Commissie voor de Justitie

Commission de la Justice

 

van

 

woensdag 6 mei 2009

 

Namiddag

 

______

 

 

du

 

mercredi 6 mai 2009

 

Après-midi

 

______

 

 


De vergadering wordt geopend om 14.09 uur en voorgezeten door mevrouw Mia De Schamphelaere.

La séance est ouverte à 14.09 heures et présidée par Mme Mia De Schamphelaere.

 

01 Samengevoegde vragen van

- de heer Hagen Goyvaerts aan de staatssecretaris voor de Coördinatie van de fraudebestrijding, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Justitie over "het voorstel van de staatssecretaris tot het vrijkopen van fraudeurs" (nr. 12920)

- de heer Dirk Van der Maelen aan de staatssecretaris voor de Coördinatie van de fraudebestrijding, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Justitie over "de verruiming van de minnelijke schikking" (nr. 13015)

01 Questions jointes de

- M. Hagen Goyvaerts au secrétaire d'État à la Coordination de la lutte contre la fraude, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'État, adjoint au ministre de la Justice sur "la proposition du secrétaire d'État permettant aux fraudeurs de bénéficier d'une transaction" (n° 12920)

- M. Dirk Van der Maelen au secrétaire d'État à la Coordination de la lutte contre la fraude, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'État, adjoint au ministre de la Justice sur "l'extension du règlement transactionnel" (n° 13015)

 

01.01  Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik heb niet de gewoonte om naar de commissie voor de Justitie te komen, maar ik kom u vandaag ondervragen over uw zeer opmerkelijke voorstel van rond 26 april. Op het moment dat de parlementaire onderzoekscommissie belast met het onderzoek naar de grote fiscale fraudedossiers bezig was met het schrijven van haar aanbevelingen deed u dat zeer opmerkelijke voorstel.

 

Wij hebben met CD&V als belangrijkste coalitiepartner binnen deze regering de afgelopen twee jaren reeds veel mogen meemaken. Van die heel grote staatshervorming waarvan sprake was is er niets in huis gekomen. De splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde staat op de Griekse kalender. Een kordaat vreemdelingenbeleid is er helemaal niet. Laat staan dat er een begrotingsbeleid is. Dan doet u een voorstel waaruit ik meen te mogen begrepen hebben dat het toch wel stilaan het totale dieptepunt was in de strijd tegen de fiscale fraude.

 

Ik zei zonet dat het een opmerkelijk voorstel was, omdat het voorstel dat u zou willen doen erin zou bestaan om de mogelijkheid te geven om de straf af te kopen van misdrijven bestraft met een celstraf tot 20 jaar. Ik weet niet of dat volgens CD&V de moderne invulling is geworden, een nieuwe vorm is geworden van aflaten.

 

Ik vond uw voorstel echter zeer opmerkelijk, temeer daar het nogal wat polemiek heeft veroorzaakt, niet alleen bij de nationale politici maar ook bij de lokale politici, zelfs op het lokale vlak. Ik verwijs naar de open brief van Karin Jiroflée, sp.a-gedeputeerde in Vlaams Brabant onder de titel “Le nouveau Reynders est arrivé” en het antwoord van uw lokale partijgenote mevrouw Christiane Vanautgaerden-Vanneck onder de titel “De daadkracht van Devlies”. Het waren dus de twee polen tegen mekaar. Beide partijen zitten samen in de coalitie van de stad, maar dat terzijde. Ik weet ook niet wie de pen heeft vastgehouden van beide briefschrijvers. Ik kan amper geloven dat ze dat zelf hebben geschreven. De teneur daar was echter wel duidelijk.

 

Mijnheer de staatssecretaris, u lacht natuurlijk met die hele toestand rond de open brief. De afgelopen twee jaar stond u niet echt in de actualiteit. Ik hoorde zelfs van mensen op straat dat u wegdeemsterde. Met het voorstel hebt u wel wat beroering opgewekt. U had beter gezwegen, want u hebt heel wat mensen ontgoocheld, inclusief mezelf.

