Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen |
Commission des Relations extérieures |
van woensdag 7 januari 2009 Voormiddag ______ |
du mercredi 7 janvier 2009 Matin ______ |
De vergadering wordt geopend om 11.04 uur en voorgezeten door mevrouw Hilde Vautmans en door de heer François Roelants du Vivier.
La séance est ouverte à 11.04 heures et présidée par Mme Hilde Vautmans et par M. François Roelants du Vivier.
01 De toestand in Gaza: gedachtewisseling met de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken en samengevoegde vragen van
- de heer Wouter De Vriendt aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken over "de Israëlische aanval op Gaza" (nr. 9500)
- de heer Xavier Baeselen aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken over "de beschietingen door Hamas en de Israëlische reactie daarop in de Gazastrook" (nr. 9502)
- de heer Dirk Van der Maelen aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken over "het geweld in Gaza" (nr. 9535)
- mevrouw Nathalie Muylle aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken over "het Israëlisch militair offensief" (nr. 9569)
- de heer Bruno Tuybens aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken over "de oorlog in Gaza" (nr. 9570)
- de heer Denis Ducarme aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken over "het conflict tussen Israël en Hamas" (nr. 9577)
- de heer Denis Ducarme aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken over "de informatie over de levering van raketbommen en raketten aan Hamas door Iran " (nr. 9578)
- de heer Fouad Lahssaini aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken over "de Israëlische aanval op Gaza" (nr. 9579)
01 La situation à Gaza: échange de vues avec le vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et questions jointes de
- M. Wouter De Vriendt au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur "l'offensive israélienne contre Gaza" (n° 9500)
- M. Xavier Baeselen au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur "les tirs du Hamas et la réponse israélienne dans la bande de Gaza" (n° 9502)
- M. Dirk Van der Maelen au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur "les violences à Gaza" (n° 9535)
- Mme Nathalie Muylle au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur "l'offensive militaire israélienne" (n° 9569)
- M. Bruno Tuybens au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur "la guerre à Gaza" (n° 9570)
- M. Denis Ducarme au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur "le conflit opposant Israël et le Hamas" (n° 9577)
- M. Denis Ducarme au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur "les informations relatives à la fourniture de roquettes et de missiles au Hamas par l'Iran" (n° 9578)
- M. Fouad Lahssaini au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur "la guerre portée par Israël sur Gaza" (n° 9579)
Voorzitter Hilde Vautmans: Goedemorgen, beste collega’s van Kamer en Senaat, goedemorgen, mijnheer de minister, allereerst: mijn beste wensen voor het nieuwe jaar. Ik meen dat wij voor een belangrijk jaar staan en ik hoop dat wij in onze commissie goed zullen kunnen samenwerken om voor een aantal problemen proberen oplossingen te bieden.
Wij zijn hier vandaag om de toestand in Gaza te bespreken. Vele collega’s hebben reeds een mondelinge vraag ingediend. Zij hebben mij vorige week gevraagd een debat te organiseren en ik dank de minister omdat hij zich zo snel kon vrijmaken.
Ik geef eerst het woord aan de minister voor een stand van zaken en daarna aan de verschillende collega’s. Ik wil nu al een oproep doen dat iedereen straks beknopt spreekt, want de minister kan maar blijven tot 12.30 uur en wij zijn met velen die hun zeg willen doen.
Laten wij afspreken dat iedereen twee of drie minuten krijgt om kort zijn standpunt kenbaar te maken. Indien wij meer tijd hebben, mijnheer Van der Maelen, mag u uiteraard langer spreken. Maar ik bereid u er al op voor dat u uw interventie misschien moet inperken.
Mijnheer de minister, ik geef u graag het woord.
01.01 Minister Karel De Gucht: Mevrouw de voorzitter, collega’s, de situatie in Gaza is bijzonder dramatisch. Daar is gisteren nog speciaal de nadruk op gelegd door de aanval op een school die werd bestuurd door de Verenigde Naties. Ik neem aan dat de meeste scholen daar worden bestuurd door de Verenigde Naties, met name door UNWRA, de organisatie die al tientallen jaren in de Palestijnse Gebieden werkt en die daar eigenlijk de ruggengraat uitmaakt van de civiele maatschappij en het leven daar probeert enigszins draaglijk te maken.
Er zijn verschillende vragen ingediend. Ik wil beginnen met daar een algemeen antwoord op te geven aan de hand van een overzicht. Ik zal ook de meest recente actualiteit schetsen, onder andere inzake een staakt-het-vuren of een mogelijke beweging in die richting, die er de komende uren of dagen kan komen.
Tout d'abord, la violence à Gaza est une nouvelle phase tragique du conflit israélo-palestinien. Il convient de bien distinguer les besoins humanitaires urgents et immédiats, d'une part, et les implications pour le processus de paix au Moyen-Orient, d'autre part.
Les origines directes de la violence actuelle résident dans la prise du pouvoir par les forces du Hamas à Gaza en juin 2007. Des violences réciproques ont ensuite perduré jusqu'en juin 2008, époque à laquelle les deux parties ont décidé d'observer une trêve de six mois et cela, grâce à une médiation égyptienne.
Les déclarations faites à la presse montrent que les deux protagonistes s'étaient préparés au conflit dont nous sommes désormais les témoins. En effet, en vue de ce conflit, le Hamas s'est armé et Israël s'est entraîné. Il me semble que les deux parties ont, à un moment donné, décidé de laisser libre cours à une escalade du conflit. Ainsi, nous pouvons citer l'action militaire lancée par Israël le 4 novembre et, par la suite, l'intensification très nette des tirs de roquettes du Hamas, suivie d'une intensification du blocus de Gaza. Le Hamas a rejeté la poursuite de la trêve.
C'est la population de Gaza qui paie le prix de ce jeu cynique. Les responsables de la Croix-Rouge internationale et des Nations unies présents sur place ont déclaré hier que nous faisions face à une crise humanitaire majeure. C'est pourquoi l'Union européenne, dont notamment la Belgique, a appelé et continue à appeler à un cessez-le-feu ainsi qu'à la possibilité d'acheminer l'aide humanitaire.
Ik vind het een grote vergissing van Israël te denken dat militair geweld ook maar enige oplossing kan brengen in hun conflict met de Palestijnen. Een land heeft het recht zich te verdedigen en de plicht de burgerbevolking te beschermen. Hamas staat op de Europese lijst van terroristische organisaties en is een organisatie die nog steeds als officiële doelstelling de verdwijning van de staat Israël heeft. Er is dus een politiek probleem en een veiligheidsprobleem met Hamas. Sinds 2006 wordt een politiek van isolement ten aanzien van Hamas gevoerd en nu is er dus een militaire confrontatie. Hamas eist een plaats op in de Palestijnse wereld. Als het die plaats vreedzaam en democratisch wil innemen, dan moeten we praten met Hamas. Egypte bemiddelt tussen Hamas en Fatah en de Palestijnse Autoriteit. Ik denk dan ook dat de inspanningen van Egypte onze verdere steun verdienen.
Wat heeft de Belgische regering en mijn administratie gedaan, alleen, in Europees verband en in de Verenigde Naties? De ministers van Buitenlandse Zaken van de lidstaten van de Europese Unie hebben op 30 december 2008 in Parijs vergaderd. Dat was in mijn afwezigheid, omdat op dat ogenblik de nieuwe regering de eed aflegde. We werden daar vertegenwoordigd door staatssecretaris Chastel. De Unie legde een verklaring af met drie onderdelen: een oproep tot een staakt-het-vuren, de toegang voor humanitaire hulp en de intensivering van het vredesproces. Met dat standpunt is de Europese trojka onder leiding van het Tsjechische voorzitterschap sinds 4 januari op rondreis in het Midden-Oosten. Ook president Sarkozy ondersteunt met zijn reis die Europese aanpak.
Europa is er nog niet in geslaagd Israël te overtuigen van een staakt-het-vuren, maar bracht wel beweging in het Israëlische standpunt. De leden van de Israëlische regering lijken nu meer bereid om wegen te zoeken om het geweld stop te zetten. Israël overweegt nu een staakt-het-vuren, maar met voorwaarden. De voorwaarde is dat Hamas zich niet kan herbewapenen en dat de raketbeschietingen ophouden. Dat lijkt mij ook een redelijke voorwaarde. Als de internationale gemeenschap die voorwaarde kan monitoren, dan kunnen ook de grenzen van Gaza open in afspraak met de Palestijnse Autoriteit. Toch zou een bestand onmiddellijk moeten ingaan om humanitaire redenen. Vanaf vandaag drie uur zal er een stoppen met schieten, zeg maar, worden gerespecteerd tussen elf uur en twee uur ’s namiddags.
De druk op Israël en Hamas om tot een staakt-het-vuren te komen, groeit natuurlijk, gisteren zelfs exponentieel door de aanval op een school als gevolg met meer dan veertig slachtoffers waaronder een aantal kinderen. Gisteren was trouwens de dodelijkste dag van het twaalf dagen oude conflict, met in totaal 130 doden.
Egypte en Frankrijk hebben een voorstel uitgewerkt waarvan de tekst niet gekend is. Dat voorstel ligt in de lijn van wat de voorbije dagen als idee circuleerde, namelijk een staakt-het-vuren, het stopzetten van de raketaanvallen op Israël, het beëindigen van de militaire operatie van Israël, het openen van de grensovergangen – een Hamas-eis –, het beëindigen van de wapensmokkel – een Israëlische eis, wat veronderstelt dat er een controle is aan de Rafah-grensovergang –, en een versterking van de zuidelijke grens van Gaza met Egypte.
De wapensmokkel gebeurt dus vooral via die tunnels. Ik ben daar ooit ter plaatse geweest. Het is bijzonder raar dat die tunnels al die jaren zijn opengebleven. Die tunnels starten in Gaza, lopen onder de grens door en komen een paar honderd meter verder uit op Egyptisch grondgebied.
Men kan mij niet wijsmaken dat en de Israëli’s en de Egyptenaren die tunnels niet weten liggen. Het is trouwens ook niet zo moeilijk om dat te weten. Ze komen aan de Egyptische kant immers niet uit in bewoond gebied, maar in woestijnachtig gebied. Men kent die tunnels. Ze zijn altijd open gebleven, volgens mij met het medeweten van Egypte, aangezien van daaruit werd gesmokkeld.
Met andere woorden, als men nu zegt dat men die grens gaat afsluiten, en alleen een gecontroleerde grensovergang zal hebben waarlangs geen wapens meer kunnen worden gesmokkeld, kan dat alleen maar met de medewerking van Egypte. Dat in het verleden niet het geval geweest omdat Egypte daar oogluikend een aantal zaken heeft toegelaten. Men moet zich dat goed realiseren.
U kunt zich inbeelden dat men niet zomaar honderden meters tunnel kan graven waar men met mensen en materiaal doorkomt zonder dat iemand dat heeft gezien. Zo eenvoudig is dat nu ook weer niet. Er bestaat daar al jaren een ietwat schizofrene situatie, waaraan nu misschien een eind zal komen. Ik weet het niet.
President Sarkozy pleit voor het monitoren van de grensovergangen, de toegang voor humanitaire hulp, politieke reconciliatie en het heropstarten van het vredesproces. Wat Sarkozy voorstelt, ligt in de lijn van wat Europees naar voren wordt gebracht. Alleen is president Sarkozy geen voorzitter meer van de Europese Unie. Iedereen kan zich natuurlijk van agenda vergissen. Hij is dat alleen nog in het diepst van zijn gedachten.
Men kan moeilijk ontkennen dat hij een inspanning levert. Ik vind het een beetje moeilijk ten aanzien van de samenhang van de Europese Unie. Anderzijds kan men niet zeggen dat hij zich daar als persoon niet voor inspant.
President Sarkozy tracht Syrië achter zich te krijgen. Hij is degene die het internationaal isolement van Syrië heeft doorbroken met de Euro-Mediterrane top aan het begin van het Franse voorzitterschap en hij probeert dat nu te verzilveren.
Er blijven een heleboel problemen rond een dergelijk staakt-het-vuren.
Het is bijvoorbeeld erg onduidelijk wie veiligheidsgaranties zal geven en waar ze zullen worden gegeven. Ik ben er niet van overtuigd dat Israël de Europese Unie op dat vlak geloofwaardig vindt. Israël vindt eigenlijk alleen een veiligheidsgarantie van de Verenigde Staten geloofwaardig.
Ik refereer aan wat ik daarjuist over de tunnels zei. Egypte wil geen vreemde troepen op eigen grondgebied, terwijl de bescherming van de betrokken grens bijna per definitie op Egyptisch grondgebied moet gebeuren.
Hamas wil ook geen VN-vredesmacht à la UNIFIL in Gaza.
Er blijven dus een heleboel problemen die moeten worden opgelost. Positief is echter dat de druk om een staakt-het-vuren in te stellen, sinds de aanval van gisteren, 6 januari 2009, exponentieel is toegenomen.
Dat wou ik meegeven inzake de Europese Unie en het staakt-het-vuren.
U weet dat wij tot 31 december 2008 deel hebben uitgemaakt van de Veiligheidsraad. Op 31 december 2008 zelf werd in de Veiligheidsraad nog een debat gehouden. Wij hebben bij die gelegenheid mee naar een compromis gezocht. Wij hebben toen ook, nog vóór de grondoperatie, voor een staakt-het-vuren gepleit.
Wij erkennen het recht van Israël om zich te verdedigen tegen de onaanvaardbare raketbeschietingen. Voornoemd recht dient echter te worden gekoppeld aan de plicht zich terughoudend op te stellen, mèt afwijzing van disproportioneel geweld.
