Commissie voor de Financiën en de Begroting |
Commission
des Finances et du Budget |
van dinsdag 19 februari 2008 Voormiddag ______ |
du mardi 19 février 2008 Matin ______ |
La séance est ouverte à 10.07 heures et présidée par M. François-Xavier de Donnea.
De vergadering wordt geopend om 10.07 uur en voorgezeten door de heer François-Xavier de Donnea.
01 Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de vice-eerste minister en minister van Begroting, Mobiliteit en Institutionele Hervormingen over "de bestelde studies in verband met de wet op de uitstap uit de kernenergie" (nr. 2027)
01 Question de M. Peter Vanvelthoven au vice-premier ministre et ministre du Budget, de la Mobilité et des Réformes institutionnelles sur "les études commandées à propos de la loi sur la sortie du nucléaire" (n° 2027)
01.01 Peter Vanvelthoven (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, bij het opstellen van mijn vraag ging ik ervan uit dat de minister van Begroting zou antwoorden. Gisteren had ik begrepen dat de voorlopige minister van Begroting zou antwoorden.
(…): (…).
01.02 Peter Vanvelthoven (sp.a-spirit): U schenkt mij te veel eer.
(…): (…).
01.03 Peter Vanvelthoven (sp.a-spirit): Mijnheer de minister van Justitie, misschien is uw vraag dringender.
Mijnheer de minister, het betreft hier een vraag over een onderwerp dat al herhaaldelijk in de commissie aan bod kwam en waarover al heel wat discussie is geweest. De zaken werden in dat verband ondertussen al enigszins uitgeklaard.
Het enige wat ik nog van u of van de minister van Begroting zou willen weten, is of ondertussen effectief tot betaling van de betrokken, openstaande facturen werd overgegaan.
Hoe is de procedure precies verlopen? Was er een vraag van de administratie dan wel van het kabinet van Energie? Kwam er op basis van voornoemde vraag een beslissing? Hoe de procedure uiteindelijk werd afgehandeld, is mij niet erg duidelijk. Dat had ik dus graag van u vernomen.
01.04 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, collega, er is rond de studies heel wat te doen geweest, ook tijdens de vorige legislatuur. U hebt dat waarschijnlijk van op een bevoorrechte plaats kunnen meemaken.
De minister van Begroting heeft een antwoord opgesteld dat een antwoord op uw heel concrete vraag biedt.
Hij heeft de nodige bedragen voor de betaling van de twee studies over de uitstap uit de kernenergie vastgelegd op de kredieten van het begrotingsjaar 2007 nadat hij te uitzonderlijken titel zijn akkoord had gegeven om de bewuste situatie te regulariseren. De studies werden door KPMG aan de FOD Economie afgeleverd. De facturen werden ingediend, waarna de beslissing tot betaling werd gegeven.
01.05 Peter Vanvelthoven (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, het enige wat voor mij nog altijd onduidelijk blijft – ik vermoed echter dat u niet zal kunnen antwoorden –, is het volgende. Minister Leterme antwoordt dat hij zijn akkoord heeft gegeven. Dat akkoord kwam er op vraag van iemand. Het is voor mij nog altijd onduidelijk op wiens vraag het akkoord er kwam. Was dat op vraag van het kabinet, hoewel de vroegere minister van Economie verklaart dat hij de vraag nooit stelde?
Mogelijk is dat op vraag van de FOD Economie geweest. Die bevestiging had ik nog graag gehad van de minister van Begroting.
01.06 Minister Pieter De Crem: Deze bijkomende vraag zal aan de diensten van de minister van Begroting worden bezorgd. Ik zal er zorg voor dragen dat u, wellicht schriftelijk, op de hoogte gebracht zult worden.
01.07 Peter Vanvelthoven (sp.a-spirit): Schriftelijk is voor mij even goed als mondeling.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de vice-eerste minister en minister van Begroting, Mobiliteit en Institutionele Hervormingen over "de beslissingen omtrent het sturen van troepen naar het zuiden van Afghanistan" (nr. 2028)
02 Question de M. Peter Vanvelthoven au vice-premier ministre et ministre du Budget, de la Mobilité et des Réformes institutionnelles sur "les décisions relatives à l'envoi de troupes dans le sud de l'Afghanistan" (n° 2028)
02.01 Peter Vanvelthoven (sp.a-spirit): Ik ben natuurlijk bijzonder blij dat de minister van Defensie vandaag de plaatsvervanger is.
