KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
CRIV 52 COM 551
CRIV 52 COM 551
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTEGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET
O
PENBAAR
A
MBT
C
OMMISSION DE L
'I
NTERIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GENERALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
woensdag
mercredi
06-05-2009
06-05-2009
Namiddag
Après-midi
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
Ecolo-Groen!
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales ­ Groen!
FN
Front National
LDD
Lijst Dedecker
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
Open Vld
Open Vlaamse Liberalen en Democraten
PS
Parti Socialiste
sp.a
socialistische partij anders
VB
Vlaams Belang
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 52 0000/000 Parlementair stuk van de 52e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
DOC 52 0000/000
Document parlementaire de la 52e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
PLEN
plenum
PLEN
séance plénière
COM
commissievergadering
COM
réunion de commission
MOT
alle moties tot besluit van interpellaties (op beigekleurig papier)
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
CRIV 52
COM 551
06/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Michel Doomst aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de samenwerking
tussen verschillende politiezones" (nr. 12483)
1
Question de M. Michel Doomst au ministre de
l'Intérieur sur "la collaboration entre différentes
zones de police" (n° 12483)
1
Sprekers: Michel Doomst, Guido De Padt,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Michel Doomst, Guido De Padt,
ministre de l'Intérieur
Interpellatie van de heer Filip De Man tot de
minister van Binnenlandse Zaken over "een
aantal aantijgingen in een brief ten opzichte van
de minister van Binnenlandse Zaken" (nr. 311)
2
Interpellation de M. Filip De Man au ministre de
l'Intérieur sur "une série d'accusations dans un
courrier à l'encontre du ministre de l'Intérieur"
(n° 311)
2
Sprekers: Filip De Man, Guido De Padt,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Filip De Man, Guido De Padt,
ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Michel Doomst aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de politie-inzet
tijdens de Ronde van Vlaanderen" (nr. 12550)
8
Question de M. Michel Doomst au ministre de
l'Intérieur sur "le déploiement des forces de police
lors du Tour des Flandres" (n° 12550)
8
Sprekers: Michel Doomst, Guido De Padt,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Michel Doomst, Guido De Padt,
ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
preventie van woningbranden" (nr. 12609)
10
Question de M. Ludwig Vandenhove au ministre
de l'Intérieur sur "la prévention des incendies
domestiques" (n° 12609)
10
Sprekers: Ludwig Vandenhove, Guido De
Padt
, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Ludwig Vandenhove, Guido De
Padt
, ministre de l'Intérieur
Samengevoegde vragen van
12
Questions jointes de
12
- de heer Ludwig Vandenhove aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de elektronische
identiteitskaart voor 75-plussers" (nr. 12611)
12
- M. Ludwig Vandenhove au ministre de l'Intérieur
sur "la carte d'identité électronique des personnes
âgées de plus de 75 ans" (n° 12611)
12
- mevrouw Linda Musin aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de elektronische
identiteitskaart voor personen ouder dan 75"
(nr. 12720)
12
- Mme Linda Musin au ministre de l'Intérieur sur
"la carte d'identité électronique pour les
personnes de plus de 75 ans" (n° 12720)
12
Sprekers: Ludwig Vandenhove, Guido De
Padt
, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Ludwig Vandenhove, Guido De
Padt
, ministre de l'Intérieur
Samengevoegde vragen van
13
Questions jointes de
14
- mevrouw Carina Van Cauter aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de audit van de
nv ASTRID" (nr. 12713)
13
- Mme Carina Van Cauter au ministre de l'Intérieur
sur "l'audit de la SA ASTRID" (n° 12713)
14
- mevrouw Jacqueline Galant aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "het Astridnetwerk"
(nr. 13067)
13
- Mme Jacqueline Galant au ministre de l'Intérieur
sur "le réseau Astrid" (n° 13067)
14
Sprekers: Carina Van Cauter, Guido De
Padt
, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Carina Van Cauter, Guido De
Padt
, ministre de l'Intérieur
Samengevoegde vragen van
15
Questions jointes de
16
- mevrouw Mia De Schamphelaere aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de diefstal
van zonnepanelen" (nr. 12767)
16
- Mme Mia De Schamphelaere au ministre de
l'Intérieur sur "le vol de panneaux solaires"
(n° 12767)
16
- de heer Xavier Baeselen aan de minister van
Klimaat en Energie over "de diefstallen van
zonnepanelen" (nr. 12906)
16
- M. Xavier Baeselen au ministre du Climat et de
l'Énergie sur "les vols de panneaux solaires"
(n° 12906)
16
Sprekers: Mia De Schamphelaere, Guido De
Padt
, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Mia De Schamphelaere, Guido De
Padt
, ministre de l'Intérieur
Samengevoegde vragen van
17
Questions jointes de
17
- de heer Michel Doomst aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "het incident in
Schaarbeek" (nr. 12777)
17
- M. Michel Doomst au ministre de l'Intérieur sur
"l'incident survenu à Schaerbeek" (n° 12777)
17
- mevrouw Clotilde Nyssens aan de minister van 17
- Mme Clotilde Nyssens au ministre de l'Intérieur 17
06/05/2009
CRIV 52
COM 551
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
ii
Binnenlandse Zaken over "de man die in
Schaarbeek door de politie werd neergeschoten"
(nr. 12792)
sur "l'homme abattu par la police à Schaerbeek"
(n° 12792)
- mevrouw Zoé Genot aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de man die in
Schaarbeek door de politie werd doodgeschoten"
(nr. 13096)
17
- Mme Zoé Genot au ministre de l'Intérieur sur
"l'homme tué par la police à Schaerbeek"
(n° 13096)
17
Sprekers: Clotilde Nyssens, Guido De Padt,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Clotilde Nyssens, Guido De Padt,
ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Michel Doomst aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de bevindingen
van de task force verkeersveiligheid" (nr. 12775)
19
Question de M. Michel Doomst au ministre de
l'Intérieur sur "les conclusions de la task force
sécurité routière" (n° 12775)
19
Sprekers: Michel Doomst, Guido De Padt,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Michel Doomst, Guido De Padt,
ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Michel Doomst aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de werking van de
nieuwe centrale loonmotor" (nr. 12776)
21
Question de M. Michel Doomst au ministre de
l'Intérieur sur "le fonctionnement du nouveau
moteur salarial central" (n° 12776)
21
Sprekers: Michel Doomst, Guido De Padt,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Michel Doomst, Guido De Padt,
ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Michel Doomst aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "een mogelijke
actie tegen privédetective Ceyssens" (nr. 12778)
22
Question de M. Michel Doomst au ministre de
l'Intérieur sur "l'action qui pourrait éventuellement
être
menée
contre
la
détective privée,
Mme Ceyssens" (n° 12778)
22
Sprekers: Michel Doomst, Guido De Padt,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Michel Doomst, Guido De Padt,
ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Michel Doomst aan de minister
van
Binnenlandse
Zaken
over
"de
veiligheidsmaatregelen naar aanleiding van de
onderwijstop in Leuven" (nr. 12779)
23
Question de M. Michel Doomst au ministre de
l'Intérieur sur "les mesures de sécurité prévues
lors du sommet sur l'enseignement à Louvain"
(n° 12779)
23
Sprekers: Michel Doomst, Guido De Padt,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Michel Doomst, Guido De Padt,
ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Michel Doomst aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de samenwerking
tussen de FOD Binnenlandse Zaken en lokale
overheden inzake integrale veiligheid" (nr. 12780)
24
Question de M. Michel Doomst au ministre de
l'Intérieur sur "la collaboration entre le SPF
Intérieur et les autorités locales en matière de
sécurité intégrale" (n° 12780)
25
Sprekers: Michel Doomst, Guido De Padt,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Michel Doomst, Guido De Padt,
ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Jean-Jacques Flahaux aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
opleidingen van de brandweerlieden van 's
Gravenbrakel" (nr. 12786)
26
Question de M. Jean-Jacques Flahaux au ministre
de l'Intérieur sur "les formations des sapeurs-
pompiers de Braine-le-Comte" (n° 12786)
26
Sprekers: Jean-Jacques Flahaux, Michel
Doomst, Guido De Padt
, minister van
Binnenlandse Zaken
Orateurs: Jean-Jacques Flahaux, Michel
Doomst, Guido De Padt
, ministre de
l'Intérieur
Vraag van de heer Jan Peeters aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de benoeming van
een nieuwe regeringscommissaris bij het FANC"
(nr. 12793)
28
Question de M. Jan Peeters au ministre de
l'Intérieur sur "la nomination d'un nouveau
commissaire du gouvernement auprès de l'AFCN"
(n° 12793)
28
Sprekers: Jan Peeters, Guido De Padt,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Jan Peeters, Guido De Padt,
ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Josy Arens aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de openbaarheid
van de audits van de AIG" (nr. 12822)
31
Question de M. Josy Arens au ministre de
l'Intérieur sur "la publicité des audits de l'AIG"
(n° 12822)
31
Sprekers: Josy Arens, Guido De Padt,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Josy Arens, Guido De Padt,
ministre de l'Intérieur
CRIV 52
COM 551
06/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
iii
Vraag van de heer Josy Arens aan de minister
van
Binnenlandse
Zaken
over
"de
veiligheidsproblemen
op
de
spoorlijnen"
(nr. 12824)
32
Question de M. Josy Arens au ministre de
l'Intérieur sur "les problèmes de sécurité sur les
lignes ferroviaires" (n° 12824)
32
Sprekers: Josy Arens, Guido De Padt,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Josy Arens, Guido De Padt,
ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Josy Arens aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "het vakantiegeld
voor de aspirant-inspecteurs" (nr. 12825)
34
Question de M. Josy Arens au ministre de
l'Intérieur sur "le pécule de vacances des
aspirants inspecteurs" (n° 12825)
34
Sprekers: Josy Arens, Guido De Padt,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Josy Arens, Guido De Padt,
ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Josy Arens aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "het gebruik van
verschillende computersystemen" (nr. 12826)
35
Question de M. Josy Arens au ministre de
l'Intérieur
sur
"l'utilisation
de
systèmes
informatiques différenciés" (n° 12826)
35
Sprekers: Josy Arens, Guido De Padt,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Josy Arens, Guido De Padt,
ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Josy Arens aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "het verschil in
behandeling ten aanzien van de houders van een
diploma van het hoger onderwijs bij de federale
politie" (nr. 12827)
36
Question de M. Josy Arens au ministre de
l'Intérieur sur "la différenciation de traitement à
l'égard des titulaires d'un diplôme supérieur à la
police fédérale" (n° 12827)
36
Sprekers: Josy Arens, Guido De Padt,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Josy Arens, Guido De Padt,
ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Michel Doomst aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de campagne 'in
1-2-3 met je eID'" (nr. 12835)
38
Question de M. Michel Doomst au ministre de
l'Intérieur sur "la campagne 'ton eID ça simplifie'"
(n° 12835)
38
Sprekers: Michel Doomst, Guido De Padt,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Michel Doomst, Guido De Padt,
ministre de l'Intérieur
Samengevoegde vragen van
40
Questions jointes de
40
- de heer Ben Weyts aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "een tweede anonieme
klacht tegen zijn persoon" (nr. 12852)
40
- M. Ben Weyts au ministre de l'Intérieur sur "une
seconde plainte anonyme dont il fait l'objet"
(n° 12852)
40
- de heer Michel Doomst aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de 'teambuilding' van
de FOD Binnenlandse Zaken" (nr. 12854)
40
- M. Michel Doomst au ministre de l'Intérieur sur
"le 'teambuilding' du SPF Intérieur" (n° 12854)
40
Sprekers: Michel Doomst, Guido De Padt,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Michel Doomst, Guido De Padt,
ministre de l'Intérieur
Samengevoegde vragen van
41
Questions jointes de
41
- de heer Ben Weyts aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de aanhouding van
Mbark Boussoufa" (nr. 12918)
41
- M. Ben Weyts au ministre de l'Intérieur sur
"l'arrestation du footballeur Mbark Boussoufa"
(n° 12918)
42
- de heer Francis Van den Eynde aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de sterk
gemediatiseerde aanhouding van iemand van
Marokkaanse oorsprong in de buurt van het
Brusselse Zuidstation" (nr. 13050)
41
- M. Francis Van den Eynde au ministre de
l'Intérieur sur "l'arrestation fortement médiatisée
d'une personne d'origine marocaine à proximité
de la gare de Bruxelles-Midi" (n° 13050)
42
Sprekers: Francis Van den Eynde, Guido De
Padt
, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Francis Van den Eynde, Guido De
Padt
, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Michel Doomst aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de rellen na de
voetbalwedstrijd
Germinal
Beerschot-Club
Brugge" (nr. 12948)
44
Question de M. Michel Doomst au ministre de
l'Intérieur sur "les échauffourées qui ont éclaté
après le match de football Germinal Beerschot-
Club de Bruges" (n° 12948)
44
Sprekers: Michel Doomst, Guido De Padt,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Michel Doomst, Guido De Padt,
ministre de l'Intérieur
06/05/2009
CRIV 52
COM 551
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
iv
Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "een
samenwerking tussen slachtofferhulp en politie bij
slecht nieuws melding" (nr. 12519)
45
Question de Mme Hilde Vautmans au ministre de
l'Intérieur sur "une collaboration entre le service
d'aide aux victimes et la police lors de l'annonce
d'une mauvaise nouvelle" (n° 12519)
45
Sprekers:
Hilde
Vautmans,
Ludwig
Vandenhove, Guido De Padt, minister van
Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Hilde
Vautmans,
Ludwig
Vandenhove, Guido De Padt, ministre de
l'Intérieur
Samengevoegde vragen van
47
Questions jointes de
48
- de heer Michel Doomst aan de minister van
Binnenlandse
Zaken
over
"onervaren
politieagenten in grootsteden" (nr. 12949)
47
- M. Michel Doomst au ministre de l'Intérieur sur
"les agents de police inexpérimentés dans les
grandes villes" (n° 12949)
48
- mevrouw Leen Dierick aan de minister van
Binnenlandse
Zaken
over
"onervaren
politieagenten in grootsteden" (nr. 12983)
47
- Mme Leen Dierick au ministre de l'Intérieur sur
"les agents de police inexpérimentés dans les
grandes villes" (n° 12983)
48
Sprekers: Michel Doomst, Leen Dierick,
Guido De Padt
, minister van Binnenlandse
Zaken
Orateurs: Michel Doomst, Leen Dierick,
Guido De Padt
, ministre de l'Intérieur
Samengevoegde vragen van
49
Questions jointes de
49
- de heer Michel Doomst aan de minister van
Binnenlandse
Zaken
over
"nieuwe
verhoorkamers" (nr. 12950)
49
- M. Michel Doomst au ministre de l'Intérieur sur
"les nouveaux locaux d'interrogatoire" (n° 12950)
49
- mevrouw Leen Dierick aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "het opnemen van
ondervragingen" (nr. 12984)
49
- Mme Leen Dierick au ministre de l'Intérieur sur
"l'enregistrement des interrogatoires" (n° 12984)
49
Sprekers: Michel Doomst, Leen Dierick,
Guido De Padt
, minister van Binnenlandse
Zaken
Orateurs: Michel Doomst, Leen Dierick,
Guido De Padt
, ministre de l'Intérieur
Vraag van mevrouw Katrien Partyka aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
aflevering van vergunningen voor de invoer,
uitvoer en doorvoer van radioactieve stoffen"
(nr. 12962)
51
Question de Mme Katrien Partyka au ministre de
l'Intérieur sur "la délivrance d'autorisations pour
l'importation, l'exportation et le transit de
substances radioactives" (n° 12962)
51
Sprekers: Katrien Partyka, Guido De Padt,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Katrien Partyka, Guido De Padt,
ministre de l'Intérieur
Vraag van mevrouw Leen Dierick aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "het aanrekenen,
door de federale politie, van het gedetacheerd
personeel aan de lokale zones" (nr. 12986)
52
Question de Mme Leen Dierick au ministre de
l'Intérieur sur "l'imputation, par la police fédérale,
aux zones locales du coût du personnel détaché"
(n° 12986)
52
Sprekers: Leen Dierick, Guido De Padt,
minister van Binnenlandse Zaken, Jean-Luc
Crucke
Orateurs: Leen Dierick, Guido De Padt,
ministre de l'Intérieur, Jean-Luc Crucke
Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
onveiligheid in het centrum van Aat" (nr. 12967)
53
Question de M. Jean-Luc Crucke au ministre de
l'Intérieur sur "l'insécurité dans le centre d'Ath"
(n° 12967)
53
Sprekers: Jean-Luc Crucke, Guido De Padt,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Jean-Luc Crucke, Guido De Padt,
ministre de l'Intérieur
Samengevoegde vragen van
55
Questions jointes de
55
- de heer Ben Weyts aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "het gebruik van
minicamera's door politieagenten" (nr. 12995)
55
- M. Ben Weyts au ministre de l'Intérieur sur
"l'utilisation de caméras miniatures par les agents
de police" (n° 12995)
55
- de heer Ludwig Vandenhove aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "het proefproject
voor het gebruik van hoofdcamera's door
politieagenten" (nr. 13055)
55
- M. Ludwig Vandenhove au ministre de l'Intérieur
sur "le projet pilote relatif à l'utilisation par la
police de caméras vidéo frontales" (n° 13055)
55
Sprekers: Ludwig Vandenhove, Guido De
Padt
, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Ludwig Vandenhove, Guido De
Padt
, ministre de l'Intérieur
CRIV 52
COM 551
06/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
v
Samengevoegde vragen van
56
Questions jointes de
56
- de heer Éric Thiébaut aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de voortgang van de
hervorming van de brandweerdiensten en het
tijdpad daarvoor" (nr. 12999)
56
- M. Éric Thiébaut au ministre de l'Intérieur sur
"l'avancement de la réforme des services incendie
et son timing" (n° 12999)
56
- de heer Josy Arens aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de organisatie van de
werkgroepen belast met de hervorming van de
hulpverleningszones" (nr. 13086)
57
- M. Josy Arens au ministre de l'Intérieur sur
"l'organisation des groupes de travail chargés de
la réforme des zones de secours" (n° 13086)
56
Sprekers: Eric Thiébaut, Guido De Padt,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Eric Thiébaut, Guido De Padt,
ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Fouad Lahssaini aan de
minister van Justitie en aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "het stemrecht van
gedetineerden" (nr. 13048)
60
Question de M. Fouad Lahssaini au ministre de la
Justice et au ministre de l'Intérieur sur "le droit de
vote des détenus" (n° 13048)
59
Sprekers: Fouad Lahssaini, Guido De Padt,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Fouad Lahssaini, Guido De Padt,
ministre de l'Intérieur
Samengevoegde vragen van
61
Questions jointes de
62
- de heer Michel Doomst aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de ordemaatregel
tegen
commissaris-generaal
Koekelberg"
(nr. 13053)
61
- M. Michel Doomst au ministre de l'Intérieur sur
"la mesure d'ordre prise contre le commissaire
général, M. Koekelberg" (n° 13053)
62
- de heer André Frédéric aan de minister van
Binnenlandse Zaken en aan de minister van
Justitie
over
"de
herschikking
van
de
bevoegdheden van de commissaris-generaal van
de federale politie en de gevolgen daarvan
evenals de hem voorgestelde betrekking van
verbindingsofficier voor België bij Europol"
(nr. 13076)
61
- M. André Frédéric au ministre de l'Intérieur et au
ministre de la Justice sur "le réajustement des
compétences du commissaire général de la police
fédérale et ses conséquences ainsi que la
proposition concernant le poste d'officier de
liaison de la Belgique à Europol qui lui a été faite"
(n° 13076)
62
Sprekers: Michel Doomst, André Frédéric,
Guido De Padt
, minister van Binnenlandse
Zaken
Orateurs: Michel Doomst, André Frédéric,
Guido De Padt
, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Éric Thiébaut aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de relaties tussen
het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle
en de erkende instellingen voor nucleaire
veiligheidscontrole" (nr. 13091)
64
Question de M. Éric Thiébaut au ministre de
l'Intérieur sur "les relations entre l'Agence fédérale
de contrôle nucléaire et les organismes agréés en
contrôle de sécurité nucléaire" (n° 13091)
64
Sprekers: Eric Thiébaut, Guido De Padt,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Eric Thiébaut, Guido De Padt,
ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Bart Laeremans aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
aanhoudende aanvallen op bussen van De Lijn"
(nr. 13101)
67
Question de M. Bart Laeremans au ministre de
l'Intérieur sur "les attaques persistantes contre les
bus de De Lijn" (n° 13101)
67
Sprekers: Bart Laeremans, Guido De Padt,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Bart Laeremans, Guido De Padt,
ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het aantal
politieagenten van de stad Gent" (nr. 13103)
70
Question de M. Francis Van den Eynde au
ministre de l'Intérieur sur "le nombre d'agents de
police de la ville de Gand" (n° 13103)
70
Sprekers: Francis Van den Eynde, Guido De
Padt
, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Francis Van den Eynde, Guido De
Padt
, ministre de l'Intérieur
Samengevoegde vragen van
72
Questions jointes de
72
- de heer Georges Dallemagne aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de naleving van de
democratische regels voor het aanplakken van
verkiezingsaffiches" (nr. 13107)
72
- M. Georges Dallemagne au ministre de
l'Intérieur
sur
"le
respect
des
règles
démocratiques relatives à l'affichage électoral"
(n° 13107)
72
- de heer Ben Weyts aan de minister van 72
- M. Ben Weyts au ministre de l'Intérieur sur "les 72
06/05/2009
CRIV 52
COM 551
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
vi
Binnenlandse Zaken over "verkiezingsaffiches"
(nr. 13112)
affiches électorales" (n° 13112)
Sprekers: Georges Dallemagne, Guido De
Padt
, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Georges Dallemagne, Guido De
Padt
, ministre de l'Intérieur
CRIV 52
COM 551
06/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
COMMISSION DE L'INTERIEUR,
DES AFFAIRES GENERALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
van
WOENSDAG
6
MEI
2009
Namiddag
______
du
MERCREDI
6
MAI
2009
Après-midi
______
Le développement des questions et interpellations commence à 14.44 heures. La réunion est présidée par
M. André Frédéric.
De behandeling van de vragen en interpellaties vangt aan om 14.44 uur. De vergadering wordt voorgezeten
door de heer André Frédéric.
01 Vraag van de heer Michel Doomst aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de samenwerking
tussen verschillende politiezones" (nr. 12483)
01 Question de M. Michel Doomst au ministre de l'Intérieur sur "la collaboration entre différentes
zones de police" (n° 12483)
01.01 Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik denk dat de politiezones de voorbije jaren gestalte hebben
gekregen en dat zij ook een flink thuisgevoel hebben gecreëerd bij
een aantal mensen. Een thuisgevoel is belangrijk. Dat is zo in een
huishouden en ook in politieke families. Men moet er zich goed
voelen, want anders begint men aan andere paden te denken. Ik denk
dat een fusie niet de goede weg is, maar een grondigere
samenwerking tussen politiezones is misschien wel een pad dat we
de volgende maanden en jaren nog intenser zouden kunnen
bewandelen. De ene politiezone zou zich daarbij kunnen specialiseren
in een bepaalde taak, terwijl de andere dat op andere domeinen zou
doen. De opzet zou zijn een soort van inventaris te maken van de
specialiteiten van de verschillende naburige zones.
Het is trouwens op suggestie van collega's uit andere zones, mijnheer
de minister, dat ik u wil vragen of u van dergelijke initiatieven en van
de wil tot verdere samenwerking op de hoogte is. Wat denkt u van die
initiatieven? Bent u eventueel bereid dit soort van gespecialiseerde
samenwerking tussen verschillende politiezones in de toekomst te
stimuleren?
01.01 Michel Doomst (CD&V):
Certaines communes préconisent
une coopération plus étroite entre
zones de police voisines, chaque
zone développant ses propres
spécialités. Il s'agit de dresser une
sorte
d'inventaire
des
spécialisations des différentes
zones. Le ministre en est-il
informé?
Soutiendra-t-il
ces
initiatives de coopération?
01.02 Minister Guido De Padt: Ik verwijs naar mijn antwoord tijdens
de commissie van 4 maart 2009 op een mondelinge vraag over de
samenwerking tussen politiezones, en meer bepaald tussen de zones
Wokra en Montgomery.
Evenementen en criminaliteit stoppen inderdaad niet aan de
gemeente-, provincie-, gewest- of landsgrenzen. De samenwerking
tussen de verschillende politiediensten werd van bij de aanvang van
de politiehervorming in 1990 gepromoot. Ik ben niet op de hoogte van
eventuele concrete acties waarnaar u verwijst, mijnheer Doomst.
01.02 Guido De Padt, ministre: Je
renvoie à ma réponse du 4 mars à
propos de la collaboration entre
les zones Wokra et Montgomery.
Dès le début de la réforme, la
collaboration entre les différents
services de police a été promue.
Je ne suis pas au courant des
actions concrètes évoquées par
M. Doomst, mais rien n'empêche
06/05/2009
CRIV 52
COM 551
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
2
Niets belet zones om onderling een inventaris van hun specialisatie
op te maken met als doel de onderlinge samenwerking te
intensifiëren. Dit ontslaat andere zones met mindere specialisatie
evenwel niet van hun verantwoordelijkheid. Dit betekent met andere
woorden dat deze taak niet naar die andere zones mag worden
afgeschoven. In wezen zou het immers een afbouw betekenen van
het concept van de eerstelijnspolitiezorg. Elke zone moet de
voorgeschreven basisfunctionaliteiten waarmaken zodat alle burgers
op een gelijkwaardige dienstverlening kunnen rekenen, tenzij men
natuurlijk tot fusie zou besluiten waarbij de onderlinge specialisaties in
een nieuwe grotere politiezone worden ondergebracht.
Er is trouwens een stijging van het aantal aanvragen tot fusie als
oplossing voor diverse problemen. Meer en meer vragen zones ons
naar de voorwaarden voor een fusie. Daar moeten we volgens mij
positief op antwoorden. De wet met een brede interpretatie laat die
mogelijkheid toe. Wij kregen bijvoorbeeld van de steden en
gemeenten Maaseik, Maasmechelen en Lanaken een concrete vraag
tot fusie. Wij zijn vooralsnog bezig met het verzamelen van het nodige
juridisch advies maar het is mijn overtuiging dat wij zulks positief
moeten adviseren omdat schaalvergroting een oplossing zou kunnen
bieden aan een aantal financiële perikelen waarmee bepaalde zones
worden geconfronteerd.
Ik ben alleszins bereid deze spontane evolutie tot samensmelting te
ondersteunen en het dienaangaande wettelijke kader aan te passen.
les zones de dresser des
inventaires de leurs spécialités de
manière
à
optimiser
les
collaborations. La collaboration
n'exonère par les zones de police
de leurs propres responsabilités.
Si des missions confiées à
certaines zones de police étaient
transférées à d'autres zones, ce
serait en violation du principe de
police de première ligne.
De plus en plus de zones de police
envisagent la fusion comme
solution à certains problèmes.
Nous avons par exemple reçu une
demande concrète en ce sens de
Maaseik,
Maasmechelen
et
Lanaken. Nous sommes toujours
en train de rassembler les avis
juridiques nécessaires, mais je
pense que nous devons répondre
favorablement à cette demande.
La constitution d'entités plus
vastes peut permettre de résoudre
certains
problèmes
financiers
auxquelles les zones individuelles
sont confrontées. Si nécessaire, je
modifierai le cadre légal.
01.03 Michel Doomst (CD&V): Mijn vrees blijft dat men de komende
jaren iets te snel tot fusie zal overgaan. Wij vinden het belangrijk om
de basispolitiezorg dicht bij de mensen te houden. Een aantal
specialisaties, waarvoor men anders extra personeel moet
aantrekken, zouden met verschillende zones kunnen worden gedeeld.
Collega Van Merchtem en andere collega's suggereerden al om zulks
te stimuleren en een aantal experimenten en proefprojecten op te
zetten. Ik geloof niet in fusie als eerste redmiddel, wel in
samenwerking. Die piste moeten we de komende jaren bewandelen
om het gespecialiseerde politiewerk sterker te maken.
01.03 Michel Doomst (CD&V): Je
crains que le ministre n'opte
hâtivement pour une fusion. Or il
importe que la police de base
reste une police de proximité. En
revanche, il convient d'encourager
les zones à se spécialiser et à
coopérer plus étroitement entre
elles.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: M. Ben Weyts étant malade, ses questions n
o
12852, 12918, 12995, 13100 et 13112 ainsi
que son interpellation n
o
310 tombent.
02 Interpellatie van de heer Filip De Man tot de minister van Binnenlandse Zaken over "een aantal
aantijgingen in een brief ten opzichte van de minister van Binnenlandse Zaken" (nr. 311)
02 Interpellation de M. Filip De Man au ministre de l'Intérieur sur "une série d'accusations dans un
courrier à l'encontre du ministre de l'Intérieur" (n° 311)b>
02.01 Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, het is
nogal wat, de jongste tijd. U spreekt van een poging tot chantage en
zegt dat u het vertrouwen in Koekelberg finaal verloren hebt. Op zijn
beurt laat de commissaris-generaal zich niet afdreigen, heb ik de
indruk. Hij laat zich niet afslachten en betwist de genomen
beslissingen. Kortom, het is een zootje aan de top van het beleid
inzake veiligheid in dit land. Dat is dubbel jammer, omdat het niet
02.01 Filip De Man (Vlaams
Belang): La pagaille la plus totale
règne au sommet de notre
politique de sécurité, ce qui n'est
pas sans conséquence pour les
40.000 policiers de notre pays.
CRIV 52
COM 551
06/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
3
zonder gevolgen blijft voor de 40.000 politiemensen in dit land. We
hebben de heftige reacties van de vakbonden gezien.
De verhouding met de commissaris-generaal was al niet van de
beste, ook niet onder uw blauwe voorganger Dewael, maar de sfeer is
helemaal vergiftigd door die anonieme aanklacht over wat er zou zijn
gebeurd in Geraardsbergen.
Daarin wordt beweerd dat u als OCMW-voorzitter zou zijn
tussengekomen toen de heer Detaye, naar verluidt een kok, die tot
voor kort in dienst was van het Algemeen Stedelijk Ziekenhuis, werd
beschuldigd van ongewenste intimiteiten. Die persoon zou uw
bescherming hebben genoten, omdat hij onder meer gratis werkte op
partij-etentjes van Open Vld. Later zou hij zelfs een bevordering tot
diensthoofd hebben gekregen. Hij zou vanuit zijn functie bestellingen
hebben geplaatst voor politieke etentjes, bestellingen die dus mogelijk
ten koste van de gemeenschap vielen.
Voorts is er ook sprake van geldstromen vanuit het OCMW in de
richting van uw persoonlijke verkiezingskas en ten slotte van de
bedreiging van uw persoon door een RVA-inspecteur. Excusez du
peu. U zou die ambtenaar vorig jaar kwalijk genomen hebben dat hij
een bakker controleerde tijdens de Openbedrijvendag wegens
verdenking van het inhuren van zwartwerkers.
Dan kwam er respons op heel de zaak. De commissaris-generaal
bezorgt u kopie van de aanklacht, die u doorstuurt naar het parket van
Oudenaarde. Daar rijst een eerste vraag. In die brief worden twijfels
geuit over de aanpak door het parket van Oudenaarde. U bent jurist, u
bent minister, omringd door heel wat verstandige mensen. Waarom
hebt u die brief niet meteen doorgestuurd naar de procureur-generaal
in Gent in plaats van naar Oudenaarde?
Een volgende eigenaardigheid, de procureur in Oudenaarde zou de
echtgenoot zijn van uw directeur Integrale Veiligheid. Die directeur is
dus iemand waarmee u rechtstreeks en dag na dag werkt. Mijn vraag
is of die informatie klopt. Indien ja, is dat dan geen tweede goede
reden om de aanklacht naar de procureur-generaal in Gent door te
sturen in plaats van naar de procureur van Oudenaarde?
Ik weet niet of hij in het kasteel was op de dag van de Ronde van
Vlaanderen maar het is toch allemaal eigenaardig.
Ik kom tot de aanklachten zelf. Bevestigt u ten overstaan van de
Kamer dat die aanklachten inderdaad, zoals u al verklaard hebt,
compleet onzinnig zijn en naast de kwestie? Bent u ondertussen
gehoord door het parket-generaal? Ik neem aan dat zij u toch vragen
zullen moeten stellen. Zo neen, hebt u al een uitnodiging gekregen?
Er komt nog een tweede anonieme brief, mijnheer de minister, die
opnieuw bij de federale politie toekomt. Het zou gaan over het
opsouperen van overheidsgelden tijdens de Ronde van Vlaanderen
door Guido De Padt en zijn entourage. Het zou gaan over een dinertje
dat werd gecamoufleerd als teambuilding. U hebt gezegd dat het
inderdaad ging om teambuilding.
Ik heb daar eerlijk gezegd wat vragen bij. Doet een minister wel aan
teambuilding als hij met zijn ploeg, net op de dag van de Ronde van
Entre le commissaire général
Koekelberg et le ministre de
l'Intérieur, le climat n'était déjà pas
au beau fixe, mais il est devenu
glacial à la suite d'une plainte
anonyme.
L'auteur
de
cette
dernière laisse entendre que le
ministre De Padt serait intervenu,
lorsqu'il était président du CPAS
de Grammont, en faveur d'un
certain M. De Taeye, accusé
d'actes de harcèlement. De plus,
la lettre accuse le ministre d'avoir
empoché de l'argent appartenant
au CPAS et d'avoir menacé un
inspecteur de l'ONEm.
Le commissaire général a remis
une copie de la plainte au ministre
qui l'a envoyée au parquet
d'Audenarde. Ceci est d'autant
plus étrange que l'auteur du
courrier formulait des doutes sur le
fonctionnement de ce parquet. La
procureure générale d'Audenarde
serait
d'ailleurs
l'épouse
du
directeur de la Sécurité Intégrale
au sein du SPF du ministre.
Pourquoi le ministre, pourtant
encadré par d'excellents juristes,
n'a-t-il pas envoyé cette lettre au
procureur général de Gand?
Le ministre affirme-t-il que les
accusations proférées dans cette
lettre sont fantaisistes? A-t-il déjà
été entendu par le procureur
général?
En outre, la police fédérale a reçu
une seconde lettre anonyme dans
laquelle le ministre De Padt est
accusé d'avoir réglé la note d'un
bon gueuleton lors du Tour des
Flandres en utilisant à cette fin des
deniers publics. Le ministre dit que
ce repas était une manière de
construire un esprit d'équipe. Mais
pourrait-on m'expliquer en quoi la
consommation
d'un
banquet
fastueux dans un château de
Grammont en compagnie de ses
collaborateurs et de leurs épouses
le jour du Tour peut contribuer à
construire un esprit d'équipe?
Est-ce le fruit du hasard si cette
histoire de rétention de courrier
06/05/2009
CRIV 52
COM 551
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
4
Vlaanderen, samen met een aantal van hun dames een luxueuze
maaltijd verorbert in een kasteel, nota bene in Geraardsbergen? Lijkt
dit niet meer op een manier om op kosten van de gemeenschap op
zo'n vrolijke dag het zeer aangename te paren aan het nauwelijks
nuttige?
Ik kom dan tot het voorlopig belangrijkste gevolg van heel deze
onverkwikkelijke zaak en dat is de volledig verpeste verhouding met
de commissaris-generaal. Is het louter toeval dat het verhaal over de
achtergehouden brief opduikt nadat de commissaris-generaal een
dag eerder een positieve evaluatie had gekregen? Vormt de mogelijke
schending van het beroepsgeheim niet de tweede poging om de
politiechef te nekken? Is het niet zo dat Koekelberg zich fel verweerde
en verweert tegen straf- en tuchtmaatregelen voor deze, in zijn ogen,
minder ernstige tekortkomingen? Als ik mij niet vergis, sprak het
Comité P over een beoordelingsfout. Is het niet zo dat uw collega De
Gucht heeft geprobeerd om hem alsnog te evacueren door een
voorstel te doen om hem verbindingsofficier voor België te laten
worden op de zetel van Europol in Den Haag? Ik wil van u graag
weten of u dat voorstel van uw collega De Gucht, om Koekelberg naar
Den Haag te versassen, op voorhand kende. Kan dat voorstel van
De Gucht niet worden geïnterpreteerd als een soort ultieme
afkooppoging om eindelijk van die lastige commissaris-generaal
verlost te zijn?
émerge le lendemain du jour où le
commissaire général a reçu une
évaluation
positive?
Cette
éventuelle violation du secret
professionnel ne constitue-t-elle
pas une seconde tentative de
régler son compte au commissaire
général? Est-il exact que le
ministre De Gucht ait tenté de
mettre le commissaire Koekelberg
sur une voie de garage en lui
proposant un emploi d'officier de
liaison au siège d'Interpol à La
Haye? Le ministre De Padt était-il
informé de cette proposition?
02.02 Minister Guido De Padt: Mijnheer de voorzitter, ik zal een
antwoord geven op de vragen van de heer De Man. Als ik mij niet
vergis,
mijnheer
De Man,
bent
u
lid
van
de
vaste
begeleidingscommissie van het Comité P. U hebt in die hoedanigheid
kennis kunnen nemen, neem ik aan, van het verslag van het
Comité P. Ik heb de indruk dat u het niet goed hebt gelezen. Ik zou in
uw plaats andere conclusies daaruit getrokken hebben dan de
conclusies die u nu zelf trekt.
In het verslag van het Comité P hebt u kunnen lezen dat ik op eigen
initiatief de anonieme brief heb doorgestuurd naar het parket-generaal
in Gent, alsmede naar de procureur des Konings in Oudenaarde,
omdat hij strafrechtelijk bevoegd is voor bepaalde feiten, terwijl het
parket-generaal in Gent bevoegd is, omdat ik van voorrang van
rechtsmacht geniet, ook om bepaalde feiten te onderzoeken.
Ik heb dus, in tegenstelling tot wat u beweert, die brief wel degelijk
doorgestuurd naar het parket-generaal in Gent, wat de commissaris-
generaal in feite al vier weken voordien had moeten doen. De man
heeft de brief binnengekregen op 18 februari. Hij heeft de brief op 19
februari laten registreren. Op 11 maart heeft hij mij zelf ­ ik heb de
brief niet in zijn zak gestoken en ik heb hem niet gevraagd om mij die
te overhandigen ­ een kopie van die brief overhandigd. Het betrof een
anonieme klacht, gericht tegen mij. Hij heeft de brief aan mij
overhandigd, met de melding dat hij daarmee niets zou doen. Ik heb
hem de instructie gegeven dat hij met die klacht moest doen wat
ermee gedaan moest worden. Ik heb niet gezegd: "Bedankt Fernand,
omdat u dat wilt doen. Wij zullen het blauwblauw laten en er zal met
die klacht niets gebeuren."
Ik heb dan een week later aan de commissaris-generaal gevraagd
wat hij met die klacht had gedaan, omdat ik nog geen nieuws van
hem had vernomen, noch een bevestiging van het feit dat hij de klacht
02.02 Guido De Padt, ministre: Je
pense que M. De Man n'a pas bien
lu le rapport du Comité P, car j'ai
transmis le courrier au parquet
général de Gand et au procureur
du Roi à Audenarde, ce que le
commissaire général aurait déjà
dû faire lui-même quatre semaines
plus tôt. Il a reçu le courrier le 18
février et me l'a transmis le 11
mars en mentionnant qu'il n'y
réserverait aucune suite. Je lui ai
alors dit qu'il devait suivre la
procédure normale pour une
plainte anonyme. Une semaine
plus tard, il m'a répondu qu'il avait
transmis le courrier au service de
répression de la corruption de la
police fédérale. Je lui ai alors
précisé que ce courrier devait être
fourni au parquet, ce qui a été fait.
J'ai demandé au Comité P de
m'informer
de
la
procédure
habituelle pour ce type de cas,
parce que j'avais des doutes sur le
comportement du commissaire
général. Selon une circulaire du
collège des procureurs généraux,
une plainte, également anonyme,
concernant
une
personne
bénéficiant
du
privilège
de
juridiction doit être transmise dans
CRIV 52
COM 551
06/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
5
had doorgestuurd naar de gerechtelijke overheden. Hij heeft mij dan
gezegd dat de klacht zou worden doorgestuurd naar een interne
corruptiedienst binnen de geledingen van de federale politie. Ik heb
heel die uiteg trouwens al eens gegeven, 14 dagen geleden in de
commissie. Ik heb hem daarop geschreven en gemeld dat dit niet het
juiste toewijzingspunt was, maar dat wel het parket-generaal in Gent
melding moest krijgen van die klacht, waarna hij mij heeft gemeld ­
terwijl ik zelf al het nodige had gedaan ­ dat hij de klacht ook had
doorgestuurd naar het parket-generaal.
Omdat ik toch wel wat twijfels en bedenkingen had over het gedrag
van de hoogste politionele gezagsdrager in ons land heb ik aan het
Comité P gevraagd om mij voor te lichten over de vraag of dit wel de
normale gang van zaken was. Is het normaal dat een politieman, een
officier van gerechtelijke politie, een kopie geeft van een klacht die is
gericht tegen een bepaalde persoon en zegt dat hij daarmee niets zal
doen?
Is het niet des te bedenkelijker wanneer dit uitgaat van een
commissaris-generaal tegenover een minister? Als men dat met een
gewone mens zou doen, en er zouden denkbeeldige dingen instaan,
dan zou men dat nog zo kunnen laten. De wet voorziet daarin, dat hij
dat zo zou kunnen laten.
Hier mag hij dat echter niet zo laten. Er is een rondzendbrief van het
College van procureurs-generaal waarin staat dat wanneer een klacht,
ook al is ze anoniem, betrekking heeft op iemand die voorrang van
rechtsmacht geniet en die een zekere status heeft, men niet anders
kan dan die klacht binnen de kortste keren naar de gerechtelijke
instanties te sturen.
