CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 985
CRIV 51 COM 985
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
mardi
dinsdag
06-06-2006
06-06-2006
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 985
06/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Maggie De Block au ministre de
l'Environnement et ministre des Pensions sur
"l'investissement de l'argent des pensions dans
des fonds d'infrastructure" (n° 11838)
1
Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen over "de investering van
pensioengelden in infrastructuurfondsen"
(nr. 11838)
1
Orateurs: Maggie De Block, Bruno Tobback,
ministre de l'Environnement et ministre des
Pensions
Sprekers: Maggie De Block, Bruno Tobback,
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen
Question de M. Jean-Claude Maene au ministre
de l'Environnement et ministre des Pensions sur
"la pension de survie des veuves et veufs des
travailleurs frontaliers" (n° 11533)
3
Vraag van de heer Jean-Claude Maene aan de
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen over "het overlevingspensioen voor
weduwen en weduwnaars van grensarbeiders"
(nr. 11533)
3
Orateurs:
Jean-Claude Maene, Bruno
Tobback, ministre de l'Environnement et
ministre des Pensions
Sprekers:
Jean-Claude Maene, Bruno
Tobback, minister van Leefmilieu en minister
van Pensioenen
CRIV 51
COM 985
06/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
du
MARDI
6
JUIN
2006
Après-midi
______
van
DINSDAG
6
JUNI
2006
Namiddag
______
De behandeling van de vragen en interpellaties vangt aan om 14.52 uur. De vergadering wordt voorgezeten
door de heer Hans Bonte.
Le développement des questions et interpellations commence à 14.52 heures. La réunion est présidée par
M. Hans Bonte.
01 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de minister van Leefmilieu en minister van Pensioenen
over "de investering van pensioengelden in infrastructuurfondsen" (nr. 11838)
01 Question de Mme Maggie De Block au ministre de l'Environnement et ministre des Pensions sur
"l'investissement de l'argent des pensions dans des fonds d'infrastructure" (n° 11838)
01.01 Maggie De Block (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, in een interview met de nieuwe voorzitter van de Belgische
Vereniging van Pensioeninstellingen las ik dat de Belgische
pensioenfondsen vragende partij zijn om investeringen toe te laten in
infrastructuur. Met hun pensioenverplichtingen op 20 tot 30 jaar zijn zij
immers langetermijnbeleggers. Dergelijke investeringen in
sleutelinfrastructuur geven een grotere garantie op een goed
rendement, een vaste kasstroom en ook een betere bescherming
tegen inflatie. Ook voor de overheid zou het bestaan van dergelijke
fondsen interessant kunnen zijn. Op die manier kan de overheid haar
investeringen in sleutelinfrastructuur immers sneller uitvoeren zonder
te grote sommen belastinggeld te moeten vastleggen. Bovendien
versterken dergelijke investeringen de aantrekkelijkheid van ons land
als investeringsland, iets wat we wel kunnen gebruiken.
Ondertussen heb ik vernomen dat de Europese Commissie ons land
formeel verzocht heeft om de Europese richtlijn 2003/41 in verband
met pan-Europese pensioenfondsen om te zetten in onze wetgeving.
Dit had reeds moeten gebeuren tegen september 2005. Zoals met
andere omzettingen werd dit vertraagd.
De omzetting van deze richtlijn zou kunnen gekoppeld worden aan
een aantal voorwaarden waardoor ons land aantrekkelijker kan
worden voor de toekomstige pan-Europese pensioenfondsen. Het
toelaten van investeringen in infrastructuurfondsen kan hierbij een
nuttig instrument zijn.
Mijnheer de minister, ik kom tot mijn vragen.
Ten eerste, hoever staat het met de omzetting van de Europese
richtlijn 2003/41?
01.01 Maggie De Block (VLD):
Le nouveau président de
l'association belge des institutions
de pension a indiqué dans une
interview que les fonds de pension
belges s'intéressent aux
investissements dans les
infrastructures. En effet, pareils
investissements offrent de
meilleures garanties quant à un
bon rendement, une marge brute
d'autofinancement fixe et une
meilleure protection contre
l'inflation. La formule peut aussi
être avantageuse pour l'État, qui
peut procéder plus rapidement à
ses travaux d'infrastructure sans
devoir bloquer pour autant
d'importantes sommes de l'argent
des contribuables. De plus, notre
pays y gagnerait en attrait pour les
investisseurs.
