IC954_FIN.doc

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

cdH

centre démocrate Humaniste

CD&V

Christen-Democratisch en Vlaams

ECOLO

Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales

Front National

Mouvement réformateur

N-VA

Nieuw-Vlaamse Alliantie

Parti socialiste

sp.a-spirit

Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht

Vlaams Belang

VLD

Vlaamse Liberalen en Democraten

Abréviations dans la numérotation des publications :

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de

base et du n° consécutif

DOC 51 0000/000

Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer

QRVA

Questions et Réponses écrites

QRVA

Schriftelijke Vragen en Antwoorden

CRIV

version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV

voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)

CRABV

Compte Rendu Analytique (couverture bleue)

CRABV

Beknopt Verslag (blauwe kaft)

CRIV

Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)

CRIV

Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)

PLEN

séance plénière

PLEN

Plenum

COM

réunion de commission

COM

Commissievergadering

MOT

motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT

moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :

publications@laChambre.be

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :

publicaties@deKamer.be

CRIV 51

COM 954

09/05/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

SOMMAIRE

INHOUD

Questions jointes de

Samengevoegde vragen van

- Mme Sabien Lahaye-Battheu à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la situation
intenable dans les prisons surpeuplées"
(n° 11386)

- mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
onhoudbare toestand in de overvolle
gevangenissen" (nr. 11386)

- M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "le 'record historique' en
matière de surpopulation carcérale" (n° 11544)

- de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "het
'historisch record' inzake de overbevolking van de
gevangenissen" (nr. 11544)

Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Tony Van
Parys, Laurette Onkelinx, vice-première
ministre et ministre de la Justice

Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Tony Van
Parys, Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Justitie

Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la
vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"les avis des parquets et leur actualisation"
(n° 11455)

Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "de adviezen van de parketten en de
actualisering ervan" (nr. 11455)

Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice

Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie

Questions jointes de

Samengevoegde vragen van

- Mme Marie Nagy à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "l'affaire Bahar"
(n° 11559)

- mevrouw Marie Nagy aan de vice-eerste minister
en minister van Justitie over "de zaak-Bahar"
(nr. 11559)

- M. Melchior Wathelet à la vice-première ministre
et ministre de la Justice sur "l'arrestation de Bahar
Kimyongür aux Pays-Bas" (n° 11565)

- de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
arrestatie in Nederland van Bahar Kimyongür"
(nr. 11565)

Orateurs: Marie Nagy, Melchior Wathelet,
président du groupe cdH, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice

Sprekers: Marie Nagy, Melchior Wathelet,
voorzitter van de cdH-fractie, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie

Questions jointes de

Samengevoegde vragen van

- M. Denis Ducarme à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "la situation des
ministres du culte musulman en Belgique"
(n° 11591)

- de heer Denis Ducarme aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de situatie
van de bedienaars van de islamitische eredienst
in België" (nr. 11591)

- M. Denis Ducarme à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "les mesures annoncées
à la suite des dysfonctionnements relatifs au
séjour et aux activités de l'imam Abdelkader
Bouziane dans notre pays" (n° 11592)

- de heer Denis Ducarme aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
maatregelen aangekondigd als gevolg van de
disfuncties met betrekking tot het verblijf en de
activiteiten van imam Abdelkader Bouziane in ons
land" (nr. 11592)

Orateurs:

Denis Ducarme, Laurette

Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice

Sprekers:

Denis Ducarme, Laurette

Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie

Question de Mme Hilde Claes à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "le certificat
de bonnes vie et moeurs" (n° 11349)

Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
bewijs van goed gedrag en zeden" (nr. 11349)

Orateurs: Hilde Claes, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice

Sprekers: Hilde Claes, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie

Questions jointes de

Samengevoegde vragen van

- M. Melchior Wathelet à la vice-première ministre
et ministre de la Justice sur "l'important retard
dans l'encodage des condamnations prononcées

- de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
aanzienlijke vertraging bij het opnemen van de

CRIV 51

COM 954

09/05/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

COMMISSION DE LA JUSTICE

COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE

MARDI

MAI

2006

Matin

______

van

DINSDAG

MEI

2006

Voormiddag

______

De vergadering wordt geopend om 10.32 uur door mevrouw Martine Taelman, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.32 heures par Mme Martine Taelman, présidente.

01 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
onhoudbare toestand in de overvolle gevangenissen" (nr. 11386)
- de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het 'historisch
record' inzake de overbevolking van de gevangenissen" (nr. 11544)

01 Questions jointes de

- Mme Sabien Lahaye-Battheu à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la situation
intenable dans les prisons surpeuplées" (n° 11386)
- M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le 'record historique' en
matière de surpopulation carcérale" (n° 11544)

01.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mevrouw de voorzitter,

mevrouw de vice-premier, uit een studie van het International Centre
for Prison Studies blijkt dat onze gevangenissen overbevolkt zijn en
dat er veel mensen in de cel zitten die nog niet zijn veroordeeld. Het
cijfer dat uit de studie naar voor kwam gaf een totaal van 9.245
gedetineerden, waar er maar plaats is voor een duizendtal minder,
meer bepaald voor 8.311. In werkelijkheid is de situatie nog ernstiger.
Op 12 april waren er nationaal 9.228 gedetineerden in onze
gevangenissen.

Mevrouw de vice-premier, de aanpassingen aan de wet op de
voorlopige hechtenis en de bouw van de nieuwe gevangenis te
Hasselt hebben, zoals verwacht, niet het gewenste resultaat gehaald.
Begin 2005 was er een piek van 9.458 gedetineerden zonder de
nieuwe gevangenis. Terwijl Hasselt in het najaar van 2005 volledig
operationeel was, werd een nieuwe piek bereikt van 9.494. We blijven
met andere woorden ter plaatse trappelen, niettegenstaande de
nieuwe gevangenis in Hasselt.

39% van alle gevangenen is volgens de studie nog niet veroordeeld.
Dat is de kleine helft. Gezien de minieme wijzigingen die werden
aangebracht aan de wet op de voorlopige hechtenis, dreigt België
koploper te blijven wat dit betreft. Ik zou u daarover een aantal vragen
willen stellen.

Mevrouw de vice-premier, erkent u dat de wet op de voorlopige
hechtenis niet het verhoopte resultaat brengt inzake het terugdringen
van de gevangenisbevolking?

01.01 Sabien Lahaye-Battheu

(VLD):

Nos prisons sont

désespérément surpeuplées. Le
12 avril, 9.228 détenus y
séjournaient, pour une capacité
limitée à 8.311. Les
aménagements de la loi sur la
détention préventive et la
construction de la nouvelle prison
de Hasselt n'ont donc pas produit
l'effet souhaité. Selon une étude
récente, 39% de tous les détenus
n'ont pas encore été condamnés.

La ministre admet-elle que
l'objectif de la loi adaptée sur la
détention préventive n'a pas été
réalisé? D'autres modifications y
seront-elles apportées? La
ministre songe-t-elle à y inscrire
notamment le système de la semi-
liberté duquel ne relèvent
actuellement que 354
condamnés? Où en est-on
aujourd'hui en ce qui concerne la
surveillance électronique?

Comment la ministre compte-t-elle
résoudre ce problème, notamment

09/05/2006

CRIV 51

COM 954

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Zult u bijkomende maatregelen treffen op het vlak van voorlopige
hechtenis, dus nog niet veroordeelden die in de gevangenis zitten?

Wat met de halve vrijheid? Als mijn cijfers juist zijn, zitten slechts 354
veroordeelden in dat stelsel. Die zijn dan nog niet inbegrepen in de
9.828 die ik als gedetineerden heb vernoemd. Denkt u aan dat stelsel
te sleutelen?

Wat in verband met elektronisch toezicht? Ik heb u begin februari een
schriftelijke vraag gesteld daarover om de meest actuele cijfers te
krijgen, maar tot vandaag heb ik daar nog geen antwoord op
gekregen.

Hoe denkt u die situatie, die volgens ons toch problematisch is, op te
lossen, ook voor het personeel van de gevangenissen?

pour le personnel pénitentiaire?

01.02 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de

vice-eerste minister, collega's, ik deel de analyse van collega Lahaye-
Battheu in verband met de problematische situatie in de
gevangenissen volkomen.

Op 18 april hebben we inderdaad het recordcijfer van 9.827
gedetineerden voor 8.300 plaatsen moeten noteren. In de analyse van
het probleem valt op dat de aangekondigde maatregelen op het
terrein helemaal niet resulteren. In het regeerakkoord was erin
voorzien dat 1.300 gedetineerden onder elektronisch toezicht zouden
worden geplaatst. Vandaag zouden er 345 zijn.

De minister had veel hoop gesteld in de wet op de voorlopige
hechtenis, maar ook die heeft blijkbaar niet geresulteerd.

Zeer opvallend is ook de maatregel die men tijdens de
superministerraad van maart 2004 had aangekondigd, met name de
strafuitvoering in het land van herkomst voor degenen die geen
specifieke band met België hebben. Ik heb de persartikelen mee van
destijds: "Honderden gevangenen verhuizen naar cel in hun
thuisland". Men had berekend dat 800 à 1.000 gedetineerden op die
wijze, onder meer in Oost-Europa, hun gevangenisstraf zouden
uitzitten. Ik verneem vandaag dat er welgeteld twee gedetineerden
hun straf uitzitten in het buitenland. Dat heeft inderdaad tot gevolg dat
de situatie voor het personeel en voor de gedetineerden onhoudbaar
is en dat de strafuitvoering niet meer is verzekerd.

Mijn vraag aan de minister is: wat zal u daaraan doen?

Ik heb een bijkomende vraag met betrekking tot het medisch centrum
in Brugge. Het medisch centrum in Brugge moet op dit ogenblik alle
gevangenen van dit land die met medische problemen te maken
hebben, onderbrengen. Dat heeft te maken met het feit dat andere
medische centra in ons land niet operationeel zijn. Het medisch
centrum in Sint-Gillis is niet operationeel omdat er geen personeel
beschikbaar is.

Het medisch centrum in Lantin is zo beperkt dat slechts vier kamers
ter beschikking zijn, zodat het medisch centrum in Brugge alles moet
opvangen.

Mevrouw de minister, hoe zal voornoemde problematiek worden

01.02 Tony Van Parys (CD&V):

Nous souscrivons à l'analyse de
notre collègue, Mme Sabien
Lahaye-Battheu. Le 18 avril, le
chiffre record de 9.827 détenus a
été enregistré. Depuis, 345
détenus seulement ont été placés
sous surveillance électronique, au
lieu des 1.300 prévus. Par ailleurs,
les résultats de la loi modifiée sur
la détention préventive se font
attendre. De plus, en mars 2004, il
avait été annoncé qu'entre 800 et
1.000 détenus pourraient purger
leur peine dans leur pays d'origine.
Or, pour le moment, on en
dénombre deux en tout et pour
tout. La situation devient intenable
pour les détenus et pour le
personnel pénitentiaire. Enfin, pour
l'instant, le centre médical de
Bruges doit accueillir tous les
prisonniers qui présentent des
problèmes médicaux, étant donné
que le centre de Saint-Gilles n'est
pas opérationnel et que Lantin ne
dispose que de quatre chambres.

Cela accroît la charge de travail et
crée un malaise au sein du
personnel. Comment la ministre
compte-t-elle résoudre ce
problème? L'ancien directeur
général des établissements
pénitentiaires ayant démissionné,
quand son remplaçant sera-t-il
nommé?

CRIV 51

COM 954

09/05/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

opgelost? U moet begrijpen dat het transport van gedetineerden over
het hele land naar Brugge en het onderbrengen aldaar heel veel
onrust en werklast met zich brengt. Dat is voor het personeel niet
houdbaar.

Ten slotte, mevrouw de minister, wanneer zullen wij een nieuwe
administrateur-generaal voor het gevangeniswezen krijgen? De vorige
administrateur-generaal heeft immers ontslag genomen. Het is van
het grootste belang om zo snel mogelijk over een nieuwe, volledig
bevoegde administrateur-generaal te kunnen beschikken.

Mevrouw de voorzitter, daarmee besluit ik de vragen die ik aan de
vice-eerste minister wilde stellen.

01.03 Laurette Onkelinx, ministre: Madame la présidente,

j'apporterai d'abord quelques précisions sur les chiffres.

Hier, le 8 mai, 9.695 personnes étaient détenues dans les prisons
belges, pour une capacité de 8.311 places. Sur les 9.695 détenus,
environ un tiers sont des prévenus, c'est-à-dire des personnes en
détention préventive. Par ailleurs, 714 détenus sont en réalité des
internés, incarcérés dans les prisons faute de place dans des
établissements spécialisés. Enfin, la répartition dans nos
établissements est de 9.250 hommes pour 445 femmes.

Ce chiffre de 9.695 détenus n'est pas le plus élevé. Il a été dépassé à
plusieurs reprises en 2006. Par contre, en 2005, le pic absolu a été de
9.498 détenus. Ce sont des chiffres qui démontrent une tendance
structurelle à l'augmentation de la population carcérale.

Avant d'aborder les initiatives prises, je voudrais encore émettre deux
remarques.

La première, c'est que tous les arrondissements judiciaires ne sont
pas touchés par cette hausse du nombre de mandats d'arrêt. À
certains endroits, leur nombre diminue même; c'est notamment le cas
à Malines, à Forest, à Mons ou à Jamioulx. Un dialogue avec le
ministère public serait, à cet égard, particulièrement instructif.

Comme deuxième remarque, le nombre de prévenus semble avoir
considérablement diminué en 2005 pour amorcer une nouvelle
hausse en 2006. C'est cette hausse-là qui explique à 90%
l'augmentation globale de la population carcérale que nous
connaissons actuellement.

Selon une hypothèse probable, dont nous a déjà parlé M. Wathelet en
commission, il y aurait un impact de la nouvelle loi sur la détention
préventive en 2005 et un effet affaibli de cette loi, début 2006, comme
cela a été le cas lors de la réforme de 1990. Il conviendra
évidemment d'affiner cette hypothèse.

Venons-en aux initiatives.

