Commissie voor de Justitie

Commission de la Justice

 

van

 

dinsdag 10 maart 2009

 

Namiddag

 

______

 

 

du

 

mardi 10 mars 2009

 

Après-midi

 

______

 

 


De vergadering wordt geopend om 14.08 uur en voorgezeten door mevrouw Mia De Schamphelaere.

La séance est ouverte à 14.08 heures et présidée par Mme Mia De Schamphelaere.

 

01 Vraag van mevrouw Katia della Faille de Leverghem aan de minister van Justitie over "het opnemen van de naam van de meemoeder op de geboorteakte van een kind dat geboren wordt binnen een lesbische relatie na kunstmatige inseminatie" (nr. 11649)

01 Question de Mme Katia della Faille de Leverghem au ministre de la Justice sur "l'inscription du nom de la co-mère sur l'acte de naissance d'un enfant né d'une relation lesbienne après insémination artificielle" (n° 11649)

 

01.01  Katia della Faille de Leverghem (Open Vld): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ingevolge een nieuwe wet die op 6 april 2009 in het Verenigd Koninkrijk in werking treedt, kunnen Britse lesbiennes die kinderen krijgen via kunstmatige bevruchting, de naam van hun partner laten vermelden op de geboorteakte van hun kinderen. Voor lesbische koppels zal de vermelding van de meemoeder op de geboorteakte automatisch gebeuren. Alleenstaande vrouwen krijgen echter de keuze om de naam van de tweede ouder te laten noteren, uiteraard wanneer die tweede ouder zich daarmee akkoord verklaart. De opgegeven tweede ouder heeft hierdoor enkele wettelijke verplichtingen, waaronder de potentiële plicht om financieel bij te dragen in de opvoeding van het kind. De maatregel stuit ook op kritiek, omdat geboorteaktes niet langer een weergave zullen zijn van de genetische evolutie van de geboorte.

 

Ook in ons land stelt het probleem van de erkenning van het kind door lesbische meemoeders zich. Het Britse voorbeeld kan mogelijk bijdragen tot een oplossing. Ik kreeg dan ook van de staatssecretaris graag een antwoord op de volgende vragen.

 

Hebt u reeds kennis genomen van bovengenoemd wetsvoorstel in het Verenigd Koninkrijk? Kan dit wetsvoorstel bijdragen tot een oplossing voor het probleem van de erkenning van kinderen door lesbische meemoeders opdat ook zij als volwaardige ouder voor hun kinderen worden beschouwd? Welke eventuele problemen ziet de staatssecretaris in de toepassing van dit wetsvoorstel op de Belgische situatie? Zult u op basis van het Britse voorbeeld een concreet voorstel uitwerken om tegemoet te komen aan dit probleem? Zo ja, welke timing zult u hanteren? Zo nee, welk alternatief stelt u voor?

 

01.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mevrouw de voorzitster, mevrouw della Faille, ik zal een antwoord geven op de vier vragen.

 

Op 6 april 2008 treedt in het Verenigd Koninkrijk part two van de Human Fertilization and Embryology Act 2008 in werking. Section 42 van die wet bepaalt dat als een vrouw, op het ogenblik van de medisch begeleide voortplanting, partij was in een civil partnership, de andere partner van het civil partnership beschouwd zal worden als de ouder van het kind, tenzij bewezen is dat deze niet heeft toegestemd in de medisch begeleide voortplanting. Sections 43 and 44 voorzien in een regeling wanneer er geen vader is en geen andere vrouw die ouder is op basis van section 42.

 

In dat geval kan een andere vrouw beschouwd worden als een ouder, agreed female partnerhood.

 

Section 48 bepaalt dat een persoon die op basis van de voorgaande regels beschouwd moet worden als moeder, vader, of ouder van het kind, wettelijk als moeder, vader of ouder van het kind beschouwd moet worden voor alle doeleinden.