Mijnheer de minister, in de commissie voor de Defensie is al uitgebreid gediscussieerd over het sturen van troepen naar Zuid-Afghanistan, over de opportuniteit daarvan, de opdracht enzovoort. Wat mij als parlementslid dat de begroting min of meer probeert te volgen, verbaasd heeft in het dossier, is dat de minister van Begroting, minister Leterme, een drie- of viertal weken geleden naar aanleiding van verklaringen van een aantal andere ministers in de regering publiekelijk aankondigt dat hij geen uitgaven meer beslist tot de opmaak van de begroting. Maar, in strijd daarmee, honoreert hij kort daarna toch uw beslissing om troepen naar het zuiden van Afghanistan te sturen, met een impact – zo begrijp ik toch – op het budget van dit jaar.
Ik stel vast dat de minister van Begroting hier een uitzondering maakt op zijn principe. Mijn vraag is dan natuurlijk of er een zorgvuldige afweging is gebeurd van de budgettaire elementen van uw beslissing? Wat is de impact precies voor dit jaar en voor de volgende jaren? Ik vermoed dat daarover het oordeel gevraagd is van de inspectie van Financiën? Wat heeft de inspectie van Financiën daarop gezegd?
Dat is allemaal des te belangrijker, daar ik de afgelopen dagen toch voortdurend in de pers lees dat het een moeilijke budgetopmaak is en dat men nog heel wat centen zoekt. In die zin wil ik u toch vragen wat precies de gang van zaken is geweest inzake het budget? Is er in extra middelen voorzien of is er een verschuiving van middelen binnen het programma? Wat zijn daar de consequenties van? Is er een advies van de inspectie van Financiën? Hoe luidt dat advies van de inspectie van Financiën? Is het mogelijk dat wij als Parlement inzage krijgen van de documenten in dat verband en het verslag van de inspectie van Financiën?
02.02 Minister Pieter De Crem: Mijnheer Vanvelthoven, het kabinet had een vrij skeletachtig antwoord voorbereid. Dat is geen kritiek. Het was een zakelijk antwoord. Ik zal eerst die elementen naar voren brengen en dan op het dossier zelf ingaan, omdat ik toch enige terreinkennis heb.
Het is trouwens een dossier dat impact heeft voor de provincie Limburg, wegens het zenden van F‑16’s naar Afghanistan.
De kosten van heel de operatie worden gedragen door het budget van Defensie zelf en worden via dat budget opgevangen. De begroting voor het globale plan en alle begrotingsplannen voor operaties zijn nog in opmaak.
Wat is er beslist op 1 februari? Op 1 februari heeft men beslist vier F-16’s naar de regio Kandahar in Afghanistan te sturen samen met een groep van ongeveer 100 mensen. Er is namelijk een ploeg van ongeveer 20 tot 25 mensen per F-16.
Er is ook beslist om een
OMLT te sturen, een operational mentor and liaison team, en een
twintigtal mensen voor de begeleiding van de verhuis op de luchthaven van
Kabul.
U hebt wellicht gezien – ik zal u de bundel ook laten bezorgen – dat er
een tijdelijke verhoging zal zijn van onze capaciteit in Afghanistan, maar dat
we tegen het einde van dit jaar met minder mensen in Afghanistan zullen
aanwezig zijn dan vandaag het geval is, om de heel eenvoudige reden dat aan
onze opdracht op de luchthaven van Kabul een einde wordt gesteld. De lead
waarin we aanwezig zijn, neemt reeds een einde op 1 oktober, waarbij we
worden opgevolgd door de Hongaren.
Wat de begrotingskosten betreft, op het budget voor defensie is er
altijd een post voor buitenlandse operaties, voor een gemiddeld bedrag tussen
58 en 62 miljoen euro. Een interessant cijfer om te weten, is dat de
ontplooiingskosten per capita voor een Belg met een buitenlandse opdracht,
ongeveer 60.000 euro netto op jaarbasis bedragen. Wanneer u weet dat we meer
dan duizend mensen hebben die permanent in het buitenland verblijven, ziet u
dat de prijsvork van 60 miljoen euro daarmee min of meer overeenstemt.
Dat zijn de nettokosten voor de mensen die ter plaatse zijn: de kosten
voor het logies, de dubbele of soms driedubbele soldij, de extra vergoedingen
en dergelijke. Er is natuurlijk ook een brutokostprijs. De mensen moeten naar
hun bestemming worden gebracht enzovoort. Die bijkomende kosten worden volledig
op het eigen budget gecompenseerd. Ik kom met een nota over buitenlandse operaties
naar de gemengde commissie voor de Landsverdediging en de Buitenlandse
Betrekkingen.
