CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 973
CRIV 51 COM 973
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET
O
PENBAAR
A
MBT
mardi
dinsdag
23-05-2006
23-05-2006
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 973
23/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Nathalie Muylle au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'application
de l'arrêté royal du 20 mars 2002 relatif au régime
d'ancienneté du personnel des services
d'incendie" (n° 11521)
1
Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de toepassing van het koninklijk
besluit van 20 maart 2002 betreffende de
anciënniteitsregeling voor het
brandweerpersoneel" (nr. 11521)
1
Orateurs: Nathalie Muylle, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Nathalie Muylle, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Hagen Goyvaerts au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
réorganisation de l'AFCN" (n° 11708)
2
Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de reorganisatie van het FANC"
(nr. 11708)
2
Orateurs: Hagen Goyvaerts, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Hagen Goyvaerts, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Dirk Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le contrôle
de la signalisation des travaux publics" (n° 11723)
4
Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de controle op de signalisatie bij openbare
werken" (nr. 11723)
4
Orateurs: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de M. Dirk Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le transfert
des anciens bâtiments de la gendarmerie"
(n° 11724)
6
Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de overdracht van ex-rijkswachtgebouwen"
(nr. 11724)
6
Orateurs: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de Mme Katrien Schryvers au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
constatation d'infractions dépénalisées en matière
de stationnement" (n° 11767)
7
Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de vaststelling van gedepenaliseerde
parkeerovertredingen" (nr. 11767)
7
Orateurs:
Katrien Schryvers, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Katrien Schryvers, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
CRIV 51
COM 973
23/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE L'INTÉRIEUR,
DES AFFAIRES GÉNÉRALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
du
MARDI
23
MAI
2006
Matin
______
van
DINSDAG
23
MEI
2006
Voormiddag
______
De vragen en interpellaties vangen aan om 10.49 uur.
Voorzitter: de heer André Frédéric.
Les questions et les interpellations commencent à 10.49 heures.
Président: M. André Frédéric.
01 Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de toepassing van het koninklijk besluit van 20 maart 2002 betreffende de
anciënniteitsregeling voor het brandweerpersoneel" (nr. 11521)
01 Question de Mme Nathalie Muylle au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur
"l'application de l'arrêté royal du 20 mars 2002 relatif au régime d'ancienneté du personnel des
services d'incendie" (n° 11521)
01.01 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, herhaaldelijk werd op de problematiek teruggekomen van de
anciënniteitregeling in toepassing van het koninklijk besluit van
20 maart 2002 in deze commissievergadering.
De beroepsbrandweerlui kunnen hun dienstjaren die zij als vrijwilliger
hebben gepresteerd vóór de datum van de inwerkingtreding van dat
koninklijk besluit, niet in aanmerking laten nemen voor hun
anciënniteitsbepaling. Zij die de overstap hebben gemaakt na de
publicatie van dat koninklijk besluit, kunnen dat wel.
In januari of februari hebt u in deze commissie gezegd dat er een
advies binnen was van de Gewesten Brussel en Wallonië, want het
moest aan de Gewesten worden voorgelegd.
Mijnheer de minister, ik heb de volgende vragen.
Hebt u, om die discriminatie toch weg te werken, ook al het advies
binnen van Vlaanderen?
Wat is de stand van zaken in dat dossier?
U hebt gezegd dat u het, na het advies van de Gewesten, nog moet
voorleggen aan de vakbonden en ook, voor advies, aan de Raad van
State. Mogen wij nog, of wannéér mogen wij nog een aanpassing van
het koninklijk besluit verwachten? Of zult u dat koninklijk besluit niet
01.01 Nathalie Muylle (CD&V):
L'arrêté royal du 20 mars 2002
induit une discrimination entre les
pompiers qui ont fait le pas vers le
statut professionnel avant l'entrée
en vigueur de l'arrêté et ceux qui
ont fait ce pas après l`entrée en
vigueur de ce dernier. Le premier
groupe ne peut porter en compte,
dans le calcul de son ancienneté,
les années de service en tant que
volontaire. Le ministre a promis de
supprimer cette discrimination
après avoir obtenu l'avis
nécessaire des gouvernements
régionaux.
Où en est ce dossier? Quel avis
les gouvernements régionaux ont-
ils rendu? Quand l'arrêté royal
sera-t-il modifié?
23/05/2006
CRIV 51
COM 973
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
meer aanpassen in het kader van de nakende hervorming van de
civiele veiligheid, en daardoor die ongelijkheid nog verder laten
bestaan?
01.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik
heb op 19 april het advies gevraagd aan de Raad van State op het
ontwerp van koninklijk besluit. Ik heb aan de Raad van State
gevraagd om dat advies te verstrekken binnen een termijn van dertig
dagen.
