CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 963
CRIV 51 COM 963
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
mardi
dinsdag
16-05-2006
16-05-2006
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 963
16/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Mark Verhaegen à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
prescription civile des infractions en matière de
construction" (n° 11663)
1
Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
burgerrechtelijke verjaring van
bouwmisdrijven" (nr. 11663)
1
Orateurs:
Mark Verhaegen, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Mark Verhaegen, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Ingrid Meeus à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "le maintien
des tribunaux du travail à Saint-Nicolas et à
Alost" (n° 11674)
2
Vraag van mevrouw Ingrid Meeus aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
behoud van de arbeidsrechtbanken van Sint-
Niklaas en Aalst" (nr. 11674)
2
Orateurs: Ingrid Meeus, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Ingrid Meeus, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'extension de la surveillance
électronique" (n° 11690)
4
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
uitbreiding van het elektronisch
toezicht" (nr. 11690)
4
Orateurs:
Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Olivier Maingain à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
situation des juges suppléants" (n° 11689)
8
Vraag van de heer Olivier Maingain aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
situatie van de plaatsvervangende
rechters" (nr. 11689)
8
Orateurs:
Olivier Maingain, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Olivier Maingain, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Bart Laeremans à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
manque de capacité d'accueil dans les
établissements destinés à l'accueil des jeunes
délinquants" (n° 11695)
11
Vraag van de heer Bart Laeremans aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
gebrek aan capaciteit in de
jeugdinstellingen" (nr. 11695)
11
Orateurs:
Bart Laeremans, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Bart Laeremans, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Olivier Maingain à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
réorganisation du parquet de
Bruxelles" (n° 11699)
13
Vraag van de heer Olivier Maingain aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
reorganisatie van het Brussels parket" (nr. 11699)
13
Orateurs:
Olivier Maingain, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Olivier Maingain, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Bart Laeremans à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'attitude du parquet de Bruxelles face aux jeunes
délinquants illégaux" (n° 11700)
16
Vraag van de heer Bart Laeremans aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
wijze waarop het Brussels parket omgaat met
illegale jeugddelinquenten" (nr. 11700)
16
Orateurs:
Bart Laeremans, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Bart Laeremans, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
CRIV 51
COM 963
16/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA JUSTICE
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
du
MARDI
16
MAI
2006
Matin
______
van
DINSDAG
16
MEI
2006
Voormiddag
______
La séance est ouverte à 10.24 heures par M. André Perpète, président.
De vergadering wordt geopend om 10.24 uur door de heer André Perpète, voorzitter.
01 Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
burgerrechtelijke verjaring van bouwmisdrijven" (nr. 11663)
01 Question de M. Mark Verhaegen à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
prescription civile des infractions en matière de construction" (n° 11663)
01.01 Mark Verhaegen (CD&V): Mevrouw de minister, om het
probleem van de eeuwigdurende bouwovertredingen op te lossen,
heeft de Vlaamse wetgever bij decreet van 4 juni 2003 een regeling
ingevoerd waardoor de strafsanctie voor de instandhouding van een
bouwmisdrijf niet meer toegepast wordt, tenzij in een drietal gevallen,
die inmiddels vernietigd werden door het Arbitragehof.
Hierdoor blijft alleen de oorspronkelijke overtreding strafbaar. Dat is
een aflopend misdrijf, waarvan de strafrechtelijke verjaring begint te
lopen vanaf het ogenblik dat het misdrijf voltooid is.
Vermits het Hof van Cassatie onlangs bevestigd heeft dat de inbreuk
zelf evenwel blijft bestaan het misdrijf blijft bestaan , kan er nog
steeds een herstelvordering wordt ingesteld, een boete ter waarde
van een meerwaarde bijvoorbeeld of erger nog, de afbraak. Om van
een billijke verjaring te kunnen spreken, moeten de strafrechtelijke en
de burgerlijke vordering de herstelvordering aan elkaar gelinkt
worden. Het is juist de herstelvordering, die ook bij de burger als het
meest ingrijpend wordt ervaren. De burgerrechtelijke
verjaringstermijnen zijn evenwel een federale bevoegdheid.
Daarom wil ik u een tweetal vragen stellen, mevrouw de minister.
Ten eerste, meent u dat de overheid een streep moet durven te
trekken door het verleden in de gevallen waarin ze niet tijdig heeft
ingegrepen om herstelmaatregelen te vorderen? Welke maatregelen
zijn hiertoe volgens uw oordeel vereist?
Ten tweede, is het wenselijk aan de burgerrechtelijke
verjaringstermijn te sleutelen, opdat wantoestanden en
rechtsonzekerheid maximaal zouden worden vermeden?
01.01 Mark Verhaegen (CD&V):
Pour résoudre le problème des
infractions en matière de
construction qui ne prennent
jamais fin, le législateur décrétal
flamand a instauré un règlement
qui ne pourra plus sanctionner que
l'infraction initiale. Étant donné
qu'il s'agit d'un délit instantané, la
prescription de la peine court à
partir du moment où le délit a été
accompli. Une demande en
réparation civile peut toutefois
encore être introduite car le délit
subsiste. Les délais de
prescription civils relèvent toutefois
de la compétence du pouvoir
fédéral.
La ministre envisage-t-elle de
modifier ces délais de prescription
civils pour mettre fin à l'insécurité
juridique actuelle?
01.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, ik wens te
benadrukken dat de stedenbouwwetgeving een geregionaliseerde
materie is. Het komt dus niet toe aan de federale minister van Justitie
om deze geregionaliseerde wetgeving te becommentariëren.
01.02
Laurette Onkelinx,
ministre: La réglementation en
matière d'urbanisme est une
compétence régionale et il
n'appartient pas au ministre de la
16/05/2006
CRIV 51
COM 963
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
Het is echter evenwel correct dat de verjaring van de herstelvordering
wordt geregeld door de federale burgerrechtelijke verjaringstermijnen.
In casu zijn er twee verjaringstermijnen, namelijk die voor het instellen
van de herstelvordering en die voor het uitvoeren van de
herstelvordering wanneer het herstel werd bevolen door de rechtbank.
Beide termijnen bedragen tien jaar.
Het is dus niet zo dat de herstelvordering onverjaarbaar zou zijn.
Daarenboven is het zo dat de herstelmaatregelen bevolen door de
rechtbank kunnen worden verzacht door de Hoge Raad voor het
Herstelbeleid.
Ik zie dus niet meteen een noodzaak om de burgerlijke
verjaringstermijnen aan te passen. Bovendien heeft tot nu toe de
Vlaamse regering geen dergelijke vraag tot mij gericht.
Justice de commenter une
réglementation régionale.
La prescription de l'action en
réparation constitue effectivement
une matière fédérale. Il y a deux
délais de prescription en l'espèce:
celui qui s'applique à l'acte lui-
même et celui qui concerne
l'exécution de la décision du
tribunal à propos de cet acte. Ces
délais sont tous deux de dix ans.
L'action en réparation peut donc
bien être prescrite. De plus, le
Conseil supérieur de la réparation
peut modérer les mesures de
réparation ordonnées par le
tribunal. Je ne perçois donc pas
directement la nécessité d'adapter
les délais de prescription. En
outre, Le gouvernement flamand
ne m'a adressé jusqu'ici aucune
demande dans ce sens.
01.03 Mark Verhaegen (CD&V): Mevrouw de minister, België heeft
een ingewikkelde staatsstructuur, maar het is duidelijk dat de
vorderingen door de burgerlijke rechter, volgens het Burgerlijk
Wetboek, nog altijd federaal moeten worden geregeld.
In het regeerakkoord van de Vlaamse regering staat dat er nog een
lacune is, een rechtsonzekere toestand. De Vlaamse regering hoopt
dat er een gelijkschakeling komt tussen het strafrechtelijke aspect en
het burgerrechtelijke aspect, zodat er, zeker voor een aantal oude,
verjaarde bouwmisdrijven, toch wat meer zekerheid komt.
Uit een getuigenis uit onze regio blijkt dat er de laatste weken heel
wat verhalen verschijnen over de bouwinspectie, die een aantal
draconische maatregelen neemt, oude dossiers en oude vonnissen
opnieuw uit de kast haalt en deze misdrijven zal trachten te
bestraffen. Ik meen dat het nodig is om hier gelijkheid te creëren. De
onaffe staatsstructuur vormt natuurlijk een probleem, maar ik hoop
dat er een beetje respect komt uit het zuiden van het land en dat elke
deelstaat op zijn eigen manier die zaken kan invullen. Ik hoop dat
daarvoor ondersteuning komt vanuit de federale overheid, waar het
mogelijk en nodig is.
Dit is een noodkreet uit Vlaanderen. Ik wou dit even signaleren,
mevrouw de minister. Ik dank u voor uw antwoord.
