KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
CRIV 52 COM 309
CRIV 52 COM 309
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTEGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET
O
PENBAAR
A
MBT
C
OMMISSION DE L
'I
NTERIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GENERALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
woensdag
mercredi
17-09-2008
17-09-2008
Voormiddag
Matin
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V - N-VA
Christen-Democratisch en Vlaams Nieuw-Vlaamse Alliantie
Ecolo-Groen!
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales Groen!
FN
Front National
LDD
Lijst Dedecker
MR
Mouvement réformateur
Open Vld
Open Vlaamse Liberalen en Democraten
PS
Parti Socialiste
sp.a+Vl.Pro
socialistische partij anders + VlaamsProgressieven
VB
Vlaams Belang
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 52 0000/000 Parlementair stuk van de 52e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
DOC 52 0000/000
Document parlementaire de la 52e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
PLEN
plenum
PLEN
séance plénière
COM
commissievergadering
COM
réunion de commission
MOT
alle moties tot besluit van interpellaties (op beigekleurig papier)
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
CRIV 52
COM 309
17/09/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde interpellaties en vraag van
1
Interpellations et question jointes de
1
- de heer Jean Marie Dedecker tot de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"het personeelsbeleid bij de federale politie en bij
de algemene inspectie en betreffende het
functioneren van de hoofden van beide diensten
(art. 131)" (nr. 105)
1
- M. Jean Marie Dedecker au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la politique
du personnel à la police fédérale et à l'inspection
générale ainsi que sur le comportement des chefs
de ces deux services (art. 131)" (n° 105)
1
- de heer Fouad Lahssaini tot de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de gevolgen van de rapporten van het Comité P"
(nr. 111)
1
- M. Fouad Lahssaini au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "les suites du rapport du
Comité P" (n° 111)
1
- de heer Stefaan Van Hecke tot de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"mogelijke onregelmatigheden bij benoemingen
federale politie" (nr. 112)
1
- M. Stefaan Van Hecke au vice-premier ministre
et ministre de l'Intérieur sur "les irrégularités qui
auraient été commises lors de nominations à la
police fédérale" (n° 112)
1
- de heer Filip De Man tot de vice-eerste minister
en minister van Binnenlandse Zaken over "de drie
rapporten van het Comité P" (nr. 113)
1
- M. Filip De Man au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "les trois rapports du
Comité P" (n° 113)
1
- de heer Ludwig Vandenhove tot de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de berichten betreffende het personeelsbeleid bij
de federale politie en bij de algemene inspectie en
betreffende de rapporten van het Comité P"
(nr. 116)
1
- M. Ludwig Vandenhove au vice-premier ministre
et ministre de l'Intérieur sur "les informations
concernant la politique du personnel à la police
fédérale et à l'inspection générale ainsi que les
rapports du Comité P" (n° 116)
2
- de heer Josy Arens aan de vice-eerste minister
en minister van Binnenlandse Zaken over "de drie
rapporten
van
het
Comité P
van
15 september 2008" (nr. 7238)
1
- M. Josy Arens au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "les trois rapports du
Comité P du 15 septembre 2008" (n° 7238)
2
Sprekers: Jean Marie Dedecker, voorzitter
van de LDD-fractie, Fouad Lahssaini,
Stefaan Van Hecke, Filip De Man, Gerolf
Annemans, voorzitter van de Vlaams Belang-
fractie, Ludwig Vandenhove, Josy Arens,
Patrick Dewael, vice-eerste minister en
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Jean Marie Dedecker, président du
groupe LDD, Fouad Lahssaini, Stefaan Van
Hecke, Filip De Man, Gerolf Annemans,
président du groupe Vlaams Belang, Ludwig
Vandenhove, Josy Arens, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Moties
36
Motions
36
CRIV 52
COM 309
17/09/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
COMMISSION DE L'INTERIEUR,
DES AFFAIRES GENERALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
van
WOENSDAG
17
SEPTEMBER
2008
Voormiddag
______
du
MERCREDI
17
SEPTEMBRE
2008
Matin
______
La séance est ouverte à 10.16 heures et présidée par M. André Frédéric.
De vergadering wordt geopend om 10.16 uur en voorgezeten door de heer André Frédéric.
Le président: Chers collègues, je tiens tout d'abord à vous rappeler les "règles du jeu". Cinq interpellations
et une question sont à l'ordre du jour. Comme à mon habitude, je serai strict sur le timing. Le premier
interpellateur dispose de dix minutes tandis que les interpellateurs suivants disposent de cinq minutes. Le
gouvernement, à savoir le ministre de l'Intérieur, dispose quant à lui de vingt minutes pour sa réponse. Les
interpellateurs auront ensuite cinq minutes chacun pour répliquer.
À la demande du président Herman Van Rompuy et conformément au Règlement de la Chambre, les
membres qui le souhaitent auront la possibilité d'intervenir dans les répliques à raison de cinq minutes
chacun. Je demande dès lors aux groupes politiques de se concerter de manière à ne pas avoir dix-sept
intervenants par groupe.
Ceci étant reprécisé, je donne la parole au premier interpellateur, M. Dedecker.
01 Samengevoegde interpellaties en vraag van
- de heer Jean Marie Dedecker tot de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"het personeelsbeleid bij de federale politie en bij de algemene inspectie en betreffende het
functioneren van de hoofden van beide diensten (art. 131)" (nr. 105)
- de heer Fouad Lahssaini tot de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de
gevolgen van de rapporten van het Comité P" (nr. 111)
- de heer Stefaan Van Hecke tot de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"mogelijke onregelmatigheden bij benoemingen federale politie" (nr. 112)
- de heer Filip De Man tot de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de drie
rapporten van het Comité P" (nr. 113)
- de heer Ludwig Vandenhove tot de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de berichten betreffende het personeelsbeleid bij de federale politie en bij de algemene inspectie en
betreffende de rapporten van het Comité P" (nr. 116)
- de heer Josy Arens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de drie
rapporten van het Comité P van 15 september 2008" (nr. 7238)
01 Interpellations et question jointes de
- M. Jean Marie Dedecker au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la politique du
personnel à la police fédérale et à l'inspection générale ainsi que sur le comportement des chefs de
ces deux services (art. 131)" (n° 105)
- M. Fouad Lahssaini au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les suites du rapport du
Comité P" (n° 111)
- M. Stefaan Van Hecke au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les irrégularités qui
auraient été commises lors de nominations à la police fédérale" (n° 112)
- M. Filip De Man au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les trois rapports du Comité P"
(n° 113)b>
17/09/2008
CRIV 52
COM 309
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
2
- M. Ludwig Vandenhove au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les informations
concernant la politique du personnel à la police fédérale et à l'inspection générale ainsi que les
rapports du Comité P" (n° 116)
- M. Josy Arens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les trois rapports du Comité P
du 15 septembre 2008" (n° 7238)</b>
01.01 Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, u
benadrukt die tien minuten spreektijd nogal. We ontvingen gisteren
een rapport dat heel wat pagina's telt en dat al werd voorgekauwd in
de commissie, commissie die wij niet mochten bijwonen. En nu
krijgen we tien minuten spreektijd. Ik zal het trachten te doen in tien
minuten.
01.01 Jean Marie Dedecker
(LDD): Dix minutes de temps de
parole, c'est peu pour examiner le
volumineux rapport que nous
avons reçu hier, mais je vais
essayer de m'y tenir.
Le président: C'est le Règlement, monsieur Dedecker.
01.02 Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, over
democratie kunnen we nog wat praten, zeker gezien hetgeen er nu
met uw partij gebeurt.
Le président: Vous avez déjà perdu une minute.
01.03 Jean Marie Dedecker (LDD): Dit dossier lag al meer dan een
jaar in de bankkluis van het Comité P en wordt nu behandeld dankzij
wat kranten die wat artikels hebben gepubliceerd en dankzij een klein
partijtje dat de druk wat heeft opgevoerd. Ik ben verheugd te kunnen
zeggen dat de democratie nog werkt in dit land.
Mijnheer de minister, ik zal het niet hebben over de zaak Els
Cleemput, want mijn spreektijd is te beperkt. Wat valt er daarover te
zeggen? Ik vind het, wat denigrerend, een kleutertuin. Het lijkt op een
kippenren waar alle kippen kakelen voor een haan, op een kermis der
ijdelheden waar de ene chantage pleegt ten opzichte van de ander.
Ik zal het ook niet specifiek hebben over de zaak Ricour-Savonet. Er
is een oorlog aan de gang waarbij men mekaar de zwartepiet
toespeelt. Ik zal het niet hebben over de canapépolitiek, noch over het
machtsmisbruik niettegenstaande dat uw juridische adviseurs daarin
hebben gezeten, en niettegenstaande het feit dat ik u hier op 9 juli
alles heb gezegd.
U hebt op dat moment gezegd dat, en ik citeer het Comité P: "In
antwoorden op parlementaire vragen heeft Dewael de constructie
steeds verdedigd en gesteld dat hij de wettelijkheid van de vorm heeft
geverifieerd". Dat staat in het verslag van het Comité P. U hebt dat
zelf gezegd. U hebt klaar en duidelijk gezegd dat u de zaken hebt
geverifieerd en de constructies die aan u werden voorgelegd hebt
verdedigd.
Vandaag gebruikt u de P van het Comité P als een soort Pontius
Pilatus. Dat neem ik niet. Ik zal aantonen dat u vanaf de eerste dag
op de hoogte was in de zaak Christa Debeck.
Mijnheer de minister, dat zal ik nu aantonen. Op 30 november 2006,
wordt er een examen georganiseerd voor mevrouw Christa Debeck,
niet toevallig Open Vld-voorzitter van Oudergem en waarschijnlijk
evenmin toevallig op uw kabinet werkzaam. Er moest een functie
gecreëerd worden.
01.03 Jean Marie Dedecker
(LDD): Je suis heureux que ce
dossier soit enfin traité grâce à sa
médiatisation et aux pressions
d'un petit parti. Je ne vais pas
aborder
spécifiquement
les
affaires Els Cleemput, Sylvie
Ricour ou Anja Savonet, les
promotions canapé, l'abus de
pouvoir ou le rôle des conseillers
du ministre Dewael. Le 9 juillet
dernier encore et cela figure
également dans le rapport du
Comité P le ministre a déclaré
clairement avoir procédé à des
vérifications et a défendu les
constructions proposées. Je vais
démontrer à présent que dès le
premier jour, à savoir le 30
novembre 2006, le ministre était
au courant de l'affaire Christa
Debeck.
Le 30 novembre 2006, un examen
a été organisé pour Mme Christa
Debeck qui a été invitée à se
présenter devant une commission
composée de dix personnes,
parmi lesquelles Mme Els Goddro,
en tant que déléguée de l'Intérieur
et, je suppose, bras droit du
ministre. Alors même que Mme
Debeck n'est classée en ordre
utile ni par Mme Goddro, ni par
l'ensemble de la commission,
cette décision est modifiée par
l'inspecteur général et son adjoint,
CRIV 52
COM 309
17/09/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
3
Wie is er op dat examen? Tien mensen moeten de
examencommissie vullen. Wie zit er daar bij? Welnu, dat is een
beetje ontsnapt dat kan ik begrijpen aan het Comité P. Het
Comité P moet uw kabinet niet controleren, het mag dat zelfs niet. Het
Comité P controleert de politie. In heel het verslag van het Comité P
komt er heel weinig naar voren over uw kabinet. Maar, wat is de rol
van uw kabinet? Wie zit er daar, op dat examen, aanwezig voor u
persoonlijk? Kunt u het zeggen, mijnheer Dewael? Ik zal u zeggen wie
daar voor u persoonlijk zat: mevrouw Els Goddro. Mevrouw Els
Goddro vertegenwoordigt de minister. Zij is de afgevaardigde van
Binnenlandse Zaken, zetelt als deskundige voor het kabinet-Dewael
en vertegenwoordigt minister Dewael in de federale politieraad.
Mijnheer de minister, ik veronderstel dat zij uw rechterarm is. Welnu,
die dame zit in de selectiecommissie. Mevrouw Christa Debeck, die
zich aanbiedt, is gebuisd. U kunt de documenten erop nakijken; ook
mevrouw Goddro heeft ze persoonlijk gebuisd, mijnheer Dewael. Uw
vertegenwoordiger heeft haar op die dag persoonlijk gebuisd.
Wat gebeurt er? Wonder boven wonder wordt dat veranderd. Het
besluit van de selectiecommissie wordt veranderd. Die verandering,
het besluit tot verandering, gebeurt dat zegt het Comité P klaar en
duidelijk door de inspecteur-generaal en door zijn adjunct, door de
heer Closset en de heer Van Wymersch. Het gaat die avond niet om
één pv, maar om drie pv's in totaal.
Dus, uw eigen persoonlijke medewerker, uw rechterhand op het
kabinet, mevrouw Goddro, is op het examen aanwezig en buist
mevrouw Debeck. Nadien benoemt u haar toch als adviseur-auditeur,
niettegenstaande verschillende zaken.
Op het examen zelf, 's avonds, in de selectierapporten, wordt er al
een nieuwe functie uitgedokterd die niet bestaat, dus zuiver wetende
om te frauderen. Er wordt gefraudeerd door de top van de inspectie.
De inspectie, mijnheer Dewael, is uw pretoriaanse lijfwacht.
U kunt zich nog wegsteken achter het Comité P, maar de inspectie
staat letterlijk, rechtstreeks onder uw bevoegdheid. 's Avonds reeds,
op 30 november 2006, was er dan een schrijven aan u dat de
betrokkene werd weerhouden.
Hetgeen nog erger is, 's anderendaags ging ze reeds in dienst. Uw
rechterhand is daar en weet dat ze gebuisd is en 's anderendaags
gaat ze in dienst.
En wat doet u, mijnheer Dewael? U speelt Manuel uit Fawlty Towers:
"I know nothing." Ik kan u stuk voor stuk zeggen wie op uw kabinet er
wel op de hoogte was. Er zitten daarvan zelfs mensen naast u op dit
moment.
Dan komt er een schrijven van de inspecteur-generaal. Op 12
december 2006 was er een akte van slagen van mevrouw Debeck.
Op 6 maart werd ze toch aangeworven als adviseur-auditeur.
U hebt mevrouw Goddro er steeds buiten gehouden. Ik zou hierop
echt graag een antwoord hebben: wat was haar rol in deze zaak?
Was ze gebuisd? Heeft ze u daarover ingelicht? Mijnheer Dewael, als
zij dat niet gedaan heeft, dan bent u natuurlijk Manuel, maar dan bent
u ook niet bekwaam om zo'n kabinet te leiden.
MM. Luc Closset et Guido Van
Wijmersch, après quoi le ministre
nomme l'intéressée à la fonction
de conseiller auditeur. Par ailleurs,
la direction de l'inspection, qui
relève de la compétence directe
du ministre, a commis une fraude
puisqu'une nouvelle fonction est
créée simultanément à la tenue de
cet examen.
L'intéressée est entrée en service
dès le lendemain. Le 12 décembre
2006, la réussite de Mme Debeck
était notifiée. Le 6 mars, elle était
engagée
comme
conseiller
auditeur. Quel rôle Mme Goddro
a-t-elle joué dans ce dossier? A-t-
elle informé le ministre de la
situation? De plus, l'intéressée a
d'abord effectué un stage dans sa
nouvelle fonction mais elle l'a fait
au cabinet du ministre et ne s'est
présentée à l'inspection qu'après
les élections de 2007. M. Van
Tigchelt, également collaborateur
du ministre, a déclaré que
l'intéressée avait réussi le stage
alors qu'en réalité il n'a jamais été
question de stage, comme le
Comité P le confirme aussi. Le
ministre doit tout de même avoir
remarqué l'une ou l'autre chose,
puisqu'il s'agissait de son propre
cabinet.
Deux hauts dirigeants de la police
fédérale, MM. Closset et Van
Wymersch, sont pour l'heure
maintenus dans leurs fonctions
alors même qu'ils se sont rendus
coupables de faux en écriture. Le
ministre, qui avait manifestement
connaissance de cet état de fait,
est allé jusqu'à ignorer l'avis
juridique rendu par M. Marc De
Mesmaeker, son collaborateur.
En outre, le ministre a reçu le
22 juin 2006 un courrier de la
CSC, qui évoquait l'affaire Debeck
et la question du personnel CALog
en général. Le ministre a répondu
que la CSC ne devait pas se mêler
des affaires d'autrui. La CSC a
heureusement aussi adressé sa
lettre par recommandé à la
Chambre,
à
la
commission
17/09/2008
CRIV 52
COM 309
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
4
Het volgende staat er ook. Men gaat die lieve dame een stage laten
doen, ondertussen wordt ze betaald als adviseur-auditeur. Een stage
vindt normalerwijs plaats op de werkplaats. Die lieve dame blijft echter
op het kabinet van u, mijnheer Dewael, werken. Zij is nooit bij de AIG
geweest. Zij is nooit bij de inspectie geweest. Ze heeft pas
gepointeerd op de inspectie na de verkiezingen van 2007. Wat ze op
uw kabinet deed, weet ik niet.
Het volgende is echter het ergste. Niemand weet van iets. De heer
Van Tigchelt ik vermoed dat hij ook op uw kabinet werkt geeft
volgens het rapport van het Comité P gunstig advies en zegt dat
mevrouw Debeck de stage doorlopen heeft. De heer Van Tigchelt is
uw vertrouwenspersoon op uw kabinet. Die stage heeft niet bestaan.
U leest dus het verslag van het Comité P. Die stage heeft zelfs niet
bestaan en dus kan men haar zelfs geen vorser noemen. Ze heeft die
stage niet gedaan. Het Comité P bevestigt dat.
De heer Van Tigchelt, die op uw kabinet werkt, die uw rechterhand is,
zegt dat er voldaan is aan de stage, terwijl ze niet is gebeurd. U moet
dat toch ook gezien hebben, tenzij uw kabinet een spookkabinet is.
Ofwel was die dame er niet, ofwel was u er niet. Zij heeft daar ten
minste rondgelopen van 30.12.2006 tot 30.06.2007. Mijnheer Dewael,
u kunt niet liegen en nog andere figuren hier in de zaal zullen dat niet
kunnen. Dan opeens komt de kat op de koord: u hebt ze benoemd. U
hebt ondertussen een constructie opgezet om er een raadgever van
te maken en weet ik veel; functies die niet bestonden.
Ondertussen werd schriftvervalsing gepleegd ik zeg klaar en
duidelijk: schriftvervalsing door twee mensen van de top van de
federale politie, door de heer Closset en door de heer Van Wymersch.
Vandaag worden die mensen gehandhaafd. De eerste de beste
politieagent die een pint drinkt op zijn werk, krijgt een tuchtmaatregel
of wordt geschorst. Die mannen niet. Die plegen schriftvervalsing. Dit
wordt geconstateerd door het Comité P. Doodgemoedereerd blijven
die mensen hun functie uitoefenen en is men achter de schermen
politieke spelletjes aan het spelen wie of wat van de loge is, wie of wat
van welke partij is en wie of wat er moet worden beschermd. Dit is
een schande op zich.
U was op de hoogte, absoluut. Ik heb hier nu al drie mensen
genoemd. Er komt nog iemand in zicht: de heer De Mesmaeker. Het
juridisch advies van de heer De Mesmaeker kent u ook. Dit staat daar
in. U bent zelfs tegen dit juridisch advies ingegaan. Ik zal het
voorlezen: "Zoals ik weet heb van de nota door het Comité", er was
een klacht, onderzocht door het Comité P, "gevoerd van de recente
anonieme klacht, ingediend bij datzelfde Comité. Dit alles doet geen
afbraak aan de ministeriële opdracht tot uitvoering". Ik vermoed dat
de heer De Mesmaeker bij u werkt. Ik kan dit ten andere bevestigen:
hij zit niet ver van u.
Dit gebeurt allemaal: een spookstage, mensen die gebuisd zijn,
mensen die benoemd worden, allemaal door mensen uit uw directe
omgeving. Mensen die u zelf hebt gekozen, mijnheer Dewael:
kabinetsmedewerkers zijn vertrouwenspersonen die u zelf hebt
gekozen. En u weet van niks. U krijgt dan nog een brief van het ACV.
Connecties met het ACV kunt u mij moeilijk verwijten: die mensen
permanente de Suivi du Comité P.
La majorité était donc au fait de
cette plainte mais la commission
de Suivi n'a pas réagi à ce
courrier. Après moult insistance,
on a accepté de m'entendre et j'ai
pu remettre mon dossier.
Le ministre avait donc également
reçu la lettre mais il a néanmoins
encore rédigé un arrêté royal pour
confirmer l'intéressée dans sa
fonction. Il savait pourtant qu'elle
ne pouvait avoir effectué de stage
puisqu'elle
était
au
cabinet
Dewael.
CRIV 52
COM 309
17/09/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
5
komen in uiterste nood. Zij komen zeggen: "Mijnheer Dedecker, wij
hebben de heer Dewael aangeschreven op 22 juni. Wij hebben hem
dat allemaal uitgelegd, niet alleen van mevrouw Debeck, ook van het
CALog-personeel, het ander personeel". Als u mij tien minuten extra
geeft, mijnheer de voorzitter, kan ik dat ook nog uitleggen. Ik ga me
voorlopig hiertoe beperken.