Inderdaad, de Gewesten werden betrokken
bij de
totstandkomingsprocedure van het ontwerp van koninklijk besluit. Alle
Gewesten zijn uiteindelijk akkoord gegaan met de voorgestelde tekst.
01.02 Patrick Dewael, ministre:
Le 19 avril 2006, j'ai demandé au
Conseil d'État d'émettre un avis
sur le projet d'arrêté royal modi-
fiant l'arrêté royal du 20 mars 2002
dans les trente jours. Les Régions
ont été associées à l'élaboration
de ce projet et se sont mises
d'accord sur le texte proposé.
01.03 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de minister, bedankt voor
dat positieve antwoord.
Hoe zit het dan met de verdere timing? Wanneer zou het
gepubliceerd kunnen worden? Het is toch een mogelijkheid die u aan
de gemeenten biedt.
01.03 Nathalie Muylle (CD&V):
Quel est le calendrier concret?
01.04 Minister Patrick Dewael: Ik heb aan de Raad van State
verzocht om advies uit te brengen binnen een termijn van ten hoogste
dertig dagen, en het is gevraagd op 19 april. Van zodra ik het
ontvangen heb, conformeer ik het eventueel aan de opmerkingen van
de Raad van State en kan het worden gepubliceerd.
01.04 Patrick Dewael, ministre:
Dès que nous disposerons de
l'avis du Conseil d'État, le texte de
l'arrêté royal sera modifié et
publié.
01.05 Nathalie Muylle (CD&V): Bedankt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de reorganisatie van het FANC" (nr. 11708)
02 Question de M. Hagen Goyvaerts au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
02.01 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, mijn vraag handelt over de
reorganisatie van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle.
U zult zich herinneren dat wij in de commissie enkele maanden
geleden een vragenronde hebben gehad over de audit van het
Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, meer specifiek met
betrekking tot de negatieve evaluatie van een aantal directieleden en
de directeur-generaal, de heer Samain. In dat verband las ik vorige
week in het Staatsblad uw ministerieel besluit om de heer Samain -
als troostprijs neem ik aan - vanaf 16 mei aan te stellen als voorzitter
van de Wetenschappelijke Raad voor Ioniserende Stralingen in het
FANC. Bijgevolg neem ik aan dat er vanaf 16 mei geen directeur-
generaal meer actief in functie is.
Mijnheer de minister, ik had bijgevolg graag vernomen wat de stand
van zaken is met betrekking tot de reorganisatie van dat federaal
agentschap, de reorganisatie van de directie alleszins. Binnen welke
termijn ziet u een nieuwe directeur-generaal aangesteld worden?
Wie neemt momenteel de dagelijkse leiding van het agentschap
02.01 Hagen Goyvaerts (Vlaams
Belang): Qu'en est-il de la
réorganisation de la direction de
l'Agence fédérale de Contrôle
nucléaire (AFCN)? L'ancien
directeur général avait été nommé
president du Conseil scientifique
des Rayonnements ionisants par
arrêté ministériel. Quand
désignera-t-on un nouveau
directeur général? Qui assure
actuellement la direction quoti-
dienne? Le bon fonctionnement de
l'Agence est-il assuré?
CRIV 51
COM 973
23/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
waar? Op welke manier wordt de dagelijkse werking van het federaal
agentschap gewaarborgd, niet inzake het personeel, dat ter plekke
blijft, maar inzake engagementen, contracten die gesloten worden
met derden en juridische aspecten van een aantal zaken. Daarover
had ik graag van u een stand van zaken gehad, mijnheer de minister.
02.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, via
een schrijven van 25 januari van dit jaar heeft de heer Samain
inderdaad gevraagd ontheven te worden uit zijn functie van directeur-
generaal. Dat verzoek is bekrachtigd bij KB van 17 februari. Dat KB is
in werking getreden op 16 mei.
Na de publicatie van het besluit in het Belgisch Staatsblad werd de
procedure dan ook gestart voor de aanstelling van een nieuwe
directeur-generaal.
Om de continuïteit van de werking van het agentschap te verzekeren,
werd de raad van bestuur opgedragen een directeur-generaal ad
interim aan te stellen, in afwachting van de aanstelling van een
nieuwe DG door de regering.
Teneinde de continuïteit van de werking van het agentschap te
verzekeren, werd de raad van bestuur opgedragen om, in afwachting
van de aanstelling van een nieuwe directeur-generaal door de
regering, een directeur-generaal ad interim aan te stellen.
