CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 979
CRIV 51 COM 979
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
mardi
dinsdag
30-05-2006
30-05-2006
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 979
30/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Muriel Gerkens à la secrétaire
d'État au Développement durable et à l'Économie
sociale, adjointe à la ministre du Budget et de la
protection de la consommation, sur "son plan
d'action en faveur d'une campagne électorale
durable" (n° 11762)
1
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en
Sociale Economie, toegevoegd aan de minister
van Begroting en Consumentenzaken, over "haar
actieplan voor een duurzame
verkiezingscampagne" (nr. 11762)
1
Orateurs: Muriel Gerkens, Els Van Weert,
secrétaire d'État au Développement durable et
à l'Économie sociale
Sprekers: Muriel Gerkens, Els Van Weert,
staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling
en Sociale economie
Question de M. Jean-Claude Maene au ministre
de l'Environnement et ministre des Pensions sur
"la nocivité des 'parfums d'ambiance'" (n° 11368)
4
Vraag van de heer Jean-Claude Maene aan de
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen over "de schadelijkheid van
kamerparfums" (nr. 11368)
4
Orateurs:
Jean-Claude Maene, Bruno
Tobback, ministre de l'Environnement et
ministre des Pensions
Sprekers:
Jean-Claude Maene, Bruno
Tobback, minister van Leefmilieu en minister
van Pensioenen
Question de M. Miguel Chevalier au ministre de
l'Environnement et ministre des Pensions sur "la
campagne de sensibilisation 'Bombylius'"
(n° 11851)
7
Vraag van de heer Miguel Chevalier aan de
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen over "de sensibiliseringscampagne
'Bombylius'" (nr. 11851)
7
Orateurs: Miguel Chevalier, Bruno Tobback,
ministre de l'Environnement et ministre des
Pensions
Sprekers: Miguel Chevalier, Bruno Tobback,
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen
Question de Mme Colette Burgeon au ministre de
l'Environnement et ministre des Pensions sur
"l'étiquette énergie" (n° 11752)
12
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen over "het energie-etiket" (nr. 11752)
12
Orateurs: Colette Burgeon, Bruno Tobback,
ministre de l'Environnement et ministre des
Pensions
Sprekers: Colette Burgeon, Bruno Tobback,
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen
Question de M. Patrick De Groote au ministre de
la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Égalité des
chances sur "l'octroi d'aide aux demandeurs
d'asile" (n° 11813)
14
Vraag van de heer Patrick De Groote aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "het verstrekken van steun aan asielzoekers"
(nr. 11813)
14
Orateurs: Patrick De Groote, Christian
Dupont, ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Égalité des chances
Sprekers: Patrick De Groote, Christian
Dupont, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de M. Patrick De Groote au ministre de
la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Égalité des
chances sur "le logement de mineurs étrangers
non accompagnés" (n° 11815)
16
Vraag van de heer Patrick De Groote aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de huisvesting van niet-begeleide
buitenlandse minderjarigen" (nr. 11815)
16
Orateurs: Patrick De Groote, Christian
Dupont, ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Égalité des chances
Sprekers: Patrick De Groote, Christian
Dupont, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
CRIV 51
COM 979
30/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA SANTE
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIETE
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
du
MARDI
30
MAI
2006
Matin
______
van
DINSDAG
30
MEI
2006
Voormiddag
______
La séance est ouverte à 10.22 heures par Mme Colette Burgeon, présidente.
De vergadering wordt geopend om 10.22 uur door mevrouw Colette Burgeon, voorzitter.
01 Question de Mme Muriel Gerkens à la secrétaire d'État au Développement durable et à l'Économie
sociale, adjointe à la ministre du Budget et de la protection de la consommation, sur "son plan
d'action en faveur d'une campagne électorale durable" (n° 11762)
01 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en
Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken, over "haar
actieplan voor een duurzame verkiezingscampagne" (nr. 11762)
01.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Madame la présidente, madame la
secrétaire d'Etat, vous avez prévu de conseiller les candidats aux
élections communales afin qu'ils mènent leur campagne de manière
durable, c'est-à-dire en évitant les gaspillages de papier, affiches,
encre, etc.
Cette volonté est tout à fait louable même s'il est clair qu'en termes de
campagnes durables, beaucoup de choses restent à faire, malgré
quelques initiatives prises par différentes communes, partis ou
candidats. Toujours est-il que je suis bien placée pour dire qu'il est
difficile d'avoir une volonté commune afin d'éviter le gaspillage et les
dégâts environnementaux.
Un aspect de la procédure mise en place m'interpelle. Ainsi, vous
avez prévu de mettre en lumière les candidats qui auront le mieux
respecté ces conseils. Cela appelle, selon moi, la plus grande
prudence et le plus grand respect de la déontologie.
Madame la ministre, je ne veux nullement mettre en doute votre
volonté d'impartialité, mais comment pouvez-vous garantir que le
mécanisme mis en oeuvre n'interférera pas de manière problématique
avec la campagne elle-même? Pouvez-vous nous dire quel
mécanisme d'évaluation sera mis en place à cette fin? Avez-vous
établi une liste de critères?
Par ailleurs, vous avez dit que vous alliez "primer" les candidats qui
auront mené la campagne la plus durable. De quelle manière se
réalisera cette "mise en lumière"? En effet, il me semble évident qu'un
membre du gouvernement fédéral doit observer une stricte neutralité
politique dans la campagne elle-même et que les risques de suspicion
01.01 Muriel Gerkens (ECOLO):
Als staatssecretaris voor
Duurzame Ontwikkeling adviseert
u de
kandidaten voor de
verkiezingen een duurzame
verkiezingscampagne te voeren,
waarbij verspilling en nutteloze
vervuiling worden vermeden. De
Groenen, die zichzelf altijd al
regels inzake milieubescherming
hebben opgelegd, kunnen een
dergelijk initiatief alleen maar
steunen. Zonder echter uw streven
naar onpartijdigheid ter discussie
te willen stellen, maak ik mij
zorgen over uw voornemen om de
kandidaten die uw adviezen het
best ter harte hebben genomen, in
de kijker te plaatsen. Kan u
garanderen dat een en ander de
verkiezingscampagne niet zal
doorkruisen? Aan de hand van
welke criteria zal een en ander
worden geëvalueerd? Hoe zullen
de winnaars worden beloond? Ik
zou willen weten welke
maatregelen werden getroffen om
ontsporingen te voorkomen.
Voor het overige hoop ik dat dit
30/05/2006
CRIV 51
COM 979
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
de manque d'objectivité sont ici particulièrement importants.
En revanche, le fait de vous adresser aux partis et de leur faire part
de vos souhaits et conseils est une initiative que nous ne pouvons
que soutenir. En tant qu'écologistes, nous nous imposons d'ailleurs
des règles de respect de l'environnement et de non-gaspillage
(utilisation de certains matériaux, limitation du nombre d'affiches à
installer et d'espaces à occuper), règles qui sont difficilement
acceptées par les autres partis.
Pour le reste, j'espère que cette initiative constitue un premier pas qui
en appelle bien d'autres en termes de réalisations concrètes du
gouvernement fédéral en matière de développement durable. Je
souhaiterais avoir des indications plus précises sur les mesures
mises en place pour éviter tout dérapage des mesures proposées.
initiatief voor de federale regering
een eerste stap is om een echt
beleid van duurzame ontwikkeling
te voeren.
01.02 Els Van Weert, secrétaire d'État: Madame Gerkens, je vous
remercie pour votre question. Le 16 mai 2006, le concours "Etes-vous
un candidat durable?" a été lancé. Ce concours poursuit un double
objectif.
En premier lieu, nous souhaitons inciter les quelque 59.000 candidats
aux élections provinciales et municipales à mener leur campagne
d'une manière durable. En effet, à chaque élection, des dizaines de
millions d'euros sont dépensés pour des dépliants, des sites web, des
affiches, de la colle ou des panneaux électoraux. Le concours veut
inciter tous les candidats à bien réfléchir sur la manière de mener leur
campagne. Ils sont invités à tenir compte des aspects durables en
élaborant leur campagne électorale et, sur le site
www.candidatdurable.be, les candidats peuvent trouver une multitude
de conseils.
Le deuxième objectif est la promotion du développement durable aux
niveaux de pouvoir provincial et local. La campagne est non
seulement importante mais la politique qui sera menée à ces niveaux
de pouvoir après les élections l'est également. Les candidats du 8
octobre seront les décisionnaires locaux de demain. Lorsqu'ils seront
élus au conseil provincial ou municipal, il serait souhaitable, selon
nous, qu'ils soient sensibilisés au thème du développement durable.
Afin d'atteindre ce double objectif, nous avons organisé cette
campagne de sensibilisation sous forme de concours. Nous lançons
en effet un défi à tous les candidats, quel que soit leur parti politique,
pour qu'ils témoignent de l'attention au développement durable.
Il n'y a pas de concours sans prix, évidemment! Pour déterminer les
prix à décerner au lauréat, nous nous sommes demandés de quoi a
besoin un candidat dans les semaines précédant les élections.
À notre avis, il a besoin de mains secourables et de l'attention des
médias. C'est pourquoi j'assisterai personnellement le lauréat national
dans sa "campagne durable" dans la semaine précédant le 8 octobre.
Au cours de cette semaine, les lauréats provinciaux seront également
proclamés. Ceux-ci recevront des affiches personnalisées avec une
référence à leur titre de lauréat provincial. Les affiches sont
imprimées sur papier recyclé et à l'aide de peinture écologique.
01.02 Staatssecretaris Els Van
Weert: De wedstrijd "Ben jij een
duurzame kandidaat?" is op 16
mei 2006 van start gegaan en
heeft een dubbele doelstelling.
