CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 955
CRIV 51 COM 955
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
mardi
dinsdag
09-05-2006
09-05-2006
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 955
09/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Yolande Avontroodt au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la vente de lentilles de contact" (n° 11313)
1
Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de verkoop van contactlenzen" (nr. 11313)
1
Orateurs:
Yolande Avontroodt, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers:
Yolande Avontroodt, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Yolande Avontroodt au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'étude concernant les actes médicaux en fin de
vie" (n° 11314)
2
Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het onderzoek naar medisch handelen bij
het levenseinde" (nr. 11314)
2
Orateurs:
Yolande Avontroodt, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers:
Yolande Avontroodt, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Questions jointes de
4
Samengevoegde vragen van
3
- Mme Yolande Avontroodt au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
patients stomisés" (n° 11315)
4
- mevrouw Yolande Avontroodt aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"stomapatiënten" (nr. 11315)
3
- M. Benoît Drèze au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les
procédures de mise sur le marché et de
remboursements du matériel de stomie"
(n° 11595)
4
- de heer Benoît Drèze aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
procedures in verband met de commercialisering
en de terugbetaling van stomamateriaal"
(nr. 11595)
3
Orateurs: Yolande Avontroodt, Benoît
Drèze, Rudy Demotte
, ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Sprekers: Yolande Avontroodt, Benoît
Drèze, Rudy Demotte
, minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Véronique Ghenne au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'évaluation de la loi relative aux droits du patient"
(n° 11294)
8
Vraag van mevrouw Véronique Ghenne aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de evaluatie van de wet betreffende de
rechten van de patiënt" (nr. 11294)
8
Orateurs:
Véronique Ghenne, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers:
Véronique Ghenne, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Miguel Chevalier au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
grippe aviaire" (n° 11392)
10
Vraag van de heer Miguel Chevalier aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de vogelgriep" (nr. 11392)
10
Orateurs: Miguel Chevalier, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Miguel Chevalier, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Servais Verherstraeten au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "le retard dans le traitement des
dossiers introduits auprès de la Commission
d'implantation pour les pharmaciens" (n° 11444)
13
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de achterstand in behandeling van dossiers
bij de Vestigingscommissie voor apothekers"
(nr. 11444)
13
Orateurs: Servais Verherstraeten, Rudy
Demotte
, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers: Servais Verherstraeten, Rudy
Demotte
, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Questions jointes de
16
Samengevoegde vragen van
16
- Mme Karine Jiroflée au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "le 'Chiller',
une glace à l'alcool" (n° 11470)
16
- mevrouw Karine Jiroflée aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
'Chiller', een ijslolly met alcohol" (nr. 11470)
16
- Mme Hilde Dierickx au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les
alcopops" (n° 11561)
16
- mevrouw Hilde Dierickx aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"alcopops" (nr. 11561)
16
09/05/2006
CRIV 51
COM 955
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Orateurs: Karin Jiroflée, Hilde Dierickx,
Rudy Demotte
, ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique
Sprekers: Karin Jiroflée, Hilde Dierickx,
Rudy Demotte
, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Questions jointes de
19
Samengevoegde vragen van
19
- M. Koen Bultinck au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "le nombre
croissant de césariennes" (n° 11483)
19
- de heer Koen Bultinck aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
stijgend aantal keizersneden" (nr. 11483)
19
- Mme Annemie Turtelboom au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
nombre croissant d'accouchements par
césarienne" (n° 11495)
19
- mevrouw Annemie Turtelboom aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
stijgend aantal bevallingen via keizersnede"
(nr. 11495)
19
Orateurs:
Koen Bultinck, Annemie
Turtelboom, Rudy Demotte, ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers:
Koen Bultinck, Annemie
Turtelboom, Rudy Demotte, minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Hilde Dierickx au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
service de garde modifié (?) pour les dentistes"
(n° 11484)
23
Vraag van mevrouw Hilde Dierickx aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de gewijzigde (?) wachtdienst voor
tandartsen" (nr. 11484)
23
Orateurs: Hilde Dierickx, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Hilde Dierickx, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Jef Van den Bergh au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la politique relative au tabagisme dans les
maisons de jeunes et les salles de fêtes"
(n° 11511)
26
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het rookbeleid in jeugdhuizen en fuifzalen"
(nr. 11511)
26
Orateurs: Jef Van den Bergh, Rudy
Demotte
, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers: Jef Van den Bergh, Rudy
Demotte
, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Koen Bultinck au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
problèmes posés par l'introduction du système de
navigation City-GIS en Flandre occidentale"
(n° 11531)
28
Vraag van de heer Koen Bultinck aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
problemen bij de invoering van het
navigatiesysteem City-GIS in West-Vlaanderen"
(nr. 11531)
28
Orateurs: Koen Bultinck, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Koen Bultinck, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Guy Hove au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "le danger
pour la santé publique que constituent les
téléphones DECT" (n° 11539)
30
Vraag van de heer Guy Hove aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
gevaar van DECT-telefoons voor de
volksgezondheid" (nr. 11539)
30
Orateurs: Guy Hove, Rudy Demotte, ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers: Guy Hove, Rudy Demotte, minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Hilde Dierickx au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
pénurie de prestataires de soins" (n° 11562)
33
Vraag van mevrouw Hilde Dierickx aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het tekort aan zorgverstrekkers" (nr. 11562)
33
Orateurs: Hilde Dierickx, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Hilde Dierickx, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
CRIV 51
COM 955
09/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1


COMMISSION DE LA SANTE
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIETE
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
du
MARDI
9
MAI
2006
Après-midi
______
van
DINSDAG
9
MEI
2006
Namiddag
______

Les questions et les interpellations commencent à 16.06 heures.
Président: M. Yvan Mayeur.
De vragen en interpellaties vangen aan om 16.06 uur.
Voorzitter: de heer Yvan Mayeur.
01 Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de verkoop van contactlenzen" (nr. 11313)
01 Question de Mme Yolande Avontroodt au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la vente de lentilles de contact" (n° 11313)
01.01 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de minister, mijn vraag
gaat over de verkoop van contactlenzen.

In Nederland opent het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap een
meldpunt voor hoornvliesinfecties bij contactlenzendragers. De
bedoeling is objectieve gegevens te verzamelen over de problemen
die er ontstaan door het gebruik van "goedkope" wegwerplenzen of de
verkeerde lenzenvloeistof.

Een van de oorzaken van het stijgend aantal ooginfecties is de vrije
verkoop van contactlenzen, onder meer via het internet. U heeft
daarstraks al verwezen naar die internetverkoop met zijn eigen
"gelieerde" problematiek. Ik heb u hierover in 2004 twee vragen
gesteld met de nummers 331 en 171. De minister van Economie
verwees toen in zijn antwoord naar een advies van de commissie voor
veiligheid van de consumenten van 4 december 2004, dat stelt dat
geen beperking van het distributiecircuit nodig is mits aan bepaalde
voorwaarden voldaan is. U heeft toen, in uw hoedanigheid van
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, de oprichting van
een werkgroep aangekondigd.

Mijnheer de minister, kunt u de werkzaamheden van die werkgroep
toelichten?
01.01 Yolande Avontroodt
(VLD): La "Nederlands
Oogheelkundig
Gezelschap"
(société ophtalmologique
néerlandaise) a décidé de mettre
sur pied un point de contact pour
les porteurs de lentilles de contact
souffrant d'infections de la cornée,
le but visé étant de collecter des
données au sujet des problèmes
que pose l'utilisation de lentilles
jetables bon marché ou d'un
liquide inadéquat. Depuis que les
lentilles de contact sont en vente
libre, notamment sur internet, le
nombre d'infections est en
augmentation. Lorsque j'ai
interrogé le ministre de l'Economie
sur cette question en 2004, il s'est
référé à l'avis de la commission
pour la Sécurité des
Consommateurs du 4 décembre
2004. On peut y lire que le circuit
de distribution ne doit pas être
limité parce qu'il a été satisfait aux
conditions posées. Le ministre de
la Santé publique a annoncé la
création d'un groupe de travail. Où
09/05/2006
CRIV 51
COM 955
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
en est-on aujourd'hui?
01.02 Minister Rudy Demotte: Mevrouw Avontroodt, in antwoord op
uw vraag kan ik meedelen dat ik mijn administratie heb gevraagd om
tegen het einde van het eerste trimester van 2006 een volledig
verslag op te stellen over de verkoop van contactlenzen en de
bijhorende onderhoudsproducten.

De dienst Medische Hulpmiddelen van het directoraat-generaal
Geneesmiddelen dat bevoegd is inzake vragen om die producten op
de markt te brengen, heeft recent een rapport bezorgd aan mijn
beleidscel. Het rapport wordt op dit ogenblik bestudeerd. In dat
rapport wordt rekening gehouden met het overleg en de vroegere
besprekingen met betrekking tot de vragen. Ook de ervaringen in
andere landen worden besproken en geanalyseerd.

Op grond van de resultaten van de studie zullen dus beslissingen
kunnen worden genomen met betrekking tot onmiddellijke
maatregelen of, indien nodig, na verder overleg in werkgroepen ad
hoc.
01.02 Rudy Demotte, ministre:
J'ai demandé à mon
administration de rédiger un
rapport complet sur la vente des
lentilles de contact et de produits
d'entretien pour la fin du premier
trimestre 2006. Le service des
Dispositifs médicaux de la
direction générale des
Médicaments a récemment
transmis à ma cellule stratégique
un rapport qui est actuellement
analysé et qui tient compte de
réunions de concertation
antérieures et des expériences
dans d'autres pays. Des mesures
seront prises, immédiatement ou
après concertation ultérieure dans
un groupe de travail ad hoc, sur la
base des résultats obtenus.
01.03 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de minister, sta mij toe
te zeggen dat uw antwoord vrij schraal is. Als consument, noch als
arts of verstrekker, heb ik daar enige boodschap aan.

We hebben geen zicht op het aantal geregistreerde
hoornvliesontstekingen en evenmin op het feit of er een registratie
opgezet wordt. Er is ook nog geen lijn of visie omtrent de
internetverkoop van contactlenzen en vloeistoffen en het voorkomen
van hoornvliesontsteking.

Hoornvliesontsteking is toch een ernstige aandoening. Ik blijf dus een
beetje op mijn honger zitten met het antwoord dat u geeft. Op het
einde van het derde trimester van dit jaar ­ zo was het toch? ­, dus
na de zomer, komen wij daarop terug.
01.03 Yolande Avontroodt
(VLD): Il s'agit là d'une piètre
réponse qui ne présente un intérêt
pour personne. Nous n'avons reçu
aucune information sur les
enregistrements et les chiffres et il
n'existe aucune politique en
matière de ventes sur l'internet et
de prévention. L'inflammation de
la cornée est une affection grave.
Je reviendrai sur ce problème
après l'été.
Voorzitter: Karin Jiroflée.
Présidente: Karin Jiroflée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het onderzoek naar medisch handelen bij het levenseinde" (nr. 11314)
02 Question de Mme Yolande Avontroodt au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'étude concernant les actes médicaux en fin de vie" (n° 11314)
02.01 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de minister, dit is toch
wel een vraag die iets meer om handen heeft. Mevrouw Detiège is nu
wel weg en mevrouw De Meyer is hier niet, mensen die zo pleiten
voor een goede opvolging van goedgekeurde resoluties in de Kamer.

De resolutie inzake het onderzoek naar medisch handelen bij het
levenseinde is wel unaniem goedgekeurd in de Kamer, in de plenaire
vergadering, met name twee jaar geleden. In antwoord op vorige
vragen hebt u gezegd dat u het onderzoek effectief besteld hebt. Er
02.01 Yolande Avontroodt
(VLD): Il y a deux ans, la Chambre
adoptait à l'unanimité une
proposition de résolution relative à
une étude concernant les actes
médicaux en fin de vie. Le ministre
avait ensuite fait savoir qu'il
commanderait une étude auprès
de plusieurs universités. J'ai lu
CRIV 51
COM 955
09/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
zou aan de verschillende universiteiten een opdracht terzake gegeven
zijn. Mijn vraag is: zijn er al resultaten die u kunt toelichten van dat
onderzoek?

Immers, ik las onder meer toevallig deze week een artikel waarin de
professoren Bilsen en Deliëns, die aan de VUB inzake het
levenseinde werken, hun resultaten over pijnbestrijding klaar hebben.
Pijnbestrijding is maar een van de elementen van het medisch
handelen bij het levenseinde.

Mijnheer de minister, ik wil u toch vragen of u aan deze commissie het
resultaat, of het tussentijds resultaat, van dat onderzoek zou kunnen
meegeven. Als dat niet in het raam van een vraag kan, dan mag dat
voor mij ook schriftelijk gebeuren, maar ik meen dat het resultaat van
dat onderzoek aan de commissie meegedeeld moet kunnen worden.
cette semaine que les professeurs
Bilsen et Deliens de la VUB ont
finalisé leurs conclusions en ce qui
concerne la lutte contre la douleur,
un aspect important de
l'intervention médicale en fin de
vie. Le ministre peut-il nous
communiquer les résultats de
cette étude?
02.02 Minister Rudy Demotte: Het eindrapport van het onderzoek in
kwestie is inhoudelijk afgerond maar bepaalde delen van het rapport
moeten nog in de andere landstaal vertaald worden. De onderzoekers
voorzien dat ten laatste vandaag het rapport in beide landstalen bij de
administratie afgeleverd zal kunnen worden. Ik zou u dus ten laatste
volgende week een volledig antwoord moeten kunnen verstrekken
over de inhoud van dat rapport. Daarom stel ik u voor dat u mij
opnieuw interpelleert. Ik zal dat graag volgende week doen.
02.02 Rudy Demotte, ministre:
Quant au fond, le rapport final de
l'étude est terminé, mais certaines
parties devaient encore être
traduites dans l'autre langue
nationale. Aujourd'hui au plus tard,
le rapport sera transmis à
l'administration dans les deux
langues nationales. La semaine
prochaine au plus tard, je devrais
donc être en mesure de fournir
une réponse complète. Je propose
que Mme Avontroodt m'interpelle
à ce moment-là.
02.03 Yolande Avontroodt (VLD): Ik ben al blij dat ik de vraag ten
minste gesteld heb, zodat de vertaling gemaakt zal worden. Mevrouw
de voorzitter, u bent dienstdoend. Ik zou u het volgende willen vragen,
mijnheer de minister, misschien kunt u hierop wel antwoorden. Als uw
administratie vandaag de vertaling heeft, kan het rapport dan vandaag
of morgen aan de commissie en aan alle leden van de commissie
bezorgd worden?
02.03 Yolande Avontroodt
(VLD): Le rapport peut-il être
communiqué aujourd'hui ou
demain à la commission?
02.04 Minister Rudy Demotte: Ik heb daarmee geen probleem. Ik
kan dat doen.
02.04 Rudy Demotte, ministre:
Oui.
02.05 Yolande Avontroodt (VLD): Ik zal u niet interpelleren. Ik
meen dat alle leden recht hebben op inzage van dat onderzoek.
Misschien kunnen wij daarna een debat voeren over het onderzoek. Ik
verwacht het rapport vóór het einde van de week.
02.05 Yolande Avontroodt
(VLD): Je ne vais pas interpeller le
ministre mais j'attends le rapport
pour la fin de la semaine. Un
débat pourra se tenir ensuite.
De voorzitter: Ik heb begrepen dat de minister daarmee geen probleem heeft en dat het dus in orde zal
komen.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Yolande Avontroodt aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"stomapatiënten" (nr. 11315)
- de heer Benoît Drèze aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de procedures in
09/05/2006
CRIV 51
COM 955
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
verband met de commercialisering en de terugbetaling van stomamateriaal" (nr. 11595)
03 Questions jointes de
- Mme Yolande Avontroodt au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les patients
stomisés" (n° 11315)
- M. Benoît Drèze au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les procédures de mise
sur le marché et de remboursements du matériel de stomie" (n° 11595)
03.01 Yolande Avontroodt (VLD): Mevrouw de voorzitter, mijnheer
de minister, collega's, deze vraag betreft inderdaad de vraag zoals die
geformuleerd werd door de Franstalige en de Nederlandstalige
verenigingen van stomapatiënten die vorig jaar ook deelnamen aan
de studie van het Kenniscentrum.

Een van de punten is dat stomapatiënten veeleer pleiten voor een
forfait, om zo het product te kunnen kiezen dat hen het beste past. Ik
kan zeggen dat ik dat ook kan getuigen, door persoonlijke contacten.
Het is individueel immers zo verschillend: datgene dat voor
terugbetaling in aanmerking komt, is niet altijd het meest gepaste
product, zeker niet als het bepaalde banden of bandages betreft die
betrokkenen moeten dragen. Men krijgt een terugbetaling, maar die is
zeer strikt beperkt tot bepaalde types, terwijl er soms een goedkopere
flexibele buikband of flexibele buikbandage met velcro is die niet in
aanmerking kan komen voor de terugbetaling. Vandaar mijn twee
vragen.

Ten eerste, mijnheer de minister, zouden naast de
verzekeringsinstellingen, ook de bandagisten, de patiënten de
verpleegkundigen en de fabrikanten mede kunnen deelnemen, omdat
zij tenslotte toch wel beter de markt en het aanbod kennen? Vooral de
betrokken patiënten ­ daar leg ik de nadruk op ­ hebben heel vaak de
individuele expertise.

Ten tweede ­ en dit is mijn belangrijkste vraag ­ bent u bereid om in
het forfait een ruimere vrije keuze toe te laten voor de patiënt om
bepaalde en ­ ik herhaal ­ vaak goedkopere bandages te kiezen, die
hun het beste passen?
03.01 Yolande Avontroodt
(VLD): L'an dernier, les
associations de patients stomisés
ont participé à une étude menée
par le Centre d'expertise sur le
matériel de stomie. Il en est
ressorti que les patients
demandaient à pouvoir bénéficier
d'un forfait de l'assurance-maladie
de manière à pouvoir utiliser des
produits de leur choix. La
commission des conventions a
instauré un groupe de travail en la
matière. N'est-il pas indiqué
qu'outre les organismes assureurs
et les bandagistes, les patients, les
infirmiers et les fabricants
participent aussi aux réunions de
ces commissions des
conventions? Le ministre
accèdera-t-il à la demande des
patients de pouvoir disposer du
forfait à leur guise, de manière à
ce que chacun puisse opter pour
le matériel qui lui convient le
mieux?
03.02 Benoît Drèze (cdH): Madame la présidente, monsieur le
ministre, le 26 octobre 2005, le Centre fédéral d'expertise rendait
public son rapport consacré au matériel de stomie. Dans ce rapport,
le KCE faisait une série de recommandations en matière de fixation
des prix, de fonctionnement du marché et d'organisation des soins de
stomie.

