CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 948
CRIV 51 COM 948
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
N
ATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
mercredi
woensdag
03-05-2006
03-05-2006
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 948
03/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Josée Lejeune au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "l'assurabilité
des personnes porteuses du virus HIV" (n° 11096)
1
Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
verzekerbaarheid van mensen die drager zijn van
het HIV-virus" (nr. 11096)
1
Orateurs: Josée Lejeune, Marc Verwilghen,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Josée Lejeune, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Colette Burgeon au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le septième
programme-cadre de la Communauté
européenne pour des activités de recherche et de
développement technologique" (n° 11325)
3
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het zevende
kaderprogramma van de Europese Gemeenschap
voor activiteiten op het gebied van onderzoek en
technologische ontwikkeling" (nr. 11325)
3
Orateurs:
Colette Burgeon, Marc
Verwilghen, ministre de l'Économie, de
l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers:
Colette Burgeon, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Camille Dieu au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le suivi de la
proposition de directive visant à libéraliser le
marché des services" (n° 11399)
6
Vraag van mevrouw Camille Dieu aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de opvolging van het
voorstel van richtlijn tot vrijmaking van de
dienstenmarkt" (nr. 11399)
6
Orateurs: Camille Dieu, Marc Verwilghen,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Camille Dieu, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de M. Willy Cortois au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le retard dans
l'obtention de licences d'exportation de
technologies à double usage" (n° 11441)
8
Vraag van de heer Willy Cortois aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de vertraging bij het
verkrijgen van exportvergunningen voor
technologie voor tweeërlei gebruik" (nr. 11441)
8
Orateurs: Willy Cortois, Marc Verwilghen,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Willy Cortois, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Questions jointes de
11
Samengevoegde vragen van
11
- M. Willy Cortois au ministre de l'Économie, de
l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la sécurité en matière
d'incendie à la Bibliothèque royale (Albertine)"
(n° 11467)
11
- de heer Willy Cortois aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de brandveiligheid in de
Koninklijke Bibliotheek (Albertina)" (nr. 11467)
11
- M. Jef Van den Bergh au ministre de l'Économie,
de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "le niveau déplorable de
la sécurité en matière d'incendie à la Bibliothèque
royale" (n° 11512)
12
- de heer Jef Van den Bergh aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het catastrofale
brandveiligheidsniveau van de Koninklijke
Bibliotheek" (nr. 11512)
11
Orateurs: Willy Cortois, Jef Van den Bergh,
Marc Verwilghen
, ministre de l'Économie, de
l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers: Willy Cortois, Jef Van den Bergh,
Marc Verwilghen
, minister van Economie,
Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid
CRIV 51
COM 948
03/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1



COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
du
MERCREDI
3
MAI
2006
Après-midi
______
van
WOENSDAG
3
MEI
2006
Namiddag
______

De vergadering wordt geopend om 14.03 uur door de heer Paul Tant, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.03 heures par M. Paul Tant, président.
01 Question de Mme Josée Lejeune au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et
de la Politique scientifique sur "l'assurabilité des personnes porteuses du virus HIV" (n° 11096)
01 Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de verzekerbaarheid van mensen die drager zijn van het HIV-virus"
(nr. 11096)
01.01 Josée Lejeune (MR): Monsieur le ministre, monsieur le
président, début mars 2005, l'Union professionnelle des entreprises
d'assurances, Assuralia, annonçait que certaines compagnies
d'assurances allaient assurer des personnes porteuses du virus HIV,
notamment en cas d'achat de biens immobiliers pour assurer le solde
restant dû. Bref, leur permettre de s'assurer sur la vie.

1. Pourriez-vous me dire, monsieur le ministre, presque un an plus
tard, combien de compagnies d'assurances ont accepté d'assurer des
séropositifs?

2. A quelles conditions? Une durée maximale est-elle fixée? Quels
aspects médicaux sont-ils pris en compte? L'octroi de l'assurance est-
il subordonné à l'obligation de suivre un traitement particulier? Quel
est, approximativement, le montant de la prime?

3. Combien de contrats ont-ils été conclus à ce jour? Sur combien de
demandes introduites?

4. Monsieur le ministre, ne faudrait-il pas faire une campagne
d'information pour mieux faire connaître cette assurance au grand
public?
01.01 Josée Lejeune (MR): In
maart 2005 kondigde Assuralia, de
Beroepsvereniging van de
verzekeringsondernemingen, aan
dat sommige verzekerings-
maatschappijen personen die
drager zijn van het HIV-virus
zouden verzekeren, met name in
het kader van de
schuldsaldoverzekeringen voor
onroerende goederen.

Hoeveel maatschappijen hebben
ermee ingestemd om seroposi-
tieven te verzekeren? Tegen welke
voorwaarden? Hoeveel contracten
werden tot dusver gesloten en
hoeveel aanvragen werden in
totaal ingediend? Zou men geen
informatiecampagne op touw
moeten zetten om de bevolking
daarop attent te maken?
01.02 Marc Verwilghen, ministre: Madame Lejeune, voici les 01.02 Minister Marc Verwilghen:
03/05/2006
CRIV 51
COM 948
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
informations que je peux vous communiquer.

1. Assuralia a procédé à une enquête auprès de ses membres: 54%
des entreprises ayant répondu offrent une assurance du solde restant
dû aux personnes porteuses du virus HIV.

2. Quatre conditions sont prises en considération.
- La durée du contrat est généralement limitée entre 3 et 5 ans.
- Tous les aspects médicaux sont pris en compte, notamment le
traitement à suivre, l'observation fidèle de ce traitement, l'existence
d'autres pathologies (par exemple, l'hépatite), le taux de virémie
(nombre de virus dans le sang), la concentration CD4, etc.
- La plupart des compagnies d'assurances n'imposent pas l'obligation
de suivre un traitement particulier pour l'octroi de l'assurance. Une
seule compagnie d'assurances signale qu'elle subordonne la
conclusion du contrat à un traitement de trithérapie.
- La prime est, en principe, fixée en fonction des directives du
réassureur. Il est tenu compte du risque accru de mortalité pour fixer
la surprime. Elle varie d'un individu à l'autre en fonction du sexe, de
l'âge, de la durée de l'assurance du solde restant dû, de l'importance
du capital assuré et de l'évaluation du dossier médical.

3. L'enquête démontre que peu de personnes introduisent en réalité
une demande afin d'obtenir une assurance du solde restant dû. Pour
les entreprises qui ont répondu, il ne s'agit pas de plus de 15 dossiers
par an. Ces compagnies d'assurances constatent, en outre, que
l'assurance est rarement effectivement conclue. Je suppose que cela
s'explique par le fait que la durée du contrat d'assurance ne
correspond pas à la durée du crédit hypothécaire et sans doute aussi
par l'importance de la prime.

4. Etant entendu que l'octroi d'un crédit hypothécaire est toujours
subordonné à la conclusion d'un contrat d'assurance pour le solde
restant dû, il ne me paraît pas nécessaire d'organiser une campagne
d'information. Le banquier ou le dispensateur du crédit informe
automatiquement le candidat preneur du crédit, l'essentiel étant que
ce dernier soit bien informé de ce qui se passe.
Circa 54 procent van de
ondernemingen die aan een
enquête van Assuralia hebben
deelgenomen, bieden aan
personen die drager zijn van het
HIV-virus een schuldsaldo-
verzekering aan.

De termijn van het contract is
beperkt en varieert van drie tot vijf
jaar. Er wordt met alle medische
aspecten rekening gehouden. De
meeste verzekeringsmaatschap-
pijen eisen geen bijzondere
behandeling voor het toekennen
van de verzekering.

De premie wordt vastgesteld op
grond van de richtlijnen van de
herverzekeraar. Bij de vaststelling
van de extra premie wordt
rekening gehouden met het
hogere mortaliteitsrisico.

Weinig personen willen een
schuldsaldoverzekering aangaan.
Dat kan wellicht worden verklaard
door het feit dat de duur van het
verzekeringscontract niet overeen-
stemt met de duur van het
hypothecair krediet en door de
hoge premies.
Vermits het hypothecair krediet
afhankelijk wordt gemaakt van het
sluiten van een schuldsaldoverze-
keringsovereenkomst, is het niet
noodzakelijk een voorlichtings-
campagne op touw te zetten. De
kredietgever brengt de
kredietnemer meteen op de
hoogte.
01.03 Josée Lejeune (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie.
Je constate que peu de personnes font appel à cette assurance; je
peux le comprendre car c'est étalé sur trois à cinq ans. Pour les
personnes souffrant de cette maladie, ce n'est pas évident.