Vooreerst willen we de ongeveer
59.000 kandidaten voor de
provincie- en gemeenteraads-
verkiezingen ertoe aanzetten om
in hun kiescampagne met het
aspect van de duurzame
ontwikkeling rekening te houden.
Op de website
www.duurzamekandidaat.be bie-
den we hen tips aan. Daarnaast is
het onze bedoeling de toekomstige
beleidsmakers van het belang van
de duurzame ontwikkeling bewust
te maken.
Tijdens de week die aan de
verkiezingen voorafgaat, zal ik de
nationale winnaar persoonlijk
helpen bij zijn campagne en zullen
de provinciale winnaars
gepersonaliseerde affiches
ontvangen die met
milieuvriendelijke inkt op
gerecycleerd papier zijn gedrukt.
Teneinde de onpartijdigheid van
de wedstrijd te waarborgen, heb ik
een onafhankelijke jury
samengesteld waarin drie
specialisten inzake communicatie
of duurzame ontwikkeling zitting
hebben. Die jury bestaat uit de
heer Koen Van den Broeck
(bureau EthiCom), mevrouw Anne
Versailles (platform Associations
21) en mevrouw Leida Rijnhout
(VODO), en zal op grond van de
CRIV 51
COM 979
30/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
Bien entendu, comme vous l'avez souligné, il est extrêmement
important que le lauréat soit choisi de manière impartiale. C'est la
raison pour laquelle j'ai composé un jury indépendant, spécialisé en
communication ou en développement durable. Le jury comprend les
personnes suivantes: Koen Van den Broeck spécialiste en
"communication à valeur ajoutée" au bureau de communication
Ethicom; Anne Versailles, coordinatrice de la plate-forme
Associations 21; et Leida Rijnhout, coordinatrice de Vlaams Overleg
Duurzame Ontwikkeling (VODO).
Les critères auxquels le jury confrontera les envois sont les suivants:
le caractère innovateur de la campagne, le caractère écologique de la
campagne, comme la réduction de papier ou la diminution de pollution
visuelle, la place des aspects sociaux, comme l'implication de
groupes à potentiel dans la campagne, et la prise en compte du
contexte économique, comme un soutien à de nouvelles
technologies. Tous les candidats ont donc les mêmes chances de
gagner.
En outre, nous avons contacté les secrétariats nationaux de tous les
partis afin de pouvoir atteindre le plus de candidats possible avec
mon appel à participer au concours. Quelques partis ont transmis des
adresses e-mail, d'autres ont promis de relayer l'appel à leurs
candidats.
Cet appel sera également transmis à 1.245 bureaux de publicité et de
communication; il comprend de nombreux conseils pour une
campagne électorale durable.
La présidente: J'espère que la peinture écologique ne fondra pas
avec la pluie car la météo belge actuelle n'est pas clémente!
Madame Gerkens, vous avez la parole pour votre réplique.
volgende criteria een beslissing
nemen: het vernieuwende aspect
van de campagne, het ecologisch
karakter ervan, een aantal sociale
elementen en de economische
context.
Om zoveel mogelijk kandidaten te
bereiken, hebben wij een oproep
tot deelname gericht tot alle
nationale partijsecretariaten en tot
1.245 reclame- en communicatie-
bureaus.
01.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Madame la secrétaire d'État, je
reste perplexe.
Vouloir amplifier le développement durable, sensibiliser les candidats
qui seront les décideurs de demain: je reconnais que vos objectifs
sont parfaits. Néanmoins, selon moi, il aurait été aussi intéressant de
travailler en collaboration avec les pouvoirs régionaux qui détiennent
également des compétences et une tutelle sur les pouvoirs locaux. Je
ne suis pas certaine qu'à ma place, en tant que parlementaire
fédérale, vous auriez accepté l'ingérence à ce niveau.
Par ailleurs, avant d'être parlementaire, mon expérience de membre
de la société civile associative m'a appris qu'en cette matière, même
un jury extérieur n'a pas la capacité de pouvoir être tout à fait
indépendant. Toutes ses décisions, tous ses choix ne sont pas
toujours suivis. Pour sensibiliser, vous avez choisi la voie du concours
avec un prix à la clé. Ce prix est la médiatisation et une période de
campagne à vos côtés avec l'appui d'un nombre plus important
d'affiches propres pour ce candidat. J'ai des doutes. Je n'arrive pas à
me persuader qu'un candidat Groen sera soutenu par la secrétaire
d'État au Développement durable dans une commune où il est en
concurrence avec un candidat Spirit. Si cela arrive, je poserai alors
une question pour vous féliciter mais j'ai franchement du mal à y
croire!
01.03 Muriel Gerkens (ECOLO):
Ik stem volledig in met uw
doelstellingen, maar ik vind het
jammer dat er niet samengewerkt
wordt met de gewestelijke
overheden.
Mijn ondervindingen met de civiele
maatschappij en het
verenigingsleven hebben mij
evenwel geleerd dat zelfs een
externe jury nooit helemaal
onafhankelijk is. U had uw
doelstellingen inzake
sensibilisering kunnen bereiken
door informatie en adviezen te
verstrekken. In plaats daarvan
heeft u voor de formule van een
wedstrijd gekozen, waarbij prijzen
te winnen vallen: media-aandacht,
uw hulp met het duurzame
campagne-idee van de winnaar,
en affiches voor de winnaars. Ik
kan moeilijk geloven dat zo'n
30/05/2006
CRIV 51
COM 979
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
J'estime que vous auriez pu atteindre vos objectifs en informant, en
diffusant, en donnant des conseils, en communiquant toutes les
indications permettant de mener une campagne durable. Mais je
n'arrive pas à croire à votre neutralité pour ce concours en soutien de
visibilité des candidats.
wedstrijd helemaal neutraal is. Zou
u bijvoorbeeld een kandidaat van
Groen! steunen die opkomt tegen
een Spirit-kandidaat? Als u dat zou
doen, steek ik persoonlijk de
loftrompet over u!
La présidente: Madame la secrétaire d'État, vous avez envoyé un
mail, un courrier? Je suis candidate et je n'ai rien reçu.
De
voorzitter: Mevrouw de
staatssecretaris, ik ben ook
kandidaat voor de verkiezingen, en
ik heb noch een mail, noch een
brief gekregen.
01.04 Els Van Weert, secrétaire d'État: Vous recevrez les
informations cette semaine.
La présidente: Oui.
01.05 Els Van Weert, secrétaire d'État: Nous avons demandé les
adresses mais certains partis souhaitaient faire l'envoi eux-mêmes et
nous leur avons donc transmis les données. J'ignore quelle procédure
a choisi le PS.
La présidente: Très bien. Je voulais juste savoir pourquoi je n'avais
encore rien reçu.
01.06 Els Van Weert, secrétaire d'État: Normalement, cela arrive
cette semaine.
La présidente: Tant mieux car il ne faudrait plus trop traîner.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de M. Jean-Claude Maene au ministre de l'Environnement et ministre des Pensions sur
02 Vraag van de heer Jean-Claude Maene aan de minister van Leefmilieu en minister van Pensioenen
over "de schadelijkheid van kamerparfums" (nr. 11368)
02.01 Jean-Claude Maene (PS): Madame la présidente, monsieur le
ministre, ma question a déjà été abordée l'année dernière, à l'initiative
de notre présidente de ce matin.
Une étude réalisée à la demande du SPF Santé et Environnement par
l'Institution flamande pour l'analyse technologique (VITO) pose une
nouvelle fois la problématique de la nocivité des bâtonnets d'encens
et, corollairement, celle de la pollution intérieure dans les habitations.
Une enquête dénonçait dernièrement une concentration moyenne de
formaldéhyde dépassant le seuil établi par l'OMS.
L'étude réalisée par la VITO dénonce principalement les bâtonnets
d'encens, en vente dans de nombreux commerces, spécialisés ou
non, y compris dans des grandes surfaces; ils sont de plus en plus
utilisés afin de rafraîchir ou plutôt de parfumer l'air ambiant des
habitations. Mais ce marché des parfums ambiants, régulièrement
montré du doigt lorsqu'il est question de pollution intérieure, ne se
limite pas aux bâtons d'encens; en effet, les bougies parfumées, les
02.01 Jean-Claude Maene (PS):
In een studie die op vraag van de
FOD Volksgezondheid en
Leefmilieu door de Vlaamse
instelling voor technologisch
onderzoek (VITO) werd
uitgevoerd, worden de
schadelijkheid van wierookstokjes
en de binnenluchtvervuiling in
woningen onder de aandacht
gebracht.
Een vraag van dezelfde orde werd
reeds gesteld door mevrouw
Burgeon naar aanleiding van een
studie die aantoonde dat de
gemiddelde
formaldehydeconcentratie in de
bezochte woningen de door de
CRIV 51
COM 979
30/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
aérosols ou autres diffuseurs d'air, électriques ou non, se partagent
cet important marché. Or, selon cette même étude, ces derniers
produits se révéleraient moins nocifs.
Cet avis n'est toutefois pas partagé par d'autres études. Celle réalisée
par des associations européennes relevait notamment la nocivité des
bougies parfumées ou des aérosols rafraîchisseurs d'air. Une autre
étude de l'Union fédérale des consommateurs en France relevait en
2004, après avoir testé 35 produits (diffuseurs, lampes odorantes,
bâtons d'encens, etc.), que la totalité des produits testés était
cancérigène à des degrés divers, y compris le papier d'Arménie,
pourtant réputé être "le plus ancien assainissant naturel".
Bref, monsieur le ministre, vous conviendrez qu'il est assez difficile
pour le consommateur d'y voir clair.