01.03 Mark Verhaegen (CD&V):
L'accord de gouvernement
flamand stipule qu'une lacune
existe encore à ce niveau et
qu'elle est source d'insécurité
juridique. La Flandre demande un
alignement des aspects pénal et
civil. J'espère que la Wallonie ne
restera pas insensible à cette
demande.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Ingrid Meeus aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
behoud van de arbeidsrechtbanken van Sint-Niklaas en Aalst" (nr. 11674)
02 Question de Mme Ingrid Meeus à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le maintien
des tribunaux du travail à Saint-Nicolas et à Alost" (n° 11674)
CRIV 51
COM 963
16/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
02.01 Ingrid Meeus (VLD): Mevrouw de minister, enkele weken
geleden konden we vernemen dat de toekomst van de
arbeidsrechtbanken van Sint-Niklaas en Aalst onzeker was. De
gerechtelijke overheid had u klaarblijkelijk voorgesteld om de
afdelingen van de arbeidsrechtbank te Aalst en Sint-Niklaas af te
schaffen. Ik pleitte vorige week dan ook, samen met andere collega's,
voor het behoud van deze heel belangrijke arbeidsrechtbanken.
Ik was dan ook ten zeerste verheugd toen ik vorige week donderdag
via de pers het nieuws vernam dat zowel de arbeidsrechtbank van
Aalst als die van Sint-Niklaas zouden behouden blijven. Voor beide
steden is dat uiteraard heuglijk nieuws. Zowel op sociaal als op
economisch vlak betekent dit een enorme steun voor de steden Aalst
en Sint-Niklaas. Het doet mij plezier dat de rechtbanken die
uiteindelijk het dichtst bij de mensen staan en waartoe ook
werkzoekenden, mindervaliden en gepensioneerden zich moeten
richten, gedecentraliseerd en toegankelijk blijven.
Ik heb echter nog een aantal vragen.
Ten eerste, is het inderdaad zo dat beide arbeidsrechtbanken
behouden blijven zoals we in de pers konden vernemen? Wanneer
werd deze beslissing dan uiteindelijk genomen?
Ten tweede, wat zijn de redenen waarom de arbeidsrechtbanken nu
toch blijven? U hebt vorige keer gezegd dat u dat zou bekijken. Wat
zijn uw beweegredenen?
Ten derde, is er een financieel kostenplaatje verbonden aan het
behoud van deze rechtbanken? Zo ja, hoeveel bedraagt dit
kostenplaatje? Worden de arbeidsrechtbanken behouden in het
huidige systeem of komen er sowieso interne herstructureringen,
onder andere qua personeelsaantal?
Ten vierde, als het gaat om de sluiting of het behoud van
arbeidsrechtbanken, valt dit dan uitsluitend onder uw bevoegdheid of
gaat het om een gedeelde bevoegdheid met andere ministers?
02.01 Ingrid Meeus (VLD): Il y a
quelques semaines, nous
apprenions que l'avenir des
tribunaux du travail d'Alost et de
Saint-Nicolas était incertain. La
semaine dernière, j'ai plaidé en
commission en faveur du maintien
de ces tribunaux. Je me suis donc
réjouie d'apprendre jeudi que les
deux tribunaux seront maintenus.
Ces informations parues dans la
presse sont-elles exactes?
Quelles sont les raisons pour
lesquelles les tribunaux sont à
présent maintenus malgré tout?
Quel sera le coût de leur
maintien? Ces tribunaux
subsisteront-ils tels quels ou des
restructurations internes seront-
elles organisées?
La ministre de la Justice décide-t-
elle seule de la fermeture ou du
maintien de tribunaux du travail ou
partage-t-elle cette compétence
avec d'autres ministres?
02.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, collega's,
elke week wordt er wel een vraag gesteld omtrent dit dossier.
Collega's, ik kan u meedelen dat over het al dan niet voortbestaan
van de afdelingen van de arbeidsrechtbank van Dendermonde, Aalst
en Sint-Niklaas nog geen beslissing werd genomen. Ik beschik nog
niet over alle gegevens omtrent de mogelijke repercussies van de
diverse opties terzake. Al de berichten in de pers daaromtrent zijn
bijgevolg voorbarig.
De beslissing omtrent die afdelingen hangt af van de minister van
Justitie en van de minister van Werk.
02.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Aucune décision n'a
encore été prise dans ce dossier
et tous les articles parus dans la
presse à ce sujet sont dès lors
prématurés.
02.03 Ingrid Meeus (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, als ik het goed begrijp, is er nog geen beslissing genomen.
Wat in de pers werd verteld, diende dus enkel om de mensen gerust
te stellen. Zij mogen echter nog niet gerust zijn.
Mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord.
02.03 Ingrid Meeus (VLD): Les
articles parus dans la presse ne
doivent donc pas susciter notre
apaisement.
16/05/2006
CRIV 51
COM 963
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
uitbreiding van het elektronisch toezicht" (nr. 11690)
03 Question de M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "l'extension
03.01 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de vice-premier, u hebt
vorige week hier in de commissie aangekondigd dat het aantal
gedetineerden onder elektronisch toezicht zou toenemen.
Ik heb nu kennisgenomen van de heel recente, nieuwe instructies in
verband met de toepassing van het elektronisch toezicht, die u hebt
uitgevaardigd. Ik was heel verrast doordat elektronisch toezicht nu
ook mogelijk zou worden voor seksuele misdrijven op minderjarigen
en voor mensenhandel. Tot op dit ogenblik waren die misdrijven
uitgesloten van elektronisch toezicht, wat voor de hand ligt: de
justitieassistenten hebben noch de knowhow, noch de opleiding om
die delinquenten op een behoorlijke manier te begeleiden. Vandaar
dat ik toch wel bijzonder verrast was dat in de nieuwe instructies
elektronisch toezicht nu ook kan voor pedofielen, voor seksuele
misdrijven op minderjarigen en voor mensenhandel.
Een tweede element in de nieuwe instructies dat mij is opgevallen, is
dat de individuele begeleiding door de maatschappelijk assistent
wegvalt. Er zal dus niet langer een reclasseringsplan zijn. Er worden
geen individuele voorwaarden meer opgelegd, zoals het betalen van
de vergoeding aan het slachtoffer, het betalen van boete of het
betalen van schulden. Er wordt niet meer voorzien in individuele
begeleiding. Het enige waarin men nog voorziet in de nieuwe
instructies, is dat er een huisbezoek zal zijn bij het begin van de
maatregel en een huisbezoek in de loop van de maatregel. Dat
betekent dat het elektronisch toezicht nog alleen een controle-element
zal zijn en dat de finaliteit van de reclassering wegvalt.
Mevrouw de minister, kunt u de nieuwe instructies bevestigen?
Kunt u meedelen of de stijging van de gedetineerden onder
elektronisch toezicht betrekking zal hebben op gedetineerden die zich
op dit ogenblik in de gevangenis bevinden?
03.01 Tony Van Parys (CD&V):
La ministre a annoncé la semaine
passée l'élargissement de la
surveillance électronique. Ce
système serait même appliqué,
semble-t-il, aux auteurs de délits
sexuels sur des mineurs ainsi qu'à
la traite des êtres humains. Les
assistants de justice ne disposent
cependant pas du savoir-faire
nécessaire, par exemple, pour
l'accompagnement de pédophiles.
De plus, dans le cas d'une
surveillance électronique, il n'y a
plus d'accompagnement individuel
par un assistant social. Il n'y a
donc plus non plus de programme
de reclassement, et plus aucune
condition individuelle n'est
imposée, telle que l'indemnisation
financière des victimes ou le
paiement d'amendes et de dettes.
Les visites à domicile seraient
limitées à une visite au début et à
la fin de la surveillance
électronique.
La surveillance électronique se
voit donc réduite à un simple
contrôle. L'objectif de réintégration
disparaît. Ces informations sont-
elles exactes?
03.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, monsieur
Van Parys, 379 détenus sont aujourd'hui sous surveillance
électronique. Je suis les chiffres jour après jour; hier ils étaient au
nombre de 371. Nous allons donc dans la bonne direction.
Le passage de 350 détenus sous surveillance électronique à 450 et,
ensuite, à 600 avant la fin de l'année concerne toutes les catégories
de détenus qui répondent aux conditions nécessaires pour bénéficier
de cette mesure. Il s'agit:
- de détenus condamnés à une peine de moins de trois ans de prison,
qui se sont constitués volontairement et qui attendent d'être placés
sous surveillance électronique pour exécuter leur peine;
- de détenus actuellement en prison qui exécutent une peine de plus
de trois ans et pour lesquels la conférence du personnel a rendu un
avis positif dans le cadre de la procédure de libération conditionnelle;
- et, enfin, de détenus actuellement en prison, dont la peine prend fin
03.02 Minister Laurette Onkelinx:
Momenteel staan er 379
gedetineerden onder elektronisch
toezicht. Het is de bedoeling dat
aantal op te trekken naar 450, en
daarna, tegen het einde van het
jaar, naar 600, voor alle
categorieën van gedetineerden die
aan de voorwaarden voldoen:
gedetineerden die veroordeeld zijn
tot minder dan drie jaar
gevangenisstraf, die zich
opgegeven hebben voor
elektronisch toezicht
en die
wachten op de strafuitvoering;
gedetineerden die momenteel een
CRIV 51
COM 963
16/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
dans maximum six mois.