Tegen die achtergrond en als minister, als jurist, als iemand die
vragen moet stellen over integriteit en deontologie heb ik de zaak
voorgelegd aan het Comité P. Er zijn twee verslagen. Er is een
verslag van de heer Berkmoes. U zult dat verslag ook hebben
gelezen. Het is scherper dan dat van het Comité P zelf.
In dat verslag staat ­ ik citeer nu uit het hoofd, had ik dat geweten, ik
had het verslag meegebracht ­ dat men op zijn minst moet spreken
van een beoordelingsfout van de commissaris-generaal en van
abnormaal gedrag. Zo staat het uitdrukkelijk in het verslag, samen
met een aantal andere zaken. Zo rijst de vraag of geen inbreuk werd
gepleegd op een bepaald artikel van het Strafwetboek dat handelt
over de schending van het beroepsgeheim. Die vraag heeft het
Comité P zich gesteld zonder daarover een uitspraak te kunnen of
mogen doen. Men heeft ook de inbreuk op de rondzendbrief van het
College van procureurs-generaal in vraag gesteld.
Met het oog daarop heb ik overleg gepleegd met de minister van
Justitie, die mij de opdracht heeft gegeven om, rekening houdend met
onder meer het verslag van het Comité P, een ordemaatregel op te
leggen. Daarbij heb ik mij logischerwijze moeten wraken omdat ik zelf
in dat dossier was betrokken.
Ik heb dat niet zomaar gedaan. Waarom heb ik dat niet zomaar
gedaan? Met het oog op het rechtsgevoel dat men hier moet trachten
te bewaken en ook met het oog op wat een kleine politieman over dit
gegeven zou inschatten, wist ik onmiddellijk dat ik zelf in beeld zou
les meilleurs délais aux autorités
judiciaires.
J'ai donc soumis l'affaire au
Comité P qui a rédigé un rapport.
Un autre rapport, plus sévère, a
été établi par M. Berkmoes. Le
Comité
P
estime
que
le
commissaire général a commis
une faute de jugement et a fait
preuve
d'un
comportement
anormal. On peut aussi se poser
la question de savoir si le secret
professionnel
n'a
pas
été
transgressé et si aucune infraction
à la circulaire des procureurs
généraux n'a été commise.
Je me suis concerté à ce sujet
avec le ministre de la Justice qui
m'a chargé de formuler des
mesures d'ordre. En toute logique,
j'ai décliné cette demande parce
que j'étais impliqué en personne.
J'ai très vite compris que, tôt ou
tard, je serais mis en cause dans
cette affaire. Celle-ci fait l'objet
d'une enquête approfondie au
niveau des instances judiciaires.
Mon souhait le plus cher est que
toute la lumière soit faite sur cette
affaire.
Politiquement parlant, je n'avais
pas intérêt à lancer une campagne
de
dénigrement
contre
le
commissaire général. Je savais
néanmoins que si je ne faisais
rien, je serais cloué au pilori. Je
devais me protéger moi-même,
ainsi que le commissaire général.
Si nous avions étouffé l'affaire,
cela aurait certainement eu des
conséquences.
Pour le reste, la presse semble
avoir quelque peu perdu les faits
de vue. J'ai dit exactement la
même chose aux syndicats que ce
que je déclare ici. Je leur ai
demandé comment j'aurais dû
réagir à ces faits, et ils n'ont pas
pu me répondre. Jusqu'à ce qu'ils
sortent du bois et m'accusent de
manoeuvres politiciennes, ce qui
n'est absolument pas le cas.
06/05/2009
CRIV 52
COM 551
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
6
komen, gelet op die anonieme klacht.
Ik wist dat dit uitgespit zou worden, wat op dit ogenblik trouwens aan
het gebeuren is. U hebt mij dat gevraagd. De gerechtelijke instanties
in Geraardsbergen en omstreken voeren onderzoek naar alle mensen
die betrokken kunnen zijn bij die anonieme klacht. Ik heb niet liever
dan dat men dat doet, zodat er klaarheid kan komen.
Ik had er politiek gezien geen belang bij een hetze of wat dan ook
tegen de commissaris-generaal op te zetten. Ik had daar zelf geen
belang bij. Ik wist wel dat als ik niets deed en als men dan kennis
genomen had van het verslag van het Comité P, men mij aan het
politieke kruis genageld zou hebben, ervan uitgaand dat ik als
minister totaal abnormaal zou handelen door niets te doen naar
aanleiding van dit incident en door niets te doen inzake het abnormale
gedrag van de commissaris-generaal, door niets te doen inzake de
beoordelingsfout van de commissaris-generaal.
Ik vind dat ik mijzelf en ook de commissaris-generaal moest
beschermen tegen onszelf. Hadden wij dit hele incident gewoon onder
de mat geschoven, dan zou het binnen de kortste keren als een
politieke mokerslag op ons eigen hoofd terechtgekomen zijn.
Ik heb de indruk dat men in de verdere verklaringen in de pers en
dergelijke de feiten wat uit het oog verloren is. Er is nooit meer sprake
geweest over de feiten zelf. Ik heb de vakbonden op dezelfde manier
ingelicht als ik u hier inlicht over deze feiten. Ik heb hen uitgedaagd:
geef mij een tip hoe ik anders had moeten omgaan met deze feiten
dan op de manier dat ik het gedaan heb. De stilte was oorverdovend.
Tot zij buitenkwamen en mij dan politieke spelletjes verweten, wat
hoegenaamd niet het geval was.
Wat de anonieme brief betreft, en de klachten die daarin verwoord
zijn, het gerechtelijk onderzoek is bezig. U zult wel van mij aannemen
dat ik hier over de feiten ten gronde niet met u van gedachten kan
wisselen. Ik wil het strafonderzoek volledig zijn gang laten gaan. Er
moet duidelijkheid komen vanuit onpartijdige juridische hoek.
Wat de feiten in Geraardsbergen betreft, zal ik straks nog antwoorden
op vragen van de heer Doomst.
Als wij daar piepkeduik hadden willen spelen, zouden wij dat uiteraard
niet in Geraardsbergen en niet met die transparantie hebben gedaan,
waarmee dat nu is gebeurd.
Er is een teambuildingactie opgezet vanuit de FOD Binnenlandse
Zaken. De voorzitter, mevrouw De Knop, heeft, overigens in overleg
met mij, na de vernieuwing van haar directiecomité en met het oog op
een teambuildingactie, beslist om 160 euro per persoon te vragen. Wij
zijn met 14, 15 mensen samengekomen, de ene met partner, de
andere niet. Ik ben daar twee uur gebleven, want ik moest naar de
aankomst van de koers in Meerbeke.
Mijnheer De Man, ik moet u teleurstellen. Ik ben daar met plezier
naartoe gegaan, omdat ik dan een paar momenten bij mijn mensen
kon verwijlen.
Als u denkt dat ik daaraan veel plezier heb gehad, moet ik u
Je ne puis m'exprimer davantage
sur le fond de la plainte anonyme,
étant donné que l'instruction
judiciaire est toujours en cours.
À Grammont, j'ai délibérément
choisi de jouer cartes sur table. Le
SPF Intérieur a organisé une
réunion dont le but était de
consolider l'esprit d'équipe et il a
décidé, en concertation avec votre
serviteur, de demander à chacun
des commensaux une quote-part
de 160 euros. Une quinzaine de
personnes ont participé à ce
repas. J'y ai assisté pendant deux
heures. Tous les ans au moment
du Tour des Flandres, je reçois
trois offres d'entreprises mais
cette année, j'ai fait le choix
d'assister avec mon épouse à la
réunion du SPF. Nous aurions pu
faire ça discrètement mais nous
avons volontairement fait placer
sur les tables un carton portant
l'inscription «Intérieur». Du reste,
je ne pense pas qu'une somme de
160 euros par convive justifie que
nous soyons accusés de dilapider
l'argent de la collectivité.
Dans le dossier concernant le
commissaire-général, je maintiens
que j'ai agi à bon escient et je ne
crains nullement une enquête
judiciaire
approfondie.
Le
commissaire-général
devait
transmettre directement la plainte
au parquet-général. S'il l'avait fait,
il n'y aurait pas eu autant de
remous.
CRIV 52
COM 551
06/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
7
teleurstellen, want dat was niet het geval.
Ik krijg, en andere collega's waarschijnlijk ook, tijdens de Ronde van
Vlaanderen drie tot vier aanbiedingen van bedrijven om mee te
tafelen. Ik sla die aanbiedingen overigens elk jaar af, omdat ik liever in
een cafeetje onder de mensen een pint ga drinken. Ik ben samen met
mijn echtgenote naar die tafel gegaan, waar we overigens samen in
het kader van een teambuilding een mooie namiddag hebben gehad
en waar men de mensen eens op een andere manier leert kennen.
Als ik dat op een andere manier had willen doen, kon dat perfect. Ik
kon in mijn kabinet tafels hebben uitgestald en een traiteur hebben
laten komen, die misschien het dubbele zou hebben gevraagd. Geen
mens zou daarover hebben gesproken. Nu stond er op de tafels:
Binnenlandse Zaken. Wij hebben daar dus absoluut geen piepkeduik
willen spelen. Ik denk dat het van alle tijden en alle momenten is. Het
is dus niet zo dat wij het gemeenschapsgeld op die manier willen
opdoen.
Ik heb het verhaal gelezen van 50 majoors die naar China zijn gereisd
voor 300.000 euro. Vergelijk 300.0000 euro gedeeld door 50 eens
met de 160 euro gedeeld door 14. Dat is toch iets anders.
Ik denk en ik ben ervan overtuigd dat ik in de zaak met de
commissaris-generaal heb gehandeld, zoals elk rechtgeaard politicus
zou moeten handelen. U hebt mijn uitleg over de klachten gekregen.
Ik ben niet bevreesd dat de kwestie grondig wordt onderzocht. Het feit
dat het nu grondig wordt onderzocht, is een goede zaak en toont ook
aan dat het parket-generaal dat niet zelf onder de mat heeft
geschoven en de zaken wil uitklaren.
Dat is net mijn punt. De commissaris-generaal had de plicht om de
feiten, ook al waren ze tegen zijn minister gericht, onmiddellijk door te
sturen naar het parket-generaal. Als hij dat had gedaan, had er
waarschijnlijk nooit iemand over gesproken.
02.03 Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik ben
niet geheel overtuigd door uw argument dat u een en ander ook naar
de procureur des Konings in Oudenaarde moest sturen. Een aantal
feiten valt inderdaad onder zijn bevoegdheid, maar als het over u als
minister gaat, gaat dat hoe dan ook naar het parket-generaal. Dat is
een juridische discussie in de marge van het probleem.
Ten tweede, door het lekken van die brief door iemand - wij kunnen
moeilijk achterhalen wie - is de commissaris-generaal in een catch
22-situatie terechtgekomen. Welke houding hij ook aannam, hij was
altijd de pineut. Als hij bij u komt, schendt hij het beroepsgeheim,
volgens de versie van het Comité P, en heeft hij zijn deontologische
plicht niet nageleefd.
Als hij niet naar u komt en dat doorstuurt naar het gerecht, dan zou
uiteindelijk gezegd worden dat hij u als minister een mes in de rug
heeft gestoken.
02.03 Filip De Man (Vlaams
Belang):
Les
arguments
du
ministre ne m'ont pas convaincu.
Je ne partage pas l'opinion du
ministre selon laquelle il devait
envoyer la plainte au procureur du
Roi
d'Audenarde.
Lorsqu'un
ministre est concerné, la plainte
doit obligatoirement être adressée
au parquet-général.
Le
commissaire
général
se
trouvait devant un dilemme. S'il
soumettait la plainte au ministre, il
violait le secret professionnel et s'il
la transmettait au tribunal, il aurait
donné l'impression de poignarder
le ministre dans le dos.
02.04 Minister Guido De Padt: Hoegenaamd niet, neen.
02.05 Filip De Man (Vlaams Belang): Dat kunt u nu wel zeggen.
06/05/2009
CRIV 52
COM 551
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
8
02.06 Minister Guido De Padt: Ik heb niet liever dan dat al hetgeen
dat tegen mij wordt geformuleerd onderzocht wordt. Zo simpel is dat.
02.06 Guido De Padt, ministre:
Certainement pas. Je ne demande
pas mieux que cette affaire fasse
l'objet d'une enquête.
02.07 Filip De Man (Vlaams Belang): Ten slotte, u vraagt wat in
hemelsnaam uw belang is bij deze hetze, want u had natuurlijk
evengoed van krommenaas kunnen gebaren. U wist natuurlijk dat die
brief altijd wel ergens zou opduiken. U kon dus beter zelf de zaak
aankaarten.
Het belang bij de hetze is natuurlijk dat er blijkbaar toch wel een
heftige aandrang is bij uzelf en uw voorganger om de commissaris-
generaal eens een lesje te leren. Er is de manier waarop u
geprobeerd hebt om hem te evacueren naar Den Haag. Er is het feit
dat wanneer u dat rapport reeds een poos kende daarover geen
gewag werd gemaakt. Het gaat dan over het positieve
evaluatierapport van Koekelberg. U kent dat reeds een tijdje. Dat de
zaak van de anonieme brief pas een dag na dat evaluatierapport, dat
reeds bekend is, wordt bovengehaald, is toch allemaal te veel toeval
om waar te zijn.
Maar goed, het is natuurlijk nog veel te vroeg om hieruit conclusies te
trekken. Op dat vlak ben ik het met u eens. Wij zullen natuurlijk
afwachten wat de gerechtelijke procedures opleveren.
02.07 Filip De Man (Vlaams
Belang): C'est évidemment facile à
dire.
Le
ministre
savait
pertinemment bien que cette lettre
referait surface un jour ou l'autre
et qu'il valait donc mieux qu'il
mette lui-même l'affaire sur le
tapis. D'après moi, le ministre, à
l'instar de son prédécesseur, avait
bien l'intention de faire la leçon au
commissaire général. La manière
dont on a essayé d'envoyer M.
Koekelberg à La Haye le démontre
une fois de plus. Ce n'est tout de
même pas un hasard si l'affaire de
la lettre anonyme ait éclaté un jour
après la communication du rapport
d'évaluation
positif
du
commissaire général. Il est bien
trop tôt pour tirer des conclusions;
nous devons attendre le résultat
des procédures judicaires.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Michel Doomst aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de politie-inzet
tijdens de Ronde van Vlaanderen" (nr. 12550)
03 Question de M. Michel Doomst au ministre de l'Intérieur sur "le déploiement des forces de police
lors du Tour des Flandres" (n° 12550)
03.01 Michel Doomst (CD&V): Wij blijven bij de Ronde van
Vlaanderen, die zoals wij nu merken na Pasen en Kerstmis de derde
kerkelijke hoogdag aan het worden is in dit land. Er is alleen wat meer
volk dan voor de kerkbezoeken.
Ik vermoed, op basis van de cijfers, mijnheer de minister, dat u al
verscherpte maatregelen hebt aangekondigd tegen onveilige
verkeerssituaties. Ook een goede zaak is dat bijna alle gemeenten
een modelpolitiereglement kregen, waarbij de organisatoren verplicht
de randactiviteiten moesten melden aan het gemeentebestuur. Zo
kan een betere risicoanalyse worden gemaakt en waar nodig extra
politiemensen worden ingezet.
Blijkbaar wordt dit gestuurd door het Communicatie- en
Informatiecentrum (CIC) in Gent, onder leiding van de politie. Bij zo'n
topevenement is het goed dat wij sterk uit de verf komen. Daarom wil
ik het volgende vragen. Wat houden die initiatieven precies in? Wat
zijn de eerste bevindingen? Zijn er incidenten gemeld? Hoeveel
agenten zijn er ingezet tijdens het weekend van de Ronde? Op welke
manier is de coördinatie en sturing vanuit Gent verlopen?
03.01 Michel Doomst (CD&V):
Pendant le Tour de Flandre, des
mesures drastiques ont été prises
pour
prévenir
les
situations
routières dangereuses. Tous les
organisateurs des événements en
marge de la course ont dû se
présenter
à
l'administration
communale, ce qui a permis de
mieux analyser les risques. Le
centre de Communication et
d'Information de Gand a assuré la
coordination de tous les services
de secours. Le ministre peut-il
expliquer ces initiatives? Quels en
ont été les résultats? Des
incidents se sont-ils produits?
Combien d'agents de police ont
été déployés? Comment s'est
déroulée la coordination à Gand?
CRIV 52
COM 551
06/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
9
03.02 Minister Guido De Padt: Collega Doomst, de Ronde van
Vlaanderen volgt een parcours dat hoofdzakelijk over het grondgebied
van de provincies West- en Oost-Vlaanderen loopt. Dat is
genoegzaam bekend. Het zijn dan ook de gouverneurs van deze
provincies die een pakket aan proactieve maatregelen hebben
genomen, in samenwerking met het parket, de federale politie, de
lokale politiezones en de niet-politionele hulpdiensten, met het oog op
een goed verloop en de beveiliging van de toeschouwers.
De maatregelen werden volgens aandachtsdomeinen opgedeeld.
Bijvoorbeeld: de beveiliging van het parcours, het aanleveren van een
modelreglement ten voordele van de gemeentebesturen, houdende
meldingsplicht van randactiviteiten langs het parcours ten behoeve
van de risicoanalyse, en de optimalisatie van de coördinatie van de
hulpverleningdiensten via een interprovinciaal Bijzonder Nood- en
Interventieplan (BNIP.)
De eerste bevindingen inzake de Ronde van Vlaanderen,
wielertoeristen en profs worden als positief en succesvol bestempeld.
Er werden enkele incidenten gemeld. In relatie tot het verkeer ­ ik
spreek dan over verkeersongevallen, belemmeringen op het
parcours, foutief geparkeerde voertuigen, foutieve signalisatie en
ontbrekende signaalgevers ­ zijn er 32 incidenten gemeld. Er waren
twee andere incidenten, zoals vechtpartijen of brandwonden.
Op zaterdag 4 april werden ter gelegenheid van de Ronde van
Vlaanderen voor wielertoeristen 190 lokale politiemensen en 7
federale politiemensen ingezet, officieren inbegrepen. De dag nadien,
ter gelegenheid van de Ronde van Vlaanderen voor dames en de
Ronde van Vlaanderen voor eliterenners, werden 485 lokale
politiemensen ingezet, naast 70 federale politiemensen, waaronder
federale wegpolitie en spoorwegpolitie, alsook 2 politiehelikopters ­
dat kost allemaal geld ­ plus 9 politiemensen en officieren in het CIC
van Oost-Vlaanderen, en ten slotte 96 aspirant-inspecteurs uit de
Oost-Vlaamse politieacademie.
Er was dus veel volk dus om een heel belangrijk evenement te
omkaderen.
De coördinatie en aansturing vanuit Gent verliep, u hebt het al
gezegd, vanuit het CICOV, het Communicatie- en Informatiecentrum
van Oost-Vlaanderen, een gedeconcentreerde eenheid van de
federale politie. Naast de voorbereidende werkzaamheden, die ik u
bespaar, werden tijdens de wedstrijden in het CICOV een
operationele politiepost en multidisciplinaire commandopost opgericht.
In de multidisciplinaire commandopost, samengesteld conform het
BNIP, worden de bevoegde personen van de verschillende disciplines
­ medisch, brandweer, politie, communicatie ­ samengebracht met
het oog op het nemen van de noodzakelijke beslissingen bij
onverwachte gebeurtenissen en/of beheer van informatie met een
impact op het parcours of het wedstrijdverloop.
Zoals voorzien worden deze beslissingen genomen volgens de
voorbereide ongevallenscenario's en interventieprocedures voorzien
in het interprovinciaal Bijzonder Nood- en Interventieplan. Van al deze
beslissingen en de bijhorende informatie wordt een logboek
bijgehouden ten behoeve van evaluatie, optimalisatie en
verantwoordingsinformatie.
03.02 Guido De Padt, ministre:
Les gouverneurs des provinces de
Flandre orientale et de Flandre
occidentale ont pris une série de
mesures
proactives
en
collaboration avec le parquet, la
police fédérale, les zones de
police et les services de secours
afin d'assurer la sécurité de la
course et des spectateurs pendant
le Tour. Ces mesures consistaient
à sécuriser le parcours, à fournir
un
règlement-type
aux
administrations communales avec
obligation de déclarer les activités
en marge de l'événement et à
optimiser la coordination des
services
de
secours
par
l'activation du Plan particulier
d'intervention
d'urgence
et
d'intervention (PPUI).
Les
premiers
constats
sont
positifs. On a relevé 32 incidents
routiers et deux autres concernant
des bagarres et des brûlures.
Le 4 avril 2009, 190 policiers
locaux et sept policiers fédéraux
ont été mobilisés. Le 5 avril 2009,
on a déployé 485 policiers locaux
et 70 policiers fédéraux, deux
hélicoptères de police, neuf
policiers et officiers au centre de
communication et d'information de
Flandre orientale (CICOV) et,
enfin, 96 aspirants-inspecteurs de
l'académie de police de Flandre
orientale.
En
prévision
des
courses, un poste de police
opérationnel et un poste de
commande multidisciplinaire ont
été créés au sein du CICOV pour
pouvoir
prendre
en
cas
d'événements
inattendus
les
décisions nécessaires telles que
préparées dans le cadre du plan
d'urgence
et
d'intervention
interprovincial. Un journal de bord
de toutes les décisions a été tenu
dans
un
but
d'évaluation,
d`optimisation
et
de
responsabilisation.
06/05/2009
CRIV 52
COM 551
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
10
03.03 Michel Doomst (CD&V): Mijnheer minister, bedankt voor uw
gedetailleerde antwoord. Ik denk dat dit een voorbeeld is dat ook naar
andere, grote sportieve activiteiten als samenwerkingsmodel kan
worden gebruikt met een zekere methodiek om de zaken in de hand
te houden. Ik denk dat mag worden gezegd dat bij zo'n groot
evenement de politie heeft getoond dat zij dit efficiënt kan aanpakken
en dat positieve evaluaties kunnen worden gemaakt.
03.03 Michel Doomst (CD&V): Il
s'agit là d'un exemple à suivre
pour
l'organisation
d'autres
activités sportives et d'autres
manifestations. La police peut
donc se révéler efficace.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Le président: La question n° 12586 de Mme Boulet est transformée
en question écrite.
De voorzitter: Vraag nr. 12586
van
mevrouw
Boulet
wordt
omgezet in een schriftelijke vraag.
04 Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
preventie van woningbranden" (nr. 12609)
04 Question de M. Ludwig Vandenhove au ministre de l'Intérieur sur "la prévention des incendies
domestiques" (n° 12609)
04.01 Ludwig Vandenhove (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, collega's, ik heb een vraag in verband met de preventie
van woningbranden, omdat ik een paar weken geleden in een krant
daarover een zeer interessant interview met u heb gelezen. U zou
meer aan brandpreventie willen doen. Ik citeer: "rookmelders in
woningen verplichten" of een "brandcertificaat voor een woning".
Verder citeer ik: "De brandweer zou bij de bouwaanvraag ook de
brandveiligheid van een woning moeten onderzoeken." Nog verder:
"Brandveiligheid zou een verplicht vak moeten worden in de opleiding
van architecten".
Ik heb daarbij een dubbele vraag. Heel wat zaken die u opsomt, zijn
volgens mij Gemeenschaps- of Gewestmateries. Dat is, tenzij ik mij
vergis, geen materie voor de federale minister van Binnenlandse
Zaken, los van het feit of ik het daarmee al dan niet eens ben. Ik denk
dat het volgens de huidige wetgeving veeleer een Gewest- of
Gemeenschapsmaterie is.
Ik heb daarover nog een tweede vraag. Ik was aangenaam verrast
door uw uitspraken. Ik heb in het verleden ettelijke keren aangekaart,
zowel in mijn functie hier als in mijn andere, lokale functie als
burgemeester, dat in het hele hoofdstuk van de brandweerhervorming
het onderdeel preventie ontbreekt.
Ik heb dus een dubbele vraag aan u.
Bent u er zich van bewust dat de suggesties die u hebt gedaan,
eigenlijk niet tot uw bevoegdheid behoren?
Ten tweede, hebt u de intentie om in de brandweerhervorming, die op
dit moment aan de gang is en die qua structuur en qua mensen
natuurlijk heel moeilijk is, een aantal preventiemaatregelen op te
nemen, wat misschien toch gemakkelijker kan zijn? Bovendien kost
dat niet zoveel geld. Hebt u de intentie om bij die
brandweerhervorming ook aan het onderdeel preventie te denken?
04.01
Ludwig
Vandenhove
(sp.a): Le ministre souhaite voir le
nombre d'incendies domestiques
diminuer radicalement. Toutefois,
la réforme des services d'incendie
fait passer au second plan la
prévention,
compétence
ressortissant par ailleurs surtout
aux Régions. Le ministre en a-t-il
conscience?
Accordera-t-il
davantage
d'attention
à
la
prévention dans le cadre de la
réforme des services d'incendie?
04.02 Minister Guido De Padt: Mijnheer de voorzitter, collega 04.02 Guido De Padt, ministre:
CRIV 52
COM 551
06/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
11
Vandenhove, het aanpakken van de woningbranden is onontbeerlijk
omdat daarbij de meeste slachtoffers vallen. Ik denk dat daarover
geen discussie kan bestaan. Vanuit het motto "voorkomen is beter
dan genezen", moeten we zwaar investeren in de preventie van
brand. Veiligheid is een gedeelde verantwoordelijkheid. U hebt dat al
gesuggereerd. Wij moeten de burgers stimuleren tot het nemen van
preventieve maatregelen binnen een geïntegreerd concept van veilig
wonen.
De eerste stappen zijn reeds gezet. Sinds 2007 kan elke burger
genieten van een belastingvermindering voor uitgaven ter beveiliging
van de woning tegen inbraak en brand. Het doel is een coherente,
geïntegreerde visie te ontwikkelen inzake veilig wonen, waarin ook
andere veiligheidsaspecten moeten worden geïntegreerd, zoals
intoxicatie, gasontploffing, enzovoort. Preventie is dan ook
aangehouden als een van de opdrachten van de hervormde
brandweer.
Mijn administratie is momenteel een uitvoeringsbesluit aan het
voorbereiden dat de technische aspecten en modaliteiten inzake de
organisatie van de brandvoorkoming regelt. De preventieopdrachten
en de controle van de preventiemaatregelen, die momenteel worden
uitgevoerd door de plaatselijke brandweerdiensten, zullen vanaf dan
worden georganiseerd op het niveau van de zone.
U hebt gelijk, in die zin dat inzake brandpreventie in woningen zowel
de federale overheid als de gewestelijke en lokale overheden reeds
initiatieven namen. In een eerste fase worden die geïnventariseerd. Ik
ben ervan overtuigd dat we deze initiatieven in overleg met de
Gewesten beter op elkaar kunnen afstemmen en dat men
instrumenten zoals de bouwvergunning effectief kan gebruiken om in
de woningen een integrale veiligheid na te streven. Ik wens hierbij
eveneens de meest relevante actoren te betrekken, zoals de
huisvestingsmaatschappijen. Ik wil ook dat de overheid het
adviesaanbod verhoogt. Het objectief advies ter voorkoming van
inbraken, moet worden uitgebreid naar brand en ontploffingen. Zowel
de maatregelen als de communicatie moeten zijn aangepast aan het
doelpubliek. Vaak zijn dat gezinnen of personen die behoren tot de
zwakste bevolkingsgroep van onze maatschappij. Zij worden niet
overtuigd door folders en koninklijke besluiten, maar door duurzame
acties, met de medewerking van alle betrokken actoren, zoals de
OCMW's.
Wanneer wij, alle preventie-inspanningen ten spijt, toch worden
geconfronteerd met een brand, dienen wij te beschikken over een
performante brandweer die als een goed geoliede machine kan
worden ontplooid ingeval van interventie.
Vanochtend was nog in de krant te lezen en op de radio te horen dat
de brandweer vragende partij is voor een overleg met de federatie van
de sector van zonne-energie. Het is maar een voorbeeld, maar het
toont aan dat de brandweer ook een organisatie is die met de tijd mee
moet evolueren. Binnenlandse Zaken kan daarin een belangrijke rol
spelen.
De oprichting van het Kenniscentrum voor de Civiele Veiligheid heeft
net de doelstelling informatie te bundelen om de inzet van de
brandweer te verbeteren. Zo is een van de specifieke opdrachten van
Ce sont les incendies domestiques
qui font le plus grand nombre de
victimes. Il est indispensable
d'investir dans la prévention des
incendies et de stimuler nos
concitoyens
à
prendre
les
mesures qui s'imposent. En 2007,
une réduction d'impôt a été
accordée pour les dépenses liées
à la sécurisation des logements
contre l'effraction et l'incendie.
La prévention fait partie des
missions des services d'incendie
réformés. Un arrêté d'exécution en
préparation réglera les aspects et
les modalités techniques de
l'organisation de la prévention de
l'incendie. Après la réforme, la
prévention et le contrôle des
mesures préventives seront mis
en oeuvre au niveau de la zone.
Dans une première phase, les
efforts des autorités fédérales,
régionales et locales seront
inventoriés.
La
concertation
permettra sans nul doute de mieux
harmoniser
les
initiatives
existantes. Je tiens aussi à
associer les sociétés de logement
à la mise en place de mesures de
sécurité
intégrale
dans
les
habitations et à accroître l'offre de
conseils. Les conseils objectifs en
matière
de
prévention
des
effractions doivent être étendus à
l'incendie et à l'explosion. La
communication doit être adaptée à
son public cible. On ne convaincra
pas
les
groupes
les
plus
vulnérables de la population au
moyen de dépliants ni d'arrêtés
royaux, mais par des actions
durables impliquant, par exemple,
les CPAS.
Malgré tous les efforts de
prévention, il est impossible
d'exclure tout risque d'incendie. Il
faut dans ce cas des services de
lutte contre l'incendie efficaces. Ce
matin, des questions ont été
posées
sur
les
méthodes
d'extinction et les panneaux
solaires. Le Centre d'expertise
assurera la coordination lors de
l'examen de ce problème.
06/05/2009
CRIV 52
COM 551
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
12
het Kenniscentrum, ik citeer: "het opmaken van technische richtlijnen
en operationele procedures voor de hulpverleningszones". Ik heb
daarom ook het Kenniscentrum gevraagd de nodige stappen de
zetten om onder meer het probleem van de zonnepanelen
gecoördineerd aan te pakken.
04.03 Ludwig Vandenhove (sp.a): Mijnheer de minister, ik dank u
voor uw antwoord. Als conclusie wil ik u vragen dat in de latere
brandweerhervormingen het onderdeel preventie zeker wordt
meegenomen. Het is veeleer een zaak van organisatie dan van veel
financiële middelen. Op dat vlak gebeurt er immers al heel wat en is
de coördinatie inderdaad belangrijk.
04.03
Ludwig
Vandenhove
(sp.a): La prévention est dès lors
davantage
une
question
d'organisation et de coordination
qu'une question de moyens
financiers.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Samengevoegde vragen van
- de heer Ludwig Vandenhove aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de elektronische
identiteitskaart voor 75-plussers" (nr. 12611)
- mevrouw Linda Musin aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de elektronische
identiteitskaart voor personen ouder dan 75" (nr. 12720)
05 Questions jointes de
- M. Ludwig Vandenhove au ministre de l'Intérieur sur "la carte d'identité électronique des personnes
âgées de plus de 75 ans" (n° 12611)
- Mme Linda Musin au ministre de l'Intérieur sur "la carte d'identité électronique pour les personnes de
plus de 75 ans" (n° 12720)
Le président: La question n° 12720 de Mme Musin est transformée en question écrite.
05.01 Ludwig Vandenhove (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, ik verontschuldig mij, omdat ik hier veertien dagen
geleden niet kon zijn door omstandigheden. Ik had deze vraag toen
ingediend en u hebt ze beantwoord, mijnheer de minister. Ik wil
hieraan echter nog een vraag toevoegen. U hebt verklaard dat de
vijfenzeventigplussers hun identiteitskaart niet meer zullen hoeven te
vernieuwen.
Zou het niet goed zijn dat u een omzendbrief opstelt en stuurt aan de
gemeenten en steden, zodat die aan de vijfenzeventigplussers die
bijvoorbeeld in een rustoord verblijven, enige ondersteuning zouden
bieden bij het vernieuwen van hun identiteitskaarten?
Ik zou liefst een financiële ondersteuning van de federale of de
Vlaamse overheid zien, maar ik ben realist en ga ervan uit dat dat niet
het geval zal zijn.
Ik meen toch dat steden en gemeenten inspanningen kunnen leveren
om het de rustoordbewoners of vijfenzeventigplussers die nu naar het
gemeente- of stadhuis moeten komen om hun identiteitskaart af te
halen, wat gemakkelijker te maken.
Is het mogelijk om in die richting een ondersteunend aanbevelend
initiatief te nemen ten opzichte van de steden en gemeenten?
05.01
Ludwig
Vandenhove
(sp.a): À l'avenir, les plus de 75
ans ne devront plus renouveler
leur carte d'identité. Une circulaire
invitera-t-elle les villes et les
communes
à
prendre
des
initiatives pour apporter un soutien
pratique à ce groupe cible
spécifique
qui
éprouve
des
difficultés à se rendre à la maison
communale? Un financement est-il
prévu?
05.02 Minister Guido De Padt: Mijnheer Vandenhove, we hebben
beslist dat, zodra alle identiteitskaarten zijn uitgereikt - dat zal dit jaar
het geval zijn - we een andere systematiek zullen aanhouden waarbij
vijfenzeventigplussers aan wie nog een identiteitskaart wordt
05.02 Guido De Padt, ministre:
Dès l'année prochaine, les plus de
75 ans seront dispensés de
l'obligation de renouveler leur
CRIV 52
COM 551
06/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
13
uitgereikt, levenslang vrijgesteld zijn van vernieuwing.
Nu reeds werden tal van schikkingen getroffen, die reeds werden
opgenomen in een omzendbrief, waarbij maximaal wordt
tegemoetgekomen aan de specifieke noden van sommige oudere
personen, die zich bijvoorbeeld wegens hun beperkte mobiliteit niet
persoonlijk kunnen aanmelden bij de bevolkingsdienst.
Ik verwijs in dat verband naar de mogelijkheid waarbij een
aangestelde van de gemeente het basisdocument ter ondertekening
aanbiedt ten huize van de betrokken bejaarde of in de instelling waar
die verblijft. Dat is met name het geval nadat een gezinslid van de
bejaarde of een vertegenwoordiger van de instelling waar de bejaarde
verblijft, een medisch asttest heeft voorgelegd waaruit blijkt dat de
betrokkene zich niet persoonlijk kan aanbieden.
In voorkomend geval kan de bejaarde een mandataris aanwijzen die
de elektronische identiteitskaart bij de bevolkingsdienst zal afhalen en
activeren. Overigens bestaat ook een mogelijkheid van vrijstelling van
ondertekening van het basisdocument voor personen die niet tot
ondertekening in staat zijn ten gevolge van analfabetisme,
lichamelijke of mentale handicap of ernstige en langdurige ziekte.
Dat is nu al ingeschreven in de regelgeving, maar het feit dat het voor
onbepaalde tijd zal zijn zodra men 75 jaar wordt, zal wellicht soelaas
brengen voor de door u geschetste problematiek.
Ik zal nagaan of die procedure niet verder kan worden verfijnd, maar
er worden toch al oplossingen aangereikt, in samenspraak met het
gemeentebestuur.
carte d'identité. Des dispositions
ont déjà été prises pour remédier
à la mobilité réduite des seniors.
Un employé de la commune peut,
sur présentation d'un certificat
médical,
aller
chercher
la
personne âgée à son domicile ou
à la maison de repos et lui faire
signer le document de base sur
place. La personne âgée peut
aussi désigner un mandataire
chargé d'aller chercher sa carte
d'identité et de l'activer. De plus, il
existe une possibilité d'obtenir la
dispense
de
signature
du
document de base en cas
d'empêchement
à
l'analphabétisme, au handicap ou
à la maladie.
05.03 Ludwig Vandenhove (sp.a): Mijnheer de minister, ik dank u
voor uw antwoord.
Ik wil u suggereren om de drie Verenigingen van Steden en
Gemeenten aan te porren met een paar goede practises. Een aantal
steden en gemeenten heeft reeds laagdrempelige initiatieven
genomen, die u zou kunnen promoten bij de andere steden en
gemeenten.
Dat betekent volgens mij weinig werk, maar wanneer het officieel
gebeurt vanuit het bevoegde ministerie, heeft dat meer impact dan
wanneer het op een andere manier gebeurt.
05.03
Ludwig
Vandenhove
(sp.a): Certains communes ont
déjà pris des initiatives pour
faciliter l'accès. Les unions des
villes et communes pourraient s'en
inspirer.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: La question n° 12633 de M. Stefaan Van Hecke est
transformée en question écrite.
De voorzitter: Vraag nr. 12633
van de heer Van Hecke wordt
omgezet in een schriftelijke vraag.
06 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Carina Van Cauter aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de audit van de
nv ASTRID" (nr. 12713)
- mevrouw Jacqueline Galant aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het Astridnetwerk"
(nr. 13067)
06 Questions jointes de
- Mme Carina Van Cauter au ministre de l'Intérieur sur "l'audit de la SA ASTRID" (n° 12713)
06/05/2009
CRIV 52
COM 551
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
14
- Mme Jacqueline Galant au ministre de l'Intérieur sur "le réseau Astrid" (n° 13067)
La question de Mme Galant est transformée en question écrite.
De vraag van mevrouw Galant
wordt in een schriftelijke vraag
omgezet.
06.01 Carina Van Cauter (Open Vld): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister; op 18 maart, enige tijd geleden, stelde ik u een
vraag in verband met de dekking van het pagingnetwerk van ASTRID
te Herzele, mijn eigen gemeente trouwens. Uit uw antwoord bleek dat
u het probleem erkende, dat er blijkbaar ook nog andere problemen
waren en dat u samen met nv ASTRID actief zou zoeken naar
oplossingen. Als mogelijke oplossing werd onder meer gesuggereerd
het plaatsen van bijkomende antennes en desgevallend het
bijplaatsen van bepaalde masten.
Mijnheer de minister, u engageerde zich ook om een en ander met
bekwame spoed te zullen doen.
Mijnheer de minister, inmiddels werd ik op de hoogte gebracht dat los
van de twee geciteerde problemen met betrekking tot het
pagingnetwerk er zich ook talloze problemen zouden voordoen met
betrekking tot het radionetwerk. De reeds gekende problemen met
betrekking tot het pagingnetwerk zouden onmiddellijk kunnen
opgelost worden, zegt men, door het eenvoudig bijplaatsen van een
aantal
masten.
ASTRID
zou
echter
over
onvoldoende
werkingsmiddelen beschikken. Inmiddels zou er ook reeds een
externe audit bevolen zijn met betrekking tot de nv ASTRID en het
resultaat zou u reeds meegedeeld zijn. U zou daarvan reeds kennis
hebben.
Mijnheer de minister, kan u specificeren of er effectief ook problemen
zijn met betrekking tot de werking radionetwerk?
Is het correct dat alle voorgaande problemen, zowel met betrekking
tot de paging als tot het radionetwerk, betrekking hebben op het tekort
aan werkingsmiddelen van ASTRID?
Is het inderdaad juist dat er een audit werd bevolen? Werd deze
inderdaad reeds afgerond? Wat zijn de resultaten? Welke gevolgen
zal u desgevallend daaraan geven teneinde een gepaste oplossing
voor de geschetste problematiek te kunnen bieden?
06.01 Carina Van Cauter (Open
Vld): J'ai déjà posé le 18 mars une
question sur la couverture du
réseau ASTRID à Herzele. Le
ministre était informé du problème
et devait, avec ASTRID, chercher
rapidement des solutions.
Le simple ajout de quelques
antennes apporterait déjà une
solution, surtout pour le réseau de
paging.
ASTRID
disposerait
toutefois
de
moyens
de
fonctionnement insuffisants. Des
problèmes
se
poseraient
également concernant le réseau
radio.
Le ministre peut-il confirmer ces
informations?
Dispose-t-il
des
résultats
d'un
audit
récent?
Quelles suites y réservera-t-il?
06.02 Minister Guido De Padt: Mijnheer de voorzitter, collega's, de
Ministerraad van 29 februari 2008 heeft besloten om het toekomstig
financiële plan van nv ASTRID te koppelen aan een financiële audit.
Nv ASTRID heeft de aangevraagde budgetten voor 2009 niet
gekregen. In tussentijd heeft de raad van bestuur van nv ASTRID de
investeringen voor bepaalde projecten niet uitgevoerd in afwachting
van de resultaten van die audit, zoals de Ministerraad in 2008 ook had
gevraagd. De resultaten zijn nu daar en we zullen het dossier op de
Ministerraad van ten laatste eind mei opnieuw agenderen. Er is al een
interkabinettenwerkgroep samengekomen. Er is ook een advies van
de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij dat ook nog
aan de Ministerraad ter goedkeuring moet worden voorgelegd. Eens
die twee documenten zijn verenigd kunnen de resultaten van die audit
en van het advies van de Federale Participatie- en
06.02 Guido De Padt, ministre:
Le Conseil des ministres du 29
février 2008 a résolu de lier le futur
plan financier d'ASTRID à un audit
financier. ASTRID n'a pas reçu les
budgets demandés pour 2009.
