsi leur vie en danger pour finalement nous obliger à réagir. Mettre sa vie en danger devient l'appel d'air et un des critères que nous sommes bien obligés de prendre en compte. C'est également prendre conscience du fait que nous sommes dans un monde inégalitaire. Certes, l'accès inégal aux richesses et la crise alimentaire qui frappe les pays en développement vous préoccupe grandement. Mais aussi longtemps que nous devrons faire face à cette réalité, des personnes viendront sur notre territoire qui ne répondront pas aux critères d'asile proprement dits, qui sortiront des procédures et exigeront de notre part de revoir et de régulariser des situations.
Je plaide vraiment pour qu'en septembre, lorsque vous aborderez certains thèmes comme le regroupement familial, la réflexion reprenne sur l'opportunité de mettre en place un tel dispositif, afin de ne pas se retrouver dans dix ans avec ce même débat, qui confond l'ouverture et l'accueil et la xénophobie.
En ce qui concerne l'emploi, vous confirmez que les personnes qui pourront bénéficier de la régularisation par le biais de l'emploi devront avoir en main un contrat d'emploi signé, alors que leur situation ne leur y donne pas droit et qu'un employeur ne prendra pas forcément ce risque-là. Vous parlez "d'employabilité"; cela signifie-t-il un projet et un engagement d'emploi de la part d'un employeur? S'agit-il d'un projet comme travailleur indépendant? Est-ce être âgé de moins de 52 ans, ne pas être sans qualification, bref ne pas être un travailleur qu'on n'a, à première vue, pas envie d'engager?
J'aimerais que vous vous expliquiez aujourd'hui sur cette question. En effet, j'estime qu'il ne faut pas opérer de discrimination à partir d'appréciations subjectives d'employabilité ou en montrant des exigences auxquelles on ne pourra pas satisfaire, comme la signature d'un contrat.
Le président: Nous sommes dans les répliques et nous nous limiterons aux répliques.
01.59 Sofie Staelraeve (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, aan degenen die mij verwijten dat ik op mijn buik ga, wil ik zeggen dat ik absoluut minder buikomvang heb dan degenen die dat hier beweren, dat is dus niet mogelijk.
Wie het akkoord leest, zal merken dat dit een rationele oplossing is. Het is een rationele oplossing die vertrekt vanuit twee startpunten, namelijk de lange duur van de procedure, een bestaand element, en de lokale verankering, een element dat ook reeds aanwezig was in de instructie van minister Turtelboom einde maart. Open Vld bevestigt hier dus, ik herhaal het nog eens, het beleid waarvoor wij staan, in het verleden, in het heden en in de toekomst. Het is een rationele oplossing die vertrekt, u hebt het ook reeds aangehaald, mijnheer de eerste minister, vanuit criteria die in essentie niemand betwist. Die criteria zijn inburgering, werk, werkbereidheid en taalkennis.
In verband met de vrees dat mogelijkerwijs heel veel mensen langdurig aan OCMW-steun verankerd zullen worden, wil ik even het volgende zeggen.
Ten eerste, in de instructie wordt verwezen naar mensen die een bepaald profiel hebben, competenties hebben voor knelpuntberoepen. Dat is ook een thema waarover wij de voorbije weken reeds uitgebreid gediscussieerd hebben.
Ten tweede, elke maatregel tot steun moet voorafgegaan worden door sociaal onderzoek.
Ten derde, het zijn de gemeentes, de Gewesten en de OCMW-raden zelf die op dat vlak een eigen beleid kunnen uitstippelen, die dus zelf beslissen of ze al dan niet steun geven, voor welke duur ze dat doen en welke voorwaarden daaraan gekoppeld worden. Daarop kunnen de gemeentes dus heus wel wat impact hebben. Daar kan dus heel wat actie gebeuren.
