CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 984
CRIV 51 COM 984
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
F
INANCES ET DU
B
UDGET
C
OMMISSIE VOOR DE
F
INANCIËN EN DE
B
EGROTING
mardi
dinsdag
06-06-2006
06-06-2006
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 984
06/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Annemie Roppe au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "le
service assuré dans le cadre du système Tax-on-
web" (n° 11890)
1
Vraag van mevrouw Annemie Roppe aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
dienstverlening gekoppeld aan het Tax-on-
websysteem" (nr. 11890)
1
Orateurs: Annemie Roppe, Hervé Jamar,
secrétaire d'État à la Modernisation des
finances et à la Lutte contre la fraude fiscale
Sprekers: Annemie Roppe, Hervé Jamar,
staatssecretaris voor Modernisering van de
Financiën en de Strijd tegen de fiscale fraude
Question de M. Carl Devlies au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la double
imposition des dividendes de Suez" (n° 11903)
2
Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
dubbelbelasting op de Suez-dividenden"
(nr. 11903)
2
Orateurs: Carl Devlies, Hervé Jamar,
secrétaire d'État à la Modernisation des
finances et à la Lutte contre la fraude fiscale
Sprekers: Carl Devlies, Hervé Jamar,
staatssecretaris voor Modernisering van de
Financiën en de Strijd tegen de fiscale fraude
Question de M. Carl Devlies au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la
jurisprudence de la Cour de justice des
Communautés européennes concernant
l'imputation de la retenue à la source étrangère"
(n° 11904)
4
Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
rechtspraak van het Europees Hof van Justitie
inzake verrekening van buitenlandse bronheffing"
(nr. 11904)
4
Orateurs: Carl Devlies, Hervé Jamar,
secrétaire d'État à la Modernisation des
finances et à la Lutte contre la fraude fiscale
Sprekers: Carl Devlies, Hervé Jamar,
staatssecretaris voor Modernisering van de
Financiën en de Strijd tegen de fiscale fraude
Question de Mme Marleen Govaerts au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "les
pièces justificatives concernant les dépenses pour
garde d'enfant qui doivent être jointes à la
déclaration à l'impôt des personnes physiques
pour l'exercice d'imposition 2006" (n° 11910)
6
Vraag van mevrouw Marleen Govaerts aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de bewijsstukken die bij de aangifte van de
personenbelasting voor het aanslagjaar 2006
moeten worden gevoegd in verband met
kinderoppaskosten" (nr. 11910)
6
Orateurs: Marleen Govaerts, Hervé Jamar,
secrétaire d'État à la Modernisation des
finances et à la Lutte contre la fraude fiscale
Sprekers: Marleen Govaerts, Hervé Jamar,
staatssecretaris voor Modernisering van de
Financiën en de Strijd tegen de fiscale fraude
Question de M. Bart Tommelein au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "le forfait
pour longs déplacements" (n° 11912)
8
Vraag van de heer Bart Tommelein aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over
"het forfait voor verre verplaatsingen" (nr. 11912)
8
Orateurs: Bart Tommelein, Hervé Jamar,
secrétaire d'État à la Modernisation des
finances et à la Lutte contre la fraude fiscale
Sprekers: Bart Tommelein, Hervé Jamar,
staatssecretaris voor Modernisering van de
Financiën en de Strijd tegen de fiscale fraude
Question de M. Bart Tommelein au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "l'attitude du
fisc à l'égard des sites de vente aux enchères" (n°
11913)
9
Vraag van de heer Bart Tommelein aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
houding van de fiscus ten opzichte van
internetveilinghuizen" (nr. 11913)
9
Orateurs: Bart Tommelein, Hervé Jamar,
secrétaire d'État à la Modernisation des
finances et à la Lutte contre la fraude fiscale
Sprekers: Bart Tommelein, Hervé Jamar,
staatssecretaris voor Modernisering van de
Financiën en de Strijd tegen de fiscale fraude
Question de M. Jean-Jacques Viseur au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "le
coût budgétaire de la déduction fiscale pour
capital à risque" (n° 11876)
10
Vraag van de heer Jean-Jacques Viseur aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de impact op de begroting van de
belastingaftrek voor risicokapitaal" (nr. 11876)
10
Orateurs: Jean-Jacques Viseur, Hervé
Jamar
, secrétaire d'État à la Modernisation
des finances et à la Lutte contre la fraude
fiscale
Sprekers: Jean-Jacques Viseur, Hervé
Jamar
, staatssecretaris voor Modernisering
van de Financiën en de Strijd tegen de fiscale
fraude
06/06/2006
CRIV 51
COM 984
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Questions jointes de
11
Samengevoegde vragen van
11
- Mme Nahima Lanjri au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "les problèmes
persistants au sein du Service des créances
alimentaires" (n° 11921)
11
- mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de
blijvende problemen bij de Dienst voor
Alimentatievorderingen" (nr. 11921)
11
- Mme Magda De Meyer au vice-premier ministre
et ministre des Finances sur "le Service des
créances alimentaires" (n° 11936)
11
- mevrouw Magda De Meyer aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de Dienst
voor Alimentatievorderingen" (nr. 11936)
11
Orateurs: Nahima Lanjri, Magda De Meyer,
Hervé Jamar
, secrétaire d'État à la
Modernisation des finances et à la Lutte
contre la fraude fiscale
Sprekers: Nahima Lanjri, Magda De Meyer,
Hervé Jamar
, staatssecretaris voor
Modernisering van de Financiën en de Strijd
tegen de fiscale fraude
Question de Mme Trees Pieters au secrétaire
d'État à la Modernisation des Finances et à la
Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre
des Finances, sur "la réglementation définitive en
ce qui concerne le régime de TVA applicable aux
prestations artistiques" (n° 11925)
16
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de
staatssecretaris voor Modernisering van de
Financiën en de Strijd tegen de fiscale fraude,
toegevoegd aan de minister van Financiën, over
"de definitieve regeling van het BTW-regime voor
artistieke prestaties" (nr. 11925)
15
Orateurs: Trees Pieters, Hervé Jamar,
secrétaire d'État à la Modernisation des
finances et à la Lutte contre la fraude fiscale
Sprekers: Trees Pieters, Hervé Jamar,
staatssecretaris voor Modernisering van de
Financiën en de Strijd tegen de fiscale fraude
CRIV 51
COM 984
06/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1


COMMISSION DES FINANCES ET
DU BUDGET
COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN
EN DE BEGROTING
du
MARDI
06
JUIN
2006
Matin
______
van
DINSDAG
06
JUNI
2006
Voormiddag
______

La séance est ouverte à 10.09 heures par M. François-Xavier de Donnea, président.
De vergadering wordt geopend om 10.09 uur door de heer François-Xavier de Donnea, voorzitter.
01 Vraag van mevrouw Annemie Roppe aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over
"de dienstverlening gekoppeld aan het Tax-on-websysteem" (nr. 11890)
01 Question de Mme Annemie Roppe au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le service
assuré dans le cadre du système Tax-on-web" (n° 11890)
01.01 Annemie Roppe (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de staatssecretaris, ik weet dat het niet prettig is altijd ondervraagd te
worden over Tax-on-web. Het is evenwel onze taak als
volksvertegenwoordiger te luisteren naar de mensen die we
vertegenwoordigen. Rond Tax-on-web worden nog steeds veel
vragen gesteld en blijven er problemen bestaan.

Heel wat mensen die hun aangifte elektronisch hebben ingediend,
hebben tot op heden nog geen bericht gehad in verband met die
aangifte. Zij die de documenten schriftelijk aan de belastingdiensten
bezorgden, werden ondertussen wel op de hoogte gebracht.
Ondertussen hebben heel wat mensen reeds hun nieuwe
aangiftebrief ontvangen. Dit betekent dat degenen die nog wachten op
het resultaat van hun aangifte van 2004 wel al een nieuwe brief in de
bus krijgen om hun aangifte van 2005 te doen. In dit licht stel ik
bijkomende vragen. Is het mogelijk volgend jaar tijdig de aangiften
van 2005 te verwerken als men bij de belastingdiensten reeds een
achterstand heeft inzake de aangiften van 2004? Het risico bestaat
dat de voortdurende technische problemen en de complexiteit van het
systeem het geloof van de burger in Tax-on-web doen slinken
waardoor hij volgend jaar zijn aangifte opnieuw schriftelijk zal
indienen.

Graag krijg ik antwoord op de volgende vragen, mijnheer de
staatssecretaris.

Ten eerste, is men zich van dit knelpunt bewust? Zo ja, wat is de
stand van zaken omtrent het oplossen van deze kwestie?

Ten tweede, bent u bereid in het kader van een nieuwe aangifte een
duidelijk communicatiebeleid ten aanzien van de burger te voeren
omtrent de stand van zaken? Op het ogenblik dat ik mijn vraag heb
ingediend heeft de minister een persconferentie gegeven en nieuwe
maatregelen aangekondigd.
01.01 Annemie Roppe (sp.a-
spirit): Des contribuables ayant
transmis leur déclaration fiscale
pour 2004 par le biais du système
Tax-on-web n'ont pas encore reçu
d'avis des services des
contributions. Ils sont toutefois
déjà en possession du formulaire
de la déclaration fiscale pour
l'année d'imposition 2005. Dès lors
que les services accusent du
retard dans le traitement des
déclarations de 2004, seront-ils en
mesure de traiter dans les délais
les déclarations de 2005? Des
problèmes techniques récurrents
et la complexité du système
pourraient entamer la confiance en
Tax-on web, et entraîner à
nouveau un recours accru aux
déclarations écrites.

