CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 947
CRIV 51 COM 947
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
mercredi
woensdag
03-05-2006
03-05-2006
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 947
03/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Éric Massin à la secrétaire d'État
aux Familles et aux Personnes handicapées,
adjointe au ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "la prise en considération de
dénonciations de situations de fraude pour
l'obtention d'allocations pour handicapés de la
part des autorités judiciaires" (n° 11407)
1
Vraag van de heer Éric Massin aan de
staatssecretaris voor het Gezin en Personen met
een handicap, toegevoegd aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het in
overweging nemen van klachten vanwege de
gerechtelijke overheden over fraude met als doel
uitkeringen voor gehandicapten te bekomen"
(nr. 11407)
1
Orateurs: Éric Massin, Gisèle Mandaila
Malamba
, secrétaire d'État aux Familles et
aux Personnes handicapées
Sprekers: Éric Massin, Gisèle Mandaila
Malamba
, staatssecretaris voor het Gezin en
Personen met een handicap
Question de M. Éric Massin à la secrétaire d'État
aux Familles et aux Personnes handicapées,
adjointe au ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "le délai de paiement des
honoraires des médecins-experts" (n° 11408)
4
Vraag van de heer Éric Massin aan de
staatssecretaris voor het Gezin en Personen met
een handicap, toegevoegd aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
betalingstermijn voor de erelonen van
geneesheren-deskundigen" (nr. 11408)
4
Orateurs: Éric Massin, Gisèle Mandaila
Malamba
, secrétaire d'État aux Familles et
aux Personnes handicapées
Sprekers: Éric Massin, Gisèle Mandaila
Malamba
, staatssecretaris voor het Gezin en
Personen met een handicap
Question de Mme Nahima Lanjri au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
simplification administrative" (n° 11401)
6
Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de administratieve vereenvoudiging"
(nr. 11401)
6
Orateurs: Nahima Lanjri, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Nahima Lanjri, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Roel Deseyn au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
communication relative au travail d'étudiant
autorisé" (n° 11429)
9
Vraag van de heer Roel Deseyn aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
communicatie rond de toegelaten
studentenarbeid" (nr. 11429)
9
Orateurs: Roel Deseyn, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Roel Deseyn, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Joseph Arens au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
traitement des patients atteints de plaies
chroniques" (n° 11471)
11
Vraag van de heer Joseph Arens aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
behandeling van patiënten met chronische
wonden" (nr. 11471)
11
Orateurs: Joseph Arens, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Joseph Arens, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Greta D'hondt au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
droit aux allocations familiales" (n° 11499)
12
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het recht op kinderbijslagen" (nr. 11499)
12
Orateurs: Greta D'hondt, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Greta D'hondt, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
CRIV 51
COM 947
03/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
du
MERCREDI
3
MAI
2006
Après-midi
______
van
WOENSDAG
3
MEI
2006
Namiddag
______

La séance est ouverte à 14.05 heures par M. Jean-Marc Delizée, président.
De vergadering wordt geopend om 14.05 uur door de heer Jean-Marc Delizée, voorzitter.
01 Question de M. Éric Massin à la secrétaire d'État aux Familles et aux Personnes handicapées,
adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la prise en considération de
dénonciations de situations de fraude pour l'obtention d'allocations pour handicapés de la part des
autorités judiciaires" (n° 11407)
01 Vraag van de heer Éric Massin aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een
handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het in overweging
nemen van klachten vanwege de gerechtelijke overheden over fraude met als doel uitkeringen voor
gehandicapten te bekomen" (nr. 11407)
01.01 Éric Massin (PS): Monsieur le président, madame la
secrétaire d'État, il me revient que vous avez été interpellée par les
autorités judiciaires, lesquelles ont en outre entrepris de multiples
démarches auprès du SPF Sécurité sociale, service des allocations
aux handicapés, pour dénoncer des faits de fraude clairement avérés
de la part de personnes qui obtiennent une allocation à un meilleur
taux.

Ces personnes bénéficient de revenus illicites et la composition de
leur ménage ne correspond pas à la réalité. Ce sont
malheureusement des situations qui se présentent parfois.

Dans une réponse à une question écrite du 14 décembre 2005, vous
disiez que les révélations d'une autorité judiciaire ne suffiraient pas à
provoquer la procédure de recouvrement des sommes indues. En
effet, selon le SPF, la situation du ménage correspond bien aux
données enregistrées au registre national.

Voilà ce qu'il en est pour le recouvrement des sommes indues.
Cependant, il faut savoir qu'une procédure doit être suivie avant
d'arriver à la constatation que des sommes ont été perçues indûment.

Dans le cadre de la législation actuelle, l'administration, sur base
d'éléments qui lui sont transmis, peut entamer une procédure de
révision d'office du dossier, aboutissant à une décision conforme à la
réalité ou, en cas de contestation, à l'ouverture du processus
judiciaire.

Dans ce cas de figure, le tribunal, voire l'auditorat peut faire procéder
à la réalisation d'enquêtes, en ce compris par les services de police,
lesquelles pourraient donc aboutir à la confirmation de la décision
rendue par le SPF Sécurité sociale, service des allocations aux
handicapés, décision qui a été rendue sur la base des éléments qui
01.01 Éric Massin (PS): Naar
verluidt bent u aangeschreven
door de gerechtelijke overheid in
verband met duidelijk bewezen
feiten van fraude door mensen die
een uitkering voor gehandicapten
tegen een voordeliger tarief
krijgen.

In december 2005 hebt u
schriftelijk geantwoord dat
onthullingen door een gerechtelijke
instantie niet volstaan om een
procedure met het oog op de
terugvordering van onterecht
gestorte bedragen van start te
laten gaan. In het kader van de
huidige wetgeving kan de
administratie op grond van
elementen die haar zijn
overgezonden, een ambtshalve
herzieningsprocedure starten die
kan leiden tot een beslissing die
met de werkelijkheid strookt of, in
geval van betwisting, tot de
opening van een gerechtelijke
procedure. In dit geval kan de
rechtbank en zelfs het auditoraat
tot onderzoeken overgaan. Ik heb
de indruk dat geen enkel initiatief
in die zin werd genomen. Bevestigt
u dat de gegevens van het
Rijksregister rechtsgeldig zijn, ook
03/05/2006
CRIV 51
COM 947
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
ont été transmis à ce dernier et qui ont donné lieu à la révision
d'office.

Cependant, il me semble qu'aucune initiative n'a été prise en ce sens.
Cette situation pourrait aller à l'encontre de la saine gestion des
deniers publics et de la nécessité de lutter contre la fraude sociale.

Dès lors, pouvez-vous me confirmer que les données du registre
national font foi, même si elles sont erronées, quels que soient les
éléments de preuve contradictoires clairement apportés, entre autres,
par des autorités judiciaires?

Quelles sont les mesures que vous comptez prendre pour remédier à
ces lacunes?

Sur la base des éléments portés à votre connaissance, envisagez-
vous de demander à vos services de procéder aux révisions qui
s'imposent?

Pourquoi l'inspection sociale n'a-t-elle pas encore été saisie par vos
services?
al zijn ze foutief en ongeacht de
aard van de tegenstrijdige
bewijzen die met name door de
gerechtelijke overheid naar voren
worden gebracht?

Welke maatregelen zal u nemen
om die leemten te verhelpen?
Bent u, op grond van de
meegedeelde elementen, van plan
uw diensten te vragen tot de
nodige rechtzettingen over te
gaan? Waarom hebben uw
diensten dit dossier nog niet aan
de Sociale Inspectie
overgezonden?
01.02 Gisèle Mandaila Malamba, secrétaire d'État: Monsieur le
président, il faut savoir que l'article 9 §2 de l'arrêté royal du 22 mai
2003 dispose que les informations tenues auprès du registre national
des personnes physiques font foi jusqu'à preuve du contraire. Si des
éléments de preuve contraire suffisants sont apportés au service,
celui-ci en tient compte pour le calcul des allocations aux personnes
en situation de handicap.