 

CD&V was vroeger een fervente tegenstander van de fiscale amnestie, zoals Didier Reynders die had ingevoerd, het systeem dat fiscale fraudeurs de mogelijkheid gaf om met hun zwartgeld uit het buitenland terug naar België te komen. Ik neem aan dat u het ermee eens bent dat de fiscale amnestie toen een slag in het gezicht van de eerlijke belastingbetaler was. Nu komt u op de proppen met een voorstel dat nog een stap verder gaat. Nu kunnen de rijke fraudeurs zich vrijkopen. Ik zou bijna zeggen dat het nu nog een kwestie is van het vinden van een constructie om de fiscaal aftrekbare boete te laten terugbetalen via een vennootschap.

 

Mijnheer de staatssecretaris, kunt u uw voorstel inhoudelijk toelichten?

 

Wat is de aanleiding om tot zo een voorstel te komen?

 

Wat zijn de voorwaarden om tot de zogenaamde minnelijke schikking te komen bij een gerechtelijke uitspraak en dus niet bij een administratieve afhandeling?

 

Zou het niet beter zijn om de rechtbanken te voorzien van middelen en gekwalificeerd personeel om de fraudezaken ten gronde aan te pakken?

 

Voor welk type van misdrijven is uw voorstel van toepassing?

 

01.02  Dirk Van der Maelen (sp.a): Na de vragen van collega Goyvaerts zal ik mijn drie vragen heel kort houden. Ik kan u al zeggen dat ik heel onaangenaam was verrast. Ik heb de gevolgen daarvan nog steeds niet kunnen verteren. Ik hoop dat uw antwoorden dat proces enigszins zullen vergemakkelijken.

 

Kunt u mij uw voorstel nog even toelichten? De Carl Devlies die ik in de krant las, kwam niet overeen met de Carl Devlies die ik tijdens zijn oppositieperiode heb gekend. Ik geef u het voordeel van de twijfel en dus vraag ik u om het voorstel nog even toe te lichten.

 

Ten tweede, werd dit besproken binnen de regering?

 

Ten derde, is er een akkoord binnen de regering over het voorstel dat u via de krant hebt gelanceerd?

 

01.03 Staatssecretaris Carl Devlies: Mevrouw de voorzitter, ik stel vast dat ik hier zowel vanuit de linkerzijde als vanuit de rechterzijde word ondervraagd door twee collega’s die ik heel veel in een andere commissie heb ontmoet. Het is een plezier elkaar ook in de commissie voor de Justitie te kunnen zien. Ik stel vast dat de heer Goyvaerts een zeer brede inleiding nodig had om tot zijn vragen te komen en dat hij heel wat randonderwerpen heeft aangeraakt.

 

Collega, het is onmogelijk op al die onderwerpen te reageren, maar met betrekking tot het wetsvoorstel over de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde heeft de commissie voor de Binnenlandse Zaken hier in de Kamer een stemming georganiseerd. Er wordt dus een procedure gevolgd. Ik denk dat u zich dus vergist in uw bemerkingen.

 

Het verwondert mij ook dat u mijn gewezen collega’s in het schepencollege van Leuven hier vermeldt, mevrouw Jiroflée en mevrouw Vanautgaerden-Vanneck, en dat u in twijfel trekt dat de open brieven die zij publiceerden van hun hand zouden zijn. Het verwondert mij dat u dergelijke uitspraken hier in de commissie voor de Justitie van de Kamer doet.

 

U verwijst ook naar de partij waartoe ik behoor, CD&V. Ik ben hier natuurlijk in een andere hoedanigheid, als lid van de regering en niet van de partij. Het gaat dus niet over partijstandpunten.