Le secrétaire d'État est-il
conscient du problème et quelles
mesures prendra-t-il pour le
résoudre? Le citoyen sera-t-il tenu
au courant de l'état de la situation
au moment d'introduire sa
nouvelle déclaration? Combien de
temps les personnes ayant
introduit une déclaration
électronique devront-elles encore
patienter avant de recevoir une
réponse des services des
06/06/2006
CRIV 51
COM 984
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2

Ten derde, kunt u meedelen hoelang de burger die zijn aangifte
elektronisch deed nog moet wachten op een antwoord en zo mogelijk
op het terugtrekken van gelden? Kunt u garanderen dat deze
dossierachterstand bij de belastingdiensten tegen volgend jaar is
weggewerkt en de aangiften van 2005 tijdig zullen worden
afgehandeld? Zo ja, welke stappen zullen hieromtrent worden
genomen?
contributions? Le secrétaire d'État
peut-il garantir que les retards
seront résorbés, afin que les
déclarations pour l'exercice
d'imposition 2005 puissent être
traitées en temps opportun?
01.02 Staatssecretaris Hervé Jamar: Mevrouw Roppe, ik begrijp niet
over welke achterstand u het hebt. Zoals ik reeds vroeger
meegedeeld heb, waren er op 31 mei 2006 al meer dan 5.400.000
aangiften ingekohierd, wat perfect vergelijkbaar is met het aantal
ingekohierd in dezelfde periode van vorig jaar, meer bepaald
5.350.000 aangiften.

Wat meer bepaald de aangiften Tax-on-web betreft, is momenteel al
97% van de aangiften ingekohierd. In tegenstelling tot wat het geachte
lid blijkt te denken, gaat bovendien de verwerking van de aangiften
Tax-on-web over het algemeen vlugger dan die van de op papier
ingediende aangiften. Op 570.000 aangiften ingediend via Tax-on-
web waren er al 410.000, zijnde ongeveer 75%, ingekohierd op het
einde van de maand februari.

De overlapping tussen de laatste inkohieringen en het verzenden van
de aangiften is niet nieuw. Dank zij de voorziene investeringen zal het
inkohieringsproces voortaan versneld kunnen worden en zal het
terugkerend probleem waarnaar het geachte lid verwijst verdwijnen.
01.02 Hervé Jamar, secrétaire
d'État: Je ne vois pas de quel
arriéré vous parlez car 5,4 millions
de déclarations avaient déjà été
enrôlées au 31 mai 2006, un
chiffre comparable à celui de l'an
dernier. Au total, 97 % des
déclarations introduite par le biais
du système Tax-on-web ont déjà
été enrôlées et, en février 2006,
cette proportion s'élevait déjà à 75
%. Le chevauchement entre les
derniers enrôlements et l'envoi
des déclarations pour la nouvelle
année d'imposition n'a rien de
nouveau. Nous allons continuer
d'investir pour accélérer encore
les opérations d'enrôlement.
01.03 Annemie Roppe (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik ben
natuurlijk wat verbaasd over het antwoord omdat de staatssecretaris
zegt dat hij niet begrijpt welke achterstand er is. Het zou een toeval
zijn ­ maar dat kan natuurlijk ­ dat de zaken die mij ter ore komen
juist over de 3% gaan die in tegenstelling tot de overige 97% nog niet
zijn ingekohierd. Het zou dus toevallig zijn als het juist om die 3% zou
gaan.

Ik meen uit het antwoord van de staatssecretaris wel te kunnen
opmaken dat er maatregelen genomen zijn om in de toekomst sneller
en beter te werken. We zullen alleszins waakzaam blijven en dit
blijven opvolgen.
01.03 Annemie Roppe (sp.a-
spirit): Je m'étonne que le
secrétaire d'Etat ne soit pas
informé de l'arriéré existant. Je
présume que mes informations
n'ont pas trait aux 3 % de
déclarations qui n'auraient pas
encore été enrôlées. Nous serons
très attentifs aux investissements
destinés à accélérer les opérations
d'enrôlement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
dubbelbelasting op de Suez-dividenden" (nr. 11903)
02 Question de M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la double
imposition des dividendes de Suez" (n° 11903)
02.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, de vraag is geïnspireerd door een verklaring van
eerste minister Verhofstadt in de maand oktober 2005. Hij beloofde
toen om een oplossing te vinden voor de dubbelbelasting op de Suez-
dividenden. Zowel de Franse als de Belgische fiscus heffen immers
roerende voorheffing op de aandelen van Suez.

Door de eerste minister werd een deadline gesteld, met name mei
02.01 Carl Devlies (CD&V): En
octobre 2005, le premier ministre
avait promis de résoudre avant la
fin mai 2006 le problème posé par
la double taxation des dividendes
Suez due au fait que le fisc belge
aussi bien que le fisc français
prélèvent sur ces dividendes un
CRIV 51
COM 984
06/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
2006. De deadline is thans verstreken.

Ik had graag het resultaat vernomen van de onderhandelingen die
met de Franse minister van Financiën werden gevoerd.

Werden de besprekingen al dan niet afgerond?

Welk standpunt heeft de Belgische regering ingenomen bij de
besprekingen?

Wat was het uiteindelijke objectief van de onderhandelingen?

Indien er nog geen akkoord werd gerealiseerd, werd dan een nieuwe
deadline vooropgesteld?
précompte mobilier de 25 %. A
quel résultat ont abouti les
négociations avec le ministre
français des Finances? Quelle
position adopterait le
gouvernement belge s'il devait
s'avérer que ces négociations ne
sont pas encore terminées? Une
nouvelle date-limite a-t-elle été
fixée pour la conclusion d'un
accord?
02.02 Staatssecretaris Hervé Jamar: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Devlies, ik wens eraan te herinneren dat bij het bepalen van de
belastingregeling die van toepassing is op de door het geachte lid
bedoelde dividenden, rekening moet worden gehouden met de
overeenkomst tot het vermijden van dubbelbelasting, die op 10 maart
1964 werd gesloten tussen België en Frankrijk.

Dividenden die uit Franse bron afkomstig zijn en werden verkregen
door een inwoner van België, worden op grond van voornoemde
overeenkomst in België aan de belastingen onderworpen, conform de
regels waarin door de Belgische wetgeving terzake wordt voorzien.
Voor natuurlijke personen worden, naargelang het geval, de
dividenden belast tegen een tarief van 15% of 25%.

Die dividenden kunnen bovendien in Frankrijk belast worden tegen
een tarief dat voor natuurlijke personen niet hoger mag zijn dan 15%.
Krachtens de overeenkomst en de Franse wetgeving genoten de
natuurlijke personen tot 1 januari 2005 het voordeel van het Franse
avoir fiscal. Doordat Frankrijk het verrekeningsstelsel afgeschaft
heeft, is de toestand voor de Belgische aandeelhouders minder
gunstig geworden. Ik heb tegenover mijn Franse ambtgenoot reeds
verscheidene keren mijn bezorgdheid geuit omtrent deze nieuwe
situatie.

Het probleem werd ook aangeroerd tijdens de besprekingen die eind
2005 plaatsvonden tussen president Chirac en premier Verhofstadt.
Tot nu toe werd evenwel nog geen oplossing gevonden. Frankrijk
noch België is momenteel bereid om de algemene belastingregeling
voor dividenden te wijzigen. Bovendien zou België of Frankrijk een
regeling van de kwestie door middel van een bijzondere wettelijke of
administratieve bepaling moeilijk kunnen rechtvaardigen.
Dientengevolge ben ik de mening toegedaan dat er een oplossing
voor dit probleem gezocht moet worden tijdens de herziening van het
Belgisch-Franse dubbelbelastingverdrag. Die herziening is helaas al
een aantal maanden op de lange baan geschoven.

Ik zal de herzieningsprocedure evenwel opnieuw op gang brengen
door te herinneren aan de brieven die tot nu toe door mijn Franse
ambtgenoot nog niet werden beantwoord. Rekening houdend met de
voorgaande mislukkingen wens ik mij niet te wagen aan het
vooropstellen van een termijn voor het hervatten van de
herzieningsprocedure.
02.02 Hervé Jamar, secrétaire
d'État: En vertu de la convention
préventive de double imposition
conclue le 10 mars 1964 entre la
France et la Belgique, les
dividendes français perçus par un
Belge sont imposables en
Belgique à un taux de 15 ou de 25
%. En France aussi ces
dividendes peuvent être taxés à un
taux maximum de 15 % mais les
intéressés ont bénéficié jusqu'au
1
er
janvier 2005 de ce que l'on
appelle en France « l'avoir fiscal ».

La situation s'est détériorée pour
les actionnaires belges après la
suppression par la France du
système d'imputation. Le premier
ministre et moi-même avons déjà
évoqué la problématique lors de
discussions avec nos collègues
français, mais aucune solution n'a
été trouvée à ce jour. Aucun des
deux pays n'est disposé à modifier
son régime général d'imposition
des dividendes et l'adoption d'une
mesure légale ou administrative
particulière est difficile à justifier.
Une solution devra être trouvée
dans le cadre de la révision de la
convention tendant à éviter la
double imposition, mais ces
discussions ont été reportées aux
calendes grecques. J'attirerai
l'attention de mon collègue
français sur les courriers restés
sans réponse à ce sujet et je ne
souhaite pas me prononcer sur un
délai en ce qui concerne la reprise
des discussions.
06/06/2006
CRIV 51
COM 984
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
02.03 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, ik stel vast dat de belofte die de heer Verhofstadt in
de maand oktober 2005 heeft geformuleerd, blijkbaar niet hard wordt
gemaakt. U zegt dat er een bezorgdheid over deze regeling bestaat,
dat die bezorgdheid door de Belgische regering werd geuit en dat
uzelf, of minister Reynders, die bezorgdheid hebt geuit in het kader
van een ontmoeting met uw Franse collega.

