Commissie voor de Volksgezondheid, het Leefmilieu en
de maatschappelijke Hernieuwing |
Commission
de la Santé publique, de l'Environnement et du Renouveau de la Société |
van woensdag 15 juli 2009 Voormiddag ______ |
du mercredi 15 juillet 2009 Matin ______ |
La séance est ouverte à 10.00 heures et présidée par Mme Muriel Gerkens.
De vergadering wordt geopend om 10.00 uur en voorgezeten door mevrouw Muriel Gerkens.
01 Vraag van de heer Luk Van Biesen aan de vice-eerste minister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "de inactieve thesaurierekening voor het FAVV" (nr. 14185)
01 Question de M. Luk Van Biesen au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "le compte de Trésorerie inactif pour l'AFSCA" (n° 14185)
01.01 Luk Van Biesen (Open Vld): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, ik heb deze vraag ook gesteld aan minister Reynders, verantwoordelijk voor het reilen en zeilen op het departement Financiën. Het gaat echter specifiek over een thesaurierekening die geopend werd naar aanleiding van de programmawet van 2005.
België heeft ongeveer 150 thesaurierekeningen en een veelvoud daarvan aan orderekeningen. In principe gaat het om betalingen en ontvangsten met een specifiek karakter die buiten de normale werking vallen en die dus ook buiten de begroting vallen. Ik ben een groot voorstander van de invoering van de dubbele boekhouding. Bij de invoering van een dubbele boekhouding moeten ook de thesaurierekeningen afgesloten zijn of opgehelderd worden.
Wat is er gebeurd? In de programmawet van 2005 werd een bedrag van 12 miljoen euro ter beschikking gesteld van het Federaal Voedselagentschap voor de specifieke behandeling van de BSE-problematiek, beter bekend als de gekke koeienziekte. Nu blijkt dat in 2005 inderdaad de 12 miljoen euro aangewend is, maar eind 2008, en ook nog bij mijn jongste onderzoek op 1 juli 2009, staat die rekening nog steeds 12 miljoen euro negatief. Dat betekent dat noch in 2005, 2006, 2007, 2008 of 2009 een minister dat op zijn begroting heeft ingeschreven. Dat het bedrag aangezuiverd moet worden via de werkingsmiddelen van een bestaande begroting, lijkt meer dan logisch.
Gisteren heb ik aan minister Onkelinx een vraag gesteld over de Mexicaanse griep en de vaccins dienaangaande. Dat is een apart dossier en heeft concreet niets te maken met die thesaurierekening. Echter, de vrees bestaat, aangezien er sprake is over 12,6 miljoen vaccins en over 150 miljoen euro aan middelen, dat de minister onvoldoende middelen op haar begroting zou hebben. Misschien zou naar dezelfde techniek gegrepen kunnen worden als in het jaar 2005. Minister Onkelinx heeft ons gisteren echter verzekerd dat de regering het volledige bedrag voor de vaccinatie tegen de Mexicaanse griep wel kan dragen via de bestaande begroting.
Mevrouw de minister, die thesaurierekening moet nog aangezuiverd worden. Wanneer wordt dat opgenomen in de begrotingen van de respectieve verantwoordelijke ministers?
Bent u van plan om dat dit jaar te doen, om dat geleidelijk te doen, of op welke manier? Sinds juni 2005 is er immers geen enkele beweging op die rekening geweest.
01.02 Minister Sabine Laruelle: Mijnheer Van Biesen, het Schatkistvoorschot van 12 miljoen euro, dat via de FOD Volksgezondheid aan het FAVV werd toegekend, moet via een jaarlijkse terugbetaling ten belope van 1 miljoen euro gedurende twaalf jaar worden terugbetaald.
Niettemin vertoont het budget van het FAVV in 2008 voor het eerst sedert de oprichting een batig saldo. Kredieten zijn ingeschreven in de algemene uitgavenbegroting 2009 en in het ontwerp van begroting voor 2010 van het FAVV.
Ter uitvoering van voormelde uitgaven moet tussen de FOD Volksgezondheid en de Schatkist een protocol worden ondertekend.
De griep is een bevoegdheid van mijn collega, Laurette Onkelinx.
