KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
CRIV 52 COM 328
CRIV 52 COM 328
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTEGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET
O
PENBAAR
A
MBT
C
OMMISSION DE L
'I
NTERIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GENERALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
woensdag
mercredi
08-10-2008
08-10-2008
Namiddag
Après-midi
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V ­ N-VA
Christen-Democratisch en Vlaams - Nieuw-Vlaamse Alliantie
Ecolo-Groen!
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales ­ Groen!
FN
Front National
LDD
Lijst Dedecker
MR
Mouvement réformateur
Open Vld
Open Vlaamse Liberalen en Democraten
PS
Parti Socialiste
sp.a+Vl.Pro
socialistische partij anders + VlaamsProgressieven
VB
Vlaams Belang
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 52 0000/000 Parlementair stuk van de 52e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
DOC 52 0000/000
Document parlementaire de la 52e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
PLEN
plenum
PLEN
séance plénière
COM
commissievergadering
COM
réunion de commission
MOT
alle moties tot besluit van interpellaties (op beigekleurig papier)
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
CRIV 52
COM 328
08/10/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde vragen van
1
Questions jointes de
1
- de heer Michel Doomst aan de vice-
eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de streefcijfers voor alcoholcontroles"
(nr. 7146)
1
- M. Michel Doomst au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "les objectifs chiffrés en
matière de contrôles d'alcoolémie" (n° 7146)
1
- de heer Pierre-Yves Jeholet aan de vice-
eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de nepcontroles door de politie"
(nr. 7178)
1
- M. Pierre-Yves Jeholet au vice-premier ministre
et ministre de l'Intérieur sur "les faux contrôles
effectués par la police" (n° 7178)
1
Sprekers: Michel Doomst, Pierre-Yves
Jeholet, Annemie Turtelboom
, minister van
Migratie- en asielbeleid
Orateurs: Michel Doomst, Pierre-Yves
Jeholet, Annemie Turtelboom
, ministre de la
Politique de migration et d'asile
Samengevoegde vragen van
4
Questions jointes de
4
- de
heer
Michel Doomst
aan
de
vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de brandweerhervorming" (nr. 7147)
4
- M. Michel Doomst au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "la réforme des services
d'incendie" (n° 7147)
4
- de heer Josy Arens aan de vice-eerste minister
en minister van Binnenlandse Zaken over "de
financiering van de hulpdiensten" (nr. 7561)
4
- M. Josy Arens au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "le financement des
services de secours" (n° 7561)
4
- de heer André Frédéric aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de stand van zaken met betrekking
tot
de
hervorming
van
de
civiele
veiligheidsdiensten" (nr. 7605)
4
- M. André Frédéric au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "l'état d'avancement de
la réforme des services de sécurité civile"
(n° 7605)
4
- de heer Jan Peeters aan de vice-eerste minister
en minister van Binnenlandse Zaken over "de
stand van zaken van de brandweerhervorming"
(nr. 7714)
4
- M. Jan Peeters au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "l'état d'avancement de
la réforme des services d'incendie" (n° 7714)
4
Sprekers: Michel Doomst, Josy Arens,
André Frédéric, Jan Peeters, Annemie
Turtelboom
, minister van Migratie- en
asielbeleid
Orateurs: Michel Doomst, Josy Arens,
André Frédéric, Jan Peeters, Annemie
Turtelboom
, ministre de la Politique de
migration et d'asile
Vraag van de heer Peter Logghe aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "woningen in de
veiligheidszone van rally's" (nr. 7155)
11
Question de M. Peter Logghe au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les habitations situées dans
la zone de sécurité de rallyes" (n° 7155)
11
Sprekers:
Peter
Logghe,
Annemie
Turtelboom, minister van Migratie- en
asielbeleid
Orateurs:
Peter
Logghe,
Annemie
Turtelboom, ministre de la Politique de
migration et d'asile
Vraag van de heer Pierre-Yves Jeholet aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het gebruik van less-than-
lethalwapens door de federale politie" (nr. 7183)
13
Question de M. Pierre-Yves Jeholet au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
recours aux armes à létalité réduite par la police
fédérale" (n° 7183)
13
Sprekers: Pierre-Yves Jeholet, Annemie
Turtelboom
, minister van Migratie- en
asielbeleid
Orateurs: Pierre-Yves Jeholet, Annemie
Turtelboom
, ministre de la Politique de
migration et d'asile
Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de kosten van de brandweerschool
van Lens" (nr. 7176)
16
Question de Mme Jacqueline Galant au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
coût de l'école de feu de Lens" (n° 7176)
16
Sprekers: Jacqueline Galant, Annemie
Turtelboom
, minister van Migratie- en
asielbeleid
Orateurs: Jacqueline Galant, Annemie
Turtelboom
, ministre de la Politique de
migration et d'asile
Vraag van de heer Jenne De Potter aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
17
Question de M. Jenne De Potter au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
17
08/10/2008
CRIV 52
COM 328
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
ii
Zaken over "de werking van de Koninklijke
Muntschouwburg" (nr. 7288)
fonctionnement du Théâtre royal de la Monnaie"
(n° 7288)
Sprekers: Jenne De Potter, Annemie
Turtelboom
, minister van Migratie- en
asielbeleid
Orateurs: Jenne De Potter, Annemie
Turtelboom
, ministre de la Politique de
migration et d'asile
Samengevoegde vragen van
19
Questions jointes de
19
- mevrouw Katrien Schryvers aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de vrije keuze van gemeentes om
elektronisch dan wel met potlood en papier te
stemmen" (nr. 7321)
19
- Mme Katrien Schryvers au vice-premier ministre
et ministre de l'Intérieur sur "le libre choix des
communes en ce qui concerne le vote
électronique ou le vote papier" (n° 7321)
19
- mevrouw Zoé Genot aan de vice-eerste minister
en minister van Binnenlandse Zaken over "de
elektronische stemming" (nr. 7695)
19
- Mme Zoé Genot au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "le vote électronique"
(n° 7695)
19
Sprekers: Zoé Genot, Annemie Turtelboom,
minister van Migratie- en asielbeleid
Orateurs: Zoé Genot, Annemie Turtelboom,
ministre de la Politique de migration et d'asile
Vraag van de heer Olivier Hamal aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de strijd tegen de discriminatie op de
huisvestingsmarkt" (nr. 7405)
21
Question de M. Olivier Hamal au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la lutte
contre les discriminations en matière de location
de logements" (n° 7405)
21
Sprekers:
Olivier
Hamal,
Annemie
Turtelboom, minister van Migratie- en
asielbeleid
Orateurs:
Olivier
Hamal,
Annemie
Turtelboom, ministre de la Politique de
migration et d'asile
Samengevoegde vragen van
23
Questions jointes de
23
- de heer Luk Van Biesen aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het luiden van de alarmbel door de
politiezones naar aanleiding van de verdeling van
het boetefonds onder steden en gemeenten"
(nr. 7412)
23
- M. Luk Van Biesen au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "les zones de police qui
ont tiré la sonnette d'alarme à la suite de la
répartition des moyens du fonds des amendes
entre les villes et communes" (n° 7412)
23
- de
heer
Michel Doomst
aan
de
vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
over
"het
verkeersveiligheidsfonds"
(nr. 7457)
23
- M. Michel Doomst au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "le fonds de sécurité
routière" (n° 7457)
23
- de heer Jan Peeters aan de vice-eerste minister
en minister van Binnenlandse Zaken over "de
verdeling
van
de
opbrengsten
in
het
verkeersboetefonds" (nr. 7713)
23
- M. Jan Peeters au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "la répartition des
recettes du fonds des amendes routières"
(n° 7713)
23
Sprekers: Luk Van Biesen, Michel Doomst,
Jan Peeters, Annemie Turtelboom
, minister
van Migratie- en asielbeleid
Orateurs: Luk Van Biesen, Michel Doomst,
Jan Peeters, Annemie Turtelboom
, ministre
de la Politique de migration et d'asile
Samengevoegde vragen van
27
Questions jointes de
27
- de heer Bruno Stevenheydens aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de verdeling van jodiumtabletten"
(nr. 7430)
27
- M. Bruno
Stevenheydens
au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
distribution de tablettes d'iode" (n° 7430)
27
- mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
over
"de
productie
van
nieuwe
jodiumtabletten" (nr. 7459)
27
- Mme Muriel Gerkens au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "la production de
nouveaux comprimés d'iode" (n° 7459)
27
- mevrouw Katrien Schryvers aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de jodiumtabletten" (nr. 7688)
27
- Mme Katrien Schryvers au vice-premier ministre
et ministre de l'Intérieur sur "les tablettes d'iode"
(n° 7688)
27
Sprekers: Bruno Stevenheydens, Muriel
Gerkens, Katrien Schryvers, Annemie
Turtelboom
, minister van Migratie- en
asielbeleid
Orateurs: Bruno Stevenheydens, Muriel
Gerkens, Katrien Schryvers, Annemie
Turtelboom
, ministre de la Politique de
migration et d'asile
Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de vice-
32
Question de M. Jean-Luc Crucke au vice-premier 32
CRIV 52
COM 328
08/10/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
iii
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het drugsactieplan van de Europese
Commissie" (nr. 7436)
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le plan
d'action drogues de la Commission européenne"
(n° 7436)
Sprekers:
Jean-Luc
Crucke,
Annemie
Turtelboom, minister van Migratie- en
asielbeleid
Orateurs:
Jean-Luc
Crucke,
Annemie
Turtelboom, ministre de la Politique de
migration et d'asile
Samengevoegde vragen van
33
Questions jointes de
34
- de heer Bart Laeremans aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de wraakacties op Brusselse politieagenten"
(nr. 7444)
33
- M. Bart Laeremans au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "les actions de
représailles contre des agents de police
bruxellois" (n° 7444)
34
- de heer Michel Doomst aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"agressie tegen politieagenten" (nr. 7458)
33
- M. Michel Doomst au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "les agressions contre
des agents de police" (n° 7458)
34
- de heer Jean-Luc Crucke aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de agressie tegen politieagenten van de
politiezone Brussel Hoofdstad Elsene" (nr. 7520)
34
- M. Jean-Luc Crucke au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "les agressions contre
des policiers de la zone de police Bruxelles
Capitale Ixelles" (n° 7520)
34
Sprekers: Bart Laeremans, Michel Doomst,
Jean-Luc Crucke, Annemie Turtelboom
,
minister van Migratie- en asielbeleid
Orateurs: Bart Laeremans, Michel Doomst,
Jean-Luc Crucke, Annemie Turtelboom
,
ministre de la Politique de migration et d'asile
Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de onderkleding van de vrouwelijke
agenten van de Duitse federale politie" (nr. 7131)
37
Question de M. Xavier Baeselen au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les sous-
vêtements des agents féminins de la police
fédérale allemande" (n° 7131)
37
Sprekers:
Xavier
Baeselen,
Annemie
Turtelboom, minister van Migratie- en
asielbeleid
Orateurs:
Xavier
Baeselen,
Annemie
Turtelboom, ministre de la Politique de
migration et d'asile
Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de opvallende toename van het
aantal kettingmails waarin tot rassenhaat wordt
aangezet" (nr. 7139)
38
Question de M. Xavier Baeselen au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la hausse
particulière du nombre de courriels en chaîne
prônant la haine raciale" (n° 7139)
38
Sprekers:
Xavier
Baeselen,
Annemie
Turtelboom, minister van Migratie- en
asielbeleid
Orateurs:
Xavier
Baeselen,
Annemie
Turtelboom, ministre de la Politique de
migration et d'asile
Samengevoegde vragen van
40
Questions jointes de
40
- de heer Xavier Baeselen aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"het personeelstekort bij de spoorwegpolitie"
(nr. 7267)
40
- M. Xavier Baeselen au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "le manque d'effectif
dans la police des chemins de fer" (n° 7267)
40
- de heer Xavier Baeselen aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de infrastructuur van de spoorwegpolitie"
(nr. 7268)
40
- M. Xavier Baeselen au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "les infrastructures de la
police des chemins de fer" (n° 7268)
40
Sprekers:
Xavier
Baeselen,
Annemie
Turtelboom, minister van Migratie- en
asielbeleid
Orateurs:
Xavier
Baeselen,
Annemie
Turtelboom, ministre de la Politique de
migration et d'asile
Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de veiligheid van de apothekers"
(nr. 7453)
43
Question de M. Xavier Baeselen au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la sécurité
des pharmaciens" (n° 7453)
43
Sprekers:
Xavier
Baeselen,
Annemie
Turtelboom, minister van Migratie- en
asielbeleid
Orateurs:
Xavier
Baeselen,
Annemie
Turtelboom, ministre de la Politique de
migration et d'asile
Vraag van de heer Michel Doomst aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
44
Question de M. Michel Doomst au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
44
08/10/2008
CRIV 52
COM 328
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
iv
Zaken
over
"het
drugsgebruik
bij
de
politieagenten" (nr. 7455)
consommation de drogues par les agents de
police" (n° 7455)
Sprekers:
Michel
Doomst,
Annemie
Turtelboom, minister van Migratie- en
asielbeleid
Orateurs:
Michel
Doomst,
Annemie
Turtelboom, ministre de la Politique de
migration et d'asile
Vraag van de heer Michel Doomst aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de inbeslagnames door de politie"
(nr. 7456)
46
Question de M. Michel Doomst au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les saisies
effectuées par la police" (n° 7456)
46
Sprekers:
Michel
Doomst,
Annemie
Turtelboom, minister van Migratie- en
asielbeleid
Orateurs:
Michel
Doomst,
Annemie
Turtelboom, ministre de la Politique de
migration et d'asile
Vraag van mevrouw Kattrin Jadin aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de mogelijkheid om de opleiding tot
adjudant bij de brandweer in het Duits te volgen"
(nr. 7468)
47
Question de Mme Kattrin Jadin au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la formation
en langue allemande donnant accès au grade
d'adjudant au sein des services d'incendie"
(n° 7468)
47
Sprekers:
Kattrin
Jadin,
Annemie
Turtelboom, minister van Migratie- en
asielbeleid
Orateurs:
Kattrin
Jadin,
Annemie
Turtelboom, ministre de la Politique de
migration et d'asile
Samengevoegde vragen van
49
Questions jointes de
49
- de heer Jean-Luc Crucke aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de uitbreiding van het politiehondenbestand"
(nr. 7482)
49
- M. Jean-Luc Crucke au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "le recrutement de
chiens par la police" (n° 7482)
49
- de heer Peter Logghe aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de drugshonden van de douane" (nr. 7559)
49
- M. Peter Logghe au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "les chiens anti-drogue
de la douane" (n° 7559)
49
Sprekers: Jean-Luc Crucke, Peter Logghe,
Annemie Turtelboom
, minister van Migratie-
en asielbeleid
Orateurs: Jean-Luc Crucke, Peter Logghe,
Annemie Turtelboom
, ministre de la Politique
de migration et d'asile
Vraag van mevrouw Lieve Van Daele aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "mogelijke vereenvoudigingen van het
attest van gezinssamenstelling" (nr. 7496)
51
Question de Mme Lieve Van Daele au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "des
pistes de simplification concernant l'attestation de
composition de ménage" (n° 7496)
51
Sprekers: Lieve Van Daele, Annemie
Turtelboom
, minister van Migratie- en
asielbeleid
Orateurs: Lieve Van Daele, Annemie
Turtelboom
, ministre de la Politique de
migration et d'asile
Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de Bulgaarse politieagenten die door
de Belgische politiediensten ontvangen werden"
(nr. 7598)
52
Question de M. Jean-Luc Crucke au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "des policiers
bulgares reçus par les services de police belges"
(n° 7598)
52
Sprekers:
Jean-Luc
Crucke,
Annemie
Turtelboom, minister van Migratie- en
asielbeleid
Orateurs:
Jean-Luc
Crucke,
Annemie
Turtelboom, ministre de la Politique de
migration et d'asile
Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de adviesraad van burgemeesters en
de evaluatie van de politiehervorming" (nr. 7608)
53
Question de Mme Katrien Schryvers au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
conseil
consultatif
des
bourgmestres
et
l'évaluation de la réforme de la police" (n° 7608)
53
Sprekers: Katrien Schryvers, Annemie
Turtelboom
, minister van Migratie- en
asielbeleid
Orateurs: Katrien Schryvers, Annemie
Turtelboom
, ministre de la Politique de
migration et d'asile
Vraag van de heer Raf Terwingen aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de politiecontroles op binnenwateren"
54
Question de M. Raf Terwingen au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les contrôles
policiers dans les eaux intérieures" (n° 7631)
54
CRIV 52
COM 328
08/10/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
v
(nr. 7631)
Sprekers:
Raf
Terwingen,
Annemie
Turtelboom, minister van Migratie- en
asielbeleid
Orateurs:
Raf
Terwingen,
Annemie
Turtelboom, ministre de la Politique de
migration et d'asile
Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de eventuele initiatieven van de
gouverneur van Brussel met betrekking tot de
nood- en interventieplanning van de brandweer
van Brussel" (nr. 7641)
56
Question de M. Xavier Baeselen au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
éventuelles initiatives prises par la gouverneur de
Bruxelles à propos du planning d'urgence et
d'intervention
des
services d'incendie de
Bruxelles" (n° 7641)
56
Sprekers:
Xavier
Baeselen,
Annemie
Turtelboom, minister van Migratie- en
asielbeleid
Orateurs:
Xavier
Baeselen,
Annemie
Turtelboom, ministre de la Politique de
migration et d'asile
CRIV 52
COM 328
08/10/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
COMMISSION DE L'INTERIEUR,
DES AFFAIRES GENERALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
van
WOENSDAG
8
OKTOBER
2008
Namiddag
______
du
MERCREDI
8
OCTOBRE
2008
Après-midi
______
La séance est ouverte à 14.19 heures et présidée par M. André Frédéric.
De vergadering wordt geopend om 14.19 uur en voorgezeten door de heer André Frédéric.
Le président: Chers collègues, nous pouvons commencer nos travaux. Comme il le fut mentionné aux
collègues qui avaient déposé des questions, le ministre de l'Intérieur participe à une réunion à laquelle il ne
peut se soustraire. Dès lors, la ministre Turtelboom a accepté de suppléer à cette absence. Les collègues
qui souhaitaient maintenir leurs questions seront présents; quant à ceux qui souhaitaient les poser
directement au ministre de l'Intérieur, ils auront l'occasion de le faire dans deux semaines.
Les questions n° 7131 et n° 7139 de M. Xavier Baeselen seront posées au cours de cette réunion un peu
plus tard.
01 Samengevoegde vragen van
- de heer Michel Doomst aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken over "de
streefcijfers voor alcoholcontroles" (nr. 7146)
- de heer Pierre-Yves Jeholet aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken over "de
nepcontroles door de politie" (nr. 7178)
01 Questions jointes de
- M. Michel Doomst au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les objectifs chiffrés en
matière de contrôles d'alcoolémie" (n° 7146)<br>- M. Pierre-Yves Jeholet au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les faux contrôles
effectués par la police" (n° 7178)</b>
01.01 Michel Doomst (CD&V - N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik
dank u dat ik zo snel het woord krijg.
Aangezien niet alles kan worden verdaagd, stel ik voor een aantal van
mijn vragen toch te behandelen.
Mevrouw de minister, reeds begin van dit jaar blijkt uit het verslag van
de algemene inspectie van de politiediensten dat het vermoeden
bestond dat de politie minder controles uitvoerde op het terrein dan
zelf werd vooropgesteld.
Eind februari werden er in de commissie daarover vanuit
verschillende hoeken vragen gesteld. De minister heeft toen ook
ontstemd gereageerd.
Hij zei dat de commissaris-generaal van de federale politie een
onderzoek zou laten uitvoeren naar dat verschil in vooropgestelde en
effectief uitgevoerde controles.
01.01 Michel Doomst (CD&V -
N-VA): Un rapport de l'inspection
générale des services de police
confirme que la police effectue
moins de contrôles qu'elle ne
l'affirme, un sujet à propos duquel
le ministre lui-même a déjà
exprimé son mécontentement.
Selon le rapport, un certain
nombre de postes de circulation
sont dotés de nouveaux logiciels
qui ne sont toutefois utilisés que
dans un seul poste.
Le ministre pourrait-il préciser la
teneur de ce rapport? Confirme-t-il
que les chiffres sont incorrects
08/10/2008
CRIV 52
COM 328
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
2
Volgens dat rapport zijn er aanwijzingen dat in vijf zones niet erg
correct zou zijn omgegaan met de cijfers. Bovendien zouden een
aantal verkeersposten over nieuwe software beschikken, maar
worden deze - hoewel het de efficiëntie ten goede zou kunnen komen
­ eigenlijk slechts in een van de zesentwintig posten effectief gebruikt.
Daarom had ik aan de minister het volgende willen vragen.
Kan het verslag wat meer worden toegelicht? Klopt het inderdaad dat
in een aantal zones of provincies de zaken niet correct op een rijtje
zijn gezet?
Wat is de reden waarom blijkbaar maar één verkeerspost de nieuwe
software gebruikt?
Welke zogenaamde harde maatregelen worden in die zin door de
minister voorgesteld?
dans
certaines
zones
ou
provinces? Pourquoi un seul poste
utilise-t-il les nouveaux logiciels?
Quelles mesures prendra le
ministre?
01.02 Pierre-Yves Jeholet (MR): Monsieur le président, madame la
ministre, selon un rapport de l'Inspection générale des services de
police, la police effectue probablement moins de contrôles qu'elle le
prétend. Selon la presse, les 26 postes de circulation de la police ont
été équipés de nouveaux logiciels améliorant l'enregistrement des
contrôles effectués mais un seul d'entre eux y a recours. Des fraudes
auraient été commises dans quatre zones de police au moins,
toujours selon la presse.
Madame la ministre, pouvez-vous répondre aux questions suivantes?
Dans quelles zones de police ces fraudes ont-elles été constatées?
Combien de contrôles d'alcoolémie sont-ils effectués chaque année?
Quel était le nombre de contrôles positifs? D'après ce rapport, 25
postes sur 26 n'utiliseraient pas le matériel mis à leur disposition.
Confirmez-vous cette information? Combien de policiers seraient-ils
concernés par cette fraude? Quelles mesures ont-elles été ou seront-
elles prises en la matière?
01.02 Pierre-Yves Jeholet (MR):
Uit een verslag van de algemene
inspectie
blijkt
dat
de
alcoholcontroles niet zo talrijk zijn
als
de
politiediensten
soms
beweren. Volgens persberichten
werden de 26 verkeersposten
uitgerust met nieuwe software om
de registratie van de controles te
verbeteren, maar wordt daar
slechts door één post gebruik van
gemaakt.
Minstens
vier
politiezones zouden zich schuldig
hebben gemaakt aan fraude.
Om welke zones gaat het?
Hoeveel alcoholcontroles worden
er jaarlijks uitgevoerd? Hoeveel
daarvan zijn er positief? Bevestigt
u dat 25 van de 26 verkeersposten
geen gebruik maken van het
materiaal dat ze ter beschikking
kregen? Hoeveel politiemensen
zouden er bij de fraude betrokken
zijn? Welke maatregelen werden
of zullen worden genomen?
01.03 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, beste
collega's, het onderzoek door de Algemene Inspectie is alleen
gevoerd bij de negen commandocentra en de zesentwintig
verkeersposten van de wegpolitie, niet bij zones van de lokale politie.
De onderzoekers kregen slechts één positief antwoord op hun
bevraging, met name een voorval in de verkeerspost Houthalen-
Helchteren vier jaar geleden, waarover een disciplinair onderzoek
bestaat.
Vier andere vage geruchten waren te summier om verder onderzoek
te rechtvaardigen. Daarnaast is er het geval van een postoverste uit
Henegouwen die zelf geblazen had of die zijn personeel liet blazen
01.03 Annemie Turtelboom,
ministre: L'enquête en question a
été réalisée uniquement au sein
des
neuf
centres
de
commandement et des 26 postes
de circulation de la police de la
route, pas dans les zones de
police locales. Il a été question
d'une enquête disciplinaire au
poste de Houthalen-Helchteren
uniquement.
Quatre
autres
rumeurs étaient trop vagues pour
CRIV 52
COM 328
08/10/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
3
om het quotum van een eindejaarscampagne te halen. Door
omstandigheden - einde loopbaan van betrokkene, alsook medisch
verlof van lange duur - werd de zaak niet verder onderzocht.
Vanuit de Centrale Directie van de wegpolitie van de federale politie
werden geen richtlijnen, noch aanbevelingen, gegeven inzake het
voorhanden zijn en het gebruik van de betreffende software. Hier
komt dus verandering in. Elk provinciaal commandocentrum en elke
verkeerspost wordt uitgerust met die software en de nodige
opleidingen worden verstrekt. Er wordt een analyse uitgevoerd bij de
Centrale Directie van de wegpolitie naar de bruikbaarheid van het
softwareprogramma View 2000P binnen die dienst. Er worden
bovendien richtlijnen geschreven die de werking en de
verantwoordelijkheden van de diverse echelons vaststellen.
que l'enquête soit poursuivie et le
seul cas de manipulation du
nombre de contrôles réalisés dans
le cadre de la campagne de fin
d'année dans le Hainaut n'a pas
été examiné plus en détail.
Le logiciel sera à présent installé
dans
tous
les
centres
de
commandement et les postes de
circulation, et des formations
seront organisées. La direction
centrale de la police de la route
analyse l'efficacité du programme
`View 2000 P'. Des directives sont
par ailleurs publiées en ce qui
concerne le fonctionnement et les
responsabilités
des
différents
échelons.
Les chiffres des contrôles d'alcoolémie effectués selon la police de la
route sont les suivants: 114.378 controles in 2005, 100.018 in 2006 en
116.262 in 2007.
Il est impossible de déterminer le nombre de contrôles fictifs.
L'Inspection générale a pu constater qu'il n'y avait que très peu de
pression sur le personnel pour faire du chiffre, de sorte que ce
nombre ne saurait être élevé.
La firme Dräger a livré 67 logiciels "View 2000P" permettant de gérer
les données issues des tests d'alcoolémie. L'Inspection générale a
constaté que ce programme était connu de quatre centres de
commandement provinciaux mais n'était pas utilisé. Les cinq autres
avouaient ne pas le connaître. Parmi les 26 postes de circulation, 13
étaient en possession du programme mais ne l'utilisaient pas. Un
l'utilisait ponctuellement pour la lecture des données et 12 en
ignoraient l'existence. Il n'a pas été possible de déterminer combien
de policiers ont été concernés par les réponses positives mais ce
nombre devrait être très minime.
Ziehier de cijfers met betrekking
tot het aantal alcoholcontroles: in
2005 werden 114.378, in 2006
100.018 en in 2007 116.262
controles uitgevoerd.
Er
kan
onmogelijk
worden
nagegaan om hoeveel fictieve
controles en agenten het gaat,
maar die cijfers kunnen niet erg
hoog liggen.
Dräger heeft 66 exemplaren van
het
softwareprogramma
View
2000P geleverd. De Algemene
Inspectie heeft vastgesteld dat vijf
provinciale commandocentra en
twaalf verkeersposten niet op de
hoogte waren van het bestaan van
dat programma, en dat de centra
en posten die het wel kenden, het
nauwelijks of niet gebruikten.
01.04 Michel Doomst (CD&V - N-VA): Mevrouw de minister, ik dank
u voor het antwoord. Ik verneem dat men pogingen zal doen om die
nieuwe software toch ingang te doen vinden. Betekent zulks dat dit in
de loop van dit jaar kan worden afgerond en dat wij alsdan over meer
concrete en correcte informatie zullen beschikken? Ik wil eventueel
mijn vraag later opnieuw stellen.
(...): (...)
01.04 Michel Doomst (CD&V -
N-VA): On va donc s'efforcer de
faire utiliser les nouveaux logiciels.
Je me demande si cela se fera
encore dans le courant de l'année.
01.05 Michel Doomst (CD&V - N-VA): Met alle begrip.
01.06 Pierre-Yves Jeholet (MR): Monsieur le président, je remercie
la ministre pour les différents éléments de réponse qu'elle a pu
fournir. Certains problèmes ont été constatés et ne sont pas laissés
de côté.
01.06 Pierre-Yves Jeholet (MR):
Het verheugt me dat er iets aan de
vastgestelde problemen wordt
gedaan. Het is belangrijk voor de
08/10/2008
CRIV 52
COM 328
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
4
Il est important, à l'avenir, de prendre des mesures pour remédier à
ce type de problèmes.
toekomst dat er maatregelen
worden getroffen om dat euvel te
verhelpen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Samengevoegde vragen van
- de heer Michel Doomst aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de
brandweerhervorming" (nr. 7147)
- de heer Josy Arens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de
financiering van de hulpdiensten" (nr. 7561)
- de heer André Frédéric aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de
stand van zaken met betrekking tot de hervorming van de civiele veiligheidsdiensten" (nr. 7605)
- de heer Jan Peeters aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de stand
van zaken van de brandweerhervorming" (nr. 7714)
02 Questions jointes de
- M. Michel Doomst au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la réforme des services
d'incendie" (n° 7147)<br>- M. Josy Arens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le financement des services de
secours" (n° 7561)<br>- M. André Frédéric au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'état d'avancement de la
réforme des services de sécurité civile" (n° 7605)<br>- M. Jan Peeters au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'état d'avancement de la
réforme des services d'incendie" (n° 7714)</b>
Voorzitter: Filip De Man.
Président: Filip De Man.
02.01 Michel Doomst (CD&V - N-VA): Mijnheer de voorzitter, we zijn
het niet gewoon zo snel aan het woord te kunnen geraken.
Mevrouw de minister, naar aanleiding van een toelichting die werd
gegeven door de kabinetschef van Binnenlandse Zaken en een aantal
burgemeesters wat betreft de zogenaamde en befaamde 50/50-
regeling die werd afgesproken voor de verdeling van de kosten van de
brandweer tussen het federale en het lokale niveau, was men toch
verwonderd over de uitspraak dat de kosten van de civiele
bescherming zouden worden gerekend tot de kosten van het federale
niveau. Dat betekent natuurlijk dat de tussenkomst van de federale
overheid in de kosten van de brandweer op dat ogenblik niet meer de
volle 50% zou zijn zoals in het vooruitzicht gesteld. Verder is toen ook
duidelijk geworden dat men blijft zoeken om de kosten die worden
gedragen door steden en gemeenten toch niet in de totale som te
moeten verrekenen. De kabinetschef heeft trouwens gesteld dat
wanneer een gemeente meer wil doen dan het minimum, de federale
overheid dat niet zal vergoeden.
Kunt u bevestigen dat in de 50/50-regeling die werd overeengekomen
blijkbaar de kosten van de civiele bescherming zullen worden
verrekend? Zullen dan alle kosten worden verrekend in de totale som
zodat we uiteindelijk tot een werkelijke 50/50-regeling kunnen komen?
Is het mogelijk dat we wat meer duiding krijgen over wat men bedoelt
met het minimum dat een gemeente op dat ogenblik zal moeten
doen?