Teneinde de expertise van de heer Samain te valoriseren, werd hij bij
ministerieel besluit aangesteld als voorzitter van de
Wetenschappelijke Raad voor Ioniserende Straling. De heer Samain
vervult de functie sinds 16 mei 2006.
De raad van bestuur heeft de heer Jean-Claude Feijt aangewezen als
directeur-generaal ad interim. De betrokkene is managing director van
de firma PCME. Hij heeft ervaring met interim en
consultancyopdrachten, zowel in de privé- als in de publieke sector. In
zijn hoedanigheid van directeur ad interim zal hij de centrale
verantwoordelijkheid dragen voor de operationele werking.
Tegelijkertijd heeft de raad van bestuur beslist om professor emeritus
Ronny Van Loon aan te stellen als adviseur, toegevoegd aan de
directeur-generaal. Professor Van Loon maakte tot in 2005 deel uit
van de raad van bestuur van het agentschap. Hij is bijgevolg
vertrouwd met de werking van het agentschap en ook met de
technische aspecten van de stralingsbescherming en met de
belangrijkste actoren uit de nucleaire wereld. Hij werd dan ook
beschouwd als de geknipte persoon om de heer Feijt technische
ondersteuning te geven.
De directeur-generaal ad interim en zijn adviseur hebben op 16 mei
2006 hun functie opgenomen. De belangrijkste exploitanten van
nucleaire, radiologische installaties werden door de voorzitter van de
raad van bestuur op de hoogte gebracht via een schrijven van 8 mei
2006.
Voor de vacature van directeur-generaal hebben zich in totaal 42
personen kandidaat gesteld. Het selectiebureau Korn Ferry heeft een
shortlist van 4 personen aan de raad van bestuur voorgelegd.
Korn Ferry stelt dat één kandidaat in het bijzonder zich onderscheidt,
02.02 Patrick Dewael, ministre:
Dans une lettre du 25 janvier
2006, M. Samain a demandé à
être relevé de ses fonctions de
directeur général. Cette demande
a été entérinée par l'arrêté royal du
17 février 2006. La procédure de
désignation d'un nouveau
directeur général a été lancée
après la publication de cet arrêté.
Dans l'attente de la désignation
d'un nouveau directeur général, le
conseil d'administration de
l'agence a désigné un directeur
général ad interim: M. Jean-
Claude Feijt, managing director de
la société PCME. Le conseil
d'administration a aussi décidé de
nommer le professeur émérite
Ronny Van Loon en qualité de
conseiller. Tous deux ont pris leur
fonction le 16 mai 2006.
M. Samain a entre-temps été
désigné par arrêté ministériel du
11 mai 2006 en qualité de
président du Conseil scientifique
des Rayonnements ionisants. De
cette manière, son expertise ne
sera pas perdue.
À la suite à la vacance du poste de
directeur général, 42 personnes
ont posé leur candidature. Le
bureau de sélection Korn/Ferry a
présenté une shortlist de quatre
personnes en précisant qu'un
candidat sortait du lot, en
l'occurrence M. Willy De Roovere.
Le conseil d'administration de
l'AFCN a donc décidé de
présenter ce candidat comme le
plus apte: il dispose en effet d'une
large expérience du management,
qu'il combine avec une
connaissance approfondie du
secteur nucléaire.
Sur ma proposition, le Conseil des
ministres a dès lors approuvé, le
19 mai, le projet d'arrêté royal
23/05/2006
CRIV 51
COM 973
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
en dat op het geheel van de in aanmerking genomen en
geanalyseerde criteria. Dat is de heer Willy De Roovere.
De raad van bestuur adviseerde in zijn zitting van 5 mei 2006, na het
verslag van Korn/Ferry te hebben gehoord en de kandidaten te
hebben vergeleken, om de heer De Roovere als de meest geschikte
kandidaat voor het mandaat van directeur-generaal in aanmerking te
nemen.
De heer de Roovere bezit ruime managementervaring op alle vlakken
people management, organisatie, optimalisatie, operationele en
financiële rapportering en contacten met de overheid en de
buitenwereld. Hij combineert zijn ervaring met een heel grote kennis
van de nucleaire sector. Hij was 13 jaar werkzaam op de nucleaire
site van Doel, waaronder 12 jaar als site director. Hij had ook
regelmatige contacten met het controleorganisme AVN en de
rechtsvoorgangers van het FANC.
Sinds drie jaar is hij afgevaardigd bestuurder van Belgonucleaire en is
hij nauw betrokken bij de voorbereiding van dossiers inzake
aanvragen van ontmantelingvergunningen.