01.03 Luk Van Biesen (Open Vld): Mevrouw de minister, in 2009 zal voor de eerste keer 1 miljoen worden aangezuiverd. Vanaf 2009 zal er gedurende twaalf jaar telkenmale 1 miljoen euro worden terugbetaald.
Mevrouw de minister, is er een reden waarom de terugbetaling over lange tijd wordt gespreid? Ik kan het begrijpen, want 12 miljoen euro is veel geld. Echter, in de huidige crisisperiode, waarin naar rato van miljoenen euro per dag gaten in de begroting worden geslagen, is het eigenaardig dat de overheid het probleem in kwestie zo lang, namelijk gedurende twaalf jaar, meesleept op de respectieve begrotingen van de verschillende departementen.
U sprak ook van een batig saldo bij het FAVV in 2008. Was het genoemde, batige saldo niet voldoende groot om reeds een terugbetaling te doen?
01.04 Minister Sabine Laruelle: Het saldo verandert niets aan de algemene begroting op federaal niveau. Twaalf miljoen euro minder in een departement en twaalf miljoen euro meer in een ander departement is niets meer dan een verdeling op het federale vlak. Een en ander verandert dus niks aan de begroting en aan de problematiek van het toekomstige, budgettaire evenwicht op het federale niveau.
Er is dus een akkoord om de terugbetaling van de genoemde 12 miljoen euro in schijven van 1 miljoen euro per jaar te doen. Wij zullen in de komende jaren bekijken of het al dan niet mogelijk is om vroeger terug te betalen. Op federaal vlak verandert dat echter niets.
Ik herhaal dat inzake de werking van het FAVV ook de verschillende, economische sectoren van de voedselketen met de economische crisis te kampen hebben. Voor 2009 is er dus ook een vermindering van de bijdragen van de verschillende sectoren voor de werking van het FAVV.
Er is een positief saldo voor 2008.
01.05 Luk Van Biesen (Open Vld): Hoe groot is dat positief saldo? Hebt u daar een idee van?
01.06 Minister Sabine Laruelle: Ik ken de concrete cijfers niet meer. We hebben een rapport van het FAVV gekregen…
01.07 Luk Van Biesen (Open Vld): Excuseer, dan zal ik het daar lezen.
01.08 Minister Sabine Laruelle: We hebben dat besproken met de commissie en we hebben alle cijfers gekregen. De vermindering van de bijdrage voor het FAVV in 2009 bedraagt 30 miljoen euro voor de economische actoren. Dat is toch niet niets.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
- de heer Flor Van Noppen aan de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid over "de controles uitgevoerd door het FAVV in horecazaken" (nr. 14301)
- mevrouw Nathalie Muylle aan de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid over "de controles van het FAVV in cafés en restaurants" (nr. 14322)
- M. Flor Van Noppen à la ministre des PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de la Politique scientifique sur "les contrôles effectués par l'AFSCA dans l'horeca" (n° 14301)
- Mme Nathalie Muylle à la ministre des PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de la Politique scientifique sur "les contrôles effectués dans les cafés et les restaurants par l'AFSCA" (n° 14322)
La présidente: Mme Muylle n'est pas présente.
02.01 Minister Sabine Laruelle: Mevrouw de voorzitter, ik heb een algemeen antwoord, dat misschien ruimer zal zijn dan de vragen van de heer Van Noppen.
02.02 Flor Van Noppen (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, het jaarverslag van het FAVV voor 2008 is voorgesteld. Het meest opvallende cijfer is dat van de controles in horecazaken. De helft van de gecontroleerde zaken scoort onvoldoende op hygiëne en infrastructuur. Slechts 8,5% was volledig in orde en kreeg een voldoende.
Een ander opvallend cijfer is dat 7 op 10 horecazaken nog niet over een voldoende toereikend autocontrolesysteem beschikken. Deze cijfers zijn geen verrassing, want in december van vorig jaar waren de cijfers voor de eerste helft van 2008 ook niet positief.
Toen ik u in december hierover ondervroeg, gaf u als verklaring dat het nieuwe evaluatiesysteem dat in 2008 werd ingevoerd de oorzaak hiervan was.
