KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
CRIV 52 COM 386
CRIV 52 COM 386
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTEGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
woensdag
mercredi
03-12-2008
03-12-2008
Namiddag
Après-midi
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
Ecolo-Groen!
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales Groen!
FN
Front National
LDD
Lijst Dedecker
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
Open Vld
Open Vlaamse Liberalen en Democraten
PS
Parti Socialiste
sp.a+Vl.Pro
socialistische partij anders + VlaamsProgressieven
VB
Vlaams Belang
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 52 0000/000 Parlementair stuk van de 52e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
DOC 52 0000/000
Document parlementaire de la 52e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
PLEN
plenum
PLEN
séance plénière
COM
commissievergadering
COM
réunion de commission
MOT
alle moties tot besluit van interpellaties (op beigekleurig papier)
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
CRIV 52
COM 386
03/12/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie en
Institutionele
Hervormingen
over
"het
vervolgingsbeleid van het parket van Brussel voor
misdrijven begaan door stadsbendes" (nr. 8036)
1
Question de M. Xavier Baeselen au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la politique des poursuites du
parquet de Bruxelles pour les faits délictueux
commis par les bandes urbaines" (n° 8036)
1
Sprekers: Xavier Baeselen, Jo Vandeurzen,
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Xavier Baeselen, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Vraag van de heer Bart Laeremans aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de grootschalige operatie van de
federale politie tegen de 'Black Wolves'"
(nr. 8463)
2
Question de M. Bart Laeremans au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la vaste
opération menée par la police fédérale contre les
'Black Wolves'" (n° 8463)
2
Sprekers: Bart Laeremans, Jo Vandeurzen,
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Bart Laeremans, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Samengevoegde vragen van
5
Questions jointes de
5
- de heer Jean-Luc Crucke aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen
over
"het
stijgend
aantal
tuberculosegevallen in de gevangenis van Lantin"
(nr. 8083)
5
- M. Jean-Luc Crucke au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "l'augmentation de la
tuberculose à la prison de Lantin" (n° 8083)
5
- mevrouw Linda Musin aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de verontrustende resultaten
van de tuberculosetests in de gevangenis van
Lantin" (nr. 8098)
5
- Mme Linda Musin au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les résultats inquiétants des
tests de dépistage de la tuberculose effectués à la
prison de Lantin" (n° 8098)
5
- de heer Christian Brotcorne aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen
over
"verontrustende
tuberculosegevallen bij het veiligheidskorps van
het
Justitiepaleis
van
Brussel-hoofdstad"
(nr. 8612)
5
- M. Christian Brotcorne au vice-premier ministre
et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les cas inquiétants de
tuberculose parmi le corps de sécurité du palais
de Justice de Bruxelles-capitale" (n° 8612)
5
Sprekers:
Christian
Brotcorne,
Jo
Vandeurzen, vice-eersteminister en minister
van Justitie en Institutionele Hervormingen
Orateurs:
Christian
Brotcorne,
Jo
Vandeurzen, vice-premier ministre et ministre
de la Justice et des Réformes institutionnelles
Samengevoegde vragen van
7
Questions jointes de
7
- mevrouw Karine Lalieux aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen
over
"jeugddelinquentie
-
onttrekking" (nr. 8301)
7
- Mme Karine Lalieux au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la délinquance juvénile -
dessaisissement" (n° 8301)
7
- mevrouw Els De Rammelaere aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de financiering
van de gesloten jeugdcentra" (nr. 8409)
7
- Mme Els De Rammelaere au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le financement des centres
fermés pour jeunes délinquants" (n° 8409)
7
Sprekers:
Els
De
Rammelaere,
Jo
Vandeurzen, vice-eersteminister en minister
van Justitie en Institutionele Hervormingen
Orateurs:
Els
De
Rammelaere,
Jo
Vandeurzen, vice-premier ministre et ministre
de la Justice et des Réformes institutionnelles
Vraag van mevrouw Els De Rammelaere aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie en
Institutionele
Hervormingen
over
"de
'contactwebsites' Netlog en Facebook" (nr. 8646)
8
Question de Mme Els De Rammelaere au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "les réseaux
sociaux sur internet Netlog et Facebook"
(n° 8646)
8
Sprekers:
Els
De
Rammelaere,
Jo
Vandeurzen, vice-eersteminister en minister
van Justitie en Institutionele Hervormingen
Orateurs:
Els
De
Rammelaere,
Jo
Vandeurzen, vice-premier ministre et ministre
de la Justice et des Réformes institutionnelles
03/12/2008
CRIV 52
COM 386
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
ii
Samengevoegde vragen van
10
Questions jointes de
10
- de heer Jean-Luc Crucke aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de in het Masterplan 2008-
2012
geplande
bouw
van
4 nieuwe
gevangenissen" (nr. 8340)
10
- M. Jean-Luc Crucke au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles
sur
"la
construction
de
4 nouvelles
prisons
prévue
par
le
Masterplan 2008-2012" (n° 8340)
10
- mevrouw Sarah Smeyers aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de bouw van een nieuwe
gevangenis in Dendermonde" (nr. 8733)
10
- Mme Sarah Smeyers au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la construction d'une
nouvelle prison à Termonde" (n° 8733)
10
- de heer Robert Van de Velde aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "een mogelijk geplande
gevangenis te Ranst" (nr. 8844)
10
- M. Robert Van de Velde au vice-premier ministre
et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles
sur
"l'éventuel
projet
de
construction d'une prison à Ranst" (n° 8844)
10
- de heer Renaat Landuyt aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de impact van de schorsing
van het Ruimtelijk Uitvoeringsplan op de bouw
van de nieuwe gevangenis in Dendermonde"
(nr. 8863)
10
- M. Renaat Landuyt au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "l'incidence de la suspension
du plan d'exécution spatial sur la construction de
la nouvelle prison de Termonde" (n° 8863)
10
- mevrouw Barbara Pas aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de mogelijke vertraging van
de oprichting van een nieuwe gevangenis in
Dendermonde" (nr. 8881)
10
- Mme Barbara Pas au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le retard éventuel pris dans
la construction d'une nouvelle prison à Termonde"
(n° 8881)
10
Sprekers: Jean-Luc Crucke, Sarah Smeyers,
Robert Van de Velde, Renaat Landuyt,
Barbara
Pas,
Jo
Vandeurzen,
vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Jean-Luc Crucke, Sarah Smeyers,
Robert Van de Velde, Renaat Landuyt,
Barbara Pas, Jo Vandeurzen, vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles
Vraag van mevrouw Carine Lecomte aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "het bedrag
toegekend voor de 'ligdag' van een gevangene"
(nr. 8341)
18
Question de Mme Carine Lecomte au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "le montant alloué
pour la 'journée d'entretien' d'un détenu" (n° 8341)
18
Sprekers: Carine Lecomte, Jo Vandeurzen,
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Carine Lecomte, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Samengevoegde vragen van
19
Questions jointes de
19
- de heer Georges Gilkinet aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen
over
"het
aanleggen
van
adresbestanden voor electorale doeleinden"
(nr. 8349)
19
- M. Georges Gilkinet au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la constitution de fichiers
d'adresses à des fins de publicité électorale"
(n° 8349)
19
- de heer Peter Logghe aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de overtreding van de wet op
de privacy" (nr. 8375)
19
- M. Peter Logghe au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "une infraction commise à la
loi sur la protection de la vie privée" (n° 8375)
19
- mevrouw Carine Lecomte aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de praktijken van een
politieke
partij
met
het
oog
op
de
verkiezingscampagne" (nr. 8793)
19
- Mme Carine Lecomte au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les pratiques d'un parti
politique en vue de la campagne électorale"
(n° 8793)
19
Sprekers: Georges Gilkinet, Peter Logghe,
Carine Lecomte, Jo Vandeurzen, vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Georges Gilkinet, Peter Logghe,
Carine Lecomte, Jo Vandeurzen, vice-
premier ministre et ministre de la Justice et
des Réformes institutionnelles
Samengevoegde vragen van
24
Questions jointes de
24
- de heer Jean-Luc Crucke aan de vice-eerste 24
- M. Jean-Luc Crucke au vice-premier ministre et 24
CRIV 52
COM 386
03/12/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
iii
minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "het dossier bij het federaal
parket over de vervalste wedstrijd uit de tweede
voetbalklasse" (nr. 8389)
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le dossier de match truqué
en 2ième division au parquet fédéral" (n° 8389)
- de heer Georges Gilkinet aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de genomen maatregelen om
de vervalste weddenschappen in de sport te
bestrijden" (nr. 8408)
24
- M. Georges Gilkinet au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les mesures prises pour
lutter contre les paris sportifs truqués" (n° 8408)
24
Sprekers:
Jean-Luc
Crucke,
Georges
Gilkinet, Jo Vandeurzen, vice-eersteminister
en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen
Orateurs:
Jean-Luc
Crucke,
Georges
Gilkinet,
Jo
Vandeurzen,
vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles
Vraag van de heer Raf Terwingen aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "het oprollen van
een
internationale
drugsbende
door
de
samenwerking tussen de politiediensten en de
parketten van Breda en Turnhout" (nr. 8413)
26
Question de M. Raf Terwingen au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le démantèlement d'une
bande internationale de trafiquants de drogues
grâce à la collaboration des services de police
avec les parquets de Breda et de Turnhout"
(n° 8413)
26
Sprekers: Raf Terwingen, Jo Vandeurzen,
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Raf Terwingen, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Vraag van de heer Georges Gilkinet aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "loonbeslag en -
overdracht:
herziening van de barema's"
(nr. 8493)
29
Question de M. Georges Gilkinet au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les saisie et cession sur
salaire: révision des barèmes" (n° 8493)
29
Sprekers: Georges Gilkinet, Jo Vandeurzen,
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Georges Gilkinet, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Vraag van de heer Raf Terwingen aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de betekening
van een akte door een gerechtsdeurwaarder in de
gevangenis" (nr. 8516)
31
Question de M. Raf Terwingen au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la notification d'un acte par
un huissier de justice à la prison" (n° 8516)
31
Sprekers: Raf Terwingen, Jo Vandeurzen,
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Raf Terwingen, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Samengevoegde vragen van
33
Questions jointes de
34
- de heer David Geerts aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen
over
"het
innen
van
verkeersboetes" (nr. 8518)
33
- M. David Geerts au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la perception d'amendes
pour infractions au code de la route" (n° 8518)
34
- de heer Michel Doomst aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "het onrealistisch aantal
dagvaardingen in Brussel" (nr. 8635)
33
- M. Michel Doomst au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le nombre irréaliste de
citations à Bruxelles" (n° 8635)
34
- mevrouw Els De Rammelaere aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "het recordaantal
geflitsten in de Reyerstunnel" (nr. 8661)
33
- Mme Els De Rammelaere au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le nombre record de
véhicules flashés dans le tunnel Reyers"
(n° 8661)
34
- de heer Bart Laeremans aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de komende toevloed van
duizenden nieuwe dagvaardingen voor de
Brusselse politierechtbank" (nr. 8671)
33
- M. Bart Laeremans au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "l'annonce d'un afflux de
milliers de nouvelles assignations devant le
tribunal de police de Bruxelles" (n° 8671)
34
- de heer Jean-Luc Crucke aan de vice-eerste 34
- M. Jean-Luc Crucke au vice-premier ministre et 34
03/12/2008
CRIV 52
COM 386
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
iv
minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de 42.000 processen-verbaal
van de Reyerstunnel" (nr. 8687)
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les 42.000 procès-verbaux
du tunnel Reyers" (n° 8687)
- de heer Renaat Landuyt aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen
over
"de
afhandeling
van
snelheidsovertredingen" (nr. 8743)
34
- M. Renaat Landuyt au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le traitement des infractions
pour excès de vitesse" (n° 8743)
34
Sprekers: David Geerts, Jo Vandeurzen,
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen, Renaat Landuyt,
Els De Rammelaere, Bart Laeremans,
Xavier Baeselen
Orateurs: David Geerts, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles, Renaat
Landuyt,
Els
De
Rammelaere,
Bart
Laeremans, Xavier Baeselen
Vraag van de heer Robert Van de Velde aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "het onderzoek
naar vermeende handel met voorkennis rond het
faillissement van Bricsnet" (nr. 8559)
42
Question de M. Robert Van de Velde au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "l'enquête sur un
délit d'initié présumé dans le cadre de la faillite de
Bricsnet" (n° 8559)
42
Sprekers: Robert Van de Velde, Jo
Vandeurzen, vice-eersteminister en minister
van Justitie en Institutionele Hervormingen
Orateurs: Robert Van de Velde, Jo
Vandeurzen, vice-premier ministre et ministre
de la Justice et des Réformes institutionnelles
Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de problematiek
van de achterstallige betaling van de honoraria
van deskundigen, ten laste van de FOD Justitie"
(nr. 8575)
44
Question de M. Xavier Baeselen au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la problématique des arriérés
de paiement des honoraires d'expertise à charge
du SPF Justice" (n° 8575)
44
Sprekers: Xavier Baeselen, Jo Vandeurzen,
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Xavier Baeselen, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de ongelijke
behandeling tussen Belgische en Franse
slachtoffers in het proces Fourniret" (nr. 8576)
46
Question de M. Xavier Baeselen au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les inégalités entre victimes
belges et françaises dans le procès Fourniret"
(n° 8576)
46
Sprekers: Xavier Baeselen, Jo Vandeurzen,
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Xavier Baeselen, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Samengevoegde vragen van
50
Questions jointes de
50
- mevrouw Els De Rammelaere aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de stand van
zaken in het dossier Belliraj" (nr. 8566)
50
- Mme Els De Rammelaere au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la situation dans l'affaire
Belliraj" (n° 8566)
50
- de heer Michel Doomst aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de gegeven adviezen inzake
de naturalisatie van Belliraj" (nr. 8634)
50
- M. Michel Doomst au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les avis qui ont été donnés à
propos de la naturalisation de M. Belliraj"
(n° 8634)
50
- de heer Bert Schoofs aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de verdwijning van een
negatief advies uit het naturalisatiedossier van
een terreurverdachte" (nr. 8638)
50
- M. Bert Schoofs au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la disparition d'un avis négatif
du dossier de naturalisation d'un terroriste
présumé" (n° 8638)
50
- mevrouw Els De Rammelaere aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de nieuwe
ontwikkelingen in de zaak Belliraj" (nr. 8662)
50
- Mme Els De Rammelaere au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles
sur
"les
nouveaux
développements dans l'affaire Belliraj" (n° 8662)
50
- de heer Bart Laeremans aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de nieuwe informatie in de
50
- M. Bart Laeremans au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les nouvelles informations
50
CRIV 52
COM 386
03/12/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
v
zaak Belliraj" (nr. 8665)
relatives au dossier Belliraj" (n° 8665)
- de heer Bart Laeremans aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de aanhoudingen in de zaak-
Belliraj" (nr. 8936)
50
- M. Bart Laeremans au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les arrestations dans l'affaire
Belliraj" (n° 8936)
50
Sprekers: Els De Rammelaere, Michel
Doomst, Bart Laeremans, Jo Vandeurzen,
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Els De Rammelaere, Michel
Doomst, Bart Laeremans, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Samengevoegde vragen van
59
Questions jointes de
59
- de heer Denis Ducarme aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "het niet in conformiteit zijn
met de brandveiligheidsnormen van verscheidene
woningen
van
de
sociale
huisvestingsmaatschappij Toit et Moi in Bergen"
(nr. 8672)
59
- M. Denis Ducarme au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la non-conformité aux
normes de sécurité incendie de plusieurs
bâtiments de logement social de Toit et Moi à
Mons" (n° 8672)
59
- de heer Denis Ducarme aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "het niet in conformiteit zijn
met de brandveiligheidsnormen van verscheidene
woningen
van
de
sociale
huisvestingsmaatschappij Toit et Moi in Bergen"
(nr. 8740)
59
- M. Denis Ducarme au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la non-conformité aux
normes de sécurité incendie de plusieurs
bâtiments de logement social de Toit et Moi à
Mons" (n° 8740)
59
- de heer Denis Ducarme aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "het gerechtelijk onderzoek na
klachten in verband met de non-conformiteit van
bepaalde
sociale
woningen
van
de
huisvestingsmaatschappij 'Toit et Moi' in Bergen"
(nr. 8891)
59
- M. Denis Ducarme au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "l'enquête judiciaire relative à
des plaintes relevant la non-conformité de
certaines habitations sociales dépendant de la
société de logement 'Toit et Moi' à Mons"
(n° 8891)
59
Sprekers: Denis Ducarme, Jo Vandeurzen,
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Denis Ducarme, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
CRIV 52
COM 386
03/12/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
COMMISSION DE LA JUSTICE
van
WOENSDAG
3
DECEMBER
2008
Namiddag
______
du
MERCREDI
3
DECEMBRE
2008
Après-midi
______
La séance est ouverte à 14.19 heures et présidée par Mme Clotilde Nyssens.
De vergadering wordt geopend om 14.19 uur en voorgezeten door mevrouw Clotilde Nyssens.
01 Question de M. Xavier Baeselen au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la politique des poursuites du parquet de Bruxelles pour les faits délictueux
commis par les bandes urbaines" (n° 8036)</b>
01 Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "het vervolgingsbeleid van het parket van Brussel voor misdrijven
begaan door stadsbendes" (nr. 8036)
01.01 Xavier Baeselen (MR): Madame la présidente, monsieur le
ministre, je voudrais, au préalable, vous demander de bien vouloir
m'excuser pour ce matin mais, en raison de l'absence justifiée ou non
de certains collègues, la présence de certains d'entre nous était
requise dans diverses commissions afin que le quorum puisse y être
atteint. J'ai donc été dans l'impossibilité de vous poser mes questions.
Or, je sais que vous avez attendu.
01.02 Jo Vandeurzen, ministre: (...)
01.03 Xavier Baeselen (MR): Oui, j'ai apporté mon aide à plusieurs
ministres CD&V!
Cela dit, ma question n'est pas récente. Depuis son dépôt, j'ai dû
m'absenter durant une semaine. Par ailleurs, la commission de la
Justice ne s'est pas réunie toutes les semaines. Toujours est-il que
cette question a été déposée à la fin du mois d'octobre. Elle a trait à
une augmentation du nombre de règlements de comptes entre
bandes urbaines rivales. Suite à un de ces règlements de comptes,
un jeune homme s'est retrouvé dans un état critique mais entre-
temps, il est sorti du coma, ce qui est heureux.
Ces agressions inquiètent, à plus d'un titre, non seulement les
habitants de ces quartiers, mais aussi les polices locales. Il s'agit de
bandes, souvent composées de jeunes Africains, qui se détestent.
C'est ainsi que l'on peut assister à des règlements de comptes,
parfois pour un oui ou pour un non, en pleine rue, de jour ou de nuit,
et ce, avec diverses armes et notamment avec des armes blanches.
Monsieur le ministre, pouvez-vous me dire quel est le nombre de
dossiers ouverts à l'information et/ou à l'instruction impliquant ces
bandes urbaines, notamment dans une grande ville comme Bruxelles,
au cours de ces dernières années? Peut-on, au regard des
statistiques judiciaires, dresser une tendance structurelle? Constate-t-
on une augmentation de ce phénomène? Ou bien, celui-ci est-il stable
ou encore tend-il à diminuer?
01.03 Xavier Baeselen (MR):
Afrekeningen onder stadsbendes
die vaak uit Afrikanen bestaan
kostten eind oktober bijna het
leven aan een jonge man. Hoeveel
dossiers
waarbij
dergelijke
stadsbendes
betrokken
zijn,
werden, met name in Brussel,
geopend voor opsporingsonderzoek
of gerechtelijk onderzoek? Kan
men, gelet op de gerechtelijke
statistieken, een structurele trend
ontwaren? Deint het fenomeen
uit?
03/12/2008
CRIV 52
COM 386
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
2
01.04 Jo Vandeurzen, ministre: Cher collègue, le phénomène des
bandes urbaines retient bien évidemment l'attention des autorités
judiciaires. Mais la législation actuelle ne définit pas dans le Code
pénal la notion de bande urbaine, si bien que les chiffres demandés
nécessiteraient que des recherches plus précises soient effectuées
en fonction du souhait que vous émettez. Il conviendrait, selon les
infractions, de définir ce qu'on entend par bande urbaine.
Les seuls chiffres précis et objectifs pouvant être obtenus auprès du
Collège des procureurs généraux au niveau du territoire national
concerneraient les préventions d'association de malfaiteurs, mais
ceux-ci ne répondraient probablement pas à la question relative aux
bandes urbaines.
Pour l'arrondissement judiciaire de Bruxelles, il existe une banque de
données "bande urbaine" qui a reçu l'agréation de la commission de
la protection de la vie privée. Elle est gérée par le procureur du Roi en
collaboration avec le CIA et est destinée à mieux circonscrire le
phénomène à ce niveau.
À titre indicatif, je peux préciser qu'au parquet de Bruxelles, des
réunions de coordination régulières se tiennent presque
mensuellement pour organiser des actions en la matière en
collaboration avec les forces de police zonale, la police fédérale de
Bruxelles et de Asse, la police des chemins de fer et du métro.
Par ailleurs, le parquet de Bruxelles met tout en oeuvre pour qu'une
réponse rapide puisse être donnée au phénomène, par exemple par
une citation devant le tribunal, une mise à disposition du chef de port
d'armes prohibées pour les mineurs ou mettre en place des suivis
particuliers en consultation avec les forces de l'ordre.
Bref, je ne possède aucun chiffre en rapport avec ce phénomène,
étant donné qu'il reste à définir. Il importe de discuter des éléments
que l'on veut voir rassemblés dans ce thème.
01.04 Minister Jo Vandeurzen:
Aangezien
het
begrip
"stadsbendes" niet omschreven
wordt in het Strafwetboek, zou
specifiek opzoekwerk nodig zijn
om de door u gevraagde cijfers te
kunnen bezorgen.
Voor het arrondissement Brussel
bestaat er evenwel een databank
`stadsbendes'. Bij het Brusselse
parket worden er regelmatig
coördinatievergaderingen gehouden
met het oog op de organisatie van
specifieke acties in samenwerking
met de zonale politiediensten, de
federale politie en de spoorweg-
en de metropolitie. Wanneer er
zich een geval van agressie
voordoet, stelt het Brusselse
parket alles in het werk om snel te
reageren, bijvoorbeeld via een
dagvaarding voor de rechtbank of
via
bijzondere
begeleidings-
maatregelen.
01.05 Xavier Baeselen (MR): Est-il possible d'obtenir des chiffres
pour Bruxelles étant donné qu'une section spécifique du parquet
s'occupe des bandes urbaines à Bruxelles? J'imagine que cette
section dispose quand même du nombre de dossiers à l'information
ou à l'instruction sur l'arrondissement de Bruxelles. Je pourrais
éventuellement revenir avec une question écrite sur le sujet pour
obtenir le nombre de dossiers traités.
01.05 Xavier Baeselen (MR): Is
het niet mogelijk cijfers te krijgen
voor Brussel, waar een specifieke
afdeling van het parket met de
stadsbendes is belast?
01.06 Jo Vandeurzen, ministre: Je me renseignerai afin de savoir s'il
existe des chiffres relatifs à cette problématique pour Bruxelles.
01.06 Minister Jo Vandeurzen: Ik
zal dat navragen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de grootschalige operatie van de federale politie tegen de 'Black Wolves'" (nr. 8463)
02 Question de M. Bart Laeremans au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la vaste
opération menée par la police fédérale contre les 'Black Wolves'" (n° 8463)</b>
02.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, op
6 november voerde de federale gerechtelijke politie een grootschalige
02.01 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Le 6 novembre dernier, la
CRIV 52
COM 386
03/12/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
3
actie uit tegen de zogenaamde Black Wolves. Daags nadien werd
meegedeeld dat negen mensen onder aanhoudingsmandaat werden
geplaatst. Nadien volgden er nog een of twee.
Mijnheer de minister, kunt u verklaren waarom die actie precies op
dat moment werd uitgevoerd, net na de fameuze reeks artikelen in P-
Magazine over de stadsbendes, de straffeloosheid en het niet-
optreden van de lokale politie. Heeft dat daarmee te maken of staat
het los daarvan?
Wie ligt ten grondslag van de actie? Werd er samengewerkt met de
lokale politie? Indien ja, op welke wijze gebeurde dat? Een van de
verwijten was immers dat de lokale politie niet optreedt. Waren er
inspecteurs van de lokale politie bij die actie betrokken?
Hoeveel mensen werden bij die actie opgepakt? Hoeveel werden er
inmiddels vrijgelaten?
Kunt u meedelen hoeveel van de negen arrestanten uit Charleroi
komen en hoeveel uit Brussel? Hoeveel komen er uit de
Matongewijk? Betreft het uitsluitend Congolezen of verdachten van
Congolese afkomst of ook anderen?
Waarvan worden de betrokkenen verdacht? Welk bewijsmateriaal
werd intussen gevonden? Kan worden bevestigd dat de kopstukken
van de betrokken bende nu allemaal zijn aangehouden?
Volgens de parketwoordvoerder was het de bedoeling de
voornaamste leden van de criminele groepering voor het gerecht te
brengen. Waarom beperkt men zich tot de voornaamste leden en wil
men minder voorname leden ongemoeid laten?
Wanneer men vaststelt wat die bende allemaal op haar kerfstok heeft,
zou men toch kunnen aannemen dat men iedereen die betrokken is
bij die vorm van criminaliteit, zou proberen aan te houden en te
bestraffen.
Zal de federale politie de lokale politie voortaan beter kunnen bijstaan
in de strijd tegen de stadsbendes?
police judiciaire fédérale a mené
une action d'envergure contre la
bande urbaine bruxelloise "Black
Wolves", au cours de laquelle neuf
membres ont été placés sous
mandat d'arrêt.
Quel était le motif de cette action?
Y a-t-il un lien avec les articles
parus dans "P-magazine"? A-t-on
collaboré avec la police locale?
Combien de personnes ont été
arrêtées et combien ont été
relâchées ensuite? Parmi les
personnes
arrêtées,
combien
étaient originaires de Charleroi et
combien de Bruxelles? Combien
étaient originaires du quartier
Matonge?
Sont-elles
toutes
d'origine congolaise? De quoi les
personnes concernées sont-elles
soupçonnées et dispose-t-on de
preuves? Tous les chefs de la
bande ont-ils à présent été
arrêtés? Est-il exact que l'on
souhaite se limiter aux membres
les plus importants, sans se
préoccuper des autres? La police
fédérale
soutiendra-t-elle
dorénavant davantage la police
locale dans le cadre de la lutte
contre les bandes urbaines?
02.02 Minister Jo Vandeurzen: Mevrouw de voorzitter, de actie werd
op donderdag 6 november 2008 uitgevoerd. Ze was het resultaat van
een maandenlang onderzoek. Er werd tot de actie overgegaan, zodra
alle protagonisten waren geïdentificeerd en gelokaliseerd.
Het dossier is in handen van onderzoeksrechter De Coster in Brussel.
Er is geen enkel verband met de in de pers verschenen artikels.
De actie was gebaseerd op informatiegaring en op de terreinkennis
uitgaand van de politiezone Brussel-Hoofdstad, in symbiose met de
gespecialiseerde politiezorg en coördinatie en beheer van het dossier
door de federale gerechtelijke politie Brussel.
De rode draad in het gehele onderzoek was een nauwe
samenwerking tussen de federale en de lokale politie.
Op 6 november 2008 werden negen mensen opgepakt. Ze werden
allen onder mandaat geplaatst. Er werd donderdag noch vrijdag
02.02 Jo Vandeurzen, ministre:
L'action a eu lieu le 6 novembre
2008 après une enquête de
plusieurs
mois
et
après
l'identification et la localisation de
tous les protagonistes. Le juge
d'instruction de Bruxelles a été
saisi du dossier.
Il n'y a aucun lien avec les articles
parus dans la presse. Cette action
a été menée sur la base
d'informations recueillies par la
zone de police de Bruxelles-
Capitale
et
grâce
à
sa
connaissance du terrain. L'action
s'est par ailleurs déroulée en
collaboration avec les services de
03/12/2008
CRIV 52
COM 386
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
4
iemand vrijgelaten.
Van de negen arrestanten komt er een uit Charleroi, de acht andere
komen uit het Brusselse. Ze hebben allen gemeen dat ze op heel
regelmatige wijze in de Matongewijk vertoeven. Niemand is echter in
de onmiddellijke omgeving gedomicilieerd.
Ze komen uit verschillende uithoeken en randgemeenten van Brussel.
Het betreft voornamelijk mensen van Congolese afkomst, hoewel
verschillende leden van uiteenlopende Afrikaanse komaf zijn.
Ze worden allen verdacht leden te zijn van een criminele organisatie
die zich de Black Wolves laat noemen. Diverse misbruiken en
inbreuken zouden zijn gepleegd, voornamelijk handel in verdovende
middelen.
Gezien het lopend gerechtelijk onderzoek beschik ik niet over meer
details.
Tot op heden betreffen alle arrestanten personen die door hun rol in
de organisatie als kopstuk zouden kunnen worden beschouwd. Het
verder onderzoek zal uitwijzen of alle betrokken kopstukken al of niet
reeds zijn geïdentificeerd.
Voorts kan ik mij niet inbeelden dat het de bedoeling is in dit
onderzoek om de andere leden ongemoeid te laten. De volgorde van
de arrestaties is veeleer een gevolg van de structuur van het
onderzoek.
Nogmaals, over meer details beschik ik niet, aangezien het onderzoek
in handen is van een onderzoeksrechter en het nog loopt. De federale
gerechtelijke politie Brussel verantwoordelijk voor de gespecialiseerde
politiezorg, heeft het onderzoek onder leiding van de heer
onderzoeksrechter gecoördineerd en beheerd en dit in nauw overleg
en samenwerking met de lokale politie. Die interactie bestaat reeds
geruime tijd en evolueert nog steeds zo, dat we in staat zullen zijn ze
te intensiveren.
police spécialisés et a été
coordonnée par la police judiciaire
fédérale de Bruxelles. La police
fédérale
a
agi
en
étroite
collaboration avec la police locale.
Neuf suspects ont été arrêtés.
Personne n'a été relâché. Un des
suspects
est
originaire
de
Charleroi et les autres sont
originaires
de
Bruxelles.
Ils
séjournaient tous régulièrement
dans le quartier Matonge mais
personne n'y était domicilié. Ils
s'agit
surtout
de
personnes
d'origine
congolaise,
quoique
certaines
soient
également
originaires d'autres pays africains.
Ils sont soupçonnés de différents
délits, principalement de trafic de
stupéfiants. Une enquête plus
approfondie montrera s'il y a
d'autres chefs de bande. Il est
exclu que certains membres ne
soient pas inquiétés. Étant donné
que l'enquête est toujours en
cours, je ne puis fournir d'autres
détails. Les polices fédérale et
locale coopèrent depuis longtemps
déjà et cette coopération sera
encore renforcée.
02.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, dank
u voor het toch wel tamelijk uitgebreid antwoord. Eerst zegt u "alle
protagonisten", nadien "de kopstukken", maar het zou dan toch niet
de bedoeling zijn om enkel hen aan te houden of te bestraffen, maar
ook de anderen. Ik hoop dat, mijnheer de minister. Ik hoop dat u er
ook mee op toeziet dat het niet de politiek kan zijn zich te beperken tot
een paar kopstukken, maar dat iedereen die strafrechtelijke feiten
begaat, wordt gesanctioneerd. Zo niet blijft het gevoel van
straffeloosheid bestaan bij die jonge criminelen.
Ten tweede hoop ik ook dat die kerels, waarvan ik nu heb begrepen
dat die voorlopig onder aanhoudingsmandaat zijn geplaatst en nog
niet zijn vrijgelaten, snel worden berecht en niet voorlopig in vrijheid
worden gesteld en dan over twee jaar eens zullen voorkomen. Dan is
het opnieuw een verkeerd signaal. Die bende terroriseert een groot
deel van Brussel. De beschrijvingen zijn voldoende aan bod gekomen
in de pers de jongste dagen, ik hoef dat hier niet te herhalen. Zie er
alsjeblieft mee op toe dat er zwaar en, vooral, snel wordt gereageerd,
want anders blijft die terreur duren. Ik hoop dat u ter zake het dossier
mee in het oog houdt.
02.03 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): J'espère que tous les
membres comparaîtront réelle-
ment devant le tribunal car en
visant seulement les chefs, on
créerait un sentiment d'impunité. Il
est positif qu'aucun suspect n'ait
encore été remis en liberté. Il
serait bon que les suspects
puissent être jugés rapidement et
qu'ils ne soient pas remis
provisoirement en liberté; en effet,
cette bande inspirait la terreur à
Bruxelles. J'espère que le ministre
veillera, lui aussi, à ce que des
sanctions
soient
prononcées
rapidement.
CRIV 52
COM 386
03/12/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
5
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Questions jointes de
- M. Jean-Luc Crucke au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "l'augmentation de la tuberculose à la prison de Lantin" (n° 8083)<br>- Mme Linda Musin au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes institutionnelles
sur "les résultats inquiétants des tests de dépistage de la tuberculose effectués à la prison de Lantin"
(n° 8098)<br>- M. Christian Brotcorne au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les cas inquiétants de tuberculose parmi le corps de sécurité du palais de
Justice de Bruxelles-capitale" (n° 8612)</b>
03 Samengevoegde vragen van
- de heer Jean-Luc Crucke aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "het stijgend aantal tuberculosegevallen in de gevangenis van Lantin" (nr. 8083)
- mevrouw Linda Musin aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de verontrustende resultaten van de tuberculosetests in de gevangenis van
Lantin" (nr. 8098)
- de heer Christian Brotcorne aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "verontrustende tuberculosegevallen bij het veiligheidskorps van het
Justitiepaleis van Brussel-hoofdstad" (nr. 8612)
03.01 Christian Brotcorne (cdH): Madame la présidente, monsieur
le ministre, ma question concerne aussi les cas qui auraient été
décelés à la prison de Lantin.
Des employés de la prison ont présenté une réaction positive aux
tests de dépistage de la tuberculose. On dit d'ailleurs que ces tests
seraient de 40% supérieurs aux résultats habituels. Le directeur de la
prison de Lantin aurait, à l'époque, expliqué la situation en disant que,
finalement, un cas de tuberculose non identifié devrait être à la source
de cette soudaine augmentation.
Ma question portait davantage sur une situation similaire qui se serait
présentée au palais de justice de Bruxelles et, plus précisément,
parmi les membres du corps de sécurité du palais de justice, à savoir
ces agents qui accompagnent les détenus à l'occasion de leurs
différentes comparutions devant les chambres du conseil ou tribunaux
correctionnels. Plusieurs agents de ce corps auraient en effet, eux
aussi, été déclarés positifs aux tests de dépistage de la tuberculose.