U schrijft terug dat die meneer maar in zijn eigen bord moet kijken.
Dat schrijft u terug. Ik heb het hier bij mij, ik kan u dat straks
overhandigen, maar ondertussen zult u het wel ergens van het
internet hebben gehaald.
Maar wat doet het ACV? Die mensen sturen dat ook op naar andere
mensen. Hier in de schoot van het Parlement bestaat de zogenoemde
Vaste begeleidingscommissie bij het Comité P. Ik vermoed dat dit een
vorm van bezigheidstherapie is. Zij zijn pas laat in gang geschoten. Zij
hebben voor het eerst apart vergaderd sedert twee jaar in juni van dit
jaar. Dat was de eerste keer zonder het Comité P, niettegenstaande
het feit dat er vorig jaar een klacht was. Van die klacht, collega's, ging
een
kopie
naar
de
toenmalige
voorzitter
van
de
begeleidingscommissie van het Comité P, de heer Herman De Croo.
De heer Herman De Croo heeft het gekregen. Dat staat er duidelijk in.
Het is niet zomaar een aangetekend schrijven. Het is een
aangetekend schrijven tegen ontvangstmelding.
Een kopie ging ook naar de vicevoorzitter van die commissie, de heer
Tony Van Parys. Beste vrienden van de meerderheid, steek het niet
weg, jullie waren ook op de hoogte. Wat heeft de
begeleidingscommissie gedaan? Ik spreek over 22 juli 2006. Niks!
Het is doorgespeeld aan Herman Van Rompuy. Herman Van Rompuy
is wel zo beleefd geweest een ontvangstbericht te schrijven voor de
heer Adam en voor het ACV om de ontvangst ervan te melden.
Zo werkt het systeem hier. Jullie zijn als begeleidingscommissie, laten
we zeggen, niet democratisch samengesteld. Ik heb drie keer moeten
aankloppen eer ik werd gehoord. Gelukkig dat zeg ik erbij heeft de
heer Van Dooren mij ontvangen en gelukkig heeft de heer Van
Rompuy mij ontvangen. Ik heb hun een dossier afgegeven. Er zijn
onderzoeksdaden gestart en op 4 augustus is men binnengevallen bij
de Algemene Inspectie.
Ik vraag mij dus niet alleen af wat u niet hebt uitgevlooid. U hebt die
brief gekregen. Hoewel u die brief hebt gekregen, hebt u achteraf nog
een koninklijk besluit gemaakt om die dame te bevestigen in haar
functie van vorser-raadgever, terwijl u heel goed wist dat zij geen
stage kon hebben gelopen, want zij liep rond op uw kabinet. Ofwel
was zij daar niet, ofwel was u daar niet. Die interpretatie laat ik aan u
over.
U werd waarschijnlijk misleid, althans dat zegt u.
Le président: Pouvez vous conclure, monsieur Dedecker? Merci.
01.04 Jean Marie Dedecker (LDD): Ik ga nog even voortdoen,
mijnheer de voorzitter. Dit is de enige mogelijkheid die ik krijg om hier
te spreken.
Le président: Je vous demande de conclure.
17/09/2008
CRIV 52
COM 309
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
6
01.05 Jean Marie Dedecker (LDD): U wist duidelijk dat er een
onderzoek was van het Comité P. U hebt die mensen ingeschakeld in
een functie van weddenschaal A41. Dat is ongeveer gelijkwaardig met
een generaal van het leger, terwijl u weet had uw medewerkers
althans zeker weet hadden van schriftvervalsing. Het is zelfs zo erg
dat de heer Closset in het verslag van het Comité P verklaarde, dat hij
de opdracht gekregen heeft van Binnenlandse Zaken. Dat staat er
klaar en duidelijk in op pagina 24. Mijnheer Dewael, ik zou het u
kunnen voorlezen.
U bent blijkbaar zo'n prins van het Leugenpaleis. Ik heb hier namen
genoemd van mensen allemaal uw directe medewerkers die wel
op de hoogte waren. Ik heb mevrouw Goddro genoemd, ik heb
mevrouw Debeck genoemd, die u absoluut een functie moest geven.
Vriendendiensten moeten gebeuren op dat niveau. Dan zijn er nog
mevrouw Spiessens, de heer Vanderlinden, de heer De Mesmaeker,
de heer Vantigchelt. Wie werkt daar nog op dat kabinet voor u, of met
wie praat u daar op dat kabinet? Waarschijnlijk met niemand. U wordt
door niemand ingelicht. U doet altijd maar voort. U krijgt een
aangetekend schrijven. U weet dat er een onderzoek is van het
Comité P. Toch legt u alles gewoon naast u neer.
Vandaag bent u gegijzeld: uw eigen stoel of die van Koekelberg moet
weg. Nu zitten jullie achter de schermen. Heel de politietop is
gepolitiseerd, met allerlei benoemingen van afzonderlijke partijen en
mensen die elkaar chanteren. Bekwaamheid of onbekwaamheid doet
er zelfs niet meer toe. Het gaat over zuivere partijpolitiek en over het
beschermen van een systeem. Het gaat over een graaicultuur tot op
het hoogste niveau en u, als minister, beschermt die.
Ofwel was u misleid en onwetend, zoals u beweert in de krant. Dan
bent u onbekwaam en moet u ontslag nemen. Ofwel was u
medeplichtig en dan moet u vandaag ook ontslag nemen. Ik vraag
aan alle parlementsleden hier aanwezig, dat zij de moed zouden
hebben om daarover een parlementaire onderzoekscommissie op te
richten, niet om oude koeien uit de gracht te halen, maar om een
onderzoek te doen op uw kabinet. Uw kabinet ontsnapt aan het
verslag van het Comité P. Het Comité P heeft daar geen toegang,
terwijl alles werd gestuurd vanuit het kabinet. Dat heeft zelfs de heer
Closset vandaag gezegd.
Welke maatregelen zult u nemen? Het gaat hier over de bescherming
van de politie, de integriteit ten opzichte van 48.000 politieagenten, die
voor het minste wat ze doen, worden gestraft, worden buitengegooid
of tegen wie een tuchtmaatregel wordt genomen. Tegelijk zit u uw
eigen top te beschermen. U durft geen maatregelen te nemen, omdat
u angstvallig blijft vastgelijmd zitten op uw eigen stoeltje. U laat die
graaicultuur toe en zoekt gewoon een uitgangspositie om de perceptie
om te keren: "Ich habe es nicht gewusst." Ik heb daar een ontzettend
grote hekel aan.
01.05 Jean Marie Dedecker
(LDD): Le ministre savait que le
Comité P menait une enquête
mais son cabinet est encore
intervenu activement dans le
dossier en intégrant certaines
personnes dans une échelle de
traitement
supérieure
et
en
fermant à tout le moins les yeux
sur le faux en écriture. Comment
le ministre peut-il prétendre ne rien
savoir si ses collaborateurs directs
étaient bel et bien au courant?
N'a-t-il donc pas été informé?
Balaye-t-il simplement du revers
de
la
main
un
courrier
recommandé et une enquête du
Comité P?
Aujourd'hui, le ministre est au pied
du mur. Le couperet doit tomber
sur sa tête ou sur celle de M.
Koekelberg. La direction de la
police tout entière est politisée et
la compétence est devenue un
détail sans importance. Il s'agit de
politique partisane à l'état pur et
d'une culture du profit personnel
que le ministre protège aussi.
Soit le ministre a été dupé et il est
ignorant. Dans ce cas, il est
incompétent et doit démissionner.
Soit le ministre est complice et il
doit également démissionner.
Je
demande
au
Parlement
d'instituer
une
commission
parlementaire chargée d'enquêter
sur les pratiques qui ont cours au
cabinet de l'Intérieur. En effet, le
Comité P n'y a pas ses entrées
bien que ce cabinet soit clairement
à l'origine des dossiers délicats.
Il s'agit en l'occurrence de
l'intégrité de 48.000 policiers, mais
le ministre préfère protéger la
hiérarchie de la police. Il s'abstient
d'intervenir parce qu'il tient avant
tout à garder sa place. Le ministre
se retranche derrière le "Ich habe
es nicht gewusst", ce que je
déteste foncièrement.
Le président: Monsieur Dedecker, vous êtes intervenu durant quinze minutes, ce qui est fort bien. Je
donne à présent la parole à M. Lahssaini pour une intervention de cinq minutes.
CRIV 52
COM 309
17/09/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
7
01.06 Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!): Monsieur le président,
j'essaierai de ne pas dépasser mon temps de parole. Vous savez que
je n'ai pas l'habitude de tenir le crachoir inutilement.
Au préalable, je voudrais préciser notre responsabilité, qui consiste à
donner une dimension et une analyse politiques des faits. Je
n'entrerai donc pas dans des détails qui m'échappent et que je n'ai
pas eu le temps d'étudier car le dossier, qui est assez technique, nous
a été transmis hier, très tard dans la journée.
De plus, je pense que nous avons la responsabilité de faire en sorte
que le travail que nous allons mener aujourd'hui ne déteigne pas sur
le fonctionnement des corps de police. Il ne s'agit pas d'une remise en
question de ces corps de police mais il est important que nous
mettions le doigt là où le problème se pose, c'est-à-dire au plus haut
niveau hiérarchique.
S'il ne faut pas tout mettre sur le dos du fonctionnement de la police,
on ne peut s'empêcher de relever un certain nombre de faits relatés
dans les rapports du Comité P qui mettent en évidence une gestion
calamiteuse
dans
différents
dossiers,
qu'il
s'agisse
de
commissionnements ou de ce que l'on appelle "faux et usage de
faux". Chacun doit assumer ses responsabilités car la manière dont
ces dossiers ont été gérés me fait penser qu'on s'est trouvé dans une
espèce de guerre froide, de relation piégeur-piégé, qui a fait que
chacun attendait de voir qui allait commettre l'erreur la plus
importante.
Monsieur le ministre, vous avez demandé au Comité P de mener une
enquête quasiment un an après les faits relatifs aux
commissionnements, une enquête qu'il n'était pas en mesure de faire
et qui n'entrait pas dans ses compétences! Vous avez participé à
cette logique de neutralisation réciproque qui s'est mise en place
entre vous et le commissaire général!
Je ne peux que déplorer le fait qu'à un moment donné, le ministre de
tutelle compétent ait inversé les rôles avec le commissaire général et
se retrouve dans une situation où lui-même ne peut plus demander ne
serait-ce que des informations ou un complément de précisions sur
les dossiers en cours.
Si le rapport du Comité P met en évidence les problèmes, il est à mon
avis trop bien ficelé car il met uniquement M. le commissaire général
sur la sellette. On ne peut pas ne pas ressentir un certain malaise et
se demander quelle est votre responsabilité, monsieur le ministre,
dans ce dossier et comment vous avez géré cette question.
Les dossiers contiennent suffisamment d'éléments permettant
d'affirmer que le commissaire général a au moins commis des
erreurs, voire des fautes et de rejeter entièrement ces fautes sur lui.
Je crains qu'on procède dans la précipitation, qu'on fasse sauter un
fusible ou, comme diraient des étudiants en médecine, qu'on
réussisse l'opération mais que le malade n'y survive pas. Il faudrait
éviter de réagir ainsi.
On a l'impression que tout ce qui s'est mis en place était un jeu de
pouvoir entre vous et le commissaire général. Comme si celui-ci avait
01.06 Fouad Lahssaini (Ecolo-
Groen!): Onze rol bestaat er
bovenal in te zorgen voor een
politieke dimensie en een politieke
analyse van de feiten. Ik zal niet
nader ingaan op de technische
aspecten van het dossier, dat ons
pas gisteren vrij laat werd bezorgd.
Bovendien moeten we ervoor
zorgen dat onze werkzaamheden
van vandaag de werking van de
politiekorpsen niet in het gedrang
brengen. Het zijn immers niet de
politiediensten, maar enkel de
hoogste rangen, die vandaag ter
discussie staan.
Uit een aantal in de rapporten van
het Comité P aangehaalde feiten
blijkt echter dat het beheer van
bepaalde dossiers sterk te wensen
overliet. Een en ander geldt zowel
voor de benoemingsdossiers als
voor de dossiers inzake valsheid in
geschrifte en het gebruik van valse
stukken. Het beheer van die
dossiers doet denken aan een
soort van koude oorlog, waarbij
men elkaar in een valstrik wilde
lokken en het afwachten was wie
het zwaarst in de fout zou gaan.
Mijnheer de minister, een jaar na
de feiten met betrekking tot de
aanstellingen, heeft u aan het
Comité
P
een
onderzoek
gevraagd.
Dat
onderzoek
behoorde niet tot zijn bevoegdheid
en het Comité was ook niet in
staat om het te voeren. U en de
commissaris-generaal heeft de
logica
van
de
wederzijdse
uitschakeling gehanteerd. Ik
betreur dat de voogdijminister
momenteel niet langer informatie
of bijkomende verduidelijkingen
over de hangende dossiers kan
vragen.
Het verslag van het Comité P
steekt goed al te goed -in elkaar,
want enkel de commissaris-
generaal komt in het gedrang.
Natuurlijk heeft de commissaris-
generaal
op
zijn
minst
vergissingen
of
zelfs
fouten
begaan, maar hoe staat het met
17/09/2008
CRIV 52
COM 309
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
8
essayé de se couvrir en engageant votre responsabilité et, en retour,
que vous l'ayez découvert en demandant l'enquête du Comité P. En
effet, puisque vous n'étiez plus capable, dans un face à face, de gérer
le dossier avec le commissaire général, il fallait qu'un tiers intervienne
pour éclabousser tout le monde. Et vous êtes éclaboussé, monsieur
le ministre, car la manière dont votre cabinet - dont vous êtes le
responsable - a géré ce dossier met en évidence des responsabilités
que chacun doit assumer.
Je reviens donc à mon premier point: nous devons adopter une
position politique face à cette situation. Nous ne devons pas entrer
dans les détails.
Aujourd'hui, le dossier "faux et usage de faux" est entre les mains de
la justice. Je ne me prononcerai donc pas à ce sujet.
Cependant, je voudrais vous poser quelques questions, monsieur le
ministre. Ainsi, dans son rapport, le Comité P reproche au
commissaire général de ne pas avoir agi en bon père de famille.
Pourquoi n'avez-vous pas agi de la sorte? Pourquoi n'avez-vous pas
convoqué le commissaire général pour qu'il vous donne des
explications quant aux faits? Ce genre de pratique fait pourtant partie
du b.a.-ba d'une gestion saine des administrations. En tant que
supérieur hiérarchique, avez-vous oui ou non demandé à rencontrer
le commissaire général? Dans la négative pourquoi? Pourquoi avez-
vous attendu si longtemps pour demander l'intervention du Comité P?
Fallait-il que des interpellations parlementaires soient déposées, que
l'on procède à un déballage public pour agir? Pour se couvrir, on
découvre l'autre! Pour établir une comparaison, c'est comme si on
avait un drap trop petit pour couvrir deux personnes.
Je voudrais également vous poser une question un peu plus
technique: comment se fait-il que les différents dossiers, et en
particulier les dossiers relatifs aux commissionnements, n'aient pas
été centralisés? Quelle initiative avez-vous prise pour que vous, votre
cabinet ou le commissaire général puisse avoir une vision globale et
ainsi maîtriser l'évolution du dossier? Alors que les faits avaient été
portés sur la place publique, le "laisser-faire" et le "laisser-pourrir"
apparents semblaient signifier que vous ne recherchiez pas de
solution. Sans parler du fait que, par ailleurs, et c'est paradoxal
vous aviez demandé au Comité P de mener une enquête.
Monsieur le président, avant de conclure, je voudrais poser une
dernière question importante.
Monsieur le ministre, aujourd'hui, la question de la confiance est
évoquée. Apparemment, ce sentiment n'existe plus entre vous et le
commissaire général. Cela a une importance d'un point de vue
administratif. En effet, normalement une procédure disciplinaire
devrait être entamée. Selon la presse, vous auriez déjà pris une
décision au sujet du commissaire général. Quel type de procédure
disciplinaire comptez-vous entamer pour que ce dossier puisse être
traité de manière plus optimale et être ainsi mené à bien? Il va bien
falloir que quelqu'un je ne parle pas ici de vous détermine s'il
s'agit d'une erreur ou d'une faute et que, sur cette base, des mesures
disciplinaires soient éventuellement prises.
Aujourd'hui, nous allons devoir donner des pistes de réflexion et des
de verantwoordelijkheid van de
minister? Ik vrees dat er hiermee
slechts één persoon zijn baan
verliest. Men krijgt de indruk dat
er een machtsspelletje aan de
gang is tussen u en de
commissaris-generaal.
Alsof
iedereen geprobeerd heeft zich in
te
dekken
door
de
verantwoordelijkheid naar iemand
anders door te schuiven! En
aangezien u niet meer in staat was
het dossier rechtstreeks met de
commissaris-generaal te beheren,
moest een derde optreden, die
iedereen beklad heeft.
Het dossier inzake valsheid in
geschrifte en het gebruik van valse
stukken is vandaag in handen van
het gerecht. Toch wil ik u daarover
enkele vragen stellen. Het Comité
P verwijt de commissaris-generaal
in zijn rapport dat hij niet als een
`goed huisvader' heeft gehandeld.
Waarom echter deed ook u dat
niet? Waarom
heeft
u de
commissaris-generaal niet op het
matje geroepen? Had u, als
hiërarchische
overste,
een
ontmoeting met de commissaris-
generaal? Zoniet, waarom niet?
Waarom werd zolang getalmd
voor er een beroep werd gedaan
op het Comité P?
Waarom werden de dossiers,
meer bepaald betreffende de
benoemingen,
niet
gecentraliseerd? Wat deed u om
een globale visie te krijgen op het
dossier?
Vandaag
wordt
de
vertrouwensrelatie
te
berde
gebracht, die blijkbaar zoek is
tussen uzelf en de commissaris-
generaal. Volgens de pers zou u al
een
tuchtbeslissing
hebben
genomen ten aanzien van de
commissaris-generaal. Om welk
soort procedure gaat het? Wie zal
beslissen
of
het
om
een
vergissing, dan wel om een fout
gaat, om in voorkomend geval op
grond daarvan tuchtmaatregelen
te nemen?
CRIV 52
COM 309
17/09/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
9
orientations quant aux suites à réserver à ce dossier. Il serait
effectivement trop facile de faire endosser l'entière responsabilité au
commissaire général. Celle-ci doit au moins être partagée entre le
commissaire général et M. le ministre de l'Intérieur. Nous devrons
attendre autant du ministre que du commissaire général. Je rappelle
que d'autres ministres sont tombés pour des faits beaucoup moins
graves!
Vandaag zullen we een en ander
moeten voorstellen over wat er
met dit dossier moet gebeuren.
Het is al te gemakkelijk om de
volledige verantwoordelijkheid in
de schoenen van de commissaris-
generaal
te
schuiven.
Die
verantwoordelijkheid dient op zijn
minst gedeeld te worden met de
minister. Wij verwachten evenveel
van de minister als van de
commissaris-generaal. Er zijn al
ministers moeten aftreden voor
veel minder zware feiten!
01.07 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik zou vandaag niet graag in uw schoenen staan
of op uw zetel zitten. Vele collega's schetsten de feiten al. Zij kwamen
ook in de kranten al uitvoerig aan bod. Ik zal er dus niet te diep op
ingaan, maar meteen naar de politieke consequenties van de
bedoelde drie dossiers overgaan.
Wij hebben ze allen kunnen lezen, zij het dat wij ze pas vrij laat
konden inkijken: de drie rapporten van het Comité P zijn vernietigend
over de wijze waarop de politietop en uw beleidscel en kabinet
handelden.
Het gaat over de benoemingen van de twee secretaressen, waarop ik
niet te diep zal ingaan. Bedoelde feiten zijn immers genoegzaam
bekend. Het is duidelijk gebleken dat hun benoemingen onwettig
waren.
Ten tweede, ook over de detachering van mevrouw Cleemput zijn de
conclusies van het Comité P heel duidelijk: ze getuigt van onbehoorlijk
bestuur. Indien wij immers bekijken hoe de detacheringprocedure
verliep, merken wij dat het onderzoek volledig eenzijdig gebeurde.
Mevrouw Cleemput heeft zich niet kunnen verdedigen en werd zelfs
niet gehoord. Het was met andere woorden een aanfluiting van de
elementaire principes die bij dergelijke procedures van toepassing
zijn.
Het is echter vooral het derde dossier over de onwettige aanstelling
van mevrouw Debeck dat op het huidige debat heel zwaar weegt. Het
weegt niet alleen zwaar, omdat het om een totaal onwettige
aanstelling ging, maar ook omdat er volgens het Comité P heel
ernstige aanwijzingen van valsheid in geschrifte en gebruik van valse
stukken zijn.
Wij mogen daar niet licht overheen gaan. Wij kunnen ons niet over de
zaak uitspreken. Het is een dossier dat verder juridisch zal worden
afgehandeld. Het werd aan de procureur des Konings doorgestuurd.