 

Mijnheer Van der Maelen, u hebt meer algemene vragen gesteld. Mijnheer Goyvaerts is meer in detail gegaan. Hij heeft vijf precieze vragen gesteld. Ik denk dat u er geen probleem mee zal hebben dat ik de structuur van de heer Goyvaerts volg. Daarmee zullen ook uw vragen beantwoord zijn.

 

De eerste vraag heeft betrekking op de inhoudelijke toelichting van het voorstel. De minnelijke schikking is een wijze van verval van de strafvordering, waarbij de strafvordering tegenover de verdachte vervalt ingevolge een afgesloten en uitgevoerd akkoord tussen deze verdachte en het openbaar ministerie. Hierbij dient de verdachte tijdig een door het openbaar ministerie vastgestelde geldsom te betalen of eventueel afstand of afgifte te doen van goederen. Een belangrijk onderdeel van het voorstel is dat de minnelijke schikking pas kan plaatsvinden nadat de schade veroorzaakt aan anderen, geheel is vergoed en nadat een akkoord is bereikt met de fiscale en sociale administraties en dat akkoord bovendien is uitgevoerd. De betalingen moeten effectief gebeurd zijn. Tevens doet de minnelijke schikking geen afbreuk aan de strafvordering tegenover de overige daders, mededaders of medeplichtigen en ook niet aan de vordering van de slachtoffers tegenover deze daders.

 

De minnelijke schikking kan gebeuren zolang er geen vonnis of arrest werd uitgesproken dat in kracht van gewijsde is gegaan. De minnelijke schikking wordt opgesteld door het openbaar ministerie. Het gaat hier dus niet over de invoering van de Angelsaksische plea bargaining, waarbij criminelen met het gerecht over hun straf onderhandelen. Dat is duidelijk niet het geval.

 

Ten tweede, wat is de aanleiding om tot een dergelijk voorstel te komen?

 

De uitbreiding van de minnelijke schikking is een van de 59 punten van het lopende actieplan voor de strijd tegen de fraude. De uitbreiding is principieel goedgekeurd door het ministerieel comité voor de strijd tegen de fraude. Het voorstel krijgt ook de steun van het College van procureurs-generaal. Tevens past het in het strategisch plan voor de modernisering van het openbaar ministerie, waarbij de uitbreiding van de mogelijkheden van het openbaar ministerie om een minnelijke schikking voor te stellen, als een bijzonder hulpmiddel wordt beschouwd om Justitie slagvaardiger te maken.

 

Het doel van het voorstel is het aanpakken van de gerechtelijke achterstand. Daardoor zullen de rechtbanken zich meer kunnen toeleggen op de zeer zware dossiers.

 

Het voorstel betekent in se een uitbreiding van de thans bestaande minnelijke schikking, waarbij tot nu toe de procureur des Konings in de onderzoeksfase de dader kan verzoeken een bepaalde geldsom te storten waardoor de strafvordering vervalt.

 

Het voorstel maakt een minnelijke schikking mogelijk gedurende de volledige rechtsprocedure. In die zin sluit het voorstel aan bij de bestaande douanewetgeving. Artikel 263 van de algemene wet inzake douane en accijnzen bepaalt immers dat betreffende de geldboeten en verbeurdverklaringen voor alle overtredingen van die wet, de douaneadministratie kan transigeren indien er verzachtende omstandigheden van toepassing zijn op de overtreding.

 

Hierbij dient u te weten dat de douane tegelijkertijd optreedt in de hoedanigheid van overheid, belast met het onderzoek, en in de hoedanigheid van vervolgende overheid. In die laatste hoedanigheid kan zij dus transigeren tot op het moment dat er een vonnis of arrest met kracht van gewijsde is geveld.

 

Momenteel wordt de laatste hand aan het voorstel gelegd zodat het binnenkort kan worden voorgelegd aan de Ministerraad. Het Parlement heeft natuurlijk het laatste woord maar ik hoop dat de materiële voorbereidingen van het wetsontwerp zullen kunnen worden beëindigd zodat het overleg tussen de kabinetten kan worden georganiseerd. Op die manier zullen wij vermoedelijk in de loop van de maand juni naar de Ministerraad kunnen trekken.