Mevrouw de minister, blijft u erbij dat de grote stijging in het aantal onvoldoendes tussen 2007 en 2008 alleen te wijten is aan het evaluatiesysteem? Vindt u deze cijfers, los van de discussie over het nieuwe evaluatiesysteem, aanvaardbaar?
Kunt u een algemeen beeld geven van welke tekortkomingen een controleur moet vaststellen om tot een onvoldoende te komen? Gaat dat om grote structurele problemen of kan een klein detail al aanleiding geven tot een onvoldoende? Welk gevolg wordt er door het FAVV gegeven aan een onvoldoende? Ik denk aan een nieuwe controle, een pv, een waarschuwing.
In december 2008 verklaarde u dat het FAVV en de sector bereid waren om meer inspanningen te doen. Om welke inspanningen gaat het? Welke concrete maatregelen zijn er sinds de slechte cijfers van december 2008 en nu genomen om de toestand te verbeteren? Welke maatregelen zult u nemen om het systeem van autocontrole beter ingang te doen vinden bij de horecazaken? Hebt u al een zicht op de cijfers van de eerste helft van 2009? Zo ja, is er een verbetering merkbaar?
02.03 Minister Sabine Laruelle: Het jaarverslag voor 2008 van het FAVV is een document van 280 bladzijden met uitgebreide technische en statistische informatie over alle activiteitaspecten van het FAVV. Ik wil nogmaals bevestigen dat de grote stijging in het aantal conclusies “onvoldoende” in de horeca uitsluitend te wijten is aan het nieuwe inspectiesysteem van het FAVV. Niets laat toe te concluderen dat de cijfers op zich van de voorbije jaren in negatieve zin zouden geëvolueerd zijn.
De checklists die bij de controle gebruikt worden nemen punt voor punt de wettelijke verplichtingen over waaraan operatoren dienen te voldoen, niet meer maar ook niet minder. Uiteraard hebben sommige items minder impact op de veiligheid dan andere maar hier wordt wel degelijk rekening mee gehouden bij de weging. Ik verzet mij dan ook tegen de karikatuur die in bepaalde media wordt opgehangen waarbij de indruk wordt gewekt dat het FAVV van de operatoren onmogelijke en irrelevante inspanningen zou eisen.
Het systeem van wegingen dat het agentschap in de inspectiechecklists toepast geeft de hoogste weging van 10 sterren aan items die een directe en onmiddellijke impact kunnen hebben op de gezondheid van de consumenten. Ik citeer enkele voorbeelden voor de horecasector. Ten eerste, slecht onderhouden, vuile werkruimtes: 33,8% van de zaken zijn niet conform. Vlees, vis en andere delicate etenswaren die niet in de koelkast op de gepaste temperatuur bewaard worden: 15% van de zaken zijn niet conform. Aanwezigheid van bedorven levensmiddelen: 13,4% van de zaken zijn niet conform.
Vragen die slechts een geringe of indirecte impact hebben op de gezondheid krijgen een score van 1 of 3. Ik herhaal, alle checklists voor inspectie zijn publiek raadpleegbaar op de website van het FAVV. Voor een resultaat “onvoldoende” moet minstens 1 belangrijke non-conformiteit, dus met een score van 10 sterren, worden vastgesteld of moet minstens 20% van alle vragen non-conformiteit opleveren. Ik benadruk dat 1 of enkele minder belangrijke details nooit tot “onvoldoende” kunnen leiden.
De cijfers van de horecasector geven aan dat er nog een belangrijke verbeteringsmarge mogelijk is. Daarom zullen de controles van het FAVV zich ook verder toespitsen op gevoelige sectoren zoals de horeca,.
De resultaten van het eerste semester 2009 zullen vanaf midden september 2009 beschikbaar zijn. Op dat ogenblik zullen zij weliswaar minder gedetailleerd zijn dan in het huidige jaarverslag. U kan dus in oktober 2009 misschien een nieuwe vraag indienen.
Voor controles met een ongunstige beoordeling worden gepaste maatregelen getroffen naar gelang van de ernst van de niet-conformiteiten. De maatregelen gaan van een waarschuwing en een proces-verbaal van inbreuk tot zelfs een tijdelijke sluiting of intrekking van de toelating van de operator. Er worden steeds hercontroles gepland om de toestand ter plaatse op te volgen.