Le rapport indiquait, entre autres, que le système actuel de dotation
trimestrielle dans laquelle la quantité et le type de matériel fourni sont
imposés est trop rigide et ne permet pas aux patients d'avoir accès
aux meilleurs soins. Le rapport mettait également en lumière le
manque de concurrence sur le marché de la distribution du matériel
de stomie.

Le KCE recommandait de revoir le système de dotation de telle sorte
que le patient puisse bénéficier d'un forfait qui lui permette de choisir
le matériel qui lui convient le mieux. Il recommandait en outre
d'impliquer les différents professionnels de la santé (infirmiers
spécialisés, stomathérapeutes), l'industrie ainsi que les patients dans
les processus de décision afin d'objectiver davantage les décisions en
tenant compte de certaines réalités de terrain et pour rendre la
03.02 Benoît Drèze (cdH): Op 26
oktober 2005 publiceerde het
Federaal Kenniscentrum (KCE)
zijn verslag over het
stomamateriaal, waaruit blijkt dat
de dotatieregeling te rigide is en
de patiënten geen toegang biedt
tot de beste verzorging. Voorts
wordt op het gebrek aan
concurrentie op de
markt
gewezen. Het KCE beveelt aan de
dotatieregeling te herzien, de
verschillende actoren van de
gezondheidssector, de industrie en
de patiënten bij de besluitvorming
te betrekken en de
traceerbaarheid van de producten
te verbeteren. Tot slot hield het
KCE een pleidooi voor een
duurzaam zorgmodel waarin de
patiënt op een objectieve manier
CRIV 51
COM 955
09/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
procédure plus objective et plus transparente. La traçabilité des
produits devait également, selon le rapport, être améliorée.

Le KCE plaidait enfin pour un modèle de soins durable dans lequel le
patient est informé de manière objective et a l'opportunité de choisir
en toute connaissance de cause.

Selon les informations qui nous viennent des associations de patients
stomisés, vous avez initié, à la suite du rapport du KCE, une
modification de la méthode de travail de la commission de convention
bandagisterie afin d'associer aux travaux l'industrie, les infirmières
stomathérapeutes et les patients.

Les patients stomisés se plaignent néanmoins de n'être associés
qu'en bout de course, de sorte que leurs suggestions risquent de ne
pas être prises sérieusement en considération.

Monsieur le ministre, voici mes trois questions:
1. Dans quelle mesure comptez-vous donner suite aux
recommandations du KCE en la matière?
2. Dans quelle mesure les différents partenaires cités par le KCE, à
savoir l'industrie, les stomathérapeutes et les patients stomisés, sont-
ils impliqués dans les travaux de la commission de convention qui
traite des questions relatives au matériel de stomie, comme
recommandé par le KCE?
3. Enfin, ces partenaires sont-ils impliqués en tant que membres
permanents ou plutôt seulement en fin de processus décisionnel?
S'ils ne sont pas impliqués en tant que membres permanents, ne
conviendrait-il pas qu'ils le soient?
wordt geïnformeerd.

Als gevolg van dat verslag maakte
u een aanvang met een wijziging
van de werkmethode van de
overeenkomstencommissie ban-
dagisten-verzekeringsinstellingen,
met de bedoeling de industrie, de
verpleegkundigen-stomathera-
peuten en de patiënten bij de
werkzaamheden te betrekken. De
patiënten klagen er evenwel over
dat ze slechts op het einde van de
rit bij de besprekingen worden
betrokken.

Bent u van plan in te gaan op de
aanbevelingen die het KCE in dat
verband formuleerde? In welke
mate worden de verschillende
partners bij de werkzaamheden
van de overeenkomstencommissie
betrokken? Worden die partners
als vaste leden bij de
werkzaamheden betrokken of
worden ze pas op het einde van
het besluitvormingsproces
geraadpleegd? Zouden ze niet als
vaste leden bij de werkzaamheden
moeten worden betrokken, indien
zulks nog niet het geval zou zijn?
03.03 Minister Rudy Demotte: Mevrouw de voorzitter, ten eerste,
tijdens een ontmoetingsdag op 10 februari hebben de vereniging van
patiënten, de stomatherapeuten, de fabrikanten van stoma- en
incontinentiemateriaal in de werkgroep Bandagisterie van de
overeenkomstencommissie Bandagisten en Verzekeringsinstellingen
de gelegenheid gekregen om hun standpunten afzonderlijk te geven
over de studie die door het federaal Kenniscentrum wordt uitgevoerd.
03.03 Rudy Demotte, ministre:
Lors d'une journée de rencontre
organisée le 10 février dernier, les
différents groupes d'intérêts ont eu
l'opportunité de présenter leur
position dans le cadre d'un groupe
de travail du groupe bandagisterie.
Ce groupe de travail élabore actuellement un projet de modification
de la nomenclature qui tient compte de la vision des différents
acteurs. Dès que ce projet sera prêt, tous les acteurs seront à
nouveau invités à participer conjointement à la finalisation de la
proposition.

Plusieurs pistes sont actuellement examinées afin de voir comment
arriver à un système de remboursement qui garantit aux patients un
niveau de soins optimal tout en étant flexible.
Die werkgroep stelt een ontwerp
tot wijziging van de nomenclatuur
op, waarin met de visie van de
verschillende actoren rekening
wordt gehouden, die overigens
zullen worden uitgenodigd om mee
de laatste hand aan het voorstel te
leggen.

Er worden verscheidene
mogelijkheden onderzocht om de
patiënten een optimaal zorgniveau
te verzekeren en tegelijkertijd
voldoende flexibiliteit te bieden.
Een van de overwogen mogelijkheden bestaat erin om aan de
patiënten een forfaitair bedrag ter beschikking te stellen dat ze
kunnen gebruiken om aan hun behoeften te voldoen. Vandaag is het
La proposition de se baser sur un
montant forfaitaire a été prise en
considération mais il est encore
09/05/2006
CRIV 51
COM 955
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
evenwel nog te vroeg om te zeggen of die denkpiste al dan niet zal
worden gevolgd.

Zoals ik reeds in mijn antwoord heb aangegeven, hebben de
patiëntenvereniging, de stomatherapeuten en de fabrikanten in de
werkgroep afzonderlijk de gelegenheid gekregen om hun standpunt te
geven. Wanneer het voorstel klaar is, zullen ze opnieuw samen
uitgenodigd worden. In een permanent lidmaatschap van de
overeenkomstencommissie is niet voorzien. Dergelijke commissie
wordt klassiek samengesteld uit vertegenwoordigers van de
beroepsvereniging voor de zorgverstrekkers en de ziekenfondsen. Die
vertegenwoordigen ook de patiënten. De industrie permanent toelaten
wordt nergens mogelijk gemaakt gelet op het gevaar van
belangenvermenging. Indien de betrokken commissie het nuttig acht,
kunnen anderen uitgenodigd worden, zoals dat hier gebeurd is.
trop tôt pour dire si cette piste sera
suivie. Dès qu'une proposition
sera disponible, les différents
groupements d'intérêts seront à
nouveau conviés par le groupe de
travail.
03.04 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de minister, ik pleit ook
niet voor belangenvermenging. Ik pleit alleen voor de opname van de
expertise van de patiënten.

Ik heb niet goed kunnen verstaan wat uw antwoord was op het forfait
waarbij de vrije keuze individueel mogelijk is. Is dat ja of neen? Ik zal
het expliciteren. Als stomapatiënten een eventratie - een hernia van
de buikwand - hebben, hebben ze recht op een bandage. Sommige
bandages zijn alleen maar daarvoor gereserveerd en andere niet. Mijn
vraag is of zij met het forfait tenminste een individuele keuze kunnen
maken? Bent u bereid een forfait toe te staan waarbij ze tenminste de
optimale keuze kunnen maken?
03.04 Yolande Avontroodt
(VLD): La liberté de choix du
patient constitue pour nous la
priorité: le patient pourra-t-il opérer
individuellement le choix optimal
dans son cas?
03.05 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le ministre, en ce qui concerne
la consultation des différents acteurs: associations de patients,
industries bandagistes et assureurs, j'ai bien compris qu'il s'agissait
seulement d'un groupe de travail. Néanmoins, lorsque vous aurez
terminé vos travaux, comptez-vous réunir à nouveau ce groupe de
travail pour l'informer en première ligne des résultats de vos travaux
ou s'agissait-il dans votre chef d'une simple consultation?
03.05 Benoît Drèze (cdH): Zal u
de werkgroep na afloop van uw
werkzaamheden opnieuw
bijeenroepen en over de resultaten
van uw werkzaamheden inlichten,
of was het alleen de bedoeling om
een advies in te winnen?
03.06 Rudy Demotte, ministre: Nous ne sommes jamais dans le
cadre de procédures décisionnelles indépendantes des contextes
budgétaires. C'est sans doute la raison pour laquelle le texte de la
réponse, que j'ai sous les yeux, stipule que: "Eén van de overwogen
mogelijkheden bestaat erin een forfaitbedrag ter beschikking van de
patiënt te stellen". Si l'on me fait dire que c'est une des possibilités
mais, qu'à ce stade, il est encore trop tôt pour répondre, c'est
vraisemblablement parce que le groupe de travail est en train
d'examiner les coûts. A titre personnel, je n'ai pas d'avis sur le sujet. Il
en va souvent ainsi lorsque je n'ai pas reçu d'informations sur une
problématique.

Madame Avontroodt, ce n'est donc pas par manque de volonté que je
ne vous ai pas répondu, mais "je ne peux tirer quand mon fusil ne
contient pas de cartouches".

Dans ce cas, la réponse qui m'a été fournie ne me donne aucune
indication quant aux renseignements que je peux vous donner sans
prendre le risque de me tromper. Je préfère dès lors "mordre sur ma
langue".
03.06 Minister Rudy Demotte:
De besluitvormingsprocedures
staan nooit los van de budgettaire
context. De werkgroep buigt zich
thans over de kosten. Persoonlijk
heb ik over die kwestie geen
mening. Mevrouw Avontroodt, het
antwoord dat mij werd bezorgd
geeft mij geen enkele indicatie
over de inlichtingen die ik u kan
meedelen zonder het risico te
lopen dat ik mij zou vergissen.
CRIV 51
COM 955
09/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
03.07 Yolande Avontroodt (VLD): Monsieur le ministre, je reposerai
la question de manière à ce que nous puissions avoir la réponse.
03.07 Yolande Avontroodt
(VLD): Ik zal de vraag opnieuw
stellen, en wel op dusdanige wijze
dat we er een antwoord op kunnen
krijgen.
03.08 Benoît Drèze (cdH): Dans la première réponse, j'avais
compris que le groupe de travail avait réalisé un travail d'information
et puis que votre administration faisait le reste. Dans votre deuxième
réponse, vous laissez entendre que le reste sera aussi fait en
concertation avec le groupe de travail.

Est-ce bien ainsi?
03.08 Benoît Drèze (cdH): Uit uw
tweede antwoord kunnen we
opmaken dat de werkgroep bij het
hele proces van beraad en
besluitvorming betrokken zal
worden. Klopt dat?
03.09 Rudy Demotte, ministre: Excusez-moi: j'ai une très mauvaise
ouïe et je n'ai pas entendu ce que vous avez dit.
03.10 Benoît Drèze (cdH): Le groupe de travail constitué pour
étudier cette question reste-t-il présent durant tout le processus de
réflexion et de décision?
03.11 Rudy Demotte, ministre: Oui ...
03.12 Benoît Drèze (cdH): Peut-être ne le savez-vous pas et je ne
veux pas vous mettre dans l'embarras.
03.13 Rudy Demotte, ministre: Que dit-on? Je reprends la réponse
parce que, visiblement, elle n'est pas claire. On a eu une journée
d'information le 10 février. Là, on a rencontré différentes associations.
On leur a posé différentes questions pour se forger un avis. Partant
de là, des propositions seront mises sur la table, notamment en
matière de nomenclature.

Parmi les différentes pistes possibles, celle de la forfaitarisation peut-
elle être retenue? On me fait dire qu'il est encore trop tôt pour se
prononcer. La fin de ma réponse, évoquant les représentations des
différents groupes (industries, producteurs, associations
professionnelles), précise: "Ils ne siègent pas de façon permanente,
mais ils auront à relire les propositions qui seront faites in fine".

Selon moi, il y aura encore une lecture qui sera faite des différentes
propositions sur la base peut-être de discussions affinées de la part
de mon administration. Ils se prononceront sur ces dernières
propositions dès qu'elles seront rédigées. Elles ne le sont pas encore
pour le moment.
03.13 Minister Rudy Demotte:
Volgens de tekst van het antwoord
in verband met de verschillende
groepen die mij bezorgd is,
hebben ze niet permanent zitting
maar moeten zij de in fine gedane
voorstellen herlezen.

Ik denk dat zij zich over die laatste
voorstellen zullen uitspreken zodra
zij geformuleerd zullen zijn.
03.14 Yolande Avontroodt (VLD): Les associations de patients
également?
03.14 Yolande Avontroodt
(VLD): De patiëntenverenigingen
ook?
03.15 Rudy Demotte, ministre: Effectivement.

"Als permanent zetelen niet is opgenomen in de overeenkomst, (...).
Als het voorstel klaar zal zijn, zullen zij opnieuw - et donc tous ceux
qui ont été consultés - worden uitgenodigd."

Zoals in het antwoord aangegeven, hebben de patiëntenverenigingen,
de stomatherapeuten en de fabrikanten in de wet afzonderlijk de
03.15 Minister Rudy Demotte: Ja.

Quand la proposition sera prête,
tous les groupes d'intérêt seront
réinvités, cette fois tous ensemble.
09/05/2006
CRIV 51
COM 955
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
gelegenheid gekregen om hun standpunt te geven. Wanneer het
voorstel klaar zal zijn, zullen zij opnieuw en samen worden
uitgenodigd.

Dat is duidelijk.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de Mme Véronique Ghenne au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'évaluation de la loi relative aux droits du patient" (n° 11294)
04 Vraag van mevrouw Véronique Ghenne aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de evaluatie van de wet betreffende de rechten van de patiënt" (nr. 11294)
04.01 Véronique Ghenne (PS): Madame la présidente, monsieur le
ministre, en juillet dernier, je vous interrogeais sur les conclusions du
service fédéral de médiation "Droits du patient". Ce dernier avait en
effet, après un an d'exercice, élaboré diverses recommandations
telles que la création d'un ordre des dentistes, l'élargissement de la
formation à la communication avec le patient ou l'extension de la loi
du 22 août 2002 en vue d'y inclure les psychothérapeutes ou les
médecines parallèles.

Vous demandant votre opinion quant à ces recommandations, vous
m'aviez répondu être, dans un premier temps, dans l'attente d'un avis
de la commission fédérale "Droits du patient" et vous m'aviez
également renvoyée au groupe de travail de la commission des
Affaires sociales du Sénat qui préparait un certain nombre de
propositions de loi relatives à l'Ordre des médecins, à celui des
pharmaciens, à la mise en place d'un Conseil supérieur de
déontologie des professions de santé. Vous m'aviez également
annoncé la préparation d'une initiative ministérielle concernant les
psychothérapeutes.

Quel a finalement été l'avis de la commission fédérale "Droits du
patient" quant aux dernières conclusions du service fédéral de
médiation?

Cette commission, également chargée d'évaluer la législation
actuellement en vigueur et de proposer si nécessaire des
ajustements, a-t-elle déjà rendu un rapport d'évaluation de la loi
"Droits du patient"?

Depuis lors, des adaptations ont-elles été apportées à cette loi?
04.01 Véronique Ghenne (PS):
In juli 2005 ondervroeg ik u over
de conclusies van de federale
ombudsdienst "Rechten van de
Patiënt" die diverse aanbevelingen
had geformuleerd.

U zei me toen dat u eerst het
advies van de federale commissie
"Rechten van de Patiënt"
afwachtte.

Welk advies heeft de federale
commissie "Rechten van de
Patiënt" over de meest recente
conclusies van de federale
ombudsdienst uitgebracht? Heeft
die commissie, die ook de huidige
wetgeving moet beoordelen en
indien nodig aanpassingen moet
voorstellen, reeds een
evaluatierapport inzake de wet
"Rechten van de Patïent"
voorgelegd? Werd de wet
ondertussen aangepast?
04.02 Rudy Demotte, ministre: En fonction des conclusions du
rapport 2004 des médiatrices fédérales "Droits du patient", j'ai
demandé en juillet de l'année dernière à la commission fédérale
"Droits du patient" de se prononcer sur différents sujets relatifs à
l'application de la loi du 22 août 2002. Afin de formuler cet avis, la
commission a créé en son sein un groupe spécialisé en santé
mentale. Par ailleurs, le groupe "Médiation" avait déjà été institué.
Pour le moment, ces groupes de travail se penchent sur les points
repris dans la demande d'avis. Étant donné sa mission légale
d'évaluer l'application de la loi relative aux droits du patient, la
commission fédérale "Droits du patient" m'a fait parvenir deux avis
entre-temps à l'occasion d'une Conférence interministérielle "Santé
publique": le premier porte sur la responsabilité centrale des hôpitaux,
04.02 Minister Rudy Demotte: Ik
heb in juli jongstleden aan de
federale commissie "Rechten van
de patiënt" gevraagd zich uit te
spreken over diverse onderwerpen
met betrekking tot de toepassing
van de wet van 22 augustus 2002.
De commissie heeft in haar schoot
een gespecialiseerde groep
"geestelijke gezondheidszorg"
opgericht. Tevens was al een
groep "bemiddeling" opgericht. De
federale commissie
CRIV 51
COM 955
09/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
le second sur l'élargissement des compétences du médiateur "Droits
du patient".

