Commissie
voor de Financiën en de Begroting |
Commission des Finances et du Budget |
van woensdag 11 februari 2009 Namiddag ______ |
du mercredi 11 février 2009 Après-midi ______ |
De vergadering wordt geopend om 14.12 uur en voorgezeten door de heer Hendrik Bogaert.
La séance est ouverte à 14.12 heures et présidée par M. Hendrik Bogaert.
01 Vraag van de heer Jan Jambon aan de staatssecretaris voor de Coördinatie van de fraudebestrijding, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Justitie over "de voorlopige resultaten van zijn beleid" (nr. 10486)
01 Question de M. Jan Jambon au secrétaire d'État à la Coordination de la lutte contre la fraude, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'État, adjoint au ministre de la Justice sur "les résultats provisoires de sa politique" (n° 10486)
01.01 Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, begin december maakte u cijfers bekend over de regionale spreiding van de controles van de belastingadministratie. Daaruit bleek dat de Vlaamse belastingplichtigen maar liefst 70% van de grondige controles moesten dragen, zowel wat de personenbelasting als wat de vennootschapsbelasting betreft.
In het zuiden van het land worden de belastingaangiften een stuk minder grondig gecontroleerd. Nochtans staat tegenover de 70% Vlaamse controles slechts 55% van de ambtenaren. Het is een bijzondere grote stap, mijnheer de staatssecretaris, en het is echt uw verdienste dat die gegevens voor de eerste keer publiek werden gemaakt. Ze bevestigen heel duidelijk ons vermoeden van een Belgische fiscale administratie die met twee maten meet. Het zwaarste gewicht valt Vlaanderen te beurt. Dat verrast zeer weinigen.
Wat hebt u ondertussen met die cijfers gedaan? Gezien de ernst van het onrecht ten aanzien van de Vlaamse belastingbetalers mogen wij na de bekendmaking van de cijfers verwachten dat u zo snel mogelijk maatregelen uitwerkt om de onevenwichtige regionale spreiding van de grondige controles, enerzijds, en de onevenredige werklast voor de Vlaamse belastingambtenaren, anderzijds, ongedaan te maken.
Ten eerste, welke maatregelen hebt u uitgewerkt om het onevenwicht bij te sturen?
Ten tweede, zullen de maatregelen weldra worden ingevoerd of moeten wij ook in onderhavig dossier en voor bedoelde maatregelen de regionale verkiezingen afwachten?
Ten derde, op welke termijn wilt u beide onevenwichten volledig wegwerken? Ik heb het over het verschil in werklast tussen Vlaamse ambtenaren en Franstalige en het verschil in controles?
Ten vierde, bent u van plan om de verdeling van de belastingcontroles en de werklast van de ambtenaren van de FOD Financiën op regelmatige basis op te volgen? Wanneer mogen we dan een volgend rapport verwachten?
Ten vijfde, in de begroting voor 2009 staan voor 400 miljoen opbrengsten door betere controles en strijd tegen de fraude. In het verleden, toen u nog op de oppositiebanken zat, hebt u zelf sterk gereageerd en zelfs geageerd tegen opbrengsten uit de strijd tegen fraude als sluitpost van een begroting. Hoe garandeert u dat de geraamde ontvangsten die nu in de begroting voor 2009 staan, aan het einde van het jaar ook daadwerkelijk binnengerijfd zullen worden? Op welke manier zult u dat staven?
Ten zesde, kunt u een kort overzicht geven van de concrete resultaten die u al hebt geboekt in de strijd tegen fraude en inzake de uniforme toepassing van de fiscale en sociale wetgeving? Ik dank u bij voorbaat voor uw antwoord, mijnheer de staatssecretaris.
01.02 Staatssecretaris Carl Devlies: Mijnheer de voorzitter, geachte collega Jambon, uw vragen zijn zeer omvangrijk. Ik denk dat ik ze in drie grote rubrieken kan indelen, namelijk enerzijds de regionale spreiding, anderzijds de vragen over de begrotingtechnische aangelegenheden en ten slotte een eerste evaluatie van het actieplan ter bestrijding van de fraude.