L'administration est même tenue, en vertu de l'article 9, §2, troisième
alinéa de l'arrêté royal du 22 mai 2003, de communiquer le contenu
de l'information ainsi acceptée à titre de renseignements au registre
national des personnes physiques en y adjoignant les documents
justificatifs.

Légalement, il n'appartient pas au service de rechercher la preuve
contraire. D'ailleurs, la Direction générale des Personnes
handicapées n'a pas de service de contrôle qui lui permette de
procéder aux vérifications nécessaires. Si la Direction générale des
Personnes handicapées est informée, par exemple, au moyen d'une
dénonciation, qu'une personne exerce un travail non déclaré, les
éléments sont transmis à l'inspection sociale qui décidera ou non de
poursuivre l'enquête.
01.02 Staatssecretaris Gisèle
Mandaila Malamba: De gegevens
van het Rijksregister van de
natuurlijke personen zijn
rechtsgeldig tot bewijs van het
tegendeel. Indien de dienst
voldoende andere bewijzen
worden bezorgd, wordt daarmee
rekening gehouden voor de
berekening van de
tegemoetkomingen aan personen
met een handicap. De
administratie is zelfs verplicht de
aldus in aanmerking genomen
informatie bij wijze van inlichting
aan het Rijksregister mee te delen.

Wettelijk is de dienst niet verplicht
naar het bewijs van het tegendeel
op zoek te gaan. De Directie-
generaal personen met een
handicap beschikt trouwens niet
over een controledienst om de
nodige verificaties uit te voeren.
Indien aan de Directie-generaal
bijvoorbeeld wordt verklikt dat
iemand aan het werk is, maar dit
niet heeft aangegeven, wordt die
informatie aan de Sociale
Inspectie bezorgd, die beslist of ze
al dan niet een onderzoek uitvoert.
01.03 Éric Massin (PS): Madame la secrétaire d'État, vous me
permettrez d'être assez étonné. Je connais assez bien et même très
bien la législation. Je vous ai demandé si l'inspection sociale avait été
saisie par vos services.
01.03 Éric Massin (PS): Ik vroeg
u of uw diensten het dossier aan
de Sociale Inspectie hebben
bezorgd. Is dat al dan niet
CRIV 51
COM 947
03/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3

Vous venez de me dire que, si des éléments relèvent d'une fraude, ils
sont transmis à l'inspection sociale. Cela a-t-il été fait? Ma question
est relativement claire!

Deuxième élément. Jusqu'à preuve du contraire, cela fait foi. Lorsque
des autorités judiciaires vous transmettent des éléments, il existe une
possibilité de revoir; c'est ce que l'on appelle la révision d'office dans
le cadre de la loi.

Des révisions d'office seront-elles entamées, pour donner lieu à des
constatations d'indus et soit, éventuellement, que le dossier suive son
cours et que l'État récupère ses deniers, soit que le dossier soit
transmis aux autorités judiciaires qui pourront alors établir que les
données du registre national ne sont pas conformes à la réalité et qu'il
convient de tenir compte de cette réalité?

Mes questions sont claires.

1. Pourquoi l'inspection sociale n'est-elle pas encore saisie?
2. Va-t-il y avoir révision d'office?
gebeurd? De gegevens gelden tot
bewijs van het tegendeel.
Wanneer het gerecht u bepaalde
elementen bezorgt, kan op grond
van de wet tot een ambtshalve
herziening worden overgegaan.
Zal dat ook gebeuren?
Le président: Madame la secrétaire d'État, M. Massin insiste pour obtenir des réponses à ses questions.
Pouvez-vous réagir?
01.04 Gisèle Mandaila Malamba, secrétaire d'État: Je viens de le
dire. Dès qu'il y a une déclaration affirmant qu'un dossier n'est pas
conforme, le service contentieux de l'administration Personnes
handicapées en tient compte et transmet ensuite les informations à
qui de droit pour mener l'enquête. Ce n'est pas au service social de la
direction générale Personnes handicapées de mener cette enquête.
Mais dès que l'information est reçue, nous transmettons à qui de droit
pour que l'enquête soit menée et, le cas échéant, s'il y a révision
d'office, cela sera fait.
01.04 Staatssecretaris Gisèle
Mandaila Malamba: Het is niet de
taak van de sociale dienst van de
directie-generaal Personen met
een handicap om dat onderzoek
uit te voeren. Maar zodra we over
de informatie beschikken, geven
we die aan de bevoegde instantie
door voor verder onderzoek. En zo
nodig wordt er een ambtshalve
herziening doorgevoerd.
Le président: Je vous remercie. Le dernier mot revenant toujours au parlement, monsieur Massin, je vous
donne la parole.
01.05 Éric Massin (PS): Monsieur le président, je vous remercie.
Mme la secrétaire d'État ne me répond pas clairement. Si j'ai bien
compris, les données ont été transmises à l'inspection sociale.
Madame la secrétaire d'État, pouvez-vous me dire quand a lieu ce
transfert?
01.05 Éric Massin (PS): Als ik u
goed heb begrepen, werden de
gegevens aan de sociale inspectie
bezorgd. Wanneer gebeurde dat?
01.06 Gisèle Mandaila Malamba, secrétaire d'État: Je ne peux pas
vous dire quand mais ce que je peux faire, c'est vous envoyer une
réponse par écrit pour vous communiquer cette information.
01.06 Staatssecretaris Gisèle
Mandaila Malamba: Ik kan u dat
schriftelijk meedelen.
01.07 Éric Massin (PS): J'attends votre réponse écrite.
01.07 Éric Massin (PS): Ik wacht
dus op uw schriftelijk antwoord.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de M. Éric Massin à la secrétaire d'État aux Familles et aux Personnes handicapées,
adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le délai de paiement des
03/05/2006
CRIV 51
COM 947
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
honoraires des médecins-experts" (n° 11408)
02 Vraag van de heer Éric Massin aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een
handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
betalingstermijn voor de erelonen van geneesheren-deskundigen" (nr. 11408)
02.01 Éric Massin (PS): Madame la secrétaire d'État, il s'agit d'une
situation qui malheureusement n'est pas neuve: en matière de
recours devant les tribunaux pour les personnes handicapées, les
tribunaux éprouvent la plus grande difficulté à trouver des médecins-
experts en raison du délai de paiement des honoraires. Ce délai est
relativement long et les frais honoraires sont souvent versés avec un
retard de deux à trois ans après que le jugement de taxation a été
rendu. On peut comprendre le découragement des experts qui
renoncent quelquefois aux missions qui leur sont imparties lorsque le
SPF "Service allocations handicapés" est concerné.

Disposez-vous de statistiques sur la moyenne du délai pour le
règlement des honoraires? Quelles mesures comptez-vous prendre à
court terme pour inverser cette tendance?

Outre ces difficultés, le délai de l'administration pour communiquer le
nom des médecins inspecteurs qui sont chargés de représenter les
intérêts du ministère est anormalement long, ce qui retarde tout
autant les travaux d'expertise.

Envisagez-vous une directive à votre administration pour corriger le
tir, sachant que les dossiers en cause concernent le plus souvent des
personnes fragilisées, tant sur le plan médical que sur le plan
financier.
02.01 Éric Massin (PS): De
toestand is helaas niet nieuw: de
rechtbanken ondervinden de
grootste moeilijkheden om
geneesheren-deskundigen te
vinden wanneer gehandicapte
personen een beroep indienen, als
gevolg van de betalingtermijn van
de erelonen (soms tot twee à drie
jaar na het vonnis waarin de
erelonen worden begroot). De
deskundigen zien in sommige
gevallen af van hun opdrachten,
wanneer de dienst
tegemoetkomingen aan personen
met een handicap erbij betrokken
is.