Au sujet du dernier point, un groupe de travail a déjà été mis sur pied
par la Conférence interministérielle en vue d'étendre les compétences
du service de médiation à des matières communautaires comme
l'accueil des patients à l'hôpital. Je peux également vous signaler qu'à
l'occasion d'un avant-projet de loi qui porte sur des dispositions de
santé, des modifications de la loi relative aux droits du patient sont
envisagées. Il s'agit d'affiner la réglementation actuelle portant sur la
responsabilité centrale des hôpitaux, de prévoir de nouvelles
possibilités de porter plainte, par exemple si le partenaire est encore
en vie, de prévoir le montant maximum pouvant être facturé pour
chaque page copiée du dossier du patient.

Les adaptations proposées ont été suggérées après évaluation du
dossier du patient dans le courant de ce mois. Je vais déposer un
texte au Conseil des ministres qui permettra de rouvrir le débat sur le
fond. Ensuite, il vous sera donné à connaître le détail de ce texte en
ces lieux.
"Patiëntenrechten" heeft mij twee
adviezen bezorgd: het eerste heeft
betrekking op de centrale
aansprakelijkheid van de
ziekenhuizen en het tweede betreft
de uitbreiding van de bevoegd-
heden van de ombudsman inzake
"Patiëntenrechten".

Wat dat laatste punt betreft, heeft
de Interministeriële Conferentie al
een werkgroep opgericht met het
oog op een uitbreiding van de
bevoegdheden van de
ombudsdienst tot
aangelegenheden die onder de
Gemeenschappen ressorteren.

Voorts worden wijzigingen van de
wet betreffende de rechten van de
patiënt overwogen teneinde de
regelgeving met betrekking tot de
centrale aansprakelijkheid van de
ziekenhuizen te verfijnen, te
voorzien in nieuwe mogelijkheden
om klacht in te dienen en een
maximumbedrag vast te stellen
dat kan worden aangerekend voor
elke kopie van een pagina van het
patiëntendossier. Ik zal de
ministerraad een tekst
dienaangaande voorleggen.
04.03 Véronique Ghenne (PS): Monsieur le ministre, je vous
remercie pour votre réponse.

J'ai une question complémentaire qui concerne le groupe de travail en
santé mentale: envisage-t-on de donner un statut aux
neuropsychologues? Ce public est-il concerné? On parle en effet des
psychothérapeutes mais pas des neuropsychologues.
04.03 Véronique Ghenne (PS):
Zal de werkgroep "Geestelijke
Gezondheidszorg" de neuropsy-
chologen een statuut geven?
04.04 Rudy Demotte, ministre: Je ne vois pas très bien la
distinction. En effet, une fois qu'on a assisté à des débats visant à
définir la notion de psychothérapeute, on se demande où sont les
limites. Je ne suis pas certain que les neuropsychologues ne sont pas
recouverts par la même notion.

Je suppose que s'ils sont concernés, ils feront également l'objet d'une
évaluation par le groupe de travail.
04.04 Minister Rudy Demotte: Ik
ben er niet zeker van dat
neuropsychologen niet onder
hetzelfde begrip ressorteren.

Ik neem aan dat indien dat begrip
op hen van toepassing is, zij ook
het voorwerp zullen uitmaken van
een evaluatie door de werkgroep.
04.05 Véronique Ghenne (PS): Si je pose cette question, c'est en
raison de la publication d'un article dans la presse ce matin.
04.05 Véronique Ghenne (PS):
Ik stel u die vraag naar aanleiding
van een artikel dat vanochtend in
de pers is verschenen.
04.06 Rudy Demotte, ministre: Vous verrez que dans ce domaine,
les limites sont comme l'horizon. Plus on s'en rapproche, plus elles
04.06 Minister Rudy Demotte:
Op dat gebied zijn de grenzen
09/05/2006
CRIV 51
COM 955
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
s'éloignent.
zoals de einder: hoe dichter men
ze nadert, hoe meer zij zich
verwijderen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Miguel Chevalier aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de vogelgriep" (nr. 11392)
05 Question de M. Miguel Chevalier au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
grippe aviaire" (n° 11392)
05.01 Miguel Chevalier (VLD): Mijnheer de minister, ik heb een
vraag die plots niet meer actueel blijkt te zijn aangezien het thema
vogelgriep verdwenen is van de agenda van de commissie voor de
Volksgezondheid terwijl het toch een thema is dat blijft leven. We
zitten in de sfeer van "alle netten los", dus zal de vogelgriep wel
verdwenen zijn. Dat is natuurlijk niet zo. Gelukkig zijn we op een paar
dode zwanen in de Westhoek na, gespaard gebleven van het virus.
Maar in de voorbije weken hebben we in Europa toch een paar
voorbeelden gezien van dieren die gestorven zijn aan het H5N1-virus.

Voor de pluimveesector zijn de voorbije maanden niet gemakkelijk
geweest. In een vorige interventie heb ik al gewezen op het feit dat
men de hobbykwekers en de verenigingen die bezig zijn met het
instandhouden van zeldzame rassen, ook niet uit het oog mag
verliezen.

In het najaar van 2005 werden tal van tentoonstellingen afgelast om
een mogelijke verspreiding van het virus tegen te gaan. Veel van die
mensen hebben zowel organisatorisch als financieel klappen
gekregen. Ze hebben zichzelf opnieuw moeten "heruitvinden" wat hun
verenigingsleven en hun creativiteit betrof, om opnieuw organisaties
boven de doopvont te houden. Een herhaling van dit scenario zou
voor die verenigingen dan ook een ramp betekenen.

Alhoewel algemeen wordt aangenomen dat het virus plots op een
paar 100 km van onze deur verwijderd is, zal het in de eerste
maanden toch allicht opnieuw opduiken. Die vrees is dan ook reëel.

Ik had de minister een aantal suggesties willen doen. Bij vorige
gelegenheden werd hier met veel enthousiasme de heer
Vanthemsche binnengehaald. Hij gaf ons telkens een prognose van
de verspreiding van het virus en een actuele stand van zaken op
medisch vlak inzake preventie.

In het najaar zullen die verenigingen natuurlijk opnieuw
tentoonstellingen of wedstrijden willen organiseren. Een nieuwe
afgelasting zou voor velen een financiële ramp betekenen en
misschien zelfs de definitieve doodsteek zijn voor het
verenigingsleven in deze branche. Beschikt de minister over
gegevens die misschien aantonen dat de kans opnieuw groot zal zijn
dat men opnieuw zijn netten zal moeten bovenhalen? Of overweegt
de minister een aantal gepaste maatregelen te nemen zodat deze
mensen tenminste hun werk of hun hobby kunnen voortzetten?

Tenslotte heb ik een bijkomende vraag die ik niet officieel had
ingediend, een vraag inzake de federale maatregelen. Ik weet dat er
05.01 Miguel Chevalier (VLD):
La Belgique a heureusement été
épargnée par le virus H5N1 durant
les migrations du printemps, mais
le danger n'a pas complètement
disparu.

Non seulement le secteur avicole,
mais également les éleveurs
amateurs ont souffert de cette
mesure. Toutes les expositions
prévues à l'automne 2005 ont dû
être annulées. Les associations
entament à présent les préparatifs
pour les événements qui seront
organisés à l'automne 2006. Si les
problèmes se répètent, ces
associations devront faire face à
une catastrophe financière.

Le ministre peut-il faire un
pronostic quant aux risques qui
entoureront les migrations
d'automne? Un confinement
risque-t-il à nouveau d'être
décrété? Le ministre prendra-t-il
dans ce cas des mesures visant à
permettre tout de même à ces
associations d'organiser leurs
activités?

Le ministre peut-il avancer des
chiffres concernant les mesures
d'aide fédérale au secteur avicole?
Il y aurait eu semble-t-il des
contacts à ce sujet avec la
Commission européenne.
CRIV 51
COM 955
09/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
tussenkomsten gebeurd zijn van het federale naar het Europese
niveau.

Wij hebben op een bepaald moment groen licht gekregen om
steunmaatregelen te geven.

Mijnheer de minister, ik had van u graag het volgende vernomen. Ik
heb een aantal persberichten terzake gelezen van minister Laruelle
en minister Reynders. Kan daar een cijfer worden opgeplakt?

Ik herinner mij immers een aantal collega's hier in de commissie,
onder anderen collega Pieters en collega Verhaegen, die telkenmale
een vraag hebben gesteld over die economische steun, over die
compensatie aan de kippenkwekers, aan de pluimveesector die in
grote nood verkeerde. Men heeft toen cijfers gebruikt van
60 miljoen euro. Ik betreur die cijfers. Ik vrees ook dat ze juist zijn.

Toen werd hier echter een beetje het beeld opgehangen dat als het
aan hen zou gelegen hebben, die 60 miljoen euro zeker opnieuw
zouden zijn uitgekeerd aan de pluimveesector zodanig dat die sector
geen verliezen zou lijden en dat niemand het slachtoffer zou
geworden zijn van de crisis.

Spijtig genoeg lees ik gisteren, en verneem ik ook, dat, hoewel het
licht op groen gezet is om economische maatregelen te nemen,
minister-president en minister van Landbouw Leterme nu zegt dat er
geen maatregelen komen, maar dat men het volk opnieuw gaat leren
kip eten. Ik vraag mij af of men de mensen voor 60 miljoen euro kip
zal doen eten zodat het allemaal gecompenseerd wordt. Welke
maatregelen zal men op Vlaams niveau gaan uitwerken? De
300.000 euro uitgetrokken voor de campagne vind ik een mager
beestje.

Bovendien is het een bevoegdheid van een aantal instellingen die nu
reeds bestaan, een aantal verenigingen. Ik denk dan aan de
Boerenbond die bijvoorbeeld een initiatief in die richting zou kunnen
nemen.

Ik maak een aantal bedenkingen. Het is een zeer koud voorjaar
geweest. De asperges zijn hard en taai. Ze zijn ook schaars. Zal
minister Leterme ook zijn volk asperges doen eten? Ik veronderstel
dat de tomatensector het ook heel hard heeft. Ik houd mijn hart vast
voor een volgende uitbraak van varkenspest, van dolle koeienziekte
of wat anders.

Als wij dat allemaal gaan moeten eten, dan komt men in de
problemen met het overleg met de Gewesten en de
Gemeenschappen inzake het nationaal voedingsplan ter bestrijding
van obesitas en obese incidenten. Ik maak mij daar een beetje zorgen
om, vooral ook omdat ik vind dat wij de zaken serieus moeten
aanpakken.

Mijnheer de minister, daarom stel ik deze vragen waarop ik graag een
antwoord van u had gekregen.
05.02 Minister Rudy Demotte: Ik heb nooit zoveel kip gegeten in mijn
ganse leven en ik denk dat ik nog gezond ben. Althans, dat denk ik
toch.
05.02 Rudy Demotte, ministre:
La vigilance reste de mise car le
virus a encore été détecté dans
09/05/2006
CRIV 51
COM 955
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12

Op veterinair vlak bevinden we ons in een toestand die een
verhoogde waakzaamheid rechtvaardigt. In verschillende Europese
landen is de aanwezigheid van het virus bij wilde vogels nog
vastgesteld. Wilde vogels zijn natuurlijk minder gevoelig voor de
ziekte dan pluimvee. Ze kunnen dus wel besmet worden zonder dat
ze ziek lijken. Ze zijn een soort reservoir voor het virus en dat is
natuurlijk een van onze grote bezorgdheden.

Tot nu toe heeft het virus nochtans geen explosieve verspreiding
veroorzaakt in de wilde vogelpopulatie. Dikwijls worden besmette
vogels teruggevonden in gebieden waar reeds voorafgaand gevallen
van vogelgriep waren vastgesteld.

Op dit ogenblik lijkt de verspreiding van het vogelgriepvirus
gestabiliseerd in de Europese Unie. Het is echter mogelijk dat de
inheemse wilde vogelsoorten besmet worden met vogelgriep
waardoor het virus zich eventueel via deze weg verder zal
verspreiden. Andere bronnen van mogelijke besmetting zoals de
illegale handel in vogels afkomstig uit de besmette gebieden mogen
evenmin over het hoofd worden gezien.

Zoals ik gezegd heb is het virus nog steeds aanwezig in de Europese
Unie. Deze toestand zal volgens de deskundigen nog geruime tijd
duren. De bestrijdingsmaatregelen en de preventieve maatregelen
zullen bijgevolg voortdurend moeten worden aangepast in functie van
de locatie waar het virus wordt aangetroffen.

Het einde van de voorjaarsmigratie van wilde vogels reduceert het
risico van overdracht van vogelgriep van wilde vogels op pluimvee.
Om die reden werd een aantal maatregelen versoepeld met ingang
van 1 mei. De bewaking en het toezicht mogen evenwel niet
verslappen.

De mondiale evolutie van vogelgriep heeft aanleiding gegeven tot een
groot aantal studies en bewakingsprogramma's van allerlei aard. Door
een analyse en een compilatie van de ruwe gegevens zal een aantal
leemten kunnen worden opgevuld. Zo zullen studies over de migratie
van wilde vogels waardevolle gegevens kunnen verschaffen over de
meest risicovolle vogelsoorten, hun migratieroutes en de eventuele
interactie met andere vogelsoorten.

Door de aanwezigheid van vogelgriep in Europa zal voor het eerst het
gedrag van het H5N1-virus in onze omstandigheden en onze
pluimveehouderijstructuur kunnen bestudeerd worden.

De evolutie in de recent getroffen lidstaten heeft aangetoond dat de
toestand in ons land sterk verschilt van de toestand in de getroffen
landen buiten de Europese Unie. Dat is hoofdzakelijk te danken aan
de verschillende structuur van pluimveehouderijen. Er werden
vaccinaties tegen aviaire influenza uitgevoerd in dierentuinen, onder
meer in België, en in eenden- en pluimveebedrijven in Frankrijk en
Nederland. Ook die zullen extra informatie aanleveren over de
mogelijkheden en de beperkingen van vaccinatie.

Zoals eerder vermeld, kan de toestand op elk moment veranderen.
Het is precies de evolutie die bepalend is voor de maatregelen die ons
land van toepassing zijn. De afschermingsregeling zal waarschijnlijk
plusieurs pays chez des animaux
sauvages qui sont moins sensibles
à la maladie et constituent dès lors
pour le virus un réservoir naturel.

La situation semble se stabiliser
au sein de l'Union européenne
mais il est toujours possible que
des espèces indigènes sauvages
soient contaminées et dispersent
le virus. Il faut en outre tenir
compte du commerce illégal
d'oiseaux en provenance de
régions contaminées.

L'état de vigilance accrue sera
encore maintenu longtemps et les
mesures préventives devront être
adaptées constamment en
fonction des endroits où le virus
sera détecté. La fin de la migration
du printemps s'accompagne d'une
diminution du risque de
transmission, de sorte que les
mesures ont pu être assouplies à
partir du 1
er
mai. Il faut toutefois
rester attentif.

Diverses études et programmes
de surveillance ont été réalisés et
ont fourni des données
précieuses. Leur analyse devrait
nous permettre de pallier
d'éventuelles carences dans notre
approche. L'étude sur la migration
des oiseaux a ainsi livré des
informations sur les oiseaux à
risque, leurs voies de migration et
leur interaction avec d'autres
espèces.

Étant donné la présence du virus
H5N1 en Europe, nous pourrons
examiner pour la première fois le
comportement de ce virus dans
notre cheptel avicole. En effet, les
conditions d'élevage avicole
belges diffèrent de celles des
élevages des pays touchés en
dehors de l'Union européenne.
Les campagnes de vaccination qui
ont été menées fourniront
davantage d'informations sur les
possibilités et les limites de la
vaccination.

La situation peut changer à tout
moment et les mesures devront
CRIV 51
COM 955
09/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
opnieuw van kracht worden in de herfst. Aanpassingen in vergelijking
met dit voorjaar zijn mogelijk naar gelang van de veranderde
epidemiologische toestand in Europa.

Die toestand van onzekerheid zal allicht nog lang aanslepen. Eenieder
zal met de dreiging van het virus moeten leren leven. De
waakzaamheid zal nooit mogen verslappen. De maatregelen die
opgenomen zijn in de vogelgriepstrategie, houden rekening met de
bezorgdheid van de hobbyhouders. Zij kunnen hun activiteiten
voortzetten, op voorwaarde dat ze voldoen aan een aantal
voorschriften, ook inzake verzameling van pluimvee. De geldende
voorschriften worden aangepast aan de epidemiologische toestand en
kunnen daarbij hetzij strenger worden, hetzij versoepeld worden,
zoals vanaf 1 mei het geval is.

Wat de laatste vraag betreft over de cijfers, het spijt me maar ik kan
daarop geen antwoord geven. U zult de vraag moeten stellen aan
minister Laruelle.
suivre cette évolution. Une
nouvelle réglementation de
confinement, éventuellement
adaptée à la situation
épidémiologique, sera
probablement instaurée cet
automne.

L'incertitude régnera
probablement encore longtemps.
Les mesures qui s'inscrivent dans
le cadre de la stratégie contre la
grippe aviaire tiennent compte des
préoccupations des aviculteurs
amateurs. Ceux-ci peuvent
poursuivre leurs activités à la
condition de respecter quelques
prescriptions susceptibles d'être
assouplies ou renforcées en
fonction de la situation
épidémiologique.

Pour la réponse à votre dernière
question, je vous renvoie à Mme
Laruelle.
05.03 Miguel Chevalier (VLD): Mijnheer de minister, ik vind het
spijtig dat u mij de cijfergegevens niet kunt geven. Ik zal ze opvragen
bij minister Laruelle.