Au niveau de l'information, je pense qu'il y a un vide. Enormément de
malades ne sont pas au courant de cette information.

Je me souviens que vous aviez conclu un gentlemen's agreement au
niveau des assurances pour les jeunes conducteurs. Entre-t-il dans
vos intentions de faire la même chose pour ces malades souffrant du
HIV ou d'autres maladies graves?
01.03 Josée Lejeune (MR): Ik
stel vast dat weinig mensen een
beroep doen op die verzekering.
Het feit dat de duur van de
overeenkomst beperkt is tot drie à
vijf jaar, is allesbehalve evident
voor mensen die aan die ziekte
lijden. Veel zieken beschikken nog
altijd niet over de juiste informatie.
Kunt u geen "gentlemen's
agreement" sluiten inzake
verzekeringen voor HIV-patiënten
naar het voorbeeld van wat u voor
jonge bestuurders hebt gedaan?
CRIV 51
COM 948
03/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
01.04 Marc Verwilghen, ministre: Pour ce dernier point, j'insiste
auprès des compagnies d'assurances pour qu'elles prennent les
mesures nécessaires à la meilleure information des personnes qui
demandent ce type d'assurances. Faut-il procéder à un gentlemen's
agreement? Dans le cas que vous citez, un nombre élevé de jeunes
personnes demandent une assurance automobile. Vu le nombre de
personnes impliquées dans ce dossier, on n'est pas dans la même
situation. Je suis prêt à reparler de ce sujet avec le monde de
l'assurance, en les incitant à donner plus d'informations sur les
assurances de ce type.
01.04 Minister Marc Verwilghen:
Ik dring er bij de verzekerings-
maatschappijen op aan dat ze de
mensen die een dergelijke
verzekering willen afsluiten, beter
informeren. Ik denk niet dat er een
"gentlemen's agreement" moet
worden opgesteld, vermits de
toestand niet vergelijkbaar is met
die van de autoverzekering, waar
veel jonge bestuurders zo'n
verzekering willen afsluiten.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de Mme Colette Burgeon au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le septième programme-cadre de la Communauté européenne pour
des activités de recherche et de développement technologique" (n° 11325)
02 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor
activiteiten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling" (nr. 11325)
02.01 Colette Burgeon (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, le 6 avril 2005, la Commission européenne remettait une
proposition de décision du Parlement européen et du Conseil relative
au septième programme-cadre de la Communauté européenne pour
des activités de recherche, de développement technologique et de
démonstration pour les années 2007 à 2013.

Cette proposition s'inscrit dans le cadre du processus de Lisbonne qui
veut bâtir l'économie de la connaissance la plus compétitive et la plus
dynamique du monde. Cela ne peut se faire sans un accroissement
des sommes allouées à la recherche. Dans ce but, l'Union
européenne doit augmenter ses efforts en y consacrant au minimum
3% de son produit intérieur brut et mieux exploiter ses capacités en
transformant les résultats scientifiques en nouveaux produits,
procédés et services. Au côté des États membres et en étroite
collaboration avec eux, l'Union européenne doit mobiliser ses
instruments juridiques et financiers en commençant par le
programme-cadre de recherche qui repose sur le titre XVIII du Traité
européen prévoyant une politique de la recherche de l'Union
européenne et ses instruments financiers.

Monsieur le ministre, mes questions sont les suivantes.

1. Quel point de vue la Belgique a-t-elle exprimé lors de la préparation
du septième programme-cadre? Partage-t-elle le point de vue énoncé
dans la proposition de décision du Parlement européen et du Conseil
de doubler le budget de recherche de l'Union européenne en le
portant à près de 8%?

2. En Belgique, à l'occasion de la préparation du septième
programme-cadre de la Communauté européenne, une concertation
a-t-elle été organisée avec les parties intéressées: l'État fédéral, les
Communautés, les Régions, la communauté scientifique, les
universités et les entreprises?
02.01 Colette Burgeon (PS): Op
6 april 2005 heeft de Europese
Commissie een voorstel van
besluit van het Europees
Parlement en de Raad voor-
gedragen dat betrekking heeft op
het zevende kaderprogramma van
de Europese Gemeenschap voor
onderzoek, technologische
ontwikkeling en demonstratie-
activiteiten (2007-2013). Dit
voorstel past in het kader van het
Lissabonproces dat ertoe strekt de
meest concurrentiële en
dynamische kenniseconomie ter
wereld uit te bouwen. Daartoe
moet de Europese Unie meer
fondsen uittrekken voor het
onderzoek, met name door er drie
procent van haar BBP aan te
besteden. De Europese Unie moet
de lidstaten ondersteunen met
juridische en financiële
instrumenten. Het
kaderprogramma voor het
onderzoek kan daartoe een aanzet
zijn.

Kan België zich aansluiten bij het
voorstel om de Europese
begroting voor het onderzoek te
verdubbelen door ze tot bijna acht
procent op te trekken? Werd er in
België met de betrokken partijen
(de federale overheid, de
03/05/2006
CRIV 51
COM 948
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
3. Dans la logique de la Stratégie de Lisbonne, le Conseil européen
réuni à Barcelone avait fixé comme objectif de porter les efforts de
recherche européens à 3% du PIB de l'Union européenne dont deux
tiers devaient provenir du privé. Pouvez-vous nous indiquer quels sont
les efforts fournis par la Belgique? Répondent-ils à l'objectif fixé à
Barcelone?

4. Alors que le Conseil économique et social de l'Union européenne a
remis un avis favorable le 15 décembre 2005, un accord politique sur
la position commune des 25 États membres de l'Union européenne
est-il toujours envisagé pour le Conseil européen du 29 mai prochain?

5. Alors que le sixième programme-cadre touche à sa fin, pouvez-
vous déjà mesurer l'impact de ce dernier pour notre "triangle de la
connaissance"?
Gemeenschappen, de Gewesten,
de wetenschappelijke middens, de
universiteiten en de bedrijven)
overleg gepleegd naar aanleiding
van dit kaderprogramma?

Tijdens de Europese Raad te
Barcelona werden de Europese
onderzoeksinspanningen op drie
procent van het BBP van de
Europese Unie gebracht. Twee
derde daarvan moest door de
privésector worden gefinancierd.
Beantwoorden de Belgische
inspanningen aan die doelstelling?

Is het nog steeds de bedoeling om
tegen de Europese Raad van 29
mei eerstkomend een politiek
akkoord te bereiken over het
gemeenschappelijk standpunt van
de 25 lidstaten van de Europese
Unie? Kan u reeds inschatten
welke resultaten het zesde
kaderprogramma voor onze
"driehoek van de kennis" heeft
gehad?
02.02 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur le président, madame
Burgeon, en réponse à vos différentes questions, je puis vous
communiquer ce qui suit.

1. Le budget initialement proposé par la Commission pour le septième
programme-cadre représentait quasiment le double des moyens
financiers annuels du sixième programme-cadre. Ce budget s'intègre
toutefois dans les perspectives financières pour la période 2007-2013
fixées au terme de discussions difficiles entre les chefs de
gouvernement pour l'ensemble des domaines de politiques relevant
de la compétence de l'Union européenne. Les ambitions pour la
politique de recherche sont ainsi sensiblement revues à la baisse,
mais le budget disponible permet quand même d'intensifier
progressivement les efforts de recherche.

2. Une concertation a été organisée entre les administrations de
l'autorité fédérale, des Régions et des Communautés en commission
de Coopération internationale de la Conférence interministérielle pour
la politique scientifique. Des informations, issues des contacts
réguliers entre les différentes autorités et les milieux académiques et
industriels, ont implicitement été prises en considération. Les
universités et les entreprises se sont également organisées à l'échelle
européenne pour faire connaître leur point de vue aux institutions
européennes.

3. Sur la base des derniers chiffres disponibles pour notre pays,
l'intensité des efforts en recherche et développement s'est amenuisée
affichant un niveau de 1,82% en 2003. Cette baisse des dépenses
touche particulièrement le secteur privé. Les autres secteurs,
autrement dit le secteur public et le non-marchand, se maintiennent
02.02
Minister
Marc
Verwilghen: Het budget dat
oorspronkelijk door de commissie
voor het zevende kader-
programma werd voorgesteld,
bedroeg bijna het dubbele van de
jaarlijkse financiële middelen voor
het zesde kaderprogramma. Dat
budget, dat deel uitmaakte van de
financiële perspectieven voor de
periode 2007-2013, werd verlaagd,
maar zal het toch mogelijk maken
om de inspanningen op het gebied
van onderzoek te intensiveren.