Au moins un d'entre eux aurait développé la maladie.
Monsieur le ministre, confirmez-vous ces informations que je détiens
d'un ancien agent de police de ma commune qui travaille dans le
corps de sécurité de Bruxelles? Quel est le nombre de personnes de
ce corps de sécurité qui seraient infectées au niveau du palais de
justice de Bruxelles? Doit-on établir un lien entre ces dépistages
importants et anormaux avec la situation de Lantin? Un foyer de
contagion a-t-il pu être à l'origine de ce l'on a trouvé chez les
membres du corps de sécurité de Bruxelles? Quelles mesures ont-
elles été prises pour faire face à d'éventuelles épidémies? Enfin, de
quel suivi bénéficie ou bénéficiera le personnel ainsi contaminé?
03.01 Christian Brotcorne
(cdH): Een aantal werknemers van
de
gevangenis
van
Lantin
reageerden
positief
op
een
tuberculosetest. De testresultaten
zouden 40 procent hoger liggen
dan gewoonlijk. Een vergelijkbare
toename werd vastgesteld in het
Brusselse justitiepaleis, bij de
agenten die de gedetineerden
begeleiden wanneer ze voor de
rechtbank moeten verschijnen.
Meerdere agenten zouden positief
hebben
gereageerd
op
de
screening en ten minste een
persoon zou ook effectief ziek zijn
geworden
Bevestigt
u
die
informatie?
Hoeveel
personen
van
dat
veiligheidskorps werden besmet?
Is er een verband met de situatie
in Lantin? Welke maatregelen
werden er genomen om een
epidemie te voorkomen? Hoe
worden
de
besmette
personeelsleden gevolgd?
03.02 Jo Vandeurzen, ministre: Monsieur Brotcorne, le dépistage de
la tuberculose est organisé par la circulaire ministérielle 1723 du
20 décembre 2000. Celle-ci prévoit un dépistage de la tuberculose
deux fois l'an et ce, dans tous les établissements pénitentiaires.
03.02 Minister Jo Vandeurzen:
De tuberculosescreening wordt
geregeld door de ministeriële
rondzendbrief nr. 1723 van 20
03/12/2008
CRIV 52
COM 386
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
6
C'est à l'occasion d'un tel dépistage que plusieurs virages ont été
constatés et ce, dans une proportion plus élevée que les années
précédentes, à savoir 43 cas. Toutefois, une analyse plus poussée de
la situation a permis de déterminer les causes de cette augmentation.
Il faut savoir que les tests de dépistage présentent une marge d'erreur
très faible mais qui existe. L'explication la plus vraisemblable est donc
qu'un détenu soit passé entre les mailles du filet de dépistage: un faux
négatif aurait contaminé des membres du personnel. Une autre
possibilité est qu'un détenu ait été infecté par la tuberculose après un
contrôle mais que la maladie se soit développée de manière
exceptionnellement rapide.
Dès que les résultats ont été connus, une réunion a été programmée
avec les organisations syndicales afin de présenter les résultats des
intradermos aux détenus et les observations des intradermos au
personnel. Les membres du personnel positifs ont immédiatement
reçu les soins appropriés. Cette réunion a également permis de
présenter aux représentants du personnel des pistes envisageables
pour encore améliorer le dépistage.
Les organisations syndicales se sont déclarées satisfaites des
mesures actuelles et des points qui ont été abordés pour le futur.
Comme déjà énoncé, ce type de dépistage existe depuis 2000 dans
tous les établissements pénitentiaires. Sur la base d'une étude et
d'une interprétation scientifique des résultats des dépistages, une
nouvelle procédure est en voie d'achèvement afin de l'adapter aux
évolutions sur le terrain. Il est à noter que l'essentiel de cette
procédure est déjà entré en vigueur dans une série d'établissements.
Je souligne par ailleurs que la Belgique fournit d'énormes efforts en
cette matière. Notre pays est en effet l'un des rares pays européens à
prévoir un dépistage de la tuberculose deux fois par an. Une telle
fréquence permet d'agir le plus tôt possible en cas d'infection. Le cas
de Lantin démontre d'ailleurs que le système de dépistage fonctionne
correctement, que la situation est immédiatement évaluée et que les
mesures prophylactiques peuvent être prises dans les plus brefs
délais.
december 2000, die voorziet in
een halfjaarlijkse screening in alle
strafinrichtingen. Naar aanleiding
van zo een screening werden 43
positieve gevallen ontdekt, wat
meer is dan de voorbije jaren. Na
onderzoek werd duidelijk hoe dat
kwam. De tests vertonen immers
een weliswaar kleine maar
reële foutmarge. De meest voor de
hand liggende verklaring is dat een
gedetineerde ten onrechte negatief
testte
en
personeelsleden
besmette. Een andere mogelijk-
heid is dat een gedetineerde na
een screening werd besmet en dat
de ziekte zich uitzonderlijk snel
ontwikkelde.
Zodra
de
test-
resultaten bekend waren, kreeg
het
personeel
de
nodige
verzorging. Op een vergadering
kreeg de personeelsvertegen-
woordiging voorstellen teneinde de
screening te verbeteren.
De
vakbondsorganisaties
zijn
tevreden
over
de
huidige
maatregelen en de punten die voor
de toekomst werden besproken.
Op grond van een wetenschap-
pelijke studie van de resultaten
van de tuberculosetesten die sinds
2000 werden uitgevoerd, wordt nu
de laatste hand gelegd aan een
nieuwe screeningprocedure, die
nu al grotendeels van kracht is.
België is een van de weinige
landen in Europa waar in een
zesmaandelijkse
tuberculose-
screening wordt voorzien. Dankzij
deze frequente opsporing kan er
snel gehandeld worden in geval
van infectie. Het voorval in Lantin
bewijst overigens dat het systeem
goed werkt.
03.03 Christian Brotcorne (cdH): Monsieur le ministre, j'entends
bien votre réponse qui concerne Lantin, aux deux premières
questions qui auraient dû vous être posées, mais vous ne dites rien
du cas que je soulève, celui des membres du corps de sécurité du
palais de justice de Bruxelles, qui auraient aussi présenté des
résultats anormaux aux tests de dépistage.
03.03 Christian Brotcorne
(cdH): Uw antwoord in verband
met de strafinrichting van Lantin is
duidelijk, maar u heeft niets
gezegd over de leden van het
veiligheidskorps
van
het
Justitiepaleis te Brussel, die ook
positief
zouden
hebben
gereageerd op de tuberculosetest.
03.04 Jo Vandeurzen, ministre: Ce n'était pas dans votre question.
CRIV 52
COM 386
03/12/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
7
03.05 Christian Brotcorne (cdH): Ma question porte sur les cas
inquiétants de tuberculose au sein du corps de sécurité du palais de
justice de Bruxelles-Capitale. Les deux premiers paragraphes de la
question font référence à ce qui s'est passé à Lantin, le troisième
parle du corps de sécurité de Bruxelles. M. Crucke et Mme Musin
vous interrogeaient sur Lantin et moi plus particulièrement sur
Bruxelles-Capitale.
03.06 Jo Vandeurzen, ministre: Je vais demander qu'on vous
communique la réponse par écrit.
03.06 Minister Jo Vandeurzen:
Ik zal vragen dat het antwoord u
schriftelijk wordt bezorgd.
03.07 Christian Brotcorne (cdH): Je vous remercie.
03.08 Jo Vandeurzen, ministre: Monsieur Brotcorne, votre question
a été ajoutée aux deux questions figurant déjà sur l'agenda. On a
ajouté votre question parce qu'elle traitait apparemment du même
sujet.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Questions jointes de
- Mme Karine Lalieux au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la délinquance juvénile - dessaisissement" (n° 8301)<br>- Mme Els De Rammelaere au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le financement des centres fermés pour jeunes délinquants" (n° 8409)</b>
04 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Karine Lalieux aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "jeugddelinquentie - onttrekking" (nr. 8301)
- mevrouw Els De Rammelaere aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de financiering van de gesloten jeugdcentra" (nr. 8409)
04.01 Els De Rammelaere (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer
de minister, mijn vraag werd eigenlijk al begin november ingediend
naar aanleiding van het protocol dat u had ondertekend met de
bevoegde gemeenschapsministers over de voorziene plaatsen in
Tongeren en Saint-Hubert die zouden worden voorzien om te voldoen
aan de eerste noden in afwachting van de werken in Everberg en
Achêne.
U bent daarover uitgebreid aan het woord geweest naar aanleiding
van de toelichting van uw beleidsnota. U hebt heel duidelijk gezegd
dat u wilt tegemoetkomen aan de noden van Justitie. De infrastructuur
zou door het federale niveau worden verzorgd en de heropvoeding en
verzorging van de minderjarigen zou naar de Gemeenschappen gaan.
Ik had ter zake nog een kleine vraag die ik toen ben vergeten te
stellen betreffende de financiering. Hebt u een raming van de kostprijs
en wie zal wat betalen?
04.01 Els De Rammelaere (N-
VA): Lors de l'examen de la note
de politique, le ministre s'est
abondamment
étendu
sur
l'extension du nombre de places
dans les centres fermés pour
jeunes délinquants. Il a signé un
protocole à ce sujet, début
novembre, avec les ministres
communautaires
compétents.
L'infrastructure serait confiée aux
autorités
fédérales
et
la
rééducation et la prise en charge
des mineurs, aux Communautés.
Quel sera le coût des mesures
prévues dans le protocole? Qui les
financera?
04.02 Minister Jo Vandeurzen: Mevrouw de voorzitter, het protocol,
zoals het werd overeengekomen met mijn collega's van de drie
Gemeenschappen, is een aanvulling op het bestaande protocol dat
werd overeengekomen voor de oprichting van het centrum De Grubbe
te Everberg van 30 april 2002 en het vervangt het aanvullend protocol
04.02 Jo Vandeurzen, ministre:
Le
protocole
constitue
un
complément au protocole existant,
conclu en vue de la création du
centre De Grubbe à Everberg le
03/12/2008
CRIV 52
COM 386
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
8
van 27 april 2007. De wijzigingen hebben enkel betrekking op de
aanpassing van de categorieën ten gevolge van de gewijzigde
wetgeving en de noodzaak om zo spoedig mogelijk in bijkomende
capaciteit te voorzien.
Op het vlak van de financiering wordt niet in een wijziging voorzien.
Zoals voorheen zullen de bouwwerken voor de aanpassingen aan de
bestaande centra van Tongeren, Everberg en Saint-Hubert, en voor
de oprichting van het centrum te Achêne ten laste komen van de
Regie der Gebouwen. De FOD Justitie staat in voor de exploitatie van
de centra en zal het personeel daarvoor ter beschikking stellen
volgens de reglementering en de criteria die gelden voor de exploitatie
van een klassieke penitentiaire inrichting.
Zoals dit vandaag al het geval is, zullen de Gemeenschappen
personeelsleden aanstellen en tewerkstellen in deze centra die de
taken op zich nemen die van toepassing zijn voor de begeleiding en
omkadering van de personen die door de jeugdrechter naar dergelijke
centra worden verwezen.
30 avril 2002, et il remplace le
protocole
additionnel
du
27 avril 2007. Les modifications
concernent
uniquement
l'adaptation des catégories en
conséquence des modifications
législatives et la nécessité de créer
rapidement
une
capacité
supplémentaire.
Rien ne change au niveau du
financement.
Les
travaux
d'aménagement
des
centres
existants de Tongres, d'Everberg
et de Saint-Hubert et les travaux
de
construction
du
centre
d'Achêne seront donc à charge de
la Régie des Bâtiments. Le SPF
Justice
sera
chargé
de
l'exploitation des centres et mettra
le
personnel
nécessaire
à
disposition.
Comme
c'est
déjà
le
cas
aujourd'hui, les Communautés
désigneront et emploieront des
membres du personnel dans ces
centres.
04.03 Els De Rammelaere (N-VA): Mijnheer de minister, dit is een
perfecte aanvulling op wat al werd toegelicht naar aanleiding van de
beleidsnota.
04.03 Els De Rammelaere (N-
VA):
La
réponse
complète
parfaitement les informations dont
je disposais déjà.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Ik zou u nu het woord willen geven voor agendapunt nr. 38. De heer Crucke is nog onder
weg.
05 Vraag van mevrouw Els De Rammelaere aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de 'contactwebsites' Netlog en Facebook" (nr. 8646)
05 Question de Mme Els De Rammelaere au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "les réseaux sociaux sur internet Netlog et Facebook" (n° 8646)</b>
05.01 Els De Rammelaere (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer
de minister, u zult het fenomeen van de contactwebsites wel kennen.
Men kan een profiel aanmaken op Netlog of Facebook. Steeds vaker
verschijnen daarover berichten van derden die een contactpagina
opmaken op naam van doorgaans bekende Vlamingen, terwijl de
betrokkenen zelf daar geen uitstaans mee hebben. Vaak weten die
personen niet dat dit gebeurt, tot zij daarop attent worden gemaakt
door anderen.
Dit is zeer vervelend. Er staat soms zeer belastende informatie op die
sites waarvan zij niet op de hoogte zijn.
Mijn vraag hieromtrent is de volgende. Bent u op de hoogte van deze
05.01 Els De Rammelaere (N-
VA): Il arrive parfois que des
profils de personnalités soient
créés sur les sites sociaux Netlog
et Facebook, à l'insu de ces
dernières. Les auteurs de ces
profils répondent à des questions
au nom de ces personnalités, qui
sont ainsi susceptibles d'être très
aisément discréditées.
Le ministre est-il au fait de ces
abus? Quelles mesures prendra-t-
CRIV 52
COM 386
03/12/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
9
wanpraktijken? Kan er iets worden ondernomen om daar proactief in
op te treden zodat dit wordt uitgesloten? Zijn er al klachten
neergelegd over deze wanpraktijken?
il pour empêcher de telles
pratiques? Des plaintes ont-elles
déjà été introduites pour de tels
faits?
05.02 Minister Jo Vandeurzen: Geachte collega, identiteitsfraude en
identiteitsdiefstal zijn niet nieuw en zijn altijd al een middel geweest
om bepaalde vormen van oplichting te plegen. Met de komst van het
internet is het opmaken van valse profielen op onlinenetwerken en
datingsites inderdaad een groeiende trend. Identiteitsfraude en
identiteitsdiefstal vallen als misdrijf niet onder één noemer of onder
één strafrechtelijke bepaling.
Identiteitsdiefstal kan worden gedefinieerd als elk type misdrijf dat
bestaat uit het bedrieglijk verkrijgen en gebruiken van de identiteit van
een andere persoon met de bedoeling fraude te plegen of andere
criminele activiteiten uit te voeren, gewoonlijk om economische winst
te maken.
Het fenomeen identiteitsfraude valt onder diverse strafrechtelijke
bepalingen: valsheden, gebruik van valse stukken, computerfraude en
de privacywetgeving. Er moet wel worden opgemerkt dat vele
activiteiten in cyberspace onder een schuilnaam plaatsvinden, zonder
dat dit op zich een echte identiteitsfraude uitmaakt.
Op regelgevend vlak is de regering bezig het wettelijk kader vast te
leggen dat gerechtelijke autoriteiten in staat zal stellen gemakkelijker
gegevens inzake de identiteitsfraude te verkrijgen. In dit wettelijk
kader wordt rekening gehouden met de Europese richtlijn 2006/24
inzake de bewaring van gegevens die zijn gegenereerd of verwerkt in
verband met het aanbieden van openbaar beschikbare elektronische
communicatiediensten of van openbare communicatienetwerken en
tot het wijzigen van richtlijn 2002/58.
Met het oog op de omzetting van de richtlijn is op dit moment een
aanpassing van artikel 126 van de wet van 13 juni 2005 inzake de
elektronische communicatie in voorbereiding. Op basis van dat artikel
en de artikelen 46bis en 88bis van het Wetboek van strafvordering
moet er een koninklijk besluit worden opgesteld dat bepaalt welke
gegevens door operatoren van elektronische communicatienetwerken
moeten worden bijgehouden, alsook de voorwaarden voor die
bewaring en de duur ervan.
Op basis van die twee instrumenten zullen identiteitsgegevens en
verkeersgegevens op het gebied van elektronische communicatie
gemakkelijker op te vragen zijn door de gerechtelijke autoriteiten,
zodat niet alleen inzake identiteitsfraude maar ook voor andere
computergerelateerde misdrijven de werkelijke identiteit van de
daders te achterhalen zal zijn.
Het betreft hier uiteraard een reactief optreden. Om proactief op te
treden en dergelijke praktijken onmogelijk te maken moet er overleg
worden
georganiseerd
met
de
betrokken
elektronische
communicatiediensten.
Inzake eventuele neergelegde klachten wijs ik het geachte lid
allereerst
van
artikel 23
van
de
privacywetgeving
van
8 december 1992,
dat
stelt:
"Bij
de
Kamer
van
05.02 Jo Vandeurzen, ministre:
La fraude à l'identité et l'usurpation
d'identité ont toujours servi à
commettre
certaines
formes
d'escroquerie. La création de faux
profils sur des cyber-réseaux et
des sites de contacts sociaux
constitue en effet une tendance
croissante.
L'usurpation d'identité peut être
définie
comme
tout
type
d'infraction consistant à obtenir et
utiliser abusivement l'identité d'une
autre personne en vue de
commettre une fraude ou de se
livrer
à
d'autres
activités
criminelles.
La fraude à l'identité relève de
diverses dispositions pénales, à
savoir le faux, l'usage de faux, la
fraude informatique et l'atteinte à
la vie privée.
Le
gouvernement
prépare
actuellement un cadre légal qui
facilitera la transmission aux
autorités judiciaires des données
concernant les fraudes à l'identité
tout en prenant en compte la
directive européenne 2006/24.
Il convient d'élaborer un arrêté
royal définissant les données qui
devront être conservées par les
opérateurs
de
réseaux
de
communication électronique ainsi
que les conditions et la durée de
cet archivage.
Ce texte permettra aux autorités
judiciaires
d'accéder
plus
aisément à des données relatives
à l'identité et aux communications
électroniques.
Il va de soi que cette mesure
procède d'une démarche réactive.
Une action plus en amont du
problème
nécessite
une
concertation avec les services de
communication
électronique
concernés.
03/12/2008
CRIV 52
COM 386
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
10
volksvertegenwoordigers wordt een Commissie voor de bescherming
van de persoonlijke levenssfeer ingesteld die samengesteld is uit
leden
die
worden
aangewezen
door
de
Kamer
van
volksvertegenwoordigers, onder wie de voorzitter en de
ondervoorzitter."
De Privacycommissie hangt dus af van de Kamer van
volksvertegenwoordigers en niet van de minister van Justitie. Het
geachte lid moet haar vraag dus rechtstreeks aan de
Privacycommissie stellen.
Wat de bij de diensten van het parket neergelegde klachten betreft,
verzoek ik u een schriftelijke vraag in te dienen teneinde de navraag
en het verdere onderzoek mogelijk te maken en eventuele
cijfergegevens beschikbaar te stellen.
La Commission de la protection de
la vie privée dépendant de la
Chambre des représentants, toute
question relative aux plaintes doit
être directement adressée à cette
commission.
S'agissant des plaintes déposées
au parquet, j'invite l'auteur à poser
sa question par écrit.
05.03 Els De Rammelaere (N-VA): Dank u mijnheer de minister.
Kan ik een kopie krijgen van uw antwoord?
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Questions jointes de
- M. Jean-Luc Crucke au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la construction de 4 nouvelles prisons prévue par le Masterplan 2008-2012"
(n° 8340)<br>- Mme Sarah Smeyers au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la construction d'une nouvelle prison à Termonde" (n° 8733)<br>- M. Robert Van de Velde au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "l'éventuel projet de construction d'une prison à Ranst" (n° 8844)<br>- M. Renaat Landuyt au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "l'incidence de la suspension du plan d'exécution spatial sur la construction de la
nouvelle prison de Termonde" (n° 8863)<br>- Mme Barbara Pas au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes institutionnelles
sur "le retard éventuel pris dans la construction d'une nouvelle prison à Termonde" (n° 8881)</b>
06 Samengevoegde vragen van
- de heer Jean-Luc Crucke aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de in het Masterplan 2008-2012 geplande bouw van 4 nieuwe gevangenissen"
(nr. 8340)
- mevrouw Sarah Smeyers aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de bouw van een nieuwe gevangenis in Dendermonde" (nr. 8733)
- de heer Robert Van de Velde aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "een mogelijk geplande gevangenis te Ranst" (nr. 8844)
- de heer Renaat Landuyt aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de impact van de schorsing van het Ruimtelijk Uitvoeringsplan op de bouw van
de nieuwe gevangenis in Dendermonde" (nr. 8863)
- mevrouw Barbara Pas aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de mogelijke vertraging van de oprichting van een nieuwe gevangenis in
Dendermonde" (nr. 8881)
06.01 Jean-Luc Crucke (MR): Monsieur le ministre, ce sujet a déjà
été abordé à plusieurs reprises et j'espère avoir aujourd'hui des
informations plus complètes. Votre masterplan prévoit quatre
nouveaux centres pénitenciers. Le dossier de Termonde semble
progresser rapidement, le terrain ayant été acquis.
Les trois autres emplacements se situent dans les trois Régions du
pays et, selon mes informations, font actuellement l'objet d'une
06.01 Jean-Luc Crucke (MR):
Uw masterplan maakt melding van
de
bouw van
vier
nieuwe
gevangenissen. Blijkbaar komt er
schot
in
het
dossier
van
Dendermonde, nu het bouwterrein
aangekocht werd.
CRIV 52
COM 386
03/12/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
11
analyse du SPF Justice mais aussi de la Régie des Bâtiments suivant
des critères objectifs.
Pourriez-vous nous communiquer le détail de ces critères et nous
préciser si, actuellement, ils ont permis de déterminer dans ces
Régions, des sous-régions plus appropriées? Pouvez-vous aussi
nous préciser si les bourgmestres de ces communes ont été
contactés?
Comme je l'ai dit, ces trois emplacements en suspens se situent en
Flandre, en Wallonie et à Bruxelles. L'emplacement en Flandre se
localiserait dans la province d'Anvers et plusieurs terrains auraient été
choisis. Un classement ou un choix parmi ces terrains a-t-il déjà été
réalisé?
Pour la Wallonie, on cite deux villes, Leuze-en-Hainaut et Sambreville.
Sur base des critères objectifs, une décision a-t-elle été prise? Dans
la négative, existe-t-il déjà un classement?
En Région bruxelloise, c'est la commune de Watermael-Boitsfort qui
a été choisie mais elle semble avoir décliné l'offre. Je me suis laissé
dire que l'on pourrait abandonner le choix de la Région bruxelloise
pour un deuxième emplacement en Wallonie qui pourrait satisfaire les
villes de Leuze-en-Hainaut et de Sambreville. Pouvez-vous me
renseigner sur ce dernier point?
Présidente: Mia De Schamphelaere
Voorzitter: Mia De Schamphelaere
De drie andere mogelijke liggingen
bevinden zich in de drie Gewesten
van het land. Op grond van welke
criteria maakt u uw keuzes?
Neemt u contact op met de
burgemeesters
van
die
gemeenten? In Vlaanderen zou
een van de geplande inrichting
naar verluidt in de provincie
Antwerpen
zijn
gelegen,
in
Wallonië
worden
Leuze-en-
Hainaut en Sambreville genoemd.
Werd er al een beslissing
genomen? Zo neen, bestaat er
een ranking? In het Brussels
Gewest schijnt de gemeente
Watermaal-Bosvoorde het aanbod
afgeslagen te hebben. Ik heb me
laten vertellen dat men zou
kunnen kiezen voor een tweede
plek in Wallonië. Graag vernam ik
daarover meer.
06.02 Sarah Smeyers (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, de Raad van State heeft het provinciale RUP (ruimtelijk
uitvoeringsplan) dat de bouw van een nieuwe gevangenis in
Dendermonde mogelijk moet maken, geschorst. Dat arrest dateert
van 13 november.
Een actiecomité uit de buurt bracht het dossier voor de Raad van
State, onder meer omdat de nieuwe gevangenis zou zorgen voor
meer verkeersdrukte en omdat er een natuurgebied verloren zou
gaan. Door dit arrest komt uw hele gevangenisproject in het gedrang.
Het RUP zal nu waarschijnlijk opnieuw moeten worden opgesteld,
waardoor de opening van de gevangenis, die gepland was in 2011,
weinig waarschijnlijk wordt. Daarom wil ik u de volgende vragen
stellen.
Welke acties onderneemt u om de bouw van de nieuwe gevangenis
te bespoedigen? Focust u nog altijd op Dendermonde of zijn er
alternatieven? Kunt u een stand van zaken geven in de vooruitgang
van uw gevangenisplan, waarin u onder meer een substantiële
verhoging van de gevangeniscapaciteit hebt voorzien? Kunt u mij een
overzicht geven van alle lopende projecten?
06.02 Sarah Smeyers (N-VA): La
suspension du plan d'exécution
spatial provincial (RUP) par le
Conseil
d'État
risque
de
compromettre
le
projet
de
construction d'une nouvelle prison
à Termonde.
Quelles démarches le ministre va-
t-il entreprendre en vue d'accélérer
la construction de ce bâtiment?
D'autres
solutions
sont-elles
envisageables? Où en est le plan
"prisons"?
06.03 Robert Van de Velde (LDD): Ten eerste, ik hoorde over Ranst
spreken, als nieuwe thuishaven voor een gevangenis. Dat verbaasde
mij enorm. U weet dat er daar een asielcentrum is, dat op dezelfde
locatie eventueel zou worden aangepast en uitgebreid. Daarover
rijzen veel vragen.
Ten tweede, er wordt in Antwerpen ook gesproken over "de
06.03 Robert Van de Velde
(LDD): Que Ranst fasse partie des
lieux
d'implantation
possibles,
comme je l'ai entendu dire, ne
manque
pas
de
m'étonner.
Certains évoquent également la
zone "Konijnenwei" à Anvers.
03/12/2008
CRIV 52
COM 386
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
12
konijnenweide", als locatie voor een nieuwe gevangenis. Klopt dat?
Welke locaties worden effectief in het vizier genomen? Is er voor
Ranst en de Konijnenweide effectief een lopend onderzoek?
Quels sites sont envisagés?
06.04 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, mijn vraag gaat, zoals aangekondigd, specifiek
over de gezondheidsituatie in Dendermonde na de uitspraak van de
Raad van State.
Ook ik had graag geweten wat dat betekent in de praktijk voor uw
planning, die zoals u zegt op schema zit.
06.04
Renaat
Landuyt
(sp.a+Vl.Pro): Quelles répercus-
sions cet arrêt du Conseil d'État
aura-t-il sur la mise en oeuvre du
plan prison?
06.05 Barbara Pas (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, zoals hier reeds is gezegd, is in een arrest van
13 november laatstleden van de Raad van State het provinciaal
ruimtelijk uitvoeringsplan integraal geschorst. Daarin stond de
oprichting van die nieuwe gevangenis in Dendermonde. Die schorsing
slaat echter niet alleen op de gevangenis en het gebied er rond, maar
op de hele afbakening van de het kleinstedelijk gebied Dendermonde,
met alle gevolgen van dien.
Het argument was de onduidelijkheid in het plan rond de
verkeersontsluiting van de nieuwe gevangenis. Door dat arrest zou de
bouw van het nieuwe gevangeniscomplex veel vertraging oplopen.
Die nieuwe gevangenis is nochtans dringend nodig, want in de huidige
gevangenis van Dendermonde is de situatie stilaan onhoudbaar. Er
zitten daar 250 gedetineerden opgesloten, terwijl er slechts plaats is
voor 159.
Mijnheer de minister, mijn vragen zijn de volgende.
Ten eerste, werden er reeds acties ondernomen om die bouw van de
gevangenis in Dendermonde te bespoedigen?
Ten tweede, is de timing van de Regie der Gebouwen de
gevangenis van Dendermonde zou af moeten zijn tegen eind 2012
nog haalbaar?
Ten slotte, als u die timing wilt behouden, is de locatie in
Dendermonde dan nog wel een optie?
06.05 Barbara Pas (Vlaams
Belang): Le manque de clarté
entourant le désenclavement de la
nouvelle prison de Termonde a été
à l'origine de la suspension du
plan d'exécution spatial. Entre-
temps, une surpopulation extrême
rend intenable la situation dans cet
établissement pénitentiaire.
Que comptez-vous faire pour
accélérer la construction de la
nouvelle prison de Termonde?
Pensez-vous être à même de
respecter le calendrier fixé par la
Régie des Bâtiments? Si vous
voulez le respecter, ne croyez-
vous pas qu'il faut alors renoncer
à construire une nouvelle prison à
Termonde?
06.06 Minister Jo Vandeurzen: Mevrouw de voorzitter, misschien in
het algemeen, want ik heb er vorige week tijdens de bespreking al
eens naar verwezen en heb het ook in de Senaat gezegd: wij komen
nu natuurlijk in een laatste rechte lijn voor de vastlegging van de sites
waarop de projecten moeten worden gerealiseerd. In onze timing is
het nu de volgende weken dat de regering daaromtrent een optie zal
moeten nemen. Dat betekent dat heel wat sites worden gescreend en
dat daar ook contacten over zijn, ook met lokale verantwoordelijken
om de ruimtelijke ordening te bekijken.
Ik hoop dat u begrijpt dat het niet mogelijk is, en dat ik dat ook niet
wens te doen, om op elke site te zeggen wat er gaat gebeuren of niet
gaat gebeuren. Het is net de bedoeling om een shortlist te maken en
dan te kijken hoe we daar trancheren. In de juiste procedure wil dat
zeggen eerst met de Regie der Gebouwen, eventueel ook met de
lokale verantwoordelijken, en dan naar de regering. U mag
verwachten dat ik binnen enkele weken een uitvoerige evaluatie kan
06.06 Jo Vandeurzen, ministre:
Le projet est entré dans sa
dernière phase. Le gouvernement
se prononcera sur les lieux
d'implantation dans les semaines
à venir. Il est impossible de
préciser dès à présent ce qui se
passera sur chaque site en
particulier.
Dans
quelques
semaines, il sera procédé avec la
Régie des Bâtiments à une
évaluation détaillée du masterplan.
Le calendrier est maintenu. Je
serai bientôt en mesure d'apporter
des réponses circonstanciées à
propos du masterplan et des
décisions qui ont été prises.
CRIV 52
COM 386
03/12/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
13
maken van de stand van het masterplan met alle toeters en bellen.
Het is niet mogelijk nu te zeggen of dit of dat gerucht waar is, om de
eenvoudige reden dat "le tout est dans le tout". Op voorhand al
bepaalde dingen zeggen of uitsluiten, maakt een globale aanpak van
het dossier niet mogelijk.
Ik versta de geruchtenstromen, de nota's die circuleren, de vragen
naar punctuele antwoorden, maar ik hoop dat u ook begrijpt dat als
we onze timing willen handhaven, we absoluut nood hebben aan een
coherente en globale aanpak. U zult die vragen uitvoerig kunnen
stellen, met alle details, met de Regie der Gebouwen, zoals ik bij de
aanvang van het masterplan trouwens heb aangekondigd.
Je vais vous répondre mais je suis conscient du fait que je ne vais
pas satisfaire tout le monde en parlant des endroits potentiels. Vous
aurez ces réponses lorsque le gouvernement aura pris une décision,
dans les semaines à venir.
Après l'approbation du masterplan par le gouvernement et en
concertation avec le ministre des Finances, responsable de la Régie
des Bâtiments, il a été procédé à une consultation des gouverneurs
de province, de la Défense et de la SNCB sur la possibilité de faire
usage d'éventuels terrains disponibles pour la construction de
nouveaux établissements pénitentiaires. Plusieurs terrains ont été
proposés (45) mais cela prendrait trop de temps de les énumérer.
Sous la direction de la "task force" installée auprès de la Régie des
Bâtiments, un groupe de travail composé de techniciens du SPF
Justice et de la Régie est chargé d'examiner tous les dossiers. Sur
proposition de mon administration, des critères de sélection ont été
listés, reprenant les points à prendre en considération. Il s'agit
notamment du prix, de la destination urbanistique, des dimensions et
formes, de la superficie, des possibilités d'extension, de la position du
site (points névralgiques sur le plan géographique pour la population
pénitentiaire), de l'accessibilité et de la possibilité de faciliter l'accès
au terrain, des exigences quant à la sécurité des environs, de la
situation du terrain (végétation, pente, présence de constructions,
démolitions éventuelles), de la situation des voiries, de la situation du
sol (pollution, stabilité souterraine), de l'accès aux transports publics,
de la proximité judiciaire (police), de la situation des parkings, etc.
Il est évident que nous prendrons contact avec les bourgmestres
concernés car ils peuvent donner une réponse à certains points
énumérés ci-dessus.
En tenant compte de tous ces critères, une comparaison des terrains
est en cours. Les résultats des travaux seront soumis au groupe de
pilotage qui sera appelé à faire une proposition.
Les travaux du groupe de travail ne sont pas terminés. Il a
effectivement déjà éliminé certains terrains et pour d'autres, des
questions restent ouvertes et mes collaborateurs ont d'ailleurs
demandé certaines précisions, notamment quant à la situation du sol
ou à certaines directives relatives la situation urbanistique.
Je n'ai donc pas de réponse à ces questions. Aucun choix n'est
définitif dans mon chef. Il me semble donc prématuré de parler de
terrains retenus. Les terrains dont vous avez parlé m'intéressent
Nadat
de
regering
haar
goedkeuring
had
gegeven,
werden, in overleg met de minister
van Financiën, de provincie-
gouverneurs, Landsverdediging en
de
NMBS
geraadpleegd
in
verband met de beschikbaarheid
van terreinen waarop nieuwe
strafinstellingen zouden kunnen
worden gebouwd. Een werkgroep
bestudeert alle dossiers.
De gehanteerde criteria zijn met
name de prijs, de stedenbouw-
kundige
bestemming,
de
uitbreidingsmogelijkheden,
de
ligging, de bereikbaarheid, de
nabijheid van rechtbanken en
hoven, enz. Er wordt momenteel
een vergelijking gemaakt van de
terreinen. Het is nog te vroeg om
te spreken over geselecteerde
locaties. De terreinen waarover u
het had, dragen mijn interesse
weg in de mate dat ze een
antwoord
bieden
op
de
overbevolking
in
de
gevangenissen,
waarover
ik
bezorgd ben.
We zullen contact opnemen met
de betrokken burgemeesters.
De
financiering
zal
dossier-
specifiek
worden
vastgelegd.
Daaromtrent werd er nog geen
beslissing genomen.