Aangaande de organisatie van tentoonstellingen en wedstrijden meen
ik dan toch begrepen te hebben dat de kans op organisatie toch
enigszins groter is dan vorig jaar. Ik denk dat er toch een permanent
overleg moet zijn met die organisaties, zodat de mensen continu
weten waar ze aan toe zijn, zodat zij eventueel kunnen schuiven met
data en zich niet moeten vastpinnen op één datum in het najaar, die
dan in het water valt omwille van een aantal maatregelen.
05.03 Miguel Chevalier (VLD):
Je déduis de votre réponse que
cette année les amateurs ont
davantage de chances de pouvoir
organiser leurs expositions et leurs
compétitions que l'année dernière.
J'espère qu'une concertation sera
encore menée à ce sujet avec les
organisations concernées.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de achterstand in behandeling van dossiers bij de Vestigingscommissie voor apothekers"
(nr. 11444)
06 Question de M. Servais Verherstraeten au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"le retard dans le traitement des dossiers introduits auprès de la Commission d'implantation pour les
pharmaciens" (n° 11444)
06.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, ik sta niet alleen met mijn bekommernis omtrent
de achterstand in behandeling van dossiers bij de
Vestigingscommissie voor apothekers. Verschillende collega's
hebben hierover hun bezorgdheid reeds geuit in deze assemblee,
onder wie in september 2000 collega Vandeurzen, met vragen naar
de achterstand bij de afhandeling van dossiers. In 2000 heeft de
toenmalige minister van Volksgezondheid, mevrouw Aelvoet, gezegd
dat zij structurele maatregelen zou treffen.
06.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): La Commission
d'implantation pour les
pharmaciens accuse toujours un
retard énorme. En 2000,
l'ancienne ministre, Mme Alvoet,
avait annoncé une série de
mesures structurelles pour
résoudre le problème en
procédant au recrutement de
09/05/2006
CRIV 51
COM 955
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Ik las dat zij toen in haar antwoord bijkomende personeelsleden
beloofde, de nodige ruimte en middelen zou uittrekken voor het
secretariaat, een informatiseringsproject zou opstarten en ook een
dossier bij de adviescommissie zou indienen voor de selectieve
aanwerving van klerken. Blijkbaar hebben die aanwervingen wat
problemen opgeleverd, waardoor men uiteindelijk naar contractueel
personeel is overgestapt en eveneens werd onderzocht of men via
kaderuitbreiding een apotheker of een ambtenaar van niveau 1 en
een bestuursassistent zou kunnen aanwerven.

Door de toenmalige minister werd ook geopperd om de indieners van
dossiers erop te wijzen dat ontbrekende gegevens dienden
meegedeeld te worden, om enige vertraging tot het strikte minimum te
beperken wanneer deze al of niet veroorzaakt zou worden door de
aanvragers zelf.

Een vijftal jaren later blijkt dat, bij het bekijken van de toestand op het
terrein, tal van dossiers zelfs na tien jaar nog niet behandeld te zijn.
Op dit ogenblik beschikt de Vestigingscommissie anno 2000 zelfs nog
niet over een digitale databank. In heel wat dossiers is er geen zicht
op de te verwachten termijnen van afhandeling. Naast vertraging lijkt
het mij voor een aanvrager ergerlijk zelfs niet te weten wat de
vooruitzichten zijn inzake de timing van dergelijke dossiers.

Mijnheer de minister, hoeveel onbehandelde aanvragen - hangende
dossiers dus - zijn er momenteel bij de Vestigingscommissie? Hoe
lang duurt de gemiddelde afhandelingstermijn van aanvraag tot
vestiging of verhuizing van een publieke apotheek? Wat is de reden
van die lange afhandelingstermijn? Kunt u de stand van zaken geven
met betrekking tot de destijds door de minister van Volksgezondheid
aangekondigde maatregelen en de uitgevoerde maatregelen? Welke
effecten hebben deze tot op heden geressorteerd op het terrein? Is
het mogelijk een databank te installeren, zodat aan de aanvragers
een wachttijd kan meegedeeld worden? Is het zo dat er sedertdien,
zoals toen door de minister werd geopperd, meer zittingen hebben
plaatsgevonden om die achterstand een halt toe te roepen?
personnel et à l'informatisation. Un
dossier aurait été introduit auprès
de la commission d'avis pour le
recrutement sélectif de commis,
mais la procédure s'est avérée
trop complexe et c'est pourquoi
l'on a finalement opté pour du
personnel contractuel. De plus, les
demandeurs devraient fournir
certaines données manquantes
pour compléter et pour actualiser
les dossiers introduits. Aujourd'hui,
dix ans plus tard, on constate que
de nombreux dossiers n'ont
toujours pas été traités et que la
Commission d'implantation n'est
toujours pas dotée d'une base de
données numérique, si bien qu'on
ne dispose même pas d'un aperçu
des délais de traitement prévus.

Combien de dossiers sont en
souffrance? Quel est le délai de
traitement moyen? Qu'en est-il
des mesures annoncées par la
ministre Alvoet? Une base de
données peut-elle être installée,
de manière à ce que les
demandeurs aient une idée des
délais d'attente? A-t-on organisé
davantage de réunions pour
résorber ces retards
06.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer Verherstraeten, er zijn
momenteel nog ongeveer 220 Nederlandstalige dossiers en 26
Franstalige dossiers aanhangig bij de vestigingscommissies.

Voor de aanvragen tot overbrenging zijn de volgende
afhandelingtermijnen momenteel vaak voorkomend, in het geval dat
de dossiers daadwerkelijk behandelbaar zijn. Een tijdelijke
overbrenging duurt ongeveer 1 tot 3 maanden. Een overbrenging in
de onmiddellijke nabijheid duurt ongeveer 6 tot 9 maanden. Een
overbrenging buiten de onmiddellijke nabijheid duurt ongeveer 1 tot 2
jaar, behalve in bijzondere omstandigheden, bijvoorbeeld als een of
meerdere aanvragen hangende zijn voor een bepaalde omgeving.
Voor dergelijke dossiers moet worden gewacht op de afhandeling van
de voorgaande aanvragen.

Wat de uitgevoerde maatregelen betreft, werden het afgelopen jaar
heel wat reglementaire maatregelen genomen om de oorzaken van
de achterstand aan te pakken. Zo werd geprobeerd om een oplossing
te vinden voor de gebrekkige medewerking van sommige aanvragers,
onder meer door de beperking van het aantal keer dat uitstel kan
worden verleend en door het opleggen van een aantal minimale
06.02 Rudy Demotte, ministre:
On compte 220 dossiers
néerlandophones et 26 dossiers
francophones en souffrance. Pour
une demande de transfert
temporaire, le délai de traitement
peut durer jusqu'à trois mois, pour
un transfert dans les environs
immédiats, il faut attendre six à
neuf mois, et pour un transfert en
dehors des environs immédiats,
un à deux ans, excepté dans des
circonstances particulières où
différentes demandes sont
introduites pour une même zone.

De nombreuses mesures ont été
prises pour résoudre ce problème:
la limitation du nombre de reports
possibles, l'obligation de joindre un
minimum de pièces justificatives et
CRIV 51
COM 955
09/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
stukken voor elk dossier. Ook het opvragen van de ontbrekende
verplichte stukken bij de oudere dossiers zorgt voor een vlottere en
snellere behandeling.

Tot op heden is het nog niet mogelijk geweest om bijkomend
personeel aan te werven. De genomen reglementaire maatregelen
blijken bij de nieuwe aanvragen reeds hun nut te hebben bewezen.

Tot slot, de databank met de sinds 1995 ingediende dossiers bestaat
reeds. Die databank is geen mirakeloplossing, gelet op de
complexiteit en de verwevenheid van de vele aanvragen. U mag niet
vergeten dat dezelfde of verschillende aanvragers soms een of
meerdere aanvragen voor dezelfde of een andere gemeente hebben
ingediend.
la demande de pièces
manquantes relatives à des
dossiers anciens. Il n'était pas
encore possible de recruter du
personnel supplémentaire. Ces
mesures ont déjà prouvé leur
utilité dans le cadre des nouvelles
demandes.

Il existe une banque de données
reprenant les dossiers introduits
depuis 1995, mais elle ne
constitue pas une solution miracle
étant donné la complexité de la
situation et le fait que plusieurs
demandes sont parfois introduites
par une même personne.
06.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank
u voor uw antwoord. Ik denk dat de problematiek zich voornamelijk
voordoet wanneer diverse aanvragen binnen één regio worden
ingediend. Ik denk dat daar een systeem zou moeten worden
uitgedokterd zoals bij de reguliere rechtbanken, waar verwante
dossiers bij elkaar worden gevoegd. Vervolgens worden ze dan
gezamenlijk behandeld. Ik heb de indruk dat er met dossiers van die
aard organisatorisch een en ander mank loopt.

Wat de termijnen betreft, uit de weinige dossiers waarmee ik in
aanraking kwam door mensen die aanvragen hebben gedaan en die
mij daarover spreken, lijkt het mij toch dat de termijnen veel langer
zijn dan die welke u hebt genoemd.

Mijnheer de minister, wat mij ook frappeert ­ dat was eigenlijk uw
eerste antwoord ­ is het verschil. Hebt u een verklaring voor het
enorme verschil tussen de 220 Nederlandstalige dossiers die nog
hangende zijn en de 26 Franstalige?
06.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): Ne serait-il pas possible,
lorsque différentes demandes sont
introduites pour une même zone,
d'élaborer un système qui
permettrait de traiter ensemble ces
dossiers? Il s'agit clairement d'une
mauvaise organisation. Les délais
sont plus longs que ceux que vient
d'énumérer le ministre. Pourquoi y
a-t-il une telle différence entre le
nombre de dossiers pendants côté
néerlandophone et francophone?
06.04 Minister Rudy Demotte: Ik heb het nagevraagd. Ik was ook
verbaasd door de cijfers. Het heeft te maken met het aantal
aanvragen dat ingediend werd. In het Franstalige gebied zijn er
minder aanvragen. Het is dus niet de behandeling die verschilt.
06.04 Rudy Demotte, ministre:
Je m'en suis également étonné et
je me suis renseigné. Du côté
francophone, les demandes sont
simplement bien moins
nombreuses. Il n'y a donc aucune
différence de traitement.
06.05 Servais Verherstraeten (CD&V): Ik wil daarover zeker niet
communautariseren, omdat ik vind dat elk dossier een spoedige en
efficiënte behandeling vereist, wat ook de taalrol van de aanvrager is.
06.06 Minister Rudy Demotte: Ik zou niet aanvaarden dat het op een
onrechtvaardige manier een beetje sneller zou gaan voor de
Franstaligen dan voor de Nederlandstaligen.
06.06 Rudy Demotte, ministre:
Je ne le tolérerais d'ailleurs
jamais.
06.07 Servais Verherstraeten (CD&V): Dat verwijt ik u ook niet.
06.08 Minister Rudy Demotte: Ik was ook verbaasd door het verschil.
06.09 Servais Verherstraeten (CD&V): De belangrijke numerieke 06.09 Servais Verherstraeten
09/05/2006
CRIV 51
COM 955
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
achterstand, wat Vlaanderen betreft, door de meerdere aanvragen,
noopt misschien tot een tijdelijke maatregel en extra zittingen van de
Nederlandstalige commissie, om zo een stuk achterstand weg te
werken. Als er eenduidige rechtspraak is, weet men waar men aan
toe is, mijnheer de minister. Ik dank u voor uw antwoord.
(CD&V): Des séances
supplémentaires de la commission
néerlandophone pourraient peut-
être résoudre partiellement le
problème.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Karine Jiroflée aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de 'Chiller',
een ijslolly met alcohol" (nr. 11470)
- mevrouw Hilde Dierickx aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "alcopops"
(nr. 11561)
07 Questions jointes de
- Mme Karine Jiroflée au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le 'Chiller', une
glace à l'alcool" (n° 11470)
- Mme Hilde Dierickx au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les alcopops"
(n° 11561)
07.01 Karin Jiroflée (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, deze zomer
komen er ­ zo werd aangekondigd ­ zogenaamde chillers op de
Belgische markt. Chillers zijn ijslolly's op basis van wodka of rum.
Twee soorten zullen worden verkocht, namelijk wodka citroen en rum
sinaasappel. Het wordt een sorbetachtig waterijsje in een kartonnen
knijpverpakking en zal een alcoholpercentage van 4,8% hebben.

De drempel om alcohol te gebruiken en te verkrijgen voor jonge
kinderen wordt dus nogmaals lager gelegd. Meer nog dan de
zogenaamde alcoholpops die nu al door twaalfjarigen worden
gedronken, zal de chiller de brug slaan naar echt jonge kinderen.
Alcohol gebruiken wordt voor jongeren dus nog een stuk
aantrekkelijker en vooral makkelijker.

Hoewel de chillers bedoeld zijn voor jongeren ouder dan 18 jaar, valt
te vrezen en is het zelfs heel waarschijnlijk dat jongere tieners heel
makkelijk zo een ijslolly zullen kunnen kopen op voor de hand
liggende plaatsen als bioscopen, ijskramen en nachtwinkels, waar er
vrijwel geen controle is op de verkoop van bedoelde producten.

Als ik de persartikelen goed begrijp, zullen de chillers er bovendien
net zo uitzien als de gewone ijslolly's. Sommige hebben er zelfs
tekeningetjes bij gemaakt. Als we ze zo bekijken, zien we inderdaad
geen verschil met andere ijslolly's.

Mijn vragen zijn dan ook de volgende, mijnheer de minister.

Wat denkt u van deze ontwikkeling in de verkoop van alcohol? Dat is
het immers. Het is een bedekte vorm van verkoop van alcohol.

Op welke wijze meent u de verkoop van bedoelde producten in goede
banen te kunnen leiden?
07.01 Karin Jiroflée (sp.a-spirit):
Avec l'été arriveront sur le marché
belge les chillers, glaces à base de
vodka ou de rhum. Ces sortes de
sorbets sont conditionnés dans
des emballages qui s'ouvrent en
pinçant et ont un taux d'alcool de
4,8. Ces produits vont faciliter la
consommation d'alcool chez les
enfants. Des enfants de douze ans
consomment déjà des alcopops.
Nul doute qu'ils franchiront bientôt
un nouveau pas en consommant
des chillers quoique ceux-ci soient
destinés aux jeunes de plus de
dix-huit ans.

Que pense le ministre de cette
évolution dans le secteur de la
vente d'alcool et comment
envisage-t-il de canaliser cette
évolution?
07.02 Hilde Dierickx (VLD): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, ik heb een gelijkaardige vraag.

Er zullen deze zomer in België ijslolly's te koop worden aangeboden.
Het zijn bevroren alcoholpops. Ongetwijfeld zullen voornoemde,
07.02 Hilde Dierickx (VLD):
Cette année, des alcopops gelés
seront vendus comme glaces. Nul
doute que ce produit récoltera un
grand succès. Toutefois, nous
CRIV 51
COM 955
09/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
alcoholhoudende ijsjes aanslaan bij het grote publiek.

De vrees bestaat dat de ijsjes ook in de smaak van kinderen zullen
vallen. Zij zullen ze graag lusten. De verkoop ervan is ook toegankelijk
voor kinderen.

Wij hebben al wetgevende initiatieven omtrent alcoholpops genomen.
Voorlopig zijn er echter nog geen concrete uitvoeringen. Hopelijk
worden de maatregelen snel concreet. Misschien moeten ze ook
worden uitgebreid.

De bevroren alcoholpops zijn immers aanlokkelijker voor kinderen
dan de gewone alcoholpops. Daarom moet er iets worden
ondernomen om de kinderen te beschermen.

De producent geeft weliswaar aan dat ze niet voor kinderen, maar
voor jonge volwassenen zijn bedoeld. Het product zal ook op die wijze
door de producent worden gepromoot. Dat is echter larie.

De overheid moet ervoor zorgen dat de producten niet aan kinderen
worden verkocht. Initiatieven die al werden genomen omtrent
alcoholpops en kinderen, moeten ook gelden voor alle producten
waarin alcohol significant aanwezig is.

Mijnheer de minister, mijn vragen aan u zijn dus gelijkaardig.

Bent u op de hoogte van die nieuwe, bevroren alcoholpops?

Zullen de aangekondigde initiatieven tegen de alcoholpops ook
toepasbaar zijn op de alcoholhoudende ijsjes?
devons éviter que les enfants
puissent en acheter. Des initiatives
législatives ont déjà été prises
mais pas encore de mesures
d'exécution concrètes pour
protéger les enfants. L'autorité
publique se doit d'empêcher la
vente de ce type de produits aux
enfants. Les règles qui sont
applicables à la vente d'alcopops
aux enfants doivent l'être à tous
les produits dans la composition
desquels entre une bonne dose
d'alcool. Le ministre partage-t-il
notre préoccupation et notre point
de vue?
07.03 Minister Rudy Demotte: Mevrouw de voorzitter, ik ben op de
hoogte van de nieuwe, bevroren alcoholpops. Net zoals u lijkt het mij
beter om over bevroren alcoholpops te spreken dan over
alcoholhoudend ijs, gezien het alcoholpercentage van de ijsjes in
kwestie. Het gaat immers niet om een product dat met alcohol
gearomatiseerd is zoals er zo veel op de markt zijn, maar wel degelijk
om een product dat meer dan 1,2% alcohol bevat.

Ik ben a priori niet tegen het op de markt brengen van
alcoholhoudende producten, zoals desserts, sauzen of pralines, voor
zover de consument wordt geïnformeerd over het feit dat de
producten alcohol bevatten en voor zover de doelgroep geen
minderjarigen zijn.

Het alcoholpercentage wordt duidelijk op de verpakking van die
chillers vermeld, dus dat kan niet tot verwarring leiden.

De lolly-versie is een nieuwigheid, door zijn formaat; het is een
drukijsje. Wij moeten erkennen dat de voorstelling van het product
doet denken aan producten voor kinderen. Volgens mij is dat dus niet
gepast.

Daar de lolly's verkocht worden in hoeveelheden van honderd
milliliter, bestaat er weinig risico dat hun consumptie tot
alcoholmisbruik leidt, dat in tegenstelling tot dranken met het type
alcoholpops van tweehonderd vijfenzeventig milliliter, die sneller en
makkelijker ingenomen worden.
07.03 Rudy Demotte, ministre: Il
me paraît plus judicieux de parler
d'alcopops glacés plutôt que de
glaces à l'alcool, étant donné qu'il
ne s'agit pas d'un produit
aromatisé à l'alcool mais d'un
produit comportant plus de 1,2%
d'alcool. Je ne suis pas opposé à
la vente de produits contenant de
l'alcool pour autant que le
consommateur soit informé de
cette caractéristique et que les
produits en question ne soient pas
destinés aux mineurs d'âge.