Entre-temps,
le
conseil
d'administration n'a pas réalisé les
investissements
prévus
pour
certains projets. Les résultats sont
connus aujourd'hui et le dossier
est préparé en vue du Conseil des
ministres fin mai. Un groupe de
travail interministériel s'est déjà
CRIV 52
COM 551
06/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
15
Investeringsmaatschappij in de raad van bestuur van nv ASTRID
worden toegelicht en besproken. Dan wordt beslist op welke manier
nv ASTRID daarmee zal omgaan. Er is gaan sprake van om de
optimalisatie van het netwerk te verlaten of het uitvoeringsplan
eventueel stop te zetten. We moeten bekijken welke verdere
financiële aansturing er kan gebeuren nadat beide documenten zijn
besproken.
Ik heb het al eerder meegedeeld, de precaire punten van het
radionetwerk bij nv ASTRID zijn bekend. Het is om veiligheidsredenen
echter niet opportuun om die punten publiek kenbaar te maken. Ook
de technische oplossingen zijn bekend en er werd een
prioriteitsplanning voor uitvoering opgesteld. De investeringen en de
werkingskosten worden nu verder onderzocht. In dat raam en op
basis van de beslissing van de Ministerraad, zal de budgetaanvraag
voor 2009 eind deze maand hernieuwd worden ingediend, aangezien
deze aan de audit was gekoppeld.
Over de resultaten van de audit en de gevolgen van de aanbeveling
van de FPIM zal ik antwoorden zodra de Ministerraad van het dossier
heeft kennis genomen.
réuni. Un avis a également été
rendu par la Société fédérale de
participations et d'investissement.
Une fois réunis, il pourra être
communiqué.
Ensuite, il faudra décider de
l'usage qu'en fera ASTRID. Il n'est
pas question de mettre un terme
au plan d'exécution. On pourra,
dès lors, engager des discussions
sur la gestion financière.
Les points délicats du réseau radio
sont bien connus de la s.a.. Il n'est
pas opportun de les dévoiler pour
des raisons de sécurité. Il existe
des solutions techniques et un
planning des priorités de mise en
oeuvre. Quant au financement, il
est en préparation.
Les résultats de cet audit et les
recommandations que la Société
fédérale de participations et
d'investissement a formulées sur
cette base seront expliqués lors du
Conseil des ministres, fin mai.
06.03 Carina Van Cauter (Open Vld): Het is inderdaad essentieel
dat de nv ASTRID kan beschikken over voldoende werkingsmiddelen.
Het is nodig en zelfs vereist dat men deze beslissing laat afhangen
van objectieve criteria die blijkbaar voorhanden zijn maar nog moeten
worden bestudeerd. Ik betreur dat nv ASTRID de uitvoering van haar
beheersovereenkomst, dat in de plaatsing van de nodige bijkomende
antennes voorzag, laat afhangen van de verhoging van de
werkingsmiddelen.
Uit het feit dat deze opdracht reeds begrepen was in de
oorspronkelijke beheersovereenkomst kan men afleiden dat men
vandaag reeds over voldoende middelen kan beschikken om die
kleine aanpassingen ­ het gaat immers louter om kleine
aanpassingen ­ uit te voeren. Dat brengt met zich mee dat men
eigenlijk een hele zone niet voorziet van de gepaste communicatie en
dat men hulp- en veiligheidsdiensten niet op een geëigende, nuttige
manier kan verwittigen, wat effectief aanleiding kan geven tot risico's.
Men moet dat vermijden. Ik zou u dus willen vragen om toch bij
ASTRID tussen te komen opdat zij effectief datgene zouden uitvoeren
waartoe zij zich hebben geëngageerd. De discussie over het al dan
niet verhogen van de werkingsmiddelen staat daar los van en moet
gestoeld zijn op objectieve criteria.
06.03 Carina Van Cauter (Open
Vld): Il est essentiel qu'ASTRID
dispose
de
moyens
de
fonctionnement
suffisants.
Je
déplore qu'ASTRID n'exécute pas
correctement l'accord de gestion.
De ce fait, toute une zone est
privée
d'appareillages
de
communication appropriés. Je
demande au ministre d'intervenir
et d'inciter ASTRID à respecter
tous
ses
engagements.
La
discussion sur l'importance des
moyens de fonctionnement doit
être menée distinctement mais
objectivement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Mia De Schamphelaere aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de diefstal van
zonnepanelen" (nr. 12767)
06/05/2009
CRIV 52
COM 551
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
16
- de heer Xavier Baeselen aan de minister van Klimaat en Energie over "de diefstallen van
zonnepanelen" (nr. 12906)
07 Questions jointes de
- Mme Mia De Schamphelaere au ministre de l'Intérieur sur "le vol de panneaux solaires" (n° 12767)
- M. Xavier Baeselen au ministre du Climat et de l'Énergie sur "les vols de panneaux solaires"
(n° 12906)
Le président: La question de M. Xavier Baeselen devient une
question écrite.
De voorzitter: De vraag van de
heer Baeselen wordt omgevormd
in een schriftelijke vraag.
07.01 Mia De Schamphelaere (CD&V): Mijnheer de minister, de
zonnepanelen hebben blijkbaar hun weg gevonden naar het grote
publiek. Ze worden gepromoot en betoelaagd en er zijn fiscale
voordelen voor. Op die manier hoopt onze samenleving het aandeel
groene energie aanzienlijk op te trekken en de energieafhankelijkheid
te verminderen. Dat nieuwe hulpmiddel komt dus zeker van pas, maar
er is een aantal aanpassingsproblemen op verschillende gebieden in
onze samenleving. Ik denk aan het bericht vanmorgen over de
brandveiligheid en de problematiek van de zonnepanelen. Er is
aanpassing nodig van onze reglementering inzake ruimtelijke
ordening. Mijn vraag gaat over de diefstalbeveiliging.
Het is inderdaad een nieuw product met een aanzienlijke kostprijs.
Het vergt een grote investering, zeker voor gezinnen. Het product
wordt alsmaar vaker en, blijkbaar, nogal gemakkelijk gestolen: niet
alleen van particuliere woningen, maar ook bijvoorbeeld meer en
meer in het weekend op bedrijventerreinen enzovoort. De markt
probeert
daaraan tegemoet
te komen. Er zijn nieuwe
beveiligingssystemen, bijvoorbeeld een bepaalde soort vijzen die
opgevuld worden, zodat het zonnepaneel niet kan losgemaakt worden
met eender welk werktuig. Er zijn ook mogelijkheden om de
zonnepanelen van een alarminstallatie te voorzien.
Wordt die nieuwe soort van ecodiefstal, zoals men dat noemt,
opgenomen in de nationale of lokale veiligheidsplannen? Hebt u weet
van het aantal gevallen of hoe vaak dat soort diefstallen reeds is
voorgekomen of in welke regio's of plaatsen dat het meest voorkomt?
07.01 Mia De Schamphelaere
(CD&V): Dans notre pays, il arrive
fréquemment que des panneaux
solaires soient volés chez des
particuliers, dans des entreprises
ou dans des services publics.
Certaines entreprises proposent
des vis rembourrées difficilement
dévissables
et
certains
installateurs prévoient un système
d'alarme.
Dans quelle mesure s'intéresse-t-
on à ce problème dans le cadre
des plans de sécurité nationaux et
locaux? Combien de vols de ce
type dénombre-t-on à ce jour?
Dans quelles régions ceux-ci sont-
ils les plus fréquents?
07.02 Minister Guido De Padt: Mijnheer de voorzitter, collega De
Schamphelaere, tussen 2000 en 2008 hebben onze politiediensten 10
diefstallen van zonnepanelen geregistreerd, onderverdeeld als volgt:
in 2002 één, in Gent, in 2003 één, in Meeuwen-Gruitrode, in 2006
twee, in Fleurus en Leuven, in 2007 drie, in Houyet, Sint-Truiden en
La Louvière en in 2008 drie, in Gingelom, Durbuy en La Roche-en-
Ardenne. In die zes jaar werden de meeste zonnepanelen dus
blijkbaar in Wallonië gestolen.
Zoals u kunt zien, betreft het hier een volledig willekeurige spreiding.
Er zit in feite geen lijn in. Gezien de geringe aantallen is het niet
verwonderlijk dat het fenomeen op zich nog niet aangehouden is in
het nationaal veiligheidsplan 2008-2011 of in een lokaal
veiligheidsplan.
Zo nodig zouden de diefstallen van zonnepanelen een plaats kunnen
krijgen binnen de eigendomsdelicten en de rondtrekkende
dadergroepen. De bestaande preventieve maatregelen, zoals het
markeren, nummeren, registreren en fotograferen, de behandeling
07.02 Guido De Padt, ministre:
Entre 2000 et 2008, il y a eu dix
vols
de
panneaux
solaires.
L'ampleur du phénomène est donc
limitée
et
la
distribution
géographique est aléatoire. Ce
type de délit ne figure pas en tant
que tel dans un plan de sécurité,
mais entre dans les catégories des
délits contre la propriété et des
bandes criminelles itinérantes.
Les
mesures
préventives
existantes comme le marquage, le
numérotage, l'enregistrement, la
prise de photographies et le
traitement
des
fixations
me
paraissent suffisantes. D'autres
mesures
sont
également
CRIV 52
COM 551
06/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
17
van aanhechtingen enzovoort lijken mij voldoende. Het is duidelijk dat
er lessen moeten worden getrokken uit de gerechtelijke onderzoeken
en dat dat ook zal gebeuren.
Ik geef kort een gratis technopreventief advies over de maatregelen
die kunnen worden genomen om zonnepaneeldiefstal te voorkomen.
Men kan veiligheidssloten aanbrengen op hechtingen van
zonnepanelen, zodat ze niet meer kunnen worden gestolen zonder
schade aan te brengen aan de panelen zelf. Men kan detectoren
aanbrengen, gekoppeld aan een reeds bestaand alarmsysteem.
Aangezien de diefstal ­ een paneel is niet zo gemakkelijk mee te
nemen ­ enige tijd vergt, net als het overbrengen van een paneel naar
een wagen, is de kans groot dat de opgeroepen politie tijdig kan
optreden. Hiervoor kan overigens ook een buitendetector gebruikt
worden die reeds op een dak aanwezig is en gebruikt wordt voor de
tuin. Die detector stelt de aanwezigheid van mensen op het dak vast
en zorgt ervoor dat een politionele interventie sneller kan gebeuren.
De creatie van een Europese gegevensbank waarin de serienummers
worden opgeslagen, is geen oplossing die wij op dit ogenblik
overwegen. Het spreekt vanzelf dat mijn diensten het fenomeen met
de nodige aandacht zullen blijven volgen.
possibles, comme le placement de
cadenas sur les points de fixation
et de détecteurs reliés à un
système d'alarme ou encore
l'installation de détecteurs de
mouvements dans le jardin. Etant
donné que ces vols demandent du
temps et nécessitent un véhicule,
la police dispose d'une marge de
temps assez importante pour
intervenir. La création éventuelle
d'une
banque
de
données
européennes
comportant
des
numéros de série n'est pas
envisagée pour l'instant. Il va de
soi que mes services continueront
à
accorder
toute
l'attention
nécessaire à ce phénomène.
07.03 Mia De Schamphelaere (CD&V): Mijnheer de minister, ik
dank u voor de cijfers en het technisch advies. Is dat technisch advies
ook in de lokale zones bekend? Wordt het ook gecommuniceerd door
de technopreventieadviseurs? Door de populariteit van de
zonnepanelen is het belangrijk dat mensen ook worden ingelicht over
de wijze van de beveiliging.
07.03 Mia De Schamphelaere
(CD&V): Je me demande si les
recommandations techniques sont
bien connues des acteurs de
terrain
et
si
elles
sont
suffisamment diffusées par les
conseillers en prévention.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Samengevoegde vragen van
- de heer Michel Doomst aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het incident in Schaarbeek"
(nr. 12777)
- mevrouw Clotilde Nyssens aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de man die in Schaarbeek
door de politie werd neergeschoten" (nr. 12792)
- mevrouw Zoé Genot aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de man die in Schaarbeek door
de politie werd doodgeschoten" (nr. 13096)
08 Questions jointes de
- M. Michel Doomst au ministre de l'Intérieur sur "l'incident survenu à Schaerbeek" (n° 12777)
- Mme Clotilde Nyssens au ministre de l'Intérieur sur "l'homme abattu par la police à Schaerbeek"
(n° 12792)
- Mme Zoé Genot au ministre de l'Intérieur sur "l'homme tué par la police à Schaerbeek" (n° 13096)
Le président: Mme Genot et M. Doomst ne sont pas encore présents. Je donne donc la parole à
Mme Nyssens. Si les deux autres intervenants n'arrivent pas entre-temps, leurs questions tomberont.
08.01 Clotilde Nyssens (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, heureusement, ce n'est pas tous les jours que se déroulent
de tels drames. Il est certain que c'est avec attention que j'ai suivi cet
événement puisque, récemment, un ouvrier communal a été abattu
de deux balles par un agent de police à Schaerbeek, une commune
que je connais bien. Selon les premiers éléments de l'enquête, le
policier, invoquant la légitime défense, aurait sorti son arme après que
la victime ait menacé avec un couteau deux agents de police en
08.01 Clotilde Nyssens (cdH):
Onlangs
werd
een
gemeentearbeider in Schaarbeek
gedood door twee kogels die
werden afgevuurd door een
politieagent. Volgens de eerste
onderzoeksgegevens
zou
de
politieman, die zich op wettige
06/05/2009
CRIV 52
COM 551
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
18
patrouille et blessé l'un deux à l'épaule.
Monsieur le ministre, il est rare que j'interpelle sur un cas particulier,
surtout que je connais les procédures et que je suppose que vous ne
possédez pas énormément d'informations sur l'enquête judiciaire.
Cependant, vu l'importance de l'affaire, j'aimerais savoir si, au stade
actuel, vous disposez d'informations que la presse n'aurait pas
relatées.
Êtes-vous en mesure de me dire s'il est confirmé qu'il s'agissait bien
d'un cas de légitime défense ou non? Disposez-vous d'une
description et d'une analyse des faits plus larges que dans la presse?
Surtout, indépendamment de l'enquête judiciaire, une enquête interne
a-t-elle été ouverte?
zelfverdediging
beroept,
zijn
wapen hebben getrokken nadat
het
slachtoffer
twee
patrouillerende politieagenten met
een mes zou hebben bedreigd en
een van hen aan de schouder zou
hebben verwond. Beschikt u op dit
ogenblik over informatie die niet
door de pers werd vrijgegeven?
Ging het wel degelijk om een geval
van
wettige
zelfverdediging?
Beschikt u over een ruimere
beschrijving en analyse van de
feiten dan wat we via de pers
konden vernemen? Werd, los van
het gerechtelijk onderzoek, ook
een intern onderzoek geopend?
08.02 Guido De Padt, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, je suppose que vous accepterez que je réponde
indirectement aussi aux questions de M. Doomst et de Mme Genot,
malgré leur absence.
08.02 Minister Guido De Padt:
Staat u mij toe dat ik indirect
tevens de vragen van de heer
Doomst en mevrouw Genot
beantwoord,
ondanks
hun
afwezigheid.
Op zondag 19 april omstreeks 07.30 uur reed een patrouille van de
politiezone BRUNO op de Haachtsesteenweg in Schaarbeek, alwaar
deze aan een tramhalte werd geïnterpelleerd door een man.
Toen de bestuurder van het patrouillevoertuig uitstapte en
poolshoogte ging nemen werd hij onmiddellijk mondeling bedreigd. De
man had een mes in de hand en dreigde ermee. Beide agenten
hebben geprobeerd de man te bedaren doch niets hielp. Hierop heeft
een van de inspecteurs met zijn spuitbus pepperspray geprobeerd de
man te ontwapenen, ook zonder gevolg. De man in kwestie bleef op
de politiemensen afkomen. Een van de inspecteurs viel op de grond
en werd, zich verwerend, door het mes getroffen in de linker
bovenarm. Zijn collega is tussengekomen en heeft naar de man
geroepen om te stoppen maar werd bedreigd met het mes. Hij heeft
tweemaal geschoten om zich te verdedigen.
Le dimanche 19 avril, vers 7h30,
une patrouille de police a été
interpellée par un individu sur la
chaussée d'Haecht. En sortant de
la voiture, le chauffeur a été
immédiatement pris verbalement à
partie puis menacé avec un
couteau. L'individu ne se calmant
pas, un des inspecteurs a utilisé
son
pepper
spray,
sans
néanmoins
mettre
fin
à
l'échauffourée
au
cours
de
laquelle un inspecteur a reçu un
coup de couteau au bras gauche ;
son collègue a tiré deux fois pour
se défendre.
L'enquête sur cet incident a été confiée par Mme la juge d'instruction
Gruwez à l'Inspection générale des services de police. C'est à la
justice de se prononcer sur les circonstances de l'incident et sur le fait
de savoir si oui ou non le policier agissait en état de légitime défense.
Het onderzoek werd door de
onderzoeksrechter
aan
de
Algemene
Inspectie
van
de
politiediensten toevertrouwd. Het
gerecht dient zich uit te spreken
over de omstandigheden van het
incident en over de vraag of de
politieagent
uit
wettige
zelfverdediging heeft gehandeld.
Zondag in de late namiddag, dus ook op 19 april, heeft er zich een
incident voorgedaan met een cameraploeg van VTM. Misschien weet
u dat. In werkelijkheid berustte dat op een misverstand ­ ik geloof dat
het een vraag was van de heer Doomst ­ en had het niets te maken
met de schietpartij van 's morgens. Het kwam erop neer dat een
allochtone jongere de cameraploeg bedreigd heeft omdat hij dacht dat
Dimanche, en fin d'après-midi, un
incident a opposé une équipe de
tournage de VTM à un groupe de
jeunes allochtones qui se sont
montrés menaçants parce qu'ils
pensaient avoir été filmés alors
CRIV 52
COM 551
06/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
19
zij een begane verkeersovertreding hadden gefilmd. Hij eiste de tape
van de camera.
qu'ils
étaient
en
train
de
commettre une infraction au code
de la route. Les jeunes ont exigé
de
se
faire
remettre
l'enregistrement.
Les
deux
incidents
sont
totalement
indépendants l'un de l'autre.
Après l'incident, les services de police se sont méfiés et ont maintenu
des forces en réserve, mais qui n'ont finalement pas dû intervenir.
Les deux policiers concernés sont en congé de maladie jusqu'au
20 mai 2009.
L'entraînement au tir se fait sur des cibles standard qui représentent
la tête et le buste. Il est clair que lors d'un tir instinctif ou réactionnel,
on ne vise pas. On dégaine, on arme et on dirige son arme en
direction du danger.
Na
het incident waren de
politiediensten op hun hoede en
hielden ze extra manschappen
paraat die uiteindelijk niet hoefden
in te grijpen. De twee betrokken
politieagenten zijn met ziekteverlof
tot en met 20 mei 2009. De
schiettraining
gebeurt
op
standaarddoelwitten in de vorm
van
een
hoofd
en
een
bovenlichaam. Het spreekt vanzelf
dat als men instinctief schiet, men
niet mikt. Men trekt zijn wapen en
beweegt het in de richting van het
gevaar.
08.03 Clotilde Nyssens (cdH): Monsieur le ministre, vous nous avez
fait une description mais il est évident que pour faire toute la lumière
sur cette affaire, il faudra attendre la fin de l'enquête du juge Gruwez.
Je resterai très attentive à cette affaire car ce qui s'est passé est
extrêmement grave. Une personne a été tuée par un agent de police.
C'est important tant au niveau du respect ou du non-respect des
autorités de police que du quartier, qui est évidemment en émoi.
Je peux comprendre que vous ne puissiez pas vous prononcer
maintenant sur le fait de savoir si c'était un cas de légitime défense.
08.03 Clotilde Nyssens (cdH):
Het spreekt vanzelf dat we het
einde van het onderzoek van
onderzoeksrechter Gruwez zullen
moeten afwachten om volledige
duidelijkheid te krijgen in dit
dossier.
Ik
zal
deze
aangelegenheid
nauwlettend
opvolgen, want de gebeurtenissen
zijn uitermate ernstig. Dit dossier
is belangrijk omdat het te maken
heeft met het de mate waarin de
politieautoriteiten al dan niet
worden gerespecteerd en omdat
de gebeurtenissen de wijk hebben
beroerd. Maar ik begrijp volkomen
dat u vooralsnog niet kan
bevestigen dat het ja dan nee om
een
geval
van
wettige
zelfverdediging gaat.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Michel Doomst aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de bevindingen
van de task force verkeersveiligheid" (nr. 12775)
09 Question de M. Michel Doomst au ministre de l'Intérieur sur "les conclusions de la task force
sécurité routière" (n° 12775)
09.01 Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, eerstdaags zouden de bevindingen van de task force
Verkeersveiligheid aan de minister worden bezorgd. Daarin worden
een aantal beleidsdoelstellingen uiteengezet, maar ook een aantal
opmerkingen en suggesties voor de betere organisatie van de
09.01 Michel Doomst (CD&V):
Les conclusions auxquelles est
parvenue la taskforce Sécurité
routière comportent un certain
nombre d'objectifs stratégiques,
06/05/2009
CRIV 52
COM 551
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
20
politietaken. De task force stelt bijvoorbeeld dat de lokale politie te
veel tijd zou besteden aan parkeertoezicht en te weinig tijd aan
andere belangrijke politietaken, zoals de snelheidscontroles.
Kunt u wat meer uitleg geven over de uiteindelijke bevindingen van de
task force?
Wat denkt u van de opmerkingen over de kerntaken van de lokale
politie?
Kunnen de gestelde doelstellingen door de politie als een maatstaf
worden gehanteerd?
de suggestions et d'observations
qui concernent les missions de
police. Le ministre pourrait-il nous
en dire plus sur ces conclusions?
Que pense-t-il des observations
concernant les missions de base
de la police locale? Ces objectifs
pourraient-ils servir de cadre de
référence aux services de police?
09.02 Minister Guido De Padt: Mijnheer de voorzitter, collega
Doomst, als minister van Binnenlandse Zaken heb ik binnen mijn
bevoegdheden als belangrijke prioriteit bij te dragen tot een veilige
maatschappij. Daarbij denk ik aan rampen en onheil, terrorisme,
ordeverstoring, criminaliteit en overlast. De verkeersveiligheid is nog
steeds een van de meest levensbedreigende fenomenen in onze
maatschappij.
Bijgevolg ligt het voor de hand dat een voortdurende prioritaire
aandacht
voor
verkeersonveiligheid
en
verkeershandhaving
noodzakelijk is. De ambitieuze doelstelling om het aantal dodelijke
slachtoffers te halveren, te brengen tot minder dan 750 per jaar in
2010 en tot minder dan 500 in 2015 is een immense uitdaging. Deze
politieke resultaatsverbintenis vertrekt van de vaste wil om die
doelstelling te bereiken.
Ook ik ben ervan overtuigd dat de doelstelling realistisch is en met
inzet van velen kan gerealiseerd worden. Het is immers niet het werk
van alleen maar de politie. Reeds onder de vorige regering werden er
daarom initiatieven genomen, waarin ik mij volledig inschrijf.
Kortgeleden hebben de 18 betrokken ministers die het
interministerieel comité voor de verkeersveiligheid samenstellen het
verslag van de taskforce gekregen. Dit document is nog steeds een
voorlopige versie, maar is reeds grondig bestudeerd door mijn
diensten. De vergadering van het interministerieel comité voor de
verkeersveiligheid zal plaatsvinden op 12 mei aanstaande.
Ik wens dus niet vooruit te lopen op de definitieve conclusies en
concrete voorstellen van de taskforce. Het ligt voor de hand dat de
bevindingen van die taskforce een belangrijke bron zullen zijn voor de
verdere besluitvorming over de verkeersveiligheid.
Ik wil wel nu reeds meegeven dat ik in dat verband heel wat
inspanningen verwacht van de politiediensten in het kader van hun
handhavingsopdracht. Daarbij zal het er niet alleen op aan komen om
met periodieke grootschalige actie zoals de BOB-campagnes en de
snelheidscontroles de gestelde doelstelling te bereiken, maar ook
door een permanente zorg voor een preventieve aanwezigheid, zoals
meer zichtbaar toezicht op de snelwegen en andere risicowegen,
daaraan te werken.
Ik heb de wegenpolitie reeds gezegd dat als ik op de autosnelweg rij
ik maar weinig politiemensen opmerk van onze wegenpolitie. In
andere landen is dat wel het geval. Men heeft er wel een uitleg voor,
09.02 Guido De Padt, ministre:
L'insécurité
routière
constitue
toujours l'une des premières
causes de mortalité dans notre
société et requiert dès lors une
attention prioritaire. Nous voulons
faire passer le nombre de morts
sur nos routes à moins de 750 en
2010 et à mois de 500 à l'horizon
2015. Cet objectif, certes très
ambitieux, me paraît certainement
réaliste, si tous les acteurs
unissent leurs forces.
La comité interministériel Sécurité
routière vient de recevoir le rapport
intermédiaire de la taskforce et se
réunira une nouvelle fois le 12 mai
2009. Je ne souhaite dès lors pas
anticiper. J'attends en tout cas que
les agents de police fournissent
d'importants efforts dans le cadre
de leur mission de maintien de la
loi et pas seulement dans le cadre
d'actions à grande échelle, mais
aussi
par
une
présence
préventive.
Pour le surplus, se pose la
question difficile de la référence à
des engagements de résultats
quantitatifs pour les services de
police concernant les contrôles du
taux d'alcoolémie, de vitesse et de
port de la ceinture. A cet effet,
nous
devons
disposer
de
paramètres de mesure clairs.
Dès
que
l'on
disposera
d'informations plus précises, on
pourra orienter les efforts plus
précisément, en fonction des
groupes
cibles
et
des
circonstances.
Les
effectifs
pourront également être utilisés
CRIV 52
COM 551
06/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
21
maar men gaat trachten om er iets aan te doen.
Een andere knelpunt is het debat rond het werken met kwantitatieve
engagementsverbintenissen voor de politiediensten zoals 2,1 miljoen
alcoholcontroles, 40 miljoen snelheidscontroles en 1,8 miljoen
gordelcontroles. De vraag is of dat wel echt de meest aangewezen
werkmethode is.
Om hierop te antwoorden moet er eerst wel duidelijkheid zijn over een
nulmeting van de situatie, waarin een bepaald aantal controles
gebeurde om zo het effect op de verkeersveiligheid van een wijziging
in aard, aantal en werkwijze van het toezicht en de controleactiviteiten
te kunnen analyseren. Pas dan, vanaf het ogenblik dat men over die
nulmeting beschikt, is het mogelijk om mee te gaan werken aan de
kwalitatieve aspecten van de verkeershandhaving.
Door te beschikken over niet noodzakelijk meer, maar over meer
accurate en geschikte informatie wordt het mogelijk om de
inspanningen te optimaliseren door ze beter te oriënteren op de
doelgroepen. Ik denk aan vrachtvervoer, motorrijders en jonge
weggebruikers en ook aan de plaatsen en de periodes.
Doelgerichter
werken
betekent
dat
met
een
beperkte
personeelscapaciteit doelmatige activiteiten kunnen worden ontplooid
die beter bijdragen tot de realisatie van de doelstellingen.
Een niet-miskenbaar knelpunt is dat van de beschikbare
politiecapaciteit. Oplossingen daarvoor kunnen worden gevonden,
enerzijds bij het automatiseren van het vaststellen van de inbreuken
en het invoeren van de technologie en, anderzijds bij het herverdelen
van de beschikbare politiecapaciteit.
plus efficacement. La capacité
policière reste clairement une
pierre
d'achoppement.
L'automatisation, les nouvelles
technologies et la redistribution de
la capacité policière peuvent
permettre d'y remédier.
09.03 Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik dank u voor het antwoord. Ik veronderstel dat wij ongeveer
in juni een relaas van de besluiten van de taskforce zullen kunnen
krijgen.
Mijn aanvoelen is ook dat wij inzake verkeersveiligheid gerichter
moeten werken. Federaal en lokaal wordt nogal met typepatronen
gewerkt die nogal stereotiep zijn, vooral met betrekking tot het
optreden tegen overdreven snelheid. Daar zal inzake tijd, plaats en
doelgroepen gerichter moeten worden gewerkt.
Ik heb de indruk dat het weekend steeds dodelijker wordt. Op
bepaalde herkenbare raceplaatsen, autosnelwegen en bepaalde
wegen waarop snel kan worden gereden, zullen wij de gerichte
aanpak moeten volgen. Wij zullen de vergadering met de taskforce
afwachten om te informeren hoe ver het hiermee staat.
09.03 Michel Doomst (CD&V):
j'imagine
que
nous
aurons
davantage
de
feedback
concernant les décisions de la
taskforce vers le mois de juin. A
mon estime, ce sujet doit faire
l'objet d'une approche locale plus
ciblée et pas seulement fédérale,
dans le temps et en fonction du
lieu et des groupes cibles. Nous
allons donc attendre la réunion
avec la taskforce.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Michel Doomst aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de werking van
de nieuwe centrale loonmotor" (nr. 12776)
10 Question de M. Michel Doomst au ministre de l'Intérieur sur "le fonctionnement du nouveau moteur
salarial central" (n° 12776)
10.01 Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de 10.01 Michel Doomst (CD&V): Le
06/05/2009
CRIV 52
COM 551
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
22
minister, de problematiek van de centrale loonmotor sleept al een
tijdje aan. Er werd gestreefd om te komen tot een unieke motor die
zowel aan de lokale als federale noden kan tegemoetkomen. Er loopt
blijkbaar ook een aantal testen in een aantal pilootzones.
In maart van vorig jaar heeft uw voorganger nog geantwoord dat hij
een overleg zou opstarten om tot een duidelijke taakinvulling voor de
sociale secretariaten te komen.
Wat zijn de bevindingen in de pilootzones? Wanneer voorziet u in de
definitieve opstart? Wat is de stand van zaken in het overleg?
dossier du moteur salarial central
traîne depuis quelque temps déjà.
Il s'agit de mettre en place un
moteur unique pouvant répondre
aux besoins tant locaux que
fédéraux. Apparemment, des tests
sont déjà réalisés dans une série
de zones d'essai. Quels en sont
les résultats? Quand le lancement
définitif est-il prévu? Qu'en est-il
de la concertation concernant le
contenu précis des tâches des
secrétariats sociaux?
10.02 Minister Guido De Padt: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Doomst, de eerste signalen die wij over de loonmotor ontvangen zijn
bemoedigend, maar het is nog te vroeg om hierop een antwoord te
geven omdat de vertegenwoordigers van de pilootzones momenteel
worden
opgeleid.
Er
zijn
een
15-tal
pilootzones.
De
vertegenwoordigers starten deze maand in een trainingsomgeving.
Vanaf juni zal men in de reële berekeningsomgeving van de
loonmotor aan de slag kunnen gaan.
In de oplevering van de nieuwe loonmotor is voorzien op 1 juli 2009.
Hij moet operationeel zijn voor alle personeelsleden van de
geïntegreerde politie op 1 januari 2010.
Vanuit het Sociaal Secretariaat werd voorrang gegeven aan dit
project. Het overleg inzake de taakinvulling van het Sociaal
Secretariaat zal weldra worden opgestart. Het zal worden
georganiseerd in aanwezigheid van alle betrokken partners. Ik denk
dan aan de lokale politie, de centrale politie, de FOD Binnenlandse
Zaken, het Sociaal Secretariaat, de VVSG, de diensten belast met het
toezicht enzovoort.
Vanaf 1 januari 2010 zou de loonmotor dus moeten draaien. Mijn
antwoord zou veel te lang zijn als ik al die zones ook nog eens zou
opsommen. Alle voorbereidingen en pilootprojecten worden dus
momenteel volop opgestart.
10.02 Guido De Padt, ministre:
Les premiers signaux concernant
le
moteur
salarial
sont
encourageants mais il est encore
trop tôt pour formuler une réponse
définitive.
La
formation
des
représentants des quelque quinze
zones pilotes démarre ce mois-ci
et nous pourrons réellement
procéder à des calculs à partir de
juin. La réception du moteur
salarial est prévue pour le 1
er
juillet
2009 et il devrait être totalement
opérationnel pour le 1
er
janvier
2010. La concertation concernant
la définition des tâches du
secrétariat
social
s'ouvrira
prochainement en présence de
tous les partenaires.
10.03 Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik dank u voor het antwoord. Ik hoop echt dat wij hier
helemaal uitgeraken. Dit is immers een oud zeer dat blijft wegen op
de werking van nogal wat diensten. Ik hoop dat wij hier tegen het eind
van het jaar echt uitgeraken.
10.03 Michel Doomst (CD&V):
J'espère
vraiment
que
les
problèmes seront résolus pour la
fin de l'année, étant donné qu'ils
continuent
à
peser
sur
le
fonctionnement
de
nombreux
services.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Michel Doomst aan de minister van Binnenlandse Zaken over "een mogelijke
actie tegen privédetective Ceyssens" (nr. 12778)
11 Question de M. Michel Doomst au ministre de l'Intérieur sur "l'action qui pourrait éventuellement
être menée contre la détective privée, Mme Ceyssens" (n° 12778)
11.01 Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
privédetectives worden gecontroleerd door de FOD Binnenlandse
11.01 Michel Doomst (CD&V):
Les
détectives
privés
sont
CRIV 52
COM 551
06/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
23
Zaken, meer bepaald door de Directie Private Veiligheid. Zij
ondernemen zelf actie wanneer ze flagrante aanwijzingen hebben dat
er bij een onderzoek fouten zijn gemaakt.
Blijkbaar zag de FOD Binnenlandse Zaken in het onderzoek dat
detective Ceyssens voerde naar de familie De Gucht, onmiddellijk een
aantal knelpunten. Ik wil vragen of door de FOD Binnenlandse Zaken
een onderzoek is ingesteld tegen privédetective Ceyssens. Welke
acties zal de Directie Private Veiligheid ondernemen? Is er overleg
gepland met de sector van de privédetectives?
contrôlés par la direction Sécurité
privée du SPF Intérieur, qui aurait
d'emblée constaté des problèmes
dans le cadre de l'enquête menée
par la détective Ceyssens sur la
famille De Gucht. Le SPF Intérieur
a-t-il ouvert une enquête sur la
détective privée Ceyssens et
quelles
actions
la
direction
Sécurité
privée
compte-t-elle
entreprendre? Une concertation
est-elle prévue avec le secteur des
détectives privés?
11.02 Minister Guido De Padt: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Doomst, wat de eerste vraag betreft zult u wellicht aanvaarden dat ik
over individuele dossiers, over wie ze ook gaan, geen informatie
verstrek omdat dit de onderzoeken in het gedrang zou brengen. Ik zal
dat niet doen over eventueel uw dossier noch over dat van Karel De
Gucht. Ik denk dat ik daarover alle stilte moet bewaren.
Wat het overleg betreft, er was bij mijn voorganger reeds een
wetswijziging van de wet van 19 juli 1991 tot regeling van het beroep
van privédetective in voorbereiding. In dat kader werd er meermaals
overleg
gepleegd met
alle
beroepsverenigingen
van
de
privédetectives. Het is geen gemakkelijke zaak. Ook de
verzekeringsinstellingen zijn daar bezorgd over. Dat overleg is gaande
en eens we een consensus, ook politiek, zullen hebben bereikt, gaat
dit naar de Ministerraad en dan naar het Parlement.
11.02 Guido De Padt, ministre: Je
ne
communique
jamais
d'informations sur des dossiers
individuels,
sous
peine
de
compromettre l'enquête. En ce qui
concerne la concertation, mon
prédécesseur a déjà préparé une
modification de la loi du 19 juillet
1991 organisant la profession de
détective privé et, dans ce cadre,
plusieurs concertations ont été
menées avec l'ensemble des
associations professionnelles de
détectives privés. Les discussions
sont toujours en cours et dès
qu'un consensus se sera dégagé,
ce dossier sera soumis au Conseil
des ministres et ensuite au
Parlement.
11.03 Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de minister, dat is wel
nodig, want het is bewezen dat dit een schemerzone is die te pas en
te onpas wordt benut. We moeten daarin absoluut duidelijkheid
krijgen. Ik wil deze materie bekijken in ruimere zin. De feiten hebben
bewezen dat een grijze zone wordt betreden die heel gevaarlijk is. In
de toekomst zal de individualisering en het feit dat men heel snel voor
bepaalde dingen andere mensen viseert, nog toenemen. De sector
heeft dringend nood aan een sluitend kader om daarmee om te gaan.
11.03 Michel Doomst (CD&V):
Une modification de loi s'impose,
étant donné que nous sommes
clairement confrontés à une
dangereuse zone d'ombre. Il faut
clarifier la situation pour exclure
les abus. Le secteur a d'urgence
besoin d'un cadre cohérent.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Michel Doomst aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
veiligheidsmaatregelen naar aanleiding van de onderwijstop in Leuven" (nr. 12779)
12 Question de M. Michel Doomst au ministre de l'Intérieur sur "les mesures de sécurité prévues lors
du sommet sur l'enseignement à Louvain" (n° 12779)
12.01 Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de minister, de Leuvense
politie wou naar aanleiding van de onderwijstop geen risico's nemen
en heeft in Leuven, waar alles wel goed in het oog wordt gehouden,
zeker van de kant van de burgemeester, vrij stevige
veiligheidsmaatregelen afgekondigd. Via verschillende internetsites
werden zelfs bepaalde groeperingen opgeroepen om actie te voeren.
Er zouden ook in andere steden acties worden gevoerd.
12.01 Michel Doomst (CD&V): À
l'occasion du récent Sommet sur
l'enseignement, la police de
Louvain a pris des mesures de
sécurité plutôt drastiques. Le
ministre
peut-il
donner
plus
d'explications à ce sujet? Quel
06/05/2009
CRIV 52
COM 551
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
24
Kunt u wat meer uitleg geven over de zware veiligheidsmaatregelen in
Leuven. Hoeveel politiemanschappen werden er voor de top ingezet?
Werden er ook in andere steden veiligheidsmaatregelen getroffen?
effectif policier a été déployé? Des
mesures de sécurité ont-elles été
prises
dans
d'autres
villes également?
12.02 Minister Guido De Padt: Mijnheer de voorzitter, collega
Doomst, de politiezone van Leuven, ondersteund door de directeur-
coördinator van de federale politie, heeft, met akkoord van de
burgemeester, een politioneel concept uitgewekt voor het vreedzaam
beheer van deze gebeurtenis, gelijkaardig aan het concept voor de
EU-topbijeenkomsten.
Het was de bedoeling dat de talrijke studenten die wensten te
protesteren dit op een democratische wijze konden doen. De
politionele aanpak ging uit van een ruime aandacht voor het maken
van goede afspraken met de organisatoren, verzekerde een goede
informatieverwerking en bepaalde een veiligheidsdispositief, rekening
houdend met de risicoanalyse.
Het veiligheidsdispositief bestond onder meer uit politiepersoneel dat
instond voor het beveiligen van belangrijke plaatsen, zoals de
hoofdbibliotheek van de universiteit op het Ladeuzeplein. Ook werd
voorzien in mobiele interventie-eenheden die de voorziene betogingen
begeleidden en patrouilleerden in de stad. Tot slot werd er extra
aandacht besteed aan het voorzien van gespecialiseerde
politiemensen die groepjes konden onderscheppen die vernielingen
zouden aanbrengen.
De inzet van de politie varieerde tijdens de verschillende dagen en
nachten voor en tijdens de gebeurtenis. Bij wijze van indicatie kan ik u
melden dat op 28 april in meer dan 600 politiemensen werd voorzien.
Ik heb een hele lijst van alle aantallen, per dag, zowel in Leuven, als in
Charleroi, als in Louvain-la-Neuve. Ik heb die daarnet uitgedeeld. Ik
neem aan dat ze kunnen worden opgenomen in het verslag, opdat
ons nageslacht daarvan later kennis zou kunnen nemen.
12.02 Guido De Padt, ministre:
Pour assurer le bon déroulement
de ce Sommet de l'enseignement,
la zone de police de Louvain a mis
au point un concept similaire à
celui mis en place lors des
Sommets
européens,
en
concertation avec le niveau fédéral
et avec l'accord du bourgmestre.
Nous
voulions
laisser
aux
étudiants la possibilité d'organiser
une
protestation
démocratique. Une
attention
particulière a été accordée à la
mise en place d'accords corrects,
au
traitement
approprié
de
l'information et à l'adéquation
entre le corps de sécurité déployé
et l'analyse des risques. Le choix
s'est porté sur un effectif policier
chargé d'assurer la sécurité des
lieux importants, sur des unités
d'intervention
mobiles
pour
l'accompagnement
et
la
surveillance et sur le recours à des
policiers
spécialisés
dans
l'interception si nécessaire.
Le déploiement de la police a varié
au cours des jours et des nuits
précédant ainsi que pendant
l'événement proprement dit. Ainsi,
le 28 avril, plus de 600 hommes
étaient sur le terrain. J'ai ici la liste
des effectifs déployés par jour à
Louvain, Charleroi et Louvain-la-
Neuve.
12.03 Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw antwoord en vooral ook voor de zorg voor het nageslacht, die ik
zeker met u deel. Het is belangrijk dat de resultaten van deze aanpak
als model gebruikt worden, vooral voor centrumsteden, die toch vaak
te maken hebben met dergelijke belegeringen, goed en kwaad
bedoeld. Het is goed dat wij daaruit de nodige conclusies trekken. Het
kan ook model staan voor de aanpak bij andere evenementen of
organisaties.
12.03 Michel Doomst (CD&V): Il
est important que le résultat de
cette approche soit mis à profit
dans d'autres centres-villes et que
nous en tirions les enseignements.
Elle pourrait servir de modèle pour
d'autres
événements
ou
organisations.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van de heer Michel Doomst aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de samenwerking
tussen de FOD Binnenlandse Zaken en lokale overheden inzake integrale veiligheid" (nr. 12780)
13 Question de M. Michel Doomst au ministre de l'Intérieur sur "la collaboration entre le SPF Intérieur
CRIV 52
COM 551
06/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
25
et les autorités locales en matière de sécurité intégrale" (n° 12780)
13.01 Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de minister, om lokale
overheden bij het uitbouwen van het belangrijke, lokale, integrale
veiligheidsbeleid een steuntje te geven, heeft de algemene directie al
tal van initiatieven genomen en ook instrumenten ter beschikking
gesteld.