Op 5 januari 2008 hebben wij op het kabinet vertegenwoordigers van betogers tegen de oorlog in Gaza ontvangen. Wij bespraken bij die gelegenheid onder meer het gevaar dat de oorlog in Gaza naar Belgische steden zou worden geëxporteerd of er in ieder geval spanningen tussen de gemeenschappen zou veroorzaken. Ik ben daarover bezorgd. Ik heb ook de politieke “instrumentalisering” van het leed van de bevolking van Gaza en in Israël afgewezen.
Gisteren hebben wij op het kernkabinet verschillende maatregelen besproken. Wij onderzoeken steun voor een Europese operatie voor medische evacuatie van kinderen uit Gaza, hetzij via het Israëlische grondgebied – dat schijnt echter, gisteren althans, ernstige problemen te doen rijzen – hetzij via Egypte. Er zijn heel wat kinderen onder de slachtoffers. De schatting is dat één slachtoffer op vier een kind is.
Wij werken nu aan voornoemd plan verder en hebben ter zake contacten met de Israëlische en met de Egyptische regering. De Europese Commissie reageert ook positief op ons plan. Wij zullen in de komende dagen proberen om een dergelijke operatie op te zetten. Wij kunnen dat ook. Wij hebben daartoe de nodige toestellen. Mijnheer Flahaut, twee van de Embraers zijn met MEDEVAC uitgerust.
Daarmee kunnen wel degelijk kinderen worden gerepatrieerd, zoals we daarmee in het verleden ook al ambassadeurs hebben gerepatrieerd. We hebben daar dus de nodige uitrusting voor en willen dat ook doen, want we hebben er ook de nodige middelen voor door een gezamenlijke inspanning van het kabinet Landsverdediging en het kabinet Buitenlandse Zaken. Er is ook voedselhulp en noodhulp vrijgemaakt voor een bedrag van 500.000 euro door de minister van Ontwikkelingssamenwerking.
Samenvattend, dat is de stand van zaken.
Men kon in feite onmiddellijk weten, als een dergelijk conflict begint, dat het een humanitaire ramp zou veroorzaken. Op het ogenblik dat het conflict is losgebarsten, heb ik dat trouwens ook meteen gezegd. Het is onmogelijk om in Gaza een onderscheid te maken tussen Hamas-strijders – die zijn er –, Hamas-militanten – die zijn er zeker, want Hamas heeft daar een meerderheid behaald –, en burgers. Dat is onmogelijk omdat Hamas geen geregeld leger heeft. Ook in het zuiden van Libanon, waar ik enkele keren ben geweest, kan onmogelijk het onderscheid worden gemaakt tussen burgers en mensen die gelieerd zijn met Hezbollah. Dat is totaal onmogelijk.
Bovendien is Gaza een bijzonder dichtbevolkt gebied. Gaza is klein, en daar zitten werkelijk 1,5 miljoen mensen opeengestapeld, letterlijk. U moet zich Gazastad eigenlijk voorstellen als één groot vluchtelingenkamp waar tot en met over de straten is gebouwd.
Een oorlog voeren in een dergelijke stad,
kan maar op twee manieren: ofwel grote stukken platbombarderen – nu worden er
serieuze stappen in die richting gezet –, dan wel een lijf-aan-lijf-oorlog met
zwaarbewapende militairen, wat zal uitmonden in een echte stadsguerrilla. Militair gezien is het
naar mijn bescheiden mening een bijzonder moeilijke opdracht die alleen met
bijzonder veel geweld een kans op slagen kan hebben.
In de komende
dagen denk ik dus dat de natuurlijke druk voor een staakt-het-vuren zal
toenemen. De internationale gemeenschap, en eigenlijk iedereen, moet daar ook
maximaal op inzetten. Dat soort van oorlog is voor het oog van de
internationale media maar beperkt houdbaar. Volgens mij kan tegenover de
internationale publieke opinie het voeren van dat soort oorlog niet worden
volgehouden. Ik denk dus dat we op een staakt-het-vuren moeten blijven
aandringen, en dat doen wij ook.
Dat gezegd zijnde,
kan ook niet worden ontkend dat er zowel een militair als een politiek probleem
is met Hamas.
Er is een militair probleem, omdat zij inderdaad raketten afschieten op Israël, op het zuiden van Israël, onder andere op Ashkelon. Die raketten zijn niet gesofisticeerd, maar als men er veertig afschiet is de kans natuurlijk reëel dat er toch enkele zijn die doel raken. Het aantal raketaanvallen is inderdaad opgedreven. Een staat kan moeilijk aanvaarden dat zijn burgerbevolking wordt beschoten. Men kan niet zeggen dat een staat niet het recht heeft om daarop te reageren.
Er is echter ook een politiek probleem met Hamas. Door de staatsgreep van Hamas in Gaza, want dat is het toch wel geweest, heeft men nu de facto twee Palestina’s. Een vredesonderhandeling met een dergelijke constellatie in het Palestijnse kamp is op zich een bijzonder moeilijke aangelegenheid.
Dat betekent met andere woorden dat er los van het militaire ook een politieke benadering zou moeten zijn die maakt dat er een hereniging kan komen van de twee delen, Westbank en Gaza, waarin Palestina op dit ogenblik is gesplitst. Anders, vrees ik, zal het vredesproces in het Midden-Oosten nog bijzonder lang duren.
Men kan ook niet naast het feit kijken dat Hamas een islamistische organisatie is, die wordt gesteund door derde machten, dat is duidelijk, onder andere door Iran en een aantal Hamasleiders vindt ook onderdak in Damascus, de hoofdstad van Syrië. Er is daar dus ook een probleem van islamitisch fundamentalisme. Men kan lang praten over de oorzaken daarvan, de uitzichtloze situatie enzovoort, maar het probleem is er dus wel degelijk.
Samenvattend, aan het eind van het presidentschap van Bush is de toestand in het Midden-Oosten uitzichtlozer dan ooit. Men kan alleen maar hopen dat Barack Obama, in tegenstelling tot zijn twee voorgangers, Bush en Clinton, niet aan het einde van zijn mandaat begint te denken aan een oplossing voor het Midden-Oosten, maar dat reeds doet in het begin van zijn mandaat en dus wel degelijk de politieke richting inslaat en er in een verstandig samenspel met de Europese Unie voor zorgt dat er eindelijk een oplossing voor de problematiek in Gaza en het Midden-Oosten zou kunnen komen.
Voorzitter Hilde Vautmans: Collega's, wie vraagt het woord? Tien Kamerleden hebben het woord gevraagd. We zullen de sprekers van Kamer en Senaat alterneren.
Wij gaan beginnen met de eerste spreker, de heer De Vriendt. Mag ik vragen om de spreektijd te respecteren. Er zijn twintig sprekers. U zult het dus zeer kort moeten houden, een tweetal minuten, zoals zij dat ook in het Europees Parlement doen. Wat men daar kan, kunnen wij ook.
Mijnheer De Vriendt, u hebt het woord.
01.02 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!): Ik zal mijn best doen, mevrouw de voorzitter.
Vooral gisteren, collega’s, mijnheer de minister, was het verbijsterend, vond ik, hoezeer de berichten mekaar opvolgden. Het ene bericht was al gruwelijker dan het andere: burgerslachtoffers, ambulances die niet mochten passeren, het gebruik van fosformunitie, clusterbommen enzovoort. Ik denk eerlijk gezegd dat Gaza op dit eigenste moment niet minder dan de hel op aarde is, ook al – u zei het daarnet – wegens het dichtbevolkte karakter van de regio.
Israël voert op dit moment een allesvernietigend blitzoffensief en legt geen terughoudendheid aan de dag ten opzichte van de burgerbevolking, dat is duidelijk. Wij kunnen ons dan ook de vraag stellen wat de reactie is van de internationale gemeenschap en van de Belgische regering.
Mijnheer de minister, de oorlog die daar
momenteel wordt gevoerd, is een brutale oorlogsmisdaad. Ik denk dat het tijd is
dat België kant kiest en dat België diplomatieke sancties neemt, zolang het
geweld, zolang de slachting van de burgerbevolking duurt. Mijnheer de minister,
u zegt dat u er hoop op heeft dat het geweld in de komende dagen zal
verminderen en dat men naar een staakt-het-vuren gaat. De aanvallen zijn al
bezig sinds 27 december. De gruwel is daar al tien dagen bezig zonder dat
de internationale gemeenschap
en regeringen verder gaan dan verklaringen en uitdrukkingen van afschuw, zoals
ook u gisteren hebt gedaan in een persmededeling. Hoeveel Palestijnse families
moeten nog uiteen worden gereten door Israëlische bommen vooraleer men
effectief diplomatieke sancties neemt en een stap verder zet dan verklaringen.
U weet net zo goed
als ik dat dat alles ook een politieke context heeft. Ik denk dat wij het
conflict niet kunnen begrijpen zonder de politieke situatie te bekijken, ook op
de Westelijke Jordaanoever. Ik heb zeer veel begrip voor het
onveiligheidsgevoel. Een aantal jaar geleden kon men in Tel Aviv nog zeer
gemakkelijk op een bus worden opgeblazen door zelfmoordterroristen. Ik heb het
gebied ook bezocht. We mogen echter niet blind zijn voor het feit dat Israël de
voorbije jaren een obstructiepolitiek heeft gevoerd voor elke voortzetting van
het vredesproces. Ik heb het dan over de nederzettingspolitiek.
Ik geef u een
cijfer, want het moet snel gaan. In 2008 werden in Oost-Jeruzalem, wat
eigenlijk de Palestijnse hoofdstad zou moeten zijn, 38 keer meer offertes
uitgeschreven voor nieuwe woningen dan in 2007. Dat is een kolonisatiepolitiek,
die ten top wordt gedreven. Op die manier wordt elk vredesproces onmogelijk
gemaakt.
Mijn fractie zal
hier in de Kamer, alsook in het Vlaams Parlement, een resolutie indienen waarin
wij, gezien de humanitaire catastrofe en het hoge aantal burgerslachtoffers,
een aantal vragen stellen aan onze Belgische regeringen. Mijnheer de minister,
u veroordeelt volgens mij terecht de mensenrechtenschendingen in Congo. Wij
vragen een even moedige houding inzake het conflict in Gaza. Er is diplomatieke
actie nodig. Wij verzetten ons tegen de passiviteit van de Belgische regering,
zoals wij die tot op vandaag hebben gezien. Gaza is Ground Zero van het
Midden-Oosten.
Wij vragen dat de
Belgische regering langs officiële weg bij de Israëlische regering en Hamas
aandringt op een onmiddellijk staakt-het-vuren en een stopzetting van het
bestoken van burgers. Alhoewel men nu spreekt over een humanitaire corridor
gedurende een drietal uur per dag, denk ik dat het tegenhouden van humanitaire
hulp aan de grens met Gaza wijst op een grove schending van de Conventie van
Genève, een schending van het humanitaire recht en het oorlogsrecht.
Indien de bombardementen, de blokkade van Gaza en het blokkeren van humanitaire hulp niet worden beëindigd vragen wij dat de Belgische regering de relaties met Israël met onmiddellijke ingang opschort. Ik wil u dus vragen of u bereid bent om dergelijke sancties te overwegen. Ik las vandaag in de krant dat een minister van uw regering effectief bereid is om dergelijke sancties te overwegen. Het gaat om minister Joëlle Milquet. Ik wil u vragen of u dat standpunt deelt en of u effectief bereid bent om sancties te overwegen.
Ik wil u ook vragen of u uw houding ten opzichte van de opwaardering van de Israëlisch-Europese relaties nu zult wijzigen of niet. Die opwaardering is nog altijd niet officieel goedgekeurd door de Europese Raad van Ministers, want er is instemming nodig van het Europees Parlement. Wat zal uw houding nu zijn, ook in die Europese Raad van Ministers? Zult u uw collega’s ervan overtuigen om die opwaardering van de relaties tussen de Europese Unie en Israël op te schorten of niet?
Mijnheer de minister, het is een smerige oorlog en onze regering, net als de hele internationale gemeenschap, staat erbij en kijkt ernaar. Dat zijn de feiten. Ik denk dat de tijd voor woorden achter ons ligt, het is tijd voor diplomatieke sancties om Israël onder druk te zetten om het geweld nu effectief te stoppen. Mijn fractie vraagt u dus om nu eindelijk uw nek uit te steken.
01.03 Xavier Baeselen (MR): Madame la présidente, monsieur le ministre, je partage bien évidemment à 100% les propos que vous avez tenus, notamment quand – au début de votre intervention – vous avez rappelé l'origine du conflit.
Ceci étant dit, je ne partage pas l'avis de M. De Vriendt sur la supposée passivité du gouvernement. Je ne l'accepte pas, parce que la Belgique fait partie de l'Union européenne et que cette dernière s'est engagée à trouver une solution par la voie diplomatique à travers les efforts de Nicolas Sarkozy, qu'il faut souligner. Il est exclu pour le Mouvement réformateur d'en appeler à une sanction diplomatique vis-à-vis d'Israël ou de rompre les liens avec cet État.
Puisque je dois être bref et laisser la parole à d'autres collègues, je voudrais souligner l'effort du gouvernement sur le plan de l'aide humanitaire d'urgence. Pour le reste, j'aimerais relever un élément, à savoir que le vrai problème posé dans ces territoires, qui est d'ordre politique – comme l'a rappelé le ministre –, est la présence du Hamas. Il s'agit d'une organisation terroriste, reconnue comme telle par l'Union européenne, qui porte une lourde responsabilité – et je pèse mes mots – dans le déclenchement des hostilités. Le Hamas, ne l'oublions pas, est l'auteur des tirs de roquettes sur Israël. Même s'il s'agit de roquettes artisanales, le but de ces tirs est bien évidemment de faire peur et d'atteindre des civils. On ne se demande jamais pourquoi ces roquettes sont lancées par le Hamas; c'est clairement pour faire peur aux populations civiles israéliennes. Pour terminer, le Hamas porte une lourde responsabilité à Gaza même, pour la simple et bonne raison qu'il utilise les civils comme boucliers humains. C'est également ce que l'on appelle un crime de guerre.