Op mijn voorstel heeft de Ministerraad van 19 mei het ontwerp van
koninklijk besluit tot aanstelling van de heer De Roovere als directeur-
generaal goedgekeurd. De betrokkene zal zijn mandaat opnemen met
ingang van 1 september en dat voor een periode van zes jaar.
désignant M. De Roovere en
qualité de directeur général de
l'AFCN. Il entrera en fonction le 1
er
septembre 2006, et ce, pour un
terme de six ans.
02.03 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
wie ben ik om nog iets toe te voegen aan het volledige antwoord van
de minister?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de controle op de signalisatie bij openbare werken" (nr. 11723)
03 Question de M. Dirk Claes au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le contrôle de la
03.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn vraag betreft de controle op de signalisatie bij openbare
werken.
Ik weet dat openbare werken een gewestelijke bevoegdheid zijn,
maar daarover gaat het niet. Als er werken zijn, moeten die worden
gesignaleerd. Mijn vraag gaat over het feit of de controle op die
signalisatie wel uitvoerig en correct gebeurt.
Er worden heel wat werken uitgevoerd waarbij lange files ontstaan.
Om de last van de files te verminderen, moet de signalisatie goed en
correct worden uitgevoerd. De controle hierop gebeurt door de diverse
diensten van de politie, maar er gebeuren nog al te vaak ongevallen
aan de wegenwerken.
Vorige week ontstond in de streek van Antwerpen nog een lange file
bij wegenwerken. Daarbij gebeurde een zwaar ongeval waarbij drie
doden vielen. Er wordt vaak gezegd dat die ongevallen gebeuren
omdat bestuurders de signalisatie te laat opmerken.
03.01 Dirk Claes (CD&V): Les
travaux routiers provoquent
souvent des files qui entraînent à
leur tour des accidents.
L'exécutant des travaux doit
installer la signalisation néces-
saire. On remarque cependant
qu'il ne le fait pas toujours avec le
même zèle. Quels sont les
services chargés de contrôler la
signalisation sur les grandes
autoroutes? Ont-ils reçu une
formation à cet effet? Existe-t-il
des directives en la matière? Le
ministre va-t-il évaluer la situation
et veiller à éviter des accidents en
améliorant la signalisation?
CRIV 51
COM 973
23/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Daarom is de controle op de signalisatie toch wel belangrijk. Ik heb
dan ook een aantal vragen. Welke diensten moeten de signalisatie op
autosnelwegen en gewestwegen controleren? Ik neem dat het de
provinciale verkeerseenheden zijn. Hebben deze diensten hiervoor de
nodige opleiding gekregen? Bestaan er hiervoor de nodige richtlijnen
en voorziet u binnen de bevoegde diensten in evaluatie van de
controle op de signalisatie opdat met een betere signalisatie zou
kunnen worden gewerkt zodat ongevallen in de toekomst kunnen
worden vermeden, wat toch de bedoeling moet zijn?
03.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Claes, de eerstelijnverantwoordelijke overheid voor de uitvoering van
en de controle op de praktische uitvoering van signalisatie bij
wegenwerken is uiteraard de wegbeheerder zelf. In het geval van
autosnelwegen en gewestwegen staan de diensten van de Gewesten
in voor de wegenwerken.
In geval van grote wegenwerken wordt de federale wegpolitie in regel
betrokken bij het ontwerp van signalisatieplan en in veel gevallen ook
bij de uitvoering ervan door de aannemer. In geval van kleine - vooral
mobiele - werven zal de federale wegpolitie punctueel tekortkomingen
vaststellen en de nodige signalen geven om de signalisatie in
voorkomend geval te laten verbeteren en indien nodig zelfs de werken
stil te laten leggen.
Signalisatie bij wegenwerken wordt geregeld door het ministerieel
besluit van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en
verkeersbelemmeringen op de openbare weg dat zeer gedetailleerd
de nodige signalisatiemiddelen voorschrijft. Het Provinciaal
Veiligheidscomité van Limburg heeft, in samenwerking met onder
meer de diensten van het Vlaams Gewest en de federale politie,
hierover een zeer overzichtelijke en duidelijke brochure opgesteld die
gekend is bij de federale wegpolitie.
Toevallig was ik vrijdag jongstleden op bezoek te Bertem bij de
verkeerspost van de federale wegpolitie. Tijdens het openhartig
gesprek dat ik daar heb gehad met personeelsleden van de
wegpolitie, maakten zij mij inderdaad attent op de gevaren van
gebrekkige signalisatie. De federale wegpolitie is niet altijd tevreden
over het optreden van de wegbeheerder, waardoor de wegpolitie
soms in gevaar kan komen op het terrein.
