Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen |
Commission
des Relations extérieures |
van maandag 4 mei 2009 Namiddag ______ |
du lundi 4 mai 2009 Après-midi ______ |
La séance est ouverte à 14.04 heures et présidée par M. Georges Dallemagne.
De vergadering wordt geopend om 14.04 uur en voorgezeten door de heer Georges Dallemagne.
01 Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken over "de mensenrechten in Turkije" (nr. 12439)
01 Question de M. Francis Van den Eynde au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur "les droits de l'homme en Turquie" (n° 12439)
01.01 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, mijn vraag gaat over de rechten van de mens in Turkije, een verhaal dat een vrij merkwaardige wending aanneemt. Geregeld beweren de aanhangers van de aansluiting van Turkije bij de EU dat het in dat land steeds beter gaat, dat de situatie er weliswaar verre van perfect is, maar dat men er de goede weg opgaat en dat het binnenkort wel in orde zal zijn.
Het staat nochtans buiten alle discussie dat Turkije aan etnische discriminatie doet, vooral ten aanzien van de Koerden, die daar niet beschikken over dezelfde rechten als andere staatsburgers. Een vrij merkwaardig voorbeeld is het feit dat het, bijvoorbeeld in West-Europa, best mogelijk is dat partijen de verdediging opnemen van een bepaalde volksgemeenschap die slechts een deel uitmaakt van de natie waarin zij functioneert. Ik denk bijvoorbeeld aan Baskenland, aan Schotland – the Scottish National Party is een partij in Groot-Brittannië – of aan Wales, waar de partij Plaid Cymru de verdediging van de Welshmen op zich neemt, ten overstaan van de problemen die zij ondervinden in Groot-Brittannië. Zelfs in Vlaanderen en Wallonië bestaan dergelijke partijen.
In Turkije mag de DTP, die ijvert voor meer Koerdische rechten, zichzelf echter geen Koerdische partij noemen. Meer nog, na heel wat druk uit Europa is er nu een televisiezender die in het Koerdisch mag uitzenden, maar politici mogen geen Koerdisch spreken in het openbaar, wat vrij gek is. Stel u voor dat Vlamingen in België in het openbaar niet in het Nederlands zouden mogen spreken, of Walen niet in het Frans. Dat is al vrij merkwaardig, maar Turkije scheert alle toppen. Het gebruik van de letters q, w en x is in Koerdische teksten verboden, omdat die letters niet voorkomen in het Turks, dat de enige officieel toegelaten taal is.
Mijn vragen zijn de volgende. Is de regering op de hoogte van deze situatie? En, vooral, welke conclusies trekt zij hieruit inzake de aansluiting van Turkije bij Europa, waarvan zij, tot nu toe, voorstander is?
01.02 Staatssecretaris Olivier Chastel:
Mijnheer de voorzitter, hoewel Turkije de voorbije jaren op hervormingsvlak
veel vooruitgang heeft geboekt, stelt men het jongste jaar een duidelijke
ritmevertraging vast. Over de rechten van minderheden leest men in het laatste
jaarlijks voortgangsverslag van de Europese Commissie, dat op 5 november
2008 werd gepubliceerd, het volgende: “The Turkish authorities consider Turkish citizens as individuals with equal
rights before the law, rather than as individuals belonging to the majority or
to a minority. This should not prevent Turkey, in accordance with the European
standards, from granting specific rights to certain Turkish citizens on the
grounds of their ethnic origin, religion or language, so that they can preserve
their identity. Full respect for, and protection of, language, culture and
freedom of association, assembly expression and religion, and effective
participation in public life, for all citizens, irrespective of their
background or origin, in accordance with the principles laid down in the
Framework Convention on the Protection of National Minorities and in line with
best practice in member states, have yet to be fully achieved."
In de conclusies van de Raad Algemene Zaken van de EU, van 8 december laatstleden, wordt betreurd dat Turkije het voorbije jaar slechts weinig vooruitgang heeft geboekt, met name wat de politieke hervormingen betreft. De meest relevante passages uit deze conclusies wijzen erop dat Turkije nog substantiële inspanningen dient te leveren op verschillende domeinen, teneinde het respect voor de Kopenhagencriteria te verzekeren. De vrijheid van meningsuiting, de eerbiediging van minderheden en hun bescherming en de versterking van de culturele rechten van alle Turkse staatsburgers worden specifiek vermeld.