Wat het eerste punt betreft, verwees u naar cijfers die ik zelf eind 2008 heb bekendgemaakt. Ik denk dat die cijfers inderdaad de verdienste hebben dat ze er zijn. Het zijn cijfers op basis van de gegevens van de administratie. Uit die cijfers blijken inderdaad belangrijke regionale verschillen, maar ook subregionale verschillen. Ook binnen de regio’s zijn er dus verschillen. Ik heb toen ook gezegd dat deze cijfers verder geanalyseerd en geïnterpreteerd dienen te worden. Ik heb trouwens hetzelfde geantwoord aan de heer Van der Maelen die in zijn vraag nummer 8560 identieke gegevens had gevraagd over de invordering. Ook daar waren er belangrijke regionale verschillen en ook daar heb ik gesteld dat de cijfers verdere analyse vergen.
Die cijfers bevestigen in elk geval een gevoel dat leeft en dat ook mee aan de basis heeft gelegen van de regeringsverklaring van Leterme I, waar men heeft gekozen voor het principe van de gelijke behandeling van belastingplichtigen, van bedrijven en van rechthebbenden.
Daarvoor werden twee nieuwe instellingen gecreëerd, het Ministeriëel Comité en het College van Directeurs, die zich zouden bezighouden met de coördinatie van de fraudebestrijding, enerzijds, en met het opvolgen van de gelijke behandeling van belastingplichtigen en rechthebbenden, anderzijds. Het moet duidelijk zijn dat deze gelijkheid niet alleen op de fiscale regelgeving, maar op alle regelgeving moet worden toegepast en de grenzen van de verschillende administraties moet overschrijden.
Vanuit dit oogpunt werd een overheidsopdracht uitgeschreven bij drie federale overheidsdiensten: de FOD Financiën, de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en de FOD Sociale Zekerheid, en bij vijf instellingen, namelijk RVA, RSZ, SIOD, RSVZ en RIZIV.
Deze opdracht bestaat uit twee delen, een voorstudie en een studie ten gronde. De voorstudie moet een inventaris maken van de bestaande informatie over de activiteiten van de inspectie- en de controlediensten. Ze moet ook nagaan welke indicatoren het meest relevant zijn om de bestaande controles en diensten te analyseren, de prestaties van de diensten te meten, alsook om objectieve vergelijkingen binnen de diensten te maken.
De voorstudie heeft tot doel om de aldus ontwikkelde set indicatoren toe te passen op een inspectiedienst. De studie ten gronde zal de indicatoren toepassen op de andere inspectiediensten en moet leiden tot de formulering van aanbevelingen en beleidsadviezen om te komen tot de gelijke behandeling van bedrijven en burgers.
De finaliteit van de overheidsopdracht is dus tweeërlei; enerzijds het uitvoeren van een doorlichting van inspectie- en controlediensten en anderzijds het ontwikkelen van een managementstool. Om de objectiviteit en de uniformiteit van de opdracht te garanderen, wordt deze opdracht aan een externe opdrachtnemer uitbesteed.
De regering heeft reeds op 26 september 2008 een voorstel van overheidsopdracht goedgekeurd. Enkele dagen later, op 30 september, is een Europese aanbesteding gepubliceerd waarop potentiële kandidaten konden inschrijven tot 1 december. Uiteindelijk hebben wij acht inschrijvingen ontvangen. Vier kandidaten daarvan werden uitgenodigd om verder te onderhandelen en een offerte in te dienen tegen uiterlijk 2 februari 2009.
Nog deze week wordt er onderhandeld over de gunning van de opdracht. De bedoeling is dat de uitvoering start in de maand maart, volgende maand dus, en dat de voorstudie klaar zou zijn in de loop van de zomer van dit jaar. De volledige opdracht zal uitgevoerd zijn tegen de zomer van 2010. Deze opdracht staat volledig los van de regionale verkiezingen en moet volledig worden gezien in het perspectief van de federale regering. De horizon is dus 2011. De eerste resultaten zullen we dus kennen in de zomer van 2009 en misschien kunnen dan al maatregelen worden genomen, maar dat is nog niet voor honderd procent zeker. In elk geval moet het mogelijk zijn op het moment dat de volledige studie bekend zal zijn, in de zomer van 2010, om de nodige adviezen te formuleren ten aanzien van de regering die dan kan beslissen om maatregelen te nemen.