In 2008 is tevens een pilootproject gestart, met name het Lokaal
Integraal Veiligheidsbeleid-consult, om een handleiding inzake het
lokale, integrale veiligheidsbeleid uit te werken. Voornoemde
handleiding heeft tot doel aan de burgemeesters als lokale
beleidsverantwoordelijken een handleiding te geven om een breed
gedragen veiligheidsbeleid uit te bouwen. Dat is heel belangrijk voor
de lokale inschatting.
Om voornoemde methode aan de realiteit te toetsen, is in de stad
Halle een pilootproject opgestart. Na zes maanden zouden de eerste
krachtlijnen van het programmatieplan worden uitgewerkt.
Mijnheer de minister, kunt u bij het project enige toelichting geven?
Wat zijn de eerste, uitgewerkte krijtlijnen?
Kunt u bij de eerste bevindingen van het pilootproject al enige
toelichting geven?
Tot wanneer zal het advies- en ondersteuningstraject van de
algemene directie lopen?
Zal de samenwerking en de toepassing van het project ook nog in
andere steden en gemeenten een vervolg krijgen?
13.01 Michel Doomst (CD&V):
Pour aider les autorités locales à
mettre en place une politique de
sécurité
locale
intégrée,
la
Direction générale a initié un
projet-pilote. Le but est d'élaborer
une
méthode
pour
les
bourgmestres.
Le ministre peut-il fournir de plus
amples informations sur le projet
pilote? Quelles balises ont été
définies et quels sont les premiers
constats? Quand le projet de
conseil et d'accompagnement de
la Direction générale prendra-t-il
fin? Cette coopération connaîtra-t-
elle
un
prolongement
dans
d'autres communes?
13.02 Minister Guido De Padt: Mijnheer Doomst, vanuit mijn
administratie wordt er een methodologische ondersteuning geboden
aan de lokale overheden bij het uitwerken van een lokaal, integraal
veiligheidsbeleid. Dat gebeurt door het uitbouwen van een advies- en
ondersteuningstraject waarbij de burgemeesters stapsgewijs worden
begeleid bij de conceptie en implementatie van een overlegstructuur
en een integraal veiligheidsplan. De methodologie wordt momenteel
afgetoetst in twee pilootgemeenten, namelijk de stad Halle, in de
buurt van Gooik, en de gemeente Esneux.
Gedurende
de
eerste
maanden
van
het
advies-
en
ondersteuningstraject in de stad Halle werden oriënterende
gesprekken gevoerd, werd de scoop afgebakend en de strategische
kerngroep opgericht. Op basis van de lokale veiligheidsdiagnostiek en
de SWOT-analyse werden de prioriteiten aangeduid en die worden
momenteel door projectgroepen, waarin een brede waaier van
actoren is vertegenwoordigd, omgezet in strategische doelstellingen
en samen met de kerngroep in een integraal veiligheidsplan gegoten.
Het integraal veiligheidsplan zal in september 2009 worden
voorgesteld, waarna het traject en de procesbegeleiding zullen
worden geëvalueerd. Hierover zal samen met de stad Halle te
gepasten tijde worden gecommuniceerd.
Op basis van de lessen die werden getrokken uit de ondersteuning,
die werd geboden aan de twee pilootgemeenten, zal het advies- en
ondersteuningstraject stapsgewijze worden uitgebreid naar andere
13.02 Guido De Padt, ministre:
Pour aider les autorités locales à
élaborer une politique de sécurité
intégrale à l'échelon local, mes
services sont effectivement en
train de mettre au point un
dispositif de soutien et d'avis.
Cette méthode est actuellement
expérimentée à Hal et à Esneux.
Pendant les six premiers mois de
l'expérimentation menée à Hal,
des discussions d'une portée
directive
ont
été
menées,
l'envergure du projet a été définie
et un groupe stratégique restreint
a été créé. Sur la base d'un
diagnostic de sécurité local et de
l'analyse SWOT, ont été fixées les
priorités que les groupes de projet
convertiront
en
objectifs
stratégiques dans l'optique du plan
de sécurité intégrale.
Ce plan sera présenté en
septembre 2009. Le projet sera
06/05/2009
CRIV 52
COM 551
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
26
steden en gemeenten. Het is niet de bedoeling een nieuwe
methodologie te creëren of een zoveelste plan op te stellen, dat in de
kast verdwijnt. Mijn administratie zal tegen 2010 de mogelijkheden
onderzoeken om een betere afstemming en integratie te realiseren
tussen de verschillende beleidsplannen, zoals het zonale
veiligheidsplan en het strategische veiligheids- en preventieplan,
binnen een integraal veiligheidsplan. Hiervoor zal tevens een dialoog
worden aangegaan met de Gemeenschappen en Gewesten.
évalué ensuite. En fonction des
conclusions,
le dispositif
de
soutien et d'avis sera étendu à
d'autres communes.
Mes services examineront d'ici à
2010 la possibilité de mieux
harmoniser les différents plans
stratégiques
en
matière
de
sécurité au sein d'un seul et même
plan de sécurité intégrale. Cette
harmonisation sera également
l'objet d'une concertation avec les
Communautés et les Régions.
13.03 Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor het antwoord.
Ik deel de actieve kijk op het geheel. Ik denk dat het heel belangrijk is
dat wij streven naar die brede, integrale aanpak. Men kan dat niet
bewerkstelligen vanuit de boekenkast of een theoretische benadering.
Ik denk dat het heel belangrijk is dat wij in september 2009 zien wat
dat op grond van de terreinervaring heeft gegeven. Hopelijk zullen wij
in het daaropvolgende jaar ook andere steden en gemeenten tips
kunnen geven, zodat het integraal veiligheidsbeleid op een heel
concrete en tastbare manier door veiligheidsmensen op het terrein
kan worden ingevuld.
13.03 Michel Doomst (CD&V): Il
importe de créer un cadre large et
intégral. J'espère que les autres
communes pourront tirer de ces
projets pilotes des enseignements
pratiques.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
14 Question de M. Jean-Jacques Flahaux au ministre de l'Intérieur sur "les formations des sapeurs-
pompiers de Braine-le-Comte" (n° 12786)
14 Vraag van de heer Jean-Jacques Flahaux aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
opleidingen van de brandweerlieden van 's Gravenbrakel" (nr. 12786)
14.01 Jean-Jacques Flahaux (MR): Monsieur le président,
monsieur le ministre, comme ma question concerne les services
d'incendie, je tiens tout d'abord à remercier le collègue qui m'a
précédé pour le "feu" de ses questions, ce qui ne l'empêche pas, par
ailleurs, de décoller les affiches des partis francophones mais c'est
une autre histoire!
14.02 Michel Doomst (CD&V): (...)
14.03 Jean-Jacques Flahaux (MR): Monsieur Doomst, je viendrai
bientôt coller des affiches de Louis Michel à Gooik!
Monsieur le ministre, dans le cadre de l'organisation à la formation
pratique "accoutumance au feu et à la chaleur" et "flash-over", vos
services ont proposé à dix-huit sapeurs-pompiers du service
d'incendie de Braine-le-Comte de suivre les formations en question
au centre de Bruxelles.
Si les soldats du feu de Braine-le-Comte sont très motivés pour suivre
ces formations, ceux-ci sont très étonnés, de même que leur chef de
corps qui, comme moi, l'a d'ailleurs signalé par téléphone, par écrit et
par e-mail à vos services, de voir que la formation leur est proposée à
14.03 Jean-Jacques Flahaux
(MR): Uw diensten hebben aan
achttien brandweerlieden van de
brandweer van 's-Gravenbrakel
voorgesteld om de praktische
opleiding
van
"vuur-
en
hittegewenning" en van "flash-
over" te volgen in het centrum van
Brussel.
Dat
verbaasde
de
brandweerlieden want ze kunnen
dezelfde opleiding volgen in het
provinciaal opleidingscentrum van
Jurbise, op zowat twintig minuten
CRIV 52
COM 551
06/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
27
Bruxelles, à près d'une heure de route, avec les inconvénients
potentiels des encombrements habituels autour de Bruxelles, alors
que le centre de formation provincial de Jurbise dispense la même
formation à 20 minutes de la commune.
Monsieur le ministre, quelles sont les raisons de cette proposition qui
semble assez irrationnelle? Comment pouvez-vous remettre un peu
de cohérence dans tout cela et répondre à la demande formulée lors
de la préinscription de pouvoir suivre les formations en question dans
le centre de formation du Hainaut? Le temps économisé dans les
trajets permettrait certainement une opérationnalité plus grande des
sapeurs-pompiers et réduirait aussi l'empreinte écologique contre
laquelle nous avons tous à lutter en cheville avec le ministre
Magnette.
van hun gemeente. Waarom is dat
voorstel gedaan? Hoe zal u
tegemoetkomen aan de vraag om
de
opleidingen
in
het
opleidingscentrum
van
Henegouwen te volgen? Door de
tijd die ze uitsparen, zouden de
brandweerlieden operationeler zijn
en zouden ze hun ecologische
voetafdruk kunnen verkleinen.
14.04 Guido De Padt, ministre: Monsieur le président, monsieur
Flahaux, pour l'année 2009, l'État fédéral consacre 900.000 euros à
l'organisation des formations fédérales pratiques "accoutumance au
feu et à la chaleur" et "flash-over", prenant ainsi en charge l'intégralité
des frais de ces formations.
Grâce à ces formations, les sapeurs-pompiers seront en mesure
d'identifier rapidement les signes précurseurs d'un phénomène de
"flash-over", afin de pouvoir agir de façon adéquate. Ils seront
également capables de connaître les effets de chaleur sur le corps
humain, de reconnaître le niveau de température d'un milieu par
l'observation des effets sur les matériaux les plus courants et de
réagir dans une situation de détresse consécutive à une
augmentation de température.
La somme dédiée est équitablement répartie entre les centres
provinciaux de formation de services publics d'incendie agréés ayant
fait offre pour l'organisation de ces deux formations pratiques. Ceci
explique le nombre limité de places dans chaque centre provincial de
formation.
Du côté francophone, ces formations fédérales sont organisées dans
les centres provinciaux de formation de Bruxelles, de Liège et du
Hainaut. La répartition des places disponibles dans chaque centre
provincial de formation par service d'incendie est un exercice difficile
basé sur des critères objectifs.
Tout d'abord, il est tenu compte dans la limite du possible des
desiderata des services d'incendie. Ensuite si, comme ce fut le cas
pour le centre provincial de formation du Hainaut, le nombre de
places disponibles est inférieur à la demande, on tient compte des
distances de déplacement de tous les services d'incendie
demandeurs. Donc, bien que proche du centre provincial de formation
du Hainaut, le SRI de Braine-le-Comte était parmi les services
d'incendie les moins éloignés du centre provincial de formation de
Bruxelles.
Le très dangereux phénomène de flash-over provoque l'embrasement
éclair généralisé d'un local en feu. Sans formation adéquate, il met
des vies en danger. L'importance d'une telle formation vaut donc
quelques minutes supplémentaires passées dans un véhicule afin de
gagner le lieu de la formation.
14.04 Minister Guido De Padt: De
federale staat heeft een budget
van
900.000 euro
om
die
opleidingen te organiseren. Hij
neemt daarbij alle kosten voor zijn
rekening.
Dat
budget
wordt
rechtvaardig verdeeld over de
provinciale opleidingscentra van
de
erkende
openbare
brandweerdiensten die een offerte
ingediend
hebben
voor
de
organisatie van die opleidingen.
Vandaar
het
beperkt
aantal
plaatsen
in
elk
provinciaal
centrum. Aan Franstalige zijde
worden
die
opleidingen
georganiseerd in de provinciale
centra van Brussel, Luik en
Henegouwen. De verdeling van de
plaatsen in elk provinciaal centrum
is een moeilijke oefening waarbij
objectieve
criteria
gehanteerd
worden.
In de eerste plaats wordt er
rekening
gehouden
met
de
wensen
van
de
brandweerdiensten. Indien er niet
genoeg plaatsen beschikbaar zijn,
wordt er vervolgens rekening
gehouden met de afstand die alle
geïnteresseerde korpsen moeten
afleggen. Hoewel de brandweer
van `s Gravenbrakel dicht bij het
opleidingscentrum
van
Henegouwen is gevestigd, was de
afstand tot het opleidingscentrum
van Brussel een van de geringste.
Voor zo een opleiding is het de
moeite waard om iets langer
onderweg te zijn.
06/05/2009
CRIV 52
COM 551
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
28
14.05 Jean-Jacques Flahaux (MR): Monsieur le président,
monsieur le ministre, il est vrai que ce qui compte d'abord est que la
formation ait lieu; je vous remercie donc de l'organiser.
De plus, dans le fond, les quelques minutes en plus ne sont pas
importantes. Le plus fondamental est le problème de l'empreinte
écologique et de la pollution engendrées: on sait à quel point les
embouteillages autour de Bruxelles sont fréquents, particulièrement
dans le goulot de Halle. Si l'on peut éviter d'ajouter des voitures dans
la région de Halle, on la protégera, ce à quoi je suis particulièrement
sensible.
14.05 Jean-Jacques Flahaux
(MR): Wat in de eerste plaats telt,
is inderdaad dat de opleiding
plaatsvindt. De paar minuten extra
die men onderweg is, zijn van
geen
belang.
Het
grootste
probleem is de veroorzaakte
vervuiling. In de flessenhals rond
Halle is het bijzonder vaak
filerijden. Ik vind het belangrijk dat
men daar niet voor nog meer
auto's zorgt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Vraag van de heer Jan Peeters aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de benoeming van
een nieuwe regeringscommissaris bij het FANC" (nr. 12793)
15 Question de M. Jan Peeters au ministre de l'Intérieur sur "la nomination d'un nouveau commissaire
du gouvernement auprès de l'AFCN" (n° 12793)
15.01 Jan Peeters (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, op 27 maart jongstleden heeft de Ministerraad de
regeringscommissaris bij het FANC aangesteld, namelijk mevrouw
Roobrouck. De voogdijminister, in dit geval uzelf als minister van
Binnenlandse Zaken, oefent via die regeringscommissaris toezicht uit
op de instelling. In dat opzicht is de regeringscommissaris bij het
FANC een sleutelfiguur, temeer daar het FANC, in tegenstelling tot
vele andere federale instellingen, slechts één regeringscommissaris
heeft.
Uit het rapport van de bijzondere werkgroep Nucleaire Veiligheid, die
in deze Kamer in de vorige legislatuur een rapport heeft neergelegd,
bleek het niet optimaal samenspelen tussen het FANC, de
regeringscommissaris en de voogdijminister een van de oorzaken van
de toenmalige malaise bij het FANC.
Ik wil mij niet uitspreken over de competenties van de persoon in
kwestie. Ik zie daar echter toch een deontologisch probleem. De
nieuw aangestelde regeringscommissaris bij het FANC is immers
tegelijkertijd ook voorzitter van een andere instelling uit de nucleaire
sector, namelijk het NIRAS.
NIRAS is een instelling die voor bepaalde opdrachten onder de
directe controle en voogdij van het FANC staat. NIRAS beheert met
name als eigenaar van alle afvalverwerkingsinstallaties die door haar
dochteronderneming Belgoprocess worden uitgebaat te Dessel, een
belangrijk stuk van het nucleaire afval en gevaar. NIRAS is ook de
juridische eigenaar van het hoogradioactief afval dat werd
overgenomen van de afvalproducenten en dat in bunkers ligt
opgeslagen op de site van Belgoprocess.
Bij de oprichting van NIRAS heeft het Parlement zeer duidelijk een
wetsbepaling aangenomen die de controle op de activiteiten van het
NIRAS organiseert, namelijk artikel 179 §3 van de wet van 8 augustus
1980 op de budgettaire bepalingen, dat de controle over NIRAS heeft
toegekend aan de toenmalige Nationale Organisatie voor Controle
van de Kernactiviteiten, wat later, in 1994 het FANC geworden is. Het
15.01 Jan Peeters (sp.a): Un
nouveau
commissaire
du
gouvernement a été nommé à
l'AFCN, l'Agence fédérale de
Contrôle nucléaire, le 27 mars. Ce
commissaire du gouvernement est
toutefois aussi président de
l'ONDRAF, qui est propriétaire des
installations de retraitement des
déchets nucléaires et qui se trouve
sous le contrôle de l'AFCN. Le
cumul des deux fonctions ne pose-
t-il pas un problème déontologique
aux yeux du ministre ? N'est-il pas
contraire au traité international du
5 septembre 1997 sur la sécurité
de la gestion des matières fissiles
irradiées
et
des
déchets
radioactifs? Aux termes de ce
traité, la gestion des déchets
radioactifs doit être distincte du
contrôle de la sécurité.
Le commissaire du gouvernement
sera-t-il en mesure de remplir sa
fonction si des décisions relatives
à l'ONDRAF ou à Belgoprocess
sont
examinées
au
conseil
d'administration?
CRIV 52
COM 551
06/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
29
is dus zeer duidelijk dat het FANC een controlebevoegdheid heeft
over het NIRAS, via die wetsbepalingen.
Het Parlement heeft tegelijkertijd ook instemming betoond met
internationale verdragen die ons opleggen een strikte scheiding te
hanteren tussen de instanties die verantwoordelijk zijn voor het
beheer van het radioactief afval enerzijds en degene die
verantwoordelijk zijn voor het toezicht op de veiligheid ervan
anderzijds. Met andere woorden, het gaat over een strikte scheiding
tussen het FANC en NIRAS. Die internationale verdragen zijn bepaald
in artikel 20 van het gezamenlijk verdrag inzake de veiligheid van het
beheer van bestraalde splijtstof en inzake de veiligheid van het
beheer van radioactief afval, afgesloten in Wenen in 1997 en hier in
de Kamer goedgekeurd bij wet van 2 augustus 2002.
Mijnheer de minister, straks moet u beslissen over het toekennen van
de nucleaire vergunning voor de inrichting van een installatie voor de
berging van laagradioactief afval te Dessel. U zult die
vergunningaanvraag
mogelijks
ontvangen
van
uw
eigen
regeringscommissaris bij het FANC in hoofde van haar functie als
voorzitter van NlRAS, terwijl ze tegelijkertijd zal moeten waken over
de correctheid en rechtsgeldigheid van de toekenning van deze
vergunning in hoofde van haar functie als regeringscommissaris bij
het FANC.
Eenzelfde situatie kan zich voordoen als u straks aan het bedrijf
Umicore de voorwaarden moet opleggen voor de sanering van zijn
stortplaats D1 in Olen en inzake de mogelijke overdracht van het
beheer van de verontreinigde terreinen of afvalstoffen aan NIRAS.
Ziet u hier geen juridische en deontologische problemen?
Ziet u hier geen tegenstrijdigheid tussen de beslissing van de
Ministerraad om mevrouw Roobrouck als regeringscommissaris aan
te stellen en de dwingende bepalingen van het internationale verdrag
inzake de veiligheid van het beheer van nucleair afval?
Zal de regeringscommissaris bij het FANC haar functie verder kunnen
blijven uitoefenen wanneer beslissingen in verband met het Niras of
haar dochter Belgoprocess worden besproken in de raad van bestuur
van het FANC?
Voorzitter: Michel Doomst.
Président: Michel Doomst.
15.02 Minister Guido De Padt: Collega Peeters, toen ik uw vraag las,
ben ik ook even gaan grasduinen in de situatie rond de
regeringscommissarissen. Er kan ter zake een precedent worden
gevonden in het feit dat Johan Vande Lannotte als minister van
Binnenlandse Zaken iemand als regeringscommissaris voor het
FANC heeft aangesteld ondanks het feit dat hij een viertal maanden
voor deze aanduiding lid werd van de raad van bestuur van het Niras.
Dat is een ongeveer gelijkaardige situatie die hierop van toepassing
is. Ik wil daar verder niet meer achter zoeken. Bij de aanduiding van
een regeringscommissaris door de regering zelf, wordt een persoon
gekozen aan wie men een vertrouwenspost wil toevertrouwen. De
keuze van de regering is vrij en heeft als enige voorbehoud dat zij de
wettelijke of de verordende bepalingen moet opvolgen die van
15.02 Guido De Padt, ministre:
Un
membre
du
conseil
d'administration de l'ONDRAF a
également été désigné comme
commissaire du gouvernement à
l'AFCN par l'ancien ministre Vande
Lanotte. Le gouvernement est libre
dans son choix. Ni la loi du 15 avril
1994 relative à l'AFCN ni la loi du
16 mars 1954 n'imposent des
restrictions. Le gouvernement a
porté
son
choix
sur
un
commissaire du gouvernement qui
06/05/2009
CRIV 52
COM 551
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
30
toepassing zijn.
In casu voorzien de wet van 15 april 1994 op het FANC noch de wet
van 16 maart 1954 enige beperking. De regering heeft er dan ook
voor gekozen om een persoon aan te duiden die de sector zeer goed
kent ­ dat staat boven alle twijfel ­ waarbij banden met organisaties
uit de sector onvermijdelijk zijn. Er werd evenwel over gewaakt dat
deze post niet werd opgenomen door een personeelslid of een lid van
de raad van bestuur van een privaatrechtelijke exploitant waarop het
FANC toezicht uitoefent. Concreet zie ik a priori dan ook geen
deontologisch probleem, te meer daar de regeringscommissaris de
vergadering van de beheers- en controleorganen enkel met
raadgevende stem mag bijwonen. Deze beheers- en controleorganen
behandelen bovendien geen individuele dossiers zoals de
vergunningsaanvraag waarnaar u verwijst.
Indien men het algemeen reglement op de bescherming tegen
ioniserende straling erop naslaat, zal duidelijk worden dat hiervoor
een ganse procedure vastligt, waarbij tevens de reglementair
voorziene intervenanten duidelijk opgelijst staan. Te uwer informatie
en om volledige duidelijkheid te scheppen, meld ik u dat de
regeringscommissaris hier niet tussen staat. De opdracht van de
regeringscommissaris
situeert
zich
voornamelijk
op
het
managements- en beleidsmatige niveau, net zoals dit voor de leden
van de raad van bestuur het geval is. Het komt immers de
regeringscommissaris toe om toe te zien op de conformiteit van de
beslissingen met de wet, met de statuten en met het algemeen
belang. Hierbij wens ik tevens op te merken dat het vetorecht van de
regeringscommissaris niet betekent dat ik deze dien te volgen. Als
voogdijminister ben ik degene die uiteindelijk de beslissing neemt.
Wat betreft de vermeende schending van artikel 20 van het
gezamenlijk verdrag inzake de veiligheid van het beheer van
bestraalde splijtstof en inzake de veiligheid van het beheer van
radioactief afval, dient opgemerkt te worden dat artikel 20 betrekking
heeft op regelgevende taken. Dit heeft dus in de verste verte niets te
maken met de bevoegdheden van een regeringscommissaris. Laat
me dus zeer duidelijk zijn: de regeringscommissaris beschikt niet over
een initiatiefrecht op dat gebied. Meer dan in het verleden wens ik het
accent te leggen op toezicht op de werking van het agentschap aan
de hand van objectieve, doelgerichte parameters en prestatie-
indicatoren.
connaît bien le secteur et il est
donc inévitable qu'il ait des liens
avec des organisations du secteur.
Il a toutefois été veillé à ce que le
commissaire du gouvernement ne
soit pas un membre du personnel
ni du conseil d'administration d'un
exploitant de droit privé sous la
surveillance de l'AFCN.
Je ne vois aucun problème
déontologique. Le commissaire du
gouvernement n'a d'ailleurs qu'une
voix consultative lors des réunions
des organes de gestion et de
contrôle. En outre, aucun dossier
individuel, tel que des demandes
de licence, n'est traité lors de ces
réunions.
Une procédure claire avec une
liste
des
intervenants
réglementaires a été inscrite dans
le règlement général de protection
contre les radiations ionisantes et
le commissaire du gouvernement
ne figure pas sur cette liste.
Les activités du commissaire du
gouvernement
se
situent
principalement au niveau du
management et de la gestion et il
doit veiller à ce que les décisions
soient conformes à la loi, aux
statuts et à l'intérêt général. Je n'ai
pas
nécessairement
à
tenir
compte d'un éventuel veto du
commissaire du gouvernement.
L'article 20 de la Convention sur la
sûreté
de
la
gestion
du
combustible usé et des déchets
radioactifs concerne les tâches
réglementaires et n'a donc rien à
voir avec les compétences du
commissaire du gouvernement. Il
ne dispose d'aucun droit d'initiative
dans ce domaine.
Dans le cadre du contrôle du
fonctionnement de l'AFCN, je
souhaite recourir davantage à des
paramètres objectifs et ciblés et à
des indicateurs de prestation.
15.03 Jan Peeters (sp.a): Mijnheer de minister, uw antwoord stelt mij
enigszins teleur. Het is effectief wel de eerste keer dat de voorzitster
van het Niras tegelijkertijd regeringscommissaris bij het FANC is. U
15.03 Jan Peeters (sp.a): Cette
réponse est décevante. C'est
effectivement la première fois que
CRIV 52
COM 551
06/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
31
verwijst naar een beslissing in de periode 1997-2000, toen er een lid
van de raad van bestuur van het Niras ­ niet de voorzitter! ­ effectief
ook regeringscommissaris was bij het FANC. U vergeet evenwel te
vermelden dat de situatie toen compleet anders was, omdat het
FANC pas in 2001 effectief operationeel is geworden.
Pas in 2001 heeft het FANC de bevoegdheid gekregen inzake het
toezicht en de controle op het vergunningsbeleid van de erkende
afvalverwerkers en de erkende afvalbeheerders in de nucleaire
sector. Het is nu effectief de eerste keer dat er een zeer duidelijke
collusie is, in hoofde van een persoon, tussen iemand die
verantwoordelijk is voor een bepaalde instelling inzake radioactief
beheer van afval en iemand die de controle moet doen op en moet
waken over het correcte verloop daarvan en over de voogdij.
Of het NIRAS een publieke of private organisatie is, doet niets af aan
het feit dat het een grote speler is op het vlak van radioactieve risico's
en dat het, wat dat betreft, onder toezicht van het FANC staat. De
gecontroleerde
laten
controleren
door
een
persoon
die
verantwoordelijk is voor de te controleren instelling lijkt mij zeker in
strijd met de geest van de bepalingen van het internationaal verdrag,
alsook met de aanbevelingen die twee jaar geleden werden
geformuleerd in de werkgroep Nucleaire Veiligheid van de Kamer.
le président de l'ONDRAF occupe
également
le
poste
de
commissaire du gouvernement à
l'AFCN. L'exemple évoqué par le
ministre concerne une situation
totalement différente, car l'AFCN
n'est devenu opérationnel qu'en
2001.
Que
l'ONDRAF
soit
une
organisation publique ou privée ne
change rien au fait qu'il s'agit d'un
acteur important en matière de
radioactivité et qu'il est donc placé
sous la tutelle de l'AFCN. Confier
le contrôle à une personne
responsable de l'organisme à
contrôler serait contraire à l'esprit
du traité international et aux
recommandations
de
la
Commission pour la sécurité
nucléaire.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: Nous allons donner la parole à M. Arens qui combinera sa curiosité avec un respect
raisonnable de la limite de temps.
16 Question de M. Josy Arens au ministre de l'Intérieur sur "la publicité des audits de l'AIG" (n° 12822)
16 Vraag van de heer Josy Arens aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de openbaarheid van
de audits van de AIG" (nr. 12822)
16.01 Josy Arens (cdH): Monsieur le président, j'irai le plus vite
possible. Monsieur le ministre, la mission primordiale de l'Inspection
générale consiste à inspecter le fonctionnement de la police fédérale
et de la police locale. À cet effet, l'AIG réalise des audits, ce qui
permet aux autorités de prendre les mesures correctrices qui
s'imposent, suivant en cela les recommandations de l'Inspection
générale en la matière. Pour l'instant, les conseillers des zones de
police se plaignent de ne pas disposer de ces audits et par
conséquent de ne pas être mis au courant des dysfonctionnements
internes à leur zone.
Monsieur le ministre, seriez-vous favorable à communiquer les audits
aux membres du conseil de police dans leur intégralité, et ce même
s'ils mentionnent nommément des membres du personnel, et dans
quelles conditions?
16.01 Josy Arens (cdH): De
belangrijkste opdracht van de
algemene inspectie bestaat erin
de werking van de federale en de
lokale politie te controleren. De
algemene inspectie voert ook
audits uit, waardoor de autoriteiten
de
nodige
corrigerende
maatregelen kunnen nemen. De
politieraadsleden beklagen zich
erover dat zij niet over die audits
beschikken en dat ze dus niet op
de hoogte zijn van de interne
disfuncties in hun politiezone. Bent
u er voorstander van de resultaten
van
die
audits
aan
de
politieraadsleden te bezorgen?
16.02 Guido De Padt, ministre: Monsieur Arens, l'article 6 de la loi
du 15 mai 2007 sur l'Inspection générale prévoit que "l'Inspection
générale agit soit sur l'ordre du ministre de la Justice ou du ministre
de l'Intérieur soit à la demande des autorités judiciaires et
administratives, plus particulièrement du bourgmestre dans une zone
monocommunale ou du collège de police dans une zone
16.02 Minister Guido De Padt: De
eigenlijke
auditfase
wordt
gekenmerkt door een grote mate
van
vertrouwelijkheid
en
vertrouwen, die onontbeerlijk is,
tussen de organisatie waar de
06/05/2009
CRIV 52
COM 551
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
32
pluricommunale. Le commissaire général ainsi que les directeurs
généraux de la police fédérale peuvent demander une inspection ou
un audit au sein de la police fédérale. Le chef de corps d'un corps de
police locale peut agir de même pour son corps de police locale."
La phase d'exécution d'un audit est caractérisée par un indispensable
niveau élevé de confidentialité et de confiance qui doit régner entre
l'organisation auditée et l'auditeur. Il arrive en effet qu'à l'occasion de
son audit, l'auditeur entre en détention d'informations confidentielles
qui peuvent présenter un risque pour l'organisation auditée ou pour
certains membres de son personnel. De même, les rapports d'audit
peuvent aussi contenir des jugements de valeur ou des descriptions
de comportements liés à certaines fonctions identifiables et donc à
leur titulaire. Il ne fait pas de doute que ces informations
confidentielles pourraient porter atteinte à la vie privée si elles
devaient être soumises à une certaine publicité. Le cas échéant, la
réalisation de certains audits pourrait s'en trouver gravement
compromise.
La méthodologie de l'audit prévoit qu'à partir du moment où le rapport
d'audit est avalisé par l'autorité qui l'a sollicité, ce rapport devient sa
propriété et elle en porte l'entière responsabilité. Dès lors, cette même
autorité est la seule à pouvoir valablement apprécier dans quelle
mesure elle peut donner suite à une demande de consultation ou de
publicité du rapport d'audit en question.
audit plaatsvindt en de auditor. Dat
geldt
evenzeer
voor
de
auditverslagen omdat die ook
waardeoordelen of beschrijvingen
van gedragingen kunnen bevatten
die in verband kunnen worden
gebracht
met
bepaalde
identificeerbare
functies
en
bijgevolg met de bekleders ervan.
Het lijdt geen twijfel dat een
bekendmaking
van
die
vertrouwelijke
gegevens
een
schending van de privacy zouden
kunnen inhouden. In dat geval
zouden bepaalde audits ook danig
in het gedrang kunnen komen.
Overeenkomstig de auditmethode
wordt het auditverslag op het
moment dat het goedgekeurd
wordt door de autoriteit die de
audit heeft laten uitvoeren, het
eigendom van die autoriteit en
draagt
zij
er
de
volledige
verantwoordelijkheid voor. Daarom
is die autoriteit de enige die
werkelijk
kan
inschatten
in
hoeverre zij gevolg kan geven aan
een aanvraag tot inzage.
16.03 Josy Arens (cdH): Je remercie le ministre pour sa réponse. Il
faut savoir que le conseil de police siège parfois à huis clos comme
un conseil communal et qu'à huis clos, certaines informations
pourraient être communiquées, même provenant de certains audits.
Cela me semblerait logique. C'est à eux de le demander...?
Président: André Frédéric.
Voorzitter: André Frédéric.
16.03 Josy Arens (cdH): De
politieraad vergadert soms met
gesloten
deuren.
Bepaalde
informatie zou dan meegedeeld
kunnen worden.
16.04 Guido De Padt, ministre: Le collège doit s'adresser au
commanditaire de l'audit pour disposer du texte voulu.
16.04 Minister Guido De Padt:
Het
politiecollege moet zich
wenden tot de autoriteit die de
audit besteld heeft om over de
gewenste
tekst
te
kunnen
beschikken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
17 Question de M. Josy Arens au ministre de l'Intérieur sur "les problèmes de sécurité sur les lignes
ferroviaires" (n° 12824)
17 Vraag van de heer Josy Arens aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
veiligheidsproblemen op de spoorlijnen" (nr. 12824)
17.01 Josy Arens (cdH): Monsieur le ministre, les lignes ferroviaires
sont souvent le théâtre d'agressions, de vandalisme et de nuisances.
Ces faits engendrent un sentiment d'insécurité auprès des usagers.
Je constate, malheureusement, qu'en raison, d'une part, du manque
d'effectifs dans le personnel de police et, d'autre part, du déficit des
17.01 Josy Arens (cdH): Treinen
zijn vaak het toneel van agressie,
vandalisme en overlast, wat een
gevoel
van
onveiligheid
veroorzaakt bij de reizigers. Bij
CRIV 52
COM 551
06/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
33
bâtiments disponibles, les gares sont souvent trop peu sécurisées.
La presse, s'est d'ailleurs fait l'écho de ce constat dans les gares de
Bruxelles-Midi, de Gand ou de Bruges. Or la police fédérale des
chemins de fer devrait bénéficier des conditions nécessaires pour
mener à bien ses missions; et ce, afin de diminuer le sentiment
d'insécurité tant des voyageurs que du personnel des chemins de fer.
Monsieur le ministre, comment sont organisées les missions
sécuritaires au sein des lignes ferroviaires? Comment envisagez-vous
d'améliorer le combat contre le sentiment d'insécurité qui est
omniprésent? Combien de contrôles la police fédérale des chemins
de fers a-t-elle menés depuis le début de l'année?
gebrek
aan
voldoende
politieagenten en beschikbare
gebouwen zijn de stations vaak te
weinig beveiligd.
Volgens de pers doen die
problemen zich zowel in het
station Brussel-Zuid als in de
stations van Gent en Brugge voor.
Hoe worden de taken op het stuk
van
de
veiligheid
op
het
spoorwegnet georganiseerd? Hoe
wordt
het
onveiligheidsgevoel
aangepakt?
Hoeveel
controleopdrachten
heeft
de
federale spoorwegpolitie sinds het
begin van dit jaar uitgevoerd?
17.02 Guido De Padt, ministre: Monsieur le président, cher collègue,
pour répondre à votre première question: 117 policiers accomplissent
leur mission quotidiennement dans les gares et sur les lignes. Ils sont
organisés en équipes-gares, qui assurent l'accueil du citoyen, et en
équipes d'intervention mobile, qui organisent la surveillance de leur
zone d'action et agissent en cas de nécessité. D'autres équipes
effectuent des patrouilles dans les trains en fonction de l'analyse de la
criminalité ou de faits ponctuels.
Finalement, des actions régulières sont organisées dans les trains et
les gares par la police des chemins de fer avec l'appui des polices
locales ou des corps d'intervention de la police fédérale.
Différents phénomènes sont approchés, en concordance avec le plan
national de sécurité. Les actions les plus fréquentes concernent la
sécurité des voyageurs et des accompagnateurs de train, la traite des
êtres humains, les stupéfiants, les vols de métaux, les pickpockets,
etc.
Ensuite, la police des chemins de fer veille à optimaliser l'organisation
des services afin d'augmenter le nombre de patrouilles visibles dans
le train, compte tenu des limites capacitaires et budgétaires actuelles.
En partenariat avec les autres services de police, elle veille aussi à
donner suite dans les plus brefs délais à tout appel d'urgence
émanant des citoyens via les centres d'information et de
communication. En collaboration avec le groupe SNCB, elle s'assure
de la bonne visibilité des postes situés en gare et de la bonne
signalisation permettant que le citoyen sache que la police est à sa
disposition. Enfin, elle travaille en partenariat avec le groupe Sécurail
du groupe SNCB Holding, en vue de l'appuyer au mieux dans les
infrastructures et dans l'organisation opérationnelle vingt-quatre
heures sur vingt-quatre.
Je dois émettre deux remarques. D'abord, s'agissant des gares et des
points d'arrêt où la police ferroviaire n'est pas implantée, tous les
phénomènes locaux sont du ressort des polices locales avec
lesquelles Sécurail a conclu des accords de coopération tant pour y
assurer une présence régulière que pour garantir une rapidité
d'intervention policière en cas de problème dans ces installations.
Ensuite, il importe de préciser que l'accueil dans les locaux de la gare
17.02 Minister Guido De Padt: Er
zijn 117 politiemensen actief in de
stations en op de spoorlijnen. Een
aantal teams opereert in de
stations en daarnaast beschikt de
spoorwegpolitie ook over mobiele
interventieteams.
Nog
andere
teams patrouilleren in de treinen
wanneer zulks op grond van de
criminaliteitscijfers of van precieze
feiten noodzakelijk blijkt. Ten slotte
organiseert de spoorwegpolitie,
bijgestaan door de lokale politie of
door de interventiekorpsen van de
federale politie, regelmatig acties
in de treinen en in de stations. De
meest frequente acties hebben
betrekking op de veiligheid van de
reizigers en de treinbegeleiders,
mensenhandel,
verdovende
middelen,
metaaldiefstal
en
zakkenrollers.
De spoorwegpolitie optimaliseert
haar organisatie, met de bedoeling
het aantal patrouilles in de treinen
op te trekken. Ze reageert ook zo
snel
mogelijk
op
alle
noodoproepen
die
via
de
communicatie- en informatiecentra
worden
overgezonden.
De
spoorwegpolitie zorgt er ook voor
dat
de
posten
van
de
spoorwegpolitie in de stations
goed zichtbaar zijn. Ten slotte
staat ze de groep Securail van de
NMBS-Holding zo goed mogelijk
bij.
De stations waar er geen diensten
06/05/2009
CRIV 52
COM 551
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
34
du Midi est toujours accessible au public et opérationnel, même après
le déménagement provisoire du personnel du poste vers Etterbeek.
Quant à votre troisième question, en ne prenant pas en compte les
contrôles effectués par les patrouilles d'intervention et la présence
supplémentaire de personnel policier dans les trains et dans les gares
hors des services d'ordre, nous ne comptabilisons que les services
spécifiquement orientés sur la sécurité. Les services "trains" ont
totalisé 6.110 heures de prestations par le personnel policier de
janvier à fin avril 2009, considérant qu'un contrôle se matérialise le
plus souvent par une équipe de deux à quatre hommes, renforcée
régulièrement par le corps d'intervention pour en augmenter
l'efficacité.
Nous pouvons estimer qu'ainsi, 1.527 contrôles-trains ont été
effectués pour les quatre premiers mois de l'année 2009. De plus,
d'autres opérations peuvent être prises en considération, comme
celles concernant la traite des êtres humains (7), des actions en
collaboration avec d'autres services de la police intégrée (10), des
actions orientées sur la problématique des stupéfiants (9) et une
action organisée par la police des chemins de fer sur tout le territoire
est dirigée vers cette insécurité.
Ces actions engagent chacune 2 à 30 policiers. Elle se déroulent à un
ou plusieurs endroits simultanément selon l'objectif, ce qui rend la
comptabilisation du nombre de contrôles effectifs aléatoire pour ce
type d'opérations.
van de spoorwegpolitie gevestigd
zijn, vallen onder de bevoegdheid
van de lokale politie. De lokalen
van het Zuidstation zijn nog steeds
toegankelijk, ook na de tijdelijke
verhuizing van het personeel van
de post naar Etterbeek. De
diensten die actief zijn aan boord
van de treinen, werkten van
januari tot begin april 2009 in
totaal 6.110 uur.
Zo kan het aantal controles op
1.527 worden geraamd.
17.03 Josy Arens (cdH): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour cette réponse. Je me rends compte que les citoyens ne
sont pas nécessairement au courant des pratiques exercées en
matière de contrôle, ce qui accroît le sentiment d'insécurité qui règne
à ce niveau.
17.03 Josy Arens (cdH): De
burgers zijn niet altijd op de hoogte
van de uitgevoerde controles, wat
het onveiligheidsgevoel versterkt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
18 Question de M. Josy Arens au ministre de l'Intérieur sur "le pécule de vacances des aspirants
inspecteurs" (n° 12825)
18 Vraag van de heer Josy Arens aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het vakantiegeld voor
de aspirant-inspecteurs" (nr. 12825)
18.01 Josy Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, l'octroi d'un pécule de vacances à concurrence de 92% du
salaire est prévu dès 2009 pour les agents de police et les
inspecteurs de police.
Monsieur le ministre, comment envisagez-vous de prendre en compte
la spécificité des aspirants inspecteurs qui, d'après mes informations,
auraient été oubliés lors des diverses négociations?
Est-ce exact ou non?
Le cas échéant, envisagez-vous de remédier à cette situation?
18.01 Josy Arens (cdH): Vanaf
2009 zullen politieagenten en -
inspecteurs
vakantiegeld
ten
belope van 92 procent van hun
wedde ontvangen. Hoe zal u
rekening
houden
met
de
specifieke situatie van de aspirant-
inspecteurs? Hoe zal u een en
ander rechttrekken mocht men ze
over het hoofd hebben gezien?