Wat de situatie in het oosten en het zuidoosten van Turkije betreft, benadrukt de Raad de beslissing van de Turkse regering om de uitvoering van het economisch ontwikkelingsplan van het zuidoosten van Anatolië verder door te voeren. De Raad beklemtoont de nood aan concrete maatregelen die de economische, sociale en culturele ontwikkeling in dit gebied bevorderen.
De Europese Unie en haar lidstaten hechten een bijzonder belang aan de mensenrechtensituatie in Turkije. Net als zijn Europese collega’s, laat de minister van Buitenlandse Zaken niet na zijn Turkse gesprekspartners systematisch te wijzen op de noodzaak om het noodzakelijke hervormingsproces voort te zetten, inclusief op het gebied van de Kopenhagencriteria. De minister drukt hun tevens steevast op het hart dat het er in het kader van het hervormingsproces niet alleen op aankomt wettelijke bepalingen aan te nemen, maar dat deze ook daadwerkelijk geïmplementeerd moeten worden.
01.03 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord.
Ik ben daarmee niet helemaal ontevreden, maar het is naar mijn mening nog te optimistisch. Er wordt ons gezegd dat de vooruitgang inzake de mensenrechten in Turkije wat afremt. Ik zou zeggen dat er een achteruitgang is.
In vergelijking tot het verhaal van rozengeur en maneschijn dat ons de laatste jaren, onder meer door het Belgisch bewind, werd voorgeschoteld met betrekking tot de evolutie in dat land, zijn wij er wel al een stuk op vooruit gegaan.
Mijn conclusie is de volgende, en dat is geen verwijt aan de staatssecretaris. Gezien uit het antwoord blijkt dat wij nog veraf zijn van een normale behandeling van de mensenrechten in Turkije, begrijp ik niet dat sommige partijen in Vlaanderen, onder meer deze die wordt geleid door de grote Européen, de heer Verhofstadt, nog altijd zo hard pleiten voor de aansluiting van Turkije bij Europa, maar ik geef toe dat dit een ander debat is.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de M. Christian Brotcorne au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur "le non-accès d'enfants au Bethlehem Arab Society for Rehabilitation" (n° 12357)
02 Vraag van de heer Christian Brotcorne aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken over "het ontzeggen aan kinderen van de toegang tot de Bethlehem Arab Society for Rehabilitation" (nr. 12357)
02.01 Christian Brotcorne (cdH): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, les opérations militaires menées par Israël dans la bande de Gaza sont terminées. L'Europe, comme de coutume, s'apprête à financer la reconstruction de toute une série d'infrastructures détruites dans le cadre de ce conflit. Dans ce territoire, qui reste toujours soumis au blocus israélien, les opérations militaires ont fait plus de 1.400 morts et surtout, énormément de blessés, dont les plus graves ont été soignés à l'étranger, notamment en Belgique. Il s'agissait plus spécialement d'enfants. Notre pays avait fait une proposition en ce sens.
Ma question concerne plus précisément Bethléem, sur le territoire duquel se trouve le BASR (Bethlehem Arab Society for Rehabilitation): un hôpital particulièrement à même d'accueillir de nombreux enfants de Gaza mutilés et estropiés. Cet hôpital dépend d'une ONG qui accueille des patients venus de toute la Palestine sans distinction de religion ou de classe sociale. Malgré des demandes insistantes de cet hôpital auprès des autorités israéliennes et internationales, signalant qu'il disposait de lits et d'un personnel compétent, aucun enfant de Gaza n'a pu y être accueilli. Malheureusement, ces demandes n'ont pas été suivies d'effets.
Pourquoi cette question? Ma région, la Wallonie picarde, a une tradition de solidarité avec la Palestine, notamment via les Mutualités chrétiennes et la Haute École Provinciale de Wallonie picarde. C'est dans le cadre de ces liens importants que cette problématique a été évoquée. Le Dr Shehadeh, qui dirige cet hôpital, a précisé qu'il avait fortement augmenté ses capacités d'accueil, mais en vain, alors que la demande est importante.