Ces différentes études ont néanmoins en commun le fait de souligner
la présence quasi permanente de benzène - hydrocarbure
cancérigène - ou d'autres substances toxiques, tel le formaldéhyde,
dans ce que l'on peut appeler communément les parfums
d'ambiance.
Monsieur le ministre, en 2005, vous aviez annoncé à Mme Burgeon
les résultats d'une enquête pour le début de l'année 2006. Au milieu
de cette année, j'aimerais savoir si cette enquête a évolué et ce
qu'elle donne comme indications.
Prévoyez-vous des mesures d'accompagnement, peut-être à l'instar
de ce qui a été imaginé pour les cigarettes, en attirant l'attention du
consommateur sur les risques potentiels de ces produits, du moins en
cas d'abus d'utilisation?
WGO toegestane drempelwaarde
overschreed. De studie van de
VITO wijst vooral op de
schadelijke werking van
wierookstokjes, die steeds vaker
als luchtverfrisser voor leefruimtes
worden gebruikt.
In het marktsegment van de
kamerparfums treffen we tevens
geurkaarsen, verstuivers en
andere luchtverspreiders aan die,
nog steeds volgens dezelfde
studie, minder schadelijk zouden
zijn.
Dat advies wordt echter betwist.
Een studie van een aantal
Europese verenigingen toont aan
dat ook geurkaarsen en
luchtverfrissers in spuitbussen een
schadelijke werking hebben. Uit
een studie van de Franse "Union
fédérale des consommateurs" in
2004 blijkt dan weer dat alle 35
geteste producten (verstuivers,
geurlampen, wierookstokjes, enz.)
kankerverwekkend zijn.
In al die verschillende studies
wordt gewaarschuwd voor de bijna
permanente aanwezigheid van
benzeen of andere toxische
stoffen, zoals formaldehyde, in
kamerparfums.
Welke zijn de resultaten van het
onderzoek dat u eerder had
aangekondigd? Overweegt u
maatregelen te nemen teneinde
de aandacht van de consument op
de mogelijke risico's van die
producten te vestigen?
La présidente: Monsieur le ministre, nous écouterons très
attentivement votre réponse.
02.02 Bruno Tobback, ministre: Madame la présidente, monsieur
Maene, je connais votre intérêt pour ce problème. Dans le cadre du
Plan national d'action Environnement-Santé (NEHAP), une étude a
été menée en 2005 sur la façon dont un certain nombre d'autres pays
(Finlande, Allemagne, Danemark, France, mais aussi la Californie)
intègrent la politique des produits dans leur stratégie en matière de
pollution de l'air intérieur, et donc pas uniquement de l'air extérieur.
Une importante constatation a été celle selon laquelle les efforts de
ces pays ont surtout porté sur la politique des produits concernant les
matériaux de construction et donc pas, par exemple, des bâtonnets
d'encens et autres.
02.02 Minister Bruno Tobback:
In het kader van het Nationaal
Plan Milieu-Gezondheid werd er in
2005 in een studie onderzocht hoe
bepaalde landen het productbeleid
in hun benadering van de
binnenluchtvervuiling integreren.
Daarbij werd vastgesteld dat het
beleid van die landen vooral op de
bouwmaterialen is afgestemd. De
andere producten die binnenshuis
30/05/2006
CRIV 51
COM 979
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
D'autres produits utilisés à l'intérieur des habitations ne font
actuellement pas l'objet d'une réglementation tant au niveau européen
que des États membres. L'étude du NEHAP a été achevée entre-
temps et mes services la soumettent maintenant à une dernière
évaluation. Ce travail sera normalement finalisé dans les prochaines
semaines.
Logiquement, ce projet doit trouver son prolongement dans une étude
de la politique belge des produits avec pour objectif un environnement
intérieur sain. Un consortium d'instituts de recherche a déjà déposé
en avril une proposition de recherche auprès du SPF Politique
scientifique pour réaliser une étude à grande échelle de cette
problématique. Le lancement de ce projet de recherche dépendra
notamment de la décision que prendra le ministre de la Politique
scientifique en juin.
En raison de l'extrême complexité de cette problématique, des avis
scientifiques complémentaires sont indispensables avant de pouvoir
prendre des mesures politiques. Dans le cadre de la proposition de
recherche précitée, tous les produits d'intérieur pour lesquels il
n'existe pas encore de réglementation seront, dans une première
phase, soumis à des essais d'émissions. Il s'agit non seulement de
désodorisants mais également de produits d'entretien que l'on oublie
très souvent mais qui eux aussi émettent des benzènes et autres
dans l'environnement intérieur.
Ensuite, on vérifiera à l'aide de modèles la nature de la dispersion et
de la concentration de ces émissions dans les habitations. Ensuite, on
examinera les incidences sur la santé publique. Le but de la
proposition de recherche est de formuler des recommandations
relatives à des normes d'émission pour les produits et d'étudier la
possibilité effectivement d'un label de produits.
Une des conclusions de la récente étude sur les désodorisants était
que l'utilisation effective par le consommateur doit être mieux connue
afin de pouvoir évaluer de manière réaliste les risques d'exposition,
qui dépendent tant des produits utilisés que de la façon dont ils le
sont, leur fréquence d'utilisation, etc. C'est du reste ce qu'a fait
remarquer l'organe scientifique d'avis européen SCHER dans le point
de vue qu'il a émis à la demande de la DG Sanco en février 2006.
Aussi vais-je faire réaliser une étude dans la seconde moitié de 2006
sur les modes de consommation des désodorisants. Les résultats de
cette étude vont nous permettre de diffuser des messages de
sensibilisation dans des groupes cibles, notamment via un étiquetage
approprié ou d'élaborer des phrases d'avertissement ciblées à
apposer sur les emballages.
Dès que j'aurai toutes les données en main, j'envisagerai très
certainement une réglementation contraignante en la matière. Mais là
aussi, il faudra s'organiser avec l'Europe car il ne serait pas évident
de se limiter à notre pays.
worden gebruikt, zijn er niet aan
een specifieke regelgeving
onderworpen. Door de
complexiteit van deze
problematiek zijn we genoodzaakt
wetenschappelijke adviezen in te
winnen vooraleer we beleids-
maatregelen kunnen treffen. Een
consortium van wetenschappelijke
instellingen heeft bij de FOD
Wetenschapsbeleid
een
onderzoeksvoorstel ingediend om
het Belgische productbeleid onder
de loep te nemen. Alle
interieurproducten, met inbegrip
van de onderhoudsproducten,
zullen op hun uitstoot getest
worden. Vervolgens zal men hun
concentratie in de woningen en de
gevolgen voor de volksgezondheid
onderzoeken. De studie moet
uiteindelijk uitmonden in
aanbevelingen in verband met de
emissienormen voor de producten
en een onderzoek van de
mogelijkheid om een productlabel
in te voeren.
Volgens een recente studie zou de
gebruiker beter op de hoogte
moeten zijn van het gebruik van
luchtverfrissers teneinde de
risico's bij blootstelling te kunnen
inschatten.
Ik wil een studie laten uitvoeren
over de manier waarop
luchtverfrissers worden gebruikt,
teneinde specifieke doelgroepen
van de gevaren bewust te maken
en gerichte waarschuwingen op de
verpakkingen te vermelden.
Vervolgens zal ik een reeks
maatregelen ter zake uitvaardigen.
02.03 Jean-Claude Maene (PS): Madame la présidente, je remercie
M. le ministre pour sa réponse et la manière dont il prend ce problème
à bras-le-corps. Il nous a annoncé un certain nombre d'échéances et,
madame la présidente, je suis certain que vous y serez attentive et
02.03 Jean-Claude Maene (PS):
In het verleden is bij het gebruik
van die producten, waarvan de
kankerverwekkende eigen-
CRIV 51
COM 979
30/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
que vous ne manquerez pas d'interroger à nouveau M. le ministre en
temps et heure.
De fait, les choses sont examinées et prises avec sérieux. Peut-être
peut-on reprocher, par le passé, un manque de politique de
prévention et un manque de principe de précaution, étant donné que
l'utilisation de produits cancérigènes nous est annoncée aujourd'hui?
Malgré tout, nous pouvons peut-être nous montrer rassurants car, à
faible utilisation, les dangers ne doivent pas être très importants.
Néanmoins, nous ne maîtrisons pas cette utilisation et il est
regrettable que le consommateur ne soit pas prévenu des risques
potentiels qu'il court. Il faut encore faire avancer les choses dans
cette voie.
schappen nu worden onderstreept,
wellicht te weinig aandacht
besteed aan het
voorzorgsbeginsel. Ook al zijn de
gevaren bij een beperkt gebruik
verwaarloosbaar, toch moet de
consument worden gewaarschuwd
voor het risico dat hij sowieso
loopt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Miguel Chevalier aan de minister van Leefmilieu en minister van Pensioenen
over "de sensibiliseringscampagne 'Bombylius'" (nr. 11851)
03 Question de M. Miguel Chevalier au ministre de l'Environnement et ministre des Pensions sur "la
campagne de sensibilisation 'Bombylius'" (n° 11851)
03.01 Miguel Chevalier (VLD): Mijnheer de minister, ik was
verheugd over het feit dat u nog eens naar onze commissie kwam.
Het is niet dat u daar niet toe bereid bent, maar soms merk ik dat er
bijzonder weinig belangstelling is in de commissie voor het thema
Leefmilieu.
03.02 Minister Bruno Tobback: Dat ligt aan de commissie, niet aan
de minister.
03.03 Miguel Chevalier (VLD): Mijnheer de minister, ik heb net al
gezegd dat het niet aan u lag. U zult waarschijnlijk wel bereid zijn om
naar de commissie te komen. Daarom heb ik, toen ik vrijdag de
agenda zag, heel vlug gebruikgemaakt van de gelegenheid dat u hier
zou zijn, om een vraag in te dienen over biodiversiteit.