Le coup d'accélération donné au développement des mesures
judiciaires alternatives: suspension du prononcé sous conditions, le
sursis probatoire, les alternatives à la détention préventive, la
médiation pénale, les peines de travail. Nous avons enregistré une
augmentation de budget de 2.300.000 euros pour les mesures

01.03

Minister

Laurette

Onkelinx: Gisteren telde ons land
9.695 gedetineerden waarvan
ongeveer een derde in voorlopige
hechtenis zit. 9.250 gedetineerden
zijn mannen, 445 zijn vrouwen. Er
zijn 8.311 beschikbare plaatsen.

714 gedetineerden zijn in feite
geïnterneerden die wegens het
plaatsgebrek in de
gespecialiseerde instellingen in
een gevangeniscel verblijven.

In 2006 werd het aantal van 9.695
gedetineerden meermaals
overschreden. In 2005
daarentegen bedroeg het
maximum aantal 9.498. Die cijfers
tonen aan dat de
gevangenisbevolking structureel
toeneemt.

De toename van het aantal
aanhoudingsbevelen geldt echter
niet voor alle gerechtelijke
arrondissementen. In dat opzicht
zou overleg met het openbaar
ministerie dan ook bijzonder
leerzaam zijn.

In 2005 is het aantal beklaagden
overigens gevoelig gedaald, terwijl
het in 2006 opnieuw stijgt.

De nieuwe wet inzake de
voorlopige hechtenis heeft
blijkbaar het aantal gedetineerden
in de loop van 2005 beïnvloed.
Begin 2006 zou dat effect minder
sterk zijn.

Wat de genomen maatregelen
betreft, wil ik er eerst en vooral op

09/05/2006

CRIV 51

COM 954

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

alternatives et une augmentation du nombre de mesures judiciaires
alternatives prononcées. Ainsi de 2002 à 2005, on est passé de
18.034 nouveaux dossiers de mesures judiciaires alternatives à
24.539 en 2005. Comme exemple d'ouverture en ce qui concerne les
peines de travail, je souligne l'accord qui a été passé avec l'armée et
qui a permis l'exécution de 53 peines de travail au sein de l'armée, en
2005. J'espère que le département de l'Intérieur pourra offrir
prochainement les mêmes possibilités. En tout cas, hier encore, le
ministre Dewael nous a parlé de plusieurs projets pilotes à cet égard.

La surveillance électronique pour laquelle je dois bien le dire j'ai
dû taper du poing sur la table. On en est à 355, ce qui est
évidemment insuffisant.

Il a été procédé à une augmentation de personnel au Centre national
de surveillance électronique. On est ainsi passé de 67 équivalents
temps plein à 79 équivalents temps plein entre 2005 et aujourd'hui. La
semaine dernière encore, j'ai signé 12 nouveaux engagements.
Malgré cet effort extrêmement important en termes de personnel, je
ne vois pas le chiffre augmenter. Lors d'une réunion que mon équipe
a encore tenue le 25 avril avec l'administration, les méthodes de
travail ont été évaluées et révisées fondamentalement. L'exigence est
d'avoir 450 personnes sous bracelet le 1

juin et 600 d'ici décembre.

Je n'accepterai pas que ce contrat pris avec l'administration ne soit
pas respecté.

En ce qui concerne les internés, plusieurs initiatives de nature à
diminuer la pression en prison sont à l'agenda.

Tout d'abord, la réouverture en deux phases, à partir du 1

octobre,

de l'annexe psychiatrique de Lantin qui avait été fermée par mon
prédécesseur: augmentation prévue de 40 places.

Ensuite, l'augmentation de la capacité de l'établissement de défense
sociale de Paifves, courant 2007: 40 nouvelles places sont prévues.
La Régie s'est engagée à terminer les travaux en septembre 2007.
Mon collègue, le ministre Reynders, a pris des engagements à mon
égard.

La création de deux nouveaux établissements pour internés en
Flandre: plus 390 places. Le programme définitif est terminé pour
Gand. A cet égard, mon collègue Reynders a décidé qu'il en ferait une
priorité pour la Régie des Bâtiments.

L'initiative pourrait être déjà prise en ce mois de mai avec un dossier
au Conseil des ministres, notamment pour le lancement du cahier des
charges.

Quant au transfèrement, je viens de signer les premiers dossiers de
transfèrements non-volontaires vers la Roumanie et la Moldavie. Une
trentaine d'autres dossiers doivent m'être soumis prochainement.
Comme vous le savez, il faut à chaque fois un accord du pays
destinataire au cas par cas. J'envisage d'impliquer directement le
département des Affaires étrangères pour soutenir la démarche
diplomatique visant à convaincre les pays destinataires. Un
ambassadeur spécifique pourrait ainsi soutenir le travail important
réalisé par l'administration de la Justice.

wijzen dat we de alternatieve
gerechtelijke maatregelen in een
stroomversnelling hebben
gebracht. De begroting daarvoor
werd met 2,3 miljoen euro
verhoogd en ook het aantal
alternatieve maatregelen dat werd
genomen, nam toe: we
evolueerden van 18.034 dergelijke
maatregelen in 2002 naar 24.539
in 2005. Wat de werkstraffen
betreft, werd een akkoord bereikt
met Landsverdediging waardoor in
2005 53 werkstraffen bij de
krijgsmacht konden worden
uitgevoerd. Ik hoop dat het
departement Binnenlandse Zaken
binnenkort dezelfde mogelijkheden
zal kunnen bieden.

Vervolgens is er het elektronisch
toezicht, waarvoor ik hemel en
aarde heb verzet. Het aantal
gedetineerden onder elektronisch
toezicht bedraagt 355, wat nog
onvoldoende is.

Het Nationaal Centrum voor
Elektronisch Toezicht heeft meer
personeel gekregen: het aantal
personeelsleden is gestegen van
67 voltijdequivalenten in 2005 tot
79 nu. Ondanks die inspanning
loopt dat cijfer niet op. Op 1 juni
moeten 450 mensen met een
enkelband onder toezicht staan,
tegen december moeten dat er
600 zijn. Ik zal niet dulden dat dat
contract niet nageleefd wordt.

Voor de geïnterneerden zitten er
een aantal maatregelen in de
pijplijn: per 1 oktober gaat de
psychiatrische afdeling van Lantin
opnieuw open, wat 40 extra
plaatsen zal opleveren; in de
instelling in Paifves komen er in de
loop van 2007 40 plaatsen bij; en
de bouw van twee nieuwe
instellingen voor geïnterneerden in
Vlaanderen is nog eens goed voor
390 plaatsen.

Wat de overbrenging betreft, heb
ik zopas de eerste dossiers met
betrekking tot niet-vrijwillige
overbrengingen naar Roemenië en
Moldavië ondertekend. Voor elk

CRIV 51

COM 954

09/05/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Outre ce que j'ai exposé comme nouvelles ouvertures pour les
personnes internées qui se trouvent dans nos établissements
pénitentiaires, une nouvelle décision a été prise. En plus de ce qui
avait été fait pour Hasselt qui avait permis, en début de législature,
l'ouverture de 324 nouvelles places, il y a le nouveau centre pour
jeunes dessaisis et primo-délinquants dans lequel 200 nouvelles
places sont prévues. Vous savez que ces jeunes sont actuellement
dans nos établissements pénitentiaires. Vous savez également, je
m'en suis expliquée, que le budget d'acquisition du terrain a déjà été
prévu pour 2006. Là encore, nous mettrons la Régie des Bâtiments
sous pression.

Le tribunal d'application des peines va voir le jour: le projet a été voté,
à la Chambre comme au Sénat. Même si certains n'ont pas aimé la
mesure, je rappelle que, dans des circonstances strictement limitées,
certaines peines de prison pourront être transformées en peines de
travail.

Enfin, pour la semi-liberté, 146 détenus en font l'objet mais ils sont
comptabilisés dans le chiffre global que je vous ai donné.

Comme vous, je suis consciente que la situation actuelle de
surpopulation est source de tensions et est difficile à supporter, tant
pour les détenus que pour le personnel. En ce qui me concerne, je
dirai qu'aucune initiative susceptible d'alléger la pression dans les
prisons n'est taboue. Toutes font l'objet d'un examen attentif.

Parallèlement à ces questions sur la surpopulation, vous m'avez
interrogée au sujet du centre médico-chirurgical (CMC) de Saint-
Gilles et la nomination du directeur général. Il a été convenu de lancer
l'ouverture maximale du CMC quand le cadre de Saint-Gilles aura été
complété. Il manque à ce jour quelques unités temps plein. Le
mouvement des mutations programmé le 1

mai a fait perdre

quelques agents à cet établissement. Cependant, l'ouverture est sur
la liste rouge de mes priorités et le maximum est mis en oeuvre pour
compléter rapidement ce cadre. La polyclinique de Lantin est ouverte
aux autres établissements pénitentiaires depuis septembre 2005 et la
chambre sécurisée de l'hôpital de la Citadelle est ouverte à
l'ensemble des détenus du pays depuis le 27 mars 2006. Quatre lits y
sont disponibles.

En ce qui concerne la désignation du nouveau directeur général,
l'appel aux candidatures a été clôturé le lundi 24 avril 2006. Il y a de
nombreux candidats, tant pour le poste de directeur général
pénitentiaire que pour celui de directeur général des maisons de
justice. Les sélections organisées par Selor devraient être terminées
en septembre prochain. Ensuite, je recevrai les résultats de cette
sélection pour départager les meilleurs candidats.

Je m'excuse d'avoir été aussi longue dans mes explications mais je
pense que cela valait la peine d'être précise sur tout le travail que
nous réalisons.

Je terminerai en disant à M. Van Parys que cette question est
effectivement très importante. Je suis heureuse que plusieurs
parlementaires, au sein de cette commission, se préoccupent
comme je le fais au quotidien de la surpopulation carcérale.
Monsieur Van Parys, je ne cesse de m'étonner que vous soyez de

geval afzonderlijk moet een
akkoord met het land van
bestemming worden gesloten. Ik
overweeg het departement
Buitenlandse Zaken daar
rechtstreeks bij te betrekken.

Bovenop de terbeschikkingstelling
van 324 nieuwe plaatsen in
Hasselt, bij het begin van de
regeerperiode, komen er nog 200
extra plaatsen bij in het nieuwe
centrum voor jongeren die door de
rechter uit handen werden
gegeven en personen die voor de
eerste keer een misdrijf hebben
gepleegd en die momenteel in
onze strafinrichtingen verblijven. In
de begroting van 2006 werd een
bedrag uitgetrokken voor de
aankoop van de grond. Wij zullen
de Regie der Gebouwen onder
druk zetten.

Er komen weldra strafuit-
voeringsrechtbanken. Bepaalde
gevangenisstraffen zullen in
werkstraffen kunnen worden
omgezet.

Tot slot, in het algemeen totaal dat
ik u gegeven heb, zijn 146 halve
vrijen inbegrepen.

Voor mij is geen enkel initiatief dat
de druk van de ketel kan halen,
taboe. Alle initiatieven worden
grondig bestudeerd.

Wat het medisch-chirurgisch
centrum (CMC) van Sint-Gillis
betreft, zijn we overeengekomen
het CMC zoveel mogelijk open te
stellen, zodra de
personeelsformatie van Sint-Gillis
volledig bezet is. Door de mutaties
op 1 mei heeft die instelling een
aantal beambten verloren. Maar
we stellen alles in het werk om de
personeelsformatie zo vlug
mogelijk te vervolledigen.

Sinds september 2005 kunnen de
andere strafinrichtingen gebruik
maken van de polikliniek van
Lantin en sinds 27 maart 2006
eveneens van de beveiligde kamer
met vier bedden in het Citadelle-

09/05/2006

CRIV 51

COM 954

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

ceux qui réclament continuellement davantage de répression et de
peines de prison. Vous avez également été le plus dur sur les
nouvelles mesures relatives à la détention préventive. Mais, en fin de
course, vous vous étonnez des chiffres de surpopulation carcérale.

Pour ce qui me concerne, mon équipe et moi-même suivons ces
chiffres au quotidien. Je viens de vous expliquer toutes les initiatives
qui sont prises, tout le travail réalisé avec l'administration et toute la
diversification des réponses que nous mettons continuellement au
devant de la scène. Ma politique est claire: elle consiste bien entendu
en l'utilisation de la détention comme ultime remède; je veille au
respect des décisions judiciaires et je m'assure que, dans la
diversification nécessaire des réponses données à la délinquance en
Belgique, on ne puisse jamais faire fi de la nécessité d'assurer la
sécurité publique.

Voilà, madame la présidente, les quelques réponses que je voulais
apporter.

ziekenhuis.

Wat de aanstelling van de nieuwe
directeur-generaal betreft, werd de
oproep tot kandidaatstelling op
maandag 24 april 2006 afgesloten.
Er hebben zich heel wat
kandidaten aangediend. De
selectieproeven van Selor zouden
tegen september moeten zijn
afgerond.

Mijnheer Van Parys, het verbaast
me dat u behoort tot diegenen die
voortdurend voor meer repressie
en langere gevangenisstraffen
pleiten en dat u dan achteraf
versteld staat van de
overbevolking in de
gevangenissen.

Samen met mijn team volg ik
dagelijks de evolutie van die
cijfers. Ik heb u zonet een
overzicht gegeven van alle
initiatieven die werden genomen.
Mijn beleid is zo klaar als de dag:
ik wil de hechtenis als allerlaatste
redmiddel gebruiken. Ik zie erop
toe dat de gerechtelijke
beslissingen worden nageleefd en
ik zorg ervoor dat de noodzaak om
de openbare veiligheid te
verzekeren steeds voor ogen
wordt gehouden bij het toepassen
van de verschillende oplossingen
in de strijd tegen de criminaliteit.

01.04 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mevrouw de voorzitter,

mevrouw de vice-eerste minister, ik dank u voor uw uitvoerig en
gedetailleerd antwoord dat gestaafd is met cijfers.

Ik wil eerst iets zeggen over de cijfers. U zegt dat gisteren 8 mei 9.695
gedetineerden in onze Belgische gevangenissen verbleven voor een
capaciteit van 8.311, 1.300 minder dus. Dat is, zoals u zelf toegeeft,
onaanvaardbaar en onhoudbaar.