Mogelijk zal er op basis van de publicatie van de cijfers enerzijds, en de meting die zal gebeuren in de loop van de volgende maanden, anderzijds, er ook een effect zal zijn bij de administratie zelf die wellicht spontaan een aantal inspanningen zal doen om bepaalde normen te bereiken.
Misschien nog wat cijfers. De cijfers die tot nu toe zijn bekendgemaakt, hebben betrekking op het jaar 2007. Ik beschik over de cijfers tot en met 30 september 2008. Als u enkele weken later was gekomen, had ik waarschijnlijk de volledige cijfers kunnen geven voor 2008, maar vandaag is dat nog niet het geval. Wat betreft de dossiers directe belastingen, afgehandeld door de controlecentra, waren er tot 30 september 2008 16.376 dossiers, waarvan 11.208 voor Vlaanderen, 3.491 voor Wallonië en 1.677 voor Brussel. Dat betekent 68% voor Vlaanderen, 21% voor Wallonië en 11% voor Brussel. Met betrekking tot de btw tellen we op dezelfde datum 12.626 behandelde dossiers, waarvan 9.010 of 71% in Vlaanderen, 2.872 of 23% in Wallonië en 744 of 6% in Brussel.
Wat het aantal grondige controles per ambtenaar van een controlecentrum betreft, kan ik u de volgende stand van zaken meegeven voor de directe belastingen, ook tot 30 september. Voor Vlaanderen zijn dat 28 controles per ambtenaar, voor Wallonië 18 en voor Brussel 11.
Wat het aantal grondige controles per ambtenaar van een controlecentrum btw betreft, zijn de cijfers de volgende: 48 voor Vlaanderen, 33 voor Wallonië en 38 voor Brussel. Wat het aantal grondige controles per 1.000 belastingplichtigen betreft, heb ik momenteel enkel de cijfers van de btw beschikbaar. Ik heb nog geen cijfers voor de personenbelasting of de vennootschappen. De cijfers zijn: 40 voor Vlaanderen, 26 voor Wallonië en 18 voor Brussel.
Ik heb een meer uitgebreide tabel voor u ter beschikking waarin de vergelijking wordt gemaakt met de gegevens die ik vroeger reeds bekendmaakte, maar zoals u gemerkt zult hebben, liggen de gegevens die ik nu meedeel in dezelfde lijn als de vorige. Ik zal die via het commissiesecretariaat overhandigen.
Een tweede component had betrekking op de begrotingsopbrengsten. In dat verband vermeldde u het cijfer van 400 miljoen. Ik vermoed dat u verwijst naar het verslag van het Rekenhof, waarin weliswaar sprake was van 358 miljoen, in plaats van 400 miljoen.
Het bedrag van 358 miljoen had betrekking op verschillende onderdelen, zoals de betere inning door de compensatie tussen vorderingen en schulden van btw en directe belastingen, voor een bedrag van 48 miljoen, de verhoging van de strijd tegen de fraude door de verlenging van de onderzoeks- en aanslagtermijnen in geval van fraude, voor een bedrag van 60 miljoen euro, een betere toepassing van de spaarrichtlijn, voor een bedrag van 25 miljoen euro, een betere controle op de verzekeringstaks, voor een bedrag van 100 miljoen euro, een betere controle op de vrijstelling van de doorstorting van de bedrijfsvoorheffing, voor een bedrag van 45 miljoen, een aantal maatregelen die komen uit het gecoördineerde actieplan 2008-2009, voor een bedrag van 80 miljoen euro, waarvan 10 miljoen voor de strijd tegen het frauduleus gebruik van de portage salarial, 39,8 miljoen voor de actiepunten op het domein van de btw, zoals de invoer met onmiddellijke doorvoer van goederen, zonder betaling van btw, en de meerwaarde gerealiseerd op gebouwde onroerende goederen die door valse, toevallige oprichters worden gerealiseerd, 20,9 miljoen door actiepunten op het domein van de accijnzen, waarvan het budgettair belangrijkste de gerichte acties op de goederenstromen zijn van limonades en mineraalwater – het gaat hierbij over de verpakkingsheffing en de btw –, en 9,3 miljoen door actiepunten op verschillende domeinen, zoals de verhoogde aandacht voor de strijd tegen namaak.