Eén zaak is echter zeker: we zullen niet altijd alles kunnen blijven
doen. In mijn nota over buitenlandse operaties zullen een aantal politieke
beleidsopties worden genomen. Ik bedoel daarmee geen partijpolitieke opties.
Wel: Quid buitenlandse operaties? Waar blijven we? Waar zijn we? Waar gaan we
weg? Zijn er nieuwe opdrachten waarvoor we gevraagd worden, met daaraan het
financiële kaartje? Ik moet u ook zeggen dat Landsverdediging weinig vrienden
heeft, zeker niet bij begrotingsopmaken. Er wordt van ons ook een beduidende
inspanning gevraagd en die inspanning zal ook worden geleverd, met dien
verstande dat men ook een aantal opties moet kunnen lichten. Het is de optie van
de regering om de buitenlandse operaties tot een core business van het
ministerie van Landsverdediging te maken. Daarvoor moet ik de middelen
vrijmaken op de eigen begroting.
U weet even goed als ik dat de minister van Landsverdediging die nu op
een Ministerraad meer middelen zou vragen, een brevet van ongeloofwaardigheid
zou krijgen, waarmee hij zich voor de rest van de legislatuur in de hoek zou
zetten. Dat is een afweging. We moeten met steeds minder middelen
verhoudingsgewijs steeds meer doen.
02.03 Peter Vanvelthoven (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik heb nog twee opmerkingen.
Ten eerste, u kondigt de nota aan. Ik veronderstel dat u op basis van die nota dit weekend de begrotingsbesprekingen ingaat en dat u het nog voorbarig vindt om voor mij een tipje van de sluier op de lichten waar er eventuele verschuivingen te verwachten zijn. Mocht u dat toch willen doen, dan ben ik graag bereid daarnaar te luisteren.
Ten tweede, in verband met de inspectie van Financiën hebt u mij niets gezegd.
02.04 Minister Pieter De Crem: Ik heb dat aan collega Van der Maelen en een aantal andere collega’s ook gezegd in de commissie. Wanneer wij met betrekking tot Afghanistan de rules of engagement zullen bespreken, zal ook het advies van de inspectie van Financiën daarbij worden gevoegd.
Het valt grosso modo te herleiden tot dit standpunt. Het is een puur politieke beslissing van de regering. Het komt de regering en de minister van Defensie toe om te zien dat hij op zijn budget de middelen kan vrijmaken, iets extreem gereduceerd, maar dat is het standpunt van de inspectie van Financiën. Hoe dan ook het zal bij de totale bundel worden gevoegd.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de vice-eerste minister en minister van Begroting, Mobiliteit en Institutionele Hervormingen over "de kabinetskredieten" (nr. 2226)
03 Question de M. Peter Vanvelthoven au vice-premier ministre et ministre du Budget, de la Mobilité et des Réformes institutionnelles sur "les crédits de fonctionnement des cabinets" (n° 2226)
03.01 Peter Vanvelthoven (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, eind december werd de huidige interim-regering ingezworen. Dat werd gevolgd door een beslissing die de werking van de regering zou vertalen in de kredieten die nodig zijn voor de werking van de beleidscellen. Gezien de samenstelling van deze interim-regering met 14 ministers en zonder staatssecretarissen, wat dus ook minder beleidscellen betekent die worden geleid door vicepremiers - want ik heb begrepen dat er niet echt vicepremiers zijn -, zou redelijkerwijze kunnen worden aangenomen dat de tijdelijke kredieten voor de tijdelijke regering aanzienlijk minder groot zijn.
Het document dat ter zake werd toegezonden aan het Parlement volgend op de beslissing van de regering geeft echter aan dat zowel inzake budgetten als inzake effectieven – het aantal mensen dat op de beleidscellen werkt – nauwelijks een verschil merkbaar is ten opzichte van de vorige regering die wel volledig was samengesteld met 15 ministers, een aantal vicepremiers en een aantal staatssecretarissen.
De vraag is dan ook voor de hand liggend. In hoeverre zijn de totale kredieten voor de volledige werking van alle beleidscellen verlaagd? Met hoeveel effectieven werd het totaal aantal medewerkers verminderd? Zijn er slechts evenveel beleidscellen algemeen beleid als er vicepremiers werden aangeduid? Wordt er gewerkt met middelen voor experts voor deze korte periode van drie maanden? Zo ja, waarom? Kan een volledig detail aan de commissie worden bezorgd van de vrijgemaakte middelen en de bestemming ervan?
03.02 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, collega, u hebt een aantal deelvragen gesteld. Ik zal een antwoord geven op elk van die vragen.