U zegt ook dat het in bepaalde gevangenissen zo is dat het aantal
gevangenen vermindert. Als ik het goed begrepen heb, zijn dat vooral
gevangenissen in Wallonië. Het is wel zo dat in een aantal
gevangenissen in Vlaanderen de overbevolking onhoudbaar is. In
Antwerpen zijn er 625 gedetineerden voor 365 plaatsen; in Brugge zijn
er 645 gedetineerden voor 504 plaatsen; in Ieper zijn er 115
gedetineerden voor 55 plaatsen. Er zal, zoals u zegt, dringend moeten
worden samen gezeten om eindelijk een structurele oplossing te
bieden.

Positief is het feit dat u zegt dat wij op het vlak van alternatieve

01.04 Sabien Lahaye-Battheu

(VLD): Hier, on comptait dans nos
prisons, dont la capacité totale est
de 8.311 places, 9.695 détenus.
Dans certaines prisons de
Wallonie, le nombre des détenus
serait en diminution, mais à de
nombreux endroits en Flandre, la
surpopulation carcérale est
insoutenable et nécessite une
solution structurelle.

Le doublement du nombre de
peines alternatives prononcées
entre 2002 et 2004 constitue un
point positif. Par contre, il est
inquiétant de constater qu'aucun
progrès n'a été enregistré en ce
qui concerne la surveillance
électronique. L'accord

CRIV 51

COM 954

09/05/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

straffen een enorme sprong voorwaarts hebben gemaakt. Van 2002
naar 2004 is er een meer dan verdubbeling geweest, van iets meer
dan 10.000 naar 24.000 alternatieve straffen. Het is een positief
signaal dat onze rechters die alternatieve straffen toepassen, dat die
in grote mate worden opgelegd en dat mensen worden gestraft
zonder dat ze uit de maatschappij worden verwijderd. Ze kunnen
blijven werken terwijl ze voor de maatschappij onder de vorm van een
alternatieve straf werk verrichten. Dat is een positieve vooruitgang.

Wat mij wel erg verontrust, u hebt ook gezegd dat u daar niet zult
blijven stilzitten, is het elektronisch toezicht. U geeft het cijfer van 355
mensen die onder elektronisch toezicht staan. Als ik de cijfers
vergelijk, dan zie ik dat wij in maart 2005, vorig jaar dus, op 344
stonden. Wij blijven dus ter plaatse trappelen niettegenstaande de
personeelsuitbreiding die u hebt toegekend. Ik zou u, als
verantwoordelijke minister, dringend willen vragen om, zoals het
regeerakkoord bepaalt, daar vooruitgang te boeken. Wij moesten
tijdens deze legislatuur met 1.000 eenheden vooruitgaan en wij blijven
ter plaatse trappelen.

Om te eindigen, het aantal mensen dat in onze gevangenissen
verblijft is het gevolg van goedwerkende politiediensten, openbare
ministeries en rechters. Hoe meer die hun best doen en met hoe
meer ze zijn, hoe meer mensen worden opgepakt en veroordeeld.
Ergens klopt het echter niet. Ergens is er voor die goedwerkende
diensten te weinig opvang in de gevangenis.

Ik vraag u om dringend het probleem structureel aan te pakken, zoals
u vandaag ook zelf aangeeft.

gouvernemental prévoit l'extension
de la surveillance électronique à
mille détenus supplémentaires et
pourtant, le nombre de personnes
placées sous surveillance
électronique n'a pas bougé: il était
de 355 l'an dernier et est toujours
de 355 aujourd'hui.

01.05 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de minister, u hebt ons

een heel interessant overzicht gegeven van de situatie en de
maatregelen die u, opnieuw, aankondigt. De cijfers tonen inderdaad
het fundamentele probleem zeer scherp aan.

Uit wat u zegt, blijkt een fundamentele malaise in het
gevangeniswezen. U hebt twee zaken aangehaald. Ten eerste, het
feit dat een verhoging van het aantal gedetineerden niet leidt tot een
evenwichtige spreiding over de verschillende gevangenissen. Daaruit
blijkt dat er een fundamenteel probleem met het beleid is.

Ten tweede, het fundamentele probleem van het elektronisch
toezicht. U zegt dat u in personeel hebt geïnvesteerd, wat geen enkel
resultaat geeft. Mevrouw Lahaye-Battheu heeft daar terecht op
gewezen. De malaise was reeds duidelijk op het ogenblik dat de
directeur-generaal ontslag heeft genomen, en wordt nu duidelijk in de
totale evaluatie van het gevangenisbeleid dat onder uw
verantwoordelijkheid wordt gevoerd. Er zijn inderdaad geen concrete
resultaten en wat u aankondigt, zijn druppels op een hete plaat.

Onze fractie heeft niet gepleit voor minder gedetineerden, maar wel
voor meer capaciteit voor de strafuitvoering. Dat moet duidelijk zijn. In
de periode dat CD&V de verantwoordelijkheid voor het
gevangenisbeleid had, is in 2.000 bijkomende cellen voorzien, in
Andenne, Ittre en Nijvel 2. De beslissing voor de gevangenis in
Hasselt is toen ook genomen.

Wij pleiten voor een aanzienlijke uitbreiding van het elektronisch

01.05 Tony Van Parys (CD&V):

La réponse de la ministre prouve
que l'administration des
établissements pénitentiaires est
toute entière en proie à un malaise
profond qui a deux causes: la
croissance du nombre de détenus
ne s'accompagne pas d'une
répartition équilibrée des détenus
entre les prisons et la surveillance
électronique n'est pas développée.
Une évaluation de la politique
pénitentiaire a fait apparaître
qu'aucun résultat concret n'a été
obtenu. Les mesures annoncées
ne sont qu'un emplâtre sur une
jambe de bois.

Mon groupe ne plaide pas pour
une réduction du nombre de
détenus mais pour un
accroissement de la capacité des
prisons. En outre, nous
préconisons une extension
substantielle de la surveillance
électronique à 2.000 détenus ainsi
qu'une extension de l'application
des peines de substitution. À nos

09/05/2006

CRIV 51

COM 954

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

toezicht tot 2.000 gedetineerden. Vandaag gaat dat vooruit met
eenheden en zelfs niet met tientallen. Wij pleiten voor een uitbreiding
van de alternatieve straffen. Daar is er klaarblijkelijk een evolutie ten
goede. Wij pleiten ook voor een uitbreiding van de
gevangeniscapaciteit. Dit is voor u een absoluut taboe. Ik denk dat dit
onvermijdelijk is, gelet op de evolutie van de capaciteit. Wij moeten op
verschillende sporen ervoor zorgen dat er inderdaad mogelijkheid
bestaat om de straffen uit te voeren.

De wet op de voorlopige hechtenis moet voor ons niet worden
gewijzigd. Er is op dit ogenblik naar mijn aanvoelen geen oneigenlijk
gebruik van de voorlopige hechtenis. Het is bovendien een belangrijk
maatschappelijk signaal als een onmiddellijke reactie op zware
criminele feiten. Ik geloof dat daaraan niets moet worden gewijzigd.
Dat er een fundamentele malaise is na 7 of 8 jaar paars, blijkt nu wel
zeer scherp uit de cijfers die boekdelen spreken.

yeux, il n'est pas nécessaire de
modifier la loi sur la détention
préventive.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

02 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de vice-eerste minister en minister van Justitie

over "de adviezen van de parketten en de actualisering ervan" (nr. 11455)

02 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur

"les avis des parquets et leur actualisation" (n° 11455)

02.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mevrouw de minister, deze

vraag handelt over de naturalisatieaanvragen. Ik heb u al eens
ondervraagd, mevrouw de vice-eerste minister, half februari, in
verband met adviezen die waren uitgebracht door de parketten in het
raam van die naturalisatieaanvragen, in die zin dat de kwaliteit van de
adviezen verschilt van parket tot parket, dat sommige adviezen lang
op zich laten wachten, en dat sommige adviezen al twee of drie jaar
oud zijn op het ogenblik dat het dossier door de commissie wordt
behandeld.U hebt toen geantwoord dat u de problematiek kende en
dat u die zou bespreken met het College van procureurs-generaal in
de loop van de maand maart laatstleden.

Ik zou u vandaag dan ook het volgende willen vragen.

Is die bespreking doorgegaan met het College van procureurs-
generaal? Wat was de reactie van de procureurs-generaal? Erkennen
zij het probleem?

Welke maatregelen zullen getroffen worden om de problematiek te
verhelpen? En binnen welke termijn zal de commissie voor de
Naturalisaties kunnen werken met kwaliteitsvolle, tijdige en
geactualiseerde adviezen van de parketten?

02.01 Sabien Lahaye-Battheu

(VLD): En février dernier, j'ai
interrogé la ministre à propos des
avis des parquets relatifs aux
demandes de naturalisation. La
qualité des avis varie d'un parquet
à l'autre. Certains avis se font
attendre très longtemps, tandis
que d'autres avis datent d'il y a
trois ans déjà lorsque le dossier
est traité par la commission. La
ministre a répondu qu'elle
discuterait de ce problème en
mars avec le collège des
procureurs généraux.

Cette discussion a-t-elle
effectivement eu lieu? Les
procureurs généraux
reconnaissent-ils l'existence de ce
problème? Quelles mesures
seront-elles prises pour y
remédier? Quand la commission
des Naturalisations pourra-t-elle
se baser sur des avis de qualité,
rendus en temps opportun et
actualisés?

02.02 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw de voorzitter, eerst en

vooral wil ik zeggen dat ik een voorontwerp van wet heb ingediend dat
momenteel binnen de regering wordt besproken. Wanneer de tekst
zal ingediend zijn bij de Kamer, zullen alle vragen het onderwerp
vormen van een debat in het Parlement. Ik wens dat dit snel kan

02.02

Laurette Onkelinx,

ministre: Un avant-projet de loi est
en cours de discussion au
gouvernement. J'espère que le
Parlement sera rapidement en

CRIV 51

COM 954

09/05/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

gebeuren.

Wat de vergadering met het College van procureurs-generaal betreft,
kan ik u meedelen dat deze aangelegenheid conform mijn toezegging
naar aanleiding van uw vorige vraag omtrent dit punt aan de agenda
werd geplaatst van de vergadering van het College van procureurs-
generaal van 23 maart 2006. De problematiek werd uitvoerig
besproken.

Het openbaar ministerie werd tevens geïnformeerd over de
wijzigingen die zullen worden aangebracht in het Wetboek van de
Belgische nationaliteit. Ik heb terzake erop aangedrongen dat het
college het nodige zou doen voor het opstellen van een interpretatieve
richtlijn ten behoeve van de parketten, waarvoor rechtstreeks contact
zal worden opgenomen met de commissie. Daarbij kunnen dan
precies de verwachtingen van de ene ten overstaan van de andere
rechtstreeks worden overgebracht.

Dit punt zal opnieuw worden besproken op de eerstvolgende
vergadering van het college onder mijn voorzitterschap. Deze is
voorzien in de loop van de maand juni.

mesure de débattre de ce projet.

Ce problème a été largement
évoqué lors de la réunion du
collège des procureurs généraux
du 23 mars 2006. En outre, le
ministère public a été informé des
modifications apportées au Code
de la nationalité belge. J'ai insisté
pour que le collège rédige une
directive interprétative pour les
parquets. La commission des
Naturalisations sera contactée à
ce sujet.

Ce problème sera remis sur le
tapis lors de la prochaine réunion
du collège, que je présiderai au
moins de juin.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

03 Questions jointes de

- Mme Marie Nagy à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "l'affaire Bahar" (n° 11559)
- M. Melchior Wathelet à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "l'arrestation de Bahar
Kimyongür aux Pays-Bas" (n° 11565)

03 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Marie Nagy aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de zaak-Bahar"
(nr. 11559)
- de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de arrestatie in
Nederland van Bahar Kimyongür" (nr. 11565)

03.01 Marie Nagy (ECOLO): Madame la présidente, M. Bahar

Kimyongür, ressortissant belge et l'un des porte-parole du bureau
bruxellois de l'organisation DHKP-C a été arrêté récemment par la
police néerlandaise à une quarantaine de kilomètres d'Amsterdam. Il
était en effet sous le coup d'un mandat d'arrêt international depuis le 6
avril.

Mme la ministre peut-elle me dire pourquoi la Belgique n'a pas donné
suite à ce mandat d'arrêt et n'a même pas signalé son existence à M.
Bahar ou à ses avocats? S'agit-il d'une décision volontaire de la part
des autorités belges? La décision de ne pas procéder à l'arrestation
de M. Bahar repose-t-elle sur des justifications précises et objectives
comme, par exemple, l'absence d'éléments matériels pouvant fonder
ce mandat d'arrêt?

N'étant pas sous le coup d'une interdiction de se rendre à l'étranger,
c'est en toute légalité que M. Bahar s'est rendu aux Pays-Bas où il a
été arrêté par des policiers en civil à l'occasion d'un contrôle routier.
Cette arrestation n'est-elle pas une aubaine pour la Belgique qui
semble avoir beaucoup de mal à se positionner officiellement sur
cette question? Mme la ministre peut-elle affirmer que cette
arrestation sur le sol hollandais n'a aucunement été concertée avec la
Belgique? Enfin, quelle sera l'attitude belge vis-à-vis de la décision qui

03.01 Marie Nagy (ECOLO): De

heer Bahar Kimyongür, Belgisch
staatsburger en een van de
woordvoerders van het Belgische
bureau van de DHKP-C, werd door
de Nederlandse politie op het
Nederlandse grondgebied
aangehouden. Er was een
internationaal aanhoudingsbevel
tegen hem uitgevaardigd.

Waarom heeft België geen gevolg
gegeven aan dat
aanhoudingsbevel en heeft het de
heer Kimyongür of zijn advocaten
er niet van op de hoogte gebracht?
Waren er duidelijke en objectieve
redenen om de heer Kimyongür
niet aan te houden? Is zijn
aanhouding door de Nederlandse
politie geen onverhoopte
meevaller voor ons land, dat het
blijkbaar moeilijk heeft om in dit

09/05/2006

CRIV 51

COM 954

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

sera prise par les Pays-Bas?

dossier een eenduidig standpunt in
te nemen? Ging aan de
aanhouding geen overleg met ons
land vooraf? Welk standpunt zal
België ten aanzien van de
Nederlandse beslissing innemen?