Ik noteer dat de problematiek blijkbaar ook aangeraakt ­ dat is het
woord dat u gebruikt hebt ­ zou zijn tijdens een bespreking tussen de
heer Chirac en Verhofstadt. Het geeft mij het gevoel dat er weinig
inspanning gebeurd is om een oplossing hiervoor te vinden, terwijl
men anderzijds een formele belofte had gedaan in dit verband.

Voor de oplossing verwijst u naar de besprekingen die worden
gevoerd in het kader van de herziening van het Frans-Belgische
verdrag. Ik wens toch op te merken dat deze besprekingen al meer
dan drie jaar aanslepen en dat u uitdrukkelijk vermeldt dat u geen
nieuwe deadline wenst te bepalen.

Ik meen dat wij de conclusie kunnen trekken dat de besprekingen
voor onbepaalde tijd uitgesteld geworden zijn en dat er binnen
afzienbare tijd geen oplossing gevonden zal worden voor die
problematiek, ondanks het feit dat door de eerste minister een
duidelijk engagement aangegaan was om die oplossing te realiseren,
uiterlijk voor de maand mei van dit jaar.
02.03 Carl Devlies (CD&V): La
promesse du premier ministre
n'aura donc pas été tenue. J'ai le
sentiment que le gouvernement ne
s'est pas vraiment efforcé de
trouver une solution. Les
discussions relatives à la
convention tendant à éviter la
double imposition sont en cours
depuis plus de trois ans et sont à
présent manifestement reportées
pour une durée indéterminée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
rechtspraak van het Europees Hof van Justitie inzake verrekening van buitenlandse bronheffing"
(nr. 11904)
03 Question de M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la jurisprudence
de la Cour de justice des Communautés européennes concernant l'imputation de la retenue à la
source étrangère" (n° 11904)
03.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, op 7 september 2004 werd door het Europese Hof
van Justitie een arrest uitgesproken dat bepaalt dat artikel 56 van het
EG-verdrag, dat handelt over het vrije kapitaalverkeer, niet toelaat dat
een lidstaat belastingkredieten toestaat voor dividenden van
binnenlandse vennootschappen maar niet voor dividenden van
buitenlandse vennootschappen. Dat is een belangrijk principieel arrest
dat wel betrekking had op de Finse belastingwetgeving, maar tal van
fiscalisten in België hebben onmiddellijk de koppeling gemaakt met de
Belgische situatie. Zij waren van oordeel dat dit arrest ook ingrijpende
gevolgen zou hebben voor de Belgische fiscaliteit. In de motivering
van het arrest wordt trouwens uitdrukkelijk gesteld dat de Finse
regeling de Finse belastingplichtigen benadeelt die dividenden van
buitenlandse vennootschappen ontvangen. Zij worden volgens het
Hof afgeschrikt hun kapitaal te beleggen in vennootschappen die
gevestigd zijn in een andere Europese lidstaat. Opnieuw verwijst men
dan naar artikel 56 van het EG-verdrag.

In de praktijk is de situatie in België momenteel van die aard dat
buitenlandse aandelen die in het bezit zijn van een privé-
aandeelhouder belast worden, waarbij de gecumuleerde roerende
03.01 Carl Devlies (CD&V): La
Cour de justice européenne a
estimé le 7 septembre 2004 que
l'article 56 du Traité CE
concernant la libre circulation des
capitaux interdit à un État membre
d'accorder des crédits d'impôt
pour les dividendes de sociétés
résidentes et de les refuser pour
des sociétés établies dans un
autre État membre européen. Cet
arrêt visait la législation finlandaise
mais les fiscalistes belges
estiment qu'il est également
applicable à notre législation
fiscale.

L'arrêt stipule que ce traitement
inégal des dividendes dissuade les
contribuables finlandais d'investir
dans les sociétés étrangères. En
CRIV 51
COM 984
06/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
voorheffing 37,73 procent bedraagt, terwijl dit voor Belgische
aandelen ­ aandelen van Belgische vennootschappen ­ slechts 25
procent is. Voor vennootschappen gaat het om 43,89 procent voor
aandelen in buitenlandse vennootschappen en 37,73 procent voor
aandelen in Belgische vennootschappen.

De opmerkingen van de fiscalisten op basis van het arrest van het hof
van justitie hebben ook Belgische belastingplichtigen geïnspireerd om
daarnaar te verwijzen in procedures voor de Belgische rechtbanken.
Enkele maanden later, op 1 december 2004, werd er reeds een
prejudiciële vraag gericht tot het Europese Hof van Justitie, bij vonnis
van de rechtbank van eerste aanleg te Gent van 1 december 2004,
waarin de rechtbank het volgende advies vraagt: "Dient artikel 56, lid
1, van het EG-Verdrag aldus te worden uitgelegd dat een beperking
voortvloeiend uit een bepaling in de wetgeving op de
inkomstenbelasting van een lidstaat" ­ in casu: België ­ "waardoor
zowel dividenden op aandelen van in die lidstaat gevestigde
vennootschappen als dividenden op aandelen van niet in die lidstaat
gevestigde vennootschappen in hoofde van de aandeelhouder
worden onderworpen aan een zelfde eenvormig tarief, doch waar ten
aanzien van de dividenden op aandelen van niet in die lidstaat
gevestigde vennootschappen, geen verrekening wordt aanvaard van
de in die andere lidstaat toegepaste bronheffing, verboden is?" Tot
daar het citaat uit het dispositief van het vonnis van de rechtbank van
Gent.

Graag had ik vernomen, ten eerste, wat het standpunt is van de
Belgische regering inzake de hangende procedure voor het hof van
justitie? Ten tweede, hoever is die procedure vandaag gevorderd?
Ten derde, wanneer wordt het eindarrest verwacht? Ten vierde, wat is
de financiële inzet voor de Belgische Staat, of, met andere woorden,
hoe groot zullen de minderinkomsten zijn voor de Belgische Staat
indien het Europese Hof van Justitie zou oordelen dat de
dubbelbelasting op dividenden strijdig is met het vrij kapitaalverkeer
van artikel 56 van het EG-Verdrag?
Belgique également, les actions
étrangères de personnes
physiques sont taxées à
concurrence de 37,73 % alors que
ce pourcentage n'est que de 25 %
pour des actions belges. Pour les
sociétés, le taux d'imposition
s'élève à 43,89 % pour les actions
de sociétés étrangères et à
37,73 % pour les actions de
sociétés belges.

Le tribunal de première instance
de Gand a posé une question
préjudicielle à la Cour européenne
de justice à ce sujet le
1
er
décembre 2004.

Quelle est la position
du
gouvernement belge concernant la
procédure qui est pendante devant
la Cour de justice? Quel est l'état
d'avancement de la procédure et
quand l'arrêt final devrait-il être
rendu? Quel serait le manque à
gagner pour l'État belge si la Cour
devait considérer que la double
imposition sur les dividendes est
contraire à l'article 56 du Traite
CE?
03.02 Staatssecretaris Hervé Jamar: Mijnheer Devlies, u hebt vier
precieze vragen gesteld, waarop ik u vier antwoorden zal geven.

Ten eerste, de zaak die momenteel hangende is bij het Hof van
Justitie, en waarop het geachte lid toespeling maakt, is de zaak-
C513/04, Kerckhaert-Morres. In die zaak heeft de Belgische regering,
daarin gesteund door verscheidene andere lidstaten, aangevoerd dat
de Belgische belastingwetgeving terzake niet in tegenspraak is met
het vrije verkeer van kapitaal dat wordt gewaarborgd door artikel 56
van het EG-verdrag, aangezien België dividenden van Belgische
vennootschappen op dezelfde manier belast als dividenden van
vennootschappen die in andere lidstaten van de Europese Unie
gevestigd zijn.

Ten tweede, op 6 april laatstleden heeft de advocaat-generaal zijn
conclusies voorgelegd. Die conclusies zijn gunstig voor België.

Ten derde, bij mijn weten werd nog geen datum vastgesteld voor de
uitspraak van het arrest.

Ten vierde, mijn administratie beschikt niet over de vereiste
statistische gegevens om te berekenen welke de budgettaire
03.02 Hervé Jamar, secrétaire
d'État: Le gouvernement belge,
soutenu par d'autres états
membres, a fait valoir en l'espèce
que la législation fiscale n'est pas
en contradiction avec l'article 56
du Traité CE, les dividendes des
sociétés belges étant en effet
imposés au même titre que les
dividendes des sociétés établies
dans un autre Etat membre
européen.

Le 6 avril 2006, l'avocat général a
présenté ses conclusions,
favorables à l'État belge. Aucune
date n'a encore été fixée pour le
prononcé de l'arrêt.

Mon administration ne dispose pas
des données nécessaires pour
calculer l'incidence budgétaire
06/06/2006
CRIV 51
COM 984
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
gevolgen voor de Belgische Staat zouden zijn, mocht er in deze zaak
een ongunstige beslissing vallen.
dans l'hypothèse d'un arrêt
défavorable.
03.03 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, ik betreur
dat u geen berekening kunt maken met betrekking tot de inzet van
deze procedure. Het lijkt mij duidelijk dat dit over bijzonder hoge
bedragen gaat. Ik denk dat wij het arrest moeten afwachten.

