Commissie
voor de Financiën en de Begroting |
Commission des Finances et du Budget |
van woensdag 21 januari 2009 Voormiddag ______ |
du mercredi 21 janvier 2009 Matin ______ |
De vergadering wordt geopend om 11.08 uur en voorgezeten door de heer Dirk Van der Maelen.
La séance est ouverte à 11.08 heures et présidée par M. Dirk Van der Maelen.
- de heer Hendrik Daems aan de staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van Werk, en wat de aspecten inzake personen- en familierecht betreft, toegevoegd aan de minister van Justitie over "de budgettaire gevolgen van de neerwaartse raming van de economische groei tot -1,9% voor 2009" (nr. 10292)
- de heer Jan Jambon aan de staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van Werk, en wat de aspecten inzake personen- en familierecht betreft, toegevoegd aan de minister van Justitie over "de conformiteit van de nieuwe uitgangspunten voor de begroting met de raming van de Europese Commissie" (nr. 10302)
- de heer Hagen Goyvaerts aan de staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van Werk, en wat de aspecten inzake personen- en familierecht betreft, toegevoegd aan de minister van Justitie over "de budgettaire impact van de neerwaartse economische groei" (nr. 10304)
- M. Hendrik Daems au secrétaire d'État au Budget, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'État à la Politique des familles, adjoint à la ministre de l'Emploi, et en ce qui concerne les aspects du droit des personnes et de la famille, adjoint au ministre de la Justice sur "les conséquences budgétaires de l'estimation à la baisse de la croissance économique à -1,9% pour 2009" (n° 10292)
- M. Jan Jambon au secrétaire d'État au Budget, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'État à la Politique des familles, adjoint à la ministre de l'Emploi, et en ce qui concerne les aspects du droit des personnes et de la famille, adjoint au ministre de la Justice sur "la conformité des nouvelles bases du budget à l'estimation de la Commission européenne" (n° 10302)
- M. Hagen Goyvaerts au secrétaire d'État au Budget, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'État à la Politique des familles, adjoint à la ministre de l'Emploi, et en ce qui concerne les aspects du droit des personnes et de la famille, adjoint au ministre de la Justice sur "l'impact budgétaire de la croissance économique en baisse" (n° 10304)
01.01 Hendrik Daems (Open Vld): Mijnheer de minister, deze vraag is ingegeven door een evidentie. De economische voorspellingen zijn een beetje zoals de weersvoorspellingen, ze blijken eigenlijk niet te kloppen. Nu krijgen we weer een nieuwe voorspelling – voor wat ze waard is – uit Europese kringen die als ik mij niet vergis gewag zou maken van een negatieve groei van 1,9% voor België.
Ik heb enige ervaring in budgettaire aangelegenheden. Ik denk niet dat wij in de laatste twintig jaar een jaar hebben gekend met een dergelijke negatieve groei, mocht die al bewaarheid worden, op één jaar na in de jaren ’90 met dezelfde grootteorde.
Wij hebben in het Parlement een begroting goedgekeurd waarvan we perfect wisten dat de uitgangspunten de werkelijkheid gewoon niet reflecteerden. We hebben dat ook in alle duidelijkheid gezegd. Daar waren hoofdzakelijk twee redenen voor. Men moest een aantal maatregelen ten uitvoer kunnen brengen. De budgettaire middelen in de voorlopige twaalfden waren niet toereikend en er was geen tijd te verliezen. Anderzijds gingen en gaan we ervan uit dat een begrotingscontrole de nodige aanpassingen zal aanbrengen, met inbegrip van wat in het reeds besliste relanceplan voorkomt. Dat gold met dien verstande dat een aantal maatregelen van het relanceplan vanaf 1 januari of snel daarna zouden kunnen gebeuren.
Wanneer we nu dit soort groeiramingen krijgen, moeten we realistisch zijn. De uitgangspunten die ons tijdens de begrotingsbespreking in alle transparantie zijn meegegeven – waarbij we wisten dat ze anders waren – zijn nog eens veranderd. Mijn vraag is dus eenvoudig.