18.02 Guido De Padt, ministre: Monsieur le président, cher collègue,
selon les accords conclus le 19 septembre 2008, dans le cadre du
comité de négociation des services de police, il a été convenu que les
inspecteurs de police recevront dès 2010 un pécule de vacances
équivalant à 92% de leur rémunération mensuelle brute.
18.02 Minister Guido De Padt:
Volgens de akkoorden van 19
september 2008 zullen de politie-
inspecteurs
vanaf
2010
vakantiegeld ten belope van 92
CRIV 52
COM 551
06/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
35
Il va de soi que les aspirants inspecteurs de police, faisant partie
intégrante du cadre de base des services de police, bénéficieront
également de ce pécule de vacances porté à 92% dès 2010,
proportionnel au nombre de mois prestés durant l'année de référence,
en l'espèce l'année 2009.
procent van hun brutomaandloon
ontvangen. Het spreekt voor zich
dat ook aspirant-inspecteurs dat
vakantiegeld zullen krijgen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
19 Question de M. Josy Arens au ministre de l'Intérieur sur "l'utilisation de systèmes informatiques
différenciés" (n° 12826)
19 Vraag van de heer Josy Arens aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het gebruik van
verschillende computersystemen" (nr. 12826)
19.01 Josy Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, je souhaite attirer votre attention sur les systèmes
informatiques utilisés par nos polices.
Actuellement, les systèmes informatiques en usage à la police
fédérale et dans les zones de police sont différents. La police fédérale
utilise le système FEEDIS tandis que les zones de police recourent au
système ISLP.
Il est vrai que ces systèmes existaient bien avant la réforme des
polices et qu'ils n'avaient pas été conçus pour évoluer dans le cadre
d'une collaboration des deux niveaux de police.
Cette situation a deux conséquences. D'une part, les candidats
policiers ne sont pas formés pour l'utilisation du système ISLP. Par
conséquent, une deuxième formation doit être organisée au sein des
zones de police, d'où une perte de capacité non négligeable, sans
parler du coût que cela engendre. D'autre part, étant donné
l'incompatibilité des deux systèmes, les policiers sont tenus d'encoder
les documents plusieurs fois, d'où une nouvelle perte de temps et de
capacité, déjà si précieux au sein de nos zones.
Monsieur le ministre, étant donné que l'utilisation des deux systèmes
est de nature à freiner la bonne collaboration des deux polices,
n'estimez-vous pas qu'il conviendrait de développer un système
informatique unique en vue d'optimaliser l'intégration des deux
niveaux de police?
19.01 Josy Arens (cdH): De
federale politie en de politiezones
gebruiken
verschillende
computersystemen, respectievelijk
FEEDIS en ISLP. De gevolgen zijn
tweeledig: enerzijds zijn kandidaat-
politieagenten niet opgeleid om
ISLP te gebruiken, waardoor de
politiezones een tweede opleiding
moeten organiseren, en anderzijds
moeten de politieagenten, doordat
beide systemen niet compatibel
zijn, de documenten meermaals
invoeren.
Het gebruik van twee systemen
bemoeilijkt
de
samenwerking
tussen beide politieniveaus. Moet
er niet één gemeenschappelijk
systeem ontwikkeld worden om de
integratie
van
de
twee
politieniveaus te optimaliseren?
19.02 Guido De Padt, ministre: Monsieur le président, monsieur
Arens, effectivement, il existe encore aujourd'hui deux systèmes de
traitement des dossiers judiciaires: l'ISLP et le FEEDIS. La volonté est
d'évoluer vers une plate-forme policière informatique unique pour
laquelle des développements sont déjà en cours.
Malgré la coexistence de ces deux systèmes, le principe de la saisie
unique est acquis depuis la mise en place de la police intégrée et
structurée à deux niveaux. Dire que l'incompatibilité des deux
systèmes oblige d'encoder plusieurs fois des documents, ce qui
engendrerait une perte de capacités, n'est donc pas correct. Des
formations différentes sont effectivement prévues pour l'ISLP et le
FEEDIS mais la priorité pour la formation de base est donnée à l'ISLP
parce qu'il est utilisé par la police locale, soit plus des deux tiers de la
police intégrée.
19.02 Minister Guido De Padt:
Vandaag bestaan er inderdaad
twee
systemen
voor
de
behandeling
van
gerechtelijke
dossiers: ISLP en FEEDIS. We
willen tot één platform komen, dat
trouwens al wordt ontwikkeld.
Het principe van de "eenmalige
vatting" of invoer van gegevens ligt
echter al vast sinds de oprichting
van de geïntegreerde politie,
gestructureerd op twee niveaus. Er
worden wel degelijk verschillende
opleidingen
aangeboden
voor
06/05/2009
CRIV 52
COM 551
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
36
Si, en complément de la formation de base du policier, d'autres
besoins existent en matière d'utilisation de l'outil informatique, les
écoles de police peuvent répondre à la demande. En effet, ce type de
formation continuée est bien repris dans le plan annuel de formation
2009. Cette formation vise très pratiquement l'acquisition, le
développement et le maintien des compétences opérationnelles en
matière de gestion de l'information policière opérationnelle, une
synthèse des formations BNG. Toutefois, cette offre de formation doit
tenir compte des capacités des différentes écoles de police. Cette
charge de travail n'incombe donc pas aux zones de police.
En conclusion et comme je viens de vous l'expliquer, la finalisation du
développement d'une plate-forme unique facilitera l'adaptation d'un
membre du personnel lors du passage de la police locale vers la
police fédérale et inversement. Cela entraînera également une
réduction des coûts.
ISLP en FEEDIS, maar er wordt
voorrang gegeven aan ISLP, dat
door de lokale politie gebruikt
wordt.
De voortgezette IT-opleiding is
inderdaad opgenomen in het
jaarlijks opleidingsplan 2009, maar
er moet rekening gehouden
worden met de mogelijkheden van
de politiescholen. De politiezones
hoeven die opleiding niet zelf te
organiseren.
Zodra de ontwikkeling van het
gemeenschappelijk
platform
afgerond is, zal het gemakkelijker
zijn om documenten aan te
passen, wanneer ze van de lokale
naar de federale politie worden
verzonden en omgekeerd. Dat zal
tevens kostenbesparend werken.
19.03 Josy Arens (cdH): Monsieur le ministre, quand peut-on
espérer avoir cette plate-forme unique?
19.03
Josy
Arens
(cdH):
Wanneer
zal
dat
gemeenschappelijk
forum
operationeel zijn?
19.04 Guido De Padt, ministre: Ce ne sera pas pour demain!
19.04 Minister Guido De Padt:
Dat zal nog wel een tijdje duren!
19.05 Josy Arens (cdH): Cela signifie-t-il que cela ne sera pas non
plus pour après-demain? Cela me semble pourtant important.
Comme vous l'avez dit, c'est un peu dommage qu'il n'y ait pas
davantage de capacités budgétaires pour la police.
19.05 Josy Arens (cdH): Het is
spijtig dat er niet meer budgettaire
middelen naar de politie gaan.
19.06 Guido De Padt, ministre: Il faudra bien compter quelques
années.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
20 Question de M. Josy Arens au ministre de l'Intérieur sur "la différenciation de traitement à l'égard
des titulaires d'un diplôme supérieur à la police fédérale" (n° 12827)
20 Vraag van de heer Josy Arens aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het verschil in
behandeling ten aanzien van de houders van een diploma van het hoger onderwijs bij de federale
politie" (nr. 12827)
20.01 Josy Arens (cdH): Monsieur le ministre, la police fédérale
dépense actuellement beaucoup d'argent pour recruter du personnel
qualifié - titulaire d'un diplôme supérieur - et ensuite le former. Or, elle
dispose en son sein de plusieurs centaines de diplômés (250 environ)
qui sont cantonnés, par le statut, dans le cadre moyen. Permettre à
ces policiers de plus facilement accéder au grade de commissaire de
police permettrait de:
- renforcer considérablement la motivation des policiers visés,
puisque ceux-ci recevraient enfin une réelle possibilité d'avancement,
ce qui n'est pas le cas depuis la réforme;
20.01 Josy Arens (cdH): De
federale politie spendeert veel geld
aan het aanwerven en opleiden
van gekwalificeerd personeel. Er
werken bij de federale politie
echter honderden gediplomeerden
die niet hogerop klimmen dan het
middenkader.
In de nieuwe tekst Vesalius 3 die
CRIV 52
COM 551
06/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
37
- réaliser de substantielles économies budgétaires au niveau des
dépenses de recrutement et de formation, économies qui sont
vraisemblablement supérieures aux coûts que pourrait engendrer une
promotion des diplômés de l'enseignement supérieur;
- augmenter le nombre de diplômés du cadre officier, ce qui est une
plus-value pour un cadre de niveau A. En effet, les divers tapis et
promotions qui sont venus avec la réforme ont bénéficié à différentes
catégories de personnel, en fonction de leur corps d'origine et non en
fonction de leur diplôme.
Les informations dont je dispose montrent d'ailleurs que le nouveau
texte 'Vésale 3' proposé par le ministre se base à nouveau sur le
corps d'origine des membres du personnel qui seront promus. À
l'inverse, ne pas donner de possibilité de promotion aux diplômés de
l'enseignement supérieur pourrait engendrer chez ceux-ci un légitime
sentiment de frustration. En outre, promouvoir les diplômés est une
mesure qui, en plus du fait d'augmenter le nombre de diplômés parmi
les commissaires de police, est tournée vers l'avenir, puisqu'elle ne
fait référence en rien au corps d'origine du personnel visé.
Plus de dix ans après la réforme, ne plus regarder vers les corps
d'origine semble être la direction à suivre. De manière générale, à la
police fédérale, presque toutes les catégories ont bénéficié
d'avancées à la réforme ou ultérieurement. On s'est basé sur les
corps d'origine pour promouvoir des policiers: certains ont ou vont
bientôt progresser de manière presque automatique d'un cadre,
d'autres ont progressé de deux niveaux, passant du niveau C au
niveau A. Ces mesures ont d'ailleurs un impact budgétaire non-
négligeable.
Pour les diplômés de l'enseignement supérieur, aucune mesure n'a
été prise. Au contraire, un acquis datant de 1991, à savoir le fait d'être
inséré au niveau B (anciennement niveau 2+), leur a été retiré lors de
la réforme. Après un arrêt clair de la Cour d'arbitrage en 2003, ce
niveau B a été rendu aux intéressés. C'est ainsi que dans le cadre
moyen de la police judiciaire fédérale, de nombreux diplômés de
l'enseignement supérieur ont été, à la réforme, insérés dans des
échelles barémiques M.3.2. et M.4.2. Il s'agit d'échelles spécifiques
pour les fonctionnaires de niveau B.
Tous les cadres moyens recrutés sur base d'un diplôme après la
réforme ont, d'ailleurs, été insérés dans des échelles spécifiques au
niveau B. Bénéficier d'une échelle de niveau B n'est donc pas un
acquis de la réforme pour les anciens membres de la police judiciaire.
Ils bénéficiaient, depuis 1991, d'un grade de niveau B et d'échelles
barémiques spécifiques liées à ce niveau.
Monsieur le ministre, vous aviez répondu récemment à un membre de
cette assemblée que vous étiez prêt à vous investir dans une
réflexion intégrant la problématique des diplômés à la police, mais
que vous souhaitiez d'abord régler la problématique de promotions
d'autres policiers, sur la base de leur corps d'origine.
Selon mes informations, il semble cependant qu'un groupe de travail
et de coordination ait été créé, après votre réponse évoquée ci-avant,
afin d'examiner, dans le cadre d'une gestion dynamique des
ressources humaines, la possibilité d'adopter des mesures
d'amélioration de perspective de carrière pour certains membres du
de
minister
voorstelt,
wordt
opnieuw
uitgegaan
van
het
oorspronkelijke
korps
van
personeelsleden die bevorderd
zullen worden. Het bevorderen van
gediplomeerd
personeel
is
evenwel een op de toekomst
gerichte
maatregel.
Na
de
hervorming zijn nagenoeg alle
categorieën bij de federale politie
erop vooruitgegaan, behalve de
personeelsleden met een diploma
van het hoger onderwijs. Alle op
grond
van
een
diploma
aangeworven middenkaderleden
werden in de specifieke barema's
voor niveau B ingeschaald.
Naar verluidt werd er een werk- en
coördinatiegroep opgericht om
eventuele
aanpassingsmaatregelen
te
onderzoeken. Zal u in die groep de
snelle bevordering tot de graad
van commissaris bepleiten van
personeelsleden
van
het
middenkader van de federale
politie met een universitair diploma
of een graduaatsdiploma?
06/05/2009
CRIV 52
COM 551
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
38
personnel qui ont une qualification universitaire.
Quelle position allez-vous défendre dans ce groupe de travail? Allez-
vous défendre une promotion rapide au grade de commissaire des
diplômés universitaires du cadre moyen de la police fédérale? Allez-
vous défendre une promotion rapide au grade de commissaire des
diplômés gradués du cadre moyen de la police fédérale?
20.02 Guido De Padt, ministre: Il a en effet été décidé au Conseil
des ministres du 13 mars dernier de constituer un groupe de travail
qui se penchera sur la possibilité de prendre des mesures visant à
améliorer les perspectives de carrière des membres du personnel
détenteurs d'un diplôme universitaire. Mes services s'y attèlent.
Conformément à la notification, lorsque l'avant-projet de loi sera
soumis en deuxième lecture au Conseil des ministres, il sera
accompagné d'un premier rapport dudit groupe de travail.
Ceci dit, vous comprendrez que je ne peux pas avoir d'opinion pré-
établie à ce sujet. La position définitive sera notamment le fruit des
travaux du groupe de travail.
20.02 Minister Guido De Padt:
Tijdens de ministerraad van 13
maart jongstleden werd er beslist
een werkgroep op te richten die
zich over het onderwerp zal
buigen. Wanneer het voorontwerp
van wet in tweede lezing aan de
ministerraad wordt voorgelegd, zal
het vergezeld gaan van een eerste
rapport van die werkgroep.
20.03 Josy Arens (cdH): Je remercie M. le ministre pour sa réponse.
J'espère que vous évoluerez relativement vite dans ce dossier, parce
que certains membres l'attendent avec impatience.
20.03
Josy
Arens
(cdH):
Sommige leden wachten met
ongeduld op de voortgang van dat
dossier.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: La question n° 12833 de M. Xavier Baeselen est
reportée à sa demande.
De voorzitter: Vraag nr. 12833
van de heer Baeselen wordt op
zijn verzoek uitgesteld.
21 Vraag van de heer Michel Doomst aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de campagne 'in
1-2-3 met je eID'" (nr. 12835)
21 Question de M. Michel Doomst au ministre de l'Intérieur sur "la campagne 'ton eID ça simplifie'"
(n° 12835)
21.01 Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, u hebt samen met uw collega bevoegd voor Administratieve
Vereenvoudiging een campagne gelanceerd die ­ wat trouwens een
goede zaak is ­ het grote publiek vertrouwd moet maken met het
gebruik en de mogelijkheden van de elektronische identiteitskaart. De
campagne heet "In 1-2-3 met je eID".
Tegen het einde van het jaar zouden alle Belgen een eID moeten
hebben. De meeste burgers moeten echter leren wat de
toepassingsmogelijkheden van de elektronische identiteitskaart zijn.
Mijnheer de minister, kunt u enige toelichting geven bij deze
campagne? Hoe zal de campagne concreet worden gevoerd en
gedurende welke termijn?
Worden er nog bijkomende acties verwacht om het gebruik van de
kaart te stimuleren?
Is al onderzocht waarom de mensen de toepassingsmogelijkheden
van de eID op dit ogenblik blijkbaar minder kennen en minder effectief
21.01 Michel Doomst (CD&V):
Une campagne d'information sur
les applications la de carte
d'identité électronique sera lancée
prochainement.
Le
ministre
pourrait-il
fournir
quelques
précisions
cette
campagne?
D'autres
actions
seront-elles
menées
pour
encourager
l'utilisation de l'eID et a-t-on déjà
fait une étude pour savoir pourquoi
si peu de gens l'utilisent?
CRIV 52
COM 551
06/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
39
gebruiken dan verwacht?
21.02 Minister Guido De Padt: Collega Doomst, acht miljoen Belgen
hebben hun elektronische identiteitskaart reeds op zak en op het
einde van 2009 zal de veralgemening en de volledig uitrol beëindigd
worden. De eID biedt natuurlijk heel wat voordelen, zoals tax-on-web
of het digitaal loket, maar sommige toepassingen zijn nog niet zo
bekend bij het grote publiek. Daarom is er in samenwerking met
Fedict en Living Tomorrow besloten de eID te promoten door middel
van een eID roadshow die doorheen heel België naar de burger zal
trekken. Deze roadshow zal op verschillende plaatsen in België
georganiseerd worden zodat elke burger de mogelijkheid krijgt deze
te bezoeken. Hij zal ook de praktische voordelen van eID in de kijker
zetten en de nadruk leggen op het veilig karakter ervan. Het doel van
de roadshow is dat de burger ook effectief bij het gebruik wordt
betrokken.
Ten tweede, hoe zal deze campagne concreet gevoerd worden en
gedurende welke termijn? De roadshow bestaat uit twee delen.
Enerzijds is er een infobus die terug te vinden is op zeventig
evenementen. De bus geeft een overzicht van de verschillende
huidige en toekomstige eID-toepassingen. Meer informatie en een
overzicht van waar de infobus halt houdt kan teruggevonden worden
op de internetsite welcome to e-Belgium. Anderzijds zal er in
vijfentwintig steden ook een community event georganiseerd worden.
De infosessie zal bestaan uit presentaties en demofilms. De
FOD Binnenlandse Zaken zal aanwezig zijn om heel wat
toepassingen te demonstreren. Ik denk aan mijn dossier, fouten
melden in het rijksregister. Steden die bevestigd hebben zijn Brussel,
Ninove, Ronse, Marche-en-Famenne, Lommel, Vilvoorde, Zele,
Turnhout, Geraardsbergen, Boom, Dinant, Gooik, Hasselt, Halle, Luik,
Neufchâteau, Oudenaarde, Waremme, Waver en Tongeren. Deze
lijst is voorlopig en zal de komende dagen en weken verder aangevuld
worden. De
roadshow
is
van
start
gegaan met het
lanceringsevenement ­ u hebt er al naar verwezen ­ op 22 april en zal
tot eind september doorheen het hele land trekken.
Ten derde, elke burger die de eID-bus met de verschillende eID-
toepassingen bezoekt krijgt bij het verlaten van de bus een gratis
kaartlezer die in deze electorale tijden uiteraard niet door de minister
zelf wordt overhandigd. Hiermee wordt alvast een eerste drempel,
met name de aanschaf van die kaartlezer, weggenomen. De burger
kan als hij thuiskomt van de roadshow onmiddellijk aan de slag met
zijn eID. Verschillende gemeenten organiseerden in het verleden al
infosessies omtrent eID. Bornem, al langer gekend als een gemeente
die een voortrekkersrol speelt in het eID-verhaal, organiseerde in juli
2008 en april 2009 infosessies die op een groot succes konden
rekenen. Vaak wordt eID gepromoot in het kader van gemeentelijke
toepassingen of tax-on-web, het online invullen van de belastingen.
Ten vierde, is reeds onderzocht waarom de mensen de toepassingen
amper gebruiken? In juni 2008 publiceerde de FOD Economie in
samenwerking met IBM een onderzoek naar het gebruik en de
obstakels voor het gebruik van eID. De studie draagt als titel
"toekomstgerichte
studie
over
de
potentiële
economische
mogelijkheden van het gebruik van de elektronische identiteitskaart
en de elektronische handtekening". Verschillende aspecten van de
elektronische
identiteitskaart
werden
besproken,
zoals
de
21.02 Guido De Padt, ministre:
Huit millions de Belges sont déjà
en possession de leur carte
d'identité et ce sera le cas de
l'ensemble de la population belge
d'ici à la fin de l'année. La eID
offre de nombreuses possibilités,
mais
peu
d'utilisateurs
les
connaissent. C'est pourquoi un
roadshow sillonne tout le pays,
depuis le 22 avril et jusqu'à fin
septembre, afin d'inciter le citoyen
à utiliser effectivement son eID.
D'une part, un infobus sera
présent
lors
de
septante
événements et, d'autre part, une
session
d'information
sera
organisée dans 25 villes, avec des
présentations et des films de
démonstration. Chaque visiteur de
l'Infobus se verra remettre un
lecteur de carte gratuit, ce qui
lèvera déjà des réticences et
permettra à chacun d'essayer
immédiatement
chez lui
les
possibilités offertes par l'eID.
Plusieurs communes ont déjà
organisé
des
sessions
d'information et l'eID est souvent
promue
dans
le
cadre
d'applications communales ou de
tax-on-web.
En juillet 2008, le SPF Economie a
publié une étude concernant les
obstacles à l'utilisation de la eID,
qui a révélé que c'est en
s'attaquant à l'ignorance que l'on
incitera à une utilisation accrue de
l'eID. Il convient donc de créer un
climat de confiance entre les
autorités, les citoyens et les
entreprises. C'est le but que nous
cherchons à atteindre par le biais
de ce roadshow.
06/05/2009
CRIV 52
COM 551
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
40
functionaliteit, het juridisch kader, de privacy.
Ook de technische kenmerken, het economisch kader en de
psychologische context werden besproken, alsook werd ingegaan op
de vraag hoe ondernemers en burgers staan tegenover de kaart en
bestaande applicaties. De studie werd afgesloten met een blik op de
studie.
In de studie lag de nadruk dus op de verschillende toepassingen. Er
werd vooral gefocust op de bedrijfswereld. E-government werd dus
buiten beschouwing gelaten.
De studie besluit: "Het komt eraan de onwetendheid omtrent de eID
bij de burger, die vaak vertaald wordt in wantrouwen bijvoorbeeld over
de gegevens die zich op de chip bevinden, weg te nemen om zo het
gebruik van de eID te laten toenemen".
Er moet gewerkt worden aan een klimaat van vertrouwen tussen de
overheid enerzijds en de burgers en bedrijven anderzijds. Dat kan nu
mee worden gerealiseerd door middel van die roadshow.
21.03 Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de minister, ik denk dat het
een zeer goed initiatief is om daarmee naar de lokale overheden te
gaan. Ik denk dat wij de toepassingsmogelijkheden en de promotie
daar optimaal moeten voeren. Ik heb gehoord dat de belangrijkste
steden en gemeenten reeds zijn ingeschreven. Krijgen minder
belangrijke gemeenten daarna ook de kans zich in te schrijven?
Wordt dit uitgebreid?
21.03 Michel Doomst (CD&V):
Espérons que la participation à
cette tournée de promotion ne soit
pas réservée aux seules grandes
villes et communes.
21.04 Minister Guido De Padt: Tot september heeft men de kans om
in te schrijven.
21.04 Guido De Padt, ministre:
Les inscriptions sont ouvertes à
tous, jusqu'en septembre.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: La question n° 12847 de M. David Lavaux est reportée en raison de son absence. Il en est
de même pour la question n° 12851 de Mme Juliette Boulet.
22 Samengevoegde vragen van
- de heer Ben Weyts aan de minister van Binnenlandse Zaken over "een tweede anonieme klacht
tegen zijn persoon" (nr. 12852)
- de heer Michel Doomst aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de 'teambuilding' van de FOD
Binnenlandse Zaken" (nr. 12854)
22 Questions jointes de
- M. Ben Weyts au ministre de l'Intérieur sur "une seconde plainte anonyme dont il fait l'objet"
(n° 12852)
- M. Michel Doomst au ministre de l'Intérieur sur "le 'teambuilding' du SPF Intérieur" (n° 12854)
Vraag nr. 12852 van de heer Weyts wordt omgezet in een schriftelijke vraag.
22.01 Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zal kort zijn
want de minister heeft al toelichting gegeven.
Mijnheer de minister, het komt een beetje merkwaardig over, maar
blijkbaar zijn er ook detectives in Geraardsbergen actief. Het was te
verwachten dat wanneer u met het team van Binnenlandse Zaken
samen zit, en dan nog aangekondigd, u in de kijker zou lopen.
22.01 Michel Doomst (CD&V):
L'auteur d'une lettre anonyme
dénonce un repas au restaurant
onéreux auquel le ministre a
assisté. Ce repas s'inscrivait dans
le cadre d'une session de
teambuilding
organisée
par
CRIV 52
COM 551
06/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
41
Over het bedrag zei u niets, maar een anonieme briefschrijver - dat is
uiteraard vervelend - beschouwde de aangelegenheid als peperduur.
Het zou een soort teambuilding-activiteit. van de FOD Binnenlandse
Zaken zijn geweest.
Mijnheer de minister, kunt over het initiatief van de teambuilding wat
meer uitleg geven? Hoeveel personen namen deel aan deze
teambuilding? Wat was de totale kostprijs van deze teambuilding?
Hoe past dit in een globale aanpak van een teambuildingsysteem?
l'Intérieur. Le ministre peut-il
fournir quelques précisions à ce
sujet? Qui étaient les participants
et quel a été le montant de la
facture? Cela cadre-t-il avec le
concept de teambuilding?
22.02 Minister Guido De Padt: Mijnheer de voorzitter, collega
Doomst, ik heb het antwoord een tweetal uren geleden al in extenso
gegeven.
Er is wat heisa ontstaan naar aanleiding van de anonieme brief waarin
men het had over 6.500 euro in een bepaald kasteel, waar we
trouwens niet zijn geweest. Dat was zelfs niet de bedoeling van die
bepaalde krant.
Wij waren met ongeveer 16 personen aanwezig op een groot
evenement, in alle openheid en zonder ons te verstoppen, en in
samenspraak met de voorzitter van de FOD Binnenlandse Zaken. Ik
heb daarnet al gezegd dat ik zelf vrij kort ben gebleven. Mijn
echtgenote is gebleven om mee gastvrouw te spelen in
Geraardsbergen. Ze heeft trouwens een rondleiding gegeven in onze
mooie stad. Dit alles gebeurde in het raam van een soort
kennismakingsactiviteit om mekaar beter te leren kennen in een
informele sfeer.
Meer moet men daarachter niet zoeken. Alle administraties worden
aangespoord om aan teambuilding en doen dat waarschijnlijk op een
andere manier aan de kust of in de Ardennen. Op mijn suggestie is
dat in Geraardsbergen gebeurd. Als men rondkijkt in die tenten, ziet
men nog andere mensen die wellicht ook aan teambuilding doen.
Ik heb nooit de bedoeling gehad om misbruik te maken van bepaalde
gelden. Ik herhaal dat ik elk jaar drie tot vier uitnodigingen krijg om
daar naartoe te gaan. Ik zal niet meer herhalen wat de militaire
majoors in China hebben gedaan.
22.02 Guido De Padt, ministre:
J'ai déjà répondu à cette question
il
y
a
deux
heures.
J'ai
effectivement assisté ouvertement
à un grand événement sportif, en
concertation avec le SPF Intérieur.
Je ne suis pas resté longtemps sur
place. Il est recommandé à toutes
les administrations de faire du
teambuilding. Le plus souvent, ces
activités sont organisées à la côte
ou dans les Ardennes. Sur ma
suggestion, l'événement a cette
fois eu lieu à Grammont, mais je
n'ai jamais eu l'intention d'abuser
des deniers publics.
22.03 Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik dank u voor uw antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Le président: La question n° 12880 de M. Logghe est reportée à sa demande.
23 Samengevoegde vragen van
- de heer Ben Weyts aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de aanhouding van
Mbark Boussoufa" (nr. 12918)
- de heer Francis Van den Eynde aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de sterk
gemediatiseerde aanhouding van iemand van Marokkaanse oorsprong in de buurt van het Brusselse
Zuidstation" (nr. 13050)
23 Questions jointes de
- M. Ben Weyts au ministre de l'Intérieur sur "l'arrestation du footballeur Mbark Boussoufa" (n° 12918)
- M. Francis Van den Eynde au ministre de l'Intérieur sur "l'arrestation fortement médiatisée d'une
06/05/2009
CRIV 52
COM 551
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
42
personne d'origine marocaine à proximité de la gare de Bruxelles-Midi" (n° 13050)
Vraag nr. 12918 van de heer Weyts wordt omgezet in een schriftelijke vraag.
23.01 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, het gaat over de sterk
gemediatiseerde aanhouding van een voetballer van Anderlecht van
Marokkaanse nationaliteit en oorsprong in een restaurant in de
omgeving van het Brusselse Zuidstation.
De verhalen daaromtrent zijn sterk uiteenlopend. Er is de versie van
de voetballer die zegt dat hij rustig zat te eten in een restaurant en dat
hij daar plots werd verrast door een inval van de politie die hem
belette om verder te eten. Er zijn allerlei verhalen te horen. Het zou
een taalincident zijn geweest. Hij zou hebben gevraagd om in het
Nederlands te worden behandeld, maar de politie zou hebben
geantwoord: "Tu te fous de moi." Hij zou zijn identiteitskaart niet bij
hebben gehad want die zou in zijn wagen zijn blijven liggen. Ik zou
hem dit toch willen afraden want in die buurt riskeert men dan zowel
de identiteitskaart als de auto kwijt te raken. Hij zou vervolgens
brutaal zijn aangehouden door een Standardsupporter. Het is allemaal
nogal sterk benadrukt en vrij eigenaardig. Bovendien is de
Marokkaanse ambassade tussenbeide gekomen en zelfs de voorzitter
van de Marokkaanse voetbalbond is speciaal naar hier gekomen om
hem te ondersteunen. Dit is het verhaal aan de ene kant.
Het verhaal aan de andere kant is dat de politie in dat restaurant is
binnengevallen om een drugscontrole uit te voeren. Hij zou zijn
identiteitskaart niet bij zich hebben gehad en hij zou geweigerd
hebben zijn handen op tafel te leggen zoals dit gebruikelijk is. Men
heeft hem meegenomen omdat dit de normale procedure is. Er is
volgens deze versie dus niets aan de hand.
Omdat dit zo gemediatiseerd is, leek het mij het beste om aan de
minister van Binnenlandse Zaken te vragen wat er feitelijk is gebeurd.
23.01 Francis Van den Eynde
(Vlaams Belang): Dernièrement,
l'arrestation
d'une
personne
d'origine marocaine dans le
quartier de la gare du Midi a
largement retenu l'attention des
médias. Toutefois, les versions de
l'incident
divergent
fortement.
L'intéressé, qui n'était pas en
possession de sa carte d'identité,
parle d'une arrestation brutale
alors qu'il était simplement en train
de manger dans un restaurant.
L'ambassade du Maroc et le
président
de
la
fédération
marocaine
de
football
sont
intervenus.
La police parle pour sa part d'un
contrôle antidrogues au cours
duquel une personne sans papiers
d'identité s'est rebellée. Cette
personne a été ensuite emmenée
au poste, conformément à la
procédure normale. Selon la
police, il n'y a aucun problème à
signaler à propos de cette
intervention.
23.02 Minister Guido De Padt: Mijnheer de voorzitter, collega Van
den Eynde, ik heb het volgend relaas van de korpschef van de
politiezone Brussel-Elsene ontvangen: "Op zondag 26 april,
omstreeks 13.40 uur, voerde een ploeg van de politiezone Brussel-
Elsene een drugscontrole uit in de drankgelegenheid Tetouan in de
Lemonnierlaan in Brussel, nadat de dispatching een melding had
ontvangen van een mogelijk aan de gang zijnde drugsdeal. De
politiemensen troffen ter plaatse een tiental klanten aan, die zij het
bevel gaven op hun plaats te blijven zitten en hun handen op tafel te
leggen. Op twee mannen na, gaven de aanwezigen gevolg aan dit
bevel. Een politieman herhaalde het bevel tot driemaal toe, in het
Nederlands en in het Frans, maar uiteindelijk gehoorzaamde slechts
een van de twee mannen. Toen de andere manspersoon werd
gevraagd recht te staan en zijn identiteitskaart voor te leggen,
antwoordde deze dat hij zijn identiteitskaart niet bij zich had. De ploeg
besloot over te gaan tot een veiligheidsfouille en vroeg hem de inhoud
van zijn zakken op tafel te leggen. Hij weigerde echter opnieuw. Aan
de betrokkene werd gezegd dat indien hij niet wilde meewerken, hij
geboeid zou overgebracht worden naar het politiekantoor om aldaar
een grondige identiteitscontrole te ondergaan. Gezien de man nog
steeds geen medewerking verleende, wilde de politie hem op de rug
handboeien. Hij rukte zich echter los en scheurde daarbij de
rechtermouw van zijn vest. Daarop werd een arm klemgezet en werd
23.02 Guido De Padt, ministre:
Le chef de corps de la zone de
police Bruxelles-Ixelles déclare
que le dimanche 26 avril, aux
alentours de 13.40 heures, ses
hommes ont procédé à un contrôle
antidrogue dans un restaurant où
une transaction était peut-être en
train d'être réalisée selon une
information reçue par la police.
Parmi la dizaine de personnes
présentes dans ce restaurant,
deux ont refusé d'obtempérer aux
injonctions des policiers, seul l'un
des deux s'y conformant après
que les policiers ont répété leurs
ordres. Celui qui a refusé de
placer ses mains sur la table n'a
pas été en mesure de produire sa
carte d'identité. La police a décidé
alors de procéder à une fouille de
sécurité sur sa personne et à cette
fin, elle a demandé à l'intéressé de
CRIV 52
COM 551
06/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
43
rechtermouw van zijn vest. Daarop werd een arm klemgezet en werd
betrokkene geboeid overgebracht naar het plaatselijk commissariaat,
waar hij volgens de normale procedure in een cel werd opgesloten.
Tijdens de controle in het politiekantoor, werd de betrokkene in het
bezit gevonden van verschillende bank- en kredietkaarten op naam
van Mbark Boussoufa, waarna de link met de voetbalspeler werd
gelegd." Om 15.10 uur werd die man opnieuw vrijgelaten. Een proces-
verbaal van weerspannigheid werd door de politie overgemaakt aan
het parket van Brussel. Uit een intern onderzoek van de politiezone
Brussel-Elsene is gebleken dat de betrokken inspecteurs de wettelijke
voorschriften hebben nageleefd voor de uitvoering van een
identiteitscontrole en het aandoen van handboeien.
Er was nog een vraag van de heer Weyts. Ik zal ze snel vermelden.
Uw vraag kon ik niet detecteren, mijnheer Van den Eynde, want er
stond geen tekst op uw blad. U wou mij hierover gewoon
ondervragen. Men moet bijna Madame Blanche zijn om te weten wat
u mij juist wil vragen.
De tuchtraad behandelde in 2008 23 dossiers van de lokale politie in
verband met racisme en xenofobie in dienstverband. In 2007 werd
één dossier genoteerd en in 2006 geen enkel.
fin, elle a demandé à l'intéressé de
vider le contenu de ses poches sur
la table, ce qu'il a refusé de faire.
Les policiers l'ont alors averti que
s'il persistait à ne pas se montrer
coopératif, ils le menotteraient et
l'emmèneraient au commissariat.
Après
une
échauffourée,
l'intéressé
a
été
emmené,
menottes aux poings. Ce n'est
qu'au commissariat que les
policiers se sont rendu compte
qu'il s'agissait du footballeur
Mbark Boussoufa. À 15.10 heures,
celui-ci a été remis en liberté mais
la police a néanmoins dressé à
son sujet un procès-verbal pour
rébellion qu'elle a transmis au
parquet. Il ressort d'une enquête
interne que les inspecteurs ont
respecté la loi.
23.03 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de
minister, u hebt volkomen gelijk: mijn vraag was kritisch gesteld. Ik zal
u ook zeggen waarom. Ik wilde niet onmiddellijk beginnen over
racisme of weet ik veel wat: ik wilde gewoon het verhaal horen zoals
de minister van Binnenlandse Zaken het brengt. Bedankt voor uw
antwoord. Ik betreur voor de zoveelste keer dat men daar onmiddellijk
het etiket "racisme" op plakt. Ik vind het helemaal kras dat zo'n
incident internationale dimensies krijgt. De ambassadeur van
Marokko zou toch ook moeten weten dat de politie bij ons niet zo
maar mensen oppakt voor het plezier van het oppakken. Men zou
hem dat toch eens beter op het hart kunnen drukken.
23.03 Francis Van den Eynde
(Vlaams Belang): Ma question
était destinée à me permettre de
cerner les faits. On en a fait
d'emblée un dossier à connotation
raciste au point que l'événement a
pris une dimension internationale,
ce que je déplore.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
24 Vraag van de heer Michel Doomst aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de rellen na de
voetbalwedstrijd Germinal Beerschot-Club Brugge" (nr. 12948)
24 Question de M. Michel Doomst au ministre de l'Intérieur sur "les échauffourées qui ont éclaté après
le match de football Germinal Beerschot-Club de Bruges" (n° 12948)
24.01 Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, na de voetbalmatch Beerschot-Club Brugge is het tot rellen
gekomen op het Antwerpse Kiel. Naar getuigen signaleren, zouden
toch honderden supporters op de vuist zijn gegaan. Het is bizar dat de
politie erbij zou zijn gehaald, maar dat die aanvankelijk opnieuw is
teruggereden. Anderhalf uur later, bij manier van spreken in een
tweede helft, zou zij zijn teruggekomen en een aantal arrestaties
hebben uitgevoerd. Dat klinkt wat bizar.
Kunt u wat toelichting geven bij die feiten? Wat was de oorzaak van
de rellen en hoe zijn ze kunnen uitbreken?
24.01 Michel Doomst (CD&V):
Des bagarres ont éclaté au Kiel
d'Anvers à l'issue de la rencontre
de football Germinal Beerschot ­
Club de Bruges. Appelée sur
place, la police serait repartie pour
revenir ensuite et procéder à des
arrestations. Le ministre pourrait-il
préciser les faits?
24.02 Minister Guido De Padt: Mijnheer de voorzitter, collega
Doomst, na de wedstrijd GBA-Club Brugge was er een goede sfeer
onder de supporters van GBA. Ook de Cel Diversiteit van de politie
24.02 Guido De Padt, ministre: À
l'issue de la rencontre, il ne
semblait y avoir aucun problème et
06/05/2009
CRIV 52
COM 551
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
44
Antwerpen had geen signalen van spanningen rond het stadion. De
ordedienst werd dan ook, zoals voorzien, beëindigd om 24 uur.
Enkele spotters van de voetbalcel van de politie Antwerpen bleven
evenwel ter plaatse. Om 00.15 uur kwam de eerste melding binnen
van een vechtpartij. Aan die melding werd door de politie Antwerpen
de hoogste prioriteit gegeven. Een paar patrouilles werden ter plaatse
gezonden.
De meldingen bleven echter binnenkomen, waardoor stelselmatig
meer patrouilles ter plaatse werden gestuurd. Ook de Cel Diversiteit
werd teruggeroepen. De eerste patrouilles waren dus vrij snel ter
plaatse, doch werden geconfronteerd met diverse ernstige
vechtpartijen in verschillende straten, zodat het moeilijk was een
overzicht te krijgen en gecoördineerd op te treden.
De politie werd ook geconfronteerd met geweld tegen hun eigen
personeel en hun voertuigen. Er volgde dan ook eerst een tactische
terugtrekking en een hergroepering. Toen er voldoende eenheden
aanwezig waren, kon er gecoördineerd worden opgetreden, om
1.07 uur, waarna de toestand snel onder controle kwam.
Er gebeurden 7 bestuurlijke arrestaties. Vijftig pv's werden opgesteld
voor vernielde auto's en 7 voor gewelddelicten. Bijkomende aangiftes
kunnen nog volgen.
De dagen na de rellen werden diverse maatregelen genomen,
gebaseerd op interactie en communicatie met de betrokken partijen.
Ook ten aanzien van de buurtbewoners werden verschillende
overleginitiatieven genomen, onder meer met de burgemeester van
Antwerpen.
Vanwege spanningen tussen allochtonen en sommige GBA-
supporters, werd tussen 2004 en 2008 voorzien in een nazorg bij
thuiswedstrijden van GBA. Na evaluatie met alle betrokken partijen
werd die afgebouwd sedert 2008. Sedertdien waren er ook geen
noemenswaardige incidenten te betreuren.
De exacte aanleiding van de rellen is heden nog niet gekend. Er is
geen absolute zekerheid of er een link is met een steekincident
enkele weken geleden, waarbij een GBA-supporter in het ziekenhuis
moest worden opgenomen, overigens losstaand van een
voetbalwedstrijd.
Het buurtonderzoek is nog lopend. Reeds 25 risicosupporters van
GBA, die bij de ongeregeldheden waren betrokken, zijn
geïdentificeerd. Zij zullen worden vervolgd onder de voetbalwet, tenzij
de procureur zou beslissen de zaak naar zich toe te trekken.
le service d'ordre s'est achevé à
minuit, comme prévu. Quelques
spotters de la Cellule football de la
police d'Anvers sont restés sur
place. Une première bagarre a été
annoncée à 24 h 15 et a
immédiatement bénéficié de la
plus haute priorité. Des patrouilles
ont été dépêchées sur place, mais
de nouvelles bagarres, dont
plusieurs importantes où la police
a également été prise pour cible,
ont été annoncées. La police s'est
donc tactiquement repliée et
lorsque suffisamment d'unités ont
pu être réunies, celles-ci sont
intervenues
de
manière
coordonnée à 1 h 07 et la situation
a rapidement pu être maîtrisée.
Il a été procédé à sept arrestations
administratives, cinquante procès-
verbaux ont été rédigés pour
dégradation de véhicules et sept
pour de délits de violence. Des
dépositions pourraient encore être
effectuées.