Ten slotte wil ik toch even repliceren dat degenen die mist spuien, aan de ene of de andere kant, over de inhoud van dit dossier zelf mee zorgen voor een aanzuigeffect.
01.60 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, u hebt gezegd dat het akkoord een gedragslijn is die in de komende maanden, vanaf morgenvroeg, en voorts in september, nog verder zal moeten worden uitgewerkt.
Mijnheer de voorzitter, ik hoop dan ook dat wij met deze commissie regelmatig kunnen samenkomen, met de staatssecretaris, om daarover van gedachten te wisselen, punctueel, misschien niet zozeer in de vorm van mondelinge vragen, maar wel moet er echt tijd gemaakt kunnen worden in deze commissie om dat op te volgen. Ik vermoed immers – daarmee loop ik weliswaar vooruit; het kan evengoed niet uitkomen – dat er enkele aspecten in het akkoord zitten die in de praktijk niet zo evident zullen blijken te zijn. Ik noem bijvoorbeeld het arbeidsmarktonderzoek waarover u ook hebt gesproken. In Vlaanderen geeft een arbeidsmarktonderzoek in de praktijk nooit aanleiding tot het verkrijgen van een arbeidskaart-B. U merkt dat er in de verschillende Gewesten verschillende praktijken bestaan. Misschien is het daarom wel goed om vast te stellen dat u met de Gewesten samen moet zitten om te proberen dat op een gelijke lijn te trekken.
Er is nu een akkoord bereikt over een gedragslijn. Ik hoop dat de politieke wil zal blijven bestaan, over de verschillende partijen heen, als er “en cours de route” dergelijke problemen opduiken, om te proberen deze af te vlakken.
U hebt veel gesproken over transparantie en motivatie. Ik juich dat toe. U hebt gezegd dat de criteria in concreto beoordeeld moeten worden. Bovendien, zo zei u ook, zullen de afwijkingen telkens gemotiveerd moeten worden. Ik hoop dat het in de praktijk ook effectief zo zal verlopen. Vandaag is het immers niet zo dat alle negatieve beslissingen die in een of andere procedure genomen kunnen worden, moeten worden gemotiveerd. De advocaten, bijvoorbeeld, betreuren dat zeer. Als in de voorliggende procedure de beslissingen telkens gemotiveerd worden, dan zal dat automatisch ook leiden tot een grotere objectivering van de procedure en ook tot duidelijkheid en transparantie in de verschillende werkwijzen. De discretionaire bevoegdheid blijft bestaan, wat “dans le pire des cas” – ik zeg niet dat het zo hoeft te gebeuren – zou kunnen leiden tot twee parallelle sets van criteria, namelijk de criteria die geëxpliciteerd zijn en de criteria die gehanteerd worden. Indien elke beslissing echter telkens gemotiveerd wordt, dan zal dat ook steeds meer uitgevlakt worden in wat van de discretionaire bevoegdheid overblijft.
Collega Nyssens suggereerde om onze commissie zodanig te installeren dat zij de minister kan omkaderen. Die suggestie vind ik echt bijzonder waardevol. Zeker voor de toekomst lijkt dat mij het meest structurele dat er gedaan kan worden. Zo wordt vermeden, telkens als de minister verandert, dat ook de criteria wat veranderen, dat de jurisprudentie een beetje wijzigt of dat men mensen moet veranderen om tot een oplossing te komen, wat uiteindelijk toch het geval was.
Het lijkt mij nog niet zo heel duidelijk wat er gebeurt met mensen die in aanmerking zouden kunnen komen, maar die een bevel hebben om het grondgebied te verlaten en die zich in gesloten centra bevinden. Uit de audit van de ombudsman is gebleken dat in de gesloten centra de juridische en sociale bijstand ondermaats zijn. Juridische informatie stroomt moeilijk door naar de gesloten centra. Dat punt vergt speciale aandacht; iedereen moet immers op gelijke voet worden behandeld.