Met welke cijfers gaan we rekening houden voor een raming? Dat wordt enigszins precair want morgen krijgen we weer nieuwe.
Welke implicaties heeft dat voor het begrotingstekort? Nogmaals, mijn boodschap aan diegenen die – hoe tijdelijk ook – zeggen dat een begrotingstekort niet vermijdbaar zal zijn is dat het probleem met een begrotingstekort is dat men leent en dat de schuld dus stijgt. Dat is de andere kant van de medaille. Op de schuld komt dan een intrest die we bij wijze van spreken voor de rest van het bestaan van het land, gegeven het feit dat we niet direct in staat zullen zijn de schuld af te betalen, zullen meedragen. Daardoor zullen de beschikbare middelen verschralen. Dat is de realiteit.
Ik behoor niet tot diegenen die denken dat een realistisch uitgangspunt voor een begroting de begroting van het voorgaande jaar is. Dat is de historische comptabiliteit. Volgens mij is dat ook niet juist want zelfs als men dit jaar door een diepe dip zou gaan, betekent dit niet dat men van die diepe dip vertrekt. Economisch gesproken kan die relance heel snel gaan.
Dit is niet het debat dat ik wil aantrekken. Mijn vragen zijn eerder factueel.
Ten eerste, wat betekent het voor het jaar 2009 indien wij nu inderdaad een gemiddelde negatieve economische groei van 1,9% krijgen voor het jaar 2009? Heeft dit een implicatie op de maatregelen die wij nemen of zegt de regering dat zij het tekort erbij zal nemen terwijl de rest onveranderd blijft en wordt uitgevoerd? Zullen wij het relanceplan inperken omwille van een verdere neerwaartse economische groei? Het antwoord hierop kan ja of neen zijn. Ik meen dat het relanceplan staande moet blijven.
Ten tweede, ik zou erop willen aandringen dat er een verscherpte en versterkte aandacht gaat naar de uitgavenzijde van de overheid om alsnog te doen wat kan. Ik denk dat er ruimte is om een aantal zaken te doen.
Ten derde, wat betekent dit voor het meerjarenplan? Op dit ogenblik heeft de nieuwe middellange budgettaire termijnvisie ervoor gezorgd dat het overschot van 1% in 2010, zoals in het oorspronkelijk meerjarenplan stond, pas in 2011 zal worden gehaald. Dit is te wijten aan de economische groei zoals die blijkt uit de previsies van gisteren. Betekent dit dat het overschot van 1% in 2011 opnieuw wordt verschoven? Ik pleit hier absoluut niet voor. Dit heeft bovendien meteen een aantal politieke implicaties.
Tot zover drie concrete vragen waarbij ik best kan begrijpen dat u niet voor alle antwoorden gedekt bent door een regeringsbeslissing. De elementen die u kunt aandragen, zouden echter welkom zijn voor mijn appreciatie van het begrotingswerk van de regering.
Président: Luk Van Biesen.
01.02 Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, collega Daems heeft de situatie goed geschetst. Aan de vragen die hij naar voren heeft geschoven, wil ik nog een vraag toevoegen.
Recentelijk werd op de Ministerraad de omzendbrief voor de begroting goedgekeurd. Ik zou eens willen weten welke uitgangspunten inzake groei en inflatie daarin naar voren werden geschoven. In het verleden werd altijd maar naar het Planbureau verwezen. De negatieve groeiraming die hier naar voren wordt geschoven, is een groeiraming van de Europese Commissie, die ook al sinds november of december een negatieve groeiraming maakt, weliswaar niet van deze grootte. Wij kregen dan echter altijd te horen dat u pas de begroting zou aanpassen als het Planbureau met cijfers kwam.
U hebt gisteren ook commentaar gegeven op deze cijfers. Zult u nu ook wachten op het Planbureau voor u die cijfers in de begroting betrekt, of mogen wij een meer daadkrachtige handeling verwachten?
