CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 993
CRIV 51 COM 993
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NFRASTRUCTURE
,
DES
C
OMMUNICATIONS ET DES
E
NTREPRISES
PUBLIQUES
C
OMMISSIE VOOR DE
I
NFRASTRUCTUUR
,
HET
V
ERKEER EN DE
O
VERHEIDSBEDRIJVEN
lundi
maandag
12-06-2006
12-06-2006
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 993
12/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i

SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Guido De Padt au ministre de la
Mobilité sur "la connaissance du Code de la
route" (n° 11085)
1
Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister
van Mobiliteit over "de kennis van de wegcode"
(nr. 11085)
1
Orateurs: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Questions jointes de
3
Samengevoegde vragen van
4
- Mme Marie Nagy au ministre de la Mobilité sur
"les routes de décollage à partir de la piste 07"
(n° 11916)
3
- mevrouw Marie Nagy aan de minister van
Mobiliteit over "de opstijgroutes vanaf baan 07"
(nr. 11916)
4
- M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité
sur "l'annulation éventuelle du plan de dispersion"
(n° 11998)
3
- de heer Jef Van den Bergh aan de minister van
Mobiliteit over "de mogelijke vernietiging van het
spreidingsplan" (nr. 11998)
4
- Mme Brigitte Wiaux au ministre de la Mobilité
sur "un accord de coopération entre l'État fédéral
et les Régions concernant le plan de répartition
des vols et les nuisances sonores dans le Brabant
wallon" (n° 11999)
4
- mevrouw Brigitte Wiaux aan de minister van
Mobiliteit over "een samenwerkingsakkoord
tussen de federale Staat en de Gewesten over het
spreidingsplan voor het luchtverkeer en de
geluidshinder in Waals-Brabant" (nr. 11999)
4
- M. Bart Laeremans au ministre de la Mobilité sur
"l'arrêt qui sera rendu prochainement par le
Conseil d'État à propos du plan de dispersion et
l'étude relative à la piste 25L" (n° 12007)
4
- de heer Bart Laeremans aan de minister van
Mobiliteit over "het nakende arrest van de Raad
van State in verband met het spreidingsplan en
de studie omtrent de baan 25L" (nr. 12007)
4
Orateurs: Marie Nagy, Jef Van den Bergh,
Brigitte Wiaux, Bart Laeremans, Renaat
Landuyt
, ministre de la Mobilité
Sprekers: Marie Nagy, Jef Van den Bergh,
Brigitte Wiaux, Bart Laeremans, Renaat
Landuyt
, minister van Mobiliteit
Question de M. Olivier Maingain au ministre de la
Mobilité sur "l'avenir du service de médiation pour
l'aéroport de Bruxelles-National" (n° 11676)
10
Vraag van de heer Olivier Maingain aan de
minister van Mobiliteit over "de toekomst van de
ombudsdienst voor de luchthaven Brussel-
Nationaal" (nr. 11676)
10
Orateurs: Olivier Maingain, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Olivier Maingain, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question et interpellation jointes de
11
Samengevoegde vraag en interpellatie van
11
- M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité
sur "les mesures à l'encontre des automobilistes
alcooliques" (n° 11696)
11
- de heer Jef Van den Bergh aan de minister van
Mobiliteit over "de aanpak van alcoholverslaafden
in het verkeer" (nr. 11696)
11
- M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité
sur "le récent rapport de l'IBSR relatif à la
conduite sous influence de l'alcool et/ou de
drogues" (n° 868)
11
- de heer Jef Van den Bergh tot de minister van
Mobiliteit over "het recente BIVV-rapport in
verband met het rijden onder invloed" (nr. 868)
11
Orateurs: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt
, ministre de la Mobilité
Sprekers: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt
, minister van Mobiliteit
Motions
17
Moties
17
Question de M. Guido De Padt au ministre de la
Mobilité sur "la nouvelle interprétation faite par le
Service Transport Exceptionnel de la
réglementation relative aux dimensions autorisées
des camions" (n°11725)
18
Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister
van Mobiliteit over "de gewijzigde interpretatie
binnen de Dienst Uitzonderlijk Vervoer van de
reglementering betreffende de toegelaten
afmetingen van vrachtwagens" (nr. 11725)
18
Orateurs: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Guido De Padt au ministre de la
Mobilité sur "le statut d'un panneau de
signalisation pour lequel aucun règlement de
police n'a été adopté" (n° 11957)
20
Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister
van Mobiliteit over "de status van een
verkeersbord waarvoor geen politiereglement
werd aangenomen" (nr. 11957)
19
Orateurs: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
12/06/2006
CRIV 51
COM 993
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de
la Mobilité sur "le baromètre de la sécurité
routière" (n° 11737)
22
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
minister van Mobiliteit over "de
verkeersveiligheidsbarometer" (nr. 11737)
22
Orateurs: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt
, ministre de la Mobilité
Sprekers: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt
, minister van Mobiliteit
Interpellation de M. Jef Van den Bergh au ministre
de la Mobilité sur "le non-sanctionnement de
certaines infractions au Code de la route par suite
de la défaillance du système de
perception"(n° 872)
25
Interpellatie van de heer Jef Van den Bergh tot de
minister van Mobiliteit over "de straffeloosheid van
verkeersovertredingen ten gevolge van een falend
inningssysteem" (nr. 872)
25
Orateurs: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt
, ministre de la Mobilité
Sprekers: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt
, minister van Mobiliteit
Motions
28
Moties
28
Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de
la Mobilité sur "la conformité aux règles
européennes de la réforme de la formation à la
conduite" (n° 11974)
29
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
minister van Mobiliteit over "de conformiteit van
de hervorming van de rijopleiding met de
Europese regels" (nr. 11974)
29
Orateurs: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt
, ministre de la Mobilité
Sprekers: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt
, minister van Mobiliteit
CRIV 51
COM 993
12/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE
L'INFRASTRUCTURE, DES
COMMUNICATIONS ET DES
ENTREPRISES PUBLIQUES
COMMISSIE VOOR DE
INFRASTRUCTUUR, HET
VERKEER EN DE
OVERHEIDSBEDRIJVEN
du
LUNDI
12
JUIN
2006
Après-midi
______
van
MAANDAG
12
JUNI
2006
Namiddag
______

De vergadering wordt geopend om 14.17 uur door de heer Francis Van den Eynde, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.17 heures par M. Francis Van den Eynde, président.

De voorzitter: De heer Muls heeft zijn vraag nr. 11983 ingetrokken.
01 Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister van Mobiliteit over "de kennis van de wegcode"
(nr. 11085)
01 Question de M. Guido De Padt au ministre de la Mobilité sur "la connaissance du Code de la route"
(n° 11085)
01.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, uit recent onderzoek ­ ik spreek over een
mededeling in maart ­ door een van de grotere verzekeraars die ons
land kent, blijkt dat meer dan een derde van alle auto-ongevallen
wordt veroorzaakt doordat de chauffeur belangrijke verkeersregels
niet kent. Het handelt bijvoorbeeld over het verkeerd uitvoeren van
manoeuvres, het niet respecteren van verkeersregels, problemen bij
het parkeren, enzovoort. Ook testen op het voorbije autosalon
bevestigen die gebrekkige regelkennis.

Volgens een studie van die verzekeraar liggen twee grote oorzaken
aan de grondslag van die slechte kennis: enerzijds het feit dat
mensen belangrijke details vergeten nadat ze hun rijbewijs hebben
behaald en anderzijds het feit dat mensen niet gesensibiliseerd
worden als er nieuwigheden in de wegcode zijn. Nochtans ­ en dit lijkt
me de evidentie zelve ­ is de kennis van de wegcode voor iedereen
een goede zaak: in eerste instantie voor de maatschappij, omdat de
verkeersveiligheid zou kunnen worden verhoogd; ten tweede voor de
verzekeraars, omdat ze geld kunnen besparen wegens minder
schadegevallen, en ten derde voor de burger zelf die zijn premie voor
autoverzekeringen zou kunnen zien dalen. Vandaar dat ik een aantal
vragen heb, mijnheer de minister.

Ten eerste, aangezien het hier gaat om één onderzoek van één
verzekeraar, is het wellicht niet oninteressant om te weten of daarover
enig ander onderzoek werd gepleegd: door de FOD Mobiliteit, door
het BIVV of bijvoorbeeld door een universiteit waaraan het onderzoek
werd uitbesteed.

Ten tweede, wanneer dat niet is gebeurd, zal dat binnenkort dan wel
gebeuren? Zo neen, waarom niet?
01.01 Guido De Padt (VLD):
D'après une étude récemment
réalisée à la demande d'une
importante compagnie
d'assurances, plus d'un tiers des
accidents de la circulation qui
surviennent en Belgique sont dus
à une connaissance insuffisante
du code de la route. Deux facteurs
seraient à l'origine de ces lacunes:
les conducteurs oublient de
nombreux détails du code de la
route après avoir passé l'examen
de conduite et ils sont trop peu
sensibilisés à l'intégration de
nouvelles règles.

Le SPF Mobilité ou l'Institut Belge
pour la Sécurité Routière (IBSR) a-
t-il déjà demandé la réalisation
d'une étude scientifique relative à
la connaissance du code de la
route et à la pertinence de cette
connaissance au regard des
accidents de la circulation? De
telles études sont-elles en projet?

Des initiatives visant à améliorer la
connaissance du code de la route
sont-elles prévues?
12/06/2006
CRIV 51
COM 993
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2

Ten derde, plant de minister enig initiatief om het peilen van de kennis
van de wegcode te verbeteren? Het initiatief van de verzekeraar in
samenwerking met het BIVV is wellicht slechts een druppel op een
hete plaat. Indien ja, waar denkt de minister dan aan in concreto?

Ten vierde, is een betere sensibilisering van de burger niet
aangewezen? Blijkbaar mist een groot deel van de, al dan niet
georganiseerde, campagnes ronde de wegcode zijn doel, als we de
cijfers mogen geloven.

Ten vijfde, een deel van de problemen kan worden veroorzaakt door
een te ingewikkeld verkeersreglement. Hoever staat het met de
vereenvoudiging van de wegcode, die een aantal maanden geleden
werd aangekondigd?

Ten zesde, de gemaakte vaststellingen zijn een goede gelegenheid
om opnieuw te pleiten voor de uitbouw van een ongevalleninstituut,
waarover ook wij reeds een voorstel van resolutie hebben ingediend.
Hoever staat het met de creatie van een dergelijk instituut?
Les chiffres ahurissants de l'étude
ne démontrent-ils pas que les
campagnes de sensibilisation
relatives au code de la route ratent
leur but?

Voici peu, le ministre a annoncé
une simplification du code de la
route. Quand celle-ci aura-t-elle
lieu?

Que pense le ministre de la
création d'un "institut des
accidents", comme proposé par le
VLD?
01.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, waarde
collega's, de autoverzekeraar Winterthur is op basis van de analyse
van al zijn schadegevallen tot het besluit gekomen dat 70% van de
ongevallen te wijten zijn aan een gebrekkige kennis van de
verkeersregels. Dat een gebrekkige kennis van het
verkeersreglement mogelijkerwijze kan leiden tot verkeersongevallen,
is niet te betwisten. Wat moeilijker in te schatten is, is via welke
methode men deze conclusies trekt. Ik kan u bevestigen dat er tot op
heden, bij mijn weten, geen onderzoekers zijn die op een of andere
wetenschappelijke manier het onderzoek wel hebben gevoerd.

Wat uw tweede vraag betreft, is er volgens mijn bronnen geen enkel
onderzoek gepland. Er is wel het initiatief door veel deskundigen
ondersteund om het verkeersreglement te vereenvoudigen, wat erop
wijst dat we er alle belang bij hebben om de regels eenvoudig en dus
herkenbaar te maken voor de weggebruikers.

Ik kom tot uw derde vraag. Wat betreft mijn initiatieven wordt alles
erop gericht om de vereenvoudiging door te voeren en ondertussen
zoveel mogelijk te sensibiliseren omtrent de bestaande regels om te
vermijden dat er al te veel resoluties worden goedgekeurd door het
Parlement, waardoor we weer het Reglement zouden moeten
veranderen. We proberen dat te vermijden om het voor de mensen
hanteerbaar te houden.

Wat betreft uw vierde vraag, het BIVV sensibiliseert de weggebruikers
het hele jaar door.

Er wordt volgens mij voldoende gesensibiliseerd. Indien mensen
worden overstelpt met sensibilisatiecampagnes, is het effect ook weer
nihil. Het komt er dus op aan om de regels te vereenvoudigen, precies
om de sensibilisatie overbodig te maken.

Wat uw vijfde vraag betreft, vorige week woensdag hebben wij de
basisprincipes van de verkeersvereenvoudiging goedgekeurd in de
regering, precies met de bedoeling om verdere stappen te kunnen
concretiseren. Er is een wetsontwerp goedgekeurd; het voorontwerp
01.02 Renaat Landuyt, ministre:
L'enquête de la compagnie
d'assurances Winterthur a révélé
que la cause de 70% des
accidents est liée, d'une manière
ou d'une autre, à une mauvaise
connaissance du code de la route.
Nul ne met cette conclusion en
doute, mais il n'est pas clairement
établi comment l'enquête a abouti
à cette conclusion.

Les pouvoirs publics n'ont chargé
personne d'examiner cette
corrélation scientifique et il n'existe
pas davantage de projet en ce
sens. En revanche, une
simplification des règles de la
circulation est en préparation.
Presque tous les experts en
matière de circulation routière de
notre pays ont accueilli
favorablement cette initiative.
Dans l'intervalle, la sensibilisation
à l'égard des règles de la
circulation existantes ne peut être
négligée et je lance un appel pour
que l'on n'adopte provisoirement
pas trop de résolutions
parlementaires visant à adapter le
code de la route.

L'IBSR mène des campagnes de
sensibilisation tout au long de
l'année. Il est vain d'en augmenter
encore la fréquence parce qu'un
excès de ce type de campagnes
CRIV 51
COM 993
12/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
is dus wetsontwerp geworden, dat een nieuwe basiswet zal moeten
zijn voor een aangepast koninklijk besluit. Dat zijn de beslissingen van
vorige week. De voorbereiding bij mij is praktisch afgerond, we zitten
op het niveau van de regering wat dat betreft.

Wat het ongevalleninstituut betreft, kan ik verwijzen naar de jongste
hoorzitting die gehouden werd in deze commissievergadering.
pourrait finalement produire l'effet
contraire.

La simplification du code de la
route a été coulée dans un projet
de loi que le gouvernement a
adopté la semaine dernière. Ce
projet résultera finalement en une
loi qui servira de base à un nouvel
arrêté royal.

En ce qui concerne le problème de
l'Institut des accidents, je renvoie
aux constatations de l'audition
organisée au sein de la
commission.
01.03 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de minister, ik stel vast dat de
overheid niet zelf wat onderzoek verricht naar een aantal zaken die
toch belangrijk kunnen zijn voor het verkeersveiligheidsbeleid. We
laten het blijkbaar liever over aan verzekeraars die dat echter wellicht
vanuit een andere invalshoek bekijken, meer in het licht van de
aansprakelijkheidsaspecten dan louter en alleen in het licht van de
verkeersveiligheidsaspecten.

Het is goed dat de verkeerswetgeving wordt vereenvoudigd, met dien
verstande dat het goed kan worden uitgelegd aan de mensen. Ik
bedoel daarmee dat die vereenvoudiging goed ter kennis moet
worden gebracht van degenen voor wie ze bestemd is, anders is het
een slag in het water.

Wellicht kan het BIVV daarin een grote rol spelen. Mijnheer de
minister, volgens mij zou het ook goed zijn - ik weet niet of dit al dan
niet gebeurt - dat de doeltreffendheid van de sensibiliseringsacties
van het BIVV eens op een onafhankelijke manier zou worden
gemeten.

Binnenkort, in september en oktober, zullen wij daarmee ook worden
geconfronteerd. Het is niet slecht om publiciteit te voeren. De vraag is
natuurlijk in welke mate ze wordt opgevangen door degenen voor wie
ze bedoeld is. Ik weet niet of het gebeurt. Het kan misschien
gebeuren dat men de doeltreffendheid, de adequaatheid van die
sensibiliseringscampagnes ook eens zou meten.
01.03 Guido De Padt (VLD): Il
est regrettable que les pouvoirs
publics ne consacrent pas eux-
mêmes des études à la question
mais s'en remettent à des sociétés
privées qui abordent évidemment
la question sous un angle qui leur
est propre.