Ik wens erop te wijzen dat de Europese Commissie in een aantal
adviezen, onder meer dat van 8 januari 2004, uitdrukkelijk te kennen
heeft gegeven dat zij van oordeel is dat de woonstaat de buitenlandse
bronheffing dient door te rekenen. Bovendien werd er verwezen naar
een aantal artikelen uit het OESO-model die bepalen dat, in geval van
particuliere aandeelhouders, de woonstaat belasting mag heffen op
dividenden die hun oorsprong vinden in een andere staat. Op deze
belasting moet dan wel de belasting, die werd geïnd door de
bronstaat, in mindering worden gebracht.

Er wordt vastgesteld dat geen enkele lidstaat voorbehoud heeft
gemaakt bij dit gedeelte van het OESO-model. Ik wens dit toch nog
even te signaleren.
03.03 Carl Devlies (CD&V): Il est
regrettable qu'on ne puisse pas
procéder à une simulation car il
s'agit de sommes élevées.

La Commission européenne a
indiqué dans plusieurs avis qu'il
appartient à l'Etat de résidence
d'imputer la retenue à la source
opérée dans l'autre État. Des
articles du modèle OCDE
disposent que l'état membre de
résidence peut imposer les
dividendes obtenus dans un autre
Etat mais que l'impôt perçu dans
ce dernier doit alors être porté en
déduction. Aucun État membre n'a
émis de réserve à ce propos.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Marleen Govaerts aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over
"de bewijsstukken die bij de aangifte van de personenbelasting voor het aanslagjaar 2006 moeten
worden gevoegd in verband met kinderoppaskosten" (nr. 11910)
04 Question de Mme Marleen Govaerts au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les
pièces justificatives concernant les dépenses pour garde d'enfant qui doivent être jointes à la
déclaration à l'impôt des personnes physiques pour l'exercice d'imposition 2006" (n° 11910)
04.01 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de
staatssecretaris, er is maandenlang onduidelijkheid geweest over hoe
de belastingplichtigen hun bijkomende kosten voor kinderopvang, die
in 2005 voor het eerst werden opgetrokken, moesten bewijzen.

Uit de antwoorden van de minister op verschillende parlementaire
vragen en ook uit de persmededelingen kon men opmaken dat een
echt attest met de kosten voor kinderopvang tot 12 jaar geen absolute
voorwaarde was voor de aangifte in de personenbelasting voor het
aanslagjaar 2006. Omdat dit het eerste jaar was waarin de kosten
uitgebreid werden en opgetrokken tot 12 jaar, zouden ook andere
bewijsstukken bij de aangifte mogen gevoegd worden, bijvoorbeeld
kopies van de betalingen aan de erkende instellingen.
Nu blijkt echter uit de toelichting die we allemaal in de bus gekregen
hebben, op bladzijde 48 onderaan, dat een attest wel een absolute
voorwaarde is. Ik citeer: "Bovendien zijn de voormelde uitgaven
slechts aftrekbaar met betrekking tot kinderen voor wie u vak 2, B, 4
niet hebt ingevuld en mits u per kind bij uw aangifte een speciaal
attest voegt dat u werd uitgereikt door de instelling, de
opvangvoorziening, het kinderdagverblijf, het opvanggezin of de
school".
Hoe moet de betrokken belastingplichtige deze toelichting
interpreteren? Moet er nu een echt attest bijgevoegd worden of zijn
bewijzen van betaling voldoende? Een heel precieze vraag, mijnheer
de staatssecretaris.
04.01 Marleen Govaerts
(Vlaams Belang): Cette année, la
déductibilité fiscale des dépenses
pour garde d'enfants a été accrue
et étendue à l'accueil des enfants
jusqu'à 12 ans. Il ressort de
réponses antérieures ainsi que
d'articles de presse que la preuve
de ces dépenses peut être
apportée au moyen de pièces
justificatives diverses, telles que
des copies des preuves de
paiement. Or, il est précisé dans le
commentaire joint à la déclaration
d'impôt que ces dépenses doivent
être prouvées au moyen d'une
attestation spéciale délivrée par
l'établissement d'accueil

Comment faut-il interpréter cette
disposition? L'attestation est-elle
réellement obligatoire ou une
preuve de paiement peut-elle
servir à établir la réalité des frais
de garde d'enfants?
CRIV 51
COM 984
06/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
04.02 Staatssecretaris Hervé Jamar: Mijnheer de voorzitter,
mevrouw, krachtens artikel 113 § 1, 4 van het wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 kunnen de uitgaven voor kinderopvang
slechts worden afgetrokken onder meer op voorwaarde dat de
belastingplichtige de echtheid en het bedrag ervan verantwoordt door
bewijsstukken die hij bij zijn aangifte in de personenbelasting moet
voegen. Bovendien zijn die uitgaven slechts aftrekbaar indien zij zijn
betaald aan welbepaalde, in § 1, 3 van dat artikel vermelde
instellingen.

Om enerzijds de bewijslast voor de belastingplichtige te
vereenvoudigen en anderzijds een overvloed aan documenten te
vermijden, heeft mijn administratie, in overleg met de diverse
bevoegde instanties, een aangepast modelattest uitgewerkt waarmee
tegelijk aan de twee voormelde verplichtingen kan worden voldaan.

Het attest is echter geen absolute voorwaarde om de aftrek te
verkrijgen, maar is wel het bewijsstuk bij uitstek.

Bij ontstentenis ervan aanvaardt de administratie de aftrek van de
oppaskosten, voor zover de belastingplichtige aan de hand van
andere, afdoende bewijsstukken aantoont dat alle voorwaarden voor
de aftrek zijn vervuld. Een betalingsbewijs alleen zal daartoe echter
niet voldoende zijn, aangezien het betalingsbewijs enkel aantoont dat
er een betaling is geweest.

Ik stip nog aan dat de door het geachte lid aangehaalde passage
reeds sedert het aanslagjaar 1990 in de toelichting werd opgenomen
en tot op heden geen aanleiding tot problemen heeft gegeven.
04.02 Hervé Jamar, secrétaire
d'État: Les dépenses pour garde
d'enfants ne sont remboursables
que si le contribuable apporte la
preuve de la réalité du montant
indiqué en joignant des pièces
justificatives à la déclaration. Dans
le souci de simplifier la charge de
la preuve, mes services ont établi
un modèle d'attestation qui
constitue une preuve en soi, sans
pour autant être indispensable. Le
contribuable peut prouver au
moyen d'autres pièces
justificatives qu'il a été satisfait à
toutes les conditions requises pour
bénéficier de la déductibilité des
dépenses de garde. La preuve de
paiement seule n'est cependant
pas suffisante.

Le passage évoqué par Mme
Govaerts figure déjà dans les
commentaires depuis 1990, sans
jamais avoir donné lieu à des
problèmes.
Il s'agit de la première année d'application de cette nouvelle
réglementation due à l'élargissement. C'est pourquoi nous
demanderons à l'administration d'agir avec souplesse.
Progressivement, l'attestation proposée entrera dans les moeurs et
deviendra le modèle général à utiliser par tous les organismes
d'accueil des enfants. Nous nous attendons donc à une ou deux
années de transition pour cette évaluation des preuves.
Het betreft het eerste jaar waarin
die nieuwe regelgeving wordt
toegepast; wij zullen de
administratie dan ook vragen
enige soepelheid aan de dag te
leggen en geleidelijk aan zal het
aangereikte attest het algemeen
model worden dat dient te worden
gebruikt. Wij schatten dat de
overgangsperiode een of twee jaar
zal duren.
04.03 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de
staatssecretaris, nu is het toch al min of meer duidelijk dat het over
een overgangsjaar gaat, dit jaar en misschien nog volgend jaar. De
administratie zal dus soepel zijn in die zaken. Betalingsbewijzen
alleen zijn niet voldoende, heb ik ook begrepen. Het moet dus iets
meer zijn. Als er geen echt attest is, moeten ze nog iets meer
indienen; misschien een verklaring van de instelling plus de
betalingsbewijzen.

Nu zijn we toch al iets verder. Ik had begrepen ­ en ook verschillende
specialisten ­ dat de ouders met alle mogelijke middelen de
oppaskosten zouden kunnen bewijzen. Eigenlijk hebt u mij nu gelijk
gegeven.
04.03 Marleen Govaerts
(Vlaams Belang): Je déduis de
votre réponse que cette année doit
en quelque sorte être considérée
comme une année de transition et
que l'administration fiscale fera
preuve de souplesse. Comme je
m'en doutais, les frais de garde
peuvent effectivement être
attestés de différentes manières.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06/06/2006
CRIV 51
COM 984
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
05 Vraag van de heer Bart Tommelein aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "het
forfait voor verre verplaatsingen" (nr. 11912)
05 Question de M. Bart Tommelein au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le forfait
pour longs déplacements" (n° 11912)
05.01 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, wie met het openbaar vervoer naar het werk gaat,
kan in de personenbelasting 0,15 euro per afgelegde kilometer tussen
de woonplaats en het werk aftrekken, ongeacht de werkelijke kosten.
Vorig aanslagjaar was die mogelijkheid nog beperkt tot 50 kilometer
enkel. Dit aanslagjaar is de beperking opgetrokken tot 75 kilometer en
voor volgend aanslagjaar zal dit 100 kilometer worden. Voor iemand
die meer dan 75 kilometer van het werk woont en met de trein er
naartoe gaat zoals vele tienduizenden, zo niet honderduizenden
pendelaars, is het nagenoeg steeds voordeliger om de beroepskosten
te bewijzen in plaats van te opteren voor het werkelijk forfait, zijnde
220 werkdagen vermenigvuldigd met 2, maal 75 kilometer ­ heen en
terug ­ maal 0,15 euro. Dit is 4.950 euro. Zelfs indien een werkgever
een deel van de vervoerkosten terugbetaalt ­ hetgeen niet belastbaar
is ­ doen de belastingplichtigen er bijna steeds voordeel mee om die
terugbetaling als voordelen van alle aard aan te merken en te opteren
voor het bewijzen van de kosten.