Monsieur le ministre, le non-accès de cet hôpital aux enfants de Gaza ne constitue-t-il pas, à vos yeux, une violation du droit humanitaire international? Dans l'affirmative, quelles initiatives comptez-vous prendre au nom du gouvernement belge pour faire cesser cette situation malencontreuse? Comptez-vous intervenir auprès des instances européennes pour que celles-ci associe sa voix à celle de la Belgique, afin que les enfants de Gaza puissent être soignés dans cet établissement hospitalier?
02.02 Olivier Chastel, secrétaire d'État: Cher collègue, ces dernières années, l’Autorité palestinienne a choisi d’augmenter ses propres capacités dans les territoires palestiniens et de ne référer qu’en cas de nécessité. La coopération médicale payante à 100% entre l’Autorité palestinienne et les hôpitaux en Israël notamment a toujours été bonne. L’hôpital privé de Bethléem auquel vous faites référence aurait une capacité de 20 à 30 lits principalement pour la revalidation mais, selon l’Organisation mondiale de la Santé (OMS), les capacités de revalidation à Gaza semblent suffisantes et les patients y reçoivent un traitement correct.
Le problème est le suivant. Depuis le 22 mars 2009, le Hamas a pris le contrôle du service au ministère de la Santé à Gaza. Celui-ci s’occupe de l’envoi des patients à l’étranger. L’Autorité palestinienne refuse d’approuver les dossiers traités depuis le 22 mars à Gaza. Or, l’Egypte et Israël souhaitent avoir l’aval de Ramallah pour accepter ces patients. Cela concerne près de 1.000 patients par mois transférés de Gaza vers des hôpitaux en Israël, à Jérusalem-Est, en Egypte ou en Jordanie.
L’OMS ne cesse de mener des discussions et poursuit ses négociations avec le Hamas et l’Autorité palestinienne afin de trouver une solution pour tous les patients nécessitant ce renvoi.
02.03 Christian Brotcorne (cdH): Monsieur le secrétaire d'État, j'ai compris que les territoires possèdent certains équipements médicaux et qu'en cas de manque, on s'efforce d'envoyer les patients à l'extérieur. L'hôpital Bethléem, même s'il se trouve dans les territoires occupés, doit à mon sens être disponible. Néanmoins, vous ne me dites rien au sujet des performances de cet établissement ni au sujet des initiatives que le gouvernement belge compte prendre pour aider les enfants qui ont besoin de soins et de revalidation. Je souhaiterais donc que vous interrogiez le ministre des Relations extérieures à ce sujet.
Nous connaissons tous la situation à Gaza, notamment à cause du Hamas. Cependant, comme je l'ai dit dans ma question, le droit humanitaire international doit être prioritaire et devrait, à lui seul, constituer la meilleure réponse à mes questions.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken over "het satellietnavigatiesysteem Compass van China" (nr. 12517)
03 Question de M. Francis Van den Eynde au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur "le système chinois de navigation par satellite 'Compass'" (n° 12517)
03.01 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, dit verhaal sleept nu al jaren aan: de pogingen van de EU om een eigen gps-systeem uit te bouwen. De EU zou dat doen in het kader van het Galileoprogramma. Dat programma voorziet uiteraard in het lanceren van navigatiesatellieten en heeft al vreselijk veel vertraging opgelopen om allerlei redenen, die ik u zal besparen. Het waren redenen van technische aard; er zijn financiële problemen geweest. Kortom, dat is een pijnlijke kruisweg geworden en het eigen gps-systeem van de EU is er nog lang niet.
De jongste tijd daagt een nieuwe hindernis van formaat op. Zeven weken geleden hebben Chinese ambtenaren op een congres over wetenschap en technologie in München meegedeeld dat China precies dezelfde bandbreedte als Europa blijft claimen en dus op de frequentie waarop de Galileosatellieten hun signalen naar de aarde zullen uitsturen, zelf aan het werk willen gaan.
Dat is erg vervelend, want de International Telecommunication Union, die een agentschap vormt van de VN en die de bandbreedtes voor allerlei apparaten, van microgolfovens tot navigatiesatellieten, toekent, past in de ruimte de regel toe dat wie eerst komt, eerst mag kiezen. Als China eerst is, is het terrein dat wij wensen in te nemen, bezet. Dat kan de totstandbrenging van het Europese navigatiesysteem zeer zwaar in het gedrang brengen.
