Commissie voor de Binnenlandse Zaken, de algemene Zaken
en het Openbaar Ambt |
Commission
de l'Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique |
van maandag 27 april 2009 Namiddag ______ |
du lundi 27 avril 2009 Après-midi ______ |
La séance est ouverte à 15.28 heures et présidée par M. André Frédéric.
De vergadering wordt geopend om 15.28 uur en voorgezeten door de heer André Frédéric.
01 Interpellatie van de heer Peter Vanvelthoven tot de eerste minister over "het ontbreken van een federaal beleid en de noodzaak om op 7 juni 2009 ook federale verkiezingen te houden" (nr. 317)
01 Interpellation de M. Peter Vanvelthoven au premier ministre sur "l'absence de politique fédérale et la nécessité d'organiser également des élections fédérales le 7 juin 2009" (n° 317)
01.01 Peter Vanvelthoven (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, ik onderneem vandaag een laatste poging om een beroep te doen op uw gezond verstand. U weet dat niet alleen de leden van mijn partij, maar velen in de Wetstraat heel wat voordelen zien in het laten samenvallen van de verschillende verkiezingen, zeker op dit moment. Ik meen dat u daartoe eigenlijk zelf de aanzet heeft gegeven.
Waarom zeg ik dat? Omdat u een kleine maand geleden, voor het paasreces, heeft aangekondigd dat uw regering niet zinnens is om nog voor de verkiezingen in vijf belangrijke dossiers nog beslissingen te nemen. U noemde het speerpunten, werven, als ik me niet vergis. Het gaat over de begroting, wat niet onbelangrijk is in economisch moeilijke tijden. Het gaat over de staatshervorming, over Brussel-Halle-Vilvoorde, kernenergie en asiel en migratie. Ik heb zelfs ergens gelezen dat u in een of ander interview zei dat u eigenlijk al wist op de dag dat u de eed aflegde, dat er voor de verkiezingen toch niets ernstigs en belangrijks meer kon worden gerealiseerd.
Nochtans – u verwijst er ook dikwijls naar en er werd naar verwezen toen de regering Van Rompuy in de steigers werd gezet – was er sprake van of het niet aangewezen zou zijn om tijdelijk een aantal belangrijke beslissingen te nemen, onder meer inzake Fortis, de regering tijdelijk te laten werken, maar toch naar gezamenlijke verkiezingen te gaan op 7 juni. Toen was het grote argument dat de economische crisis van die aard was dat we het ons niet konden permitteren om zonder regering te vallen. Vandaar toch mijn verbazing toen u kort geleden zei dat u sowieso niets zou beslissen tijdens de volgende periode en dat u dat eigenlijk al wist de dag waarop u de eed als eerste minister aflegde.
Ik moet u de economische onweerswolken niet herhalen. Recent heeft het IMF de groeivertraging nog wat ernstiger en nog wat dramatischer ingeschat. Het begrotingstekort zal ook nog een stuk hoger liggen dan zoals in uw begroting ingeschreven.
Wij beginnen morgen met de bespreking van de begrotingscontrole. Ook de cijfers van de begrotingscontrole blijken volgens het Rekenhof vandaag al niet meer te kloppen.
Het voorgaande zijn allemaal gegevens om aan te geven dat het belangrijk is dat wij een regering hebben die ook beslissingen wil nemen.
Mijnheer de voorzitter, ik zal heel kort ingaan op de vijf werven of dossiers die de eerste minister voor het najaar van 2009 heeft aangekondigd. Zij zijn alle vijf immers voorbeelden die tot de conclusie zouden moeten leiden dat het beter is om in het najaar van 2009 te starten met een regering die geen twee maar minstens vier jaar het land zou kunnen besturen.
Over de staatshervorming kunnen wij vrij kort zijn. Wij hebben ter zake nauwelijks stappen vooruitgezet. U herinnert zich – u was toen nog Kamervoorzitter – dat onder de regering-Leterme over een eerste fase van de staatshervorming, die nog door Verhofstadt in gang was gezet, is onderhandeld. Mijn partij heeft trouwens heel loyaal aan de onderhandelingen meegewerkt. De heer Vande Lanotte heeft er veel tijd en energie in gestoken.