U weet dat het college driemaandelijks een rapport voor de regering opstelt. Het tweede rapport is nu in voorbereiding en zal waarschijnlijk volgende week of na de krokusvakantie aan de regering worden gepresenteerd.
Daaraan is ook een budgettair luik verbonden, dat betrekking heeft op de maatregelen die specifiek onder het gecoördineerde actieplan ressorteren. Daarnaast zijn er natuurlijk ook afzonderlijke maatregelen van de departementen. Die ontvangsten worden opgevolgd door de departementen zelf. Er is wel overleg met ons, maar zij zijn verantwoordelijk voor de opvolging van die specifieke ontvangsten.
Uw laatste vraag heeft betrekking op de concrete realisaties. Ik zal dat beperken tot enkele realisaties. U weet dat er in totaal 58 projecten lopen die in verschillende staten van uitvoering zijn. In heel wat projecten zijn al resultaten geboekt. Ik zal een aantal voorbeelden geven van resultaten die bereikt zijn.
Met betrekking tot de fraude in de sector Wegtransport en Industriële Reiniging zijn wij er in geslaagd een belangrijke stap vooruit te realiseren in die zin dat onder de coördinatie van het staatssecretariaat een machtigingsaanvraag is voorbereid en goedgekeurd door het Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en de Gezondheid. Als gevolg van deze toegestane machtiging zullen gegevens vanuit vijf verschillende gegevensbanken van de sociale zekerheid, alsook vanuit het inspectieplatform Genesis aan de fiscale administratie worden bezorgd.
Het is de eerste keer dat men tot een wederzijdse gegevensuitwisseling komt tussen de sectoren van Financiën en de Sociale Zekerheid. Ik denk dat dit een mijlpaal kan zijn, want het is de bedoeling deze samenwerking nog verder door te zetten en er een structureel kader aan te geven. De eerste stap is dus gezet.
Een tweede voorbeeld is de verbetering van de strijd tegen de namaak. Daar hebben de inspectiediensten van de FOD Economie toegang gekregen tot de databanken van de douane, zodat zij ook kunnen beschikken over de technische informatie van bepaalde merken. Dat is ook een vernieuwing.
Er is ook een KB voorbereid waarbij de vier belangrijke diensten die bij de strijd tegen de namaak zijn betrokken, hebben samengewerkt aan een concrete regeling om concrete boetes te kunnen opleggen en minnelijke schikkingen te kunnen voorstellen.
Die vier diensten zijn de FOD Economie, de douane, Binnenlandse Zaken met de politiediensten en Justitie. Deze vier diensten samen hebben in overleg met het staatssecretariaat een KB uitgewerkt dat in de loop van de volgende weken van kracht zal worden. Dat zal een belangrijke stap zijn in de strijd tegen namaak.
Naar aanleiding van de omzetting van de derde witwasrichtlijn werd er in een bijkomende wetswijziging voorzien, die aan de Cel voor Financiële Informatieverwerking de opdracht geeft om dossiers die meegedeeld worden aan het parket en waarin informatie aanwezig is die zijn weerslag kan hebben op sociale fraude, mee te delen aan de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst SIOD. Dat is dus de koepel van de sociale inspectiediensten. Dat is dus een belangrijke verbetering, omdat er tot dusver geen contact was tussen CFI en de Sociale administraties.
Tevens gebeuren vanaf dit jaar binnen CFI analyses van de gedane meldingen om specifieke trends inzake fiscale en sociale fraude te identificeren. De budgetten hiervoor zijn goedgekeurd en CFI gaat daarmee van start. Voortaan zullen inbeslaggenomen goederen in strafzaken pas worden vrijgegeven nadat ook sociale schulden werden aangezuiverd. Hiervoor is een KB voorbereid en zijn de nodige machtigingen en adviezen gevraagd. Dit KB zal normaal in de loop van de maand maart worden gepubliceerd en zal dus uitwerking hebben op het einde van de maand maart van dit jaar.