Mijnheer de staatssecretaris, hoever staat het met de zaak? Is het niet mogelijk om in dat dossier op een of andere manier zo vlug mogelijk vooruitgang te boeken? Aan die operationele conflicten heeft niemand iets. Welke maatregelen zullen worden genomen met het oog op het conflict, dat zeer ernstige gevolgen kan hebben, of om het conflict te vermijden en tot een oplossing te komen?
03.02 Staatssecretaris Olivier Chastel: Mijnheer de voorzitter, de diensten van het Federale Wetenschapsbeleid Belspo, waarnaar de minister u voor nadere informatie verwijst, hebben de volgende elementen aan zijn diensten medegedeeld.
Onderhandelingen tussen de Europese Commissie en de Chinese overheid zijn aan de gang. In het kader van een in 2003 ondertekende samenwerkingsovereenkomst werd een werkgroep over de verenigbaarheid en het interoperationele karakter van de systemen opgericht. De werkgroep vergadert regelmatig.
Volgens de diensten van de Europese Commissie is het momenteel moeilijk te voorspellen, wanneer voornoemde werkgroep zijn activiteiten zal kunnen afronden. Het is echter niet uitgesloten dat de Europese Unie haar samenwerking met China op voornoemd gebied en in vergelijking met wat oorspronkelijk werd overwogen, aanzienlijk zal beperken.
Anderzijds heeft Zwitserland atomische klokken aan China verkocht, wat China in staat heeft gesteld bij de ontwikkeling van zijn systeem jaren te winnen, wat ook voor de Europese belangen gevolgen heeft.
03.03 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor het antwoord.
Ik zou er alleen willen op aandringen dat, wanneer er in het dossier nieuws is, het Parlement op de hoogte zou worden gebracht. Het is immers een niet onbelangrijk dossier, niet alleen voor ons land, maar voor heel Europa. De problemen die wij tegemoetgaan, kunnen van erg zware aard zijn.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken over "de 'Former Yugoslav Republic of Macedonia'" (nr. 12750)
04 Question de M. Francis Van den Eynde au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur "la 'Former Yugoslav Republic of Macedonia'" (n° 12750)
04.01 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik heb zo de indruk dat men in deze commissie in feite mag blij zijn dat een vragensteller is komen opdagen want anders had men de staatssecretaris bijna voor niets laten komen.
Mijnheer de staatssecretaris, mocht u ooit
een quiz moeten opstellen dan zou een vraag, die u gerust mag stellen en
waarvan u op voorhand kunt weten dat het een moeilijke vraag is, kunnen luiden:
"Wat is de hoofdstad van het Europese land FYROM?" Niemand in ons
land kent immers FYROM. FYROM is dan ook niet de naam die dat land voor
zichzelf heeft gekozen. FYROM
staat voor Former Yugoslav Republic of Macedonia.
Mijnheer de voorzitter, de republiek Macedonië, een van de gebieden van het voormalige Joegoslavië, is voor zover ik weet het enige land in de wereld dat zijn eigen naam niet mag voeren. De Griekse buren vinden het immers ongepast dat het land zichzelf Macedonië zou noemen omdat zij in hun land een provincie hebben die Macedonië heet. Om die reden werd er onder Griekse druk internationaal geageerd om die naam niet officieel te gebruiken. Macedonië heet daarom – alvast voorlopig – nog altijd FYROM De hoofdstad is trouwens Skopje.
Dat land is zich sinds 2005 met een aantal wetgevende maatregelen aan het voorbereiden op aansluiting bij de EU via de harmonisering van zijn wetgeving met de Europese eisen en de criteria van Kopenhagen. De staatssecretaris had het daarstraks nog hierover in zijn antwoord op mijn vraag over Turkije. Ik heb de indruk dat het land op dit vlak wel nogal wat werk heeft gepresteerd. Wat mij interesseert, is te weten of die Griekse druk op het vlak van de naamvoering ook geldt met betrekking tot de aansluiting of nauwere samenwerking tussen de EU en de Former Yugoslav Republic of Macedonia.