De onderhandelingen hebben geleid tot een conclusie en een compromis. Alleen is het bedoelde, politieke compromis nooit in het Parlement geraakt. De Raad van State heeft er opmerkingen over gemaakt. Daarna heeft de regering – ik spreek over een jaar geleden – de violen niet meer kunnen gelijkstemmen. Het gevolg is dat de federale regering – in het federale Parlement zal de staatshervorming nochtans moeten worden goedgekeurd – heeft gezegd de staatshervorming niet meer te willen ontwikkelen. U hebt ondertussen ook al herhaald dat het niets meer voor u was. De ontwikkeling zal nu in een dialoog van Gemeenschap tot Gemeenschap moeten gebeuren. Voornoemde dialoog tussen de Gemeenschappen is ondertussen ook al stopgezet.
Inzake staatshervorming staan wij dus na twee jaar nergens. Ik herinner mij heel klaar en duidelijk dat uw vice-eerste minister Reynders maanden geleden al toegaf dat wij vóór de regionale verkiezingen geen doorbraak in de staatshervorming moesten verwachten.
Voor het dossier Brussel-Halle-Vilvoorde geldt hetzelfde. De vijf minuten politiek moed waarover ter zake altijd is gesproken, is bij een belofte gebleven. Mijnheer de eerste minister, uw partij wist trouwens dat voornoemde belofte niet haalbaar zou zijn. Brussel-Halle-Vilvoorde is niet gesplitst, niet in 2007 noch in 2008 en dat zal evenmin in 2009 gebeuren. Ook op dat vlak verbaast het mij dat alles stilligt. Er is een werkgroep opgestart. Uw partij heeft beslist uit de werkgroep te stappen. Dat betekent dus dat er ook over Brussel-Halle-Vilvoorde geen dialoog meer is.
Een van de grote punten van kritiek op premier Leterme toen hij in 2007 de publieke opinie, de kiezers een snelle staatshervorming en een doorbraak beloofde inzake Brussel-Halle-Vilvoorde, was precies dat hij dat niet had voorbereid, dat hij voor de verkiezingen te weinig contact had gehad met de Franstaligen aan de andere kant van de taalgrens.
Als het deze regering ernstig is om in het najaar naar een doorbraak in dit dossier te gaan, zou ik verwachten dat men dat dossier voorbereidt. Het enige wat ik echter vaststel, is dat de dialoog in die twee dossiers helemaal is stilgelegd, vooral door leden van uw partij. Minister-president Peeters heeft de gemeenschapsdialoog beëindigd en uw partij is uit de werkgroep inzake Brussel-Halle-Vilvoorde gestapt. Er wordt vandaag niet meer gepraat.
Morgen beginnen wij met de bespreking van de begrotingscontrole. Als ik het Rekenhof mag geloven, lijkt de gemakkelijkste begrotingscontrole ooit, zoals u of een van uw ministers ze heeft genoemd, in de economisch moeilijkste tijden ooit, ook nergens op. De cijfers kloppen langs geen kanten. We weten na twee jaar waarom dat het geval is. Deze regering geraakt het daarover niet eens. Deze regering geraakt het nergens over eens. U geraakt het niet eens over de centen en dan wordt maar de gemakkelijkste begrotingscontrole ooit gemaakt, die er niet eens in slaagt om de status van vandaag weer te geven en die er rooskleuriger uitziet dan het werkelijk het geval is. Uw voorganger Yves Leterme heeft herhaaldelijk gezegd dat hij met ernstige begrotingen zou komen, gebaseerd op ernstige parameters. Enkele weken geleden zei u dat het niet voor nu zou zijn, maar voor het najaar. U hebt al aangekondigd dat het begrotingsevenwicht er pas zal zijn tegen 2015, dus niet meer voor uw regering, noch voor de regering daarna.
Nu komt u ons vertellen dat deze regering dan toch beslissingen zal nemen in het najaar.
Voorts belooft de paarse regering al gedurende twee jaar een uitstap uit de kernenergie. Ik weet dat uw partij naar de verkiezingen is gegaan met het plaatsen van een vraagteken achter die beslissing. Sedertdien weten wij al twee jaar lang niet wat er zal gebeuren. Zal die uitstap uit de kernenergie, zoals destijds werd beslist, nu al dan niet doorgaan? Uw regering laat dit voortdurend in de lucht hangen en dat is natuurlijk niet goed willen wij een keuze maken voor alternatieve energievormen. Ondernemingen die daar sterk in zijn, moeten immers kunnen voelen waar deze regering en dit land naartoe wil. Ook daar blijft u met uw regering mist spuien. U zegt nu weer dat in het najaar de knoop zal worden doorgehakt.