Voor het verbeteren van de situatie wens ik vooral het beleid van bewustmaking en aanmoediging, zoals die nu vorm heeft gekregen, een kans te geven, gekoppeld aan gerichte controles en zonodig sancties bij de bedrijven die onvoldoende presteren. Ik wens in dat verband de goede samenwerking met de beroepsfederaties voort te zetten.
Het FAVV heeft een voorlichtingscel opgericht voor de sectoren die direct aan de consument leveren. Zij staan in voor de vorming, het beter toegankelijk maken van de informatie die bijvoorbeeld hygiëne vereist en de autocontrole. Zij nemen deel aan opleidingssessies van de beroepsorganisaties. De voorlichtingscel neemt ook deel aan beurzen om op die manier de operatoren beter te bereiken.
Voorts werkt het FAVV specifieke informatiefolders uit voor categorieën van operatoren, waaronder ook de horecasector.
Door de voorlichtingscel werd een aantal sectorspecifieke folders voor de autocontrole voorbereid. In de folders wordt getracht het principe van de autocontrole zo duidelijk mogelijk weer te geven. Sinds 1 juli 2009 is het FAVV gestart met een nieuwe autocontrolechecklist voor de horecasector. Via steekproeven wordt niet alleen de aanwezigheid maar ook de daadwerkelijke toepassing van de autocontrole bij de horecaoperator nagegaan.
De operatoren van de horecasector die hun autocontrolesysteem laten certificeren krijgen niet alleen een financiële bonus, maar kunnen ook van een verminderde inspectiefrequentie genieten. Bovendien kunnen zij een Smiley uithangen, die meteen een bewijs is voor de klanten dat de hygiëneregels worden gerespecteerd.
Indien de situatie van de gevoelige horecasector niet beduidend verbetert, overweegt het Agentschap om, zoals in Denemarken, een negatieve Smiley in te voeren of om, zoals in Nederland, de inspectieresultaten op zijn website te plaatsen.
Vanuit deze optiek werd ook gekozen voor een gestileerd lachend gezichtje met opgestoken duim. Deze symboliek wordt automatisch geassocieerd met iets dat positief en in orde is.
Het doel is dat de horeca-uitbaters hun vakmanschap en hun inspanningen op het vlak van hygiëne en voedselveiligheid kunnen tonen aan de consument. De lijst met de horecazaken die een smiley kregen, kan worden teruggevonden op de website van het FAVV.
Bovendien is de databank BOOD van het FAVV gelinkt aan de databank van de Kruispuntbank van Ondernemingen. De nieuwe registraties worden op dagelijkse basis vanuit de KBO-databank getransfereerd naar BOOD.
Tot op heden verplicht de reglementering de
bedrijven echter niet om hun reëel uitgeoefende activiteit aan te geven in de
KBO, maar wel de activiteit die zij wensen uit te oefenen. Vandaar dat deze
gegevens louter indicatief zijn en zeker niet bepalend voor het opsporen van
niet-geregistreerde operatoren in de voedselketen.
02.04 Flor Van Noppen (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, ik dank u voor uw uitvoerig verduidelijkend antwoord.
De gezondheid van de consument is een belangrijke zaak. Ik ben blij dat het nieuwe systeem rekening houdt met de hygiëne in de zaken en hoop dat uw blijvende inspanningen in de toekomst zullen leiden tot betere resultaten.
Het incident is gesloten.
La présidente: Mme Déom devrait arriver, j'espère qu'elle sera là à temps. Nous allons passer à la question n° 14442 de Mme Van der Straeten.
03 Vraag van mevrouw Tinne Van der Straeten aan de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid over "de jaarvergadering van de Codex Alimentarius" (nr. 14442)
03 Question de Mme Tinne Van der Straeten à la ministre des PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de la Politique scientifique sur "la réunion annuelle du Codex Alimentarius" (n° 14442)
03.01 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, wij hebben vorig jaar reeds twee keer over dit onderwerp van gedachten gewisseld, op 11 juni en op 5 november 2008. Dat was toen naar aanleiding van de paniekberichtgeving die totaal uit de lucht gegrepen was, maar die wel haar weg vond in de media. U hebt toen in deze commissie de besluiten van de jaarvergadering van vorig jaar toegelicht.