03/12/2008
CRIV 52
COM 386
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
14
évidemment, pour la simple raison qu'ils pourraient apporter une
réponse à ma préoccupation de surpopulation pénitentiaire dans la
région anversoise ou dans le Hainaut. Bruxelles pose également un
problème car il n'est pas simple de trouver de la place dans une ville.
Si nous ne pouvons pas répondre à ce problème, faute de terrain,
nous n'avancerons pas. J'espère donc que les responsables, à leur
niveau et selon leurs compétences, contribueront à trouver une
solution.
Le financement fera l'objet de décisions spécifiques en tenant compte
de chaque terrain et de chaque dossier. Il n'y a pas encore eu de
décision sur ce point.
Het project voor een penitentiaire inrichting te Dendermonde is al een
tijdje in voorbereiding. Dat is een beslissing die nog van de vorige
regering dateert. De Raad van State heeft het provinciale RUP
(ruimtelijk uitvoeringsplan) opgeschort, onder meer omdat er
onduidelijkheid was over de toegangswegen. Het is in eerste instantie
aan de provinciale overheid die zaak te onderzoeken. Dat onderzoek
is gestart en is nog steeds bezig. De Regie der Gebouwen en de FOD
Justitie zullen in nauw overleg samenwerken met de provincie. Wij
gaan daarbij na of en hoe er rekening kan worden gehouden met de
belangen van de omwonenden. Er zullen initiatieven worden genomen
om daarover met hen gesprekken te voeren.
Het hangt ervan af welke procedure moet worden doorlopen om het
RUP aan te passen. De provincie onderzoekt dit alles en het zal
daarvan afhangen welk tijdspad moet worden doorlopen.
Zoals al werd toegelicht in verscheidene antwoorden is er inderdaad
een aantal terreinen waarop het onderzoek lopend is. Wat
Dendermonde betreft, zal veel afhangen van de vraag wat de
termijnen zijn voor het herstellen van het RUP. Dat zal ook mee
worden bepaald door het contact met de bevolking, dat overigens een
van de volgende dagen plaatsvindt.
Het militair domein te Broechem-Ranst, waarnaar de heer Van de
Velde vraagt, staat ook op de shortlist van de terreinen die in
aanmerking komen. Ik heb kennis genomen van het standpunt dat
door de gemeente is ingenomen. Naar aanleiding van berichten in de
pers is ter zake trouwens op bepaalde plaatsen commotie ontstaan. Ik
verwijs naar mijn uiteenzetting tijdens de bespreking van de begroting,
waar ik wat ik in de inleiding heb gezegd ook heb benadrukt.
Kortom, er zijn nog geen definitieve beslissingen genomen. Er moet
nog bijkomend onderzoek gebeuren naar de juiste ruimtelijke
inkleuring, de aard van de ondergrond, de mogelijke vervuiling, de
eigendomstructuren, enzovoort.
Daarom gaat het om een shortlist van terreinen die het meest
beantwoorden aan de criteria waarover vroeger al toelichting werd
verstrekt. Speculatie is, meen ik, een beetje voorbarig. De commotie
die op sommige plaatsen is ontstaan naar aanleiding van allerlei
berichten is soms ook onterecht. Over de terreinen die voorkomen op
de shortlist zijn er contacten geweest met allerlei bevoegde instanties,
met inbegrip van de gemeentelijke overheden.
Le projet de prison à Termonde
date de la précédente législature.
Le plan d'exécution spatial a
notamment été suspendu à cause
d'imprécisions relatives aux voies
d'accès à la nouvelle prison. Cet
aspect sera examiné plus en détail
par la province et il sera tenu
compte des riverains. Le plan
d'exécution spatial doit être adapté
et le calendrier en dépend.
Différents
terrains
sont
actuellement
examinés.
Nous
devons ainsi parvenir à une "short
list". Aucune décision définitive n'a
dès lors été prise. La superficie
disponible constitue bien entendu
un facteur déterminant, surtout
dans des villes comme Bruxelles
et Anvers, où les besoins sont
importants.
Il
faut
attendre
l'évaluation globale.
CRIV 52
COM 386
03/12/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
15
Bepaalde terreinen in het Brusselse en in het Antwerpse zijn
onderzocht en voldeden niet, om redenen die te maken hebben met
de vooropgestelde criteria. Het is niet evident, zoals ik al heb gezegd,
in grote agglomeraties een terrein te vinden dat voldoet aan alle
vragen, vooral de oppervlakte.
Ik heb nog geen beslissing genomen. Er wordt nog altijd gestreefd
een extra gevangenis in te planten in de omgeving van Brussel en in
Antwerpen. Er is daaraan immers grote nood om de toestand in de
bestaande inrichtingen te verbeteren. Er wordt gewacht op voorstellen
die door de bevoegde instanties zijn toegezegd. Ik heb uiteraard met
een aantal van hen contacten gehad, en er zijn afspraken gemaakt.
Kortom, wij gaan de volgende weken een globale evaluatie maken en
de beslissingen nemen. Dat betekent dat u dan ook een uitvoerige
rapportering kunt krijgen. Hopelijk is er begrip voor dat ik ter zake
eerst met de Regie en met de regering zal moeten beslissen. Dan
moeten wij ook de lokale mensen daarover informeren en met hen
overleg hebben voor wij die beslissing definitief kunnen maken.
06.07 Jean-Luc Crucke (MR): Madame la présidente, j'acte que les
bruits sont fondés même s'ils ne peuvent être confirmés aujourd'hui.
Les critères qui ont été évoqués me semblent tout à fait pertinents,
logiques et objectifs.
Pour le reste, attendons de voir. D'ailleurs, si j'ai bien compris, une
réponse pourrait être donnée très rapidement.
06.07 Jean-Luc Crucke (MR):
De genoemde criteria lijken me
volledig relevant. Voor de rest is
het afwachten!
06.08 Sarah Smeyers (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, ik begrijp uit uw antwoord dat u nog niet concreet kan zijn.
Tussen de regels van mijn vraag kan u lezen dat ik eerst uw antwoord
heb afgewacht op de vraag of de stad Aalst een van de pistes is. Ik
hoor het hier anders, maar ik mag dat vragen.
06.08 Sarah Smeyers (N-VA): Je
comprends que le ministre ne
puisse pas encore fournir de
réponse concrète mais Alost
pourrait-il entrer en considération
comme site possible?
06.09 Minister Jo Vandeurzen: Vragen staat vrij.
06.10 Sarah Smeyers (N-VA): U hebt vier verschillende pistes
vernoemd waarover u echter niet duidelijk bent. Kan u misschien vaag
iets over voornoemde pistes vertellen?
06.11 Robert Van de Velde (LDD): Mevrouw de voorzitter, mijnheer
de minister, intellectueel heb ik alle respect voor uw antwoord.
Emotioneel moet u echter beseffen dat het not-in-my-
backyardsyndroom in een dergelijke situatie enorm zwaar doorweegt.
Mij is het vooral om het volgende te doen. Ten eerste, de
amateuristische manier waarop met de lokale overheden wordt
gecommuniceerd en, ten tweede, u slaagt er niet in om uw eigen
minister van Financiën ervan te weerhouden in een ander Gewest rel
te komen schoppen. Op die manier zorgt hij ervoor dat hier de zaken
op stelten staan en dat mensen zich inderdaad zorgen moeten
beginnen te maken, terwijl hij in het eigen Gewest op alle mogelijke
manieren probeert om alles op een rustige manier te organiseren.
Mijn vraag is dus heel pertinent ervoor te zorgen dat op een
volwassen manier met de lokale overheden wordt gecommuniceerd.
06.11 Robert Van de Velde
(LDD): Il faut construire ces
prisons supplémentaires et nous
ne pourrons les construire sur la
planète Mars. Il est évident
qu'actuellement,
le
syndrome
NIMBY sévit. C'est la raison pour
laquelle les pouvoirs publics
doivent tenir compte beaucoup
plus subtilement des émotions et
mieux communiquer avec les
autorités locales.
Je constate par ailleurs que le
ministre de la Justice n'est pas à
même d'empêcher que le ministre
03/12/2008
CRIV 52
COM 386
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
16
Wij zijn het erover eens dat er extra gevangenisplaatsen zullen
moeten bijkomen. Ze kunnen niet in de lucht worden gebouwd. Mocht
dat kunnen, zou dat fantastisch zijn. Dat gaat echter niet. Ze zullen
dus ergens moeten worden ingeplant.
De kwestie is echter om het element "emotie" op een goede manier te
begeleiden. U en de regering schieten op dat vlak heel zwaar te kort,
met name om het gegeven op de juiste manier aan de bevolking over
te brengen. Op dat punt is er dringend werk aan de winkel.
Reynders vienne houspiller les
Flamands dans leur Région alors
qu'il s'évertue à tout organiser
sereinement dans sa propre
Région.
06.12 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, ik heb begrepen dat er voor Dendermonde nog
niet kan worden medegedeeld hoeveel achterstand een en ander
betekent.
Ik begrijp uw niet opsommen van de lijst niet. U leeft blijkbaar in een
andere wereld dan de minister van Financiën, die op 13, 14 of
15 november 2008 in antwoord op een vraag van senator Taelman
alle namen heeft gegeven. Het is dus geen gerucht, maar komt uit het
antwoord van de minister verantwoordelijk voor de Regie der
Gebouwen.
Voor Vlaanderen zijn er nog drie sites, met name twee in Antwerpen
en één in Ranst. Dat zijn de drie sites die nog in aanmerking komen.
Dat leren wij uit een officiële verklaring in de Senaat. Voor Wallonië
zijn Sambreville en Leuze ook geen gerucht. Dat alles werd door de
verantwoordelijke minister voor de Regie der Gebouwen verklaard.
Voor Brussel is er geen site.
Dat was zijn standpunt dat hij niet als een gerucht omschreef, maar
als het standpunt van de minister. Wij weten dat, wanneer hij iets
verklaart, zijn woorden nooit onschuldig zijn. Hij trekt ze ook zelden in.
Dat is het minste wat wij over bedoelde minister kunnen zeggen.
U leeft echter in een droomwereld. U zal ooit wakker worden en zien
tussen welke vrienden u functioneert.
06.12
Renaat
Landuyt
(sp.a+Vl.Pro): Je constate quant à
moi que le ministre de la Justice
est incapable de nous fournir une
énumération des sites envisa-
geables alors que le ministre
Reynders, lui, en a été capable le
mois dernier lorsque la sénatrice
Taelman l'a interrogé, et il est
ressorti de son énumération qu'il
reste trois sites possibles pour la
Flandre: deux à Anvers et un à
Ranst.
Pour
la
Wallonie,
Sambreville
et
Leuze
sont
candidates et à Bruxelles, aucun
site n'a été retenu. Il ne s'agit donc
pas là d'une rumeur mais d'une
déclaration du ministre qui a la
Régie des Bâtiments dans ses
attributions. Quand le ministre
Reynders s'exprime, ce n'est
jamais anodin.
Le ministre Vandeurzen vit dans
un univers onirique mais un jour
viendra où il se réveillera et où il
se rendra compte en quelle
compagnie il se trouve.
06.13 Barbara Pas (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik dank u
voor uw antwoord. De geruchten zoals u het noemt, zijn helaas
gegrond. Het arrest van de Raad van State is geen gerucht en heeft
negatieve gevolgen voor de bouw van een nieuwe gevangenis in
Dendermonde. Ik hoop dat hiermee de piste Dendermonde niet
onmiddellijk wordt afgeschreven, want het is en blijft het hart van een
van de grootste gerechtelijke arrondissementen in dit land. De huidige
gevangenis zorgt daar ook voor veel lokale werkgelegenheid.
Het probleem is de toegangsweg in die Boonwijk. Ik herinner mij dat
onze voormalige burgemeester De Batselier de gemeenteraad
indertijd heeft overgehaald om de locatie Boonwijk te steunen met als
belofte dat er een ontsluiting zou komen via een nieuwe Denderbrug,
wat de problemen zou oplossen. Ondertussen is men blijkbaar van
die piste afgestapt omdat het financieel niet haalbaar zou zijn. Ik hoop
alleszins dat die piste opnieuw zal worden bekeken. Het is en blijft
immers belangrijk dat de nieuwe gevangenis er dringend komt.
06.13 Barbara Pas (Vlaams
Belang): L'arrêt du Conseil d'État a
des
conséquences
pour
la
construction
d'une
prison
à
Termonde, mais j'espère que cette
possibilité
n'est
pas
encore
abandonnée. Le problème réside
dans la voie d'accès dans le
quartier
"Boonwijk".
L'ancien
bourgmestre, M. De Batselier,
voulait résoudre la question par la
construction d'un nouveau pont
sur la Dendre. J'espère que cette
solution sera réexaminée.
CRIV 52
COM 386
03/12/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
17
Ik kijk uit naar de uitvoerige evaluatie van het masterplan. Wij zullen
er dan zeker op terugkomen.
06.14 Minister Jo Vandeurzen: Ik moet u toch zeggen dat ik met
deze discussie die natuurlijk terecht veel mensen lokaal beroert, een
heel eigenaardige ervaring heb. In de meeste gevallen, in
tegenstelling tot wat de heer Van de Velde zegt, word ik bevraagd en
wordt bij mij gelobbyd om alstublieft een gevangenis in de omgeving
te kunnen krijgen.
Ik herinner mij de tijd in Limburg toen er sprake was van een nieuwe
gevangenis in Hasselt. Toen werd er tot het bittere einde gestreden
tussen Hasselt en Genk om te weten wie de gevangenis mocht
hebben. In tegenstelling tot de perceptie of het spontane gevoel van
de mensen dat een gevangenis een risico is, staat een gevangenis
garant voor stabiliteit en jobs van bepaalde kwalificaties. Ik krijg
vragen uit alle hoeken van België om alstublieft een gevangenis te
mogen bouwen op het grondgebied van gemeente x of y.
Er zijn natuurlijk sites die objectief gezien niet geschikt zijn voor een
gevangenis en waar men terecht zegt dat het geen locatie is voor een
gevangenis. Ik moet u wel zeggen dat het niet zo is dat iedereen een
nimby-syndroom heeft als het over gevangenissen gaat. Dat is
helemaal niet waar. Dat hangt af van de situatie en het inzicht in de
betekenis op sociaaleconomisch vlak enzovoort.
Ik vind het belangrijk om dit nogmaals te onderstrepen. Ik begrijp dat
mensen zeggen dat sommige sites echt ongeschikt zijn, maar het is
niet zo dat wij nu schrik moeten hebben dat niemand een gevangenis
wil. Er worden mij genoeg plaatsen aangewezen tegen een redelijke
prijs in een blauwe zone. Er zijn dus plaatsen genoeg, de vraag is
alleen of ze goed zijn gelegen en of ze voldoen aan de criteria die ik
heb opgesomd.
Wat Dendermonde betreft, uiteraard wordt daarin nogal wat
geïnvesteerd. Wij moeten snel zien hoe de procedure kan worden
hernomen. Het is evident dat wij daarin vrij ver gevorderd zijn. Ik zeg
echter ook eerlijk dat de timing waarbinnen wij tot de realisatie van het
masterplan moeten kunnen overgaan essentieel is.
Vanuit mijn invalshoek als minister van Justitie moet ik dat de
publieke opinie ook duidelijk zeggen, zoals de heer Van de Velde
trouwens heeft gezegd. We kunnen allerlei beschouwingen maken
maar er moeten wel gevangenissen bijkomen. Ik kan ze niet in de
lucht zetten. Als men denkt dat men een procedure moet instellen is
dat geen probleem. We moeten ons uiteraard aan de regels houden.
Ik ga echter uiteraard wel doorgaan met de implementatie.
We zoeken hoe dit kan worden opgelost maar ik wil er geen
misverstand over laten bestaan dat iedereen moet beseffen dat
gevangenissen bouwen een absolute prioriteit moet zijn. Het is
evident dat de regels daarvoor moeten worden gerespecteerd. We
gaan ook zoeken hoe het masterplan kan worden geactualiseerd, met
de doelstellingen die zijn overeengekomen. Dat zal binnen enkele
weken ook door u kunnen worden bekeken.
06.14 Jo Vandeurzen, ministre: Il
est évident qu'à certains endroits,
des objections sont soulevées à
juste titre contre la construction
d'une prison en raison de la nature
du site mais, dans l'ensemble, le
syndrome
Nimby
ne
joue
absolument pas. Au contraire,
l'implantation d'une prison fait
l'objet de lobbying car elle est
synonyme d'emplois stables.
Concernant
Termonde,
nous
examinons comment relancer la
procédure. Nous avons progressé
sur ce point mais je tiens aussi à
m'en tenir à l'échéancier qui a été
fixé pour la réalisation du
masterplan. La construction de
prisons supplémentaires est une
priorité absolue. Nous étudions
aussi l'actualisation du plan. Le
Parlement
pourra
prendre
connaissance du résultat de ces
travaux dans quelques semaines.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03/12/2008
CRIV 52
COM 386
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
18
07 Question de Mme Carine Lecomte au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "le montant alloué pour la 'journée d'entretien' d'un détenu" (n° 8341)</b>
07 Vraag van mevrouw Carine Lecomte aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "het bedrag toegekend voor de 'ligdag' van een gevangene"
(nr. 8341)
07.01 Carine Lecomte (MR): Madame la présidente, monsieur le
ministre, dans son rapport annuel publié en octobre 2008, la section
belge de l'Observatoire international des prisons indique qu'un détenu
coûte 122 euros par jour. La part consacrée à ce qui est appelé la
part d'entretien d'un détenu, en ce qu'elle concerne la totalité des
besoins alimentaires, c'est-à-dire le déjeuner, le dîner et le souper, et
telle qu'elle m'a été confirmée lors de ma visite de la prison d'Arlon au
mois d'août de cette année, est de 3,4967 euros. À titre de
comparaison, l'administration octroyait un montant de 105 francs
en 1988, 125 francs à partir de 1992.
Le comptable et le technicien de cuisine de cet établissement
pénitentiaire estiment que, pour conserver les standards de
réalisation des repas, il est impossible de travailler sérieusement en-
deçà de 4 euros et qu'en outre, cette somme ne permettrait en aucun
cas d'améliorer la qualité de la nourriture servie. Il est vrai que la loi
pénitentiaire, en son article 42, aborde la question sous sa seule
composante quantitative, en stipulant que les détenus doivent
recevoir une nourriture en quantité suffisante. Aucune référence n'est
faite à la qualité, en termes de diversité et d'équilibre.
Monsieur le ministre, la population carcérale est globalement une
population jeune. Un manque de nourriture, un régime alimentaire
peu équilibré entraînent des tensions qui n'épargnent personne, ni les
agents pénitentiaires en particulier, ni les autres intervenants en
général. Au vu de l'augmentation exponentielle du prix des denrées
alimentaires, pouvoir continuer à confectionner trois repas par jour
avec le montant alloué relèvera très vite de la gageure.
Vous vous êtes engagé à garantir une politique de détention humaine
dans nos établissements. S'atteler aux problèmes de sous-
alimentation, de carence alimentaire et d'insuffisance de nourriture
doit par conséquent entrer dans votre champ d'action.
Envisagez-vous de réévaluer ce poste?
07.01 Carine Lecomte (MR): De
Belgische
afdeling
van
het
Internationaal Observatorium van
de gevangenissen wijst erop dat
het aandeel van de onderhouds-
kosten van een gevangene (het
aan voeding bestede bedrag)
3,4967 euro per dag bedraagt. De
boekhouder en de technicus van
de keuken van de gevangenis te
Aarlen zijn van oordeel dat vier
euro nodig is om de normen voor
het bereiden van gerechten halen,
maar dat de kwaliteit van het eten
voor de gevangenen met dat
bedrag niet kan worden verbeterd.
Gelet op de prijsstijging van de
voedingswaren,
wordt
het
bereiden van drie maaltijden met
het toegekende bedrag binnenkort
een onmogelijke opdracht.
Mijnheer de minister, u heeft er
zich toe verbonden een menselijk
detentiebeleid
te
waarborgen.
Overweegt u die post te herzien?
07.02 Jo Vandeurzen, ministre: Chère collègue, vous vous
interrogez sur l'évaluation du coût de la fourniture des détenus. Il
s'agit de coûts qui font partie de l'allocation de base 51.11.1231,
intitulée "nourriture et entretien des détenus".
En 2006, il s'agissait de 13,446 millions d'euros; en 2007, de
16,381 millions d'euros et en 2008, de 16,478 millions d'euros. La
partie nourriture est en 2008 de 12,585 millions. Ces montants sont
estimés en fonction de la population carcérale attendue et d'un
montant forfaitaire journalier, dit la journée d'entretien. Ces montants
sont indexés chaque année.
Il faut noter qu'il ne s'agit que des montants pour l'acquisition des
produits de base. Les repas sont dans la plupart des cas préparés en
interne. Ce coût ne comporte ni les frais de personnel, ni les frais de
07.02 Minister Jo Vandeurzen:
De kosten voor de basisallocatie
"voeding en onderhoud van de
gedetineerden"
bedroegen
13.446.000 in 2006, 16.381.000
in 2007 en 16.478.000 in 2008.
Het voor voeding uitgetrokken deel
bedraagt 12.585.000 in 2008.
Dat bedrag dat jaarlijks wordt
geïndexeerd,
wordt
geraamd
naargelang van de verwachte
gevangenisbevolking
en
een
forfaitair dagbedrag. Het geld
wordt volledig besteed aan de
aankoop van voedingsproducten.
CRIV 52
COM 386
03/12/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
19
fonctionnement ni les frais d'équipement. Ce n'est que dans des cas
exceptionnels qu'il y a des coûts supplémentaires. Ainsi, en 2008, à la
suite de travaux de rénovation des cuisines, un montant
supplémentaire de 420.000 euros et un autre montant de
229.000 euros ont été alloués pour l'appel à divers services de
catering pendant six mois à Bruges et pendant cinq jours à Forest.
Réévaluer le poste en question pose aussi la question de la
représentativité de l'indice appliqué. Or en principe, il s'agit du même
indice des prix que celui qui est d'application pour toute la population
belge.
Enfin, toute réévaluation de ces coûts nécessite une réévaluation de
l'ensemble des coûts journaliers des détenus par prison.
Personeels-,
werkings-
noch
uitrustingskosten zijn hierin vervat.
Als deze post opnieuw zou worden
geraamd, zou de representativiteit
van de gebruikte prijsindex ter
discussie
komen
te
staan.
Diezelfde index is echter van
toepassing op de hele bevolking
van het land. Elke herziening van
deze kosten zou ertoe leiden dat
alle
dagkosten
van
de
gedetineerden per gevangenis
opnieuw moeten worden geraamd.
07.03 Carine Lecomte (MR): Monsieur le ministre, je vous entends
bien. Il est vrai que ces chiffres nous donnent le tournis. Il n'en reste
pas moins que si les chiffres que j'ai cités ne concernent que les
denrées alimentaires elles-mêmes, c'est tout de même très peu pour
confectionner trois repas par jour.
J'ai pris avec moi une série de menus de la prison d'Arlon qui se
déclinent de la façon suivante. Sur trois repas, vous avez deux repas
constitués de pain et de café. On peut quand même estimer que ce
ne sont pas des repas équilibrés, ni en qualité ni en quantité.
Cela étant, à titre de comparaison, je voudrais vous dire qu'en France,
dans la prison de Montmédy, on consacre à la journée du détenu,
4 euros. Au Luxembourg, on y consacre environ 7 euros, sur une
échelle de trois ans.
Cela donne à réfléchir.
En tout cas, chez nous, je peux vous garantir que c'est insuffisant.
07.03 Carine Lecomte (MR): Die
bedragen
zijn
inderdaad
duizelingwekkend. Niettemin is het
onmogelijk om voor de door mij
genoemde
bedragen
drie
evenwichtige maaltijden per dag te
bereiden, wat waarschijnlijk de
tekortkomingen in de menu's van
de
gevangenis
van
Aarlen
verklaart.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Questions jointes de
- M. Georges Gilkinet au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la constitution de fichiers d'adresses à des fins de publicité électorale" (n° 8349)<br>- M. Peter Logghe au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes institutionnelles
sur "une infraction commise à la loi sur la protection de la vie privée" (n° 8375)<br>- Mme Carine Lecomte au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les pratiques d'un parti politique en vue de la campagne électorale" (n° 8793)</b>
08 Samengevoegde vragen van
- de heer Georges Gilkinet aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "het aanleggen van adresbestanden voor electorale doeleinden" (nr. 8349)
- de heer Peter Logghe aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de overtreding van de wet op de privacy" (nr. 8375)
- mevrouw Carine Lecomte aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de praktijken van een politieke partij met het oog op de verkiezingscampagne"
(nr. 8793)
08.01 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Madame la présidente,
monsieur le ministre, le journal "Le Soir" du 4 novembre dévoilait les
pratiques de la fédération luxembourgeoise d'un parti politique
appelant ses membres à lui transmettre, je cite: "le maximum de
08.01 Georges Gilkinet (Ecolo-
Groen!): In "Le Soir" van 4
november werden de praktijken
van de Luxemburgse afdeling van
03/12/2008
CRIV 52
COM 386
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
20
numéros de gsm et/ou d'adresses mail parmi votre famille, vos amis,
vos connaissances domiciliées en province du Luxembourg, dans le
cadre des activités sportives, de travail, etc." Le message se poursuit
comme suit: "tant le message que l'origine du message envoyé seront
intraçables. Vous pouvez dès lors nous communiquer les
renseignements sollicités sans aucune crainte." Ce courrier porte la
signature d'un député et d'un ministre wallon.
Il s'agit, à mes yeux, d'une tentative délibérée d'infraction à la loi sur
la protection de la vie privée et des règles sur la constitution et
l'utilisation des fichiers.
Nul n'est censé ignorer la loi, surtout s'il est mandataire public.
Pourtant, le ministre wallon signataire argumente de sa bonne foi,
précisant que les données n'ont pas encore été utilisées et promet
je cite l'article de presse "de se conformer à la règle s'il devait être
établi que la méthode de collecte décrite plus haut pose problème." Il
est manifeste qu'il existe un déficit de connaissance de la loi dans le
chef de ce mandataire.
Monsieur le ministre, pouvez-vous rappeler les règles générales en
matière de constitution et d'utilisation de fichiers? Pouvez-vous
confirmer que la démarche entreprise par cette fédération politique
est totalement en contradiction avec ces règles? Quelles sont les
sanctions prévues a priori ou a posteriori par rapport à ce genre de
pratique? Comptez-vous entreprendre une démarche spécifique
envers ces mandataires politiques pour leur rappeler leurs obligations
et le cadre légal en matière de constitution et de gestion de fichiers?
Je vous remercie d'avance pour votre réponse que je transmettrai, le
cas échéant, aux intéressés.
een politieke partij uit de doeken
gedaan. Die had haar leden
gevraagd zoveel mogelijk gsm-
nummers en e-mailadressen te
bezorgen van personen die in
Luxemburg wonen. Er werd tevens
op gewezen dat zowel de
boodschap zelf als de oorsprong
ervan
niet
kunnen
worden
nagetrokken, zodat de leden niet
bang hoeven te zijn om de
gevraagde gegevens te bezorgen.
De brief werd ondertekend door
een Waals parlementslid en door
een Waalse minister.
Die laatste schreeuwt van de
daken dat hij te goeder trouw is,
wijst erop dat de gegevens nog
niet werden gebruikt en belooft de
voorschriften in acht te zullen
nemen indien zou blijken dat er
wat schort met de manier waarop
de gegevens werden verzameld.
De minister is duidelijk niet op de
hoogte van de wet betreffende de
bescherming van de persoonlijke
levenssfeer.
Bevestigt u dat de handelwijze van
die politieke afdeling volledig
haaks
staat
op
de
regels
betreffende het aanmaken en het
gebruik van bestanden? Welke
sancties
kunnen
er
worden
opgelegd? Bent u van plan actie te
ondernemen tegen die politieke
mandatarissen en ze op hun
verplichtingen te wijzen, alsook op
het wettelijk kader met betrekking
tot de samenstelling en het beheer
van bestanden?
08.02 Peter Logghe (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, de kern van de zaak werd reeds aardig
samengevat door collega Gilkinet. De wet op de bescherming van het
privéleven beschermt elke burger ervoor dat gegevens van
persoonlijke aard niet worden gebruikt voor andere doeleinden dan
degene waarvoor ze werden verzameld. Iedereen is gelijk voor de
wet.
Het voorval met de Luxemburgse PS doet echter toch wel vragen
rijzen. Er werd inderdaad gevraagd om zoveel mogelijk gsm-nummers
en e-mailadressen te verzamelen. Verder werd er verzekerd dat niet
zou kunnen worden achterhaald van wie de PS-federatie de gegevens
zou hebben verkregen.
Mijnheer de minister, de leiding van de PS-federatie, waaronder een
08.02 Peter Logghe (Vlaams
Belang): Dans notre pays, tout
citoyen a la certitude que ses
données personnelles ne seront
pas utilisées à d'autres fins que
celles pour lesquelles elles ont été
demandées. La direction du PS
luxembourgeois
a
pourtant
demandé à ses militants de
collecter autant de numéros de
gsm et d'adresses électroniques
que possible. Cette attitude est
inadmissible de la part d'un parti
de la coalition au pouvoir et qui
devrait dès lors montrer l'exemple.
CRIV 52
COM 386
03/12/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
21
Waals minister, verdedigt zich met het argument dat er geen intentie
bestond kwaad te doen. Dat zou er nog aan mankeren.
De commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levensfeer
noemt dit een zeer bedenkelijke praktijk.
Wij vragen ons toch af hoe dit verder zal worden aangepakt met
betrekking tot een partij die in deze regering zit en die een
voorbeeldfunctie heeft.
Mijnheer de minister, u bent ongetwijfeld op de hoogte van deze
praktijk. Wat is het standpunt van de regering in deze?
Werd er ondertussen klacht neergelegd?
Worden er door de regering maatregelen afgekondigd?
Er valt te verwachten dat in de aanloop naar de verkiezingen van
volgend jaar nog wel vaker dingen in deze aard zullen gebeuren. Wat
niet wordt bestraft bij de ene partij, kan men moeilijk gaan bestraffen
bij een andere partij. Worden er maatregelen afgekondigd om dit
soort van praktijken in de toekomst te vermijden en onmogelijk te
maken?
Quelle
est
la
position
du
gouvernement en la matière?
Plainte a-t-elle déjà été déposée?
Le gouvernement prendra-t-il des
mesures?
08.03 Carine Lecomte (MR): Madame la présidente, monsieur le
ministre, ma question porte également sur l'article paru dans le
journal "Le Soir" du 4 novembre dernier. Cet article évoque les
méthodes, qualifiées de "douteuses" par la Commission de la
protection de la vie privée, d'un parti politique luxembourgeois en vue
de collecter des données à caractère personnel dans le cadre de la
prochaine campagne électorale.
Il ressort clairement des faits relatés que les auteurs du fameux
courrier n'ignorent rien de certains prescrits de la loi sur la protection
de la vie privée, notamment le principe fondamental selon lequel les
données sont collectées pour des finalités déterminées, explicites et
légitimes et ne peuvent pas être traitées ultérieurement de manière
incompatible avec ces finalités.
Pourquoi, sinon, assurer et rassurer les militants qui se livreraient à
cet exercice, qui consiste à fournir nombre de numéros de gsm ou
autres adresses e-mail de leurs connaissances, d'un total anonymat,
d'une complète impunité! Il est bien clair que la finalité électoraliste
derrière la demande de données ne devait pas être dévoilée. Il était
évident que la fédération socialiste entendait utiliser des données
collectées à d'autres fins que celles initialement consenties.
De plus, cette assurance d'anonymat me rend quelque peu
suspicieuse quant à la prétendue non-utilisation de ce courrier. Si
l'intraçabilité des mails des militants pouvait être garantie, pourquoi
pas celle du courrier initial de la fédération socialiste?
Monsieur le ministre, estimez-vous, comme moi, qu'il semble y avoir
une violation ou une intention de violation de la loi de 1992? La loi sur
la protection de la vie privée permet-elle de sanctionner la seule
constitution de listes, établies en violation du droit de la personne
concernée de connaître le traitement qui sera donné aux informations
personnelles qu'elle fournit, en dehors de tout traitement ou utilisation
08.03 Carine Lecomte (MR): Uit
de feiten blijkt dat de auteurs op
de
hoogte
waren
van
de
bepalingen van de wet op de
bescherming van de persoonlijke
levenssfeer.
Waarom
anders
volledige
anonimiteit
en
straffeloosheid verzekeren voor de
militanten die de gegevens zouden
bezorgen? Het is duidelijk dat de
socialistische
federatie
de
ingezamelde gegevens voor een
ander doel dan dat waarmee
oorspronkelijk was ingestemd,
wilde gebruiken.
Bent u van oordeel dat er sprake
is van een schending of een
poging tot schending van de wet
van 1992? Laat die wet toe het
opstellen van lijsten op zich te
sanctioneren,
ongeacht
enige
verwerking of enig gebruik van die
gegevens?
Werd
er
een
onderzoek geopend?
03/12/2008
CRIV 52
COM 386
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
22
de ces données? Si non, ne pensez-vous pas qu'il faudrait se pencher
sur la question? Enfin, une enquête a-t-elle été ouverte dans ce
dossier?
08.04 Jo Vandeurzen, ministre: Madame la présidente, chers
collègues, il ne m'appartient pas de me prononcer sur la véracité des
faits rapportés par l'honorable membre. Je me bornerai dès lors à
rappeler la législation applicable en la matière.
La loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée à
l'égard des traitements de données à caractère personnel dispose
qu'une collecte de données est légitime lorsqu'elle est nécessaire à la
réalisation de l'intérêt légitime poursuivi par le responsable du
traitement. Lorsqu'il y a collecte de données à caractère personnel,
les personnes concernées disposent d'un droit à l'information. Ainsi,
comme les données n'ont pas été obtenues auprès de la personne
concernée, le responsable du traitement doit, dès l'enregistrement
des données, fournir à la personne concernée au moins les
informations suivantes (article 9): le nom et l'adresse du responsable
du traitement et, le cas échéant, de son représentant, les finalités du
traitement, l'existence d'un droit de s'opposer sur demande et
gratuitement au traitement des données à caractère personnel la
concernant. Le responsable du traitement doit également envisager
des fins de marketing direct, les catégories de données concernées,
les destinataires ou les catégories de destinataires ainsi que
l'existence d'un droit d'accès et de rectification des données la
concernant.
Le non-respect de cette obligation entraîne l'application d'une
sanction pénale (article 39) pour ce qui est de la contradiction ou non
de la démarche par rapport aux règles édictées par la loi, rappelant
que l'interprétation des lois relève des cours et tribunaux de l'ordre
judiciaire.