Echter, wat het Comité P erover schrijft, is heel duidelijk.
Ten tweede, uit het onderzoek blijkt ook heel duidelijk dat uw kabinet
betrokken was bij de constructies die werden opgezet om mevrouw
Debeck een onwettige superpromotie te geven. Volgens het Comité P
haalde zij voordeel uit haar bevoorrechte positie, zoals het Comité dat
noemt, op uw kabinet om een benoeming en de daarmee gepaard
01.07 Stefaan Van Hecke (Ecolo-
Groen!): Les trois rapports du
Comité P sont accablants pour le
sommet de la police et pour la
cellule stratégique au sein du
cabinet du ministre. Il a été
procédé
à
des
commissionnements illégaux, la
procédure
suivie
lors
du
détachement de Mme Cleemput
était pour le moins douteuse et
Mme Debeck a décroché dans
l'illégalité une fonction importante.
Dans le cadre de ce dernier
dossier, qui est le plus accablant, il
existe des indices graves de faux
et usage de faux. Le dossier a été
transmis au procureur du Roi et
suivra son cours.
Quoi qu'il en soit, le cabinet du
ministre a été activement impliqué
dans l'élaboration de constructions
visant à octroyer une super-
promotion à Mme Debeck. Celle-ci
a profité de sa position privilégiée.
Une nouvelle fonction a même été
créée
pour
permettre
sa
nomination. La construction a été
élaborée au cabinet du ministre,
mais le Comité P ignore si le
ministre lui-même était impliqué.
Or, il n'est guère probable que le
ministre n'ait été au courant de
rien.
Le ministre est politiquement
responsable
de
tous
les
dérapages intervenus au sein de
son cabinet. L'enquête interne qu'il
a annoncée est insuffisante. Dans
son rapport, le Comité P se
demande
si
les
hauts
17/09/2008
CRIV 52
COM 309
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
10
gaande, financiële voordelen te bekomen. Zij was niet geschikt voor
de job, zoals al werd gezegd. Er werd dan maar ter plekke een
nieuwe functie gecreëerd om haar toch maar te kunnen benoemen.
Mijnheer de minister, bijzonder belastend is dat uit het onderzoek van
het Comité P blijkt dat de constructie door medewerkers van uw
kabinet zou zijn opgesteld. Daarmee komt uw verantwoordelijkheid in
het vizier.
De rapporten van het Comité P vermelden niets over uw positie of
over uw betrokkenheid. Het Comité P kan zulks ook moeilijk doen.
Het kan er zich immers niet over uitspreken. Het kan enkel nagaan
wat er bij de politie is gebeurd.
Ik kan echter eerlijk gezegd moeilijk geloven dat u helemaal nergens
van wist. Het is volstrekt ongeloofwaardig, wanneer u beweert dat u
helemaal nergens van wist.
Mijn vraag is dan ook heel concreet of u erbij blijft dat u niet op de
hoogte was van de constructies die zijn opgezet, al dan niet in uw
kabinet, om mevrouw Debeck die hoge functie te kunnen toewijzen?
In ieder geval, mijnheer de minister, bent u politiek verantwoordelijk
voor wat er gebeurt op uw kabinet. Daar is duidelijk heel wat fout
gelopen. U zult een intern onderzoek voeren, maar dat is voor ons
onvoldoende.
Het Comité P besluit dat de hoge politieambtenaren zich moeten
afvragen of ze nog in staat zijn het vertrouwen van hun minister te
genieten. Ik denk dat we een gelijkaardige vraag aan u moeten
stellen, mijnheer de minister.
Mijnheer de minister, er is een groot probleem van vertrouwen in de
werking van uw kabinet. Uw moreel gezag is duidelijk aangetast,
maar ook het vertrouwen en het moreel gezag van de politietop is
zwaar geschonden. Deze regering kan niet overgaan tot de orde van
de dag, na wat we de jongste uren hebben gehoord. Laten we eerlijk
zijn. Ik denk dat het vandaag onmogelijk is geworden dat u, als
minister van Binnenlandse Zaken, nog kunt samenwerken met de
huidige politietop. Dat is onmogelijk geworden. Iedereen kan dat
vaststellen. Als we gewoon overgaan tot de orde van de dag, dan
zullen alle problemen blijven aanmodderen. Dat zou niet getuigen van
goed bestuur.
Mijnheer de minister, wij hebben twee conclusies. Ik denk dat het
inderdaad noodzakelijk is dat een disciplinaire procedure wordt
opgestart ten aanzien van de betrokken politiemensen, zoals u hebt
aangekondigd. Ten tweede bent u, als minister van Binnenlandse
Zaken, echter ook politiek verantwoordelijk voor wat is fout gelopen.
Wij vragen u daaruit de passende conclusie te trekken. Ik denk, eerlijk
gezegd, dat er maar één mogelijke conclusie is, met name dat u
ontslag neemt. Andere ministers hebben voor minder ontslag
genomen. Ik verwijs naar de heren Tobback, Vande Lanotte en
anderen. Ik denk dat dit de enige conclusie is die we hieruit kunnen
trekken.
fonctionnaires de police peuvent
encore compter sur la confiance
du ministre, mais je me demande
quant à moi si le ministre bénéficie
toujours de la confiance de ses
fonctionnaires.
Il est impossible de passer
purement et simplement à l'ordre
du
jour.
Une
collaboration
fructueuse entre le ministre et la
hiérarchie de la police me semble
également devenue irréalisable.
Rester les bras croisés et laisser
traîner les problèmes ne témoigne
pas d'une bonne gouvernance.
Il s'indique effectivement de lancer
une procédure disciplinaire à
l'encontre des intéressés. En
outre, le ministre de l'Intérieur est
politiquement responsable des
dérapages intervenus. À notre
estime, on ne peut tirer qu'une
seule conclusion : le ministre doit
démissionner. D'autres ministres
ont déjà démissionné pour moins
que cela par le passé.
01.08 Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
collega's, ik wil het vandaag hebben over de ondraaglijke lichtheid van
01.08 Filip De Man (Vlaams
Belang): Il est clair que le ministre
CRIV 52
COM 309
17/09/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
11
het toezicht uitgeoefend door de minister van Binnenlandse Zaken op
zijn diensten en op zijn kabinet.
Uit het onderzoek van de raadsheren van het Comité P blijkt dat
zowel in het kabinet van minister Dewael als aan de top van de
federale politie stevig werd gesjoemeld. Mijnheer de minister,
ondanks de talloze voorbeelden van malversaties weigert u tot op
heden sancties te nemen tegen de hoofdverantwoordelijken en
conclusies te trekken uit uw persoonlijk falen.
Ik geef enkele voorbeelden. Er is de onwettige canapépromotie
waarbij Fernand Koekelberg naar het kabinet van de minister komt
om een soort Hellebaut-bevordering te regelen voor zijn naar zeggen
zeer persoonlijke secretaresse en waarbij er bij de minister geen
lichtje opgaat. Bovendien mag de minister volgens de wet zelfs niet
eens tekenen, en toch doet hij dat.
Tussen haakjes, Koekelberg kent de weg naar het kabinet, want hij
was een hele tijd verbindingsofficier bij Dewael. Wat blijkt nu? Een
commissaris-generaal doet zijn secretaresse een topjob cadeau, laat
toe dat zij zich tal van bevoegdheden toe-eigent en gooit de
politiewoordvoerster eruit op vraag van zijn persoonlijke secretaresse.
Hij doet dat trouwens met medeplichtigheid van directeur-generaal
Van Branteghem, degene bij wie die andere secretaresse, mevrouw
Savonet, in een topjob is benoemd. Samen met de heer Van
Branteghem gooit hij de politiewoordvoerster eruit.
Die commissaris-generaal, een jurist die precies weet hoe de statuten
in mekaar zitten, gooit daarbij nog eens alle procedureregels
overboord, zoals het recht op verdediging.
Ondanks talloze kritieken weigert die commissaris-generaal een jaar
lang iets te doen aan de onwettige toestand, die met zijn medeweten
is gecreëerd. Het is pas na de vlijmscherpe analyse van het Comité P
dat hij zuinigjes stelt dat er misschien een inschattingsfout is gebeurd.
Maandagavond heeft hij die woorden zelfs ingetrokken. Hij heeft via
zijn woordvoerder duidelijk laten weten dat er geen fouten werden
gemaakt. En nog altijd mag die man van minister Dewael blijven
zitten. In een voorbeeldfunctie voor een korps van 40.000 mensen
kan dat natuurlijk tellen.
Ten tweede, ook over het geval-Van Cleemput kunt u moeilijk
beweren dat u niet op de hoogte was, mijnheer de minister. Zij was
twaalf jaar woordvoerder van de rijkswacht, later de federale politie.
Zij wordt plotseling gedefenestreerd werkelijk door het koppel
Koekelberg-Ricour. Ook dan komt u niet tussenbeide. U laat betijen.
Tot op vandaag is mevrouw Van Cleemput noch door u, noch door
een vertegenwoordiger, gehoord, hoewel u zeer goed weet op welke
schandelijke wijze zij werd behandeld, door geen recht op
verdediging, zoals ik al zei.
Een derde voorbeeld. Zeven personen werden rap-rap benoemd in
een zeer voordelig statuut bij de algemene inspectie. Zij worden daar
geparachuteerd. Mijnheer de minister, u ondertekende dat zonder
verpinken. Op dat ogenblik moest u echter weten en dat wist u dat
a exercé un contrôle insuffisant
sur ses services et sur son
cabinet. L'enquête du Comité P
révèle des malversations au sein
du cabinet du ministre ainsi qu'à la
direction de la police fédérale. Le
ministre refuse jusqu'à présent de
prendre des sanctions et de tirer
les conclusions de cet échec
personnel.
Lorsque le commissaire général
Koekelberg est venu arranger la
promotion vertigineuse de sa
secrétaire personnelle, le ministre
a signé alors même que la loi ne le
lui permettait pas. Le ministre est
également resté muet lorsque le
commissaire général a accordé
une promotion à la secrétaire du
directeur général et a renvoyé la
porte-parole de la police avec la
collaboration du directeur général
Van
Branteghem.
Ces
agissements font pourtant fi de
toute règle de procédure et violent
le droit à la défense de la porte-
parole de la police.
Après avoir refusé durant un an de
mettre un terme à cette situation
illégale, le commissaire général a
admis, à la suite de l'enquête du
Comité
P,
qu'une
erreur
d'appréciation avait peut-être été
commise, avant de se rétracter
aussitôt. Dans l'intervalle, le
ministre maintient à son poste
cette personne qui ne manquera
pas de constituer un véritable
exemple de conduite pour les
40.000 agents que compte la
police!
Le ministre peut difficilement
prétendre
qu'il
n'était
pas
davantage au courant du cas
Cleemput. Après douze années,
celle-ci
est
soudain
« défenestrée »
par
le
commissaire général Koekelberg.
Mme Ricour et le ministre ont
laissé faire. L'ancienne porte-
parole de la police n'a toujours pas
été entendue par le ministre.
Celui-ci a apposé sans sourciller
sa signature au bas d'une
17/09/2008
CRIV 52
COM 309
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
12
een ontwerp inzake de juiste weging, dus de juiste verloning van die
mensen, gefinaliseerd werd door uw eigen diensten. Precies tien
dagen later is dat ontwerp klaar. Toch moest rap-rap even voordien
de zaak worden gefikst. Gefikst, u kunt dat niet anders noemen.
De juridische dienst van FedPol brengt daarover in juni 2007 een zeer
negatief advies daarmee citeer ik het Comité P uit. Ook dan treedt
u niet op, terwijl die benoemingen van onder meer leden van uw
kabinet volstrekt onwettelijk zijn.
Tot slot, niet het minste voorbeeld. De minister benoemt, ondanks
protesten van verschillende zijden, een medewerkster van zijn
kabinet, tevens voorzitster van een Vld-afdeling, voor een job bij de
AIG die voorheen niet eens bestond, maar die wel zeer goed betaald
wordt. Die Vld-kandidate was niet geslaagd in haar examen voor tien
leden van de selectiecommissie. In die selectiecommissie zit ook een
mevrouw Goddro, die daar aanwezig is als vertegenwoordiger van de
minister. Wij moeten allemaal geloven dat die mevrouw, die
vertegenwoordiger is van de minister, niet aan de minister zegt dat
mevrouw Debeck, ook zetelend in het kabinet van de minister, niet is
geslaagd. Wie dat nog gelooft, is van een goed jaar.
Van twee dingen één, mijnheer de minister. Ofwel was u op de hoogte
van de talloze waarschuwingen uit zeer diverse hoeken, zoals
juridische diensten van de federale politie, syndicale hoek, en zo
voort, en was u niet op de hoogte van het onwettig karakter van al die
benoemingen en bevorderingen. In dat geval hebt u natuurlijk zwaar
gefaald als toezichthoudend minister.
Het andere geval is nog erger. Dan was u als minister wel op de
hoogte en bent u medeplichtig. Gezien het laatste voorbeeld, het
parachuteren van een Open Vld-militante werkzaam op uw kabinet,
ben ik natuurlijk geneigd het laatste te geloven.
promotion de sept personnes à
l'Inspection générale, alors qu'il
savait que ses propres services
mettaient à ce moment-là la
dernière main à un projet relatif à
la rémunération correcte de ces
personnes. Et le ministre n'est pas
davantage intervenu lorsque le
service juridique de la Police
fédérale a émis en juillet 2007 un
avis négatif à ce sujet.
De
surcroît,
en
dépit
des
nombreuses
protestations,
le
ministre a nommé l'une de ses
collaboratrices de cabinet par
ailleurs
également
présidente
d'une section du VLD à une
fonction à l'Inspection générale,
fonction qui n'existait même pas
auparavant. Il a procédé à cette
nomination alors que la dame en
question Mme Delbeck avait
échoué à l'examen devant un jury
au
sein
duquel
siégeait
notamment Mme Goddro en
qualité de représentante du
ministre. Nous ne pouvons donc
croire que le ministre n'était pas
au courant.
Soit le ministre, malgré les mises
en garde de toute part, n'était pas
au courant du caractère illégal de
tous ces commissionnements et
promotions et il a gravement
manqué à ses devoirs de ministre
de tutelle, soit il était ou courant et
dans ce cas, il est complice, ce qui
me semble le plus probable.
01.09 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, in
verband met de orde van de werkzaamheden. Hebt u daarnet als
voorzitter van de commissie een eenvoudige motie in ontvangst
genomen?
01.09 Gerolf Annemans (Vlaams
Belang) : Le président a-t-il déjà
reçu une motion pure et simple?
Le président: Non.
De voorzitter: Neen.
01.10 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Het papier dat voor u ligt
is dus nietig.
Le président: Le papier devant moi, c'est l'ordre du jour. Essayez de poser des questions sensées, je vous
prie!
01.11 Ludwig Vandenhove (sp.a+Vl.Pro): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, na vorige sprekers zal ik proberen mij
binnen mijn vijf minuten te beperken tot een aantal zeer exacte
vragen.
01.11
Ludwig
Vandenhove
(sp.a+Vl.Pro): Il s'agit d'un dossier
important pour le fonctionnement
de notre démocratie et de la
CRIV 52
COM 309
17/09/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
13
Ik wil beginnen met te zeggen dat het dossier op zichzelf belangrijk
genoeg is voor de werking van onze democratie en zeker voor de
werking van de politie. Wij begrijpen niet dat het sinds maandag
gekoppeld wordt aan andere dossiers waar deze regering op dit
ogenblik mee sukkelt, voor zover we van een regering kunnen
spreken. Wij betreuren dat ten zeerste. Onderhavig dossier is
belangrijk genoeg om te beoordelen, los van alle andere.
Ik kom tot mijn punten. Een eerste betreft de twee zogeheten
secretaresses. Ik herhaal wat ik ook maandag al heb verklaard, na
kennis te hebben genomen van de documenten van het comité P.
Mijnheer de minister, ik neem aan dat u hier in het Parlement alles
mag zeggen; hier hoeft u zich niet weg te steken achter eventuele
procedurefouten en administratieve procedures. Met alle respect, wij
zijn het Parlement, de basis van de democratie. Wat bent u van plan
met de heer Koekelberg? U hebt gisteren voorzichtig aangekondigd
dat u bepaalde maatregelen al dan niet zou nemen. Ik zou graag van
u hier vandaag vernemen wat u van plan bent.
Ons standpunt daarover is duidelijk gelet op de fouten die de voorbije
zes maanden werden gemaakt, gelet op het feit dat de heer
Koekelberg ons allemaal aan het lijntje heeft gehouden, gelet op het
feit dat het Comité P onderzoeken heeft moeten verrichten en gelet
op het feit dat de heer Koekelberg einde augustus nog beweerde dat
hij de constructie eigenlijk wettelijk vond, maar nu ineens, omdat hij
met de rug tegen de muur staat, toegeeft dat hij een inschattingsfout
heeft gemaakt. Om het even welke korpschef van de lokale politie ik
ben burgemeester van een stad die zoiets doet, zou zijn ontslag er
heel snel zien liggen. Voor ons is duidelijk dat die man niet kan blijven
functioneren. Wij vinden dat die man ontslag moet nemen aan het
hoofd van de federale politie.
Mijnheer Dewael, wij vragen u in die zin wat u van plan bent met de
heer Koekelberg. Waarom hebt u daar zo lang mee gewacht?
Waarom hebt u daar maandag geen uitspraak over gedaan? Waarom
deed u daar gisteren ineens wel uitspraken over? Waarom die lange
timing en dat getreuzel? Waarom de ene dag dit en de andere dat en
nu ineens de beslissing?
Het tweede punt gaat over de werking van de Algemene Inspectie van
de politie. Wij weten dat er ondertussen tegen de nummer een en de
nummer twee van de Algemene Inspectie een gerechtelijk onderzoek
loopt. Wij hebben het volste vertrouwen in de uitslag van dat
onderzoek, dus daar ga ik niet op in. Wij hebben wel een aantal
vragen bij het op dit ogenblik functioneren van die algemene
inspectie.
U hebt verklaard dat u vrijdag de heer Closset zult ontmoeten. Wij
vragen ons af waarom daar een week over moet gaan. De algemene
inspectie is een van de belangrijkste diensten voor de politiewerking
van ons land. Waarom moet daar een week over gaan? U ziet hem
pas vrijdag. Wat gebeurt er ondertussen met de algemene inspectie?
Werkt die voort? Dat is natuurlijk ook voor de verdere werking van het
politielandschap in België ongelofelijk belangrijk, niet alleen voor de
federale politie, maar ook voor de politiemensen die elke dag op
straat zijn in heel België.
police. Nous ne pouvons l'associer
à d'autres dossiers difficiles de ce
gouvernement.
En ce qui concerne les deux
secrétaires, le ministre ne doit pas
se retrancher, ici au Parlement,
derrière
toutes
sortes
de
procédures. Ici, il doit répondre
honnêtement: quelles mesures
prendra-t-il
à
l'égard
du
commissaire général? Ce dernier
a commis de nombreuses erreurs
ces six derniers mois, comme l'a
démontré l'enquête du Comité P. Il
n'a
toutefois
jamais
voulu
l'admettre. À notre sens, le
commissaire général ne peut plus
fonctionner et doit remettre ou
recevoir sa démission. Pourquoi le
ministre
a-t-il
attendu
aussi
longtemps pour prendre des
mesures
à
l'égard
de
M.
Koekelberg?
En
ce
qui
concerne
le
fonctionnement de l'Inspection
générale,
nous
attendons
l'enquête judiciaire ouverte contre
les deux hauts fonctionnaires. Le
ministre
a
indiqué
qu'il
rencontrerait M. Closset vendredi.
Pourquoi
faut-il
attendre
si
longtemps? Qu'advient-il dans
l'intervalle
de
l'Inspection
générale? C'est important pour le
fonctionnement de l'ensemble du
personnel policier.
Quant au rôle du cabinet du
ministre, selon le rapport du
Comité P, M. Closset aurait été
pressenti par un collaborateur du
cabinet au sujet de l'élaboration de
la construction. Une enquête
interne a-t-elle déjà été menée?
L'information fournie par M.
Closset
est-elle
exacte?
Le
collaborateur concerné a-t-il déjà
été entendu? Si tel n'est pas le
cas, le ministre a un problème
politique important. Si l'information
s'avère exacte, son problème n'en
sera que plus grand. Les réponses
que vous fournirez à ces questions
détermineront la position de mon
parti.
17/09/2008
CRIV 52
COM 309
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
14
Dat is natuurlijk ook voor de toekomstige werking van het
politielandschap in België niet alleen voor de federale politie maar
ook voor de politiemensen die elke dag de straat opgaan en voor heel
België ongelooflijk belangrijk.
Wij vragen ons dus ook op dat punt af waarom u er een week
overheen liet gaan en niet sneller optrad. Wij vragen ons bovendien af
wat er in de tussentijd moet gebeuren. Dat is een tweede, punctuele
vraag.
Ik kom dan bij het derde dossier, met name over de al dan niet
betrokkenheid van uw kabinet bij het hele gebeuren. Dat is meteen
mijn derde, heel punctuele vraag.