In het kader van preventie is de checkdoc-toepassing opengesteld voor consultatie via internet. Hierdoor kunnen burgers en bedrijven online nagaan of het voorliggende document gesignaleerd is. Dit vindt zijn toepassing alsnog vooral op identiteitskaarten en passen, maar heeft nog een enorm potentieel voor andere documenten omdat de software zo ontwikkeld is dat een bijkomende toepassing gemakkelijk kan geïmplementeerd worden.
Bij wijze van voorbeeld geef ik u deze punten. Het is natuurlijk niet mogelijk binnen het vragenuurtje een volledig verslag te geven. Ik ben trouwens bereid om zoals in de maand december de commissie voor de Financiën een volledige stand van zaken te geven inzake de uitvoering van het actieplan.
01.03 Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, dank u voor uw uitgebreid en zeer goed gedocumenteerd antwoord op een inderdaad uitgebreide vragenlijst.
Wat de regionale spreiding betreft, stel ik nu vast dat door het kenbaar maken van de cijfers de eerste keer – u zegt er op te hopen dat de ambtenaren zich vanzelf zullen aanpassen aan het kenbaar maken van de cijfers – dit ten minste de eerste negen maanden, of een volle dracht, niet gebeurd is. We zullen meer doortastende maatregelen moeten nemen dan op de zelfregularisatie van het ambtenarenkorps te rekenen. U hebt aangegeven dat de studies ter zake bezig zijn. Ik hoop dat met de eerste conclusies die in de zomer klaar zullen zijn, we op dit terrein al daadwerkelijk aan het werk zullen kunnen gaan en niet nog een jaar zullen moeten wachten. Eigenlijk kennen we de situatie allemaal. Ik neem aan dat u daar een min of meer objectieve basis voor zoekt in het kader van een studie, maar ik zou toch er voor pleiten om daarmee deze zomer aan de slag te gaan en niet nog een jaar te wachten.
Mijnheer de voorzitter, ik zou u willen vragen om bijvoorbeeld voor eind maart– dat moet niet op heel korte termijn – een hoorzitting te willen plannen waar wij de stand van zaken van die 58 projecten voor de strijd tegen de fraude kunnen bespreken, net zoals wij dat in december gedaan hebben.
Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u in ieder geval voor uw omstandig antwoord.
01.04 Staatssecretaris Carl Devlies: Mijnheer Jambon, het is een beetje te vroeg om nu al resultaten te verwachten. De cijfers die ik gegeven heb, slaan op de eerste 9 maanden van het jaar 2008. De cijfers waarnaar u verwijst zijn pas bekendgemaakt eind november of begin december. Het is normaal dat een eventueel effect nog niet zichtbaar is.
Wat de zelfregulering betreft, daar zet ik wel een knipoogje bij, hoewel het in principe zou moeten kunnen. Het is belangrijk dat wij de cijfers objectiveren en analyseren. Het is belangrijk dat wij een wetenschappelijke meting doen van wat er werkelijk gebeurt en wat de verhoudingen werkelijk zijn.
Ik herhaal, de verschillen bestaan niet alleen tussen de grote regio’s maar ook binnen subregio’s. Het gaat dan enerzijds, om de efficiëntie van de diensten en anderzijds, over de gelijke behandeling van de belastingplichtigen.
01.05 Jan Jambon (N-VA): Ik onderschrijf wat u zegt. Trouwens, het verschil tussen grootstedelijke en landelijke gebieden is ook frappant. Er zijn niet alleen tussen Brussel, Vlaanderen en Wallonië tegenstellingen maar ook binnen het Vlaams Gewest. Ik zie bijvoorbeeld dat het aantal controles in Antwerpen en dat in de Kempen gigantisch verschilt. Ik volg u in uw analyse.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Daarmee hebben wij dit deel van de agenda uitgeput. Ik bedank staatssecretaris Devlies en verwelkom staatssecretaris Wathelet.
02 Vraag van de heer Luk Van Biesen aan de staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van Werk, en wat de aspecten inzake personen- en familierecht betreft, toegevoegd aan de minister van Justitie over "de doorlichting van de federale overheidsdiensten" (nr. 10695)
02 Question de M. Luk Van Biesen au secrétaire d'État au Budget, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'État à la Politique des familles, adjoint à la ministre de l'Emploi, et en ce qui concerne les aspects du droit des personnes et de la famille, adjoint au ministre de la Justice sur "l'audit des services publics fédéraux" (n° 10695)
02.01 Luk Van Biesen (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris van Begroting, op de bijeenkomst over het Fedcom-project hebben wij een interessante bespreking gehad hoe ver het nu staat met de informatisering van bepaalde diensten, ook bij de FOD Financiën.
