CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 978
CRIV 51 COM 978
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
F
INANCES ET DU
B
UDGET
C
OMMISSIE VOOR DE
F
INANCIËN EN DE
B
EGROTING
mardi
dinsdag
30-05-2006
30-05-2006
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 978
30/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i

SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Véronique Ghenne au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur
"l'apprentissage de la conduite par des personnes
handicapées" (n° 11793)
1
Vraag van mevrouw Véronique Ghenne aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de rijopleiding voor
gehandicapten" (nr. 11793)
1
Orateurs:
Véronique Ghenne, Didier
Reynders, vice-premier ministre et ministre
des Finances
Sprekers:
Véronique Ghenne, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Questions jointes de
3
Samengevoegde vragen van
3
- M. Carl Devlies au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "l'enrôlement de l'impôt
des personnes physiques sans envoi des
avertissements-extraits de rôle" (n° 11817)
3
- de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister
en minister van Financiën over "het inkohieren
van personenbelasting zonder verzending van
aanslagbiljetten" (nr. 11817)
3
- M. Hagen Goyvaerts au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "l'envoi de mise en
demeure avant celui de l'avertissement-extrait de
rôle" (n° 11853)
3
- de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "het
versturen van aanmaningsbrieven zonder
aanslagbiljet" (nr. 11853)
3
Orateurs: Carl Devlies, Hagen Goyvaerts,
Didier Reynders
, vice-premier ministre et
ministre des Finances
Sprekers: Carl Devlies, Hagen Goyvaerts,
Didier Reynders
, vice-eerste minister en
minister van Financiën
Question de M. Éric Massin au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "l'application
des articles 334 à 338 de la loi-programme du
27 décembre 2004 par l'administration de la TVA
au crédit TVA dégagé par les opérations de
faillite" (n° 11822)
5
Vraag van de heer Éric Massin aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de
toepassing door de Administratie van de BTW van
de artikelen 334 tot 338 van de programmawet
van 27 december 2004 op het BTW-tegoed dat na
faillissementsverrichtingen ontstaat" (nr. 11822)
5
Orateurs: Éric Massin, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Éric Massin, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Questions jointes de
9
Samengevoegde vragen van
9
- M. Luk Van Biesen au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "le mode de calcul de
la déduction pour habitation unique dans la
déclaration fiscale 2006" (n° 11823)
9
- de heer Luk Van Biesen aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de
berekeningswijze van de aftrek voor enige woning
in de belastingaangifte 2006" (nr. 11823)
9
- Mme Marleen Govaerts au vice-premier ministre
et ministre des Finances sur "la déclaration de
l'emprunt relatif au logement d'habitation unique
dans la nouvelle déclaration à l'impôt des
personnes physiques pour l'exercice d'imposition
2006, revenus 2005" (n° 11854)
9
- mevrouw Marleen Govaerts aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de
aangifte van de lening enig woonhuis in de
nieuwe aangifte personenbelasting voor het
aanslagjaar 2006, inkomsten 2005" (nr. 11854)
9
Orateurs:
Luk Van Biesen, Marleen
Govaerts, Didier Reynders, vice-premier
ministre et ministre des Finances
Sprekers: Luk Van Biesen, Marleen
Govaerts, Didier Reynders
, vice-eerste
minister en minister van Financiën
Question de M. Carl Devlies au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "le centre
administratif fédéral de Diest" (n° 11827)
15
Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over
"het federaal administratief centrum te
Diest" (nr. 11827)
15
Orateurs: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Carl Devlies au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la
possibilité de procéder à l'enrôlement
électronique" (n° 11849)
17
Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
mogelijkheid van elektronische
inkohiering" (nr. 11849)
17
Orateurs: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Carl Devlies au vice-premier 17
Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-
17
30/05/2006
CRIV 51
COM 978
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
ministre et ministre des Finances sur "la
déduction éventuelle pour les frais
d'optimisation" (n° 11850)
eerste minister en minister van Financiën over
"een mogelijke aftrek voor de
optimalisatiekosten" (nr. 11850)
Orateurs: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances,
Luk Van Biesen
Sprekers: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën,
Luk Van Biesen
Question de M. Dirk Claes au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la réduction
du nombre de jours d'ouverture des services de
taxation régionaux en raison du manque de
personnel" (n° 11852)
20
Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de
afbouw van het aantal zitdagen van de regionale
belastingsdiensten wegens
personeelsgebrek" (nr. 11852)
20
Orateurs: Dirk Claes, Didier Reynders, vice-
premier ministre et ministre des Finances, Luk
Van Biesen
Sprekers: Dirk Claes, Didier Reynders, vice-
eerste minister en minister van Financiën, Luk
Van Biesen
CRIV 51
COM 978
30/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES FINANCES ET
DU BUDGET
COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN
EN DE BEGROTING
du
MARDI
30
MAI
2006
Matin
______
van
DINSDAG
30
MEI
2006
Voormiddag
______

La séance est ouverte à 10.21 heures par M. François-Xavier de Donnea, président.
De vergadering wordt geopend om 10.21 uur door de heer François-Xavier de Donnea, voorzitter.
01 Question de Mme Véronique Ghenne au vice-premier ministre et ministre des Finances sur
"l'apprentissage de la conduite par des personnes handicapées" (n° 11793)
01 Vraag van mevrouw Véronique Ghenne aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over
"de rijopleiding voor gehandicapten" (nr. 11793)
01.01 Véronique Ghenne (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, les personnes handicapées à qui le ministère des Affaires
sociales et de la Santé publique a reconnu une invalidité permanente
sur la base d'une incapacité d'au moins 66% et d'une réduction
d'autonomie d'au moins 80% et qui sont en outre frappées d'une
invalidité des membres inférieurs d'au moins 50% peuvent obtenir
une attestation générale d'une durée indéterminée leur facilitant
l'accès à divers avantages sociaux, notamment l'exonération des
taxes sur les véhicules à moteur.

Leur handicap ne les exonère évidemment pas de l'apprentissage de
la conduite. Pour cela, des auto-écoles doivent avoir investi dans des
véhicules d'apprentissage de la conduite équipés d'aides techniques
permettant de compenser divers handicaps. Bien qu'il existe des
aides techniques à la conduite de véhicules par des personnes
handicapées telles que les sièges orthopédiques, les sélecteurs de
vitesse sur les planches de bord et les dispositifs de commande
groupés, le surcoût représenté par ce matériel est souvent dissuasif
pour les écoles de conduite.

Aussi, j'aimerais savoir s'il existe un dispositif spécifique en faveur
des écoles de conduite prenant en charge le surcoût de ces aides
techniques. Dans l'affirmative, connaissez-vous le nombre d'écoles
ayant fait appel à ce dispositif et proposant une telle offre? Dans le
cas contraire, ne pourriez-vous pas envisager l'octroi d'aides fiscales
spécifiques en faveur de ces équipements?

01.01 Véronique Ghenne (PS):
Personen met een handicap van
wie de blijvende invaliditeit is
erkend op grond van een
arbeidsongeschiktheid van
minstens 66 procent, een
verminderde zelfredzaamheid van
minstens 80 procent en een
invaliditeit van de onderste
ledematen van minstens 50
procent, kunnen een vrijstelling
van de belasting op
motorvoertuigen genieten.

Van de verplichte rijopleiding zijn
personen met een handicap
natuurlijk niet vrijgesteld. Daartoe
moeten de rijscholen investeren in
wagens die zijn uitgerust met
technische hulpmiddelen die
diverse handicaps compenseren.
De meerkosten van die uitrusting
zijn voor veel rijscholen echter te
zwaar om dragen.

Bestaat er een specifieke regeling
ten gunste van de rijscholen
waardoor de meerkosten van die
technische hulpmiddelen ten laste
worden genomen? Zo ja, hoeveel
scholen hebben een beroep
gedaan op die bepalingen en
bieden een aangepaste rijopleiding
voor personen met een handicap
aan? Zo neen, kan u voor die
uitrusting geen specifieke fiscale
30/05/2006
CRIV 51
COM 978
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
tegemoetkomingen overwegen?
01.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, madame
Ghenne, les mesures prises jusqu'à présent en matière fiscale ont
principalement porté sur l'acquisition et l'utilisation d'un véhicule par
des personnes handicapées.

Les écoles de conduite peuvent avoir recours aux règles particulières
qui sont déjà reprises dans le Code des impôts sur les revenus pour
ce qui concerne les investissements complémentaires qu'elles doivent
consentir afin de pouvoir donner des leçons de conduite à des
personnes handicapées.

En effet, les voitures affectées exclusivement à l'enseignement
pratique dans les écoles de conduite agréées et qui sont
spécialement équipées à cet effet ne sont pas exclues de la déduction
pour investissement (article 75 CIR 1992) comme c'est le cas pour
d'autres véhicules qui sont exclus de cette déduction. En cas
d'équipement spécifique, il n'y a pas d'exclusion. On peut donc
déduire pour investissement comme c'est le cas également en
matière de déductibilité des frais. La limitation de la déductibilité à
75% ne s'applique pas à ces voitures-là (art. 66 CIR 1992). Deux
dispositifs concernent les véhicules et les frais qui y sont liés. Ces
deux dispositifs de limitation de déductibilité ou d'interdiction ne
s'appliquent pas aux véhicules qui font l'objet d'un équipement
spécifique. C'est un avantage fiscal donné par rapport à d'autres
types de véhicules.

Je n'ai pas d'indications sur le nombre de sociétés ou d'auto-écoles
qui auraient fait appel à cette déduction pour investissement, d'une
part, ou à la déductibilité des frais, de l'autre.

Je suis évidemment disposé à faire examiner la faisabilité et
l'opportunité d'autres propositions éventuelles visant à promouvoir des
mesures supplémentaires pour les écoles de conduite lorsqu'elles
assurent la formation à la conduite de véhicules par des personnes
handicapées, que ce soit sous la forme de propositions de loi ou de
propositions que vous me feriez parvenir. Toutefois, il existe déjà
deux mécanismes spécifiques en ce qui concerne ce type de
véhicules: la déduction pour investissements joue complètement et la
déductibilité des frais n'est pas limitée à 75%. Mais je le répète,
n'hésitez pas à me faire éventuellement parvenir d'autres propositions
en la matière!
01.02 Minister Didier Reynders:
De maatregelen die tot nu toe op
fiscaal vlak werden genomen,
hadden vooral betrekking op de
aankoop en het gebruik van een
voertuig door personen met een
handicap.

De rijscholen kunnen gebruik
maken van de bijzondere regels
van het Wetboek van de
inkomstenbelasting voor de
bijkomende investeringen die ze
moeten doen om rijlessen te
kunnen geven aan personen met
een handicap.

De voertuigen die uitsluitend
worden gebruikt voor
praktijklessen in de erkende
rijscholen en die daartoe specifiek
werden uitgerust, zijn niet
uitgesloten van de
investeringsaftrek. Naast de
aftrekbaarheid van de kosten geldt
voor die voertuigen dus eveneens
een investeringsaftrek.
Daarenboven geldt de beperking
tot 75 procent niet voor dat soort
voertuigen.

Ik beschik niet over gegevens met
betrekking tot het aantal
vennootschappen of rijscholen die
gebruik zouden hebben gemaakt
van de investeringsaftrek,
enerzijds, en van de
aftrekbaarheid van de kosten,
anderzijds.

Ik ben uiteraard bereid te laten
nagaan of andere voorstellen ten
voordele van de rijscholen die
rijopleidingen ten behoeve van
gehandicapte personen
aanbieden, haalbaar en opportuun
zijn.
01.03 Véronique Ghenne (PS): Monsieur le président, je remercie
M. le ministre pour sa réponse. J'entends qu'il existe déjà des règles
particulières. Néanmoins, les écoles de conduite savent-elles qu'elles
peuvent faire appel à cette exonération?

Ce dossier me tenant à coeur, je n'hésiterai pas à revenir sur le sujet.
01.03 Véronique Ghenne (PS):
Er bestaan dus wel bijzondere
regels, maar ik vraag me af of de
rijscholen wel weten dat ze recht
hebben op zo een vrijstelling. Ik
zal hierop terugkomen.
Het incident is gesloten.
CRIV 51
COM 978
30/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
L'incident est clos.
02 Samengevoegde vragen van
- de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "het inkohieren van
personenbelasting zonder verzending van aanslagbiljetten" (nr. 11817)
- de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "het versturen
van aanmaningsbrieven zonder aanslagbiljet" (nr. 11853)
02 Questions jointes de
- M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'enrôlement de l'impôt des
personnes physiques sans envoi des avertissements-extraits de rôle" (n° 11817)
- M. Hagen Goyvaerts au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'envoi de mise en
demeure avant celui de l'avertissement-extrait de rôle" (n° 11853)
02.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, de commissieleden zullen zich nog wel herinneren dat zich
vorig jaar problemen voordeden in verband met de verzending van de
aanslagbiljetten. We hadden het toen over de verdwenen
aanslagbiljetten. Een aantal commissieleden, waaronder de voorzitter,
was ook het slachtoffer van die situatie. Toen werden meer dan
100.000 aanslagbiljetten niet verzonden ondanks het feit dat de
inkohiering was gebeurd.