Ondertussen werden de documenten publiek gemaakt. Ik heb ze op
alle websites teruggevonden. Ik zal de hele tekst niet voorlezen, maar
ik citeer, voor degene die ze nog niet zouden hebben gelezen, uit
pagina 26. Op pagina 26 van het document wordt heel duidelijk een
verband gelegd met het feit dat de heer Closset letterlijk en figuurlijk
en met naam en toenaam beweert dat een medewerker van uw
kabinet, die er vandaag nog altijd als expert fungeert, hem zou
hebben benaderd om aan bedoelde constructie mee te werken. Dat
staat zwart op wit op pagina 26 van het document, dat wij vandaag op
alle websites kunnen lezen.
Mijnheer de minister, mijn vraag is bijgevolg heel duidelijk. Ik stelde ze
u ook maandag achter gesloten deuren. U verklaarde een onderzoek
op uw kabinet te zullen instellen. Met uw kabinet hebben statuten of
het Comité P niks te maken. Op het kabinet bent u de baas.
U beschikt sinds donderdag over het document. Sinds donderdag
staat zwart op wit dat de heer Closset beweert dat een medewerker
van uw kabinet, die er nu nog altijd werkt, hem benaderde om de
constructie op te zetten.
Ten eerste, hebt u sinds donderdag voornoemd onderzoek op uw
kabinet gevoerd? Ik kan mij inbeelden dat het erop neerkomt dat u de
betrokken medewerker bij u roept en hem vraagt of de informatie van
de heer Closset al dan niet correct is. Ik ga ervan uit dat wij zo
dadelijk een antwoord op deze vraag zullen krijgen.
Indien u ondertussen de betrokken medewerker nog niet bij u zou
hebben geroepen en u met andere woorden uw eigen, intern
onderzoek op uw eigen kabinet, waar niemand anders iets mee te
maken heeft, nog niet zou hebben gevoerd of vandaag nog niet zou
hebben afgerond, dan hebt u een ongelooflijk, politiek probleem. Dat
is duidelijk.
Ten tweede, indien de betrokkene de beweringen van de heer Closset
aan u zou hebben toegegeven, hebt u ook een ongelooflijk, politiek
probleem.
Ten derde, indien de betrokkene aan u zou hebben gezegd dat de
heer Closset tegenover het Comité P niet de waarheid heeft
gesproken, is dat een andere zaak. Het gerechtelijk onderzoek zal
dan moeten uitwijzen wie gelijk heeft.
Ik ga er echter van uit dat is meteen de derde, punctuele vraag die
CRIV 52
COM 309
17/09/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
15
ik u stel dat u uw eigen onderzoek op uw kabinet zelf kan doen.
Hebt u bedoeld onderzoek sinds donderdag gevoerd? Het komt er
immers op neer dat u een, twee of drie kabinetsmedewerkers bij u
moet roepen en hen moet vragen of de beweringen van de heer
Closset al dan niet de waarheid zijn. Ik zou heel graag van u de
uitslag van het onderzoek vernemen. Daarvan zal straks uiteraard de
positie van de sp.a afhangen. Daarvan zal afhangen wat wij zullen
vragen op het vlak van de eventuele, politieke conclusies die u uit de
zaak moet trekken.
01.12 Josy Arens (cdH): Monsieur le président, je voudrais tout
d'abord signaler que nous parlons de la police, dont la mission
essentielle dans la société est d'assurer la sécurité des citoyens. En
ma qualité de bourgmestre, je ne peux que regretter ce que nous
vivons aujourd'hui. Nous attendons beaucoup, dans les prochaines
semaines, de l'évaluation des dix ans de réforme des polices. Nous
attendons beaucoup au niveau des zones, du renfort en personnel
destiné à assurer la sécurité des citoyens. Voilà l'essentiel des débats
que nous devons mener au niveau de la police.
Eu égard aux trois rapports du Comité P du 15 septembre dernier,
nous sommes surpris de ce que nous vivons maintenant. En effet,
dans ses réponses à plusieurs collègues, M. le ministre a, notamment
le 14 novembre 2007, fait état, en ce qui concerne les secrétaires qui
ont été nommées, de leur 'know-how' et de la grande expérience
qu'elles avaient acquise. Aussi suis-je surpris d'entendre, à peine un
an plus tard, une telle différence d'appréciation.
Je voudrais également savoir quels sont les protagonistes que le
Comité P a interrogés pour lui permettre d'arriver à ses conclusions
relatives aux diverses personnes visées dans les différents rapports.
De combien de personnes s'agit-il? Des opérationnelles ou des
CALog? Des fédéraux ou locaux? Des mandataires? Des hommes ou
des femmes? Combien de personnes se sont-elles exprimées
négativement à propos du management du commissaire général? En
effet, il ressort de la situation actuelle que les impressions sont
négatives en la matière. J'estime que de nombreux éléments sont
positifs. Or, je n'ai entendu personne relever ces éléments positifs,
alors que tous les signaux relatifs au fonctionnement de la police
fédérale ne sont pas mauvais et sont même bons! Vous-même,
monsieur le ministre, en avez parlé lors de la présentation du rapport
annuel d'activité, le 26 juin dernier devant ce Parlement.
En ce qui concerne la procédure suivie par le service d'enquête du
Comité P, a-t-elle été suffisamment faite à charge et à décharge? Les
personnes en cause ont-elles été invitées à produire des témoins à
décharge? Voilà, monsieur le ministre, les différentes questions que
je souhaitais vous poser dans un premier temps, tout en insistant sur
le rôle essentiel de la police. Je ne voudrais pas que les événements
actuels nous fassent oublier le rôle essentiel de la police dans notre
société.
01.12 Josy Arens (cdH): Ik wil
erop wijzen dat het hier over de
politie
gaat,
waarvan
de
hoofdopdracht in de maatschappij
de bescherming van de veiligheid
van de burgers is.
In uw antwoorden op de vragen
van verscheidene collega's had u
het over de grote ervaring van de
secretaressen die de benoeming
kregen, meer bepaald op 14
november 2007 Het verbaast me
dan ook dat u daar, minder dan
één jaar later, helemaal anders
over denkt!
Wie ondervroeg het Comité P om
tot die besluiten te komen? Om
hoeveel personen gaat het? Om
wie gaat het precies? Waarom
worden de positieve elementen
niet vermeld?
Gebeurde de door de dienst
Enquêtes van het Comité P
gevolgde procedure voldoende à
charge en à decharge? Werd de
betrokkenen gevraagd getuigen à
decharge voor te brengen?
01.13 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, commençons par dire que j'ai insisté pour que cette
commission se réunisse le plus vite possible. Ces derniers jours, je
n'ai pas eu l'occasion de me défendre car je ne veux commettre
aucune erreur de procédure dans ce dossier. Cela reviendrait à un
sauf-conduit pour ceux ayant commis des erreurs dans le dossier. Par
01.13 Minister Patrick Dewael: Ik
wil
in
dit
dossier
geen
procedurefouten begaan. Ik zal
vandaag dan ook voorzichtigheid
aan de dag leggen. Ik zou niet
willen
dat
u
mij
opnieuw
17/09/2008
CRIV 52
COM 309
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
16
conséquent, il est très important que je puisse donner aujourd'hui ma
version des faits et que je puisse réagir aux propos de certains qui se
sont prononcés sur le dossier sans en avoir connaissance et même
sans avoir lu les rapports.
En raison de cette prudence procédurale, je dois faire attention
aujourd'hui à ne pas produire d'erreur de procédure ou de faire de
déclaration en vertu de laquelle la procédure serait déclarée nulle;
sinon, vous m'interpellerez de nouveau pour me dire que j'ai commis
une faute.
ondervraagt met de bewering dat
ik in de fout zou zijn gegaan.
Ik wil daarin heel duidelijk zijn. In disciplinaire procedures zijn er
rechten die gerespecteerd moeten worden. Mijnheer de voorzitter,
collega's, ik heb mij in de afgelopen dagen inderdaad op de
achtergrond gehouden. Ik word uitgenodigd, vanuit diverse zijden, om
te zeggen wat ik ga doen en om toe te lichten welke maatregelen ik
ga nemen.
Ik heb enige ervaring in dit soort aangelegenheden. Wij hebben in het
verleden al te vaak meegemaakt dat bepaalde zaken, ook in
parlementaire onderzoekscommissies, nadien gefungeerd hebben als
een vrijgeleide, omdat de betrokkenen, die dan eventueel disciplinair
worden gesanctioneerd, konden zeggen dat zij geen recht hadden
gehad op een eerlijke behandeling en dat zij al tegen het kruis werden
genageld of schuldig werden bevonden door de publieke opinie,
zonder dat zij zelfs nog maar waren gehoord.
Als ik daarop ingegaan zou zijn ik krijg ook elke avond uitnodigingen
om naar de tv-studio's te gaan , verklaringen zou hebben afgelegd
en daardoor procedurefouten begaan of veroorzaakt zou hebben die
dan als vrijgeleide zouden dienen, dan zitten wij hier over een aantal
weken terug en verwijt u mij ervan zeer lichtzinnig te werk te zijn
gegaan.
Laat mij voor de goede orde even ingaan op de chronologie van
hetgeen zich heeft afgespeeld in de voorbije weken. Afgelopen
donderdag 11 september, omstreeks 16.00 uur, heeft de
waarnemende voorzitter van het Comité P, de heer Cumps, mij
persoonlijk de drie rapporten overhandigd. Ongeveer een week
voordien, op 5 september, is hij ook bij mij geweest met een brief.
Daarin heeft hij gesteld dat diezelfde dag aangifte was gedaan bij het
parket van Brussel, op basis van het gevoerde onderzoek. Ik citeer:
Les
procédures
disciplinaires
doivent être menées dans le
respect de certains droits. Je me
suis délibérément tenu à l'arrière-
plan, jusqu'ici, pour ne pas être à
l'origine de fautes de procédure
qui pourraient être utilisées
comme des sauf-conduits par la
suite. Dans le passé, cela s'est
déjà produit à plusieurs reprises
dans le cadre de commissions
d'enquête parlementaires.
Le 11 septembre, j'ai reçu les trois
rapports du Comité P. Une
semaine plus tôt, le président
faisant fonction m'adressait déjà
un courrier m'informant que, sur la
base de l'enquête effectuée, une
déposition avait été faite au
parquet de Bruxelles le 5
septembre 2008.
"Des indices sérieux permettent de mettre en évidence l'existence de
crimes de faux et usage de faux, auxquels pourraient avoir participé
dans une mesure qu'il appartiendra à la Justice de définir M. Luc
Closset, inspecteur général, et M. Guido Van Wymersch, inspecteur
général adjoint au moment des faits et, actuellement, chef de corps
de la police locale Bruxelles-Capitale/Ixelles."
Er zijn ernstige aanwijzingen dat er
misdrijven werden gepleegd op het
stuk van valsheid en gebruik van
valse stukken waaraan de heer
Luc Closset, inspecteur-generaal,
en de heer Guido Van Wijmersch,
adjunct-inspecteur-generaal op het
ogenblik van de feiten en huidig
korpschef van de lokale politie van
Brussel Hoofdstad Elsene, zouden
kunnen hebben deelgenomen. Het
gerecht zal moeten uitmaken in
welke mate dat is gebeurd.
Op basis van dat schrijven heb ik op 10 september een brief Le 10 septembre 2008, j'ai écrit au
CRIV 52
COM 309
17/09/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
17
verstuurd naar de procureur des Konings van Brussel, met het
verzoek mij op de hoogte te houden van de evolutie van het dossier.
De Algemene Inspectie dat werd hier al terecht gezegd staat
onder het gezag van de minister van Binnenlandse Zaken en
trouwens ook onder het gezag van de minister van Justitie. Beide
ministers fungeren hier als tuchtoverheid.
Ik wil eerst even stilstaan bij de rapporten-Ricour, -Savonet en -
Cleemput. Het tweede rapport, de ordemaatregel die is genomen ten
aanzien van de vroegere woordvoerster van de federale politie kan
perfect worden samen gelezen met het eerste rapport. Ik kan die
rapporten als volgt samenvatten.
In verband met de wettigheid van de aanstellingsakten van mevrouw
Ricour en mevrouw Savonet stelt het Comité P vast dat die onwettig
zijn in tweeërlei opzicht. Ze hadden mij zelfs niet hoeven te worden
voorgelegd, wat men toch heeft gedaan. De aanstelling van niveau C
naar niveau A is wettelijk niet mogelijk. Alle specialisten die het
Comité P daarover heeft geconsulteerd, zowel intern als extern, zijn
het daarover eens, uitgezonderd de commissaris-generaal van de
federale politie zelf, die in een brief van 29 augustus nogmaals de
wettigheid van de constructie heeft verdedigd.
Het Comité P heeft op die brief ook reeds een antwoord gegeven. Het
heeft gezegd dat die argumentatie niet klopt. Zoals u weet, heeft de
commissaris-generaal voor de eerste maal en ik zeg wel voor de
eerste maal de onwettigheid in zijn brief van 15 september
bevestigd.
Ten tweede, het gaat over het functioneren van de commissaris-
generaal van de federale politie. Daarover schrijft het Comité P dat
het functioneren van de commissaris-generaal niet of moeilijk door
het Comité kan worden beoordeeld en dat het in essentie gaat over
de vraag of beide ministers nog voldoende vertrouwen hebben in hun
commissaris-generaal.
Het Comité P zegt dat het daarin moeilijk kan tussenkomen. Het
formuleert echter een paar vaststellingen en het maakt ook een aantal
bedenkingen. U hebt dat kunnen lezen.
Voor het dossier-Cleemput blijkt dat er fouten zijn begaan waarbij de
rechten van de verdediging zouden zijn geschonden. De rivaliteit
tussen mevrouw Ricour enerzijds en de voormalige woordvoerster
anderzijds zou daar mogelijk een rol hebben gespeeld.
Ik ben daarover ondervraagd in de kamercommissie voor de
Binnenlandse Zaken op 9 juli. Ik heb daarover het volgende gezegd:
"Ik ben bezorgd over het imago van de federale politie, bij uitbreiding
van de hele geïntegreerde politie, in die mate dat ik mij afvraag of dit
hele gebeuren het functioneren van de commissaris-generaal niet
bemoeilijkt. De commissaris-generaal van een belangrijke dienst als
de federale politie moet onbesproken zijn. Dat is cruciaal voor de
goede werking van de dienst, waarvan hij de leiding heeft."
Ik heb reeds verwezen naar de brief die de commissaris-generaal mij
ondertussen heeft geschreven. Ik vond dat een belangrijk nieuw
element, omdat hij voor de eerste keer effectief te kennen gaf dat de
beide besluiten onwettig zijn en dat hij in voorzichtige bewoordingen
procureur du Roi à Bruxelles pour
qu'il m'informe de l'évolution du
dossier.
L'Inspection générale est placée
sous l'autorité conjointe des
ministres de l'Intérieur et de la
Justice, qui interviennent tous
deux
en
tant
qu'autorité
disciplinaire.
Le Comité P juge les actes de
désignation de Mmes Ricour et
Savonet illégaux. Ces actes
n'auraient même pas dû m'être
soumis. Une promotion du niveau
C au niveau A est légalement
impossible. Tous les spécialistes
consultés à ce sujet par le Comité
P s'accordent à le dire. Seul le
commissaire général de la police
fédérale a encore défendu cette
promotion dans un courrier du 29
août 2008. Ce n'est que le
15 septembre
2008
qu'il
a
confirmé l'illégalité.
La question se pose à présent de
savoir si les deux ministres
compétents accordent encore une
confiance
suffisante
au
commissaire général. Le Comité P
estime pouvoir difficilement se
prononcer sur le maintien du
commissaire général dans ses
fonctions, mais formule toutefois
des réserves et effectue des
constats.
Dans
le
dossier
Cleemput, les droits de la défense
ont été enfreints et la rivalité entre
Mmes Ricour et Savonet joue un
rôle important. Déjà interrogé à ce
sujet au sein de cette commission
le 9 juin 2008, j'ai déjà déclaré
alors qu'un commissaire général
devait
être
de
conduite
irréprochable, ce qui est crucial
pour le fonctionnement de ses
services. Dans sa récente lettre, il
reconnaît à présent l'illégalité des
deux arrêtés de désignation et
indique avoir peut-être commis
une erreur d'appréciation. Je
souhaitais initialement examiner si
cela pouvait rétablir la confiance
mais j'ai finalement décidé hier, en
concertation avec le ministre de la
Justice, d'ouvrir tout de même une
17/09/2008
CRIV 52
COM 309
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
18
stelde misschien een inschattingsfout te hebben gemaakt.
In de parlementaire begeleidingscommissie heb ik maandag al
gezegd dat ik daarvan akte heb genomen en dat ik in de komende
uren ik spreek over maandag verder zou nagaan, in overleg met
de collega van Justitie, in welke mate het een eerste stap zou kunnen
zijn die kon bijdragen tot het herstel van het vertrouwen.
Vandaag kan ik u meedelen dat hebben de minister van Justitie en
ikzelf gisterenavond trouwens laten weten in een persmededeling
dat ik samen met mijn collega van Justitie heb beslist een
tuchtprocedure op te starten ten aanzien van de commissaris-
generaal. Wij menen dat wij daarvoor voldoende elementen hebben,
niet het minst het rapport van het Comité P zelf, dat expliciet verwijst
naar artikel 29,4
e
van de deontologische code.
Ik citeer het artikel: "Personeelsleden moeten bij de uitoefening van
hun ambt handelen en zich gedragen overeenkomstig de wettelijke en
reglementaire bepalingen, de strategie en de richtlijnen van de
overheid. Zij laten zich leiden door overwegingen van wettelijkheid,
billijkheid, opportuniteit en doeltreffendheid." Het Comité P gaat
verder en stelt, ik citeer: "Zowel naar wettelijkheid, opportuniteit als
doeltreffendheid heeft de commissaris-generaal in deze zaak en in
het dossier-Cleemput naar het oordeel van het Comité steken laten
vallen."
Nu, de naleving van de deontologische code geldt voor iedereen en
geldt natuurlijk, in eerste instantie zou ik zeggen, voor de hoogste
politieambtenaren van het land.
De tuchtprocedure wordt gevoerd conform het tuchtstatuut. Daarvoor
bestaan uiteraard regels die moeten worden gerespecteerd. Ik kan en
mag daar op dit ogenblik dus niet op ingaan.
Het is mijn taak, samen met collega Vandeurzen, om te waken over
de goede werking van de federale politie. Ik herbevestig vandaag dat
ik ter zake mijn verantwoordelijkheid zal opnemen.
Wat de betwiste benoemingen aangaat van mevrouw Ricour en
mevrouw Savonet, heb ik een ministeriele akte genomen, en voor
uitvoering overgezonden aan het sociaal secretariaat van de
geïntegreerde politie, tot stopzetting van die benoemingen.
Ook de regelgeving dat was een andere aanbeveling van het
Comité P inzake de beleidsmedewerkers van de topmandatarissen
van de federale politie zal ik evalueren en aanpassen. Ik geef zo,
zoals ik al zei, uitvoering aan de aanbevelingen van het Comité P.
Ik ben daarover inderdaad vorig jaar al ondervraagd. Op dat ogenblik
heb ik gezegd dat die benoemingsbesluiten mij zijn voorgelegd. Als de
hoogste
verantwoordelijke
bij
zijn
minister
komt
met
benoemingsbesluiten, dan mag ik er redelijkerwijze toch van uitgaan
dat die getoetst zijn op hun wettelijkheid. De federale politie beschikt
daarvoor trouwens over een administratie die voldoende is uitgerust.
Niettemin heb ik nog een toetsing laten uitvoeren door de besluiten
voor te leggen aan het toenmalig hoofd van de juridische dienst,
directeur-generaal Dûchatelet, die een aantal aanpassingen heeft
procédure disciplinaire. Le rapport
du
Comité
P,
qui
renvoie
explicitement à l'article 29,4° du
code de déontologie, comporte
suffisamment
d'éléments
accablants à cet effet. Le code de
déontologie doit être respecté par
tous et en premier lieu par le
commissaire
général.
La
procédure disciplinaire est menée
conformément
au
statut
disciplinaire et je ne puis en dire
davantage à ce propos.
En
ce
qui
concerne
les
commissionnements
de
Mme
Ricour et de Mme Savonet, j'ai
adressé deux actes ministériels au
secrétariat social de la police
intégrée ordonnant la cessation
immédiate
de
ces
commissionnements. Lorsque ces
arrêtés de nomination m'ont été
soumis,
j'ai
raisonnablement
supposé qu'ils avaient fait l'objet
d'une évaluation du point de vue
de leur légalité. L'administration de
la police fédérale est par ailleurs
dotée de suffisamment de moyens
à cet effet. J'ai toutefois décidé de
soumettre ces arrêtés à l'avis du
chef du service juridique de
l'époque, le directeur général M.
Duchatelet et j'ai fait adapter les
arrêtés à ses recommandations.
Si le Comité P conclut aujourd'hui
que les nominations étaient
illégales et que le commissaire
général lui-même reconnaît les
faits, la donne est tout à fait
différente
et
demande
une
réaction immédiate.