Au cours des journées qui ont
suivi les échauffourées, des
mesures de désamorçage ont été
prises par le biais d'une interaction
avec les parties concernées. Entre
2004 et 2008, un suivi a
régulièrement été organisé à
l'issue de rencontres à domicile de
Germinal Beerschot. Ce suivi a
progressivement été réduit en
concertation avec les parties et il
s'agit du premier incident survenu
depuis. La cause précise des
échauffourées n'est pas encore
connue.
Vingt-cinq supporters à risques du
GBA ont été identifiés et seront
poursuivis dans le cadre de la loi
football, sauf décision contraire du
procureur.
24.03 Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de minister, ik stel de vraag
omdat ik de indruk heb dat het geweld in en om de voetbalstadions
opnieuw toeneemt en dat wij het niet helemaal onder controle krijgen.
Ik heb echter gehoord dat u op het einde van het voetbalseizoen een
onderhoud hebt met de Voetbalbond. Wij kijken daarnaar uit om te
zien hoe het is geëvolueerd en wat de inspanningen van de
betrokkenen kunnen zijn.
24.03 Michel Doomst (CD&V):
J'ai le sentiment qu'on assiste à
une recrudescence de la violence
aux abords des stades. Je suis
heureux d'apprendre que le
ministre rencontrera l'Union belge
de football en fin de saison.
CRIV 52
COM 551
06/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
45
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: Je reviens au début de notre ordre du jour avec la question de Mme Vautmans au point 12.
25 Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van Binnenlandse Zaken over "een
samenwerking tussen slachtofferhulp en politie bij slecht nieuws melding" (nr. 12519)
25 Question de Mme Hilde Vautmans au ministre de l'Intérieur sur "une collaboration entre le service
d'aide aux victimes et la police lors de l'annonce d'une mauvaise nouvelle" (n° 12519)
25.01 Hilde Vautmans (Open Vld): Mijnheer de minister, taken van
de politie doen ons meestal denken aan verkeershandhaving en
andere taken en associëren wij niet noodzakelijk met het brengen van
slecht nieuws.
Nochtans is dat een van de taken waarmee politieagenten heel vaak
geconfronteerd worden. Zij moeten vaak naar nabestaanden gaan
wanneer er iemand in een verkeersongeval overleden is of wanneer
men een slachtoffer van zelfdoding ontdekt.
In al die gevallen moeten zij het slechte nieuws overbrengen. Zij
worden daar wel voor opgeleid, maar niet altijd bijgestaan.
Uit een thesis blijkt dat nabestaanden die bij de eerste nieuwsmelding
het gevoel hadden dat zij goed werden opgevangen, een veel vlotter
rouwproces doormaken dan zij die bij het eerste contact het gevoel
hadden ­ precies het contact met die politieagent ­ dat zij te weinig
informatie kregen, of waar het slecht klikte. Die laatsten maken een
veel moeilijker rouwproces door.
In Gent is er een proefproject gestart. Er werd een protocol gesloten
tussen de politiediensten en 16 ziekenhuizen inzake de melding van
slecht nieuws. De gegevens heb ik verzameld via de pers en het
internet. Ik heb de thesis ook bij me en kan u daarvan de
samenvatting bezorgen. Het is een heel interessant werkstuk,
mijnheer de minister. Ik neem aan dat u het wel in de trein kunt
doornemen en dat u er interesse voor hebt.
25.01 Hilde Vautmans (Open
Vld): Régulièrement, la police doit
annoncer le décès d'un proche
aux membres de sa famille. Ces
derniers, lorsqu'ils doivent faire
face à une nouvelle aussi tragique,
ont le droit et le besoin de recevoir
un
accompagnement
professionnel.
L'annonce
de
mauvaises nouvelles est un point
abordé lors de la formation des
policiers mais nous ne pouvons
pas attendre d'eux qu'ils assurent
une aide psychologique. Les
équipes d'aide aux victimes
peuvent le faire, par contre, mais
des études montrent que leur
présence est très importante dès
les premiers moments pour
faciliter le travail du deuil. À Gand,
un premier protocole relatif à
l'annonce de mauvaises nouvelles
est en cours au niveau de
l'arrondissement, dans le cadre
duquel la police coopère avec
seize hôpitaux.
25.02 Ludwig Vandenhove (sp.a): Maak een samenvatting voor de
hele commissie.
25.03 Hilde Vautmans (Open Vld): Een samenvatting voor de hele
commissie, dat is geen enkel probleem, collega Vandenhove. U weet
dat ik daar steeds toe bereid ben.
Mijnheer de minister, ik hecht er veel belang aan dat wij het thema
hier bespreken. Zeker na een verkeersongeval of een zelfdoding
kampen niet alleen de nabestaanden, maar ook de politieagenten
vaak met een klein trauma ter zake. Vandaar mijn vragen.
Ten eerste, krijgen alle politieagenten nu een opleiding in het melden
van slecht nieuws? Ik neem aan van wel, maar zou graag van u de
bevestiging krijgen.
Ten tweede, bent u voorstander van het idee om bij de melding van
slecht nieuws ­ voor zover het natuurlijk mogelijk is, want wij kunnen
een en ander niet strikt reglementeren ­ binnen een redelijke termijn
iemand van Slachtofferhulp mee te sturen naar de nabestaanden?
25.03 Hilde Vautmans (Open
Vld): Tous les policiers sont-ils
préparés, au cours de leur
formation,
à
l'annonce
de
mauvaises nouvelles? Le ministre
est-il favorable à la présence
systématique d'un membre de
l'aide aux victimes, pour autant
que cela soit possible? Prendra-t-il
des mesures pour améliorer la
coopération entre la police et l'aide
aux victimes? Est-il disposé à
élargir à l'ensemble de la Flandre
le projet gantois, si son évaluation
est positive?
06/05/2009
CRIV 52
COM 551
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
46
Ten derde, zult u maatregelen nemen om de samenwerking tussen
politie en Slachtofferhulp te verbeteren?
Ten vierde, bent u bereid wanneer het proefproject in Gent een
positieve evaluatie krijgt het uit te breiden naar heel Vlaanderen?
25.04 Minister Guido De Padt: Mijnheer de voorzitter, collega
Vautmans, ik kan bevestigen dat er in de basisopleidingsprogramma's
voor de personeelsleden van het operationele kader, die recentelijk
werden aangepast, verschillende modules betreffende de melding van
slecht nieuws zijn opgenomen. Zo leert de aspirant-agent in een
cursus van minimaal 38 uur hoe een slachtoffer te bejegenen, hoe
gepast te antwoorden op zijn of haar vragen en hoe slecht nieuws op
een tactvolle manier over te brengen. Ik vermeld ook het bestaan van
een voortgezette opleiding slechtnieuwsmelding, die reeds werd
georganiseerd door enkele bekende politiescholen.
De circulaire GPI 58 van 4 mei 2007 betreffende de politionele
slachtofferbejegening in de geïntegreerde politie, gestructureerd op
twee niveaus, geeft een aantal aanzetten met betrekking tot onder
meer de organisatie van dergelijke dienstverlening.
Onder het begrip slachtofferzorg valt zowel de politionele
slachtofferbejegening als de slachtofferhulp. Het is van belang om
een duidelijk onderscheid te maken tussen die politionele
slachtofferbejegening en de slachtofferhulp, omdat bij dat laatste een
psychosociale en/of therapeutische hulpverlening nodig is en als
dusdanig niet behoort tot de politietaken, maar tot de bevoegdheden
van de Gemeenschappen.
Er zijn in België verschillende organisaties actief op het gebied van
slachtofferzorg.
Naast
de
diensten
voor
politionele
slachtofferbejegening of gespecialiseerde medewerkers bij de lokale
politie bestaan er diensten Slachtofferonthaal bij het parket van de
rechtbank van eerste aanleg. De justitiehuizen stellen in elk
gerechtelijk arrondissement justitieassistenten slachtofferonthaal ter
beschikking van het parket.
Ook binnen de sociale en medische sector zijn diensten actief in
verband met hulpverlening aan slachtoffers. Die diensten zijn eigen
aan de federale staatsstructuur in de verschillende regio's, divers en
verschillend georganiseerd. Het betreft erkende diensten voor het
verlenen van therapeutische of psychosociale hulpverlening.
In de reeds aangehaalde circulaire GPI 58 werden de voornaamste
partners in slachtofferzorg en overlegorganen opgenomen.
Om tegemoet te komen aan de nood aan overleg en samenwerking
sloot de Federale Staat samenwerkingsakkoorden met de Franse
Gemeenschap en het Waalse Gewest en met de Vlaamse
Gemeenschap. Er werden per gerechtelijk arrondissement twee
overlegstructuren opgericht. Ten eerste is er de arrondissementele
raad Slachtofferbejegening. Anderzijds is er de Welzijnsdienst.
De overlegstructuren staan in voor ondersteuning van het
slachtofferbeleid en voor de concrete uitvoering van de
samenwerkingsakkoorden tussen de federale regering, de
25.04 Guido De Padt, ministre:
Les programmes de formation de
base du personnel du cadre
opérationnel consacrent plusieurs
modules à la communication de
mauvaises nouvelles. Le cours
concernant cette matière destiné
aux agents aspirants comporte 38
h. Dans certaines écoles de
police, une formation continuée
est également centrée sur ce
thème. L'organisation de ce
service est décrite dans la
circulaire GPI 58, qui date de
2007.
La prise en charge des victimes
concerne tant l'aide psychologique
offerte par la police que l'aide aux
victimes proprement dite, qui ne
relève pas des missions de la
police
mais
constitue
une
compétence communautaire.
Outre ces services de prise en
charge psychologique des victimes
par la police, ou la présence de
collaborateurs spécialisés au sein
des polices locales, il convient de
citer les services d'accueil des
victimes au sein du parquet des
tribunaux de première instance.
Par ailleurs, les maisons de justice
mettent des assistants sociaux à
la disposition du parquet. Et les
Communautés
disposent
de
plusieurs
services
d'aide
thérapeutique et psychosociale.
La circulaire GPI 58 énumère les
principaux partenaires chargés de
l'aide aux victimes. Dans une
perspective de concertation et de
collaboration, l'Etat fédéral a
conclu des accords de coopération
avec les Communautés flamande
et
française.
Dans
chaque
arrondissement, deux structures
de concertation ont été mises en
place et chargées de l'appui à la
politique des victimes et de la mise
CRIV 52
COM 551
06/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
47
gemeenschapsregeringen en de gewestregeringen. Op nationaal
niveau zijn alle relevante maatschappelijke instanties, inclusief de
Gewesten en Gemeenschappen, vertegenwoordigd in het Nationaal
Forum voor Slachtofferbeleid. Het forum heeft tot taak de ministers
van Justitie en Binnenlandse Zaken te adviseren over het
slachtofferbeleid van de verschillende instanties.
Er zijn dus voldoende overlegcentra die de goede praktijken zoals die
van Gent meenemen in hun denkoefeningen.
Ten slotte, u vroeg of er steeds iemand van slachtofferhulp mee moet.
Dat kan niet zomaar wettelijk geregeld worden vanuit Brussel, denken
wij. Dat hangt af van de feiten, de omstandigheden, het tijdsverloop
enzovoort. Het overleg met de specialisten moet tot goede
werkafspraken leiden.
en oeuvre des accords de
coopération. Sur le plan national,
toutes les parties concernées sont
représentées au sein du Forum
national d'aide aux victimes, qui a
également
une
mission
consultative auprès des ministres
de la Justice et de l'Intérieur. Les
lieux de concertation, qui prennent
en compte les bonnes pratiques,
sont donc nombreux. Quant à
savoir si un représentant de l'Aide
aux victimes être présent au
moment de la communication de
mauvaises
nouvelles,
ce
la
dépend
des
circonstances
particulières du dossier.
25.05 Hilde Vautmans (Open Vld): Mijnheer de minister, er gebeurt
inderdaad heel wat. Ik hoop alleen dat wanneer het proefproject in
Gent een goede evaluatie krijgt, wij dat gaan stimuleren. Wij mogen
dat niet uit het oog verliezen. Dat is heel belangrijk voor de
nabestaanden. Het is ook belangrijk voor politieagenten dat ze de
juiste opleiding krijgen.
Mijnheer de minister, ik heb echter begrepen dat dit eigenlijk allemaal
goed zit. Ik wens u veel succes met uw verdere beleid in dat verband.
25.05 Hilde Vautmans (Open
Vld): J'espère que cette procédure
sera encouragée si le projet-pilote
mené
à
Gand
est
évalué
positivement. Je souhaite au
ministre beaucoup de succès dans
la poursuite de sa politique en la
matière.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
26 Samengevoegde vragen van
- de heer Michel Doomst aan de minister van Binnenlandse Zaken over "onervaren politieagenten in
grootsteden" (nr. 12949)
- mevrouw Leen Dierick aan de minister van Binnenlandse Zaken over "onervaren politieagenten in
grootsteden" (nr. 12983)
26 Questions jointes de
- M. Michel Doomst au ministre de l'Intérieur sur "les agents de police inexpérimentés dans les
grandes villes" (n° 12949)
- Mme Leen Dierick au ministre de l'Intérieur sur "les agents de police inexpérimentés dans les
grandes villes" (n° 12983)
26.01 Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de minister, ik weet niet of u
die studie al op de trein hebt gelezen. Ze is van de VUB en ze gaat
over...
Le président: M. Doomst a eu le temps de la lire.
26.02 Michel Doomst (CD&V): Ce sont des avis.
Le président: Ce qui permet d'avoir quelques questions à poser.
26.03 Michel Doomst (CD&V): Daaruit blijkt dat vooral in Brussel
politieagenten te jong en te onervaren zijn. Ik merk ook in de eigen
zone dat men de tendens heeft om ervaren mensen omwille van de
anciënniteit en de ouderdom wat binnen te halen en vooral jonge
mensen op het terrein te sturen. Ik denk dat dit voor een stuk bij de
evaluatie aan bod kan komen.
26.03 Michel Doomst (CD&V): Il
ressort d'une étude réalisée par la
VUB que la plupart des policiers
bruxellois sont trop jeunes et
inexpérimentés, de sorte qu'ils ne
réagissent
souvent
pas
06/05/2009
CRIV 52
COM 551
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
48
Hebt u kennis van de studie? Wat is uw mening daaromtrent? Hoe
kunnen we daar aan oplossingen werken?
adéquatement à des situations
conflictuelles.
Trop
d'officiers
expérimentés ne travaillent plus
sur le terrain et les policiers
débutants ne bénéficient pas d'un
accompagnement suffisant. Le
ministre a-t-il connaissance de
cette étude? Qu'en pense-t-il?
Quelles
solutions
sont
envisagées?
26.04 Leen Dierick (CD&V): Mijnheer de minister, het is inderdaad
zo dat nieuwe politiebeambten na hun opleiding vaak in de
steuneenheid van de federale politie terechtkomen. Op die manier
worden ze dan gedetacheerd bij lokale politiekorpsen. Meestal
gebeurt die detachering bij grote politiekorpsen van de grote steden in
ons land. Brussel geniet zo bijvoorbeeld een belangrijke steun vanuit
het DAR. Op zich is dat niet problematisch omdat op die manier de
politiemensen voldoende praktijkervaring opdoen. We moeten meer
aandacht hebben voor de mate van omkadering van deze jonge
mensen.
Ik had dan ook graag vernomen of bij de inzet van deze mensen in
patrouilles, deze samengesteld worden uit nieuwkomers en reeds
ervaren mensen zodat men niet alleen de jonge mensen op pad
stuurt. Kan op die manier ook niet gewerkt worden aan een soort van
mentorship waarbij de ervaren politiemensen de jonge mensen
begeleiden? Gebeurt dat al in bepaalde korpsen? Als dat niet het
geval is, is de minister dan bereid om de lokale korpsen hiertoe aan te
zetten en te motiveren?
26.04 Leen Dierick (CD&V):
Après leur formation, les jeunes
agents de police sont souvent
versés dans l'unité d'appui de la
police fédérale et détachés dans
des corps de police locaux,
souvent dans de grandes villes.
C'est ainsi que Bruxelles bénéficie
d'un soutien important de la DAR.
L'encadrement de ces jeunes
gens
requiert
toutefois
une
attention plus soutenue. Les
envoie-t-on en patrouille avec des
policiers
expérimentés?
Ne
pourrait-on envisager une sorte de
parrainage des jeunes agents par
des collègues expérimentés?
26.05 Minister Guido De Padt: Mijnheer de voorzitter, collega's, net
als u heb ik kennis genomen van de wetenschappelijke studie die
door professor Els Enhus van de VUB werd gerealiseerd. Ik moet
echter toegeven dat ik de studie zelf nog niet heb gelezen. Ik moet
immers ook toegeven dat ik op de trein af en toe een dutje doe.
Ik zal echter met grote interesse alle voorgestelde oplossingen
bestuderen. Ik heb trouwens aan mijn diensten al de opdracht
gegeven zulks te doen.
Het grote belang van een goede omkadering van de jonge
politiemensen door meer ervaren oudere collega's, in het bijzonder in
de grootsteden, kan overigens niet worden ontkend. Ook in het recent
gepubliceerde jaarrapport 2007-2008 van het Comité P, dat ook in de
media is gekomen, werd de bewuste toestand trouwens eveneens als
voor verbetering vatbaar punt aangestipt.
Ik heb aan mijn diensten gevraagd ter zake met professor Enhus
contact op te nemen om met haar de zaak door te praten en
eventueel samen voor verbetering vatbare punten vast te leggen.
26.05 Guido De Padt, ministre: Je
connais effectivement l'étude du
professeur Enhus de la VUB mais
je n'ai pas encore eu le temps d'en
prendre
connaissance
personnellement.
J'examinerai
avec la plus grande attention les
solutions qu'il y préconise. Il est
évident, a fortiori dans les grandes
villes, qu'il est important de bien
encadrer les jeunes recrues par
des policiers blanchis sous le
harnais. Le Comité P considère
d'ailleurs cet encadrement comme
une priorité dans son rapport
annuel 2007-2008. J'ai demandé à
mes services de contacter le
professeur Enhus en rapport avec
son étude.
26.06 Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, wij moeten de zwakke punten hier signaleren en met u
bespreken. Wij moeten echter vooral ook de toepassing ervan op het
terrein bekijken, vooral in de lokale zones waar er een verkeerde
tendens is. Dat is bij mij niet altijd bewust overgekomen. Ik merk
echter ook dat wij de ervaren mensen binnenhouden en de jongeren
26.06 Michel Doomst (CD&V):
Nous devons examiner les points
faibles de ce rapport mais surtout
son application sur le terrain dans
notre commission et avec le
ministre car ce qu'il se passe
CRIV 52
COM 551
06/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
49
het terrein opsturen.
In onze evaluatie moeten wij over voornoemd probleem even
nadenken en ter plekke mea culpa slaan.
apparemment, c'est que les
policiers chevronnés restent dans
les bureaux tandis que les jeunes
recrues sont envoyées au casse-
pipe. Il s'agit là d'une réalité à
laquelle nous devons réfléchir et
par rapport à laquelle nous devons
assumer nos responsabilités.
26.07 Leen Dierick (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, het is goed te vernemen dat de omkadering van jonge
politiemensen als een expliciet, voor verbetering vatbaar punt is
aangestipt.
Wij zullen het dossier uiteraard blijven volgen.
Indien wij de lokale korpsen tot verbetering kunnen aanzetten en
motiveren, moeten wij dat zeker doen.
26.07 Leen Dierick (CD&V): Il me
paraît positif que l'encadrement
des jeunes policiers soit considéré
explicitement comme une priorité.
Il va sans dire que nous suivrons
l'évolution de ce dossier. Si nous
pouvons inciter les corps locaux à
améliorer
leur
manière
de
fonctionner sur ce plan, nous ne
devons pas hésiter à le faire.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
27 Samengevoegde vragen van
- de heer Michel Doomst aan de minister van Binnenlandse Zaken over "nieuwe verhoorkamers"
(nr. 12950)
- mevrouw Leen Dierick aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het opnemen van
ondervragingen" (nr. 12984)
27 Questions jointes de
- M. Michel Doomst au ministre de l'Intérieur sur "les nouveaux locaux d'interrogatoire" (n° 12950)
- Mme Leen Dierick au ministre de l'Intérieur sur "l'enregistrement des interrogatoires" (n° 12984)
27.01 Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik laat
mevrouw Dierick eerst aan het woord.
27.02 Leen Dierick (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, de federale politie wil ondervragingen van verdachten of
getuigen vaker laten opnemen. De kostprijs is geraamd op ongeveer
15.000 euro per verhoorkamer.
Zowel de politie als het gerecht lijken gewonnen voor het opnemen
van ondervragingen. Dat bleek ook deze week tijdens een studiedag
in Leuven. Die aanpak heeft een aantal voordelen. Niet alleen worden
alle discussies achteraf uitgesloten, maar bovendien kunnen
verdachten zich achteraf niet meer verstoppen achter afgedwongen
bekentenissen of mishandelingen tijdens het verhoor.
Bovendien maken de videobeelden het mogelijk om met de hulp van
externe
deskundigen
te
werken,
zoals
bijvoorbeeld
gedragspsychologen die gedragingen of non-verbale communicatie
kunnen interpreteren.
Mijnheer de minister, ik wil u hierover een aantal vragen stellen.
Worden hiervoor extra middelen uitgetrokken? Wat is de budgettaire
impact van deze nieuwe methode? Worden extra personeelsleden
opgeleid? Creëert het gebruik van deze technieken de noodzaak om
meer gespecialiseerd personeel aan te werven, zoals bijvoorbeeld
gedragspsychologen? Hoeveel verhoorkamers zijn er momenteel
27.02 Leen Dierick (CD&V): La
police
fédérale
se
propose
d'enregistrer plus fréquemment les
interrogatoires de suspects ou de
témoins. Le coût y afférent est
estimé à quelque 15.000 euros par
local
d'interrogatoire.
Cette
procédure permettrait d'éviter des
discussions
ultérieures
et
empêcherait les suspects de se
retrancher derrière des aveux dits
forcés ou des tortures. Des
images vidéo permettent par
ailleurs d'avoir recours à des
experts
externes,
des
psychologues comportementaux,
par exemple.
Des
moyens
supplémentaires
sont-ils libérés à cet effet? Du
personnel supplémentaire est-il
formé? Le recours à ce type de
techniques
nécessitera-t-il
le
06/05/2009
CRIV 52
COM 551
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
50
beschikbaar?
recrutement de personnel plus
spécialisé? Combien de locaux
d'interrogatoire
sont-ils
déjà
disponibles à l'heure actuelle?
27.03 Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, de verhoorkamer was in Flikken altijd een van de centrale
punten waarnaar wij keken om na te gaan of wij de waarheid konden
achterhalen.
Er zijn een paar proefprojecten geweest. Werden daaruit al
conclusies getrokken?
Bijkomend aan de vragen van collega Dierick, is hiervoor in speciale
opleidingen voorzien?
27.03 Michel Doomst (CD&V): Il
y a déjà eu quelques projets
pilotes en la matière. Á quelles
constatations ont-ils
abouti?
Envisage-t-on l'organisation de
formations ad hoc?
27.04 Minister Guido De Padt De installatie van een verhoorlokaal
met audiovisuele middelen kost tussen tien- en twaalfduizend euro.
De installatie staat in functie van eventueel uit te voeren
isolatiewerken omdat er op dat vlak toch nogal wat problemen
bestaan. De uitbreiding van het project naar alle arrondissementen
moet dus worden geschat op twintig keer deze kostprijs, tot ongeveer
250.000 euro, een bedrag dat in 2008-2009 werd begroot.
Momenteel zijn er voor deze techniek een driehonderdtal
onderzoekers opgeleid. Het is duidelijk dat een bijkomend aantal
nodig is om in alle arrondissementen over voldoende onderzoekers te
kunnen
beschikken
die
naast
de
beheersing
van
de
verhoortechnieken ook met de techniek en het gebruik van die
audiovisuele middelen vertrouwd worden. Als blijkt dat deze nieuwe
techniek leidt tot een verhoging van de vraag naar steun vanwege
gedragsanalisten, zal worden nagegaan of het huidige aantal, twee
per taalstelsel, moet worden opgetrokken. Nu beschikken zeven
arrondissementen over een audiovisuele verhoorkamer. Het einde
van de werken is voorzien voor 2011.
27.04 Guido De Padt, ministre:
Le coût de l'installation d'un local
d'interrogatoire équipé de matériel
audiovisuel varie de 10.000 à
12.000 euros et doit être analysé à
la lumière d'éventuels travaux
d'isolation.
Si
tous
les
arrondissements devaient être
équipés d'un tel local, le coût
s'élèverait à environ 250.000
euros. Ce montant a été inscrit au
budget 2008-2009. Actuellement,
quelque 300 enquêteurs ont suivi
une formation à l'utilisation de
cette technique et il conviendra
d'en former davantage si l'on veut
disposer d'un nombre suffisant
d'enquêteurs spécialisés dans
tous les arrondissements. On
examinera, le cas échéant, s'il faut
accroître le nombre d'analystes du
comportement
qui
sont
actuellement
deux
par
rôle
linguistique. À l'heure actuelle,
sept arrondissements disposent
d'un
local
d'interrogatoire
audiovisuel. La fin des travaux est
prévue pour 2011.
27.05 Leen Dierick (CD&V): Het is goed dat alles is gebudgetteerd
en dat er het engagement is om, indien nodig, meer gespecialiseerde
mensen aan te werven.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
28 Vraag van mevrouw Katrien Partyka aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de aflevering
van vergunningen voor de invoer, uitvoer en doorvoer van radioactieve stoffen" (nr. 12962)
28 Question de Mme Katrien Partyka au ministre de l'Intérieur sur "la délivrance d'autorisations pour
l'importation, l'exportation et le transit de substances radioactives" (n° 12962)
28.01 Katrien Partyka (CD&V): Mijnheer de minister, ik voel mij een 28.01 Katrien Partyka (CD&V):
CRIV 52
COM 551
06/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
51
beetje schuldig. Als ik had geweten dat u vandaag zoveel werk had,
dan zou ik zeker geen vraag hebben gesteld.
Mijn vraag gaat over het vervoer van radioactieve stoffen in België. U
moet daarvoor telkens een vergunning afleveren.
Hoeveel vergunningen zijn er in de afgelopen vijf jaar afgeleverd? Hoe
wordt de controle georganiseerd op dergelijke transporten? Worden
er soms problemen vastgesteld?
Le ministre doit délivrer une
autorisation
pour
tous
les
transports
de
substances
radioactives.
Combien
d'autorisations ont été délivrées au
cours de ces cinq dernières
années? Comment le contrôle de
ces transports est-il organisé?
Pose-t-il des problèmes?
28.02 Minister Guido De Padt: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Partyka, radioactieve stoffen en afvalstoffen mogen slechts vervoerd
worden mits het bekomen van een voorafgaande vergunning.
Grensoverschrijdende transporten zoals in-, uit- en doorvoer van
radioactieve stoffen zijn bovendien onderworpen aan bijkomende
vergunningsmodaliteiten. Het Federaal Agentschap voor Nucleaire
Controle is autonoom bevoegd om dit soort vergunningen af te
leveren, zodat ik als toezichthoudend minister niet tussenbeide hoef te
komen.
De nationale regelgeving was tot voor kort vervat in het algemeen
reglement tot de bescherming van de bevolking, de werknemers en
het leefmilieu tegen de gevaren van ioniserende straling, in het
bijzonder hoofdstukken 4 en 7.
Daarnaast zijn er ook verschillende Europese richtlijnen en
verordeningen van toepassing. Naar aanleiding van de omzetting van
een recente Euratomrichtlijn betreffende het toezicht en de controle
op de overbrenging van radioactieve afvalstoffen werd de regeling op
de in-, uit- en doorvoer van radioactieve stoffen grondig herwerkt en
opgenomen in een afzonderlijk koninklijk besluit dat inmiddels is
verschenen in het Belgisch Staatsblad van 17 april 2009.
Jaarlijks verleent het Agentschap 150 tot 200 vergunningen voor het
transport en iets meer dan 100 vergunningen voor de
grensoverschrijdende overbrenging.
Ik bezorg u de gevraagde statistische gegevens over de periode
2004-2008, die echter betrekking hebben op de oude regelgeving. De
verleende vergunningen slaan op alle mogelijke transportmodes -
over de weg, per spoor, langs de binnenwateren of doorheen het
luchtruim - en kunnen betrekking hebben op een eenmalig transport
of op regelmatig weerkerende transporten of verhandelingen. Het
aantal vergunningen staat dus los van het aantal vervoersbewegingen
of van het aantal vervoerde colli.
Mijnheer de voorzitter, het is misschien goed dat deze cijfers worden
opgenomen in het integraal verslag zodat iedereen er kennis van kan
krijgen.
De controle op het vervoer van radioactieve stoffen geschiedt op
verschillende niveaus en op verschillend data. Alvorens een
vergunning wordt verleend, wordt het aanvraagdossier geverifieerd,
waarin vermeld staat wat er zal worden vervoerd, met welke
voertuigen, hoe deze voertuigen uitgerust zijn en welke kennis er in
de firma aanwezig is.
28.02 Guido De Padt, ministre:
Le transport de substances et de
déchets
radioactifs
est
effectivement soumis à l'octroi
d'une autorisation. De plus, pour
les transports transfrontaliers, les
modalités d'obtention de ces
autorisations sont différentes, et
l'Agence fédérale de contrôle
nucléaire est la seule habilitée à
les délivrer. Outre le règlement
général de la protection de la
population, des travailleurs et de
l'environnement contre le danger
des
rayonnements
ionisants,
plusieurs directives et règlements
européens
sont
également
d'application en la matière. La
réglementation
relative
à
l'importation, l'exportation et le
transit de substances radioactives
a été profondément remaniée
dernièrement et a été reprise dans
un arrêté royal distinct. Chaque
année, l'Agence délivre entre 150
et 200 autorisations de transport et
un peu plus de 100 autorisations
de transfert transfrontalier.
Je
dispose
également
des
données statistiques pour la
période 2004-2008, qui sont
toujours fondées sur l'ancienne
réglementation.
Le
nombre
d'autorisation n'est pas fonction du
nombre de mouvements ni du
nombre de colis transportés. Le
contrôle du transport de matières
radioactives se fait à plusieurs
niveaux et à des dates différentes
et les autorisations ne sont
délivrées
qu'après
vérification
minutieuse
du
dossier
de
demande. Un établissement agréé
doit également être désigné pour
effectuer le contrôle physique. Les
nouveaux transporteurs routiers
doivent
faire
inspecter
06/05/2009
CRIV 52
COM 551
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
52
Ook moet een erkende instelling worden aangesteld voor de fysieke
controle. Nieuwe wegvervoerders moeten hun voertuig vooraf laten
inspecteren door het FANC. Na de aflevering van de vergunning
wordt de naleving van de administratieve verplichtingen opgevolgd,
zoals het regelmatig indienen van maandrapporten en de vereiste
voorafmelding.
Tijdens het eigenlijke transport ziet een erkende instelling voor fysieke
controle op het goede verloop van het transport toe. De inspecteurs
van het FANC voeren volgens een jaarlijks, vastgelegd
inspectieprogramma terreincontroles op de belangrijkste laad-, los- of
opslagplaatsen uit.
De problemen die bij de inspecties het vaakst worden vastgesteld,
hebben te maken met ontbrekende of onvolledige boorddocumenten,
met een niet-conforme uitrusting van de voertuigen en met een
gebrekkige etikettering of markering van colli.
Bij de vaststelling van voornoemde inbreuken wordt, behalve een
meer structurele opvolging bij de betrokken verantwoordelijke van het
vervoer, steeds een correctieve actie geëist, vooraleer het transport
kan worden voortgezet.
préalablement leurs véhicules. Le
respect
des
obligations
administratives
fait
également
l'objet
d'un
suivi
après
la
délivrance des autorisations.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Le président: M. Crucke nous annonce son arrivée. Nous nous en réjouissons, mais il n'est pas encore là.
29 Vraag van mevrouw Leen Dierick aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het aanrekenen,
door de federale politie, van het gedetacheerd personeel aan de lokale zones" (nr. 12986)
29 Question de Mme Leen Dierick au ministre de l'Intérieur sur "l'imputation, par la police fédérale,
aux zones locales du coût du personnel détaché" (n° 12986)
29.01 Leen Dierick (CD&V): Mijnheer de minister, vanuit
verschillende hoeken vernemen wij dat de federale politie met een
tekort aan personeel kampt. Tegelijk detacheert de federale politie
personeel aan de lokale zones, bijvoorbeeld aan de grootsteden. De
gedetacheerden worden aangerekend op basis van de rondzendbrief
GPI 37septies. De lokale politiezones betalen een forfait aan de
federale politie.
Mijnheer de minister, hoeveel personeelsleden worden in dat kader
gedetacheerd? Kunt u het bedrag meedelen dat hierdoor elk jaar door
de federale politie wordt geïnd? Hebt u ook een idee van de reële
kostprijs voor de federale politie van de personeelsleden die worden
gedetacheerd?
29.01 Leen Dierick (CD&V): Bien
que confrontée à un manque
d'effectifs, la police fédérale
continue à détacher des agents
dans les zones locales qui payent
un forfait à cette fin. Combien de
membres du personnel sont
détachés? Quel montant la police
fédérale reçoit-elle chaque année
pour ces détachements? Quel est
le coût réel de ces détachements?
29.02 Minister Guido De Padt: Mijnheer de voorzitter, hoeveel
personeelsleden werden er gedetacheerd in het kader van de
rondzendbrief GPI 39 betreffende de detachering van de federale
naar de lokale politie? Tegen betaling werden dit jaar, dus in 2009,
512 personeelsleden gedetacheerd in de maand maart, 618 in
februari en 456 in januari.
Welk bedrag wordt daarvoor elk jaar voor de federale politie geïnd?
De facturatie gebeurt op basis van forfaitaire bedragen. De volgende
bedragen werden door de federale politie geïnd: in 2007:
14.573.708 euro, in 2008: 19.647.208 euro en tijdens de eerste vier
29.02 Guido De Padt, ministre:
En janvier 2009, 456 agents ont
été détachés de la police fédérale
à la police locale. En février, leur
nombre était de 618 et en mars de
512. À cet effet, la police fédérale
a perçu un montant de 14.573.708
euros en 2007, de 19.647.208
euros en 2008 et de 6.599.202
euros pendant les quatre premiers
mois de 2009. En 2008, le coût
CRIV 52
COM 551
06/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
53
maanden van 2009: 6.599.202 euro.
Wat de reële kostprijs aangaat van de federale politie, van de
personeelsleden die worden gedetacheerd, kan ik meedelen dat in
2008 de gemiddelde kostprijs voor een inspecteur op jaarbasis
44.941 euro bedraagt.
moyen
réel
d'un
inspecteur
détaché s'élevait à 44.941 euros.
29.03 Leen Dierick (CD&V): Mijnheer de minister, bedankt voor de
cijfers die u mij gegeven hebt.
Ik denk dat dat punt bij de begrotingsbesprekingen dit jaar nog ter
sprake zal komen. Als er bijkomende taken worden gegeven aan de
federale politie, dan moeten daar uiteraard ook de nodige middelen
tegenover staan.
Wanneer ik de cijfers goed heb opgevolgd, dan merk ik toch wel dat
er een hiaat is tussen enerzijds het forfait dat wordt geïnd voor de
detachering, en anderzijds de werkelijke kosten. Ik denk dat wij er
toch op moeten letten dat wij het financieel systeem niet volledig
uithollen, aangezien er een te groot verschil is tussen het forfait en de
werkelijke kostprijs. Daartegenover staat dat wij onze lokale zones
natuurlijk niet overdreven op kosten mogen jagen. Toch is het goed,
denk ik, dat we een evenwicht proberen te vinden tussen de
werkelijke kosten en het forfait dat wordt aangerekend.
29.03 Leen Dierick (CD&V): On
constate un décalage important
entre le forfait et le coût réel. Il
faudrait tendre vers un meilleur
équilibre.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: Monsieur Crucke, vous êtes revenu et nous nous en réjouissons.
29.04 Jean-Luc Crucke (MR): Monsieur le président, je ne suis pas
"revenu" mais je suis "venu"! Je ne disparais jamais très longtemps!
30 Question de M. Jean-Luc Crucke au ministre de l'Intérieur sur "l'insécurité dans le centre d'Ath"
(n° 12967)
30 Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de onveiligheid
in het centrum van Aat" (nr. 12967)
30.01 Jean-Luc Crucke (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, le 21 avril dernier, je vous posais une question sur
l'insécurité dans le centre de la ville d'Ath. Tout de suite après avoir
obtenu votre réponse rassurante, le centre-ville se retrouvait au milieu
d'une tourmente d'insécurité. Pour les riverains, les longues nuits se
muent en de longues insomnies! La nuit du 27 au 28 avril a été une
nouvelle fois épouvantable au centre-ville d'Ath. Plus personne ne
veut croire aux propos rassurants.
Monsieur le ministre, avez-vous eu connaissance de ces nouveaux
incidents? Ne pensez-vous pas qu'il convient de renforcer les effectifs
de police sur le centre-ville d'Ath et d'évaluer leur organisation?
Je ne vais pas revenir chaque semaine vous poser la même question.
Soit il y a des événements récurrents qu'on peut prendre en charge,
soit cette récurrence devient inquiétante et il faut alors évaluer la
manière dont la police d'Ath fonctionne et augmenter les effectifs.
Je vous demande de tout mettre en oeuvre pour que l'ordre et la paix
soient restaurés dans cette partie de la ville.
30.01 Jean-Luc Crucke (MR): Op
21 april jongstleden stelde ik u een
vraag over de onveiligheid in het
centrum
van
Aat.
Na
uw
geruststellende antwoord is de
delinquentie in het stadscentrum
heropgeflakkerd. De omwonenden
beleven slapeloze nachten en
niemand heeft nog oren naar
geruststellende woorden. Bent u
op de hoogte van die nieuwe
incidenten? Moeten er niet meer
politiemensen worden ingezet en
moet de organisatie ter zake niet
worden geëvalueerd? Ofwel is er
sprake
van
terugkerende
voorvallen
die
men
kan
aanpakken, ofwel is die herhaling
van de feiten verontrustend en
moet men de werking van de
06/05/2009
CRIV 52
COM 551
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
54
Quelles mesures comptez-vous prendre en la matière?
politie van Aat evalueren en meer
mensen
inzetten.
Welke
maatregelen zal u ter zake
nemen?
30.02 Guido De Padt, ministre: Monsieur le président, monsieur
Crucke, en tant que ministre de l'Intérieur, il est évident que je me
tiens au courant de tout ce qui peut avoir un impact sur la sécurité de
l'ordre public, mais dans une perspective fédérale. Les faits que vous
évoquez ­ sans me prononcer sur leur gravité ou leurs conséquences
­ relèvent de la sphère d'intérêt local.
Dans ma réponse précédente du 21 avril dernier à propos du même
objet, je vous indiquais que le chef de corps de la zone de police d'Ath
estimait suffisants, dans son encadrement propre, les renforts
policiers fédéraux sollicités et obtenus. Je suis persuadé que si la
situation devait changer, je serais bien évidemment sollicité par les
autorités locales, dans la mesure des moyens que je peux encore
fournir.
Pour le reste, je vous rappelle que le ministre de l'Intérieur n'a pas
pour mission de se substituer aux villes et communes dans leur prise
en charge de l'insécurité locale. Le conseil zonal de sécurité est la
plate-forme indiquée pour la prise en charge de cette insécurité ainsi
que, le cas échéant, pour la concertation de recherches au niveau de
l'arrondissement judiciaire.
30.02 Minister Guido De Padt: De
door u vermelde feiten liggen in de
lokale sfeer. In mijn vorige
antwoord heb ik gezegd dat de
korpschef van de politiezone Aat
de federale politieversterking die
hij had gevraagd en verkregen,
toereikend achtte. Als de situatie
zou veranderen, zou de lokale
overheid uiteraard wel bij mij
komen aankloppen. Voor het
overige is het niet mijn taak om in
de plaats van de steden en
gemeenten te treden inzake de
aanpak van de lokale onveiligheid.
De zonale veiligheidsraad is de
aangewezen instantie om die
onveiligheid aan te pakken.
30.03 Jean-Luc Crucke (MR): Monsieur le ministre, je me doutais
un peu de votre réponse. Il s'agit effectivement de sphères locales.
Ceci dit, outre le conseil zonal auquel vous faites référence, je vous
avoue que les citoyens du centre-ville ne savent plus à quel saint se
vouer. Lorsque les événements sont à ce point répétitifs, qu'on le
veuille ou non, le message qui se veut rassurant devient un message
inquiétant et je crains des réactions de citoyens. Je vous demanderai
dès lors d'aviser les responsables policiers d'Ath pour qu'ils prennent
au sérieux ce type d'incident, de manière à éviter d'autres
débordements que je ne souhaite pas. Tel est, en tout cas, l'écho qui
me revient du terrain.
30.03 Jean-Luc Crucke (MR):
Het gaat inderdaad om de lokale
sfeer.
Naast
de
zonale
veiligheidsraad weten de inwoners
van de binnenstad echter niet
meer
bij
wie
ze
nog
terechtkunnen. Wanneer de feiten
zich dermate vaak voordoen, krijgt
de
geruststellend
bedoelde
boodschap een verontrustende
klank, en ik vrees tegenreacties
van de burgers. Ik vraag u dus de
politieleiding van Aat hierop te
wijzen,
opdat
ze
dergelijke
incidenten ernstig zou nemen,
zodat nieuwe ongeregeldheden
voorkomen worden.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
31 Samengevoegde vragen van
- de heer Ben Weyts aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het gebruik van minicamera's
door politieagenten" (nr. 12995)
- de heer Ludwig Vandenhove aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het proefproject voor
het gebruik van hoofdcamera's door politieagenten" (nr. 13055)
31 Questions jointes de
- M. Ben Weyts au ministre de l'Intérieur sur "l'utilisation de caméras miniatures par les agents de
police" (n° 12995)
- M. Ludwig Vandenhove au ministre de l'Intérieur sur "le projet pilote relatif à l'utilisation par la police
de caméras vidéo frontales" (n° 13055)
CRIV 52
COM 551
06/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
55
De voorzitter: Vraag nr. 12995 van de heer Weyts is omgezet in een
schriftelijke vraag.