 

Ten derde, wat zijn de voorwaarden om tot een zogenaamde minnelijke schikking te komen? De voorwaarden zullen door het Parlement moeten worden vastgelegd maar de belangrijke uitgangspunten in het voorstel zijn dat de minnelijke schikking geen afbreuk mag doen aan de strafvordering tegen de overige daders, mededaders of medeplichtigen, noch aan de vordering van de slachtoffers tegen hen. De minnelijke schikking kan pas worden voorgesteld wanneer de schade, die is veroorzaakt aan anderen, helemaal is vergoed. Inzake fiscale en sociale misdrijven is de minnelijke schikking slechts mogelijk na akkoord met de fiscale en/of sociale administratie. Dit moet de daadwerkelijke inning inhouden van bedragen, ontdoken voor de fiscus en de sociale zekerheid.

 

Ten vierde, zou het niet beter zijn om de rechtbanken te voorzien van middelen en gekwalificeerd personeel om de fraudezaken aan te pakken?

 

Het actieplan 2008-2009 van het fraudecollege voorziet in een aantal belangrijke maatregelen die tot doel hebben de rechtbanken beter te wapenen in de strijd tegen fiscale en sociale fraude. Zo is er voorzien in de aanduiding van substituut-procureurs des Konings gespecialiseerd in handelszaken. Ik denk daarbij onder meer aan de bestrijding van de faillissementscarrousels, die u welbekend zijn.

 

Bij de invulling van het nieuwe justitiële landschap zullen onderzoeksrechters gespecialiseerd in fiscale en sociale fraude aangesteld worden. Tevens voorziet het actieplan 2008-2009 in een belangrijke verhoging van de strafrechtelijke geldboeten voor fiscale overtredingen, waardoor de geldboete bij een mogelijke minnelijke schikking evenredig is met de overtreding.

 

In de Ministerraad van vorige week is beslist om de bevoegdheden van het Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en Verbeurdverklaring te verruimen, zodat verbeurdverklaarde gelden of goederen niet met de noorderzon kunnen verdwijnen. Bovendien zijn er begin dit jaar 10 bijkomende fiscale ambtenaren ter beschikking gesteld van het parket. Zij werden toegevoegd aan de Centrale Dienst voor de bestrijding van de Georganiseerde Economische en Financiële Delinquentie, de CDGEFID, waar zij de hoedanigheid hebben van officier van gerechtelijke politie.

 

De CDGEFID heeft als corebusiness het opsporen van ernstige en complexe economische of fiscale misdaden of wanbedrijven en herbergt eveneens de ondersteuningscel in de strijd tegen de btw-carrouselfraude. U begrijpt dat het totaalpakket van die maatregelen tot doel heeft de aanpak van de fraudezaken door de rechtbanken te verbeteren. In het verlengde hiervan besliste het ministerieel comité, op mijn voorstel, om principieel werk te maken van de aanpassing van het charter van de belastingplichtige.

 

Toch blijken de gerechtelijke onderzoeken van misdrijven met een commerciële achtergrond zeer tijdrovend te zijn, waardoor het, ondanks de vernoemde inspanningen, moeilijk is om alle strafbare feiten te beteugelen binnen een maatschappelijk aanvaardbare termijn en met proportioneel verdedigbare maatschappelijke middelen. Het lijkt opportuun om het openbaar ministerie het initiatief te kunnen laten nemen om, in de rechtszaken waar de onderzoeksprocedure en de termijn te zwaar zijn in verhouding tot het resultaat, een minnelijke schikking uit te werken om de werklast van de rechtbanken te verlichten.