U hebt zeer recent verklaard dat u een opdracht hebt gegeven aan de Inspectie van Financiën om de federale overheidsdiensten door te lichten. U weet dat de interne audit een belangrijk gegeven is. Gelet op de boekhoudwetgeving van mei 2003, namelijk de invoering van de dubbele boekhouding, hebben de FOD’s eigenlijk de opdracht om elk een eigen interne auditdienst te hebben. Nu verklaart u in een tijdschrift dat u aan de Inspectie van Financiën hebt gevraagd de verschillende overheidsdiensten door te lichten. U zegt erbij dat hun werking nood heeft aan objectivering. Tevens vindt u het onvoorstelbaar dat verschillende diensten geen gegevens konden geven over ambtenarensituaties, aantallen en dergelijke.
Daarom vernam ik graag van de staatssecretaris welke aspecten specifiek worden onderzocht door de Inspectie van Financiën. Hebben de diensten reeds de nodige gegevens ter beschikking gesteld? Wanneer denkt men klaar te zijn met de doorlichting? Zullen de gegevens worden besproken in de bevoegde commissie?
02.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Van Biesen, in uitvoering van de beslissing van de Ministerraad van 25 april 2008, waarop de omzendbrief van 25 april 2008 betreffende de voorbereiding van de begrotingscontrole 2008 en de voorafbeelding van de begroting 2009 werd goedgekeurd, werd de Inspectie van Financiën belast met een onderzoek naar de evolutie van het personeel van de federale en programmatorische overheidsdiensten. Het onderzoek heeft zich dus niet toegespitst op de bijzondere korpsen, zoals de magistraten, de militairen of de federale politie, en ook niet op het personeel dat wordt tewerkgesteld binnen het regime van de sociale zekerheid. Dat kan het voorwerp van een toekomstige analyse uitmaken. Zo kent u de reikwijdte een beetje beter.
Het doel van het onderzoek is tot een objectieve analyse te komen om het debat dat in de media wordt gevoerd over het personeel van de federale overheid, correct te kunnen voeren. Het onderzoek werd opgevolgd door een werkgroep onder leiding van de voorzitter van de FOD P&O, waarin ook de beleidscellen van Begroting en Ambtenarenzaken waren vertegenwoordigd.
De evolutie van de voltijdse equivalenten (VTE) in de operationele en logistieke diensten tussen 2005 en 2008, evenals de huisvestingskosten, zoals de kosten voor energie, bewaking en bezetting, werden geanalyseerd.
De voornaamste vaststellingen bij de evolutie van het personeel zijn de volgende.
Het totale aantal personeelsleden is in de periode 2005-2008 met 6,4% toegenomen. Het aantal personeelsleden ….
Wat is dat?
02.03 Luk Van Biesen (Open Vld): Dat is iemand van de Lijst Dedecker die onwel wordt. Of neen, het was de voorzitter van Lijst Dedecker die riep.
02.04 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Ik herhaal.
Het totale aantal personeelsleden is tijdens de periode 2005-2008 met 6,4% toegenomen. Het aantal personeelsleden in de logistieke diensten is tijdens voornoemde periode zelfs met 14,3% toegenomen. Boven op de toename van het aantal VTE’s is er ook een upgrading van het personeel geweest, door verhoudingsgewijs meer personeel van niveau A en B en minder van niveau D aan te werven.
De verschillende diensten leverden de nodige gegevens. Sommige diensten hebben de instructies echter op een verkeerde manier geïnterpreteerd, waardoor de onderlinge vergelijking van de diensten moeilijk wordt. De interpretatie binnen de verschillende diensten is echter wel consistent over de verschillende begrotingsjaren heen, waardoor de evolutie binnen de diensten wel kan worden geïnterpreteerd.