01.03 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de staatssecretaris, collega Daems en collega Jambon hebben de context geschetst. Op 7 januari hebben wij een hoorzitting gehad met het Planbureau met betrekking tot de invloed van de financiële crisis op de economische groei. Het Planbureau ging nog uit van een groei van -0,3 voor 2009. Het Planbureau is voor de regering altijd een referentie geweest. Ik neem aan dat u begin deze week aardig geschrokken bent van de gegevens die de Europese Commissie u ter beschikking heeft gesteld, zijnde -1,9%, in plaats van -0,3, zoals aanvankelijk werd voorzien.
Dat heeft natuurlijk een implicatie op de schuldgraad, op de werkloosheidsgraad en op de oefening die u nu maakt om de begroting 2009 te herbekijken. De randvoorwaarden en parameters als de economische groei zitten daar ongetwijfeld bij, net als de werkloosheid.
U bent in 2008 geëindigd op -0,9. U hebt daar ook het evenwicht niet gehaald. Voor 2009 zullen wij waarschijnlijk op -3% uitkomen. In 2010 zou het nog slechter zijn. De voorwaarde was om tegen 2011 op een evenwicht te komen. De eerste minister heeft vandaag telefonisch bevestigd dat er ook in 2011 een tekort zal zijn. Collega Daems, de Open Vld wordt stilaan, wat de begrotingstekorten betreft, in de tang genomen. Ik denk niet dat u in deze legislatuur nog tot een evenwicht zult komen.
Mijnheer de staatssecretaris, een afgeleide van het hele debat en de cijfers van de Europese Commissie is het Stabiliteitspact, dat een begrotingsdiscipline oplegt en 3% als buitensporig beschouwt. Binnenkort valt u daaronder. De vraag is hoe wij dat moeten interpreteren. Zult u ook het Stabiliteitspact aanpassen? Valt u daarmee in de slechte categorie van een aantal Europese landen? Ik zeg niet dat u de richting opgaat van Ierland, dat op -11 of -12 uitkomt, maar vanaf 2010 zit u ook bij de slechte leerlingen.
Er is het relanceplan dat u op het einde van vorig jaar gelanceerd hebt en nu zou willen omzetten in concrete maatregelen. Blijft de regering erbij dat het relanceplan zoals het zich nu voordoet in zijn totaliteit blijft weerhouden en zal worden uitgevoerd? Dat zou ik graag van u willen horen.
Bijkomend – dit is natuurlijk op basis van de actualiteit, maar u moet mij toestaan dat ik daarover toch iets zeg, mijnheer de voorzitter – is er het voorstel van Reynders om een tweede financieringsronde te doen voor de banken, ook met een begrotingsimpact, de mogelijkheid tot het uitwerken van de rommelbank, de bankenconstructie. Dat is ook iets dat waarschijnlijk niet aan uw aandacht is ontsnapt, maar dat ook een budgettaire impact heeft.
Ik zou vandaag van u willen weten, in die hele context van de slechte cijfers van de Europese Commissie, hoe u aankijkt tegen uw begrotingscontrole 2009. Op basis van welke parameters gaat u nu verder werken? Zoals ik bij aanvang reeds zei, normaal is de referentie het Planbureau, deze keer heeft de Europese Commissie u toch een slechte voorzet gegeven inzake economische groei en werkloosheid. Ik zou dus wel eens willen weten wat uw inzicht op dat vlak is.
01.04 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer de voorzitter, ik zal een globaal antwoord geven. Gezien de snelveranderende economische omstandigheden heeft de Europese Commissie ervoor gekozen om haar gebruikelijke interim forecast uitgebreider te maken dan de gewoonte is, met een voorspelling voor alle lidstaten en cijfers over de overheidsfinanciën van de verschillende lidstaten. Dat is niet de gewoonte, maar ze hebben het toch gedaan.
De Commissie raamt de economische groei voor België op -1,9% in 2009. Dit heeft vanzelfsprekend een impact op de begrotingsraming. De Commissie raamt voor België in 2009 een deficit van 3% van het bbp, wat een substantiële verslechtering is ten opzichte van de resultaten voor 2008.
