COMMISSIE VOOR DE SOCIALE ZAKEN

Le développement des questions et interpellations commence à 13.02 heures. La réunion est présidée par Mme Camille Dieu.

De behandeling van de vragen en interpellaties vangt aan om 13.02 uur. De vergadering wordt voorgezeten door mevrouw Camille Dieu.

La présidente: La question n°4502 de Mme Lejeune est transformée en question écrite.

01 Questions jointes de

- Mme Josée Lejeune à la ministre de l'Intégration sociale, des Pensions et des Grandes villes sur "le calcul des pensions publiques" (n° 4502)

- Mme Maggie De Block à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances sur "le rapport de la Cour des comptes 'Calcul du montant des pensions publiques'" (n° 4775)

01 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Josée Lejeune aan de minister van Maatschappelijke Integratie, Pensioenen en Grote Steden over "de berekening van de overheidspensioenen" (nr. 4502)

- mevrouw Maggie De Block aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over "het rapport van het Rekenhof 'Berekening van de overheidspensioenen'" (nr. 4775)

01.01 Maggie De Block (Open Vld): Mevrouw de minister, een paar weken geleden hebben wij het rapport inzake de berekening van de overheidspensioenen van het Rekenhof gekregen. Tijdens een van de vorige vergaderingen heb ik dat kunnen doornemen. Een aantal zaken daarin heeft mij toch verwonderd.

Het blijkt namelijk dat de PDOS heel wat moeilijkheden ondervindt om de gegevens te verkrijgen die nodig zijn voor de samenstelling van het pensioendossier. De belangrijkste problemen werden als volgt samengevat.

De diensten van de openbare werkgevers die de pensioendossiers samenstellen, zenden nogal laattijdig, bovendien soms onvolledige, dossiers door naar de PDOS. Daarbij werd melding gemaakt van problemen bij het onderwijs in zowel de Vlaamse als de Franse Gemeenschap en bij de lokale politie. Het is toch een heel slecht cijfer: slechts 10% van de pensioendossiers van de diensten van het onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap is volledig.

Er is ook een probleem met tegenstrijdigheden en onjuistheden of ontbrekende verantwoordingsdocumenten in de pensioendossiers. Er is, met andere woorden, geen enkele uniformisering van de doorgestuurde gegevens en er zijn ook geen sancties ten aanzien van de openbare werkgevers, in het bijzonder de werkgevers die laattijdig informatie doorsturen of die onjuiste informatie doorsturen. De mensen die hun pensioen moeten krijgen, kunnen daarvan de dupe zijn.

Ten slotte worden de stukken die naar de PDOS gestuurd worden, niet systematisch geverifieerd. De verificatie gebeurt enkel indien in het dossier elementen zijn die elkaar tegenspreken of wanneer er een zeker risico gedetecteerd wordt.

Het Rekenhof heeft op basis van die vaststellingen een aantal aanbevelingen geformuleerd. Ik zal ze niet overlopen, maar ik wil graag iets weten, mevrouw. Er loopt blijkbaar een aantal projecten om de toevoer van juiste gegevens te versnellen en te uniformiseren, onder meer het Selfpenproject, een elektronisch dossier in real time, en andere projecten inzake uniformisering van gegevens? Er wordt ook gewerkt, zegt men, aan het opzetten van een interne audit via de PDOS?

Mevrouw de minister, eigenlijk zouden openbare diensten een voorbeeld moeten geven aan de andere werkgevers, opdat hun werknemers die met pensioen gaan, zeker zijn dat hun pensioen berekend is op nauwkeurige en correcte gegevens. Zij hebben daar uiteindelijk heel hun leven voor gewerkt. Ik vind het eigenlijk een beetje schrijnend. Ik zou u anders niet verveeld hebben met mijn vraag. Maar het is blijkbaar een oud zeer dat daar enorme problemen zijn.

Zult u proberen daar iets aan te doen? Ik besef dat het geen gemakkelijk dossier is en dat u overleg zult moeten plegen, maar ik wil u vragen: wil u vanuit uw departement uw schouders daar onder willen zetten?

01.02 Marie Arena, ministre: Madame la présidente, si je puis me permettre, j'avais préparé une réponse globale pour les deux questions.