Wat houdt op dit ogenblik de aansluiting bij Europa tegen? Daar kunnen zeer objectieve criteria voor zijn, ik ga dat niet op voorhand uitsluiten. Mij interesseert het echter vooral te weten of er politieke druk is vanuit Griekenland. Ik bedank de staatssecretaris op voorhand voor zijn antwoord.
04.02 Staatssecretaris Olivier Chastel: Het nastreven van goede relaties met de buren is een belangrijk politiek criterium voor een kandidaat-lidstaat die vooruitgang wil boeken in het toetredingsproces. Van de voormalige Joegoslavische republiek Macedonië wordt echter ook vooruitgang verwacht op andere terreinen alvorens de toetredingsonderhandelingen kunnen worden opgestart. De Commissie heeft begin maart 2008 een achttal ijkpunten geïdentificeerd op het gebied van het politiek klimaat, de hervorming van de justitie en de publieke administratie, de versterking van de rechtsstaat en het reglementaire kader voor bedrijven en investeerders. Zodra de voormalige Joegoslavische republiek Macedonië deze doelstellingen haalt, zal de Commissie een datum voorstellen voor de start van de toetredingsonderhandelingen.
De parlementaire verkiezingen in juni 2008 beantwoordden niet aan de internationale normen en de dialoog tussen meerderheid en oppositie liet vorig jaar te wensen over. In haar jaarlijks vooruitgangsrapport van november 2008 heeft de Commissie daarom geen datum voorgesteld voor de start van de toetredingsonderhandelingen. De presidentsverkiezingen van begin april 2009 beantwoordden daarentegen wel aan de internationale normen en de regering wil de inspanningen verdubbelen om te werken aan de hervorming van de justitie en de administratie, de strijd tegen de corruptie en de verbetering van de administratieve capaciteit en de resterende niet-vervulde ijkpunten. Volgens een recente verklaring van commissaris Rehn maakt de voormalige Joegoslavische republiek Macedonië daarom een kans om in de eerste helft van dit jaar een positief vooruitgangsrapport van de Commissie te krijgen, vergezeld van een aanbeveling om de toetredingsonderhandelingen aan te vatten. De Raad dient een dergelijke aanbeveling met unanimiteit goed te keuren.
Het is derhalve belangrijk dat in het geschil tussen Griekenland en de voormalige Joegoslavische republiek Macedonië over de naamskwestie de komende maanden eveneens vooruitgang geboekt wordt. Zoals u weet, lopen er ook daarover momenteel bilaterale gesprekken tussen beide landen, welke onder de auspiciën van de VN georganiseerd worden.
04.03 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de staatssecretaris, op basis van de gegevens die u ter beschikking stelt, stel ik vast dat er toch een ernstige vooruitgang is. De vergelijking tussen de verkiezingen van 2008 en die van 2009 spreekt boekdelen op dat vlak. Ik stel dus vast dat er een positieve evolutie is. Dat verheugt mij, niet alleen omwille van het feit dat dit stukje voormalig Joegoslavië op dit ogenblik toch een zeer vreedzaam land is waar men probeert, zoals u het daarnet zei, in goede verstandhouding met de buren te leven. Ik zou zeggen: het moet ons altijd verheugen wanneer in Europa een land zich probeert aan te passen aan de normen die wij stellen inzake mensenrechten en politieke rechten, want die zijn toch vrij streng. Ik hoor dus een positief antwoord en daar kan ik alleen maar blij om zijn. Bedankt, mijnheer de staatssecretaris.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de M. Georges Dallemagne au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur "les tensions politiques au Congo" (n° 12885)
05 Vraag van de heer Georges Dallemagne aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken over "de politieke spanningen in Congo" (nr. 12885)
05.01 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, depuis plusieurs semaines, le Congo traverse à nouveau une période d'instabilité politique inquiétante.
Le président de l'Assemblée nationale, Vital Kamerhe, a été destitué, il y a quelques semaines suite aux critiques qu'il avait formulées à l'encontre de la politique étrangère menée par le président Kabila. Entre autres reproches, Vital Kamerhe avait regretté que le chef de l'État n'ait pas informé le parlement avant de soutenir l'opération militaire rwando-congolaise du mois de janvier contre les rebelles hutus.