Bestaan er statistieken over de
gemiddelde termijn voor de
betaling van de erelonen? Welke
maatregelen zal u nemen om het
tij te keren?

Daarnaast doet de administratie er
ook abnormaal lang over om de
naam van de geneesheren-
inspecteurs die de belangen van
het ministerie verdedigen, mee te
delen. Zal u een richtlijn
uitvaardigen om die toestand te
verhelpen, wetend dat die dossiers
meestal kwetsbare personen
betreffen.
02.02 Gisèle Mandaila Malamba, secrétaire d'État: Pour répondre à
cette question, les éléments suivants ont été fournis par la Direction
générale "Personnes handicapées". Il faut savoir que le paiement des
frais et honoraires des experts nécessite la réunion de deux
conditions: la taxation par le juge et la réception des états des frais et
honoraires par nos services. Il est vrai que certains tribunaux se
refusent encore à taxer séparément les experts, ce qui oblige ces
derniers à attendre le jugement définitif pour être payés. Ce jugement
définitif intervient, dans certains cas, plusieurs mois après le dépôt du
rapport, soit parce que ce dernier est contesté par l'une des parties,
soit en raison de difficultés procédurales.

Il est donc exact que, dans certains cas, le service ne peut mettre en
paiement les honoraires de l'expert dès le dépôt du rapport et que le
délai moyen de paiement peut se trouver de ce fait allongé. Les
exemples avancés de deux à trois ans restent cependant très rares.

Deux mesures ponctuelles de grande envergure ont été prises en
02.02 Staatssecretaris Gisèle
Mandaila Malamba: De Directie-
generaal personen met een
handicap bezorgde me volgende
elementen van antwoord. Voor de
betaling van de kosten en
erelonen van deskundigen zijn er
twee voorwaarden: ze moeten
door de rechter worden begroot en
de diensten moeten in het bezit
zijn van de kosten- en
ereloonnota. Bepaalde
rechtbanken weigeren de erelonen
van de deskundigen in een apart
vonnis te begroten, zodat ze het
eindvonnis moeten afwachten voor
ze betaald kunnen worden.
CRIV 51
COM 947
03/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
2005. En mars 2005, un premier courrier a été expédié par le service
expliquant à chacun des experts la procédure à suivre pour être payé
et recommandant la procédure de taxation séparée afin de gagner
plusieurs mois pour le paiement des frais et honoraires.

De même, en septembre 2005, un second courrier, toujours adressé
à chacun des experts, reprenait en annexe les affaires toujours en
souffrance et la raison de cette situation. L'envoi de ces courriers a
permis la résorption presque intégrale du retard.

En ce qui concerne la procédure d'expertise elle-même et sa mise en
route par l'administration, donc la communication du nom du
médecin-inspecteur, il convient de savoir que le nombre de recours
introduits contre les décisions du service est en augmentation
constante.

À titre d'exemples, il faut savoir que du côté francophone, en 2002, on
comptait une moyenne de 77,5 recours par mois, 274,1 recours en
2005 et, en mars 2006, le nombre de recours s'élevait à 231. Le
nombre d'expertises est en augmentation également: en mars 2006,
137 expertises ont été réalisées pour le côté francophone.

Pour résoudre de façon structurelle la situation difficile du service du
contentieux, il n'existe que deux solutions à mettre en oeuvre de façon
concomitante: augmenter le personnel ­ les premières mesures
d'engagement prises en juillet 2005 commencent à porter leurs
fruits ­ et la mise en route au profit du service du contentieux de
systèmes informatiques, déjà généralisés dans la Direction générale,
dont l'entrée en vigueur avait été fixée au 15 mai 2006 mais qui vient
d'être postposée de huit semaines. Heureusement.
Het klopt dus dat de dienst de
erelonen van de expert niet altijd
snel kan betalen. Een termijn van
twee à drie jaar blijft echter een
uitzondering.

Na het opsturen van twee brieven
in 2005 werd de achterstand
praktisch ingehaald.

Betreffend de expertiseprocedure
en haar uitvoering door de
administratie neemt het aantal
beroepen tegen beslissingen van
de dienst toe: voor de Franstalige
waren er in 2002 gemiddeld 77,5
beroepen per maand, in 2005
waren er 274,1 en voor de maand
maart 2006 alleen waren er 231!
Het aantal expertises stijgt ook:
137 in maart 2006 langs
Franstalige kant.

Om dit op te lossen zijn er slechts
twee oplossingen: meer mensen
inzetten en de informatica-
systemen, die bij de Algemene
Directie reeds veralgemeend zijn,
in gang brengen.
02.03 Éric Massin (PS): Monsieur le président, madame la
secrétaire d'État, heureusement ­ et vous en faites part ­, des
courriers ont été adressés aux médecins-experts. Si ce n'est que les
jugements de taxation sont adressés directement à l'administration,
par le biais du tribunal puisque celui-ci notifie.

S'il existe un problème de transmission des informations au sein du
service des allocations aux handicapés, il faudrait peut-être y être
relativement attentif.

Un petit élément est resté sans réponse. Selon les autorités
judiciaires qui m'en ont fait part, il semblerait que l'administration
mette un certain temps pour communiquer le nom de ces médecins-
inspecteurs, ce qui retarde les travaux d'expertise.

Je ne sais si vous disposez ici d'une réponse. Sinon, vous pouvez me
la transmettre par écrit, comme pour la précédente.
02.03 Éric Massin (PS): Twee
brieven werden dus aan de
geneesheren-experten gericht,
maar de beslissingen inzake
taxatie worden rechtstreeks aan
de administratie gericht, via de
rechtbank. Indien er problemen
zijn met de informatiedoorstroming
binnen de Dienst voor
tegemoetkomingen aan
gehandicapten, moet men hier
aandacht voor hebben.

Volgens de gerechtelijke
overheden zou de administratie
ook wachten met het overzenden
van de naam van de
geneesheren-inspecteurs. Kan u
hierop antwoorden? Indien neen,
kan u mij een schriftelijk antwoord
bezorgen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
administratieve vereenvoudiging" (nr. 11401)
03/05/2006
CRIV 51
COM 947
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
03 Question de Mme Nahima Lanjri au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
simplification administrative" (n° 11401)
03.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, recent maakte
Voka een rapport publiek waarin het een hele reeks administratieve
vereenvoudigingen voorstelt. Voor Sociale Zaken stelt Voka voor om
de multifunctionele aangifte of DMFA te digitaliseren. Dat betekent
zeker een verbetering voor de grote aangiftes, die soms op cd-rom
aan de RSZ worden bezorgd. Op het moment worden foutief
ingevulde aangiftes als een pingpong heen- en weergestuurd tussen
de bijdrageplichtige en de RSZ. Digitalisering zou ook dat fenomeen
verhelpen. Daarenboven worden hierdoor dubbele aangiftes van
dezelfde gegevens uitgezuiverd.

Een ander voorstel betreft de maaltijdcheques. Overigens heeft CD&V
ook al de dematerialisering van de dienstencheques gevraagd.
Welnu, de maaltijdcheques, die moeten worden geteld en uitbetaald,
kosten niet alleen de werkgever veel geld. Zo werd uitgerekend dat
het uitzendkantoor Randstad op jaarbasis 26.316 euro moet betalen
om die cheques te kunnen uitbetalen. Dat zijn bijkomende kosten.
Dan heb ik de kosten voor de ontvangers, onder andere warenhuizen
en restaurants, nog niet verrekend: de ontvangers moeten alle
cheques tellen en controleren of ze correct zijn. Ook aan die zijde is er
nog eens rompslomp.

Er is een voorstel om de maaltijdcheques te digitaliseren middels een
soort van protonkaart met een chip. Het moet perfect mogelijk zijn
daarop het bedrag dat wordt uitbetaald voor maaltijden, te plaatsen.
Er kan zelfs in een code worden voorzien, zodat het toegekende
bedrag moet worden gebruikt voor maaltijden en voeding. Misschien
kan men zelfs gebruikmaken van de bankkaart, waarop ook
verschillende gegevens kunnen worden ingebracht. Ook die piste
wordt aangereikt.