Ils pourront bénéficier de cette mesure pour autant qu'il soit constaté
qu'il n'existe pas de contre-indication, en termes de personnalité, de
risque de récidive, d'incompatibilité entre le milieu d'accueil et la
surveillance électronique, etc. Il y aura donc bien un effet direct sur la
surpopulation carcérale.
Pour augmenter ainsi le nombre de détenus sous surveillance
électronique, toute une série de mesures ont été prises. Comme je l'ai
signalé la semaine dernière, le personnel du Centre national de
surveillance électronique a été augmenté: entre 2005 et 2006, on est
passé de 67 personnes à 79 aujourd'hui, soit une augmentation de 12
équivalents temps plein. Des recrutements supplémentaires sont
prévus cette année pour permettre le suivi de 600 détenus sous
surveillance électronique, soit 20 équivalents temps plein
supplémentaires.
Nous avons également beaucoup travaillé sur les méthodes de travail
de l'administration. Nous avons imposé une simplification des
guidances sociales pour la catégorie des constitués, ainsi que la
rationalisation des déplacements à domicile afin d'améliorer la gestion
du temps de travail des assistants sociaux. Enfin, les enquêtes
sociales faites par les assistants sociaux du Centre national seront
supprimées, dès lors que les informations nécessaires sont
disponibles autrement ou dès lors que des enquêtes sociales
effectuées par les assistants de justice existent déjà, notamment
dans le cadre de l'octroi de congés pénitentiaires, de façon à éviter
tout ce qui fait double emploi.
J'espère que ces différentes mesures nous permettront d'augmenter
rapidement le nombre de placements sous surveillance électronique.
C'est un des moyens pour lutter contre la surpopulation carcérale
mais il ne peut évidemment pas être le seul.
gevangenisstraf van meer dan drie
jaar uitzitten en over wie het
personeelscollege een positief
advies heeft uitgebracht in het
kader van de procedure voor
voorwaardelijke invrijheidstelling;
en gedetineerden die momenteel
in de gevangenis zitten en die nog
ten hoogste zes maanden moeten
zitten. Behoudens ernstige
bezwaren komen zij in aanmerking
voor deze maatregel.
Een en ander zal dus wel degelijk
een rechtstreeks effect hebben op
de
overbevolking van de
gevangenissen.
Er werd een hele reeks
maatregelen getroffen om het
aantal gedetineerden onder
elektronisch toezicht te verhogen.
Het Nationaal Centrum voor
elektronisch toezicht kreeg een
personeelsuitbreiding. Dit jaar nog
komen er twintig extra
voltijdequivalenten in dienst.
Wij hebben ook flink gesleuteld
aan de werkwijze van de
administratie. Zo hebben we een
vereenvoudiging opgelegd van de
sociale begeleiding voor diegenen
die zich hebben gemeld voor
elektronisch toezicht, en de
huisbezoeken gerationaliseerd.
Indien de gevraagde informatie
anderszins beschikbaar is, wordt
het maatschappelijk onderzoek
afgeschaft.
03.03 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, op het voornaamste probleem dat ik heb geschetst in
verband met de nieuwe instructies, bent u niet ingegaan. U ging
namelijk niet in op het feit dat in de nieuwe instructies wordt
voorgeschreven dat het elektronisch toezicht nu ook zou kunnen voor
seksuele misdrijven op minderjarigen en voor misdrijven met
betrekking tot de mensenhandel.
Daarmee heb ik een fundamenteel probleem. Het kan immers niet dat
aan de justitieassistenten de begeleiding van pedofielen wordt
overgelaten.
03.03 Tony Van Parys (CD&V):
La ministre n'a pas réagi à ma
préoccupation essentielle, à savoir
que la surveillance électronique
est étendue aux délits sexuels sur
des mineurs et à la traite des êtres
humains. Les assistants de justice
n'ont pas à être chargés de
l'accompagnement des
pédophiles.
03.04 Laurette Onkelinx, ministre: Il n'y a pas de danger.
03.04 Minister Laurette Onkelinx:
Dat is zeker niet het geval, en daar
bestaat ook geen gevaar voor.
03.05 Tony Van Parys (CD&V): Il n'y a pas de danger?
16/05/2006
CRIV 51
COM 963
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
03.06 Laurette Onkelinx, ministre: On ne le fait pas, donc il n'y a
pas de danger!
03.07 Tony Van Parys (CD&V): U zegt dat in de toekomst het
elektronisch toezicht nog altijd niet van toepassing zal kunnen zijn op
seksuele misdrijven begaan op minderjarigen. Is het dat wat u zegt?
03.07 Tony Van Parys (CD&V):
Le système de la surveillance
électronique ne s'appliquera donc
pas aux pédophiles?
03.08 Laurette Onkelinx, ministre: J'ai dit quelles sont les trois
catégories de personnes qui peuvent être soumises à une
surveillance électronique. J'ai expliqué qu'il ne fallait pas qu'il y ait de
contre-indication. Cela me semble très clair. Nous n'allons donc pas
passer d'une situation à une autre. Il ne faut pas effrayer les gens en
leur disant que ce système pourrait également être appliqué aux
pédophiles, etc. Il n'en est pas question!
03.08 Minister Laurette Onkelinx:
Ik heb uitleg gegeven bij de drie
categorieën van personen voor
wie een maatregel van
elektronisch toezicht kon worden
overwogen, als er geen contra-
indicaties zijn.
U moet niet trachten de bevolking
angst aan te jagen door te
insinueren dat pedofielen onder
elektronisch toezicht zullen worden
geplaatst!
03.09 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de minister, dan is er een
absolute verwarring.
In de huidige situatie werd door de rondzendbrief van 2002 een aantal
misdrijven uitgesloten van elektronisch toezicht. Het gaat onder meer
om de seksuele misdrijven tegen minderjarigen en de mensenhandel.
In de nieuwe instructies komt men daarop terug. In de brief die op
10 mei 2006 aan de medewerkers van het elektronisch toezicht werd
gestuurd, zegt men dat het elektronisch toezicht ook op deze
misdrijven van toepassing is en dit ingevolge een nota die uw
medewerkster, mevrouw Bovy, heeft overgemaakt aan de heer
Bourlet. Dat is mijn grote bezorgdheid.
Onder meer ingevolge hetgeen wij in de onderzoekscommissie-
Dutroux hebben meegemaakt, is het inzake seksuele misdrijven
absoluut noodzakelijk heel gespecialiseerde mensen te hebben voor
de begeleiding en de reclassering. Als men het elektronisch toezicht
openstelt voor deze delinquenten, kan men de jonge
justitieassistenten niet opzadelen met de begeleiding van pedofielen,
van mensen die seksuele misdrijven tegen minderjarigen hebben
gepleegd. Dat is compleet tegengesteld aan de filosofie van de
onderzoekscommissie en alle inzichten die wij hebben verworven.
Ik wil u vragen om die uitsluitingsgrond te handhaven. De uitsluiting
was voorzien in de rondzendbrief. Deze wordt nu heel uitdrukkelijk
opgeheven in de nota's die door uw medewerkers werden verspreid.
Ik wil u vragen die uitsluiting niet stop te zetten en elektronisch
toezicht uit te sluiten voor seksuele misdrijven tegen minderjarigen.
03.09 Tony Van Parys (CD&V):
Dans ce cas, il y a confusion. La
circulaire de 2002 énumère une
série d'exceptions en matière de
surveillance électronique. Ces
exceptions sont à présent
supprimées, à la suite d'un
courrier adressé aux
collaborateurs concernés le 10
mai 2006. L'accompagnement de
pédophiles requiert du personnel
spécialisé. La décision actuelle est
en contradiction totale avec la
philosophie et les conclusions des
commissions d'enquête
parlementaires. La ministre doit
maintenir les exceptions de la
circulaire de 2002.
03.10 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur Van Parys, je pense
qu'avec les quelques contacts bienveillants auprès de l'administration,
ce qui vous intéresse, c'est de tout critiquer, ce quelle que soit l'action
qui est menée.
03.10 Minister Laurette Onkelinx:
U wil alleen maar alles afkraken,
ongeacht het beleid dat gevoerd
wordt. Dat is het enige wat u
interesseert, met uw enkele
CRIV 51
COM 963
16/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
goedgunstige contacten in de
administratie.
03.11 Tony Van Parys (CD&V): Nee, nee.
03.12 Laurette Onkelinx, ministre: Pour ma part, je vous dis
clairement que nous ne reviendrons pas sur les instructions données
antérieurement.
03.13 Tony Van Parys (CD&V): De instructies zeggen precies dat
seksuele misdrijven in de toekomst ...