Boven de forfaitaire beroepskosten genieten belastingplichtigen die
verre verplaatsingen moeten doen in het raam van het woon-en
werkverkeer, een aanvullend forfait van 75 euro, 125 tot 175 euro
afhankelijk van de afstand. De ratio legis van deze aanvullende forfait
is wellicht vermijden dat werknemers de moeite zouden doen om hun
beroepskosten te bewijzen. Tengevolge van de voornoemde
verhoging van het aantal aftrekbare kilometers valt het fiscaal
voordeel van het forfait evenwel zeer mager uit.

Daarom had ik graag van u vernomen of u overweegt het forfait voor
verre verplaatsingen gevoelig op te trekken.
05.01 Bart Tommelein (VLD):
Toute personne utilisant les
transports en commun pour se
rendre à son travail peut déduire
de ses revenus déclarés 0,15
euros par kilomètre parcouru.

J'ai calculé qu'il est beaucoup plus
avantageux, dans tous les cas ­
même lorsque l'employeur prend
en charge une partie des frais de
déplacement - d'opter pour les
frais réels que pour le forfait légal.
En effet, quiconque doit parcourir
quotidiennement 75 km aller-
retour, arrive vite à 4 950 EUR, ce
qui est nettement plus que le
forfait légal pour les longs
déplacements.

Le ministre envisage-t-il de relever
le forfait pour les longs
déplacements?
05.02 Staatssecretaris Hervé Jamar: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Tommelein, momenteel wordt niet overwogen om de bedragen te
verhogen van de forfaitaire aftrek voor uitzonderlijke beroepskosten
tengevolge van de afstand tussen de woonplaats en de plaats van
tewerkstelling.

Dat is het antwoord.
05.02 Hervé Jamar, secrétaire
d'État: Il n'est actuellement pas
envisagé de relever le forfait
déductible pour les longs
déplacements.
05.03 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, mijn repliek zal langer zijn dan het antwoord.

U overweegt geen verhoging van de bedragen van forfaitaire aftrek. Ik
begrijp dat niet. Als men het allemaal bekijkt, is het voor de
belastingplichtigen voordeliger om hun kosten effectief te bewijzen.
Dit brengt extra werk en extra druk mee voor de
belastingadministratie. Bovendien vind ik het fundamenteel oneerlijk.
Degenen die de belastingwetgeving goed kennen, genieten ervan. Zij
die het niet weten, zijn de dupe.

U overweegt een werkbonus in te voeren. Voor pendelaars zou het,
mijns inziens, logisch zijn dat een forfaitaire aftrek van de
beroepskosten voordeliger moet zijn voor de administratie. Ik begrijp
05.03 Bart Tommelein (VLD): Je
ne vous comprends pas.
L'obligation de prouver les frais de
déplacement réels donne
énormément de travail à
l'administration fiscale. De plus, le
système actuel est malhonnête car
les contribuables qui connaissent
la loi savent qu'il est avantageux
d'opter pour les frais réels. Il me
semble donc que qu'un
relèvement du forfait serait à la
fois équitable et honnête.
CRIV 51
COM 984
06/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
uw antwoord niet goed. Ik heb er het raden naar waarom men de
forfait voor verre verplaatsingen niet verhoogt. Mij lijkt dit niet meer
dan billijk.
05.04 Hervé Jamar, secrétaire d'État: Monsieur le président, la
réflexion mérite d'être prolongée. Nous tenterons de tenir compte de
tels arguments lors des prochaines grandes décisions à prendre.
Cependant, pour l'instant, voilà où nous en sommes.

Cette question a le mérite d'exister afin de concrétiser la réflexion.
Bien qu'il ne convienne en tout cas pas d'anticiper pour le moment,
cette proposition pourrait s'avérer judicieuse.
05.04 Staatssecretaris
Hervé
Jamar: Over dit thema kan beslist
langer worden nagedacht, maar
op dit ogenblik is het niet
aangewezen om op de zaak
vooruit te lopen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Bart Tommelein aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
houding van de fiscus ten opzichte van internetveilinghuizen" (nr. 11913)
06 Question de M. Bart Tommelein au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'attitude du
fisc à l'égard des sites de vente aux enchères" (n° 11913)
06.01 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de voorzitter, de voorbije
jaren hebben internetveilinghuizen enorm aan populariteit gewonnen.
Steeds meer mensen proberen huisraad en verzamelobjecten via het
internet kwijt te raken.

Een particulier die in het kader van het normale beheer van zijn privé-
vermogen wat oude spullen verhandelt, is niet BTW-plichtig. Dat
criterium is echter voor betwisting vatbaar.

Wij krijgen regelmatig vragen van privé-gebruikers van
internetveilinghuizen, die zich grote zorgen maken over het fiscale
aspect van hun activiteiten. De vraag rijst dan ook meestal specifiek
bij het van de hand doen van een aantal verzamelingen, omdat
daarbij soms relatief grote bedragen omgaan, die de aandacht van de
fiscus zouden kunnen trekken.

Verzamelingen worden zelden ineens verkocht, maar meestal item
per item. Mensen die bijvoorbeeld een wijnkelder of een
postzegelverzameling ­ hetzij zelf samengesteld hetzij verkregen, al
dan niet door een erfenis ­ van de hand doen, kunnen daarmee
dikwijls jaren bezig blijven. In dergelijk geval kan de vraag worden
gesteld of de particulier niet geregeld en zelfstandig goederen
verkoopt, zoals in het BTW-wetboek omschreven.

Mijn vragen in dat verband zijn de volgende.

Ten eerste, houdt de BTW-administratie op een systematische wijze
de verkopen via bekende internetveilinghuizen in de gaten?

Ten tweede, welke criteria worden gebruikt om te beoordelen of
iemand die een verzameling van de hand doet, al dan niet onder de
BTW-plicht valt?

Ten derde, heeft de minister kennis van betwistingen rond het al dan
niet BTW-plichtig zjin van de privé-verkopen op internetveilinghuizen?
06.01 Bart Tommelein (VLD): La
popularité des sites d'enchères ne
cesse de croître et ce phénomène
amène à s'interroger sur
l'assujettissement à la TVA.
Quiconque commercialise
quelques vieux objets dans le
cadre de la gestion de son
patrimoine privé n'est pas assujetti
à la TVA, quoique d'aucuns le
contestent. Ainsi, une collection se
vend rarement en une fois mais sa
vente s'étale sur plusieurs années.
Dès lors, une vente de ce type ne
ressortit-elle pas à la notion de
vente effectuée « d'une manière
régulière et indépendante » telle
que définie dans le Code de la
TVA?

L'administration de la TVA exerce-
t-elle un contrôle sur les ventes
réalisées sur des sites
d'enchères? En fonction de quels
critères cette administration
décide-t-elle si quelqu'un qui vend
une collection est, ou non,
assujetti à la TVA? Cet
assujettissement en cas de vente
effectuée par un particulier sur un
site d'enchères fait-il l'objet de
contestations?
06.02 Staatssecretaris Hervé Jamar: Mijnheer de voorzitter, mijnheer 06.02 Hervé Jamar, secrétaire
06/06/2006
CRIV 51
COM 984
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
Tommelein, zoals door de heer Frank Philipsen, administrateur voor
de fraudebestrijding, tijdens de commissiezitting van 30 mei 2006
werd toegelicht, werd de BBI in het kader van de begrotingscontrole
2006 onder meer belast met een sectoraal onderzoek inzake
internethandel.

Bij die gelegenheid verklaarde hij dat in dat verband bepaalde
softwareapplicaties zullen worden aangekocht. Ook zal er een
specifieke opleiding aan de betrokken ambtenaren worden verstrekt.
Voorts werd de BBI-directie van Antwerpen met de coördinatie
terzake belast.

Ten tweede, de hoedanigheid van belastingplichtigen wordt geregeld
in artikel 4 van het BTW-wetboek. Krachtens dat artikel is een
belastingplichtige eenieder die bij de uitoefening van een
economische activiteit geregeld en zelfstandig, met of zonder
winstoogmerk, hoofdzakelijk of aanvullend, leveringen van goederen
of diensten verricht die in dit wetboek werden omschreven, ongeacht
of op welke plaats de economische activiteit wordt uitgeoefend.

Ten derde, statistieken omtrent mogelijke betwistingen inzake de
BTW-plicht zijn vooralsnog niet voorhanden.
d'État: Dans le cadre du contrôle
budgétaire 2006, l'Inspection
Spéciale des Impôts (ISI) est
chargée de mener une enquête
sectorielle concernant les
transactions commerciales
réalisées sur internet. A cette fin,
des applications logicielles
spéciales sont achetées et les
fonctionnaires compétents suivent
une formation spécifique. Cette
enquête est coordonnée par l'ISI
d'Anvers.

L'article 4 du Code de la TVA
stipule qu'est un assujetti
quiconque effectue, dans
l'exercice
d'une activité
économique, des livraisons de
biens ou des prestations de
services visées par le Code, quel
que soit le lieu où s'exerce
l'activité économique.