Uw eerste vraag met betrekking tot de totale kredieten voor de volledige werking van de beleidscellen en een eventuele verlaging van die kredieten en van het aantal effectieven. Het huidige aantal effectieven is 791. U kunt dit nakijken in bijlage 1 van het vademecum over de invoering van de secretariaten, de cellen Algemene Beleidscoördinatie, de cellen algemeen beleid en de beleidsorganen. In de vorige regering was dit volgens deze bijlage 914 en in de regering daarvoor 938. Er is op dit moment dus een daling van iets meer dan 15%, 15,6% om exact te zijn. Boven op de 791 voorzien in het vademecum werden 14 extra personeelsleden toegekend door de eerste minister.
Bij de deliberatie 32.06 betreffende de aanpassing van de kredieten van de beleidscellen aan de samenstelling van de nieuwe regering werd er gestreefd naar een budgettaire neutraliteit. De marge tussen de kredieten waarin initieel was voorzien in de eerste schijf van de voorlopige kredieten en de behoefte voor de nieuwe regering werden behouden in de voorlopige kredieten om een aantal onzekerheden, zoals de hoogte van de te betalen ontslagvergoedingen en de facturen van de vorige regering op te vangen.
De eerste schijf van de voorlopige kredieten voorziet in de kredieten van januari tot maart. Aangezien de lonen van december in januari worden uitbetaald, waren deze hierin ook inbegrepen. De lonen hebben van december hebben betrekking op de beleidscellen van de vorige regering. Daarnaast moeten ook ontslagvergoedingen voor de medewerkers van de vorige regering en eventuele andere vergoedingen worden betaald. Het effect van de vermindering van het totale aantal werknemers of medewerkers speelt daarom minder in de eerste schijf van de voorlopige kredieten.
Wat uw tweede vraag betreft, of er slechts evenveel beleidscellen “algemeen beleid” zijn aangesteld als er vicepremiers zijn. Naast de vicepremiers Reynders en Leterme hebben ook de ministers Onkelinx, Dewael en Piette een cel “algemeen beleid” toegewezen gekregen.
Deelvraag drie. Is er gewerkt met middelen voor experts voor deze korte periode en, zo ja, waarom? Bij de toekenning van de kredieten voor de beleidscellen werd gewerkt volgens het hierboven vermelde vademecum. In dit vademecum zijn ook kredieten voor de experts vastgelegd. Aangezien het over een regering met volle bevoegdheden gaat, is er geen reden om van het vademecum af te wijken.
Ten slotte, wat uw vraag betreft over het detail van de vrijgemaakte middelen en de gedetailleerde bestemming. In de eerste schijf van de voorlopige kredieten zit, zoals gezegd, nog een aantal onbekende factoren. In de begroting 2008 zullen de definitieve cijfers worden opgenomen en bij de indiening van deze begroting bij het Parlement kan er een gedetailleerd overzicht van de middelen en hun bestemming worden meegegeven.
03.03 Peter Vanvelthoven (sp.a-spirit): Ik dank de minister voor zijn antwoord.
L'incident est clos.
- de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste minister en minister van Begroting, Mobiliteit en Institutionele Hervormingen over "het aantal onbetaalde facturen in 2007" (nr. 2174)
- mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-eerste minister en minister van Begroting, Mobiliteit en Institutionele Hervormingen over "de laattijdige betaling van facturen" (nr. 2191)
- M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et ministre du Budget, de la Mobilité et des Réformes institutionnelles sur "le nombre de factures impayées en 2007" (n° 2174)
- Mme Muriel Gerkens au vice-premier ministre et ministre du Budget, de la Mobilité et des Réformes institutionnelles sur "le retard dans le paiement des factures" (n° 2191)
04.01 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, comme cela s'est passé les années précédentes, certaines factures n'ont pas été payées à échéance par les autorités fédérales, avec pour conséquence que des fournisseurs, des experts ou des prestataires de services arrêtent la livraison de leurs fournitures ou services en raison de paiements tardifs (cela concerne en effet des livraisons de marchandises ou des prestations de services par des experts, notamment, des psychiatres ou des médecins, etc.).
Dès lors, monsieur le ministre, en ce qui concerne le SPF Budget, à combien s'élevait le montant total des factures impayées en date du 31 décembre 2007? Qu'en était-il au 31 janvier 2008?
J'aurais également voulu savoir ce que représentait l'ensemble de ces factures. Quel était leur nombre?
Serait-il possible d'obtenir une ventilation de ces retards et des montants que cela représente?
Ces retards se comptent-ils en plusieurs jours, plusieurs semaines ou plusieurs mois?
