CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 994
CRIV 51 COM 994
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET
O
PENBAAR
A
MBT
lundi
maandag
12-06-2006
12-06-2006
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 994
12/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Nancy Caslo au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'adaptation
de l'arrêté royal du 1er décembre 1975 portant
règlement général sur la police de la circulation
routière" (n° 11820)
1
Vraag van mevrouw Nancy Caslo aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de aanpassing van het koninklijk
besluit van 1 december 1975 houdende algemeen
reglement op de politie van het
wegverkeer" (nr. 11820)
1
Orateurs: Nancy Caslo, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Nancy Caslo, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Marie Nagy au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "ses
déclarations concernant la régularisation des
demandeurs d'asile en procédure longue et
l'absence de suivi qui en est donné par l'Office
des étrangers" (n° 11775)
2
Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "zijn verklaringen aangaande de
regularisatie van de asielaanvragers die in een
lange procedure verwikkeld zijn en het feit dat de
Dienst Vreemdelingenzaken daar geen gevolg
aan geeft" (nr. 11775)
2
Orateurs: Marie Nagy, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Marie Nagy, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Questions jointes de
4
Samengevoegde vragen van
4
- Mme Muriel Gerkens au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "la non-participation
belge aux exercices de simulation d'accident
nucléaire autour de la centrale de
Chooz" (n° 11846)
4
- mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"het niet deelnemen van België aan de simulatie-
oefeningen van een nucleair ongeval rond de
centrale van Chooz" (nr. 11846)
4
- M. Jean-Claude Maene au vice-premier ministre
et ministre de l'Intérieur sur "l'exercice de crise
nucléaire français à la centrale de
Chooz" (n° 11861)
4
- de heer Jean-Claude Maene aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de Franse nucleaire crisisoefening bij de centrale
van Chooz" (nr. 11861)
4
Orateurs:
Jean-Claude Maene, Muriel
Gerkens, Patrick Dewael, vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers:
Jean-Claude Maene, Muriel
Gerkens, Patrick Dewael, vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken
Question de Mme Marleen Govaerts au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
missions illicites confiées aux agents de police
par des bourgmestres" (n° 11883)
9
Vraag van mevrouw Marleen Govaerts aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "onwettige opdrachten van
burgemeesters aan politieagenten" (nr. 11883)
9
Orateurs: Marleen Govaerts, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers:
Marleen Govaerts, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Questions jointes de
11
Samengevoegde vragen van
11
- Mme Nahima Lanjri au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "l'arriéré des dossiers
introduits en application de l'article 9, alinéa 3 de
la loi sur les étrangers" (n° 11908)
11
- mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de achterstand van de dossiers in toepassing
van artikel 9, derde lid van de
vreemdelingenwet" (nr. 11908)
11
- Mme Nahima Lanjri au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "le nombre de
regroupements familiaux" (n° 11977)
11
- mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"het aantal gezinsherenigingen" (nr. 11977)
11
Orateurs: Nahima Lanjri, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Nahima Lanjri, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Bart Laeremans au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
connaissance des langues au sein de la police
14
Vraag van de heer Bart Laeremans aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de taalkennis bij de Brusselse
14
12/06/2006
CRIV 51
COM 994
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
bruxelloise" (n° 11956)
politie" (nr. 11956)
Orateurs: Bart Laeremans, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Bart Laeremans, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
CRIV 51
COM 994
12/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1


COMMISSION DE L'INTERIEUR,
DES AFFAIRES GENERALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
du
LUNDI
12
JUIN
2006
Après-midi
______
van
MAANDAG
12
JUNI
2006
Namiddag
______

La séance est ouverte à 15.15 heures par M. André Frédéric, président.
De vergadering wordt geopend om 15.15 uur door de heer André Frédéric, voorzitter.
01 Vraag van mevrouw Nancy Caslo aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de aanpassing van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement
op de politie van het wegverkeer" (nr. 11820)
01 Question de Mme Nancy Caslo au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'adaptation
de l'arrêté royal du 1
er
décembre 1975 portant règlement général sur la police de la circulation
routière" (n° 11820)
01.01 Nancy Caslo (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, onlangs
ontstond er commotie wegens de veroordeling van een agent die
tijdens een dringende interventie door een rood licht reed en een
ongeval veroorzaakte. De gevolgen voor die politieagent bestaan
onder meer in het betalen van een boete van 275 euro wegens het
negeren van een verkeerslicht. Volgens het koninklijk besluit van
1 december 1975, houdende het algemene reglement op de politie
van het wegverkeer, en meer bepaald artikel 37, 4
e
lid daarvan,
inzake prioritaire voertuigen, mag een prioritair voertuig dat een
speciaal geluidstoestel gebruikt het rood licht voorbijrijden na te zijn
gestopt of op voorwaarde dat zulks geen gevaar voor de andere
weggebruikers oplevert.

Zelfs indien politiemensen die worden opgeroepen voor een
dringende interventie alle voorzichtigheid in acht nemen kan er nog
steeds een verkeersongeval plaatsvinden. Dat zij aansprakelijk
worden gesteld en de verzekering de kosten dekt lijkt mij enerzijds
normaal. Dat de betrokkene echter een boete zou oplopen lijkt mij
anderzijds verregaand.

Daarom heb ik volgende vragen. Hoeveel politievoertuigen waren
tijdens een dringende interventie betrokken bij een verkeersongeval
de voorbije vijf jaar en hoeveel politiemensen werden veroordeeld tot
het betalen van een boete?

Bent u bereid het koninklijk besluit zo aan te passen dat zij geen
boete kunnen krijgen wanneer zij tijdens een dringende interventie
door het rood licht rijden na te hebben gestopt en daarbij alle
voorzichtigheid aan de dag te hebben gelegd?
01.01 Nancy Caslo (Vlaams
Belang): Un agent de police a été
condamné récemment pour avoir
provoqué un accident après avoir
brûlé un feu rouge lors d'une
intervention d'urgence. L'article 37
du règlement de la police stipule
toutefois qu'un véhicule prioritaire
peut brûler un feu rouge dans
certaines circonstances. S'il en
résulte malgré tout un accident,
j'estime normal que les policiers
soient rendus responsables et que
l'assurance couvre les dégâts
mais pas qu'ils puissent écoper
individuellement d'une amende.

Le ministre se rallie-t-il à mon
point de vue et est-il disposé à
adapter l'arrêté royal du
1
er
décembre 1975? À combien de
reprises des véhicules de police
ont-ils été impliqués dans un
accident? Combien de policiers
ont déjà dû payer une amende?
12/06/2006
CRIV 51
COM 994
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
01.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik
kan collega Caslo meedelen dat het niet in mijn bevoegdheid ligt om
mij uit te spreken over de grond van de veroordeling. Het opleggen
van een boete veronderstelt dat er een afweging is geweest door het
parket en uiteindelijk, na een tegensprekelijk debat, ook door de
rechter.

In 2002 deden er zich 17 verkeersongevallen voor waarbij een
prioritair voertuig was betrokken, in 2003 waren dat er 19 en in 2004,
22. Het aantal politiemensen dat werd veroordeeld tot het betalen van
boetes wegens het plegen van inbreuken op het KB van
1 december '75 tijdens het uitvoeren van prioritaire opdrachten, is mij
niet bekend.

Ik acht het niet opportuun dat aan de bestuurders van prioritaire
voertuigen een soort van absolute immuniteit zou worden verleend.
Dat zou volgens mij niet alleen de voorzichtigheidsplicht ondergraven,
maar ook de poort openzetten naar onprofessioneel gedrag.
Bovendien is het risico op een ongeval met een prioritair voertuig niet
te verwaarlozen, daar dit voertuig een zeer specifiek rijgedrag
vertoont. Andere weggebruikers kunnen verrast worden in hun
verwachtingen.

Ik doe hierbij overigens opmerken dat politieambtenaren en
politieagenten krachtens de wet op het politieambt een zeer
evenwichtig stelsel van rechtsbescherming genieten dat hen
beschermt, behalve bij opzettelijke fout, bij zware fout of bij
gewoontefout.
01.02 Patrick Dewael, ministre:
Je ne puis évidemment pas me
prononcer sur cette condamnation
concrète, qui ressortit à la
compétence de la Justice.

Dix-sept accidents de la circulation
impliquant un véhicule prioritaire
se sont produits en 2002, contre
19 en 2003 et 22 en 2004. J'ignore
combien d'agents ont été
condamnés à une amende pour
infraction à l'arrêté royal de 1975
dans le cadre de missions
prioritaires.

Il ne me paraît pas indiqué
d'accorder l'immunité absolue aux
conducteurs de véhicules
prioritaires. Cela pourrait inciter à
adopter des comportements
imprudents ou non professionnels.
Le risque d'accidents inhérent à ce
type de véhicules est déjà bien
assez important. En revanche, les
agents bénéficient en vertu de la
loi sur la fonction de police d'un
système équilibré de protection
juridique, hormis le cas de faute
grave ou intentionnelle.
01.03 Nancy Caslo (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik dank u
voor het antwoord. Toch denk ik dat bij een dringende interventie; als
men snel ter plaatse moet zijn, en in deze omstandigheden zoals druk
verkeer, maar ook de werken in Antwerpen, een ongeluk nooit
uitgesloten is. Ik meen dat een sanctionering, omdat men zijn taak
ernstig wil nemen, niet gerechtvaardigd is. Ik ben het er wel mee eens
dat misbruiken van de mogelijkheid om door het rood licht te rijden,
met een boete moeten worden bestraft. Het merendeel van de
politiemensen neemt zijn taak echter ter harte. Als zij worden bestraft,
denk ik toch dat er best een aanpassing in de wet komt.