U hebt ons toen gezegd dat het een eenmalig incident was. We
stellen nu echter vast dat hetzelfde fenomeen zich opnieuw voordoet.
Ik heb persoonlijk kennis van gevallen in de provincies Limburg en
Vlaams-Brabant, waarbij de inkohiering gebeurde, terwijl er geen
aanslagbiljet werd verzonden. Op basis van de informatie waarover ik
beschik, gaat het vermoedelijk om kohieren die uitvoerbaar werden
gesteld in februari 2006.

Mijnheer de minister, ik had daarover graag wat toelichting gekregen
van u. Over hoeveel belastingplichtigen gaat het? Is het een eenmalig
probleem met betrekking tot de maand februari of hebt u vastgesteld
dat hetzelfde probleem zich ook voordeed voor de maanden maart en
april? Wat is de oorzaak van het probleem? Hoe wordt het verholpen?
Wat impliceert het voor de bezwaartermijn voor de betrokken
belastingplichtigen?
02.01 Carl Devlies (CD&V): L'an
passé, plus de 100.000
avertissements-extraits de rôle
n'ont pas été envoyés. Le ministre
a déclaré à l'époque qu'il s'agissait
d'un incident unique mais, cette
année encore, le fisc procède
manifestement à l'enrôlement des
impôts alors que les
avertissements-extraits de rôle
n'ont pas été envoyés.

Il s'agit probablement de rôles
déclarés exécutoires en février
2006.

Combien de contribuables ont été
victimes de cet incident? Quelle
est la cause du problème? Quand
le délai de réclamation
commence-t-il à courir pour ces
contribuables?
02.02 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik
weet niet of u niet stilaan moedeloos wordt.

Eind april moest u al toegeven dat de belastingaangiften onmogelijk
op tijd konden worden afgeleverd wegens een probleem met de
aanbesteding. Daarna bleek dat het lottoformulier dat het aanslagbiljet
is, meer codes zal bevatten dan vorig jaar. Vorige week kwamen wij
via uw staatssecretaris te weten dat uw paradepaardje Tax-on-web
deze keer niet meer door uw diensten zal worden uitgevoerd, maar
door een privé-firma. Als klap op de vuurpijl krijgen belastingplichtigen
al een aanmaningsbrief met het verzoek om verwijlintresten te
betalen, zonder dat zij een aanslagbiljet ontvingen. Uw diensten zijn
goed bezig.

In het kader van het verhaal dat mijn collega Devlies heeft gedaan in
verband met de aanmaningsbrieven met verwijlintresten, heb ik u een
aantal vragen bezorgd. Ik overloop ze voor de volledigheid van het
verslag. Ten eerste, konden uw diensten reeds achterhalen hoeveel
belastingplichtigen op een onterechte manier werden aangeschreven?
02.02 Hagen Goyvaerts (Vlaams
Belang): Fin avril, le ministre a dû
admettre que les avertissements-
extraits de rôle seraient envoyés
ultérieurement à la suite de
problèmes relatifs à l'adjudication.
Il s'est avéré ensuite que
l'avertissement-extrait de rôle
comprendrait davantage de codes
que l'an passé. Le secrétaire
d'État, M. Jamar, a annoncé
qu'une société privée serait
appelée en renfort pour que le
cheval de bataille du ministre, Tax-
on-web, puisse être opérationnel à
temps. Nous apprenons à présent
qu'un certain nombre de
contribuables ont été invités à
payer des intérêts de retard, alors
qu'ils n'ont pas même reçu leur
30/05/2006
CRIV 51
COM 978
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
Ten tweede, wat is de oorzaak van die manier van handelen?

Ten derde, welke initiatieven werden vanuit uw diensten genomen om
dergelijke fouten in de toekomst te vermijden? Zoals collega Devlies
zegt, gaat het dit keer voornamelijk om gevallen uit Vlaams-Brabant
en Limburg. Dat blijkt ook uit de informatie, die mij bereikt.

Ten vierde, kunnen de betrokken belastingplichtigen tegen de
aanmaningsbrief een bezwaar indienen of zijn zij verplicht de intresten
van 12,58 euro voorafgaand te betalen?
avertissement-extrait de rôle.

Combien de contribuables sont
concernés? À quoi cette erreur
est-elle due? Comment les
services éviteront-ils désormais ce
genre d'erreurs? Les contribuables
concernés peuvent-ils porter
plainte ou sont-ils tenus au
paiement préalable des intérêts?
02.03 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Devlies, u vraagt altijd om sneller te werken. In dit geval is het
misschien te snel gegaan. Ik weet het niet. Wij proberen evenwel om
steeds sneller te werken. Er is misschien een probleem, maar dat ligt
niet bij de FOD Financiën.

Uit een aantal telefonische oproepen die de diensten van de
FOD Financiën hebben ontvangen, blijkt inderdaad dat sommige
belastingplichtigen geen aanslagbiljet zouden hebben ontvangen,
hoewel zij wel een aanmaning tot betaling kregen toegestuurd. Het
aantal belastingplichtigen dat in voornoemde situatie verkeert, kan
niet met zekerheid worden bepaald.

De drukkerij van de FOD Financiën beschikt over een
informaticatoepassing die toelaat de productie te volgen. Voor elk van
de gesignaleerde gevallen bleek uit de toepassing dat wel degelijk
een aanslagbiljet werd gedrukt. Het werd onder omslag gestoken en
opgenomen in het borderel van de op 24 februari 2006 aan De Post
afgegeven stukken.

De bedoelde aanslagbiljetten behoorden uitsluitend tot twee
lotnummers die op de bewuste dag werden verwerkt. In voornoemde
loten zijn ook aanslagbiljetten begrepen waarvan inmiddels is
gebleken dat zij wel degelijk de geadresseerden hebben bereikt. Het
aantal daadwerkelijk betrokken belastingplichtigen is derhalve moeilijk
te determineren en kan enkel na de reactie van de betrokkenen op de
toegezonden aanmaning gebeuren.

Vermits de voormelde toepassing de daadwerkelijke aanmaak en
verwerking van de bewuste aanslagbiljetten aantoont, is de oorzaak
voor het niet ontvangen van het aanslagbiljet door bepaalde
belastingplichtigen moeilijk achterhaalbaar. De oorzaak situeert zich
alvast na het envelopperen van de bewuste aanslagbiljetten en de
verdere verwerking ervan.

Op het moment van verzending van een aanmaning aan de betrokken
belastingplichtige waren er derhalve bij de FOD Financiën geen
elementen die wezen in de richting van een probleem bij de
toezending van de oorspronkelijke aanslagbiljetten. Het is een
normaal proces. Wij stappen naar De Post met de aanslagbiljetten.
Daarna komt er na een bepaalde termijn een aanmaning. Het is
normaal om dat te doen.

In het kader van de verdere automatisering van de drukkerij worden
momenteel besprekingen gevoerd met De Post over vernieuwde
werkwijzen die moeten leiden tot een betere opvolging van de output
van de zendingen, waardoor dergelijke incidenten kunnen worden
02.03 Didier Reynders, ministre:
Des contribuables auraient reçu
une mise en demeure sans avoir
été mis en possession d'un
avertissement-extrait de rôle. Il
nous est impossible de déterminer
le nombre de contribuables
concernés.

Le contrôle des cas signalés a
montré que les avertissements-
extraits de rôle avaient
effectivement été imprimés. Ils
faisaient partie de deux lots
délivrés à La Poste le 24 février
2006. Ces lots comprenaient
également des avertissements-
extraits de rôle qui, entre-temps,
ont été délivrés au destinataire. Il
est difficile de déterminer la cause
de la non-délivrance de certains
avertissements-extraits de rôle
mais le
problème s'est
manifestement produit après le
traitement des documents par le
SPF Finances. Au moment de
l'envoi d'une mise en demeure par
le SPF Finances, aucun problème
n'avait encore été signalé à propos
des avertissements-extraits de
rôle.

Dans le cadre de l'automatisation
de l'imprimerie, des discussions
sont en cours avec La Poste à
propos de nouvelles méthodes de
travail destinées à permettre un
meilleur suivi des envois et à
prévenir ainsi de tels incidents.

Les contribuables concernés
peuvent s'adresser au bureau de
recettes, qui leur fournira alors un
nouvel avertissement-extrait de
rôle. La date de cette notification
fera courir les nouveaux délais de
réclamation et de paiement.
CRIV 51
COM 978
30/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
voorkomen of ten minste preciezer kunnen worden afgelijnd.

Belastingplichtigen die in het geval verkeren, kunnen zich richten tot
het ontvangkantoor dat vermeld staat op de aanmaning. Er zal hun
dan een nieuw aanslagbiljet worden bezorgd en de datum van die
kennisgeving wordt dan het vertrekpunt voor enerzijds de
bezwaartermijn en anderzijds voor een nieuwe betaaltermijn.
Wanneer de betaling vóór de nieuwe vervaldag geschiedt, zijn er
uiteraard geen intresten verschuldigd.

Er zijn inderdaad enkele gevallen, maar ik herhaal dat het probleem
zich pas voordoet buiten de FOD Financiën. Misschien lag de oorzaak
bij De Post. Wij hebben de belastingplichtigen echter al meer
informatie gestuurd.
02.04 Carl Devlies (CD&V): Ik stel vast dat het incident niet identiek
is aan het incident van vorig jaar, toen er wel degelijk een probleem
was met de verzending bij de FOD Financiën zelf. Er zijn blijkbaar
aanslagbiljetten gedrukt, die in enveloppen werden gestopt, waarna
ze bij De Post werden afgegeven. Het probleem situeert zich dus
vermoedelijk bij De Post. Laten we hopen dat het eenmalige
incidenten zijn, die beperkt zullen blijven tot de zendingen van de
maand februari en dat er zich geen gelijkaardige problemen zullen
voordoen voor de volgende maanden.

Wat betreft uw reactie ten opzichte van individuele belastingplichtigen,
inzake de bezwaartermijnen en dergelijke meer, denk ik dat uw
houding correct is.
02.04 Carl Devlies (CD&V): Le
problème n'est donc pas le même
que celui qui s'est posé l'an
dernier et qui
concernait
l'expédition par le SPF Finances. Il
faut espérer qu'il ne s'agit que des
avertissements-extraits de rôle
envoyés en février. Le ministre agit
correctement à l'égard des
contribuables concernés.
02.05 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik
was aanvankelijk van mening dat er een probleem was inzake
synchronisatie tussen de verschillende diensten. Uit het antwoord van
de minister blijkt dat dat niet zo is. Anderzijds vreesde ik ook dat het
de fout van de oppositie was als daarover vragen zouden worden
gesteld.

Het probleem zit blijkbaar dan toch bij De Post. Ik kan best aannemen
dat men op dat vlak het een en ander moet herbekijken. Wat mij wel
enigszins verbaast, is het feit dat men de loten die naar De Post zijn
gegaan, kan identificeren, maar dat men niet kan zeggen hoeveel
belastingplichtigen een aanmaningsbrief hebben gekregen zonder
aanslagbiljet, ondanks dat beide loten bekend zijn. Dat is misschien
een te technisch detail dat mij nu ontsnapt.

Ik hoop alleszins dat het incident zich niet meer herhaalt.
02.05 Hagen Goyvaerts (Vlaams
Belang): Je pensais initialement
que le problème se situait au SPF
Finances mais il s'avère à présent
qu'il se situe au niveau de La
Poste. Je suis étonné que le SPF
Finances soit en mesure
d'identifier les lots qui posent
problème mais ne puisse chiffrer
le nombre d'avertissements-
extraits de rôle concernés.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de M. Éric Massin au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'application des
articles 334 à 338 de la loi-programme du 27 décembre 2004 par l'administration de la TVA au crédit
TVA dégagé par les opérations de faillite" (n° 11822)
03 Vraag van de heer Éric Massin aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
toepassing door de Administratie van de BTW van de artikelen 334 tot 338 van de programmawet van
27 december 2004 op het BTW-tegoed dat na faillissementsverrichtingen ontstaat" (nr. 11822)
03.01 Éric Massin (PS): Monsieur le président, monsieur le vice-
premier ministre, l'administration des Finances estime pouvoir
03.01 Éric Massin (PS): De
administratie van Financiën meent
30/05/2006
CRIV 51
COM 978
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
appliquer les articles 334 et 338 de la loi-programme de 2004 au
crédit de TVA dégagé par les opérations de faillites, ce que prévoient
ces deux articles.