Asiel en migratie zijn volgens mij voldoende aan bod gekomen. Minister Turtelboom stuurt op dat vlak voortdurend verwijten in de richting van de ministers Milquet en Arena. Een van uw vice-eerste ministers, minister Onkelinx, heeft op een bepaald moment zelfs uw hulp ingeroepen. Het was goed om begin januari, na anderhalf jaar, eindelijk te hopen op een doorbraak. U heeft begin maart publiekelijk gezegd dat u op het vlak van asiel en migratie vóór de verkiezingen van 7 juni nog een doorbraak zou forceren. Drie weken later kwam u met de omgekeerde boodschap toen u zei dat er vóór de verkiezingen niets meer zou worden beslist.
Waarom al die voorbeelden, premier? Ik wil hiermee eigenlijk aangeven dat het land na de vorige verkiezingen twee jaar in stilstand is gebracht. Heel de tijd leven wij ook al met een zwaard van Damocles boven ons hoofd, namelijk de verkiezingen die er zitten aan te komen. De verkiezingen hebben ertoe geleid dat de politici en de partijen in uw regering het niet aandurfden om bepaalde beslissingen te nemen. Niet alleen ik zeg dit want dit is ondertussen zowat overal geweten. Het zijn de nakende verkiezingen die uw regering en de regering-Leterme ervan weerhouden hebben om de noodzakelijke beslissingen te nemen voor het land. U verwijst nu zelf al die belangrijke dossiers naar het najaar.
Mijn vraag heeft natuurlijk een politiek karakter, maar het is ook een oprechte vraag. Als u ervan overtuigd bent dat er pas in het najaar echte beslissingen kunnen worden genomen, is het dan niet veel beter om dit te doen met een nieuwe regering die vervolgens vier jaar de tijd heeft om die beslissingen effectief uit te voeren, in plaats van opnieuw in hetzelfde schuitje terecht te komen? Wij zitten dan immers opnieuw op minder dan twee jaar van de volgende verkiezingen en ik zie echt niet in hoe de vijf partijen uit de federale regering, die twee jaar lang niets hebben kunnen beslissen omdat er binnen een termijn van twee jaar verkiezingen zaten aan te komen, na het zomerreces plots wel binnen een termijn van twee jaar beslissingen zouden kunnen nemen.
Ik meen dat we allemaal weten dat zoiets niet zal gebeuren. Het belang van het land hoger stellende dan het belang van de regeringspartijen, lijkt het mij op dit ogenblik zeker belangrijk om de verkiezingen te laten samenvallen. Op die manier hebben we nieuwe regionale regeringen die voor vijf jaar gerust zijn en grondig werk kunnen leveren. Op die manier hebben we ook een federale regering die gedurende vier, of voor mijn part vijf, jaar de rust kent om belangrijke beslissingen te nemen in plaats van nog maar eens verkiezingen tegemoet te gaan.
Wij moeten vermijden om in de toekomst van de ene verkiezing naar de andere te hollen. Ik heb politici en vooraanstaande politici van alle politieke partijen daarvoor vandaag horen pleiten. Er is maar een reden waarom zulks niet zou gebeuren, met name dat deze regeringspartijen bang zijn voor de kiezer. Bent u niet bang voor de kiezer en bent u van mening dat uw partij en uw regering de voorbije twee jaar hebben gedaan wat zij moesten doen, dan is het nu tijd om aan de kiezer in alle oprechtheid en in het belang van het land een verlenging van uw mandaat te vragen.
Vandaar onderneem ik vandaag een laatste poging, mijnheer de eerste minister, om er met goede argumenten voor te pleiten dat deze regering en de meerderheid die deze regering ondersteunt, het belang van het land hoger zou inschatten dan het partijbelang van de regeringspartijen, dat men zou beslissen om deze regering vandaag te laten eindigen en dat men op 7 juni federale verkiezingen zou organiseren.
Mijnheer de eerste minister, wat is uw standpunt ter zake en kunt u ervan worden overtuigd om de voorgestelde richting uit te gaan?
01.02 Eerste minister Herman Van Rompuy: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, bij mijn aantreden – mijn onverwachte aantreden trouwens – eind december van vorig jaar, heb ik effectief gezegd: beoordeel ons niet binnen twee maanden, beoordeel ons in 2011. Ik heb dat niet alleen in een recent interview gezegd maar van meet af aan, omdat ik wist dat de eerste maanden door allerhande omstandigheden moeilijk zouden zijn. Ik moet dus niets terugnemen van wat ik vanaf de eerste dag heb gezegd.