03.02 Melchior Wathelet (cdH): Madame la présidente, madame la

ministre, d'après la presse du 2 mai 2006, M. Bahar Kimyongür,
condamné le 28 février dernier, en même temps que Mme Erdal, pour
appartenance à un groupe terroriste à une peine de prison de quatre
ans et à une amende d'environ 2.500 euros, aurait été arrêté pour
excès de vitesse dans la nuit du jeudi au vendredi par des policiers
néerlandais qui effectuaient un contrôle routier. Les policiers
néerlandais auraient découvert, en consultant le dossier de M.
Kimyongür sur leur fichier central, que ce dernier était sous mandat
d'arrêt international turc. La justice hollandaise a alors examiné la
validité du mandat d'arrêt et l'a confirmée. Il reste qu'un délai de
40 jours est nécessaire pour entériner véritablement cette décision.
Néanmoins, il est probable que les Pays-Bas extradent cette
personne vers la Turquie.

Madame la ministre, M. Kimyongür a interjeté appel de sa
condamnation du 28 février dernier. Le procès devait débuter ce
8 mai, mais a, semble-t-il, été reporté au 11 septembre prochain.

Madame la ministre, à la suite de sa condamnation par le tribunal
correctionnel de Bruxelles du 28 février 2006 à quatre ans de prison,
M. Kimyongür était-il sous le coup d'un ordre d'arrestation immédiat?
Il semblerait, d'après la presse, qu'il était sous surveillance de la
Sûreté de l'État. Qu'en est-il exactement? La Belgique a-t-elle pris
contact avec les Pays-Bas? De manière générale, la priorité va-t-elle
être donnée à l'extradition de M. Kimyongür des Pays-Bas vers la
Turquie ou à la poursuite de son procès en Belgique? Quelles seront
alors les procédures d'application en cas d'extradition ou en cas de
rapatriement?

J'ai également lu dans la presse que la base qui avait permis
l'arrestation de M. Kimyongür était le mandat d'arrêt international turc.
Il semble donc qu'il ne s'agissait pas du mandat d'arrêt international
belge.

Or, il y avait une condamnation en Belgique avec arrestation
immédiate, si je ne me trompe.

03.02 Melchior Wathelet (cdH):

Volgens persberichten werd de
heer Kimyongür, die samen met
mevrouw Erdal veroordeeld werd
wegens lidmaatschap van een
terreurgroepering, in Nederland
gearresteerd door de Nederlandse
politie, toen die er bij een
wegcontrole op uitkwam dat er
een door Turkije uitgevaardigd
internationaal aanhoudingsbevel
tegen de man liep. Waarschijnlijk
zal Nederland de heer Kimyongür
aan Turkije uitleveren.

Werd er na de veroordeling van de
heer Kimyongür door de
correctionele rechtbank van
Brussel een bevel tot onmiddellijke
aanhouding uitgevaardigd? Werd
hij in de gaten gehouden door de
dienst Veiligheid van de Staat?
Heeft België contact opgenomen
met de Nederlandse autoriteiten?
De heer Kimyongür is in hoger
beroep gegaan tegen zijn
veroordeling. Wat is er nu
prioritair: zijn uitlevering of de
voortzetting van zijn proces in
België? Welke procedures zullen
er gevolgd worden bij uitlevering of
repatriëring?

Volgens de pers werd de heer
Kimyongür opgepakt op grond van
een internationaal aanhoudings-
bevel van de Turkse, niet van de
Belgische autoriteiten.

03.03 Laurette Onkelinx, ministre: (....)

03.04 Melchior Wathelet (cdH): Il n'y avait pas d'arrestation

immédiate pour ce monsieur!

Je pense savoir que, quand il n'y a pas d'arrestation immédiate, rien
n'est "envoyé" à nos collèges européens. Madame la ministre,
pouvez-vous me dire comme les choses "se déroulent" afin de
pouvoir, en tant qu'avocat, me servir de votre réponse ultérieurement.

03.04 Melchior Wathelet (cdH):

Als na de veroordeling van de heer
Kimyongür in België geen bevel
werd gegeven tot zijn onmiddellijke
aanhouding, dan veronderstel ik
dat onze Europese collega's niet
op de hoogte werden gebracht.

Mevrouw de minister, kan u
verduidelijken welke procedure in

CRIV 51

COM 954

09/05/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

dat geval wordt gevolgd? Als
advocaat kan ik me later immers
op uw antwoord beroepen.

03.05 Laurette Onkelinx, ministre: Madame la présidente,

M. Kimyongür a effectivement été condamné le 28 février dernier par
le tribunal correctionnel de Bruges à une peine d'emprisonnement de
4 ans ferme pour appartenance à un groupement terroriste, le DHKP-
C.

Le parquet fédéral a requis son arrestation immédiate, mais celle-ci
n'a pas été acceptée par le tribunal correctionnel. En conséquence,
M. Bahar Kimyongür a pu repartir libre, le 28 février dernier.

L'arrestation de ce monsieur, intervenue aux Pays-Bas, repose sur un
signalement international délivré par la Turquie et adressé, via
Interpol, à l'ensemble des pays de la communauté internationale. Ce
signalement était donc connu des autorités judiciaires et policières
belges.

Néanmoins, dès lors que M. Kimyongür est un ressortissant belge et
que l'on n'extrade pas ses nationaux, du moins vers des pays non
membres de l'Union européenne, la Belgique n'a pas accordé de suite
à ce signalement international.

Comme vous le savez, M. Kimyongür est actuellement détenu aux
Pays-Bas, sur la base de ce signalement international. Les autorités
judiciaires hollandaises ont demandé à la Turquie de compléter le
dossier d'extradition afin qu'elles puissent juger de la pertinence de
cette demande d'extradition.

Pour ce qui concerne la Belgique, le 8 mai, le procès en appel des
membres du DHKP-C condamnés le 28 février 2006 a été entamé. La
cour d'appel de Gand a accordé une remise aux avocats de la
défense jusqu'au 11 septembre prochain.

Monsieur Wathelet, toute une série de questions que vous
m'adressez devront être examinées lors de ce procès en appel. Je ne
peux donc interférer dans la procédure judiciaire en vertu du principe
de la séparation des pouvoirs.

Quant à la procédure en cours devant les juridictions hollandaises, il
ne m'appartient pas de me prononcer sur les décisions qui seraient
prises par les autorités des Pays-Bas.

Sur le plan diplomatique, d'après les renseignements obtenus auprès
des Affaires étrangères, M. Kimyongür n'a pas fait appel aux services
consulaires de notre ambassade à La Haye.

En vertu de la Convention de Vienne sur les relations consulaires, il
revient à la personne arrêtée de formuler la demande d'assistance.

Notre poste diplomatique aux Pays-Bas n'est donc toujours pas saisi
de ce dossier.

Toujours d'après mes informations, les Affaires étrangères vont
néanmoins se renseigner sur les conditions de détention de M.
Kimyongür.

03.05

Minister

Laurette

Onkelinx: Na de veroordeling van
de heer Kimyongür op 28 februari
heeft het federaal parket zijn
onmiddellijke aanhouding geëist,
maar de correctionele rechtbank is
niet op die eis ingegaan.

De betrokkene werd in Nederland
gearresteerd nadat hij door Turkije
via Interpol internationaal geseind
was. Aangezien de heer
Kimyongür evenwel een Belgisch
staatsburger is, heeft België geen
gevolg gegeven aan dat
internationale signalement.

De heer Kimyongür zit momenteel
vast in Nederland, waar de
gerechtelijke autoriteiten zich nog
moeten beraden over de
gegrondheid van het Turkse
uitleveringsverzoek.

In België is het proces in hoger
beroep tegen de leden van de
DHKP-C intussen van start
gegaan. Het hof van beroep van
Gent heeft de advocaten van de
verdediging uitstel verleend tot 11
september. Een aantal van de
vragen die u me hier stelt, moeten
op dat proces worden onderzocht,
en ik kan er dus niet op
antwoorden zonder inmenging in
de gerechtelijke procedure. Het
staat voor de rest niet aan mij om
uitspraken te doen over de
beslissingen die het Nederlandse
gerecht zou nemen in het kader
van de hangende procedure.

Wat het diplomatieke niveau
betreft, heeft de heer Kimyongür
geen beroep gedaan op de
diensten van onze ambassade in
Den Haag.

Dit dossier werd dus niet
aanhangig gemaakt bij onze
diplomatieke post in Nederland.
Volgens de informatie waarover ik
beschik, zal Buitenlandse Zaken
niettemin inlichtingen inwinnen

09/05/2006

CRIV 51

COM 954

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Comme vous le savez également, une demande d'extradition vers la
Turquie est possible à partir des Pays-Bas, même sans que le
gouvernement belge en soit informé. Cela étant dit, les Affaires
étrangères vont suivre ce dossier de près et je suppose que le
ministre compétent pourra vous informer régulièrement de l'évolution
de ce dossier, notamment de l'examen qui sera effectué par les Pays-
Bas sur la demande d'extradition en provenance de la Turquie.

Les autorités néerlandaises sont extrêmement strictes dans le cadre
des extraditions. Le dossier devra donc être particulièrement détaillé
et fondé sur des faits précis et graves pour obtenir l'extradition des
autorités néerlandaises.

Telles étaient les informations que je pouvais vous communiquer à
cet égard. Mais pour le reste et pour toutes les relations entre cette
personne et la Belgique et entre les autorités belges et néerlandaises,
ce sont les Affaires étrangères qui ont le dossier en main.

omtrent de detentievoorwaarden
van de heer Kimyongür. Het
departement zal dit dossier ook
van nabij volgen, zelfs al kan
Turkije Nederland om zijn
uitlevering verzoeken zonder de
Belgische regering daarover in te
lichten. De Nederlandse overheid
levert echter alleen uit op grond
van gedetailleerde dossiers,
gebaseerd op welomschreven en
ernstige feiten.

Voor het overige valt dit dossier
onder de bevoegdheid van
Buitenlandse Zaken.

03.06 Marie Nagy (ECOLO): Madame la présidente, je remercie la

ministre pour toutes ses réponses. Je voudrais cependant recevoir
une précision utile d'usage.

Lorsqu'un signalement international est lancé, comme expliqué par
Mme la ministre, pour qu'il puisse être exécuté en dehors du territoire
pour la raison signalée, est-il d'usage que la personne elle-même ou
ses avocats ne soient pas informés de l'émission de ce signalement
international?

03.06 Marie Nagy (ECOLO):

Wanneer iemand internationaal
geseind wordt, is het dan
gebruikelijk dat, met het oog op de
uitvoering van dat signalement in
het buitenland wegens de
opgegeven reden, de betrokken
persoon of zijn advocaten daarvan
niet op de hoogte worden
gebracht?

03.07 Laurette Onkelinx, ministre: Ce type de signalement n'est pas

annoncé. On peut en comprendre les raisons, je pense.

03.07 Minister Laurette

Onkelinx: Het spreekt vanzelf dat
dit soort signalement niet wordt
bekendgemaakt.

03.08 Marie Nagy (ECOLO): Je remercie la ministre. Nous verrons

la suite avec le ministre des Affaires étrangères puisque, si j'ai bien
compris la réponse, c'est dans le cadre des échanges diplomatiques
entre la Belgique et les Pays-Bas que se poursuivra l'affaire.

03.08 Marie Nagy (ECOLO): We

zullen het verder verloop met de
minister van Buitenlandse Zaken
bespreken, vermits die zaak met
Nederland op diplomatiek niveau
zal afgehandeld worden.

03.09 Melchior Wathelet (cdH): Madame la présidente, madame la

ministre, ma première question portera sur la présence de la Sûreté
de l'État. En effet, une fois de plus, la presse assure que cette
personne avait été mise sous la surveillance de la Sûreté de l'État
après condamnation, alors qu'il nous avait été dit que pour Mme
Erdal, on ne pouvait affecter que la Sûreté de l'État en l'absence de
condamnation. Or, nous apprenons que cette personne était sous la
surveillance de la Sûreté de l'État après condamnation. Pour quelle
raison n'y a-t-il pas eu d'arrestation immédiate? Pourquoi donc la
Sûreté de l'État, en parallèle avec le dossier Erdal que l'on a connu?

Ma deuxième question est relative à ce fameux mandat international
turc qui a été suffisant en Hollande pour arrêter ce M. Kimyongür
après une infraction routière. Mme Erdal faisait-elle également l'objet
d'un mandat international turc? Pouvez-vous me le confirmer?

03.09 Melchior Wathelet (cdH):

In het geval van mevrouw Erdal
heeft men ons gezegd dat bij
gebrek aan veroordeling enkel de
Staatsveiligheid kon optreden.
Maar in de pers staat dan weer dat
de heer Kimyongür na zijn
veroordeling onder het toezicht
van de Staatsveiligheid werd
geplaatst. Waarom volgde er geen
onmiddellijke aanhouding?

Het beruchte internationale
aanhoudingsbevel volstond voor
Nederland om de heer Kimyongür
na een verkeersovertreding aan te

CRIV 51

COM 954

09/05/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

houden. Had Turkije ook een
internationaal aanhoudingsbevel
voor mevrouw Erdal
uitgevaardigd?

03.10 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur Wathelet, il y a une

différence fondamentale entre la situation de M. Kimyongür et celle de
Mme Erdal: l'un est belge et l'autre pas. Si vous ne prenez pas en
compte cette différence, vous ne comprenez rien à la situation. On a
suffisamment parlé de Mme Erdal, vous connaissez sa situation.
Vous savez qu'elle était sous l'effet d'une décision "d'assignation à
résidence". Tout cela n'existe pas dans le cas de M. Kimyongür, qui
est un ressortissant belge, ni plus ni moins. Il n'y a donc pas
d'intervention du ministère de l'Intérieur puisqu'il est belge.

Quant à la Sûreté de l'Etat, elle n'a pas de mission particulière. Elle
exerce sa mission générale. Comme les Comités R et P l'ont répété à
souhait, la Sûreté de l'Etat est un service de renseignement qui
récolte des informations relatives à des groupements qui pourraient
présenter une menace pour la sécurité intérieure ou extérieure de la
Belgique. Il est donc normal que ce service continue son travail,
notamment autour de personnalités comme celle de M. Kimyongür.
Rien n'est anormal en la matière, la Sûreté de l'Etat fait son boulot.