La simplification du code de la
route constitue une bonne chose
mais les conducteurs doivent en
être informés rapidement et
exhaustivement. L'IBSR peut à cet
égard jouer un rôle déterminant.

Je propose de soumettre
l'efficacité des campagnes de
l'IBSR à une enquête
indépendante.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

De voorzitter: De heer Roel Deseyn verzoekt om de vraag nr. 11681 uit te stellen.

Nous arrivons donc au feuilleton hebdomadaire de cette commission: les problèmes de l'aéroport de
Zaventem. M. Charles Michel, qui aurait dû monter en première ligne, a demandé à transformer sa
question n
o
11688 en question écrite.
02 Questions jointes de
- Mme Marie Nagy au ministre de la Mobilité sur "les routes de décollage à partir de la piste 07"
(n° 11916)
- M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité sur "l'annulation éventuelle du plan de dispersion"
(n° 11998)
12/06/2006
CRIV 51
COM 993
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
- Mme Brigitte Wiaux au ministre de la Mobilité sur "un accord de coopération entre l'État fédéral et les
Régions concernant le plan de répartition des vols et les nuisances sonores dans le Brabant wallon"
(n° 11999)
- M. Bart Laeremans au ministre de la Mobilité sur "l'arrêt qui sera rendu prochainement par le Conseil
d'État à propos du plan de dispersion et l'étude relative à la piste 25L" (n° 12007)
02 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Marie Nagy aan de minister van Mobiliteit over "de opstijgroutes vanaf baan 07" (nr. 11916)
- de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Mobiliteit over "de mogelijke vernietiging van het
spreidingsplan" (nr. 11998)
- mevrouw Brigitte Wiaux aan de minister van Mobiliteit over "een samenwerkingsakkoord tussen de
federale Staat en de Gewesten over het spreidingsplan voor het luchtverkeer en de geluidshinder in
Waals-Brabant" (nr. 11999)
- de heer Bart Laeremans aan de minister van Mobiliteit over "het nakende arrest van de Raad van
State in verband met het spreidingsplan en de studie omtrent de baan 25L" (nr. 12007)
02.01 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le ministre, nous savons tous
que vous éprouvez quelques difficultés à traiter avec les riverains ou
simplement à les écouter. Cependant, certaines de leurs associations
avancent des propositions constructives qui mériteraient que vous
vous y attardiez. L'exemple que je vais vous donner est celui de la
route de décollage à partir de la piste 07. Cette suggestion ne remet
pas en cause la viabilité de l'aéroport, n'implique pas le survol de
Bruxelles ou celui du Noordrand. Bref, c'est une proposition
constructive. Elle émane des associations de l'est de l'aéroport et a le
soutien des groupes de riverains, des communes flamandes et
wallonnes autour de la balise d'Huldenberg.

La proposition consiste à faire monter les avions jusqu'à 4.000 pieds
­ au lieu de 1.700 pieds actuellement ­ avant Louvain en direction de
la balise d'Huldenberg, pour virer ensuite à droite pour les
destinations du sud-est vers la balise de destination (Olne, Sprimont,
Diekirch, Rousy et Gouvy) et à gauche pour les destinations au nord,
ouest et sud-ouest (balise de Chièvres). Selon les spécialistes
consultés, cette solution ne pose pas de difficultés techniques: une
route similaire a même déjà été publiée en son temps par
Belgocontrol.

En revanche, elle permet de ne pas survoler Louvain, elle permet à
tous les avions d'atteindre l'altitude minimale de 6.000 pieds au-
dessus de la zone de Beauvechain et d'effectuer un virage à haute
altitude, ce qui diminue sensiblement le bruit pour les habitants
survolés.

Cette adaptation de la procédure permettrait de satisfaire les riverains
de Herent, de Bertem, d'Oud-Heverlee mais aussi de diminuer
légèrement la multiconcentration autour de la balise d'Huldenberg qui
rassemble près de 50% des décollages de Zaventem, quelle que soit
la piste utilisée. Cet état de fait conduit d'ailleurs certaines communes
autour de cette balise à avoir des niveaux moyens de bruit égaux
voire supérieurs à ceux de Meise ou de Grimbergen, pourtant
beaucoup plus proches de l'aéroport et avec des fréquences de
survol de loin supérieures.

Et votre fameux plan de dispersion n'a pas amélioré la chose.

En conclusion, monsieur le ministre, qu'attendez-vous dans ce cas
précis des décollages en 07 pour accéder à la demande des riverains,
à savoir un virage à 4.000 pieds, à droite pour les destinations du sud-
02.01 Marie Nagy (ECOLO):
Sommige verenigingen van
omwonenden doen constructieve
voorstellen. Zo is er een
opmerkenswaardig voorstel van
de verenigingen van de Oostrand
met betrekking tot de opstijgroute
vanaf baan 07, dat het
voortbestaan van de luchthaven
niet in het gedrang brengt en
vermijdt dat Brussel of de
Noordrand overvlogen worden.

Voorgesteld wordt dat de
vliegtuigen vóór Leuven richting
baken van Huldenberg opstijgen
tot een hoogte van 4.000 (in plaats
van 1.700) voet en pas daarna
afzwenken.

Volgens de hierover
geconsulteerde specialisten levert
die oplossing geen technische
problemen op.

Dat voorstel zou alvast de
inwoners van Haren, Bertem en
Oud-Heverlee tevredenstellen,
maar ook de concentratie rond het
baken van Huldenberg lichtjes
verminderen, waar in sommige
gemeenten het gemiddelde
geluidsniveau even hoog ligt als in
Meise of Grimbergen, of zelfs nog
hoger.

Uw spreidingsplan heeft de zaak
niet bepaald vooruitgeholpen.

Waar wacht u op om dat verzoek
in te willigen?
CRIV 51
COM 993
12/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
est vers la balise de destination (Olne, Sprimont, Diekirch, Rousy et
Gouvy) et un virage à gauche pour les destinations au nord, ouest et
sud-ouest (balise de Chièvres)?

Je vous remercie, d'ores et déjà, monsieur le ministre, pour la
réponse que vous voudrez bien apporter à ma question.
02.02 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, collega's, in 2004 werd door een aantal bewoners van de
Oostrand een procedure ingeleid bij de Raad van State tegen het
spreidingsplan. Midden vorig jaar reeds adviseerde de auditeur de
vernietiging van het plan.

Midden deze maand mogen we de slotpleidooien verwachten en
blijkens een aantal berichten zou een vernietiging van het
spreidingsplan-Anciaux een reële piste zijn. Ook u houdt daarmee
rekening, zo verklaarde u tenminste. Er zou reeds overleg hebben
plaatsgevonden binnen het kernkabinet.

We kunnen moeilijk ingaan op een uitspraak die nog niet definitief is
maar ik zou u toch alvast willen vragen of u klaar bent voor het
moment waarop het spreidingsplan definitief wordt geschorst. Welke
zijn de mogelijke scenario's die u dan zult voorleggen?
02.02 Jef Van den Bergh
(CD&V): Le Conseil d'État devrait
rendre prochainement un arrêt
concernant le plan de dispersion
intégral. La procédure devant le
Conseil avait été entamée voici
deux ans par un certain nombre
d'habitants de la périphérie est.
Vers le milieu de 2005, l'auditeur
du Conseil avait recommandé
l'annulation de l'ensemble de ce
plan. Les plaidoiries finales sont
prévues la semaine prochaine.

Il me revient que le conseil des
ministres restreint a examiné
toutes les conséquences possibles
d'une annulation. Le
gouvernement y est-il préparé?
État suivrait l'avis de l'auditeur?
02.03 Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le ministre, une réunion s'est
tenue le 15 mai dernier en votre cabinet, dont la presse s'est fait
l'écho et relative aux nuisances sonores engendrées par les avions à
destination ou en provenance de l'aéroport de Zaventem.

Les Régions bruxelloise et flamande ont été conviées à cette réunion
et y ont assisté. Or, les nuisances sonores engendrées par les
activités de l'aéroport de Zaventem sont également subies en Région
wallonne, plus particulièrement par les habitants du Brabant wallon
depuis l'adoption du plan du ministre Anciaux par le gouvernement
fédéral.

A cet égard, la Région wallonne est intervenue lors du comité de
concertation du 19 avril dernier qui examinait votre avant-projet de loi
relatif aux procédures de vol. La Région wallonne, par l'intervention de
son ministre des Transports, vous a fait part de ses critiques face à la
disposition finale de l'avant-projet de loi qui risquait d'aboutir, si aucun
accord sur le sujet n'était trouvé dans les délais requis, au bétonnage
de l'actuel plan de dispersion. In fine, face à l'opposition générale des
Régions à l'égard de cette disposition, un accord a été obtenu,
précisant que l'entrée en vigueur de la loi sera fixée par arrêté royal
délibéré en Conseil des ministres après accord des Régions.

Cette entrée en vigueur ne pourra en tout état de cause intervenir que
lorsqu'un accord de coopération aura pu être signé concernant la
gestion du bruit autour de l'aéroport de Zaventem, comme le
sollicitaient les Régions.

Monsieur le ministre, pouvez-vous me confirmer que l'accord de
coopération actuellement en discussion dans la perspective de
02.03 Brigitte Wiaux (cdH): Op
15 mei jongstleden vond er op uw
kabinet een vergadering over de
geluidsoverlast veroorzaakt door
de activiteiten op de luchthaven
van Zaventem plaats, waarop het
Brusselse en het Vlaamse Gewest
uitgenodigd waren. Het Waals
Gewest ondervindt echter ook last
van die geluidshinder en de
Waalse minister van Transport
heeft u op de hoogte gesteld van
zijn kritiek op de slotbepaling van
het voorontwerp van wet die zou
worden uitgevoerd, indien er
terzake geen overeenstemming
zou worden bereikt.

Op de valreep is er een akkoord
bereikt dat bepaalt dat de datum
van de inwerkingtreding van de
wet in een bij Ministerraad
overlegd koninklijk besluit zal
worden vastgelegd nadat de
Gewesten hun instemming hebben
verleend en een
samenwerkingsakkoord hebben
ondertekend.

Zullen de drie Gewesten bij het
12/06/2006
CRIV 51
COM 993
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
l'adoption du projet de loi sur les procédures de vol associera bien
l'État fédéral et les trois Régions, notamment les régions limitrophes
et donc celle de la Région wallonne? Dans quelles circonstances la
Région, compte tenu des répartitions de compétences entre l'État
fédéral et les Régions, sera-t-elle concertée et associée lorsqu'il s'agit
de l'aéroport de Zaventem?
samenwerkingsakkoord betrokken
worden? Hoe zal het Waalse
Gewest geraadpleegd worden?
02.04 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, de
heer Van den Bergh vreest voor een nieuw Durant-scenario. Het
probleem is dat bedoeld scenario zich al bijna opnieuw heeft
voltrokken.

Wij zouden bijna met heimwee terugdenken aan de Durant-periode.
Toen hoorden wij weliswaar veel hardere en veel krassere taal van de
minister, maar wij hadden tenminste duidelijkheid over wie we
tegenover ons hadden. Zij was de exponent van het Brusselse
egoïsme en van de antisolidariteit, wat toch merkwaardig is voor een
groene partij.

De huidige minister wil de schijn wekken dat hij het spreidingsplan
zoveel mogelijk wil voortzetten. In de praktijk werd echter door de vele
wijzigingen overgegaan tot steeds meer concentratie.

Sinds 2 mei 2006 werd het fameuze omkeringsprincipe afgeschaft.
De resultaten zijn er. De eerste maand is om. 's Nachts zijn er in de
Noordrand nu nog drie nachten met rust, terwijl er voorheen dertien
nachten waren. Terwijl voor heel 2005 43,8% van de vluchten vanop
baan 25R vertrokken, is dat nu plots 64,7%.

Er is dus een enorme toename van de belasting via baan 25R. Wij
vrezen dat het binnenkort nog veel erger zal worden, wanneer het
spreidingsplan helemaal zal worden afgeschaft.

Ik sluit mij dus aan bij de vraag die werd gesteld. Werd inderdaad
binnen de regering overleg gepleegd over een nieuw scenario? Zou
het scenario een aantal alternatieve spreidingsmethodes inhouden of
wordt er opnieuw in de richting van concentratie gegaan?

Ik maak van de gelegenheid gebruik om ook het volgende te vragen.
U hebt de studie over baan 25L lang geleden al aangekondigd en ze
zou nu zeker moeten zijn voltooid: Hoe ver staat het met de studie
over baan 25L? Werd ze afgerond? Kan de studie aan de
commissieleden worden meegedeeld?

Ten derde, heel opmerkelijk tijdens de hoorzitting van vorige week
was dat de BeCa-woordvoerders van de piloten hebben gepleit om
beide hoofdbanen ook in de omgekeerde richting te gebruiken, zoals
trouwens het voorbije weekend op zondag is gebeurd.

Wat baan 7R betreft, door de ingebruikname van het ILS-
landingssysteem werd voornoemde piste opnieuw overwogen. Uw
voorganger heeft het er vaker over gehad, maar u hebt er nadien
nooit meer over gesproken.

Wat zou de kostprijs daarvan kunnen zijn? Binnen welke tijd zou de
baan in gebruik kunnen worden genomen?
02.04 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): M. Van den Bergh craint
un nouveau scénario à la Durant
mais celui-ci c'est pratiquement
déjà à nouveau répété. Nous en
arriverions à regretter l'époque de
la ministre Durant. Nous savions
au moins alors qui était notre
adversaire. La ministre Durant
incarnait l'égoïsme bruxellois et
l'anti-solidarité. M. Landuyt
cherche à faire croire qu'il veut
réaliser une dispersion alors qu'on
assiste à une concentration
accrue. Le principe de l'inversion a
été abandonné le 2 mai et la
périphérie Nord ne bénéficie plus
que de trois nuits calmes, contre
treize encore précédemment. Le
nombre de décollages sur la piste
25R est passé de 43,8 à 64,7% et
de nouvelles nuisances sont à
craindre en cas d'abandon du plan
de dispersion.

Le gouvernement s'est-il concerté
à propos du nouveau scénario?
Va-t-il présenter un nouveau plan
de dispersion ou une nouvelle
concentration? L'étude concernant
la piste 25L est-elle achevée? Le
Parlement peut-il en prendre
connaissance?

La BeCA a préconisé la semaine
dernière d'aussi utiliser les deux
pistes principales en sens inverse
en mettant en service les
systèmes d'atterrissage ILS. Cette
option a-t-elle été envisagée? Quel
en serait le coût et quand serait-
elle réalisable?
02.05 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, de 02.05 Renaat Landuyt, ministre:
CRIV 51
COM 993
12/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
verschillende vragen van de collega's hebben één gemeenschappelijk
verband: ze gaan over een aspect van het plan voor de vluchten
vanuit Zaventem. Voor het overige zijn ze een beetje punctueel. Ik zal
dan ook punctuele antwoorden geven, zonder vooruit te lopen op wat
in de toekomst nog moet beslist worden.
Certaines des questions posées
sont très spécifiques et par
conséquent, je vais y apporter des
réponses spécifiques.
Pour répondre à la question de Mme Nagy, la proposition relative à
l'utilisation de la piste 07 est une des propositions aujourd'hui à
l'examen. Comme pour toute proposition, certains spécialistes
confirment sa faisabilité et d'autres l'infirment. En tout cas, la seule
chose certaine est que cette proposition vise à plus de dispersion,
mais d'un autre côté.
Wat de vraag van mevrouw Nagy
betreft, is het voorstel betreffende
baan 07 een van de onderzochte
voorstellen. Zoals voor alle
voorstellen het geval is,
bevestigen bepaalde specialisten
dat het haalbaar is, wat door
andere specialisten dan weer
wordt ontkend. Hoe dan ook is dit
voorstel op een grotere spreiding
gericht, zij het in een andere
richting.
02.06 (...): (...)
02.07 Renaat Landuyt, ministre: Je ne sais pas.
02.08 Brigitte Wiaux (cdH): Vous ne savez pas! Voilà une bonne
réponse.
02.09 Renaat Landuyt, ministre: Certains disent que ce n'est pas
compliqué et d'autres affirment le contraire. Je ne suis pas spécialiste.
02.10 Marie Nagy (ECOLO): Voilà qui est exact.
02.11 Renaat Landuyt, ministre: Je n'ai pas la prétention d'être un
spécialiste.
Le président: La modestie est une qualité également.
02.12 Minister Renaat Landuyt: Het is in dit dossier altijd moeilijk om
aan het woord te blijven.