Wil dat zeggen dat men in de periode tot de verkiezingen van 7 juni niets zou doen? Neen. Wij hebben al een en ander uitgevoerd. Het interprofessioneel akkoord is gesloten. Ik heb vorige donderdag in de Kamer gezegd dat het de eerste keer is dat men in crisistijd een interprofessioneel akkoord heeft gesloten. Ik moet in mijn herinneringen teruggaan – en u weet dat ik een goed geheugen heb, althans op dat vlak – tot 1981, en toen was het interprofessioneel akkoord twee maanden later, door de economische crisis van toen, reeds voorbijgestreefd.
Zowel in de jaren ’70, als in de cruciale jaren na de devaluatie van 1981, als in 1993 – een periode die u goed hebt gekend– is er geen enkel interprofessioneel akkoord gesloten in een periode van recessie. Nu heeft men dat wel gedaan. Ik vond het een budgettair duur akkoord, en ik heb dat nooit verborgen. Achteraf bekeken prijs ik ons en het hele land evenwel gelukkig dat wij die periode van sociale vrede kennen. Hadden wij in de crisis die wij nu kennen dezelfde sociale turbulenties gekend als in Frankrijk, dan meen ik dat de crisis nog veel sterker zou zijn geweest.
Kortom, wij hebben het IPA uitgevoerd. Dat vroeg heel wat wettelijk werk. Wij hebben ook het relanceplan uitgevoerd, dat gedeeltelijk samenvalt met het IPA. Daar stonden belangrijke maatregelen in, onder andere op fiscaal vlak. Ik denk onder meer aan de vermindering van de btw op woningen, die trouwens in de sector tot een weldoende ondersteuning van de activiteiten heeft bijgedragen. Die maatregel heeft ertoe bijgedragen dat de sector door de crisis niet verder in elkaar zakte.
Als ik de optelling maak van wat in de regionale regeringen is gebeurd en wat in de federale regering is gebeurd, zijn alle zogenaamde relance-inspanningen volgens de allerlaatste cijfers van de Nationale Bank ongeveer zo groot als 0,9 procent van het bbp. Dat is appreciabel en vooral voorzichtig. Het is voorzichtig omdat wij zoals u weet een hoge schuld hebben en een hoog tekort door de crisis en wij geen enkel risico willen nemen. In andere landen neemt men veel grotere risico’s. Dat moet men elk voor zich uitmaken. In Groot-Brittannië gaat men tot een tekort van 11 à 12 procent, in de Verenigde Staten tot 12 procent. Dat doen wij helemaal niet. Wij hebben in onze begroting de effecten van de crisis ondergaan en wij hebben een relanceprogramma dat voor alle overheden samen ongeveer zo groot is al 0,9 procent daaraan toegevoegd. Ik denk dat dit verstandig beleid is. Indien wij niets doen, dan is het ook om niet meer uit te geven. Men verwart heel dikwijls politieke activiteit met meer geld uitgeven. Ik ga daar straks nog op terugkomen. Wat ogenschijnlijk immobilisme is, wat ogenschijnlijk non policy is, is eigenlijk – niet altijd – regelmatig wijs beleid omdat men een voorzichtige houding aanneemt. Wij hebben op dat vlak zowel het IPA als het relanceprogramma uitgevoerd.
We hebben nu ook een stabiliteitprogramma opgemaakt voor de volgende jaren. Dat moesten wij doen. Wij hadden dat al moeten doen in november maar dat is door omstandigheden niet gelukt. Met het toenmalige stabiliteitsprogramma – u zult zich dat herinneren want uw partij was toen nog in de regering, iets waaraan ik trouwens goede herinneringen heb – hebben wij in de jaren 1990 op zes jaar tijd het begrotingstekort verminderd van ongeveer 7,5 procent tot ongeveer een evenwicht. Als ik de echte begroting bekijk, het primair overschot, dan hebben wij dat verhoogd met ongeveer 3,5 punt in een periode van zes jaar. Dat is eigenlijk waar we op dit ogenblik voor staan. Net hetzelfde, in geen gemakkelijker omstandigheden dan toen. Het is hetzelfde, namelijk in een periode van zes jaar gaan van een tekort van ongeveer 3 à 4 procent naar een evenwicht. De globale inspanning is net van dezelfde orde van grootte, ongeveer 4 procent van het bbp, als in de jaren ’90. Dat hebben wij ingediend bij de Europese Commissie en wij wachten de reactie van de Commissie op dat vlak af.