Als minister bent u specifiek bevoegd voor die twee aanbevelingen.
Wil u daar werk van maken? Zult u het systeem van DMFA, ten
eerste, effectief verbeteren, aangezien het nu misloopt? Ten tweede,
zult u de nieuwe piste onderzoeken? Zult u met Voka of de sociale
partners hierover gesprekken voeren om de voorstellen te realiseren?
Of hebt u andere alternatieven?
03.01 Nahima Lanjri (CD&V): Le
VOKA, réseau flamand
d'entreprises, a récemment publié
un rapport proposant toute une
série de simplifications
administratives. Il s'agit
concrètement de la numérisation
des déclarations
multifonctionnelles. De la sorte, les
cotisants et l'ONSS ne devraient
plus autant se passer et se
repasser les documents en cas
d'erreurs

Le système des chèques-repas
occasionne également des
tracasseries administratives et des
frais importants à l'administration
ainsi qu'aux employeurs, aux
restaurants et aux commerces. Ce
système ne pourrait-il être
numérisé par le biais d'une sorte
de carte Proton, comme le
suggère le VOKA?

Le ministre étudie-t-il ces
propositions? Mène-t-il une
concertation avec les partenaires
sociaux?
03.02 Minister Rudy Demotte: Mevrouw Lanjri, het e-government in
de sociale zekerheid wordt op de voet gevolgd door een permanente
groep Modernisering van de Sociale Zekerheid. In die groep zijn
verscheidene ministeriële kabinetten verzameld, alsook de
administraties en de verschillende betrokken instellingen. In dat kader
worden alle operaties voor de modernisering van de sociale zekerheid
onderzocht en gevolgd. Dat geldt in het bijzonder voor DMFA.

Wat de digitalisering van DMFA betreft en de vragen die in het Voka-
rapport worden gesteld, kan ik volgende elementen verduidelijken.
Ten eerste wordt de overgrote meerderheid van DMFA via
elektronische weg ingevuld. Andere digitale dragers als diskettes en
cd's zijn toegestaan, maar worden erg weinig gebruikt. In 2003
maakten nog duizend bedrijven gebruik van die middelen.

Op dit ogenblik zijn het er slechts 72. Dat werkgevers de
elektronische weg niet gebruiken, wordt in de meeste gevallen
03.02 Rudy Demotte, ministre:
Le groupe de travail Modernité de
la Sécurité sociale, où siègent des
représentants des différents
cabinets ministériels et des
institutions concernées, assure le
suivi du e-governement de la
sécurité sociale. Il analyse toutes
les opérations de modernisation
de la sécurité sociale et plus
particulièrement la numérisation
de la déclaration multifonctionnelle
(DMFA).

L'immense majorité des
déclarations multifonctionnelles
est remplie par la voie
CRIV 51
COM 947
03/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
verklaard door het feit dat zij niet over het nodige informaticamateriaal
beschikken.

Ten tweede, voor de verbetering van fouten bestaan er momenteel
twee mogelijkheden. Ofwel wordt de correctie automatisch uitgevoerd
door de RSZ. In dat geval worden correcties aan de werkgever
doorgestuurd voor validatie. Ofwel is voor de correcties informatie van
de werkgever nodig. Het gaat dan onder meer over een
onverenigbaarheid tussen de aangegeven werkdagen en het
werkregime. Dat soort correcties betreft 2 à 2,5% van de
multifunctionele aangiften.

Momenteel brengen 228 sociale secretariaten geregeld correcties aan
via elektronische weg, ze versturen bestanden of rechtstreeks on line.
De evolutie van DMFA en de verbetering van de kwaliteit, alsook de
vereenvoudiging van de correctieprocedures worden geregeld
onderzocht door de groep Modernisering van de Sociale Zekerheid.
Er wordt geregeld een rapport voorgelegd aan de Ministerraad en aan
de NAR waarin zowel de werkgevers als de werknemers hun
vaststellingen, opmerkingen en voorstellen kunnen formuleren.

Wat de maaltijdcheques betreft, merk ik op dat er momenteel een
discussie woedt over de invoering van een elektronische kaart en de
afschaffing van de papieren cheques. Sta me toe te verduidelijken dat
het de sectoren van de uitgevende bedrijven, de sectoren voor de
distributie en de werkgeversverenigingen toebehoort na te gaan of dat
een gunstige oplossing is. Wanneer dat het geval is, zullen we erop
toezien dat de sociale wetgeving hierbij nageleefd wordt. Als het nuttig
blijkt, zullen we ons bij dat proces voegen, met de ervaring die de
instellingen voor de sociale zekerheid hebben verworven in het
elektronisch maken van gegevens.
électronique. D'autres supports
numériques tels que les disquettes
ou les cd-roms sont autorisés
mais très peu utilisés. Si les
employeurs n'utilisent pas la voie
électronique, c'est parce que la
plupart d'entre eux ne disposent
pas du matériel informatique
nécessaire.

Si la déclaration comporte des
erreurs, soit l'ONSS se charge
automatiquement de la correction
de ces erreurs et transmet dans
ce cas la correction à l'employeur
pour qu'elle soit validée, soit
l'information est demandée à
l'employeur, par exemple en cas
d'incompatibilités. Cette procédure
n'est mise en oeuvre que pour 2 à
2,5 pour cent des déclarations.
Actuellement, 228 secrétariats
sociaux apportent des corrections
par voie électronique.

Le groupe de travail chargé de la
modernisation suit rigoureusement
l'ensemble de ces opérations et
présente régulièrement un rapport
au Conseil des ministres et au
Conseil national du travail. Des
observations peuvent être
formulées tant par les employeurs
que par les travailleurs.

L'instauration éventuelle d'une
carte électronique en
remplacement des chèques-repas
papier fait actuellement l'objet
d'une discussion. Les entreprises
émettrices, le secteur de la
distribution et les fédérations
d'employeurs doivent vérifier la
faisabilité d'une telle carte. Nous
veillerons à ce que la législation
sociale soit toujours respectée à
cet égard.
03.03 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, wat uw antwoord
op de vraag over DMFA betreft, ik heb niet gezegd dat er momenteel
geen informatie-uitwisseling is via de digitale weg. Alleen zijn er wel
nog belangrijke problemen, zoals de foutmeldingen. Er zijn al
verbeteringen aangebracht. Dat staat ook letterlijk in het verslag.
Maar dat gebeurt nog altijd in stappen; de fouten worden niet allemaal
tegelijkertijd opgelost.

Het aantal bedrijven dat de gegevens toch nog per diskette of cd-rom
inbrengt, is, zo zegt u, vrij beperkt. Dat komt, zo lees ik in het rapport,
03.03 Nahima Lanjri (CD&V): Je
n'ai jamais dit qu'il n'y a pas
d'échange d'informations par la
voie numérique mais bien que des
problèmes se posent encore à cet
égard, comme des messages
d'erreur. Selon le rapport, les
améliorations sont toujours
progressives et les problèmes ne
sont jamais tous résolus
03/05/2006
CRIV 51
COM 947
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
omdat daarvoor voorafgaandelijk een schriftelijke goedkeuring van de
RSZ moet worden verkregen. Heel wat bedrijven hebben die
goedkeuring niet gekregen. Daar zit dus nog een ander probleem.

Ik stel voor dat de werkgroep, die toch bezig is, de door Voka
gesignaleerde problemen ook mee met Voka bespreekt, om op die
manier niet los van mekaar te werken. Ik denk dat die werkgroep wel
goed werk levert, maar dat moet wel bij de praktijk gebracht worden.
Voka heeft nu een bundeling gemaakt van wat er leeft bij de bedrijven
en van de dagelijkse problemen.