Il n'y a pas actuellement de
statistiques disponibles en matière
de contestations dans le domaine
de la TVA.
J'ajouterai que nous avons choisi d'acquérir le logiciel portant le beau
nom de Xenon pour une somme de 95.000 euros. Il y en avait
plusieurs en concurrence, dont Xenon, le logiciel qui a été mis en
application récemment aux Pays-Bas, et le logiciel appelé XSpider en
Allemagne. Dans les prochaines semaines, la lutte contre la fraude
sera renforcée par sa mise en application.
We hebben beslist het
softwareprogramma Xenon aan te
kopen; aan dat programma hangt
een prijskaartje van 95 000 euro.
Dankzij die toepassing zullen we
de strijd tegen de fraude kunnen
opvoeren.
06.03 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank
u voor uw antwoord. Ik meen dat het inderdaad wel nodig is dat
concreet inzake die activiteit van het verkopen van privé-zaken via
internet, absolute duidelijkheid komt voor de verkoper.
06.03 Bart Tommelein (VLD): Il
est très important que la vente de
biens privés par le biais d'internet
se fasse en toute transparence.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de M. Jean-Jacques Viseur au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le coût
budgétaire de la déduction fiscale pour capital à risque" (n° 11876)
07 Vraag van de heer Jean-Jacques Viseur aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over
"de impact op de begroting van de belastingaftrek voor risicokapitaal" (nr. 11876)
07.01 Jean-Jacques Viseur (cdH): Monsieur le président, monsieur
le ministre, lors de l'instauration de la déduction fiscale pour capital à
risque, il a été annoncé que la mesure prendrait effet pour l'exercice
d'imposition 2007. Cela signifie que les entreprises peuvent adapter le
montant de leurs versements anticipés dès l'année 2006. Dès lors, les
premiers versements anticipés d'avril devaient être intéressants pour
mesurer l'impact budgétaire de cette mesure.
07.01 Jean-Jacques Viseur
(cdH): Toen de belastingaftrek
voor risicokapitaal werd ingesteld,
werd aangekondigd dat de
maatregel uitwerking zou hebben
voor het aanslagjaar 2007, zodat
de bedrijven het bedrag van hun
voorafbetalingen al in 2006
CRIV 51
COM 984
06/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
Au départ, cette mesure devait coûter plus ou moins 500 millions
d'euros par an. Depuis, on a assisté à une remontée des taux d'intérêt
de l'OLO à dix ans, donc à long terme, qui constituent la base du
calcul de l'avantage ainsi procuré aux entreprises.

Ma question est simple: à partir des versements anticipés du premier
trimestre, peut-on mesurer l'effet des intérêts notionnels? Sur cette
base, peut-on préciser ou réviser ­ à la hausse ou à la baisse ­
l'impact de cette mesure sur les recettes de l'État en 2006 et 2007?
kunnen aanpassen. Uit de eerste
voorafbetalingen van april zouden
we dus al nuttige informatie
kunnen afleiden over het effect
van die maatregel, die
aanvankelijk circa 500 miljoen per
jaar zou kosten. Sindsdien zijn de
rentevoeten van de OLO's op tien
jaar echter gestegen.
Kan men op grond van de
voorafbetalingen van het eerste
trimester het effect van de
notionele interest inschatten en de
weerslag van die maatregel op de
inkomsten in 2006 en 2007
ramen?
07.02 Hervé Jamar, secrétaire d'État: Monsieur Viseur, votre
question vise à savoir si l'évolution des versements anticipés au début
de cette année est conforme aux prévisions et compatible avec
l'estimation du coût budgétaire de la déduction pour capital à risque,
comme annoncé lors des débats de la commission des Finances de
la Chambre, c'est-à-dire un peu moins de 500 millions d'euros.

Tout d'abord, il faut signaler qu'à ce jour, seule la première échéance
des versements anticipés au 10 avril a été comptabilisée. Toutefois,
des versements ont encore été perçus après cette date. Au terme des
quatre premiers mois de l'année 2006, la croissance des versements
anticipés effectués par les entreprises a atteint 4,92%. Certes, il est
un peu tôt pour tirer des conclusions définitives pour l'ensemble de
l'année. Néanmoins, l'évolution est convenable si on tient compte de
l'impact du système des intérêts notionnels et du glissement dans le
temps des versements de quelques grandes entreprises.
07.02 Staatssecretaris
Hervé
Jamar: Tot nu toe werden enkel
de eerste voorafbetalingen (te
betalen tegen 10 april) geboekt,
maar er zijn nog betalingen
binnengekomen na die vervaldag.
Na de eerste vier maanden van
2006 zijn de voorafbetalingen door
de bedrijven met 4,92 procent
gestegen. Dat is een heel
behoorlijk resultaat, rekening
houdend met het effect van de
notionele intrest en het feit dat een
aantal grote bedrijven hun
voorafbetalingen verschoven
hebben.
07.03 Jean-Jacques Viseur (cdH): Je remercie le ministre pour la
précision de sa réponse. Nous n'en sommes effectivement qu'au
premier versement anticipé. Il faudra contrôler et mesurer l'impact sur
les autres versements. Je reconnais qu'à ce stade, il est trop tôt pour
mesurer l'impact annuel.
07.03 Jean-Jacques Viseur
(cdH): Het is inderdaad nog te
vroeg om zicht te krijgen op het
effect op jaarbasis; men zal het
effect op de andere betalingen
moeten nagaan.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

De behandeling van de vragen en interpellaties wordt geschorst van 10.56 uur tot 11.07 uur.
Le développement des questions et interpellations est suspendu de 10.56 heures à 11.07 heures.
08 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de blijvende
problemen bij de Dienst voor Alimentatievorderingen" (nr. 11921)
- mevrouw Magda De Meyer aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de Dienst
voor Alimentatievorderingen" (nr. 11936)
08 Questions jointes de
- Mme Nahima Lanjri au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les problèmes persistants
au sein du Service des créances alimentaires" (n° 11921)
- Mme Magda De Meyer au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le Service des créances
alimentaires" (n° 11936)
06/06/2006
CRIV 51
COM 984
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
08.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega's,
mijnheer de minister, doordat de Dienst voor Alimentatievorderingen
nog steeds geen voorschotten uitbetaalt aan ex-echtgenoten of
samenwonenden en doordat voorschotten voor de kinderen slechts
binnen bepaalde inkomensgrenzen worden uitgekeerd, blijven veel
onderhoudsgerechtigden in de kou staan. Van het oorspronkelijke
initiatief, waarvan sprake was net voor de verkiezingen, is er op dit
ogenblik jammer genoeg nog niet veel concreet gerealiseerd.

Ook de Dienst voor Alimentatievorderingen zelf blijkt met problemen
te kampen. Het evaluatieverslag over de werking van DAVO is er nog
steeds niet. Ik heb er een paar maanden geleden nog achter
geïnformeerd. Ik dacht dat het ongeveer in deze periode zou klaar
zijn, maar ik heb het nog steeds niet gezien. De DAVO is niet of
nauwelijks bekend en bereikt haar doelpubliek onvoldoende. Het
personeelsbeleid faalt. Personeel dat bijvoorbeeld vertrokken is, wordt
niet of slechts beperkt vervangen. Invorderingen gebeuren zo goed
als niet. Er doen geruchten de ronde dat de overgenomen OCMW-
dossiers bij gebrek aan personeel ­ vaak personeel dat niet
vervangen wordt ­ verticaal geklasseerd wordt.

Mijn vragen aan de minister zijn de volgende:

Met hoeveel personeelsleden is de DAVO van start gegaan en
hoeveel zijn er vandaag nog tewerkgesteld bij de DAVO? Waren dat
er in het begin een honderdtal of meer of minder? Hoeveel waren het
er toen, meer dan een jaar geleden, en hoeveel zijn het er nu? Zal u
bijkomend personeel inzetten voor de DAVO en binnen welke timing?
Gaat u het personeel dat er niet meer is op zijn minst vervangen of
komt er ook bijkomend personeel?

Ten tweede, klopt het dat de dossiers die overgenomen werden van
de OCMW's nog niet of niet behandeld kunnen worden? Hoeveel
overgenomen dossiers zijn er op dit ogenblik?

Ten derde, is er achterstand in de behandeling van de aanvragen tot
de invordering van achterstallige onderhoudsgelden enerzijds en van
de aanvragen tot toekenning van voorschotten anderzijds? Is er daar
een achterstand? Hoeveel bedraagt deze achterstand?

Ten vierde, op welke manier wordt het invorderingsbeleid gevoerd?

Ten vijfde, heeft de DAVO inmiddels rechtstreeks toegang tot de
Kruispuntbank voor de Sociale Zekerheid? Als dat nog niet zo is of als
dat gebrekkig gebeurt, wat zijn dan de concrete problemen?

Ten zesde, overweegt de regering om fiscale maatregelen te nemen
om onderhoudsplichtigen ertoe aan te zetten alimentatie correct te
betalen? Zo ja, dewelke?

Wanneer mogen wij het evaluatieverslag over de werking van de
DAVO voor 2005 verwachten?

Dat zijn een aantal heel concrete vragen. Ik hoop dat ik ook concrete
antwoorden krijg van de minister.
08.01 Nahima Lanjri (CD&V): Le
Service des créances alimentaires
(SECAL) ne verse toujours pas
d'avances aux ex-conjoints ni aux
cohabitants. Par ailleurs, les
avances ne sont allouées pour les
enfants que lorsque les revenus
ne dépassent pas un montant
donné. De nombreux créanciers
d'aliments sont dès lors
abandonnés à leur sort.