01.04 Philippe Mahoux, sénateur (PS): Monsieur le ministre, je ne vais pas revenir sur l'horreur de la situation que nous sommes en train de vivre.
Je suis un peu étonné par les propos tenus à l'instant, selon lesquels il est très probable qu'à partir de trois ans ou peut-être même avant, jusqu'à dix ans, dans les écoles, on fait partie du Hamas et on est donc responsable de la victimisation! Si c'est cela le propos que je viens d'entendre, je le trouve totalement inacceptable.
Pour le reste, la situation est absolument atroce. Il faut l'envisager sous deux angles.
Le premier est celui, très rapide, du cessez-le-feu. Tous les efforts doivent être centrés sur le cessez-le-feu, mais à tous les niveaux. Au niveau européen, avec la cacophonie actuelle, l'attitude de la Commission paraît quand même plus claire que celle du Conseil. Le couac initial de la présidence tchèque ne plaidait pas pour une confiance absolue envers elle. Cela a été rectifié mais, en tout état de cause, je pense qu'il faut clarifier les choses. Il semble qu'il y ait un redressement mais il faut savoir qui négocie. Où est M. Solana, par exemple? Il travaille avec la troïka mais il faut savoir qui parle actuellement au nom de l'Union européenne pour tenter d'être efficace. C'est la priorité absolue pour que ces massacres totalement intolérables cessent.
Le deuxième angle concerne les démarches bilatérales que vous avez pu avoir. On a beaucoup parlé de l'Europe, de la difficulté que cela peut représenter de manifester notre position à ce niveau. Quelles sont les démarches bilatérales que vous avez eues par rapport à l'État d'Israël et, de manière particulière, par rapport à la représentation israélienne à Bruxelles?
Nous aurons l'occasion de revenir sur les origines du conflit mais ce n'est pas le moment de le faire. Pour l'instant, il faut que ces massacres cessent. Nous aurons toutes les analyses possibles sur les origines du conflit, sur la nécessité d'un règlement du conflit. Il n'empêche que dans l'état actuel des choses, la décision du Conseil européen en ce qui concerne l'augmentation du niveau de relations avec Israël est évidemment totalement inopportune. Je rappelle la longue discussion que nous avons eue sur la signature de l'accord euro-méditerranéen en ce qui concernait Israël. Dans cet accord, il y a des clauses qui concernent le respect des droits de l'homme. Si on ne peut pas agiter ces clauses dans la situation actuelle, quand pourrons-nous le faire?
01.05 Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de minister, ik heb in 2008 vastgesteld dat u “parler vrai” hanteert ten overstaan van Kabila. Ik heb vastgesteld dat u zich principieel opstelt, wat de mogelijke toenadering van Servië tot de Europese Unie betreft. U staat op de naleving van het internationaal recht.
Ik meen dat in het conflict in het Midden-Oosten het moment is gekomen voor wat meer parler vrai. Er is al wat parler vrai aanwezig, maar er moet meer parler vrai van België komen. Er moet ook meer gehechtheid komen, en niet alleen met woorden, maar ook in daden, aan de naleving van het internationaal recht.
Parler vrai moet in de eerste plaats komen ten overstaan van Hamas. Raketten op burgers richten, is onaanvaardbaar. Minstens even onaanvaardbaar is de oproep die een van hun leiders heeft gelanceerd tot vergelding in de rest van het Westen. Die twee handelingen zijn totaal onaanvaardbaar. Evenzeer onaanvaardbaar zijn de luchtbombardementen, sinds 27 december, op een dichtbevolkt gebied als Gaza en het grondoffensief, sinds 3 januari.
U hebt gelijk. U hebt al twee zaken gezegd
waarmee ik het volledig eens ben. Men hoefde inderdaad geen kenner te zijn om
te voorspellen dat dit een humanitaire ramp zou worden. Over verhoudingen
kunnen wij discussiëren, want niemand heeft toegang tot Gaza. Ik denk dat de Israëli’s zeggen dat zij
150 Hamas-strijders hebben uitgeschakeld, maar er zijn al meer dan 600 doden:
kinderen, vrouwen, burgers.
Op militair vlak
kan wat in Libanon niet is gelukt met Hezbollah zeker niet lukken in Gaza. Dat
hebt u gezegd. Ook politiek is Israël bezig met het omgekeerde te bereiken van
wat het wil. Wat Israël wil, is Hamas uitschakelen en hopen dat Fatah Gaza
opnieuw onder controle krijgt. Met elke Palestijnse dode die vandaag in Gaza valt,
stijgt het politieke kapitaal van Hamas in Palestina en in de rest van de
Arabische wereld.
01.06 Minister Karel De Gucht: (…) Het is veel ingewikkelder dan dat.
01.07 Dirk Van der Maelen (sp.a): Ik kom daartoe.
01.08 Minister Karel De Gucht: De Arabische wereld is een totaal ander paar mouwen.
Voorzitter Hilde Vautmans: Iedereen heeft de tijd gerespecteerd, mijnheer Van der Maelen. De minister kan niet langer dan een uur blijven.
01.09 Dirk Van der Maelen (sp.a): Mevrouw de voorzitter, als het mijn beurt is, begint u altijd over de tijd.
Voorzitter Hilde Vautmans: Omdat wij u kennen, mijnheer Van der Maelen. Doet u rustig verder, maar met een beetje spoed.
01.10 Dirk Van der Maelen (sp.a): Als u wilt, stop ik, mevrouw de voorzitter.
01.11 Minister Karel De Gucht: Ik denk dat het een haat-liefdeverhouding is. De ene keer slaat dat over naar haat, de andere keer naar liefde.
01.12 Dirk Van der Maelen (sp.a): Zou het dat zijn, mijnheer de minister?
Als Israël erin slaagt om Hamas uit te schakelen, dan zal het niet Fatah zijn die zal komen, maar de jihadisten die in Gaza nu ook aan het winnen zijn.
Een vierde element waarvoor we de parler vrai nodig hebben, mijnheer de minister, en ik hoop dat u de tolk van België zult zijn, is de regionale stabiliteit. Die komt duidelijk in gevaar. Ik kom tot het punt waar u mij daarnet hebt onderbroken. Eerst onderbroken en dan geholpen.
In de gematigde landen zoals Saoedi-Arabië en Egypte stelt men vast dat die regimes zelf, bijvoorbeeld door het moslimbroederschap, in het gedrang komen. Wie wordt versterkt? Hezbollah, Iran en misschien Syrië. Ik weet niet welke kant zij zullen uitgaan. Het is duidelijk dat wat daar gebeurt de regionale stabiliteit in gevaar brengt.
Een tweede punt, wij moeten meer op onze principes van het internationaal recht staan. Mijnheer de minister, ik had gehoopt dat u even principieel zou zijn geweest in de discussie over de upgrading van de samenwerking tussen de EU en Israël als u in de zaak-Servië bent geweest. Ik heb vastgesteld dat u het moment dat het overduidelijk was dat de principes van het internationaal recht met voeten worden getreden, hebt laten passeren. Dat betreur ik.
Ik stel aldus twee concrete zaken voor. Ten eerste, er moet een einde komen aan de straffeloosheid waarmee zowel Hamas, de Palestijnen en breder Israël in die regio optreden. Het is niet de eerste keer. In 2002 was er Jenin. In 2006 was er Libanon.
Ik zou vragen, mijnheer de minister, dat u
namens België voorstelt dat er na het conflict een VN-commissie wordt aangesteld die alle handelingen
van zowel de Palestijnen als de Israëli aan het internationaal oorlogsrecht
toetst. Er zijn al afspraken rond clusterbommen en fosforbommen, maar er zijn
ook de gedragingen van het Israëlisch leger. Men kan niet zeggen dat de
vergeldingen verhoudingsgewijs zijn. Ze zijn bezig met een straf uit te spreken
over een volk.
Er zijn ook de
mensenrechten en er is ook het humanitair recht.
Tot slot wil ik u
nog een tweede zaak vragen, mijnheer de minister. De impact van Europa ten
aanzien van de Israëli is nul. Dat weet u ook. De Israëli houden in geen enkel
opzicht rekening met de internationale gemeenschap, maar ook niet met de EU.
Wij hebben een hefboom nodig om de Israëli te laten voelen dat het genoeg is,
dat te veel te veel is. Voor mijn groep betekent dat dat het associatieakkoord
met Israël moet worden opgeschort tot Israël ook het internationaal recht
naleeft.
Het gevolg van ons
beleid van equidistance is, wat Ludo Abicht zo mooi omschrijft, een alsmaar
groter wordend Israël met een alsmaar kleinere plaats voor Palestijnen in die
regio. Dat is het gevolg van ons equidistancebeleid. Ik denk dat het tijd wordt
dat wij daarvan afstappen en dat Israël net als alle andere staten de plicht
heeft om het internationaal recht te respecteren.
Voorzitter Hilde Vautmans: Dank u mijnheer Van der Maelen, u hebt exact het driedubbele van uw tijd gesproken.
01.13 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de minister, mijn vraag ging vooral over de Belgische houding. U hebt die ook verduidelijkt. Wij zijn dan ook verheugd over de maatregelen die gisteren zijn genomen door de kern. Mijn partij is altijd voorstander geweest van een zowel politiek als economisch onafhankelijke, leefbare Palestijnse staat met daarnaast een regionaal erkende en veilige staat Israël. Wij zijn ook altijd van mening geweest dat dit er moet komen op basis van een politiek akkoord waarover in de eerste plaats door de Palestijnen en de Israëli’s zelf moet worden onderhandeld. Ik besef zeer goed dat we daar vandaag zeer ver af staan.
Ik wil hier vandaag geen beladen discours gaan voeren over wie voor honderd procent schuld treft, ook niet over wie de meeste schuld treft. Ik wil ook niet ingaan op de vraag wie verantwoordelijk was voor de actie na de gebeurtenissen van de voorbije veertien dagen en of de reactie wel verantwoord was tegenover de actie. Ik wil dat discours hier niet gaan voeren. Betekent dit dat wij daar als partij ongevoelig voor zijn? Neen, heel wat zaken zijn te veroordelen maar er is ook heel wat begrip.
Het is hier nog weinig aan bod gekomen maar men heeft toch eenzijdig een bestand opgeheven in december. Verder is men gestart met raketaanvallen op het zuiden van Israël. Zoals collega Baeselen heel terecht heeft gezegd gaat men ook de Palestijnse burgerbevolking gebruiken als militair schild in het conflict. Dat mag ook duidelijk worden gezegd. Ik ben echter ook ter plaatse geweest en ik begrijp heel goed dat er heel wat begrip kan zijn voor de jarenlange, uitzichtloze situatie die heel wat Palestijnen vandaag kennen en die hun tot deze acties kan drijven. Aan de andere kant heb ik ook heel veel begrip voor de nood aan veiligheid die Israël vandaag kent.
Natuurlijk zijn we ook niet ongevoelig voor de honderden burgerslachtoffers, vooral kinderen, en de humanitaire crisis op het terrein. Men moet eerlijk zijn met zichzelf. Ik heb in de kranten de laatste tijd heel wat gelezen, ook opiniestukken, die voor mij bedenkelijk waren. Mensen die op het terrein geweest zijn weten zeer goed dat het conflict veel complexer is dan wat verschillende collega’s hier vandaag naar voren brengen.
Mijn partij is duidelijk voorstander van een dringend staakt-het-vuren, in de eerste plaats om levens te redden, zowel bij de Palestijnse als de Israëlische bevolking. Wat moet er op korte termijn gebeuren? De partijen moeten opnieuw rond de tafel worden gebracht. Persoonlijk ben ik voor de korte termijn heel pessimistisch. Ik denk dat er voor 10 februari heel weinig gaat gebeuren. Waarschijnlijk zullen we door het resultaat van de verkiezingen nog eens een radicalisering krijgen aan Israëlische kant.
Ik ben ook niet echt tevreden over het optreden van de EU in de laatste weken. Met de parallelle diplomatie geven we geen goed signaal, hoewel ik ervan overtuigd blijf dat Europa daarin een belangrijke rol te spelen heeft. Dat hebt u ook gezegd. Wij zijn juist die geloofwaardige partner voor beide kanten.
Wat moet er met Gaza gebeuren als er een staakt-het-vuren komt? Fatah heeft duidelijk laten weten dat zij niet bereid zijn om daar enige overname te doen. Zij hebben vandaag ook nog veel te veel interne problemen om dat te doen.
Ik ben vrij pessimistisch op korte termijn. Wij nemen daar vandaag echter de goede houding in. Wij moeten blijven streven naar een politiek akkoord.
Mevrouw de voorzitter, wij zijn vorige zomer in Rusland geweest. Wij hebben gezien dat de nieuwe president, samen met de Doema, heel wat ambities had op het vlak van het Midden-Oosten en zelfs bereid was om in oktober of november een grote Midden-Oostenconferentie te organiseren. Het lijkt mij nu heel stil. De Russische houding de laatste weken is heel stil. Is er een reactie vanuit dat kamp? Valt er daar iets te verwachten?
01.14 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le ministre, je tenais à vous remercier de nous avoir transmis vos analyses et commentaires dont je partage l'essentiel du contenu. Je souhaitais également féliciter le gouvernement pour les initiatives qui ont été prises, notamment dans le cadre du Kern. Vous savez que le cdH était particulièrement attentif à l'évacuation des blessés, notamment des enfants. Nous souhaitons que l'on puisse véritablement mettre en oeuvre cette idée; cela fera d'ailleurs l'objet d'une de mes questions.