03.10 Minister Laurette

Onkelinx: De heer Kimyongür is
Belg, mevrouw Erdal niet. Mijnheer
Wathelet, als u geen rekening
houdt met dat verschil, dan
begrijpt u de situatie helemaal niet.
Mevrouw Erdal stond onder
huisarrest. Voor de heer
Kimyongür, die Belg is, dient het
ministerie van Binnenlandse
Zaken niet tussenbeide te komen.
De Staatsveiligheid oefent haar
algemene taak uit. Het is normaal
dat zij haar werk voortzet, met
name ten aanzien van figuren
zoals de heer Kimyongür. Zij doet
haar werk.

03.11 Melchior Wathelet (cdH): La Sûreté de l'État aurait donc agi

dans le cadre de sa mission générale: il n'y a pas eu de demande
spéciale de surveillance de cette personne en particulier,
M. Kimyongür, contrairement à ce que j'avais cru comprendre en
lisant la presse. La demande d'une mission de surveillance
particulière par la Sûreté de l'État doit respecter certaines règles.
J'avais cru comprendre qu'il s'agissait d'une demande particulière.

03.11 Melchior Wathelet (cdH):

De Staatsveiligheid zou dus in het
kader van haar algemene
opdracht hebben gehandeld: men
heeft niet specifiek verzocht de
heer Kimyongür onder bewaking te
stellen.

03.12 Laurette Onkelinx, ministre: Allez au bout de cette logique: la

Sûreté de l'État surveille et ...? Je ne comprends pas très bien le sens
de votre question, même si je vois bien que M. Van Parys insiste.

03.12 Minister Laurette

Onkelinx: Wat is nu precies uw
vraag? Ik merk dat de heer Van
Parys blijft aandringen.

03.13 Melchior Wathelet (cdH): Je voudrais connaître la raison pour

laquelle cette personne faisait l'objet d'une surveillance spécifique.
Elle avait été laissée en liberté mais on lui applique le même
traitement qu'à Mme Erdal en la mettant sous surveillance. Quelle en
est la raison?

03.13 Melchior Wathelet (cdH):

Waarom stond de heer Kimyongür
onder een specifiek toezicht? Na
zijn invrijheidsstelling wordt hij op
dezelfde manier behandeld als
mevrouw Erdal.

03.14 Laurette Onkelinx, ministre: Excusez-moi mais vous vous

trompez! Je comprends mieux votre question: vous voulez dire que la
Sûreté de l'État n'aurait pas dû surveiller M. Kimyongür.

03.14 Minister Laurette

Onkelinx: U geeft eigenlijk te
verstaan dat de Staatsveiligheid
de heer Kimyongür niet had
moeten bewaken.

03.15 Melchior Wathelet (cdH): Je vous demande les raisons de

cette surveillance.

03.15 Melchior Wathelet (cdH):

Ik vraag u waarom hij onder
toezicht werd gesteld.

La présidente: Ce point devrait faire l'objet d'une autre question.

03.16 Melchior Wathelet (cdH): Il faisait partie de ma question.

09/05/2006

CRIV 51

COM 954

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

03.17 Laurette Onkelinx, ministre: Cette question est étonnante: je

vais essayer d'y répondre malgré tout.

Pour ce qui est de Mme Erdal, on en a parlé à souhait. Il existe des
rapports complets des Comités R et P. Je sais qu'on peut avoir envie
d'en parler encore pour faire la une des médias. Soyons clairs: la
Sûreté de l'État travaillait alors dans le cadre d'une réquisition du
ministre de l'Intérieur. Ce n'est pas le cas ici, évidemment! Il s'agit
d'un ressortissant belge, avec une différence de statut fondamentale.
D'un côté, nous avons une personne non belge dans une situation
particulière. D'un autre côté, nous avons un ressortissant belge. Il n'y
a pas de réquisition particulière du ministre de l'Intérieur. Par contre,
dans le cadre de sa mission générale de récolte de renseignements,
la Sûreté de l'État récoltait des informations sur cet individu.

03.17 Minister Laurette

Onkelinx: Uw vraag verrast me. In
het geval van mevrouw Erdal, een
buitenlandse die zich in een
bijzondere situatie bevond, is de
Staatsveiligheid opgetreden op
verzoek van de minister van
Binnenlandse Zaken. In het geval
van de heer Kimyongür die Belg is,
heeft de minister van
Binnenlandse Zaken geen
bijzonder verzoek ingediend, maar
heeft de Staatsveiligheid in het
kader van

haar algemene

opdracht inlichtingen over die
persoon ingewonnen.

03.18 Melchior Wathelet (cdH): J'imagine qu'il y avait une

justification pour qu'on demande à la Sûreté de récolter des
informations et d'effectuer une surveillance particulière de M.
Kimyongür. C'est ce que je demandais!

03.18 Melchior Wathelet (cdH):

Ik vermoed dat er een reden was
om aan de Staatsveiligheid te
vragen de heer Kimyongür extra in
het oog te houden.

03.19 Laurette Onkelinx, ministre: C'est d'ailleurs ce que je vous ai

répondu, à savoir que la Sûreté de l'État est un service de
renseignements qui récolte des informations relatives à des
groupements qui pourraient présenter une menace pour la sécurité
intérieure ou extérieure de l'État. Etant donné que le tribunal
correctionnel avait rendu son jugement, il était naturel que la Sûreté
de l'État fasse son boulot.

Cela étant dit, je rappelle que la décision de laisser M. Kimyongür en
liberté était une décision du tribunal correctionnel alors que le parquet
fédéral avait demandé son arrestation.

03.19

Minister

Laurette

Onkelinx: De Staatsveiligheid
verzamelt informatie over
groeperingen die de veiligheid van
de Staat in het gedrang zouden
kunnen brengen. De correctionele
rechtbank besliste om de heer
Kimyongür vrij te laten maar het
federaal parket eiste zijn
aanhouding.

03.20 Melchior Wathelet (cdH): Je n'ai absolument pas remis cela

en question!

Je voulais également vous questionner sur le mandat d'arrêt
international turc.

Je me demandais si Mme Erdal faisait aussi l'objet de ce mandat
international turc qui peut justifier, en Hollande, l'arrestation d'un
ressortissant belge qui est un ressortissant étranger sur le territoire
hollandais. J'aurais voulu savoir si ce mandat international turc
pouvait justifier, en Belgique, l'arrestation d'une ressortissante
étrangère sur le territoire belge.

03.20 Melchior Wathelet (cdH):

Kon het Turks internationaal bevel
waarmee men de aanhouding in
Nederland van een Belg - dus van
een niet-Nederlander

kan

rechtvaardigen, ook de
aanhouding in België van een
vreemdeling op ons grondgebied
rechtvaardigen?

03.21 Laurette Onkelinx, ministre: C'est aberrant que vous me

posiez cette question! C'est inouï! On en a parlé en long, en large et
en carré en expliquant pourquoi elle avait été détenue, pourquoi elle
avait été assignée à résidence, comment on avait travaillé, la réflexion
sur les extraditions, ...

03.21

Minister

Laurette

Onkelinx: Ik ga hier niet alles
herhalen wat reeds over de zaak
Erdal is gezegd! Deze vraag,
waarop men al zeer uitgebreid
heeft geantwoord, is te gek!

03.22 Melchior Wathelet (cdH): Il s'agit de procédures belges!

03.23 Laurette Onkelinx, ministre: Sur la base d'une demande

CRIV 51

COM 954

09/05/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

d'extradition de qui, croyez-vous?

Madame la présidente, je ne veux pas reparler du dossier Erdal.
D'autres questions ont déjà été posées et "vidées" si je puis
m'exprimer ainsi par des explications complètes en commission.

03.24 Melchior Wathelet (cdH): Madame la ministre, si j'ai posé

cette question...

03.25 Laurette Onkelinx, ministre: Madame la présidente, à l'ordre

du jour n'apparaissent pas les mêmes questions qui ont déjà été
posées. Si je dois y répondre, je vais rechercher mon dossier et je
vous donnerai les mêmes réponses que j'avais déjà données! Cette
attitude est incroyable!

03.26 Melchior Wathelet (cdH): La raison pour laquelle Mme Erdal

était en détention préventive est purement une question de procédure
belge. Je ne savais pas qu'elle l'était sur la base d'un mandat
international. Il y a donc un nouvel élément!

03.26 Melchior Wathelet (cdH):

De reden voor de voorlopige
hechtenis van mevrouw Erdal had
enkel te maken met de Belgische
procedure. Ik wist niet dat het om
een internationaal bevel ging. Er is
dus een nieuw element.

03.27 Laurette Onkelinx, ministre: Il n'y a aucun élément neuf!

03.27

Minister

Laurette

Onkelinx: Er is geen enkel nieuw
element.

03.28 Melchior Wathelet (cdH): Bien sûr que si. En tout cas, je ne

savais pas qu'elle l'était sur la base d'un mandat international turc.

03.28 Melchior Wathelet (cdH):

Toch wel. Ik wist niet dat ze op
basis van een internationaal Turks
bevel in voorlopige hechtenis was.

La présidente: Monsieur Wathelet, si vous voulez d'autres
renseignements, vous poserez une autre question!

De voorzitter: Indien de heer
Wathelet andere inlichtingen
wenst moet hij een nieuwe vraag
indienen.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

04 Questions jointes de

- M. Denis Ducarme à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la situation des ministres
du culte musulman en Belgique" (n° 11591)
- M. Denis Ducarme à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les mesures annoncées à
la suite des dysfonctionnements relatifs au séjour et aux activités de l'imam Abdelkader Bouziane
dans notre pays" (n° 11592)

04 Samengevoegde vragen van

- de heer Denis Ducarme aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de situatie van de
bedienaars van de islamitische eredienst in België" (nr. 11591)
- de heer Denis Ducarme aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de maatregelen
aangekondigd als gevolg van de disfuncties met betrekking tot het verblijf en de activiteiten van imam
Abdelkader Bouziane in ons land" (nr. 11592)

04.01 Denis Ducarme (MR): Madame la présidente, madame la

ministre, la semaine dernière, j'avais déposé une question d'actualité
à votre intention. Vous n'aviez pas souhaité y répondre et le président
de la Chambre et moi-même l'avons regretté.

04.01 Denis Ducarme (MR): Zo'n

twee weken geleden stelde men
vast dat de vroegere imam van
Vénissieux, de heer Abdelkader
Bouziane, illegaal op het Belgische

09/05/2006

CRIV 51

COM 954

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Environ dix jours après votre intervention sur la chaîne de télévision
RTL concernant le dossier Bouziane, je reviens sur le sujet. Il y a une
quinzaine de jours, j'avais pu déplorer la présence, sur le territoire
belge et en situation irrégulière, de M. Abdelkader Bouziane, mieux
connu sous le dénominatif d'imam de Vénissieux.

Celui-ci a pu officier au titre d'imam au sein d'une mosquée de la
région de Charleroi, plus précisément à Farciennes. Il s'agit d'une
situation déplorable dans le sens où cet imam était en situation
irrégulière. C'est inacceptable lorsque l'on sait que l'imam algérien
avait été expulsé de France pour ses propos portant atteinte aux
droits de la femme et appelant à la violence contre celle-ci, et que des
liens avec un réseau djihadiste avaient été établis par les
renseignements généraux français.

En outre, selon la chaîne de télévision RTBF, l'imam Bouziane, après
un bref passage en Algérie, serait revenu fin février sur le territoire
belge par Zaventem, alors qu'un avis de recherche avait été délivré
par la France à son encontre dans toute la zone Schengen. Madame
la ministre, vous aurez certainement quelques informations
supplémentaires à communiquer à la Chambre à ce propos.

Vous savez comme moi que la reconnaissance et le financement des
organes du culte musulman, allant dans le sens de l'aboutissement
d'un trop long processus engagé en 1974, sont également étroitement
liés à la capacité donnée aux représentants du culte de s'organiser,
en ce compris pour ce qui touche au contrôle de leurs propres
organes. Ce processus est urgent pour ce qui concerne la
reconnaissance des imams et vous aurez l'occasion de l'établir au
titre de ministre responsable en matière de culte.

Dans ce sens, madame la ministre, permettez-moi de revenir sur une
déclaration que vous aviez faite au journal "Le Vif-l'Express". Lors de
celle-ci, vous disiez que nous pourrions nommer des imams dès
demain mais qu'il fallait d'abord que les Régions reconnaissent les
mosquées avant que l'exécutif puisse désigner les imams qui seront
rémunérés par l'État. A l'époque, vous nous aviez dit: "la Flandre est
prête, Bruxelles presque et la Wallonie accélère le mouvement."

Vous vous souviendrez que vos propos remontent à janvier 2005 et
que la loi-programme de décembre 2004 prévoyait la reconnaissance
et un financement des organes du culte musulman pour 2005.

Pourriez-vous faire le point sur ces retards, sur l'évolution du dossier
au sein des exécutifs flamand, bruxellois et wallon, mais également
au sein de votre département?

Pourriez-vous, en outre, informer la Chambre des dispositions que, ce
dimanche 30 avril, vous avez indiqué avoir prises, en réunissant le
Comité du renseignement et de la sécurité, afin d'établir, dans le
cadre des difficultés rencontrées dans l'affaire Bouziane, un "cas
d'école" pour vous citer et faire le jour sur les responsabilités et
dysfonctionnements survenus dans ce dossier?

Pourriez-vous préciser, outre les dispositions en question, la nature
des dysfonctionnements constatés?

Après vous avoir entendue à ce propos, peut-être aurai-je l'occasion

grondgebied verblijft en voorgaat
in de eredienst in een moskee in
Farciennes. Die imam werd door
Frankrijk uitgewezen wegens
uitspraken waarmee hij afbreuk
deed aan de vrouwenrechten en
wegens zijn banden met een jihad-
netwerk. Volgens de RTBF zou hij
ons land binnengekomen zijn via
Zaventem hoewel Frankrijk in de
Schengenzone een opsporings-
bericht had verspreid.