Nog een vraagje, tot wiens bevoegdheid behoort dit dan? Tot de
bevoegdheid van de minister van Justitie? Dan zal ik haar nog eens
ondervragen.
01.03 Nancy Caslo (Vlaams
Belang): Dans ce cas de figure, il
ne fait aucun doute que des
circonstances atténuantes peuvent
être invoquées. J'interrogerai la
ministre de la Justice à ce sujet.
Pas question de tolérer les abus
mais pas question non plus de
sanctionner les agents qui
prennent leur travail au sérieux,
comme la très grande majorité
d'entre eux. Aussi me semble-t-il
nécessaire d'adapter la loi.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de Mme Marie Nagy au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "ses
déclarations concernant la régularisation des demandeurs d'asile en procédure longue et l'absence de
suivi qui en est donné par l'Office des étrangers" (n° 11775)
02 Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "zijn verklaringen aangaande de regularisatie van de asielaanvragers die in een lange procedure
verwikkeld zijn en het feit dat de Dienst Vreemdelingenzaken daar geen gevolg aan geeft" (nr. 11775)
02.01 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le 02.01 Marie Nagy (ECOLO): U
CRIV 51
COM 994
12/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
ministre, à la suite de l'action "Files d'attente" initiée par le Forum
Asile Migration (FAM) à la fin de l'année 2003, vous avez déclaré que
les demandeurs en procédure d'asile longue de quatre ans pour les
isolés et de trois ans pour les familles avec enfants scolarisés
seraient régularisés.

Or, il m'a été transmis deux décisions négatives de l'Office des
étrangers, qui concernent des demandeurs d'asile ayant dépassé ces
délais de procédure et qui sont bien intégrés en Belgique. Ce ne sont
pas des décisions isolées.

Elles contiennent la motivation suivante: "Quant à la longueur
déraisonnable de la procédure d'asile, cet élément ne peut constituer
une circonstance exceptionnelle" et "Une déclaration ministérielle n'a
pas la valeur d'une norme de droit, même si elle peut induire en
erreur les citoyens quant à sa véritable nature, dès lors qu'il lui est
réservé une certaine publicité destinée à la faire connaître, cette
pratique de l'art de gouverner n'ayant de toute façon pas d'effet sur la
nature juridique des déclarations d'intention en cause". Je peux vous
produire les deux décisions dont il est question.

Je ne suis absolument pas pour la pratique qui consiste à régler des
situations par circulaires ou par simples déclarations d'intention. Cela
manque de transparence et de sécurité juridique. Ces situations
devraient faire l'objet de dispositions claires et précises.

Mais, en l'occurrence, par vos déclarations du début de l'année 2004,
que vous avez encore récemment appuyées en prévoyant cette fois
qu'un délai long de trois ans de procédure d'asile pouvait donner lieu
à régularisation, vous donnez de l'espoir à des milliers de personnes
qui attendent l'issue d'une procédure d'asile sans fin.

Apparemment, vos déclarations ne seraient pas suivies par l'Office
des étrangers qui conteste, dans les motivations écrites dont je vous
ai fait état, toute valeur aux décisions que vous prenez et que vous
faites connaître publiquement.

Pourriez-vous donc m'expliquer la raison de ce décalage entre ce qui
est déclaré et le suivi qui en est donné par votre administration?
hebt verklaard dat asielzoekers
worden geregulariseerd indien hun
procedure vier jaar heeft geduurd
voor alleenstaanden, en drie jaar
voor gezinnen met schoolgaande
kinderen. De Dienst Vreemde-
lingenzaken neemt evenwel
beslissingen die van dat beginsel
afwijken, en motiveert ze op grond
van het feit dat "een ministeriële
beslissing niet de waarde van een
rechtsnorm heeft".

Teneinde de doorzichtigheid en de
rechtszekerheid te bevorderen,
verkies ik een duidelijke regle-
mentering boven omzendbrieven
en intentieverklaringen. Het
verbaast me bovendien dat uw
administratie blijkbaar geen gevolg
geeft aan uw verklaringen. Hoe
rechtvaardigt u die discrepantie?
02.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, selon moi, les
instructions pour le traitement des demandes d'autorisation de séjour
sur la base de l'article 9.3 (au motif d'une longueur déraisonnable de
la procédure d'asile) sont claires.

Une autorisation de séjour doit être accordée, d'une part, aux
étrangers isolés dont l'examen de la demande d'asile par les
différentes instances d'asile a pris quatre ans et, d'autre part, aux
familles avec enfants âgés de six à dix-huit ans, scolarisés, dont
l'examen de la demande a pris trois ans et pour autant qu'aucun fait
heurtant l'ordre public ou la sécurité nationale n'ait été commis et
qu'une preuve d'intégration à la société belge ait été apportée. Si ces
instructions n'ont pas été suivies dans les cas que vous citez, je peux
vous assurer que les décisions visées seront rectifiées.

Je vous invite à me communiquer les données des personnes
concernées afin de pouvoir réexaminer leur demande d'autorisation
de séjour.
02.02 Minister Patrick Dewael:
Een verblijfsvergunning wordt
toegekend aan alleenstaanden
wanneer het onderzoek van hun
aanvraag vier jaar in beslag heeft
genomen en aan gezinnen met
schoolgaande kinderen van zes tot
achttien jaar wanneer het
onderzoek van de aanvraag drie
jaar heeft aangesleept, op
voorwaarde dat die personen
geïntegreerd zijn en geen
bedreiging vormen voor de
openbare orde of de nationale
veiligheid.

Indien die onderrichtingen niet
werden gevolgd, vraag ik u me de
12/06/2006
CRIV 51
COM 994
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4

Je souhaite attirer votre attention sur le fait que, dans le passé, j'ai
essuyé à maintes reprises des critiques sur la façon dont mon
administration appliquerait la loi. Chaque fois, j'ai fait procéder à un
réexamen de ces cas. À ce jour, je n'ai vu aucun dossier dans lequel
la loi n'avait pas été correctement appliquée. Mes services examinent
consciencieusement les demandes. Un coordinateur a d'ailleurs été
désigné pour veiller à l'application uniforme de la réglementation et
cela m'étonnerait beaucoup qu'une décision de refus ait été prise là
où une décision contraire s'imposait. Mais, je le répète une fois de
plus, si une erreur a été commise dans un cas individuel, elle sera
rectifiée et le fonctionnaire concerné devra se justifier. C'est la seule
pratique correcte.
identiteit van de betrokken
personen te willen meedelen. Hun
aanvraag tot verblijfsvergunning
zal opnieuw worden onderzocht.

Ik wijs er echter op dat, telkens ik
dossiers opnieuw heb laten
onderzoeken, gebleken is dat de
wet correct werd toegepast. Mijn
diensten werken gewetensvol.
02.03 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour ses réponses. Je porterai à sa connaissance les
dossiers dont il s'agit afin de les examiner de près pour déterminer
s'ils sont conformes ou non aux instructions qui ont été données à
l'Office des étrangers.
02.03 Marie Nagy (ECOLO): Ik
zal u meedelen om welke dossiers
het gaat opdat u zou kunnen
nagaan of ze overeenkomstig de
aan de Dienst
Vreemdelingenzaken verstrekte
richtlijnen werden behandeld.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

Le président: Les questions n° 11794 de Mme van Gool, n° 11804 de M. Verhaegen et n° 11808 de Mme
Schryvers sont reportées. La question n° 11814 de M. De Groote est retirée. Les questions n° 11825 de
Mme Schryvers et n° 11829 de Mme Saudoyer sont reportées. La question n° 11836, extrêmement
importante pour l'avenir de la planète, de Mme Schryvers est reportée. M. Neel n'ayant pas daigné
s'excuser, sa question n° 11842 est reportée.
03 Questions jointes de
- Mme Muriel Gerkens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la non-participation belge
aux exercices de simulation d'accident nucléaire autour de la centrale de Chooz" (n° 11846)
- M. Jean-Claude Maene au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'exercice de crise
nucléaire français à la centrale de Chooz" (n° 11861)
03 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "het
niet deelnemen van België aan de simulatie-oefeningen van een nucleair ongeval rond de centrale van
Chooz" (nr. 11846)
- de heer Jean-Claude Maene aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de Franse nucleaire crisisoefening bij de centrale van Chooz" (nr. 11861)
03.01 Jean-Claude Maene (PS): Monsieur le président, j'ai un petit
problème: j'ai oublié mon texte. Mais je connais bien la question, je
pourrai donc m'en sortir.

Monsieur le ministre, nos voisins français préparent activement un
important exercice de simulation d'accident nucléaire à la centrale de
Chooz. Cet exercice, qui s'annonce de grande envergure, a pour
objectif majeur de tester dans son ensemble le dispositif prévu en cas
de crise nucléaire, tant du côté des pouvoirs publics que de
l'exploitant de cette centrale, à savoir EDF.