Wat de uitspraken van de Raad van State betreft, wordt het uitkijken
of de voorbode van het arrest ook deze keer effectief het arrest zal
zijn. Als er een arrest is, is dat er een van de zovele waarin we de
stand van zaken moeten opmaken en, in het licht van de
mogelijkheden ten opzichte van de rechterlijke uitspraken, moeten
nagaan waar er aanpassingen moeten gebeuren binnen de politieke
situatie.
02.12 Renaat Landuyt, ministre:
Il faudra voir si les prémices de
l'arrêt seront effectivement
confirmées par l'arrêt du Conseil
d'État, qui constituera le énième
arrêt de ce dernier. Nous referons
alors le point et procéderons aux
aménagements requis.
En ce qui concerne la question de Mme Wiaux, les éléments dont
nous discutons dans le cadre d'un accord de coopération sont soumis
au comité interministériel au sein duquel le gouvernement wallon est
représenté. Il ne bloque pas les discussions et a même marqué son
accord sur la procédure que nous suivons. Je n'ai pas eu de
demande officielle du gouvernement wallon au comité interministériel
pour qu'il soit plus impliqué dans les discussions. Je n'en vois
d'ailleurs pas l'utilité.
Wat de vraag van mevrouw Wiaux
betreft, kan ik zeggen dat de
besprekingen over het
samenwerkingsakkoord in een
interministerieel comité worden
gevoerd. In dat comité is ook de
Waalse regering vertegen-
woordigd, die de besprekingen niet
tegenhoudt en zelfs ingestemd
heeft met de procedure.
12/06/2006
CRIV 51
COM 993
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
Ik heb geen officieel verzoek
ontvangen van de Waalse
regering om nauwer bij de
besprekingen betrokken te
worden. Ik zie daar trouwens ook
het nut niet van in.
Wat de vraag van collega Laeremans betreft, of er nu 3 nachten ten
opzichte van 13 zijn, ik durf dat niet te betwisten. Ik heb de ervaring
dat de officiële analyses achteraf altijd anders zijn dan de analyses
die wij in de kranten lezen. Binnen de regering is er uiteraard overleg
over dit lopende dossier, om iedere keer na te gaan hoe wij, nog beter
dan vandaag, kunnen bemiddelen tussen de twee regio's, om tot een
stabiel akkoord te komen.

Wat betreft de studie over de 25L, is de conclusie op dit ogenblik -
zonder dat iemand de voortzetting vraagt van de werkzaamheden -
dat de 25L niet beter gebruikt kan worden dan ze vandaag gebruikt
wordt.

Het is inderdaad een leerzaam weekend geweest. Door de
omstandigheden van de wind en door het feit dat de piste 20/02 niet
gebruikt kon worden, heeft men omgekeerd gevlogen op de twee
lange pistes. Dankzij het mooie weer kon men dit op zicht doen.
Ondertussen heeft men ook bewezen dat deze manier van vliegen
doenbaar is, weliswaar met veel lawaai voor mensen die in Brussel
wonen.
Y a-t-il trois ou treize nuits calmes,
je ne saurai le dire. Il y a toujours
un écart entre les analyses
officielles et les analyses publiées
dans la presse. Bien sûr, une
concertation a lieu au sein du
gouvernement et je me demande
comment améliorer encore la
concertation avec les Régions en
vue de conclure un accord solide.

Que l'étude relative à la piste 25L
soit poursuivie ou non, la
conclusion qu'on peut d'ores et
déjà tirer est que l'usage qui est
fait de cette piste est actuellement
déjà optimal. Le week-end dernier
s'est révélé particulièrement
instructif. En raison de la direction
du vent et de l'impossibilité
d'utiliser la piste 020, deux pistes
principales ont été utilisées en
sens inverse. La chose est donc
possible mais cette solution
impose des niveaux sonores très
élevés aux habitants de Bruxelles.
02.13 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, j'ai entendu la
réponse du ministre à nos questions. Je constate que le ministre ne
se prononce pas, qu'il n'annonce aucun résultat d'études qu'il aurait
réalisées concernant les avantages des diverses options, en précisant
le délai de chacune. Il ne répond pas à la question de savoir comment
réduire les nuisances, notamment par une variation de l'altitude des
avions et une meilleure localisation des balises.

L'intervention du ministre n'est malheureusement pas assez
déterminée et ne démontre aucune réelle attention aux suggestions
positives avancées. Il est vrai que nous commençons à en avoir
l'habitude.
02.13 Marie Nagy (ECOLO): De
minister spreekt zich niet uit, deelt
geen resultaten mee van verrichte
studies, antwoordt niet op de
vraag hoe de hinder kan beperkt
worden. Hij toont niet echt
belangstelling voor de suggesties.
We zijn dat stilaan gewoon.
02.14 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het
antwoord van de minister was het antwoord dat ik had verwacht, te
weten geen antwoord. Ik begrijp dat het moeilijk vooroplopen is op
een uitspraak van de Raad van State. Wij moeten echter alweer
vaststellen dat de minister blijkbaar liever meer uitleg geeft aan
journalisten dan hier in het Parlement. Dat betreur ik.
02.14 Jef Van den Bergh
(CD&V): Je m'attendais à cette
réponse, qui n'en est pas une. Je
concède qu'il est difficile
d'anticiper l'arrêt du Conseil d'État,
mais force m'est de constater que
le ministre fournit
systématiquement plus
d'informations à la presse qu'au
Parlement.
CRIV 51
COM 993
12/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
02.15 Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le ministre, il est vrai qu'un
accord de coopération a été prévu entre l'État fédéral et les
différentes Régions mais, en tant qu'initiateur de cet accord de
coopération et auteur du projet de loi relatif aux procédures de vol, il
me semble normal que vous preniez les devants dans cette matière.
À défaut, cette loi n'entrera jamais en vigueur.
02.15 Brigitte Wiaux (cdH): Er
wordt inderdaad een
samenwerkingsakkoord in het
vooruitzicht gesteld, maar, als
indiener van het ontwerp
betreffende de vliegprocedures,
lijkt het me logisch dat u het
voortouw neemt. Zoniet zal deze
wet nooit van kracht worden.
02.16 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Het antwoord van de
minister verbaast mij toch. Hij zegt dat de 25L of de 07R gebruikt zijn
om te landen maar dat dit ervoor gezorgd heeft dat er veel lawaai is
geweest boven de hoofden van de mensen die in Brussel wonen. Dat
is altijd zo, bij een vliegtuig dat landt of stijgt is er altijd enig lawaai,
ook met de 02-20 in Sterrebeek, Perk of waar dan ook. Het is wel zo
dat er over het algemeen veel minder lawaai is bij een landend
vliegtuig dan bij een stijgend vliegtuig. Ik denk dat er nogal wat
mensen zouden willen ruilen en dat ze liever eens een weekendje
onder de dalers dan onder de stijgers zouden willen zitten. Men zou
dat minstens moeten kunnen onderzoeken.

Wat ik niet begrijp, is dat de minister nu plots zegt dat de 25L niet
beter te gebruiken is dan nu. Ik zou u willen vragen, mijnheer de
minister, waaruit dat blijkt. Is die studie klaar? Daar hebt u niet op
geantwoord. Bestaat ze? Als ze bestaat, dan had ik ze graag
ingezien. U hebt enkele maanden geleden de opdracht gegeven om
die studie uit te voeren. Toen hebt u gezegd dat het een tweetal
maanden zou duren, ongeveer tot april zei u toen. Het is nu juni. Ik
vraag u, op basis van mijn inzagerecht als parlementslid, waar die
studie is en waar ik ze kan consulteren. Kunt u mij een kopie
bezorgen van die studie? Ik hoop dat u daarop kunt antwoorden.
02.16 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Cette réponse me
surprend. L'utilisation des pistes
25L ou 07R exposerait les
Bruxellois à d'importantes
nuisances sonores. Je conteste
cette affirmation car les avions
sont nettement moins bruyants à
l'atterrissage qu'au décollage. Je
connais bien des gens qui seraient
tout disposés à échanger leur
situation contre celle des
Bruxellois car ils préféreraient
dormir avec des avions qui
atterrissent plutôt qu'avec des
avions qui décollent.

Sur quoi le ministre se fonde-t-il
pour affirmer que la piste 25L ne
saurait être mieux utilisée qu'elle
ne l'est actuellement? L'étude sur
la question est-elle disponible et
pouvons-nous en prendre
connaissance?
02.17 Minister Renaat Landuyt: Ik heb de studie zelf ook nog niet
gezien. Ik weet dat er een groep bezig is met die studieopdracht en
dat ze tot tussentijdse conclusies gekomen zijn. Ik had echter geen
deskundigen nodig om dit te weten, dit wist ik al uit vorige discussies.
Voor de rest weet ik niet of er nog enige dynamiek bestaat bij de
verschillende aangestelde deskundigen om voldoende opdrachten te
krijgen vanuit de onderhandelingen en om te kijken wat ze verder
kunnen doen.
02.17 Renaat Landuyt, ministre:
N'en ayant pas encore pris
connaissance moi-même, je vais
faire examiner le point que vous
soulevez mais telle est en tout cas
la conclusion intermédiaire d'un
groupe de travail. Reste à savoir si
les experts conservent une
dynamique suffisante.
02.18 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Die studie zal dus
misschien nooit gefinaliseerd worden?
02.18 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Peut-être donc cette
étude ne sera-t-elle jamais
achevée.
02.19 Minister Renaat Landuyt: Neen, mijn reactie op wat ik gehoord
heb dat er is, is dat ik daarmee niet tevreden ben. Ik wil meer dan dat.
02.19 Renaat Landuyt, ministre:
Cette situation ne me satisfait pas.
02.20 Bart Laeremans (Vlaams Belang): U bent niet tevreden dat ze
niet gefinaliseerd wordt?
02.21 Minister Renaat Landuyt: Ja, uiteraard. Ik ben ook niet
tevreden omdat ze niet op de juiste vragen antwoorden. De vraag is
02.21 Renaat Landuyt, ministre:
La question était de savoir ce qu'il
12/06/2006
CRIV 51
COM 993
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
wat er nodig is om de betreffende landingsbaan meer te kunnen
gebruiken. Dat was de essentiële vraag. Daarop heb ik van de
experts nog geen antwoord gekregen.
faudrait faire exactement pour
pouvoir exploiter davantage la
piste 25L mais je n'ai toujours pas
reçu de réponse à cette question.
02.22 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Wij hopen dat u er blijft
achter zitten, mijnheer de minister.
02.23 Minister Renaat Landuyt: U kent mij, niet?
02.24 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Ja, maar het gaat soms
traagjes.
De voorzitter: Het is geen Limburger.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de M. Olivier Maingain au ministre de la Mobilité sur "l'avenir du service de médiation
pour l'aéroport de Bruxelles-National" (n° 11676)
03 Vraag van de heer Olivier Maingain aan de minister van Mobiliteit over "de toekomst van de
ombudsdienst voor de luchthaven Brussel-Nationaal" (nr. 11676)
03.01 Olivier Maingain (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, chers collègues, début mai dernier, la presse s'est fait l'écho
de craintes relatives à l'avenir du service de médiation de l'aéroport
de Bruxelles-National. Suivant certaines informations, la convention
liant le ministère de la Mobilité à Belgocontrol, en charge de la
sécurité aérienne, concernant la reconduction du service de
médiation, n'a pas été reconduite pour la durée prescrite de deux ans
alors qu'elle arrivait à terme le 1
er
mai dernier. Je précise que cette
convention garantit le détachement de 4 membres du personnel de
Belgocontrol auprès des deux médiateurs. Il ne s'agit donc pas du
statut des médiateurs en tant que tels mais de leurs collaborateurs.

Votre cabinet aurait déclaré que cette carence était due à un retard
administratif mais que, en tout état de cause, la reconduction
s'effectuerait désormais sur une base annuelle pour des raisons de
flexibilité, et non plus sur une durée de deux ans comme prévu dans
la convention.

Par ailleurs, votre cabinet aurait démenti l'idée d'intégrer ce service au
sein de l'Institut de gestion des nuisances sonores dont la création
doit encore faire l'objet d'un accord de coopération entre l'Etat fédéral
et les Régions.

Je rappelle que le service de médiation, créé en 2002 par arrêté royal,
a traité pas moins de 223.000 dossiers de plaintes de riverains de
nuisances sonores en 2005. En date du 8 mai dernier, un peu plus de
140.000 dossiers avaient déjà été traités. Au regard du volume des
affaires traitées, son efficacité ne fait aucun doute et est au
demeurant remarquable si l'on considère le nombre restreint du
personnel employé.

A titre de comparaison, le service de médiation de La Poste ­ je me
réfère ici au dernier rapport annuel ­ emploie 11 membres du
personnel, hors les deux médiateurs. Pourtant, pour l'année 2005,
seulement 8.072 dossiers ont été traités. Autrement dit, 11 membres
03.01 Olivier Maingain (MR):
Naar ik heb vernomen werd de
overeenkomst tussen de minister
van Mobiliteit en Belgocontrol in
verband met de ombudsdienst die
tot 1 mei liep, niet verlengd. In het
kader van die overeenkomst zijn
vier personeelsleden van
Belgocontrol bij de twee
ombudsmannen gedetacheerd.

Uw kabinet zou verklaard hebben
dat die nalatigheid het gevolg was
van een administratieve vertraging
en dat de overeenkomst voortaan
jaarlijks in plaats van om de twee
jaar zou verlengd worden.
Bovendien zou uw kabinet ontkend
hebben dat die dienst bij het
instituut voor het beheer van de
geluidshinder zou worden
ondergebracht.

De ombudsdienst werkt bijzonder
efficiënt, aangezien hij erin slaagt
met een minimale
personeelsbezetting een maximaal
aantal dossiers af te handelen.

Kan u bevestigen dat bij de
verlenging van die overeenkomst
alle leden van de huidige cel
gedurende twee jaar aan de slag
kunnen blijven?
CRIV 51
COM 993
12/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
ont été employés par le service de médiation de La Poste pour traiter
8.072 dossiers et 4 collaborateurs ont été employés par le service de
médiation de l'aéroport national pour traiter 223.000 dossiers. C'est
dire la nécessité d'étoffer l'équipe administrative de ce service de
médiation.

Monsieur le ministre, mes questions sont les suivantes.

1. Confirmez-vous que cette convention sera bien reconduite pour
tous les membres de la cellule actuelle, et ce pour la durée
initialement prévue de deux ans?
2. Quelles sont les raisons qui justifieraient le retard encouru dans la
reconduction de ladite convention? Je pense savoir que la situation a
évolué depuis le dépôt de ma question, mais il a fallu un certain
temps pour que cette dernière soit inscrite à l'ordre du jour de notre
commission.
3. Qu'en est-il de l'intégration éventuelle du service de médiation au
sein de l'Institut de gestion des nuisances sonores?
Waaraan is de vertraging bij de
verlenging van die overeenkomst
toe te schrijven?

Hoe staat het met de eventuele
integratie van de ombudsdienst in
het instituut voor het beheer van
de geluidshinder?
03.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, cher
collègue, en ce qui concerne votre première question, la convention
est prolongée pour une durée d'un an à partir du 1
er
mai 2006.

Pour votre deuxième question, il n'y a aucune carence; la prolongation
a pris cours le 1
er
mai 2006 et la convention est arrivée à son terme le
30 avril 2006. Tout cela est logique.

Pour votre troisième question, en fonction de la création de l'Institut
de gestion des nuisances sonores, et pour autant que l'Institut
reprenne les attributions du service de médiation, les signataires
peuvent mettre fin anticipativement à la convention.
03.02 Minister Renaat Landuyt:
De overeenkomst wordt vanaf 1
mei 2006 met een jaar verlengd.
De continuïteit is dus verzekerd.

Afhankelijk van de oprichting van
het Instituut voor het beheer van
de geluidshinder en voor zover het
Instituut de bevoegdheden van de
ombudsdienst overneemt, kunnen
de ondertekenaars de
overeenkomst vervroegd
opzeggen.
03.03 Olivier Maingain (MR): Monsieur le président, le ministre m'a
appris le nombre de jours qu'il y a au mois d'avril, je l'en remercie.

Plus précisément, qu'est-ce qui justifie que l'on passe soudainement
d'un régime biennal à un régime annuel? Je n'ai pas de réponse.