De erkenning en de financiering
van de organen van de
islamitische eredienst van ons
land hangen samen met
mogelijkheid die de
vertegenwoordigers van die
eredienst geboden wordt om zich
te organiseren en hun eigen
organen te controleren.

U verklaarde aan "Le
Vif/L'Express" dat, vooraleer de
executieve de imams kan
aanwijzen die door de Staat zullen
worden bezoldigd, de Gewesten
eerst de moskeeën moeten
erkennen. U zei bij die
gelegenheid dat Vlaanderen klaar
was, Brussel zo goed als en dat
Wallonië een tandje bijstak.

Uw verklaringen dateren van
januari 2005. De programmawet
van december 2004 voorzag in
een erkenning en financiering van
de organen van de islamitische
eredienst voor 2005.

Hoe zit het met die vertraging en
met de evolutie van het dossier bij
de gewestregeringen en in uw
departement? Welke maatregelen
heeft u getroffen om de
verantwoordelijkheden en
disfuncties in dat dossier bloot te
leggen?

Na uw uitleg te hebben gehoord,
zou ik nog een en ander willen
zeggen over een
gemeenschappelijk voorstel van
de Moslimexecutieve en mijzelf
met betrekking tot de telling van
de imams in ons land.

CRIV 51

COM 954

09/05/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

de m'exprimer rapidement sur une proposition commune que
l'Exécutif musulman de Belgique et moi-même souhaitons vous
soumettre en matière de recensement des imams en exercice sur le
territoire national.

04.02 Laurette Onkelinx, ministre: Madame la présidente, cher

collègue, j'ai été, comme vous, interpellée par la présence
d'Abdelkader Bouziane sur le territoire belge à un moment donné,
alors que cet imam a fait l'objet d'une mesure d'expulsion décidée par
la France. Dès lors que cette personne était en séjour irrégulier sur le
territoire belge, il a été décidé de lui décerner un ordre de quitter le
territoire, l'Office des étrangers étant chargé de cette mesure.

Cela étant dit, je n'ai aucune compétence en la matière. C'est la
raison pour laquelle je vous ai toujours dit que pour cette mesure
précise, il vous appartient d'interroger le ministre de l'Intérieur qui a la
tutelle sur l'Office des étrangers. Je veux bien prendre toutes les
compétences, vous m'y incitez souvent, mais alors il faudrait
également que j'aie toutes les prérogatives liées au mandat de
ministre de l'Intérieur. Vous m'avez déjà interrogée en séance
plénière de la Chambre et je vous ai dit que cela n'était pas dans mes
compétences. Vous revenez à la charge en commission de la Justice,
mais je n'ai pas eu, entre-temps, la tutelle sur l'Office des étrangers.

Cette mise au point nécessaire étant faite, comme j'ai été interpellée,
comme vous, par cette présence et parce que je pense qu'il est
extrêmement important d'empêcher la présence sur le territoire belge
de personnes qui incitent à la haine et à la violence, j'ai effectivement
pris l'initiative de demander au Comité du renseignement et de la
sécurité de faire un cas d'école sur cette personne précisément. Cela
veut dire que j'ai demandé que tous les services, quels qu'ils soient,
qui forment le Comité du renseignement et de la sécurité examinent
comment il se fait que cette personne ait pu venir en Belgique, ait pu
faire des prêches d'incitation à la haine et à la violence et qu'elle ait
pu partir à l'étranger et revenir en Belgique sans problème. Je pense
que nous avons le droit et le devoir de savoir exactement ce qui s'est
passé concernant cette personne pour mieux comprendre ce qui n'a
pas fonctionné et prendre les devants, éventuellement des réformes,
pour que cela ne puisse plus se produire. Je trouve cela
insupportable.

Pour le reste, vous savez que le Comité du renseignement et de la
sécurité travaille sur un plan d'action "radicalisme", que j'appuie. Ce
plan comprend un volet relatif aux centres de propagande et aux
prédicateurs. Il s'agit de sensibiliser les différents services de sécurité
et d'intensifier leur collaboration en ce domaine. Ce plan comprend à
la fois des actions préventives et répressives, dès lors que certains ne
respecteraient pas nos valeurs fondamentales et, plus généralement,
notre Etat de droit en prônant des discours de haine, de violence ainsi
qu'en tenant des propos racistes, xénophobes ou antisémites.

En tant que ministre ayant la tutelle sur les Cultes, je souhaite vous
exposer le cadre juridique dans lequel je suis amenée à exercer mes
compétences. Selon l'article 21 de la Constitution, l'État n'a le droit
d'intervenir ni dans la nomination ni dans l'installation d'un ministre
d'un culte. La nomination des imams relève de la compétence
exclusive de l'Exécutif des musulmans de Belgique. Le ministre de la
Justice ne peut intervenir en aucun cas dans ce processus de

04.02

Minister

Laurette

Onkelinx: Toen Abdelkader
Bouziane illegaal in ons land
verbleef, kreeg hij het bevel om
het grondgebied te verlaten. Dit
gezegd zijnde, ben ik ter zake
geenszins bevoegd. In de plenaire
vergadering hebt u me reeds over
dit onderwerp ondervraagd, maar
ondertussen ben ik niet bevoegd
geworden voor de Dienst
Vreemdelingenzaken!

Hoe het ook zij, ik heb het Comité
voor Inlichting en Veiligheid gelast
na te gaan hoe die persoon ons
land is kunnen binnenkomen, hoe
hij in zijn preken tot haat en
geweld heeft kunnen aanzetten,
naar het buitenland is kunnen
vertrekken en zonder probleem
naar België is kunnen terugkeren.
We moeten trachten te begrijpen
wat er fout is gegaan en nu
maatregelen nemen opdat
dergelijke toestanden zich in de
toekomst niet meer

zouden

voordoen.

Daarnaast werkt het Comité voor
Inlichting en Veiligheid aan een
actieplan tegen het radicalisme,
dat een hoofdstuk bevat over
propagandacentra en predikers.
Het komt erop aan de diverse
veiligheidsdiensten van de
problematiek bewust te maken en
hun samenwerking te versterken.
Het plan omvat zowel preventieve
als repressieve maatregelen.

De benoeming van de imams
behoort uitsluitend tot de
bevoegdheid van de Belgische
Moslimexecutieve. De minister van
Justitie mag zich geenszins in de
benoemingsprocedure mengen.

De Gewesten moeten de
moskeeën op hun grondgebied
erkennen. Vervolgens dient de
minister van Justitie voor elke
moskee de personeelsformatie in

09/05/2006

CRIV 51

COM 954

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

nomination.

La procédure se déroule comme suit. Dans un premier temps, les
Régions doivent procéder à la reconnaissance des mosquées sur leur
territoire. Il s'agit d'un préalable indispensable pour que le ministère
de la Justice puisse prendre en charge le traitement de ces imams.
Ensuite, le ministre de la Justice est compétent pour fixer un cadre
organique pour chaque mosquée à raison du nombre de fidèles
attachés à cette mosquée. Ce cadre organique fixe uniquement le
nombre de places à pourvoir: en aucun cas le nom exact des
personnes concernées n'est porté à la connaissance du ministre de la
justice. Enfin, la nomination des imams est une compétence exclusive
de l'Exécutif des musulmans de Belgique. Celui-ci doit informer
l'administration des Cultes de ces nominations pour que les dossiers
administratifs de ces imams puissent être constitués en vue du
paiement de leurs traitements.

La reconnaissance des mosquées sur proposition de l'Exécutif des
musulmans de Belgique est donc une compétence régionale qui
laisse toutefois aux responsables de ces mosquées le choix de
demander ou non une telle reconnaissance. S'il n'y a pas de
reconnaissance, cela signifie que ces mosquées et ces imams ne
sont pas pris en charge financièrement par les pouvoirs publics
compétents.

Pour ce qui concerne les conditions de séjour de ces imams sur notre
territoire, je vous invite à interroger mon collègue. Je ne suis en effet
pas compétente en la matière.

Cela dit, je voudrais en venir à votre idée de recenser les imams sur
notre territoire. Les imams qui sont reconnus comme ministres du
culte sur présentation de l'Exécutif des musulmans, comme tous les
ministres du culte de quelque religion que ce soit, même de la
communauté philosophique non confessionnelle, sont connus
puisqu'on paie leur traitement. Il n'y a pas de discrimination entre eux.
Nous possédons une liste de chacun de ces ministres du culte.

Par contre, si la proposition que vous faites, même si elle est
partagée par l'Exécutif des musulmans, est de ficher les imams qui ne
sont pas reconnus comme ministres du culte et de ficher uniquement
les imams, cette volonté serait fondamentalement discriminatoire et
contraire à nos principes constitutionnels. La liberté de religion
suppose notamment une non-immixtion de l'État dans l'organisation
interne des cultes. Seuls ceux-ci peuvent décider de la manière dont
ils procèdent au choix de leurs ministres du culte en fonction des
exigences liées à leur propre culte.

Vous l'aurez compris, autant je ne peux accepter des prêches de
haine, de violence, autant j'ai rappelé notamment au Collège des
procureurs généraux que notre Code pénal contient un article visant à
empêcher de tels prêches dans des lieux de culte, autant je ne me
lancerai pas dans un processus de fichage systématique des imams.
D'abord, ce serait discriminatoire par rapport aux ministres des autres
cultes. Par ailleurs, épingler en quelque sorte cette étoile jaune sur
ces imams serait contraire à nos principes constitutionnels.

functie van het aantal eraan
verbonden gelovigen vast te
stellen. Tot slot mag enkel de
Belgische Moslimexecutieve de
imams benoemen. Ze moet de
benoeming ter kennis brengen van
het bestuur der Erediensten dat de
wedden van die imams uitbetaalt.

Indien de gewestelijke overheid
een moskee niet erkent, worden
die moskeeën en imams niet door
de bevoegde overheid betaald.

Over de voorwaarden voor een
verblijfsrecht op Belgisch
grondgebied voor die imams
ondervraagt u best mijn collega
van Binnenlandse Zaken.

Wat uw suggestie om een lijst aan
te leggen van de imams betreft,
kan ik u zeggen dat de imams die
erkend zijn als bedienaar van de
eredienst, net als alle bedienaars
van de eredienst, ongeacht de
godsdienst, zelfs die van de niet-
confessionele levensbeschouwe-
lijke gemeenschap, bekend zijn,
aangezien wij hun wedde
uitbetalen.

Het voorstel om alleen de imams
die niet erkend zijn als bedienaar
van de eredienst te registreren zou
fundamenteel discriminatoir zijn
ten aanzien van de bedienaars
van de andere erediensten en
haaks staan op onze
grondwettelijke principes.

04.03 Denis Ducarme(MR): Madame la ministre, je vous remercie

pour votre réponse. J'y apporterai cependant quelques petites mises

04.03 Denis Ducarme (MR): Ik

vroeg u tevens naar de evolutie

CRIV 51

COM 954

09/05/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

au point. Je reprendrai les éléments de la question que j'ai soumise.
D'une part, je vous demandais de faire le point sur l'évolution du
dossier concernant la reconnaissance des organes du culte au sein
des exécutifs flamand, bruxellois et wallon, mais également au sein
de votre département, car cette matière vous concerne.

J'en arrive aux déclarations que vous avez faites, il y a 10 jours, à la
télévision.

À cette occasion, vous indiquiez que vous réunissiez un Comité du
renseignement et de la sécurité dans le cadre du dossier Bouziane.
C'est là une preuve que vous êtes compétente en la matière.

Aujourd'hui, je vous ai démandé - c'était le deuxième point de ma
question - (...)

van de situatie met betrekking tot
de erkenning van de organen van
de eredienst bij uw departement.

Tien dagen geleden verklaarde u
op de televisie dat u in het kader
van het dossier-Bouziane het
ministerieel comité voor inlichting
en veiligheid zou bijeenroepen,
wat bewijst dat u wel degelijk
bevoegd bent.

04.04 Laurette Onkelinx, ministre (...), mais dans le cadre de mes

compétences.

04.04 Minister

Laurette

Onkelinx: Ik heb met dit dossier te
maken, in het raam van mijn
bevoegdheden.

04.05 Denis Ducarme (MR): Vous vous sentez concernée lorsque

vous êtes à la télé (...)

04.06 Laurette Onkelinx, ministre: Je viens de vous répondre!

04.07 Denis Ducarme (MR): Madame la ministre, rien dans les

questions que je vous ai posées aujourd'hui ne relève de la
compétence d'un de vos collègues.

04.07 Denis Ducarme (MR):

Niets in de vragen die ik u
vandaag heb gesteld, valt onder
de bevoegdheid van een van uw
collega's.

04.08 Laurette Onkelinx, ministre: Mais si! Monsieur Ducarme, vous

devez savoir que je ne peux vous répondre concernant les situations
irrégulières, le travail de l'Office des étrangers, etc. Ces matières ne
font pas partie de mes compétences.

04.08

Minister Laurette

Onkelinx: Toch wel! Ik kan niet
antwoorden op vragen betreffende
het illegale verblijf, het werk van
de Dienst Vreemdelingenzaken,
enz.

04.09 Denis Ducarme (MR): Madame la ministre, il n'est nullement

question de ces aspects dans les questions que je vous ai posées.
Peut-être faudrait-il que vous écoutiez bien les questions que l'on
vous pose et vous constateriez que la question que je vous ai posée
n'aborde pas de points ne relevant pas de vos compétences.

Par ailleurs, vous avez rappelé qu'il fallait faire une distinction entre
les compétences régionales et fédérales. Nous sommes bien
évidemment au courant de cet état de fait.

Si j'ai rencontré l'Exécutif des musulmans de Belgique, vendredi, c'est
parce qu'une solution doit absolument être trouvée. Dans l'intérêt de
la communauté musulmane de ce pays, nous devons absolument
éviter d'être à nouveau confrontés à une nouvelle affaire Bouziane.
Cela serait très mauvais pour les musulmans et pour la paix entre les
différentes communautés.

Vous avez dit que je souhaiterais apposer une étoile jaune sur les
imams. Ces mots me semblent tout à fait excessifs et hors de propos.

04.09 Denis Ducarme (MR):

Daarover heb ik het helemaal niet
in mijn vragen.