02.01 Michel Doomst (CD&V -
N-VA): Dans un exposé qu'il a
présenté devant un parterre de
bourgmestres, le chef de cabinet a
évoqué
le
règlement
50/50
appliqué à la répartition des
dépenses de lutte contre le feu
entre les niveaux fédéral et local. Il
est surprenant de constater que le
coût de la protection civile est
imputé à la quote-part de l'autorité
fédérale, laquelle ne supportera
donc pas, de ce fait, les 50 %
convenus
des
dépenses
nécessitées par la lutte contre le
feu. De plus, le but semble
toujours être d'éviter que le coût
supporté
par
les
villes
et
communes soit comptabilisé dans
la
somme
totale.
L'autorité
fédérale n'accordera d'ailleurs pas
de bonus financier aux communes
qui font plus que le minimum.
Le coût de la protection civile sera-
t-il
effectivement
comptabilisé
dans la clé de répartition 50/50?
Par quel biais comptable en
arriverons-nous finalement à une
CRIV 52
COM 328
08/10/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
5
véritable répartition sur la base
d'une clé 50/50? Le ministre
pourrait-il expliquer ce qu'il est
entend par "minimum"?
02.02 Josy Arens (cdH): Monsieur le président, madame la ministre,
la mise en oeuvre de la loi du 15 mai 2007 réformant les services
d'incendie pose la question de son financement et plus
particulièrement du surcoût à charge des communes.
Les bourgmestres ignorent toujours quelles dépenses communales
liées à la sécurité du citoyen seront prises en compte par le fédéral
pour financer les zones.
Monsieur le ministre, le rééquilibrage 50/50, tel que prévu par l'article
67 de la loi 2007 susmentionnée, est limité d'après vos déclarations à
ce qui est strictement nécessaire pour obtenir une couverture du
territoire dans un certain délai. Quels sont, dès lors, les
investissements qui rentrent en ligne de compte dans le cadre du
financement des zones de police?
Disposez-vous d'une estimation financière liée au découpage
territorial en zones tel qu'arrêté par le Comité consultatif national lors
de sa séance du 18 juillet dernier, à laquelle j'ai participé avec
d'autres collègues?
La commission d'accompagnement de la réforme de la sécurité civile
a été prévue dans la loi du 15 mai 2007 dans le but de suivre avec
attention les différentes étapes de la mise en place des nouvelles
structures d'incendie et de procéder à une évaluation de ces
différentes étapes. À ma connaissance, cette commission n'existe
toujours pas. Pourquoi n'est-elle pas instaurée? Quand cela sera-t-il
fait?
02.02 Josy Arens (cdH): De wet
van 2007 tot hervorming van de
brandweerdiensten doet de vraag
rijzen van de financiering ervan, en
met name van de meerkosten ten
laste van de gemeenten. De
burgemeesters weten nog steeds
niet met welke, met de veiligheid
van de burgers verband houdende
gemeente-uitgaven het federale
niveau rekening zal houden om de
zones te financieren.
De
evenwichtige
herverdeling
50/50, bepaald bij artikel 67 van de
bovenvermelde wet, is beperkt tot
het strikt noodzakelijke om ervoor
te zorgen dat het grondgebied
binnen een bepaalde tijd wordt
bestreken. Welke investeringen
komen er eigenlijk in aanmerking
in het kader van de financiering
van de politiezones? Beschikt u
over een financiële raming over de
door het nationaal raadgevend
Comité van 18 juli laatstleden
vastgelegde territoriale opdeling in
zones?
De
wet
voorziet
in
een
begeleidingscommissie voor de
hervorming
van
de
civiele
veiligheid om de invoering van
nieuwe brandweerstructuren op te
volgen en een evaluatie ter zake te
verrichten. Voor zover ik weet, is
die commissie nog altijd niet
samengesteld. Waarom werd ze
nog niet opgericht? Wanneer
staat dat te gebeuren?
02.03 André Frédéric (PS): Monsieur le président, la loi du 10 mai
2007 réformant la sécurité civile a été votée à une large majorité par
notre Parlement. Cette loi-cadre nécessite un nombre important
d'arrêtés d'exécution. Certains porteront sur des éléments importants
et particulièrement sensibles: le statut des pompiers, les règles de
financement et la délimitation territoriale des nouvelles zones de
secours.
Il y a quelques mois, nous avions adopté un projet de loi portant des
dispositions diverses permettant au gouvernement de faire plus
facilement entrer en vigueur la loi-cadre de 2007 dans son article 16
instituant une commission d'accompagnement de la réforme des
02.03 André Frédéric (PS): De
wet van 2007 tot hervorming van
de civiele veiligheid werd met een
grote meerderheid aangenomen.
Er moet echter een groot aantal
uitvoeringsbesluiten
worden
uitgevaardigd. Enkele maanden
geleden
hebben
we
een
wetsontwerp aangenomen dat de
regering in staat stelt de kaderwet
wat betreft artikel 16 inzake de
oprichting van een commissie ter
08/10/2008
CRIV 52
COM 328
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
6
services de sécurité civile.
En outre, à l'initiative du ministre de l'Intérieur, le gouvernement a
lancé un groupe de travail interministériel sur la réforme du statut des
pompiers. À l'heure actuelle, je n'en connais pas les conclusions.
Comme mon collègue Arens, en juillet 2008, j'ai participé au Comité
consultatif national des zones de secours, chargé de faire une
recommandation au gouvernement en s'inspirant des propositions
des comités consultatifs provinciaux. Cette recommandation a été
adoptée à une large majorité des membres présents moyennant l'un
ou l'autre avis particulier, notamment en ce qui me concerne au sujet
du maintien de l'intercommunale des services d'incendie de Liège.
Aujourd'hui, j'entends à tout le moins sur le terrain - certes, le
gouvernement a énormément de préoccupations en ce moment - des
interrogations,
voire
des
insatisfactions
concernant
l'état
d'avancement de cette réforme. Je me rappelle aussi les nombreuses
questions régulièrement posées dans notre commission à ce sujet.
Madame la ministre, que pouvons-nous dire concrètement aux
acteurs de terrain sur l'état d'avancement de la réforme de la sécurité
civile? Quel est le bilan actuel du groupe de pilotage de la réforme
présidée par la présidente du SPF Intérieur? Des rapports ont-ils été
rédigés? Pouvons-nous en disposer?
À l'occasion de ses visites dans les provinces, le ministre de l'Intérieur
a affirmé que, dès qu'il connaîtrait les zones, il serait en mesure de
présenter des simulations budgétaires. Donc, à mon sens, il connaît
ces zones depuis juillet. Pourrait-il nous informer sur ces estimations
budgétaires? Le projet d'arrêté royal sur le financement des zones
doit être approuvé par le parlement. Quand cela pourra-t-il avoir lieu?
Par ailleurs, je réitère une de mes questions précédentes: n'estimez-
vous pas nécessaire de mettre en place la commission
d'accompagnement de la réforme des pompiers? Pour rappel, cette
commission est chargée, selon la loi de 2007, de donner un avis sur
le calcul des coûts supplémentaires pour les zones résultant de la
réforme et sur les missions à confier aux zones de secours. Ne
pensez-vous pas qu'il serait utile dès lors d'instituer cette commission
en y associant notamment les représentants des pouvoirs locaux?
begeleiding van de hervorming
van de diensten van civiele
veiligheid, makkelijker in werking
te laten treden. Op initiatief van de
minister van Binnenlandse Zaken
had
de
regering
ook
een
interministeriële werkgroep voor
de hervorming van het statuut van
de brandweerlui opgericht. Ik weet
niet tot welke conclusies zij is
gekomen.
In
juli
2008
heb
ik
ook
deelgenomen aan het nationaal
raadgevend Comité voor de
hulpverleningszones, belast met
het opstellen van een aanbeveling
aan de regering, geïnspireerd op
de voorstellen van de provinciale
raadgevende
comités.
De
aanbeveling werd met een grote
meerderheid
door
de
leden
goedgekeurd, onder voorbehoud
van enkele bijzondere adviezen,
waaronder het mijne, in verband
met
het
behoud
van
de
intercommunale
van
de
brandweerdiensten van Luik.
Wat kunnen we de actoren in het
veld meedelen over de voortgang
van de hervorming van de civiele
veiligheid? Welke balans maakt
de door de voorzitster van de FOD
Binnenlandse Zaken voorgezeten
stuurgroep ter zake op? Werden
er verslagen opgesteld? Kunnen
we erover beschikken?
Naar aanleiding van zijn bezoeken
in de provincies heeft de minister
van Buitenlandse Zaken verklaard
dat hij budgettaire simulaties zal
kunnen voorleggen zodra hij
kennis heeft van de afbakening
van de zones. Volgens mij heeft hij
daar al sinds juni kennis van. Kan
hij ons meer informatie geven over
die budgettaire simulaties? Het
ontwerp van koninklijk besluit
betreffende de financiering van de
zones moet door het Parlement
worden goedgekeurd. Wanneer
komt deze goedkeuring er? Acht u
het
niet
nodig
om
de
begeleidingscommissie voor de
hervorming
van
de
brandweerdiensten op te richten?
CRIV 52
COM 328
08/10/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
7
02.04 Jan Peeters (sp.a+Vl.Pro): Mevrouw de minister, er werden
door de collega's al veel vragen gesteld. Ik zou mij daarbij willen
aansluiten. In eerste instantie zou ik van u willen weten wat de stand
van zaken van de brandweerhervorming is. Het meest verregaande is
het uitvoeren van het advies van het nationaal raadgevend comité
over de afbakening van de zones. De informatie die wij daarover
hebben, is nogal verontrustend. Het blijkt dat het advies van het
raadgevend comité effectief bij de minister op tafel ligt. Het werd in de
interkabinettenwerkgroep besproken maar daar werd het van tafel
geveegd, blijkbaar omwille van grote onenigheid in de provincie Luik
over de interne afspraken omtrent de plaatselijke brandweerzones.
Klopt die informatie? Wanneer gaat de minister over tot het
afbakenen van de zones zoals het advies van het nationaal
raadgevend comité heeft gesuggereerd?
Een tweede belangrijke zaak voor de lokale besturen is hoe de
minister denkt de budgettaire engagementen en de wettelijke
verplichtingen inzake het budget bij de lokale brandweerzones hard te
kunnen maken. Ook daar is veel discussie en mist over. Ik sluit mij
aan bij de vragen van collega Doomst. De 50/50-regel dreigt al wat
uitgehold te worden door het opnemen van de civiele bescherming in
het aandeel van de federale overheid. Dat geldt trouwens niet alleen
voor de civiele bescherming maar ook voor grote delen van het
ministerie van Binnenlandse Zaken. Verder zouden de lokale
besturen niet vergoed worden boven wat men de minimale norm voor
de brandweerzones zou gaan noemen. Als dat bewaarheid wordt, als
die discussies die nu in de werkgroep Financiering binnen het
departement bezig zijn realiteit worden, blijft er van de politieke en
wettelijke afspraken over de 50/50-verdeleling niet veel meer over.
Ook daarover graag wat duidelijkheid.
02.04 Jan Peeters (sp.a+Vl.Pro):
Où en est la réforme des services
d'incendie? Quelle suite le ministre
a-t-il réservée à l'avis du comité
national
consultatif
sur
la
délimitation des zones? Quand
procèdera-t-il à cette délimitation?
Il semblerait que les zones
d'incendie dans la province de
Liège soient à l'origine d'un vaste
mécontentement.
Comment
va-t-on
tenir
les
engagements financiers et honorer
les
obligations
légales
et
budgétaires
à
l'égard
des
administrations locales? La règle
des 50/50 risque en effet d'être
vidée de sa substance parce qu'il
serait tenu compte de la protection
civile pour déterminer la part du
pouvoir fédéral.
02.05 Annemie Turtelboom, ministre: Chers collègues, afin de
concrétiser efficacement la réforme, un comité de pilotage a été
constitué en vue de donner les impulsions nécessaires et d'assurer la
coordination et le monitoring des travaux menés au sein de plusieurs
groupes de travail thématiques. Ceux-ci font régulièrement rapport au
comité de pilotage sur l'état d'avancement de leurs projets. Ce dernier
est également invité à valider les étapes importantes de ces projets et
à orienter les travaux.
Parmi les projets qui ont déjà abouti, nous pouvons citer la rédaction
de l'arrêté royal du 4 mars 2008 fixant les modalités de
fonctionnement des comités consultatifs chargés de proposer la
délimitation géographique des zones de secours et la mise en place
concrète du Centre de connaissance au cours du mois de juin 2008.
La proposition du Comité consultatif national des zones a d'ores et
déjà été formalisée dans un projet d'arrêté royal par mon
administration. L'arrêté en question sera inscrit à l'ordre du jour du
prochain Conseil des ministres.
02.05
Minister Annemie
Turtelboom:
Er
werd
een
stuurgroep opgericht om de
nodige aanzetten te geven en de
coördinatie en monitoring te
verzekeren
van
de
werkzaamheden
van
diverse
thematische werkgroepen, die de
stuurgroep
regelmatig
verslag
uitbrengen.
Die
stuurgroep
bekrachtigt ook de belangrijke
fasen van die projecten en stuurt
hun werkzaamheden.
Tot de projecten die reeds
beëindigd werden, behoren de
redactie van het koninklijk besluit
van 4 maart 2008 tot vaststelling
van de modaliteiten voor de
werking van de raadgevende
comités die belast zijn met het
voorstellen van de geografische
afbakening
van
de
hulpverleningszones,
en
de
oprichting van het Kenniscentrum
in juni 2008.
08/10/2008
CRIV 52
COM 328
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
8
Mijn
administratie
heeft
het
voorstel
van
het
nationaal
raadgevend comité van de zones
reeds in een ontwerp van
koninklijk besluit gegoten. Het
besluit zal op de agenda van de
volgende ministerraad worden
geplaatst.
Wat de vragen over de financiering en de 50/50-regeling aangaat, kan
ik stellen dat de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid
niet alleen de brandweer omvat, maar ook de andere diensten die
betrekking hebben op de civiele veiligheid, zoals het kenniscentrum,
het federaal opleidingscentrum, de algemene inspectie en ook de
civiele bescherming.
Ter verduidelijking van de 50/50-regel citeer ik uit artikel 67 van de
wet: "Zo lang de verhouding tussen de middelen die voor de
toepassing van deze wet worden voorzien door de gemeenten en de
federale overheid niet gelijk is aan één, zullen de gemeenten van een
zone samen in reële termen niet meer bijdragen dan hun actuele
bijdrage".
De middelen die voor de toepassing van deze wet worden voorzien,
zullen besteed worden aan middelen voor de daarnet opgenoemde
diensten en aan de federale dotaties aan de gemeenten. Het is
bijgevolg logisch dat de civiele bescherming niet buiten beschouwing
kan worden gelaten.
Je puis dire à propos de la
répartition 50/50 que la loi du 15
mai 2007 relative à la sécurité
civile comprend également, outre
les services d'incendie, le centre
d'expertise, le centre fédéral de
formation, l'inspection générale et
la protection civile. Il ne peut
logiquement être fait abstraction
de la protection civile lors de
l'attribution des moyens.
La loi stipule que tant que le
rapport entre les moyens de la
commune et ceux de l'État fédéral
n'est pas égal à un, la contribution
des communes d'une zone ne
sera pas supérieure à leur
contribution actuelle.
En vue d'établir le ratio entre les moyens des autorités communales et
de l'État fédéral prévu à l'article 67 de la loi du 15 mai 2007, une
circulaire a été adressée aux gouverneurs au mois de juin 2008, leur
demandant de rassembler les données de comptes communaux
relatives aux dépenses et aux revenus afférents aux services
d'incendie communaux. L'analyse de ces données permettra d'établir
les postes des revenus et des dépenses qui entrent en ligne de
compte pour calculer le ratio précité.
Mes services sont occupés à analyser les formulaires rentrés.
Toutefois, à ce jour, certaines communes n'ont toujours pas renvoyé
leurs formulaires et d'autres ont envoyé des formulaires incomplets.
Des estimations financières seront possibles dès cette phase
terminée.
Om de verhouding te bepalen
tussen de middelen waarin wordt
voorzien door de gemeenten en de
federale overheid, bepaald bij
artikel 67 van de wet van 15 mei
2007, wordt aan de gouverneurs
gevraagd om de gegevens uit de
gemeenterekeningen
te
verzamelen die betrekking hebben
op de uitgaven en inkomsten
inzake
de
gemeentelijke
brandweerdiensten, waardoor de
inkomsten- en uitgavenposten
kunnen worden vastgesteld voor
de berekening van de voornoemde
verhouding.
De
diensten
analyseren
de
ingezonden formulieren. Sommige
gemeenten hebben echter hun
formulieren nog niet of onvolledig
ingevuld teruggestuurd. Zodra
deze fase is afgerond, zullen er
financiële
ramingen
gemaakt
kunnen worden.
In verband met de budgettaire inspanningen van de federale overheid
ten aanzien van deze wet wil ik toch binnen mijn begroting een extra
inspanning doen om een geloofwaardig signaal te geven aan de
Je suis prête à fournir, dans le
cadre de mon budget, un effort
complémentaire pour montrer que
CRIV 52
COM 328
08/10/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
9
steden, gemeenten en brandweerdiensten dat er effectief de wil
bestaat om met de uitvoering van deze wet door te gaan.
De zone bepaalt haar begroting en noden op basis van een
risicoanalyse. Hetgeen de gemeenten minimaal moeten bijdragen
wordt op grond van artikel 68 van de wet betreffende de civiele
veiligheid in eerste instantie bepaald door een akkoord dat bereikt
dient te worden tussen de verschillende betrokken gemeenteraden.
Slechts in het geval dat er geen onderling akkoord bereikt wordt, heeft
de wet voorzien in een formule. Via deze formule wordt voor de
berekening van de gemeentelijke dotaties rekening gehouden met vijf
objectieve in de wet vastgelegde criteria.
Voor de minimale inspanningen die geleverd zullen worden op het
vlak van de snelste adequate hulpverlening en de operationele en
administratieve structuren zullen er minimumnormen worden
vastgelegd in een KB. Op dit ogenblik heeft de werkgroep Technische
Aspecten een eerste oefening gemaakt welk materieel en personeel
er minimaal nodig is voor verschillende types interventies. Dit vormt
de aanzet voor een dergelijk KB.
je suis bien décidée à poursuivre
la mise en oeuvre de la loi. Les
zones définissent leurs besoins
sur la base d'une analyse de
risques. La contribution des
communes est déterminée sur la
base d'un accord entre les
conseils communaux concernés.
Ce n'est qu'en cas d'absence
d'accord qu'une formule légale est
utilisée pour le calcul de la
dotation communale.
Des normes minimum seront
fixées
pour
l'aide
urgente
adéquate la plus rapide, ainsi que
pour les structures opérationnelles
et administratives. Le groupe de
travail Aspects techniques s'est
livré à cet égard à un premier
exercice.
Jusqu'il y a peu, la commission d'accompagnement de la réforme de
la sécurité civile ne pouvait pas être instituée. L'article 16 de la loi du
15 mai 2007 n'était pas entré en vigueur. La récente modification de
la loi du 15 mai 2007 par la loi du 24 juillet 2008 portant des
dispositions diverses permet d'y remédier et de l'instaurer. Mes
services ont préparé un avant-projet d'arrêté royal en ce sens qui a
été envoyé au Conseil d'État.
Aangezien artikel 16 van de wet
van 15 mei 2007 tot voor kort nog
niet in werking was getreden, kon
de Begeleidingscommissie voor de
Hervorming
van
de
Civiele
Veiligheid niet worden opgericht.
Door de recente wijziging die bij de
wet van 24 juli 2008 houdende
diverse
bepalingen
werd
aangebracht, kan daar een mouw
worden aan gepast. Mijn diensten
hebben een voorontwerp van
koninklijk besluit voorbereid, dat
voor advies naar de Raad van
State werd verzonden.
Eens het advies ontvangen kan er verdergegaan worden met de
inplaatsstelling van de begeleidingscommissie.
02.06 Michel Doomst (CD&V - N-VA): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, ik leer dus dat het KB over de afbakening
stilaan op de landingsbaan komt en dat het op een van de volgende
ministerraden aanhangig zal worden gemaakt.
Misschien moet ik daarop bij de minister zelf daarop terugkomen,
maar ik heb begrepen dat de Civiele Bescherming in de operationele
doelstellingen die wij hebben uitgebouwd, ook op basis van de
aanbevelingen in de commissie-Paulus, altijd erbuiten werd
gehouden. In de financiële verrekening komt dit nu plots wel aan de
orde. Ik denk dat dit niet in de lijn ligt van wat was afgesproken. Wij
hebben altijd erop aangedrongen om de Civiele Bescherming ook op
te nemen in de operationele doelstellingen. Men heeft toen gezegd
dat men dat niet deed. Ik vind het vreemd dat dit nu terugkomt.
Wat het KB over de minimumnormen betreft, meen ik dat het goed is
dat dit ook aan de lokale inschatting wordt voorgelegd. Ik meen dat
02.06 Michel Doomst (CD&V -
N-VA): La protection civile ne
faisait pas partie intégrante des
objectifs opérationnels que nous
avons fixés sur la base de la
recommandation
de
la
commission Paulus. Nous y étions
pourtant favorables. Je suis donc
surpris de constater qu'aujourd'hui
la protection civile est tout à coup
incluse dans le financement.
Je demande au ministre de
soumettre pour avis aux autorités
locales l'arrêté royal relatif aux
normes minimales.
08/10/2008
CRIV 52
COM 328
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
10
het de bedoeling is om het te toetsen aan de lokale realiteit, wanneer
het concept vorm heeft gekregen.
02.07 Josy Arens (cdH): Je remercie la ministre pour sa réponse
mais j'attendrai la note budgétaire pour l'année 2009 histoire d'en
savoir plus. J'aimerais savoir ce que le ministre a prévu en matière de
budget pour l'exercice 2009, ce qui se concrétisera et ce qui ne se
concrétisera pas.
02.07 Josy Arens (cdH): Ik zou
willen weten wat de plannen van
de minister zijn voor de begroting
2009.
02.08 André Frédéric (PS): Je remercie la ministre d'avoir lu la
réponse rédigée par le cabinet mais je m'interroge sur l'impact
budgétaire qu'aura cette réforme sur les finances communales. Cette
loi a été votée en 2007 à une large majorité. On devait réformer les
services d'incendie. Je suis aussi surpris que M. Doomst aujourd'hui
d'entendre évoquer la protection civile. On n'en parlait nulle part et
voilà qu'elle intervient dans ce calcul, ce qui ne cesse de m'étonner,
en termes d'impact budgétaire puisqu'elle couvre des zones
beaucoup plus vastes que les territoires que nous connaissons.
Nous verrons quelle sera la décision du Conseil des ministres de
vendredi; si j'ai bien compris, la proposition du Conseil national sur les
zones va être approuvée. Tout cela est lent et sur le terrain, on attend
des réformes concrètes et on veut savoir à quelle sauce on va être
mangé depuis les débats de 2007. Je n'ignore pas que nous avons eu
d'autres choses à faire et que ce problème est secondaire par rapport
à ceux que traverse la politique nationale pour l'instant.
Cependant, cette catégorie socioprofessionnelle, outre que nous en
avons besoin, est très appréciée. Les pompiers, les médecins, les
enseignants sont parmi les professions les plus appréciées; les
députés arrivent derniers. Il ne faudrait pas galvauder la confiance
que les citoyens portent à cette catégorie socioprofessionnelle qui,
elle-même, est dans le doute. Je voulais attirer votre attention sur ce
point.
02.08 André Frédéric (PS): Ik
stel mij vragen over de weerslag
van die hervorming op de
gemeentelijke
financiën.
De
brandweerdiensten
zouden
hervormd worden. Ik ben verbaasd
dat men het vandaag heeft over
de civiele bescherming. Zij wordt
blijkbaar meegerekend, wat mij
verwondert vermits zij zones
bestrijkt die veel groter zijn dan de
gebieden die wij kennen. Als ik het
goed begrepen heb, zal het
voorstel van de nationale raad met
betrekking tot de zones worden
aangenomen. Een en ander sleept
lang aan. De actoren in het veld
wachten immers op concrete
hervormingen.
02.09 Jan Peeters (sp.a+Vl.Pro): Mevrouw de minister, ik zal mijn
opmerkingen ook nog aan de minister van Binnenlandse Zaken
bezorgen in een volgende discussieronde.
Ik stel vast dat de hervorming van de brandweer zeer traag op gang
komt en eigenlijk al 16, 17 maanden geblokkeerd is. Dat geldt
trouwens ook voor veel van het regeringswerk. Dat begint op het
terrein in de plaats van een betere brandweer een slechtere
brandweer op te leveren. De brandweer is al duurder door het
systeem van snelle en adequate hulp waar vaak nutteloos twee
korpsen naar eenzelfde klein incident worden uitgestuurd.
Wij zien ook dat lokale besturen niet meer in de brandweer
investeren, in afwachting van de nakende zonevorming. Dat zorgt
voor een stilstand in de investeringen en de aankoop van duur en
zwaar materiaal. Ik hoop dat de minister zeer snel vooruitgang boekt
met zijn KB's en vooral ook zorgt voor budgettaire duidelijkheid voor
de lokale besturen. Ik deel immers de bezorgdheid en de verbazing
van de heer Doomst dat er plots voor 50% van het federale deel
allerlei zaken zijn bijgekomen, zoals de civiele bescherming en de
algemene inspectie, waarvan nooit sprake was, maar die de lokale
besturen doen vrezen dat van budgettaire hulp van de federale
overheid niet veel meer in huis komt.
02.09 Jan Peeters (sp.a+Vl.Pro):
Je soumettrai aussi ultérieurement
ces observations au ministre de
l'Intérieur. La réforme des services
d'incendie est en fait bloquée
depuis seize ou dix-sept mois. Sur
le terrain, la qualité des services
commence
à
régresser.
En
attendant la délimitation zones, qui
est imminente, les pouvoirs locaux
ne
réalisent
plus
d'investissements. J'espère que le
ministre enregistrera rapidement
des résultats en ce qui concerne
les arrêtés royaux et que la
situation budgétaire sera précisée
pour les pouvoirs locaux. Je crains
comme M. Doomst qu'il n'y a pas
grand-chose à attendre de l'aide
du pouvoir fédéral sur le plan
budgétaire
pour
les
points
accessoires.
CRIV 52
COM 328
08/10/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
11
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Peter Logghe aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "woningen in de veiligheidszone van rally's" (nr. 7155)
03 Question de M. Peter Logghe au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les habitations situées dans la zone de sécurité de rallyes" (n° 7155)</b>
Voorzitter: André Frédéric.
Président: André Frédéric.
03.01 Peter Logghe (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, tijdens auto- of motorrally's gelden natuurlijk
bijzondere en strikte veiligheidsregels. Dat is maar goed ook, want de
veiligheid van de bevolking garanderen is toch een van de kerntaken
van de overheid. Toch stellen wij vast dat in de rand van deze rally's
bepaalde anomalieën zich voordoen, die juist met deze
veiligheidsregels te maken hebben. Ik zou graag uw mening over een
en ander krijgen.
Ten eerste, een van de veiligheidsregels, mevrouw de minister, is die
van de veiligheidszone van tien meter langsheen de rallyroute. Hoe zit
het met woningen die zich in deze veiligheidszone bevinden? Welk
juridisch statuut hebben deze woningen tijdens een rally?
Ten tweede, kan een bewoner/eigenaar van een woning binnen die
veiligheidszone van tien meter persoonlijk aansprakelijk gesteld
worden voor het gebruik van zijn woning tijdens de rally?
Ten derde, zou een bewoner/eigenaar van een woning binnen die
veiligheidszone van tien meter zich kunnen beroepen op de regel van
onschendbaarheid van de woning of op een andere wettelijke
eigendomsregel of -titel om een aangekondigde en vergunde rally te
verbieden? Zou hij schadevergoeding kunnen eisen voor het mindere
gebruik van zijn woning tijdens de rally? Dank u voor uw antwoord.
03.01 Peter Logghe (Vlaams
Belang): Pendant le déroulement
de
rallyes
automobiles
ou
motocyclistes, des règles de
sécurité spéciales et strictes sont
d'application.
Malgré
cela,
certaines
anomalies
liées
à
l'application de ces règles peuvent
se produire en marge de ces
événements sportifs. L'une de ces
règles est qu'il faut prévoir une
zone de sécurité de dix mètres de
largeur le long du parcours.
Quel est le statut des habitations
situées dans cette zone pendant
un rallye? Un habitant/propriétaire
de cette zone peut-il voir sa
responsabilité
personnelle
engagée du fait de l'utilisation de
son habitation pendant un rallye?
Peut-il invoquer la règle de
l'inviolabilité du domicile ou toute
autre règle légale régissant la
propriété pour faire interdire un
rallye dont l'organisation a été
autorisée? Peut-il réclamer une
indemnisation pour restriction de
l'usage de son habitation pendant
un rallye?
03.02 Minister Annemie Turtelboom: Beste collega, het algemeen
gebruik van een veiligheidszone van tien meter rond een parcours is
enkel van toepassing in de provincie West-Vlaanderen. Ik wens dit
niet als regel op te leggen voor het ganse grondgebied, omdat dit ten
aanzien van sommige punten zoals bijvoorbeeld plaatsen waar het
publiek boven het parcours staat, het zicht geheel zou ontnemen en
ook niet bijdraagt tot hun veiligheid. Anderzijds juich ik elk initiatief toe
waarbij de veiligheid ten aanzien van het publiek dat naar een rally
komt kijken, wordt verhoogd.
De tien meterzone dient in het politiebesluit opgenomen te worden om
afdwingbaar te zijn. Ik erken dat er hierbij een moeilijkheid bestaat ten
aanzien van de privéwoningen, maar het zijn niet de woningen maar
de tuinen en erven naast die woningen die door de reglementering
geviseerd worden. Het is niet zozeer een probleem dat een persoon
03.02 Annemie Turtelboom,
ministre: La mise en place
générale d'une zone de sécurité
de dix mètres en bordure du
parcours
d'un
rallye
n'est
d'application qu'en province de
Flandre
occidentale.
Je
ne
souhaite pas imposer cette règle
sur l'ensemble du territoire parce
que son application aurait pour
effet qu'à certains endroits, le
public ne verrait plus rien et qu'elle
ne contribuerait pas à sa sécurité.
Toutefois, je salue toute initiative
contribuant à accroître la sécurité
08/10/2008
CRIV 52
COM 328
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
12
zich bevindt in een woning waarlangs een snelheidswedstrijd loopt,
temeer daar aan de organisatoren gevraagd wordt om in extra
bescherming te voorzien ten aanzien van de woningen die gevaar
lopen wegens hun ligging, maar wel het feit dat personen
plaatsnemen in hun tuin of op hun erf. In die zin, ter waarborging van
de veiligheid van de omwonenden, heb ik in rondzendbrief OOP25
twee maatregelen laten opnemen ten aanzien van de privéwoningen,
met name het feit dat het aantal woningen dat langs het parcours ligt,
beperkt dient te worden en dat het publiek dat langs het parcours
woont, persoonlijk dient geïnformeerd te worden dat het gevaarlijk is
plaats te nemen in hun tuin, op een erf of veld naast de woning.