Je crois qu'il faut pérenniser de manière plus forte ce service de
médiation. Nous pourrons peut-être en discuter dans le cadre de
l'examen d'un projet de loi. Il y a peut-être lieu de prévoir dans la loi
elle-même l'existence de ce service comme cela a été le cas pour
d'autres services de médiation.
03.03 Olivier Maingain (MR):
Wat rechtvaardigt de overgang
naar een jaarlijks stelsel? Ik denk
dat het voortbestaan van die
ombudsdienst beter dient te
worden gewaarborgd. We kunnen
dit misschien bespreken in het
kader van de behandeling van een
wetsontwerp en het bestaan van
die dienst eventueel in de wet zelf
vermelden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Samengevoegde vraag en interpellatie van
- de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Mobiliteit over "de aanpak van alcoholverslaafden in
het verkeer" (nr. 11696)
- de heer Jef Van den Bergh tot de minister van Mobiliteit over "het recente BIVV-rapport in verband
met het rijden onder invloed" (nr. 868)
04 Question et interpellation jointes de
- M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité sur "les mesures à l'encontre des automobilistes
alcooliques" (n° 11696)
- M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité sur "le récent rapport de l'IBSR relatif à la conduite
sous influence de l'alcool et/ou de drogues" (n° 868)
12/06/2006
CRIV 51
COM 993
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
04.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, rijden onder invloed van alcohol blijft nog altijd een
maatschappelijk probleem. De aantekeningen die we daarover vorige
vrijdag, als ik mij niet vergis, via het secretariaat ontvingen, wijzen nog
eens op het probleem. We moeten daar dan ook blijvend aandacht
voor hebben.

Uitgangspunt voor een goed beleid moet volgens ons een
wetenschappelijk onderzoek met betrekking tot verkeersveiligheid
zijn, maar daarin hebben we heel wat achterstand tegenover
bepaalde buurlanden. De laatste jaren is er vooral in Vlaanderen wel
enige vooruitgang te bespeuren met het Vlaamse Steunpunt
Verkeersveiligheid. Uiteraard is er op federaal niveau ook het
Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid. De aanleiding tot deze
interpellatie was trouwens een onderzoek van het BIVV.

Studies uitvoeren of laten uitvoeren is een belangrijke
startvoorwaarde, maar nadien moeten er conclusies uit worden
getrokken en moet daarmee een beleid worden gevoerd. Vandaag wil
ik u daarover interpelleren, meer bepaald over de resultaten van de
studie waarbij de attitude in verband met alcoholmisbruik achter het
stuur in 2003 en 2004 werd gemeten. Het onderzoek is ondertussen
dus twee jaar oud en de resultaten werden in december 2005
bekendgemaakt. Een half jaar later lijkt ons voldoende tijd om daaruit
de gepaste beleidsconclusies te trekken en u te ondervragen over
welke maatregelen op de rails werden of worden gezet. Dat is toch
het minste wat de voorliggende resultaten vragen.

Rijden en drinken gaan niet samen, dat is duidelijk. Een regelgevend
kader met 0,5 promille lijkt ons ook klaar en duidelijk. Er gebeuren in
ons land zeker interessante dingen inzake alcoholbeleid, zoals de
succesvolle BOB-campagne. Ook wij kunnen echter leren van het
buitenland. Ik verwijs daarvoor naar het nagelnieuwe Nederlandse
onderzoek, waartegenover het BIVV-onderzoek in ons land maar een
mager beestje is. In Nederland worden er jaarlijks, verspreid over de
verschillende politieregio's, 25.000 bestuurders onverwacht
gecontroleerd en diepgaand gescreend. Dat lijkt misschien niet
spectaculair veel, maar dat cijfer van 25.000 komt wel boven op de
reguliere alcoholcontroles.

Het gaat over een specifiek, diepgaand onderzoek dat wordt
uitgevoerd bij 25.000 bestuurders en dat maakt het al heel wat
spectaculairder. Die 25.000 worden onverwacht gecontroleerd en
diepgaand gescreend. Er worden gegevens verzameld met betrekking
tot leeftijd, geslacht en opdeling van de overtreders, naargelang de
ernst van de alcoholovertreding, de locatie waar de overtreder
vertrokken is - bijvoorbeeld uitgaanscentra -, het tijdstip, het soort weg
en dergelijke. Al deze gegevens worden in kaart gebracht en hierdoor
wordt dit een handig instrument om duidelijke beleidsconclusies uit te
halen.

Een van de opvallendste maatregelen is dat uw Nederlandse collega,
naar aanleiding van het meest recente Nederlandse onderzoek, voor
alcoholrecidivisten en verslaafden het alcoholslot gaat opleggen vanaf
2009, gekoppeld aan een psycho-medische begeleiding.

Er is gebleken dat het aantal gebruikers van alcohol in het verkeer in
04.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): La conduite sous
l'influence de l'alcool demeure un
problème social auquel nous
devons dès lors rester attentifs.

Le point de départ d'une politique
efficace doit consister tout d'abord
en une étude scientifique sur la
sécurité routière mais, dans ce
domaine, nous accusons un retard
considérable par rapport à certains
pays voisins, même si quelques
progrès ont été réalisés grâce au
"Vlaams Steunpunt Verkeers-
veiligheid".

Les études sont importantes mais
encore faut-il en tirer des
conclusions. L'Institut belge pour
la sécurité routière a analysé le
comportement en matière d'abus
d'alcool au volant en 2003 et en
2004; les résultats de cette étude
ont été rendus publics en
décembre 2005. Une demi-année
nous paraît un délai suffisant pour
tirer les conclusions politiques qui
s'imposent et prendre ou préparer
des mesures.

Nous pouvons tirer parti de
l'expérience des autres pays. Les
Pays-Bas, par exemple,
organisent une étude nettement
plus étendue et approfondie. L'un
des résultats les plus frappants en
est que le ministre néerlandais
imposera, à partir de 2009, un
alcolock et un accompagnement
psycho-médical aux alcooliques
récidivistes et aux toxicomanes.

Une comparaison de l'étude de
l'IBSR avec celle réalisée aux
Pays-Bas révèle plusieurs
éléments marquants. L'enquête de
l'IBSR livre des données
pertinentes qui devraient alarmer
toute responsable politique
compétent en matière de
circulation routière, mais elle ne
dresse pas un profil clair des
automobilistes qui consomment de
l'alcool. Contrairement à l'étude de
l'IBSR, qui restera probablement
unique, l'étude néerlandaise est
CRIV 51
COM 993
12/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
het algemeen daalt in Nederland, maar dat het cijfer van het aantal
hardnekkige gebruikers en zware alcoholovertreders stabiel blijft. Dat
is 0,6% van de gecontroleerde bestuurders in Nederland.

Als wij het Nederlandse onderzoek en het onderzoek van het BIVV
vergelijken over attitude in het verkeer, valt een aantal elementen op.
Het Nederlands onderzoek is toegespitst op alcohol alleen. In het
onderzoek van het BIVV is het thema alcohol slechts één onderdeel
van een globaal onderzoek. Het Nederlands onderzoek is uitgevoerd
op 25.000 automobilisten. Het onderzoek van het BIVV is beperkt tot
1.063 ondervraagden. Uit het Nederlands onderzoek komt een
duidelijk profiel van de onderzochte automobilisten naar voor door de
verschillende factoren die in het verslag worden opgenomen zoals
bijvoorbeeld de afkomst van de chauffeur die wordt tegengehouden.

Het BIVV-onderzoek gaf wel relevante cijfers die elke beleidsman
inzake verkeer moeten alarmeren, maar schetst geen duidelijk profiel
van de automobilisten die alcohol gebruiken. Het Nederlands
onderzoek wordt jaarlijks herhaald zodat er een evolutie op het terrein
kan worden gemeten, terwijl het BIVV-onderzoek een uitvloeisel was
van de Staten-Generaal van de Verkeersveiligheid. Het is dan ook
nog niet duidelijk of het BIVV-onderzoek eenmalig is of dat het
jaarlijks zal worden herhaald, wat toch interessante evoluties naar
voor zou kunnen brengen.

Ik zou aan de minister willen vragen of ook ons land niet dringend toe
is aan een jaarlijkse diepgaande screening van de bestuurders naar
alcoholgebruik. Voor zover ik weet, wordt dat nog niet gedaan, ook
niet tijdens de bekende BOB-campagne, de eindejaarscampagne. Het
is nochtans bekend. Meten is weten. Op basis van die gegevens
zouden interessante beleidsmaatregelen kunnen worden genomen.

Ik zou verder wel ingaan op de resultaten van het BIVV-onderzoek.
Dat was uiteindelijk de aanleiding voor deze interpellatie. Die bevatten
toch een reeks gegevens die mij niet zo zeer verwonderen, dan wel
dringend om maatregelen schreeuwen.

Ik geef enkele cijfers. Ten eerste, slechts 67% van de ondervraagden
kent het juist toegelaten promille alcohol. Niet minder dan 15% denkt
nog steeds dat 0,8 promille is toegelaten. Ten tweede, slechts 8% van
de ondervraagden schat de kans op een alcoholcontrole in het
verkeer op groot tot heel groot. Ten derde, een op drie van de
ondervraagden acht de kans op een straf na een positieve
alcoholcontrole zeer klein of klein. Ten vierde, 2,3% van de
ondervraagde bestuurders verklaart ooit gestraft te zijn voor
alcoholmisbruik achter het stuur. Ten vijfde, drie van de vier
ondervraagden zeggen nog nooit te zijn gecontroleerd op alcohol
achter het stuur. Ten zesde, 62% van de ondervraagden zegt nooit
onder invloed van alcohol te rijden. Dit betekent uiteraard dat 38% van
de chauffeurs de alcohollimiet soms tot vaak overschrijdt.

Een onderzoek in Test-Aankoop van deze maand toont zelfs aan dat
het aantal nog hoger zou kunnen liggen. Op basis van hun onderzoek
stellen zij vast dat 51,1 procent nooit met een glas te veel de baan
opgaat. Dat maakt het nog iets duidelijker.

Hieruit moeten een aantal conclusies worden afgeleid.
réalisée une fois par an, ce qui
permet de mesurer l'évolution sur
le terrain. Notre pays ne devrait-il
pas également décider d'urgence
de réaliser une analyse annuelle
approfondie de la consommation
d'alcool par les conducteurs? Pour
autant que je sache, il n'en est pas
encore ainsi.

Au vu des résultats de l'étude de
l'IBSR, des mesures s'imposent
plus que jamais. Seulement 67%
des personnes sondées
connaissent le taux exact d'alcool
autorisé dans le sang. Pas moins
de 15% pensent encore qu'un taux
de 0,8 pour mille est admis. De
plus, un conducteur sur trois est
d'avis que les chances d'être
sanctionné sont minimes. En effet,
le risque d'être arrêté est
particulièrement ténu, tant sur le
plan objectif que subjectif.
Seulement 62% des personnes
interrogées affirment ne jamais
avoir conduit sous l'influence de
l'alcool.

Quelle conclusion politique le
ministre tirera-t-il de l'enquête de
l'IBSR? Quelles initiatives prendra-
t-il encore pour informer les
conducteurs sur la connaissance
de la législation en matière
d'alcool? Que fera-t-il pour
renforcer la probabilité objective et
subjective d'être intercepté sur la
voie publique pour les
consommateurs d'alcool?
Comment ajustera-t-il l'objectif du
contrôle de 10% des conducteurs?
Enfin, j'aimerais savoir si le
ministre a l'intention de suivre
l'exemple des Pays-Bas où
l'alcolock, assorti d'un
accompagnement médico-
psychologique, sera imposé aux
alcooliques et aux récidivistes à
partir de 2009.
12/06/2006
CRIV 51
COM 993
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Ten eerste, de kennis van de wet laat blijkbaar ernstig te wensen
over, als één op drie bestuurders het toegelaten alcoholpromille nog
niet kent. Bovendien bestaat bij één op drie bestuurders de indruk dat
de kans op bestraffing erg klein is.

Ten tweede, de pakkans ligt zowel objectief als subjectief bijzonder
laag, terwijl de doelstelling van de Staten-Generaal van de
Verkeersveiligheid in 2002 was, waaraan destijds toch een groot
belang werd gehecht en waarover ook een grote consensus bestond,
om tien procent van de bestuurders ­ in ons land zo'n 600.000 ­
jaarlijks op alcohol te controleren.

De vragen zijn logisch.

Welke beleidsconclusie zult u als minister trekken ­ of hebt u het
voorbije half jaar reeds getrokken ­ uit dit onderzoek? De resultaten
zijn al bekend sinds december, dus ik neem aan dat u de
maatregelen klaar hebt.

Wat gaat u nog ondernemen inzake informatie aan de bestuurders
met betrekking tot de kennis van de alcoholwetgeving?

Wat gaat u doen om de objectieve en subjectieve pakkans voor
alcohol te verhogen? Het BIVV-onderzoek gaf als aanbeveling om de
doelstelling van de Staten-Generaal van de Verkeersveiligheid naar
beneden bij te stellen, kwestie van wat meer realiteitszin aan de dag
te leggen. Zult u hierop ingaan? In welke zin zult u de doelstelling van
de Staten-Generaal ­ tien procent van de bestuurders controleren ­
bijstellen?

Zal het aantal alcoholcontroles de komende maanden en jaren
opgedreven worden?

Tot slot wil ik nog even terugkomen op de Nederlandse beslissing om
naar aanleiding van het hoge aantal probleemgevallen, voor zwaar
alcoholverslaafden en recidivisten vanaf 2009 het alcoholslot op te
leggen, gekoppeld aan medisch-psychologische begeleiding. Deze
visie hebben wij reeds eerder neergeschreven in een wetsvoorstel
omtrent alcoholpreventie in het verkeer. Onze vraag is dan ook of de
minister plannen heeft om naar aanleiding van ons idee ­ en dat van
de Nederlandse regering ­ mee te stappen in deze richting.

Tot daar mijn interpellatie.
04.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, als ik het
goed begrepen heb, is het uiteindelijk de tweede interpellatie die telt
en niet die van twee dagen voordien? Of is het een combinatie van de
twee interpellaties?
04.02 Renaat Landuyt, ministre:
Si j'ai bien compris, c'est la
deuxième interpellation qui doit
finalement être retenue et non
celle qui date de deux jours
auparavant? À moins qu'il s'agisse
d'une combinaison des deux
interpellations?
04.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Het was een mondelinge vraag
en een interpellatie. De mondelinge vraag ging meer in op de
statistieken. Ik kan die vragen nog wel even herhalen.
04.03 Jef Van den Bergh
(CD&V): Il s'agissait d'une
question orale et d'une
interpellation. La question orale
portait davantage sur les
CRIV 51
COM 993
12/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
statistiques.
04.04 Minister Renaat Landuyt: Dat hoeft niet. Dat is eigenlijk de
beschrijving van de studie. Ondertussen hebt u de studie gelezen?
04.05 Jef Van den Bergh (CD&V): De mondelinge vraag ging
eigenlijk in op het Nederlandse onderzoek en op de vraag of we
dergelijke cijfers ook voor ons land kunnen krijgen, bijvoorbeeld het
aantal overtredingen dat sinds 1999 per jaar wordt geregistreerd
boven 0,5 promille, boven 0,8 promille en boven 1,5 promille, een
opdeling naar geslacht, een opdeling naar leeftijd, een opdeling naar
de plaats waar alcohol gebruikt wordt, een opdeling in politiezones of
regio's in ons land en eventueel andere specifieke gegevens die
zinvol kunnen zijn om een profiel op te stellen.
04.06 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, collega De
Padt, als u een pleidooi wilt horen voor een echt ongevalleninstituut
dat studies maakt die men kan gebruiken, dan is het nu het moment.

Het BIVV publiceerde eind 2005 een studie over het gedrag van de
mensen in de periode 2003-2004, dus van vóór de inwerkingtreding
van de verkeerswet of de boetewet.

(...): (...)
04.07 Minister Renaat Landuyt: Neen, in april 2004. Ik wil hier een
antwoord geven aan uw medewerker. De nieuwe verkeerswet trad in
werking in april 2004. De studie gaat over het gedrag van vóór april
2004. Il faut le faire.

Wat kan men daarmee beleidsmatig doen? Niets. De studie is
achterhaald. Ik ben er niet zeker van of de mensen de regels nu niet
beter kennen. Ik vermoed dat ze de regels nu beter kennen dan in
april 2004. Mensen in België weten nu beter wat wel en niet mag in
het verkeer en dat door bittere ervaring.