En effet, l'article 334 de la loi-programme prévoit l'affectation sans
formalité de toute somme à restituer ou à payer à un redevable par le
fonctionnaire compétent en paiement de toute somme due et non
contestée et ce, même en cas de situation de concours. L'application
de cette disposition a donc pour conséquence, dans la pratique, que
tout crédit d'impôt dont bénéficierait une société ou un commerce en
faillite pourrait être imputé sur d'autres impôts dus.

Deux questions semblent être soulevées dans le cadre de
l'application de ces articles par votre administration, questions qui
proviennent de curateurs de faillites.

L'application faite par l'administration fiscale de l'article 334 de la loi-
programme n'entre-t-elle pas en contradiction avec différentes lois
spéciales, notamment la loi hypothécaire et celle sur le gage sur
fonds de commerce relativement au droit des créanciers spéciaux
quant à la distribution du produit d'actif réalisé, spécifiquement en cas
de situation de concours?

N'y a-t-il pas lieu d'y voir la création d'un super-privilège au profit de
l'administration fiscale qui serait en contradiction avec les règles
applicables en cas de situation de concours et avec le principe
d'égalité entre créanciers inhérent à ces situations?

Voilà pour ce que l'on appelle les dettes dans la masse.

Il y a également ce que l'on appelle les dettes de la masse, c'est-à-
dire suite aux opérations. L'administration fiscale étend l'application
de l'article 334 au crédit de TVA dégagé par les opérations de faillite
en tant que telles. Cette extension est-elle légalement suffisamment
justifiée dès lors qu'elle crée une compensation automatique au profit
de l'administration fiscale? En matière de compensation légale, il y a
des règles strictes à respecter.

N'y a-t-il pas lieu de constater aussi que l'administration effectue une
interprétation erronée des dispositions de la loi-programme dans
l'affectation du crédit d'impôt, partant du constat que s'il est bien
acquis que la masse faillie reste assujettie à la TVA pour les
opérations de liquidation, elle constitue néanmoins une entité juridique
distincte de celle constituée par la société ou le commerçant failli?

Je vous remercie de vos réponses qui, je le suppose, seront quelque
peu techniques.
dat de artikelen 334 en 338 van de
programmawet van 2004
toepasbaar zijn op het btw-tegoed
dat na faillissementsverrichtingen
ontstaat.

Artikel 334 van de programmawet
bepaalt immers dat elke som die
aan een belastingschuldige moet
worden teruggegeven of betaald
door de bevoegde ambtenaar
zonder formaliteit kan worden
aangewend ter betaling van elke
verschuldigde en niet betwiste
som, zulks zelfs in geval van
samenloop. De toepassing van die
bepaling heeft dus tot gevolg dat
elk belastingkrediet waarop een
gefailleerde vennootschap of
handelaar recht heeft, in mindering
kan worden gebracht van andere
verschuldigde belastingen.

Is de toepassing die de
administratie van artikel 334 van
de programmawet maakt niet
strijdig met verschillende
bijzondere wetten, meer bepaald
met de hypotheekwet en met de
wet betreffende het pandrecht op
een handelszaak wat het recht van
de bijzondere schuldeisers met
betrekking tot de verdeling van het
actief betreft, meer bepaald in het
geval van samenloop?

Wordt hier ten voordele van de
belastingadministratie geen
supervoorrecht in het leven
geroepen, dat in strijd is met de
regels die in het geval van
samenloop van toepassing zijn en
met het beginsel van gelijkheid
tussen de schuldeisers dat in
dergelijke gevallen geldt?

De belastingadministratie breidt de
toepassing van artikel 334
overigens uit tot het btw-tegoed
dat ontstaat na de
faillissementsverrichtingen als
dusdanig. Wat is de wettelijke
grondslag van zo een uitbreiding,
die tot een automatische
compensatie ten voordele van de
belastingadministratie leidt?

Bezondigt de belasting-
CRIV 51
COM 978
30/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
administratie zich niet aan een
onjuiste interpretatie van de
bepalingen van de programmawet
bij de aanwending van het
belastingkrediet? Hoewel vaststaat
dat de failliete boedel voor de
vereffeningsverrichtingen aan de
btw onderworpen blijft, gaat het
immers hoe dan ook om een
juridische entiteit die losstaat van
de gefailleerde vennootschap of
handelaar.
03.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, monsieur
Massin, je ferai ici surtout allusion à l'intention du législateur - il ne
s'agit donc pas de renseignements techniques puisqu'ils sont le
résultat de la volonté du Parlement - et aux décisions de la Cour
d'arbitrage.

Conformément aux dispositions reprises en son 1
er
alinéa, l'article 334
de la loi-programme du 27 décembre 2004 instaure une figure
juridique sui generis en ce qui concerne toute somme à restituer ou à
payer à un redevable dans le cadre de l'application des dispositions
légales en matière d'impôt sur les revenus et de taxes y assimilées,
de taxes sur la valeur ajoutée ou, en vertu des règles de droit civil,
relatives à la répétition de l'indu.

Le 2
ème
alinéa de l'article 334 stipule en plus que les dispositions
mentionnées au 1
er
alinéa restent applicables en cas de saisie, de
cession, de situation de concours ou de procédure d'insolvabilité.
L'intention du législateur est donc manifestement d'appliquer cette
figure juridique sur toute somme à restituer ou à payer à un redevable
et qui répond aux conditions fixées au 1
er
alinéa, quelle que soit la
phase de la procédure de faillite durant laquelle une telle somme doit
être restituée ou payée. Le législateur a ainsi expressément voulu, en
ce qui concerne l'application de cette figure de droit, qu'aucune
différence ne puisse être faite entre la période préalable au jugement
de faillite, la période allant du jugement de faillite à la clôture des
opérations de la faillite et la période postérieure au jugement de
clôture des opérations de la faillite. En plus, à la suite de deux
questions préjudicielles, la Cour d'arbitrage s'est prononcée
positivement sur la compatibilité avec les articles 10 et 11 de la
Constitution de l'article 334, alinéa 2 de la loi-programme du
27 décembre 2004 en ce qu'il permet, dans le cadre de l'application
de cet article, la compensation des créances fiscales nonobstant
l'existence d'une situation de saisie, de cession, de concours ou de
procédure d'insolvabilité.

Je reconnais que, sur un point, l'extension dont vous parlez repose
sur l'analyse de l'intention manifeste du législateur dans la rédaction
des deux alinéas. Mais pour ce qui concerne la compatibilité avec
l'ordre juridique interne et, en particulier, l'égalité dans le cadre des
articles visés de la Constitution, la Cour d'arbitrage s'est prononcée
formellement dans des arrêts que je tiens à votre disposition.
03.02 Minister Didier Reynders:
Ik zal vooral zinspelen op de
intenties van de wetgever en de
beslissingen van het Arbitragehof.

Bij de bepalingen van artikel 334,
eerste lid van de programmawet
van 27 december 2004 wordt een
rechtsfiguur sui generis ingesteld
met betrekking tot sommen die
aan een belastingschuldige
moeten worden teruggegeven of
betaald in het kader van de
toepassing van de wettelijke
bepalingen inzake de
inkomstenbelastingen en de
ermee gelijkgestelde belastingen,
de belasting over de toegevoegde
waarde of krachtens de
bepalingen van het burgerlijk recht
met betrekking tot de
onverschuldigde betaling.

Artikel 334, tweede lid bepaalt
voorts dat het eerste lid van
toepassing blijft in geval van
beslag, overdracht, samenloop of
een insolvabiliteitsprocedure. De
wetgever wil dus duidelijk dat die
rechtsfiguur geldt voor alle aan
een belastingschuldige terug te
geven of te betalen sommen die
aan
de voorwaarden zoals
bepaald in het eerste lid van artikel
334 voldoen, ongeacht het
stadium van de
faillissementsprocedure waarin de
som teruggegeven of betaald moet
worden.

De wetgever zegt daarmee
uitdrukkelijk dat er geen
onderscheid gemaakt mag worden
tussen de periode vóór het
faillissement wordt uitgesproken,
30/05/2006
CRIV 51
COM 978
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
de periode tussen het
faillissementsvonnis en de sluiting
van de verrichtingen van het
faillissement en de periode na de
sluiting van de verrichtingen van
het faillissement.

Naar aanleiding van twee
prejudiciële vragen heeft het
Arbitragehof zich positief
uitgesproken over de
verenigbaarheid van artikel 334,
tweede lid van de programmawet
van 27 december 2004 met de
artikelen 10 en 11 van de
Grondwet, omdat fiscale
vorderingen dankzij de toepassing
van voormeld artikel 334 ook in
geval van beslag, overdracht,
samenloop of een
insolvabiliteitsprocedure kunnen
worden gecompenseerd.

Ik geef toe dat de verruiming
waarover u het heeft in zeker
opzicht berust op de analyse van
de duidelijke intentie die de
wetgever had bij het opstellen van
het eerste en tweede lid van artikel
334.

Over de verenigbaarheid met de
interne rechtsorde heeft het
Arbitragehof zich formeel
uitgesproken in een aantal
arresten, die ik u graag ter
beschikking stel.
03.03 Éric Massin (PS): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour sa réponse.

Monsieur le vice-premier ministre, je connais bien l'intention du
législateur puisque j'ai participé aux débats.
03.04 Didier Reynders, ministre: (...)
03.05 Éric Massin (PS): Vous pouviez le dire! On peut reconnaître
les éléments objectifs et la réalité des choses sans pour autant ne
pas admettre que certaines questions peuvent se poser à un moment
ou un autre.

Je comprends votre explication. Je n'ai pas envie d'entrer dans des
débats d'argutie juridique. Ce n'est ni le lieu, ni le moment.
Néanmoins, je souhaite revenir sur deux éléments.

Premièrement, je peux comprendre que l'analyse juridique de
l'administration ne soit pas tout à fait la même. Cela ne signifie pas
que cela empiète sur les questions préjudicielles qui ont été posées à
03.05 Éric Massin (PS): Vanuit
juridisch oogpunt wordt een
onderscheid gemaakt tussen
verrichtingen die voor en na het
faillissement plaatsvinden.
Enerzijds, voor wat de
verrichtingen volgend op het
faillissement betreft, kan ik
begrijpen dat de
belastingadministratie ervan
uitgaat dat ze over een
belastingkrediet beschikt en de
CRIV 51
COM 978
30/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
la Cour d'arbitrage sur la compatibilité avec les articles 10 et 11 de la
Constitution. Il n'empêche qu'en cas de faillite (situation particulière
parmi toutes les situations de concours), on distingue juridiquement
les opérations antérieures et postérieures à la faillite.

Pour les opérations postérieures à la faillite, j'admets que
l'administration fiscale considère qu'elle a un crédit d'impôt provenant
de ces opérations et applique les règles de la compensation légale.
Toutefois, pour ce faire, il faut respecter les règles strictes du Code
civil. Or, les conditions de l'article 334, §1 ne me semblent pas être
constitutives de l'applicabilité des règles de la compensation légale. Il
ne s'agit pas d'un problème d'intention du législateur mais d'un
problème d'application purement juridique de règles.

Deuxièmement, j'aborde maintenant une situation quelquefois
paradoxale pouvant se produire postérieurement à la faillite. D'une
part, le curateur a effectué des opérations, à savoir la vente de l'actif,
sur lesquelles il doit payer la TVA ­ nous sommes bien d'accord sur
ce point ­ et, d'autre part, il a dû recourir à un comptable, à un expert
et peut donc récupérer la TVA sur ces opérations.