Een van de conclusies van die vergadering is dan ook dat ik daar heb
voorgesteld, tot grote instemming van mijn toehoorders, dat ik contact
zou nemen met alle gewestministers van Openbare Werken en hen
effectief rond de tafel zou verenigen om na te gaan hoe we een en
ander zouden kunnen verbeteren.
03.02 Patrick Dewael, ministre:
Le gestionnaire de la voirie doit
contrôler la mise en place de la
signalisation lors des chantiers
routiers. Dans le cas des
autoroutes et des routes
régionales, ce sont les services
des Régions qui sont
responsables de ces travaux.
Pour les grands travaux, la police
fédérale de la route est générale-
ment impliquée dans la conception
du plan de signalisation et son
exécution par l'entrepreneur. Dans
le cadre des petits chantiers,
souvent des chantiers mobiles, la
police fédérale de la route
constate les éventuelles lacunes et
demande si nécessaire d'amélio-
rer la signalisation. Il arrive même
parfois que les travaux soient
arrêtés.
L'arrêté ministériel du 7 mai 1999
décrit en détails la signalisation à
mettre en oeuvre. Le comité
provincial de sécurité du Limbourg
a réalisé une brochure très claire
sur le sujet. La police fédérale de
la route connaît d'ailleurs ce
document.
J'ai visité vendredi passé le centre
de la police fédérale de la route à
Bertem. Le personnel a en effet
attiré mon attention sur les
dangers d'une mauvaise signali-
sation. Je me suis engagé lors de
cette réunion à mettre tous les
ministres régionaux compétents
autour d'une même table afin de
discuter du problème.
03.03 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de minister, dat lijkt mij een zeer
goed initiatief van u. Wij horen wel eens de vergelijking met het
buitenland van chauffeurs die veel onderweg zijn in het buitenland. Zij
03.03 Dirk Claes (CD&V): De
nombreux usagers de la route
signalent qu'à l'étranger, les
23/05/2006
CRIV 51
COM 973
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
zeggen dat wegenwerken daar veel meer op voorhand zijn
aangegeven, veel geleidelijker en minder abrupt. Daardoor gebeuren
er toch minder ongevallen.
Ik denk dat met dit initiatief de ongevallen bij wegenwerken tot een
minimum kunnen worden herleid, maar dan is het dringend nodig dat
de wegenwerken ook beter worden gesignaliseerd.
travaux routiers sont annoncés
bien plus tôt et que la signalisation
est nettement plus progressive. Je
suis heureux que le ministre
souhaite contribuer à l'amélioration
de la signalisation.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de overdracht van ex-rijkswachtgebouwen" (nr. 11724)
04 Question de M. Dirk Claes au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le transfert des
04.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de minister, een aantal jaren
geleden heeft de federale regering een regeling uitgewerkt voor de
overdracht van ex-rijkswachtgebouwen aan de politiezones. Daarbij
konden de politiezones de gebouwen ofwel overnemen ofwel afstand
doen van de gebouwen die zij niet meer nodig hadden.
Via een correctiemechanisme werd het bedrag bepaald dat de
betreffende politiezones gedurende 20 jaar ofwel moesten betalen,
ofwel zouden ontvangen van het Gebouwenfonds. De betalingen
konden echter pas aanvangen na publicatie van een KB.
Verschillende politiezones hebben reeds meermaals gewezen op het
ontbreken van het KB. Het beloofde bedrag dat een aantal zones
zouden ontvangen van het Gebouwenfonds, werd echter reeds
ingeschreven in de begroting van die politiezones.
Tijdens het begrotingsconclaaf zou de regering nu beslist hebben dat
de looptijd van 20 jaar pas start in het begrotingsjaar 2006, waardoor
de politiezones pas in 2007 een bedrag zouden krijgen van of zouden
moeten betalen aan het Gebouwenfonds.
Mijnheer de minister, kunt u verduidelijken waarom er pas in 2006 een
definitieve regeling kwam voor de ex-rijkswachtgebouwen en de
overdracht ervan aan de zones? Meestal moesten die keuzes toch al
enkele jaren geleden zijn gemaakt?
Hoe dienen bepaalde zones de reeds in hun begroting opgenomen
bedragen te compenseren? Er zijn toch wel politiezones die daardoor
in financiële problemen komen. Ziet u een oplossing voor die zones?
Kunnen de politiezones die afstand hebben gedaan van de ex-
rijkswachtgebouwen, gezien het uitblijven van de overeengekomen
financiële tegemoetkoming, alsnog opteren voor de overname van de
gebouwen en kan dat nog steeds aan dezelfde voorwaarden?
Bij de VVSG bestaat er toch ook wel enige ongerustheid over de
tijdige betalingen voor de ex-rijkswachtgebouwen die men wenst over
te nemen.