Met betrekking tot deze ramingen dient allereerst te worden opgemerkt dat de raming voor België nog iets positiever of minder slecht is dan die voor vele andere lidstaten. Minder slecht is een betere keuze dan positiever.
De gemiddelde groeiverwachting voor de eurozone ligt op –1,9%, maar het gemiddelde begrotingsdeficit loopt op tot –4%.
Als oorzaak voor dit omvangrijke deficit haalt de Europese Commissie drie factoren aan: de werking van de automatische stabilisatoren, de discretionaire maatregelen vervat in het relanceplan van de Belgische overheden en de bijkomende intrestlasten naar aanleiding van de reddingsoperatie voor de financiële sector.
In de initiële begroting voor 2009 werd reeds rekening gehouden met de bijkomende intrestlasten en met een economische groei van 1,2%. Dat cijfer was gebaseerd op de economische begroting die in september 2008 werd voorgesteld.
Naar aanleiding van de snel slechter wordende economische groeiramingen heeft de regering beslist de voorziene begrotingscontrole te versnellen. Zij heeft aan het INR gevraagd de economische begroting te leveren tegen 30 januari.
Op basis van de in de economische begroting vervatte parameters kunnen daarna de ontvangsten en uitgaven van de federale overheid en de sociale zekerheid worden geraamd. Deze geactualiseerde ramingen zullen de basis vormen van de begrotingscontrole die tegen 20 februari zal worden afgerond.
In de herziene economische begroting van 2009 die het Planbureau opstelt, vertrekkend van de economische vooruitzichten van de Europese Commissie, wordt ook een nieuwe raming opgemaakt van de werkgelegenheid en de werkloosheid en de evolutie van de overheidsschuld. Deze elementen maken deel uit van het model dat het Planbureau gebruikt voor de opmaak van de economische begroting.
Ik vat even samen. De begrotingsaanpassing wordt vervroegd. Wij zullen dat eind februari doen. Wij verwachten de economische begroting van het Planbureau wat later, met name eind januari. Zo kan het Planbureau in de verschillende ramingen de nieuwe parameters van de Europese Commissie gebruiken. Dat is een verstandige manier van werken omdat die nieuwe cijfers van de Europese Commissie heel belangrijk zijn en het verschil tussen de verschillende ramingen met betrekking tot de groeinormen heel groot zijn
Tien dagen geleden kwam de Nationale Bank met een groeinorm van –0,6%. Dat was nog slechter dan hun raming van eind december van –0,3%. Tien dagen later was dat –0,6%. Nog tien dagen later, gisteren, kwam de Europese Commissie met een raming van –1,9%. Dat is op tien dagen een verschil van 1,3%. Dat is dus gigantisch veel.
Bovendien laat de Europese Commissie zelf weten in een persbericht dat de situatie voorlopig zo onzeker is dat het cijfer van –1,9% voor de eurozone nog kan veranderen. Wij moeten dus heel voorzichtig zijn met ramingen, want er treedt duidelijk een grote verslechtering op van de verschillende cijfers.
Onze rondzendbrief van eind december was gebaseerd op een inflatie van 1,5% en een groeinorm van –0,3%. Uiteraard zullen wij dat aanpassen op basis van de nieuwe cijfers van de Europese Commissie en vooral op basis van de nieuwe cijfers van de economische begroting van het Federaal Planbureau, dat rekening zal houden met de nieuwe cijfers van de Europese Commissie. Daarom hebben wij aan het Federaal Planbureau gevraagd om een beetje later te komen met hun economische begroting, om die nieuwe parameters te kunnen inbrengen in de verschillende ramingen voor de economische begroting.
