Commissie voor de Financiën
en de Begroting |
Commission des Finances et du Budget |
van dinsdag 16 oktober
2007 Voormiddag ______ |
du mardi 16 octobre 2007 Matin ______ |
La séance
est ouverte à 10.06 heures et présidée par
M. François-Xavier de Donnea.
De
vergadering wordt geopend om 10.06 uur en voorgezeten door de heer
François-Xavier de Donnea.
- de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eersteminister en minister
van Begroting en Consumentenzaken over "de huidige budgettaire
toestand" (nr. 81)
- de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eersteminister en minister
van Begroting en Consumentenzaken over "de prognose omtrent het
structureel tekort" (nr. 85)
- de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van
Begroting en Consumentenzaken over "de raming van de voorafbetalingen in
de begroting 2007" (nr. 118)
- de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eerste minister en minister
van Begroting en Consumentenzaken over "de toestand van de begroting
2007" (nr. 124)
- M. Hendrik Bogaert à la vice-première ministre et ministre du
Budget et de la Protection de la consommation sur "la situation budgétaire
actuelle" (n° 81)
- M. Hendrik Bogaert à la vice-première ministre et ministre du
Budget et de la Protection de la consommation sur "les prévisions
relatives au déficit structurel" (n° 85)
- M. Carl Devlies à la vice-première ministre et ministre du Budget
et de la Protection de la consommation sur "l'estimation des versements
anticipés pour le budget 2007" (n° 118)
- M. Hagen Goyvaerts à la vice-première ministre et ministre
du Budget et de la Protection de la consommation sur "la situation du
budget 2007" (n° 124)
01.01 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister, ik denk dat het geen dag te vroeg is dat wij u
hier, in dit Parlement, ondervragen over de begrotingstoestand.
De paarse
regering en uzelf als minister van Begroting, weliswaar in lopende zaken –
gelet op de cijfers die vandaag zijn bekendgemaakt, zou ik u veeleer de
minister van leeglopende begroting noemen – zijn er begin september nog van
uitgegaan dat u de begroting 2007 uit het rood zou houden. Gegeven de cijfers
die vandaag in de geschreven pers worden meegedeeld, is dat op een maand tijd
al een heel ander plaatje geworden. Begin september hebt u voor 500 miljoen
euro aan bewarende maatregelen aangekondigd en waarschijnlijk ook genomen, om
in schoonheid te eindigen met een achtste begrotingsevenwicht, wat ook al een
terugname was op het engagement voor een begrotingsoverschot van 0,3 procent.
Gisteren heeft blijkbaar het welbefaamde monitoringscomité een eerste stand van
zaken gegeven en komt men uit op een begrotingstekort van 1,5 miljard euro of
0,5 procent van het bruto binnenlands product. Dat is, zoals ik daarjuist zei,
al heel wat minder rooskleurig.
Ik ga
ervan uit dat u dadelijk in deze commissie in uw antwoord een overzicht zult
geven van de algemene begrotingstoestand, maar ik heb ook een aantal specifieke
vragen. Ik heb u die, denk ik, tijdig overgemaakt. Ik hoop dat u uw huiswerk
goed hebt voorbereid, al was het maar opdat uw antwoorden ons een beter inzicht
zouden geven in de huidige begrotingstoestand.
Mijnheer de voorzitter, ik overloop kort even mijn vragen. Ten eerste,
wat is tot op heden het resultaat geweest van dit monitoringsysteem? Voor welke
departementen werden er budgetoverschrijdingen vastgesteld? Om welke bedragen
ging het en wat zijn de oorzaken?
Door de
fiscale administratie worden er nogal wat vraagtekens geplaatst bij de budgettaire
impact van de notionele intrestaftrek op de begroting voor 2007. Kunt u op
basis van de beschikbare gegevens de bruto begrotingsimpact voor 2007 meedelen?
Kunt u
ons een gedetailleerde toelichting geven rond het dossier van de overname van
de pensioenfondsen? Dat was immers ook een van de paradepaardjes die u onder uw
paarse regering nog mee had voorgesteld in uw begroting.
Blijft de
raming voor de begroting voor 2007 aangehouden? Zo nee, waarom niet? Kunt u ons
een gedetailleerde toelichting geven rond het dossier van de verkoop van de
overheidsgebouwen? Dat is ook een dossier dat hangende is. Blijft ook daar de
raming van de begroting voor 2007 aangehouden? Zo nee, waarom niet?
Is er
naar aanleiding van de begrotingscontrole van september en misschien naar
aanleiding van de oefening van het monitoringcomité een nieuwe raming gemaakt
van de fiscale ontvangsten? Zo ja, kunnen wij beschikken over een tabel om
daarvan een “oplijsting” te krijgen?
Wat is de
toestand omtrent de voorafbetalingen inzake de personenbelasting en de
vennootschapsbelasting? Vandaag is er een bericht verspreid dat, wat de
vennootschapsbelasting betreft, de inkomsten sterk onder de verwachting liggen,
in de grootteorde van 1 miljard euro. Kunt u dat bevestigen? Kunt u
daar wat toelichting over geven? Wat de groei of het mogelijk niet groeien van
de voorafbetalingen betreft, ligt die in de lijn van de verwachtingen? Zo niet
hoor ik graag van u wat de aanleiding daartoe is.
Mijn
laatste vraag betreft het begrotingsoverschot of het begrotingsevenwicht. Ik
heb de indruk dat die vraag irrelevant is geworden, mijnheer de voorzitter, op
basis van de cijfers die vandaag werden meegedeeld.
Wat de
andere vragen betreft, ben ik benieuwd naar het antwoord van de minister.
01.02 Hendrik Bogaert (CD&V - N-VA):
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik kreeg graag een overzicht van
de huidige, budgettaire toestand.
Een
budget omvat natuurlijk ontvangsten en uitgaven. Hoe lopen ze op dit ogenblik?
Wij lezen een en ander in de pers. Hoe gaat het met de ontvangsten en met de
voorafbetalingen?
Klopt het
dat de voorafbetalingen werden ingeschat tegen een groeivoet van 15%, terwijl
dat op het ogenblik slechts 5% is?
Klopt het
dat daardoor een wezenlijke gat in de begroting ontstaat of is er meer aan de
hand?
Wat is er
aan de hand met de voorafbetalingen van de bedrijven? Zitten ze op schema? Ten
opzichte van welk schema evolueren ze? Evolueren ze ten opzichte van een
“normale” groeivoet van ongeveer 5% of zitten ze achter op het schema ten
opzichte van een groeivoet van 15%? Met andere woorden, wat is er precies
gebeurd na de top van Leuven in april 2007?
Ik
herinner mij – dat pleit voor u, mevrouw de minister – dat zij op zaterdag van
bedoeld weekend verschillende keren verklaarde dat de begrotingstoestand niet
was wat sommigen beweerden, maar erger was. Als ik mij goed herinner,
distantieerde u zich toen van bepaalde cijfers.
Klopt het
dat u nu gelijk krijgt, namelijk dat de budgettaire situatie erger was dan ze
toen werd voorgesteld? Wat is de rol van die situatie bij de prognose van de
voorafbetalingen van ondernemingen, al dan niet van ondernemingen samengevoegd
met zelfstandigen?
Ten
tweede, hoe verlopen de inkohieringen, zeg maar de belastingafrekeningen voor
de burger? Zitten zij op schema?
Hoe
gebeuren de inkohieringen? Is dat een puur neutrale operatie? Worden bepaalde
filters gebruikt? Welke filters zijn dat op dit ogenblik?
Ten
derde, zijn er eenmalige maatregelen gepland?
Een
punt a in deze vraag luidt: wat was ooit gepland en wat stond in de
begroting? Ik denk in dat verband aan de 500 miljoen euro voor de
overname van pensioenfondsen die, als ik het goed voorheb, nog altijd in de
begroting staat. Zit dat nog altijd op schema? Zal de regering voornoemde
overname al dan niet doorvoeren?
Punt b
luidt: voor de effectisering van belastingschulden heeft Europa een voetje
gestoken. Het zou echter niet de eerste keer zijn dat u oppert dat Europa het
niet helemaal bij het rechte eind heeft en dat u toch uw pad wil vervolgen. Wat
gaat u in dat verband precies doen?
Punt c
luidt: zijn er verkopen van bepaalde overheidsgebouwen gepland? Wat zal u op
dat vlak tijdens de komende dagen en weken doen?
Mijnheer de voorzitter, ik had globaal ook een andere vraag die ik
misschien tegelijkertijd kan stellen als u het goed vindt. Het gaat over
hetzelfde onderwerp, het derde punt aan de agenda, vraag nr. 085.
De voorzitter: Stelt u die vraag nu?
01.03 Hendrik Bogaert (CD&V - N-VA): Als
dat goed is? Ik zal het zeer kort houden.
Mijnheer
de voorzitter, alles wat in de pers staat gaat over een formeel tekort. We
hebben natuurlijk het formeel tekort maar ook datgene waarover we in deze
commissie vaak gediscussieerd hebben, namelijk het structureel tekort. Dat is
een belangrijke graadmeter voor de kwaliteit van de begroting. Ik had graag
geweten wat de prognose is voor het structureel tekort aan het einde van het
jaar. Als er al zal moeten worden geschipperd om de 0,2% te halen, wat is dan
de verwachting van de minister voor het structureel tekort?
Dit is
natuurlijk gelinkt aan mijn vraag over de eenmalige operaties. Er zijn
hieromtrent twee definities. De ene definitie houdt rekening met de conjunctuur
en de andere houdt daar geen rekening mee. Beide definities houden natuurlijk
wel rekening met eenmalige maatregelen. Tot zover enkele vragen aan mevrouw de
minister, mijnheer de voorzitter.
De voorzitter: Mijnheer Devlies, u hebt
het woord voor uw toegevoegde vraag nr. 118.
01.04 Carl Devlies (CD&V - N-VA):
Mevrouw de minister, mijn vraag sluit enerzijds aan bij de vragen die gesteld
zijn door de heer Bogaert, anderzijds is zij een gevolg van de discussie die
wij vorige week gehad hebben in de commissie voor Financiën met minister Jamar
over de notionele intrestaftrek en de begrotingsimpact van een aantal
maatregelen die op het vlak van de fiscaliteit genomen zijn.
In het kader van die discussie heeft ook collega Van der Maelen erop
gewezen dat de toestand van de overheidsfinanciën toch wel van dien aard is dat
een volgende regering, hoe zij ook samengesteld moge zijn, zich zorgen zou
moeten maken. De heer Van der Maelen heeft toen ook een waarschuwing geuit over
de bestaande begrotingssituatie.
Ik heb
een aantal precieze vragen die resulteren uit het debat van vorige week. Zij
hebben betrekking op de voorafbetalingen. De voorafbetalingen voor het jaar
2006 werden geraamd op 10,8 miljard euro. In de initiële begroting 2007
werd in een bedrag van 12,1 miljard euro voorzien. In april 2007 werd dit
bedrag bij de begrotingswijziging opgetrokken tot 12,43 miljard euro.
Collega Bogaert heeft verwezen naar de Top van Leuven waar deze materie aan bod
is gekomen. Dit betekent in concreto, als we de begrotingsjaren 2007 en 2006
vergelijken, een verhoging van de raming van de ontvangsten met 14,67%.
Mijn precieze
vragen aan de minister zijn de volgende. Ten eerste, wat is de laatste raming
van de voorafbetalingen voor het jaar 2007?
Ten
tweede, wat is de nominale groeivoet van de voorafbetalingen 2007, ten opzichte
van de realisaties 2006?
Ten
derde, kan de minister mededelen wat de juiste oorspronkelijke raming was van
de budgettaire kostprijs van de aftrek risicokapitaal, of de notionele
intresten?
Ten
vierde, wat is de geactualiseerde kostprijs van de aftrek risicokapitaal of
notionele intresten?
Ten
vijfde, wat is de evolutie met betrekking tot de opbrengst uit de belasting van
bepaalde reserves? Dit is ook een maatregel die door de regering werd genomen,
een van de vele fiscale maatregelen die wij hebben teruggevonden in de
begroting. Graag had ik vernomen hoe deze ontvangsten evolueren.
01.05 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, ik probeer op alles te antwoorden.
Er is de
evolutie van de uitgaven en de ontvangsten. Onder meer met de bedoeling om
tijdens de periode van lopende zaken een monitoring van de begroting 2007 te
verzekeren, is er op de Ministerraad van 9 september 2007 de opdracht
gegeven aan de FOD B&B om de gegevens, die traditioneel worden gebruikt
voor een begrotingscontrole of –opmaak voor 2007 en 2008, tegen midden oktober
samen te brengen en ter validering voor te leggen aan een monitoringcomité.
In dat monitoringcomité zetelen de voorzitter van de FOD B&B of zijn
vertegenwoordiger, de voorzitter van de FOD Financiën, de voorzitter van de
Sociale Zekerheid, de administrateur-generaal van de RSZ, de
administrateur-generaal van het RIZIV, de administrateur-generaal van het RSVZ
en een vertegenwoordiger van het Forum van de voorzitters van de FOD's of
telkens zijn of haar vertegenwoordiger.
De
beslissing van de Ministerraad voorzag er uitdrukkelijk in dat deze nota, naast
aan de eerste minister, de vice-eerste ministers en de ministers van Sociale
Zaken en Middenstand, ook aan de formateur zou worden bezorgd. De bedoeling is
dat hij even snel als de huidige regering in lopende zaken een beeld zou
krijgen op de huidige budgettaire toestand.
Een
eerste rapport van het monitoringcomité was voorzien voor 15 oktober. Ik
zal dat rapport vandaag of ten laatste morgen ontvangen. Ik deel u dus mee dat
het voor mij te vroeg is om te bevestigen of te ontkennen wat er vandaag in de
krant staat. Ik wacht de cijfers van het monitoringcomité af. Vandaag of morgen
komt dat rapport eraan, wat ongetwijfeld weer stof zal opleveren voor verdere
discussie.
In
verband met het inkohieren heeft mijn collega mij het volgende laten weten. Ik
citeer: “Tout a été mis en oeuvre afin que l’enrôlement se passe dans les
meilleures conditions techniques possibles. L’expérience de l’année passée a
permis à l’administration d’anticiper les obstacles possibles. Le processus est
donc tout à fait sous contrôle".
Ik heb om
wat bijkomende informatie gevraagd. U zult ongetwijfeld hetzelfde doen in de
commissie de volgende keer dat u mijn collega ontmoet.
In
verband met de eenmalige maatregelen kan ik u meedelen dat er geen andere
eenmalige maatregelen werden voorzien dan deze door u gekend en goedgekeurd in
het Parlement. We zijn immers al meer dan zes maanden in voorlopige en
voorzichtige zaken. Ik ga daarop straks dieper in.
Uw
volgende vraag betreft de departementen waar budgetoverschrijdingen zouden zijn
vastgesteld. Ik wacht het verslag af, maar wat ik voorlopig weet, is dat er een
budgettair probleem zou zijn bij het ministerie van Landsverdediging dat niet
zal kunnen worden geneutraliseerd door overschotten op andere overheidsdiensten
of door overschotten op de interdepartementale provisie.