De federale besturen, de
Gewesten en de Gemeen-
schappen hebben overleg
gepleegd binnen de Commissie
Internationale Samenwerking van
de Interministeriële conferentie
voor het wetenschapsbeleid. De
universiteiten en het bedrijfsleven
zijn ook op Europees vlak met één
stem gaan spreken om hun
standpunt aan de Europese
instellingen kenbaar te maken.

De inspanningen op het vlak van
onderzoek en ontwikkeling zijn in
CRIV 51
COM 948
03/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
avec une légère progression.

Depuis, le gouvernement n'est pas resté inactif puisque toute une
panoplie de mesures a récemment été mise en oeuvre pour infléchir
la tendance de ces dernières années et relancer la croissance des
investissements en recherche et développement. Il s'agit notamment:
- du Fonds des idées;
- des primes d'innovation,
- du statut de la jeune société innovante,
- de la réduction substantielle du précompte professionnel pour les
chercheurs du FNRS et FWO, des universités, des hautes écoles,
des institutions scientifiques agréées (au nombre de 101); depuis le
1
er
octobre 2005, pour les chercheurs du privé travaillant en
partenariat avec le monde académique et, depuis le 1
er
janvier 2006,
pour les ingénieurs civils et docteurs en science qui collaborent au
programme de recherche en entreprise.

Tout dernièrement encore, à l'occasion du Conseil des ministres
thématique consacré à l'innovation, de nouvelles mesures ont été
programmées pour 2007. Celles-ci représentent un effort budgétaire
substantiel de l'Etat fédéral aussi bien pour la recherche appliquée
que fondamentale.

4. Il est peu probable qu'un accord politique se dégage le
29 mai 2006. Une décision sera vraisemblablement prise sous la
présidence finlandaise, au plus tôt en octobre 2006.

5. La majorité des projets de recherche financés par le sixième
programme-cadre sont encore en cours. Il est donc prématuré, d'ores
et déjà, d'en mesurer l'impact.
ons land achteruit gegaan en
bedroegen in 2003 1,92 procent.
Deze teruggang treft men
voornamelijk in de privé-sector
aan. De overheidssector en de
non-profitsector gaan lichtjes
vooruit.

De jongste jaren heeft de regering
een hele resem maatregelen
getroffen om de investeringen in
onderzoek en ontwikkeling
opnieuw aan te zwengelen. Ik
denk hierbij bijvoorbeeld aan het
Ideeënfonds, de innovatiepremies,
het statuut van jong innoverend
bedrijf, de verlaging van de
bedrijfsvoorheffing voor
wetenschappers en doctors in de
wetenschappen die in een bedrijf
aan een onderzoeksprogramma
meewerken.

Onlangs nog heeft de ministerraad
gewijd aan de innovatie voor 2007
een aantal maatregelen zowel
inzake toegepast als fundamenteel
onderzoek geprogrammeerd.
Het is weinig waarschijnlijk dat er
een politiek akkoord tot stand zal
komen op 29 mei 2006. Er zal
waarschijnlijk een beslissing
worden genomen in oktober 2006.
Het merendeel van de
onderzoeksprojecten die worden
gefinancierd door het zesde
kaderprogramma zijn nog aan de
gang. Het is dus voorbarig om er
reeds de uitwerking van te meten.
02.03 Colette Burgeon (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour vos réponses. Beaucoup d'efforts sont encore à faire, même si
l'on fait ce qu'on peut. A mon sens, il faut accélérer les choses: la
recherche permet de faire progresser le pays, notamment par la
création de nouveaux emplois. Il faudra être innovant dans le
domaine de la recherche et inciter les entreprises à être efficaces. En
2007, 2008 et les années suivantes, j'espère que la Belgique sera au
top pour qu'elle ne soit pas ridicule par rapport à l'Union européenne.
02.03 Colette Burgeon (PS):
Onderzoek maakt vooruitgang van
het land mogelijk door nieuwe jobs
te creëren. De bedrijven moeten
ertoe worden aangezet efficiënt te
werken. Ik hoop dat de komende
jaren België in de Europese Unie
aan de top zal staan.
02.04 Marc Verwilghen, ministre: Madame Burgeon, lorsque l'on
tiendra compte des initiatives prises, la croissance pour les deux
secteurs ­ le secteur privé qui est problématique et le secteur public
qui connaissait encore une croissance ­ sera assez visible et j'espère
qu'elle nous mènera aux environs des 3% (2% pour le secteur privé et
1% pour le secteur public).
02.04 Minister Marc Verwilghen:
Wanneer men rekening zal
houden met de genomen
initiatieven, zal de groei voor de
twee sectoren zichtbaar zijn en ik
hoop dat die groei 3% zal
bedragen (2% voor de privé en 1%
voor de openbare sector).
03/05/2006
CRIV 51
COM 948
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
02.05 Colette Burgeon (PS): Je l'espère aussi!
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de Mme Camille Dieu au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et
de la Politique scientifique sur "le suivi de la proposition de directive visant à libéraliser le marché des
services" (n° 11399)
03 Vraag van mevrouw Camille Dieu aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de opvolging van het voorstel van richtlijn tot vrijmaking van de
dienstenmarkt" (nr. 11399)
03.01 Camille Dieu (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, vous savez que chaque fois que j'en ai l'occasion, je vous
interroge sur l'évolution du dossier de la directive des services, qu'on
appelle communément la directive Bolkestein.

Le mardi 4 avril dernier, la Commission européenne avait présenté les
grandes lignes de sa proposition de directive sur les services, qui
avait été modifiée suite au vote intervenu au niveau du parlement en
février dernier. Nous avons pu constater des changements
importants, notamment celui qui concerne le principe tant controversé
du pays d'origine ainsi que ceux relatifs notamment aux services de la
santé, de l'intérim, de la taxation, de la sécurité, l'audiovisuel qui
sortaient du champ d'application de la directive. Nous pouvons acter
ces modifications - c'est déjà quelque chose - même si, au niveau de
mon groupe, nous pensons que c'est encore insuffisant. Des
inquiétudes subsistent puisque la directive concerne toujours ce qu'on
appelle les services d'intérêt économique général (SIEG), dont la liste
exhaustive n'a pas encore été fournie, de même que les services
juridiques. A ce jour, c'est le Conseil qui a les cartes en main.

J'avais rédigé cette question le 20 avril mais je sais que depuis lors
s'est tenu un sommet informel des ministres européens à Graz en
Autriche. J'aurais voulu savoir comment les débats s'étaient déroulés
lors de ce Conseil Compétitivité du 20 au 22 avril.

Monsieur le ministre, que pensez-vous du remplacement du principe
du pays d'origine par une phrase aussi générale que "la liberté de
prester des services?" Cette façon de dire les choses ne constitue-t-
elle pas une source d'insécurité juridique?

Pensez-vous que nous allons enfin arriver à clôturer ce dossier sous
la présidence autrichienne?

Pensez-vous que nous allons réussir à établir cette liste des SIEG?
Dans le cas contraire, quels seraient les risques encourus?
03.01 Camille Dieu (PS): Op 4
april heeft de Europese
Commissie de grote lijnen van
haar voorstel van dienstenrichtlijn
(beter bekend als de Bolkestein-
richtlijn) voorgesteld zoals
gewijzigd na de stemming in het
Europees Parlement in februari. In
dat voorstel werden blijkbaar
wijzigingen aangebracht, met
name wat het herkomstland
betreft. Meerdere diensten
(gezondheid, uitzendarbeid,
belastingen, veiligheid,
audiovisuele sector) werden
eveneens van het toepassings-
gebied van de richtlijn uitgesloten.
Wij juichen die wijzigingen toe, ook
al zijn wij de mening toegedaan
dat zij onvoldoende zijn. De
richtlijn is nog altijd verontrustend
vermits zij nog altijd van
toepassing is op de diensten van
algemeen economisch belang en
op de juridische diensten.
Daarover kan de Raad nu met
kennis van zaken oordelen.

Ik heb die vraag op 20 april
opgesteld maar sindsdien vond
een informele topontmoeting van
de Europese ministers in het
Oostenrijkse Graz plaats.