Pour le surplus, il appartient à tout intéressé de porter plainte auprès
des cours et tribunaux ainsi qu'auprès de la Commission de la
protection de la vie privée. Si l'honorable membre a encore des
questions à ce sujet, il peut s'adresser à la Commission de la
protection de la vie privée qui, depuis 2003, est rattachée à la
Chambre.
08.04 Minister Jo Vandeurzen:
Het komt mij niet toe om mij uit te
spreken over de waarachtigheid
van de gerapporteerde feiten. Ik
zal mij er dan ook toe beperken te
herhalen wat de wet zegt.
De wet van 8 december 1992 tot
bescherming van de persoonlijke
levenssfeer bepaalt dat gegevens-
verzameling legitiem is wanneer
de verwerking noodzakelijk is voor
de behartiging van het gerecht-
vaardigde
belang
van
de
verantwoordelijke
voor
de
verwerking. De personen van wie
gegevens
verwerkt
worden,
beschikken over een recht op
informatie.
Aangezien
de
gegevens niet verkregen werden
bij de betrokken personen moet de
verantwoordelijke
voor
de
verwerking in dat geval ten minste
de
volgende
informatie
verstrekken: de naam en het
adres van de verantwoordelijke
voor
de
verwerking
en
desgevallend
zijn
vertegenwoordiger, het doel van
de verwerking en het bestaan van
het recht om zich op verzoek en
kosteloos tegen de voorgenomen
verwerking van hem betreffende
persoonsgegevens te verzetten.
Het
niet-naleven
van
die
verplichtingen wordt strafrechtelijk
gesanctioneerd.
Alle betrokkenen kunnen een
klacht indienen bij de hoven en
rechtbanken. De geachte leden
kunnen zich ook wenden tot de
Commissie voor de bescherming
van de persoonlijke levenssfeer.
Ik heb uiteraard de krantenartikels gelezen over dit onderwerp in Le
Soir, maar het komt mij niet toe te oordelen over het
waarheidsgehalte van de door u gerapporteerde feiten.
De wet van 8 december 1992, betreffende de bescherming van de
persoonlijke gegevens, wat betreft de behandeling van de
persoonlijke gegevens, is in werking sedert 1992.
Het is een omzetting van een Europese richtlijn en het komt niet toe
J'ai également lu les articles, mais
il ne m'appartient pas de juger de
leur exactitude.
La loi relative à la protection des
données à caractère personnel,
qui résulte de la transposition
d'une directive européenne, est en
vigueur depuis 1992. Il n'appartient
CRIV 52
COM 386
03/12/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
23
aan de regering om die Europese wet te wijzigen. Art 37-43 van de
wet, voorzien in het strafrecht voor sancties bij inbreuken, stelt dat het
de betrokken personen toekomt klacht meer te leggen bij hoven en
rechtbanken en dat het aan hen is de inbreuken op de wet te
sanctioneren.
Wat de vragen betreft om te weten of er een klacht wordt ingediend
bij de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke
Levenssfeer, herinner ik u eraan dat deze commissie werd ingesteld
in de schoot van de Kamer en dat het u vrijstraat om deze commissie
rechtstreeks te ondervragen.
pas au gouvernement de modifier
une loi européenne. Conformé-
ment aux articles 37 à 43 de cette
loi,
les
intéressés
peuvent
introduire une plainte auprès des
tribunaux, qui peuvent sanctionner
les infractions. La Commission de
la protection de la vie privée peut
être interrogée directement.
En ce qui concerne la troisième question, il ne m'appartient pas de
me prononcer sur la violation ou l'intention de violation de la loi de
1992. En effet, l'interprétation de cette loi relève de la compétence de
la Commission de la protection de la vie privée ainsi que des cours et
tribunaux de l'ordre judiciaire.
L'article 39 de la loi vie privée permet de sanctionner pénalement le
non-respect de certaines obligations contenues dans cette même loi.
L'honorable membre peut s'adresser directement à la Commission
pour la protection de la vie privée qui est compétente pour toutes ces
questions et qui est installée auprès de la Chambre.
Pour le reste, je renvoie à ma réponse à la question de M. Gilkinet.
Tot slot is het niet aan mij om een
uitspraak te doen over de
schending of de intentie tot
schending van de wet van 1992.
De
Commissie
voor
de
bescherming van de persoonlijke
levenssfeer en de hoven en
rechtbanken zijn immers bevoegd
voor de interpretatie van deze wet.
08.05 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Monsieur le ministre, vous
semblez remettre en question la véracité des faits. Même les deux
intéressés, un ministre et un parlementaire wallons, ne s'en cachaient
pas, ni au Parlement wallon, ni devant la télévision régionale
luxembourgeoise, ni dans la presse. Or, j'ai bien entendu votre
explication en la matière, il y a une volonté manifeste, délibérée et
consciente de ne pas respecter la loi. Je pense que c'est très grave
de la part d'un mandataire public, même s'il y a des faits plus graves
que celui-là. En toute circonstance, nous sommes les premiers à
devoir respecter la loi et à devoir montrer l'exemple. Je pense que s'il
y a de plus en plus de rejet du politique par les citoyens, c'est à cause
d'attitudes de ce genre.
Comme je vous l'ai dit à la fin de ma question, je ne manquerai pas
de communiquer votre réponse aux intéressés. Peut-être y
gagneront-ils en connaissance? Encore que, je pense qu'ils savaient
très bien que ce qu'ils faisaient était illégal. C'est assez explicite dans
les extraits que j'ai cités tout à l'heure.
08.05 Georges Gilkinet (Ecolo-
Groen!): U lijkt te twijfelen aan de
juistheid van de feiten. Maar de
twee betrokkenen kwamen er
openlijk
voor
uit.
Het
is
uitdrukkelijk de bedoeling om de
wet te schenden. Ik vind dat zeer
erg.
08.06 Peter Logghe (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, ingaand op de repliek van collega Gilkinet,
vragen wij niet dat u zich in de plaats stelt van de rechtbank. Wij
weten ook wel dat het aan haar is, en aan haar alleen, om te
beslissen over eventuele klachten. U kan evenwel niet ontkennen dat
het gaat om een partij die in de regering zit en dat daar toch wel een
modelfunctie van uitgaat. Als er sprake is van een groeiende kloof
tussen de burger en de politiek, heeft dat voor een stuk te maken met
dat soort zaken.
Ik versta ook dat er waarschijnlijk voldoende spanningen in de
regering zijn, om er dit soort spanning nog eens bovenop te doen. Ik
zal mij in ieder geval in verbinding stellen met de Commissie voor de
08.06 Peter Logghe (Vlaams
Belang): Nous sommes bien
conscients que seul le tribunal
peut
se
prononcer
sur
d'éventuelles plaintes mais la
fonction de modèle des partis de
la majorité est également en jeu
en l'espèce. Je vais prendre
contact avec la Commission de la
protection de la vie privée avant
toute autre action.
03/12/2008
CRIV 52
COM 386
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
24
Bescherming van de Persoonlijke Levensfeer om eens na te gaan wat
daar eventueel uit de bus komt.
08.07 Carine Lecomte (MR): Madame la présidente, je suivrai le
conseil de M. le ministre et en ma qualité de citoyenne, je porterai
plainte auprès de la Commission de la protection de la vie privée.
08.07 Carine Lecomte (MR): Ik
zal de raad van de minister volgen
en een klacht indienen bij de
Commissie voor de bescherming
van de persoonlijke levenssfeer.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Questions jointes de
- M. Jean-Luc Crucke au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le dossier de match truqué en 2ième division au parquet fédéral" (n° 8389)<br>- M. Georges Gilkinet au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les mesures prises pour lutter contre les paris sportifs truqués" (n° 8408)</b>
09 Samengevoegde vragen van
- de heer Jean-Luc Crucke aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "het dossier bij het federaal parket over de vervalste wedstrijd uit de tweede
voetbalklasse" (nr. 8389)
- de heer Georges Gilkinet aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de genomen maatregelen om de vervalste weddenschappen in de sport te
bestrijden" (nr. 8408)
09.01 Jean-Luc Crucke (MR): Madame la présidente, monsieur le
ministre, le groupe "Sud Presse" annonçait, le 4 novembre dernier,
que deux personnes asiatiques domiciliées en Belgique et en contact
avec des parieurs de Hong Kong, avaient été interpellées lors du
match de football de division 2 Olympic-Liège. On connaît
évidemment l'affaire Zheyun Ye pendante. Mais ce qui m'est apparu
plus incompréhensible par la suite, c'est que le parquet de Charleroi,
interpellé à ce sujet, signale ne pas être compétent en la matière et
de nous renvoyer au parquet fédéral. Or, la porte-parole du parquet
fédéral précise qu'aucun dossier de ce genre n'est ouvert. Qu'en est-
il? Un dossier existe-t-il? Une instruction judiciaire relative à des
matchs de football truqués en division 2 est-elle en cours? Quelle est
l'origine de la plainte? Y a-t-il un lien potentiel avec l'affaire Zheyun
Ye?
09.01 Jean-Luc Crucke (MR): In
de pers stond te lezen dat twee
Aziaten die in contact stonden met
gokkers in Hongkong aange-
houden
werden
tijdens
de
voetbalwedstrijd Olympic-Luik. Het
parket
van
Charleroi
heeft
meegedeeld dat het ter zake niet
bevoegd is en de woordvoerster
van het federale parket heeft
gezegd dat er dienaangaande
geen enkel dossier werd geopend.
Bestaat er een dossier? Loopt er
een
gerechtelijk
onderzoek
betreffende
voetbalwedstrijden
waar er omkoping in het spel was?
09.02 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Madame la présidente, des
arrestations se sont produites dans les tribunes du club de foot de
l'Olympic de Charleroi début novembre. Deux citoyens chinois étaient
en contact direct par téléphone avec des parieurs dans leur pays et le
match s'est terminé sur un score assez étonnant qui peut nourrir tous
les fantasmes.
Il semble, d'après les témoignages des journalistes sportifs, que ce
n'était pas la première fois que l'on constatait la présence de
personnalités chinoises dans les matchs de division 2. Ce n'est pas la
première affaire en la matière - je vous rappelle les sommes
anormalement hautes pariées sur certains matchs, dont le fameux
Anderlecht-St-Trond -, ni le seul sport concerné. Je vous avais déjà
interrogé sur le sujet en mai dernier.
La fraude aux paris sportifs, quel que soit le sport, est un phénomène
09.02 Georges Gilkinet (Ecolo-
Groen!): Begin november werden
er enkele personen aangehouden
op de tribunes van voetbalclub
Olympic Charleroi. Twee Chinezen
stonden telefonisch rechtstreeks in
contact met gokkers in hun land
en de wedstrijd eindigde met een
nogal ongewone score. Wordt er
gevolg gegeven aan deze zaak?
Bestaat
er
een
specifieke
onderzoekscel?
Staat
de
bestrijding van vervalste sport-
weddenschappen
op
uw
prioriteitenlijst? Zal deze kwestie
aan bod komen tijdens de
CRIV 52
COM 386
03/12/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
25
nouveau, qu'il convient de prendre à bras-le-corps. Je me demande si
c'est effectivement le cas aujourd'hui, car les indications données par
les porte-parole de la Justice à la suite de ces affaires étaient assez
vagues. Les juridictions sportives s'en inquiètent, mais la justice de ce
pays devrait en faire autant. En effet, derrière ces paris truqués, on
peut soupçonner des affaires de blanchiment d'argent, même si cela
se joue au plan international.
Monsieur le ministre, qu'en est-il de cette affaire? Des suites y ont-
elles été réservées? Existe-t-il une cellule d'enquête spécifique mise
en place à la suite de ces différentes affaires relatives à des paris
sportifs truqués? La lutte contre les paris sportifs truqués fait-elle
partie de vos priorités? Quels sont les moyens dégagés dans ce but?
Cette question sera-t-elle abordée lors des réunions des ministres
européens de la Justice? Pouvez-vous vous engager concrètement à
l'inscrire à l'ordre du jour?
vergaderingen van de Europese
ministers van Justitie?
09.03 Jo Vandeurzen, ministre: Madame la présidente, chers
collègues, une information portant sur les faits a été ouverte au
parquet de Charleroi. À cet égard, le procureur du Roi a rapporté
qu'en date du 2 novembre 2008, à l'occasion de la rencontre de
football opposant l'Olympic de Charleroi au RC Liège, l'attention des
membres de la cellule football de la police locale avait été attirée par
un sujet d'origine asiatique au niveau des tribunes d'honneur au pied
des business seats. Les policiers avaient remarqué que l'intéressé
était assis, observait la pelouse et semblait être en conversation
téléphonique. Pour ce faire, il portait une oreillette partiellement
recouverte par une écharpe.
L'observation a permis de déterminer que le dialogue avec son ou ses
interlocuteurs était permanent durant la première mi-temps. Pendant
le match, les policiers ont décidé d'interpeller l'individu qui s'est
identifié comme un Chinois sans profession, domicilié à Liège. Un
peu plus tard, l'attention du policier fut retenue par un autre individu
de type asiatique qui, comme le précédent, semblait affairé au gsm.
Lors de l'audition de la première personne, cette dernière a reconnu
avoir donné le résumé des phases du jeu du match par téléphone et
avoir fait état d'éléments particuliers comme les buts, les penalties,
les cartons rouges, etc.
Entre parenthèses, s'il y a deux ans, on m'avait dit que je ferais un
rapport au sujet d'un match de football opposant le RC Liège et
l'Olympic de Charleroi, je ne l'aurais jamais cru!
Cela dit, le procureur du Roi se concertera encore avec le procureur
fédéral concernant l'examen du dossier et les éventuels liens avec
d'autres dossiers. En outre, aucune cellule judiciaire spécifique n'a été
créée pour suivre cette matière. Ces dossiers sont toutefois suivis par
le parquet fédéral.
Par ailleurs, aucune indication spécifique ne permet de dire qu'il s'agit
effectivement d'une nouvelle affaire de corruption ou de matchs
truqués. La suite de l'enquête devrait le démontrer. S'il s'avérait qu'il
s'agit d'une nouvelle affaire, il conviendrait de réagir en temps
opportun.
Enfin, s'il devait s'agir d'un problème européen transfrontalier, des
09.03 Minister Jo Vandeurzen:
Het parket van Charleroi heeft een
onderzoek
naar
de
feiten
ingesteld. Tijdens de wedstrijd
hebben de politieagenten een man
aangehouden,
een
Chinees
zonder beroep die in Luik
gedomicilieerd is. Hij erkende dat
hij een samenvatting van de
wedstrijdfasen telefonisch had
doorgegeven
en
daarbij
bijzonderheden
zoals
de
doelpunten, de strafschoppen en
de rode kaarten vermeld had. Een
tweede persoon heeft eveneens
de aandacht van de politie
getrokken. De procureur des
Konings zal nog overleg plegen
met de procureur-generaal. Er
werd geen specifieke gerechtelijke
cel opgericht. Het federaal parket
volgt niettemin die dossiers op.
Niets wijst erop dat het inderdaad
om een nieuwe omkoopzaak gaat.
Als zou blijken dat het om een
grensoverschrijdend
Europees
probleem gaat, zal er op Europees
niveau actie ondernomen worden.
03/12/2008
CRIV 52
COM 386
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
26
suites seront données au niveau européen afin de pouvoir proposer
une approche européenne intégrée. J'insiste toutefois sur le fait qu'il
n'existe, à l'heure actuelle, aucune indication en ce sens.
09.04 Jean-Luc Crucke (MR): Monsieur le ministre, je vous
remercie pour votre réponse. Vous avez dit qu'une information était
ouverte au parquet de Charleroi. Permettez-moi de vous dire que
j'estime dommage que le parquet ne l'ait pas fait savoir clairement à
la presse. En effet, ce genre de procédé peut contribuer à augmenter
la suspicion et le doute.
Il est vrai que, comme vous l'avez rappelé, monsieur le ministre, la
présomption d'innocence est un droit. Mais il existe quand même des
hasards si l'on peut appeler cela des hasards qui commencent à
peser lourd dans les dossiers et des comportements qui interpellent.
09.04 Jean-Luc Crucke (MR):
Het is jammer dat het parket te
Charleroi de pers niet duidelijk
heeft laten weten dat er een
onderzoek over die zaak was
geopend.
09.05 Jo Vandeurzen, ministre: Qu'entendez-vous par "hasards"?
09.06 Jean-Luc Crucke (MR): C'est votre description des faits!
Pour ma part, je demande que ce genre de dossier ne soit pas laissé
de côté.
On ne floue pas uniquement les personnes qui ne voient pas le
match, on bafoue aussi les règles d'un sport qui devient une
magouille permanente. On finira par se détourner du football alors
que ce sport apporte beaucoup de plaisirs.
09.07 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Monsieur le ministre, qu'un
journaliste sportif francophone ou néerlandophone commente avec
plus ou moins d'entrain un match de football de deuxième division ne
doit pas nous inquiéter. Cependant, il n'en est pas de même si deux
citoyens d'origine asiatique commentent ce même match dont l'intérêt
est limité pour un public localisé à plusieurs milliers de kilomètres. Ce
n'est pas la première fois que l'on assiste à de tels procédés.
On dira qu'il existe des faits plus graves en matière de justice, comme
la violence envers les femmes, le terrorisme ou le problème carcéral.
Cependant, le cas qui nous occupe ne me semble pas anodin. En
effet, nous assistons à une accumulation de faits et d'indices qui
devrait nous inquiéter et nous mener à demander à la justice à s'y
intéresser. De plus, derrière ces paris sportifs truqués se cache la
fraude qu'est le blanchiment d'argent.
Je vous demanderai donc d'être attentif à ce problème afin de ne pas
causer encore plus de préjudices à un sport qui attire de nombreux
jeunes et moins jeunes.
09.07 Georges Gilkinet (Ecolo-
Groen!): Wanneer twee personen
van Aziatische origine verslag
uitbrengen over een voetbal-
wedstrijd
die
op
weinig
belangstelling kan rekenen bij een
publiek dat duizenden kilometers
hiervandaan woont, dan is er
reden tot ongerustheid. Het is niet
de eerste keer dat we met
dergelijke
praktijken
worden
geconfronteerd.
Achter
die
vervalste
sportweddenschappen
gaan witwaspraktijken schuil. Ik
vraag dus uw aandacht voor dat
probleem.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Raf Terwingen aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "het oprollen van een internationale drugsbende door de
samenwerking tussen de politiediensten en de parketten van Breda en Turnhout" (nr. 8413)
10 Question de M. Raf Terwingen au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le démantèlement d'une bande internationale de trafiquants de drogues grâce à
la collaboration des services de police avec les parquets de Breda et de Turnhout" (n° 8413)</b>
CRIV 52
COM 386
03/12/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
27
10.01 Raf Terwingen (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, deze vraag is ondertussen misschien een beetje
achterhaald. Ik had ze ingediend naar aanleiding van een persbericht
dat op vijf november was verschenen. Het gaat over een
internationale drugsbende die werd opgerold door de samenwerking
van de parketten van Breda en Turnhout.
Er zouden in totaal 23 mensen zijn opgepakt, waarvan vijf in ons land.
Er zouden ook 12 cannabisplantages zijn aangetroffen en ontmanteld.
Er zouden ook belangrijke vermogensvoordelen in beslag zijn
genomen. Ik herinner mij de tv-beelden. Er zouden allerlei
luxesportwagens en dergelijke in beslag zijn genomen. De nummer
twee van de kwestieuze bende zou een Belg zijn. Ons land zou om
zijn uitlevering hebben gevraagd.
Mijnheer de minister, ik heb de volgende vragen.
Kunt u bevestigen dat Nederland om de uitlevering van de bewuste
persoon heeft verzocht? Kunt u toelichten waarom er reeds zo snel
om zijn uitlevering werd verzocht? Is er dienaangaande eventueel een
samenhang met Belgische drugsdossiers? Werd om die reden om
een snelle uitlevering verzocht? Kunt u enige toelichting geven
omtrent de succesvolle samenwerking tussen de Nederlandse en
Belgische politie- en justitiediensten in dit dossier?
10.01 Raf Terwingen (CD&V): Le
5
novembre,
un
réseau
international de trafiquants de
drogues a été démantelé grâce à
la coopération mise en place entre
les services de police et les
parquets de Breda et de Turnhout.
Cinq des vingt-trois suspects ont
été arrêtés en Belgique. Douze
plantations de cannabis auraient
été démantelées et des avantages
patrimoniaux auraient été saisis.
L'un des chefs de bande serait de
nationalité belge. Est-il exact que
notre pays a demandé son
extradition? Pourquoi si vite? Y a-
t-il un lien avec d'autres dossiers?
Le ministre peut-il commenter
cette
fructueuse
coopération
internationale?
10.02 Minister Jo Vandeurzen: Geachte collega, het principe van de
scheiding der machten en het geheim van het onderzoek laten mij niet
toe om een antwoord te verschaffen op twee eerste vragen die u
stelde. Zij raken de inhoud van het strafdossier en het strafonderzoek.
Wat uw laatste vraag betreft, kan ik u meedelen dat dit onderzoek een
onderzoek van het federaal parket is. Het is bekend dat de strijd tegen
rondtrekkende dadergroepen al geruime tijd een beleidsprioriteit is
van het federaal parket. De voorbije jaren is er dan ook veel aandacht
en veel onderzoekscapaciteit daarnaartoe gegaan.
Een tweede beleidsprioriteit is de strijd tegen de internationale
drugshandel. Het is de bedoeling van de federale procureur om deze
strijd voortaan op een meer intensieve manier te voeren. U kunt ook
uit de algemene beleidsnota afleiden dat dit voor ons uiteraard een
prioriteit is.
Binnen het federaal parket wordt er trouwens gewerkt aan een zeer
concreet actieplan in de strijd tegen de internationale drugshandel. Dit
actieplan, dat zal worden voorgelegd aan het College van procureurs-
generaal, is opgebouwd rond drie assen: de clandestiene labo's
inzake synthetische drugs, de belangrijke heroïne- en cocaïnehandel,
gelinkt aan de producerende landen, en de bedrijfsmatige
cannabisteelt.
Zoals ik ook in mijn beleidsnota heb uiteengezet, is dat een deel van
een nationaal drugsplan.
De interventie van 4 november 2008, gericht op de grootschalige
cannabisteelt, past dus volledig in het kader van het actieplan, dat in
ontwerp is. De federale procureur deelde mij mee zeer verheugd te
zijn met de uitstekende samenwerking met het parket van Turnhout
en met het parket van Breda. In dit dossier kwam inderdaad een
10.02 Jo Vandeurzen, ministre:
En raison de la séparation des
pouvoirs
et
du
secret
de
l'instruction, je ne puis fournir plus
de détails en réponse aux
premières
questions
de
M.
Terwingen.
La lutte contre les bandes
criminelles itinérantes et contre le
trafic international de drogues
constitue une priorité du parquet
fédéral, comme indiqué dans ma
note de politique générale.
Concernant le trafic international
de drogues, un plan d'action
concret a été élaboré. Il comporte
trois priorités: la lutte contre les
laboratoires
clandestins
de
fabrication
de
drogues
synthétiques,
la
cocaïne
et
l'héroïne et la culture du cannabis
à grande échelle. L'action en
question s'intègre parfaitement
dans ce plan.
Le procureur fédéral se réjouit de
l'excellente coopération entre les
parquets de Turnhout et de Breda.
Il a été décidé, après concertation,
d'ouvrir une instruction pénale
simultanément dans les deux
03/12/2008
CRIV 52
COM 386
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
28
samenwerking over de grenzen heen, eigenlijk moet ik bijna zeggen
zonder grenzen, tot stand.
De wijze waarop de Belgische en Nederlandse gerechtelijke en
politionele autoriteiten de handen in elkaar hebben geslagen, kan
alleen maar tot voorbeeld strekken. In gezamenlijk overleg werd
beslist om tegen een internationale organisatie, die zowel in
Nederland als in België actief was, langs beide zijden van de grens
een strafonderzoek te voeren, om vervolgens samen op hetzelfde
ogenblik te interveniëren.
Op die manier werd aan de georganiseerde internationale
drugshandel een belangrijke klap toegebracht. Deze klap beperkte
zich niet tot de kleine uitvoerders. Men kon ook succesvol optreden
tegen de mannen achter de schermen, de opdrachtgevers en zij die
grof geld winnen met deze drugshandel.
Ik kan mij uiteraard alleen verheugen over de internationale
samenwerking die tot dit resultaat heeft geleid. Ik meen dat er verder
moet worden geïnvesteerd in het gestructureerd overleg dat reeds
volop en op verschillende niveaus in de grensregio's aanwezig is. Ik
denk bijvoorbeeld aan de Euregio, die u goed kent. Ik hoop
tegelijkertijd dat nog meer dergelijke concrete onderzoeken door
lokale parketten en door het federale parket kunnen worden opgestart
en tot een goed einde kunnen worden gebracht.
Tot slot wil ik toch even zeggen dat ik blij ben dat u daar een vraag
over stelt en er aandacht voor vraagt. Dit is een prototype van hoe in
de toekomst de samenwerking inzake de prioriteiten van het
Nationaal Veiligheidsplan inzake drughandelbestrijding zal worden
georganiseerd.
U zult zien in het rapport van de heren De Ruyver en Fijnaut zult u
aanbevelingen ter zake terugvinden dat er een aantal
grensparketten bestaat dat is niet alleen zo in het noorden van het
land maar ook in het zuiden van het land waar wij een geëigende
benadering tot stand zullen brengen voor het aanpakken van
overlastfenomenen, drugrunners, drugtoerisme, enzovoort. Daarvoor
bestaat al een rondzendbrief, maar wij gaan dat nog beter
organiseren zodat er een snellere respons kan komen op de
vaststellingen die de politie doet.
Dat gaan wij combineren met een federaal parket dat ook in de diepte
meehelpt, en investeringen doet in de andere landen waar de
knowhow van het federaal parket en de samenwerkingsverbanden die
het federaal parket heeft met parketten uit andere landen een
voordeel kan bieden.
De bedoeling moet immers zijn dat is hier mooi geïllustreerd dat
men niet alleen de kleine garnalen aanhoudt maar dat men ook
diepte-investeringen kan doen. Een van de aanbevelingen van het
rapport-De Ruyver-Fijnaut is dat zij er zouden moeten in slagen om,
wanneer informatie wordt verzameld naar aanleiding van een lokale
actie, dat de zonale politie en het lokale of arrondissementele parket
die informatie benutten, en dat dan ook de opvolgende
diepteonderzoeken aan de andere kant van de grens ook effectief
gebeuren.
pays. Ainsi, un coup important a
été porté à la criminalité de la
drogue et des commanditaires ont
aussi été pris.
Je
me
réjouis
de
cette
collaboration. Il sera encore
davantage
investi
dans
la
concertation structurée dans les
régions frontalières et j'espère
qu'un
plus
grand
nombre
d'enquêtes concrètes pourront être
menées à bien par les parquets
locaux et le parquet fédéral.
Il s'agit du prototype de la future
collaboration dans le cadre des
priorités du Plan national de
sécurité, qui tient ainsi compte des
recommandations
du
rapport
De Ruyver-Fijnaut. Les parquets
frontaliers pourront encore mieux
lutter contre les nuisances et le
narcotourisme.
Une
réaction
rapide s'impose après les constats
de la police. Le parquet fédéral
participera à la démarche, en
collaboration avec d'autres pays. Il
est important de ne pas se limiter
au menu fretin. Le rapport
recommande entre autres de
mettre à profit les informations
obtenues dans le cadre d'une
action locale et de mener
également
des
enquêtes
approfondies
au-delà
des
frontières. Ce modèle a très bien
fonctionné ici et d'autres régions
frontalières connaîtront à l'avenir
la même évolution.
CRIV 52
COM 386
03/12/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
29
De samenwerking tussen het federale parket en het landelijk parket in
Nederland het FedLandsamenwerkingsverband heeft dus mooi
gewerkt. U mag dus verwachten dat in de toekomst dit soort modellen
ook zal worden gebruikt in andere grensstreken, met name in de
Euregio, waar het evident is dat wij zullen ingaan op een aantal
belangrijke aanbevelingen van het rapport De Ruyver-Fijnaut.
10.03 Raf Terwingen (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw antwoord. Ik deel uw mening. De vraag is gesteld in tempore non
suspecto, toen het rapport van de heren Fijnaut en De Ruyver nog
niet bekend was. Het beantwoordt inderdaad aan de aanbevelingen
die daarin staan.
10.03 Raf Terwingen (CD&V): Je
partage le point de vue du
ministre. Je me félicite de la mise
en oeuvre des recommandations
du rapport.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question de M. Georges Gilkinet au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les saisie et cession sur salaire: révision des barèmes" (n° 8493)</b>
11 Vraag van de heer Georges Gilkinet aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "loonbeslag en -overdracht: herziening van de barema's" (nr. 8493)
11.01 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Madame la présidente,
monsieur le ministre, le surendettement est le quotidien de nombreux
citoyens. Sur les presque 8 millions de contrats de crédit en cours
aujourd'hui, 491.009 étaient défaillants au 30 juin 2008.
Des accidents de parcours, une perte d'emploi, un problème de santé
ou des difficultés à gérer peuvent conduire à des situations où le
remboursement devient impossible et peut donner lieu à une saisie ou
une cession de salaire. La situation actuellement catastrophique en
matière de pouvoir d'achat, la hausse du prix de l'alimentation ou de
l'énergie notamment, rend le problème encore plus aigu pour de
nombreuses personnes. La saisie sur salaire se fera selon un barème
qui est revu chaque année mais ce barème ne suit pas l'inflation et
reste trop bas, parfois même sous le seuil du risque de pauvreté.
Monsieur le ministre, pouvez-vous me dire pourquoi l'indexation de ce
barème ne suit pas l'inflation, ce qui explique que la saisie sur les
allocations de remplacement sera plus importante que celle sur le
revenu du travail? En effet, sur la troisième tranche du barème de
1.014 à 1.119 euros, seuls 30% seront saisis quand il s'agit d'un
revenu du travail contre 40% quand il s'agit d'allocations de
remplacement.
Envisagez-vous de supprimer cette inégalité? De façon plus générale,
envisagez-vous une augmentation des barèmes? Selon quelles
modalités?
Avez-vous déjà eu des contacts avec des acteurs du secteur de la
médiation de dettes ou des centres de référence pour affiner l'analyse
du problème? Si oui, quelles conclusions en tirez-vous? Dans la
négative, pourquoi et envisagez-vous de le faire à court terme?
11.01 Georges Gilkinet (Ecolo-
Groen!):
Wanneer
een
schuldenaar de verschuldigde
bedragen niet kan terugbetalen,
kan gebruik worden gemaakt van
loonbeslag
of
loonoverdracht
volgens een barema dat jaarlijks
wordt herzien. Het barema wordt
echter niet aangepast aan de
inflatie en blijft veel te laag.
Waarom is dat zo? Als gevolg
daarvan
is
het
beslag
op
vervangingsuitkeringen hoger dan
op een inkomen uit arbeid. Bent u
van plan die ongelijkheid weg te
werken? Denkt u eraan de
barema's op te trekken? Op welke
manier? Had u al contact met de
sector van de schuldbemiddeling,
om de analyse van het probleem
te verfijnen? Zo ja, welke besluiten
trekt u daaruit? Zo niet, bent u van
plan contact op te nemen met de
sector?
11.02 Jo Vandeurzen, ministre: Cher collègue, votre question
comporte une contradiction. Vous parlez en effet vous-même
d'indexation. Or une indexation sert à compenser une éventuelle
inflation. Dès lors, ce que vous voulez dire précisément lorsque vous
affirmez que l'indexation ne suit pas l'inflation n'est pas très clair.
11.02 Minister Jo Vandeurzen:
De bedoeling van de indexering is
een
eventuele
inflatie
te
compenseren. Het is me niet
helemaal duidelijk wat u bedoelt
03/12/2008
CRIV 52
COM 386
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
30
Vous faites sans doute allusion au fait que les barèmes prévus par
l'article 1409 du Code judiciaire sont indexés sur la base de l'indice
santé. En effet, bien que l'article 1409, § 2, alinéa 1
er
du Code
judiciaire fasse mention de l'indice des prix à la consommation, c'est
l'indice santé qui est appliqué et ce, en vertu du prescrit de l'article 2
de l'arrêté royal du 24 décembre 1993 portant exécution de la loi du
6 janvier 1989 de sauvegarde de la compétitivité du pays. Le panier
de la ménagère sur la base duquel l'indice santé est calculé ne
contient ni combustible, ni alcool, ni produit du tabac; en période de
forte hausse des prix des combustibles, certaines personnes
pourraient effectivement être mises en difficulté.
Toutefois, il convient de tenir compte du fait que les salaires sont eux
aussi indexés sur la base de l'indice santé. C'est un élément
important dans la mesure où la question concerne la saisie sur
salaire. Il est donc nécessaire que les barèmes appliqués dans le
cadre de la protection contre la saisie sur salaire soient eux aussi
indexés sur la base de l'indice santé. À défaut, toute augmentation
des prix des combustibles ainsi que du tabac ou de l'alcool serait
entièrement répercutée sur la partie saisissable du salaire et donc sur
les épaules des créanciers.
Il est peut-être également intéressant de faire observer à cet égard
que l'inflation agit, en fait, toujours à l'avantage du débiteur. L'inflation
signifie que la monnaie subit une diminution de sa valeur. En d'autres
termes, la valeur réelle de l'argent a baissé en sorte que l'on achète
moins d'articles avec une même quantité d'argent. Cela a pour effet
que la valeur réelle d'une dette existante diminue également, ce qui
joue en faveur du débiteur et en défaveur du créancier. D'un point de
vue économique, l'idée qu'un débiteur doive être protégé contre
l'inflation est donc assez absurde.
Il existe effectivement une petite différence de barème entre salaire et
revenu de remplacement à l'avantage du premier. L'explication est
simple: il faut laisser plus d'argent au travailleur en cas de saisie sur
salaire pour éviter un piège à l'embauche. D'ailleurs, la différence
n'est pas énorme: 10,50 euros pour être précis. Nous pouvons donc
nous demander s'il ne convient pas d'examiner de manière plus
approfondie l'option d'une augmentation de la différence.
Une hausse des barèmes signifie une charge et un risque
supplémentaires pour les créanciers. Cette politique peut se révéler
hasardeuse en période de crise économique, où le gouvernement
fournit d'énormes efforts en vue de maintenir ouvertes les lignes de
crédit pour l'économie réelle.
Quant à votre quatrième question, nous n'avons pas eu connaissance
d'une telle concertation.
wanneer u zegt dat de indexering
de inflatie niet volgt. Wellicht doelt
u op het feit dat de barema's de
gezondheidsindex
volgen.