In de praktijk gebeurt het dat de tienmeterzone eveneens wordt
afgespannen op het privédomein van de omwonenden, met hun
toestemming. Dit schept ook duidelijkheid ten aanzien van de
omwonenden en versterkt de veiligheid. Verder is het zo dat wanneer
vastgesteld wordt dat een persoon zich bevindt in een gevaarlijke
zone, al betreft het zijn eigen tuin of erf, de wedstrijd stilgelegd zou
moeten worden en de persoon overtuigd dient te worden de plaats te
verlaten vanwege de manifeste onveiligheid die hij voor zichzelf
creëert.
Wanneer wordt vastgesteld dat een persoon zich bevindt in een
gevaarlijke zone, al is dat zijn eigen tuin of erf, dan moet de wedstrijd
worden stilgelegd en de persoon ervan worden overtuigd de plaats te
verlaten gezien de manifeste onveiligheid die hij voor zichzelf creëert.
Bij een eventueel ongeval zal de rechter waarschijnlijk een afweging
maken van de persoonlijke gedragingen van het slachtoffer, ook al
stond deze in zijn eigen tuin. Een persoon die het slachtoffer wordt
van een ongeval zal op die manier deels verantwoordelijk kunnen
worden gesteld voor zijn eigen gedragingen.
Ik wens mij niet uit te spreken over de mogelijkheid tot
schadevergoeding voor het mindergebruik van zijn eigen woning. Dit
lijkt mij eerder toe te komen aan de gerechtelijke instanties die een
beslissing zullen nemen waarbij zij mijns inziens een afweging zullen
maken van de verschillende belangen die ter zake gelden.
des spectacteurs lors de rallyes.
Pour faire respecter cette zone de
sécurité, il faut l'intégrer dans
l'arrêté de police. Je reconnais
qu'un problème se pose pour les
habitations privées. Ce que vise la
réglementation, ce ne sont pas les
habitations mais les jardins et
terrains situés à côté des
habitations. Le problème provient
surtout du fait que certaines
personnes s'installent dans leur
jardin ou leur terrain. Pour assurer
la sécurité des riverains, la
circulaire OOP 25 prévoit que le
nombre d'habitations situées le
long du parcours doit être limité et
que les spectateurs qui habitent en
bordure de ce parcours doivent
être informés du danger qu'ils
courent en s'installant dans leur
jardin, leur terrain ou leur champ
situé à côté de leur habitation.
Il arrive dans la pratique que la
zone de dix mètres soit également
délimitée sur le terrain privé des
riverains
avec
leur
accord.
Lorsque l'on constate qu'une
personne se trouve dans une zone
dangereuse ­ même s'il s'agit de
son propre jardin ou de son propre
terrain ­ la course devrait être
arrêtée et il faudrait convaincre la
personne de quitter les lieux en
raison de la situation d'insécurité
évidente qu'elle crée pour elle-
même. En cas d'accident, le juge
évaluera
probablement
le
comportement individuel de la
victime, même si elle se trouvait
dans son propre jardin.
Je ne souhaite pas m'exprimer sur
la possibilité pour un citoyen
d'obtenir un dédommagement
pour la restriction de l'usage de sa
propre habitation. Il me semble
qu'il
appartient
plutôt
aux
instances juridiques de prendre
une décision en la matière.
03.03 Peter Logghe (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, dit vraagt om een reactie, zij het een heel korte.
Ik noteer dat de minister van Binnenlandse Zaken samen met mij
vaststelt dat er toch wel vreemde toestanden uit voortvloeien. Het lijkt
03.03 Peter Logghe (Vlaams
Belang): Le ministre de l'Intérieur
constate comme moi qu'il en
résulte des situations étranges,
telles que l'arrêt de la course
CRIV 52
COM 328
08/10/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
13
mij bijvoorbeeld een heel vreemde situatie dat wanneer iemand die
zich in zijn eigen woning binnen die veiligheidszone bevindt, men zou
moeten opteren voor het stilleggen van de wedstrijd tot men de
persoon heeft overtuigd om dekking te zoeken.
Ik begrijp de logica van de gedeelde verantwoordelijkheid, maar ik
plaats daar toch vraagtekens bij. Ik zal nog wat doorvragen in de
commissie voor de Justitie om na te gaan of daaraan iets kan worden
gedaan.
Ik dank u in elk geval voor uw uitvoerig antwoord.
jusqu'au moment où la personne a
été convaincue de se mettre en
sécurité. Je comprends la logique
de la responsabilité partagée mais
je me pose malgré tout des
questions. J'aborderai également
ce problème en commission de la
Justice.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de M. Pierre-Yves Jeholet au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
recours aux armes à létalité réduite par la police fédérale" (n° 7183)</b>
04 Vraag van de heer Pierre-Yves Jeholet aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het gebruik van less-than-lethalwapens door de federale politie" (nr. 7183)
04.01 Pierre-Yves Jeholet (MR): Monsieur le président, madame la
ministre, j'avais interrogé le ministre de l'Intérieur, dans le courant du
mois de mai, quant à l'usage des armes à létalité réduite au sein de la
police fédérale. Mais la police communale pourrait également être
concernée. En effet, un débat a eu lieu en France à ce sujet et les
policiers français appelés à intervenir dans les municipalités sont
aujourd'hui autorisés à utiliser le Taser, cette arme qui blesse
artificiellement les personnes visées.
Il s'agit d'un vaste débat, mais le ministre de l'Intérieur m'avait
expliqué, à l'occasion d'une précédente question, que ces armes
avaient donné entière satisfaction à chaque fois qu'elles avaient été
utilisées, différentes expériences pilotes ayant été menées. Il avait
terminé sa réponse, à l'époque, en disant que ces expériences pilotes
devraient être plus nombreuses.
Ma question fait donc notamment suite au débat qui a eu lieu en
France et à l'occasion duquel des partisans et des détracteurs de
l'utilisation de ce type d'arme sont intervenus pour défendre leur point
de vue en exposant leurs arguments.
Par ailleurs, de plus en plus de policiers sont aujourd'hui menacés par
des personnes en possession d'armes blanches ou à l'occasion de
rassemblements de foules. Je pense ici notamment aux incidents qui
se sont déroulés à Anderlecht.
Différentes statistiques de la police intégrée m'ont amené à réfléchir.
Ainsi, 930 faits de coups et blessures sur le personnel de police ont
été recensés en un an.
Nos policiers prennent des risques tous les jours notamment en
raison de la multiplication des faits de violence. Ils doivent donc être
protégés lorsqu'ils interviennent et qu'ils sont menacés. Il s'agit
d'ailleurs là du meilleur argument pour défendre le recours à ce type
d'arme. Je rappelle que ce genre d'arme blesse artificiellement les
émeutiers ou les fauteurs de troubles. Certains me diront qu'aux
États-Unis où le nombre de ces armes est particulièrement élevé,
quelques cas malheureux sont à déplorer. Bien évidemment, il n'est
04.01 Pierre-Yves Jeholet (MR):
Minister Dewael heeft gezegd dat
de
less-than-lethal
wapens
volledige
voldoening
hadden
geschonken de enkele keren dat
ze werden gebruikt, maar dat de
federale politie niet de bedoeling
had om ze vaker te gaan
gebruiken.
Niettemin was het personeel van
de geïntegreerde politie vorig jaar
in 930 gevallen het slachtoffer van
slagen en verwondingen. In zo een
context kan men zich afvragen of
dergelijke wapens niet vaker
gebruikt moeten worden.
Politieagenten kunnen immers
jammer
genoeg
hun
koelbloedigheid verliezen omdat
het moeilijk is in te schatten in
welke mate ze echt bedreigd
worden. Kiezen voor minder
dodelijke wapens, waarmee de
amokmakers
kunnen
worden
uitgeschakeld, zou een rationele
keuze kunnen blijken.
Het lijkt me nuttig om het debat
aan te gaan over het frequenter
gebruik van dit type wapens,
waarmee de politieagenten op
evenredige wijze kunnen reageren
op de meeste dreigingen.
08/10/2008
CRIV 52
COM 328
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
14
pas question d'ouvrir un débat aujourd'hui sur le sujet même si je suis
prêt à y participer.
Cela étant dit, une solution doit pouvoir être trouvée et un élément
important doit être pris en compte. Il s'agit du coût de la mise à
disposition de ce type d'arme aux membres de la police fédérale.
Cela pourrait évidemment poser un problème budgétaire. Mais si un
débat était organisé, la question économique pourrait être abordée
puisque leur fabrication est susceptible d'avoir des effets importants
d'un point de vue économique pour certaines de nos entreprises,
notamment wallonnes. Et en tant que Liégeois, je suis sensible à cet
élément. Leur fabrication pourrait également constituer un élément
important pour ces entreprises en termes d'innovation et de
recherches. En effet, il est nécessaire aujourd'hui de fabriquer des
armes de plus en plus performantes en vue de mieux cibler le fauteur
de troubles.
Je pense aussi que le débat tourne autour de la protection des
policiers et de la réaction proportionnée à une situation. Aujourd'hui,
les policiers se sentent de plus en plus menacés et risquent de
commettre l'irréparable; on pourrait parler de bavures parce qu'ils ont
utilisé leur arme de service.
J'aurais souhaité prolonger ce débat et ne pas me contenter des deux
éléments neufs dont j'ai pris connaissance aujourd'hui. On ne peut
pas dire que des expériences pilotes aient donné entière satisfaction
par rapport à l'utilisation de ces armes. Mais on ne peut pas
généraliser; il ne faut pas que toutes les polices fédérales ou toutes
les polices communales en bénéficient, mais je pense notamment
aux centres urbains où les faits de violence sont plus nombreux, plus
importants et plus graves et qui justifieraient que l'on puisse recourir à
ces armes à létalité réduite.
C'est un sujet qui me tient à coeur et qui nécessite débat. Je prends
évidemment note des arguments en défaveur de l'utilisation de ce
type d'armes. Il existe aussi des réponses à ce type d'arguments.
C'est un débat que l'on doit mener quand on voit les faits de violence
de plus en plus nombreux dont sont victimes nos policiers.
04.02 Annemie Turtelboom, ministre: Cher collègue, je ne
reviendrai pas sur la réponse que M. Dewael vous avait fournie le 11
juin dernier. Je confirme entièrement ses propos.
Il existe des gradations dans la défense policière à létalité réduite: la
défense à mains nues, le "pepperspray" et la matraque. Ces deux
derniers moyens font partie de l'armement individuel de tous les
fonctionnaires de police. Ceci n'est pas le cas pour le Taser et le FN
303 qui sont des armes exclusivement réservées à certains membres
des unités spécialisées de la police fédérale dans des situations bien
déterminées.
Ces derniers suivent une formation et un entraînement spécifique
conformément à mes directives des circulaires GPI 48 et GPI 62.
Il existe actuellement à l'Université de Liège un groupe d'études qui
examine des systèmes à létalité réduite, dirigé par le professeur
Pierre Thys. Ce groupe d'études est subventionné par le ministère de
l'enseignement supérieur et de la recherche scientifique et des
04.02
Minister Annemie
Turtelboom: Ik bevestig het
antwoord dat op 11 juni gegeven
werd. Spray en de wapenstok
maken deel uit van de individuele
wapenuitrusting
van
alle
politieagenten. De Taser en de
FN 303 zijn wapens die worden
voorbehouden
voor
bepaalde
leden
van
gespecialiseerde
eenheden die daarvoor een
specifieke opleiding krijgen.
In Luik werkt een studiegroep
onder leiding van professor Thys
aan de problematiek van de
neutraliseringswapens
met
ogenblikkelijk effect. Daarbij wordt
onderzoek
verricht
naar
de
technische
en
menselijke
CRIV 52
COM 328
08/10/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
15
relations extérieures de la Région wallonne.
Ce groupe aborde la question des armes de neutralisation
momentanée en étudiant à la fois la dimension technique, le potentiel
incapacitant, la dimension humaine, les effets médicaux et
comportementaux sur le suspect, l'applicabilité par les forces de
l'ordre et le degré d'acceptabilité par le public et par les responsables
politiques et opérationnels.
Au printemps de cette année, le professeur Thys a fait un exposé
devant la police fédérale sur son programme scientifique d'études "La
létalité réduite comme réponse aux nouvelles menaces" mis en
oeuvre en coopération avec l'Université de Gand. La conclusion de la
police fédérale est que cette thématique pourrait présenter une valeur
ajoutée pour tous les fonctionnaires de police. Elle attend cependant
les propositions que la commission de l'armement pourrait me
soumettre pour adapter les normes techniques en fonction de
l'évolution des technologies ou des connaissances scientifiques
relatives à la maîtrise des risques liés à l'utilisation de cet armement.
Enfin, en réponse à votre suggestion d'étendre l'usage de ce type
d'armes à des situations d'émeute face à des groupes importants
d'adversaires, tant la police locale que la police fédérale estiment que
cette manière de faire serait totalement inappropriée, du fait que cet
usage nécessiterait l'élaboration d'un plan tactique discuté avec les
magistrats et préalablement approuvé par ceux-ci.
dimensie,
de
toepassingsmogelijkheden voor de
politiediensten en het aanvaarden
ervan door de burgers.
In het voorjaar hield professor
Thys, in samenwerking met de
universiteit
te
Gent,
een
conferentie over de less-than-
lethal wapens als antwoord op de
nieuwe dreigingen.
De federale politie wacht op de
voorstellen
van
de
wapencommissie in verband met
de aanpassing van de technische
normen.
Naar aanleiding van uw suggestie
om het gebruik van dat soort
wapens uit te breiden hebben de
lokale en de federale politie laten
weten
dat
dit
volkomen
onaangewezen is omdat daartoe
een tactisch plan moet uitgewerkt
worden, dat door de magistraten
moeten worden besproken en
goedgekeurd.
04.03 Pierre-Yves Jeholet (MR): Je remercie la ministre pour ses
réponses. Pour ce qui est du spray ou de la matraque, ce sont des
armes utilisées par certains policiers mais la matraque n'a pas l'effet
d'un pistolet. Il faut souvent du courage au policier face à certaines
réactions. On ne peut comparer l'un et l'autre. Le problème du spray
est qu'on ne peut cibler le fauteur de trouble avec la même précision.
L'utilisation de ce type d'armes nécessiterait une formation adéquate
des policiers à leur utilisation. En effet, on ne peut utiliser ces armes
dans n'importe quelle circonstance.
Je me réjouis qu'on y travaille. Vous avez cité le professeur Thys,
l'Université de Liège et l'Université de Gand. On parle d'une valeur
ajoutée mais on attend les conclusions de la commission de
l'armement. Quant aux policiers fédéraux et communaux qui émettent
des réserves, nous ne rencontrons pas nécessairement les mêmes.
Je suis en contact avec des policiers qui regrettent qu'on ne puisse
utiliser ce type d'armes.
Je m'adresse maintenant au président de la commission: ce débat a
fait rage en France et il ne serait pas inutile de procéder à des
auditions sur le sujet.
On pourrait entendre les services de police, il y a des universitaires
qui planchent sur le sujet. Je sais qu'il y a des associations de
défense des droits de l'homme qui viendront s'exprimer. Je n'ai pas
d'objection.
Il est important d'ouvrir un débat qui me paraît vraiment utile dans le
cadre de la protection du travail des policiers.
04.03 Pierre-Yves Jeholet (MR):
De spray kan vergeleken worden
met de wapenstok en om
dergelijke wapens te kunnen
hanteren moeten de politiemensen
een aangepaste opleiding volgen.
Ik denk dat het nuttig zou zijn om
hierover een tegensprekelijk debat
te voeren in het kader van de
bescherming van de politiemensen
op het terrein.
08/10/2008
CRIV 52
COM 328
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
16
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de Mme Jacqueline Galant au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le coût
de l'école de feu de Lens" (n° 7176)</b>
05 Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de kosten van de brandweerschool van Lens" (nr. 7176)
05.01 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le président, madame la
ministre, ma question porte sur le financement du futur centre de
formation pratique des pompiers hennuyers et, plus particulièrement,
sur la construction d'une toute nouvelle caserne destinée à remplacer
la caserne actuelle de Chièvres.
Comme vous représentez M. Dewael, je dois vous préciser que la
formation dépend de la province, laquelle éprouve en ce moment des
difficultés pour boucler son budget. Or, des projets importants sont
prévus. Certes, dans le Hainaut, nous avons besoin d'un centre de
formation compétent, mais est-il vraiment nécessaire de construire en
même temps une nouvelle caserne pour la commune de Chièvres?
La sécurité civile, quant à elle, dépend du fédéral. Une réforme est en
cours. Quant au financement alternatif, il dépend du pouvoir régional,
grâce auquel la construction de la future caserne a été rendue
possible. Évidemment, les communes devront aussi intervenir pour
financer ce projet.
Madame la ministre, ma question est assez simple. Quelles sont les
quotes-parts pour chaque niveau de pouvoir: fédéral, régional,
provincial et communal?
Par ailleurs, la caserne de Chièvres fonctionne actuellement avec des
pompiers volontaires. En revanche, ce seront des professionnels qui
travailleront dans la nouvelle caserne. Par conséquent, les coûts
seront beaucoup plus élevés. Pourriez-vous nous livrer quelques
chiffres relatifs aux contributions respectives de chaque autorité?
05.01 Jacqueline Galant (MR):
Er is sprake van een nieuwe
kazerne die zou worden gebouwd
ter vervanging van de huidige
kazerne in Chièvres.
De opleiding ressorteert onder de
provincie, de civiele veiligheid
onder de federale overheid en de
alternatieve financiering is een
bevoegdheid van de gewestelijke
overheid.
De gemeenten zullen uiteraard
ook moeten bijdragen aan de
financiering van dit project.
Welk
aandeel
zal
elk
bestuursniveau voor zijn rekening
moeten nemen?
De kazerne van Chièvres werkt nu
met vrijwillige brandweerlieden die
zullen worden vervangen door
beroepsbrandweerlieden. Hoeveel
zal deze operatie kosten?
05.02 Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, la caserne actuelle du service d'incendie de Chièvres ne
répond pas à l'ensemble des normes relatives à la sécurité et au bien-
être au travail. L'opportunité de construire une nouvelle caserne ou
d'aménager l'actuelle relève du pouvoir de décision de la commune
de Chièvres. Le pouvoir fédéral n'intervient pas dans le financement
des casernes de pompiers.
Quant à la Région, elle subsidie la nouvelle caserne à hauteur de
60% de la somme engagée. La commune de Chièvres prend en
charge le reste de l'investissement. La province du Hainaut ne
subsidie pas la nouvelle caserne, mais louera à la commune de
Chièvres les infrastructures destinées à accueillir la nouvelle école du
feu.
Si certains pompiers de Chièvres deviennent professionnels, dans le
cadre légal actuel, c'est la commune qui prendra en charge le coût de
la professionnalisation. Ce coût sera toutefois répercuté sur toutes les
communes protégées par un service d'incendie de catégorie Z de la
province du Hainaut.
05.02
Minister Annemie
Turtelboom: De huidige kazerne
van de brandweer van Chièvres
voldoet niet aan de normen inzake
veiligheid en welzijn op het werk.
De bouw van een nieuwe kazerne
valt onder de bevoegdheid van de
gemeente Chièvres. De federale
overheid draagt niet bij in de
financiering.
Het gewest subsidieert de nieuwe
kazerne voor 60 procent van het
totaalbedrag.
De
gemeente
Chièvres neemt de rest van de
investering voor haar rekening. De
provincie Henegouwen draagt niet
bij maar zal de infrastructuur voor
de nieuwe brandweerschool van
de gemeente huren.
CRIV 52
COM 328
08/10/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
17
Si cette professionnalisation a lieu dans le cadre de la nouvelle loi du
15 mai 2007, le coût sera réparti sur l'ensemble des communes de la
zone dont fait partie la commune de Chièvres.
De gemeente zal de omvorming
tot beroepskorps bekostigen en
die kost zal worden doorberekend
aan alle gemeentes die worden
beschermd door een brandweer
van categorie Z van de provincie
Henegouwen, overeenkomstig de
wet van 15 mei 2007.
05.03 Jacqueline Galant (MR): Je remercie la ministre pour sa
réponse mais ce n'est pas exactement ce qui est indiqué dans le
projet présenté à la province cette semaine. Je prendrai mes
renseignements. Il est dommage qu'il n'y ait pas une plus grande
concertation entre les différentes autorités, vu que cela concerne
finalement tous les niveaux de pouvoir. Je poursuivrai mes
investigations.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten
05.03 Jacqueline Galant (MR):
Het is niet exact wat er stond in
het project dat deze week aan de
provincie werd voorgesteld. Het is
spijtig
dat
de
verschillende
overheden niet beter overleggen.
Le président: La question n°7188 de M. Bruno Stevenheydens ainsi
que les questions n°7214 de M. Flor Van Noppen et n°7234 de M.
Peter Luykx sont reprtées.
De voorzitter: De vraag nr. 7188
van de heer Bruno Stevenheydens
en de vragen nr. 7214 van de heer
Flor Van Noppen en nr. 7234 van
de heer Peter Luykx worden
uitgesteld.
06 Vraag van de heer Jenne De Potter aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de werking van de Koninklijke Muntschouwburg" (nr. 7288)
06 Question de M. Jenne De Potter au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
fonctionnement du Théâtre royal de la Monnaie" (n° 7288)</b>
06.01 Jenne De Potter (CD&V - N-VA): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, enige tijd geleden, op 4 maart van dit jaar,
maakte ik bij minister Dewael melding van de wrevel die er heerste bij
het orkest van de Koninklijke Muntschouwburg, over de werking van
de schouwburg, meer specifiek over de aanstelling van de heer
Wigglesworth als nieuwe muziekdirecteur. Die wrevel resulteerde in
een vertrouwensstemming, waarbij 93 procent van de leden van het
orkest te kennen gaf niet te willen samenwerken met de heer
Wigglesworth.
Minister Dewael gaf toen aan dat de situatie op het terrein was
verbeterd door een overleg ter zake en dat het de blijvende ambitie
was om de Koninklijke Muntschouwburg in de top tien van de
Europese operahuizen te houden, iets waar we natuurlijk alleen maar
kunnen achterstaan.
Ondertussen heeft de Koninklijke Muntschouwburg de heer
Wigglesworth ontslagen uit zijn functie als muziekdirecteur. Volgens
de pers werd de heer van den Akker per 1 september aangesteld als
directeur muziekdepartementen.
Ik heb dan ook de volgende vragen.
Werd het contract van de heer Wigglesworth verbroken? Welke
financiële gevolgen heeft die verbreking?
06.01 Jenne De Potter (CD&V -
N-VA): La désignation de M.
Wigglesworth
au
poste
de
directeur musical a suscité le
mécontentement au sein de
l'orchestre du Théâtre Royal de la
Monnaie. Dans l'intervalle, le
directeur musical a été congédié
et M. van den Akker a été nommé
directeur
des
Départements
musicaux.
Le contrat de M. Wigglesworth a-t-
il été résilié? Quelles sont les
conséquences financières de cette
résiliation?
Sur la base de quels critères M.
van den Akker a-t-il été engagé?
De quelles missions spécifiques
est-il investi?
Va-t-on
chercher
un
autre
directeur musical?
08/10/2008
CRIV 52
COM 328
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
18
Ten tweede, op basis van welke criteria werd de heer van den Akker
aangenomen?
Ten derde, wat zijn de specifieke taken waarvoor de heer van den
Akker wordt aangesteld?
Ten vierde, wordt er in de nabije toekomst gezocht naar een
muziekdirecteur ter vervanging van de heer Wigglesworth?
06.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, beste
collega, in juni 2008 werd met de heer Wigglesworth een
overeenstemming bereikt over het niet laten ingaan van diens
contract als muziekdirecteur, voorzien op 1 augustus 2008 voor een
termijn van vijf jaar, samenvallend met het mandaat van de algemeen
directeur. De afhandeling van het contract werd in goed overleg
tussen de partijen overeengekomen. Met de heer Wigglesworth
bestonden twee contracten waarbij verplichtingen wederzijds voor een
duur van twee jaar zouden worden nagekomen. Bij niet-nakoming van
het contract als muziekdirecteur zouden twee jaar aan salaris worden
uitbetaald, voor een totaal van 80.000 euro. Voor de contracten als
dirigent bij producties is overeengekomen dat in het eerste seizoen ­
seizoen 2008-2009 ­ alle vijfendertig voorstellingen waarvoor de heer
Wigglesworth werd gecontracteerd als artiest, door hem worden
uitgevoerd, met uiteraard een betaling voor geleverde diensten. Voor
het tweede seizoen 2009-2010 is een afkoopsom afgesproken op
basis van vijftien voorstellingen van de geplande vijfendertig, voor een
totaal van 135.000 euro.
De heer van den Akker is aangesteld als directeur van de Muzikale
departementen, met een duidelijke taakomschrijving. De nieuwe
directeur Muzikale departementen rapporteert rechtstreeks aan de
algemene directeur en maakt in overleg met hem strategische
plannen. De bedoeling hiervan is om in eerste instantie een
consequente, dagdagelijkse aansturing en leiding te geven aan koor
en orkest.
Tevens wordt van de nieuwe directeur verwacht dat hij meer
structuur, procedure en discipline in het functioneren van de muzikale
afdelingen tot stand zal brengen om de kwaliteit naar een nog hoger
niveau te tillen. Het ontwikkelen van een leeftijdsbewust
personeelsbeleid in ensembles die al vijfentwintig jaar met elkaar
samenwerken is een prioriteit. Omdat het een nieuwe functie betreft,
zal een gedeelte van de taken en verantwoordelijkheden nog definitief
uitkristalliseren in de komende tijd.
De heer van den Akker is geselecteerd uit een aantal internationale
kandidaten met ervaring in dit soort functies. Hij was onder meer
veertien jaar lang algemeen en artistiek directeur van het Residentie
Orkest Den Haag. Het contract van de heer van den Akker loopt vier
jaar, met een wederzijdse opzegtermijn van zes maanden.
De procedure is verlopen met kennisgeving aan de orkest- en
koorcommissies en de vakbonden.
De heer van den Akker is sedert vier weken aan de slag en heeft zich
in die periode reeds stevig ingewerkt in de organisatie. Ook de heer
Wigglesworth heeft intussen een reeks succesvolle voorstellingen van
Pelléas et Mélisande, evenals een symfonisch orkest achter de rug.
06.02 Annemie Turtelboom,
ministre: En juin 2008, il a été
convenu avec M. Wigglesworth
que son contrat en tant que
directeur musical ne prendrait pas
effet. Deux contrats avaient été
conclus avec lui.
Eu égard à l'inexécution du contrat
d'engagement
au
poste
de
directeur
musical,
M. Wigglesworth a eu droit à une
indemnité équivalant à deux ans
de salaire, soit 80.000 euros.
Pour les contrats en tant que chef
d'orchestre de productions, il a été
convenu que M. Wigglesworth
exécuterait
toutes
les
représentations de la première
saison pour lesquelles il a été
engagé comme artiste. Pour la
deuxième saison, une indemnité
de 135.000 euros a été fixée d'un
commun
accord
pour
15
représentations sur les 35.
M. van den Akker fait directement
rapport au directeur général et
établit des plans stratégiques en
concertation avec lui. L'objectif
consiste à organiser la gestion
quotidienne du choeur et de
l'orchestre. En outre, le directeur
doit renforcer la structure et la
discipline
au
sein
des
départements
musicaux
pour
hisser la qualité à un niveau
encore supérieur. La priorité sera
accordée à une politique du
personnel tenant compte de l'âge.
Il s'agit d'une nouvelle fonction, qui
sera précisée au fil du temps.
M.
van
den Akker
a
été
sélectionné
parmi
plusieurs
candidats
internationaux
expérimentés. Son contrat a été
conclu pour quatre ans et le délai
de préavis est de six mois. Les
CRIV 52
COM 328
08/10/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
19
commissions de l'orchestre et du
choeur et les syndicats étaient au
fait de la vacance. M. van
den Akker est à l'oeuvre depuis
quatre semaines et s'est déjà bien
familiarisé avec la fonction.
06.03 Jenne De Potter (CD&V - N-VA): Mevrouw de minister, ik
dank u voor de duidelijke en precieze antwoorden die u hebt gegeven.
Ik kan alleen maar hopen dat de ondernomen stappen bijdragen tot
een positieve dynamiek in het orkest. Het blijft toch bijzonder vreemd
vast te stellen dat er heel wat frustratie was in de Koninklijke
Muntschouwburg. Het is een internationaal bijzonder gerenommeerd
orkest met naam en faam in binnen- en buitenland, maar blijkbaar
schortte er wat aan de interne organisatie. Ik ben ervan overtuigd dat
als strategische beslissingen worden genomen, zulks best gebeurt in
overleg met het orkest. Ik hoop dat daarmee in de toekomst rekening
wordt gehouden.
06.03 Jenne De Potter (CD&V -
N-VA):
J'espère
que
les
démarches
entreprises
déboucheront sur une dynamique
positive. Il y avait ces derniers
temps une grande frustration au
sein de l'orchestre de la Monnaie,
qui
jouit
d'une
réputation
internationale. Il me paraît logique
que des décisions stratégiques
soient prises en concertation avec
l'orchestre.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: Les questions n° 7307 de M. Flahaux et n° 7583 de M. Destrebecq sont reportées. La
question n° 7308 de M. Flahaux est reportée. La question de n° 7320 de Mme Schryvers est reportée.
07 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Katrien Schryvers aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de vrije keuze van gemeentes om elektronisch dan wel met potlood en papier te stemmen" (nr. 7321)
- mevrouw Zoé Genot aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de
elektronische stemming" (nr. 7695)
07 Questions jointes de
- Mme Katrien Schryvers au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le libre choix des
communes en ce qui concerne le vote électronique ou le vote papier" (n° 7321)<br>- Mme Zoé Genot au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le vote électronique" (n° 7695)</b>
07.01 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, madame la
ministre, avant les vacances, nous avons eu l'occasion de tenir un
débat sur les systèmes de vote abordant les deux possibilités: vote
manuel ou vote électronique. Nous avons terminé cette discussion sur
une résolution qui demandait aux communes de faire un choix pour la
fin septembre. Les communes ont donc dû choisir leur système de
vote et le communiquer.
J'aurais voulu savoir combien de communes ont opté pour le vote
manuel et combien pour le vote électronique. Combien de communes
ont-elles décidé de passer du système manuel vers l'électronique et
vice-versa?