Hoe verliepen de besprekingen
tijdens die Raad van 20-22 april?
Hoe staat u tegenover de
vervanging van het
herkomstlandprincipe door een zin
die luidt als volgt: "de vrijheid om
diensten te verlenen"; is dat geen
bron van rechtsonzekerheid? Zal
dat dossier onder het Oostenrijks
voorzitterschap afgehandeld
kunnen worden? Zal die lijst van
CRIV 51
COM 948
03/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
de DEAB's opgemaakt kunnen
worden en zo niet, wat zijn de
risico's?
03.02 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur le président, madame
Dieu, pour répondre à votre première question, la réunion informelle ­
je souligne ce terme ­ du Conseil Compétitivité du samedi 22 avril
dernier à Graz s'est déroulée sans encombre. La nouvelle proposition
de la Commission qui s'inspirait largement de la proposition adoptée
au Parlement européen constituait le point de départ des débats.

Les États membres ont largement appuyé cette proposition de la
Commission européenne ainsi que la volonté de la présidence
autrichienne de parvenir à un accord avant la fin de son mandat,
avant l'été prochain.

La Commission a repris dans sa nouvelle proposition les
amendements du Parlement qui remplacent le principe du pays
d'origine. La Commission a accepté ces amendements
parlementaires conformément au droit communautaire et à la
jurisprudence de la Cour de justice.

Le nouvel article 16 confirme les droits des prestataires de services
de fournir un service dans un État membre autre que celui dans
lequel ils sont établis et oblige l'État membre dans lequel le service
est fourni à garantir sur son territoire le libre accès à l'activité de
services ainsi que son libre exercice. Toutefois, les États membres
auront la faculté d'appliquer des mesures non discriminatoires,
proportionnées et nécessaires pour des motifs dûment justifiés de
protection de l'ordre public, de la sécurité publique, de la santé
publique et de l'environnement. Ce sont les quatre volets.

En outre, la Commission présentera, après consultation des États
membres et des partenaires sociaux, un rapport sur l'application de
l'article 16, dans lequel elle examinera la nécessité de proposer des
mesures d'harmonisation. Je ne vois donc pas en quoi l'application de
cet article poserait problème. Ce n'était d'ailleurs pas non plus le fond
du débat à Graz, réunion informelle, je le répète une fois de plus.

Les services d'intérêt économique général sont des services fournis
en contrepartie d'une rémunération et doivent par conséquent, selon
la Commission, entrer dans le champ d'application de la directive.
Toutefois, certains services d'intérêt économique général, notamment
dans le domaine des transports, sont exclus du champ d'application
de la directive et certains autres services d'intérêt économique
général, notamment dans le domaine des services postaux, font
l'objet d'une dérogation à la disposition sur la libre prestation des
services. Les États membres restent chargés de définir et d'établir
une liste des services d'intérêt économique général. En Belgique, les
entités fédérées ont entamé les travaux en la matière. On devra donc
attendre la fin de ces travaux.
03.02 Minister Marc Verwilghen:
De informele vergadering van de
Raad Concurrentievermogen van
zaterdag 22 april jongstleden in
Graz is goed verlopen. Het nieuwe
voorstel van de Commissie,
geïnspireerd op het voorstel van
het Europees Parlement, vormde
het vertrekpunt van de debatten.
De lidstaten hebben dit voorstel
gesteund en ook de wil van het
Oostenrijks voorzitterschap om tot
een akkoord te komen voor het
einde van het mandaat.

Het nieuwe artikel 16 bevestigt de
rechten van de leveranciers van
diensten om te voorzien in een
dienst in een andere lidstaat die op
haar grondgebied de vrije toegang
tot de dienstenactiviteit en de vrije
uitoefening ervan moet
verzekeren. De lidstaten zullen
evenwel maatregelen mogen
opleggen ter bescherming van de
openbare orde, de openbare
veiligheid, de volksgezondheid en
het milieu. De Commissie zal
daarenboven een rapport
voorleggen over de toepassing
van artikel 16. Voor mij zorgt dit
artikel in geen geval voor
problemen.

De diensten van algemeen
economisch belang zijn diensten
waarin wordt voorzien tegen
betaling en die dus tot het
toepassingsgebied van de richtlijn
behoren. Bepaalde diensten,
onder andere op transportgebied,
maken evenwel geen deel uit van
het toepassingsgebied van de
richtlijn. Voor andere, zoals de
postdiensten, geldt een afwijking.
De lidstaten (bij ons de
deelgebieden) moeten een lijst
opstellen van die diensten van
algemeen economisch belang.
03.03 Camille Dieu (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour votre réponse. Nous ne pouvons nous référer qu'à ce que nous
lisons dans la presse. Par conséquent, j'avais lu "liberté de prester
des services" sans savoir qu'il pouvait y avoir des mesures en
03.03 Camille Dieu (PS): Ik heb
mijn informatie uit de kranten
gehaald, waarin ik enkel de
zinsnede "vrijheid om diensten te
03/05/2006
CRIV 51
COM 948
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
contrepartie. J'espère que le rapport qui sera établi par la
Commission sur l'application de l'article 16 permettra d'en déceler les
dysfonctionnements et d'y remédier par la suite. En effet, vous
annoncez un rapport d'évaluation.

Par ailleurs, vous dites que les SIEG doivent être définis par les États
membres et que les entités fédérées ont entamé les travaux. Cela
doit-il repasser par le fédéral?
verlenen" had gelezen zonder dat
ik wist dat er andere maatregelen
tegenover stonden. Ik hoop dat het
verslag van de Commissie over de
toepassing van artikel 16 de
disfuncties ervan zal blootleggen
en er vervolgens een oplossing
voor zal bieden.

U zegt ook dat de lidstaten de
DEAB's moeten vastleggen en dat
bij ons de deelstaten met dat werk
begonnen zijn. Moet die kwestie
nogmaals op federaal niveau
worden behandeld?
03.04 Marc Verwilghen, ministre: Oui, de toute façon, à un certain
moment, le texte reviendra devant le comité de concertation qui
prendra une décision finale, décision qui sera inspirée avant tout par
les entités fédérées. Pour le premier point, il est bon que la
Commission européenne fasse ce travail car en établissant ces
comparaisons, on verra très vite les endroits où cela pourrait coincer,
on verra aussi si les pays envisagent des manières différentes de
régler ce problème.
03.04 Minister Marc Verwilghen:
Ja, het Overleg-comité moet de
eindbeslissing treffen op grond
van de voorstellen van de
deelstaten. Wat het eerste punt
betreft, is het een goede zaak dat
de Europese Commissie zich
daarmee bezig houdt, want het
laat ons toe na te gaan waar het
schoentje kan wringen en of de
lidstaten dat probleem elk op hun
eigen manier willen regelen.
03.05 Camille Dieu (PS): Quand vous dites que les SIEG sont des
services fournis en contrepartie de rémunérations, y incluez-vous
l'enseignement supérieur pour lequel il existe un droit d'inscription
relativement important? Considère-t-on que l'enseignement supérieur
payant est reconnu?
03.05 Camille Dieu (PS): U stelt
dat de DEAB's diensten zijn die
geleverd worden tegen betaling.
Betekent dit dat het hoger
onderwijs ook zo'n dienst is,
vermits er een hoog
inschrijvingsgeld moet worden
betaald?
03.06 Marc Verwilghen, ministre: C'est précisément le travail des
entités fédérées, qui sont compétentes en la matière et qui nous
donneront leur point de vue. Attendons qu'elles prennent une décision
relevant de leurs compétences.
03.06 Minister Marc Verwilghen:
De deelstaten zijn bevoegd voor
onderwijs en we zullen hun
standpunt meedelen.
03.07 Camille Dieu (PS): Et nous en serons informés?
03.08 Marc Verwilghen, ministre: Absolument.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Willy Cortois aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de vertraging bij het verkrijgen van exportvergunningen voor technologie
voor tweeërlei gebruik" (nr. 11441)
04 Question de M. Willy Cortois au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et de
la Politique scientifique sur "le retard dans l'obtention de licences d'exportation de technologies à
double usage" (n° 11441)
04.01 Willy Cortois (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de 04.01 Willy Cortois (VLD): Les
CRIV 51
COM 948
03/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
minister, zoals u weet, kan voor de export van nucleaire technologie
of van potentieel voor dubbel gebruik mogelijke technologie - dual use
technologie - naar niet-Europese landen die zelf geen kernmacht zijn,
slechts een uitvoervergunning worden verleend na het bekomen van
een voorafgaande machtiging van uw collega van Buitenlandse Zaken
en van uzelf.