03.14 Laurette Onkelinx, ministre: C'est peut-être un de vos
contacts bienveillants qui a dit cela, mais ce n'est pas vrai!
03.14 Minister Laurette Onkelinx:
Misschien beweert een van uw
bevriende contactpersonen dat,
maar het is niet waar!
03.15 Tony Van Parys (CD&V): Il ne s'agit pas de contacts, il s'agit
de vos instructions à ceux qui doivent exécuter ces mesures!
03.15 Tony Van Parys (CD&V):
Het gaat hier niet om
contactpersonen, maar om uw
instructies aan de ambtenaren die
deze maatregelen moeten
uitvoeren!
03.16 Laurette Onkelinx, ministre: J'ignore qui a entendu de telles
instructions au sein de l'administration; je me renseignerai. Peut-être
aurai-je une petite conversation pour savoir ce qu'ils comprennent et
ce qu'ils ne comprennent pas, ainsi que ce qu'ils vous racontent et ce
qu'ils ne vous racontent pas.
03.16 Minister Laurette Onkelinx:
Ik weet niet wie uw bevriende bron
bij de administratie is die
dergelijke instructies zou gehoord
hebben. Ik zal hieromtrent nadere
informatie inwinnen. Misschien zal
ik een aantal mensen aan de tand
voelen om te weten hoe ze een en
ander interpreteren en wat ze u
zeggen of verzwijgen.
03.17 Tony Van Parys (CD&V): Het probleem is niet hetgeen men
zegt en hetgeen men niet zegt. Het probleem is dat het elektronisch
toezicht niet kan voor seksuele misdrijven.
03.18 Laurette Onkelinx, ministre: Vous vous obstinez à salir
systématiquement toutes les politiques que nous menons, y compris
des politiques indispensables et réclamées par tout le monde, comme
l'augmentation des bracelets électroniques.
03.18 Minister Laurette Onkelinx:
Het is duidelijk dat u er alleen
maar op uit is om ons werk te
besmeuren.
03.19 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de minister, mijn zorg is ...
03.20 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, j'ai dit et,
pour moi, c'est terminé.
Le président: Le dernier mot reste au Parlement.
03.21 Tony Van Parys (CD&V): Bedankt, mijnheer de voorzitter.
Mevrouw de minister, mijn grote zorg is dat alle inzichten die wij
hebben verworven in de parlementaire onderzoekscommissies, nu
niet te grabbel worden gegooid door het elektronisch toezicht zomaar
open te stellen voor seksuele misdrijven op minderjarigen. Dat is mijn
grote zorg. Als men dat doet, dan levert men die delinquenten over
03.21 Tony Van Parys (CD&V):
Le contrôle électronique des
pédophiles est inacceptable. Nous
ne pouvons pas galvauder les
résultats des commissions
d'enquête parlementaires. La
16/05/2006
CRIV 51
COM 963
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
aan jonge justitieassistenten die helemaal niet de knowhow hebben
om voor die begeleiding in te staan.
Ik vind het een bijzonder belangrijk punt. Mevrouw de minister, ik
vraag u heel uitdrukkelijk om de instructie onmiddellijk in te trekken.
ministre doit annuler les
instructions.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de M. Olivier Maingain à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
04 Vraag van de heer Olivier Maingain aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
situatie van de plaatsvervangende rechters" (nr. 11689)
04.01 Olivier Maingain (MR): Monsieur le président, madame la
ministre, le 26 avril, le Conseil supérieur de la Justice a rendu un avis
au sujet de l'institution des juges suppléants.
Le nombre de magistrats suppléants atteignait en 2004 le chiffre de
2.056 pour 1.555 magistrats effectifs du siège et 812 magistrats
effectifs du parquet. Il est toutefois impossible d'apprécier le
pourcentage réel de l'activité des juges suppléants par rapport à celle
des juges professionnels, si ce n'est qu'on puisse logiquement
imaginer une activité supérieure pour les magistrats professionnels. Il
semble que, rare dans certaines juridictions, le recours aux juges
suppléants soit plus systématique dans d'autres. Le Conseil supérieur
de la Justice ne dispose toutefois d'aucun chiffre statistique à cet
égard.
Le concours des magistrats suppléants s'avère indispensable au bon
fonctionnement de la justice dès lors qu'il évite la remise d'affaires et
l'accroissement de l'arriéré judiciaire.
Ces mesures, présentées comme exceptionnelles et limitées dans le
temps, ont été considérées justifiées pour ces motifs au regard des
articles 10 et 11 de la Constitution par la Cour d'arbitrage. Celle-ci a
précisé dans son arrêt du 3 mars 1999 "que tel ne serait pas le cas
pour le maintien de telles mesures pour résorber un arriéré qui serait
devenu structurel". Près de neuf années plus tard, ces mesures sont
encore d'application.
Il convient en outre de relever que si la qualité du concours apporté
par les avocats juges suppléants ne fait pas l'objet de critiques
significatives au sein des barreaux, la question s'est posée de
l'opportunité d'un système reposant de manière structurelle sur le
concours bénévole d'avocats. Si l'OVB (ordre des barreaux flamands)
s'y est déclaré opposé, la question est toujours pendante et à
l'examen à l'OBFG (ordre des barreaux francophones et
germanophones).
Le Conseil supérieur de la Justice préconise dès lors qu'une étude
soit menée sur la nécessité et l'opportunité de maintenir le système
actuellement en vigueur.
Disposez-vous de chiffres plus récents et d'éventuelles statistiques?
Notamment, une étude est-elle en cours pour déterminer dans quelles
juridictions il serait plus particulièrement recouru à cette institution?
04.01 Olivier Maingain (MR): Op
26 april jongstleden heeft de Hoge
Raad voor Justitie een advies met
betrekking tot de inschakeling van
de plaatsvervangende rechters
uitgebracht.
In 2004 waren er 2 056
plaatsvervangende rechters, tegen
1 555 werkende magistraten van
de zetel en 812 werkende
parketmagistraten. Het valt
moeilijk in te schatten hoe
werkzaam de plaatsvervangende
rechters zijn in vergelijking met de
beroepsrechters. De ene
rechtbank maakt al wat meer
gebruik van de diensten van
plaatsvervangende rechters dan
de andere. De Hoge Raad voor de
Justitie beschikt echter niet over
statistieken dienaangaande.
Het is echt noodzakelijk dat een
beroep wordt gedaan op
plaatsvervangende rechters, al
was het maar om te voorkomen
dat de gerechtelijke achterstand
nog toeneemt.
Die maatregelen, waarvan werd
gesteld dat ze uitzonderlijk en
beperkt in de tijd zijn, werden door
het Arbitragehof als
gerechtvaardigd beschouwd, op
voorwaarde dat het niet de
bedoeling is een achterstand weg
te werken die een structureel
karakter heeft gekregen. Bijna
negen jaar later zijn die
maatregelen nog altijd van
toepassing.
Tevens is de vraag gerezen of een
CRIV 51
COM 963
16/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
Ne trouvez-vous pas, à l'instar du Conseil supérieur de la Justice, que
le mandat du magistrat suppléant devrait être limité dans le temps
mais pouvoir être renouvelé sur la base d'une évaluation positive, au
même titre que celle de magistrat professionnel?
En outre, un système de rémunération uniforme et équitable ne
devrait-il pas être organisé en fonction des audiences réellement
assumées et en fonction de l'importance de celles-ci?
Un point sur lequel je rejoins largement le Conseil supérieur de la
Justice: peut-on admettre qu'un avocat soit appelé à devenir
magistrat suppléant du ministère public? J'avoue être totalement
hostile à cette possibilité qu'offre le Code judiciaire. On imagine déjà
mal qu'un juge effectif remplace le ministère public; dès lors, un
avocat fréquemment amené à affronter le parquet est sans doute
mal placé pour suppléer. Fondamentalement, pour les avocats
pénalistes, ces relations tantôt alliées, tantôt conflictuelles placent
souvent l'avocat dans la situation délicate d'être assimilé à un
moment donné au ministère public.
Ne faudrait-il pas repenser l'institution? Je ne dis pas qu'il faut l'abolir
purement et simplement mais simplement la reconsidérer, forts des
enseignements tirés par le Conseil supérieur de la Justice.
dergelijk systeem, dat structureel
op de belangeloze medewerking
van advocaten stoelt, wel
opportuun is. De Orde van de
Vlaamse balies is daartegen
gekant en de Orde van de
Franstalige en Duitstalige balies
onderzoekt die kwestie momenteel
nog.
De Hoge Raad voor de Justitie
pleit er dan ook voor een studie uit
te voeren naar de noodzaak en de
opportuniteit van het behoud van
de regeling.
Beschikt u over recentere cijfers
en eventueel over statistieken? Is
er een studie aan de gang om na
te gaan welke rechtbanken
regelmatig een beroep doen op
plaatsvervangende rechters?