Ondertussen heeft de 32ste sessie van de Codex Alimentarius plaatsgevonden in Rome. Mijn vragen zijn eigenlijk dezelfde als die van vorig jaar.
Ten eerste, heeft België deelgenomen aan de voorafgaande coördinatievergaderingen? Wat was de Belgische input met betrekking tot de agendapunten?
Ten tweede, wat zijn de voornaamste resultaten van de jaarvergaderingen van 29 juni tot 4 juli in Rome?
Ten derde, wat is de mogelijke impact in België van de beslissingen van juli 2008? Welke van die beslissingen zijn relevant voor ons?
Ten vierde, zullen de meest relevante resultaten voor België ook toegankelijk gemaakt worden op de webpagina van de Codex Alimentarius op de website van de FOD Volksgezondheid?
03.02 Minister Sabine Laruelle: Mevrouw de voorzitter, België heeft deelgenomen aan de 32ste sessie van de Codex Alimentarius-commissie in Rome, alsook aan alle voorbereidende Europese coördinatievergaderingen. In juni waren er twee voorafgaandelijke coördinatievergaderingen in Brussel. Daarnaast was er in Rome ook elke dag een coördinatievergadering voor de Europese lidstaten.
Voor elk van de agendapunten werd een Europees standpunt ingenomen. Het standpunt van de Europese lidstaten werd vertolkt door de Europese Commissie of door het Europees voorzitterschap, dat was eerst Tsjechië en nu Zweden. Zoals aangegeven in mijn antwoord van vorig jaar, beperkte de Belgische input zich ook dit jaar tot een actieve deelname aan de coördinatievergaderingen.
De resultaten van de plenaire vergadering van de Codex Alimentarius-commissie van dit jaar zijn tamelijk goed vergeleken met de Europese standpunten. Er werd echter een norm aangenomen voor een residu van een veterinair geneesmiddel voor runderen, melengestrol-acetaat, terwijl het betrokken geneesmiddel in Europa verboden is. Een tweede norm voor een residu van een geneesmiddel, ractopamine, ook verboden in Europa, werd niet aangenomen. Een nieuwe risicobeoordeling zal uitgevoerd worden door JECFA.
Zoals aangegeven in mijn antwoord van vorig jaar zal er geen rechtstreekse impact zijn in België. De beslissingen van de Codex Alimentarius-commissie van dit jaar zullen in de toekomst slechts een beperkte impact hebben op de Europese regelgeving.
Het officieel verslag met alle resultaten, conclusies, aangenomen normen enzovoort van de Codex Alimentarius-commissie zal binnenkort gepubliceerd worden op de website van Codex Alimentarius. Aangezien de verslagen van de Codex Alimentarius-commissie integraal gepubliceerd worden, lijkt het mij minder nuttig om delen ervan op de website van de FOD Volksgezondheid te publiceren.
03.03 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw uitgebreide antwoord. Stel dat de Codex Alimentarius een regel aanneemt die in strijd is met de huidige norm, die werd aangepast voor producten die in Europa verboden zijn, wat is dan de hiërarchie van de normen?
03.04 Minister Sabine Laruelle: De twee producten waarvan sprake, melengestrolacetaat en ractopamine, zijn al verboden in Europa. Dit verandert niets voor ons. Er is een betere link tussen de Europese en de andere normen. Maar zij zijn al verboden in de Europese Unie.
03.05 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!): Ik dank u voor de extra toelichting.
Ik heb nog enkele vragen over de transparantie van de Codex Alimentarius. Vorig jaar waren er paniekberichten omdat de werking van de Codex Alimentarius soms echt ondoorgrondelijk is. Ik ben er nochtans van overtuigd dat de Codex aan belang gaat winnen, alleen al omdat de normen vaak gebruikt worden als inzet bij handelsgeschillen voor de WTO.