Vooraleer u terzake een besluit neemt, bent u verplicht het advies in
te winnen van de Commissie van Advies voor de Niet-Verspreiding
van Kernwapens, CANVEK. CANVEK moet met het onderzoek om
een advies te kunnen geven binnen de twee weken beginnen. Er
wordt evenwel geen einddatum vooropgesteld. Blijkbaar is CANVEK
niet gebonden door termijnen waarbinnen zij een advies moet
verstrekken.

Aangezien in ons land het verlenen van exportvergunningen - volgens
mij persoonlijk helaas - een gemeenschapsmaterie is geworden, moet
het dossier naar de Vlaamse of de Waalse minister van Economie om
een beslissing terzake te nemen. Men deelt mij mee dat het gevolg
hiervan is dat het dossier maandenlang aansleept alvorens een
beslissing wordt genomen.

Men zegt mij dat er aan Vlaamse zijde een honderdtal dossiers
hangende zijn. Dit zou te wijten zijn aan het feit dat in de Vlaamse
overheid niemand in staat is een deftig advies te formuleren. Er is dus
blijkbaar geen regionale expertise.

Daarbij komt nog het probleem dat inlichtingen die worden gevraagd
aan buitenlandse inlichtingendiensten niet worden meegedeeld. Ik
heb dat onlangs nog meegemaakt.

Ik heb de indruk dat het gevolg hiervan is dat er uiteindelijk alsmaar
meer nieuwe instrumenten en organen worden gecreëerd en dat de
business as usual in ons land bijna niet meer mogelijk is. Ik verneem
daaromtrent graag uw mening.

De betrokken bedrijven klagen dat er een zeer grote vertraging is
wanneer zij een vergunning aanvragen, met alle gevolgen van dien.
Als minister van Economie weet u net zo goed als ik dat het vaak gaat
om letters of credit waaraan bepaalde termijnen verbonden zijn. Op
die manier komt men uiteindelijk vaak in moeilijkheden.

Ik heb een aantal vragen, onder meer ingegeven door het feit dat op
een vergadering, die op 21 april 2006 zou hebben plaatsgevonden,
van het directoraat-generaal Handel ­ DG Trade ­ van de Europese
Commissie, men dat allemaal een beetje als een Belgenmop ervoer,
mijnheer de voorzitter, vandaar mijn vragen.

Ten eerste, mijnheer de minister, is er een achterstand op het niveau
van de beide federale ministers wat hun beslissingen betreft na het
advies van CANVEK? Is er een maximumtermijn binnen dewelke zij
hun beslissingen moeten nemen?

Ten tweede, respecteert CANVEK zelf een redelijke termijn?

Ten derde, hoe ziet u, mijnheer de minister ­ ik doe een beroep op uw
visie terzake ­ de wisselwerking tussen de regionale bevoegdheid
enerzijds, en anderzijds, de wil van Europa om de exportcontrole op
entreprises qui souhaitent
disposer d'une licence pour
l'exportation de technologies
nucléaires doivent obtenir à cette
fin une habilitation auprès des
ministres des Affaires étrangères
et de l'Économie. Les ministres
doivent à cet effet solliciter l'avis
de la Commission d'avis pour la
non-prolifération des armes
nucléaires (CANPAN). Étant
donné que la politique en matière
de licences d'exportation est
régionalisée, le dossier doit
également être transmis au
ministre wallon ou flamand de
l'Économie. Si l'expertise requise
n'est pas disponible au niveau
régional, les dossiers y restent en
souffrance pendant des mois. Une
troisième difficulté réside dans
l'absence de communication des
informations émanant de services
de renseignements étrangers.

Existe-t-il un arriéré au niveau
fédéral? Les ministres fédéraux
sont-ils tenus de se prononcer
dans un délai déterminé? Le
CANPAN respecte-t-il un délai
raisonnable? Que pense le
ministre de la régionalisation de la
politique en matière de licences
d'exportation d'armes, d'une part,
et du souhait européen de
centraliser le contrôle des
exportations au niveau européen,
d'autre part? Ne juge-t-il pas la
procédure actuelle néfaste pour
l'industrie?
03/05/2006
CRIV 51
COM 948
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
Europees niveau te brengen?

Ten vierde, hebt u het gevoelen dat door de huidige ingewikkelde
procedure wij eigenlijk een aantal kansen voor de industrie verloren
zien gaan?
04.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, collega
Cortois, wat de eerste vraag betreft, bestaat er zoals u deels in uw
vraag hebt gesuggereerd, geen maximumtermijn om een beslissing te
nemen. Het is echter evident dat gezien de internationale
ontwikkelingen op het vlak van non-proliferatie ­ ik denk aan de
dossiers van Iran, Noord-Korea en andere gevoelige landen ­ de
nodige tijd wordt genomen om dit type exportdossiers grondig te
bestuderen vooraleer er een uitvoermachtiging volgt.

Twee, de CANVEK begint het onderzoek van de aanvraag voor
machtiging binnen de veertien dagen na de ontvangst van de
gegevens. Wat dat betreft, starten zij de procedure dus vrijwel
onmiddellijk op. De CANVEK respecteert deze termijn. In enkele
individuele gevallen moet soms gewacht worden op bijkomende
informatie, wat de behandeling uiteraard vertraagt. Na de beslissing
van de federale ministers verstuurt het secretariaat de voorafgaande
machtiging onmiddellijk naar de regionale vergunningsautoriteiten en
ook naar de exporteur.

Bij de uitvoer van nucleaire goederen zijn voorafgaand aan het advies
van de CANVEK de officiële garanties voor vreedzaam gebruik van
het land van bestemming vereist. De procedure voor het bekomen
van deze garanties kan soms enkele maanden in beslag nemen. Die
duurtijd ligt dan niet in handen van de Belgische administratie, maar
wel in die van de autoriteiten van het land van bestemming.

Drie, de Gewesten worden uitgenodigd op elke beraadslaging van de
CANVEK. Zij mogen daar hun mening vrij uiten. Na de beslissing van
de federale ministers staat niets de verstrekking van de
uitvoervergunning door de regionale overheid in de weg.

Met europeanisering doelt u wellicht op de Europese communautaire
vergunning. Die mag slechts uitgereikt worden voor uitvoer naar een
beperkt aantal landen en ook voor een beperkt aantal goederen.
Zuiver nucleaire goederen zijn uitgesloten van een Europese
communautaire vergunning. In de Europese communautaire
vergunning is voor de uitvoer van sommige nucleaire goederen voor
tweeërlei gebruik wel voorzien, maar dat is niet absoluut. Zo'n uitvoer
kan door de nationale autoriteiten nog altijd geweigerd worden of
onderworpen worden aan een individuele vergunning indien er een
vermoeden bestaat dat de goederen kunnen worden gebruikt voor
een kernwapenprogramma.

Wat uw vierde en laatste vraag betreft, de periode tussen het indienen
van een uitvoeraanvraag en het overmaken aan de CANVEK kan
zeker ingekort worden. Dat is echter een regionale
verantwoordelijkheid. Dat zou in elk geval met zich meebrengen dat
men sneller zou gefixeerd worden. U weet dat in de economische
bedrijfswereld "time is money" geldt; hoe sneller er een beslissing kan
volgen, hoe beter. Hetzelfde geldt ook voor de periode tussen het
overmaken van de machtiging door de federale ministers en de
uiteindelijke uitreiking van de vergunning. Ik moet eraan toevoegen
04.02 Marc Verwilghen, ministre:
Aucun délai maximum n'a été
imposé pour la prise de décision.
Bien entendu, il faut prendre le
temps nécessaire pour examiner
en détail ce type de dossiers
d'exportation avant d'accorder une
licence d'exportation. La CANPAN
commence l'étude de la demande
dans les quatorze jours de sa
réception. Des retards sont
enregistrés lorsqu'il s'avère
nécessaire de recueillir des
informations complémentaires.

Lorsque les ministres fédéraux ont
pris leur décision, la licence
préalable est envoyée
immédiatement à l'autorité
régionale compétente en matière
de licences et à l'exportateur. En
cas d'exportation de biens
nucléaires, l'avis de la CANPAN
requiert des garanties officielles
quant à leur utilisation pacifique
dans le pays de destination.
L'obtention de ces garanties peut
prendre un temps considérable car
elle dépend des autorités du pays
de destination. Les Régions sont
invitées à chaque délibération de
la CANPAN. À partir du moment
où les ministres fédéraux ont pris
leur décision, rien ne s'oppose à
l'octroi de la licence d'exportation
par l'autorité régionale.