Le président: La question de M.
Weyts
est
transformée
en
question écrite.
31.01 Ludwig Vandenhove (sp.a): Mijnheer de minister, ik heb uw
voorganger eind vorig jaar over dezelfde aangelegenheid
ondervraagd, namelijk over de aankondiging dat de politiezone
Westkust zou starten met het gebruik van hoofdcamera's. De vorige
minister heeft mij geantwoord dat dit in feite onwettelijk is en dat dit in
strijd is met de camerawet. Ik las vorige week in de krant dat men
daar blijkbaar mee begonnen is. Ik ben ervan overtuigd dat dit nog
steeds onwettelijk is want ondertussen is de camerawet nog altijd niet
aangepast.
Zult u hiertegen optreden? Wat vindt u van de opportuniteit van het
gebruik van deze hoofdcamera's?
Ik weet dat het volgende niet uw aangelegenheid is en ik richt mij dan
ook deels tot de voorzitter van deze commissie. Er liggen intussen al
anderhalf jaar een paar wetsvoorstellen klaar om de camerawet aan
te passen en ze in de praktijk ook echt toepasbaar te maken. Een
ervan is van mij. Het zijn zelfs eerder technische wetsvoorstellen want
het zijn vooral opmerkingen van politiemensen zelf. In die zin is mijn
vraag dubbel. Gaat u optreden? Wat vindt u van de opportuniteit?
Hoe zit het met de aanpassing van de camerawet?
Als parlementslid uit de oppositie kan ik natuurlijk slechts doen wat ik
kan doen. Het is dringend noodzakelijk, los van de inhoudelijke
discussie over de wenselijkheid van deze hoofdcamera's, dat de
camerawet wordt aangepast.
31.01
Ludwig
Vandenhove
(sp.a): Un projet pilote relatif à
l'utilisation de caméras vidéo
frontales par les agents de police
sera lancé dans le courant de ce
mois dans la zone de police
Westkust. L'ancien ministre, M.
Dewael, jugeait que ce projet, dont
il avait déjà été question l'année
dernière, n'était pas opportun et
contraire à la loi.
L'actuel ministre de l'Intérieur
juge-t-il le projet pilote opportun?
Des propositions de loi visant à
adapter la loi sur les caméras ont
été
déposées
dans
cette
commission il y a un an et demi
déjà. Quand cette loi sera-t-elle
effectivement adaptée?
31.02 Minister Guido De Padt: Ik heb inderdaad kennis van het
project van de politiezone Westkust. In tegenstelling tot de
persberichten bevindt dit project zich nog in een ontwikkelingsfase.
Concreet betekent het dat er momenteel door de politieambtenaren
van de zone Westkust nog geen minicamera's worden gebruikt. Dit
werd afgelopen maandag, tijdens mijn bezoek aan die zone, nog door
de burgemeesters en de korpschef van deze politiezone bevestigd.
Binnen de bevoegdheden van de bestuurlijke of de gerechtelijke
politie hebben de politiediensten uiteraard de verplichting om alle
belangrijke onderzoekselementen in te winnen. Worden die
elementen door middel van een camera ingewonnen, dan hebben de
politiediensten de verplichting om alle bepalingen van de camerawet
van 21 maart 2007 na te leven. U weet dat de bepalingen van deze
wet in de dagelijkse praktijk niet toepasbaar zijn bij het gebruik van
mobiele camera's door onze politiediensten.
Om deze reden werden er al meerdere wetsvoorstellen tot wijziging
van de camerawet ingediend. Drie van de voorstellen die mijn
voorganger reeds vermeldde in zijn antwoord van 25 november 2008
zijn nog steeds hangende in de Kamer. Ze hebben als doel de
politiediensten buiten het toepassingsgebied van de camerawet te
stellen.
Bovendien is er momenteel een debat binnen de senaatscommissie
Binnenlandse Zaken aan de gang met betrekking tot de evaluatie van
31.02 Guido De Padt, ministre:
Le projet de la zone Westkust est
en cours de développement. Des
caméras miniatures ne sont pas
encore mises en place.
Les services de police ont
l'obligation de rassembler toutes
les informations importantes pour
l'enquête. Si des caméras sont
utilisées, la police est tenue
d'observer la loi «caméras» du 21
mars 2007. En fait, les dispositions
de cette loi ne s'appliquent pas à
l'utilisation de caméras par les
services
de
police.
La
loi
«caméras» était une initiative
parlementaire. Il incombe donc au
Parlement d'affiner la législation. À
la Chambre, trois propositions
visant à mettre la police hors de
portée de la loi ont été déposées.
Au Sénat, un débat est en cours
sur
l'évaluation
de
la
loi
«caméras» et sur la proposition de
loi de Filip Anthuenis et Nele
06/05/2009
CRIV 52
COM 551
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
56
de camerawet en het recent ingediende wetsvoorstel van collega's
Filip Antheunis en Nele Lijnen. Overeenkomstig het wetsvoorstel
blijven de politiediensten onderworpen aan de camerawet maar
worden er voor de door politiediensten gebruikte mobiele camera's
afwijkingen voorzien om aan de operationele noden tegemoet te
komen.
Aangezien de camerawet het resultaat is van een parlementair
initiatief meen ik dat het aan het parlement toekomt om, na een
grondig debat zoals in de Senaat, de nodige wetgevende initiatieven
tot bijsturing van deze wet te nemen, rekening houdend met de
toepassing op het terrein. In elk geval ben ik van mening dat er voor
elk cameragebruik, ook door politiediensten, een wettelijke grondslag
en omkadering moet zijn.
Bij mijn weten bestaat er nog geen enkel advies van de
privacycommissie over het gebruik van camera's door politiediensten
tijdens interventies. Het lijkt mij in dit stadium ook niet opportuun om
nu reeds een experiment te organiseren rond het operationeel gebruik
van deze minicamera's.
Lijnen qui prévoit des dérogations
pour l'utilisation de caméras
mobiles par la police.
Il est évident qu'un cadre légal
pertinent doit être mis en place
pour l'utilisation de caméras par la
police. La commission Vie Privée
n'a, par ailleurs, pas encore
formulé d'avis sur l'utilisation de
caméras par les services de
police. Il ne me semble donc pas
opportun d'entamer dès à présent
un projet pilote relatif aux caméras
miniatures.
31.03 Ludwig Vandenhove (sp.a): Vermits u vertrouwd bent met
mijn ideeën over cameragebruik ben ik zeer tevreden over uw
antwoord dat een bevestiging is van dat van uw voorganger.
31.03
Ludwig
Vandenhove
(sp.a): Je suis satisfait d'entendre
le ministre confirmer la réponse de
son prédécesseur.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
32 Questions jointes de
- M. Éric Thiébaut au ministre de l'Intérieur sur "l'avancement de la réforme des services incendie et
son timing" (n° 12999)
- M. Josy Arens au ministre de l'Intérieur sur "l'organisation des groupes de travail chargés de la
réforme des zones de secours" (n° 13086)
32 Samengevoegde vragen van
- de heer Éric Thiébaut aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de voortgang van de
hervorming van de brandweerdiensten en het tijdpad daarvoor" (nr. 12999)
- de heer Josy Arens aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de organisatie van de
werkgroepen belast met de hervorming van de hulpverleningszones" (nr. 13086)
Le président: La question n° 13086 de M. Arens est transformée en
question écrite.
De voorzitter: Vraag nr. 13086
van
de
heer Arens
wordt
omgevormd in een schriftelijke
vraag.
32.01 Eric Thiébaut (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, dans le cadre de la réforme de la sécurité civile, des groupes
de travail thématiques ont été créés au sein du SPF Intérieur. À ce
propos, avec d'autres collègues, j'ai déjà posé des questions sur les
avancées réalisées par ces groupes de travail.
Monsieur le ministre, je ne peux que me réjouir de votre volonté
d'aboutir rapidement à une réforme intelligente et pragmatique des
services incendie. Toutefois, j'ai été surpris par une de vos interviews
à la télévision flamande où vous sembliez imputer la lenteur des
travaux à la partie wallonne du pays. Et je vous cite: "Depuis des
années, la réforme traîne, entre autres parce que la Wallonie ne fait
pas assez d'efforts". Ou encore: "... J'ai l'impression qu'en Wallonie,
32.01 Eric Thiébaut (PS): Het
verheugt me dat u wil dat er snel
een pragmatische hervorming van
de brandweerdiensten komt, maar
het verwondert me dat u in een
interview met de Vlaamse televisie
zegt dat de zaken traag vorderen
door de schuld van Wallonië.
Volgens de informatie waarover ik
beschik, hebben de gemeenten,
de provincies en het Waalse
Gewest ruim bijgedragen tot de
financiering van hun hulpdiensten,
CRIV 52
COM 551
06/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
57
on a fait moins d'efforts sur le plan du développement des services
incendie".
Or, monsieur le ministre, en tant que bourgmestre, je puis vous dire
que nous avons doublé le budget Service incendie. En termes
d'efforts, cet exemple est significatif. Puisque vous disposez
d'informations sur les investissements et efforts consentis par les
différentes communes du Royaume pour leur service d'incendie,
pouvez-vous ­ par souci de transparence ­ nous les communiquer et
nous les analyser? Car des informations que j'ai en ma possession et
que je tiens à votre entière disposition, je constate que les
communes, les provinces et la Région wallonne se sont largement
impliquées dans le financement de leurs services de secours, tout
comme, d'ailleurs, au Nord du pays et ce, afin de pallier le
financement largement insuffisant du fédéral.
Au sujet de ce financement fédéral, avez-vous un projet de trajectoire
budgétaire pour arriver au fameux 50/50 exigé par la réforme
de 2007?
Je profite de cette question pour vous poser quelques questions
concernant l'avancement de la réforme des services d'incendie et de
son timing.
Quel est aujourd'hui le bilan des groupes thématiques? Y a-t-il des
rapports de travail et des propositions concrètes émanant de ces
instances en ce qui concerne la réforme des pompiers, notamment en
ce qui concerne le projet de statut, les normes minimales et les règles
de financement des futures zones de secours?
Pouvez-vous nous donner un calendrier de l'avancement de la
réforme, notamment de la première réunion de la commission
d'accompagnement?
Pouvez-vous aussi nous donner une indication sur la date de mise en
place de l'Agence 112?
om de duidelijk ontoereikende
financiering door de federale
overheid te compenseren.
Wat
hebben de gemeenten
gedaan
voor
hun
brandweerdiensten?
Hoeveel
hebben ze geïnvesteerd en welke
inspanningen
hebben
ze
geleverd? Hebt u een federaal
financieringsproject om de 50/50-
verdeelsleutel te bereiken die door
de hervorming van 2007 wordt
opgelegd?
Wat is de huidige stand van zaken
van de werkzaamheden van de
thematische werkgroepen wat de
hervorming van de brandweer
betreft? Zijn er werkverslagen en
concrete voorstellen over de
hervorming van het statuut van
brandweermannen, de minimale
normen en de regels voor de
financiering van de toekomstige
hulpverleningszones?
Hoe vordert de hervorming, sinds
de eerste vergadering van de
begeleidingscommissie? Wanneer
wordt
het
Agentschap
112
geïnstalleerd?
32.02 Guido De Padt, ministre: Monsieur Thiébaut, à l'heure
actuelle, huit groupes de travail thématiques sont en effet chargés de
la préparation des arrêtés d'exécution nécessaires à la réforme de la
sécurité civile. Comme vous l'indiquez vous-même, ces groupes de
travail sont composés de personnes appartenant à l'administration,
d'acteurs de terrain, de représentants des fédérations des corps de
sapeurs-pompiers et de représentants des Unions des villes et
communes.
Chaque groupe est chargé de certains projets relatifs au statut, aux
normes minimales, au financement, etc. Une fiche est rédigée pour
chaque projet. À la tête de chaque groupe de travail, on retrouve un
pilote qui doit veiller à ce que le timing prévu soit respecté. Il doit
également s'assurer que le groupe exécute le projet conformément à
la fiche. Il lui revient également de convoquer et préparer les
réunions.
En réalité, il convient de considérer les groupes de travail comme des
groupes de réflexion préparatoires. Ils doivent se pencher sur un sujet
complet, détecter les problèmes, chercher les solutions possibles, en
examiner les avantages et les inconvénients, etc.
32.02 Minister Guido De Padt: Op
dit ogenblik zijn acht thematische
werkgroepen
belast
met
de
voorbereiding
van
de
uitvoeringsbesluiten
voor
de
hervorming
van
de
civiele
veiligheid. Elke groep buigt zich
over
bepaalde
ontwerpen
betreffende
het
statuut,
de
minimale normen, de financiering,
enz. Het is vooral de bedoeling dat
ze
de
resultaten
van
hun
brainstorming bezorgen aan het
stuurcomité. In het licht van die
opdracht
meen
ik
dat
de
werkgroepen
naar
behoren
functioneren.
Wat de voortgang van het dossier
betreft, wil ik onderstrepen dat er
veel aandacht en energie worden
06/05/2009
CRIV 52
COM 551
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
58
Leur tâche consiste donc principalement en un brainstorming pour en
transmettre les résultats au comité de pilotage. Il n'est donc pas
toujours possible de préparer ce type de réunion dans les moindres
détails ni de baliser très strictement les sujets des discussion. En
effet, un brainstorming vise, de par sa nature, à analyser toutes les
solutions possibles. En ce sens, j'estime que les groupes de travail
fonctionnent généralement de manière satisfaisante.
Comme je l'ai déjà expliqué voici quelques semaines, la Direction
générale Sécurité civile n'a pas été scindée en deux cellules.
En ce qui concerne l'avancée du dossier, je tiens à accentuer
l'attention et l'énergie investies dans l'aspect financier. L'ancrage légal
du principe 50/50 constitue une garantie importante pour les
communes, mais doit bien entendu se baser sur des données
correctes. Pour cette raison, j'ai demandé aux communes les
données financières par voie de circulaire. Mes services les ont
regroupées pour qu'elles soient soumises à un contrôle minutieux,
étant donné qu'elles constitueront le point de départ pour la fixation de
la répartition à 50/50.
Cette répartition, prévue par la loi, témoigne de l'engagement pris par
l'État fédéral d'investir dans la sécurité civile. Les moyens financiers
qu'il y consacrera seront, à terme, équivalents au budget investi par
les communes. Il est évident que les efforts financiers qui en
découlent s'étaleront sur une certaine période et que leur ampleur
sera fonction des ressources budgétaires disponibles.
Quant à la question relative à la commission d'accompagnement, je
peux vous communiquer ce qui suit.
Suite à la publication de l'arrêté royal concernant la commission
d'accompagnement de la réforme de la sécurité civile le
17 février 2009, une lettre a été envoyée invitant toutes les parties
concernées à désigner la personne qui les représentera au sein de la
commission. Même si je n'ai pas encore reçu de réponse de toutes
les parties, j'entends réunir la commission d'accompagnement dans le
courant du mois de mai.
Pour répondre à votre question sur l'agence 112, cette dernière est
l'organe qui a été créé par la loi-programme en 2004, avec pour
objectif de gérer les 'call takers' neutres actifs dans les centres
d'appel des services d'urgence. Jusqu'à présent, ces membres du
personnel étaient gérés par l'administration de l'Intérieur. Ce sont des
fonctionnaires fédéraux. Pour l'ensemble du dossier 112, le SPF
Intérieur engage déjà d'importantes dépenses sur son budget. Je
songe ici à ces 262 'call takers', mais aussi à la migration de la
centrale 100 vers la technologie ASTRID qui est assez onéreuse.
En ce qui concerne la création concrète de l'agence et le transfert de
ces 262 collaborateurs, des efforts financiers supplémentaires à ne
pas sous-estimer devront être consentis. En effet, le personnel d'un
service fédéral à gestion distincte relève d'un autre régime que le
personnel d'un SPF en ce qui concerne les cotisations patronales.
Ces seules cotisations patronales entraîneraient pour l'État un surcoût
de quelque 4 millions d'euros, montant qui risque encore d'augmenter
lors du recrutement des 'call takers' supplémentaires.
besteed aan het financiële aspect.
De wettelijke verankering van het
50/50-principe
vormt
een
belangrijke garantie voor de
gemeenten, maar moet ook op
correcte gegevens gebaseerd zijn.
Mijn diensten hebben de financiële
gegevens van de gemeenten
samengebracht om ze aan een
minutieus
onderzoek
te
onderwerpen.
Uit die verdeelsleutel, die wettelijk
is bepaald, mag blijken dat de
federale Staat wel degelijk bereid
is om in de civiele veiligheid te
investeren. Op termijn zal het
federale
niveau
evenveel
investeren als de gemeenten. Die
inspanningen
zullen
worden
gespreid over een bepaalde
periode, en de hoegrootheid ervan
zal afhangen van de beschikbare
middelen.
Na de bekendmaking van het
koninklijk besluit betreffende de
begeleidingscommissie voor de
hervorming
van
de
civiele
veiligheid op 17 februari 2009 heb
ik alle betrokken partijen gevraagd
een vertegenwoordiger aan te
wijzen voor die commissie, die in
mei zal samenkomen.
Het
agentschap
112
werd
opgericht bij de programmawet
van 2004 om
de neutrale
calltakers in de telefooncentrales
van de hulpdiensten te beheren.
Tot op heden ging de administratie
van Binnenlandse Zaken over die
personeelsleden. Wat de concrete
oprichting van het agentschap en
de overheveling van die 262
medewerkers betreft, zullen er
bijkomende
financiële
inspanningen
moeten
worden
geleverd. Voor het personeel van
een
overheidsdienst
met
afzonderlijk beheer geldt een
andere
regeling
inzake
werkgeversbijdragen dan voor het
gewone FOD-personeel.
We moeten alles in het werk
stellen
om
zoveel
mogelijk
middelen uit te trekken voor de
CRIV 52
COM 551
06/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
59
J'estime que tous les efforts possibles doivent être consentis afin
d'aboutir à une enveloppe maximale pour la réforme des services
d'incendie et de pouvoir atteindre au plus vite la répartition 50/50 dont
j'ai parlé. Étant donné que, dans le climat économique actuel, un tel
surcoût est difficilement justifiable, mon administration analyse des
solutions de rechange susceptibles d'offrir les mêmes garanties que
l'agence, mais pouvant être réalisées sans entraîner ce surcoût
majeur. Une réunion avec le cabinet de la Santé publique a été
organisée pour discuter de ce dossier multidisciplinaire.
hervorming
van
de
brandweerdiensten en om zo snel
mogelijk tot een 50/50-verdeling te
komen.
Aangezien
dergelijke
meerkosten
in
het
huidige
economische klimaat moeilijk te
rechtvaardigen zijn, onderzoekt
mijn administratie alternatieven
waarmee dezelfde waarborgen
kunnen worden geboden, maar
waarmee
die
niet
geringe
meerkosten vermeden worden.
32.03 Eric Thiébaut (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour cette réponse assez complète. Cependant, je reste sur ma faim.
En effet, vous avez parlé de pilote à la tête de chaque groupe
thématique. Vous avez parlé d'organisation de 'brainstormings'.
Parfois cela peut marcher, mais cela m'inquiète.
Vous ne m'avez pas donné vraiment de timing quant à d'éventuelles
conclusions de ces brainstormings.
32.03 Eric Thiébaut (PS): Ik dank
u voor uw antwoord. U hebt het
gehad over de organisatie van
brainstormsessies,
zonder
evenwel
een
tijdpad
voor
mogelijke conclusies voorop te
stellen.
32.04 Guido De Padt, ministre: Le plus vite possible.
32.04 Minister Guido De Padt: Zo
snel mogelijk.
32.05 Eric Thiébaut (PS): D'accord, donc il y a une volonté
d'avancer rapidement?
32.06 Guido De Padt, ministre: Absolument.
Le président: C'est beau, la volonté!
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
33 Question de M. Fouad Lahssaini au ministre de la Justice et au ministre de l'Intérieur sur "le droit
de vote des détenus" (n° 13048)
33 Vraag van de heer Fouad Lahssaini aan de minister van Justitie en aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "het stemrecht van gedetineerden" (nr. 13048)
33.01 Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!): Monsieur le président,
monsieur le ministre, à la veille des élections régionales et
européennes, quels sont dans les prisons belges les détenus qui
gardent leurs droits politiques et donc le droit de participer à ces
élections? Qu'avez-vous mis en place pour que ces citoyens puissent
le faire? Comment sont-ils informés des différents programmes des
partis? Comment les bureaux de vote seront-ils organisés au regard
de la loi sur les élections ­ assesseurs, président, etc.?
33.01 Fouad Lahssaini (Ecolo-
Groen!): Welke gedetineerden in
onze gevangenissen behouden
hun politieke rechten? Wat heeft u
ondernomen opdat die personen
hun stem kunnen uitbrengen
tijdens de komende verkiezingen?
Hoe worden ze geïnformeerd over
de partijprogramma's? Hoe zullen
de stembureaus georganiseerd
worden?
Le président: Pour les affiches, on peut demander à M. Doomst: c'est sa spécialité!
33.02 Guido De Padt, ministre: Monsieur Lahssaini, la loi du
14 avril 2009 vient de modifier les dispositions légales relatives à
l'exclusion et à la suspension du droit de vote suite à une
condamnation pénale. Actuellement, deux systèmes cohabitent. Ainsi,
33.02 Minister Guido De Padt: Bij
de wet van 14 april 2009 werden
de bepalingen betreffende de
uitsluiting van en de schorsing uit
06/05/2009
CRIV 52
COM 551
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
60
pour les personnes qui ont été condamnées par une décision
judiciaire avant le 15 avril 2009, date de publication que je viens
d'évoquer, ce sont les règles de l'exclusion ou de la suspension
automatique du droit de vote qui trouvent à s'appliquer. Les
personnes condamnées à une peine criminelle sont privées de leur
droit de vote à titre définitif. Les personnes condamnées à une peine
d'emprisonnement d'une durée de quatre mois à trois ans voient leur
droit de vote suspendu pendant une période de six ans. Les
personnes condamnées à une peine d'emprisonnement d'au moins
trois ans voient leur droit de vote suspendu pendant une période de
douze ans. Voilà la situation antérieure.
À partir du 15 avril 2009, le caractère automatique de l'exclusion ou
de la suspension du droit de vote disparaît. Il appartient au juge,
lorsqu'il prononce la condamnation, d'apprécier si la personne
condamnée doit également être privée de son droit de vote à titre de
peine accessoire. Dans l'affirmative, le juge fixera lui-même la durée
de cette incapacité. Ce nouveau régime a été instauré pour répondre
à un arrêt de la Cour constitutionnelle du 14 décembre 2005 qui a
jugé que le caractère automatique de l'exclusion ou de la suspension
du droit de vote était contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution.
Le Code électoral prévoit explicitement que les personnes détenues
dans un établissement pénitentiaire peuvent voter par procuration si
elles remplissent les conditions d'électorat. L'électeur mandaté à cet
effet devra se munir du formulaire de procuration dûment complété
ainsi que d'un certificat émanant de la direction de l'établissement
dans lequel l'intéressé est détenu et qui atteste que ce dernier est
dans une situation de privation de liberté.
Je précise qu'il n'incombe pas au ministre de l'Intérieur de diffuser la
propagande électorale des partis concourant aux élections.
Quant aux bureaux de vote, ils sont organisés conformément aux
prescrits de la loi électorale. Ils comprennent chacun un président,
quatre assesseurs effectifs, quatre assesseurs suppléants et un
secrétaire désigné parmi les électeurs de la circonscription électorale.
Pour le surplus, je vous renvoie à la réponse qui sera fournie par le
ministre de la Justice.
het kiesrecht ingevolge een
strafrechtelijke
veroordeling
gewijzigd. Nu bestaan er twee
systemen naast elkaar.
De regels met betrekking tot de
uitsluiting van of de automatische
schorsing uit het kiesrecht zijn van
toepassing op de personen die
vóór 15 april 2009 veroordeeld
werden. Degenen die veroordeeld
werden tot een criminele straf
verliezen definitief hun stemrecht;
wie veroordeeld werd tot een
gevangenisstraf van vier maanden
tot drie jaar mag zes jaar lang niet
stemmen; als de gevangenisstraf
minstens drie jaar bedraagt, wordt
het stemrecht twaalf jaar lang
geschorst.
Sinds 15 april 2009 beslist de
rechter
of
de
veroordeelde
eveneens het stemrecht ontnomen
moet worden, en voor hoe lang.
Gedetineerden
in
een
strafinrichting mogen bij volmacht
stemmen
als
zij
aan
de
voorwaarden
van
kiesrecht
voldoen.
De
stembureaus
worden
overeenkomstig de bepalingen
van de kieswet georganiseerd.
Voor het overige verwijs ik naar
het antwoord dat de minister van
Justitie zal geven.
33.03 Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!): Monsieur le ministre, je
vous remercie pour votre réponse. Qu'en est-il de la distinction entre
Belges et Européens, car d'autres personnes que celles de nationalité
belge participeront aux prochaines élections? Des élections ont
également lieu au niveau européen. Une distinction est-elle opérée
entre les deux? La loi du 14 avril les concerne-t-elle aussi? En ce qui
concerne le vote par procuration, les détenus sont-ils informés à ce
sujet? S'il ne vous incombe pas de diffuser l'information relative aux
élections, outre les programmes des partis, j'aurais aimé entendre
une réponse à mes questions. Peut-être le ministre de la Justice
pourra-t-il me répondre?
33.03 Fouad Lahssaini (Ecolo-
Groen!): Hoe zit het met de
deelname aan de stemming van
niet-Belgische Europeanen? Wat
zegt de wet van 14 april
dienaangaande?
Worden
de
gedetineerden
ingelicht over de mogelijkheid om
bij
volmacht
te
stemmen?
Misschien zal de minister van
Justitie me kunnen antwoorden?
Le président: En ce qui concerne les Belges et les Européens, la
question ne figure pas dans le document que vous avez déposé! Je
viens d'y jeter un coup d'oeil!
De
voorzitter:
De
vraag
betreffende
de
Europese
staatsburgers komt niet voor in de
door u ingediende vraag.
CRIV 52
COM 551
06/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
61
33.04 Guido De Padt, ministre: Je vous répondrai néanmoins par
écrit, monsieur Lahssaini, car la question n'était pas mentionnée. Je
suppose que les directeurs des prisons fourniront les informations
nécessaires aux détenus. Cette question relève en fait de la
compétence du ministre de la Justice.
33.04 Minister Guido De Padt: Ik
zal ze schriftelijk beantwoorden. Ik
veronderstel
dat
de
gevangenisdirecteurs
de
gedetineerden zullen informeren.
Die aangelegenheid behoort tot de
bevoegdheid van de minister van
Justitie.
33.05 Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!): Donc, la diffusion de
l'information, ne fût-ce qu'en ce qui concerne la date des élections,
dépendra du ministre de la Justice?
33.05 Fouad Lahssaini (Ecolo-
Groen!): De informatieverstrekking
is dus een zaak van de minister
van Justitie?
33.06 Guido De Padt, ministre: Oui, mais les détenus regardent
quand même la télévision!
33.06 Minister Guido De Padt: Ja,
maar de gedetineerden kijken toch
ook televisie!
Le président: TV et radio!
33.07 Guido De Padt, ministre: Oui, mais c'est le ministre de la
Justice qui est compétent!
33.08 Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!): Mais pour le reste, au cas
où ils ne regarderaient pas la télévision?
Le président: Monsieur Lahssaini, vous ajoutez 36 questions, comme "bénéficient-ils de la
télédistribution?" Cette matière ne relève pas directement des compétences du ministre de l'Intérieur!
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
34 Samengevoegde vragen van
- de heer Michel Doomst aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de ordemaatregel tegen
commissaris-generaal Koekelberg" (nr. 13053)
- de heer André Frédéric aan de minister van Binnenlandse Zaken en aan de minister van Justitie over
"de herschikking van de bevoegdheden van de commissaris-generaal van de federale politie en de
gevolgen daarvan evenals de hem voorgestelde betrekking van verbindingsofficier voor België bij
Europol" (nr. 13076)
34 Questions jointes de
- M. Michel Doomst au ministre de l'Intérieur sur "la mesure d'ordre prise contre le commissaire
général, M. Koekelberg" (n° 13053)
- M. André Frédéric au ministre de l'Intérieur et au ministre de la Justice sur "le réajustement des
compétences du commissaire général de la police fédérale et ses conséquences ainsi que la
proposition concernant le poste d'officier de liaison de la Belgique à Europol qui lui a été faite"
(n° 13076)
34.01 Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, op 30 april laatstleden is de ordemaatregel tegen
commissaris-generaal Koekelberg bekendgemaakt. De commissaris-
generaal zou gedurende twee maanden zijn bevoegdheden
grotendeels verliezen. Ik heb daar toch wel wat vragen bij.
Wat zijn nu de concrete instructies inzake de taakverdeling? Hoe zal
dit inzake personen en diensten worden ingevuld? In hoeverre is dit
nu een hanteerbare constructie die voldoende garant staat voor
continuïteit aan de top van de federale politie? Wat zal de impact zijn
op de geplande evaluatie van de politiehervorming?
34.01 Michel Doomst (CD&V): Le
30 avril, la mesure d'ordre contre
le
commissaire-général
M.
Koekelberg a été divulguée. Il
perdrait une grande partie de ses
compétences pour une période de
deux mois. Qu'en est-il des
instructions concrètes concernant
la répartition des tâches? Dans
quelle
mesure
une
telle
organisation est-elle réaliste? La
06/05/2009
CRIV 52
COM 551
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
62
continuité au sommet de la police
fédérale est-elle assurée? Quelle
incidence cette situation a-t-elle
sur l'évaluation de la réforme des
polices?
34.02 André Frédéric (PS): Monsieur le ministre, je ne m'étendrai
pas sur les faits; ils ont suffisamment été relatés (lettre anonyme non
transmise, erreurs d'appréciation mises en évidences par le Comité P,
etc.). Cependant, je voudrais revenir sur les conséquences de cette
situation.
Cela dit, vous savez que, malheureusement, il arrive que notre seule
source d'information soit la presse. C'est le cas ici. Ainsi, selon la
presse, M. Koekelberg aurait reçu une proposition de réarrangement
de ses compétences du ministre De Gucht, compétent pour cette
procédure disciplinaire. Selon cette proposition, il n'aurait quasi plus
de compétences. Selon le quotidien "De Morgen", il perdrait ses
compétences en matière de police judiciaire, de police de la route,
des chemins de fer, de la navigation ainsi qu'en matière de contrôle
de la police locale. Dès lors, il ne resterait plus au commissaire
général que son uniforme!
Vendredi, nous apprenions, via un communiqué de presse du ministre
De Gucht, que cette sanction aurait été revue et corrigée à la baisse.
Dès lors, M. Koekelberg ne serait plus privé que de certaines
compétences comme la coordination de l'ensemble des directions,
l'audit et les relations publiques de la police fédérale pour une période
de deux mois.
Par ailleurs, dans "La Libre Belgique", il est fait mention du fait que le
ministre des Affaires étrangères aurait proposé au commissaire
général le siège d'agent de liaison de la Belgique au sein d'Europol
basé à La Haye, offre qui ressemble fortement à une porte de sortie
pour M. Koekelberg qui aurait d'ailleurs refusé ladite offre.
Monsieur le ministre, si l'information parue dans "De Morgen" s'avérait
vraie, elle serait fort inquiétante car elle aurait pour conséquence, au-
delà du cas personnel de M. Koekelberg, de vider véritablement la
police fédérale de sa substance et d'en faire une coquille vide,
comme l'ont fait remarquer les organisations syndicales. Encore une
fois, si ces informations étaient confirmées, on marcherait
véritablement à reculons et on irait à l'encontre de l'esprit de la
réforme des polices initiée voilà dix ans, à savoir une police intégrée à
deux niveaux.
Pouvez-vous nous dire quelles informations sont vraies et quelles
compétences seront véritablement retirées au commissaire général?
Confirmez-vous la proposition faite par le ministre De Gucht au
commissaire général concernant le poste d'agent de liaison à
l'Europol? La procédure a-t-elle été bien respectée dans ce dossier
par le ministre des Affaires étrangères? À votre avis, le ministre
De Gucht ne va-t-il pas plus loin que la mission disciplinaire
initialement prévue? Ne devait-il pas se limiter à prendre une
éventuelle mesure d'ordre car, si ces informations se confirmaient, on
assisterait, dans un premier temps, à une forme de réforme déguisée
de la police fédérale et, dans un deuxième temps, à l'évincement du
34.02 André Frédéric (PS):
Volgens de krant De Morgen zou
minister De Gucht de heer
Koekelberg een voorstel tot
herschikking
van
zijn
bevoegdheden
hebben
voorgelegd, waardoor hij bijna
geen
bevoegdheden
zou
overhouden. Vrijdag vernamen we
dan weer uit een persbericht van
minister De Gucht dat die sanctie
werd herzien en afgezwakt. De
heer Koekelberg zou nog slechts
voor twee maanden afstand
moeten doen van een aantal
bevoegdheden.
In
La
Libre
Belgique stond te lezen dat de
minister van Buitenlandse Zaken
hem zou hebben voorgesteld
verbindingsofficier te worden voor
België bij Europol. Indien die
informatie juist blijkt, zou zulks
indruisen tegen de geest van de
politiehervorming die tien jaar
geleden op gang werd gebracht
met
de
bedoeling
een
geïntegreerde
politiedienst,
gestructureerd op twee niveaus,
op te richten.
Welke bevoegdheden zal de
commissaris-generaal
effectief
verliezen? Bevestigt u dat minister
De Gucht de heer Koekelberg
heeft
voorgesteld
verbindingsofficier te worden bij
Europol? Werd de procedure in
acht genomen? Gaat minister De
Gucht
zijn
oorspronkelijke
tuchtopdracht niet te buiten? Wie
zou de bevoegdheden inzake de
coördinatie en de integratie van de
verschillende politiekorpsen op
twee niveaus kunnen overnemen?
Wie zou de verantwoordelijkheid
moeten opnemen in geval van
disfuncties?
CRIV 52
COM 551
06/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
63
commissaire général en mutant ce dernier au poste d'agent de liaison
à La Haye?
Selon vous, qui pourrait reprendre en lieu et place du commissaire
général les compétences de coordination et d'intégration des
différents services et corps de police à deux niveaux? Qui, selon
vous, devrait alors assumer la responsabilité en cas de
dysfonctionnement?
34.03 Guido De Padt, ministre: Monsieur le président, mijnheer
Doomst, disons tout d'abord qu'il ne s'agit pas d'une sanction mais
d'une mesure d'ordre visant l'intérêt et le bon fonctionnement du
service. Dans ce cadre, quatre compétences ont été retirées
temporairement, pour deux mois, au commissaire général, à savoir:
1. coordonner les activités de directions et services qui dépendent
directement du commissaire général;
2. coordonner l'ensemble des directions et services et activités des
directions générales;
3. assurer les relations publiques de la police fédérale;
4. procéder aux audits nécessaires relatifs au fonctionnement et à
l'efficacité de la police fédérale.
M'étant récusé et n'ayant pas dirigé la procédure, vous comprendrez
que je ne sais pas répondre aux questions relatives à la procédure
même.
34.03 Minister Guido De Padt: De
commissaris-generaal mag zijn
bevoegdheden inzake coördinatie,
audit en public relations twee
maanden lang niet uitoefenen. Ik
kan geen antwoord geven op de
vragen betreffende de procedure,
aangezien ik er geen deel aan
had.
De vervanging van de commissaris-generaal is automatisch geregeld
door artikel 120 van de wet op de geïntegreerde politie. Dat gebeurt
door de directeur-generaal van de algemene directie van de
gerechtelijke politie, de heer Pol Van Thielen.
Ik denk dat een en ander op de evaluatie van de politiehervorming
geen invloed zal hebben, want het eindrapport van de federale politie
zal mij eerstdaags worden bezorgd. Alle elementen die vroeger zijn
aangebracht door de commissaris-generaal, zullen daar uiteraard nog
in vervat zijn.
L'article 120 de la loi organisant un
service de police intégré pourvoit
automatiquement
au
remplacement du commissaire
général. Il s'agit en l'espèce du
directeur général de la Direction
générale de la police judiciaire, M.
Paul Van Thielen. J'estime que
cette décision n'aura pas de
répercussions sur le rapport
définitif du Conseil fédéral de
police.
34.04 Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de minister, ik begrijp dat
het moeilijk is om alle effecten van een dergelijke ordemaatregel
helemaal in te schatten. Ik heb wel het gevoel dat wij hier in een
ambigue situatie terechtkomen, die tot problemen zou kunnen leiden.
Zoals de keizer zonder kleren zou men met een commissaris zonder
kepie kunnen zitten.
Ik heb het moeilijk met het feit dat hier iemand zit die niet meer de
volheid van bevoegdheden zal kunnen uitoefenen. Ik vind dat er heel
snel duidelijkheid in het tuchtdossier moet komen. Ik neem aan dat
degene die hem zal vervangen, dat slechts voor bepaalde taken zal
doen. Ik vraag mij echt af of een tijdelijke vervanger met de volheid
van bevoegdheden niet beter is. Ik vrees dat wij hiermee met
betrekking tot de werking en de evaluatie in een ambigue situatie
terechtkomen.
34.04 Michel Doomst (CD&V): Il
est toujours difficile d'évaluer la
portée d'une telle mesure, mais
dans ce cas, une situation
ambiguë a été créée. L'intéressé
ne peut plus pleinement exercer
ses compétences alors que son
remplaçant doit temporairement
remplir certaines de ses fonctions.
Il aurait mieux valu que le
remplaçant
assume
temporairement
toutes
ses
fonctions.
34.05 André Frédéric (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie
de votre réponse. Je comprends que vous ne vous prononciez pas
34.05 André Frédéric (PS): Men
kleedt de bevoegdheid van de
06/05/2009
CRIV 52
COM 551
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
64
sur la procédure car vous n'en êtes pas le responsable.
En lisant la presse, je suis effrayé par ce qui s'est passé au départ et
de voir la situation dans laquelle on arrive, d'un point de vue
médiatique et d'un point de vue interne à l'organisation de la police.
Les gens réagissent, à juste titre.
Je ne me prononce pas sur la sanction mais pour une erreur
d'appréciation, on en arrive à retirer l'uniforme et le képi du numéro un
de la police, qui est censé en assurer la coordination et la gestion. La
police est quand même un outil important dans notre système
démocratique et je trouve cela un peu particulier.
J'entends bien que vous ne répondiez pas quant à la procédure mais
vous n'en demeurez pas moins ministre de l'Intérieur avec la police et
la sécurité de nos concitoyens comme principale responsabilité. Je
souhaite vraiment attirer votre attention là-dessus.
Nous resterons extrêmement vigilants sur cette affaire. Il faut que cela
ne devienne pas un agenda caché, avec des formes de
régionalisation ou d'autres objectifs. Au niveau de la procédure, il faut
respecter les gens. Cette affaire ne peut empêcher un organe
important de fonctionner et ne peut jeter le discrédit sur l'ensemble du
système.
topman van de politie uit omdat hij
een
inschattingsfout
heeft
gemaakt.
Zover
is het nu
gekomen. Die zaak mag de
werking van zo een belangrijk
orgaan als de politie niet in het
gedrang brengen, en mag ook het
politieapparaat in zijn geheel niet
in diskrediet brengen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: La question n° 13068 de M. Stevenheydens est reportée à sa demande.
35 Question de M. Éric Thiébaut au ministre de l'Intérieur sur "les relations entre l'Agence fédérale de
contrôle nucléaire et les organismes agréés en contrôle de sécurité nucléaire" (n° 13091)
35 Vraag van de heer Éric Thiébaut aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de relaties tussen
het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en de erkende instellingen voor nucleaire
veiligheidscontrole" (nr. 13091)
35.01 Eric Thiébaut (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, le 23 avril 2007, la Chambre a adopté une résolution visant à
améliorer le fonctionnement de l'Agence fédérale de Contrôle
nucléaire (AFCN). La recommandation n° 12 de cette résolution
demande explicitement qu'il soit procédé à une filialisation des
organismes agréés, sous la forme d'une société de droit public placée
sous le contrôle de l'Agence.
En application de cette résolution, l'Agence a entamé des discussions
avec les organismes agréés AVN, AVC et Techni-Test en vue de
centraliser leurs missions de contrôle réglementaire au sein d'une
structure juridique spécialement créée à cet effet. Ces négociations
entre l'Agence et les organismes agréés ont été partiellement
fructueuses avec la création de Bel-V, le 7 septembre 2007.
Le 11 avril 2008, AVN et Bel-V ont conclu un accord sur le transfert
des activités de contrôle d'AVN (branche "AVN contrôle") vers Bel-V.
Grâce à ce transfert, tous les contrôles réglementaires qu'effectuait
AVN sont repris en main par Bel-V, ce qui implique que les
46 collaborateurs expérimentés d'AVN ont été également transférés
vers Bel-V. Le transfert officiel est réalisé depuis le 14 avril 2008.
Cette réforme permet, sans nul doute, une organisation du contrôle
35.01 Eric Thiébaut (PS): Op 26
april 2007 nam de Kamer resolutie
51/3089 met het oog op de
verbetering van de werking van
het Federaal Agentschap voor
Nucleaire Controle (FANC) aan. In
aanbeveling nr. 12 van die
resolutie wordt aangedrongen op
een filialisering van de erkende
instellingen in de vorm van een
vennootschap van publiek recht
onder
controle
van
het
Agentschap.