Anderzijds
werd er, zoals eerder gezegd, een probleem bij de FOD Financiën en de FOD
Volksgezondheid vastgesteld waarvan ik met redelijke zekerheid kan zeggen dat
aan die overheidsdiensten bijkomende middelen ter beschikking zullen moeten
worden gesteld via de overschotten.
Voor de
overige overheidsdiensten is er nog bijkomend onderzoek nodig ten aanzien van
de kredieten van de FOD Sociale Zekerheid en de FOD Mobiliteit en Vervoer.
Daaromtrent is het onderzoek lopende en is het nog te vroeg om iets te zeggen.
Andere
overheidsdiensten zouden volgens de huidige stand van zaken geen
noemenswaardige problemen hebben of zelfs overschot realiseren, al dan niet in
combinatie met budgettaire positieve effecten buiten de primaire uitgaven. De
komende dagen wordt het onderzoek toegespitst op het resterende onderzoek.
Wat het
onderzoek van de budgettaire monitoringresultaten betreft, is mijn verwachting
dat, op het probleem met Defensie na, het zal gaan om eerder kleine bedragen
als daar een probleem zou opduiken. Ik wacht op het verslag.
Een deel van de niet-structurele maatregelen zijn in gang gezet vóór de
voorzichtige zaken, in het begin van het jaar, dat weet u. Nieuwe beslissingen
kunnen nadien helemaal niet meer worden genomen. Het lijkt ook niet opportuun,
gegeven de bedoelingen die werden uitgesproken rond de formatietafel, en eerder
tijdens de verkiezingscampagne door de vandaag zetelende formateur, om de
nieuwe regering met voldongen feiten te confronteren op vlakken waarover zij –
of althans de meest leidinggevende en toonaangevende partij van die regering –
duidelijk anders denkt.
De
verwachting was natuurlijk dat een nieuwe regering sneller aan de slag zou
kunnen gaan om uitvoering te geven aan die beslissingen dan wel ze terug te
schroeven. Dat is jammer genoeg niet het geval. Daarom is het een onvolledig
beeld, dat ik u wel kan geven.
In de
opmaak van de begroting is 500 miljoen ingeschreven voor een nieuwe bevek.
Op basis van de informatie die mij werd verstrekt door mijn collega die
daarvoor bevoegd is, gaat de procedure verder zoals ze door het Parlement werd
beslist. Het gaat dus om een deel van de 500 miljoen. De huidig lopende
procedure zou ongeveer 200 miljoen euro bedragen.
De
effectisering is uitgevoerd zoals werd beslist. U weet dat die maatregel niet
langer een ESER-impact heeft. Dat verandert het resultaat niet. Het dossier van
de pensioenfondsen heeft geen afwikkeling. Ik meen dat dit het belangrijkste
dossier is om aan te halen in dat verband. Het lijkt mij opportuun dat de
nieuwe regering zich uitspreekt over dit dossier. Alle tekenen wijzen in de
richting van een andere keuze op dat vlak. Dat zult u nog beter weten dan
ikzelf. Aangezien men daarover anders denkt, zijn de initieel gevoerde
gesprekken omtrent de overname van het pensioenfonds stilgelegd, op verzoek –
dat wil ik onderstrepen – van het bedrijf, nadat bleek dat niet elk van de
politieke partijen die mogelijks, en nu daadwerkelijk, deel zouden uitmaken van
de toekomstige regering het daarmee eens waren. Het is dus afwachten wat de
nieuwe regering ermee doet.
Wat het
structureel saldo betreft, het volgende. U weet dat dit wordt bepaald door het
nominale vorderingensaldo te corrigeren voor de budgettaire impact van de
economische cyclus, enerzijds, en niet-structurele maatregelen, anderzijds.
Over de niet-structurele maatregelen hebben wij het daarnet gehad. Wat de
economische cyclus betreft, wordt de impact van de cyclus bepaald aan de hand
van de output gap. U weet dat dit de gecumuleerde achterstand of voorsprong is
van de conjunctuur op de potentiële groei van een economie.
De meest recente, officiële ramingen van de output gap van de Belgische
economie zijn te vinden in de spring forecast van de Europese Commissie en in
het rapport “Evaluatie van de uitvoering van het stabiliteitsprogramma in
2006”, dat in juli 2007 door de afdeling Financieringsbehoeften van de
Overheid van de Hoge Raad van Financiën werd gepubliceerd.
De HRF
gaat ervan uit dat de output gap in 2007 wordt gesloten. Het nominale saldo
valt dan met andere woorden samen met het cyclisch gecorrigeerde saldo.
De
Europese Commissie verwachtte initieel voor 2007 een negatieve output gap van –
0,5%. Zij ging toen echter uit van een reële groei van het bbp met 2,3%.
Intussen werd de groeiraming voor de Belgische economie herzien en op 2,7% van
het bbp gebracht. Er kan dus worden aangenomen dat ook de Europese Commissie de
output gap thans min of meer gesloten acht. Enkel de impact van eenmalige
maatregelen zal in 2007 het structurele saldo kunnen doen verschillen van het
nominale saldo, zoals ik de situatie momenteel althans inschat. U weet dat de
situatie in de loop van het jaar nog enigszins kan wijzigen. Naarmate het jaar
meer vordert, kan dat echter steeds minder.
Ik zal
mijn best doen om alle vragen over de voorafbetalingen en de notionele
intrestaftrek zo goed mogelijk te beantwoorden. Zoals wel vaker, wordt mij
echter een vraag gesteld die duidelijk binnen de bevoegdheid van mijn
collega-minister van Financiën valt. Ik zal u met de informatie die ik heb,
antwoorden wat ik kan antwoorden. U zult echter wellicht, indien u veel verder
en dieper dan mijn informatie wil graven, uw verdere vragen aan mijn collega
moeten stellen.
Pour rappel, dans le budget initial sur la base de l'estimation des
Finances, un montant de 12.148,9 millions d'euros a été inscrit à titre de
versement anticipé. Cela correspond à une croissance de 12,4 par rapport au
chiffre de 2006. À la suite du contrôle budgétaire de mars 2007 sur la base de
la nouvelle estimation effectuée par les Finances, ce chiffre a été revu à la
hausse pour être fixé à 12.428,8 millions d'euros.
Staat u me toe om over dat groeicijfer eerst even een klein intermezzo
te houden. Waarom is een dergelijke groei ingeschreven voor de
voorafbetalingen? Dat moet in de volgende orde worden bekeken. Het gaat om een
begroting waarin 12,4 initieel is ingeschreven. Dat is opgemaakt op basis van
de gekende evolutie van zowel de economische groei als de evolutie van de
resultaten van de bedrijven. Dat was de basis waarop de administratie de
toename van de ontvangsten heeft becijferd op dat moment. Tijdens de
begrotingscontrole is, op basis van de uitleg van de gouverneur van de
Nationale Bank, de groei niet bijgesteld, maar op basis van de vooropgestelde
evolutie is het geraamde cijfer door Financiën aangepast. De evolutie van de
bedrijfsresultaten bleef in stijgende lijn.
In de
verslagen van de administratie van augustus en september duikt ook op dat er
een probleem is. Ze wijzen op een gedragsverandering bij de bedrijven en ook
het opzetten van constructies. Zij stellen daarin heel affirmatief,
bijvoorbeeld, dat het blijkt dat in de financiële sector acties worden
ondernomen tot maximalisatie van het voordeel van de notionele intrestaftrek,
ingevoerd vanaf het aanslagjaar 2007. Dus, op dat moment maakt de administratie
gewag van een duidelijke gedragsverandering.
Tout comme
les années précédentes, ces chiffres sont la somme, d’une part, du calcul
effectué sur la base de la méthode dite "désagrégée" et, d’autre
part, des mesures prises qui influencent les versements anticipés. Ainsi, le
chiffre des recettes en versements anticipés tient également compte, à
concurrence de 3.028 millions d’euros, de la mesure qui incite les entreprises
à réinvestir les réserves exonérées.
De même, il
a été calculé que la modification de la déductibilité des frais de voiture en
fonction de l’émission de CO2 devrait avoir un impact positif sur
les versements anticipés en 2006, à concurrence de 65 millions d’euros.
L’estimation
la plus récente du service d’étude des Finances relative aux versements
anticipés 2007 arrive à 11.462,5 millions d’euros, soit une augmentation
de 5,7% par rapport aux réalisations de 2006 et 4,77% sur base annuelle.
De kost van de notionele intrestaftrek is in 2005 op
476 miljoen euro geraamd. Dit bedrag is inclusief de
60 miljoen euro komende van de afschaffing van het registratierecht
over inbrengen in vennootschappen. Deze 476 miljoen euro werden nagenoeg
volledig, namelijk voor het grootste deel, gecompenseerd via de verbreding van
de belastbare basis in de vennootschapsbelasting. Enerzijds zijn de gewone
investeringsaftrek en het belastingkrediet afgeschaft en anderzijds zijn bij verkoop
van activa bijkomende kosten niet langer aftrekbaar als de meerwaarde is
vrijgesteld. Op dit bedrag van de kostprijs is altijd met ongeloof gereageerd –
het zou een onderschatting zijn. Wat velen vergeten, is natuurlijk dat die
476 miljoen euro een netto-meerkost is. Er is met andere woorden ook
rekening gehouden met de bestaande fiscale uitgaven van de coördinatiecentra.
De
administratie van Financiën heeft traditiegetrouw de kostprijs berekend zonder
rekening te houden met gedragsveranderingen die natuurlijk en per definitie,
erg moeilijk te ramen zijn. Op vraag van de regering en via de minister van
Financiën hebben de financiële instellingen midden vorig jaar een engagement
aangegaan om, ik citeer: “… te vermijden dat de bank voor zichzelf of voor cliënten
bijzondere montages opzet louter om fiscaal voordeel te creëren.” Concreet
betekent dit dat banken hebben toegezegd om enkel kredieten in het kader van
notionele intrestaftrek toe te staan mits het dossier bedrijfseconomisch
onderbouwd is. Uit uitlatingen in de media van fiscale en financiële experts
maar ook uit voorzichtige bevindingen van de studiedienst van Financiën zou
blijken dat de notionele intrestaftrek oneigenlijk wordt gebruikt.
Compte tenu du contexte politique actuel, je ne suis
pas la personne indiquée pour m'attarder sur des mesures éventuelles. Je tiens
néanmoins à rappeler que le ministre des Finances a déclaré le
28 mars 2006, dans cette commission des Finances, que le nécessaire
serait fait pour lutter contre tout usage abusif éventuel. Il a par ailleurs
ajouté que les résultats d'une évaluation seraient appréciés à la lumière des
objectifs fixés, notamment le renforcement de la solvabilité des entreprises.
Le ministre des Finances a annoncé qu'il s'avère que
cet objectif n'était pas atteint. Des mesures pourront être proposées visant à
influencer la solvabilité de manière positive. Concrètement, mon collègue des
Finances a par ailleurs indiqué que la législation comporte une série de
dispositions permettant de s'attaquer à certains montages visant à faire un
usage abusif de la déduction des intérêts notionnels. Dans ce contexte, le
ministre Reynders a cité l'article 207 du CIR 1992 qui stipule que des
avantages fiscaux peuvent être refusés lorsqu'il s'avère que des actifs ne
seront apportés dans une société que pour des motifs fiscaux.
Je ne fais que renvoyer à des déclarations antérieures
du ministre compétent à cet égard.
Wat de opbrengst betreft uit de belasting op bepaalde vrijgestelde
reserves, beschik ik nog niet over cijfers die aangeven voor welke bedragen
gebruik is gemaakt van de maatregel die de ondernemingen aanmoedigt om die
reserves te herinvesteren. Ik kan u wel meedelen dat de studiedienst van
Financiën begin oktober de maatregel heeft herraamd naar 245 miljoen euro. U
weet dat die maatregel initieel op 350 miljoen euro is geraamd.
Ik hoop
dat ik daarmee op alles heb geantwoord.
01.06 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister, wij danken u voor uw uitgebreid antwoord,
hoewel er nog veel mist, mysterie en onopgeloste zaken in uw begroting zitten.
Toen u de
begroting 2007 eind vorig jaar in deze Kamer hebt voorgesteld, lag het er
vingerdik bovenop dat het een verkiezingsbegroting zou zijn. Op basis van de
elementen die u ons vandaag verschaft, maar ook op basis van wat stilaan in de
buitenwereld bekend wordt, klopt dat dus ook. Er zijn heel wat beslissingen
genomen bij de begrotingsopmaak. Er zijn ook heel wat ramingen opgegeven.
Vooral uw collega van Financiën heeft het mooi gespeeld door fiscale inkomsten
te hoog te ramen – dat blijkt vandaag nog eens uit een aantal cijfers – en een
aantal uitgaven te laag te ramen, nog los van de eenmalige maatregelen, zoals
de pensioenfondsen, waarvan iedereen wist dat het een lege doos ging worden.
Dat blijkt vandaag ook zo te zijn. Dat leidde toen tot een begroting in
evenwicht, maar hoe langer of hoe meer de paarse regering liegt, de leugen
wordt uiteindelijk toch door de waarheid ingehaald. Dat is vandaag ook een
uitgemaakte zaak. De begroting 2007 zal helemaal in het puin worden gereden.
Wat de
budgettaire impact van de notionele intrestaftrek betreft, zegt de
vertegenwoordiger van de minister van Financiën dat we bij de minister van
Begroting moeten zijn om correcte cijfers te krijgen. We stellen vandaag, met
een aantal collega’s, juist dezelfde vragen aan de minister van Begroting met
betrekking tot de budgettaire impact van de notionele intrestaftrek, maar wat
zegt de minister van Begroting? Dat we voor meer gedetailleerde cijfers bij de
minister van Financiën moeten zijn. De regering van aflopende zaken is wat dat
betreft blijkbaar in een patstelling geraakt.
U
verschuilt zich ook deels achter het nog niet officieel beschikbaar zijn van
het rapport van het monitoringcomité, niettegenstaande er toch niet echt
rooskleurige cijfers circuleren in de buitenwereld. Ik neem aan dat we daarop
misschien nog kunnen terugkomen in een latere commissie voor de Financiën en de
Begroting, mijnheer de voorzitter. In ieder geval blijf ik daardoor vandaag een
beetje op mijn honger.
Mevrouw
de minister, u hebt nog een overzicht gegeven van een aantal maatregelen en de
kostprijs daarvan tot op heden. De ene blijkt te kloppen, de andere niet.
Een ding
is echter wel zeker, die begroting 2007 is een verkiezingsbegroting geweest.
Dat was aanvankelijk ook ons uitgangspunt, mijnheer de voorzitter. Zelfs met
een regering van aflopende zaken lijkt het erop dat het er niet beter op wordt.
Ik wens de nieuwe ploeg veel succes met het uitwerken van een nieuwe begroting,
maar desgevallend ook met het terugnemen van een aantal maatregelen. Ik stel
immers vast dat bijvoorbeeld de verkoop van overheidsgebouwen, beste leden van
CD&V, nog steeds in de begroting 2007 geraamd blijft staan.