Constate-t-on de tels retards de manière régulière ou typiquement en fin d'année?
Serait-il possible d'obtenir une ventilation par mois?
Par ailleurs, ces retards de paiement ont-ils entraîné un coût supplémentaire, comme des amendes ou intérêts de retard?
En cas de retard, certains fournisseurs ont-ils entamé une procédure de recouvrement judiciaire de factures non contestées? Dans l'affirmative, pour quels montants et quelle est l'issue de ces jugements?
Quelles sont les causes de ces retards éventuels? Quelles mesures ont été prises pour éviter que de tels retards se répètent?
04.02 Pieter De Crem, ministre: Monsieur le président, chère collègue, il arrive fréquemment que des factures ne soient pas payées à l'échéance par les autorités fédérales. À Bruges, l'un des fournisseurs habituels du palais de justice n'a pas été payé, ce qui a suscité pas mal de remous étant donné qu'il s'agissait d'un "besoin primaire".
Le ministre du Budget m'a fourni des réponses à vos différentes questions.
Premièrement, les factures non payées représentaient, en 2007, 27.060 euros et en 2008, 187.425 euros.
En ce qui concerne les factures payées tardivement – je suppose qu'en utilisant le terme "tardivement", vous pensez aux normes prévues par la législation en matière de marchés publics –, leur nombre mensuel varie entre 2 et 23. Vous trouverez un aperçu mensuel en annexe 1.
Le montant total des factures qui n'ont pas été payées dans les délais prévus – vous avez reçu les documents – atteint 355.116 euros. L'aperçu mensuel est repris en annexe 2.
Pour votre quatrième question, en 2007, le SPF Budget et Contrôle de Gestion payait en moyenne ses factures dans les quarante jours. Le détail mensuel se trouve en annexe 3.
À propos du coût supplémentaire engendré suite au retard de paiement des factures, je peux vous communiquer qu'en 2007, il n'y a pas eu d'intérêts de retard à payer du fait que les retards n'étaient pas imputables au SPF Budget et Contrôle de Gestion mais bien à des dossiers incomplets.
Certains fournisseurs ont-ils déjà procédé au recouvrement judiciaire des factures non contestées? Jusqu'ici, aucun. Quelle était la cause des retards de paiement? Je vous proposerai des réponses différentes en fonction du laps de temps. Au mois de janvier, la Trésorerie clôture généralement les paiements vers le 15 décembre de l'année précédente pour les reprendre le 2 janvier. Dans la mesure où les engagements doivent encore être introduits, cela génère des retards. En décembre, comme la Trésorerie clôture les paiements vers le 15 du mois, il n'est pas toujours possible de payer les factures de fin novembre et de décembre dans les délais.
Une procédure fastidieuse, c'est-à-dire un contrôle préalable effectué par le contrôleur des engagements et la Cour des comptes, génère un impact de 17 jours de retard en moyenne; les factures qui arrivent tardivement au service d'encadrement du Budget et Contrôle de la Gestion posent aussi des problèmes, tout comme les factures qui ne sont pas en ordre, les données étant erronées, ou qui comportent de mauvaises dates – il arrive souvent que la date mentionnée sur la facture ne soit pas correcte. Dans ces cas, des contrôles supplémentaires sont effectués par la Cour des comptes. Tout cela et très souvent une combinaison de ces différents facteurs peut provoquer un retard dans les paiements.
Pour ce qui est des mesures, on a chargé le service d'encadrement du Budget et Contrôle de la Gestion de procéder à un suivi strict à condition de garantir le contrôle interne. Le service d'encadrement du Budget et Contrôle de la Gestion établit chaque mois un tableau de bord relatif au suivi qu'il a soumis ou qu'il va soumettre à mon collègue M. Leterme.
04.03 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, je remercie le ministre pour sa réponse.
Monsieur le ministre, je crois qu'en ce qui concerne le département du Budget, on ne peut pas dire que les retards sont déraisonnables comparativement à d'autres ministères.
Vous citez le problème des factures incorrectes, des dossiers incomplets. S'agit-il bien d'erreurs des fournisseurs et non du personnel de votre administration?
04.04 Pieter De Crem, ministre: C'est cela. Il s'agit essentiellement d'erreurs dans les adresses de facturation.
04.05 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Ne devrait-on pas imaginer une simplification ou une systématisation des outils pour simplifier la vie de vos fournisseurs?
04.06 Pieter De Crem, ministre: Peut-être devrait-on en effet élaborer une procédure de simplification. Je vais le suggérer à mon collègue.
04.07 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Je vous remercie.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à 10.32 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 10.32 uur.