La teneur en alcool est clairement
mentionnée sur les "chillers" et ne
peut pas prêter à confusion. Les
sucettes constituent une
nouveauté. Leur emballage
évoque un produit destiné aux
enfants mais ce n'est pas le cas.
Elles contiennent 100 ml. Le
risque qu'elles entraînent un abus
d'alcool est faible, contrairement
aux alcopops comportant 275 ml,
et dont la consommation est à la
09/05/2006
CRIV 51
COM 955
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18

De vraag die openblijft, en waarop wij vandaag geen antwoord
kunnen geven, is de volgende. Zetten alcoholhoudende ijsjes de deur
open voor een voortijdig en problematisch alcoholverbruik? Op die
vraag kan ik natuurlijk geen antwoord bieden. Ik kan wel zeggen dat
die vraag op de agenda van mijn diensten staat. Wij zullen later dus
nagaan of er al dan niet initiatieven terzake moeten worden genomen.
fois plus rapide et plus simple.

Quant à savoir si ce type de
glaces ouvre la voie à une
consommation d'alcool précoce et
qui pose problème, la question
reste sans réponse. Mes services
étudient le problème et je prendrai
des mesures par la suite, si
nécessaire.
07.04 Karin Jiroflée (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, persoonlijk
vind ik dat vooral de manier waarop zo'n ijsje verpakt is, echt wel tot
verwarring kan leiden. Het alcoholpercentage mag daar nog tien keer
op staan, een twaalfjarige bekijkt dat niet. Het lijkt een ijslolly, dus
wordt die waarschijnlijk ook geconsumeerd door kinderen die
daarvoor nog niet rijp zijn. Ik ben het met u eens dat de hoeveelheid
niet direct tot verslaving hoeft te leiden, maar we weten allemaal
hoeveel studies aantonen dat regelmatig gebruik van alcohol, in welke
hoeveelheden dan ook, uiteindelijk een aantal negatieve gevolgen
heeft, zowel op het moment zelf ­ ik denk aan gevolgen voor de
hersenen en dergelijke ­ als op langere termijn. Ik denk dat wij ons
daardoor niet in slaap mogen laten wiegen. Het gaat hier over alcohol
en alcoholpops. Ik denk dat we dat voortdurend in het oog moeten
houden en dat we daarvoor echt maatregelen moeten nemen.

Het stoort mij ook heel erg dat de fabrikanten zeggen zich met hun
reclame te zullen richten op plus-18-jarigen. We weten allemaal dat
dat niet helemaal klopt. Als die producten in de rekken liggen en op
zo'n aantrekkelijke manier worden voorgesteld, zullen kleine kinderen
daartoe ook aangetrokken zijn. Eigenlijk vind ik het een aanfluiting
van het convenant dat u hebt gesloten met de sector, terwijl dat
convenant volgens mij goed in elkaar zat. Men treedt dat hier
compleet met de voeten. Ik denk persoonlijk dat daartegen moet
worden opgetreden.
07.04 Karin Jiroflée (sp.a-spirit):
L'emballage des glaces prête à
confusion car, pour les enfants, le
produit ressemble à un bâton de
glace normal. Si la quantité
d'alcool ne peut conduire à la
dépendance, il n'en reste pas
moins vrai qu'une consommation
régulière peut avoir des
conséquences nocives. Des
mesures sont nécessaires, car
malgré ce que prétendent les
fabricants, ces glaces seront
disponibles dans les rayons pour
enfants. J'y vois un coup de canif
dans la convention conclue avec le
secteur.
07.05 Hilde Dierickx (VLD): Mijnheer de minister, ik sluit mij aan bij
de opmerkingen van mevrouw Jiroflée. Ik vind het toch belangrijk dat
de politieke wereld een signaal geeft dat dat eigenlijk niet kan voor
jongeren en kinderen. Natuurlijk zal het niet leiden tot
alcoholverslaving, want het product heeft een zeer lage concentratie,
maar het is toch belangrijk dat we een signaal geven en dat we dat
samen met vroegere wetgevende initiatieven meenemen.
07.05 Hilde Dierickx (VLD): Je
me joins aux observations
formulées par Mme Jiroflée. Le
ministre doit lancer un signal clair
indiquant que cette pratique est
inacceptable, même si le danger
d'accoutumance est en effet
réduit.
07.06 Minister Rudy Demotte: Ik wens natuurlijk altijd evenwichtige
voorstellen te maken. Ik wil echter evenmin het imago toebedeeld
krijgen van iemand die alles wenst te reglementeren. Ik weet hoe de
mensen reageren. Hier in het Parlement, tussen personen die aan de
hele problematiek denken, is het redelijk te zeggen: pas op; men richt
zich tot kinderen en het is een beetje oneerlijk is om die producten
aldus voor te stellen. Als ik op een dag een KB op tafel leg, als
minister van Volksgezondheid, "de gezondheidsfascist" zoals enkele
leden van de Senaat die zich niet aan de kiezers van Oostende
voorstellen, mij hebben genoemd, dan zal ik mijn reputatie nog meer
schaden.

Ik moet dus altijd goed nadenken over de verschillende aspecten van
07.06 Rudy Demotte, ministre:
Je souhaite prendre des mesures
pondérées et je me garde de
vouloir tout réglementer, car mon
image en pâtirait. J'ai déjà été
traité au Sénat de "fasciste de la
santé".
CRIV 51
COM 955
09/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
een problematiek, dat zeg ik u eerlijk.
07.07 Karin Jiroflée (sp.a-spirit): Ik begrijp dat, mijnheer de minister.
Ik kamp in mijn regio soms met hetzelfde probleem: men praat over
dat soort dingen en men krijgt onmiddellijk de naam een regelneef of
een moralist te zijn. Ik vind dat we ons daardoor niet mogen laten
tegenhouden als we werkelijk denken dat er iets verkeerd is. Mij gaat
het op dit vlak immers absoluut niet om de moraal, en u ook niet. Het
gaat hier over heel jonge kinderen, die we blootstellen aan dat soort
gevaren en dat moet vooropstaan.
07.07 Karin Jiroflée (sp.a-spirit):
Je comprends le ministre mais je
pense aussi que l'intérêt de
l'enfant prime en l'espèce.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Samengevoegde vragen van
- de heer Koen Bultinck aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het stijgend
aantal keizersneden" (nr. 11483)
- mevrouw Annemie Turtelboom aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
stijgend aantal bevallingen via keizersnede" (nr. 11495)
08 Questions jointes de
- M. Koen Bultinck au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le nombre croissant
de césariennes" (n° 11483)
- Mme Annemie Turtelboom au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le nombre
croissant d'accouchements par césarienne" (n° 11495)
08.01 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, uit de studie van het Intermutualistisch
Agentschap - IMA - blijkt dat in 20 jaar tijd het aantal keizersneden
verdubbeld is. Op dit moment zouden wij in België intussen op
plusminus 18% zitten. Als wij die resultaten iets meer in detail
bekijken, blijkt daarvoor een aantal min of meer richtinggevende
factoren voor te zijn.

Enerzijds, is er ­ wat voor een stuk logisch is ­ de leeftijd van de
vrouw die een rol speelt. Zeer duidelijk blijkt dat hoe ouder de vrouw is
op het moment van de bevalling, hoe groter de kans ook wordt op
toepassing van een keizersnede. Anderzijds, is er ook de factor van
het sociaal al dan niet minder bevoorrechte milieu, wat blijkbaar
enigszins een rol speelt voor een verhoogd risico. En uiteraard is er
ook de factor van de woonplaats van de vrouw die in deze een
belangrijke rol speelt. Zeer duidelijk blijkt uit de resultaten dat zowel
de provincie Luik als de provincie Luxemburg iets meer kans geven
op het toepassen van keizersnede dan bijvoorbeeld Brussel, Namen
of Vlaams-Brabant.

Een factor die zeker ook meespeelt, is de ervaring van de
gynaecoloog. Zeer duidelijk blijkt dat als de gynaecoloog enige
ervaring heeft met bevallingen, de kans op het uitvoeren van een
keizersnede, of het grijpen naar dat middel, wel degelijk daalt.

Uiteraard is er nog een factor die gedeeltelijk in veel dossiers
meespeelt, met name het grote verschil, her en der, tussen een
aantal ziekenhuizen.

Vaststelling die wij ook moeten maken is dat vanuit strikt medische
overwegingen, mijnheer de minister, er vaak geen strikte medische
redenen bestaan om te grijpen naar een keizersnede en dat een
aantal factoren waarschijnlijk eerder gelinkt is aan de mentaliteit van
08.01 Koen Bultinck (Vlaams
Belang): Une étude de l'Agence
intermutualiste (AIM) a montré que
le nombre de césariennes a
doublé en vingt ans. L'âge de la
femme, son milieu social, son lieu
de résidence et l'expérience du
gynécologue figurent parmi les
facteurs qui déterminent la
décision de procéder à une
césarienne. Mais cette décision ne
repose assurément pas toujours
sur des motifs médicaux. De plus
en plus, on a tendance à
considérer que l'être humain doit
pouvoir tout planifier, en ce
compris le moment de la
naissance. Les gynécologues,
quant à eux, craignent les
poursuites judiciaires en cas de
problème lors d'un accouchement.
On observe enfin une grande
différence d'un hôpital à l'autre en
ce qui concerne le nombre de
césariennes. Une césarienne
coûte à l'INAMI 1.000 euros de
plus qu'un accouchement
ordinaire.

Quelles suites le ministre compte-
t-il réserver à cette étude? Peut-il
expliquer les différences
observées entre les hôpitaux et
09/05/2006
CRIV 51
COM 955
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
de mensen. Vanuit onze mentaliteit willen wij tegenwoordig alles in
ons leven immers veel meer plannen.

Ook speelt bij de gynaecologen de factor ­ nu kom ik op een zeer
gevoelig liggend element van de hele problematiek inzake de regeling
van medische fouten ­ dat een aantal gynaecologen nog altijd schrik
heeft, als er een fout gemaakt zou worden, gerechtelijk te worden
vervolgd.

Een niet onbelangrijk element, mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, is uiteraard de kostprijs van de hele zaak. Zeer duidelijk blijkt
dat een keizersnede het RIZIV ongeveer 1.000 euro meer kost dan
een gewone klassieke bevalling.

Vandaar een aantal zeer concrete vragen, mijnheer de minister.

Uiteraard is de meeste logische vraag die naar een eerste politieke
reactie van uwentwege op de betrokken studie. Verder is er de vraag
naar wat bijkomende elementen en wat nadere gegevens inzake de
verschillen tussen de ziekenhuizen, de verschillen tussen de
provincies, en uiteraard inzake het al of niet bestaan van verschillen
tussen de regio's.

Ik heb daarnet al even het element aangehaald van het risico van
gerechtelijke vervolging. Uiteraard stel ik daar de vraag naar de strikte
timing ­ want dat element is niet onbelangrijk; een aantal collega's
heeft u daar in het verleden al meermaals over ondervraagd ­ van de
inwerkingtreding van de regeling inzake medische fouten.

Ik heb nog twee slotvragen, mevrouw de voorzitter.

Ten eerste, is er de suggestie van het IMA. Dat suggereert al te
kortzichtige ouders toch te waarschuwen voor de medische risico's
van keizersneden. Overweegt u als minister van Volksgezondheid om
die suggestie te concretiseren?

Ten tweede, overweegt u al dan niet om de financiering te herzien?
Uit de cijfers blijkt immers zeer duidelijk dat er op het vlak van het
kostenplaatje voor het RIZIV toch een immens verschil is.
entre les Régions? Quand va-t-on
légiférer à propos des erreurs
médicales, pour éviter que les
médecins ne recommandent la
césarienne par crainte de
poursuites? Le ministre fera-t-il en
sorte de faire informer les parents
des risques inhérents à une
césarienne? Le financement des
accouchements sera-t-il revu?
08.02 Annemie Turtelboom (VLD): Mevrouw de voorzitter, mijnheer
de minister, zoals collega Bultinck reeds zei, heeft het
Intermutualistisch Agentschap vastgesteld dat het aantal bevallingen
via keizerssnede tussen 1988 en 2004 verdubbeld is. In 1988 beviel
11,5% van de vrouwen via keizerssnede, in 2004 zaten wij aan
18,45%.

De oorzaken zijn velerlei. De leeftijd waarop vrouwen bevallen neemt
toe en dat verhoogt de kans op complicaties, en dus ook op een
bevalling via keizersnede.

Artsen zouden ook meer kiezen voor een keizersnede omdat ze
inderdaad bang zijn voor die juridische vervolgingen. Iedereen weet
dat onder de gynaecologen de aansprakelijkheidsverzekeringen bij de
hoogste zitten van alle specialisten. Vanuit hun perspectief zullen zij af
en toe met hun verzekeringspremie in het achterhoofd kiezen voor de
meest veilige weg.
08.02 Annemie Turtelboom
(VLD): L'AIM a constaté que le
nombre d'accouchements par
césarienne avait doublé entre
1988 et 2004, ce doublement étant
dû à plusieurs causes: le fait que
des femmes plus âgées
accouchent, la crainte de
complications médicales et de
leurs effets juridiques, une
meilleure planification du travail et
une rémunération supérieure.

Toutefois, comme toute
intervention chirurgicale, un
accouchement par césarienne
comporte des risques et peut
entraîner certaines conséquences
CRIV 51
COM 955
09/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
Ook een betere planning van het werk en dus het vermijden van
nacht- en weekendwerk zou een reden zijn.

Ten slotte, een keizersnede wordt ook beter vergoed dan een gewone
bevalling.

Een bevalling via keizersnede houdt bepaalde risico's in. Het is een
operatie met alle daaraan verbonden risico's en met mogelijk ook
gevolgen voor de volgende zwangerschap, want dat is iets dat vaak
vergeten wordt.

Niet onbelangrijk is het verschil in kostprijs tussen een gewone
bevalling en een bevalling via keizersnede. Een keizersnede kost
anderhalf keer meer dan een gewone bevalling of 1.000 euro meer.
De patiënt betaalt 300 euro meer.

Mijnheer de minister, aanvullend heb ik een aantal vragen. Om
budgettaire redenen, maar ook om gezondheidsredenen verdient
deze studie toch wel de nodige aandacht. Daarom had ik graag een
antwoord gekregen op volgende vragen.

De overheid werkt meer en meer medische richtlijnen uit voor artsen.
Valt het niet te overwegen om hieromtrent een richtlijn uit te werken
waarbij de natuurlijke bevalling terug de regel wordt? Het gaat dan
nog niet om het debat over bevallen onder epidurale verdoving of over
de ingeleide bevalling. Dat is ook aanverwant aan het debat, want een
aantal argumenten die hier aan bod komen, gelden ook voor de
ingeleide bevallingen.

Vindt u het normaal dat bevallingen via keizersnede gebeuren om
nacht- en weekendwerk te vermijden? Vindt u dat een aanvaardbare
reden om een bevalling via keizersnede te laten gebeuren?

Ten slotte, moeten wij niet nadenken over de vergoeding waardoor de
wijze van bevallen op zijn minst financieel neutraler wordt?
pour de futures grossesses. En
outre, cette intervention coûte
davantage à l'INAMI aussi bien
qu'à la patiente.

Ne conviendrait-il pas de
promulguer une directive médicale
qui aurait pour effet que
l'accouchement naturel
redevienne la règle? Le ministre
trouve-t-il acceptable que les
obstétriciens pratiquent des
accouchements par césarienne
pour éviter de devoir travailler la
nuit ou le week-end?
N'importerait-il pas de rendre
financièrement plus neutres les
rémunérations versées aux
accoucheurs?
08.03 Minister Rudy Demotte: Mevrouw de voorzitter, de evolutie
rond het aantal keizersneden vormt inderdaad een probleem. De
kwestie wordt volop besproken in de beroepsmilieus, er bestaat
echter geen eenvoudige oplossing voor. Het is inderdaad een
ongunstige evolutie op internationaal vlak, toch moeten we voorzichtig
zijn met de stelling dat er geen medische grond zou bestaan voor die
evolutie van het aantal keizersneden, noch voor de verschillen
daaromtrent tussen de ziekenhuizen.

Als bewijs daarvoor neem ik de medische houding inzake bevallingen
bij stuitliggingen. De laatste jaren stelde de literatuur dat een bevalling
via keizersnede in dat geval de regel is. Momenteel wordt dat meer en
meer in vraag gesteld, maar de kwestie wordt verder onderzocht.

Een andere factor is de tendens om steeds later kinderen te krijgen
en de evolutie in de behandeling van veel te vroeg geboren kinderen.

Tot slot is er ook het feit dat getracht wordt de zorgverstrekkingen te
spreiden. Dat zet de gynaecologen ertoe aan om kinderen die in utero
in gevaar zijn, over te laten brengen naar centra met een dienst voor
zware neonatale pathologie, een M-dienst, wat leidt tot een
gerechtvaardigde concentratie van keizersneden. Dat is ook een
08.03 Rudy Demotte, ministre:
Cette évolution, défavorable et
source de problèmes, est abordée
dans les milieux professionnels.
La césarienne est parfois motivée
par des raisons médicales bien
que d'aucuns la remettent
également en question
actuellement. La césarienne est
souvent pratiquée parce que les
femmes sont enceintes de plus en
plus tardivement ou pour assurer
de meilleurs soins aux
prématurés. Les femmes pour
lesquelles des complications sont
prévisibles à la naissance de
l'enfant sont souvent orientées
vers des centres spécialisés, où
les césariennes sont donc
proportionnellement beaucoup
plus nombreuses.
09/05/2006
CRIV 51
COM 955
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
legitieme verklaring voor de verschillen tussen de ziekenhuizen.

Niettemin bestaat er ook een verontrustende toename van het aantal
keizersneden dat niets te maken heeft met die gerechtvaardigde
evolutie. De schrik om gerechtelijk vervolgd te worden en het al te
vaak inleiden van bevallingen wegens praktische redenen, zijn daar
waarschijnlijk de oorzaak van. Die evolutie kan belangrijke
epidemiologische gevolgen hebben. Immers, na een eerste bevalling
via keizersnede zullen ook de volgende bevallingen vaak via
keizersnede verlopen.

Ik zie enkele elementen als oplossing, die ik hier zal citeren.