 

Ten vijfde, voor welke type misdrijven is het voorstel van toepassing? De misdrijven zijn ingedeeld in overtredingen, wanbedrijven en misdaden met een bestraffing met meer dan vijf jaar gevangenis. Het voorstel geeft aan de procureur des Konings de mogelijkheid om de minnelijke schikking toe te passen bij een wanbedrijf of een misdaad dat met toepassing van de artikelen 1 en 2 van de wet van 4 oktober 1867 op de verzachtende omstandigheden vatbaar is voor correctionalisering.

 

Het is duidelijk dat de minister van Justitie en het College van procureurs-generaal in een omzendbrief de invulling van die mogelijkheden verder zullen uitwerken, uiteraard na de mogelijke goedkeuring van de wet.

 

Het is ook de bedoeling om in de memorie van toelichting van het wetsontwerp de nodige verduidelijkingen te geven inzake de verschillende toepassingsmogelijkheden.

 

01.04  Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord en voor de verduidelijking die u hebt gegeven bij uw voorstel.

 

Dat zal mijn principiële houding ten opzichte van uw voorstel echter niet veel veranderen. Ik kijk uit naar de wetteksten die u bij het Parlement zult indienen, maar u hebt toch ook wel begrepen dat uw voorstel een hoog perceptiegehalte heeft.

 

Men kan zich bij de invoering van een dergelijk systeem natuurlijk afvragen wat dan nog het ontradend effect is van straffen wanneer men zich kan vrijkopen. Dan heb ik het nog niet over het morele aspect van uw voorstel en in welke mate dat voorstel verdedigbaar is.

 

Wat de uitstraling naar het buitenland betreft, komt het mij voor alsof u alle witteboordcriminelen en geldwitwassers voorstelt om naar ons land te komen. Dat is blijkbaar het nieuwe motto.

 

Er blijft een wrange nasmaak. Wie geld heeft, kan zijn straf afkopen en wie geen geld heeft, zal moeten brommen. Dat is een soort nieuwe klassejustitie.

 

Het verbaast mij dat u met dat voorstel kwam. Van Didier Reynders hebben we de afgelopen tien jaar van alles gehoord en gezien en zelfs hij heeft het nog niet zo bruin gebakken. Van u sta ik daarvan wat te kijken.

 

Ik stel ook vast dat u meetreed in een logica waarbij men zegt dat men de fiscale fraude bestrijdt met allerlei middelen, maar waar de eerste doelstelling is geld in het laatje te brengen en men ten gronde onvoldoende doet aan de oorzaken van die fiscale fraude.

 

U weet dat wij gisteren onze aanbevelingen in de parlementaire onderzoekscommissie naar de grote fiscale fraudedossiers hebben afgerond. U moet weten dat er geen aanbeveling in de teneur van uw voorstel in voorkomt. Dat op zich wil zeggen dat er nog werk aan de winkel is om de meerderheid te overtuigen, zeker als ik de commentaar van de heer Van Biesen hierover heb gelezen.

 

Mevrouw de voorzitter, ik neem aan dat wij in de commissie voor de Financiën en desgevallend in de commissie voor de Justitie, met de wetteksten in de hand, daarover nog ferm van gedachten zullen moeten wisselen, zowel met de minister als met de staatssecretaris.

 

01.05  Dirk Van der Maelen (sp.a): Mevrouw de voorzitter, ik heb drie punten van repliek.

 

Ten eerste, ik was geschokt door het voorstel van de staatssecretaris, te meer daar het kwam op een moment van zeer goede samenwerking met collega's van CD&V en van andere fracties, en er aanbevelingen werden gedaan - ook aanbevelingen die ertoe leiden dat de expertise bij de parketten en de magistratuur wordt verbeterd - om de grote fiscale fraude aan te pakken.

 

Wij dachten dat de eerste opdracht in deze Kamer erin bestond een efficiënte aanpak van de fiscale fraude uit te werken. Dan komt een staatssecretaris, belast met de coördinatie van de strijd tegen de fraude, met een voorstel dat eigenlijk een gouden uitweg is voor het geval er iemand ooit voor het gerecht wordt gebracht. U maakt een voie de sortie, een mooi geplaveide ontsnappingsweg. Ik vond dat de timing minstens heel slecht gekozen was, en dan zeg ik nog niets over het inhoudelijke.