Ik meen dat het interessant kan zijn na te gaan of de belangrijkste beslissingen op de website van de FOD Volksgezondheid toegankelijk gemaakt kunnen worden. Ik hou mij er soms mee bezig iets op de website van de codex te gaan zoeken. Voor een leek is daar niets terug te vinden. Ik meen dat het weliswaar niet nuttig is de codex volledig te vertalen en volledig te kopiëren op de website van de FOD Volksgezondheid, maar een meer gevulgariseerde versie kan daar wel een plaats vinden.
Nederland doet het bijvoorbeeld al, en ik zou graag hebben dat ook in België opnieuw bekeken wordt of dat mogelijk is, met een minimum aan moeite en een maximum aan transparantie.
03.06 Minister Sabine Laruelle: Wat volgt is geen antwoord, alleen een persoonlijke opmerking.
Door meer informatie te bieden op de website van de FOD Volksgezondheid moeten wij ervoor opletten geen foutief signaal te geven aan de bevolking. De twee bovengenoemde geneesmiddelen bijvoorbeeld, zijn al verboden in België en het zou dus verkeerd zijn te zeggen dat zij verboden zijn door de Codex Allimentarius.
Wij moeten er dus voor opletten geen foutief signaal te geven. Die producten zijn al verboden. Het zou niet de hele waarheid zijn, te zeggen dat zij verboden zijn door de Codex Alimentarius. Wij hebben immers niet op de codex gewacht om ze te verbieden.
Wij zullen nagaan of publicatie op de website mogelijk is, maar, let op, te veel informatie biedt misschien niet de gewenste transparantie en duidelijkheid.
La présidente: Il y a un équilibre à trouver.
03.07 Minister Sabine Laruelle: Ik heb zelf nog nooit iets opgezocht op de website van de Codex Alimentarius.
Het incident is gesloten.
- Mme Valérie Déom à la ministre des PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de la Politique scientifique sur "l'hygiène dans la restauration et le 'Smiley AFSCA'" (n° 14324)
- Mme Marie-Martine Schyns à la ministre des PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de la Politique scientifique sur "les contrôles d'hygiène de l'AFSCA" (n° 14424)
- mevrouw Valérie Déom aan de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid over "de hygiëne in het restaurantwezen en de 'FAVV-Smiley'" (nr. 14324)
- mevrouw Marie-Martine Schyns aan de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid over "de hygiënecontroles van het FAVV" (nr. 14424)
La présidente: On me signale que Mme Schyns a un problème sur la route. Elle pourra lire la réponse à la question de Mme Déom puisqu'il s'agissait de la même question.
04.01 Valérie Déom (PS): Madame la présidente, madame la ministre, la presse rapportait ce mardi 7 juillet des résultats de quelque 13.346 missions réalisées par l'AFSCA dans 12.876 établissements du secteur de la distribution (horeca, cuisine de collectivité, commerce de détail et de gros). Au cours de ces missions, étaient semble-t-il contrôlés l'infrastructure, l'installation, l'hygiène, l'autocontrôle, la notification obligatoire, la traçabilité et l'interdiction de fumer.
Et à lire les chiffres parus dans la presse pour l'année 2008, les résultats ne sont pas brillants: dans l'horeca, 50,8% des établissements ne respectaient pas les normes d'hygiène ou présentaient des manquements en termes d'infrastructure et d'installation; dans les cuisines de collectivité, ce chiffre s'élève à 36,6%; dans les biberonneries, à plus ou moins 20%; dans les prisons, à 50%; dans les homes, à 29%.
Toujours selon les mêmes sources d'information, les plaintes concernant un manque d'hygiène des locaux et des personnes ont augmenté l'année dernière à 873, contre 572 en 2007 et, suite aux inspections menées par l'AFSCA dans ce secteur, plus de 2.600 avertissements ont été transmis et 633 procès-verbaux dressés.
Face à ces constats et pour augmenter l'hygiène et l'autocontrôle, l'AFSCA entend poursuivre sa politique de sensibilisation et de formation à destination du secteur, notamment sur l'autocontrôle, la traçabilité et d'autres formalités. Entre autres outils, l'AFSCA attribue un Smiley-AFSCA (autocollant pour la sécurité alimentaire). Cet autocollant est obtenu par des établissements horeca et des cuisines de collectivité pour certifier leur système d'autocontrôle. Il a en outre pour vocation d'inciter le secteur à respecter au mieux les normes d'hygiène.