La Commission européenne a
incité notre pays à transposer la
directive relative aux fonds de
pension paneuropéens dans la
législation nationale. Cela aurait
dû être chose faite depuis
septembre 2005.
06/06/2006
CRIV 51
COM 985
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
Ten tweede, zal er een wettelijk kader worden uitgewerkt, waardoor
investeringen in infrastructuur voor pensioenfondsen in België
mogelijk kunnen worden?
La transposition de cette directive
pourrait être l'occasion d'autoriser
les investissements dans des
fonds d'infrastructure.
Où en est la transposition de la
directive?
Va-t-on se doter d'un cadre légal
permettant aux fonds de pension
belges de procéder à des
investissements dans les
infrastructures?
01.02 Minister Bruno Tobback: Mijnheer de voorzitter, ten eerste, de
omzetting van de Europese richtlijn werd op de Ministerraad
goedgekeurd. Daarna werd het ontwerp overgezonden aan de Raad
van State, aangepast aan het advies van de Raad van State en een
tweede maal goedgekeurd op de Ministerraad van 5 mei 2006, dus
zowat een maand geleden.
In principe zal het ontwerp ter goedkeuring stilaan bij de Kamer van
volksvertegenwoordigers worden ingediend. De omzetting zal dus
rond zijn, zodra de Kamer het ontwerp heeft goedgekeurd.
Over de inhoud van het ontwerp gaf ik niet lang geleden een antwoord
aan senator Steverlynck, waarvan de referenties in mijn antwoord aan
u zijn opgenomen. Ik raad u aan om de details van het ontwerp in
voornoemd antwoord te bestuderen. Ik heb de referenties en
nummers in mijn huidige antwoord vermeld. Ik zal het u straks
overhandigen, zodat u een en ander vlot kan opzoeken.
De wet verbiedt op dit ogenblik de investering in infrastructuur voor
fondsen absoluut niet. Het is zowel mogelijk via een beleggingsfonds
als rechtstreeks door de fondsen. Wij zijn er ons van bewust dat het
nogal wat voordelen biedt. Het laat diversificatie voor de fondsen toe,
beschermt hun geldontwaarding, enzovoort. Er zijn dus zeker een
aantal voordelen aan verbonden, los van het feit dat het op vandaag
perfect mogelijk is.
Alleen gaat een dergelijke investering over heel beperkte liquide
middelen. De pensioeninstellingen moeten zich bij de CBFA
verantwoorden voor de liquiditeit van hun portefeuille. Bijvoorbeeld in
het geval van massaal opvragen bij ontslagen of sluiting van bedrijven
moeten ze in staat zijn aan al hun verplichtingen, ook op korte termijn,
te voldoen.
Die discussie valt echter binnen het kader van het principieel toezicht
van de CBFA. Als minister intervenieer ik daarin niet, behalve om te
zeggen dat het wettelijk perfect toegelaten is om in de bewuste
fondsen te investeren.
01.02 Bruno Tobback, ministre:
Le texte initial transposant la
directive européenne, adopté par
le Conseil des ministres, a été
suivi d'une deuxième version
tenant compte des observations
du Conseil d'État. Cette dernière a
été adoptée le 5 mai dernier en
Conseil des ministres.
Le projet devrait incessamment
être déposé à la Chambre des
représentants. La directive sera
réellement transposée lorsque la
Chambre aura adopté le projet.
En ce qui concerne le contenu de
ce projet, je vous renvoie à la
réponse que j'ai fournie au
sénateur Steverlynck.
Actuellement, la loi n'interdit pas
les investissements portant sur
des infrastructures. Ces
opérations sont possibles
directement ou au moyen de fonds
d'investissement et offrent en effet
de nombreux avantages parmi
lesquels une protection contre les
dépréciations monétaires.
Les organismes de pension
doivent rendre compte à la CBFA
de la liquidité de leur portefeuille.