On sait également que dans certaines communes, les ordinateurs de
vote avaient un certain âge. Ces ordinateurs devaient être testés pour
vérifier s'ils étaient capables de "travailler" une fois de plus. Combien
de communes ont-elles vu leurs ordinateurs testés? Par exemple, à
Bruxelles-Ville, lorsque ces tests ont été effectués, on s'est rendu
compte que beaucoup d'ordinateurs étaient déficients.
Quel budget prévoit-on pour la préparation de ces élections? Si les
communes souhaitent changer de système de vote après 2009,
07.01 Zoé Genot (Ecolo-Groen!):
De gemeenten hebben eind
september een keuze moeten
maken tussen de elektronische en
de manuele stemming.
Hoeveel
gemeenten
hebben
geopteerd voor het ene dan wel
het andere systeem en hoeveel
hebben beslist om van systeem te
veranderen?
In hoeveel gemeenten werden de
computers getest?
Welk budget wordt er uitgetrokken
voor de voorbereiding van die
verkiezingen?
Hoe en wanneer moeten de
gemeenten die van systeem
wensen
te
veranderen
dat
melden?
08/10/2008
CRIV 52
COM 328
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
20
comment et quand doivent-elles le faire savoir?
07.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, de
gemeenten die worden bedoeld in de resolutie van het federale
Parlement en die de keuze krijgen of ze in 2009 willen stemmen op
geautomatiseerde of traditionele manier, zijn alleen de gemeenten die
geautomatiseerd hebben gestemd in 2007. Het gaat immers om een
verlenging van het gebruik van het huidige systeem, Digivote en Jites
tijdens de regionale en Europese verkiezingen van 7 juni 2009.
07.02 Annemie Turtelboom,
ministre:
La
résolution
du
Parlement fédéral prévoit que
seules les communes qui ont déjà
opté pour le vote automatisé en
2007 pourront choisir leur système
de scrutin en 2009.
Par un courrier du 17 juillet dernier, j'ai dès lors invité ces communes
à me faire savoir si elles souhaitaient continuer à utiliser des
systèmes de vote automatisé lors de ces élections ou, au contraire, si
elles choisissaient de recourir à la procédure du vote "papier". La
réponse à cette question était attendue pour le 30 septembre au plus
tard, afin de permettre à tous les acteurs du processus électoral
d'organiser les élections de 2009 de manière efficace. À la date de ce
mardi 7 octobre, 192 communes sur les 201 interrogées m'ont
informée qu'elles souhaitaient utiliser à nouveau des systèmes de
vote automatisé.
Un rappel a été adressé aux neuf communes qui ont omis de donner
suite à ce courrier du 17 juillet. Il s'agit des communes de Rijkevorsel,
Merksplas, Grobbendonk, Forest, Anderlecht, Seraing, Esneux, Liège
et Durbuy. Pour s'assurer du bon fonctionnement des systèmes de
vote automatisé, mon administration a procédé au contrôle de 20%
des machines dans toutes les communes ayant recours à de tels
systèmes, ce qui représente 4.551 machines van het systeem du type
Digivote en 949 machines van het systeem Gites.
Les résultats de ces contrôles révèlent un taux de presque 4% de
machines défectueuses pour le système de type Digivote et 1,69%
pour le système Gites. Ces résultats sont similaires à ceux des
contrôles effectués annuellement depuis l'introduction des systèmes
de vote automatisé. Un montant global de 8,06 millions d'euros est
prévu dans les propositions budgétaires de 2009 pour l'organisation
des élections régionales et européennes.
Bij brief van 17 juli heb ik de
gemeenten verzocht mij mee te
delen of ze de geautomatiseerde
stemsystemen verder wensten te
gebruiken tijdens die verkiezingen.
Het antwoord werd ten laatste
verwacht tegen 30 september om
de
verkiezingen
van
2009
doeltreffend
te
kunnen
organiseren. Tot dusver hebben
192 van de 201 ondervraagde
gemeenten mij laten weten dat ze
de
geautomatiseerde
stemsystemen verder wensten te
gebruiken.
Er werd een rappel gestuurd naar
de negen gemeenten die aan dat
schrijven geen gevolg hebben
gegeven. Om zich te vergewissen
van de goede werking van de
geautomatiseerde stemsystemen,
heeft mijn administratie in alle
gemeenten die ervan gebruik
maken 20 procent van de
machines gecontroleerd.
Uit de resultaten van deze
controles bleek dat 5,65 procent
van de machines defect waren.
Deze resultaten komen overeen
met die van de controles die elk
jaar uitgevoerd worden sinds de
invoering van de automatische
stemsystemen. Er werd een
globaal bedrag van 8.600.000 euro
uitgetrokken voor het organiseren
van
de
Europese
en
gewestverkiezingen van 7 juni
2009.
07.03 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Vous n'avez pas répondu à une
question: si les communes souhaitent changer de système de vote
après les élections de 2009, comment et quand doivent-elles le faire
savoir?
07.03 Zoé Genot (Ecolo-Groen!):
De laatste vraag werd niet
beantwoord.
07.04 Annemie Turtelboom, ministre: (...)
CRIV 52
COM 328
08/10/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
21
07.05 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Les communes ont dû décider
rapidement et opter pour la continuation du système électronique ou
le retour au vote papier. Dans beaucoup de communes, on n'a pas eu
le temps de mener un débat approfondi. Il est important de préciser
aux communes comment et dans quel délai elles devront se décider
après 2009. Elles pourront alors réfléchir plus calmement. On le sait,
les machines vieillissent et de gros investissements devront avoir lieu
après les élections de 2009. Il est donc souhaitable de revenir dans
un prochain débat sur la manière de se positionner sur la question et
le délai qu'auront les communes pour se décider.
07.05 Zoé Genot (Ecolo- De
gemeenten hebben snel moeten
kiezen tussen de elektronische
stemming of de stemming op
papier. Veel gemeenten hebben
geen tijd gehad om dat te
bespreken. Het is belangrijk de
gemeenten uit te leggen hoe ze na
2009 zullen moeten beslissen. De
machines verouderen en er zullen
grote
investeringen
gedaan
moeten
worden
na
de
verkiezingen van 2009. Het is
wenselijk
dat
er
binnenkort
teruggekomen wordt op het
standpunt dat ter zake ingenomen
dient te worden en de termijn die
de gemeenten zullen krijgen om te
beslissen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten
.
Le président: La question n° 7360 de M. Clarinval est reportée. Je
reporte ma question n° 7390 pour avoir le plaisir de débattre de
l'impact de la réforme des polices au niveau local directement avec le
ministre. M. Maingain demande le report de sa question n° 7391.
De voorzitter: Vraag nr. 7360 van
de heer David Clarinval zal worden
behandeld in de commissie voor
de Justitie. Ik stel mijn vraag nr.
7390 uit en ook de vraag nr. 7391
van de heer Olivier Maingain wordt
uitgesteld.
08 Question de M. Olivier Hamal au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la lutte contre
les discriminations en matière de location de logements" (n° 7405)</b>
08 Vraag van de heer Olivier Hamal aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de strijd tegen de discriminatie op de huisvestingsmarkt" (nr. 7405)
08.01 Olivier Hamal (MR): Monsieur le président, madame la
ministre, une des grandes innovations de la loi Onkelinx du mois
d'avril 2007 modifiant les dispositions du Code civil concernant les
baux à loyer a été de prévoir que, dorénavant, toute mise en location
d'un bien affecté à l'habitation au sens large implique, dans toute
communication publique ou officielle (affiches sur l'immeuble,
publicités dans les journaux et toutes-boîtes, par internet, etc.), que
figure le montant du loyer demandé et des charges communes.
Il s'agit par là même d'assurer la transparence du marché locatif et
d'éviter toute discrimination de type raciale ou de sexe par exemple.
Des propriétaires, pour écarter certains candidats locataires ­ je
pense ici notamment aux étrangers ­ mentionneraient dans leurs
contacts verbaux avec ces derniers, des loyers plus élevés.
Pour veiller au respect de cette disposition, le Code civil prévoit que:
"Tout non-respect par le bailleur ou son mandataire de la présente
obligation pourra justifier le paiement d'une amende administrative
fixée entre 50 et 200 euros. Les communes, en tant qu'autorités
décentralisées peuvent constater, poursuivre et sanctionner les
manquements aux obligations du présent article. La commune
compétente est celle où le bien est situé. Ces manquements sont
08.01 Olivier Hamal (MR): In de
wet-Onkelinx van april 2007
betreffende
de
huurovereenkomsten
wordt
bepaald dat elke verhuring van
een goed dat bestemd is voor
bewoning, inhoudt dat het bedrag
van de gevraagde huurprijs en van
de gemeenschappelijke lasten
wordt meegedeeld. Dat was een
van de grote vernieuwingen van
die wet. Bedoeling was de
transparantie van de huurmarkt te
bevorderen en elke vorm van
discriminatie op grond van ras of
geslacht te voorkomen. Om toe te
zien op de inachtneming van die
bepaling bepaalt het Burgerlijk
Wetboek dat de gemeenten de
inbreuken
kunnen
vaststellen,
vervolgen en bestraffen. De
gemeenten zijn derhalve niet
08/10/2008
CRIV 52
COM 328
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
22
constatés, poursuivis et sanctionnés selon les formes, délais et
procédures visées à l'article 119bis de la nouvelle loi communale à
l'exception du paragraphe 5."
Comme le précise le texte précité, les communes ne sont pas
obligées d'agir en la matière et certaines ont d'ailleurs fait savoir
qu'elles avaient des choses plus importantes à faire pour servir leurs
concitoyens que de payer des agents pour aller de rue en avenue
relever les manquements dont question. D'autres, en revanche, se
veulent à la pointe du combat, comme la ville de Gand ou de Liège.
Cette dernière a d'ailleurs adopté le 23 juin dernier un règlement de
police permettant la mise en oeuvre du mécanisme précité.
La ville de Liège considère qu'elle doit saisir cette nouvelle
opportunité légale de pérenniser, sous tous ses aspects possibles, la
lutte contre toute forme de discrimination, en l'espèce, sur le marché
locatif immobilier. Mais plus encore pour cette ville, cette
préoccupation rejoint, même incidemment, la politique volontariste
menée par elle en faveur de l'habitat, de la sécurité et de la propreté
qui inclut elle-même la lutte tout aussi acharnée contre la traite des
êtres humains.
Les propriétaires bailleurs apprécieront ce type d'amalgame qui va
au-delà de l'esprit de la loi d'avril 2007.
En outre, la ville de Liège a retenu comme taux pour l'amende
administrative le montant maximum de 200 euros sans retenir, par
exemple, pour une première infraction, une amende de 50 euros,
pour une deuxième, une amende de 100 euros, pour n'exiger
l'amende maximum qu'après une ou plusieurs infractions.
Dans le Plan fédéral de lutte contre la pauvreté adopté par le
gouvernement en juillet dernier, il est mentionné en page 33 que le
ministre de l'Intérieur chargera son administration d'organiser la
sensibilisation des communes dans le cadre de la lutte contre les
incivilités afin qu'elles mettent en oeuvre les dispositions prévues en
matière d'affichage obligatoire des loyers et charges communes.
Madame la ministre, mes questions sont les suivantes.
1. Quelles sont les initiatives prises par l'administration de l'Intérieur
depuis le mois de juillet dernier pour organiser la sensibilisation des
communes aux mesures précitées?
2. Si tel n'a pas encore été le cas, quand l'administration compte-t-elle
agir dans le sens souhaité?
3. Est-il bien ou sera-t-il bien mentionné aux communes qu'il ne s'agit
pas pour elles d'une obligation, mais d'une faculté qu'elles ont?
4. Dans l'hypothèse où une commune adopte le règlement de police
voulu a-t-elle la possibilité de prévoir une graduation des amendes
administratives: par exemple, 50 euros pour une première infraction,
100 euros pour une deuxième et après une ou plusieurs infractions, le
taux maximal de 200 euros.
Madame la ministre, en commission de la Justice, lors de sa réponse
à ma question relative à l'évaluation de la loi Onkelinx pour ce qui est
du volet garantie locative prévu dans le Plan fédéral de la lutte contre
la pauvreté, M. Vandeurzen m'a fait savoir qu'il ne souhaitait pas, pour
le moment, procéder à ladite évaluation estimant que la matière des
baux étant appelée à être régionalisée, il préférait laisser ce travail
verplicht op te treden. Sommige
gemeenten lieten al weten dat ze
wel wat beters te doen hebben in
dienst van hun burgers. Andere,
zoals Luik, willen ter zake het
voortouw nemen. De stad Luik wil
van deze maatregel gebruik
maken om de strijd aan te binden
met elke vorm van discriminatie.
Die bekommernis sluit aan bij het
voluntaristische beleid van de stad
op het stuk van woongelegenheid,
veiligheid en netheid. Ook haar
verbeten
strijd
tegen
de
mensenhandel moet in die context
worden gezien.
In
het
Federaal
Plan
Armoedebestrijding dat door de
regering in juli van dit jaar werd
goedgekeurd, staat te lezen dat de
minister van Binnenlandse Zaken
zijn
administratie
ermee zal
belasten de sensibilisering van de
gemeenten te organiseren. Welke
initiatieven heeft de administratie
van Binnenlandse Zaken daartoe
sinds juli al genomen? Of welk
tijdpad stelt ze in dat verband
voorop? Zal de gemeenten erop
worden gewezen dat het om een
mogelijkheid, en niet om een
verplichting gaat? Beschikken de
gemeenten die in dat kader een
politiereglement goedkeuren, over
de mogelijkheid om in een
gradatie te voorzien wat de
administratieve sancties betreft?
In de commissie voor de Justitie
ondervroeg ik de minister over de
evaluatie van de wet-Onkelinx met
betrekking tot het aspect van de
huurwaarborg.
De
heer
Vandeurzen antwoordde me dat
de huurovereenkomsten mogelijk
zouden worden geregionaliseerd
en dat hij de evaluatie liever
overliet
aan
de
regionale
autoriteiten. Hij vroeg zich ook af
welk standpunt de minister van
Binnenlandse
Zaken
hierover
inneemt.
CRIV 52
COM 328
08/10/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
23
aux autorités régionales. Par ailleurs, il se souciait de savoir ce que le
ministre de l'Intérieur comptait faire à ce sujet.
08.02 Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur le président, le SPF
Intérieur offre la possibilité à plus de 200 villes et communes de
financer des projets de lutte contre les nuisances sociales et les
incivilités. Des règlements spécifiques en ce qui concerne la
sensibilisation des mesures concernant l'affichage obligatoire des
loyers ne sont pas encore établis. La loi étant imprécise,
juridiquement, il n'existe pas d'obligation d'imposer une amende.
Dans le cadre de l'autonomie communale, c'est à ces communes de
décider en la matière. Si la loi prévoit un minimum et un maximum, il
revient aux communes de décider du montant éventuel de l'amende.
Ce n'est pas à moi de donner des instructions en la matière.
08.02
Minister Annemie
Turtelboom:
De
FOD
Binnenlandse Zaken biedt meer
dan 200 steden en gemeenten de
mogelijkheid om projecten ter
bestrijding van sociale overlast en
asociaal gedrag te financieren. Er
werden nog geen instructies
gegeven
in
verband
met
sensibiliseringsmaatregelen
omtrent de verplichte affichering
van de huurprijzen. Juridisch
gezien is er geen verplichting om
een boete op te leggen. De
gemeenten moeten zelf beslissen.
Voorts moeten de gemeenten ook
zelf beslissen hoe ze het bedrag
van de boete willen vastleggen.
Het is niet mijn taak om ter zake
richtlijnen uit te vaardigen.
08.03 Olivier Hamal (MR): Madame la ministre, je vous remercie. Je
n'ai pas d'autres précisions à vous demander.
08.03 Olivier Hamal (MR): Voilà!
Je vous remercie beaucoup
Madame! Je n'ai pas d'autres
précisions à vous demander.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Samengevoegde vragen van
- de heer Luk Van Biesen aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "het
luiden van de alarmbel door de politiezones naar aanleiding van de verdeling van het boetefonds
onder steden en gemeenten" (nr. 7412)
- de heer Michel Doomst aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "het
verkeersveiligheidsfonds" (nr. 7457)
- de heer Jan Peeters aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de
verdeling van de opbrengsten in het verkeersboetefonds" (nr. 7713)
09 Questions jointes de
- M. Luk Van Biesen au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les zones de police qui ont
tiré la sonnette d'alarme à la suite de la répartition des moyens du fonds des amendes entre les villes
et communes" (n° 7412)<br>- M. Michel Doomst au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le fonds de sécurité
routière" (n° 7457)<br>- M. Jan Peeters au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la répartition des recettes du
fonds des amendes routières" (n° 7713)</b>
09.01 Luk Van Biesen (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mevrouw
de minister, ik zou u graag even over de verdeling onder de steden en
gemeenten van het Verkeersboetefonds willen ondervragen.
Zoals u weet, wordt het Verkeersboetefonds via het innen van
verkeersboetes door de politiezones zelf gestijfd. Er wordt
systematisch van uitgegaan dat telkenmale meer boetes worden
geïnd alsook dat daardoor de totale pot van het Verkeersboetefonds
stijgt.
09.01 Luk Van Biesen (Open
Vld): Le Fonds de la sécurité
routière reçoit de l'argent qui
provient des amendes routières
collectées par les zones de police.
La répartition des moyens du
fonds de la sécurité routière
repose sur un système curieux.
Certaines
zones
de
police
08/10/2008
CRIV 52
COM 328
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
24
Uit het bekijken van de verdeling blijkt echter dat de verdeling over de
zones heel onrechtvaardig of toch heel eigenaardig is gebeurd.
Bijvoorbeeld, de zone Druivenstreek, waar op zijn minst evenveel
filmrolletjes als het jaar voordien werden gelicht en evenveel pennen
voor het opmaken van verkeersboetes werden gebruikt, wordt plots
geconfronteerd met een terugval van de fondsen dat de betrokken
zone uit het Verkeersboetefonds kan halen. De daling bedraagt maar
liefst 15%.
De verschillende politiezones gaan er systematisch van uit dat er elk
jaar meer aan projecten voor verkeersveiligheid zal kunnen worden
besteed, zoals wordt aangeduid in de omschrijving van de
aanwending van de bedragen die uit het Verkeersboetefonds worden
toegekend. Het bekomen geld moet namelijk dienen voor projecten
rond verkeersveiligheid.
De daling is uiteraard voor een aantal zones een streep door de
rekening. De vraag die dan ook bij de verschillende politiezones
alsook bij de verschillende betrokkenen leeft, is hoe het komt dat zij
nu plots met een dergelijke, eigenaardige verdeling van het
Verkeersboetefonds worden geconfronteerd.
Ik wil van de verdeling geen communautair probleem maken. Het
communautaire probleem in dat verband is immers al gekend,
namelijk dat het Verkeersboetefonds grotendeels door Vlaanderen
wordt gestijfd. Nu gaat het echter specifiek over de groei van het ene
op het andere jaar tussen de diverse politiezones. Het gaat ook over
de vraag hoe het kan dat, wanneer de totaliteit van het
Verkeersboetefonds stijgt, bepaalde regio's minder geld dan voordien
ontvangen.
Kan de minister mij op voornoemde vraag enig zinnig antwoord
geven?
recevront moins d'argent du fonds
cette année alors qu'elles ont
collecté davantage d'amendes. Or
elles avaient pensé qu'elles
pourraient consacrer plus de
moyens à des projets de sécurité
routière.
Comment se fait-il que la totalité
des recettes du fonds de la
sécurité routière a augmenté mais
que certaines zones de police
recevront malgré tout moins
d'argent?
09.02 Michel Doomst (CD&V - N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik
stelde mijn vraag, zij het dan op het vlak van de kwantiteit, al aan de
heer Schouppe. Hij legde uit dat de Ministerraad via een koninklijk
besluit blijkbaar een voorafname op het bedrag kan doen en het
bedrag ook vrijelijk kan bepalen. Zij legde het bedrag op 15,6% vast.
Ik vermoed dat voornoemde uitleg straks ook zal worden bevestigd.
Behalve een vraag over de daling van de inkomsten uit het
Verkeersveiligheidfonds had ik ook vragen over het feit dat
politiezones bij de opmaak van hun budgetten problemen
ondervinden, omdat de betalingen blijkbaar vrij laattijdig gebeuren. Op
die manier is het in concreto op het terrein bijzonder moeilijk werken.
Is de laattijdige uitbetaling een eenmalig feit? Met andere woorden,
zullen de politiezones de komende jaren wel tijdig over de geldelijke
middelen in kwestie kunnen beschikken?
Is er eventueel een mogelijkheid om de politiezones vooraf op de
hoogte te brengen van het bedrag dat zij zullen ontvangen, zodat zij in
hun budgettaire berekeningen met bedoeld bedrag rekening kunnen
houden?
09.02 Michel Doomst (CD&V -
N-VA): J'ai déjà interrogé à ce
sujet le secrétaire d'État Schouppe
qui a déclaré que le conseil des
ministres peut, par le biais d'un
arrêté
royal,
opérer
un
prélèvement sur les recettes du
Fonds de la sécurité routière. Le
ministre
confirme-t-il
cette
information?
Je me joins à la question de M.
Van Biesen. Je voudrais savoir
aussi pourquoi les moyens issus
du Fonds de la sécurité routière
sont versés aussi tardivement.
Cette lenteur entraîne en effet des
problèmes dans la confection du
budget des zones de police. Ce
retard ne se reproduira-t-il pas?
Pourrait-on
informer
préalablement les zones de police
du montant qu'elles percevront?
CRIV 52
COM 328
08/10/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
25
09.03 Jan Peeters (sp.a+Vl.Pro): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, er is dit jaar toch wat onduidelijkheid en mismanagement in
het beheer van het Verkeersveiligheidsfonds, niet alleen voor de
lokale politiezones, maar ook voor de federale diensten die uit het
fonds kunnen putten, met name de FOD Justitie en de federale
politie. Blijkbaar kan niemand ons zeggen hoeveel geld er is
binnengekomen in dat Verkeersveiligheidsfonds. Zijn er dit jaar dan
minder verkeersboetes geïnd en uitgeschreven dan het jaar
daarvoor? Dat lijkt mij onwaarschijnlijk, want minister Reynders heeft
in april van dit jaar nog in een perscommuniqué gezegd dat er
ongeveer evenveel boetes zijn geïnd in 2007 dan in het jaar daarvoor
en 2007 is het basisjaar waarop men de verdeling van dit jaar aan de
lokale zones baseert.
Hoeveel geld is er binnengekomen in dat verkeersboetefonds?
Hoe komt het dat er 15 procent minder is gegeven aan alle lokale
zones, maar ook aan de FOD Justitie en de federale politie? Waar zit
het saldo? Waar hangt het ergens in de lucht, als er nog een saldo is?
Hoe komt het dat er zo laat is gecommuniceerd aan de lokale
politiezones over het bedrag dat ze dit jaar zouden krijgen? Het is
toch niet meer normaal en decent dat men pas in september weet
hoeveel men binnenkrijgt op die ontvangstenpost van de lokale politie.
Dat gaat in vele zones toch over 10 tot 15 procent van hun gewone
ontvangsten. Zo kan men toch niet werken, zeker als men weet dat
men daarmee nog een aantal investeringsuitgaven moet doen en voor
het einde van het jaar nog een aantal vastleggingen moet doen om
het geld nuttig te kunnen gebruiken. Dat is niet meer decent en een
slag in het gezicht voor iedereen die in de lokale politiezones met
verkeersveiligheid bezig is.
09.03 Jan Peeters (sp.a+Vl.Pro):
Il règne cette année une certaine
confusion concernant la gestion du
fonds
de
sécurité
routière.
Personne n'est capable de dire
exactement quel montant se
trouve dans ce fonds. Le ministre
Reynders avait indiqué dans un
communiqué de presse en avril
que le montant des amendes
perçues en 2007 était à peu près
équivalent à celui des amendes
perçues en 2006.
Quel montant est venu alimenter
le fonds de sécurité routière?
Comment se fait-il que les zones
de police locale, mais aussi le SPF
Justice et la police fédérale, ont
reçu 15 % de moins? Qu'en est-il
du solde? Comment se fait-il que
les zones de police locale ont été
informées aussi tardivement du
montant qu'elles recevraient cette
année, ce qui a entravé leur bon
fonctionnement?
09.04 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, in
toepassing van artikel 6 van de wet van 21 december 2005
betreffende de opmaak en financiering van actieplannen inzake
verkeersveiligheid, heeft de minister van Financiën in februari 2008
een voorlopig bedrag bekendgemaakt. Dat bedrag van 93.795.598
euro ligt 5.119.199 euro lager dan dat van verleden jaar. Daarom heb
ik de minister van Financiën meermaals per brief gevraagd enerzijds
het definitieve bedrag te kennen te krijgen en anderzijds, in het licht
van de inkomsten van het boetefonds voor 2007, het voorlopig bedrag
te willen rechtvaardigen.
Tot nu toe heeft minister Dewael nog geen antwoord van de minister
van Financiën gekregen, maar volgens de informatie van het
departement Binnenlandse Zaken zouden de inkomsten slechts
1.125.608 euro lager liggen dan die van 2006.
Om de verdeling onder de politiezones te bepalen, wordt het
voornoemde bedrag verminderd met dat van de gemeenschappelijke
aankopen. Het dossier over die aankopen werd op 25 juli door de
Ministerraad goedgekeurd.
Het overblijvende bedrag maakt het voorwerp uit van een voorstel van
ministerieel besluit dat recentelijk is voorgelegd aan minister Dewael.
De vermelde bedragen zijn inderdaad ongeveer 15% lager dan die
van vorig jaar, enerzijds door het ietwat lagere bedrag maar
09.04 Annemie Turtelboom,
ministre: Le ministre des Finances
a avancé en février 2008 le chiffre
provisoire de 93.795.598 euros.
C'est 5.119.199 euros de moins
que l'année dernière. M. Reynders
a été invité à plusieurs reprises à
communiquer le montant définitif
et à justifier le montant provisoire,
mais il n'a pas encore réagi. Selon
les informations en possession du
département de l'Intérieur, les
recettes ne seraient inférieures
que de 1.125.608 euros à celles
de 2006.
Afin de fixer la répartition entre les
zones de police, le montant
susmentionné est diminué du
montant que représentent les
achats communs. Le dossier en
question a été approuvé par le
conseil des ministres le 25 juillet.
Le montant restant fait l'objet
d'une
proposition
d'arrêté
08/10/2008
CRIV 52
COM 328
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
26
anderzijds door een grotere voorafname voor de gemeenschappelijke
aankopen die, het weze benadrukt, de lokale politie ook ten goede
komt.
Als de minister van Financiën een nieuw, definitief bedrag
bekendmaakt dat normalerwijze hoger dan het voorlopige dient te
liggen, zal minister Dewael niet nalaten de huidig voorziene verdeling
te laten aanpassen.
Wat de laattijdige uitbetaling betreft, de programmawet van 16 juni
2008 heeft zoals algemeen geweten de voornoemde wet van 2005
gewijzigd. Men heeft die wetswijziging moeten afwachten. De
volgende jaren zou het vlotter moeten gaan nu men geen projecten
meer moet indienen. Om de politiezones in staat te stellen hun
budgettaire werkzaamheden verder te zetten werd de voorlopige
verdeling per politiezone op de site van de directie van de Relaties
met de lokale politie bekendgemaakt.
ministériel.
Les montants en question sont en
effet inférieurs d'environ 15 % à
ceux de l'année dernière en raison
d'une part d'un montant de départ
moins élevé et d'autre part en
raison d'un prélèvement plus
important
pour
les
achats
communs. Lorsque M. Reynders
aura communiqué le montant
définitif, qui devrait en principe être
plus élevé que le montant
provisoire, M. Dewael adaptera la
répartition actuelle.
En ce qui concerne les paiements
tardifs, la loi de 2005 a été
modifiée par la loi-programme du
16 juin 2008. Les choses devraient
mieux se passer dans les années
à venir, étant donné qu'il n'y a à
présent plus de projets à rentrer.
La répartition provisoire par zone
de police a été publiée sur le site
de la direction des relations avec
la police locale.
09.05 Luk Van Biesen (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mevrouw
de minister, ik kan alleen maar zeggen dat voor deze regering, en
spijtig genoeg horen wij daar bij, verkeersveiligheid blijkbaar een
minder grote prioriteit is aangezien men 15% minder uitkeert aan de
politiezones. Dit moet mij toch even van het hart.
Ik denk dat men toch eens moet nadenken over dergelijke projecten,
die vaak zeer goed opgestart zijn in de politiezones. Men moet toch
bekennen dat heel wat politiezones bijzonder goed werk hebben
geleverd om de verkeersveiligheid boven aan de agenda te plaatsen.
Vandaag kan men in bepaalde zones echter minder doen. Die
vermindering met 15% uit het Verkeersboetefonds is werkelijk een
aderlating voor heel wat kleinere politiezones. Ik zou de minister willen
vragen om aan te dringen bij minister Reynders om de bedragen
definitief vast te leggen en erover te waken dat er meer kan gebeuren
dan wat tot op vandaag is gebeurd.
09.05 Luk Van Biesen (Open
Vld): La sécurité routière est
manifestement moins prioritaire
pour le gouvernement actuel étant
donné que les zones de police
verront leurs moyens amputés de
15 %. Elles ont pourtant fourni du
bon travail et la sécurité routière
faisait partie de leurs priorités. Il
s'agit d'une perte sévère pour de
nombreuses petites zones de
police. M. Dewael doit insister
auprès de M. Reynders pour que
les
montants
soient
fixés
définitivement dans les meilleurs
délais.
09.06 Michel Doomst (CD&V - N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik zal
ook aan minister Reynders vragen om met bekwame spoed, snel en
efficiënt dit bedrag aan ons te laten weten. Ik denk dat wij ook met
minister Dewael eens moeten praten over die voorafname van 15%
en de link die er is met de lokale politiezones en welke de
verbeteringen inzake veiligheid zijn die dit binnen de verschillende
politiezones kan betekenen. Ik ga daarover wat details vragen en zien
of wij de discussie daarover nog eens kunnen voeren.
09.06 Michel Doomst (CD&V -
N-VA):
Le
ministre
doit
communiquer le montant exact le
plus rapidement possible. Nous
voulons ensuite discuter avec M.
Dewael de ce prélèvement de
15 % et du lien avec l'amélioration
de la sécurité routière dans les
différentes zones.
09.07 Jan Peeters (sp.a+Vl.Pro): Mevrouw de minister, ik stel twee
zaken vast. De eerste serieuze besparing die de regering-Leterme
09.07 Jan Peeters (sp.a+Vl.Pro):
De nombreux projets de sécurité
CRIV 52
COM 328
08/10/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
27
doorvoert, is een besparing op de verkeersveiligheid van de steden en
gemeenten, de lokale politiezones. Op één jaar tijd gaat er 15% van
af, dat kan tellen. Veel verkeersveiligheidsprojecten in scholen en
verkeerseducatieve centra zullen daaronder lijden. Ook de lokale
financiën zullen er onder lijden.