Aangaande uw antwoord op de tweede vraag betreft, ben ik blij dat de
piste van het gebruik van de protonkaart wordt overwogen. Ik hoop
dat zo'n kaart er snel kan komen, dat dat onderzocht wordt. Niet
alleen voor de bedrijfswereld, maar ook voor de verbruiker heeft het
systeem waarbij het bedrag van de maaltijdcheques op een kaart kan
worden verkregen, enorm veel voordelen, zodat niet meer met die
chequejes hoeft te worden gewerkt. Ik hoop toch dat we die richting
kunnen uitgaan, als u daaraan ook uw medewerking verleent.
simultanément.

Très peu d'entreprises utilisent
une disquette ou un cd-rom car
l'approbation préalable de l'ONSS,
que de nombreuses entreprises
n'ont pas obtenue, est requise à
cet effet. Je propose que le groupe
de travail examine les problèmes
avec le "Vlaams Economisch
Verbond" afin qu'il soit davantage
tenu compte de la situation
pratique.

Je me réjouis de ce que
l'utilisation de la carte électronique
soit envisagée pour les chèques-
repas. J'espère que cette carte
sera instaurée rapidement car elle
présente de nombreux avantages,
pour les entreprises comme pour
les utilisateurs.
03.04 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, ik wil op nog
een element reageren. Het gaat over de doorstroming van de
elektronische gegevens.

Steeds meer bedrijven en ook particulieren gebruiken het internet en
verschillende instrumenten om gegevens uit te wisselen. De diskettes
en de cd-roms worden dus steeds minder gebruikt, want in feite kan
op die manier de efficiënte doorstroming van de gegevens niet
worden gegarandeerd. Ik denk dat dat de meest evidente reden is
waarom de ondernemingen die supports niet meer gebruiken.

We moeten natuurlijk rekening houden met degenen die, om
verschillende redenen, enkel met bijna ouderwets materiaal moeten
werken. Maar wij zijn bezig met het uitbouwen van een systeem van
continue verbetering voor het proces van de doorstroming. Dat wil
zeggen dat wij zeker nooit een ideaal zullen bereiken.

Hoe dan ook streven wij naar het best mogelijk stelsel in het licht van
een permanente evolutie van de technieken voor doorstroming. We
hebben daar wat moeite mee, aangezien de manieren waarop de
ondernemingen hun gegevens meedelen, zeer vlug evolueert. Ik
herhaal nogmaals - het is immers belangrijk - dat dat voor ons een
permanente uitdaging is. Wij zijn ons daarvan bewust.
03.04 Rudy Demotte, ministre:
Je pense que la plupart des
entreprises préfèrent l'internet aux
disquettes et aux cd-roms parce
que le web garantit un flux efficace
des données électroniques. Nous
devons bien entendu continuer à
tenir compte de ceux qui ne
disposent pas du matériel
informatique nécessaire. Nous
nous efforçons toutefois
d'améliorer continuellement le
système et de l'adapter aux
techniques en constante évolution.
La situation ne sera néanmoins
jamais idéale.
03.05 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, ik denk dat
niemand onfeilbaar is, ook de overheid niet.

Dat betekent niet dat we mogen rusten. Er kan immers nog heel wat
worden verbeterd met kleine ingrepen en door de dialoog aan te
gaan. Dat moet nu gebeuren. Als er veel aan de weg wordt
getimmerd, kunnen we 99 of 100% behalen.
03.05 Nahima Lanjri (CD&V):
Nul n'est infaillible mais de
nombreuses améliorations
peuvent encore être apportées.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRIV 51
COM 947
03/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
De voorzitter: Punt 6 van de agenda, vraag nr. 11413 van mevrouw Avontroodt, wordt uitgesteld.
04 Vraag van de heer Roel Deseyn aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
communicatie rond de toegelaten studentenarbeid" (nr. 11429)
04 Question de M. Roel Deseyn au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
communication relative au travail d'étudiant autorisé" (n° 11429)
04.01 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, op 10 november is de regeling met betrekking tot
de studentenarbeid veranderd. De minister heeft in een vorige
commissievergadering al verschillende hypothesen uiteengezet. Er
zijn verschillende manieren waarop het stelsel moest berekend
worden. Wie bijvoorbeeld in het eerste en het tweede kwartaal meer
dan 23 dagen aan het verlaagde tarief gewerkt heeft, zal tijdens de
zomermaanden niet meer van het voordelige tarief kunnen genieten.

Wat is nu eigenlijk het probleem op zich, zonder mij ten gronde uit te
spreken over de voorliggende regeling? Heel wat studenten, maar
ook werkgevers zijn niet op de hoogte van het vernieuwde reglement.
Er bereiken mij daarover niet alleen individuele reacties, maar ook
reacties van interim-kantoren en werkgevers. Dan kan men met de
vinger wijzen wie schuldig is door niet geïnformeerd te zijn, maar het
staat wel vast dat het voor een categorie van jongeren een probleem
is in het licht van de komende vakantiejob. Er zijn studenten die nu al
meer dan 23 dagen gewerkt hebben, ofwel zitten zij in een zodanige
arbeidsrelatie dat zij tegen juli die grens zullen overschreden hebben.

Met de zomermaanden voor de deur ­ er is een voldoende aanbod
aan studenten, dat is waar ­ zullen er natuurlijk betrokkenen zijn die
het heel moeilijk zullen hebben om nog een studentenjob te vinden.
Zij rekenen daarop en waren niet op de hoogte van het koninklijk
besluit van 10 november 2005.

Nu kan men zeggen dat men niet direct een bijsturing kan doen of dat
het een voldongen feit is. De situatie is zoals ze voorligt. Ik weet niet
of de minister voor bepaalde gevallen in een regularisatie voorziet of
zegt hij dat dit het voorliggend rigide kader is?

Mijn vraag heeft vooral betrekking op de communicatie rond de
toegelaten studentenarbeid omdat bepaalde interim-kantoren ­ dat
vond ik heel frappant ­ tot voor kort nog steeds informatie
verspreidden die niet was zoals het zou moeten zijn, conform het KB
van 10 november 2005.

Vandaar mij formele vraag: Kan de minister bevestigen dat de
studenten die meer dan 23 dagen gewerkt hebben tijdens het eerste
en tweede kwartaal, niet meer in aanmerking komen voor een
studentenjob aan het verlaagde tarief tijdens de zomermaanden?
Bestaan er voor bepaalde categorieën mogelijkheden om zich alsnog
in regel te stellen of om in de mogelijkheid te voorzien om op een of
andere manier toch nog een studentenjob te kunnen uitvoeren?

Ten tweede, op welke manier heeft u als verantwoordelijke minister
deze maatregel bekendgemaakt? Zijn er specifieke acties geweest
naar de studenten, de werkgevers en de interim-kantoren om de
sector te informeren?

Ten slotte, welke maatregelen overweegt u om deze
04.01 Roel Deseyn (CD&V):
L'arrêté royal du 10 novembre
2005 modifie la réglementation sur
le travail des étudiants. Le ministre
a déjà développé différentes
hypothèses lors des précédentes
réunions de commission. Les
étudiants qui ont déjà travaillé plus
de 23 jours au tarif réduit pendant
les premier et deuxième trimestres
ne pourront plus bénéficier de ce
tarif avantageux pendant les mois
d'été.

De nombreux étudiants et
employeurs n'étaient pas au
courant de ce nouveau règlement
et auront dépassé la limite du
nombre de jours de travail
autorisés d'ici à juillet. Vu le
nombre suffisant d'étudiants qui
souhaitent travailler pendant les
mois d'été, les intéressés
éprouveront des difficultés à
trouver un job d'étudiant.