Ik had vrijdag een ontmoeting met
de Moslimexecutieve van België,
omdat absoluut een oplossing
moet worden gevonden. We
moeten kost wat kost vermijden
dat dergelijke feiten zich herhalen.
Dat zou immers erg negatief zijn
voor de moslims en voor de vrede
tussen de verschillende
gemeenschappen.

De Moslimexecutieve van België is
bereid een lijst van de imams op te
stellen en misschien zelfs van
alle bedienaars van de eredienst,

09/05/2006

CRIV 51

COM 954

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

J'ai demandé à l'Exécutif des musulmans de Belgique s'il serait prêt à
imaginer un recensement des imams et peut-être même de
l'ensemble des ministres du culte, pour ne pas faire de discrimination.
Il m'a répondu positivement tout en me faisant remarquer qu'il ne
pouvait pas l'organiser seul car il n'avait pas l'autorité nécessaire. De
plus, il arrive souvent que les demandes d'informations envoyées
dans les mosquées demeurent lettre morte. Autrement dit, l'Exécutif
des musulmans n'arrive pas à obtenir des informations concernant les
imams dans les mosquées.

Madame la ministre, si vous avez lu les déclarations du président de
l'Exécutif des musulmans dans la presse, vous savez que celui-ci est
prêt à soutenir l'idée d'un recensement des imams de ce pays. C'est
lui qui le dit, ce n'est pas moi!

Par rapport à cela, un député qui essaie de réaliser son travail dans
un tel dossier dispose de deux solutions.

Sans doute, avez-vous pu constater que le chiffre que j'avançais de
15% d'imams en situation irrégulière n'avait été contesté par
personne. Ni même par l'Exécutif des musulmans de Belgique: en
effet, ce chiffre a pour source l'assemblée constituante des
musulmans de Belgique.

Le député a donc deux solutions possibles: soit demander au ministre
de l'Intérieur d'agir en tant que police et de faire la chasse aux
radicaux, soit proposer à la ministre des Cultes une coopération avec
l'Exécutif des musulmans de Belgique, prêt à travailler à un
recensement des imams. Celui-ci admet qu'il n'y a aucun contrôle de
ces imams, que 15% sont en situation irrégulière et que cette situation
ne sert pas la cause de la communauté musulmane.

Dès lors, il convient d'aider cette communauté à organiser son culte.
Pour cela, il faut nécessairement que l'État mette la main au dossier.
C'est aussi simple que cela!

Madame la ministre, puisque vous ne voulez pas aider la
communauté musulmane, dans ce dossier, à recenser ses imams,
nous nous verrons alors forcés de faire la police. Vous en porterez
une certaine responsabilité vis-à-vis de la communauté musulmane.

Pour le reste, j'espère que vous aurez l'occasion de lire la proposition
de résolution que le groupe MR et moi-même déposons. Cette
proposition reprend des éléments tels que le contrôle de la littérature
islamiste diffusée sur le territoire belge, mais aussi la nécessité de
préciser notre législation quant à l'éventuelle expulsion d'extrémistes
religieux radicaux. Cette proposition a été déposée également avec
l'aval de l'Exécutif des musulmans de Belgique.

zodat er geen discriminatie is
maar wijst er wel op dat ze dat niet
alleen kan omdat ze daartoe niet
bevoegd is.

Een kamerlid dat zich in dergelijk
dossier van zijn taak wil kwijten,
heeft twee opties: hetzij de
minister van Binnenlandse Zaken
verzoeken om zijn politionele
bevoegdheid op te nemen en jacht
te maken op de radicalen, hetzij
de minister bevoegd voor de
erediensten voorstellen om samen
te werken met de Belgische
Moslimexecutieve, die bereid is
om de aanwezigheid van imams in
ons land in kaart te brengen.

Vermits u niet bereid bent om de
moslimgemeenschap daarin bij te
staan, kunnen we niet anders dan
voor de hardere aanpak opteren.
U begrijpt dat de
moslimgemeenschap u daarvoor
ten dele verantwoordelijk zal
stellen.

Voor het overige hoop ik dat u de
mogelijkheid zal hebben om het
voorstel van resolutie door te
nemen dat ik samen met de MR-
fractie heb ingediend. Het kan
rekenen op de goedkeuring van de
Belgische Moslimexecutieve en
omvat een aantal elementen
waaronder het toezicht op de
islamitische literatuur die in België
wordt verspreid en de noodzaak
om de Belgische wetgeving te
verduidelijken wat de mogelijke
uitwijzing van religieuze
extremisten betreft.

04.10 Laurette Onkelinx, ministre: Madame la présidente, monsieur

Ducarme, je ne dis pas que je ne veux pas ou que je veux bien, mais
je dis que c'est contraire à nos principes constitutionnels. Maintenant,
si l'Exécutif veut recenser, c'est son choix.

04.10

Minister

Laurette

Onkelinx: Het is geen kwestie van
willen of niet willen, ik zeg gewoon
dat dit tegen onze grondwettelijke
beginselen indruist.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

CRIV 51

COM 954

09/05/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

05 Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het

bewijs van goed gedrag en zeden" (nr. 11349)

05 Question de Mme Hilde Claes à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le certificat

de bonnes vie et moeurs" (n° 11349)

05.01 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de

minister, ik wil vandaag even terugkomen op de problematiek van het
bewijs van goed gedrag en zeden.

Mevrouw de minister, ik stelde u daarover tijdens het vorige,
parlementair jaar reeds een vraag. Het bewuste attest vormt immers
dikwijls voor een aantal mensen, vooral ouderen en zwakkeren, een
struikelblok in hun zoektocht naar een job.

In uw antwoord van 2005 onderschreef u de problematiek. U verwees
ook naar het regeerakkoord, dat uitdrukkelijk de afschaffing van het
bewijs van goed gedrag en zeden vooropstelt en het wil vervangen
door een uittreksel uit het strafregister. U stelde bovendien
uitdrukkelijk dat u een actieplan hebt om dat alles te realiseren. Dat
actieplan omvatte bijvoorbeeld de bijwerking van het centrale
strafregister door aanpassing van de informatica, het verbinden van
de gemeenten met het centrale strafregister en automatische
bevoorrading van de griffies van de strafrechtbanken, maar ook de
goedkeuring van een koninklijk besluit dat toegang tot een centraal
strafregister regelt voor de openbare besturen.

Los daarvan kondigde u ook nog andere initiatieven aan, die zouden
moeten bijdragen tot de sociale reclassering van een veroordeelde.
Daartoe zou u al een voorontwerp van wet hebben vastgelegd dat de
regels inzake het uitwissen van een veroordeling en het herstel in eer
en rechten wijzigt.

Omtrent laatstgenoemd voorontwerp zag ik eind april 2006 een
uitzending van Recht van antwoord, waarop een van uw
medewerksters aanwezig was. Zij stelde dat de ratio legis van het
ontwerp, de sociale reclassering van de veroordeelde, het uitwissen
van straffen was zoals dat vandaag eigenlijk al geldt en bestaat voor
politiestraffen. Als ik het goed heb begrepen, zou dat systeem worden
uitgebreid naar correctionele straffen.

Mevrouw de minister, daarom stel ik u de volgende vragen.

Ten eerste, wat is de stand van zaken inzake de optimalisatie van het
centrale strafregister en de vervanging van het bewijs van goed
gedrag en zeden door een uittreksel uit het strafregister?

Wat is de huidige stand van zaken van het actieplan dat ertoe strekt
het bewijs van goed gedrag en zeden af te schaffen?

Ten tweede, wat is uw timing voor het voorontwerp van wet dat de
regels inzake het uitwissen van de veroordeling en het herstel in eer
wijzigt?

Voor welke correctionele straffen wenst u de uitwissing mogelijk te
maken?

05.01 Hilde Claes (sp.a-spirit):

Lorsque j'ai interrogé la ministre
en 2005, elle avait répondu être
tout à fait d'accord avec le fait que
le certificat de bonnes vie et
moeurs constituait une pierre
d'achoppement pour les
personnes âgées et les personnes
défavorisées à la recherche d'un
emploi. L'accord gouvernemental
mentionne que ce certificat doit
être supprimé et remplacé par un
extrait du casier judiciaire. La
ministre a déclaré avoir l'intention
de modifier le casier judiciaire par
le biais d'adaptations
informatiques pour qu'il soit
automatiquement communiqué
aux greffes des tribunaux et
connecté aux communes.

Indépendamment de ce point, un
avant-projet modifiant les règles
d'effacement des condamnations
et de réhabilitation est également
annoncé. Dans "Recht van
antwoord" de fin avril 2006, une
collaboratrice de la ministre a
déclaré que le système qui existe
déjà aujourd'hui pour les peines de
police serait étendu aux peines
correctionnelles.

Où en est-on en ce qui concerne
le remplacement du certificat de
bonnes vie et moeurs et le plan
d'action prévu en la matière? Quel
est le calendrier de cet avant-
projet de loi? Quelles peines
correctionnelles prévoit-on de
pouvoir effacer?

05.02 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw de voorzitter, in nauw 05.02

Laurette Onkelinx,

09/05/2006

CRIV 51

COM 954

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

overleg tussen de beleidscellen van Binnenlandse Zaken,
Administratieve Vereenvoudiging en Justitie, de dienst voor
Administratieve Vereenvoudiging en de FOD Binnenlandse Zaken en
Justitie wordt hard gewerkt aan wat bepaald werd in het
regeerakkoord, namelijk dat het bewijs van goed gedrag en zeden zal
verdwijnen en zal worden vervangen door een raadpleging van het
centraal strafregister met waarborgen voor privacy.

De uiteindelijke bedoeling is dat na de volledige informatisering van
het centraal strafregister en de realisatie van een rechtstreekse
lijnverbinding tussen het centraal strafregister en de 589 Belgische
gemeenten ieder gemeentebestuur onmiddellijk uittreksels uit het
centraal strafregister zou kunnen afleveren, zodat de gemeentelijke
strafregisters en het getuigschrift van goed gedrag en zeden zouden
kunnen worden afgeschaft.

Zoals reeds vroeger gezegd, is de vervanging van het bewijs van
goed gedrag en zeden gelinkt aan het Phenix-project, waardoor het
centraal strafregister rechtstreeks door de griffies zal kunnen worden
bevoorraad. De nodige informatieverwerkingen ter zake zijn volop
bezig. De gemeenten zullen toegang krijgen tot het centraal
strafregister via het rijksregister van natuurlijke personen. De nodige
aansluitingen om de raadplegingen mogelijk te maken, zijn eveneens
volop bezig.

Wat ten slotte het KB betreft inzake de toegang voor bepaalde
openbare besturen tot het centraal strafregister, wordt het advies van
de commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer
in de komende weken verwacht.

Aan het voorontwerp van wet betreffende de uitwissing van
veroordelingen en het herstel in eer en rechten wordt nog gewerkt.
Het ontwerp beoogt een aanzienlijke bijdrage te leveren aan het
sociale en professionele reclasseringsproces van degenen die ooit
een strafrechtelijke veroordeling hebben opgelopen, teneinde hun
meer kansen te bieden op tewerkstelling, waar het evenwicht tussen
de veiligheidsvereisten en de professionele reclassering centraal
staat.

Het wetsontwerp beoogt een uitbreiding van de automatische
uitwissing van veroordelingen en de voormelde uitbreiding tot
correctionele gevangenisstraffen wordt dermate geconcipieerd dat
rekening wordt gehouden met de ernst van het misdrijf, zodat de
termijn voor de uitwissing van veroordelingen zal verschillen
naargelang de zwaarte van de straf.

Welke correctionele straffen in aanmerking zullen komen, wordt nog
onderzocht.

ministre: Nous préparons
activement, en concertation avec
les différents départements
concernés, le remplacement du
certificat de bonnes vie et moeurs
par la consultation du Casier
judiciaire central, tout en
garantissant le respect de la vie
privée.

L'objectif est d'informatiser
complètement le Casier judiciaire
central et d'établir une liaison
directe avec toutes les communes
belges afin de leur permettre de
délivrer immédiatement des
extraits et de supprimer les casiers
judiciaires communaux.

Ce projet est lié au projet Phenix
qui vise à faire alimenter le Casier
judiciaire central directement par
les greffes. Les communes auront
accès au Casier judiciaire central
au moyen du Registre national.

L'avis de la Commission de la
protection de la vie privée
concernant l'arrêté royal relatif à
l'accès de certaines
administrations publiques au
Casier judiciaire central est
attendu dans les prochaines
semaines.

L'avant-projet de loi relatif à
l'effacement des condamnations et
à la réhabilitation est en cours
d'élaboration. Le projet a pour but
de contribuer au reclassement
social et professionnel des
personnes qui ont été
condamnées au pénal.

Lors de l'extension de l'effacement
automatique des condamnations à
des peines correctionnelles
d'emprisonnement, le délai de
l'effacement variera en fonction de
l'importance de la peine. Quant à
savoir quelles peines
correctionnelles entreront en ligne
de compte, ce point est encore à
l'examen.

05.03 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, ik dank u voor

uw antwoord, hoewel ik moet toegeven dat ik een klein beetje op mijn
honger blijf zitten.

05.03 Hilde Claes (sp.a-spirit):

J'avais espéré obtenir aujourd'hui
une réponse définitive à propos du

CRIV 51

COM 954

09/05/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Dat u aan het werken was aan de afschaffing van het bewijs van goed
gedrag en zeden, wist ik al. Ik had een beetje gehoopt om vandaag
uitsluitsel te krijgen over een definitieve timing, maar uit uw antwoord
maak ik op dat die er nog niet is: de voorbereidende werkzaamheden
zijn blijkbaar nog niet ver genoeg gevorderd om effectief over te gaan
tot de afschaffing van het bewijs van goed gedrag en zeden.

Niettemin wil ik wat mij betreft de oproep doen om er dringend
werk van te maken. Nogmaals: het is en blijft voor velen een
struikelblok in hun zoektocht naar tewerkstelling. Ik weet ook wel dat
we er moeten blijven naar streven om een duidelijk evenwicht te
vinden tussen enerzijds de veiligheid van de maatschappij en
anderzijds de reïntegratie in de maatschappij. Mijns inziens gaat het
hier echter toch om een vrij grote groep van mensen. Het zijn
uitgerekend de zwaksten die terzake toch wel enige verbetering
verdienen.

calendrier prévu pour la
suppression du certificat de
bonnes vie et moeurs mais la
préparation du projet ne semble
pas encore être à un stade assez
avancé.