04.01 Dirk Claes (CD&V): Dans
le cadre du transfert des anciens
bâtiments de la gendarmerie aux
zones de police, ces dernières ont
le choix de reprendre les
bâtiments ou de les céder. En
outre, les zones de police devront
pendant vingt ans verser au Fonds
des bâtiments ou percevoir de ce
dernier un montant déterminé. Ces
versements ne pourront toutefois
débuter qu'après la publication
d'un arrêté royal, qui n'a toujours
pas été pris. En outre, le
gouvernement a décidé que le
délai de vingt ans ne prendrait
cours qu'en 2006, de sorte que les
paiements ne pourront être
effectués qu'en 2007. Pourquoi
n'a-t-on prévu une disposition
définitive qu'en 2006? Le ministre
prévoit-il des compensations pour
les zones de police qui avaient
déjà budgété les montants? Les
zones de police qui ont cédé des
bâtiments de la gendarmerie
peuvent-elles encore opter pour
une reprise aux mêmes
conditions?
04.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, er werden
reeds twee KB's gepubliceerd. De totstandkoming van een derde
heeft een zekere vertraging opgelopen als gevolg van betwistingen en
vragen voor afwijking van gemeenten en politiezones en de daaruit
04.02 Patrick Dewael, ministre:
Deux arrêtés royaux ont déjà été
publiés. Une troisième arrêté royal
a pris du retard mais est en voie
CRIV 51
COM 973
23/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
voortvloeiende procedure.
Het besluit, dat wordt uitgewerkt op het niveau van de FOD Financiën,
met name de Regie der Gebouwen, bevindt zich nu in de eindfase.
Het zal na goedkeuring door de Ministerraad worden gepubliceerd.
Wanneer een zone een vordering heeft ten opzichte van de federale
overheid in het kader van een overdracht van gebouwen en wanneer
ze dat recht geregistreerd heeft in de begroting voor de jaren 2003,
2004 en 2005, dan is de zone ertoe gehouden in haar begroting voor
2006 in een compenserende boeking te voorzien voor de vorige
boekjaren 2003, 2004 en 2005 en onder de economische code 301-
01 onwaarden op niet-geïnde vastgestelde rechten van de gewone
dienst. Dat is de omschrijving in de begroting.
Teneinde de begroting in evenwicht te houden, moeten de
gemeentelijke toelagen verhoogd worden met hetzelfde bedrag.
Wanneer een meergemeentezone niet beschikt over voldoende
middelen om de uitgaven voortvloeiend uit de vervulling van hun
opdracht te dekken, behoort het immers tot de verplichtingen van de
gemeenten die er deel van uitmaken, om het verschil aan te vullen.
Dat is artikel 40 van de wet op de geïntegreerde politie.
De huidige regelgeving laat een zone die de overname van een
gebouw heeft geweigerd, niet toe om van mening te veranderen en
het uiteindelijk toch nog te aanvaarden. De procedure is afgerond,
met uitzondering van de overdracht naar Ronse en Fleurus, die nog
hangende zijn. Dat zal ook resulteren in het eerder vermelde
koninklijk besluit.
Gelet op het feit dat de Regie der Gebouwen zijn patrimonium moet
rentabiliseren, kan de vraag eventueel in overweging worden
genomen in het kader van een andere procedure of verkoop. Dat
behoort tot de strikte bevoegdheid van de Regie der Gebouwen en de
minister van Financiën.
de finalisation et sera probable-
ment publié après les vacances
parlementaires.
Lorsqu'une zone possède une
créance sur l'administration et
qu'elle l'a enregistrée dans le
budget des années 2003-2004-
2005, elle doit prévoir une
compensation dans le budget
2006, et ce sous le code 301-01
"Non-valeurs de droits constatés
non perçus du service ordinaire".
Pour maintenir le budget en
équilibre, les dotations commu-
nales doivent ensuite être
majorées du même montant,
comme le prévoit l'article 40 de la
loi sur la police intégrée.
La réglementation actuelle ne
permet pas la reprise d'un
bâtiment cédé par une zone de
police. La procédure est en effet
clôturée et se traduira par l'arrêté
royal précité. Toutefois, cette
demande peut éventuellement être
envisagée dans le cadre d'une
autre procédure ou vente. Cette
décision relève toutefois de la
stricte compétence de la Régie
des Bâtiments et du ministre des
Finances.