Il est tout à fait correct qu'il y ait compensation ­ c'est ce qui se faisait
auparavant entre la TVA à payer et la TVA à récupérer sur les
opérations de la faillite proprement dite ­, mais il n'en reste pas moins
vrai que, compte tenu des règles qui lui sont applicables par la loi sur
les faillites, le curateur est obligé de tenir compte de cette TVA pour
effectuer sa répartition. Il l'a en effet avancée en se basant sur le
produit de la vente des actifs de la faillite. Si l'administration de la TVA
effectue la compensation, le curateur est dans l'impossibilité de verser
entre les mains du gagiste sur fonds de commerce qui, lui, bénéficie
d'un privilège spécial sur, par exemple, 50% du stock. In casu, nous
constatons la violation manifeste de principes juridiques qui sont la loi
hypothécaire et la loi relative au gage sur fonds de commerce.

Le problème réside dans la confrontation et l'applicabilité de ces
différentes lois d'ordre public. C'est la raison de mes questions, car
malgré tout, juridiquement, tous les problèmes ne sont pas
entièrement vidés. Il appartiendra au curateur de demander
d'éventuelles précisions lorsqu'il sera question d'une répartition
d'actifs à la Cour d'arbitrage.
regels inzake de wettelijke
compensatie toepast. Ze moet
echter ook de strikte bepalingen
van het Burgerlijk Wetboek
naleven. De voorwaarden van
artikel 334, § 1 lijken me echter
niet van toepassing op het stuk
van de wettelijke compensatie.

Anderzijds is het correct dat er een
compensatie gebeurt tussen de
btw die door de curator op de
verkoop van de activa
verschuldigd is en de btw die hij
ingevolge de inschakeling van een
boekhouder moet recupereren.
Indien de administratie echter tot
de compensatie overgaat, kan de
curator, die rekening moet houden
met de te verdelen btw die hij heeft
voorgeschoten, onmogelijk een
uitbetaling doen in handen van de
pandhouder op een handelszaak,
die een speciaal voordeel geniet.
We stellen dan ook een flagrante
inbreuk op de hypotheekwet en de
wet inzake het pandrecht op een
handelszaak vast.

Het probleem heeft te maken met
de tegenstrijdigheid en de
toepasbaarheid van deze diverse
wetten van openbare orde. De
curator zal eventueel bijkomende
informatie moeten vragen aan het
Arbitragehof in geval van verdeling
van de activa.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Samengevoegde vragen van
- de heer Luk Van Biesen aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
berekeningswijze van de aftrek voor enige woning in de belastingaangifte 2006" (nr. 11823)
- mevrouw Marleen Govaerts aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de aangifte
van de lening enig woonhuis in de nieuwe aangifte personenbelasting voor het aanslagjaar 2006,
inkomsten 2005" (nr. 11854)
04 Questions jointes de
- M. Luk Van Biesen au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le mode de calcul de la
déduction pour habitation unique dans la déclaration fiscale 2006" (n° 11823)
- Mme Marleen Govaerts au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la déclaration de
l'emprunt relatif au logement d'habitation unique dans la nouvelle déclaration à l'impôt des personnes
physiques pour l'exercice d'imposition 2006, revenus 2005" (n° 11854)
04.01 Luk Van Biesen (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de 04.01 Luk Van Biesen (VLD): Le
30/05/2006
CRIV 51
COM 978
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
vice-eerste minister, sta mij toe even vrij technisch te worden tijdens
dit gesprek. Normaal gezien zou men verwachten dat dit het voorwerp
kan uitmaken van een schriftelijke vraag, maar gelet op het feit dat
deze thematiek de fiscale wereld toch sterk bezighoudt, in die zin zelfs
dat de Fiscoloog ­ toch niet het minste tijdschrift ­ de vier eerste
pagina's aan deze problematiek wijdt, stel ik ze mondeling. We zitten
met een essentieel probleem met betrekking tot de juiste invulling en
juiste berekening van de aanslagbiljetten voor de aangiften die men
nu aan het voorbereiden is.

Ik zal u allen trachten te overtuigen van de gerezen problematiek. De
fiscale behandeling van hypothecaire leningen werd grondig hervormd
ingevolge de programmawet van 27 december 2004. Die beslissing is
een uitvoering van de federale regeringsverklaring van 14 juli 2003,
waarin de federale overheid zich engageerde om de
personenbelasting drastisch te vereenvoudigen.

Dezer dagen ontvangen de belastingplichtigen hun aangifteformulier
in de personenbelasting voor het aanslagjaar 2006, voor de
inkomsten uit het jaar 2005. Velen komen evenwel tot de conclusie
dat de fiscale aangifte van de hypothecaire leningen hoegenaamd niet
echt vereenvoudigd is, maar een ingewikkelde reeks van bewerkingen
vereist. In de toelichting bij deel I van de aangifte in de
personenbelasting worden op de bladzijden 52 tot 56 de regels
uiteengezet over de wijze waarop de aftrek voor enige woning moet
berekend worden voor hypothecaire leningen gesloten vanaf
1 januari 2005. Deze berekening gebeurt in vijf stappen, die men als
volgt kan samenvatten.

Stap 1: Tel interesten en kapitaalaflossingen samen. Samen belaste
echtgenoten die samen een lening hebben aangegaan en waarvan
slechts een van beiden recht heeft op aftrek voor enige woning,
vermenigvuldigen het totaal van de kapitaalaflossingen en intresten
met een breuk waarvan de teller gelijk is aan het deel in de lening van
de partner die wel recht heeft en de noemer gelijk is aan het aandeel
van de beide echtgenoten samen. In de meeste gevallen zullen
kapitaalsaflossingen en intresten herleid worden tot de helft.

Stap 2: Voeg het totaal bedrag van de in 2005 betaalde
verzekeringspremies toe aan het vorig bedrag. Ik neem aan dat voor
samen belaste echtgenoten waarvan slechts een van beiden recht
heeft op de aftrek voor enige woning, de persoon die er recht op heeft
de verzekeringspremie vermeldt die hij heeft betaald.

Stap 3: Beperk het resultaat van stap 2, in voorkomend geval per
echtgenoot of partner tot 2.490 euro of 2.550 euro als men op 1
januari 2006 3 of meer kinderen ten laste had.

Stap 4: Samen belaste echtgenoten en wettelijk samenwonenden die
beiden recht hebben op de aftrek voor enige woning mogen hun
gezamenlijk resultaat van de derde stap vrij onder elkaar verdelen,
met dien verstande dat er aan elke echtgenoot of partner tenminste
15% van het resultaat wordt toegewezen en het maximum van 2.490
euro of 2.550 euro bij geen van beiden mag worden overschreden.
Wanneer slechts een van beiden samen belaste echtgenoten recht
heeft op de aftrek voor enige woning moet hij het resultaat van de
derde stap beperken tot 85%. De overige 15% mag niet aan de
andere echtgenoot worden toegewezen. Kortom, het in de wet
traitement fiscal des prêts
hypothécaires a été profondément
modifié par la loi-programme du
27 décembre 2004. Mais force est
de constater qu'il n'est nullement
question dans la notice explicative
jointe à la déclaration pour
l'exercice d'imposition 2006 d'une
simplification mais plutôt d'un
calcul très complexe en cinq
étapes.

Il convient tout d'abord
d'additionner les intérêts et les
amortissements en capital. Ce
montant est ramené à la moitié
lorsqu'un seul des partenaires
peut prétendre à la déduction. Il
faut ensuite ajouter les primes
d'assurance versées en 2005. Le
résultat est plafonné à 2.490 euros
par conjoint ou à 2.550 euros
lorsque trois enfants ou plus sont
à charge. Les conjoints imposés
ensemble et les cohabitants
légaux qui ont tous deux droit à la
déduction pour habitation unique
peuvent ensuite librement répartir
le résultat entre eux, à la condition
d'attribuer une proportion minimale
de 15% à chaque partenaire et de
ne pas dépasser le maximum de
2.490 ou 2.550 euros par
partenaire. Lorsqu'un seul
partenaire peut prétendre à la
déduction pour habitation unique,
le montant maximal de 2.490 ou
2.550 euros, ou le montant effectif,
est limité à 85%. En fin de compte,
les rubriques 1370/1371 et
2370/2371 peuvent alors être
complétées.

Un amendement de M. Tommelein
à la loi-programme a modifié
l'article 105 du CIR, qui accordait
clairement une exception à la
répartition 50/50 entre conjoints
pour permettre l'obtention d'un
avantage fiscal plus important. Cet
avantage n'est toutefois plus
possible pour les conjoints qui ont
contracté un emprunt ensemble
pour une habitation unique
commune mais dont un des deux
ne peut prétendre à la déduction.

Si deux conjoints ont contracté
CRIV 51
COM 978
30/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
ingeschreven bedrag van ten hoogste 2.490 euro of 2.550 euro
waarop iedere belastingplichtige recht heeft wordt beperkt tot 85%.
Wordt dit bedrag niet bereikt, dan worden de werkelijk betaalde
bedragen die overeenstemmen met zijn aandeel in de lening beperkt
tot 85%.

Stap 5: Vul de rubrieken 1370/1371 en 2370/2371 in.

Via een amendement van de heer Tommelein op de voornoemde
programmawet werd het artikel 105 van het WIB 1992 gewijzigd.
Krachtens het eerste lid van dit artikel worden, wanneer een
gemeenschappelijke aanslag wordt gevestigd, de aftrekken vermeld
in artikel 104 als volgt aangerekend. Eerst wordt de aftrek vermeld in
artikel 104, 9° aangerekend volgens de verdeling die de
belastingplichtigen kiezen binnen de in artikel 115, eerste lid, zesde
paragraaf en artikel 116 vermelde begrenzing voor zo ver die
verdeling er niet toe leidt om in hoofde van een van de
belastingplichtige minder dan 15% van de aftrekbare sommen aan te
rekenen.

Het is duidelijk dat artikel 105 een uitzondering toestaat op de 50/50-
verdeling tussen gehuwden om een hoger belastingvoordeel te
kunnen bekomen. Dit voordeel verdwijnt evenwel voor gehuwden die
samen een lening hebben afgesloten om de gemeenschappelijke
enige woning te verwerven en waarvan een partij geen recht heeft op
die aftrek.

Mijnheer de minister, graag kreeg ik antwoord op volgende vragen.

Ten eerste, stel het geval van een gemeenschappelijke aanslag,
gemeenschappelijke eigendom van de echtgenoten, samen hebben
ze 50/50 geleend, samen betalen ze 3.000 euro aan intresten en
kapitaalaflossingen. Een van hen heeft geen recht op de aftrek enige
woning.

Volgens de toelichting bij de aangifte, wordt in stap 1 het bedrag
herleid tot de helft. In hoofde van de echtgenoot die recht heeft op
aftrek heeft, blijft 1.500 euro ter beschikking.

Stappen twee, drie en vier moeten in dit geval niet worden berekend.
Stap vijf beperkt het bedrag tot 85% of 1.275 euro.

Artikel 105 zou evenzeer als volgt kunnen worden geïnterpreteerd. De
echtgenote die recht op aftrek heeft, beperkt het bedrag van 3.000
euro tot 85% of 2.550 euro, een bedrag dat nog verder wordt beperkt
tot 2.490 euro of beperkt men het bedrag van 2.490 euro tot 85%,
zijnde 2.116,5 euro? Kan de minister meedelen wat de correcte
berekeningswijze is?

Ten tweede, stel het geval van een gemeenschappelijke aanslag. De
echtgenoten zijn gehuwd onder het stelsel scheiding van goederen.
Een hypothecaire lening werd voor 100% afgesloten door de
echtgenoot die eigenaar is van de enige en eigen woning. In dit geval
is er geen sprake van enige verdeling en is artikel 105 in principe niet
van toepassing. Uit de toelichting kan echter worden afgeleid dat ook
in dit geval de beperking tot 85% wordt toegepast, hoewel dit
hoegenaamd niet de strekking is van het amendement van de heer
Tommelein en in strijd is met de toelichting die bij de wet staat.
ensemble un emprunt sur lequel
ils ont payé 3.000 euros à titre
d'intérêts et d'amortissements en
capital et qu'un des deux ne peut
prétendre à une déduction, il reste
pour l'autre un montant de 1.500
euros limité à 85% ou 1.275 euros.
L'interprétation de l'article 105
peut toutefois également être que
le conjoint qui a droit à la
déduction peut déduire 3.000
euros, limités à 85% ou 2.550
euros puis à 2.490 euros
maximum. Quel est le mode de
calcul correct?