Het rapport van de korpschef van de Inspectie van Financiën over de evolutie van het personeel is afgerond. Momenteel wordt nog op de gegevens van enkele specifieke departementen gewacht, om de doorlichting van de huisvestingskosten te kunnen afsluiten. Het eindrapport ter zake wordt volgens de korpschef van de Inspectie van Financiën tegen de opmaak van de begroting 2010 verwacht, dus tegen mei 2009.
Ik ben natuurlijk niet tegen een bespreking van de analyses in de commissie. Ik meen echter dat de dienst P&O van de FOD eerst zelf de gegevens dient te analyseren en vervolgens op een gepaste manier op de resultaten dient te reageren.
02.05 Luk Van Biesen (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik dank de minister voor het uitvoerig antwoord.
Ik zal het dossier uiteraard opvolgen en zal in mei 2009, wanneer het rapport klaar is, bekijken hoe wij het hier in de commissie samen nader kunnen bespreken, hetzij via vragen hetzij via een andere manier. Ik weet niet hoe wij het dossier het best blijven opvolgen.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van Werk, en wat de aspecten inzake personen- en familierecht betreft, toegevoegd aan de minister van Justitie over "de nakende begrotingscontrole 2009" (nr. 11029)
03 Question de M. Hagen Goyvaerts au secrétaire d'État au Budget, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'État à la Politique des familles, adjoint à la ministre de l'Emploi, et en ce qui concerne les aspects du droit des personnes et de la famille, adjoint au ministre de la Justice sur "le prochain contrôle budgétaire 2009" (n° 11029)
03.01 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de staatssecretaris, sta mij toe te zeggen dat er dezer dagen niet veel zekerheden meer zijn, zeker niet als het gaat over begrotingen. Een aantal commissievergaderingen geleden hebben wij het al gehad over het resultaat van de begroting voor 2008. Vandaag wou ik het met u nog even hebben over de opmaak van de begroting voor 2009.
Ik meen begrepen te hebben dat u aanstaande vrijdag begint aan de zware oefening om de virtuele begroting voor 2009 die u in september vorig jaar hebt samengesteld, om te buigen tot een begroting die gebaseerd is op meer actuele cijfers en randvoorwaarden. Deze week zijn er daaromtrent gegevens bekend geraakt die de opdracht van de begrotingscontrole zeker niet gemakkelijker zullen maken. Volgens de meest recente prognoses stevent de sociale zekerheid af op een tekort van 1,8 miljard euro. Dat staat op zich al in schril contrast met de 300 miljoen euro die u aanvankelijk had voorzien bij uw initiële begrotingsopmaak. Ook met de terugval van de inkomsten gaat het alle dagen van kwaad naar erger. Er zou een cijfer circuleren dat de inkomsten met 1,6 miljard euro terugvallen. Op zich is ook dat geen opsteker. Ongetwijfeld hebt u gisteren de gouverneur van de Nationale Bank gehoord. Hij voorspelde dat het begrotingstekort voor dit jaar zal oplopen tot 3,3% van het BBP, een werkloosheid van nagenoeg 8%, een negatieve economische groei van 1,9% van het BBP met 25.600 banen minder dan in 2008 en een staatsschuld die zal oplopen tot 94,8% van het BBP, waardoor men dus terugvalt tot het peil van 2004.
Wat het begrotingstekort betreft is het misschien een magere troost dat veel andere Europese landen het nog slechter doen, met dat grote verschil dat zij niet de staatsschuld moeten torsen die dit land draagt. Ik neem aan dat u van plan bent om het tekort niet te laten ontsporen of het niet helemaal te laten ontsporen, hoewel de cijfers wat dat betreft niet rooskleurig zijn. Ik neem aan dat de regering nog steeds op die lijn zit. Wordt het soms toch een laissez-aller-begrotingsbeleid?
Hoe dan ook, het zijn allemaal cijfers waar een normaal mens niet vrolijk van wordt. Ik vroeg mij dus af hoe een staatssecretaris verantwoordelijk voor ’s lands begroting daarmee omgaat. Ik heb u een drietal vragen overgemaakt. Ten eerste, wat is uw plan van aanpak ten aanzien van het tekort in de sociale zekerheid van, afgerond, 2 miljard euro voor 2009? Voorziet u in bijkomende maatregelen om de uitgaven te beperken of te schrappen? Is er een plan van aanpak voor de komende jaren? Ik neem immers aan dat dit zich niet beperkt tot 2009.