Ces déclarations critiques avaient été jugées intolérables par les membres de l'AMP et ils ont donc voté la démission du président de l'Assemblée nationale. Le 18 avril dernier, Évariste Boshab, un proche du président Kabila, a été nommé à cette fonction.
Dans le même temps, des ONG, des responsables d'associations, de syndicats font l'objet de menaces, d'actes de violence, parfois d'incarcérations. Depuis quelques mois, des journalistes ont également perdu la vie.
Bref, la situation politique au Congo et le processus démocratique se dégradent, avec un autoritarisme de plus en plus important de la présidence et la mise à l'écart d'institutions aussi importantes que le parlement.
Monsieur le secrétaire d'État, quelle est votre analyse, votre sentiment quant à l'évolution de la situation politique au Congo et du processus démocratique? Cette situation a-t-elle une influence sur nos relations diplomatiques ou notre coopération avec ce pays?
Je rappelle que la communauté internationale a beaucoup investi dans le processus démocratique. Quelles sont les actions que vous avez prises ou que vous comptez prendre pour tenter de sauver ce processus?
05.02 Olivier Chastel, secrétaire d'État: Cher collègue, le bon fonctionnement du parlement congolais sous la direction experte des présidents de l'Assemblée nationale et du Sénat est considéré par la Belgique comme l'un des principaux acquis de la transition démocratique. L'amélioration démocratique ne peut toutefois dépendre exclusivement de l'une ou l'autre personnalité mais doit être portée par la force des institutions elles-mêmes. C'est à ce point que la Belgique sera attentive dans les semaines et les mois à venir.
Devant cette même commission, le ministre des Affaires étrangères a déjà eu l'occasion de communiquer ses commentaires sur la démission du président du parlement; son remplacement par M. Boshab ainsi que l'élection d'un nouveau Bureau se sont déroulées selon les procédures en vigueur dans cette institution et que le ministre n'a pas à remettre en question. Cela étant dit, il ne vous cache pas sa déception après la constitution d'un Bureau qui aurait pu mieux refléter le pluralisme parlementaire. Le ministre se réfère à sa réponse à une question du 11 mars au sujet de l'affaire Kamerhe afin de nuancer quelque peu la teneur de la question posée. Il est principalement question de l'imposition de la discipline de parti sans que cela doive entraîner une crise institutionnelle.
Les semaines et les mois à venir nous montreront si la situation se détériore ou si le parlement pourra fonctionner comme il se doit, comme par le passé, avec tout ce que cela implique: mise à l'ordre du jour, traitement du travail législatif essentiel mais aussi interpellation du gouvernement, mise en place de commissions d'enquête avec la participation légitime des membres de l'opposition.
La Belgique continuera donc à suivre de près les développements au parlement. La nouvelle équipe ayant été élue à la tête du parlement depuis seulement quelques semaines, il paraît un peu prématuré pour le ministre des Affaires étrangères de, d'ores et déjà, tirer des conclusions de cette évolution pour ce qui concerne notre politique, en tout cas vis-à-vis du Congo.
05.03 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le secrétaire d'État, ma question portait notamment sur le parlement. Vous avez raison; formellement, les règles ont été respectées. Néanmoins, il me semble qu'il y a lieu de s'inquiéter d'un parlement qui est "mis au pas" et dont le président est destitué pour simplement avoir réclamé un débat sur une offensive rwando-congolaise sur son propre territoire.
Ma question portait également sur la situation dans la société civile. Je vous demande de rester extrêmement vigilant à ce qui se passe vis-à-vis des ONG, des syndicats, des associations, des journalistes, etc. Il y a là un musellement qui se fait de manière assez systématique et, au-delà de la question du parlement, un climat général extrêmement inquiétant.
Beaucoup de Congolais aujourd'hui s'inquiètent de ce qui est en train de se passer sur le plan politique au Congo. Il est de l'intérêt du Congo et de la Belgique de faire en sorte que le processus, cette expérience démocratique, puisse se poursuivre au Congo. On a l'impression que celle-ci est aujourd'hui en danger.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à 14.41 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 14.41 uur.