 

Mijn collega heeft er al op gewezen. Wij hebben daarover gisteren nog anderhalf uur gedebatteerd. Er blijkt verdeeldheid onder de fracties te zijn over de wenselijkheid van de maatregel. Het belooft dus nog een boeiend debat te worden.

 

Ten tweede wil ik zeggen dat ik op het inhoudelijke vlak toch een aantal problemen heb met de maatregelen die u voorstelt. Ten eerste verdwijnt het klassieke afschrikkingseffect volledig. Uit de werkzaamheden in onze commissie hebben wij geleerd dat het uitzicht op een gevangenisstraf bij velen tot gevolg heeft gehad dat ze plotseling heel goed begonnen mee te werken tijdens het onderzoek. Met dit voorstel verlaagt u de mogelijkheid om tot een gevangenisstraf te komen. Dat is mijn tweede bezwaar: u gaat in de richting van klassenjustitie. Degenen die over voldoende geld beschikken, kunnen zich vrijkopen van mogelijke gevangenisstraffen.

 

Ik blijf nog altijd een beetje voorzichtig: ik wil de teksten nog zien. Ik wil ook zien wat er uit de regering komt. Als ik het goed heb begrepen, mijnheer de staatssecretaris, zegt u dat het een van de 59 maatregelen is die door een ministerieel comité zijn goedgekeurd. Ik neem aan dat dit betekent dat dit nog niet is goedgekeurd in een kernkabinet en in de voltallige Ministerraad. Ik blijf wachten tot ik de uiteindelijke tekst voor ogen krijg, maar ik denk dat u al begrepen hebt dat door mijn fractie grote omzichtigheid aan de dag zal worden gelegd om dit soort voorstel te overwegen.

 

01.06 Staatssecretaris Carl Devlies: Mevrouw de voorzitter, ik wil nog even reageren.

 

De voorzitter: U weet dat de parlementsleden het laatste woord hebben.

 

01.07 Staatssecretaris Carl Devlies: Dat is normaal. Het doet mij heel veel plezier dat ik het laatste woord geef aan de heren Van der Maelen en Goyvaerts.

 

Mijnheer Van der Maelen, u had twee bemerkingen, over de timing en de inhoud. Wat de timing betreft, het is zeer toevallig dat dit in de media gekomen is. Ik ga niet uitleggen waarom. Ik moet u echter zeggen dat dit voorstel door het ministerieel comité is goedgekeurd in de maand oktober en dat hierover gecommuniceerd werd in het raam van het geheel. Ik heb hierover trouwens ook verslag uitgebracht aan de commissie voor de Financiën, als een van de maatregelen. Voor de commissie voor de Financiën gebeurde dat eerder summier maar de commissie voor de Justitie heeft een aantal maanden geleden een vrij uitvoerige toelichting gekregen over dit voorstel. De heer Landuyt was toen aanwezig en hij heeft daar op dat ogenblik niet op gereageerd. Ik had het gevoel dat de commissie een eerder instemmende reactie gaf.

 

Wat de inhoud betreft, moeten we inderdaad de definitieve teksten afwachten. Mijnheer Van der Maelen, u neemt daar een vrij genuanceerd standpunt in. Het is niet de bedoeling om gevangenisstraffen te laten afkopen. Dit is een middel dat het openbaar ministerie en het parket ter beschikking wordt gesteld. Het is een van de middelen die hen ter beschikking worden gesteld. Het parket beslist bijvoorbeeld ook of er al dan niet vervolgd wordt in bepaalde zaken en of er al dan niet beroep wordt aangetekend. Het is een techniek die ter beschikking wordt gesteld maar die enkel kan functioneren nadat de benadeelden – ik denk dan niet alleen aan derden maar ook aan de Belgische Staat en de sociale zekerheid – volledig vergoed zijn. Ik stel dus voor dat we de definitieve teksten afwachten. We zullen afwachten wat de regering daarover zegt. Het ministerieel comité voor de Fraudebestrijding is geen klein comité, er zitten heel wat ministers in. Ook alle vicepremiers maken er deel van uit. Men heeft zich daar principieel akkoord mee verklaard maar over de modaliteiten kan natuurlijk gediscussieerd worden.