U weet wat wij van de Europese Commissie hebben gekregen, met name een pagina met twee cijfers erop, -1,9% en –3% als begrotingssaldo. Waarop is dat gebaseerd? Waarom komen zij met een cijfer van –1,9%? Dat moet ook worden gepreciseerd. Dat zijn geen onbelangrijke cijfers. Wij moeten dat onderzoeken om te weten wat de vertaling van de nieuwe cijfers is in de economische begroting van de Europese Commissie.
Wij hebben vanmorgen in het kernkabinet ook beslist om ons Stabiliteitspact opnieuw te onderzoeken. Wij waren bijna klaar met het Stabiliteitspact, natuurlijk nog op basis van de laatste ramingen, dus een inflatie van 1,5% en een groeinorm van –0,3%.
Wij moeten het Stabiliteitspact natuurlijk aanpassen op basis van de cijfers van de Europese Commissie. De Europese Commissie geeft ons nieuwe cijfers. Wij moeten het Stabiliteitspact aan de Commissie bezorgen. Wij moeten uiteraard de cijfers van de Europese Commissie toepassen in ons Stabiliteitspact. Daarom hebben wij gevraagd aan de Europese Commissie om het Stabiliteitspact een beetje later te mogen indienen, om de nieuwe parameters te kunnen toepassen in het Stabiliteitspact en op het traject en de verschillende saldi voor de volgende jaren.
Wij zullen dus al de nieuwe cijfers implementeren in onze begrotingsaanpassing. Dat is volgens mij noodzakelijk. Het zijn natuurlijk heel slechte cijfers, misschien de grootste economische crisis sinds de Eerste Wereldoorlog. We moeten realistisch blijven en die cijfers realistisch vertalen in de begroting en in het Stabiliteitspact.
01.05 Hendrik Daems (Open Vld): Mijnheer de staatssecretaris, ik neem kennis van uw antwoord, dat begrijpelijkerwijs algemeen blijft. Het is juist dat we het Stabiliteitspact aan Europa moeten overzenden, ter informatie en goedkeuring, wat nogal flexibel is. Het is natuurlijk niet juist dat we de cijfers van de Europese Commissie moeten overnemen in ons budget. Wij maken ons eigen economisch budget en op basis daarvan zullen we onze budgetten en previsies aanpassen. Het is trouwens vaak gebleken – we kunnen de geschiedenis daarop nakijken – dat de cijfers van ons eigen economisch budget nooit exact overeenstemmen met die van de Europese Commissie. Dat kan natuurlijk een negatief of positief verschil zijn.
01.06 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Ik ga totaal akkoord met uw redenering, maar wij kunnen niet doen alsof het niet bestaat.
01.07 Hendrik Daems (Open Vld): Natuurlijk niet. Dat zeg ik ook niet.
01.08 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Wij hebben aan het Planbureau gezegd dat het zijn begroting een beetje later mag indienen, om die nieuwe gegevens in aanmerking te nemen. Een kritische analyse daarvan is moeilijk. Op wat is het gebaseerd? Wat zijn de parameters? Waarom is er zo’n verschil? Het is het werk van het Planbureau om die gegevens in aanmerking te nemen.
01.09 Hendrik Daems (Open Vld): Daarover zijn wij het eens. Ik zeg dan nog niet eens dat de norm met betrekking tot het economisch budget minder dan -1,9% zou zijn. Het kan nog erger. Dat weten wij niet. Hoe dan ook, het is wel het economische budget dat de basis van onze begrotingscontrole vormt. Dat zal moeten worden gereflecteerd in een nieuw uit te werken Stabiliteitspact.
Voor mij is het belangrijk erover te waken dat wij de middellange termijnprojectie niet baseren op paniekeffecten op korte termijn op de markt, die nu als gemiddelde op middellange termijn worden doorgetrokken. Dat is wat er gebeurt.
Op dit moment krijgt men een absolute crunch, ook in de financiële wereld. Kijk naar wat gisteren en eergisteren bij de banken is gebeurd. Dat is een echte paniekcrunch. Als men dat gemiddelde over twaalf maanden doortrekt, krijgt men natuurlijk –1,9%.