Met het thema biodiversiteit hebt u vorige week uitgepakt. Het
verheugt mij dat u daartoe initiatieven neemt.
De situatie is wel degelijk dramatisch. Ik wil daarvan een klein
voorbeeld geven. Vorige week heb ik een meikever gevangen. Op
een van die zeldzame avonden dat de temperatuur iets boven het
gemiddelde lag, heb ik de unieke kans gehad om nabij mijn
achterdeur ik woon vrij landelijk een meikever te vangen. Die
meikever heeft een nacht bij mij thuis overnacht in een schoendoos.
Voor mij was het een unieke gelegenheid om die eens aan mijn
kinderen te laten zien, want zij hadden nog nooit een meikever gezien,
net als mijn vrouw. De volgende morgen heb ik die meikever wel
degelijk opnieuw vrijgelaten, op straffe van het kwijt geraken van mijn
dotatie aan de partij wegens een criminele daad tegen een meikever.
De situatie is dramatisch, omdat er iets grondig schort aan de
biodiversiteit. Dat geldt in twee richtingen. Ten eerste, het aantal
soorten vermindert heel sterk. Dat komen we te weten door navraag
te doen bij imkers, mensen die honing verzamelen of bij mensen die
bezig zijn met onderzoek naar de vlinderpopulatie in ons land. Ten
tweede, we krijgen een ander soort van diversiteit, waarvan we ons
03.03 Miguel Chevalier (VLD):
La semaine dernière, le ministre a
présenté une campagne
d'information et de sensibilisation
à propos de la biodiversité. Je me
réjouis de l'attention que le
ministre porte à cette question, car
la situation est tragique: le nombre
d'espèces diminue et à cause des
changements climatiques, entre
autres, les plantes et les animaux
présentent un nouveau type de
diversité.
Quel public le ministre vise-t-il en
particulier? Qu'attend-on de cette
campagne? La Belgique veut-elle
atteindre les objectifs définis par
l'UE? Par le biais de quelles
mesures? Le ministre entend-il
aller plus loin encore? La
concertation sur le sujet risque de
constituer l'obstacle majeur pour
ceux qui veulent s'attaquer au
problème.
30/05/2006
CRIV 51
COM 979
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
moeten afvragen of we aan die diversiteit wel nood hebben. Ik weet
dat er zelfs een zeker wetenschappelijk optimisme heerst over de
klimaatwijziging, omdat, volgens sommigen er hier dan andere
soorten planten en dieren komen. Deels is dat te wijten aan het feit
dat hier planten beginnen te groeien die hogere temperaturen nodig
hebben. Het komt ook door het feit dat mensen migreren en van alles
meebrengen. Wat het voorbije jaar bijvoorbeeld sterk is opgevallen, is
de invasie van de kastanjemineermot. Dat is een klein insect dat van
Zuid-Europa naar hier is gemigreerd. Het insect vreet elk jaar opnieuw
de populatie van kastanjes aan, die er sterk door worden bedreigd.
Waarschijnlijk, na verloop van tijd, zullen we bijna in de
onmogelijkheid zijn om nog kastanjes aan te planten, omdat de
bladeren reeds gedurende de zomer worden weggevreten, zodat er
weinig knoppen gemaakt worden voor het volgende jaar.
Ik vind het dus interessant dat u het belang van biodiversiteit wil
aantonen en dat daarvoor een grootschalige sensibiliserings- en
informatiecampagne is opgestart. Zoals ik al heb gezegd, staat de
biodiversiteit in België en Europa onder druk. Gelukkig spreekt men
van projecten die zich niet beperken tot de taalgebieden in ons land.
Als we het moeten hebben over de biodiversiteit in Vlaanderen,
Wallonië en het Brussels Gewest, denk ik dat we nergens komen.
Ik kom dan bij de concrete vragen. Waar liggen de oorzaken? Ik denk
dat we eerst toch heel duidelijk moeten vaststellen wat de precieze
oorzaken zijn. Sommigen leggen de oorzaak enkel bij de verzuring en
de overbemesting, maar ik denk dat ook andere factoren ten
grondslag liggen van de kwijnende biodiversiteit. Diversiteit hangt
natuurlijk ook samen met de verschillende biotopen die men moet
hebben. We zien dat de bossen in België en Vlaanderen sterk onder
druk staan. We beschikken terzake over wetenschappelijke cijfers.
Men zegt nog eufemistisch dat op 1 op de 4 bomen ziek is. De
baarmoeder die er moet zijn om de biotopen in stand te houden, is er
niet meer.
Dan is er ook nog de import van die lieve, kleine schildpadjes, die
iedereen kent. De kinderen nemen ze mee en ze worden uitgezet in
vijvers. Voorts verstoren ook de fameuze brulkikkers bepaalde
biotopen.
Ik heb gezien dat u met een sensibiliseringscampagne is gestart. Mijn
vraag is tot wie u zich specifiek richt. Hoeveel mensen probeert u
daarmee te bereiken? Ik denk in zekere zin ook aan het onderwijs. U
zult ongetwijfeld opwerpen dat het niet uw bevoegdheid is en dat u
daar weinig in de pap te brokken hebt. Ik hoop echter dat u wel in die
pap zult roeren en dat samenwerkingsverbanden mogelijk zullen
worden.
De grote vraag is natuurlijk en we moeten daar realistisch in zijn
wat we verwachten als we een campagne lanceren. Verwachten we
dat er volgend jaar grote colonnes meikevers rondzwerven of
verwachten we dat er ten minste behoud zal zijn?
Gelukkig is er soms ook nog iets als een Europese instantie. Er zijn
doelstellingen gelanceerd door de Europese Unie. De Europese Unie
stelt altijd doelstellingen, maar de vraag is natuurlijk of wij zullen
proberen die te realiseren. Welke mogelijkheden biedt de Europese
Unie daar? Welke maatregelen zult u nemen om de doelstellingen te
CRIV 51
COM 979
30/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
bereiken? Beperkt u zich tot de droom die de Europese Unie op dat
vlak lanceert? Wil u daar verder in gaan? Dat betekent natuurlijk dat
men met andere mensen zal moeten overleggen om meer soorten en
variëteiten te krijgen. Misschien zal dat de moeilijkste te nemen klip
zijn om ervoor te zorgen dat de biodiversiteit behouden blijft en
versterkt wordt.
03.04 Minister Bruno Tobback: Mijnheer Chevalier, ik kan u niet
beloven dat er volgend jaar twee meikevers in uw tuin zullen zitten. In
een aantal gevallen is een en ander wat ruimer te bekijken.
De sensibiliseringscampagne die nu is opgezet rond biodiversiteit, is
opgezet op mijn initiatief, maar wordt in de eerste plaats uitgevoerd
door milieuverenigingen, zoals Natuurpunt en Natagora, in
samenwerking met de FOD Leefmilieu. Het is een zeer breed
opgezette burgercampagne die in de eerste plaats de huis-, tuin- en
keukenbiodiversiteit betreft. Ze wordt gepromoot via een website. Een
educatief computerspel en een e-card-campagne zijn eraan
gekoppeld.
Ondanks het feit dat wel eens vergeten wordt dat sommige mensen
geen internet hebben, werd er ook een echte postkaart, met een foto
van een bedreigde soort, aangemaakt op ongeveer een half miljoen
exemplaren, die verspreid worden via de gemeenten.
Het is wel degelijk de bedoeling om een zeer breed publiek aan te
spreken. Het is ook geen enkel probleem om hierbij bijvoorbeeld
scholen betrekken. Ik heb al een aantal plaatselijke acties hierrond
gevoerd met scholen, tot nog toe in het bijzonder in het Vlaamse
Gewest, maar op zich heeft dat niets te betekenen. Ook scholen
kunnen dus perfect hierop inspelen. Vele initiatieven, die zeer
verschillend zijn, lenen zich perfect tot gebruik in klasverband, al dan
niet met uitstappen, enzovoort.
In welke mate dit nu zal bijdragen tot de verbetering van de
biodiversiteit, is uiteraard bijzonder moeilijk in te schatten. Misschien
moet ik, strikt genomen, zeggen dat geen enkele
sensibiliseringscampagne op zich de biodiversiteit ten goede zal
komen of de teruggang van de biodiversiteit zal tegenhouden. Met
deze campagne richten wij ons echter wel op een zeer specifieke
oorzaak van verlies aan biodiversiteit, namelijk het dagelijkse gedrag
van mensen. Het verlies aan biodiversiteit heeft grote oorzaken: grote
versnippering, verlies aan leefgebieden, het gebruik van vervuilende
stoffen en import van exoten. Het heeft echter ook dikwijls te maken
met lokale omstandigheden: het gebruik van biociden in de tuin, het
introduceren van exoten in een tuinvijver, het al dan niet gebruiken
van regenwater, het al dan niet ophangen van een vogelkastje,
enzovoort.
De bedoeling van deze campagne is in de eerste plaats de mensen
aan te sporen om te kijken naar de meikever in de tuin, om te
proberen de omstandigheden in de tuin op die manier te organiseren
dat er plaats is voor een meikever en dus om dagelijks een meer
milieu- en natuurvriendelijk gedrag aan te nemen.
Of het effect daarvan becijferbaar is, dat betwijfel ik, maar in ieder
geval is sensibiliseren in deze een belangrijke stap om de andere
maatregelen, de meer dwingende maatregelen, te kunnen nemen.