Le SECAL lui-même est aux
prises avec des difficultés:
absence d'évaluation, problème de
notoriété et politique de gestion du
personnel catastrophique. Le
personnel qui quitte le service
n'est pour ainsi dire pas remplacé.
Les recouvrements sont rares et il
semblerait que, faute de
personnel, les dossiers issus des
CPAS ne soient pas même traités.

Comment a évolué l'effectif du
SECAL depuis que ce dernier
fonctionne? Envisage-t-on
d'engager du personnel
supplémentaire? Veille-t-on à
compenser les départs parmi le
personnel?
Qu'advient-il concrètement des
dossiers provenant des CPAS?
Quelle est l'importance du retard
dans le traitement des demandes
de recouvrement des arriérés de
pensions alimentaires et des
dossiers d'octroi d'avances? Met-
on en oeuvre une véritable
politique de recouvrement? Le
SECAL a-t-il directement accès à
la banque-carrefour de la sécurité
sociale?
Le gouvernement envisage-t-il des
mesures fiscales pour encourager
les débiteurs d'aliments à
s'acquitter correctement de leur
dû?
Quand le rapport d'évaluation
2005 paraîtra-t-il?
08.02 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de staatssecretaris, mijn vraag handelt eveneens over de manke
08.02 Magda De Meyer (sp.a-
spirit): Le SECAL est confronté à
CRIV 51
COM 984
06/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
werking van de Dienst voor Alimentatievorderingen, de DAVO, die
voor problemen blijft zorgen. Het lang verwachte evaluatieverslag is er
nog altijd niet. Naar verluidt zouden er slechts 10.000 lopende
dossiers zijn, terwijl de oorspronkelijke raming 100.000 tot 150.000
dossiers was. Het verloop binnen de dienst zelf zou ook enorm groot
zijn. Personeelsleden die de dienst verlaten hebben, zouden niet
worden vervangen.

Mijnheer de staatssecretaris, graag kreeg ik duidelijkheid over een
reeks vragen.

Ten eerste, hoeveel dossiers zijn effectief in behandeling?

Ten tweede, aan hoeveel vrouwen wordt thans alimentatiegeld
betaald?

Ten derde, hoeveel kinderen krijgen momenteel voorschotten
uitgekeerd?

Ten vierde, hoe zit het met de automatische koppeling aan de
Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid? Kunnen DAVO-
medewerkers al dan niet in alle bestanden van de fiscus?

Ten vijfde, is het correct dat DAVO geen invorderingen meer uitvoert?

Ten zesde, in hoeveel gevallen werd er loonbeslag uitgevoerd?

Ten zevende, in hoeveel gevallen werd er een deurwaarder
ingeschakeld?

Ten achtste, hoeveel voltijdse personeelsleden zijn momenteel
effectief in dienst? Hoeveel werden nog niet vervangen?

Ten negende, wanneer komt het lang beloofde DAVO-
evaluatieverslag?
de nombreux problèmes. Le
rapport d'évaluation n'a pas
encore été publié, le nombre de
dossiers en cours, à savoir environ
10 000, est largement inférieur aux
prévisions et la rotation du
personnel est particulièrement
importante.

Combien de dossiers sont à
l'examen? À combien de femmes
de l'argent est-il versé? Pour
combien d'enfants des
avances sont-elles versées? Le
SECAL a-t-il accès à la Banque-
carrefour de la sécurité sociale
ainsi qu'aux fichiers du fisc?

Est-il exact que le SECAL ne
procède plus au moindre
recouvrement? Dans combien de
cas est-il recouru à la saisie sur
salaire? Dans combien de cas a-t-
il été fait appel à un huissier?

Quels est actuellement l'effectif à
temps plein? Les membres du
personnel qui ont quitté le service
vont-ils être remplacés?

Quand paraîtra le rapport
d'évaluation annoncé de longue
date?
08.03 Staatssecretaris Hervé Jamar: Mijnheer de voorzitter, het
antwoord op de vraag van mevrouw Lanjri telt 6 punten.

Ten eerste, er zijn 100 personen aangeworven. Er zijn er 15
vertrokken. Er zullen 32 personen gerekruteerd worden met een
contract van onbepaalde duur.

Ten tweede, de dossiers die van de OCMW's zijn overgenomen, zijn
of worden verwerkt. Het gaat om complexe dossiers waarvoor alle
voorwaarden van de DAVO opnieuw moeten worden geanalyseerd.

Ten derde, er is een vertraging bij de verwerking van de dossiers
invordering, die te wijten is aan het extra werk als gevolg van de
hernieuwing van de rechten op uitbetaling van een voorschot op het
onderhoudsgeld

Ten vierde, er is een invorderingsbeleid. DAVO heeft werkmethodes
opgesteld voor de invordering en voor het gebruik van rechtsmiddelen
waarover wij beschikken. Die methodes zijn bezorgd aan de lokale
kantoren van de DAVO.

Ten vijfde, de DAVO onderhandelt voortdurend om toegang tot de
08.03 Hervé Jamar, secrétaire
d'État: Initialement, cent
personnes ont été engagées pour
le SECAL. Entre-temps, sur ces
cent personnes, 15 ont déjà quitté
le service et 32 autres seront
engagées avec un contrat à durée
indéterminée.

Les dossiers repris des CPAS sont
bel et bien traités. Il s'agit toutefois
de dossiers compliqués pour
lesquels le SECAL doit procéder à
une toute nouvelle analyse.

Le traitement des dossiers de
recouvrement a en effet pris du
retard en raison d'une surcharge
de travail liée au renouvellement
des droits à une avance sur la
pension alimentaire. Une véritable
politique a toutefois été mise en
06/06/2006
CRIV 51
COM 984
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Kruispuntbank van de RSZ te kunnen hebben. De onderhandelingen
worden nu geconcentreerd op de problematiek van de bescherming
van het privé-leven.

Ten zesde, het evaluatieverslag 2005 van de DAVO wordt op dit
moment opgesteld. Het zal zo snel mogelijk worden bekendgemaakt.
Ik wens er nogmaals op te wijzen dat de evaluatiecommissie al twee
keer is samengekomen en al heel wat elementen ter beschikking
heeft. Na het evaluatieverslag zal worden bekeken of het aangewezen
is maatregelen te nemen.

Nu volgt mijn antwoord aan mevrouw De Meyer.

Ten eerste, 11.322 dossiers worden op dit ogenblik behandeld door
de DAVO.

Ten tweede, de wet van 21 februari 2003 beperkt de toekenning van
voorschotten op onderhoudsuitkeringen tot kinderen, maar de wet
bepaalt dat de Koning de toekenning kan uitbreiden tot echtgenoten of
samenwonenden.

Ten derde, voor de maand mei hebben 8.422 kinderen een voorschot
op de onderhoudsuitkering ontvangen.

Voor de vragen vier en vijf verwijs naar mijn antwoord op de vraag
van mevrouw Lanjri.

Voor de vragen zes en zeven beschik ik niet over statistieken over dit
onderwerp. Er wordt evenwel een informaticaprogramma ontwikkeld
dat zal toelaten om de gegevens over loonbeslagen te genereren.

Voor de achtste vraag verwijs ik ook naar het antwoord op de vraag
van mevrouw Lanjri.

Negen, het evaluatierapport voor het jaar 2005 wordt momenteel
afgewerkt. De evaluatiecommissie heeft daartoe tweemaal vergaderd.
place en matière de recouvrement.
Des méthodes de travail concrètes
ont ainsi été élaborées pour le
recouvrement et le recours aux
moyens de droit. Les bureaux
locaux du SECAL sont au courant
de ces méthodes.

En ce qui concerne l'accès à la
banque carrefour de la sécurité
sociale, les négociations se
poursuivent sans relâche.

Le rapport d'évaluation 2005 est
actuellement en phase de
rédaction. Il sera publié le plus
rapidement possible. Des mesures
pourront alors éventuellement être
prises.

A l'heure actuelle, 11 322 dossiers
sont en cours de traitement auprès
du SECAL.

La loi du 21 février 2003 limite
l'octroi des avances aux pensions
alimentaires des enfants mais un
arrêté royal peut l'étendre aux
pensions des conjoints ou
cohabitants. Pour le mois de mai
2006, une avance a été payée
pour 8 422 enfants.

Je ne dispose pas de chiffres
exacts concernant le nombre de
saisies sur salaire, ni le nombre de
fois où il a été fait appel à un
huissier de justice. Un programme
informatique est en cours de
développement en vue de la
conservation des données
concernant le nombre de saisies
sur salaire.
08.04 Nahima Lanjri (CD&V): Ik kan alleen maar zeggen dat uit de
cijfers, die men had vooropgesteld, - namelijk meer dan 100.000
mensen bereiken - en het aantal dat men nu bereikt - iets meer dan
11.000 mensen - heel duidelijk blijkt dat de werking van DAVO
absoluut niet is wat ze zou moeten zijn. Er schort iets aan de werking,
en vooral ook aan de bekendmaking. Ik heb er in het verleden reeds
op gewezen dat die bekendmaking niet enkel via de website mag
gebeuren. De kantoren moeten dichter bij de bevolking worden
gebracht, onder meer via de loketten van de gemeente.

Tevens moet u DAVO de nodige mensen en middelen geven. Er zijn
nu al problemen met mensen die zijn weggegaan zonder dat ze
werden vervangen. DAVO moet ook de nodige middelen krijgen,
zoals onder meer toegang tot de Kruispuntbank. Als dat niet op punt
08.04 Nahima Lanjri (CD&V):
L'objectif initial consistait à
atteindre plus de cent mille ayants
droit mais à l'heure actuelle, ils ne
sont qu'un peu plus de onze mille.