Le Hamas porte évidemment une responsabilité majeure dans le déclenchement des hostilités et, derrière lui, l'Iran qui pèse malheureusement de tout son poids sur tous les conflits présents et à venir dans le Proche et Moyen-Orient. Il faut cependant comprendre la réaction mesurée, voire timorée, des capitales arabes par rapport à ce danger que représente la grande confrontation entre chiites et sunnites qui est en toile de fond de tout ce conflit au Proche-Orient.
Il n'en reste pas moins vrai que la conduite des hostilités aujourd'hui n'est pas acceptable. Il faut obtenir un cessez-le-feu immédiat et beaucoup plus large que celui annoncé. On peut tout à fait comprendre le besoin de protection d'Israël mais on ne peut pas pour autant accepter le bain de sang et les nombreuses victimes aujourd'hui dans la bande de Gaza. La première des demandes, c'est évidemment qu'il y ait un cessez-le-feu immédiat et que les aides et organisations humanitaires aient libre accès à la bande de Gaza. Vous savez que de nombreuses organisations humanitaires ne peuvent rentrer ni par la frontière israélienne, ni par la frontière égyptienne, qui sont aujourd'hui bloquées.
Quant à l'action de l'Union européenne, on peut s'émouvoir qu'elle soit à la fois celle de la présidence tchèque, celle de Nicolas Sarkozy et celle de Tony Blair, même si on n'en a pas encore beaucoup parlé. Il y a eu trois délégations européennes sur place. L'essentiel est d'obtenir des résultats et si Nicolas Sarkozy en obtient, c'est tant mieux! La multiplication des efforts diplomatiques est en soi une bonne nouvelle. Toutefois, je crois – et je rejoins la question d'un de mes collègues – qu'il est important que la Belgique ait elle-même des relations et des initiatives bilatérales, notamment sur le plan humanitaire en vue de faciliter cette opération. Et j'en arrive ainsi à ma question principale. Monsieur le ministre, quelles relations avez-vous eues, d'une part, avec l'Autorité palestinienne et d'autre part, avec Israël, l'Égypte et la Jordanie pour rendre véritablement cette évacuation des blessés opérationnelle?
Nous savons que des blessés traversent aujourd'hui la frontière avec l'Égypte. Ceux-ci sont amenés dans des hôpitaux en Egypte et également, semble-t-il, à Tripoli. Un tri de blessés s'effectue donc de l'autre côté de la frontière égyptienne. Selon moi, c'est l'endroit où nous pourrions tenter de lancer une opération d'envergure européenne.
Monsieur le ministre, quels sont également vos contacts avec les autres États membres de l'Union européenne pour faire en sorte que cette opération soit consistante et que nous puissions effectivement envoyer ces blessés vers l'ensemble des hôpitaux européens spécialisés qui peuvent les accueillir?
J'estime enfin qu'il faut faire toute la clarté sur ce qui s'est passé hier dans cette école. Il est extrêmement important que nous le sachions rapidement. Une commission internationale pourrait éventuellement être dépêchée sur place à cet effet.
01.15 Margriet Hermans, senator (Open Vld): Mijnheer de minister, ik denk dat u inderdaad een bijzonder accurate analyse hebt gemaakt van de politieke en militaire situatie in die streek. Dat maakt ons er allemaal niet optimistischer op. Integendeel, het zal een probleem van lange adem zijn.
Dat neemt niet weg dat we nu zo snel mogelijk en met zo veel mogelijk druk moeten werken aan een staakt-het-vuren en ook aan humanitaire hulpacties, die heel bijzonder zijn, maar die op dit moment blijkbaar bijna onmogelijk zijn.
Wij beseffen allemaal dat België maar een
kleine factor is in het geheel. Aansluitend bij mijn collega’s, denk ik dat het
toch belangrijk is om te weten welke stappen u zet in de bilaterale onderhandelingen met de Israëlische
diplomaten en alle andere actoren in dit geval. Uiteraard zal Europa een
grotere schakel zijn in dat geheel, en misschien zijn de demarches van Sarkozy
zeker zo belangrijk. Wij mogen echter onze eigen rol niet vergeten.
Daarom ben ik des
te blijer dat u zich de jongste dagen ook hebt uitgesproken over de
verschrikkelijke situatie in de Gaza.
Dat is anders dan
Amerika, dat heel lang heeft getalmd, en we weten ook wel waarom, maar van waar
er geen uitspraak is gekomen. Dat kunnen we alleen maar betreuren, want
iedereen weet dat Amerika’s woord in Israël veel zwaarder weegt dan een
Europees woord.
Ik ben ook blij
met uw initiatief over de eventuele evacuatie van slachtoffers en kinderen. Ik
wil aandringen op de snelle realiseerbaarheid daarvan. Vandaar wil ik ook nog
eens zeggen dat het belangrijk is dat wij die diplomatieke onderhandelingen
blijven ondersteunen. Immers, hoe kunnen wij die evacuaties realiseren, hoe kunnen
wij humanitaire acties realiseren, als wij Israël zouden verliezen als
onderhandelingspartner? Dat zou volgens mij absoluut geen verstandige demarche
zijn.
Bijkomend wil ik
vandaag, wat ik ook al van collega’s heb gehoord, het probleem van de fosforbommen
aankaarten. Toevallig heb ik daarvan een afbeelding gekregen; ik weet niet of u
die al hebt gezien. Iedereen beseft dat fosforbommen een chemisch wapen zijn,
waar heel weinig tegen te doen valt en die ook niet met water blusbaar zijn.
Trouwens, daarin gaat Israël toch wel zwaar in de fout, volgens het Verdrag van
Geneve, dat daarover duidelijk zegt dat die niet kunnen. Daarom luidt mijn
bijkomende vraag hoe u daarmee zult omgaan. Zult u dat extra aanklagen bij onze
Israëlische diplomaten? Ik denk dat het heel belangrijk is om die zaken zo snel
mogelijk te stoppen. Die zijn onmenselijk en het gebruik ervan is
onaanvaardbaar.
01.16 André Flahaut (PS): Madame la présidente, monsieur le ministre, je n'ajouterai rien aux observations de M. Mahoux, mais je voudrais relever que les actions du gouvernement et du ministre des Affaires étrangères sont bien faites dans le cadre de l'ONU et de l'Europe, pour tous les lieux où elles peuvent être réalisées, avec une volonté de pragmatisme dans l'approche. Comme le disait quelqu'un tout à l'heure, ce n'est pas le moment de refaire toute l'analyse: il existe une situation et il nous faut réagir.
On peut se réjouir de l'annonce par le gouvernement de sa disponibilité, dans le cadre européen, d'accueillir des enfants blessés. Simplement, sur base d'expériences antérieures, je suggérerai que la Belgique prenne la tête d'une telle opération; sans cela, il ne se passera rien vu les lenteurs européennes, les lenteurs bureaucratiques, les analyses différentes selon les sensibilités, les susceptibilités. À l'instar de ce que nous avons fait, par exemple, au Liban, il conviendrait de prendre le rôle moteur, avec d'autres qui viendront se joindre sur base volontaire avec une volonté d'agir, pour mener cette opération. D'autant que, comme vous le rappeliez, nous disposons de deux Embraer médicalisables, mais ce sera insuffisant. Et puis, pour venir de cet endroit jusqu'ici, il faut du temps.
Nous avons donc besoin des autres, mais nous avons un rôle moteur à jouer. Il s'agira de créer une coalition sur base volontaire. L'Europe viendra se joindre à nous ultérieurement. C'est ainsi que nous avions procédé pour le Liban à une époque avec de bons résultats.
Ensuite, le Parti Socialiste croit qu'il n'est pas utile de limiter notre intervention aux seuls enfants blessés. Il conviendrait sans doute de l'élargir à tous les enfants non accompagnés, voire accompagnés. En effet, nous ne pouvons tolérer ce qui se passe actuellement. Comme nous l'avons fait à d'autres époques, nous pouvons imaginer une ouverture aux enfants, éventuellement aussi aux enfants accompagnés.
En outre, selon certaines informations, notamment en provenance du chef du Bureau de coordination des Nations unies, M. Holmes, Israël utiliserait des armes à sous-munitions dans la zone. Il est clair que nous avons le devoir de dénoncer et de condamner de tels agissements, avec la plus grande détermination. C'est un scénario identique à celui de 2006: pendant les discussions à l'ONU, les bombardements au moyen de bombes à sous-munitions se poursuivaient; ce sont d'ailleurs elles que nos démineurs sur place sont en train de neutraliser. À mon sens, il s'agit d'une forme de cynisme, comme écrit dans certains journaux, à quelques jours de la signature par plus de 90 États de cette convention contre l'utilisation des armes à sous-munitions. La fermeté est bien de mise de notre part.
Enfin, monsieur le ministre, je demanderai que le gouvernement réfléchisse à surseoir à l'exécution de la décision visant à diminuer le nombre de nos militaires au Liban. En effet, ils sont utiles au Liban et nous ne savons pas comment le conflit pourrait évoluer, peut-être dégénérer dans cette zone. Pourtant, il est prévu de retirer notre hôpital alors qu'il est très utile sur place et pourrait peut-être accueillir des enfants de la bande de Gaza.
Tout est faisable. Je crois qu'il convient de faire preuve de pragmatisme et d'imagination. Le gouvernement devrait sans doute dire que la décision est prise, mais qu'il serait préférable de la postposer au mois de septembre ou décembre au lieu de mars, en attendant de savoir que faire de l'hôpital, soit sur place, soit en le délocalisant, peut-être en Égypte ou ailleurs, afin qu'il devienne utile en faveur des enfants de la bande de Gaza.
Ce sont quelques approches et propositions concrètes que je tenais à faire au nom du Parti Socialiste.
01.17 Lieve Van Ermen, senator (LDD): Mevrouw de voorzitter, ik ben, net als andere sprekers, ontgoocheld in de heer De Gucht. Ik heb misschien ook een haat-liefdeverhouding met hem. Over de partijgrenzen heen, houd ik van mensen die ongezouten hun waarheid zeggen, maar hier heb ik toch moeten zien dat het tien dagen heeft geduurd. Ik begrijp dat niet van u, die altijd de waarheid op het puntje van uw tong heeft liggen.
Ik ken de situatie daar ook zeer goed. Ik ben er geweest in 1978 en 1988. Er is een verschil bij de mensen, zowel bij de Joden als bij de Palestijnen. We mogen niet vergeten dat Rabin is vermoord door een rechtsextremistische Jood, maar er zijn ook pacifisten, zoals David Grossman. We moeten vooral het onrecht zien van de gematigde Palestijnen, die in de tang worden genomen door Hamas en Israël.
Ik vind het moment wel eigenaardig gekozen, op 27 december, terwijl heel het Westen nog in de kerstsfeer zat. De oorlog heeft anderhalf jaar voorbereiding gevraagd. Men is eraan begonnen net op het moment van de machtswissel in Amerika door Obama en vóór de eigen verkiezingen, waarbij men schrik heeft stemmen te verliezen aan de radicaliserende Netanyahu. Dit is zeer lang voorbereid. Ik weet hoe slim de Mossad kan zijn. Het is een schaakspel dat op heel lange termijn werd beraamd.
Ik hoor en lees van artsen – er zijn er nog maar twee, de Noorse artsen Mads Gilbert en Erik Sosse – dat in de hospitalen de mensen en de baxters bevriezen. Het is een schande! Zij tellen 2.600 gewonden en 573 doden, 117 kinderen zijn gestorven en 744 kinderen zijn nu al gewond. Zij moeten amputaties uitvoeren aan de lopende band, de patiënten liggen op de gangen. Het is schrijnend!
Wat is het quality label van een Israëlische regering wanneer zij pestgedrag vertoont en zij een humanitaire, psychologische oorlog voert? Als een politieke gevangene voortijdig, voor zijn dertig jaar sterft in de gevangenis, wordt het lijk niet vrijgegeven aan de familie, maar houden ze het bij tot hij zijn straf heeft uitgezeten. Men doet elkaar angst aan en in angst kan men niet meer redeneren. Ik weet het.
Amerika is embedded. Zij hebben een Joodse lobby. Ik vind dat Europa het voortouw moet nemen. Wij kunnen wel, met vooraanstaande charismatische figuren, iets doen. Dat heeft Dag Hammarskjöld bewezen. Laten wij niet vergeten dat Lucas Catherine Israël de 153ste staat van de USA noemt. Ik hoop dat dit tot enkele bedenkingen kan leiden.
01.18 Minister Karel De Gucht: U bedoelt waarschijnlijk de 53ste.
01.19 Lieve Van Ermen, senator (LDD): Inderdaad, dat was een lapsus.
01.20 Josy Dubié, sénateur (Ecolo): Monsieur le ministre, vous avez commencé votre exposé en rappelant que tout pays avait le droit de protéger ses citoyens, en l'occurrence ici en dénonçant les tirs de roquettes par le Hamas. Vous avez parfaitement raison: tout pays a le droit de protéger ses citoyens. En outre, je n'ai aucune sympathie pour le Hamas, pas plus que vous. Je rappelle tout de même que ce mouvement a été porté au pouvoir démocratiquement, lors d'élections reconnues libres et démocratiques, par la majorité des habitants de Gaza.
Juste après cette élection, cette région de Gaza a été soumise à un blocus de plus en plus important, qui a fait lui aussi des victimes. Disons-le clairement: le fait de maintenir un blocus de plus en plus étroit comme celui que subit Gaza depuis plusieurs années est aussi une espèce de crime contre l'humanité car cela aussi génère des victimes. Et c'est l'une des raisons pour lesquelles le Hamas a commencé à tirer des roquettes.