Dans le cas d'un afflux massif de
demandes résultant d'un
licenciement collectif ou d'une
fermeture, les entreprises doivent
en effet être à même de satisfaire
à court terme à toutes leurs
obligations.
En tant que ministre des Pensions,
je ne puis m'immiscer dans le
contrôle exercé par la CBFA.
CRIV 51
COM 985
06/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
01.03 Maggie De Block (VLD): Mijnheer de minister, ik zal uw
antwoord op de vragen van collega Steverlynck nagaan. De rest van
de vragen zullen we wellicht krijgen bij de bespreking van het ontwerp
in de Kamer, eerstdaags dus.
01.03 Maggie De Block (VLD):
Je consulterai la réponse fournie à
la question de M. Steverlynck.
Pour le surplus, j'attendrai
l'examen du projet.
01.04 Minister Bruno Tobback: Men zegt mij dat het vandaag op de
agenda stond.
01.04 Bruno Tobback, ministre:
Le projet ne figure-t-il pas à l'ordre
du jour d'aujourd'hui?
De voorzitter: Wij kunnen het nog niet behandelen omdat het nog niet is ingediend: de Koning moet zijn
handtekening nog plaatsen.
01.05 Minister Bruno Tobback: Dan moet ik mij schikken naar de
timing van het Staatshoofd.
De voorzitter: Het is wel pro memorie op de agenda gekomen. Het hangt in de lucht.
01.06 Maggie De Block (VLD): Het is geagendeerd, maar zonder
nummer en dus niet terug te vinden.
01.06 Maggie De Block (VLD):
Le document ne porte pas de
numéro et est de ce fait
introuvable
De voorzitter: Dat is een signaal om het zeer snel te behandelen, wat we proberen. In afwezigheid van
genoemde handtekening kunnen we er echter niet aan beginnen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Ik stel voor onze werkzaamheden voort te zetten. Met wat goede wil van de commissieleden kan de vraag
van de heer Maene nadien nog aan bod komen.
In elk geval wil ik nog iets zeggen over onze agenda van morgen die blijkbaar opnieuw onder vuur komt te
liggen door agendaproblemen van de minister van Sociale Zaken. Wij kunnen soms slechts voortwerken in
de mate dat de regering het ons ook toelaat.
Le développement des questions et interpellations est suspendu de 15.00 heures à 15.14 heures.
De behandeling van de vragen en interpellaties wordt geschorst van 15.00 uur tot 15.14 uur.
02 Question de M. Jean-Claude Maene au ministre de l'Environnement et ministre des Pensions sur
"la pension de survie des veuves et veufs des travailleurs frontaliers" (n° 11533)
02 Vraag van de heer Jean-Claude Maene aan de minister van Leefmilieu en minister van Pensioenen
over "het overlevingspensioen voor weduwen en weduwnaars van grensarbeiders" (nr. 11533)
02.01 Jean-Claude Maene (PS): Monsieur le président, je vous
remercie de me donner la parole après que j'aie dû m'éclipser pour
intervenir en commission de l'Intérieur.
Monsieur le ministre, je voudrais vous interroger sur une situation
particulièrement délicate, voire dramatique pour de nombreux veufs et
veuves de travailleurs frontaliers qui se retrouvent privés de tout
revenu à la suite du décès de leur conjoint. Ceci arrive plus
particulièrement aux personnes ayant travaillé en France. Ce matin
encore, j'ai été mis au courant d'une situation dramatique. La veuve
d'une personne décédée en mai 2005 introduit le 7 juin 2005 une
demande de pension auprès de la CRAM Nord-Est à Nancy. Elle
reçoit un premier courrier le 30 janvier 2006, près de huit mois après,
par lequel on lui demande des informations complémentaires. Un an
02.01 Jean-Claude Maene (PS):
Ik heb een vraag over de situatie
van vele weduwen en weduwnaars
van grensarbeiders die na het
overlijden van hun echtgenoot
geen inkomsten meer hebben. Ik
geef het voorbeeld van een
weduwe die een
pensioenaanvraag heeft ingediend
en een jaar na de dood van haar
man nog altijd door de CRAM van
Nancy om informatie gevraagd
wordt over de huwelijkse staat van
haar overleden echtgenoot. Deze
06/06/2006
CRIV 51
COM 985
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
après le décès, la CRAM la réinterroge au sujet de la situation
matrimoniale de son défunt mari.