De
huishoudkorf, op grond waarvan
de
gezondheidsindex
wordt
berekend, houdt geen rekening
met de prijzen van brandstof,
alcohol en tabak. Wanneer de
brandstofprijzen sterk stijgen, zou
een
aantal
personen
in
moeilijkheden kunnen komen. Het
is echter zo dat ook de lonen op
basis van de gezondheidsindex
worden
geïndexeerd. Daarom
moet dat ook voor de barema's het
geval zijn. Zoniet zou de stijging
van de prijzen van brandstoffen,
alcohol en tabak een weerslag
hebben op het voor beslag vatbare
gedeelte van het loon en dus op
de schouders van de schuldeisers
terechtkomen. Anderzijds is het zo
dat de inflatie steeds in het
voordeel van de schuldenaar is.
De idee dat een schuldenaar
beschermd moet worden tegen de
inflatie is dus behoorlijk absurd.
Wat het baremaverschil tussen
loon
en
vervangingsinkomen
betreft, is de verklaring eenvoudig:
er moet voor worden gezorgd dat
de werkgever meer geld overhoudt
bij loonbeslag, om te vermijden dat
er een werkloosheidsval ontstaat.
Het verschil is trouwens niet
buitensporig groot. Zou men niet
moeten onderzoeken of dat
verschil niet groter moet worden
gemaakt?
Hogere
barema's
betekenen voor de schuldeisers
een bijkomende last en meer
risico. Het kan riskant zijn om zo
een beleid te voeren in tijden van
economische crisis.
11.03 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Monsieur le ministre, je
vous remercie de ces précisions. L'objectif de ma question n'était pas
de remettre en cause l'intérêt d'utiliser l'indice des prix à la
consommation ou l'index santé. Il s'agissait de souligner les situations
difficiles que vivent les gens endettés. Ceux-ci peuvent l'être à la suite
d'erreurs qu'ils ont commises, mais aussi à cause d'accidents de la
vie. Ce qui leur est laissé chaque mois pour vivre n'est pas suffisant à
mes yeux. Mais j'y reviendrai sans doute prochainement.
11.03 Georges Gilkinet (Ecolo-
Groen!): Met mijn vraag wilde ik
het gebruik van het indexcijfer van
de consumptieprijzen of van de
gezondheidsindex
niet
ter
discussie
stellen,
maar
wel
benadrukken in wat voor een
moeilijke situatie personen met
CRIV 52
COM 386
03/12/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
31
Pour la question des tranches saisies en fonction de la situation
professionnelle d'une personne, je suis désolé de vous avoir
manifestement donné une mauvaise idée. En effet, votre présupposé
est que les personnes qui sont demandeuses d'emploi et qui
bénéficient d'allocations de chômage le feraient par choix et
refuseraient de travailler, préférant le "confort" du chômage. Cela peut
arriver, mais cela ne me semble pas la règle générale. Je connais
surtout beaucoup de personnes qui veulent travailler, mais pour
lesquelles aucun emploi disponible n'existe. La piste que vous avez
évoquée et qui consisterait à encore augmenter le différentiel entre
les allocataires et les travailleurs ne me semble donc pas bonne.
Autant vous le dire dès à présent.
Pour le reste, je reviendrai vers vous avec des propositions, dans la
mesure où j'entretiens des contacts avec des centres de référence
dans le domaine de la médiation de dettes, qui rencontrent
quotidiennement des gens se trouvant dans des situations difficiles
ces derniers sont d'ailleurs prêts à rembourser leurs créanciers.
Il faut donc trouver un juste milieu.
schulden verkeren. Ze houden
maandelijks te weinig geld over
om van te leven. Ik zal daarop
terugkomen. Wat de voor beslag
vatbare inkomensschijven betreft
in functie van de arbeidssituatie,
heb ik spijt dat ik u op slechte
gedachten heb gebracht. U gaat
ervan uit dat personen die werk-
loosheidsuitkeringen
ontvangen
daarvoor zouden hebben gekozen
en zouden weigeren om te
werken. Dat is volgens mij geen
algemene regel. Het lijkt me dan
ook geen goed idee om het
verschil tussen uitkeringstrekkers
en werkenden nog groter te
maken. Voor de rest zal ik me
opnieuw tot u richten met
voorstellen.
11.04 Jo Vandeurzen, ministre: Monsieur le député, vous avez
évidemment raison: nous devons essayer de trouver un certain
équilibre. Ensuite, ne vous inquiétez pas: je ne vais pas prendre
d'initiatives impromptues.
11.04 Minister Jo Vandeurzen:
U hoeft zich geen zorgen te
maken: ik zal geen onverwachte
initiatieven nemen.
11.05 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Monsieur le ministre, je
vous remercie de cette précision.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Raf Terwingen aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de betekening van een akte door een gerechtsdeurwaarder in de
gevangenis" (nr. 8516)
12 Question de M. Raf Terwingen au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la notification d'un acte par un huissier de justice à la prison" (n° 8516)</b>
12.01 Raf Terwingen (CD&V): Mijnheer de minister, uit de praktijk
blijkt dat er zich nogal wat problemen voordoen wanneer een
gerechtsdeurwaarder in een penitentiaire instelling een akte moet
betekenen. Die man verliest heel wat tijd, omdat hij wordt beschouwd
als een gewone bezoeker van de gevangenis, waardoor hij de
gewone veiligheidsvoorschriften moet naleven. Hij moet onder meer
zijn gsm afgeven en voor het parkeren van zijn voertuig heeft hij geen
speciale regeling. Hij moet zich schikken naar de regels die gelden
voor alle bezoekers van de gevangenis. De gerechtsdeurwaarders
zijn al lang vragende partij om daar iets aan te doen.
In Gent is nu een soort proefproject tot stand gekomen waarbij men
een regeling heeft proberen te treffen om de zaken te
vergemakkelijken. De gerechtsdeurwaarders zouden zo minder tijd
verliezen. De werkwijze bestond er met name in dat als een
gedetineerde bijvoorbeeld bezoek had op het moment dat er een
betekening moest gebeuren, de gerechtsdeurwaarder door een cipier
tot bij hem in de bezoekcel werd gebracht. Datzelfde gebeurde
bijvoorbeeld als de gedetineerde zijn wandeling deed. Dan werd er
12.01 Raf Terwingen (CD&V):
Lorsqu'un huissier de justice doit
signifier
un
acte
dans
un
établissement pénitentiaire, il est
confronté à de nombreuses
difficultés. Il est traité comme
n'importe quel autre visiteur et
perd donc parfois beaucoup de
temps à cause des procédures de
sécurité et des problèmes de
stationnement. Si l'huissier de
justice se présente lors des heures
de visite, il doit souvent attendre
que celles-ci soient terminées.
Le précédent procureur général de
Gand avait instauré une procédure
fixe efficace, dans le cadre de
laquelle l'huissier de justice et le
03/12/2008
CRIV 52
COM 386
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
32
ook
een
bepaalde
werkwijze
gevolgd
waardoor
de
gerechtsdeurwaarder
sneller
bij
hem
komt,
zodat
de
gerechtsdeurwaarders als dienaars van het gerecht hun taak sneller
konden uitvoeren.
Concreet zijn mijn vragen de volgende. Ten eerste, bent u op de
hoogte van het probleem dat gerechtsdeurwaarders veel tijd
verliezen, doordat zij de gebruikelijke veiligheidsvoorschriften moeten
naleven?
Ten tweede, zult u de nodige stappen ondernemen om daar iets aan
te doen?
Ten derde, bestaat de mogelijkheid het proefproject zoals dat in Gent
is uitgeprobeerd, te veralgemenen en verder uit te testen?
détenu pouvaient se rencontrer
immédiatement
pendant
les
heures de visite ou lors de la
promenade.
Le ministre est-il informé du
problème? Y remédiera-t-il? Un
projet pilote pourrait-il être mené
pour tester la `solution gantoise'?
12.02 Minister Jo Vandeurzen: In het verleden werden inderdaad al
gelijkaardige klachten doorgespeeld aan mijn voorganger door de
voorzitter van de Kamer van Gerechtsdeurwaarders. De klachten
betroffen de parkeerproblemen, het moeten in bewaring geven van de
gsm en het ondergaan van een toegangscontrole.
Wat het probleem van het parkeren betreft, is veel afhankelijk van de
infrastructuur van de betrokken gevangenissen. De recent gebouwde
gevangenissen beschikken over ruime parkeerplaatsen voor
bezoekers en voor personeel. Oudere gevangenissen hebben
meestal geen eigen parkeerplaats, zodat bezoekers en personeel
aangewezen zijn op parkeren op straat.
Het toelaten van voertuigen tot de binnenkoer wordt in die
gevangenissen
wegens
plaatsgebrek
voorbehouden
aan
politievoertuigen die gevangenen transporteren.
Ik zal navraag laten doen in de gevangenissen welke concrete
afspraken of regels er lokaal bestaan inzake het parkeren voor
gerechtsdeurwaarders, met het oog op gelijkaardige regelingen op
alle locaties, afhankelijk van de praktische mogelijkheden.
Wat de toegangscontrole betreft, geldt de ministeriële rondzendbrief
van 19 april 2001. Die is eveneens van toepassing op
gerechtsdeurwaarders. De rondzendbrief bepaalt dat als algemene
regel geldt dat iedereen wordt geregistreerd en gecontroleerd. Dat
kadert in het algemeen belang dat wordt gehecht aan de veiligheid in
de gevangenis.
De veiligheidsvoorschriften zijn overigens te vergelijken met die op
luchthavens. Er is eveneens voorgeschreven dat gerechtelijke
diensten zich moeten legitimeren en in ruil voor de afgifte van hun
identiteitskaart of dienstkaart een papieren badge krijgen. Zij moeten
zich eveneens onderwerpen aan een elektronische controle en een
metaaldetectie.
Die instructies van april 2001 gelden dus niet alleen voor
gerechtsdeurwaarders, maar voor alle gerechtelijke diensten, zelfs
voor magistraten. De voormelde rondzendbrief geeft ook aan dat het
binnenbrengen van een gsm in de gevangenis niet is toegelaten. De
beroepscategorieën die bij uitzondering een gsm bij zich mogen
houden, zoals geneesheren van wacht of leden van het centraal
12.02 Jo Vandeurzen, ministre:
Par le passé, des plaintes
similaires ont été communiquées à
mon prédécesseur par le président
de la chambre des huissiers.
En ce qui concerne le problème de
parking,
tout
dépend
de
l'infrastructure
de
la
prison
concernée. Les prisons construites
récemment disposent de vastes
parkings,
contrairement
aux
prisons plus anciennes. Dans
celles-ci, l'accès à la cour
intérieure
est
réservé
aux
véhicules
de
police
qui
transportent des détenus. Je
m'informerai auprès des différents
établissements pénitentiaires pour
examiner les possibilités.
En ce qui concerne le contrôle
d'accès, la circulaire ministérielle
du 19 avril 2001 est d'application.
La règle générale est que tout le
monde doit être enregistré et
contrôlé, même les magistrats.
Aux termes de la circulaire,
l'introduction
d'un
téléphone
portable dans la prison est interdit.
La
liste
des
catégories
professionnelles
qui
à
titre
exceptionnel, peuvent disposer
d'un téléphone portable est limitée.
J'examinerai dans quelle mesure il
est nécessaire d'accorder aussi
une telle dérogation aux huissiers
de justice.
Lorsqu'un huissier de justice se
présente, on tente de le mettre le
plus vite possible en contact avec
CRIV 52
COM 386
03/12/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
33
bestuur, zijn limitatief opgesomd.
Ik zal onderzoeken in welke mate die uitzondering ook voor
deurwaarders noodzakelijk is. Wanneer een deurwaarder zich meldt
voor een gedetineerde, worden alle maatregelen genomen om de
gedetineerde zo snel mogelijk voor te leiden binnen de
organisatorische beperkingen. Het gaat immers om een interne en
individuele beweging, waarbij men rekening moet houden met de
veiligheidsprocedures en eventueel andere bewegingen die bezig zijn.
Er kunnen zich omstandigheden voordoen die maken dat de
gedetineerde niet onmiddellijk kan worden voorgeleid en de
deurwaarder een zekere tijd moet wachten. Dat geldt ook wanneer de
gedetineerde op wandeling is.
Het spreekt voor zich dat de gevangenissen alles in het werk moeten
stellen om de wachttijden voor de deurwaarders zo kort mogelijk te
houden en een vlotte en correcte bediening te verzekeren.
Gevangenissen zijn zoals overheidsdiensten ook dienstverleners ten
aanzien van diverse klanten.
Wanneer de gedetineerde bezoek heeft, hangt veel af van de
omstandigheden, zoals de plaats waar de bezoekruimte zich bevindt,
het beschikbare personeel, de resterende bezoektijd enzovoort. Er
dient ook rekening te worden gehouden met de belangen van de
bezoekers, die soms van ver zijn gekomen of niet frequent kunnen
komen en niet graag de bezoektijd ingekort zien.
Specifiek in Gent wordt de deurwaarder inderdaad tot aan de
bezoekzaal geleid. De infrastructuur van de gevangenis van Gent
biedt daartoe de mogelijkheid. Die regeling werd evenwel niet door de
procureur-generaal ingevoerd, die zich niet inlaat met de praktische
regeling van het bezoek, maar door de lokale gevangenisdirectie.
Ik zal door de directeur-generaal van de Penitentiaire Inrichtingen op
korte termijn laten onderzoeken in welke mate de andere
gevangenissen een gelijkaardige praktische oplossing kunnen
aanwenden met het oog op een zo vlot mogelijke bediening van de
gerechtsdeurwaarders.
le
détenu
concerné.
Les
responsables pénitentiaires ont
pour mission de limiter autant que
possible les délais d'attente.
Dans certaines circonstances, le
détenu ne peut pas être amené
immédiatement et l'huissier doit
attendre un certain temps. Il en est
notamment ainsi lorsque le détenu
est en promenade.
Lorsque le détenu reçoit une visite,
tout dépend des circonstances et
des motifs des visiteurs.
À Gand plus particulièrement,
l'huissier de justice est en effet
amené jusqu'à la salle des visites.
L'infrastructure de cette prison le
permet. Ce système a été instauré
à l'initiative de la direction de la
prison. J'examinerai s'il peut être
généralisé.
12.03 Raf Terwingen (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor
het antwoord. Ik vind het goed dat u zult laten onderzoeken of de
regeling die in Gent wordt gehanteerd en die zeer praktisch blijkt te
zijn, inderdaad kan worden veralgemeend.
12.03 Raf Terwingen (CD&V): Je
suis heureux d'entendre que le
ministre est disposé à examiner la
possibilité
de
généraliser
le
système gantois.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Samengevoegde vragen van
- de heer David Geerts aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "het innen van verkeersboetes" (nr. 8518)
- de heer Michel Doomst aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "het onrealistisch aantal dagvaardingen in Brussel" (nr. 8635)
- mevrouw Els De Rammelaere aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "het recordaantal geflitsten in de Reyerstunnel" (nr. 8661)
- de heer Bart Laeremans aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de komende toevloed van duizenden nieuwe dagvaardingen voor de Brusselse
politierechtbank" (nr. 8671)
03/12/2008
CRIV 52
COM 386
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
34
- de heer Jean-Luc Crucke aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de 42.000 processen-verbaal van de Reyerstunnel" (nr. 8687)
- de heer Renaat Landuyt aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de afhandeling van snelheidsovertredingen" (nr. 8743)
13 Questions jointes de
- M. David Geerts au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes institutionnelles
sur "la perception d'amendes pour infractions au code de la route" (n° 8518)<br>- M. Michel Doomst au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes institutionnelles
sur "le nombre irréaliste de citations à Bruxelles" (n° 8635)<br>- Mme Els De Rammelaere au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le nombre record de véhicules flashés dans le tunnel Reyers" (n° 8661)<br>- M. Bart Laeremans au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "l'annonce d'un afflux de milliers de nouvelles assignations devant le tribunal de
police de Bruxelles" (n° 8671)<br>- M. Jean-Luc Crucke au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les 42.000 procès-verbaux du tunnel Reyers" (n° 8687)<br>- M. Renaat Landuyt au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le traitement des infractions pour excès de vitesse" (n° 8743)</b>
13.01 David Geerts (sp.a+Vl.Pro): Mevrouw de voorzitter, mijnheer
de minister, u hebt een tijdje geleden twee alternatieven naar voren
geschoven om tot een betere inning te komen van verkeersboetes.
Enerzijds hebt u ervoor gepleit om openstaande boetes te laten
verrekenen bij de eindafrekening van de personenbelasting en
anderzijds hebt u geopperd om gerechtelijke inningskantoren op te
zetten.
Het klopt natuurlijk dat een aantal parketten, om het Brusselse niet
met naam te noemen, er vandaag niet meer in slaagt om
verkeersboetes op een deftige termijn af te handelen. Er is dan ook
een actieplan nodig. Wij hebben daarover reeds vragen gesteld in
deze commissie.
In het eerste pakket van de staatshervorming is er ooit eens
afgesproken om de overtredingen van de eerste en tweede graad te
depenaliseren en naar de Gewesten over te hevelen, vandaar de
volgende vragen.
Ten eerste, wat is het concrete stappenplan van de minister in
verband met de uitvoering van zijn twee ideeën?
Ten tweede, in welke mate worden de Gewesten daarbij betrokken?
Ten derde, in welke mate hebben die ideeën effectief zin indien er tot
een regionalisering van het eerste pakket wordt besloten?
13.01
David
Geerts
(sp.a+Vl.Pro): En vue d'une
meilleure perception des amendes
routières, le ministre préconise
l'imputation des amendes dans
l'impôt des personnes physiques
et la création de bureaux de
perception judiciaires.
Des mesures doivent être prises
car les parquets n'arrivent plus à
suivre. Toutefois, il a par ailleurs
été convenu dans le cadre du
premier paquet de la réforme de
l'État de dépénaliser les infractions
des 1er et 2
e
degré et de les
transférer aux Régions.
Selon quel schéma le ministre
compte-t-il mettre ses projets en
oeuvre? Les régions y seront-elles
associées? Les projets du ministre
auront-ils encore une raison d'être
après la régionalisation?
13.02 Minister Jo Vandeurzen: Mevrouw de voorzitter, collega's, na
de nodige inlichtingen te hebben ingewonnen omtrent de
42.000 vaststellingen die zouden zijn gedaan door een flitspaal in de
Reyerstunnel bleek dat het verhaal enigszins anders was dan in de
pers is verschenen.
De politiezone BRUNO...
13.03 David Geerts (sp.a+Vl.Pro): Mijnheer de minister, mijn vraag
ging over de gerechtelijke inningskantoren.
13.04 Minister Jo Vandeurzen: Er is hier nog een vraag bijgevoegd
CRIV 52
COM 386
03/12/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
35
blijkbaar.
13.05 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro): De minister wil uw vraag
samenvoegen met agendapunt nr. 37. Wij zijn het daarmee eens.
13.06 Minister Jo Vandeurzen: Voor mij is dat goed.
Wij hebben een antwoord gemaakt over het geheel van de
problematiek.
13.07 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro): De minister plaatst de
commissie voor voldongen feiten.
De voorzitter: Eigenlijk wel.
13.08 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro): Voor een keer wil ik dat door
de vingers zien.
De voorzitter: Er zijn natuurlijk collega's die niet verwachten dat punt nr. 37 nu al aan bod komt. Dat is het
probleem. We zullen met mevrouw De Rammelaere beginnen en ondertussen zullen wij de andere
collega's opbellen.
13.09 Els De Rammelaere (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer
de minister, ik kan mijn vraag niet volledig stellen, want ze is al een
beetje achterhaald. Ik had een vraag ingediend omtrent de
42.000 mensen die werden geflitst. Daarnet hebt u echter al gezegd
dat zij blijkbaar niet werden geflitst, maar geteld.
Over de heisa die daardoor is ontstaan met enerzijds de Brusselse
minister die bestraffing eiste, terwijl anderzijds uw kabinet antwoordde
dat zo veel bijkomende dagvaardingen niet haalbaar en niet
realiseerbaar zijn, wens ik toch nog enkele vragen te stellen.
Veronderstel dat er op een bepaald moment toch zoveel processen-
verbaal bij komen, hoe denkt u dat het dan kan worden opgelost?
Wat zal er gebeuren binnen korte tijd om de parketten in staat te
stellen een degelijk aantal pv's te verwerken?
Ten tweede, wat denkt u van het voorstel dat de Brusselse minister
Smet heeft gedaan om meer politierechters te benoemen en de
omgekeerde procesvoering in te voeren?
Daarover had ik graag uw standpunt gekend.
13.09 Els De Rammelaere (N-
VA): J'ai posé cette question en
raison du nombre invraisemblable-
ment élevé de personnes qui
avaient été flashées et dont il est
apparu par la suite qu'elles avaient
été comptées plutôt que flashées.
Mais ma question n'est malgré
tout pas totalement inutile dans la
mesure où le ministre bruxellois a
demandé que les contrevenants
soient sanctionnés alors que le
ministre estimait que cela n'était
pas réalisable.
Quelles mesures seront prises à
court terme pour permettre aux
parquets de traiter une quantité
aussi importante de procès-
verbaux?
Que pense le ministre de la
proposition du ministre bruxellois
Smet de nommer davantage de
juges de police et de renverser la
procédure?
13.10 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro): Mevrouw de voorzitter, waarde
collega's, mijnheer de minister, er was een beetje verwarring op het
terrein. Men wist niet of er 42.000 pv's moesten worden opgesteld.
Nadien bleek het toch maar om een telling te gaan. In ieder geval
kregen we daarmee een voorsmaakje van eventuele problemen die
zouden kunnen ontstaan op het terrein.
Dat voorval doet ons uiteraard herinneren aan het eerste pakket van
de staatshervorming, waarin voor snelheidsovertredingen, voor zover
13.10
Renaat
Landuyt
(sp.a+Vl.Pro): La confusion a
régné à propos des 42.000
procès-verbaux. En réalité, il ne
s'agissait que d'un comptage qui
nous donne un avant-goût des
problèmes qui pourraient bien se
poser. Selon le premier paquet
issu de la réforme de l'État, les
03/12/2008
CRIV 52
COM 386
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
36
de maximumsnelheid niet met meer dan 30 km per uur wordt
overschreden, voortaan een administratieve afhandeling wordt
voorzien, en waarbij de Gewesten bevoegd worden voor het opleggen
en uitvoeren van de administratieve sancties ter zake.
Ook uw belofte om iets te doen aan de capaciteit van de Brusselse
politierechtbank komt daarmee opnieuw in het vizier.
Mijnheer de minister, vandaar mijn vier vragen.
Ten eerste, deelt u de mening dat in de heisa rond de afhandeling van
de controles of de tellingen in de Reyerstunnel een argument kan
worden gevonden voor een snelle uitvoering van een eerste pakket
van de staatshervorming, zodat de politierechters en het parket zich
kunnen toeleggen op de zware dossiers, zoals rijden onder invloed,
vluchtmisdrijven, supersnel rijden of rijden zonder verzekering?
Ten tweede, begin september kondigde u aan dat u de strenge
aanwervingvoorwaarden voor politierechters in Brussel wilde
versoepelen. Hoe ver staat u daarmee?
Ten derde, zult u nog andere maatregelen nemen om op korte en
lange termijn het hoofd te bieden aan het gebrek aan capaciteit bij de
Brusselse politierechtbank? Zo ja, welke?
Ten vierde, doet dezelfde problematiek zich ook voor in andere
gerechtelijke arrondissementen? Zo ja, zult u ook daar maatregelen
nemen?
Régions seraient compétentes
pour traiter les infractions pour
excès de vitesse en cas de
dépassement
de
la
vitesse
autorisée de 30 km/h maximum.
Par ailleurs, la promesse du
ministre de remédier au problème
de capacité auquel est confronté
le tribunal de police de Bruxelles
refait surface.
L'émoi suscité par le comptage
effectué dans le tunnel Reyers
pourrait-il constituer un argument
en faveur d'une mise en oeuvre
rapide du premier paquet issu de
la réforme de l'État, de manière à
ce que les juges de police et les
parquets puissent se consacrer
aux dossiers de circulation plus
graves?
Qu'en
est-il
de
l'assouplissement annoncé des
conditions de recrutement des
juges de police pour renforcer la
capacité du tribunal de police de
Bruxelles?
D'autres
mesures
seront-elles prises pour accroître
cette capacité? Le problème se
pose-t-il également dans d'autres
arrondissements
et,
dans
l'affirmative, y prend-on également
des mesures?
13.11 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, we weten ondertussen dat een en ander zeer
gechargeerd was weergegeven in de media. Er was sprake van een
soort van rel tussen uw kabinet en dat van de Brusselse minister
Smet. Een en ander bleek echter gebaseerd te zijn op een
misverstand, omdat het eigenlijk ging over tellingen, eerder dan over
vaststellingen. Hoe dan ook lijkt het er op te wijzen dat minister Smet,
fundamentalistisch, in Brussel vooral heel veel mensen wil bekeuren
en minder een beleid wil voeren dat gericht is op het temperen van de
snelheid, dus eerder een beleid wil voeren van zo veel mogelijk
nultolerantie ten aanzien van overtredingen. In de media stond zelfs
ergens dat al vanaf 71 km per uur al zou worden geflitst, wat natuurlijk
tot buitensporig veel vaststellingen en bekeuringen zou gaan leiden.
Wat is het resultaat van het overleg dat tot op heden reeds werd
gevoerd? Wat kunnen de diensten aan? Klopt het dat er binnenkort
nog eens 10 van dergelijke flitspalen zullen bijkomen, precies op
locaties zoals opritten en tunnels, waar doorgaans snel wordt
gereden? Dat zou leiden tot 4.000 dagvaardingen per dag. De
gerechtelijke
diensten kunnen
onmogelijk
zoveel dossiers
behandelen.
Werd
overleg
gepleegd
met
minister
Smet
over
zijn
nultolerantiebeleid? Op welke manier hoopt u uw Brusselse collega tot
rede te kunnen brengen?
13.11 Bart Laeremans (Vlaams
Belang):
Les
médias
ont
abusivement
fait
état
d'une
querelle entre le cabinet du
ministre bruxellois, M. Smet, et le
ministre fédéral de la Justice. Il ne
s'agissait en réalité que de
comptages, non de constats.
Il semblerait que le ministre Smet
soit partisan d'une tolérance zéro
à Bruxelles, ce qui se traduirait par
42.000 procès-verbaux et 4.000
citations à comparaître par jour.
Qu'a donné la concertation à
propos de cette politique de la
tolérance zéro? Quel volume de
travail peuvent absorber les
services judiciaires? Est-il exact
que 70 caméras supplémentaires
vont être installées en des endroits
où la vitesse est limitée à 70 km/h
mais où on roule habituellement
plus vite?
CRIV 52
COM 386
03/12/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
37
13.12 Minister Jo Vandeurzen: Mevrouw de voorzitter, collega's, uit
de nodige inlichtingen omtrent de 42.000 vaststellingen die zouden
zijn gedaan door een flitspaal in de Reyerstunnel die ik heb
ingewonnen, bleek dat het verhaal enigszins anders is dan in de pers
is verschenen.
De politiezone BRUNO Schaarbeek, Evere, Sint-Joost-ten-Node
heeft tussen 22 en 28 oktober 2008 op eigen initiatief een meting
gedaan van het aantal inbreuken die zouden worden vastgesteld
indien men daadwerkelijk begint te controleren. Er werd gemeten, niet
met een camera, maar met een meettoestel, een soort black box, met
het oog op de toekomstige installatie van een vaste onbemande
camera. Er werden bijgevolg geen processen-verbaal opgesteld. Het
resultaat van de meting was inderdaad wel dat op ongeveer 90.000
getelde voertuigen er circa 42.000 eigenlijk te snel reden. De
resultaten van de metingen werden overgelegd aan het parket te
Brussel. Van een effectief probleem van de verwerking van
42.000 processen-verbaal is er op dit ogenblik alsnog geen sprake.
Ik vond het ook een merkwaardig verhaal. Ik heb op een bepaald
ogenblik dan maar besloten om collega Smet te bellen om te weten
wat er nu eigenlijk aan de hand was. Toen was het eigenlijk vrij vlug
opgelost.
De werken voor de installatie van de flitspalen aan de Reyerstunnel
zijn nog aan de gang, er moet nog de nodige signalisatie worden
aangebracht en er moet nog een protocol tussen de politie, het parket
en het Gewest worden ondertekend. Wanneer de flitspalen effectief in
gebruik zullen worden genomen, kan bijgevolg niet met zekerheid
worden gesteld. Het departement Justitie is bij de installatie immers
zelf geen rechtstreeks betrokken partij.
Wat de overige te installeren flitspalen betreft, geldt hetzelfde. De
plaatsing en de inwerkingstelling zal door het Gewest worden
geregeld.
Het probleem zoals aangehaald in de pers, is dan ook momenteel niet
aan de orde. Dat belet uiteraard niet, dat, als de flitspalen er zullen
zijn, dat ongetwijfeld een toevloed van processen-verbaal zal
veroorzaken. Doch ook dan is enige nuancering op zijn plaats. Wij
hebben het daar trouwens vroeger al over gehad. Terwijl in de
beginfase veel processen-verbaal te verwachten zijn, leert de ervaring
toch dat na verloop van tijd het aantal vaststellingen veel afneemt, om
de eenvoudige reden dat de meeste weggebruikers er zich van
bewust worden dat zich op desbetreffende plaats een flitspaal bevindt.
Bovendien zullen die flitspalen niet allemaal 24 uur op 24 in werking
zijn. Hun aanwezigheid alleen heeft immers al een positief effect op
het rijgedrag van de voorbijrijdende bestuurders. Voorts wordt de
overgrote meerderheid van de vastgestelde overtredingen, 80 tot
90%, afgehandeld door middel van een minnelijke schikking.
Vanuit het parket beoogt men aldus om de politierechters zo min
mogelijk te belasten met eenvoudige verkeersovertredingen, zodat
deze laatste zich kunnen toeleggen op de meer ernstige
verkeersinbreuken
alsook,
onder
meer,
op
de
zware
verkeersongevallen en de vluchtmisdrijven.
13.12 Jo Vandeurzen, ministre:
La réalité est différente de ce que
l'on a pu lire dans la presse. La
zone de police concernée aurait
effectué des mesures de sa
propre initiative. Aucun procès-
verbal n'a été dressé. Le résultat
des mesures indiquait que sur
nonante mille véhicules, 42.000
roulaient trop vite. Les résultats
ont été communiqués au parquet
de Bruxelles, mais il n'est donc
pas question de procès-verbaux.
Les travaux pour l'installation des
radars automatiques au niveau du
tunnel Reyers ont commencé,
mais le protocole entre la police, le
parquet et la Région n'est toujours
pas signé. On ignore encore
quand les radars automatiques
seront mis en service. La Justice
n'est pas directement concernée
par
l'installation
des
radars
automatiques
ni
par
leur
fonctionnement.
Cette
tâche
incombe à la Région.
Sans doute les nouveaux radars
automatiques feront-ils augmenter
le nombre de procès-verbaux,
mais après quelque temps, ce
chiffre diminuera parce que tout le
monde finit par savoir à quel
endroit les radars sont installés.
Même s'ils ne fonctionnent pas 24
heures sur 24, leur présence
exerce un effet positif sur la
vitesse. Par ailleurs, la majorité
des infractions débouchent sur un
traitement administratif, par le
biais de transactions, de sorte que
les tribunaux de police peuvent se
consacrer
à
des
infractions
routières plus graves.
Une bonne politique répressive en
matière de circulation nécessite de
bons
accords
entre
les
responsables administratifs, la
police et le parquet.
Le traitement des constatations
pléthoriques effectuées par les
radars dépasseront non seulement
les capacités du parquet et du
tribunal de police mais également
03/12/2008
CRIV 52
COM 386
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
38
Een goed verkeershandhavingsbeleid vergt verder ook degelijke
afspraken tussen de bestuurlijke verantwoordelijken, de politie en het
parket. Immers, de verwerking van onnoemelijk veel vaststellingen
door digitale camera's zal niet enkel de draagkracht van het
politieparket en de politierechtbank overtreffen, maar mogelijk ook
deze van de politiediensten die al deze processen-verbaal dienen op
te stellen.
Naar ik heb vernomen zouden er daarom ook te Brussel afspraken
met betrekking tot de nieuw in gebruik te nemen flitspalen worden
gemaakt, zodat kan worden verzekerd dat er geen laks beleid ter
zake zal worden gevoerd eenmaal de bijkomende flitspalen operatief
zijn. Meer bepaald zal dit gebeuren in het kader van het platform
verkeersveiligheid, waarbij er maandelijks wordt overlegd tussen de
diensten van het parket en de diverse politiezones van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest. Een vertegenwoordiger van het kabinet van
de Brusselse minister Smet zou daarbij telkens aanwezig zijn.
Bij herhaling heb ik er als minister van Justitie daarenboven op
gewezen dat een adequate afhandeling van verkeersinbreuken niet
alleen in Brussel, maar in het hele land noodzakelijk is. Om de
alsmaar toenemende instroom van processen-verbaal door middel
van geautomatiseerde vaststelling te kunnen verwerken, wordt
daarom voor het ganse land gewerkt aan de oprichting van een soort
centraal gerechtelijk inningkantoor dat zal instaan voor de
invorderingen van zowel onmiddellijke inningen, minnelijke
schikkingen als de door de strafrechter opgelegde boetes. Mede door
een doorgedreven samenwerking met de FOD Financiën moet dit
leiden tot een versterkte verhaalbaarheid en invorderingscapaciteit
van de geldelijke sancties op de overtreders. Het is daarbij tevens de
bedoeling dat het gerechtelijk inningkantoor een deel van de betwiste
verkeersovertredingen ook justitieel zou afhandelen.
De vraag of in het kader van de toekomstige staatshervorming
eventueel ook de Gewesten de bevoegdheid moeten krijgen om zelf
bepaalde verkeersovertredingen af te handelen, maakt thans het
voorwerp uit van de onderhandelingsgesprekken ter zake en zit
trouwens in het eerste pakket. Het resultaat daarvan zal worden
afgewacht. U weet dat ik deelneem aan de dialoog, maar dan eerder
uit de positie van de waarneming vanuit de federale overheid. Eens
het akkoord herbevestigd of bevestigd, zullen wij dat uiteraard ook in
het Parlement hier bepleiten. Alleszins is het zo dat het een vrij
complex gegeven is, omdat bepaalde eventueel te regulariseren
verkeersovertredingen soms ook kunnen samengaan met andere
verkeersovertredingen of met bijvoorbeeld een ongeval of een
vluchtmisdrijf. We zullen moeten zien wat de consequenties zijn, maar
volgens mij doet het niets af aan het principe dat we op federaal vlak
voor de penale invorderingen met het inningkantoor kunnen
verdergaan. Niets sluit trouwens uit dat de Gewesten daarop
eventueel ook een beroep doen: dat zijn modaliteiten die we moeten
bepalen, eens we de omvang van het pakket kennen.