Ik zal een ander voorbeeld geven. Stel dat wij ons alleen zouden baseren op de beurskoers van Fortis Holding. Als men die opwaartse sprong van 30% van de waarde van de aandelen als gemiddelde voor de volgende twaalf maanden zou hanteren, begrijpt u meteen dat dat even gek zou zijn.
Daarmee wil ik zeggen dat statistieken die van om het even waar komen, met de nodige afstand moeten worden bekeken. Een van de grote liberale voorgangers, de heer Willy De Clercq, zei ooit: "Statistieken zijn altijd gevaarlijk, want men gaat ervan uit dat een mens wiens gemiddelde lichaamswarmte 36,7 °C is, gezond is. Als hij echter met zijn hoofd in de kachel en zijn voeten in de koelkast zit, kan dat ook gemiddeld 36,7°C bedragen en is hij niet noodzakelijk gezond".
Ik wil er dus voor waarschuwen dat wij niet meelopen in een statistische redenering op basis van gemiddelden, die vandaag opgang maakt. Dat wil niet zeggen dat de reflectie die de Europese Commissie op korte termijn maakt juist is. Ik denk dat die juist is. Ik denk dat wij stilaan niet meer over een recessie, maar over een depressie moeten spreken. Wij moeten daarin eerlijk zijn. Dat kan.
De stelling die ik hier poneer is dat, zelfs indien zou blijken dat wij de economische groeicijfers naar beneden moeten ramen, en dat zal zo zijn, dat niet noodzakelijk betekent – dat is mijn punt – dat daardoor het bestaande eindpunt van een Stabiliteitspact moet worden verschoven. Dat zijn twee verschillende debatten.
Het is niet omdat men in 2009 in een diepere dip zit, dat dat noodzakelijk betekent dat het behalen van een globaal evenwicht, met een overschot van 1% dat nu een jaar is uitgesteld tegenover het vorige Stabiliteitspact, het uitgangspunt moet zijn.
Als dat de conclusie is op basis van correcte en niet-vermijdbare gegevens, zullen wij dat wel zien.
De indruk die ik nu krijg, is dat men het eigenlijk al als voldongen feit aanvaardt. Men vertaalt de crunch op korte termijn naar middellange termijn. Dat betekent automatisch dat ons Stabiliteitspact de facto zal worden verlengd, ook wanneer wij een evenwicht of een overschot behalen.
Dat is het politieke punt dat ik wil maken. Ik ga er immers vanuit, mijnheer de minister, dat elke crisis ook een opportuniteit biedt. Ik meen dat nu, in barre tijden, enkele weerstanden kunnen afbrokkelen, wanneer het onder meer erover gaat om de omgang van de overheid te bepalen. Daarover heeft onze partij al lang een punt gemaakt en dat bovendien recent nog verscherpt. Dat punt kan misschien meer en scherper aan de orde komen in de besluitvorming van de regering.
Ik ben er trouwens van overtuigd dat de collega’s van Open Vld in de regering een aantal pistes zullen voorstellen. Wij zullen wel zien waar wij dan landen.
Ik heb nog een laatste bedenking. Ik meen dat wij echt alle moeite moeten doen om zeker de begrotingstekorten te beperken. Indien blijkt dat wij in 2009 een tekort van 3% hebben, betekent dat een tekort van 10 miljard. Dan wil dat eigenlijk zeggen dat er vanaf 2010 recurrent een stuk van het uitgavenpotentieel van 500 miljoen ontbreekt.
Ik kan niet genoeg benadrukken dat bij al die grote termen inzake tekort en schuld, het enige essentiële element het effect van de schuld is. Als zou blijken dat wij dit jaar een tekort van 3% hebben, betekent dit dat vanaf volgend jaar telkens een hap van 500 miljoen verdwijnt uit de beschikbare middelen voor de volgende jaren. Dat is de essentie van het verhaal.
Wij weten dat wij een hap zullen moeten missen. Als men het verschil bekijkt tussen het oorspronkelijke Stabiliteitspact en de huidige wegens de crisis aangepaste berekeningen, die in het relanceplan zijn ingerekend, ziet men dat er een massa van 5 of 6 miljard euro is verschoven. Dat is toch enorm.