Cette situation est exemplaire de ce que vivent nombre de veuves de
la région frontalière. Cette dame se retrouve sans aucun revenu.
Heureusement pour elle, elle a des enfants en mesure de l'aider.
C'est peut-être particulier à la CRAM de Nancy; dans d'autres régions,
les choses peuvent aller beaucoup plus vite. Quoi qu'il en soit, cela
crée de véritables drames. Monsieur le ministre, êtes-vous au courant
de ce genre de situations? Sont-elles isolées? Pour ma part, je peux
produire divers témoignages. La CRAM attend des documents de
l'Office national des Pensions: on peut demander le transfert, ce qui
est une bonne chose et qui permet de régulariser les retards.
Cependant, il continue à y avoir des problèmes.
À l'heure de l'Europe, ne peut-on imaginer une solution en la matière?
Je vous demande des actes très concrets en faveur de ces
personnes, de ces veuves en difficulté. On peut toujours les envoyer
vers le CPAS le cas échéant mais ces retards dans la régularisation
et le paiement ne me paraissent pas normaux en 2006. Pourrait-on
envisager une intervention de la Grapa dans ce genre de situation?
vrouw heeft geen inkomsten, en
krijgt hulp van haar kinderen. Dat
zijn drama's.
Gaat het hier om alleenstaande
gevallen?
Kunnen die weduwen die het
financieel moeilijk hebben, geen
IGO-tegemoetkoming krijgen?
02.02 Bruno Tobback, ministre: Monsieur le président, pour
commencer, il faut préciser que la problématique n'est pas spécifique
aux travailleurs frontaliers mais concerne le conjoint survivant de tout
travailleur ayant eu une activité à l'étranger. Dans cette optique, l'ONP
octroie des avances sur des prestations à sa charge mais jamais sur
une pension étrangère, peu importe que l'intéressé ait été frontalier.
En supposant que le conjoint survivant réside en Belgique ce qui est
généralement le cas , il faut distinguer deux situations.
Premièrement, si la personne décédée était bénéficiaire, au moment
de son décès, de sa pension de retraite belge ou si son dossier de
pension de retraite était en cours d'examen, le conjoint survivant ne
doit pas introduire une demande de pension car les droits à la
pension de survie sont examinés automatiquement. L'ONP veille
particulièrement à ce que la continuité des paiements de la pension
de survie belge par rapport aux derniers paiements de la pension de
retraite soit assurée.
Lors de l'examen du dossier, s'il s'avère que le travailleur décédé
avait également été occupé dans un autre pays de l'Union
européenne, comme par exemple la France, l'ONP transmet
immédiatement à l'institution étrangère compétente en France, il
s'agit de l'une des CRAM des formulaires de liaison afin de
déclencher l'examen des droits à la pension de survie à charge de ce
pays.
Deuxièmement, si la personne décédée n'était pas encore
bénéficiaire au moment de son décès de sa pension belge de retraite,
il incombe au conjoint survivant d'introduire en personne une
demande formelle de pension de survie soit directement auprès de
l'ONP à Bruxelles ou auprès d'un de ses bureaux régionaux, soit
encore auprès de l'administration communale du lieu de sa résidence
principale. Tant que cette démarche n'aura pas été accomplie, les
droits à la pension de survie, tant belge qu'étrangère, ne seront pas
examinés.
02.02 Minister Bruno Tobback:
Dat probleem heeft betrekking op
de overlevende echtgenoten van
alle werknemers die een activiteit
in het buitenland hebben
uitgeoefend. De RVP kent nooit
voorschotten op buitenlandse
pensioenen toe, ongeacht of de
betrokkene al dan niet
grensarbeider was.
Wanneer de overlevende
echtgenoot in België verblijft, moet
men een onderscheid maken
tussen twee situaties.