En outre, comme l'explique l'Agence de sécurité nucléaire française,
les exercices de ce genre permettent d'entraîner les différentes
personnes qui seraient impliquées dans de telles situations, à
éprouver les différents aspects de l'organisation et des opérations
03.01 Jean-Claude Maene (PS):
Op 22 juni houdt Frankrijk een
simulatie-oefening van een
nucleair ongeval in de kerncentrale
van Chooz om zijn voorzieningen
voor een nucleair ongeval te
testen. Hoewel die centrale zich in
een enclave op 2 km van de
Belgische grens bevindt, werd ons
land niet uitgenodigd om aan die
oefening deel te nemen. Frankrijk
heeft ervoor gekozen die centrale
dicht bij de Belgische grens te
bouwen, maar dat houdt ook in dat
als er zich een crisis voordoet, het
CRIV 51
COM 994
12/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
prévues en cas de crise, à tester les dispositifs envisagés dans le
cadre de l'évolution de plans d'urgence et à rechercher les
améliorations possibles à apporter dans ce dispositif.

Le scénario technique de l'incident simulé le 22 juin prochain, élaboré
conjointement par l'Institut de radioprotection de la Sûreté nucléaire
française et EDF, ne sera dévoilé que le jour de l'exercice,
conformément aux règles en vigueur chez nos voisins français en ce
qui concerne les exercices de crise relatifs aux installations nucléaires
et au transport de matières radioactives. On sait aussi que ce type
d'exercice est réalisé dans l'ensemble des sites nucléaires français.

Monsieur le ministre, il est étonnant de constater que cet exercice
important se révèle être franco-français. La centrale nucléaire de
Chooz a une situation géographique franco-belge particulière:
lorsqu'on se déplace à deux kilomètres à gauche ou à droite de
Chooz, on se trouve toujours en Belgique! Les Français ont été
particulièrement attentifs, comme ils le sont très souvent, à implanter
leurs centrales aux frontières. La centrale de Chooz se trouve
vraiment dans une enclave.

Jusqu'ici, il n'y a pas de problème à ce qu'ils organisent des exercices
mais il est dommage qu'en tant que voisins, nous ne soyons pas
associés à ceux-ci.

Les Français ont leur dispositif propre en cas d'alerte, tout comme
nous, et je comprends donc bien qu'il n'y ait pas de raison d'organiser
des exercices simultanés sur des dispositifs fondamentalement
différents, bien qu'en cas d'accident, ni les citoyens français ni les
citoyens belges n'auront de difficulté à passer la frontière si cela
s'avère nécessaire.

En tant que bourgmestre d'une commune voisine, probablement la
principale intéressée en Belgique, je serai témoin de ce que nos amis
français mettront en oeuvre. Cependant, ne faudrait-il pas aller un peu
plus loin dans la réflexion et considérer que cette frontière n'existe
plus, d'autant plus en cas d'accident nucléaire? En effet, si les
Français utilisent un dispositif uniquement français, cela ne tient pas
la route car ils sont obligés de remonter une bande de terre très
étroite alors que leur principale porte de sortie est la Belgique. Cela
signifie qu'une organisation doit être conçue en partenariat avec la
Belgique.

Monsieur le ministre, j'aurais voulu connaître votre point de vue à ce
sujet, en rappelant que nous avons notre dispositif et que les Français
ont le leur. Cependant, aujourd'hui, il me semble impossible de les
combiner; il n'y a aucune raison de dire que la mise en oeuvre du
dispositif français dépend de celle du dispositif belge. Ne pourrait-on
pas synchroniser davantage les deux dispositifs?
met België moet samenwerken.
De twee landen beschikken elk
over hun eigen voorzieningen om
op een nucleair alarm te reageren,
maar als er een nucleair ongeval
zou gebeuren, zullen noch de
Belgen, noch de Fransen zich door
de landsgrenzen laten
tegenhouden.

Als burgemeester van een
buurgemeente van Chooz zal ik bij
die oefening aanwezig zijn. Ik zou
uw standpunt willen kennen over
het nut van een samenwerking
tussen België en Frankrijk op dat
vlak. Hoewel het niet mogelijk is
de langs beide kanten van de
grens bestaande voorzieningen te
uniformeren, zou een betere
synchronisatie toch moeten
kunnen.
03.02 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, ce 23 mai, un important exercice de simulation d'accident
nucléaire a eu lieu autour de la centrale de Chooz, mais cet exercice
n'a impliqué que le côté français, les Belges n'étant présents qu'en
tant qu'observateurs.

Un exercice, organisé par les autorités françaises, a lieu tous les trois
ans mais, cette fois, l'exercice était particulièrement important. Cette
03.02 Muriel Gerkens (ECOLO):
Op 23 mei jongstleden
organiseerde de Franse overheid
een grootschalige driejaarlijkse
simulatie-oefening rond de
kerncentrale van Chooz, waarbij
de Belgen louter als waarnemers
optraden. Het is verwonderlijk dat
12/06/2006
CRIV 51
COM 994
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
journée avait pour but de vérifier la qualité des procédures d'urgence
au niveau de l'EDF, mais aussi au niveau de la protection civile, de la
préfecture et des mairies.

Des deux côtés de la frontière, la presse a été tenue au courant de ce
qui allait se passer, de l'ampleur donnée à l'exercice et des objectifs
poursuivis. Cependant, on peut s'étonner que les responsables
belges de la sécurité nucléaire, de la sécurité et des secours n'aient
pas été associés à cet exercice. Pourtant, les communes belges
situées à proximité de la centrale nucléaire de la botte de Givet et
leurs habitants sont tout autant concernés que les Français.

Interrogées à ce sujet, les autorités françaises ont répondu que les
Belges n'ont pas souhaité participer activement à l'exercice, qui est
donc resté franco-français avec trois observateurs belges présents, à
savoir deux représentants du ministère de l'Intérieur et un
commissaire d'arrondissement.

Dans trois ans, un exercice véritablement international impliquant les
Belges et les Français devrait être programmé.

D'après mes informations, la France aurait constaté que la
"commission locale d'information", ouverte aux édiles des deux pays,
ne suscite pas de grand enthousiasme du côté de la frontière belge à
l'exception de quelques communes dont celle de Beauraing.

Monsieur le ministre, comment expliquez-vous ce non-intérêt de la
Belgique alors qu'en cas d'accident, les citoyens belges seront
gravement exposés, en particulier ceux habitant dans un rayon de 10
kilomètres de la centrale. Il faut savoir que du côté belge, 18
communes et un peu plus de 8.000 personnes sont concernées, et
ceci sans tenir compte de l'influence des vents dominants.

Pourriez-vous me dire si la Belgique compte s'associer à l'évaluation
de l'exercice? Si oui, par l'intermédiaire de quels représentants et
comment?
de Belgische veiligheids- en
hulpdiensten niet rechtstreeks bij
die oefening betrokken waren,
vermits de kerncentrale in een
Franse enclave op Belgisch
grondgebied ligt. De Franse
overheid beweert dat de Belgen
niet actief aan de oefening
wensten deel te nemen en dat de
Belgische lokale besturen
nauwelijks enig enthousiasme
voor de "lokale informatie-
commissie" kunnen opbrengen.

Hoe verklaart u het gebrek aan
belangstelling vanwege de Belgen,
terwijl bij een kernongeval toch
duizenden Belgen die in het
grensgebied wonen aan straling
zouden worden blootgesteld?

Zal België aan de eerstvolgende
simulatie-oefening binnen drie jaar
deelnemen en wie zal ons land
vertegenwoordigen?
03.03 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, dans le cadre de la préparation aux situations éventuelles
d'urgence nucléaire et radiologique, la Belgique a toujours porté une
attention particulière à la collaboration avec la France. L'accord
général d'assistance en cas de catastrophe et de calamité, y compris
des accidents nucléaires, date de 1981.

Le 8 décembre 1998, un accord de coopération franco-belge a été
conclu au sujet de la centrale nucléaire de Chooz et de l'échange
d'informations en cas d'accident nucléaire. En outre, il existe des
accords particuliers entre la préfecture des Ardennes et la province de
Namur, attestant d'une collaboration excellente au niveau local.

Par ailleurs, les accords franco-belges ont été testés en 2000 et 2003
lors des exercices "plan d'urgence" bilatéraux concernant la centrale
nucléaire de Chooz et lors de l'exercice de la centrale nucléaire de
Gravelines en 2004. L'évaluation de ces exercices a permis de définir
certains aspects pour lesquels l'échange d'informations pourrait être
amélioré.

En outre, le 22 mai, les autorités françaises ont organisé une
03.03 Minister Patrick Dewael:
In het raam van de voorbereiding
op nucleaire en radiologische
noodtoestanden, schenkt ons land
een bijzondere aandacht aan de
samenwerking met Frankrijk. In
1998 werd tussen Frankrijk en
België een samenwerkings-
akkoord gesloten betreffende de
kerncentrale van Chooz en de
informatie-uitwisseling in geval
zich een nucleair ongeval zou
voordoen.

In 2000 en in 2003 kon, dankzij
bilaterale oefeningen in het kader
van het noodplan voor die
kerncentrale, een aantal aspecten
worden vastgesteld waarvoor de
informatie-uitwisseling beter kon.
CRIV 51
COM 994
12/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
conférence de presse, au cours de laquelle l'exercice d'urgence pour
la centrale nucléaire de Chooz 2006 y a été présenté. Le 23 mai, les
autorités françaises ont organisé une session d'informations
concernant l'exercice pour les autorités locales. Cet exercice aura lieu
le 22 juin prochain.