Een tweede vaststelling is dat minister Reynders het blijkbaar al
zeven maanden vertikt de exacte cijfers door te geven over de
ontvangsten van verkeersboetes van vorig jaar. Hij vertikt het die niet
alleen aan het Parlement, maar ook aan zijn collega Dewael door te
geven. Dat is de hoofdzaak van het feit dat de lokale politiezones
maar na negen maanden in het jaar 2008 weten wat ze eigenlijk in dat
jaar moeten krijgen. Dat is op zijn minst, denk ik, onbehoorlijk bestuur.
routière et leur financement local
souffriront de cette perte de 15 %
en une seule année. M. Reynders
refuse
de communiquer les
chiffres exacts à M. Dewael de
sorte que les zones de police
ignorent toujours, en octobre
2008, ce qu'elles sont censées
recevoir en 2008. Il s'agit d'un
exemple
de
mauvaise
administration.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Samengevoegde vragen van
- de heer Bruno Stevenheydens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de verdeling van jodiumtabletten" (nr. 7430)
- mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de
productie van nieuwe jodiumtabletten" (nr. 7459)
- mevrouw Katrien Schryvers aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de jodiumtabletten" (nr. 7688)
10 Questions jointes de
- M. Bruno Stevenheydens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la distribution de
tablettes d'iode" (n° 7430)<br>- Mme Muriel Gerkens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la production de
nouveaux comprimés d'iode" (n° 7459)<br>- Mme Katrien Schryvers au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les tablettes d'iode"
(n° 7688)</b>
10.01 Bruno Stevenheydens (Vlaams Belang): Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister, in december van vorig jaar en in april
van dit jaar werden reeds vragen gesteld over de verdeling van
jodiumtabletten aan inwoners die in een straal van 20 kilometer rond
een nucleaire installatie wonen.
De nieuwe verdeling en informatiecampagne komt er pas na de
verstrijking van de houdbaarheidsdatum van de tabletten die in 2002
werden verstrekt. Dit zorgt uiteraard voor de nodige verwarring. Wij
hebben het antwoord van minister Dewael hierover reeds in april
gehoord, maar ik wil nog eens beklemtonen dat duidelijke
communicatie belangrijk is en de vertraging in de aanbesteding van
de jodiumtabletten hier niet toe bijdraagt.
Ook het feit dat de vervaldatum van de huidige jodiumtabletten reeds
verstreken is draagt niet bij tot goede communicatie en tot de
geloofwaardigheid van campagnes van de overheid in zo'n belangrijke
materie.
In april heeft minister Dewael ook meegedeeld dat er tijdens de vorige
campagne in opdracht van het FANC een steekproef werd gehouden
waaruit bleek dat in de risicogebieden slechts 58% van de inwoners
de gratis jodiumtabletten effectief is gaan afhalen bij de apothekers.
Een goede campagne moet ervoor zorgen dat dit cijfer ditmaal hoger
ligt.
10.01 Bruno Stevenheydens
(Vlaams Belang): Le ministre
Dewael a déjà répondu en
décembre 2007 et en avril 2008 à
des questions relatives à la
distribution de tablettes d'iode. Il
est très important que les autorités
communiquent clairement à ce
sujet. Les retards subis par la
procédure
d'adjudication
des
tablettes d'iode et la date de
péremption des tablettes actuelles
constituent
une
source
de
confusion. En avril de cette année,
le ministre Dewael a fait savoir
qu'il ressort d'un sondage réalisé
par l'AFCN que 58 % seulement
de la population s'étaient procurés
ces tablettes gratuites. Une bonne
campagne doit faire en sorte que
ce chiffre soit plus élevé lors d'une
prochaine distribution.
Quand l'adjudication pour la
nouvelle fourniture de tablettes
d'iode sera-t-elle clôturée et quand
08/10/2008
CRIV 52
COM 328
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
28
De minister antwoordde in april dat de levering van de jodiumtabletten
in oktober van dit jaar wordt verwacht, waarna deze via een
campagne verdeeld kunnen worden.
Mijn concrete vragen zijn de volgende.
Is de aanbesteding volledig rond?
Wanneer zullen de nieuwe tabletten ter beschikking zijn?
Wanneer start de informatiecampagne omtrent de jodiumtabletten?
les
tablettes
seront-elles
disponibles? Quand la campagne
d'information démarrera-t-elle?
10.02 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Monsieur le président,
madame la ministre, je me suis également permise de relayer des
questions déjà posées notamment par mon collègue Jean-Marc Nollet
en octobre 2007 et en avril 2008. Pour préserver la santé des citoyens
qui risquent d'être exposés à des rayonnements radioactifs, des
comprimés d'iode doivent être à la disposition de la population. Or, la
date de péremption de ces médicaments indique mars 2008.
Et le ministre de répondre en avril: "La procédure d'attribution des
nouveaux comprimés a été arrêtée en raison d'une procédure
"standstill" devant le Conseil d'État, etc.(...) mais la nouvelle
campagne d'information et de répartition des nouveaux comprimés
démarrera en octobre 2008". Il se voulait rassurant, poursuivant
"L'Institut national de Santé publique a précisé que ces médicaments
étaient encore valables pour X années et qu'il était inutile de
s'inquiéter". En même temps, il reconnaissait que quasiment 60% de
la population s'était spontanément procuré ces médicaments. Et de
préciser: "Nous devrons tenir compte du fait que la population devra
être convaincue de l'utilité des comprimés". Cela signifie que des
messages sont nécessaires, de même qu'une attitude politique
témoignant de l'utilité de ces médicaments et de la nécessité de les
conserver correctement.
Il découle de ces déclarations que, tout d'abord, ces médicaments ont
une durée de vie plus longue que la date apposée sur l'emballage et
pour autant qu'ils soient bien conservés à l'abri de la lumière et de
l'humidité. Des études effectuées à propos de ces médicaments nous
apprennent qu'il n'est pas toujours tenu compte de ces bonnes
conditions de conservation.
Par ailleurs, la raison pour laquelle nous ne sommes, en octobre
2008, pas prêts à distribuer ces nouveaux médicaments devrait être
attribuée à la crise gouvernementale.
Les nouveaux comprimés d'iode sont-ils fabriqués? La campagne de
distribution, de répartition et d'information est-elle prête? Dans la
négative, est-ce en raison de la procédure pendante devant le Conseil
d'État? Est-ce dû à la crise gouvernementale ou à la volonté du
gouvernement de fabriquer ces comprimés ultérieurement, la date de
péremption pouvant être prolongée? Dans l'affirmative, quelle est
l'année de fabrication prévue? Quid des brochures d'information?
Les événements survenus à l'IRE de Fleurus et sur le site du Tricastin
en France démontrent qu'il n'est pas inutile de prendre ses
précautions en avalant des comprimés d'iode. Si ce dossier est
bloqué pour cause de crise gouvernementale empêchant la prise
10.02 Muriel Gerkens (Ecolo-
Groen!):
Er
worden
jodiumtabletten ter beschikking
gesteld van de personen die kans
lopen te worden blootgesteld aan
radioactieve
straling.
De
houdbaarheidsdatum
voor
de
oude tabletten is in maart 2008
verstreken en de distributie van
nieuwe tabletten, die vertraagd
wordt door een procedure voor de
Raad van State, was verwacht
voor oktober 2008. Die distributie
moest gepaard gaan met een
informatiecampagne.
De oude tabletten mogen nog
ingenomen worden, indien ze
beschut tegen licht en vocht
bewaard werden. Jammer genoeg
zijn de bewaringsomstandigheden
thuis
niet
altijd
optimaal.
Bovendien wordt het nut van die
geneesmiddelen niet voldoende
onder de aandacht van de
bevolking gebracht, getuige ervan
het relatief hoog aantal personen
die de geneesmiddelen die voor
hen klaarliggen, niet gaat ophalen.
Zijn de nieuwe jodiumtabletten en
de informatiecampagne klaar? Zo
neen, wanneer wel en wat zijn de
redenen voor die vertraging?
Heeft de vertraging te maken met
de procedure bij de Raad van
State, de regeringscrisis of een
beslissing tot uitstel doordat men
zonder
risico
de
houdbaarheidsdatum
kan
overschrijden? Ten slotte, zijn er
andere dossiers inzake nucleaire
veiligheid die geblokkeerd worden
door de regeringscrisis?
CRIV 52
COM 328
08/10/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
29
d'une série de décisions, d'autres dossiers relatifs à la sécurité
nucléaire sont-ils dans la même situation et pour les mêmes raisons?
10.03 Katrien Schryvers (CD&V - N-VA): Mijnheer de voorzitter, er
is inderdaad al heel wat te doen geweest rond de vervaldatum van de
jodiumtabletten die aan mensen die rondom een kerncentrale wonen
tijdens de nucleaire campagne in 2002 ter preventie werden
uitgedeeld. Het is hier al voldoende gezegd wat er op de verpakking
staat, namelijk: vervaldatum maart 2008. In april werden daarover al
vragen gesteld; overigens ook op andere momenten.
Na heel wat verontruste reacties van mensen die er begrijpelijkerwijze
van uitgaan dat de tabletten na datum niet meer gebruikt kunnen
worden, hebben de gemeenten, omdat er nog geen nieuwe
aanbesteding klaar is en omdat er nog geen nieuwe tabletten
verdeeld kunnen worden, recent een schrijven gekregen van
Binnenlandse Zaken waarin gesteld wordt dat ongerustheid niet nodig
is, aangezien onderzoek heeft uitgewezen dat de tabletten veel langer
houdbaar zijn dan is aangegeven op de verpakking, en zeker
werkzaam zijn tot juli 2009 ­ in de hoop dat dan wellicht de
aangekondigde procedures al afgerond zijn.
Nu heeft dat schrijven mogelijk wel heel wat mensen gerustgesteld,
toch vernam ik dat er ondertussen mensen zijn die hun apotheekkast
geregeld uitzuiveren en alles wat vervallen is, zoals het eigenlijk hoort,
gewoon uit de verpakking nemen, verzamelen en bij hun apothekers
hebben ingeleverd. Ik kreeg ook melding van mensen die reageerden
dat zij wel wisten dat de minister zei dat de tabletten nog goed zijn tot
2009, maar dat zij de tabletten die verdeeld waren, ondertussen al
afgegeven hadden bij de apothekers, samen met andere vervallen
geneesmiddelen.
De minister heeft in de vergadering van 9 april laatstleden een nieuwe
campagne aangekondigd omtrent nucleaire risico's en gezegd dat die
van start zou gaan in oktober. Ook enkele collega's hebben dat hier al
aangehaald.
Daarover heb ik de volgende vragen.
Hoe ver staat het met de voorbereiding van de nieuwe nucleaire
campagne en de aanhakende aanbesteding van de nieuwe tabletten?
Kunnen de mensen die hun tabletten reeds hebben weggedaan, in
afwachting van de nieuwe campagne, alsnog andere tabletten
bekomen? Zijn die nog voorradig? Wat als er zich intussen een
probleem voordoet in een nabijgelegen centrale?
10.03 Katrien Schryvers (CD&V
- N-VA): Au cours de la campagne
nucléaire de 2002, on a distribué
des comprimés d'iode dont la date
de péremption était le mois de
mars 2008. Les communes ont été
récemment informées que ces
comprimés peuvent être utilisés
jusqu'en juillet 2009. Entre temps,
sur foi de la première date de
péremption, des citoyens ont déjà
déposé ces comprimés chez le
pharmacien.
Le 9 avril 2008, M. Dewael a
annoncé
la
distribution
de
nouveaux
comprimés
et
le
lancement
d'une
campagne
d'information en octobre. Qu'en
est-il? Les gens qui ont rapporté
leurs comprimés peuvent-ils en
obtenir d'autres en attendant la
nouvelle campagne?
10.04 Annemie Turtelboom, ministre: Je fais référence à des
réponses antérieures à des questions parlementaires de décembre
2007 et avril 2008, dans lesquelles le ministre Dewael a déjà expliqué
que les comprimés offrent toujours une protection suffisante en cas
d'accident nucléaire, même si la date de validité est dépassée. J'ai
également expliqué la manière dont les nouveaux comprimés seront
distribués par les pharmaciens.
10.04
Minister Annemie
Turtelboom: Eerst en vooral
verwijs ik naar mijn antwoorden
van december 2007 en april 2008
over de afdoende bescherming die
wordt geboden door de tabletten,
zelfs
wanneer
de
houdbaarheidsdatum
is
overschreden, als er een nucleair
ongeval zou plaatsvinden en over
de verdeling van nieuwe tabletten
08/10/2008
CRIV 52
COM 328
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
30
via de apotheken.
De jodiumtabletten worden jaarlijks getest en gekeurd door het
Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. Ze werden in juli van dit
jaar nog geanalyseerd en conform verklaard. Dit betekent dat de
huidige jodiumtabletten nog gegarandeerd voldoen aan de
kwaliteitsvereisten tot minstens juli 2009.
Les tablettes d'iode sont testées et
approuvées annuellement. Les
tablettes actuelles satisfont encore
jusqu'en juillet 2009 au moins aux
critères de qualité.
Un communiqué de presse informant la population de la validité des
comprimés actuels a été publié hier. Une communication a par
ailleurs déjà été adressée aux communes concernées le 23
septembre 2008. Les associations de pharmaciens ont reçu
l'information et la mettront à la disposition de leurs membres par
internet. Une lettre est également envoyée à chaque pharmacien en
particulier.
Na een mededeling aan de
gemeenten op 23 september werd
er
gisteren
een
persbericht
gepubliceerd om de bevolking te
informeren
over
de
houdbaarheidstermijn
van
de
huidige tabletten. Er werd tevens
informatie verspreid onder de
apothekers
en
de
apothekersverenigingen.
De mensen die in een risicozone wonen en hun jodiumtabletten
hebben weggegooid, in de veronderstelling dat ze niet meer bruikbaar
waren, kunnen nog tabletten verkrijgen. De bestaande voorraad is
nog voldoende ruim. Ik heb hierover op 30 september een persbericht
verstuurd. Deze mensen kunnen met een bon jodiumtabletten bij de
apotheker verkrijgen. Deze bon dient te worden aangevraagd bij de
Algemene Directie Civiele Veiligheid per telefoon, e-mail of post met
de duidelijke vermelding van naam en adres. De apothekers werden
zowel via hun vereniging als persoonlijk op de hoogte gebracht van
deze manier van werken.
De vervaldatum werd omwille van wettelijke redenen vermeld op de
verpakking, maar verschilt van de werkelijke houdbaarheid, die veel
langer is. Daarom zal in de toekomst geen vervaldatum meer op de
verpakking worden vermeld, alleen de productiedatum.
Het zoeken naar een leverancier van nieuwe jodiumtabletten valt
onder de algemeen geldende regelgeving van overheidsopdrachten.
In eerdere antwoorden van minister Dewael heeft hij gewezen erop
dat de niet-gekozen inschrijver heeft gebruikgemaakt van zijn recht
om de gunningsbeslissing van de overheid aan te vechten voor een
rechtsinstantie. Hierdoor werd een vertraging opgelopen en zal de in
oktober voorziene campagne en de daaraan gekoppelde distributie
van jodiumtabletten naar een latere datum worden verschoven.
Les personnes qui ont jeté leurs
comprimés d'iode, pensant qu'ils
étaient périmés, peuvent en
obtenir de nouveaux chez leur
pharmacien avec un bon. Le stock
est en effet encore suffisant. Il faut
demander ce bon à la direction
générale de la Sécurité civile. Les
pharmaciens en seront informés.
La mention de la date de
péremption sur les emballages a
été rendue obligatoire mais cette
date de péremption ne correspond
pas à la véritable date limite de
conservation. C'est la raison pour
laquelle ne sera plus mentionnée à
l'avenir sur les conditionnements
que la date de fabrication. La date
de péremption n'y figurera plus.
La désignation d'un fournisseur de
nouveaux comprimés relève de la
réglementation
relative
aux
marchés publics. Comme je l'ai
déjà
dit
précédemment,
un
soumissionnaire évincé conteste
la passation ce qui entraîne le
report de la campagne d'octobre
et de la distribution de comprimés.
La date exacte de la distribution des comprimés d'iode et la
campagne d'information qui l'accompagnera dépendent donc du
déroulement de la procédure de marché public en cours et du délai de
production des comprimés.
10.05 Bruno Stevenheydens (Vlaams Belang): Mevrouw de
minister, uiteindelijk zijn wij vandaag niet veel wijzer geworden. Er is
nog eens uitgelegd dat er een verschil is tussen de
houdbaarheiddatum en de bruikbaarheiddatum. Dat is nog eens
10.05 Bruno Stevenheydens
(Vlaams Belang): Nous n'en
savons pas beaucoup plus. La
ministre a donc décidé de
CRIV 52
COM 328
08/10/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
31
meegegeven aan de apotheken binnen een straal van 20 km en ook
aan de gemeentebesturen. Maar in april heeft minister Dewael
oktober 2008, dus deze maand, opgegeven als datum waarop de
nieuwe campagne van start zou kunnen gaan en de nieuwe
jodiumtabletten er zouden zijn.
Wij weten vandaag nog altijd niets meer. Er is dus eigenlijk een
verlenging van het uitstel. Nu wordt juli 2009 genoemd als datum.
Testen zouden uitgewezen hebben dat de bruikbaarheid van de
huidige jodiumtabletten dan nog zou gelden. Dat is minder dan een
jaar.
Een informatiecampagne moet vooral goed zijn. Ik vind het spijtig dat
wij in zulk een belangrijke materie weer eens met uitstel worden
geconfronteerd.
prolonger le report jusqu'en juillet
2009 alors qu'il avait été prévu de
mener une nouvelle campagne et
de faire fabriquer de nouveaux
comprimés d'iode avant octobre
2008. Il importe surtout de mener
une
bonne
campagne
d'information et il est donc
dommage que dans une matière si
importante, nous soyons de
nouveau confrontés à un report.
10.06 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Monsieur le président,
madame la ministre, une procédure est en cours au niveau de
Conseil d'État, procédure qui ne permet pas que les choses puissent
se dérouler normalement. C'est ainsi, on ne peut rien y faire. L'Institut
national de Santé publique vérifie, quant à lui, les comprimés et fait
savoir qu'ils seront encore valables au moins pendant un an. En
même temps, on continue à associer la fabrication des nouveaux
médicaments et la campagne d'information destinée à la population.
J'ai vraiment le sentiment que cette population doit être informée en
permanence et être convaincue de l'utilité d'ingérer ces médicaments
en cas d'incident.
Dans ces conditions, il me semblerait pertinent et nécessaire ­ en
effet, il a été annoncé que la distribution aurait lieu en octobre ­ de
procéder, dès maintenant, à une campagne d'information portant sur
la nécessité de prendre ces médicaments, de les conserver
correctement en attirant leur attention sur la nécessité de s'en
procurer de nouveaux en cas de mauvaise conservation.
L'absence d'une telle campagne contribuerait, selon moi, à
"disqualifier" le médicament dont question quant à son utilité en cas
d'incident.
Selon moi, le ministre se doit d'organiser cette campagne.
Par ailleurs, j'ai entendu dire que la date de péremption n'apparaîtrait
plus sur les nouveaux médicaments et qu'elle serait remplacée par la
date de fabrication. Il est vrai que c'est déjà le cas pour bon nombre
de médicaments et que l'on part du principe que celui-ci peut être
consommé cinq ans après sa date de fabrication sinon plus.
Si tel est le cas, et compte tenu des faits, je me demande si l'intention
n'est pas de retarder au maximum la fabrication des nouveaux
comprimés d'iode. Et vous comprendrez que l'absence d'indications
quant aux modalités et aux délais suscite mon inquiétude.
10.06 Muriel Gerkens (Ecolo-
Groen!): Er loopt een procedure bij
de Raad van State, wat de
normale
gang
van
zaken
verhindert. Het Wetenschappelijk
Instituut
Volksgezondheid
controleert de tabletten en laat
weten dat een en ander nog een
jaar kan duren. Tegelijkertijd blijft
men de productie van nieuwe
medicijnen altijd koppelen aan een
informatiecampagne
voor
de
bevolking. Ik vind dat de bevolking
voortdurend
moet
worden
geïnformeerd. Het is in dit opzicht
nodig om vanaf nu over te gaan tot
een informatiecampagne over de
noodzaak om deze medicijnen bij
een incident in te nemen, ze op de
juiste manier te bewaren of er
nieuwe aan te schaffen indien ze
slecht
werden
bewaard. De
minister moet deze campagne
organiseren.
Ik heb bovendien horen zeggen
dat de uiterste gebruiksdatum zou
worden
vervangen
door
de
productiedatum. Als dit het geval
is, vraag ik me af of het niet
gewoon de bedoeling is om de
productie
van
nieuwe
jodiumtabletten zo lang mogelijk
uit te stellen. Het verontrust me
dat er geen gewag wordt gemaakt
van de voorwaarden en termijnen.
10.07 Katrien Schryvers (CD&V - N-VA): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.
Het spreekt voor zich dat ik begrip heb voor het procedureel
probleem. We leven nu eenmaal in een rechtsstaat en als bepaalde
vergunningen worden aangevochten, moeten we afwachten wat het
10.07 Katrien Schryvers (CD&V
- N-VA): Je puis faire preuve de
compréhension
pour
les
problèmes de procédure et nous
devons en effet attendre la
conclusion
du
procès.
08/10/2008
CRIV 52
COM 328
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
32
resultaat van de rechtszaak is.
Intussen is er echter een nog vrij beperkt probleem. Die
jodiumtabletten hebben gelukkig nog wel uitwerking ondanks het
verstrijken van de datum op de verpakking.
Ook hier is informatie en communicatie uitermate belangrijk. Men
moet de mensen op de hoogte houden. U deelt mee dat de
gemeenten ingelicht zijn. Er zijn berichten in de pers geweest. Als die
er vooraf waren geweest, had men misschien kunnen voorkomen dat
de mensen die tabletten zouden weggooien.
Ik heb begrepen dat er nog oude tabletten in voorraad zijn en dat de
mensen die nog zullen kunnen verkrijgen.
Heureusement, les comprimés
d'iode restent efficaces malgré
l'expiration de leur date de
péremption. En cette matière,
l'information et la communication
revêtent une grande importance.
Je retiens avant tout que d'anciens
comprimés
sont
toujours
disponibles.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question de M. Jean-Luc Crucke au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le plan
d'action drogues de la Commission européenne" (n° 7436)</b>
11 Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het drugsactieplan van de Europese Commissie" (nr. 7436)
11.01 Jean-Luc Crucke (MR): Madame la ministre, le 18 septembre
2008, la Commission européenne a annoncé qu'elle adoptait un
nouveau plan d'action "Drogues", pour les années 2009 à 2012, qui
vise à renforcer la coopération européenne en la matière pour
endiguer les conséquences les plus néfastes de la consommation de
drogues et réduire la criminalité qui y est associée.
Dès lors mes questions sont précises.
1. Je suppose que la Belgique est partenaire de ce nouveau plan
mais quelles sont les mesures concrètes qui seront prises dans notre
plan d'action? Quelles sont les obligations éventuelles qui pèseraient
sur notre politique de sécurité?
2. Quels sont les résultats précis attendus? J'espère qu'il ne s'agit pas
d'un plan d'intentions mais que des résultats sont bel et bien
escomptés et identifiés? Quels sont-ils pour la Belgique?
3. Quels sont les moyens budgétaires et éventuellement humains qui
devraient être dégagés pour répondre à ces objectifs?
11.01 Jean-Luc Crucke (MR):
Op 18 september 2008 kondigde
de Europese Commissie een
nieuw drugsactieplan voor 2009 tot
2012 aan, dat ernaar streeft de
samenwerking
ter
zake
te
versterken
om
de
funeste
gevolgen van druggebruik in te
perken
en
de
ermee
samenhangende criminaliteit terug
te dringen.
Welke
concrete
maatregelen
zullen er worden genomen in het
kader
van
ons
Belgische
actieplan? Welke verplichtingen
zouden hieruit kunnen voortvloeien
voor ons veiligheidsbeleid? Welke
resultaten worden er verwacht, in
het bijzonder voor België? Welke
begrotingsmiddelen en eventuele
personele middelen moeten er
uitgetrokken worden om aan deze
doelstellingen te beantwoorden?
11.02 Annemie Turtelboom, ministre: En décembre 2004, le
Conseil européen a approuvé à l'unanimité la stratégie anti-drogues
de l'Union européenne pour la période 2005-2012.
La stratégie anti-drogues établit également le cadre de deux plans
d'action consécutifs, chacun d'une durée de 4 ans. Le premier plan
d'action portant sur la période 2005-2008 présentait plus de 80
actions. Ces actions visent à contribuer à la coordination des
principaux domaines d'intervention des États en matière de drogues
illicites, notamment la santé publique, la répression, les douanes, la
justice pénale et les relations extérieures.
11.02
Minister
Annemie
Turtelboom: In december 2004
keurde
de
Europese
Raad
unaniem de EU- drugsstrategie
voor de periode 2005-2012 goed.
Met die strategie wordt het kader
van
twee
opeenvolgende
actieplannen
vastgelegd:
het
eerste, voor de periode 2005-
2008, omvatte meer dan 80 acties
voor het coördineren van de
CRIV 52
COM 328
08/10/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
33
Forte des enseignements tirés ces 4 dernières années, la
Commission propose un second plan d'action à l'approbation du
Conseil. Ce second plan couvre la période 2009-2012.
Ce nouveau plan d'action "Drogues" s'appuie sur le cadre existant
mais aussi sur les enseignements tirés ces 4 dernières années. Le
plan comporte 62 actions destinées à réaliser 23 objectifs particuliers,
autour de 5 axes qui sont la coordination, la réduction de la demande,
la réduction de l'offre, la coopération internationale et la
compréhension du problème.
Il n'y a pas à proprement parler de nouvelles obligations reposant sur
les services de l'Intérieur.
Le plan national de sécurité approuvé en février de cette année
confirme déjà la priorité donnée à la lutte anti-drogues. Les objectifs
poursuivis par le plan d'action européen et ses volets consacrés à la
réduction de l'offre et à la coopération internationale sont déjà atteints
par les services de police. En effet, des indicateurs sont associés aux
différentes activités prévues par le plan d'action et des délais sont
également mentionnés.
À première vue, il n'y a pas de moyens budgétaires et/ou humains
complémentaires nécessaires à la réalisation des objectifs européens
tombant sous la responsabilité de l'Intérieur.
beleidsmaatregelen
van
de
lidstaten inzake verboden drugs,
met name op het vlak van
volksgezondheid,
rechtshandhaving,
douane,
strafrecht
en
buitenlandse
betrekkingen. Op basis van de
gegevens van de eerste vier jaar
presenteert de Commissie nu een
tweede plan voor 2009-2012 aan
de Raad.
Dit nieuwe plan omvat 62 acties
om 23 bijzondere doelstellingen te
verwezenlijken, die rond 5 thema's
zijn
omgebouwd
(coördinatie,
vermindering
van
de vraag,
vermindering van het aanbod,
internationale samenwerking en
inzicht in de problematiek). Er zijn
geen nieuwe verplichtingen voor
de diensten van Binnenlandse
Zaken.
Het nationale veiligheidsplan, dat
in februari goedgekeurd werd,
bevestigt de prioriteit van de
drugsbestrijding. De doelstellingen
van het Europese drugsactieplan
en de onderdelen die gewijd zijn
aan de vermindering van het
aanbod en de internationale
samenwerking, werden al bereikt.
Er zijn indicatoren gekoppeld aan
de in het actieplan opgenomen
activiteiten, en de termijnen
worden vermeld.
Op het eerste gezicht zijn er geen
bijkomende
budgettaire
en/of
personele middelen nodig om de
Europese doelstellingen in het
departement Binnenlandse Zaken
te bereiken.
11.03 Jean-Luc Crucke (MR): Monsieur le président, si je peux
résumer: l'Intérieur s'est particulièrement bien intégré à l'Europe.
11.03 Jean-Luc Crucke (MR):
Samengevat kan men stellen dat
het departement Binnenlandse
Zaken zich bijzonder goed in
Europa geïntegreerd heeft.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Samengevoegde vragen van
- de heer Bart Laeremans aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de
wraakacties op Brusselse politieagenten" (nr. 7444)
- de heer Michel Doomst aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"agressie tegen politieagenten" (nr. 7458)
08/10/2008
CRIV 52
COM 328
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
34
- de heer Jean-Luc Crucke aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de
agressie tegen politieagenten van de politiezone Brussel Hoofdstad Elsene" (nr. 7520)
12 Questions jointes de
- M. Bart Laeremans au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les actions de représailles
contre des agents de police bruxellois" (n° 7444)<br>- M. Michel Doomst au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les agressions contre des
agents de police" (n° 7458)<br>- M. Jean-Luc Crucke au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les agressions contre des
policiers de la zone de police Bruxelles Capitale Ixelles" (n° 7520)</b>
12.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, wij hebben de minister van Binnenlandse Zaken
een tijd geleden al ondervraagd over een soort lynchpartij door een
hele hoop jonge criminelen, op vijf Brusselse agenten.
Het probleem van de wraakacties op Brusselse politieagenten is aldus
gekend, maar heel recent konden we een opmerkelijk nieuw feit aan
die reeks toevoegen. Op 23 september werd een jonge agent uit
Schaarbeek aangevallen en beroofd door jonge Noord-Afrikanen. De
agent kreeg vier messteken, waarvan een vlakbij het hart. Hij is
ternauwernood aan de dood ontsnapt. Het ging heel duidelijk om een
wraakactie aangezien de daders duidelijk verwezen naar een eerdere
politieactie.
Het is niet de eerste keer dat er wraakacties worden gepleegd op
politiemensen. Opvallend is dat in de zaak van Kinepolis de
onderzoeksrechter de aanstoker meteen heeft vrijgelaten. Met een
dergelijke lakse houding moedigt het gerecht wraaknemingen op
politiemensen onmiskenbaar aan.
Wij hebben vorige week de minister van Justitie ondervraagd over
deze problematiek. We hebben toen al heel wat details gekregen over
de feiten die zich in augustus hebben voorgedaan, ook met
politieagenten. Ik zal u daarover vandaag dus geen nieuwe vragen
stellen.
Ik heb echter nog een aantal vragen. Kunt u de wraakneming
bevestigen? Werden intussen al initiatieven genomen om de daders
te vatten? Wat is de stand van het onderzoek? Misschien kunt u
daarop bijkomend licht werpen. Is er ondertussen al meer
duidelijkheid over de zaak van Kinepolis?
Werd er vanuit Binnenlandse Zaken overleg gepleegd met het
Brussels parket om dit soort zaken veel harder aan te pakken? Welke
initiatieven zal men vanuit het ambt van Binnenlandse Zaken nemen
om de politiemensen beter te beschermen? Als individuele
politiemensen systematisch worden bedreigd, is op de duur elk
veiligheidsbeleid in Brussel onmogelijk. Welke initiatieven zijn er op
dat vlak genomen?