Un problème se pose au niveau
du fonctionnement du SECAL
mais également de sa
communication, qui s'effectue
presque exclusivement par le biais
du site web. Les bureaux doivent
être rendus plus accessibles à la
population, notamment par le biais
CRIV 51
COM 984
06/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
staat dan kan zelfs niet het minimum minimorum, dat in de
programmawet is voorzien en dat niet voor heel de doelgroep geldt,
worden gerealiseerd. Ik blijf erop aandringen dat men die
mankementen wegwerkt, anders krijgen de mensen niet waarop ze
recht hebben en ik vind dat zij daar recht op hebben. Dit blijkt eens te
meer uit de verschillende rapporten, onder meer rapporten van
vrouwenorganisaties maar net zo goed rapporten van
armenorganisaties. Het feit dat de alimentatie niet wordt betaald, leidt
ertoe dat heel veel gezinnen in de kansarmoede terechtkomen. Ik
denk dat we niet willen meemaken dat er nog meer mensen dan nu al
het geval is, in de kansarmoede verzeild geraken.
des guichets communaux.

Le SECAL est confronté à un
manque de moyens et de
personnel. L'accès à la banque-
carrefour n'est toujours pas au
point. En conséquence, même le
minimum absolu des
engagements pris dans la loi-
programme ne peut être réalisé.

Les déficits doivent être résorbés
et le fonctionnement amélioré,
sans quoi les bénéficiaires ne
pourront obtenir la réalisation de
leurs droits. Les conséquences de
cette situation sont décrites dans
différents rapports. Si des
pensions alimentaires ne sont pas
payées, certaines familles risquent
de sombrer dans la précarité.
08.05 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mijnheer de staatssecretaris, ik
ben het volledig eens met collega Lanjri dat de werking van de DAVO
absoluut ondermaats is en niet realiseert wat er bij de aanvang was
beloofd. Zelfs de minimale dingen die de DAVO nu doet, doet zij niet
goed. Daar komt het zo'n beetje op neer. Het stoort mij enorm dat ik
hoor zeggen dat er op dit moment vertraging is bij de invordering door
het extra werk voor de voorschotuitbetaling. De voorschotuitbetaling
hadden wij al. Dat is iets wat al bestond. Alles wat de DAVO moet
doen is invorderen en zelfs dat wordt nu op een laag pitje gezet. Ik
vind dat bijzonder jammer.

Het feit dat de toegang tot de Kruispuntbank voor de Sociale
Zekerheid er nog altijd niet is, tart alle verbeelding. Die toegang tot de
kruispuntbank was een van de cruciale dingen waarom de DAVO
werd ondergebracht bij het ministerie van Financiën, omdat wij
dachten dat dit veel eenvoudiger zou zijn. Blijkbaar is dat toch niet het
geval. Het verwondert mij dat daar geen absolute prioriteit aan wordt
gegeven en ik vind het ook hallucinant te vernemen dat er maar een
goede 8.000 kinderen op dit moment recht hebben op een voorschot,
wanneer men weet dat het vroegere systeem via de OCMW's
ongeveer hetzelfde deed.
08.05 Magda De Meyer (sp.a-
spirit): Le fonctionnement du
SECAL laisse à désirer. Les
promesses n'ont pas été tenues.
Et le peu de travail qui est fait est
en outre mal fait. Il me revient que
le SECAL serait confronté à des
retards lors du recouvrement en
raison du travail supplémentaire
résultant du versement des
acomptes. Ce n'est pas un motif
valable pour expliquer le retard car
le système des avances existait
déjà précédemment. La seule
mission du SECAL consiste à
procéder au recouvrement et cette
tâche paraît bien laborieuse.

Il est hallucinant de constater que
le SECAL n'a toujours pas accès à
la banque-carrefour. C'est
précisément la raison pour
laquelle nous avons fait ressortir le
SECAL à la compétence du
département des Finances.
Actuellement, seuls 8 000 ayants
droit bénéficient d'une aide, ce qui
était déjà le cas lorsque l'ancien
système était encore appliqué et
que les CPAS étaient chargés
d'effectuer les versements.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de staatssecretaris voor Modernisering van de Financiën en
06/06/2006
CRIV 51
COM 984
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financiën, over "de definitieve
regeling van het BTW-regime voor artistieke prestaties" (nr. 11925)
09 Question de Mme Trees Pieters au secrétaire d'État à la Modernisation des Finances et à la Lutte
contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances, sur "la réglementation définitive en ce qui
concerne le régime de TVA applicable aux prestations artistiques" (n° 11925)
09.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, ik heb op 19 december 2005 een vraag gesteld in
deze commissie voor de Financiën over de BTW-vrijstelling voor
uitvoerende artiesten. U antwoordde op dat ogenblik dat er een
vergadering tussen de sector en de administratie plaatsvond en dat
de administratie de dag nadien een definitieve beslissing zou nemen.
U kon mij op dat ogenblik dus geen antwoord geven.

Ik heb mijn vraag schriftelijk herhaald aan de minister van Financiën.
Ik heb daarop een antwoord gekregen. Op 28 maart 2006 heb ik u in
deze commissie mijn vraag over de definitieve invoering van een
BTW-regime voor uitvoerende artiesten opnieuw voorgelegd. Ik heb
toen gevraagd naar de stand van zaken. U hebt mij toen moeten
antwoorden dat er nog altijd geen definitieve regeling in zicht was. Er
waren wel contacten met de administratie.

Ik schets nog even kort de context. Een rechterlijke uitspraak
bepaalde dat de BTW-vrijstelling voor individuele uitvoerende
artiesten inging tegen de fiscale neutraliteit. Om die reden besliste de
regering dat ook rechtspersonen zouden vallen onder de BTW-
vrijstelling voor uitvoerende artiesten en dit met ingang van 1 januari
2006. Deze maatregel bracht echter een aantal andere problemen
met zich mee, waardoor werd beslist om de nieuwe regeling uit te
stellen tot 1 juli 2006. Intussen zou men in overleg met de sector
zoeken naar oplossingen. Op 28 maart bevestigde u mij dat de datum
van 1 juli officieel was, maar dat de verschillende mogelijkheden om
de BTW-richtlijn van `77 om te zetten, nog verder onderzocht moesten
worden.

Wij zijn ondertussen bijna 1 juli 2006. Kunt u mij bevestigen dat de
nieuwe regeling definitief start op 1 juli 2006? Ik verneem dat die
datum niet zou worden gehaald. Dreigt er een nieuw uitstel? Wanneer
voorziet u in de definitieve inwerkingtreding? Is er al meer
duidelijkheid over hoe die definitieve regeling er zal uitzien? Heeft het
overleg met de sector iets opgeleverd? Wat zijn de eventuele
gevolgen van wijzigingen van de regeling?
09.01 Trees Pieters (CD&V): Le
28 mars 2006, j'ai interrogé le
secrétaire d'État au sujet de
l'instauration du régime de la TVA
définitif pour les artistes-
exécutants. Selon un jugement,
l'exonération de la TVA pour les
artistes-exécutants individuels est
contraire au principe de la
neutralité fiscale. C'est la raison
pour laquelle le gouvernement a
décidé d'également faire
bénéficier les personnes morales
de cette exonération de la TVA à
partir du 1
er
janvier 2006. Des
problèmes s'étant posés, cette
réglementation a été reportée au
1
er
juillet 2006. Des solutions
devaient être recherchées dans
l'intervalle, en concertation avec le
secteur.

Cette réglementation s'appliquera-
t-elle à partir du 1
er
juillet 2006 ou
risque-t-elle d'être reportée une
nouvelle fois? Quelle sera
exactement la teneur de la
réglementation définitive? La
concertation avec le secteur a-t-
elle porté des fruits et la
réglementation sera-t-elle
modifiée?
09.02 Staatssecretaris Hervé Jamar: Mevrouw Pieters, ik kan u
mededelen dat de centrale administratie diverse contacten gehad
heeft met vertegenwoordigers van zowel de culturele centra als van
de artiesten. Er werd hun gevraagd, in onderling overleg met de
administratie, de diverse mogelijkheden voor te stellen en uitvoerig
toe te lichten. Het betreft hier vooral de verschillende soorten van
contracten die worden opgesteld tussen de artiesten en de culturele
centra. Zodra de sector al haar voorstellen heeft ingediend, zal de
administratie zo spoedig mogelijk haar standpunt kenbaar maken met
betrekking tot de diverse soorten van contracten. Aangezien de datum
van 1 juli niet zal gehaald worden, wordt de definitieve regeling
nogmaals met zes maanden uitgesteld tot 1 januari 2007.
09.02 Hervé Jamar, secrétaire
d'État: L'administration centrale a
eu des contacts avec des
représentants des centres
culturels et des artistes. Il leur a
été demandé de donner de plus
amples explications concernant
les différents contrats.
L'administration exposera sa
position dès que le secteur aura
formulé des propositions. La date
butoir du 1 juillet 2006 n'étant pas
réaliste, la décision relative à une
réglementation définitive est une
fois de plus reportée de six mois,
CRIV 51
COM 984
06/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
et est maintenant attendue pour le
1
er
janvier 2007.
09.03 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, zoals ik
gevreesd had, zal het er niet komen tegen 1 juli. Ik verneem dat het
opnieuw met zes maanden uitgesteld wordt. Deze vraag zal dus nog
een vervolg kennen.
09.03 Trees Pieters (CD&V): Je
resterai attentive à ce dossier.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

Le développement des questions et interpellations se termine à 11.22 heures.
De behandeling van de vragen en interpellaties eindigt om 11.22 uur.