Il est vrai que c'est une situation qui est connue et décrite dans le rapport de la Cour des comptes. À mon avis, cela est dû en grande partie à l'augmentation importante des dossiers des pensions, à la complexité des régimes et également à l'augmentation de la mobilité et du nombre de carrières mixtes, qui a pour effet que plusieurs employeurs sont concernés par la constitution des dossiers.

C'est ce que l'on disait en aparté: certains enseignants ont des dossiers d'une complexité sans nom au niveau de la composition de leur pension.

À la suite de l'audit, je signale que mon prédécesseur, par lettre du 19 février 2008, a immédiatement demandé à l'administrateur général du service des pensions du secteur public qu'un effort important soit consacré à l'amélioration du système de gestion des documents.

La gestion des documents comprend notamment un suivi automatique des rappels. On peut également noter le renforcement des procédures de contrôle interne pour les missions qui lui incombent.

L'attention de l'administrateur général a en outre été attirée sur la nécessité de sensibiliser les divers employeurs publics aux problèmes existants et de conclure avec eux des protocoles prévoyant la transmission des données de carrière exhaustives.

Il s'agissait donc à la fois de sensibiliser en interne à la gestion mais aussi de responsabiliser les employeurs publics par rapport à l'information qu'ils devaient donner.

En ce qui concerne SIGeDIS, il a également été demandé à l'administration d'assurer une vérification soigneuse des informations qui seront obtenues par ce canal.

Nous veillerons bien entendu à ce que ces recommandations soient suivies d'effet.

En ce qui concerne la question que vous posez plus particulièrement, madame De Block, concernant le projet "Selfpen", je peux vous informer qu'il a été remplacé, par le service public en collaboration avec SIGeDIS que je viens de citer, par un projet ambitieux qui s'appelle "Capello". Il importe en effet que les problèmes que la Cour des comptes relève dans son rapport d'audit soient résolus dans le cadre d'une vision plus globale.

À cet égard, la création d'une banque de données de carrière pour l'ensemble du secteur public ne constitue qu'une toute première étape. L'instauration d'un protocole légal obligatoire imposera à tous les employeurs du secteur public des règles qualitatives pour la déclaration des données de carrière relatives à leurs collaborateurs.

Il va de soi qu'il s'agit d'un projet à long terme par lequel l'introduction progressive de la déclaration électronique de l'employeur ne peut produire ses pleins effets que dans plusieurs années mais le processus a vraiment été lancé pour éviter des situations telles qu'elles ont été mises en lumière par la Cour des comptes.

01.03 Maggie De Block (Open Vld): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Wanneer ik het goed begrijp, is het een langetermijnproject, maar wordt er voortgewerkt, zowel aan de audit als aan het functioneel maken van het project. Men zal dus eerst een soort datawarehouse maken over alle diensten heen. Daarmee zal men dan werken voor de pensioenberekening. First things first, het een kan inderdaad niet zonder het ander.

Ik vind het positief dat het op die manier aangepakt wordt - u kiest voor een structurele oplossing met het oog op de toekomst –, des te meer omdat sommige loopbanen misschien al complex waren, maar in de toekomst nog complexer zullen worden, gelet op het feit onder andere dat ook binnen de overheid er meer wordt gemuteerd.

Het is best dat de diensten inderdaad worden geresponsabiliseerd, want nu zijn eigenlijk alleen de ambtenaren daarvan de dupe, terwijl zij daar niets aan kunnen doen. Zij worden van het kastje naar de muur gestuurd, wat soms toch veel stress en problemen veroorzaakt. Bovendien heeft iedereen recht op een correcte berekening van het pensioen, ongeacht het bedrag dat hem toekomt. Daarover zijn we het eens, denk ik.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

02 Question de Mme Florence Reuter à la ministre de l'Intégration sociale, des Pensions et des Grandes villes sur "les affiliés retraités du régime OSSOM" (n° 4587)

02 Vraag van mevrouw Florence Reuter aan de minister van Maatschappelijke Integratie, Pensioenen en Grote Steden over "de gepensioneerden die onder het DOSZ-stelsel vallen" (nr. 4587)

02.01 Florence Reuter (MR): Madame la ministre, je vous interrogerai au sujet, maintes fois abordé, du bonus de liaison au bien-être, accordé à certains pensionnés par le gouvernement en avril 2007. Cette mesure concerne un million de pensionnés environ. Cette année encore, certains pensionnés bénéficieront de cette augmentation. Il apparaît que certains retraités du régime OSSOM ne peuvent bénéficier de la liaison au bien-être décidée au moment du pacte de solidarité entre générations.