01.07 Hendrik Bogaert (CD&V - N-VA):
Mevrouw de minister, ik wens u te danken voor uw open en omstandig antwoord. Ik
onthoud het volgende, tenzij u mij corrigeert, mevrouw de minister. Als wij
kijken naar het structurele verschil tussen het nominale en het structurele,
dan zien wij dat die effectisering eruit gaat. De pensioenfondsen gaan eruit,
maar de bevek zit er nog steeds in.
01.08 Minister Freya Van den Bossche: Dat is voorlopig zo. Dat is een procedure die een tijd in beslag
neemt. Wij weten allemaal dat er een nieuwe regering zal zijn vooraleer die
procedure ten einde is. Zij zal, als zij wilt, die procedure kunnen stopzetten.
Overigens, de man die de hele procedure inleidt, zit ook aan de formatietafel.
Dus eigenlijk kan men daarmee doen wat men wilt doen.
01.09 Hendrik Bogaert (CD&V - N-VA): Het
is belangrijk om, los van de politieke akkoorden en het zeggen dat er zoveel
overschot of zoveel tekort is, ook te kijken naar de reële situatie. De
eerlijkheid gebiedt om die ook te analyseren. Op het moment dat er een overdracht
komt van de macht, is het logisch dat wij kijken wat de cijfers echt zijn.
Wat ik
hier vandaag leer is dat er minstens een nominaal tekort is van
-1,5 miljard euro. Structureel komt er nog eens 0,5 miljard euro bij.
Dat is –2 miljard euro structureel tekort. In termen van bruto binnenlands
product, als wij rekenen aan ongeveer 300 miljard euro, maakt dat toch
0,66% structureel tekort. Het groeipad stelde dat wij moesten uitkomen op +0,3%
structureel.
De
definities in deze zijn belangrijk. Als men de definitie verandert, kan men
alles veranderen en alles in een andere context stellen. Ik heb het genoegen
gehad om de heer Van der Maelen te aanhoren in zijn nieuwe rol van
oppositieman. Hoewel hij het voor het overige goed doet, dat moet ik
eerlijkheidshalve zeggen, mengt hij evenwel onmiddellijk de definities. Hij
zegt dat wij slechts zoveel overschot zullen hebben, terwijl zij zoveel zouden
hebben gerealiseerd. Wij moeten kijken naar de juiste definities. De juiste
definitie in de begroting is nog steeds structureel overschot of tekort.
Mevrouw de minister, ik kan op basis van de gegevens die ik vandaag te
horen krijg van de minister, niet anders besluiten dan dat er enerzijds een
structureel tekort van 0,66% zal zijn op deze begroting en anderzijds dat het
groeipad +0,3 bedroeg. Als men beide optelt, zit men aan 0,96 – zeg maar 1% -
achterstand op het groeipad dat werd uitgegeven door onder andere de Hoge Raad
van Financiën en alle andere budgettaire waakhonden die af en toe mochten
blaffen, weinig bijten, maar toch af en toe ook iets mochten zeggen.
1% van
het bruto binnenlands product is geen klein bedrag. Het betekent dat we 3
miljard euro achterstaan op schema. Ik wil dat voor het verslag toch eens goed
vermeld zien, zodat we in de komende weken en maanden, bij discussies over het
verleden, het heden en de toekomst, duidelijk weten wat het verleden juist was.
Ik blijf
een beetje op mijn honger zitten in verband met de vraag wat er precies is
gebeurd op de top van Leuven. De voorafbetalingen zijn opgetrokken van 12,18
naar 12,42 miljard euro. Wanneer ik kijk naar de groeivoet van die
voorafbetalingen ten opzichte van het jaar voordien, lijkt het mij dat er op de
top van Leuven helemaal geen reden was voor het optrekken van de groeivoet. In
april had men de gegevens van het eerste kwartaal en in alle objectiviteit meen
ik dat er op dat ogenblik geen enkele reden was om de voorafbetalingen nog eens
te gaan optrekken. Ik vraag mij nog altijd af waarom mevrouw Van den Bossche,
die zelfs publiekelijk – als mijn geheugen mij niet in de steek laat – heeft
gezegd dat zij het niet eens was met de cijfers, daar niet harder op doorgaat?
Wij
hebben straks nog een en ander over het budget van Landsverdediging. We kunnen
daarop nog meer in detail terugkomen. Tot zover een aantal inleidende
replieken.
01.10 Carl Devlies (CD&V - N-VA):
Mevrouw de minister, u bent van start gegaan met een begrotingsoverschot van
0,3%. Wij stellen alleen maar vast dat u dat doel onmogelijk kunt halen.
Integendeel, naarmate bijkomende informatie doorsijpelt, wordt de prognose voor
de begroting 2007 slechter. Wij hebben vandaag gehoord over de eenmalige
maatregelen. Er is op dat vlak een minderontvangst van 0,8 miljard euro. Er
zijn minderontvangsten uit fiscaliteit ten belope van 1 miljard euro. Er zijn
onvoorziene uitgaven of te laag geraamde uitgaven voor minstens
0,3 miljard euro. Hier spreken we dus al over een verschil van
2,2 miljard euro.
Er zijn
nog andere elementen. Het rapport van het monitoringcomité zal pas morgen
bekend zijn. Wij hebben hier vandaag waarschijnlijk niet alle informatie.
Wat ik
wel noteer, is dat er vandaag een bijkomende ontvangstenvermindering wordt
aangekondigd en dan meer bepaald met betrekking tot de opbrengst uit de
belasting voor bepaalde reserves. U vermindert op dat vlak de vermoedelijke
ontvangsten met 100 miljoen euro, van 350 naar 250 miljoen euro.
Dat zijn
nog eens 100 miljoen minderontvangsten met betrekking tot de begroting
2007. U deelt hier vandaag dus een nieuw feit mee aan de commissie.
Ik blijf
een probleem hebben met de buitengewoon grote stijgingsvoeten die u hebt
gehanteerd voor de voorafbetalingen in de vennootschapsbelasting. Zoals u hebt
gezegd, bent u vertrokken met een stijgingspercentage van 12,4%, maar nadien,
na de top van Leuven, hebt u dat opgetrokken naar 14,67%. Ik meen dat dit op
dat ogenblik reeds volledig onrealistisch was. Wij hebben u trouwens ook
gezegd, in de commissievergaderingen in die periode, dat dit niet kon, dat dit
een overraming was en dat u dit alleen maar hebt gedaan om uw begroting voor
2007 te kunnen doen sluiten. Ook uit de gegevens die vandaag ter beschikking
worden gesteld, blijkt dat u de doelstelling niet haalt. U ontvangt een miljard
minder. U wijt dat voor een groot gedeelte aan de gedragswijziging die er zou zijn
geweest, na de top van Leuven, want in april was er nog geen sprake van een
gedragswijziging.
Indien de
kostprijs van de aftrek voor risicokapitaal inderdaad hoger is, dan is er toch
een belangrijke misrekening gebeurd op het ogenblik dat men deze maatregel
heeft voorgesteld en op het ogenblik dat u de begroting hebt opgemaakt.
Ik heb
genoteerd dat u spreekt over een kostprijs van 476 miljoen euro. Dat is
nog lager dan de kostprijs die destijds door minister Reynders werd
vooropgesteld en die ook vorige week door minister Jamar, werd bevestigd. U
spreekt over 476 miljoen euro. In elk geval is er een absolute overraming
geweest van de ontvangsten van de bedrijfsvoorheffing met als enige bedoeling
de begroting 2007 sluitend te maken.
Ik stel
ook vast dat u niet hebt gesproken over het ankerprincipe. Het ankerprincipe
zal wellicht nog aan bod komen bij de volgende vraag over Defensie. Op basis
van de informatie die ik heb ontvangen zou het ankerprincipe opnieuw worden
toegepast voor de begroting 2007 waardoor u andermaal, zoals het ook vorig jaar
is gebeurd, een aantal uitgaven zult doorschuiven naar de begroting van het
volgende jaar. Daarover hebt u niet gesproken. Dit is ongetwijfeld ook een
element dat in rekening zal moeten worden gebracht op het ogenblik dat de
definitieve afrekening voor 2007 wordt gemaakt. Misschien zullen wij nog de
gelegenheid hebben om daarover verder te praten bij de discussie over Defensie.
01.11 Minister
Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, als ik mag, wil ik
nog even antwoorden.
Mijnheer
Bogaert, vooraleer ik over cijfers spreek, wil ik eerst meegeven dat ik niet
denk dat uw prognose van de cijfers zal blijken te kloppen. Laten wij vooral
het rapport afwachten.
Het feit
dat wij in 2007 ongeveer vier maanden met volle bevoegdheid een begroting
hebben kunnen beheren, maar zes maanden zo goed als niks hebben kunnen doen,
spreekt natuurlijk voor zich. U weet ook dat tijdens de voorbije jaren niet
enkel de begrotingsopmaak maar vooral de begrotingscontroles heel belangrijk
zijn gebleken, ook om de vinger op de knip te kunnen houden. Door voornoemd
feit is dat niet eenvoudig. Het feit dat de regeringsvorming zo lang duurt, is
ook vervelend voor de begroting. Dat weten wij allemaal.
De zaken
die worden aangehaald, zijn de voornaamste tegenslagen. De cijfers die
binnenkomen van Financiën over de voorafbetalingen vallen inderdaad tegen. Een
tegenslag is ook de ontdekking bij Defensie. Daarop komen wij straks nog terug.
Er is dan ook nog het gegeven dat een aantal eenmalige maatregelen niet wordt
genomen. Dat moet u vooral in een politieke context zien, namelijk een nieuwe
regering die over eenmalige maatregelen anders denkt en een regering van
lopende zaken die een aantal zaken niet mag doen, met de denkwijze van de
nieuwe regering rekening wil houden en dus inzake eenmalige maatregelen
voorzichtig is.
Laten wij
echter niet te snel gaan inzake de cijfers. Het rapport komt nog.
Ik wil
ook nog uitleggen waarom het in Leuven niet onlogisch was het percentage van de
groeivoet te verhogen. Dat heeft te maken met de CO2-maatregel voor
bedrijfsvoertuigen, waarvan een belangrijke meerontvangst werd verwacht.
Daarnaast was er ook de goede prognose van de gouverneur van de Nationale Bank
van België.
Ik blijf
erbij dat de notionele intrestaftrek voor een heel ander beeld in de cijfers
van de voorafbetalingen heeft gezorgd. Zelfs de administratie merkte dat deze
zomer in haar rapporten op. U voelt dan dat het echt zo is.
Het is
ook bijzonder belangrijk dat wordt nagegaan of het simpelweg gaat om een
correct gebruik van een maatregel, die in dat geval meer kost dan gedacht – dat
is fair enough en goed voor onze economie –, dan wel of het gaat om
spitstechnologie om de maatregel te gebruiken voor zaken waarvoor zij niet is
bedoeld. Als dat het geval is, dan moet daaraan dringend paal en perk worden
gesteld. Op dat punt ben ik het alvast met de oppositie eens.
01.12 Carl Devlies (CD&V - N-VA):
Mevrouw de minister, de gouverneur van de Nationale Bank van België heeft zich
niet uitgesproken over het bedrag van de voorafbetalingen in de
vennootschapsbelasting. De gouverneur van de Nationale Bank van België heeft
een aantal indicaties gegeven over de evolutie van de economische groei …
01.13 Minister Freya Van den Bossche: …en van de bedrijfswinsten …
01.14 Carl Devlies (CD&V - N-VA): … en
van de bedrijfswinsten wellicht. De conclusie om de voorheffing (…) (onverstaanbaar)
(micro niet ingeschakeld)
01.15 Hendrik Bogaert (CD&V - N-VA):
… (Onverstaanbaar)
(micro niet ingeschakeld).
L'incident
est clos.
- de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste minister en minister
van Begroting en Consumentenzaken over "de budgettaire ontsporingen van
het departement Defensie" (nr. 82)
- de heer Jean-Marc Nollet aan de vice-eerste minister en minister
van Begroting en Consumentenzaken over "het onder curatele stellen van het
departement Defensie" (nr. 87)
- de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van
Begroting en Consumentenzaken over "de budgettaire ontsporingen bij
Defensie" (nr. 88)
- de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eerste minister en minister
van Begroting en Consumentenzaken over "het onder curatele stellen van de
minister van Defensie Flahaut omwille van budgettaire ontsporingen"
(nr. 91)
- de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister
van Begroting en Consumentenzaken over "de budgettaire
ondercuratelestelling van het departement Defensie" (nr. 100)
- de heer Luk Van Biesen aan de vice-eerste minister en minister
van Begroting en Consumentenzaken over "het onder curatele plaatsen van
het departement Defensie wegens budgettaire ontsporingen" (nr. 104)
- de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eerste minister en minister
van Begroting en Consumentenzaken over "het onder curatele stellen van de
minister van Defensie Flahaut omwille van budgettaire ontsporingen"
(nr. 108)
- M. Hendrik Bogaert à la vice-première ministre et ministre du
Budget et de la Protection de la consommation sur "les dérapages
budgétaires du département de la Défense" (n° 82)
- M. Jean-Marc Nollet à la vice-première ministre et ministre du
Budget et de la Protection de la consommation sur "la curatelle du
département de la Défense" (n° 87)
- M. Carl Devlies à la vice-première ministre et ministre du Budget
et de la Protection de la consommation sur "les dérapages budgétaires au
département de la Défense" (n° 88)
- M. Hagen Goyvaerts à la vice-première ministre et ministre
du Budget et de la Protection de la consommation sur "la mise sous
curatelle du ministre de la Défense Flahaut en raison de dérapages
budgétaires" (n° 91)
- M. Melchior Wathelet à la vice-première ministre et ministre
du Budget et de la Protection de la consommation sur "la mise sous
curatelle du budget du département de la Défense nationale" (n° 100)
- M. Luk Van Biesen à la vice-première ministre et ministre du
Budget et de la Protection de la consommation sur "la mise sous curatelle
du département de la Défense en raison de dérapages budgétaires" (n° 104)
- M. Hagen Goyvaerts à la vice-première ministre et ministre
du Budget et de la Protection de la consommation sur "la mise sous
curatelle du ministre de la Défense Flahaut en raison de dérapages
budgétaires" (n° 108)
De voorzitter: Ik wil vragen dat iedereen
zijn spreektijd eerbiedigt: 2,5 minuut per vragensteller.
U
begrijpt toch Nederlands, mijnheer Goyvaerts? Het is geen interpellatie, het
zijn vragen.
De heer
Bogaert heeft het woord voor 2 minuten en 30 seconden.
02.01 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de
voorzitter, mag ik u erop wijzen dat (…)
De voorzitter: Er is iets mis. U hoort
toch dat geluid: ding-ding. De technicus is er nu. Maar zolang alles in het
Nederlands gebeurt, begrijpt u toch het Nederlands?