Bent u het met de Hoge Raad voor
de Justitie eens dat het mandaat
van plaatsvervangend rechter in
de tijd zou moeten worden
beperkt, maar dat het op grond
van een beoordeling moet kunnen
worden hernieuwd?
Zou niet moeten worden gezorgd
voor een eenvormige en billijke
bezoldiging, op grond van het
aantal effectieve terechtzittingen
en van het belang ervan?
Net als de Hoge Raad voor de
Justitie ben ik er volledig tegen dat
een advocaat de mogelijkheid zou
worden geboden
plaatsvervangend magistraat van
het openbaar ministerie te worden.
Een advocaat die vaak lijnrecht
tegenover het parket staat is
slecht geplaatst om het te
vervangen. Er dreigt een
amalgaam tussen de strafpleiters
en het openbaar ministerie,
wanneer die advocaten
voortdurend van kamp
veranderen.
Moet de regeling betreffende de
plaatsvervangende rechters, in het
licht van de opmerkingen van de
Hoge Raad voor de Justitie, niet
worden herzien?
16/05/2006
CRIV 51
COM 963
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
04.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, j'ai
effectivement reçu le 3 mai dernier l'avis d'office sur les juges
suppléants du Conseil supérieur de la Justice. Cet avis est
évidemment à l'étude au sein de mes services. Il est donc prématuré
de vouloir de ma part une position définitive quant à la thématique
développée par le Conseil.
Je relève toutefois que le Conseil formule des recommandations à
l'usage des chefs de corps qui, elles, ne nécessitent aucune
modification législative. Elles peuvent être immédiatement
concrétisées au sein des différentes juridictions. Ces
recommandations paraissent pertinentes et pleines de bon sens et
devraient être suivies par tous les responsables judiciaires sans
aucune difficulté.
En ce qui concerne les recommandations de réformes législatives,
elles méritent un examen approfondi, qui est d'ailleurs en cours, et
une concertation avec les autorités judiciaires concernées,
notamment les chefs de corps du siège. De plus l'aspect budgétaire
n'étant pas absent, notamment par la proposition d'uniformisation
éventuelle des rémunérations servies aux juges suppléants, il y aura
lieu de procéder à des projections pour déterminer l'impact que ces
réformes pourraient avoir.
Dès à présent, je peux confirmer que je ne suis pas opposée à
l'introduction de mandats à durée déterminée, renouvelables
moyennant évaluation. En effet, rien ne s'oppose à l'introduction d'un
système identique à celui des magistrats effectifs. Toutefois, je
voudrais souligner que la limitation de la fonction de magistrat
suppléant à un mandat renouvelable sur la base d'une évaluation
exigerait, vous le savez, une profonde modification de la législation
actuelle avec un examen détaillé de la question de la
constitutionnalité de cette innovation.
Enfin, dans l'hypothèse où des réformes législatives seraient
décidées, il faudra procéder de manière progressive afin de ne pas
engendrer des perturbations au sein des différentes juridictions et
provoquer involontairement un accroissement de l'arriéré judiciaire.
En ce qui concerne le cadre des magistrats suppléants, conseillers et
juges suppléants dans les différentes juridictions, il s'élève
actuellement à 1.912 personnes. Pour les autres statistiques plus
précises demandées, j'ai répondu à une question écrite de
M. Borginon la question n° 453 du 23 novembre 2004. Si vous
posez la question par écrit, j'essaierai de renouveler les informations
datant de 2004.
04.02 Minister Laurette Onkelinx:
Het advies van de Hoge Raad
voor de Justitie over de
plaatsvervangende rechters heb ik
op 3 mei ontvangen Dat advies
wordt nu door mijn diensten
bestudeerd. Het is dan ook te
vroeg om een definitief standpunt
in te nemen.
De Hoge Raad formuleert een
aantal aanbevelingen voor de
korpschefs. Daarvoor is geen
wetswijziging nodig. Die
aanbevelingen zijn zo te zien
relevant, en zouden probleemloos
opgevolgd moeten worden.
De aanbevelingen voor de
herziening van wetsbepalingen
moeten grondig bekeken worden.
Daarover moet overleg gepleegd
worden met de betrokken
gerechtelijke autoriteiten. Ten
slotte moet ook het kostenplaatje
berekend worden.
Ik ben niet gekant tegen de idee
om te werken met mandaten van
beperkte duur, die na een
evaluatie verlengd kunnen worden.
Een dergelijke inperking van de
functie van plaatsvervangend
magistraat vooronderstelt evenwel
een ingrijpende wetswijziging en
een en ander zal ook aan de
grondwet getoetst moeten worden.
Als de wet hervormd wordt, moet
dat langs lijnen van geleidelijkheid
gebeuren; het is niet de bedoeling
knuppels in het hoenderhok te
gooien en de gerechtelijke
achterstand onbedoeld nog te
vergroten.
De formatie van de
plaatsvervangende rechters omvat
momenteel 1 912 personen.
Aangaande de overige statistieken
heb ik al een antwoord gegeven
op de schriftelijke vraag nr. 453
van 23 november 2004 van de
heer Borginon. Als u mij die vraag
schriftelijk stelt, zal ik trachten de
informatie van 2004 te
CRIV 51
COM 963
16/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
actualiseren.
04.03 Olivier Maingain (MR): Monsieur le président, je remercie
Mme la ministre pour ses premiers commentaires. J'entends que le
point est mis à l'étude. Je crois que le législateur devra également
s'en saisir. En ce qui me concerne, je déposerai l'idée que le
magistrat suppléant ne soit plus appelé à siéger au sein du ministère
public. J'ignore d'ailleurs la part de magistrats suppléants parfois
appelés à siéger au ministère public. Peut-être disposez-vous d'un
chiffre parmi vos données statistiques? Je n'ai pas eu le temps de
vérifier non plus!
04.03 Olivier Maingain (MR): Ik
noteer dat die kwestie wordt
onderzocht. Ik ben van mening dat
ook de wetgever zich erover moet
buigen. Zelf zal ik in ieder geval
een voorstel indienen dat ertoe
strekt plaatsvervangende
magistraten niet langer namens
het openbaar ministerie zitting te
laten nemen.
04.04 Laurette Onkelinx, ministre: (...)
04.05 Olivier Maingain (MR): Bien entendu! Mais il s'agit d'une
hypothèse qu'à titre personnel j'exclus totalement pour des raisons
que j'ai brièvement évoquées mais sur lesquelles je reviendrai.
Je prends également note du problème de constitutionnalité a étudier
dans le cadre de la durée ou l'idée de mandat à temps des magistrats
suppléants. Néanmoins, je souhaiterais, monsieur le président, une
concertation entre les partis politiques désireux de participer à une
réforme de l'institution.
04.05 Olivier Maingain (MR): Ik
neem tevens nota van het
probleem inzake de
grondwettelijkheid dat dient te
worden bekeken.
Ik stel voor dat overleg wordt
georganiseerd tussen de politieke
partijen die aan een hervorming
van de instelling wensen deel te
hebben.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
gebrek aan capaciteit in de jeugdinstellingen" (nr. 11695)
05 Question de M. Bart Laeremans à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le manque
de capacité d'accueil dans les établissements destinés à l'accueil des jeunes délinquants" (n° 11695)
05.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, de
jongste dagen duikt het gebrek aan opvangplaatsen voor
jeugddelinquenten opnieuw op een zeer opmerkelijke manier op. Het
gaat soms om heel ernstige feiten, waarbij leerkrachten werden
verwond.
In een geval van een homejacking in het Waasland heeft de politie
bewust het risico genomen om te wachten met de aanhouding tot er
plaats was in Everberg.
In Brussel is het nog heel anders gegaan. Daar heeft men vele jonge
criminelen opgepakt en moeten vrijlaten vanwege gebrek aan
opvangplaatsen in Everberg. Het ging onder meer om vier overvallers
die op heterdaad betrapt waren in een apotheek in Schaarbeek. Zij
moesten onmiddellijk worden vrijgelaten wegens gebrek aan
capaciteit.
In Sint-Niklaas ging het om jongeren die meer dan vijftig diefstallen
hadden gepleegd. Zij werden opnieuw doorgestuurd, omdat er geen
plaats was in de open instellingen, want blijkbaar konden ze niet in
een zwaardere, gesloten instelling worden geplaatst, wat op zich toch
ook vragen doet rijzen.
05.01 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Les établissements
fermés pour la jeunesse sont
confrontés à un problème aigu de
manque de place. Dans certains
cas comme récemment encore
à Saint-Nicolas et à Bruxelles - la
police ne procède pas à
l'arrestation de jeunes criminels
tant qu'il n'y a pas de place à
Everberg.
La ministre pourrait-elle fournir des
éclaircissements au sujet du
manque de place dans les
établissements pour la jeunesse ?