04.03 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de minister, het zullen toch weer
de gemeenten zijn die het gelag zullen moeten betalen. Als er in 2003
al een compensatie had kunnen zijn en die is er nu nog niet, moet de
gemeentelijke toelage daardoor worden verhoogd. Ik heb hier het
voorbeeld van een politiezone die normaal 50.000 euro per jaar zou
krijgen. Als die dat niet krijgt, gaat het toch al over 150.000 euro voor
drie jaar. Dat is pijnlijk. Ik hoop dat het bedrag voor 2006 wel zal
worden betaald en dat dat ook nog dit jaar zal gebeuren. Daar hebt u
niet echt op geantwoord.
Het moet mij toch van het hart dat het dossier veel te lang heeft
aangesleept en dat de gemeenten alweer de klos zijn.
04.03 Dirk Claes (CD&V): Il est
clair que les communes feront une
fois de plus les frais de l'opération.
On ne peut qu'espérer qu'un
paiement interviendra encore en
2006.
04.04 Minister Patrick Dewael: Ik vind dat een te pessimistische
voorstelling.
04.04 Patrick Dewael, ministre:
Vous êtes trop pessimiste.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de vaststelling van gedepenaliseerde parkeerovertredingen" (nr. 11767)
05 Question de Mme Katrien Schryvers au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
23/05/2006
CRIV 51
COM 973
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
constatation d'infractions dépénalisées en matière de stationnement" (n° 11767)
05.01 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de minister, artikel 2 van
de wet van 1 april betreffende de agenten van politie, hun
bevoegdheden en de voorwaarden waaronder hun opdrachten
worden vervuld, stelt dat artikel 29, § 2, van de wet betreffende de
politie van het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, wordt
aangevuld als volgt: "Het niet meer strafrechtelijk bestrafte parkeren
bedoeld in het tweede lid kan, tot een datum bepaald door de Koning
door de agenten van politie worden vastgesteld met het oog op de
vestiging van een parkeerretributie of een belasting."
Mijnheer de minister, ik kan u zeggen dat die bepaling ons toch wel
zorgen baart. In onze zones, en hier ben ik van overtuigd ook in
heel wat andere zones zijn we immers bezig met de werving van
agenten ik heb nog steeds de neiging om hulpagenten te zeggen
om dergelijke vaststellingen te doen, vandaar mijn vragen.
Betekent die omschrijving dat u van plan bent om een KB op te
maken waarin die mogelijkheid wordt uitgesloten?
Zullen de agenten die vaststelling op termijn alleen kunnen doen
wanneer de gemeenten in plaats van een retributie- of
belastingreglement, een politiereglement hebben goedgekeurd,
waarin men dus opnieuw penaliseert?
Mijnheer de minister, denkt u niet dat dat, in tegenstelling tot in
steden, in heel wat kleinere gemeenten de praktijk zal worden? U
weet dat de kleinere gemeenten toch wel ervoor terugschrikken om in
zee te gaan met grote parkeerbedrijven, omdat de problematiek in de
gemeenten beperkt is en ze bijvoorbeeld maar een beperkt aantal van
dergelijke blauwe zones hebben.
Wat zal er dan gebeuren met het vervolgingsbeleid? Als er weer
politiereglementen worden opgemaakt, overtredingen weer in de
strafrechtelijke sfeer belanden en de pv's dan gewoon worden
geseponeerd, dan heeft het werk natuurlijk ook geen zin.
05.01 Katrien Schryvers
(CD&V): Certaines infractions en
matière de stationnement ne sont
plus sanctionnées pénalement.
Depuis le 1
er
avril 2006, les agents
de police peuvent procéder à des
constatations pouvant donner lieu
à la redevabilité d'une rétribution
ou taxe de stationnement. Selon la
loi, cette disposition est valable
"jusqu'à une date déterminée par
le Roi".
Cela signifie-t-il qu'un arrêté royal
excluant cette possibilité sera
publié? Les agents pourront-ils à
terme procéder seuls à ces
constatations pour autant que les
communes aient adopté un
règlement de police, réinstaurant
ainsi une pénalisation des
infractions en matière de station-
nement? Le ministre ne craint-il
pas une généralisation de cette
pratique dans les plus petites
communes en raison de leurs
moyens limités? Une pénalisation
implique le risque de voir les
procès-verbaux classés sans
suite, compromettant ainsi
l'ensemble de la politique instau-
rée en matière de poursuites.
05.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, met de
verkeerswet van 7 februari 2003 werden bepaalde
verkeersovertredingen gedepenaliseerd. Dat betekent dat daarvoor
voortaan een retributie wordt geïnd in de plaats van een
strafrechtelijke boete. Het impliceert eveneens dat de hulpagenten,
voortaan agenten van politie, strikt genomen niet meer bevoegd
waren om dat soort van overtredingen vast te stellen.