La licence communautaire
européenne ne peut être délivrée
que pour les exportations vers un
nombre limité de pays et pour un
nombre limité de biens. Les biens
purement nucléaires sont exclus.
Cette licence existe bien pour
l'exportation limitée de certains
biens nucléaires à double usage
mais elle n'est pas absolue et elle
peut toujours être refusée par les
autorités nationales ou soumise à
une licence individuelle en cas de
présomption d'une utilisation des
biens dans un programme
CRIV 51
COM 948
03/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
dat de exporteur een aanzienlijke hoeveelheid tijd kan besparen door
een uitvoeraanvraag rechtstreeks aan de CANVEK voor te leggen. Hij
heeft het recht om dat te doen. Wat dat betreft, is er misschien
onvoldoende kennis van die mogelijkheid die ook met zich meebrengt
dat de procedure wat de termijnen betreft kan worden ingekort.

De globale zorg waardoor u vraagt of men er geen belang bij heeft om
sneller tot een oplossing te komen in deze materies, kan ik alleen
maar ondersteunen. Het verleden heeft trouwens soms uitgewezen
dat het verloop van de tijd wel erg wispelturige effecten tot stand kan
brengen.
d'armement nucléaire.

Les procédures peuvent être
raccourcies mais cela relève de la
responsabilité des Régions. En
tout cas, un exportateur a la
possibilité de gagner un temps
considérable en soumettant
directement sa demande
d'exportation à la CANPAN.
04.03 Willy Cortois (VLD): Mijnheer de minister, ik heb de
procedure goed begrepen. Ik kan mij inbeelden dat ze dikwijls lang
kan aanslepen. In De Morgen van 21 maart las ik bijvoorbeeld dat een
topman van Barco zei - en dan veronderstel ik dat we het over het
Vlaams niveau hebben -, ik citeer: "Alle dossiers zijn geblokkeerd, om
het even waar de leveringen naartoe gaan." In een sector, die
dergelijk gevoelig materiaal, nucleair of ander, moet uitvoeren, is er
sprake van een duidelijke malaise die aantoont dat het niet goed gaat
op de manier waarop het nu gaat. Dat is mijn persoonlijke mening. Is
dat ook uw mening?
04.03 Willy Cortois (VLD): Dans
le quotidien "De Morgen" du 21
mars, le patron de Barco a déclaré
que tous les dossiers sont bloqués
pour l'instant. C'est inouï.
04.04 Minister Marc Verwilghen: Welnu, het hangt ervan af wat men
wil transporteren. Als men bijvoorbeeld centrifuges van een bepaald
klein gabariet wil transporteren gaan de zaken snel. Het is pas op het
ogenblik dat het werkelijk gaat om materiaal dat andere doelstellingen
kan beogen dat het veel trager verloopt. Ik kan mij dus inbeelden dat
voor een bedrijf als Barco, gelet op de producten die het aflevert, het
vaak gaat om producten die daarvoor in aanmerking zouden kunnen
komen.

Er is toch wel enige voorzichtigheid geboden. Zij weten dat trouwens
ook. Alleen zouden zij, meen ik, wanneer de procedures ter sprake
komen, een punt hebben dat men effectief sneller tot besluitvoering
moet kunnen komen. Er is een deel dat op het regionale niveau
geregeld moet worden. Er is ook een deel dat bij ons geregeld kan
worden. Wat dat betreft, meen ik dat u een punt hebt. Ik zal laten
nagaan voor wat binnen onze bevoegdheid valt, om effectief de
termijnen meer redelijk te houden.
04.04 Marc Verwilghen, ministre:
Tout dépend de ce que l'on veut
précisément exporter. Il faut se
montrer plus prudent lorsque les
matériaux peuvent servir à
d'autres fins. C'est souvent le cas
de produits Barco. Je vais
demander, dans le cadre de mes
compétences, que l'on examine
les possibilités de raccourcir les
procédures.
04.05 Willy Cortois (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik noteer het
engagement van de minister dat hij toch een inspanning zal doen om
de procedure een beetje te versnellen of te vereenvoudigen. Als ik
lees wat bijvoorbeeld een topbedrijf zoals Barco beschrijft in een
artikel in De Morgen van 21 maart, dan kan ik alleen maar zeggen dat
het hier gaat om een godgeklaagde situatie. Hiermee besluit ik.
04.05 Willy Cortois (VLD): Je
prends note de cet engagement
du ministre.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Samengevoegde vragen van
- de heer Willy Cortois aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de brandveiligheid in de Koninklijke Bibliotheek (Albertina)" (nr. 11467)
- de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het catastrofale brandveiligheidsniveau van de Koninklijke Bibliotheek"
(nr. 11512)
05 Questions jointes de
03/05/2006
CRIV 51
COM 948
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
- M. Willy Cortois au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique
scientifique sur "la sécurité en matière d'incendie à la Bibliothèque royale (Albertine)" (n° 11467)
- M. Jef Van den Bergh au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "le niveau déplorable de la sécurité en matière d'incendie à la Bibliothèque
royale" (n° 11512)
05.01 Willy Cortois (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, het is toeval, maar ik moet opnieuw gewag maken van een
artikel dat ik las in De Morgen van 27 april, waarbij gewag wordt
gemaakt van een alarmerend rapport over de staat van de
brandveiligheid in de Koninklijke Bibliotheek die luistert naar de mooie
naam Albertina.

Volgens dit rapport zou het veiligheidsniveau catastrofaal zijn en zou
de bibliotheekdirectie de problemen ook toegeven. Het gaat onder
meer over het branddetectiesysteem dat zou ontbreken, dat er te
weinig branddeuren zouden zijn en geen compartimentering en dat de
meest elementaire veiligheidsregels aan de laars worden gelapt. Dat
is vrij onrustwekkend, want deze instelling herbergt een zeer
belangrijk nationaal patrimonium. Gelukkig is deze bibliotheek een
van de zeer druk geraadpleegde bibliotheken in ons land. Tussen
haakjes, daar zijn meer dan driehonderd mensen werkzaam. Mijn
vragen terzake zijn eenvoudig.

Ten eerste, van wie ging het initiatief voor dit rapport uit en door welke
instantie werd het opgesteld en aangevraagd? Voor zo ver ik heb
kunnen nagaan, wordt de Koninklijke Bibliotheek beheerd door een
beheerscomité onder uw politieke verantwoordelijkheid. Heeft het
beheerscomité een verzoek gedaan om dergelijk rapport op te
stellen? Wie heeft dat rapport opgesteld?

Ik veronderstel dat de Koninklijke Bibliotheek toch ook moet
beschikken over een soort exploitatievergunning waarin automatisch
een aantal voorschriften van de brandweer is opgenomen. Ik
veronderstel dat in het geval van de Koninklijke Bibliotheek, het
gewestelijk korps van Brussel een rapport opstelt en dit voegt bij de
exploitatievergunning, waaraan dan moet worden voldaan. Mij lijkt er
daar iets niet helemaal in orde. Blijkbaar wist men bij de brandweer
niet veel af van de opmerkingen die men maakte en kwam dit rapport
vanuit het beheerscomité. Het is dus niet opgesteld door de
brandweer, maar door een andere instantie.

Mijnheer de minister, kunt u mij verzekeren dat de nodige
maatregelen werden genomen door het beheerscomité opdat de
instelling veilig zou zijn inzake brandveiligheid en de risico's op dat
vlak?
05.01 Willy Cortois (VLD): Le
quotidien "De Morgen" du 27 avril
2006 commente un rapport
alarmant sur la protection contre
l'incendie à la bibliothèque de
l'Albertine. Il n'y a pas de système
de détection d'incendie, le nombre
de portes coupe-feu est
insuffisant, il n'y a pas de
compartimentation et les règles les
plus élémentaires de sécurité ne
sont pas respectées, ce qui ne
manque pas d'inquiéter. Il s'agit
d'un patrimoine d'une valeur de
690 millions d'euros, la
bibliothèque accueille des milliers
de visiteurs et 300 personnes y
travaillent.