Est-il exact que les étudiants qui
ont travaillé plus de 23 jours
pendant les premier et deuxième
trimestres n'entreront plus en ligne
de compte pour obtenir un job
d'étudiant pendant les mois d'été?
Peuvent-ils encore régulariser leur
situation? Des actions spéciales
ont-elles été menées pour
informer le secteur de cette
mesure? Le ministre améliorera-t-
il la communication d'une telle
mesure à l'avenir? Des actions
visant spécifiquement ce groupe
cible seront-elles organisées?
03/05/2006
CRIV 51
COM 947
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
beleidsmaatregel, zoals uitgezet in het koninklijk besluit, beter te
communiceren opdat dramatische situaties voor de betrokken
personen in de toekomst kunnen vermeden worden?
04.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer Deseyn, de studenten die
tijdens het eerste en tweede kwartaal meer dan 23 arbeidsdagen
gepresteerd hebben, komen inderdaad niet meer in aanmerking voor
de niet-onderwerping aan de sociale zekerheid tijdens de
zomermaanden. Het sanctiemechanisme van artikel 17bis, §2 van het
voornoemde koninklijk besluit blijft onverkort van toepassing. De
overschrijding tijdens het eerste en tweede kwartaal kan dus niet
geregulariseerd worden.

Kan ik u er attent op maken dat gedurende het vierde kwartaal van
2005 een overgangsperiode van kracht was teneinde de
onaangename gevolgen van de late publicatie te verzachten? Zo werd
binnen het beheerscomité van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid
met mijn instemming afgesproken dat de overschrijding van de 23
arbeidsdagen tijdens de zomermaanden van 2005 geen gevolgen zou
hebben op de 23 arbeidsdagen voorzien voor dat kwartaal. Deze
overgangsperiode liep af op 1 januari 2006.

Ten tweede, wat betreft de uitbreiding van de niet-onderwerping van
studentenarbeid. De uitbreiding van de niet-onderwerping van
studentenarbeid is mijns inziens voldoende onder de aandacht
gebracht. Er zijn verschillende wegen via dewelke men zich op de
hoogte kon stellen van de nieuwe regeling.

Ten eerste is het koninklijk besluit samen met een verslag aan de
Koning in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.

Ten tweede waren de werkgevers- en werknemersorganisaties dus
op de hoogte van de nieuwe regelgeving via de vertegenwoordigers
van zowel de werkgevers als de werknemers die in de Nationale
Arbeidsraad zetelen. Ook de interimsector heeft hierover
gecommuniceerd. De werkgevers ­ en via internet ook de
werknemers ­ konden alleszins voldoende informatie verkrijgen via de
tussentijdse instructies voor het vierde kwartaal van 2005 van de
RSZ.

Ten derde, uitgaande van de vele reacties en vragen om informatie
die de directie-generaal Sociaal Beleid, dienst Regelgeving en de RSZ
gekregen hebben mag verondersteld worden dat er over de maatregel
voldoende gepubliceerd werd. Er worden momenteel dan ook geen
nieuwe informatiecampagnes gepland behalve de klassieke
instructies aan de werkgevers. Tot daar mijn antwoord.
04.02 Rudy Demotte, ministre:
Les étudiants qui ont travaillé plus
de 23 jours au cours des premier
et deuxième trimestres ne peuvent
effectivement plus bénéficier du
non-assujettissement à la sécurité
sociale pendant les mois d'été. Le
mécanisme de sanction prévu à
l'article 17bis, paragraphe 2, de
l'arrêté royal du 28 novembre 1969
reste d'application. Un
dépassement ne peut donc être
régularisé.

Une période transitoire était
applicable au quatrième trimestre
de 2005 et a pris fin le 1
er
janvier
2006.

La nouvelle réglementation relative
au travail des étudiants a fait
l'objet d'une communication
suffisante. Un arrêté royal a été
publié au Moniteur belge, les
organisations patronales et
syndicales ont été informées, de
même que les agences d'intérim,
et toutes les informations étaient
disponibles sur l'internet.

Eu égard aux diverses demandes
d'explication adressées à la
direction générale Politique
sociale, la mesure est
suffisamment connue et de
nouvelles campagnes
d'information ne sont pas
nécessaires.
04.03 Roel Deseyn (CD&V): Dank u, mijnheer de minister, voor uw
antwoord.

Natuurlijk kan men zeggen: alles kan beter. Ik meen dat de
getuigenissen die ons bereiken inzake de problematiek zoals die
vandaag is geschetst, zouden kunnen aanzetten tot betere
voorlichtingsinitiatieven in de toekomst. U zegt: vele vragen hebben
mij daarover bereikt, dus er is een goede communicatie geweest; wij
wisten het wel. Maar als de mensen nog met veel vragen en
bekommernissen zitten, dan is dat misschien omdat de communicatie
niet altijd eenduidig, transparant en duidelijk is geweest, denk ik. Men
04.03 Roel Deseyn (CD&V): Les
témoignages dont nous disposons
révèlent un besoin accru
d'information. Les nombreuses
questions posées indiquent que la
communication est confuse.
L'information n'est manifestement
pas parvenue au groupe cible.
CRIV 51
COM 947
03/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
kan daarover discussiëren.

Hoe dan ook doe ik een gemeende oproep om zeer alert te zijn.
Immers, het is jammer dat bepaalde mensen, jongeren, studenten,
het slachtoffer zijn van een foute voorlichting. U hebt gezegd: de
teksten zijn gepubliceerd in het Staatsblad voor de sectoren. Ik moet
toch vaststellen dat de beslissingen niet altijd doorgestroomd zijn tot
op het niveau dat zij moesten bereiken. Men kan de ene of de andere
als verantwoordelijke aanwijzen, maar dat lost het probleem op het
terrein, waarvoor men zeker niet blind mag zijn, niet op.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de M. Joseph Arens au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
traitement des patients atteints de plaies chroniques" (n° 11471)
05 Vraag van de heer Joseph Arens aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
behandeling van patiënten met chronische wonden" (nr. 11471)
05.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, entre 1 et 2% de la population belge est confrontée au moins
une fois à une plaie chronique. Cette situation reste relativement
méconnue: les patients et leur entourage n'en font pas volontiers état,
craignant de se voir stigmatisés par la société.

Ce pourcentage risque de croître en raison du vieillissement de la
population et de l'augmentation du nombre de patients atteints
d'affections vasculaires, de diabète, etc. à la suite des changements
intervenus dans le mode de vie.

Il importe d'offrir à ces patients les soins appropriés, c'est-à-dire un
traitement approprié et une accessibilité aux produits appropriés,
comme des pansements modernes. Le non-remboursement de ces
produits fait reposer la responsabilité sur les seuls patients et leur
famille qui doivent assumer la totalité des coûts avec souvent pour
conséquence le fait que les patients sont traités avec des produits
moins chers, qui leur sont plus accessibles, mais moins efficaces
aussi, qui allongent considérablement les traitements et augmentent
ainsi leurs coûts.

Ces dernières décennies, les traitements des plaies chroniques ont
connu une évolution très rapide et d'énormes améliorations ont été
apportées à la qualité de vie de ces patients. Les pansements
modernes restent plus longtemps en place, doivent être moins
souvent changés, peuvent réduire le risque d'infection et influent sur
les mécanismes de cicatrisation.

Dans nos pays voisins, ces produits sont remboursés depuis des
années. Combinés à de bons soins, ils permettent de contrôler et de
prévoir les coûts économiques.

Les patients, souvent VIPO, sont actuellement insuffisamment
remboursés avec le système de forfait proposé à raison de 20 euros
par mois. Si ces produits étaient repris dans le MAF (maximum à
facturer), ces patients auraient accès à de meilleurs soins des plaies.

Monsieur le ministre, envisagez-vous de reprendre dans le MAF ces
pansements modernes afin que chaque patient puisse bénéficier du
05.01 Joseph Arens (cdH):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, één à twee percent van
de Belgische bevolking krijgt
minstens eenmaal te maken met
een chronische wonde.