Pour chaque exercice "plan d'urgence", y compris les exercices
belges, les organisateurs se donnent des objectifs spécifiques. Étant
donné que la Belgique a eu un apport actif à la centrale nucléaire de
Chooz, les autorités françaises ont choisi de focaliser leur attention
durant l'exercice 2006 sur le test de leur plan d'urgence national et sur
leur organisation en cas de situation de crise. La Belgique s'est vu
offrir la possibilité d'envoyer des observateurs à cet exercice.

Dès lors, des représentants de la direction générale du centre de
crise seront présents en tant qu'observateurs durant l'exercice du 22
juin prochain à la préfecture des Ardennes. Le 23 juin, ils participeront
à la réunion d'évaluation à Paris. L'autorité belge peut ainsi mettre au
point sa compréhension de l'organisation française de gestion des
crises lors des situations d'urgence nucléaire. Le feedback obtenu
sera utilisé pour optimaliser la coopération franco-belge.

En conséquence de l'expérience acquise des exercices franco-belges
dans le passé, l'autorité belge, par le biais de la direction générale du
centre de crise a pris l'initiative d'organiser une concertation avec les
autorités françaises compétentes, ceci afin d'affiner l'échange
d'informations lors des situations d'urgence nucléaire. Dans ce cadre,
le 23 mai dernier, une réunion a eu lieu à Bruxelles entre la direction
générale du centre de crise et la direction générale de la sûreté
nucléaire et de la radioprotection. Lors de cette réunion, on a
recherché les différents interlocuteurs possibles en Belgique et en
France.

On a également recherché par quels canaux l'échange d'informations
pourrait se faire de la manière la plus efficace en cas d'urgence. Cette
concertation sera poursuivie et ses résultats seront testés lors de
l'exercice prochain concernant la centrale nucléaire de Chooz, qui
aura en principe lieu en 2009. Voici les différents éléments de ma
réponse.
Op 22 mei stelde de Franse
overheid de noodoefening 2006
voor de kerncentrale van Chooz
voor. De dag nadien hebben ze
een informatievergadering belegd
betreffende de oefening voor de
plaatselijke overheden, die op 22
juni zal plaatsvinden.

Voor elke oefening betreffende het
noodplan, ook voor de Belgische
oefeningen, leggen de organisa-
toren specifieke doelstellingen
vast. In het licht van de actieve rol
die ons land in verband met de
kerncentrale van Chooz al opnam,
zal de Franse overheid naar
aanleiding van de oefening 2006
haar aandacht toespitsen op het
testen van het nationale noodplan
en op de organisatie van het
crisisplan. België zal observatoren
sturen, die kennis zullen kunnen
nemen van de Franse organisatie
van het crisisbeheer in geval van
nucleaire noodtoestand, zodat ook
de Frans-Belgische samenwerking
zal kunnen worden
geoptimaliseerd.
Op initiatief van de algemene
directie Crisiscentrum heeft
overleg plaatsgevonden met de
bevoegde Franse autoriteiten
teneinde de uitwisseling van
informatie in nucleaire
noodsituaties te verbeteren. Op 23
mei jongstleden zijn de algemene
directie van het Crisiscentrum en
de Franse directie-generaal voor
nucleaire veiligheid en
radiobescherming bijeengekomen
om na te gaan via welke kanalen
op de meest efficiënte manier
informatie kan worden
uitgewisseld in noodsituaties. Dat
overleg zal worden voortgezet en
een en ander zal tijdens de in
2009 geplande oefening met
betrekking tot de kerncentrale van
Chooz worden uitgetest.
03.04 Jean-Claude Maene (PS): Monsieur le président, je remercie
le ministre pour sa réponse et pour les éléments qui étaient connus.

En ce qui me concerne, il s'agit en réalité davantage d'un plaidoyer en
faveur d'une meilleure coordination entre les Français et nous.
03.04 Jean-Claude Maene (PS):
Ik pleit voor een betere samen-
werking tussen u en de Fransen.
Aangezien bij een ongeval in de
centrale van Chooz de inwoners
van Givet over Belgische wegen
12/06/2006
CRIV 51
COM 994
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
Pour la ville de Givet, située au nord de la centrale nucléaire, les
itinéraires d'évacuation des Givetois en cas de catastrophe à la
centrale de Chooz passent d'office par des chemins tracés en
Belgique. Je m'interroge donc sur la question de savoir si tout cela est
concerté avec les autorités belges.

En tant que riverain de cette centrale, habitant la commune de
Beauraing ­ dont j'ai le bonheur d'être le bourgmestre ­, je
m'interroge: demain, en cas de catastrophe, comment réagiront les
Français? Devrais-je fermer les frontières? Comment tout cela sera-t-
il organisé? Il est bien entendu que nous serons alors en pleine
panique: comment pourrons-nous contrôler la population affolée?

À mon avis, il convient d'aller au-delà de ce qui existe. Je ne dirai pas
qu'il faut absolument une interférence de l'ensemble des plans de
sécurité ou que tout ira mal. Ce n'est pas cela, mais, à un moment, il
s'agit d'être concrètement sur le terrain et d'analyser comment
améliorer les secours en cas de sinistre.

C'est dans ce sens que je voulais plaider.
geëvacueerd zullen worden, stel ik
me de vraag of er met de
Belgische overheid overleg wordt
gepleegd.

Als burgemeester van Beauraing
woon ik vlakbij die centrale en ik
vraag me af hoe de evacuatie bij
een kernramp zou verlopen.
Volgens mij moet men ter plaatse
onderzoeken hoe de hulpverlening
bij een ramp concreet kan
verbeterd worden.
03.05 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, la réponse
du ministre me rassure sur son intérêt pour cette matière. Je
comprends que cet exercice prévu en 2006 porte uniquement sur la
stratégie française mais que nous y avons été associés.
L'inconvénient est que cela casse le rythme triennal automatique
puisqu'un exercice conjoint a été organisé en 2000 et 2003 et que le
prochain est prévu pour 2009. Par ailleurs, je note l'accent "franco-
français" de cet exercice.

Si je suis rassurée par la réponse du ministre, la réplique de M.
Maene m'inquiète.

Monsieur le ministre, vous indiquez que les commissaires
d'arrondissement des différents côtés y sont associés et participent
effectivement à la concrétisation des accords franco-belges de 1998.
Si tel est le cas, je comprends difficilement que les autorités locales
des communes concernées ne soient pas mieux informées. Elles sont
en effet directement liées aux zones de police locales, etc.

Selon moi, il est nécessaire d'augmenter l'implication et le nombre
des acteurs pour être tout à fait à l'aise en cas de mise en oeuvre du
plan d'urgence.

Par conséquent, je serais intéressée d'entendre ce que vous
répondrez à M. Maene qui affirme ne pas être au courant du fait que
les citoyens français vont devoir passer par ses terrains et par ses
routes et qui se demande s'il ne va pas devoir fermer ses frontières.
Si l'on se concerte depuis 1998 pour réagir ensemble, il me semble
que ces informations devraient être connues des bourgmestres des
communes concernées.
03.05 Muriel Gerkens (ECOLO):
Het feit dat de in 2006 geplande
oefening enkel betrekking heeft op
de Franse strategie zal als nadeel
hebben dat de driejaarlijkse
regelmaat van de gezamenlijke
oefeningen wordt onderbroken. In
2000 en 2003 heeft er immers een
dergelijke gezamenlijke oefening
plaatsgevonden en ook in 2009 is
er één gepland.

Afgaande op wat de heer Maene
zegt, kan ik moeilijk begrijpen dat
de autoriteiten van de gemeenten
slecht geïnformeerd zouden zijn,
niettegenstaande het Belgisch-
Frans samenwerkingsakkoord van
1998.

De diverse actoren, en inzonder-
heid de burgemeesters, moeten
nauwer bij dit alles worden
betrokken teneinde een betere
tenuitvoerlegging van het
noodplan mogelijk te kunnen
maken.
03.06 Jean-Claude Maene (PS): Nous serons présents le 22 aux
côtés des différentes personnes ressources en cas de crise parce
que nous avons été invités par les autorités françaises. En effet, il y a
lieu de se coordonner: c'est même le moment ou jamais de le faire.
Je plaide pour qu'on aille plus loin et plus vite, voilà tout.
03.06 Jean-Claude Maene (PS):
Wij zijn uitgenodigd door de
Franse autoriteiten, en zullen op
22 juni present zijn. Coördinatie is
immers nodig om sneller te
kunnen werken en een stap verder
CRIV 51
COM 994
12/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
te kunnen gaan.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

Le président: La question n
o
11860 de Mme Annick Saudoyer est reportée.
04 Vraag van mevrouw Marleen Govaerts aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "onwettige opdrachten van burgemeesters aan politieagenten" (nr. 11883)
04 Question de Mme Marleen Govaerts au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
missions illicites confiées aux agents de police par des bourgmestres" (n° 11883)
04.01 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik heb een vraag over opdrachten van de
burgemeester aan politieagenten die mij niet echt heel wettelijk lijken.
Ik heb van u een antwoord gekregen op mijn schriftelijke vraag
nr. 952. Daarin schrijft u duidelijk dat de verdeling van rookdetectors
en het invullen van vragenlijsten geen taken zijn die normaal gezien
kunnen worden toevertrouwd aan het politiepersoneel. Na onderzoek
blijkt dat dergelijke praktijken in geen enkele zone worden toegepast,
op één uitzondering na, namelijk één zone in Zuid-Limburg. Er werd
mij melding gemaakt van dergelijke praktijken door de politieagenten
van de zone Sint-Truiden-Gingelom-Nieuwerkerken, maar in
Gingelom is het nog niet gebeurd, in Sint-Truiden en Nieuwerkerken
wel.