Qui a pris l'initiative de réaliser ce
rapport? Quelle instance l'a
rédigé? Existe-t-il vraiment un
permis d'exploiter? Quelles
mesures le ministre prendra-t-il?
05.02 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de minister, de
aanleiding voor het artikel dat vorige week in De Morgen verscheen,
was een plaatsbezoek van mijn Vlaamse collega, Hilde Crevits, aan
de Albertina-bibliotheek. Ik heb haar 's avonds nog aan de lijn gehad
en zij was onthutst over de toestand in de bibliotheek. De knelpunten
die door de heer Cortois zijn aangehaald, heeft zij daar inderdaad
kunnen vaststellen. Zij was echt niet goed van de toestand daar.
Bovendien lag het er overal vol boeken, tot voor de nooduitgangen.
Als verantwoordelijke overheid kunnen wij die toestand in elk geval
niet lang tolereren.
05.02 Jef Van den Bergh
(CD&V): Il semblerait que le
rapport ait été rédigé à l'initiative
de la bibliothèque elle-même et
que, selon l'ingénieur qui a réalisé
l'enquête, il s'agit de situations
inédites, par ailleurs dangereuses
pour le personnel et les visiteurs.
Des mesures doivent être prises
d'urgence et un budget doit être
dégagé dans les meilleurs délais
CRIV 51
COM 948
03/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
Uit het persbericht dat de bibliotheek zelf heeft verspreid, begrijp ik
dat het rapport waarvan sprake, er gekomen is op initiatief van de
bibliotheek zelf met het budget van de FOD Wetenschapsbeleid. Ik
heb dat rapport bij mij en het tart elke verbeelding. De ingenieur die
het heeft opgesteld, zegt zelf dat hij in zijn hele leven - hij zal wellicht
wel talloze onderzoeken hebben gedaan - nog nooit een dergelijke
toestand heeft meegemaakt. Er is geen branddetectiesysteem, geen
dispatchingsysteem voor de hulpdiensten, het personeel en de
bezoekers, er zijn geen branddeuren en de deuren sluiten niet
automatisch. Bovendien zijn ze vaak versperd door stapels boeken,
zoals ik al eerder zei. De arbeidsomstandigheden zijn dan ook
betreurenswaardig. Voor de werknemers is die toestand ook niet
langer houdbaar, laat staan voor de bezoekers.

Mijnheer de minister, in de persmededeling van de bibliotheek die
vorige week is verspreid, lees ik dat men punten naar voren heeft
geschoven die men zo snel mogelijk wil realiseren. Daarvoor zou men
natuurlijk over het nodige budget moeten beschikken. Die vraag is
vooral essentieel. Zal dat budget er komen? Vooral, zal het er snel
komen, zodat er ook snel kan worden ingegrepen om de veiligheid te
kunnen garanderen?

Is er reeds overleg geweest met minister Reynders om de
verantwoordelijkheden duidelijk af te bakenen en een snelle actie
mogelijk te maken? Hoe zijn die bevoegdheden precies afgelijnd? Op
een vraag van een collega heeft minister Reynders vorige week in de
plenaire vergadering verklaard dat zijn diensten alles zullen doen,
zolang uw diensten ­ eenvoudig uitgedrukt ­ het maar vragen.

Waarom hebt u zolang gewacht om actie te ondernemen in het
dossier? Het is geen nieuw dossier. In 1996 verscheen reeds een
rapport over de lamentabele toestand. Toen moest er eigenlijk al
worden ingegrepen. De toestand is er ondertussen alleen maar op
achteruitgegaan.

Mijnheer de minister, ondertussen verklaarde u, ik meen vorige week
in Terzake, dat u contact nam met de regie om het probleem aan te
pakken. Daarom heb ik de volgende vragen.

Wat is er concreet afgesproken? Wanneer zal de actie worden
ondernomen? Wat is de planning, de tijdspanne, waarin de
verschillende problemen opgelost kunnen worden? Welke budgetten
worden daarvoor vrijgemaakt? Zullen die snel worden vrijgemaakt?
pour les mettre en oeuvre.

Une concertation a-t-elle déjà eu
lieu avec M. Reynders pour mieux
délimiter les responsabilités et
accélérer l'intervention? Pourquoi
le ministre a-t-il tant attendu avant
d'agir alors qu'il était informé
depuis longtemps de l'existence
du rapport et de la demande de la
bibliothèque de prendre des
mesures? Quels accords ont été
conclus avec la Régie des
Bâtiments? Quand et dans quels
délais les problèmes seront-ils
résolus? Quels budgets seront
libérés et le seront-ils rapidement?
05.03 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, collega
Cortois, collega Van den Bergh, ik heb kennis gekregen van de
toestand van de Koninklijke Bibliotheek na de benoeming van de
nieuwe directeur, minder dan een jaar geleden. Ik heb wel vastgesteld
dat het probleem dat wordt aangekaart uiteindelijk al meer dan tien
jaar bestaat.

Toen ik kennis genomen heb van de berichtgeving van de nieuwe
directeur heb ik, op mijn initiatief, niet dat van de bibliotheek, en
dankzij de in 2005 vrijgemaakte kredieten, een rapport over
brandveiligheid gevraagd, dat opgesteld werd door deskundigen die
overigens door de instelling werden aangeduid.

De conclusies van het rapport moeten ernstig worden genomen.
05.03 Marc Verwilghen, ministre:
J'ai été informé de cette situation
après la nomination du nouveau
directeur il y a environ un an. Le
problème se pose cependant déjà
depuis dix ans. À mon initiative et
grâce aux crédits de 2005, un
rapport de sécurité anti-incendie a
été rédigé par des experts
désignés par la bibliothèque. Les
conclusions de ce rapport doivent
être prises au sérieux. J'ai
transmis les documents
nécessaires au ministre
03/05/2006
CRIV 51
COM 948
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Daarom heb ik de stukken die onder de bevoegdheid vallen van mijn
collega die bevoegd is voor de Regie der Gebouwen, rechtstreeks
aan hem bezorgd. Ik heb ondertussen informatie gekregen van de
Regie der Gebouwen, die snel heeft gereageerd. Daar zal men ook
wel de ernst van het verslag hebben ingezien. De Regie heeft de
nodige werken gepland de komende zes maanden, om dit euvel te
verhelpen. De preventieaspecten die onder de verantwoordelijkheid
vallen van het management van de instelling, en dus ook voor een
stuk onder mijn verantwoordelijkheid, werden opgenomen in het
kaderprogramma 2006-2008 van de instelling. Daarvoor is dus in
fondsen voorzien.

Wat betreft de contacten met de brandweer, het rapport werd
opgesteld in samenwerking met de SIAMU-expert. Nadat ik het
bericht in De Morgen heb gelezen, heb ik de directeur van de
Koninklijke Bibliotheek onmiddellijk ontboden. Indien de toestand
ernstig is, dan zijn er voor mij drie zaken essentieel: het personeel dat
daar tewerkgesteld is, de bezoekers die er komen en natuurlijk ook de
inhoud van het patrimonium dat bewaard wordt. Ik heb hem toen op
de man af gevraagd of de toestand derwijze ernstig is dat er andere
onmiddellijke maatregelen getroffen moeten worden, bijvoorbeeld een
onmiddellijke sluiting. Hij heeft mij verzekerd dat dit absoluut niet het
geval is. Dat doet geen afbreuk aan het feit dat de toestand ernstig is.
Dat is nog iets anders. Ik wil u echter zeggen dat ik zelfs dit type van
maatregelen overwogen zou hebben, indien het nodig geweest zou
zijn.

Voor de andere federale wetenschappelijke instellingen onder mijn
bevoegdheid is een audit over veiligheid uitgevoerd in 2003. De
Ministerraad heeft de uitvoering van de aanbeveling van die audit
reeds in 2003 goedgekeurd. Elke instelling heeft prioriteiten
vastgelegd na contacten met de regie. Ze worden geleidelijk
uitgewerkt.

Wat mijn bevoegdheden betreft, heb ik een aantal industrieel
ingenieurs aangesteld, zodat de veiligheidsproblematiek meer
stelselmatig wordt aangepakt in de diverse instellingen. Ik zeg dat om
u een beeld te geven dat er ook op andere plaatsen problemen zijn,
weliswaar niet van dezelfde aard als die van de Koninklijke
Bibliotheek. Het is mij menens om op te treden inzake het
veiligheidsaspect. Met de gegevens waarover ik thans beschik, mag
ik stellen dat het euvel binnen zeer afzienbare termijn uit de weg zal
zijn geholpen.
compétent pour la Régie des
Bâtiments. La Régie a déjà prévu
les travaux nécessaires pour les
six prochains mois.

Les aspects relatifs à la prévention
relèvent de la compétence de la
direction de l'institution et figurent
dans son programme-cadre 2006-
2008. En ce qui concerne les
contacts avec les services
d'incendie, le rapport a été rédigé
en collaboration avec l'expert du
SIAMU. Dès la parution des
articles de presse alarmants, j'ai
convoqué le directeur de la
Bibliothèque royale et lui ai
demandé si la sécurité du
personnel, des visiteurs et du
patrimoine était menacée et si une
fermeture immédiate était
recommandée. Il m'a assuré que
la situation n'exigeait pas la
fermeture.