Ce qui me semble inacceptable, c'est la disproportion entre le droit légitime à défendre sa population et la manière dont Israël procède pour ce faire. De l'aveu même de l'ambassadrice d'Israël sur l'antenne de la RTBF il y a deux jours, le nombre de morts provoquées par des tirs de roquettes du Hamas en huit ans s'élevait à quinze. C'est sa réponse, pas la mienne. Nous en sommes à plus de 600 morts côté palestinien aujourd'hui et comme vous le disiez vous-même, une victime sur quatre est un enfant. J'en profite pour dire que nous soutenons votre proposition de faire sortir de cet enfer un maximum d'enfants et de les soigner chez nous s'ils sont blessés, encore que je me demande comment nous allons pouvoir les sortir de cet enfer.
Monsieur le ministre, je voudrais également dénoncer le cynisme de cette attaque israélienne. Comme vous, je me suis rendu à Gaza et je peux très bien imaginer ce qui s'y déroule pour l'instant. Les avions israéliens lancent des tracts enjoignant aux populations de se protéger: mais où voulez-vous qu'ils aillent? Comme l'a dit un de nos ambassadeurs sur place, Gaza est la plus grande prison à ciel ouvert du monde. Il n'y a aucun endroit où se protéger à Gaza. On prétend que le Hamas se sert de boucliers humains mais tout Gaza n'est qu'un bouclier humain! Comment voulez-vous qu'une bombe lancée sur Gaza ne tue pas de civils? Ce qui se passe aujourd'hui là-bas est une véritable boucherie!
On a dit qu'en outre, Israël utilise des armes à sous-munitions. Ce qu'on n'a pas dit, c'est qu'Israël utilise aussi des bombes GBU-39, c'est-à-dire des bombes à uranium appauvri, qui vont empoisonner le sol de cette région pour des années si pas des siècles, puisqu'il faut 4,5 milliards d'années pour que disparaisse totalement la radioactivité de l'uranium appauvri.
Ce qui se passe là-bas est totalement inacceptable.
Que faire? Nous sommes devant une crise humanitaire inacceptable. Il faut tout faire pour obtenir un cessez-le-feu. Israël demande la fin des roquettes mais il faut aussi mettre un terme au blocus. Ces deux conditions doivent être réunies.
Monsieur le ministre, nous pensons que le minimum pour la Belgique serait de convoquer officiellement l'ambassadrice d'Israël afin de lui faire savoir combien nous désapprouvons l'attitude de son pays dans cette affaire et la disproportion de la riposte qu'il est en train d'opérer.
Plusieurs collègues l'ont dit, il faut aussi bloquer le rehaussement des relations avec Israël. Je vous ai posé une question il y a moins d'un mois sur ce sujet. Je vous demandais où était la logique et je rappelais aussi que le Parlement européen avait voté contre. Vous m'avez répondu que cela nous permettrait d'avoir une influence sur Israël pour l'amener à accepter des propositions. Voilà le résultat! Je vous avais dit qu'au contraire, ils allaient prendre cela comme la porte ouverte à tous les abus. Je demande donc au minimum le gel de ce rehaussement.
Enfin, je pense que l'Europe doit œuvrer pour installer une force d'interposition dans ce pays. Il est clair qu'ils n'y arriveront pas entre eux. Une force d'interposition est nécessaire.
Monsieur le ministre, il faut aller au-delà de ce que vous avez fait aujourd'hui. Il convient de condamner plus fermement et la convocation de l'ambassadrice est un minimum minimorum.
01.21 Bruno Tuybens (sp.a): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, ik zal uiteraard niet verwijzen naar het drama dat zich in Gaza afspeelt en naar de cynische houding en timing van de oorlog in Gaza. Dat werd al veelvuldig door de vorige sprekers vermeld.
Ik zou twee punten willen aanhalen.
Een eerste punt is uiteraard het drama van het historische falen van de Europese Unie. Daarover zijn we het allen eens. Ik hoor in dat verband woorden zoals kakofonie. Ik hoor ook andere woorden. Het drama dat zich momenteel afspeelt, is een bijzonder groot mensenrechtendrama. In dat geval mag toch worden verwacht dat de Europese Unie zich sterker zou engageren.
U doet, wellicht niet ten onrechte, wat lacherig over Sarkozy. Hij steekt tenminste zijn nek uit.
Israël heeft onevenredig geweld gebruikt. Dat moet stoppen. Raketten worden met honderden burgerslachtoffers beantwoord. Er worden, zoals de heer Van der Maelen al aangaf, ook clustermunitie en fosforbommen gebruikt in een dichtbevolkt gebied. Het spreekt voor zich dat zulks een humanitair drama met zich meebrengt.
Het is op dat punt dus historisch dat de Europese Unie niet bij machte lijkt te zijn om een eensluidend antwoord op voornoemd geweld te bieden. De Verenigde Staten ziten in een machtsvacuüm. De Europese Unie blijkt dus geen identiteit te hebben. Vermits de VS in een machtsvacuüm zit, kijkt blijkbaar automatisch ook de Europese Unie met lemen benen naar de situatie. Dat is echt het vermelden waard.
Het tweede punt dat ik wil aanhalen, heeft te maken met een oplossing. Politici mogen zich bij een dergelijke situatie niet neerleggen, vooral niet wanneer het gaat om een mensenrechtendrama. Om een oplossing aan te reiken, moet de politieke gemeenschap de betreden paden en bestaande structuren durven verlaten en zoeken naar een volledig vernieuwende aanpak van het conflict. Wij moeten het traditionele denkkader durven verlaten.
Er is dus creativiteit en een vernieuwende opstelling nodig. Ik heb in dat verband een aantal bescheiden wegsuggesties gemaakt. Er kan bijvoorbeeld in september 2009, op het ogenblik dat de Europese Commissie wordt herschikt, een commissaris worden aangesteld die specifiek met de Verenigde Staten en met de Verenigde Naties samenwerkt rond het bewuste Israëlisch-Palestijnse geschil, teneinde een nodige arbitrage te bereiken.
Wij moeten de bestaande structuren proberen te verlaten, zoniet wordt het helemaal niets.
Ik ben erg ontgoocheld over het standpunt van de Europese Unie. U bent in de Europese Unie een van de meer ervaren ministers van Buitenlandse Zaken, mijnheer de minister. Ik verwijt uzelf en de Europese Unie wintermoeheid. Gewoon al het feit dat er op dit ogenblik nauwelijks iets of zelfs niets gebeurt, tenzij Sarkozy die zijn nek durft uit te steken, is echt beschamend.
Wij moeten effectief harder, sterker geëngageerd en op een meer vernieuwende wijze naar de huidige situatie kijken. Ik verwacht van u ter zake zeker een initiatief.
01.22 Philippe Monfils, sénateur (MR): Madame la présidente, monsieur le ministre, comme un grand nombre de mes collègues, je partage la position équilibrée que vous avez présentée, en ce qui concerne tant le diagnostic que vous avez posé que la position que le gouvernement a adoptée dans cette affaire.
Personne ne peut accepter évidemment les attaques contre les civils et nous ne pouvons que déplorer le drame qui s'est produit dans les écoles et qui a été relaté, hier, dans la presse. Mais, tout est inacceptable dans cette histoire! Les tirs de missiles à 45 kilomètres sur Israël sont aussi inacceptables et le peu de victimes que ces tirs ont fait tient du miracle. Ce matin encore, certains quotidiens relataient les déclarations de quelques Israéliens dans les écoles, les hôpitaux ou ailleurs. Elles disent ignorer comment elles ont pu échapper à un tir de missile.
Le problème est égal des deux côtés. Il n'y a pas de guerre propre. Cela n'existe pas. C'est un concept de philosophe. Il n'y a pas non plus de guerre qui se fasse proportionnellement. Il n'y a pas de réaction proportionnelle à une situation. C'est hélas le cas! Ce qu'il faut, c'est arrêter la guerre et non pas imaginer une seconde que l'on puisse mener une guerre proportionnelle. On va faire quoi? On va mettre des kalachnikov plutôt que des mitrailleuses point 50? On supprimera des chars pour les remplacer par des véhicules blindés? Ce n'est pas sérieux! C'est même une absurdité de la part de ceux qui présentent un tel plan! Il faut arrêter la guerre!
On dit qu'Israël aboutirait aux résultats inverses du but souhaité. Quelle est l'alternative? Je n'entends jamais de la part de ceux qui tiennent ces propos une solution concrète au drame actuel. Le Hamas utilise systématiquement la trêve pour se réarmer et ensuite tirer ses roquettes de plus en plus précisément et dont la portée est de plus en plus longue. Il n'y a aucune solution sauf des condamnations, des oukases, appeler l'ambassadeur, suspendre l'accord de coopération, etc. Nous ne pouvons accepter cela. Il faut un accord de cessez-le-feu entre les parties. Le ministre l'a clairement dit, le Hamas est une organisation terroriste qui n'abandonnera jamais son idée d'attaquer et de réduire, de renvoyer Israël à la mer. C'est donc la difficulté.
Pour l'Europe, dans la situation actuelle, abondance de biens ne me dérange pas! M. Sarkozy continue sa diplomatie parallèle, mais il peut agir comme président du Conseil de Sécurité en exercice. Tout cela n'arriverait d'ailleurs pas, si le Traité de Lisbonne avait été approuvé, nous aurions eu un président pendant deux ans et demi, ce qui aurait modifié quelque peu la donne. La diplomatie tchèque fait ce qu'elle peut, mais au moins, nous sommes présents! Et les contacts avec l'Égypte, la Syrie et autres sont de nature à avancer à cet égard.
En ce qui concerne ce qui a été dit sur la position belge, je suis tout à fait d'accord. J'ajouterai simplement, monsieur le ministre, que j'ai vu avec satisfaction que le gouvernement prenait des mesures pour empêcher que certains ne prennent prétexte de ce conflit dramatique pour l'importer chez nous.
J'espère que le gouvernement veillera soigneusement à éviter les attaques contre les personnes et les biens notamment du côté israélien. On a déjà commencé à attaquer des synagogues…
De voorzitter:
U heeft het woord niet, mevrouw!
01.23 Philippe Monfils, sénateur (MR): Il est bon qu'en Belgique, on n'accepte pas que certains tirent prétexte de cette crise pour s'en prendre à des biens, des immeubles ou des personnes du côté israélien.
Enfin, monsieur le ministre, quel est votre sentiment sur la position du futur président des États-Unis qui n'a encore rien dit à ce sujet. J'ai vu qu'il était préoccupé. C'est intéressant! J'aimerais savoir s'il y a des signes présageant la manière dont les États-Unis vont entrer dans ce conflit pour essayer d'aboutir à une solution de pacification provisoire ou définitive. J'espère qu'on arrivera à ce que cette partie du monde ne soit plus en conflit.
01.24 Denis Ducarme (MR): Madame la présidente, monsieur le ministre, je voulais vous remercier pour votre analyse que je partage en grande partie. Votre analyse détaillée est aujourd'hui importante. M. Monfils y a fait allusion.
La Belgique est touchée par ce qui arrive dans la bande de Gaza parce que la communauté juive est importante dans notre pays et parce que la communauté arabe l'est aussi. Ces Arabes sont, pour une partie d'entre eux, sensibles à la question palestinienne. Il est donc important que nous débattions aujourd'hui de cette crise car une partie de notre population est directement touchée par ce conflit.
C'est l'horreur, on l'a dit. C'est inacceptable. Toute guerre est d'ailleurs inacceptable. C'est évident.
Comme Nicolas Sarkozy a pu l'indiquer concernant l'origine de cette guerre, de lourdes responsabilités pèsent sur le Hamas quant à la suspension de la trêve, à la reprise des tirs de roquettes qui, faut-il le rappeler quand même, se sont accentués depuis trois ans sur Israël.
Madame la présidente, aujourd'hui vous avez convoqué cette réunion en urgence, et c'est bien. J'ose peut-être demander pourquoi durant ces trois ans, nous n'avons pas eu un échange de vues en urgence sur ces milliers de roquettes qui tombaient sur Israël.
Nous aurions pu nous y intéresser. J'entends MM. De Vriendt, Van der Maelen, Dubié nous dire qu'il faut soit suspendre les relations avec Israël soit convoquer l'ambassadrice. M. De Vriendt veut-il également établir des relations approfondies avec le Hamas, mouvement reconnu par l'Union européenne comme étant terroriste? Selon moi, nous ne devons pas suspendre nos relations avec Israël si nous voulons négocier avec ce pays. C'est pourquoi nous devons continuer à entretenir les relations les plus positives possible avec Israël.
01.25 Philippe Mahoux, sénateur (PS): (…)
La présidente: Monsieur Mahoux, vous n'avez pas la parole.
01.26 Philippe Mahoux, sénateur (PS): Je n'accepte pas des amalgames de cette nature.
La présidente: Ici, tous les partis peuvent s'exprimer. Nous travaillons comme cela à la Chambre, peut-être travaillez-vous différemment au Sénat. M. Ducarme a la parole.
01.27 Denis Ducarme (MR): Madame la présidente, je vous remercie de me permettre d'exercer ma liberté d'expression, que M. Mahoux a quelque peu bousculée.
Monsieur Mahoux, les Réformateurs ne vous ont pas interrompu; je poursuis donc.
La présidente: … Mais très brièvement.
01.28 Denis Ducarme (MR): Monsieur le ministre, j'en arrive à mes questions. Pour Israël, il importe que le Hamas soit désarmé. Or j'observe que cette exigence n'est reprise ni par la Belgique ni par l'Union européenne. Je m'en inquiète.