Si les conjoints sont mariés sous
le régime de la séparation de
biens et qu'un emprunt
hypothécaire a été contracté par
celui qui est propriétaire de
l'habitation unique, une répartition
est exclue et l'article 105 n'est pas
applicable. Selon la notice
explicative, la limitation à 85% doit
pourtant s'appliquer dans ce cas-ci
également, le bénéfice de la
déduction étant dès lors perdu à
raison de 15%, ce qui ne
constituait nullement l'objectif de
l'amendement précité. Le ministre
pourrait-il préciser sur quelle base
légale repose cette pratique?
30/05/2006
CRIV 51
COM 978
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12

Kan de minister bevestigen dat in dit specifieke geval 15% van de
aftrek verloren gaat? Zo ja, kunt u meedelen op basis van welke
wettelijke grondslag u dergelijke maatregelen neemt?
04.02 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, de heer Van Biesen stelt de vraag vanuit de
meerderheid nogal technisch. Ik zal ze, als lid van de oppositie, een
meer politiek tintje geven.

Reeds verschillende keren heb ik de minister gewezen op het
ingewikkelde systeem van de personenbelasting in België. Het
invullen van de aangifte wordt elk jaar moeilijker in de plaats van
eenvoudiger. Zo ook de aftrek enig woonhuis.

De filosofie die aan de basis van de grote belastinghervorming van
2003 ligt, was om elke samenlevingsvorm gelijk te behandelen. In de
nieuwe aangifte wijkt men blijkbaar van dit principe af.

Dit jaar wordt blijkbaar een nieuwe discriminatie ingevoerd in het
nieuwe aangifteformulier. Samen belaste echtgenoten of wettelijk
samenwonenden die beiden recht hebben op aftrek enig woonhuis
mogen elk een percentage aftrekken van minimum 15% a rato van de
voor hen voordeligste situatie.

De aftrek wordt per partner wel beperkt tot een maximum van
2.490 euro of 2.550 euro bij drie of meer kinderen ten laste. Wanneer
slechts een van beide belaste partners recht heeft op aftrek voor
enige en eigen woning moet hij of zij het percentage van het resultaat
van die hele berekening beperken tot 85%. De overige 15% mag niet
aan de andere partner worden toegewezen. Het voordeel dat
artikel 105 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992 toestaat
om af te wijken van de 50/50-verdeling tussen gehuwden en wettelijk
samenwonenden verdwijnt dus voor partners waarvan een van beiden
geen recht heeft op aftrek enige en eigen woning. Een alleenstaande
of een feitelijk samenwonende heeft wel recht op 100% aftrek.

Mijnheer de minister, kunt u bevestigen dat in de nieuwe aangifte
personenbelasting aanslagjaar 2006 inkomsten 2005 de verwerking
van een lening voor enig en eigen woonhuis de gehuwden of wettelijk
samenwonenden, waar maar een van beiden recht heeft op een
aftrek, worden gediscrimineerd ten opzichte van alleenstaanden of
feitelijk samenwonenden? Kunt u ­ hiermee vraag ik een afwijking
van de aangifte - toestaan dat in een dergelijk geval de enige
eigenaar van de enige eigen woning ook de 100% aftrek mag
toepassen zodat er geen 15% verloren gaat?
04.02
Marleen Govaerts
(Vlaams Belang): La réforme
fiscale de 2003 tendait à une
simplification de la déclaration
fiscale et au traitement égal de
toute forme de cohabitation. Cette
année, la déclaration n'est
toutefois guère simple et instaure
même une nouvelle discrimination.
Les conjoints imposés ensemble
ou les cohabitants légaux qui ont
tous deux droit à la déduction pour
habitation unique peuvent chacun
déduire un pourcentage de
minimum 15%. La déduction est
cependant limitée à 2.490 euros
par partenaire ou à 2.550 euros
lorsque trois enfants ou plus sont
à charge. Toutefois, lorsqu'un seul
partenaire peut prétendre à la
déduction, celle-ci est limitée à
85%. L'avantage initialement
accordé par l'article 105 disparaît
donc si l'un des partenaires n'a
pas droit à la déduction, alors que
les isolés ou les cohabitants de fait
conservent le droit à une
déduction de 100%.

Le ministre peut-il confirmer
l'existence de cette discrimination?
Veillera-t-il à ce que le conjoint ou
le cohabitant légal propriétaire
unique d'une habitation unique
puisse conserver le droit à une
déduction intégrale?
04.03 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Van Biesen, mevrouw Govaerts, wanneer verschillende
belastingplichtigen samen een hypothecaire lening hebben
aangegaan voor het verwerven, bouwen, verbouwen of behouden van
een gemeenschappelijke woning, kan elke medeontlener onder de
wettelijke voorwaarden en binnen de wettelijke begrenzingen in
principe aanspraak maken op de intrestaftrek, belastingvermindering
of aftrek enige en eigen woning en dit voor het bedrag van de
werkelijk betaalde intresten en kapitaalaflossingen a rato van zijn
eigendomsaandeel in de woning.
04.03 Didier Reynders, ministre:
Lorsque différents contribuables
contractent ensemble un emprunt
hypothécaire pour une habitation
commune, chaque co-emprunteur
peut prétendre à la déduction pour
l'habitation propre et unique à
concurrence de sa part dans la
propriété de l'habitation. Dans
l'exemple cité, il s'agit d'un
montant déductible de 3.000
CRIV 51
COM 978
30/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
Deze regel is net als in het verleden van toepassing op alle fiscale
voordelen die betrekking hebben op de intresten en
kapitaalaflossingen en heeft het voordeel duidelijk en eenvoudig te
zijn.

Mijnheer Van Biesen, in het door u voorgelegde voorbeeld wordt het
krachtens de artikelen 104-9, 115 en 116 van de WIB92 in beginsel
aftrekbaar bedrag verkregen door de intrest- en kapitaalaflossing ­ in
onderhavig geval gaat het om 3.000 euro ­, te vermenigvuldigen met
ieders aandeel in het onroerend goed ­ in dit geval gaat het om 50%.
Het aldus bekomen bedrag van 1.500 euro zal vervolgens
overeenkomstig artikel 105 bij de echtgenoot die aanspraak maakt op
de aftrek enige en eigen woning ten belope van 85%, zijnde
1.275 euro, in mindering van zijn totaal netto inkomen worden
gebracht. De echtgenoot die geen aanspraak kan maken op de aftrek
enige en eigen woning, zal voor de intrest- en kapitaalaflossingen die
betrekking hebben op zijn aandeel in de woning ­ 50% ­, onder de
voorwaarden en binnen de begrenzingen bepaald in de wet
aanspraak kunnen maken op de intrestaftrek en
belastingvermindering voor langetermijnsparen.

Ik wens er eerst en vooral de aandacht van mevrouw Govaerts op te
vestigen dat het Arbitragehof reeds meerdere malen heeft gesteld dat
het verschil in behandeling tussen echtgenoten en ongehuwd
samenwonenden steunt op het objectieve gegeven dat hun juridische
toestand verschilt, zowel wat betreft de persoonlijke verplichtingen
jegens elkaar als wat betreft hun vermogensrechtelijke toestand. Er
zijn in dat verband twee arresten van 2002. Er is dus geen sprake van
een grondwettelijke discriminatie tussen beide groepen.

Desondanks streeft de regering naar een gelijke behandeling van
gehuwden, samenwonenden en alleenstaanden. Zoals ik reeds
meedeelde tijdens de bespreking in de commissie voor de Financiën
en de Begroting, zullen er natuurlijk steeds bepaalde afwijkingen zijn,
zoals dat bijvoorbeeld het geval is bij het huwelijksquotiënt. Ook de
wettelijke bepaling van artikel 105 is daarvan een voorbeeld.

Artikel 105 bepaalt de volgorde en wijze van aanrekenen van de
krachtens artikel 104 vastgestelde, aftrekbare bestedingen, wanneer
een gemeenschappelijke aanslag wordt gevestigd. De vrije verdeling
van de aftrekbare besteding van de afrek enige en eigen woning mag
er overeenkomstig het tweede lid van artikel 105 niet toe leiden dat in
hoofde van een van de belastingplichtigen minder dan 15% van de
aftrekbare som wordt aangerekend.

Het is, opdat vermeld artikel van toepassing zou zijn, niet vereist dat
beide echtgenoten aanspraak moeten maken op de aftrek voor enige
en eigen woning. Zoals destijds meegedeeld tijdens besprekingen in
de Kamercommissie voor de Financiën en de Begroting is er, indien
een van beide echtgenoten geen bedrag in aftrek mag brengen voor
enige en eigen woning omdat hij/zij een andere woning heeft, in
hoofde van die echtgenoot geen aftrek. Voor de andere echtgenoot
zal de aftrek 85% bedragen. Ik heb de referenties bij van deze
Kamerdocumenten.

Er is een limiet van 15% en niet minder dan die 15%. Zonder vraag
van een van beide partners is er een maximale aftrek van 85%.
euros, multiplié par la part de
chacun, à savoir 50%. Le montant
de 1.500 euros ainsi obtenu sera
déduit à raison de 85% ou 1.275
euros au bénéfice du conjoint qui
peut prétendre à la déduction pour
l'habitation propre et unique. Le
conjoint qui n'a pas droit à cette
déduction pourra prétendre à
raison de 50% à la déduction pour
l'épargne à long terme aux
conditions et dans les limites
définies dans la loi.

La Cour d'Arbitrage a estimé qu'il
existe une différence objective
entre la situation juridique des
conjoints et celle des personnes
isolées et qu'il n'est dès lors pas
question de discrimination. Il
existera donc toujours des
dérogations à l'égard des conjoints
et des cohabitants légaux. L'article
105 en est une autre illustration.

En vertu de cet article, les
contribuables peuvent choisir la
répartition de la déduction pour
habitation unique, pour autant que
cette répartition n'aboutisse pas à
imputer dans le chef d'un des
contribuables moins de 15% des
sommes déductibles. Il n'est pas
requis que les deux partenaires
puissent prétendre à la déduction
pour que cet article soit applicable.
Si l'un des deux partenaires n'a
pas droit à la déduction parce qu'il
possède une autre habitation,
l'autre partenaire ne pourra donc
prétendre qu'à une déduction de
85%.
30/05/2006
CRIV 51
COM 978
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
04.04 Luk Van Biesen (VLD): Ik kan de minister niet bijtreden in zijn
antwoord. Hij zegt dat de 85%-regel van toepassing zou zijn. Het
artikel 105 is anderzijds zeer duidelijk want er staat, ik citeer: "... voor
zover die verdeling er niet toe leidt in hoofde van een van de
belastingplichtigen minder dan 15% van de aftrekbare sommen aan te
rekenen." Er is in dit geval geen verdeling.

Met andere woorden, als er geen verdeling is, kan men toch geen
percentage toepassen dat bij een verdeling van toepassing zou zijn.
Dit is fundamenteel tegenstrijdig met ons belastingsysteem. Ik denk
dat de zienswijze van de administratie op dat vlak fundamenteel in
tegenspraak is met de wetgeving die wij hier te goeder trouw hebben
goedgekeurd.

Om duidelijkheid te krijgen in dit dossier heb ik deze vraag vandaag
opnieuw gesteld. Volgens mij is dit fiscaal niet correct. De wetgeving
geeft blijkbaar toch nog aanleiding tot een verkeerde interpretatie door
de administratie en u volgt uw administratie daarin.

Wij moeten uitgaan van de zienswijze van het artikel 105 zoals het
hier werd goedgekeurd en die zienswijze is duidelijk. De
verantwoording van het amendement is zeer duidelijk, ik citeer: "Om
de gehuwde belastingplichtigen alsnog de mogelijkheid te bieden om
optimaal van het nieuwe systeem gebruik te maken, wordt
voorgesteld artikel 105 zo te herschrijven dat zij de besteding,
bedoeld in de nieuwe bepalingen van het artikel 104.9, over hun
beiden kunnen verdelen volgens hun keuze." Uit de verantwoording
blijkt duidelijk dat het de bedoeling was om de verdeling tussen de
echtgenoten te optimaliseren zodat een van beide echtgenoten zich
desnoods 100% van de aftrekbare som zou kunnen toekennen om
het maximum bepaald in artikel 115 te bereiken.