02.02 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): (…)
De voorzitter: Wij zullen ervoor zorgen
dat het hersteld is tegen het ogenblik dat iemand in het Frans begint te
spreken. Mijnheer Bogaert, u hebt het woord, in het Nederlands, dan kan de heer
Goyvaerts volgen…
02.03 Hendrik Bogaert (CD&V - N-VA):
Mijnheer de voorzitter, ik had graag het volgende aan de minister van Begroting
gevraagd.
Ik heb
inzake de budgettaire ontsporingen op het departement Defensie gelezen dat een
thesaurierekening wordt gebruikt en dat (…) miljoen euro wordt opgenomen van
die rekening om een aantal uitgaven te doen.
Dat is
beschreven in de pers. Ik zal hier niet het laatste detail (…) maar de vraag is
natuurlijk: hoelang wordt die rekening gebruikt? En zou het kunnen dat ook de
begrotingen in het verleden geaffecteerd zijn door wat nu gebeurt? Gaat het
enkel over wat nu gebeurt, in 2007, of is in het verleden (…) die methode ook
gebruikt? Zijn daar (…) gebeurd?
Ik weet
bij toeval dat (…) zo’n rekening bestaat waar (…) miljoen euro op staat.
Mijn
vraag is ook: was dat mogelijk ook het geval op andere departementen? Indien
dat niet het geval is, hoe verklaart u dat voorrecht van Defensie om zoiets te
doen?
Ten
slotte, inzake mijn vraag over de eenmalige maatregelen heb ik bij mijn vorig
bezoek aan het Rekenhof gemerkt dat het departement Defensie het enige
departement is dat verwijlintresten automatisch toekent. Er zijn nog
departementen waar verwijlintresten worden toegekend aan leveranciers, maar
Defensie, voorzitter, is het enige departement waar dat automatisch gebeurt. Er
bestaat zelfs software die (…) de factuur (…) die automatisch de verwijlintrest
berekent. Ik meen dat dat mechanisme al een tijdje bezig is, al dan niet met
medewerking van de leveranciers (…) uitstel van betaling van die (…)
Bijkomend
aan die lijst van eenmalige maatregelen, mevrouw de minister, mogen wij niet
vergeten: het doorschuiven van facturen. Daar wordt als zodanig geen voorlopig
cijfer op gekleefd, maar ik had dat graag geweten. Als de macht wordt
overgedragen van de ene regering op de andere, moet er toch een testament of
beter een soort boedelbeschrijving worden opgemaakt.
Daarom luidt mijn vraag hoeveel facturen er worden doorgeschoven naar
het volgende begrotingsjaar. Defensie is een departement dat daarvan, klassiek,
erg veel gebruik maakt. Hoe groot is dat nu precies, hoe zwaar weegt dat
ankerprincipe?
Wat is de
connectie tussen de toepassing van het ankerprincipe gedurende een aantal jaren
en de onbetaalde facturen – heel veel – bij Defensie en de daaraan automatisch
verbonden verwijlintresten het feit dat nu net Defensie in moeilijke papieren
zit en onder curatele wordt geplaatst door de minister van Begroting die –bij
wijze van spreken – toch even zal hebben nagedacht vooraleer dat een
collega-socialistisch minister aan te doen. Het moet volgens mij over ernstige
zaken gaan, anders zou dat allemaal niet gebeuren. Ik zoek naar de connectie
tussen al die zaken die nu leiden tot de toch wel verschrikkelijke situatie die
we nu kennen op Defensie.
De voorzitter: Mijnheer Bogaert, bedankt
voor uw bondigheid.
02.04
Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, madame la ministre, pour bien
comprendre la nature et la portée de cette décision qui apparaît quelque peu
exceptionnelle, je voudrais encore poser quelques questions en complément de ce
qui a déjà pu être dit.
- En
quoi consiste exactement cette mise sous curatelle?
- Qu'est-ce
qui la différencie du système habituel et, éventuellement, de la situation
d'autres départements que vous avez cités dans vos réponses précédentes et dans
lesquels il y aurait également des problèmes?
- Dans
quels postes budgétaires précis avez-vous constaté des dépenses
"inconsidérées", pour reprendre un terme cité dans la presse?
- Certaines
sources évoquent des mécanismes illégaux. Pouvez-vous confirmer cette
information?
- Cette
curatelle est en place pour combien de temps?
- Quelles
sont les conditions de levée de cette curatelle?
J'ai encore
quelques questions d'ordre juridique, en rapport avec la période d'affaires
courantes.
- Cette
pratique a-t-elle déjà été utilisée par le passé? Y a-t-il des précédents?
- Cette
décision a-t-elle été prise après une discussion au sein du gouvernement et
quelle a été la réaction de votre collègue? Ou cette décision a-t-elle été
prise d'autorité par la ministre du budget?
- Au-delà
de la mise sous curatelle, quelles démarches concrètes allez-vous entreprendre
pour rétablir la situation?
Le président: Monsieur Nollet, je vous
remercie pour votre brièveté.
De heer Devlies heeft het woord. Ik hoop dat u even bondig kunt zijn als
uw voorgangers.
02.05 Carl Devlies (CD&V - N-VA):
Zeker, mijnheer de voorzitter, de vorige sprekers hebben de problematiek
ingeleid. Ik kan precies zijn in mijn vragen.
Mevrouw
de minister, ten eerste, klopt het dat er op Defensie uitgaven rechtstreeks via
de thesaurie gebeurden? Heeft de problematiek iets te maken met het
ankerprincipe?
Ten
tweede, sedert wanneer bent u op de hoogte van deze ontsporingen bij Defensie?
Ten
derde, blijkbaar zijn er ook budgetoverschrijdingen bij Volkgezondheid,
Financiën en Justitie. Gaat het om identieke ontsporingen als bij Defensie?
Welke bedragen zijn hiermee gemoeid? Wat is de rol van het ankerprincipe ter
zake?
Ten
vierde, welk effect zullen deze ontsporingen hebben op de begroting 2008?
Ten
vijfde, klopt het dat er een algemene instructie werd gegeven om vanaf 1
oktober de ordonnanties en de betaling van de facturen uit te stellen? Voor
welke departementen zou deze instructie gelden?
Ten
zesde, wat is het totale bedrag dat gepaard gaat met het onderbenutten van de
ordonnanties 2007?
De voorzitter: Mijnheer Goyvaerts, u hebt
het woord, ook voor 2,5 minuten.
02.06 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister, de collega’s hebben de context al geschetst. U
hebt de onverbeterlijke minister van Defensie – in de wandelgangen ook le roi
soleil de l’armée Belge genoemd – tot de orde moeten roepen. De aanleiding
blijkt een budgettaire ontsporing op zijn departement te zijn, door het
oneigenlijke gebruik van de lopende rekening bij de schatkist. Wij dachten –
ook uw commentaar van vorige week ging in die richting – dat de schatkist onder
de thesaurie valt. De thesaurie is een bevoegdheid van de minister van
Financiën.
Vorige
week ondervroegen wij de minister van Financiën over de stand van zaken, waarop
hij zei dat die rekening onder de bevoegdheid van de thesaurie valt, maar dat
iedere verrichting op die rekening onder de bevoegdheid van de minister van
Begroting valt. Daarom komen wij vandaag terug bij u met een aantal vragen over
dat verhaal van het departement Defensie.
De
buitensporigheden blijken een bedrag te omvatten tussen 100 en 200 miljoen
euro. Dat is een nogal ruim bemeten vork. Ik heb daarover een aantal concrete
vragen. Ik doorloop ze voor de volledigheid van het verslag, mijnheer de
voorzitter.
Ten
eerste, is het onderzoek van het monitoringscomité bij het departement
Financiën ondertussen afgerond?
Ten
tweede, hoe komt het dat de dienst Thesaurie de kredieten heeft toegestaan voor
het betalen van bijvoorbeeld bedrijfsvoorheffing en sociale bijdragen?
Ten
derde, hoe lang maakt Defensie al gebruik van het systeem om betalingen van
bedrijfsvoorheffing en sociale bijdragen uit te voeren via de lopende rekening
van de schatkist?
Ten
vierde, werden er door Defensie nog andere creatieve betalingen uitgevoerd via
de rekening van de schatkist?
Ten
vijfde, hoe komt het dat de praktijk van het onrechtmatig gebruik van de
schatkistrekening pas tijdens de laatste begrotingscontrole werd vastgesteld?
Waarom niet eerder?
Ten
zesde, zijn er andere departementen die ook gebruik maken van deze techniek van
de lopende rekening bij de schatkist voor het betalen van bijvoorbeeld
personeelskosten of andere niet-toegelaten kosten?
Ten
zevende, kunt u het juiste cijfer geven van de financiële impact van de
onrechtmatige uitgaven door Defensie en in voorkomend geval door andere
departementen en eventueel ook over de afgelopen jaren?
Welke
maatregelen denkt u te nemen of kunt u nog nemen in uw hoedanigheid van minister
van lopende zaken om dergelijke misbruiken van de schatkistrekening voortaan te
vermijden?
02.07
Melchior Wathelet (cdH): Madame la ministre, je ne vais pas réitérer des questions qui ont
déjà été posées. Je voudrais simplement connaître les actes que le ministre de
la Défense peut encore poser étant donné cette mise sous curatelle. A-t-il
encore la capacité d’engager et/ou d’ordonnancer? Dans ce cadre, quelles sont
vos "prérogatives"? Pouvez-vous refuser soit un engagement soit un
ordonnancement?
Si j’ai bien
compris ce que j'ai lu dans la presse, la difficulté provient du fait que le
département de la Défense a exécuté toutes ses autorisations d’engagement alors
que, selon le principe de l’ancre, il ne pouvait ordonnancer qu’une partie de
l’engagement autorisé. Est-ce bien cela? Est-ce ce qui justifie cette
différence de 200 millions? Évidemment, si tous les départements
agissaient de la sorte, nous serions face à un gap d’environ 800 millions
d’euros. Est-ce là la difficulté principale? Est-ce ce qui vous a décidé à
prendre cette mesure tout à fait exceptionnelle de mise sous curatelle du
département de la Défense?
02.08 Luk Van Biesen (Open Vld): Mijnheer de
voorzitter, sinds het begin van de jaren 90 maakt het ministerie van
Landsverdediging gebruik van rekeningen van de orde van de thesaurie. Die maken
het voor het departement mogelijk om inkomsten uit bepaalde operaties te
verwerven. In het verleden was dat dikwijls door de verkoop van overtollig
militair materiaal, door de levering van diensten aan derden en door de
interesttegoeden van de betaalde voorschotten in het kader van de
F16-vliegtuigen zelf te gebruiken in plaats van ze door te storten aan de
schatkist.
Bij een
van de drie thesaurierekeningen blijkt er een oneigenlijk gebruik te zijn. Het
gaat met name over de orderrekening 87.07.01.25B, die specifiek bedoeld is voor
de levering van diensten aan derden, andere departementen, buitenlandse of
internationale instellingen. Het departement Defensie mag de op die rekening
door derden gestorte bedragen zelf aanwenden voor de betaling van de
bezoldigingen van het personeel dat voor de verlening van die diensten werd
ingezet. Soms betalen die derden echter laattijdig. Daarom is erin voorzien, in
de algemene uitgavenbegroting onder het artikel 216.11, dat bepaalde
voorschotten kunnen worden gegeven in geval van debetstand.
Bij uw
begrotingscontrole van september 2007 is er dus een oneigenlijk gebruik
vastgesteld op die thesaurierekening. Er zijn dus, met andere woorden, veel
meer voorschotten uitgekeerd dan dat er facturen tegenover zouden staan of
inningen die de thesaurie nog zou ontvangen in verband met inspanningen die
door derden zouden worden terugbetaald. Volgens de jongste cijfers die ik heb
gekregen, zou het bedrag oneigenlijk gebruik van die rekening vastgelegd zijn
op 210 miljoen euro.
Meteen
rijst de vraag of de behoeften inzake de kredieten voor personeelsuitgaven van
het departement Defensie bij de opmaak van de begroting van 2007 correct werden
ingeschat. Het probleem kan echter ook te maken hebben met de door de regering
vooropgestelde onderbenutting van kredieten van de federale overheidsdienst.
Uit het
commissieverslag van de begroting blijkt dat de initiële begroting
724 miljoen bedraagt. Dat bedrag zou in de loop van de maanden december en
januari worden verdeeld en daarop zou ook een maandelijkse monitoring worden
geïnstalleerd. Mogelijk heeft het departement Defensie geopteerd voor een
vermindering van zijn personeelskredieten en bleek zulks achteraf een verkeerde
keuze. Met andere woorden, denkelijk zijn gelden die helemaal niet bedoeld
waren voor personeelsuitgaven of voor andere uitgaven, gebruikt via de
voorschotten die op die thesaurierekeningen zijn gestort.
Wij
hebben het daarover reeds in de commissie Rekenhof een aantal keren gehad, niet
specifiek over die thesaurierekening, maar over thesaurierekeningen in het
algemeen. In het 163ste boek van het Rekenhof zijn er verschillende bladzijden
gewijd aan het oneigenlijk gebruik of aan de problemen die zich voordoen bij de
transparantie van die thesaurierekeningen. Inderdaad kon worden vastgesteld dat
er summiere regelgeving is, niet toegestane debetposities, niet meer gebruikte
openstaande rekeningen, aanwending van vormen van debudgettering. Het Rekenhof
heeft een hele reeks van aanbevelingen gedaan. In de commissie Rekenhof hebben
wij daarover toen ook gesproken. De minister van begroting – toen was dat de
heer Vande Lanotte – heeft inderdaad gezegd dat we dat moeten kunnen opvangen
door de versteviging van de interne audits bij de diverse federale
overheidsdiensten.
U weet dat toen ook nog aan het licht is gekomen dat net in het
departement Defensie niet dezelfde vormen van federale overheidsdienst bestaan.
Het is het enigste departement dat geen gelijkaardig administratief weefsel
heeft als in de andere departementen. Met andere woorden, er waren toen al heel
wat vragen over het bestaan van een interne auditdienst bij het ministerie van
Defensie.
Met
andere woorden, ofwel heeft men bij de begrotingsopmaak de personeelskosten
voor de operaties in het buitenland niet juist ingeschat. Men heeft misschien
gedacht een deel ervan te kunnen recupereren door betalingen aan derden terwijl
dit vandaag helemaal niet het geval blijkt te zijn.
Een
tweede element is dat in de pers wordt gewag gemaakt van de betaling van
socialezekerheidsbijdragen. Normaal gezien wordt alles uitbetaald door de
Centrale Dienst voor Vaste Uitgaven, de CDVU. Er moet dus ergens een
opsplitsing zijn gemaakt tussen wedden en sociale bijdragen. Dit zou toch al
een aantal maanden bestaan. Hoe komt het dat het niet is opgevallen dat alleen
de socialezekerheidsbijdragen via de voorschotrekening werden betaald terwijl
de vaste wedden door de CDVU werden betaald. Waarom is daar geen knipperlicht
aangegaan? Waarom is men daar niet gaan nadenken over het feit dat men alleen
wedden en geen socialezekerheidsbijdragen diende te betalen?
Ten
eerste, is er inderdaad een onderschatting geweest van de begroting van
Defensie?