03.04 Bruno Tobback, ministre:
La campagne de sensibilisation
axée sur la biodiversité a été mise
sur pied à mon initiative mais elle
sera organisée en premier lieu par
des associations de défense de
l'environnement telles que
"Natuurpunt" en collaboration avec
le SPF Environnement. Il s'agit
d'une campagne de très grande
ampleur dont la finalité est de
sensibiliser nos concitoyens à la
diversité des habitations, des
jardins et des cuisines. Elle sera
promotionnée par le biais d'un site
web. Elle ira de pair avec le
lancement d'un jeu informatique
éducatif et l'édition d'une carte
postale électronique. Nombre
d'établissements scolaires
prennent déjà part à des actions
locales.
Il est difficile d'estimer dès à
présent si cette campagne
contribuera à la biodiversité. Ce
que l'on peut dire toutefois, c'est
qu'elle sera axée sur une cause
spécifique de la perte de
biodiversité: le comportement
quotidien des gens. Aussi voulons-
nous, avec cette campagne, inciter
les gens à adopter un
comportement plus respectueux
de l'environnement et de la nature.
Je doute qu'il soit possible de
chiffrer l'incidence de cette
campagne mais la
conscientisation est une première
étape qu'il nous faut franchir si
nous voulons être à même de
prendre les mesures qui
s'imposent. La Commission
européenne a conscience du fait
que la Belgique, comme les autres
pays européens, aura du mal à
atteindre l'Objectif européen 2010.
Les Régions dressent un bilan de
la biodiversité. L'unité de gestion
du modèle mathématique de la
30/05/2006
CRIV 51
COM 979
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
Die zullen inderdaad nodig zijn want het is heel duidelijk dat de
doelstelling voor 2010 halen voor België zeer moeilijk zal worden, wat
trouwens niet uniek is voor België, maar in het algemeen voor de
Europese landen en wat ook erkend wordt door de Europese
Commissie zelf.
De stand van zaken inzake biodiversiteit wordt in België opgemaakt
door de Gewesten, en door het BMM wat de Noordzee betreft. Het is
voor mij niet evident cijfers te geven, en zeker niet daar veel
commentaar bij te geven op het gewestelijke beleid. In ieder geval
worden er verschillende acties in België, zowel door de Gewesten als
door de federale overheid, ondernomen, zoals de implementatie van
het Natura 2000-netwerk, maatregelen inzake duurzaam hout of
acties tegen invasieve soorten. Er is ook een actieplan voor de
reductie pesticiden en biociden. Die staan trouwens allemaal, zowel
de nationale als de gewestelijke acties, in het derde nationale rapport
voor België, dat opgesteld is in opdracht van de Conventie voor de
Biologische Diversiteit. Het laatste rapport dateert van 2005.
De eigen maatregelen die ik al genomen heb, naast de
bewustmakingscampagne, en die specifiek passen in de
doelstellingen voor 2010, zijn de volgende.
In de eerste plaats is er het opstellen, samen met het KBIN van een
nationale strategie inzake biologische diversiteit, dus de uitvoering van
het VN-verdrag inzake biodiversiteit. De nationale strategie definieert
een aantal doelstellingen, zowel om de oorzaken van de
achteruitgang van de biodiversiteit te verminderen of te voorkomen,
als om op nationaal en internationaal vlak bij te dragen tot het
realiseren van de doelstellingen van 2010. Concreet gaat het onder
meer om bestrijdingsacties tegen introductie van uitheemse soorten,
de zogenaamde invasieve soorten, die ondernomen worden op het
federale niveau, opnieuw ter aanvulling van bestaande gewestelijke
maatregelen. Er loopt op dit ogenblik een informatiecampagne voor
het grote publiek inzake de bedreiging door invasieve exoten, die
gelanceerd werd op de internationale dag van de biodiversiteit, 22
mei.
Inzake het duurzame beheer van bossen wijs ik u op de rondzendbrief
van 18 november 2005 over het gebruik van hout uit duurzaam
beheerde bossen, op het verspreiden van informatie aan het ruimere
publiek over gecertificeerd hout, op het analyseren van de
mogelijkheden van de bestaande wetgeving om de import van illegale
houtkap tegen te gaan, en op onze acties op Europees niveau om te
proberen tot een Europees kader te komen dat een verbod op de
import van illegaal gekapt hout moet realiseren.
Om de doelstelling voor 2010 te halen, zullen absoluut nog
bijkomende initiatieven nodig zijn, in de eerste plaats waarschijnlijk op
federaal niveau het integreren van biodiversiteit in een aantal andere
sectoren, zoals ontwikkelingssamenwerking, economie, transport en
wetenschapsbeleid. Onze bedoeling is actieplannen op te stellen voor
de integratie van biodiversiteit op sectoraal niveau. Dat was eigenlijk
al gepland in het tweede federale plan voor duurzame ontwikkeling.
Een ander aspect dat van groot belang is voor de biodiversiteit is de
strijd tegen biopiraterij en het aanmoedigen van milieuvriendelijke
bioprospectie, in het bijzonder via het bevorderen van de toegang tot,
mer du Nord et de l'estuaire de
l'Escaut fait de même pour la mer
du Nord. Je ne puis commenter la
politique suivie par les Régions.
Tant les Régions que le pouvoir
fédéral prennent des initiatives,
comme la mise en oeuvre du
réseau Natura 2000.
Toutes les mesures fédérales et
régionales sont d'ailleurs
mentionnées dans le troisième
rapport relatif à la Belgique, qui a
été fait en 2005 en application de
la Convention sur la Diversité
biologique. Pour atteindre l'objectif
européen, j'ai décidé d'élaborer
avec l'Institut Royal des Sciences
Naturelles de Belgique une
stratégie nationale en matière de
diversité biologique, qui met en
oeuvre la convention des Nations
Unies. Il s'agit, entre autres, de
mener des actions contre
l'introduction d'espèces non
indigènes et de compléter au
niveau fédéral les mesures
régionales existantes. Le 22 mai,
Journée internationale de la
diversité biologique, une
campagne d'information a été
lancée pour le grand public à
propos de la menace que
représentent les espèces
exotiques invasives. La circulaire
du 18 novembre est axée sur la
gestion durable des forêts.
D'autres
initiatives seront
nécessaires pour atteindre
l'objectif européen. Au niveau
fédéral, nous allons intégrer la
biodiversité dans d'autres
secteurs, comme la coopération
au développement, l'économie, le
transport et la politique
scientifique. Nous voulons
élaborer des plans d'action pour
intégrer la biodiversité au niveau
sectoriel, comme prévu dans le
deuxième plan fédéral de
développement durable. La lutte
contre la biopiraterie et la
promotion de la bioprospection
respectueuse de l'environnement
par le biais d'un meilleur accès
aux avantages découlant de
l'exploitation des ressources
CRIV 51
COM 979
30/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
en het verdelen van, de voordelen die voortvloeien uit het gebruik van
de genetische rijkdom, wat ook een doelstelling is van het Verdrag
van Rio inzake biologische diversiteit.
Samenvattend, ik meen dat er nog heel veel te doen is als wij de
doelstellingen willen halen. Dat geldt voor België net zo goed als voor
de andere Europese landen. Ik hoop dat een campagne als
Bombylius op heel lokaal en individueel vlak daar iets aan kan doen
en ook een draagvlak kan creëren om een aantal van die
maatregelen te nemen op grotere schaal. Meer dan dat verwacht ik
niet van die campagne, voor alle duidelijkheid.
génétiques, ainsi que du partage
de ces avantages, revêtent aussi
une très haute importance pour la
biodiversité. C'est aussi un objectif
de la Convention des Nations
Unies.
03.05 Miguel Chevalier (VLD): Mijnheer de minister, wat de
beleidsverantwoordelijken absoluut moeten blijven doen dat is
misschien het belangrijkste van deze campagne is erover praten.
Men moet mensen daarover informeren, ten eerste over de ernst van
de situatie en ten tweede over de rijkdom die er is en die men moet
kunnen behouden en versterken. Ik denk dat men daarover moet
praten met kinderen in het onderwijs, maar men moet het ook
integreren in andere sectoren. Dat is een terechte opmerking van de
minister en ik hoop dat hij daar werk van maakt.
Ik heb vanmorgen in de krant De Morgen een zeer interessant artikel
gelezen over de biobrandstofprojecten in West-Vlaanderen, over de
vele hectaren koolzaad die men aanplant. Wat mij dan tegelijk opvalt,
is de manier waarop men in het proefstation spreekt over de
bestrijding van allerlei ongedierte en de bedreigingen voor de
productie van koolzaad. Daar gaat een soort wellust mee gepaard. Ik
vraag mij dan af of het niet op een andere manier kan. Men plakt het
label bio op een alternatieve brandstofwinning, maar aan de andere
kant is er dan een soort wellust waarbij men gretig gebruikmaakt van
pesticiden, herbiciden, slakkenkorrels, enzovoort. Ook daar is er nog
werk aan de winkel.
Ik heb gisteren nog het voorbeeld gelezen van Malta. Dat wisten we
ondertussen al. In Malta is er een soort nationaal concours om zoveel
mogelijk trekvogels af te schieten. Men voelt zich daar een reddende
engel, een buffer tegen de verspreiding van het vogelgriepvirus. Ook
daar is er nog werk aan de winkel, zeker op Europees en
internationaal niveau.
Ik denk inderdaad dat u vooral zult moeten blijven praten met alle
actoren, zeker in andere domeinen zoals economie en onderwijs. Het
zal misschien uw grote verdienste zijn om erover te blijven spreken
om uiteindelijk toch tot resultaten te komen.
Die resultaten zijn becijferbaar. Als men een afname kan becijferen,
zal men in de toekomst misschien ook een toename kunnen
becijferen, zoals er hier en daar al een lichtpuntje is, bijvoorbeeld de
toename van een aantal kleine vogelsoorten. We krijgen nu vooral
cijfers over de afname van diversiteit, de afname van bepaalde
soorten en variëteiten. Ik denk dat we het onderzoek naar mogelijke
toenamen ook moeten blijven voeren.