Zo staat het letterlijk in de verantwoording van het amendement van
de heer Tommelein. Het antwoord dat u vandaag geeft, is daarmee in
tegenspraak. Ik kan als fiscalist geen genoegen nemen met een
beperking van 85% in het voordeel van de echtgenoot. Dat maakt
heel wat aangiften en berekeningen moeilijk. Ik zou graag hebben dat
de minister bij zijn administratie nagaat wat in de verantwoording van
het amendement staat en dit letterlijk neemt. Het kan immers niet dat
men door een louter administratief inzicht mensen 15% van een
aftrekbare som ontneemt.
04.04 Luk Van Biesen (VLD): Ce
calcul n'est pas correct sur le plan
fiscal. Il n'est pas normal qu'un
pourcentage qui n'est d'application
que dans le cas d'une répartition
soit également invoqué lorsqu'il n'y
a pas de répartition. Cette pratique
va totalement à l'encontre de
l'objectif spécifique de
l'amendement, qui visait à
optimiser la répartition entre les
époux. J'insiste pour que le
ministre fasse reconsidérer par
son administration cette limitation
à 85%.
04.05 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik
moet eerst iets rechtzetten. Ik heb nooit beweerd dat er een verschil
zou zijn in de behandeling van gehuwden en wettelijk
samenwonenden. Ik vind dat de alleenwonenden of feitelijk
samenwonenden wel fiscaal worden bevoordeeld. Ik kan daarmee
niet akkoord gaan. Ik vind dat wij het gezin moeten stimuleren en niet
de alleenwonenden, want die kosten de maatschappij veel meer geld.

Ik weet dat gehuwden en wettelijk samenwonenden op dezelfde
manier worden belast. Daarmee heb ik geen problemen. Ik heb
problemen met het feit dat de alleenstaanden en de
eenoudergezinnen worden gestimuleerd. Ik vind dat dit moet worden
ontmoedigd.

Het is fiscaal niet correct dat 15% verloren gaat in sommige gevallen
van wettelijk samenwonenden of gehuwden waar een van beiden
04.05
Marleen Govaerts
(Vlaams Belang): Je n'ai jamais
prétendu qu'il y avait une
différence entre les conjoints et les
cohabitants légaux, mais j'estime
que les personnes isolées sont
avantagées. Il faut, au contraire,
favoriser les ménages. Il est
injuste que 15% de la déduction
tombe ainsi à l'eau. Chaque
couple devrait avoir droit aux
100%.

Le commun des contribuables
devra se faire assister par un
fiscaliste.
CRIV 51
COM 978
30/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
geen recht op die aftrek heeft. Als anderen recht hebben op 100%,
vind ik dat alle koppels op 100% recht zouden moeten hebben, hoe zij
het ook verdelen.

Ik heb al van in het begin gevraagd om het systeem eenvoudiger te
maken. De gewone belastingbetalers moeten een beroep blijven doen
op een fiscalist, die dan ook allerlei bijscholingen moet volgen om op
de hoogte te blijven.
04.06 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, ik zal een
verificatie doen van de verantwoording van het amendement en van
de verklaring die ik in de Kamer heb afgelegd. Ik heb de referentie bij
mij, maar ik zal nog eens nagaan of een integrale aftrek voor een van
de twee echtgenoten mogelijk is.

Ik heb ook de referentie van een duidelijk voorbeeld dat werd
gegeven in de kamercommissie. Ik zal een vergelijking maken en ik
zal een schriftelijk antwoord aan de commissie bezorgen.

Hebt u het hele document?
04.06 Didier Reynders, ministre:
Je vérifierai la justification de
l'amendement et ma déclaration,
mais j'ai ici aussi les références
d'un exemple précis, tout à fait
univoque, cité en commission de
la Chambre.
04.07 Luk Van Biesen (VLD): Mijnheer de minister, u vindt het billijk
dat de optimalisatie van de verdeling wordt beperkt tot 85%? Dat is
uw billijkheidsgevoel.
04.08 Minister Didier Reynders: Daarover was gestemd en ik heb
destijds alle documenten aan de Kamer gegeven. Het is niets nieuw.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "het
federaal administratief centrum te Diest" (nr. 11827)
05 Question de M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le centre
administratif fédéral de Diest" (n° 11827)
05.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de minister, het spijt mij
andermaal te moeten terugkomen op het dossier met betrekking tot
het federaal administratief centrum te Diest. De bevolking van Diest
begrijpt niet dat de restauratie van het gasthuis Sint-Elizabeth zo lang
uitblijft. Men verzoekt mij om dit onderwerp opnieuw ter sprake te
brengen.

In de periode 2000-2003 vond de eerste restauratiefase plaats van
het historisch gasthuis Sint-Elizabeth. Het betreft beschermd
patrimonium uit de zestiende, zeventiende en achttiende eeuw. Sinds
het aantreden van de huidige federale regering, nu bijna drie jaar
geleden, liggen de werken echter stil. Nochtans vond reeds in
september 2004 de aanbesteding van de tweede restauratiefase
plaats voor de binnenafwerking en de plaatsing van elektriciteit en
verwarming van het toekomstig vredegerecht en de huisvesting van
de diensten van de FOD Financiën.

Daarenboven werd er wel verder gewerkt aan de restauratie van de
kapel en de historische apotheek in opdracht van de provincie
Vlaams-Brabant en de stad Diest. Een en ander betekent dat een
derde van dit historisch pand, met name de gerestaureerde kapel en
de apotheek, in 2006 in gebruik wordt genomen door de toeristische
05.01 Carl Devlies (CD&V): La
population de Diest ne comprend
pas pourquoi la restauration de
l'hôpital Sint-Elisabeth se fait tant
attendre.

La première phase de la
restauration s`est déroulée au
cours de la période 2000-2003.
Les travaux ont toutefois été
arrêtés depuis l'arrivée aux
affaires du gouvernement actuel.
L'adjudication pour la finition
intérieure du bâtiment destiné à
héberger la future justice de paix
et les services du SPF Finances a
toutefois déjà eu lieu en
septembre 2004. Les travaux de
restauration de la chapelle et de la
pharmacie historique sont
toutefois poursuivis pour le compte
de la province et de la ville. En
30/05/2006
CRIV 51
COM 978
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
diensten van de provincie Vlaams-Brabant en de stad Diest terwijl de
overige ruimtes, bestemd voor het vredegerecht en de
FOD Financiën, leeg blijven staan.

In het antwoord op mijn meest recente mondelinge vraag hierover van
30 november vorig jaar heeft uw collega Jamar meegedeeld dat de
tweede restauratiefase nog steeds niet werd aangevat bij gebrek aan
de noodzakelijke kredieten. Er werden immers slechts drie van de vier
voorziene investeringsschijven door de Ministerraad goedgekeurd. De
vierde schijf zou naar alle waarschijnlijkheid niet meer worden
vrijgegeven in 2005 en dit schijnt ook niet gebeurd te zijn. In 2004
hebben we een gelijkaardig scenario gekend. Ook toen werden
slechts drie investeringsschijven toegekend. Dit betekent dat een
aantal in 2004 geprogrammeerde werken werd doorgeschoven naar
2005, wat dan weer gevolgen had voor de in 2005 geprogrammeerde
werken. Zo worden die dossiers voortdurend verder uitgesteld.

De tweede restauratiefase werd door dit alles nog niet eens aangevat.
De staatssecretaris stelde in zijn antwoord in november dat de laatste
schijven voor 2006 eerlang opnieuw in aanmerking zouden worden
genomen.

Mijnheer de minister, ten eerste, werden intussen de nodige kredieten
vastgelegd voor het uitvoeren van de tweede restauratiefase? Ten
tweede, klopt het dat men het hele complex wil onderbrengen in de op
te richten bevak?
2006, un tiers du bâtiment abritera
donc les services touristiques
alors que deux tiers resteront
inoccupés.

Dans sa réponse à ma question
orale du 30 novembre 2005,
M. Jamar a affirmé que la
deuxième phase de restauration
ne pouvait commencer, faute de
crédits. Le Conseil des ministres
n'a approuvé que trois des quatre
tranches d'investissement
nécessaires. La quatrième tranche
ne semble en effet plus avoir été
libérée en 2005. Des travaux
programmés en 2004 ont ainsi
également été reportés à 2005.

Les crédits nécessaires à la
réalisation de la deuxième phase
de restauration ont-ils entre-temps
été dégagés? L'objectif consistera-
t-il à regrouper l'ensemble du
complexe dans la sicafi à créer?
05.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Devlies, de investeringsenveloppe liet tot op vandaag niet toe om de
nodige budgetten te reserveren voor dergelijk project. In de twee
vorige jaren werd immers de vierde schijf van de
investeringskredieten niet vrijgegeven, wat een wachtlijst van dossiers
heeft doen ontstaan. Het administratief centrum te Diest werd
opgenomen op de lijst van de naar een vastgoedbevak over te dragen
gebouwen. Deze lijst is thans het voorwerp van een gedetailleerd
onderzoek. Ik heb dus nog geen gedetailleerd antwoord in dit
verband, maar tot nu toe werd het centrum op de lijst geplaatst.
05.02 Didier Reynders, ministre:
Il n'a pas été possible, jusqu'ici, de
réserver les budgets nécessaires.
À cause du blocage de la
quatrième tranche au cours des
deux années précédentes, on a
vu, en effet, se constituer une liste
d'attente de dossiers. Il est très
difficile d'intégrer des dossiers de
quelque importance, comme celui-
ci, dans les crédits disponibles.

Le centre administratif de Diest
figure sur la liste des immeubles à
transférer à la sicafi. Cependant,
cette liste est toujours à l'examen
et je ne puis donc pas donner de
réponse définitive.
05.03 Carl Devlies (CD&V): Ik kan alleen maar vaststellen dat het
antwoord van de minister getuigt van een gebrek aan respect voor de
bevolking van de stad Diest en voor het stadsbestuur van Diest. Het
gaat hier over een historisch pand dat in het commerciële centrum
van de stad ligt. De inplanting van een vredegerecht die reeds lang
werd aangekondigd en de inplanting van de diensten van de FOD
Financiën zijn belangrijk voor het centrum van Diest, net als de
restauratie op zich van dit historisch pand. Ik kan slechts betreuren
dat de normale gang van de werkzaamheden niet wordt
gerespecteerd en dat men het niet opportuun oordeelt hiervoor
kredieten vrij te maken.
05.03 Carl Devlies (CD&V):
Votre réponse témoigne d'un
manque de respect pour les
citoyens et pour le conseil
municipal de Diest. L'implantation
de la justice de paix et du SPF
Finances est importante pour le
centre de Diest, tout comme l'est
la restauration de l'édifice.
CRIV 51
COM 978
30/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
mogelijkheid van elektronische inkohiering" (nr. 11849)
06 Question de M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la possibilité de
procéder à l'enrôlement électronique" (n° 11849)
06.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, wij hebben daarnet nog gesproken over een probleem bij de
verzending van de aanslagbiljetten. Wij stellen vast dat er regelmatig
ook andere discussies zijn over de verzendingen door de FOD
Financiën, zoals de verzendingen van berichten van wijziging. De data
waarop de verzendingen gebeuren, zijn nochtans van bijzonder groot
belang, omdat zij ook de start van de bezwaartermijnen inluiden.

Dergelijke discussies zouden kunnen worden vermeden, indien de
belastingplichtige de optie zou kunnen nemen op een elektronische
inkohiering of een elektronische verzending van het aanslagbiljet of
van het bericht van wijziging.

Ik had graag van de minister vernomen of hij deze mogelijkheid
overweegt. Neemt zijn administratie voorbereidingen in die zin?
06.01 Carl Devlies (CD&V):
L'envoi des avertissements-
extraits de rôle et des avis de
rectification entraîne souvent des
problèmes. Les discussions à
propos de la date de réception, qui
détermine le délai pour
l'introduction des réclamations,
pourraient être évitées si le
contribuable avait la possibilité
d'opter pour l'enrôlement et l'envoi
électroniques de ces documents.