In de wet van 1 april 2006 betreffende de agenten van politie wordt
uitdrukkelijk bepaald dat dat soort van overtredingen ook kan worden
vastgesteld door de agenten van politie, ingevolge een amendement
dat, als ik mij niet vergis, ook door uw fractie mee werd ondertekend.
In de optiek van de wetgever is het een tijdelijke regeling, om een
meer harmonieuze overgang te kunnen bewerkstelligen tussen de
politionele aanpak van dat soort van parkeren en de overstap die
wordt gemaakt naar handhaving via andere publieke of ook private
instanties. Het gaat dus om een uitdovende regeling.
De ratio legis lijkt mij duidelijk. Strikt genomen is de vaststelling van
de gedepenaliseerde overtredingen dus geen politietaak, maar het
05.02 Patrick Dewael, ministre:
En application de la loi sur la
circulation routière du 7 février
2003, certaines infractions de
stationnement ont été dépéna-
lisées et une rétribution est perçue
en lieu et place d'une amende
pénale. Strictement parlant, les
agents auxiliaires n'étaient donc
plus compétents pour constater ce
type d'infraction. Cette situation a
été modifiée par un amendement
à la loi du 1
er
avril 2006 co-signé
par votre parti. Il s'agit d'une
réglementation temporaire. À
terme, notre intention est que des
fonctionnaires communaux ou des
entreprises se chargent de ces
constatations.
CRIV 51
COM 973
23/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
zou niet logisch zijn om die bevoegdheid te ontzeggen aan de
agenten van politie, die een volheid van bevoegdheid hebben inzake
verkeersovertredingen, vooral omdat wij vaststellen dat veel zones of
gemeenten indertijd specifiek hiervoor juist hulpagenten hadden
aangeworven en dat het voor bepaalde, vooral kleinere zones, nog te
vroeg is om de vaststelling van de gedepenaliseerde overtredingen te
laten gebeuren door andere instanties dan de politie, hetzij de
gemeentelijke ambtenaren, hetzij privé-bedrijven.
In uw vraagstelling lijkt u ervan uit te gaan dat de overgangsperiode
zeer snel zal verstrijken, maar de duur van de overgangsperiode zal
worden bepaald op basis van de snelheid waarmee de zones en de
gemeenten van het ene controlesysteem op het andere kunnen
overstappen. Ik zal die duur overleggen met de zones en de
gemeenten. Vooralsnog stel ik nog geen enkele precieze datum
voorop. Meer nog, de overgangsperiode lijkt mij enkele jaren te
moeten kunnen duren. Ook in de stad waar ikzelf burgemeester ben,
hebben wij het systeem opnieuw geconcipieerd. Het heeft inderdaad
wat voeten in de aarde gehad. Het vraagt bijzonder veel tijd en
reflectie.
Uw vraag is, mijns inziens, een beetje voorbarig. Ik kan u verzekeren
dat de overgangsperiode overlegd zal worden met de lokale
overheden. Ik begrijp dat dit niet overhaast kan gebeuren, zeker in die
gemeenten waar de lokale politieagenten in dienst zijn en waar
minstens een deel van hen zijn aangeworven om voornamelijk of
uitsluitend dit parkeren te controleren op een ogenblik toen het nog
strafrechterlijke misdrijven waren.
Een korte, overhaaste overgangsperiode zou eveneens de
rechtsonzekerheid die we precies wilden wegnemen opnieuw doen
aanwakkeren. Nogmaals, dit is niet de bedoeling. Het komt erop neer
dat de gemeenten zich op termijn organiseren om de vaststellingen
anders te organiseren, hetzij via gemeentepersoneel, hetzij door
uitbesteding zoals Tongeren dit gedaan heeft.
La durée de la période de
transition sera déterminée en
fonction de la rapidité avec
laquelle les zones de police et les
communes pourront passer d'un
système à l'autre et une
concertation sera mise en place
avec les autorités locales. Nous
n'avons donc nullement l'intention
de favoriser l'insécurité juridique
par l'instauration précipitée d'une
courte période de transition.
05.03 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, u bent wel burgemeester van een stad. Voor heel wat
kleinere gemeenten is dat heel wat moeilijker. Het verheugt me ten
zeerste dat u de problematiek erkent en er de nodige tijd voor zult
nemen, in overleg met de gemeenten en de zones.
Momenteel rijzen er nog geen acute problemen in de zones die
daarvoor agenten hebben aangeworven.
Ik dank de minister voor het antwoord.
05.03
Katrien Schryvers
(CD&V): Je me félicite que le
ministre reconnaisse le problème.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: La question n° 11775 de Mme Nagy est reportée.
La réunion publique de commission est levée à 11.13 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.13 uur.