Le certificat reste une entrave pour
de nombreuses personnes à la
recherche d'un emploi. Nous
devons évidemment trouver un
équilibre entre la sécurisation de la
société et la réintégration des
condamnés dans cette même
société mais la mesure touche
précisément les plus faibles.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

06 Questions jointes de

- M. Melchior Wathelet à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "l'important retard dans
l'encodage des condamnations prononcées par les tribunaux de police au casier judiciaire" (n° 11599)
- M. Claude Marinower à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le Casier judiciaire
central" (n° 11612)

06 Samengevoegde vragen van

- de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de aanzienlijke
vertraging bij het opnemen van de politieveroordelingen in het strafregister" (nr. 11599)
- de heer Claude Marinower aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het Centraal
Strafregister" (nr. 11612)

06.01 Melchior Wathelet (cdH): Madame la présidente, madame la

ministre, il nous revient que les services du Casier judiciaire auraient
accumulé un retard de quelque 500 jours dans l'encodage des
condamnations par les tribunaux de police. En effet, les extraits de
casier judiciaire délivrés en mai 2006 ne laisseraient ainsi apparaître
que des décisions existantes jusqu'au 1

janvier 2005. Un tel retard a

pour effet qu'à l'audience, on ne sait tout simplement pas de quelles
condamnations peut avoir été frappée la personne poursuivie dans
les autres arrondissements judiciaires. Si une personne a été
condamnée deux fois en 2005 pour conduite en état d'ivresse, cette
information ne figure pas dans le casier judiciaire. Si cette personne
passe maintenant en jugement, le juge ne dispose pas de cette
information pour adapter la peine et appliquer les aggravations ou le
volet récidive au dossier qu'il a à traiter.

Il en serait de même pour ce qui concerne les déchéances de permis
de conduire. Il n'existe pas, à l'heure actuelle, une information
actualisée au niveau national qui permet à tout moment de savoir si
quelqu'un est déchu du droit de conduire, à l'intérieur du territoire
belge, en fonction des juridictions qui traitent le dossier.

Il semble qu'une bonne politique criminelle suppose que les acteurs
de la Justice disposent de cette information fiable et actualisée sur les
antécédents des personnes poursuivies. Il en est ainsi de la lutte
contre la violence, le racket et la violence routière.

06.01 Melchior Wathelet (cdH):

De diensten van het Centraal
Strafregister zouden in totaal 500
dagen achterstand hebben bij de
codering van de door de
politierechtbanken uitgesproken
veroordelingen. Dergelijke
achterstand heeft tot gevolg dat
men tijdens de zitting niet op de
hoogte is van eventuele
veroordelingen die de gedaagde in
de overige gerechtelijke
arrondissementen heeft
opgelopen.

Een degelijk strafrechtelijk beleid
houdt in dat de actoren van Justitie
over betrouwbare en bijgewerkte
informatie betreffende de
voorgeschiedenis van de
gedaagde kunnen beschikken. Dat
geldt ook voor de strijd tegen
geweld, afpersing en
verkeersagressie.

Welke maatregelen overweegt u

09/05/2006

CRIV 51

COM 954

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Madame la ministre, on sait qu'un certain nombre de projets
concernant les dossiers électroniques ou l'informatisation des
services sont à l'étude ou vont arriver rapidement au Parlement. On
suppose que ces projets vont aider à actualiser et à accélérer la mise
à disposition de ces informations à destination des magistrats.

Quelles sont les mesures que vous entendez prendre pour résorber
ce retard et dans quel délai?
Confirmez-vous ce retard en matière d'enregistrement? Est-il
simplement limité aux tribunaux de police ou d'autres juridictions
connaissent-elles ce même type de problème?

om die achterstand weg te
werken? Binnen welke termijn
hoopt u dat te verwezenlijken?
Bevestigt u dat die achterstand
bestaat? Is hij beperkt tot de
politierechtbanken of kampen nog
andere rechtbanken met dit
probleem?

06.02 Claude Marinower (VLD): Mevrouw de voorzitter, ik zal wat

korter zijn aangezien veel van hetgeen de heer Wathelet heeft
vooropgesteld, ook mijn bekommernissen zijn.

Volgens de berichten waarover ik beschik, zou het Centraal
Strafregister een vertraging hebben opgelopen van maar liefst 500
dagen voor het coderen van de veroordelingen uitgesproken door de
politierechtbanken. Politierechtbanken hebben dus een verouderde
versie, die de situatie weergeeft zoals die was op 1 januari 2005.
Terecht wijst collega Wathelet erop dat ook eventuele recidivisten niet
als dusdanig geïdentificeerd worden, met alle schadelijke gevolgen
van dien.

Ik kom dan tot mijn vragen.

Kunt u deze berichten bevestigen? Is er inderdaad een achterstand
van 500 dagen? Hoeveel is de normale achterstand?

Zoals collega Wathelet heeft gevraagd, heeft dit enkel betrekking op
politierechtbanken? Wat is de achterstand van het Centraal
Strafregister bij de andere rechtbanken?

Klopt het dat de aanpassingen op het vlak van personeel en
informatisering nog niet werden uitgevoerd? Wat zijn daarvan de
oorzaken? Welke maatregelen voorziet u om deze situatie te
verhelpen? Wanneer zou deze situatie verholpen kunnen worden?

Wat zijn de verdere hervormingen die u met betrekking tot het
Centraal Strafregister op korte termijn nog zou willen doorvoeren?

06.02 Claude Marinower (VLD):

Le Casier judiciaire central aurait
accumulé un retard de cinq-cents
jours sur le plan de l'encodage des
condamnations par les tribunaux
de police. Les éventuels
récidivistes ne pourraient donc pas
être identifiés.

La ministre confirme-t-elle ces
communiqués? Quel est l'arriéré
normal? Quel est l'arriéré dans les
autres tribunaux? Est-il exact que
les aménagements sur le plan du
personnel et de l'informatisation
n'aient pas encore été réalisés?
Quelles sont les causes de ce
retard? Qu'adviendra-t-il? Quand
pourra-t-il être remédié à cette
situation? Quelles autres réformes
ayant trait au Casier judiciaire
central la ministre souhaiterait-elle
mener à bien?

06.03 Laurette Onkelinx, ministre: Comme le Casier judiciaire

central doit faire face à un accroissement régulier du nombre de
décisions qu'il doit enregistrer et à une complexité croissante de ces
décisions, il a dû établir un ordre des priorités dans l'enregistrement
de ces décisions: 1

) les arrêts des cours d'assises, 2

) les arrêts des

cours d'appel, 3

) les condamnations des tribunaux correctionnels et

) les condamnations des tribunaux de police.

Pour les cours d'assises, d'appel et les tribunaux correctionnels, les
condamnations et arrêts sont enregistrés dans un délai d'environ une
semaine après réception par le service du Casier judiciaire central
des documents transmis par le greffe des juridictions. Les
condamnations prononcées par les tribunaux de police sont
enregistrées après celles prononcées par les tribunaux correctionnels
et les arrêts des cours d'assises et d'appel. Parmi toutes ces
condamnations des tribunaux de police, celles qui comportent le

06.03 Minister Laurette

Onkelinx: Aangezien men bij het
centraal strafregister
geconfronteerd wordt met een
geregelde toename van het aantal
beslissingen en die beslissingen
almaar complexer worden, moest
er een volgorde van de prioriteiten
met betrekking tot de registratie
van die beslissingen worden
opgesteld: eerst de arresten van
de assisenhoven, dan de arresten
van de hoven van beroep, de
veroordelingen door de
correctionele rechtbanken en ten
slotte de veroordelingen door de

CRIV 51

COM 954

09/05/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

numéro du dossier au Casier judiciaire central sont enregistrées
prioritairement. Le délai d'enregistrement est d'un mois en moyenne
et non pas de 500 jours. Enfin, sont enregistrées les condamnations
prononcées par les tribunaux de police qui ne comportent pas de
numéro de Casier judiciaire central.

Même si le délai d'enregistrement est plus long pour les
condamnations prononcées par les tribunaux de police que pour les
condamnations plus graves, il faut rappeler que les parquets qui
doivent demander un extrait du casier judiciaire central à la création
d'un dossier pénal doivent aussi demander à la commune du prévenu
un bulletin de renseignement le concernant, document qui contient
des informations d'ordre civil (fiche du registre national) et d'ordre
pénal (extrait du casier judiciaire communal qui contient les
informations tenues par le Casier judiciaire central mais uniquement
pour les personnes domiciliées ou résidant dans la commune). Le
parquet et les juges ont dès lors connaissance de toutes les
condamnations de police prononcées à charge de la personne par le
biais de l'extrait du casier judiciaire central ou par le biais du bulletin
de renseignement.

Pour en revenir à la deuxième question de M. Wathelet, il n'est donc
pas question de retards mais de délais qui varient en fonction de la
gravité des condamnations. À l'avenir, le système prévu par le projet
Phénix raccourcira le délai d'enregistrement des condamnations dans
le Casier judiciaire central, dans la mesure où il prévoit l'alimentation
automatique du Casier judiciaire central par les greffes.

Le projet Phénix règlera par priorité les condamnations de police et le
système sera opérationnel début 2007.

Enfin, pour répondre à votre troisième question, le délai
d'enregistrement dans le Casier judiciaire central est plus court pour
les condamnations hautes que celles prononcées par les tribunaux de
police, étant donné que l'ordre de priorité d'enregistrement des
condamnations dans le Casier judiciaire central va des plus graves
aux plus légères.

politierechtbanken.

Voor de assisenhoven, de hoven
van beroep en de correctionele
rechtbanken bedraagt de termijn
ongeveer een week na ontvangst
van de door de griffie
overgezonden documenten. Van
de door de politierechtbanken
uitgesproken veroordelingen
worden eerst die geregistreerd
welke het nummer van het dossier
bij het centraal strafregister
vermelden. De termijn bedraagt
gemiddeld één maand. Ten slotte
worden ook de door de
politierechtbanken uitgesproken
veroordelingen waarbij het
nummer van het centraal
strafregister niet wordt vermeld,
geregistreerd.

Ook al is de termijn langer voor de
door de politierechtbanken
uitgesproken veroordelingen, toch
moeten de parketten aan de
gemeente waar de beklaagde
woont ook een inlichtingenbulletin
vragen dat op hem betrekking
heeft, en zijn zij bijgevolg op de
hoogte van alle veroordelingen die
de politierechtbanken te zijnen
laste hebben uitgesproken.

Er is dus geen sprake van
achterstand maar van termijnen
die variëren naargelang van de
ernst van de veroordelingen.

Het Phenixproject voorziet in de
automatische invoering van
gegevens in het Centraal
Strafregister door de griffies. De
veroordelingen door de
politierechtbanken krijgen
voorrang en het systeem treedt
begin 2007 in werking.

Rekening houdend met de
rangorde is de termijn voor de
registratie in het

Centraal

Strafregister korter voor
veroordelingen door de hoge
rechtscolleges dan voor
veroordelingen door de
politierechtbanken.

06.04 Melchior Wathelet (cdH): Madame la ministre, je voudrais 06.04 Melchior Wathelet (cdH):

09/05/2006

CRIV 51

COM 954

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

être certain d'avoir bien compris. En ce qui concerne les
condamnations du tribunal de police, si la personne a déjà un dossier
au sein du Casier judiciaire central, il s'agira alors d'un délai d'un
mois. En revanche, ce délai devient plus long lorsque la personne n'a
pas encore de dossier dans le Casier judiciaire central car on doit
s'adresser à la commune pour obtenir des informations. C'est bien
cela?

Ma question est alors la suivante. Ce problème de renseignements à
prendre au niveau de la commune risque de subsister malgré le projet
Phénix.

Ondanks het bestaan van het
Phenixproject blijft het wellicht
even moeilijk om inlichtingen te
bekomen bij de gemeente als er
nog geen enkel "dossier" in het
Centraal Strafregister is
aangemaakt.

06.05 Laurette Onkelinx, ministre: (...)

06.06 Melchior Wathelet (cdH): Étant donné qu'il n'y a pas encore

"dossier" créé dans le Casier judiciaire central, il faudra toujours
s'adresser à la commune.

06.07 Laurette Onkelinx, ministre: Non car les informations en

provenance des greffes des juridictions seront enregistrées
directement dans le Casier judiciaire central.

06.07

Minister

Laurette

Onkelinx: Neen, aangezien de
informatie van de griffies
rechtstreeks zal worden
geregistreerd.

06.08 Melchior Wathelet (cdH): Il n'est évidemment pas acceptable

que les magistrats ne soient pas informés le plus rapidement
possible...

06.09 Laurette Onkelinx, ministre: Ils le sont indirectement, même

pour la police.

06.10 Melchior Wathelet (cdH): Grâce au bureau de

renseignement?

Dans ce contexte, le projet Phénix aidera au moins à rendre la
procédure plus rapide.

06.11 Laurette Onkelinx, ministre: Madame la présidente, je n'ai

pas reçu la question de M. Marinower.

06.12 Claude Marinower (VLD): Elle est dans les grandes lignes

identique à la question de M. Wathelet. Elle a normalement été
introduite trop tard pour être mise à l'agenda aujourd'hui, mais grâce à
la bonne volonté de la présidente et de mon collègue, elle a pu être
jointe.

La présidente: Comme elles avaient le même objet, elles ont été
jointes.

06.13 Claude Marinower (VLD): Madame la présidente, madame la

ministre, la seule question que je me pose concerne le délai d'une
semaine. J'admire que ce soient d'abord les arrêts de la cour
d'assises qui soient encodés ce ne sont pas ceux-là qui doivent
encombrer mais encodés endéans la semaine après réception. Ce
qui m'intéresse est de connaître la moyenne du délai que cela prend
une fois les informations reçues. Il m'intéresserait de recevoir les
renseignements par écrit.

06.13 Claude Marinower (VLD):

Ik zou de inlichtingen met
betrekking tot de gemiddelde
termijn die een en ander in beslag
neemt nadat de informatie
eenmaal werd ontvangen, graag
schriftelijk ontvangen.

De gegevens waarop de heer