 

De Belgische wetgever heeft in 2003 – daarmee geef ik een antwoord op uw tweede vraag – reeds een duidelijke keuze gemaakt door de invoering van een artikel 143, 2de lid, van het Burgerlijk Wetboek, dat bepaalt dat, indien een huwelijk werd aangegaan tussen personen van hetzelfde geslacht, artikel 315 van het Burgerlijk Wetboek niet van toepassing is. Het vermoeden van vaderschap is aldus expliciet uitgesloten bij homoseksuele huwelijken. Het huwelijk tussen personen van hetzelfde geslacht heeft dan ook geen afstammingsrechtelijke gevolgen. De wetgever oordeelt daarbij dat het van rechtwijze verbinden van afstammingsrechtelijke gevolgen aan een huwelijk tussen twee personen van hetzelfde geslacht tot te grote abstractie van de werkelijkheid zou leiden.

 

De parlementaire werkzaamheden halen het voorbeeld aan van twee vrouwen die met elkaar huwen, en de geboorte van een kind binnen dat huwelijk. Het kind stamt met zekerheid niet af van de beide vrouwen.

 

De wetgever meende dat, om dan toch aan te nemen dat een kind door afstamming in familierechtelijke betrekking staat tot beide vrouwen, dat een te grote abstractie van de werkelijkheid zou zijn. Het gaat dan niet meer om weerlegbare vermoedens maar om ficties. De afstand tussen werkelijkheid en recht zou daardoor te groot worden.

 

Wat uw derde vraag aangaat, kan ik het volgende antwoorden. Wat het ouderschap van holebi’s betreft, heeft de wet van 18 mei 2006 de mogelijkheid ingevoerd voor personen van hetzelfde geslacht om te adopteren. Tijdens het parlementaire debat daarover waren er drie opties: ingrijpen via de afstammingswetgeving, de invoering van het zorgouderschap en de adoptie.

 

Er werd niet geopteerd voor de afstammingswetgeving, onder meer omdat men ook werkte aan de hervorming van het afstammingsrecht. Tijdens de vorige legislatuur heeft de subcommissie familierecht die twee dossiers bijna op hetzelfde moment, althans tijdens dezelfde legislatuur, behandeld.

 

Meemoederschap zou een te grote juridische fictie vormen en men heeft geopteerd voor de meer coherente oplossing van de adoptie, namelijk een reeds bestaande kunstmatige afstammingsband. De keuze van de commissie was dus adoptie in plaats van zorgouderschap of afstammingswetgeving.

 

Door het kind te adopteren kunnen lesbische meemoeders in België vandaag dan ook als volwaardige ouder van het kind worden beschouwd. Nogmaals, adoptie is het creëren van een afstammingsrecht. Dat was de bedoeling van de vorige wetgever tijdens de vorige legislatuur, al was ik toen alleen maar een lid van het Parlement.

 

Ten vierde, het regeerakkoord steunt een grondige modernisering van het familierecht en nodigt de parlementaire meerderheid uit om wetgevende initiatieven te nemen of te steunen, onder meer met betrekking tot een juridisch statuut voor zorgouders en beklemtoont dat dit dient te gebeuren zonder afbreuk te doen aan het juridisch en/of biologisch ouderschap.

 

Dergelijke regeling dient een antwoord te bieden op problemen waarmee de nieuw samengestelde gezinnen worden geconfronteerd, maar kan ook toegepast worden ten aanzien van koppels van hetzelfde geslacht? om hen zo bepaalde rechten en plichten van het ouderlijke gezag toe te kennen.

 

01.03  Katia della Faille de Leverghem (Open Vld): Mijnheer de staatssecretaris, zoals u weet heeft de meemoeder bij ons na de geboorte nog altijd geen juridische band met het kind, zelfs al wordt dat kind geboren in het kader van een lesbisch koppel dat getrouwd is. Het kind wordt altijd ingeschreven als zijnde het kind van een alleenstaande. Het is pas nadien dat de meemoeder de adoptieprocedure mag opstarten en dat het kind geadopteerd kan worden door die meemoeder.