Ten
tweede, het bedrag 210 miljoen euro voor het jaar 2007 is niet terug te
vinden in de begroting onder de noemer personeelskosten. Geldt dit enkel voor
dit jaar of is het ook al in het verleden gebeurd? Zou het niet interessant
zijn om een onderzoek te houden over de jaren 2005 en 2006? Ik betreur dat de
steekproefsgewijze controle die het Rekenhof heeft uitgevoerd over de
thesaurierekeningen net deze rekeningen van Defensie heeft overgeslagen. Dit is
natuurlijk een heel pijnlijke zaak als men dan vandaag constateert dat het net
om deze rekeningen gaat. Ik neem niet aan dat het Rekenhof met opzet deze
rekeningen niet heeft gecontroleerd. Het Rekenhof bepaalt zelf welke rekeningen
het controleert, mijnheer Goyvaerts.
Ik
betreur dat deze controle niet heeft plaatsgevonden want dan was deze praktijk
eerder aan het licht gekomen. Dit betekent echter ook dat dit reeds in 2005 en
2006 gebeurde. Men kan zich dan ook terecht afvragen of de begrotingen niet met
100 à 200 miljoen euro werden onderschat, vooral als we vaststellen dat
het voor 2007 gaat om 210 miljoen euro.
De voorzitter: Globaal hebben
we de zeventien minuten spreektijd gerespecteerd.
02.09 Minister
Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, collega's, in het
raam van de monitoring van de uitgaven van de federale overheidsdiensten voor
dit begrotingsjaar werd het ministerie van Landsverdediging op 27 september
2007 door de administratie Begroting uitgenodigd om meer toelichting te
verschaffen over een belangrijke stijging van de overgedragen kredieten in de
periode 2003-2004 tot 2006-2007.
Deze
overgedragen kredieten stegen in deze periode van 412 naar 714 miljoen
euro. Meer specifiek vroeg de administratie zich af hoe de stijging in
personeelskredieten binnen de overgedragen kredieten van 34 naar
385 miljoen euro in de praktijk mogelijk was.
Bij de
toelichting van 27 september op deze vraag kwam aan het licht dat de
overdrachten werden opgedreven doordat het ministerie van Landsverdediging een
beroep deed op de orderekening 87.0.70.125 bij de thesaurie van het ministerie
van Financiën. Dat stond in een nota van de administratie van Landsverdediging
aan de administratie van Begroting. Het spreekt voor zich dat dit bijkomende
vragen opriep.
Na een
paar vergaderingen hieromtrent met de administraties en als gevolg van de
resultaten daarvan werd op 4 oktober 2007 op mijn beleidscel een
vergadering belegd met leden van de beleidscellen Begroting en
Landsverdediging.
Omwille
van het heel hoge bedrag op de thesaurierekening werden in de volgende dagen om
bijkomende details gevraagd aan het ministerie van Landsverdediging. Op
9 oktober werd duidelijk dat het opdrijven van de overdracht het gevolg
was van oneigenlijk gebruik van wetsbepaling 2.16.11 van de begrotingswetten op
de thesaurierekening 87.0.70.125B.
Daarop
heb ik beslist om de administratie Defensie onder verhoogd toezicht te
plaatsen. Ik heb dat dezelfde dag laten weten aan de eerste minister, de
vice-eersteministers en de minister van Landsverdediging, overigens in
samenspraak met de korpschef van de Inspectie van Financiën. De daaropvolgende
dag werd dat formeel per brief meegedeeld aan alle betrokkenen.
Als u mij
vraagt of dit een autoritaire beslissing was of een in consensus genomen
beslissing, kan ik u enkel meedelen dat ik die beslissing heb genomen en mijn
collega's – de eerste minister, de vice-eersteministers en de minister van
Landsverdediging – daarvan onmiddellijk op de hoogte heb gebracht. Zij hebben
geen bedenkingen geformuleerd en waren het dus eens met de voorgestelde actie.
Het initiatief kwam duidelijk van mij, maar niet zonder mijn collega's in te
lichten.
De
rekening in kwestie machtigt de thesaurie enkel om voorschotten toe te staan
als de verrichtingen in verband met rekening 87.0.70.125B van de sectie
thesaurierekeningen een debettoestand van deze rekening veroorzaken. Het gaat
meer in het bijzonder om de rekening-courant van de betalings- en
terugbetalingsverrichtingen van bezoldigingen voor rekening van – zoals al
aangehaald – andere departementen of diensten van buitenlandse of
internationale instellingen of van andere derden.
La
différence entre les dépenses couvertes par les avances sur ce compte de
trésorerie et les tranches effectivement demandées se situe entre 150 et
200 millions d'euros. L'usage abusif de ce compte a été constitué de
manière cumulative de 2004 à ce jour.
Le
10 octobre 2007 au matin, une lettre a donc été adressée au ministre
de la Défense nationale, lui communiquant qu'il existait des soupçons
manifestes selon lesquels le recours au compte de trésorerie tombe en dehors de
la disposition autorisée par la loi.
En outre, il
fut notifié que l'Inspection des Finances serait chargée d'une enquête
détaillée et approfondie. Une note fut également transmise à l'Inspection des
Finances - avec copie au chef de corps et au ministre de la Défense nationale
-, lui demandant d'une part de bien vouloir examiner le dérapage budgétaire sur
le compte de trésorerie et, d'autre part, compte tenu de l'ampleur des demandes
de crédit non justifiées, de placer le ministère de la Défense nationale sous
surveillance quotidienne et renforcée.
Ik heb deze initiatieven ontwikkeld omdat de Inspectie van Financiën via
een administratieve- en begrotingscontrole deze dossiers, die via een
thesaurierekening verlopen, niet voorafgaandelijk viseert. Ook de administratie
van Begroting en mijn beleidscel zijn niet betrokken in de
goedkeuringsprocedure voor het opvragen van voorschotten op
thesaurierekeningen. Dat is normaal gezien ook niet nodig omdat het gaat om
voorschotten die per definitie in het daaropvolgende begrotingsjaar aangezuiverd
worden door de betaling van facturen van het ministerie van Landsverdediging.
De
minister van Financiën, bevoegd voor de Thesaurie, heeft in 2006 trouwens een
omzendbrief gestuurd om op te roepen tot de aanzuivering van de rekeningen. Het
toezicht op het gebruik van de rekeningen zelf gebeurt door het Rekenhof. Uit
verslagen van het Rekenhof zelf blijkt dat het de Thesaurie is – zij stellen
dat heel duidelijk – die in deze materie een centraliserende, coördinerende en
ook toezichthoudende rol vervult. Wat bevoegdheden betreft, lijkt mij dat vrij
duidelijk te zijn.
Ondanks
de omzendbrief van de minister, hebben wij vastgesteld dat er geen vorm van
interne controle aanwezig is bij de Thesaurie op deze rekeningen. Het Rekenhof
heeft in 2006 een algemene steekproefsgewijze controle uitgevoerd op die
rekeningen, waarbij de betreffende rekening niet werd onderzocht. De minister
van Financiën heeft in zijn omzendbrief van 20 december 2006 geen interne
controleprocedure geïnstalleerd, ondanks het feit dat er volgens de omzendbrief
en het verslag van het Rekenhof problemen werden vastgesteld met betrekking tot
het beheer van dergelijke rekeningen en er slechts gebrekkige informatie
voorhanden bleek te zijn. Daarenboven merkt het Rekenhof nochtans zelf op dat
de Thesaurie een toezichthoudende rol dient te vervullen op deze rekeningen.
De
Inspectie van Financiën en niet het monitoringcomité is momenteel haar
onderzoek aan het uitvoeren. Ik verwacht daarbij tegen het einde van deze week
een schriftelijk verslag omtrent de omvang van het onrechtmatig gebruik op de
thesaurierekening. Inclusief verwacht ik een onderzoek naar de
schuldvorderingen die het ministerie van Landsverdediging voor een bepaald
bedrag in rekening heeft gebracht, om het beroep op de rekening ook deels te
kunnen verklaren. Er is vanzelfsprekend ook op rechtmatige wijze een beroep
gedaan op die rekening. We moeten het onderscheid kunnen maken tussen beide.
De strikte monitoring van de uitgaven die het ministerie van
Landsverdediging nog dit jaar wenst te doen, houdt in essentie in dat alle
dossiers worden beoordeeld op hun strikte noodwendigheid teneinde de
budgettaire ontsporingen nog enigszins te kunnen afremmen. Landsverdediging kan
doorgaan met zijn normale werking. De werking van Defensie blijft dus
gegarandeerd. De verhoogde monitoring betekent eenvoudig gezegd dat de
Inspectie van Financiën de noodwendigheid van alle vastleggingen en
ordonnanceringen controleert. Alles wordt dus vanaf nu gecontroleerd en dat ook
diepgaander dan voorheen. Dat betekent niet dat de normale werking niet kan
plaatsvinden. Er is echter een voorafgaande controle op alles wat
ordonnanceringen en vastleggingen betreft.
Ik vind
alvast dat het we het probleem uiterlijk eind oktober 2007 volledig moeten
kennen. We moeten ook kijken naar mogelijke remedies voor de problemen. Het
Parlement moet daarover dan in alle transparantie worden geïnformeerd.
De
problematiek – zo zal naar ik vermoed ook blijken uit mijn antwoord – heeft
niets met het ankerprincipe te maken maar simpelweg met oneigenlijk en
onwettelijk gebruik van een thesaurierekening die in de primaire uitgaven niet
zichtbaar was. Naar jaarlijkse gewoonte worden primaire uitgaven in de maand
september van het betrokken jaar onder monitoring van de administratie van
Begroting geplaatst om het budgettair effect van onverwachte meevallers en
tegenvallers te beoordelen. Los van de vaststelling die eerder is gebeurd voor
het ministerie van Landsverdediging draaien de primaire uitgaven – op dit
moment bekeken en voor zover ik het nu al kan inschatten – globaal rond het
uitgavenniveau dat werd beslist tijdens de laatste begrotingscontrole. Hier en
daar zijn er een paar lichte overschrijdingen waar u ook naar verwijst. Het
ziet er echter naar uit dat dit maar lichte overschrijdingen zijn.
Hier, le Comité de monitoring administratif a eu une réunion à ce sujet
dont les résultats sont attendus très rapidement. Quoi qu’il en soit, le
dérapage du ministère de la Défense nationale ne pourra être compensé
intégralement, compte tenu du déficit cumulé constitué depuis 2004 par le biais
d’un compte de trésorerie.
À ce stade,
un certain nombre de déficits ont été communiqués. À cet égard, les déficits
transmis par le SPF Finances et le SPF Santé publique sont pratiquement établis.
Certains autres services publics doivent encore fournir des informations
complémentaires, comme je vous l’ai dit dans ma réponse à la précédente
question. En revanche, en ce qui concerne le SPF Justice, tout indique qu’il
atteindra son objectif budgétaire en 2007.
En général,
les déficits ont, jusqu’à ce jour, été neutralisés par des excédents présents
dans d’autres services publics et par un excédent au niveau de la provision
interdépartementale du SPF Budget et Contrôle de la gestion.
Het gebruik van verscherpte begrotingscontroles is in algemene zin geen
ongebruikelijke praktijk. In lopende zaken kunnen slechts 15
vastleggingskredieten worden toegestaan omdat de regering in lopende zaken de
toekomstige regering niet budgettair mag bezwaren. Ook geldt er een specifieke
richtlijn inzake administratieve controle en begrotingscontrole waarbij de
drempels voor de dossiers die aan een voorafgaande goedkeuring van de Inspectie
van Financiën moeten worden onderworpen, verlaagd zijn. Voor het ministerie van
Landsverdediging is evenwel een nog scherpere monitoring geïnstalleerd. Ik heb
u dat net uitgelegd.
En ce qui concerne votre question relative à une éventuelle réaction de
mon collègue André Flahaut, celui-ci m’a fait savoir qu’il estimait qu’il
fallait faire toute la clarté dans cette affaire.
Par
ailleurs, un communiqué conjoint de M. Flahaut et du général
Van Daele a été diffusé sous forme d’info flash au ministère de la Défense
nationale.
Le président: Madame la ministre, je vous
remercie pour vos réponses circonstanciées.
Je voudrais
vous poser une question complémentaire. D’après ce que j’ai compris, des fonds,
qui avaient une destination X, ont été utilisés pour une destination Y.
Autrement dit, des fonds ont été détournés, en quelque sorte, de leur usage
légal, vers un autre usage, public certes, mais différent de celui prévu par le
budget annuel.
Suite à
l’enquête de l’Inspection des Finances, si ces faits sont avérés, des sanctions
individuelles sont-elles prévues pour les fonctionnaires qui auraient signé les
documents sur la base desquels un usage "impropre" - si je puis
m’exprimer ainsi – a été fait des crédits en question? Quelles sont les
sanctions administratives ou autres que risquent les fonctionnaires qui ont
pris la responsabilité d’avoir recours à cette méthode pour combler des trous
ou pour augmenter la latitude budgétaire du département?
02.10 Hendrik Bogaert (CD&V - N-VA):
Mijnheer de voorzitter, ik wens de minister te danken voor haar open en
omstandig antwoord.
Ik moet
vaststellen dat mevrouw de minister niet mals is voor haar collega. Onwettelijk
gebruik en budgettaire ontsporing zijn woorden waarvoor wij twee keer onze tong
zouden omdraaien, alvorens ze hier in de commissie te gebruiken, zoals u weet.
De ernst
van de situatie toont duidelijk aan dat het systeem van cash-and-go, dat de
heer Flahaut gedurende een aantal jaren gebruikte, onwettelijk was, zoals de
minister terecht stelt. Zij geeft hem eigenlijk een attest van onbekwaamheid
inzake bestuur. Zij durft misschien de laatste stap nog niet te zetten. Zij is
echter niet mals voor de heer Flahaut. Dat is heel terecht.
Wat ons
bijzonder interesseert, is de impact op het budget. Als ik het goed heb
begrepen, gaat het om 210 miljoen euro, cumulatief geëtaleerd over een
aantal begrotingsjaren. Mevrouw de minister sprak over “cumulatief”. Wat moeten
wij juist begrijpen onder “cumulatief”? Betekent het dat het probleem
uiteindelijk leidt tot het huidige bedrag van 210 miljoen euro of dat het
werd opgebouwd?
02.11 Minister Freya Van den Bossche: Ja, inderdaad. Jaar na jaar heeft Defensie met de bewuste rekening
gewerkt. Er werd dus geld gebruikt, niet alleen voor zaken waarvoor het niet
had mogen worden gebruikt. Het geld werd ook niet teruggestort. Het systeem
waarbij geld wordt gebruikt en daarna wordt teruggegeven, werd niet gehanteerd.
Het geld werd echter ook gebruikt voor andere uitgaven dan waarvoor het normaal
gezien mocht.worden gebruikt. Dat is jaar na jaar gebeurd.
Defensie
startte met het systeem in 2004. Het resultaat dat ik meegaf en dat wellicht
tussen 150 en 200 miljoen euro ligt, is een cumulatief resultaat,
namelijk een resultaat van jaar na jaar.