Si l'on en croit les données disponibles sur le site du Smiley, quelque 80 établissements disposent actuellement (en date du 6 juin 2009, dernière mise à jour du site) de ce Smiley, dont bon nombre sont des fast-food. Ce chiffre me paraît dérisoire par rapport au nombre de restaurants, cantines, mess, fast-food, friteries et autres "pourvoyeurs d'aliments" qui existent sur notre territoire.
Puisqu'il peut constituer un critère de choix pour le consommateur, car délivré par l'AFSCA, et que la liste de ceux qui l'ont est facilement consultable, mes questions portent spécifiquement sur ce Smiley-AFSCA.
Confirmez-vous ce chiffre relativement peu élevé de 80 établissements? Quels sont les critères à remplir pour obtenir ce Smiley? Quel est le nombre de demandes annuelles d'attribution depuis la création de ce Smiley? Quel est le nombre de refus dans l'attribution de ce Smiley? Quels sont les délais à respecter entre l'introduction de la demande et la réponse formulée par l'AFSCA? Comment les établissements sont-ils informés qu'ils peuvent participer à ce concept?
Une date d'échéance est indiquée sur le site où on retrouve la liste des établissements qui ont le Smiley. La durée de la validité du Smiley est de 3 ans. Des contrôles sont-ils tout de même effectués par l'AFSCA durant cette période de validité pour s'assurer que l'établissement continue à répondre aux critères?
04.02 Sabine Laruelle, ministre: Madame la présidente, chère collègue, j'ai déjà longuement répondu à une question sur le rapport de l'AFSCA. Je ne me répéterai donc pas et me limiterai à répondre au sujet du Smiley. Dans ma réponse, j'avais aussi parlé de la communication de l'AFSCA vis-à-vis des opérateurs horeca, notamment les cellules de vulgarisation, etc.
L'affichage du Smiley constitue pour le client une garantie de respect des règles d'hygiène. Actuellement, 81 établissements ont reçu un Smiley. 60% de ces entreprises relèvent du secteur horeca et sont majoritairement des établissements qui dépendent de groupes de la restauration rapide. Ceci me fait dire qu'il y a qualité et qualité; mais dans ce cas-ci, on vérifie la qualité objectivable, même si cela peut paraître étrange. Les autres entreprises concernées sont des cuisines de collectivités le plus souvent attachées à des établissements de soins ou de repos.
Pour pouvoir afficher un Smiley, un établissement doit avoir subi un audit favorable de son système d'autocontrôle, et donc avoir fait valider celui-ci. Les audits sont effectués par des organismes de certification et d'inspection indépendants mais agréés par l'AFSCA. Les auditeurs se réfèrent, lors de leurs audits, aux guides sectoriels rédigés par les associations professionnelles et approuvés par l'AFSCA.
L'arrêté ministériel qui crée le Smiley a été publié en mai 2007. En 2007, deux Smileys ont été attribués; en 2008, quarante-six Smileys ont été délivrés et depuis le début 2009, trente-trois nouveaux établissements l'ont reçu. On voit donc une augmentation, certes limitée, mais réelle.
Une fois le système d'autocontrôle mis en place au sein d'un établissement, l'opérateur peut demander un audit auprès d'un organisme agréé, qui délivrera le Smiley si l'audit est favorable.
En résumé, sur base des guides sectoriels et rédigés avec les associations, l'opérateur doit d'abord mettre en place son système d'autocontrôle, après quoi il peut faire appel à un auditeur extérieur, qui l'agrée et lui octroie un Smiley.
Comme les audits sont réalisés à la demande des opérateurs et que seuls les plus motivés entreprennent les démarches, jusqu'à présent, tous les candidats au Smiley l'ont reçu au terme du processus. Heureusement d'ailleurs, vu le nombre limité de demandes.
Le délai entre la demande d'audit auprès d'un organisme agréé et l'audit lui-même relève évidemment de la négociation entre l'opérateur qui demande l'audit et la société qui y procède. Il faut toutefois savoir que pour pouvoir auditer un système d'autocontrôle, il faut que celui-ci ait au moins fonctionné pendant trois mois, afin qu'il soit possible de s'assurer du bon fonctionnement. Il ne suffit pas d'une description théorique, il doit être mis en œuvre depuis au minimum trois mois.