Op het vlak van de begroting, zoals ik daarnet zei, hebben wij de gevolgen van de crisis ondergaan en de relance, maar wij hebben alle andere uitgaven, buiten degene die onmiddellijk op de crisis betrekking hebben, gehouden binnen heel strakke limieten. De begrotingscontrole is een oefening, het is geen opmaak van een nieuwe begroting; het is een oefening om ervoor te zorgen dat wij blijven binnen de oorspronkelijk afgesproken en zeer matige stijging van de uitgaven, federaal en voor de sociale zekerheid.
Zeggen dat er niets is gebeurd, is totaal ten onrechte. Soms heb ik de indruk dat ik reeds drie jaar eerste minister ben, terwijl ik het slechts drie maanden ben. Men heeft een verwachtingspatroon opgebouwd, waarvoor ik zeker niet verantwoordelijk ben, want als ik één ding niet in mij heb, dan is dat het creëren van verwachtingen. Dat is zo ongeveer het understatement van het jaar.
Ik kom tot de vijf punten die u hebt aangehaald. Ik ga niet zeggen dat u op die punten helemaal ongelijk hebt. Wat de staatshervorming betreft – dat is ook een publiek geheim – had ik liever een andere aanpak gewenst van bij het begin. Dat is echter het verleden. Wat heeft het voor zin dat ik dat op mijn hoed zou schrijven?
Ik moet echter ook vaststellen dat aan de laatste gemeenschapsdialoog een einde is gesteld door de Vlaamse regering, met goede argumenten wellicht, maar ook de sp.a was tot die conclusie was gekomen. Het is niet zo dat de heer Peeters zelf heeft beslist om een einde te stellen aan de gemeenschapsdialoog. Dat is met heel de Vlaamse regering gebeurd.
Wat Brussel-Halle-Vilvoorde betreft, uw partij heeft zelf nog pogingen ondernomen in 2005; u weet hoe moeilijk dat probleem is. Wij zitten nu in een fase voor verkiezingen en u zult het met mij eens zijn dat dit niet het beste klimaat is om die zaak aan te pakken. Trouwens, toen het compromis mislukte in 2005, u zat toen in de regering, heeft het argument dat er in 2007 verkiezingen waren, ook meegespeeld om het dossier niet voort te zetten na de mislukking van de onderhandelingen in de toenmalige meerderheid.
Ik kom aan de kernenergie. Men heeft een rapport gevraagd aan deskundigen. Dat komt toe in juni. Dat wordt besproken in een aantal belangrijke instellingen, onder meer de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling. Heel die procedure van maatschappelijk debat eindigt in oktober. Dat is vastgelegd bij een koninklijk besluit. Ik heb dat geërfd. Ik voer dat uit. Die kalender is dezelfde kalender als deze die is naar voren geschoven in het KB dat ondersteuning gaf aan de vraag om een rapport te kunnen hebben.
Wat de begroting betreft, wij hebben daarover al gesproken. Wij hebben een houding aangenomen, zoals alle andere Europese landen, waarbij wij de automatische stabilisatoren laten spelen, daaraan een stuk relance toevoegen en het voor 2009 laten zoals het is. In sommige landen, onder meer in Nederland, zal men ook in 2010 de toestand laten zoals hij is, met automatische stabilisatoren en een relanceprogramma, omdat men vindt dat men zelfs in 2010 geen saneringsmaatregelen kan treffen, omdat die zouden wegen op de economische activiteit en de werkloosheid nog zouden vergroten.
Ik zoek niet voor elk onderwerp naar verontschuldigingen. Elk onderwerp heeft evenwel zijn eigen achtergrond en zijn eigen verleden. In een aantal van die domeinen zijn er goede redenen om te zeggen dat wij die in de tweede helft van het jaar zullen aanpakken.
U spreekt soms scherp, maar vriendelijk, over daadkracht en beslissingen nemen. Welnu, de gemakkelijkste houding is een houding waarbij men zaken op hun beloop laat. Ik heb moeten vaststellen dat in 2007 het structureel tekort – ik kan daar niets aan doen – van de begroting 1,7 procent van het bruto binnenlands product was. Het gaat over zes miljard euro. Het primair overschot is gedaald, van 1999 tot 2007, met 3,5 procent. Dat is ongeveer het getal dat wij nu moeten zoeken. Ik kan daar niets aan doen. Ik kan er niet omheen. Ik kan alleen maar vaststellen dat het zo is.