Estime-t-elle opportun de remettre
en liberté des jeunes qui
présentent un danger pour la
société? De combien de places
d'accueil dispose actuellement
chaque Communauté? Quand les
extensions programmées seront-
16/05/2006
CRIV 51
COM 963
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
Kan de minister uitleg geven bij het actuele gebrek aan capaciteit bij
de diverse jeugdinstellingen en in Everberg? Kan het zomaar dat
gevaarlijke jongeren opnieuw de straat worden opgestuurd, nadat ze
zijn aangehouden voor zware diefstallen en overvallen?
Kan de minister een overzicht geven van het actueel aantal
opvangplaatsen per Gemeenschap?
Ik neem ook aan dat de minister daarover nog recent gesprekken
heeft gevoerd met de Gemeenschappen. Tegen wanneer zullen de
geplande uitbreidingen zijn gerealiseerd? Wordt er ook aan de zijde
van de Franse Gemeenschap gewerkt aan uitbreiding? Aan Vlaamse
zijde is dat het geval, maar jammer genoeg pas tegen 2008. Hoe is
het aan Franse zijde?
Welke initiatieven worden er op korte termijn genomen om
bijkomende capaciteit te creëren?
Zijn er op dit moment beletsels om jongeren van boven de 16 die een
lange reeks diefstallen hebben gepleegd zoals is gebeurd in het
Waasland , tijdelijk op te sluiten in een gesloten instelling of in
Everberg?
Ik dank u voor uw antwoord.
elles réalisées? Une extension
sera-t-elle aussi prévue en
Communauté française?
Comment les problèmes de
capacité seront-ils résolus à court
terme? Certains paramètres font-
ils obstacle à la détention à
Everberg de jeunes gens qui ont
seize ans révolus et qui ont
commis toute une série de vols?
05.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, zoals u
weet komt de uitvoering van een plaatsingsmaatregel voor
delinquente minderjarigen toe aan de Gemeenschappen. Ik verwijs
voor het plaatsgebrek in de Vlaamse gemeenschapsinstellingen en
voor het antwoord dat het Vlaams globaal plan hierop wil bieden naar
minister Vervotte.
Ik stel vast dat het plaatsgebrek groot is. De plaatsen in Everberg zijn
steeds vaker voor 100% benut. Het centrum heeft in 2006 reeds
verschillende jongeren moeten weigeren.
Ik betreur dat jonge zware delinquenten bij gebrek aan plaats gewoon
terug naar huis moeten worden gestuurd. De parketten hebben
helaas geen andere keuze. Het is bovendien contraproductief om de
jongeren eerst op te pakken om ze daarna, wegens plaatsgebrek,
terug te moeten vrijlaten. Met dergelijke praktijken zou de politie
alleen maar aan gezag inboeten.
Ik herinner u eraan dat een plaatsing in Everberg mogelijk is onder
volgende voorwaarden.
Ten eerste, er is geen enkele plaats beschikbaar in de gesloten
gemeenschapsinstellingen.
Ten tweede, het betreft een jongen die minstens 14 jaar oud was op
het ogenblik dat hij het feit pleegde.
Ten derde, er bestaan voldoende aanwijzingen van schuld.
Ten vierde, er bestaan dringende, ernstige en uitzonderlijke
omstandigheden van openbare veiligheid die zijn plaatsing
noodzaken.
05.02
Laurette Onkelinx,
ministre: L'exécution des mesures
de placement pour les jeunes
délinquants est une compétence
des Communautés. Et en ce qui
concerne les difficultés qui se
posent dans les établissements
flamands, je vous renvoie à la
ministre Vervotte.
Il y a un important manque de
place et il arrive de plus en plus
souvent que toutes les places
disponibles à Everberg soient
occupées. Je déplore que certains
délinquants juvéniles qui ont
commis des faits graves soient
remis en liberté mais le parquet
n'a pas le choix. En outre, la
pratique qui consiste à arrêter des
jeunes puis à les remettre en
liberté produit des effets pervers et
ternit l'image de marque de la
police.
Les jeunes âgés d'au moins
quatorze ans peuvent être placés
à Everberg s'il n'y a pas de place
dans une institution
communautaire, s'il y a des
indices suffisants de culpabilité et
s'ils représentent un danger pour
la sécurité publique. Comment est
CRIV 51
COM 963
16/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
Ten vijfde, in verband met de ernst van het feit geldt het volgende.
Is er reeds een definitieve jeugdbeschermingsmaatregel ten aanzien
van hem bepaald, dan dient het feit, mocht hij meerderjarig geweest
zijn, een correctionele hoofdgevangenisstraf van 1 jaar of een
zwaardere straf tot gevolg te hebben.
In het andere geval moet het feit, mocht hij meerderjarig geweest zijn,
een straf tot gevolg hebben van opsluiting van 5 tot 10 jaar of een
zwaardere straf.
Voor uw overige vragen, die niet onder mijn bevoegdheid ressorteren,
verwijs ik naar de bevoegde gemeenschapsministers.
déterminée la gravité du délit
commis ? Si une mesure de
protection de la jeunesse a été
prise, le jeune doit avoir commis
un délit passible d'une peine
d'emprisonnement principale
correctionnelle d'au moins un an
s'il était commis par un adulte.
Sans mesure de protection de la
jeunesse, il doit s'agir d'un délit
passible d'une peine de prison de
cinq ans minimum s'il était commis
par un adulte.
05.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mevrouw de minister, ik
dank u voor uw antwoord.
Ten eerste, ik weet ook wel dat u niet kunt optreden in plaats van de
Gemeenschappen maar het verwondert mij dat u enkel verwijst naar
de Vlaamse Gemeenschap waar er inderdaad een probleem rijst,
maar waar er ook een begin van oplossing is. Er worden een aantal
extra ruimtes gecreëerd. Het probleem doet zich echter zeker ook
voor aan de kant van de Franse Gemeenschap. Vandaag blijkt
opnieuw duidelijk uit de kranten dat daar voor de vele jongeren die in
Brussel worden opgepakt na zware overvallen geen plaats is, ook niet
in gemeenschapsinstellingen. U zou dus ook ten zeerste de Franse
Gemeenschap op haar verantwoordelijkheid moeten wijzen.
Ten tweede, wat Everberg betreft, betreurt u gewoon dat er ook daar
voortdurend honderd procent bezetting is en dat er te weinige ruimte
is. Wij hebben het u in het verleden al vaker gezegd dat Everberg veel
te klein is om de zware jeugddelinquenten van het hele land op te
vangen. Wij willen niet wachten tot 2009, tot u die fameuze federale
instelling gaat creëren die trouwens het probleem niet zal
ondervangen omdat ze voor een andere categorie van jongeren is.
Wij stelden al herhaaldelijk voor en ik doe dat opnieuw om een
tweede Everberg op te richten in Wallonië. Daar is nood aan. De
Vlamingen hebben er geen enkel probleem mee dat Everberg een
volledig Nederlandstalige federale inrichting wordt voorlopig, zolang
die materie nog federaal is en dat er daarnaast een federale
instelling in Wallonië wordt gebouwd voor Franstalige
jeugddelinquenten. Daar is grote behoefte aan en u moet daar werk
van maken. U kunt daar werk van maken, u hebt daar de
mogelijkheden, de wettelijke instrumenten en de middelen voor. Wij
dringen daar ten zeerste op aan zodat Everberg eindelijk eentalig kan
worden en Wallonië zijn eigen, gelijkaardige instelling heeft.
05.03 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Je trouve étrange que la
ministre ne se réfère qu'au
ministre de la Communauté
flamande, alors que le problème
se pose tout autant du côté
francophone. C'est à la ministre
qu'il revient de rappeler la
Communauté française à l'ordre.
L'institution fédérale d'Everberg
est trop petite pour répondre aux
besoins de l'ensemble du pays.
Nous proposons dès lors la
construction d'un nouvel
établissement en Wallonie, de
sorte que l'institution d'Everberg
puisse devenir unilingue flamande.
Nous ne voulons pas attendre
jusqu'en 2009 l'ouverture d'une
deuxième prison pour jeunes.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de M. Olivier Maingain à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
réorganisation du parquet de Bruxelles" (n° 11699)
06 Vraag van de heer Olivier Maingain aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
reorganisatie van het Brussels parket" (nr. 11699)
06.01 Olivier Maingain (MR): Monsieur le président, madame la 06.01 Olivier Maingain (MR):
16/05/2006
CRIV 51
COM 963
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
ministre, le 27 avril dernier, lors de la session des questions
d'actualité, je vous avais interrogé sur la fusion de deux zones
géographiques par le parquet de Bruxelles, à savoir la zone III qui
recouvre Jette, Koekelberg, Berchem, Ganshoren et Molenbeek et la
zone V qui recouvre Schaerbeek, Saint-Josse et Evere.
Vous m'aviez alors répondu que les bourgmestres desdites zones
vous avaient informée de cette réorganisation et qu'ils craignaient une
fragilisation des intervenants des zones difficiles qui nécessitent un
travail de proximité et de prévention. Le procureur du Roi ne vous
avait pas informée de cette réorganisation. Vous avez alors annoncé
que vous demanderiez un rapport sur le sujet au procureur général.