 

De meemoeder moet ook een cursus, een opleiding van twintig uur, volgen. Om dat te vermijden, vind ik het voorbeeld van Engeland niet slecht, want dan zou het kind ook meteen de naam van haar meemoeder op de geboorteakte kunnen zien. Ik vind het niet gevaarlijk dat de mensen daarvan zouden kunnen profiteren, want vermits er heel veel plichten aan verbonden zijn, ook geldelijke, en het feit dat de tweede ouder die op de geboorteakte wordt opgenomen ook instaat voor de opvoeding van het kind, zal de tweede ouder die beslissing niet zomaar nemen. De beslissing is niet vrijblijvend. Ik denk dat het zeker een debat waard is en dat het een oplossing zou kunnen bieden voor kinderen in lesbische relaties.

 

01.04 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Het is een moeilijk debat, dat ook al tijdens de vorige legislatuur werd gevoerd. De keuze van het Parlement verschilde van de mijne. De wet is de wet en wij moeten die absoluut toepassen.

 

Ik heb de intenties van de vorige wetgevers in mijn antwoord herhaald. De keuze die gemaakt is, was niet mijn keuze. De keuze van de wetgever, zowel omtrent de wet van 2003 over het huwelijk, als over de wet van 2006 inzake adoptie, was anders. In 2006 moest men kiezen tussen afstemmingsrecht of adoptie. De keuze die door het Parlement in 2006 is gemaakt, was de adoptie.

 

Ik geef u tot besluit ook een persoonlijke mening. U hebt het voorbeeld aangehaald van twee getrouwde vrouwen. Als er een kind geboren wordt, is er misschien een biologische vader.

 

01.05  Katia della Faille de Leverghem (Open Vld): Het gaat hier over kinderen die geboren zijn na een kunstmatige bevruchting.

 

01.06 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Er zijn twee mogelijkheden om kinderen te krijgen. Het is moeilijk voor mij om het in het Nederlands uit te leggen, omdat het over een specifieke terminologie gaat, maar ik zal het proberen.

 

Ofwel wordt het kind verwekt via kunstmatige inseminatie ofwel door een biologische vader. U stelt voor, in een huwelijk tussen vrouwen, een verschil te maken tussen een kind verwekt na kunstmatige inseminatie en een kind verwekt door een biologische vader die na de geboorte rechten kan opeisen ten aanzien van dat kind.

 

De biologische vader kan zeggen dat het zijn kind is, dat hij de biologische vader is en dat hij iets over dat kind te zeggen wil hebben.

 

Het wordt dus steeds moeilijker te bepalen of het om een huwelijk gaat, over welk soort huwelijk het gaat en hoe het kind is verwekt. Dat wordt steeds moeilijker. Het wordt steeds meer gedetailleerd.

 

Een en ander kan ook aanleiding geven tot andere soorten debatten en tot debatten over “la non discrimination”.

 

Ik heb u op de meest neutrale manier de werkwijzen herhaald en de manier waarop de wetgever een en ander heeft willen bepalen. Ik ben geëindigd met het aanhalen van het regeerakkoord. Echter, een dergelijke wetgeving zal of zou tot andere debatten aanleiding geven, die evenmin gemakkelijk zullen zijn.

 

01.07  Katia della Faille de Leverghem (Open Vld): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw heel uitgebreid antwoord.

 

Ik begrijp ook dat een en ander tot bepaalde afwijkingen kan leiden. Mijn vraag ging louter over een kind dat kunstmatig wordt bevrucht bij een van de twee vrouwen van een lesbisch koppel.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De behandeling van de vragen en interpellaties eindigt om 14.24 uur.

Le développement des questions et interpellations se termine à 14.24 heures.