Het Agentschap is daarover om de
tafel gaan zitten met de erkende
instellingen AVN, AVC en Techni-
Test.
Die
onderhandelingen
hebben voorlopig al geresulteerd
in de oprichting van Bel V op 7
september 2007.
CRIV 52
COM 551
06/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
65
nucléaire de façon optimale, l'AFCN agissant en tant qu'autorité de
sûreté et Bel-V apportant son expertise technique sur le terrain.
Cependant un grand nombre de problèmes demeurent dans la mise
en oeuvre de la résolution de la Chambre. En effet, les discussions
avec les deux autres organismes agréés, AVC et Techni-Test, n'ont à
ce jour pas débouché sur un accord similaire.
Un document de l'AFCN, mis à jour en avril 2009, sur la mise en
oeuvre par l'Agence de la résolution de la Chambre nous apprend que
la période transitoire qui permet aux organismes agréés de poursuivre
temporairement leurs missions de contrôle a expiré voici plus d'un an,
le 31 mars 2008. Ils poursuivent actuellement leurs activités sur la
base du simple principe selon lequel la continuité du service public
doit toujours être assurée.
L'Agence nous a également fait savoir que, à partir du 1
er
juin 2009,
elle reprendra le contrôle des établissements de classe I et celui des
établissements de classe II à plus haut risque dont le contrôle est
toujours assuré par AVC ou Techni-Test.
Ces évolutions, bien que positives, ne peuvent selon moi, que
constituer un premier pas vers un transfert total de toutes les
missions de contrôle réglementaire des organismes agréés dans le
giron de l'AFCN, et ce, conformément à la recommandation de la
résolution.
Cependant, je constate qu'en ce qui concerne les établissements de
classe III et de classe II à risque plus faible, l'Agence semble vouloir
s'affranchir des recommandations de la Chambre.
En effet, lors des séances de la sous-commission de la sécurité
nucléaire, nous avons eu l'occasion d'entendre le directeur général de
l'Agence à ce sujet. Ce dernier estime, pour diverses raisons,
préférable de limiter la reprise des activités aux classes I et lI A. Au
regard de ces éléments et de votre fonction de ministre de tutelle de
l'Agence, il me semble nécessaire de vous entendre sur cette
question.
De plus, on peut considérer qu'il y a une certaine urgence à faire
aboutir ce dossier. En effet, il ne me semble pas sain de laisser
perdurer depuis plus d'un an une situation dans laquelle les
organismes agréés agissent selon le principe de la continuité du
service public et non dans un cadre juridique stable.
J'ajoute également que les contours de ce cadre juridique ont été
clairement balisés par la résolution de la Chambre qui opte
explicitement pour une filialisation de toutes les activités de contrôle
réglementaire.
Au regard de ces éléments, monsieur le ministre, permettez-moi de
vous poser les questions suivantes.
Avez-vous l'intention de faire respecter le texte et l'esprit de la
résolution de la Chambre du 23 avril 2007 en procédant à la
filialisation de toutes les activités de contrôle réglementaire exercées
par AVC et Techni-Test? Dans l'affirmative, pouvez-vous nous
détailler les délais envisagés, les modalités juridiques et les moyens
Op 11 april 2008 hebben AVN en
Bel V een akkoord gesloten over
de
overdracht
van
de
controleactiviteiten van AVN aan
Bel V. Dankzij die hervorming kan
de nucleaire controle optimaal
worden georganiseerd: het FANC
treedt op als veiligheidsautoriteit,
terwijl Bel V zijn technische
expertise op het terrein inbrengt.
Er zijn echter nog heel wat
problemen: de besprekingen met
AVC en Techni-Test hebben geen
soortgelijk akkoord opgeleverd. Uit
een document van het FANC van
april
2009
blijkt
dat
de
overgangsperiode tijdens welke de
erkende
instellingen
hun
controleopdracht nog mochten
voortzetten, op 31 maart 2008
afliep. Vanaf 1 juni 2009 zal het
FANC de controle ­ die vandaag
door AVC of Techni-Test wordt
verzekerd ­ overnemen voor de
klasse I- en klasse II- inrichtingen
met een hoger risico. Wat de
klasse III- en klasse II-inrichtingen
met een lager risico betreft, wil het
Agentschap de aanbevelingen van
de Kamer echter blijkbaar naast
zich neerleggen.
Er
moet
voortgang
worden
gemaakt met dit dossier, want het
is geen gezonde situatie dat de
erkende instellingen al meer dan
een jaar moeten werken volgens
het principe van de continuïteit van
de openbare dienst. De contouren
van dat juridische kader werden
geschetst in de resolutie die de
Kamer in dat verband goedkeurde.
Bent u van plan de resolutie van
de Kamer van 26 april 2007 te
doen naleven door werk te maken
van de filialisering van alle
reglementaire controleactiviteiten
die door AVC en Techni-Test
worden
uitgevoerd?
Welke
juridische
instrumenten
en
financiële
middelen
zijn
er
daarvoor nodig?
06/05/2009
CRIV 52
COM 551
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
66
financiers nécessaires à la conduite de ces opérations? Dans le cas
contraire, pouvez-vous, monsieur le ministre, nous exposer vos
motivations?
35.02 Guido De Padt, ministre: Monsieur Thiébaut, l'exécution des
recommandations adoptées par la Chambre des représentants en
avril 2007, en vue d'améliorer le fonctionnement de l'AFCN est,
comme vous le savez, évaluée par la sous-commission "Sûreté
nucléaire" dont vous êtes l'un des membres effectifs. La création de
cette nouvelle sous-commission résulte de la volonté de suivre
l'exécution de ces recommandations et l'impact de l'incident survenu
en août dernier à l'IRE. L'institution des organismes de contrôle
agréés sous la forme d'une agence constituait l'une des principales
recommandations de la résolution de la Chambre.
Lorsque la sous-commission a démarré ses activités, l'AFCN a
dressé un état des lieux sur le degré d'avancement de l'exécution des
différentes recommandations. Il s'agissait d'une mise à jour de
l'information que mon prédécesseur a transmise en septembre
dernier à cette commission. Je me réjouis que vous l'ayez bien reçue,
puisque vous y faites régulièrement allusion dans votre question.
Comme vous avez pu le constater, l'Agence n'est pas restée les bras
croisés, et le processus de filialisation a, depuis lors, bien avancé. Au
cours de son audition, le 1
er
avril, le directeur général de l'Agence a
exposé l'historique et les initiatives entreprises jusqu'à ce jour. La
création de Bel-V à la fin 2007 et la reprise des activités de contrôle
de l'ancienne AVN (Association Vinçotte nucléaire) par Bel-V en avril
2008 permettent d'affirmer que la filialisation a déjà été réalisée en
grande partie pour le contrôle des établissements présentant le plus
de risques. L'Agence doute de l'opportunité d'étendre la filialisation du
contrôle de ces établissements.
Enfin, la sous-commission a entendu la position du directeur de Bel-V
sur la question. Si vous aviez assisté à cette audition, cette question
orale n'aurait peut-être pas été posée, dans la mesure où l'Agence a
précisé son opinion sur l'opportunité d'une filialisation partielle ou
intégrale dans une note complémentaire distribuée aux membres de
la commission.
Je vous invite à prendre connaissance du contenu de cette note et à
vous forger votre propre opinion sur les avantages et inconvénients
des deux options avancées par le directeur général de l'Agence.
De même, monsieur Thiébaut, je vous invite à participer à la réflexion
constructive menée actuellement par la sous-commission afin de
pouvoir enfin régler, en toute connaissance de cause, la question du
degré de filialisation. Je m'engage à continuer à prendre les initiatives
légales nécessaires à la mise en place du cadre juridique nécessaire.
35.02 Minister Guido De Padt: De
uitvoering van de aanbevelingen
van
de
Kamer
van
volksvertegenwoordigers in dit
verband wordt opgevolgd door de
subcommissie
Nucleaire
Veiligheid.
Toen de subcommissie met haar
werkzaamheden van start is
gegaan, heeft het FANC een stand
van
zaken
opgemaakt
met
betrekking tot de uitvoering van de
aanbevelingen. Het Agentschap
heeft niet stilgezeten en het
filialiseringsproces is al goed
gevorderd. Uit de oprichting van
Bel V eind 2007 en de overname
van de controleactiviteiten van
AVN door Bel V in april 2008 mag
blijken dat de filialisering voor de
controle van de inrichtingen met
het
hoogste
risico
reeds
grotendeels gerealiseerd werd.
Het Agentschap heeft zijn twijfels
bij de opportuniteit van een
verdere filialisering van de controle
van die inrichtingen, zoals het in
een bijkomende nota die aan de
commissieleden
werd
rondgedeeld, heeft verduidelijkt.
U kunt de nota over de voor- en
nadelen van beide door het
Agentschap naar voren gebrachte
opties nalezen.
Tevens verzoek ik u deel te
nemen aan de reflectie in de
subcommissie, zodat we eindelijk
kunnen uitmaken hoe ver de
filialisering
moet
worden
doorgezet.
Ik
beloof
de
wetgevende initiatieven te zullen
nemen die nodig zijn om een
juridisch kader ad hoc uit te
werken.
35.03 Eric Thiébaut (PS): Monsieur le ministre, j'entends bien votre
réponse. C'est justement parce j'ai pris connaissance des
constatations et des analyses que je vous interroge car elles me
semblent inquiétantes.
À partir du moment où l'on s'écarte des recommandations de la
35.03 Eric Thiébaut (PS): Het is
net omdat ik de bevindingen en de
analyses heb gelezen, dat ik u
ondervraag. Als er van de
aanbevelingen in de resolutie
wordt afgeweken, moet men ofwel
CRIV 52
COM 551
06/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
67
résolution, soit on dit clairement qu'on ne respecte pas cette
résolution de la Chambre, soit on propose des modifications. On ne
peut pas continuer, comme on le fait depuis des mois, à accepter que
l'Agence s'écarte clairement et sciemment du point 12 de la
résolution!
duidelijk aangeven dat men de
resolutie niet wenst uit te voeren,
ofwel wijzigingen voorstellen. Het
is
onaanvaardbaar
dat
het
Agentschap willens en wetens van
punt 12 van de resolutie afwijkt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: La question n° 13100 de M. Weyts est reportée à sa demande.
36 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de aanhoudende
aanvallen op bussen van De Lijn" (nr. 13101)
36 Question de M. Bart Laeremans au ministre de l'Intérieur sur "les attaques persistantes contre les
bus de De Lijn" (n° 13101)
36.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, vorige maandag, op 4 mei, brak een spontane
staking uit bij de chauffeurs van De Lijn in het Pajottenland, bij de
stelplaats van Dilbeek. Nadat enkele bussen van De Lijn 's nachts
waren beschoten door meerderjarige allochtonen, met name een
zekere Ali en een zekere Saber, is die staking uitgebroken.
De beschieting was voor de chauffeurs de druppel die de emmer
deed overlopen. De terreur tegen buslijnen duurt al een hele tijd en is
latent al een paar jaren gaande. De jongste tijd is de terreur echter
nog erg toegenomen. Buschauffeurs zijn het doelwit van allerlei
projectielen, zoals bloempotten die naar hen worden gesmeten.
Recent nog werd met een hamer de voorruit van een rijdende bus
bewerkt. Vorige nacht, zo werd gisteren in het nieuws gemeld, is er
blijkbaar ook een bus beschoten. Het ging om een rijdende bus die
kinderen naar huis bracht. Vijf minuten voor de beschieting waren er
nog kinderen in de bus aanwezig. Het begint dus werkelijk alle
spuigaten uit te lopen, het wordt werkelijk hallucinant.
Het parket bevordert dat nog als we zien welke aanpak er wordt
gehanteerd. De daders van Dilbeek zijn beiden bekend, maar zij
worden vrijgelaten, krijgen strafbemiddeling en zullen dus
waarschijnlijk niet eens gestraft worden. Op die manier werkt het
parket de escalatie gewoon in de hand. Dat is natuurlijk niet uw
verantwoordelijkheid ­ dat weet ik ook ­, maar u en uw politiediensten
zijn er uiteraard het slachtoffer van. Ik zal daarover de minister van
Justitie uiteraard ook ondervragen.
Mijnheer de minister, specifiek voor u heb ik toch ook heel wat
vragen.
Kunt u meer uitleg geven over het toenemende geweld tegen de
lijnbussen? Bestaan er lijsten of statistieken van?
Gaat het uitsluitend om bussen van De Lijn of ook om bussen van de
MIVB? Als het alleen om bussen van De Lijn gaat, dan is het duidelijk
geïnspireerd door een zeker anti-Vlaams racisme. Hoe zou ik dat
anders kunnen noemen? Het doet zich namelijk vooral in Brussel
voor.
Bestaan er cijfers over de voorbije drie jaar en over de voorbije
36.01 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Une grève spontanée a
été déclenchée le 4 mai par des
chauffeurs de bus de la société De
Lijn dans le Pajottenland, après
que des bus aient été mitraillés
par des allochtones majeurs
durant la nuit. De Lijn est victime
d'actes terroristes depuis un
certain temps déjà et le parquet
encourage
même
ces
comportements par son laxisme,
voire son inaction à l'égard des
auteurs.
Le ministre pourrait-il fournir des
précisions sur les violences
accrues ciblant les bus de la
société De Lijn? Les bus de la
STIB sont-ils également la cible de
violences? Dans quelle mesure
observe-t-on une recrudescence
de ce phénomène depuis la
collision mortelle qui a récemment
impliqué un bus de De Lijn? Quelle
est la teneur du nouvel accord
conclu avec les services de police
à propos de mesures de sécurité
supplémentaires? De nouveaux
accords ont-ils également été
conclus avec le parquet?
06/05/2009
CRIV 52
COM 551
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
68
maanden?
In welke mate is er een toename sinds de dodelijke aanrijding die aan
de basis zou liggen van de jongste beschieting?
Ten slotte, kunt u het nieuwe akkoord toelichten? Op welke wijze
zullen de lokale en federale politie voor een betere beveiliging
zorgen?
Zijn er nieuwe afspraken met het parket gemaakt? Zijn er daarover
onderhandelingen gevoerd met het parket, of juist niet? Die laatste
vraag had ik u niet op voorhand bezorgd, maar misschien kunt u daar
toch ook iets over zeggen.
36.02 Minister Guido De Padt: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Laeremans, het schietincident in Dilbeek was in deze politiezone een
alleenstaand geval van agressie tegen De Lijn. De omstandigheden
van het voorval zijn ondertussen gekend.
Vier jongeren beschoten met een gasdrukpistool een bus van De Lijn,
vier bushokjes van De Lijn en een bus van een privéfirma waarvan zij
verkeerdelijk veronderstelden dat het een bus van De Lijn was, dit
met als doel schade toe te brengen, naar eigen zeggen niet om
personen te kwetsen maar wel als wraak omwille van het dodelijke
verkeersongeval tussen een personenwagen en een lijnbus op
18 april 2009 in Dilbeek. Volgens de jongeren had de buschauffeur de
voorrang van rechts niet gerespecteerd waardoor volgens hen de
bestuurder van de personenwagen om het leven kwam.
Op het niveau van de federale politie Brussel, bij de bestuurlijk
directeur-coördinator, vindt er maandelijks een arrondissementeel
overlegplatform "Veiligheid openbaar vervoer" plaats. Volgende
partners nemen deel aan dit platform: De Lijn, de MIVB, de TEC, de
NMBS, de zes Brusselse politiezones, de spoorwegpolitie, de Dirco
Brussel, de gouverneur en het parket. Het laatste overleg vond plaats
op dinsdag 21 april 2009, net na het ongeval dus. Tijdens dit overleg
heeft De Lijn een verhoging van het aantal feiten van vandalisme en
intimidatie gesignaleerd. Er werden dan ook onmiddellijk
veiligheidsmaatregelen getroffen. De politie Zuid - deze van
Anderlecht, Vorst en Sint-Gillis ­ mobiliseert zijn patrouilles en
verhoogt de waakzaamheid. Er werd onmiddellijk en met
hoogdringendheid tussenbeide gekomen bij het activeren van een stil
alarm vanuit een bus.
Specifiek naar aanleiding van de feiten van de afgelopen weekends
en de spontane staking uitgebroken in het depot te Dilbeek, werden
volgende maatregelen ingevoerd na een coördinatievergadering die
op 4 mei 2009 plaatsvond tussen de operationele diensten van de
politiezone Zuid en de verantwoordelijken van De Lijn.
Ten eerste, De Lijn vroeg aan de politie om twee bepaalde
bustrajecten te beveiligen waar de chauffeurs regelmatig lastig
worden gevallen. Het gaat om twee trajecten tussen het Zuidstation
en het Westland Shopping Center in Anderlecht.
Ten tweede, het interventiekorps van de federale politie te Brussel
levert dagelijks een versterking van 4 inspecteurs die op de bussen
van De Lijn patrouilleren en een controle uitvoeren in de omgeving
36.02 Guido De Padt, ministre:
L'incident survenu à Dilbeek, lors
duquel un bus a essuyé des tirs de
carabine, est un cas isolé dans
cette zone de police. Je rappelle
les faits : quatre jeunes ont tiré
avec un pistolet à gaz sur un bus
de la société De Lijn, sur quatre
abribus et sur un bus qu'ils ont pris
par erreur pour un bus de De Lijn.
Leur
seul
mobile
était
la
vengeance à la suite d'un accident
mortel dû à une collision entre une
voiture personnelle et un bus de
De Lijn le 18 avril dernier.
Tous les mois se tient à l'échelon
de la police fédérale une plate-
forme d'arrondissement «Sécurité
Transports en commun» à laquelle
participent tous les intéressés. La
dernière concertation a eu lieu
juste après l'accident de Dilbeek.
De Lijn a alors signalé une
augmentation du nombre de faits
d'agression. Des mesures de
sécurité
ont
été
prises
immédiatement. La zone de police
Midi a mobilisé ses patrouilles et
relevé le niveau de vigilance.
Lorsqu'une alarme silencieuse se
déclenche dans un bus, les
services de police y réagissent de
toute urgence.
De
plus, certaines mesures
spécifiques ont été prises à la
suite des faits perpétrés le week-
end dernier. En premier lieu, De
Lijn a demandé que deux
itinéraires de bus entre la gare du
Midi et le Westland Shopping
Centre
d'Anderlecht
soient
sécurisés.
Deuzio,
le
corps
CRIV 52
COM 551
06/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
69
van de scholen samen met de hondenbrigade van de politiezone Zuid.
Dit zal worden opgevolgd.
Wat uw vraag naar cijfers betreft, is het zo dat ik u een tabel kan
overhandigen met het aantal feiten inzake geweld, vandalisme,
brandstichting, vernieling, onbruikbaarmaking en beschadiging tegen
een autobus of autocar. Het is op basis van de beschikbare
variabelen niet mogelijk de bussen van De Lijn specifiek uit de
politionele databank te lichten. Het zijn dus algemene cijfers die u zult
krijgen.
d'intervention de la police fédérale
de
Bruxelles
mettra
quotidiennement
à
disposition
quatre inspecteurs qui seront
chargés de patrouiller à bord des
bus de De lijn et effectueront un
contrôle aux abords des écoles.
Je remettrai à M. Laeremans un
tableau
énumérant
les
faits
d'agression commis contre des
bus. Il ne m'a pas été possible
d'isoler dans ce tableau les
chiffres qui concernent la seule
société De Lijn.
36.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, dank
u voor uw antwoord. Ik kom even terug op de cijfers. Daar is sprake
van dertig of zeventien per semester, in die orde van grootte. Dat lijkt
mij nog vrij onvolledig. De klachten die ons bereiken zijn minstens zo
talrijk als wat hier opstaat, dus misschien moet men eens beginnen
met die cijfers op meer systematische wijze te verzamelen en alle
stelplaatsen en diensten van Tec, De Lijn en MIVB te vragen de
volledige cijfers te geven. Ik denk dat het om veel meer gaat dan de
cijfers die u hier geeft.
Ten tweede, u zegt dat het in de zone Dilbeek maar een eenmalig
incident was, maar het was in elk geval wel de druppel die de emmer
deed overlopen in een hele reeks van feiten. Die bussen doorkruisen
meer dan een politiezone, doorkruisen een groot stuk van Brussel en
er is dus een logisch verband of samenhang tussen wat in Brussel
gebeurt en daarbuiten. Ik neem er nota van dat er een aantal zaken is
afgesproken, maar het blijft beperkt tot zone Zuid. Ik heb daarstraks
het voorbeeld gegeven van Machelen waar zich ook een heel ernstig
incident heeft voorgedaan. Ook in Molenbeek, in een andere
politiezone dan zone Zuid, doen zich ernstige problemen voor.
Ik zou u willen vragen dat u bij de politiediensten aandringt de zaak uit
te breiden naar alle Brusselse zones waar zich problemen voordoen
en dat u tegelijkertijd ­ daar heb ik u geen antwoord op horen geven ­
zeer sterk aandringt bij uw collega van Justitie en bij het Brussels
parket dat men die kerels aanpakt en straft. Als men blijft doorgaan
met om haast willekeurige redenen bussen zodanig te beschadigen
dat ze nog amper kunnen rijden ­ dat is het criterium op basis
waarvan men zegt dat ze vrijuit mogen gaan ­ en men op die manier
het signaal geeft van straffeloosheid, dan moedigt men daders aan.
Het is treffend dat de schoten in Dilbeek gebeurd zijn met een
luchtdrukpistool, dat die gasten de dag nadien al werden vrijgelaten
en dat daags nadien, amper een dag later, in Machelen opnieuw met
een luchtdrukpistool door dit soort kereltjes wordt geschoten, deze
maal op een bemande en rijdende bus. Er is een duidelijke link. Men
geeft het signaal: doe maar op, we straffen u niet. Bijgevolg herhalen
de feiten zich.
Ik dring er dus op aan, mijnheer de minister, dat u uw collega van
Justitie vraagt dat er gevolg wordt gegeven aan de aanhoudingen, dat
men niet alleen die kerels eventjes aanhoudt en dan weer vrijlaat,
36.03 Bart Laeremans (Vlaams
Belang):
Les
chiffres
font
apparaître quelque 30 faits par
semestre. Je pense toutefois que
le nombre de cas est beaucoup
plus élevé. Le ministre qualifie
l'incident de Dilbeek de cas
unique, ce que les chauffeurs
démentent, parce qu'ils sillonnent
plusieurs zones de police avec
leur bus. Les accords se limitent à
la zone Sud mais ce n'est pas la
seule zone à problèmes. Ils
devraient
également
être
appliqués dans toutes les autres
zones.
Par ailleurs, le ministre doit insister
auprès du parquet pour que les
auteurs
soient
sanctionnés.
L'impunité qui règne actuellement
incite à la récidive et ce n'est pas
un hasard que l'incident avec le
fusil
à
air
comprimé
a
immédiatement été suivi d'un
incident
similaire
après
la
libération extrêmement rapide des
auteurs. J'espère que le ministre
apportera également sa pierre à
l'édifice en faisant des exemples.
06/05/2009
CRIV 52
COM 551
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
70
maar dat men hen via snelrecht daadwerkelijk bestraft en ervoor zorgt
dat er voorbeelden gesteld worden. Ik hoop dat u ter zake mee aan
de kar duwt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
37 Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het aantal
politieagenten van de stad Gent" (nr. 13103)
37 Question de M. Francis Van den Eynde au ministre de l'Intérieur sur "le nombre d'agents de police
de la ville de Gand" (n° 13103)
37.01 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de
minister, mijn vraag heeft betrekking op een oud zeer in de
Arteveldestad, namelijk de onderbemanning van de stedelijke politie.
Op basis van de zogenaamde KUL-norm krijgt Gent van de regering
slechts voor 965 agenten subsidies. Het politieorganigram van de
Arteveldestad voorziet normaal in 1.150 politiemensen. Het verschil
kan niet door de stad Gent worden betaald. De regering had beloofd
de norm aan te passen. Naar verluidt liet zij onlangs echter weten te
hebben beslist de norm niet aan te passen.
Bijgevolg blijft Gent met het probleem van de onderbemanning
kampen. Er gebeuren schrijnende zaken. Wanneer een telefonische
noodoproep naar de politie wordt gestuurd, moet op basis van de
weinige gegevens die via de telefoon binnenkomen, een officier
beslissen of er al dan niet onmiddellijk een patrouille ter plaatse gaat.
Dergelijke toestanden zijn niet echt veilig en houden heel serieuze
risico's in.
De stad Gent is dus erg ongerust over wat er in de toekomst zal
gebeuren. Om de regering ertoe te brengen haar belofte alsnog na te
komen, zou Gent naar de Raad van State stappen.
Ik stel u de volgende vraag, hoewel ik veronderstel dat u reeds van de
kwestie op de hoogte bent.
Is de regering zinnens een en ander te ondernemen om de procedure
voor de Raad van State te ontwijken, bijvoorbeeld door met
betrekking tot voornoemd, onvolledig bemand organigram alsnog
ernstige toegevingen aan het Gentse stadsbestuur te doen?
Mijnheer de minister, ik wil er ook aan herinneren dat in een stad als
Gent bepaalde opdrachten moeten worden uitgeoefend. Zo is er
bijvoorbeeld de zogenaamde paleiswacht, waarbij wordt verwacht dat
veertig à vijftig stedelijke politieagenten de gevangenen van de
gevangenis naar het justitiepaleis en omgekeerd brengen. Op dit
ogenblik is hun aantal tot achtentwintig agenten beperkt. Federale
politiemensen doen de rest van het werk. Er is echter ook sprake van
dat Gent voornoemd korps van 28 agenten wil reduceren.
Kortom, er is in Gent nood aan manschappen. Daarom stel ik u de
voorliggende, parlementaire vraag.
37.01 Francis Van den Eynde
(Vlaams Belang): La ville de Gand
reçoit, sur la base de la norme de
la KUL, des subsides pour 965
agents, alors que l'organigramme
de la police de la ville en prévoit
1150. Le gouvernement est
revenu sur sa promesse d'adapter
la norme en question, si bien que
Gand reste confrontée à un
problème de manque d'effectifs.
On
observe
des
situations
navrantes. Il serait même question
de sabrer dans la "garde du
palais".
La ville de Gand a l'intention de
saisir le Conseil d'État. Le
gouvernement
le
sait-il?
Le
ministre ne pourrait-il pas éviter
cette procédure en faisant une
concession à la ville de Gand?
37.02 Minister Guido De Padt: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Van
den Eynde, de vraag is mij niet onbekend, omdat ik recent een
werkvergadering in Gent zelf heb bijgewoond.
37.02 Guido De Padt, ministre:
L'ajustement
de
l'actuel
mécanisme de financement n'est
CRIV 52
COM 551
06/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
71
De aanpassing van het huidige financieringsmechanisme van de
lokale politie heeft slechts zin als men evolueert naar een beter
mechanisme. Beter in de termen van het consortium van de
universiteiten die het hebben bestudeerd, is een financiering die
overeenkomt met de kosten van de realisatie van de minimale
basispolitiezorg. Om die kosten te bepalen moet men het politie-
effectief kennen dat operationeel nodig is om de basispolitiezorg te
vervullen. Welnu, wij beschikken momenteel niet over dat objectief
gegeven voor de zones.
Ook al hebben de genoemde onderzoekers van de universiteit op het
terrein dikwijls een verschil vastgesteld tussen de personeelsnorm en
het effectief, vragen zij zich ook af welk deel van het verschil wordt
gerechtvaardigd door de operationele realiteit ervan die voortvloeien
uit de eerder politieke keuzes van de lokale overheden.
Ik begrijp de politiezones, die vol ongeduld wachten op de nieuwe
financiering, maar zij moeten ook begrijpen dat de federale overheid
zelf ook met haar eigen moeilijkheden wordt geconfronteerd. Zij heeft
op het einde van het jaar al een gebaar gedaan om de loonevolutie en
het
inkomstenverlies
van
het
Verkeersveiligheidsfonds
te
compenseren.
Daarnaast is het de verantwoordelijkheid van de federale overheid om
alle zones gelijk te behandelen.
utile que s'il mène à un dispositif
amélioré. Pour évaluer le coût du
service de police de base pour une
zone donnée, il faut connaître les
effectifs policiers nécessaires à sa
mise
en
oeuvre.
Nous
ne
disposons pas à l'heure actuelle
de ces données objectives.
Si les chercheurs académiques
constatent parfois un écart entre la
norme et les effectifs, ils se
demandent dans quelle mesure il
doit être imputé à des réalités
opérationnelles et à de choix
politiques.
Je comprends que les zones de
police attendent avec impatience
le nouveau financement. En même
temps, l'État fédéral doit à son
niveau faire face à des difficultés.
Il a d'ailleurs déjà posé des
gestes. De plus, il doit assurer
l'égalité de traitement de toutes les
zones.
37.03 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de
minister, ik dank u voor het antwoord. Ik onthoud dat u zegt dat de
universitaire wetenschappers die de studie uitgevoerd hebben, van
mening zijn dat een deel van het politiekorps in feite ingezet wordt op
basis van politieke beslissingen van de lokale overheid. Dat is een
interessant criterium en een interessant argument. Het zou dan wel
interessant zijn te vernemen wat men precies beschouwt als een
opdracht die veeleer politiek is dan een die ­ ik druk het misschien
een beetje lapidair uit ­ noodzakelijk is. Daar blijf ik op mijn honger. Ik
vrees dat u dat antwoord ook niet hebt. Ik durf het nog eens te
vragen, maar ik vrees dat u het antwoord niet hebt, wat in feite wordt
verweten aan het stadsbestuur van Gent in verband met de inzet van
zijn politie, want daar komt het in feite op neer.
37.03 Francis Van den Eynde
(Vlaams Belang): Les scientifiques
considèrent
donc
que
le
déploiement d'une partie du corps
de police repose en fait sur des
décisions politiques des autorités
locales. Mais comment définit-on
une mission «nécessaire» et une
mission «politique»? Je crains que
le ministre ne puisse pas répondre
non plus à cette question. Des
décisions idéologiques concernant
le déploiement de policiers : n'est-
ce pas là un critère qu'il est ardu
de définir?
37.04 Minister Guido De Padt: ...
37.05 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Goed, maar
waarom spreekt men dan van ideologische en politieke keuzes in
verband met de inzet van politiemensen?
37.06 Minister Guido De Padt: Omdat de KUL-norm, die overigens
gebaseerd is op financiële parameters, een aantal aantallen vastlegt
die voor financiering in aanmerking komen, terwijl de stad Gent ­
overigens met veel respect van onzentwege ­ bijkomende
inspanningen levert om invulling te geven aan de zeven
basisfunctionaliteiten en aan de basispolitiezorg, die noodzakelijk is,
maar niet direct altijd gecompenseerd wordt door die KUL-norm, die
de financiering inhoudt. Ik verwijt de stad Gent niets. Er zijn zones die
onder de KUL-norm hun politiezorg uitvoeren, er zijn zones die daar
37.06 Guido De Padt, ministre:
La norme de la KUL fixe des
nombres qui entrent en ligne de
compte pour le financement, alors
que la Ville de Gand consent des
efforts
supplémentaires
pour
accomplir les sept fonctions de
base et la fonction de police de
base. Notez bien que je n'adresse
06/05/2009
CRIV 52
COM 551
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
72
gelijk aan blijven. De stad Gent heeft beslist om bijkomende
inspanningen te leveren die afwijken van de KUL-norm. Dat is
natuurlijk een politieke keuze die men heeft gemaakt. Het is geen
fantaisistische keuze die men heeft gemaakt.
aucun reproche à la Ville de Gand.
Certaines zones accomplissent
leur
fonction
de
police
correctement sous la norme de la
KUL, d'autres veulent consentir
des efforts supplémentaires. C'est
un choix politique.
37.07 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Neen, maar als dat
een goede keuze is, verdient ze toch ondersteund te worden door de
federale overheid.
37.07 Francis Van den Eynde
(Vlaams Belang): Certes mais, s'il
s'agit d'un bon choix, ne mérite-t-il
pas d'être appuyé par le pouvoir
fédéral?
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
38 Questions jointes de
- M. Georges Dallemagne au ministre de l'Intérieur sur "le respect des règles démocratiques relatives à
l'affichage électoral" (n° 13107)
- M. Ben Weyts au ministre de l'Intérieur sur "les affiches électorales" (n° 13112)
38 Samengevoegde vragen van
- de heer Georges Dallemagne aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de naleving van de
democratische regels voor het aanplakken van verkiezingsaffiches" (nr. 13107)
- de heer Ben Weyts aan de minister van Binnenlandse Zaken over "verkiezingsaffiches" (nr. 13112)
Le président: La question n° 13112 de M. Ben Weyts est transformée
en question écrite.
De voorzitter: Vraag nr. 13112
van de heer Weyts wordt in een
schriftelijke vraag omgezet.
38.01 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le ministre, je vous
interroge aujourd'hui à propos d'initiatives totalement illégales qui sont
prises en périphérie flamande à l'égard de candidats francophones. À
une trentaine de jours des élections régionales et européennes,
plusieurs communes de la périphérie flamande de Bruxelles ont pris
des initiatives déplorables qui priveront les candidats francophones de
leurs droits et de leurs libertés fondamentales en matière de
participation démocratique et de communication électorale.
Plusieurs localités de Bruxelles-Hal-Vilvorde interdiront ou entraveront
en effet l'affichage électoral en français et prendront une série
d'initiatives pour interdire ou entraver toute communication électorale
en français. Certaines communes ne mettront tout simplement aucun
panneau à la disposition de l'affichage électoral, ce qui interdira par la
même occasion aux candidats flamands de faire campagne
normalement.
C'est le cas pour Opwijk, Merchtem, Beersel, Kapelle-op-den-Bos,
Machelen, Ternat et Meise. Affligem a décidé de sur-coller les
affiches francophones avec des affiches blanches. Et Hal compte
réserver l'affichage électoral aux seuls partis flamands. D'autres
communes ont choisi de distribuer des dépliants incitant au refus de
tracts électoraux en français dans les boîtes aux lettres. J'entends
aussi qu'on compte décourager La Poste ­ je me demande par quels
moyens ­ de distribuer des tracts en français.
Monsieur le ministre, la Belgique a déjà été condamnée à plusieurs
reprises par le Conseil de l'Europe et par certaines commissions de
38.01 Georges Dallemagne
(cdH): Er werden in de Vlaamse
rand een aantal totaal onwettelijke
beslissingen genomen ten aanzien
van de Franstalige kandidaten.
Verscheidene
Vlaamse
gemeenten hebben bedenkelijke
beslissingen genomen inzake de
communicatie
tijdens
de
verkiezingscampagne. In diverse
gemeenten
in
het
kiesarrondissement Brussel-Halle-
Vilvoorde
mogen
er
geen
Franstalige
verkiezingsaffiches
aangeplakt worden en wordt
communicatie
voor
verkiezingsdoeleinden in het Frans
gedwarsboomd.
België werd al meer dan eens
veroordeeld door de Raad van
Europa
en
bepaalde
VN-
commissies wegens de houding
van bepaalde plaatselijke of
gewestelijke politici in het Vlaamse
Gewest ten aanzien van de
rechten en vrijheden van de
Franstaligen
die
op
hun
CRIV 52
COM 551
06/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
73
l'ONU en raison de l'attitude de certains responsables politiques
locaux ou régionaux de la Région flamande à l'égard des droits et des
libertés des francophones vivant sur leur territoire. Le Conseil d'État a
quant à lui déclaré dans deux avis de février 2009 que l'interdiction de
faire campagne dans une autre langue que celle de la Région était
tout simplement inconstitutionnelle.
C'est assez intéressant de voir cet avis du Conseil d'État, puisqu'il a
été rendu suite au dépôt d'une proposition de Laeremans et consorts,
ce qui montre bien que même le Vlaams Belang semble considérer
que l'attitude actuelle de certains responsables politiques locaux est
illégale. Ils ont déposé une proposition de loi mais ­ pas de chance
pour eux! ­ l'avis du Conseil d'État est extrêmement clair en la
matière. Il se base d'ailleurs sur des avis précédents, répétés à
maintes reprises, qui indiquent clairement que toute disposition qui
serait prise soit par les Communautés, soit par l'État fédéral, violerait
les articles 30 et 129 de la Constitution.
Monsieur le ministre, cette surenchère à nouveau parfaitement
illégale met à mal notre démocratie, nos libertés, notre État de droit et
notre Constitution. Dans quelle mesure prendrez-vous des
dispositions pour que les droits de chacun puissent être respectés et
pour que moi-même, par exemple, candidat à l'Europe, je puisse
mener une campagne tranquillement en jouissant des droits et des
libertés de tout un chacun? L'élection est, de fait, un processus
extrêmement important dans toute démocratie.
Quelles dispositions comptez-vous prendre? Envisagez-vous de
rencontrer votre homologue de la Région flamande? Prendrez-vous
des initiatives à cet égard? Des sanctions seront-elles exercées à
l'égard des responsables politiques qui se retrouveraient dans
l'illégalité et qui enfreignent en réalité, dès à présent, nos droits et
libertés?
grondgebied wonen. De Raad van
State verklaarde in twee adviezen
van februari 2009 evenwel dat het
verbod om campagne te voeren in
een andere taal dan de taal van
het
betrokken
Gewest
ongrondwettelijk is.
Die
alsmaar
verregaandere,
onwettige provocatie ondermijnt
onze democratie, onze Staat en
onze Grondwet. Zal u maatregelen
treffen opdat de rechten en
vrijheden
van
eenieder
geëerbiedigd
worden
en
de
kandidaten, onder wie ikzelf,
campagne kunnen voeren? Bent u
van plan hierover een onderhoud
te hebben met uw ambtgenoot van
het Vlaamse Gewest? Zullen de
politici die onwettelijk zouden
handelen, gestraft worden?
38.02 Guido De Padt, ministre: Monsieur Dallemagne,
effectivement, mon département a recommandé aux communes par
voie de circulaire adressée aux gouverneurs de province de mettre en
place des zones d'affichage réservées aux partis politiques à
l'occasion des élections européennes et régionales du 7 juin.
L'objectif de la circulaire est de préserver l'ordre public.
Comme je l'ai dit, j'ai demandé au gouverneur du Brabant flamand de
prendre les mesures nécessaires pour que les élections du 7 juin
soient organisées dans le respect des lois électorales. Le cas
échéant, il appartient aux gouverneurs de prendre les mesures
supplémentaires nécessaires.
En ce qui concerne le volet disciplinaire relatif à certaines interdictions
d'affichage, il appartient exclusivement au pouvoir de tutelle
compétent, à savoir le ministre flamand des Affaires intérieures,
d'apprécier si des sanctions éventuelles devraient être prises à
l'encontre de ces bourgmestres.
38.02 Minister Guido De Padt:
Mijn
departement
heeft
de
gemeenten inderdaad aanbevolen
bepaalde zones voor te behouden
voor het aanplakken van de
verkiezingsaffiches
door
de
politieke partijen naar aanleiding
van
de
Europese
en
de
gewestverkiezingen. Bedoeling is
de openbare orde te vrijwaren. Ik
heb de gouverneur van Vlaams-
Brabant gevraagd de nodige
maatregelen te nemen om ervoor
te zorgen dat de verkiezingen met
inachtneming van de kieswetten
worden
georganiseerd.
In
voorkomend geval is het aan de
gouverneurs
om
de
nodige
bijkomende
maatregelen
te
nemen.
Wat eventuele tuchtmaatregelen
betreft
ten
aanzien
van
burgemeesters
die
bepaalde
06/05/2009
CRIV 52
COM 551
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
74
affiches zouden verbieden, is
uitsluitend de Vlaamse minister
van
Binnenlandse
Aangelegenheden bevoegd om in
voorkomend geval sancties op te
leggen aan die burgemeesters.
38.03 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le ministre, je vous
remercie d'avoir demandé que des zones d'affichage soient réservées
à chaque parti, y compris aux partis francophones pour qu'ils puissent
afficher sans subir de surcollage. Aujourd'hui, les bourgmestres
concernés ont réitéré leur volonté de contrecarrer ce type de
disposition.
Vous me dites que les sanctions disciplinaires sont du ressort exclusif
de la Région flamande. J'attire votre attention sur le fait que de
nouveaux dérapages dans l'observation des règles de la démocratie
seront observés attentivement par des organisations internationales,
par la commission des droits de l'homme de l'ONU, par le Conseil de
l'Europe, par la Commission européenne. C'est vous qui serez
interpellé, c'est le gouvernement fédéral; c'est toujours lui qui est
interpellé. C'est ce qui s'est passé précédemment. Je trouve
regrettable que l'image de la Belgique en pâtisse de nouveau et que
le fédéral ne soit pas capable de faire respecter ces libertés.
38.03
Georges
Dallemagne
(cdH): Ik wil u danken dat u hebt
gevraagd dat er voor elke politieke
partij bepaalde zones zouden
worden voorbehouden voor het
aanplakken
van
de
verkiezingsaffiches, ook voor de
Franstalige partijen, zodat er geen
affiches worden overplakt. De
betrokken burgemeesters hebben
nogmaals aangekondigd dat ze
dat
soort
bepalingen
zullen
tegenwerken. U zegt dat het
Vlaams
Gewest
over
tuchtmaatregelen gaat. Ik wil u
erop attenderen dat internationale
organisaties er nauw op zullen
letten of er geen nieuwe inbreuken
op de democratische regels zullen
worden gepleegd. De federale
regering
zal
erover
worden
aangesproken. Dat is in het
verleden ook al gebeurd. Het valt
te betreuren dat het imago van
ons land hier weer onder zal lijden,
en dat de federale overheid niet in
staat is die vrijheden te doen
eerbiedigen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à 18.21 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 18.21 uur.