Le ministre envisage-t-il d'offrir
cette possibilité aux contribuables?
L'administration s'applique-t-elle à
la préparation
de telles
procédures?
06.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Devlies, het elektronisch verzenden van het aanslagbiljet is inderdaad
een functionaliteit die in de toekomst door Tax-on-web zou kunnen
worden verzekerd. Het ter beschikking stellen van voornoemde
functionaliteit aan de belastingplichtigen die opteren voor Tax-on-web,
zal afhankelijk zijn van de resultaten van de analyse van de
technische beperkingen en de reglementaire aanpassingen die nodig
zullen zijn. Het wordt misschien mogelijk in de komende jaren.
06.02 Didier Reynders, ministre:
L'envoi électronique de
l'avertissement-extrait de rôle
pourrait être assuré à l'avenir par
tax-on-web. Cela dépendra des
résultats de l'analyse des
contraintes techniques et de la
mise en oeuvre des modifications
réglementaires nécessaires. Une
telle procédure pourra
éventuellement être introduite
dans les années à venir.
06.03 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik stel vast dat de
minister het nut van de procedure inziet, maar nog niet onmiddellijk
kan antwoorden hoe een en ander concreet zal worden aangepakt. Ik
kan hem alleen maar aansporen om op de ingeslagen weg verder te
gaan.
06.03 Carl Devlies (CD&V): Je
constate que le ministre admet
l'utilité d'une procédure d'envoi
électronique, mais il ne dit pas
comment il compte procéder
concrètement. Je l'encourage à
examiner la question plus avant.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "een
mogelijke aftrek voor de optimalisatiekosten" (nr. 11850)
07 Question de M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la déduction
éventuelle pour les frais d'optimisation" (n° 11850)
07.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, wij hebben daarnet in de commissie gediscussieerd over de
07.01 Carl Devlies (CD&V): Lors
d'une précédente réunion de la
30/05/2006
CRIV 51
COM 978
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
aftrek van de lening voor een eigen woning. Wij hebben vastgesteld
hoe complex dit allemaal is. Men heeft in feite nood aan
optimalisatieberekeningsprogramma's om op een gepaste manier
aangifte te kunnen doen. Ik moet u trouwens signaleren dat op dit vlak
ook nog steeds de oude wetgeving bestaat en dat belastingplichtigen
ook kunnen opteren voor die oude wetgeving. Dit betekent dat er
eveneens vergelijkingen moeten worden gemaakt tussen de
voordelen van beide wetgevingen. Kortom, dit is zeer complex.

Wij zijn vragende partij voor een eenvoudige belastingaangifte, maar
alles wordt tot onze spijt steeds maar complexer. Tijdens de vorige
vergadering van de commissie hebben wij vernomen dat uw
administratie enkel een klassiek berekeningsprogramma zal maken.
Dit programma is nog lang niet klaar en daarom wordt er ondertussen
een beroep gedaan op een privé-firma, Kluwer. U heeft echter ook
gezegd dat er helemaal geen optimaliseringsprogramma zal worden
aangeboden door de FOD Financiën.

Ik heb toen gezegd dat ik dit betreur. Dit betekent immers dat de
belastingplichtige verplicht is om een beroep te doen op prive-
berekeningsprogramma's. Iedereen weet dat deze
berekeningsprogramma's niet gratis worden aangeboden. De prijzen
die daarvoor worden gerekend, zijn trouwens aan de hoge kant. U
verplicht de belastingplichtige in feite om een dergelijk
optimaliseringsprogramma aan te kopen ofwel een beroep te doen op
professionele ondersteuning.

In de gegeven omstandigheden lijkt het mij een absoluut minimum te
zijn dat aan de belastingplichtige de kans wordt geboden om de
meeruitgaven, die het gevolg zijn van het in gebreke blijven van de
overheid, in aftrek te brengen. De overheid zou deze programma's
normaal gezien immers gratis ter beschikking moeten stellen aan de
belastingplichtige zodat de modale belastingplichtige zijn aangifte kan
doen zonder externe hulp of zonder optimaliseringsprogramma
waarvoor moet worden betaald.
commission des Finances, nous
avons appris que le SPF Finances
n'élaborerait qu'un programme de
calcul mais ne mettrait pas de
programme d'optimisation à la
disposition des contribuables.
Ceux-ci seront dès lors amenés à
utiliser des programmes de calcul
privés coûteux. Le contribuable
devrait, tout au moins, pouvoir
bénéficier de la déduction des frais
y afférents.
07.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer Devlies, ik ben niet van
plan om specifiek wetgevend advies over een nieuwe aftrek te geven.
Tevens bieden verschillende organisaties of instellingen gratis de
mogelijkheid aan om de personenbelastingen te berekenen met een
optimalisatiemodule. Die programma's en modules zijn van
toepassing op de meerderheid van de belastingplichtigen.

Het is waar dat wij gaan samenwerken met een privé-bedrijf, een
oplossing voor 2006.
07.02 Didier Reynders, ministre:
Je n'ai pas l'intention de prendre
des initiatives législatives.
Plusieurs organisations et
institutions proposent des
programmes de calcul dotés d'un
module d'optimisation. Nous
continuons à chercher une
solution pour 2006, en
collaboration avec une entreprise
privée.
07.03 Carl Devlies (CD&V): Ik blijf betreuren dat de overheid dit niet
zelf gratis aanbiedt. De minister zegt dat een aantal instellingen gratis
berekeningsprogramma's aanbiedt, waaraan ook
optimalisatiemodules verbonden zijn. Ik zou dan wel graag weten
welke modules daarvan overeenkomen met de instructies van de
FOD Financiën? Voor welke van deze optimalisatiemodules kan de
belastingplichtige opteren zonder risico? Kunt u dat meedelen?
07.03 Carl Devlies (CD&V): Je
continue à déplorer que les
autorités ne mettent pas
gratuitement de programme à
disposition.

Quels sont les modules
d'optimalisation de programmes
de calcul privés qui répondent aux
directives du ministère des
CRIV 51
COM 978
30/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
Finances? Le ministre peut-il les
communiquer?
07.04 Minister Didier Reynders: (...)
07.05 Carl Devlies (CD&V): Dat is een kort antwoord. De
belastingbetaler zal het met dat antwoord moeten doen.
07.06 Minister Didier Reynders: Het is zoals bij advocaten. Ik kan
geen lijst met goede en slechte advocaten geven. Ik kan geen lijst
geven van goede en slechte fiscalisten.
07.07 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de minister, u lacht dit weg. Dit
is nochtans essentieel. De belastingplichtige moet een beroep kunnen
doen op een bedrijfszeker optimaliseringsprogramma, dat door de
overheid op basis van de fiscale wetgeving wordt aangeboden. Men
moet daarvan met zekerheid en gratis kunnen gebruikmaken. U zegt
dat er privé modules beschikbaar zijn. U weigert te zeggen welke
privé-optimalisatieprogramma's overeenkomen met de richtlijnen van
de FOD Financiën. Dat is het minimum dat u moet doen.
07.07 Carl Devlies (CD&V): Il est
essentiel que le contribuable
puisse faire gratuitement appel à
un programme sûr. Le ministre ne
précise pas de quels programmes
il s'agit.
07.08 Minister Didier Reynders: Dat is geen taak voor Financiën.
De voorzitter: Ik denk dat het eerder een taak zou zijn voor de
beroepsvereniging van fiscalisten. Ik zie de minister moeilijk, vanuit
een deontologisch standpunt, goede en slechte punten aan privé-
bedrijven geven.
Le président: Un ministre peut
difficilement évaluer des
programmes privés.
07.09 Minister Didier Reynders: Privé-bedrijven, advocaten,
fiscalisten, revisoren.
07.10 Luk Van Biesen (VLD): De beroepsvereniging der fiscalisten
zou dat misschien kunnen doen.
07.11 Minister Didier Reynders: De heer Van Biesen is een zeer
goed parlementslid. Of hij een goed fiscalist is, mag ik niet zeggen.
07.12 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, uw bemerking is
juist. Ik hoor dat graag. Dit ondersteunt des te meer mijn vraag dat de
overheid zelf de nodige middelen ter beschikking stelt opdat de
belastingplichtige op een correcte manier zijn aangifte kan vervullen.
Daarover gaat het. Dat is de essentie.
07.12 Carl Devlies (CD&V) : Il
est dès lors d'autant plus
nécessaire que le gouvernement
mette un programme à disposition.
07.13 Minister Didier Reynders: Sinds wanneer?

Het is een nieuwe vraag van CD&V. Gedurende vele jaren was
daarvan geen sprake....
De voorzitter: Mijnheer Devlies, de overheid kan wel steun bieden aan een beroepsvereniging. Dat is
neutraal. Een minister van Financiën of een ander departement kan evenwel moeilijk specifiek meedelen
welke bedrijven goede of slechte leerlingen zijn.
07.14 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil de puntjes
op de i zetten. Dit is niet nieuw. Dit is herhaaldelijk ter sprake
gekomen in deze commissie. Voor het aanslagjaar 2005 werd in deze
commissie uitdrukkelijk en herhaaldelijk een
optimaliseringsprogramma beloofd. In de loop van september-oktober
07.14 Carl Devlies (CD&V): Un
programme d'optimisation a été
promis pour l'exercice d'imposition
2005 mais l'idée a été
abandonnée lorsqu'il s'est avéré
30/05/2006
CRIV 51
COM 978
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
2005 heeft men vastgesteld dat men niet in staat was om tijdig het
gewone berekeningsprogramma klaar te maken. Daarom heeft men
het optimaliseringsprogramma laten vallen om zich te kunnen
concentreren op het gewone berekeningsprogramma.
que le programme de calcul ne
serait pas prêt à temps.
De voorzitter: Dat is iets anders.
07.15 Carl Devlies (CD&V): Zo is het gegaan.

Voor het aanslagjaar 2006 heeft men opnieuw dezelfde problemen.
Het berekeningsprogramma is niet klaar en men is niet in staat het
optimaliseringsprogramma aan te bieden waarvan men zeer goed
weet dat men het zou moeten kunnen aanbieden. Men was dit
overigens van plan en men heeft dat vorig jaar beloofd. Dat is de kern
van de zaak!
07.15 Carl Devlies (CD&V): Nous
sommes confrontés au même
problème aujourd'hui.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
afbouw van het aantal zitdagen van de regionale belastingsdiensten wegens
personeelsgebrek" (nr. 11852)
08 Question de M. Dirk Claes au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la réduction du
nombre de jours d'ouverture des services de taxation régionaux en raison du manque de personnel"
(n° 11852)
08.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de minister, mij komt ter ore dat
er problemen zijn in verband met de organisatie van de regionale
belastingzitdagen, vooral de zitdagen buiten de belastingkantoren. De
reden zou personeelsgebrek zijn.

Elk jaar moeten wij allemaal onze belastingaangifte invullen. Dat is er
niet eenvoudiger op geworden, zoals we daarnet nog gehoord hebben
in een aantal vragen. Daarom zijn ook de regionale zitdagen van de
belastingkantoren in de verschillende gemeenten van groot belang
voor een grote groep mensen.

Toch moeten wij vaststellen dat er een tendens is om de zitdagen in
de gemeenten en de deelgemeenten veeleer af te bouwen en te
vervangen door zitdagen in de belastingkantoren zelf, zodanig dat de
mensen zich moeten verplaatsen naar die belastingkantoren, naar
aanleiding van een groeiend personeelsgebrek.

Mijnheer de minister, hoe zit het voor bijvoorbeeld de kantoren 1 tot
en met 5 van Leuven met de organisatie van de belastingdagen vanaf
2003? Welke zitdagen worden georganiseerd in het belastingkantoor
zelf en welke buiten het belastingkantoor?

Hoeveel zitdagen zullen er georganiseerd worden, met dezelfde
opsplitsing, dit jaar?

Kunt u verduidelijken waarom de zitdagen in de gemeenten worden
afgebouwd en waarom de zitdagen in het kantoor zelf versterkt
worden of worden uitgebouwd?

Hoe wilt u de minder mobiele bevolking ­ het gaat dikwijls om oudere
mensen en gehandicapten, mensen die minder mobiel zijn en zich
moeilijker kunnen verplaatsen ­ kunnen bereiken, om hen ook
08.01 Dirk Claes (CD&V): De
nombreux citoyens ont besoin
d'assistance pour remplir leur
déclaration fiscale. Cette formalité
n'a en effet pas gagné en
simplicité au cours des dernières
années. D'où l'utilité indéniable
des journées régionales de
permanence organisées par les
bureaux de taxation, lors
desquelles des fonctionnaires
conseillent utilement le
contribuable. À la suite d'une
pénurie croissante de personnel,
on note cependant une tendance à
la baisse progressive du nombre
de ces journées au profit de
l'instauration de permanences au
sein-même des bureaux des
contributions.

Combien de journées de
permanence le bureau de taxation
de Louvain a-t-il organisées
respectivement en 2003, en 2004
et en 2005? Combien de
permanences a-t-on organisées
au bureau central et combien en
dehors de ce dernier? Combien de
journées de permanence prévoit-
on pour cette année?
CRIV 51
COM 978
30/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
effectief bij te staan bij het invullen van de belastingbrief, wat toch ook
een plicht is van de dienst Belastingen, denk ik?

Hoe wordt die gewijzigde opstelling van zitdagen kenbaar gemaakt
aan onze inwoners?