Wat ten slotte de situatie van de politierechters te Brussel betreft, is
het zo dat deze problematiek al uitvoerig aan bod is gekomen bij
vorige mondelinge vragen. Ik verwijs naar de vergadering van de
commissie van de Justitie van 1 oktober. Er werd toen verwezen naar
het actieplan dat door de beleidscel werd opgesteld. Dit actieplan
celles des services de police
chargés de dresser les procès-
verbaux. C'est la raison pour
laquelle
ce
traitement
sera
également, à Bruxelles, abordé
dans les accords s'inscrivant dans
le cadre de la plate-forme sécurité
routière,
plate-forme
où
un
représentant du ministre Smet
devrait aussi être présent chaque
fois.
Il est nécessaire de traiter les
infractions au code de la route
adéquatement dans l'ensemble du
pays. Pour pouvoir traiter le
nombre sans cesse croissant de
procès-verbaux entrants, nous
créerons
un
bureau
de
recouvrement judiciaire central qui
sera chargé de procéder au
recouvrement des perceptions
immédiates, des transactions et
des amendes appliquées par le
juge pénal.
La question de savoir si les
Régions doivent être compétentes
pour traiter elles-mêmes certaines
infractions au code de la route
sera examinée dans le contexte
des négociations portant sur le
premier paquet de la réforme de
l'État. Nous attendons les résultats
de ces négociations. Sitôt que
l'accord
sera
entériné
ou
réentériné, il sera défendu au
Parlement. Entre-temps, rien ne
nous empêche de poursuivre la
mise sur pied du bureau de
recouvrement à l'échelon fédéral.
Du reste, rien n'exclut que les
Régions y recourent.
La situation des juges de police à
Bruxelles a déjà été débattue
longuement, notamment le 1
er
octobre. Le plan d'action sera
l'objet d'un suivi. Un certain
nombre de référendaires seront
intégrés
temporairement
au
tribunal de police de Bruxelles
dans les plus brefs délais. Le 12
novembre, un candidat-juge de
police a été nommé.
Les tribunaux de police bruxellois
tournent à plein régime, avec
CRIV 52
COM 386
03/12/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
39
voorzag onder meer in een optimalisering van het vervolgingsbeleid,
een actief rekruteringsbeleid en onderzoek naar de opportuniteit van
een kaderuitbreiding, en de uitvoering van de aanbevelingen van de
Hoge Raad voor de Justitie, dit ingevolge een auditverslag van 10
april 2008. Dit plan wordt dus opgevolgd, wat onder meer betekent dat
ik zo vlug mogelijk een aantal referendarissen hoop te kunnen
aanstellen die tijdelijk zullen worden ingezet in de politierechtbank te
Brussel.
Positief nieuws in dat verband is alvast dat ondertussen, meer
bepaald op 12 november, de kandidaat-politierechter waarvan ik op
1 oktober gewag maakte, effectief is benoemd.
Dat er ondertussen ook hard wordt gewerkt te Brussel blijkt ook uit de
door het parket ter beschikking gestelde cijfers. Zo meldt men mij dat
er voor de politie en het parket 12 zittingen zijn voorzien per week
voor de politierechtbank, waarbij er per zitting vaak meer dan
110 dossiers worden behandeld. Vanaf januari 2009 zal er per week
een namiddagzitting bijkomen. Uitzonderlijk zijn er in de maanden
november en december in het kader van de oneshot-operatie reeds
24 bijkomende namiddagzittingen geprogrammeerd.
Ten slotte is het zo dat er tussen 1 januari 2008 en 24 november 2008
er in totaal al 29.033 dossiers werden gedagvaard. Wel is het zo dat
de dagvaardingstermijn toch nog ongeveer tussen de 9 à 10 maanden
bedraagt.
douze audiences par semaine et
plus de cent dossiers par
audience. En 2009, une audience
supplémentaire
sera
prévue
chaque semaine, l'après-midi. En
novembre et décembre, vingt-
quatre audiences supplémentaires
ont été programmées. Cette
année, plus de 29.000 citations ont
déjà été notifiées mais le délai
d'assignation est toujours de neuf
à dix mois.
13.13 David Geerts (sp.a+Vl.Pro): Mevrouw de voorzitter, Ik dank de
minister. Ik ga enkel repliek geven op de elementen die ik concreet
heb gevraagd.
Ten eerste stel ik vast dat u uw idee van de openstaande boetes laten
verrekenen via de eindafrekening van de personenbelasting heb laten
vallen, want u hebt dat niet aangehaald in uw antwoord. Maar dan
hebt u gezegd in samenwerking met Financiën om te kijken hoe een
centraal gerechtelijk inningkantoor kan worden opgestart. Dus ik
neem aan dat dat idee dan verder wordt uitgewerkt.
Welke concrete stappen hebt u dan genomen naar zo een centraal
gerechtelijk inningkantoor. U moet daar toch een plan voor hebben
vooraleer u dat hebt gelanceerd, neem ik aan. Hoe ziet u dat? Over
hoeveel mensen gaat het? Op welke begrotingsmiddelen zal dat
worden georganiseerd?
En dan zegt u dat achteraf de Gewesten ook op dit centraal
gerechtelijk inningkantoor kunnen intekenen om gedeeltelijk samen te
werken. Klopt het dan dat er op dit moment nog geen overleg is
geweest met de Gewesten of heb ik dat ook verkeerd verstaan?
13.13
David
Geerts
(sp.a+Vl.Pro): L'idée de porter les
amendes en compte dans le cadre
du décompte final de l'impôt des
personnes physiques n'est donc
pas retenue. Dès lors, il n'y aura
pas de coopération avec les
Finances, mais un bureau de
perception central sera tout de
même créé. Quels sont les
projets? Combien de personnes
envisage-t-on d'employer et quel
sera le coût de l'opération? Une
concertation n'est-elle pas encore
organisée sur le sujet avec les
Régions?
13.14 Els De Rammelaere (N-VA): Mevrouw de voorzitter, ik dank
mijnheer de minister voor zijn antwoord. U zegt dat een groot deel van
de overtredingen worden opgelost via het betalen van een minnelijke
schikking. Dat is nu al zo, maar ik heb ook gehoord dat een groot deel
van de minnelijke schikkingen in werkelijkheid niet wordt betaald en
dat die dan ook door de parketten niet verder worden vervolgd
waardoor er eigenlijk een systeem van straffeloosheid ontstaat dat bij
bepaalde mensen zo ingeburgerd is dat zij gewoon hun voorstel tot
minnelijke schikking klasseren en met succes. Zij worden later ook
13.14 Els De Rammelaere (N-
VA): Beaucoup de transactions
restent tout simplement dues,
mais aucune poursuite n'est
engagée. L'impunité gagne du
terrain. Il faut combattre ce
phénomène. Le ministre bruxellois
propose en fait le processus
inverse: le citoyen qui refuse de
03/12/2008
CRIV 52
COM 386
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
40
niet meer vervolgd. Ik denk dat daar ook kordaat moet worden
opgetreden want dergelijke mate van straffeloosheid kan niet worden
geduld.
Een tweede vraagje waar ik geen antwoord op heb gekregen, is het
voorstel van de Brusselse minister om over te gaan tot de
omgekeerde procesvoering. Hij heeft blijkbaar gezegd of het zijn
standpunt is dat wie niet wil betalen, zelf naar de rechter moet
stappen. Je kan ook het last in first out principe grondiger doorvoeren.
Ik had daar nog graag uw standpunt over gekend.
payer doit s'adresser lui-même au
tribunal. Quelle est la position du
ministre?
13.15 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro): Mevrouw de voorzitter, Ik had
inderdaad, zoals mevrouw De Rammelaere, dezelfde opmerking in
verband met het niet opvolgen van de niet betaalde minnelijke
schikking. Ik denk dat daar het probleem ligt. Uiteraard werkt het
parket volgens algemene richtlijnen met de minnelijke schikkingen.
Het probleem in Brussel blijkt echter te zijn dat de niet-betalingen niet
worden opgevolgd, met enorm grote getallen tot gevolg. Daarover
blijft men echter mysterieus.
Mocht u over voornoemd probleem iets meer kunnen zeggen, zou dat
heel sympathiek zijn.
Ten tweede, wat mij opvalt en enigszins ongerust maakt, is uw
opmerking dat in de dialoog waarin u als waarnemer zit, het eerste
pakket van de staatshervorming in het bijzonder het verkeersaspect
nog moet worden herbevestigd of moet worden bevestigd. Met
andere woorden, tenzij het mij in de actualiteit is ontsnapt en indien ik
u goed heb begrepen, bestaat het eerste pakket vandaag eigenlijk
niet meer.
13.15
Renaat
Landuyt
(sp.a+Vl.Pro): La question de
l'absence
de
poursuites
en
matière de transactions non
payées reste obscure. Le ministre
peut-il en dire plus?
Le ministre parle du premier
paquet
de
la
réforme
institutionnelle
qui
doit
être
"confirmé ou re-confirmé". J'en
déduis que le premier paquet
n'existe donc plus, en réalité.
13.16 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, het bewuste, eerste pakket was al in een
wetsontwerp gegoten. Het lag al in mei 2008 ter behandeling klaar.
Uiteindelijk werd het voortdurend voor zich uit geschoven. De
bedoeling was echter dat de Senaat het eerste pakket al lang zou
hebben goedgekeurd. Dat ging vooraf aan de fameuze akkoorden van
15 juli 2008, die er nooit zijn gekomen. Zelfs dat eerste plan ...
(...): (...).
13.16 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Le premier paquet de
mesures, qui a déjà été coulé
dans un projet de loi, était prêt à
être examiné en mai 2008 mais a
toujours été remis à plus tard.
13.17 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Neen, dat was voordien. Of
dat nu in de Senaat of desnoods hierboven gebeurt, kan mij niet
schelen.
Mijnheer de minister, als ik u goed begrijp, moet, zoals de heer
Baeselen zegt, alles opnieuw worden geglobaliseerd en herbekeken.
Dat is zoals met de plantentuin van Meise, waarover wij ook vijftien
keer onderhandelen. Dat is werkelijk waanzin.
Ik hoop in elk geval dat u wat voordien was verworven, minstens kan
handhaven en meer nog naar de Gewesten kan overhevelen.
Het is ook vreemd dat nu al wordt beslist om een federaal
inningkantoor op poten te zetten, wanneer nog niet is geweten wat de
Gewesten op dat vlak precies aan bevoegdheden zullen verwerven en
wanneer alles nog ter discussie staat. Het lijkt mij logisch dat u het
13.17 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): À présent, on réexamine
l'ensemble, ce qui est insensé.
J'espère que les acquis seront
maintenus
et
que
certaines
matières seront transférées aux
Régions.
Je pense que le ministre va trop
vite en besogne en décidant
d'ouvrir
un
bureau
fédéral
d'encaissement avant de connaître
les matières qui relèveront de la
compétence des Régions.
Le ministre affirme que les
CRIV 52
COM 386
03/12/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
41
voorgaande afwacht.
Tegelijkertijd werpt u op dat de Gewesten wel eens een beroep op het
federaal inningkantoor zouden kunnen doen. Mijnheer de minister, het
kan misschien ook anders, namelijk dat de Gewesten voor hun
verantwoordelijkheden worden geplaatst en dat men hen hun eigen
inkomsten naargelang hun eigen regelgeving laat innen. Het federale
niveau kan in dat geval een beroep doen op de drie, gewestelijke
inningkantoren.
Dat is net zo goed een mogelijkheid. U eerbiedigt op die manier de
subsidiariteit. Indien de basisbevoegdheden bij de Gewesten liggen, is
het logisch dat zij innen. Als er daarna nog een som op federaal
niveau moet worden geïnd, kan dat via de voornoemde, gewestelijke
inningkantoren.
Het voorgaande lijkt mij een veel logischer uitgangspunt. Ik hoop in
elk geval dat u tijdens de dialoogbesprekingen voornoemd
uitgangspunt zal hanteren en dat u niet opnieuw zaken naar het
federale niveau zal trekken.
Régions pourront également faire
appel
au
bureau
fédéral
d'encaissement, mais l'inverse me
paraît beaucoup plus logique: que
les Régions gèrent leurs propres
recettes selon leurs propres règles
et que le pouvoir fédéral fasse
appel aux bureaux régionaux
d'encaissement. Ainsi, le principe
de subsidiarité sera respecté.
J'espère
que
cet
aspect
constituera le point de départ du
ministre dans le cadre des
discussions.
13.18 Minister Jo Vandeurzen: Mevrouw de voorzitter, ik heb vorige
week al uitgelegd dat de federale regering zich alleszins akkoord heeft
verklaard met de oprichting van een interministeriële conferentie
Veiligheid en Handhaving, waarin uitdrukkelijk ook de coördinatie van
het verkeersveiligheidsbeleid aan bod zal komen.
Ten tweede, ik moet eerlijk bekennen dat ik een en ander niet goed
kan volgen. Ik probeer een structureel antwoord te geven op een
probleem dat op het terrein rijst. Enerzijds is er voor een aantal zaken
een toevloed van processen-verbaal, waarvan de handhaving goed
moet worden georganiseerd. Anderzijds is er de geloofwaardigheid
van de inning van de penale boetes, wat verder gaat dan de
verkeersovertredingen. Wij hebben ter zake een optie om op een
bepaalde manier met de inning om te gaan.
Ik zeg u nu al dat dit zo'n complexe materie is dat dit niet op veertien
dagen zal gerealiseerd zijn. Ik ga daar uiteraard mee door. Niet alleen
omdat het over veel meer gaat dan over de kleine
verkeersovertredingen. Het gaat ook over andere zaken als de gelijke
inning van penale boetes. Dat zullen wij, samen met Financiën, in
aanmerking nemen.
Ook de problematiek van de minnelijke schikkingen zit daar natuurlijk
in. Het gaat om de hele flow van de invordering van de boetes.
Het eerste pakket heeft aanleiding gegeven tot een advies van de
Raad van State, dat moet worden omgezet in amendementen. De
Raad van State heeft ook opmerkingen gemaakt over de passage
inzake de overdracht van bevoegdheden, namelijk de handhaving van
kleine verkeersovertredingen met administratieve sancties. Ik neem
aan dat daarvoor ook amendementen moeten worden voorbereid. Dat
is, meen ik, wat aan de orde is.
Ik neem ook aan dat er wordt onderhandeld over wat, met het oog op
de actualiteit, moet worden aangepast. Maar wij staan uiteraard
eendrachtig achter het eerste pakket. Als het moment daar is dat over
die amendementen een akkoord bestaat, zullen wij daarmee
13.18 Jo Vandeurzen, ministre:
Le gouvernement a approuvé la
création
d'une
conférence
interministérielle sur la politique de
sécurité et de maintien de l'ordre,
qui
se
penchera
sur
la
coordination de la politique en
matière de sécurité routière.
Je ne comprends pas la critique
dans ce cas-ci. Je m'efforce
d'apporter
une
réponse
structurelle aux problèmes sur le
terrain. Il s'agit de surcroît d'une
question très complexe qui ne se
résout pas en quinze jours.
A la suite de l'avis rendu par le
Conseil
d'État,
également
concernant
le
transfert
de
compétences, il faudra amender le
projet de loi relatif au premier
paquet de mesures. Le point est
actuellement à l'ordre du jour. Les
adaptations requises pour tenir
compte
de
la
réalité
font
également l'objet de discussions.
Dès qu'un accord aura été conclu
à propos des amendements, nous
les appuierons au Parlement.
03/12/2008
CRIV 52
COM 386
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
42
doorgaan. Wij zullen die amendementen met enthousiasme steunen
in het Parlement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Dan komen wij nu aan de vraag van de heer Van de Velde.
13.19 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro): Mevrouw de voorzitter,
terloops dit. In het Parlement hebben wij het laatste woord. Dat
herinner ik mij van toen ik op de andere bank zat.
De minister heeft nu al op twee vragen zomaar een eindantwoord
gegeven. Normaal moet u als voorzitter aan de mensen die de vraag
hebben gesteld vragen of zij nog iets willen zeggen, in plaats van hen
het woord te ontnemen.
13.20 Xavier Baeselen (MR): En hebt u nog iets te zeggen?
13.21 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro): Ik heb ondertussen gezegd
wat ik te zeggen heb. U moet ook vragen, voorzitter, aan de heer
Baeselen dat hij wat minder bazelt.
13.22 Xavier Baeselen (MR): Mijn micro stond toch niet open?
14 Vraag van de heer Robert Van de Velde aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "het onderzoek naar vermeende handel met voorkennis rond het
faillissement van Bricsnet" (nr. 8559)
14 Question de M. Robert Van de Velde au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "l'enquête sur un délit d'initié présumé dans le cadre de la faillite de
Bricsnet" (n° 8559)</b>
14.01 Robert Van de Velde (LDD): Mevrouw de voorzitter, mijnheer
de minister, ik kom even terug op het gebeuren rond uw collega De
Gucht, die op een bepaald moment in opspraak kwam in verband met
het vermeende handelen met voorkennis.
In het geval van de heer De Gucht was er nog een tweede zaak, het
faillissement van Bricsnet. Er zijn ondertussen verschillende artikelen
verschenen, in verband ook met het onderzoek dat is gevoerd. Het
ging om een beursgenoteerd bedrijf in de computertechnologie. De
artikelen maken melding van een onderzoek naar minister De Gucht
en/of zijn echtgenote, dat door het parket van Dendermonde werd
gevoerd en waarbij het CBFA advies zou hebben gegeven.
In de commissie voor de Buitenlandse Zaken van 12 november
ontkende minister De Gucht niet dat er een onderzoek ten laste van
hemzelf en zijn echtgenote zou zijn gevoerd. Hij ontkende evenmin
dat het onderzoek door het parket van Dendermonde zou zijn
gevoerd.
Ik heb vier concrete vragen ter zake, mijnheer de minister.
Ten eerste, kunt u nog eens expliciet bevestigen dat er een
onderzoek zou zijn gevoerd inzake de handel met voorkennis met
betrekking tot aandelen van Bricsnet lastens minister De Gucht en/of
zijn echtgenote in de jaren 2000 en 2001 door het parket van
Dendermonde?
14.01 Robert Van de Velde
(LDD): La presse a rapporté que le
parquet de Termonde a mené en
2000-2001 une enquête sur la
vente avec délit d'initié d'actions
de la société Bricsnet par le
ministre De Gucht. Le ministre de
la Justice confirme-t-il cette
information?
Il semblerait que le dossier ait été
classé sans qu'il y ait eu la
moindre enquête judiciaire ou
pénale et donc sans investigation
concernant les communications
téléphoniques ou les opérations
bancaires. Est-ce exact? Pourquoi
le dossier a-t-il été classé sans
suite? Le parquet peut-il procéder
à
une
enquête
sur
les
communications
téléphoniques
sans
désigner
de
juge
d'instruction?
L'enquête sera-t-elle rouverte dans
le cadre de la nouvelle enquête
CRIV 52
COM 386
03/12/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
43
Ten tweede, wij hebben vernomen dat het parket van Dendermonde
dit informatie- of opsporingsonderzoek zou hebben geseponeerd
zonder dat er een gerechtelijk of echt strafonderzoek is gestart, dus
zonder dat de twee voornaamste onderzoekshandelingen in dergelijke
dossiers, het telefonieonderzoek en de bankbevraging, zijn
geëxploiteerd. Kunt u dat ook bevestigen? Kunt u ons tevens
meedelen wanneer dit dossier werd afgesloten en of het hier om een
technisch sepot of een beleidsepot ging. Wat is de motivering van die
seponering?
Ten derde, heeft het parket de mogelijkheid om in het kader van een
informatieonderzoek een zogenaamd telefonieonderzoek wij
bedoelen dan niet het louter opvragen van de facturen van een
abonnee maar het opvragen van het retrohistoriek telefoonverkeer
te voeren zonder hiervoor een onderzoeksrechter te vatten?
Ten vierde, acht u het niet aangewezen, gezien de nieuwe feiten,
namelijk het nieuwe onderzoek rond de handel met voorkennis in
verband met de aandelen van Fortis, dat het onderzoek naar de
handel met voorkennis in het dossier-Bricsnet wordt heropend en aan
het huidige onderzoek wordt toegevoegd.
sur la vente avec délit d'initié par
le même ministre De Gucht
d'actions de Fortis?
14.02
Minister Jo Vandeurzen: Mevrouw de voorzitter,
voorafgaandelijk wil ik opmerking maken met betrekking tot uw
bevoegdheid en desgevallend die van de voorzitter van de Kamer. In
deze vraag gaat het over een persoonlijk geval. Artikel 122 van het
Reglement strekt ertoe dat dergelijke vragen in normale
omstandigheden niet ontvankelijk zijn. Ik heb dat nog al eens
opgemerkt, los van de vragen over de heer De Gucht of zijn
echtgenote.
Ik heb ter zake trouwens ook vragen gesteld aan de Commissie voor
de Bescherming van de Persoonlijke Levensfeer. Wat kan er allemaal
worden gezegd en wat niet? Als iedereen over elk gerechtelijk of
strafrechterlijk onderzoek of elke klacht aan mij moet vragen wat de
stand van het dossier is, mij goed, maar ik denk niet dat dit de
bedoeling is.
Omdat ik hier zelfs maar geen zweem van indruk wil verwekken dat ik
mij met deze afweging moet moeien, ga ik u het antwoord geven
waarover ik beschik. Indien ik in de mogelijkheid zou zijn om hierop
een antwoord te geven daar ga ik vanuit mits de vraag hier op de
agenda is verschenen geef ik u hierna de volgende gegevens die
mij door de procureur-generaal van Gent ingevolge uw vraag zijn
verschaft.
Het is inderdaad juist dat door het parket van Dendermonde een
onderzoek, namelijk een opsporingsonderzoek, werd gevoerd naar de
handel met voorkennis betreffende Karel De Gucht. Dat onderzoek
startte in april 2002. Er werd geen gerechtelijk onderzoek in de
juridische zin van het woord gevorderd. Dit wil zeggen dat er geen
onderzoeksrechter werd aangesteld. Een opsporingsonderzoek is
natuurlijk wel een volwaardig onderzoek, een "echt" onderzoek om uw
woorden te gebruiken. Er werd geen onderzoeksrechter met de zaak
belast omdat een telefoononderzoek dit is hetgeen de procureur
aan mij meedeelde in dit geval totaal overbodig was. Bij de banken
werden alle nodige inlichtingen ingewonnen.
14.02 Jo Vandeurzen, ministre:
Aux termes de l'article 122 du
Règlement, les questions qui ont
trait à un cas personnel sont en
principes
irrecevables.
J'ai
également demandé à la commis-
sion de la protection de la vie
privée ce qui peut être dit ou pas.
Je communique la réponse qui
m'a été faite par le procureur
général de Gand.
Le parquet de Termonde a
procédé en avril 2002 à une
recherche à propos d'une vente
avec délit d'initié concernant M.
Karel De Gucht. Une recherche
constitue une enquête à part
entière. Il n'a pas été procédé à la
désignation d'un juge d'instruction
parce qu'il n'était pas nécessaire
de mener une enquête concernant
des échanges téléphoniques. Les
informations requises ont été
recueillies auprès des banques. Le
dossier a été classé en 2006 faute
de preuves suffisantes.
Une enquête téléphonique n'est
possible que par le biais d'une
enquête judiciaire ou d'une action
en vertu de l'article 28septies du
Code d'instruction criminelle.
L'enquête dans le dossier Bricsnet
03/12/2008
CRIV 52
COM 386
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
44
Het dossier werd na overleg met het parket-generaal van Gent door
de procureur des Konings te Dendermonde geseponeerd in juni 2006
omdat het onderzoek ik gebruik de woorden van de procureur-
generaal onvoldoende bezwaren had opgeleverd. U weet dat een
telefoononderzoek alleen mogelijk is via een gerechtelijk onderzoek of
via een vordering op basis van artikel 28septies van het Wetboek van
strafvordering. In het laatste geval gebeurt dit zonder het instellen van
een gerechtelijk onderzoek.
Het onderzoek in het dossier-Bricsnet is volledig. Het dossier werd op
basis van een feitelijke beoordeling geseponeerd wegens
onvoldoende bezwaren. Er zijn op vandaag geen elementen aanwezig
die een heropening noodzakelijk maken.
Op uw vraag of het nodig is dit dossier ter inlichting te voegen bij het
onderzoek rond de handel met voorkennis inzake de aandelen Fortis,
meldt de procureur-generaal te Gent mij dat op dit ogenblik op die
vraag nog geen antwoord kan worden gegeven.
a été clôturée et aucun élément ne
justifie
sa
réouverture.
Le
procureur général de Gand ne
peut pas encore répondre à la
question de savoir si ce dossier
sera joint pour information à celui
relatif à l'enquête sur le délit
d'initié lors de la vente d'actions
Fortis.
14.03 Robert Van de Velde (LDD): Gelet op het feit dat de vragen
lange tijd blijven hangen, zijn er ook veel vergaderingen die gelijktijdig
plaatsvinden. Dit is geen verwijt. Er is hard gewerkt.
Ik ga voorlopig, als ik zo vrij mag zijn, het antwoord meenemen. Ik ga
mijn repliek voorlopig niet geven. Ik kom hier bij gelegenheid op terug.
14.03 Robert Van de Velde
(LDD): J'examinerai la réponse et
je reviendrai sur la question.
De voorzitter: U moet dan wel een nieuwe vraag indienen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
15 Question de M. Xavier Baeselen au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la problématique des arriérés de paiement des honoraires d'expertise à charge
du SPF Justice" (n° 8575)</b>
15 Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de problematiek van de achterstallige betaling van de honoraria van
deskundigen, ten laste van de FOD Justitie" (nr. 8575)
15.01 Xavier Baeselen (MR): Monsieur le ministre, durant le
traitement pénal de dossiers, les magistrats sont souvent conduits à
statuer, tant dans la phase d'instruction que lors de la décision de
fond, en faisant appel à un expert judiciaire. Ces expertises peuvent
être demandées à différents stades de la procédure, au niveau tant
des juridictions d'instruction que des juridictions de fond, lorsque la
justice les estime utiles à la manifestation de la vérité et à la formation
de la conviction du magistrat.
Les magistrats peuvent ordonner des expertises soit d'office, soit sur
demande du ministère public, du prévenu ou encore de la partie civile.
Les mémoires d'honoraires des experts sont ensuite adressés en
même temps que le rapport d'expertise au magistrat requérant qui les
vise. Tous les frais inhérents à la réalisation des expertises sont
considérés comme des frais de justice, à charge du budget de la
Justice et payés par le service des frais de justice.
Il m'est rapporté par plusieurs experts que ces derniers souffrent d'un
important retard de paiement de la part du service des frais de justice.
15.01 Xavier Baeselen (MR):
Tijdens
de
strafrechtelijke
behandeling van dossiers moeten
magistraten vaak een beroep doen
op een gerechtsdeskundige, zowel
tijdens het onderzoek als voor de
beslissing ten gronde. De kosten
voor zo een deskundigen-
onderzoek zijn ten laste van de
begroting van Justitie.
Ik verneem van verscheidene
deskundigen
dat
de
dienst
Gerechtskosten
met
een
aanzienlijke achterstand kampt.
Hoe zit het met de betalings-
achterstand van de door het
gerecht
gemandateerde
deskundigen? Na welke termijn
CRIV 52
COM 386
03/12/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
45
C'est dommageable pour ces personnes qui doivent préfinancer un
certain nombre d'opérations et attendre la fin de l'expertise pour
réclamer leurs honoraires. S'ils doivent attendre en plus un délai
assez long avant d'être défrayé, cela alourdit considérablement leur
situation financière. In fine, certains réduiraient même les montants
exigés pour leurs prestations souvent longues et fastidieuses, parce
que techniques. Nous courons le risque de voir les experts refuser
des missions dans le cadre d'affaires pénales, alors que leur
intervention est souvent déterminante pour la bonne conduite de
l'enquête et l'issue du procès.
Monsieur le ministre, pourriez-vous m'indiquer si vous connaissez la
situation exacte des arriérés de paiement des experts mandatés par
la justice à ce jour, tant en termes de délais que de montants? Quand
ces honoraires et ces arriérés vont-ils enfin être liquidés? Enfin,
comment envisagez-vous de mettre un terme à cette situation?
wordt er betaald en om welke
bedragen gaat het? Wanneer
zullen die honoraria worden
betaald en hoe denkt u een eind te
maken
aan
de
bestaande
toestand?
15.02 Jo Vandeurzen, ministre: Monsieur le député, à la question
portant sur les arriérés de paiement des frais d'expertise, la Direction
générale de l'ordre judiciaire m'a livré les éléments de réponse
suivants.
En ce qui concerne les arriérés de paiement des experts mandatés
par la justice, le service des frais de justice reçoit au début de chaque
mois les rapports d'expertise transmis par les parquets et les juges
d'instruction. Il vérifie et paie, le cas échéant, tous les états de frais
entrés dans le mois. Par conséquent, il n'existe pas de retard dans le
paiement des experts judiciaires. Le service judiciaire continue ses
paiements jusqu'à la fin de l'année budgétaire. Il n'y a donc plus
d'interruption de paiement à la suite de l'application du principe dit de
l'ancre.
Quant à la liquidation des honoraires, je vous renvoie au point
précédent.
Le service des frais de justice peut être amené à réduire un état de
frais excessif, par exemple pour une absence de conformité aux tarifs
applicables en la matière ou pour une surfacturation.
Dans ces cas, il notifie à l'expert la réduction motivée. L'expert peut
alors saisir la commission des frais de justice qui, en tant que
juridiction administrative autonome, statuera sur son recours. Le
ministre de la Justice ne peut s'immiscer dans des affaires pendantes
devant la commission des frais de justice, conformément au statut de
ladite commission.
Il peut être confirmé qu'en 2008, de sensibles efforts ont été faits pour
rattraper les retards. Comme l'évoque la direction générale
compétente, au niveau de l'administration les retards sont résorbés.
Par ailleurs, comme pour les autres frais de fonctionnement, les
greffes et les parquets sont, depuis la rentrée, invités à utiliser un
nouveau logiciel "CGP", afin de saisir eux-mêmes toute facture.
Ces nouvelles procédures ont été introduites afin d'éviter
d'éventuelles causes de retard en amont. En aval, l'instauration d'une
procédure d'appel permet d'objectiver les discussions sur les
montants réclamés. L'administration est obligée de liquider
immédiatement l'incontestablement dû et les éventuels retards sont
15.02 Minister Jo Vandeurzen:
De
dienst
Gerechtskosten
ontvangt bij het begin van elke
maand de deskundigenverslagen
die door de parketten en de
onderzoeksrechters
worden
overgezonden. Alle in de loop van
de maand ingediende kosten-
staten
worden
nagezien
en
betaald. Er is geen sprake van
enige betalingsachterstand. De
dienst zet de betalingen voort tot
het einde van het begrotingsjaar.
Er
doet
zich
dus
geen
betalingsonderbreking meer voor
als gevolg van de toepassing van
het ankerprincipe.
De dienst Ggerechtskosten ziet
zich soms wel genoodzaakt het
bedrag van een overdreven
kostennota te verminderen.
In dat geval betekent hij de met
redenen omklede vermindering
aan de gerechtsdeskundige. De
deskundige
kan
dan
de
gerechtskosten indienen bij de
Commissie
voor
de
gerechtskosten, die een uitspraak
zal doen over zijn beroep.
In 2008 werden er aanzienlijke
inspanningen geleverd om de
achterstand in te halen. De
bevoegde algemene directie heeft
bekendgemaakt
dat
de
achterstand is weggewerkt.
Als u beschikt over informatie
betreffende eventuele disfuncties,
03/12/2008
CRIV 52
COM 386
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
46
limités à des montants contestés devant la commission des frais de
justice contre laquelle des recours sont ouverts devant le Conseil
d'État. Enfin, si vous disposez d'informations sur d'éventuels
dysfonctionnements, il est évident que les services concernés seront
invités à les examiner avec diligence.
spreekt het vanzelf dat de
betrokken diensten verzocht zullen
worden die snel te onderzoeken.
15.03 Xavier Baeselen (MR): Si j'entends bien le ministre, il n'y a
plus de retard au niveau du SPF Justice. Un certain nombre de
dossiers font l'objet de contestations en ce qui concerne le montant
des frais et bien entendu, ceux-là ne sont pas clôturés. Pour le reste,
tous les frais d'expertise ont été payés.
15.03 Xavier Baeselen (MR): Er
is dus geen achterstand meer bij
de FOD Justitie. Enkel de dossiers
die betwist worden zijn nog niet
afgerond.
15.04 Jo Vandeurzen, ministre: Ce sont effectivement les
informations que j'ai reçues.
Par contre, je le répète, si des cas précis ne vous semblent pas tout à
fait justes, je tiens réellement à en avoir connaissance.
Je pense, par exemple, au cas d'un médecin de Verviers. Pendant les
grandes vacances, j'ai dû constater que la réalité des choses n'est
pas tout à fait celle décrite dans la presse. Dans certains dossiers au
parquet et chez le juge d'instruction, il arrive que l'on attende de faire
la déclaration au SPF Justice car ce n'est pas encore terminé, ce qui
donne l'impression que la Justice attend alors qu'au niveau du SPF
Justice, les informations n'ont pas encore été reçues. Le nouveau
système informatique oblige ainsi les greffes et les parquets à
introduire les factures dans un système qui permet de voir, au niveau
central, ce qui se passe dans tous les points de contact de la Justice.
15.04 Minister Jo Vandeurzen:
Dat is de informatie die ik
ontvangen heb.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
16 Question de M. Xavier Baeselen au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les inégalités entre victimes belges et françaises dans le procès Fourniret"
(n° 8576)</b>
16 Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de ongelijke behandeling tussen Belgische en Franse slachtoffers
in het proces Fourniret" (nr. 8576)
16.01 Xavier Baeselen (MR): Suite aux décisions de la cour
d'assises française dans le dossier Fourniret, les proches des
victimes belges ayant survécu ne pourront pas, contrairement à ceux
des victimes françaises, recevoir d'indemnités. De plus, les
indemnités sont plafonnées pour tout le monde à 62.000 euros dans
notre pays, ce qui n'est pas le cas en France.