Ten slotte denk ik dat opvolging en audit echt wel heel belangrijk zijn. Collega Verherstraeten heeft gesproken over integratie. Alle mensen die in aanmerking komen en zullen geregulariseerd worden, beginnen uiteindelijk ook voor een stuk aan een nieuw integratietraject. Voor een groot stuk zullen ze al geïntegreerd zijn, maar voor een stuk beginnen ze ook aan een nieuw integratietraject om een goede job te hebben, niet in het zwart, en om hun gezinsleven verder uit te bouwen. Dan zal er ook moeten gekeken worden naar de conclusies uit het rapport van de Koning Boudewijnstichting. Daaruit is onder andere gebleken dat sommige personen meer en betere aandacht verdienen. De situatie van vrouwen bijvoorbeeld was niet altijd even rooskleurig. Het zou jammer mocht de studie van de Koning Boudewijnstichting de schuif verdwijnen. Het is goed dat die studie er was, maar nu ligt ze daar zonder meer. Welnu, met de conclusies ervan zou in de toekomst rekening moeten worden gehouden.
Voor alle personen die hebben gesproken over migratie en het migratiebeleid, zoals ik ook heb gedaan, denk ik dat er een enorme opdracht ligt op Europees niveau. De standpunten tussen de diverse lidstaten staan zeker niet op een lijn. Er is inderdaad een globaal asiel- en migratiepact dat werd gesloten onder het Franse voorzitterschap. Dat heeft verscheidene lidstaten er niet van weerhouden om een terugkeerrichtlijn te laten goedkeuren die in het begin zeker niet positief was. Ook daar zou men op het voorplan goed moeten nadenken hoe de verschillende situaties zijn. Ik denk alleen al maar aan de Dublin-uitwijzingen bij personen die uit Irak komen naar Griekenland. Op dat vlak laat ons land ook steken vallen. Ik pleit voor een proactieve en menselijke houding op Europees vlak.
01.61 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le président, je prends acte de toutes les explications du premier ministre. Nous attendrons le mois de septembre pour analyser l'application de cette fameuse instruction. J'espère également qu'à ce moment, nous aurons une réflexion globale sur l'immigration, notamment pour éviter les opérations "one shot".
Pour ce qui est de l'ancrage local, je regrette qu'on n'ait pas reçu beaucoup d'informations quant au rôle des autorités locales. Je vous dirai sur une petite note d'humour, à défaut de circulaire dans l'accord du gouvernement, les autorités locales recevront-elles peut-être une circulaire provenant des différents ministres du gouvernement, en leur précisant bien la marche à suivre pour exécuter correctement l'audition ou l'analyse du profil du candidat et pour que l'on tienne compte de l'analyse donnée par l'autorité locale. Ce sont en effet le bourgmestre et les services sociaux qui sont les plus à même de rendre un avis circonstancié sur les personnes qui habitent dans leur commune.
Sans vouloir polémiquer, à Ecolo-Groen! qui dit que l'on ne communique pas de bonnes informations et qu'il faut attendre septembre pour donner toute l'information aux personnes concernées, je voudrais simplement dire qu'il faut donner les bonnes informations, répondre correctement et ne pas redonner de faux espoirs. J'ai moi-même eu l'occasion de visiter les centres fermés avec des parlementaires d'Ecolo; ils donnent franchement de faux espoirs aux gens! J'espère donc que, grâce à cette instruction qui comportera des critères clairs, les différents candidats recevront des informations claires!
01.62 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, je remercie le premier ministre pour sa réponse.
Monsieur le premier ministre, je pense que la publication de l'information sur le site web de l'Office des étrangers n'est qu'un premier pas. Je suppose que vous allez prévoir une grille de décodage. Ce n'est bien sûr pas pour les parlementaires, car nous n'avons pas à nous occuper des dossiers, mais plutôt à destination des services sociaux et des administrations locales. Ces dernières reçoivent de nombreux appels et ne savent pas quoi répondre aujourd'hui, ce qui est bien normal. Il faudra donc faire du training auprès des administrations locales. Je pense qu'il faudra s'occuper de cela avant le 15 septembre, même si j'estime que vous avez droit à des vacances après l'accord que vous avez conclu.