Ten eerste is het erg belangrijk dat er een beroepsconsensus komt,
misschien door een behandeling door het nieuwe College moeder-
kind dat ik heb opgericht. Ik denk dat het College in dat domein een
zeer belangrijke rol kan vervullen.

Ten tweede, wij moeten de strijd tegen meerlingzwangerschappen bij
kunstmatige bevruchting voortzetten. Deze bevallingen verlopen zeer
vaak via keizersneden. U weet ­ het werd hier meermaals besproken
­ dat het nieuwe financieringssysteem in het kader van het bestrijden
van de onvruchtbaarheid positieve gevolgen had. Het zal dus worden
uitgebreid.

Ten derde, in dit dossier bestaat er ontegensprekelijk ook een
medisch wettelijk probleem. De verloskundigen zijn degenen die het
meest worden aangeklaagd voor burgerlijke aansprakelijkheid. Het
systeem dat ik wil invoeren in het kader van de therapeutische risico's
zal de druk bij verloskundigen verkleinen. Hierdoor zal de defensieve
geneeskunde afnemen. De timing die ik wil volgen zal ons einde 2006
bij dit zeer belangrijke dossier brengen.

Ten vierde, ik beschik niet over andere statistieken dan diegene die al
gepubliceerd zijn.

Ten vijfde, ik verkies om bijvoorbeeld in het college waarover ik het al
had de beroepsreflectie te stimuleren, eerder dan een campagne te
voeren tegenover de patiënten. We moeten immers ook rekening
houden met het risico angst op te wekken bij zwangere vrouwen,
zeker bij die vrouwen bij wie een keizersnede echt noodzakelijk is.

Ten laatste, de terugbetaling. Dat is een van de belangrijkste
elementen van verschillende behandeling bij vrouwen die al dan niet
met keizersnede bevallen. Men kan zeggen dat er geen bijzondere
voordelige omstandigheid bestaat. Het verschil tussen de twee
soorten bevallingen leidt tot een zeer kleine meerwaarde van tien euro
per prestatie. Volgens mij is dat geen reden waarom de verschillende
verloskundigen daarvoor zouden kiezen. Ik denk dat het meer gebeurt
om de verschillende geciteerde redenen dan omwille van financiële
redenen.
Le nombre de césariennes
réalisées pour d'autres raisons est
également en augmentation. Il y
est souvent recouru parce que le
médecin craint les conséquences
juridiques d'une erreur médicale
mais des raisons pratiques
interviennent également. Si la
première naissance a été réalisée
par césarienne, les naissances
ultérieures se dérouleront
généralement aussi de cette
façon.

Le nouveau collège Mère-Enfant
doit parvenir à un consensus en la
matière. Le nouveau système de
financement doit permettre de
lutter contre les grossesses
multiples en cas d'insémination
artificielle et permettre ainsi de
réduire le nombre de césariennes.
De nouvelles mesures seront
prises fin 2006 en ce qui concerne
la responsabilité civile des
médecins.

Je ne dispose pas d'autres
statistiques que celles de l'AIM.
Aucune campagne à l'intention
des patients ne sera menée pour
ne pas les inquiéter inutilement
mais le collège Mère-Enfant
s'occupera du problème.

Le remboursement est un élément
important mais la différence entre
les deux types d'accouchement
n'est que de 10 euros par
prestation. A mon avis, ce n'est
donc pas sur la base de
considérations financières qu'un
obstétricien opte pour la
césarienne.
08.04 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, ik denk dat wij moreel verplicht zullen zijn dit
dossier verder op te volgen. Ik ben van u zeer exacte antwoorden
gewoon maar, met alle respect, dit antwoord verplicht ons voort te
gaan met dit dossier en het wat exacter op te volgen.
08.04 Koen Bultinck (Vlaams
Belang): Cette réponse est plutôt
vague, ce qui est contraire aux
habitudes du ministre. Nous allons
continuer à suivre le dossier de
près.
CRIV 51
COM 955
09/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
Inzake zowel concrete gegevens als al dan niet bijsturen van de
financiering alsook de concrete vraag naar waarschuwing van de
betrokken patiënten, blijft u zacht gezegd nogal aan de vage kant. Wij
zullen het dossier dus verder moeten opvolgen.

Volgens u zijn er een aantal medische redenen waardoor men de
stijging van het aantal keizersneden kan verantwoorden, maar uw
antwoord blijft aan de vage kant en ik vrees dat we deze
aangelegenheid zullen moeten opvolgen, desnoods via schriftelijke
vraagstelling.
08.05 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de minister, ik blijf ook
een beetje op mijn honger zitten na het antwoord. Het gaat uiteraard
niet om moeders die om medische redenen moeten bevallen via een
keizersnede. Dat staat buiten elke discussie. Er zijn een aantal
gevallen waarbij het medisch onverantwoord zou zijn om het niet te
doen. Daar gaat het echter niet om.

Ik denk dat we er toch niet te licht mogen overgaan. Ik heb bij de
inleiding van mijn vraag al gezegd dat het debat ook ruimer is.
Enerzijds kampen de artsen met zeer grote aansprakelijkheden en
worden gynaecologen meer dan andere artsen aangeklaagd voor
medische fouten. Anderzijds is er duidelijk ook de druk van de
patiënte, in de zin van "ik wil dan niet bevallen, maar ik wil op dat
moment bevallen", waardoor men de bevalling inleidt. Die gaat
misschien niet vooruit zoals het zou moeten waardoor men na een
aantal uren overgaat op een keizersnede.

We moeten in dit debat niet alleen kijken naar het aantal
keizersneden, we moeten het ruimer bekijken. Hoeveel ingeleide
bevallingen zijn er? Welke evolutie zit daarin? Men zal op twee sporen
moeten werken. Enerzijds zal men de artsen erop moeten wijzen dat
het niet altijd verantwoord is, op medisch vlak noch op het vlak van de
kostprijs voor de sociale zekerheid. Anderzijds moet men ook werken
met de patiënten. In Nederland heeft men een aantal jaren geleden
een campagne gevoerd met als slogan "Een slimme meid krijgt haar
kinderen op tijd".

Het debat zal moeten gaan over hoe we aankijken tegen
zwangerschappen, stellen we het uit of niet, willen we het te veel
plannen, is te veel plannen wel gezond? Ik denk dat deze
aangelegenheid zeker moet opgevolgd worden. Het brengt een ganse
problematiek naar boven, zowel bij artsen als bij toekomstige
moeders. Als beleidsverantwoordelijken zijn we zeker verplicht om het
op te volgen om medische, maatschappelijke - en kostprijsredenen.
08.05 Annemie Turtelboom
(VLD): Je ne suis pas entièrement
satisfaite. Il ne s'agit évidemment
pas de césariennes pour raisons
médicales. D'une part, les
obstétriciens sont plus souvent
accusés d'erreurs médicales que
les autres médecins. D'autre part,
les patientes veulent de plus en
plus planifier les choses et
exercent dès lors une certaine
pression. Il faudra sensibiliser
aussi bien les médecins que les
patientes. Il nous incombe de tenir
ce dossier à l'oeil.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van mevrouw Hilde Dierickx aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
gewijzigde (?) wachtdienst voor tandartsen" (nr. 11484)
09 Question de Mme Hilde Dierickx au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
service de garde modifié (?) pour les dentistes" (n° 11484)
09.01 Hilde Dierickx (VLD): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, ik verwijs naar mijn vraag in de plenaire vergadering, over de
wachtdienst voor tandartsen. Die vraag is gesteld in november 2003.
U antwoordde dat de continuïteit van de zorgen moet verzekerd
09.01 Hilde Dierickx (VLD): Lors
d'une séance plénière de
novembre 2003, le ministre avait
déclaré que le service de garde
09/05/2006
CRIV 51
COM 955
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
worden via de wachtdienst, dat de wachtdienst geen verplichting is
voor de tandarts en dat er dus geen sanctie kan zijn wanneer een
tandarts geen permanentie verzekert.

Nu ontstaat opnieuw onduidelijkheid, na uw ministerieel besluit van
16 januari 2006, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 10
februari 2006. Dat zou een aanvulling zijn op het ministerieel besluit
van 29 maart 2002. U zegt daarin dat, om erkend te blijven als
algemeen tandarts, de betrokken beoefenaar van de tandheelkunde
dient deel te nemen aan de toediening van de gezondheidszorgen in
het kader van een wachtdienst die beantwoordt aan de bepalingen
van artikel 9 van het KB 78 van 10 november 1967 betreffende de
uitoefening van de gezondheidszorgberoepen.

Betekent dit dat elke tandarts nu verplicht is om deel te nemen aan
een wachtdienst? Kan een tandarts die niet deelneemt aan de
wachtdienst een sanctie oplopen? Kan hij of zij bijvoorbeeld de
beroepstitel van algemeen tandarts verliezen door niet deel te nemen
aan de wachtdienst? Gelden voor tandartsen met de beroepstitel
orthodontist of parodontoloog dezelfde regels? Moeten zij dus ook
deelnemen aan de wachtdienst?

Het organiseren van een wachtdienst brengt administratieve kosten
met zich mee voor de organiserende vereniging, onder andere
telefoonkosten en portkosten. Is het dan niet normaal dat hiervoor een
vergoeding mag gevraagd worden? Zo ja, hoeveel mag die
vergoeding bedragen?

Kan een wachtdienst ook georganiseerd worden door niet-erkende
beroepsverenigingen, zoals bijvoorbeeld collega's uit dezelfde regio of
collega's uit dezelfde groepspraktijk?

Het is de provinciale geneeskundige commissie die verantwoordelijk
is voor de controle op de wachtdienst en op de continuïteit van de
zorgen. Er bestaat echter geen uniformiteit tussen de verschillende
provincies. Er is zelfs geen zelfde systeem in dezelfde provincie. Dat
schept natuurlijk verwarring voor de patiënten. Kan de hogere
overheid niet voor meer eenvormigheid zorgen?

Zou het op termijn niet wenselijk zijn dat er voor de wachtdienst een
centraal telefoonnummer wordt opgericht?
avait pour vocation de garantir la
continuité des soins, que ce
service n'était pas une obligation
et qu'il ne pouvait être question de
sanctionner un dentiste qui n'aurait
pas assuré de permanence.
Toutefois, l'arrêté ministériel du 16
janvier 2006 prévoit qu'un dentiste
généraliste est tenu d'administrer
des soins de santé dans le cadre
d'un service de garde satisfaisant
au prescrit de l'article 9 de l'arrêté
royal du 10 novembre 1967. S'il
omet de le faire, il risque de perdre
son agrément.

Cela signifie-t-il que tout dentiste
se doit de participer à un service
de garde? Peut-il être sanctionné?
Les mêmes règles s'appliquent-
elles aux dentistes porteurs du
titre professionnel d'orthodontiste
ou de parodontologue?

L'organisation d'un service de
garde n'est pas gratuite. N'est-il
pas, dès lors, normal de demander
une rémunération? A combien
peut-elle se monter? Des
associations professionnelles non
reconnues ­ des collègues amis
exerçant dans la même région ou
un cabinet collectif ­ peuvent-elles
assurer ce service de garde? Les
commissions médicales
provinciales sont tenues de
contrôler les services de garde
mais il n'y a pas à cet égard
d'uniformité ni entre les provinces
ni dans une même province. Les
autorités supérieures ne
pourraient-elles y remédier? Ne
faudrait-il pas instaurer un numéro
de téléphone central?
09.02 Minister Rudy Demotte: Ten eerste, het besluit heeft
betrekking op alle erkende tandartsen en daaruit volgt dat ze verplicht
zijn om aan een georganiseerde wachtdienst deel te nemen. De
nuance is erg belangrijk, daar ze de lokale verantwoordelijkheden een
ruime autonomie laat. Omwille van de rechtvaardigheid was het
echter onontbeerlijk dat de verplichting om aan een wachtdienst deel
te nemen, voor iedereen zou gelden.

Ten tweede, het is belangrijk erop te wijzen dat het besluit waarvan
sprake is, geen enkele nieuwe verplichting voor de tandartsen schept.
Eigenlijk vervolledigt het besluit het ministerieel besluit tot vaststelling
van de criteria voor de erkenning van de beoefenaars van de
tandheelkunde en houders van de bijzondere beroepstitel van
09.02 Rudy Demotte, ministre:
L'arrêté concerne tous les
dentistes agréés. Ceux-ci sont
tenus de participer à un service de
garde organisé. Les responsables
locaux se voient confier une large
autonomie, mais il était
indispensable, pour des raisons
d'équité, d'étendre cette obligation
à tous.

L'arrêté n'instaure cependant
aucune nouvelle obligation et
CRIV 51
COM 955
09/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
algemeen tandarts.

Het ministerieel besluit volgde op een volledige herziening van de
titels in de tandheelkunde en de invoering van de titel van algemeen
tandarts. Hoewel het ministerieel besluit van 11 juni 2001 tot
vaststelling van de gemeenschappelijke criteria voor de erkenning van
tandarts-specialisten die verplichting wel bevatte, vermeldde het
besluit met betrekking tot de algemeen tandarts van 29 maart 2002 ze
niet. Het besluit van 16 januari 2006, waarnaar u in uw vraag verwijst,
zet die vormelijke fout recht en herstelt de gelijkheid tussen de
tandartsen.

Ten derde, de algemene tandarts of tandartsspecialist kan zijn
erkenning verliezen, indien hij voornoemde verplichting niet nakomt.
De erkenning wordt echter niet automatisch ingetrokken, aangezien
de intrekking afhangt van het eventueel aanhangig maken bij de
erkenningscommissie, hetzij door de minister, hetzij door de
commissie zelf. De commissie onderzoekt elk geval apart.

Het spreekt voor zich dat het voornamelijk van belang is dat de
tandarts is ingeschreven in een collectief dat een wachtdienst
organiseert.

Naar gelang van het advies van de commissie kan de minister de
erkenning van de tandarts intrekken.

Het is belangrijk op te merken dat die beslissingen bij de Hoge Raad
voor Tandheelkunde en bij de Raad van State kunnen worden
aangevochten. Er bestaat dus geen enkel risico dat de erkenning
automatisch wordt ingetrokken zonder voorafgaande procedure bij
voornoemde instanties, waar de betrokken tandarts alle argumenten
ter rechtvaardiging voor het niet naleven van de verplichting kan
aanhalen.

Net als ik zult u vaststellen dat de sanctie grotendeels afhangt van de
interpretatie die aan de bepaling wordt gegeven. Wat mij betreft, ik
ben van plan alleen de manifeste inbreuken van tandartsen die
zonder objectieve redenen weigeren deel te nemen aan de
wachtdiensten, te straffen.

Ten vierde, de individuele deelname aan een wachtdienst maakt deel
uit van de wettelijke verplichtingen voor een beoefenaar van de
tandheelkunde. Naar het voorbeeld van de artsen is hier geen
bijzondere financiering aan verbonden.

Ten vijfde, ik ben erg aandachtig voor de afwijkende standpunten
tussen de verschillende provinciale commissies over het organiseren
van de wachtdiensten. Mij werd reeds verslag over het probleem
uitgebracht. Ik zal de bevoegde diensten heel binnenkort ondervragen
met het oog op een exhaustief rapport daaromtrent.

Niettemin wil ik erop wijzen dat ik zowel vanwege de tandartsen als
vanwege de patiënten erg weinig klachten ontvang over de
wachtdiensten van tandartsen.

Ten slotte, de kwestie van het centraal nummer is interessant. Het lijkt
me echter verstandig dit te onderzoeken in het licht van de algemene
organisatie van de medische wachtdiensten, die momenteel wordt
complète l'arrêté ministériel fixant
les critères d'agrément des
praticiens de l'art dentaire,
porteurs du titre professionnel
particulier de dentiste généraliste.
L'obligation était déjà inscrite dans
l'arrêté ministériel du 11 juin 2001
relatif aux dentistes spécialistes,
alors qu'elle ne figurait pas dans
l'arrêté du 29 mars 2002
applicable aux dentistes
généralistes. L'arrêté du 16 janvier
2006 corrige cette erreur formelle
et rétablit l'égalité entre les
dentistes.

Les deux catégories de dentistes
peuvent perdre leur agrément s'ils
ne satisfont pas aux obligations. Il
ne s'agit pas d'un retrait
automatique, car la commission
d'agrément doit être saisie par le
ministre ou par la commission elle-
même. Chaque cas fait l'objet d'un
examen individuel, et l'inscription
du dentiste auprès d'un collectif
organisant un service de garde
revêt une importance particulière.
Par ailleurs, les décisions peuvent
être contestées auprès du Conseil
de l'art dentaire et du Conseil
d'État. J'ai d'ailleurs l'intention de
ne sanctionner que les infractions
manifestes des dentistes qui
refusent de participer aux services
de garde sans raisons objectives.

Comme dans le cas des
médecins, la participation à ces
gardes n'est liée à aucun
financement particulier.

J'interrogerai prochainement les
services compétents au sujet des
positions divergentes prises par
les différentes commissions
provinciales et je souhaite être mis
en possession d'un rapport
exhaustif. Or je reçois très peu de
plaintes des dentistes et des
patients.

Je me propose de réfléchir à
l'opportunité d'un numéro central
dans le cadre de l'organisation
globale des gardes médicales. Je
ne prendrai de décision qu'après
la publication, dans le courant du
09/05/2006
CRIV 51
COM 955
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
bestudeerd door de FOD Volksgezondheid. De resultaten van deze
studie zullen tijdens de tweede helft van dit jaar gekend zijn. Ik wil
deze resultaten afwachten alvorens een beslissing te nemen.
second semestre 2006, des
résultats d'une étude effectuée par
le SPF Santé publique.
09.03 Hilde Dierickx (VLD): Mijnheer de minister, ik dank u voor het
uitvoerig en zeer duidelijk antwoord. Niemand zal nu nog twijfelen.
Blijft echter het verschil tussen theorie en praktijk inzake sancties.
Elke tandarts die de titel algemeen tandarts voert, is verplicht deel te
nemen aan de wachtdienst. Indien een tandarts in een regio woont
waar voldoende tandartsen aanwezig zijn om in te staan voor de
continuïteit van de zorgen, zal hij niet gestraft worden. Woont hij
evenwel in een regio met een tekort aan tandartsen die zich
inspannen om de wachtdienst te verzekeren, kan hij wel een sanctie
oplopen.