02.12 Hendrik Bogaert (CD&V - N-VA): Het
is cumulatief in die zin dat het pad hypothetisch …
02.13
Minister Freya Van den
Bossche: Het is de som van wat tijdens bedoelde vier jaar is
gebeurd en niet werd aangezuiverd.
02.14 Hendrik Bogaert (CD&V - N-VA): Neem
dat het bedrag het eerste jaar 50 miljoen euro, het jaar daarna
100 miljoen euro, het jaar daarna 150 miljoen euro en het vierde jaar
200 miljoen euro was.
02.15 Minister Freya Van den Bossche: Bijvoorbeeld.
02.16 Hendrik Bogaert (CD&V - N-VA): Het
zou in dat geval interessant zijn om voor de jaren waarbij men heel dicht bij
de nul kwam, uit te rekenen wat na de bewuste correctie het bewuste
vorderingensaldo was. Ik herinner mij immers dat in het jaar 2004, als ik mij
niet vergis, het vorderingensaldo een aantal tientallen miljoen euro scheelde.
Ik ben benieuwd – dit is een bijkomende vraag, mevrouw de minister – om dat pad
precies te kennen. Hoe kwam het bedrag van 200 of 210 miljoen euro precies
tot stand?
Ik hoop
dat er geen verschuiving van de verantwoordelijkheid naar het Rekenhof is, dat
met relatief beperkte middelen opdrachten uitvoert en op een bepaald ogenblik
ook een steekproef moet doen. Persoonlijk vind ik dat u niet alleen het
departement, maar ook de minister onder curatele moet plaatsen. Ik vind dat de
betreffende minister in deze materie toch wel persoonlijk verantwoordelijk is.
Wij moeten nu niet beweren dat het Rekenhof de fout had moeten zien, omdat de
kwestie onder zijn bevoegdheid valt. Dat suggereerde u toch niet?
02.17 Minister Freya Van den Bossche: Absoluut niet, ik heb enkel het Rekenhof aangehaald om duidelijk te
maken – aangezien er daarover bij de leden blijkbaar wat verwarring bestond –
bij wie de controlebevoegdheid op de thesaurie ligt. Dit valt onder de
thesaurie. Zij controleren. De minister van Financiën heeft met andere woorden
de finale controlebevoegdheid over het gebruik van de thesaurierekeningen. Dat
is wat het Rekenhof zegt.
02.18 Hendrik Bogaert (CD&V - N-VA): Het
is dus de minister van Financiën die dit had moeten zien?
02.19 Minister Freya Van den Bossche: Nee, ik zeg niet dat hij het had moeten zien. Begrijp mij niet verkeerd.
Het onderzoek loopt. Men kan ook niet verwachten dat de minister alles ziet. Ik
bedoel gewoon dat er hier een aantal verantwoordelijkheden zijn, ook op
politiek niveau. Laten wij heel duidelijk uitzoeken waar de fouten zijn
gemaakt, door wie en met medeweten van wie. Dat weten wij allemaal nog niet.
Het dus heel vroeg om over verantwoordelijkheden te spreken, maar het is ook
veel te vroeg om, zoals sommigen, hun kop in het zand te steken en te doen
alsof zij er per definitie niets mee te maken hebben. Ook dat kan nog niet
worden gezegd.
02.20 Hendrik Bogaert (CD&V - N-VA): De
laatste jaren hebben wij een aaneenschakeling van incidenten gezien. Ik denk
aan de 883 miljoen euro die plots werd bijgeteld op een onrechtmatige manier.
Hier valt nu plots 210 miljoen euro uit de kast. Men heeft een aantal
steekproeven gedaan. Mocht men alles ondersteboven keren, dan zouden er nog wel
andere lijken uit de kast vallen. Ik stel gewoon vast dat wij dit ook altijd
hebben aangevoeld.
Collega
Devlies en anderen in de commissie hebben op elk ogenblik vastgesteld dat er
werd gefoefeld om toch maar de perceptie te creëren bij de publieke opinie dat
alles onder controle was. Wij hebben die boodschap vandaag trouwens opnieuw
gekregen in een ander dossier.
02.21
Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, j'irai dans le même sens que
l'intervenant précédent.
Madame la
ministre, je m'attendais à vous entendre donner une série d'informations mais
pas à vous entendre révéler une situation d'une telle gravité. Au début, vous
parlez de dérapages et, au fil de votre explication, vous en venez à parler
d'usage abusif et d'utilisation illégale. Ce n'est pas rien qu'une ministre
doive utiliser ce genre de termes! J'estime que la situation est très grave,
d'autant plus que des signaux avaient été envoyés depuis un certain temps.
Nous ne
sommes pas face à une petite affaire. Or, ce qui m'inquiète, ce n'est pas votre
action mais le fait que le ministre de la Défense et les responsables de la
situation répondent par voie de communiqués minimalistes et en minimisant les
faits.
Je vous
annonce déjà, monsieur le président, que je vais demander à questionner le
ministre Flahaut; j'estime que la réponse qu'il a fournie pour l'instant est à
tout le moins insuffisante. M. Wathelet me voit venir, ce sera sans doute jeudi
en plénière! On ne peut pas en rester là en la matière et attendre que d'autres
rapports tombent sans que le ministre ne s'explique. On a beau être en affaires
courantes, cette situation nécessite un contrôle parlementaire plein et
effectif.
Je conclurai
en disant que ceci doit nous conduire à renforcer les moyens de contrôle, à
l'intérieur du gouvernement comme au Parlement, quelle que soit la future
majorité en place. Se retrouver dans une telle situation qui s'est construite
entre 2004 et 2007, c'est pour le moins problématique dans un État qui se veut
moderne et bon gestionnaire.
02.22 Carl Devlies (CD&V - N-VA):
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, de heer Nollet heeft gelijk als
hij zegt dat men het hierbij niet kan laten. Ik zou het volgende willen
voorstellen. Volgende week zullen het verslag van het monitoringcomité en het
inspectieverslag bekend zijn. Als die elementen bekend zijn, is het wellicht
nuttig dat deze commissie opnieuw bijeenkomt en dat ook minister Flahaut over
dit onderwerp wordt gehoord. Dit is voldoende belangrijk. Dat is een suggestie
die ik wil doen.
Mevrouw
de minister, ik kom aan uw antwoord. Ik stel vast dat de totale schade vandaag
nog niet vaststaat. Er is een negatief saldo, als ik het goed heb begrepen, op
een thesaurierekening. Het juiste bedrag van dat negatieve saldo is echter nog
niet gekend. Als het vandaag nog niet gekend is, zal het wel over een
belangrijk bedrag gaan. Als men veel optellingen moet maken dan duurt het
langer. Als het een klein bedrag was, dan zou het vandaag reeds bekend zijn.
02.23
Minister Freya Van den
Bossche: Het gaat niet zozeer over hoeveel zo’n rekening op een
bepaald moment in min staat. Dat wordt immers in principe ook weer aangezuiverd.
Het probleem is de grootte van het oneigenlijke gebruik. Het lijkt erop dat dit
tussen 150 en 200 miljoen ligt. Dat staat los van de rekeningstand. Dat is
het belangrijkste waarover wij ons zorgen moeten maken.
De
essentie van die rekeningen is immers dat zij in debet gaan en weer worden
aangevuld. Dat is het probleem niet. Het probleem is dat er oneigenlijk gebruik
is geweest en dat dit niet is teruggestort.
02.24 Carl Devlies (CD&V - N-VA): Het
oneigenlijke gebruik ligt natuurlijk aan de basis, maar de omvang heeft ook een
zeker belang.
Met
betrekking tot de vragen die ik persoonlijk heb gesteld, stel ik vast dat u een
aantal vragen handig hebt omzeild, meer bepaald met betrekking tot de
instructies inzake de ordonnancering die u zou hebben gegeven.
Dit is een verwijzing naar het gekende ankerprincipe. Naar mijn gevoel ligt
dit dossier, buiten het oneigenlijke gebruik dat er is geweest, in het
verlengde van de toepassing van het ankerprincipe. Men gebruikt het
ankerprincipe om de begrotingen van het lopende jaar op te poetsen. Dat is hier
blijkbaar ook gebeurd gedurende verschillende jaren. Daardoor wordt er ook
gesproken over een cumulatief effect omdat vermoedelijk de toegestane
ordonnanceringen vanuit de begroting onvoldoende waren voor de uitgaven van het
departement. Ik veronderstel dat dit zich heeft voorgedaan.
Dan hebben de diensten van het departement Defensie en de minister hierop
gereageerd op een oneigenlijke manier. Enerzijds hebben zij gebruikgemaakt van
die thesaurierekening op een bovenmatige manier, wat niet is toegestaan.
Anderzijds, dat weten wij uit andere dossiers en uit andere vergaderingen van
de commissie, heeft men ook betalingen vooruitgeschoven. Defensie was er een
specialist in om betalingen door te schuiven naar het volgende begrotingsjaar.
Dat is één element geweest.
Dan is er natuurlijk die zaak die de heer Van Biesen ook heeft aangekaart
met betrekking tot de sociale bijdragen, de pensioenbijdragen enzovoort, die
blijkbaar niet doorgestort zijn geworden. Dat tart in feite alle verbeelding.
Een departement van de federale overheid komt zelf zijn eigen verplichtingen
aan het personeel niet na.
02.25 Minister Freya Van den Bossche: Ze zijn doorgestort. Alleen is dat gebeurd met de foute middelen. Ze
zijn wel doorgestort. Dat is het probleem niet. Alleen, ze hebben daarvoor de
foute middelen gebruikt.
02.26 Luk Van Biesen (Open Vld): Ik bevestig u dat die
voorschotten gebruikt zijn voor sociale bijdragen en pensioenen. Dat is dus
correct.
02.27 Carl Devlies (CD&V - N-VA): Die
ganse operatie heeft wel een impact gehad op de resultaten van de
begrotingscijfers zoals de heer Bogaert al heeft gezegd. Uiteindelijk ligt dat
mee aan de basis van heel dit gebeuren, met name het beperken van de
ordonnanceringskredieten en het beperken van het toestaan van uitgaven.
Blijkbaar heeft dat departement om een of andere reden niet kunnen volgen.
02.28 Minister Freya Van den Bossche: In alle eerlijkheid, het is niet omdat men op een bepaald moment zegt
dat men minder gaat uitgeven dat dit een rechtvaardiging zou zijn om een
thesaurierekening te misbruiken. Op dat moment is er een procedure waarbij
collega’s kunnen zeggen dat zij een probleem hebben, dat ze niet minder kunnen
uitgeven en dat zij meer nodig hebben waarbij dan wordt verschoven. U weet hoe
dat werkt. We bevriezen even, we verschuiven en we kijken waar we kunnen
besparen. Op dat moment is het aan een collega om te zeggen dat hij een
probleem heeft en niet om zoiets te doen. De collega moet dan vanzelfsprekend
op de hoogte zijn van het probleem. Ook dat weten we immers nog niet. Wie was
er op de hoogte van dit probleem? Wie heeft het gedaan? Wie wist ervan? Ik
begrijp dat u twijfels hebt bij het ankerprincipe en dat u het principe niet
genegen bent, maar het systeem zelf verplicht natuurlijk niemand om een
thesaurierekening te plunderen op onwettige wijze. Ik herinner me bijvoorbeeld
dat Financiën vorig jaar geld bij heeft gevraagd en ook heeft gekregen. Ik
begrijp dat u een probleem hebt met het ankerprincipe maar dat rechtvaardigt
natuurlijk niet wat er is gebeurd.
02.29 Carl Devlies (CD&V - N-VA): Ik
wil de verantwoordelijkheid niet verschuiven. Ik denk dat minister Flahaut hier
een verpletterende verantwoordelijkheid heeft. Ik wil alleen het algemeen kader
situeren waarbinnen dergelijke zaken kunnen gebeuren. Dat kader is in feite het
sturen van de begroting om resultaten te bereiken die niet volledig conform de
werkelijke toedracht zijn. Mevrouw de minister, is het dan werkelijk zo dat
minister Flahaut u nooit een bemerking gemaakt heeft over die situatie, dat hij
dat nooit heeft gesignaleerd?
02.30
Minister Freya Van den
Bossche: Anders zat ik hier nu niet vast met deze cijfers. Dat
lijkt mij duidelijk.
De voorzitter: Ik laat de sprekers in een
normale orde spreken. Mijnheer Devlies, ik vraag u af te ronden. Het is immers
geen interpellatie.
02.31 Carl Devlies (CD&V - N-VA):
Mijnheer de voorzitter, ik ga afsluiten. Ik wens de minster er toch op te
wijzen dat de toepassing van het ankerprincipe mij echt zorgen baart. Ik stel
vast dat de openstaande verplichtingen van de Belgische Staat de laatste jaren
jaar na jaar sterk toenemen. Dat heeft volgens mij een duidelijke relatie met
de toepassing van dat ankerprincipe.
02.32
Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, j'appuie les éléments rajoutés,
mais je veux souligner le fait que le ministre Flahaut n'a jamais donné le
moindre signal en retour, ni la moindre information. Cette façon d'agir
commence à faire penser à un système qui aurait été mis en place.
Le président: Je propose que l'on suive
l'ordre des orateurs. Vous aurez, vous et M. Bogaert, le droit
d'intervenir après la réponse de la ministre. Respectons l'ordre logique afin
d'éviter que notre réunion ne devienne un combat dans un tunnel.
02.33 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de
voorzitter, ik wou nog het volgende zeggen. Ik denk dat de collega’s een aantal
belangrijke bemerkingen hebben gemaakt. Wij gaan het palmares van minister
Flahaut voor de afgelopen acht jaar hier niet opnieuw uit de doeken doen, maar
dit is natuurlijk het orgelpunt. Het feit dat het lijk met een grootteorde van
200 miljoen euro nu uit de kast valt, mag niemand van ons verbazen. De man
heeft zijn departement op de meest creatieve manier, als een koninkrijk binnen
de Belgische Staat, zelf beheerd. We moeten dus niet doen alsof wij zoiets niet
konden verwachten of dat zoiets niet kon gebeuren op dat departement.
U geeft
aan dat er nog bijkomende informatie komt. Eind oktober wenst u het dossier
uitgeklaard te zien. Ik neem aan, mijnheer de voorzitter, dat wij dan hier nog
kunnen terugkomen op dat oneigenlijk en onwettig gebruik door de
onverbeterlijke minister van Landsverdediging. Hij weet het natuurlijk als
politiek dier goed te manipuleren. Flahaut is een kunstenaar wat dat betreft.
Natuurlijk stuurt hij een infoflash rond om zijn communicatie naar de
buitenwereld te sturen omdat dat zijn persoonlijk propagandamiddel is. Ik neem
aan dat hij daarin geen mea culpa gaat slaan en toegeven dat hij een fout heeft
gemaakt. Ik denk niet dat minister Flahaut tot zoiets in staat is. Hij zal het
altijd proberen af te wentelen op anderen. Ook in zijn departement zijn rechter
en controleorgaan vertegenwoordigd in dezelfde persoon.