Ik weet dat het in de eigen tuin begint, maar er komen ook zaken
onder druk te staan. Ik weet dat er vorig jaar een perverse enquête is
gehouden bij de Vlaamse burgemeesters over het wegbermbeheer.
Dat heeft dan een dynamiek veroorzaakt in omgekeerde richting. Als
03.05 Miguel Chevalier (VLD):
La population doit être informée de
la gravité de la situation et de
l'importance des richesses
naturelles disponibles. La
biodiversité doit être abordée dans
les écoles et reliée à d'autres
secteurs. Avec d'autres pays
européens également, une
concertation doit encore être mise
en place.
J'ai lu un article paru dans le
quotidien "De Morgen" à propos
de la culture de colza pour la
production de biocarburants. Une
quantité de pesticides est toutefois
nécessaire pour cette culture et
son caractère biologique peut dès
lors être mis en doute.
Les chiffres indiquent actuellement
une diminution de la diversité,
mais chacun peut oeuvrer à
l'amélioration de la situation. L'an
dernier, à la suite d'une enquête
relative à la gestion des
accotements dans les communes,
des mesures nuisibles à la
diversité ont cependant été prises.
Heureusement, d'autres projets
communaux ont permis
d'augmenter le nombre d'espèces
de plantes et d'animaux présents.
30/05/2006
CRIV 51
COM 979
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
men in gemeenten projecten ziet die wel uitgevoerd worden zoals het
hoort, neemt de diversiteit toe, niet alleen in kwantiteit, maar ook in
het aantal plantenvariëteiten die men daar aantreft en uiteindelijk ook
in het aantal dieren die, ondanks wat sommigen ook durven te
beweren, niet meteen een grote bedreiging zijn voor de
volksgezondheid in ons land.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de Mme Colette Burgeon au ministre de l'Environnement et ministre des Pensions sur
04 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de minister van Leefmilieu en minister van Pensioenen
over "het energie-etiket" (nr. 11752)
04.01 Colette Burgeon (PS): Monsieur le ministre, je souhaiterais
vous poser une question sur la problématique de "l'étiquette énergie".
Afin de favoriser la réduction des émissions de CO
2
la Commission
européenne a établi la directive 199/94/CE du 13 décembre 1999.
Cette dernière a pour objet de garantir que des informations relatives
à la consommation de carburant et aux émissions de CO
2
des
voitures particulières neuves, proposées à la vente ou en crédit-bail
dans la Communauté, soient mises à la disposition des
consommateurs afin de permettre à ceux-ci d'opérer un choix éclairé.
A ce titre, les Etats membres doivent veiller notamment à ce que:
- une étiquette relative à la consommation de carburant et aux
émissions de CO
2
soit apposée sur chaque modèle de voiture
particulière neuve ou affichée près de celui-ci, dans le point de vente,
d'une manière clairement visible;
- pour chaque marque de voiture, une affiche (ou un autre mode
d'affichage) présente une liste officielle des données relatives à la
consommation de carburant officielle et aux émissions spécifiques de
CO
2
officielles de tous les modèles de voitures particulières neuves,
proposés à la vente ou en crédit-bail dans le point de vente ou par
l'intermédiaire de celui-ci;
- un guide de la consommation de carburant et les émissions de CO
2
soit publié pour les modèles de voitures particulières neuves
disponibles à l'achat dans les Etats membres, regroupés par marque
suivant l'ordre alphabétique.
Où en est la transposition de cette directive dans notre pays?
Comment est-elle pratiquement appliquée? Quels sont les problèmes
éventuels qui se posent à sa parfaite mise en oeuvre?
04.01 Colette Burgeon (PS): Om
de CO
2
-uitstoot te beperken, heeft
de Europese Commissie op 13
december 1999 richtlijn
1999/94/EG uitgevaardigd, die
ertoe moest leiden dat de
consument over een correcte en
gedetailleerde informatie zou
beschikken met betrekking tot de
CO
2
-uitstoot van de voertuigen.
Hoe staat het met de omzetting
van die richtlijn in ons land? Hoe
wordt ze in de praktijk gebracht?
Welke problemen doen zich
desgevallend voor bij de
tenuitvoerlegging?
04.02 Bruno Tobback, ministre: Madame Burgeon, la directive de
1999 a été transposée en droit belge par l'arrêté royal du
5 septembre 2001, entré en vigueur le 12 janvier 2002, qui contient
des obligations tant pour les constructeurs automobiles, les
importateurs, les concessionnaires de voitures neuves que pour les
pouvoirs publics.
Spécifiquement, les concessionnaires de voitures neuves sont tenus
d'apposer une étiquette, définie par l'arrêté royal, sur les voitures
présentées dans la salle d'exposition. Cette étiquette contient des
04.02 Minister Bruno Tobback:
Richtlijn 1999/94/EG werd in
Belgisch recht omgezet door het
koninklijk besluit van 5 september
2001 dat op 12 januari 2002 in
werking is getreden. Het bevat de
verplichtingen waaraan de
fabrikanten, invoerders en
concessiehouders van auto's en
de overheid zich moeten houden.
CRIV 51
COM 979
30/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
données sur la consommation de carburant et sur les émissions de
CO
2
et doit être mise à disposition par les constructeurs automobiles.
Une liste synoptique de la consommation de carburant et des
émissions de CO
2
des divers modèles proposés à la vente sur le point
de vente doit être présente chez le concessionnaire et bien visible
pour les clients.
En 2002 et 2003, les services d'inspection compétents ont effectué
des contrôles des points de vente. Ces contrôles se sont déroulés en
deux temps: une première visite au concessionnaire permettant de
vérifier si celui-ci satisfait à la législation et, en cas de constat de non-
conformité, une deuxième visite quinze jours plus tard. En 2002 et
2003, 291 et 149 points de vente ont respectivement été contrôlés
parmi lesquels, respectivement, 113 et 56 n'étaient pas conformes à
la législation. A l'issue d'une deuxième visite, la non-conformité a
encore été constatée dans respectivement 4 et 0 cas. Une nette
amélioration a donc été constatée.
L'arrêté royal dispose également que l'administration fédérale
compétente pour l'Environnement doit éditer un guide CO
2
de la
voiture dite propre. La cinquième édition du guide a été publiée fin
2005 (édition 2005-2006). La version papier de ce guide a été
imprimée à 45.000 exemplaires dont 10 ont été distribués chaque
année à 3.586 concessionnaires, 5.580 demandés par courrier
électronique et quelque 850 sollicités après consultation du site web.
Un millier d'exemplaires a encore été distribué lors de la réception
donnée par l'administration de l'Environnement. Le site web a été
consulté 453.493 fois. La version pdf du guide a été téléchargée
3.179 fois.
Un autre volet de l'arrêté royal porte sur l'obligation d'indiquer dans la
documentation promotionnelle relative aux voitures neuves la
consommation de carburant et les émissions de CO
2
. En 2003,
Mineco a examiné 42 sites web des constructeurs automobiles les
plus importants; 15 constructeurs n'étaient pas en règle. A la suite
d'une plainte de l'association "Bond Beter Leefmilieu", Mineco a
également examiné, en 2003, les annonces parues dans les journaux
nationaux. Depuis lors, plus aucune plainte n'a été enregistrée.
Après un départ plutôt difficile, la plupart des dispositions de l'arrêté
royal sont aujourd'hui correctement appliquées en Belgique.
Zo moeten de concessiehouders
een etiket met de gegevens over
het brandstofverbruik en de CO
2
-
uitstoot op de wagens aanbrengen
en een lijst met het verbruik en de
uitstoot van de aangeboden
modellen voorleggen. In 2002 en
2003 hebben de inspectiediensten
van het ministerie van
Economische Zaken de
verkooppunten daarop
gecontroleerd. Tijdens een eerste
bezoek werd nagegaan of ze de
wetgeving respecteerden. Indien
dit niet het geval was, werd er een
tweede controlebezoek uitgevoerd.
Van de respectievelijk 291 en 149
gecontroleerde verkooppunten,
bleken 113 en 59 niet in orde te
zijn bij het eerste bezoek, en vier
en geen enkel bij het tweede.
Volgens het besluit moet de
bevoegde administratie tevens een
brandstofverbruiksgids uitbrengen
die de brandstofefficiënte nieuwe
modellen personenauto's in
volgorde van toenemende
specifieke CO
2
-uitstoot vermeldt.
De papieren versie van de uitgave
2005-2006 van die gids werd op
45 000 exemplaren gedrukt. Een
gedeelte hiervan werd naar de
concessiehouders verzonden,
andere werden via e-mail
opgevraagd of op de website
www.schoneauto.be gedownload.
Het koninklijk besluit bepaalt ook
dat de documentatie over nieuwe
wagens gegevens over hun
verbruik en hun uitstoot moet
vermelden. In 2003 hebben we 42
websites evenals de
krantenadvertenties van de
voornaamste autoconstructeurs
onderzocht. Sindsdien werden er
geen klachten meer ingediend.
Kortom, na een moeizame start
worden de meeste bepalingen uit
het koninklijk besluit thans
toegepast.
04.03 Colette Burgeon (PS): Monsieur le ministre, je vous ai posé
cette question parce que je n'ai pas vu d'affiche malgré le fait que,
ayant changé de voiture cette année, j'ai rendu visite à quatre ou cinq
04.03 Colette Burgeon (PS): Ik
heb u die vraag gesteld omdat ik
onlangs naar aanleiding van de
30/05/2006
CRIV 51
COM 979
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
concessionnaires. Certes, il y a beaucoup d'informations sur les pare-
brise et ces données s'y trouvent probablement, mais cela ne ressort
pas de façon évidente. Je ne suis pas sûre que quand les gens
regardent les prix, ils regardent le taux d'émission de CO
2
.
aanschaf van een nieuwe wagen
verschillende dealers heb bezocht
en nergens heb ik expliciete
informatie over de
emissiewaarden gevonden.