Ik begrijp niet waarom het aanbod van de zitdagen niet als
mededeling bij de belastingbrief gevoegd is. Ik vind dat essentiële
informatie. Vandaag heb ik mijn belastingbrief gekregen, ja,
ongelooflijk, maar waar. Het verbaast mij dat het overzicht van de
zitdagen voor onze gemeente er niet bij zit. Kunt u die kenbaar
maken? Kan dat ook aangekondigd worden via de website, via de
regionale pers en publiciteitsbladen? Wilt u ook investeren in de
bekendmaking van die zitdagen?

Het is niet voldoende zitdagen te organiseren. Ik stel bijvoorbeeld vast
dat er wel zitdagen worden georganiseerd, maar dat die dan wel
laattijdig worden meegedeeld aan de gemeenten. De gemeenten
krijgen die dan niet meer in een informatiebrochure. Er kan dan alleen
nog ergens een affiche worden uitgehangen. Zo is het natuurlijk
gemakkelijk om de regionale zitdagen qua bezetting te doen
verminderen. Er komen natuurlijk minder mensen opdagen. Als de
zitdagen niet bekend zijn; dan kan het niet anders.
Pourquoi réduit-on le nombre de
permanences régionales au profit
de permanences au bureau des
contributions? Cela ne va-t-il pas
poser des problèmes aux
personnes dont la mobilité est
insuffisante pour se rendre elles-
mêmes au bureau? Quelles sont
les autres solutions envisagées
par le ministre?

Comment les contribuables sont-
ils informés des permanences
régionales? Cette offre ne peut-
elle pas être annoncée sur la
feuille d'impôt, sur le site internet
du SPF Finances, dans la presse
régionale ou dans des journaux
publicitaires locaux?
08.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Claes, voor het invullen van hun aangifte in de personenbelasting
kunnen de belastingplichtigen zich steeds begeven naar de
belastingdienst tijdens de openingsuren. De gegevens van de
belastingdienst, alsook de openingsuren staan vermeld op het
aangifteformulier.

Indien gewenst, kan buiten de voormelde openingsuren een afspraak
worden gemaakt. Dit systeem heeft veel succes. Vorig jaar was er
een zeer forse verhoging van het aantal elektronische aangiften, eerst
en vooral door het invullen van een aantal elektronische aangiften
door de ambtenaren. Er is geen probleem in dat verband. Wij
proberen om steeds meer mogelijkheden te geven aan de
belastingplichtigen om hulp te krijgen, bijvoorbeeld ook via een aantal
bussen in verschillende steden en gemeenten en door de
samenwerking met OCMW's, gemeenten en zelfs met grote winkels.

Ik geef u de zitdagen in Leuven. Voor CTK Leuven, controle 1, 2 en 3:
11 zitdagen in 2003, 6 zitdagen in 2004 en 2 zitdagen in 2005. Voor
Leuven 4: 16 zitdagen in 2003, 6,5 in 2004 en 14 in 2005. Voor
Leuven 5: 13 in 2003, 6,5 in 2004 en 6,5 in 2005. Dat betekent 22,5
zitdagen voor het invullen van de aangifte, naast de normale uren. Dat
is bijna een maand. Dat is veel, want er zijn ook nog veel andere
mogelijkheden voor de belastingplichtigen.

Ten dienste staan van de bevolking blijft meer dan ooit een essentiële
opdracht van de administratie. De administratie tracht de kwaliteit van
het onthaal van de belastingplichtigen te verbeteren door hen te
helpen bij het vervullen van hun fiscale verplichtingen, meer bepaald
door hen bij te staan bij het invullen van hun aangifteformulier in de
personenbelasting.

Het organiseren van zitdagen voor het invullen van
aangifteformulieren in de personenbelasting gebeurt ieder jaar in
08.02 Didier Reynders, ministre:
Pendant les heures de bureau, les
contribuables qui souhaitent
bénéficier d'une aide pour
compléter leur déclaration fiscale
peuvent toujours s'adresser au
service des contributions lui-
même. Les informations sur leurs
heures d'ouverture, etc. figurent
sur la déclaration. En outre, les
contribuables peuvent toujours
convenir d'un rendez-vous en
dehors des heures d'ouverture. Et
l'an dernier, dans les bureaux des
contributions, les agents du fisc
ont complété beaucoup de
déclarations en utilisant le service
électronique Tax-on-web.

Dans la région de Louvain, le
nombre de jours de permanence a
évolué comme suit: 40 en 2003,
19 en 2004 et 22,5 en 2005. Il
s'agit de permanences en dehors
des heures normales de bureau.

Les permanences en vue d'aider
des contribuables à compléter leur
déclaration fiscale sont organisées
chaque année en concertation
avec le directeur régional et le chef
des services de taxation
classiques. Dans le cadre de cette
organisation, il est tenu compte
30/05/2006
CRIV 51
COM 978
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
overleg tussen de gewestelijk directeur en de dienstleider van de
klassieke taxatiediensten. Voor het organiseren van dergelijke
zitdagen, wordt onder meer rekening gehouden met de eventuele
moeilijkheden van het publiek om zich naar de taxatiedienst te
verplaatsen, met de plaatselijke mogelijkheden en met het succes dat
die zitdagen gewoonlijk kenden. De bestaande onderrichtingen
schrijven voor dat het aangewezen is om in iedere gemeente ten
minste één zitdag te organiseren op een goed gekende plaats in het
ambtsgebied, bijvoorbeeld een bejaardentehuis.

De voormelde richtlijnen zijn sedert het jaar 2002 ongewijzigd van
toepassing. Wij gaan verder met dezelfde regels voor alle gemeenten
en alle taxatiediensten.

De zitdagen aankondigen via de belastingbrief is om praktische
redenen niet mogelijk voor alle plaatselijke diensten. Om voldoende
publiciteit te geven aan de zitdagen mag de dienstchef alle
gebruikelijke middelen aanwenden om de bedoelde doelgroepen te
bereiken, bijvoorbeeld de regionale pers, aanplakbiljetten en andere
middelen.

Ik herhaal, mijnheer de voorzitter, vorig jaar hadden we nog meer
invullingen van elektronische aangiften door ambtenaren en we gaan
verder langs die weg. Ik sta open voor meer samenwerking met
gemeenten, OCMW's en andere plaatsen om een direct contact te
hebben met belastingplichtigen. Ik herhaal dat dit ook het geval was
met een aantal bussen. Het waren niet de belastingplichtigen die naar
onze taxatiediensten moesten gaan, maar de taxatiediensten kunnen
met de fiscusbus naar de belastingplichtigen gaan. Dat is vorig jaar
gebeurd, zelfs tijdens de staking van sommige regionale of
gewestelijke busmaatschappijen. Zelfs tijdens die stakingen reden
een aantal fiscusbussen.
d'un certain nombre de facteurs
tels que les problèmes de mobilité,
les possibilités locales et le succès
que récoltent généralement ces
permanences régionales. Le but
visé est d'organiser au moins une
permanence dans chaque
commune, de préférence en un
lieu central et aisément
accessible. Voilà ce qui a été
arrêté dans une série de directives
promulguées en 2002.

Pour des raisons pratiques, il est
impossible de préciser les jours de
permanence sur les formulaires de
déclaration. Pour faire connaître
les jours de permanence,
l'administration régionale peut bien
entendu avoir recours à tous les
canaux habituels, par exemple la
presse régionale, des affiches, etc.
Je souligne par ailleurs le succès
grandissant du bus du fisc qui se
rend dans les communes.
08.03 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de minister, ik wil er toch op
wijzen dat het aantal zitdagen in Leuven bijvoorbeeld van 41 naar
22,5 is gedaald.
08.03 Dirk Claes (CD&V): Je
constate que le nombre de
permanences dans la région de
Louvain est passé de 40 à 22,5
entre 2003 et 2005.
08.04 Minister Didier Reynders: Er zijn andere middelen!
08.04 Didier Reynders, ministre:
Certes, mais il ne faut pas oublier
non plus que de nombreuses
autres possibilités sont apparues
ces dernières années en matière
d'aide à remplir les formulaires.
08.05 Dirk Claes (CD&V): Ja, maar daar wil ik precies toe komen.
De belastingkantoren zelf staan nu meer ter beschikking en men kan
er op afspraak naartoe gaan of men kan er tijdens de openingsuren
zijn aangifte gaan doen. Maar wat is het precies de bedoeling? U wil
de elektronische aangiften doen toenemen. Het is precies in de
belastingskantoren zelf dat via Tax-on-web de belastingaangifte
gebeurt.
08.05 Dirk Claes (CD&V): Dans
les bureaux mêmes, la déclaration
se fait systématiquement via Tax-
on-web.
08.06 Luk Van Biesen (VLD): Dat mag ook schriftelijk. Men hoeft
dat niet via Tax-on-web te doen.
08.07 Dirk Claes (CD&V): In de belastingkantoren zelf, in de grote
CRIV 51
COM 978
30/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
kantoren zelf, gebeurt normaal gezien, voor de gewone mensen, de
aangifte via Tax-on-web. Maar wat is het geval?
08.08 Luk Van Biesen (VLD): U mag gewoon naar huis gaan en uw
formulier...
08.09 Dirk Claes (CD&V): Dat zeg ik niet, maar als burgers zich
aandienen bij de belastingambtenaar, zal die ambtenaar daarvoor
Tax-on-web gebruiken.

Dat is geen probleem, maar op de zitdagen, in de gewone
gemeentehuizen en in de gewone gemeenten, gebeurt dat niet via
Tax-on-web. Het is precies de bedoeling, mijnheer de minister, die
zitdagen af te bouwen in die kleinere deelgemeenten. Mijn collega's
hier naast mij zijn allebei van Leuven. In Leuven kunnen de mensen
naar het belastingkantoor gaan, maar in de gemeenten rond Leuven
bijvoorbeeld kan dat dus niet. Daar bouwt men die zitdagen af. Ik heb
van de diensten zelfs een voorstel gekregen om een zitdag te
organiseren op 20 juli. Op 20 juli! Ik kan het u laten zien. Ik meende
dat de belastingbrieven moesten binnen zijn op 19 juli, maar ik heb
een voorstel gekregen om een zitdag te organiseren op 20 juli.

Ik heb met de diensten contact opgenomen en heb gezegd:
alstublieft, dat kan toch niet; er zijn mensen die niet naar Leuven
kunnen gaan; kom alstublieft ook naar die deelgemeenten, maar er
werd mij geantwoord dat zulks wegens personeelsgebrek onmogelijk
was.

Het gaat alleszins om een middel om de aangiften via Tax-on-web op
te drijven. Eigenlijk laat u de mensen in de kleine gemeenten rond de
steden in de kou staan. Dat vind ik toch wel een belangrijke
vaststelling, dat dit op dit moment gebeurt. De cijfers bewijzen het,
want het aantal zitdagen daalt.
08.09 Dirk Claes (CD&V): Ce
n'est pas possible lors des
permanences régionales dans les
communes. L'administration
fiscale m'a demandé d'organiser,
en tant que bourgmestre, une
permanence supplémentaire le 20
juillet, alors que les déclarations
doivent être introduites le 19 juillet
au plus tard. Je le dis et je le
maintiens : les contribuables dans
les petites communes sont de plus
en plus délaissés par
l'administration.
De voorzitter: Mijnheer Claes, degenen die op 20 juli gaan kunnen
nog een elektronische verklaring afleggen.
Le président: On peut toujours
introduire une déclaration
électronique après le 20 juillet.
08.10 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het kan niet
elektronisch, want het zijn zitdagen in de kleine gemeenten rondom.
08.10 Dirk Claes (CD&V): Cette
procédure n'est pas possible lors
d'une permanence.
08.11 Luk Van Biesen (VLD): Men kan zijn belastingbrief vooraf
schrijven. (...)
08.11 Luk Van Biesen (VLD): Le
fonctionnaire peut préparer la
déclaration lors de la permanence
et le contribuable peut ensuite la
compléter électroniquement et
l'envoyer de chez lui.
08.12 Dirk Claes (CD&V): Dat kan nog, maar als hij hem samen met
u invult, dan is het te laat.
08.13 Minister Didier Reynders: In de helft van de Belgische
gemeenten zijn er een aantal pc's ter beschikking en is er een
internetverbinding. Het is geen intranet, maar men kan dat ook doen
via Tax-on-web.
08.14 Dirk Claes (CD&V): U zou de ambtenaren ook een laptop 08.14 Dirk Claes (CD&V): On
30/05/2006
CRIV 51
COM 978
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
kunnen meegeven. Dat kan u ook doen.
pourrait fournir un ordinateur
portable aux fonctionnaires pour
les permanences.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.30 uur.
La réunion publique de commission est levée à 11.30 heures.