Als ik het goed begrepen heb geldt de wachtdienst alleen voor de
tandartsen met de titel algemeen tandarts en niet voor de
paradontologen en de orthodontisten of moeten deze laatsten een
eigen wachtdienst organiseren?
09.03 Hilde Dierickx (VLD): Au
niveau des sanctions, il peut y
avoir des différences entre la
théorie et la pratique. Les
dentistes généralistes doivent
participer au service de garde.
S'ils habitent dans une région où
un nombre suffisant de dentistes
permet d'assurer la continuité des
soins, ils ne seront pas
sanctionnés. Il n'en va pas de
même de ceux qui habitent dans
une région où sévit une pénurie de
ce genre de dentistes. Est-ce
exact? Est-il également exact que
les parodontologues et les
orthodontistes ne doivent pas
participer à ce service de garde?
De voorzitter: Mijnheer de minister, wenst u nog te repliceren?
09.04 Minister Rudy Demotte: Excuseer me, mevrouw de voorzitter,
ik was niet aandachtig.
09.05 Hilde Dierickx (VLD): Mijnheer de minister, is het correct dat
de wachtdienst alleen geldt voor de tandartsen die de titel algemeen
tandarts voeren en niet voor tandartsen met de bijzondere beroepstitel
orthodontist en paradontologen?
09.06 Minister Rudy Demotte: Ja.
09.07 Hilde Dierickx (VLD): Dat is correct?
09.08 Minister Rudy Demotte: Ja.
09.08 Rudy Demotte, ministre:
Mme Dierickx m'a bien compris.
09.09 Hilde Dierickx (VLD): Een ander punt is het verschil tussen de
wet en de toepassing ervan bij eventuele sanctionering van
tandartsen die niet willen deelnemen aan de wachtdienst. In de
praktijk komt het erop neer dat er wordt opgetreden indien er geen
continuïteit van zorgverlening is. Ik merk dat u ja knikt, mijnheer de
minister. Dank u voor het antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"het rookbeleid in jeugdhuizen en fuifzalen" (nr. 11511)
10 Question de M. Jef Van den Bergh au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
politique relative au tabagisme dans les maisons de jeunes et les salles de fêtes" (n° 11511)
10.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de minister, onder het
motto "driemaal is scheepsrecht" zou ik aan u nog een vraag willen
10.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): Il est toujours interdit de
CRIV 51
COM 955
09/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
stellen in verband met de reeds eerder in onze commissie
behandelde problematiek van het rookbeleid in jeugdhuizen en
fuifzalen.

In de commissievergaderingen was u bijzonder duidelijk en eenduidig,
maar in de berichten in de media bleef er toch wel wat twijfel en leek
er nog altijd een uitweg mogelijk te zijn. Ik verwijs naar uitspraken als:
"Alleen als er permanent alcohol wordt verkocht, hoeven de
jeugdhuizen toch geen rookverbod op te leggen aan hun leden". Ik
verwijs ook naar een uitspraak van uw eigen woordvoerder. Ik citeer:
"Jeugdhuizen kunnen als cafés functioneren als ze een vergunning
hebben om permanent alcohol te verkopen. De uitbater beslist of ze
als café werken of niet." Die uitspraak roept toch een aantal vragen op
en die zou ik dan ook aan u willen voorleggen.

Daarnaast wil ik nog eens wijzen, zoals ik de vorige keer al heb
gedaan, op de gevolgen voor het verenigingsleven. Dat het niet louter
oppositiepraat is, zoals het wel eens wordt genoemd, wordt ook
aangetoond door de uitspraken van minister Anciaux, een tiental
dagen geleden. Ook hij heeft gewezen op de talloze regels, die het
jeugdwerk niet veel goeds doen. Daarom wil ik dat nog eens onder uw
aandacht brengen.

Ik heb de volgende vragen. Kunt u de uitspraak van uw woordvoerder
verduidelijken? Wat betekent het voor een jeugdhuis om als café te
werken? Aan welke voorwaarden moet een jeugdhuis voldoen om
alzo de uitzonderingsreglementering met betrekking tot het roken voor
cafés te kunnen genieten?

De tweede vraag spreekt voor zich. Acht u de gevolgen voor het
jeugdwerk ernstig? U hebt eerder verklaard dat u een overleg met de
betrokken sector niet nodig achtte. Ik blijf toch erop aandringen dat
zo'n overleg zou plaatsvinden.
fumer dans une maison de jeunes,
le ministre est formel sur ce point.
Son porte-parole nous explique
toutefois, à présent, que les
maisons de jeunes peuvent faire
office de café lorsqu'elles
disposent d'une licence les
autorisant à vendre de l'alcool de
manière permanente. L'interdiction
de fumer constitue un sérieux frein
pour le monde associatif, le
bénévolat et les maisons de
jeunes ­ spécifiquement en ce qui
concerne les fêtes organisées ­
parce qu'elle ne s'applique pas
aux débits de boissons.

Le ministre peut-il clarifier les
propos de son porte-parole?
10.02 Minister Rudy Demotte: Wat het rookverbod in openbare
plaatsen betreft, waaronder de jeugdhuizen, moet u uitgaan van mijn
antwoord in de commissie en dus niet van de verschillende
verklaringen of interpretaties in de pers.

Ik geef een kleine verduidelijking over het aantal jongeren. Sinds 1990
geldt er een rookverbod in alle plaatsen die jongeren op leerplichtige
leeftijd ontvangen. Dat KB dateert van 15 mei 1990. Het besluit van
13 december 2005 verandert dus niets aan deze bestaande situatie.
Dat heb ik vorige keer ook niet beweerd, maar ik herhaal het hier.

Ik kan nog eens herhalen wat onder horeca-inrichting wordt verstaan.

Een horeca-inrichting wordt omschreven als een plaats of een lokaal
toegankelijk voor het publiek, ongeacht de toegangsvoorwaarden,
waarvan de voornaamste en permanente activiteit erin bestaat
dranken en/of maaltijden voor te bereiden en/of ter consumptie aan te
bieden, dit zelfs gratis. Een drankgelegenheid wordt omschreven als
een horeca-inrichting waarvan de voornaamste en permanente
activiteit erin bestaat dranken op te dienen, waaronder
ethylalcoholhoudende dranken voor consumptie ter plaatse, zonder
dat het verkopen van drank aan het verbruiken van maaltijden
verbonden moet zijn. De drankengelegenheden kunnen een
uitzondering op de regel verkrijgen voor zover hun zakencijfer voor
10.02 Rudy Demotte, ministre:
Depuis le 15 mai 1990, il est
interdit de fumer dans tous les
lieux fréquentés par des jeunes en
âge scolaire. L'arrêté royal du 13
décembre 2005 ne change rien à
cette situation. Un établissement
horeca est un endroit où sont
préparés et proposés à la
consommation des repas et des
boissons. Un débit de boissons est
un endroit où l'on sert de l'alcool
sans nécessairement proposer
des repas. L'objectif premier d'une
maison de jeunes n'est
certainement pas de proposer de
l'alcool aux jeunes. Notre politique
vise par ailleurs expressément à
protéger les jeunes contre les
effets nocifs de la fumée de tabac.
Le tabagisme passif est
responsable de la mort de 2.500
personnes par an. Il nous
appartient dès lors de faire
09/05/2006
CRIV 51
COM 955
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
maaltijden niet groter is dan een derde van het globaal zakencijfer of
voor zover de ter consumptie aangeboden maaltijden tot 's nachts
beperkt zijn.

De voornaamste doelstelling van een horeca-inrichting is niet en was
nooit om jongeren te ontvangen. Omgekeerd heeft een jeugdhuis niet
als voornaamste doelstelling jongeren alcoholhoudende dranken aan
te bieden.

Om dat te verduidelijken, dit gaat ook over onze vorige discussie over
de verschillende alcoholpops en producten die gericht zijn tot
jongeren. Mijn beleid inzake volksgezondheid steunt op het
beschermen van jongeren tegen tabaksrook. Welke plaatsen worden
uiteindelijk voorbehouden voor jonge niet-rokers? Hoe staat u
tegenover de 2.500 personen die jaarlijks sterven door passief roken?
Zijn jonge rokers volgens u niet bereid een respectvolle houding aan
te nemen tegenover de niet-rokers? Zijn ze niet bereid zich aan
nieuwe normen aan te passen zelfs op de plaatsen die ze als de
hunne beschouwen? Hoe is dit een stok in het wiel van de
jeugdwerking?

Men moet rekening houden met de realiteit. De regelgeving voorzag
reeds in het verleden dat het in de jeugdhuizen verboden was om te
roken. Dat is geen regelgeving geschetst door de zeer strenge Rudy
Demotte, maar wel door mijn voorgangers die de regel reeds voorzien
hadden.

Ik maak nu een uitbreiding van de maatregel. Tegelijkertijd zeg ik dat
op ethisch vlak en op gezondheidsvlak men geen uitzondering kan
maken voor jeugdhuizen.
respecter les droits des non-
fumeurs. Je ne vois pas en quoi
cela pourrait perturber le
fonctionnement des maisons de
jeunes.
10.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer
de minister, het punt over die eerdere regelgeving moet ik eens van
naderbij bekijken. Ik dacht dat het was als er minderjarigen bij
aanwezig zijn. Veel jeugdhuizen functioneren de meeste tijd van hun
openingsuren niet specifiek voor minderjarigen, maar hoofdzakelijk
voor de doelgroep 18-25 jaar. Daar kan toch nog een onderscheid
gemaakt worden.

Verder ben ik evenzeer bekommerd om de bescherming van de jeugd
tegen tabaksrook. Laat daarover geen twijfel bestaan. Mijn
bekommernis gaat in deze echter vooral naar de discriminatie die
wordt gecreëerd tussen het commerciële uitgaansleven en het
alternatieve uitgaansleven dat meestal gelinkt is aan het jeugdwerk,
zijnde fuiven van verenigingen en anderzijds de jeugdhuizen.

Het is die discriminatie die ik aan de kaak wil stellen. Ik merk meer en
meer dat ook anderen die discriminatie ongedaan zouden willen
maken. Ik hoor signalen uit Spirit-, uit sp.a-, uit VLD-hoek ook. Ik
neem aan dat het verhaal nog niet ten einde is. De vragen en
antwoorden zullen nu wel uitgeput zijn, maar het verhaal is nog niet
ten einde.
10.03 Jef Van den Bergh
(CD&V): Nous sommes nous
aussi partisans de protéger les
mineurs d'âge contre les effets
nocifs de la fumée de tabac mais il
se trouve que de nombreuses
maisons de jeunes s'adressent
également à ce groupe cible des
jeunes de 18 à 25 ans. Ce dont
nous nous soucions surtout à cet
égard, c'est d'empêcher que la vie
associative soit victime d'une
discrimination par rapport à tous
les établissements commerciaux
où les jeunes se rendent dans le
cadre de leur sorties. Ce débat
n'est certainement pas clos.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Koen Bultinck aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
problemen bij de invoering van het navigatiesysteem City-GIS in West-Vlaanderen" (nr. 11531)
CRIV 51
COM 955
09/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
11 Question de M. Koen Bultinck au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
problèmes posés par l'introduction du système de navigation City-GIS en Flandre occidentale"
(n° 11531)
11.01 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, u zult zich ongetwijfeld herinneren dat ik u,
samen met een aantal West-Vlaamse collega's, op 14 maart
ondervroeg over de problemen die ontstonden bij het uitzenden van
de hulpdienst 100 vanuit Ploegsteert naar een aantal deelgemeenten
van de West-Vlaamse gemeente Heuvelland. Ondertussen zijn er in
dat dossier nog een aantal gelijkaardige klachten gekomen uit de stad
Wervik en de stad Mesen.

In uw antwoord had u toen aangekondigd dat enerzijds uw
administratie voor een coördinatievergadering zou zorgen en dat
anderzijds de provinciale commissie voor Dringende Medische Hulp
de nodige protocollen zou trachten op te stellen. In uw laatste
antwoord zei u zeer duidelijk dat u zelfs gebruik zou maken van het
initiatiefrecht waarover u beschikt en de ad hoc commissie voor
dringende hulpverlening zou interpelleren en vragen om de
verschillende gevallen te bekijken.

Mijnheer de minister, ik durf vandaar even zo stout te zijn om te
vragen naar de stand van zaken in dit dossier, in de wetenschap dat
op lokaal niveau het stadsbestuur van Mesen op zaterdag 13 mei een
actie plant waarbij men de gemeente zal trachten af te schermen in
het kader van een grote protestactie tegen de toestand. Ook de
provinciegouverneur van West-Vlaanderen heeft aangekondigd dat hij
de problemen bij uw departement heeft gesignaleerd en aankondigt
het systeem op regelmatige basis te zullen controleren.

Volgens mijn gegevens zou een eerste aanpassing zijn gebeurd op 19
april in een deelgemeente van Heuvelland, Wijtschate, die opnieuw in
het Nederlands zou worden bediend. Blijkbaar zouden de problemen
in Mesen aan de orde komen op 11 mei.

Mijnheer de minister, kloppen deze gegevens? Zijn de eerste
aanpassingen in het dossier gebeurd? Is de evaluatie van de
invoering van City-GIS in West-Vlaanderen eind april ondertussen
reeds gebeurd? Wat zijn de resultaten van die evaluatie?
11.01 Koen Bultinck (Vlaams
Belang): Des problèmes se sont
déjà posés par le passé lors de
l'envoi de services de secours de
Ploegsteert à Heuvelland. Des
plaintes similaires nous
parviennent à présent de Wervik
et de Messines. Le ministre avait
annoncé la tenue d'une réunion de
coordination.

Qu'en est-il de ce dossier? Est-il
exact qu'il a été procédé le 19 avril
dernier à un aménagement en ce
qui concerne la commune de
Heuvelland et que le problème de
Messines sera examiné le 11 mai
prochain? Le système City-GIS a-
t-il fait l'objet d'une évaluation en
Flandre occidentale fin avril ? Le
cas échéant, quels ont été les
résultats de cette évaluation?
11.02 Minister Rudy Demotte: Mevrouw de voorzitter, mijnheer
Bultinck, eerst en vooral wil ik u danken voor de interesse die u
betoont voor de materie van de dringende medische hulpverlening
dankzij dewelke elke dag talrijke mensenlevens worden gered.

Op uw vragen kan ik u antwoorden dat zowel mijn administratie als
ikzelf talrijke brieven ontvangen over de organisatie van een
dringende medische hulpverlening in deze regio. Iedereen is het
ermee eens dat, wanneer het leven van een patiënt in gevaar is, er in
geen geval sprake kan zijn van het inzetten van andere middelen dan
deze die het snelst kunnen worden ingezet of van de dichtstbijzijnde
middelen wanneer de geplande middelen voor een andere opdracht
worden gebruikt, en dit ongeacht het taalgebied van waaruit deze
middelen afkomstig zijn.

Als we weten dat na elke minuut de overlevingskansen met 10 tot
15% dalen, telt immers elke seconde. Het is niettemin mijn bedoeling
11.02 Rudy Demotte, ministre:
Dans le cadre de l'aide médicale
urgente, seuls les moyens les plus
rapides et les plus proches
peuvent être pris en considération.
En effet, les chances de survie
diminuent de 10 à 15% toutes les
minutes. La région linguistique est,
fondamentalement, moins
importante. Les réunions
constructives des 24 et 31 mars
ont favorisé le dialogue local. Une
réunion relative à la coordination a
lieu le 10 mai à Heuvelland. Les
conclusions de cette réunion
seront abordées prochainement
en séance plénière. Le système
09/05/2006
CRIV 51
COM 955
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
en die van mijn administratie de lokale dialoog geconcretiseerd te zien
zodat de middelen optimaal kunnen worden ingezet. Deze dialoog
bevordert ook het wederzijds begrip en maakt het mogelijk
werkprotocollen op te stellen ingeval de aangestelde vaststelt dat er
geen onmiddellijk levensgevaar dreigt.

Er wordt aan deze lokale dialoog gewerkt door werkgroepen van de
provinciale commissies voor dringende medische hulp die openstaan
voor alle betrokken partijen. Er heeft reeds een constructieve
vergadering plaatsgevonden over de MUG Kortrijk-Oudenaarde op
24 maart 2006 en op 31 maart 2006 werd een vergadering gehouden
over de coördinatie in het Heuvelland.

De voortzetting van de activiteiten is gepland op 10 mei. De
conclusies van deze werkgroepen zullen binnenkort in de plenaire
vergadering worden voorgesteld. Het klopt dat het programma City-
GIS, in de mate van het mogelijke, rekening heeft gehouden met
parameters die het mogelijk maken de voorkeur te geven aan het
inzetten van Nederlandstalige middelen op Vlaams grondgebied,
maar deze parameters mogen de aangestelde niet ertoe aanzetten
een beslissing te nemen die de overlevingskansen bij ernstige
gevallen zou verkleinen.