04.04 Bruno Tobback, ministre: Peut-être avez-vous visité des
concessionnaires exceptionnels mais, en principe, à part l'étiquette
avec le prix et toutes les autres données, il devrait y avoir une
étiquette allant du vert au rouge et une lettre A, B, C, D, E, F qui
indiquent séparément les émissions de CO
2
et la consommation. En
principe, cette signalétique devrait se retrouver sur toutes les voitures
dans les showrooms.
04.04 Minister Bruno Tobback:
Dan zijn de concessiehouders die
u hebt bezocht wellicht de
uitzonderingen op de regel,
vermits er een etiket (gaande van
groen tot rood) en een letter
(gaande van A tot F) met
vermelding van de CO
2
-uitstoot en
het brandstofverbruik op de
voertuigen dienen te worden
aangebracht.
04.05 Colette Burgeon (PS): Je suppose que les inspecteurs
continuent à vérifier leur présence?
04.05 Colette Burgeon (PS):
Wordt dat door controleurs
nagegaan?
04.06 Bruno Tobback, ministre: Tout à fait.
04.06 Minister Bruno Tobback:
Ja.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Patrick De Groote aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "het verstrekken van steun aan asielzoekers"
(nr. 11813)
05 Question de M. Patrick De Groote au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Égalité des chances sur "l'octroi d'aide aux demandeurs d'asile"
(n° 11813)
05.01 Patrick De Groote (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, ik verneem via de media dat u heeft verklaard dat
asielzoekers in de toekomst alleen materiële steun zullen krijgen en
geen financiële meer. Onder de vorige regering was ons dat al eens
meegedeeld door de heer Vande Lanotte.
Mijn vragen zijn eigenlijk louter informatief.
Hoe komt het dat die maatregel toen niet werd uitgevoerd?
Bestaat er een verschil in de behandeling in vergelijking met het
toenmalige voorstel?
De landelijke OCMW's stellen dat zij geen huurhuizen vinden voor
asielzoekers. Zij trekken nu dus al aan de alarmbel.
Is er overleg geweest met de steden en gemeenten omtrent die
problematiek?
Hoe denkt u een en ander te gaan controleren bij zowel de OCMW's
als de asielzoekers? Is er in uw ontwerp een controlefunctie voorzien?
Wat met de praktische uitwerking van uw voorstel ten aanzien van
05.01 Patrick De Groote (N-VA):
Le ministre a déclaré que les
demandeurs d'asile bénéficieront
dorénavant d'un soutien
exclusivement matériel. Cette
mesure avait déjà été annoncée
sous la précédente législature par
M. Vande Lanotte.
Pourquoi cette mesure n'a-t-elle
pas été exécutée à l'époque? Le
ministre formulera-t-il une autre
proposition ou reprendra-t-il les
mesures du précédent
gouvernement?
Le ministre s'est-il concerté avec
les villes et les communes?
Comment les CPAS et les
demandeurs d'asile seront-ils
contrôlés? Qu'en sera-t-il des
demandeurs d'asile qui quittent
volontairement la commune qui
CRIV 51
COM 979
30/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
asielzoekers die vrijwillig wegtrekken uit de gemeente die hen werd
toegewezen, en die naar een stad of gemeente gaan waar zij
vrienden of familie hebben wonen?
Is er bij uw voorstel rekening gehouden met de problematiek van de
spreiding van de asielzoekers?
leur a été assignée pour s'installer
chez des parents ou des amis? Le
ministre a-t-il tenu compte de la
répartition des demandeurs
d'asile?
05.02 Minister Christian Dupont: Mevrouw de voorzitter, mijnheer
De Groote, men moet een onderscheid maken tussen drie
verschillende periodes in ons asielbeleid.
In de periode van vóór 2001 kreeg iedere asielzoeker onmiddellijk
financiële hulp. Een tweede periode was toen er een beslissing was
van de vorige regering, van minister Vande Lanotte. U hebt daarnaar
verwezen. Toen kregen de asielzoekers alleen maar materiële steun
in de eerste fase van ontvankelijkheid. Op het moment dat hun
aanvraag ontvankelijk werd verklaard, kregen ze financiële steun.
De derde periode is hetgeen wij nu zullen doen na de hervorming. Er
zal alleen maar materiële hulp bestaan, aangezien de twee fases van
gegrondheid en ontvankelijkheid zijn samengesmolten.
Waarom kan dat nu en kon het vroeger niet? Omdat het gepaard gaat
met de hervorming, de verkorting van de asielprocedure. Men kan
inschatten dat deze procedure twaalf maanden zal duren. Dat is een
redelijke termijn om de mensen alleen maar materiële steun te geven.
Zodra dit volop in werking is, zal dit het werk van de OCMW's
vergemakkelijken. Zij zullen in de meeste gevallen geen financiële
hulp meer moeten verlenen. Er zullen misschien nog wat
uitzonderingen zijn van mensen bij wie de asielprocedure werd
gestopt of te lang aansleept. Het is echter de bedoeling dat de hele
asielprocedure binnen twaalf maanden wordt afgewerkt en dus alleen
maar materiële steun wordt verleend.
Deze beslissing werd in overleg genomen met de verenigingen van
steden en gemeenten. Wij menen dat de toestand voor de OCMW's
zal vergemakkelijken. Zij zullen bijvoorbeeld geen huizen meer
moeten vinden, wat nu een van de moeilijkheden is.
De controle van deze nieuwe opvangprocedure is heel gemakkelijk.
De asielzoekers zullen aan een centrum of aan een LOI worden
toegewezen waar ze moeten verblijven. Punt. Er is geen andere
oplossing als zij steun willen krijgen. Zij krijgen alleen maar materiële
steun.
Dit is nu nog niet de toestand. Dit is de situatie die wij zullen hebben
wanneer de wet op de asielprocedure volop in werking zal zijn.
05.02
Christian Dupont,
ministre: On distingue trois
périodes dans la politique belge en
matière d'asile. Avant 2001, tous
les demandeurs d'asile
bénéficiaient d'une aide financière
directe. Après 2001, on accordait
une aide matérielle durant la
phase de l'examen de la
recevabilité de la demande, et une
aide financière durant la phase de
l'examen du bien-fondé de la
demande. La réforme de la
procédure d'asile ayant entraîné la
fusion des différentes phases, les
demandeurs d'asile ne recevront
désormais plus qu'une aide
matérielle. La procédure d'asile
sera finalisée au bout de douze
mois au maximum, ce qui devra
également alléger la charge des
CPAS.
Il y a eu concertation avec les
villes et communes. La nouvelle
donne facilitera la tâche des
CPAS, qui ne seront plus tenus
d'offrir un logement. Les
demandeurs d'asile devront
résider dans un centre et ne
pourront plus compter que sur une
aide matérielle.
05.03 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de minister, de wet
inzake de asielprocedure wordt volop besproken. De vraag is
natuurlijk hoelang die situatie nog zal aanslepen? Wat u aanhaalt is
goed, namelijk dat het de bedoeling is de asielprocedure binnen de
twaalf maanden af te handelen. Desalniettemin dacht een aantal
gemeenten of OCMW's grote problemen te zullen krijgen. Ook steden
en gemeenten wachten op het definitieve wetsontwerp om verder te
reageren.
05.03 Patrick De Groote (N-VA):
Je pense que si la procédure
d'asile était bouclée dans les
douze mois, ce serait une
excellente chose. La loi sur l'asile
est d'ailleurs examinée
actuellement.
Combien de temps encore la
30/05/2006
CRIV 51
COM 979
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
De N-VA is altijd voorstander geweest van het responsabiliseren van
gemeenten waaraan asielzoekers werden toegewezen. Ik heb een
wetsvoorstel in die zin ingediend om te verhinderen dat asielzoekers
in de grote steden verdwijnen, terwijl de gemeenten in feite het best
geplaatst zijn en meer mogelijkheden hebben voor asielzoekers
inzake inburgering. Ook asielzoekers zelf krijgen zo meer kansen op
gemeentelijk niveau.
Ik meen te horen dat u zo ook de problematiek van de spreiding
aanpakt. Dat moet toch de bedoeling zijn.
situation actuelle durera-t-elle?
Les villes et communes ne
réagiront pas avant d'avoir pris
connaissance du projet de loi
définitif. Personnellement, j'ai
déposé une proposition de loi
destinée à éviter un exode des
demandeurs d'asile vers les
grandes villes car j'estime que les
communes sont mieux armées
pour leur offrir des perspectives
d'intégration. J'espère que le
problème de la répartition des
demandeurs d'asile sera abordé
également.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Patrick De Groote aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de huisvesting van niet-begeleide buitenlandse
minderjarigen" (nr. 11815)
06 Question de M. Patrick De Groote au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Égalité des chances sur "le logement de mineurs étrangers non
accompagnés" (n° 11815)
De voorzitter: Mijnheer De Groote, ik probeer de vraag goed uit te spreken.
06.01 Patrick De Groote (N-VA): Mevrouw de voorzitter, dat is
schitterend.
Mijnheer de minister, ik vernam dat de Ministerraad op uw voorstel
heeft beslist dat niet-begeleide, buitenlandse minderjarigen niet langer
in gesloten centra zullen worden geplaatst. Zij zullen voortaan worden
toegewezen aan de zogenaamde observatie- en oriëntatiecentra.