Als de overledene een Belgisch
rustpensioen ontving of als zijn
dossier nog werd onderzocht,
worden de rechten op een
overlevingspensioen van de
overlevende echtgenoot
ambtshalve onderzocht.
Als bij het onderzoek van het
dossier blijkt dat de overleden
werknemer in een andere EU-
lidstaat heeft gewerkt, bezorgt de
RVP aan de bevoegde
buitenlandse instelling
in
Frankrijk is dat een CRAM
formulieren teneinde het
onderzoek van de rechten op een
overlevingspensioen ten laste van
dat land op gang te brengen.
Als de overledene nog geen
Belgisch rustpensioen ontving,
moet de overlevende echtgenoot
bij de RVP in Brussel, bij een van
CRIV 51
COM 985
06/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Si la personne décédée n'avait pas travaillé en Belgique, il est
toutefois possible d'introduire directement la demande de pension de
survie auprès de l'institution étrangère compétente.
Une procédure accélérée de traitement de ce type de dossier, plus
particulièrement lorsque le conjoint survivant est dépourvu de
revenus, a été instaurée à l'ONP. Si une décision définitive ne peut
être prise immédiatement, des avances sur la pension de survie belge
sont octroyées sans délai. Il en est de même pour l'expédition des
formulaires de liaison à destination d'institutions étrangères si une
activité à l'étranger a été renseignée à l'ONP. Cette procédure ne
pourra démarrer qu'une fois la demande de pension de survie
introduite.
Compte tenu de la résidence en Belgique, il incombe en principe à
l'ONP de notifier la décision étrangère. Si elle tarde, un rappel ou
plusieurs rappels sont adressés. Mais l'ONP est évidemment
entièrement tributaire du traitement de la demande par l'institution
étrangère, même si, malheureusement, il est mentionné dans certains
cas que cette institution travaille plus lentement que les institutions
belges.
Malgré toutes ces précautions visant à raccourcir, dans la mesure du
possible, les délais de traitement, il n'est pas exclu que, dans l'un ou
l'autre cas, cet objectif ne soit pas atteint. Différentes raisons sont
possibles; sans vouloir dégager l'ONP de toute responsabilité dans la
lenteur ponctuelle d'une prise de décision ou d'une expédition de
formulaire de liaison, ce qui peut toujours arriver, il ne faut cependant
pas exclure l'éventualité d'une demande tardive de la pension de
survie dans le chef du conjoint survivant ou l'absence de mention de
sa part d'une carrière à l'étranger du conjoint décédé.
En ce qui concerne la question relative à l'organisation administrative,
aucune cellule n'est exclusivement compétente pour le traitement des
dossiers des travailleurs frontaliers, étant donné que leur situation ne
se différencie pas fondamentalement de celle des travailleurs
migrants de toute sorte. Selon l'organisation administrative actuelle, la
compétence des dossiers des résidents en Belgique qui ont eu une
activité à l'étranger se partage entre les bureaux régionaux, qui sont
responsables de l'expédition des formulaires de liaison et de la prise
de décision provisoire, et le Bureau des conventions internationales
chargé de la prise de décision définitive.
Enfin, conformément aux directives de l'ONP, des avances sur la
Grapa peuvent en principe être accordées immédiatement sur la base
de la seule déclaration des ressources de l'intéressé. Il ne faut
cependant pas perdre de vue que cette prestation n'est déterminée
qu'après déduction de toutes les ressources immobilières et
mobilières, en ce compris les pensions. Compte tenu du caractère
non contributif et résiduel de la Grapa, le recours par ce canal à des
avances sur une pension étrangère est rarement adéquat.
de gewestelijke RVP-kantoren of
bij het gemeentebestuur een
aanvraag voor een
overlevingspensioen indienen.
Als de overledene niet in België
gewerkt heeft, kan die aanvraag
bij de bevoegde buitenlandse
instelling worden ingediend.
De RVP heeft een versnelde
procedure voor de behandeling
van de dossiers ingesteld ten
behoeve van de overlevende
echtgenoten die niet over
inkomsten beschikken. Er kunnen
onverwijld voorschotten op het
overlevingspensioen worden
toegekend.