De evaluatie van dit systeem, dat bovendien goed werkt in Limburg en
in de provincie Henegouwen, is gepland wanneer het zes maanden in
gebruik zal zijn. Dit valt dus samen met het begin van het toeristische
seizoen aan de kust, rekening houdend met het feit dat voor deze
periode een hogere werkdruk wordt verwacht voor de centrale van
Brugge. Een periode van zes maanden is dus nodig, zodat er
voldoende statistische steekproeven voorhanden zijn.
City-GIS fonctionne très bien dans
le Limbourg et le Hainaut. Un délai
de six mois est indispensable
avant de pouvoir procéder à une
évaluation définitive sur la base
d'un échantillonnage suffisant.
11.03 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik dank
u beleefdheidshalve voor uw antwoord. Het is bijna zoals met mijn
vorige vraag vanmiddag. Ik voel mij een beetje moreel verplicht om
ook op dit dossier terug te komen, op basis van de timing die u in uw
antwoord geeft. Dat verplicht mij het dossier verder op te volgen. Ik
meen dat wij het erover eens zijn dat u voor een stuk wel beseft dat er
een aantal problemen zijn, wat taalgevoeligheid betreft. Het is wel
degelijk belangrijk dat er communicatie mogelijk is tussen de
ambulancier en de patiënt die vervoerd moet worden. Anderzijds heb
ik begrip voor uw positie, wanneer u zegt dat u zes maanden tijd moet
krijgen om de hele zaak te evalueren. Ik zeg u echter zeer duidelijk:
als West-Vlaamse verkozene kan ik niet anders dan af en toe de
onrust die op het terrein bestaat tot in het Parlement te brengen. Dat
is een deel van mijn taak. Ik zal dit dossier verder opvolgen.
11.03 Koen Bultinck (Vlaams
Belang): A l'issue de cette période,
j'interrogerai à nouveau le ministre
à propos de ce dossier.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Guy Hove aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
gevaar van DECT-telefoons voor de volksgezondheid" (nr. 11539)
12 Question de M. Guy Hove au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le danger
pour la santé publique que constituent les téléphones DECT" (n° 11539)
12.01 Guy Hove (VLD): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, een tweetal weken geleden publiceerde een Vlaams
weekblad een spraakmakend artikel over het gevaar van gsm-
antennes en gsm-telefoons. Ik zal wel niet de eerste zijn die
12.01 Guy Hove (VLD): De
nombreux experts scientifiques
pensent que les antennes et les
téléphones GSM peuvent dérégler
CRIV 51
COM 955
09/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
daaromtrent een vraag stelt. Zoals sommige bronnen aangeven
zouden die niet alleen elektronische apparatuur ontregelen, maar
tevens diverse gezondheidsproblemen veroorzaken, gaande van
hoofdpijn en duizeligheid tot ernstige ziekten als leukemie.

In datzelfde artikel ­ en precies dat heeft mijn aandacht getrokken ­
wordt ook gewezen op het gevaar van het gebruik van de
zogenaamde looptelefoons, of afgekort DECT. Een DECT-telefoon is
een digitale telefoon voor in huis en gezien er aan het gebruik ervan
talloze voordelen verbonden zijn qua geluidskwaliteit, mobiliteit en
slechte afluisterbaarheid, worden die toestellen massaal verkocht.
Wat de consumenten echter vaak wordt onthouden, is dat de
basisstations van die telefoontoestellen onafgebroken pulseren.
Mobiele telefoons daarentegen zouden slechts pulseren bij het bellen
en gebeld worden.

In de wetenschap dat elektromagnetische straling gevoelige
elektronische apparatuur ontregelt, wordt het gebruik van gsm-
toestellen uiteraard dan ook niet toegelaten in ziekenhuizen en zeker
niet op bepaalde afdelingen met gesofisticeerde elektronische
apparatuur. Tot mijn grote verbazing stel ik vast dat DECT-telefoons
juist een snelle opmars kennen, zowel in ziekenhuizen als in
rusthuizen.

In datzelfde artikel wordt gesteld dat wegens het ongebreidelde
succes van de gsm en de digitale technologie negatieve berichten
over straling door regeringen, ook hier bij ons, bewust uit de media
worden geweerd. Ik zou dan ook aan u, mijnheer de minister, het
volgende willen vragen. Bent u zich bewust van de voorgaande
problematiek inzake de DECT-telefoons? Is daarover al onderzoek
gedaan? Zo ja, kunt u ons informeren over de resultaten ervan?

Indien uit het onderzoek zou blijken dat er toch schadelijke effecten
zouden zijn voor de gezondheid, dan neem ik aan dat u maatregelen
zult nemen. Welke maatregelen zult u dan nemen?
le matériel électronique et générer
des problèmes de santé. Un
hebdomadaire néerlandais attire à
présent l'attention sur les dangers
des téléphones mobiles DECT
("digital enhanced cordless
telephone"). Ces appareils offrent
de nombreux avantages et sont
très en vogue. Mais les
consommateurs ignorent qu'ils
émettent des pulsations en
permanence. Le succès croissant
de ces téléphones dans les
hôpitaux est dès lors d'autant plus
surprenant. Dans de nombreux
pays, les autorités publiques
banniraient délibérément les
informations négatives des médias
pour ne pas freiner le succès de la
technologie GSM.

Le ministre a-t-il connaissance du
problème? Quelles sont les
conclusions de l'étude
scientifique? Le ministre prendra-t-
il des mesures si l'étude met en
évidence la nocivité du DECT?
12.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer Hove, ten eerste, de afdeling
Fysische Omgevingsfactoren van de Hoge Gezondheidsraad
bestudeert de gezondheidsrisico's in verband met de blootstelling aan
stralingen. De afdeling formuleert dus adviezen en aanbevelingen.

In verband met elektromagnetische velden van gsm's publiceerde de
Hoge Gezondheidsraad reeds in 2002 een voorlichtingsbrochure
"Gsm ­ veilig mobiel telefoneren?". In de brochure vindt men
aanbevelingen over het gebruik van de gsm-telefoon, in het bijzonder
in ziekenhuizen.

Wegens de enorme uitbreiding van draadloze informatieoverdracht en
de problemen in verband met veiligheid en gezondheid heeft de
werkgroep ad hoc Niet-ioniserende Straling een project gestart voor
gezondheidsaspecten in verband met nieuwe, draadloze
technologieën, zoals WiMax.

Ten tweede, in verband met de actualisering van de aanbevelingen in
de brochure van 2002 heeft de werkgroep na onderzoek reeds een
voorstel van aanbeveling opgesteld, genaamd "Draadloze
communicatiesystemen en gsm in ziekenhuizen". De aanbevelingen
kunnen als volgt worden samengevat ­ ik citeer ­: "Bij toepassingen
12.02 Rudy Demotte, ministre:
Le Conseil supérieur de la santé a
publié en 2002 déjà une première
brochure contenant des
recommandations pour une
utilisation en toute sécurité des
GSM. Un groupe de travail chargé
d'étudier le problème des
rayonnements non-ionisants a
lancé un projet de santé publique
relatif aux nouvelles technologies
en matière de téléphonie sans fil.
Le groupe de travail a actualisé les
recommandations de 2002. Il attire
plus particulièrement l'attention sur
le danger d'interférences
électromagnétiques entre les GSM
et les appareillages médicaux. Le
groupe de travail déconseille dès
lors fortement l'utilisation dans les
hôpitaux des anciens téléphones
mobiles analogiques dont la
09/05/2006
CRIV 51
COM 955
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
van draadloze communicatiesystemen is het mogelijk dat als gevolg
van elektromagnetische interferentie op medische apparatuur er
gezondheidsproblemen ontstaan.

Deze gezondheidsproblemen zijn de indirecte effecten van niet-
ioniserende straling op apparaten met een medische functie, zoals
een hartslagmonitor.

De meeste medische apparatuur is technisch voldoende beschermd
tegen de straling van mobiele telefoons, maar in uitzonderlijke
gevallen kunnen toch storingen ontstaan. Interferentie tussen mobiele
telefoons en medische apparatuur behoort tot het domein van
elektromagnetische compatibiliteit en de wetten en reglementeringen
terzake.

In verband met het interferentierisico van mobiele telefonie in
ziekenhuizen dient men een onderscheid te maken tussen oudere
analoge telefoonsystemen en de nieuwere digitale systemen met
matig en laag uitgestraald vermogen. De oudere analoge systemen
voor mobiele telefonie maken gebruik van frequenties lager dan 500
megahertz en zenden meestal een hoog vermogen uit van meer dan
2 watt. Tot deze categorie behoren de walkietalkies en de analoge
mobilofoons die werken bij 150 en 450 megahertz. Het gebruik van
deze toestellen wordt best verboden in de ziekenhuizen.

Digitale toestellen die uitstralen zoals gsm's, pda's, palmcomputers,
enzovoort, hebben een interferentierisico. Het gebruik van deze
toestellen in de ziekenhuizen dient zeker te worden vermeden in de
omgeving waar levensondersteunende en interferentiegevoelige
apparatuur actief is.

In ziekenhuizen kan men het gebruik van deze mobiele telefoons door
patiënten, personeel en bezoekers beperkt toelaten, zoals in speciaal
daartoe bestemde lokalen en op plaatsen waar geen medische
apparatuur aanwezig is.

Digitale communicatiemiddelen met een laag uitgestraald vermogen,
minstens tien maal lager dan van gsm-toestellen, inbegrepen het
vermogen van een eventueel onafgebroken pulseren van het
basisstation, zoals hiervoor aangepaste draadloze telefoons zoals
DECT en aangepaste draadloze netwerksystemen zoals WLAN,
leveren een gering risico op voor interferentie en kunnen toegestaan
worden voor gebruik in de ziekenhuizen, behalve in de omgeving waar
levensondersteunende en interferentiegevoelige apparatuur actief is.

In verband met het telefoneren via de mobiele systemen, de tot nu toe
beschikbare gegevens wijzen er niet op dat het gebruik van draagbare
telecommunicatieapparatuur zoals een mobiele telefoon een gevaar
oplevert voor de gezondheid, mits de toestellen op een normale
manier worden gebruikt voor korte gesprekken met een beperkte
gebruiksduur per dag".
puissance d'émission est très
élevée. En ce qui concerne les
nouveaux appareils digitaux, leur
utilisation doit en tout état de
cause être évitée à proximité
d'appareils destinés à soutenir les
fonctions vitales des patients étant
donné que les risques
d'interférences ne sont pas à
écarter. Le groupe de travail
conseille dès lors de n'autoriser
l'utilisation des GSM dans les
hôpitaux que dans des locaux
séparés et à des endroits sans
appareils médicaux. En ce qui
concerne les appareils digitaux à
faible puissance d'émission -
comme les téléphones DECT - le
risque d'interférences est faible.
L'utilisation de ces téléphones
peut donc être autorisée dans les
hôpitaux, sauf à proximité
d'appareils vitaux.

Toujours selon le groupe de
travail, les données actuellement
disponibles ne permettent pas
d'établir que les communications
mobiles représentent un danger
pour la santé, à condition que ces
communications ne soient pas
d'une durée exagérément longue.
12.03 Guy Hove (VLD): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw zeer
uitvoerig antwoord. Ik neem ook nota van de actualisering van het
voorstel van aanbeveling van de Hoge Gezondheidsraad. Tot
vandaag had ik daar geen kennis van. Ik heb echter met aandacht
geluisterd naar de actualisering ervan.
12.03 Guy Hove (VLD): Je
prends acte du fait que la
proposition de recommandation du
Conseil supérieur de la santé sera
actualisée.
CRIV 51
COM 955
09/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van mevrouw Hilde Dierickx aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"het tekort aan zorgverstrekkers" (nr. 11562)
13 Question de Mme Hilde Dierickx au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
pénurie de prestataires de soins" (n° 11562)
13.01 Hilde Dierickx (VLD): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, het gezondheidsbeleid in België wordt gehinderd door een
tekort aan zorgverleners. Ik heb u al meermaals gewezen op de
vacatures van tandartsen die niet kunnen worden ingevuld. Er blijkt
ook een tekort aan apothekers en verplegers.

Wat de verpleegkundigen betreft, komt het steeds meer voor in
ziekenhuizen dat de operatiezalen niet meer optimaal kunnen worden
gebruikt ingevolge een tekort aan verpleegkundigen. De infrastructuur
is voorhanden, maar kan niet worden benut. De artsen zijn aanwezig,
maar de patiënten moeten langer wachten vooraleer een operatie te
ondergaan. Achttienjarigen kiezen minder voor verpleegkunde door
de onregelmatige werkuren en de niet ideale verloning.

Nu staan ook de apothekers aan de alarmbel. Ook daar ontstaat een
probleem. Al jaren is bekend dat zelfstandige apothekers moeilijk
collega's vinden voor vervanging of voor overname van hun officina.
Daardoor moet een officina soms tijdelijk sluiten. Ook de
farmaceutische firma's komen nu in de problemen doordat tientallen
vacatures niet kunnen worden ingevuld en zij beroep moeten doen op
apothekers uit het buitenland. De opleidingen aan onze universiteiten
en hogescholen inzake medische studies zijn prima. De medische
verzorging in België staan wereldwijd bekend als uitstekend. Het is
dan ook jammer dat de medische zorgverlening in het gedrang komt
door een tekort aan bepaalde zorgverstrekkers.

Zult u als minister van Volksgezondheid bepaalde maatregelen
nemen om dit probleem te kunnen helpen oplossen? Wordt er overleg
gepleegd met de planningcommissie?
13.01 Hilde Dierickx (VLD):
Notre pays connaît une importante
pénurie de prestataires de soins.
Le manque de personnel infirmier
a pour conséquence que
l'infrastructure relative aux
interventions chirurgicales n'est
plus utilisée dans les meilleures
conditions. Les horaires et les
rémunérations semblent effrayer
de nombreux jeunes. Les
pharmaciens indépendants
éprouvent des difficultés à trouver
des repreneurs pour leur officine. Il
est également difficile de pourvoir
les postes vacants dans les
entreprises pharmaceutiques.

La Belgique jouit d'une excellente
réputation en ce qui concerne la
qualité des formations médicales
et des soins médicaux. Il est donc
regrettable que les soins soient
menacés par la pénurie de
prestataires de soins. Quelles
mesures le ministre prendra-t-il?
Une concertation sera-t-elle
organisée avec la Commission de
planification?
13.02 Minister Rudy Demotte: Mevrouw de voorzitter, de
problematiek van de afstemming van vraag en aanbod omvat niet
alleen een goede inschatting van de vraag, maar eveneens van het
aanbod. Hierbij dienen verschillende aspecten aan bod te komen,
zoals de aantrekkingskracht van het beroep, de retentie binnen of
uitval uit het beroep, de aantrekkingskracht van arbeid in het
buitenland enzovoort.

Wat de verpleegkundigen betreft, zien we in tegenstelling tot wat u
signaleert een verhoging van de aantrekkingskracht van de opleiding
tot verpleegkundige. We zien dit zowel in de Vlaamse Gemeenschap
als in de Franse Gemeenschap. Relatief meer achttienjarigen zijn de
laatste jaren met studies in de verpleegkunde gestart dan vroeger.

Het behouden van de verpleegkundigen in het beroep is mogelijk wel
een probleem. De omschrijving van een juiste taakinhoud is in deze
belangrijk. Men mag geen moeilijkere taken opleggen dan die
waarvoor de mensen werden opgeleid. Anderzijds is het uitvoeren van
taken onder de kwalificatie eveneens demotiverend.
13.02 Rudy Demotte, ministre:
En matière d'emploi, il n'est pas
simple d'aligner l'offre et la
demande. Il en va de même pour
les professions de la santé.

La formation d'infirmier attire
effectivement davantage de
candidats. Il est toutefois difficile
de maintenir longtemps le
personnel infirmier dans cette
profession. Il est dès lors
important que chacun obtienne un
travail en adéquation avec ses
possibilités et ses qualifications,
qui comporte suffisamment de
défis sans être toutefois trop
exigeant. Après la reconnaissance
des aides-soignants en 2007,
ceux-ci pourront venir renforcer le
09/05/2006
CRIV 51
COM 955
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
In de nabije toekomst, met name in 2007, worden de zorgkundigen
erkend. Zij komen de zorgsector versterken en zullen een reële en
kwaliteitsvolle bijdrage leveren aan de verpleegkundige zorg.

Wat de tandartsen betreft, meen ik dat het niet voldoende is te
stimuleren dat meer jongeren kiezen voor het beroep van tandarts. De
zaak is ook te definiëren wie de hulpkrachten kunnen zijn in de
tandartspraktijk, wat zij kunnen doen en hoe die delegatie vorm kan
krijgen. Deze uitklaring kan enkel gebeuren in samenspraak met de
sector zelf. Dan pas kan de planningcommissie haar
verantwoordelijkheid opnemen en eventuele toekomstscenario's laten
becijferen.

Ik heb de stellige indruk dat de sector er zelf nog niet helemaal uit is,
wat begrijpelijk is. In de verpleegzorg heeft het ook zijn tijd gevraagd.

Wat de apothekers betreft, maakte u reeds het onderscheid tussen
apotheken ­ dus de officina's ­ en apothekers. De moeilijkheid van
vervanging en/of overname van een apotheek werd mij al
gesignaleerd. In tegenstelling tot de meeste gezondheidsberoepen
bestaat er voor apothekers indien zij een apotheek willen openhouden
een vestigingswet. Wij hebben daarover al kunnen spreken. Dat
maakt de beleidsmatige uitdaging in vergelijking met de andere
gezondheidsberoepen anders. Door de wet op de spreiding van de
apotheken is er een criterium inzake het aantal officina's vastgelegd.
Het becijferen van het nodige aantal apothekers voor die officina's lijkt
dan ook relatief eenvoudig. Zoals u wellicht weet, is de
Planningcommissie Medisch Aanbod op dit moment niet bevoegd
voor de apothekers. Het is dus nodig de Planningcommissie Medisch
Aanbod en de federale databank van beroepsoefenaars in de
gezondheidszorg uit te breiden naar apothekers.
secteur infirmier.

Avant que la Commission de
planification ne puisse chiffrer des
scénarios pour l'avenir, le secteur
dentaire doit déterminer lui-même
quelles tâches peuvent être
déléguées à des auxiliaires dans
un cabinet dentaire.

Pour les pharmaciens, il existe
une loi d'établissement et de
répartition. Celle-ci devrait
simplifier le calcul du nombre de
pharmaciens nécessaires en
officine. La Commission de
planification de l'offre médicale
n'est toutefois pas compétente
pour les pharmacies et ses
compétences devraient dès lors
être élargies à ce secteur.
13.03 Hilde Dierickx (VLD): Mijnheer de minister, ik heb daar weinig
aan toe te voegen. Ik dank u voor uw antwoord.

Inzake de planningcommissie en de apothekers hoop ik dat daar werk
van gemaakt kan worden.

Wat de tandartsen betreft, heb ik vooral begrepen dat de sector ­
zoals elke sector natuurlijk, niet alleen in de gezondheidszorg ­ het
beste zelf met haalbare voorstellen komt en zelf een uniform voorstel
voorlegt. Dank u wel.
13.03 Hilde Dierickx (VLD):
J'espère que les compétences de
la Commission de planification
pourront être élargies aux
pharmaciens dans les plus brefs
délais et que les dentistes ne
tarderont pas à présenter une
proposition réaliste et bénéficiant
d'un large soutien.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 18.01 uur.
La réunion publique de commission est levée à 18.01 heures.