Selon mes informations, au 1
er
janvier 2006, la zone III comptait 3
magistrats francophones, 1 stagiaire judiciaire francophone, appelé
d'ailleurs à faire le même travail qu'un magistrat lorsqu'il est
commissionné, et 1 magistrat néerlandophone, donc un total de 5
personnes. La zone V, quant à elle, comptait 2 magistrats
francophones, 2 stagiaires judiciaires francophones et 1 magistrat
néerlandophone, donc un total de 5 personnes. Les deux zones
pouvaient donc compter en tout sur 10 magistrats ou stagiaires
judiciaires.
Depuis la fusion des zones III et V, au 2 mai 2006, cette nouvelle
zone regroupe 6 magistrats francophones, 1 stagiaire francophone et
2 magistrats néerlandophones, donc 9 magistrats ou stagiaires en
tout, à savoir une unité de moins.
À l'heure où le manque d'effectifs est criant, pourquoi avoir supprimé
un magistrat effectif dans cette nouvelle zone, née de la fusion de
deux zones couvrant pourtant des territoires communaux importants?
Il paraîtrait que tous les magistrats des zones III et V, à deux
exceptions près, ont été envoyés dans d'autres services. Or, le travail
de proximité des zones III et V était apprécié par les bourgmestres
des communes concernées. La politique suivie dans ces zones
privilégiait de manière générale les mesures alternatives (médiation,
transaction, etc.) afin de diversifier les réponses à la délinquance et y
apporter une réponse plus rapide.
Un dialogue avait lieu de manière hebdomadaire entre les instances
concernées du parquet, les administrations communales et la police
des deux zones. Comment expliquer le déplacement de ces
magistrats alors même qu'ils avaient acquis une certaine expérience
dans leur zone et favorisaient une politique de proximité?
À la suite de cette fusion de zones et vu l'accroissement de travail,
une magistrate a été déchargée de sa mission de magistrate de
référence en ce qui concerne les dessaisissements en matière de
jeunesse. Aujourd'hui, personne à ma connaissance ne se charge de
ces dossiers pourtant prioritaires. Comment expliquer ce recul?
La fusion de ces deux zones qui connaissaient des criminalités de
types différents n'a pas été faite en concertation avec les magistrats
et a provoqué une certaine démotivation en leur sein. Tous leurs
dossiers ont été mis en commun et redistribués, ce qui est de nature
à augmenter encore la charge de travail existante pour les personnes
qui doivent reprendre lesdits dossiers. Comment expliquer une telle
Eind april heb ik u een vraag
gesteld over de fusie door het
Brusselse parket van zone III, die
uit Jette, Koekelberg, Sint-Agatha-
Berchem, Ganshoren en
Molenbeek bestaat, en de zone V,
die uit Schaarbeek, Sint-Joost-ten-
Node en Evere bestaat. U
antwoordde me toen dat de
burgemeesters van die zone u
over de reorganisatie van het
parket hadden ingelicht en dat ze
vrezen dat die hervorming het
werk van de hulpverleners zou
bemoeilijken in de probleemzones,
waar aan buurtwerk en preventie
wordt gedaan. U kondigde nog
aan dat u in dat verband een
verslag zou vragen aan de
procureur-generaal.
Volgens de informatie waarover ik
beschik, beschikt de nieuwe zone
over één magistraat minder dan
voor de fusie. Waarom werd een
betrekking geschrapt, terwijl er
een nijpend personeelstekort
heerst?
De meeste magistraten van de
zones III en V zouden naar andere
diensten zijn overgeplaatst. De
burgemeesters van de betrokken
gemeenten stelden de
buurtwerking in de zones III en V
echter op prijs. Wekelijks vond
overleg plaats tussen de
betrokken instanties van het
parket, de gemeentelijke overheid
en de politie van beide zones.
Waarom werden die magistraten
verplaatst?
Als gevolg van de fusie en om het
bijkomend werk op te vangen,
werd een magistrate van haar
opdracht als referentiemagistraat
voor de uithandengeving van
jongeren ontheven. Bij mijn weten
houdt niemand zich vandaag nog
met die dossiers bezig. Hoe valt
die achteruitgang te verklaren?
De fusie kwam niet in overleg met
de magistraten tot stand en werkt
demotiverend. Hun dossiers
werden verzameld en verdeeld,
wat de werkdruk nog doet
toenemen. Hoe verklaart u dat?
CRIV 51
COM 963
16/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
situation?
Madame la ministre, avez-vous reçu du parquet général des
explications et des informations à ce propos? Quels ont été les
critères retenus par M. le procureur du Roi de Bruxelles pour
fusionner ces deux zones, alors que cela suscite visiblement une vive
interrogation de la part des magistrats concernés et des autorités de
police?
Kreeg u van het parket-generaal
enige uitleg en informatie in dat
verband? Op grond van welke
criteria besliste de heer procureur
des Konings te Brussel die twee
zones samen te voegen?
06.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président,
M. Maingain sait que je suis entièrement d'accord avec lui sur les
avantages de la réorganisation du parquet de Bruxelles, qui avait été
élaborée par une circulaire de 2001 conformément aux résultats d'un
audit réalisé par le Conseil supérieur de la Justice. Comme ce dernier
l'avait dit à l'époque, cette réorganisation et la création de cellules
plus petites en fonction de critères géographiques permettaient
finalement au parquet d'avoir des contacts personnalisés avec les
services de police et une meilleure approche de la criminalité locale,
qui n'est pas la même d'une zone à l'autre.
Effectivement, sept cellules ont été créées qui ont donné de bons
résultats. Vous l'avez rappelé, j'ai été avertie non pas par les parquets
mais par un signal d'alarme lancé par les bourgmestres concernés
par une fusion de zones voulue par le parquet de Bruxelles.
Je me suis bien entendu interrogée sur les raisons qui ont motivé le
procureur du Roi à changer l'organisation interne et à envisager la
fusion de deux cellules, d'autant plus que, pour ceux qui connaissent
bien Bruxelles, les deux zones en question concernent des
communes confrontées à des difficultés particulières, zones qui ne
ménagent pas leur peine en matière de prévention de la délinquance.
Je me suis également étonnée que cette décision de réorganisation
n'ait pas donné lieu à un dialogue avec les autorités locales, celles-ci
se félicitant auparavant des bons contacts entretenus avec le parquet
de Bruxelles depuis la réorganisation. Elles ont été les premières
étonnées à apprendre, indirectement, une réorganisation qui les
concernait au premier chef. J'ai donc effectivement demandé au
procureur général de Bruxelles de bien vouloir me donner toutes les
explications utiles à ce propos.
Le procureur général m'a informé que le procureur du Roi de
Bruxelles a pris la décision de réunir au sein d'une même cellule les
cellules zonales 3 et 5, car elles présentent le pourcentage le plus
faible de dossiers introduits. Selon le procureur, cette décision du
parquet a été approuvée par le procureur général qui, pour ce faire,
s'est appuyé sur deux éléments: d'une part, la mission d'appui confiée
par le ministre de la Justice précédent et, d'autre part, l'article 146ter
du Code judiciaire qui prévoit: "Les procureurs généraux, les
procureurs du Roi et les auditeurs du travail veillent en concertation à
la qualité de l'organisation et du fonctionnement des parquets de
première instance et des auditorats du travail.".
Enfin, le procureur général souligne également que cette décision
avait reçu l'accord du premier avocat général de son parquet général
et du magistrat de référence, qui assure l'appui de la zone III.
J'ai reçu ce matin - et vous comprendrez que je n'ai pas encore eu
06.02 Minister Laurette Onkelinx:
De reorganisatie van het parket te
Brussel werd in 2001 uitgewerkt
teneinde persoonlijke contacten
met de politiediensten en een
betere aanpak van de plaatselijke
criminaliteit, die verschilt
naargelang van de zones, mogelijk
te maken. De zeven cellen die
werden opgericht hebben goede
resultaten geboekt.
Ik heb mij uiteraard afgevraagd
waarom de procureur des Konings
de interne organisatie heeft
gewijzigd en de fusie van twee
cellen heeft overwogen, temeer
daar de desbetreffende zones
gemeenten omvatten die met
bijzondere moeilijkheden kampen
en grote inspanningen op het
gebied van de
criminaliteitspreventie leveren. Het
verbaast mij eveneens dat die
beslissing werd genomen zonder
de plaatselijke autoriteiten te
raadplegen. Ik heb de procureur-
generaal van Brussel dan ook
gevraagd mij daarover meer uitleg
te geven.