Ensuite, j'aimerais connaître la position belge quant au droit international. Cela fait trois ans qu'Israël essuie des tirs de roquettes. Est-ce une réaction légitime que de se défendre? Vous avez dit que, pour vous, tout pays a le droit de défendre ses citoyens. Je partage votre avis, mais j'aimerais savoir ce qu'il en est sur le plan du droit international.
Il a été également question du droit humanitaire. C'est essentiel à nos yeux. Nous avons appris qu'Israël allait suspendre les frappes trois heures par jour. Est-ce suffisant pour développer l'aide humanitaire?
Pour terminer, il convient de veiller à analyser les événements de la manière la plus équitable possible. M. Flahaut proposait qu'une enquête internationale soit organisée afin de vérifier si les lois de la guerre étaient respectées.
On a parlé aussi de bouclier humain. Si vraiment, madame la présidente, nous devions participer à une enquête internationale, il faudrait aussi voir si le Hamas respecte le droit de la guerre et si, autour des bâtiments où il se trouve, des centaines d'enfants ne sont pas rassemblés.
01.29 Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!): Monsieur le ministre, j'aurais aimé aussi vous entendre sur cette guerre à huis clos menée depuis dix jours, à laquelle les journalistes n'ont pas accès, à laquelle les organisations humanitaires n'ont pas accès, où le regard international n'a pas accès. C'est une façon de se positionner d'emblée par rapport à ce conflit: qu'on soit partisan d'un camp ou d'un autre, la manière dont cette guerre est menée par Israël est digne des États totalitaires voisins dont elle dénonce l'absence de démocratie. D'après la campagne de communication, nous nous réunissons aujourd'hui pour régler un problème humanitaire. Or il ne s'agit pas seulement d'un problème humanitaire, comme le ministre l'a bien dit, mais également d'un problème politique.
Si nous nous réunissons aujourd'hui après le bombardement d'une école gérée par les Nations unies, je voudrais vous rappeler que toute la population de la bande de Gaza est une population de réfugiés sous la double protection des Nations unies et d'Israël. Quand on voit la manière dont Israël traite ces populations dont elle a la charge et quand on continue à prétendre qu'il y a une certaine légitimité à ces actions, je crois qu'il faut à nouveau rappeler les limites. Il est inacceptable de justifier des attaques contre les civils. La manière dont s'est exprimée la représentation israélienne à Bruxelles est indigne et doit être dénoncée par tout démocrate.
C'est pour cela que notre groupe vous demande incessamment de convoquer la représentation israélienne pour demander un cessez-le-feu immédiat et de présenter la suspension des relations diplomatiques avec Israël comme le minimum sous lequel nous ne pouvons pas descendre. Aujourd'hui, il est impératif qu'Israël cesse cette guerre qu'elle mène dans la bande de Gaza, sinon toute la région risque de s'embraser et dès lors, nous porterons tous une responsabilité majeure.
Il est aussi inacceptable de renvoyer toute la responsabilité au seul Hamas. Le Hamas est responsable, c'est une organisation non démocratique, tout le monde le sait. Il ne faut pas oublier cependant que c'est Israël qui ne respecte pas les résolutions internationales, qui ne respecte pas les résolutions des Nations unies. Cet État a été créé grâce à une résolution des Nations unies et il est le premier en termes de résolutions non respectées. Nous devons rappeler ce paradoxe régulièrement.
Aujourd'hui, si Israël se permet l'escalade dans cette guerre et si le nombre de 600 victimes décédées ne nous suffit pas à adopter une attitude internationale forte, c'est le témoignage d'une attitude lâche, attentiste tant de l'Union européenne que de ses gouvernements, qui cache aussi un soutien inconditionnel à Israël. Il importe de le rappeler! Lorsqu'on renvoie un adversaire vers ses positions que nous ne pouvons pas défendre, il faut aussi dénoncer la manière dont les relations sont pratiquées par l'autre partie dans la région.
La présidente: Veuillez terminer, monsieur Lahssaini! Deux orateurs souhaiteraient encore intervenir!
01.30 Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!): Je termine, madame la présidente. J'ai encore deux questions à poser à M. le ministre.
Tout d'abord, monsieur le ministre, si j'ai bien compris, vous n'avez pas encore convoqué l'ambassadrice de l'État d'Israël. Quand comptez-vous le faire? Par ailleurs, étant donné les armes et les munitions utilisées par Israël, notre groupe vous demande aujourd'hui de défendre incessamment la position de l'envoi d'une force d'interposition, seule capable de permettre de sortir de l'impasse dans laquelle nous nous trouvons. Pour nous, il importe que ces deux conditions soient exigées et défendues par la Belgique dans les plus brefs délais.
01.31 François Roelants du Vivier, sénateur (MR): Madame la présidente, à mon tour, je voudrais remercier M. le ministre pour son analyse que je partage entièrement. Je le remercie singulièrement d'avoir rappelé que la crise actuelle à Gaza trouve ses origines dans la prise du pouvoir par le Hamas en 2007, un Hamas qui règne avec cruauté – faut-il le dire – sur la bande de Gaza et sur ses habitants. On constate d'ailleurs qu'au West Bank, la situation est complètement différente.
Cela dit, nous assistons à une catastrophe humanitaire et les décisions du gouvernement s'avèrent opportunes. Mais attention à l'instrumentalisation politique! Tous les jours, il y a des manifestations à propos de la situation à Gaza. Il y a des catastrophes humanitaires épouvantables dans l'est du Congo aussi. Or, je ne vois pas l'organisation de manifestations quotidiennes à ce sujet. Donc, je crains une instrumentalisation politique.
Je vous remercie également d'avoir rappelé le rôle des tiers dans le conflit comme l'Iran et la Syrie, mais aussi la passivité, si pas la complicité de certains pays comme l'Égypte par rapport au contrôle des armes.
J'en arrive ainsi à mes deux questions. Jusqu'à présent, l'Égypte était opposée à la présence de forces militaires sur son territoire. Or, si l'on en croit M. Sarkozy, il semblerait que celle-ci soit maintenant prête à évoluer et donc à permettre la présence de forces internationales – qui ne soient pas égyptiennes – sur son territoire pour contrôler les mouvements et faire en sorte d'empêcher cette contrebande d'armes que l'on connaît et que vous avez évoquée. Monsieur le ministre, envisagez-vous des démarches bilatérales pour engager l'Égypte à jouer maintenant un rôle majeur ainsi que, bien entendu, des démarches au niveau de l'Union européenne?
Beaucoup disent attendre l'arrivée de l'administration Obama. Or, nous avons peut-être actuellement une fenêtre d'opportunité au niveau européen. N'est-il pas envisageable de développer une opération de type Eban ou Eban+ comme cela a été fait en son temps à la frontière avec Rafah.
Voorzitter Hilde Vautmans: Mijnheer de minister, collega’s, ik wil u toch kort melden dat ik vanochtend twee vertegenwoordigers van de Israëlische ambassade heb ontvangen hier in dit huis. Ik heb hun mijn ongerustheid uitgedrukt over de humanitaire situatie op dit ogenblik in de Gazastrook. Ik moet u zeggen dat ik even het aantal vierkante kilometer heb vergeleken: dat is ongeveer 3,5 keer Hasselt met 1,5 miljoen inwoners. Als we dat voor ogen houden, weten we hoe dichtbevolkt en hoe groot het menselijk drama daar is. Ik heb mijn mening geuit dat het geweld disproportioneel is en dat wij aandringen op een onmiddellijk staakt-het-vuren. Zij hebben mij een document bezorgd dat ik bij beide secretariaten ter inzage zal leggen. U mag daar gerust een kopie van gaan nemen, maar ik zal het hier niet laten uitdelen. Degenen die interesse hebben, mogen het document daar gaan halen, bij de secretariaten.
Ten tweede, ik ga niet akkoord met een aantal sprekers die zeggen dat ons land niets heeft gedaan, dat onze minister niet duidelijk heeft gesproken. Ik denk dat onze minister de voorbije dagen en uren heel duidelijk heeft gesproken en ik ben ook heel blij dat ons land de gewonde kinderen naar hier zal halen. Ik voel wel iets voor de suggestie van collega Flahaut om te kijken of we toch niet dat veldhospitaal van Libanon kunnen gebruiken of elders plaatsen om ter hulp te komen. Dat moeten we eens onderzoeken. Ik heb daar geen duidelijk antwoord op, maar vind het wel een suggestie waard om te onderzoeken.
Er is hier heel veel gezegd, collega’s, over het deficit van het optreden van de Europese Unie. Ik sluit mij daar een stuk bij aan, maar voor mij is veel erger het gebrek aan slagkracht van de VN-veiligheidsraad. Ik ben daarin ten zeerste ontgoocheld, dat men daar niet verder komt dan waar men nu staat. Ik hoop dat we er met de Europese Unie op kunnen drukken dat de VN-veiligheidsraad een duidelijk standpunt inneemt. Misschien ben ik daar te ideologisch in, maar ik vind dat het geschikte orgaan om duidelijke uitspraken te doen. Ik denk dat we al langer hebben gezegd – het is een van de aanbevelingen van de Rwandacommissie trouwens – dat we eens moeten zien om die VN-veiligheidsraad te hervormen. Dat moeten we natuurlijk samen doen, dat kunnen we niet alleen doen, daar ben ik mij ten zeerste van bewust.
Een laatste vraag. Zijn er indicaties dat er bijkomende dreigingen in ons land zijn, dat het geweld geëxporteerd zal worden?
Tot daar mijn vragen, collega’s en ik denk dat ik zeer beknopt ben geweest.
01.32 Minister Karel De Gucht: Mevrouw de voorzitter, ik kan ingaan op alle vragen die werden gesteld, maar ik wil eerst proberen een samenhangend beeld te schetsen van wat zich daar volgens mij voordoet.
Om de zaak te evalueren, moet men volgens mij teruggaan naar de akkoorden van Sharm-el-Sheikh tussen Abbas en Olmert met bemiddeling van de Egyptenaren voor de verkiezingen in Palestijns gebied.
Op dat ogenblik werd door Israël een aantal afspraken gemaakt, waarbij men onder andere de roadblocks zou verminderen en de leefbaarheid in het Palestijns gebied zou vergroten. Dat werd door Abbas terecht gezien als een belangrijk element om de verkiezingen te kunnen winnen.
De waarheid gebiedt te zeggen dat Israël dat niet of nauwelijks heeft gedaan. Wat ik daarmee wil zeggen, is dat Israël naar mijn bescheiden mening onder meer op dat ogenblik heeft beloofd om Abbas te steunen, maar dat in de praktijk onvoldoende heeft gedaan. Dat is een van de redenen waarom Abbas zich niet kon waarmaken ten opzichte van de eigen bevolking en de verkiezingen heeft verloren. Israël is volgens mij gedeeltelijk mee verantwoordelijk dat Fatah de verkiezingen in Palestijns gebied heeft verloren. Dat is een eerste vaststelling.
De tweede vaststelling is dat de strategie van Sharon om zich eenzijdig terug te trekken uit Gaza met de bedoeling om zich achteraf ook eenzijdig terug te trekken uit de West Bank en ieder geval van de posities daar ingenomen, niet werkt en die strategie Israël dus op termijn geen veiligheid kan brengen. Integendeel, men creëert erdoor bijkomende veiligheidsrisico’s.
Ik wil daarmee niet zeggen dat ik pleit voor een bezetting van Gaza of wat dan ook. Ik probeer gewoon te analyseren wat er gebeurt. De eenzijdige strategie van Sharon om zich binnen de eigen grenzen terug te trekken, zich te beschermen en dan wel te zien en veilig te zijn, blijkt niet te werken.
Dat heeft in de Israëlische regering grote verwarring gecreëerd over wat precies de juiste strategie is om in de gegeven omstandigheden vat te blijven hebben op de eigen levenssituatie.
Ik kom tot een derde element. Men kan niet rond het feit kan dat zowel in Libanon als in Gaza islamistische organisaties actief zijn die minstens ook een terroristisch element in zich dragen. Ik denk dat ze ook een politiek element in zich dragen. Bepaalde figuren uit Hamas dragen zeker ook een politieke boodschap in zich, maar beiden, zowel Hezbollah als Hamas, dragen ook een terroristisch element in zich, ook in Libanon. Die organisaties staan niet op eigen poten. Zij zijn daar, zij blijven daar en zij worden sterker met de hulp van onder andere Iran en ook via Syrië. Dat is een vaststelling die men moet maken.
Ik denk persoonlijk dat de politieke verantwoordelijkheid voor de verstrakking in het Midden-Oosten ook voor een stuk bij Israël ligt, maar men moet ook de vaststelling maken dat men daar wordt geconfronteerd met terroristische organisaties, waarvan nog zal moeten blijken of zij bereid zijn om politieke akkoorden te sluiten. Dat zal nog moeten blijken. Ik ben er nog niet zo zeker van dat zij politieke akkoorden willen sluiten.
Ik kom tot een vierde element. Naar mijn bescheiden mening is de militaire strategie die Israël heeft gevolgd in Libanon, en nu opnieuw volgt in Gaza, tot mislukken gedoemd is. Los van de humanitaire oordelen die men daarover kan hebben – ik kom onmiddellijk tot het argument van de heer Monfils – meen ik dat die strategie niet kan werken. De oorlog van Israël tegen Hezbollah in 2006 heeft Hezbollah in Libanon politiek versterkt, ondanks het feit dat men vele sjiitische wijken in Beiroet heeft gebombardeerd en tot een puinhoop heeft herleid. Het heeft Hezbollah versterkt.