Bien que ceci ait un impact budgétaire évidemment important, je m'interroge quant à la décision de ne pas accorder la liaison au bien-être. Quelles sont les raisons qui ont amené le gouvernement à ne pas envisager cette liaison pour les pensionnés de l'OSSOM? Une augmentation des pensions est-elle envisagée?

02.02 Marie Arena, ministre: Madame Reuter, quand on parle des pensions de l'OSSOM, il convient d'opérer la distinction entre les pensions octroyées en application de la loi du 16 juin 1960, les pensions coloniales, et la loi du 17 juillet 1963, relative à la sécurité sociale des pays d'outre-mer.

Dans les deux cas, elles sont calculées selon les règles de capitalisation individuelle. Les pensions coloniales ont leur propre régime de liaison au bien-être, tel que fixé à l'article 10 de la loi du 16 juin 1960. Les compléments prévus aux articles 3bis §1^er et 3ter §1^er, les allocations complémentaires de retraite et de veuve prévues aux articles 3bis, 2 et 3ter §2 ainsi que les minima de pensions de retraite et de survie prévus aux articles 3 quinquies et sexies sont réévalués dans les conditions et modalités fixées par l'arrêté royal délibéré en Conseil des ministres.

Ce régime a été mis en œuvre par l'arrêté royal du 14 décembre 1978 octroyant le progrès social aux anciens employés du Congo belge et du Ruanda-Urundi en exécution de l'article 18 de la loi du 11 février 1976 insérant un article 10bis dans la loi du 16 juin 1960. On comprend mieux pourquoi c'est si compliqué, les pensions!

Cet arrêté royal a été modifié à plusieurs reprises en vue d'augmenter le niveau du bien-être et pour la dernière fois par l'arrêté royal du 25 avril 2004. Suite à la capitalisation, les pensions coloniales pour des carrières similaires surtout courtes, sont généralement supérieures aux pensions métropolitaines.

Les pensions de la sécurité sociale d'outre-mer ne connaissent pas quant à elles le système d'adaptation au bien-être. Le calcul de la pension se fait sur une base similaire à celui d'une assurance-vie privée, technique de capitalisation viagère calculée sur la base des tables de mortalité et d'un taux d'intérêt. Très récemment, ce régime a été complètement modernisé à la suite d'un audit réalisé par la Cour des comptes. Ainsi, à partir du 1^er janvier 2007, de nouvelles tables de mortalité ont été réalisées, le taux d'intérêt ou rendement garanti de 4,25% a été adapté au taux d'intérêt usuel actuel pour les pensions complémentaires et assurances-vie, à savoir 3,78%

Enfin, le gouvernement a estimé qu'il n'était plus défendable de maintenir à la fois une revalorisation des cotisations et un rendement garanti. Il a donc été décidé de mettre un terme à la revalorisation. Cette modification de la réglementation n'a été rendue applicable qu'aux cotisations versées à partir du 1^er janvier 2007 et à la capitalisation future des réserves déjà acquises après le 31 décembre 2006.

Voilà les raisons de l'existence d'un système tout à fait différent.

02.03 Florence Reuter (MR): Aucune augmentation n'est donc envisagée.

02.04 Marie Arena, ministre: Non, étant donné que les modalités sont spécifiques.

02.05 Florence Reuter (MR): Madame la ministre, je vous remercie pour cette réponse que je transmettrai car on nous pose souvent la question.

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

La présidente: Nous en venons maintenant à la question n° 4889 de M. Van Noppen sur "le nouveau régime de prépension".

02.06 Marie Arena, ministre: Madame la présidente, la question concerne la ministre de l'Emploi, mais pas moi. Je n'ai pas les prépensions dans mes attributions. C'est la seule réponse que je puisse donner.

La réunion publique de commission est levée à 13.12 heures.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 13.12 uur.