Ondanks de wetenschap dat het geen politietaken zijn, kan het nut
ervan toch worden begrepen, namelijk het versterken van contacten
met de wijkagent in het kader van een preventie- en veiligheidsbeleid.
Maar ondertussen blijft het administratief werk liggen en is er minder
blauw op straat.

U bent blijkbaar niet helemaal op de hoogte van de toestand in Sint-
Truiden. Ondertussen heb ik wel vernomen dat de vragenlijsten zijn
weggehaald. Er waren effectief vragenlijsten, namelijk het 75-
plussers-werkdocument. De politieagenten moesten daarmee
rondgaan. Plots moesten zij alleen nog maar branddetectoren
brengen bij de mensen, en hun telefoonnummers en dergelijke
meedelen. De vragenlijsten zijn weggevallen.

Mijnheer de minister, mijn nieuwe vraag aan u luidt dan ook als volgt.

Is het invullen van die vragenlijsten plots vervallen op basis van het
protest van de politieagenten zelf, of is het omdat dat eigenlijk een
onwettige taak was?

Mijn vragen 1 en 2 uit mijn schriftelijke voorbereiding vallen weg. Dat
waren vragen over de wet op de privacy en dergelijke.

Wel wil ik weten hoeveel wijkagenten er bezig zijn met die speciale
opdracht.

Hoeveel 75-plussers zijn er in de zone Sint-Truiden-Gingelom-
Nieuwerkerken?

Hoeveel tijd spendeert een wijkagent gemiddeld per bezoek, waarbij
hij advies geeft?
04.01 Marleen Govaerts
(Vlaams Belang): Le ministre m'a
répondu à une question écrite que
les policiers ne peuvent être
chargés de se rendre chez des
personnes pour faire remplir des
formulaires. Or cette pratique
existe dans une zone de police du
Limbourg, à Saint-Trond plus
précisément. Dans le but de
renforcer les contacts avec la
population et dans le cadre de la
politique de prévention et de
sécurité, les agents de quartier se
sont rendus chez des personnes
âgées pour leur faire compléter
des questionnaires. Entre-temps,
le questionnaire a été supprimé et
les agents se bornent à fournir des
avis et à proposer de faire installer
des détecteurs de fumée.

Quelle analyse le ministre fait-il de
cette situation? Combien de
personnes âgées de plus de
75 ans recense-t-on dans cette
zone? Une telle visite ne prend-
elle pas beaucoup de temps, de
sorte que les agents de quartier
accumulent des retards dans
l'accomplissement de leurs tâches
administratives et sont moins
présents sur le terrain? Les agents
ont-ils dénoncé cet état de fait? Ils
n'apprécieraient guère de devoir
également faire connaître leur
numéro de gsm aux citoyens et,
par conséquent, d'être disponibles
24 heures sur 24.
12/06/2006
CRIV 51
COM 994
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
Naast het advies deelt de politieagent ook zijn gsm-nummer mee. Uit
een lezersbrief vandaag in Gazet van Antwerpen blijkt dat de
politieagenten er ook niet tevreden mee zijn dat zij hun gsm-nummer
aan de mensen moeten geven en 24 uur per dag beschikbaar moeten
zijn. Hij schrijft: "Moest ik de wedde hebben van Ludwig Vandenhove,
senatorwedde en burgemeesterwedde, dan misschien wel. Maar nu
wil ik niet als voetveeg worden behandeld".
04.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, met risico een
rol te gaan spelen in de campagne voor de
gemeenteraadsverkiezingen in Sint-Truiden wil ik toch een aantal
elementen geven, ook antwoordend op de initieel gestelde vragen,
voor de coherentie van het antwoord.

Het is zo dat in de loop van 2006 elke 75-plusser in Sint-Truiden,
Gingelom en Nieuwerkerken minstens eenmaal het bezoek krijgt van
een wijkinspecteur. Die krijgt een document mee met de coördinaten
van de betrokken 75-plusser en enkele elementen waarmee men
moet rekening houden bij een bezoek aan een 75-plusser.

Dat document, ik wil het nog eens benadrukken, is volgens de
informatie waarover ik beschik geen vragenlijst, maar een soort van
geheugensteun. De wijkinspecteur kan zich op die manier een beeld
vormen over de persoon wanneer er zich situaties voordoen waardoor
de gezondheid, de hygiëne, de zelfredzaamheid en ook de veiligheid
van de betrokkene in gevaar zouden zijn. Er worden alleszins geen
lijsten bijgehouden over de gezondheidstoestand van 75-plussers.

In het verleden zijn er verschillende gevallen geweest waarbij de
algemene leefomstandigheid van bejaarden in gevaar was en waarbij
de wijkinspecteur tijdig heeft kunnen ingrijpen. Hierop wil de lokale
politie inspelen teneinde dat verder te kunnen opvolgen en ook
eventueel de nodige instanties te kunnen inschakelen.

Tijdens het bezoek stelt de inspecteur zich voor, geeft
veiligheidsinformatie, informeert de betrokkene over de
dienstverlenende activiteiten van het OCMW en overhandigt bij zijn of
haar vertrek een soort van rookmelder en een veiligheidsbrochure
met haar of zijn coördinaten.

Collega Govaerts, ik heb de indruk dat u er hier een verkeerde indruk
van creëert, ook van de invulling die de betrokken zone geeft aan de
community-policing, dus de gemeenschapsgerichte politiezorg. Ik
vraag mij af wat er fout is aan een bijzondere aandacht die een
wijkinspecteur besteedt aan de inwoners van zijn wijk die een
respectabele leeftijd hebben bereikt en alleen wonen en dus ook een
bijzonder veiligheidsrisico vertonen. Een goede wijkagent weet wat hij
moet weten zonder daarvoor vragenlijsten te moeten invullen of
formele databanken te maken. Het is aan de politie om daarin maat te
houden. Dat hij een lijst maakt van adressen waar het veiligheidsrisico
groter is dan elders is op zich niet abnormaal.
04.02 Patrick Dewael, ministre:
En 2006, un inspecteur de quartier
se rendra une fois au moins
auprès de chaque citoyen âgé de
plus de 75 ans et habitant la zone
Saint-Trond-Gingelom -Nieuwerkerken.
Cet inspecteur dispose en guise
d'aide-mémoire d'un document
comportant une série de
coordonnées essentielles de
l'intéressé. Dès lors, il ne s'agit
pas d'un questionnaire à
compléter mais d'un document
pouvant être utile en cas de
menace pour la santé ou pour la
sécurité de la personne. Il n'est
pas question, en tout cas, de tenir
des listes relatives à la situation de
santé des plus de 75 ans.

À l'occasion de sa visite,
l'inspecteur se présente, fournit
des informations en matière de
sécurité et informe l'intéressé des
services fournis par les CPAS.
Avant de partir, il lui remet un
détecteur de fumée et une
brochure de sécurité avec ses
coordonnées. Ceci correspond
exactement au concept de
"fonction de police orientée vers la
communauté": prêter attention aux
habitants là où le risque en
matière de sécurité est plus
important. Un bon agent de
quartier n'excède pas la mesure et
se passe de questionnaires ou de
bases de données formelles. Mme
Govaerts ne peut pas laisser
supposer le contraire.
04.03 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): (...) hebben wij er niets
op tegen dat de 75-plussers speciaal geholpen worden door de
wijkagent.

Mijnheer de minister, u moet echter toch toegeven dat het de enige
zone in het land is waar de politie dergelijke opdrachten gekregen
04.03
Marleen Govaerts
(Vlaams Belang): Nous ne voyons
bien entendu aucun inconvénient à
ce que l'agent de quartier accorde
une attention particulière à un
groupe donné mais pourquoi cette
CRIV 51
COM 994
12/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
heeft? Ik heb dat begrepen uit uw antwoord. Alleen in de zone Sint-
Truiden-Nieuwerkerken-Gingelom moet de politie die extra taak op
zich nemen. Ik heb het meer over de extra taak voor de politieagenten
die daar soms uren aan spenderen en ondertussen dus niets anders
doen. Zij waren eigenlijk zelf niet zo heel tevreden met het extra werk
dat ze moesten doen, mijnheer de minister. Daarom stelde ik deze
vraag.

Ik heb echter geen antwoord gekregen op de vraag hoeveel tijd ze
daaraan besteden. Misschien kunt u mij dat schriftelijk bezorgen?
mission n'a-t-elle été confiée aux
agents que dans une seule zone
de police? Ce sont les agents eux-
mêmes qui se plaignent de la
surcharge de travail excessive qui
résulte de cette mission.
04.04 Minister Patrick Dewael: Er is een lokale politieraad en een
lokaal politiecollege. Als we de commissie voor de Binnnenlandse
Zaken gaan gebruiken om de mening van de minister van
Binnenlandse Zaken te vragen over alles wat gebeurt aan
prioriteitsbepalingen binnen lokale politiezones, dan zijn wij hier nog
wel een aantal weken bezig.