Les parents, frères ou soeurs des sept jeunes filles tuées par
Fourniret, les victimes ayant survécu et leurs proches s'étaient vues
attribuer des indemnités pour le préjudice moral subi. Les magistrats
de la cour avaient attribué en général 75.000 euros pour chaque père
ou mère de victime décédée, 50.000 euros pour les frères ou soeurs
et entre 7.500 et 40.000 euros, toujours au titre de préjudice moral, en
fonction de la gravité des séquelles pour les trois jeunes filles ayant
échappé à Fourniret.
Dans le dossier de Joëlle Parfondry, qui a subi une tentative de viol de
la part de Michel Fourniret en 1995 près de Namur et qui avait
survécu en prétextant être enceinte, la cour française avait exigé
16.01 Xavier Baeselen (MR): Nu
het Franse hof van assisen
uitspraak heeft gedaan in de zaak-
Fourniret, zullen de naasten van
de overlevende slachtoffers, in
tegenstelling tot die van de Franse
slachtoffers, geen schadeloos-
stelling kunnen krijgen. In België
zijn
de
vergoedingen
voor
iedereen begrensd tot 62.000
euro, wat in Frankrijk niet zo is.
Jammer genoeg moeten we
vaststellen dat de slachtoffers niet
in
elk
land
gelijk
worden
behandeld, hoewel de dader
dezelfde is.
Zou het niet mogelijk zijn om de
stappen
die
de
Belgische
CRIV 52
COM 386
03/12/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
47
140.000 euros d'indemnisation. Quant à ses enfants et son mari, ils
ne recevront rien en Belgique. Par ailleurs, les victimes belges de
Fourniret vont encore devoir prouver qu'elles ont bel et bien subi des
dommages moraux, dossier à l'appui, car pour le Fonds belge
d'indemnisation des victimes, le verdict de la cour d'assises française
semblerait ne pas suffire en soi.
Se pose alors la question de la différence de traitement entre victimes
belges et françaises et ce, dans un dossier dans lequel j'ai déjà eu
l'occasion de vous interroger, c'est-à-dire un même espace de justice
européen. Malheureusement, il faut constater que les victimes ne sont
pas placées sur un pied d'égalité en fonction du pays auquel elles
appartiennent, alors que l'auteur est le même.
N'y aurait-il pas moyen de simplifier les démarches des victimes
belges du procès Fourniret auprès de la commission d'actes
intentionnels de violence afin que l'indemnisation se fasse
rapidement? Êtes-vous favorable, au vu de ce procès et des
inégalités qu'il a révélées, à une modification éventuelle de la
législation belge pour prévoir par exemple une possibilité
d'indemnisation pour les proches des victimes qui ont survécu?
Quels enseignements tirez-vous de ce dossier, notamment au niveau
de l'harmonisation des législations nationales en Europe? Quelles
sont les liquidités disponibles au niveau du Fonds d'actes
intentionnels de violence? Si elles sont suffisamment importantes, on
pourrait envisager de modifier les montants prévus par la législation.
slachtoffers in het proces-Fourniret
moeten doen bij de Commissie
voor
financiële
hulp
aan
slachtoffers
van
opzettelijke
gewelddaden, te vereenvoudigen,
zodat ze snel vergoed kunnen
worden? Bent u voorstander van
een eventuele wijziging van de
Belgische
wetgeving
dienaangaande? Welke lessen
trekt u uit dit dossier, met name
over de Europese harmonisering
van de nationale wetgevingen?
Over
hoeveel
geldmiddelen
beschikt het Fonds tot hulp aan de
slachtoffers
van
opzettelijke
gewelddaden?
Indien
er
aanzienlijke middelen voorhanden
zijn, kan er dan worden overwogen
om de bedragen waarin in de
wetgeving voorziet te wijzigen?
16.02 Jo Vandeurzen, ministre: Cher collègue, jusqu'à présent,
deux dossiers ont été introduits devant la Commission. La plupart des
victimes de Fourniret n'ont pas encore introduit de demande d'aide. À
présent que Fourniret a été condamné en France, la demande d'aide
principale des victimes peut désormais être examinée.
J'attire votre attention sur le fait que la Commission a déjà, il y a plus
de quatre ans, notamment le 13 août 2004, octroyé une aide
d'urgence de 2.000 euros à Mme Marie-Noëlle Bouzet.
En ce qui concerne les démarches à suivre, celles-ci peuvent rester
très simples car la Commission dispose déjà, suite aux requêtes
introduites, de beaucoup d'informations (copie de l'arrêt, etc.), ce qui
aura pour résultat un traitement aisé de ces dossiers.
Un modèle-type de requête peut être téléchargé sur le site web du
SPF Justice. Un certain nombre de preuves à l'appui sont en outre
demandées.
Quant au plafond de 62.000 euros, il y a lieu de remarquer que ce
plafond fixé par la loi vaut pour toutes les victimes, notamment pour
celles de Marc Dutroux. Ces victimes se sont vu octroyer par la cour
d'assises d'Arlon des montants supérieurs à ceux qui pouvaient être
octroyés par la Commission.
Quant à la preuve du dommage, il n'est pas vrai que les victimes de
Fourniret doivent à nouveau prouver qu'elles ont subi un dommage
moral. En ce qui concerne les personnes qui ont été victimes de
Fourniret et qui ont survécu à cette épouvantable expérience, le
montant de l'aide est calculé grâce à l'expertise médicale déjà faite
16.02 Minister Jo Vandeurzen:
Tot op heden werden twee
dossiers
ingediend
bij
de
commissie.
De
meeste
slachtoffers van Fourniret dienden
nog geen aanvraag in. Nu
Fourniret
in
Frankrijk
werd
veroordeeld, kan de aanvraag om
hoofdhulp van de slachtoffers
worden onderzocht.
De procedure kan beperkt blijven,
aangezien de commissie reeds
over heel wat informatie beschikt,
wat de behandeling van de
dossiers zal vergemakkelijken.
Wat het door de wet bepaalde
maximumbedrag betreft: dit geldt
voor
alle
slachtoffers,
meer
bepaald voor de slachtoffers van
Dutroux. Voor de overlevende
slachtoffers van Fourniret wordt
het bedrag van de hulp berekend
op grond van het geneeskundige
deskundigenonderzoek dat reeds
gebeurde voor de rechter. Wat de
rechthebbenden
van
een
overleden slachtoffer betreft, wordt
de morele schade berekend
rekening
houdend
met
de
03/12/2008
CRIV 52
COM 386
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
48
devant le juge.
En ce qui concerne les ayants-droit d'une victime décédée, le
dommage moral est d'abord calculé en tenant compte des liens de
parenté entre les requérants et la victime décédée. Après, sont prises
en considération les circonstances propres au dossier.
La loi prévoit les démarches à entreprendre. Y passer outre
engendrerait un problème de recevabilité, un traitement inégal des
victimes. Le même raisonnement prévaut en ce qui concerne un
règlement plus rapide: traitement de faveur pour ces dossiers.
Pour des raisons d'objectivité, la Commission applique le système
"First In, First Out". Le dossier qui est prêt le premier pour l'audience
passera normalement d'abord à l'audience, à l'exception des dossiers
d'aide d'urgence, qui sont prioritaires, et de certains dossiers
connexes.
En ce qui concerne les proches d'une victime non décédée, j'attire
votre attention sur l'article 31, 3 de la loi du 1
er
août 1985 tel que
modifié par l'article 2 de la loi du 26 mars 2003 portant les conditions
auxquelles la Commission pour l'aide aux victimes d'actes
intentionnels de violence peut octroyer une aide. Selon cet article, une
aide peut être octroyée aux père et mère d'un mineur ou aux
personnes qui ont à leur charge un mineur qui suite à un acte
intentionnel de violence a besoin d'un traitement médical ou
thérapeutique de longue durée.
La loi portant des dispositions diverses ne modifiera pas cet article sur
ce point. Seul un alignement d'ordre technique des différentes
catégories de victimes dans le cadre de l'article 31, 2 à 5 est visé.
J'attends par ailleurs l'arrêt de la Cour constitutionnelle relatif à la
question préjudicielle concernant l'article 31bis, § 1
er
, 4, de la loi du
1
er
août 1985.
Sur la question de la dimension internationale, je ne peux que
constater, comme vous, qu'il existe de grandes différences en
Europe, et pas seulement en ce qui concerne cette matière. Je
renvoie à cet égard à la problématique relative au Traité de Lisbonne,
mais cela ne nous empêchera pas d'attirer l'attention nécessaire sur
ces points lors des discussions à venir ni de continuer à nous engager
dans des débats fondamentaux sur la question.
En exécution de l'article 19 de la directive 2004/80 du Conseil du
29 avril 2004 relative à l'indemnisation des victimes de la criminalité,
la Commission européenne prépare un rapport sur l'application de la
directive. Dans ce cadre, une étude a été réalisée non seulement sur
l'application de la directive, mais également sur les systèmes
existants.
Cette étude a enregistré un peu de retard, mais il ressort en effet
d'une première analyse des données que les victimes sont traitées
différemment au sein de l'espace européen. Les différences sont
importantes et se manifestent dans différents domaines. À titre
d'illustration, voici quelques exemples issus de ce pré-rapport.
Certains États membres prévoient une intervention pour des
verwantschap
tussen
de
aanvragers en het slachtoffer.
Vervolgens
wordt
rekening
gehouden
met
de
precieze
omstandigheden van het dossier.
Wegens de objectiviteit past de
commissie het "first in first out"-
principe toe. Het dossier dat als
eerste klaar is zal normalerwijze
eerst
worden
behandeld,
behoudens dossiers betreffende
noodhulp en sommige samen-
hangende dossiers. Wat de
verwanten van een niet-overleden
slachtoffer
betreft,
kan
een
tegemoetkoming worden toege-
kend aan de ouders van een
minderjarige of aan de personen
die een minderjarige ten laste
hebben, die, als gevolg van een
opzettelijke gewelddaad, nood
heeft
aan
een
langdurige
medische
of
therapeutische
behandeling.
Wat de internationale dimensie
betreft, kan ik slechts vaststellen
dat er in Europa grote verschillen
bestaan. Ik verwijs daarvoor naar
de problematiek omtrent het
Verdrag van Lissabon, maar dat
zal ons niet beletten om tijdens de
komende besprekingen die punten
onder de aandacht te brengen. In
uitvoering van artikel 19 van de
richtlijn 2004/80 betreffende de
schadeloosstelling van slachtoffers
van misdrijven, die de Raad op 29
april 2004 goedkeurde, werkt de
Europese Commissie aan een
verslag over de toepassing van de
richtlijn. In dat kader werd ook een
studie
uitgevoerd
naar
de
bestaande stelsels. Daaruit blijkt
dat er in Europa verschillen zijn
qua
behandeling
van
de
slachtoffers. Die verschillen zijn
groot
en
laten
zich
op
verschillende
vlakken
voelen.
Vooraleer
een
grotere
harmonisering aan te vatten, moet
men zich echter rekenschap
geven van het feit dat de financiële
hulp aan slachtoffers deel uitmaakt
van de juridische ordening van elk
land, en er dus ook rekening moet
worden
gehouden
met
het
gerechtelijk apparaat, de sociale
CRIV 52
COM 386
03/12/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
49
infractions non intentionnelles.
Certains États membres ne prévoient pas d'intervention pour les
dommages psychologiques.
Certains États membres prévoient que le fait que la victime possède
un casier judiciaire peut être pris en considération.
Certains États membres ne prévoient pas de montant maximum.
Certains États membres prévoient que la victime ne doit pas
poursuivre l'auteur.
Cela a évidemment pour conséquence que les victimes ne sont pas
traitées partout de la même façon. Toutefois, avant de procéder à une
plus grande harmonisation, par exemple, en retenant toutes les
dispositions davantage favorables à la victime, il faut se rendre
compte du fait que l'aide financière aux victimes s'inscrit dans le
cadre de l'ordre juridique d'un pays déterminé, si bien que, outre le
volet de l'aide financière de l'État aux victimes, il faut également tenir
compte de l'appareil judiciaire, de la sécurité sociale, des assurances,
etc.
Certains États membres européens prévoient une compensation plus
large pour les victimes, ce que d'autres ne font pas. Je vous citerai
l'exemple des Pays-Bas où le montant maximum est limité à
32.000 euros. De plus, les conditions pour les victimes indirectes sont
plus strictes qu'en Belgique. Si la victime de violences décède, seuls
les ayants-droit directs, comme l'époux, le cohabitant ou les enfants
peuvent introduire une demande d'indemnisation. La compensation
est aussi limitée à certains postes, comme les frais funéraires ou la
diminution des revenus familiaux.
Les moyens disponibles du fonds avoisinaient 17 millions d'euros
fin 2007 et 22 millions fin 2008.
zekerheid, de verzekeringen, enz.
Sommige EU-lidstaten bieden de
slachtoffers
een
hogere
schadevergoeding dan andere. De
beschikbare middelen van het
fonds
bedroegen eind 2007
ongeveer 17 miljoen euro en eind
2008 22 miljoen.
16.03 Xavier Baeselen (MR): Madame la présidente, je remercie le
ministre pour sa réponse très complète. Je me réjouis que les
moyens du fonds soient assez substantiels.
Cependant, cette législation sur l'indemnisation des victimes
correspond à une obligation de moyens de l'État; il n'a pas
d'obligation de résultats en matière de sécurité mais bien de moyens.
Si je comprends que l'on fixe des plafonds, je comprends aussi le
sentiment de victimisation secondaire ressenti par des victimes de
nationalités différentes lors d'un dommage causé par le même auteur.
Force est de constater l'existence de frontières pour l'indemnisation
des victimes alors que ce n'est pas le cas pour les auteurs d'actes
criminels graves, ce qui est difficile à comprendre par rapport aux
dommages moraux subis.
Je sais que le ministre est sensible à l'harmonisation des législations
au niveau européen et l'étude qu'il a citée me semble intéressante.
Je ne peux qu'encourager le ministre à examiner les possibilités de
modification de notre législation et à plaider pour une harmonisation
au niveau européen, plus particulièrement lorsque des personnes de
différentes nationalités sont victimes d'un même auteur.
16.03 Xavier Baeselen (MR): Ik
ben blij te vernemen dat de
middelen het fonds aanzienlijk zijn.
De wetgeving betreffende de
schadevergoeding
voor
de
slachtoffers houdt een middelen-
verbintenis in voor de Staat.
Hoewel
ik
begrijp
dat
er
maximumbedragen
worden
vastgelegd, kan ik er ook inkomen
dat personen van verschillende
nationaliteiten die schade hebben
geleden veroorzaakt door een en
dezelfde dader, zich benadeeld
kunnen
voelen.
Er
moet
vastgesteld
worden
dat
de
landsgrenzen een rol spelen met
betrekking
tot
de
schade-
vergoeding voor de slachtoffers
terwijl dat niet het geval is voor wat
de daders van zware misdrijven
betreft. Ik kan de minister alleen
maar aanmoedigen om zich te
buigen
over
de
mogelijke
wijzigingen van onze wetgeving en
te pleiten voor een harmonisatie
03/12/2008
CRIV 52
COM 386
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
50
op Europees vlak, in het bijzonder
voor mensen van verschillende
nationaliteiten die het slachtoffer
worden van dezelfde dader.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
17 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Els De Rammelaere aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de stand van zaken in het dossier Belliraj" (nr. 8566)
- de heer Michel Doomst aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de gegeven adviezen inzake de naturalisatie van Belliraj" (nr. 8634)
- de heer Bert Schoofs aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de verdwijning van een negatief advies uit het naturalisatiedossier van een
terreurverdachte" (nr. 8638)
- mevrouw Els De Rammelaere aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de nieuwe ontwikkelingen in de zaak Belliraj" (nr. 8662)
- de heer Bart Laeremans aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de nieuwe informatie in de zaak Belliraj" (nr. 8665)
- de heer Bart Laeremans aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de aanhoudingen in de zaak-Belliraj" (nr. 8936)
17 Questions jointes de
- Mme Els De Rammelaere au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la situation dans l'affaire Belliraj" (n° 8566)<br>- M. Michel Doomst au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes institutionnelles
sur "les avis qui ont été donnés à propos de la naturalisation de M. Belliraj" (n° 8634)<br>- M. Bert Schoofs au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes institutionnelles
sur "la disparition d'un avis négatif du dossier de naturalisation d'un terroriste présumé" (n° 8638)<br>- Mme Els De Rammelaere au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les nouveaux développements dans l'affaire Belliraj" (n° 8662)<br>- M. Bart Laeremans au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les nouvelles informations relatives au dossier Belliraj" (n° 8665)<br>- M. Bart Laeremans au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les arrestations dans l'affaire Belliraj" (n° 8936)</b>
17.01 Els De Rammelaere (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer
de minister, mijn vragen dateren reeds van half november. Mijn eerste
vraag heb ik geformuleerd naar aanleiding van een artikel dat is
verschenen in de krant, waarin Belliraj zei dat hij werd gefolterd in
Marokko en dat hij daarom was overgegaan tot bekentenissen van
terrorisme en dat die totaal zouden zijn verzonnen.
Mijn vraag daarover is wat de stand van zaken is van het
toezichtonderzoek in het dossier?
Ondertussen, tussen mijn eerste en mijn tweede vraag, werd in de
pers gelekt dat het rapport over het toezichtonderzoek van het
Comité I reeds was toegelicht. Daaruit blijken heel wat rare dingen.
Onder andere over het naturalisatieproces van Belliraj bleek dat er
twee adviezen zouden zijn uitgebracht door de Staatsveiligheid.
Op 6 juni 2006 was er een ongunstig advies dat Belliraj bekend was
bij de Staatsveiligheid vanwege zijn activiteiten bij de Algerijnse en
Marokkaanse islamitische radicale beweging. Merkwaardig genoeg
werd er een week later een ander advies geformuleerd, op
13 juni 2006. Daarin bleek er geen bezwaar meer te bestaan om een
Belgisch paspoort te verschaffen aan Belliraj.
17.01 Els De Rammelaere (N-
VA): Selon la presse, Belliraj
prétend à présent que les services
secrets
marocains
veulent
l'éliminer parce qu'il a refusé
d'espionner pour leur compte en
Belgique et que les accusations de
terrorisme
proférées
à
son
encontre sont inventées de toutes
pièces.
Quel est l'état d'avancement de
l'enquête de contrôle effectuée par
le Comité R dans le dossier
Belliraj? Est-il exact que la Sûreté
de l'État a émis deux avis pendant
la procédure de naturalisation de
Belliraj, l'un défavorable et l'autre
favorable?
Dans
l'affirmative,
comment le ministre explique-t-il
cette situation? Est-il exact que
l'avis défavorable a disparu des
CRIV 52
COM 386
03/12/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
51
Uiteraard heeft het Comité I daarbij vragen. Waarom werd er met een
interval van enkele dagen twee tegenstrijdige adviezen verstrekt?
Een ander heel merkwaardig feit is dat naar aanleiding van het
onderzoek hiernaar het eerste, ongunstige advies zou verdwenen zijn
na een bezoek van een agent van de Staatsveiligheid, die het dossier
zou hebben ingezien. Blijkbaar zou hij het ongunstige advies hebben
meegenomen. Die indruk wordt althans gewekt in de pers.
Mijnheer de minister, daaromtrent heb ik volgende vragen.
Is het inderdaad juist dat in zo'n belangrijk dossier twee totaal
verschillende adviezen werden verstrekt? Hoe kunt u dat verklaren?
Is het juist dat het eerste, ongunstige advies inderdaad uit de
archieven van het parket in Gent is verdwenen?
Daarbij aansluitend, waarom wilde een agent van de Staatsveiligheid
het dossier van Belliraj inkijken?
Heeft de Staatsveiligheid daarmee het naturalisatiedossier positief
willen beïnvloeden?
Hebt u de chef van de Staatsveiligheid hierover aangesproken? Wat
is zijn reactie?
Wat is de stand van zaken in het onderzoek? Zijn er nog meer
rapporten van het Comité I?
Kunnen wij als parlementsleden misschien ook eens worden gebrieft
over wat er daarin staat? Slechts een heel klein aantal
parlementsleden krijgt daarover verslag. Hetgeen wij als
commissieleden vernemen, vernemen wij allemaal uit de pers. Het
zou logischer en meer een parlement waardig zijn wanneer wij eens
toelichting van u zouden kunnen krijgen daaromtrent.
Met betrekking tot de door Belliraj gepleegde moorden in de jaren 80,
kunt u meedelen wat de stand van zaken daaromtrent is?
archives du parquet de Gand
après qu'un agent de la Sûreté de
l'État a demandé de pouvoir le
consulter? Pourquoi cet agent
voulait-il consulter le dossier? La
Sûreté de l'État souhaitait-elle
influencer positivement le dossier
de naturalisation? Le ministre a-t-il
interrogé le chef de la Sûreté de
l'État à cet égard? Comment celui-
ci a-t-il réagi? D'autres rapports du
Comité R sur le dossier Belliraj
sont-ils prévus? Où en est
l'enquête concernant les meurtres
commis par Belliraj dans les
années 80?
17.02 Michel Doomst (CD&V): Mevrouw de voorzitter, ik zal kort
zijn. Ik bedank de minister voor zijn begrip voor de leergierigheid
waarmee wij via vragen voor één en ander proberen duidelijkheid te
krijgen, ook in dit dossier waarvan ik denk dat het belangrijk is. Ik
weet dat het een lang feuilleton is, maar ik denk dat het toch
belangrijk is dat wij dit, lessen trekkend naar de toekomst, goed
blijven opvolgen. Ik bedank mevrouw de minister voor het begrip dat
wij hier van het ene naar het andere hotsen in de eindejaarsrush die
blijkbaar in de commissies bezig is.
Mijnheer de minister, mevrouw De Rammelaere heeft het verhaal al
gedaan: het feit dat in het comité uit dat rapport blijkt dat de
Staatsveiligheid in één week tegenstrijdige adviezen heeft gegeven
inzake de naturalisatie en dat bovendien zou blijken dat tijdens
onderzoek het ongunstig advies op een onverklaarbare wijze zou zijn
verdwenen.
Ik wou de minister vragen of hij kennis heeft van die "onverklaarbare"
17.02 Michel Doomst (CD&V):
Selon le rapport provisoire du
Comité R, la Sûreté de l'État aurait
rendu deux avis contradictoires à
propos de la naturalisation de
Belliraj,
et,
de
plus,
l'avis
défavorable aurait disparu.
Le ministre est-il au courant de
cette situation? Peut-il donner
quelques éclaircissements à ce
sujet? Où en est-on actuellement
dans le dossier Belliraj?
03/12/2008
CRIV 52
COM 386
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
52
verdwijning? Kan hij de berichtgeving bevestigen en wat
verduidelijken? Kunnen wij enige nieuwe informatie krijgen over de
stand van zaken in het dossier Belliraj?
17.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik
ben iets uitvoeriger omdat ik ook verschillende vragen heb, maar voor
de eerste kan ik mij enkel aansluiten bij datgene dat reeds is
gevraagd over de Staatsveiligheid. Ik wil nog vragen, mijnheer de
minister, of u, indien de Staatsveiligheid bepaalde adviezen heeft
laten verdwijnen, dat een normale gang van zaken vindt of kan u daar
weer niets over zeggen. Ik had dit toch wel graag geweten.
Dan ten gronde, wij hebben u vorige week in de plenaire reeds
ondervraagd. Dat was het moment van de huiszoekingen. Dat heeft
heel wat extra vragen doen rijzen. U heeft toen niet onmiddellijk op
een aantal zaken kunnen antwoorden omdat u nog niet over de
informatie beschikte. Ik neem aan dat u die vandaag wel heeft. Heel
lang heeft u zich verscholen achter het onderzoek dat geheim is en
dergelijke meer. Ondertussen zijn de belangrijkste personen toch
gepakt. Ik denk dat er nu omwille van mogelijk gevaar voor het
onderzoek veel minder informatie achterwege kan worden gelaten en
dat u vandaag wel een stukje ruimer kan spreken over wat er gaande
is. Wij hebben al die namen nu al in de krant zien staan. Nu wil ik wel
wat meer informatie.
In het algemeen: uit de pers blijkt dat er in februari reeds
uitleveringsverzoeken uit Marokko zijn gekomen. Vorige week dacht ik
dat het juni was, maar nu blijkt dat februari te zijn. Uiteindelijk is het
pas einde november dat die huiszoekingen en arrestaties hebben
plaats gehad, nadat het proces Belliraj reeds van start is gegaan en
de verhoren over Belliraj al lang in de kranten hebben gestaan. Dat is
toch wel heel vreemd. Kan u dat verklaren?
Heel vreemd is ook dat van de personen die zijn aangehouden of
aangehouden blijven, enkel diegenen die niet de dubbele nationaliteit
hebben in principe voor uitlevering in aanmerking komen. De anderen
zouden niet zijn opgepakt of werden of zouden onmiddellijk worden
vrijgelaten. Nationaliteit is hier een soort van beschermende mantel
om geen rechtsvervolging of een andere of een tragere
rechtsvervolging te krijgen. Daar had ik toch graag duidelijkheid over.
Kan worden meegedeeld wanneer het gerecht precies de
uitleveringsverzoeken in verband met de 14 verdachten heeft
gekregen? Sinds wanneer beschikt men over de decisieve
dossierstukken, onder meer over de verhoren en dergelijke om de
juiste tenlasteleggingen te kennen en af te wegen of het verantwoord
is uit te leveren. En waarom duurde het dan tot 27 november
vooraleer er werd overgegaan tot huiszoekingen en aanhoudingen,
het moment waarop de betrokkenen het hazepad al hadden kunnen
kiezen.
Ten tweede, kunt u de 14 namen meedelen, alsmede de
tenlasteleggingen? Zitten er bij die 14 namen ook medeplichtigen van
de moorden waarvan Belliraj in ons land zou worden vedacht? Ik
dacht van wel, maar ik zou graag hebben dat u het bevestigt.
Ten derde, klopt het dat 11 van de 14 donderdag werden
gearresteerd? Waarvan werden de drie die niet werden gearresteerd,
17.03 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Le ministre trouve-t-il
normal qu'un avis de la Sûreté de
l'État disparaisse ainsi? Chaque
fois que nous avons posé des
questions au ministre sur ce
dossier, il s'est toujours retranché
derrière le secret de l'instruction.
Depuis lors, on en sait déjà
beaucoup plus et le ministre peut
donc
donner
davantage
d'informations.
A la fin novembre, il y a eu
plusieurs
perquisitions
dans
l'affaire Belliraj. Or on a appris par
la presse que le Maroc avait
introduit
des
demandes
d'extradition dès février. Pourquoi
dès lors avoir attendu le mois de
novembre pour procéder à ces
arrestations, sachant que le
procès de Belliraj était déjà bien
entamé?
Apparemment,
des
Marocains ayant également la
nationalité belge n'auraient pas été
arrêtés, en raison du fait qu'ils ne
pourraient être extradés.
Quand la Justice belge a-t-elle
reçu les demandes d'extradition et
a-t-elle eu connaissance des
préventions précises? Comment le
ministre explique-t-il le délai
important qui s'est écoulé avant
l'arrestation de ces personnes?
Pouvons-nous
prendre
connaissance des noms des 14
suspects et des préventions qui
les concernent? Les meurtres dont
est soupçonné M. Belliraj dans
notre pays ont-ils été commis avec
l'aide de complices? Est-il exact
que certaines personnes parmi les
14 évoquées n'ont pas été
arrêtées? Quels suspects seront
extradés vers le Maroc et de quels
faits sont-ils accusés? Quelles
personnes
ne
seront
pas
extradées et quelles accusations
ont été formulées à leur encontre?
Est-il
exact
qu'elles
seront
relaxées? Les suspects ont-ils un
passé judiciaire?
CRIV 52
COM 386
03/12/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
53
beticht?
Ten vierde, kunt u de namen geven van de zeven verdachten die
zullen worden uitgeleverd? Waarvan worden zij beticht? Bevindt een
aantal van de vermeende medeplichtigen in de moorddossiers zich bij
hen? Zo ja, hoeveel en wie?
Ten vijfde, wat zijn de namen van de vier arrestanten die niet zullen
worden uitgeleverd?
17.04 Minister Jo Vandeurzen: Moet u hun adres ook hebben?
17.05 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Neen, maar mijn vraag is
toch logisch? Het gaat hier om medeplichtigen van terroristische
moorden.
17.06 Minister Jo Vandeurzen: (...)
17.07 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Als die namen in de
kranten staan, dan kunt u toch zeggen of het klopt niet. Blijkbaar staat
alles weer in de pers, maar mogen wij een aantal zaken niet weten.
Wat zijn de namen van degenen die niet zullen worden uitgeleverd,
maar wel zijn aangehouden? Het zijn mensen die gearresteerd zijn.
Normaal gezien mogen die namen dan bekend zijn of minstens aan
ons worden meegedeeld. Bevindt een aantal van de medeplichtigen in
de moorddossiers zich bij hen, of allemaal? Blijven er vier hier? Klopt
het dat zij reeds werden vrijgelaten of binnenkort worden vrijgelaten?
Welke goede redenen zijn er daarvoor? Worden zij vervolgd in ons
land? Zo ja, voor welke feiten? Wat zijn de strafrechtelijke
antecedenten? Het federaal parket heeft zelf gezegd dat een van hen
reeds was veroordeeld in het GICM-dossier, een andere in het GIA-
dossier en een derde voor zwaar banditisme. Gaat het om degenen
die worden uitgeleverd, of niet? Worden die mensen opnieuw
vrijgelaten of niet?
Wat is de stand van zaken in het onderzoek naar de zes moorden?
Dreigt voor sommige van die moorden de verjaring? Die vraag werd
vroeger al gesteld, maar toen kon er nog geen antwoord op worden
gegeven. Bestaat hierdoor de kans dat sommigen uiteindelijk aan
vervolging ontsnappen, dankzij hun nationaliteit, omdat in Marokko
bijvoorbeeld andere verjaringsregels gelden dan hier? In een apart
dossier van het Brussels parket zou ook een persoon zijn
aangehouden. Om welk dossier gaat het? Over welke feiten gaat het?
Hoe verklaart u de aanwezigheid van televisiecamera's tijdens de
huiszoekingen? Wij hebben een deel van de huiszoekingen kunnen
zien, bijna live, 's middags op televisie. Het is heel vreemd dat zoiets
zomaar kan worden gefilmd. Was er een afspraak met de pers? Was
zij bewust gebrieft? Was er een lek? Kunt u dat even toelichten?
17.07 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Où en est l'enquête
relative aux meurtres commis en
Belgique? Le dossier risque-t-il
d'être
prescrit?
Les
auteurs
échapperont-ils à toute poursuite
en raison de leur nationalité? Une
personne aurait également été
arrêtée dans le cadre d'une
enquête réalisée par le parquet
bruxellois. De quel dossier et de
quelle
personne
s'agit-il?
Comment le ministre explique-t-il
la présence de caméras de
télévision durant les perquisitions?
17.08 Minister Jo Vandeurzen: Wat de naturalisatieaanvraag van de
heer Belliraj betreft, kan ik u het volgende meedelen. Het betreft hier
informatie die ik uiteraard van de Veiligheid van de Staat heb
gekregen. De Veiligheid van de Staat deelt enkel informatie mee die
relevant is in het kader van de wettelijke opdracht van de dienst en/of
verwijst naar andere Belgische overheidsdiensten zoals de politie,
parketdiensten of Vreemdelingenzaken, waar de aanvrager bekend
17.08 Jo Vandeurzen ministre:
La Sûreté de l'État ne diffuse à
propos de demandes de naturali-
sation que des informations utiles
dans le cadre de sa mission légale
ou renvoie à la police, au parquet
ou à l'Office des étrangers.
03/12/2008
CRIV 52
COM 386
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
54
zou zijn.
De informatie berust op een actief, geactualiseerd dossier. De
informatie dient geverifieerd te zijn. Indien het dossier onduidelijk is
en/of de informatie van oudere datum is, wordt er normaal een
actualiseringsonderzoek aan de operationele diensten gevraagd.
De Veiligheid van de Staat dient geen advies aangaande de
aanvrager mee en neemt derhalve ook geen beslissing. Die beslissing
komt toe aan de aanvragende autoriteit, zoals het parket of de
Kamercommissie. De beslissing berust niet uitsluitend op informatie
van de Veiligheid van de Staat. De beslissing berust op en wordt
gemotiveerd door elementen die door alle geconsulteerde diensten
worden aangebracht. Naast de Veiligheid van de Staat gaat het
bijvoorbeeld ook over de politie, de dienst Vreemdelingenzaken en de
parketten.
Bovendien worden de naturalisatieaanvragen behandeld door de
binnendiensten van de Veiligheid van de Staat. Die personen zijn niet
op de hoogte van de identiteit van de bronneninformateurs. Het gaat
hier duidelijk om een doelbewuste, strategische keuze om elke
subjectiviteit bij het analysewerk uit te sluiten. Dat draagt bij tot de
objectiviteit van de behandeling van de dossiers.
Gelet op de effecten van de zogenaamde snel-Belgwet zijn enerzijds
de termijnen waarbinnen een antwoord dient gegeven te worden,
dermate kort, zeker in de eerste periode, dat het steeds moeilijker is
om de deadline te halen. Anderzijds is er sindsdien ook een toevloed
aan aanvragen, tot meer dan 40.000 per jaar. Het kwam in die
periode regelmatig voor dat de Veiligheid van de Staat niet bij machte
was om tijdig of überhaupt te antwoorden. Volgens hetgeen ik begrijp,
als er echt sprake was van doelbewustheid, dan had men gewoon niet
geantwoord, dan was dat allemaal zonder meer gepasseerd.
De Staatsveiligheid merkt ook op dat sinds de goedkeuring van de
wet de Veiligheid van de Staat meer dan eens aan de alarmbel heeft
getrokken en projecten heeft voorgesteld om bijkomend uitvoerend
personeel
te
verkrijgen
voor
de
opvolging
van
de
naturalisatieaanvragen. Dat is nooit voldoende beantwoord volgens de
Staatsveiligheid.
In verband met de aantijging dat de Veiligheid van de Staat een
document zou hebben verwijderd uit het dossier bij het parket van de
procureur des Konings te Gent, kan ik het volgende opmerken. Vanaf
hier ben ik er zelf getuige van. De Veiligheid van de Staat heeft steeds
gewag gemaakt van het feit dat er twee brieven aangaande het
naturalisatiedossier zijn. Dat is nooit betwist. De twee documenten zijn
steeds in afschrift meegedeeld tijdens het onderzoek van het
Comité I, het onderzoek dat ik heb gevraagd, als ik het mij nog goed
herinner. In geval van een manipulatie zou dat een eigenaardige
werkwijze zijn, zegt de Veiligheid van de Staat.
Pas tijdens het bezoek aan het parket te Gent op 15 en 16 april 2008
werd door de medewerkers vastgesteld dat een van de documenten
in de bundel aldaar ontbrak. Het bezoek door de leden van de
Staatsveiligheid was het gevolg van een door mij op 14 april
gevraagde uitleg met betrekking tot de naturalisatie van Belliraj.