Pour les établissements
scientifiques fédéraux, un audit de
sécurité a été réalisé en 2003. Les
recommandations du rapport ont
été approuvées par le conseil des
ministres la même année. La
Régie des Bâtiments a été
contactée et chaque établissement
a ensuite défini ses priorités qui
sont progressivement mises en
oeuvre. Plusieurs ingénieurs
industriels ont par ailleurs été
désignés en vue d'une approche
plus systématique de la question
de la sécurité.
05.04 Willy Cortois (VLD): Mijnheer de voorzitter, het verheugt me
dat de minister energiek is opgetreden.

Mijnheer de minister, desalniettemin vraag ik u dat u zeer sterk blijft
aandringen bij de Regie der Gebouwen, die de werken blijkbaar moet
uitvoeren, opdat de situatie veiliger zou worden.

Voorts merk ik op - dit is meteen een boodschap aan het
beheerscomité - dat het beheerscomité moet instaan voor het
dagelijks beheer. Is het veiligheidsprobleem daar ooit aan bod
gekomen of niet? Blijkbaar is er terzake rivaliteit tussen de
veiligheidsdiensten, want de verslagen van de brandweer van het
Gewest Brussel en van de private instanties lopen nogal sterk uiteen.
Men kan, mijns inziens, niet langer dulden dat er op een dergelijke
05.04 Willy Cortois (VLD):
J'invite le ministre à demander
instamment à la Régie de prendre
rapidement des initiatives. Il n'y a
plus de temps à perdre. Je me
demande si le comité de gestion
de la Bibliothèque a déjà examiné
le problème de la sécurité, une
question avec laquelle on ne
badine pas.
CRIV 51
COM 948
03/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
manier met essentiële veiligheidsvoorschriften wordt omgegaan.

U moet eveneens duidelijk maken dat het beheerscomité, dat instaat
voor het dagelijks beheer van de zaak, en de manager alle mogelijke
maatregelen moeten nemen, opdat het onmogelijke uiteindelijk niet
zou gebeuren. Wachten tot al de werken voltooid zijn, lijkt me een te
zwak signaal.
05.05 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de minister, ik ben blij
dat er nu blijkbaar krachtdadig en snel wordt opgetreden. Het in de
aandacht brengen van de toestand zal daar wellicht toe hebben
bijgedragen. Het feit dat men nu in actie schiet, terwijl u minder dan
een jaar geleden op de hoogte werd gebracht, zegt toch wel iets. Het
is wel jammer dat hiervan nu, door persaandacht, terug werk van zal
worden gemaakt, terwijl het al tien jaar aansleept. Laten wij erop
rekenen dat er nu daadwerkelijk iets zal gebeuren.

Ik ben ook blij dat u de overweging hebt gemaakt om eventueel zelfs
tot een tijdelijke sluiting over te gaan, tot de nodige werken zijn
uitgevoerd. Ik neem aan dat er deskundig is over geoordeeld dat dit
niet noodzakelijk is. Ik hoop dat dit snel en goed in orde komt.
05.05 Jef Van den Bergh
(CD&V): Je me réjouis bien
entendu de la réaction ferme du
ministre, qui a manifestement
même envisagé une fermeture
temporaire. Je constate qu'un
article de presse peut avoir un
poids considérable. De toute
évidence, le problème de la
sécurité a été ignoré trop
longtemps. Il est tout de même
inadmissible de devoir attendre un
article de presse pour que des
actions soient entreprises.
05.06 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, staat u mij
toe om nog drie opmerkingen te geven.

Ten eerste, het is zo dat de federale wetenschappelijke instellingen
gedurende een vrij lange termijn in een impasse hebben gezeten. Er
waren geen nieuwe directeurs aangeduid. Dat heeft met zich
meegebracht dat beheerscomités hun werk wel deden, maar dat dit
niet doorsijpelde. Als de nieuwe directeurs er gekomen zijn en hun
managementplannen hebben opgesteld, hebben zij systematisch
verwezen naar het aspect veiligheid binnen de instellingen. Dat heeft
ongetwijfeld bijgedragen tot het bepalen van de prioriteiten en de
werkzaamheden die moesten worden aangevat door de Regie der
Gebouwen.

Ten tweede, het moet worden gezegd, soms had de regie de neiging
om dergelijke werken ondergeschikt aan talloze andere werken te
beschouwen. Ten onrechte, want het gaat niet alleen om het
personeel, maar ook om het publiek dat er komt. Bovendien is het
een patrimonium dat zijn gelijke in België niet kent.

Ten derde, louter volledigheidshalve en zonder enig misverstand te
willen creëren, is er het volgende argument dat pleit in het voordeel
van de Regie der Gebouwen. Ik heb het rapport in februari
rechtstreeks aan minister Reynders bezorgd met de noodkreet dat
hieraan onmiddellijk iets moest worden gedaan. Toen werd er wel
onmiddellijk gereageerd met een volledig plan en een fasering met de
data waarop de werkzaamheden zouden worden uitgevoerd. Dat
dateert allemaal van een behoorlijke periode voor de persberichten
die zijn verschenen.

Het een heeft niet onmiddellijk met het ander te maken, maar ik heb
geen moeite met het feit dat er toch nog persberichten en
persbelangstelling is geweest. Dit heeft immers andermaal
aangetoond dat er nog heel wat werk in deze sector op de plank ligt.
Misschien kunnen wij nog ondersteuning gebruiken om zeker te zijn
05.06 Marc Verwilghen, ministre:
Les établissements scientifiques
fédéraux ont vécu longtemps dans
l'incertitude quant à leur avenir, de
sorte que le fonctionnement des
comités de gestion respectifs n'a
pas toujours été optimal. Après la
désignation des nouvelles
directions, la situation s'est
améliorée et les aspects liés à la
sécurité ont été pris en compte.
Force est en outre de reconnaître
que pendant longtemps, les
travaux dans le cadre de la
prévention en matière de sécurité
n'ont guère fait partie des priorités
de la Régie.

J'ai déjà communiqué en février
2006 le rapport concernant la
sécurité incendie au ministre
compétent pour la Régie des
Bâtiments, M. Reynders. La Régie
y a promptement réagi et a
élaboré un plan échelonné. Tout
cela a déjà eu lieu in tempore non
suspecto, donc avant la parution
de l'article de presse, qui ne me
perturbe d'ailleurs nullement: on
n'est jamais trop attentif à la
sécurité.
03/05/2006
CRIV 51
COM 948
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
dat de werken daadwerkelijk worden uitgevoerd en opgevolgd.
05.07 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de minister, u verwijst
naar het plan dat de regering heeft opgemaakt naar aanleiding van
het rapport van februari. Ik lees in de persmededeling van de
bibliotheek zelf dat er inderdaad overleg is geweest en dat er een
prioriteitenlijst is opgesteld, maar dat er wel nog extra budgetten nodig
zijn om alle problemen op te lossen. Dat staat in een persbericht van
vorige week. Dat dateert zeker nog niet van februari of maart. De
vraag blijft dus toch overeind.

U hebt daarstraks gezegd dat het binnen zes maanden allemaal zou
moeten kunnen opgelost zijn. Ik neem aan dat die extra budgetten er
ondertussen wel degelijk zijn.
05.07 Jef Van den Bergh
(CD&V): J'ai lu dans un
communiqué de presse de la
Bibliothèque royale datant de la
semaine passée ­ le mois de
février était donc bien loin! ­ que
des moyens supplémentaires
seraient nécessaires pour
renforcer la sécurité. Puis-je
déduire de la réponse du ministre
que cela ne représentera aucun
problème?
05.08 Minister Marc Verwilghen: Wat de werkzaamheden van de
regie betreft, zijn de budgetten aanwezig.

Wat de aanpassingswerken inzake preventie betreft, die staan
ingeschreven in het kaderprogramma voor de periode 2006-2008.
Deze zijn dus systematisch voorzien.
05.08 Marc Verwilghen, ministre:
Il n'y a pas de problème en ce qui
concerne la Régie. Les moyens
destinés à mettre en oeuvre les
aménagements à apporter en
matière de prévention de sécurité
figurent dans le programme cadre
2006-2008.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Vraag nr. 11503 van de heer De Groote is uitgesteld.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 14.53 uur.
La réunion publique de commission est levée à 14.53 heures.