La réglementation relative aux
collaborateurs stratégiques au
sommet de la police fédérale sera
évaluée
et
aménagée.
Les
recommandations du Comité P
seront ainsi mises en oeuvre. J'ai
déjà été interrogé à ce sujet au
mois de novembre 2007.
À propos de la sélection de Mme
Debeck auprès de l'Inspection
générale, des déclarations ont été
faites au parquet de Bruxelles
concernant
des
infractions
supposées, qui auraient été
CRIV 52
COM 309
17/09/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
19
gesuggereerd. Ik heb de besluiten nog aangepast overeenkomstig
zijn aanbevelingen. Dat is hetgeen ik hierover heb verklaard in
november 2007.
Als het Comité P, dat een aantal specialisten heeft geraadpleegd, nu
tot een andere conclusie van onwettelijkheid komt en de commissaris-
generaal dat nu onderkent, zorgt dat voor een nieuwe situatie die
moet worden omgezet in de feiten, wat intussen is gebeurd.
Ik kom tot het rapport over mevrouw Debeck en het probleem van de
Algemene Inspectie. Er zijn twee luiken. Enerzijds is er de selectie
van mevrouw Debeck bij de Algemene Inspectie en, anderzijds, de
toekenning van de loonschaal aan de zeven CALog-personeelsleden
niveau A van de Algemene Inspectie.
Wat het eerste luik betreft, er werd bij het parket van de procureur des
Konings van Brussel aangifte gedaan van vermeende strafbare feiten
die zouden zijn gepleegd door inspecteur-generaal Closset en
adjunct-inspecteur-generaal Van Wymersch. Uiteraard, en dat is
cruciaal, moeten wij het verloop van dat dossier voor het parket van
de procureur des Konings van Brussel afwachten.
Wat de inspecteur-generaal betreft, kan ik de volgende toelichting
geven. Ik heb op 5 september een eerste document van het Comité P
ontvangen waarin mij werd gemeld dat er aangifte was gedaan bij het
parket. Op 11 september heb ik het derde rapport van het Comité P,
over de Algemene Inspectie, ontvangen.
De dag erna, op 12 september collega Vandenhove liet uitschijnen
dat het allemaal heel wat tijd in beslag heeft genomen heb ik
vastgesteld dat de goede werking van die dienst in het gedrang
kwam. Ik heb het hele weekend overleg gepleegd met collega
Vandeurzen. Zoals ik reeds heb gezegd, veronderstellen sommige
maatregelen immers een gezamenlijk optreden.
Vervolgens hebben wij maandag samen de heer Closset ontboden. In
gemeen overleg werd een procedure afgesproken die de twee
uitgangspunten
verzoent,
namelijk
enerzijds
onze
verantwoordelijkheid om de goede werking van de Algemene
Inspectie te vrijwaren en, anderzijds, ook de rechten van verdediging
van de heer Closset, die moeten worden gerespecteerd.
Tot zijn verhoor, eerstkomende vrijdag, overmorgen dus, zal de
inspecteur-generaal zich afzijdig houden en met volledige kennis van
zaken zal vrijdag worden beslist tot het nemen van een
ordemaatregel. Meer wens en mag ik daarover vandaag niet zeggen.
Wat de adjunct-inspecteur-generaal aangaat, bepaalt de wet van
13 mei 1999 inzake het tuchtstatuut van de personeelsleden dat ik
samen met collega Vandeurzen op tuchtvlak bevoegd ben voor de
leden van de algemene inspectie, zelfs als die nadien een andere
functie bekleden. U weet dat de adjunct-inspecteur-generaal per
1 september korpschef is geworden van de politiezone Brussel
Hoofdstad-Elsene. De feiten waarvoor het Comité P aangifte heeft
gedaan bij het parket, zijn gepleegd nog op het ogenblik dat hij
adjunct-inspecteur-generaal was bij de algemene inspectie.
Het wordt nu wel even technisch, maar dat heeft allemaal zijn belang,
commises par l'inspecteur général
Closset et son adjoint, M. Van
Wijmersch. Il convient d'attendre
la suite de l'enquête judiciaire.
Concernant l'inspecteur général,
j'ai été informé le 5 septembre
2008 par le Comité P de la
déposition au parquet. Le 11
septembre, j'ai reçu le rapport du
Comité
P
sur
l'Inspection
générale. Dès le 12 septembre, j'ai
constaté
que
le
bon
fonctionnement du service était
menacé et je me suis concerté
avec le ministre de la Justice,
M. Vandeurzen.
Nous
avons
convoqué M. Closset le lundi 15
septembre. Il a été convenu d'une
procédure garantissant à la fois le
bon fonctionnement de l'Inspection
générale et les droits de la
défense de M. Closset. La
décision concernant une possible
mesure d'ordre sera prise en
connaissance de cause après son
audition, après-demain.
Le statut disciplinaire du personnel
de l'inspection générale relève de
ma compétence ainsi que de celle
du ministre de la Justice, même
dans l'hypothèse où des membres
du
personnel
occupent
ultérieurement une autre fonction.
Les faits reprochés à M. Van
Wijmersch
et
dénoncés
au
parquet par le Comité P ont été
commis lorsqu'il était encore
inspecteur général adjoint. Depuis
le 1
er
septembre, il assume la
fonction de chef de corps de la
zone de police de Bruxelles-
Ixelles. Il convient de distinguer la
mesure disciplinaire pouvant être
prise à son égard d'une éventuelle
mesure d'ordre, cette dernière ne
pouvant être prise que par le
collège de police de la zone de
police de Bruxelles Capitale. En
matière
disciplinaire,
les
démarches
utiles
seront
entreprises
à
charge
de
l'inspecteur général, de son ancien
adjoint et de Mme Debeck. Pour
ce faire, nous dépendons en partie
de l'information en cours au
parquet de Bruxelles. Il est clair
17/09/2008
CRIV 52
COM 309
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
20
ook voor de procedures die we moeten volgen. Het tuchtrechterlijk
aspect moeten we onderscheiden van een desgevallende maatregel
van inwendige orde, die genomen kan worden in het belang van de
goede werking van de dienst en waarvoor het aan het politiecollege
van de politiezone Brussel Hoofdstad toekomt om te beslissen of er al
dan niet zo'n maatregel moet volgen. Tucht- en ordemaatregelen
moeten dus goed van mekaar worden onderscheiden.
Op het tuchtrechterlijk vlak zullen, conform de disciplinaire wet, de
nodige stappen worden gezet, niet alleen lastens de inspecteur-
generaal en zijn adjunct, maar ook lastens mevrouw Debeck. Ten
dele zijn we daarvoor afhankelijk dit wil ik nog eens benadrukken
van de resultaten van het opsporingsonderzoek dat momenteel wordt
gevoerd door het parket van de procureur des Konings van Brussel.
Wegens de bekende rechten op verdediging, kan ik daarop hier niet
verder ingaan.
Het tweede luik betreft het zogenaamd ministerieel besluit van 25 april
2007 waarbij loonschalen zijn toegekend aan de zeven
personeelsleden CALog niveau A van de algemene inspectie.
Daarover stelt het rapport dat is belangrijk het volgende.
que je ne puis approfondir le sujet
aujourd'hui.
Le rapport est clair en ce qui
concerne l'arrêté ministériel du 25
avril 2007 relatif à l'octroi de
barèmes à sept membres du
personnel CALog de niveau A de
l'inspection générale:
"Le Comité P constate que les avis divergent à propos de sa légalité."
Het Comité P stelt vast dat de
adviezen verschillend zijn wat de
wettelijkheid betreft.
Meer bepaald rijst de vraag of het ministerieel besluit kon worden
genomen zolang het ministerieel besluit houdende de criteria voor de
weging van de niveaus A voor de hele geïntegreerde politie niet was
genomen. Dat ministerieel besluit werd genomen op 5 juni 2007. Ik
herhaal, de juristen verschillen daarover van mening. Dat schrijft ook
het Comité P. Het is belangrijk de totstandkoming van dat ministerieel
besluit van 25 april 2007 in een correct kader te plaatsen.
U weet dat er met de vakbonden een algemene herevaluatie van het
CALog-statuut werd onderhandeld. Dat was aangekondigd in een
protocol met de vakbonden van 2000. Dat was ook nodig, omdat het
burgerpersoneel van de politie de statutaire evolutie van het openbaar
ambt en van het gemeentepersoneel niet had gevolgd. Een
substantiële aanpassing van het CALog-statuut was dus nodig.
Temeer daar wij met de zogenaamde "calogiseringsoperatie" het
CALog-personeel van de politie meer en ook belangrijkere taken
wilden geven. Dat was de politiek die wij hier ook altijd hebben
verdedigd in het Parlement en waarover altijd grote consensus heeft
bestaan. Operationelen moeten op het terrein kunnen worden ingezet,
maar dan moeten wij natuurlijk ervoor zorgen dat wij die
"calogiseringsoperatie" effectief ook aanmoedigen.
Het nieuwe CALog-statuut werd bij wet goedgekeurd, hier in het
Parlement. Ik denk trouwens dat het een wet is die bijna eenparig
werd goedgekeurd. De wet is van toepassing sinds 1 januari 2007. De
inschaling van die zeven personeelsleden niveau A was het resultaat
van de weging van functies van niveau A op de Algemene Inspectie,
zoals ze daar gebeurden, en ook door mij werden aanvaard. Het
gebeurt op de Algemene Inspectie en wordt als dusdanig door mij
aanvaard.
Bij koninklijk besluit van 23 maart 2007, dat het nieuwe statuut
La question essentielle était de
savoir si l'arrêté royal du 25 avril
2007 pouvait être pris tant que
l'arrêté ministériel relatif à la
pondération des fonctions de
niveau A pour l'ensemble de la
police intégrée n'avait pas été
publié. Cette publication a eu lieu
le 5 juin 2007. Les avis des
juristes divergent à ce propos.
La mise en oeuvre du nouveau
statut du personnel CALog a été
discutée de manière approfondie
avec les
syndicats.
La loi
instaurant le nouveau statut est
entrée en vigueur le 1
er
janvier
2007. L'embauche de ces sept
membres du personnel au niveau
A résultait de la pondération des
fonctions de niveau A auprès de
l'Inspection Générale. L'arrêté
royal du 23 mars 2007 établit les
critères
qui
permettent
de
procéder à une telle pondération.
Ledit
arrêté
royal
précise
également que le ministre peut
fixer des modalités y relatives.
Cette dernière disposition s'est
concrétisée
dans
l'arrêté
ministériel du 25 avril dont la
légalité a d'ailleurs été confirmée
CRIV 52
COM 309
17/09/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
21
reglementair uitvoert en dat werd onderhandeld met de vakbonden,
werden acht criteria bepaald om die weging te doen. Dat KB bepaalt,
ik onderstreep dat, dat de minister nadere regels daarvoor kan
bepalen. Ik zeg wel kán bepalen. Het bewuste MB voor de zeven
personeelsleden kon ik dus op grond van dat koninklijk besluit wel
degelijk treffen. Zowel de wettelijkheid van dat MB, als de
gegrondheid, namelijk de inschaling, die het resultaat was van de
weging, kunnen dus worden gemotiveerd. Ik citeer opnieuw het
Comité P, in punt 17 in fine: "Juridisch lijkt de rechtstreekse uitvoering
van artikel II.III.14 in fine van het KB van 30 maart 2001, zoals
aangepast door het voornoemde KB van 23 maart door de minister,
op voorstel van de Algemene Inspectie en zonder voorafgaand advies
van DGS/DSP" dat is de wegingscommissie "niet onwettig." Dat
schrijft het Comité P.
Einde citaat. Het Comité P schrijft dus dat het niet onwettig is.
Het Comité P stelt zich wel ook de vraag ik ga er ook even nader op
in waarom de resultaten van de weging niet aan de juridische dienst
van de federale politie werden voorgelegd.
De reden is heel eenvoudig. De Algemene Inspectie is, naast het
Comité P, een controleorgaan, dat onder de rechtstreekse
bevoegdheid van beide ministers staat. Het lijkt mij dan ook niet
logisch dat de Algemene Inspectie een advies vraagt aan instanties
waarover de Algemene Inspectie eigenlijk een controlebevoegdheid
heeft.
Niettemin dat is ook belangrijk suggereert het Comité P dat het
bewuste, ministerieel besluit maar beter opnieuw door de juridische
dienst van de federale politie zou worden geëvalueerd. Dat is temeer
het geval, omdat blijkens het rapport dat is ook belangrijk de
juridische dienst op 11 juni 2007 post factum een negatief advies over
voornoemd ministerieel besluit gaf.
Ik stel vast dat, nog steeds volgens het rapport, dat negatief advies
nooit aan mijn kabinet werd bezorgd. Ook volgens het rapport werd
het advies op 11 juni 2007 door de juridische dienst aan de bevoegde
directeur-generaal overhandigd. Hij gaf het op 14 juli 2008 aan de
commissaris-generaal. Dat is meer dan een jaar later.
Wat is mijn conclusie uit het voorgaande? Dat is dat ik opnieuw de
suggestie van het Comité P moet volgen. Wat ik maandag al heb
gedaan, is aan de juridische dienst van de federale politie opnieuw
een evaluatie van de teksten gevraagd. Dat heb ik temeer gedaan,
omdat het Comité P, vooral gebaseerd op het advies van professor
Renders, nog een aantal andere vragen stelt.
Ik zou dan even bij de fameuze brief van het ACV van 22 juni 2007
willen stilstaan. Ik benadruk dat de brief er dus twee maanden na de
benoeming en na de inschaling kwam. Ik wil ook even stilstaan bij het
antwoord dat ik op de brief gaf.
Van de brieven in kwestie zijn ook in de pers al uittreksels
verschenen. De brieven zijn volledig te uwer beschikking, niet alleen
de brief die ik ontving maar ook het antwoord dat ik op de brief
verstrekte.
par le Comité P.
Le Comité P s'est par contre
demandé pourquoi les résultats de
la pondération n'avaient pas été
soumis au service juridique de la
police fédérale. La raison en est
que l'Inspection générale est un
organe de contrôle qui relève
directement de la compétence de
deux
ministres.
Il
n'est
naturellement pas logique de
solliciter un avis sur l'Inspection
générale auprès d'une instance
soumise
au
contrôle
de
l'Inspection générale.
Le service juridique de la police
fédérale a émis post factum, le 11
juin 2007, un avis négatif à propos
de l'arrêté ministériel du 25 avril
2007. Cet avis n'a toutefois jamais
été transmis à mon cabinet. Il a en
revanche été transmis au directeur
général
compétent,
qui
l'a
communiqué
au
commissaire
général le 14 juillet 2008, soit plus
d'un an plus tard. J'ai demandé
hier une réévaluation de l'arrêté
ministériel au service juridique de
la police fédérale.
Le courrier de la CSC m'a été
adressé à moi ainsi qu'au Comité
P. Deux éléments y étaient
dénoncés :
la
prétendue
irrégularité de la sélection d'un
membre
du
personnel
de
l'Inspection générale et l'insertion
de certains membres du personnel
dans des échelles trop élevées.
J'ai confirmé dans ma réponse
que tous les arrêtés de nomination
de membres du personnel de
l'Inspection générale qui m'ont été
soumis ont été préparés en interne
par l'administration et étaient
accompagnés
des
pièces
justificatives requises.
Le 28 mars 2007, j'ai reçu du SPF
Intérieur une note proposant de
nommer Mme Debeck, avec effet
au 1
er
décembre 2006, à la
fonction de conseiller auditeur et
de la replacer le plus rapidement
possible dans la fonction de
17/09/2008
CRIV 52
COM 309
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
22
Het ACV schrijft op 22 juni 2007 een brief, die niet alleen aan mij
maar ook aan het Comité P werd gericht. De brief werd dus niet
alleen aan mij maar ook aan het Comité P gericht. In de brief worden
twee zaken aangeklaagd. Er zou, ten eerste, bij de selectie van een
personeelslid van de Algemene Inspectie een vermeende
onwettigheid zijn begaan. De brief heeft het, ten tweede, over een te
hoge inschaling van sommige personeelsleden.
Ik heb de brief beantwoord. Inzake de onregelmatigheden stel ik in
mijn antwoord vast dat alle, mij voorgelegde benoemingsbesluiten
over personeelsleden bij de Algemene Inspectie intern door de
administratie werden voorbereid. Zij werden ook altijd door de
noodzakelijke stavingstukken vergezeld.
Op 28 maart 2007 werd mij door de FOD Binnenlandse Zaken een
nota bezorgd, waarin mij wordt voorgesteld om mevrouw Debeck met
ingang van 1 december 2006 in de functie van adviseur-auditeur te
benoemen en om haar zo snel mogelijk in de functie van vorser-
raadgever te herplaatsen.
De FOD stelt daarbij voorts dat de selectieprocedure zoals bepaald in
het KB, werd gerespecteerd en citeert de selectiecommissie: "De
commissie is de mening toegedaan dat de kandidate geschikt is om
als klassieke auditeur te werken. De commissie besluit bij de
stemming haar te weerhouden als auditeur, maar is van mening dat
zij beter tot rendement zou komen in de functie van vorser-raadgever.
Daarom wordt gesuggereerd haar na aantreden in de organisatie en
mits haar toestemming te herplaatsen in de functie van vorser-
raadgever".
Er wordt dus geen enkele melding gemaakt van het feit dat zij
ongeschikt zou zijn. Het stuk is beschikbaar ter informatie en zit ook
bij de stukken van het Comité P. Ik heb het nog eens even naar hier
gebracht. Het stuk is ondertekend door de bevoegde directeur-
generaal van mijn FOD, de heer Glorie. Het werd geparafeerd door
mevrouw De Knop, voorzitter van de FOD. Besluit: "Ik nodig de
minister uit zijn handtekening te plaatsen" enzovoort. Ik kan natuurlijk
elk dossier dat binnenkomt, nog eens tegen het licht houden of het
eens op de grond laten vallen. Dat wordt bekeken, maar als dergelijke
stukken mij via de FOD worden voorgelegd, zou ik elke keer kunnen
weigeren te tekenen, maar dat is onbegonnen werk. Men moet op zijn
ambtenaren en medewerkers kunnen voortgaan, er vertrouwen in
hebben, tot bewijs van het tegendeel. Als dat tegendeel bewezen is,
moet men optreden. Men moet dat inderdaad doen tot bewijs van het
tegendeel.
Wat ik nu aantoon, in dit dossier, in de andere dossiers, is dat ik
onmiddellijk na kennisname van die rapporten en van de klacht bij de
procureur, effectief ben opgetreden. Ik kon dat niet vroeger doen; er
was geen enkele indicatie. U kunt er natuurlijk van uitgaan dat
iedereen, alle verantwoordelijken van mijn administratie, bij de fraude
zouden zijn betrokken. Het is normaal en gebruikelijk ik zeg het
nogmaals dat ik het advies van mijn administratie volg en het besluit
onderteken.
Dan is er het aspect van de inschaling, waarover collega Dedecker
het ook heeft gehad. In de brief geef ik bondig antwoord. Ik voeg
eraan toe dat het nieuwe CALog-statuut een belangrijke en terechte
chercheur conseiller.
Le
SPF
considère
que
la
procédure de sélection a été
respectée et se réfère aux
conclusions de la commission de
sélection : la candidate est retenue
pour la fonction d'auditeur mais il
est suggéré de la replacer à la
fonction de chercheur-conseiller
lors de son entrée en fonction.
Dans ces conclusions, il n'est pas
fait
mention
d'une
possible
inaptitude. Dans ce document du
SPF, qui est signé par le directeur
général compétent et par le
président du SPF, le ministre est
invité à apposer sa signature. Il est
évidemment
difficile
de
réexaminer complètement tout
document que le SPF soumet à
ma signature. Le ministre doit
pouvoir faire confiance à son
administration, jusqu'à preuve du
contraire. Par contre, je suis
intervenu après avoir été informé
des différents rapports et des
plaintes auprès du procureur.
Auparavant,
rien
n'indiquait
l'existence d'une irrégularité.
Dans ma réponse au courrier du
responsable de la CSC, j'ai
formulé l'espoir que le nouveau
statut CALog n'entraîne pas de
compétition
malsaine
ni
de
jalousie. Mon expérience de la
réforme de la police m'a appris
qu'aujourd'hui encore, les statuts
de et les mesures transitoires
relatives à tel ou tel groupe ou
individu sont l'objet de très
nombreuses
discussions.
J'ai
souhaité qu'il n'en soit pas de
même pour le personnel CALog.
Je n'ai absolument pas lancé au
représentant de la CSC qu'il
« ferait mieux de se mêler de ses
affaires », comme les médias le
suggèrent à présent. À partir du
moment où le courrier de la CSC
relatif à une certaine illégalité a été
envoyé,
le
Comité
a
été
immédiatement
chargé
d'une
enquête. Il convient d'en attendre
les résultats.
L'intégration des sept membres du
CRIV 52
COM 309
17/09/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
23
statutaire opwaardering inhoudt, maar dat ik hoop dat de
implementatie hiervan niet leidt tot ongezonde concurrentie en naijver.