 

Mijnheer Goyvaerts, u probeert een foutieve perceptie te creëren. U werkt daar zeer sterk aan mee. Dat heb ik vastgesteld.

 

Het vrijkopen van de straf is een manier waarop wordt geprobeerd een perceptie te creëren. Het gaat dus duidelijk niet over het vrijkopen van straffen. Dat heb ik afdoende toegelicht.

 

Ik weet niet wat u met de “uitstraling naar het buitenland” bedoelt. Bij mijn weten bestaan er in de andere Europese landen ook soortgelijke systemen.

 

U spreekt ook over de aanbevelingen van de onderzoekscommissie. Ik heb de heer Van der Maelen al gezegd dat ik de resultaten van de onderzoekscommissie als heel positief beschouw. Er is door de parlementaire commissie goed werk geleverd, waarvoor ik ze feliciteer. Ik ben ook een voorstander van voornoemde commissie. Ik heb destijds, toen nog in mijn hoedanigheid van Kamerlid, het voorstel om met de genoemde commissie van start te gaan, mee ondertekend.

 

Ik moet nog kennis nemen van de details van de voorstellen. Ik heb ter zake echter een goede perceptie.

 

U verwijst ook naar de heer Van Biesen, die blijkbaar een van uw boegbeelden is. U citeert de heer Van Biesen. Ik weet niet wat hij juist heeft gezegd. Ik ken alleen de geschreven documenten. Ik weet dat de heer Van Biesen, samen met mevrouw Van Cauter en nog een ander Kamerlid, een wetsvoorstel heeft ingediend. Zijn voorstel ging veeleer in de richting van het wetsontwerp dat vandaag in voorbereiding is.

 

Ik stel voor dat wij eerst de bespreking binnen de regering en vervolgens de parlementaire bespreking afwachten. Ik ben zeker bereid om in alle openheid met de Kamer over het dossier te discussiëren. Principieel is het immers inderdaad een belangrijke aangelegenheid, wat ik mij ook goed realiseer.

 

01.08  Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter, de staatssecretaris verwijst naar een coalitiepartner, zijnde Luk Van Biesen, die ik had vermeld.

 

Luk Van Biesen stelt dat het voorstel van de staatssecretaris haaks staat op de bevindingen van de onderzoekscommissie Fiscale Fraude. Ik citeer hem: “Het is niet omdat de meeste strafrechtelijke vervolgingen zonder gevolg blijven door de traagheid van het gerecht dat men een systeem moet invoeren waarmee de klassenjustitie haar intrede kan doen. Dit is niet de juiste weg. Het falen van justitie in vele dossiers mag niet leiden tot het zich tevreden stellen met het ontvangen van enkele bankbriefjes van criminelen die het zich kunnen veroorloven.”

 

Dat is meteen de teneur van de woorden van Luk Van Biesen over uw voorstel. Hij is ondertussen wel teruggeplooid en teruggefloten, omdat zijn collega Van Cauter met hand en tand in de onderzoekscommissie heeft geprobeerd haar voorstel in een aanbeveling te gieten. Ik moet echter vaststellen dat het haar niet is gelukt. Dat is met recht en reden niet gelukt, omdat over haar voorstel de meningen nog verdeeld zijn.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De behandeling van de vragen en interpellaties eindigt om 14.37 uur.

Le développement des questions et interpellations se termine à 14.37 heures.