Dat is nu precies de lokale autonomie. Bent u voor of tegen die
autonomie?
04.04 Patrick Dewael, ministre: Il
relève de l'autonomie locale de
privilégier certains aspects. Cette
discussion peut être menée au
sein du conseil de police et du
collège de police locaux. Il ne me
semble guère opportun d'inter-
roger le ministre à propos de ces
priorités locales.
04.05 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Wij zijn voorstander van
meer lokale autonomie.
04.06 Minister Patrick Dewael: Dat zou ik ook denken.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

Le président: La question n° 11896 de M. Marinower est reportée.
05 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de
achterstand van de dossiers in toepassing van artikel 9, derde lid van de
vreemdelingenwet" (nr. 11908)
- mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "het
aantal gezinsherenigingen" (nr. 11977)
05 Questions jointes de
- Mme Nahima Lanjri au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'arriéré des dossiers
introduits en application de l'article 9, alinéa 3 de la loi sur les étrangers" (n° 11908)
- Mme Nahima Lanjri au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le nombre de
regroupements familiaux" (n° 11977)
05.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik zal mijn twee vragen na elkaar stellen aangezien ik
vermoedelijk de laatste aanwezige zal zijn.

U deelde vorige week het cijfer mee met betrekking tot het aantal
mensen dat wachtende is in het kader van artikel 9, derde lid van de
vreemdelingenwet. Het gaat om 25.400 dossiers. Kunt u meedelen
om hoeveel mensen het gaat? De mensen kunnen nadien in beroep
gaan bij de Raad van State. Hebt u zicht op hoeveel mensen dat
doen? Van degenen die wachtende zijn bij de Raad van State,
hoeveel hadden voordien een aanvraag ingediend in het kader van
artikel 9, derde lid van de vreemdelingenwet?

Ten slotte, het is in principe mogelijk om tegelijkertijd een aanvraag in
te dienen voor regularisatie en een aanvraag bij de Raad van State.
05.01 Nahima Lanjri (CD&V): Le
ministre a déjà indiqué que 15.400
dossiers doivent encore être
traités en exécution de l'article
9, 3° de la loi sur les étrangers.
Combien de personnes sont
concernées et combien y aura-t-il
de recours contre la décision de
l'Office des étrangers? Combien
de dossiers d'appel des décisions
de l'Office le Conseil d'État doit-il
encore traiter?

Peut-on introduire une demande
de régularisation sur la base de
12/06/2006
CRIV 51
COM 994
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
Men hoeft niet het een na het andere af te wachten. Hebt u zicht op
het aantal dubbels? Gaat het telkens om andere dossiers of zijn een
gedeelte ervan dubbels? Is het systeem er al voor uitgerust om de
dubbels eruit te halen? Indien de databanken daarvoor nog niet zijn
uitgerust, wat zult u daaraan doen?

Tot zover mijn eerste vraag met betrekking tot de regularisaties.

Mijn tweede vraag heeft betrekking op het aantal gezinsherenigingen.
Ik heb de vroegere cijfers van de gezinsherenigingen. In het kader
van de gezinshereniging kan men een aanvraag indienen via DVZ
voor artikel 10 vreemdelingen, of voor artikel 40 Belgen en
Europeanen.

Ik krijg graag het cijfer van het aantal mensen ­ niet het aantal
dossiers, het is duidelijker als het is uitgedrukt in het aantal mensen ­
dat een aanvraag heeft ingediend bij DVZ.

Hoeveel mensen hebben een aanvraag ingediend via de gemeenten?
Ik heb gezien dat in het verleden de grootste groep mensen een
aanvraag indiende via de gemeenten. In 2004 dienden 19.000
mensen een aanvraag in via de gemeenten en 6.775 mensen via
DVZ. Ik krijg graag het cijfer voor 2005 en eventueel voor de
maanden van 2006 waarover u beschikt.
l'article 9 de la loi sur les étrangers
tout en interjetant appel d'une
décision du Commissariat général
aux réfugiés et aux apatrides? Le
ministre sait-il combien il y a eu de
doubles comptages et des
mesures seront-elles prises pour
chercher à en déterminer le
nombre?

Combien de dossiers de
regroupement familial ont été
introduits en 2005 et en 2006 sur
la base des articles 10 et 40?
Combien de dossiers de
regroupement familial ont été
introduits dans les communes en
2005 et en 2006? Le ministre a dit
précédemment que 14.000
dossiers avaient été introduits
dans les communes en 2004,
contre 6.775 auprès de l'Office
des étrangers.
05.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Lanjri, we hebben die discussie vorige keer al gedeeltelijk gevoerd.
Mij waren toen ook cijfers gevraagd inzake de gezinshereniging. Ik
kan daar nu even op ingaan, al zal dat misschien morgen of
overmorgen in het debat over de ontwerpen nog terug aan bod
komen. Ik zet de cijfers waarover ik beschik even op een rij.

Ten eerste, het totaal aantal te behandelen verzoeken in toepassing
van artikel 9.3, bedroeg begin maart 25.448. Einde april is dat cijfer
gedaald tot 24.819. Ik kan ook bevestigen dat de werkreserve een
dalende curve kent.

Ten tweede, dit jaar werden 539 beslissingen van DVZ waarbij een
verblijfsmachtiging werd geweigerd, aangevochten bij de Raad van
State.

Ten derde, ik beschik niet over cijfergegevens waaruit kan worden
afgeleid hoeveel beroepen gericht tegen een weigeringsbeslissing op
basis van artikel 9.3 er nog hangende zijn bij de Raad van State. Wel
kan ik meedelen dat er momenteel nog 7.752 verzoekschriften tegen
beslissingen van DVZ bij de Raad van State in behandeling zijn. Het
merendeel van deze beroepen is gericht tegen de beslissingen om
een verblijfsmachtiging toe te staan op basis van buitengewone
omstandigheden.

Ten vierde, een vreemdeling kan inderdaad tegelijk een
verblijfsaanvraag op basis van artikel 9.3 en een asielverzoek
indienen. Als de twee aanvragen worden afgewezen, zijn beide
beslissingen afzonderlijk aanvechtbaar bij de Raad van State. Beide
beslissingen hebben, zoals u weet, een andere rechtsgrond. Een
arrest van de Raad van State in een van de procedures heeft niet
noodzakelijkerwijze invloed op de andere procedure. Er worden
daarom geen statistieken bijgehouden waarbij die twee procedures
05.02 Patrick Dewael, ministre:
Le nombre de requêtes à traiter,
introduites sur la base de l'article 9
de la loi relative aux étrangers,
s'élevait en mars 2006 à 25.448 et
en avril 2006 à 24.919.

En 2006, 539 décisions de l'Office
des étrangers relatives à
l'application de l'article 9, 3°, ont
été contestées devant le Conseil
d'État. J'ignore combien de ces
recours sont encore pendants. Le
Conseil d'État traite globalement
7.752 requêtes qui contestent des
décisions de l'Office des
étrangers.

Un étranger a la possibilité
d'introduire simultanément une
demande de séjour sur la base de
l'article 9 et une demande d'asile.
Les décisions peuvent faire l'objet
d'un recours distinct devant le
Conseil d'État. Étant donné que
les deux procédures ont un
fondement juridique séparé, des
statistiques établissant un lien
entre les deux ne sont pas
disponibles.

L'Office des étrangers ne dispose
pas de l'intégralité des chiffres
CRIV 51
COM 994
12/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
worden gekoppeld.

Ik ga dan over naar de gezinsherenigingen. De DVZ beschikt niet over
complete cijfergegevens inzake gezinsherenigingen, omdat
verschillende statistische bronnen naast elkaar moeten worden
gelegd om tot exacte cijfers te komen. Men werkt op dit ogenblik wel
aan het verzamelen van globale cijfergegevens. Er zijn sinds mei
2005 complete statistieken voorhanden met betrekking tot het aantal
visums gezinshereniging die werden aangevraagd bij de Belgische
diplomatieke en consulaire posten in het buitenland. Voor de periode
van mei 2005 tot en met december 2005 werden in het totaal 18.497
aanvragen voor gezinshereniging ingediend, waaronder 14.674 op
basis van artikel 40 en 3.820 op basis van artikel 10.

Voor de periode januari 2006 tot en met mei 2006 zijn in totaal 12.845
aanvragen ingediend waaronder 10.064 op basis van artikel 40 en
2.700 op basis van artikel 10.

Om een meer volledig beeld te krijgen van de gezinshereniging zullen
de cijfers van de gezinshereniging voortaan worden berekend op
basis van het aantal verblijfsaanvragen die in de gemeenten worden
ingediend in het raam van de gezinshereniging. Zo worden ook de
aanvragen van niet-visumplichtige vreemdelingen of van
vreemdelingen die niet met een Belgisch visum naar België kwamen
in aanmerking genomen.

Er blijft dus nog werk te doen ­ daarover ben ik het met u eens ­ op
het vlak van het bijhouden van cijfers en statistisch materiaal.
Misschien is er één verzachtende omstandigheid. In de loop van de
voorbije jaren zijn er hoe dan ook prioriteiten gesteld binnen de
administratie, enerzijds op basis van de crisis bij de asielprocedure
begin 2000-2001 en anderzijds het grote aantal aanvragen op basis
van artikel 9, 3. De verwerking van de cijfermatige gegevens kan dus
alleszins nog beter maar daaraan wordt op dit ogenblik gewerkt.
relatifs au regroupement familial
mais collecte pour l'instant des
chiffres précis basés sur les
différentes sources de statistiques.
Depuis le mois de mai 2005, des
données exhaustives existent sur
le nombre de visas de
regroupement familial demandés à
l'étranger. De mai à décembre
2005, 14.674 demandes ont été
introduites sur la base de l'article
40, contre 3.820 sur la base de
l'article 10. De janvier à mai 2006,
ces demandes étaient respective-
ment au nombre de 10.064 et de
2.700.