Ook de BOB-campagnes werden sindsdien uitgebreid op twee
vlakken. Ze zijn internationaal gegaan en ook periode werd uitgebreid
naar heel het jaar met bijzondere campagnes gericht naar het
uitgangsleven. Het antwoord op de vaststellingen van de studie was
dus beleidsmatig al gegeven op het ogenblik dat de studie werd
gepubliceerd. Het is precies daarom dat ik zoveel de nadruk leg op de
verkeersveiligheidsbarometer. Ik heb immers snel informatie nodig
om beleidsmatig te kunnen reageren.

Het analyseren en bestuderen van achterhaalde gegevens is
misschien goed voor de geschiedenis en voor de wetenschap, maar
beleidsmatig is het een beetje vervelend. Er is nood aan een goede
organisatie inzake het opstellen van studies.
04.07 Renaat Landuyt, ministre:
La nouvelle loi sur la circulation est
entrée en vigueur en avril 2004
alors que l'étude porte sur les
comportements des usagers avant
avril 2004. L'étude est dépassée.
Je ne suis pas certain que les
usagers de la route ne
connaissent pas mieux la
législation aujourd'hui. Je suppose
qu'à leurs dépens, ils ont été
contraints d'être mieux informés
sur la législation aujourd'hui qu'en
avril 2004.

De plus, les campagnes BOB sont
désormais menées pendant toute
l'année. D'autres pays ont suivi
notre exemple et les ont adoptées.
Enfin, des campagnes spécifiques
sont axées sur tous les lieux de
sortie habituels.

Des réponses aux conclusions des
auteurs de l'étude ont été traduites
sous la forme de mesures
politiques avant même la
publication. C'est pour cette raison
précisément que je mets l'accent
sur le baromètre de la sécurité
routière. Il me faut des
informations plus rapidement. Une
bonne organisation en matière de
12/06/2006
CRIV 51
COM 993
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
recherche et d'études constitue
une nécessité.
04.08 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, u danken voor uw antwoord zou wat grotesk zijn.

Ik heb in eerste instantie zelf gewezen op het feit dat die studie al van
lang geleden dateert. Dat is echter precies een van de elementen van
mijn vraag. Is het niet hoog tijd dat wij meer aandacht besteden aan
doorgedreven onderzoek zoals dat onder meer in Nederland gebeurt?
U bent zelf voorzitter van het BIVV, dus u zou dat zelf in die richting
kunnen sturen.
04.08 Jef Van den Bergh
(CD&V): Pour ma part, je vous ai
déjà fait observer que cette étude
n'est pas récente. C'est pourquoi
j'ai demandé s'il n'est pas urgent
de prêter un intérêt accru à la
recherche, comme aux Pays-Bas.
En votre qualité de président de
l'IBSR, vous pourriez agir
personnellement en ce sens.
04.09 Minister Renaat Landuyt: Als u zou weten wat ik daar al
allemaal heb gezegd!
04.10 Jef Van den Bergh (CD&V): Een tweede element is dat ik u
had gevraagd of wij over vergelijkbare gegevens beschikken als in
Nederland met betrekking tot profiel van alcoholovertreders. Ik heb
daarop echter geen antwoord gekregen. Ik neem aan dat het
antwoord dan nee is.

Ten derde, u zegt dat de toestand wellicht is verbeterd ten opzichte
van 2003/2004. Ik denk dat er op zijn minst onderzoek nodig is om dat
te staven, aan te tonen en te bewijzen.

Ten vierde, eind 2005 was een van de aanbevelingen van het BIVV
de doelstelling van de Staten-Generaal van de Verkeersveiligheid bij
te stellen. Bent u ingegaan op die aanbevelingen? Of heeft u die
aanbevelingen gewoon naast u neergelegd?
04.10 Jef Van den Bergh
(CD&V): J'ai par ailleurs demandé
si nous disposons de données
relatives au profil des
contrevenants en matière
d'alcoolémie, comme aux Pays-
Bas. Puisque je n'ai pas obtenu de
réponse, je présume que la
réponse est négative.

Le ministre fait valoir que la
situation s'est améliorée, mais
nous n'avons aucune preuve. A-t-il
réagi aux recommandations de
l'IBSR?
04.11 Minister Renaat Landuyt: Mijn reactie was dat wij duidelijk het
tempo van de studies moeten bijsturen.
04.12 Jef Van den Bergh (CD&V): U bent dus niet ingegaan op de
inhoud van de studie?
04.13 Minister Renaat Landuyt: Jawel, maar ze is achterhaald. U zou
dit zelf moeten meemaken. U krijgt dan gedragsmetingen van vóór de
inwerkingtreding van een verkeerswet die alleen al door haar bestaan
enorm veel invloed heeft gehad op het gedrag van de mensen in het
verkeer. U zit dan met gegevens die dateren van vóór de periode
waarin er veel is gebeurd. De eerste aanbeveling die ik heb gegeven
aan het BIVV is dat de situatie vlugger moet worden bestudeerd.
04.13 Renaat Landuyt, ministre:
Je le répète: ma réaction consiste
à dire que l'étude est dépassée et
qu'il faudra à l'avenir accélérer
l'exécution des études de l'IBSR.
L'étude en question examine le
comportement des gens avant
l'introduction de la nouvelle loi.
04.14 Jef Van den Bergh (CD&V): Anderzijds is er het onderzoek in
Nederland waaruit volgens mij toch ook bepaalde lessen kunnen
worden getrokken. Laat staan dat de situatie in ons land ondertussen
is verbeterd...
04.15 Minister Renaat Landuyt: Als het over eten en drinken gaat,
trekken wij niet altijd lessen uit de situatie in Nederland.
04.16 Jef Van den Bergh (CD&V): Nee, maar als men in Nederland
al vaststelt dat men met een populatie zit van 0,6% hardnekkige
04.16 Jef Van den Bergh
(CD&V): Nous devons tirer des
CRIV 51
COM 993
12/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
alcoholgebruikers en recidivisten, waarvoor men nu
beleidsmaatregelen neemt, dan durf ik aannemen dat die 0,6% voor
ons land, gelet op onze reputatie op het vlak van gastronomie, wellicht
een onderschatting is. Ook daarover moet onderzoek gebeuren.
Denkt u eventueel aan maatregelen zoals ze in Nederland in het
vooruitzicht worden gesteld, bijvoorbeeld het alcoholslot?
leçons des expériences acquises
aux Pays-Bas. L'étude
néerlandaise constate qu'il y a une
population de 0,6% de récidivistes
qui conduisent sous influence. Des
mesures seront dès lors prises. Je
m'attends à ce que
cette
population de récidivistes soit
encore plus importante en
Belgique, mais une étude devra le
confirmer.

Le ministre envisage-t-il
également de prendre des
mesures, comme l'introduction de
l'alcolock?
04.17 Minister Renaat Landuyt: In het kader van de efficiënte
controle denken we automatisch ook aan bestraffing. Wat dergelijk
gedrag betreft, wordt er studie gedaan ­ er zijn proeven bezig ­ naar
alle mogelijke vormen van alternatieve sanctionering. Er zijn projecten
bezig in verband met de alcoholmeter en het alcoholslot.
04.17 Renaat Landuyt, ministre:
Dans le cadre de l'efficacité du
contrôle, nous songeons
également aux sanctions.
Actuellement, nous examinons
diverses formes de peines de
substitution. Des projets menés
avec des éthylomètres et des
alcolocks sont en cours.
04.18 Jef Van den Bergh (CD&V): Men is daar al jaren mee bezig.
04.18 Jef Van den Bergh
(CD&V): Ces projets existent
depuis des années déjà.
04.19 Minister Renaat Landuyt: In een maand kan je niet weten wat
het effect is van een alcoholslot.
04.19 Renaat Landuyt, ministre:
Les effets de l'alcolock ne peuvent
être évalués en quelques mois.
04.20 Jef Van den Bergh (CD&V): Ik zeg ook niet `een maand', ik
zeg `jaren'.

Mijnheer de voorzitter, ik ga nog een motie indienen.
Moties
Motions

Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.

Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Jef Van den Bergh en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Jef Van den Bergh
en het antwoord van de minister van Mobiliteit,
gelet op de grote negatieve invloed van alcohol op de rijvaardigheid en daardoor ook op de
verkeersveiligheid;
gelet op de alarmerende gegevens die blijken uit het vermelde BIVV-rapport, dat de attitude van de
landgenoten in het verkeer heeft gemeten voor de jaren 2003-2004;
1. betreurt dat de minister nog geen gevolg van betekenis heeft gegeven op het verschenen rapport;
2. eist dat de regering op korte termijn een concreet beleidsplan voorlegt aan het Parlement inzake de
preventie en de beteugeling van het sturen onder invloed. Het plan dient maatregelen te bevatten:
a) betreffende verder wetenschappelijk onderzoek over het rijden onder invloed in ons land;
12/06/2006
CRIV 51
COM 993
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
b) betreffende de informatie en sensibilisering;
c) betreffende de regelgeving en de handhaving ervan.
3. eist dat de regering daarbij ook uitdrukkelijk werkt aan specifieke concrete maatregelen voor de
categorie van de probleemdrinkers in het verkeer, zoals bijvoorbeeld het alcoholslot."

Une motion de recommandation a été déposée par M. Jef Van den Bergh et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Jef Van den Bergh
et la réponse du ministre de la Mobilité,
considérant la très néfaste influence de l'alcool sur la capacité de conduite et dès lors sur la sécurité
routière;
considérant les données alarmantes que révèle le rapport mentionné ci-dessus, dans lequel l'IBSR a
mesuré le comportement de nos compatriotes pour les années 2003 et 2004;
1. regrette que le ministre n'ait pas encore réservé de suite importante à la publication de ce rapport;
2. exige que le gouvernement soumette rapidement au Parlement un plan de politique en matière de
prévention et de répression de la conduite sous influence, lequel comportera des mesures relatives à:
a) la poursuite de la recherche scientifique sur la conduite sous influence dans notre pays;
b) l'information et la sensibilisation;
c) la réglementation et le respect de celle-ci.
3. exige que le gouvernement s'attelle expressément à l'élaboration de mesures spécifiques concrètes
visant le groupe des personnes qui consomment de l'alcool de manière excessive alors qu'elles
conduisent, comme l'alcolock, par exemple."

Een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Guido De Padt.

Une motion pure et simple a été déposée par M. Guido De Padt.

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
05 Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister van Mobiliteit over "de gewijzigde interpretatie
binnen de Dienst Uitzonderlijk Vervoer van de reglementering betreffende de toegelaten afmetingen
van vrachtwagens" (nr. 11725)
05 Question de M. Guido De Padt au ministre de la Mobilité sur "la nouvelle interprétation faite par le
Service Transport Exceptionnel de la réglementation relative aux dimensions autorisées des camions"
(n°11725)
05.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, sedert twee jaar houdt de dienst Uitzonderlijk Vervoer binnen
de FOD Mobiliteit en Vervoer er een nieuwe interpretatie op na, wat
betreft de toegelaten maximumafmetingen voor de toekenning van
een vergunning voor uitzonderlijk transport.

Transportfirma's die voordien wel op rechtmatige wijze een
vergunning kregen, ondervinden sedert deze nieuwe interpretatie
grote moeilijkheden, zonder dat een wijziging van de toepasselijke
wetgeving hiervoor aan de basis ligt. Specifiek voor het vervoer van
zware trucks kan deze nieuwe interpretatie aanleiding geven tot een
toename van het transport met liefst 50%, vermits per vrachtwagen
slechts de helft van het aantal trucks vervoerd kan worden waarvoor
vroeger wel een vergunning verkregen werd. Dat zorgt niet alleen voor
rechtsonzekerheid en economisch verlies bij deze
transportondernemingen, er is ook een gevaar voor bijkomende druk
op het milieu en de verkeersveiligheid, aangezien de gegeven
transportvolumes met meer voertuigen zullen moeten worden
vervoerd.

Concreet was tot voor twee jaar een totale lengte van de sleep van
05.01 Guido De Padt (VLD):
Depuis deux ans, le service
Transport exceptionnel du SPF
Mobilité interprète différemment
les règles relatives aux
dimensions maximales autorisées
pour la délivrance d'un permis de
transport exceptionnel. Depuis, les
sociétés de transport obtiennent
plus malaisément un permis, alors
que la législation n'a pas été
modifiée.

Cette situation est source
d'insécurité juridique et de pertes
économiques pour les entreprises
mais se traduit également pour
l'environnement et la sécurité
routière par une pression accrue.

Selon la nouvelle interprétation, la
CRIV 51
COM 993
12/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
20,75 meter toegelaten voor slepen die bestemd zijn voor het vervoer
van auto's, zonder dat hiervoor een vergunning voor uitzonderlijk
vervoer aangevraagd moest worden. Deze maximaal toegelaten
lengte wordt berekend als de basislengte van 18,75 meter, volgens
artikel 32bis van het KB van 15 maart 1968, vermeerderd met een
uitsteek van een halve meter vooraan en een uitsteek van anderhalve
meter achteraan, conform artikel 46 van de wegcode. Binnen deze
toegelaten lengte is uitsluitend een vergunning voor uitzonderlijk
vervoer nodig indien de hoogte van het geladen voertuig meer dan
vier meter bedraagt.

In de nieuwe interpretatie wordt de maximaal toegelaten lengte in
vraag gesteld, waardoor het verkrijgen van de vergunning voor
uitzonderlijk vervoer bemoeilijkt wordt.

Ik heb de volgende vragen, mijnheer de minister.

Ten eerste, wat is de oorzaak van de nieuwe interpretatie? Waarom
krijgen de transportfirma's die tot voor twee jaar wel rechtmatig een
vergunning voor uitzonderlijk vervoer kregen, nu geen vergunning
meer, rekening houdend met het feit dat de toepasselijke wetgeving
niet werd gewijzigd?

Ten tweede, hoe verantwoordt u deze striktere interpretatie voor het
vervoer van trucks, rekening houdend met de bijkomende druk op het
milieu, de economische meerkosten en de verkeersveiligheid?

Ten derde, kunt u bevestigen dat de wettelijk toegelaten uitsteek van
de lading van slepen die bestemd zijn voor het vervoer van trucks,
een halve meter vooraan en anderhalve meter achteraan, toegepast
zal worden door de bevoegde administratie?
longueur maximale autorisée pour
les trains de véhicules destinés au
transport de voiture serait
contestée. Quelle est la raison
d'être de cette nouvelle
interprétation? Pourquoi les
sociétés de transport qui, par le
passé, ont toujours obtenu sans
problèmes un permis de transport
exceptionnel se le voient-elles
soudainement refuser? Comment
le
ministre justifie-t-il cette
interprétation plus stricte, compte
tenu de la pression accrue sur
l'environnement et sur la sécurité
routière?

Le ministre peut-il confirmer que
l'administration appliquera la
longueur de dépassement légale
autorisée du chargement de trains
de transport destinés au transport
de camions, à savoir un demi-
mètre à l'avant et un mètre et demi
à l'arrière?
05.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, collega De
Padt wijst op een pijnpunt in de sector dat ontstaan is door een
andere interpretatie, weliswaar een meer correcte interpretatie door
mijn administratie gegeven. Feit is dat wij vorige week in de regering
beslist hebben om de hoogte van het vervoer op 4,3 m te brengen. Dit
zou normaal invloed kunnen hebben op de manier van interpreteren
van de bewuste artikelen 46 en 48 van het reglement. Naar aanleiding
van uw vraag en de beslissing van vorige week in de regering ben ik
bereid om die interpretatie even naar mij toe te trekken.
05.02 Renaat Landuyt, ministre:
M. De Padt souligne un point noir
qu'a mis en évidence une
interprétation plus correcte de mon
administration.