Het zou
inderdaad kunnen dat een aantal ambtenaren een fout heeft gemaakt, mijnheer de
voorzitter. U verwijst naar een aantal sanctionerende maatregelen. Het zou
kunnen dat het Rekenhof iets over het hoofd heeft gezien, maar minister Flahaut
draagt toch de eindverantwoordelijkheid. Daarom had eerste minister Verhofstadt
zijn tanden moeten laten zien in zijn laatste weken door die man gewoon de laan
uit te sturen. Dat lost het probleem natuurlijk niet op, maar het is ongehoord
wat hij de afgelopen jaren kon presteren.
Ik hoop,
mevrouw de minister, dat wij in het rapport dat u tegen het einde van de maand
hoopt klaar te hebben, nog meer informatie krijgen. Nu blijft het allemaal een
beetje wollig omdat niet duidelijk is wie uiteindelijk de toelating heeft
gegeven om wat te doen via die lopende rekening van de schatkist.
02.34
Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, je remercie vraiment la ministre pour sa
réponse et la transparence dont elle a voulu faire preuve ce matin. Il était
utile d'apporter toutes ces précisions.
Il s'agira à
présent d'assumer les problématiques de cette gestion. Nous aurons intérêt à en
connaître le coût exact, même s'il sera malaisé de distinguer avec précision ce
qui a été payé par des fonds d'une manière inappropriée et surtout ce que cela
a engendré comme impossibilité de paiement. C'est le vrai problème: quand une
somme est prélevée, puis affectée à un paiement auquel elle ne pouvait pas
correspondre, la somme a disparu. Cet argent aurait pu servir aux fins
initialement prévues. C'est ce problème qui doit être décelé et ce sont ces
montants qui doivent être identifiés aujourd'hui afin de démontrer la
difficulté, l'absence budgétaire et le vrai déficit auquel nous serons
confrontés.
Ensuite,
comme le propose la ministre, j'estime indispensable de disposer de ce contrôle
systématique et clair de l'ensemble des comptes de trésorerie. Il évitera de
rencontrer de tels problèmes. En effet, ce qui vient d'être démontré est grave
et très interpellant. Comme le collègue Devlies, je reste persuadé que c'est
une conséquence assez importante du principe de l'ancre. Évidemment, c'est
notre interprétation et vous connaissez les débats à ce sujet. J'aurais
d'ailleurs préféré qu'ils en restent là alors que, maintenant, c'est pire et de
loin: de l'argent a été affecté à une autre finalité que celle à laquelle il
était initialement destiné. C'est grave!
Madame la
ministre, je vous cite: "une utilisation inappropriée et illégale des
comptes de trésorerie". Il ne s'agit donc nullement ici d'une question de
politique ou d'une question d'opportunité, mais d'une question de légalité.
C'est fondamental! Il s'agit bien d'une utilisation illégale des montants. De
plus, les montants sont importants: depuis 2004, accumuler 200 millions
d'euros, ce n'est pas rien. Troisième élément: cette pratique a été entamée en
2004 et perdure donc depuis quatre ans, sans qu'on se rende compte que de
l'argent est utilisé à d'autres fins que celle à laquelle il est prévu. C'est
assez inquiétant de se rendre compte qu'il est possible d'en arriver là:
utiliser des montants à d'autres fins sans le remarquer. Heureusement que c'est
maintenant chose faite.
Enfin,
depuis quatre ans, pour des montants importants, une pratique illégale est mise
en place et le ministre de la Défense ne vous en parle pas.
Il ne fait nullement mention de ses difficultés budgétaires. Il ne vous
informe pas du fait qu'il ne sait plus assumer le principe de l'ancre et qu'il
a des engagements à exécuter pour lesquels il doit disposer d'ordonnancements.
Il ne tire pas la sonnette d'alarme, sinon vous auriez essayé de trouver une
solution avec lui.
Outre les
montants, l'illégalité est pour le moins inquiétante, tout comme les quatre
années pendant lesquelles les événements se déroulent sans que personne ne s'en
rende compte. De plus, le sujet n'est pas évoqué au sein du gouvernement,
puisque le ministre de la Défense ne vous touche pas un mot du problème de
trésorerie rencontré dans son ministère. Et bien, ces quatre éléments me
laissent pantois! Mais une fois de plus, je vous remercie pour la transparence
de votre réponse et la clarification de la situation.
02.35 Luk Van Biesen (Open Vld): Mijnheer de
voorzitter, ik denk dat collega Wathelet en de andere collega's gelijk hebben
wanneer zij zeggen dat het helemaal niet door de beugel kan en dat wij verrast
zijn.
Ik ben
niet helemaal verrast door het antwoord van de minister. Wij zijn immers op
eigen onderzoek gegaan en zijn tot dezelfde bevindingen gekomen. Het bedrag
waarop wij uitkwamen, was 210 miljoen. Dat zal dus wel het bedrag zijn dat
volgende week definitief zal worden bekendgemaakt.
Dat dat
kon gebeuren, is iets waarvan wij allemaal achterovervallen. Een minister die
enkele maanden geleden na een ministerraad met een grote glimlach op de
televisie zei dat hij een van de enige ministers was die nooit extra middelen
nodig heeft gehad voor zijn begroting, dat hij de man was die het allemaal kon
regelen binnen zijn eigen begroting, had intussen gedurende jaren een systeem
om op een andere manier sociale bijdragen te betalen.
Dat lijkt
mij toch bijzonder eigenaardig. Het feit dat de CDVU of anderen op geen enkel
ogenblik argwaan hebben gekregen bij het systeem, moet worden uitgespit.
Volgende
week is er de installatievergadering van de commissie Rekenhof met de regeling
van de werkzaamheden. In die commissie zullen wij de problematiek uiteraard
opnieuw bespreken. Ik denk dat we niet anders kunnen dan overgaan tot een
hoorzitting van de minister, van de diverse diensten die bij het onderzoek van
de thesaurie betrokken zijn en van de CDVU die moeten komen verklaren waarom
zij hieromtrent geen alarm hebben geslagen.
Aan de
collega's wil ik nog even zeggen dat er in 2005 maar liefst 164
thesaurierekeningen en 413 orderekeningen waren. Het is dus helemaal niet zeker
dat wij aan het einde van ons Latijn zijn gekomen met die ene
thesaurierekening.
Mevrouw
de minister, tot slot wil ik zeggen dat wij al jaren een kruistocht voeren om
de comptabiliteitswet van 22 mei 2003 over de invoering van de
dubbele boekhouding geïmplementeerd te krijgen in de Kamer. Ik verwijs u naar
de reactie van het Rekenhof in het 163ste Boek, waarin hij zegt dat
oneigenlijke gebruiken van dergelijke rekeningen totaal onmogelijk zijn in een
systeem van dubbele boekhouding.
Ik pleit
er daarom nogmaals voor dat het Parlement zijn verantwoordelijkheid zou nemen
en de comptabiliteitswet, die wij op 22 mei 2003 hebben goedgekeurd,
integraal zouden toepassen, zodat wij het systeem van dubbele boekhouding
zouden krijgen, waardoor we eindelijk paal en perk zouden kunnen stellen aan
oneigenlijke gebruiken van rekeningen.
Le président: Avant de redonner la parole
à la ministre, je crois que la sous-commission Cour des comptes devrait
demander à la Cour des comptes de bien expliquer tous les mécanismes
d'alimentation de dépenses, de contrôle des dépenses qui entourent ces comptes
ainsi que la nature des contrôles effectués par sondages depuis de nombreuses
années sur certains de ces comptes.
Quand M.
Devlies dit qu'on n'a pas les moyens de contrôler tout cela, ce n'est pas vrai.
Nous pouvons
demander à la Cour des comptes, par le truchement de la sous-commission Cour
des comptes, de renforcer certains contrôles, non seulement dans ce domaine-ci
mais également dans d'autres domaines. Le Parlement belge, par rapport à
d'autres parlements dans le monde, a la grande chance de disposer d'un organe
de contrôle indépendant, qui ne répond qu'à lui-même: c'est la Cour des
comptes. On peut lui confier n'importe quelle enquête, pour autant, bien
entendu, qu'elle entre dans ses attributions et ses compétences légales.
Je ne suis
pas certain de voir tout à fait clair dans tous ces mécanismes de comptes pour
ordre ou de comptes de trésorerie; il serait donc intéressant qu'un cours
puisse nous être donné en la matière afin de nous permettre de bien comprendre
tous ces mécanismes.
(…): (…)
Le président: Si M. Flahaut veut un cours
particulier sur la question, c'est son affaire! Moi-même, en tant que président
de la commission des Finances, et M. Van Biesen, en tant que président de la
sous-commission Cour des comptes, ne pouvons convoquer M. Flahaut. Ou alors, il
faudrait organiser une réunion conjointe des commissions de la Défense et des
Finances, mais cela a peu de chance de voir le jour en période d'affaires
courantes.
Je propose
donc d'essayer, au sein de la sous-commission Cour des comptes, de voir clair
dans le fonctionnement de ces mécanismes et des moyens de contrôle qui peuvent
exister en la matière.
De plus, et
c'est une remarque personnelle, il est assez curieux de voir qu'une partie des
paiements effectués l'ont été au Trésor lui-même. Si on paie des précomptes
immobiliers, on les paie au ministère des Finances au départ d'un compte du
ministère des Finances. L'argent tournait en quelque sorte en rond au sein du
ministère. Il y a également eu des versements à l'ONSS ou aux pensions. Mais,
pour la partie qui concerne strictement les précomptes immobiliers, il y a eu
un recyclage de l'argent au sein même du ministère des Finances. On ne créait
donc pas de trou mais on empêchait une augmentation des moyens du ministère.
C'est assez subtil. Il faudrait donc bien décortiquer ces mécanismes sur le
plan comptable. M. Van Biesen est plus compétent que moi en cette matière. Il
s'agissait, au fond, de recyclage interne au ministère, ce qui ne justifie
absolument pas le détournement de ces fonds à d'autres fins.
Cela étant
dit, j'attends les réponses de Mme la ministre sur les sanctions
administratives ou pénales dans cette affaire.
02.36 Minister
Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, ik kreeg een aantal
vragen.
Er
bestaan absoluut sancties. U weet dat de sancties variëren naargelang de plek
waar iemand werkt en het niveau waarop hij is tewerkgesteld. Wij moeten dus
eerst afwachten en te weten komen waar welke fout is gebeurd. Wie heeft wat
geïnitieerd? Wie heeft wat gedaan? Wie was waarvan op de hoogte? Waar worden
welke verantwoordelijkheden gelegd? In de reglementering van ambtenarenzaken
zijn absoluut ook sancties opgenomen.
Veel
hangt natuurlijk af van de zwaarte van dergelijke fouten en van de functie die
personeelsleden hebben binnen een groter systeem. Het is dus te vroeg om u te
kunnen vertellen welke sancties er precies zouden zijn.
Wij
wachten misschien ook best af, vooraleer nu al schuldigen aan te duiden, tot
wij weten wie wat heeft gedaan en wie wat wist. Wij moeten daarin redelijk
voorzichtig zijn.
Het is
natuurlijk aan de commissie zelf om over haar werkzaamheden te beslissen. Voor
mij is het alvast geen slecht idee om omtrent het probleem een
commissievergadering – eventueel met de samengevoegde commissies van Financiën
en Defensie, met in dat geval drie bevoegde ministers voor het dossier – te
organiseren. Ik zal met graagte aanwezig zijn.
Over de
rekeningen vroeg de heer Van Biesen hoeveel er bestaan. Mijnheer Van Biesen,
niet elke rekening die u aanhaalt, is een B+-rekening die in debet kan gaan.
Elke B+-rekening wordt nu echter wel gecontroleerd. Zij worden nu allemaal
bekeken.
Ik heb
een paar maanden geleden bij het begin gezegd dat het mijn bedoeling was om aan
de nieuwe regering een heel correct overzicht van de stand van zaken te kunnen
geven. Ik ben dat aan het doen. Ik mag hopen dat mijn werk ook wordt
geapprecieerd en dat, wanneer iets wordt ontdekt wat niet kan, dat ook heel
duidelijk wordt gecommuniceerd Wij doen zelfs naar aanleiding daarvan verder
onderzoek op andere rekeningen om na te gaan of ook op die rekeningen iets zit.
Wij doen dat gewoon om een klaar beeld te scheppen. Ik wil niet degene zijn die
andere personen opzadelt met verrassingen. Zoals u allen vindt, is het echter
jammer dat wij het probleem nu pas kunnen vaststellen. Het is niettemin mijn
taak om alle vaststellingen die wij nog kunnen doen, alsnog te doen.
Le président: On ne peut
préjuger de la culpabilité de quelqu'un avant la fin de l'enquête. Je me suis
soigneusement abstenu de désigner des coupables et je pense que tout le monde
ici devrait le faire tant que nous n'avons pas lu le rapport sur l'enquête
permettant de déterminer les responsabilités administratives et éventuellement
politiques dans cette affaire.
02.37 Hendrik Bogaert (CD&V - N-VA):
Mijnheer de voorzitter, ik wil nogmaals mevrouw de minister danken. Ook in haar
vorige uiteenzetting heeft zij gezegd dat zij tegen de plundering van de
thesaurierekening is. Zij heeft de woorden “onwettelijk gebruik” in de mond
genomen. Er zit niemand van de PS in de zaal. Ik vind dat het wel fair zou zijn
dat minister Flahaut – ik weet niet of hij kan worden opgeroepen – wederwoord
komt geven over wat er al dan niet is gebeurd. We moeten ook opletten dat we
geen proces maken vooraleer dat wederwoord er is gekomen.
Maar
goed, als het allemaal blijkt te zijn zoals de minister het ons hier brengt,
dan moet ik haar zeer hartelijk danken voor de kers die zij op de taart komt
zetten. Onze taart, dat is vier jaar oppositiewerk dat wij hier hebben gevoerd
tegen budgettaire ontsporingen bij paars. Mevrouw de minister, u komt nu de
kers op de taart zetten, want eens te meer blijkt dat er toch wel serieuze
ontsporingen zijn gebeurd.
Aan
minister Flahaut zal ik bijvoorbeeld vragen, als hij geld voor het personeel
heeft genomen van de thesaurierekening, dat dit eigenlijk nog iets anders
betekent, namelijk dat er op andere posten binnen zijn departement meer is
uitgegeven. Als er 100 is voor het personeel, en van die 100 wordt er 10 uit
die aparte “cash & go”-rekening genomen om te besteden aan personeel, dan
betekent dat dat die 10 niet moet worden uitgegeven, dus dat er 10 over is
binnen het departement, ergens anders. Dat is evident. Ik zou dus van de
minister willen weten waaraan hij die 200 miljoen euro dan wel heeft
uitgegeven. Zijn er op dat moment geen budgettaire knipperlichten aangegaan in
heel dat systeem? Nu wordt gezegd dat de thesaurierekening zo’n beetje een
black box is; dat is de teneur die hier wordt verspreid. Maar als dat geld van
de thesaurierekening wordt genomen, betekent dat dat er uitgaven werden gedaan
op andere posten. Daar zijn de knipperlichten van het budgettaire systeem
blijkbaar niet aangegaan. Wie had dat moeten zien, of waren er mensen die konden
zien dat er op andere posten meer werd uitgegeven? Dat lijkt me een van de
cruciale vragen die we kunnen stellen aan minister Flahaut. Het komt hem toe al
dan niet hier aanwezig te zijn. Ik heb absoluut niets tegen een gezamenlijke
vergadering van Defensie en Financiën.