Dorénavant, les chiffres relatifs au
regroupement familial seront
calculés sur la base du nombre de
demandes de séjour enregistrées
dans les communes, de sorte que
les demandes déposées par des
étrangers sans visa seront
également prises en
considération.

Beaucoup reste donc à faire en ce
qui concerne la récolte de
données statistiques plus
complètes. La crise relative à la
procédure d'asile de 2000-2001 et
le grand nombre de demandes
déposées sur la base de l'article 9,
3°, incitent l'administration à fixer
des priorités.
05.03 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, op dat laatste
punt hebt u inderdaad niet volledig kunnen antwoorden omdat die
cijfers blijkbaar nu niet beschikbaar zijn. De cijfers die ik vroeger had,
waren enerzijds opgesplitst via de DVZ en anderzijds via de
gemeenten. Mag ik begrijpen dat de cijfers die ik vandaag heb
gekregen ­ die u zojuist hebt opgegeven ­ voor de twee groepen
gelden, zowel voor de gemeenten als via het buitenland? Het cijfer
van 18.749 ­ ik heb het niet allemaal in detail kunnen opschrijven ­
gaat over het geheel in België, zowel via de gemeenten als via het
buitenland?

Zijn de cijfers van januari tot mei 2005 dan niet beschikbaar? Die hebt
u mij niet gegeven. Voor 2005 hebt u de cijfers vanaf mei gegeven of
heb ik het verkeerd verstaan?
05.03 Nahima Lanjri (CD&V):
Entre mai et décembre 2005,
18.500 demandes de regroupe-
ment familial ont donc été
déposées. Ce chiffre constitue-t-il
la somme des demandes
déposées dans les communes et
à l'étranger?
05.04 Minister Patrick Dewael: Ja.
05.05 Nahima Lanjri (CD&V): Waarom niet vanaf het begin van het
jaar tot mei? Ik heb gewoon de cijfers over heel het jaar gevraagd. U
geeft mij nu de cijfers voor een half jaar.
05.05 Nahima Lanjri (CD&V):
Qu'en est-il des premiers mois de
2005?
12/06/2006
CRIV 51
COM 994
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
05.06 Minister Patrick Dewael: Ik geef u complete cijfers voor de
perioden die ik u opgeef.
05.06 Patrick Dewael, ministre:
J'ai donné le chiffre complet, ...
05.07 Nahima Lanjri (CD&V): Zijn de cijfers van de periode ervoor
dan niet beschikbaar? Ik vroeg eigenlijk de cijfers voor 2005.
05.08 Minister Patrick Dewael: Vooralsnog niet. Ik heb het u duidelijk
gemaakt. Sinds mei 2005 zijn complete statistieken voorhanden.
05.08 Patrick Dewael, ministre:
... mais j'ai insisté sur le fait que
les statistiques exhaustives ne
sont disponibles qu'à partir de mai
2005.
05.09 Nahima Lanjri (CD&V): Mag ik uw schriftelijk antwoord
hebben?
05.10 Minister Patrick Dewael: Ik geef u complete cijfers. Er is
vooruitgang. Ik wil dat daaraan verder wordt gewerkt, maar er zijn pas
vanaf mei 2005 complete statistieken voorhanden.

Le président: La question n° 11920 de Mme Verhaert est reportée, ainsi que la question n° 11944 de
M. Van den Bergh et la question n° 11946 de M. Kelchtermans.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de taalkennis bij de Brusselse politie" (nr. 11956)
06 Question de M. Bart Laeremans au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
connaissance des langues au sein de la police bruxelloise" (n° 11956)
06.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, op
10 mei was de minister niet in staat om de evolutie van de kennis van
de tweede landstaal bij de Brusselse politie cijfermatig te schetsen.

Intussen, mijnheer de minister, hebt u natuurlijk de kans gehad om te
werken aan een wetsontwerp in het kader van de wet inzake de
diverse bepalingen om de bestaande overgangsperiode te verlengen
en uit te breiden. Zeker in dit kader zou het evident zijn dat men cijfers
heeft over de noodzaak daarvan en dat men kan toelichten waarom
men dit allemaal doet. Wij hebben de cijfers een maand geleden
gevraagd. U kon ze toen niet geven. Wij hopen die vandaag te
krijgen.

Mijnheer de minister, ik heb de volgende concrete vragen.

Ten eerste, kunt u eindelijk een overzicht geven van de situatie bij de
gewezen rijkswachters? Hoeveel van hen zijn nog in Brussel
tewerkgesteld? Hoeveel Franstaligen hebben nog geen examen
Nederlands afgelegd en hoeveel Nederlandstaligen nog geen examen
Frans? Kunt u een overzicht geven van de evolutie terzake tijdens de
voorbije jaren? Zijn er mensen die gewoon weigeren om
taalcursussen te volgen? Waar situeert zich daar het probleem?

Ten tweede; kunt u een overzicht geven van de taalkennis bij de
nieuw aangeworven inspecteurs? Hoeveel Nederlandstaligen leveren
het bewijs van hun kennis van het Frans, en hoeveel Franstaligen van
hun kennis van het Nederlands? Op welke wijze worden deze nieuwe
inspecteurs aangespoord om taalcursussen te volgen? Wat is er
06.01 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Le 10 mai 2006, le
ministre n'était pas en mesure de
chiffrer l'évolution de la
connaissance de la deuxième
langue nationale au sein de la
police bruxelloise. Depuis, la loi
portant des dispositions diverses a
été préparée et les données
requises doivent être disponibles.

Combien d'anciens gendarmes
sont occupés à Bruxelles?
Combien n'ont pas encore
présenté l'examen portant sur la
deuxième langue? Certains
refusent-ils de suivre les cours de
langue?

Qu'en est-il des connaissances
linguistiques des inspecteurs et
des auxiliaires recrutés
récemment? Sont-ils invités à
suivre des cours de langue?
Qu'est-il advenu de l'immersion
linguistique annoncée?

Comment le ministre explique-t-il
CRIV 51
COM 994
12/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
geworden van het door u aangekondigde taalbad?

Ten derde, kunt u een overzicht geven van de taalkennis bij de nieuw
aangeworven hulpagenten. Ook daar is in het verleden immers niet
veel duidelijkheid gekomen. Hoeveel Nederlandstaligen leveren het
bewijs van hun kennis van het Frans, en omgekeerd? Op welke wijze
worden deze hulpagenten aangespoord om taalcursussen te volgen?

Ten vierde, kunt u een overzicht van de taalkennis bij de inspecteurs
en agenten die gedurende de afgelopen vijf jaar in dienst traden in
Brussel en er nog steeds werken? Hoeveel Nederlandstaligen hebben
intussen het bewijs van hun kennis van het Frans geleverd en
omgekeerd? Hoe verklaart u dat een deel van deze mensen er maar
niet in slaagt een taalproef af te leggen? Wordt deze problematiek
systematisch opgevolgd? Zo nee, waarom niet? Op welke wijze
worden deze mensen aangespoord om taalcursussen te volgen en
het examen af te leggen?

Ten vijfde, kunt u voor elk van de zes zones meedelen hoeveel
Nederlandstaligen en Franstaligen er in dienst zijn? Hoeveel
Nederlandstaligen en hoeveel Franstaligen kwamen in elk van deze
zones de voorbije vijf jaar in dienst? Hoeveel Nederlandstaligen en
hoeveel Franstaligen in globo hebben in elk van deze zes zones een
taalexamen afgelegd?
qu'une partie des inspecteurs et
des agents entrés en service au
cours des cinq dernières années
soient incapables de présenter
une épreuve linguistique? Le
problème fait-il l'objet d'un suivi
systématique et les intéressés
sont-ils encouragés à suivre des
formations linguistiques?

Combien de francophones et de
néerlandophones compte chacune
des six zones? Combien sont
entrés en service au cours des
cinq dernières années? Combien
ont présenté l'examen
linguistique?
06.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Laeremans, ik heb vorige keer al geantwoord dat het gaat om cijfers
die ik bij de politiezones moet opvragen. Als het om gegevens gaat
die door mijn directe administratie worden bijgehouden, ben ik van
mijn administratie afhankelijk en kan ik dus meer druk uitoefenen.
Hier echter moeten de zones mij de cijfers leveren.

Ik heb een uitgebreide vragenlijst aan de zones gestuurd. Het
beantwoorden daarvan heeft heel wat manueel opzoekwerk
gevraagd. Daarom heb ik aan de zones tot 12 juni 2006 de tijd
gegeven om te antwoorden. De vooropgestelde datum werd vandaag
bereikt. Nu zullen mijn diensten de gegevens centraliseren, waarna de
gevraagde overzichten kunnen worden bezorgd.

Het spreekt voor zich dat, aangezien ik de cijfers uiterlijk vandaag
moest ontvangen, ik hier onmogelijk met kant en klare analyses kan
verschijnen.

Ik blijf ook herhalen dat het mij niet duidelijk is waar de heer
Laeremans naartoe wil. Dat zullen wij denkelijk ook morgen bij het
wetsontwerp betreffende diverse bepalingen kunnen bespreken.