Le gouvernement a décidé la
semaine dernière de porter à 4,3
m la hauteur maximum autorisée
pour le transport, ce qui influera
sur l'interprétation des articles 46
et 48 du règlement. À la suite de
cette question et de la décision du
gouvernement, je suis disposé à
assumer temporairement
l'interprétation de ces articles.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Mijnheer Van den Bergh, hebt u geen bezwaar tegen het feit dat ik de heer De Padt
voorrang geef? Hij zal de motie dan direct indienen, wanneer u bent begonnen. Dat is wel niet helemaal
orthodox.
06 Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister van Mobiliteit over "de status van een
verkeersbord waarvoor geen politiereglement werd aangenomen" (nr. 11957)
12/06/2006
CRIV 51
COM 993
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
06 Question de M. Guido De Padt au ministre de la Mobilité sur "le statut d'un panneau de
signalisation pour lequel aucun règlement de police n'a été adopté" (n° 11957)
06.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, artikel 5 van het wegverkeerreglement bepaalt dat de
weggebruikers onder meer verkeersborden in acht dienen te nemen,
wanneer de borden regelmatig zijn naar vorm en voldoende zichtbaar
en overeenkomstig de voorschriften van het reglement werden
aangebracht.

De vraag rijst wat de status is van een bord waarvoor geen
politiereglement werd aangenomen. In eerdere Cassatierechtspraak
heeft het Hof immers geoordeeld dat de aan de weggebruikers
opgelegde verplichting om verkeersborden in acht te nemen, wanneer
ze aan de voorwaarden van het hierboven beschreven artikel 5
voldoen, niet afhankelijk is van de vraag of de verkeersborden door
de bevoegde overheid werden geplaatst.

Daarom stel ik u twee kleine vragen.

Wat is de precieze status van een verkeersbord waarvoor geen
politiereglement werd aangenomen? Klopt de vaststelling dat,
aangezien de weggebruiker ze in acht moet nemen, zelfs als zij niet
werden geplaatst door de wettelijk bevoegde overheid, de
weggebruiker de borden ook in acht moet nemen, wanneer zij wel
werden geplaatst door de bevoegde overheid maar zonder een
politiereglement?

Ten tweede, voor tijdelijke toestanden is een politiereglement nodig.
Daarvoor is momenteel evenwel een omslachtige procedure nodig.
Mijnheer de minister, ondertussen hebben wij in de Kamer al een
wetsvoorstel dienaangaande goedgekeurd, dat evenwel nog niet in
het Belgisch Staatsblad is verschenen.

Wanneer mag de publicatie worden verwacht?

De tijdelijke politiereglementen moeten momenteel worden
goedgekeurd door de gemeenteraad, wat de gemeenteraden nogal
veelvuldig belast. Het wetsvoorstel voorziet in een goedkeuring door
de schepencolleges, wat de procedures heel wat gemakkelijker en
eenvoudig zou maken.
06.01 Guido De Padt (VLD):
L'article 5 du Code de la route
dispose que les usagers doivent
se conformer aux signaux routiers
lorsque ceux-ci sont réguliers en la
forme, suffisamment visibles et
placés conformément aux
prescriptions.

Les usagers doivent-ils également
prendre en considération les
panneaux qui ne correspondent à
aucun règlement de police? La
Cour de cassation a jugé
précédemment que le respect des
panneaux ne dépendait pas de la
question de savoir si ces derniers
avaient été placés par l'autorité
compétente. Pouvez-vous
confirmer cet état de fait?

Le placement de signaux routiers
temporaires nécessite un
règlement de police et partant, une
procédure complexe. Nous avons
pourtant déjà adopté une
proposition de loi tendant à
simplifier cette procédure. Quand
cette loi sera-t-elle publiée?
06.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, waarde
collega's, mijnheer De Padt, in antwoord op uw eerste vraag wijs ik
erop dat de weggebruiker onmogelijk een onderscheid kan maken
tussen verkeersborden waarvoor wel en waarvoor geen
politiereglement werd aangenomen. Hij dient de verkeersborden dan
ook in elk van de door u genoemde gevallen na te leven, uiteraard in
de mate dat het bord klopt met het verkeersreglement, in bijzonder
met artikel 5.

Als ze dus normaal naar vorm staan, moet de weggebruiker ervan
uitgaan dat het bord moet worden nageleefd.

In antwoord op uw tweede vraag merk ik op dat de bevoegdheid om
tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer aan te nemen via de
wet van 12 januari 2006 werd gewijzigd, zoals u zelf aanhaalde. Het is
weliswaar een wet die ressorteert onder de minister van Binnenlandse
06.02 Renaat Landuyt, ministre:
Un usager n'est pas en mesure de
distinguer lui-même les panneaux
de circulation placés en vertu d'un
règlement de police de ceux pour
lesquels une telle procédure n'a
pas été suivie. Nous sommes
donc en droit d'attendre de
l'usager qu'il respecte les signaux
routiers en tout état de cause.

La compétence en matière
d'ordonnances de police
temporaires a en effet été
modifiée par la loi du 12 janvier
2006. Cette loi relève de la
CRIV 51
COM 993
12/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
Zaken. Ik zou eens aan hem moeten vragen waarom de wet nog niet
werd gepubliceerd. Het is heel raar.
compétence du ministre de
l'Intérieur. Je lui demanderai
pourquoi la loi n'a pas encore été
publiée.
06.03 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, wat betreft de eerste vraag, ik heb de vraag gesteld in
functie van een ervaring die wij zelf op ons grondgebied hebben
vastgesteld.

Een burgemeester wordt namelijk geroepen om af en toe
vergunningen voor wielerwedstrijden te verlenen. Wij koppelen daar in
het algemeen een politiereglement aan vast. Onze politiemensen
hadden echter verkeersverboden door middel van het plaatsen van
borden ingevoerd, zonder dat door de gemeenteraad of door de
burgemeester in het kader van zijn desbetreffende, dringende
opdracht een reglement werd goedgekeurd dat op de locatie een
parkeerverbod oplegde.

De mensen waren een beetje verveeld. Enkele auto's werden ook
getakeld door diensten, omwille van het feit dat er een parkeerverbod
werd opgelegd ondanks dat de koers daar niet passeerde. De
mensen vroegen mij of zij het parkeerverbod moesten respecteren,
gelet op het feit dat er geen politiereglement was uitgevaardigd. Een
politiereglement krijgt natuurlijk een zekere openbaarheid via een
goedkeuring in de gemeenteraden. In dit geval werd dat niet
uitgevaardigd. Om die reden stel ik deze vraag officieel. Ik was
namelijk persoonlijk van oordeel dat moeilijk parkeerverboden ­ ook
al zijn ze tijdelijk ­ ingevoerd kunnen worden zonder dat de
gemeenteraad zich daarover heeft uitgesproken. Blijkbaar zegt u nu
dat het anders is.
06.03 Guido De Padt (VLD):
Dans ma commune, il est déjà
arrivé qu'à l'occasion d'une
manifestation, des policiers
placent des panneaux routiers qui
n'avaient pas été approuvés par le
conseil communal ou par le
bourgmestre.

Le stationnement était interdit et
quelques voitures ont été
remorquées. Ce jour-là, d'aucuns
se sont demandé s'il fallait
respecter une interdiction de
stationner en l'absence d'un
règlement de police.
06.04 Minister Renaat Landuyt: Alles moet post factum beschouwd
worden, als er een discussie over bestaat. Men kan van een
weggebruiker verwachten dat hij de verkeersborden respecteert die er
op het eerste gezicht normaal uitzien, als ik me zo mag uitdrukken.
Dat is het voorzichtige gedrag van de gebruiker.

In dit voorbeeld ontstaat achteraf discussie op grond van het
verkeersbord "verboden te parkeren" en werd de wagen van de
betrokkene weggehaald. Er ontstaan kosten. De rechtsgrond voor de
invordering van die kosten is er volgens mij niet. De rechter zou dus
wel eens kunnen besluiten dat er geen rechtsgrond is om de kosten
voor het weghalen of takelen van de wagens te recupereren. De
betrokkene had beter, veiligheidshalve, het verkeersbord nageleefd.
Hij heeft dat niet gedaan en het bord was er niet geldig geplaatst. Op
dat ogenblik is er ook geen reden geweest om de auto weg te halen.
06.04 Renaat Landuyt, ministre:
En l'espèce, on ne peut se
prononcer qu'a posteriori. Les
usagers de la route sont tenus de
respecter les panneaux de
signalisation visiblement normaux.
Si, comme dans le cas qui nous
occupe, des véhicules sont
remorqués, aucun motif légal ne
justifie à mon sens la récupération
des frais de remorquage.
L'intéressé aurait dû respecter le
panneau routier mais celui-ci
n'ayant pas été placé valablement,
il ne doit à mon sens pas
supporter les frais de remorquage.
06.05 Guido De Padt (VLD): Er is dan ook geen rechtsgrond om de
betrokkene te beboeten wegens het niet respecteren van het bord?
06.05 Guido De Padt (VLD):
L'intéressé peut-il être sanctionné
pour non-respect du panneau?
06.06 Minister Renaat Landuyt: De betrokkene kan dan achteraf niet
beboet worden.

Maar voor het gedrag in het verkeer zelf gelden de borden wel.
Veronderstel dat er op een kruispunt aan de ene kant een
06.06 Renaat Landuyt, ministre:
L'intéressé ne peut être
sanctionné a posteriori. Il convient
toutefois de nuancer les choses.
Les panneaux de signalisation qui
12/06/2006
CRIV 51
COM 993
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
verkeersbord "stopteken" staat, en aan de andere kant een regelmatig
geplaatst, of onregelmatig maar conform, bord dat aangeeft dat mag
worden doorgereden. Als er op dat kruispunt een ongeval zou
gebeuren, dan speelt het bord wel. Dat is de nuance in de discussie.
n'ont pas été placés correctement
mais sont importants pour la
sécurité routière, sont applicables
et doivent être respectés. En cas
d'accident, il sera tenu compte du
non-respect du panneau.
06.07 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de minister, ik was dezelfde
mening toegedaan. Maar ik heb mijn vraag gesteld omwille van de
mening die de VVSG erop nahield. U bevestigt mijn visie.
06.07 Guido De Padt (VLD): Le
ministre confirme en fait ma vision
des choses.
06.08 Minister Renaat Landuyt: Het is iets dat te toetsen valt voor de
rechtbank, bijna, voor wie dat wenst.
06.08 Renaat Landuyt, ministre:
En cas de discussion, on peut
s'adresser au tribunal.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Mobiliteit over "de
verkeersveiligheidsbarometer" (nr. 11737)
07 Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité sur "le baromètre de la sécurité
routière" (n° 11737)
07.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de minister, dit is een
beetje een vervolg op de interpellatie van daarstraks. Het gaat met
name de wetenschap dat meten weten is en het feit dat het bekomen
van goede cijfers en statistieken voor mij al maandenlang een
frustratie vormen. Ondertussen wint de verkeersveiligheidsbarometer
aan betekenis naarmate de beschikbare gegevens toenemen. Het feit
dat er nu ook een opsplitsing kan gebeuren per Gewest en
wegcategorie en dat ook het aantal doden ter plaatse reeds kan
gegeven worden evenals het tijdstip, is zeker een positieve stap
vooruit. Deze gegevens zijn onmisbaar voor een beleid dat snel op de
concrete situatie op het terrein wil inspelen.

Ik zou toch graag nog een aantal vragen willen stellen. Wat zijn de
verdere stappen in de uitbouw van de verkeersveiligheidsbarometer
met betrekking tot nieuwe gegevens en elementen? Hoe zulllen de
gegevens verder opgesplitst kunnen worden? Is bijvoorbeeld een
opsplitsing per categorie weggebruikers en eventueel ook per leeftijd
van de slachtoffers en/of hun ongevalbetrokkenheid mogelijk in het
kader van de verkeersveiligheidsbarometer? Met andere woorden,
kan en zal de verkeersveiligheidsbarometer stilaan evolueren naar
een snel, maandelijks, min of meer gedetailleerd overzicht van de
situatie dat beleidsmatig toelaat om kort op de bal te spelen? Ik heb
ergens gelezen dat het misschien zelfs wekelijks kan.

Ten tweede, is het mogelijk de cijfers van het aantal doden dat valt
tijdens het overbrengen naar het ziekenhuis of in het ziekenhuis, te
integreren in de huidige cijfers in verband met de verkeersdoden? Zo
ja, hoe en wanneer? Momenteel heeft men cijfers over ongevallen
met doden tot gevolg, die moeilijk te vergelijken zijn met de oudere
cijfers omdat men toen de categorie "doden na dertig dagen" had. Die
dertig dagen worden in deze statistiek niet meegerekend.

Ik kom tot een derde vraag. Welke beleidsconclusies trekt de minister
uit de meest recente gegevens met betrekking tot de dodelijke
ongevallen op autosnelwegen, vooral tijdens de weekendnachten?
07.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): Le baromètre de la
sécurité routière devient de plus
en plus significatif à mesure que
se multiplient les données
disponibles.

Quelles seront les prochaines
étapes du développement du
baromètre de la sécurité routière?
Les données qu'il comporte
peuvent-elles être spécifiées en
fonction des différentes catégories
d'usagers de la route ou de l'âge
des victimes? Le baromètre de la
sécurité routière évoluera-t-il
graduellement pour devenir un
instrument de mesure fournissant
un aperçu mensuel, voire
hebdomadaire qui permettra de
prendre très rapidement les
mesures politiques nécessaires?
Ne pourrait-on inclure dans les
chiffres actuels relatifs aux
victimes mortelles d'accidents de
la route le nombre de personnes
qui décèdent pendant leur
transfert à l'hôpital ou à l'hôpital
même? En effet, il est difficile de
comparer les chiffres actuels avec
les anciens dès lors qu'on
distinguait précédemment une
catégorie "décès après trente
jours".
CRIV 51
COM 993
12/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
Hebben deze gegevens bijvoorbeeld gevolgen voor de inzet van
manschappen met betrekking tot de handhaving? Met andere
woorden, als dergelijke heel recente statistieken worden
bekendgemaakt, wordt daar dan meteen op ingespeeld door
bijvoorbeeld de federale verkeerspolitie te wijzen op een aantal
concrete problemen waardoor ze misschien hun werkschema gaan
aanpassen, met specifieke aandacht voor bepaalde problemen? Acht
de minister de inzet van controleapparatuur, al dan niet bemand,
langs autosnelwegen een goede zaak? Met andere woorden, zou
men uit de gegevens kunnen afleiden dat er misschien toch nog meer
camera's en dergelijke moeten ingezet worden?
Quelles conclusions le ministre
tire-t-il des données relatives aux
accidents mortels survenus sur les
autoroutes, en particulier pendant
les nuits du week-end? Influeront-
elles sur les effectifs des forces de
l'ordre auxquels il est fait appel?
La mise en oeuvre de dispositifs
de contrôle automatiques sur les
autoroutes est-elle une bonne
chose?
07.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, collega,
betreffende de evolutie van de verkeersveiligheidbarometer hebben
wij inderdaad een nieuwe bron van totale informatie. We hebben lang
gewerkt met de gegevens van de parketten, waarin echter een
dubbeltelling zat waaraan wij nooit hebben gedacht. Met name
gebruikt men bij het doorverwijzen van het ene parket naar het andere
een nieuw nummer. Dat levert automatisch hogere cijfers op, ondanks
de daling, omdat sommige ongevallen twee keer werden genoteerd.
Dat is bijvoorbeeld een puntje dat we geleidelijk begonnen te zien.

Ondertussen werd via de politiediensten keihard gewerkt om de
gegevens vanuit de arrondissementen uit het oorspronkelijke pv te
kunnen halen. Dat is nu rond en daardoor krijgen wij een betere
indeling met meer verfijnde gegevens. Wij weten nu dat de
dubbeltelling is weggewerkt, maar dat kon maar wanneer alle
politiezones klaar waren om mee te werken, wat nu zo is.

Ik antwoord onmiddellijk op uw derde vraag. Een deel van de
motivatie om hieraan mee te werken vloeit voort uit een zeer snelle
return aan de zones van de verwerking van de gegevens. Men kan
zich daar dan automatisch op steunen en zo heeft iedereen iets aan
de vlotte, volledige uitwisseling van gegevens.

We werken in twee richtingen qua verfijning. Enerzijds zijn er de
weekendongevallen, waarbij het week na week rapporteren moeilijker
is omdat we correct willen zijn. Wel juist is dat we met een
achterstand van twee maanden of van anderhalve maand heel goed
de balans van het weekend kunnen opmaken. Februari bijvoorbeeld
was een zware maand inzake weekendongevallen: men ziet duidelijke
verhoudingen, terwijl men dat vroeger niet kon opmaken voor
weekends en gewone dagen. Die extra verfijning was het grote motief
om de snelheidscampagnes van het BIVV bij te sturen richting
weekendcampagnes. Binnen de bestaande contracten hebben we
daarvoor alles op alles gezet. De gevolgen daarvan zijn momenteel te
zien. Deze bijsturing volgt letterlijk vanuit het gegeven dat de
weekends eruit sprongen.