L'information repose
sur un
dossier actualisé et doit être
vérifiée.
Lorsque
l'information
date, il y a en principe lieu de
demander une enquête pour
l'actualiser.
La Sûreté de l'État formule
seulement un avis concernant la
demande de naturalisation, elle ne
prend pas de décision. Celle-ci est
prise en dernière instance par le
parquet ou par la commission de
la Chambre, sur la base des
informations qui proviennent non
seulement de la Sûreté de l'État,
mais aussi de la police, de l'Office
des Étrangers et des parquets.
Pour des motifs d'objectivité, les
demandes de naturalisation sont
traitées par les services internes
de la Sûreté de l'État, qui ne
connaissent pas l'identité des
informateurs à la source. En vertu
de la loi d'acquisition rapide de la
nationalité belge, les délais sont
tellement courts qu'il est difficile de
respecter les dates butoirs. De
plus, il y a un tel afflux de
demandes qu'au début, la Sûreté
de l'État n'arrivait pas toujours à
répondre dans les délais. Elle a
d'ailleurs soulevé ce problème
maintes fois.
La Sûreté de l'État a toujours
indiqué qu'à propos de la
naturalisation de M. Belliraj, deux
avis ont été formulés. Tous deux
ont été communiqués lors de
l'enquête du Comité R, qui a été
ouverte à ma demande. Ce n'est
que lors de la visite au parquet de
Gand, les 15 et 16 avril, que la
disparition de
l'un de ces
documents a été constatée. Le 17
avril, la Sûreté de l'État a signalé
ce fait au Comité R, ainsi qu'à
moi-même. La Sûreté de l'État
dément
qu'il
s'agirait
en
l'occurrence de manipulation.
Le dossier de naturalisation de M.
Belliraj comprenait effectivement
un avis positif de la police.
Le 27 novembre, il a été procédé
dans le cadre du dossier du
CRIV 52
COM 386
03/12/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
55
Naar aanleiding van vragen in het Parlement heb ik gevraagd om
uitleg. Dat is de reden geweest waarom men ter plaatse is gegaan.
Alle insinuaties dat men daar god weet wat gaan doen is, zijn dus niet
juist. Ik kan u zeggen wat de reden is geweest waarom men ter
plaatse is geweest.
Op 17 april 2008 werd zowel aan mij als aan het Comité I door de
Staatsveiligheid melding gemaakt van het feit dat alleen de tweede
brief uitgaande van de Staatsveiligheid in het dossier bij het parket
werd aangetroffen. Het is niet de gewoonte dat de Staatsveiligheid
van de inhoud van naturalisatiedossiers kennisneemt, dit ter
bescherming van de privélevensfeer. In dit geval gebeurde het om zo
goed mogelijk de minister en het Comité I te kunnen inlichten.
Enerzijds wordt dus aan de Staatsveiligheid aangewreven als zou de
dienst het dossier manipuleren, terwijl er twee brieven zijn verstuurd.
Die brieven bevatten elementen aangaande de activiteiten van Belliraj
die als negatief kunnen worden beschouwd. Die informatie meedelen
is een opdracht van de Staatsveiligheid. De Staatsveiligheid houdt dus
vol en beweert met klem dat het die informatie correct heeft
weergegeven en die brieven, die elementen die de Staatsveiligheid ter
beschikking had, heeft vermeld.
De Veiligheid van de Staat merkt op dat het dossier aangaande de
naturalisatieaanvraag van Belliraj wel degelijk een positief advies
bevatte van de lokale politie, tot zover de naturalisatieprocedures. De
reden waarom de Veiligheid van de Staat zich op een bepaald
moment ter plaatse heeft begeven, is precies om antwoord te kunnen
geven op de vragen die over die aanvraag werden gesteld.
Wat de gerechtelijke acties in België betreft, op 27 november 2008
werd een reeks huiszoekingen uitgevoerd in het kader van het dossier
van het federaal parket en van een dossier van het parket van
Brussel. Ik heb daarop donderdag al gedeeltelijk geantwoord. De
uitgevoerde huiszoekingen passen in een strafonderzoek dat door het
federaal parket werd geopend lastens onbekenden die ervan worden
verdacht op Belgisch grondgebied deel te hebben genomen aan de
activiteiten van de terroristische groep rond Abelkader Belliraj. In het
raam hiervan werden 11 personen van hun vrijheid beroofd en in
totaal werden 12 huiszoekingen verricht: 1 in Aarlen, 1 in Tongeren, 1
in Nijvel en 9 in Brussel.
Tegelijkertijd werd ook uitvoering verleend aan een aantal
internationale aanhoudingsbevelen, ter fine van uitlevering dat door de
Marokkaanse autoriteiten in die context werd uitgevaardigd. In het
kader van de uitlevering gevraagd door Marokko, werden 7 van de
vermelde 11 personen door het federaal parket eveneens van hun
vrijheid beroofd, 1 te Tongeren en 6 te Brussel. Zij zijn voor de
onderzoeksrechter gebracht, die hun voorlopige aanhouding heeft
bevolen met het oog op de uitlevering aan Marokko.
Het dossier van het parket van Brussel is een onderzoek in het kader
van het groot banditisme. U weet dat de onderzoeksrechter op basis
van artikel 57, § 3 van het Wetboek van strafvordering formeel heeft
geweigerd dat het parket hierover zou communiceren.
Er werd simultaan en gecoördineerd tussengekomen in het dossier
van het federaal parket en het dossier van het parket van Brussel
parquet fédéral et d'un dossier du
parquet bruxellois à une série de
perquisitions
qui
s'inscrivaient
dans l'enquête pénale du parquet
fédéral contre des membres
inconnus
d'un
groupe
de
terroristes gravitant autour de M.
Abdelkader
Belliraj.
Onze
personnes ont été interpellées et
trois visites domiciliaires ont été
effectuées, dont une à Arlon, une
à Tongres, une à Nivelles et neuf
à Bruxelles.
En même temps, des mandats
d'arrêt internationaux du Maroc ont
été mis en oeuvre. On compte
parmi les onze personnes arrêtées
sept suspects, un à Tongres et six
à Bruxelles. Le juge d'instruction a
ordonné leur arrestation provisoire
en vue de leur extradition vers le
Maroc.
Le dossier du parquet de Bruxelles
est à l'instruction dans le cadre de
la lutte contre le banditisme. Le
juge d'instruction a interdit au
parquet de communiquer à ce
propos.
Des actions ont été menées
simultanément dans le cadre des
dossiers du parquet fédéral et du
parquet de Bruxelles parce qu'un
des intéressés était le suspect
principal dans les deux dossiers.
On a attendu pour mettre en
oeuvre
le
mandat
d'arrêt
international marocain afin de ne
pas mettre en péril l'instruction en
Belgique.
L'enquête sur les six meurtres
politiques perpétrés en Belgique
est centralisée auprès d'un juge
d'instruction spécialisé en matière
de terrorisme. Le parquet fédéral
souligne que le secret de
l'instruction ne permet pas de
répondre aux questions.
Le Comité R a présenté le lundi 17
novembre 2008 son deuxième
rapport provisoire à huis clos au
comité d'accompagnement. La
discussion
des
rapports
provisoires
par
le
comité
03/12/2008
CRIV 52
COM 386
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
56
omdat één persoon in beide dossiers een hoofdverdachte was. Het
was onderzoeksmatig uiteraard van belang dat de tenuitvoerlegging
van het Marokkaanse internationale aanhoudingsbevel simultaan en
gecoördineerd zou gebeuren met de uitvoering van de
huiszoekingsbevelen in het Belgisch onderzoek lastens onbekenden
die ervan worden verdacht op Belgisch grondgebied te hebben
deelgenomen aan activiteiten van de terroristische groep rond
Abdelkader Belliraj. Om die reden werd even getemporiseerd met de
uitvoering van het internationaal aanhoudingsbevel. Het was dus een
kwestie van coördinatie die de timing heeft geïnspireerd.
Wat de zes moorden betreft, de gerechtelijke onderzoeken in België
naar de moorden waarin Belliraj de hand zou hebben gehad dat is
althans de stelling werden gecentraliseerd bij een zelfde
gespecialiseerde onderzoeksrechter voor terrorisme. Die gerechtelijke
onderzoeken worden nog steeds voortgezet.
"Het federaal parket heeft geen weet van voorafgaande afspraken
met de pers. Het goed verloop van de aan de gang zijnde
strafonderzoeken en het principe van het geheim van het
strafonderzoek laten niet toe meer details te verschaffen of op andere
vragen te antwoorden." Dat is een citaat uit de mededeling van het
federaal parket ter verduidelijking van de gerechtelijke acties. Ik citeer
hier, na de Veiligheid van de Staat, het federaal parket.
Het Comité I heeft maandag 17 november 2008 achter gesloten
deuren zijn tweede voorlopig en ingevolge mijn vragen bijkomend
voorlopig rapport toegelicht aan het begeleidingscomité van het
Comité I. Bespreking van de voorlopige rapporten zal volgende week
opnieuw plaats grijpen achter gesloten deuren door de
begeleidingscommissie.
d'accompagnement se poursuivra,
toujours à huis clos, la semaine
prochaine.
17.09 Els De Rammelaere (N-VA): Mijnheer de minister, dank voor
uw duidelijke uitleg omtrent die twee adviezen en het bezoek van de
Veiligheid van de Staat aan het parket. Uiteindelijk betreur ik een
beetje dat het compleet foutief is voorgesteld in de pers. Er wordt een
verkeerd beeld geschetst en de Veiligheid van de Staat wordt
daardoor in een compleet slecht daglicht gesteld. Ik herhaal dan ook
mijn oproep om als parlementsleden en zeker als leden van deze
commissie op één of andere manier nauwlettender of punctueler op
de hoogte te worden gehouden van deze toch niet onbelangrijke zaak.
17.09 Els De Rammelaere (N-
VA): Je regrette que l'affaire ait été
présentée sous un jour totalement
erroné dans la presse. La Sûreté
de l'État a été discréditée. Je
préconise que les parlementaires
soient minutieusement tenus au
courant.
17.10 Michel Doomst (CD&V): Ik denk mijnheer de minister dat
inzake de naturalisaties op basis van de vragen die u ook hebt
gesteld, de onduidelijkheid die hierover in de pers werd gecreëerd wel
degelijk is weerlegd. Ik onthoud toch ook het pervers effect van snel-
Belgwet die toch ook wel maakt dat wij voor een aantal inlichtingen en
procedures veel te snel en bijgevolg ook op bepaalde momenten
minder grondig kunnen werken. We moeten daar de nodige lessen uit
trekken en de nodige wijzigingen in aanbrengen.
Ik kijk dan ook uit naar de verdere resultaten van het strafonderzoek
en hoop ook dat de discussie in het Comité I en de
begeleidingscommissie discreet kan gebeuren en dat wij toch niet
moeten merken binnen afzienbare tijd dat dit opnieuw tot vervelende
lekken naar buiten zou leiden.
17.10 Michel Doomst (CD&V):
La réponse du ministre a levé le
manque de clarté relevé dans les
informations publiées dans la
presse. Je tiens tout de même à
souligner l'effet pervers de la loi
d'acquisition
rapide
de
la
nationalité belge, dont il résulte
parfois que l'on travaille trop vite et
trop
superficiellement.
Il
conviendra
d'en
tirer
les
enseignements et d'opérer les
modifications nécessaires.
J'attends avec impatience les
résultats de l'enquête pénale et
CRIV 52
COM 386
03/12/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
57
j'espère
également
que
la
discussion au sein du Comité R et
du comité d'accompagnement
pourra se dérouler dans la
discrétion.
17.11 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter, ik
weet eigenlijk niet wat ik moet zeggen, maar ik vind dat er met het
Parlement en met onze rechten een loopje wordt genomen. Eerst is er
al het Comité I waar geen oppositiepartijen in zitten, waar wij geen
enkel zicht hebben op wat er nu in hun dossiers zit. Dat vind ik al
bijzonder gortig, zoals ik vorige keer al heb gezegd. Ik ga daar nu niet
verder op doorgaan.
Nu over de feiten: het gaat om zes politieke moorden waar zelfs de
naam Abu Nidal valt, waar een duidelijke orkestratie speelt. Men is
dan verontwaardigd dat ik daar namen durf vragen. Dat is toch de
evidentie zelf, dat iemand die medeplichtig is aan een politieke en
terroristische moord, dat die namen kunnen vallen, zeker als zij zijn
aangehouden. Zolang zij niet zijn aangehouden, heb ik er begrip voor.
Men kan dan zeggen dat men ze gaat verontrusten. Maar eens ze zijn
aangehouden, is dat toch geen staatsgeheim meer. Dan is het toch
elementair dat wij weten wie zij zijn. Worden zij ook soms beticht in
die wapentrafiek waar hij nu van wordt beschuldigd? Is daar een
combine of zijn dat twee dossiers die niets met mekaar te maken
hebben? Daar komt allemaal geen antwoord op.
Het enige dat wij weten, is wat wij donderdag al wisten, namelijk dat
er een zevental mensen voor uitlevering in aanmerking komt en
vastzit. De rest is blijkbaar al weer vrij. Wie van die zeven van moord
is beticht, is ook niet geweten. U mag mij tegenspreken, mijnheer de
minister, ik hoop dat u het antwoord weet, maar ik vrees dat het
gerecht u ook in het ongewisse laat. Ik vrees dat vier van de vijf
medeplichtigen, de vijfde woont niet in ons land, op vrije voeten
rondlopen, ondanks het feit dat ze medeplichtig zijn aan een
terroristische moord en dat die moorden niet ernstig zijn onderzocht
en opgehelderd. Ik begrijp dat niet.
Ik begrijp bijvoorbeeld niet dat in De Standaard de namen kunnen
vallen van Hassan LO, Hassan E en Lahbib A en van Hassan E en
Lahbib B en Ahmed M. De Standaard mag die namen publiceren.
17.11 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Le ministre ne respecte
pas les droits des parlementaires.
L'opposition n'est pas représentée
au sein du Comité R, ce qui est
scandaleux.
Il s'agit de six meurtres politiques
et à caractère terroriste dans le
cadre desquels le nom d'Abu Nidal
est
même
cité.
Nous
ne
connaissons toujours aucun nom,
bien que les intéressés aient été
arrêtés entre-temps. Par ailleurs,
aucune information n'est fournie
non plus à propos du lien entre les
meurtres et le trafic d'armes. Ces
données ne relèvent tout de même
plus du secret d'État! Sept
personnes sont susceptibles d'être
extradées et sont incarcérées.
Pourquoi ne pouvons-nous pas
savoir s'il est question de récidive
et si les personnes arrêtées sont
des assassins, sont inculpées de
meurtre
ou
ont
déjà
été
condamnées?
Les autres sont probablement en
liberté. Les quatre complices des
meurtres qui habitent dans notre
pays sont en liberté, ce que je ne
puis comprendre.
Le quotidien "De Standaard" a le
droit de publier les noms mais le
ministre doit se taire.
17.12 Minister Jo Vandeurzen: Moet ik u aanspreken met de heer x
of y? Dat is wat De Standaard ook doet.
17.13 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Er staat toch iets meer. Op
die manier kan een en ander toch worden geverifieerd.
De naam Belliraj mag worden vermeld, omdat hij toevallig al veel in
de media is geweest. Waarom moeten die vier andere moordenaars
worden beschermd? Als hier de minste moord op een echtgenote of
een kind gebeurt, verschijnt de moordenaar met naam en toenaam in
de krant, tenzij het een minderjarige is. Daarvoor heb ik alle begrip.
Als volwassenen echter van moord worden beticht, mag dat geweten
zijn.
Ik begrijp niet dat wij geen antwoorden krijgen als het gaat om
17.13 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Le nom de M. Belliraj
peut être communiqué mais
pourquoi
les
quatre
autres
personnes sont-elles protégées?
Alors que chaque meurtre est
largement commenté dans les
médias, rien ne peut être divulgué
à propos des attentats terroristes.
Peut-être la justice laisse-t-elle
aussi le ministre dans l'ignorance.
03/12/2008
CRIV 52
COM 386
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
58
terroristische moorden, islammoorden, terreurmoorden, ook al is het
twintig jaar geleden. Niets, nul van antwoorden krijgen wij. Ik weet
niets meer dan vorige donderdag. Ik begrijp het niet. Ofwel wilt u niets
zeggen en weet u het zelf, ofwel laat u zich door het gerecht, door uw
diensten met een kluitje in het riet sturen. Dat kan niet. Ik heb u
opzettelijk heel uitvoerig gedetailleerde vragen bezorgd opdat men u
kan informeren. Als wij u bijvoorbeeld vragen of een van die mensen
die als terrorist in het GICM-dossier is veroordeeld iemand van die
moordenaars of iemand van die wapenmensen is, is de kans vrij groot
ik weet het niet dat die ondertussen opnieuw vrij rondloopt.
Hetzelfde geldt voor de GIA en de man die werd veroordeeld voor
zwaar banditisme.
Wat is dat voor iets? Wij worden hier weggestuurd zonder enig
antwoord. Het is toch normaal dat wij die vragen stellen. Waarom
mogen wij niet weten of er sprake is van recidive en of de mensen die
aan Marokko zullen worden uitgeleverd moordenaars zijn, beticht
worden van moord of al zijn veroordeeld? Wat is daar staatsgeheim
aan? Dat is toch elementair. Zolang er geen huiszoekingen zijn en
niemand werd opgepakt, heb ik daarvoor nog enig begrip. Nu al die
arrestaties echter zijn verricht, mogen wij toch namen kennen.
U houdt iets achter. Hier stinkt iets ongelooflijk in het dossier. Hier
worden zaken verborgen gehouden. Ik weet niet waarom, maar ik heb
dit in geen enkel gerechtelijk dossier meegemaakt in de 14 jaar dat ik
hier zit. Ik heb al veel vragen gesteld en horen stellen over alle
mogelijke strafrechtelijke dossiers en altijd zijn de namen gevallen en
werd gezegd waarvan ze werden beticht en wat er aan de hand is.
In het dossier in kwestie wentelt u zich in geheimzinnigheid en doet u
alsof de parlementsleden onnozelaars zijn die niet eens het recht
hebben om dergelijke informatie te kennen. Ondertussen verschijnt
de informatie echter wel in de krant.
Ik begrijp het niet. Het is een schande voor het Parlement en een
hoon voor de parlementsleden. Mijnheer de minister, een dergelijke
behandeling had ik wel van minister Onkelinx maar nooit van u
verwacht. U had dat met Tony Van Parys nooit kunnen doen. Hij had
zich nooit op een dergelijke manier met een kluitje in het riet laten
sturen.
Ik begrijp u niet. Ik weet niet wat er mis is. Het is een dossier dat van
a tot z stinkt. Ik hoop dat u ons alsnog, desnoods nadien per brief of
wat dan ook, de gevraagde informatie bezorgt. Ik en de bevolking
hebben recht op de bedoelde informatie.
À moins que le ministre lui-même
cache quelque chose. En tout état
de cause, ce dossier n'est pas net.
C'est la première fois dans ma
carrière que je suis confronté à un
tel secret dans une enquête
concernant un meurtre. C'est
insultant pour les parlementaires!
J'espère que nous finirons par être
informés. Nous y avons droit, tout
comme la population d'ailleurs.
17.14 Minister Jo Vandeurzen: Mevrouw de voorzitter, zoals ik al zei,
zal ik op het ogenblik dat het verslag van het Comité I definitief is,
conclusies trekken over wat er exact is gebeurd.
Wat ik zowel over de naturalisatievragen als over de stand van het
onderzoek heb gegeven, zijn de gegevens die mij door de dienst
Veiligheid van de Staat en door het federale parket werden
medegedeeld.
Het is inderdaad juist dat de minister van Justitie ook niet wordt
geïnformeerd, wanneer het geheim van het onderzoek niet toelaat dat
ik ter zake word geïnformeerd.
17.14 Jo Vandeurzen, ministre:
Je tirerai les conclusions qui
s'imposent sur la base du rapport
définitif du Comité R.
Les informations que j'ai fournies à
propos
des
demandes
de
naturalisation
et
de
l'état
d'avancement
de
l'enquête
correspondent aux données qui
m'ont été transmises par le service
de sûreté de l'Etat et par le
CRIV 52
COM 386
03/12/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
59
Ten tweede, er is in de Senaat inderdaad een begeleidingscommissie
voor het Comité I. Het is niet aan mij om te bepalen wie al dan niet lid
van voornoemde commissie is. Ik probeer aan bedoelde commissie te
rapporteren en te vragen aan het Comité I om ook aan de commissie
te rapporteren, zoals dat moet gebeuren.
Ten derde, de behandeling van de zaak-Belliraj in Marokko is nog niet
echt ver opgeschoten. Dat betekent dat ik ook enigszins voorzichtig
ben om uit het dossier conclusies te trekken. Er moet immers nog een
aantal zaken voor de rechtbank worden bewezen. Het is dus jammer
dat ik u de informatie niet zomaar kan geven. Een aantal zaken heb ik
trouwens ook niet ter beschikking.
Ik probeer echter om op de daartoe voorbehouden plaatsen zo
maximaal mogelijk openheid te betonen. Nogmaals, definitieve
conclusies over de manier waarop een en ander is gebeurd, zal ik
trekken op het moment dat er een definitief verslag is van het
Comité I.
parquet fédéral. Le secret de
l'instruction vaut également pour le
ministre de la Justice.
Il existe au sein du Sénat une
commission
d'accompagnement
du Comité R. Il ne m'appartient
pas de décider qui doit siéger au
sein de cette commission. Je peux
simplement demander qu'il soit fait
rapport, pas plus.
L'affaire est toujours en cours de
traitement au Maroc. Certaines
preuves doivent encore y être
apportées devant le tribunal. Aussi
convient-il de se montrer prudent
avec les informations.
Je communique de la manière la
plus ouverte possible aux endroits
prévus à cet effet.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
La présidente: Monsieur le ministre, vous avez encore le temps pour une autre question?
17.15 Jo Vandeurzen, ministre: Madame la présidente, je respecte
le Parlement et, si M. Ducarme a attendu si longtemps, il va de soi
que je vais lui répondre. Ce serait impoli de ne pas le faire même si
ce n'est qu'à une question.
18 Questions jointes de
- M. Denis Ducarme au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes institutionnelles
sur "la non-conformité aux normes de sécurité incendie de plusieurs bâtiments de logement social de
Toit et Moi à Mons" (n° 8672)<br>- M. Denis Ducarme au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes institutionnelles
sur "la non-conformité aux normes de sécurité incendie de plusieurs bâtiments de logement social de
Toit et Moi à Mons" (n° 8740)<br>- M. Denis Ducarme au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes institutionnelles
sur "l'enquête judiciaire relative à des plaintes relevant la non-conformité de certaines habitations
sociales dépendant de la société de logement 'Toit et Moi' à Mons" (n° 8891)</b>
18 Samengevoegde vragen van
- de heer Denis Ducarme aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "het niet in conformiteit zijn met de brandveiligheidsnormen van verscheidene
woningen van de sociale huisvestingsmaatschappij Toit et Moi in Bergen" (nr. 8672)
- de heer Denis Ducarme aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "het niet in conformiteit zijn met de brandveiligheidsnormen van verscheidene
woningen van de sociale huisvestingsmaatschappij Toit et Moi in Bergen" (nr. 8740)
- de heer Denis Ducarme aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "het gerechtelijk onderzoek na klachten in verband met de non-conformiteit van
bepaalde sociale woningen van de huisvestingsmaatschappij 'Toit et Moi' in Bergen" (nr. 8891)
18.01 Denis Ducarme (MR): Monsieur le ministre, tout d'abord je
vous remercie pour votre geste. Je sais que vous avez un agenda
chargé.
18.01 Denis Ducarme (MR): Mijn
vraag heeft enerzijds betrekking
op
de
voortgang
van
het
gerechtelijk dossier over de brand
03/12/2008
CRIV 52
COM 386
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
60
Il est vrai que ma question a été déposée depuis longtemps. Je me
suis donc permis de rester afin de vous signifier pour ce qui me
concerne son importance.
Mes questions se divisent en deux. D'une part, un point que je vais
vous demander de faire sur le suivi du dossier judiciaire relatif à
l'incendie des Mésanges et, d'autre part, des questions que je
souhaitais vous poser par rapport à une enquête qui aurait été
ouverte sur la conformité aux normes incendie des habitations
sociales de la société de logement à Mons.
Madame la présidente, je vous propose de me concentrer sur ce
deuxième volet exclusivement.
Monsieur le ministre, ma question porte sur des travaux entrepris par
la société Toit et Moi, une société célèbre puisque c'est cette même
société de logements sociaux montoise qui pourrait, si la justice en
décidait ainsi, être pointée pour un certain nombre de négligences
dans le dossier judiciaire relatif à l'incendie des Mésanges en 2003,
lequel avait provoqué, vous le savez, le décès de 7 habitants dont un
enfant de 10 ans.
Je me demande si ces décès ont suffisamment servi de leçon. J'ose
poser cette question, monsieur le ministre, car en effet, selon mes
informations, un marché subventionné par la Région wallonne (plan
exceptionnel
d'investissement)
portant
sur
la
restauration
d'habitations sociales dans 4 immeubles situés dans le domaine
social à Mons, le domaine d'Epinlieu, pose des difficultés en matière
de conformité aux normes incendie.
Selon mes informations, ce marché aurait été passé en 2004, soit un
an seulement après le drame des Mésanges et verrait un certain
nombre de lances incendie prévues dans ces bâtiments être
raccordées à des tuyaux de très petite taille, habilités à
approvisionner seulement des robinets. Il est inutile d'aller plus loin
sur le plan technique. Je vous dirai simplement que selon mes
informations, la non-conformité des travaux réalisés par rapport aux
normes de sécurité incendie résiderait également dans la pose de
compteurs à eau dont la puissance serait totalement insuffisante. En
effet, un seul compteur d'une puissance d'1 m³/h aurait été posé par
bâtiment.
Une enquête aurait été ouverte à cet égard par le parquet de Mons.
Pouvez-vous m'informer de ce qui a provoqué l'ouverture de cette
enquête? Est-ce une plainte individuelle? Je n'en sais trop rien.
Dans le cadre de cette enquête qui aurait été ouverte, vous pourrez
peut-être également communiquer au Parlement une information
utile. Si on fait ce constat que je pose ici auprès de vous, depuis
combien de temps les locataires des habitations concernées par
l'enquête vivent-ils dans ces habitations non conformes aux normes
de sécurité incendie?
Par ailleurs, pourriez-vous me confirmer que lors de la réception
provisoire de ces travaux subventionnés par la Région wallonne,
aucune remarque relative à la non-conformité des bâtiments aux
normes de sécurité incendie en vigueur n'a été formulée par la
société de logement Toit et Moi?
van Les Mésanges en anderzijds
over een onderzoek dat werd
geopend inzake de overeen-
stemming met de brandnormen
van de sociale woningen van de
huisvestingsmaatschappij
te
Bergen.
Ik zal me op het tweede deel van
mijn vraag toespitsen en wil het
meer bepaald hebben over de
werken die werden uitgevoerd
door de huisvestingsmaatschappij
"Toit et Moi", die ook al betrokken
was bij het gerechtelijk dossier
betreffende de brand in Les
Mésanges in 2003. Naar ik
verneem, zouden er problemen
zijn met betrekking tot de
inachtneming
van
de
brandveiligheidsnormen in het
kader van een door het Waals
Gewest
gesubsidieerde
aanbesteding voor de renovatie
van sociale woningen in vier
gebouwen in het domein van
Epinlieu in Bergen. Hoe lang
wonen de huurders van de
woningen
waaromtrent
een
onderzoek
loopt
al
in
die
woningen, die niet voldoen aan de
brandveiligheidsnormen? Kan u
bevestigen
dat
de
huisvestingsmaatschappij "Toit et
Moi" bij de voorlopige oplevering
van de werken geen enkele
opmerking heeft geformuleerd met
betrekking
tot
de
niet-
inachtneming van die normen?
Kunt u me ten slotte meedelen
hoe lang het onderzoek nog zal
aanslepen vooraleer er conclusies
komen
en
die
besluiten
overgezonden worden aan de
Waalse regering, die ter zake
bevoegd is.
CRIV 52
COM 386
03/12/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
61
Enfin, monsieur le ministre, et en résumé, pouvez-vous me
communiquer le délai qui doit encore courir avant les conclusions de
l'enquête et leur transmission au pouvoir de tutelle de la société de
logement, à savoir le gouvernement wallon?
18.02 Jo Vandeurzen, ministre: Cher collègue, une information a
effectivement été ouverte au sein du parquet de Mons à propos de
défaillances du système de lutte contre les incendies dans les
immeubles sis au domaine d'Épinlieu. Voici les informations que me
communique à ce sujet le procureur général de Mons. Le secret de
l'information judiciaire et la circonstance que l'enquête est en cours
m'obligent à répondre à vos questions avec une certaine prudence et
une certaine réserve. J'espère que vous comprendrez que c'est dans
l'intérêt de l'enquête.
Je peux cependant vous donner les informations suivantes. Les
bâtiments concernés datent d'une vingtaine d'années et ont été
rénovés suite à une décision prise en 2004. Les travaux ont été
terminés début 2008 et réceptionnés en juin-juillet 2008. Le dossier
judiciaire a été ouvert en date du 15 octobre 2008 suite à la réception
au parquet d'un procès-verbal de l'Office central pour la répression de
la corruption. Ce procès-verbal signale que ce service de police avait
été informé d'un problème de sécurité dans les logements sociaux
que vous évoquez.
Après une inspection des pompiers, l'installation de ce qu'on appelle
des colonnes incendie avait été prescrite et ces travaux avaient été
réalisés dans le cadre d'un plan exceptionnel d'investissement de la
Région wallonne (PEI). Ces travaux auraient été réceptionnés par les
services PEI de la société Toit et Moi alors que les sections des
tuyaux employés ne seraient pas adéquates pour amener l'eau avec
une pression suffisante aux bouches d'incendie du quatrième étage
des bâtiments.
Je mets évidemment tout ceci au conditionnel et en en parlant avec
prudence, puisqu'il s'agit d'une enquête en cours et qu'il revient à la
seule autorité judiciaire de dire ce qu'il s'est exactement passé.
À la suite de l'ouverture de cette information judiciaire, un expert a été
requis afin d'examiner les installations incriminées. Il s'est donc rendu
sur les lieux afin d'y faire les constatations utiles. Le rapport devrait
être déposé la semaine prochaine. Le magistrat titulaire prescrira
sans doute des devoirs utiles avant de clore cette information pénale.
Le service de police, en l'espèce l'Office central pour la répression de
la corruption, ne rencontre aucune difficulté dans sa collecte des
renseignements et documents nécessaires auprès de la société Toit
et Moi. Le dossier n'a pas donné lieu à la désignation d'un juge
d'instruction. L'objectif du procureur du Roi de Mons est de faire
procéder le plus rapidement possible aux devoirs d'enquête afin de
vérifier si des infractions ont bel et bien été commises et de pouvoir
clore l'information judiciaire dans les plus brefs délais.
À propos du gouvernement wallon que vous citez dans votre question,
les autorités judiciaires me signalent qu'il n'est pas partie à cette
cause. Pour le moment, il ne s'est pas manifesté en tant que partie
lésée.
18.02 Minister Jo Vandeurzen:
Er is bij het parket van Bergen
inderdaad
een
opsporings-
onderzoek geopend naar de
tekortkomingen van de brandblus-
installatie in de gebouwen van het
domein Épinlieu. De renovatie van
de betrokken gebouwen werd in
juni-juli 2008 opgeleverd. Het
gerechtelijke
dossier
werd
geopend op 15 oktober 2008
nadat het parket een proces-
verbaal had ontvangen van de
Centrale Dienst voor de Bestrijding
van de Corruptie. Dat proces-
verbaal
geeft
aan dat die
politiedienst op de hoogte was van
een veiligheidsprobleem in de
sociale woningen waarover u het
heeft.
Na inspectie door de brandweer
moesten er brandkranen worden
geïnstalleerd en die werken
werden uitgevoerd in het kader
van een uitzonderlijk investerings-
plan van het Waalse gewest. Die
werken zouden door "Toit et Moi"
zijn
opgeleverd,
hoewel
de
gebruikte buizen, vanwege hun
diameter, niet geschikt zouden zijn
om water onder voldoende hoge
druk aan te voeren naar de
brandkranen
op
de
vierde
verdieping van de gebouwen.
Na
het
instellen
van
het
opsporingsonderzoek werd er een
deskundige gevorderd om de
betrokken
installaties
te
onderzoeken. Zijn rapport zou
volgende week klaar moeten zijn.
De Centrale Dienst voor de
Bestrijding van de Corruptie
ondervindt geen enkel probleem
bij het verzamelen van de nodige
inlichtingen en documenten bij de
maatschappij "Toit et Moi". Voor
dat
dossier
werd er
geen
onderzoeksrechter aangewezen.
De Waalse regering is geen partij
in het geding.
03/12/2008
CRIV 52
COM 386
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
62
18.03 Denis Ducarme (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie.
Je comprends parfaitement la prudence de votre réponse puisque
l'enquête est en cours. Je remarque tout de même qu'il est confirmé
que l'enquête sur ces canalisations ne permettant pas l'alimentation
en eau aurait été ouverte le 15 octobre - pour des travaux
réceptionnés en juillet.
Comme il va de soi, j'attendrai les conclusions de l'enquête. Je suis
rassuré sur la démarche de la justice, puisque celle-ci "veille au
grain".
De plus, elle nous donne une perspective de remise aux normes de
ces habitations sociales. Pour ce qui concerne la Région wallonne,
j'imagine qu'elle attend aussi les conclusions de l'enquête. Ce sont
des travaux, comme vous l'avez indiqué, qui ressortissaient au plan
exceptionnel d'investissement et qui étaient donc subventionnés par
la Région wallonne. Je présume que, le moment venu, elle
s'intéressera aux conclusions, de même que je reviendrai vers vous
afin de pouvoir vous entendre informer le parlement des conclusions
que le parquet aura tirées de cette affaire.
18.03 Denis Ducarme (MR): Er
wordt bevestigd dat het onderzoek
over
de
leidingen
met
onvoldoende watertoevoer op 15
oktober
zou
zijn
geopend
betreffende werken die in juli
werden
opgeleverd.
Ik
ben
gerustgesteld over de demarche
van het gerecht.
Ik kan me voorstellen dat het
Waals Gewest ook op de besluiten
van het onderzoek wacht.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.20 uur.
La réunion publique de commission est levée à 17.20 heures.