De voorzitter: Mijnheer Bogaert, er zijn
twee aspecten. Sommige mensen in Defensie organiseerden een recyclage van het
geld binnen Financiën zelf. Maar u hebt er ook gelijk in als u stelt dat dat
hun manoeuvreerruimte verhoogt voor andere uitgaven. Beide opmerkingen zijn
complementair, denk ik. Ik ga met u akkoord.
02.38
Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, je voudrais juste répéter que
nous ne pouvons en rester là.
Différentes
formules ont été évoquées. Parmi d’autres possibilités, on a parlé d’une
commission commune ou de la commission de la Défense.
Demain,
j’évoquerai la question en Conférence des présidents car – je le répète – nous
ne pouvons pas en rester là ni attendre la formation du prochain gouvernement
pour y voir plus clair. Les responsables existent, il leur appartient de venir
s’expliquer et éventuellement nous faire part d’éléments que nous ignorons.
Toujours
est-il que les informations dont nous disposons aujourd’hui - et je profite de
l’occasion pour remercier la ministre pour son souci de transparence - sont
suffisamment graves pour ne pas - je le répète encore une fois - en rester là.
02.39 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de
voorzitter, om af te sluiten, kort het volgende. In de aanloop tot de
verkiezingen hebben wij het hier in de commissie gehad over het Comité F.
CD&V was grote voorstander om het departement Financiën eens op de rooster
te leggen. Aanvankelijk wou ik vandaag dus spreken over een Comité B, en
over de begroting die helemaal leegloopt. Misschien zou het niet slecht zijn
daar ook een Comité Thesaurie aan toe te voegen, mevrouw de minister. Ik zal u
steunen in uw onafgebroken strijd tegen mogelijke lijken die nu mogelijke via
een waarheidscommissie aan het licht zouden komen.
Le président: Je pense que la ministre du
Budget nous a clairement expliqué de quoi il retournait dans l'état actuel de
ses connaissances et compte tenu du degré d'avancement de l'enquête et du
monitoring qu'elle a demandé de réaliser. À ce stade, je ne vois pas ce que
nous pourrions apprendre de plus dans cette commission. Si les membres de la
commission de la Défense veulent convoquer une réunion, c'est leur affaire.
Notre commission a fait le tour de la question, sous réserve de la sous-commission
Cour des comptes qui devrait examiner de manière approfondie l'utilisation de
tous ces comptes – et pas seulement de celui dont on parle, tous les ministères
ayant accès à de tels comptes.
Manifestement,
c'est dans les ministères "fonctionnels" que peuvent être mis en
place des mécanismes semblables à ceux que nous venons de décrire. Il faut
éviter que certains départements fonctionnels abusent de ces comptes de
trésorerie. Ce ne sont pas des fonctionnaires des Finances ou du Budget qui
s'amusent à organiser ce genre de pratiques condamnables, à moins d'imaginer
qu'il existe des coalitions de fonctionnaires. On peut tout imaginer…
Au niveau de
la commission des Finances, nous avons fait notre travail. Il faut attendre un
rapport pour savoir s'il y a une raison de convoquer une nouvelle réunion de la
commission des Finances, ce qui n'est pas le cas pour l'instant. Si M. Nollet
veut soulever en Conférence des présidents l'opportunité de convoquer d'autres
commissions, par exemple celle de la Défense, cela appartient à sa
responsabilité de parlementaire. Je remercie tout le monde pour sa
participation à ce débat éclairant.
Het incident
is gesloten.
L'incident
est clos.
Er was
nog een vraag van de heer Van Hecke (nr. 125).
De heer
Van Hecke is met vertraging aangekomen en een groot deel van zijn vraag
over de notionele intresten werd eerder al door de heer Devlies gesteld. Ik zie
niet in wat de minister nog kan toevoegen aan wat zij tegen de heer Devlies
daarover heeft verteld.
Mijnheer Van Hecke, ik zit een beetje verveeld met uw vraag, want
eigenlijk werden de vragen over dit onderwerp al gesteld vooraleer u aankwam.
Ik denk dat we dubbel werk zouden leveren indien we nu zouden herbeginnen met
een vraag over de notionele intresten. De vraag over het begrotingsevenwicht
van de gemeenten werd nog niet aangesneden.
On attend
que la ministre revienne. Elle a demandé une pause technique.
Mijnheer
Van Hecke, bedankt trouwens om uw vraag te willen intrekken.
02.40 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen!): Mijnheer de
voorzitter, ik zou enkel willen weten of er nog extra informatie is op basis
van de vraag die nog niet werd gesteld. Ik weet niet wat zij van plan was om te
antwoorden en of er nog aanvullende informatie is.
De voorzitter: We zullen zien wat de
minister zegt. Ofwel meent zij dat zij alles heeft gezegd wat zij weet en dan
is het overbodig om te herbeginnen. Ofwel denkt zij dat zij nog iets kan
bijdragen naar aanleiding van een van uw vragen en dan kunt u uw vraag stellen.
02.41
Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, vous auriez pu joindre les
questions.
Le président: M. Van Hecke n'était pas
présent.
02.42
Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Justement. J'aurais pu l'appeler.
Le président: Étant donné qu'il n'était
pas là, je n'ai pas pensé à joindre sa question. Si je l'avais vu, j'y aurais
pensé.
03 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en
minister van Begroting en Consumentenzaken over "het begrotingsevenwicht
van de gemeenten" (nr. 117)
03 Question de M. Carl Devlies à la vice-première ministre et ministre
du Budget et de la Protection de la consommation sur "l'équilibre
budgétaire des communes" (n° 117)
03.01 Carl Devlies (CD&V - N-VA):
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, u weet dat ik bijzonder geïnteresseerd
ben in de financiële toestand van de gemeenten.
Wij hebben daarover vroeger reeds discussies gehad. Als minister van
Begroting bent u daarin ook geïnteresseerd, omdat de gemeenten natuurlijk een
belangrijke rol spelen in het behalen van het door iedereen verhoopte globale
evenwicht.
Indien
mijn informatie juist is, wordt er een globaal tekort voor de gemeenten van
0,1% voor het begrotingsjaar 2007 en een saldo van 0,0% voor het jaar 2008
voorzien. De jongste berichten vanuit de gemeentelijke sector en de
studiedienst van Dexia, die zich heeft gespecialiseerd in de problematiek van
de gemeentelijke sector, gewagen van een ongunstige evolutie van de financiële
toestand van de gemeenten.
Ik had
graag van u vernomen of u reeds indicaties hebt over de evolutie van de
toestand. Dient u de globale begroting van alle overheden op basis daarvan bij
te sturen? Welke zijn de eventueel aangepaste prognoses voor 2007 en 2008? Kunt
u enige indicatie geven over de evolutie van de toestand van de gemeenten in Vlaanderen,
Wallonië en Brussel?
03.02 Minister
Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, de ramingen van
het stabiliteitsprogramma 2007-2010, de economische vooruitzichten 2007-2012 en
de studies van Dexia over de gemeentefinanciën kan men niet zomaar met elkaar
vergelijken. U weet ook waarom. In het stabiliteitsprogramma 2007-2010 uit
december 2006 werd voor de lokale overheid, als niet bindend, de doelstelling
in evenwicht in ESER-termen vooropgesteld. Ook bij de initiële begrotingsopmaak
2007 en de controle bleef dit het uitgangspunt, zodat een nominaal evenwicht
ook nu nog de geldende doelstelling voor lokale overheden is.
Dat er nu
een evenwicht wordt verwacht, terwijl er vorig jaar nog een tekort van 0,2
procent van het bbp werd opgetekend, is niet ongewoon. U kent de
investeringscyclus van gemeenten, waarbij op het lokale niveau in het vijfde en
zesde jaar van een begroting traditioneel meer investeringen gebeuren dan in de
jaren onmiddellijk na het installeren van een vaak nieuw bestuur. Dat is ook
logisch. Men moet plannen maken opdat die investeringen kunnen plaatsvinden.
Dit is dus in principe een zuiniger jaar op dat vlak voor de gemeenten, als de
uitgaven allemaal worden samengeteld.
De studie
van Dexia volgt de begrotingsmethodologie van de gemeenten zelf. Ze is
gebaseerd op vastgestelde rechten en in haar specificiteit maakt ze een
onderscheid tussen gewone en buitengewone dienst, het resultaat van de eigen
dienst en een algemeen totaal. Dat is totaal niet hetzelfde systeem als dat
waar ik iets mee ben om een resultaat te kunnen voorspellen. Het is voor mij
dus echt nog niet mogelijk om in ESER-termen conclusies te trekken over de
toestand van de gemeentelijke financiën in Vlaanderen, Wallonië of Brussel.
Met de
Gewesten die fungeren als voogdijoverheid over de gemeenten, wordt er gewerkt
aan betere afspraken omtrent de snellere doorstroming van financiële gegevens
van de lokale overheden omtrent die ESER-doelstellingen. Nu weten wij pas heel
laat wat de financiële toestand van de gemeenten is in ESER-termen.
Dat is ook het gevolg van afspraken die gemaakt zijn in de
interministeriële conferentie voor Begroting. Ik heb daar heel duidelijk
gevraagd om na te gaan of wij de wijze waarop gemeenteboekhouding bestaat en de
ESER-normen die gelden voor de totale begroting van een overheid, zeg maar van
een compleet land, niet meer met elkaar in lijn kunnen brengen. Principieel
lijkt het erop dat men dat een zinvol idee vindt. In concreto is dat natuurlijk
minder makkelijk en zeker niet snel te realiseren omdat het potentieel voor
problemen zou kunnen zorgen voor gemeenten mochten zij al te snel simpelweg
moeten overschakelen naar een boekhouding die gelijk is aan deze die wij moeten
doorgeven aan Europa. Het is voor mij te vroeg om te weten wat de toestand is.
Ik kan mij enkel baseren op eerdere investeringscycli van gemeenten en
doelstellingen die vooropgesteld zijn in een aantal rapporten.
03.03 Carl Devlies (CD&V - N-VA): Het
gaat hier wel over een dubbele boekhouding, het systeem dat wij ook zouden
moeten nastreven met de federale overheid zoals collega Van Biesen daarnet
heeft gezegd. Ik geloof dat de informatie over de gemeenten u normalerwijze
bereikt via de Nationale Bank. Zij speelt die gegevens door. Ik veronderstel
dat u geen nieuwe indicaties hebt gekregen van de Nationale Bank met betrekking
tot dit onderwerp. Ik wil dan toch suggereren om de Nationale Bank de vraag te
stellen, rekening houdend met nieuwe gegevens die uit de gemeentelijke sector
zelf komen en de studie van Dexia, om dit onderwerp nog eens te bekijken.
Het incident
is gesloten.
L'incident
est clos.
De voorzitter: Mevrouw de minister, ik zit
met een klein probleem. De heer Devlies heeft u al vragen gesteld met
betrekking tot de notionele intrest. U hebt geantwoord. Volgens mij was uw
antwoord volledig. De heer Van Hecke is echter wat later binnengekomen. Kunt u
nog iets toevoegen?
03.04
Minister Freya Van den
Bossche: Het gaat om een vraag die de heer Van Hecke wel stelt in
zijn schriftelijk overzicht, maar waarop ik nog niet heb geantwoord.
04 Vraag van de heer Stefaan Van Hecke aan de vice-eerste minister en
minister van Begroting en Consumentenzaken over "de notionele
intrestaftrek" (nr. 125)
04 Question de M. Stefaan Van Hecke à la vice-première ministre et
ministre du Budget et de la Protection de la consommation sur "la
déduction des intérêts notionnels" (n° 125)
04.01 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen!): Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister, wij hebben vorige week een hele reeks vragen
gesteld en hebben niet op alles een antwoord gekregen. Daarom hebben wij een
aantal vragen opnieuw gesteld aan u als minister van Begroting.
Het gaat
vooral over de budgettaire impact voor 2007. U zal daarop waarschijnlijk reeds
geantwoord hebben. Zijn er reeds gegevens beschikbaar, zijn er reeds ramingen
voor 2008. Welke maatregelen kunnen eventueel nog worden genomen om die
budgettaire impact nog dit jaar te verhelpen?
Dan heb
ik nog een vraag. De aftrek van de notionele intrest is natuurlijk ook
afhankelijk van de hoogte van de rente. Als de rente op 10 jaar stijgt, gaat
die budgettaire impact natuurlijk ook gevolgen hebben voor de toekomst. Weet u
welke budgettaire gevolgen het gevolg zullen zijn van de stijging van de
intrest?
Ik weet
niet of u nog bijkomende informatie kan geven. Ik dank u alvast daarvoor.
De voorzitter: Het gaat dus over het
bijkomende antwoord.
04.02 Minister
Freya Van den Bossche: U zult alle antwoorden vinden in het
verslag, maar over de stijgende intresten – dat werd me niet eerder gevraagd –
kan ik bijkomend het volgende antwoorden.
Het klopt
natuurlijk dat de kosten stijgen bij stijgende rente, dat is logisch. Dat is
een van de redenen waarom de maatregel echt geëvalueerd moet worden, constant
en steeds opnieuw.
Ik denk
dat er geen probleem is desbetreffend als het oneigenlijk gebruik correct wordt
bestreden. Het probleem dat ik het grootst vind, is het oneigenlijk gebruik dat
zou plaatsvinden, veeleer dan de kosten die zouden stijgen omdat de rente
stijgt. Als die maatregel zinvol wordt aangewend, dan hebben we er allemaal
iets aan. Natuurlijk, het oneigenlijk gebruik moet onze eerste zorg zijn. Maar
los daarvan klopt het dat de maatregel duurder wordt, zelfs bij correct
gebruik. Ook dat zal aan de nieuwe regering toekomen om te evalueren of al dan
niet de ingeslagen weg voort wordt begaan.
Ik denk
dat de maatregel op zichzelf een goede maatregel is. Desnoods wordt ze wat
duurder door de stijgende rente. We zullen er enkel op moeten letten dat ze
niet oneigenlijk wordt gebruikt.
04.03 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen!): Mevrouw de
minister, bedankt voor dat antwoord. Wij hebben het cijfer gevonden dat de
kapitaalsverhogingen bedroegen in 2006, namelijk 48 miljard euro. Een
kleine stijging van de intresten kan dus wel grote gevolgen hebben. Maar ik ben
het er natuurlijk mee eens dat we eerst en vooral de constructies en het
oneigenlijk gebruik moeten aanpakken. Dat zal inderdaad de grootste zorg zijn.
Zoniet zullen we, denk ik, zware financiële gevolgen dragen.
L'incident
est clos.
De openbare
commissievergadering wordt gesloten om 12.08 uur.
La réunion
publique de commission est levée à 12.08 heures.