Een tweede fenomeen waaraan we nu willen werken en waarop de
federale wegpolitie voortdurend wijst en inspeelt, is de betrokkenheid
van vrachtwagens bij ongevallen.

Zij hadden dat al opgemaakt uit hun gegevens. Wij willen dit nu
duidelijker maken via de verkeersveiligheidsbarometer.

Ik kan echter maar zo snel gaan als de politiediensten dit bovenop
hun gewone werk kunnen doen. Er moet worden nagegaan of dit
07.02 Renaat Landuyt, ministre:
Le baromètre de la sécurité
routière vise à toujours affiner et à
mieux classifier les données.
Actuellement, toutes les zones de
police collaborent et l'échange de
données est efficace. De même,
les informations proviennent de
plus en plus souvent directement
des procès-verbaux et ne sont
plus fournies par les parquets, ce
qui résout par la même occasion
le problème du double comptage
au niveau des parquets.

Nous nous concentrons
actuellement au maximum sur les
accidents qui se produisent le
week-end. Il sera difficile d'en
arriver à un rapport
hebdomadaire. En revanche, des
enseignements pourront être tirés
après une période de quelque
deux mois, comme c'est le cas
actuellement pour le mois de
février.

Le baromètre de la sécurité
routière devra également
permettre d'établir plus clairement
l'implication de poids lourds. Les
dernières constatations mettent
aussi en évidence l'importance de
la vitesse et on voit que les
accidents les plus graves se
produisent en Wallonie et sur les
autoroutes. Le nombre d'accidents
graves évolue donc à la baisse en
Flandre, mais il subsiste un
problème sur les autoroutes.
12/06/2006
CRIV 51
COM 993
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
effectief klopt en er moet duidelijk worden bepaald wat met
vrachtwagens te maken heeft.

Wat betreft de laatste vaststellingen inzake snelheid op autowegen,
we zien één grote tendens in de laatste verkeersveiligheidsbarometer.
De zwaarste ongevallen situeren zich op de autowegen en in
Wallonië. Op de autowegen is er, los van vrachtwagens, maar één
oorzaak van ongevallen: snelheid. Ook de impact van een ongeval
wordt bepaald door de snelheid.

Men kan dus veronderstellen dat het in Wallonië en meer in het
bijzonder op onze autowegen gaat om een probleem van snelheid.
Dat is voor de federale wegpolitie en wellicht ook voor de politiezones
in Wallonië het signaal om meer op snelheid te focussen. Dat
betekent ook dat men met een dergelijke
verkeersveiligheidsbarometer al correctere verdelingen kan uitwerken
voor het verkeersveiligheidsfonds. Men beschikt immers over meer
actuele cijfers die een heel andere tendens weergeven dan de
tendens van een paar jaar geleden.

De daling wat ernstige ongevallen betreft, doet zich voor in
Vlaanderen en niet in Wallonië, en niet voldoende op onze
autowegen.
07.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de minister, u hebt niet
geantwoord op de problematiek van de doden na 30 dagen.
07.03 Jef Van den Bergh
(CD&V): Le ministre n'a pas
répondu à mes questions
concernant la problématique des
décès après trente jours.
07.04 Minister Renaat Landuyt: Dit blijkt technisch een moeilijker
verhaal te zijn dat voor de verwerking bij het Nationaal Instituut voor
de Statistiek zit. Dit gegeven naar ons toe trekken is moeilijker omdat
het te maken heeft met hetgeen gebeurd is in die afgelopen 30
dagen. Het is niet zo gemakkelijk om dit te verzamelen.
07.04 Renaat Landuyt, ministre:
Il y a des difficultés techniques
importantes. L'Institut national de
Statistique est chargé du
traitement de ces données, et
nous pouvons difficilement nous
approprier ces informations.
07.05 Jef Van den Bergh (CD&V): Naar het schijnt wordt nu op
basis van de gegevens van de pv's gewerkt. Heeft dat ook tot gevolg
dat wij gemakkelijker statistieken kunnen bekomen over bijvoorbeeld
pv's die worden opgesteld met betrekking tot het inhaalverbod voor
vrachtwagens? Dat zijn gegevens die wij vroeger nooit konden
krijgen.
07.05 Jef Van den Bergh
(CD&V): Les données sont
maintenant tirées directement des
procès-verbaux. Cela permettra-t-il
d'obtenir plus facilement des
statistiques concernant, par
exemple, l'interdiction de dépasser
pour les poids lourds?
07.06 Minister Renaat Landuyt: Neen, hetgeen wij nu opstellen gaat
over het verzamelen van pv's in verband met ongevallen. Het kan een
voorbeeld zijn. pv's van vaststellingen van overtredingen worden niet
op die snelle wijze verzameld.

Onderschat de operatie om juiste gegevens te verzamelen niet. Ik zit
zelf de vergaderingen voor. De druk is zeer hoog om zoveel mogelijk
te verzamelen. Hetgeen men nu bereikt is reeds veel in vergelijking
met de moeilijkheden die ze mij vroeger opgesomd hebben.

Ik zoek wel om steeds meer vlugge info te krijgen, maar ik durf niet te
07.06 Renaat Landuyt, ministre:
Il s'agit ici surtout de la compilation
rapide de procès-verbaux relatifs à
des accidents, non pas relatifs à
des infractions au code de la
route.
CRIV 51
COM 993
12/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
zeggen wanneer of hoe dat mogelijk zal zijn.
07.07 Jef Van den Bergh (CD&V): Is het de bedoeling om in die
richting verder te evolueren?
07.07 Jef Van den Bergh
(CD&V): L'objectif n'est-il pas de
réunir plus rapidement les
informations recueillies dans les
procès-verbaux?
07.08 Minister Renaat Landuyt: Dat is de bedoeling. Maar wie ben
ik? Wie komt er na mij? De goesting is er echter wel in de combinatie
tussen het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid en de
politiediensten om daaraan voortdurend te werken. Men voelt dat men
daaraan zeer veel heeft, net door de actualiteit van de gegevens.
Iedereen is nu overtuigd dat dit de juiste werkwijze is.

Dat leidt ook tot betere afspraken met het NIS voor de juiste verdeling
van het werk.
07.08 Renaat Landuyt, ministre:
Toutes les parties sont d'accord
pour dire que c'est dans cette
direction que nous devons évoluer.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Interpellatie van de heer Jef Van den Bergh tot de minister van Mobiliteit over "de straffeloosheid
van verkeersovertredingen ten gevolge van een falend inningssysteem" (nr. 872)
08 Interpellation de M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité sur "le non-sanctionnement de
certaines infractions au Code de la route par suite de la défaillance du système de perception"(n° 872)
08.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het moet
mij toch even van het hart dat ik het toch wel frappant vind, en dat is
zeker geen verwijt aan collega De Padt die hier veelvuldig en
langdurig aanwezig is, dat er een eenvoudige motie wordt ingediend
zonder dat een van de indieners aanwezig is.
08.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): Il est frappant qu'une
motion pure et simple soit
déposée en l'absence de ses
auteurs.
De voorzitter: Ik deel uw mening maar het was zo afgesproken.
Le président : Je partage votre
avis mais c'est ce qui avait été
convenu.
08.02 Jef Van den Bergh (CD&V): Het is toch niet echt een goede
manier van werken.

Een falend informaticasysteem, dat het haast middeleeuwse systeem
van de boetezegels moest vervangen, heeft voor gevolg dat een
aantal pv's voor verkeersovertredingen, waarbij de vaststelling
gebeurde zonder staandehouding van de overtreder, gedurende een
bepaalde periode niet afgehandeld kan worden. In het kort komt heel
de problematiek, die ik een drietal weken geleden naar buiten heb
gebracht, daarop neer.

Vóór 31 maart zond men een proces-verbaal met antwoordformulier,
voorzien van een strook om boetezegels te kleven, op naar de houder
van een nummerplaat. Als de houder van een nummerplaat het
antwoordformulier terugzond zonder betaling, met vermelding van de
werkelijke bestuurder, dan zond de politie opnieuw een afschrift van
het pv, met een antwoordformulier met een strook voor boetezegels,
op naar de nieuw gekende overtreder. Dit herhaalde zich tot de
werkelijke bestuurder effectief bekend was en de boetezegeltjes op
het formulier werden gekleefd. Pas als deze overtreder niet betaalde
of de laatst gekende bestuurder niet reageerde, werd het niet-
betaalde pv met onmiddellijke inning verzonden naar het parket. Bij
08.02 Jef Van den Bergh
(CD&V): Le système quasi
moyenâgeux des timbres-
amendes a été récemment
remplacé par un nouveau
système, dont il résulte, en raison
de défaillances informatiques
notamment, qu'un certain nombre
de procès-verbaux dressés sans
l'interpellation du contrevenant ne
peuvent être traités pendant une
certaine période.

Avant le 31 mars, un procès-
verbal muni d'un talon adhésif
pour les timbres-amendes était
envoyé au titulaire de la plaque
d'immatriculation. Si celui-ci
renvoyait le formulaire sans
acquitter le paiement et en
mentionnant le conducteur effectif,
le même formulaire était envoyé à
12/06/2006
CRIV 51
COM 993
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
betaling werd het pv geklasseerd op het bureel waardoor de parketten
van heel wat werk werden ontlast.

Sinds de invoering van de nieuwe verkeerswet op 31 maart
jongstleden zendt men een pv evenwel op naar de houder van de
nummerplaat, maar wordt een overschrijving verstuurd via de Bank
van De Post. Blijkbaar was het niet mogelijk om dit vanaf de eerste
dag van de afschaffing van de boetezegels te integreren in één
formulier. Op zich lijkt ons dit toch al een belangrijke lacune. Dat is
echter niet het ergste. Om dit alles mogelijk te maken, worden via
digitale weg de gegevens van de houder van een nummerplaat, de
overtreding, het bedrag, enzovoort overgedragen van de federale
politiecomputer naar de computer van De Post op het ogenblik dat het
pv wordt afgesloten bij de politie en dus een afschrift naar de houder
van de nummerplaat werd verzonden.

Vanaf dat moment zijn de afhandeling van het pv en de betaling de
facto van elkaar gescheiden. Als de overtreder het pv in handen krijgt
en terugstuurt met de vermelding dat hij als houder van de
nummerplaat zelf niet achter het stuur zat, dan komt dit terug bij de
politie terwijl het formulier voor de betaling via De Post een aparte
weg aan het afleggen is. Omwille van het rigide systeem kan men die
procedure nog nauwelijks bijsturen.

Dat is toch wel een fundamenteel probleem.

De politie kan geen bijkomende informatie aangaande hetzelfde
proces-verbaal meer versturen naar de postdiensten, gewoon omdat
het technisch niet mogelijk is want het informaticasysteem laat dat
niet toe. De houder van een nummerplaat kan een andere overtreder
opgeven via het antwoordformulier: bijvoorbeeld de leasingfirma geeft
de huurder op, een firma geeft de gebruiker op van het voertuig, een
particulier persoon schrijft dat zijn broer met de wagen reed,
enzovoort. Als dat gebeurt dan blijft De Post toch aanmaningen
versturen naar de houder van de nummerplaat, dus naar de
oorspronkelijke verdachte.

De politie kan de gegevens van de nieuw gekende overtreder niet
overmaken aan De Post, zodat zij een nieuwe overschrijving zouden
kunnen verzenden en de procedure heropstarten. Voor één proces
verbaal kan men dus maar één keer in het informaticasysteem een
overtreder vermelden aan wie de effectieve overschrijving wordt
verstuurd. Als men het bericht terug krijgt dat dat niet de bestuurder
was, dan kan men voor hetzelfde proces-verbaal geen nieuwe
bestuurder ingeven.

De politie kan dan ook niet anders dan de niet-betaalde processen-
verbaal over te maken aan het parket, met in bijlage wellicht de
antwoordformulieren waarop de aangeduide verdachte voorkomt.
Door het feit dat er geen onmiddellijke inning was, zou men op dat
moment eventueel op parketniveau kunnen reageren om een
minnelijke schikking te treffen met de echte overtreder. Ook dan is er
echter een probleem. Een minnelijke schikking betekent in principe 10
euro meer dan de onmiddellijke inning. Daardoor zou de overtreder
een boete moeten betalen die 10 euro hoger ligt, voor een fout die
niet door hem is gemaakt. Hij heeft wel de verkeersovertreding
begaan, maar de 10 euro extra ligt niet aan hem, want het is niet door
hem dat de onmiddellijke inning niet is betaald.
ce dernier. Ce n'est qu'en cas de
non-paiement par le véritable
contrevenant que le procès-verbal
avec perception immédiate était
envoyé au parquet, où il était
classé dès l'exécution du
paiement.

Depuis l'entrée en vigueur de la
nouvelle loi sur la circulation
routière, le 31 mars, on envoie
toutefois un virement au titulaire
de la plaque d'immatriculation via
la Banque de La Poste. Ce
document et le procès-verbal n'ont
pas été fusionnés. Plus grave est
toutefois le fait que toutes les
données sont transférées de
l'ordinateur de la police fédérale
vers celui de la Banque de La
Poste. À partir de ce moment, le
traitement du procès-verbal et le
paiement sont donc dissociés. Si
le titulaire de la plaque
d'immatriculation n'est pas le
contrevenant, il peut en informer
les services de police mais son
paiement suivra un cheminement
distinct par l'intermédiaire de la
Banque de La Poste.

Lorsque le titulaire d'une plaque
minéralogique mentionne un autre
contrevenant sur le formulaire de
réponse, La Poste continue
d'envoyer des mises en demeure.
La police n'a d'autre possibilité
que de transmettre les procès-
verbaux non payés au parquet.
Celui-ci pourrait proposer une
transaction au véritable
contrevenant, mais cette
procédure coûte 10 euros de plus
que la perception immédiate alors
que l'intéressé est absolument
étranger au non-règlement de la
perception immédiate. Le parquet
pourrait mentionner le montant
correct sur la proposition de
transaction mais cela impliquerait
de "forcer" le système
informatique dossier par dossier.
Les parquets ne disposent pas du
personnel nécessaire pour faire
face à ce travail. Dès lors, les
infractions qui ne peuvent pas être
traitées sont tout simplement
archivées.
CRIV 51
COM 993
12/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27

Eventueel zou het parket kunnen overgaan tot het vermelden van het
correcte bedrag op die minnelijke schikking, dus zonder die 10 euro
extra. Dan moet men echter dossier per dossier het eigen
informaticasysteem gaan kraken, wat de werklast bijzonder groot zou
maken. De parketten zeggen ook daarvoor niet over het nodige
personeel te beschikken.

Gevolg: de overtredingen die, door het systeem, onverwerkbaar zijn
geworden, worden gearchiveerd. Dat is een mooi woord om te zeggen
dat er niks van komt. Dat probleem mag toch niet te lang aanslepen.
Om die reden wil ik u terzake een aantal vragen voorleggen, mijnheer
de minister.

Ten eerste, hoe verklaart u het falen van het systeem als de
overtreder en de eigenaar van de nummerplaat niet dezelfde zijn? Het
is immers op dat moment dat de problemen zich manifesteren.

Blijft u bij uw verklaring in de zaterdagkrant van Het Laatste Nieuws
dat de oorzaak enkel terug te vinden is in de onwil van sommige
parketten en/of substituten om mee te werken?

Zo ja, waarom verklaart de minister dan in een maandagkrant dat het
euvel binnen de drie maanden zal opgelost zijn? Eerst ontkent u het
probleem en vervolgens zegt u dat het probleem binnen drie
maanden zal opgelost zijn. Wat is dan volgens u precies het probleem
en hoe zal het opgelost geraken? Wat moet daarvoor gebeuren?

U hebt via de radio gecommuniceerd dat het probleem eenvoudig op
te lossen is door aan De Post te vragen om de aanmaningen tien
dagen later te versturen. Mijns inziens lost dit enkel het vervelend
fenomeen op dat er herinneringsbrieven worden gestuurd aan
mensen die al lang aan de politie hebben laten weten dat zij niet de
bestuurder waren, maar dat is in het geheel slechts een
randfenomeen van het dieperliggend probleem dat de effectieve
bestuurder niet beboet geraakt.

Ten tweede, welke diensten binnen de administratie zijn de
uiteindelijke verantwoordelijken? Hebben de diensten of de personen
die het informaticasysteem hebben uitgewerkt, de juiste instructies
gekregen?