In de brief heb ik daarvoor de beeldspraak gebruikt dat ik hoop dat
men zich niet al te veel zou fixeren op het bord van de collega's. Het
is alleszins mijn ervaring ik denk dat we het er in de commissie al
vaak over hebben gehad met het in 2000 ingevoerde nieuwe statuut
van de operationele politieambtenaren, van de ex-gemeentepolitie, de
ex-rijkswacht, de ex-gerechtelijke politie, dat er tot op de dag van
vandaag nog altijd procedures worden uitgevochten voor gerechtelijke
instanties,
waarbij
de
ene
groep
het
statuut
en
de
overgangsmaatregelen van de andere betwist. Ik wens dat scenario
niet herhaald te zien bij het nieuwe CALog-statuut. Dat is de reden
waarom ik in mijn antwoord aan de man van het ACV heb
geschreven: "Kijk niet te veel in het bord van". Niet wat daar nu, naar
ik hoor, vanmorgen van wordt gemaakt als "dat zijn uw zaken niet" of
"bemoei u met uw eigen zaken" of "ik denk niet te moeten
antwoorden". Ik heb op de twee aspecten een antwoord gegeven.
Ik herhaal dat die brief werd gericht aan het Comité P en aan mij. Het
antwoord dat ik heb toegestuurd, heb ik niet alleen aan de voorzitter
van de Kamer of van de begeleidingscommissie gericht.
personnel dans la classe A4 était
le résultat d'une pondération et
n'est pas exceptionnelle, en
comparaison
avec
d'autres
instances publiques. Une copie de
la réponse a été adressée au
Comité P, au président de la
Chambre, à la Cour des comptes
et à d'autres instances. Je n'ai
plus rien appris en la matière.
Le président: Vous aurez l'occasion de réagir par la suite, monsieur Dedecker. La parole est au ministre.
01.14 Minister Patrick Dewael: Als iemand denkt dat er met een
bepaalde procedure iets mis is, waarvan blijkbaar de betrokkene van
het ACV uitging, en hij richt zich tot het Comité P en ik krijg een
afschrift en ik geef daarop een antwoord, dan is vanaf dat ogenblik
het Comité P belast met dat onderzoek en dan moeten wij de
resultaten van het onderzoek afwachten. Wij hebben die resultaten
van het onderzoek afgewacht. De rapporten zijn dan in mijn bezit
gesteld. Nu volgen wij op basis van de rapporten de procedures die
wij moeten volgen.
Is de inschaling in een klasse A4 van de zeven personeelsleden
niveau A van de Algemene Inspectie overdreven? Nogmaals, die
inschaling was het resultaat van een weging. Als wij de vergelijking
maken met andere overheidsinstanties, dan kan ik alleen maar
vaststellen dat het niveau A4 helemaal geen uitzondering is.
Integendeel, tenzij men nu plots vindt dat het nieuwe CALog-statuut,
dat nochtans in dit Parlement is goedgekeurd, nu te veel voordelen
zou toekennen aan dat CALog-personeel, is de inschaling gegrond.
Desondanks, ik herhaal het nogmaals voor de derde keer, heb ik de
aanbeveling van het Comité P gevolgd en heb ik een re-evaluatie
gevraagd van het ministerieel besluit aan de bevoegde juridische
diensten.
Nogmaals, de antwoordbrief is gestuurd in kopie naar het Comité P,
naar de voorzitter van de Kamer, naar het Rekenhof en ook nog naar
een aantal andere instanties. Ik hoor daar niets meer van. Ik hoor ook
niets van het Comité P dat hiermee is gelast.
Er is ook geen verzoekschrift ingediend bij de Raad van State. Ik wil
dat even benadrukken. De Raad van State is de instantie voor de
normale procedure die wordt gevolgd als ministeriële akten worden
betwist. De voorbije jaren zijn tal van verzoekschriften ingediend door
syndicaten en anderen bij de Raad van State of bij het Grondwettelijk
01.14 Patrick Dewael, ministre:
Je rappelle qu'aucune requête n'a
été déposée auprès du Conseil
d'État et qu'aucune plainte n'a été
déposée au parquet. S'il était
vraiment
question
de
faux,
pourquoi l'auteur de la lettre
anonyme
ne
s'est-il
pas
directement adressé au parquet ?
En
ce
qui
concerne
le
questionnement du Comité P
relatif au rôle de mon cabinet dans
ce dossier, je ne dispose pas à
l'heure
actuelle
d'indices
permettant de conclure que des
membres du personnel de mon
cabinet seraient impliqués dans le
délit présumé. La déclaration à
charge de MM. Closset et Van
Wymersch a été faite au niveau du
procureur du Roi de Bruxelles,
aucun élément ne permettant en
effet de m'impliquer dans ce
dossier. Selon le Comité P, Mme
Debeck aurait profité de sa
position privilégiée à mon cabinet
pour obtenir des avantages. Il
faudra poursuivre l'enquête pour
corroborer ces allégations. Une
procédure disciplinaire sera lancée
à
l'égard
des
personnes
concernées.
L'attitude déloyale des personnes
17/09/2008
CRIV 52
COM 309
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
24
Hof. In dat dossier, dat nu voorligt, is dat niet gebeurd en er is ook
geen klacht neergelegd bij het parket.
Vanmorgen hoorde ik op de radio dat er sprake is van vervalsing. Als
de briefschrijver echter denkt dat er vervalsing in het spel is, waarom
schrijft hij dan naar het Comité P en gaat hij niet rechtstreeks naar het
parket? Dat is de vraag die ik stel.
Het Comité P heeft in het rapport dan een aantal vragen gesteld, ik
kom opnieuw aan de vragen die collega Vandenhove heeft
geformuleerd, over de rol van mijn kabinet in dit dossier. Op dit
ogenblik heb ik geen aanwijzingen die erop wijzen dat een lid of een
oud-lid van mijn kabinet betrokken is bij het vermeende misdrijf
waarvoor aangifte is gedaan bij het parket.
Er werd aangifte gedaan ten aanzien van de heren Closset en Van
Wymersch. Bovendien stelt het Comité P, niemand stelt het vast,
maar ik zal het even naar voren brengen, in zijn rapport vast dat de
aangifte gebeurd is op het niveau van het parket van de procureur
des Konings van Brussel en niet bij de procureur-generaal omdat er
geen enkel element is om te besluiten tot betrokkenheid van mijzelf in
dit vermeende misdrijf.
Desalniettemin is een van de conclusies van het Comité P dat
mevrouw Debeck heeft geprofiteerd van haar bevoorrechte positie op
mijn kabinet om een aantal voordelen te bekomen. Het verdere
onderzoek van het gerecht zal dat moeten uitwijzen. Zoals gezegd, er
zal ook een tuchtprocedure worden opgestart ten aanzien van de
genoemde personen, dus van de algemene inspectie. Op basis van
het volledige dossier zal een deloyale houding blijken op basis
waarvan tuchtmaatregelen kunnen worden genomen.
De deloyale houding van mevrouw Debeck, maar ook van de adjunct-
inspecteur-generaal en de inspecteur-generaal zelf, zou volgens het
Comité P blijken uit de nota die werd opgesteld, waarbij de notitie
werd geplaatst u kunt dat lezen "ne pas remettre cette note au
chef de cabinet". Ik heb aan het Comité P gevraagd, in het raam van
het intern onderzoek dat ik op dit ogenblik voer op het kabinet, mij alle
documenten te bezorgen die het Comité in zijn bezit heeft en die
betrekking hebben op leden van mijn kabinet.
Ik stel alleen maar vast in het dossier dat mevrouw Debeck een nota
overmaakte, enzovoort, en "ne pas remettre pour l'entretien avec le
chef de cabinet", kortom, laat niet zien dat u in het bezit bent van deze
nota. Ik meen dat de deloyale houding moeilijk op een meer flagrante
manier kan worden vastgesteld.
Natuurlijk ben ik politiek verantwoordelijk voor mijn kabinet. Dagelijks
ik nodig iedereen uit dat eens te komen bekijken worden mij
tientallen, soms honderden dossiers voorgelegd die van de
administratie komen of die van de federale politie komen. De wetten
en de besluiten inzake de geïntegreerde politie voorzien erin dat de
minister bij koninklijk besluit of ministerieel besluit beslissingen neemt
of goedkeurt in personeelsaangelegenheden van mobiliteitdossiers,
tuchtdossiers, verloven voor opdrachten in het buitenland, aanwijzing
in een hogere functie, op pensioenstellingen, enzovoort. Dat passeert
allemaal via mijn bureau.
concernées ressortirait, selon le
Comité P, d'une note qui suggère
de ne pas discuter de certains
points avec le chef de cabinet. En
effet, une telle affirmation reflète
un manque de loyauté flagrant.
J'ai demandé au Comité P de me
communiquer tous les documents
pertinents dans le cadre d'une
enquête interne. Certes, je suis
politiquement responsable de mon
administration, mais étant donné
le flux continu de documents sur
mon bureau, j'ai dû faire confiance
à mon administration et à mes
collaborateurs personnels. C'est
ce que je fais, jusqu'à ce qu'il
s'avère que cette confiance serait
injustifiée.
Enfin, pour des raisons de
procédure, je souhaite faire preuve
de beaucoup de prudence car je
ne veux clouer au pilori personne
de manière prématurée. De
même, les dernières années,
chacun
s'accordait
à
saluer
l'amélioration
considérable
du
fonctionnement de la police depuis
la réforme. Je n'ai jamais dû
répondre à des questions sur
d'éventuelles
situations
intolérables qui s'éterniseraient à
la police. Qualifier donc toute la
police fédérale d'incompétente est
un peu facile.
CRIV 52
COM 309
17/09/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
25
Ik moet ik herhaal het daarbij vertrouwen op mijn administratie
aan de ene kant en op mijn persoonlijke medewerkers aan de andere
kant. Ik ga uit van vertrouwen tot bewijs van het tegendeel. Als het
tegendeel wordt aangetoond, trek ik daaruit mijn conclusies.
Ik wil nog twee algemene bedenkingen kwijt, en dan rond ik mijn
verhaal af.
Ten eerste, is het, meen ik, duidelijk dat de rapporten van het Comité
P een nieuw element zijn in de zaken die ons de voorbije weken
hebben beziggehouden. U beseft dat mijn collega van Justitie en
ikzelf om procedureredenen over eieren moeten lopen, hoe graag ook
sommigen vandaag al andere dingen zouden willen beslissen. Ik doe
dat niet. Ik nagel niemand aan het kruis zolang wij niet op een goede
manier de procedures afronden die zo snel mogelijk tot een conclusie
moeten leiden. Dat is mijn notie van het nemen van politieke
verantwoordelijkheid.
Ten tweede, de voorbije jaren dat wil ik nog even kwijt, want de heer
Arens heeft daarnaar verwezen was er een consensus over het feit
dat de werking van de politie sinds de politiehervorming er sterk op
vooruit gegaan is. Dat was een vaststelling van meerderheid en
oppositie. Ik ga dus niet mee in het verhaal van de mensen die nu
stellen dat er al maanden of jaren wantoestanden zouden zijn, die
aangeklaagd zouden zijn, enzovoort. Ik vraag u alle parlementaire
debatten, over de begroting en over de beleidsnota's, en alle
parlementaire vragen te raadplegen. Natuurlijk zijn er kritische vragen.
Uiteraard worden er vragen gesteld over de werking van de federale
politie. Vragen over wantoestanden die al jaren aan de orde zouden
zijn, zijn mij alleszins nooit voorgelegd.
Ik vind het dus wat kort door de bocht vandaag een brevet van
onbekwaamheid uit te reiken aan de federale politie. Ik zou dat een
grove belediging vinden aan het adres van het merendeel van de
bijna 15.000 personeelsleden van de federale politie, die zich
dagelijks van hun opdracht kwijten.
Les rapports du Comité P semblent bien démontrer l'existence de
dysfonctionnements. Il faut dès lors en assumer la responsabilité au
niveau politique et prendre les mesures nécessaires pour remédier à
ces dysfonctionnements. Au final, c'est le Parlement qui décidera.
Uit de rapporten van het Comité P
blijkt dat er een en ander
disfunctioneert. Op het stuk van de
maatregelen die moeten worden
genomen
en
de
politieke
verantwoordelijkheid, heeft het
Parlement het laatste woord.
01.15 Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de minister, ik zal
aantonen dat u de waarheid verdraait. Ik ben heel gelukkig dat u uw
secondanten mee hebt.
U praat over de inschaling van het CALog-statuut. Ik zal daarop niet
doorgaan. Het gaat bijvoorbeeld over een ICT-coördinator die een
A41 krijgt. Die weging is zuiver arbitrair. Dat is zuiver à la tête du
client. U steekt zich daarachter weg. Er is daarover geen enkele
consensus. Ik daag u uit en ik vraag een parlementaire
onderzoekscommissie in uw kabinet. Uw kabinet is altijd
vertegenwoordigd, door de heer Vanderlinden onder andere, op de
periodieke onderhandelingscommissies. Leg mij hier in de volgende
commissievergadering de notulen van 2006, 2007 en 2008 voor
01.15 Jean Marie Dedecker
(LDD): Je démontrerai que le
ministre détourne la vérité. Je ne
vais pas trop m'attarder sur
l'insertion
parfois
purement
arbitraire d'une fonction dans le
statut CALog, au sujet de laquelle
il n'existe aucun consensus. Le
cabinet du ministre est toujours
représenté dans les commissions
de négociation périodiques. Je lui
demande de nous soumettre les
procès-verbaux
afférents
aux
17/09/2008
CRIV 52
COM 309
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
26
inzake de problemen dienaangaande. Legt u ze maar voor! Ik zal ze
opnoemen als het nodig is, als u een kort geheugen hebt.
Een tweede punt. De persoon die naast u zit, is de heer De
Mesmaeker. Mijnheer de minister, u praat over de brieven van het
ACV. U zegt dat er een onderzoek loopt van het Comité P. Neen, een
kopie is gegaan naar het Comité P. Ik zal voorlezen uit het verslag
van het Comité P, pagina 4. De heer De Mesmaeker, die naast u zit,
speelt er een heel grote rol in. Ik zal het niet doen, want hij is een van
uw medewerkers.
U kunt aan de heer De Mesmaeker ook eens vragen hoe zijn advies
luidde in de zaak-Ricour-Savonet. Dat staat zelfs niet in het rapport. U
hebt dat weggestoken achter de rug van de heer Dûchatelet. Ik weet
heel goed waar ik over praat.
Mijnheer De Mesmaeker, u kunt zeggen wat u tegen het Comité P
daarover hebt gezegd. U kunt dat misschien doen ten opzichte van
heel de vergadering hier. Het is een kwestie te weten in welke mate u
op de hoogte bent van alles op het kabinet. Onder punt 9 staat
letterlijk het volgende tenzij dat de heer Demesmarker het ontkent.
"Op 3 september stuurt de heer De Mesmaeker" hij zit naast u
"bijgaand voor uitvoering voormelde besluiten die ik misschien al
eerder en via andere kanalen ontving. Ik heb weet van een onderzoek
dat thans door het Comité P desbetreffend wordt gevoerd, alsmede
van de recente anonieme klacht, ingediend bij datzelfde Comité P.
Dat alles doet geen afbreuk aan de ministeriële opdracht tot
uitvoering."
Mijnheer de minister, u geeft opdracht, verdorie, tot uitvoering, en hier
staat u te verkondigen dat u wacht op een onderzoek door het
Comité P. Het Comité P is dan nog maar pas een onderzoek gestart.
Het Comité P heeft het zelf begraven, totdat wij hebben gezegd, in de
maand juni, dat we er eens mee zouden beginnen.
Mijnheer de minister, aan uw rechterzijde zit er nog iemand anders.
De heer Van Tigchelt zit daar. Klopt het, mijnheer Van Tigchelt?
Het gaat over het doen van een stage. Ik zal voorlezen uit het verslag
van het Comité P. Ik zie dat sommige collega's geen tijd hebben om
te lezen, maar ik heb mijn huiswerk gemaakt.
"Op 5 juli 2007 richt de heer Van Tigchelt, adjunct-directeur, een
schrijven aan de inspecteur-generaal, waarin hij meldt dat mevrouw
Debeck haar stage als vorser positief heeft uitgeoefend."
Mevrouw Debeck is nooit op de AIG geweest, maar de heer Van
Tigchelt verklaart dat als adjunct-directeur, die bij u op het kabinet
moet adviseren.
"Mevrouw Debeck wordt bij koninklijk besluit van 20 december 2007
benoemd in de functie van adviseur algemeen beleid en vorser-
raadgever, met ingang van 5 maart 2007."
Dat is nog niet erg genoeg. Ik lees nog even voort.
"Op 21 december neemt zij haar functie op van adviseur algemeen
années 2006, 2007 et 2008 relatifs
à ces problèmes.
Il ressort d'une lettre de M. De
Mesmaeker au Comité P datée du
3 septembre que le ministre a
ordonné d'une part de mettre en
oeuvre un arrêté, mais qu'il affirme
d'autre part vouloir attendre les
conclusions d'une enquête du
Comité P.
Par rapport au stage de Mme
Debeck, M. Tigchelt indique qu'elle
a effectué son stage de chercheur
de manière satisfaisante, alors
qu'elle n'a jamais mis les pieds à
l'Inspection générale. Par arrêté
royal du 20 décembre 2007, elle a
été nommée conseiller de politique
générale et chercheur-conseiller
avec effet au 5 mars 2007. Le
21 décembre, elle est entrée en
fonction et le 11 avril, elle a prêté
serment avec effet rétroactif au 1
er
décembre 2006. Or, à cette date,
la fonction n'existait même pas. Il
est dès lors question de faux en
écriture. Monsieur Van Tigchelt
peut-il confirmer qu'elle n'a jamais
effectué de stage? Le ministre fait-
il encore confiance à son
collaborateur?
Le ministre a reçu une lettre
relative à l'examen et à la
nomination de Mme Debeck. Le
procès-verbal a été falsifié à trois
reprises par les fonctionnaires
dirigeants. Le ministre affirme à
présent que tout suspect est
présumé innocent jusqu'à sa
condamnation, mais on pourrait
pour
le
moins
mettre
les
intéressés en disponibilité en
attendant la décision du tribunal.
Le ministre a également reçu une
lettre de M. Closset indiquant que
la candidature de Mme Debeck n'a
pas été retenue pour une fonction
existante, mais bien pour une
fonction non existante. Il en a pris
acte le 12 décembre 2006 et a
demandé
que
l'intéressée
demeure en fonction au sein de la
cellule stratégique. Le bras droit
du ministre, Mme Goddro, était
également
présente
lors
de
CRIV 52
COM 309
17/09/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
27
beleid en vorser-raadgever. Op 11 april 2008 legt zij haar eed af met
terugwerkende kracht tot 1 december 2006."
Dat is een functie waarvoor schriftvervalsing is gebeurd, want die
bestond toen nog niet eens.
Mijnheer Van Tigchelt, beaamt u dat, ja of neen? In het verslag van
het Comité P staat klaar en duidelijk dat er nooit een stage is
geweest. U verklaart dat tegen uw minister. Hebt u dat gezegd, of
hebt u dat niet gezegd?
Of, mijnheer de minister, hebt u dan nog vertrouwen in de heer Van
Tigchelt? Lees het rapport, het staat er letterlijk in. Collega's, lees het;
dat staat er letterlijk in.
Mijnheer de minister, u praat over vertrouwen van uw medewerkers.
Ik geef u twee voorbeelden.
Ik geef twee voorbeelden. U krijgt een brief over het examen en over
de benoeming van mevrouw Debeck. Drie keer werd het proces-
verbaal vervalst. Dit is schriftvervalsing door de top.
U zegt dat u het gerechtelijk onderzoek afwacht. Ik ga daarmee
akkoord. Men is pas schuldig wanneer men is veroordeeld. De
laagste politieagent in rang, de politieagent in de straat die wordt
beschuldigd van valsheid in geschrifte en gebruik van valse stukken
en van wie de beschuldiging wordt bevestigd door het Comité P wie
moet dat nog meer bevestigen dan het Comité P? , wordt minstens
op non-actief gezet. Zelfs Ricour en Savonet werden op non-actief
gezet, eigenlijk liet men ze ziekteverlof opnemen.
U zegt nu dat u geen maatregelen kunt nemen, dat u moet wachten
op de uitspraak van de rechtbank. Dat betekent in België vaak met
Sint-Juttemis en zeker in Brussel. We zullen het dan nog niet hebben
over wie het onderzoek zal doen voor mevrouw Debeck.
Op 12 december 2006 neemt de minister van Binnenlandse Zaken
akte van het slagen van mevrouw Debeck en vraagt dat zij op de
beleidscel zou blijven overeenkomstig een of ander artikel.
U doet dit terwijl u een brief hebt van de heer Closset waarin stond dat
betrokkene werd weerhouden, niet voor het auditteam, maar wel als
vorser-raadgever, een functie die zelfs niet bestaat.
Wie is voor u aanwezig op het examen? Mevrouw Goddro is daar
voor u, uw rechterhand, officieel uw vertegenwoordiger in alles, door
wiens handen alle benoemingen moeten gaan. En u weet van niets. U
benoemt...
l'examen et pourtant le ministre
affirme n'être au courant de rien.