Ik heb daarnet al gezegd dat een geheugen hebben in de politiek een heel slechte zaak is. Ik raad u af om dat te hebben.
01.03 Peter Vanvelthoven (sp.a): (…) de jaren ’70 en ’80.
01.04 Eerste minister Herman Van Rompuy: Ik zal nog iets dichter komen. De toenmalige minister van Begroting - ik moet daarvoor niet eens aan medewerkers opzoekingen vragen - de heer Vande Lanotte, pleitte in 2005 sterk voor een deficit. Er was een rapport van de Nationale Bank waarin stond dat er 1,5 miljard bespaard moest worden. Hij zei dat dit eigenlijk de moeite niet was en hij pleitte voor het doorbreken van het taboe van het evenwicht. Er moest een deficit komen. Ik zal u zijn verklaring geven.
Weet u wat de economische groei in dat jaar was? Hij sprak in 2005, over de begroting van 2006. De economische groei bedroeg 3 procent. Hij pleitte voor een deficit. Nu hebben wij –3 procent. Dat er nu een deficit is, is bijna niet meer dan normaal. Ik kijk naar wat er in de ons omringende landen gebeurt, en ik ben ervan overtuigd dat saneren in de periode van de grootste recessie van na de oorlog de crisis verhevigt.
Verwar daadkracht dus alstublieft niet met meer geld uitgeven, want dat heeft men al te lang gedaan.
Als het dan toch over het belang van het land gaat, vraag ik mij af of ons land er belang bij zou hebben om nu verkiezingen te organiseren, zonder dat het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde is gesplitst. Zou het land belang hebben bij ongrondwettelijke verkiezingen, met alle chaotische toestanden die daaruit zouden voortvloeien? Zou het land er belang bij hebben om in volle economische crisis een communautair geladen discussie te voeren? Zou het land er belang bij hebben, in de huidige economische crisis, om na die verkiezingen in maandenlange regeringsonderhandelingen verzeild te raken? Dat zou er dan gebeuren, en dan weet ik nog niet eens wat het resultaat daarvan zou zijn.
Ik denk dat het land er geen belang bij heeft om op federaal vlak vervroegde verkiezingen te houden. Dat gaat niet alleen over het partijbelang. Ik zou zelfs zeggen dat het mijn persoonlijk belang was om in de Kamer te blijven. Ik zat daar goed en graag. Ik kreeg zelfs de steun van veel collega’s uit meerderheid en oppositie. Dat heeft nu geen belang meer. Het is mijn overtuiging dat ons land er effectief geen belang bij heeft om in deze periode communautair gekleurde verkiezingen te houden – dan druk ik mij nog voorzichtig uit – en daarna een lange periode van crisis door te maken, nadat we die reeds, om allerhande redenen, in 2007 en een gedeelte van 2008 hebben gehad.
Ik ben ervan overtuigd dat wij na de verkiezingen effectief de nodige maatregelen zullen nemen, omdat wij ze moeten nemen. Er is geen alternatief.
Ik ben ervan overtuigd dat door de druk van de feiten en de dynamiek die zal ontstaan na de regionale verkiezingen, die sense of urgency, die er de voorbije jaren misschien wat te weinig is geweest, zeker op sociaaleconomisch en budgettair vlak in alle kracht zal terugkomen.
Zoals ik reeds heb gezegd, zult u ons moeten beoordelen in 2011. Dat duurt nog wel even, maar dat heb ik drie of vier maanden geleden al gezegd en ik blijf daarbij. Alle gewone procedurele alternatieven zijn alternatieven die ons verder van huis brengen.
De verwijten die ik hoor, zijn onterecht omdat wij op een aantal terreinen wel degelijk belangrijke beslissingen hebben genomen, en als ze niet als belangrijk konden doorgaan, was dat perfect verantwoordbaar. Ik heb dat zelfs in het heel recente verleden niet gezien. Men verwijt ons nu iets wat men zelf nooit tot stand heeft kunnen brengen. Ik zal niet doen zoals een van uw voorgangers heeft gedaan, met name het alternatief van de Vlaams socialisten vergelijken met een wit blad. Ik heb veel zin om dat te doen, maar ik zal het niet doen.