Vous avez également dit qu'il était important de dégager des moyens pour l'Office des étrangers. J'imagine que cela sera réglé dans le cadre des discussions budgétaires.
En outre, il ne faudrait pas qu'il y ait de l'arbitraire et de la discrimination par rapport aux personnes qui sont en centres fermés. Il faudra, là aussi, un message clair car ces personnes ont le droit de déposer un dossier.
Enfin, à l'égard de choses que j'ai pu entendre aujourd'hui et qui, pour moi, étaient parfois à la limite de la xénophobie, je pense qu'une des responsabilités des hommes et des femmes politiques n'est pas d'affoler la population par rapport à un processus de régularisation. Il faut insister sur le fait que ces gens sont dans nos quartiers et que, demain, ils n'y seront plus illégalement et qu'ils participeront à l'économie du pays. Il faut un message rassurant à l'égard de la population. En 1999, tout s'est bien passé et tout se passera bien maintenant. Il ne faut pas, comme je l'ai entendu ici, affoler la population avec des chiffres qui me semblent totalement délirants.
01.63 Clotilde Nyssens (cdH): Monsieur le président, très brièvement, je voudrais remercier encore le premier ministre pour le choix politique accompli. À travers cette instruction transparaît une vision de société et une vision de l'homme que le cdH apprécie. Le volet de régularisation par le travail est très intéressant. Nous n'avons pas beaucoup d'expérience de cette méthode de régularisation en Belgique mais c'est intéressant pour l'avenir. C'est un pari de voir si ces personnes vont trouver un contrat de travail d'un an, de voir s'il sera renouvelé, de voir comment les Régions vont se positionner pour l'octroi de ce permis B. Ce volet était nécessaire quoi qu'il en soit.
Enfin, il reste du pain sur la planche mais je suis convaincue que les ministres compétents veilleront à répondre à toutes les questions de procédure qui ont été posées et qu'ils procéderont à l'information nécessaire des personnes concernées, que ce soit par des dépliants ou d'autres instructions à l'attention des services sociaux et des avocats en particulier.
De voorzitter: Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een motie van wantrouwen werd ingediend door de heer Filip De Man en luidt als volgt:
“De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Filip De Man en Robert Van de Velde en van de dames Sarah Smeyers en Tinne Van der Straeten
en het antwoord van de eerste minister,
- stelt vast dat de door de regering geplande massale regularisatie botst met de afspraken die ter zake gemaakt werden op Europees vlak;
- meent dat in de huidige economische crisis en op een ogenblik dat de OCMW-kassen leeg zijn, geen nood is aan tienduizenden extra steuntrekkers;
- vreest bovendien dat het aanzuigeffect groter dan ooit zal worden als een tweede massale regularisatie wordt doorgevoerd;
- kan niet aanvaarden dat de wetgevende macht ter zake buitenspel wordt gezet middels een vage en ongemotiveerde 'instructie';
- ontneemt derhalve het vertrouwen in de regering."
Une motion de méfiance a été déposée par M. Filip De Man et est libellée comme suit:
“La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Filip De Man et Robert Van de Velde et de Mmes Sarah Smeyers et Tinne Van der Straeten
et la réponse du premier ministre,
- constate que les régularisations massives planifiées par le
gouvernement sont contraires aux accords conclus en la matière au niveau européen;
- estime que dans le cadre de la crise économique actuelle et à un moment
où les caisses des CPAS sont vides, le pays n’a pas besoin de dizaines de
milliers de nouveaux allocataires;
- craint en outre qu’une deuxième vague de régularisations massives
n’induise un effet d’aspiration plus important que jamais;
- ne peut accepter que le pouvoir législatif soit mis hors jeu en la
matière par le biais d’une ‘instruction’ vague et non motivée;
- retire dès lors sa confiance au gouvernement."
Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Koen Bultinck en Hagen Goyvaerts en luidt als volgt:
“De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Filip De Man en Robert Van de Velde en van de dames Sarah Smeyers en Tinne Van der Straeten
en het antwoord van de eerste minister,
- stelt dat de beschikkingen inzake illegale vreemdelingen uit de vreemdelingenwet en de wet op het politieambt onverkort moeten toegepast worden;
- roept de burgemeesters tot de orde die politiemensen verplichten illegalen in te schrijven in plaats van op te pakken;
- vraagt de minister van Binnenlandse Zaken dat zij dit in een rondzendbrief nogmaals duidelijk maakt aan de burgemeesters en alle ambtenaren met politionele bevoegdheid zoals beschreven in artikel 81 van de vreemdelingenwet."
Une première motion de recommandation a été déposée par MM. Koen Bultinck et Hagen Goyvaerts et est libellée comme suit:
“La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Filip De Man et Robert
Van de Velde et de Mmes Sarah Smeyers et Tinne Van der Straeten
et la réponse du premier ministre,
- considère qu’il convient d’appliquer sans délai les dispositions de la loi sur les étrangers et de la loi sur la fonction de police en matière d’étrangers en séjour illégal;
- rappelle à l’ordre les bourgmestres qui obligent les policiers à procéder à l’inscription de clandestins au lieu de les arrêter;
- demande à la ministre de l’Intérieur de préciser une fois de plus, par le biais d’une circulaire, ces éléments à l’attention des bourgmestres et de tous les fonctionnaires disposant de la compétence de police tels qu’ils sont décrits à l’article 81 de la loi sur les étrangers.“
Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Robert Van de Velde en luidt als volgt:
“De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Filip De Man en Robert Van de Velde en van de dames Sarah Smeyers en Tinne Van der Straeten
en het antwoord van de eerste minister,
overwegende dat:
- 1. de regering geen structurele oplossingen biedt voor de prangende asielproblemen zoals aanpassing vreemdelingenwet, snel-Belg-wet en gezinshereniging;
- 2. de regering geen inschatting kan maken van het te verwachten aantal regularisaties en de eraan verbonden kosten,
vraagt het akkoord uit te stellen tot er een advies van de Raad van State is met betrekking tot het gelijkheidsbeginsel en het Strafwetboek (artikel 75) en tot er duidelijkheid is over het aantal dossiers en de kost."
Une deuxième motion de recommandation a été déposée par M. Robert Van de Velde et est libellée comme suit:
“La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Filip De Man et Robert Van de Velde et de Mmes Sarah Smeyers et Tinne Van der Straeten
et la réponse du premier ministre,
considérant que:
- 1. le gouvernement n’apporte aucune solution structurelle au problème aigu de l’asile, telle qu’une modification de la loi sur les étrangers, de la loi instaurant une procédure accélérée de naturalisation et de la loi sur le regroupement familial;
- 2. le gouvernement s’avère incapable de prévoir le nombre de régularisations auxquelles il procédera et d’estimer le coût de ces régularisations,
demande le report de l’accord sur l’asile et la migration jusqu’à ce que le Conseil d’État ait rendu son avis sur le principe d’égalité et le Code pénal (article 75), et jusqu’à ce que la clarté soit faite sur le nombre de dossiers de régularisation et leur coût.“
Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Jacqueline Galant, Karine Lalieux en Sofie Staelraeve en door de heren Josy Arens en Michel Doomst.
Une motion pure et simple a été déposée par Mmes Jacqueline Galant, Karine Lalieux et Sofie Staelraeve et par MM. Josy Arens et Michel Doomst.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
La réunion publique de commission est levée à 16.30 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.30 uur.