Je ne souhaite pas un audit, je
demande rien de moins que
l'institution
d'une
commission
d'enquête parlementaire.
Il faut faire la lumière sur le
fonctionnement du cabinet du
ministre Dewael. Soit le ministre a
menti concernant le stage, soit il
n'était vraiment pas au courant.
Dans ce dernier cas, son
personnel jouit-il encore de sa
confiance? Mettra-t-il en effet en
indisponibilité les fonctionnaires
dirigeants de la police qui sont
accusés de faux en écriture et
d'usage de faux? S'il apparaît que
le
ministre
s'entoure
de
collaborateurs qui le dupent, il est
incompétent lui-même et il doit
démissionner. Je dépose une
motion de méfiance contre le
ministre.
01.16 Minister Patrick Dewael: (...)
01.17 Jean Marie Dedecker (LDD): Neen, mijnheer de minister. U
hebt dertig minuten gekregen, ik niet. Laat mij nu voortdoen.
Le président: C'est le Règlement, monsieur Dedecker.
01.18 Jean Marie Dedecker (LDD): Ik wil een parlementaire
onderzoekscommissie. Er is geen verslag over de werking van uw
17/09/2008
CRIV 52
COM 309
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
28
kabinet. Ik geef u drie duidelijke voorbeelden, twee van de mensen
die naast u zitten. U kunt ze straks misschien tegen de journalisten
laten zeggen of wat ik zeg waar is of niet. Ik heb de rapporten
gelezen. Het staat er letterlijk in.
Ofwel hebt u gelogen over die stages, ofwel wist u het niet. Het is een
van de twee, ofwel hebt u vertrouwen in uw personeel, het personeel
dat naast u zit. Ik wil dat klaar en duidelijk weten. Zult u mensen van
de top van de politie die worden beschuldigd van valsheid in
geschrifte en van gebruik van valse stukken minimum op non-actief
zetten? Ik kan mij niet voorstellen dat de hoofdcommissaris van
Brussel morgen iemand zal aanhouden op basis van valsheid in
geschrifte terwijl hij daarvan zelf wordt verdacht. Ik kan dat niet
begrijpen welke normenvervaging er daar op dit moment moet zijn.
Ik vraag niet om een audit van uw kabinet. Ik weet wat audits zijn. Die
worden heel goed betaald. Daarover zijn al genoeg bewijzen. Ik vraag
om een parlementair onderzoek van wat er op uw kabinet gebeurt. Er
zijn nu al genoeg namen genoemd.
Ik wil de notulen van die onderhandelingscommissies zien waarbij de
heer Vanderlinden van uw kabinet aanwezig was, of hebben al de
mensen u bedrogen? Als ze u hebben bedrogen, dan bent u omringd
met onbekwame mensen en bent uzelf onbekwaam en moet u
opstappen.
Ik dien een motie van wantrouwen tegen u in en vraag de collega's
om die goed te keuren.
01.19 Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!): Monsieur le ministre,
j'attendais énormément de votre réponse, entre autres une
clarification quant à votre responsabilité. Or, vous continuez à
abonder dans le même sens que le rapport du Comité P, c'est-à-dire
en rejetant la responsabilité sur le commissaire général, l'inspecteur
général, l'inspecteur général adjoint et éventuellement sur des
personnes au sein de votre cabinet. Cela nous semble un peu court,
monsieur le ministre! En effet, vous êtes le gage à la fois du bon
fonctionnement de votre cabinet et de celui de la police en général.
Pourtant, nous constatons que vous n'avez pas pris vos
responsabilités quand il le fallait pour arrêter cette hémorragie qui
s'installait! Vous avez laissé se mettre en place des procédures qui
n'étaient pas toujours légales! Vous avez fait semblant de ne pas
prêter attention à des documents qui vous ont été soumis!
Dans une situation normale, on aurait effectivement pu signer car une
relation de confiance existait entre un supérieur hiérarchique et ses
subordonnés. Mais dans le cas présent, cette relation de confiance
n'existait pas et une lecture s'imposait. C'est donc votre responsabilité
qui, en premier, est mise en évidence!
Nous considérons qu'il est normal qu'une procédure disciplinaire soit
entamée à l'égard de toutes les personnes, à savoir le commissaire
général, l'inspecteur général, l'inspecteur général adjoint et les
membres de votre cabinet. En outre, il nous semble aussi très
important que l'on dégage votre responsabilité à la fois politique et
morale et que vous remettiez votre démission à la suite de ce dossier.
01.19 Fouad Lahssaini (Ecolo-
Groen!): U bent het roerend eens
met de bevindingen in het rapport
van het Comité P en wentelt de
verantwoordelijkheid in deze af op
de
commissaris-generaal,
de
inspecteur-generaal, de adjunct-
inspecteur-generaal en eventueel
op uw kabinet. Er dient een
tuchtprocedure
tegen
de
betrokkenen te worden ingesteld,
maar wij eisen ook uw ontslag. U
heeft immers illegale procedures
gedoogd, u heeft niet de nodige
aandacht
besteed
aan
de
informatie die u werd voorgelegd
en u heeft uw verantwoordelijkheid
niet opgenomen.
01.20 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, ik 01.20 Stefaan Van Hecke (Ecolo-
CRIV 52
COM 309
17/09/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
29
sluit mij aan bij collega Fouad Lahssaini. Mijnheer de minister, ik moet
vaststellen dat u in uw antwoord heel veel tijd hebt gestopt in een heel
technische uitleg over het CALog-statuut. U bent daar heel diep op
ingegaan, maar u ging heel snel heen over de essentie van de vraag,
het probleem in het derde dossier en de rol van uw kabinet. U zegt dat
u een intern onderzoek zult doen, maar er is duidelijk een probleem
op uw kabinet. Het kabinet was duidelijk betrokken, tenzij er fouten
staan in het verslag van het Comité P. Ik meen echter dat dit niet het
geval is. U zegt alleszins niet dat u niet akkoord gaat met de inhoud
ervan. Er is duidelijk een probleem op uw kabinet. Er is, volgens het
Comité P, meegewerkt aan het opzetten van een constructie om een
medewerker te benoemen op een onwettige wijze, in een zeer hoge
functie. Ik vind het ongeloofwaardig dat u daarvan niets afwist.
Ik heb u ook uitdrukkelijk de vraag gesteld of u hier in de commissie
kunt meedelen of u al dan niet op de hoogte was van de constructie
die is opgezet op uw kabinet. U hebt daarop geen antwoord gegeven.
U antwoordt ook niet op de vraag in verband met de verdere
samenwerking. Hoe moet het nu verder met de samenwerking tussen
u, als minister van Binnenlandse Zaken, en de politietop. Ik kan mij
niet voorstellen dat u de komende dagen en weken nog verder kunt
werken met de politietop. Dit is een zeer nefaste situatie voor de
werking van de politie en voor het vertrouwen van de bevolking in de
politie. Er is dus een zeer groot probleem.
U hebt daarop geen voldoende antwoord gegeven. Wij zullen dan ook
een motie indienen, waarin wij u vragen ontslag te nemen.
Groen!): Je me rallie aux propos
de M. Lahssaini. Pour le surplus,
je constate que le ministre a fourni
des
explications
longues
et
détaillées au sujet du personnel du
CALog, mais qu'il s'est montré
particulièrement
laconique
à
propos du dossier Debeck, qui
constituait pourtant à nos yeux le
point le plus important. Ce dossier
illustre l'existence d'un problème
au cabinet, où l'on a monté une
construction
permettant
une
nomination illégale à une haute
fonction. Le ministre n'a pas
répondu à la question de savoir s'il
était
au
courant
de
cette
construction. Il se borne à
annoncer
l'ouverture
d'une
enquête.
Le ministre ne répond pas
davantage à la question de savoir
ce qu'il en est aujourd'hui de la
confiance entre le gouvernement
et le sommet de la police. Ce
dossier éclaire sous un jour très
négatif le fonctionnement de la
police et nuit à la confiance de la
population en cette institution.
C'est pourquoi nous déposons une
motion pour réclamer la démission
du ministre.
01.21 Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, u doet
alsof u werd misleid door een aantal leden van uw kabinet en u zegt
dat u een onderzoek zult starten op uw kabinet om te zien of daar
inderdaad is gesjoemeld.
Ik zou van u toch eens willen vernemen wie dat onderzoek zal voeren.
Wie zal daar worden ondervraagd? Zal, bijvoorbeeld, uw adviseur
Vanderlinden worden ondervraagd, die volgens het Comité P
meewerkte aan de fraudeleuze constructie die ervoor zorgde dat
mevrouw Debeck werd benoemd? Als men alles goed leest, was u
een beetje de witte raaf op dat kabinet, de brave minister die hard
werkt, te midden van een bende zwarte raven die zoals het raven
betaamt alles meegraaiden wat ze konden. U moet dus eens
duidelijk maken hoe dat onderzoek zal verlopen.
Ten tweede, u hangt eigenlijk het volgende beeld op, om het met een
karikatuur te zeggen: als de kater van huis is u bent in dit geval de
kater , dan dansen de muizen. U speelt dat spel. Uw cabinetards zijn
in casu de muizen die van alles uitsteken. Daaruit blijkt natuurlijk ook
dat u uw politieke verantwoordelijkheid niet wil nemen. Dat woord
staat blijkbaar niet in uw woordenboek.
Ik wijs nogmaals op de ondraaglijke lichtheid waarmee u als
voogdijminister toezicht hebt gehouden op de federale politie, op de
01.21 Filip De Man (Vlaams
Belang): Le ministre affirme avoir
été induit en erreur. Il annonce
l'ouverture d'une enquête. Par qui
cette enquête sera-t-elle menée et
qui interrogera-t-on ? Le conseiller
du ministre, M. Vanderlinden, y
sera-t-il associé ? Le ministre se
présente comme une blanche
colombe égarée au milieu de
rapaces qui ont raflé tout ce qu'ils
pouvaient. Il se refuse à endosser
la responsabilité politique de
l'affaire, dont la faute incombe
entièrement, selon lui, à ses
collaborateurs, qu'il a pourtant lui-
même désignés et dont il est
politiquement responsable. J'attire
une fois de plus l'attention sur la
légèreté inouïe avec laquelle le
ministre de tutelle a exercé son
contrôle à l'égard de la police
fédérale
et
de
l'Inspection
générale. Dès lors, nous n'avons
17/09/2008
CRIV 52
COM 309
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
30
Algemene Inspectie en in tweede rang op uw eigen kabinet, nota
bene de mensen die u zelf hebt aangesteld. Dat zijn geen rotte appels
die u hebt aangetroffen op uw kabinet. U hebt hen zelf in alle
vertrouwen aangesteld. Dan rest ons, als Vlaams Belang, niets
anders dan een motie van wantrouwen in te dienen, waarmee we
formeel het ontslag eisen van de minister van Binnenlandse Zaken.
pas le choix et nous déposons une
motion de méfiance par laquelle
nous réclamons formellement la
démission du ministre.
01.22 Ludwig Vandenhove (sp.a+Vl.Pro): Mijnheer de voorzitter,
collega's, mijnheer de minister, ik zal uw eigen woorden citeren. Ik
had immers een heel punctuele vraag gesteld, waarop u niet hebt
geantwoord. Ik zou vandaag in de commissie een antwoord op mijn
vraag willen krijgen. Ik zal dus uw eigen woorden citeren.
U verklaarde dat "tot bewijs van het tegendeel" dus tot ik het bewijs
heb verkregen dat op mijn kabinet iets verkeerds is gebeurd "ik
geen enkele reden heb om aan te nemen dat zulks zo is gebeurd".
Ik citeer u en u knikt.
Daarstraks citeerde ik uit pagina 26 van het document, waar zwart op
wit staat dat de heer Closset, die, ondanks het feit dat er vandaag een
gerechtelijk onderzoek tegen hem loopt, toch niet de minste is,
beweert dat iemand die nog altijd op uw kabinet actief is, namelijk de
heer Vanderlinden, hem zou hebben benaderd om de constructie op
te zetten.
Mijn vraag is heel punctueel en heeft niks met mogelijke tuchtfouten
te maken. De heer Vanderlinden werkt immers op uw kabinet.
Hebt u de heer Vanderlinden met de beweringen van de heer Closset
geconfronteerd? Wat was het antwoord van de heer Vanderlinden
daarop?
Dat is essentieel voor het verdere verloop van het debat en voor het
verdere verloop van het onderzoek. Ik zou vandaag in de commissie
heel duidelijk een antwoord op mijn vraag willen krijgen. Dat heeft
immers niks met tucht te maken, maar wel met een rechtstreekse
relatie van u in uw hoedanigheid van minister met uw
kabinetsmedewerker.
De heer Closset heeft verklaard dat hij door de heer Vanderlinden
werd benaderd. Hebt u de vraag al dan niet aan de heer Vanderlinden
gesteld? Wat heeft hij geantwoord?
Ik wil u nog een tweede, punctuele vraag stellen, die al door een paar
collega's werd aangehaald. Een politieman die in een lokale zone ook
maar iets mispeutert, wordt volgens de wettelijke procedure
onmiddellijk op non-actief geplaatst tot er een definitieve uitspraak is.
Waarom gebeurt zulks in godsnaam niet met het hoofd van de
federale politie? Dat is de tweede, punctuele vraag die ik u stel.
Mijn belangrijkste vraag is en blijft echter: hebt u uw
kabinetsmedewerker met het bedoelde document geconfronteerd?
Wat was zijn antwoord?
Het Parlement en heel België hebben recht op het antwoord. Het is
immers essentieel voor het hele dossier.
01.22
Ludwig
Vandenhove
(sp.a+Vl.Pro): Au dire du ministre,
ce dernier n'a aucune raison
d'admettre des accusations tant
qu'elles ne sont pas étayées par
des preuves. M. Closset prétend
pourtant sans détours avoir été
approché par M. Vanderlinden
pour mettre en place une
construction visant à obtenir une
nomination
illégale.
M.
Vanderlinden a-t-il été confronté à
cette affirmation? Quelle est sa
réaction?
Je
désire
obtenir
aujourd'hui une réponse à cette
question précise.
Une autre question tout aussi
précise
concerne
le
fonctionnement de la direction de
la police. À la moindre accusation,
un policier se voit immédiatement
écarté du service actif jusqu'à ce
que toute la lumière soit faite sur
d'éventuels
faits
punissables.
Pourquoi n'en va-t-il pas de même
à la direction?
CRIV 52
COM 309
17/09/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
31
01.23 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, ik vraag de
mogelijkheid om punctueel een aantal zaken die manifest onjuist zijn,
te kunnen weerleggen. Een en ander wordt hier, vooral door de heer
Dedecker, zomaar als de grote waarheid naar voren gebracht. Wat de
heer Dedecker beweert, gaat echter tegen het dossier in.
Ik zal niet op alle punten reageren, omdat wij in dat geval de hele
discussie heropenen. Ik wil echter wel even aantonen hoe de heer
Dedecker tewerkgaat.
Voor een examencommissie bepalen de wet en het statuut dat in de
examencommissie een vertegenwoordiger van de minister moet
zitten. Mijnheer Dedecker, u hebt mevrouw Goddro nu al vijf keer mijn
rechterhand of rechterarm genoemd. Mevrouw Goddro heeft echter
zelfs nooit op mijn kabinet gewerkt. Mijnheer Dedecker, luister nu ook
eens even. Zij behoort tot de administratie.
U denkt dat ik alles heb uitgevonden, bedacht en in elkaar gestoken.
Als ik echter, waarvan u uitgaat, de examencommissie zou willen
manipuleren, dan zou ik toch niet aan iemand van de administratie
vragen om in de examencommissie te zitten? Zij staat ver van mij af,
zoals dat ook hoort. Ik zou in dat geval iemand van mijn kabinet in de
examencommissie hebben laten plaatsnemen.
Dus als iemand van de administratie, die daar trouwens nu niet meer
is. U vertelt hier om het even wat. De heer De Mesmaeker maakt pas
deel uit van mijn kabinet van april van dit jaar. Ik heb dat ook heel
duidelijk gezegd. Ik heb een advies gevraagd aan de heer Dûchatelet.
De heer Dûchatelet maakt dat advies over aan mij via de
commissaris-generaal. Dat is in de hiërarchie nog altijd de gewone
volgorde respecteren om mij een bepaald advies over te maken. Als
er andere dingen zijn in de dienst van de heer Dûchatelet die hij mij
niet overmaakt, dan maakt hij mij die niet over, maar ik kan alleen
maar lezen wat mij effectief wordt voorgelegd.
Hetzelfde voor wat u aanhaalt in verband met die stage. Professor
Renders gaat daar niet zo op in, maar ik zal dat even aanvullen. Het
politiestatuut inzake verloven leunt in feite aan bij dat van het
Openbaar Ambt en dat is hier ook het geval. Ambtenaren in verlof
voor het uitoefenen van een ambt bij een politiek mandataris kunnen
een stage in dat ambt vervullen. Ik verwijs daarvoor naar het KB van 6
oktober 2005. Dat is volledig normaal.
Dat zijn een paar voorbeelden. Ik kan het lijstje verder aflopen, maar u
kent dat. In het Frans: "Mentez, mentez, il en restera toujours quelque
chose". Ik vind dat onaanvaardbaar als procedure.
Ik zou collega Vandenhove een heel punctueel antwoord willen geven.
01.23 Patrick Dewael, ministre:
Certains proclament ici avec
légèreté
des
contre-vérités
manifestes dont la liste serait
longue. Je me limiterai à quelques
exemples
marquants
qui
illustreront
la
gratuité
des
affirmations de M. Dedecker.
La loi et le statut disposent que la
commission de sélection doit
comporter un représentant du
ministre. Mme Goddro, citée à
plusieurs reprises comme étant
mon bras droit, n'a jamais travaillé
à mon cabinet. Elle faisait partie
de l'administration et comme il se
doit, nous entretenons une grande
distance entre nous. Si j'avais
voulu tricher dans un dossier,
j'aurais envoyé à la commission
de sélection un membre de mon
cabinet et non cette personne. M.
De Mesmaeker n'est actif au sein
de mon cabinet que depuis le mois
d'avril dernier.
L'avis de M. Duchatelet, que
j'avais demandé moi-même, m'a
été transmis par le commissaire
général. Il n'y a rien d'anormal à
cela.
Les incriminations concernant le
stage ne tiennent pas la route non
plus. L'arrêté royal du 6 octobre
2005
démontre
qu'aucun
problème ne se pose en ce qui
concerne ce stage.
Ce ne sont que quelques
exemples de la procédure suivie
par M. Dedecker: Mentez, mentez,
il en restera toujours quelque
chose.
Le président: Monsieur le ministre, pouvons-nous nous limiter à des réponses ponctuelles? On ne peut
pas relancer un débat pendant des heures, nous entrerions alors dans un dialogue de sourds.
01.24 Patrick Dewael, ministre: Oui, je donne une réponse
ponctuelle.
Men kan het Comité P niet selectief volgen. Men kan het eens zijn
met de aanbevelingen. Ik ben het eens met de aanbevelingen en ik
voer die uit. De heer Dedecker, maar ook anderen, citeren uit
01.15 Patrick Dewael, ministre:
Je
répondrai
aux
questions
précises.
Les interpellateurs ne suivent que
de façon sélective les conclusions
17/09/2008
CRIV 52
COM 309
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
32
conclusies die hen goed uitkomen. Als de conclusies in het voordeel
van de minister of het kabinet zijn, dan worden ze blijkbaar niet goed
bevonden en dan moeten er andere commissies komen.
Ik zeg gewoon dat het Comité P zijn conclusies heeft neergezet en
zegt: "Er is in hoofde van de minister geen enkele betrokkenheid." Dat
blijkt ook uit het feit dat de klacht is neergelegd bij de procureur des
Konings. Het Comité P wijst, ten tweede, mevrouw Debeck aan als
iemand die van haar situatie op het kabinet misbruik heeft gemaakt. Ik
trek de nodige conclusies uit die aanbeveling voor hetgeen mevrouw
Debeck aangaat.
Er werd dan zeer concreet gezegd dat de heer Closset, op dit
ogenblik voorwerp van de klacht, nog iemand anders aanduidde op
mijn kabinet. Ik heb die betrokkene uitgenodigd en ik heb hem
daarmee geconfronteerd. De heer Vanderlinden ik wil die brief ook
ter beschikking stellen van de commissie heeft zich gisteren gericht
tot het parket van de procureur des Konings.
In die brief staat: "In de editie van De Morgen wordt mijn naam
genoemd. Ik ben formeel, op geen enkele wijze heb ik de heer
Closset, de AIG of wie dan ook benaderd met het oog op een
bevoordeling van wie dan ook. Het spreekt voor zich dat ik mij ter
beschikking houdt van uw diensten."
Ik neem akte van hetgeen de heer Vanderlinden mij zegt. Als het
parket van de procureur des Konings dat nuttig vindt, kan het
overgaan tot het verhoor van de heer Vanderlinden en tot de
confrontatie, maar dat is niet iets dat mij toekomt. Ik kan alleen maar
akte nemen van hetgeen mensen zeggen tot bewijs van het
tegendeel.