12.01 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Le 23 septembre 2008,
un jeune agent victime d'une
agression commise par de jeunes
Nord-Africains a reçu quatre coups
de couteaux, dont un dans la
région du coeur. Il s'agissait
manifestement de représailles
consécutives à une intervention
policière. Ce n'est pas la première
fois que ce type d'agressions se
produit et, à l'occasion d'un
précédent incident, les autorités
avaient déjà fait preuve de
laxisme. Une telle attitude ne peut
qu'encourager ce type d'actions de
représailles.
Le ministre peut-il confirmer les
faits décrits? Tout a-t-il été mis en
oeuvre pour en intercepter les
auteurs?
Quel
est
l'état
d'avancement de l'enquête? En
sait-on déjà davantage à propos
de l'incident analogue qui s'était
produit aux abords de Kinépolis?
L'Intérieur s'est-il déjà concerté
avec le parquet bruxellois à propos
d'une approche plus dure de ce
type d'incidents? Quelles initiatives
le ministre prendra-t-il en vue
d'assurer une meilleure protection
des policiers contre ce type
d'agressions et de mettre un terme
aux menaces systématiques?
12.02 Michel Doomst (CD&V - N-VA): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, als inderdaad blijkt dat een agent in burger
werd aangevallen en verwond en dat de aanvallers dat blijkbaar uit
wraak hebben gedaan, zitten we met een probleem dat we, wat
opvolging en omkadering betreft, zeker niet kunnen uit het oog
verliezen.
In antwoord op schriftelijke parlementaire vragen, ontving ik van de
12.02 Michel Doomst (CD&V -
N-VA): S'il s'agit effectivement,
dans le cas qui nous occupe,
d'une action de représailles, nous
devons suivre attentivement ce
problème. Par ailleurs, il ressort de
données chiffrées et de certaines
informations
que
ce
type
CRIV 52
COM 328
08/10/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
35
minister cijfers en informatie die bewijzen dat dit soort agressie uit
wraak alsmaar toeneemt.
Begin juli was er bovendien het incident bij Kinepolis, waarover ik de
minister op 9 juli vragen heb gesteld. Volgens de VSOA is dit recente
geval trouwens het derde in anderhalve maand.
Erkent de minister dit soort toenemende agressie als een bijzonder
acuut probleem? Voorziet de minister op korte termijn concrete
maatregelen om daartegen preventief te kunnen optreden? Is er
overleg gepland met de minister van Justitie om dergelijke
delinquenten ook gepast te laten vervolgen?
d'agressions est en augmentation.
Selon le SLFP, il s'agit déjà du
troisième incident en un mois et
demi.
Le ministre reconnaît-il qu'il s'agit
d'un problème plus que sérieux?
Envisage-t-il de prendre à court
terme des mesures préventives?
Une concertation aura-t-elle lieu
avec le ministre de la Justice afin
de poursuivre adéquatement de
tels délinquants?
12.03 Jean-Luc Crucke (MR): Monsieur le président, effectivement,
il semble que dans certains quartiers de Bruxelles, des zones soient
devenues des zones de non-droit et la violence que subissent certains
policiers en effectuant simplement leur travail est inadmissible. Ce qui
est inquiétant, c'est que, même en étant en nombre, ils doivent, après
un certain temps, lâcher prise en raison d'une réaction en cascade,
des bandes de jeunes allochtones venant à la rescousse des
personnes contrôlées. Les policiers se voient ainsi dans l'obligation de
fuir. C'est quasiment le monde à l'envers!
Pour ne pas me baser sur un fait bien précis, car ils sont répétitifs, je
ne peux, madame la ministre, quitter cette assemblée sans entendre
de votre part une réflexion plus globale et générale. Peut-on dans
certaines zones parler de non-droit? Ne sont-elles plus occupables ou
occupées par la police? Si tel est le cas, quels sont les moyens à
mettre en oeuvre pour éviter cela, car un repli procurerait un sentiment
de victoire à ceux qui sembleraient penser que la violence peut
résoudre tout et son contraire. Les faits étant répétitifs, ils méritent
notre attention particulière tant en termes de moyens qu'en termes
d'hommes, d'objectifs et de stratégie.
12.03 Jean-Luc Crucke (MR):
Naar het schijnt zijn bepaalde
wijken van Brussel ware no-
goarea's geworden. Politieagenten
worden er tijdens de uitoefening
van hun opdracht het slachtoffer
van geweld. Zelfs als ze talrijk
genoeg zijn, moeten ze uit vrees
voor een kettingreactie de aftocht
blazen,
omdat
allochtone
jongerenbendes
hun
gecontroleerde makkers te hulp
snellen. Het is welhaast de wereld
op zijn kop! En het gaat niet om
eenmalige feiten. Bestaan er
inderdaad zo'n no-goarea's? Is
daar helemaal geen politiecontrole
meer? Welke middelen moeten er
worden ingezet om dat fenomeen
te voorkomen?
12.04 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, de
gewelddadige aanranding met diefstal met geweld waarvan een
inspecteur van de lokale politie Brussel Hoofdstad ­ Elsene, op
23 september 2008 het slachtoffer werd in Schaarbeek, nabij zijn
woning, is vermoedelijk het gevolg van zijn toevallige herkenning door
Afrikaanse jongeren die op 18 september 2008 's avonds betrokken
waren bij een samenscholing van meerdere tientallen personen
rondom een verkeersongeval in Brussel. Het gerechtelijk onderzoek
naar de identificatie van de daders van de aanranding is nog volop
bezig. Het betreft een operatie die wordt uitgevoerd onder de
verantwoordelijkheid van de lokale overheden en politie.
Midden augustus werden twee opeenvolgende dagen inspecteurs het
slachtoffer van messteken. De daders van deze feiten waren telkens
geestesgestoorde personen die na hun aanhouding ter beschikking
van de gerechtelijke overheden werden gesteld.
Aangaande de feiten die zich eind juni hebben voorgedaan bij
Kinepolis is het onderzoek nog steeds lopende. Tot op heden werd in
het kader van het gerechtelijk onderzoek een dader verhoord. Hij
erkende de feiten.
12.04 Annemie Turtelboom,
ministre: L'agression violente dont
un inspecteur de police a été
l'objet le 23 septembre 2008 à
Schaerbeek est probablement due
au fait qu'à l'occasion d'un
attroupement à la suite d'un
accident
de
voiture
le
18
septembre, de jeunes Africains ont
fortuitement reconnu le policier.
L'enquête en vue de l'identification
des auteurs est en cours.
Au mois d'août, deux inspecteurs
ont été blessés à coups de
couteau et, dans les deux cas, les
auteurs étaient des malades
mentaux. Les deux auteurs ont été
mis à la disposition de la justice.
L'enquête relative aux incidents
survenus près de Kinepolis est
encore en cours. Un auteur a été
08/10/2008
CRIV 52
COM 328
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
36
Het reeds aan de gang zijnde overleg met het parket zal nog worden
geïntensifieerd opdat een gepast antwoord op dergelijke
geweldplegingen zou kunnen worden gegeven.
Wij blijven uiteraard dergelijke wraakacties van nabij volgen. Ze zijn
onaanvaardbaar. Aangezien het niet steeds mogelijk alle soortgelijke
feiten relatief snel in kaart te brengen, is een gecoördineerde
nationale actie niet evident. Wij kunnen wel vaststellen dat de
samenwerking tussen de betrokken politiediensten en de parketten
zeer vlot verloopt. Gezien de aard van de feiten is het niet evident om
een preventiebeleid te ontwikkelen. Wel zijn, om de politiemensen toe
te laten preventief dergelijke situaties het hoofd te bieden, vakken als
psychologische
benadering
van
conflicten
en
lichamelijke
verdedigingstechnieken in de opleiding opgenomen.
Wat het overleg met de minister van Justitie betreft, verwijst minister
Dewael naar de wet van 20 december 2006 tot wijziging van het
Strafwetboek, teneinde het geweld tegen bepaalde categorieën van
personen, waaronder onder meer de politiemensen, strenger te
beteugelen. Het doel van deze wettelijke bepaling is het aantal
gevallen van geweld ten opzichte van de politiediensten te
verminderen.
Présidente: Katrien Schryvers.
Voorzitter: Katrien Schryvers.
entendu et a avoué les faits.
La concertation avec le Parquet
sera renforcée pour apporter une
réponse adéquate à ce genre de
méfaits. Une action nationale
coordonnée n'est pas facile à
organiser étant donné qu'il n'est
pas toujours possible d'analyser
rapidement l'ensemble des faits.
La collaboration entre les services
de police et les parquets est
néanmoins très efficace.
Une politique de prévention est
tout aussi délicate, même si la
formation policière comprend bien
sûr
des
branches
comme
l'approche
psychologique
de
conflits et les techniques de
défense physique.
En vertu de la loi du 20 décembre
2006 modifiant le Code pénal, ce
type de délits peut être sanctionné
plus sévèrement.
Les faits en question sont considérés comme des faits isolés. Je ne
parlerai donc pas de quartiers où les jeunes font la loi, de quartiers de
non-droit. La police est en mesure de répondre au problème
susmentionné et dispose de l'équipement adéquat. Des formations ad
hoc sont organisées pour que la police soit à même de réagir de
manière adéquate dans de telles situations.
De feiten waarnaar verwezen
wordt, zijn geïsoleerde gevallen. Ik
wil de term `no-goarea' dan ook
niet in de mond nemen. De politie
is in staat om dergelijke problemen
adequaat aan te pakken en
beschikt
over
de
gepaste
uitrusting. Bovendien worden er
ad-hocopleidingen georganiseerd.
12.05 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mevrouw de minister, ik
dank u voor uw antwoord. Ik begrijp dat het onderzoek nog niet is
afgerond en dat men nog altijd bezig is. Ik wil vragen dat men, gezien
de grote ernst van de feiten ­ het gaat, zeker in het tweede geval, om
een moordaanslag op een politieman ­ alle prioriteit geeft aan dit
soort onderzoeken en daar desnoods nog meer mensen op zet, zodat
iedereen die enigszins betrokken kan zijn ondervraagd wordt en op de
rooster wordt gelegd.
Het kan niet zijn dat de politiemensen zich in de steek gelaten voelen.
Als men op de duur die mensen verjaagt uit Brussel... Hier gaat het
nog om een politieman die in Brussel woont, maar hij heeft al duidelijk
laten verstaan dat hij op die plaats niet kan blijven wonen, want dat zij
nu weten waar hij woont. Als men aanvaardt dat die mensen op de
duur allemaal Brussel verlaten, meen ik dat wij in een
onaanvaardbare situatie terechtkomen en dat op de duur niemand
nog in Brussel zal willen blijven.
Ik wil vragen, mevrouw de minister, dat men die slachtoffers ten
zeerste ondersteunt en dat men ze ook begeleidt bij hun verhuis. Ik
heb begrepen dat het tweede slachtoffer, van september, zeker wil
12.05 Bart Laeremans (Vlaams
Belang):
Il
s'agit
de
faits
extrêmement
graves.
C'est
pourquoi il faut accorder un haut
degré de priorité à l'enquête et
mobiliser davantage de personnes
si nécessaire. Il est essentiel que
les policiers ne se sentent pas
abandonnés. Nous ne pouvons
pas courir le risque que plus
personne
ne
veuille
encore
travailler à Bruxelles. Il convient
d'apporter
un
soutien
aussi
efficace que possible aux victimes
et de les aider si elles souhaitent
quitter Bruxelles.
CRIV 52
COM 328
08/10/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
37
verhuizen. Men moet die mensen zo veel mogelijk ondersteunen,
zodat zij op geen enkele manier het gevoel krijgen dat zij in de steek
gelaten worden.
12.06 Michel Doomst (CD&V - N-VA): Mevrouw de minister, ik
meen dat wij hier de preventie voorbij zijn. Dit zijn toch dingen die niet
voor herhaling vatbaar mogen zijn. Wij moeten vooral het ambt van
politieagent dat in de toekomst door de bredere dimensie ervan nog
belangrijker zal worden, absoluut in bescherming nemen. Ik hoop dus
­ en ik meen dat dit de enige mogelijkheid is ­ dat het parket een heel
krachtdadig antwoord biedt. Ik meen dat tekeningen alleen niet meer
zullen voorstaan. Ik meen dat wij hier een voorbeeld moeten stellen
en dat wij duidelijk moeten maken dat dit in de toekomst echt
ontoelaatbaar is. Anders zal het functioneren van diensten die de
veiligheid moeten garanderen toch bijzonder moeilijk worden. Ik meen
dat wij echt exemplarisch moeten optreden.
12.06 Michel Doomst (CD&V -
N-VA): La phase de prévention est
terminée. Il faut protéger la
fonction de police. Une action
vigoureuse du parquet constitue la
seule réponse adéquate à ces
problèmes.
12.07 Jean-Luc Crucke (MR): Madame la ministre, votre réponse ne
me satisfait pas entièrement. Il me semble en effet peu convaincant
de dire que l'on ne peut pas parler de zones de non-droit au motif qu'il
s'agirait de faits isolés et que des moyens suffisants seraient
mobilisés pour les régler. Ces faits sont peut-être isolés, mais
lorsqu'ils se répètent, cela traduit une faiblesse dans l'organisation
générale de la police. Je veux bien croire que les moyens et les
techniques existent, mais il faut bien reconnaître que plusieurs
citoyens se demandent s'ils peuvent encore fréquenter certains
endroits.
Je vous demande d'aborder ce problème de manière plus stratégique
et plus complète. Sincèrement, il ne faudrait pas que non seulement
l'on mette en difficulté les policiers qui remplissent leur devoir mais
que de surcroît les guérillas urbaines l'emportent sur l'ordre civil.
12.07 Jean-Luc Crucke (MR):
Uw antwoord stelt me niet
helemaal tevreden. Als dergelijke
feiten
zich
steeds
opnieuw
voordoen, wijzen ze op een
zwakke plek in de organisatie van
de politie. De middelen en de
technieken zijn voorhanden, maar
men moet vaststellen dat de
burgers zich afvragen of ze
sommige plaatsen niet moeten
mijden.
Président: André Frédéric.
Voorzitter: André Frédéric.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Question de M. Xavier Baeselen au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les sous-
vêtements des agents féminins de la police fédérale allemande" (n° 7131)</b>
13 Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de onderkleding van de vrouwelijke agenten van de Duitse federale politie" (nr. 7131)
13.01 Xavier Baeselen (MR): Monsieur le président, je tiens tout
d'abord à vous remercier d'avoir accepté de retarder les questions. Je
posais à l'instant des questions au ministre de la Justice, le ministre
de l'Intérieur ayant renvoyé les questions relatives au fichage des
citoyens au ministre de la Justice.
Madame la ministre, cet été, alors que j'étais sur les plages d'Italie,
j'ai lu un article de presse qui parlait des équipements spécifiques
pour les agents féminins de la police fédérale et locale allemande et
plus particulièrement ­ je ne doute pas que le sujet vous intéressera,
monsieur le président ­ des soutiens-gorge de sport. Restons
sérieux! En effet, les soutiens-gorge actuels présentent des matières
métalliques et plastiques susceptibles de blesser le personnel policier
féminin lors des interventions. La police allemande a donc équipé,
13.01 Xavier Baeselen (MR):
Naar verluidt beschikken de
vrouwelijke agenten van de Duitse
federale en lokale politie over
speciale bustehouders. Gewone
beha's bevatten immers metalen
en plastic onderdelen die de
vrouwelijke politieleden tijdens
interventies
zouden
kunnen
verwonden. Daarom heeft de
Duitse politie dus voorzien in
dergelijke speciale bustehouders
voor
de
vrouwelijke
personeelsleden.
08/10/2008
CRIV 52
COM 328
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
38
petit à petit, le personnel féminin de soutiens-gorge spécifiques. Je
vois Mme Kattrin Jadin sourire également mais c'est tout à fait
sérieux!
Madame la ministre, de tels équipements existent-ils également en
Belgique? La police fédérale et locale s'intéresse-t-elle à ce type
d'équipements qui protégeraient davantage les agents féminins dans
leur intégrité physique?
Kunnen dergelijke beha's ook in
België verkregen worden? Heeft
de politie aandacht voor dit
gegeven?
13.02 Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur le président, cher
collègue, au regard de l'arrêté royal du 10 juin 2006 relatif à l'uniforme
de la police intégrée, le sous-vêtement dont il est question n'est pas
répertorié au sein de l'équipement tel qu'il est mis à la disposition du
personnel policier féminin du cadre opérationnel de la police intégrée.
D'ailleurs, pour l'heure, aucune demande relative à la mise à
disposition d'un tel équipement n'a été formulée. Toutefois, l'élément
de risque que vous évoquez sera repris dans une étude plus globale
concernant la normalisation du gilet pare-balles. À cet égard, une
étude de marché sera entreprise, afin d'obtenir plus d'informations
techniques sur cet équipement. Par ailleurs, permettez-moi d'attirer
votre attention sur le fait qu'aucune norme internationale traitant de la
sécurité minimale à offrir par un gilet pare-balles n'aborde le sujet.
13.02
Minister Annemie
Turtelboom: In het koninklijk
besluit van 10 juni 2006 houdende
de regeling van het uniform van de
geïntegreerde politie komt het
vermelde stuk ondergoed niet voor
in de lijst met de uitrusting van het
vrouwelijk
politiepersoneel.
Er
werd trouwens nog geen aanvraag
gedaan
om
een
dergelijke
uitrusting. In een globale studie
over het kogelvrije vest zal er
niettemin
rekening
worden
gehouden met het door u
vermelde risico. Daarnaast bevat
geen enkele internationale norm
met betrekking tot de veiligheid
van
de
kogelvrije
vesten
bepalingen in dat verband.
Le président: Le ministre de l'Intérieur pourra effectuer une étude de marché.
13.03 Xavier Baeselen (MR): Outre la plaisanterie, je suppose que
si la police allemande a équipé ses agents féminins de ce type de
dispositif, c'est qu'il y avait des risques réels. Je remercie la ministre
pour sa réponse qui indique que la question sera étudiée et qu'on
examinera s'il y a une demande de la part du personnel policier
féminin.
13.03 Xavier Baeselen (MR): De
kwestie
zal
dus
bestudeerd
worden. We zullen zien of er bij de
vrouwelijke leden van de politie
vraag is naar een dergelijke
uitrusting.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
14 Question de M. Xavier Baeselen au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la hausse
particulière du nombre de courriels en chaîne prônant la haine raciale" (n° 7139)</b>
14 Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de opvallende toename van het aantal kettingmails waarin tot rassenhaat wordt aangezet"
(nr. 7139)
14.01 Xavier Baeselen (MR): Monsieur le président, madame la
ministre, cette question m'a été inspirée par le "Rapport 2007:
Discrimination/Diversité" du Centre pour l'égalité des chances et la
lutte contre le racisme (CECLR). Le Centre constate que le nombre
de plaintes pour incitation à la haine raciale sur internet a triplé et que
le nombre de courriels en chaîne prônant la haine raciale a également
augmenté.
La majorité des plaintes concernaient des courriels électroniques en
chaîne incitant à la haine envers les étrangers. Dans une minorité de
cas, il s'agissait aussi de faits de négationnisme et d'une volonté de
14.01 Xavier Baeselen (MR): In
het
jaarverslag
"Discriminatie/Diversiteit", stelt het
Centrum voor gelijkheid van
kansen en racismebestrijding dat
het aantal klachten wegens het
aanzetten tot rassenhaat op het
internet is verdrievoudigd en dat
het aantal kettingmails waarin
opgeroepen wordt tot rassenhaat
of
negationisme
ook
is
CRIV 52
COM 328
08/10/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
39
minimiser, d'approuver ou de justifier le génocide pendant la
deuxième guerre mondiale.
Ces messages en chaîne circulent sur le net et ont de plus en plus un
caractère international. Le Centre rappelle que cette constatation
confirme le besoin d'affiner la collaboration, qui ne repose jusqu'ici
que sur la bonne volonté, entre le CECLR et les services Cyberhate
de la police, et les points de contact similaires en France, aux Pays-
Bas et en Grande-Bretagne. En effet, la question qui se pose avec de
plus en plus d'insistance est de savoir comment coopérer pour
s'attaquer aux dossiers à caractère international en cette matière.
L'administration a-t-elle déjà été saisie de cette problématique, faisant
suite à ce rapport du Centre pour l'égalité des chances? Si c'est le
cas, quelles mesures avez-vous prises ou comptez-vous prendre pour
affiner et renforcer cette collaboration entre services similaires avec
nos pays voisins?
toegenomen.
Deze kettingmails hebben steeds
vaker een internationaal karakter,
wat bevestigt dat er samenwerking
nodig
is
tussen
het
expertisecentrum
CGKR,
de
betrokken
politiediensten
en
gelijkaardige diensten in Frankrijk,
Nederland en Groot-Brittannië.
Hoe kan er samengewerkt worden
om de internationale dossiers op
dit vlak aan te pakken? Is de
administratie al bezig met deze
problematiek?
14.02 Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur Baeselen, une
circulaire du Collège des procureurs généraux prévoit une méthode
de travail uniforme pour l'enregistrement de ces délits spécifiques
mais aussi de délits d'une autre nature dont le mobile est d'ordre
raciste ou xénophobe. C'est par exemple le cas des coups et
blessures donnés avec une intention raciste ou xénophobe. Ces faits
sont dorénavant enregistrés par les parquets dans le système
informatique TPI/REA de la Justice après vérification du contexte
raciste ou xénophobe par le magistrat compétent.
Compte tenu de l'intervention nécessaire d'un magistrat dans
l'évaluation de ce contexte et comme cela a été expliqué lors des
travaux préparatoires à la rédaction de la circulaire, la Banque de
données nationale générale de la police intégrée ne reprend pas ces
contextes.
Au niveau de la police, seule la première page du procès-verbal
mentionne un point d'intention raciste et xénophobe en vue d'un
traitement plus aisé au sein du parquet.
Depuis janvier 2007, le point de contact gouvernemental belge sur les
abus liés à internet a reçu 20.500 signalements sur son site
www.ecops.be. À ce jour, 209 signalements concernent des faits de
racisme, de xénophobie ou de révisionnisme. Il ne s'agit pas
uniquement de messages en chaîne mais également de vidéos
diffusées sur internet ou de propos tenus sur des sites de discussion.
Ces chiffres doivent être mis en corrélation avec ceux du Centre pour
l'égalité des chances qui possède son propre site de
signalement (www.cyberhate.be).
Après les premières constatations effectuées, l'information est
envoyée aux services compétents soit nationaux ou internationaux
pour traitement.
Votre question concernant le renforcement de la collaboration entre
les services similaires de nos pays voisins ne relève pas de ma
compétence. En effet, le Centre pour l'égalité des chances est une
institution publique administrée par un conseil d'administration dans
lequel siègent des représentants des Régions, des Communautés et
14.02
Minister Annemie
Turtelboom: In een omzendbrief
van het college van procureurs-
generaal wordt een uniforme
werkmethode vastgelegd voor de
registratie
van
dergelijke
misdrijven. Nadat de bevoegde
magistraat de racistische of
xenofobe
context
heeft
nagetrokken,
registreren
de
parketten die feiten voortaan in het
TPI/REA-computersysteem
van
Justitie.
Aangezien
er
een
magistraat moet optreden, wordt
die context niet in de algemene
nationale gegevensbank van de
geïntegreerde politie opgenomen.
Bij de politie wordt een racistisch
en xenofoob aandachtspunt enkel
op de eerste bladzijde van het
proces-verbaal vermeld om de
verwerking door de parketten
gemakkelijker te maken.
Sedert januari 2007 heeft het
overheidsmeldpunt
voor
internetmisbruik 20.500 meldingen
ontvangen
op
zijn
website
www.ecops.be. Tot op heden gaat
het in 209 gevallen om feiten in
verband
met
racisme,
vreemdelingenhaat
of
revisionisme.
Het
gaat
om
kettingmails, via het internet
verspreide video's of uitspraken op
forums.
Die cijfers moeten in verband
gebracht worden met die van het
08/10/2008
CRIV 52
COM 328
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
40
du gouvernement fédéral. Je vous invite à poser votre question au
ministre qui a l'Égalité des chances dans ses attributions.
Centrum voor gelijkheid van
kansen, dat over zijn eigen
meldpunt
beschikt
op
www.cyberhate.be.
Na
de
vaststellingen wordt de informatie
voor verwerking aan de bevoegde
nationale of internationale diensten
verstuurd.
De
samenwerking
tussen gelijkaardige diensten van
buurlanden valt niet onder mijn
bevoegdheid. Ik nodig u uit om uw
vraag te stellen aan de minister die
bevoegd
is
voor
het
gelijkekansenbeleid.
14.03 Xavier Baeselen (MR): Sur le dernier point, en particulier, la
question est déjà prête à être envoyée.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
15 Questions jointes de
- M. Xavier Baeselen au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le manque d'effectif dans la
police des chemins de fer" (n° 7267)<br>- M. Xavier Baeselen au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les infrastructures de la
police des chemins de fer" (n° 7268)</b>
15 Samengevoegde vragen van
- de heer Xavier Baeselen aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "het
personeelstekort bij de spoorwegpolitie" (nr. 7267)
- de heer Xavier Baeselen aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de
infrastructuur van de spoorwegpolitie" (nr. 7268)
15.01 Xavier Baeselen (MR): Monsieur le président, il s'agit là d'un
sérieux problème pour la sécurité des Bruxellois et des navetteurs,
qui concerne la police des chemins de fer. La première question
concerne le personnel et la seconde plutôt les infrastructures, des
questions assez précises qui résultent d'une visite que j'ai pu
effectuer en compagnie d'un officier de police qui s'inquiète de cette
situation. Les syndicats de la police sont également au fait de cette
situation et ont déjà, semble-t-il, émis des revendications en matière
de sécurité des bâtiments.
Le cadre de la police des chemins de fer, appelé cellule "Centre" est
incomplet: il compte 60 à 70 agents et il en faudrait au minimum 80. À
titre de comparaison, les cadres de la cellule "Métro" de Bruxelles
comptent 140 agents et rien que le cadre "'Eurostar" en compte 40.
Eux sont au complet. Les agents de la cellule "Centre" se répartissent
entre les gares de Bruxelles-Nord et de Bruxelles-Midi. Ils inspectent
les trains et les voies. Leur poste d'accueil se situe à Bruxelles-Midi.
Il faut savoir qu'il n'y a qu'un seul poste d'accueil pour la police des
chemins de fer, qui est celui-là, alors qu'en réalité, une circulaire
prévoit également un poste d'accueil à Bruxelles-Nord qui n'existe pas
faute d'effectifs. À la gare de Bruxelles-Central, c'est la police de
Bruxelles qui s'en occupe en vertu d'un protocole d'accord policier. La
réalité du terrain, c'est deux équipes de deux personnes qui circulent
pour assurer la sécurité dans une ville comme Bruxelles, dans nos
gares et sur les voies de chemin de fer.
15.01 Xavier Baeselen (MR): De
personeelsformatie
bij
de
spoorwegpolitie, meer in het
bijzonder die van de "cel centrum",
is onvolledig. Werd het probleem
bij uw administratie gemeld?
Welke maatregelen neemt u om
de veiligheid van de reizigers te
waarborgen?
Zou
het
niet
verstandig zijn een bureau in het
Noordstation in te richten?
Ook wat de lokalen van diezelfde
politie betreft, zijn er problemen: er
werd asbest gebruikt bij de bouw,
er is de geluidshinder van de
voorbijrijdende treinen en er komt
geen daglicht binnen in de lokalen.
Ook valt te betreuren dat er een
agent aangevallen werd; de feiten
werden in februari 2008 in de
garage
gepleegd.
Welke
maatregelen neemt u om deze
toestand te verbeteren en om de
toegang
tot
de
garage
te
beveiligen?
CRIV 52
COM 328
08/10/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
41
La circulaire prévoit l'accueil à la gare de Bruxelles-Midi par les
agents de 06.30 heures à 22.00 heures. En réalité, ils ne peuvent
assumer l'accueil qu'entre 07.00 heures et 19.00 heures en raison
des effectifs réduits. Je me permets de rappeler que 500.000
navetteurs prennent le train chaque jour pour se rendre sur leur lieu
de travail en transitant par Bruxelles. Vu le manque d'effectifs dans la
cellule "Centre", il faut constater que la sécurité des voyageurs n'est
malheureusement pas assurée comme elle le devrait.
Je demande donc au ministre de l'Intérieur si son administration a
déjà été saisie du problème de manque d'effectifs à la police des
chemins de fer. Quelles mesures compte-t-il prendre pour régler ce
problème et rétablir un nombre d'effectifs suffisant dans la cellule dite
"Centre" pour garantir la sécurité des voyageurs? Ne serait-il pas
judicieux de créer un poste d'accueil à la gare de Bruxelles-Nord?
J'embraie sur ma deuxième question sur le même thème, mais
relative cette fois aux infrastructures.
En mai 2006, on a attribué à la police des chemins de fer des locaux
de la rue Couverte (la rue à la gare de Bruxelles-Midi dans laquelle
passe le tram et qui est surplombée par la dalle des chemins de fer).
Ces bâtiments de la SNCB ont été désertés par La Poste en raison de
problèmes d'amiante. Ces locaux se composent en réalité de neuf
pièces qui disposent de trois postes d'intervention, de deux cellules
en plexiglas, de deux cellules en dur, d'un local d'audition et de quatre
véhicules d'intervention ou plutôt de trois car l'un d'eux a été
déclassé.
De nombreux trous ont été constatés dans le faux-plafond du garage,
qui contient de l'amiante. Il constitue donc un risque élevé pour la
santé des agents. Les briefings des équipes se déroulent dans la
cuisine pour la bonne et simple raison qu'ils ne peuvent plus avoir lieu
dans les autres pièces en raison du risque sanitaire et parce que la
salle de réunion des agents est inutilisable à cause du bruit provoqué
par le passage incessant des trains au-dessus du local. Car il y a un
caisson de résonance entre le faux-plafond et l'endroit où passent les
trains.
De plus, ces locaux situés dans la rue Couverte ne bénéficient pas de
la lumière du jour. La médecine du travail de la SNCB a déjà déclaré
qu'ils étaient inaptes à l'emploi.
Enfin, l'agression d'un agent s'est produite dans le garage en février
2008. En effet, l'accès au garage de la police n'est pas sécurisé. Il est
seulement équipé d'une sonnette. Il est donc impossible de vérifier
l'identité de la personne qui se présente; un agent en a fait les frais.
Vous conviendrez avec moi que cette situation est difficilement
acceptable et nécessite d'être réglée au plus vite.
Quelles mesures comptez-vous prendre pour que ces agents
responsables de la sécurité de milliers de voyageurs transitant
quotidiennement par nos gares bénéficient de locaux dans lesquels ils
puissent se consacrer décemment à leur travail? Un plan de
déménagement a-t-il été prévu? Quelles dispositions comptez-vous
08/10/2008
CRIV 52
COM 328
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
42
prendre pour sécuriser l'accès au garage?