Comme annoncé, je ne reviendrai pas sur la politique de communication mise en place à l'AFSCA à destination du secteur horeca. La cellule de vulgarisation va aux foires, est présente aux manifestations des organisations professionnelles de l'horeca.
En février 2009, l'AFSCA a envoyé une lettre adressée personnellement à 428 opérateurs chez qui une inspection favorable avait eu lieu entre avril et octobre 2008, en les encourageant à franchir le pas supplémentaire vers la certification. On n'encourage évidemment pas ceux qui ne sont pas en ordre.
La possession d'un Smiley, et donc d'un système d'autocontrôle validé par un organisme agréé, est un des facteurs qui entrent en ligne de compte pour déterminer la fréquence des contrôles auxquels sont soumis les établissements. Un opérateur d'un secteur horeca est inspecté en moyenne une fois tous les trois ans, sauf en cas d'anomalies. Dans ce cas, on peut effectuer une nouvelle visite de contrôle afin de s'assurer que les décisions sont correctement implémentées. Celui qui possède un Smiley le recevra une fois tous les six ans. Si cela lui coûte moins cher, il subit également des contrôles moins fréquents.
Il ne faut pas non plus déduire de l'absence du Smiley que l'établissement n'est pas conforme. On opère une distinction entre les établissements non conformes, conformes et conformes avec Smiley.
Les dates d'expiration mentionnées sur le site de l'AFSCA sont les dates communiquées par les organismes certificateurs. L'AFSCA rappellera évidemment à ces organismes leur obligation de transmettre les dates d'expiration exactes.
04.03 Valérie Déom (PS): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse. Étant donné la procédure que vous venez de décrire, il faut du temps pour procéder aux examens, ce qui signifie que le chiffre de 81 n'est pas énorme. De plus, c'est le secteur qui doit être demandeur. Je suggère de prévoir une espèce de labellisation intermédiaire avant le décernement d'un Smiley, en fin de parcours dans le système d'autocontrôle, car le consommateur n'est pas averti, en l'absence d'un Smiley, que l'établissement visé a fait l'objet d'un contrôle, qui s'avère positif. N'y a-t-il pas moyen de fournir une information par l'apposition d'un petit écusson sur la vitrine?
04.04 Sabine Laruelle, ministre: Nous avons déjà voulu, mais davantage dans un souci d'identification, que l'établissement affiche la lettre d'attestation de l'AFSCA, car d'aucuns ne sont même pas enregistrés. Certains le sont, par contre, et ne sont pas conformes. Parmi les établissements jugés non conformes, plusieurs ont fait le nécessaire pour répondre aux normes requises. Bref, élaborer encore un label intermédiaire entre l'établissement conforme ou l'établissement non conforme qui devient conforme et le Smiley ne rendra pas la tâche aisée au consommateur. C'est la raison pour laquelle je précisais que l'absence de Smiley ne signifie pas que l'établissement n'est pas en ordre.
04.05 Valérie Déom (PS): Il faut dès lors continuer à encourager la demande et l'attribution du Smiley, de manière à ce que le consommateur sache à qui il a affaire.
04.06 Sabine Laruelle, ministre: Si, fin 2009-début 2010, cela ne se répand pas davantage parmi les restaurateurs, il faudra étudier la façon de rendre le Smiley plus attractif. Il ne s'agira pas de l'octroyer plus facilement, étant donné que ce sigle est valable pour une durée de trois ans. Nous devons donc avoir une certaine sécurité quant au fait qu'il y a effectivement un autocontrôle et qu'il soit respecté. Il faut atteindre un juste milieu que l'on n'a probablement pas encore trouvé.
La présidente: Je suppose que le secteur de l'horeca souhaitera y réfléchir car cette demande émanait de lui.
04.07 Sabine Laruelle, ministre: Ce secteur qui est en difficulté doit malgré tout faire un minimum d'efforts.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le développement des questions et interpellations se termine à 10.36 heures.
De behandeling van de vragen en interpellaties eindigt om 10.36 uur.