Die procedure kan pas worden
opgestart nadat de aanvraag voor
een overlevingspensioen is
ingediend. Rekening houdend met
de woonplaats in België, komt het
de RVP toe de buitenlandse
beslissing ter kennis van de
betrokkene te brengen. Als die
uitblijft, worden één of
verscheidene rappels gestuurd,
maar de RVP is uiteraard volledig
afhankelijk van de behandeling
van de aanvraag door de
buitenlandse instelling.
Ondanks alle
voorzorgsmaatregelen om de
behandelingstermijnen in te korten
is het niet uitgesloten dat die
doelstelling (om diverse redenen)
niet gehaald wordt.
Ik wil de RVP niet vrijpleiten van
enige verantwoordelijkheid voor de
trage besluitvorming in sommige
dossiers, maar het is ook best
mogelijk dat de
overlevingspensioenaanvraag
laattijdig werd ingediend of dat niet
vermeld werd dat de overleden
echtgenoot tijdens zijn loopbaan in
het buitenland gewerkt heeft.
Wat de administratieve organisatie
betreft, is geen enkele cel
exclusief bevoegd voor de
verwerking van de dossiers van de
grensarbeiders. Die bevoegdheid
ligt bij de gewestelijke kantoren,
die instaan voor de verzending van
de verbindingsformulieren en de
voorlopige besluitvorming, en bij
06/06/2006
CRIV 51
COM 985
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
het Bureau voor Internationale
Overeenkomsten, dat de
definitieve beslissing neemt.
Conform de richtlijnen van de RVP
kunnen er in principe onmiddellijk
voorschotten op het IGO-bedrag
worden toegekend op grond van
een eenvoudige aangifte van de
inkomsten van de betrokkene,
maar dat bedrag wordt vastgesteld
na aftrek van alle onroerende en
roerende inkomsten, met inbegrip
van pensioenen. Aangezien de
IGO een residuaire en niet op
bijdragen gebaseerde regeling is,
is de uitbetaling van voorschotten
op een buitenlands pensioen langs
deze weg zelden een goede
oplossing.
02.03 Jean-Claude Maene (PS): Monsieur le ministre, je partage
pleinement votre point de vue. Je ne pense pas qu'il faille ici
incriminer la lenteur de l'ONP. Le problème se situe plutôt du côté
français.
Cela étant, puis-je espérer, monsieur le ministre, que vous entamerez
une démarche auprès de la CRAM de Nancy puisque seule cette
caisse pose problème? Puis-je également espérer que vous
accepterez de vous pencher sur le cas de tous les habitants de la
province de Namur ou du Luxembourg qui ont exercé une grande
partie de leurs activités de l'autre côté de la frontière et qui laissent
parfois des veuves? Ainsi, si je reprends l'exemple que je vous ai cité,
cette dame est sans aucun revenu depuis un an.
02.03 Jean-Claude Maene (PS):
Ik ben het volledig eens met u en
ik geloof niet dat de oorzaak in de
traagheid van de RVP moet
worden gezocht. Het probleem ligt
eerder in Frankrijk.
Ik hoop dat u contact zal opnemen
met de CRAM in Nancy, want
enkel met die pensioenkas doen
zich problemen voor.
02.04 Bruno Tobback, ministre: En général, l'ONP essaie
d'améliorer la coopération avec les autres institutions européennes.
S'il existe des difficultés particulières avec la CRAM de Nancy,
comme cela semble être le cas, s'il y a un problème structurel, nous
le signalerons aux autorités françaises. Je vous ai dit pour ce cas
particulier quelles étaient les possibilités d'intervention de la Grapa,
avec les risques et les difficultés que cela implique.
02.04 Minister Bruno Tobback:
Doorgaans streeft de RVP naar
een betere samenwerking met de
overige Europese instellingen.
Als er specifieke moeilijkheden
zouden zijn met de CRAM in
Nancy, zullen wij dat aan de
Franse autoriteiten melden.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De behandeling van de vragen en interpellaties eindigt om 15.24 uur.
Le développement des questions et interpellations se termine à 15.24 heures.