Het is van belang dat die patiënten
toegang krijgen tot aangepaste
producten zoals moderne
verbanden. Het feit dat die
producten niet worden
terugbetaald, vormt een probleem,
te meer daar die producten in onze
buurlanden al sinds jaren worden
terugbetaald. De patiënten, vaak
WIGW's, krijgen momenteel niet
voldoende terugbetaald met het
forfaitsysteem naar rato van 20
euro per maand.

Overweegt u die moderne
verbanden in de MAF op te
nemen?
03/05/2006
CRIV 51
COM 947
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
traitement auquel il doit avoir droit dans notre société?
05.02 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, monsieur
Arens, vous avez raison d'attirer mon attention sur un problème:
l'accès financier à des soins appropriés pour le traitement délicat des
plaies chroniques.

Actuellement, seuls deux types de produits font l'objet d'un
remboursement par l'assurance obligatoire, alors que la gamme de
produits disponibles et performants ne cesse de s'accroître. C'est la
raison pour laquelle un arrêté royal ­ qui doit encore être soumis aux
diverses instances de l'INAMI ­ est en préparation. Il permettra aux
patients concernés, dès qu'ils feront appel à des pansements
recensés sur une liste régulièrement réactualisée, de bénéficier d'un
remboursement forfaitaire de 20 euros par mois.

On pourra ainsi s'assurer que les pansements faisant l'objet d'une
intervention de l'assurance offrent des garanties de qualité, tout en se
protégeant contre des coûts trop importants.

Cet arrêté, pour vous donner une indication sur le plan du temps,
devrait entrer en vigueur à l'automne de cette année.

Quant à la question de la prise en compte du coût relatif à ces soins
dans le MAF, il me semble qu'elle est d'autant plus pertinente que l'on
a affaire à des soins qui sont chroniques. Cependant, je ne dispose
pas encore à l'heure actuelle d'une estimation de l'incidence
financière de l'intégration de ces coûts dans le MAF. Lorsque les
services de l'INAMI auront fait ces calculs et m'auront communiqué
les données, en fonction de l'espace budgétaire qui serait
éventuellement disponible, j'examinerai alors la possibilité, dans
l'optique de la réponse que je vous fais et qui sonne à vos oreilles de
manière positive, de l'intégrer dans le compteur du MAF en vue de la
confection du budget de l'an prochain.
05.02 Minister Rudy Demotte:
Momenteel worden slechts twee
soorten uit een groeiend gamma
doeltreffende producten door de
verplichte ziekteverzekering
terugbetaald. Een koninklijk besluit
wordt momenteel voorbereid. Het
zal de betrokken patiënten in staat
stellen een beroep te doen op
verbanden die voorkomen op een
lijst die regelmatig zal worden
bijgewerkt, en een forfaitaire
terugbetaling van 20 euro per
maand te genieten.

Dit besluit zou in de herfst in
werking moeten treden. Ik beschik
nog niet over een raming van de
financiële weerslag van het
integreren van de kosten van de
verzorging van de chronische
wonden in de MAF. Eens het Riziv
mij die gegevens zal hebben
meegedeeld, zal ik, in functie van
de beschikbare budgettaire
bewegingsruimte, de mogelijkheid
van een dergelijke integratie, die
me zeer relevant lijkt,
onderzoeken.
05.03 Joseph Arens (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour cette réponse. Je me réjouis de voir que ce dossier évolue
favorablement. Bien sûr, les 20 premiers euros constituent déjà un
point très positif mais j'insiste, et je me rends compte que vous êtes
d'accord avec ma façon de voir les choses, pour qu'on arrive à
l'intégrer dans le MAF.

Je vous interrogerai à nouveau en temps voulu pour que nous
puissions discuter ensemble de l'évolution de ce dossier.
05.03 Joseph Arens (cdH): Ik
verheug me over de gunstige
evolutie in dit dossier. De eerste
20 euro vormen gewis een positief
geven, maar ik blijf aandringen op
een integratie in de MAF.

Ik zal u te gepasten tijde opnieuw
daarover ondervragen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

Le président: La question n° 11473 de Mme Lambert est reportée.
06 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"het recht op kinderbijslagen" (nr. 11499)
06 Question de Mme Greta D'hondt au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
droit aux allocations familiales" (n° 11499)
06.01 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de minister, mijn vraag gaat
over de precieze uitwerking van het recht op kinderbijslagen.
06.01 Greta D'hondt (CD&V):
L'article 48 de la loi sur les
allocations familiales a été modifié
CRIV 51
COM 947
03/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
Door de programmawet van 11 juli vorig jaar en de wet houdende
diverse bepalingen van 20 juli van vorig jaar werd de
kinderbijslagwetgeving gewijzigd. Sinds dat ogenblik wordt iedere
wijziging die zich voordoet in de situatie ­ iedere uitwerking van een
begin van recht, ook het einde van een recht of een verandering van
een recht ­ systematisch overgedragen naar de volgende maand,
uitgezonderd wanneer het gaat om het verlies van rechthebbende of
het recht op een sociale toeslag.

Vroeger, voor de bepalingen van de programmawet en de wet
houdende diverse bepalingen van juli vorig jaar, werd er een
uitzondering gemaakt voor gebeurtenissen die voorvielen op de
eerste dag van de maand.

Ook de FOD Sociale Zekerheid heeft ten gevolge van de wijzigingen
een andere rondzendbrief uitgevaardigd, nummer 593. Wij kunnen
niet anders, mijnheer de minister, dan vaststellen dat die wijzigingen
van juli vorig jaar en de interpretatie van rondzendbrief nummer 593
toch een aantal effecten heeft waarvan ik mij veroorloof te zeggen: die
zijn eigenlijk toch pervers. Ik stel mij de vraag of die eigenlijk wel
beoogd werden door de wetgever.

Ik geef hier twee voorbeelden.

Ten eerste, in de rondzendbrief staat op bladzijde 9 dat de toekenning
van 1 dag wachtuitkering voor een schoolverlater tot gevolg heeft dat
de toekenning van de kinderbijslag gedurende die hele maand wordt
geschorst.

Naar baten afgewogen, dus 1 dag wachtuitkering en het verlies van
een hele maand kinderbijslag, kan men zich toch wel vragen stellen.

Een tweede voorbeeld gaat over de categorie van grensarbeiders
wonend in België die hun rechten verliezen, bijvoorbeeld omdat
iemand wordt ontslagen met een opzegtermijn die afloopt de laatste
kalenderdag van een maand. Die wordt toegelaten tot de
werkloosheid, maar vermits zijn nieuw recht in België ontstaat op de
eerste dag is er dus een onderbreking van een maand kinderbijslag.
Dat is hoe ik dit interpreteer en stemt overeen met de feiten die mij
werden gesignaleerd. Mijnheer de minister, dat geldt niet alleen in
geval van ontslag, maar ook bij verandering van werk als dat zich
voordoet op de eerste dag van de kalendermaand.

Mijnheer de minister, vergissen is menselijk, maar kloppen de
voorbeelden die ik hier geef? Is mijn interpretatie juist? Als dit zo is, is
dit dan zo bedoeld door de wetgever? Is het niet aangewezen om hier
dan bij te sturen?

In het eerste geval weegt 1 dag wachtuitkering niet echt op tegen het
verlies. In het tweede geval verliest iemand die in Nederland wordt
afgedankt en een dag onderbreking heeft, een hele maand
kinderbijslag. Dat is compleet onafhankelijk van de wil van
betrokkene. Bovendien verandert er niets aan de gezinssituatie die
recht opent op de kinderbijslag noch aan de werksituatie, vandaar
mijn dubbele vraag.
par la loi-programme du 11 juillet
2005 et par la loi du 20 juillet 2005
portant des dispositions diverses.
Dorénavant, toute modification du
droit aux allocations, à l'exception
de la perte de ce droit, est
automatiquement reportée au
mois suivant. Autrefois, une
exception était faite pour les
événements survenus le premier
du mois. Le SPF Sécurité sociale
a envoyé une circulaire décrivant
le nouveau système.