Tot daar enkele bedenkingen. Ik wacht met spanning op de bepaling van het economisch budget van 30 januari. Ik neem aan dat u niet zult ontkomen aan vragen van de oppositie en uiteraard ook van onszelf, om die elementen ter sprake te brengen in het Parlement voor u tot een budgetcontrole overgaat. Iets anders zou niet aanvaardbaar zijn. Maar het zal zo gebeuren. Het is altijd zo gebeurd in het verleden.
Ik meen dat wij op dat ogenblik, eind januari, opnieuw een aantal reflecties dienaangaande kunnen maken.
Mijnheer de minister, ik dank u alvast voor uw antwoord. Ik ben ervan overtuigd dat u samen met uw collega’s in de regering er alles aan zult doen om de negatieve gevolgen, budgettair en uiteindelijk voor de bedrijven en de bevolking, in de mate van het mogelijke te beperken.
01.10 Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik deel de analyse van de heer Daems tot op dit moment volledig.
Ik denk aan de stellingen die de eerste minister heeft ingenomen naar aanleiding van het vorige aangekondigde tekort voor 2009. Als men die in dit licht ziet, wordt dat toch wel bijzonder gevaarlijk. Hij stelde dat 2009 een crisisjaar zou zijn en daarin geen besparingen zouden worden doorgevoerd. Besparingen zouden pas worden doorgevoerd in 2010, zo heeft hij letterlijk gezegd: “2009 is een crisisjaar en daardoor gaan we pas besparingen doorvoeren in 2010”.
Volgens de cijfers die we nu voorgeschoteld krijgen zal 2010 ook een crisisjaar zijn en gaan we dus pas besparingen doen in 2011. Zelfs vandaag al dient 2011 zich ook al aan als een crisisjaar. U voelt mij komen: dit is niet houdbaar. Ik citeer graag wat voorzitter Somers heeft gezegd op zijn nieuwjaarsreceptie: “Er is maar één manier en dat is werk maken van een meer efficiënte en dus goedkopere overheid”. Dat is de analyse die we samen maken, maar u zit nu in een positie om dat in daden om te zetten. We gaan dat zien. Ik heb geen opmerkingen gehoord van Open Vld toen de minister zei daarmee in 2009 niet te beginnen en dat uit te stellen tot 2010.
Nu zijn we bezig met een uitstelscenario 2011-2012. Dat wordt dramatisch. Er werd juist verwezen naar de schuldenlast die we aan het opbouwen zijn. Dit is niet langer houdbaar. Ik hoop – niet alleen als oppositielid, maar ook als bezorgde burger en iemand die zijn verantwoordelijkheid opneemt in de maatschappij – dat we echt niet dat straatje gaan bewandelen en al die lasten doorsturen naar de volgende generatie, die al zwaar zal worden belast door het vergrijzingsprobleem.
01.11 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer de voorzitter, wij zijn al begonnen met verschillende besparingen, bijvoorbeeld bij het personeel van de administratie: de 1%-regel. Dat gaat om 60 miljoen en is structureel.
Ten tweede, wij hebben aan de Inspectie van Financiën een analyse des prestations gevraagd, om zeker te zijn en een beetje een fotografische stand van zaken te hebben van onze publieke overheid. Om te weten op welke plaatsen wij die efficiënter kunnen maken, voor een goedkopere prijs. Dat is een verbetering van de administratie voor minder kosten. Dat is een vooruitzicht dat wij willen hebben met de regering: een plan om beter uit te geven en dus te kunnen besparen. Dat perspectief hebben wij willen uitvoeren en wij doen het nu al, zelfs in de crisisperiode. Dat is zeker niet genoeg: we moeten verder gaan. Het was de bedoeling van de eerste minister door te gaan met betere besparingen en met beter en efficiënter uit te geven.