01.05 Peter Vanvelthoven (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, ik ben blij dat u verwijst naar het alternatief van sp.a. Ik weet niet meer precies waar ik het heb gelezen, misschien was het in Trends, niet direct het sp.a militantenblad, maar de minister die het best scoorde, was een socialist in de Vlaamse regering. Als ik het heb over het alternatief van sp.a …
01.06 Eerste minister Herman Van Rompuy: Ik moet uw eerste saneringsmaatregel nog altijd horen.
01.07 Peter Vanvelthoven (sp.a): We zijn uitgebreid tussenbeide gekomen over de bankencrisis.
01.08 Eerste minister Herman Van Rompuy: Dat gaat niet over sanering.
01.09 Peter Vanvelthoven (sp.a): U hebt daarnet gezegd dat relance meer is dan centen uitgeven.
01.10 Eerste minister Herman Van Rompuy: U hebt tegelijkertijd gepleit voor relance en voor sanering. Dat is moeilijk.
01.11 Peter Vanvelthoven (sp.a): Dat is perfect combineerbaar.
01.12 Eerste minister Herman Van Rompuy: Leg mij eens uit hoe dat gaat!
01.13 Peter Vanvelthoven (sp.a): Er zijn posten waarop men kan saneren. Er zijn ook realisaties mogelijk zonder een cent uit te geven.
01.14 Eerste minister Herman Van Rompuy: Dat is hier en daar mogelijk. Volgens de heer Crombez moeten we op twee jaar tijd anderhalf bbp-punt relanceren. Hier passen geen tijdelijke en punctuele maatregelen. Het gaat om bijna tien miljard euro. Leg mij eens uit hoe men dat met tijdelijke maatregelen kan oplossen.
01.15 Peter Vanvelthoven (sp.a): Ik weet niet waar u die uitspraken vandaan haalt.
01.16 Eerste minister Herman Van Rompuy: Ik zal u het interview geven. Ik heb het zelfs herlezen.
01.17 Peter Vanvelthoven (sp.a): Ik heb het ook drie keer gelezen omdat het voortdurend in de debatten van CD&V terugkomt. Crombez heeft terecht gezegd dat er twee zaken zijn: ten eerste, de begroting op orde hebben. Met alle respect. U kan gemakkelijkheidshalve verwijzen naar een verder verleden maar onder uw voorganger Yves Leterme is er van een begroting op korte termijn ook niet veel in huis gekomen. Ik herinner mij de veelvuldige interpellaties aan uw vice-eerste minister, minister van Financiën Didier Reynders, die de inkomsten zo ongelooflijk overschatte…
01.18 Eerste minister Herman Van Rompuy: Dat was tijdens de periode dat uw partij deel uitmaakte van de regering. Ik zal er u lichtjes aan herinneren.
01.19 Peter Vanvelthoven (sp.a): U mag mij daaraan herinneren. Maar in de periode dat wij in de regering zaten was het zo dat wij in ieder geval de ramingen van onze eigen diensten overnamen. Didier Reynders ging er met 800 miljoen over en wilde die vervolgens besteden. Dat is een deel van het probleem.
01.20 Eerste minister Herman Van Rompuy: Er is eens een fout van 800 miljoen geweest.
01.21 Peter Vanvelthoven (sp.a):Daar wil ik het eigenlijk niet over hebben.
01.22 Eerste minister Herman Van Rompuy: Maar best ook.
01.23 Peter Vanvelthoven (sp.a): U maakt een vergissing door telkens te verwijzen naar uw eigen uitspraak: u mag mij niet binnen drie maanden beoordelen maar wel in 2011.
Dat gaat natuurlijk op voor de eerste minister zelf, maar de regering met de vijf partijen die een hele tijd samen de regering uitmaken – een tijd met Verhofstadt, een tijd met Leterme, een tijd met Van Rompuy met dezelfde partijen en vrijwel dezelfde ministers – is toch al langer bezig dan drie maanden. Wij mogen toch wel even nadenken over de resultaten daarvan.
Ik begrijp dat u ook kritiek hebt op de periode voor u. U hebt die kritiek ook niet gespaard. U zegt dat u alleen telt vanaf u aan het roer staat. Ik begrijp uw standpunt, maar in die redenering zou dat betekenen dat, als wij over een anderhalf jaar een nieuwe premier krijgen, hij kan zeggen dat hij slechts drie maanden de tijd heeft gekregen tot de nieuwe verkiezingen en dat hij niet kan worden beoordeeld. Zo werkt het natuurlijk niet.