De positie van Hezbollah in Libanon is nu sterker dan daarvoor, niet alleen in Beiroet, ook in Zuid-Libanon, waar de UNIFIL-troepen worden gedoogd. Ik meen dat de UNIFIL-troepen niet veel zouden kunnen uitrichten tegen Hezbollah, als Hezbollah tot het besluit komt dat zij tot militaire actie overgaan. Men moet zich daarover niet te veel illusies maken. Dat is ook een bemerking voor collega Flahaut, in verband met het ziekenhuis. Ik kan mij daarin vergissen, maar ik denk niet dat Israël ooit zou aanvaarden dat de slachtoffers naar een hospitaal in Zuid-Libanon worden geëvacueerd. Dat zou kunnen worden nagekeken. Er is wel een vraag van DPKO, vanuit New York, om het hospitaal sowieso nog een aantal maanden open te houden, om andere redenen, maar ik denk niet dat Israël ermee akkoord zou gaan dat er slachtoffers worden getransporteerd naar dat ziekenhuis. Als dat wel kan, zoveel te beter. Wij kunnen die vraag stellen, maar ik heb daarover grote twijfels.
01.33 André Flahaut (PS): Si on utilise un avion, on les emmène où l'on veut!
01.34 Karel De Gucht, ministre: Oui, mais il ne faut pas retourner une deuxième fois avec le même avion. De toute façon, c'est un problème dont nous devons discuter avec les Israéliens et je crains qu'ils se montrent très réticents sur ce point, mais c'est une autre question.
Je voudrais reprendre la remarque émise par notre collègue Monfils. Il est vrai qu'une guerre proportionnelle n'existe pas, malheureusement, mais c'est ainsi. La seule façon de ne pas avoir de guerre, c'est d'avoir une trêve, de conclure un accord politique. Penser qu'une guerre proportionnelle puisse exister n'est pas sérieux. En effet, dans un tel cas, aucune guerre ne se terminerait. C'est bien de le dire, mais, dans la réalité, cela n'a jamais existé et n'existera jamais.
Er was ook de bemerking van de heer Van der Maelen over het feit dat ik tegen Kabila en in Servië wel mijn mening geef, terwijl ik dit hier niet doe. Toen de upgrading van de relaties met Israël ter sprake is gekomen in de Europese Unie was België, bij monde van mij, het enige land dat daarover bemerkingen maakte en zich zeer kritisch opstelde. Men kan natuurlijk een veto stellen in de Europese Unie maar in de gegeven omstandigheden zou dit niet zeer verstandig zijn.
Wij zijn in de Europese Unie met 27 leden en wij hebben al veto's gesteld, onder meer in de zaak-Servië. Wij hadden daar toen vat op vermits wij toen met twee waren, Nederland en België. Bovendien was er toen de steun van het Internationaal Strafhof in Den Haag van zowel Del Ponte als nu Brammertz. Dit was toen dus een haalbare kaart. Wij hebben nu trouwens dezelfde bedenkingen ten opzichte van Kroatië. Ook daar dreigen wij naar een blokkade te gaan van het toetredingsproces als er geen oplossing komt voor het proces-Gotovina waarvoor een aantal documenten moet worden overgemaakt. Er zijn in de Europese Unie nu een aantal staten die zeggen dat deze documenten er moeten komen, zoniet komt er geen afsluiting van het toetredingsproces.
Ik begrijp dat u die bedenkingen vanuit de oppositie maakt. Daarvoor dient trouwens ook een oppositie. Als men op het internationale vlak echter een veto gebruikt dan moet men dit zeer selectief gebruiken en alleen in situaties waarbij er een ernstige kans bestaat dat men daarmee ook iets kan bereiken. Ingaan tegen heel de internationale gemeenschap, incluis 26 van de 27 Europese staten, is voor België niet mogelijk. Als men dit wel zou doen, moet men ook niet meer denken aan een humanitaire tussenkomst. Ook daarover is er een vraag gesteld. Wat gaat er humanitair gebeuren? Welnu, in dat geval kan men het humanitaire aspect ook vergeten. Dat is de realiteit.
Er komen geen diplomatieke sancties tegen Israël. Zeg mij eens wie er in de internationale gemeenschap sancties zal nemen tegen Israël? Ik zou dat dus echt niet weten. Ik kan mij toch moeilijk inbeelden dat wij dit louter bilateraal zouden doen. Ik kan u tientallen voorbeelden geven waaruit blijkt dat wij ons uitdrukkelijk hebben afgezet tegen de nederzettingenpolitiek. Verschillende keren heb ik al gezegd dat de nederzettingenpolitiek tegenstrijdig is met welk vredesproces dan ook in het Midden-Oosten. Men kan daar geen stap verder geraken als die nederzettingenpolitiek niet stopt.
Het is zelfs in die mate waar dat ik daarover kritisch ben geweest en dat de Israëlische ambassadeur mij is komen vinden, zeggende dat wij in de toekomst huur moeten betalen voor ons consulaat-generaal in Jeruzalem op basis van een zeer betwistbare internationale constructie van overnames van eigendommen in de bezette gebieden. Ik heb toen aan de Israëlische ambassadeur in alle duidelijkheid gezegd dat, als men daarmee zou doorgaan, wij dit niet zouden betwisten voor de Israëlische rechtbanken, maar rechtstreeks voor het Internationaal Gerechtshof in Den Haag.
Zeggen dat wij onze mening niet durven zeggen tegen Israël is niet ernstig. Dat is gewoonweg niet waar. Als u mij vraagt om Don Quichot te spelen tegen Israël, helemaal alleen, zeg ik echter: nee, dat ga ik niet doen. Om een andere reden. Ik vind dat Israël zich op een aantal punten politiek vergist. Op de manier waarop Israël zich opstelt, zal men nooit tot een oplossing komen in het Midden-Oosten. Ik meen dat men daar beter meer zou luisteren naar de Europese Unie en niet alleen naar de Verenigde Staten van Amerika. Dat is mijn overtuiging.
Ik kan alleen maar vaststellen dat men daar in eerste instantie luistert naar de Verenigde Staten van Amerika. In de Verenigde Staten van Amerika hebben zowel Clinton als Bush pas aan het eind van hun mandaat pogingen ondernomen om in het Midden-Oosten tot een oplossing te komen.
01.35 Bruno Tuybens (sp.a): Zegt de Europese Unie iets?
01.36 Minister Karel De Gucht: U mag nog niet zeggen dat de Europese Unie niets zegt.
Wie heeft in Rafah de grensovergang met Egypte gerealiseerd? Europa! België heeft er trouwens politiemensen naartoe gestuurd om de grensovergang met Rafah te monitoren. De Europese Unie is tientallen keren tussenbeide gekomen in het Midden-Oosten en heeft trouwens heel veel expertise ter zake. Onder andere via een Belgische topdiplomaat, de heer Otten, die vertegenwoordiger is van de Europese Unie in het Midden-Oosten.
Ik kan alleen vaststellen dat Israël in eerste instantie de Verenigde Staten van Amerika als referentie ziet en niet de Europese Unie. Nu kunt u zich afvragen of dat de fout is van de Europese Unie. Nee, ik meen niet dat het de fout van de Europese Unie is. Het is de fout van de Verenigde Staten, omdat de Verenigde Staten Israël veel verder volgt in zijn analyses dan Europa. Met andere woorden, Israël kijkt in eerste instantie naar die bondgenoot die het in de grootste mate gelijk geeft. Ik heb al verschillende keren, ook tegenover mevrouw Rice, gezegd dat wat wij moeten doen is duidelijke afspraken maken tussen Europa en de Verenigde Staten om gezamenlijk druk uit te oefenen op de situatie in het Midden-Oosten.
Maar zeggen dat het de fout is van de Europese Unie dat Israël in eerste instantie naar de Verenigde Staten kijkt, is niet ernstig. Het is precies omdat de Europese Unie een gematigd standpunt heeft dat Israël veel gemakkelijker naar de Verenigde Staten kijkt, waar onder andere IPAC enorm veel invloed heeft, zeker in verkiezingssituaties. Zo eenvoudig is het.
Wat de Europese Unie betreft, wil ik het volgende zeggen.
En ce qui concerne l'Union européenne, je constate qu'en ce moment, elle est la seule à avoir une démarche diplomatique.
M. Obama a dit qu'il était très inquiet mais c'est aussi une règle de silence à suivre: un président qui n'a pas encore prêté serment ne se prononce pas sur la politique internationale. On verra dès le 20 janvier ce que dira Obama mais en ce moment, les États-Unis sont absents au Moyen-Orient sur le plan diplomatique. Ils ne veulent pas intervenir. Il est vrai qu'il y a eu une première intervention après le drame survenu dans cette école mais jusqu'à ce moment, il n'y avait aucune prise de position en faveur d'une trêve de la part des États-Unis. Ce n'est pas tout à fait par hasard non plus!
Je pense qu'on ne peut pas critiquer la démarche diplomatique européenne. On peut critiquer – et j'ai une critique à formuler – la façon dont cette offensive diplomatique est menée. À ma connaissance, nous avons un haut représentant pour la politique étrangère de l'Union européenne, M. Solana. Où est-il? Ce n'est pourtant pas sa faute. Il a aussi été absent durant le conflit avec la Géorgie. Pourquoi? Parce qu'il est mis hors jeu par le Conseil.
C'est une faute de l'Union européenne. Si on veut être respecté, il faut parler d'une seule voix et cette voix doit être celle de M. Solana, qui connaît parfaitement la situation au Moyen-Orient. C'est lui qui est le mieux informé par tout un réseau de diplomates, notamment par notre compatriote M. Otte, notre représentant au Moyen-Orient.
C'est une erreur de se manifester par plusieurs canaux. Il y a pour l'instant la présidence tchèque; certes, sa première analyse qui était de dire qu'il s'agissait d'une guerre défensive n'était pas la démarche diplomatique la plus appropriée.
Als u wil dat ik stop dan doe ik dat. Dat is geen enkel probleem.
01.37 Dirk Van der Maelen (sp.a): Het kan niet dat de minister een – overigens zeer interessante – analyse maakt en dat we binnen vijf minuten stoppen. Ik zou gewoon willen voorstellen dat de minister terugkomt als hij meer tijd heeft. Ik zou hierop heel graag dieper willen ingaan.
Voorzitter Hilde Vautmans: Het zal niet de laatste keer zijn dat wij over deze situatie spreken.
01.38 Minister Karel De Gucht: (…)
01.39 Dirk Van der Maelen (sp.a): U bent begonnen. U hebt de inleiding gehad. De verhouding inzake spreektijd tussen de meerderheid en de oppositie is hier zeer scheef. We zullen het eens optellen.
01.40 Minister Karel De Gucht: Mijnheer Van der Maelen, beste vriend Dirk…
Voorzitter Hilde Vautmans: Dat werkt zo niet en dat weet u zeer goed, mijnheer Van der Maelen.
01.41 Dirk Van der Maelen (sp.a): Dat kan wel zo werken.
Voorzitter Hilde Vautmans: Het is echter niet zo, mijnheer Van der Maelen.
01.42 Minister Karel De Gucht: Het is zeer eenvoudig. Als u wil dat ik mij aan mijn spreektijd hou, dan doe ik dat. Ik dacht dat het precies de bedoeling was dat ik naar hier kwam om een discussie te voeren over het Midden-Oosten.
01.43 Dirk Van der Maelen (sp.a): Inderdaad, maar er was gezegd tot 12.30 uur en wij mochten twee minuten spreken.
01.44 Karel De Gucht, ministre: Pour assurer la présence européenne au Moyen-Orient, M. Blair est là, certes, mais en tant qu'envoyé spécial pour la relance économique de cette région. Ensuite, je dois citer la troïka européenne, à laquelle appartient M. Kouchner. Au même moment, son président dirige une autre opération. Nous devrions quand même nous organiser sur le plan européen pour savoir qui fait quoi! D'après moi, la bonne démarche consisterait à soutenir M. Solana afin qu'il puisse prendre des initiatives.
La priorité est au cessez-le-feu. L'accord est unanime à ce sujet. Et nous allons continuer à exercer une pression en ce sens.
Sur le plan humanitaire, il nous a été demandé si des démarches bilatérales existaient. Je réponds par l'affirmative. Notre ambassadrice en Israël, Mme Franquinet, est occupée à négocier les modalités de transfert des blessés et des malades. Elle nous a signalé que la situation évoluait favorablement à cet égard. Par ailleurs, je suis parfaitement d'accord sur le fait que la Belgique ne doit pas nécessairement attendre l'Union européenne pour agir. À partir du moment où nous obtenons les autorisations nécessaires, nous pouvons commencer une telle opération. Mais il faut parler avec Israël et l'Égypte, car l'évacuation est orientée dans cette direction. Nous sommes donc en train d'examiner comment agir dans la pratique.
Il est aussi vrai que nous ne pouvons pas être les seuls à apporter notre aide. De nos deux avions, nous ne pouvons en utiliser qu'un seul, car l'autre doit rester disponible pour d'éventuelles victimes belges à l'étranger. Nous allons, de toute façon, essayer de remplir notre rôle de manière décisive dans le processus.
Une question traitait de la position russe vis-à-vis de ce conflit. Au plan international, il existe le Quartet qui discute du Moyen Orient; il est composé de l'Union européenne, des Nations unies, des États-Unis et de la Russie. Pour réaliser des pas supplémentaires dans ce processus de paix, il faut avouer que le problème ne réside pas tellement dans la position de la Russie: à ma connaissance, sa position est assez équidistante envers ce conflit général.
Les véritables obstacles à l'aboutissement d'une solution sont la situation géopolitique très compliquée dans la région et l'impossibilité de parvenir à une position réellement commune entre l'Union européenne et les États-Unis. Pourtant, pour disposer d'une influence décisive sur ce processus de paix, il est indispensable, dès l'entrée en fonction de M. Obama, d'énoncer cette position commune de l'Union européenne et des États-Unis. C'est à cette condition que nous pourrons avancer.
Le problème ne proviendra pas du Quartet dans lequel siège la Russie. Je ne perçois donc pas d'obstacle russe dans ce dossier.