Je constate à présent que des
effets pervers se font sentir. Les
modifications ont par exemple
pour effet de priver d'allocations
familiales durant un mois un jeune
qui vient de quitter l'école et n'a
perçu une allocation d'attente que
pendant un seul jour de ce mois.
De même, les travailleurs
frontaliers qui deviennent
chômeurs ou trouvent un nouvel
emploi ne perçoivent pas
d'allocations familiales durant le
mois où ils sont inscrits comme
tels en Belgique.

Ces exemples sont-ils corrects?
Ces effets étaient-ils voulus par le
législateur ou le gouvernement
est-il prêt à adapter le régime pour
les annuler?
06.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
D'hondt, in antwoord op uw vraag kan ik u de volgende inlichtingen
06.02 Rudy Demotte, ministre:
Le premier exemple cité
03/05/2006
CRIV 51
COM 947
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
geven.

Het eerste voorbeeld dat u mij voorlegt, heeft betrekking op het feit
dat geen kinderbijslag wordt betaald gedurende de laatste maand van
de wachttijd van een jonge werkzoekende omwille van de toekenning
van een wachtuitkering gedurende deze maand. Er dient te worden
onderstreept dat deze situatie wel degelijk overeenstemt met de
toepasselijke wetgeving.

De reglementering inzake kinderbijslag voor werknemers voorziet in
meerdere situaties immers in de niet-betaling van de kinderbijslag. Zo
bepaalt artikel 4, §5 van het koninklijk besluit van 12 augustus 1985
tot uitvoering van artikel 62, §5 van de samengeordende wetten
betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders dat het genot van een
sociale uitkering met toepassing van een Belgische of een
buitenlandse regeling betreffende de werkloosheid een beletsel is
voor de toekenning van de kinderbijslag.

In het verleden bestond evenwel een bepaalde praktijk die toeliet dat
de kinderbijslag werd betaald wanneer een geschorst recht verandert
in een einde recht. Deze praktijk die in strijd was met de regelgeving
werd rechtgezet in de ministeriële rondzendbrief nummer 593 van
3 november 2005 op voorstel van de betrokken overheidsdiensten
waaronder de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers.

Ik vestig eveneens uw aandacht op het feit dat deze rechtzetting geen
verband houdt met de wijziging van artikel 48 van de eerder vermelde
samengeordende wetten bij de programmawet van 11 juli 2005.

In het tweede voorbeeld verliest een grensarbeider zijn werk en opent
hij, na zijn opzegtermijn, een nieuw recht op kinderbijslag uit hoofde
van zijn werkloosheid. Tijdens de maand waarop hij dit nieuwe recht
opent, wordt er geen kinderbijslag toegekend.

Deze situatie stemt overeen met artikel 48, eerste lid van de
voormelde gecoördineerde wetten. Dit artikel bepaalt dat de
toekenning van de kinderbijslag een aanvang neemt vanaf de eerste
dag van de maand die volgt op de maand waarin het recht op
kinderbijslag ontstaat. In bepaalde situaties, zoals het geval dat wordt
aangehaald in uw voorbeeld, kan er bijgevolg gedurende een maand
een onderbreking van de kinderbijslag zijn.

Om dit niet gewilde effect van de wet te verhelpen heb ik voorgesteld
om het voormelde artikel 48 zodanig te wijzigen dat een onderbreking
in de toekenning van de kinderbijslag gedurende een maand
vermeden wordt. Dit voorstel tot wijziging bevindt zich in het huidige
ontwerp van wet houdende diverse bepalingen dat op 5 mei
aanstaande door de Ministerraad zal worden onderzocht.
correspond effectivement à la
législation. Si une allocation
d'attente est versée, les
allocations familiales ne seront
pas payées le même mois.
L'arrêté royal du 12 août 1985
stipule que si un travailleur belge
ou étranger perçoit une allocation
de chômage, il perd son droit aux
allocations familiales. La circulaire
ministérielle du 3 novembre 2005
a mis fin à la pratique consistant à
payer malgré tout les allocations
familiales lorsqu'une suspension
d'un droit était transformée en une
suppression de ce droit. Cette
rectification n'a aucun rapport
avec la modification de l'article 48
des lois relatives aux allocations
familiales par la loi-programme de
juillet 2005.

Dans le deuxième exemple, un
travailleur frontalier perd son
emploi puis ouvre, après le délai
de préavis, un nouveau droit à des
allocations familiales sur la base
de son statut de chômeur. Aux
termes de l'article 48, il n'est pas
octroyé d'allocations familiales au
cours du premier mois d'exercice
de ce nouveau droit. Pour éviter
cet effet non désiré, j'ai proposé
de modifier l'article 48 de façon à
éviter l'interruption d'un mois dans
l'octroi des allocations familiales.
Ce projet sera examiné par le
conseil des ministres du 5 mai.
06.03 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor
het antwoord. Ik ging bij het stellen van deze vraag zeker niet uit van
de vaststelling dat hier een onwettelijkheid gebeurde. De toepassing
gebeurt inderdaad strikt volgens de wettelijke bepalingen en volgens
de omzendbrief. Er is wat mij betreft dan ook geen enkele discussie
over de vraag of hier sprake is van een juiste toepassing van de
wetgeving.

Anderzijds is er ook een menselijke juistheid en daarover ging mijn
06.03 Greta D'hondt (CD&V): Je
me réjouis que le problème soit
résolu pour les travailleurs
frontaliers mais, évidemment, le
problème posé par l'allocation
d'attente subsiste. J'espère qu'une
solution pourra y être apportée,
sinon je devrai présenter un
amendement. J'estime en effet
CRIV 51
COM 947
03/05/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
vraag eigenlijk.

Ik ben blij met het antwoord dat u hebt gegeven op het tweede deel,
namelijk in verband met de situatie die ik geschetst heb voor de
grensarbeiders. Ik ben blij dat er daar een oplossing zou komen.

Het eerste, dat van die wachtuitkeringen, blijft natuurlijk nog. Ik stel de
zaak daar niet ter discussie. De laatste maand van de wachtuitkering
krijgt men geen kinderbijslag. Men kan niet alles cumuleren of
stapelen.

Natuurlijk gaat het over het volgende. Wanneer men in een bepaalde
maand 1 dag wachtuitkering krijgt, dan zit men met een bedrag aan
wachtuitkering, de wachtuitkering is reeds laag, ten overstaan van het
verlies van de kinderbijslag.

Mijnheer de minister, u weet minstens zo goed als ik hoe belangrijk de
kinderbijslag aan inkomen in een gezinssituatie kan zijn.

Ik vind dat men niet mag stapelen. Ik zou de eerste zijn om dat te
bediscussiëren. Men moet in een gezin natuurlijk toch wel zien dat
men niet meer afneemt dan dat men aan inkomsten heeft. Dat was de
grond van mijn zaak.

Het komt toch in de wet houdende diverse bepalingen. Ik ga nog wat
vragen stellen. Ik heb vorige week het antwoord gekregen dat het
allemaal in de wet houdende diverse bepalingen komt. Dat zal nogal
een kastaar worden als dat er allemaal inzit. Mijnheer de minister, ik
ben alleszins blij dat ook dit er zal inzitten.

Ik zou u nog willen vragen om eens met uw diensten na te gaan, ook
met de RKW, of er voor dat eerste geval geen oplossing kan
gevonden worden. Wij straffen hier gezinnen toch wel financieel vrij
zwaar. Mocht dit niet kunnen, dan weet ik dat ik de mogelijkheid heb
om een amendement in te dienen op de wet houdende diverse
bepalingen om dit inderdaad te kunnen regelen.
que les allocations familiales sont
une composante majeure des
revenus du ménage.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De bespreking van de vragen en interpellaties eindigt om 15.04 uur.
La discussion des questions et interpellations se termine à 15.04 heures.