01.12 Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, met alle respect maar u heeft het nu over maatregelen die zaten in uw begroting die uitging van een groei van 1,2%. Voor de eerste keer gaat u nu beginnen peuteren in het ambtenarenkorps. Het gaat om maatregelen die vervat zaten in een begroting die uitging van een groei van 1,2%. Ik hoop dat u zich daar niet achter zult blijven verschuilen voor een begroting die zich aandient met een economische groei van –1,9%. Dat kunnen niet dezelfde maatregelen zijn in die omstandigheden.
01.13 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik denk dat collega’s Daems en Jambon al een aantal elementen hebben gegeven.
Ik stel vast, mijnheer de staatssecretaris, dat u deze keer een beetje de les hebt getrokken uit de begrotingsopmaak 2009 die u in september 2008 hebt gedaan. U herinnert zich dat wij vorige week al een discussie hebben gehad over het resultaat van de begroting 2008. Ik heb toen gezegd dat als het slecht is dit ook als dusdanig moet worden gecommuniceerd. U mag zich niet blijven wegsteken.
U heeft nu toch aan het Planbureau de opdracht gegeven om voor hun economisch rapport wel degelijk rekening te houden met de cijfers van de Europese Commissie, op welke manier ze ook werden bepaald. Ik neem aan dat zij ook een rekenalgoritme hanteren en dat zij ook instrumenten hebben om te komen tot het resultaat van –1,9% en een begrotingstekort van 3% dat de volgende jaren zelfs nog zal oplopen.
Het zal ongetwijfeld wel zo zijn dat de economie zich nog zal wijzigen. U zult op een gegeven moment een status quo moeten trekken en bepalen aan de hand van welke elementen u doorgaat.
U hebt niet geantwoord op het element relanceplan. Blijft dit zoals het is of zal dat toch veranderen? Zult u dat herbekijken? Ik neem aan dat er een aantal maatregelen zullen moeten worden genomen die misschien iets ingrijpender zullen zijn. Zoals Van Rompuy al zei, is het alle hens aan dek. U zit in een catastrofescenario. Ik besef ook wel dat u niet veel elementen heeft om op te spelen. Belangrijk is wel dat u beseft hoe het verder moet. Toen Paars aan de macht was, hebben wij er steeds voor gepleit het rentevoordeel te gebruiken om versneld aan schuldafbouw te doen. De vorige regeringen hebben daarvan geen gebruik gemaakt. Integendeel, zij hebben dat opgesoupeerd en dan was het nog niet genoeg want er moesten ook nog overheidsgebouwen worden verkocht. Dat had kunnen helpen om de situatie van het begrotingstekort wat beter te amortiseren. Dat is niet gebeurd. U krijgt daarvoor nu de volle rekening gepresenteerd, zijnde een economie die helemaal op de schuifaf zit.
Misschien heeft u nog enige commentaar op het element van het relanceplan?
01.14 Staatssecretaris Melchior Wathelet: De regering heeft vorige vrijdag beslist om het relanceplan uit te voeren zoals het nu is. Wij zullen dat doen. Cijfers van een negatieve groei van –1,9%, creëren de verplichting om door te gaan met het relanceplan. Het is meer dan ooit noodzakelijk om het relanceplan uit te voeren. Wij hebben vorige vrijdag een akkoord bereikt binnen de regering om alle maatregelen van het relanceplan uit te voeren.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Daarmee beëindigen wij de werkzaamheden van vanochtend. Ik wil even de diensten bedanken voor het vrij snel bijeenroepen van deze commissie alsook de staatssecretaris die bereid is gevonden om deze vragen, die gisteren zijn ingediend, vandaag reeds te behandelen.
Wij zijn ook vrij ver gegaan met de spreektijd van de heren vragenstellers, gelet op de specificiteit van het onderwerp. Vanmiddag zijn er meer dan veertig vragen. Wij zullen daar strikter zijn in het toekennen van de spreekminuten en repliekmomenten.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.43 uur.
La réunion publique de commission est levée à 11.43 heures.