Ik ben bezig dit is het laatste wat ik daarover kan zeggen met het
analyseren van alle stukken die het Comité P mij heeft bezorgd en die
te maken hebben met verklaringen over medewerkers van mij. Ik ben
daarmee bezig. Dat is mijn politieke verantwoordelijkheid. Ik heb de
conclusie geïmplementeerd in verband met mevrouw Debeck. Dat is
logisch. Ik heb vragen gesteld in verband met de heer Vanderlinden.
Ik ben bezig met dat onderzoek en ik zal, wanneer dat is afgelopen,
daarover in alle transparantie de commissie inlichten.
du Comité P, qui affirme toutefois
clairement que le ministre n'était
pas impliqué. Mme Debeck a
abusé de sa position et j'en tirerai
des conclusions.
M. Closset, qui se voit accusé lui-
même, désigne quelqu'un d'autre
comme
initiateur
de
la
construction. M. Vanderlinden, par
contre, dément toute implication. Il
appartient au procureur du Roi, et
non à moi-même, de réagir à ces
déclarations. Je puis seulement
prendre acte des propos d'une
personne jusqu'à preuve du
contraire.
Actuellement, je suis en train
d'effectuer une analyse de toutes
les pièces en possession du
Comité P concernant certains de
mes collaborateurs. Il est de ma
responsabilité
politique
de
procéder à cet examen. Lorsqu'il
sera terminé, j'en rendrai compte
au
Parlement
en
toute
transparence.
Le président: Chers collègues, je voudrais que l'on respecte les règles. Ne m'obligez pas à recourir à la
procédure qui consisterait à demander que vos propos ne soient pas enregistrés! Je répète que je voudrais
que l'on travaille dans l'ordre.
01.25 Ludwig Vandenhove (sp.a+Vl.Pro): Mijnheer de voorzitter, ik
heb nog een tweede punctuele vraag gesteld...
Le président: Non, monsieur Vandenhove vous n'avez pas plus droit à la parole que M. Dedecker!
Suivant la procédure, la ou les interpellations sont développées et la ou les questions posées. Ensuite, la
réponse est donnée par le ministre avant que le président ne donne la parole pour les répliques. Si chacun
décide d'entamer un dialogue, cette réunion prendra trois jours!
Le président de la Chambre m'a demandé de permettre à d'autres membres que ceux inscrits d'intervenir
dans le débat si cela peut présenter une plus-value et je compte bien respecter sa demande.
M. Annemans m'a demandé de pouvoir intervenir. D'autres collègues le souhaitent-ils également? (Non)
CRIV 52
COM 309
17/09/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
33
01.26 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, op
het einde van dit debat kan ik mij toch niet van de indruk ontdoen dat
de minister zich staande houdt. Hij spartelt, hij zegt dat hij het niet wist
of niet had moeten weten. Hij zegt dat hij er niet verantwoordelijk voor
is en als hij er verantwoordelijk voor is, zal hij dat zelf wel beslissen. Ik
denk dat hij dat doet ten eerste , omdat de Vld op dit moment
niemand anders heeft en vooral...
(...): (...)
01.26 Gerolf Annemans (Vlaams
Belang): Le ministre se débat,
probablement parce que le VLD
n'a personne d'autre pour le
moment.
01.27 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Het stemt mij bitter dat hij
zich schijnt staande te houden ten koste van het bestormen en
bestraffen van lager geschikten dan hijzelf.
Ik heb een bijkomend argument om hem te overhalen om ontslag te
nemen, het argument van oppositieleider Patrick Dewael. Daarvoor
zal ik met hem even teruggaan naar 1998, toen wij samen voor de
eerste minister stonden met de vraag verantwoordelijkheid te nemen
in de zaak-Wathelet. U zult zich dat herinneren. Wathelet was een
minister die op zijn kabinet door de vervroegde vrijlating van Dutroux
ook in de rommel was terechtgekomen, een overigens veel simpelere
rommel dan degene waar u nu inzit. Wij vroegen toen alle twee het
ontslag van Wathelet als rechter in het Hof van Justitie. Patrick
Dewael deed dat met zeer goede argumenten.
Ik citeer uit de Handelingen van onze Kamer van 28 april 1998: "De
heer Wathelet had allereerst een persoonlijke fout gemaakt door het
ondertekenen van de voorwaardelijke invrijheidsstelling. Hij staat voor
ons symbool voor het zeven jaar durende non-beleid op het vlak van
Justitie. Hij draagt politieke verantwoordelijkheid voor het
disfunctioneren van de instellingen binnen Justitie. Die man hebt u
opnieuw voorgedragen voor de benoeming in het Hof. Collega's, er is
zelfs meer. De heer Wathelet heeft ondertussen promotie gemaakt.
Hij is kamervoorzitter geworden in dat Hof. U bent deze beslissing van
de regering in de Kamer komen verdedigen, bijgesprongen door de
huidige minister van Binnenlandse Zaken, terwijl de toenmalige
minister van Justitie er nadien aan twijfelde of het wel een goede
beslissing was geweest. U hebt zelfs gezegd, ik citeer: "De heer
Wathelet is al voldoende gestraft omwille van de vermelding in het
commissieverslag."
Dat hebt u verklaard in de commissie. Ik citeer: "Mijnheer de eerste
minister, als u blijft vasthouden aan die beslissing stel ik u de vraag
met welk moreel gezag u vandaag aan verantwoordelijken bij de
politie, de rijkswacht en Justitie vraagt om een stap achteruit te
zetten." Dat waren uw woorden, mijnheer Dewael. De dag nadien hebt
u een resolutie ingediend in deze kamer, waarvan de titel luidt
"waarbij de regering verzocht wordt de heer Melchior Wathelet op te
roepen zijn ambt van rechter bij het Hof van Justitie bij de Europese
Gemeenschap neer te leggen". Ik citeer u nogmaals, in uw toelichting:
"Deze invulling van de regel van de politieke verantwoordelijkheid kan
echter niet verhelen dat degenen die zich in het Dutroux-dossier
schuldig hebben gemaakt aan reëel taakverzuim nog steeds de moed
niet hebben opgebracht om uit hun functie terug te treden. Dit
onaanvaardbare gedrag kunnen zij alleen volhouden wegens de
houding van de rechter in het Europees Hof van Justitie, intussen
aangesteld tot kamervoorzitter, de heer Wathelet, die als initiële
01.27 Gerolf Annemans (Vlaams
Belang): Il se maintient par ailleurs
en sanctionnant des subalternes.
J'ai un autre argument pour le
convaincre
de
démissionner:
l'argument avancé par un chef de
file de l'opposition, M. Patrick
Dewael, en 1998 dans l'affaire
Wathelet. Le ministre de la
Justice, M. Wathelet, avait à
l'époque été mis en cause en
raison de la libération anticipée de
Marc Dutroux et, en 1998, M.
Dewael a demandé comme moi
d'ailleurs
la
démission
de
M. Wathelet de son poste de juge
à la Cour européenne de Justice.
À l `époque, il avait évoqué à très
juste
titre
la
responsabilité
politique et l'autorité morale. Il
avait ajouté qu'il relevait de la
responsabilité
politique
du
gouvernement de contraindre M.
Wathelet à démissionner. Je
demande au ministre de poser
aujourd'hui l'acte qu'il préconisait à
l'époque.
17/09/2008
CRIV 52
COM 309
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
34
spilfiguur in het dossier-Dutroux nooit enige conclusie heeft willen
trekken uit zijn beslissing tot vervroegde vrijlating van Marc Dutroux.
Een gezonde en goede werking van een democratie verdraagt een
dergelijk gedrag niet. Het komt dan ook de regering, die de heer
Wathelet heeft voorgedragen, toe hem te verzoeken ontslag te nemen
uit zijn ambt van Europees rechter." Was getekend, Patrick Dewael,
29 april 1998. Ik vraag u, mijnheer Dewael, om niets meer te doen
dan wat u toen zelf hebt gevraagd aan de heer Wathelet.
Le président: Monsieur Dedecker, je sais que vous trouvez que vos interventions sont extrêmement
intéressantes.
Exceptionnellement, j'accepte de redonner la parole à MM. Vandenhove, Dedecker et De Man, mais pas
plus d'une minute par intervenant.
01.28 Ludwig Vandenhove (sp.a+Vl.Pro): Mijnheer de minister, ik
bedank u voor uw punctueel antwoord op mijn eerste vraag. Maar ik
had nog een tweede punctuele vraag. Ik vind het tekortschieten van
de heer Koekelberg dermate ernstig dat ik van oordeel ben dat hij
onmiddellijk op non-actief moet worden gezet in afwachting van
eventuele verdere maatregelen.
Nogmaals, ik maak de vergelijking met de lokale politiezones. Daar
zou dat wel gebeuren. Waarom gebeurt dat niet met het hoofd van de
federale politie, die duidelijk fouten heeft gemaakt? Ik zou daar graag
een punctueel antwoord op krijgen.
Of zijn er politieke redenen? Ik ben daarstraks mijn betoog begonnen
met te zeggen dat dit dossier ongelooflijk wordt gekoppeld aan alle
mogelijke andere dossiers van deze regering, hoewel het gaat over
het functioneren van de politie. Het gaat niet alleen om de federale
politie, maar ook om de lokale politiemensen, waarin de bevolking
vertrouwen moet kunnen hebben.
01.28
Ludwig
Vandenhove
(sp.a+Vl.Pro):
Les
fautes
commises par le commissaire
général revêtent tout de même
une particulière gravité. Pourquoi
l'intéressé
n'est-il
pas
mis
immédiatement en disponibilité,
dans l'attente d'autres mesures?
Lorsque des erreurs de cette
nature sont commises au niveau
de la police locale, de telles
mesures sont bel et bien prises.
Pourquoi dès lors ne le seraient-
elles pas en l'occurrence? À moins
que, pour des raisons politiques,
ce dossier soit couplé à d'autres ?
Une
telle
pratique
serait
inadmissible, s'agissant du bon
fonctionnement de la police.
01.29 Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de minister, ik ga in op
wat u hebt gezegd over die stage. Ik aanvaard het rapport volledig. Er
staat in wat er in staat. U moet het rapport volledig lezen, ook de
voetnoten. De heer Vantigchelt zit naast u. Hij heeft die stage
goedgekeurd.
In het rapport staat, mijnheer Vantigchelt, op pagina 7 in voetnoot 18:
"Er moet opgemerkt worden dat conform de reglementering in
verband met de stage door CALog-personeel deze enkel kan
geschieden onder leiding van een erkende stagemeester." Zelfs als
het op uw kabinet is. Ik lees voort, mijnheer Dewael: "Het is in casu
niet gebeurd." Het is totaal onwettelijk wat u hebt gedaan, waarvan u
op de hoogte was. U bent gechanteerd, zoals mevrouw Debeck ook
zegt, tijdens een vergadering op uw kabinet. Zij zei: ik ga de zaak-
Ricour weer naar boven brengen, en ik ga de zaak-Savonet weer naar
boven brengen.
Ik wil nog een ding weten. U moet nog op een vraag antwoorden. Zult
u die mensen, die twee topfunctionarissen die worden beschuldigd
van valsheid in geschrifte, op non-actief zetten, ja of neen? Dat wil ik
weten.
Dan kan ik sluiten waarmee ik begonnen ben. U bent blijkbaar niet
01.29 Jean Marie Dedecker
(LDD): M. Van Tigchelt, qui se
tient aujourd'hui aux côtés du
ministre, a approuvé le stage de
Mme Debeck. Le rapport du
Comité P précise toutefois que ce
stage n'a pas été effectué sous la
direction d'un maître de stage,
comme le requièrent pourtant les
règles en vigueur en la matière. La
promotion de Mme Debeck était
parfaitement illégale et a eu lieu
après ses menaces de faire état
des promotions douteuses de
Mmes Ricour et Savonet. Le
ministre mettra-t-il en disponibilité
les deux fonctionnaires accusés
de faux en écriture? Sa prétendue
ignorance accentue encore sa
ressemblance avec Manuel de
Fawlty Towers.
CRIV 52
COM 309
17/09/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
35
alleen Manuel uit Fawlty Towers. Ik hoor nu zelfs dat u uit Barcelona
komt.
01.30 Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik had
aan de minister gevraagd wie nu het onderzoek zal voeren dat hij
aankondigt.
Mijnheer de minister, het is net iets te makkelijk. De cruciale vragen
die hier worden gesteld, betreffen uw kabinet en de rol van uzelf en
van uw kabinetsmedewerkers in het gesjoemel. U probeert dat te
sussen met de aankondiging van een onderzoek. Ik vraag u wie dat
onderzoek zal voeren. U zegt: "Ikzelf." Ik kan mij niet indenken dat u
zelf al die documenten zult doornemen. Mijn vrees is zelfs dat u nu bij
het Comité P alle documenten opvraagt om uw verdediging beter te
kunnen organiseren, wat binnenkort zeer nodig zal zijn. Wie zal dat
onderzoek leiden? Ik vraag heel concreet naar de personen.
Ten tweede zou ik het volgende willen weten. Mijnheer de minister, u
bent vicepremier en was aanwezig op het kernkabinet deze ochtend.
Wat is er deze ochtend beslist over de toekomst van de heer
commissaris-generaal en de twee mensen van de algemene
inspectie? Wat is er op dat kernkabinet precies beslist?
01.30 Filip De Man (Vlaams
Belang): Qui mènera l'enquête
interne annoncée relative au
fonctionnement du cabinet du
ministre Dewael? Le ministre
déclare qu'il le fera lui-même. Je
crains qu'il ne profite de cette
enquête pour demander tous les
documents auprès du Comité P,
ce qui lui permettrait d'organiser
sa propre défense.
Quelles décisions ont-elles été
prises ce matin par le cabinet
ministériel restreint en ce qui
concerne l'avenir du commissaire
général et des deux fonctionnaires
dirigeants
de
l'inspection
générale?
Le président: Chacun a eu l'occasion de s'exprimer.
01.31 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, mag ik op die
vragen antwoorden? Anders beëindigen we de vergadering met het
idee dat de minister niet wil antwoorden.
Dezelfde vragen, waarop antwoorden zijn gegeven, keren wel altijd
terug.
Le président: C'est alors une dernière réponse, monsieur le ministre.
01.32 Minister Patrick Dewael: Duidelijke antwoorden over de orde-
en tuchtmaatregelen heb ik in mijn antwoord gegeven. Ik heb heel
duidelijk gezegd wat de bedoeling is in verband met de inspecteur-
generaal. Ik heb een onderscheid gemaakt, wat de heer Van
Wymersch aangaat, tussen orde en tucht.
01.32 Patrick Dewael, ministre:
J'ai déjà répondu clairement
concernant les mesures que je
prendrai.
01.33 Filip De Man (Vlaams Belang): (...)
01.34 Minister Patrick Dewael: Luistert u naar het antwoord, of
luistert u er niet naar?
Wat de heer Closset aangaat, gaat het over tucht en orde. Wat de
heer Van Wymersch aangaat, ben ik niet bevoegd voor de orde, want
dat is een zaak van de politiezone Brussel-Hoofdstad, dus daar blijft
alleen tucht over. In derde instantie, wat de heer Koekelberg aangaat,
heb ik gezegd dat er in overleg met de collega voor Justitie een
tuchtprocedure wordt opgestart.
Over het verschil zal ik niet veel zeggen, maar er is wel degelijk een
verschil: bij de heren Closset en Van Wymersch loopt er een
strafonderzoek op dit ogenblik. Er is namelijk een klacht neergelegd
bij het parket wegens vervalsing. Dat is toch wel iets anders. Het is
een belangrijk element, dat volgens mij daarin meespeelt.
01.34 Minister Patrick Dewael: En
ce qui concerne M. Closset, une
procédure d'ordre et disciplinaire
est entamée. Je ne suis pas
compétent en ce qui concerne une
mesure d'ordre éventuelle à
l'encontre de M. Van Wymersch et
par conséquent, je me limiterai à
l'ouverture
d'une
procédure
disciplinaire. En concertation avec
le ministre de la Justice, une
procédure disciplinaire est lancée
contre M. Koekelberg. Il y a
cependant une différence: une
plainte a été déposée contre MM.
Closset et Van Wymersch, à la
17/09/2008
CRIV 52
COM 309
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
36
suite de quoi le parquet a ouvert
une enquête pénale pour faux en
écriture.
Le cabinet ministériel restreint n'a
pas abordé le dossier Koekelberg.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een eerste motie van wantrouwen werd ingediend door mevrouw Linda Vissers en de heren Filip De Man
en Gerolf Annemans en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Jean Marie Dedecker, Fouad Lahssaini, Stefaan Van Hecke, Filip
De Man en Ludwig Vandenhove
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken,
vraagt het ontslag van de minister."
Une première motion de méfiance a été déposée par Mme Linda Vissers et MM. Filip De Man et Gerolf
Annemans et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Jean Marie Dedecker, Fouad Lahssaini, Stefaan Van Hecke, Filip
De Man et Ludwig Vandenhove
et la réponse du vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur,
demande la démission du ministre."
Een tweede motie van wantrouwen werd ingediend door de heer Jean Marie Dedecker en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Jean Marie Dedecker, Fouad Lahssaini, Stefaan Van Hecke, Filip
De Man en Ludwig Vandenhove
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken,
stelt vast dat
- de maatregelen die de minister afkondigt naar aanleiding van de twee rapporten van Comité P inzake het
functioneren van de commissaris-generaal, met name die over de canapé-benoemingen van de twee
secretaresses en het rapport over de ordemaatregelen die genomen werd ten aanzien van de
woordvoerster van de federale politie, onvoldoende zijn om het publieke vertrouwen in de federale politie te
herstellen;
- de maatregelen die de minister afkondigt naar aanleiding van het rapport van Comité P over de
aanstelling van een kabinetsmedewerker bij de Algemene Inspectie (AIG) en de manier waarop deze
aanstelling is gebeurd, onvoldoende zijn om het publieke vertrouwen in de leiding van de Federale
Overheidsdienst Binnenlandse Zaken te herstellen,
en stelt daarom voor dat de Kamer de heer Patrick Dewael, die als minister van Binnenlandse Zaken, de
politieke verantwoordelijkheid draagt voor het wanbeheer waarvan sprake is in de drie rapporten van
Comité P, het vertrouwen ontneemt."
Une deuxième motion de méfiance a été déposée par M. Jean Marie Dedecker et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Jean Marie Dedecker, Fouad Lahssaini, Stefaan Van Hecke, Filip
De Man et Ludwig Vandenhove
et la réponse du vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur,
constate que
- les mesures annoncées par le ministre à la suite des deux rapports du Comité P relatifs au
fonctionnement du Commissaire général, à savoir celui concernant les promotions canapé des deux
secrétaires et le rapport concernant les mesures d'ordre prises à l'égard de la porte-parole de la police
fédérale, sont insuffisantes pour rétablir la confiance de l'opinion publique en la police fédérale;
CRIV 52
COM 309
17/09/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
37
- les mesures annoncées par le ministre à la suite du rapport du Comité P sur la désignation d'un
collaborateur de cabinet auprès de l'Inspection générale (AIG) et la manière dont cette désignation est
intervenue sont insuffisantes pour rétablir la confiance de l'opinion publique en la direction du Service public
fédéral Intérieur,
et propose dès lors que la Chambre retire la confiance à M. Patrick Dewael qui, en tant que ministre de
l'Intérieur, assume la responsabilité politique de la mauvaise gestion dont il est question dans les trois
rapports du Comité P."
Een derde motie van wantrouwen werd ingediend door de heren Fouad Lahssaini en Stefaan Van Hecke
en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Jean Marie Dedecker, Fouad Lahssaini, Stefaan Van Hecke, Filip
De Man en Ludwig Vandenhove
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken,
gelet op de bevindingen van de rapporten van het Comité P, moet een tuchtprocedure worden gestart
tegen commissaris-generaal Fernand Koekelberg, alsook tegen de heren Closset en Van Wymersch en
mevrouw Debeck,
is de mening toegedaan dat de morele en politieke verantwoordelijkheid van de minister echter eveneens in
het geding is
en vraagt dat de minister zou aftreden."
Une troisième motion de méfiance a été déposée par MM. Fouad Lahssaini et Stefaan Van Hecke et est
libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Jean Marie Dedecker, Fouad Lahssaini, Stefaan Van Hecke, Filip
De Man et Ludwig Vandenhove
et la réponse du vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur,
vu que par les éléments mis en évidence par les rapports du Comité P, une procédure disciplinaire
s'impose au sujet du commissaire général Fernand Koekelberg ainsi que pour MM. Closset et Van
Wymersch et Mme Debeck,
estime que la responsabilité morale et politique du ministre est également engagée
et demande au ministre de remettre sa démission."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Jacqueline Galant en Corinne De Permentier en
door de heren Bart Tommelein, Josy Arens, François-Xavier de Donnea, Thierry Giet en Servais
Verherstraeten.
Une motion pure et simple a été déposée par Mmes Jacqueline Galant et Corinne De Permentier et par
MM. Bart Tommelein, Josy Arens, François-Xavier de Donnea, Thierry Giet et Servais Verherstraeten.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.09 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12.09 heures.