Er zijn als ik het goed voorheb op dit ogenblik twee observatie- en
oriëntatiecentra. In Vlaanderen gaat het om Steenokkerzeel en in
Vlaanderen om Neder-over-Heembeek.
Ten eerste, bieden voornoemde centra voldoende plaats? De opvang
is natuurlijk erg tijdelijk, namelijk maximum 14 dagen, wat in realiteit
kan uitlopen tot een maand. Er is ook de mogelijkheid tot verlenging.
Daarom stel ik mijn eerste vraag. Bieden de centra voldoende plaats?
Ten tweede, in het federaal regeerakkoord staat dat de juridische
bescherming is verzekerd voor alle, niet-begeleide minderjarigen die
niet langer in gesloten centra maar in beveiligde, aangepaste
instellingen zullen worden onthaald. Ook de rol van de
Gemeenschappen op het vlak van organisatie en financiering wordt
duidelijk omschreven.
Is er voldoende garantie dat minderjarigen voornoemde centra niet
kunnen verlaten? Vermits volgens uw eigen cijfers 1 op 6
asielzoekers verdwijnen uit de open opvangcentra van Fedasil, nog
vóór de asielaanvraag een positief of negatief rapport heeft
meegekregen, is de vrees terzake gegrond.
06.01 Patrick De Groote (N-VA):
Le Conseil des ministres a décidé
de ne plus placer de mineurs
d'âge étrangers non accompagnés
dans des institutions fermées mais
dans des centres d'observation et
d'orientation (COO).
Les COO de Steenokkerzeel et de
Neder-over-Heembeek offrent-ils
un nombre suffisant de places?
Avons-nous la garantie que les
jeunes placés dans ces centres ne
pourront pas les quitter tant qu'il
n'aura pas été statué sur leur
demande d'asile? Et quel sort sera
réservé aux jeunes devenus
majeurs en cours de procédure?
D'ailleurs, à quel âge considère-t-
on qu'un mineur non accompagné
devient majeur? Quid des jeunes
qui quittent un COO sans être
accompagnés d'un tuteur ou d'un
membre du personnel?
CRIV 51
COM 979
30/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
Ten derde, wat gebeurt er met niet-begeleide, buitenlandse
minderjarigen die tijdens de hangende procedure de
meerderjarigheidsgrens bereiken? Wat gebeurt er met hen? Dienen
zij een asielaanvraag in?
Ten vierde, welke meerderjarigheidsgrens wordt gehanteerd: de
grens van het land van oorsprong of de Belgische grens? Ik
veronderstel dat de leeftijd van 18 jaar gehandhaafd blijft, zoals
bepaald in de Belgische wetgeving en ook in het Internationaal
Verdrag van de Rechten van het Kind.
Zijn er uitzonderingen mogelijk?
Ten slotte, de minderjarigen zouden de observatie- en
oriëntatiecentra niet mogen verlaten, tenzij om gegronde redenen. Zij
moeten bovendien vergezeld zijn van een voogd of van een
personeelslid van het centrum.
Hoe kan dat worden opgevolgd?
Wat gebeurt er vooral met minderjarigen die toch het centrum
verlaten, zonder te zijn vergezeld van een voogd of van een
personeelslid van het centrum?
06.02 Minister Christian Dupont: We hebben inderdaad geprobeerd
om een oplossing te vinden voor het opsluiten van minderjarigen in
gesloten centra. Daarom werd de huidige formule voorgesteld. Wat
het aantal betrokken minderjarigen betreft, gaat het om vijftig
personen per jaar die aan de grens worden vastgehouden. De huidige
opvangcapaciteit van onze OOC's is voldoende om deze jongeren op
te vangen.
Wat gebeurt er met de MENA die hangende de procedure de grens
van de meerderjarigheid bereiken? Ten eerste, de personen die zich
minderjarig verklaren aan de grens zullen slechts naar een OOC
worden gebracht vanaf het ogenblik waarop hun minderjarigheid
vaststaat. De vaststelling van de leeftijd gebeurt door de dienst
voogdij tijdens hun verblijf in een gesloten centrum aan de grens.
Daarmee willen we vermijden dat personen die zich minderjarig
verklaren maar in feite meerderjarigen blijken misbruik zouden maken
van een gunstiger regime.
Ten aanzien van een minderjarige die tijdens zijn verblijf in een OOC
meerderjarig wordt, kan de dienst Vreemdelingenzaken dezelfde
maatregelen nemen als ten aanzien van andere vreemdelingen die
zich in dezelfde administratieve situatie bevinden. Wie dus
meerderjarig wordt in een van onze centra wordt behandeld als een
meerderjarige asielzoeker. De minderjarigheid waarmee men
rekening houdt is de minderjarigheid vastgesteld op basis van de
Belgische wetgeving, niet op basis van de wet van het persoonlijk
statuut van de jongere.
Wat de garanties betreft, was het ten eerste de bedoeling dat precies
de MENA niet langer in gesloten centra zouden worden opgesloten.
Een KB zal een beveiligd regime voor de OOC bepalen. Dit regime zal
van toepassing zijn op alle, in het centrum aanwezige minderjarigen.
Zo zal de minderjarige het centrum niet mogen verlaten zonder
06.02
Christian Dupont,
ministre: Chaque année, environ
cinquante mineurs sont retenus à
la frontière et la capacité d'accueil
des deux COO est dès lors
suffisante. Pour éviter les abus,
les mineurs ne sont transférés
dans un COO que lorsque leur
minorité est établie. Leur âge est
déterminé par le service de tutelle
lors de leur séjour dans un centre
fermé à la frontière. La minorité
est déterminée conformément à la
législation belge. Les jeunes qui
atteignent la majorité lors de leur
séjour dans un COO sont ensuite
considérés comme des
demandeurs d'asile majeurs.
Nous ne voulons plus que ces
jeunes soient incarcérés dans un
centre fermé. En vertu d'un arrêté
royal, un régime sécurisé sera
déterminé et les mesures seront
précisées. Les mineurs ne
pourront pas quitter le centre sans
raison grave et seront toujours
accompagnés par leur tuteur ou
un membre du personnel du COO
lors de leurs déplacements. Les
conversations téléphoniques
seront également strictement
contrôlées.
30/05/2006
CRIV 51
COM 979
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
ernstige redenen, beoordeeld door de voogd. Hij zal tijdens zijn
verplaatsingen steeds worden begeleid door de voogd of door een
personeelslid van het centrum. Ook het telefoonverkeer van de
jongeren wordt strikt bewaakt. In geval van onrustwekkende
afwezigheid wordt zowel de politie als de dienst Vreemdelingenzaken
op de hoogte gebracht.
Fedasil heeft hiervoor een inspanningsverbintenis maar geen
resultaatsverbintenis. De belangrijkste opdracht van Fedasil is de
toekenning van materiële steun. Onder voorbehoud van de naleving
van het huishoudelijk reglement, waarbij een beveiligde regeling wordt
gewaarborgd, kan Fedasil niet verantwoordelijk worden gesteld voor
een spontaan vertrek van een van zijn bewoners. Er werd immers
beslist deze minderjarigen in open centra te plaatsen en niet langer in
gesloten centra, maar dan wel met een beveiligd regime. Dit KB moet
nog worden geschreven. De nodige maatregelen moeten ook nog
worden verduidelijkt.
La police et l'Office des étrangers
seront informés de toute absence
inquiétante. Fedasil est tenu de
fournir des efforts mais n'a aucune
obligation de résultat. Sa
principale mission est d'apporter
un soutien matériel aux
demandeurs d'asile. Fedasil ne
peut être tenu pour responsable
des départs spontanés des COO.
06.03 Patrick De Groote (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, ik dank u voor het duidelijk antwoord.
U stelt dat de huidige opvangcapaciteit voldoende is vermits zich
jaarlijks slechts 50 minderjarigen aan de grens aanbieden. Hoe groot
is de huidige capaciteit?
06.03 Patrick De Groote (N-VA):
Quelle est la capacité totale des
COO?
06.04 Minister Christian Dupont: 200 plus 200
06.04
Christian Dupont,
ministre: Quatre cents places.
06.05 Patrick De Groote (N-VA): Dan beschikt u nog over een ruime
marge.
Mijnheer de minister, er bestaat een samenwerkingsakkoord tussen
de federale overheid en het Vlaamse niveau. De observatie-en
oriëntatiecentra worden gecofinancierd door de Gemeenschappen. Ik
dacht dat er sprake was van drie centra. In de pers is alleen sprake
van Neder-over-Heembeek voor Brussel en Steenokkerzeel voor
Vlaanderen. Wordt in Wallonië ook in een dergelijk centrum voorzien?
06.05 Patrick De Groote (N-VA):
Les Communautés cofinancent les
COO. Un COO sera-t-il aussi mis
en place en Wallonie?
06.06 Minister Christian Dupont: Er is nog geen
samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat en de
Gemeenschappen. De federale Staat neemt al de kosten van deze
OOC.'s voor zijn rekening. Wij werken aan dit samenwerkingsakkoord
om de gepaste begeleiding en de gepaste vorm van ontvangst te
kunnen bieden aan de minderjarigen. Dat verloopt nogal goed, maar
niet snel genoeg naar mijn smaak.
06.06
Christian Dupont,
ministre: Nous n'avons pas encore
conclu d'accord de coopération
avec les Communautés. L'État
fédéral supporte les coûts des
deux COO actuels. Nous nous
concertons afin de pouvoir régler
l'accueil et l'accompagnement des
jeunes demandeurs d'asile
concernés. Cette concertation se
déroule bien mais pas assez
rapidement.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La présidente: La question n° 11819 de Mme Lahaye-Battheu est reportée.
La réunion publique de commission est levée à 11.27 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.27 uur.
CRIV 51
COM 979
30/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19