Ten tweede, wat is uw plan van aanpak om het aanzienlijke tekort in de federale begroting bij te sturen?
Voorziet u in bijkomende maatregelen om besparingen door te voeren? Wat is uw plan van aanpak om de uitgaven in toom te houden?
Ten derde, hebt u al een zicht op de cijfers aan de inkomstenzijde? Zo ja, kunt u daarover cijfermateriaal ter beschikking van de commissie stellen, al was het maar ter bevestiging van het cijfer van 1,6 miljard euro minderinkomsten dan verwacht?
Ik ben uitermate benieuwd naar het antwoord van de staatssecretaris.
03.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Goyvaerts, uit een ontwerpnota, opgemaakt door het Beheerscomité van de Sociale Zekerheid in voorbereiding van de door de regering geplande begrotingscontrole, blijkt voor de sociale zekerheid van werknemers inderdaad een tekort van ongeveer 2 miljard euro. Verschillende mogelijkheden om dit tekort aan te pakken en de wenselijkheid daarvan zullen door de regering worden onderzocht naar aanleiding van …(Het geluid van een gsm weerklinkt)
Dat werd dit jaar trouwens vervroegd. Normaal gezien is dat een beetje later. Voor eind volgende week moeten wij een beslissing nemen.
Op dit ogenblik is het nog niet mogelijk om concrete maatregelen te noemen of eindcijfers te geven over de sociale zekerheid zelf. Ook hier is de regering nog in de fase waarin de verschillende aanvragen van de departementen worden onderzocht en besproken op technisch niveau. De resultaten van deze oefening vormen een belangrijke input voor de begrotingscontrole.
Zonder vooruit te lopen op eventuele maatregelen kan toch worden gesteld dat de rondzendbrief op basis waarvan de departementen hun voorstel moesten opmaken, een duidelijk kader creëerde. Aanpassingen aan de initiële begroting waren alleen mogelijk met het oog op de macro-economische parameters met betrekking tot de inflatie en dienden voort te vloeien uit het door de regering uitgewerkte relanceplan of uit andere wettelijke verplichtingen. Dat waren de krachtlijnen van de rondzendbrief die werd aanvaard in de Ministerraad van 19 december.
De herraming van de fiscale ontvangsten vormt uiteraard een belangrijk onderdeel van de voorbereiding van de begrotingscontrole. Ook hier is een herraming aan de gang die wordt besproken in de technische werkgroepen in voorbereiding van het budgettair conclaaf van volgende week.
03.03 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, het was een uiterst summier antwoord. Ik weet ook wel dat u nog aan uw oefening moet beginnen.
Misschien had ik mijn vraag liever een week hangende gehouden, maar ik heb dat niet gedaan, omdat ik vaststel dat het erop zal neerkomen dat de begrotingscontrole niet meer zal worden dan een oefening in transparantie. Het begrotingstekort zal dus blijven oplopen. U bent blijkbaar niet van plan om de uitgaven te beperken, laat staan in toom te houden. Het doet mij een beetje denken aan een begrotingsdiscussie van meer dan een decennium geleden, waarbij er werd van uitgegaan dat het begrotingstekort er is gekomen en dat het ook vanzelf zou verdwijnen. Ik betreur dat.
U bent bij wijze van spreken de bewaker van ’s lands begroting. Ik stel vast dat er momenteel weinig ambitie is met een plan van aanpak te komen voor 2009, maar blijkbaar ook niet voor later.
In verband met de inkomsten bevestigt u niet het cijfer van 1,6 miljard euro. Ik ben echter wel zeer behoedzaam voor het leugenpaleis van Didier Reynders, die u waarschijnlijk weer opgepompte cijfers gaat bezorgen van de inkomsten, tenzij hij er deze keer natuurlijk te hard mee zal geconfronteerd worden en dus de werkelijkheid de leugen zal inhouden.
In elk geval, ik neem aan dat wij na uw begrotingscontrole de kans krijgen om er gedetailleerd op in te gaan, maar dat zien wij op dat moment dan wel.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le développement des questions et interpellations se termine à 14.49 heures.
De behandeling van de vragen en interpellaties eindigt om 14.49 uur.