Er zijn echter twee belangrijke premissen. Er is veiligheid en er is
tweetaligheid. Voor mij zijn beide belangrijk. Wij moeten de twee
echter met elkaar kunnen verzoenen. Ik heb onder meer, maar niet
alleen aan de heer Laeremans gevraagd wat het alternatief kan zijn
voor de bestaande regeling, zonder dat de Brusselse
personeelskaders, die na de politiehervorming voor het eerst quasi
volledig werden opgevuld, zwaar deficitair worden.

Dat is een mogelijkheid. Wij zouden kunnen stellen dat iedereen eruit
gaat die hic et nunc niet aan de voorwaarde van tweetaligheid voldoet.
Het resultaat is dan een deficit op het vlak van de personeelskaders.
06.02 Patrick Dewael, ministre:
Les chiffres ont été recueillis
auprès des six zones de police,
qui devaient communiquer les
données à mes services avant le
12 juin 2006. Je pourrai vous
transmettre l'aperçu demandé dès
que mes services auront centralisé
toutes les données.

Comme je l'ai déjà dit, il faudra à
la fois veiller à la sécurité et au
bilinguisme. En commission, j'ai
déjà posé la question de savoir
quelle solution de rechange au
régime actuel pourrait être
trouvée, sans toutefois toucher au
cadre de personnel de la police de
Bruxelles, qui, pour la première
fois depuis la réforme de la police,
est aujourd'hui complet. Toute
modification apportée à ce cadre
pourrait en effet hypothéquer la
sécurité dans la capitale.

Le projet de loi qui devrait
résoudre ce problème sera bientôt
examiné au sein de cette
commission. Si j'admets que,
jusqu'à présent, tous les incitants
n'ont pas enregistré les résultats
escomptés, je n'ai pas non plus
obtenu de réponse de M.
12/06/2006
CRIV 51
COM 994
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
Daarmee zou de veiligheid in Brussel in belangrijke mate worden
gehypothekeerd.

Het wettelijke initiatief van de regering dat aan de problematiek
tegemoet moet komen, zal trouwens morgen in de commissie worden
besproken. Wij zullen dus morgen op de kwestie kunnen terugkomen.

De heer Laeremans kan echter nog eens nadenken. Alle mogelijke
incentives die wij hebben gebruikt om de tweetaligheid te realiseren,
zijn tot nu toe niet even succesvol gebleken. Er moet dan echter
tussen het ene of het andere worden gekozen. Ofwel blijven wij
werken met alleen tweetaligen, maar dan sta ik niet meer in voor de
gevolgen op het vlak van de veiligheid. Een alternatief ­ dat verbaast
mij niet van het Vlaams Belang ­ heb ik echter nog nooit gehoord.
Laeremans ou de son parti à ma
demande de proposer d'autres
solutions.
06.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): De minister ­ en dit
verbaast me wel een beetje ­ kent het dossier dan blijkbaar maar
voor de helft, want vorige keer heb ik een alternatief vermeld. Ik zal
het vandaag niet herhalen, maar intussen zijn er wel degelijk
mogelijkheden.

Het feit alleen al dat u vandaag over geen enkel cijfer beschikt, toont
aan dat u heel die problematiek eigenlijk niet goed opvolgt. Als u zegt
dat er een probleem is, vaststelt dat er een probleem is, en op basis
daarvan de wet wil wijzigen, zou u die zaak minstens op korte termijn
moeten hebben opgevolgd de voorbije jaren. U zou systematisch op
de hoogte moeten zijn van de evoluties en zou moeten zien waar het
knelt: bij de hulpagenten, bij de inspecteurs, bij de oud-rijkswachters
of bij de nieuwe inspecteurs. Dat soort zaken zouden we willen weten.
Als u daar geen klare kijk op heeft en nu pas, te elfder ure, op de
vooravond van de commissiebespreking van de wetswijziging, zegt
dat u morgen niet in staat zal zijn om die cijfers ­ die u `dan eens' zal
hebben ­ aan de commissie voor te leggen, dan heeft u een
probleem.

De echte reden waarom het niet vlot en waarom er nog altijd zoveel
eentalige agenten en inspecteurs zijn, heeft natuurlijk alles te maken
met het gebrek aan een stok achter de deur. Als u duidelijk zegt wat
de deadline is en dat die ook zal worden nageleefd, dan zit u in een
heel andere situatie dan wanneer u al jaren op voorhand zegt dat de
deadline er wel is, maar dat er wel een mouw aan zal worden gepast
en dat die nog eens met anderhalf jaar zal worden verlengd. Dat is
wat u nu aan het doen bent.
06.03 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Cette dernière affirmation
est totalement fausse car mon
parti a incontestablement proposé
des solutions de rechange. A
l'évidence, le ministre a tellement
mal suivi ce dossier qu'il ne sait
même plus où le bât blesse. J'en
veux pour preuve le retard avec
lequel il est mis en possession des
chiffres.

La cause majeure du problème
réside dans l'absence totale de
moyens de pression, ce qui
contraint le ministre à
constamment reporter l'échéance.
06.04 Minister Patrick Dewael: (Microfoon niet ingeschakeld) Wat is
uw stok achter de deur? Als u een deadline zou hebben en u stelt vast
dat er niet voldoende zijn, wat is dan uw stok achter de deur?
06.04 Patrick Dewael, ministre:
À quel moyen de pression M.
Laeremans avait-il lui-même
songé?
06.05 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Het probleem is dat die
deadline...
06.06 Minister Patrick Dewael: Geef eerst eens antwoord op mijn
vraag.
06.07 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, laat
mij eerst het volgende zeggen. Het probleem is dat die deadline ten
onrechte is uitgebreid naar alle inspecteurs. Die vijf jaar was enkel
06.07 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Le ministre s'est mis
dans l'embarras en élargissant les
CRIV 51
COM 994
12/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
bedoeld voor de gewezen rijkswachters: een kleine groep die men
goed had kunnen begeleiden, zeker degenen die de eerste vijf jaar
niet op pensioen zouden gaan en die in Brussel zouden blijven.

U heeft het hele verhaal echter uitgebreid naar alle nieuwe
inspecteurs en wat de wet betreft heeft u dan verwezen naar uw
voorganger. U heeft een zaak die helemaal niet wettelijk is op die
manier geregeld, tegen de wet in. U had eventueel een wettelijk
initiatief kunnen nemen waarbij er een precaire aanstelling is,
bijvoorbeeld gedurende x maanden. Tijdens die x maanden kan er
dan een heel intensief taalbad worden gegeven, desnoods tijdens de
helft van de werkuren dat ze agent of inspecteur zijn.

Ik stel het misschien karikaturaal voor, maar u zou hen intensief
kunnen begeleiden, hen intensief taallessen en stages kunnen geven
en dan zou u na een zekere tijd met die mensen kunnen werken. Het
zullen misschien geen perfect tweetalige mensen zijn, maar zij
zouden dan toch in staat zijn om het taalexamen af te leggen. U hebt
geen enkele stok achter de deur. Het resultaat is dat er geen enkele
aansporing is voor die mensen om de andere taal te leren. De cijfers
waarmee wij dit zouden kunnen bewijzen, houdt u verborgen. U hebt
de politie opzettelijk tijd gegeven tot 12 juni om ze morgen niet te
moeten geven. Nu zullen wij morgen een wet behandelen waarvan de
noodzaak niet eens cijfermatig is aangetoond. Ik vind dat eigenaardig.
Tenzij u vannacht...
exigences à tous les nouveaux
inspecteurs. S'il s'était limité à
ceux qui étaient issus de la
gendarmerie, l'échéance initiale
aurait aisément pu être respectée.
Une véritable immersion
linguistique aurait alors pu être
proposée à un groupe restreint de
personnes et les problèmes
auraient été résolus. Il n'existe
aujourd'hui aucun moyen de
pression et, partant, aucun
stimulant.

Je suis d'ailleurs convaincu que le
ministre n'attend pas les chiffres
de la police avant ce 12 juin, ce
qui lui permettra de n'avoir pas à
les communiquer demain à la
commission. Dans ces conditions,
nous discuterons demain d'une loi
qui ne pourra pas être étayée au
moyen de chiffres.
06.08 Minister Patrick Dewael: (...) die niet beantwoorden aan de
taalvereisten, zult u die morgen buitensmijten of niet? Antwoord daar
eens op.
06.08 Patrick Dewael, ministre:
M. Laeremans propose-t-il de se
débarrasser sur-le-champ de tous
ceux qui ne répondent pas aux
critères linguistiques? Pourrait-il
me dire comment il compte
résoudre le problème?
06.09 Bart Laeremans (Vlaams Belang): U bent ondertussen al drie
jaar minister van Binnenlandse Zaken. Ik ben geen minister van
Binnenlandse Zaken. Ik moet uw rol niet vervullen. Ik stel vast dat u er
niet in slaagt om de taalwet na te leven.
06.09 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Je n'ai pas assumé la
charge de ministre de l'Intérieur au
cours des trois dernières années.
Je demande au ministre de
reporter ce dossier.
Le président: Monsieur Laeremans, vous avez dépassé votre temps de parole. Il y a des règles dans ce
parlement. Vous avez le dernier mot. Il vous reste encore quelques secondes.
06.10 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, u
bent morgen niet in staat om het te laten behandelen. Ik vraag dat u
morgen die zaak uitstelt, omdat u morgen geen cijfers zult hebben.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

Le président: La question n° 11958 de Mme Meeus est reportée et la question n° 12004 de M. Tant est
transformée en question écrite.

La réunion publique de commission est levée à 16.05 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.05 uur.