15.02 Annemie Turtelboom, ministre: Cher collègue, le cadre
organique du poste SPC-Centre prévoit 71 membres. Actuellement,
l'effectif réel s'élève à 68 personnes. Le manque d'effectifs pour la
police des chemins de fer de Bruxelles est comblé par du personnel
détaché, de sorte que toutes les missions sont assurées.
Pour chacun des trois cycles de mobilité annuelle, des places sont
ouvertes en vue de renforcer le cadre de ce poste. De plus, des
mesures supplémentaires ont été prises pour augmenter la présence
policière, telles que des patrouilles du corps d'intervention et du
personnel de la direction de la réserve générale.
La SPC-Bruxelles est présente dans les gares de la capitale et de
l'arrondissement Bruxelles-Hal-Vilvorde selon les directives de la
circulaire de 2002 concernant la répartition des tâches entre les
services de police en matière de sécurité dans les chemins de fer. De
fréquentes patrouilles sont quotidiennement organisées à la gare de
Bruxelles-Nord. La collaboration avec Securail permet à la police des
chemins de fer d'être informée de tout incident et d'intervenir dans les
meilleurs délais.
De plus, le poste "Métro" se trouve à la station Rogier située non loin
de la gare de Bruxelles-Nord, ce qui permet aussi à ce personnel
d'intervenir rapidement.
Pour ce qui concerne les infrastructures de la police des chemins de
fer du poste SPC-Centre, je puis vous dire que l'infrastructure des
postes de police dans les gares est mise à disposition par le Groupe
SNCB.
Actuellement, les services du patrimoine de la police fédérale et de la
SNCB Holding analysent une solution de déménagement urgente du
poste SPC-Centre. Les mesures nécessaires ont déjà été prises pour
sécuriser l'accès aux garages. L'infrastructure a été modifiée et la
porte piétonne qui peinait à se refermer automatiquement a été
réparée. Une demande est en cours auprès d'une firme privée pour
l'installation d'un vidéophone à hauteur de l'accès aux garages. Une
attention particulière a été demandée au personnel afin de veiller à ce
que personne ne puisse pénétrer dans les lieux avant la fermeture
complète de la porte de garage.
15.02
Minister Annemie
Turtelboom:
De
organieke
formatie van de politiepost SPC
Centrum telt 71 leden. Het
effectieve
personeelsbestand
bestaat uit 68 personen en wordt
door
gedetacheerd
personeel
aangevuld.
Voor elke van de drie jaarlijkse
mobiliteitscycli worden plaatsen
opengesteld om de formatie van
die post te versterken. Er werden
ook
bijkomende
maatregelen
getroffen.
Overeenkomstig de richtlijnen van
de omzendbrief van 15 april 2002
is de SPC Brussel aanwezig in de
stations van de hoofdstad en van
het arrondissement Brussel-Halle-
Vilvoorde. In Brussel-Noord wordt
dagelijks gepatrouilleerd. Dank zij
de samenwerking met Securail
wordt het minste incident gemeld
en kan er meteen opgetreden
worden.
De
infrastructuur
van
de
politieposten in de stations wordt
door
de
NMBS-Groep
ter
beschikking gesteld.
De patrimoniumdiensten van de
federale politie en de NMBS-
Holding onderzoeken momenteel
een oplossing voor de dringende
verhuizing van de SPC-brigade
Centrum. De nodige maatregelen
werden al genomen om de
toegang
tot
de
garage
te
beveiligen.
15.03 Xavier Baeselen (MR): Madame la ministre, je ne peux pas
vous en vouloir; je suis rassuré quant aux infrastructures, car je pense
aussi qu'un déménagement doit être prévu pour ce poste et j'entends
qu'il est à l'étude et d'ores et déjà envisagé, mais je ne suis pas du
tout rassuré quant aux effectifs.
En effet, la réalité sur le terrain n'est pas celle-là. La circulaire prévoit
notamment un poste d'accueil assuré par la police des chemins de fer
à la gare de Bruxelles-Nord; il n'existe pas. Elle prévoit un accueil des
voyageurs à la gare de Bruxelles-Midi, dans une tranche horaire très
importante: ils ne peuvent la respecter et sont obligés de diminuer
cette tranche. En réalité, ils patrouillent à deux équipes de deux
personnes.
15.03 Xavier Baeselen (MR): Ik
ben
gerustgesteld
wat
de
infrastructuur betreft, maar niet
wat de effectieven betreft.
De situatie in de praktijk is echter
helemaal anders dan u ze
voorstelt. De omzendbrief voorziet
in een balie in het Noordstation,
maar
die
is
er
niet.
De
omzendbrief bepaalt dat er een
balie moet komen voor de
reizigers in het Zuidstation, maar
CRIV 52
COM 328
08/10/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
43
Ensuite, il est vrai que des renforts de la part de la police fédérale
sont prévus, mais en raison des maladies, des congés et autres, la
réalité sur le terrain fait que le service tel qu'il devrait être assuré en
vertu de la circulaire ne l'est pas.
Je demande donc au cabinet du ministre de l'Intérieur et à
l'administration de bien vouloir examiner avec attention la situation du
personnel de la police des chemins de fer à proprement parler et de
faire en sorte que les missions prévues dans les circulaires,
notamment à la gare de Bruxelles-Nord, puissent être garanties.
daarvoor
zijn
minder
uren
beschikbaar.
De
patrouilles
bestaan uit twee teams van twee
personen en de versterking door
de federale politie beantwoordt
niet wat vooropgesteld werd.
Ik vraag dus dat de bepalingen
van de omzendbrieven zouden
nageleefd worden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
16 Question de M. Xavier Baeselen au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la sécurité
des pharmaciens" (n° 7453)</b>
16 Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de veiligheid van de apothekers" (nr. 7453)
16.01 Xavier Baeselen (MR): Monsieur le président, c'est Mme
Onkelinx qui m'a renvoyé vers le ministre de l'Intérieur.
J'avais interrogé la ministre de la Santé sur une information parue
concernant les agressions dont sont victimes les pharmaciens. Il
semblerait que le nombre d'agressions à main armée contre les
pharmaciens ait augmenté de manière spectaculaire au cours de la
première moitié de l'année 2008. En fait, il y a eu durant le premier
semestre 2008 autant d'agressions contre les pharmaciens qu'il n'y
en a eu au cours de toute l'année 2007. On peut donc s'attendre
statistiquement à un doublement du nombre d'attaques par rapport à
l'année 2007.
Il apparaît que ce phénomène touche particulièrement les grandes
villes, notamment Bruxelles. La moitié des pharmaciens déclarent
avoir été confrontés à de la violence au cours de la même période.
Disposez-vous d'un état des lieux du nombre d'attaques contre les
pharmaciens qui auraient déjà eu lieu au cours de cette année?
Le cas échéant, disposez-vous de données précises pour les grandes
villes de notre pays et en particulier pour Bruxelles?
16.01 Xavier Baeselen (MR): Het
aantal gewapende overvallen op
apotheken is tijdens de eerste helft
van 2008 fors toegenomen, vooral
in de grote steden. Kan u me de
cijfers meedelen, meer bepaald
over de situatie in Brussel?
16.02 Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur le président, je vous
remets un tableau indiquant le nombre d'attaques à main armée sur
des pharmaciens enregistrées dans la banque nationale de données,
par région, de 2004 à 2007. On pourrait le transmettre à tous les
membres.
Les arrondissements traditionnellement concernés par l'intensité de
cette problématique au cours de ces dernières années ont été
Bruxelles, Charleroi, Liège et Anvers. Je vous remets le détail des
années 2006 et 2007 pour les 5 grandes agglomérations de notre
pays.
Les chiffres de la banque nationale de données pour la première
moitié de 2008 ne sont pas encore disponibles. Pour ce qui concerne
l'agglomération bruxelloise, la direction centrale DGB de la police
16.02
Minister Annemie
Turtelboom: Ik bezorg u een tabel
met
het
aantal
gewapende
overvallen op apotheken die, per
Gewest, werden opgenomen in de
nationale gegevensbank voor de
periode 2004-2007. Zo u wil, kan
ik
die
tabel
aan
alle
commissieleden overzenden.
De meeste overvallen gebeuren in
Brussel,
Charleroi,
Luik
en
Antwerpen. De data van de
nationale
gegevensbank
met
betrekking tot de eerste helft van
08/10/2008
CRIV 52
COM 328
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
44
judiciaire a enregistré 52 attaques à main armée sur des pharmaciens
lors du premier semestre 2008, ce qui représente 46% des 113 faits
enregistrés au niveau national.
Une analyse de l'année 2007 au niveau national démontre que plus
de 40% des faits surviennent durant le premier trimestre; plus de 25%
sont commis durant le quatrième trimestre. Presque 70% des faits ont
lieu après 16 heures et indistinctement les jours ouvrables. Seulement
3% des faits ont lieu pendant le week-end.
Le butin recherché est majoritairement le numéraire et non les
médicaments.
Au niveau de la riposte, une collaboration a été entreprise entre la
direction de la police judiciaire et le SPF Intérieur afin de sensibiliser
le secteur des pharmaciens à la prise de mesures préventives
adaptées en fonction du niveau de risque.
L'analyse a aussi été transmise aux zones de police bruxelloises via
le Dirco.
2008 zijn nog niet beschikbaar.
In de Brusselse agglomeratie
werden er tijdens de eerste helft
van
2008
52
gewapende
overvallen opgetekend, d.i. 46
procent van de 113 feiten die in
heel België werden geregistreerd.
Uit de analyse van de nationale
cijfers met betrekking tot 2007
blijkt dat meer dan 40 procent van
de feiten zich voordoen tijdens het
eerste kwartaal en meer dan 25
procent tijdens het vierde kwartaal.
Bijna 70 procent van de overvallen
worden na 16 uur gepleegd en
slechts 3 procent tijdens het
weekend.
Als reactie hierop werd er een
samenwerking opgezet tussen de
directie van de gerechtelijke politie
en de FOD Binnenlandse Zaken,
ten einde de apothekers te
sensibiliseren,
opdat
ze
preventiemaatregelen
zouden
nemen die aangepast zijn aan de
risicograad.
16.03 Xavier Baeselen (MR): Il est particulièrement inquiétant
d'apprendre que 50% des faits sont commis à Bruxelles si j'ai bien
compris. Bruxelles est particulièrement touchée par ce phénomène.
Le gouvernement avait déjà pris des mesures et je l'en félicite,
notamment au travers de primes qui permettaient au pharmacien de
s'équiper de dispositifs de sécurité.
Il faudra sans doute, au vu de la situation particulière à Bruxelles et de
la situation des pharmaciens en général dans le pays, évaluer ces
dispositifs et voir s'il n'y a pas moyen de les renforcer, comme vous le
dites, et de sensibiliser d'avantage la profession.
16.03 Xavier Baeselen (MR): Het
is zeer verontrustend dat 50
procent van de feiten in Brussel
worden gepleegd. De regering had
al maatregelen genomen, met
name door het toekennen van
premies waarmee de apothekers
konden
investeren
in
beveiligingsinstallaties.
Die
beveiliging zal wellicht moeten
worden geëvalueerd, en er zal
moeten worden nagegaan of ze
niet kan worden versterkt en of de
apothekers niet nog meer kunnen
worden gesensibiliseerd.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
17 Vraag van de heer Michel Doomst aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "het drugsgebruik bij de politieagenten" (nr. 7455)
17 Question de M. Michel Doomst au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
consommation de drogues par les agents de police" (n° 7455)</b>
17.01 Michel Doomst (CD&V - N-VA): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, blijkbaar is drugsgebruik door politiemensen
een groeiend probleem. Op verschillende wijzen wordt het fenomeen
drugs ook gelinkt aan politiemensen. Voorlopig blijkt het probleem
17.01 Michel Doomst (CD&V -
N-VA): Le problème de la
consommation de stupéfiants par
des policiers ne cesse de
CRIV 52
COM 328
08/10/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
45
zich vooral te stellen in grotere steden en agglomeraties.
Ik had graag van de minister een antwoord gekregen op de vraag op
welke manier de drugsproblematiek binnen een korps meer preventief
zal worden aangepakt.
Op welke manier zal de drugsproblematiek achteraf sanctionerend in
het korps worden opgevolgd?
Welke maatregelen voorziet de minister om aan die blijkbaar
groeiende problematiek een passend gevolg te geven?
s'amplifier, surtout
dans les
grandes villes. En quoi consiste
l'approche tant préventive que
répressive du problème de la
drogue au sein des corps de
police? Quelles sanctions sont
prises?
Quelles
mesures
le
ministre entend-il mettre en oeuvre
pour enrayer ce problème qui
prend de plus en plus d'ampleur?
17.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter,
mijnheer Doomst, de door u aangehaalde problematiek wordt zowel
tijdens de werving als tijdens de loopbaan vanuit een medische
invalshoek benaderd. In het kader van de selectieprocedure worden
de operationele personeelsleden aan een fysiek en medisch
onderzoek onderworpen. Dit onderzoek omvat in het bijzonder een
urineanalyse om onder meer drugs op te sporen.
Daarnaast worden de personeelsleden die een veiligheidsfunctie
bekleden of een activiteit met risico uitoefenen aan een jaarlijks
medisch onderzoek onderworpen. Dit onderzoek kan in voorkomend
geval detectietesten omvatten om hun beroepsbekwaamheid na te
gaan.
In het kader van de wervingsprocedure worden bovendien de
voorwaarden van het onberispelijk gedrag getoetst aan de hand van
een onderzoek van de omgeving en de antecedenten van de
betrokken kandidaat.
Ten slotte wordt ook in het kader van zowel de basisopleidingen als
de voortgezette opleidingen in grote mate aandacht besteed aan de
inhoud van de concepten deontologie en meer in het bijzonder
integriteit.
De deontologische code van de politiediensten, waarvan de niet-
naleving een tuchtrechtelijke, strafbare tekortkoming aan de
beroepsplichten kan uitmaken, verbiedt elk gebruik van drugs tijdens
de dienst of op elk ogenblik waarop dit gebruik een weerslag, hoe
miniem ook, kan hebben op de dienst.
Bovendien stellen ook politieambtenaren die in het bezit zijn van drugs
zich bloot aan een strafrechtelijke vervolging.
Een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de
politiediensten en deskundigen inzake verslavingen buigt zich thans
over de vraag betreffende preventie in dit domein. Het lijkt mij dan ook
aangewezen om de bevindingen van die werkgroep af te wachten
alvorens maatregelen te overwegen.
17.02 Annemie Turtelboom,
ministre: Le problème est abordé
sous l'angle médical, tant durant la
phase de recrutement qu'au cours
de la carrière des agents. La
procédure de sélection comporte
un test d'urine permettant de
déceler
et
d'exclure
les
consommateurs de drogues. En
outre, le personnel investi d'une
fonction de sécurité doit se
soumettre annuellement à un
examen
médical
pouvant
comprendre des tests de détection
tendant à vérifier l'aptitude à
exercer la profession.
Au cours de la procédure de
sélection,
l'exigence
d'une
conduite irréprochable est vérifiée
par l'analyse de l'environnement et
des antécédents de chaque
candidat. La déontologie et en
particulier, l'intégrité revêtent une
grande
importance
dans
la
formation
de
base
et
les
formations continuées. Le code de
déontologie des services de police
interdit toute consommation de
drogues en service ou à tout
moment où leur usage serait
susceptible d'avoir une influence
même minime sur le service.
Avant d'envisager des mesures, il
paraît opportun de patienter
jusqu'à
la
présentation
des
conclusions du groupe de travail
"prévention"
composé
de
représentants des services de
police et de spécialistes en
assuétudes.
17.03 Michel Doomst (CD&V - N-VA): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, ik zal inderdaad het werk van de werkgroep
afwachten. Ik zal dan na verloop van tijd nagaan hoe het met de
17.03 Michel Doomst (CD&V -
N-VA):
J'attendrai donc ces
conclusions avec le plus grand
08/10/2008
CRIV 52
COM 328
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
46
resultaten van dat studiewerk en overleg is gesteld.
intérêt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
18 Vraag van de heer Michel Doomst aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de inbeslagnames door de politie" (nr. 7456)
18 Question de M. Michel Doomst au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les saisies
effectuées par la police" (n° 7456)</b>
18.01 Michel Doomst (CD&V - N-VA): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, de politie zou af en toe slordig omspringen met
goederen die in beslag worden genomen. Uit onderzoek van de
algemene inspectie blijkt dat geen enkele van de gecontroleerde
diensten eigenlijk exact weet wat zij allemaal in beslag genomen
heeft. Er zou een definitief verslag van dat onderzoek afgerond
worden, eind augustus, en u ook bezorgd worden.
Ik wil dan ook vragen wat de belangrijkste bevindingen van dat
onderzoek zijn.
Erkent de minister dat het nodig is dat er duidelijke richtlijnen en
afdoende systemen opgezet worden om die inbeslagnames ook
zorgvuldig te kunnen beheren?
Welke maatregelen zal de minister nemen om aan dat fenomeen ook
een passend gevolg te geven?
18.01 Michel Doomst (CD&V -
N-VA): La police serait négligente
avec les biens confisqués et
personne ne saurait exactement
quels biens sont saisis. Le ministre
dispose depuis le mois d'août de
l'enquête menée en la matière par
l'Inspection générale.
Quelles sont les principales
conclusions de cette enquête? Le
ministre reconnaît-il que des
directives et des procédures
précises sont nécessaires pour
administrer des biens confisqués?
Quelles mesures envisage-t-il de
prendre?
18.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer Doomst, de besluiten
van het onderzoek van de algemene inspectie kunnen als volgt
worden samengevat.
Voor de lokale politie: in 91% van de zones wordt bijzondere aandacht
geschonken aan de externe richtlijnen, ministeriële circulaires,
parketcirculaires, jurisprudentie. In 78% van de zones worden die
regels vertaald in interne richtlijnen. De situatie verschilt van zone tot
zone omwille van een aantal factoren: deconcentratie van kantoren in
de zone, de moderne of verouderde infrastructuur, de middelen, de
nabijheid en lokale richtlijnen van het parket of de griffie, enzovoort.
Gelet op de vele circulaires en de verschillende aanpassingen als
gevolg van onder meer de jurisprudentie, moet overwogen worden om
al die teksten op een hoger niveau in een transparante regelgeving te
bundelen, rekening houdend met de autonomie van elk parket. Aldus
zou kunnen worden vermeden dat elke politiedienst daarin tijd moet
investeren en bovendien het risico loopt dat er verschillende en
slechte interpretaties worden weergegeven.
Voor de federale politie: alle bezochte diensten beschikken over
externe richtlijnen met betrekking tot de inbeslagnames. Voor 80%
van de bezochte diensten zijn interne richtlijnen voorhanden. Binnen
de bezochte diensten van de federale politie werden er geen grote
tekortkomingen vastgesteld en zijn er verbeterpunten op korte en
lange termijn.
Op korte termijn is er vooral nood aan sensibilisering en
responsabilisering, alsmede aan de bundeling en de verduidelijking
van de diverse externe richtlijnen op centraal niveau.
18.02 Annemie Turtelboom,
ministre: D'après l'enquête en
question, 91 % des zones de
police
locale
accordent
une
attention particulière aux directives
externes. Dans 78 % des zones,
ces directives externes sont
traduites en directives internes.
Considérant
les
nombreuses
circulaires et les adaptations qui
résultent, entre autres, de la
jurisprudence,
il
convient
d'envisager un regroupement de
tous
les
textes
dans
une
réglementation transparente. À cet
égard, il faudra tenir compte de
l'autonomie de chaque parquet.
À la police fédérale, tous les
services qui ont été visités
disposaient
de
directives
externes ; 80% de ces services
ont aussi des directives internes.
D'importants manquements ont
été constatés, ainsi que des points
à améliorer à brève échéance et à
long terme. Dans l'immédiat, il
importe surtout de sensibiliser et
de responsabiliser ainsi que
CRIV 52
COM 328
08/10/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
47
Een essentieel punt op middenlange en lange termijn bestaat erin om
samen met de Regie der Gebouwen de beveiliging van sommige
infrastructuren buiten de normale diensturen te verbeteren. Aangezien
die materie niet exclusief tot mijn bevoegdheid behoort, zal ik ter zake
overleg plegen met de minister van Justitie en het college van
procureurs-generaal, om de nodige richtlijnen uit te werken.
d'assembler et de clarifier les
différentes directives externes.
À moyen et à long terme, la
sécurisation
de
certaines
infrastructures en dehors des
heures de service habituelles, par
la Régie des Bâtiments, constitue
un élément capital. Je me
concerterai avec le ministre de la
Justice et avec le Collège des
procureurs généraux sur ce point.
18.03 Michel Doomst (CD&V - N-VA): Mevrouw de minister, ik denk
dat een bundeling van de richtlijnen inderdaad een goede zaak zou
zijn om de instructies transparanter en eenduidiger te maken. Het is
ook een goed idee om met de Regie der Gebouwen te overleggen om
de coördinatie van het onderbrengen beter te verzorgen.
18.03 Michel Doomst (CD&V -
N-VA): L'élaboration d'un recueil
de directives serait une évolution
positive. Il en va de même pour la
concertation prévue avec la Régie
des bâtiments à propos de la
sécurisation.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
19 Question de Mme Kattrin Jadin au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la formation
en langue allemande donnant accès au grade d'adjudant au sein des services d'incendie" (n° 7468)</b>
19 Vraag van mevrouw Kattrin Jadin aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de mogelijkheid om de opleiding tot adjudant bij de brandweer in het Duits te volgen" (nr. 7468)
19.01 Kattrin Jadin (MR): Herr Präsident, ich danke Ihnen.
Madame la ministre, à ce jour, 25 pompiers issus de la Communauté
germanophone souhaitent pouvoir suivre la formation leur permettant
d'accéder au grade d'adjudant.
Le SPF Intérieur a procédé à la traduction en langue allemande des
cours dispensés à cette fin et ce, à la grande satisfaction de celles et
ceux qui attendent, depuis plusieurs années déjà ­ on m'a même
rapporté que certains l'attendent depuis plus de dix ans ­, l'accès à
cette formation dans leur langue maternelle.
Cependant, il semblerait que l'École du Feu de l'Institut provincial de
formation des agents des services publics à Liège ne leur permet
toujours pas cet accès tant attendu, en invoquant le fait que la
traduction en langue allemande du texte définissant les modalités de
formation semble s'appuyer sur le texte néerlandais et non sur le
texte français. Selon l'École du Feu, ces textes divergent quant aux
exigences liées à la formation.
Je pourrais bien évidemment vous interroger sur le fait qu'il existe à
ce jour des exigences différentes entre le Nord et le Sud du pays pour
une même formation dont la compétence relève toujours de l'État
fédéral, mais je me bornerai, dans l'intérêt des 25 pompiers
germanophones, à vous interroger sur le sort réservé auxdits
candidats qui, par ce constat, se retrouvent à nouveau "recalés" et
donc dans l'impossibilité momentanée de poursuivre cette formation.
Madame la ministre, sachant que certains d'entre eux attendent,
19.01 Kattrin Jadin (MR):
Vijfentwintig brandweermannen uit
de Duitse Gemeenschap wensen
de opleiding te volgen waardoor ze
de graad van adjudant kunnen
behalen.
De FOD Binnenlandse Zaken
heeft de lespakketten in het Duits
vertaald.
Maar
de
Brandweerschool
van
het
Provinciaal Instituut voor de
Opleiding van Personeelsleden
van de Overheidsdiensten te Luik
biedt
die
zeer
geambieerde
toegang niet altijd. De vertaling in
het Duits lijkt gebaseerd te zijn op
de Nederlandse tekst en niet op
de Franse tekst. Volgens de
Brandweerschool zijn de teksten
uiteenlopend op het punt van de
vereisten voor de opleiding. De
kandidaten
worden
opnieuw
afgewezen
en
kunnen
dus
momenteel de opleiding niet
voortzetten.
Hoe staat het met de verschillen
tussen de opleiding in het Frans
en de opleiding in het Nederlands,
08/10/2008
CRIV 52
COM 328
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
48
depuis plusieurs années déjà, cette chance de pouvoir suivre la
formation d'adjudant dans leur langue maternelle, je souhaiterais vous
poser les questions suivantes.
Qu'en est-il des divergences invoquées entre la formation en langue
française, habituellement dispensée à l'École du Feu de Liège, et la
formation en langue néerlandaise qui a servi de base à la traduction
en allemand?
Pour autant qu'elles existent réellement, ces divergences sont-elles
effectivement de nature à justifier le refus de l'École du Feu liégeoise
d'accorder l'accès à la formation aux candidats germanophones?
Que comptez-vous faire pour permettre aux candidats adjudants,
issus de la Communauté germanophone, de suivre cette formation
dans leur langue maternelle?
Vielen Dank für Ihre Antwort.
die als basis diende voor de
vertaling in het Duits? Zijn die
verschillen inderdaad zo ernstig
dat ze de weigering van de Luikse
Brandweerschool om Duitstalige
kandidaten toe te laten tot de
opleiding, rechtvaardigen?
19.02 Annemie Turtelboom, ministre: Madame Jadin, le Centre
provincial de formation pour les services d'incendie de Liège a
toujours été prêt à dispenser les cours en langue allemande qui
donnent accès au grade d'adjudant. Mes services ont fait le
nécessaire pour que l'ensemble des syllabi de ce niveau soit traduit
en allemand. Actuellement, mes services et ce centre de formation
collaborent afin de finaliser ces cours.
Comme prévu dans le programme des cours de 2009 des centres
provinciaux de formation pour les services d'incendie, les cours en
allemand donnant l'accès au grade d'adjudant seront dispensés
l'années prochaine. Ils devraient débuter en février 2009.
19.02
Minister Annemie
Turtelboom: Het provinciaal
opleidingscentrum
voor
de
openbare brandweerdiensten van
Luik was steeds al bereid de
opleidingen in het Duits te geven.
Mijn diensten hebben het nodige
gedaan om ervoor te zorgen dat
een syllabus van dat niveau in het
Duits vertaald wordt. Momenteel
werken mijn diensten en het
opleidingscentrum samen om die
lespakketten af te ronden. Zoals
bepaald in het programma met
opleidingen voor 2009 van de
provinciale opleidingscentra voor
de openbare brandweerdiensten,
worden de opleidingen in het Duits
volgend jaar gegeven. Ze moeten
in februari 2009 van start gaan.
19.03 Kattrin Jadin (MR): Madame la ministre, je vous remercie
pour votre réponse mais, bien que je sache que vous n'y êtes pour
rien, je dois constater qu'il n'a pas été répondu à ma question.
Selon les informations dont je dispose, les cours sont prêts. Le
problème réside dans le refus de dispenser des cours parce que les
exigences seraient différentes en raison de la traduction. Je reste sur
ma faim, madame la ministre. Bien entendu, vous n'y pouvez rien.
J'interrogerai M. Dewael car c'est nécessaire, vu l'importance du
problème.
19.03 Kattrin Jadin (MR): Ik
weet dat u niet verantwoordelijk
bent, maar u heeft mijn vraag niet
beantwoord.
Volgens
de
inlichtingen waarover ik beschik,
wordt die kandidaten de toegang
tot de opleiding geweigerd. Maar
de opleidingen zijn niet klaar voor
de brandweercentra van mijn
Gewest.
Ik heb geen afdoende antwoorden
gekregen. Ik zal de heer Dewael
ondervragen, want dat is nodig.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
CRIV 52
COM 328
08/10/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
49
20 Questions jointes de
- M. Jean-Luc Crucke au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le recrutement de chiens
par la police" (n° 7482)<br>- M. Peter Logghe au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les chiens anti-drogue de la
douane" (n° 7559)</b>
20 Samengevoegde vragen van
- de heer Jean-Luc Crucke aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de
uitbreiding van het politiehondenbestand" (nr. 7482)
- de heer Peter Logghe aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de
drugshonden van de douane" (nr. 7559)
(À la suite d'un incident technique, l'enregistrement digital fait partiellement défaut. Pour la question n° 7482
de M. Crucke, le compte rendu se base sur le texte fourni par l'intervenant)
(Ingevolge een technisch mankement is de digitale opname onvolledig. Voor vraag nr. 7482 van de heer
Crucke steunt het verslag zich op de tekst meegedeeld door de spreker)
20.01 Jean-Luc Crucke (MR): Monsieur le ministre, la police recrute
des chiens. Leur nombre va plus que doubler. En effet, par manque
d'effectifs, les missions de police n'étaient plus assurées.
Allant de pair avec un renforcement significatif des canins au sein de
la police, des maîtres-chiens supplémentaires seront également
recrutés.
M. le ministre peut-il nous confirmer qu'un tel recrutement aura lieu au
sein de la police? Si oui, quand?
Est-il exact qu'il s'agira d'un recrutement important? M. le ministre
dispose-t-il de chiffres relatifs à ce recrutement?
Les chiens étant trop peu nombreux, cela a-t-il eu d'importantes
conséquences sur les enquêtes, notamment dans le secteur de la
drogue et du pistage?
M. le ministre considère-t-il ce recrutement comme une priorité au
sein de la police fédérale?
20.01 Jean-Luc Crucke (MR):
De politie zou haar aantal honden
willen
verdubbelen
en
dus
bijkomende hondengeleiders in
dienst willen nemen. Heeft het
gebrek aan honden gevolgen voor
de onderzoeken gehad? Zullen er
veel hondengeleiders in dienst
worden genomen?
20.02 Peter Logghe (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, in mei
2008 heb ik minister Dewael al eens ondervraagd in verband met de
drugshonden bij de politie. Op dat moment bleek onze douane haar
werk, onder meer het opsporen van drugs, te moeten doen met drie
drugshonden in plaats van de gebruikelijke acht.
Ik wil dan ook collega Crucke danken voor zijn vraag want dit biedt mij
de mogelijkheid om mijn vraag in deze kwestie nog eens voor het
voetlicht te halen.
Mevrouw de minister, hoeveel drugshonden zijn er momenteel
effectief operationeel op het terrein? Hoeveel is dat minder dan
douane en politie voor hun taken inzake drugs eigenlijk nodig
hebben? Hoeveel geplande acties tegen drugs heeft men daardoor al
moeten schrappen? Heeft men al acties moeten schrappen? Hoeveel
honden zijn er momenteel in opleiding? Hoeveel honden moeten er
operationeel zijn tegen het einde van dit jaar?
20.02 Peter Logghe (Vlaams
Belang): En mai dernier, j'avais
déjà signalé que les douanes
devaient
s'acquitter
de
leur
mission avec trois chiens drogue
au lieu de huit. Combien de chiens
drogue
sont-ils
actuellement
opérationnels?
Combien
en
manque-t-il?