U had het over BHV. Dat ligt inderdaad stil. Dat is geen gemakkelijk oefening. Onder Paars hebben wij inderdaad een poging gedaan. Ik denk dat wij toen heel wat dichter bij een akkoord stonden dan de afgelopen twee jaar.
U hebt gezegd dat dit in 2005 niet is kunnen doorgaan. Dat klopt natuurlijk wel, maar de paarse regering heeft toen ook gezien dat dit voor de verkiezingen van 2007 niet zou lukken. Daar zat twee jaar tussen. Dat is precies mijn argument. Als u in het najaar opnieuw begint, zult u minder als twee jaar de tijd hebben.
Wij hebben toen een realistische inschatting gemaakt van wat politiek haalbaar was. Uw regering heeft twee jaar het land bestuurd. De grootste belofte van CD&V, de splitsing van BHV, hebt u in die twee jaar niet kunnen realiseren. Waar haalt u het idee dat dit wel zou kunnen de volgende twee jaar?
Men heeft daar meer tijd voor nodig, dat dossier moet voorbereid worden. Dat is vandaag niet gebeurd. Als we over Brussel-Halle-Vilvoorde praten, hebt u het over het belang van het land. U kunt het land toch niet opzadelen met federale verkiezingen die eigenlijk ongrondwettelijk zijn.
01.24 Eerste minister Herman Van Rompuy: De ongrondwettelijkheid werd gecreëerd door de wijziging van de kieswet in 2003. Men heeft een hervorming gedaan die totaal ongrondwettelijk was.
01.25 Peter Vanvelthoven (sp.a): Er moet dus een wijziging komen. We moeten de wetgeving wat dat betreft wijzigen.
01.26 Eerste minister Herman Van Rompuy: Wij moeten uw vergissing rechtzetten, dat is juist.
01.27 Peter Vanvelthoven (sp.a): Ik denk dat het niet alleen mijn vergissing was of de vergissing van mijn partij. Vier van de vijf partijen die nu in uw regering zitten, uw zusterpartij cdH inbegrepen, hebben dat toen beslist. U moet dus niet zeggen dat het destijds mijn beslissing was. Het was een beslissing die politiek gesteund en goed gemotiveerd was maar blijkbaar ongrondwettelijk.
Als ongrondwettelijke verkiezingen uw argument vormen, dan zullen er hier een paar beginnen dromen. We kunnen dan nooit meer naar verkiezingen gaan en dan zijn diegenen die hier zitten en de 150 die in de grote zaal zitten heel blij dat ze voor de rest van hun leven in het Parlement zitten. Ze hebben er dan natuurlijk geen enkel belang bij om aan die wetswijziging verder te werken.
Premier, ik besluit. Het zou goed zijn geweest als de nieuwe regering vier jaar de tijd had genomen. Dat zou de rust gebracht hebben die we nodig hebben om zoals u terecht zegt belangrijke beslissingen voor het land te nemen. Ik ga daar voor honderd procent mee akkoord. Het zou beter zijn als we dat konden doen met vier jaar voor ons in plaats van slechts twee jaar. We hebben de afgelopen twee jaar gezien dat die termijn tussen twee verkiezingen jammer genoeg maakt dat er gewoon niet kan worden beslist over zaken. Dat is jammer. Een klein bijkomend voordeel als we naar verkiezingen zouden gaan is dat uw regering dan in lopende zaken zou gaan. Dat is in ieder geval al beter dan in stilstaande zaken.
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een motie van wantrouwen werd ingediend door de heer Peter Vanvelthoven en luidt als volgt:
“De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Peter Vanvelthoven
en het antwoord van de eerste minister,
zegt haar vertrouwen in de regering op."
Une motion de méfiance a été déposée par M. Peter Vanvelthoven et est libellée comme suit:
“La Chambre,
ayant entendu l’interpellation de M. Peter Vanvelthoven
et la réponse du premier ministre,
retire sa confiance au gouvernement.“
Een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Josy Arens, Michel Doomst, André Frédéric en Dirk Vijnck.
Une motion pure et simple a été déposée par MM. Josy Arens, Michel Doomst, André Frédéric et Dirk Vijnck.
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
La réunion publique de commission est levée à 16.04 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.04 uur.