De procureur-generaal heeft mij
meegedeeld dat de procureur des
Konings beslist heeft de zonale
cellen III en V te fuseren omdat
het aantal ingediende dossiers er
het laagst was. Volgens de
procureur stond de procureur-
generaal achter die beslissing van
het parket en baseerde hij zich
daarbij op twee elementen: de
door de vorige minister van Justitie
toevertrouwde
ondersteuningsopdracht en artikel
146ter van het Gerechtelijk
Wetboek.
Ten slotte benadrukt de procureur-
generaal dat deze beslissing werd
16/05/2006
CRIV 51
COM 963
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
l'occasion de les examiner - les chiffres sur lesquels le procureur du
Roi s'est basé pour prendre cette décision.
Comme vous le savez, le principe de la séparation des pouvoirs
m'empêche d'interférer dans l'organisation interne des parquets, mais
j'estime en l'espèce que cette réorganisation pourrait avoir des effets
néfastes en termes de politique criminelle, politique que je suis
amenée à définir avec le Collège des procureurs généraux et qui
relève donc aussi de ma responsabilité.
Dans un avenir très proche et après examen des chiffres statistiques
communiqués par les autorités judiciaires bruxelloises, je reprendrai
les contacts nécessaires tant avec les mandataires locaux qu'avec les
autorités judiciaires afin d'examiner si oui ou non l'organisation mise
en place est bien la plus efficace à la fois pour répondre au
phénomène criminel qui se développe dans ces zones, mais aussi
pour mener un travail de qualité en parfaite collaboration et
concertation avec les autorités communales et/ou policières.
goedgekeurd door de eerste
advocaat-generaal van zijn parket-
generaal en door de
referentiemagistraat die voor de
ondersteuning van zone III instaat.
Vanmorgen heb ik de cijfers
ontvangen waarop deze beslissing
is gestoeld. Door de scheiding der
machten kan ik me niet mengen in
de interne organisatie van de
parketten. Toch kan deze
reorganisatie nadelige gevolgen
hebben voor het strafbeleid, dat ik
in samenspraak met het College
van procureurs-generaal dien uit te
stippelen en dat dus ook tot mijn
bevoegdheden behoort. Van zodra
ik de statistieken heb bestudeerd,
zal ik opnieuw contact opnemen
met de plaatselijke mandatarissen
en de gerechtelijke overheden.
Dan kunnen we nagaan of de
huidige organisatie geschikt is om
de criminaliteit het hoofd te bieden
en om kwalitatief werk te leveren
in overleg en samenwerking met
de gemeentebesturen en de
politiediensten.
06.03 Olivier Maingain (MR): Madame la ministre, je vous remercie
pour votre réponse. Je crois que nous avons une large convergence
de vues par rapport à cette décision qui, de prime abord, paraît assez
abrupte de la part du parquet de Bruxelles et de son chef de corps.
Sur base des statistiques, je me permettrai de vous interroger à
nouveau et de poursuivre avec vous les investigations nécessaires
afin de comprendre une mesure qui suscite une vive interrogation au
sein même des magistrats du parquet.
06.03 Olivier Maingain (MR): We
delen min of meer dezelfde
mening over die beslissing die
toch enigszins als een verrassing
komt. Ik zal u op grond van de
statistische gegevens opnieuw
ondervragen en samen met u zal
ik die maatregel die zelfs de
parketmagistraten niet onberoerd
laat, verder onderzoeken.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
wijze waarop het Brussels parket omgaat met illegale jeugddelinquenten" (nr. 11700)
07 Question de M. Bart Laeremans à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "l'attitude
du parquet de Bruxelles face aux jeunes délinquants illégaux" (n° 11700)
07.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, de voorbije weken is duidelijk geworden dat
jeugdige delinquenten in Brussel wegens een gebrek aan capaciteit
heel snel worden vrijgelaten dat blijkt opnieuw vandaag , zelfs al
verblijven zij illegaal in ons land.
Daardoor wordt naar hun toestand van illegaliteit ook geen nader
onderzoek gevoerd. Dat zorgt ervoor dat dergelijke jongeren zich
steeds meer onaantastbaar weten.
07.01 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Au cours des dernières
semaines, il est apparu clairement
que le parquet bruxellois relâche
rapidement les jeunes délinquants,
même s'ils sont en séjour illégal
dans notre pays. La ministre
pourrait-elle fournir un mot
d'explication sur la politique de
CRIV 51
COM 963
16/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
Volgt het Brusselse parket terzake een concrete beleidslijn? Is dat
beleid voor wijziging vatbaar, onder invloed van de omstandigheden
van de voorbije maand?
Ten eerste, kan de minister uitleg geven bij het seponeringsbeleid dat
in Brussel wordt gevoerd ten aanzien van jeugdige delinquenten?
Klopt het dat jeugdige criminelen eerst een reeks van kleinere
vergrijpen moeten plegen, vooraleer zij voor de jeugdrechter kunnen
worden gebracht?
Volgt er in alle situaties een reactie van het parket, bijvoorbeeld via
bemiddeling en systematische kennisgeving aan de ouders, wat
logisch zou lijken?
Ten tweede, in welke mate worden de opgegeven identiteits- en
adresgegevens van een verdachten effectief gecontroleerd?
Worden er bij gebrek aan duidelijke identiteitsgegevens systematisch
vingerafdrukken genomen die elektronisch met elkaar worden
vergeleken?
Zijn er speciale instructies bij aanhouding van illegale, jeugdige
delinquenten? Wordt in dat geval een onderzoek gestart naar de
verblijfssituatie van het betrokken gezin?
Wordt de dienst Vreemdelingenzaken in dat geval altijd op de hoogte
gesteld of ingeschakeld? Bestaan er terzake concrete afspraken met
de dienst Vreemdelingenzaken?
Ten slotte, heeft het jeugdparket ten gevolge van de gebeurtenissen
van de voorbije maand zijn koers gewijzigd?
classement sans suite menée par
le parquet bruxellois à l'égard des
jeunes délinquants? Est-il exact
qu'ils ne sont déférés devant le
juge de la jeunesse qu'après une
série de faits? Le parquet réagit-il
dans chaque cas, par la voie d'une
médiation, d'une notification aux
parents ou par un autre moyen?
Dans quelle mesure les données
concernant l'identité et l'adresse
sont-elles contrôlées? En cas de
doute concernant ces données,
relève-t-on les empreintes
digitales? L'Office des étrangers
(ODE) est-il systématiquement
consulté dans le cas d'un séjour
illégal? Le parquet a-t-il modifié
son approche à la suite des
événements du mois dernier?
07.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, wat de
eerste twee vragen betreft, de saisine van de jeugdrechtbank hangt
niet noodzakelijk af van het aantal feiten dat wordt gepleegd door een
minderjarige maar wel van de aard van de feiten en de
persoonlijkheid van de minderjarige.
De identiteit van de minderjarigen die worden verdacht van een als
misdrijf omschreven feit wordt systematisch gecontroleerd en hun
verblijfplaats wordt nagegaan. Wanneer de betrokken gegevens niet
vaststaan, worden vingerafdrukken genomen die worden vergeleken.
Het is de regel dat de gekende ouders worden verwittigd en
uitgenodigd op het parket.
Wat uw derde vraagt betreft, de vaststelling van een illegaal verblijf
door de politiediensten geeft systematisch aanleiding tot een bericht
aan de dienst Vreemdelingenzaken.
Om op uw laatste vraag te antwoorden, het Brusselse jeugdparket
heeft terzake steeds een consequent en adequaat beleid gevoerd.
Het beleid dient dus niet te worden gewijzigd.
07.02
Laurette
Onkelinx,
ministre: Que le tribunal de la
jeunesse soit saisi ou non, ne
dépend pas du nombre de faits
mais de leur nature et de la
personnalité du mineur.
L'identité et le lieu de résidence
des mineurs soupçonnés d'avoir
commis un délit sont contrôlés
systématiquement. Si on ne
dispose pas de ces données, des
empreintes digitales sont prises.
Les parents sont informés dans la
mesure du possible.
L'établissement du séjour illégal
est systématiquement transmis à
l'Office des étrangers.
Le parquet de Bruxelles a toujours
mené une politique cohérente et
adéquate à cet égard, de sorte
que des adaptations ne sont pas
nécessaires.
16/05/2006
CRIV 51
COM 963
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
07.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik
dank de minister voor haar antwoord. Wij zullen het dossier ook
verder blijven opvolgen.
Ik stel evenwel vast dat in het verleden het beleid heeft gefaald.
Bijvoorbeeld bij de feiten die zich een maand geleden hebben
voorgedaan, ging het duidelijk om iemand die talrijke feiten had
begaan waarbij er geen adequate reactie van het gerecht was
geweest.
Wij hopen dat in de toekomst dit beleid, als dat klopt, wordt
gehandhaafd en versterkt waar nodig.
07.03 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Nous continuerons à
suivre ce dossier de près. Le
politique a toutefois manifestement
failli par le passé comme le
montrent les faits qui se sont
produits il y a un mois.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.09 uur.
La réunion publique de commission est levée à 11.09 heures.