A
combien
d'opérations antidrogue a-t-on déjà
dû renoncer à cause de cette
pénurie? Combien de chiens sont
actuellement
en
phase
de
dressage? Combien de chiens
devraient être opérationnels à la
fin de cette année?
20.03 Annemie Turtelboom, ministre: Mes chers collègues, deux
teams "drogue" et deux teams "pisteurs" sont actuellement en cours
20.03
Minister Annemie
Turtelboom:
Momenteel wordt
08/10/2008
CRIV 52
COM 328
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
50
de recrutement à la police fédérale. Le cadre organique actuel du
service d'appui canin sera dès lors complet. Ce cadre organique est
composé de 16 teams "drogue", chacun composé d'un maître-chien
et d'un chien, 13 teams "pisteurs", chacun composé d'un maître-chien
et d'un chien, 3 teams "pisteurs détecteurs de foyers d'incendie",
chacun composé d'un maître-chien et d'un chien, 2 teams "pisteurs
détecteurs de restes humains", chacun composé d'un maître-chien et
de deux chiens, 4 teams "pisteurs détecteurs d'explosifs" avec au
total 4 maîtres-chiens et 7 chiens. Une augmentation du cadre
organique est à l'étude à la police fédérale. Cette étude sera prise en
compte lors de la préparation de la nouvelle formation du personnel
de la police fédérale.
En ce qui concerne la question de M. le député Crucke, si certaines
missions ont dû être remises ou supprimées, je vous signale d'abord
que le service canin assure, outre les missions planifiées, une
permanence 24 heures sur 24 de deux teams "drogue" et de trois
teams "pisteurs" répartis sur l'ensemble du pays.
De plus, les maîtres-chiens qui ne sont pas de permanence sont
engagés sur la base du volontariat pour les missions urgentes dans
les environs de leur domicile. De cette façon, très peu de missions
doivent être reportées ou annulées.
voor twee drugsteams en twee
speurhondenteams bij de federale
politie het nodige personeel
aangeworven.
De
organieke
formatie zal dan volledig ingevuld
zijn. Die formatie omvat 16
drugsteams
met
elk
een
hondengeleider en een hond, 13
speurhondenteams met elk een
hondengeleider en een hond, 3
speurhondenteams
`detectie
brandhaarden' van telkens een
hondengeleider en een hond, 2
speurhondenteams
`detectie
menselijke resten' van elk een
hondengeleider en twee honden,
en 4 speurhondenteams `detectie
explosieven' met in totaal 4
hondengeleiders en 7 honden.
Een uitbreiding van de organieke
formatie is momenteel in studie.
Naast de geplande opdrachten
staan er twee drugsteams en drie
speurhondenteams, verspreid over
het ganse grondgebied, de klok
rond paraat. Hondengeleiders die
niet met wachtdienst zijn, worden
op vrijwillige basis ingezet voor
dringende opdrachten in de
omgeving van hun woonplaats. Op
die manier moeten er zeer weinig
opdrachten
uitgesteld
of
geannuleerd worden.
In antwoord op de vraag van volksvertegenwoordiger Logghe, kan ik
mededelen dat de douane tot de bevoegdheid van de minister van
Financiën behoort.
Een eventueel tekort aan drugshonden bij de douane heeft geen
invloed op de acties bij de politie.
La douane est une compétence du
ministre des
Finances. Une
éventuelle pénurie de chiens
drogue est sans influence sur les
actions de la police.
20.04 Jean-Luc Crucke (MR): Monsieur le président, il y a une
bonne et une mauvaise nouvelle. La bonne nouvelle est que le cadre
va être complété et peut-être même élargi. La mauvaise est qu'on
nous confirme que des missions ont été sacrifiées. Je n'ai pas appris
de la ministre quelles étaient ces missions et j'imagine bien qu'on ne
me le dira pas.
20.04 Jean-Luc Crucke (MR): Ik
betreur
dat
sommige acties
geschrapt werden, maar ben blij te
horen dat de formatie volledig zal
worden ingevuld.
20.05 Peter Logghe (Vlaams Belang): Mevrouw de minister, ik dank
u voor uw zeer kort antwoord. Het eerste antwoord op mijn vraag over
de drugshonden heb ik wel degelijk van minister Dewael ontvangen.
In mijn tweede vraag ging het ook over politiehonden. Ik zal mijn
vraag dus nog eens stellen. Ik zal mijn vraag blijven stellen tot ik het
antwoord krijg.
20.05 Peter Logghe (Vlaams
Belang): J'ai précédemment déjà
obtenu une réponse du ministre
Dewael à une question sur les
chiens drogue. Je continuerai
donc à poser ma question jusqu'à
ce que j'obtienne la réponse.
Het incident is gesloten.
CRIV 52
COM 328
08/10/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
51
L'incident est clos.
21 Vraag van mevrouw Lieve Van Daele aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "mogelijke vereenvoudigingen van het attest van gezinssamenstelling" (nr. 7496)
21 Question de Mme Lieve Van Daele au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "des pistes
de simplification concernant l'attestation de composition de ménage" (n° 7496)</b>
21.01 Lieve Van Daele (CD&V - N-VA): Mevrouw de minister, onze
gemeentelijke
diensten
leveren
vaak
attesten
van
gezinssamenstelling af. Dat attest bevat een volledige geschiedenis
van de betrokkene inzake zijn gezinssamenstelling. In veel gevallen is
die heel gedetailleerde geschiedenis helemaal niet noodzakelijk voor
het doel van het attest en volstaat het dat de betrokkene het bewijs
levert van zijn huidige gezinssamenstelling. Door heel wat mensen
wordt het vermelden van de gezinsgeschiedenis aan derden ervaren
als storend en soms zelfs als een inbreuk op het privéleven.
Bestaat er een mogelijkheid om het attest van gezinssamenstelling te
vereenvoudigen, zodat enkel de huidige gezinssamenstelling op het
attest wordt vermeld? Is de minister bereid om stappen in die richting
te zetten?
21.01 Lieve Van Daele (CD&V -
N-VA):
Les
attestations
de
composition de ménage, qui sont
délivrées par les communes,
comportent un historique complet
de la composition du ménage des
intéressés. Cette attestation est
souvent
superflue
car
la
composition actuelle du ménage
suffit. Certains sont gênés par ce
récapitulatif ou le considèrent
comme constitutif d'une violation
de leur vie privée.
Cette attestation ne pourrait-elle
pas être simplifiée? Le ministre
entreprendra-t-il les démarches
nécessaires dans ce sens?
21.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter,
vooreerst wens ik erop te wijzen dat er geen verplicht te gebruiken
model van het attest van gezinssamenstelling bestaat. Tenzij
uitdrukkelijk anders bepaald in een specifieke wet, mogen die attesten
geen andere persoonsgegevens bevatten dan dewelke bij wet
vastgelegd, namelijk naam, voornaam, geboorteplaats, datum,
geslacht, nationaliteit, hoofdverblijfplaats, beroep, burgerlijke staat,
samenstelling van het gezin. De historiek van de gezinssamenstelling
en de opeenvolgende wijzigingen van gezinssamenstelling mogen niet
worden vermeld op de afgeleverde attesten ­ dat is het KB van 1992
­, enkel de actuele gezinssamenstelling. Indien mijn administratie
kennis krijgt van gemeenten die de volledige historiek van de
gezinssamenstelling op de afgeleverde attesten vermelden, zullen die
gemeenten onverwijld worden gewezen op de onverenigbaarheid
hiervan met de van kracht zijnde reglementering.
Ten slotte kan ik u meedelen dat een elektronisch attest van de
gezinssamenstelling ondertekend door het Rijksregister en dus met
dezelfde bewijskracht, door de burger kan verkregen worden met
behulp van de elektronische identiteitskaart.
21.02 Annemie Turtelboom,
ministre: Il n'existe pas de modèle
d'attestation de composition de
ménage à utiliser obligatoirement.
Les seules et uniques données à
caractère personnel que peuvent
contenir ces attestations sont le
nom, le lieu et la date de
naissance, le sexe, la nationalité,
la
résidence
principale,
la
profession, l'état civil et la
composition actuelle du ménage.
L'historique de la composition du
ménage ne peut figurer sur ces
attestations.
S'il était porté à la connaissance
de
mon
administration
que
certaines communes mentionnent
sur
l'attestation
l'historique
complet, elle ne manquerait pas
de leur indiquer que c'est
incompatible
avec
la
réglementation.
Les
détenteurs
d'une
carte
d'identité électronique peuvent
recevoir également une attestation
électronique de composition de
ménage.
21.03 Lieve Van Daele (CD&V - N-VA): Mevrouw de minister, dank 21.03 Lieve Van Daele (CD&V -
08/10/2008
CRIV 52
COM 328
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
52
u voor uw antwoord. Ik zal onmiddellijk nagaan of dat in onze
gemeente dan tegen de regelgeving in toch gebeurt.
N-VA): Je vais vérifier si notre
commune
respecte
la
réglementation.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
22 Question de M. Jean-Luc Crucke au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "des
policiers bulgares reçus par les services de police belges" (n° 7598)</b>
22 Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de Bulgaarse politieagenten die door de Belgische politiediensten ontvangen werden"
(nr. 7598)
22.01 Jean-Luc Crucke (MR): Monsieur le président, madame la
ministre, dans le cadre de ce fameux mandat européen qui a fait
couler beaucoup d'encre, la Belgique a pu extrader ou faire extrader
une dizaine de proxénètes bulgares qui se croyaient à l'abri en
Bulgarie mais qui agissaient sur le territoire belge dans le milieu du
proxénétisme.
Suite à cela, l'ambassadeur de Bulgarie a pris une initiative fort
intéressante: réunir des policiers bulgares et belges ­ policiers belges
qui luttent plus particulièrement contre la prostitution et la traite des
êtres humains et des policiers bulgares qui sont également
spécialistes en la matière mais qui proviennent plus particulièrement
de la région de Sliven.
Il semblerait qu'une prostituée sur deux à Bruxelles en tout cas soit
issue de cette région bulgare et qu'une réelle mafia soit organisée
dans ce cadre-là.
Ces réunions ont eu lieu durant 4 jours sous l'égide des autorités
belges et de l'ambassade de Bulgarie.
Peut-on confirmer que ces réunions se sont tenues de manière utile?
Quelles sont les conclusions qu'on a pu tirer de ces réunions? Est-ce
qu'on va vraiment vers une réintégration de ces personnes victimes
de la prostitution?
Le problème étant qu'il n'y avait vraiment aucune relation de
confiance entre les policiers de cette région de Sliven et les
prostituées qui pensaient qu'en retournant, elles se feraient dénoncer
et prendraient également des risques pour leur intégrité physique.
Y a-t-il des moyens spécifiques qui sont dégagés pour pouvoir en plus
de cette opération, lutter réellement contre ces mafias locales qui
agissent tant en Bulgarie qu'en Belgique?
22.01 Jean-Luc Crucke (MR):
Na de uitwijzing van een aantal
Bulgaarse
pooiers
heeft
de
ambassadeur van Bulgarije een
ontmoeting voorgesteld tussen
Bulgaarse
en
Belgische
politiemensen die gespecialiseerd
zijn in de strijd tegen prostitutie en
mensenhandel. Naar verluidt zou
een op de twee Brusselse
prostituees afkomstig zijn uit de
streek rond Sliven in Bulgarije.
Zo'n initiatief is dus zeker zinvol.
Kan zo'n ontmoeting nuttig zijn?
Welke besluiten moeten daaruit
worden getrokken? Zal men
trachten de slachtoffers van de
prostitutie opnieuw in te schakelen
in de maatschappij? Zal men
werken aan de totstandkoming
van een vertrouwensrelatie tussen
de prostituees en de Bulgaarse
politie?
Zullen
er
specifieke
maatregelen worden genomen om
de strijd met de lokale maffia aan
te binden?
22.02 Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur le président, en
application du protocole de coopération entre la Bulgarie et la
Belgique signé à Bruxelles le 1
er
décembre 2005, le plan d'action
2008 entre les services de police bulgare et belge prévoit
l'organisation d'une rencontre d'experts en matière de lutte contre la
traite et le trafic des êtres humains en vue d'améliorer la coopération
opérationnelle et favoriser les échanges d'information et d'expérience.
C'est dans ce cadre qu'une rencontre a eu lieu entre les services de
police bulgare et belge du 15 au 18 septembre 2008. La délégation
22.02
Minister Annemie
Turtelboom: Met toepassing van
het samenwerkingsprotocol tussen
Bulgarije en België werd door de
Bulgaarse
en
de
Belgische
politiediensten een actieplan 2008
uitgewerkt. Dit voorziet in de
organisatie van een ontmoeting
van deskundigen inzake de strijd
tegen
mensenhandel
en
CRIV 52
COM 328
08/10/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
53
bulgare était composée de membres de la police des frontières et de
la police locale de Sofia et de Sliven. Elle a rencontré différents
services de police belges confrontés de façon importante à la
problématique de la prostitution et de la traite des êtres humains.
La police judiciaire fédérale de Bruxelles et d'Anvers et les polices
locales de Bruxelles-Capitale, Bruxelles-Midi, Bruxelles-Nord et
Anvers.
Les polices bulgares ont été très attentives et intéressées par rapport
à l'approche multidisciplinaire et proactive des services de police
belges. Comme en Belgique, il existe en Bulgarie des centres
d'accueil spécialisés dans l'aide des victimes de la traite et du trafic
des êtres humains.
Actuellement, une prostituée qui sollicite en Belgique le statut de
victime de la traite des êtres humains peut être logée dans un centre
d'accueil en attendant son retour volontaire en Bulgarie.
Quant à savoir si les policiers bulgares étaient disposés à aider les
prostituées souhaitant rentrer dans leur pays et si des moyens allaient
être mobilisés à cette fin, ces questions n'ont pas été abordées lors
de la rencontre. Toutefois, à l'issue de la visite, le désir d'échange
d'informations entre les deux pays ainsi que la tenue fréquente de
réunions de travail dans le but d'optimaliser la lutte contre les mafias
locales ont été confirmés.
mensensmokkel. Bedoeling is de
operationele samenwerking te
verbeteren en de uitwisseling van
informatie
en
expertise
te
bevorderen. In dat kader vond in
september een ontmoeting plaats.
In België én in Bulgarije bestaan er
gespecialiseerde
opvangcentra
voor
de
slachtoffers
van
mensenhandel.
De vraag of de Bulgaarse
politieagenten
bereid
zijn
prostituees te helpen die naar hun
land willen terugkeren, en of er
daartoe middelen zouden worden
vrijgemaakt, werd niet aan de orde
gesteld. Wel werd bevestigd dat
België en Bulgarije meer en vlotter
informatie willen uitwisselen om de
maffia's beter te bestrijden.
22.03 Jean-Luc Crucke (MR): Monsieur le président, je remercie la
ministre de sa réponse. L'initiative qu'ont prise le ministre de l'Intérieur
et l'ambassade de Bulgarie est remarquable et heureuse. Néanmoins,
si l'on veut vraiment aller jusqu'au bout, il faudra fournir un travail plus
social, mais aussi oeuvrer pour la réintégration de ces femmes. Une
relation de confiance doit être rétablie afin qu'elles puissent retourner
sans risque dans leur pays.
22.03 Jean-Luc Crucke (MR):
Het initiatief van de minister van
Binnenlandse Zaken en van de
Bulgaarse ambassade verdient
alle lof. Het moet echter gepaard
gaan met meer maatschappelijk
werk teneinde de re-integratie van
de slachtoffers te bevorderen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
23 Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de adviesraad van burgemeesters en de evaluatie van de politiehervorming" (nr. 7608)
23 Question de Mme Katrien Schryvers au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
conseil consultatif des bourgmestres et l'évaluation de la réforme de la police" (n° 7608)</b>
23.01 Katrien Schryvers (CD&V - N-VA): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, mijn vraag betreft de evaluatie van tien jaar
politiehervorming.
Ik had vernomen dat aan de Adviesraad van burgemeesters een
bijdrage zou zijn gevraagd om de gevolgen van de hervorming voor
de lokale zones op te vangen. Door voornoemde Adviesraad zou een
bevraging van de burgemeesters worden georganiseerd.
Wat is de planning voor de globale evaluatie? Hoe zal ze worden
uitgevoerd? Welke stappen zullen worden gezet?
Heeft de Adviesraad inderdaad voorgesteld om een bevraging van
alle burgemeesters te doen? Zo ja, hoe en wanneer zal ze gebeuren?
23.01 Katrien Schryvers (CD&V
- N-VA): Dans le cadre de
l'évaluation des dix ans de la
réforme
des
polices,
une
contribution aurait également été
demandée au Conseil consultatif
des bourgmestres en vue de gérer
les conséquences de la réforme
au sein des zones de police. Le
Conseil consultatif organiserait
une consultation.
Comment l'évaluation sera-t-elle
effectuée et quelles initiatives a-t-
08/10/2008
CRIV 52
COM 328
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
54
Niet langer geleden dan gisteren kreeg ik na het indienen van mijn
vraag een mail van de Vereniging van Vlaamse Steden en
Gemeenten met de vraag een enquête te doen. Ik neem aan dat dit
verzoek na de vraag van de Adviesraad kwam en dat de enquête bij
alle burgemeesters gebeurt. Wellicht is mijn vraag daardoor
overbodig geworden, of gebeurt de enquête niet bij alle
burgemeesters? Zo ja, wat is dan de verdere timing?
on déjà prises? Quand consultera-
t-on
l'ensemble
des
bourgmestres?
23.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, het is
de federale politieraad die met de evaluatie van tien jaar
politiehervorming werd belast en die de Adviesraad van
burgemeesters uitnodigde om aan de evaluatie mee te werken.
In voornoemd kader besliste de Adviesraad, in overleg met de
Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten, de burgemeesters te
bevragen over hoe zij de politiehervorming evalueren. De bevraging
gebeurt elektronisch.
In 2007 werd door l'Union des Villes et Communes de Wallonie een
soortgelijke bevraging onder de Franstalige burgemeesters
georganiseerd. Aangezien de resultaten nog steeds valabel zijn, werd
in Wallonië geen nieuwe bevraging georganiseerd.
De resultaten van beide enquêtes zullen op 15 oktober 2008 tijdens
de eerstvolgende vergadering van de Adviesraad worden besproken.
23.02 Annemie Turtelboom,
ministre: Le Conseil fédéral de
police, qui doit évaluer la réforme
des polices, a invité le Conseil
consultatif des bourgmestres à
participer à cette évaluation. En
concertation avec l'Union des
Villes et Communes, le Conseil
consultatif a décidé d'interroger les
bourgmestres
par
voie
électronique. Étant donné qu'une
enquête similaire a déjà été
organisée l'année dernière auprès
des bourgmestres francophones,
aucune
consultation
n'est
organisée
en
Wallonie.
Les
résultats des deux enquêtes
seront examinés lors de la
prochaine réunion du Conseil
consultatif le 15 octobre 2008.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Le président: La question n° 7610 de Mme Galant est reportée. La question n° 7611 de Mme Galant ainsi
que la question jointe n° 7698 de M. Frédéric sont reportées.
24 Vraag van de heer Raf Terwingen aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de politiecontroles op binnenwateren" (nr. 7631)
24 Question de M. Raf Terwingen au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les contrôles
policiers dans les eaux intérieures" (n° 7631)</b>
24.01 Raf Terwingen (CD&V - N-VA): Mevrouw de minister, deze
zomer stond in de beste krant van België, Het Belang van Limburg,
een artikel over de nieuwe speedboot die de plaatselijke waterpolitie
had gekregen. Daardoor had ze de mogelijkheid om op de Maas, die
in de buurt van Maaseik aan de Nederlandse grens zeer druk bevaren
wordt, patrouilles uit te voeren met betrekking tot de snelheid en
dergelijke van dit soort vaartuigen. Uit het artikel in Het Belang van
Limburg bleek dat de politiediensten die met dit vaartuig als
waterpolitie fungeren amper bevoegdheden hebben. Ze kunnen
vaststellingen doen en vermaningen geven maar ze kunnen blijkbaar
geen boetes opleggen. De diensten die werden ondervraagd in het
raam van dit krantenartikel beklaagden zich daarover omdat men
alleen preventief kon optreden en dus niet met enige slagkracht.
Ik heb enkele concrete vragen. Is het inderdaad zo dat de waterpolitie
geen mogelijkheid heeft tot het beboeten van overtreders? Ten
tweede, is het niet wenselijk zijn dat deze politie toch onmiddellijke
24.01 Raf Terwingen (CD&V - N-
VA): Selon un article publié dans
le quotidien "Het Belang van
Limburg"
, la police fluviale a été
dotée d'un nouveau hors-bord qui
lui permet de patrouiller et
d'effecteur des contrôles de
vitesse sur la Meuse. Les
compétences de ce service de
police semblent très restreintes. Il
peut établir des constats et
adresser des réprimandes mais il
ne peut pas infliger d'amendes.
Est-ce exact? Ne serait-il pas
souhaitable que la police fluviale
puisse
dresser
des
procès-
CRIV 52
COM 328
08/10/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
55
inningen zou kunnen uitschrijven? Ik heb begrepen dat bijvoorbeeld
de Nederlandse waterpolitie die op dezelfde wateren patrouilleert dat
wel kan. Is de minister eventueel bereid om in die zin mogelijke
stappen te ondernemen? In mijn mondelinge vraag werd ook
gevraagd om een aantal cijfers. Ik begrijp dat die eventueel niet
kunnen gegeven worden. Ik zal dit dan nog eens schriftelijk vragen.
verbaux
avec
perception
immédiate? Le ministre prendra-t-il
une initiative à ce sujet?
24.02 Minister Annemie Turtelboom: Geachte collega, de vraag is
vrij algemeen gezien de verscheidenheid van de te controleren
inbreuken en de diverse werkgroepen Pleziervaart, Binnenvaart en
Zeevaart. De regelgeving rond de scheepvaart is bovendien complex
en vaak van oudere datum.
De vernieuwing van de reglementering voor de scheepvaart in het
algemeen en voor de pleziervaartsector in het bijzonder ging op
1 januari 2007 van start met het Algemeen Politiereglement voor de
Scheepvaart op de Binnenwateren. Deze wetgeving is van toepassing
op alle binnenwateren met uitzondering van de vaargebieden waar
een bijzonder reglement geldt: de kustwateren, het kanaal Gent-
Terneuzen, de Beneden-Zeeschelde, het Zeekanaal naar Brussel en
de gemeenschappelijke Maas. Het APSB, het Algemeen
Politiereglement voor de Scheepvaart op de Binnenwateren, bevat
echter geen strafbepalingen en verwijst daarvoor naar een wet van 5
juni 1934 en een KB van 15 oktober 1935.
De bedoeling is het APSB in de toekomst te koppelen aan de wet op
de veiligheid van de vaartuigen van 5 juni 1972 waarin wel
aangepaste strafbepalingen staan vermeld. De bijzondere
reglementen zijn op het vlak van procedures en strafbepalingen
immers vaak nog problematisch. Naar analogie van de onmiddellijke
inningen in het wegverkeer zou dit systeem in verschillende opzichten
een te overwegen alternatief betekenen. In Nederland wordt er al met
een systeem van onmiddellijke inningen gewerkt voor bepaalde
verkeersinbreuken te water, milieumisdrijven, inbreuken op de vaar-
en rusttijden en op de bemanningsvoorschriften. Ook in ons land zou
dit systeem kunnen bijdragen tot een grotere efficiëntie en betere
afstemming van de politionele en de gerechtelijke acties. De
staatssecretaris van Mobiliteit is bevoegd voor de regelgeving ter
zake.
In 2007 werden nationaal 27.219 mensuren besteed aan het
politietoezicht op de binnenwateren.
24.02 Annemie Turtelboom,
ministre: La réglementation en
matière de navigation est assez
complexe.
Une
nouvelle
réglementation
relative
à
la
navigation en général et au
secteur de la navigation de
plaisance en particulier est entrée
en vigueur le 1
er
janvier 2007. Le
règlement général de police pour
la navigation sur les eaux
intérieures (RGPNE) s'applique à
toutes les eaux intérieures, à
l'exception des eaux côtières, du
canal
Gand-Terneuzen,
de
l'Escaut maritime inférieur, du
Canal maritime vers Bruxelles et
de la Meuse mitoyenne. Le
RGPNE ne comporte même pas
de dispositions pénales. Il est fait
référence à cet effet à la loi de
1934 et à un arrêté royal de 1935.
Le RGPNE devrait à l'avenir être
lié à la loi de 1972 sur la sécurité
des bâtiments de navigation, qui
comporte
en
revanche
des
dispositions pénales.
Un
système
autorisant
des
perceptions
immédiates
constituerait une solution de
rechange
à
prendre
en
considération. Un tel système est
déjà appliqué aux Pays-Bas. Le
secrétaire d'État à la Mobilité est
compétent en la matière.
En 2007, 27.219 heures de travail
ont
été
consacrées
à
la
surveillance policière des eaux
intérieures.
24.03 Raf Terwingen (CD&V - N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik dank
de minister voor haar antwoord. Ik denk dat we op dezelfde golflengte
zitten dienaangaande. Het lijkt mij nuttig ­ ik zal de staatssecretaris
daarop ook eens aanspreken ­ om na te gaan of het rechtstreekser
kan gaan.
Ik dank de minister ook voor de cijfers die voor mij heel duidelijk zijn.
24.03 Raf Terwingen (CD&V - N-
VA): Le ministre est apparemment
sur la même longueur d'ondes.
J'interrogerai le secrétaire d'Etat à
la Mobilité à ce propos.
L'incident est clos.
08/10/2008
CRIV 52
COM 328
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
56
Het incident is gesloten.
25 Question de M. Xavier Baeselen au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
éventuelles initiatives prises par la gouverneur de Bruxelles à propos du planning d'urgence et
d'intervention des services d'incendie de Bruxelles" (n° 7641)</b>
25 Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de eventuele initiatieven van de gouverneur van Brussel met betrekking tot de nood- en
interventieplanning van de brandweer van Brussel" (nr. 7641)
25.01 Xavier Baeselen (MR): Monsieur le président, madame la
ministre, il s'agit d'un suivi d'une question parlementaire que j'avais
adressée au ministre de l'Intérieur en séance plénière au mois d'avril
2008.
En fait, un poste avancé de pompiers au boulevard Pachéco avait été
fermé, entraînant des conséquences sur le plan de la sécurité à
travers les délais d'intervention sur le Pentagone bruxellois et les
édifices: bureaux, institutions fédérales et internationales, ministères
et grands hôtels. Vous me répondiez alors que les services d'incendie
de Bruxelles étant régionalisés en vertu des législations de 1989,
l'organisation de ces plans est régionale et dépend donc de la Région
de Bruxelles-Capitale.
J'évoquais avec le ministre de l'Intérieur à l'époque la possibilité pour
le gouverneur de la Région bruxelloise, Mme Paulus, de prendre des
initiatives adéquates en ce sens en concertation avec la Région
bruxelloise. Mme le gouverneur de Bruxelles-Capitale dépend de vos
services.
En suivi de cette question parlementaire, pouvez-vous me dire si le
gouverneur a pris des initiatives pour adapter le planning d'urgence et
d'intervention?
Si c'est le cas, quelles sont ces initiatives?
25.01 Xavier Baeselen (MR):
Deze vraag ligt in het verlengde
van een vraag die ik in april van dit
jaar in de plenumvergadering aan
de minister van Binnenlandse
Zaken stelde.
De vooruitgeschoven post van de
brandweer op de Pachecolaan
werd gesloten, met alle gevolgen
van dien wat de veiligheid betreft
(met name langere aanrijtijden in
de Brusselse vijfhoek). De minister
antwoordde me bij die gelegenheid
dat de bevoegdheid voor de
Brusselse
brandweerdiensten
overeenkomstig de wetten van
1989 overgeheveld werd naar de
Gewesten en dat de organisatie
van de desbetreffende plannen
bijgevolg tot de bevoegdheden van
het
Brussels
Hoofdstedelijk
Gewest behoort.
Ik vroeg me dan ook af of de
gouverneur van het Brussels
Gewest, mevrouw Paulus ­ die
ressorteert onder Binnenlandse
Zaken ­ in dat verband in overleg
met
het
Brussels
Gewest
initiatieven kan nemen. Nam de
gouverneur al maatregelen om de
nood- en interventieplanning aan
te passen? Zo ja, welke?
25.02 Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur le président, après
analyse du plan général d'urgence et d'intervention de Bruxelles reçu
par mes services dans le cadre de la tutelle d'approbation de ces
plans, il ressort que le poste avancé cité se trouve encore intégré
dans la planification d'urgence.
Le 16 octobre, le plan général d'urgence et d'intervention de Bruxelles
fera l'objet d'une concertation entre le centre de crise et la direction
générale Sécurité civile. Après une étude approfondie dudit plan, mes
services ne manqueront pas de soulever ce point ainsi que d'autres
remarques auprès du gouverneur afin que le plan soit adapté. Le
gouverneur recevra cet avis endéans le mois.
25.02
Minister
Annemie
Turtelboom: De analyse van het
algemeen nood- en interventieplan
met betrekking tot Brussel heeft
uitgewezen
dat
de
bewuste
vooruitgeschoven brandweerpost
nog steeds opgenomen is in de
noodplanning.
Op 16 oktober zal over het
algemeen nood- en interventieplan
voor Brussel overleg plaatsvinden
tussen het crisiscentrum en de AD
van de Civiele Veiligheid. De
CRIV 52
COM 328
08/10/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
57
diensten zullen dit punt, naast
andere bemerkingen, voorleggen
aan de gouverneur, met de
bedoeling dat het plan zou worden
aangepast. De gouverneur zal dat
advies
binnen
de
maand
ontvangen.
25.03 Xavier Baeselen (MR): Monsieur le président, madame la
ministre, si je comprends bien, Mme le gouverneur de Bruxelles n'a
rien fait. En effet, le poste avancé des pompiers de Pachéco, qui est
fermé, est encore repris dans le plan d'urgence. Selon mes
informations, elle n'a rien fait: elle n'a pas réuni les services d'incendie
pour étudier les mesures à prendre.
La réalité des choses est que les différents postes incendie répartis
sur le reste du territoire se sont partagés les quartiers avec pour
conséquence que les délais d'intervention sont allongés, en fonction
des cas, de 2 à 6 minutes.
Or on sait que deux à six minutes de plus, cela peut coûter des vies
en cas d'incendie.
25.03 Xavier Baeselen (MR): Als
ik het goed begrijp, heeft de
Brusselse gouverneur dus nog
niets ondernomen. De gesloten
brandweerpost
van
de
Pachecolaan wordt nog steeds
vermeld in het noodplan.
In de praktijk rukken de andere
Brusselse brandweerdiensten nu
ook uit in de wijken waar de
brandweerpost
van
de
Pachecolaan
vroeger
optrad,
waardoor de aanrijtijd met twee tot
zes minuten is verlengd.
Als het twee tot zes minuten
langer duurt, kan dat echter
mensenlevens kosten in geval van
brand.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à 17.04 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.04 uur.