Ten derde, kan de minister ons een beeld geven van het aantal pv's
dat door het falend inningsysteem onbehandeld blijft? Ik vermoed dat
het nog vrij moeilijk is. Voor onmiddellijke inningen voorziet men in
een periode van vijftig werkdagen, meen ik. Die periode sinds de
invoering van de nieuwe verkeerswet, loopt ongeveer ­ als we de
werkdagen tellen ­ rond deze tijd af. Ik vermoed dat er nog geen
duidelijke gegevens bekend zijn. Misschien heeft de minister toch
bepaalde indicaties.

Pourquoi des problèmes se
posent-ils lorsque le contrevenant
n'est pas le titulaire de la plaque?
Le ministre maintient-il que ces
difficultés sont uniquement dues à
la mauvaise volonté de certains
parquets ou magistrats? Le
ministre a déclaré à la radio que
La Poste peut adresser les mises
en demeure dix jours plus tard.
Toutefois, cela résout seulement
la question des lettres de rappel
adressées aux personnes ayant
déjà signalé de longue date
qu'elles n'étaient pas le
conducteur. Le vrai problème,
c'est que ce dernier n'est pas
sanctionné. À quels services
incombe finalement la
responsabilité? A-t-on fourni les
bonnes instructions lors du
développement du système
informatique? Le ministre a-t-il une
idée du nombre de procès-
verbaux non traités en raison des
lacunes du système de
perception?
08.03 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, ik
veronderstel dat collega Jef Van den Bergh zich steunt op een of
ander document van een of andere vergadering van politiemensen
onder elkaar. Wat ik daar allemaal hoor ­ een groot verslag met grote
commentaren ­ heb ik nog nooit gezien.

Wat uw eerste vraag betreft, is de maandagkrant verkeerd. Een
08.03 Renaat Landuyt, ministre:
Je suppose que M. Van den Bergh
se fonde sur un document issu de
quelque réunion de policiers, dont
je n'ai jamais eu connaissance. Je
n'ai jamais affirmé que je
résoudrais le problème dans les
12/06/2006
CRIV 51
COM 993
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
probleem dat er niet is, moet men niet in drie maanden oplossen. Ik
heb dat nooit gezegd. Het spijt me. Ik blijf bij de reactie dat er door
De Post te vroeg herinneringen werden gestuurd. Tegen het moment
waarop de leasingmaatschappij het document naar de betrokken
chauffeur had doorgestuurd, waarvan sommigen direct juist betaalden
en anderen tijd verloren, kreeg men al een herinnering. Daarom
vroegen sommigen zich af of ze hun verzekerde of leasingcliënt nog
eens moesten aanschrijven. Het is mij effectief ter kennis gebracht
dat te vlug herinneringen werden verstuurd door De Post. Men heeft
dan de herinneringsperiode verlaat.

Meer dan dat is er niet aan de hand. Op het vlak van het systeem zelf
is er niets veranderd. Wat wel zal veranderen in de toekomst is dat
het op één document zal verstuurd worden naar de betrokkene,
samen met het overschrijvingsformulier eraan gehecht. Nu worden er
twee brieven verstuurd zodat men eigenlijk meer tijd heeft om juist te
reageren. Maar die twee brieven gaan in de toekomst herleid worden
tot één brief. Voor de rest is het een beetje zoeken naar het verslag
waarop u steunde met het probleem dat er al dan niet is. Ik heb dat
nog niet gezien.
trois mois: il n'y a pas lieu de
résoudre un problème inexistant.
Je persiste à considérer que La
Poste a envoyé les rappels
prématurément. On a ainsi reporté
la période de rappel. Le système
n'a pas été modifié mais, à
l'avenir, les deux courriers ne
constitueront plus qu'un seul
document.
08.04 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het
ontkennen van het probleem verrast mij toch een beetje. Die
herinneringsbrief was inderdaad iets zeer vervelend. Voor de
betrokken mensen is het een vervelend fenomeen. De kern van het
probleem is toch wel dat echte overtreders vanaf het moment dat zij
niet-houder zijn van een nummerplaat en dus niet staande zijn
gehouden, niet meer gevat kunnen worden voor een onmiddellijke
inning.
08.04 Jef Van den Bergh
(CD&V): Je m'étonne que le
ministre nie le problème. Le
problème est que les auteurs
d'infractions qui ne sont pas
titulaires d'une plaque
d'immatriculation et qui n'ont pas
été arrêtés, ne peuvent plus être
joints en vue d'une perception
immédiate.
08.05 Minister Renaat Landuyt: Dat is niet waar.
08.05 Renaat Landuyt, ministre:
C'est faux.
08.06 Jef Van den Bergh (CD&V): De oorzaak daarvan ligt in een
fout of de rigiditeit van het systeem, waarin de politiediensten binnen
de achttien dagen...
08.06 Jef Van den Bergh
(CD&V): À l'origine du problème, il
y a soit une faute, soit la rigidité du
système.
08.07 Minister Renaat Landuyt: U mag zich niet plaatsen op het
niveau van diegene die meende op een of ander document kritiek te
kunnen geven. Er is geen probleem.
08.07 Renaat Landuyt, ministre:
Il n'y a pas de problème.
08.08 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik noteer
dat de minister het probleem ontkent. We zullen zien wat de toekomst
brengt. Ik wil daar verder niets over zeggen.
08.08 Jef Van den Bergh
(CD&V): Le ministre nie le
problème. On verra ce que l'avenir
nous réserve.
Moties
Motions

Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.

Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Jef Van den Bergh en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Jef Van den Bergh
CRIV 51
COM 993
12/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
en het antwoord van de minister van Mobiliteit,
gelet op het belang van een sluitend en snel werkend systeem om het ontradend karakter van sancties te
garanderen en te versterken en aldus de verkeersveiligheid te dienen;
gelet op de problemen die gerezen zijn ten gevolge van een falend inningssysteem van onmiddellijke
boetes voor verkeersovertredingen;
gelet op de ruime tijd die de federale regering had om de aanpassingen van de verkeerswet foutloos uit te
voeren;
1. betreurt de gebreken in het systeem van de onmiddellijke inning van verkeersboetes en het gevoelen van
straffeloosheid dat daaruit kan ontstaan bij bepaalde groepen van de bevolking;
2. eist van de regering dat de problemen op de kortst mogelijke tijd worden opgelost en dat daarvan verslag
wordt uitgebracht aan het Parlement."

Une motion de recommandation a été déposée par M. Jef Van den Bergh et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Jef Van den Bergh
et la réponse du ministre de la Mobilité,
vu l'importance de disposer d'un système efficace et rapide capable de garantir et de renforcer le caractère
dissuasif des sanctions et partant, d'accroître la sécurité routière;
vu les problèmes survenus à la suite de la défaillance du système de perception immédiate des amendes
sanctionnant des infractions routières;
vu que le gouvernement fédéral disposait largement du temps nécessaire à l'exécution sans failles des
modifications de la loi sur la circulation routière:
1. regrette les lacunes du système de perception immédiate des amendes sanctionnant des infractions
routières ainsi que le sentiment d'impunité qui peut en découler au sein de certains groupes de la
population;
2. exige du gouvernement qu'il apporte une solution à ces problèmes dans les meilleurs délais et qu'il fasse
rapport à ce sujet au Parlement."

Een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Guido De Padt.

Une motion pure et simple a été déposée par M. Guido De Padt.

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
09 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Mobiliteit over "de conformiteit van de
hervorming van de rijopleiding met de Europese regels" (nr. 11974)
09 Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité sur "la conformité aux règles
européennes de la réforme de la formation à la conduite" (n° 11974)
09.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, dit is ook een heikel dossier dat al enkele maanden
aansleept. De regering, bij monde van de minister, kondigt een
hervorming van de rijopleiding aan. Daar is heel wat om te doen
geweest. Wij hebben hier uitgebreide hoorzittingen gehad. Het minste
wat wij kunnen zeggen, is dat de eensgezindheid over de richting
waarin de rijopleiding evolueert beperkt is. Zelfs bij de
meerderheidspartijen zijn er heel wat kritische geluiden, maar
blijkbaar keurt de regering dit wel goed. Ik stel dat alleen maar vast.

Wij hebben er eerder ook al op gewezen dat met de Europese
denkpistes inzake rijbewijzen, rijopleidingen en vooral rijexamens
ernstig rekening moet worden gehouden. Nu blijkt dat de Europese
commissaris voor Transport ernstige kritiek heeft bij de rijopleiding in
ons land, namelijk over de niet-begeleide stage in model 2. Het
slechte model, volgens ons, dat het meest succes heeft en waarin het
kader van de rijopleiding niets verandert, is het mikpunt van kritiek
van de Europese Commissie. Ik denk dat de Europese Commissie u
09.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): Le gouvernement a
annoncé la réforme de la
formation à la conduite, même si
l'unanimité au sein du
gouvernement fait défaut à ce
sujet. Il aurait également dû
prendre en considération les
réflexions à l'échelle européenne
concernant le permis de conduire,
la formation à la conduite et
l'examen en vue de l'obtention du
permis de conduire. Le
commissaire européen aux
Transports a formulé des critiques
sévères à l'encontre de la
formation à la conduite belge,
notamment concernant le stage
12/06/2006
CRIV 51
COM 993
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
hierover uitleg heeft gevraagd, mijnheer de minister. Het is op zijn
minst een vreemde vaststelling dat men, op het moment dat een grote
rijhervorming wordt doorgevoerd, niet even gaat toetsen of dit
conform de Europese regels en de Europese ideeën terzake is.

Mijnheer de minister, ik heb hierover volgende vragen.

Ten eerste, houdt de regering nog vast aan de niet-begeleide stage in
het model 2?

Ten tweede, hoe gaat de regering een Europese veroordeling van
deze regeling voorkomen?
non accompagné du modèle 2. Je
constate avec étonnement que le
gouvernement n'a pas évalué la
conformité de la réforme de la
formation envisagée aux règles et
aux idées européennes.

Le gouvernement s'en tient-il au
stage non accompagné du modèle
2? Comment le gouvernement
entend-il éviter une condamnation
européenne au sujet de ce
règlement?
09.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Van
den Bergh, uw eerste vraag hangt een beetje samen met uw tweede
vraag. Ik versta de vraag niet goed. Model twee is toch het model met
de 20 uur? U vraagt of ik daaraan vasthoud. Uw tweede vraag is: hoe
zal de regering een Europese veroordeling van deze regeling
voorkomen, in het geval ik eraan vasthoud? Als ik "ja" antwoord, dan
vervalt namelijk de tweede vraag. Soms probeer ik de vragen te
begrijpen.

Wat de regering betreft, zoals u zelf gezegd hebt, in volle
eensgezindheid zijn, na de tweede lezing, het besluit en het
wetsontwerp goedgekeurd. Daarin staat inderdaad het behoud van
het systeem "model twee".

Wat betreft uw tweede vraag, model twee hebben wij destijds gemeld
bij de Europese Commissie. Er werden daarover toen geen
opmerkingen gemaakt. De nieuwe beslissing, en wat wij naast het
behoud van model twee hebben beslist, krijgt meer steun vanuit
Europa, heb ik begrepen uit de opmerkingen. Zij zijn namelijk voor
begeleiding en niet voor rijscholen.

Wat zullen wij nu doen? Wij zullen antwoorden op de opmerkingen,
zoals in de procedure bepaald is.
09.02 Renaat Landuyt, ministre:
Le gouvernement a adopté l'arrêté
ainsi que le projet de loi à
l'unanimité en deuxième lecture.
Cette législation prévoit le maintien
du modèle 2. À l'époque, nous
avions déclaré ce modèle à la
Commission européenne et
n'avions reçu aucune observation.
Notre nouvelle décision bénéficie,
au même titre que celles qui ont
été prises en marge du maintien
du modèle 2, d'un soutien plus
important de l'Europe, l'UE étant
favorable à l'accompagnement et
non aux auto-écoles. Nous
répondrons aux objections qui ont
été formulées, ainsi que le prévoit
la procédure.
09.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de minister, ik heb niet
echt een repliek, maar wel nog een vraag over de verdere
behandeling van dit dossier. Ik heb gezien dat het wetsontwerp in de
Vlaamse regering is gepasseerd. Zullen wij het hier nog vóór de
zomer kunnen behandelen?
09.03 Jef Van den Bergh
(CD&V): Ce dossier est traité au
gouvernement flamand. Viendra-t-
il encore au Parlement fédéral
avant l'été?
09.04 Minister Renaat Landuyt: Het is naar de Raad van State
verzonden.
09.04 Renaat Landuyt, ministre:
Il a été envoyé au Conseil d'Etat.
09.05 Jef Van den Bergh (CD&V): Ik neem aan dat het gekoppeld is
aan de hervorming van de rijopleiding in haar geheel?
09.05 Jef Van den Bergh
(CD&V): Je suppose que tout se
fait conjointement avec la réforme
de la formation à la conduite
considérée dans sa globalité.
09.06 Minister Renaat Landuyt: U hebt wel enige tijd. Vanaf 1
september geldt de nieuwe situatie inzake de opleiding. De eerste
mensen die hun rijbewijs kunnen halen onder het nieuwe regime
zullen, als zij vlug zijn, dat rond 1 december doen. Wij menen dat de
wet er wel zal zijn tegen december of januari. Ik meen niet dat er vele
09.06 Renaat Landuyt, ministre:
Il nous reste encore du temps car
la nouvelle réglementation relative
à la formation à la conduite
n'entrera en vigueur que le 1
er
er
CRIV 51
COM 993
12/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
gelukkigen zullen zijn die nog net met hun opleiding van het nieuwe
regime onder het oude regime zullen vallen. Wat de timing betreft,
loopt het ­ ondanks de tijd die de betrokkenheidprocedure altijd
vraagt ­ relatief goed.
septembre. Vers le 1
er
décembre,
les candidats pourront obtenir leur
permis de conduire sous le
nouveau régime. La loi sera
assurément d'application en
décembre ou en janvier. Dès lors,
rares seront ceux qui relèveront de
l'ancien régime tout en ayant suivi
une formation sous le nouveau.
Nous sommes donc dans les
temps.
De voorzitter: En het koninklijk besluit wordt hier ook nog behandeld.
09.07 Minister Renaat Landuyt: Het koninklijk besluit is de
bevoegdheid van de regering. Sorry hoor.
09.07 Renaat Landuyt, ministre:
L'arrêté royal est une compétence
gouvernementale.
De voorzitter: Dat weet ik. Maar u had gezegd dat u het hier zou
voorleggen.
Le président: Le ministre avait
annoncé qu'il le soumettrait à la
Chambre.
09.08 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, dat is
gebeurd. Er zijn hoorzittingen over gehouden. Naar aanleiding van het
wetsontwerp zullen wij uiteraard nog eens alles voorleggen, ook de
beslissingen over de hervorming van het examen, die daar ook bij
aansluit.
09.08 Renaat Landuyt, ministre:
C'est ce que j'ai fait. Des auditions
ont été organisées. Et lors de
l'examen du projet de loi, nous
vous soumettrons une fois encore
tous les éléments, y compris les
décisions concernant la réforme
des examens.
De voorzitter: Voor het reces lijkt mij dat toch allemaal moeilijk te
regelen.
Le président: Cela me paraît
difficile avant les vacances.
09.09 Minister Renaat Landuyt: Ik hoor voortdurend dat het
Parlement nog vroeger met reces wil dan in mijn tijd. Ik versta dat
allemaal niet.
09.10 Jef Van den Bergh (CD&V): Dat moet u aan de burgemeester
van Brakel vragen.

Goed, ik noteer dat wij de bespreking zullen houden nadat de
hervorming is ingevoerd op 1 september. Wat het wetsontwerp
betreft, noteer ik ook meteen dat de regering er automatisch vanuit
gaat dat het Parlement het zal goedkeuren.
09.10 Jef Van den Bergh
(CD&V): Je note que nous
n'examinerons la réforme que
lorsqu'elle aura été instaurée. Le
gouvernement considère donc que
son adoption ne sera qu'une
formalité.
De voorzitter: Dat is nu eens echt nieuw, dat is nog nooit gebeurd in heel de geschiedenis dat de regering
ervan uitging dat aan haar voorstellen een gunstig gevolg zou worden gegeven. (Gelach)

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.45 uur.
La réunion publique de commission est levée à 15.45 heures.