Quant à l'utilisation des armes à sous-munitions et des bombes phosphoriques, cette pratique nous paraît tout à fait inacceptable. Comme le disait M. Flahaut, la Belgique est occupée à nettoyer au Liban des territoires encore contaminés par de telles bombes à sous-munitions et, dans le même temps, on en sème encore pour couper en deux ou en trois la bande de Gaza, car c'est bien le but recherché. Il ne s'agit pas de bombarder Gaza-ville, mais de scinder la bande de Gaza.
C'est inacceptable! Cela signifie que, une fois le conflit terminé, nous devrons une nouvelle fois envoyer nos démineurs pour déblayer le terrain. Dans cette région, c'est d'ailleurs devenu catastrophique: des ponts sont actuellement bombardés alors que nous les avons déjà reconstruits à deux ou trois reprises, idem pour des hôpitaux ou des installations économiques. Toutes ces installations ont déjà été payées plusieurs fois, notamment par l'Union européenne. La folie des guerres a-t-elle des limites?
Er zijn ook vragen van de heer Tuybens over het machtsvacuüm in de Verenigde Staten. Ik denk eerlijk gezegd niet dat er sprake is van een machtsvacuüm. Ik denk dat dit niet juist is. Men kan ook tussenkomen door niet tussen te komen. Als Israël een dergelijke grootscheepse aanval op Gaza doet, mag men er toch van uitgaan dat dit even snel geweten is in de VS als in Europa. Men kan ook actief zijn door afwezig te blijven.
U moet eens nagaan wat in 2006 in Libanon is gebeurd. Daar heeft zich identiek hetzelfde patroon afgespeeld. Ook daar heeft de VS gedurende meer dan een maand toegelaten dat er bombardementen waren op de sjiitische buitenwijken van Beiroet. Er kwam een militair conflict in het zuiden van Libanon en pas dan is men tussengekomen. Met andere woorden, in de eerste fase van de huidige oorlog, net zoals in de eerste fase van de oorlog in 2006, is de VS zeer aanwezig door niet tussen te komen. Dat is de vaststelling die men spijtig genoeg moet maken.
Ik lijd niet aan wintermoeheid. Ik heb soms wel eens last van lentemoeheid, maar dat is op dit moment nog niet het geval.
Er zijn natuurlijk verschillen tussen de standpunten van de verschillende partijen. Het Belgische standpunt is dat dit een onaanvaardbare oorlog is omdat hij geen enkele politieke oplossing zal brengen en wellicht ook militair niet haalbaar is. De enige oplossing in het Midden-Oosten bestaat in een onderhandelde oplossing. Dat veronderstelt dat alle partijen bereid zijn om te onderhandelen. Men kon zich eraan verwachten dat deze oorlog een humanitaire ramp zou zijn. Dat is ook in de praktijk bewezen.
Ik denk dat dit een uitgebalanceerde houding van België is. Dat is mijn persoonlijke mening. Ik denk ook dat deze kritiek zich duidelijk beweegt in de buitenbaan van de Europese positie. De positie van de meeste Europese landen is een stuk minder kritisch als het over concrete politieke argumenten in verband met het Midden-Oosten gaat. Het is mijn overtuiging dat wij bij de meest kritische landen van de EU zijn, en terecht.
Ik denk, ten tweede, dat we moeten proberen op het humanitaire vlak een aantal dingen te doen. Men moet goed weten dat een humanitaire actie in de praktijk onverenigbaar is met, bijvoorbeeld, een zwaar diplomatiek offensief tegen Israël. Men moet zich goed realiseren dat die twee niet compatibel zijn. Op een bepaald ogenblik moet men dan ook de keuze durven te maken. Ik denk, eerlijk gezegd, dat wij de keuze moeten maken om humanitair tussenbeide te komen, omdat wij, tenzij via de Europese Unie – en dan nog – geen vat hebben op wat er zich op politiek vlak in het Midden-Oosten zal afspelen.
Ten derde denk ik dat België er als relatief klein land alle belang bij heeft dat men een houding probeert aan te nemen die door meerderheid en oppositie kan worden gedragen. Ik heb dat in de meeste internationale conflicten al gedaan en ik hoop dat het hier ook kan. Dat veronderstelt natuurlijk wel dat zowel vanuit de meerderheid als vanuit de oppositie daarvoor een inspanning wordt gedaan.
01.45 Dirk Van der Maelen (sp.a): Mevrouw de voorzitter, ik heb twee punten. Eerst is er de vraag om later eens uitgebreid te discussiëren. Mijn mening is dat Europa zich te slaafs opstelt ten overstaan van een visie die de Verenigde Staten op het Midden-Oosten en op Israel hebben. Wij hebben dat vertaald als equidistance.
U hebt een mooie schets gegeven, waar ik het overigens grotendeels mee eens was, sinds Sharm-el-Sheikh. Als men een langere periode neemt, heeft Ludo Abicht echter gelijk. Het is onder het goedkeurende oog van de Verenigde Staten, onder het zichzelf buitenspel zettende Europa dat zegt de equidistance te willen, dat Israël keer op keer zijn bezetting heeft uitgebreid en de rol en de plaats van de Palestijnen heeft verkleind. Om maar één voorbeeld te geven: wat hebben ze gedaan met hun Palestijnse gesprekspartners? Er waren Palestijnse gesprekspartners, maar die hebben ze zo gediscrediteerd dat uiteindelijk Fatah, de PLO, er kwam. Zoals u nu hebt beschreven, zijn ze erin geslaagd om ook Fatah te discrediteren en zitten ze met Hamas. Als ze slagen – daarin ben ik het met u eens: dat geloof ik niet – dan zal Hamas worden vervangen door jihadis. Dat is de bedoeling van Israël: een soort van crisissituatie creëren in die regio en daar dan haar eigen rol en plaats te versterken.
Geen enkel land heeft keer op keer en zoveel
keren de mensenrechten geschonden. Wij hebben als Europa geen lap invloed. We
zijn er nu geweest met een Europese trojka. Sarkozy is er geweest. De ngo’s
vertellen mij dat het enige wat we hebben bereikt – luister nu goed, mijnheer
de minister – is dat Echo, onze humanitaire dienst, in het Israëlisch
coördinatieorgaan van humanitaire hulp zit. Dat hebben we bereikt, dat is het
enige. Voor de rest hebben wij nul komma nul invloed op de lijn die Israël
heeft uitgezet. Nul
komma nul.
U moet zoeken – dat is de discussie en wat ik voorstel: het verlaten van de politiek van equidistance – naar iets wat pijn doet. De eerste piste is: gedaan met de straffeloosheid. Ook voor Hamas, want op de duur gaat u denken als ik hier tussenbeide kom, dat ik eenzijdig ben. Ook voor Hamas, ook voor Israël. Als u zich herinnert hoe we hebben gediscussieerd over Libanon: ik heb dat standpunt toen ook verdedigd.
De factuur moet worden voorgelegd. Ik bedoel ook de juridische factuur. Voor de overschrijdingen van het internationaal recht, moet Israël verantwoording komen afleggen. Tevens doel ik op de financiële factuur. U hebt gelijk: sommige delen van de infrastructuur zijn al twee tot drie keer vernietigd. Wat werd er allemaal al niet kapotgeschoten? Zelfs het Palestijns parlement werd kapotgeschoten. Die factuur moet worden voorgelegd. Zolang Europa de moed niet heeft om dat te zeggen, zal er nul komma nul invloed zijn op Israël.
Laten wij dus stoppen met de hypocrisie waarmee we bezig zijn. Het diplomatiek ballet van Europa heeft daar nul komma nul invloed. Het zijn allemaal krokodillentranen die worden geplengd.
Wij gaan weer voor ambulance spelen. Dat moeten we doen, versta me niet verkeerd. Maar ten gronde, structureel, veranderen we niets. Na Jenin en Libanon is er nu Gaza in 2008-2009. Welnu, binnen een tot twee jaar is er weer zo’n drama.
Om die reden vind ik dan ook dat wij het associatieakkoord moeten opschorten.
Voorzitter Hilde Vautmans: Wilt u afsluiten, mijnheer Van der Maelen?
01.46 Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de minister, het laatste dat ik wil zeggen – echt het laatste – is het volgende. Ik lees de internationale pers. Wat betreft het debat over de upgrading, als de internationale pers correct de buitenwacht informeert, stond België niet alleen. Er waren nog andere landen met grote bezwaren tegen die upgrading.
Komt u dus niet vertellen alsof België het enige land was dat daar problemen mee had. Als we de moed hadden gehad, samen met andere landen, dan hadden wij nu misschien anderen kunnen overtuigen van het feit dat we het juist hadden.
01.47 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!): Mijnheer de minister, ik vraag mij af wat het nut is van een associatieakkoord met mensenrechtenclausules, wanneer blijkt dat die mensenrechten door Israël niet worden nageleefd en het akkoord toch zo wordt behouden. Laat ons de hypocrisie dan beter stoppen. Laten we kiezen voor een Europese diplomatie van een equidistance en die mensenrechtenclausules dan maar gewoon schrappen uit het akkoord. Dat zou eerlijker zijn. Zo cynisch is de situatie vandaag misschien wel.
Ik wil ook verwijzen naar een voorstel – omdat u zegt dat België alleen staat met die kritiek – van de Britse minister van Buitenlandse Zaken, de heer Miliband, onlangs. Hij heeft voorgesteld om de preferentiële handelstarieven van de Europese Unie te schrappen ten aanzien van Israëlische producten uit de illegale nederzettingen in Palestijns gebied. Daarover heb ik toen een vraag gesteld aan u, waarop ik een antwoord kreeg van uw collega Chastel. Dat antwoord was zeer vaag, maar bevatte zeker geen toezeggingen van de Belgische regering om mee te stappen in het initiatief van Miliband. Daar was er een diplomatieke opportuniteit om druk te zetten op Israël, om gebruik te maken van de hefbomen waarover Europa beschikt, maar de Belgische regering, bij monde van het antwoord van uw collega Chastel, is daar toen niet op ingegaan. Dat is volgens mij een opportuniteit, een gemiste kans.
Mevrouw de voorzitter, tot slot wil ik terugkomen op de beschuldiging van collega Ducarme dat ik Hamas zou steunen. Hamas is wat mij betreft een terroristische organisatie. Ik ga daar misschien nog verder in dan minister De Gucht. Als een deel van een organisatie terrorisme beoefent, dan is die organisatie voor mij as such terroristisch. Zij probeert immers doelbewust de burgerbevolking te treffen. Voor mij is dat een misschien gesimplificeerde definitie van terrorisme. Wat mij betreft is Hamas dus een terroristische organisatie.
Zoals collega Dubié daarnet echter zei, is het door Israël gebruikte geweld disproportioneel. 600 doden in 10 dagen tijd versus 15 doden in acht jaar veroorzaakt door de raketten van Hamas. Dat geweld is dus disproportioneel. Wanneer ik kritiek heb op het geweld gebruikt door Israël, wanneer ik kritiek heb op de nederzettingpolitiek gevoerd door Israël, wanneer ik kritiek heb op de obstructiepolitiek van Israël om te komen tot vrede in het Midden-Oosten en vrede in de regio en wanneer dergelijke kritiek wordt gezien als een steunbetuiging aan Hamas door bepaalde collega’s van de MR, dan getuigt dat enkel van een simpel, zwartwit wereldbeeld. Ik neem daar akte van.
01.48 Bruno Tuybens (sp.a): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, ik begon daarstraks mijn betoog met te zeggen dat ik het historische falen van de Europese Unie betreur. Uw bemerkingen ter zake zijn dus zeker niet onterecht. Ze zeggen echter meer over de Europese Unie dan over Israël.
Na het huidige conflict – hopelijk wordt het snel beëindigd – moet de Europese Unie zich toch eens bezinnen en een evaluatie van haar crisis response maken. Bestaan er crisis responsemechanismen waarbij er geen politieke evaluatie meer moet worden gemaakt en er effectief vrij snel diplomatiek kan worden opgetreden? Daarover moet heel dringend worden nagedacht. Ik hoop dat u op dat vlak ook een bepaalde rol zult spelen.
Wanneer ik het over wintermoeheid heb, dan heb ik het over het feit dat u bijvoorbeeld hier in de Kamercommissie een standpunt vertolkt. Wat zijn echter de formele stappen die worden ondernomen? U kan er wel op wijzen dat de leden van de Europese Unie de verslagen van de Kamercommissie voor de Buitenlandse Zaken lezen. Daarop hebt u vroeger ook al gewezen in de dossiers rond China en Congo. Er is echter ook een stap verder mogelijk. Indien er binnen de Europese Unie dan toch geen unisono standpunt is, kan u wel degelijk contacten met uw collega’s in de Europese Unie leggen, om na te gaan of er al dan niet spoedig een ambassadeur op het matje wordt geroepen. Indien dat niet kan, waarom zou België dan niet het land zijn dat daarmee een aanvang neemt? Dat kan een mogelijke eerste stap zijn, vooraleer het verdrag met Israël op een eventuele stopzetting wordt bekeken.
Welke diplomatieke contacten worden er nu gelegd?
Ik zou bijzonder blij zijn, wanneer de Europese Unie zich op voornoemd vlak niet als een lame duck zou beschouwen en effectief een aantal zaken zou ondernemen. Dat is wat ik nu mis.
Wij mogen ons niet verstoppen achter het feit dat er binnen de Europese Unie geen unisono standpunt is om te vergoelijken dat België op dit ogenblik, specifiek op het vlak van de bilaterale contacten met Israël, formeel nauwelijks iets of zelfs niets doet aan de huidige situatie.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 13.09 uur.
La réunion publique de commission est levée à 13.09 heures.